Nr 19 mei/juni 2015 (ed 3) jaar 4.
Beste knotter, Het jubileum nadert met rasse schreden. Tot dat moment kun je de tijd doden met enig leesvoer. In dit Buitenblad: • In het rijtje bijzondere planten is er aandacht voor de kale jonker; vanaf de maand juni kun je ‘m b(l)oeiend aantreffen. • In de estafette De Boomstam draagt Sjaak op onnavolgbare wijze de boomstam voort. Op blz. 2 en 3 kun je hem volgen. • Er is in het Buitenblad al eerder aandacht besteed aan de teek en de ziekte van Lyme. In de gemeenschapsruimte van de Buitenplaats hangt veel informatie. Op blz. 4 een is er een korte samenvatting met wat aansprekende foto’s. • Dat er ook in de afgelopen 2 maanden niet stil is gezeten, is te lezen vanaf blz. 5 t/m 7. Ook nu weer een nieuw gezicht erbij en dat is te zien in de rubriek Van de werkvloer. • Een eerste informatie over het toekomstige Agrarische natuur- en landschapsbeheer is te vinden in de rubriek Buitendien op blz. 7 en 8.
Vorig jaar juli werd er op het oude hooiland van de Kievit weer gemaaid en afgehooid. Van één plant werd het zaad verzameld en ter plekke weer uitgestrooid. Die plant was de kale jonker, een stekelige jongen met een fascinerende naam. Kortom, aandacht voor: Kale jonker ( Cirsium palustre ) lid van de familie van de Composieten. De kale jonker is een vrij algemene soort van vochtige, moerassige plaatsen. De bloeitijd is van juni tot september. De plant is twee tot meerjarig; soms meer winters als rozet doorbrengend en na de vruchtzetting afstervend. Vaak is de hoge stengel onvertakt. Na beschadiging van de hoofdas – door maaien of insektenvraat – vormen zich uit de basis van de plant verscheidenene nieuwe stengels, wat een struikachtige habitat oplevert. De stengel is over de volle lengte voorzien van zwaar gestekelde vleugelranden.
• om wat warm te worden voor de jubileumdag enig beeldwerk opgediepd ; zie blz. 9 • Bijdragen aan ’t Buitenblad zijn van harte welkom. Artikelen, foto’s, interviews enz. enz. Liefst per mail:
[email protected]. Deadline: half juli 2015
Agenda: 22 mei: A.L.V.
De vrij smalle, lancetvormige bladeren vallen ten opzichte van deze vleugels heel weinig op, waardoor de hoge plant met haar vaak smalle bladeren een “berooide” indruk maakt; vandaar de treffende benaming kale jonker. In Nederland is de plant ondanks achteruitgang door ontwatering en overmatige bemesting nog steeds een vrij algemene plant.
6 juni: viering van ‘t 40-jarig bestaan van onze vereniging met aansluitend een bbq op het terrein van de Buitenplaats
1
De één tot anderhalve cm lange bloemen zijn in de regel roodpaars. De kale jonker is een uitgesproken vochtminnende ( palustre! ) plant, die echter niet op langdurig onder water staande plaatsen groeit. Voor het overige kan hij op nogal uiteenlopende standplaatsen groeien. Kieming van het zaad vindt alleen in het licht plaats; in het donker gaan de nootjes in rust en kunnen zo verscheidenene jaren kiemkrachtig blijven. Als ze door omwoelen of afgraven van de grond of door verwijdering van de vegetaties aan het licht worden gebracht, kunnen ze alsnog kiemen. Bij ontwatering en/of zware bemesting verdwijnt hij spoedig en bij sterke bodemverzuring wordt hij teruggedrongen. Hij verdraagt aanzienlijke beschaduwing, maar neemt dan wel een opvallend ijle habitus aan. Verder kan hij zich bij niet te intensief grondgebruik zowel in hooiland als in weiland goed handhaven, maar in de huidige ontwaterde en overbemeste cultuurgraslanden houdt hij hoogstens aan slootkanten en op kwelplekken stand. Planten waarmee de kale jonker vaak samen voorkomt, zijn echte koekoeksbloem, moerasrolklaver, gewone engelwortel, moerasspirea ( zie voor een beschrijving ‘t Buitenblad nr. 7 ) grote wederik, grote kattestaart, moeraszegge en koninginnekruid. In sommige streken worden jonge stengels, ontdaan van stekels, rauw in salades of gekookt gegeten. een groep kale hangjonkers Bronnen: Plantengids- Bjorn Ursing Nederlandse ecologische flora, deel 4 – Weeda, Westra,.. Beeldmateriaal: Wikipedia.
In de rubriek De Boomstam wordt een (aspirant)lid uitgenodigd te verhalen wat de beweegredenen zijn een deel van de vrije tijd in te zetten voor het landschapsbeheer….. In de vorige nieuwsbrief verhaalde Sjaak hoe hij bij de vereniging kwam en besloot met een opsomming van allerlei cursussen. Hieronder neemt Sjaak ons mee in het vervolg…… …….en wat korter geleden, naar aanleiding van hun open dag op “Larenstein” Velp, de deeltijdopleiding natuurbeheer van Helicon: één jaar elke dinsdag en één jaar alle donderdagen “theorie en buiten”, tussen volk van allerlei soort: meisjes, jongens, piep en bejaard, Staatsbosbeheer, BOA’s gemeenten, schaapherder, defensie(roof)vogeldeskundige, boomverzorger, provinciaal landschaps, Natuurmonumenten en spijtoptanten uit andere beroepsgroepen. Allen werden geacht toe te werken naar portfolio, werk-stage-verband, eigen project en gezamenlijke excursie voor de hele groep in een natuurgebied. Ik koos voor de Amsterdamse Waterleiding Duinen bij Vogelensang met medewerkers van “Waternet”. De excursie geschiedde per fiets, wat bij uitzondering mocht. We zagen vossen, herten, wildvee enz. Voor een eigen project had ik een eco-watervaltoren in gedachten voor bijvoorbeeld ons Majellepark, waar geen water meer is voor dieren sinds het speelbassin een zandbak is geworden. Een spiraalvormige watersijpeling van boven naar beneden gevuld met grond en absorberend plantmateriaal in een stromend waterpartij.
2
Om onbekende redenen werd het me afgeraden door de bitch van ‘communicatie en recreatie” en ben ik maar wat gaan vertellen over het ontstaan van de Kievit.
Mijn eigen interesse voor buitenleven en zwerven heeft, denk ik, te maken met interessante plekken, waar je als luchtmachtkindzijnde, na verloop van tijd terecht komt. Bases als Leeuwarden,Soesterberg, Deelen, Natobunker Cannerberg (bij Maastricht) waren wat vastere onder de vele werkplekken, maar als de Luchtmacht er geen stokje voor had gestoken – de vliegtickets lagen al klaar – waren m’n broertjes en ik waarschijnlijk in Belgisch Congo opgegroeid, mede door toedoen van de Belgische familie.
Van de eerste woonplaats Hardegarijp (Frl.) herinner ik me niets; ook niet hoe m’n moeder op de vlucht moest voor een kudde koeien, die allemaal hun kop bij mij in de kinderwagen wilden steken. Van Leeuwarden herinner ik me autopedje rijden rondom de Abeelstraat ( bomenbuurt?), waar overigens alleen van die ouderwetse ( gietijzer ) lantaarnpalen stonden, géén auto’s!, liguster met veel gevleugelde vrienden erin, muizen in de keuken, ‘s winters hordes meeuwen en het spijbelen van de kleuterschool om bij het voetbalstadion schapen te zien en de plotseling van de slootkant springende “vissen”. Een in blauw overalletje en klompen gestoken vriendje met een koehoorn op zak, had minder geluk: voor de klas vertelde een huilende juf, dat hij niet meer terug zou komen. In Soest begon de grove den een rol te spelen in ons leven; behalve de wildste spelletjes in het bos, graven tot je in het duinzand ‘t waterpeil bereikte of bij bunkers uit W.O.II naar sporen daarvan, ‘s winters sleeën ( stuk blik ) vanaf de duintoppen, kon je er fantastisch klauteren en springen uit die vliegdennen. Verder veel variatie te beleven aan heide ( jeneverbessen! ), moerasbos, hooggelegen akkers op “de Eng”, een soort grote bult middenin het dorp en bijzondere uiterwaarden van de uit regio Amersfoort stromende Eem. We rooiden aardappels na en zochten eikels voor de varkens van de boer en tamme kastanjes voor ons zelf op het landgoed de Palz bij het vliegveld ( inmiddels met zijn doolhof weer open voor het publiek ). Bij Arnhem mochten we wonen in het bos zelf, op ‘t militaire Heidekamp. Als ik beelden zie van de film “Schatjes” met Peter Faber als helikopterpiloot moet ik daar wel ‘ns aan terugdenken. Met Pieter van Vollenhoven in opleiding had m’n pa als taak om als vliegveiligheidsfunctionaris ongevallen te onderzoeken en bv. bij één incident waarbij een nog door de Duitse bezetter gebouwd badhuis spontaan in vlammen was opgegaan, bleek m’n kleine broertje daar met zijn vriendjes te hebben gespeeld. Natuurlijk een behoorlijke schadepost. Dat ik met allerlei wapentuig in de weer was – waarbij de grove den het nogal eens moest ontgelden – heeft er misschien toe geleid, dat men mij op drijfjacht vroeg. Dat heeft me daarna nooit meer getrokken, hoewel de erwtensoep met borrel als beloning wel erg lekker was.
was….
Ook weer de grove den alom, ook in het bosgedeelte dat Heidekamp afbakent van de landmacht “Oranje” kazerne en waar ik ‘n keer oog in oog stond met een grote zeearend, zo’n bruine met gele bek en klauwen.
klauwen.
Sjaak nog even op drijfjacht bij Van Schaik (feb. ’13) Foto: Jan Kleymans
Het dier bleek aan een ketting te zitten en diende waarschijnlijk als mascotte van één of ander mafketelkorps.
Tot zover Sjaak; om onze lezers van het Buitenblad bij te laten komen en het een en ander te laten bezinken, zal Sjaak in de juli/augustus editie verder verhalen……… -
wordt vervolgd -
3
Pasfoto’s: Hans van Aartrijk
Teken en de ziekte van Lyme Het is al weer geruime tijd voorjaar en dat betekent naast aangename temperaturen helaas ook minder leuke zaken. Ik zie menige medeknotter vanaf april bij prettige weersomstandigheden weer schaarser gekleed ( korte broek, sandalen, t-shirtje ) enthousiast het bos en lommer induiken. Zelf houd ik er wat “calvinistischer” kledingvoorschriften op na. Bij het veldgebeuren voor de vereniging heb ik nog nooit een teek opgelopen. De keren, dat ik een teek opliep – afgezien van een forse jongen in Italië – was in mijn eigen achtertuin, waar ik onbespied wat bloter kon ronddarren. Inderdaad, eigen teek eerst….. In het Buitenblad nr.1 is er aandacht besteed aan dit fenomeen; omdat ‘t weer langer geleden is, opnieuw de focus op de teek. Wordt iedereen ziek na een tekenbeet ? In Nederland is gemiddeld één op de vijf teken besmet met de ziekte van Lyme. De meeste mensen worden niet ziek na een tekenbeet. De kans op de ziekte van Lyme na een tekenbeet wordt geschat op één tot drie procent. Als de teek binnen 20 uur op de goede manier wordt verwijderd, is de kans op de ziekte nog kleiner, maar besmetting blijft mogelijk.
Waar komen teken voor ? Teken komen in het hele land voor in bossen, duinen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Verder zitten ze op huisdieren, wild, grote grazers, vogels, zieke dieren en kadavers. Teken zijn er het hele jaar door. Ze worden actief als de temperatuur boven de vijf tot tien graden Celsius komt. Van maart tot en met oktober hebben mensen het meest last van tekenbeten. Hoe voorkom ik een tekenbeet ? Een paar maatregelen: ( de rest kun je lezen in de folder aanwezig op de Buitenplaats )
► draag gesloten en huidbedekkende kleding.
► draag tijdens het werk sokken over de broekspijpen. ► let extra op bij werk in de buurt van dieren of kadavers. ► controleer na afloop van het werk lichaam èn kleding. Gebeten door een teek. Wat nu ? ► verwijder de teek zo snel mogelijk, in ieder geval binnen 20 uur. ► pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid beet, bij voorkeur met een puntige pincet of de speciale tekentang. Trek de teek er langzaam uit. Gebruik geen alcohol of jodium voordat je de teek verwijdert. ► noteer de datum van de beet en maak indien mogelijk een foto van de beetplek. ► houd 3 maanden na de beet de huid rondom de beet in de gaten. ► krijg je een rode ring of klachten, die doen denken aan de ziekte van Lyme ( zie de folder op het prikbord ), ga dan naar de huisarts. Op het mededelingenbord in de gemeenschapsruimte van de Buitenplaats hangt allerlei informatiemateriaal over teken en de ziekte van Lyme. Doe er je voordeel mee….. Bronnen: Uitgave van de VBNE (vereniging van bos- en natuurterreineigenaren) Beeldmateriaal: Wikipedia
4
…….teek it or leave it…….
Van de werkvloer De nieuwe maaimachine ( wie bedenkt een toepasselijke naam ? ) werd op 5 maart uitgeprobeerd in een rietveldje van 40 bij 40 meter van Natuurmonumenten. We hebben er al eerder in dit winterseizoen gewerkt in een wilgengriend. Het maaien ging buitengewoon, afgezien dat Ad hem/haar op een gegeven moment even in de prut parkeerde, maar met 7 man was dat euvel zeer snel verholpen. In het winterprogramma stond de golfclub de Haar als pm. genoteerd en doordat er ruimte qua werktijd was gekomen, werd op vrijdag 6 maart met 14 werkers aan een meidoornhaag begonnen. Over zo’n 250 meter werd deze haag gedurende vier dagen teruggesnoeid naar kniehoogte. Soms letterlijk met de snoeischaar, maar vaker met het kromzaagje, omdat het lastig werken was. Met de kettingzaag werd het zwaardere werk afgerond. Soorten als iep, vlier en es, die in en naast de meidoornhaag stonden, werden ook teruggezet. Behalve op vrijdag 6 maart werd er op 7, 13 en 14 maart gewerkt met resp. 4, 17 en 9 leden. Een niet echt werkwillige persoon, die via UVW kwam opdagen, reken ik maar even niet mee.
Foto: Hans van Aartrijk
Voor de statistiek: Zo’n 30 m3 bruikbaar hout werd naar de Buitenplaats afgevoerd. Het snoeihout zal door de groenbeheerder van de golfclub worden versnipperd. Uiterst links: bij fraai weer werken aan de meidoornhaag. Links: afvoer van het hout met stagiair Nick links. Foto’s: Jan Kleymans
Tussendoor werd op donderdag 12 maart het werk op Queekhoven afgerond. Het was fraai, zonnig weer en de pracht framboos liet hier en daar de bloemen zien. De laatste, gemarkeerde esdoorns werden omgezaagd en het bruikbare hout werd naar de noordkant van het perceel gebracht door 9 mensen. Totaal zal er ruim 30 m3 aan es, esdoorn en een beetje els liggen. Bij een droge periode zal dit hout via de buren ( Zadelhoff ) moeten worden afgevoerd.
pracht framboos in Queekhoven Foto: Jan Kleymans
Op maandag 16 maart werd met 3 man vanwege de gunstige oostenwind het snoeihout van het eiland tegenover de Statenhof weer naar de “Kievitkade” gebracht en verbrand. Dat was flink aanpoten en het lukte net niet om al ‘t snoeihout af te voeren en te verbranden. Lange Hans zou dit op 9 april gaan afronden.
Eigenlijk was het winterprogramma nu wel afgerond en dat betekende een periode van overgang naar het zomerprogramma van maaien en afhooien. Op donderdag 19 maart besteedden de negen aanwezigen de tijd aan opruimen, afval wegbrengen naar de Stits, compost naar de bosakker verplaatsen.
5
Ook werd er tijd besteed met het planten van het restant van bosplantsoen, dat opgekuild stond. Zo’n 100 stuks gingen op verschillende plekken in de Buitenhof de grond in. De liefhebbers van het zagen en kloven van de stammetjes hout konden weer hun hart ophalen. De daarop volgende dag gaf hetzelfde beeld; bovendien werd er nog wilg opgehaald bij Van Kooten aan de Mastwijkerdijk. Tien liefhebbers hebben het lenteklokje kunnen zien bloeien (langs de slootkant van de Buitenplaats). Zaterdag 21 maart was winderig, guur weer met regen. Desondanks hielden 7 dapperen zich bezig met het zagen en kloven. De week daarop gaf een wat eentonig beeld: zagen en kloven, met voor de afwisseling gelukkig wat (!) compost naar de bosakker brengen en uitharken en wat houtbezorging. Totaal waren er in deze week 19 leden actief bezig met de boven beschreven werkzaamheden.
foto: Hans van Aartrijk
compost opbrengen op de bosakker Foto: Jan Kleymans
In de week van 2 april was er weer een behoorlijk gevarieerd programma. Uiteraard werd er gezaagd en gekloofd, hout bezorgd, nog wat bosplantsoen aangeplant, weer compost naar de bosakker gebracht. Daarnaast kwam Frans C. de ramen lappen, verkocht Ad van N. 8 fraaie meidoornstoven aan een persoon, die een cursus houtbewerken geeft en werd er bij Van de Arend aan de Reijerscop via het water nog ruim 1 m3 els uit het geriefbosje gehaald. In deze week waren er op de werkdagen resp. 8, 12 en 3 personen voor de club actief. links: meidoornstoven
rechts: het duo Hans op het jaagpad met een half kuubje els Foto’s: Jan Kleymans
Op 9 april werd er door Lange Hans het restant van het snoeihout op de Kievitkade weggebrand. De tien andere leden hielden zich bezig met het kruien van de laatste compost naar de bosakker. Tevens werd er op die dag gefreesd ► ► en zomertarwe, zonnebloem en lupine ingezaaid. In het verleden bleken duiven het zaad nogal lekker te vinden; daarom werd er op de bosakker een flink aantal vlaggetjes en lintjes aangebracht in de hoop, dat dit de duiven voldoende zal afschrikken. Zaterdag was weer de dag, die besteed werd aan het hout bezorgen. De opkomst deze week was prima met een opkomst van 31 mensen ( 11, 13 en 7 ). Foto: Hans van Aartrijk
Nieuw deze week was Ernö Hammer; Krijn kondigde hem op 10 april al aan. Vermeld mag wel worden dat via Krijn al eerder Theo en Henk en sinds een paar maanden Martin S. een steentje bijdragen. Ernö, welkom bij de club ! Foto: Hans van Aartrijk
6
Donderdag 16 april zag de Kievit een 10-tal bezig met oud maaisel verbranden, het wegzagen van hinderlijk hout net boven de grond en het uitbaggeren van de plas naast het oude hooiland. Dat laatste was best een inspannend werkje. Tom aan het baggeren Foto: Hans van Aartrijk
Op vrijdag 17 april werd een deel van het terrein tegenover het hondenveldje in de Buitenhof opnieuw gefreesd en vervolgens ingezaaid. Ook werden er vogelverschrikkers gemaakt. Reint had al eerder geconstateerd, dat duiven nu wel weg bleven, maar dat kraaien nu het karwei van de duiven hadden over genomen.
Vijf mannen hielden zich bezig met het weghalen van het hout op de Vitenskade. Twee maal werd de kade met de aanhanger bereden. Totaal werd er zo’n 16 m3 hout over de sloot gegooid en gedragen. Gezaagd en gekloofd en natuurlijk hout bezorgd op de zaterdag. Een alleszins redelijke opkomst van 25 leden deze week ! Ad van Nuenen had zijn kledingkast geplunderd….. Foto: Hans van Zuylen
Op donderdag 23 april ging men met een lading schelpen naar Harmelen om daar het Dijkgraafpad van een nieuwe “coating” te voorzien. Vanaf daar ging een groepje verder naar de Vitenskade om daar het restant van de stammetjes op te halen. Nadat deze lading gelost te hebben op de Buitenplaats, toog men naar Queekhoven via buurman Zadelhoff. De langste plank bleek net lang genoeg om de overkant van de sloot te halen. De meegenomen els, es en esdoorn werd verwelkomd door de zagers en klovers, die voorlopig niet op een houtje hoeven te bijten. Op deze fraaie dag waren elf lieden min of meer actief. De dag daarop volgend waren er zelfs 18 leden naar de Buitenplaats getogen; het weer werkte ook volop mee. Truusje en Ad waren met Reint bezig voor de jubileumdag, Daan, Tabe en Hans van Zuylen werden gespot met plankjes ( voor de wand ) en de rest hield zich bezig met het reguliere werk en twee ritten naar en van Queekhoven. In deze week werd bijna 20 kuub hout uit Queekhoven afgevoerd. Zaterdag werd er met 5 leden gewerkt: naast het traditionele hout venten werd er ook weer aan de wand gewerkt. Donderdag 30 april, de laatste werkdag van de maand werd er in 2 ritten het hout van het Schansbos gehaald. Naast es en els werden grote brokken wilg geladen. Andere activiteiten op deze dag waren: bosmaaieren bij de bosakker ( 2 mannen zo stil…) en uiteraard zagen en kloven. Met zijn negenen was het een relaxte dag.
Buitendien
In de rubriek Buitendien kun je allerlei wetenswaardigheden betreffende (werk)gebied, nieuws over natuur(beleid) enz. enz. lezen. De ene keer heeft het een positieve lading, de andere keer een wat minder positieve. Het is in ieder geval bedoeld om je op de hoogte te houden ……. In deze nieuwsbrief een eerste aflevering over de ontwikkelingen van het Agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
Onlangs was ik weer eens bij een bijeenkomst van het LEU in Oostbroek betreffende de start van het zgn. Agrarisch natuur-en landschapsbeheer. Bij een bijeenkomst een jaar eerder had ik al begrepen dat
7
een en ander behoorlijk wat tijd ging vergen. Op de bijeenkomst van 28 april over dit onderwerp vertelde Hein Pasman van het LEU dat qua tijdspad delen van de operatie behoorlijk wat vertraging hadden opgelopen. En dan te bedenken dat deze baby op 1 januari 2016 geboren zou moeten worden….. Ik heb me eens verdiept in de materie en zal proberen in enige afleveringen van Buitendien voor diegene, die er belangstelling voor heeft, de hoofdlijnen- en zaken uit de doeken te doen. In de afgelopen jaren is men gaan inzien dat het agrarisch natuur- en landscjapsbeheer niet meer op koers ligt. Ondanks dat heel veel mensen hun best doen, is de overhead momenteel relatief hoog en zijn de resultaten mager. Er is daarom een vernieuwd stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer uitgewerkt, gebaseerd op ervaringen uit de agrarische natuurbeheerpraktijk. Een belangrijke stap hierin is een nieuwe verdeling van verantwoordelijkheden. De provincies gaan, in samenspraak met gebiedspartijen, de ambities en natuurdoelen in de streek voor het agrarisch natuuren landschapsbeheer vaststellen. Door een grotere verantwoordelijkheid voor de invulling van de natuurdoelen bij collectieve subsidieaanvragers neer te leggen, groeit de motivatie om een optimaal resultaat te bereiken. Deze beweging sluit aan bij de tijdgeest waarin de samenleving meer verantwoordelijkheid op zich neemt en overheden meer loslaten. Hiervoor is een heldere rolverdeling afgesproken. De ministeries van EZ en I&M vertalen de Europese verplichtingen in internationale doelen. Ook houdt EZ in het oog of het agrarisch natuur- en landschapsbeheer wordt uitgevoerd volgens de EU-criteria. De provincies regisseren via een gebiedsgerichte aanpak het vernieuwde agrarisch natuurbeheer. Zij zorgen ervoor dat de ambities en doelen van alle betrokkenen in een gebied worden vastgelegd in hun provinciale natuurbeheerplannen. Hierin staat in grote lijnen waar het agrarisch natuurbeheer zal worden toegepast. Hoe dit wordt ingevuld, is aan de collectieven. Dit wordt duidelijk in de beheerplannen, die de collectieven opstellen in nauwe samenspraak met andere partijen in de omgeving, zoals natuur- en landschapsorganisaties en waterschappen. Zo komen er samenhangende plannen, waarin de juiste maatregelen op de juiste plek komen en waar het agrarisch natuurbeheer in een region goed is afgestemd op het natuurbeheer in de natuurgebieden. En omgekeerd. In 2020 hoopt men een effectiever en efficiënter agrarisch natuurbeheer gerealiseerd te hebben. De tijd zal het leren……… bron: website: Portaal Natuur en Landschap
(wordt vervolgd) Hans van Aartrijk • In het vorige Buitenblad ( nr. 18 ) was er een oproep om de functie van “interviewer” op zich te nemen. Koos heeft het goede voorbeeld al gegeven. Bij deze een herhaalde oproep…………. • Op de Buitenplaats zijn sinds de oplevering van het gebouw enkele tientallen boompjes en struikjes geplant. Dit jaar bloeien er al een paar, namelijk de vlier en de meidoorn. Onlangs is er een wijnstok van het domaine de l’Arjolle geplant. Op termijn zal de wijnstok druiven gaan geven. Waarschijnlijk zullen de spreeuwen de muscaat-druiven zich goed laten smaken.
Koos als interviewer bij Vlooswijk Foto: Jan Kleymans
• De jubileumdag nadert met rasse schreden. Sinds het Buitenblad verschijnt, zijn er enige honderden foto’s langs gekomen. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw werden er ook foto’s gemaakt. Op de zaterdagse werkvloer werd de “oogst “ van de vorige werkdag bekeken en kon men eventueel bij bestellen. Nu gaat dat allemaal veel anders en gemakkelijker. Een korte impressie uit die tijd, ook dus in het kader van het jubileum, vind je op blz.9 .
8
houtafvoer naar Bas Blok ( 1e onderkomen ) met de vrachtwagen van Van Vuuren
houttransport met Rucker
avondmaaltijd in de keet; er was toen zelfs verlichting.
een uitvergroting ► Reint in meditatie…..
aan het werk in de eendenkooi van Van Bekkum….
Henk Kelters en Gert van Assem aan een zaagmachine….
we werkten toen ook op fort Blaukapel; er gingen toen geen kinderachtige bomen om.
Foto’s zijn opgediept uit enige stoffige foto-albums van Hans van Aartrijk.
9