GEMEENTE BRUMMEN
kenmerk INT11.1101
INDUSTRIETERREI N EERBEEK ZUID ZONEBEHEERPLAN 2012
Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van Brummen 13 november 2012
kenmerk INT11.1101
Zonebeheerplan 2012
1
kenmerk INT11.1101
SAMENVATTING ........................................................................................... 4 1
2
3
4
5
INLEIDING.......................................................................................... 5 1.1
Algemeen
5
1.2
Situatie Brummen
5
1.3
Aanleiding aanpassing
6
1.4
Een stukje geschiedenis, zonering en sanering
8
1.5
Zonebeheerplan
8
1.6
Zonering, MTG-waarden en woningbouw binnen de zone
9
1.7
Overige wet- en regelgeving
10
BESTAANDE AKOESTISCHE SITUATIE EERBEEK ZUID EN ZONEBEHEER . 13 2.1
Eerbeek Zuid bestaande situatie 2012
13
2.2
Zonebeheer
13
ANALYSE GELUIDSITUATIE ................................................................ 14 3.1
Algemeen
14
3.2
Analyse
14
VISIE GELUID EERBEEK ZUID ............................................................. 15 4.1
Visie op bestemmingen Eerbeek zuid
15
4.2
Akoestische uitwerking visie
15
VERGUNNINGVERLENING EN ZONEBEHEER ........................................ 17 5.1
Werkwijze toetsing nieuwe of gewijzigde inrichtingen
17
5.2
Werkwijze nieuwe woningen en bedrijven
18
5.3
Trillingen
18
BIJLAGEN
............................................................................................ 19
Bijlage I: Akoestische situatie Eerbeek Zuid
20
Bijlage II: Literatuurlijst, Toelichting symbolen en begrippen
22
Bijlage III: Lijst MTG-waarden woningen binnen de zone
27
Bijlage IV: Zonebeheer Eerbeek Zuid
32
Bijlage V: Zonebeheer Aanwijzingen akoestisch adviseur
39
Bijlage VI: Formulier extra akoestische informatie
43
Bijlage VII: Normstelling trillingen
45
Zonebeheerplan 2012
2
kenmerk INT11.1101
Zonebeheerplan 2012
3
kenmerk INT11.1101
SAMENVATTING In 2007 is het zonebeheerplan voor industrieterrein Eerbeek-Zuid vastgesteld. Wat in dit zonebeheerplan is vastgesteld is nog steeds van kracht. In het kader van de bestemmingsplanactualisatie voor het industrieterrein Eerbeek Zuid zijn echter enkele keuzes gemaakt die invloed hebben op de grenzen van het industrieterrein. Het betreft de grens van het industriegebied (de fysieke locatie waar bedrijven zich kunnen vestigen) en voor een deel de zonegrens. Deze grenzen zijn opgenomen in het zonebeheerplan uit 2007. Om deze reden moet het plan nu opnieuw worden vastgesteld met de nieuwe grenzen. De grenzen worden verder wettelijk vastgelegd in de betreffende bestemmingsplannen. In het Zonebeheerplan 2012 is rekening gehouden met de aanpassingen, die in het bestemmingsplan Eerbeek Zuid worden doorgevoerd. Het industrieterrein Eerbeek Zuid en directe omgeving bestaat – akoestisch gezien – uit de volgende onderdelen: Het industrieterrein, waarop bedrijven zijn gelegen; bedrijven hebben hier de ruimte. De zone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens waarbinnen de geluidbelasting t.g.v. het industrieterrein boven de 50 dB(A) ligt. Nieuwbouw van woningen in dit gebied is beperkt mogelijk (tot 55 dB(A) gevelbelasting). Buiten deze zone is woningbouw mogelijk zonder dat deze belemmeringen ondervindt van de akoestische zone. Bij het aanpassen van de zone is rekening gehouden met de geluidrechten van bedrijven en het beschermingsniveau van bestaande woningen. Doel is en industriële bedrijvigheid ruimte te bieden en – waar gewenst – ruimte te beiden aan woningbouw.
De gemeente kiest ervoor de zonegrens en 55dB(A)-contour zodanig om industrieterrein Eerbeek Zuid te leggen dat voldoende ruimte ontstaat voor nieuwe ontwikkelingen (bedrijven en woningbouw)
De gemeente geeft bij vrijkomen van geluidruimte op het terrein primair ruimte aan uitbreiding van bestaande bedrijvigheid. Daarna biedt zij ruimte aan nieuwe bedrijvigheid, met beperkte geluidemissie De gemeente voert zonebeheer uit om de geluidruimte te verdelen en de zone te bewaken. Omgevingsvergunningen worden getoetst aan de nieuwe zonegrens op basis van het BBT- principe (best beschikbare technieken). Van bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit of een AMvB vallen stelt de gemeente de benodigde geluidruimte vast en legt deze vast in een maatwerkvoorschrift.
Zonebeheerplan 2012
4
kenmerk INT11.1101
1 INLEIDING
1.1
Algemeen
Het zonebeheerplan bevat – onvermijdelijk – termen uit de akoestische praktijk. Bovendien is gebruik gemaakt van en wordt verwezen naar literatuur. Een symbolen- en begrippenlijst en literatuuroverzicht zijn opgenomen in bijlage II. Een algemene omschrijving van de situatie op het industrieterrein Eerbeek Zuid in 2010 en het zonebeheer in het algemeen is opgenomen in hoofdstuk 2. Een analyse van de akoestische situatie op het terrein wordt behandeld in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt de visie van de gemeente Brummen op (de ontwikkelingen op) het industrieterrein op basis van deze analyse uiteengezet. Handhaving en zonebeheer komen – tot slot – aan de orde in hoofdstuk 5. Zinvolle achtergrondinformatie, rekenmethodes e.d. zijn opgenomen in de bijlagen van de nota. In bijlage I geeft tekening 1 de situatie op en rond het industrieterrein weer.
1.2
Situatie Brummen
Elk bedrijf in de gemeente Brummen produceert geluid. Hoeveel dat mag zijn is vastgelegd in voorschriften van Omgevingsvergunningen of wordt bepaald door het Activiteitenbesluit of de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waaronder het bedrijf valt. In de gemeente Brummen is een zonebeheerplan opgesteld, als onderdeel van het geluidbeleid. In dit Zonebeheerplan 2012 geeft de gemeente haar visie op (de omgang met) geluid op het industrieterrein Eerbeek Zuid. Het Zonebeheerplan 2012 zal onderdeel gaan vormen van het gemeentelijke geluidbeleid, dat gelijktijdig met de vaststelling van het Zonebeheerplan 2012 zijn definitieve vorm zal krijgen. Daarin wordt ook aandacht geschonken aan rail- en wegverkeerslawaai, overige industrie, e.d. De Wet geluidhinder (Wgh) vormt sinds de jaren 70 de basis voor het huidige landelijke geluidbeleid. De Wgh wordt in tranches aangepast, waarbij meer ruimte komt voor een gemeentelijk beleid. Daarin kunnen lokale geluidszaken ook lokaal worden geregeld. Het zonebeheerplan maakt gebruik van deze ontwikkeling. Daarnaast biedt het zonebeheerplan de mogelijkheid alle onderdelen van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (1998) te gebruiken. Het gaat dan om bijvoorbeeld maatwerk in vergunningverlening. De gemeente Brummen kiest ervoor om op Eerbeek Zuid vestiging van Wgh- inrichtingen toe te staan. Hiermee worden inrichtingen bedoeld die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken naar de omgeving. Dit type bedrijven staat aangewezen in het Besluit omgevingsrecht, bijlage 1 onderdeel D. Bovenstaande betekent dat Eerbeek Zuid een „industrieterrein‟ is in de zin van artikel 1 Wgh. Rond dit deel is daarom een geluidszone vastgesteld zoals bedoeld in artikel 40 Wgh. Buiten de zonegrens mag de
Zonebeheerplan 2012
5
kenmerk INT11.1101
geluidsbelasting van alle op het industrieterrein gevestigde bedrijven samen niet meer bedragen dan 50 dB(A). In artikel 163 lid 1 Wgh is geregeld dat zonebeheer een taak is van de gemeente waarin het industrieterrein is gelegen. Taak van de zonebeheerder is het verschaffen van informatie over de beschikbare geluidsruimte aan bedrijven die zich willen vestigen of uitbreiden op het industrieterrein en het bewaken van de zoneringgrenswaarden op de zonegrens en de woningen die gelegen zijn binnen de zone. De in januari 2007 gewijzigde Wet geluidhinder biedt met artikel 164 de mogelijkheid om een zonebeheerplan op te stellen. Met dit instrument kan ook sturend op worden getreden als het gaat om de verdeling van geluidsruimte per bedrijf/kavel.
1.3
Aanleiding aanpassing
In 2007 is het eerste zonebeheerplan voor industrieterrein Eerbeek-Zuid vastgesteld. Hetgeen in dit zonebeheerplan is vastgesteld is nog steeds van kracht. In het kader van de bestemmingsplanactualisatie voor het industrieterrein Eerbeek Zuid zijn echter enkele keuzes gemaakt die invloed hebben op de grenzen van het industrieterrein. Het betreft de grens van het industriegebied (de fysieke locatie waar bedrijven zich kunnen vestigen) en voor een deel de zonegrens. Deze grenzen zijn opgenomen in het zonebeheerplan uit 2007. Om deze reden moet het plan nu opnieuw worden vastgesteld met de nieuwe grenzen. De grenzen worden verder wettelijk vastgelegd in de betreffende bestemmingsplannen. De wijziging van de grens van het industrieterrein heeft te maken met de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten op de terreinen ten noordoosten van het spoor. Omdat deze terreinen direct tegen de dorpskern aan zijn gelegen, is het wenselijk deze terreinen in de toekomst zodanig in te vullen dat een betere aansluiting bij de dorpskern (met bijbehorende bedrijvigheid) verkregen wordt. Daarom is besloten op deze terreinen geen wet geluidhinderinrichtingen (wgh inrichtingen) meer toe te staan. Wgh inrichtingen zijn alleen toegestaan op gezoneerde industrieterreinen en worden ook wel grote lawaaimakers genoemd. De betreffende inrichtingen zijn opgenomen in een lijst. In het zonebeheerplan uit 2007 was de locatie Soerense Zand (met bijbehorende bedrijvigheid) tevens toegerekend tot het industrieterrein (in het kader van aangrenzende bedrijvigheid). In dit gebied waren echter geen Wgh- inrichtingen toegestaan. Gelet op de beslissing het deel ten noordoosten van de spoorlijn te onttrekken aan het industrieterrein past het binnen deze systematiek om het Soerense Zand eveneens buiten de grenzen van het industrieterrein te laten. Daarnaast is in het kader van de bestemmingsplanactualisatie kritisch gekeken naar de aanwezige woningen binnen het gebied. De industrieterreingrens is opnieuw bepaald en burgerwoningen vallen niet meer binnen het industrieterrein, alleen nog bedrijfswoningen. Daardoor is de grens van het fysieke industrieterrein waar Wgh- inrichtingen zich kunnen vestigen vooral in het noordoosten kleiner geworden. Dit heeft uiteraard consequenties voor de zonegrens. Deze is door de wijzigingen in het noordoosten kleiner geworden. De in 2007 gereserveerde groeiruimte is hierbij bewaakt.
Zonebeheerplan 2012
6
kenmerk INT11.1101
Figuur 1.1 Industrieterrein Eerbeek Zuid
Zonebeheerplan 2012
7
kenmerk INT11.1101
Industrie in de gemeente Brummen De gemeente Brummen heeft zes bedrijven- en industrieterreinen. Het grootste terrein – Eerbeek zuid – is gezoneerd evenals het terrein Coldenhove. Daarnaast liggen verspreid in de gemeente bedrijven, alleen of in kleine clusters. - Kollergang (groot aantal bedrijven, niet gezoneerd) - Coldenhove (1 bedrijf, gezoneerd) - Rhienderen (niet gezoneerd) - De Hazenberg (niet gezoneerd) - Voorheen Drenth/HBU (klein terrein, niet gezoneerd)
1.4
Een stukje geschiedenis, zonering en sanering
Eerbeek zuid is een gezoneerd industrieterrein, waar het regiem van de Wet Geluidhinder op van toepassing is. Dat betekent dat de geluidemissie van het industrieterrein is vastgelegd in de vorm van een zone. Tekening 1 in bijlage I geeft een overzicht van de huidige situatie. Na vaststelling van de zone in 1986 is het zgn. saneringsprogramma uitgevoerd waarin is vastgelegd welke geluidbeperkende voorzieningen bedrijven moesten treffen om de geluidbelasting in de omgeving te beperken. Daarvoor werd budget gereserveerd door de Rijksoverheid. Na voltooiing van deze saneringsoperatie – eind jaren 90 – was de geluidemissie van het totale industrieterrein per definitie lager dan vastgelegd met de zonegrens. Bedrijven hadden immers – in meer of mindere mate – maatregelen getroffen om de geluidemissie te verkleinen. In de vigerende vergunningen van bedrijven is deze gesaneerde situatie uitgangspunt geworden. De saneringsoperatie na 1986 – als verplicht in de Wet geluidhinder artikelen 71 en 72 – had als doel de geluidbelasting op (en binnen) woningen met een geluidbelasting hoger dan 55 dB(A) terug te brengen. B&W van Brummen heeft aan Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Gelderland de saneringssituaties gerapporteerd (woningen met een geluidbelasting > 55 dB(A). GS hebben vervolgens een saneringsprogramma opgesteld en dit gemeld aan de Minister van VROM die vervolgens via het zgn. saneringsbesluit de kosten heeft bepaald. De – deels door de overheid bekostigde – voorzieningen dienden om de geluidbelasting op en in woningen definitief te verlagen. In de Handleiding zonering industrieterreinen (VROM, 1985) is gesteld dat na voltooiing van het saneringsprogramma de omvang van de zone in een aantal gevallen kan worden verkleind.
1.5
Zonebeheerplan
Doel van het plan Het plan dient om vergunningverlening, bestemmingsplanwijzigingen e.d. in een consequent en vast kader te kunnen uitvoeren. Het zonebeheerplan voorziet in een behoefte van de gemeente Brummen om ten aanzien van geluid op en rond het industrieterrein Eerbeek zuid duidelijkheid te scheppen over de te volgen lijn. Centraal daarbij staat de vraag: waar biedt de gemeente binnen de gegevens mogelijkheden ruimte aan bedrijvigheid en waar voor andere functies als woningbouw. Bovendien geeft de gemeente richting hoe om te gaan met deze verdeling van geluidruimte.
Zonebeheerplan 2012
8
kenmerk INT11.1101
Het zonebeheerplan geeft heldere lijn over invulling van de (geluid)ruimte op industrieterrein Eerbeek zuid
Het plan heeft geen juridisch bindende werking voor burgers en bedrijven. Het krijgt haar werking via uitvoeringsbesluiten, zoals bestemmingsplannen, vergunningverlening en besluiten met andere akoestische gevolgen. Indien zich relevante ruimtelijke wijzigingen op of rond het industrieterrein voordoen zal het zonebeheerplan worden geactualiseerd.
1.6
Zonering, MTG-waarden en woningbouw binnen de zone
Een geluidzone ligt rond een industrieterrein en omvat ten minste het gebied tussen het industrieterrein en de 50 dB(A)-geluidbelasting- contour op basis van de milieu of omgevingsvergunningen (art. 61 lid 2 Wgh). Meestal ligt een zone wat ruimer om de 50-dB(A)-contour en volgt bijvoorbeeld infrastructuur als wegen e.d. De vaststelling van een zone kan, daar waar vanuit rijkswege geen beperkingen zijn opgelegd, worden beschouwd als een beleidsmatige keuze omdat een afweging wordt gemaakt tussen belangen van industriële bedrijven enerzijds en woningen (en andere geluidgevoelige bestemmingen) anderzijds.
De ligging van de zone is het resultaat van de afweging tussen ruimte voor werken en wonen.
Op vaststelling, wijziging en opheffing van de zone in het algemeen zijn de artikelen 40 – 51 uit de Wet geluidhinder van toepassing. Voor voortbestaan, wijzigen en opheffing van bestaande zones gelden de artikelen 52 – 64. De bevoegdheden voor hogere grenswaarden binnen een zone zijn omschreven in de artikelen 110 – 114. Woningbouw binnen de zone (buiten het industrieterrein) is in principe mogelijk met geluidbelastingen tot 55 dB(A). De gemeente stelt daarvoor een hogere grenswaarde vast. MTG-waarden De akoestische situatie na sanering is in het saneringsprogramma vastgelegd in zgn. Maximale Toegestane Geluidbelasting (MTG‟s). Deze MTG‟s zijn bij alle woninggevels binnen de zonegrens vastgelegd. Vergunningverlening aan individuele bedrijven is vervolgens op deze MTG- waarden gebaseerd (en dus in feite op de gesaneerde situatie). Een lijst met vastgestelde, of in het kader van de voorgenomen bestemmingsplanwijziging noodzakelijke MTG- waarden is opgenomen in bijlage III. Zonebeheer Basis van het zonebeheer is een actueel akoestisch zonemodel van het industrieterrein t.g.v. industriële activiteiten en de wettelijke beperkingen welke worden gevormd door de vastgestelde MTG-waarden. Dit
Zonebeheerplan 2012
9
kenmerk INT11.1101
maakt inzichtelijk welke geluidniveaus op het terrein heersen, waar knelpunten liggen en wat belangrijke elementen (moeten) zijn in het geluidbeleid. Actueel akoestisch zonemodel is de basis voor het zonebeheerplan.
Deze actualisatie heeft tussen 2006 en 2011 plaatsgevonden. Het zonebeheer is een administratief systeem waarin bij wijzigingen wordt bekeken of deze akoestisch inpasbaar zijn. De actualisatie en het zonebeheer hebben geleid tot een beter inzicht in de geluidsituatie op Eerbeek zuid en de behoefte dit (beter) te omschrijven. Naast de vergunde geluidruimte voor bedrijven is in de actualisatie ook de geluidruimte van zgn. AmvB- bedrijven en bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit vallen meegenomen. Alle akoestisch relevante bedrijvigheid op het industrieterrein is zo in kaart gebracht. Een overzicht met technische gegevens van het akoestische rekenmodel van Eerbeek Zuid kan worden opgevraagd bij Adviesburo Van der Boom (
[email protected]) dat het zonebeheermodel actueel houdt.
1.7
Overige wet- en regelgeving
Het beperken en voorkomen van geluidsoverlast is grotendeels een gemeentelijke taak. De gemeente beschikt hiervoor over een complex juridisch en beleidskader op verschillende bestuursniveaus: beleid, wetten, het Activiteitenbesluit, algemene maatregelen van bestuur (AMvB‟s) en circulaires. Maar ook op provinciaal en rijksniveau gelden relevante wetten die van belang zijn voor het zonebeheer. Rijksniveau Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) De Wabo regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is een geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu (omvat in totaal 25 regelingen). De Wabo regelt de procedures voor onder andere de Wm-vergunning. De WABO is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Vanaf deze datum blijft de provincie bevoegd gezag voor de IPPC-bedrijven en Brzobedrijven. Deze situatie blijft ook na 2012 zo, wanneer naar verwachting de regionale omgevingsdiensten (RUD‟s) zijn ingesteld. Voor alle overige, voorheen provinciale, niet-IPPC- en niet-BRZO-inrichtingen zijn burgemeester en wethouders bevoegd gezag. Voor deze inrichtingen behouden Gedeputeerde Staten tijdelijk een deelbevoegdheid voor het milieudeel van de omgevingsvergunning. Deze deelbevoegdheid krijgt de vorm van een vvgb (verklaring van geen bedenkingen). Daarnaast behouden Gedeputeerde Staten de handhavingbevoegdheid voor het milieudeel van de betreffende inrichtingen. Beide bevoegdheden zijn tijdelijk totdat de regionale uitvoeringsdiensten zijn gerealiseerd (naar verwachting vanaf 1 januari 2013).
Zonebeheerplan 2012
10
kenmerk INT11.1101
Wet milieubeheer (Wm) Bijna alle bedrijven vallen onder de regels van de Wet milieubeheer. Dit betekent dat er geluidsnormen op de bedrijven van toepassing zijn om de woonomgeving te beschermen tegen geluidhinder. Vergunningsplichtige bedrijven hebben te maken met op maat gesneden geluidsvoorschriften en de geluidsnormen (grenswaarden) die gebaseerd zijn op de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (1998) van VROM. Een groot aantal bedrijven valt sinds 1 januari 2008 onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer), tenzij ze zijn aangewezen als vergunningplichtig in bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht. Voor deze bedrijven zijn algemeen geldende (geluid-)voorschriften van toepassing. Wet ruimtelijke ordening (Wro) Op grond van artikel 3.1 Wro stelt de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een bestemmingsplan vast. De Wro bepaalt dat de ruimtelijke inrichting moet voldoen aan de eis van een „goede ruimtelijke ordening‟. Verschillende functies mogen elkaar niet onaanvaardbaar negatief beïnvloeden en moeten op elkaar worden afgestemd. Door onder andere milieuzonering worden milieubelastende en milieugevoelige functies zoveel mogelijk gescheiden. In bestemmingsplannen wordt veelal aan de hand van een bedrijvenlijst vastgelegd welk type bedrijven zich mag vestigen op een industrieterrein. Tevens is in het plan de ligging van een geluidszone opgenomen. Crisis- en Herstelwet (Chw) De Chw is op 31 maart 2010 in werking getreden. Deze wet bevat een samenspel van tijdelijke regels en van permanente wetswijzigingen. Dit laatste is voor het aspect industrielawaai het geval. Belangrijk onderdeel van de wijzigingen is dat gemeenteraad de bevoegdheid heeft om de grenzen van een gezoneerd industrieterrein vast te stellen (waarop zich naast Wgh- inrichtingen ook niet- zoneringsplichtige bedrijven kunnen vestigen). Daarnaast hebben gemeenten een instrument gekregen die het oplossen van de problemen op gezoneerde industrieterreinen mogelijk maakt; de planfiguur een geluidsreductieplan is in het leven geroepen. Met een vastgesteld geluidsreductieplan kunnen vergunningen verleend worden als ze geen extra bijdrage leveren aan de al bestaande overschrijding. Vergunningen die wel extra bijdragen aan de bestaande overschrijding kunnen wel verleend worden zolang ze binnen de doelstellingen van een geluidsreductieplan passen. Een geluidsreductieplan is bedoeld voor industrieterreinen die “op slot” zijn. Industrieterrein Eerbeek zuid zit overigens niet „op slot‟
Provinciaal niveau De provincie Gelderland heeft een aantal taken die relevant zijn voor dit zonebeheerplan: - verlening en handhaving van omgevingsvergunningen voor enkele grote bedrijven binnen de gemeente; - vaststelling van structuurvisie, het ruimtelijke kader van de Wro. Gelders Milieu Plan In het Gelders Milieuplan (GMP-4, 2010) is de visie van de provincie Gelderland opgenomen op deze taken. In het Gelders Milieuplan ligt de nadruk op een gezonde, schone en veilige leefomgeving voor mens en natuur. Een leefomgeving waar de huidige en toekomstige generaties veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren. Om dit te bereiken, zijn maatregelen nodig die zijn gericht op het verkeer en vervoer, het bedrijfsleven, de landbouw en het wonen. De sectorale aanpak van individuele bronnen wordt niet langer toereikend geacht. De maatregelen in het GMP-4 zijn gericht op het bereiken van een bepaalde basiskwaliteit in 2012.
Zonebeheerplan 2012
11
kenmerk INT11.1101
In het GMP is aangegeven, dat bij ruimtelijke beslissingen getoetst wordt of aan geluidsnormen wordt voldaan. De provincie Gelderland streeft een gebiedsgerichte en zonering/brongerichte aanpak na. Het GMP-4 bevat beleidsinhoudelijk geen nieuwe thema's ten opzichte van het GMP-3, maar het heeft wel scherpere doelstellingen.
Gemeentelijk niveau De gemeente heeft een aantal taken welke relevant zijn voor dit zonebeheerplan: - verlening en handhaving omgevingsvergunningen voor bedrijven; - acceptatie en handhaving milieumeldingen (AMvB/Activiteitenbesluit) voor bedrijven;
Zonebeheerplan 2012
12
kenmerk INT11.1101
2 BESTAANDE AKOESTISCHE SITUATIE EERBEEK ZUID EN ZONEBEHEER
2.1
Eerbeek Zuid bestaande situatie 2012
Het industrieterrein Eerbeek Zuid en directe omgeving bestaat – akoestisch gezien – uit de volgende onderdelen: 1. Het industrieterrein, waarop bedrijven zijn gelegen; bedrijven hebben hier de ruimte. 2. De zone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens waarbinnen de geluidbelasting t.g.v. het industrieterrein boven de 50 dB(A) ligt. Woningbouw is beperkt mogelijk (tot 55 dB(A) gevelbelasting). De huidige zonegrens is weergegeven in tekening 1 in bijlage I. 3. De zonegrens die de zone afbakent. Buiten deze zone is woningbouw mogelijk zonder dat deze belemmeringen ondervindt van de akoestische zone. De Omgevingsvergunning (of het Activiteitenbesluit of AmvB) geeft bedrijven recht om binnen de daarin genoemde grenswaarden actief te zijn. Bij wijzigingen wordt bezien of - en zo ja hoe veel - extra dan wel minder geluidruimte nodig is. Vervolgens wordt getoetst aan de bestaande zonegrens of deze geluidruimte ook beschikbaar is. Bij nieuwe woningbouwplannen wordt bekeken of deze binnen de zone dan wel binnen de 55 dB(A)contour vallen. Verkeer op de openbare weg van het industrieterrein is - zoals gebruikelijk en wettelijk voorgeschreven niet meegenomen in het industrielawaaionderzoek. Dit aspect wordt wel meegenomen in het totale geluidbeleid van de gemeente Brummen.
2.2
Zonebeheer
De gemeente heeft verschillende instrumenten tot haar beschikking om te bepalen welke bedrijven zich waar op het industrieterrein gaan vestigen: - bestemmingsplan; - gronduitgifte; - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wet milieubeheer).
Het zonebeheer van de gemeente Brummen bestaat – conform bovengenoemde artikelen uit de Wet geluidhinder – uit: - het bijhouden van de akoestische situatie op terrein Eerbeek zuid via een digitaal akoestisch zonebeheermodel - toetsing van nieuwe aanvragen aan de beschikbare geluidruimte op de zonegrens en aan de vastgestelde MTG-waarden, - een zo rechtvaardig en praktisch zinvolle mogelijke verdeling aanhouden van de geluidruimte op het industrieterrein. Dit zonebeheer wordt uitgevoerd, door de gemeente Brummen.
Zonebeheerplan 2012
13
kenmerk INT11.1101
3 ANALYSE GELUIDSITUATIE
3.1
Algemeen
De geluidbelasting in de omgeving van Eerbeek zuid wordt vooral bepaald door een aantal grote bedrijven als De Hoop, De Zeeuw, Mayr Melnhof, Schotpoort e.d. Bij akoestische uitbreidingen moeten de geluidvoorschriften in hun vergunningen worden aangepast. Uitbreidingen zijn bovendien toegestaan mits ze binnen de zone blijven en MTG-waarden bij woningen niet worden overschreden. Op delen van het industrieterrein ligt de actuele 50 dB(A)-contour (situatie 2012) nabij de zonegrens. Op deze plaatsen wordt getracht de geluidbelasting binnen de zonegrens te houden en wordt gestreefd naar handhaving van de bestaande (gezoneerde) situatie en voorkomen van overschrijding van de MTGwaarden bij woninggevels. Andere delen van het industrieterrein bieden geluidruimte: de actuele 50-dB(A)-contour ligt daar (ruim) binnen de zonegrens.
3.2
Analyse
Uit de berekeningen blijkt dat op basis van de afgegeven vergunningen de actuele 50-dB(A)-contour geheel binnen de zonegrens valt, waarbij op een aantal plaatsen nog akoestische groeiruimte aanwezig is.
Zonebeheerplan 2012
14
kenmerk INT11.1101
4 VISIE GELUID EERBEEK ZUID
4.1
Visie op bestemmingen Eerbeek zuid
De gemeente Brummen wil ten aanzien van industrieterrein Eerbeek zuid:
aansturen op consolidatie van bedrijvigheid op het bedrijfsterrein.
bestaande rechten van bedrijven op basis van vigerende Omgevingsvergunningen in stand houden.
Bij herinvulling van terreinen ruim binnen de zone – waar nodig - meer (akoestische) ruimte bieden aan al gevestigde bedrijven.
bij bestaande bedrijfswoningen op het industrieterrein er naar streven de geluidbelasting op woningen niet hoger laten zijn dan 65 dB(A) overdag, 60 dB(A) in de avond en 55 dB(A) in de nacht. De geeft bij herinvulling voorrang aan bestaande bedrijven en zal bij herverdeling de voorkeur geven aan geluidsextensieve bedrijvigheid of woningen.
4.2
Akoestische uitwerking visie
Als gevolg van deze visie kiest De Gemeente Brummen ervoor om:
-
Een deel van de geluidruimte aan te houden voor toekomstige ontwikkelingen ten behoeve van bedrijven op het industrieterrein als aangegeven met de blauwe arcering op tekening 1 in bijlage I
-
De gemeente streeft er naar geen nieuwe akoestische knelpunten te creëren.
De gemeente kiest voor een herverdeling van (geluid) ruimte zonder bestaande rechten aan te tasten
De bestaande geluidruimte voor bedrijven wordt beschermd. Bij uitbreiding van activiteiten dient dit op een aantal plaatsen akoestisch neutraal te gebeuren om zonegrens en MTG-waarden te respecteren. Ruimte voor ontwikkeling bedrijven Op delen van het industrieterrein laat de gemeente akoestische ruimte, in eerste instantie voor de e uitbreiding van bestaande bedrijven en in 2 instantie voor nieuwe bedrijven. Op gevels van woningen mogen de MTG-waarden niet worden overschreden. Geluidgevoelige objecten binnen zonegrens
Zonebeheerplan 2012
15
kenmerk INT11.1101
De gemeente Brummen laat woningbouw toe tussen de nieuw vast te stellen zonegrens en 55 dB(A)-lijn. De binnenniveaus mogen – bij nieuwe woningen - te allen tijde de 35 dB(A)-waarde (etmaal) niet overschrijden. Tekening 1 in bijlage I geeft met arceringen aan waar bovengenoemde gebieden zich bevinden: het gaat om zgn. uitbreidingsgebieden industrie (blauw gearceerd), de 55 dB(A)-vergunningslijn, de zonegrens en de zgn. 55 dB(A)-lijn die in principe de (gereserveerde) geluidruimte voor bedrijven aangeeft.
Zonebeheerplan 2012
16
kenmerk INT11.1101
5 VERGUNNINGVERLENING EN ZONEBEHEER De nieuw vast te stellen zone wordt door de gemeente beheerd.
5.1
Werkwijze toetsing nieuwe of gewijzigde inrichtingen
Bij de (wijzigings)aanvraag voor een vergunningplichtig bedrijf dient een akoestisch onderzoek te worden ingediend. Het akoestische rekenmodel behorende bij de aanvraag wordt in het zonebeheermodel opgenomen. De bijdrage aan de zonegrens wordt getoetst. Het zonebeheer van de gemeente Brummen, als opgenomen in bijlage IV maakt duidelijk hoe de gemeente de verdeling van geluidruimte binnen de zone en toetsing van aanvragen daaraan gaat uitvoeren. Bij meldingen van bedrijven die onder het Activiteitenbesluit of een algemene maatregel van bestuur (AmvB) vallen wordt door de zonebeheerder de geluidemissie geschat, opgenomen in het zonebeheermodel en getoetst op de zonegrens. Indien nodig – bijvoorbeeld bij zoneoverschrijding – wordt in een nadere eis de geluidruimte vastgelegd. Bij een melding dient extra informatie te worden ingediend (zie voorbeeld in bijlage VII). Op basis van deze meter schat de zonebeheerder in welke geluidemissie moet worden toegekend. In beide gevallen wordt toepassing van het BBT- principe (best beschikbare technieken) beoordeeld. Volgens dit principe moet door de aanvrager worden onderzocht welke geluidbeperkende voorzieningen mogelijk zijn en tegen welke kosten. De gemeente maakt dan een overweging tussen de kosten en de te behalen geluidwinst. Wanneer een bedrijf – na toepassing van BBT – niet aan de eisen op de zone kan voldoen, is de inrichting niet inpasbaar of kan de uitbreiding niet plaatsvinden. Bij het ontstaan van nieuwe bedrijfssituaties wordt voor gevels van woningen gelegen op het industrieterrein in beginsel gestreefd naar maximale waarden voor de piekniveaus van 75/70/65 dB(A) in respectievelijk de dag/avond en nachtperiode. Hierbij zullen bestaande rechten van bedrijven worden gerespecteerd. Genoemde waarden zullen niet worden toegepast indien hier zwaarwegende redenen voor aanwezig zijn. Bij inpasbaarheid van een bedrijf wordt in de omgevingsvergunning de geluidbelasting in een aantal nabijgelegen zonepunten vastgelegd evenals die in een aantal referentiepunten, meestal op 50 m van de inrichtingsgrens. Tekening 1 in bijlage I geeft een overzicht van de situatie na de zonering.
Nieuwe activiteiten worden getoetst aan de zone en aan het BBT-principe. Zoneoverschrijdingen zijn niet toegestaan
Zonebeheerplan 2012
17
kenmerk INT11.1101
5.2
Werkwijze nieuwe woningen en bedrijven
Nieuwbouwplannen worden getoetst aan de vastgelegde geluidbelastingen op de kaart. Binnen de zone kan alleen na bestuurlijke afweging woningbouw worden gerealiseerd. Het binnenniveau mag dan niet meer dan 35 dB(A) bedragen. Buiten de zone zijn, op grond van het zonebesluit, geen beperkingen voor woningbouw aanwezig. Op het industrieterrein worden geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan. Nieuwe bedrijfssituaties op het industrieterrein worden getoetst aan op de zonegrens en op MTG/HW punten. Onderstaand schema geeft een samenvatting van de aan te houden grenswaarden. Tabel V.1
Werkwijze nieuwe situaties
Nieuw
Gebied
LAr,LT
woning
Industrieterrein
Niet mogelijk
woning
Binnen zone maar buiten ind. Terrein Op Industrieterrein
bedrijf
LAmax
opmerkingen
Max 55 dB(A)
Max 70 dB(A)
Alleen na Bestuurlijke
Op de gevel
Op de gevel
afweging
Streven naar
Streven naar maximaal
Cumulatie en BBT beginsel
maximaal
75 dB(A) op woninggevels op
65 dB(A)
industrieterrein Max 70 dB(A) op woningen buiten industrieterrein
5.3
Trillingen
Trillingen worden beschouwd op basis van de SBR richtlijnen A en B (2002) met betrekking tot hinder voor personen en schade aan gebouwen (zie bijlage VIII). De gemeente neemt bij relevante bedrijven standaard voorschriften t.a.v. trillingsniveaus op in omgevingsvergunningen en kan een onderzoek naar (potentiële) trillingshinder verlangen.
Zonebeheerplan 2012
18
kenmerk INT11.1101
BIJLAGEN
Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII
tekening 1 Akoestische situatie Eerbeek Zuid literatuurlijst, Verklarende woorden – en begrippenlijst lijst MTG-waarden woningen binnen zone zonebeheer Eerbeek Zuid zonebeheer Eerbeek Zuid, aanwijzingen voor de akoestisch adviseur. Formulier extra akoestische informatie Normstelling trillingen
Zonebeheerplan 2012
19
kenmerk INT11.1101
Bijlage I: Akoestische situatie Eerbeek Zuid
Toelichting tekening 1: De zonegrens (rood) en de 55-dB(A)-contour t.g.v. de cumulatie van de geluidbelasting t.g.v. alle (relevante) bedrijven, de nieuwe 55-dB(A)-lijn (oranje) en gearceerd de akoestische ruimte voor bedrijven: de algemene reserve (blauw).
Zonebeheerplan 2012
20
kenmerk INT11.1101
Akoestische situatie Eerbeek Zuid
55 dB(A) contour Industrieterrein Nieuwe 55 dB(A)-lijn Nieuwe zonegrens Geluidruimte Bedrijven: algemene reserve
Zonebeheerplan 2012
21
kenmerk INT11.1101
Bijlage II: Literatuurlijst, Toelichting symbolen en begrippen
Zonebeheerplan 2012
22
kenmerk INT11.1101
Literatuurlijst Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, 1998, VROM, Den Haag. Handleiding meten en rekenen industrielawaai, 1999, VROM, Den Haag. Handreiking Zonebeheerplan dec. 2006 NSG-richtlijn laagfrequent geluid, april 1999, Nederlandse Stichting Geluidhinder, Delft. SBR-richtlijn deel A schade aan gebouwen, aug. 2002, Stichting Bouwresearch, Rotterdam. SBR-richtlijn deel B hinder voor personen in gebouwen, aug. 2002, Stichting Bouwresearch, Rotterdam. Wet geluidhinder, 1979, SDU te Den Haag.
Zonebeheerplan 2012
23
kenmerk INT11.1101
Toelichting symbolen Symbool
Eenheid
Omschrijving
alu B Bi Cb Cd Cg Cm Cref Cstoor f hb hm ho Kxx = 1,2 of 3 LAeqi,LT LAri,LT LAr,LT LAeq,T
dB/m
Frequentieafhankelijke dempingfactor voor de luchtabsorptie
-
Bodemfactor
dB(A)
Geluidsbelasting op het immissiepunt vanwege het industrieterrein
dB
Bedrijfsduurcorrectieterm per beoordelingsperiode
dB
Diffusieteitscorrectie
dB
Gevelreflectieterm
dB
Meteocorrectieterm
dB
Correctieterm voor de meetafstand bij extrapolaties
dB
Stoorgeluidscorrectie
Hz
Frequentie
m
Bronhoogte ten opzichte van plaatselijk maaiveld
m
Hoogte van meetpunt ten opzichte van plaatselijk maaiveld
m
Beoordelingshoogte ten opzichte van plaatselijk maaiveld
dB
Toeslagen voor tonaal (x = 1), impulsachtig (x = 2) en muziekgeluid (x = 3)
dB(A)
Langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau
dB(A)
Langtijdgemiddeld deelbeoordelingsniveau
dB(A)
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau
dB(A)
A-gewogen equivalent geluidsniveau ten opzichte van een referentiedruk van
Ldag/Lavond Lnacht/Letmaa Leq,T
dB(A)
Beoordelingsniveau LAr,LT voor respectievelijk de dag,- avond,- nacht- en
dB
Equivalent geluids(druk)niveau ten opzichte van een referentiedruk van 20
Li LAmax Lstoor LW LWR ri rref R Ri Sm
dB/dB(A)
Gestandaardiseerd immissieniveau
dB(A)
Maximale A-gewogen geluidsniveau
dB/dB(A)
Geluids(druk)niveau van het stoorgeluid
dB/dB(A)
Geluidsvermogenniveau van de bron
dB/dB(A)
Immissierelevante bronsterkte
m
Afstand tussen bron en immissiepunt
m
Afstand tussen broncentrum en referentiepunt
m
Afstand tussen bron en meetpunt ten behoeve van bronsterktebepaling
Tb Tm To
uren
Bedrijfsperiode
minuten
Meetperiode
uren
Beoordelingsperiode
20 Pa over de periode T etmaalperiode
dB m
2
Pa over de periode T
Geluidsisolatie van wanddeel i Oppervlak van het meetvlak bij aangepast meetvlakmethode c.q. het door de meetlijn omsloten grondoppervlak bij de rondom-methode
Zonebeheerplan 2012
24
kenmerk INT11.1101
Toelichting begrippen Begrip/ terminologie
Notatie Omschrijving
Immissiepunt
De plaats waar het geluidsniveau wordt bepaald
Referentiepunt
Meet- of rekenpunt gebruikt als positie om van daaruit door extrapolatie het geluidsniveau op een beoordelingspunt te bepalen
Impulsachtig
Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het daar aanwezige geluid)
geluid
duidelijk waarneembaar impulskarakter. De waarneembaarheid van het impuls-karakter vindt op subjectieve wijze plaats
Muziekgeluid
Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het daar aanwezige geluid) duidelijk waarneembaar muziekkarakter. De waarneembaarheid van het muziekkarakter vindt op subjectieve wijze plaats
Tonaal geluid
Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het daar aanwezige geluid) duidelijk waarneembaar tonaal karakter. De waarneembaarheid van het tonale karakter vindt op subjectieve wijze plaats
Stoorgeluid
Het op een bepaalde plaats optredende geluid, veroorzaakt door andere geluidsbronnen dan die waarvan het geluidsniveau wordt bepaald
Dagperiode
De beoordelingsperiode van 07.00 tot 19.00 uur
Avondperiode
De beoordelingsperiode van 19.00 tot 23.00 uur
Nachtperiode
De beoordelingsperiode van 23.00 tot 07.00 uur
Meteoraam
De meteorologische omstandigheden waaronder een goede en stabiele geluidsoverdracht plaatsvindt
Gevel (uitwendige
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt
scheidingsconstru
van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak
ctie) MTG
dB(A)
Maximaal Toegestane Geluidbelasting
Representatieve
Situatie waarbij de voor de geluidsproductie relevante omstandigheden
bedrijfssituatie
kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de te
(RBS)
beschouwen etmaalperiode
Bedrijfstoestand
Toestand van een inrichting, die relevant is voor te verrichten metingen
Invallend
Het geluidsniveau dat op een gevel invalt zonder dat hierbij de eigen
geluidsniveau
gevelreflectie betrokken wordt
Meethoogte
hm [m]
De hoogte van het immissiepunt boven maaiveld waarop de microfoon voor de geluidsmetingen zich bevindt
Beoordelingshoogt ho [m]
De hoogte van het beoordelingspunt boven het maaiveld
e Beoordelingspunt
Het punt waar het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt bepaald en getoetst aan (eventuele) grenswaarden
Equivalent
LAeq,T
Het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse, in
geluidsniveau in
[dB(A)]
de loop van een bepaalde periode optredende geluid
Gestandaardiseer
Li
Het equivalente geluidsniveau dat tijdens een bepaalde bedrijfstoestand onder
d immissieniveau
[dB(A)]
meteoraamomstandigheden op een bepaalde plaats en hoogte wordt
dB(A)
Zonebeheerplan 2012
25
kenmerk INT11.1101
vastgesteld Immissierelevante
LWR
Het geluidsvermogen in octaafbanden of in dB(A) van een denkbeeldige
bronsterkte
[dB(A)]
monopool, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de richting van het immissiepunt dezelfde geluidsdrukniveaus veroorzaakt als de werkelijke geluidsbron
Langtijdgemiddeld
LAeqi,LT
Equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode
deelgeluidsniveau
[dB(A)]
ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een immissiepunt, bij een meteo-gemiddelde geluidsoverdracht, zo nodig gecorrigeerd voor de gevelreflectie
Referentieniveau
L95
achtergrondgeluid
[dB(A)]
Zonegrens
Geluidniveau dat 95% van de tijd wordt overschreden (statistische grootheid)
Grens waarop de geluidbelasting t.g.v. alle bedrijven op het industrieterrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A).
Etmaalwaarde
dB(A)
De hoogste van de geluidbelasting - overdag (07-19 uur) - ‟s avonds (19-23 uur) verhoogd met 5 dB(A) - ‟s nachts (23 – 07 uur) verhoogd met 10 dB(A)
BBT
Zonebeheerplan 2012
Best beschikbare technieken
26
kenmerk INT11.1101
Bijlage III: Lijst MTG-waarden woningen binnen de zone
Zonebeheerplan 2012
27
kenmerk INT11.1101
Zonebeheerplan 2012
28
kenmerk INT11.1101
Adres
Postcode
Aantal
Belasting
Boerhaavelaan 7,9,11,13,15,17,19,21,23,25,27
6961 ZR
woningen
in dB(A)
11
55
Boerhaavelaan 10,12,14,16,18,20,22,24,26
6961 ZV
9
55
Beekpad 7
6961 DW
1
55
Coldenhovenseweg 7,9,11
6961 EA
3
55
Coldenhovenseweg 8
6961 ED
1
55
Coldenhovenseweg 45,53,55,59,61
6961 EB
5
55
Coldenhovenseweg 46,48,50,52,54,56,58,60,60A,62
6961 EE
10
55
Coldenhovenseweg 91,93,150
6961 LE
3
55
Doonweg 1
6961 LK
1
55
W. Eindhovenstraat 2,4,6,8
6961 CK
4
55
Enkweg 13,15,17,19,22,24,26,28,30
6961 VK
9
55
Enkweg 21,23,25,27
6961 GX
4
55
Enkweg 34,36,38,40,42,44,46
6961 GZ
7
55
Karel van Gelreweg 2,4
6961 LB
2
57
Karel van Gelreweg 6,8,12
6961 LB
3
55
Karel van Gelreweg1
6961 LA
1
55
‟t Haagje 2,4,8,14,22,24,26,28,30,32
6961 GM
10
55
‟t Haagje 3
6961 GL
1
55
‟t Haagje 34
6961 GN
1
55
‟t Haagje 36,38,40,42
6961 GN
4
56
‟t Haagje 44,46,48
6961 GN
3
57
‟t Haagje 50,52
6961 GN
2
58
‟t Haagje 54,56
6961 GN
2
60
Harderwijkerweg 16,18
6961 GJ
2
55
Harderwijkerweg 20,22
6961 GJ
2
59
Harderwijkerweg 24,26,30,32,34,36
6961 GE
6
55
Harderwijkerweg 27,29,31,33,35,37
6961 GH
6
55
Huygenslaan 1,3,5
6961 XP
3
55
Huygenslaan 6,8
6961 XR
2
55
Kloosterstraat 2,4,6
6961 WT
3
55
Kloosterstraat 8,10,12,14,16,26
6961 WT
6
56
Kloosterstraat 18
6961 WT
1
58
Kloosterstraat 20,24
6961 WT
2
57
Kloosterstraat 28
6961 WT
1
55
Kloosterstraat 23,25,27,29,35,37,39,41
6961 WN
8
55
Kloosterstraat 42,44,46,48,50,52
6961 WV
6
55
Kloosterstraat 43,45
6961 WP
2
55
Loenenseweg 1,3
6961 CL
2
55
Loenenseweg 2
6961 CR
1
55
Zonebeheerplan 2012
29
kenmerk INT11.1101
Adres
Postcode
Aantal
Belasting
J. Mankesstraat 2,4,6,8,10,12,14,16,18,20,20A,22,
6961 VG
woningen
in dB(A)
23
55
6961 VC
18
55
J. Mankesstraat 49,51,53,55,57,59,61,63,65,67,69,71
6961 VD
12
55
J. Mankesstraat 50,52,54,56,58,60,62,64,66,68,70,72
6961 VH
18
55
6961 VJ
12
55
J. Mankesstraat 73,75,77,79,81,83,85,87,89,91,93
6961 VE
11
55
W. de Merodestraat 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,
6961 GW
22
55
Nobelstraat 5,7,9,11,13,15,17
6961 XV
7
55
Nobelstraat 4,6,8,10,12,14,16,18,20
6961 XW
9
55
O. Nassauplein 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10
6961 CH
10
55
Poelkampstraat 1,3,5,7
6961 VR
4
57
Poelkampstraat 4,6,8,10,12,14,16,18,20,22,24,26,28
6961 VT
13
55
Poelkampstraat 9,11,13,15,17,19,21,23,25,27,29,31,33
6961 VR
13
55
Poelkampstraat 35,37,39,45,47,49,51,53,55,57,59,61
6961 VS
18
55
Putskamp 9,10,11,12
6961 WB
4
55
Ruijgenbosweg 45,47,49,51,53,55
6961 GT
6
55
Ruijgenbosweg 52,54,56,58,60,62
6961 GV
6
55
Ruijgenbosweg 57,59,61
6961 GT
3
58
Ruijgenbosweg 63
6961 GT
1
59
Ruijgenbosweg 65,67
6961 GT
2
60
Weth. Sandersstraat 5,(26,25,27,29,31*) 31A,33,33A
6961 HA
19
55
6961 HB
19
55
6961 HC
15
55
A.C.W. Staringstraat 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14
6961 HD
14
55
Stationsstraat 1,2,5,5a
6961 DX
4
55
Steenbeekstraat 1,3,5,7,(9,11,13,15*),17,19, 21,23
6961 GP
12
55
Steenbeekstraat 4,6,8
6961 GS
3
55
Steenbeekstraat 10,12
6961 GS
2
57
Steenbeekstraat 25,27,29,31,33,35,37,39,41,43,45
6961 GR
11
55
Steenbeekstraat 47,49,51,53
6961 GR
4
56
Steenbeekstraat 55,57
6961 GR
2
57
Stuijvenburchstraat 39,41,43,45,47,49a,51
6961 CV
7
55
Stuijvenburchstraat 40,44,48,52,56
6961 CW
5
55
24,26,28,30,32,34,36,42,44,46,48 J. Mankesstraat 7,9,11,13,15,17,19,21,23,25,27,29,31 33,35,37,39,41
74,76,78,80,82,84 J. Mankesstraat 86,88,90,92,94,96,98,100,102,104, 106,108
15,16,18,20,22,24,26,28
63,65,67,69,71,73
35,35A,37,39,41,45,47,49,51 Weth. Sandersstraat 36,38,40,42,44,46,48,50,52,54, 54,56,58,60,62,64,66,68,70,72 Weth. Sandersstraat 76,78,80,82,84,86,88,90, (92,94,96,98,100,102,10*)
Zonebeheerplan 2012
30
kenmerk INT11.1101
Adres
Postcode
Aantal
Belasting
Tullekenweg 8
6961 EM
woningen
in dB(A)
1
55
Veldkantweg 89a,91,93,95,97,(99,101*) Volmolenweg 2,4,6
6961 HH
7
55
6961 VN
3
56
Volmolenweg 18
6961 VN
1
57
Volmolenweg 1,13,15,17,19,21,23,25,27,29,31,33
6961 VL
12
55
Volmolenweg 8,10,12,20,22,24,26,28,30,32,34,40
6961 VN
12
55
Volmolenweg 35,37,39,41,43,45,47,49,51,53,55,57
6961 VM
20
55
6961 VP
8
55
59,61,63,65,67,69,71,73 Volmolenweg 42,44,46,50,52,54,56,58
(*) Betreft na zonevaststelling afgebroken woningen waarvan de MTG-waarden blijven gelden tot de woningen definitief uit het bestemmingsplan zijn verwijderd. Na 1995 verleende hogere waarden Adres
Postcode
Aantal
Belasting
woningen
in dB(A)
‟t Haagje 12,16,16a,18,18a,20,20a
6961 GN
7
55
Beekkerkpad 2,4,6,8,10,12,14,16
Nb.
8
55
Wethouder Sandersstraat 3
6961 HA
1
55
Boerhaavelaan (naast nummer 6)
6961 WT
2
55
Loenenseweg 2a
6961 CR
1
55
Parallelweg 1,3,5,7,9,11,13,15,17,19,21,23
Nb.
12
55
Enkweg 44a
6961 GZ
1
55
Steenbeekstraat 2, 2a,2b,2c,2d
6961 GS
5
55
Doonweg, gebouw B, nr. 1, 5, 9, 13
6961 KW
4
51
Zonebeheerplan 2012
31
kenmerk INT11.1101
Bijlage IV: Zonebeheer Eerbeek Zuid
Zonebeheerplan 2012
32
kenmerk INT11.1101
Zonebeheer In deze paragraaf is de manier waarop de geluidsruimte wordt verdeeld bij Wabo beschikkingen en meldingen krachtens de Wet milieubeheer toegelicht. Doel daarvan is de schaarse geluidsruimte zuinig en doelmatig te beheren. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijven zich niet op het Industrieterrein Eerbeek Zuid kunnen vestigen, omdat de grenswaarden overschreden worden en kavels niet of onvoldoende benut worden waarvoor zij bestemd zijn. De totale geluidsruimte zal daarbij altijd bestaan uit de reeds verdeelde geluidsruimte en de daarna nog bestaande reserve. Wat de reserve betreft, is sprake van een algemene reserve. De volgende definities worden daarvoor aangehouden. Met een transparante werkwijze kan de geluidsruimte dynamisch worden beheerd. Dit wil zeggen dat de geluidsruimte wordt vastgelegd op een kaart. Er wordt onderscheid gemaakt in: - Vergunde ruimte: geluidsruimte die samenhangt met de vergunde activiteiten van bedrijven of aanvragen die in behandeling zijn genomen en daarmee samenhangende ontwerpbesluiten, zoals vastgelegd op een verkavelingskaart. - Algemene reserve: het deel van de gereserveerde geluidsruimte van het gehele industrieterrein dat resteert na toebedeling van de vergunde ruimte en de bestemmingsruimte.
Het zonebeheer beoogt duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop de geluidemissie van bedrijven op een gezoneerd industrieterrein wordt beheerd met als doel: - adequate vergunningsvoorschriften m.b.t. geluid te maken voor bedrijven - woningen op en rond het industrieterrein akoestisch te beschermen. Dit wordt gewaarborgd door op de zonegrens te zorgen voor een geluidbelasting t.g.v. alle bedrijven gezamenlijk van 50 dB(A) etmaalwaarde, d.w.z. 50 dB(A) overdag, 45 dB(A) in de avond en 40 dB(A) in de nacht. Basis voor het zonebeheer is een digitaal akoestisch rekenmodel waarmee de geluidbelasting op de omgeving kan worden bepaald op basis van akoestische gegevens van bedrijven. Een rekenmodel bestaat uit rekenpunten, objecten (gebouwen e.d.), bodemgebieden (harde en zachte bodem) en geluidbronnen (transporten, afzuigingen, heftrucks e.d.). Het zonebeheerplan geeft het overwegingkader t.a.v. het beheer van de zone. Daarin zijn de volgende aspecten van belang: - procedures en taakverdeling zonebeheer - aanvragen en verwerken gegevens - toetsing aan zonegrens en MTG-waarden, BBT- principe - verdeling geluidruimte bij wijzigingen - piekniveaus - klachtenprocedure - bouw en sloop gebouwen Procedures en taakverdeling Eerbeek zuid kan worden beschouwd als een stabiel industrieterrein, d.w.z. dat er weinig (substantiële) wijzigingen in de geluidemissie van bedrijven plaatsvinden. Doordat een aantal grote bedrijven maatgevend is op de zonegrens zullen er bij wijzigingen op het terrein slechts beperkte verschuivingen
Zonebeheerplan 2012
33
kenmerk INT11.1101
optreden in de vergunde geluidruimte. Aanvragen en meldingen van bedrijven worden door de gemeente Brummen behandeld. De gemeente legt als zonebeheerder een verzoek om toetsing van de aanvraag voor aan het bureau dat het akoestische rekenmodel beheert (verder het bureau genoemd). Dit bureau toetst de akoestische informatie en bijdrage op de zonegrens cq MTG- woningen en adviseert de gemeente (zonebeheerder) over de op te nemen voorschriften cq nadere eisen. Aanvragen en verwerken gegevens Bij elke aanvraag of indiening van een kennisgeving / melding in het kader van het Activiteitenbesluit of een AMvB dient door de aanvrager een akoestisch rekenmodel dan wel een beknopte inventarisatie van de geluidemissie te zijn gevoegd. Deze informatie wordt in het zonebeheermodel gezet, waarna de bijdrage van het bedrijf op de zonegrens wordt getoetst. Omgevingsvergunning Wanneer een bedrijf een aanvraag voor een omgevingsvergunning aankondigt beslist de zonebeheerder of een akoestisch onderzoek wordt verlangd op basis van de aard van het bedrijf, de wijziging en de ligging van het bedrijf. Artikel 2.14 lid 3 WABO stelt dat het bevoegd gezag bij de beslissing tot het verlenen van een omgevingsvergunning de grenswaarden die gelden voor een gezoneerd industrieterrein in acht moet nemen. Wanneer een akoestisch onderzoek noodzakelijk is stelt het adviesbureau het digitale objectenmodel van het industrieterrein beschikbaar. De akoestisch adviseur van de aanvrager is verplicht gebruik te maken van dit model. Daarbij gevoegd is tevens een toelichting op het gebruik van het model (zie einde bijlage VI). De daarop volgende aanvraag gaat vervolgens veelal vergezeld van een akoestisch onderzoek, waarvan het digitale rekenmodel aan het adviesbureau wordt verzonden. Op basis van de aangereikte gegevens bepaalt het adviesbureau: - Of de geluidbelasting op de zonegrens niet onaanvaardbaar toeneemt. - Indien noodzakelijk, hoe veel reductie moet worden nagestreefd om akoestisch inpasbaar te zijn. Het bureau geeft daarover een advies aan de gemeente (vergunningverlening). Daarin wordt ook beschouwd of naar het inzicht van het adviesbureau voldaan wordt aan het BBT-principe. Wanneer de zonebeheerder problemen voorziet bij de zone-inpassing danwel MTG-grenswaarden of onvoldoende gegevens heeft meldt hij dat aan de gemeente. Is inpassing zonder meer mogelijk dan wordt het model definitief opgenomen in het zonebeheermodel en meldt het adviesbureau de nieuwe totale geluidbelasting op de relevante zonepunten aan de gemeente.
Zonebeheerplan 2012
34
kenmerk INT11.1101
AMvB-bedrijven en bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit vallen Bij AMvB-bedrijven en bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit vallen, gelden algemene regels op basis van art. 8.40 van de Wet Milieubeheer. In principe hoeft een bedrijf alleen een melding te doen bij het bevoegd gezag. In deze melding staan vrijwel geen akoestisch relevante gegevens. Voor deze bedrijven gelden standaardgrenswaarden van 50 dB(A) etmaalwaarde op 50 m of de meest nabijgelegen woningen (binnen 50 m). Meestal heeft een bedrijf deze ruimte niet nodig en wordt daarom voor AMvB-bedrijven of bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit vallen in veel gevallen te veel geluidruimte gereserveerd. Het bevoegd gezag heeft echter de mogelijkheid nadere eisen te stellen die de geluidemissie beperken. De gemeente Brummen kan een nadere eis opleggen wanneer: - Uitgaande van de standaardgrenswaarden uit het besluit de bijdrage van het bedrijf leidt tot een overschrijding van de zonegrens en deze bijdrage relevant is (0.1 dB(A) of meer, d.w.z. bijdrage van minimaal 40- dB(A) op de zonegrens). - Uit de akoestische inventarisatie – vastgelegd in het Formulier extra akoestische informatie – blijkt dat de nadere eis het bedrijf niet belemmert. - Er meerdere bedrijven zijn, welke een beroep kunnen doen op de beschikbare geluidruimte. Dit is ter beoordeling van de zonebeheerder. Het Formulier extra akoestische informatie is als bijlage VII opgenomen. Toetsing aan de zonegrens en MTG-woningen, BBT-principe De aangevraagde cq gemelde geluidemissie wordt getoetst aan de zonegrens en op woningen met een MTG-waarde. Uitgangspunt is dat - de 50-dB(A)-waarde op de zonegrens niet wordt overschreden en - dat MTG- waarden op woningen worden gerespecteerd. Wanneer – in het zeldzame geval – de zonegrens of MTG-waarden worden overschreden zijn er 3 opties. In volgorde van aanpak zijn dit: - het aanvragende bedrijf moet (nog meer) geluidbeperkende voorzieningen treffen of is niet inpasbaar. - andere in de betreffende toetsingspunten maatgevende bedrijven moeten geluidruimte inleveren; dit vergt uiteraard overleg. - de zonegrens moet worden verlegd of een MTG-waarde moet worden verhoogd. Sinds de wetswijziging van 1 januari 2007 is de hoofdregel dat de burgemeester en wethouder bevoegd zijn om binnen de grenzen van hun gemeente een hogere waarde vast te stellen (artikel 110a, eerste lid Wgh) behalve wanneer het een sanering van het industrieterrein betreft (artikel 63, tweede lid Wgh); dan is de Minister bevoegd gezag. MTG-waarden MTG-waarden zijn vastgesteld bij alle woningen binnen de zonegrens. MTG-waarden kunnen alleen via bestemmingsplanwijzigingen worden verhoogd (artikel 46 Wgh), waarbij de verhoging maximaal 5 dB(A) mag zijn tot een waarde van 60 dB(A).
Zonebeheerplan 2012
35
kenmerk INT11.1101
Wanneer woningen binnen de zone worden geamoveerd kunnen de MTG-waarden voor die woningen in principe vervallen (na bestemmingsplanwijziging). Toetsing aan de zone – en andere MTG-waarden – wordt dan maatgevend. BBT-principe De zonebeheerder geeft een oordeel over de toepassing van het BBT-principe in de aanvraag. Van belang is dat de geluidemissie zo veel mogelijk wordt beperkt uitgaande van de state of the art. Daarbij speelt de verhouding tussen de kosten en de te realiseren geluidwinst een belangrijke rol. De zonebeheerder geeft daarover een advies aan de gemeente. Verdeling en wijzigingen geluidruimte De gemeente Brummen streeft ernaar de beschikbare geluidruimte zo goed mogelijk te verdelen. Uitgangspunt is de actuele akoestische situatie, als vastgelegd in het digitale zonebeheermodel. Wanneer de geluidemissie van bedrijven gelijk blijft dan wel afneemt is dat zonder meer mogelijk. Bij een toename van de (aangevraagde) geluidruimte spelen de volgende overwegingen in ieder geval een rol: - komt het (het voortbestaan van) het bedrijf in gevaar. - passen de te maken kosten voor geluidbeperkende voorzieningen om de uitbreiding/wijziging akoestisch neutraal te laten plaatsvinden binnen het BBT- principe - moeten MTG- waarden bij woningen worden verhoogd - welke gevolgen van de akoestische uitbreiding zijn er voor de geluidruimte voor alle overige bedrijven op het industrieterrein. Bij vertrek cq overname van bedrijven wordt de vergunde geluidemissie van het bedrijf/perceel in principe gehandhaafd en voor nieuwe activiteiten - indien technisch mogelijk – verlaagd, tenzij – na bestuurlijke afweging – reductie dan wel uitbreiding van geluidruimte van groot belang is. De zonegrens, MTG-waarden en vergunde geluidruimte voor de overige bedrijven zijn daarbij echter leidend. De zonegrens biedt meer geluidruimte dan conform de vergunning is vastgelegd. Daarmee bestaat in principe geluidruimte voor uitbreiding van de geluidemissie van bedrijven: de algemene reserve. De vastgestelde MTG- waarden zijn daarbij meestal bepalend. Bij de afweging om gebruik te maken van deze ruimte zijn bovenstaande overwegingen leidend.
Zonebeheerplan 2012
36
kenmerk INT11.1101
Nieuwe kavels Bij de uitgifte van nieuwe kavels aan bedrijven moet de afdeling Ruimte en de zonebeheerder vooraf 2 (kunnen) aangeven welke geluidruimte beschikbaar is (in dB(A)‟s per m ). De aanvrager moet, middels een akoestische rapportage dan wel het Formulier extra akoestische informatie (bijlage VII), aangeven of hij aan deze eisen kan voldoen. Piekniveaus Piekniveaus t.g.v. nieuwe bedrijfsactiviteiten mogen op woningen buiten het industrieterrein in beginsel niet hoger liggen dan 70/65/60 dB(A) in dag/avond en nacht. Bij woningen op het industrieterrein mogen deze waarden maximaal 5 dB(A) hoger liggen. Deze grenswaarden zijn opgenomen om een minimale bescherming te bieden aan woningen op het industrieterrein en gelden alleen voor nieuwe activiteiten. Genoemde waarden zullen niet worden toegepast indien hier zwaarwegende redenen voor aanwezig zijn. Bouw en sloop gebouwen De bouw en sloop van gebouwen binnen de zone moet worden gemeld aan de het adviesbureau dat daarmee het zonebeheermodel actueel kan houden. Klachtenprocedure De gemeente vindt het belangrijk inzicht te hebben in klachten t.a.v. geluid op en rond het industrieterrein. Burgers en bedrijven met klachten t.a.v. geluid kunnen daarom contact opnemen met de gemeente, telefoon 0575 56 82 33. In de avond en nacht is de politie bereikbaar. Deze geeft de klachten door. Klachten kunnen echter ook rechtsreeks met betrokkenen (bewoners, bedrijf) worden besproken. Dat leidt over het algemeen tot een snellere afhandeling. Registratie van geluidklachten De klachtenregistratie en behandeling van geluidklachten is soms moeilijk. Dit komt doordat er naast de geluidbron een veelvoud aan andere factoren meespelen. Deze geluidhinderfactoren zijn: Het geluidniveau van overige bronnen Hoe hoger het geluidniveau des te meer onze verbale communicatie wordt verstoord en hoe groter de prikkeling en de stress worden. Het geluid gaat dan ook steeds meer overheersen; De voorspelbaarheid Onregelmatige geluiden zijn in het algemeen hinderlijker dan voorspelbare en constante geluiden. Hoe onvoorspelbaarder een geluid des te meer prikkeling en stress er kan ontstaan; Gevoel van beheersbaarheid / beïnvloeding Als er geen gevoel van beheersbaarheid is dan ontstaat er ook steeds meer prikkeling en stress. Daarnaast spelen de volgende factoren ook een rol: 1. Geluid wordt als onnodig ervaren; 2. Gevoeligheid voor geluid; 3. De relatie met de geluidbron; 5. De gedachte dat geluid altijd schadelijk is voor de gezondheid;
Zonebeheerplan 2012
37
kenmerk INT11.1101
6. Geluid wordt geassocieerd met angst; 7. Ontevredenheid over andere aspecten in de leefomgeving. Eigenlijk heeft maar één van deze in totaal tien factoren direct met het geluid zelf te maken, te weten het geluidniveau van de bron. De andere zijn de zogenaamde niet- akoestische factoren. Een belangrijke rol bij de beheersing van het geluidklimaat in de woon- en leefomgeving is dan ook weggelegd voor communicatie. Door communicatie kunnen mensen, instanties en bedrijven aan hun omgeving duidelijk maken wat ze aan het doen zijn en waarom ze dat doen (zoals bv. nachtelijke onderhoudswerkzaamheden). Behandeling geluidklachten Indien sprake is van een geluidsklacht over een bedrijf dat op het industrieterrein gelegen is, wordt altijd onderzocht of voldaan wordt aan de zonecontour van het industrieterrein. De bedrijven op mogen op de zonegrens gezamenlijk niet meer dan 50 dB(A) produceren. Om deze totale geluidsbelasting te kunnen beheren zijn de geluidsbronnen van alle bedrijven ondergebracht in een rekenmodel. Bij de afhandeling van klachten worden de volgende stappen ondernomen Administratief 1. Het registreren van de klacht in het Milieuprogramma. 2. Een ontvangstbevestiging van de klacht naar de klager. 3. In het ontvangstbericht wordt de vervolgprocedure aangegeven. 4. De klager wordt op de hoogte gehouden van de voortgang. Dit kan per telefoon, e-mail of brief zijn Prioriteitstelling 1. Er wordt een initieel onderzoek uitgevoerd naar de klacht. Een klacht wordt hierbij bekeken ook ernst, impact en de noodzaak voor direct ingrijpen. Hiermee wordt bepaald welke prioriteit een klacht heeft. 2. Is er sprake van een incident, dan is de noodzaak tot direct ingrijpen klein. Onderzoek van de klacht zelf Hierbij zijn onder andere de volgende vragen aan de orde: Wat is de directe oorzaak van de klacht? Dit kan bijvoorbeeld zijn een toeleverancier, of ontstaan zijn bij het transport of in het productieproces? In voorkomende gevallen zullen geluidmetingen worden uitgevoerd. Na uitvoering van het onderzoek 1. Op basis van de uitkomst van het onderzoek wordt beoordeeld worden of, en zo ja welke, actie er nodig is. 2. Er zal een schriftelijke communicatie met de klager zijn over de uitkomst van het onderzoek en het besluit of er wel/geen actie volgt. 3. Indien relevant worden de resultaten van een eventueel vervolgtraject aan de klager meegedeeld, en wordt de klacht afgesloten.
Zonebeheerplan 2012
38
kenmerk INT11.1101
Bijlage V: Zonebeheer Aanwijzingen akoestisch adviseur (juni 2012)
Zonebeheerplan 2012
39
kenmerk INT11.1101
Toelichting gebruik zonemodel Industrieterrein Eerbeek zuid Het industrieterrein Eerbeek zuid is gezoneerd ingevolge de Wet geluidhinder. In overeenstemming met de Wet geluidhinder mag de geluidbelasting ter plaatse van de zone niet meer bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Om de grenswaarden ter plaatse van de zone te bewaken is een zonebeheermodel opgesteld. Voor dit model is gebruik gemaakt van het programma Geomilieu. In het zonebeheermodel zijn ter plaatse van de bedrijven geluidbronnen gesitueerd. De geluidemissie van deze geluidbronnen geeft de vergunde situatie weer. De geluidbronnen kunnen zijn afgeleid van een concreet akoestisch onderzoek danwel fictieve bronnen betreffen, indien geen akoestisch onderzoek is uitgevoerd. Verder zijn relevante gebouwen en bodemgebieden gemodelleerd. Ter plaatse van een groot aantal om het industrieterrein gelegen woningen zijn zonebewakingspunten gesitueerd. Op deze punten worden de maximale toegestane grenswaarden bij deze woningen bewaakt. Daarnaast zijn zonebewakingspunten ter plaatse van de zone gesitueerd om ook hier de grenswaarden te kunnen bewaken. De akoestische onderzoeken dienen te worden uitgevoerd conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999, of een formeel gepubliceerde vervanger van deze handleiding. Informatie hierover moet worden opgevraagd bij de gemeente. Gebruik van het objectenmodel Ten behoeve van akoestische onderzoeken wordt een objectenmodel aangeleverd. Het objecten-model bevat relevante objecten, bodemgebieden en zonebewakingspunten. De zone is in het model gevisualiseerd; op de zone is een aantal zonebewakingspunten opgenomen. De aanvrager of diens adviseur is alleen bevoegd om items binnen de grenzen van de inrichting te wijzigen, te verwijderen of aan te vullen. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door geluidbronnen in de directe omgeving van de inrichting, die wel aan de inrichting zijn toe te rekenen (bijvoorbeeld Iaden/lossen). Daarnaast mogen ook ontvangerpunten worden geplaatst ten behoeve van controlemetingen en/of opname in de vergunningsvoorschriften. Gedacht kan worden aan punten op een afstand van maximaal 50 meter vanaf de inrichtingsgrenzen, in vier windrichtingen. Indien overige aanpassingen buiten de inrichtingsgrenzen noodzakelijk zijn dient dit te worden afgestemd met de zonebeheerder. Voor toetsing op inpasbaarheid en voor de opstelling van geluidvoorschriften dient het ingevulde model te worden geretourneerd aan de gemeente Brummen. Het model dient zodanig te zijn ingevuld dat rekening wordt gehouden met de representatieve bedrijfssituatie. Eventuele effecten van geluidemissiereducerende maatregelen aan geluidbronnen dienen direct te zijn verwerkt in de bronvermogenniveaus. Indien aanpassingen buiten de inrichtingsgrenzen zijn aangebracht, dient te worden aangegeven welke aanpassingen dit waren en waarom ze zijn aangebracht. Indien relevant kunnen separaat modellen worden aangeleverd met: - aparte maximale bronnen voor de berekening van maximale geluidniveaus; - equivalente en maximale bronnen voor incidentele bedrijfssituatie(s); - equivalente bronnen ten behoeve van verkeersaantrekkende werking.
Zonebeheerplan 2012
40
kenmerk INT11.1101
Akoestisch inhoudelijke modelregels Om een eenduidige wijze van modelleren te krijgen zijn een aantal aandachtspunten geformuleerd. -
-
De Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999 wordt toegepast. Modellen die oorspronkelijk volgens een andere beoordelingswijze zijn opgesteld (IL-HR-13-01 of ISO 1996) dienen bij een revisievergunningaanvraag in overeenstemming met de Handleiding 1999 te worden gebracht of met een formeel gepubliceerde vervanger van deze handleiding; Voor de berekening van maximale geluidniveaus wordt conform de Handleiding 1999 gerekend inclusief meteocorrectie Cm; Het zonebeheermodel is ingevoerd op rijksdriehoekscoördinaten en leent zich voor het gebruik op een topografische ondergrond; Er dient gebruik te worden gemaakt van een bodemfactor van de gebieden buiten de ingevoerde bodemgebieden van 1,0; De standaard maaiveldhoogte van het gehele gebied is 0 meter; Als in de vergunningsvoorschriften geen beoordelingshoogte is opgenomen, wordt een standaard beoordelingshoogte van 5 meter toegepast; Tenzij in de vergunningsvoorschriften anders is aangegeven worden de geluidniveaus op de vergunningspunten invallend (exclusief gevelreflectie) beschouwd; Per inrichting dient er in Geomilieu één groep te worden aangemaakt waarin alle bronnen en eventuele vergunningspunten worden opgenomen. De zonebewakingspunten blijven in de hoofdgroep staan; In het veld omschrijving bij de groepsnaam dienen de adres- en naamgegevens te worden vermeld; Voor het overige gelden de voorgeschreven normale regels uit de Handleiding 1999 en de Geomilieu handleiding.
Zonebeheerplan 2012
41
kenmerk INT11.1101
Uitwisseling van rekenmodellen Het meest actuele objectenmodel kan worden opgevraagd bij Adviesburo Van der Boom (
[email protected]) dat het zonebeheermodel actueel houdt. Het betreft een gezipt objectenmodel in Geomilieu. De adviseur wordt verzocht het ingevulde rekenmodel eveneens gezipt (Geomilieu: met de zipfunctie onder menu Tools) samen met het rapport aan te leveren.
Adviesburo Van der Boom b.v. Zaadmarkt 87 7201 DC Zutphen 0575 – 544756 (tel) 0575 – 545648 (fax)
[email protected] www.vanderboomadvies.nl
Zonebeheerplan 2012
42
kenmerk INT11.1101
Bijlage VI: Formulier extra akoestische informatie
(versie juni 2012)
Zonebeheerplan 2012
43
kenmerk INT11.1101
Formulier extra akoestische informatie In te vullen als aanvulling op het meldingsformulier Algemeen Bedrijfsnaam : …………………………………….. Adres : …………………………………….. Type bedrijf : ……………………………………… Bedrijfstijden : ma – vr van…...uur tot … uur Zaterdag van…...uur tot … uur Uitzonderingen werktijden ja/nee te weten …………………………………… Omschrijving activiteiten binnen gebouwen …………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………… Deuren geopend gedurende …… uur per dag Type gevel metselwerk / staal / kunststof……..wel/niet geïsoleerd Type dak pannen, hout, eternit …………… .wel/niet geïsoleerd Geluidbronnen Afzuigingen ja/nee type……………………………….vermogen………kW locatie type……………………………….vermogen………kW locatie type……………………………….vermogen………kW locatie
dak/gevel .…..uur in bedrijf dak/gevel .…..uur in bedrijf dak/gevel.…...uur in bedrijf
koelinstallaties type……………………………….vermogen………kW locatie type……………………………….vermogen………kW locatie
dak/gevel .…...uur in bedrijf dak/gevel .…...uur in bedrijf
Transporten Aantal vrachtwagens op het terrein per
Dag: ……..Avond ……Nacht …….
Heftrucks uren buiten actief Dag ……….Avond ……Nacht …….Type diesel / gas / elektrisch Overige akoestisch relevante activiteiten ………………………………………………….. Nadere informatie bij ………………………………………….tel.nr………………..email………………… d.d……………………………..
Zonebeheerplan 2012
44
kenmerk INT11.1101
Bijlage VII: Normstelling trillingen (versie juni 2012)
Zonebeheerplan 2012
45
kenmerk INT11.1101
Toelichting trillingsmetingen & beoordeling Trillingshinder in gebouwen kan ontstaan door machines, heiwerkzaamheden, verkeer e.d. Voorheen werden deze trillingen gemeten en beoordeeld conform de voornorm DIN 4150 met een maximaal toelaatbare trillingssterkte kB van 0.1, meestal geldend voor de meest nabijgelegen woning niet behorend tot de inrichting. Inmiddels is er een Nederlandse richtlijn de SBR-2 “hinder voor personen in gebouwen door trillingen” en SBR-1 “schade aan bouwwerken door trillingen”. SBR-2 hinder voor personen in gebouwen door trillingen Bepalingsmethode Gemeten wordt de trillingssnelheid of de -versnelling, bij voorkeur in 3 loodrecht op elkaar staande richtingen (vertikaal en 2 x horizontaal). Het gemeten signaal (meestal de versnelling) wordt gefilterd voor het frequentie-interval van 1 tot 80 Hz. Zowel de voortschrijdende effectieve waarde V eff(t), als de maximale waarde daarvan over de meetperiode Veff,max en in een interval van 30 seconden Veff,max,30 moeten worden bepaald in de meetrichting met de grootste uitslag. De effectieve waarde van de maxima per beoordelingsperiode vper is het kwadratisch gemiddelde van de grootste effectieve waarden van de intervallen i (Veff,max,30) in de betreffende beoordelingsperiode (dag, avond of nacht). Voor vrijwel stationaire, continue trillingen zoals in de onderhavige situatie geldt over het algemeen dat Veff(t), Veff,max, Veff,max,30 en Vper gelijk zijn. Beoordeling vindt dan meestal plaats op Veff,max (A1). Streefwaarden De streefwaarden zijn afhankelijk van de functie van het gebouw. Bovendien is het van belang of trillingen continu voorkomen of herhaald danwel incidenteel. Trillingen in gebouwen kunnen, onderscheiden naar de omstandigheden, als toelaatbaar worden beschouwd als wordt voldaan aan één van de volgende voorwaarden: de waarde van de maximale trillingssterkte van de ruimte (Vmax) dient kleiner te zijn dan A1, de waarde van de maximale trillingssterkte van de ruimte (Vmax) dient kleiner te zijn dan A2 waarbij de trillingssterkte over de beoordelingsperiode Vper kleiner dient te zijn dan A3.
Zonebeheerplan 2012
46
kenmerk INT11.1101
Langdurige trillingen Voor continue trillingen gelden de streefwaarden uit onderstaande tabel I TABEL I
streefwaarden trillingssterkte Vmax dag en avond
Nacht
geb.functie
A1
A2
A3
A1
A2
A3
gezondh.zorg
0.1
0.3
0.05
0.1
0.15
0.05
wonen
0.1
0.3
0.05
0.1
0.15
0.05
onderw/kantoor
0.15
0.5
0.07
0.15
0.5
0.07
bijeenkomst
0.15
0.5
0.07
0.15
0.5
0.07
werkruimte
0.1
0.1
-
0.1
0.1
-
Voor herhaald voorkomende trillingen gedurende lange tijd (> 3 maanden) gelden - in bestaande situaties - de normwaarden in onderstaande tabel II. TABEL II
streefwaarden trillingssterkte Vmax
herhaalde. trillingen
dag en avond
geb.functie
A1
A2
A3
A1
A2
A3
gezondh.zorg
0.2
0.6
0.1
0.2
0.3
0.1
wonen
0.2
0.6
0.1
0.2
0.3
0.2
onderw/kantoor
0.3
0.9
0.15
0.3
0.9
0.15
bijeenkomst
0.3
0.9
0.15
0.3
0.9
0.15
werkruimte
0.1
0.1
-
0.1
0.1
-
nacht
In nieuwe situaties gelden dezelfde streefwaarden als gegeven in tabel I. Kortdurende trillingen Voor continu of herhaald voorkomende trillingen over korte perioden (< 3 maanden) kunnen in de dagperiode tijdelijk hogere streefwaarden worden toegelaten. De waarden voor A 1 en A3 mogen 6 á 12 maal hoger liggen dan aangehouden in tabel I; voor A 2 gelden waarden van maximaal 8. Voor incidenteel voorkomende kortdurende trillingen wordt uitgegaan van een V max van maximaal 8 (uitsluitend gedurende de dag). Het verdient aanbeveling gebruikers van gebouwen bij dergelijke sterke trillingen vooraf in te lichten.
Zonebeheerplan 2012
47
kenmerk INT11.1101
SBR-1 schade aan bouwwerken door trillingen Bepalingsmethode De trillingssterkte in een meetpunt is gedefinieerd als de topwaarde van de trillingsgrootheid in een bepaalde (meetrichting) Van belang voor toetsing aan de normen is de topwaarde en de frequentie waarbij deze optreedt. Voorts is van belang om welke constructie het gaat:
Categorie 1: onderdelen van een draagconstructie van gewapend beton of hout, niet dragende constructie van gewapend beton of hout, en draagconstructies van andere bouwewerken als gebouwen (bruggen e.d.) Categorie 2: onderdelen van een draagconstructie van metselwerk, niet dragende constructie van metselwerk, gipsplaat of brosse steenachtige materialen en draagconstructies van andere bouwewerken als gebouwen (bruggen e.d.) Categorie 3: onderdelen van oude monumentale gebouwen en iun slechte staat verkerendegebouwen van metselwerk.
Van belang is – t.o.v. de hierboven besproken SBR-2 – of schade aan bouwwerken het gevolg kan zijn van trillingen. Grenswaarden bij kortdurende trillingen (beperkte meting) Voor herhaald voorkomende trillingen – als verkeer rijden over een verkeersdrempel – die schade kunnen geven aan draagconstructies op de hoogste verdieping van een gebouw gelden de normwaarden als gegeven in onderstaande tabel. Tabel III
Grenswaarden op hoogste verdieping
Categorie
Vmax (mm/sec)
1
40
2
15
3
10
Voor categorie 1 – 3 constructies op de beganegrond gelden de waarden als gegeven in grafiek 1: de waarde mag niet hoger liggen dan 0.8 x de waarden gegevens in figuur 1.
Zonebeheerplan 2012
48
kenmerk INT11.1101
Grafiek 1: grenswaarden trillingen / schade aan gebouwen.
Zonebeheerplan 2012
49