klein vaarbewijs
3
1 Techniek en veiligheid • Geschiktheid van het schip voor het te volgen vaargebied. • Geschiktheid van de bemanning voor het te volgen vaargebied. • Voortdurende controle op alles aan boord wat de veiligheid kan beinvloeden.
klein vaarbewijs
• Kennis van de techniek aan boord • In het belang van de veiligheid voor schip en bemanning • Rekening houdend met het milieu
klein vaarbewijs
Geschiktheid van het schip Rompvormen als: • S-spant • Rondspant • V-spant • Knikspant • Multiknikspant
klein vaarbewijs
CE-keurmerk (sinds 1998) Europeesche Wet Pleziervaartuigen
ABC-
gebied oceaan zee kust
wind >8 bf <8 bf <6 bf
D-
beschut water <4 bf
golfhoogte >4 mtr <4 mtr <2 mtr
<½ mtr
klein vaarbewijs golfhoogte
klein vaarbewijs
De zeewaardigheid van een schip is afhankelijk • van de bouw en de uitrusting van het schip • van de kennis en de ervaring van haar bemanning Wie pakt het op als de schipper uitvalt?
klein vaarbewijs
Schip en uitrusting • Ken Uw schip • Onderhoud Uw schip
klein vaarbewijs
Uitrusting • Afsluiters • Vluchtluiken (minimaal 50 x 50 cm.) • Reling (voldoende sterk /minimaal 60 cm. hoog) • Voetlijst (minimaal 2,5 cm. hoog) • Kuiplozing
klein vaarbewijs
Uitrusting • • • • • • •
•
Antislip Lenssysteem Noodbesturing Reddingsmiddelen Brandblussystemen Ankergerei Navigatiemiddelen
klein vaarbewijs
Voortstuwing Verbrandingsmotoren ingedeeld naar brandstof: • benzinemotoren • dieselmotoren ingedeeld naar werkwijze: • tweetaktmotoren • viertaktmotoren Elektromotoren
klein vaarbewijs
Tweetaktmotor: Bij elke neergaande beweging van de zuiger een arbeidsslag. Bij elke opgaande beweging van de zuiger een compressieslag. Wanneer de zuiger door de bodem gaat wordt de cylinder volgeblazen met verse inlaatlucht en worden de uitlaatgassen verdreven door de uitlaatpoort of klep.
klein vaarbewijs
Tweetakt
bougie of verstuiver cylinder
uitlaat
inlaat
zuiger
klein vaarbewijs
Viertaktmotor: Bij elke twee omwentelingen een arbeidsslag 1e neergaande inlaatslag 1e opgaande compressieslag 2e neergaande arbeidsslag 2e opgaande uitlaatslag Wanneer de zuiger bij de compressieslag bijna in top is wordt de brandstof ingespoten en volgt de explosie.
klein vaarbewijs
Viertakt
verstuiver inlaatklep
uitlaatklep cylinder
zuiger
klein vaarbewijs
Electromotor Een electromotor zet electrische energie om in een draaiende beweging • geen geluidsoverlast • beperkte actieradius Betere energieopslag en hogere motorrendementen zijn volop in ontwikkeling
klein vaarbewijs
Hybride-installatie De boot is uitgerust met een • dieselmotor en een electromotor Wanneer meer vermogen nodig is wordt de dieselmotor ingeschakeld en laadt de electromotor de accu’s bij. Kan met weinig vermogen worden volstaan wordt de dieselmotor ontkoppeld en zorgt de electromotor voor de voortstuwing
klein vaarbewijs
Koelwatersysteem • • • • • •
Buitenboordkraan Wierpot Waterpomp Warmtewisselaar Waterinjectie, waterslot en beluchter Uitlaatleiding met zwanenhals
klein vaarbewijs
pomp buitenboordkraan
wierpot
buitenboordwaterkoelsysteem
klein vaarbewijs suppletietank
pomp
gesloten koelsysteem
klein vaarbewijs
circulatiepomp
wierpot buitenboordkraan
buitenboordpomp
Interkoelingsysteem met droge uitlaat
klein vaarbewijs
circulatiepomp
wierpot buitenboordkraankraan
buitenboordpomp
Interkoelingsysteem met natte uitlaat
klein vaarbewijs
Aandrijving van de schroef De draaiende beweging van de motor wordt via de keerkoppeling en de schroefas naar de schroef geleid. Met de keerkoppeling wordt de draairichting van de schroef veranderd. Om de druk van de schroef op het schip over te brengen wordt een druklager gemonteerd.
klein vaarbewijs
Schroefaskoker Geleider en lagering van de schroefas • Vetgesmeerd • Oliegesmeerd • Watergesmeerd
klein vaarbewijs
Vetgesmeerde schroefasleiding
schroefzijde
motorzijde
klein vaarbewijs
Oliegesmeerde schroefasleiding
schroefzijde
motorzijde
klein vaarbewijs
Afdichtingsring z.g. simmiring
klein vaarbewijs
Watergesmeerde schroefasleiding
schroefzijde
motorzijde
klein vaarbewijs
Schroefas Brengt de draaiende beweging over van de keerkoppeling naar de schroef.
Schroef Zet de draaiende beweging om in stuwdruk. • Rechtse schroef • Linkse schroef
klein vaarbewijs
Stuurinrichtingen Roer met helmstok Draaibare aanhangmotor Kabelbesturing Stuurketting Electrisch of hydraulisch bekrachtigde besturing Kompas- of gps-gestuurde autopiloot
klein vaarbewijs
Brandstofsysteem • • • • • • •
Dieseltank met vulleiding Ontluchtingsleiding Niveameter of peilglas Brandstofleiding naar de motor Brandstoffilter Retourleiding van de motor Bezinkkolf of waterzak
klein vaarbewijs ontluchting vulleiding Inspectiedeksel of mangat brandstoffijnfilter
vorderpomp
aftapkraan groffilter
Brandstoftank met aansluitingen
klein vaarbewijs
V-snaar aangedreven werktuigen • Dynamo • Dieselopvoerpomp • Binnenboord-waterpomp
V-snaar-spanning controle • In te drukken van 1 tot 2 cm
klein vaarbewijs
Controlepunten voor vertrek • • • • • • • •
Afzuigventilator (bij benzinemotor) Carter- en keerkoppeling-oliepeil Koelvloeistofpeil Brandstofpeil en toevoer Eventueel hydrauliekolie-peil Wierpot en toevoer V-snaarspanning (zwarte aanslag) Waterlekkage schroefasleiding
klein vaarbewijs
Controlepunten tijdens het varen • • • • • •
Koelwatertemperatuur Oliedruk van de motor Laadspanning van de dynamo Kleur uitlaatgassen Niet reguliere geluiden en trillingen Schroefassmering
klein vaarbewijs
Buitenboordmotoren • Bij twee-tact motoren veelal mengsmering 1:50 is 1 liter motorolie op 50 liter benzine • Reserveonderdelen en gereedschap • Bij motoren in een beun goede ventilatie
klein vaarbewijs
Controlepunten (buitenboordmotor) • • • • • • •
Controle op leidingen en bedrading Reserveonderdelen en gereedschap Brandstofpeil en toevoer (beluchting) Koelwatertoevoer Bevestiging van de motor Controle luchttoevoer Benzine oppompen (knijpbal)
klein vaarbewijs
Vloeibaar-gasinstallatie • Gasinstallatie propaan- en butagas gasbun met ontluchting verbruikers met thermische beveiliging koolmonoxide • Aanleg van de installatie koperen leidingen / schotdoorvoeren slangen/ aangewalste koppelingen/ max 3 jaar eventueel gasdetector monteren.
klein vaarbewijs
2
Het electrische systeem Gelijkspanning 12 of 24 volt Wisselspanning 230 volt Accu’s voor de opslag van de energie Door de motor aangedreven dynamo, om de batterijen op te laden Omvormer om een gelijkspanning om te zetten in een 230-volts wisselspanning Laadinrichting om met de walspanning de accu’s op te laden Omvormer en laadinrichting zijn vaak gecombineerd
klein vaarbewijs
Serie- en parallelschakeling 12 volt
12 volt
12 volt
12 volt
+
24 volt
12 volt
klein vaarbewijs
Spanning en stroomsterkte Bij een verlaging van de spanning (volt) wordt de stroomsterkte bij hetzelfde vermogen evenredig meer. Een verbruiker van 120 watt verbruikt bij 12 volt 10 ampere; bij 24 volt is dit 5 ampere.
klein vaarbewijs
Stroomvoorziening aan boord. • Accu’s 12 of 24 volt • 230 volt wisselspanning via omvormer • Voldoende zekeringen en een hoofdschakelaar • Accu-onderhoud • Loodbatterijen > accuzuur > gedistilleerd water • Vloeistofniveau 1 cm. boven de platen.
klein vaarbewijs
Brandpreventie • Voorkomen is beter dan blussen • Er dienen brandblusmiddelen aan boord te zijn • Gebruiksaanwijzing vooraf bestuderen.
klein vaarbewijs
Soorten branden : A, B, C en D-branden A- branden in vaste stoffen B- vloeistofbranden C- gasbranden D- metaalbranden F- vetbranden
klein vaarbewijs
Naast gas is benzine een belangrijke oorzaak van brand en/of explosie aan boord. Zorg ervoor dat, • er geen benzinedampen in het schip kunnen komen. (Eventueel afzuigen) • er geen vonkvorming kan ontstaan door bijvoorbeeld statische electriciteit. Benzinedamp is zwaarder dan lucht.
klein vaarbewijs
• • • • • • • • •
Wees voorzichtig met : Opbergen reservebenzine Opbergen poetslappen Gas bij het naladen van accu’s Slechte electrische verbindingen Hete gloeilampen Niet gekoelde uitlaatleidingen Slecht geisoleerde rookgaskanalen Niet gezekerde electrische leidingen
klein vaarbewijs
Voor brand zijn nodig : • brandbare stof • voldoende hoge temperatuur • zuurstof Bij blussen tracht men één van de drie weg te nemen
klein vaarbewijs
De werking van blusstoffen: blusstof
koelen
Zuurstof verdr
Neg. katalyse
branden
water
++
+
-
A
schuim
+
++
-
AB
sproeischuim ++
++
-
AB
ABC-poeder
-
+
+
ABC(D)
CO2
-
++
-
BC
FM-200
-
-
++
ABCD
Controle brandblussers om de twee jaar
klein vaarbewijs
Wat hoort op een brandblusser te staan? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Handelsmerk Benaming van het blustoestel Brandklassen Gebruiksaanwijzing Hoeveelheid en soort vulling Rijkskeurmerk Jaar van productie Naam en adres van de fabrikant of importeur
klein vaarbewijs
Inventaris • Ankergerei soort schip ankergrond ankertype en -gewicht • Navigatieverlichting tijdens mist en slecht zicht verplicht toplicht, boordlichten, heklicht en ankerlicht • Radarreflector (min. 10 m2) op enkele vaarwateren voor pleziervaart verplicht. Zie bijlage 15b (blz. 325)
klein vaarbewijs
Reddingsmiddelen • Reddings-boeien en vesten 100/150/275 Newton / binnendiameter 60 cm • Veiligheidslijn met karabijnhaken • Werplijn en joon • Zwemtrap vanuit het water bruikbaar te maken voldoende stabiel en twee treden onder water • Puts met lijn
klein vaarbewijs
Overige reddingsmiddelen • Marifoon kanaal 10 en 16 radiomedische dienst • Verbandtrommel • (Ernst)vuurwerk • Noodseinen valschermlichten en handstakellichten rode vlag / bel- of hoornsignalen
klein vaarbewijs
Het milieu Laat de motor niet onnodig draaien Geen harde muziek Geen hoge golven veroorzaken Geen afval of olie overboord Gebruik een vuilwatertank voor het toilet Geen overmatig gebruik van schoonmaakmiddelen.