Kroongetuigen: #tisnietoké Francesca Vanthielen: Ik ben feministe “Het is tegenwoordig bon ton om als vrouw te verklaren dat ze in géén geval een feministe is. Wat een degradatie van een woord dat simpelweg staat voor gelijkwaardigheid (of: gelijke rechten?) tussen vrouwen en mannen. En wat een verloochening van de moeizame strijd die generaties vrouwen voor ons hebben geleverd. Ik ben feministe en dat zal ik blijven zeggen zolang er ongelijkheid tussen vrouwen en mannen bestaat. Ook de Canadese Premier Justin Trudeau verklaarde publiekelijk dat hij trots is een feminist te zijn. Op zo’n statement van Poetin of Trump zal het helaas nog even wachten zijn."
1
Petra De Sutter, Gynaecoloog, Buitengewoon Hoogleraar Universiteit Gent en Senator Vrouwen moeten meer in zichzelf geloven
De academische wereld is een mannenbastion, wordt wel eens gezegd. Niet zo als we naar de verhouding jongens-meisjes kijken die hogere studies aanvatten. Er zijn meer vrouwelijke studenten dan mannelijke. Ook bij degenen die doctoreren valt het nog mee, daar zijn er ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Maar dan begint de ongelijkheid. Naarmate men de ladder opklimt, worden vrouwen steeds zeldzamer. Ondanks het feit dat de rector van de Universiteit Gent nu een vrouw is, zijn slechts 20% van de professoren vrouwen. Voor de hoogste graad, het gewoon hoogleraarschap, is dat nog slechts 10%. En onze decanen zijn allemaal mannen... In de politiek is het niet beter. In het Europees Parlement zijn slechts 29% van de parlementsleden vrouwen. In onze eigen federale regering zijn er slechts 4 vrouwen op 18 ministers en staatssecretarissen. De vraag is natuurlijk hoe dit komt en wat we er kunnen aan doen. Is de Ugent een vrouwonvriendelijke universiteit? Neen, natuurlijk niet. Er is een zeer actieve cel "gender en diversiteit". Er zijn quota voor de bestuursorganen, en er worden veel vrouwvriendelijke initiatieven genomen. Er is het Menza project (een mentorproject speciaal voor vrouwelijke postdoctorale medewerksters), benoemingscommissies worden divers samengesteld en er worden tal van maatregelen genomen om de work-life balance te bevorderen, zoals kinderopvang en thuiswerkmaatregelen. Vrouwen nemen nog steeds vaker de zorg op voor de kinderen dan mannen. Er is natuurlijk nog de zwangerschap en de bevalling, die voor exclusieve rekening van de vrouw komen. Moeten vrouwen dan maar kiezen? Is het nog steeds ofwel kinderen krijgen ofwel voor een carrière gaan? De vruchtbaarheid neemt af met de leeftijd en dus kunnen vrouwen hun kinderwens niet eindeloos uitstellen. Integendeel, vruchtbaarheidsspecialisten blijven erop hameren dat vrouwen hun kinderen vroeg genoeg moeten krijgen. Vrouwen kunnen nu eicellen invriezen en deze bewaren voor later. Indien ze geen partner hebben, maar misschien ook om eerst een carrière uit te bouwen? Is dit niet de ultieme bevrijding van de vrouw van het juk van de voortplanting? De ultieme gelijkwaardigheid van man en vrouw? Ik denk dat het allemaal een stukje complexer is dan we denken. Ja, het systeem is intrinsiek nog steeds patriarchaal en vrouwonvriendelijk. Ja, de voortplanting blijft voorlopig een exclusief vrouwelijke aangelegenheid. Het tweeverdienersmodel is nu veralgemeend, en vrouwen nemen nu zowel professionele als huiselijke taken op. Maar vrouwvriendelijke maatregelen die instellingen of overheden nemen, brengen weinig zoden aan de dijk. Meisjes en vrouwen ondergaan van jongs af aan een zekere conditionering, waarbij het krijgen van kinderen als een existentiële opdracht van het vrouwzijn wordt voorgesteld. Jongens spelen met auto's en meisjes met poppen, weet je wel. Nog veel te vaak zijn vrouwen zelf niet overtuigd van het feit dat ze evenveel kansen moeten krijgen, meer nog, evenveel rechten hebben om professioneel of maatschappelijk door te groeien en deel uit te maken van alle beleidsniveaus. Of het nu in een bedrijf, een universiteit of in de politiek is, vaak aarzelen vrouwen om er echt voor te gaan. Aan de Universiteit Gent stellen we vast dat vrouwen pas doctoreren als ze expliciet gevraagd en aangemoedigd worden. Ze zijn veel minder overtuigd van hun kunnen dan mannen en 2
moeten over de streep getrokken worden. Er is maatschappelijk nog veel werk aan de winkel opdat vrouwen en mannen echt gelijke kansen zouden krijgen, maar vrouwen moeten er zelf van overtuigd zijn dat ze die ook verdienen. Het wordt tijd dat vrouwen zich verzetten tegen de rol die hen opgedrongen wordt en het paternalistisch discours niet langer internaliseren. Dan pas kunnen we van volledige gendergelijkwaardigheid spreken.
Inne Eysermans, frontvrouw Amatorski: een vrouw is een zangeres, de man het brein Het is zes jaar geleden dat Amatorski haar eerste EP uitbracht. Voordat de groep Amatorski bestond had ik al wat nummers geschreven, gearrangeerd en opgenomen die dankzij de groep verschenen zijn, zoals drie van de vier nummers oorspronkelijk in mijn slaapkamer werden opgenomen. Come Home is daar een voorbeeld van. Ik koos toen 'de groep' als het gezicht van Amatorski, omdat we destijds samen verder demo's hebben uitgewerkt en uitgedacht om ze live te brengen. Daar kwam 'TBC' uit, een combinatie van nummers die we samen hebben opgenomen en andere die ik thuis zelf opnam. Met het laatste album 'From clay to figures' heb ik meer nauw samengewerkt met groepslid Sebastiaan Van den Branden. Dit om even te kaderen hoe een werkproces zichzelf kneedt en open staat voor welke samenwerking dan ook die nodig is voor het aangebrachte materiaal. Naast het werkproces horen interviews. Goed geïnformeerde journalisten hebben voeling met een proces, of hoe dat er binnen een groep kan uitzien. Daarnaast zijn er journalisten die hun verhaal zoeken in wat ze ongeveer weten over een groep en zich baseren op wat er gezegd wordt tijdens het interview. Tussen deze twee verschillende journalisten blijkt er een groot 3
verschil te zitten in hoe ze een groep benaderen, zeker als die groep tijdens een interview door meerdere muzikanten (mannen en een vrouw) vertegenwoordigd wordt. Bij de ene journalist wordt mijn werk bij het schrijven, arrangeren en opnemen gerespecteerd - bij de andere wordt die verwaarloosd of ontkend. Na een aantal jaren heb ik pas dat inzicht gekregen en heb ik ook gemerkt dat het een groep (in die vaak voorkomende situaties) onder druk zet, omdat ik of iemand anders het moet rechtzetten en omdat zo'n niet-geïnformeerde kijk frustreert terwijl dat zo een uit verhouding getrokken positie niet voorkwam tijdens het werkproces. Het is al gebeurd dat een ander groepslid het brein achter Amatorski werd genoemd, of vaker dat het hoofd van de journalist wegdraait van de zangeres als er een vraag over sound gaat. Waarop is dat gebaseerd? Ik kan ook zien hoe mensen Amatorski benaderen, en dat is vaker naar de mannelijke muzikanten. Ook techniekers zullen eerder hen aanspreken dan mij. De meerderheid kijkt naar jou als 'zangeres' terwijl dat voor mij destijds de enige oplossing was om op te nemen. Ik heb me nooit als een zangeres gezien en dat uit zich ook in de muziek die Amatorski produceert, denk ik (als telkens een nieuw klein experiment). Ik heb veel meer interesse in nummers en geluid. Maar ik merkte een tendens, die zegt dat naast die zangeres muzikanten staan, "die de sound bepalen". Uiteraard bepalen zij de sound ook (en dat zal ik altijd met respect bewijzen), maar wat me minder zint is dat vrouwen daar vaak in uitgeschakeld worden of geen credit krijgen als ze daar ook verschrikkelijk graag en hard aan werken. Dat bewijzen ook interviews met internationale artiesten met gelijksoortige verhalen: BJÖRK: "Even after 30 years in the industry and tons of critical acclaim, Björk said many people still assume male producers did all the work on her latest album. "For example, I did 80 percent of the beats on 'Vespertine' and it took me three years to work on that album, because it was all microbeats -- it was like doing a huge embroidery piece," she said. "Matmos came in the last two weeks and added percussion on top of the songs, but they didn’t do any of the main parts, and they are credited everywhere as having done the whole album. [Matmos’] Drew [Daniel] is a close friend of mine, and in every single interview he did, he corrected it. And they don’t even listen to him. It really is strange." BJÖRK over het laatste album van Kanye West: "With the last album he did, he got all the best beat-makers on the planet at the time to make beats for him. A lot of the time, he wasn’t even there. Yet no one would question his authorship for a second." GRIMES: “I can’t use an outside engineer,” she says. “Because, if I use an engineer, then people start being, like, ‘Oh! That guy just did it all.' ” Beneath the surface of Boucher’s love of pop lies a political critique. “It’s a mostly male perspective—you’re mostly hearing male voices run through female performers,” she says. “I think some really good art comes of it, but it’s just, like, half the population is not really being heard.” Het bewijst dat mannen en vrouwen anders benaderd worden in de muzieksector. Historisch gezien was componeren, arrangeren en later producen vooral een mannenzaak. Statistisch waren er heel weinig vrouwen aanwezig, dan wel meer in de rol als zangeres. Die idee is nog steeds niet verdwenen, het is zelfs vaak eerder uitgegroeid tot een onbeweeglijk gegeven in 4
perceptie. Ondertussen zijn er internationaal meer vrouwen aan het werk in de muzieksector en worden de oude rolpatronen en onze perceptie meer in vraag gesteld. Het grote deel van onze muzieksector wil die vraag niet horen en lijkt seksisme liever te ontkennen (zie de laatste rel die er ontstond rond Charlotte De Witte). België hinkt internationaal achterop in de verhouding tussen vrouwelijke en mannelijke artiesten op festivals. Om nog niets gezegd te hebben over hoe vrouwelijke artiesten aanwezig zijn in de jaarlijkse lijstjes van de muzieksector (MIA's): zelden worden ze vermeld als componist. De Sabam Awards van vorig jaar liegen er ook niet om: binnen muziek was er maar 1 vrouw op 15 te vinden over categorieën die gaan van pop, elektronische muziek tot hedendaags klassiek. Er zijn daarentegen (niet-Belgische) media en festivals die wel in het bewustzijn stappen en voor respect werken, naar een evenwicht streven in aandacht tussen vrouwelijke en mannelijke artiesten. Muziekbladen als The Wire (UK) en Electronic Beats (DE) bewijzen dat gelijkwaardigheid kan. CTM Festival in Berlijn wil bijvoorbeeld ook meer genderbewustzijn in hun programmatie. Vrouwelijke artiesten hebben dringend een gelijkwaardige benadering nodig, als ze hetzelfde doen als hun mannelijke collega's. Daar moeten media (radio, televisie en geschreven pers), programmatie in festivals, (muziek)scholen, mannen en vrouwen toe bijdragen. http://www.huffingtonpost.com/2015/01/22/bjork-sexism-in-music-industry-pitchforkinterview_n_6523700.htmlhttp://www.newyorker.com/magazine/2015/09/28/pop-formisfitshttps://femalepressure.wordpress.com/facts-survey2015/ http://focus.knack.be/entertainment/muziek/opvallend-weinig-vrouwen-op-de-belgischefestivalpodia/article-normal-539195.htmlhttp://www.sabam.be/nl/sabam/sabam-awards-andnominees-are
5
Caroline Gennez: Mevrouw Somers In één van mijn politieke levens was ik eerste schepen van de stad Mechelen. Ik was bevoegd voor onderwijs, kinderopvang en jeugd. Logisch, zeiden vele collega’s, ‘zachte’ - lees ‘typisch vrouwelijke’ - bevoegdheden. Wanneer ook mijn andere bevoegdheden, economie en energie, ter sprake kwamen, vond men dat al veel minder evident. Men vroeg zich wel eens af hoe ik al die bevoegdheden ‘gemanaged’ kreeg. Een collega, een man, wiens portefeuille nog beter gevuld was, erkende nooit die vraag te krijgen. Voor werkende vrouwen, ook buiten de politiek, ongetwijfeld herkenbaar. Soms is het een beetje triest, maar bij momenten wordt het ronduit hilarisch. Een Mechelse anekdote. Onze stad is de zetel van het Aartsbisdom, de kardinaal is zowat mijn buurman. Zijn tuin geeft uit op mijn straat. De gewaardeerde traditie wil dat het hoofd van de Belgische kerk jaarlijks alle ‘gestelde lichamen’ – van gerecht, over onderwijsverstrekkers tot de politieke overheden - uitnodigt voor een officiële nieuwjaarsreceptie op het Aartsbisschoppelijk Paleis. De kardinaal geeft een toespraak, de andere ‘overheid’ antwoordt. Bij het eerste jaar van de legislatuur was de burgemeester uitzonderlijk verontschuldigd voor de receptie met de ‘gestelde lichamen’. De eerste schepen, ondergetekende, zou dus namens het schepencollege de repliek geven op de toespraak van de kardinaal. De plichtplegingen verliepen vlekkeloos, waarna de woordvoerder van de kardinaal ‘mevrouw Somers’ dankte voor de constructieve woorden over de toekomst van onze stad. Een lapsus? Een woordvoerder kan uiteindelijk niet alle politici kennen. Maar bij de officiële begroeting feliciteerde men mij voor het vlotte spreken ‘in naam van mijn man’. Ik probeerde duidelijk te maken dat Bart Somers en ik enkel politiek getrouwd waren en dat ik sprak in naam van al mijn collega’s in het schepencollege en zelfs in naam van alle Mechelaars. Uitgebreide verontschuldigingen volgden. Ik kon er alleen maar mee lachen. Gelukkig doe ik dat graag.
Foto: Jan Locus 6
Saartje Vandendriessche: We should all be feminists Het feminisme zou verplichte leerstof moeten zijn in het middelbaar, voor zowel meisjes als jongens. In Zweden ontvingen onlangs alle zestienjarigen het boek We should all be feminists van de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie cadeau en dat is een goede zaak. Ikzelf heb het vak theories of feminism gevolgd tijdens mijn Erasmustijd in Leads en mijn ogen gingen open. De reden dat feminisme zo weinig geliefd is, ondanks haar vele verwezenlijkingen waaronder het stemrecht voor vrouwen, is onwetendheid. Vele vrouwen en mannen zijn zich niet bewust, of toch te weinig, van het grote verschil in kansen dat vrouwen en mannen krijgen. Door die onwetendheid kan het feminisme ook gemakkelijk worden geridiculiseerd. Als ik bvb de loonkloof tussen mannen en vrouwen aanklaag, dan krijg ik vaak te horen: ‘Seg, lees eens een ander boekske dan de Flair.’ 4 jaar geleden heb ik het toneelstuk Wolfsvrouwen gemaakt. Hoe meer research ik deed voor dat project, hoe meer de ongelijkheid me ging opvallen, en nochtans was ik er al gevoelig aan. Bvb: hoe vaak mannelijke collega’s vrouwelijke collega’s negeren. Een ander voorbeeld: mannen op een podium die vuilgebekt zijn en hun ding doen, krijgen daarvoor applaus. Een franke, vuilgebekte vrouw moet eraan. Zeker op sociale media. Mannen moeten intelligent zijn en iets te zeggen hebben, vrouwen moeten nog te vaak vriendelijk en mooi zijn, hoewel ik daarin, gelukkig, verbetering zie. En toch denk ik ook vaak dat vrouwen het zichzelf en andere vrouwen moeilijk maken. Mannen steunen elkaar veel gemakkelijker dan vrouwen elkaar steunen. Tegenover het Old Boys Network zou er een hechte Sisterhood moeten komen, een soort van niet-uitgesproken maar duidelijke afspraak onder vrouwen om elkaar vooruit te helpen.
7
Journaliste Cathérine Ongenae: Een ranking voor miskramen Als de kippen waren ze erbij, mijn werkgevers, om me van zodra ik zwanger was te reduceren tot mijn voortplantingsorganen. Al had ik er al een loopbaan van 15 jaar op zitten. Al had ik al die tijd niet alleen overdag gewerkt, maar ook 's nachts en tijdens weekends, zonder betaalde overuren of geregelde recupdagen. Als valse zelfstandige heb je daar geen recht op. Het telt ook niet voor de berekening van je ontslagpremie, zou ik later leren. Al was ik zelfs tijdens mijn zwangerschapsverlof bereikbaar voor input en advies aan de persoon die me bij mijn terugkeer uiteindelijk een hak zou zetten en me uit het team zou weren. Ik was alweer drie maanden aan de slag, en probeerde een manier te vinden om om te gaan met alle omstandigheden die tijdens mijn zwangerschapsverlof veranderd waren. Mijn leidinggevende functie was opgezegd. Na meer dan zeven jaar coördineren en creatieve ideeën uitzetten, werd ik zonder overleg verplicht om de ideeën van iemand anders uit te voeren. Ik had geen verweer: ik was een prille moeder, ik wilde mijn job niet kwijt. Maar gelukkig was ik er niet mee, met die wending van mijn ooit zo boeiende loopbaan. Negen maanden na de geboorte van mijn dochter bleek ik opnieuw zwanger. De eerste controle toonde evenwel dat het hartje van het vruchtje niet klopte. Een tweede controle een paar dagen later bevestigde dat. Ik had wat men noemt een uitgesteld miskraam. Mijn lichaam stootte het niet meteen af. Mijn arts vond het niet nodig om een curettage te doen, hij raadde me aan te wachten tot het op natuurlijke wijze kwam. Ik bracht mijn werkgever op de hoogte, vroeg om discretie en ik wachtte. Drie weken lang. Tot het voorbij was. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht te gaan werken, hoe zou ik mijn werk kunnen doen als er elk moment... Wat er uiteindelijk kwam had ik niet eens durven bedenken. Het waren de pijnlijkste dagen uit mijn leven. Toen ik uiteindelijk weer op mijn werk verscheen, de tranen amper droog, nam de hoofdredacteur me apart. Wat is zo'n verlies van een kindje van 10 weken als je weet dat er vrouwen zijn die miskramen hebben op vijf, zes maanden, zei hij. Dàt was pas erg. Ik knikte flink. Pijn hebben was niet toegelaten. Kwetsbaar zijn verboden. Veel later hoorde ik dat een van de chefs het voor al mijn collega’s had verkondigd: dat andere vrouwen maar een week thuisbleven na een miskraam. Waarom moest dat bij mij zo lang duren? Als laatste gerankt worden in de wedstrijd voor vrouwen met een miskraam: #tisnietoké
8
Foto: Carmen De Vos
Professor: Eva Brems Subtiele signalen Ik ben hoogleraar aan de rechtsfaculteit van de Universiteit Gent. De academische wereld is een sector met een hardnekkig glazen plafond. We zitten nog altijd aan minder dan 25 % vrouwelijke professoren. In onze faculteit was er lange tijd geen enkele vrouwelijke hoogleraar. Toch hadden professoren pas individueel stemrecht vanaf de rang van hoogleraar. De andere professoren (docenten en hoofddocenten) mochten wel enkele vertegenwoordigers afvaardigen. Deze regel zorgde er in de praktijk dus voor dat vrouwelijke professoren geen stemrecht hadden. Maar niemand vond dat een probleem, want 'de faculteit had al ooit een vrouwelijke decaan gehad, dus er kon onmogelijk worden gesteld dat vrouwen er minder kansen zouden krijgen'. De vrouw in kwestie was ondertussen al lang met pensioen, maar blijkbaar had zij het blazoen van de faculteit tot in de eeuwigheid gezuiverd. Toen ik zwanger was, kon ik wel bevallingsverlof nemen, maar er was geen mogelijkheid voorzien om me te vervangen voor de colleges. Dit was nog voor de invoering van het semestersysteem. Ik moest toen 'gewoon' dubbel zoveel lesgeven in het tweede semester. Echt seksisme heb ik aan de universiteit niet meegemaakt, maar er zijn natuurlijk wel subtiele signalen die aangeven dat je een soort indringer bent. Zoals de 'dasspeldmicrofoons', of de adressenbestanden van sommige organisaties die op hun adres-etiketten autonomatisch 'dhr. prof.' afdrukken. Maar nog meer stoor ik me aan de subtiele signalen dat je als vrouw met een carrière wel een slechte moeder zal zijn. Zoals de terugkerende vraag van collega's als ze horen dat je naar een 9
buitenlands congres vertrekt 'en wie zorgt er dan voor je kinderen' (terwijl ze weten dat ik getrouwd ben met de vader van mijn kinderen). Of de juf van de lagere school die bij een probleempje met het kind meteen automatisch de link legt naar 'je was in die periode weinig thuis, geloof ik?'. Je kan niet de beste moeder én de beste professional zijn. Ik heb geleerd om mijn ambitie (want die heb ik) te verschuiven naar het optimale evenwicht tussen de twee. Alle ballen in de lucht houden zonder ongevallen, dat is de uitdaging. Door toedoen van de Vlaamse overheid zijn aan de UGent genderquota ingevoerd voor commissies en adviesraden. Maar niet voor de aanwerving. Dat betekent een extra grote vergaderlast voor de minderheid aan vrouwelijke professoren. Er was heel veel verzet tegen de quota, maar ze hebben een groot effect gehad. Gender is nu een mainstream onderwerp geworden dat vaak als een ernstige bezorgdheid op tafel ligt. De samenstelling van verschillende organen is veranderd om de quota te kunnen halen (bv. de faculteitsraad is niet meer enkel voor hoogleraren), wat niet alleen vrouwen maar ook veel mannen ten goede komt. En de cultuur waarin hetzelfde kleine (mannelijke) groepje alles besliste, is doorbroken, ten voordele van vrouwen, en ook van de mannen die niet tot die kleine inner circle behoorden.
Dorian Van der Brempt, voormalig directeur deBuren CE QUE FEMME VEUT DIEU LE VEUT Feminist, dat probeer ik al heel mijn leven te zijn. Misschien heb ik geluk gehad maar sinds ik bewust rondkijk en luister heb ik in zeer verschillende omstandigheden bijzonder sterke en wijze vrouwen leren kennen. Mijn moeder werd 99 en het was een privilegie dat ik bij haar mocht zijn toen ze stierf. Zij was geen feminist - au contraire - zij is tot haar laatste snik pratikerend franskiljon en masculinist (neologisme voor de gelegenheid) gebleven. Toen ik acht jaar geleden vijf overbruggingen kreeg was het niet de open hart operatie die haar zorgen baarde maar wel het feit dat ik Inez Rodrigus als neurochirurg had gekozen. Ik heb niet verteld dat ook de anesthesist een vrouw was maar dat was niet mijn keuze, maar de keuze van de hartchirurg. Nicole Van Goethem is de merkwaardigste vrouw die ik heb ontmoet. Nadat ze voor haar animatiefilm 'Een Griekse Tragedie' een Oscar kreeg voor Short Animation heb ik met haar een tentoonstelling gemaakt, 'Drawing the Film'. Samen met Ben Vauthier werd dit de openingstentoonstelling van het MUHKA bijna dertig jaar geleden. Nicole had een fantastische zin voor humor die ze ons nalaat in een twintigtal minuten animatiefilm. Zowel de kariathiden als de nonnen uit 'Vol van gratie' zijn heerlijke portretten van sterke, grappige en zeer vindingrijke vrouwen. Nicole heeft zich altijd ingezet voor de vrouwenzaak, maar ze heeft dit vooral met humor en vastberadenheid gedaan. Sinds Nicole er niet meer is voel ik op elke Vrouwendag een gemis. 10
In 1969 deed ik in A'dam een vakantiejob in het (toen nog) Belgisch Verkeersbureau op het Leidse Plein en in de VVV Amstelveen. Daar was mijn directrice Viviane Klein, een Nederlandse dame van 23 met Indische roots die heel streng was en zeer gefocust op alle details van de job. Ik leerde een uitstekende manager kennen en sinds Amsterdam heb ik altijd graag met vrouwen gewerkt. Mijn vrouw, drie dochters en drie kleindochters maken dat vrouwen in de familie steeds numeriek in de meerderheid zijn. Met Oscar, mijn enige kleinzoon, hebben wij soms mannenbedenkingen maar ook in hem zie ik een grote feministische potentie. Zo gaf hij mij onlangs ruiterlijk toe dat Jana wel degelijk de slimste van zijn klas is. Onlangs heb ik voorgesteld om van Oostende een feministische stad te maken. De eerste in dit land maar daarom niet de laatste. Met feministische stad bedoel ik een stad waar zoveel mogelijk vrouwelijke accenten worden gelegd, een stad waar bij elke beleidsbeslissing wordt nagedacht over effecten die specifiek door vrouwen zullen gevoeld of ervaren worden. Ik wil vrouwen ook een grotere stem geven in de organisatie en het ontwerpen van de publieke ruimte, veel te lang een exclusieve mannenzaak. Tot slot wil ik een pleidooi houden voor meer feministische mannen. Justin Trudeau, die Canadese premier, kreeg onlangs van zijn vrouw de raad om hun zonen ook goed te leren omgaan met meisjes. Vaders hebben ook de taak om hun zonen te initiëren in het mooiste verschil van de schepping. Het leven zou toch een stuk saaier zijn moesten wij allemaal hermafrodiet zijn.
Schrijfster en professor Kristien Hemmerechts Onderhuids Vaak gaat het om onderhuidse dingen, dingen die niet zo gemakkelijk aan te kaarten of aan te klagen zijn. Er bestaat binnen de academische wereld wel degelijk een glazen plafond, maar dat is niet tastbaar of zichtbaar. Je voelt het maar als je je hoofd er tegen stoot, of als je je ervoor moet bukken. Daar krijg je rugpijn van, van dat bukken. Ik heb altijd het gevoel gehad dat de macht bewaakt wordt in een mannelijk bastion; daar krijg je geen toegang toe. En uiteraard wordt dat loeihard ontkend. Toen ik jong was, werd ik op de werkvloer als vrouw ook gezien als een seksueel wezen, een wezen tegen wie je dubbelzinnige grapjes maakte, een ha ha ha, wat is het leuk dat hier zo’n jong en sexy ding rondloopt. Verbijsterend en vervelend, maar ook moeilijk bewijsbaar en aantoonbaar. On the whole vind ik dat mannelijke docenten en proffen meer prestige genieten en ook meer prestige opeisen. De studenten noemen mij zelden of nooit professor, maar altijd mevrouw. Ik vind dat prima, en vraag hun ook nooit of te jamais om mij professor te noemen, maar het valt 11
wel op. Ik heb me ook nooit met het academische circus geïdentificeerd (de toga’s en zo), dus het ligt voor een stuk aan mij. Ik had kunnen proberen het op te eisen. Maar je ziet wel dat mannen vanzelfsprekender die rol en identiteit aantrekken, als een goed zittende jas.
Fotograaf: Keke Keukelaar Auteur Saskia De Coster Je bent vrouw en schrijver, hoe gek? “Je bent een vrouw en toch schrijver, hoe gek?”, krijg ik soms te horen. Voor sommige mensen is dat blijkbaar nog steeds een curiosum. Mannelijke auteurs worden vaker au sérieux genomen en dat wordt weerspiegeld in de oververtegenwoordiging van mannen op de shortlists van literatuurprijzen. Kijk bijvoorbeeld naar de Gouden Boekenuil. Alle winnaars totnogtoe waren mannen. Eén keertje slechts won een vrouw de Librisprijs. Zelf ben ik er nogal sterk van overtuigd dat bij het ontstaan van de mens het literair talent eerlijk verdeeld werd tussen mannen en vrouwen. Er zijn andere mechanismen aan het werk die het gebrek aan literaire erkenning voor vrouwen mee in de hand hebben gewerkt. Schrijven vraagt zelfvertrouwen, en tijd en ruimte. Voor een getalenteerde maar onzekere huisvrouw met een vaste stek achter het fornuis was schrijven eeuwenlang iets stiekems of een verre droom. Zelf lees ik zowat alle boeken die in Vlaanderen en Nederland verschijnen en vraag me af waarom pakweg Connie Palmen of Annelies Verbeke nog geen grote literatuurprijs hebben gewonnen. Die vrouwen kan je gemakkelijk naast een Stefan Hertmans of Tommy Wieringa plaatsen. Gelukkig groeit steeds meer het bewustzijn dat er iets niet klopt. Bij de samenstelling van de jury’s wordt er nu op gelet dat de helft van de juryleden vrouwen zijn. Dat betekent niet dat alle ongelijkheid plots van de baan is. Werk van een vrouwelijke auteur wordt soms opvallend kritischer bekeken of nog altijd sneller als emotalk voor een schare 12
vrouwelijke lezers weggezet. Een kleine, harde kern van oudere recensenten meent bovendien dat Ernstige Literatuur toch best een mannenzaak blijft, die ene vrouwelijke uitzondering daargelaten. Er moet nog heel wat veranderen, maar omdat het bewustzijn groeit, zal het alsmaar gênanter worden voor jury’s om haast uitsluitend mannelijke auteurs te lauweren.
13