JBY 96
NL
O Babyfoon Gebruikshandleiding
Beurer GmbH Söflinger Straße 218 89077 Ulm, GERMANY Tel.: 0049 (0)731 3989-0 www.beurer.de
Nederlands Inhoud 1 2 3 4 5 6 7
Kennismaking.....................................3 Verklaring van de tekens....................3 Voorgeschreven gebruik ....................4 Aanwijzingen......................................4 Beschrijving van het apparaat............8 Ingebruikname..................................10 Instellingen.......................................12
8 Informatie over de babyfoon..........15 9 Batterijen verwisselen/ accu opladen..................................16 10 Bewaren en onderhoud..................16 11 Verwijdering....................................17 12 Technische gegevens.....................18 13 Wat te doen bij problemen?...........19
Omvang van de levering • Babyfoon, bestaand uit een babyeenheid en een oudereenheid • 2 stekkers • 2 x AAA accu’s voor de oudereenheid • Janosch-stickers • Deze gebruiksaanwijzing Geachte klant, We zijn blij dat u hebt gekozen voor een product uit ons assortiment. Onze naam staat voor hoogwaardige en grondig gecontroleerde kwaliteitsproducten die te maken hebben met warmte, gewicht, bloeddruk, lichaamstemperatuur, polsslag, zachte therapie, massage en lucht. Neem deze gebruikshandleiding aandachtig door, bewaar deze voor later gebruik, laat deze ook door andere gebruikers lezen en neem alle aanwijzingen in acht. Met vriendelijke groet, Uw Beurer-team 2
1 Kennismaking Functies van de babyfoon Met deze babyfoon kunt u uw baby in het oog houden terwijl u in een andere kamer of in de tuin bezig bent. De FHSS-technologie garandeert een storingsvrije verbinding. Het apparaat heeft de volgende functies: • Eco+-modus voor verminderde stralingskracht • Tweewegscommunicatie • Bereik: 300 m bij vrij zicht • Waarschuwing bij overschrijden van het bereik of bij verbindingsproblemen • Vijf instelbare slaapliedjes • Nachtlampje voor de baby • Handset zoeken – Oppiepfunctie • Volumeregeling • Instelling van de gevoeligheid
2 Verklaring van de tekens De volgende symbolen worden gebruikt in de gebruikshandleiding: Waarschuwing
Waarschuwt voor situaties met verwondingsrisico’s of gevaar voor uw gezondheid.
Attentie
Geeft aan dat bepaalde handelingen mogelijk schade veroorzaken aan het apparaat of de toebehoren.
Aanwijzing
Geeft belangrijke informatie aan.
3
3 Voorgeschreven gebruik • Gebruik het apparaat alleen om uw baby in de gaten te houden, wanneer u dit niet zelf rechtstreeks kunt doen. Dit apparaat kan uw persoonlijke, verantwoordelijke toezicht niet vervangen! • Het apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in huis/privégebruik en niet voor commerciële doeleinden. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of personen die niet bekend zijn met de functionaliteiten/beperkingen van het apparaat. Gebruik is alleen toegestaan wanneer het plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon, of wanneer zij van deze persoon aanwijzingen hebben ontvangen voor het gebruik. • Er dient toezicht te worden gehouden op kinderen, zodat zij niet met het apparaat spelen. • Elk onjuist gebruik kan gevaarlijk zijn.
4 Aanwijzingen Tips voor het gebruik van de Eco+-modus Met de Eco+-modus kan de overdracht tussen de baby- en oudereenheid volledig worden uitgeschakeld wanneer de baby rustig is. Dit verhoogt de veiligheid voor uw baby, omdat deze zo niet aan onnodige straling wordt blootgesteld. Wanneer er geen geluiden meer worden overgedragen, schakelt het apparaat zelf over op de Eco+-modus.
4
Veiligheidsrichtlijnen Waarschuwing: • Zorg ervoor dat u het apparaat en de voedingskabel buiten het bereik van kinderen plaatst. Kinderen kunnen verstrengeld raken in of struikelen over losliggende voedingskabels en dit kan leiden tot letsel. • Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen (verstikkingsgevaar). • Houd het verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen (verstikkingsgevaar). • Plaats de babyeenheid nooit in het kinderledikant of binnen het bereik van uw kind. • Plaats de babyeenheid op een afstand van ongeveer 1,5 m van uw baby, om eventuele belasting door elektrosmog en storingen tot een minimum te beperken. • Zorg ervoor dat de kabels zich niet binnen het bereik van uw kind bevinden (gevaar voor elektrische schokken). • Controleer voor het gebruik altijd of de apparaten storingsloos werken en of de batterijen van de apparaten voldoende zijn geladen wanneer u deze op batterijen gebruikt. • Gebruik alleen de meegeleverde netvoeding (gevaar voor elektrische schokken en brand).
5
Attentie. houd rekening met het volgende om schade aan het apparaat te voorkomen: • Dompel de apparaten nooit onder in water. Spoel ze nooit af onder stromend water. • Gebruik het apparaat niet in een vochtige omgeving. • Trek de stekker niet aan de kabel uit het stopcontact. • Haal de stekker uit het stopcontact wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. • Het apparaat en de stekker mogen niet in contact komen met hete oppervlakken of scherpe voorwerpen. • Gebruik geen accessoires of aanvullende producten die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of zijn aangeboden als accessoire. • De stekker mag uitsluitend gebruikt worden met de erop vermelde netspanning. • Het apparaat mag alleen worden gebruikt met de bijgeleverde stekker. • Na ieder gebruik, voor iedere reinigingsbeurt en voordat onderdelen van het apparaat worden vervangen, dient de stekker van het apparaat uit het stopcontact te worden verwijderd. Tips voor de omgang met batterijen Waarschuwing: • Inslikken van batterijen kan levensgevaarlijk zijn. Bewaar batterijen buiten het bereik van kinderen. Neem onmiddellijk contact op met een arts indien een batterij is ingeslikt. • Batterijen mogen niet worden opgeladen of anderszins worden gereactiveerd, niet uit elkaar worden gehaald, in het vuur worden geworpen of worden kortgesloten.
6
• Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Voer de batterijen daarom af in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen. Gooi batterijen nooit weg met het gewone huisvuil. • De batterijen mogen niet aan grote hitte, zoals zonlicht, vuur of vergelijkbare warmtebronnen, worden blootgesteld. Attentie: • Vervang zwakker wordende batterijen op tijd. • Lekkende batterijen kunnen schade aan het apparaat veroorzaken. Haal de batterijen uit het batterijvak als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. • Als een batterij is gaan lekken, trek dan beschermende handschoenen aan en reinig het batterijvak met een droge doek.
7
Algemene aanwijzingen • Reparaties mogen alleen door de klantenservice of geautoriseerde handelaren worden uitgevoerd. Als u het apparaat opent of zelf repareert, kan een storingsvrije werking niet langer worden gegarandeerd. Als u het apparaat desondanks opent of repareert, vervalt de garantie. • Mocht u nog vragen hebben over het gebruik van onze apparaten, dan kunt u zich wenden tot uw leverancier of tot de klantenservice.
5 Beschrijving van het apparaat Overzicht Oudereenheid 1 Display 2 TALK-toets 3 Slaapliedjestoets 4 LINK / AAN/UIT-lampje 5 Microfoon 6 -toets 7 -toets / MENU 8 -toets 9 Voedingsaansluiting 10 Weergave geluidsniveau 11 Luidspreker 12 Riemclip /stelstuk 13 Batterijvak 14 Schroef voor het sluiten / openen van het batterijvak 8
1
11 10
2 3 4 5 6 7 8
9
12 13 14
Babyeenheid 1 1 Temperatuursensor 2 Voedingsaansluiting 3 Liedjes en nachtlampje 4 LINK / AAN / UIT-lampje 5 Microfoon 2 6 -toets 7 -toets 8 -toets 3 9 Instelling van de 4 gevoeligheid: 5 Laag Hoog 6 10 Display 7 11 Lautsprecher 8 12 Batterijvak 13 Ophangpunt 14 Schroef voor het sluiten / openen van het batterijvak Display 1 Tijd 2 Overdrachtssterkte 3 Nachtlampje 4 Temperatuur 5 Slaapliedje 6 Alarmfunctie 7 Weergave resterende batterijcapaciteit 8 Geluidsvolume
1
5
11 10 9
12 13 14 2
6
7
3
4
8
9
6 Ingebruikname Babyeenheid U kunt de babyeenheid gebruiken met batterijen of met de meegeleverde netvoeding. Gebruik met batterijen 1. Draai de schroef van het batterijvakdeksel los en draai de behuizing linksom om het deksel te verwijderen. 2. Plaats drie hoogwaardige batterijen van 1,5 V, type AAA, op de juiste wijze in het vak. 3. Plaats het deksel van het batterijvak terug en schroef het weer vast. • De schroefsluiting draagt bij aan de veiligheid van uw kind. • De babyeenheid kan niet worden gebruikt met accu’s. Gebruik met netvoeding Steek de stekker van de babyeenheid in een stopcontact. Als er geen batterijen worden gebruikt in de babyeenheid, schakelt deze tijdens een stroomstoring uit en wordt er door de oudereenheid een akoestisch waarschuwingssignaal gegeven. Oudereenheid Gebruik met accu – Oplaadprocedure Om optimale veiligheid te kunnen garanderen, is de oudereenheid zo ontworpen dat deze alleen kan worden gebruikt met geplaatste accu’s. De accu moet bij het eerste gebruik zonder netvoeding van het apparaat minimaal 12 uur worden opgeladen. U kunt het apparaat al gebruiken tijdens het laden. Het led-lampje is tijdens het laden rood (apparaat uitgeschakeld) 10
of het knippert afwisselend rood en groen (apparaat ingeschakeld). Dankzij de weergave van de batterijstatus in het display kunt u de laadtoestand zien. Zodra de batterij vol is, brandt het led-lampje geel. Wanneer de batterij van de oudereenheid bijna leeg is, piept deze 2 keer en knippert het LED-lampje rood. Als het apparaat niet wordt aangesloten op een stopcontact, schakelt deze na een korte tijd automatisch uit. Wanneer de apparaten met de netvoeding worden gebruikt en de stroom uitvalt, schakelt de oudereenheid over op accugebruik. Hierbij hangt de stand-bytijd af van het energieniveau van de accu. Ontladen van de oudereenheid Na 300 keer opladen moet de accu worden ontladen. Laat het apparaat aanstaan totdat het automatisch uitschakelt. 1. Plaats de babyeenheid zo, dat deze op een hoge plaats staat, uit de buurt van andere, eventueel storende apparaten. Schakel de babyeenheid in met de toets . Het power-lampje van de babyeenheid wordt rood. 2. Plaats de oudereenheid in de ruimte waar u zich bevindt of bevestig deze aan uw riem met de riemclip wanneer u bijvoorbeeld naar buiten gaat. 3. Schakel de oudereenheid in met toets . Het power-lampje van de oudereenheid wordt groen zodra baby- en oudereenheid klaar zijn voor gebruik. Wanneer er geen verbinding is tussen de apparaten (babyeenheid is niet ingeschakeld of buiten bereik), klinkt er een waarschuwingssignaal uit de oudereenheid en begint het aan/uit-lampje rood te knipperen. Overdrachtsmodus Beide aan/uit-lampjes blijven groen branden. 11
Eco+-modus De aan/uit-lampjes knipperen om de zes seconden groen (zie 4. Aanwijzingen). Druk op de toets /SET op de oudereenheid om in de Eco+-modus te komen.
7 Instellingen Instellen van de geluidssterkte U kunt het volume aan de ouder- en babyeenheid in 8 niveaus instellen door de toetsen of te bedienen. Wordt de maximale geluidssterkte bereikt, dan klinkt een hoge pieptoon; wordt de minimale geluidssterkte bereikt, dan klinkt een lage pieptoon. Gevoeligheid van de babyeenheid Draai de volumeregeling naar boven of beneden om de gevoeligheid van de oudereenheid in te stellen. De intensiteit van het geluid wordt ook met een reeks lampjes aangeduid. Dit maakt het apparaat ook geschikt voor doven en slechthorenden. Liedjes De apparaten moeten hiervoor naar de Eco+-modus worden overgeschakeld. Druk kort op de toets /SET. Het apparaat beschikt over vijf liedjes. U kunt de liedjes via de baby- of oudereenheid in- of uitschakelen door de toets twee seconden ingedrukt te houden. Druk twee seconden op de knoppen of om een liedje te kiezen. De muziek wordt na 15 minuten automatisch uitgeschakeld. Wilt u van liedje veranderen, houdt dan de knoppen of langere tijd ingedrukt. 12
Talk-functie Houd de toets TALK ingedrukt wanneer u tegen uw baby wilt praten. Deze functie is alleen beschikbaar in de overdrachtmodus. Handset zoeken – Oppiepfunctie Als u de oudereenheid kwijt bent of bedekt hebt, drukt u op de toets op de babyeenheid en kunt u de oudereenheid weer terugvinden aan de hand van het geluidssignaal. Wilt u het geluidssignaal stoppen, druk dan op een willekeurige toets op de oudereenheid. Deze functie is alleen beschikbaar als de oudereenheid is ingeschakeld. Nachtlampje Wilt u het nachtlampje inschakelen, druk dan op de toets op de babyeenheid. Als u nogmaals op de toets drukt, wordt het nachtlampje uitgeschakeld. Volgorde van de menu-instellingen van de oudereenheid Om de afzonderlijke functies in te kunnen stellen, moet het apparaat in de overdrachtsmodus worden gezet. Druk kort op de SET-toets om van de Eco+-modus in de overdrachtsmodus te komen. Het led-lampje blijft groen. Aanwijzing: In de overdrachtsmodus wordt weergegeven. In de Eco+-modus wordt niet weergegeven.
13
Menu
Tijd instellen
Tijd
Wekker
Temperatuureenheid
Uren/min.
Aan /uit
°C / °F
• Druk op totdat de urenweergave begint te knipperen (Afb. 1). Stel het uur in door op de toetsen of te drukken. • Druk op de toets tot de minutenweergave knippert. Stel de minuten zoals hierboven beschreven in. • Druk op SET om de instelling te bevestigen of druk op om naar het volgende menuonderdeel te gaan.
Wekker Druk op totdat begint te knipin- of peren (Afb. 2). uitschakelen • Inschakelen: druk op totdat wordt weergegeven. • Uitschakelen: druk op totdat wordt weergegeven. Wektijd instellen
14
Afb. 1
Afb. 2 • Druk op totdat de urenweergave en beginnen te knipperen. U kunt de uren en minuten instellen met de toetsen en (Afb. 3). Als u de toets ingedrukt houdt, verspringt de tijdindicatie met stappen van Afb. 3 5 uur of 5 minuten.
• Druk op SET om de instelling te bevestigen. Het display bevindt zich weer in de basisweergave en het symbool wordt weergegeven (Afb. 4). • Wanneer het alarm afgaat, knipAfb. 4 pert de tijdweergave en klinkt er een akoestisch signaal. • U schakelt het alarm uit door op een willekeurige toets te drukken. De tempe- • Druk op de toets totdat °( begint ratuureente knipperen. Met de toetsen en heid instelkunt u wisselen tussen een weerlen op °C gave van de temperatuur in °F of °( of °F (Afb. 5). • Druk op SET om de instelling te be- Afb. 5 vestigen of druk op om naar het volgende menuonderdeel te gaan. Aanwijzing: De ingestelde tijd en de °C/°F-voorselectie worden automatisch overgezet op de babyeenheid. Deze overdracht wordt in gang gezet zodra de babyfoon in de overdrachtsmodus is geschakeld.
8 Informatie over de babyfoon • Wanneer de babyfoon met accu’s of batterijen wordt gebruikt, wordt elektrosmog door elektrische en magnetische wisselstroomvelden beperkt. • U kunt het bereik van de babyfoon vergroten door de babyeenheid bij een deur of raam of op een hoge plaats te zetten en te controleren of de batterijen niet te zwak zijn. 15
• Andere radiogolven kunnen de overdracht van de babyfoon mogelijk storen. Plaats de babyfoon daarom niet in de buurt van apparaten zoals magnetrons, WLAN-apparatuur, enzovoort. • Ook de volgende factoren kunnen de overdracht van de babyfoon storen of het bereik beperken: de behuizing van de apparaten, meubelen, muren, huizen, bomen, weersinvloeden (bijvoorbeeld mist of regen).
9 Batterijen verwisselen/accu opladen Wanneer de batterijen bijna leeg zijn of de accu bijna leeg is, schakelt het apparaat zich automatisch uit. De batterijen moeten worden vervangen of de accu moet worden opgeladen (zie Ingebruikneming). • Gebruik steeds batterijen van hetzelfde type, hetzelfde merk en dezelfde capaciteit wanneer u de batterijen vervangt. • Vervang steeds alle batterijen gelijktijdig. • Gebruik geen batterijen die zware metalen bevatten.
10 Bewaren en onderhoud De levensduur van de apparaten is afhankelijk van zorgvuldig gebruik. Attentie: • Verwijder de batterijen uit de babyeenheid wanneer het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt. • De accu’s worden ten volle benut wanneer u ze minstens één keer per zes maanden ontlaadt. Haal daarvoor de stekker uit het stopcontact en maak de accu leeg door het apparaat op normale wijze te gebruiken. Laad de accu daarna weer volledig op.
16
• De maximale capaciteit van de accu wordt pas bereikt nadat deze meerdere keren is opgeladen en is afhankelijk van een aantal factoren (toestand van de accu, omgevingstemperatuur, manier en frequentie van laden, enzovoort). • Stel de apparaten niet bloot aan schokken, vocht, stof, chemische stoffen, sterke temperatuurschommelingen, elektromagnetische velden en warmtebronnen (ovens, verwarmingselementen). • Als het apparaat vies is geworden, veegt u het af met een zachte, droge doek. • Reinig de apparaten met een droge doek. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen.
11 Verwijdering Met het oog op het milieu mogen de apparaten aan het einde van hun levensduur niet met het gewone huisvuil worden weggegooid. Het verwijderen kan via gespecialiseerde verzamelpunten in uw land gebeuren. Neem de plaatselijke voorschriften voor het verwijderen van de materialen in acht. Verwijder het apparaat conform EU-Richtlijn 2002/96/EG betreffende de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de bevoegde instanties voor afvalverwijdering.
17
12 Technische gegevens • FHSS-technologie • Frequentie 1,8 GHz • 10 digitale kanalen • Tweewegscommunicatie • Afmetingen: Babyeenheid: Ø 95 x 36 mm, Oudereenheid: Ø 90 x 45 mm • Gewicht: Babyeenheid: ~ 80 g, Oudereenheid: 90 g, Adapter: 70 g • Bereik: 300 m bij vrij zicht Gebruik
Babyeenheid: Drie batterijen 1,2 V / 600 mAh type AAA of meegeleverde netstekker (5 V DC / 400 mA) Oudereenheid: NI-MH-batterij (2 x 1,2 V / 600 mAh) of meegeleverde netstekker (5 V DC / 400 mA) Babyeenheid: 1– 2 dagen (alkaline batterijen)
Levensduur van de batterijen (afhankelijk van de gebruikte batterijen) Levensduur van de accu (afhan- Oudereenheid: 1– 2 dagen kelijk van het energieniveau van de accu, de omgevingstemperatuur, manier en frequentie van laden, enzovoort)
Wij garanderen hierbij dat dit product voldoet aan de Europese R&TTErichtlijn 1999/5/EG. Voor het opvragen van gedetailleerde productinformatie – zoals de CE-conformiteitsverklaring – kunt u contact opnemen via het genoemde serviceadres.
18
13 Wat te doen bij problemen? Storing Aan/uit-lampje brandt niet na het inschakelen De oudereenheid geeft een geluidssignaal
Signaal is zwak, de verbinding wordt steeds verbroken of er treden storingen op.
Maatregelen Controleer het volgende: • of de stekker op de juiste wijze is aangesloten, • of de batterijen vol zijn, c.q. of de accu opgeladen moet worden of deze beschadigd is. Controleer het volgende: • of het maximale bereik overschreden is; • of de stekker van de babyeenheid op de juiste wijze is aangesloten; • of de babyeenheid is ingeschakeld; • of de batterijen vol zijn, c.q. of de accu opgeladen moet worden of deze beschadigd is. • Wanneer zich een ander technisch apparaat tussen de baby- en de oudereenheid bevindt, bijvoorbeeld een magnetron, verwijdert u het apparaat of schakelt u het uit. • Controleer of andere factoren een rol spelen, bijvoorbeeld bomen die zich tussen de apparaten bevinden, en plaats uw apparaten zodanig dat op de oudereenheid wordt aangegeven dat de verbinding is gestabiliseerd. • Controleer of de baby- en de oudereenheid zich binnen het ontvangstbereik bevinden. • Pas het volume van de oudereenheid aan.
De oudereenheid geeft geen geluidssignaal Eén apparaat wordt • Vervang de batterijen of laad de accu opnieuw op. uitgeschakeld.
19
20
JBY96-0512_NL Vergissingen en veranderingen voorbehouden