Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6:22-71 dinsdag 2 juni 2015 1
ev. Johannes tot nu toe 1:1-18 1:19-52 2:1-25 3:1-36
Jezus is het Woord: bij God en zelf God Jezus is het Lam van God discipelen volgen Hem 1e teken (water in wijn) en 1e schoonmaak (tempel) opnieuw geboren worden en geloven in Jezus, de enige Zoon van God, om eeuwig leven te ontvangen 4:1-42 genade en waarheid brengt de Samaritaanse vrouw tot geloof in Jezus als de Christus 4:43-54 2e teken: genezing op geloof in Jezus’ woord 5:1-47 3e teken: genezing verlamde man gesprek over het gezag van de Zoon 6:1-15 4e teken: voeding van de 5000 6:16-21 5e teken: Jezus lopend op de zee
2-6-2015
2
Overzicht vanavond • spijziging 5000: 4e teken heel vervolggesprek • confronterende woorden van Jezus reacties: – – – – – – – –
een nieuwsgierige vraag een open vraag een kritische vraag een dat-wil-ik-wel reactie een mopperende vraag een ongelovige vraag een verwerpende vraag discipelen die Jezus verlaten
• de reactie van Petrus namens de twaalf 2-6-2015
3
Bijbeltekst Joh 6:22-71 De volgende dag zag de menigte, die aan de overkant van de zee stond, dat daar geen ander scheepje was dan dat ene waar Zijn discipelen in gegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen niet in het scheepje gegaan was, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren. 23 Maar er kwamen andere scheepjes van Tiberias, dicht bij de plaats waar zij het brood gegeten hadden nadat de Heere gedankt had. 24 Toen de menigte nu zag dat Jezus daar niet was, en ook Zijn discipelen niet, gingen zij zelf ook in de schepen en kwamen in Kapernaüm om Jezus te zoeken. 25 En toen zij Hem gevonden hadden aan de overkant van de zee, zeiden zij tegen Hem: Rabbi, wanneer bent U hier gekomen? 26 Jezus antwoordde hun en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigd bent. 22
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
4
Bijbeltekst Joh 6:22-71 Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft God de Vader verzegeld. 28 Zij zeiden dan tegen Hem: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen verrichten? 29 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft. 30 Zij zeiden dan tegen Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven? Wat voor werk verricht U? 31 Onze vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven is: Hij gaf hun het brood uit de hemel te eten. 32 Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. 27
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
5
Bijbeltekst Joh 6:22-71 Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft. 34 Zij zeiden dan tegen Hem: Heere, geef ons altijd dat brood. 35 En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. 36 Maar Ik heb u gezegd dat u Mij wel gezien hebt, en toch gelooft u niet. 37 Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen. 38 Want Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem Die Mij gezonden heeft. 39 En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag. 33
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
6
Bijbeltekst Joh 6:22-71 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. 41 De Joden dan morden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het brood dat uit de hemel neergedaald is. 42 En zij zeiden: Is Hij niet Jezus, de zoon van Jozef, van wie wij de vader en moeder kennen? Hoe kan Hij dan zeggen: Ik ben uit de hemel neergedaald? 43 Jezus antwoordde dan en zei tegen hen: Mor niet onder elkaar. 44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. 45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God onderwezen zijn. Ieder dan die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij. 40
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
7
Bijbeltekst Joh 6:22-71 Niet dat iemand de Vader gezien heeft, behalve Hij Die van God is; Híj heeft de Vader gezien. 47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. 48 Ik ben het Brood des levens. 49 Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. 50 Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de m ens daarvan eet en niet sterft.51 Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld. 52 De Joden dan redetwistten met elkaar en zeiden: Hoe kan Hij ons Zijn vlees te eten geven? 53 Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. 46
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
8
Bijbeltekst Joh 6:22-71 Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. 55 Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. 56 Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. 57 Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij. 58 Dit is het brood dat uit de hemel neergedaald is; niet zoals uw vaderen het manna gegeten hebben en gestorven zijn. Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven. 59 Deze dingen zei Hij, terwijl Hij onderwijs gaf in de synagoge in Kapernaüm. 60 Velen dan van Zijn discipelen die dit hoorden, zeiden: Dit woord is hard; wie kan het aanhoren? 54
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
9
Bijbeltekst Joh 6:22-71 Maar omdat Jezus bij Zichzelf wist dat Zijn discipelen daarover morden, zei Hij tegen hen: Neemt u hier aanstoot aan? 62 En als u de Zoon des mensen nu eens zou zien opvaren naar de plaats waar Hij eerder was? 63 De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. 64 Maar er zijn sommigen onder u die niet geloven. (Want Jezus wist van het begin af wie het waren die niet geloofden, en wie het was die Hem zou verraden.) 65 En Hij zei: Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is. 66 Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee. 61
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
10
Bijbeltekst Joh 6:22-71 Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan? 68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. 69 En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God. 70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik u, de twaalf, niet uitgekozen? En een van u is een duivel. 71 En Hij doelde op Judas Iskariot, de zoon van Simon, want die zou Hem verraden, een van de twaalf. 67
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 2-6-2015
11
het onderwerp 22-27 Jezus bepaalt het gespreksonderwerp: • niet: antwoord op nieuwsgierige vraag • wel: het eten dat je nodig hebt
zee/meer van • Gallilea •Tiberias •Gennezareth
– wat er altijd zal zijn (en jij daardoor ook)
– dat de Zoon des mensen (=Jezus) je geeft
28-29 Gods werk = geloven in Wie Hij gezonden heeft (Jezus)
30-31 vraag om een teken, zoals het manna (en de wonderbare spijziging dan?) manna brood uit de hemel (Ps 78:24)
2-6-2015
12
het hemels brood … is Jezus 32-33 het echte (betrouwbare) brood uit de hemel • komt niet van Mozes, maar van mijn Vader • is een persoon die uit de hemel komt • en die leven geeft
34 dat brood willen ze altijd wel • vgl. reactie Samaritaanse vrouw (4:15) 35 “Ik ben het brood van het leven” • nooit meer honger, nooit meer dorst • als je komt en gelooft in Jezus
2-6-2015
13
het leven is in Hem (te krijgen) 36-40 God wil mensen eeuwig leven geven • geloven: niet door zien maar door openbaring van de Vader • we zijn door de Vader aan de Zoon gegeven (vgl. Hebr. 2:13b) • Jezus, van de hemel gekomen, wil Gods wil uitvoeren: – niets verliezen van wat de Vader Hem gegeven heeft – eeuwig leven voor ieder die in de Zoon gelooft Hij wekt hem/haar op uit de dood (laatste dag)
41-46 menen we Jezus te kennen of kennen we Hem echt – als de Vader ons trekt – als we door God de Vader onderwezen zijn
2-6-2015
14
voed je met Hem 47-51a eet van Hem als het brood des levens • dan zul je niet sterven maar leven in eeuwigheid 51b-56 Zijn vlees eten en Zijn bloed drinken • brood = Zijn vlees (lichaam) betekent de dood kost Zijn bloed • eten&drinken: geloven&aannemen dat Hij voor jou moest sterven alleen dan heb je het leven • blijven eten&drinken: leven door geloof in Zijn offer (Gl 2:20) 57-58 wie Mij eet, zal leven door Mij • het manna gaf geen leven: als hemelbrood wijst het naar Hem 2-6-2015
15
de conclusie … 60-66 veel van Zijn discipelen vertrokken • de boodschap (Zijn dood voor jouw leven) was hun te hard • ze wilden Hem niet aanvaarden als uit de hemel gekomen en dat Hij daar weer naar terug zou gaan • dat kan ook niet zonder de Geest, niet zonder dat de Vader het geeft 67-71 maar de twaalf bleven • Jezus dwingt ze niet, geeft de gelegenheid om te gaan … • Maar Petrus weet niemand beter om naar toe te gaan • alleen Jezus heeft woorden van eeuwig leven
2-6-2015
16
samenvatting Jezus is het brood des levens (het ware i.p.v. het manna) • Hij is uit de hemel gekomen, gestuurd door de Vader • om ieder die gelooft het eeuwige leven te geven
Aan ons de keus om • Zijn offer van Zijn leven aan te nemen (eten&drinken) • en dan te leven op basis van dat offer (blijven eten&drinken) Belijden we met Simon Petrus: Heer, naar wie zullen wij toegaan? U hebt woorden van eeuwig leven. En wij hebben geloofd en erkend dat U de Heilige van God bent. 2-6-2015
17
Vragen?
2-6-2015
18
gespreksvragen 1.
De mensen vroegen wat ze moesten doen (presteren) (vs. 28). Jezus geeft aan dat ze moeten geloven (vs. 29). Herken je die neiging om er iets voor te willen doen om het eeuwige leven te ontvangen? Waar zou dat door komen?
2.
Nooit meer honger en dorst hebben (vs. 35). Wat zou Jezus daar mee bedoelen?
3.
Jezus gebruikt de beeldspraak van eten & drinken (vs. 52-57) om aan te geven hoe we kunnen leven tot in eeuwigheid. Herhaal nog eens in eigen woorden wat dat betekent, hoe we dat kunnen doen. (Helpen de verzen 29, 35, 40, 47?)
4.
Vs. 60, 66. Waarom haakten veel volgelingen van Jezus af, denk je? Zou dit vandaag de dag ook nog gebeuren? Vs. 67. Wat zeg jij als Jezus je zou vragen: wil je misschien ook liever weggaan? 2-6-2015
19