Nummer archiefinventaris:
1.10.71
Inventaris van het archief van B.C. Ruysch [levensjaren 1727-1806] en enige verwanten, 16541800
Auteur: C.H. van Marle Nationaal Archief, Den Haag 1976 Copyright: cc0 This finding aid is written in Dutch.
1.10.71
Ruysch
3
I N H O U D S O P G A V E Beschrijving van het archief......................................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen....................................................................................................... 6 Beperkingen aan het gebruik...................................................................................................... 6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................ 7 Geschiedenis van het archiefbeheer........................................................................................... 8 Verwant materiaal......................................................................................................................9
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen.................................................11
I. Stukken van persoonlijke aard afkomstig van Balthasar Constantijn Ruysch en enige van zijn verwanten....................................................................................................................................... 11 1. Balthasar Constantijn Ruysch.................................................................................................................11 2. Constantia Isabella Ruysch, zuster van Balthasar Constantijn Ruysch................................................13 3. Josepha Jacoba Ruysch, zuster van Balthasar Constantijn Ruysch......................................................13 4. Hendrik Ruysch, vader van Balthasar Constantijn Ruysch...................................................................13 5. Josepha (Sophia) Sara (Anna) Henrietta Hoeuft, moeder van Balthasar Constantijn Ruysch............13 6. Joseph Hoeuft, heer van Lunenburg, grootvader van moederszijde van Balthasar Constantijn Ruysch........................................................................................................................................................13
II. Stukken betreffende het huis en de heerlijkheid onder Zoelen metten Aldenhaagh...............15
1.10.71
Ruysch
5
Beschrijving van het archief
BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF Naam archiefblok: Collectie Ruysch Periode: 1654-1800 Archiefbloknummer: 1203 Omvang: 0,08 meter; 30 inventarisnummers. Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands. Soort archiefmateriaal: Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief. De Duitse stukken zijn grotendeels in het Kurrentenschrift geschreven. Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers: Ruysch Hoeuft Ruysch, Balthasar Constantijn (1727-1808) Samenvatting van de inhoud van het archief: Het archief bevat hoofdzakelijk stukken omtrent diverse aanstellingen bij het leger in de 18e eeuw van B.C. Ruysch en enige persoonlijke gegevens omtrent dopen, huwelijken, erfenissen en beheer van goederen te Utrecht van andere familieleden.
6
Ruysch
1.10.71
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht. Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. U maakt een profiel aan op www.gahetna.nl, en logt vervolgens in; 2. Via de archiefinventaris (alleen de beschrijvingen met rode nummers) selecteert u het gewenste archiefstuk door op de knop 'Reserveren' te klikken; 3. In het volgende scherm geeft u aan op welke dag u het archiefstuk wilt inzien; 4. Indien u zich bevindt in de studiezaal en een tafelnummer heeft ontvangen kunt u dit nummer vermelden. Als u geen tafelnummer heeft kunt u tafelnummer 777 laten staan; 5. Vervolgens bevestigt u uw reservering door deze te versturen. Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Collectie Ruysch, 1654-1800, nummer toegang 1.10.71, inventarisnummer ... VERKORT: NL-HaNA, Ruysch, 1.10.71, inv.nr. ...
1.10.71
Ruysch
7
Archiefvorming
Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Balthasar Constantijn Ruysch werd geboren op 12 november 1727, waarschijnlijk op Lunenburg in Utrecht, als zoon van Hendrik Ruysch, officier in het Staatse leger en Josepha Sara Henrietta Hoeuft; hij overleed in 1806. Van 1744 tot 1764 maakte hij carrière bij het Staatse leger. Op 11 december 1764 legde hij de poortereed van Amsterdam af: vanaf 2 januari 1765 is hij als kapitein (en vanaf 1788 als luitenant-kolonel) van de schutterij belast met de zorg voor de openbare orde in Amsterdam. Zijn moeder Josepha Sara Henrietta Hoeuft stamde uit een familie die veel goederen en landerijen in Utrecht en Gelderland bezat, o.m. de Rijsweerd en de Gentel in Geldermalsen 1, de Lunenburg in Utrecht, en de hofstad Zeelen metten Aldenhaag, gelegen onder het leenhef Zoelen. Uit de erfenis van haar vader, Joseph Hoeuft, werd zij op 2 juni 1702 minderjarig beleend met de riddermatige hofstad Lunenburg 2, hiervoor in leen bij haar vader. Hendrik Ruysch werd door zijn huwelijk met Jospha Sara Henrietta Hoeuft heer van Lunenburg. Balthasar Constantijn Ruysch werd op 12 juni 1737 beleend met Lunenburg; hij droeg het leen op 24 december 1750 over aan Frans Godard baron van Lynden.
1 2
Mr.J.J.Baron van Sloet en J.S.van Vaan: Registers op de leenaktenboeken van het vorstendem Gelre en het graafschap Zutphen Arnhem, 1917 kwartier Arnhem, 1924 kwartier Nijmegen. E.B.F.Wittert van Hoogland: Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 'sGravenhage deel I,1909; deel II, 1912.
8
Ruysch
1.10.71
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER Deze stukken zijn door J.J. van Voorthuyzen, oud-notaris te 's-Gravenhage vermoedelijk bij zijn waarneming van het vacante kantoor van notaris C.Vollgraaf, aangetroffen in een pakket verzamelde stukken, welke niet tot enig dossier behoorden. Om te voorkomen dat zij in het ongerede zouden geraken, heeft hij deze stukken aan het Algemeen Rijksarchief geschonken (zie brief 1976 C 345). De rechtstitel is (nog) onbekend
1.10.71 Verwant materiaal
Verwant materiaal
Ruysch
9
1.10.71
Ruysch
11
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN I. Stukken van persoonlijke aard afkomstig van Balthasar Constantijn Ruysch en enige van zijn verwanten
1. Balthasar Constantijn Ruysch
I. STUKKEN VAN PERSOONLIJKE AARD AFKOMSTIG VAN BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH EN ENIGE VAN ZIJN VERWANTEN 1. BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH
1
Commissie van de staten van Utrecht voor de cadet B.C. Ruysch als vaandrig van de compagnie van luitenant-kolonel Jonker Everard Cornelis van der Capellen in het regiment van de generaal-majoor de Bedarridel, met eedaflegging op 1745 januari 22. 1744 december 18 1 stuk
2
Acte uitgegeven door de Prins van Oranje waarbij B.C. Ruysch aangesteld wordt als adjudant van het regiment van generaal-majoor Croyé. 1748 januari 1. 1 stuk gedrukt
3
Request aan de Staten Generaal van Johannes Bossee als gelastigde van B.C. Ruysch, adjudant en van Otto Severeijn regimentskwartiermeester, waarbij verzocht wordt dat de eed van zuivering namens hen afgelegd mag worden door Johannes Bossee, met apostille 1748 mei 27. z.d.; 1 stuk
4
Commissie van de Staten Generaal voor B.C. Ruysch als adjudant van het regiment van generaal-majoor Croyé, 1748 mei 27, met eedaflegging, 1748 mei 27. 1 charter met zegel gedrukt
5
Request aan prinses Anna, gouvernante van de Nederlanden, van B.C. Ruysch, onderluitenant en adjudant van het bataljon van luitenant-generaal Croyé om aangesteld te worden als luitenant, met apostille 1754 juni 9. z.d. 1 stuk
6
Commissie van de Hertog van Brunswijk, waarnemend kapitein-generaal, voor B.C. Ruysch als luitenant in de compagnie van de kapitein Meinertshagen onder het eerste bataljon van kolonel Hendrik Ruysch, 1761 december 4. 1 stuk gedrukt (met in margine aantekening van 1761 december 8).
7
Poortereed van Amsterdam gedrukt. afgelegd door B.C. Ruysch op 11 december 1764.
8
Commissie van de Staten-Generaal voor B.C. Ruysch, als kapitein over de compagnie van Dirk Trip, met eedaflegging op 1764 december 31. 1 charter met zegel
1 charter
gedrukt
p
12
9
Ruysch
1.10.71
Akte, uitgegeven door de Raad van State betreffende de betaling van B.C. Ruysch, 1765 januari 2 met eedaflegging 1765 januari 2. 1 charter fragment.
10
Kwitantie, afgegeven door de penningmeester van de Thesaurie Ordinaris van Amsterdam aan B.C. Ruysch voor de ontvangst van f.300,- wegens officiante-geld bij zijn aanstelling als kapitein, 1765 januari 3. 1 stuk gedrukt
p 11
Kwitantie afgegeven door een regent van het Aalmoeseniers Weeshuis te Amsterdam aan B.C. Ruysch voor de ontvangst van f.100,- bij zijn aanstelling als kapitein, 1765 januari 4. 1 stuk gedrukt
p 12
Verklaring van de magistraat van Rheenen dat Balthasar Constantijn Ruysch, kapitein, wonend in Amsterdam, gemachtigd is om voor zijn zuster Constantia Isabella Ruysch haar aandeel in de erfenis van haar moeder Josepha Sara Henrietta Hoeuft te verkopen, 1774 juni 13. 1 stuk
13
Order van Hendrik Hooft, burgemeester van Amsterdam aan B.C. Ruysch om de poorten van de stad scherp te bewaken, 1787 maart 1. 1 stuk volgens aantekening op de achterzijde is deze order 's-middags weer ingetrokken.
14
Brief van Cornelis van der Hoop Gijsbrz.(?) aan kapitein B.C. Ruysch, zijn neef, waarin hij meedeelt dat het hof voornemens is justitie te laten doen, 1787 juni 1. 1 stuk
15
Akte, waarin de magistraat van Amsterdam bekend maakt dat B.C. Ruysch, na zijn demissie op 20 juni 1787, het kapiteinschap weer aanvaardt op zijn oude commissie als kapitein. 1787 november 9. Dit stuk bevat tevens de akte, waarin de magistraat van Amsterdam bekend maakt, dat zij B.C. Ruysch gekozen heeft in plaats van de overleden Dirk Trip en dat hij de eed van zuivering heeft afgelegd, 1765 januari 3.
16
Commissie van de Staten-Generaal voor B.C. Ruysch als luitenantkolonel, met aan de achterzijde: aantekening van de eedaflegging 1788 december 9. 1788 augustus 31, 1 charter met zegel gedrukt
17
Bewijs van inschrijving in het grootboek van de Franse staatsschuld, afgegeven op 1800 juli 14 (25 messidor an 8) 1 stuk gedrukt
p
1.10.71
13
Ruysch
2. Constantia Isabella Ruysch, zuster van Balthasar Constantijn Ruysch
2. CONSTANTIA ISABELLA RUYSCH, ZUSTER VAN BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH 18
Akte waarbij venia aetatis verleend wordt aan Constantia Isabella Ruysch, 1753 maart 1. 1 charter
3. Josepha Jacoba Ruysch, zuster van Balthasar Constantijn Ruysch
3. JOSEPHA JACOBA RUYSCH, ZUSTER VAN BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH 19
Akte waarbij venia aetatis verleend wordt aan Josepha Jacoba Ruysch, 1753 maart 1.
1 charter
4. Hendrik Ruysch, vader van Balthasar Constantijn Ruysch
4. HENDRIK RUYSCH, VADER VAN BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH 20
Akte waarbij Hendrik Ruysch toestemming krijgt uit de boedel van zijn overleden vrouw Josepha Sara Henriëtta Hoeuft, goederen te verkopen ter aflossing van schulden. 1747 maart 9. 1 stuk
5. Josepha (Sophia) Sara (Anna) Henrietta Hoeuft, moeder van Balthasar Constantijn Ruysch
5. JOSEPHA (SOPHIA) SARA (ANNA) HENRIETTA HOEUFT, MOEDER VAN BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH 21
Akte waarbij de Staten van Utrecht Josepha Sara Henrietta Hoeuft machtigen om bij testament te mogen beschikken over haar goederen gelegen in de landen van Utrecht, 1721 september 21. 1 charter gedrukt
22
Doopbewijs van Josepha Sara Henrietta Hoeuft, gedrukt. afgegeven op 1722 mei 11.
1 stuk
23
Akte, waarbij venia aetatis verleend wordt aan Josepha Sara Henrietta Hoeuft, 1722 mei 21. 1 charter
24
Akte waarbij Josepha Anna Henrietta Hoeuft gemachtigd wordt om per testament te beschikken over de goederen in leen van de domproost, 1724 april 24. 1 charter
6. Joseph Hoeuft, heer van Lunenburg, grootvader van moederszijde van Balthasar Constantijn Ruysch
6. JOSEPH HOEUFT, HEER VAN LUNENBURG, GROOTVADER VAN MOEDERSZIJDE VAN BALTHASAR CONSTANTIJN RUYSCH 25
Akte waarbij Joseph Hoeuft gemachtigd wordt om bij testament te mogen beschikken over zijn goederen gelegen in de landen van Utrecht, 1679 september 19. 1 charter
26
Akte, waarin verklaard wordt dat de goederen, geërfd door wijlen de vrouwe van Hoffdijck van haar broer Joseph Deutz, beheerd zullen blijven door de executeurs van het testament van de Vrouwe van Hoffdijck, zolang het proces van de erfgenamen nog voort duurt. Afschrift. 1692 juli 18. 1 stuk Joseph Hoeuft had aanspraken op de erfenis van Joseph Deutz.
14
Ruysch
1.10.71
27
Lijst van de goederen en effekten van Joseph Hoeuft, ingebracht bij zijn huwelijk op 16 januari 1699 met Constantia van Toll, Afschrift. 1702 oktober 3. 1 stuk
28
Akte, waarbij Pieter van de Mortel en Albert Eggerich, notarissen te Amsterdam, aangesteld worden als procureurs in het proces om de erfenis van Pieter van Beek, 1654 augustus 11. 1 stuk De erfgenamen van wijlen Joan Hoeuft hadden een aanspraak op deze erfenis.
1.10.71
Ruysch
15
II. Stukken betreffende het huis en de heerlijkheid onder Zoelen metten Aldenhaagh
II. STUKKEN BETREFFENDE HET HUIS EN DE HEERLIJKHEID ONDER ZOELEN METTEN ALDENHAAGH 29
Volmacht door Hendrik Ruysch gegeven voor het verheffen van zijn leen met ledige hand bij het leenhof Zoelen metten Aldenhaagh. 1771 november 8. 1 stuk de leenbrief ontbreekt.
30
Omslag van een volmacht door Balthasar Constantijn Ruysch betreffende het leen onder Zoelen metten Aldenhaagh. 1771 november 26. 1 stuk de volmacht ontbreekt.