Kuns t be oe f e ni ngvandeKaapve r di aans e ge me e ns c hapi nNe de r l and Ee nv e r ke nni ng
Ut r e c ht ,de c e mbe r201 0 Amal i aDe e kman,Dav i dTonnae re nLe nnyv anGe s s e l
©Ku nstfacto r 2010 Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland is een uitgave van Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst. Tenzij anders schriftelijk overeen gekomen, geeft Kunstfactor u als lezer toestemming dit rapport voor eigen gebruik te downloaden en af te drukken. Het is niet toegestaan om inhoudelijk, tekstueel of anderszins wijzigingen aan te brengen. Bij citeren is bronvermelding verplicht. Overdracht aan derden van het gebruiksrecht is uitgesloten. Het gebruiksrecht geldt niet voor commerciële doeleinden. De overdracht van de rechten van intellectueel eigendom, waaronder het auteursrecht, rustend op de door Kunstfactor opgestelde of ontworpen werken zijn bij het gebruiksrecht niet inbegrepen.
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2
Inleiding Een korte geschiedenis van Kaapverdianen in Nederland Huidige situatie van Kaapverdianen in Nederland
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
B esch r ijving ku nstbeo efening K aapver dianen in Neder land Kennismaking Relatie met eigen gemeenschap Zichtbaarheid Educatie Organisatie
5 5 7 8 10 12
3.
Co nclusies
13
4. 4.1 4.2 4.3
B ijlagen Interviewvragen Lijst van geïnterviewden Colofon
14 14 14 14
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 3
4 4 4
1.
Inleiding
Veel mensen doen aan kunst, maar niet allen staan ons helder voor ogen. Hoewel Kunstfactor regelmatig publiceert over aantallen amateurkunstenaars in Nederland, weten we naar onze smaak nog te weinig van bepaalde groepen actieve kunstbeoefenaars. Over een van die groepen gaat dit interne rapport. De taakgroep Kunstbeoefening Nederlanders uit Andere Culturen (KNAC) heeft een verkenning gedaan onder Kaapverdianen in Nederland die zich met actieve kunstbeoefening bezighouden. Wetende dat de grootste groepen Kaapverdianen in Rotterdam en omgeving wonen en ook dat we nog lang niet alles in kaart hebben kunnen brengen, presenteren we hier een eerste verkenning. Deze verkenning geeft alvast een voorproefje van wat er komen zal. In 2011 zullen we ons verder verdiepen in het Kaapverdiaanse netwerk rond kunst in Nederland. We hebben zeven Kaapverdianen gesproken die zich met een of meerdere kunstdisciplines bezighouden. De gedachte hierachter is in kaart brengen wat Kaapverdiaanse actieve kunstbeoefenaars doen, in welke contexten zij actief zijn en hoe hun kunstbeoefening zich verhoudt tot hun herkomst en de Nederlandse gemeenschap. Ook willen we weten hoe Kaapverdianen zich organiseren wat betreft hun kunstbeoefening en of er behoefte is aan verbinding met elkaar en met autochtone ondersteuningstructuren van amateurkunst. Maar vooralsnog is dit een eerste kennismaking met Kaapverdiaanse kunstenaars en hun passie voor kunst.
1.1 Een korte geschiedenis van Kaapverdianen in Nederland Kaapverdië bestaat uit een eilandengroep van grotere en kleinere eilanden, voor de kust van Noordwest Afrika. De hoofdstad Praia ligt op het grotere eiland Santiago. Andere grote eilanden zijn Santo Antão en Boa Vista. In de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw komen de eerste migranten van het toen nog Portugese Kaapverdië naar Nederland. Het zijn zeemannen die op Europese schepen werken en zo in verschillende Europese havens terechtkomen. Omdat Nederlandse rederijen bekend staan om hun goede arbeidsomstandigheden, wordt Rotterdam al snel een populaire bestemming voor Kaapverdianen. De eerste Kaapverdianen vestigen zich dan ook voornamelijk in Rotterdam in de jaren ’60 en ‘70. Zo ontstaat daar een grote Kaapverdiaanse gemeenschap. Nadat Kaapverdië in 1975 onafhankelijk wordt van Portugal komt een tweede stroom immigranten naar ons land om hier een betere toekomst te zoeken. Een derde golf volgt begin jaren ’90.
1.2 Huidige situatie van Kaapverdianen in Nederland Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek wonen er in 2009 in totaal 20.669 mensen van Kaapverdiaanse afkomst in Nederland. Hiervan zijn 11.560 mensen van de eerste en 9.109 van de tweede generatie. Verreweg de meeste Kaapverdianen (76,5%) hebben zich in Rotterdam gevestigd. De anderen wonen voornamelijk in Schiedam, Vlaardingen en Capelle a/d IJssel, allen in de buurt van Rotterdam gelegen. Ook Amsterdam heeft als havenstad een relatief grote Kaapverdiaanse gemeenschap. Kaapverdianen zijn over de hele wereld uitgevaren en hebben vaak familieleden in het buitenland. De band met Kaapverdië is voor veel Kaapverdische migranten heel belangrijk.
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 4
2.
Beschrijving kunstbeoefening Kaapverdianen in Nederland
2.1 Kennismaking K evin Kevin Ferreira is een talentvolle bevlogen jonge pianist met een enthousiaste uitstraling. Hij is 20 jaar, speelt piano vanaf 2000 en realiseert zich met een stralend gezicht dat hij vanaf zijn vijfde jaar altijd heeft gezongen. Pianospelen is ook zingen op je instrument, vindt hij. Ferreira bezit een enorme passie voor klassieke muziek hoewel hij daar naar eigen zeggen vanuit de Kaapverdiaanse cultuur niet mee is opgegroeid. Hij is zeer nieuwsgierig naar alles over pianospelen en voor hem onbekend klassiek repertoire. Daarnaast is hij gefascineerd door Braziliaanse muziek. Ferreira heeft drie jaar vooropleiding aan de Codarts Hogeschool voor de Kunsten in Rotterdam achter de rug. Na wat verkenning in de lichte muziek werd al snel duidelijk dat hij groot talent heeft voor de interpretatie van de klassieken. Hij heeft veel geleerd over achtergronden van klassieke muziek, over het verschil tussen individueel en samenspel en heeft veel podiumervaring opgedaan. Zo heeft hij opgetreden met rap, jazz en soul zangers tijdens Music Matters. Ook wil hij graag als begeleider met dansers samenwerken. Denise Denise Ray Delgado is 21 jaar en in Rotterdam geboren. Ze is 4e jaars studente European Studies (HHS) en loopt stage in Portugal. Haar ambities liggen op diverse terreinen. Ze wil een internationale journaliste worden, presenteren en boeken schrijven. Daarnaast is zingen een grote ambitie. Dit doet zij al van jongs af aan. “Mijn passie is zingen en schrijven. Het is niet zozeer dat ik als klein meisje de beroemdste sterren wil imiteren, maar zingen is iets dat mij van binnen een soort van vreugde geeft. En op het gebied van schrijven kan ik mij volledig uitstorten op papier”. Op haar tiende realiseert zij zich dat ze van opera houdt. Op de basisschool merken de leraressen al gauw dat zij een zangstem heeft. Verder is één van haar beste vakken Engels. “Als ik ergens mee zit, zet ik het liever op papier in het Engels. Op die manier kan ik beter verwoorden wat ik voel.” In die tijd schrijft ze songteksten tijdens het maken van huiswerk. Ze heeft nooit op zangles of een theaterschool gezeten, maar wel ooit twee jaar gitaarlessen gevolgd. Daarnaast tekent ze graag, maar dat is niet waar haar passie ligt. “Tegenwoordig denk ik er zelfs aan om misschien wat te gaan doen met mijn andere passie voor Engels schrijven. Ik zou graag wel een boekje of twee willen publiceren.” Mali Mali dos Santos is 22 jaar en studeert Sociaal Pedagogisch Werk aan het Zadkine in Rotterdam. Ze is eerstejaars en volgt een druk schakeljaar. Dos Santos is in Angola geboren uit Kaapverdiaanse ouders die zelf als jonge mensen van Kaapverdië daar naartoe zijn gemigreerd. Vanaf haar zesde danst ze daar in een Afrikaanse dansgroep die bestaat uit jongeren uit de buurt. Ze vergelijkt het met familie. Het dansen heeft ze op straat geleerd. “In Angola is het dansen ingeweven in het dagelijks leven. Ik vond het gewoon heel mooi, ik wilde geen andere dingen doen, alleen maar dansen. Dansen is mijn adem, mijn passie”. Het is oorlog in Angola, haar ouders sturen hun jongste dochter naar een veiligere plek. Ze vertrekt rond haar negende naar Nederland en komt bij haar tante terecht die haar verder als
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 5
pleegmoeder opvoedt. Deze merkt al snel hoeveel Dos Santos van dansen houdt een stimuleert haar ermee door te gaan. Mich el Michel Andrade is 24 jaar en schildert sinds drie jaar. Regelmatig heeft hij bevlogen perioden waarin hij tot diep in de nacht werkt. Het brengt hem rust en concentratie. Hij schildert op dit moment apen vanuit een fascinatie voor de overeenkomsten tussen mens en dier. Daarnaast is Andrade een zeer getalenteerde Thai bokser die op wereldniveau speelt. Nilso n De 27jarige Nilson Silva, geboren in Nederland uit Kaapverdiaanse ouders, zingt sinds drie jaar in het koor van de Migrantenparochie in Rotterdam, een kerk voor Portugees sprekenden. Sinds ongeveer een jaar is hij bovendien dirigent van datzelfde koor. Met beide activiteiten is hij ongeveer vier uur in de week bezig. Elke derde zondag van de maand treedt het koor op, oefenen doen ze elke week. Het koor bestaat uit ongeveer 20 jongeren, die er bijna nooit allemaal tegelijk zijn. Meestal zijn er tussen de tien en vijftien. Daarnaast zingt Silva ook regelmatig mee in de band van zijn vader, die traditionele Kaapverdiaanse muziek speelt. Een belangrijke stijl hier binnen is de morna; de teksten van deze muziek gaan onder andere over het missen van Kaapverdië. Silva zingt zelf ook vaak morna en volgens hem is hij daarin niet de enige: “Er zijn tegenwoordig steeds meer jonge Kaapverdianen die in deze stijl zingen, ondanks dat ze niet in Kaapverdië geboren zijn.” Andere belangrijke stijlen binnen de Kaapverdiaanse muziek zijn coladeira, wat Silva zelf ook regelmatig zingt, en funaná. Ida Hoewel verreweg de meeste Kaapverdianen in Rotterdam zijn neergestreken, wonen ook in andere steden mensen van Kaapverdiaanse afkomst. Ida Maria Neves bijvoorbeeld is geboren en getogen in Den Haag. Zij is 34 jaar oud en er is bijna geen kunstvorm die zij niet beoefent. Dansen, theater, schrijven, schilderen, modeontwerpen, zingen, ze doet het allemaal. Haar focus ligt echter op de zang, waarin ze tot nu toe autodidact is geweest. Ze schrijft haar eigen teksten en staat op het moment van schrijven op het punt te beginnen aan een singer/songwriter cursus, waar ze zal leren om zichzelf te begeleiden op de gitaar. Zij besteedt ongeveer acht uur per week aan haar verschillende activiteiten. De teksten van haar liedjes zijn in het Engels en gaan over “de dingen des levens”. In sommige nummers komt haar Kaapverdiaanse afkomst naar voren, maar dan meer door de ritmes dan door de tekst. Wel gebruikt ze af en toe Portugese woorden in haar teksten, maar deze gaan verder niet over Kaapverdië. Neves zingt al sinds ze zich kan herinneren, maar het wordt serieus als ze audities doet bij Bolland & Bolland, nu veertien jaar geleden. Na deze ervaring krijgt ze de smaak te pakken en doet ze vijf jaar lang aan veel verschillende audities mee. Dit gaat echter ten koste van haar rechtenstudie, waardoor ze besluit deze eerst af te maken en de audities op een laag pitje te zetten. Intussen is het weer gaan kriebelen en wil ze graag haar muziek delen met anderen. Guy Guy Ramos is een multitasker en niet zo gemakkelijk op één discipline vast te pinnen. Hij is songtekstenschrijver en filmer. Ramos vertelt graag en veel en zijn parate kennis, zowel van de geschiedenis als van het huidige Kaapverdië, is indrukwekkend. Ramos is in 1962 geboren in Mindelo, de op twee na grootste stad van Kaapverdië. Deze ligt op São Vicente, één van de kleinere eilanden van Kaapverdië. Hij is momenteel all round journalist en filmer: hij maakt videoproducties en is bezig met de vertaling van Kuifje in het Kaapverdiaans. In 1975 – zo rond de onafhankelijkheid van Kaapverdië vertrekt hij naar zijn vader in Nederland. Zijn moeder woont dan in Parijs. Ramos gaat een paar jaar bij haar wonen,
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 6
maar komt toch weer snel terug. Via technische opleidingen komt Ramos in de media terecht en daar blijft hij ook. Ramos komt uit een zeer kunstzinnige familie. Zijn overgrootvader Jacinto Estrela schrijft morna’s en bespeelt twaalf instrumenten in zijn tijd. Ook is hij fotograaf, “Hij liet zijn camera’s uit Parijs overkomen”. De achterneef van Ramos is Manuel de Novas, de grootste troubadour van Kaapverdië. In de tuin van zijn oma ontwikkelt hij als jongetje van zes zijn liefde voor het woord en de muziek; daar leert hij observeren en luisteren, wat al snel uitmondt in zijn liefde voor het schrijven van gedichten en songteksten en het maken van muziek. Het is in die tijd een gewoonte om gedichten te reciteren van beroemde dichters en later gaat hij ze zelf schrijven. Ramos schrijft in zijn eigen taal, Kaapverdiaans, en zelden in het Portugees. “Mijn Nederlands is niet goed genoeg,” zegt hij in overigens uitstekend Nederlands. Maar dat is niet alles, Ramos kan ook aardig tekenen en zijn oma zei nog dat hij aan beeldende kunst moest gaan doen.
2.2 Relatie met eigen gemeenschap Een droom van Nilson Silva is om de traditionele muziek en dan vooral de morna, toegankelijker te maken voor de jeugd van nu. Hij wil in de toekomst daarvoor graag een project opzetten, maar heeft daartoe vooralsnog geen concrete actie ondernomen, omdat tot nu toe de focus op het koor heeft gelegen. Silva wil hiervoor contacten leggen met andere geïnteresseerden, die hij naar eigen zeggen “binnen de Kaapverdiaanse gemeenschap” zal zoeken. Binnen de kerk waar Silva zingt, zijn er drie koren: het kinder, het jongeren en het volwassenenkoor. Tussen deze drie koren vindt wel samenwerking en uitwisseling plaats, maar niet met koren van andere kerken. De Migrantenparochie is volgens Silva dan ook de enige katholieke kerk voor Portugees sprekenden in Nederland. Ook Ida Maria Neves voelt zich verbonden met de Kaapverdiaanse cultuur: “Ik ben drie keer naar Kaapverdië geweest en voel me erg verbonden met de cultuur, het eten, de tradities, de muziek. Dat voel ik als ik daar ben.” Deze verbondenheid komt niet tot uitdrukking in haar muziek, maar des te meer in de manuscripten die ze schrijft en de schilderijen die ze maakt. Haar manuscript gaat over de “stille immigrant”, zoals de Kaapverdiaanse Nederlander ook wel genoemd wordt. Haar schilderijen verbeelden Kaapverdiaanse taferelen: mensen die muziek maken op straat, of een typisch Kaapverdiaans spel spelen. Na haar komst naar Nederland gaat Mali Dos Santos bij een Kaapverdiaanse organisatie dansen. Met vier meisjes worden ze de Teenage Jam. Rond haar twaalfde jaar treedt ze met dit clubje op in het Kaapverdiaanse circuit. “Dansen bij Teenage Jam deed ik tot mijn negentiende. Daarna gingen de meiden ieder hun eigen kant op.” Ze schakelt voortdurend tussen Angolees, Kaapverdiaans en Nederlands. In Nederland is ze opgenomen door de Kaapverdiaanse gemeenschap. Tegelijk heeft ze meer met Angolezen in Nederland, die jongeren kent ze. Daarnaast heeft ze ook wel heel veel Kaapverdiaanse vrienden. “Ik zit er middenin en vind het soms moeilijk mijn eigen partje te kiezen.” Denise Delgado wil graag Zouk muziek schrijven en zingen en op die manier de verbinding maken met het land van haar ouders. Ze realiseert zich weliswaar dat ze daarmee niet een breed publiek in Nederland bereikt. “Maar bij mij gaat het erom dat ik er plezier in heb. Als ik op zijn minst met mijn stem de Kaapverdianen kan bereiken, ben ik al zeer tevreden.” Ze vindt niet dat de Nederlandse cultuur een invloed heeft op haar kunstbeoefening, maar binnen de organisatie van Road 2 Cabo Verde waarin zij actief is, wordt er wel geprobeerd om een samenwerkingsverband te leggen tussen Rotterdam en Kaapverdië. Zij willen Rotterdam en Kaapverdië dichter bij elkaar brengen door de twee landen te verbinden door middel van sport. Maar de organisatie biedt ook podia aan jongeren om hun talenten te laten zien.
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 7
“Mijn kunst houd ik niet voor mijzelf. Iedereen die het maar horen wil mag het horen en iedereen die mijn werk wil lezen mag het lezen.” Delgado staat ook open voor feedback omdat ze daardoor zichzelf kan blijven ontwikkelen. “Mijn ouders zijn een grote steun, vooral mijn vader; die probeert me wat tips te geven. Volgens hem sta ik nog steeds veel te verlegen op podium. Vind ik zelf ook, maar daar werk ik aan. Als ik er lol in heb gaat dat gewoon helemaal goed komen.” Doordat hij het Kaapverdiaans als schrijftaal kiest, is het publiek van Guy Ramos voornamelijk Kaapverdiaans. Zijn focus is sterk gericht op de ontwikkeling en emancipatie van de Kaapverdiaanse taal en cultuur. Kaapverdiaans is de eerste Creoolse taal in de wereld, zegt hij. “Het kent ontzettend veel taalnuances. Ik kan horen aan de klank en het accent waar een Kaapverdiaan vandaan komt.” Het uit eilanden bestaande land kent een echte eilandencultuur, die zich ook in Nederland heeft voortgezet. Via zijn website www.kriol.nl promoot hij het Kaapverdiaans. Ook is hij met een film bezig over de langst wonende en levende Kaapverdiaanse migrant in Nederland. Nederland beïnvloedt zijn kunstvorm niet, zegt hij. Maar, hij is zelf wel beïnvloed door de Nederlandse ‘manier van doen’, en door teksten van BLØF en Frank Boeijen: “Zij maken echt verhalen van hun liedjes.” De invloed gaat nog verder. “Ik heb geleerd mondiger, kritischer en frontaler te zijn en te schrijven. In Kaapverdië schrijven we meer in metaforen, gaan we meer ‘around the bush’.” Deze combinatie van kenmerken hanteert Ramos steeds meer in zijn werk. Maar hij vindt het nog steeds een kunst als je indirect in je tekst kunt zijn, zaken kunt verdoezelen, en toch begrepen wordt door het publiek. Michel Andrade realiseert zich dat zijn culturele achtergrond los staat los van wat hij maakt. Rotterdam, zo zegt hij, “heeft zoveel cultuur dat je er breder van wordt in je hoofd”. De moeder van Kevin Ferreira is vanuit haar achtergrond met Kaapverdiaanse muziek groot geworden. Dat is een heel ander klankidioom dan klassieke muziek. Ferreira staat open om klassiek met een andere vorm van muziek te combineren. In de combinatie Kaapverdiaanse muziek en klassiek lijkt hem dat moeilijk. Kaapverdiaanse muziek bestaat uit een aantal akkoorden waarop wordt gevarieerd en waarbij gevoel, passie en overtuiging heel belangrijk zijn, zegt Ferreira. Klassieke muziek is technisch veel moeilijker en een uitdaging voor hem. “Mijn moeder is trots op me, maar begrijpt klassieke muziek niet. Mijn Kaapverdiaanse vrienden vinden het knap als je zoiets moeilijks als klassieke muziek kunt spelen”. Met een blik op mijn lijstje van te interviewen personen lacht Kevin: “Ik ken ze allemaal. Iedereen kent elkaar binnen de Kaapverdiaanse gemeenschap”.
2.3 Zichtbaarheid Dat Mali Dos Santos in Nederland woont, heeft invloed op haar dansen. Hier wil ze diploma’s halen en een vak leren; dansen is naar de achtergrond verdwenen. Althans, als beroepsambitie. Haar eigen dansambitie is voor zichzelf, passievol maar niet op een podium. Als Dos Santos vanaf morgen niet meer zal mogen dansen, reageert ze op haar manier heftig. “Dansen is mijn adem, als ik op een dag niet dans, dan voel ik mij niet goed. Ik word er gelukkig van. Dit is de manier om mijn frustratie, of boosheid kwijt te raken. Niet door te praten, maar door te dansen.” Het gaat niet zozeer om haar ambitie om zelf hoger op te komen. Niet dat ze geen kansen heeft gehad om verder te komen in de dans, maar danseres worden is niet iets wat ze in haar toekomst ziet, terwijl ze wel jonge meiden stimuleert om daar voor te gaan. “Soms denk ik bij mijzelf: wat als ik een dansopleiding had gekozen?” Een toekomst van je dans maken is echt heel moeilijk, weet ze. Hoewel, ze denkt er wel over om na haar studie de draad weer op te pakken, of weer met een groepje meisjes te beginnen. Voor Dos Santos is dat een makkelijke manier om zelf te
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 8
blijven dansen. ”Ik wil vooral veel mensen benaderen, en vooral kinderen leren dansen, mijn dans wil ik delen met anderen.” Opvallend is dat in de kerk waar Nilson Silva zingt ook wel Nederlandse liedjes gezongen worden. Deze worden echter in een exotisch jasje gegoten. Silva: “Als wij Nederlandse liedjes zingen, zijn ze wel wat swingender dan in een Nederlandse kerk.” De kerk wordt overigens ook bezocht door Nederlanders en Surinamers, maar toch vooral door Portugees sprekenden. Qua verspreiding van zijn muziek doet Silva nog niet zoveel. Er staan wel een paar opnames op You Tube, maar niet met het doel om populair te worden. Toch krijgt Silva de laatste tijd heel wat optredens aangeboden. Zo heeft hij al een keer in De Unie gestaan en staat hij met de band van zijn vader regelmatig in buurthuizen. Daar komen ook Nederlanders op af, die altijd erg enthousiast zijn. Silva’s vader is overigens in Kaapverdië geboren en heeft zijn muziek helemaal niet laten beïnvloeden door de Nederlandse cultuur. Volgens Silva krijgt de Kaapverdiaanse muziek een steeds breder draagvlak, vindt er steeds meer uitwisseling tussen verschillende culturen plaats en ontstaan er ook steeds vaker crossovers met andere stijlen. Zo is er laatst een optreden geweest van de Nederlandse popgroep BLØF tijdens een Kaapverdiaans festival en heeft saxofoniste Candy Dulfer een gastoptreden verzorgd bij een show van de bekende Kaapverdiaanse zangeres Suzanna Lubrano. Bij concerten van dat soort grote artiesten is volgens Silva bovendien 80% van het publiek van nietKaapverdiaanse afkomst. Ida Neves wil uiteindelijk haar schilderijen graag delen door middel van een expositie. Op de vraag of dit dan in een Kaapverdiaans centrum plaats zal moeten vinden, is Neves resoluut: “Juist niet! Niet dat ik denk dat Kaapverdianen het niet zouden kunnen waarderen, maar de Kaapverdiaanse gemeenschap is al zo gesloten. Mensen weten er weinig van, dat wil ik graag veranderen. Ik houd van mijn cultuur en wil het graag delen met mensen die het nog niet kennen. Bovendien hoop ik daarmee de hokjesmentaliteit te doorbreken. Ik wil voorkomen dat Cabo’s de ‘stille immigranten’ blijven, want dan gaan mensen alleen de negatieve dingen onthouden. Ik heb erg de drang om al het positieve van de Cabocultuur naar buiten te brengen voor nietKaapverdianen.” Het is opvallend dat Neves de contacten dus juist niet binnen de Kaapverdiaanse gemeenschap zoekt. Zij vermoedt dat het komt omdat zij in Den Haag is opgegroeid en niet in Rotterdam. Neves: “Met name de gemeenschap in Rotterdam is erg naar binnen gericht. Ze zijn hier met elkaar gekomen en hebben veel houvast aan elkaar gehad. De huidige generatie krijgt dat mee van haar ouders, maar houdt het niet als zodanig in stand. En bij onze kinderen zal dat nog weer minder worden. Het is dus erg aan het veranderen.” Aan de ene kant vindt ze dat goed, maar aan de andere kant is ze bang dat zo het hart van de cultuur verdwijnt. “Participatie betekent groei en ontwikkeling, maar daarbij mogen we niet onze wortels, onze afkomst vergeten.” Denise Delgado heeft wat optredens gedaan, zoals zingen op de middelbare school (Citycollege st. Franciscus) met musicals en kerstvieringen. Later komt ze in een groep terecht waarin de focus ligt op zang, dans, poëzie en theater. “Deze multiculturele groep was meer gericht op de problemen van jongeren in het dagelijks leven en op God”. Ze heeft ook een paar keer in een protestante kerk gezongen en op straat opgetreden. “Later ben ik eruit gestapt, omdat ik toch iets anders wilde en het gevoel had dat de groep niet verder kwam.” Ze besluit solo verder te gaan, teksten te schrijven en bij vrienden (niet alleen Kaapverdianen) thuis af en toe wat op te nemen. Sinds begin dit jaar is zij aangesloten bij de organisatie ‘Road 2 Cabo Verde’. Deze organisatie biedt een podium aan jongeren, zodat zij hun talenten kunnen laten zien. “De reacties die ik ontvang qua zingen zijn bijna altijd positief, natuurlijk is wat opbouwende kritiek zeer welkom.” Ze wil dolgraag ook op Nederlandse podia optreden maar niet nu. Ze is nog bezig met een uitwisseling in Portugal voor haar opleiding European Studies. “Maar ik ben nog jong en
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 9
aansluiting zoeken kan altijd nog. Als ik klaar ben met mijn opleiding kan ik met een gerust hart zeggen dat ik iets heb om op terug te vallen.” Zodra zij denkt goede nummers te hebben, wil ze deze uploaden op You Tube. Maar ze zegt erbij dat ze bijna nooit tevreden is. “En ik denk dat het ook goed is, want door mijn streven naar perfectie weet ik dat ik beter kan.” Guy Ramos denkt dat Nederlandse podia niet echt op zijn kunst zitten te wachten. Het is niet toegankelijk genoeg, te Kaapverdiaans. “Misschien een intellectueel die zich in mijn lyrics wil verdiepen, maar niet de gewone man.” Dat merkt hij overigens ook als hij een lezing in de Doelen geeft tijdens het Cabo Verde Festival, waar voornamelijk Kaapverdiaans publiek naartoe komt. “Ik noem dat tropical kitsch”, zegt hij, “het heeft weinig met Kaapverdiaanse cultuur te maken. Mijn gemeenschap, vooral de ouderen, is meer in het feestje geïnteresseerd, de jongeren hebben meer belangstelling voor hun cultuur.” Dat heeft te maken met migratie, denkt Ramos. Ouderen zijn gemigreerd omdat ze het beter wilden krijgen, daar heeft hij bewondering voor. “Chapeau voor hun avontuurszin.” Jongeren kunnen zich meer verdiepen in andere zaken dan overleven. Ramos is hiertoe een samenwerking aangegaan met het WMDC in Rotterdam, waar er een podium en oefenruimte voor Kaapverdiaanse muzikanten is gecreëerd om de Kaapverdiaanse muziektradities nieuwe dynamiek te geven. “Gebrek aan Kaapverdische muzikanten die als voorbeeldfunctie kunnen fungeren is een van de redenen voor mij om dit op te zetten. In januari gaat dit concreet worden.” Kevin Ferreira is op zoek naar feedback van mensen die hem kunnen helpen beter piano te spelen. Hij heeft nu vooral contact met zijn pianoleraar en zijn medestudenten. Ferreira is op zoek naar een podium en laat graag horen wat hij kan. Een hoogtepunt voor hem is een optreden vanuit Music Matters met het Rotterdams Philharmonisch orkest. Hij wint de Music Matters Award en wordt in 2009 dé muziekambassadeur van Rotterdam. Ferreira is te vinden op You Tube met diverse filmpjes van zijn optreden, met zijn interpretatie van Liebestraum van Liszt en samen met andere Music Matters finalisten tijdens het Dunya Festival. Op de vraag of hij trots is op zijn digitale resultaten zegt hij dat hij liever een live concert geeft omwille van een betere geluidskwaliteit. Ook heeft hij al een cd gemaakt. Michel Andrade toont zijn werk aanvankelijk alleen aan familie, totdat hij één werk verkoopt. Dat geeft hem meer zelfvertrouwen. Vervolgens exposeert hij bij de Shopper. Verder toont hij zijn werk in podia als caférestaurant de Unie en het Bootleg DJ café. Hij vindt het leuk om reacties van publiek te krijgen. Het zet hem aan het denken. Dit heeft invloed op zijn ontwikkeling.
2.4 Educatie Mali Dos Santos blijft met het dansen in haar hoofd zitten. Maar de wens om diploma’s te halen en daarmee terug te kunnen naar Angola is sterker. Een danscarrière volgen is nu eenmaal onzekerder. “Ook al ben je goed en doe je auditie, dan nog kun je afgewezen worden.” Om toch met dansen bezig te zijn, begint ze een buurtdansgroepje, niet om zelf te dansen maar om meiden uit de buurt te leren dansen. “Dat ging twee kanten op: ik leerde hen dansen en ik leerde van hen nieuwe dansen die ik nog niet kende.” Zoals de Funaná, een snelle en populaire Kaapverdiaanse dans die met een partner gedanst wordt. Dos Santos is met haar leerlingen meegegaan. Ze neemt de populaire dansen over, werkt ze uit, en geeft er les in aan andere meiden. Verder geeft ze les in Afrikaanse dans, de dans die ze van kindsbeen heeft meegekregen. Tegenwoordig geeft ze de meiden geen les meer, zij zitten nu allemaal op het Thorbecke College in Rotterdam. Dat is een school voor talentvolle jongeren waar gefaciliteerd wordt dat zij zich
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 10
verder kunnen ontwikkelen in combinatie met een ‘normaal’ lesprogramma. Dos Santos praat enthousiast over ‘haar’ meiden die het goed doen op het Thorbecke en al in een selectie zitten. Zij wil niet zozeer iets uitdrukken met haar dans, maar is vooral een ambassadeur van de dans. Ze heeft iets met kinderen, en vooral met leren door kinderen. “Ze zijn altijd heel gemotiveerd en er is na schooltijd altijd wel ruimte in een gymzaal om met de meiden te dansen.” Ze staat alleen voor haar groepen, werkt niet echt samen met andere dansers. Bij de Nederlandse stichting Dynamic Activities, die voor basisschoolkinderen werkt, heeft ze wel collega’s van andere culturen. Dos Santos loopt stage waarin ze drie keer in de week workshops streetdance, capoeira en Afrikaanse dans aan kinderen van groep 4 t/m 6 geeft. Kinderen in Nederland, is haar ervaring, vinden het allemaal nieuw, zijn afstandelijker en ingetogen. Het expressieve en blije komt ze niet zo tegen. Dat komt misschien doordat ze het van huis uit niet kennen. “Dan zeg ik: Afrikaans dansen is met armen en benen tegelijk bewegen. En dan kijken ze me aan en zeggen ‘mevrouw dat ziet er een beetje gek uit’.” Voor Nilson Silva is het doel van zingen om zich steeds te verbeteren, maar ook geeft het hem “gewoon een lekker gevoel”. Ook geeft het voldoening om mensen te kunnen raken met muziek. Silva: “Er komen wel eens mensen naar me toe dat ze moesten huilen terwijl ik aan het zingen was. Dat vind ik erg bijzonder, dat je iemand zo kan raken met je stem.” Denise Delgado benadrukt dat het haar vooral om gaat dat ze er plezier van heeft. “Om er zelf van te kunnen genieten wil ik natuurlijk graag ook beter worden. Van een goed resultaat word je altijd blij.” Momenteel zingt zij in een koor (Universidade Nova de Lisboa) om haar stem te kunnen blijven oefenen. Ze oefenen vijf uur per week en in december vinden de optredens plaats. “Ik schrap meer als ik iets heb geschreven, kijk of het nog beter kan. Ik ben meer doordacht dan vroeger. ” Guy Ramos heeft ambities die gericht zijn op steeds beter worden. Maar het delen van zijn kunst is even belangrijk. “Volgens mij wil iedere voetballer wel een doelpunt scoren.” En hij vertelt over het gevoel dat hij krijgt als iedereen zijn liedjes kent. “Toen ik in Angola was en een van mijn liedjes in het voetbalstadion werd gezongen, ja, dat was geweldig.” De moeder van Kevin Ferreira heeft zijn liefde voor muziek opgepakt en een impuls gegeven door hem aan de SKVR les te laten nemen. Hij begint met algemene muzikale vorming (AMV) en probeert van alles en nog wat muzikaal uit. Uiteindelijk kiest Ferreira voor de toetsen en die rijke pianoklank. Een grote drijfveer van hem is om hier zo goed mogelijk in te worden en het gevoel dat muziek oproept met anderen te delen tijdens een concert. Om met anderen samen een muzikale performance te geven, vindt hij dat hij zich eerst een tijd moet afzonderen om nog beter te worden op zijn piano. Michel Andrade wil niet naar de SKVR of kunstacademie. Hij wil geen druk op zijn hobby. “het moet leuk blijven. Dat is iets voor kunstenaars en zo zie ik mezelf niet. Ik doe veel verschillende dingen, zoals vinyl draaien maar ik ben ook geen dj”. Andrade zoekt inspiratie in steden als Berlijn waar hij tentoonstellingen bekijkt en graffiti bestudeert. Van Herakut heeft hij catalogi gekocht en werken ontdekt in zijn eigen stad. Zijn vriendin heeft enkele jaren de kunstacademie gevolgd en geeft hem tips en feedback. Je wordt kritischer op je werk en schildert minder snel door. Wat hij intussen geleerd heeft is meer gevoel voor detail, zijn werk is ruimtelijker geworden en zijn grenzen zijn verlegd.
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 11
2.5 Organisatie Mali Dos Santos zou best meer willen meekrijgen van de Kaapverdiaanse cultuur. Casa Cultura in Rotterdam is net nieuw, ze heeft er wel van gehoord. Maar ze is vooral met Angolese cultuur bezig en parkeert het Kaapverdiaanse even. Ze heeft haar eigen chillplek bij Kwakoe, een keer per week huren zij en Angolese jongeren een zaal in dat buurthuis om te dansen. Ze treden niet op, de Angolese gemeenschap in Nederland is klein. Ze willen het gewoon zo houden, elkaar zien, lol hebben. Het gaat meer om het gevoel van Angola dan om het uitdragen van de dans. Denise Delgado’s Road 2 Cabo Verde ontvangt per activiteit een kleinschalige subsidie van deelgemeenten. Het werkt samen met andere organisaties en deze doen samen aanvragen. Zo hebben ze een klein multiculturele muziektalentenshow met merendeels Kaapverdiaanse jongeren bij de Unie te Rotterdam georganiseerd. Daarvoor hebben ze de nodige subsidies bij de gemeente aangevraagd. In zijn jonge jaren is Guy Ramos zeer actief. Hij is een van de medebestuurders van Juventude, een Kaapverdiaanse jeugd –en jongerengroep die zich tussen 1978 en 1987 met allerlei zaken rond kunst en cultuur uit en van Kaapverdië bezighoudt. In die tijd ontstaan muziekgroepen, zoals ‘Rabelados’. Ze krijgen ruimte via Nelly Soetens, een vrouw die in die tijd tot de groep van linkse arbeideristische bewegingen behoort (AKPG, Aktiecomité pro gastarbeiders). Later ontstaan uit Juventude allerlei radiostations, zoals de Kaapverdiaanse Omroepstichting, de KOS. “Via de KOS heb ik mijn professionele link gekregen naar de media. Andere Juventudeleden zijn bij allerlei andere Kaapverdiaanse organisaties gaan werken.” Nu is Ramos vooral betrokken bij de oprichting van Casa Cultura in Rotterdam.
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 12
3.
Conclusies
Vanaf de jaren ’50 zijn Kaapverdiaanse immigranten in Nederland neergestreken, de meesten belandden in Rotterdam. Tegenwoordig wonen er rond de 20.000 mensen van Kaapverdiaanse afkomst in ons land. De Kaapverdiaanse gemeenschap is een zeer hechte; de meeste mensen kennen elkaar en zeker in Rotterdam bewegen Kaapverdianen zich voornamelijk in Kaapverdiaanse netwerken. Dit heeft ook betrekking op netwerken rondom kunstbeoefening. De afkomst van de beoefenaar blijkt een belangrijke rol te spelen; de meeste geïnterviewden verwerken op één of andere manier Kaapverdië in hun kunst, en als kunst gemaakt wordt binnen een netwerk is dit netwerk meestal Kaapverdiaans. Wel hebben verschillende deelnemers zich binnen hun kunst ontwikkeld bij Nederlandse instituten of initiatieven zoals de SKVR, Music Matters en Codarts Hogeschool voor de Kunsten. Van dergelijke mogelijkheden wordt dus wel gebruik gemaakt, de invloed van de Nederlandse cultuur op kunstinhoudelijk vlak is echter beperkt. Ook Kaapverdiaanse initiatieven rondom kunst en cultuur, zoals vroeger Juventude en tegenwoordig Casa Cultura, worden gevonden. Wel bevindt Casa Cultura zich nog in de opstartende fase; het loont de moeite de ontwikkeling van deze organisatie scherp in de gaten te houden voor eventueel vervolgonderzoek. Voor alle geïnterviewde kunstenaars is plezier beleven aan hun kunst belangrijk, voor sommigen is ook het delen van de kunst met anderen een belangrijke drijfveer. Het publiek hierbij bestaat voornamelijk uit Kaapverdianen. Opvallend is dat de enige kunstenares die specifiek heeft uitgesproken juist graag nietKaapverdianen te willen bereiken, in Den Haag woont en dus niet in Rotterdam. Het zou kunnen dat er verschillen te zijn tussen Rotterdam en andere steden, maar om daar een onderbouwde conclusie over te kunnen trekken dient nader onderzoek gedaan te worden.
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 13
4.
Bijlagen
4.1 Interviewvragen 1. Waar gaat uw kunst over? Wat wilt u duidelijk maken/uitdrukken? 2. Is er een relatie tussen de kunst die u maakt en het land van herkomst? Welke is dat? 3. Heeft de Nederlandse cultuur invloed op uw kunstbeoefening? Zo ja welke? 4. Wilt u vooral beter worden in uw kunstbeoefening of is voor u het kunst delen met anderen het belangrijkst? Of beide. 5. Hoe lang beoefent u deze vorm van kunst al? Wat heeft u geleerd? 6. Heeft u opgetreden geëxposeerd of iets dergelijks? Hoe zijn de reacties? Eventueel van anderen dan Kaapverdianen? 7. Zoekt u aansluiting bij Nederlandse podia? 8. Bent u te vinden op internet met uw kunst? Wilt u dat? Hoe wilt u dat gaan doen? Wilt u advies? 9. Ontvangt uw organisatie, club, vereniging subsidie, werkt u samen met andere kunstenaars(collectieven)? 10. Legt u relaties met andere kunstvormen. Zou u dat graag doen? Waarom doet u dat niet?
4.2 Lijst van geïnterviewden Mali dos Santos Denise Ray Delgado Guy Ramos Nilson Silva Ida Maria Neves Kevin Ferreira Michel Andrade
4.3 Colofon Interviews: David Tonnaer, Lenny van Gessel, Amalia Deekman
Kunstfactor Kunstbeoefening van de Kaapverdiaanse gemeenschap in Nederland 14