Kortetermijnontwikkeling

Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30

Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van de cao-lonen lag in het tweede kwartaal van 2011 zelfs 1,1 procentpunt lager dan die van de inflatie. De werkloosheid bleef in de eerste helft van 2011 vrijwel gelijk. In juli en augustus is de werkloosheid gestegen.

Werkloosheid en banen, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in augustus verder gestegen De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid kwam in augustus uit op 421 duizend personen. Het aantal werklozen is voor de tweede maand op rij toegenomen. In de eerste zes maanden van 2011 lag de werkloosheid steeds tussen de 392 en 400 duizend personen. In augustus waren er 25 duizend werklozen meer dan gemiddeld in de eerste helft van dit jaar. De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkzame beroepsbevolking kwam in augustus uit op 7,4 miljoen personen. Het aantal vacatures is in het tweede kwartaal licht gestegen. In het tweede kwartaal van 2011 nam het volume van het bbp toe met 1,6 procent ten opzichte van een jaar eerder.

Vacatures en werkloosheid

Ontwikkeling bbp en arbeidsvolume


Werkloosheid en gerelateerde uitkeringen: ruim 420 duizend werklozen De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid kwam in augustus uit op 421 duizend personen. Het aantal werklozen steeg voor de tweede maand op rij. In de eerste helft van 2011 lag de werkloosheid steeds tussen de 392 en 400 duizend personen. De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkzame beroepsbevolking kwam in augustus uit op 7,4 miljoen personen.

Werkloze beroepsbevolking

WW-uitkeringen Eind april 2011 bedroeg het aantal voor seizoenseffecten gecorrigeerde WW-uitkeringen 255 duizend. Dat is een daling van 16 duizend uitkeringen ten opzichte van dezelfde datum een jaar eerder. Na een stijging in het laatste kwartaal van 2010 is vanaf januari 2011 weer een afname van het aantal uitkeringen zichtbaar. Het aantal voor seizoensinvloeden gecorrigeerde aantal WW-uitkeringen steekt echter schril af tegen het aantal in 2008, toen 182 duizend uitkeringen werden verstrekt. Het aantal voor seizoenseffecten gecorrigeerde WWuitkeringen is exclusief het aantal deeltijd-WW-uitkeringen. Het aantal deeltijd-WW-uitkeringen bedroeg in april 2011 iets meer dan 3 duizend; een jaar eerder waren dat er nog 35 duizend.

Bijstand In 2011 is het aantal bijstandsuitkeringen aan thuiswonenden tot 65 jaar verder toegenomen. . Eind april 2011 waren er 316 duizend bijstandsuitkeringen. Het gaat om uitkeringen in het kader van de WWB en WIJ. Per juli 2010 zijn jongeren die nog in de WWB zaten overgeheveld naar de WIJ. Ultimo maart 2011 werden ruim 36 duizend uitkeringen verstrekt aan jongeren tot 27 jaar.

WW en bijstand

WW: stroom- en standcijfers Het eerste kwartaal van 2011 kenmerkt zich, evenals het eerste kwartaal van 2010, door een naar verhouding grote dynamiek bij de WWuitkeringen. De gemiddelde instroom bedroeg in het eerste kwartaal 118 duizend uitkeringen en de gemiddelde uitstroom 115 duizend uitkeringen. De gemiddelde uitstroom was daarmee gelijk aan die van het eerste kwartaal van 2010, de gemiddelde instroom lag daarentegen 9 procentpunt lager. Ultimo eerste kwartaal 2011 werden 266 duizend WW-uitkeringen verstrekt.

WW: stroom- en standcijfers


Werkloosheid naar leeftijd en geslacht: werkloosheid hoger dan een jaar geleden In augustus waren 421 duizend personen werkloos. Dat waren er 6 duizend meer dan in dezelfde maand een jaar eerder (niet seizoengecorrigeerd). Alleen de werkloosheid onder jongeren was lager dan een jaar geleden.

Werkloosheid naar leeftijdsgroep

De werkloosheid onder vrouwen is nog 5 duizend lager dan een jaar geleden, terwijl de werkloosheid bij mannen met 11 duizend is toegenomen.

Werkloosheid naar geslacht


Lonen: loonstijging bescheiden in tweede kwartaal 2011 In het tweede kwartaal van 2011 waren de cao-lonen (per uur inclusief bijzondere beloningen) 1,1 procent hoger dan een jaar eerder. Sinds 2005 is de loonstijging niet meer zo laag geweest. De stijging van de cao-lonen lag in het tweede kwartaal van 2011 zelfs 1,1 procentpunt lager dan die van de inflatie. In de gesubsidieerde sector stegen de lonen met 1,4 procent nog het hardst. Bij de overheid zijn een aantal zwaarwegende cao’s geëxpireerd en zijn nog geen nieuwe cao’s afgesloten. Daarom kan het cijfer van deze sector niet gepubliceerd worden. De contractuele loonkosten namen in het tweede kwartaal van 2011 toe met 1,6 procent. Hiermee is de stijging van de loonkosten gemiddeld 0,5 procentpunt hoger dan die van de cao-lonen. Dit komt door hogere werkgeverspremies voor het sectorfonds en voor de wettelijke bijdrage in de ziektekosten. Het voorlopige cijfer over het tweede kwartaal van 2011 is gebaseerd op 65 procent van de cao’s waaruit de statistiek is opgebouwd. Ongeveer acht van de tien werknemers vallen onder een cao.

Cao-lonen en contractuele loonkosten

Loon(kosten) volgens Nationale rekeningen De lonen per arbeidsjaar waren in het tweede kwartaal van 2011 1,2 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2010. De loonkosten per arbeidsjaar, waarin ook de werkgeverspremies zijn opgenomen, stegen met 1,4 procent iets sneller. De werkgeverspremies voor werkloosheid en zorgverzekeringen gingen omhoog en de premies voor arbeidsongeschiktheid omlaag. De spreiding van de gemiddelde loonstijging over de bedrijfstakken is groot. In het openbaar bestuur stegen de lonen met 0,3 procent het minst. In de financiële dienstverlening stegen de lonen met ruim 3 procent. Deze gegevens zijn gebaseerd op de beloning van werknemers volgens de Nationale rekeningen. Ze wijken af van de cao-gegevens over lonen en loonkosten. Dit komt onder meer doordat:

- de gegevens van de Nationale rekeningen de gehele werknemerspopulatie beschrijven en de cao-gegevens alleen de werknemers die onder een cao vallen. Naar schatting acht van de tien werknemers valt onder een cao. - de gegevens van de Nationale rekeningen zijn gebaseerd op werkelijke geldstromen en alle looncomponenten en werkgeverslasten bevatten. De cao-lonen en contractuele loonkosten laten de ontwikkeling zien van de lonen en sociale lasten voorzover die onvoorwaardelijk voor alle werknemers gelden. - de ontwikkeling op basis van cao-informatie is structuurvrij, want wijzigingen in de werknemerspopulatie hebben geen effect op de ontwikkeling van de loon(kosten). Deze wijzigingen werken wel door in de gegevens van de Nationale rekeningen.

Gemiddelde ontwikkeling lonen en loonkosten


Banen: lichte banengroei In het tweede kwartaal van 2011 waren er ruim 7,9 miljoen banen van werknemers. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2010 waren er 51 duizend banen meer. De ontwikkeling van het aantal banen kent een duidelijk seizoenpatroon. Na correctie hiervoor was het aantal banen in het tweede kwartaal 25 duizend hoger dan in het eerste kwartaal van 2011.

Banen van werknemers

Artikel, dinsdag 16 augustus 2011 9:30

Vacatures: aantal vacatures stijgt licht Eind juni 2011 stonden er, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 137 duizend vacatures open. Dat zijn er 2 duizend meer dan een kwartaal eerder. Deze toename wordt uitsluitend gedragen door de particuliere bedrijven. Het aantal vacatures neemt sinds het eerste kwartaal van 2010 gestaag toe.

Openstaande vacatures

De dynamiek op de arbeidsmarkt is toegenomen. In het tweede kwartaal van 2011 zijn er 210 duizend vacatures ontstaan. Dit zijn er 19 duizend meer dan in dezelfde periode van 2010. Niet alleen zijn er meer vacatures ontstaan, ook vinden meer mensen een nieuwe baan. Het aantal vervulde vacatures bedroeg 202 duizend in het tweede kwartaal van 2011, 20 duizend meer dan in dezelfde periode in 2010.

Vacatures: stroom- en standcijfers

Artikel, woensdag 6 juli 2011 15:00

Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim: dalende trend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Arbeidsongeschiktheid De dalende trend bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (uitkeringen in het kader van de WIA, WAO, Wajong, Wet Wajong en WAZ) heeft zich in 2010 verder doorgezet. Tussen eind december 2009 en ultimo 2010 nam het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen af met ruim 4 duizend. De WAO-uitkeringen daalden met ruim 40 duizend. De uitkeringen bij Wajong en WIA (de regelingen IVA en WGA) namen echter toe, met respectievelijk 4 en 27 duizend uitkeringen. Eind december 2010 werden 110 duizend WIA-uitkeringen verstrekt: 82 duizend WGAuitkeringen en 28 duizend IVA-uitkeringen. Het aantal uitkeringen voor de afzonderlijke arbeidsongeschiktheidsregelingen bedroeg eind december 2010 : 486 duizend WAO-, 110 duizend WIA-, 30 duizend WAZ- en 205 duizend Wajong-uitkeringen.

Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim

In het eerste kwartaal van 2011 bedroeg het ziekteverzuim van Nederlandse werknemers 4,9 procent. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 betekent dit een stijging met 0,3 procentpunt. Het laagste verzuimpercentage in het eerste kwartaal van 2011 werd waargenomen bij de bedrijfstakken (SBI ’93) Horeca en Zakelijke dienstverlening met respectievelijk 3,5 en 4,0 procent. Het hoogste verzuimpercentage van 6,0 werd vastgesteld bij het Openbaar bestuur. Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30

Banen en vacatures naar bedrijfstak: meer werknemers in bedrijfsleven In het tweede kwartaal van 2011 waren er 51 duizend banen van werknemers meer dan in het tweede kwartaal van 2011. Dit is een stijging van 0,6 procent. In vergelijking met een jaar eerder groeide het aantal banen in het bedrijfsleven met 33 duizend. Deze banengroei wordt gedragen door de bedrijfstakken handel, vervoer en horeca (31 duizend) en de zakelijke dienstverlening (21 duizend). In de industrie, de bouw en in de financiële dienstverlening nam de werkgelegenheid af. In de niet-commerciële dienstverlening groeide het aantal banen per saldo met 18 duizend ten opzichte van een jaar geleden. De banengroei in de zorg ( 30 duizend) werd deels teniet gedaan door een banenkrimp van 12 duizend bij de overheid.

Banen naar bedrijfstak

Verschillen tussen bedrijfssectoren Eind juni 2011 stonden er 144 duizend vacatures open. Dat zijn er 19 duizend meer dan een jaar eerder. De commerciële dienstverlening telde 84 duizend vacatures, 12 duizend meer dan een jaar eerder. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan de vervoersector en de financiële instellingen. Ook in de industrie hield de groei aan, het aantal vacatures nam toe tot 15 duizend. De niet-commerciële dienstverlening telde eind juni 35 duizend vacatures. Dit zijn er net zoveel als een jaar eerder. De afname van het aantal vacatures binnen deze sector is hiermee tot stilstand gekomen.

Vacatures naar bedrijfssector


Binding met de arbeidsmarkt: lichte stijging van mensen die geen werk willen In 2010 waren er bijna 830 duizend personen die graag twaalf uur of meer wilden gaan werken. Een deel hiervan behoort tot de werkloze beroepsbevolking, omdat zij actief naar werk zochten en op korte termijn beschikbaar waren. Daarnaast waren er ruim 2,8 miljoen personen die niet twaalf uur of meer per week wilden of konden werken. Vooral jongeren en ouderen geven vaak aan dat ze geen werk willen. Zij zijn namelijk nog scholier of student of ze zijn met (vervroegd) pensioen. In de leeftijdsgroep van 25 tot 55 jaar zijn de mannen over het algemeen werkzaam. Een deel van de vrouwen wil dan niet werken, zij zorgen liever voor hun gezin.

Wel of niet willen werken naar geslacht en leeftijd, 2010

Het aantal mensen dat geen werk van twaalf uur of meer wil, is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Dit komt vooral doordat steeds minder vrouwen de zorg voor gezin of huishouden zien als een reden om niet te werken. Het aantal mensen dat geen werk wil vanwege (vervroegd) pensioen neemt de laatste jaren ook af. Daar staat tegenover dat de groep mensen die vanwege ziekte of

arbeidsongeschiktheid afhaakt niet veel kleiner geworden is. In 2010 steeg het aantal mensen dat geen werk van twaalf uur of meer wil voor het eerst weer. Dit komt doordat met name jongeren studie boven werk verkozen.

Personen die niet kunnen of willen werken naar reden

Artikel, maandag 8 augustus 2011 15:00

Positie werkkring en arbeidsduur: meer flexibelen en zelfstandigen De werkzame beroepsbevolking groeide tot aan de recente economische crisis al enkele jaren gestaag. Er kwamen zowel meer werknemers als meer zelfstandigen. Het aantal werknemers met een vaste baan van meer dan twaalf uur per week zat sinds 2006 in de lift. De aantallen werknemers met een flexibel contract en de aantallen zelfstandigen stegen al langer. Procentueel stegen de flexibelen het sterkst, hetgeen duidt op verdergaande flexibilisering van de arbeidsmarkt. Als gevolg van de economische crisis nam de werkzame beroepsbevolking vanaf 2009 iets af. Deze daling was vooral zichtbaar bij de werknemers en in mindere mate bij de zelfstandigen. Sinds het tweede kwartaal van 2010 begint de arbeidsmarkt weer aan te trekken. Ten opzichte van een jaar eerder was in het tweede kwartaal van 2011 een toename van de werkzame beroepsbevolking zichtbaar met name bij de personen met een flexibele arbeidsrelatie en bij de zelfstandigen. Het aantal vaste werknemers daalde echter nog steeds. Of deze ontwikkeling gaat doorzetten, zal nog moeten blijken.

Werkzame beroepsbevolking naar positie in de werkkring

De groei van de werkgelegenheid was de afgelopen jaren het grootst bij de grote deeltijdbanen van 20 tot 35 uur per week. Hierdoor stijgt het aandeel deeltijdwerkers nog steeds. Het aantal kleine deeltijdbanen met een arbeidsduur van 12 tot 20 uur was de laatste jaren stabiel. Waar het aantal deeltijdwerkers nog steeds toeneemt, is bij de voltijdwerkers sinds 2009 een daling zichtbaar.

Werkzame beroepsbevolking naar arbeidsduur

Kortetermijnontwikkeling

Recommend Documents