kinderdoop-volwassendoop-herdoop De laatste tijd is het voorgekomen, dat meerdere gemeenteleden zich hebben laten ‘herdopen’! Daarnaast zijn er enigen, bij wie deze handeling grote achting oproept, terwijl anderen wachten op een duidelijke reactie van de kerkenraad! Terreinverkenning: Het is zinvol om na te gaan, hoe men tot herdoop kan komen! Wat zijn de diepste redenen? Welke motieven liggen er aan ten grondslag? Grondhouding: Laten we duidelijk voorop stellen, dat de gemeenteleden, die daartoe besluiten, zeker niet onder de ‘lauwen’ of ‘onverschilligen’ zijn te rangschikken. Dikwijls is men niet over één nacht ijs gegaan, is er veel aan voorafgegaan, aan gesprekken, bezinning, en soms ook geestelijke strijd. Het is daarom goed, geen harde toon aan te slaan, of gelijk te (ver)oordelen, maar veelmeer eerst te luisteren naar de beweegredenen en met ootmoed en zachtmoedigheid te spreken en te handelen! Motieven: Waarom herdoop? 6. het verlangen naar herdoop kan voortkomen uit een heilige onvrede over de vervallen dooptoestand in de kerk! Men is hevig teleurgesteld over het feit, dat maar weinigen de rijkdom en kracht van de Doop ervaren. Er wordt voor de herdoop gekozen om nu daadwerkelijk uit de rijkdom van de Doop te leven! 7. Nauw verwant ligt hieraan de opvatting van sommigen, die met nadruk stellen, dat zij hun doop niet willen verachten, maar veelmeer willen vernieuwen. Zij spreken dan ook liever niet van herdoop, maar van doopvernieuwing! 8. Nog weer anderen beschouwen de herdoop als een Doop met de Heilige Geest, een volgende fase in de geloofsgroei, een buitengewone zegen. 9. Tenslotte zijn er, die de herdoop zien als een bewuste afwijzing en verachting van de eerder toegediende Doop in de kinderjaren! 10. Mogelijk zijn er meer redenen. Laten we die dan met elkaar delen! Bezinning vereist: Wat zegt de Schrift? Wat zeggen de Reformatoren? Wat kunnen we leren uit het klassieke Doopformulier? Al vast een voorproefje van Luther: Ik dank God en ik ben blij dat ik als kind gedoopt ben. Zo heb ik gedaan, wat God geboden heeft. En of ik nu geloofd heb of niet, ik ben niettemin op Gods gebod gedoopt! Fundament van de kinderdoop: 6. Het Verbond met Abraham en de reikwijdte ervan! 7. De Doop is in de plaats van de besnijdenis gekomen! 8. De Woorden van de Heere Jezus: Laat de Kinderen tot Mij komen! 9. De Pinksterpreek van Petrus: Want u komt de belofte toe en uw kinderen! 10. De ‘huisteksten’ in het Nieuwe Testament. Ad. 1: De reikwijdte van het Verbond met Abraham! God sluit een Verbond met Abraham (Gen. 12:2,3,7; 15:18; 17) Het Verbond houdt in, dat God Abrahams God is en dat Abraham kind van deze God is en dat het volk, dat uit hem zal voortkomen, volk van deze God is en mag zijn. De HEERE sluit dus niet alleen Zijn Verbond met Abraham, maar ook met zijn nageslacht. Sterker nog: de HEERE sprak tot Abraham: in U zullen alle geslachten van het aardrijk gezegend worden! Het heil blijft niet alleen beperkt tot het volk van Israël, ook de heidenen worden op het erf van het Verbond geplaatst: (vreemdelingen, slaven). Abraham is niet alleen de Vader van Israël maar ook de Vader van alle gelovigen (Rom.4:11; denk aan Ruth en Rachab) De heidenvolken worden in Israël ingeplant, de volken worden ingebracht in het huis van Abraham. Hier luiden al de Adventsklokken: Gods verbondsbetrekking tot Abraham en alle anderen is, dankzij het verlossingswerk van Christus! Dit is een eeuwig verbond! Dit verbond blijft gelden. Niet alleen voor Israël als Gods Verbondsvolk bij uitstek, maar ook voor de volken, die door het Evangelie en het geloof in Jezus Christus in dit volk en dit verbond worden ingelijfd!
Pagina 1 van 5
Deze laatste groep, de niet joden zijn geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten van God. (Ef.2:19). Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham en naar de beloften erfgenamen (Gal.3:29) Ad. 2: De Doop is in de plaats van de besnijdenis gekomen! Abraham is besneden eerst nadat hij geloofd had! (Rom.4:10) Deze besnijdenis is een teken en zegel der gerechtigheid des geloofs! De HEERE is dus begonnen met een volwassen-besnijdenis, zoals in zendingssituaties ook de volwassen-doop wordt toegediend (Lydia, gevangenbewaarder, etc) In beide gevallen wordt zij geschonken langs de weg van het geloof. Eerst geloven en dan besneden worden; eerst geloven dan de Doop (Mrc.16:16)
Nu wordt wel ontkend, dat de Doop in plaats van de besnijdenis is gekomen. De apostel Paulus gaat daarin niet mee. Voor Paulus ligt er een duidelijke verbinding tussen de inhoud van de besnijdenis en de Doop. In beide gaat het om het teken en zegel van de gerechtigheid van het geloof! De besnijdenis is dus niet het zegel van het geloof: niet het geloof van Abraham wordt verzegeld, maar de gerechtigheid, waarop het geloof zich richt en waarin Abraham door het geloof deelt. Deze gerechtigheid is de gerechtigheid van Christus! Zowel besnijdenis als de Doop duiden op de gerechtigheid door Christus’ dood en opstanding (Gal. 3:26-29) In Rom. 6 spreekt Paulus over de Doop als een teken en zegel van dit deelhebben aan de gerechtigheid van Christus, Die Hij door Zijn dood en opstanding heeft verworven. Kortom: Doop en besnijdenis richten zich op dezelfde geestelijke werkelijkheid; ze zijn teken en zegel van hetzelfde heil! De inhoud is hetzelfde. Alleen de tekenen en zegelen zijn veranderd. De besnijdenis gaat met bloedstorting gepaard. Het heeft de gestalte van de belofte, nl. de van de belofte, die uitziet naar Christus’ komst, waarin Christus Zelf Zijn bloed zal storten tot een volkomen verzoening van al onze zonden! Wanneer Christus Zelf het bloed gestort heeft, hoeft er geen bloed van mens en dier meer te vloeien. Daarmee is de reden en het recht van bestaan van de besnijdenis opgehouden. Ze is vervuld in het bloed van Christus! Het teken valt daarmee weg, maar de inhoud blijft bestaan, met name in de Doop! De Doop wordt wel ‘de vervuldegestalte’ van ditzelfde teken en zegel genoemd! Wat in de besnijdenis nog op onvervulde wijze wordt beduid, wordt in de Doop voluit duidelijk, dat wij niet door ons eigen bloed, maar door Christus’ bloed gewassen en rein zijn, …dat wij niet met onze eigen dood, maar door Christus’ dood met God zijn verzoend!! Zoals gezegd: de besnijdenis bleef niet tot Abraham beperkt! De besnijdenis wordt geschonken aan het huis van Abraham. Op diezelfde dag werden Abraham en zijn zoon Ismaël besneden. (Gen. 17:26 e.v.). Kortom: het is Gods wil, dat deze besnijdenis meteen ook kinder- of beter gezegd huisbe-snijdenis is. Dat is voor ons eigenlijk niet te begrijpen en niet te geloven. Moet er niet eerst geloof zijn, als bij Abraham? Is die huisbesnijdenis niet in strijd met het wezen van de besnijdenis als teken en zegel van de gerechtigheid van het geloof? Nee, God kiest voor die één-en-dezelfde besnijdenis(Gen.17:10) Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: Zowel wie in uw huis geboren is, als wie van enige vreemdeling met geld gekocht is, doch niet van uw nageslacht is. Wie in uw huis geboren is en wie u door geld gekocht is, moet voorzeker besneden worden; zo zal Mijn verbond in uw vlees zijn tot een eeuwig verbond! God is geen karig God, maar ruim verkiezend en genadig! De Heere God kiest er dus bewust voor, dat Hij de besnijdenis, die in haar wezen een geloofsbesnijdenis is, ook wil aangebracht zien bij de kinderen en de vreemdelingen! Dat daarmee het gevaar ontstaat van veruitwendiging en devaluatie van verbond en verwaarlozing van de besnijdenis, is een andere zaak. Intens trieste zaak, waartegen de profeten ook meermalen waarschuwen. Maar dit mag nooit leiden tot een ongeldig verklaren van de besnijdenis of tot een reden en aanmoediging om zich maar niet te laten besnijden. Nee, de fout ligt niet in de besnijdenis (en dus ook niet in de Doop), maar in de wijze, waarop het volk Israël en de gemeente van nu er mee omgaat! Besnijdenis en Doop zijn beide Gods handtekening, beide garanderen ons Zijn betrouwbaarheid, beide verzekeren ons Zijn vergeving, beide vragen van ons de overgave van hart en leven. De besnijdenis en Doop vragen om de besnijdenis van het hart (Rom.2:29; Gal.4:12 en Fil. 3:3)
Pagina 2 van 5
Ad. 3: De Woorden van de Heere Jezus: Laat de Kinderen tot Mij komen! Een bekend woord! Kinderen horen erbij in het Koninkrijk van God. De Heere Jezus maakt dat op een uitgelezen moment duidelijk. Kinderen worden van Jezus afgehouden. De discipelen zijn opdat moment juist bezig met de vraag, wie van hen de meeste is in het Koninkrijk der hemelen (Mathh. 18:1 e.v.). De Heere komt met niet mis te verstaan onderwijs: Kinderen weigeren? Laat ze tot Mij komen! Kinderen moeten niet uitgesloten, maar ingesloten worden. Sterker nog: kinderen zijn tot voorbeeld in dat Koninkrijk. Volwassenen dienen te worden veranderd tot een kind. Daarmee doelt de Heere op de bekering! Als nu het kind in aanmerking komt voor het Koninkrijk van God en de Doop een duidelijk teken is van het behoren tot het Koninkrijk van God (zie Matth. 28:18-20), zou dan het kind het teken van de Doop niet mogen ontvangen? Als het Koninkrijk voor het kind is, waarom dan niet het teken van Gods Rijk, vraagt prof. C. Graafland zich af! Zeker, er staat niet bij, dat Jezus aan deze kinderen ook het Koninkrijksteken van de Doop gaf. Dat is juist! Maar dat hoeft er toch niet bij te staan? De Doop als teken van Gods Rijk is toch onlosmakelijk met het Koninkrijk verbonden! Alles is toch niet in de Schrift verwoord? Let ook eens op Ps. 8 in relatie tot Matth.21:15 en 16. Kleine kinderen juichen Jezus toe. Oudere, godsdienstige mensen hebben bezwaar. Maar Jezus ziet hier God aan het werk! Zelfs zuigelingen verkondigen Gods lof! Zouden in het Nieuwe Testament de kinderen er buiten gaan vallen, terwijl zij in het Oude Testament er volledig bijhoren?! Het Nieuwe Testament is toch het boek van de vervulling? Ouderen, kinderen, mannen en vrouwen ontvangen het teken van het Verbond, het teken van Gods Koninkrijk! God werkt door de geslachten heen. (Ps.100) Het verbond met Abraham, Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind! Ad 4. De Pinksterpreek van Petrus: Want u komt de belofte toe en uw kinderen! Pinksteren is het heilsfeit van de uitstorting van de Heilige Geest op alle vlees! Op Pinksteren gaat de Oudtestamentische profetie in vervulling (Joel 2: 28-32) Alle vlees: aan leeftijd gebonden? Nee! Joel 2:23 spreekt over de kinderen van Sion! Deze kinderen van Sion moeten een plechtige bijeenkomst op Sion beleggen. Sion is de tempelberg, dat is precies dezelfde plaats, waar de Heilige Geest is uitgestort en waar Petrus zijn Pinksterpreek heeft gehouden. Precies daar worden volgens Joel al de beloften van Christus en de Geest uitgesproken en vervuld aan de kinderen van Sion. Maar het opmerkelijke is dan, dat die samenkomst op de tempelberg er dan als volgt uit zal zien: Vergadert het volk, heiligt de gemeente, roept de ouden bijeen, vergadert de kinderen en de zuigelingen…vs.16! Let wel: de vergadering bestaat dus uit ouderen, maar ook uit kinderen, ja zelfs zuigelingen! Tot hen komt de belofte, dat de Geest zal worden uitgestort op alle vlees! Ook hier delen de kinderen en zelfs de zuigelingen ten volle in de belofte van God, die in de komst van Christus en van de Heilige Geest is vervuld! Geen wonder dat Petrus op het Pinksterfeest deze ruimte van vervulling overneemt en zegt: Want u komt de belofte toe en uw kinderen….!! Zouden we dan de kinderen het teken en zegel van Gods belofte in de Doop mogen onthouden? De Doop zet een streep onder Gods belofte en geen streep onder ons geloof! Ad. 5. De ‘huisteksten’ in het Nieuwe Testament. We zagen al, dat Abraham, zijn nageslacht en zijn huis, dus alle slaven en vreemdelingen, ja, al wat mannelijk is, het teken van de besnijdenis ontvingen. Die lijn wordt voortgezet in het Nieuwe Testament, maar dan m.b.t. de Doop! Zo wordt Lydia en haar huis gedoopt, evenals de gevangenbewaarder en zijn huis. Ook van Crispus mogen we aannemen dat hij en zijn huis gedoopt zijn (Hand.18:8; 1 Cor. 1:14). In 1 Cor. 1:16 schrijft Paulus dat hij het gezin van Stefanus gedoopt heeft! Zouden al deze huizen kinderloos geweest zijn? Dat is niet aan te nemen, eerder veelmeer te stellen dat Gods Verbondsliefde als een stroom door het huis en gezin vloeit. God pelt de mens niet los uit zijn verbanden, maar werft hem veelmeer met zijn relaties binnen het Koninkrijk van God! Verstaan we de Doop wel? Leven we altijd wel uit de rijkdom van de Doop? God zegt in de Doop Wie Hij is! Hij verwoordt, bevestigt en verzekert Zijn beloften. Hij stalt Zijn rijkdommen uit! Hij begint met ons in het allereerste begin van ons leven. Daarom kunnen en mogen we van onze kant geen begingrens stellen aan het heil en ook niet aan het teken en zegel ervan! Wij hebben God lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad! God wil ons en ons huis in die liefde laten delen! Zijn liefde wacht op antwoord, maar krijgt God altijd dit antwoord? De mens antwoordt Gods liefde dikwijls met ontrouw en lauwheid.
Pagina 3 van 5
Er vindt dan ook telkens verbondsvernieuwing plaats en dat vanwege de trouw van God. We lezen ervan in Deut, 28, Jozua 5 en 24, Jeremia 31, 1 Cor. 10. Blijkbaar is er deze ontzettende mogelijkheid: aanbod van Gods heil en toch omkomen! Wanner volhardt wordt in ongeloof en ongehoorzaamheid, wanneer de tekenen en zegelen van Gods heil veronachtzaamd worden, kunnen we in ons Doopwater verdrinken, wordt wel terecht gezegd! Toch is er gelukkig ook een andere kant: een positieve zijde! God is een God van volhardende trouw, van voortgaande ontferming en van blijvende vaderlijke leiding! Liefde, die een bedding zoekt en vindt: bij ouderen en jongeren! Ook dit is een gegeven: meerdere gemeenteleden leren meer en meer de rijkdom van de Doop verstaan. Ze leren er meer en meer uit te leven: de Doop als pleitgrond! Niet het geloof in de Doop, maar de beloften van God, het Offer van Christus, dat daaraan ten grondslag ligt! Evenals bij Luther krijgt de Doop voor meerderen een bijzondere betekenis en actualiteit in de dieptepunten van ons leven. De Doop kan dan meer voor ons gaan spreken. In ogenblikken van hevige aanvechtingen en verzoekingen van de kant van de duivel kan de Doop weer een nieuwe en krachtige impuls geven aan ons geloof en aan onze hoop! De Doop kan ons brengen tot een vernieuwde bekering, tot een breken met de zonden, tot een hernieuwde levenswandel met God. Ook in ons sterven mogen wij ons hoofd en hart neerleggen in het vertrouwen op de God van onze Doop. Want die God, Die al stond bij de oorsprong van ons leven, is dezelfde God, Die ons in Zijn liefdehand geborgen doet zijn, als het doodsuur is aangebroken! Verhouding geloof – Doop Veel christenen laten hun kind(eren) niet dopen, want volgens hen lees je in de Bijbel alleen maar, dat volwassenen gedoopt worden, nadat zij belijdenis van hun geloof hebben gedaan. Zij staan de trits voor van: geloof-belijdenis-doop! Hier stuiten we op een markant verschil in opvatting. Niet ons geloof gaat voorop, maar Christus! Hij is voor ons gestorven toen wij nog zondaren waren. In wat Christus is en gedaan heeft ligt ons heil! Door het geloof zijn we met Hem verbonden in de Doop, maar in het geloof blijft Christus hart en grond van het heil en niet ons geloof! Hiermee wordt niet beweerd, dat elke voorstander van de herdoop daarop ‘prat gaat’, maar wel is het gevaar groot, dat het (mijn!) geloof als een toegangsbewijs gaat dienen voor de Doop! Nogmaals: de grond, de basis van de Doop ligt alleen in Gods genade, in Christus’ gerechtigheid! Ons geloof is veel te wankel om basis te zijn! Bovendien wie zegt dat ons geloof echt is? Denk aan Ananias en Saffira, Demas, Simon de Tovenaar (Hand.8:9-24). Kortom: de volwassendoop heeft geen streepje voor op de kinderdoop! Verhouding Doop en ongeloof! De Doop wordt niet altijd op zijn waarde gewaardeerd. Sterker nog: De Doop kent een aangrijpende uitholling, devaluatie! Een opmerkelijke parallel met de uitholling van de besnijdenis onder Israël! Dit roept het verdriet, de toorn en daarmee het oordeel van God op! (1 Cor. 10) De besnijdenis-Doop wordt uitgehold omdat het geloof van het volk/gemeente is uitgehold! Verslapping van het geloofsleven gaat gepaard met verslapping van de functionering van de Doop. Misschien is het tegenovergestelde ook waar: het niet verstaan van de Doop is een barricade voor het ontstaan, de groei en het uitbotten van het geloof. Herdoop alternatief? Nee! Een duidelijk nee! Moet God Zijn werk overdoen, terwijl een mens ontrouw is of wordt en Zijn Verbondsschatten ongeroerd laat liggen? Moet juist niet veel meer de mens terugkeren uit zijn vervallen toestand tot de hoogte van de Doop, door te leven uit Gods volle genade in Christus? De roeping van de christelijke gemeente is zich niet te laten herdopen, maar haar doop opnieuw te leren verstaan en te laten volgen – wanneer dat nog niet is gebeurd – door de openbare belijdenis van het geloof! Kortom: Bij uitholling en devaluatie van de Doop ligt een grote schuld op de christelijke gemeente. Er is alle reden om zich spoedig daarvan te bekeren. Maar het mag ons er niet toe brengen om de Doop voor onwettig en ongeldig te verklaren! Niet wij, niet de gemeente, niet een enkel gemeentelid bepaalt de inhoud, geldigheid en wettigheid van de Doop, maar God zelf en Christus!
Pagina 4 van 5
Niet een herdoop is nodig, maar nieuwe gehoorzaamheid, een leven uit de rijkdom van de Doop en overeenkomstig de Doop! We hebben ons dan ook niet door herdoop van het gezin van God , wat toch de gemeente is, af te scheiden, maar veelmeer de beleving en uitleving van De Doop in leer en leven uit te stralen. Tot inspirerend voorbeeld van anderen! Maar is de herdoop dan niet te rangschikken onder de Doop met de Heilige Geest. Bij deze opvatting doen we tekort aan het wezen en de inhoud van de Heilige Doop! Conform Jezus’ opdracht worden wij gedoopt in de Naam van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest! En dat laatste is maar niet een toegift, die een nadere in- c.q. vervulling vraagt. Wanneer we in de Naam van de Heilige Geest gedoopt worden verzekert ons de Heere, dat Hij in ons wonen en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil! Zal de Heere dan half werk doen, die om nadere toevoeging vraagt, een nadere vervulling of is het veelmeer zo, dat de Heere een rijkdom aan genadegaven betekent en verzegelt, waarop we steeds weer mogen terugvallen, zoals het klassieke doopformulier ook vervolgt: ons toeeigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonden, en de dagelijkse vernieuwing van ons leven, totdat wij eindelijk onder de gemeente der uitverkorenen in het eeuwige leven onbevlekt zullen gesteld worden. De Heilige Doop is een stroming, die maar doorvloeit, een beek, waaruit gedronken mag worden, totdat het geloof overgaat in aanschouwen! Herdoop en Calvijn Calvijn is er niet onduidelijk over. Hij wijdt er een heel hoofdstuk aan in zijn institutie (hfdst. 16 van boek IV)! Calvijn wijst de herdoop resoluut af! Ook de Reformator is van mening, dat er een wezenlijke overeenkomst is in geestelijke betekenis tussen besnijdenis en Doop. Het gaat om dezelfde belofte: de belofte van Gods vaderlijke gunst, van de vergeving van zonden en van het eeuwige leven. Het fundament, waarop beide dingen steunt, is in beide één! Wel is er onderscheid in de uiterlijke kant aan beide plechtigheden, maar het is hetzelfde verbond! Calvijn wijst ook op het gegeven hoe de Heere Jezus met de kinderen omging. Hij ziet tussen de omhelzing door de Heere en de kinderdoop een duidelijk verband: Indien het terecht is, dat de kinderen tot Christus gebracht worden, waarom zou het dan ook niet terecht zijn, dat ze tot de Doop ontvangen worden, het teken van onze gemeenschap en genootschap met Christus? Indien hunner het Koninkrijk der hemelen is, waarom zal hun dan het teken geweigerd worden, waardoor als het ware de toegang tot de kerk geopend wordt, opdat ze, in haar ontvangen, geschreven worden bij de erfgenamen van het hemels Koninkrijk? Op de afwijzing van de ‘huisteksten’ door de wederdopers reageert hij o.a.: Wie zo met de Schrift omgaat, door kinderen in de huisteksten niet op te nemen, moet ook geen vrouwen aan het Avondmaal toelaten. Want nergens staat in de Bijbel, dat zij in de tijd der apostelen aan het Avondmaal mochten deelnemen. Wie zich meer in het standpunt van Calvijn in deze wil verdiepen, verwijs ik naar de artikelenserie in het Gereformeerd Weekblad van de laatste maanden! Kootwijkerbroek, 14 september 2006
Pagina 5 van 5