Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité en de Internationale Kanofederatie
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Route de Pessoux 68, 5590 Haversin
K.B.K.V. Kajak-polo Sportreglementen Nederlandstalige Uitgave Versie 2009
Sportsecretariaat Frank Schoeters Dorsthoeveweg 7 2820 Bonheiden Tel: 015 27 06
Aanpassing Hilde Van Dooren 13 maart 2009
Technisch Comite Kajak-Polo
Comité Technique Kayak-polo
Voorzitter - Président : Cooremans Bjorn
Secretaris - Secrétaire: Piet Coussens
Kerkstraat 69 – 2350 Vosselaar Tel.: 0479 58 99 89 E-mail :
[email protected]
Moriaanstraat 167 - 9050 Ledeberg Tel.: 09 230 82 48 Bankrekening : 979-6178103-81
KBKV Reglementen Kajak-polo
2/74
! 13 maart 2009 TC polo
Overname van de originele teksten wordt aanbevolen mits bronvermelding
KBKV Reglementen Kajak-polo
3/74
1 Algemene Regels 1.1 Doel Het doel van kajak-polo is een competitief balspel tussen twee ploegen, elk met vijf spelers. De spelers varen met polokajaks op een afgebakend speelveld op het water met de betrachting doelpunten te maken tegen de tegenstrever. De winnende ploeg is deze die het meeste doelpunten maakt. 1.2 Soorten wedstrijden 1.2.1
Propaganda- en Demowedstrijden
Als propaganda- en demonstratiewedstrijden worden alle watersportmanifestaties beschouwd, waarbij wedstrijden gespeeld worden met een officieel karakter, ingericht door één of meerdere clubs van dezelfde of verschillende provincies, met beperkte uitnodiging. Hiervoor moet een aanvraag aan het verbond gedaan worden. Ze zijn echter niet gebonden aan de voorwaarden die opgelegd worden voor het inrichten van nationale wedstrijden. 1.2.2
Nationale Wedstrijden
Deze vallen onder de reglementering van het KBKV en kunnen door één of meerdere clubs ingericht worden. Elke club, aangesloten bij het KBKV, die normaal aan wedstrijden deelneemt, moet op tijd uitgenodigd worden om aan de wedstrijd deel te nemen. Het programma moet alle officiële categorieën, zowel dames als heren omvatten. 1.2.3
Provinciale of regionale kampioenschappen
Provinciale Kampioenschappen kunnen door één of meerdere provinciale comités ingericht worden. De inrichting zal gebeuren onder de bevoegdheid van de provinciale afgevaardigde van de desbetreffende discipline in samenwerking met de organiserende club. De uitnodiging hiervoor moet naar alle clubs uit de provincie(s) gezonden worden. Dezelfde reglementen gelden als voor nationale wedstrijden. 1.2.4
Nationale kampioenschappen en competities
Nationale kampioenschappen en wedstrijden tellend voor een nationale competitie worden door het Technisch Comité Kajak-polo aan één of meerdere aangesloten clubs toegewezen. Zij worden gespeeld volgens de reglementen van het KBKV en met dezelfde bepalingen als de onder 1.2.2vermelde nationale wedstrijden. Voor de competitie wordt het gedetailleerde verloop wat het aantal divisies, aantal competitiedagen, promovering,.. ieder jaar door het Technisch Comité Kajak-polo vastgelegd voor het begin der competitie. De betroffen clubs worden telkens op de hoogte gebracht van ingrijpende veranderingen voor de competitie aanvat. De algemene richtlijnen voor nationale competitie worden verder beschreven in hoofdstuk 4. 1.2.5
Internationale Wedstrijden
Internationale wedstrijden worden gespeeld onder de reglementen van het ICF. Competities georganiseerd door nationale federatie of hun clubs zijn internationaal indien ploegen uit Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
4/74
andere landen deelnemen. Internationale competities moeten gecontroleerd worden door op zijn minst één geaccrediteerde official in het bezit van een geldige internationale kaart gerelateerd tot de polodiscipline. De officiële categorieën erkend door ICF zijn: mannen, vrouwen, -21 mannen, -21 vrouwen, masters mannen, masters vrouwen. Gemengde ploegen mannen en vrouwen zijn niet toegelaten in officiële internationale competities. Een speler mag maar deelnemen in één categorie van een competitie. Eens een speler is ingeschreven in één categorie mag deze niet meespelen in een andere ploeg of categorie van deze competitie. Voor competities waar het organiserend comité niet volledig kan voldoen aan de ICF regels kan een afwijking op de regels van hoofdstuk 2 worden toegestaan.
1.3 Spelers 1.3.1
Liefhebbersstatus
Wordt als liefhebber-vaarder aanzien: iedereen die omwille van het plezier of voor zijn ontspanning het spelen van kajak-polo beoefent, zonder er geldelijk belang uit te halen, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks, en als zodanig ook door de federatie van zijn land erkend is volgens art. 2 van het decreet van de niet-betaalde sportbeoefenaar. 1.3.2
Wedstrijdcategorieën
De wedstrijdcategorieën zijn de volgende " " " " " " "
Senioren Dames / Heren Juniores Dames / Heren Cadetten Dames / Heren Miniemen Dames / Heren Pupillen Dames / Heren Onder 21 Dames / Heren (ICF) Masters Dames / Heren (ICF)
19j - onbeperkt 15j - 18j 13j -14j 11j -12j 8 j-10j 15j - 21j 35 - 39j / 40 - 44j / 45 - 49j / …
1.3.3 Het eerste jaar waarin men in een categorie mag spelen is het jaar waarin hij / zij de beginleeftijd van de categorie bereikt heeft. Het laatste jaar waarin men in een categorie mag spelen is het jaar waarin hij / zij de eindleeftijd bereikt. 1.3.4 Deelname aan wedstrijden volgens 1.2.2 tot en met 1.2.5 (nationaal, provinciaal, internationaal) 1.3.4.1 Vergunning Om deel te nemen aan wedstrijden geformuleerd in art. 1.2.2 tot en met 1.2.5 moet men in het bezit zijn van een vergunning en een verzekering, afgeleverd voor het overeenstemmend jaar. De vergunning moet men bij elke wedstrijd op vraag van de officials of de wedstrijdsecretaris kunnen voorleggen. Tijdens de voorvergadering moeten alle vergunningen van de deelnemende spelers voorgelegd worden samen met een lijst met de namen en de vergunningsnummers. Een speler moet steeds een vergunning hebben om te Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
5/74
mogen deelnemen. Indien een club een aantal licenties van spelers die een vergunning hebben materieel niet kan voorleggen voorafgaand aan de competitie, kunnen deze spelers deelnemen mits betalen van een boete aan het competitie comité per ontbrekende licentie. Voor de nationale competitie die over meerder speeldagen loopt moet de vergunning slechts de eerste competitiedag worden voorgelegd. Voor de volgende dagen geldt de correct ingevulde deelnemerslijst met de bijhorende licentienummers. Voor het bekomen van een vergunning moet de aanvraag in drievoud aan de sportsecretaris gedaan worden op speciaal daarvoor bestemde formulieren, volledig en duidelijk ingevuld, gedateerd en ondertekend door de secretaris of de voorzitter van een bij het KBKV aangesloten vereniging De aanvragers moeten medisch onderzocht en geschikt bevonden worden om de wedstrijdsport te beoefenen. Voor elke aanvraag zal een attest, getekend door de doktor, bij de aanvraag gevoegd worden. Het totale bedrag (per vergunning vermeld op het aanvraagformulier) is tegelijk met de aanvraag te storten op het adres vermeld op het aanvraagformulier. Vergunningen kunnen aangevraagd worden vanaf de leeftijd van 8 jaar, dit volgens de door de verzekering opgelegde criteria. De vergunning draagt een volgnummer. 1.3.4.2 Overgang naar andere club Een lid kan tegelijkertijd bij meerdere clubs aangesloten zijn, maar kan per wedstrijddiscipline ( er wordt een aparte wedstrijdvergunning uitgereikt voor enerzijds kajakpolo en anderzijds de vier andere disciplines (lijn, marathon, rivier, slalom ) samen ) slechts bij één club ( zowel nationaal als internationaal ) een wedstrijdvergunning aanvragen. Uitgezonderd voor KanoPolo hiervoor wordt een afzonderlijke wedstrijdvergunning uitgereikt, deze kan voor dezelfde of voor een andere club worden uitgeschreven. De geldige overgang van een lid voor het bekomen van een wedstrijdvergunning voor een andere club geschiedt volgens de regeling vastgelegd in de daarvoor voorziene arresten en dekreten tot vaststelling van het statuut van de niet professionele sportbeoefenaar. Het clublid laat dit tussen 1 en 30 november voor het FFC en tussen 1 en 31 december voor het NKV weten per aangetekende brief aan zijn clubbestuur en aan het bondsbureau met een afschrift aan de sportsecretaris. De postdatum geld als datum en bewijs van verzending. De overgang heeft uitwerking op 1 januari daaropvolgend. Een lid dat gedurende tenminste een jaar geen wedstrijdvergunning heeft gehad kan zonder verwittiging van zijn vroegere club een wedstrijdvergunning bij een andere club aanvragen. De wedstrijdvergunningen worden uitgeschreven door het Koninklijk Belgisch Kano Verbond - Voor de clubs uit Vlaanderen door de Sportsecretaris van het Vlaams Gewest. - Voor de clubs uit Wallonië door de Sportsecretaris van het Waals Gewest 1.3.5
Deelname aan internationale competities
Als een buitenlandse speler lid is van een club aangesloten bij het KBKV, en tevens sedert 1 januari zijn verblijf in België heeft, dan is het hem toegelaten, mits toelating van de nationale federatie van het land van herkomst, in naam van de Belgische club aan wedstrijden deel te nemen. De aanvraag voor deze toelating moet verstuurd worden voor 30 november van voorafgaande het jaar naar het ICF hoofdkwartier, met een kopie aan de voorzitter van het betreffende technische comité van het land van herkomst. Dit geldt ook voor Belgen in het buitenland. Als een speler voor twee of meer jaren gedomicilieerd is in België dan is geen speciale toelating van de nationale federatie van het land van herkomst meer nodig. Een speler kan slechts voor één federatie in een kalenderjaar in de kanosport aan wedstrijden Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
6/74
deelnemen (uitzondering zie laatste paragraaf hieronder). Hier kan enkel van afgeweken worden indien de speler zijn land verlaat om te huwen in een ander land. Dan mag hij deelnemen voor het nieuw land zonder de wachttijd van 2 jaar. De beide voorgaande regels vervallen voor spelers die hun land van herkomst verlaten en de nationaliteit verkrijgen van het land waar ze verblijven. In dit geval kunnen ze spelen voor de federatie van dat land zonder een wachttijd van twee jaar. Een speler met de Belgische Nationaliteit die een wedstrijdvergunning heeft bij een buitenland club kan tevens, indien hij aangesloten is bij een club van het NKV / FFC, uitkomen voor de nationale ploeg van België. Deze speler moet jaarlijks een medisch attest voorleggen. Deze speler kan niet uitkomen in de andere Belgische polocompetities waarvoor een Belgische licentie vereist is. 1.3.6
Internationale competitiekalender
Internationale wedstrijden worden gespeeld onder de reglementen van het ICF De gewone internationale tornooien staan open voor alle spelers van federaties, aangesloten bij het ICF. De organisatoren van dit type wedstrijden vragen hiervoor de toelating aan de nationale secretaris van het KBKV, teneinde op de kalender van het komende jaar te worden opgenomen. Deze aanvraag moet in het bezit zijn van de nationale secretaris ten laatste op één juni van het voorafgaande jaar. Voor de eerste augustus zal de nationale secretaris de aanvragen voor internationale wedstrijden doorzenden naar het ICF hoofdkwartier. Nadien kan in onderling overleg met de andere federaties de kalender worden aangepast ten laatste voor 30 september. Na deze datum wordt de kalender gefinaliseerd en gepubliceerd. De aanvraag voor het organiseren van Europese en wereldkampioenschappen moet door de federatie gebeuren. De federatie richt de vraag aan het ICF, die een al of niet gunstig gevolg geeft aan de vraag. De internationale wedstrijden, georganiseerd door de federatie of haar clubs zijn pas " internationaal " als er een buitenlandse deelnemer is.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
7/74
2 Algemene onderrichtingen voor het inrichten van kajak-polowedstrijden 2.1 Algemeen Hierna volgen de regels die gelden bij het inrichten van alle gewone kajak-polowedstrijden in België. In hoofdstuk 4 volgen dan nog aanvullende regels die enkel gelden voor de nationale competitie en de Beker van België. Voor het inrichten van Europese en Wereldkampioenschappen gelden enkel de ICF regels. 2.2 Aanvragen en uitnodigingen 2.2.1 Aanvraag tot het inrichten van wedstrijden Toelatingen voor de organisatie van een kajak-polo tornooi of om het even welke wedstrijd (nationaal kampioenschap, beker…) worden verstrekt door de sportsecretaris, aan wie een aanvraag wordt gericht met behulp van het aangepaste document (zie bijlage F.3.). De aanvraag dient te gebeuren voor 1 november van het voorafgaande competitiejaar. Een kopie van deze aanvraag wordt aan het Technisch Comité gestuurd. Dit document kan aangevraagd worden bij de sportsecretaris of bij de secretaris van de betreffende federatie. De aanvraag wordt pas officieel na het storten van een waarborg (zie bijlage B) per wedstrijddag. Dit bedrag is niet overdraagbaar en zal na de competitie volledig ter beschikking gesteld worden voor de vergoeding van de scheidsrechters. Voor propagandatornooien kan van deze waarborg afgeweken worden indien andere kosten (vb huur zwembad of infrastructuur) ten laste van de organisatoren vallen. Er is dan uiteraard geen vergoeding voorzien voor de scheidsrechters. Ontheffing kan pas na schriftelijke vraag aan het TC, via de sportsecretaris. 2.2.2
Wedstrijdkalender
De nationale kalender wordt door het Technisch Comité Kajak-polo opgesteld op basis van de ingediende aanvrager en met in acht name van de internationale kalender. Het organiseren, door een club, van de wedstrijden op een datum waarvoor geen toelating werd verleend kan leiden tot disciplinaire straffen voor de betrokken club. ( disciplinaire maatregelen worden bepaald door het TC zie bijlage B ) 2.2.3
Voorontwerp programma
Alvorens het wedstrijdprogramma gepubliceerd kan worden, moet een voorontwerp van het programma aan het Technisch Comité Kajak-polo in dubbel ter goedkeuring voorgelegd worden. Dit moet gebeuren tenminste 16 weken voor de toegewezen wedstrijddatum. Een exemplaar ervan wordt binnen de 30 dagen goedgekeurd en met eventuele opmerkingen, eventueel met de namen van de scheidsrechters, terug naar de betrokken club gezonden. De opmerkingen die gedaan worden zijn bindend. Als het voorontwerp goedgekeurd werd namens het Technisch Comité Kajak-polo, moet het aan al de clubs die normaal deelnemen aan wedstrijden toegezonden worden als uitnodiging. 2.2.4
Uitnodigingen
De uitnodiging moet de volgende inlichtingen vermelden en verzonden worden ten laatste 6 of 12 (voor internationale competities) weken voor de wedstrijddatum:
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo "
8/74
Aard van de wedstrijd (propaganda - demonstratie - nationaal - nationaal met internationale deelname – provinciaal kampioenschap - regionaal kampioenschap - competitie - nationaal kampioenschap – internationaal). Type van competitie en vermelding van het aantal categorieën. Voorgesteld programma of competitiesysteem, minimum aantal wedstrijden per team. Bovenaan moet vermeld worden: "Onder de reglementen K.B.K.V." Naam van de inrichtende club Plaats, datum en aanvangsuur Het aantal toegelaten clubs per categorie en de selectievoorwaarden indien meer clubs wensen deel te nemen dan er toegelaten kunnen worden. Uiterste inschrijvingsdatum en -uur (in principe de woensdag, 17 dagen voor de wedstrijddatum om 20u00) en het adres (eventueel ook telefoon) waar de inschrijvingen moeten naar toegezonden moeten worden Het bedrag van het inschrijvingsgeld per ploeg (zie bijlage B) Adres waar en uur waarop de lottrekking der ploegen plaatsvindt Plaats en uur van de voorvergadering Beschrijving van de speelvelden zoals aantal velden, afmetingen en aard van, het waterbekken (kanaal, vijver, meer, zwembad,...) Prijzen die uitgereikt zullen worden (wisselbekers, gewone bekers, medailles,...) Installaties die ter beschikking staan van de deelnemers (kleedkamers, stortbaden,...) De vermelding: "De inrichtende vereniging kan in geen enkele omstandigheid aansprakelijk gesteld worden voor gebeurlijke schade of ongevallen voor, tijdens of na de wedstrijden." Datum van goedkeuring door het Technisch Comité Kajak-polo.
" " " " " " " " " " " " " " "
2.3 Inschrijvingen 2.3.1
Voorafgaande inschrijving
De voorafgaande inschrijving moet ten laatste 8 weken op voorhand bij het organiserend comité worden gemeld. Deze vermeld volgende minimum gegevens: " " " " " 2.3.2
Club of federatie Naam en contactadres van de verantwoordelijke delegatieleider Naam van elke ploeg De categorie in welke de ploeg wil deelnemen Eventuele voorwaardelijke inschrijvingen afhankelijk van aanvaarding van andere ploegen Definitieve inschrijving
Het organiserend comité moet de definitieve inschrijvingen ontvangen volgens de voorwaarden vermeld bij de uitnodiging en bij voorkeur 4 weken (ICF) op voorhand. Laattijdige inschrijvingen worden niet aanvaard. Volgende gegevens moeten bij de definitieve inschrijving gemeld worden: " " " " "
Club, team en klasse Naam en adres van de verantwoordelijke van de club en van de delegatieverantwoordelijke die het team de dag van de wedstrijd zal vertegenwoordigen Lijst van de spelers met hun wedstrijdvergunningsnummer Lijst van vergezellende scheidsrechters (spelers / niet-spelers) Handtekening en naam van secretaris of sportafgevaardigde en eventueel clubstempel
Inschrijvingen per telefoon, fax of per e-mail zijn slechts geldig indien ze gebeuren binnen de inschrijvingsperiode en bevestigd worden per brief of fax ten laatste voor het begin van de Technisch Comité Kajak-polo Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
9/74
voorvergadering. Wijzigingen aan de samenstelling van het team zijn toegelaten, voor zover ze niet meer dan de helft van het team betreffen en gemeld worden op de voorvergadering (zie eveneens Spelen met meerdere ploegen in de Belgische competitie ). Teams samengesteld uit verschillende clubs worden aanvaard op voorwaarde dat de respectievelijke clubs schriftelijk hun akkoord geven voor de vorming van het team. Het TC kan eveneens dergelijke teams samenstellen. Deze regel is ook van toepassing voor competities, geldend voor het nationaal kampioenschap onder de strikte voorwaarde dat elke club afzonderlijk er niet in slaagt een team te vormen in de gewenste categorie. De clubs doen hun aanvraag hiervoor aan het TC, dat hierover beslissingsrecht heeft. Na akkoord van het Technisch Comité kan hiervoor een bijkomende wedstrijdvergunning aangevraagd worden. En dit moet gebeurd zijn voor het begin van het seizoen. De inschrijvingen gebeuren onder de volledige verantwoordelijkheid van de clubs in kwestie. Voor het aanvaarden van niet aangesloten of in stichting zijnde clubs moet toelating van het Technisch Comité Kajak-polo gevraagd worden. Teams van clubs, die wensen deel te nemen aan buitenlandse wedstrijden, zijn verplicht toelating te vragen aan het sportsecretariaat wanneer de bedoelde wedstrijd samenvalt met een wedstrijd in België. Indien op de gewenste datum een Belgisch tornooi plaats vindt, zullen de clubs de sportsecretaris verwittigen en dit één maand voor het tornooi begint. De sportsecretaris antwoordt binnen de 7 dagen na de aanvraag. In de regel wordt slechts toelating gegeven wanneer er geen Belgische competitie op de kalender staat. Uitzondering kan worden verleend voor deelname aan maximum 3 tornooien en dit terwijl er een Belgische competitie plaatsvindt. 2.3.3
Bevestiging van inschrijving
Het organiserend comité moet binnen de 48 uur de ontvangst van de inschrijving bevestigen. Elk probleem in verband met de inschrijving moet dan gemeld worden. Het organiserend comité kan een inschrijvingsvergoeding vragen. Na aanvaarding van de inschrijving moeten deze inschrijvingsvergoedingen niet meer worden terugbetaald. Een team dat niet kan deelnemen wegens niet passend in het programma zal worden verwittigd en de inschrijvingsvergoeding zal worden terugbetaald. 2.4 Bepaling van de categorieën Indien er voor een bepaalde categorie of klasse te weinig inschrijvingen zijn dan kunnen teams doorgeschoven worden naar een andere categorie met hun akkoord. Indien teams niet ingepast kunnen worden wordt hun inschrijving verworpen. 2.5 Selectie van de inschrijvingen Als meer teams inschrijven dan er kunnen toegelaten worden, zal het organiserend comité een passend en evenwichtig systeem gebruiken om de inschrijvingen te aanvaarden. 2.6 Aanvaarding van de inschrijvingen Uiteindelijke aanvaarding of verwerping van een inschrijving zal binnen 48 uur na beslissing en nooit later dan 10 dagen na het sluiten van de inschrijvingen meegedeeld worden. De beslissing van aanvaarding of weigering zal aan alle clubs die een inschrijving hebben gedaan worden gemotiveerd met uitleg over de selectieprocedure.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
10/74
2.7 Systeem, programma en beperkingen in tijd Meer dan één locatie mag gebruikt worden voor het eerste deel van de competitie. Alle wedstrijden op de laatste dag van de competitie moeten op één enkele locatie gehouden worden. " Van een team kan niet gevraagd worden dat het op meer dan één locatie moet spelen op één enkele dag " Van een team kan niet gevraagd worden dat het wedstrijden moet spelen verspreid over een periode van meer dan 9 uur in één enkele dag. " Van een team kan niet gevraagd worden dat het zijn eerste wedstrijd van de dag moet spelen minder dan 12 uur na zijn laatste wedstrijd van de vorige dag. " Van een team kan niet gevraagd worden dat het meer dan 6 wedstrijden moet spelen in één enkele dag. " Van een team kan niet gevraagd worden dat het meer dan 3 wedstrijden moet spelen in een tijdspanne van 4 uur. " Van een team kan niet gevraagd worden dat het een wedstrijd moet spelen minder dan 1/2 uur na het einde van zijn vorige wedstrijd. " Waar mogelijk moet een team minstens één wedstrijd spelen op dezelfde dag en de dag voor het spelen van de grote finale. 2.8 Competitie systeem Wedstrijden worden georganiseerd volgens een systeem volgend uit het aantal deelnemende ploegen. In de ICF reglementen ter beschikking op de website of bij het TC worden een aantal systemen voorgesteld. Het doel moet zijn dat de deelnemende ploegen gemiddeld een gelijk aantal wedstrijden spelen. Het competitiesysteem bepaalt voor elke categorie het aantal ploegen van elke groep die doorgaan naar een verdere ronde of finale. In de eerste ronde worden de teams, ingeschreven in elke categorie, verdeeld in groepen van gelijke of bijna gelijke grootte. Al de teams in een groep spelen tenminste eenmaal tegen elkaar in een ligasysteem. Op het einde van deze ronde worden de teams in hun groep gerangschikt volgens de behaalde resultaten. De eerste twee of meer teams gaan over naar de tweede of derde ronde van de wedstrijden. De tweede ronde of tussenronde is niet vereist in alle competities. Deze ronde wordt alleen gebruikt als er een groot aantal teams in een categorie zijn in vergelijking met het aantal wedstrijden dat aan een categorie toegekend kan worden. In de tussenronden kunnen de teams die zich gekwalificeerd hebben in de voorronden verdeeld worden in groepen waarbij in elke groep volgens het ligasysteem of volgens rechtstreekse uitschakeling bepaald wordt wie naar de derde ronde overgaat. In de derde ronde of finaleronde spelen de teams tegen elkaar volgens een systeem met rechtstreekse uitschakeling, indien mogelijk met herkansing, bij voorkeur volgens de finaleschikkingen in de bijlage A. De teams worden, de ene na de andere, uitgeschakeld tot er uiteindelijk twee teams de grote finale spelen. 2.9 Selectie van het competitiesysteem Wedstrijdschikkingen worden gekozen uit de wedstrijdschikkingen in bijlage A voor elke wedstrijdcategorie zodanig dat elk team in elke categorie gemiddeld bijna evenveel wedstrijden speelt als de teams in de andere categorieën. 2.10
Puntenverdeling
In de competitie zal de volgende procedure worden toegepast om de plaatsen per groep te bepalen. Als een team gediskwalificeerd wordt voor een wedstrijd of de hele competitie, dan zal het competitie comité een gepaste beslissing nemen. De ploegen zullen gerangschikt worden volgens het aantal behaalde punten in hun groep. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
11/74
Voor een gewonnen wedstrijd worden 3 punten toegekend, 1 punt voor een gelijkspel, 0 punten voor en verloren match, 0 punten voor een team dat de wedstrijd mist, 3 punten worden toegekend aan het team waartegen ze hadden moeten spelen. Als twee of meer teams hetzelfde aantal punten behaald hebben, dan zullen ze gerangschikt worden volgens volgende factoren: " " " " " " 2.11
doelsaldo (totaal doelsaldo = totaal aantal doelpunten voor min totaal aantal doelpunten tegen). De wedstrijden met een aanvaard forfait worden niet in aanmerking genomen voor het bepalen van het doelpuntensaldo. aantal gescoorde doelpunten. het resultaat van de laatste of andere match die de betroffen teams tegen elkaar hebben gespeeld. doelpuntenpercentage (totaal aantal doelpunten voor gedeeld door het aantal doelpunten tegen). Bijkomend spel indien mogelijk Beslissing door doelschotten indien mogelijk
Toelating tot volgende rondes
Het gekozen formaat van de competitie voor een categorie bepaalt het aantal teams dat van elke groep doorstoot naar de tussenronden en hoeveel teams direct doorgaan naar de finaleronden, afhankelijk van het aantal teams in elke categorie en afhankelijk van het aantal wedstrijden dat voor elke categorie voorzien is. 2.12
Beslissingswedstrijd of tiebreak
Wanneer een spel eindigt en een beslissing noodzakelijk is zal het volgende systeem toegepast worden om het resultaat en de winnaar te bepalen: "
2.13
“Golden goal” volgens 3.44.1 (verlenging 2 x 3 minuten) met daarna indien nodig beslissingsdoelschoten volgens 3.46 Planning en programma
Het wedstrijdschema en programma voor een internationale competitie zal minstens twee weken op voorhand aan alle deelnemers verzonden worden. Dit programma is bindend en kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden gewijzigd worden door het organisatiecomité. Het competitie comité is enkel bevoegd om het programma eventueel nog te wijzigen. In elk geval moet elke laattijdige wijziging aan alle delegatieleiders en ploegleiders gemeld worden. 2.14
competitiegebied
Volgende zaken zijn van belang in het kader van een goed verloop van de competitie: 2.14.1 Het speelveld zoals in hoofdstuk 3 en appendix E gedefinieerd. Dit is gereserveerd enkel en alleen voor de spelers tijdens de wedstrijd en voor de opwarming voorafgaand aan de wedstrijd. 2.14.2 Een scorebord moet duidelijk het scoreverloop vermelden. 2.14.3 Het wisselgebied bevindt zich achter de doelen juist buiten het speelveld en is gereserveerd voor de wisselspelers. 2.14.4 Het scheidsrechtersgebied is de zone nodig voor de scheidrechters om het spel te controleren. Enkel de spel officials worden in deze zone toegelaten gedurende de wedstrijd. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
12/74
Deze zone moet liefst op maximum 2 meter van het speelveld afgebakend worden en duidelijk gescheiden (1 m) van de toeschouwerzone met een fysieke barrière. 2.14.5 Een gebied moet voorzien worden voor de opwarming van de spelers zonder dat de aan de gang zijnde wedstrijden gestoord worden. 2.14.6 Een zone voor officials zal afgebakend worden rond het speelveld en wisselzone. Enkel bevoegde personen hebben toegang tot deze zone (officials, eigen spelers, coach, manager, ploegdokter, geaccrediteerde journalisten) 2.14.7 Het competitiegebied is een grotere zone rondom het speelveld en omvat het speelveld , de wisselzones , de opwarmingszones, de scheidrechterszones en eventueel omkleedcabines of zones voor materiaalstockage. Publiek wordt best uit deze zone geweerd. Elke official mag personen uit deze zone verwijderen indien deze de competitie verstoren of zich niet kunnen legitimeren. 2.14.8 Voor de coaches is een gebied afgebakend startend 1 meter achter de doellijn. Dit gebied moet duidelijk zijn afgebakend. Coaches en ander ploegleiders moeten zich in dit gebied bevinden gedurende elke spelperiode. 2.15
Materiaalonderzoek
De tijd, plaats en procedure voor de materiaalcontrole zal ten laatste 24 uur voor aanvang van de controle aan alle ploegen bekend gemaakt worden. Regelingen zullen getroffen worden om elke dag voor de aanvang van of tijdens de wedstrijden deze controles toe te laten. Elke uitrusting zal gecontroleerd worden alvorens deze tot het competitiegebied wordt toegelaten. Gekeurde en toegelaten uitrusting wordt gemerkt. Persoonlijke uitrusting wordt gecontroleerd samen met de persoon die het draagt om na te zien of het aangepast is aan de drager. De spelersuitrusting kan gecontroleerd worden voor tijdens en na de wedstrijd. Elke scheidsrechter moet elke speler wiens uitrusting niet voldoet van het speelveld verwijderen bij de eerste spelonderbreking of onmiddellijk indien het een gevaarlijke situatie betreft. 2.16
Fair play
Elk team dat niet fair speelt zal beoordeeld worden door de competitiecommissie. De competitie commissie kan om het even welke actie nemen om deze situatie te verhelpen tot zelfs de diskwalificatie van dat team. 2.17
Hulp van buitenaf
Er mogen geen elektronische middelen ingezet worden om te communiceren met de spelers gedurende het spel. Enkel mondelinge communicatie door de competitie officials is toegelaten. 2.18
Speleinde
Alle leden en officials van een team moeten onmiddellijk het competitiegebied verlaten na het beëindigen van een wedstrijd. Ze verzekeren er zich van dat ook al hun uitrusting is verwijderd. 2.19
Resultaten Het organiserend comité zal de resultaten van elke competitie verzenden binnen 10 dagen naar de betrokken polocomités (ICF, nationaal…), naar elke nationale federatie met deelnemende ploegen en naar elke delegatieleider van de deelnemende ploegen.
2.20
Meldingen
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
13/74
Het organiserend comité zal alle verslagen van protesten of beroepen naar de respectievelijke comités zenden en naar de verantwoordelijken van de betrokken clubs. 2.21
Delegatie van deelnemende ploegen
2.21.1 De leden van een delegatie die deelneemt aan een internationale competitie zal bestaan uit één delegatieleider, één ploegleider per ploeg, maximum 10 spelers per ploeg, en maximum drie officials per delegatie. 2.21.1.1 Delegatieleider: Een federatie of club zal voor elke competitie een delegatieleider aanduiden die verantwoordelijk zal zijn gedurende de desbetreffende competitie 2.21.1.2 Ploegleider een federatie of club zal voor elke deelnemende ploeg een ploegleider aanduiden die verantwoordelijk is voor zijn team. 2.21.1.3 Spelers Spelers zijn gedefinieerd in hoofdstuk 1 artikel 3. Een maximum van 10 spelers per ploeg mag worden aangeduid. (Voor de Belgische competitie is hiervoor een afwijking tot 15 toegestaan zie verder in 4.7) 2.21.1.4 Ploeg officials Een federatie of club kan verder nog maximum 3 ploeg officials aanduiden zoals een coach, manager, dokter) Zij dienen duidelijk geïdentificeerd te kunnen worden als official en hun rol in het team. 2.22
Officials Competities worden gehouden onder de supervisie van volgende officials
2.22.1 2.22.2 2.22.3 2.22.4 2.22.5 2.22.6 2.22.7 2.22.8 2.22.9 2.22.10 2.22.11
Hoofd official Competitie organisator Technisch organisator Hoofdscheidsrechter Hoofdmateriaalcontroleur Hoofdtafelofficial Tijdwaarnemers Doelpuntentellers Scheidrechters Doellijnwaarnemers Materiaalcontroleurs
2.22.12 Als de omstandigheden het toelaten kunnen bepaalde functies gecumuleerd worden door een zelfde persoon. Alle officials zullen duidelijk geïdentificeerd worden zowel de naam als de functie. 2.22.13 Een internationale competitie moet op zijn minst gecontroleerd worden door een daartoe geaccrediteerde internationale official. Bij voorkeur zal hij de hoofd official zijn of een ander lid van het competitie comité. Alle wedstrijden moeten geleid worden door onafhankelijke scheidrechters (bijv ander land dan deze van de ploegen behalve indien de ploegen van hetzelfde land afkomstig zijn). 2.23
Organiserend comité
2.23.1 De bevoegde federatie of club zal voor elke competitie een organisatiecomité aanduiden. ( Voor de nationale competitie is dat het technisch comité) 2.24
Competitie comité
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
14/74
2.24.1 De algemene leiding van een competitie zal in de handen zijn van een competitie comité dat zal bestaan uit: 2.24.2 De hoofdofficial als voorzitter 2.24.3 De competitie organisator 2.24.4 Een bijkomende persoon aangeduid als official 2.25
Jury
2.25.1 Onder toezicht van het organiserende comité duiden de ploegleiders een jury aan. Ze bestaat uit: 2.25.2 5 personen, geselecteerd uit nominaties van de clubs, die met een of meerdere teams aan de competitie deelnemen, en twee aangestelde reserves. 2.25.3 Waar mogelijk dienen 5 verschillende clubs te zetelen in het panel. 2.25.4 Niet wenselijk voor deelname in de Jury zijn personen die aan de competitie deelnemen als speler. 2.25.5 De voorkeur dient gegeven te worden aan personen met kwalificatie als officieel afgevaardigde van het ICF of nationale federaties wanneer deze beschikbaar zijn. Anders wordt voorkeur gegeven aan de oudste scheidsrechters. 2.25.6 Een van de leden van de Jury wordt aangeduid als voorzitter. 2.25.7 Wanneer de Jury zitting heeft over een zaak, zal elk lid van het panel dat scheidsrechter was in de betreffende match of een club vertegenwoordigd die in het incident betrokken was, zich terugtrekken uit het panel en vervangen worden door een van de aangestelde reserves voor deze te bespreken zaak. Zittingen van de Jury dienen te gebeuren in een afzonderlijk lokaal waar toegang voor andere personen verboden wordt. 2.25.8 De lijst zal per club alfabetisch opgesteld worden. Tijdens het Belgisch Kampioenschap zullen de kandidaten volgens een beurtrol in het panel zetelen. 2.26
Aanduiding van offficials Lijst met verantwoordelijken voor de aanduiding van officials
Officials
Jury Hoofdofficial Competitieorganisator Technischeorganisator Hoofdscheidsrechter Hoofd materiaalcontroleur Hoofd tafel official Tijdwaarnemers Doelpuntentellers Scheidsrechters Doellijnwaarnemers Materiaalcontroleurs 2.27
Nationale competities Ploegleiders Technisch comité
Internationale competities Organiserend comité
Scheidsrechter
Hoofdtafelofficial
Technisch comité en voorvergadering Technisch comité of scheidsrechter Technisch comité
Hoofdscheidsrechter Hoofdscheidsrechter Hoofd materiaalcontroleur
Taken van het organiserend comité De verantwoordelijke federatie of club zal het organiserend comité en zijn bijhorende structuur samenstellen. Voor de nationale competitie is dit het technisch comité. Het organiserend comité is verantwoordelijk voor volgende zaken:
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo " " " " " " " " " " " " " "
2.28
15/74
Voorstel van competitievorm Alle maatregelen nemen opdat alle toegelaten clubs kunnen deelnemen Een wedstrijdschema opmaken De noodzakelijke uitrusting verzorgen Behulpzaam zijn bij het organiseren van transport en accommodatie voor de bezoekende teams Officials aanduiden zoals gevraagd door het competitie comité Voorzien van het nodige materieel voor de materiaalcontrole Assistentie verlenen aan het competitie comité wat betreft publiciteit, pers, enz De niet officiële aspecten behartigen zoals toeschouwers, media enz Verzorgen van de nodige informatie naar de persverantwoordelijken over de teams, spelers, officials en de vooruitgang van de competitie. Zorgen voor volledige uitgeruste speelterreinen en er voor zorgen dat deze uitrusting in orde blijft gedurende de competitie. (doelen, doellijnen, ballen, vlaggen, tafels, klokken, bijhouden van resultaten en ze meedelen enz) Plaats voorzien voor stapeling van materiaal, boten en uitrusting Het voorzien van duidelijke aankondiging van de wedstrijden opdat teams en officials het wedstrijdschema kunne volgen en tijdig afwerken De resultaten van de wedstrijden meedelen en de daaruit voortvloeiende wedstrijden aankondigen. Een overzichtstabel houdt al deze gegevens bij en wordt regelmatig aangepast in de loop van de competitie. Deze tabel wordt kenbaar gemaakt aan de aanwezige teams, officials media en publiek.
Taken van het competitiecomité Het competitiecomité heeft als taak: " Toezicht op de organisatie van de wedstrijden. Goedkeuren van nominaties van tijdwaarnemers, doelpuntentellers, scheidsrechters, doellijnwaarnemers, materiaalcontroleurs. " Wanneer zich onvoorziene omstandigheden voordoen die het onmogelijk maken om de competitie verder te zetten volgens het schema, ofwel variaties aan te brengen in het schema, ofwel de wedstrijden uit te stellen en het tijdstip te bepalen wanneer deze kunnen plaatsvinden. Het competitiecomité dient, met uitzondering van de afgevaardigde van het gastcomité: " Elk protest en elke discussie behandelen, andere dan deze die de spelregels aangaan. " Overgaan tot disciplinaire acties in andere gevallen dan deze die indruisen tegen de spelregels. Maatregelen dienen gebaseerd te zijn op de ICF statuten voor internationale competities of op de KBKV-statuten. Er kunnen straffen opgelegd worden zoals diskwalificatie voor een langere periode dan de duur van de competitie in kwestie.
2.29
Taken van officials
2.29.1 De hoofdofficial " Als hoofd van het competitiecomité heeft de hoofdofficial algemene verantwoordelijkheid over alle aspecten van de wedstrijd en supervisie over de overige officials. " Verder ziet hij toe dat alles plaatsvindt volgens de regels, en heeft hij beslissingsrecht in alle kwesties die niet in deze regels besproken worden en niet exclusief het oranisatiecomité aanbelangen. 2.29.2 De wedstrijdorganisator De wedstrijdorganisator is als hoofd van het organiserend comité verantwoordelijk voor het goed vervullen van de verplichtingen van de gastclub t.o.v. het competitie comité, maar ook in het Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
16/74
bereiken van de eigen objectieven die gesteld worden bij het inrichten van de wedstrijd. Zie ook: afgevaardigde gastclub. 2.29.3 De technisch organisator De technische organisator is verantwoordelijk voor: " De coördinatie van het verloop van de wedstrijd gedurende de periode van de wedstrijd zodat een vlot verloop van de wedstrijden volgens het programma plaatsvindt. " De aanstelling en het overmaken van taken aan de mediaofficial, omroeper en verantwoordelijke voor de uitrusting. " Het bekendmaken van elke nodige variatie op het schema. " De controle over de toegang van de wedstrijdzones. " Hij verzekert er zich van dat alle spelers en teams in orde zijn met de reglementen om deel te nemen aan een competitie. " Hij legt alle details van de inschrijvingen, indien gewenst, ter inzage voor inspectie voor aan het competitie comité en de teamleiders. " Hij noteert alle significante gebeurtenissen gedurende de wedstrijden, uitgezonderd deze die onder de verantwoordelijkheid van de doelpuntenteller en de resultatenverantwoordelijke vallen. " Hij houdt de notulen bij van elke behandeling van protesten of rechterlijke zittingen. " Hij beoordeelt het optreden van om het even welke commentator aangeduid door het organiserend comité. De commentator is geen official. 2.29.4 De hoofdscheidsrechter De hoofdscheidsrechter beschikt over een ICF diploma, of over een gelijkwaardige Internationale ervaring. De hoofdscheidsrechter is verantwoordelijk voor volgende zaken: " Het zorgen voor alle scheidsrechterlijke formulieren. " Hij duidt de scheidrechters en doellijnwaarnemers aan na goedkeuring van het competitie comité en er zich van verzekerend dat neutrale scheidrechters worden aangeduid die geen binding hebben met de teams van het betreffende spel. " De scheidsrechters en doellijnwaarnemers op hun plichten wijzen en hen de standaardtaken van deze functies kenbaar maken. " Er voor zorgen dat alle wedstrijdofficials waar nodig gebriefd worden. " Het doorgeven van alle geschreven rapporten van de scheidsrechters aangaande incidenten die disciplinaire acties tot gevolg moeten hebben. " Het verzoeken om disciplinaire acties tegen spelers na herhaaldelijke overtredingen. " Hij heeft de autoriteit om een scheidsrechter, die niet meer in staat is om als scheidsrechter op te treden door een kwetsuur, een ziekte of een andere reden, op gelijk welk moment tijdens het spel, te vervangen door een geschikte vervanger. 2.29.5 De hoofdmateriaalcontroleur De hoofdmateriaalcontroleur is verantwoordelijk voor: " Het aanduiden van de materiaalcontroleurs per spel na goedkeuring door de competitiecommissie en rekening houden met de neutraliteit ten overstaand van de spelende teams. " Het aanstellen van controleurs die de vernoemde procedures uitvoeren. " In overleg met het organiserend comité het ter beschikking stellen van alle controlemateriaal. " Het kenbaar maken van alle procedures ter controle van het materiaal voor dat het toegang krijgt tot de competitiezone. 2.29.6 De hoofdtafelofficial Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
17/74
De hoofdtafelofficial is verantwoordelijk voor: " De aanstelling van omroeper(s), tijdwaarnemer(s), doelpuntenteller(s) en resultatenverantwoordelijken na goedkeuring door het competitie comité, het toewijzen van hun taken en toezicht op de uitvoering hiervan. De doelpuntentellers en tijdwaarnemers moeten minstens 16 jaar oud zijn. " In samenspraak met het organiserend comité het voorzien van alle materiaal dat nodig is voor omroepen, bijhouden van de score, bijhouden van de resultaten en tijdsopname. " Hij ziet er op toe dat toe dat de resultaten verspreid worden op het officiële scorebord, bij de teamleiders en de jury. 2.29.7
De tijdwaarnemer De tijdwaarnemer zal de scheidsrechter en spelers adviseren wanneer een spel moet gestart worden volgens de planning, en zal de tijd bijhouden volgens de reglementen (hoofdstuk 3). Hij zal aan niet meer dan twee opeenvolgende matchen deelnemen als official.
2.29.8 De doelpuntenteller De doelpuntenteller zal de wedstrijddetails bijhouden op het officieel rapport, zoals naam en nummer van de spelers van de teams, gescoorde goals en alle details van het spel zoals kaarten en weggezonden spelers. Hij overhandigt het matchrapport aan de hoofdtafelofficial na beëindiging van de match. Hij zal aan niet meer dan twee opeenvolgende matchen deelnemen als official. 2.29.9 De scheidsrechter Scheidsrechters worden gekozen uit de kandidaten aangeduid door de deelnemende federaties of clubs. Twee scheidrechters worden aangeduid per match om deze op onpartijdige wijze in overeenstemming met de reglementen te leiden. De scheidrechter zorgt voor zijn eigen uitrusting. Zwarte shirt en short of broek en sportschoenen of aangepast schoeisel. Elke scheidrechter zal een rapport opmaken en overhandigen aan de hoofdscheidsrechter van een wegzending van een speler onmiddellijk na het beëindigen van de match. In dit rapport zal hij een voorstel formuleren voor verder disciplinaire maatregelen. Op vraag van het competitiecomité zal hij uitleg geven bij beroepsprocedures of disciplinaire maatregelen die volgen op zijn gefloten match. Hij volgt de richtlijnen van de hoofdscheidsrechter. Hij volgt de richtlijnen van de technisch organisator in verband met het wedstrijdschema. Hij houdt rekening met de directieven van de materiaalcontroleur aangeduid voor de match om de uitrusting van de spelers te controleren bij een spelonderbreking. Hij volgt de richtlijnen van de hoofdmateriaalcontroleur om een speler weg te zenden die een inbreuk pleegt op de spelvoorwaarden. Hij zal niet meer dan twee opeenvolgende matchen fluiten. Scheidrechters verliezen hun scheidsrechterstatus wanneer zij in een of andere functie van een team aantreden. Zij volgen alle richtlijnen van de scheidrechters die het spel controleren zonder protest. Zij moeten een voorbeeld zijn van sportief gedrag voor al hun teamspelers. 2.29.10 Doellijnwaarnemers Twee doellijnwaarnemers van minstens 16 jaar oud worden aangesteld voor elke match, een voor elke doellijn. Ze dragen een aangepast shirt dat hun rol aanduid en verschilt van dat van de scheidrechters. Zij assisteren de scheidrechters en volgen hun directieven op. Zij zullen niet meer dan twee opeenvolgende matchen deelnemen als official. 2.29.11 Materiaalcontroleur Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
18/74
Eén materiaalcontroleur wordt aangeduid per match om het materiaal te controleren binnen het speelveld. Ze dragen een aangepast shirt dat hun rol aanduidt en verschilt van dat van de scheidrechters. 2.29.12 Assistenten De hoofdofficial, de wedstrijdorganisator, de technisch organisator, de hoofdscheidsrechter en de hoofd materiaalcontroleur mogen assistenten aanduiden maar mogen nooit hun verantwoordelijkheden aan deze assistenten overdragen. 2.30
Internationale kano-polo officials Het ICF kano-polo comité geeft een erkenning als internationale official aan de personen die een gepast examen hebben afgelegd. Enkel erkende federaties mogen kandidaten voorstellen mits betaling van 20 USdollar per kandidaat. De kandidaten zijn tussen 25 en 65 jaar oud en hebben ten minste 5 jaar ervaring als nationale official. Kandidaturen worden gericht naar de voorzitter van het ICF comité ten laatste twee maand voor het examen. Een sub comité van het ICF bestaande uit drie leden zal dit examen houden tijdens wereldkampioenschappen. Het examen zal worden gehouden in één van de drie officiële ICFtalen en zal gebaseerd zijn op de kennis van de ICF statuten, de ICF reglementen en de praktische ervaring. Als een federatie een examen wil op een ander tijdstip dan het wereldkampioenschap zal deze federatie de verplaatsingskosten van de examinatoren ten laste nemen. Geslaagde kandidaten krijgen een internationale erkenning voor een periode van 4 jaar. Vernieuwing van de erkenning is mogelijk als de nationale federatie een officiële verlenging aanvraagt 2 maanden voor het verstrijken van de erkenning. Niet geslaagde kandidaten kunnen pas het volgend jaar een nieuwe poging wagen.
2.31
Internationale kano-polo scheidsrechters Matchen van een internationale competitie moeten bij voorkeur door twee scheidsrechters, waarvan ten minste één scheidrechter met een geldige internationale kano-polo scheidsrechter kaart, gefloten worden. Het ICF comité erkent internationale scheidsrechters na het afnemen van een examen. Enkele nationale federaties kunnen kandidaten voorstellen voor dit examen. Per kandidaat moet 20 US dollar betaald worden aan het examencomité. Kandidaten zijn minstens 21 jaar oud en hebben ten minste drie jaar ervaring als nationaal scheidsrechter. Kandidaturen moeten ingediend worden twee maanden voor het examen bij het examencomité. Een subcomité van het ICF bestaande uit drie leden zal dit examen houden tijdens internationale competities of wereldkampioenschappen. Het examen zal worden gehouden in één van de drie officiële ICF-talen en zal gebaseerd zijn op de kennis van de ICF reglementen en de praktische ervaring. Geslaagde kandidaten krijgen een internationale erkenning voor een periode van 4 jaar. Vernieuwing van de erkenning is mogelijk als de nationale federatie een officiële verlenging aanvraagt 2 maanden voor het verstrijken van de erkenning bij de voorzitter van het ICF polo comité. De scheidrechter moet ook drie positieve beoordelingen hebben ontvangen gedurende het afgelopen jaar. Niet geslaagde kandidaten kunnen pas het volgend jaar een nieuwe poging wagen.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
19/74
3 De Spelreglementen De opgenomen hoofdstukken zijn een letterlijke vertaling van de vanaf 1 januari 2001 ( en vanaf 14 januari 2007 en 1 januari 2009 aangepaste) geldende International Canoe Federation Canoe polo rules. De hoofdstuknummering komt overeen met de nummering van de ICF Canoe polo rules. De niet vermelde hoofdstukken zijn niet in het Nederlands vertaald. 3.1 Speelveld 3.1.1 Het speelveld zal rechthoekig zijn, met een lengte van vijfendertig (35) meter en een breedte van drieëntwintig (23) meter. De onmiddellijke omgeving van het speelveld zal bestaan uit een obstakel vrij wateroppervlak van zo mogelijk minimaal een (1) meter breed. 3.1.2 Over het gehele speelveld moet het water stilstaand en minstens negentig (90) cm diep zijn. 3.1.3 Er moet boven het speelveld een obstakel vrije ruimte zijn van minimaal drie (3) meter hoog en een minimale plafondhoogte van vijf (5) meter. 3.1.4 Er dient aan elke zijde van het speelveld een looppad voor de scheidsrechters te worden vrijgehouden. 3.2 Begrenzingen speelveld en afbakeningen Zie bijlage E voor de tekening en overzicht 3.2.1 De langere begrenzingen zullen aangeduid worden als zijlijnen, de kortere begrenzingen als doellijnen. 3.2.2 De zijlijnen en doellijnen zullen aangegeven worden door een fysieke grens zoals een drijvende lijn. Het centrale deel van de doellijn (4 m links en rechts van het centrum) zal vrij zijn van vlotters om de positie van de doellijnwachter niet te hinderen. 3.2.3 Markeringen die de doellijn, het midden van het speelveld en de punten op zes (6) meter en vier en een halve (4,5) meter van elke doellijn moeten op de zijlijnen aangebracht worden en duidelijk zichtbaar zijn voor de scheidsrechters en de spelers. 3.2.4 De zone voor wisselspelers wordt aangeduid 4 m langs beide zijden uit het centrum van het doel met vlotters goed zichtbaar voor spelers en scheidsrechters. 3.3 Doelen 3.3.1 De doelen zullen op het midden van elke doellijn geplaatst worden met de binnenkant van de onderlat op twee (2) meter boven het wateroppervlak. De doelen dienen zodanig bevestigd te zijn dat ze niet kunnen schommelen. De doelophanging en de netten dienen de speler die het doel verdedigt of die in het doelgebied manoeuvreren alsmede de vlucht van de bal in het speelveld niet te hinderen. 3.3.2 De doelen zullen bestaan uit een verticaal opgehangen, open raamwerk van een (1) meter hoog en een en een halve (1,5) meter breed (gemeten aan de binnenkant). De maximale breedte van het materiaal voor de constructie van het raamwerk is vijf (5) cm. De doelen bezitten netten die de bal niet hinderen bij het passeren van het raamwerk maar duidelijk aangeven dat een doelpunt gemaakt is. De doelen hebben geen achterliggende kaders of strukturen. De kleur van de raamwerken moet rood/wit gestreept zijn. De strepen dienen twintig (20) centimeter lang te zijn. 3.4 De bal 3.4.1 De bal dient rond te zijn en voorzien van een binnenbal met een zelfsluitende klep. Zij dient waterdicht te zijn en mag niet voorzien zijn van banden of bedekking of vet of soortgelijke substanties. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
20/74
3.4.2 Het gewicht van de bal is minimaal vierhonderd (400) gram en maximaal vierhonderd vijftig (450) gram. 3.4.3 Voor herenwedstrijden is de minimale omtrek van de bal achtenzestig (68) centimeter en maximaal eenenzeventig (71) centimeter, de luchtdruk in de bal is 90 tot 97 kPa (kilo Pascal) (13-14 pounds per vierkante inch atmosferisch) 3.4.4 Voor dameswedstrijden is de minimale omtrek van de bal vijfenzestig (65) centimeter en maximaal zevenenzestig (67) centimeter, de luchtdruk in de bal is 83 tot 90 kPa (kilo Pascal) (12-13 pounds per vierkante inch atmosferisch) 3.5 Wedstrijdofficials 3.5.1 De wedstrijdofficials bestaan uit twee (2) scheidsrechters, twee (2) doellijnwaarnemers, een (1) materiaalcontroleur, twee (2) tijdwaarnemers en een (1) doelpuntenteller. 3.5.2 Afhankelijk van het belang kan de wedstrijd worden geleid door teams tussen de drie (3) en acht (8) wedstrijdofficials. In het geval van drie (3) wedstrijdofficials zullen twee (2) van hun scheidsrechter zijn die de taken van de doellijnwaarnemers en materiaalcontroleur overnemen. De derde wedstrijdofficial is tijdwaarnemers die de taken van de tijdwaarnemers en de doelpuntenteller overneemt. 3.6 Scheidsrechters 3.6.1 De scheidsrechters hebben de volledige leiding over de wedstrijd, vanaf het moment dat de spelers voor het eerst het veld betreden totdat alle spelers het speelveld verlaten hebben na het beëindigen van de wedstrijd. 3.6.2 De beslissingen genomen door de scheidsrechters betreffende de feitelijke wedstrijd zijn definitief en hun interpretatie van de regels zal gedurende de wedstrijd worden gerespecteerd. Tegen een door de scheidsrechter genomen beslissing of interpretatie van de regels is geen protest of beroep mogelijk. De scheidsrechters onthouden zich van veronderstellingen tijdens de wedstrijd, maar zullen wat zij zien naar beste kunnen interpreteren. 3.6.3 De scheidsrechters fluiten om de wedstrijd te starten, te herstarten en om doelpunten aan te geven. Verder fluiten zij voor doellijnworpen, hoekworpen, overtreding van de regels en voor time-out. Een scheidsrechter mag op zijn beslissing terugkomen mits deze beslissing wordt genomen voordat de bal weer in het spel is. De scheidsrechter moet er zeker van zijn dat door het wijzigen van zijn beslissing naar zijn mening geen team wordt benadeeld. 3.6.4 De scheidsrechters zijn gemachtigd ieder persoon van het competitiegebied weg te sturen als die persoon het de scheidsrechter onmogelijk maakt om zijn taak op een behoorlijke en onpartijdige manier uit te voeren. 3.6.5 De scheidsrechters zijn gemachtigd op elk moment een wedstrijd te staken als naar hun mening het gedrag van de spelers, team officials of andere omstandigheden er toe leiden dat de wedstrijd niet in redelijkheid kan worden voortgezet. Als de wedstrijd wordt gestaakt dienen de scheidsrechters dit onverwijld aan de wedstrijdleiding mede te delen. 3.6.6 De eerste scheidsrechter neemt de finale beslissing indien de scheidrechters niet overeenkomen. 3.6.7 De hoofdscheidsrechter heeft de autoriteit om een scheidsrechter, die niet meer in staat is om als scheidsrechter op te treden door een kwetsuur, een ziekte of een andere reden, op gelijk welk moment tijdens het spel, te vervangen door een geschikte vervanger. 3.7 Doellijnwaarnemers 3.7.1 Doellijnwaarnemers stellen zich op diagonaal tegenover elkaar aan de linkerkant van de scheidsrechter aan hun kant. 3.7.2 Zij zullen aan de scheidsrechter signaleren totdat hij het ziet en erop ingaat: 3.7.2.1 Door een groene vlag te heffen dat de spelers op hun lijn liggen aan het begin van elke periode; Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
21/74
3.7.2.2 Door een rode vlag te heffen dat de bal via de doellijn uit het spel is. (Doellijnworp, hoekworp, doelpunt); 3.7.2.3 Door met een rode vlag te zwaaien bij een overtreding bij de aanvang van de wedstrijd of een speelhelft; 3.7.2.4 Door met een rode vlag te zwaaien bij een overtreding bij het betreden van het speelveld, herbetreden en wisselen. 3.7.2.5 De rode en groene vlag richten naar het doel wanneer de bal het doelkader passeert. 3.7.3 Elke doellijnwaarnemer zal door de wedstrijdleiding worden voorzien van reserve ballen van de juiste maat en hij zal op aangeven van de scheidsrechter als de speelbal het speelveld verlaat, een reserve bal voor een doellijnworp naar de doelverdediger gooien of voor een hoekworp naar de dichtstbijzijnde speler van het aanvallende team of anders op aanwijzing van de scheidsrechter. 3.7.4 De doellijnwaarnemers zijn minstens 16 jaar oud. 3.8 Materiaalcontroleur 3.8.1 De materiaalcontroleur zal verantwoordelijk zijn voor de controle van de uitrusting van alle spelers voor zij hun eerste wedstrijd spelen. Hij mag tevens uitrusting controleren op elk ander moment tijdens een competitie. 3.9 Tijdwaarnemers 3.9.1 De tijdwaarnemers nemen plaats aan de tijdwaarnemertafel. 3.9.2 Zij moeten zorgen voor: 3.9.2.1 De registratie van de exacte speeltijd, time-outs en de rust; 3.9.2.2 Het bijhouden van de time-out en gedurende de time-out een rode vlag te heffen; 3.9.2.3 Het noteren van het moment waarop een speler volgens de spelregels met een gele of rode kaart het speelveld verlaat en het moment waarop die speler of zijn wisselspeler het speelveld weer betreedt; 3.9.2.4 Het bijhouden van de straftijden en het aankondigen van het einde van een straftijd door een visueel scorebord of door met een groene vlag te zwaaien. 3.9.3 De tijdwaarnemer zal door een duidelijk akoestisch signaal het einde van elke speelperiode aangeven. Onafhankelijk van de scheidsrechters en hun signaal zal het einde van de speeltijd direct ingaan met uitzondering van het tegelijkertijd geven van een strafdoelschot, in welk geval het strafdoelschot in overeenstemming met de regels moet worden genomen. 3.9.4 De eerste tijdwaarnemer zal de taken beschreven onder 3.9.2.1 en 3.9.2.2 uitvoeren en de tweede tijdwaarnemer zal de taken beschreven onder 3.9.2.3 en 3.9.2.4 uitvoeren. 3.10
Doelpuntenteller
3.10.1 De doelpuntenteller neemt plaats aan de tijdwaarnemertafel. 3.10.2 Hij moet zorgen voor: 3.10.2.1 De registratie van de gescoorde doelpunten en het bijhouden van het scorebord; 3.10.2.2 Een verslag van de wedstrijd inclusief de spelers, de score, de time-outs, en de uitgereikte groene, gele en rode kaarten. 3.11
Het aantal spelers
3.11.1 Elk team mag uit maximaal acht (8) spelers bestaan voor elke wedstrijd. Niet meer dan vijf (5) spelers mogen zich, op elk moment, op het speelveld bevinden. De andere spelers worden op dat moment beschouwd als wisselspelers. Een team moet elke wedstrijd beginnen met vijf (5) spelers op de doellijn en gereed voor de wedstrijd. Als een team tot twee (2) spelers is gereduceerd zal de scheidsrechter de wedstrijd staken en melden aan het competitie comité die zal beslissen over een passende maatregel. Het competitie comité neemt dan een van de volgende beslissingen: Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
22/74
3.11.2 Als een team met 2 spelers overblijft door toedoen van zowel gele of rode kaarten dan zal het andere team winnen met tenminste één doelpunt. Extra doelpunten zullen toegekend worden om dit verschil te verkrijgen. 3.11.3 De score blijft behouden 3.11.4 De wedstrijd wordt herspeeld 3.12
Keuze van de speelhelft
3.12.1 Het eerste team op de speeltabel zal starten aan de linkerkant van de tafel tenzij een van de kapiteins van de ploegen of een hoofdofficial vraagt om een worp van een muntstuk om de speelhelften te kiezen. 3.13
Herkenbaarheid
3.13.1 Alle leden van een team moeten dezelfde kleur dek van de kajak, dezelfde kleur spatzeil, dezelfde kleur van de buitenste kleding, dezelfde kleur helmen en dezelfde kleur shirts hebben. 3.13.2 Wanneer de romp van de kajak van een ondoorzichtige kleur is voorzien moeten alle kajaks dezelfde kleur romp hebben. Wanneer de romp van de kajak doorzichtig is zal de aanwezigheid van verstevigingen zoals carbon of ander geïntegreerde materialen van de constructie niet van invloed worden geacht op dezelfde kleur van de kajaks. 3.13.3 Als de scheidsrechter of de materiaalcontroleur beslist dat er onvoldoende onderscheid is tussen de teams dan zal van het op het wedstrijdformulier eerst genoemde team verwacht worden dat zij de kleur(en) van hun wedstrijdkleding wijzigen. 3.13.4 Elke speler van een team wordt genummerd van 1 tot en met 95. Het nummer moet zijn aangebracht op de lichaamskleding en op de helm. De speler behoudt dit nummer gedurende de ganse competitie. 3.13.5 De nummers moeten voor de scheidsrechters duidelijk leesbaar zijn vanaf elke positie op het veld en moeten elke speler van een team duidelijk individueel herkenbaar maken. Op de rug moet een nummer van minimaal twintig (20) cm hoog zijn aangebracht. Een nummer van minimaal tien (10) cm hoog moet op de borst zijn aangebracht. Op elke kant van de helm moet een nummer van minimaal zeven en een halve (7,5) centimeter aangebracht zijn. De aanvoerder van elk team dient zich van de rest van het team te onderscheiden door middel van een armband. 3.14
De kajaks
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website. Hierna vermelden we de voornaamste kenmerken en de belangrijkste afmetingen 3.14.1 De kajak met geïntegreerde stootkussens of de kajak zonder stootkussens mag niet langer dan 3000mm zijn en niet breder dan 600mm. Met de nadien geplaatste stootkussens mag de lengte oplopen tot 3100mm inclusief stootkussens. 3.14.2 De impact zones moeten afgerond zijn en de stootkussens moeten voldoen aan de regels zodat ze geen kwetsuren kunnen veroorzaken en beschadigingen vermijden aan de uitrusting. 3.14.3 Het totaal gewicht inclusief stootkussens is minimum 7 kg. 3.14.4 Scherpe randen, uitstekende delen of hoeken zijn verboden en alle afrondingen moeten voldoen aan de reglementen. 3.14.5 Een stootkussen moet stevig vastgemaakt worden aan de boeg en de spiegel van de kajak. 3.14.6 De afmetingen en maten worden gecontroleerd met kalibers 3.14.7 Bij vezelversterkte kajaks moeten de niet verzonken bouten afgerond zijn zonder scherpe randen of bij voorkeur verzonken. In PE kajaks moeten de bouten verplicht verzonken zijn. Handgrepen of draagbeugels zijn verboden. 3.14.8 Kajaks moeten blijven drijven zelfs als ze volledig gevuld zijn met water. 3.14.9 De kajak moet ter plaatse van de zitopening voldoende hoog zijn om de speler in geval van een aanvaring te beschermen (minimum 160mm) Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo 3.15
23/74
Peddels
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website. Hierna vermelden we de voornaamste kenmerken en de belangrijkste afmetingen 3.15.1 De peddelbladen moeten passen binnen een vlak van 60 x 25 cm en geen enkel deel van de rand mag in het vlak een krommingstraal van minder dan 3cm hebben. 3.15.2 De maximum lengte is vrij en alle randen moeten afgerond zijn en een minimum dikte hebben van 5 mm. 3.15.3 Peddels mogen geen scherpe uitsteeksels of andere gevaarlijke onderdelen hebben 3.15.4 Peddels met metalen beslag zijn niet toegelaten ook al zijn ze bedekt of afgeplakt met tape. 3.16
Persoonlijke uitrusting
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website. Hierna vermelden we de voornaamste kenmerken en de belangrijkste afmetingen 3.16.1 Alle spelers moeten een, door de materiaalcontroleur goedgekeurde, helm met gezichtsbeschermer dragen. De gezichtsbescherming moet bestaan uit rooster vervaardigt met een robuust materiaal zoals staal. Een voorwerp van 70 mm³ mag niet door het rooster heengaan. Het rooster moet goed bevestigd zijn aan de helm zonder uitstekende delen die verwondingen kunnen veroorzaken. Het gezicht moet volledig beschermd worden vanaf de kin 3.16.2 Lichaamsbescherming, door de materiaalcontroleur goedgekeurd, moet gedragen worden. Zwemvest: De lichaamsbescherming moet een bescherming bieden van minstens 15 mm dik en moet beginnen op minder dan 100 mm boven de bootkuip, gemeten aan de spelerszijde. De opening tussen de bovenkant van de lichaamsbescherming en de horizontaal gestrekte arm mag niet meer dan 100 mm zijn. 3.16.3 Een shirt met mouwen, die tenminste de helft van de bovenarm bedekt, moet gedragen worden. Spelers mogen geen vettige substanties op hun armen, schouders en nek aanbrengen. 3.16.4 Naast de hierboven beschreven uitrusting en kleding, zijn persoonlijke kleding en bezittingen, en een spatzeil toegestaan. Extra beschermende uitrusting aan handen, onderarmen en ellebogen is toegestaan mits de uitrusting goed past, stevig is bevestigd en geen scherpe hoeken heeft die een ander speler in gevaar kan brengen. Andere uitrustingsstukken zijn niet toegestaan. Een speler mag geen zaken dragen (zoals sieraden) die de drager of andere spelers in gevaar kunnen brengen. 3.16.5 Spelers mogen geen vette substanties op hun uitrusting of kledij aanbrengen.
3.17
Handelsmerken en reclameuitingen
3.17.1 Kajaks, uitrusting, lichaamsbescherming en shirts mogen voorzien zijn van merken, reclamesymbolen en reclameteksten. 3.17.2 Alle reclame-uitingen moeten op een zodanige wijze zijn geplaatst dat zij de herkenbaarheid van een speler niet bemoeilijken of onmogelijk maken en geen effect hebben op de uitkomst van de wedstrijd. 3.17.3 Reclame voor roken en gedistilleerde drank is niet toegestaan. 3.18
Het wisselen van uitrusting
3.18.1 Het is elke speler toegestaan, op elk moment tijdens de wedstrijd, het speelveld te verlaten om delen van de uitrusting om te wisselen. Op voorwaarde dat de uitrusting onderworpen is geweest aan de noodzakelijke controles door de materiaalcontroleur. Uitrusting die omgewisseld wordt moet door de desbetreffende speler opgehaald worden in het wisselspelergebied. (Uitrusting moet blijven voldoen aan de reglementen bijv nummers enz) Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo 3.19
24/74
De materiaalcontrole
3.19.1 Spelersuitrusting is onderworpen aan materiaal controle voor, tijdens of na een wedstrijd. Een scheidsrechter moet iedere speler van het speelveld verwijderen wiens uitrusting in strijd is met de regels bij de eerste spelonderbreking of onmiddellijk als het materiaal gevaarlijk is geworden voor de spelers nadat de overtreding geconstateerd is. 3.20
Speeltijd
3.20.1 De speeltijd zal normaliter twee (2) spelperiodes van tien (10) minuten zijn, tenzij er extra periodes gespeeld moeten worden of er een beslissing door middel van doelschoten moet plaatsvinden. De minimum speeltijd is twee periodes van zeven (7) minuten. 3.20.2 De rusttijd tussen twee spelperiodes zal normaliter drie (3) minuten zijn. De minimum rusttijd is één (1) minuut. 3.20.3 De teams zullen van speelhelft wisselen na iedere spelperiode. 3.20.4 Tijdens de speeltijd mag de scheidsrechter een "time-out" aanvragen. De tijdwaarnemer zal de klok stilzetten wanneer de scheidsrechter time-out aangeeft en de klok weer starten wanneer de scheidsrechter de wedstrijd hervat met en fluitsignaal. 3.21
Time-out
3.21.1 De scheidsrechter gebruikt een drievoudig fluitsignaal om het spel te stoppen voor een timeout, behalve wanneer een doelpunt is gescoord in welk geval een lang fluitsignaal zal worden toegepast. 3.21.2 Time-out moet gegeven worden indien een gekenterde speler, of zijn uitrusting het spel hindert. 3.21.3 Time-out dient onmiddellijk gebruikt te worden indien de reglementen op een gevaarlijke wijze worden geschonden of indien de velduitrusting gecorrigeerd moet worden (b.v. het in gevaar brengen van een speler door een gebroken peddel). 3.21.4 Time-out dient gebruikt te worden indien een blessure is opgetreden, of indien een speler illegaal op het veld is, op voorwaarde dat dit niet het andere team benadeelt. 3.21.5 Time-out moet gebruikt worden als een doelpunt wordt toegekend, een strafdoelschot wordt gegeven of voor alle andere incidenten voor zover de scheidsrechter dit nodig acht. 3.21.6 Als de scheidsrechter het spel niet tijdens een spelonderbreking heeft gestopt met een timeout en geen van de teams een overtreding beging (b.v. fout van de scheidsrechter, gevallen doelen, verwonding van spelers) zal het spel worden hervat met een vrije worp door het team dat het laatst in balbezit was. Wanneer een time-out is gegeven voor een omgeslagen speler krijgt de tegenstander een vrije worp. Als de scheidrechter niet kan beslissen welk team balbezit had op het moment van de timeout, wordt het spel hervat met een scheidsrechtersbal. Signaal 8 is van toepassing. 3.22
Aanvang van de wedstrijd
3.22.1 Aan het begin van de wedstrijd zullen vijf (5) spelers zich met een deel van hun kajak op hun eigen doellijn opstellen en stilliggen. 3.22.2 Om de wedstrijd te beginnen zal de scheidsrechter fluiten en daarna de bal in het midden van het speelveld losmaken of werpen. (bij voorkeur gelijktijdig) 3.22.3 Als de losgemaakte of geworpen bal een team duidelijk voordeel geeft zal de scheidsrechter de spelperiode opnieuw beginnen. 3.22.4 Lichamelijke hulp van een speler aan de speler die een poging doet in balbezit te komen, is niet toegestaan. Overtreding resulteert in een vrije worp. Signaal 1 en 14 zijn van toepassing. 3.22.5 Slechts één (1) speler van elk team mag een poging doen in balbezit te komen. Elke andere speler, die de speler die een poging doet in balbezit te komen, begeleidt mag niet binnen een straal van drie (3) meter van het lichaam van die speler zijn. Overtreding resulteert in een vrije worp. Signaal 1 en 14 zijn van toepassing. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo 3.23
25/74
Bal uit het spel
3.23.1 Zijlijn en obstakel boven het speelveld: wanneer een deel van de bal de lijn of het verticale vlak boven de zijlijn of enig obstakel boven het speelveld raakt, dan krijgt het team dat niet als laatste de bal met hun peddel, boot of lichaam heeft aangeraakt een zijlijnworp. Wanneer de fysieke zijlijn ten gevolge van normaal spel uit positie wordt gebracht dan wijzigt de grens inclusief het vertikaal vlak erboven met de zijlijn mee. Signalen 5 en 14 zijn van toepassing. 3.23.2 Zijlijnworp: De speler die de worp neemt moet met zijn lichaam plaatsnemen op de plaats waar de bal het speelveld verliet of vanaf het punt op de zijlijn dat het dichtst bij het trefpunt op het obstakel is. 3.23.3 Doellijn: een doellijnworp of hoekworp wordt toegekend als een deel van de bal de lijn of het verticale vlak van de voorkant van het raamwerk van het doel tussen de markeringspunten op de hoeken van het speelveld raakt, tenzij een bal van het raamwerk (niet van de doelophanging) in het speelveld terugkaatst, of wanneer een bal wordt verhinderd om het doel volledig te passeren door een paddel van een verdedigende speler en terugkaatst in het speelveld, of wanneer een doelpunt is gemaakt. 3.23.3.1 Doellijnworp: indien de bal over de doellijn van een team uit het spel gaat en het andere team als laatste de bal geraakt heeft zal een doellijnworp worden gegeven. Signalen 6 en 14 zijn van toepassing. Het team mag de worp nemen vanaf elke positie op de doellijn. 3.23.3.2 Hoekworp: indien de bal over de doellijn van een team uit het spel gaat en dat team als laatste de bal geraakt heeft zal een hoekworp worden gegeven. Signalen 5 en 14 zijn van toepassing. De speler die de worp neemt moet zijn lichaam op de hoek van het speelveld plaatsen. 3.24
Het maken van een doelpunt
3.24.1 Een team maakt een doelpunt wanneer de bal in zijn geheel het vlak van de voorkant van het raamwerk van het doel van de tegenstander passeert. Als een doel niet goed is bevestigd en schommelt, moet de bal het raamwerk van het doel geheel passeren. Signaal 3 en een lang fluitsignaal wordt geblazen door de scheidrechter. Time-out is van toepassing. De scheidsrechter geeft het nummer van de speler die het doelpunt heeft gemaakt door aan de doelpuntenteller. 3.24.2 Indien de bal belet wordt in het doel te gaan door een peddel die van achter het doelkader komt dan wordt een doelpunt toegekend. 3.25
Spelhervatting na een doelpunt
3.25.1 Nadat een doelpunt is gemaakt zal het team dat een doelpunt tegen gekregen heeft de middenuit worp nemen. De speler die de worp neemt moet een deel van zijn kajak in het midden van het speelveld plaatsen. De scheidsrechter zal op de fluit blazen om het spel te hervatten. De speler die de worp neemt hoeft de bal niet boven zijn hoofd te houden. 3.25.2 Alle spelers van beide teams moeten beginnen met hun lichaam in hun eigen speelhelft. 3.26
Gekenterde speler
3.26.1 Indien een speler kentert en zijn kajak verlaat mag die speler niet verder deelnemen aan de wedstrijd en moet hij met zijn gehele uitrusting onmiddellijk het speelveld verlaten. Indien een gekenterde speler weer aan de wedstrijd wil deelnemen moet dat gedaan worden met inachtneming van de regels voor het betreden van het speelveld. Niemand mag het speelveld betreden om een speler met zijn uitrusting te helpen en niemand mag de scheidsrechter hinderen bij het helpen van een speler. Een team kan tijdens een wedstrijd bestraft worden voor ongeoorloofde hulp van buiten af of voor enige bemoeienis met de tegenstander, welke valt onder hulp van buiten. De scheidsrechter bepaalt de hoogte van de straf. 3.27
Betreden van het speelveld, herbetreding , wisselen en vervangen van uitrusting
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
26/74
3.27.1 Niet meer dan het toegestane aantal spelers van een team mogen zich, op elk gegeven ogenblik, op het speelveld bevinden. 3.27.2 Wisselspelers moeten in hun wisselspelergebied wachten. Het wisselspelersgebied is het gebied achter de doellijnen met uitzondering van 4 meter aan beide kanten van het midden van het raamwerk van het doel. 3.27.3 Het betreden en uitvaren van het speelveld door spelers om te wisselen is alleen toegestaan via de eigen doellijn. De spelers gehele kajak moet het speelveld hebben verlaten voordat de wisselspeler het speelveld mag betreden. Wisselen is niet toegestaan als een deel van de uitrusting, bijvoorbeeld een peddel of helm, op het speelveld achterblijft. Wisselen is op elk ogenblik toegestaan. 3.27.4 Een speler die het speelveld verlaat alleen als onderdeel van het wedstrijd gebeuren is niet onderworpen aan de voorwaarden voor herbetreding. 3.27.5 Een gekenterde speler die het speelveld niet via zijn eigen doellijn verlaten heeft mag pas bij de eerst volgende spelonderbreking (als scheidrechter fluit voor fout, voor bal buiten, of timeout) gewisseld worden. De gehele uitrusting van de gekenterde speler, bijvoorbeeld kajak en peddel, moet van het speelveld zijn verwijderd voordat gewisseld mag worden 3.27.6 Elke speler mag het speelveld verlaten om een deel van zijn uitrusting te wisselen op elk moment indien de uitrusting is goedgekeurd. De gewisselde uitrusting moet uit de wisselzone verwijderd worden. 3.28
Ongeoorloofd wisselen en betreden van het speelveld
3.28.1 Wanneer meer dan het toegestane aantal spelers van een team zich op het speelveld bevinden zal/zullen de speler(s) die ongeoorloofd het speelveld betreden worden uitgesloten met een gele kaart en het team is verplicht voor de duur van de gele kaart met een speler minder op het speelveld te zijn dan het aantal dat zij hadden voor de overtreding. Als het niet duidelijk is welke speler(s) het speelveld dienen te verlaten moet de aanvoerder de speler(s) aanwijzen. Overtreding wordt bestraft. Signalen 7 en 14 zijn van toepassing. 3.28.2 Wanneer een wisselspeler zijn peddel in het speelveld plaatst om een doelpunt te verhinderen, zal een strafdoelschot worden toegekend. De overtreder zal worden gestraft met een rode kaart en het team is verplicht voor de rest van de wedstrijd met een speler minder op het speelveld te zijn dan het aantal dat zij hadden voor de overtreding. Overtreding wordt bestraft. Signalen 16 en 7 zijn van toepassing. 3.29
Ongeoorloofd paddelgebruik
Signalen 12 en 15 zijn van toepassing. Het volgende bepaald ongeoorloofd peddelgebruik. 3.29.1 De peddel in contact brengen met het lichaam van de tegenstander. 3.29.2 De bal met de peddel te spelen, of trachten te spelen, wanneer de bal binnen handbereik van een tegenstander is en die tegenstander de bal met de hand probeert te spelen. 3.29.3 De bal met de peddel over de voorkant van de kajak van een tegenstander trachten te spelen, wanneer de tegenstander in een normale kanopositie de bal binnen handbereik heeft. 3.29.4 Een peddel binnen handbereik brengen van een tegenstander die de bal in zijn hand heeft. Een doelverdediger is van deze regel uitgesloten en het is hem toegestaan een schot op doel direct te verdedigen zolang zijn peddel niet naar de tegenstander toe beweegt op het moment van het schot en dit niet leidt tot een ernstig contact met de tegenstander. 3.29.5 Als een speler met zijn peddel probeert een tegenstander te verhinderen zijn peddel te gebruiken. 3.29.6 Het spelen van de tegenstander zijn peddel in plaats van de bal. 3.29.7 Het gooien van een peddel. 3.29.8 Elk ander gebruik van de peddel dat een speler in gevaar brengt. 3.30
Ongeoorloofd balbezit
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
27/74
3.30.1 Signalen 11 en 15 zijn van toepassing. Een speler is in het bezit van de bal wanneer de speler de bal in zijn hand heeft, de bal met de peddel manoeuvreert, of wanneer de speler in staat is de bal met de hand te bereiken. De bal moet zich op het water bevinden en niet in de lucht. Een speler die de bal schept en in evenwicht houdt met de peddel wordt ook beschouwd in balbezit te zijn. 3.30.2 Een speler moet zich, na het in bezit komen van de bal, binnen vijf (5) seconden van de bal ontdoen door de bal over te spelen naar een andere speler, of door de bal te bewegen waarbij de bal minstens een (1) meter, horizontaal gemeten, buiten zijn oorspronkelijke positie komt. 3.30.3 Indien een speler tijdelijk niet als enige in balbezit is, of de bal door aangevallen te worden buiten armbereik komt, zullen de vijf (5) seconden opnieuw beginnen zodra de speler weer in balbezit is. 3.30.4 Een speler die kentert tot het punt waarbij zijn gehele lichaam en hoofd onder water gaat wordt verondersteld geen balbezit meer te hebben als hij de bal niet in zijn hand(en) heeft. 3.30.5 Een speler mag zijn kajak niet bewegen met de handen of peddel met de bal op zijn dek of spatzeil. 3.31
Ongeoorloofd aanvallend spel met de hand
Signalen 10 en 15 zijn van toepassing. Aanvallend spel met de hand is een speler die met één (1) open hand duwt tegen de rug, de bovenarm of zijkant van een tegenstander. Het volgende bepaalt ongeoorloofd aanvallend spel met de hand. 3.31.1 Elke aanval met de hand wanneer de aangevallen speler niet in balbezit is. 3.31.2 Elk ander lichamelijk contact anders dan de open hand tegen de rug, de bovenarm of de zijkant. 3.31.3 Elke aanval met de hand die de aangevallen speler in gevaar brengt. 3.31.4 Een aangevallen speler mag zich niet verdedigen met zijn hand of onderarm of met een beweging van de elleboog in de richting van de aanvaller. 3.32
Ongeoorloofd aanvallend spel met de kajak Signalen 10 en 15 zijn van toepassing.Aanvallend spel met de kajak is een speler die met zijn kajak een kajak van de tegenstander duwt in een poging om balbezit te krijgen. Het volgende bepaalt ongeoorloofd aanvallend spel met de kajak.
3.32.1 Elke aanval met de kajak die resulteert dat de kajak van de aanvallende speler het lichaam van de aangevallen speler raakt en/of de aangevallen speler in gevaar brengt. Als de aangevallen speler zijn arm opheft wordt die arm verondersteld geen deel van het lichaam te zijn. 3.32.2 Elke aanval met de kajak die resulteert in ernstig contact met het spatzeil van de aangevallen speler, of waar de aanvallende speler blijft aanvallen waarbij de kajak in contact blijft met het spatzeil of waar de aanvallende speler over het spatzeil van de aangevallen speler beweegt. 3.32.3 Wanneer geen van de beide spelers nog balbezit heeft, mogen zij door met de handen een gecontroleerde actie op de tegenstanders kajak te maken, van elkaar bewegen. 3.32.4 Een speler in balbezit die geen controle meer heeft over de voorkant van zijn kajak en met zijn kajak het lichaam van een tegenstander raakt. 3.32.5 Elke ruwe aanval op de zijkant van de kajak in een hoek tussen tachtig (80) en honderd (100) graden en die niet plaatsvindt door ononderbroken contact. 3.32.6 Het aanvallen van een tegenstander die zich niet binnen drie (3) meter van de bal bevindt. 3.32.7 Het aanvallen van een tegenstander wanneer de aanvallende speler niet strijdt voor de bal. 3.33
Ongeoorloofd verplaatsen Signalen 10 en 15 zijn van toepassing. Verplaatsen is een speler die, door gebruik te maken van zijn kajak tegen een tegenstanders kajak, voor een positie wedijvert in het gebied tussen
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
28/74
de zes (6) meter lijn en de doellijn (zes (6) meter gebied), van het aanvallende deel van het speelveld, zonder dat beide spelers proberen in balbezit te komen. Het volgende bepaalt ongeoorloofd verplaatsen. 3.33.1 Als een speler een positie heeft mag zijn lichaam tijdens het wedijveren door voortdurend contact, met niet meer dan een halve (0,5) meter verplaatst worden. 3.33.2 Als het contact met de tegenstander wordt gezien als ongeoorloofd aanvallend spel met de kajak. 3.33.3 Een speler met zijn kajak geheel achter de doellijn mag niet worden gehinderd, omdat hij zich niet binnen het zes (6) meter gebied bevindt. 3.34
Ongeoorloofd hinderen
Signalen 9 en 15 zijn van toepassing. Hinderen is een speler die een tegenstander belemmert voort te gaan behalve in volgende gevallen: 3.34.1 Beide spelers strijden voor de bal 3.34.2 De tegenstander in balbezit is 3.34.3 De tegenstander binnen 3 m van de bal is en de meest nabije speler is en de bal op het water is en niet in de lucht 3.34.4 Beide spelers zich binnen de 6 meter lijn van het doelgebied van het aanvallende deel van het speelveld bevinden. Obstructie is er enkel in het geval beide spelers bewegen en actief aan het peddelen zijn. 3.35
Ongeoorloofd vasthouden
Signalen 9 en 15 zijn van toepassing 3.35.1 Een speler die direct of indirect de beweging van een tegenstander belemmert of voor voortstuwing, ondersteuning of verplaatsing van een tegenstander gebruik maakt, door het plaatsen van zijn hand, arm of peddel op de kajak, of die de tegenstander dan wel zijn uitrusting vasthoudt. 3.35.2 Een speler die voor voortstuwing, ondersteuning of verplaatsing gebruik maakt van de speelvelduitrusting zoals belijning, doelophanging of enig ander object in de omgeving. 3.35.3 Een speler die zijn paddel gebruikt om de kajak van zijn tegenstander te verplaatsen of vast te houden tijdens het wedijveren voor een positie in de 6-meter zone, of probeert een paddel of een hand aan te vallen. 3.35.4 Een speler die probeert om een aanval van een tegenstander op zijn hand of kajak af te weren met zijn hand of voorarm, of met de beweging van de elleboog naar de tegenstander. 3.35.5 Een speler die door een krachtige beweging van één of beide handen hard in contact komt met de arm van de tegenstander, of met de bal die nog steeds in contact is met de hand van de tegenstander. 3.36
Onsportief gedrag Signaal 17 en een groene kaart zijn van toepassing. Het volgende bepaalt onsportief gedrag.
3.36.1 Elke overtreding door een speler begaan tijdens een spelonderbreking. 3.36.2 Het belemmeren van een speler in zijn poging omhoog te komen na gekenterd te zijn. Een gekenterde speler moet ruimte krijgen om met hoofd en beide schouders boven water komen voordat een nieuwe aanval door de tegenstander is toegestaan. 3.36.3 Bemoeienis met de uitrusting van een tegenstander. Zoals het vasthouden of het buiten bereik brengen van een andere speler zijn peddel of het opzettelijk verhinderen dat een speler zijn peddel kan terugkrijgen. 3.36.4 Het opzettelijk gebruik maken van vertragingstactieken: zoals de bal weggooien of het opzettelijk hinderen van de tegenstander om een snelle spelhervatting na een overtreding te belemmeren. Wanneer een team bestraft wordt, moet de speler van dat team die in Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
29/74
balbezit is de bal onmiddellijk op het water leggen en niet proberen om de tegenstander te verhinderen of te vertragen bij een snelle spelhervatting. 3.36.5 Weigerachtige houding van speler. 3.36.6 Wraakneming; 3.36.7 Onbehoorlijke of beledigende taal; 3.36.8 Elke vorm van onsportief gedrag of gedrag dat als schadelijk voor het spel beschouwd wordt. Dit ter beoordeling van de scheidsrechter. 3.36.9 Het opzettelijk kaatsen van de bal op de kajak van een tegenstander om voordeel te halen. 3.37
Doelverdediging
3.37.1 De verdedigende speler die zich het dichtst recht onder het doel bevindt met de bedoeling om met de peddel het doel te verdedigen, wordt op dat moment beschouwd als doelverdediger. De doelverdedigers lichaam moet naar het speelveld zijn gericht en de doelverdediger moet proberen een positie te behouden binnen een meter van het midden van de doellijn. Als twee of meer spelers recht onder het doel zijn, wordt de speler die zich het dichtst bij het midden van het doel bevindt veronderstelt op dat moment de doelverdediger te zijn. 3.37.2 Als de doelverdediger niet in balbezit is en door een tegenstander wordt verplaatst of uit balans wordt gebracht, dan begaat die speler een ongeoorloofd aanvallend spel. Overtreding wordt bestraft. Signalen 10 en 15 zijn van toepassing. 3.37.3 Als een aanvaller een doelverdediger verplaatst door een verdediger op de doelverdediger te duwen terwijl de verdedigers niet in balbezit zijn, dan zal de aanvaller bestraft worden. Als de verdediger na te zijn geduwd de mogelijkheid heeft contact met de doelverdediger te voorkomen, maar dit niet doet, zal de aanvaller niet worden gestraft. 3.37.4 Als een verdediger de aanvaller op de doelverdediger duwt dan dient de aanvaller niet bestraft te worden. Als de aanvaller na te zijn geduwd de mogelijkheid heeft contact met de doelverdediger te voorkomen, maar dit niet doet, zal de aanvaller worden gestraft. 3.37.5 Als een aanvaller in balbezit wiens oorspronkelijke richting en snelheid niet tot contact met de doelverdediger zou hebben geleid door een verdediger tegen de doelverdediger wordt geduwd, zal de aanvaller niet worden gestraft. 3.37.6 Een doelverdediger die niet in balbezit is, maar probeert de bal die op het water ligt in bezit te krijgen, mag zoals elke andere speler worden aangevallen. Als de doelverdediger niet in balbezit komt zal die de status van doelverdediger pas weer kunnen krijgen als de aanvaller op doel heeft geschoten of de bal naar een andere speler heeft overgespeeld. Als de aanvaller niet langer in balbezit is, mag de aanvaller de doelverdediger niet opzettelijk hinderen in zijn poging zijn positie te houden of opnieuw in te nemen. 3.37.7 Binnen het zes (6) meter gebied mag een aanvaller een verdediger niet opzettelijk hinderen in zijn poging een positie als doelverdediger in te nemen. Het is een verdediger toegestaan een aanvaller met de kajak aan te vallen om een positie als doelverdediger in te nemen tenzij daarbij sprake is van gevaarlijk spel. 3.37.8 Zodra een team in balbezit is kan dat team niet lager als verdedigend worden beschouwd en kan er daarom geen speler als doelverdediger worden beschouwd. 3.38
Scheidsrechterbal
3.38.1 Een scheidsrechtersbal zal worden toegekend als twee (2) of meer spelers van elk team met één (1) of meer handen de bal stevig vast hebben, zodat de spelers gezamenlijk in balbezit zijn voor de duur van meer dan vijf (5) seconden. Als de spelers het eerste contact direct met de bal hebben gemaakt zal ongeoorloofd balbezit alleen van toepassing zijn als een van de spelers de tegenstander ter ondersteuning gebruikt. 3.38.2 Indien de scheidsrechter de wedstrijd moet onderbreken zonder dat er een overtreding heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld een blessure of een patstelling) en de scheidsrechter niet kan bepalen wie in balbezit was op het moment van fluiten, zal de scheidsrechter de wedstrijd hervatten met een scheidsrechterbal. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
30/74
3.38.3 Een scheidsrechtersbal wordt genomen langs de zijlijn op het dichtstbijzijnde punt waar het incident heeft plaatsgevonden. Een scheidsrechtersbal die wordt toegekend voor een incident dat plaatsvindt in het gebied tussen de zes (6) meter lijn en de doellijn moet worden genomen langs de zijlijn op het punt van de zes (6) meter lijn. Signaal 8 en Time-out zijn van toepassing. 3.38.4 Twee (2) spelers, één (1) van elk team, stellen zich nabij de plaats waar het voorval plaatsvond, parallel en wel haaks t.o.v. de zijlijn aan elkaar op met één (1) meter tussenruimte, het lichaam naar de zijlijn gericht. Beide spelers nemen plaats aan die kant die het dichtst bij hun eigen doellijn is. Zij dienen hun peddels op het water te plaatsen, doch niet tussen de kajaks en hun handen op het dek van de kajak en/of op de peddel te plaatsen. 3.38.5 De andere spelers dienen tenminste drie (3) meter van het punt tussen de twee (2) deelnemers aan de scheidsrechtersbal weg te blijven. 3.38.6 De scheidsrechter fluit om het spel te hervatten en zal de bal op het water tussen de spelers gooien. Beide spelers dienen, zodra de bal het water raakt, een poging te doen de bal met hun handen te bemachtigen. De spelers mogen de bal niet spelen voordat deze het water heeft geraakt. Overtreding wordt bestraft. Signalen 11 en 15 zijn van toepassing. 3.39
Voordeel
3.39.1 De scheidsrechters kunnen na een overtreding door een tegenstander voordeel geven, als geen van de scheidsrechters een fluitsignaal hebben gegeven. De scheidsrechters zouden voordeel moeten geven als het team waartegen de overtreding werd begaan meer voordeel heeft door verder te spelen. De scheidsrechter dient aan te geven dat ongeoorloofd spel geconstateerd is door tonen van het signaal voordeelregel en “play on” te roepen. Signalen 13 en 14 zijn van toepassing. 3.39.2 De scheidsrechter kan elke speler die een overtreding begaat waarbij de voordeelregel wordt toegepast bij de eerst volgende spelonderbreking bestraffen met een groene, gele of rode kaart. 3.39.3 Wanneer er voordeel wordt gegeven laat dan de volgende pas of schot op doel afronden, maar wanneer er geen duidelijk voordeel is, moet de originele fout gefloten worden en een vrije worp genomen op de plaats aangegeven door de scheidsrechter. 3.40
Strafmaatregelen De scheidsrechter kan voor ongeoorloofd spel elke combinatie van de volgende strafmaatregelen opleggen, afhankelijk van de ernst en/of frequentie van de te bestraffen overtredingen. De scheidsrechter mag een speler, afhankelijk van de ernst en/of frequentie van de te bestraffen overtredingen, voor verschillende periodes van het veld sturen. De straftijden worden onderbroken door een time-out en door de rusttijd. De strafmaatregelen te gebruiken door de scheidsrechter zijn Vrije worp, Vrij shot, Strafdoelschot, Waarschuwing, Gele kaart en Rode kaart. De volgende definities moeten worden gebruikt bij het bepalen van de sanctie. a) Opzettelijke fout : een fout waarbij er geen poging is gedaan om niet reglementair spel te vermijden. b) Gevaarlijke fout : is ernstig contact met de arm, het hoofd of het lichaam van de tegenstander, dat kan leiden tot persoonlijk letsel, en het is niet reglementair. c) Ernstig contact : elk hard of aanhoudend contact, dat kan leiden tot materiaalschade of persoonlijk letsel. d) De handeling van het geven van een pas of een schot op het doel begint wanneer een speler de bal in zijn handen heeft, of balanceert op zijn paddel, en zeker probeert een pas te geven naar een andere speler, of probeert om te schieten op het doel. e) Een bijna zeker doelpunt : De scheidsrechter moet er zeker van zijn dat een doelpunt het meest waarschijnlijke resultaat was al het spel was verdergegaan.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
31/74
f) Balcontrole : Een speler wordt verondersteld in balcontrole te zijn als die speler in balbezit is, of de dichtstbijzijnde speler bij de bal is en binnen 3 meter van de bal op het water is. g) Team balbezit : een team wordt verondersteld in balbezit te zijn en daardoor het aanvallende team te zijn als eender welk lid van dat team balbezit of balcontrole heeft. 3.40.1 Strafdoelschot: Signaal 16 en time-out zijn van toepassing. 3.40.1.1 In het 6 meter gebied zal een strafdoelschot worden toegekend voor elke opzettelijke of gevaarlijke fout op een speler die een schot op doel neemt. 3.40.1.2 In het 6 meter gebied zal een strafdoelschot worden toegekend voor elke opzettelijke of gevaarlijke fout tegen een speler die de bal passeert naar een speler die vanuit zijn positie vrijwel zeker en doelpunt scoort, of tegen een speler die een positie kiest van waaruit vrijwel zeker een doelpunt wordt gescoord. 3.40.1.3 Een strafdoelschot kan toegekend worden bij een, buiten het zes (6) meter gebied begane, overtreding tegen een speler die op doel schiet, tegen een speler die de bal passeert naar een speler die vanuit zijn positie vrijwel zeker een doelpunt scoort, of tegen een speler die een positie kiest van waaruit vrijwel zeker een doelpunt wordt gescoord, terwijl het doel niet wordt verdedigd als opzettelijk geen poging wordt gedaan een overtreding te vermijden en/of een aanval waarbij peddelcontact met de bal in de hand van de tegenstander of enig ander ongeoorloofd spel dat de tegenstander in gevaar brengt plaatsvindt. 3.40.1.4 Een strafdoelschot wordt toegekend voor een opzettelijke of gevaarlijke aanval op een speler die poogt een vrij schot te nemen binnen de 6 meterlijn. 3.40.1.5 Buiten het 6-meter gebied zal een strafdoelschot worden toegekend voor elke opzettelijke of gevaarlijke fout op een speler die schiet op het doel voor een bijna zeker doelpunt zonder dat het doel verdedigd word. 3.40.1.6 Buiten het 6-meter gebied zal een strafdoelschot worden toegekend voor elke opzettelijke of gevaarlijke fout op een speler die de bal passeert naar een speler die vanuit zijn positie vrijwel zeker en doelpunt scoort zonder dat het doel verdedigd word, of op een speler die een positie kiest van waaruit vrijwel zeker een doelpunt wordt gescoord zonder dat het doel verdedigd word. 3.40.2 Vrij schot: Signaal 15 is van toepassing. Een vrij schot mag direct op het doel genomen worden. 3.40.2.1 Een vrij schot mag direct op het doel genomen worden. Het spel wordt hervat zodra de bal één (1) meter horizontaal heeft afgelegd of een andere speler van het team in balbezit is gekomen. Een vrij schot zal toegekend worden bij overtredingen waar een strafdoelschot, vrije worp, hoekworp, doellijnworp, zijlijnworp of een middenuitworp niet zijn toegekend. Een vrij schot wordt toegekend voor elke fout op een speler tenzij er een strafdoelschot wordt toegekend. 3.40.3 Vrije worp: Signaal 14 is van toepassing. Een vrije worp mag niet direct op het doel genomen worden. 3.40.3.1 Een vrije worp mag niet direct op het doel genomen worden. Het spel wordt hervat zodra de bal één (1) meter horizontaal heeft afgelegd of een andere speler van het team in balbezit is gekomen. Een vrije worp zal toegekend worden bij overtredingen waar een strafdoelschot of vrij schot niet zijn toegekend. Een vrije worp wordt toegekend voor elke bal buiten het spel, of wanneer er geen strafdoelschot of vrij schot toegekend wordt. 3.40.3.2 Een vrije worp mag niet direct op het doel genomen worden. Als er wel direct op het doel geschoten wordt, zal de tegenstander een vrije worp krijgen. Signalen 11 en 14 zijn van toepassing. Zijlijnworpen, doellijnworpen, en een herstart na een doelpunt worden beschouwd als vrije worpen en mogen niet direct op doel genomen worden. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
32/74
3.40.4 Een rode kaart: Een speler wordt weggestuurd voor de rest van de wedstrijd en mag niet vervangen worden. Signaal 17 met de rode kaart is van toepassing. 3.40.4.1 Een rode kaart moet worden toegekend aan een speler die, om welke reden ook, een tweede gele kaart krijgt. 3.40.4.2 Een rode kaart moet worden toegekend aan een speler die een gele kaart aanvecht of waar de gele kaart de speler niet het gewenste resultaat had dat een speler zijn spel en/of houding beheerst. 3.40.4.3 Een rode kaart moet worden toegekend aan een speler die een andere speler persoonsgericht aanvalt. 3.40.4.4 Een rode kaart moet worden toegekend aan een speler die herhaaldelijk en continu, onbehoorlijke - of beledigende taal gebruikt. Een rode kaart moet worden toegekend voor een opzettelijke of gevaarlijk fout, die in de opinie van de scheidsrechter een grote invloed heeft op het spel, ongeacht eender welke andere sanctie die gegeven werd. 3.40.4.5 Een speler die met een rode kaart is weggestuurd mag niet vervangen worden door een wisselspeler. Een speler die een rode kaart krijgt tijdens een competitie zal automatisch geschorst worden voor de volgende wedstrijd in die competitie. 3.40.4.6 Een speler die een rode kaart krijgt tijdens een competitie mag door een van de scheidsrechters worden doorgestuurd naar het competitie comité voor verdere maatregelen als de scheidsrechters vinden dat er verdere maatregelen nodig zijn. 3.40.5 Een gele kaart: Een speler wordt uitgesloten voor de duur van twee (2) minuten en mag niet vervangen worden. De tijd van de uitsluiting wordt stilgezet bij een Time-out of tussen 2 spelperiodes. Signaal 17 met de gele kaart is van toepassing. 3.40.5.1 Een gele kaart moet worden toegekend aan een speler die, om welke reden ook, een derde groene kaart (inclusief een teamwaarschuwing) krijgt. 3.40.5.2 Een gele kaart moet worden toegekend aan een speler die opzettelijk en/of gevaarlijk een overtreding begaat waardoor wordt voorkomen dat een bijna zeker doelpunt wordt gescoord tenzij de scheidsrechter meent dat het toekennen van een strafdoelschot een voldoende sanctie is. 3.40.5.3 Een gele kaart moet worden toegekend aan een speler voor opzettelijk en/of herhaaldelijk gevaarlijk ongeoorloofd spel of wanneer geen poging gedaan wordt gevaarlijk spel te voorkomen. Een gele kaart moet worden toegekend voor een fout waarvan de scheidsrechter vind dat ze opzettelijk en gevaarlijk is, tenzij er een rode kaart word toegekend. 3.40.5.4 Een gele kaart moet worden toegekend voor een opzettelijke of gevaarlijk fout die herhaald word, of nadat reeds een groene kaart of een teamwaarschuwing werd toegekend aan die speler voor dezelfde fout. 3.40.5.5 Een gele kaart moet worden toegekend aan een speler voor herhaaldelijk en continu aanvechten van de beslissingen van de scheidsrechter. 3.40.5.6 Een gele kaart moet worden toegekend aan een speler die onbehoorlijke - of beledigende taal gebruikt. 3.40.5.7 Weggestuurde spelers moeten zich houden aan de regels voor betreding en herbetreding aan het eind van hun straftijd. 3.40.6 Waarschuwing: dient om een speler te waarschuwen om hun spel onder controle te houden of ze riskeren een gele of een rode kaart bij het herhalen van de fout. Signaal 17 met de groene kaart is van toepassing. 3.40.6.1 Een groene kaart moet worden toegekend aan een speler voor opzettelijk onsportief gedrag of het in grote mate negatief beïnvloeden van de wedstrijd. Een groene kaart moet worden gegeven voor een opzettelijke of gevaarlijke fout tenzij er een gele of een rode kaart word toegekend. 3.40.6.2 Een groene kaart moet worden toegekend aan een speler voor herhaaldelijk onnodig aanspreken van de scheidsrechter, een official of een tegenstander gevaarlijk spel en/of onsportief gedrag, tenzij een gele of een rode kaart word toegekend. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
33/74
3.40.7 Ploeg Waarschuwing Signaal 17 met de groene kaart is van toepassing. Een ploeg waarschuwing valt voor indien alle spelers van de ploeg een waarschuwing verdienen. 3.40.7.1 Een ploegwaarschuwing wordt gegeven bij herhaalde inbreuken of particuliere aanvallen door meer dan één speler van dezelfde ploeg. Een ploegwaarschuwing moet worden toegekend door een van de scheidsrechters als meer dan 1 speler van hetzelfde team schuldig zijn aan dezelfde opzettelijke of gevaarlijke fout. 3.40.7.2 Een ploegwaarschuwing moet worden toegekend aan een team door een van de scheidsrechters als meer dan 1 speler van hetzelfde team schuldig zijn aan onnodig verbale communicatie gericht aan een scheidsrechter, een official of een tegenstander, of onsportief gedrag dat wordt herhaald door meer dan 1 speler van datzelfde team. 3.40.7.3 Na een ploegwaarschuwing volgt één gele kaart voor om het even welke speler van de ploeg bij een herhaling van dezelfde inbreuk. 3.41
Het nemen van worpen
3.41.1 Een speler die een doellijnworp, een hoekworp, een zijlijnworp, een vrije worp of een vrij schot neemt moet, voordat hij de worp neemt, de bal stil boven schouderhoogte houden en met zijn kajak stilliggen op de juiste positie. De worp moet minstens 1 meter afleggen horizontaal vanaf de uitgangspositie gemeten of moet naar een andere speler van hetzelfde team geworpen worden. Overtreding wordt bestraft door de worp aan de tegenstander toe te kenen. Overtreding wordt bestraft. Signalen 11 en 14 zijn van toepassing. 3.41.2 Doellijnworpen, hoekworpen, zijlijnworpen, middenuitworp en vrije worpen zijn indirecte worpen die niet direct op het doel gericht mogen zijn. Wanneer er een vrije worp, of een vrij schot genomen word, moet de speler die de worp neemt toegestaan worden om op de juiste positie plaats te nemen. Geen enkele tegenstander mag de speler hinderen om zijn positie in te nemen, of contact maken met de speler of zijn materiaal tot de bal terug in het spel is. Overtreding wordt bestraft met een vrij schot of een strafdoelschot, signalen 11 en 15 of 16 zijn van toepassing . 3.41.3 De bal is niet in het spel totdat hij na de toegekende worp minimaal één (1) meter vanaf het punt van loslaten horizontaal heeft afgelegd of een andere speler van het team in balbezit is gekomen. Een speler moet de gelegenheid krijgen om zijn positie voor het nemen van een worp in te nemen. Tegenstanders mogen de speler of zijn uitrusting niet aanraken totdat de worp is genomen. Tegenstanders mogen niet proberen te voorkomen dat de bal één (1) meter horizontaal aflegt of dat een andere speler van hetzelfde team in balbezit komt. Overtreding wordt bestraft. Signalen 11 en 14 of 11 en 15 zijn van toepassing. Een vrije worp zal opnieuw worden genomen als een vrije worp en een vrij schot zal opnieuw worden genomen als een vrij schot. De enige uitzondering is een vrij schot binnen 2 meter van het doel : Verdedigers (inclusief de doelverdediger) mogen het schot blokkeren nadat het schot genomen is, maar voordat de bal 1 meter afgelegd heeft, met een stilgehouden paddel of stilgehouden handen. Alle paddels of handen van de verdedigers moeten op elk moment buiten handbereik gehouden worden en elke beweging van een paddel of een hand naar de speler die het vrij schot neemt of het blokkeren van het schot voordat de bal losgelaten werd zal leiden tot een strafdoelschot. 3.41.4 De speler moet de bal binnen vijf (5) seconden, na het in bezit komen en het in positie zijn de worp nemen. De vijf (5) seconden zijn van toepassing zodra een speler van het team in positie is en de bal kan spelen. Het laten vallen of frommelen met de bal wordt niet bestraft zolang de toegekende worp binnen de vijf (5) seconden is genomen. Overtreding wordt bestraft door de balbezit voor de tegenpartij. Signalen 11 en 14 of 11 en 15 zijn van toepassing. Een vrije worp zal opnieuw worden genomen als een vrije worp en een vrij schot zal opnieuw worden genomen als een vrij schot. 3.41.5 Bij het toekennen van een vrije worp of een vrij schot dient deze te worden genomen op de plaats waar het team naar het oordeel van de scheidsrechter het meeste voordeel van heeft. De scheidsrechter geeft aan als plaats waar de vrije worp of het vrije schot wordt genomen, hetzij de plaats van de overtreding, of de plaats waar de bal op het moment van de Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
34/74
overtreding was, of waar de bal het water raakte als die in de lucht was op het moment van de overtreding. Uitgezonderd een overtreding op de doelverdediging die moet worden genomen op de plaats waar de overtreding plaatsvond. 3.41.6 Wanneer een vrij schot is toegekend binnen 2 meter afstand van het doel zal het vrij schot genomen worden bij het dichtste punt 2 meter van de doellijn. 3.42
Het nemen van een strafdoelschot
3.42.1 De speler die het strafdoelschot neemt dient stil te liggen, met zijn lichaam op de zes (6) meter lijn. 3.42.2 Alle andere spelers dienen zich op de andere speelhelft te bevinden totdat het spel wordt hervat. 3.42.3 Het strafdoelschot dient genomen te worden wanneer de scheidsrechter het fluitsignaal geeft. De vijf (5) seconden regel is van toepassing. 3.42.4 Het spel wordt hervat op het fluitsignaal. 3.42.5 De speler die het strafdoelschot neemt mag de bal niet opnieuw spelen totdat de bal het raamwerk, een andere speler, of zijn uitrusting, geraakt heeft. 3.43
Einde van de spelperiode
3.43.1 De tijdwaarnemer zal het einde van de speeltijd van de spelperiodes aangeven door middel van een luid signaal. De bal is dood aan het begin van dit signaal. De scheidsrechter zal signaal 2 tonen ter bevestiging van het signaal van de tijdwaarnemer. 3.43.2 Als een strafdoelschot is toegekend voorafgaand aan het signaal voor het einde van de spelperiode, dan wordt de wedstrijd beëindigd op het moment dat het strafdoelschot voltooid is. In deze situatie zal de bal na het nemen van het strafdoelschot dood zijn op het moment dat die het water raakt of het doelkader en terug in het speelveld komt. 3.44
Verlenging met beslissingsdoelschot
3.44.1 Met uitzondering voor de grote finales zal een gelimiteerde verlenging maximaal bestaan uit twee spelperiodes van drie (3) minuten elk. Het team dat een doelpunt maakt is de winnaar waarna de wedstrijd wordt beëindigd. Verlengingen zullen bestaan uit opeenvolgende periodes van 5 minuten. Er zal een rustperiode zijn van drie (3) minuten vooraleer de extra speeltijd start. De rusttijd tussen de spelperiodes zal (1) minuut zijn. De teams zullen van speelhelft wisselen na elke spelperiode. 3.44.2 Voor de finales zal een gelimiteerde verlenging maximaal bestaan uit twee spelperiodes van tien (10) minuten elk. Het team dat een doelpunt maakt is de winnaar waarna wedstrijd wordt beëindigd. Er zal een rustperiode zijn van drie (3) minuten vooraleer de extra speeltijd start. De rusttijd tussen de spelperiodes zal een (1) minuut zijn. De teams zullen van speelhelft wisselen na elke spelperiode. 3.45
Beslissing door doelschoten
3.45.1 De aanvoerder mag vijf spelers kiezen die deelnemen aan de beslissing door doelschoten en hun volgorde bepalen. Normaal worden (5) spelers gekozen ( De doelwachter mag deel uitmaken van deze selectie maar moet niet ). Spelers met een rode kaart nemen niet deel en hun ploeg en hun ploeg heeft zoveel minder doelschoten als er rode kaarten zijn. Spelers die bij het einde van het spel niet meededen door een gele kaart mogen eveneens niet deelnemen aan de doelschoten doch hun ploeg verliest hierdoor geen doelschoten. 3.45.2 Om en om zullen alle vijf (5) spelers van ieder team doelschoten op het doel nemen. De scheidsrechter zal een munt tossen (of een vergelijkbare handeling verrichten) en de keuze welk team het eerste doelschot neemt, aanbieden aan de aanvoerder van het team dat de toss gewonnen heeft. Beide teams nemen de doelschoten op hetzelfde doel. De scheidsrechter bepaald welk doel er gebruikt wordt, tenzij het competitie comité vooraf al heeft besloten. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
35/74
3.45.3 De doelverdediger die niet betrokken is bij het verdedigen van het doel zal tussen de doelschoten aan de zijlijn bij de tweede scheidsrechter plaatsnemen, tenzij hij zelf een doelschot moet nemen. 3.45.4 Als een team een groter aantal doelpunten heeft gemaakt nadat ieder team vijf (5) doelschoten op het doel genomen heeft dan zal dat team de winnaar zijn. 3.45.5 Als de stand nog steeds gelijk is nadat ieder team vijf (5) doelschoten op het doel genomen heeft dan zullen de teams om en om in dezelfde volgorde als in de vorige ronde doelschoten nemen totdat met een gelijk aantal doelschoten een team meer doelpunten gemaakt heeft. 3.46
Het nemen van een beslissingsdoelschot
3.46.1 De speler die het doelschot neemt dient stil te liggen, met zijn lichaam op de vier en eenhalve (4,5) meter lijn. 3.46.2 Een speler van het verdedigende team mag een positie innemen vlak onder de goal om het doel te verdedigen met de peddel. De doelverdediger zijn lichaam moet naar het speelveld zijn gericht en de doelverdediger moet proberen een positie te behouden binnen een meter van het midden van de doellijn. De doelverdediger mag deze positie tijdens het nemen van het schot niet verlaten. 3.46.3 Alle andere spelers en hun uitrusting dienen zich op de andere speelhelft te bevinden totdat alle doelschoten zijn genomen. 3.46.4 Het doelschot dient genomen te worden wanneer de scheidsrechter het fluitsignaal geeft. De vijf (5) seconden regel is van toepassing. 3.46.5 De speler moet op het doel schieten. 3.47
Protest bij het competitie comité 3.47.1 Een delegatieleider of teamleider mogen een protest als gevolg van deze regels indienen. Een protest zal worden gericht aan en behandeld door het competitie comité. Het competitie comité mag een gezamenlijk protest van twee of meer teamleiders in behandeling nemen als het protest naar de mening van het competitie comité is gericht tegen dezelfde beslissing. 3.47.2 Protest tegen een beslissing van de materiaalcontroleur mag voor of tijdens de wedstrijd waarin het materiaal gebruikt moet worden door de teamleider mondeling zonder een verschuldigde betaling worden gericht aan een materiaalcontroleur of de Hoofdmateriaalcontroleur. Als het protest voor de wedstrijd is ingediend mag het materiaal opnieuw worden gecontroleerd. Als het protest tijdens de wedstrijd wordt ingediend mag de materiaalcontroleur besluiten of hij de scheidsrechter verzoekt een speler uit de wedstrijd te halen om zijn materiaal te controleren. 3.47.3 Alle beslissingen genomen door de scheidsrechters betreffende de feitelijke wedstrijd zijn definitief en hun interpretatie van de regels zal gedurende de wedstrijd worden gerespecteerd. Tegen een door de scheidsrechter genomen beslissing of interpretatie van de regels is geen protest mogelijk. 3.47.4 Een protest moet worden ingediend: 3.47.4.1 Binnen twintig (20) minuten na afloop van de wedstrijd waarin het incident plaatsvond en moet vergezeld gaan van een waarborg (zie bijlage B) welk bedrag wordt teruggeven als het protest wordt toegewezen; 3.47.4.2 Uiterlijk een (1) uur voor de aanvang van de wedstrijd als een protest zich richt tegen het recht van een speler uit te komen voor een team of tegen het recht van een team om te spelen en moet vergezeld gaan van een waarborg (zie bijlage B) welk bedrag wordt teruggeven als het protest wordt toegewezen; 3.47.5 De teamleider (of zijn vertegenwoordiger) moet het schriftelijk protest bij de Hoofd Official indienen. Het protest moet in ieder geval vermelden: 3.47.5.1 Het betreffende incident; 3.47.5.2 De gronden waarop het portest gebaseerd is; 3.47.5.3 De redenen of omstandigheden die de aangevoerde gronden ondersteunen;
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
36/74
3.47.6 Het is de teamleider reglementair toegestaan om bij de Hoofd Official een protest schriftelijk in te trekken; 3.47.7 De Hoofd Official moet een als gevolg van deze regels ingediend protest en eventuele bijlagen direct aan het competitie comité overhandigen. 3.47.8 De Competitie Commissie zal na ontvangst van het protest zo spoedig mogelijk het protest onderzoeken en beoordelen en binnen 10 minuten besluiten of: 3.47.8.1 Het protest moet worden afgewezen, omdat naar hun oordeel, het protest zonder wezenlijke betekenis of ongegrond is; 3.47.8.2 Het protest verder onderzoek rechtvaardigt. 3.47.9 Als het competitie comité besluit tot verder onderzoek zal, rekening houdend met toekomstig relevante gebeurtenissen, een vergadering van het competitie comité worden belegd. 3.47.10 Als een protest tegen een speler of een team is ingediend zal de betrokken teamleider, speler of team een kopie van het protest ontvangen. 3.47.11 De Competitie Commissie zal een vergadering op een wijze beleggen (of verdagen) die zij juist acht, maar zal: 3.47.11.1 De protesterende teamleider gelegenheid geven te worden gehoord; 3.47.11.2 Gepaste waarde toekennen aan de verklaringen van de protesterende teamleider en elke betrokken official; 3.47.11.3 De protesterende teamleider en zijn vertegenwoordiger toestaan aanwezig te zijn; 3.47.11.4 Mogen vragen of verlangen dat de protesterende teamleider of enig andere getuige aanwezig is bij de vergadering of dat zij aanwezig bewijs leveren; 3.47.11.5 De teamleider of zijn vertegenwoordiger van een team dat direct betrokken kan zijn bij het protest de gelegenheid geven te worden gehoord; 3.47.12 Na beoordeling van alle relevante en beschikbare informatie zal het competitie comité tot een besluit komen. Een besluit van het competitie comité zal worden genomen bij meerderheid van stemmen. Het competitie comité mag: 3.47.12.1 Een team diskwalificeren of uitsluiten voor de rest van de competitie; 3.47.12.2 Als een protest tegen speelgerechtigd zijn is toegewezen, het team diskwalificeren. Als een team is gediskwalificeerd dienen, voor zover mogelijk, de resultaten van alle wedstrijden die dat team heeft gespeeld te worden verwijderd of te worden toegekend aan de tegenstander. Prijzen, medailles, trofeeën en plaats in de uitslagenlijst dienen te worden herroepen; 3.47.12.3 Een passende actie ondernemen en zal in elk geval een met reden omklede schriftelijke uitspraak doen. 3.47.13 De Hoofd Official zal de uitspraak van het competitie comité direct schriftelijk aan de protesterende teamleider en alle andere betrokkenen kenbaar maken. 3.47.14 Een laat protest, binnen 30 dagen na afloop van de dag waarop de wedstrijd in kwestie is gespeeld, is alleen toegestaan als de officials van de protesterende club kunnen bewijzen dat de feiten waarop het protest is gebaseerd pas na afloop van de bedoelde dag aan hen kenbaar zijn geworden. 3.48
Door het competitie comité genomen disciplinaire maatregelen
3.48.1 De Competitie Commissie kan elke teamofficial of speler ontbieden voor een vergadering van het competitie comité te verschijnen ten behoeve van nader onderzoek als naar de mening van het competitie comité reden is om aan te nemen dat de teamofficial of speler: 3.48.1.1 Niet heeft voldaan aan de bepalingen van deze regels; 3.48.1.2 De regels zodanig heeft toegepast dat zij onrecht zijn aangedaan of afbreuk heeft gedaan aan het belang van de Competitie. 3.48.2 De Competitie Commissie zal een vergadering op een wijze beleggen (of verdagen) die zij juist acht, maar zal: 3.48.2.1 De ontboden teamofficial of speler gelegenheid geven te worden gehoord; 3.48.2.2 Gepaste waarde toekennen aan de verklaringen van de ontboden teamofficial of speler en elke betrokken official; 3.48.2.3 De ontboden teamofficial of speler en zijn vertegenwoordiger toestaan aanwezig te zijn; 3.48.2.4 Mogen vragen of verlangen dat de ontboden teamofficial of speler of enig andere getuige aanwezig is bij de vergadering of dat zij aanwezig bewijs leveren; Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
37/74
3.48.3 Na beoordeling van alle relevante en beschikbare informatie zal het competitie comité tot een besluit komen. Een besluit van het competitie comité zal worden genomen bij meerderheid van stemmen. Het competitie comité mag: 3.48.3.1 Een berisping geven aan een speler; 3.48.3.2 Een teamofficial of speler uitsluiten van deelname aan de Competitie; 3.48.3.3 Een passende actie ondernemen en zal in elk geval een met reden omklede schriftelijke uitspraak doen; 3.48.3.4 vervallen 3.48.4 De Hoofd Official zal de uitspraak van het competitie comité direct schriftelijk aan de teamleider van de ontboden teamofficial of speler en alle andere betrokkenen kenbaar maken. 3.49
Beroep bij de Jury
3.49.1 Een team- of delegatieleider mag tegen een uitspraak van het competitie comité in beroep gaan als hij vindt dat de uitspraak niet in overeenstemming is met deze regels. Het beroep zal worden gericht aan en behandeld door de Jury. De Jury mag een gezamenlijk protest van twee of meer teamleiders in behandeling nemen als het protest naar de mening van de Jury is gericht tegen dezelfde uitspraak. 3.49.2 Alle beslissingen genomen door de scheidsrechters betreffende de feitelijke wedstrijd zijn definitief en hun interpretatie van de regels zal gedurende de wedstrijd worden gerespecteerd. Tegen een door de scheidsrechter genomen beslissing of interpretatie van de regels is geen beroep mogelijk. 3.49.3 Beroep moet worden ingediend binnen zestig (60) minuten na ontvangst van de schriftelijke uitspraak op het protest of van arbitrage en moet vergezeld gaan van een waarborg (zie bijlage B) welk bedrag wordt teruggeven als het beroep wordt toegewezen; 3.49.4 De teamleider (of zijn vertegenwoordiger) moet het beroep schriftelijk bij de Hoofd Official indienen. Het beroepschrift moet in ieder geval vermelden: 3.49.4.1 Het besluit van het competitie comité; 3.49.4.2 De gronden waarop het beroepsschrift gebaseerd is; 3.49.4.3 De redenen of omstandigheden die de aangevoerde gronden ondersteunen; 3.49.5 Het is de teamleider reglementair toegestaan om bij de Voorzitter van de Jury een beroepschrift schriftelijk in te trekken; 3.49.6 De Hoofd Official moet een als gevolg van deze regels ingediend beroepsschrift en eventuele bijlagen direct aan de Jury overhandigen. 3.49.7 De Jury zal na ontvangst van het protest zo spoedig mogelijk het beroepschrift onderzoeken en beoordelen en binnen 10 minuten besluiten of: 3.49.7.1 Het beroep moet worden afgewezen, omdat naar hun oordeel, het beroep zonder wezenlijke betekenis of ongegrond is; 3.49.7.2 Het beroepschrift verder onderzoek rechtvaardigt. 3.49.8 Als de Jury besluit tot verder onderzoek zal, rekening houdend met toekomstig relevante gebeurtenissen, een vergadering van de Jury worden belegd. 3.49.9 De Jury zal een vergadering op een wijze beleggen (of verdagen) die zij juist acht, maar zal: 3.49.9.1 De in beroep gaande teamleider en het competitie comité gelegenheid geven te worden gehoord; 3.49.9.2 Gepaste waarde toekennen aan de verklaringen van de in beroep gaande teamleider en van de Competitie Commissie; 3.49.9.3 De in beroep gaande teamleider en zijn vertegenwoordiger toestaan aanwezig te zijn; 3.49.9.4 Mogen vragen of verlangen dat de in beroep gaande teamleider, het competitie comité of enig andere getuige aanwezig is bij de vergadering of dat zij aanwezig bewijs leveren; 3.49.10 Na beoordeling van alle relevante en beschikbare informatie zal de Jury tot een besluit komen. Een besluit van de Jury zal worden genomen bij meerderheid van stemmen. De Jury zal de Hoofd Official over het besluit informeren. De Hoofd Official zal de uitspraak van de Jury direct schriftelijk aan de in beroep gaande teamleider en alle andere betrokkenen kenbaar maken. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
38/74
3.49.11 De Jury zal bij tegemoetkoming aan het beroep de zaak voor hernieuwd onderzoek terugverwijzen naar het competitie comité. 3.49.12 De Jury heeft geen bevoegdheid tot het doen van een uitspraak anders dan het beroep toewijzen voor hernieuwd onderzoek bij het competitie comité of afwijzen. 3.49.13 Het competitie comité zal bij een terugverwezen zaak de aanwijzingen van de Jury in haar overwegingen betrekken. 3.49.14 Het onder aanwijzing van de Jury genomen verdere besluit van het competitie comité zal definitief zijn. De in beroep gaande teamleider kan niet nogmaals beroep tegen de tweede uitspraak van het competitie comité aantekenen. 3.50
Hoger beroep
3.50.1 De teamleider heeft het recht in beroep te gaan tegen de beslissing van het competitie comité nadat eerst een beroep bij de jury werd ingediend. Dit hoger beroep wordt ingediend bij het technisch comité voor nationale wedstrijden en bij de ICF directie voor een beslissing volgens de ICF regels en internationale wedstrijden. Een teamleider of federatie moet dit hoger beroep indienen binnen de 31 dagen na de beslissing van het competitie comité. De beslissing genomen door deze beroepsinstantie is finaal en onherroepelijk. De teamleider en zijn club zullen afzien van om het even welke verdere procedure, zowel binnen als buiten de structuren van de federatie. 3.50.2 Een teamleider of federatie moet dit hoger beroep schriftelijk indienen binnen de 31 dagen na de beslissing van het competitie comité bij de bevoegde instanties, Voor de nationale competitie is dit het KBKV en voor de internationale competities de secretaris-generaal van het ICF. 3.50.3 Indien de tijdslimieten worden overschreden voor het indienen van beroep zal dit beroep verworpen worden en van geen tel zijn, tenzij de teamleider wegens uitzonderlijke omstandigheden of overmacht een uitstel heeft aangevraagd bij de betrokken organisaties respectievelijk KBKV voor nationale competitie en ICF voor internationale competities.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
3.51
39/74
Scheidsrechters signalen 1.
AANVANGSFOUT
Arm voorwaarts en omhoog gebogen met de geopende palm ter hoogte van het hoofd.
2.
EINDE SPELPERIODE
Armen gekruist voor de borst met geopende handen.
3.
DOELPUNT
Handpalmen tegen elkaar en met gestrekte armen naar het midden van het speelveld wijzen.
4.
DOELPUNT AFGEKEURD
Herhaaldelijk kruisen van de armen ter hoogte van de heup, met open palmen.
5.
ZIJLIJNWORP/HOEKWORP
Wijs met de wijsvinger naar de juiste plaats op de dichtstbijzijnde zijlijn. Met de andere arm de speelrichting aangeven.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
40/74 6.
DOELLIJNWORP
Wijs met de open hand en gestrekte arm haaks over de zijlijn. Met de andere arm de speelrichting aangeven.
7.
TIME OUT
Vorm een T met de handen ter hoogte van het hoofd.
8.
SCHEIDSRECHTERBAL
Armen vooruit gestrekt op schouderhoogte, vuisten gebald tegen elkaar en de beide duimen omhoog.
5.
OBSTRUCTIE
Gedurende 2 seconden de bovenarm naar beneden en onderarm opgeheven met gebalde vuist. Vervolgens de positie waar het vrije schot genomen moet worden aanwijzen. Met de andere arm de speelrichting aangeven. 10.
ILLEGALE AANVAL
Gedurende 2 seconden een gebalde vuist tegen de heup houden. Vervolgens de positie waar het vrije schot genomen moet worden aanwijzen. Met de andere arm de speelrichting aangeven.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
41/74 11.
5 SECONDEN
Gedurende 2 seconden de bovenarm naar beneden en onderarm opgeheven met wijd gespreide vingers. Vervolgens de positie waar het vrije schot genomen moet worden aanwijzen. Met de andere arm de speelrichting aangeven. 12.
ILLEGAAL PEDDEL GEBRUIK
Gedurende 2 seconden herhaaldelijk met de zijde van de open hand op de bovenzijde van de andere arm, die de speelrichting aangeeft, slaan. Vervolgens de positie waar het vrije schot genomen moet worden aanwijzen.
13.
VOORDEELREGEL
Tenminste 3 keer met een gebogen arm de hand ter hoogte van de heup voor- en achteruit bewegen. Met de andere arm de speelrichting aangeven.
14.
VRIJE WORP
Met horizontaal gestrekte arm en open handpalm in de speelrichting wijzen. Met de andere hand de overtreding aangeven (1,5,6,11 of 13).
15.
VRIJ SCHOT
Met de wijsvinger en gestrekte arm schuin omhoog, in de speelrichting naar het doel wijzen. Met de andere hand de overtreding aangeven (9, 10, 11 of 12).
16. Technisch Comité Kajak-polo
STRAFDOELSCHOT Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
42/74 Met beide wijsvingers en gestrekte armen schuin omhoog, in de speelrichting naar het doel wijzen.
17.
TONEN VAN KAARTEN
Groene kaart waarschuwing Gele kaart 2 minuten straftijd Rode kaart uitsluiting voor de duur van de wedstrijd Kaart boven het hoofd houden en met de andere hand de betreffende speler aanwijzen. Indien noodzakelijk het nummer van de speler aangeven. Gebruik een gebalde vuist voor het nummer 10 of hoger.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
43/74
4 Bijzondere richtlijnen voor Belgische kampioenschappen en competities 4.1 Definitie Door het KBKV wordt ieder jaar een Belgisch Kampioenschap ingericht. De kampioenschappen worden ingericht voor alle categorieën: heren, dames, seniors en juniors. 4.2 Verloop 4.2.1 Het technisch comité bepaalt jaarlijks voor de aanvang van de kampioenschappen en competitie het verloop aan de hand van het aantal teams dat zich aanbiedt. Dit houdt in: " " " " " " " "
Het aantal categoriëen (volgens 1.3.2 of afwijkend) Het aantal teams per klasse. Het aantal competitiedagen per klasse. Het aantal te spelen wedstrijden. Het aantal teams dat kan promoveren of degraderen. Inschrijvingsbedragen zie bijlage B Het technisch comité kan beslissen een promotie of degradatie niet te laten doorgaan na consultatie van het betrokken team en rekening houdend met de eventuele versterking of verzwakking ervan tegenover het vorige jaar. Het Technisch comité stelt het competitiesysteem op waarbij de ploegen ingedeeld worden in verschillende klassen, naargelang het aantal ingeschreven ploegen en de noodwendigheden. Dit schema beschrijft het competitieverloop en de promotie- en degradatiemechanismen voor alle ploegen. Het competitiesysteem zal steeds vooraf worden overgemaakt en in de mate van het mogelijke in overleg met de clubverantwoordelijken worden vastgelegd
4.2.2 Het Technisch Comité delegeert de inrichting van deze competitiedagen aan de clubs die zich daarvoor kandidaat stellen. De coördinatie ervan berust in handen van een hoofdinrichter aangesteld door het technisch comité. Het Technisch Comité duidt de plaatsen aan waar de verschillende manches van het Belgisch Kampioenschap en de beker van België worden gespeeld. Tijdens deze wedstrijden treedt het Technisch Comité op als organiserend comité. Het Technisch Comité zal een voorprogramma opstellen, zorgen voor publicatie in de officiële tijdschriften van de federatie en zal het voorprogramma versturen naar de organiserende clubs en deelnemers. 4.2.3 De clubs zorgen voor de infrastructuur om dergelijke competitie te organiseren. Er zal worden gezorgd voor een lokaal voor de vergadering van de afgevaardigden waar de informaticasystemen voor het beheer van de competitie kunnen geïnstalleerd worden en waar de vergaderingen van de jury georganiseerd kunnen worden. De organiserende clubs dragen er zorg voor dat de resultaten kunnen getoond worden, toegankelijk voor alle deelnemers. De organiserende clubs zorgen voor degelijke scoreborden en alle noodzakelijke toebehoren zoals vlaggen, chronometers, geluidssignaal, schrijfgerief enz… De organiserende clubs zorgen voor een “wedstrijdassistent”. Deze zal instaan voor het verdelen en het ophalen van de wedstrijdbladen. Voor de wedstrijden van de eerste en tweede klasse moet de organiserende club er verplicht voor zorgen dat twee scheidrechters elk aan een verschillende zijde van het veld kunnen fluiten. 4.2.4 De organiserende clubs zorgen voor een degelijke hulpdienst volgens de algemeen geldende voorschriften. Het TC zal voor elke manche een hoofdscheidsrechter aanduiden en zorgt Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
44/74
voor de technische organisatie tijdens de manches en voor de coördinatie tussen de manches. 4.2.5 De deelnemende clubs zorgen voor een vertegenwoordiger die in de jury zal zetelen. Bij elke voorvergadering zullen de clubs een lijst neerleggen waarop de namen en de nummers van de vergunningen van de spelers zijn vermeld ( zie ook punt 5.6 ) 4.2.6 Het technisch comité heeft het recht op en rond de competitieterreinen handelsmerken en reclame-uitingen aan te brengen van de sponsors van de door haar georganiseerde competities. 4.2.7 In afwijking van artikel 3.13 zal enkel voor eerste en de tweede klasse geëist worden dat de boten een uniform kleur hebben. In tweede en derde klasse zullen lichte kleurverschillen bij de boten aanvaard worden. Voor de uitrusting zoals zwemvesten of helmen zullen geen afwijkingen toegestaan worden (boeten zie B) 4.2.8 Elke club moet per ingeschreven ploeg over volgend aantal scheidrechters beschikken: 2 voor een ploeg in de 1ste of de 2de klasse en 1 voor een ploeg in de 3deen lagere klasses. De scheidrechters moeten gekwalificeerd zijn om in de desbetreffende klasse te mogen fluiten. Clubs die niet in orde zijn zullen een bijdrage betalen (zie bijlage B). 4.3 Rangschikking In de schiftingsronden en tussenronden van de nationale competities moet volgende procedure gevolgd worden om de groepsrangschikking te kennen nadat alle matchen van de groep gespeeld zijn: 4.3.1 Als er een team gediskwalificeerd wordt uit de competitie of forfait geeft (voor de beker de hele competitie, voor de nationale kampioenschappen de betreffende ronde (heen of terugronde)), dan worden alle resultaten van de betrokken wedstrijden door dit team gespeeld geschrapt. 4.3.2 Indien een team één bepaalde match niet kan spelen in geval van overmacht, kan het competitie comité beslissen enkel voor die match een forfait te aanvaarden. Het team kan dan verder aan de competitie deelnemen. 4.3.3 De teams in elke groep zullen gerangschikt worden volgens het aantal punten dat elk gehaald heeft door de competitiewedstrijden te spelen. Het team met het meeste aantal punten komt eerst. 4.4 Inschrijvingen De inschrijvingen voor de kampioenschappen gebeuren zoals voor de nationale wedstrijden aan het adres van de hoofdinrichter vermeld op het programma. De inrichtende clubs zullen door de hoofdinrichter op de hoogte gesteld worden van het wedstrijdschema 4.5 Reglementen Het KBKV – FRBC reglement is van toepassing op de nationale en provinciale wedstrijden, competities en kampioenschappen. 4.6 Ereprijzen Aan de eersten van elke categorie zullen eremetalen en /of diploma's uitgereikt worden. De diploma's zullen vermelden: "Kampioenschap van België Kajak-polo" alsook het jaartal en de categorie. 4.7 Spelen met meerdere ploegen in de Belgische competitie
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
45/74
4.7.1 Een team start de competitie met minimum vijf spelers. In de loop van de competitie kan het team aangevuld worden tot maximum vijftien spelers. 4.7.2 Een ploeg kan in zijn divisie eventueel aangevuld worden met twee spelers uit een lagere divisie, doch dit kan alleen aan het einde van de eerste ronde, voor zover er nog geen vijftien spelers ingeschreven zijn. Verschuivingen kunnen alleen van een lagere divisie naar een hogere. 4.7.3 Tussen twee ploegen die in eenzelfde divisie spelen kan niet gewisseld worden. 4.7.4 Nieuwe ploegen worden in principe ingeschreven in de laagste divisie van de competitie. Uitzonderingen kunnen hierop worden toegestaan door het Technisch Comité indien het opnieuw samengestelde ploegen betreft of ploegen waarvan het Technisch Comité oordeelt dat ze te sterk zijn om in de laagste klasse ingeschreven te worden. In dat geval bepaalt het comité de best passende divisie. 4.7.5 Wanneer een team niet meer deelneemt bij het begin van de competitie, kan het Technisch Comité beslissen deze divisie aan te vullen met een team uit de lagere divisie in de volgorde van de rangschikking van de vorige competitie en in overleg met het betrokken team.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
Technisch Comité Kajak-polo
46/74
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
47/74
5 Sanctie en boeten 5.1 Inleiding De algemene regels worden vermeld in hoofdstuk 3 artikel 3.49, 3.50 en 3.51. Hierna worden bijkomende regels gegeven geldig voor de wedstrijden onder KBKV reglementering. 5.2 Verbod tot het inrichten van een wedstrijd Aan een club kan onder volgende omstandigheden een verbod opgelegd worden om wedstrijden te organiseren: 5.2.1 De club is niet in regel t.o.v. het KBKV, het provinciaal comité of het Technisch Comité. 5.2.2 De wedstrijdwaarborg werd te laat of niet gestort. 5.2.3 Indien het voorprogramma niet voldoet aan de gestelde eisen van het sportreglement of eventuele opmerkingen van deze. 5.2.4 Indien opgelopen boetes niet vereffend zouden zijn. 5.3 Verbod tot deelname aan wedstrijden 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5
Zonder vergunning. Zonder verzekeringsbewijs. In onbehoorlijke kledij of ontbloot bovenlichaam. Indien de waarborg (voor boetes of forfaits) niet gestort werd. Bij onregelmatig inschrijven.
5.4 Straffen Volgende straffen kunnen uitgesproken worden door het Technisch comité: 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5
de verwittiging de schriftelijke verwittiging de blaam (rapport) de tijdelijke schorsing de volledige schorsing
Een straf of schorsing gaat in vanaf het ogenblik dat ze bepaald is. Aantekenen van beroep onderbreekt de straf niet. 5.5 Boetes Voor de bedragen zie bijlage B Boetes die opgelegd zijn, moeten betaald worden voor de volgende wedstrijd bij de wedstrijdorganisator, op straffe van startverbod in deze wedstrijd. 5.6 Klachten/ Beroep 5.6.1 Elke speler die van het veld gestuurd wordt (rode kaart) voor de rest van de speeltijd kan door het competitie comité beoordeeld worden, voor zover er een in deze zin een voorstel gedaan is . De speler is automatisch uitgesloten voor de eerstvolgende wedstrijd. Bij internationale wedstrijden is de speler niet uitgesloten van de volgende wedstrijden totdat de jury de zaak behandeld heeft, tenzij de scheidsrechter van de wedstrijd het expliciet aanvraagt. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
48/74
5.6.2 De hoofdscheidsrechter en de hoofdofficials kunnen een speler naar het competitie comité verwijzen als deze speler herhaaldelijk van het veld werd gestuurd of als de hoofdscheidsrechter van mening is dat de speler niet naar het competitie comité verwezen werd enkel door nalatigheid van de scheidsrechter. 5.6.3 Klachten van wedstrijdofficials 5.6.3.1 De hoofdofficial en alle officials voor een wedstrijd (op het moment dat deze wedstrijd gespeeld wordt) mogen gelijk welke persoon vragen om de wedstrijdzone te verlaten. Elke vertraging of weigering wordt als een belediging aanzien en zal door het competitie comité in overweging genomen worden. 5.6.3.2 Een wedstrijdscheidsrechter, de hoofdscheidsrechter, de materiaalcontroleur, de technische organisator of de tafelofficial kunnen elke persoon vragen om de wedstrijdruimte te verlaten. Uitstelling of weigering wordt als een belediging beschouwd en kan door het competitie comité in overweging genomen worden. 5.6.3.3 Elke wedstrijdofficial kan bij het competitie comité verslag uitbrengen over om het even welk lid van een team, om het even welke official omtrent om het even welke actie die nadelig zou zijn voor het wedstrijdverloop, opdat er disciplinaire maatregelen overwogen zouden kunnen worden.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
49/74
6 Scheidsrechtersrichtlijnen 6.1 Inleiding 6.1.1 Ethiek 6.1.1.1 Scheidsrechters moeten een wedstrijd leiden zonder vooroordelen en onpartijdigheid 6.1.1.2 Scheidsrechters die een functie uitoefenen in hun team verliezen op dat moment hun status als scheidsrechter. Ze moeten zonder discussie alle beslissingen respecteren die door de leidende scheidsrechter worden genomen. Hun sportief gedrag moet een voorbeeld zijn voor de andere spelers 6.1.1.3 Scheidsrechters mogen beslissingen of het optreden van een scheidsrechter die een wedstrijd leidt niet in het openbaar bekritiseren 6.1.2 Plichten 6.1.2.1 Gedurende de volledige wedstrijd moeten de scheidsrechters volledige controle uitoefenen vanaf het ogenblik dat de teams het veld opkomen totdat de spelers het veld verlaten hebben aan het einde van de wedstrijd. In deze optiek zullen zij de spelregels kracht bijzetten en erop toe zien dat de spelvoorwaarden (vb. uitrusting) gedurende de wedstrijd gehandhaafd blijven en dat de spelregels worden uitgevoerd als ze tijdens het spel van toepassing zijn. 6.1.2.2 Scheidsrechters kunnen toeschouwers, trainers en andere personen die niet spelen in de wedstrijd laten verwijderen van het wedstrijdterrein 6.1.2.3 Scheidsrechters mogen bij competitie commissie klacht neerleggen over personen die niet aan het spel deelnemen 6.1.2.4 De eerste scheidsrechter kijkt erop toe dat het wedstrijdverslag volledig wordt ingevuld. 6.2 Veldcontrole 6.2.1 De eerste scheidsrechter neemt de kant van het speelveld van waaruit hij kan zien dat de score correct wordt genoteerd 6.2.1.1 Iedere scheidsrechter is normaal gezien in hoofdzaak verantwoordelijk voor die helft van het speelveld aan zijn rechterzijde (als hij / zij naar het midden van het speelveld kijkt). Hij beweegt zich langsheen het veld om zo het spel zo goedl mogelijk te kunnen volgen. 6.2.1.2 Algemeen gezien zal de scheidsrechter niet verder gaan dan 2/3 van het speelveld vanaf de doellijn aan zijn rechterhand. Doel is het controleren van het spel in een "kop-staartsysteem". De scheidsrechter die de kop controleert, concentreert zich op het eigenlijke spel en houdt de belangrijkste actie voor het doel nauwlettend in het oog. De scheidsrechter die de staart van het spel controleert moet alle spelers op het veld in het oog kunnen houden. 6.2.1.3 Iedere scheidsrechter mag fouten aangeven die over het gehele veld gebeuren, maar zal dit in de meeste gevallen overlaten aan de scheidsrechter die er het dichtst bij staat tenzij er zich een duidelijke fout voordoet die niet werd opgemerkt. 6.2.1.4 Iedere scheidsrechter zal beslissingen nemen over gebeurtenissen aan de zijlijn die het dichtst bij hem ligt 6.2.1.5 De scheidsrechter moet zich dadelijk ter hoogte van de doellijn aan zijn rechterhand opstellen als het spel zich in die buurt bevindt zodat hij beslissingen kan treffen over eventuele hoek- of doelworpen 6.2.1.6 Scheidsrechters moeten de hoekworp en ingooi, die aan hun zijde van het veld gebeurt, en de doelworp, die rechts van hem gebeurt, controleren. 6.3 Samenwerking tussen de scheidsrechters 6.3.1 De scheidsrechter die een overtreding wil aangeven, moet dadelijk na deze overtreding een luid fluitsignaal geven (nadat beslist werd of de voordeelregel van toepassing was of niet).
KBKV Reglementen Kajak-polo
6.3.2
6.3.3 6.3.4
6.3.5 6.3.6
50/74
Toon na het fluitsignaal het handgebaar kordaat en duidelijk. Het handgebaar moet goed zichtbaar zijn en volgehouden worden tot het spel hervat wordt. Controleer altijd of de andere scheidsrechter akkoord gaat met uw beslissing. In geval twee scheidsrechters een verschillende beslissing nemen, moet men altijd bereid zijn om zijn beslissing te wijzigen als er twijfel zou bestaan of als de andere scheidsrechter een zwaardere fout aangeeft Als de andere scheidsrechter een fout fluit die je niet hebt gezien moet je zijn handgebaar nabootsen. Als een van beide scheidsrechters zijn beslissing wijzigt qua richting na het geven van een teken waarop de spelers hebben gereageerd, dan moeten de scheidsrechters erop toezien dat de spelers tijd krijgen om hun posities in overeenstemming te veranderen voordat het spel hervat wordt. Als u uw teken hebt veranderd en de spelers die u in het oog hielden reageerden in overeenstemming met uw eerste teken en zouden dus in het nadeel zij bij een hervatting van het spel volgens het teken van de andere scheidsrechter, fluit dan driemaal (drie korte tonen) om de spelhervatting over te doen. Als beide scheidsrechters nog steeds niet overeenkomen moeten ze het spel stil legen en mogen ze hierover overleggen. Is er nog altijd geen overeenkomst dan heeft de eerste scheidsrechter het laatste woord. Na de wedstrijd zouden de scheidsrechters alle betwistte of twijfelachtige beslissingen verder moeten bespreken.
6.4 Beperkingen 6.4.1 De scheidsrechter moet mondelinge instructies beperkt houden. Als een speler meer uitleg wil, blijf dan gewoon het handgebaar tonen. START NOOIT EEN DISCUSSIE MET DE SPELERS, NIET TIJDENS EN NIET NA DE WEDSTRIJD. 6.4.2 Als de speler een beslissing aanvecht, blijf dan bij je beslissing, uitgenomen wanneer de andere scheidsrechter ook niet akkoord gaat (zie de paragrafen i.v.m. uitsluitingen en wegzenden in verband met herhaaldelijke betwisten van scheidsrechterlijke beslissingen) 6.4.3 Wanneer twijfel is over een doelpunt of strafworp moet er hierover altijd overlegd worden. Bij overleg in een twijfelgeval moeten de scheidsrechters er voor op passen dat ze zich niet door de spelers laten beïnvloeden. 6.5 Controle van spelhervattingen 6.5.1 Controle bij starten van een speelhelft 6.5.1.1 De eerste scheidsrechter moet erop toe zien dat de andere scheidsrechter, de tijdwaarnemer, de doelpuntenteller en de doellijnwaarnemers paraat zijn. 6.6 Uitsluiten en wegzenden Zie 3.41 voor de toepassing van strafmaatregelen (waaronder rode, gele, en groene kaarten) 6.6.1 Procedure voor het wegsturen van een speler: 6.6.1.1 drie maal fluiten om het spel stil te leggen. Toon de kaart en duidt de desbetreffende speler aan. 6.6.1.2 De tijdwaarnemer moet automatisch de klok stoppen wanneer de kaart getoond wordt. De scheidsrechter moet er zich van verzekeren dat de tijd gestopt werd. 6.6.1.3 Toon de kaart aan de speler en zie erop toe dat hij het veld verlaat. Indien nodig moet het nummer aangegeven worden; gebruik een gebalde vuist om het nummer 10 aan te geven. Gebruik een drievoudig fluitsignaal om de aandacht te trekken. Indien het een ploegwaarschuwing betreft, dan wordt de kaart aan de aanvoerder getoond. Zorg er steeds voor dat zowel de spelers voor U als de tafel en het publiek achter U dezelfde kaart zien. Hou daartoe enkel de kaart die je wil tonen omhoog en laat de andere kleur kaarten in je hand zitten. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
51/74
6.6.1.4 Toon de kaart en het nummer van de speler aan de tijdwaarnemer en de doelpuntenteller en wacht op hun bevestiging. 6.6.1.5 De doelpuntenteller moet het team van de speler en het nummer noteren en de duur van de wegzending. De scheidsrechter toont het juiste handgebaar en geeft een fluitsignaal om het spel te laten hervatten. De tijdwaarnemer start dan opnieuw de klok. 6.6.1.6 Als er zich een time-out voordoet terwijl een speler een 2 minuten straftijd uitzit, dan wordt de tijd van de wegzending stilgelegd voor de volgende spelonderbreking. De straftijd wordt hervat als het spel weer wordt hervat. 6.6.1.7 De tijdwaarnemer controleert de duur van de straftijd en verwittigt de doellijnwaarnemer wanneer de twee minuten om zijn. De doellijnwaarnemer verwittigt de speler en deze mag het veld dadelijk weer opvaren. 6.6.1.8 De scheidsrechter moet op het einde van de wedstrijd de details van het wegzenden vermelden op het wedstrijdverslag en erop toezien dat allebei de scheidsrechters het verslag tekenen. Dit verslag moet gegeven worden aan de hoofdscheidsrechter. 6.7 Controle van de wisselspelers 6.7.1 De doellijnwaarnemers moeten erop toezien dat de wisselspelers het spel niet belemmeren. 6.7.2 De doellijnwaarnemers moeten erop toe zien dat een speler pas vervangen wordt als hij met zijn kajak en volledige uitrusting het speelveld verlaten heeft langs zijn eigen doellijn. 6.8 Het omgaan met moeilijk publiek Wanneer toeschouwers het goede verloop van een wedstrijd in het gedrang brengen, of de wedstrijd onmogelijk maken, dan legt de scheidsrechter de wedstrijd stil met een time-out. 6.8.1 Volgende zaken worden beschouwd als incidenten die het goede verloop van de wedstrijd in het gedrang brengen: 6.8.1.1 Het hinderen van de scheidsrechters, de doellijnwaarnemers of de tafelofficials in het uitoefenen van hun taak. 6.8.1.2 Het hinderen van de materiaalcontroleur en van de wedstrijdorganisatoren. 6.8.1.3 Het beledigen van hogervermelde personen of het bedreigen van hun fysieke integriteit 6.8.1.4 Het op enigerlei manier onmogelijk maken dat de wedstrijd zijn normale verloop kent. 6.8.2 De scheidsrechter zal eerst proberen de gemoederen te bedaren. Indien dit lukt, wordt het spel herstart zoals beschreven in artikel 3.21 (time-out). Indien een spelhervatting hiermee niet mogelijk is, dan is artikel 6.1.2.2 van toepassing (wegsturen van toeschouwers) Indien hiermee het probleem nog niet opgelost is, dan wordt de wedstrijd afgefloten. Indien de scheidsrechter moet overgaan tot wegzending van publiek of affluiten van een match om een van de hierboven genoemde redenen, dan maakt hij een verslag op en hecht dit aan het wedstrijdblad. Hij legt ambtshalve een klacht neer bij het competitie comité volgens artikel 6.1.2.3. 6.8.3 het competitie comité kan, naargelang de situatie, volgende straffen uitspreken. De straffen zijn gerangschikt naar oplopende zwaarte: 6.8.3.1 Het betreft toeschouwers van een deelnemende club of toeschouwers die duidelijk partij kiezen voor een deelnemende club. Het bepalen van deze partijdigheid wordt overgelaten aan de interpretatie van het competitie comité. " "
De club wordt gesanctioneerd overeenkomstig artikel 5.5. en bijlage B Indien de competitie hierna nog niet hervat kan worden wegens dezelfde reden, dan kan de club uit de competitie gesloten worden.
6.8.3.2 Het betreft een speler van een team dat deelneemt aan de competitie: Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo " "
52/74
De speler wordt geschorst voor een wedstrijd De speler wordt geschorst voor de rest van de competitie.
6.8.3.3 Het betreft een official of een persoon met equivalente kwalificaties: Niet het Competitie Comité maar het Technisch Comité bepaalt de strafmaat te kiezen uit artikel 5.4 of 5.5 in verhouding tot de feiten. 6.9 De evaluatie en opleiding van scheidsrechters Het Technisch Comité zal bij voldoende belangstelling één of meerdere scheidsrechterscursussen inrichten. Bij voorkeur wordt deze cursus ingericht door een scheidsrechter met ICF-licentie of voldoende internationale ervaring. Om het brevet van scheidsrechter kajak-polo te behalen moeten de kandidaten een theoretische en een praktische proef afleggen. Het Technisch Comité bepaalt de inhoud van de proeven in overeenstemming met de normen opgelegd door het KBKV. Bij afwezigheid van deze normen bepaalt het Technisch Comité autonoom de inhoud van de proeven. De minimum leeftijd om het praktisch examen van scheidsrechter af te leggen is 16 jaar. Kandidaten die slagen in het theoretische gedeelte van de proef kunnen gedurende een tijd ervaring opdoen door als tweede scheidsrechter, naast een gebrevetteerde scheidsrechter, mee te scheidsrechteren op propagandawedstrijden of competitiewedstrijden in de laagste divisie van de Belgische competitie van de heenronde. Op een vooraf afgesproken moment wordt dan de praktische proef van de scheidsrechterscursus afgenomen door de inrichter, of zijn afgevaardigde, van de scheidsrechterscursus. Deze praktische proef bestaat uit het scheidsrechteren van een of meerdere wedstrijden in de laagste divisie van de Belgische competitie of gelijkgestelde wedstrijden. Eenmaal deze proef met succes afgelegd is, mag de scheidsrechter autonoom scheidsrechteren in de laagste divisie van de Belgische competitie en gelijkgestelde officiële wedstrijden. Na één jaar of vroeger op aanvraag en in functie van ervaring kan de praktische proef herhaald worden om de nieuwe scheidsrechter toe te laten te scheidsrechteren in een hogere divisie van de Belgische competitie. De minimum leeftijd om te scheidsrechteren in de eerste divisie van de Belgische competitie of gelijkgestelde nationale wedstrijden is 18 jaar. Bij onbetamelijk gedrag of na herhaalde klachten kunnen scheidrechters opnieuw geëvalueerd worden door de hoofdscheidsrechter aangeduid door het technisch comité die bij voorkeur in het bezit is van een ICF-licentie. Het technisch comité kan beslissen op aanraden van de hoofdscheidsrechter om een scheidsrechter te degraderen of volledig te schorsen. Jaarlijks zullen één of meerdere bijscholingen worden georganiseerd waarop minstens één vertegenwoordiger per club dient aanwezig te zijn. De besproken richtlijnen moeten in de clubs worden doorgegeven aan de niet aanwezige scheidrechters en spelers. Clubs en of scheidrechters die hieraan niet voldoen kunnen opnieuw geëvalueerd worden waarop eventuele maatregelen kunnen volgen zoals hierboven beschreven. Voor internationale wedstrijden gelden de ICF-regels voor de aanstelling van de scheidsrechters. 6.10
Kledij van de officials
6.10.1 De kledij van de scheidsrechters bestaat uit een zwarte shirt en een zwarte broek. De scheidsrechters moeten eveneens sportschoenen of iets dergelijks dragen 6.10.2 De scheidsrechters moeten volgende zaken bij zich hebben: - fluitje - groene, gele en rode kaart Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
53/74
7 Doping Het gebruik van dopingsubstanties en methoden door de sportbeoefenaars aangesloten bij de federatie of die deelnemen aan competities die door de federatie ingericht, of zonder toezicht plaats hebben, is verboden Worden beschouwd als dopingsubstanties en -methoden deze bedoeld bij de meeste recente wetgeving ter zake"waarbij de dopingpraktijk verboden wordt bij sportcompetities" en de besluiten die zowel op nationaal als op gemeenschapsvlak de uitvoering verzekeren, zomede de substanties en methoden die als verboden zijn verklaard door de richtlijnen en reglementen van het BOIC, de internationale federaties en het IOC De sportbeoefenaar, hun bestuursleden of verzorgers mogen zich niet verzetten tegen de controles verricht in uitvoering van de hiervoor bedoelde wettelijke of reglementaire bepalingen De sportbeoefenaar te wiens laste doping wordt vastgesteld verliest alle voordelen van zijn deelneming aan de competitie ter gelegenheid waarvan de inbreuk werd vastgesteld, en van de behaalde resultaten. Hij zal gehouden zijn de kosten terug te betalen die door anderen zijn besteed aan zijn voorbereiding en deelneming Ongeacht het gevolg dat door de openbare overheid gegeven wordt bij vaststelling van inbreuken, zal de sport beoefenaar te wiens laste doping wordt vastgesteld op eender welk ogenblik van zijn voorbereiding of deelneming aan een competitie, volgende sancties oplopen: anabole steroïden, afgeleiden van amfetamines en andere stimulantia, coffeïne, diuretica, bètablokkers, verdovende analgetica: - 2 jaar schorsing voor de eerste overtreding - levenslange schorsing voor een tweede overtreding efedrine, fenylpropanolamine, codeïne, e.a. (wanneer toegediend langs de mond als hoestsiroop of pijnstiller in associatie met ontzwellings-middelen en / of antihistaminica): - ten hoogste 3 maand schorsing voor een eerste overtreding - 2 jaar schorsing voor een tweede overtreding - levenslange schorsing voor een derde overtreding Ongeacht het gevolg dat door de openbare overheid gegeven wordt, zal eenieder die op om het even welke wijze dopingpraktijken heeft aangemoedigd of vergemakkelijkt, of zich tegen de controle verzet, voor een termijn van een jaar verbod worden opgelegd de installaties te betreden door de federatie, de aangesloten clubs of het BOIC worden gebruikt. Hij of zij zal geschorst worden voor de uitoefening van elke functie als bestuurslid of verzorger voor een zelfde termijn. In geval van herhaling is de schorsing levenslang
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
54/74
8 Onvoorziene gevallen en reglementswijzigingen Onvoorziene gevallen en overtredingen die in dit reglement niet zijn voorzien, worden door het in functie zijnde technisch comité behandelt en beslecht. Het reglement wordt jaarlijks herzien voor de algemene vergadering van het KBKV en eventuele wijzigingen worden daar kenbaar gemaakt. Zoals reeds hierboven vermeld zullen de ICF reglementen steeds gevolgd worden en wordt het hoofdstuk 3 tussentijds aangepast indien nodig. De door het ICF gepubliceerde interpretaties en verduidelijkingen over de reglementen zullen in overweging genomen worden bij het interpreteren van deze officiële reglementen.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
9 Bijlage A:
55/74
Wedstrijdtabellen
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website.
10 Bijlage B: artikel
Geldbedragen in EURO Omschrijving
€
Inrichten van wedstrijden 2.2.1 4.2
Aanvraag inrichten wedstrijd per wedstrijddag Inschrijvingsgeld Belgische competitie te betalen aan de inrichtende club
Organisatiepremie voor het Technisch Comité (per wedstrijddag per ploeg) en ook geldig voor Beker van België Inschrijvingsgeld Beker van België Inschrijvingsgeld niet internationale tornooien in zwembad of overdekt Inschrijvingsgeld niet internationale tornooien in open lucht Inschrijvingsgeld ICF in zwembad of overdekt Inschrijvingsgeld ICF in open lucht
25,00 1° klasse: 18,00 2° klasse: 18,00 3° klasse: 18,00 4° klasse en lager 13,00 jeugdploeg: 13,00 13,00 25,00 max 30,00 max 30,00 50,00 50,00
Scheidsrechtersvergoedingen € 2,50 / match € 2,00 / match € 1,00 / match
Scheidsrechteren v/e match in 1° klasse Scheidsrechteren v/e match in 2° klasse Scheidsrechteren v/e match in 3° of lagere klasse
Forfaits 4.2
Boete in geval forfait per ploeg
Het verschuldigde inschrijvingsgeld aan de inrichtende club het dubbel inschrijvingsgeld aan het Technisch Comité
Klachten en beroepen 3.47.4.1 en 2 Waarborg bij het indienen van een klacht bij het competitie comité Waarborg bij het indienen van een beroep bij de jury 3.49.3 Waarborg bij het indienen van een beroep bij het TC 3.50.1
20,0 30,0 30,0
Boetes voor diverse inbreuken 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5 5.5.6 5.5.7 5.5.8 5.5.9 5.5.10 5.5.11 5.5.12 5.5.13 5.5.14 5.5.15 5.5.16
Slechte wedstrijdinrichting en tekortkomingen volgens het sportreglement Deelnemen aan wedstrijden ingericht door niet aangesloten clubs Onjuistheden, foutieve inschrijvingen of tekortkomingen op het officieel programma Niet gebruiken van officiële inschrijvingsformulieren of deze onvolledig invullen Boten verschillend van kleur van één ploeg in eerste en tweede klasse / boete per boot Boten met niet reglementaire stootkussens / per boot Helm/zwemvest niet in orde (nr kleur…) / per helm/zwemvest Zwemvest niet in orde (nr kleur…) / per zwemvest Peddel niet in orde (scherpe rand…) / per peddel Zonder vergunning deelnemen: sanctie voor speler en team. Het competitie comité bepaalt bijkomende straffen (declassering, schorsing, …) / boete voor team: Afwezigheid van de afgevaardigde op de voorvergadering zonder verontschuldiging Onbetamelijke houding van club(bestuurs)leden tegenover scheidsrechters en officials Onbetamelijke houding van clubsupporters tegenover scheidsrechters en officials Een scheidsrechter die niet op het juiste uur aanwezig is op het veld Een scheidrechter niet in zwarte kledij Club met onvoldoende aantal scheidsrechters per scheidsrechter per wedstrijddag
30,00 30,00 30,00 15,00 20,00 12,00 6,00 6,00 12,00 120,00 6,00 30,00 30,00 20,00 12,00 15,00
Deze bedragen kunnen jaarlijks aangepast worden.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
11 Bijlage C:
56/74
Specificaties van de kajak
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website.
12 Bijlage D:
Specificaties van de stootkussens
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
57/74
13 Bijlage E: Speelveldafmetingen
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
14 Bijlage F:
14.1
58/74
Diverse formulieren
Inschrijvingsformulier
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité en de Internationale Kanofederatie
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Geerdegemvaart 79, 2800 Mechelen
Inschrijvingsformulier tornooi Formulier d'inscription tournoi Datum / date Club Ploeg & Klasse / Team & Classe Verantwoordelijke / Responsable Naam / Nom
Straat / Rue
Telef. / Teleph.
Plaats / Lieu
Spelerslijst / Liste des joueurs Naam Nom
Voornaam Prenom
Licentie N° de licence
Scheidsrechter Arbitre (*)
Rugnummer N° de dos
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Lijst van de scheidsrechters die niet spelen / Liste des arbitres non-joueurs Naam Nom
Voornaam Prenom
Scheidsrechter Arbitre (*)
1 2 3 Naam & handtekening van de verantwoordelijke Nom & signature du responsable
Datum van aanvraag Date du demande
(*) Duid de hoogste klasse aan waarin de scheidsrechter kan aantreden / Merçi d'indicer la classe superieure ou l'arbitre peut arbitrer
KBKV Reglementen Kajak-polo 14.2
60/74
Wedstrijdverslagformulier
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité en de Internationale Kanofederatie
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Geerdegemvaart 79, 2800 Mechelen
Wedstrijdformulier Tornooi:
Datum:
Wedstrijdnr: Tijdstip: Groep:
Speelduur: Rustduur: Speelveld:
Team 1
Team 2 Naam
Rust Resultaat Eind Resultaat
Opmerkingen Officials Naam & club Scheidsrechter(s) Handtekening Scheidsrechter(s)
Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité en de Internationale Kanofederatie
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Geerdegemvaart 79, 2800 Mechelen
Wedstrijddetails Minuut
Resultaat Speler (nr)
Opmerkingen Speler (nr)
KBKV Reglementen Kajak-polo 14.3
63/74
Aanvraagformulier voor het inrichten van wedstrijden
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité En de Internationale Kanofederatie
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Geerdegemvaart 79, 2800 Mechelen SPORTSECRETARIAAT P / a Mr. Leukemans John Vrijgezellenstraat 58 Wommelgem PCR 000-0876747-61
AANVRAAG TOT ORGANISEREN VAN WEDSTRIJDEN 20… (LIJNWEDSTRIJDEN – MARATHON – KAJAK-POLO) formulier terugzenden aan het sportsecretariaat, vóór 1 november van het voorgaande jaar van de wedstrijd. Per aangevraagd wedstrijd 1 formulier toezenden De storting van de wedstrijdwaarborg (25 Euro per wedstrijddag bevestigd de aanvraag) Iedere club welke aan wedstrijden deelneemt, dient ieder jaar vóór 1 maart een waarborg (boeten en forfaits) te storten aan het sportsecretariaat KBKV (40 en meer vergunningen is 125 Euro. en minder dan 40 vergunningen is 50 Euro.) ORGANISERENDE CLUB:………………………………………………………………………………... AARD VAN DE WEDSTRIJDEN:...………………………………………………………………………. (propaganda – demonstratie – provinciaal – regionaal – nationaal – internationaal – kampioenschappen) SOORT WEDSTRIJD:…………………………………………………………………………………… (lijnwedstrijd : lange baan en / of korte baan – marathon – kajak-polo) DATA VAN DE WEDSTRIJDEN: 20….. 20…..
20….. 20…..
Geef twee data op en onderlijn de meest gewenste PLAATS EN WATER:………………………………………………………………………………………. SLUITINGSDATUM EN – UUR VAN DE WEDSTRIJDEN : …../…../20….. UUR: …..u….. (de sluitingsdatum is steeds WOENSDAG, 17 dagen voor de wedstrijd) INSCHRIJVINGEN STUREN NAAR: Naam: Straat: Plaats: Telefoon:
De voorzitter,
De secretaris,
Naam:
Naam:
KBKV Reglementen Kajak-polo 14.4
65/74
Aanvraag om aan een buitenlandse wedstrijd deel te nemen
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité En de Internationale Kanofederatie
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Geerdegemvaart 79, 2800 Mechelen
DEMANDE DE PARTICIPATION A UNE COMPETITION A L'ETRANGER. AANVRAAG OM AAN EEN BUITENLANDSE WEDSTRIJD DEEL TE NEMEN. Compétition / Competitie
Pays / Land
Date / Datum
Type et date du tournoi se déroulant en Belgique à cette date : Soort en datum van de polowedstrijd die op die dag in België gespeeld wordt :
Compétiteurs / Deelnemers Nom / Naam 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 5. 10. 11.
Prénom / Voornaam
N° Licence / Licentie
Pour le club demandeur / Voor de vragende club : Signature du Président ou Secrétaire Handtekening van de voorzitter of secretaris
Date de la demande : Datum van aanvraag :
Pour le comité Technique / Voor het Technisch Comité : DEMANDE ACCEPTEE –REFUSEE AANVRAAG GEWEIGERD-AANVAARD
Signature du Président ou du Secrétaire Handtekening van de voorzitter OF secretaris
Date : Datum :
KBKV Reglementen Kajak-polo 14.5
67/74
Deelname aan een buitenlandse wedstrijd
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
68/74
Koninklijk Belgisch Kano Verbond
Fédération Royale Belge de Canoë
Gesticht in 1934 Vereniging zonder winstgevend doel
Fondée en 1934 Association sans but lucratif
Sous le haut patronage de son Altesse Royale Albert II, Roi des Belges Affiliée au Comité Olympique Belge et à la Fédération Internationale de Canoë
Onder de hoge bescherming van zijn Koninklijke Hoogheid Albert II, Koning der Belgen Aangesloten bij het Belgisch Olympisch Comité En de Internationale Kanofederatie
Maatschappelijke zetel / Siège sociale: Geerdegemvaart 79, 2800 Mechelen
DEELNAME AAN EEN BUITENLANDSE WEDSTRIJD PARTICIPATION A UNE COMPETITION A L'ETRANGER Competitie / Compétition
Land / Pays
Datum / Date
Deelnemers / Compétiteurs Naam / Nom 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 5. 10. 11.
Voornaam / Prénom
N° Licentie / Licence
Voor de vragende club / Pour le club demandeur : Handtekening van de voorzitter of secretaris Signature du Président ou Secrétaire
Datum van de aanvraag: Date de la demande:
Voor het Technisch Comité / Pour le comité Technique : DEMANDE ACCEPTEE –REFUSEE AANVRAAG GEWEIGERD-AANVAARD Handtekening van de voorzitter OF secretaris Signature du Président ou du Secrétaire
Technisch Comité Kajak-polo
Datum : Date :
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
15 Bijlage G:
69/74
Controlekalibers voor afmetingscontrole
Zie ICF reglementen ter beschikking bij Technisch comité of op de website.
16 Wijzigingen november 2005 1.3.5 3.3.5 4.2 6.9 Bijlage B
Deelname aan nationale ploeg Hinderen : aanpassing laatste paragraaf Verloop van de nationale competitie De evaluatie en opleiding van scheidrechters Aanpassen boeten
17 Wijzigingen januari 2007 2.8 competitiesysteem, aanvullingen 2.10 puntenverdeling: aanpassing ingeval aanvaard forfait 2.29 geschrapt 3.3 doelen: net moet duidelijk kunnen aangeven dat een doelpunt is gescoord, en achterliggende strukturen zijn te vermijden. 3.7.1 positie en taken doellijnwaarnemers zijn aangepast en uitgebreid. 3.12 keuze speelhelft (artikel verplaatst en ander nummer) 3.14 specificaties van de kajaks zijn gewijzigd, voor de details wordt verwezen naar de ICF reglementen 3.15 specificaties van de peddels zijn gewijzigd, voor de details wordt verwezen naar de ICF reglementen 3.16 specificaties van de persoonlijke uitrusting zijn gewijzigd, voor de details wordt verwezen naar de ICF reglementen 3.20 aanpassen minimum speeltijd 3.21 time-out: gewijzigd fluitsignaal bij doelpunt 3.24 bal uit het spel, zijlijn wijzigt inclusief vertikaal vlak 3.28.6 nieuw reglement in verband met wisselen van persoonlijke uitrusting tijdens het spel 3.40.2 uitbreiding met vermelding groene kaart 3.41.2.1 bijkomende vermelding van zijlijnworp 3.45 verlenging: aanpassing van de rustperiodes 3.47 nemen van beslissingsdoelschot bijkomende verduidelijking in verband met positie spelers en uitrusting 3.51.3 tijdslimiet in verband met indienen hoger beroep 4.2.1 aangepast competitiesysteem voor het Belgisch kampioenschap 4.2.8 aantal scheidsrechters per klasse aangepast 6.9 evaluatie en opleidng scheidrechters aangepast in functie competitiesysteem
18 Wijzigingen maart 2009 2.10 puntenverdeling: aanpassing volgens ICF-reglementen 2.12 beslissingswedstrijd of tiebreak: aanpassing van de verlengingen en wegvallen van de beslissingsdoelschoten. 2.29 taken van officials: uitbreiding van de taken van de hoofdscheidsrechter. 2.30 internationale kano-polo officials: vervallen van de leeftijdsgrenzen. 2.31 internationale kano-polo scheidsrechters: vervallen van de leeftijdsgrenzen. 3.4 de bal: correctie van de luchtdruk. 3.6 scheidsrechters: uitbreiding van de taken van de hoofdscheidsrechter. 3.7 doellijnwaarnemers: mag enkel een bal in het veld gooien op aangeven van de scheidsrechter. 3.13 Herkenbaarheid: de onderkant van de kajaks moeten niet meer dezelfde kleur hebben. Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
70/74
3.20 Speeltijd: wegvallen van de beslissingsdoelschoten. 3.23 bal uit het spel: doellijn wordt verder uitgebreid. 3.25 spelhervatting na een doelpunt: de speler die de worp neemt moet in het midden van het veld liggen 3.28 ongeoorloofd wisselen en betreden van het speelveld: verduidelijking volgens ICF reglementen. 3.29 ongeoorloofd paddelgebruik: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.31 ongeoorloofd aanvallend spel met de hand: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.32 ongeoorloofd aanvallens spel met de kajak: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.33 ongeoorloofd verplaatsen: verduidelijking 6 meter gebied. 3.34 ongeoorloofd hinderen: verduidelijking 6 meter gebied. 3.35 ongeoorloofd vasthouden: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.36 onsportief gedrag: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.39 voordeel: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.40 strafmaatregelen: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.41 het nemen van worpen: verduidelijking volgens scheidsrechtersupdate 2008. 3.44 verlenging met beslissingsdoelschot: aanpassing van de speeltijd. 3.45 beslissing door doelschoten: verwijderd 3.46 het nemen van een beslissingsdoelschot: verwijderd 4.2 verloop: toevoegen van de “wedstrijdassistent, boten in de 2de klasse moeten ook dezelfde kleur hebben. 10 bijlage B: geldbedragen in Euro: aanpassing van de bedragen.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
71/74
19 Wordingsgeschiedenis van dit document 30/9/1999
Wim Verraes
Omzetten van de bestaande papieren reglementen in elektronische vorm. 2/12/1999 Isabelle Tergolina Afwerken van de definitieve voorstellen voor reglementsaanpassingen door het Technisch Comité kajak-polo. Deze voorstellen worden voorgelegd aan de Centrale Raden van het NKV en FFC 26/2/2000 KBKV-FRBC Goedkeuring van de reglementsaanpassingen door de Algemene Vergadering van het KBKV-FRBC 18/3/2000 Isabelle Tergolina Invoeren van de goedgekeurde wijzigingen in de bestaande reglementering in elektronische vorm . 29/3/2000 Piet Coussens Definitieve lay-out aanmaken in WORD 97, inclusief het opstellen van de inhoudstafel. Omzetten van de definitieve tekst in PDFformaat en aanmaken van de CD-ROM. 24/2/2001 KBKV-FRBC Goedkeuring van de reglementsaanpassingen door de Algemene Vergadering van het KBKV-FRBC 27/2/2001 Piet Coussens Definitieve lay-out aanmaken in WORD 97, inclusief het opstellen van de inhoudstafel. Omzetten van de definitieve tekst in PDFformaat en HTML en aanmaken van de CD-ROM. 27/1/2002 Jan Vyncke Volledige aanpassing van hoofdstuk 3 aan ICF reglementering van 01-01-2001 23/2/2002 Piet Coussens Definitieve goedkeuring van de reglementen door de Algemene Vergadering van het KBKV-FRBC. 20/1/2003 Jan Vyncke Op punt stellen volgens ICF reglementen van 01-01-2003 15/3/2003 Piet Coussens Definitieve goedkeuring van de reglementen door de Algemene Vergadering van het KBKV-FRBC. 20/3/2003 Erwin Vreys Opmaken van de reglementen voor de website 5/2/2004 Jan Vyncke Alle hoofdstukken in overeenstemming gebracht met ICF 15/3/2004 Jan Vyncke Definitieve goedkeuring van de reglementen door de Algemene Vergadering van het KBKV-FRBC. 20/3/2004 Erwin Vreys Opmaken van de reglementen voor de website 14/01/2005 Hilde Van Dooren en Jan Vyncke Kleine wijzigingen en grondige aanpassing bijlage B 16/11/2005 Hilde Van Dooren en Jan Vyncke Kleine wijzigingen en grondige aanpassing bijlage B 15/01/2007 Hilde Van Dooren en Jan Vyncke Kleine wijzigingen hoofdstuk 2 en 4 en aanpassing bedragen aan index bijlage B, schrappen van bijlagen A C en D met verwijzing naar ICF reglementen 13/03/2009 Hilde Van Dooren Kleine wijzigingen hoofdstuk 2, 3 en 4 en aanpassing bedragen aan index bijlage B.
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
72/74
20 Inhoudstafel 1 Algemene Regels .......................................................................................................................... 3 1.1 Doel..................................................................................................................................... 3 1.2 Soorten wedstrijden ............................................................................................................ 3 1.3 Spelers................................................................................................................................ 4 2 Algemene onderrichtingen voor het inrichten van kajak-polowedstrijden ..................................... 7 2.1 Algemeen............................................................................................................................ 7 2.2 Aanvragen en uitnodigingen ............................................................................................... 7 2.3 Inschrijvingen ...................................................................................................................... 8 2.4 Bepaling van de categorieën .............................................................................................. 9 2.5 Selectie van de inschrijvingen............................................................................................. 9 2.6 Aanvaarding van de inschrijvingen ..................................................................................... 9 2.7 Systeem, programma en beperkingen in tijd .................................................................... 10 2.8 Competitie systeem .......................................................................................................... 10 2.9 Selectie van het competitiesysteem.................................................................................. 10 2.10 Puntenverdeling ................................................................................................................ 10 2.11 Toelating tot volgende rondes........................................................................................... 11 2.12 Beslissingswedstrijd of tiebreak ........................................................................................ 11 2.13 Planning en programma.................................................................................................... 11 2.14 competitiegebied............................................................................................................... 11 2.15 Materiaalonderzoek .......................................................................................................... 12 2.16 Fair play ............................................................................................................................ 12 2.17 Hulp van buitenaf .............................................................................................................. 12 2.18 Speleinde .......................................................................................................................... 12 2.19 Resultaten......................................................................................................................... 12 2.20 Meldingen ......................................................................................................................... 12 2.21 Delegatie van deelnemende ploegen ............................................................................... 13 2.22 Officials ............................................................................................................................. 13 2.23 Organiserend comité......................................................................................................... 13 2.24 Competitie comité ............................................................................................................. 13 2.25 Jury ................................................................................................................................... 14 2.26 Aanduiding van offficials ................................................................................................... 14 2.27 Taken van het organiserend comité.................................................................................. 14 2.28 Taken van het competitiecomité ....................................................................................... 15 2.29 Taken van officials ............................................................................................................ 15 2.30 Internationale kano-polo officials ...................................................................................... 18 2.31 Internationale kano-polo scheidsrechters ......................................................................... 18 3 De Spelreglementen.................................................................................................................... 19 3.1 Speelveld .......................................................................................................................... 19 3.2 Begrenzingen speelveld en afbakeningen ........................................................................ 19 3.3 Doelen............................................................................................................................... 19 3.4 De bal................................................................................................................................ 19 3.5 Wedstrijdofficials ............................................................................................................... 20 3.6 Scheidsrechters ................................................................................................................ 20 3.7 Doellijnwaarnemers .......................................................................................................... 20 3.8 Materiaalcontroleur ........................................................................................................... 21 3.9 Tijdwaarnemers ................................................................................................................ 21 3.10 Doelpuntenteller................................................................................................................ 21 3.11 Het aantal spelers ............................................................................................................. 21 3.12 Keuze van de speelhelft.................................................................................................... 22 3.13 Herkenbaarheid ................................................................................................................ 22 3.14 De kajaks .......................................................................................................................... 22 3.15 Peddels ............................................................................................................................. 23 3.16 Persoonlijke uitrusting....................................................................................................... 23 3.17 Handelsmerken en reclameuitingen ................................................................................. 23 Technisch Comité Kajak-polo Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
73/74
3.18 Het wisselen van uitrusting ............................................................................................... 23 3.19 De materiaalcontrole......................................................................................................... 24 3.20 Speeltijd ............................................................................................................................ 24 3.21 Time-out............................................................................................................................ 24 3.22 Aanvang van de wedstrijd ................................................................................................. 24 3.23 Bal uit het spel .................................................................................................................. 25 3.24 Het maken van een doelpunt ............................................................................................ 25 3.25 Spelhervatting na een doelpunt ........................................................................................ 25 3.26 Gekenterde speler ............................................................................................................ 25 3.27 Betreden van het speelveld, herbetreding , wisselen en vervangen van uitrusting .......... 25 3.28 Ongeoorloofd wisselen en betreden van het speelveld .................................................... 26 3.29 Ongeoorloofd paddelgebruik............................................................................................. 26 3.30 Ongeoorloofd balbezit....................................................................................................... 26 3.31 Ongeoorloofd aanvallend spel met de hand ..................................................................... 27 3.32 Ongeoorloofd aanvallend spel met de kajak..................................................................... 27 3.33 Ongeoorloofd verplaatsen................................................................................................. 27 3.34 Ongeoorloofd hinderen ..................................................................................................... 28 3.35 Ongeoorloofd vasthouden................................................................................................. 28 3.36 Onsportief gedrag ............................................................................................................. 28 3.37 Doelverdediging ................................................................................................................ 29 3.38 Scheidsrechterbal ............................................................................................................. 29 3.39 Voordeel............................................................................................................................ 30 3.40 Strafmaatregelen .............................................................................................................. 30 3.41 Het nemen van worpen ..................................................................................................... 33 3.42 Het nemen van een strafdoelschot ................................................................................... 34 3.43 Einde van de spelperiode ................................................................................................. 34 3.44 Verlenging met beslissingsdoelschot ................................................................................ 34 3.45 Beslissing door doelschoten ............................................................................................. 34 3.46 Het nemen van een beslissingsdoelschot......................................................................... 35 3.47 Protest bij het competitie comité ....................................................................................... 35 3.48 Door het competitie comité genomen disciplinaire maatregelen....................................... 36 3.49 Beroep bij de Jury ............................................................................................................. 37 3.50 Hoger beroep .................................................................................................................... 38 3.51 Scheidsrechters signalen .................................................................................................. 39 4 Bijzondere richtlijnen voor Belgische kampioenschappen en competities .................................. 43 4.1 Definitie ............................................................................................................................. 43 4.2 Verloop.............................................................................................................................. 43 4.3 Rangschikking................................................................................................................... 44 4.4 Inschrijvingen .................................................................................................................... 44 4.5 Reglementen..................................................................................................................... 44 4.6 Ereprijzen.......................................................................................................................... 44 4.7 Spelen met meerdere ploegen in de Belgische competitie ............................................... 44 5 Sanctie en boeten ....................................................................................................................... 47 5.1 Inleiding............................................................................................................................. 47 5.2 Verbod tot het inrichten van een wedstrijd........................................................................ 47 5.3 Verbod tot deelname aan wedstrijden .............................................................................. 47 5.4 Straffen ............................................................................................................................. 47 5.5 Boetes............................................................................................................................... 47 5.6 Klachten/ Beroep .............................................................................................................. 47 6 Scheidsrechtersrichtlijnen ........................................................................................................... 49 6.1 Inleiding............................................................................................................................. 49 6.2 Veldcontrole ...................................................................................................................... 49 6.3 Samenwerking tussen de scheidsrechters ....................................................................... 49 6.4 Beperkingen...................................................................................................................... 50 6.5 Controle van spelhervattingen .......................................................................................... 50 6.6 Uitsluiten en wegzenden................................................................................................... 50 Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009
KBKV Reglementen Kajak-polo
74/74
6.7 Controle van de wisselspelers .......................................................................................... 51 6.8 Het omgaan met moeilijk publiek ...................................................................................... 51 6.9 De evaluatie en opleiding van scheidsrechters................................................................. 52 6.10 Kledij van de officials ........................................................................................................ 52 7 Doping ......................................................................................................................................... 53 8 Onvoorziene gevallen en reglementswijzigingen ........................................................................ 54 9 Bijlage A: Wedstrijdtabellen........................................................................................................ 55 10 Bijlage B: Geldbedragen in EURO ............................................................................................. 55 11 Bijlage C: Specificaties van de kajak.......................................................................................... 56 12 Bijlage D: Specificaties van de stootkussens ............................................................................. 56 13 Bijlage E: Speelveldafmetingen.................................................................................................. 57 14 Bijlage F: Diverse formulieren .................................................................................................... 58 14.1 Inschrijvingsformulier ........................................................................................................ 58 14.2 Wedstrijdverslagformulier ................................................................................................. 60 14.3 Aanvraagformulier voor het inrichten van wedstrijden ...................................................... 63 14.4 Aanvraag om aan een buitenlandse wedstrijd deel te nemen .......................................... 65 14.5 Deelname aan een buitenlandse wedstrijd ....................................................................... 67 15 Bijlage G: Controlekalibers voor afmetingscontrole ................................................................... 69 16 Wijzigingen november 2005 ........................................................................................................ 69 17 Wijzigingen januari 2007 ............................................................................................................. 69 18 Wijzigingen maart 2009............................................................................................................... 69 19 Wordingsgeschiedenis van dit document.................................................................................... 71 20 Inhoudstafel................................................................................................................................. 72
Technisch Comité Kajak-polo
Versie 13 maart 2009