Kring Nieuws uitgave van kring
vrienden van ’s‑Hertogenbosch
Jaargang 35 nummer 1 januari 2009
Vooraf
2
Kring schenkt carnavalsmaskers
3
De historische binnenstad
4
Jo van Liempt
5
Bomen
6
In de lente naar Gent
7
Concours Dichten aan de Binnendieze
8
Bouwstijlen: Heroriëntatie
9
Het Zuidwalkwartier
10
Themawandelingen
11
Schilderstraat verfraaid
12
Doe-boek voor Bossche basisscholen
13
Kerkje Bokhoven
14
Binnendiezekoor in Trier
15
Gerardus Mercator, scholier in ’s-Hertogenbosch 16 Korte berichten
17
Werkgroep Kerken en Kloosters
18
Zuid-Willemsvaart
20
Fietstochten
21
Onderhoud aan Binnendieze 22 Bosch boek bekroond
24
restauratie
Schilderstraat
V Vooraf
Mag ik u op de eerste plaats een voortreffelijk 2009 wensen? Hopelijk wordt het opnieuw een spannend jaar, voor u, voor de stad en voor onze Kring. De redactie van het KringNieuws gaat er weer alles aan doen om u zes nummers te boeien. 2008 was een bewogen jaar. Er was veel tumult rond en in de Kring. Wij als redactie hebben besloten daar zelf geen steentje aan bij te dragen. We vinden dat het rumoer het bestuur aangaat en dat het aan het bestuur is daarop te reageren.
cadeautje voor Rob van de Laar
De Kring was ook en vooral positief in het nieuws. In dit nummer voegen we enkele lichtpuntjes toe: een nieuwe rondleiding, te verzorgen door gidsen van de Kring; een mooi cadeautje bij het afscheid van Rob van de Laar als voorzitter van de Oeteldonksche Club; een nieuwe wandeling langs Klein Rome; het Diezekoor in Trier.
Nik de Vries Daarnaast blijven er maar boeken verschijnen over onze mooie stad. Zo bracht onze zustervereniging De Boschboom bij gelegenheid van haar 40-jarig jubileum een fraai boek uit over ’t Zand, de eerste wijk buiten de vesting, en verscheen tevens een boek over de Schilderstraat bij gelegenheid van de voltooiing van vijf pandjes in die straat. Ook de gemeente presenteerde in december opnieuw een groot en groots plan. Het Zuidwalkwartier moet een nieuwe invulling krijgen. Liefst 10 ha worden nieuw ontwikkeld. Vergelijk dit met de 5,5 ha van het Groot Ziekengasthuisplan en u weet dat het geen kleinigheid is waarover we praten. De Kring is er ook goed mee, want er komt een informatiecentrum op de Groote Hekel. Hier kunnen de schippers dan terecht en het opstappunt aldaar krijgt meer allure. Was 2008 het jaar van het religieus erfgoed, 2009 wordt het jaar van het water. Daarom gaan we in elk nummer van het KringNieuws iets doen met dit thema. We proberen daarbij ook af te wijken van de geijkte paden. ’s-Hertogenbosch heeft zo veel water, zo veel te danken aan dat water, dat we er niet omheen kunnen. 2009 bestaat het bisdom ’s-Hertogenbosch 450 jaar. Het zal duidelijk zijn, dat we dat als redactie van het KringNieuws niet onopgemerkt voorbij laten gaan. En natuurlijk wordt 2009 ook het jaar dat we een nieuwe voorzitter krijgen. Uiteraard besteden we daaraan te gelegener tijd de nodige aandacht. In het vorige nummer hebt u de advertentie gelezen. Misschien hebt u inmiddels al gesolliciteerd. Tot slot: KringNieuws is er voor en door de leden van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Als u het leuk vindt een bijdrage te leveren, stuur deze dan naar het mailadres van de redactie. En mocht u zelf denken dat u niet kunt schrijven en toch iets aardigs weten te melden, laat dat dan ook weten: samen kunnen we er misschien een leuk stukje van maken. Illustratiemateriaal graag aanleveren via het Kringhuis in het Lombardje. Uiterste inzenddatum is 27 februari 2009.
foto omslag Ellie de Vries Vijf pandjes in de Schilderstraat zijn gerestaureerd. Hier ziet u een ervan tijdens de restauratie. Elders in dit nummer treft u een bespreking van het boek over de Schilderstraat.
2
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
K
Kring schenkt carnavalsmaskers
Het zal je maar overkomen als je Jan van Laarhoven bent. Op een dag ontdek je in een antiekzaak twaalf antieke carnavalsmaskers. Navraag leert dat ze ook nog eens uit Oeteldonk komen. Je wordt hebberig, niet voor jezelf, maar voor het Oeteldonks Gemintemuzejum in de Zusters van Orthenpoort. Waar haal je het geld vandaan om deze maskers terug te brengen naar de stad waar ze vandaan komen?
Er wordt contact opgenomen met Rob van de Laar. Hij is immers voorzitter van de Oeteldonksche Club en weet als geen ander alles van carnaval, maar kent misschien ook wegen voor financiering. Rob klopt onder andere aan bij de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch. Kan de Kring misschien een bijdrage leveren voor de aankoop van de antieke Oeteldonkse maskers? Spelletje En dan kan het spel beginnen. Rob wordt aan het lijntje gehouden, terwijl intussen de Kring de maskers aankoopt. De Kring draagt Rob namelijk een warm hart toe. Bovendien vindt ze – vanuit een van haar doelstellingen – het belangrijk een nieuwe culturele bijdrage te kunnen leveren aan de stad. Rob wordt verteld dat het vinden van de nodige sponsors niet van een leien dakje verloopt. Dat heeft hij zelf intussen ook al ondervonden. Zelfs Jan van Laarhoven met zijn uitgebreide netwerk heeft moeite met het vinden van de juiste personen, zegt hij. Intussen heeft de Kring de maskers gekocht. De antiekhandelaar wordt in het geheimhoudingscomplot betrokken. Als Rob van de Laar belt, weet hij dat de maskers verkocht zijn, maar niet aan wie. Als de maskers zijn aangekocht, krijgt Rob een telefoontje. De maskers zijn verkocht, maar de antiekhandelaar vertelt zijn verhaal: hij weet niet aan wie precies. Misschien is het een carnavalsclub uit
Nik de Vries Udenhout. Rob belt stad en land af, maar vindt de maskers niet terug. Hij baalt als het bekende stekkertje. Wat een mooie kans hebben we laten lopen. Afscheid Dan wordt het 14 november. Rob van de Laar neemt afscheid als voorzitter van de Oeteldonksche Club. Dat gebeurt in een vol en gezellig Theater aan de Parade te ’s-Hertogenbosch. Iedereen die carnaval en Rob van de Laar een warm hart toedraagt is aanwezig. Veel optredens, veel muziek, toespraken, carnaval op zijn best. Ook de Kring is er vertegenwoordigd. Voorzitter Jo Timmermans vertelt het verhaal van de maskers en onthult dat de Kring deze heeft aangekocht. Hoe echter deze maskers waardig te presenteren? Aanvankelijk dacht Jo aan een bende van tien, maar deze had geen tijd. Daarna werd Ton Rombouts gebeld, maar deze kun je eigenlijk alleen maar na twaalf uur bellen. Daarom vindt nu een quiz met Rob plaats met een heel andere club. Elf mooie dames en Jan van Laarhoven zullen de maskers showen tijdens een wervelend optreden van Salsa Volcanica, een Bossche dansgroep onder leiding van Sandra Maugeri. Om de beurt komen de danseressen op. Daartussenin danst ook Jan van Laarhoven zijn partijtje. Allen hebben een masker op. Als het Rob van de Laar lukt de echte Jan aan te wijzen, zijn de maskers voor hem. Althans via hem kunnen ze dan naar het Gemintemuzejum. Rob speelt het spel mee en wijst feilloos de enige man in het gezelschap aan. Daarmee zijn de maskers definitief terug in Oeteldonk. Opnieuw is een stukje Bosch cultuurgoed gered. In zijn dankwoord zegt Rob van de Laar dat hij hartstikke blij is met de maskers en dat deze een waardige plaats in het Oeteldonks Gemintemuzejum zullen krijgen. Daar zijn ze voor iedere belangstellende te bewonderen.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
3
D
De historische binnenstad De bouw van de vijf stadspoorten ± 1200
tekst D. Hoogma, foto’s Nik de Vries, illustratie Studio Van Elten
Het huidige hoogste punt in de binnenstad, op ± 8.00 m +NAP, ligt ongeveer ter plaatse van de aansluiting van de Scheidingstraat op de Hoogesteenweg/ Pensmarkt. Bij de stichting van de stad omstreeks 1185 lag hier eveneens het hoogste punt, maar lag het maaiveld aanmerkelijk lager dan het huidige straatniveau. Uit grondonderzoekingen kan worden geconcludeerd dat in die tijd het maaiveld, ter plaatse van dat hoogste punt, vermoedelijk lag op ± 6.20 m +NAP, dus ongeveer 1.80 m beneden het huidige straatniveau. De aanwezige landwegen van en naar alle belangrijke richtingen kwamen hier bijeen. Door de eeuwen heen is dit altijd het hoogste punt gebleven, ook als gevolg van periodieke ophogingen tijdens de Middeleeuwen.
Hoge waterstanden Uit oude kloosterkronieken is bekend dat tijdens de Volle Middeleeuwen (1000 – 1250) maar ook vooral daarna periodiek hoge tot zeer hoge waterstanden in het rivierengebied voorkwamen. In die tijd waren peilschalen en het bijhouden van jaarlijkse peilhoogten nog onbekend. De bewoners van het deltagebied van de Dommel en de Aa wisten echter vermoedelijk wel tot hoever een extreem hoge waterstand in hun woongebied kon reiken en in welk jaar die heeft plaats gehad. In elk geval was het gebied rondom genoemd hoogste punt een veilig toevluchtsoord bij extreem hoge waterstanden. Nederzetting Voor kooplieden en vissers was dit gebied, met de Dommel en de Aa op geringe afstand, dan ook een zeer geschikte vestigingsplaats. Houten bouwwerken voor bewoning en opslag van goederen werden met name in de tweede helft van de 12de eeuw aangelegd met een vloerhoogte ruimschoots boven de hoogst bekende waterstand. Geleidelijk groeide ook het strategisch belang van deze nederzetting. Dit belang kwam tot uitdrukking door bouwplannen voor een ommuring met vijf stadspoorten die onder leiding van de hertog van Brabant tegen het eind van de 12de eeuw werden gemaakt.
4
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
Goed kijkende naar het he ziet u he Middeleeuwse symboliek in bouwplan Zoals bij veel belangrijke besluiten in de Middeleeuwen werden deze bouwplannen onderbouwd met symbolen of herkenningstekens met betrekking tot de achtergronden van de besluitvormingen. Deze achtergronden werden bijvoorbeeld met name ingegeven om uitdrukking te geven aan de eenheid en saamhorigheid binnen de belangrijkste steden in het hertogdom Brabant. Als eerste symbool kwam hiervoor de cirkel in aanmerking. Als middelpunt werd het ter plaatse veiligste hoogste punt tegen waterstanden gekozen. De cirkel was in de Middeleeuwen naast de
heden et verleden
J
Jo van Liempt
bovennatuurlijke oneindigheid tevens het symbool voor eenheid, broederschap en verbondenheid tussen mensen die hetzelfde doel nastreven. Bewijsvoering meetkundig bouwplan De vraag rijst: zou het toeval kunnen zijn dat de drie land-stadspoorten A, B en C op één cirkel liggen met het hoogste punt als middelpunt? Voor de bewijsvoering van een meetkundig plan bij de bouw van de stadspoorten dienen meer overeenkomsten aanwezig te zijn. Aan deze voorwaarde wordt voldaan. De drie geplande belangrijkste land-stadspoorten liggen niet alleen op een cirkel, maar vormen tevens de hoekpunten van een ingeschreven gelijkbenige driehoek bestaande uit twee gelijkvormige loodrechte driehoeken (BEA en BEC). De Griekse filosoof en wiskundige Pythagoras schreef hierover: “Ge moet een rechte hoek maken en daardoor in een juiste relatie met anderen leven en in juiste relatie met de tijd.” Opvallend is voorts dat de stadsmuur tussen de twee waterpoorten F en G evenwijdig loopt aan de verbindingslijn BC tussen twee stadspoorten. Ook bij de waterpoorten is sprake van een gelijkbenige driehoek HFG bestaande uit twee loodrechte gelijkvormige driehoeken (HFI en HIG). De twee loodlijnen BE en HI gaan beide door het middelpunt van de cirkel, zijnde het hoogste punt. Dit veilige hoogste punt is de basis van het meetkundig bouwplan en de daarmee samenhangende symboliek. Gezien bovenstaande gegevens is het voorts opmerkelijk dat omstreeks 1200 met zeer beperkte handmatige meetkundige middelen de juiste symbolische plaats van de vijf stadspoorten kon worden vastgesteld. De grote verbondenheid tussen de drie Brabantse steden Brussel, Antwerpen en Leuven komt bij de bouw van de vijf stadspoorten van ’s-Hertogenbosch, op basis van dit meetkundig bouwplan, op een niet mis te verstane symbolische wijze tot uitdrukking. Literatuur: Drunen, A. van, ’s-Hertogenbosch van Straat tot Stroom. 2006. Eerden, J. van der, Het geheim van de oude stad. 1985.
1926 – 2008 Tekst en foto collega’s Binnendieze Als eerbetoon aan de plotseling overleden schipper van de Binnendieze zong het Binnendiezekoor tijdens de afscheidsdienst Als Brabander ben ik geboren. Daaraan voorafgaand hadden zijn collega’s – Cees Mosch en Leo Hendriks – hem nog eenmaal over de Binnendieze geboomd.
Jo van Liempt was een markante, soms eigenzinnige man, maar wel één met een groot hart voor zijn familie, voor de sport en voor de Binnendieze. De uit Boxtel afkomstige Jo heeft jarenlang samen met zijn vrouw Corrie in ’s-Hertogenbosch een eigen brood- en banketzaak gerund. Naast het bakken van brood bleef hij voortdurend actief op het sportieve vlak. Voetbal en (tafel)tennis waren zijn grote passies. In de jaren tachtig kwam hij toevallig in aanraking met de vaartochten op de Binnendieze. Vaartochten nog in de kinderschoenen, met boten die werden voortbewogen met een vaarboom. Na de eerste kennismaking besloot Jo om daar schipper te gaan worden. Meer dan twintig jaar heeft hij de gasten over de historische waterlopen door de stad gevaren. Daarnaast was de organisatie een kolfje naar zijn hand. Een aantal jaren is hij zelfs coördinator geweest. De laatste jaren was hij in het bijzonder belast met de planning van de avondboten. Jo was een Binnendiezeschipper in hart en nieren. Doorgaans ontging hem zeer weinig en meestal was hij goed op de hoogte van de gang van zaken op het water. De geleidelijk modernisering van het vaarbedrijf kon niet altijd op zijn instemming rekenen. Wel bleef hij loyaal in de omgang, al viel er bij tijd en wijle niet met hem te schipperen. Onlangs bij de afsluiting van het vaarseizoen heeft de Kring hem onderscheiden met de eretitel Lid van Verdienste. Een titel die hem met gepaste trots heeft vervuld. Brood en water hebben zijn leven mede getekend. Tot op het eind wist hij zijn collega’s regelmatig te verrassen met de eigen gebakken en ‘beste’ worstenbroodjes van de stad. Toen hij voor de laatste keer de Binnendieze verliet, vormden zijn collega’s een indrukwekkende blauwe erehaag. Het applaus dat daarbij opklonk was een blijk van waardering en respect voor de mens en de schipper Jo, die ook wij zeker zullen gaan missen.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
5
B I Bomen
In de lente naar Ge
Tekst redactie, foto Hans van de Heuvel
In ’s-Hertogenbosch zeggen ze ‘bomen’, in Giethoorn ‘punteren’ en in WestFriesland ‘kloeten’. Verschillende benamingen voor het varen met een vaarboom in ondiep water. Bij de start van de vaartochten over de Binnendieze werden de boten voortbewogen met behulp van een vaarboom. Tegenwoordig hebben de bootjes elektromotoren maar dat neemt niet weg dat iedere boot nog steeds met een vaarboom is uitgerust. Cees Mosch heeft zijn hele leven al geboomd en is de meest ervaren bomer op de Binnendieze. “Een vaarboom is een lange ronde houten stok waarmee de boot wordt voortgeduwd,” begint Cees zijn verhaal. “Aangezien ik geboren ben in het Land der 1000 eilanden, ook bekend als de polders van de Langedijk, is het varen met de kloet mij als het ware met de paplepel ingegoten. Wij hadden thuis een tuindersbedrijf dat 5 bunder groot was, maar dan wel verdeeld over 16 percelen, allemaal stuk voor stuk omgeven en doorkruist met sloten en vaarten. Wij waren dus helemaal aangewezen op schuiten om naar het land of naar de veiling te gaan. Aangezien er geen motoren waren moesten wij altijd bomen of kloeten zoals ze bij ons zeggen. De kloet of vaarboom is een lange ronde stok met onderaan een ‘held’ ook wel ‘hak’ genoemd.
De Werkgroep LEF heeft dit jaar de stad Gent gekozen als reisdoel van de jaarlijkse steden-excursies. De trips worden georganiseerd op 16 en 17 mei, 30 en 31 mei en 20 en 21 juni 2009.
De start is telkens op zaterdag om 8.00 uur en we zijn terug op zondag rond 21.00 uur. Zoals u van ons gewend bent, hebben wij een afwisselend en aantrekkelijk programma opgezet, ditmaal in nauwe samenwerking met “Gent Watertoerist”. Dat programma ziet er als volgt uit: Zaterdag 08.00 uur 10.30 uur
Deze zorgt ervoor dat de vaarboom niet wegzakt in de modderige bodem. Aan de bovenkant zit een brede handgreep, de flint, waarmee je zelfs stuurbewegingen kunt maken zolang de vaarboom in de grond staat. Zit aan de bovenkant een knop dan is het een oploopboom waarmee de schuit meelopend wordt voortgeduwd.” Het bomen zit Cees in het bloed en hij is nog steeds dé boominstructeur bij de Binnendieze. Op de laatste vaardag van het seizoen boomt hij altijd de boot naar de steiger. Alleen samen bomend ‘bomen’ met zijn boommaatje Jo, dat kan helaas niet meer.
11.45 uur
13.30 uur
15.00 uur
6
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
Vertrek per luxe BBA touringcar vanaf station Oost. Aankomst bij hotel Novotel Centrum, gelegen in de historische stadskern van Gent, temidden van de toeristische bezienswaardigheden en de gezellige winkelstraten. We worden in de bar van het hotel verwelkomd met koffie en door een gastheer/gastvrouw van de Gentse VVV. U kunt daarna inchecken en even naar uw kamer gaan. Vertrek voor een korte wandeling naar de Salons Carlos Quinto voor een lekkere lunch. De gidsen komen u ophalen voor een wandeling naar de beroemde SintBaafskathedraal met een bezoek aan het Lam Gods. Bij goed weer voert de gids u langs de belangrijkste monumenten van de stad. Mocht het regenen, dan is een bezoek aan het Huis van Alijn (Museum van Folklore) of aan het Design museum een goed alternatief. Einde wandeling – vrije tijd voor shoppen of een terrasje.
ent Paul Nuijten 19.00 uur
21.30 uur
Wandeling vanaf het Novotel naar het gezellige rustieke restaurant De 8 Zaligheden, waar we gaan genieten van een zalig diner. Einde dagprogramma
14.45 uur
17. 00 uur
19.30 uur
Zondag 08.00 uur 10.30 uur
12.00 uur
14.00 uur
Einde rondvaart. Onze bus brengt u naar het Citadelpark voor een bezoek aan het SMAK (Stedelijk Museum voor Actuele Kunst), het Museum voor Schone Kunsten of om een wandeling te maken door het park. Vertrek naar Antwerpen voor een eenvoudige avondmaaltijd in de authentieke huisbrouwerij en brasserie Het Pakhuis. Vertrek naar ’s-Hertogenbosch Aankomst rond 21.00 uur.
Ontbijtbuffet in het restaurant van het Novotel De stadsgidsen komen u ophalen voor een wandeling langs de Bloemenmarkt, de Prondelmarkt en de Kunstmarkt. Lunch in restaurant Het Groot Vleeshuis. Specialiteit: Gentse Waterzooi. Een gids van Gent Watertoerist komt u ophalen voor een rondvaart door historisch Gent.
Inschrijving en deelnameprijs U kunt voor deze reis inschrijven aan de balie van de Kring Vrienden (Theater aan de Parade) of met het inschrijfformulier dat u kunt vinden op de website van de Kring: www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl. De deelnameprijs per persoon voor dit uitgekiende arrangement bedraagt € 215,– all in, exclusief eventuele entrees voor musea. Attentie: Bij onvoldoende deelname behouden wij ons het recht voor om één van de drie excursies te laten vervallen. Het is daarom van groot belang dat u naast een eerste keus ook uw tweede of derde keus voor een van de reisdata aangeeft. Na ontvangst van uw inschrijving ontvangt u een bevestiging met opgaaf van het weekend waarin u bent ingedeeld.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
7
C
Concours Dichten aan de Binnendieze
het winnende gedicht, ooit op een gevel?
Marti van den Bogert
De winnaressen
“Ik ben altijd gefascineerd geweest door die ‘ondergrondse’ rivier, heerlijk om daar mijn eigen woorden aan te mogen geven. Die Dieze hoort bij ‘s-Hertogenbosch. Het is een soort geheime doolhof onder de stad, dat enorm tot de verbeelding spreekt,” aldus Marti van de Bogert nadat ze met dit gedicht het concours Dichten aan de Binnendieze had gewonnen. De jury was unaniem van mening dat dit gedicht het beste was van de voorgedragen gedichten. In het Muziekcentrum De Toonzaal vond op zaterdag 29 november de finale plaats. Van de ruim 50 schrijvers die een gedicht hadden ingestuurd nomineerde de jury, onder voorzitterschap van Coen Free, vijftien gedichten voor de finale. Hieronder ook een ‘Haiku’
Gerard ter Steege, foto’s Nico Bosters van José Helmhout. Een vorm van Japanse dichtkunst geschreven in drie regels van 5, 7 en 5 lettergrepen, waarin de emotie van een ervaringsmoment wordt vertolkt. Volgens de jury was in doorsnee de kwaliteit van de gedichten zeer goed te noemen was. Het gedicht ‘Aan de Dieze’ van Lidy Peters verdiende een derde plaats vooral door de moeder-kind benadering. Ronella Moser ontving de tweede prijs met het gedicht ’Stay in the rain’, dat gedurfd terugblikt op het Theaterfestival Boulevard. Marti van den Bogert uit Hedel behaalde de eerste plaats vooral door de gelaagdheid in haar gedicht. “Van klein naar groot weet zij vanuit zichzelf de wereld te bereiken. In deze beeldende dichtvorm voel je als het ware het water van de Binnendieze stromen,” aldus de juryvoorzitter. Voor Marti was de motivatie van de jury niet helemaal een verrassing. “Door eerdere nominaties ben ik me bewust van het feit dat mijn taalgebruik tot de verbeelding spreekt, en blijkbaar iets bij mensen oproept. Maar een eerste plaats had ik absoluut niet verwacht. Dit concours was een heel prettige ervaring, ondanks de plankenkoorts. Deze prijs is wel een bevestiging om door te gaan met het schrijven. Ik ben ook bezig met proza. Stiekem hoop ik natuurlijk dat mijn gedicht ooit op een Bossche gevel zal prijken...”
Alle genomineerden kregen namens de Kring een rondvaart op de Binnendieze aangeboden. Deze dichtwedstrijd was een initiatief van de Rotaryclub ’s-Hertogenbosch. Dit concours was een vervolg op een eerder concours Lied van de Dieze, dat de stad heeft verrijkt met het lied ‘Van Hekel tot Hellegat’. Een lied waarmee een gelegenheidskoor van de Rotaryclub dit geslaagde concours op een waardige wijze wist af te sluiten.
8
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
B
Bouwstijlen: Heroriëntatie
Naast de progressieve Jugendstil en het vernieuwende rationalisme ontstond na de eeuwwisseling een stroming, die teruggreep naar meer traditionele waarden. Uit de naamgeving van deze bouwstijl spreekt de gerichtheid: heroriëntatie of nieuw historiserende stijl (1905-1925). Naar de boektitel van de Berlijnse architect Paul Mebes ook wel ‘Um 1800-stijl’ genoemd. Dat aansluiting zoeken bij de barok en het classicisme werd voor bankgebouwen, warenhuizen, fabrieken en dergelijke een passender stijl gevonden.
Kenmerken De uiterlijke kenmerken zijn aan historische bouwstijlen (barok, classicisme, renaissance) ontleend; de constructie had als basis een (gewapend) betonskelet. – Symmetrisch; – ingangspartij veelal in het midden; – toepassing pilasters met kapitelen; – stelblokken en sluitstenen; – kroonlijsten onder dakrand; – dakerkers, koepels, torentjes;
Tekst en foto’s: Ton Graus en Jan-Hein Schutselaars – risalieten (uit-/inspringend) en frontons (gebogen of driehoek); – mansarde- en schilddaken; – roedenvensters; – rode bakstenen; – natuurstenen sokkels en banden; – lei als dakbedekking.
Voorbeelden De Grassogebouwen aan de Parallelweg vormen een voorbeeld van een fabriekscomplex in deze bouwstijl. In de binnenstad van ’s-Hertogenbosch zijn in deze stijl gebouwd: het voormalige bankgebouw (nu modezaak) Kerkstraat 28, het voormalige fraterhuis, nu Sint-Janscentrum, Papenhulst 4 en het gebouw daarnaast Papenhulst 6, het voormalige ziekenhuis St. Joan de Deo.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
9
H
Het Zuidwalkwartier
Na de presentatie door de gemeente van de plannen voor de invulling van het over enkele jaren vrijkomende GZG-terrein, was het op 13 december de beurt aan het Zuidwalkwartier. Hiermee wordt globaal het gebied bedoeld dat begrensd wordt door de Waterstraat, de Verwersstraat, de Zuidwal en de Sint-Jorisstraat. Het gebied beslaat ongeveer 10 ha, bijna twee keer zo groot als het GZG-terrein. Momenteel heeft het Zuidwalkwartier niet echt een eigen gezicht. Het is een ratjetoe van grootschalige gebouwen (PTT, parkeergarage Wolvenhoek, Paleis van Justitie en Huis van Bewaring), oude gerestaureerde panden en nieuwbouw. Het gebied is niet echt aantrekkelijk om er langere tijd te verblijven. Daarom pleitte wethouder Snijders voor een kwaliteitsimpuls. De fijnmazige structuur van vroeger zou hersteld moeten worden. Bovendien zou via dit gebied de relatie tussen de binnenstad en de vestingwerken vergroot kunnen worden.
Enkele ideeën Willem van der Velden, de stedenbouwkundige van de gemeente ’s-Hertogenbosch ontvouwde een aantal plannen voor het Zuidwalkwartier. Op de Groote Hekel kan een informatiecentrum komen. De schippers van de Binnendieze vinden hier een droog onderkomen en de opstap wordt verbeterd. Een van de plannen die al in uitvoering zijn is de sloop van het IBC-gebouw. Het wordt vervangen door het zogenaamde Zuidwalproject, met ruimte voor wonen en werken op kleine schaal. De parkeergarage Wolvenhoek kan gesloopt worden. Daarmee hebben we het prachtige pand dat er ooit stond niet terug, maar de bedoeling is er woningen te realiseren. Bij het ontwerpen hiervan moet de architect rekening houden met de historische omgeving. Ook de parkeerplaats aan de Prins Bernardstraat wordt bebouwd; hier komen eveneens woningen. Natuurlijk betekent dit wel dat er veel parkeerplaatsen verdwijnen. Daar zal terdege naar gekeken moeten worden.
10
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
Nik de Vries Het gebouw van de KPN zal ook gesloopt worden. En u raadt het al: nog meer mooie woningen staan hier op het programma. Hier doet zich de mogelijkheid voor om onder deze woningen een parkeergarage aan te leggen. Deze ligt dan redelijk aan de rand van het gebied, zodat het verkeer niet te veel hinder voor de omgeving oplevert. Dan staan er nog twee monumentale gebouwen: het voormalige Huis van Bewaring staat goeddeels leeg – enkele ruimtes erin worden benut door onder andere een architectenbureau en verschillende kunstenaars – en het vroegere Paleis van Justitie – ook dit gebouw wordt momenteel tijdelijk (?) gebruikt als kantoorruimte. De gemeente is er nog niet uit wat er met deze twee knotsen van gebouwen moet gebeuren. Eerst zullen ze misschien verworven moeten worden, maar wat dan? Wellicht zijn er creatieve geesten onder onze lezers die briljante of interessante ideeën kunnen aandragen. Het geheel In de bovenstaande plannen mist u wellicht het Museumkwartier. Hierover is echter al overeenstemming bereikt. Het SM’s komt het Noordbrabants Museum aanvullen en zo wordt een cluster van beeldende kunst gevormd. Als we de plannen overzien, kunnen we constateren dat er in het Zuidwalkwartier weer meer gewoond gaat worden. Benadrukt werd dat er geen detailhandel, noch horeca komt. Deze zouden niet passen in dit gebied. Er is wel plaats voor een galerieachtig gebouw, waarboven gewoond kan worden. Dit zou mooi aansluiten bij het toekomstige Museumkwartier en Muziekcentrum De Toonzaal. Er is aandacht voor de routes door het gebied. Die moeten er vooral komen voor voetgangers. Dat past meer bij het streven naar kleinschaligheid. Binnen het geheel komt ook ruimte vrij voor kleine pleintjes die spannend ingevuld kunnen worden. Op dit ogenblik staat de maquette die gemaakt is van het toekomstige Zuidwalkwartier in het Stadskantoor aan de Wolvenhoek. De discussie over het parkeren gaat van start in 2009 en dat geldt ook voor de inspraakperiode. Het streven van de gemeente is om in 2015 gereed te zijn met het gebied. En zoals het er nu globaal uitziet, lijkt het een mooi geheel te worden.
T
Themawandelingen In de winterfolder van de Kring staan ook dit seizoen weer enkele verrassende activiteiten. Deze activiteiten zorgen ervoor dat ook in het winterseizoen de stad aantrekkelijk blijft en de deelnemers er een gezellige dag kunnen doorbrengen. Naast de gebruikelijke activiteiten zoals de Cultuurhistorische wandeling, de Jeroen Bosch-wandeling, de Vestingwandeling, de Sint-Jan en de toren en het stadhuis zijn er ook enkele nieuwkomers. De Reinier van Arkel-wandeling gaat over de geschiedenis van de omvangrijke zieken- en armenzorg in de stad. Men wandelt langs verschillende markante huizen die in gebruik waren voor de zieken- en armenzorg. Deze wandeling eindigt in de Oudheidkamer van Reinier van Arkel, waar men kennis kan maken met het leven binnen de instelling. In groepsverband kan het Fort Citadel en het Kruithuis worden bezocht. In de Citadel is nu het Brabants Historisch Informatie Centrum gevestigd. Het Kruithuis uit 1628 is het enige kruithuis dat ongeschonden is overgebleven uit de periode van de Opstand.
Kleijn Rome Om kennis te kunnen maken het Rijke Roomse Leven in Brabant zijn in de stad, die in het verleden ook wel ‘Kleijn Rome’ genoemd werd, verschillende wandelingen uitgezet. De ‘Kleijn Rome’-wandelingen bestaan al langer maar zijn nu weer in een nieuw jasje gestoken. Medeinitiatiefnemer Harry Soors hierover: “In 1998 is naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de Kring door onze collega Jan de Bruyn een wandeling uitgezet onder de naam Kerken en Kloosters Jubileumwandeling. Jan dook daarvoor in de vaak bewogen geschiedenis van de plaatsen die werden aangedaan en kreeg zelfs toestemming om ook de interieurs te bezichtigen. De wandeling begon bij het
Gerard ter Steege Kapucijnenklooster vanwege het historisch feit dat een eeuw geleden de Minderbroeders Kapucijnen zich opnieuw vestigden in de stad. In 1611 hadden deze broeders – mede door toedoen van de Bossche schepenen Goyaert van Engelandt – zich al gevestigd in de stad. Eerst in de Diepstraat en later in het voormalig refugiehuis aan de Postelstraat. Na de val van de stad in 1629 zijn ook de Kapucijnen uit de stad verdreven en stichtten zij in Velp een nieuwe kloostergemeenschap. Na het bezoek aan het Kapucijnenklooster werden achtereenvolgens het klooster Mariënburg, de voormalige synagoge, de Hervormde Kerk en de Sint-Jacobskerk bezocht.” Folder Deze tocht is een tijdje van het programma weg geweest, maar de wens om de wandeltochten door ‘Kleyn Rome’ opnieuw te gaan organiseren is altijd blijven bestaan. Na verschillende pogingen staan deze wandelingen nu weer prominent in het winterprogramma vermeld. De Kloosterwandeling brengt de bezoekers naar het kloosterkapel van de paters Kapucijnen en naar de zusters van JMJ in klooster Mariënburg. Bij de Kerken en Kapellen-wandeling wordt een bezoek gebracht aan de Sint-Cathrien (de voormalige Kruisboederskerk), de kapel bij het klooster van de zusters van de Choorstraat, de Hervormde kerk, de Lutherse kerk en de voormalige Synagoge. Wandelen ‘In de voetsporen van Franciscus’ gaat langs de zo genaamde ‘Franciscaanse’ punten met aansluitend een bezoek aan het geheel vernieuwde museum van de Kapucijnen aan de Does de Willeboissingel. Naast de voornoemde wandelingen staan in de winterfolder van de Kring nog meer activiteiten, die ook in het winterseizoen doorgaan. De winterfolder is verkrijgbaar bij de Kringbalie aan de Parade. Daar kan men ook kaarten kopen en voor groepen reserveringen maken. Voor sommige rondleidingen is de kaartverkoop op locatie, maar dat staat duidelijk in de folder vermeld.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
11
S
Schilderstraat verfraaid
In 1758 wordt de vijftienjarige Antje Lespel of Lessebel gearresteerd. Ze wordt ervan verdacht een katoenen lap uit een huis aan de Uilenburg te hebben gestolen. Ze heeft dan al een hoop ellende achter de rug en wil kennelijk niet deugen. Ze woont in de Schilderstraat. Dit is een van de vele anekdoten die te lezen zijn in een onlangs verschenen boek over de Schilderstraat, Schoon Schamel Schilderachtig. De aanleiding tot het uitgeven van dit boek is de restauratie van vijf pandjes in de Schilderstraat.
Nik de Vries De gemeente zette de pandjes snel op de gemeentelijke monumentenlijst en zo kon uiteindelijk een begin worden gemaakt met de restauratie. Nu zijn ze gereed en kunnen de gelukkige nieuwe bewoners er intrekken.
De Schilderstraat kent een roerige geschiedenis. Zo begint de inleiding. Welke iets oudere Bosschenaar weet niet meer dat hier vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw raamprostitutie voorkwam? En wie weet niet meer dat in die jaren ’70 actie werd gevoerd voor betere woonomstandigheden in andere panden van deze straat? Het is achteraf allemaal goed gekomen: krotten werden gesloopt en vervangen door
Naast de geschiedenis komt ook archeologie aan bod In het boek wordt niet alleen in extenso de geschiedenis van de pandjes verhaald, maar ook de historie van de Schilderstraat wordt beschreven. Wanneer is er voor het eerst sprake van een straat, tot hoe ver strekte deze zich uit, wie hebben er zoal gewoond en gewerkt, wat is er gebeurd tussen de 15de en de 21ste eeuw? Gelukkig was het niet alleen maar kommer en kwel. Er werkten vele eerlijke handwerkslieden, er was een school gevestigd, er waren moestuinen en boomgaarden. Desondanks behoorde de Schilderstraat lang tot het armste gedeelte van de stad. In de huisjes woonden vaak veel mensen tegelijk, te veel zouden we nu zeggen.
nieuwbouw appartementen, Huize St. Agnes is na een kraakactie verbouwd tot keurige woonruimten en nu zijn ook de hoerenpandjes gerestaureerd. Dat laatste is niet zonder slag of stoot gegaan. Aanvankelijk stonden ook deze pandjes op de nominatie gesloopt te worden, maar dankzij enkele krakers zijn ze uiteindelijk behouden. Nu tonen ze zich in hun oude glorie. Er was heel wat fantasie voor nodig om door de puinhopen heen te kijken en te zien hoe waardevol de pandjes Schilderstraat 5, 7, 9, 11 en 13 zijn. In eerste instantie werd gedacht dat de voorkanten best interessant waren, maar de rest was slechts troep. Pas na een eerste verkenning door archeologen bleek hoeveel waardevolle resten er bewaard waren gebleven.
12
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
Naast de geschiedenis komt ook de archeologie aan bod. Wat is er gevonden? Hoe zijn perceelsgrenzen te reconstrueren? Hoe zat de bebouwing precies in elkaar? Het moet een spannende tijd zijn geweest voor de archeologen. Steeds weer kwamen er verrassende zaken naar boven. En langzaam kon het plaatje worden ingevuld. Schoon Schamel Schilderachtig is een mooi lees- en kijkboek geworden. Vele illustraties maken alles ook voor de leek helder. Alleen een kleine opmerking over de typografie: wie heeft bedacht om bijvoorbeeld rode letters op een donkere ondergrond te drukken. Soms is daardoor de leesbaarheid erg miniem, zeker in deze donkere dagen. Het boek telt 112 pagina’s en kost € 17,95.
D
Doe-boek voor Bossche basisscholen Tekst en foto’s Gerard ter Steege
Dit voorjaar krijgen de leerlingen van groep 7 van de ruim 50 basisscholen in de gemeente ’s-Hertogenbosch Het Grote Ontdek Den Bosch Doe-boek aangeboden. Dit boek is tot stand gekomen op initiatief van het stadsarchief. Een werkgroep bestaande uit Jac. Biemans (stadsarchief), Ton Meulman (uitgever), Jos van de Ven (financiën), Annelies Uittenbogaard (redactie) en Theo Hoogbergen (teksten) is ruim twee jaar bezig geweest om de stad met dit zogenaamd ‘Doe-boek’ te verrijken. Een boek speciaal voor de jeugd om deze kennis te laten maken met de stad en haar geschiedenis. “Wie de geschiedenis miskent zal haar opnieuw moeten beleven. Het is daarom belangrijk dat de jeugd van ’s-Hertogenbosch meer te weten komt over de historie van deze oude stad. Wij moeten onze leerlingen tot nieuwe ambassadeurs maken. Het Doe-boek is daarbij een leuk initiatief,” zei burgemeester Rombouts nadat hij van Peer het eerste exemplaar in ontvangst mocht nemen. De presentatie van dit Doe-boek gebeurde op een druilerige decembermorgen in het bestuurscentrum van het stadhuis. Veel directeuren en leraren van de Bossche basisscholen waren hierbij aanwezig. Spelers van Moyses Bosch zorgden voor een verrassende en spectaculaire presentatie. De ‘Peer’, met de echte naam Petrus Adriaanszoon van Aelst, was uit het schilderij de Marskramer van Jheronimus Bosch gestapt om vier belangrijke personen uit de Bossche geschiedenis te ontmoeten. Jeroen Bosch vertelde over zijn leven in de stad. Zoete Lieve Gerritje was bang voor de strop en zag zichzelf eerder als een lief meisje dan als struikrover. Frederik Hendrik was de mannetjesputter die in 1629 de vestingstad wist in te nemen en de Zoete Lieve Moeder vertelde over de Mariaverering van
Doe-boek legt basis
het miraculeuze wonderbeeld dat oorspronkelijk geen mooi beeld was. Dit waren slechts vier van de twintig thema’s die in het boek worden behandeld. De leerlingen gaan met het Doe-boek kennis maken met de cultuur en historie van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Andere thema’s zijn daarbij: ontstaan en naam van de stad; ’s-Hertogenbosch als waterstad, handel, religie, de twee provincies Brabant, Bokhoven, Empel, Engelen, Rosmalen, carnaval, rampen, vreemdelingen, dialect etc. etc. Het Doeboek is ingesteld op zelfwerkzaamheid waaraan zowel op school als thuis kan worden gewerkt. De tekst is in overleg met leraren van een basisschool tot stand gekomen en op begrijpelijkheid uitgetest. Het boek is rijk geïllustreerd en vorm gegeven door de medewerkers van het architectenbureau De Twee Snoeken. Extra aantrekkelijk is het gemaakt door de talrijke spelletjes, raadsels, rebussen, proefjes en puzzels; met recht dus een echt Doe-boek. De werkgroep overweegt nog om een prijsvraag hierbij uit te schrijven. Vrijwilligers van de Kring (stadsgidsen/ schippers) gaan het gratis Doe-boek presenteren en verspreiden op de basisscholen. ‘Peer’ treedt in het boek op als de hoofdpersoon, maar vooral als gids door alle lezers te wijzen op tal van bijzonderheden die ze bij hun ontdekkingstocht tegenkomen. Een ontdekkingstocht die door Frederik Henderik als volgt werd getypeerd: “Door het verleden te kennen, hebben we begrip voor het heden en vertrouwen in de toekomst.”
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
13
K
Kerkje Bokhoven
Bokhoven is een pareltje aan de Maas. Iedereen die er ooit was, zal dit beamen. Het plaatsje telt ongeveer 300 inwoners. Het bestaat al vanaf de 12de eeuw. Tot 1922 is het een zelfstandige gemeente; in dat jaar wordt het samengevoegd met Engelen. En deze gemeente wordt op haar beurt in 1971 opgeslokt door grote buur ’s-Hertogenbosch. Inmiddels is via de Haverleij de afstand tussen Engelen en Bokhoven steeds kleiner geworden. Nog steeds echter vormt Bokhoven een hechte gemeenschap. Het kerkje van Sint-Antonius abt is een van de fraaie monumenten, het bezoeken meer dan waard. Rondleidingen in dat kerkje werden in het verleden meestal geregeld door pastor Van der Spank. Hij werkt hier al sinds 1975. Als het om een individuele bezoeker gaat, mag hij zelf in de kerk rondlopen. Een groep
Nik de Vries Hij vertelt verder over de eerste gesprekken met de Kring over eventuele rondleidingen te verzorgen door de gidsen van de Kring. Het kerkbestuur reageert positief op de gesprekken en nu is het moment aangebroken het contract voor een jaar te ondertekenen. Daarna zal er bekeken worden of ook na dat jaar doorgegaan wordt met de rondleidingen door gidsen van de Kring. Vanaf mei 2009 kunnen de rondleidingen daadwerkelijk beginnen. Er moeten gidsen worden opgeleid. Die worden gerecruteerd uit de groep stadsgidsen en krijgen hun opleiding ter plaatse. Er is al veel belangstelling om aan de cursus mee te doen. Vooral in september zullen de gidsen het druk krijgen.
De gidsen krijgen het in september druk
het convenant wordt ondertekend door de pastor en de voorzitter van de Kring
14
wordt echt rondgeleid door de pastor zelf, maar dit kost hem best veel tijd, want hij weet veel te vertellen over zijn kerk en de schatten daarin. Daarom heeft hij enkele maanden geleden contact gezocht met de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch.
Dat is de maand waarin de traditionele bedevaart naar de heilige Cornelius plaatsvindt. Die traditie bestaat al meer dan 150 jaar. Elk jaar komen bijna 3000 mensen naar Bokhoven. Het idee is ook deze bedevaart te linken naar de Kring.
Positie kerk Op 5 december 2008 zit een klein gezelschap bijeen in de pastorie van Bokhoven: de pastor, een bouwkundige, enkele bestuursleden van de Kring. Uw verslaggever en fotografe zijn er ook. Vandaag zal het convenant ondertekend worden dat toekomstige rondleidingen door gidsen van de Kring regelt. Pastor Van der Spank vertelt dat zijn kerk multifunctioneel moet zijn. Het is de plaats van de liturgie en alles wat daarmee te maken heeft. Tevens is de kerk een leerhuis, waar cursussen worden gegeven en waar mensen bijeen komen om te praten over onder andere geloofskwesties. Tot slot functioneert de kerk ook als gemeenschapshuis voor de inwoners van Bokhoven.
Kleintje geschiedenis De voorzitter van de Kring vertelt vervolgens dat hij Bokhoven een leuke plaats vindt. Samen met Engelen zijn het twee parochies die vanuit de Norbertijnen bediend worden. Dat kent al een lange traditie. Pas vanaf 1840 hoort Bokhoven bij het bisdom ’s-Hertogenbosch. Jo Timmermans vertelt verder dat Cornelius geldt als hulp bij vallende ziekte. Tussen 251 en 253 was hij paus. Hij wordt afgebeeld met een boek, een zwaard, een palm, maar vooral met een hoorn (van het Latijnse cornu = hoorn). Uiteraard heeft het kerkje van Bokhoven een beeld van deze heilige. De Kring gaat de pelgrimage nieuw leven inblazen, zo verzekert Jo. De kerk heeft een marmeren graftombe voor de eerste graaf van Bokhoven, Engelbert van Immerseel (gestorven 1652) en zijn vrouw Helène de Montmorency (gestorven 1649). Eigenlijk is deze veel te groot voor een bescheiden kerkje als dat van Bokhoven, maar hij hoort er wel thuis. Verder treffen we in de kerk tal van houten beelden uit de 16de, de 17de en de 18de eeuw aan. Vooral het beeld van Antonius Abt uit 1531 trekt de aandacht. Hij is de patroonheilige van de Bokhovense kerk. Hij leefde van 271 tot 356 en is vooral bekend door zijn boete doenende leven in de Egyptische woestijn. Hij wordt genoemd de vader van het kloosterleven. Vele bekoringen van de duivel wist hij te weerstaan. Dat werd een geliefd thema voor vele kunstenaars, onder wie Jheronimus Bosch en in recenter tijd Salvador Dali. In Lissabon hangt nog het beroemde tryptiek van Bosch.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
B
Binnendiezekoor in Trier
Vorig jaar heeft het Binnendiezekoor zich zelfs in Trier laten horen. In het kader van uitwisseling tussen verenigingen van de stad Trier en onze Hertogstad was in 2007 tijdens Maritiem het WSA Chanty Chor uit Trier uitgenodigd. In 2008 was het beurt aan het Binnendiezekoor om een tegenbezoek te gaan brengen Met deze uitwisseling wordt gewerkt aan een verbroedering tussen de beide koren. De onderlinge gezelligheid staat bij het koor hoog in het vaandel en deze paar dagen Trier hebben daar zeker goed aan gedaan. Het bestuur van het koor onder voorzitterschap van Bernadette Woerdman had de reis grondig voorbereid. Op 7 november jongstleden stapten 26 koorleden samen met de dirigent Theo Kroon en de vaste accordeoniste Dieny de Vries in de bus richting Trier. In de Viehmarkt van de oudste stad van Duitsland verwelkomde een wethouder van de stad het gezelschap. Een prachtige locatie waar in het verleden nog de restanten van het bad gebeuren uit de Romeinse tijd zijn teruggevonden. In het dankwoord van onze voorzitter voor de gastvrije ontvangst zette zij tevens voor de aanwezigen de geschiedenis van het koor uiteen. Hierna was het de beurt aan het koor om voor de aanwezigen een aantal liederen ten gehore te brengen waaronder het bekende Brabander ben ik. Ook de voorzitter van de Kring heeft daar nog een woordje gesproken en het stadsbestuur van Trier De vogel met brief van Jheronimus Bosch aangeboden. Na de officiële ontvangst hebben de leden van beide koren zich informeel vermaakt en is zelfs nog een Weinprobe gedaan. Het laat zich niet raden dat hierbij ook weer volop werd gezongen.
Piet Altorf (secretaris), foto Nico Bosters De tweede dag begon met een rondleiding door de stad waarna ieder zijns weegs kon gaan. In de avond stond een concert door de beide koren op het programma. In de goed gevulde prachtige aula van het gymnasium begon het concert met een aantal muziekstukken en twee voordrachten door de leden van het ShantyChor WSA. De voorzitter van het Trier koor verraste de voorzitter van het Binnendiezekoor met een plaquette als herinnering aan het bezoek. Daarna was het de beurt aan het Binnendiezekoor om zijn muzikale kunnen te laten horen. Aan het eind van dit succesvolle concert hebben de beide koren gezamenlijk enkele nummers gezongen waaronder What shall we do with the drunken sailor en het lied Cockles and Mussels. Na afloop van het concert is gezamenlijk in de ‘Kartoffelkiste’ nog lang nagepraat en uiteraard ook weer veel gezongen. De volgende en laatste dag van het bezoek is op de Moezel een rondvaart gemaakt. Het regende die dag fors maar dat heeft de pret zeker niet kunnen drukken. De vaartocht was tevens het eind van het koorbezoek aan Trier. De terugreis verliep voorspoedig en voldaan zijn de leden daarna huiswaarts gekeerd. Het Binnendiezekoor is niet meer weg te denken uit de stad. Regelmatig worden in de regio (gast)optredens verzorgd. Oorspronkelijk opgericht als wintervermaak voor de schippers staat er nu een koor dat zijn sporen al meer dan verdiend heeft. Met de Kring heeft het koor een vaste band omdat alle koorleden daar ook vrijwilliger van zijn.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
15
G
Gerardus Mercator, scholier in ’s-Hertog Gerard Kremer, of deftig gezegd Gerardus Mercator (1512-1594), is een bekende cartograaf. Zijn naam is bewaard gebleven in zijn cartografische uitvinding, de Mercatorprojectie. Die Mercatorprojectie is nog steeds gangbaar in de hedendaagse cartografie. Dat Gerard Kremer zijn studie begint aan de Latijnse school van de Broeders des Gemenen Levens in ’s-Hertogenbosch is minder bekend. Hubert en Emerentia Kremer wonen met hun gezin in Gangelt, net over de grens met Limburg. In 1511 mislukt de oogst. En hoewel vader Hubert naast boer ook schoenmaker is, kan het gezin de eindjes niet aan elkaar knopen. Er is maar één oplossing; het gezin trekt naar Rupelmonde onder Antwerpen waar Huberts broer Gijsbert priester is. Die heeft voldoende mogelijkheden om het gezin een poosje te ondersteunen. Daar in Rupelmonde wordt op 5 maart 1512 de kleine Gerard geboren. Na korte tijd gaat de familie Kremer, nu met zeven kinderen, terug naar Gangelt. Maar niet voor lang. In 1518 vestigen ze zich definitief in Rupelmonde.
Broeders des Gemenen Levens Gerard gaat in Rupelmonde naar school. Hij leert Latijn en rekenen. Religie heeft natuurlijk ook een belangrijke plaats in het lesprogramma. Het Onze Vader, de psalmen en de catechismus moet ieder kind uit hoofd kennen. Als een leerling eenmaal, na ongeveer drie jaar studie, de Latijnse grammatica onder de knie heeft, kan hij naar de universiteit.
16
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
Twee oudere broers van Gerard volgen inmiddels een theologische opleiding. Maar als Gerard zover is, sterft zijn vader en wordt zijn oom, de priester Gijsbert, voogd. Gijbert is een aanhanger van de Moderne Devotie, een religieuze stroming die dan al twee eeuwen furore maakt. Een van hun eerste leiders is de in Deventer geboren Geert Groote (1340-1384). De beweging wil terug naar het gewone leven zoals Christus dat bedoeld heeft en veroordeelt de rijkdom van de kerk, gehuwd levende priesters en kloosterlingen met persoonlijk bezit. Uit deze beweging komen de Broederschappen des Gemenen Levens voort. De broederschappen kennen geen kloosterregels of geloften. De fraters leggen de nadruk op innerlijke kracht, vroomheid en liefdadigheid. Hun leven bestaat uit zielzorg, studie en het kopiëren van geschriften. Latijnse school Gijsbert besluit zijn neef naar de Broeders van het Gemene Leven in ’s-Hertogenbosch te sturen. De broederschap in onze stad heeft een goede naam en belast zich voornamelijk met de opvoeding van jongens. Het klooster, dat al in 1424 gesticht is, staat aan de Hinthamerstraat (ter hoogte van het huidige pand nr. 164). Hier wonen in 1526 vierentwintig studenten. Eén van de oud-leerlingen is Erasmus. De broederschap bezit ook een armenverblijf in de Schilderstraat, aan het eind van de toenmalige bebouwing. Daar woonden zo’n honderd onbemiddelde scholieren, waaronder Gerard Kremer. Beide panden zijn nu afgebroken. Iedere morgen om zes uur lopen de studenten naar de Latijnse school, tegenover de Sint-Jan, op de hoek van de Kerkstraat en de Peperstraat. De schoollessen duren tot acht uur. Dan lopen de studenten naar de Sint-Jan om de mis bij te wonen. Na een eenvoudig ontbijt worden de lessen weer voortgezet. ’s Avonds na schooltijd volgt de hoogmis. In hun vrije uren oefenen de studenten op hun handschrift. De Latijnse school van onze stad staat in die tijd bekend als één van de beste van Europa. Ze wordt geleid door de bekende humanist Macropedius. De ascetische idealen van de broederschap en het streven naar kennis en welsprekendheid van de 16de-eeuwse humanisten vormen een goede combinatie. Gerard vervolgt hier ruim drie jaar zijn opleiding. Mercatorprojectie Nadat hij zijn studie aan de Latijnse school heeft afgerond, neemt Gerard Kremer, net als veel humanisten uit die tijd een nieuwe naam aan:
U
genbosch
Korte berichten
Marjan Vonk
Ingezonden brief
Gerardus Mercator. Mercator betekent, net als Kremer, koopman. Gerardus Mercator laat zich in Leuven inschrijven als student in de filosofie. Hij houdt zich bezig met belangrijke problemen uit die tijd, zoals: hoe is het te verklaren dat God de aarde uit het niets geschapen heeft, terwijl de Griekse geleerde Aristoteles duidelijk laat zien dat verandering uit het niets onmogelijk is. Toch wordt Mercator geen filosoof. Er moet brood op de plank komen. Hij legt zich toe op het graveren van geografische kaarten. Een accurate kaart is een waardevol bezit. Zij is een belangrijke voorwaarde voor het leiden van een veldslag of het uitzetten van een scheepsroute. Kaarten zijn zelfs zo waardevol dat bij de stranding van een schip de kaarten als één van de eerste geborgen worden. Kort daarvoor is de driehoeksmeting uitgevonden. Dat is een belangrijk hulpmiddel bij het maken van landkaarten. Mercator wil betrouwbare zeekaarten maken. Daarbij is het van belang dat de kompasrichting op de kaart altijd met de werkelijkheid overeenstemt. Met een ingenieus instrument ontwikkelt Mercator tenslotte een methode waardoor de ronde aarde op een plat vlak getekend kan worden. Het nadeel van zijn projectie is dat er naar de polen toe vergrotingen optreden, maar aan de belangrijkste voorwaarde voor de scheepvaart wordt voldaan. Deze wijze van afbeelden van de wereld noemen we de Mercatorprojectie. Ook onze huidige kaarten worden nog steeds op die manier getekend. De atlas Het maken van betrouwbare kaarten is één ding, die kaarten moeten, zeker in de beperkte ruimte van een kapiteinshut ook een hanteerbare afmeting hebben. Cartografen uit die tijd experimenteren met een kaart die in delen gesneden, in een boek wordt samengebonden. Mercator bedenkt de naam voor zo’n boek: een atlas. Niet genoemd naar de mythologische reus die de wereldbol op zijn schouder draagt, maar naar een eminente oude Etruskische geleerde, die hemel en aarde bestudeerde. Een atlas uit de 16de eeuw is dan ook niet alleen een kaartenboek, maar bevat naast hemelkaarten, landkaarten en zeekaarten, ook alle kennis van hemel en aarde die de kaartenmaker beschikbaar heeft. Dat wij regelmatig in een atlas kijken, of op een kaart die uitgevoerd is in de Mercatorprojectie, geeft iets aan van de belangrijkheid van de arme scholier Gerard Kremer die drie jaar in onze stad woonde. Bronnen Bossche bouwstenen VI John Vermeulen: Tussen God en de Zee, isbn 90-75212-54-2 Nicolas Crane: Mercator, isbn90-76341-50-8
Ben Damen
Geachte redactie,
In KringNieuws van september jl. nam ik kennis van het artikel Een Bossche oorlogsgeschiedenis. Hierdoor moest ik denken aan een belevenis op dinsdag 5 september 1944. Toen trok een lange ongeordende stoet Duitsers met allerlei voertuigen, zoals kinderwagens fietsen, boerenkarren, op de vlucht, door ’s-Hertogenbosch via de toenmalige route zuid-noord. De Brugstraat en het Emmaplein waren onderdeel van deze route. Ik was toen 9 jaar en woonde met mijn famile op een bovenhuis in de Brugstraat. Vandaar hebben wij de stoet aanschouwd. Op het Emmaplein woonde een fotograaf, de heer Moussault. Vanuit de zolderverdieping van zijn pand heeft hij de stoet gefilmd. Na de bevrijding van Den Bosch heb ik de film twee keer gezien, in de openlucht. En ik zou hem graag opnieuw zien. De heer Moussault heeft zich later gevestigd in de Vughterstraat: Fotobureau Het Zuiden. De later eigenaar van de zaak was niet op de hoogte van de film, zei hij mij, langer geleden. Kent u deze film of kunt u daaraan komen, misschien de Stichting Bevrijding ‘s-Hertogenbosch? Graag hoor ik van u. Met vriendelijke groet, Ben Damen N.B.: reacties op bovenstaande brief kunt u sturen naar de redactie van KringNieuws. Wij zorgen er dan voor dat deze bij de heer Damen komen.
Klokkenluiders? Onze Bossche klokken laten zich regelmatig horen. De techniek maakt dat vandaag de dag mogelijk. Dat was vroeger wel anders: daar kwam mankracht, toewijding en discipline aan te pas. Hoe dat precies ging? Wij vragen ons dat nog steeds af. Daarover is weinig op papier terug te vinden. Herinneringen van Bosschenaren kunnen ons verder helpen bij die zoektocht daarnaar. Hebt u daar weet van: Verhalen van ouders of grootouders? Van misschien wel 100 jaar geleden? Laat het ons weten. Werkgroep Bossche Klokken e-mail:
[email protected] na 20.00u tel: (073) 6421632 = J. de Bont
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
17
W
Bewakers van het culturele erfgoed (3) Wer Een serie artikelen over de werkgroepen van de Kring die samen het Kenniscentrum (KC) vormen.
Op 26 januari 2000 vond op initiatief van Cor Gillhaus, oud-voorzitter van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch, de oprichtingsvergadering van de Werkgroep Kerken en Kloosters plaats. De werkgroep moest gaan voorzien in, kort gezegd, het vergaren van en uitdragen van kennis op het gebied van religieus erfgoed. Per 1 januari 2001 telde de werkgroep 17 leden, tegenover 16 thans. Binnen de werkgroep wordt gewerkt met projectgroepen. Hierbij heeft de projectgroep Klokkeninventarisatie een bijzondere plaats, deze projectgroep ontstond tijdens de werkgroepvergadering van 16 januari 2001 en bestaat nog steeds. Belangrijkste wapenfeiten tot nu toe vormen het verschijnen in 2002 van het zogenoemde klokkeninventarisatierapport, een inventarisatie van alle luid-, slag- en beiaardklokken in ’s-Hertogenbosch (het rapport wordt thans geactualiseerd) en de realisering in 2005 van een (nieuwe) luidklok voor de kapel op de begraafplaats Orthen. Symposium In mei 2006 ontstond binnen de werkgroep het plan om in 2008, het jaar dat tot Jaar van het Religieus Erfgoed was uitgeroepen, een symposium te houden over, kort gezegd, herbestemming van leegkomende kerk- en kloostergebouwen. Het bestuur van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch omarmde het plan, waarna het symposium door de werkgroep met logistieke ondersteuning is georganiseerd. Het symposium werd getiteld Religieus erfgoed, zonder beleid geen toekomst en werd op 8 september 2008 gehouden in de (voormalige) Sint-Jacobskerk (thans Jheronimus Bosch Art Center). Het aantal deelnemers aan het symposium bedroeg ongeveer 200. Activiteiten van de werkgroep De activiteiten van de werkgroep kunnen worden ingedeeld in: a. het verrichten van (archief)onderzoek, b. het verzorgen van publicaties, c. het houden van exposities, d het in elkaar zetten van wandelroutes langs religieus erfgoed, e. het verzorgen van lezingen, f. het voorzien in informatiebehoeften, g. het bevorderen van een passende herbestemming bij leegkomende kerk- en kloostergebouwen, h. het organiseren van excursies ten behoeve van de eigen leden. Archiefonderzoek Door twee leden van de werkgroep wordt het archief van de Sint-Catharinakerk thans geordend en toegankelijk gemaakt voor onderzoek. Inmiddels heeft
18
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
dit ook geleid tot recente artikelen in het KringNieuws onder de titel Jaarboek van een bouwpastoor. Publicaties In de afgelopen jaren zijn naast artikelen in het KringNieuws een aantal publicaties verschenen. De drie jongste publicaties zijn De Sint Pieter, een verdwenen parochiekerk (maart 2007), De Anthoniuskerk ’s-Hertogenbosch (december 2007) en Heiligen op het spoor (september en november 2008).
Expositie In september 2005 heeft de werkgroep tijdens Open Monumentendag in de voormalige Sint-Jacobskerk (nu Jheronimus Bosch Art Center) een tentoonstelling georganiseerd over de voormalige Sint-Leonarduskerk en de Heilige Leonardus van Veghel. Deze expositie werd door circa 1300 personen bezocht.
Werkgroep Kerken en K Wandelen langs religieus erfgoed De werkgroep verzorgt momenteel een viertal wandelingen langs en door religieuze gebouwen. De tocht Kerken en kapellen voert langs de NH Kerk (nu PKN), de kapel van de zusters van de Choorstraat en de Sint-Catharinakerk.
rkgroep Kerken en Kloosters Tekst en foto’s Ed Hupkens Voorzien in informatiebehoeften De werkgroep is het afgelopen jaar 2008 benaderd door de NCRV voor het geven van informatieve ondersteuning, in het kader van de door de NCRV op 11 oktober 2008 te ’s-Hertogenbosch georganiseerde wandeling Kerken in Zicht. Het boekje Hemels wandelen werd door de NCRV opgenomen in het aan de wandelaars verstrekte informatiepakket. De NCRV kocht 270 exemplaren. Ook in 2008 werd de werkgroep benaderd door de projectleider van het in 2009 te houden Geloofsfeest in het kader van het 450-jarig bestaan van het Bisdom ’s-Hertogenbosch, voor het geven van informatieve ondersteuning ten behoeve van het uitzetten van wandel- en fietstochten.
Van links naar rechts: Toine Janssen, Ton Vogel, Paul Calis, Cok Bekker, Gerard Boode, Toon van Oosterhout, Bert Subelack, Harry Kelder, Wim Raes, Bert van Coenen.
In De Kloosterwandeling worden het klooster en de kapel van de zusters van de sociëteit van JMJ (Mariënburg) bezocht en de kapel van de paters Kapucijnen. Bij de tocht onder de titel Verborgen interieurs worden de voormalige Lutherse kerk, de Sint-Catharinakerk en de voormalige Synagoge bezocht. In dit laatste gebouw (nu Muziekcentrum De Toonzaal) wordt de wandeling afgesloten met een lunchconcert. De wandeling In de voetsporen van Franciscus voert langs de Franciscaanse punten in de stad
Kloosters zorgt voor hemelse wandelingen en brengt een bezoek aan het onlangs geopende Kapucijnenmuseum aan de Van der Does de Willeboissingel. In het kader van het Jaar van het Religieus Erfgoed is in samenwerking met de werkgroepen Klein Monument, Toponymie, Verzamelaars en LEF in mei 2008 het boekje Hemels Wandelen uitgebracht. De uitgezette tocht voert langs zesendertig plaatsen in de stad waar religieuze gebouwen staan of hebben gestaan. Lezingen Regelmatig wordt op verzoek de lezing De ontwikkeling van Kleyn Rome gegeven. In de loop van dit jaar werd deze lezing verzorgd op onder andere de Volksuniversiteit en Seniorenvereniging Hevo (Hulpverlening, Educatie, Voorlichting en Ontspanning en Ontmoeting) te Rosmalen.
Het bevorderen van passende herbestemming bij leegkomende kerk- en kloostergebouwen De werkgroep rekent het tot haar taak de ontwikkeling van samenhangend, adequaat beleid waarmee de toekomst van waardevolle kerk- en kloostergebouwen kan worden veiliggesteld, te bevorderen. Het organiseren van excursies ten behoeve van de eigen leden Hier kunnen onder meer worden genoemd het bezoek op 1 december 2001 aan het Wilhelmietenklooster te Huijbergen en het bezoek op 28 augustus 2003 aan het Kruisherenklooster St. Agatha te Cuijk (centraal archief van de kloosterorden). De meest recente excursie was die op 29 november 2008 naar het Religieus Museum te Uden. De in dit artikel afgedrukte foto van leden van de werkgroep werd in Uden genomen. Werkgroepleden Gerard Boode, Cok Bekker, Jan de Bont, Paul Calis, Bert van Coenen, Toine Janssen, Harry Kelder, Jan Masselink, Toon van Oosterhout, Wim Raes, Truus de Roij-van Heereveld, Harry Soors, Sjoeke SpaGroenhuis, Bert Subelack, Gijs Tolboom en Ton Vogel. Contact Wilt u in contact komen met de werkgroep Kerken en Kloosters stuur dan een e-mail naar
[email protected] t.a.v. het Kenniscentrum In deze reeks komen de volgende werkgroepen aan bod: Archeologie, Binnendieze, Bouwplannen, Empel, Het Kleine Monument, Industrieel Erfgoed, Kerken & Kloosters, Molens, Openbare Ruimte, Toponymie en Vestingwerken.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
19
Z
Zuid-Willemsvaart Nederland kent in het begin van de 19de eeuw veel werkloosheid. De nieuwe koning Willem I probeert de economie te stimuleren door de aanleg van wegen en kanalen. De industriële revolutie werpt haar schaduw vooruit. In de Borinage wordt al veel steenkool ontgonnen, dat gebruikt wordt voor de aandrijving van stoommachines. Rond Luik ontstaat een nieuw industriegebied dat zijn producten door heel Nederland wil afzetten. Dat is voor de afscheiding van België in 1831. De scheepvaart langs de Maas ondervindt al lange tijd ernstige problemen. Vooral in de zomer is het waterpeil te laag. Onder Napoleon is in het huidige België al een aantal verbeteringen in de waterverbinding aangebracht. In december 1817 geeft koning Willem I opdracht een kanaal te ontwerpen van Maastricht naar ’s-Hertogenbosch. Voor het laatste traject zijn twee varianten getekend: één om ’s-Hertogenbosch heen en één door de stad. De stedelijke Raad van ’s-Hertogenbosch kiest voor de variant die door de stad loopt en aansluit op de stadshaven. Dat zal de werkgelegenheid ten goede komen. De Bosschenaren zijn toch al bang dat het nieuwe kanaal schadelijk is voor de lokale nijverheid en dat veel Bossche schippers werkloos worden. Er ontstaat een stevige discussie, want de koning heeft voorkeur voor een tracé om de stad heen, dat is veel goedkoper. Mankracht en rosmolens Ondertussen wordt al vanaf Maastricht gegraven. Piketpaaltjes geven het tracé van het toekomstige kanaal aan: kaarsrecht, dwars door het land. De benodigde grond is onteigend. Boeren die niet meer bij hun land aan de overzijde kunnen komen, moeten zelf voor een oplossing zorgen. Vee laten drinken in het nieuwe kanaal is verboden. Bruggen en veerponten komen alleen daar, waar de overheid die willen hebben. Inspraak is een woord dat nog uitgevonden moet worden. De aanleg begint met bodemonderzoek, meten en proefheien voor de 21 sluizen die nodig zijn om het verval van 40 meter te reguleren. Het graven gebeurt met de hand. Het kanaal is verdeeld in secties van 500 meter, tussen de secties wordt een waterkerend schot geplaatst. Per sectie is een ploeg van 20 mannen en 12 kruiers bezig onder leiding van een putbaas. Het afgraven van een sectie begint in het midden. De kanaalbodem wordt uitgespit, de grond met kruiwagens weggebracht, of in manden omhoog getild. Met die grond wordt de oever van het kanaal opgehoogd. Pompen, aangedreven door rosmolens, voeren het grondwater af. In die molens lopen paarden dag en nacht hun rondjes. De schepen die door het toekomstige kanaal zullen varen hebben nog geen motor. Zij zeilen of worden getrokken door een paard. Voor die paarden komt er een jaagpad, zo dicht mogelijk bij de oever van het kanaal.
20
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
Marjan Vonk Door de stad Het stuk tot Helmond is in 1825 bevaarbaar. In dat jaar valt ook de beslissing over het tracé van het laatste stuk. Het kanaal wordt aangelegd door de stad en zal uitmonden in de gracht van de Citadel. Het kanaal passeert de Zuidwal en het Hinthamereinde. Op die plaatsen worden sluizen aangelegd. Deze hebben voornamelijk betekenis voor de verdediging van de stad. Als het Bossche Broek om militaire reden onder water gezet wordt, moeten deze sluizen voorkomen dat het water de stad in stroomt. De sluizen staan daarom meestal open. Sluis 0 dankt zijn cijfer aan het gegeven dat hij niet hoort bij de serie sluizen die in het kanaal aangelegd zijn om de waterstand te beheersen. De vaarweg sluit aan op de Dieze, die uitgediept wordt. Een jaar later is het kanaal klaar en wordt het feestelijk in gebruik genomen. De nieuwe scheepvaartroute is een van de modernste van het land, maar kent al snel een aantal problemen. Met name de doorgang naar de Dieze ter hoogte van de Citadel en de mond van de stadshaven is te smal. In 1880 geeft defensie toestemming tot het slopen van Bastion I van de Citadel ten gunste van de scheepvaart. Dat brengt tijdelijk verlichting. Maar rond 1900 is er zoveel scheepsverkeer op het kanaal, en worden de schepen zoveel breder en groter, dat er plannen worden gemaakt voor een omlegging. Het kanaal moet twee routes krijgen: één voor stroomafwaarts scheepsverkeer en één voor schepen die stroomopwaarts varen. De brede groenstrook die tussen de Antoon der Kinderenlaan en de Willem van Nassaulaan ligt, wordt hiervoor gereserveerd. Het is er niet van gekomen. Het rijk vraagt de gemeente een bijdrage van ƒ 400.000. B&W gaan daar niet mee akkoord. De definitieve omlegging Na ruim 100 jaar van plaatselijke verbeteringen en herstel is vorig jaar het definitieve besluit genomen voor de omlegging van de Zuid-Willemsvaart. Sluis 0 is, door verhoging van de waterstand een nauwe schutsluis geworden. Sommige schepen kunnen de sluis maar nauwelijks passeren. Het kanaal door de stad is te smal. De bruggen houden scheepvaart en verkeer teveel op. Op 7 juli 2008 is het tracébesluit Omlegging Zuid-Willemsvaart Maas-Den Dungen ondertekend. Er is nog een beperkte beroepsprocedure De tijdreiziger heeft voor 2009 het thema water gekozen. Het KringNieuws sluit daar op aan. Dit jaar zullen een aantal artikelen over water in en om de stad verschijnen.
RWS063_N
F
Fietstochten Agnes Heijting
In het afgelopen jaar heeft de werkgroep Lezingen Excursies en Fietstochten (LEF) verschillende fietstochten georganiseerd. In juni voerde de tocht naar Waalwijk waar het Leder- en Schoenenmuseum werd bezocht. Na de koffie met een halve zool volgde een rondleiding met veel interessante wetenswaardigheden over de schoenenindustrie.
Begin september een tocht nu niet met de fiets maar met de auto, dit vanwege de afstand. Het bezoek aan een wijngaard stond op het programma. De wijngaardenier van Domaine les Damianes, Fons van Boxmeer, was die dag op zijn best. Hij wist de deelnemers te boeien met verhalen over de druiventeelt en het verwerken van de druiven tot een wijn. Een bijna jaarlijks uitstapje dat steeds weer in de smaak blijft vallen.
Nieuwsbrief_A4_Coated_080708_WT.indd 8
Illustratie: Kaart loop van het toekomstige kanaal
24-11-2008 13:26:47
en als die afgerond is, kan de aanleg van het nieuwe kanaal beginnen. Een kanaal zonder jaagpad, maar met een ecozone die van het Aadal naar de Maas loopt. Ook nu moeten er allerlei voorbereidende werkzaamheden worden verricht. Er moeten vergunningen worden aangevraagd, de aannemer maakt een bestek en er wordt archeologisch onderzoek gedaan bij een terp aan de Heinis in Rosmalen. Er komt een nieuwe sluis bij Berlicum en eentje bij Empel. De sluizen tussen Veghel en Nederweert worden vernieuwd en vergroot. De nieuwe sluizen bij Asten en Someren zijn al opgeleverd. Het uitgraven van het kanaal gaat machinaal. Toch zal er wat langer over worden gedaan dan het graven van de oude vaart, dat karwei was in een jaar bekeken. Nu hoopt Rijkswaterstaat in 2010 te kunnen beginnen en moet het kanaal in 2014 klaar zijn.
Eind september ging de fietstocht door de Bommelerwaard om via Lith en Empel later terug te keren naar ‘s-Hertogenbosch. Het was prima fietsweer en onderweg was er veel te zien en te beleven. In Alem werd een bezoekje gebracht aan het landelijke museum ’t Schuurke. Hier worden oude spullen uit grootmoeders tijd en het boerenlandleven tentoongesteld. Na de thee en het inkopen van verschillende streekproducten werd de tocht vervolgd. Het fietsen over de dijk blijft een waar genot. Aan weerskanten prachtige boerderijen met soms agrarische koopwaar op tafeltjes uitgestald. Daarbij is natuurlijk ook een busje gezet voor de onkosten. Appels, peren, noten, pompoenen in alle maten, het kon niet op. Daarna met het pontje over de Maas naar Lith. Hier werd het atelier van de kunstenares Ans Jager bezocht. Aan het eind van de tocht werd in Oud Empel nog wat nagepraat en afscheid van elkaar genomen. Ook in 2009 gaat LEF door met het organiseren van verschillende activiteiten. De fietstochten blijven daarbij een vast onderdeel op het programma. Tips voor interessante tochten komen volop bij LEF binnen. Fietsen langs het Religieus erfgoed of in de omgeving van Sint-Michielsgestel, weer anderen hebben het over tochten door de natuur; eigenlijk te veel tips om op te noemen. Van de werkgroep LEF en over de fietstochten gaat u het komend jaar zeker nog veel horen.
Bronnen: Nieuwsbrief omlegging Zuid-Willemsvaart nr. 17, juli 2008 Stadsarchief D. Hoogsma en A. Steketee: ’s-Hertogenbosch waterstad, Adr. Heinen 1996
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
21
O
Onderhoud aan Binnendieze Tekst en foto’s: Ed Hupkens
Na het uitvoeren van een proefvak in 1971 werd in 1973 gestart met de restauratie van de Binnendieze die ruim 25 jaar zou duren. Al enkele jaren na de afronding van de restauratie in 1999 bleek er meer onderhoud nodig te zijn aan de gerestaureerde Binnendiezemuren dan aanvankelijk was geraamd. Vooral veel voegwerk onder en rond de waterlijn verkeerde in slechte conditie. Bovendien waren er veel meer plekken die gerepareerd moesten worden dan eerst gedacht. De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft daarop het bestaande onderhoudsplan aangepast en kwam in 2004 met het Projectplan Reparatie Voegenwerk Binnendieze.
de houten damwand in de Groote Stroom
een kijkje in de drooggelegde Verwersstroom, vanaf het Voldersgat
22
De uitvoering van de eerste fase van dit uitgebreide onderhoudsplan vond plaats in november 2004 aan de Binnendiezemuren van de Vughterstroom in de Uilenburg. Met de opgedane ervaringen uit dat jaar werd in het najaar van 2005 fase 2 van het onderhoudsplan uitgevoerd. Het ging toen om een ander deel van de Binnendieze, de Kleine Vughterstroom en het gedeelte waar de Kerkstroom en de Kleine Vughterstroom samenvloeien. Eind 2006 ging de derde fase van het meerjarenplan van start. Over een traject van ongeveer 600 meter, tussen de overkluizing aan de Kruisstraat en het Voldersgat aan de Zuidwal, werd de Verwersstroom leeggepompt en daarna gerepareerd. In 2007 zijn geen onderhoudswerkzaamheden aan de Binnendieze uitgevoerd.
Voldersgat en Verwersstroom Begin november 2008 werd fase vier van het herstelpan uitgevoerd. Ter hoogte van de brug aan de Beurdsestraat sloeg aannemingsbedrijf Huub Verlouw uit Ammerzoden een ijzeren damwand in de Verwersstroom. Vóór de wand werden vier grote zakken, gevuld met zand, geplaatst; achter de wand verrees een dam van klei. Een tweede, forse ijzeren damwand werd in de bodem van de Singelgracht aangebracht, enkele meters buiten de inlaatpoorten
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
De muren en funde de Binnendiez van de Groote Hekel aan de Zuidwal. Met behulp van een aggregaat en een brandweerslang werd het Diezewater van de Verwersstroom en het Voldersgat naar de Singelgracht gepompt. Hier ter plaatse stroomt het Dommelwater – door de stuw bij de Vughterbrug opgehoogd – via de Singelgracht en de Hekelsluis door de twee nog bestaande inlaatpoorten onder de Zuidwal de Binnendieze in. Oorspronkelijk bestond de Groote Hekel uit drie inlaatpoorten, die in een stadsrekening uit 1399 ‘de waterpoort aan de Volderstrap’ werd genoemd. In 1846 sloot het stadsbestuur met metselwerk de meest westelijke inlaatpoort af, door demping verdween die uit het zicht. In 1880 werd pal vóór de Groote Hekel de Hekelsluis gebouwd. In 1998 werd de inmiddels in zeer slechte staat verkerende keersluis grondig gerestaureerd. Door het wegpompen van het water en het ruimen van allerlei rommel van de voorlandjes kwamen de muren en funderingen vrij voor reparatie. Gemeentemedewerker Leo Valentijn en Rob van der Linden van Hoveniersbedrij Van den Biggelaar uit Den Dungen zorgden met dit voorbereidende werk ervoor, dat aannemersbedrijf Hegeman uit Nijmegen de reparatiewerkzaamheden kon uitvoeren. “Onder hoge druk spuiten ze eerst de sluisdeuren (200 bar), muren
heel wat fietsen verdwijnen in de Binnendieze
en funderingen (500 bar) grondig schoon. Loszittende stenen worden verwijderd. Al het voegwerk onder de waterlijn krabben ze uit en voegen ze weer op,” lichtte Valentijn de werkzaamheden toe. “Over de muren en voegen wordt een beschermende impregneervloeistof gesmeerd. Ten slotte pleistert men de muren onder de waterlijn dicht, wat een extra bescherming geeft tegen eventuele agressieve stoffen in het water,” vulde Van der Linden aan. Als het Dommelwater de Hekelsluis binnenkomt, zorgt een sterke onderstroom ervoor dat drijvend
eringen van ze kunnen er weer tegen Rob van der Linden (l.) en Leo Valentijn
eindresultaat: een vakkundig dichtgepleister de muur
Groote Stroom Er werd tevens een hoge, houten damwand opgericht in de Groote Stroom, ter plaatse van de achtertuin van de voormalige Rijks H.B.S. Een aggregaat en een brandweerslang zorgden ervoor dat de Groote Stroom van de Oude Diesebrug (uit 1670) tot voorbij de Judasbrug (1422) aan het Nachtegaalslaantje, over een lengte van enkele honderden meters werd drooggepompt. Tussen de Oude Diesebrug en de voetbrug (1936) die het Cavaleriestraatje met de Casinotuin verbindt, bevinden zich tientallen strekkende meters keermuren die gerepareerd moesten worden. Daarnaast werden de gemetselde aanzetten naast de bruggen hersteld. De Groote Stroom in de Casinotuin is het enige gedeelte van de Binnendieze waar aan beide zijden natuurlijke taluds aanwezig zijn. In 1993 werd de toenmalige vergane beschoeiing compleet vervangen. “Dit jaar hoeven we niets aan de beschoeiingen te doen, ze verkeren nog in een prima staat,” aldus Valentijn. Net als bij de vorige gelegenheden, als een gedeelte van de Binnendieze werd drooggelegd, werd ook dit jaar goed zichtbaar wat er allemaal in de Binnendieze verdwijnt. Oude fietsen werden netjes op een stapel gelegd, zodat een kraan die makkelijk kon optakelen. “We hebben zelfs een revolver en scherpe patronen gevonden,” verklaarde Van der Linden.
rotzooi meekomt en zich tegen de grote sluisdeuren ophoogt. “Bij hoogwater zouden de sluisdeuren dan niet meer open en dicht kunnen. Vandaar dat er vóór
de beide inlaatpoorten een muurtje van 30 cm hoog wordt gemetseld om drijfafval tegen te houden. Die twee muurtjes komen iets voor de sleuven van de schotbalken te staan,” aldus Van der Linden.
Medewerkers van rioleringsbedrijf Van der Valk-De Groot uit Waalwijk waren enkele dagen bezig met het uitbaggeren en leegscheppen van dikke lagen slib. Vlak voor de kerst van 2008 was het onderhoudswerk klaar, alle dammen verdwenen. Het Dommelwater stroomde weer door Voldersgat, Verwersstroom en Groote Stroom. De muren en funderingen van de Binnendieze kunnen er weer een aantal jaren tegen.
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
23
B
Bosch boek bekroond Tekst en foto Rob Hoogeboom
In de vroege ochtend van 12 december 2008 reden Jan Masselink en Huber van Werkhoven in de oldtimer Citroen HY bus van Jan naar Veendam. Ze waren op weg naar de tentoonstelling Veendamphilia 5, ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van de Koninklijke Nederlands Bond van Filatelisten.
KringNieuws is het minimaal zes maal per jaar verschijnend tijdschrift van Kring Vrienden van ’s‑Hertogenbosch. Redactie: Nik de Vries (voorzitter), Jan Korsten, Gerard ter Steege, Marjan Vonk, Ellie de Vries (fotografie) en Johan Strang (bestuur). Vormgeving: Egbert van den Berg en Jack van Elten Redactie-adres: Secretariaat KringNieuws Postbus 1162, 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail:
[email protected] Druk: Drukkerij Opmeer bv, Den Haag Oplage 2.800 stuks Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie.
Op deze Nationale postzegeltentoonstelling met internationale deelname is de bijdrage van Jan & Huber een gevolg van voorgaande exposities. In de bus was meegenomen de Bach expositie van Huber. Maar waar het vooral om ging: ze hadden de prentbriefkaarten/filatelie expositie ’s-Hertogenbosch op de kaart gezet en een volle doos met daarbij horend boek bij zich. Het boek kreeg veel aandacht en belangstelling bij de filatelisten. Binnen de filatelie was het een primeur om de prentbriefkaarten met filatelie op deze manier aan het grote publiek te tonen. Het boek was dan ook genomineerd om in Veendam mee te doen in de race voor een prijs in het onderdeel Literatuur Categorie I niveau. Dit is het hoogst haalbare niveau, dus meteen meedoen in de Eredivisie om het maar eens zo te stellen. De organisatie in Veendam was zeer gelukkig met het genereuze aanbod van het Bossche Prentenmuseum om de daarvoor noodzakelijke inrichting op Veendamphilia 5 voor zijn rekening te nemen. Op filatelie expo’s werden tot dusver in Nederland nooit ansichten getoond, in verschillende ons omringende landen is dit al langer een goed gebruik. Zo is in Veendam extra aandacht besteed aan dit fenomeen. Wat de organisatie vooral aansprak was dat niet alleen historisch ’s-Hertogenbosch, maar ook de postale kant naar voren wordt gebracht. De bekroning die het boek kreeg was Vermeil, net tussen goud en zilver in, met een puntentotaal van 75 op een maximaal te halen 100 punten. Bij het samenstellen van dit boek konden Jan & Huber, Jo Timmermans en ondergetekende in 2007 niet voorzien dat deze primeur een landelijke waardering zou krijgen. Hiermee is de titel van het boek zijn naam met de bijhorende expositie dubbel en dwars waard. Een andere mooie bijkomstigheid is dat het thema tijdens Open Monumentendag in september 2009 luidt: ’s-Hertogenbosch op de kaart gezet.
De redactie heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Personen of instanties die desondanks van mening zijn aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen wordt verzocht om contact op te nemen met de redactie.
Secretariaat Postbus 1162 5200 BE ’s‑Hertogenbosch E-mail:
[email protected] Internet: www.kringvriendenvanshertogenbosch.nl Betalingen: Postgiro 3.119.716 Jaarlijkse bijdrage minimaal € 17,50 Jeugdleden € 8,75 Kringhuis Lombardpassage 14 Kringbalie Parade 23 (Theater aan de Parade) Telefoon 073 - 613 50 98 Telefax
073 - 614 60 21
Di. tot en met za. van 10.00 - 17.00 uur,
24
KringNieuws januari 2009, jaargang 35 nummer 1
zo 12.00 - 16.00 uur. Maandag gesloten.