KOMO® attest-met-productcertificaat SGS INTRON Certificatie B.V.
Nummer: CTG-680/1 Uitgegeven: Concept 2014-11-11 Vervangt: N.v.t.
Venusstraat 2 Postbus 267 4100 AG CULEMBORG T: +31 345 58 07 33 F: +31 345 58 02 08
Rhenofol CG & CV
Dakbanen voor het vervaardigen van dakbedekkingsystemen op basis van PVC-P voorzien van wapening van een polyesterweefsel of glasvlies
www.sgs.com/intron
Certificaathouder:
Quality Roofing Systems B.V. Willem van Oranjelaan 46 5211 CW ‘s-Hertogenbosch Nederland Telefoon E-mail Website
+31 629504850
[email protected] www.qualityroofingsystems.nl
Verklaring van SGS INTRON Certificatie B.V. Dit attest-met-productcertificaat is op basis van BRL 1511 "Baanvormige dakbedekkingsystemen” deel 1 “Algemene bepalingen” d.d. 2012-10-25 en deel 4 “Specifieke bepalingen voor kunststof en rubber dakbanen” d.d. 2013-01-02 afgegeven conform SGS INTRON Certificatie-reglement voor Certificatie en Attestering. SGS INTRON Certificatie B.V. verklaart, dat: - het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het door Quality Roofing Systems B.V. geleverde Rhenofol CG&CV dakbaan bij aflevering voldoet aan de in dit attest-met-product-certificaat vastgelegde technische specificaties, mits Rhenofol CG&CV dakbaan voorzien is van het KOMO®-merk op een wijze als aangegeven in dit attest-metproductcertificaat; - de met deze gecertificeerde producten samengestelde dakbedekkingconstructies prestaties leveren als in dit attest-met-productcertificaat omschreven, mits: - de vervaardiging van dakbedekkingconstructies geschiedt overeenkomstig de in dit attest-metproductcertificaat vastgelegde voorschriften en/of verwerkingsmethoden; - voldaan wordt aan de in dit attest-met-productcertificaat omschreven toepassingsvoorwaarden. SGS INTRON Certificatie B.V. verklaart, dat met inachtneming van het bovenstaande, Rhenofol CG&CV dakbaan in zijn toepassing voldoen aan de relevante eisen van het Bouwbesluit. In het kader van dit attest-met-productcertificaat voert SGS INTRON Certificatie B.V. geen controle uit op: - de productie van de overige onderdelen van dakbedekkingconstructies; - de vervaardiging van dakbedekkingconstructies zelf. Dit certificaat is een erkende kwaliteitsverklaring voor het Bouwbesluit overeenkomstig de Tripartiete overeenkomst (Staatscourant 132, 2006) en de Woningwet. Het certificaat is opgenomen in het “Overzicht van erkende kwaliteitsverklaringen in de bouw” op de website van SBK: www.bouwkwaliteit.nl
Voor SGS INTRON Certificatie B.V.
Ir. J.W.P. de Bont Certificatiemanager
Gebruikers van dit attest-met-productcertificaat wordt geadviseerd om bij SGS INTRON Certificatie B.V. te informeren of dit document nog geldig is. De geldige certificaten staan vermeld op de website www.sgs.com/intron. Het certificaat is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO: www.komo.nl Dit attest-met-productcertificaat bestaat uit 1 voorblad en 10 bladzijden
Bouwbesluit
Beoordeeld is: kwaliteitssysteem product prestatie product in toepassing Periodieke controle
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
BOUWBESLUITINGANG Nr.
afdeling
grenswaarde/ bepalingsmethode
prestaties volgens kwaliteitsverklaring opmerkingen i.v.m. toepassing
2.1
Algemene sterkte van de bouwconstructie
Niet bezwijken bevestiging flexibele dakbedekking volgens NEN 6707
Toepassingsvoorbeelden van de sterkte van de bevestiging van de dakbedekkingconstructie
2.9
Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie
De bovenzijde dak is, bepaald volgens NEN 6063, niet brandgevaarlijk
Bovenzijde dak is niet brandgevaarlijk
3.5
Wering van vocht
Dak is, bepaald volgens NEN 2778, waterdicht
De toepassingsvoorbeelden van de daken zijn waterdicht
0.
Onder voorwaarde dat de verwerkingsvoorschriften worden aangehouden. Zie § 3.2. Geldt voor alle constructies conform tabel 3 en 4 met een hellingshoek ≤ 20 °. Zie § 3.3. Onder voorwaarde dat de verwerkingsvoorschriften worden aangehouden.
WIJZIGINGEN T.O.V. VORIGE VERSIE1 N.v.t. Is de eerste uitgave van dit certificaat. 1)
Aan deze vermelding kan de gebruiker van dit KOMO® attest-met-productcertificaat geen rechten ontlenen. De certificaathouder en SGS INTRON Certificatie B.V. aanvaarden hiervoor geen aansprakelijkheid.
1.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
1.1
Onderwerp Dakbedekkingsystemen vervaardigd met een niet bitumen bestand Rhenofol CG/CV membraan conform de in dit KOMO-attest-metproductcertificaat genoemde toepassingsmogelijkheden.
1.2
Merken De verpakking van de producten wordt gemerkt met het KOMO®-beeldmerk (zie voorzijde van dit productcertificaat). Overige verplichte aanduidingen: merknaam; afmetingen; productiecode; massa (indien groter dan 25 kg); beeldmerk beperkte toepassing i.v.m brandgevaarlijkheid van daken (indien van toepassing) certificaatnummer: CTG-680; certificatiemerk van SGS INTRON Certificatie B.V. (optioneel)
1.3
Vorm en samenstelling De producten die behoren tot dit KOMO attest-met-productcertificaat zijn: - Rhenofol CG met glasvlies versterkte PVC dakbaan, niet bitumenbestand, ten behoeve van toepassing in losliggend geballaste en groendak systemen; - Rhenofol CV met polyesterweefsel versterkte PVC dakbaan, niet bitumenbestand, ten behoeve van toepassing in mechanisch bevestigde systemen. De leveringsgegevens van de producten staan vermeld in tabel 1. Tabel 1a: leveringsgegevens 1) Type dikte breedte lengte gewicht 1)
(mm) (m) (m) (kg)
Rhenofol CG 1,2 / 1,5 / 1,8 / 2,0 2,05 10, 15 of 20 1,54 / 1,88 / 2,23 / 2,53
Rhenofol CV 1,2 / 1,35 / 1,5 / 1,8 / 2,0 0,68 / 1,03 / 1,50 / 2,05 10, 15, 16 of 20 1,47 / 1,65 / 1,85 / 2,25 / 2,48
Andere afmetingen op aanvraag leverbaar.
De Rhenofol CV dakbanen worden in verschillende kleuren geleverd. De standaard kleuren zijn grijs, antraciet, cool white, rood/bruin en groen. Op aanvraag zijn andere kleuren leverbaar.
Blad 1 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
Daarnaast beschikt Quality Roofing Systems B.V. over een breed assortiment aan accessoires voor de verwerking van Rhenofol en het vervaardigen van Rhenofol daksystemen. Deze producten vallen niet onder dit KOMO-attest-met-productcertificaat. Tabel 1b: Leveringsgegevens accessiores Product
Omschrijving
Rhenofol C
Ongewapende folie t.b.v. diverse detailleringen
Rhenofol CS antraciet
Kunststof dakbaan aan de bovenzijde voorzien van een antisliplaag bestemd als looppad
Rhenofol looppad tegel grijs
Kunststof tegel afm. 600x800 mm voorzien van antisliplaag bestemd als looppad
Rhenofol dakroeven
PVC profielen in diverse kleuren in de hoogte 25 en 50 mm
Rhenofol binnen- en buitenhoeken Rhenofol contactlijm 20
Contactlijm t.b.v. (dak)randopstanden
Rhenofol pasta
Pasta voor o.a. bevestiging van Rhenofol looppad tegel
Rhenofol THF lasvloeistof
Afdichtingsmiddel van naden van Rhenofol dakbanen
Rhenofol verdunner D
Oplosmiddel voor contactlijm 20 en reinigingsmiddel
FDT sealant S
Afdichtingsmiddel voor o.a. wandaansluitprofiel
Rhenofol hemelwaterafvoeren en noodoverlopen met/zonder flexibel manchet Rhenofol scheidingslagen Rhenofol foliestaalplaat t.b.v. kimfixatieprofielen, fixatieprofielen, daktrimmen en overig zetwerk Rhenofol metalen kimfixatieprofiel getand Rhenofol bliksemkabeldoorvoer Rhenofol diverse gereedschappen Plastisol kimfixatieprofielen, daktrimmen, afdekkappen, en overig zetwerk 1.4
Materiaalspecificaties MDV – Manufacturer’s declared value Rekenkundig gemiddelde waarde, berekend door de producent uit een aantal testresultaten, inclusief de door de producent gedeclareerde tolerantie en standaard deviatie. MLV – Manufacturer’s limiting value Waarde, vastgesteld door de producent waarvan bij beproeving voldaan moet worden. De manufacturer’s limiting value kan een minimum of een maximum waarde zijn in overeenstemming met de karakteristieken. De materiaalspecificaties staan in tabel 2 weergegeven.
Blad 2 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
Tabel 2: Specificaties Rhenofol CG & CV Karakteristiek Slagvastheid Weerstand tegen statische belasting Hechting onder invloed van warmte aan: Initieel - Metaal - Steen - underlayment Na 28 dagen 80 °C - Metaal - Steen - underlayment
NEN-EN 12691: 2001 + BRL 1511 deel 4§5.4 NEN-EN 12730 + BRL 1511 deel 4§5.4
Pelsterkte 90 ° UEAtc Guide § 4.3.3 + BRL 1511 deel 1 § 4.5
Nominale waarde
Waarde
Eenheid
MLV
-
D4
-
MLV
-
S4
-
MLV
N/50 mm
Rhenofol CG
Rhenofol CV
≥ 100 ≥ 65 ≥ 60
Tolerantie
-
Δ ≤ 50 % Δ ≤ 50 % Δ ≤ 50 % 0,05 (L/L)
0,20 (L/L)
Dimensionele stabiliteit
NEN-EN 1107-2
MLV
%
Waterdampdiffusieweerstandsgetal
NEN-EN 1931
MDV
-
Zie § 3.7
Lasbaarheid na kunstmatige ver-oudering na: - 336 UV-A - 336 uur vocht
NEN-EN 1297 + NENEN 1847 + NEN-EN 12317-2
-
≥ 150 Δ ≤ 20 % Δ ≤ 20 %
-
% %
NEN-EN 1847
-
-
Zie bijlage C van NEN-EN 13956
-
NEN-EN 13583
MLV
m/s
MLV
kPa
-
-
NEN-EN 1548
-
-
niet geschikt
-
Bestandheid tegen ozon
-
-
-
Bestand
-
Bestandheid tegen microorganismen
NEN-EN-ISO 846
-
-
Dikte
NEN-EN 1849-2
MDV
mm
Zie tabel 1a
Breedte
NEN-EN 1849-2
MDV
m
Zie tabel 1a
Lengte
NEN-EN 1849-2
MDV
m
Zie tabel 1a
MDV
N/mm2
10
-
± 20 %
MDV
%
200
-
± 20 %
MDV
N/50 mm
-
1000
± 20 %
MDV
%
-
15
± 20 %
150
Effect van vloeibare chemicaliën Weerstand tegen hagel - ondergrond zacht - ondergrond hard Waterdichtheid Bestandheid tegen worteldoorgroei Geschiktheid voor toepassing in contact met bitumen
Treksterkte Rek bij maximale belasting Treksterkte Rek bij maximale belasting
NEN-EN 1928 Methode B NEN-EN 13948 of FLL
NEN-EN 12311 -2 methode B NEN-EN 12311 methode B NEN-EN 12311 methode A NEN-EN 12311 methode A
-
-
20 20 ≥ 10 bestand
-
Bestand
-
-
-5% + 10 % - 0,5 % + 1,0 % -0% +5%
150
Scheursterkte
NEN-EN 12310-2
MLV
N
Nagelscheursterkte
NEN-EN 12310-1
MLV
N
150
± 20 %
-
Vouwweerstand bij verlaagde temperatuur
NEN-EN 495-5
MLV
C
- 35
-
Wateropname
UEAtc § 4.3.13
-
% (m/m)
2%
-
Blad 3 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
Karakteristiek
1)
1.5
Eenheid
-
N/50mm
80
-
THF 10301) / HL 9001) 20 %1) 20 %1)
-
Interlaminaire adhesie
NEN-EN 12316-2
Treksterkte lasverbindingen - initieel - na 1 week in water 23C - na 4 weken bij 80C
NEN-EN 12317-2 + UEAtc § 4.4.2.1
MLV
N/50 mm
Pelsterkte lasverbindingen - initieel - na 1 week in water 23C - na 4 weken bij 80C
NEN-EN 12316-2 + UEAtc § 4.4.2.1
MLV
N/50 mm
Weerstand tegen veroudering na belasting UV-B
NEN-EN 1297 + NEN-EN 495 + NEN-EN 12317
- vouwweerstand - uiterlijk - massaverlies Weerstand tegen veroudering na 12 weken 70C - massaverlies - vouwweerstand Weerstand tegen staand water - weekmakergehalte
Nominale waarde
Waarde
Rhenofol CG
Rhenofol CV
Tolerantie
THF 240 / HL 1501)
-
20 20 %1) 500 uur belasting 1.000 uur belasting %1)
-
C Grade % NEN-EN 495-5 + NEN-EN 1296
-
UEAtc Guide § 4.2.7
-
- 35 0 3%
- 35 0 3%
-
% C
2 - 35
+0 +0
%
3
+0
of breuk buiten lasverbinding.
Dakbedekkingsystemen De standaard ontwerpvoorschriften die zijn opgenomen in de “Vakrichtlijn voor gesloten dakbedekkingsystemen” deel D, goedgekeurd door het College van Deskundigen “Isolatiematerialen en dakbedekkingen” dienen te worden aangehouden. In tabel 3 zijn de tot het KOMO® attest-met-productcertificaat behorende dakbedekkingsystemen opgenomen. Tabel 3: Dakbedekkingsystemen Code1)
Omschrijving systeem
Begaanbaarheidsklasse1)
L-SYSTEMEN1)
L1
* Een eventuele scheidingslaag- of beschermingslaag los gelegd met overlappen van minimaal 50 mm; * Rhenofol CG los gelegd op de ondergrond. De overlappen apart gelast met hete lucht. De stelbreedte is 50 mm, de effectieve lasbreedte is 30 mm. of * Rhenofol CG losgelegd op de ondergrond. De overlappen voorzien van Rhenofol THF lasvloeistof en deze overlappen aandrukken. De stelbreedte is 50 mm, de effectieve lasbreedte is 30 mm. Bij temperaturen onder de 5 °C en/of max. 70 % R.V. is enkel lassen met hete lucht toegestaan. * Ballastlaag van gewassen grof grind en/of betontegels conform NEN 6707.
R4
L-SYSTEMEN T.B.V. GROENDAKEN * L2
Een eventuele scheidings- of beschermingslaag los gelegd met overlappen van minimaal 50 mm; * Rhenofol CG los gelegd op de ondergrond. De overlappen apart gelast met hete lucht. De stelbreedte is 50 mm, de effectieve lasbreedte is 30 mm. * Ballastlaag van een groendaksysteem aanbrengen conform de verwerkingsrichtlijnen en NEN-EN 1990.
R4
Blad 4 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
Tabel 3: dakbedekkingsystemen (vervolg) Code1)
Begaanbaarheidsklasse1)
Omschrijving systeem N-SYSTEMEN2) *
N1
N2
1)
Een eventuele scheidings- of beschermingslaag los gelegd met overlappen van minimaal 50 mm; * Rhenofol CV door de eventuele isolatie, in de overlap, mechanisch bevestigd aan de onderconstructie; * De overlappen apart gelast met hete lucht. De stelbreedte is 100 mm, de effectieve lasbreedte is 30 mm. of * Rhenofol CV door de eventuele isolatie, in de overlap, mechanisch bevestigd aan de onderconstructie; De overlappen voorzien van Rhenofol THF lasvloeistof en deze overlappen aandrukken. De stelbreedte is 100 mm, de effectieve lasbreedte is 30 mm. Bij temperaturen onder de 5 °C en/of max. 70 % R.V. is enkel lassen met hete lucht toegestaan.
R4
N-SYSTEMEN2) T.B.V. GROENDAKEN * Een eventuele scheidings- of beschermingslaag los gelegd met overlappen van minimaal 50 mm; * Rhenofol CG door de eventuele isolatie, in de overlap, mechanisch bevestigd aan de onderconstructie; De overlappen apart gelast met hete lucht. De stelbreedte is 50 mm, de effectieve lasbreedte is 30 mm; * Een groendaksysteem aanbrengen conform de verwerkingsrichtlijnen.
R4
Voor een verklaring van de code en begaanbaarheidsklasse zie blad 5. de rekenwaarde of maximaal toepasbare dakhoogten met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting wordt verwezen naar § 3.2 – Sterkte van de constructie.
2) Voor
Scheidingslagen: polyestermat min. 150 g/m2 voor mechanische en chemische bescherming; glasvlies min. 120 g/m2 voor chemische bescherming en op constructies met EPS en XPS isolatie waar de brandveiligheideis (NEN 6063 vliegvuur) van toepassing is. De betekenis van de verschillende codes is als volgt: L = losliggend en geballast N = mechanisch bevestigd De betekenis van de verschillende begaanbaarheidsklassen is als volgt: Klasse R2: daken of gedeelten van daken, beperkt begaanbaar voor voetgangers, uitsluitend voor onderhoudswerkzaamheden: geen installaties op het dak, die frequent onderhoudsverkeer vergen; Klasse R3: daken of gedeelten van daken begaanbaar voor voetgangers en geschikt voor frequent onderhoud aan het dak en aan de installaties op het dak (tot hellingshoeken van 5 %) Klasse R4: daken of gedeelten van daken waarvan het dakbedekkingsysteem begaanbaar is voor voertuigen mits een bescherming (met bijvoorbeeld tegels) wordt toegepast (tot hellingshoeken van 5 %). Ook begroeide platte daken (hellingshoek ≤ 5%) vallen onder deze klasse. Tabel 4 geeft de relatie begaanbaarheidsklasse isolatiemateriaal t.o.v. begaanbaarheidsklasse dakbedekkingsysteem aan. Tabel 4: Relatie begaanbaarheidsklasse isolatiemateriaal t.o.v. begaanbaarheidsklasse dakbedekkingsysteem Begaanbaarheidsklasse dakbedekkingsysteem Begaanbaarheidsklasse isolatiemateriaal 1.6
R2
R3
R4
B,C,D
C,D
D
Toepassingsmogelijkheden dakbedekkingsystemen De toepassingmogelijkheden van de in 1.5 gespecificeerde dakbedekkingsystemen zijn weergegeven in tabel 5.
Blad 5 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
Tabel 5: Toepassingsmogelijkheden dakbedekkingsystemen Mogelijke ondergronden1)
Systemen
Houten delen
L1)
N1)
Platen - houtachtig - steenachtig Monoliet beton
L1) L1) L1)
N1) N1) N1)
Geprofileerde stalen dakplaten
Zie isolatiematerialen
Omgekeerd dak (XPS) op afschot gestort beton Isolatiematerialen2) EPB (perliet) EPS ongecacheerd EPS gecacheerd MWR (minerale wol) PUR/PIR gecacheerd (glasvlies) PUR/PIR gecacheerd (Al) PF gecacheerd (glasvlies) XPS Bestaande dakbedekkingen losliggend bitumen losliggend teer bitumen (onafgewerkt of met leislag) 1)
-
L L3) L L L L L L3)
N N3) N N N N N N3)
L1)4) L1)4) L1)4)
N1) N1)
een scheidingslaag toepassen van minimaal 150 g/m2 polyester; een dampremmende laag of sluitlaag ontwerpen; een scheidingslaag toepassen van minimaal 120 g/m2 glasvlies; een nieuwe of gereinigde ballastlaag toepassen.
2) 3)
4)
1.7
L
Dakhelling De maximaal toepasbare dakhelling van de gespecificeerde dakbedekkingsystemen worden in de onderstaande tabel weergegeven: Tabel 6: Maximaal toepasbare dakhelling Systemen L-systemen N-systemen 1) 2)
Max. toepasbare dakhelling in ° 3 20 1) / 75 2)
In verband met de brandveiligheid (vliegvuur) is de maximaal toepasbare dakhelling 20 ° (het gedrag bij een grotere helling is niet onderzocht; Indien er geen eisen worden gesteld met betrekking tot de brandveiligheid (vliegvuur) kunnen deze systemen worden toepast op dakhellingen tot maximaal 75 °. Constructies met grotere hellingen dan 75 ° worden beschouwd als gevels (zie NEN 6063).
1.8
Belastingen ten opzichte van de onderconstructie In de norm NEN-EN 1990 inclusief nationale bijlage staan voorschriften met betrekking tot sterkte en stijfheid van de onderconstructie in verband met de bestandheid tegen de karakteristieke belastingen.
2.
VERWERKINGSRICHTLIJNEN EN DETAILS
2.1
Algemeen De standaard verwerkingsrichtlijnen en details die zijn opgenomen in de “Vakrichtlijn voor gesloten dakbedekkingsystemen”, goedgekeurd door het College van Deskundigen “Isolatiematerialen en dakbedekkingen” dienen te worden aangehouden.
2.2
Bijzondere verwerkingsrichtlijnen en details In afwijking van/aanvulling op 2.1 zijn de volgende verwerkingsvoorschriften en details van toepassing: - Verwerkingsvoorschriften Rhenofol dakbanen uitgave FDT Flachdach Technologie GmbH & Co KG; - Bij omgevingstemperaturen beneden de 5 °C of bij vochtig weer (regen, sneeuw, mist) dient het werk onderbroken te worden; - De dakbaan dient alleen door hiertoe opgeleide dakaannemers / verwerkers aangebracht te worden; - Verwerkingsrichtlijnen ontwerpen, opbouw en uitvoering groendaken.
2.3
Veiligheid Bij de verwerking van Rhenofol PVC dakbanen dienen de in Nederland geldende wetten en regels te allen tijde gevolgd te worden. Dit geldt tevens voor het Veilig werken op hoogte.
Blad 6 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
2.4
Brandveiligheid In de SBR-publicatie zijn brandveiligheidseisen opgenomen. Voorts kunnen de eisen conform NEN 6050 van toepassing worden verklaard.
2.5
Gezondheid Ten aanzien van de gezondheid gelden de bepalingen van de ARBO-wet: A-Blad platte daken – Het aanbrengen van kunststof en bitumineuze daken – uitgave Stichting Arbo Amsterdam.
3.
PRESTATIES
3.1
Algemeen De dakbaan en de daarmee vervaardigde dakbedekkingsystemen zijn in de toepassing voldoende mate bestand tegen bij normaal gebruik mogelijke mechanische, fysische en chemische belastingen.
3.2
Algemene sterkte van de bouwconstructie Algemeen De in dit KOMO® attest-met-productcertificaat opgenomen toepassingsvoorbeelden voldoen ten aanzien van de sterkte van de bevestiging van het dakbedekkingsysteem afdeling 2.1 van het Bouwbesluit. Voorwaarde is dat de volgens Eurocode 1: NEN-EN 1991-1-4 en Nationale Bijlage bepaalde belasting niet hoger is dan de vastgestelde rekenwaarde voor de weerstand tegen windbelasting. De volgende algemene randvoorwaarden zijn van toepassing: -
er dient kimfixatie te worden toegepast door middel van mechanische bevestiging om de 0,25 meter zo dicht mogelijk bij de kim ter plaatse van de dakranden en daksparingen groter dan 1 m1. Ook kan er ter plaatse van de dakranden ballast worden aangebracht in een hoeveelheid die overeenkomt met de hoeveelheid die overeenkomt met de hoeveelheid die volgt uit de windbelasting berekening; de opstanden dienen winddicht te worden afgewerkt door middel van volledige verkleving.
Mechanisch bevestigde dakbedekkingsystemen met Rhenofol CV (N-codes) Doormiddel van diverse attesteringsonderzoeken zijn rekenwaarden vastgesteld voor het eenlaags mechanisch bevestigd systeem met de Rhenofol CV. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van deze mogelijke bevestigingssystemen met bijbehorende rekenwaarden: Onderconstructie
Isolatie
Rhenofol CV
Bevestigingssysteem
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Geprofileerd staal dik 0,75 mm
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Beton
Minerale wol dik 100 mm
Breedte 1,50m
Schroef: Guardian type BS 6,1 mm Drukverdeelplaat: Centrix Type SPCP-80-F2/F4E Guardian bevestigingssysteem BS 4,8 mm+ drukverdeelplaat RP 45 Guardian bevestigingssysteem BS 4,8 mm+ drukverdeelplaat RBP 48 Guardian bevestigingssysteem BS 4,8 mm+ drukverdeelplaat SP-50-F3/F4 Guardian bevestigingssysteem BS 4,8 mm+ drukverdeelplaat TBPFM-8040 Eurofast bevestigingssysteem EDS-S-4,8 mm + drukverdeelplaat: TRPS-45 Eurofast bevestigingssysteem EDS-BZ(T) 4,8 mm+ drukverdeelplaat: DVP-K/EF-8040D Eurofast bevestigingssysteem EDS-S 4,8 mm + drukverdeelplaat: TWP-8040 OMG CD-10 nagel 5,5 mm drukverdeelplaat: TM1 40 mm
Rekenwaarde per bevestiger 800 N
633 N 760 N 624 N
768 N
689 N 633 N 730 N 659 N
Blad 7 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
De waarden afgegeven in combinatie met een baanbreedte van 1,50 m mogen ook worden gehanteerd voor banen met een breedte van < 1,50 m. Indien het in dit KOMO® attest-met-productcertificaat genoemde materiaal op een andere ondergrond of met een andere combinatie van bevestigers mechanisch bevestigd moet worden toegepast dient met de leverancier van het dakbedekkingmateriaal contact opgenomen te worden om de juiste rekenwaarde te achterhalen. Deze rekenwaarde en het aantal toegepaste bevestigingsmiddelen dient getoetst te worden aan de volgens Eurocode 1: NEN-EN 1991-1-4 en nationale bijlage optredende windbelasting 3.3
Beperking van het ontstaan brand en rook De volgens dit attest-met-productcertificaat vervaardigde dakconstructies zijn niet brandgevaarlijk (conform NEN 6063 en ENV 1187-1) bij hellingshoeken zoals opgenomen in § 1.7. De producten opgenomen in dit certificaat zijn getoetst conform de eisen zoals geformuleerd in hoofdstuk 3.1.2. van BRL 1511 deel 1. Vastgesteld is dat het product Rhenofol CV kan worden toegepast in alle in dit certificaat genoemde dakbedekkingystemen (niet geballaste daken). Het product Rhenofol CG kan enkel in geballaste daken worden toegepast als het gaat om vliegvuurbestendigheid. Iedere dakrol (de verpakking van) wordt gemerkt met het onderstaande pictogram:
Enkele voorbeelden van ballast (anorganische materialen) zijn: - Los aangebracht grind met een dikte van tenminste 40 mm of een massa van ≥ 80 kg/m2 (minimale korrelgrootte 4 mm, maximaal 32 mm); - Zand/cementlaag met een dikte van tenminste 30 mm; - Minerale of kunststeenplaten met een dikte van tenminste van 40 mm; - Vegetatiesystemen met een minimale dikte van 80 mm. 3.4
Wering van vocht De in dit attest-met-productcertificaat opgenomen toepassingvoorbeelden van daken zijn waterdicht, onder de in dit attest-met-productcertificaat aangegeven voorwaarden.
3.5
Levensduur De levensduur van een dakbedekkingconstructie is afhankelijk van: a) het ontwerp; b) de uitvoering; c) periodiek onderhoud; d) afschot; e) onderconstructie; f) gebruiksbelastingen; g) klimaatsinvloeden; h) dakbedekkingsysteem. Op basis van het laboratoriumonderzoek mag er vanuit worden gegaan dat de levensduur van de dakbedekkingsystemen met Rhenofol CG & CV, zoals opgenomen in dit attest-met-productcertificaat, bij juiste opvolging van de randvoorwaarden a t/m g ca. 10 jaar bedraagt. Ervaring in Nederland met Rhenofol CG & CV in de in het certificaat omschreven dakbedekkingsystemen leert dat bij juiste opvolging van de aandachtspunten a t/m h een levensduur van ca. 20 jaar realiseerbaar is.
3.6
Afschot Bij oppervlakken die water moeten afvoeren, moet een zodanig afschot zijn aangebracht, dat ook bij inzakken in de eindtoestand elk punt van het oppervlak water kan blijven afvoeren naar de aanwezige afvoerpunten. Het advies in het kader van het uiteindelijke effectieve afschot is een afschot te ontwerpen op 1,6% per meter, zodat er na vervorming, doorbuiging en andere invloeden een effectief afschot van 1% oftewel 10 mm/m over blijft.
3.7
Hechting tussen de dakbaan en andere materialen onder invloed van warmte De hechting tussen de dakbaan en de andere in de dakbedekkingconstructies opgenomen materialen (metaal, steen en underlayment), in combinatie met de hiervoor door de leverancier van de dakbaan specifiek voorgeschreven lijm, is duurzaam.
Blad 8 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
3.8
Hygrothermie De op grond van ervaring in de vastgestelde en in de BRL opgenomen standaard rekenwaarde voor het waterdampdiffusieweerstandsgetal μ bedraagt: 15.000. De op grond van beproeving vastgestelde waarde, van de in dit certificaat genoemde producten, voor de waterdampdiffusieweerstandsgetal μ bedraagt: 18.000.
4.
ONDERHOUD Veiligheid Tijdens het onderhoud van daken met Rhenofol PVC dakbanen dient men ten alle tijden de voorschriften welke gelden voor Veilig werken op hoogte na te volgen. Algemeen Om de verwachte levensduur te kunnen bereiken dient minimaal 1x per jaar reinigend, reparatie en preventief onderhoud te worden uitgevoerd, overeenkomstig navolgende omschrijving. Reinigend onderhoud Reinigend onderhoud is het zuiveren/reinigen van dakvlakken met betrekking tot vuil, voorwerpen, plantengroei en dergelijke. In geval van additionele tegelballast: reinigen spoelruimte. Reparatie onderhoud Reparatie onderhoud is het herstellen van gebreken als blazen, plooien, scheuren, lekkages en alle andere te onderscheiden gebreken. Preventief onderhoud Preventief onderhoud is het vervangen en het opnieuw aanbrengen van beschermlagen en dergelijke in de vorm van, bijvoorbeeld, PVC compatibele tegeldragers. Het achterwegen laten van deze handelingen betekent dat de prestaties van het dakbedekkingsysteem verminderen. Aanvullend onderhoud Dit omvat het op een bestaand dakbedekkingsysteem aanbrengen van een volledig nieuw systeem, zonder dat het oude dakbedekkingsysteem nog een wezenlijke functie vervult in de waterdichtheid. Het betreft zowel losliggende, partieel gekleefde als mechanisch bevestigde systemen (L- , P of N) systemen. Ook in dit geval dient de noodzaak tot aanvullend onderhoud door een deskundige te worden vastgesteld.
5.
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN Voor zover er geen data vermeld zijn, staan de juiste publicatiedata van de genoemde documenten vermeld in de nationale beoordelingsrichtlijn 1511, die is genoemd in de aansluiting in de lijst van erkende kwaliteitsverklaringen. 1. BRL 1511 Dakbedekkingsystemen - Deel 1 Algemene Bepalingen; 2. BRL 1511 Dakbedekkingsystemen - Deel 4 Specifieke bepalingen voor kunststof en rubber dakbanen; 3. Bouwbesluit 2011 Stb. 2011, 416, 676; 4. NEN 6707 - Bevestigingen van dakbedekkingen. Eisen en bepalingsmethoden; 5. NEN 6063 - Bepaling van het brandgevaarlijk zijn van daken; 6. NEN 2778 –Vochtwering in gebouwen – bepalingsmethoden; 7. Vakrichtlijn “Gesloten dakbedekkingssystemen”; 8. Verwerkingsrichtlijnen Rhenofol CG & CV – vigerende versies; 9. NPR 6708 - Bevestiging van dakbedekkingen; 10. ETAG 006: 2000 – Guideline for european Technical Approval of Mechanically Fastened Flexible Roof Waterproofing Membranes; 11. A-Blad platte daken – Het aanbrengen van kunststof en bitumineuze daken – uitgave Stichting Arbo Amsterdam: 12. NEN 6050 – Eisen aan ontwerp, details en uitvoering van brandveilig werken aan daken – Gesloten dakbedekkingsystemen. 13. NEN-EN 1990: Eurocode: Grondslagen van het constructief ontwerp, inclusief nationale bijlage 14. NEN-EN 1991: Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-4: Algemene belastingen – Windbelasting, inclusief nationale bijlage
Blad 9 van 10 bladen
KOMO® attest-met-productcertificaat Rhenofol CG & CV Nummer : CTG-680/1 Uitgegeven : Concept 2014-11-11
6.
WENKEN VOOR DE TOEPASSER
6.1
Controleer bij aflevering van het product of: geleverd is wat is overeengekomen; het merk en de wijze van merken juist zijn; - het product geen zichtbare gebreken vertoont als gevolg van transport en dergelijke.
6.2
Controleer of het KOMO® attest-met-productcertificaat nog geldig is; raadpleeg het geldende overzicht van kwaliteitsverklaringen of neem contact op met SGS INTRON Certificatie B.V.
6.3
Neem de ontwerpgegevens en gebruikswaarde en opslag-, transport- en verwerkingsvoorschriften die in dit KOMO® attest-met-productcertificaat zijn opgenomen of waarnaar is verwezen, in acht.
6.4
Neem, indien op grond van het onder 6.1 gestelde tot afkeuring wordt overgegaan, contact op met: Quality Roofing Systems B.V. te ’s-Hertogenbosch of met FDT Flachdach Technologie GmbH & Co KG te Mannheim (D). en zo nodig met: SGS INTRON Certificatie.
6.5
Dit KOMO® attest-met-productcertificaat heeft tot doel om het vertrouwen in het voldoen van de in dit KOMO® attest-met-productcertificaat genoemde producten aan de gecertificeerde en/of geattesteerde producteigenschappen te vergroten. De certificaathouder is verantwoordelijk voor het voldoen van de in dit KOMO® attest-met-productcertificaat genoemde producten aan de gecertificeerde en/of geattesteerde producteigenschappen en voor het opstellen van de verplichte bewijsmiddelen daartoe in het kader van de Verordening Bouwproducten. Indien op een bouwproduct een geharmoniseerde technische specificatie van toepassing is mogen de uitspraken in dit KOMO ® attestmet-productcertificaat niet worden gebruikt ter vervanging van de CE-markering op dat bouwproduct en/of ter vervanging of onderbouwing van de bijbehorende verplichte prestatieverklaring.
Blad 10 van 10 bladen