INTERPRETATIEMETHODEN GEHANTEERD DOOR HET HOF VAN ]USTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
Ellen lylatheeussen
Onder de wetenschappelijke begeleiding van Prof Dr. K Lenaerts
LINLEIDING
A. ALGEMENE BESCHOUWINGEN lnterpreteren van rechtsregels is een universeel thema; het komt aan bod in elk rechtsstelsel. In tegenstelling tot wat op het eerste gezicht misschien zou kunnen blijken (interpretatie gebeurt immers meestal door rechters en niet door de wetgever) bepaalt de wijze van interpreteren van een rechtsregel in belangrijke mate de impact die hij zal hebben op de werkelijkheid en dus hoe hij zal worden toegepast. Dit is zeker het geval wanneer een bepaalde rechter als enige binnen een rechtsorde de bevoegdheid bezit een authentieke interpretatie te verlenen, zoals het Hof van Justitie binnen de rechtsorde van de Europese Gemeenschap. Voor de interpretatie van rechtsregels zijn in de loop der eeuwen - reeds in de Digesten zijn sporen terug te vinden van dergelijke technieken - een aantal methoden ontwikkeld die in vele rechtsstelsels op vergelijkbare wijze worden aangewend. Toch leidde dit tot uiteenlopende resultaten. Dit fenomeen kan verklaard worden door het feit dat ieder rechtssysteem gekenmerkt wordt door een zekere eigenheid en geinspireerd wordt door een eigen filosofie, ideologie. Vandaar ook dat bepaalde interpretatietechnieken in welbepaalde rechtsorden meer of minder aan bod komen. In deze studie zal voomamelijk aandacht besteed worden aan de manier waarop het Hof van Justitie de interpretatiemethoden aanwendt, waarbij duidelijk tot uiting zal komen dat de wijze van interpreteren van het Hof
364
ontegensprekelijk bei'nvloed wordt door een aantal bijzondere eigenschappen van de gemeenschapsrechtsorde. Deze analyse zal impliciet het belang van de rechterlijke interpretatie voor de rechtsontwikkeling onthullen zonder dat echter (helaas) aan dit thema een systematische behandeling zal worden gewijd.
B. BEGRIPSOMSCHRIJVING Het begrip interpretatie of uitlegging1 wordt in het woordenboek omschreven als een activiteit die ertoe strekt de betekenis en de draagwijdte van een regel of een begrip te verklaren. Wanneer een rechter overgaat tot interpretatie lijkt zijn taak begrensd door twee belangrijke factoren. 1. De rechterlijke functie
Vooreerst wordt de draagwijdte van het begrip interpretatie beperkt in het licht van de taakverdeling tussen rechterlijke macht enerzijds en uitvoerende en voornamelijk wetgevende macht anderzijds. Traditioneel gaat men ervan uit dat laatstgenoemden samen moeten zorg 2 dragen voor het opstellen van zo volledig en duidelijk mogelijke regels • Het toepassen van deze normen op een concreet geval is daarentegen de specifieke taak van de rechter. Wetgevende en uitvoerende macht schieten echter helaas regelmatig tekort in hun opdracht , met als gevolg dat lacunes en onduidelijkheden optreden in het "wettengeheel". Hier is opnieuw een taak weggelegd voor de rechter : hij dient duistere passages te verduidelijken en onvolledigheden aan te vullen via interpretatie. Dit is precies de schemerzone waar de theoretische taakverdeling faalt en problemen rijzen i.v.m. de praktische afbakening van de rechterlijke functie. De oplossingen hiervoor varieren a.h.w. in tijd en ruimte en een bespreking ervan valt niet binnen het bestek van deze studie. Wat de situatie van het Hof van Justitie betre:ft in de Europese rechtsorde kan kortweg gesteld worden dat de rol die het Hof speelt binnen dit rechtssysteem - in meerdere of mindere mate - afwijkt van die van andere rechtscolleges - hetzij nationale, hetzij internationale - en dat de specifieke taken van het Hof en de eigenheid van de Europese rechtsorde een creatieve rechtspraak noodzaken. 1
BREDIMAS, A., Methods of Interpretation and Community Law, VI, in CHLOROS, A.G. (ed.), European Studies in Law, Amsterdam, North Holland Publishing Company, 1978, 2. 2 VAN GER.VEN, W., Beginselen van het Belgisch Privaatrecht.J : Algemeen Deel, Antwe~pen, Standaard, 1973, 25.
365
Of het Hof hierbij binnen de grenzen blijft die de rechterlijke functie stelt is een omstreden kwestie binnen de rechtsleer. Het Hof heeft zich een aantal malen op glad ijs gewaag~ o.m. omwille van het stilzitten van de Gemeenschapswetgever, maar anderzijds blijkt toch duidelijk uit de rechtspraak dat 3 het Hof zich ter dege bewust is van jurisdictionele grenzen . 2. lnterpretatie en toepassing Het begrip "interpretatie" wordt tevens op negatieve wijze afgebakend door het te onderscheiden van "toepassing" (van een rechtsregel). Dit onderscheid is binnen de Europese rechtsorde4 , en met name in het kader van de prejudiciele 5 procedure voor het Hofvan Justitie, van primordiaal belang . Om dit onderscheid in het algemeen te duiden, zou men kunnen stellen dat oogager le "interpretatie" een eerder abstract karakter heeft ("Elle tend contenu de la norme en dehors de toute reference des faits ou des situations 6 determines et tend definir une regie de co~duite pour l'avenir. ") ' terwijl "toepassing" veeleer een op de feiten gerichte, concrete handeling betreft.
a
a
a
a
Een evolutie in de rechtspraak van het Hof van Justitie toont echter aan dat dit strikte onderscheid in de praktijk niet overeind kan blijven. Iri het kader van de prejudiciele procedure zag het Hof zich a1 gauw genood7 zaakt het onderscheid tussen interpretatie en toepassing te vernauwen : er bleek namelijk geen zinvolle uitlegging mogelijk zonder enige connectie met de later door te voeren toepassing8 • Terecht merkt BEBR op dat "the court's 3
RASMUSSEN, H., On Law and Policy in the European Court of Justice,·Dordred:J.t, Mart.inus Nijhoff, 1986, 555 p.; I.ENAERTS, K., Le juge et Ia constitution aux Etats-Unis d'Amerique et dans l'ordre juridique europeen, Brussel, Bruylant, 1988, 817 p.; PESCATORE, P., Le droit de /'integration, in Collection de Droit International, Leidm, AW. Sijthof, 1972, 143 p.; LECOURT, R,L'europe desjuges, Brussel, Bruylant, 1976, 321 p .. 4 Voor een uitgebreide bespreking zi.e DONNER, AM, Uitlegging en toepassing, in Miscellanea W.J. Ganshofvan der Meersch, II, Brussel, Bruylant, 1972, 103 e.v.. 5 "In het algemeen wordt redlterlijke intetpntat.ie gekemnerkt door het feit dat ~ zi.d:J. voordoet bij het toepassen vanhetredlt ~ een ccncceet geval en dus uitgaat van dat geval en de bij:zmderheden ervan. Ret versdill tussen toepassing en inteapr«at.ie is in het overgr
Zie BEBR, G., Development of judicial control in the European Communities, Den Haag, Mart.inus Nijhoff, 1981, 427 e.v. voor een gedocumenteerd overzi.d:J.t. 8 Voor een treffend voorbeeld van een ccnccete uitlegging van het gemeen.sd:J.apsred:J.t zi.e H.v.J., 1 oktober 1987, Vereniging van Vlaamse Reisbureaus tegen Sociale Dienst voor Plaatselijke en Gewestelijke Oved:teidsdiensten, C 311/85, Jurispr., 1987, 3801, geciteerd in LENAERTS, K., Leidraad bij het college Europees Gemeenschapsrecht, 1992-1993.
366
efforts in making Article 177 as effective as possible by rendering a serviceable intrepretation ... come in fact close to an implicit instruction for 9 application. " , Dit betekent echter niet dat het onderscheid tussen interpretatie en toepassing 10 verdwijnt , want dit zou de taak van de nationale rechters als handhavers van het gemeenschapsrecht sterk uithollen en dus ingaan tegen de bedoeling van de opstellers van de Verdragen die opteerden voor een systeem waarbinnen het Hof van Justitie zich enkel mag inlaten met het afdwingen van het gemeenschapsrecht wanneer het daartoe de bevoegdheid heeft verkregen in de 11 Verdragen, en dus niet in de prejudiciele procedure •
C. CONCLUSIE Deze bespreking zal handelen over interpretatie door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap, nl. alle intellectuele stappen die het Hof onderneemt vooraleer het komt tot de toepassing van een rechtsregel op een concreet geval, en binnen de grenzen van de jurisdictionele functie. In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan twee etappes in dit proces: Vooreerst zal onderzocht worden welke methoden het Hof aanwendt en op welke wijze dit gebeurt om te komen tot een bruikbare ("serviceable") interpretatie van een rechtsregel alvorens die in concreto wordt toegepast. Op de tweede plaats wordt ingegaan op het feit dat uit de rechtspraak van het Hof een zekere voorkeur blijkt voor welbepaalde methoden en wordt dit verklaard . in het Iicht van een aantal specifieke eigenschappen van de gemeenschapsrechtsorde.
9
BEBR, G., o.c., 445.
.
10
BEBR, G., o.c., 446 en 447 en DIJMON, F., I.e., ill.24 en ill.25; zie ook: H.v.J., 8 febroari 1990, Staatssecraaris van Financien tegen Shipping and FOIWarding Enterprise Safe, C320/88, Jurispr., 1990,285 (ccnsiderans 11 en 13). 11 LENAERTS, K., o.c., 248.
367
ll. INTERPRETATIEMETHODEN GEHANTEERD DOOR BET
HOF VAN JUSTITIE A. DE GRAMMATICALE INTERPRETATIEMETHODE EN DE "DUIDEUJKE - TEKST- DOCTRINE" 1. Definitie
De grammaticale, letterlijke, tekstuele of, zoals DUMON ze noemt, de exegetische methode bestaat erin de betekenis van een wettekst nader te preciseren door de formulering en de grammaticale opbouw van de betrokken tekst te 12 analyseren • De betekenis van de woorden wordt onderzocht in 'hun context binnen een zin en eventueel verduidelijkt d.m.v. een grammaticale ontle13 ding . Vaak wordt de grammaticale interpretatiemethode verward met de zogenaamde "Duidelijke - Tekst - Doctrine". Deze theorie gaat ervan uit dat een duidelijke tekst niet vatbaar is voor interpretatie14 , een regel die reeds in het Romeins Recht terug te vinden is : "Interpretatio cessat in claris. ". Letterlijke interpretatie betekent echter niet niet-noodzakelijkheid van interpretatie. Ook binnen de Europese rechtsorde worden beide begrippen onderscheiden15 .
2. Toepassingen in de rechtspraak a. De Duidelijke - Tekst - Doctrine Deze doctrine komt vrijwel niet aan bod in de Europese rechtspraak. Er zijn wei een aantal oude arresten16 die ernaar verwijzen (bijvoorbeeld de 17 Scarlata case , waar het Hof uitdrukkelijk het duidelijk karakter van de tekst laat prevaleren op andere interpretatiemethoden), doch het Hof erkende 12
13 14
VANHOECKE,M,o.c., 154.
Ibid. Ibid., 144.
15
H.v.J:, 28 februari 1980, Jurispr., 1980, 542, geciteerd in MERTENS DE Wll..MARS, J., "Retlexims sur les mc!thodes d'interpretatim de la Cour de justice des comm.1mautes europeames", Cah.Dr.Eu., 1986,10. 16 H.v.J., 21 december 1954, Fraokrijk tegen Hoge Autoriteit EGKS, C 1/54, Jurispr., 1954-55, 1; H.v.J., 11 februari 1955,AssidertegenHogeAutoriteitEGKS, C 3/54,Jurispr., 1954-55, 133; H.v.J., 11 februari 1955, ISA tegen Hoge Autoriteit EGKS, C 4/54, Jurispr., 1954-55, 191, geciteerd in BREDIMAS, A, o.c., 34 en 35. 17 H.v.J., 1 april1965, Marcello Scarlata tegen Commissie, C 40/64, Jurispr., 1965, 267, geciteerd in BREDIMAS, A, o.c., 35 en SCHERMERS, H. G. en WAELBROECK, D., o.c., 11.
368
meestal de noodzaak om het resultaat van deze leer te toetsen aan andere 18 criteria . Hierdoor wordt het wezen van de Duidelijke - Tekst - Doctrine, nl. het verwerpen van de noodzaak van interpretatie in geval van een duidelijke tekst, a. h. w. ontkracht. Zo bijvoorbeeld stelde advocaat-generaal DARMON in zijn conclusie van 13 19 februari 1990 (12e considerans) dat de tekst van artikel 11, 2e lid van Bijlage VITI bij het Statuut van Ambtenaren van de Europese gemeenschappen hem glashelder lijkt. Toch zal hij onderzoeken of dit wei strookt met het doel en de strekking van deze bepaling (consideransen 14, 15 en 16). Dit komt, zoals reeds hoger werd vermeld, neer op het verwerpen van de Duidelijke Tekst - Doctrine. b. De letterlijke interpretatiemetbode
In de Europese rechtspraak zijn grosso modo drie toepassingsmodaliteiten van deze methode te onderscheiden : de gevallen waarin ze autonoom leidt tot het geven van een betekenis aan een tekst, de gevallen waarin ze wordt toegepast om het resultaat achteraf te verwerpen en tot slot de gevallen waarin ze wordt gebruikt samen met andere methoden, ofwel ter bevestiging ervan, ofwel als uitgangspunt waarna ze later zelf wordt bevestigd.
i. De gevallen waarin de letterlijke interpretatiemethode autonoom word! toegepast Met een autonome toepassing van de letterlijke interpretatiemethode wordt bedoeld dat de bepaling van de betekenis van een tekst uitsluitend gebeurt d.m.v. deze methode. Deze toepassingsmodaliteit komt vrij weinig voor in de rechtspraak van het Hof, omdat het meestal het resultaat van deze techniek zal toetsen via een systematische en/of een teleologische interpretatie. Wanneer het dan toch voorvalt, betreft het voornamelijk een eerder abstracte interpretatie, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het de:finieren van een begrip. 20 V oorbeelden van oude rechtspraak vindt men terug bij BREDIMAS en 21 MERTENS DE WILMARS .
18
H.v.J., 16 december 1960, Humb1et tegen Belgie, C 6/60, Jurispr., 1960, 1167, geciteerd in BREDIMAS, A, o.c., 35. 19 H.v.J., 14 juni 1990, Weiser tegen Caisse natimale des barreaux franyais, C 37/89, Jurispr., 1990, 2396 met cmc1usie van advocaat-generaal DARMON. 20 H.v.J., Plaummm tegen Commissie, C 25/62, Jurispr., 1963, 95 geciteerd in BREDIMAS, A, o.c., 36.
369
In recentere arresten22 heeft het Hof zich tevens een aantal malen gewaagd aan een autonome toepassing van de letterlijke interpretatiemethode. Een treffende illustratie is te vinden in het arrest van 14 juni 199023 gewezen in de zaak "Weiser tegen de Caisse nationale des barreaux fran~ais". Het betrof een geschil i.v.m. het recht op overschrijving van pensioenrechten. Het Hof van justitie overweegt het volgende : "Volgens de letter van deze bepaling komt het recht op overschrijving toe aan ambtenaren die tevoren in dienst zijn geweest bij een overheidsorgaan, een nationale of intemationale organisatie of een ondememing (considerans 7). Uit de tekst zelfvan art.ll, 2e lid blijkt dat de ambtenaar voor zijn indiensttreding bij de gemeenschappen in dienst moet zijn geweest bij een overheidsorgaan, een organisatie of een ondememing. Dit kan slechts slaan op werkzaamheden die krachtens een statutaire regeling of in loondienst zijn verricht en niet als zelfstandige" (considerans 8).
ii. Gevallen waarin het resultaat van de letterlijke interpretatiemethode wordt verworpen Regelmatig wordt uitgegaan van een grammaticale interpretatie van een tekst, waarbij dan het resultaat niet bevredigend lijkt bij toetsing aan andere criteria zoals het doel en strekking van de tekst of de bedoeling van de communautaire wetgever. Zo citeert MERTENS DE WILMARS vier oudere arresten24 waarin een grammaticale interpretatie wordt verworpen. Hij besluit terecht dat deze methode terzijde zal worden geschoven telkens ze leidt tot absurde resultaten25. Ook in recentere arresten valt het voor dat het Hof de letterlijke interpretatie expliciet van de hand wijse6 .
21
H.v.J., I4 januari I982, Colette Novi tegen Commissie, C 64/8I, Jurispr., I982, I3, geciteerd in MERTENS DE Wll.MARS, J., o.e., II. . 22 Bijvoorbeeld : H.v.J., 2I maart I991, Strafzaak tegen Delattre, C369/88, Jurispr., I99I, I487 &coo.sideran.s I2) met coo.clusie van advocaat-generaal TESAURO (coo.sideran.s II). 3 H.v.J., I4 juni I990, Weisertegen Caissenatioo.ale des barreauxfranyais, C 37/89, Jurispr., I990, 2397 (coo.sideran.s 7,8 en 9). 24 H.v.J., 6 oktober I970, Grad tegen Finanzamt Traunstein, C 9/70, .TtuThpr., I970, 84I; H.v.J., 2I oktober I970, Lesage en Co tegen Hauptzollamt Freiburg, C 20/70, Jurispr., I970, 877; H.v.J., 2I oktober I970, Haselhorst tegen Finanzamt Diisseldotf, C 23/70, Jurispr., I970, 896; H.v.J., 28 februari I980, Waldeman Fellinger tegen Bundesanstalt fiir Arbeit, Nuremberg, C 67/79, Jurispr., J~80, 542, geciteerd in MERTENS DE WILMARS, J., I.e., IO en II. MERTENS DE WILMARS, J., I.e., II. 26
H.v.J., 22 februari I990, EGKS tegen Busseni, C 221/88, Jurispr., I990, 495 ( coo.sideran.s I0-13).
370
In de meeste gevallen echter zal bet Hof van Justitie echter nalaten de grammaticale methode te vermelden en onmiddellijk interpreteren aan de hand van andere technieken, omdat voornoemde methode geen uitweg biedt. 7
Het Marleasing arresr vormt hiervan een treffende illust'fatie. De interpretatievraag die bier aan bod kwam draaide in essentie om de uitlegging van de zinsnede "bet doel van de vennootschap". Volgens advocaat-generaal VAN GERVEN bood de letterlijke interpretatie geen oplossing voor bet probleem en hij ontwikkelt zijn redenering dan ook verder op basis van andere technieken. Deze stelling wordt door bet Hof niet expliciet herhaald, doch aangenomen mag worden dat bet Hof a. h. w. als vanzelfsprekend deze methode niet toepast omdat ze manifest niet kan leiden tot een oplossing.
iii. Gevallen waarin de letterlijke interpretatie samen met andere methoden wordt toegepast De letterlijke interpretatiemethode wordt bet meest samen met andere methoden toegepast, ofwel ter bevestiging daarvan, ofwel als uitgangspunt (waarna ze zelfwordt bevestigd). Hiervan zijn talrijke voorbeelden te vinden, zowel in oudere als in meer recente rechtspraak. In bet artikel geschreven door MERTENS DE WILMARS worden twee 28 arresten geciteerd uit 1979 waarin een letterlijke benadering van de tekst wordt aangevuld d.m.v. een teleologische interpretatie. 9 SCHERMERS en WAELBROECK vermelden een arrest uit 198cf waarin bet Hof overweegt dat "een !outer letterlijke interpretatie niet volstaat en dater bovendien dient te worden onderzocht of zulke zak:en ook bedoeld zijn door de gemeenschapswetgever." 30 Ook BREDIMAS verwijst naar twee zak:en waarin een grammaticale interpretatie werd aangevuld d.m.v. een teleologische. 31
De recente rechtspraak biedt tevens een aantal illustraties van deze toepassingsmodaliteit van de letterlijke methode. 27
H.v.J., 13 november 1990, Marleasing tegw. La Commercial Intematimal de Alimentacim, C
106/89,Jurispr., 1990,4135. Ander voorbeeld: H.v.J., 5 maart 1991, Giagmmidistegw. Stadt Reutlingen, Jurispr., 1991, 1069. 28 H.v.J., 13 december 1989, Lisel
H.v.J., 20 maart 1980, Knauf Westdeutsche Gipswerke tegw. Haupt:wllamt Hamburg, C 118n9,
Jurispr., 1980,1190, geciteerdinSCHERMERS,H.G. w. WAELBROECK,D., o.c., 12. 30 BREDIMAS, A, o.c., 36.
371
In de zaak "Erwin Behn Verpackungsbedarf tegen Hauptzollamt Itzehoe"32 bijvoorbeeld, put advocaat-generaal DARMON een bijkomend argument uit de historische uitlegging van een bepaling, aangewld door een letterlijke interpretatie : "Noch in de tekst van Art.5, lid 1, eerste streepje, noch in de considerans van Verordening nr. 1697/79 is enige aanwijzing te vinden dat zulks de bedoeling is geweest van de communautaire wetgever." Het Hof van zijn kant combineert voor de uitlegging van deze bepaling de letterlijke interpretatiemethode met een systematische, teleologische en historische (zie consideransen 22 en 23). Hieruit blijkt dat het interpretatievraagstuk zich aan het Hof van Justitie opdringt als een complex gegeven waaraan het Hof meestal een oplossing biedt d.m.v. een combinatie van methoden. c. De problematiek van meerdere authentieke talen en mogelijke divergenties in de verschillende versieSJ3 De analyse van de letterlijke interpretatiemethode brengt een probleem aan het licht waarmee het Hof van Justitie bijkomend wordt geconfronteerd, namelijk het feit dat de teksten die het ter interpretatie en eventueel ter toepassing worden voorgelegd in meerdere authentieke versies zijn opgesteld. Het Hofvan Justitie en het Gerecht van Eerste Aanleg, evenals de nationale rechters die het gemeenschapsrecht toepassen, moeten rekening houden met aile authentieke versies van een tekst. Uiteraard komt het regelmatig voor dat er verschillen optreden in die versies. Dit kan het gevolg zijn van het feit dat een woord in een welbepaalde taal bijkomende betekenissen heeft die het niet bezit in een andere, waardoor men geneigd is in een bepaalde richting te interpreteren, terwijl de andere versies dit niet suggereren. Het is echter ook mogelijk dat de inhoudelijke inwlling van bepaalde juridisch-technische termen in de verschillende nationale rechts31
H.v.J., 8 februari 1990, Staatssea:etaris van Financim tegen Shipping and FOIWarding Enterprise Safe, C 320/88, Jurispr.,1990, 285 (omsideransen 6-8) md. ocnclusie van advocaat-generaal VAN GERVEN (cmsiderans 10); Hv.J., 22 februari 1990, EGKS tegen Busseni, C 221/88, Jurispr., 1990, 495 (omsiderans 33); Rv.J., 8 november 1990, Kry&tyna Gmurzynska-BsdJ.er tegen Oberfinanzdirelct.im Koln, C 231/89, Jurispr., 1990, 4003 (omsiderans 18); H.v.J., 13 november 1990, Marleasing tegen La Commercial Intemacimal de Alimentacim, C 106/88, Jurispr., 1990, 4135; Rv.J., 18 oktober 1990, Dzodzi tegen Belgie, C 297/88 en 197/89, Jurispr., 1990, 3763; Rv.J., 27 maart 1990, Milk Markding Board of England and Wales tegen Criclcd. St. Thomas, C 372/88,Jurispr., 1990, 1345. 32 H.v.J., 28 juni 1990, Etwin Behn Verpaclam~edarf tegen Haupt:rollamt ltzeb.oe, C 80/89, Jurispr., 1990, 2659 (cmsiderans 22) md. ocnclusie van advocaat-generaal DARMON (cmsiderans
9} 3
Voor oudere cases i.v.m deze problematiek zie BREDIMAS, A, o.c., 37 en 40, DUMON, F., I.e., ill106 enill107 en KUTSCHER, H., l.c.,L19 enl.20.
372
orden op uiteenlopende wijze gebeurt, waardoor uiteraard een verschillende toepassing zou worden gemaakt van het gemeenschapsrecht mocht het Hof van Justitie niet tussenkomen via de prejudiciele procedure. Dit probleem is omvangrijker dan op het eerste gezicht wel zou kunnen blijken. Terecht wijzen SCHERMERS en W AELBROECK34 erop dat de rechtszekerheid gevaar loopt wanneer mensen volledig te goeder trouw zich op een bepaalde linguistische versie beroepen, die sterk afwijkt van de andere. Het Hof is zich van dit probleem bewust en probeert dan ook ten stelligste te vermijden om tot een conclusie te komen dat een bepaalde versie inadequaat zou zijn. Het hof heeft in opeenvolgende arresten35 een regel uitgewerkt die als volgt kan worden samengevat : in geval er linguistische problemen opduiken moet men aandacht besteden aan de context van de bepaling en meer bepaald overgaan tot een systematische analyse van de maatregel en van zijn doee6 ; zelden zal een tekstuele benadering van de situatie een afdoende oplossing bieden.
3. Conclusie Wanneer men de rechtspraak van het Hof van Justitie overloopt kunnnen de volgende conclusies worden getrokken. Vooreerst blijkt dat het Hof zich in bet begin strikter hield aan de letter van de tekst dan nu. Hiervoor kunnen verschillende verklaringen worden gegeven, o.m. de onzekerheid die heerst bij een "jong" gerecht in een prille rechtsorde. 37 SCHERMERS en WAELBROECK wijten deze evolutie aan het feit dat zich binnen de rechtsorde zelf ook een ontwikkeling heeft voorgedaan waardoor de feitelijke en juridische situatie in de jaren '50 in vele opzichten verschilt van de huidige, zonder dat echter de verdragsbepalingen ter dege werden aangepast. Vandaar dat het Hof de tekstuele methode meestal voorbehoudt voor de gevallen waarin het aanwenden van deze methode verzoenbaar is met de doelstellingen van de Verdragen en van de te interpreteren maatregel. 34
SCHERMERS, H. G. en WAELBROECK, D., o.e., 13.
Rv.J., 5 december 1967, Bestuur der Sociale Verzekerin~bank tegen VanDer Vedlt, C 19/67, Jurispr., 1967, 431; H.v.J., 13 maart 1973, Mij. PPW Jntematimaal tegen Hoofdproduktsd:J.ap voor akkerbouwproduktm, C 61n2, Jurispr., 1973, 310, geciteerd in KUTSCHER, R, I.e., I.19; H.v.J., 27 oktober 1977,ReginategenP. Bouclcereau, C 30n7,Jurispr., 1977, 1999; H.v.J., 23 maart 1990, Milk Marketing Board of England and Wales tegen Cricket St. Thomas, C 372/88, Jurispr., 1990, J145 (cmsiderans 19) met ccnclusie van advocaat-generaal TESAUR.O (cmsiderans 8). DUMON, F., I.e., ill.107. 35
37
SCHERMER.S, HG. en WAELBROECK, D., o.e., 15.
373
Zo komt men tot een tweede conclusie, namelijk dat in de situaties waarin het Hof terugvalt op de letterlijke interpretatie van een tekst het dit meestal zal doen in combinatie met andere technieken. Zeer zelden zal een exegetische benadering van een tekst het interpretatieprobleem volledig oplossen. De oorzaken hiervan hangen samen met de eigenheid van de gemeenschapsrechtsorde en worden later in dit werk besproken. Tot slot is het ook opvallend dat de letterlijke interpretatiemethode relatief weinig aan bod komt in de rechtspraak van het Hof, voomamelijk in vergelijking met de systematische en de teleologische methode. Ook dit is te verklaren vanuit een aantal specifieke eigenschappen van de gemeenschapsrechtsorde en wordt dus later toegelicht.
B. DE HISTORJSCHE INTERPRETATIEMETHODE 1. Definitie
Omtrent de precieze inhoud van het begrip "historische interpretatiemethode" bestaat er in de rechtsleer geen consensus. Bepaalde auteurs38 herleiden d~ historische methode tot het aanwenden van de voorbereidende werken bij het oplossen van interpretatieproblemen. Deze benadering lijkt echter te eng. De historische methode is er namelijk op gericht de wil van de wetgever te achterhalen en in het licht daarvan de bepaling uit te leggen. Hoewel dit meestal gebeurt aan de hand van de voorbereidende werken, is het hanteren van deze documenten geen noodzakelijke voorwaarde om te kunnen spreken van een historische methode. Als historische methode wordt tevens beschouwd de techniek waarbij men aan de hand van rechtshistorisch onderzoek de precieze betekenis probeert te achterhalen van een begrip of een rechtsfiguur. Dit aspect zal in deze studie niet aan bod komen. Voor de doeleinden van deze scriptie zal als historische methode worden aangemerkt de techniek waarbij de rechter aan de hand van de bedoeling van de auteurs van een tekst een bepaalde interpretatie za1 geven aan die tekst en waarbij hij die bedoeling voomamelijk doch niet uitsluitend zal distilleren uit de voorbereidende werken. Met betrekking tot de gemeenschapsrechtsorde kan zelfs gesteld worden dat de rechter eerder sporadisch teruggrijpt naar de voorbereidende werken en
38
o.m DUMON, SCHERMERS m WAELBROECK.
374
voornamelijk probeert de bedoeling van de gemeenschapswetgever te achterhalen aan de hand van andere documenten. 2. Enkele bemerkingen omtrent de voorbereidende werken in het Europees Gemeenschapsrecht
a. De Verdragen Wat de Verdragen betreft moet een onderscheid gemaakt worden tussen de voorbereidende werken in de enge zin en in de ruime zin39 . i. De voorbereidende werken in de enge zin
Met 11Voorbereidende werken 11 wordt bier bedoeld de verschillende geschreven documenten die de houdingen van de onderhandelaars weergeven, bijvoorbeeld de diplomatieke correspondentie, ontwerpen van verdragsteksten, ... Het grote probleem dat zich m.b.t. deze documenten stelt is dat ze geheim zijn, d.w.z. niet gepubliceerd. 0p de 51Ste bijeenkomst van bet COREPER (3 april 1959) besloten de Permanente Vertegenwoordigers van de regeringen van de 6 Lid-Staten dat 11 ••• the negotiations of the Treaties of Rome cannot be consulted, unless upon request of a member of the Commission of the EEC and EURATOM or in specific cases, following a favourable and unanimous decision of the Permanent Representives. 40 " Op deze geheimhouding zijn een aantal uitzonderingen. Zo werd bet rapport SPAAK gepubliceerd (een verslag van de hoofden van de delegaties aan hun minister van buitenlandse zaken) dat vrij precieze indicaties bevat betreffende de wil van die onderhandelaars (bijvoorbeeld m.b.t. art.119 EEGVerdrag)41. Wat bet EGKS- Verdrag betreft is er de verklaring van 9 mei 1950 door Robert SCHUMANN afgelegd, hoofd van de Franse delegatie, die gepubliceerd werd door bet ministerie van buitenlandse zaken. Dit document is uiteraard slechts een weergave van de visie van de Franse delegatie42 .
Vermits deze voorbereidende werken in de enge zin grotendeels geheim zijn, dringt zich de vraag op of bet Hof van Justitie op deze documenten iiberhaupt een beroep mag doen. 39 40
41 42
BREDIMAS, A, o.c., 57.
Ibid., 58. DUMON, F., I.e., lli.93. BREDIMAS, A, o.c., 59.
375
?t
De meningen hierover schijnen verdeeld te zijn (geweest 3 . Toch lijkt een beroep op materiaal dat niet voor het publiek toegankelijk is onverenigbaar met het recht van verdediging, een beginsel dat nochtans toepassing vindt binnen de communautaire rechtsorde. Bovendien bieden de preambule en de inleidende artikelen van de Verdragen duidelijke aanwijzingen i.v.m. de doelstellingen die de verdragsluitende partijen voor ogen hadden. Het Hof van Justitie schijnt deze stelling te onderschrijven, want deed nog nooit een beroep op deze voorbereidende werken strictu sensu. ii. De voorbereidende werken in de ruime zin
Met de voorbereidende werken in de ruime zin worden bedoeld de uiteenzetting van de doelstellingen (I' expose des motifs) en de verklarende noten die de regeringen van de Lid-Staten overhandigden aan hun parlement op het ogenblik van de procedure tot goedkeuring van de Verdragen. Zij zijn wei gepubliceerd. Het probleem dat bier opduikt, is het feit dat bet gaat om !outer eenzijdige verklaringen, uitgaande van de regering van een Lid-Staat, hoewel uiteraard vaak overeenstemming bestaat met de verklaringen van andere regeringen. Ter zake lijkt enige discrepantie te bestaan tussen de manier waarop enerzijds bet Hof omspringt met deze documenten en anderzijds de houding van de advocaten-generaal er tegenover44 • Het Hof verwijst namelijk zelden naar deze documenten en wanneer bet zich bier toch toe laat verleiden, gebeurt bet met de grootste omzichtigheid45 • In ieder geval zal bet Hof de voorbereidende werken enkel gebruiken wanneer een verdragsbepaling onduidelijk of dubbelzinnig is, doch nooit om een duidelijke tekst te weerleggen46 • De advocaten-generaal daarentegen putten regelmatig argumenten uit deze documenten. BREDIMAS haalt in haar boek talrijke voorbeelden aan47 . 43 44
Zie DUMON, F., ill.93 tn ill.94. Zievoortalrijkevoorbeeldm: BREDIMAS,A, o.c., 60-63.
45
Bijvoorbeeld: H.V.J., 16 december 1960, Humbld: tegen Belgie, C 6/60, Jurispr., 1960, 1167, waarin de debatten van hd: parlement van hd: Groot Hertogdom Luxemburg I.e., in overweging wordm genomen i.v.m. de uitlegging van hd: EGA-Verdrag; H.v.J., 13 juli 1961, Nieder-RheinisdJ.e Bergwerks-Aktiengesellsdlaft ThtememhmWJ.gwerband des Aadlener Steink.OOlenbergbaues tegen HogeAutoriteitEGKS, C 2 en 3/60,Jurispr., 1961,269, waarhd:Hofverwij&tnaar de debattm.inhd: Nederlandse parlement i. v.m. de interprd:atie van hd: EGKS-Verdrag. Deze beide voorbeeldm werdm ~eciteerdinKUfSCHER, H., l.c.,l.2l. 6 BREDIMAS, A, o.c, 61, waar verwezen wordt. naar H.v.J., 1 juni 1961, Sim.m tegen Hof van Justitie, C 15/60,Jurispr., 1961,229. 47 BREDIMAS,A, o.c., 60 e.v..
376
iii. Conclusie In het algemeen kan gesteld worden dat de voorbereidende werken van de Verdragen (sensu lato en sensu strictu) een zeer beperkte rol spelen in de rechtspraak van het Hof van Justitie.
Dit is o.m. te wijten aan de ontoegankelijkheid van de voorbereidende werken sensu stricto en aan het eenzijdig karakter van de voorbereidende werken in de ruime zin. De hoofdoorzaak echter lijkt eerder te vinden in het feit dat de bedoeling van de opstellers van de Verdragen duidelijk tot uiiing komt in de preambule en de inleidende artikelen van de Verdragen. Dit maakt een onderzoek van de voorbereidende werken als het ware overbodig. Het onrniskenbaar voordeel is dat het Hof op deze wijze in mindere mate rekening dient te houden met eventuele politieke compromissen of onduidelijke motieven die ten grondslag lagen (liggen) aan de doelstellingen van de Verdragen en die bovendien vaak door de maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen gedurende de voorbije decenia achterhaald zijn. Het Hof wordt daarentegen geconfronteerd met "zuivere" doelstellingen, ontdaan van al te veel politieke beslommeringen die de Lid-Staten bezighielden op het einde van de jaren '50. Aldus wordt het de mogelijkheid geboden een betekenis te geven aan de objectieven van de opstellers van de Verdragen die aangepast is aan de hedendaagse situatie en die kadert in het streven naar een toenemende Europese integratie. b. Bet afgeleide gemeenscbapsrecht De moeilijkheden die opduiken met betrekking tot de voorbereidende werken van het afgeleide gemeenschapsrecht zijn minder groot doch van dezelfde orde. De debatten die in de regelgevende organen48 worden gevoerd (Commissie en Raad) zijn niet openbaar en dus niet gekend49 • Het Hof van Justitie heeft zich altijd verzet tegen het tegenwerpen aan derden van juridische gevolgen die afgeleid werden uit processen-verbaal van de Raad of andere interne documenten van gemeenschapsinstellingen. 50 Wel stond het Hof in een arrest van 5 juni 1973 toe dat in de procedure van
De te:nn "regelgevende organen" slaat: ~ de organen die regels uitvaardigen, mgeacht of die wd.gevend of uitvoerend van aard 2ijn. In de Eur~ese rechtsorde wordt hd. uitvoerend of wd.gevend karakter van een regel immers nid. bepaald door hd. orgaan dat deze regel heeft. uitgevaardigd Men kan er nitt spreken van een wd.gevend of een uitvoerend orgaan. 49 MERTENS DE WILMAR.S, J., I.e., 15. 48
377
bet beroep tot nietigverklaring tegen een instelling de eiser argumenten mocbt putten uit de processen-verbaal met verklaringen van die instelling om er conclusies uit te trekk:en met betrekk:ing tot de wettigheid van de bestreden norm. De besprekingen in bet Europees Parlement daarentegen zijn wel openbaar, maar de rol van deze instelling in bet regelgevend proces is in de buidige stand van bet gemeenschapsrecbt relatief beperkt. Tocb beeft bet Hof af en toe verwezen naar beslissingen van bet Parlement en zelfs naar debatten die er werden gevoerd51 . Het feit dat parlementaire bandelingen slecbts een bescbeiden plaats innemen in de recbtspraak van bet Hof kent waarschijnlijk veeleer een institutionele oorzaak en getuigt zeker niet van een gewilde terughoudendheid van de recbter t.a.v. deze documenten52 • Vermoedelijk zal bet Unieverdrag, dat de tussenkomst van bet Parlement in bet wetgevend proces vergroot, de verwijzing naar parlementaire bandelingen door bet Hof van Justitie enigszins doen toenemen. Het Hof zal echter in bet merendeel van de gevallen voldoende informatie vinden over de bedoeling van de communautaire regelgever in de preambules en de consideransen van de besluiten zodat er geen reden meer is om beroep te doen op ongepubliceerde teksten. Hierbij mag ecbter niet uit bet oog worden verloren dat deze teksten (preambules en consideransen) juridiscb niet verbindend zijn maar enkel 53 duidelijkheid kunnen brengen bij de interpretatie van een voorschrift • Zowel bet Hof als de advocaten-generaal putten zeer regelmatig argumenten uit deze teksten. Bij DUMON54 treft men talrijke voorbeelden aan van oudere recbtspraak, maar ook recente arresten55 illustreren deze praktijk, niet aileen met als. doel de wil van bet regelgevend orgaan te ontdekken (historiscbe
50
R v.J., 5 juni 1973, Commissie tegen Raad, C 81n2, Jurispr., 582, geciteerd in MERTENS DE Wll.MARS, J., I.e., 15. 51 Rv.J., 14 januari 1981, Dmkavit Nederland tegen Produktsdt.ap voor Zuivel, C 35/80, Jurispr.,
1981,45. R v.J., 1 februari 1983, Groot Hertogdom Luxemburg tegen Europees Parlement, C 230/81, Jurispr.,
}£83, 255. MERTENS DE Wll.MARS, J., I.e., 95. 53
Rv.J., 13 juli 1989, Casa Fleischhandel tegen Thmdesanstalt fii.r Landwirtschaftliche tpn"ktordn.Wlg, C 215/88,Jurispr., 1989,2790 (cmsi.derans 31). DUMON, F., I.e., ill.95-ill.97. Zie o.m : H.v.J., 28 juni 1990, Erwin Behn Verpaclam~hedraf tegen Hauptzollamt Itzdloe, C 80/89, spr., 1990, 2659; Rv.J. 22 februari 1990, EGKS tegen Busseni, C 221/88, Jurispr., 1990, 495; Rv.J., 5 maart 1991, Giagounidis tegen Stadt Reutlingen, C 376/89, Jurispr., 1991, 1069; Rv.J., 21 maart 1991, StrafzaaktegenDelattre, C 369/88,Jurispr., 1991, 1487; H.v.J., 27 juni 1990, Firma ottoLingenfelsertegmDuitsland, C ll8/89,Jurispr., 1990,2637. 55
378
interpretatie), maar tevens (voornamelijk) om de doelstellingen van de norm te achterhalen (teleologische interpretatie). Het probleem dat opduikt bij bet afgeleid gemeenschapsrecht is dus te vergelijken met de situatie van de voorbereidende werken van de Verdragen. Ook bier wordt de leemte opgewld met bepalingen die deel uitmaken van ·de tekst zelf en die voldoende indicaties bieden voor de wil van de regelgevende instantie of de doelstellingen die erdoor worden nagestreefd.
3. Toepassingen van de historische methode in de rechtspraak In de rechtspraak van het Hof van Justitie treft men regelmatig voorbeelden aan van gevallen waarin bet Hof een norm interpreteert in bet Iicht van de bedoeling van zijn auteur56 • Vaak zal deze techniek echter gebruikt worden in combinatie met andere bet gebeurt zelden dat de bistorische interpretatie 57 autonoom wordt toegepast • Het arrest in de zaak Erwin Behn Verpackungsbedarf tegen Hauptzollamt 58 Itzehoe toont aan dat de bistorische interpretatie niet noodzakelijk moet teruggaan op de voorbereidende werken~ bier wordt m.n. de bedoeling van de wetgever o.m. afgeleid uit de bewoordingen van de tekst. interpretatiemethoden~
4. Conclusie Wanneer men als bistorische interpretatiemethode beschouwt bet uitleggen van een bepaling in functie van de bedoeling van haar auteur (bistorische methode in de ruime zin), dan leidt dit tot de conclusie dat deze techniek relatiefveel aan bod komt in de rechtspraak van bet Hof. Neemt men echter aan dat de bistorische methode synoniem is voor bet hanteren van voorbereidende werken (bistorische methode in de enge zin), dan 56
H.v.J., 12november 1969, Staudertegen Ulm, C 29/69,Jurispr., 1969,425. H.v.J., 28 juni 1990, Erwin Belm. Ve~paclam&'lbedmftegen Hauptzollamt Itzeb.oe, C 80/89, Jurispr., 1990,2659. Andere recente voorbeelden : H.v.J., 8 november 1990, Krystyna Gmurzynska-Bsdler tegen Juri.Oberfinanzdirektim Koln, C 231/89, Jurispr., 1990, 4003 (omsideransen 28, 29, 38 en 41); omclusi.e van advocaat-generaal DARMON van 16 januari 1991 bij H.v.J., 5 maart 1991, Giagounidis tegen Stadt Reutlingen, C 376/89, Jurispr., 1991, 1069; omclusi.e van advocaat-generaal MISCHO van 28 november 1989 bij H.v.J., 22 februari 1990, EGKS tegen Bussmi, C 221/88, Jurispr., 1990, 495. 57 Voorbeeld: H.v.J., 11 december 1973, Lorenztegen Duitsland, C 120n3, Jurispr., 1973, 1471 ~omsiderans 3). 8 H.v.J., 28 juni 1990, Erwin Belm. Ve~paclam&'lbedmf tegen Hauptzollamt Itzehoe, C 80/89, Jurispr., 1990,2659.
379
komt men tot een tegengesteld besluit : de voorbereidende werken spelen in de rechtspraak van bet Hof immers slechts een secondaire rol. Deze tendensen zijn te verklaren vanuit de eigenheid van bet gemeenschapsrecht, zoals verderop in deze studie zal worden uiteengezet.
C. DE RECHTSVERGEUJKENDEMETHODE9 1. Definitie
De rechtsvergelijkende methode houdt in dat men voor de interpretatie van een tekst te rade gaat bij andere rechtsstelsels. Binnen de cornmunautaire rechtsorde zal voornamelijk een vergelijking gemaakt worden met bet recht van de Lid-Staten, doch sporadisch wordt tevens bet recht van andere Staten geraadpleegd.
2. Consultatie van het Recht van Lid-Staten Het Hof van Justitie hanteert deze vorm van rechtsvergelijking op twee niveaus. Enerzijds zal bet Hof a.d.h.v. bet recht van Lid-Staten pogen om de betekenis en de draagwijdte van een cornmunautaire tekst of bepaalde begrippen erin duidelijk te stellen. Anderzijds bewijst de rechtsvergelijkende methode ook haar nut bij bet opvullen van lacunes en bet formuleren van algemene beginselen.
a. Het recht van de Lid-Staten als leidraad bij bet bepalen van de betekenis of draagwijdte van een communautair(e) tekst of begrip Deze techniek wordt zowel door bet EEG-Verdrag (art. 215) als door bet EGA-Verdrag (art. 188) aanbevolen m.b.t. de buitencontractuele aansprakelijkheid van de gemeenschapsinstellingen, doch bet Hof wendde hem ook buiten deze materie aan. Hierbij mag echter geenszins uit bet oog worden verloren dat bet Hof een autonome en uniforme betekenis dient te geven aan communautaire begrippen. De enige functie die bet recht van de Lid-Staten vervult, is bet vormen van een leidraad, een achtergrond, doch het Hof zal er een betekenis uit distilleren die bet meest geschikt lijkt gelet op de specifieke kenmerken van de commumau. taire rechtsorde. 59
Zie hierover PESCATORE, P., 11 Le Recours dans la Jurisprudence de la Cour de Jwtice des CommlUlautes Eurq>eemmes, a des Nonnes deduites de la Comparaism des Droits des EtatsMembres.11, Revue International de Droit Compare, 1980, 337 e.v..
380
Het Hof is dus geenszins verplicht om een oplossing te kiezen die a.h.w. "de grootste gemene deler" van de oplossingen vormt in de verschillende Lidstatelijke rechtsorden of die een meerderheidsoplossing is60 • In de rechtspraak zijn een aantal arresten61 te vinden waarin het Hof expliciet de rechtsvergelijkende methode toepast, doch ze zijn niet zeer talrijk. In de zaak Lingenfelser tegen Duitsland62 refereren zowel de advocaatgeneraal (considerans 22) als het Hof (considerans 14) aan de Duitse handelsgebruiken om de oplossing die zij voorstonden kracht bij te zetten. Vaker gebeurt het echter dat de advocaat-generaal in zijn conclusie een onderzoek doet naar de oplossingen die het recht van de Lid-Staat bieden voor het concrete probleem63 . b. Het recbt van de Lid-Staten als leidraad bij bet opwllen van lacunes en bet formuleren van algemene beginselen Wat betreft het opvullen van lacunes, zal het Hof regelmatig te rade gaan bij het recht van de Lid-Staten. De gemeenschapsrechtsorde is immers nog een jonge rechtsorde waarin talrijke problemen opdoemen die in de Lid-Staten reeds lang een oplossing kennen. Bij het formuleren van algemene rechtsbeginselen heeft het Hof van Justitie 64 zich meermaals Iaten inspireren door het recht van de Lid-Staten. Nogmaals dient ook hier onderstreept te worden dat het Hof nooit het recht van een LidStaat heeft overgenomen (en dit geldt evenzeer voor het opvullen van lacunes!). Tot slot dient nog opgemerkt dat zowel wat betreft het opvullen van lacunes als het formuleren van algemene beginselen, het voomamelijk de 60
Zie o.m H. v.J., 18 mei 1982, AM&S tegen Commissie, C l55n9, Jurispr., 1982, 1605, geciteerd in MERTENS DE WILMAR.S, J., I.e., 18. 61 Zie o.m H. v.J., 19 maart 1964, UD.ger tegen Be&tuur van de Bedrijfsvereniging voor Daailhandel en Ambadlten, C 75/63, Jurispr., 1964, 369; H.v.J., 1 februari 1972, Hagen tegen Einfuhr- lDld Vorratsstelle Getreide, C 49nl, Jurispr., 1972, 35 en H.v.J., Airola tegen Commissie, C 2ln4, Jurispr., 1975, 229, geciteerd in KUTSCHER, H., I.e., 125 en 126. 62 H.v.J., 27 jlDli 1990, OttoLingenfelsertegenDuitsland, C ll8/89,Jurispr., 1990,2637. 63
Cmclusie van advocaat-generaal VAN GERVENbij H.v.J., 8 februari 1990, Staatssecretaris van Financien tegen Shipping and FOIWarding Enterprise Safe, C 320/88, Jurispr., 1990, 285 en cmclusie van advocaat-generaal DARMON bij H.v.J., 28 j1Dli 1990, Erwin Bd:m VerpackwJ.gsbedmf tegen Hauptzollamtltzehoe, C 80/89,Jurispr., 1990,2659. 64 Zie o.m : H.v.J., 4 februari 1975, _Compagnie Cmtinentale de France tegen Hoge Autoriteit EGKS, C l69n3,Jurispr., 1975, 117; H.v.J., 16februari 1965,BargetegenHogeAutoriteitEGKS, C 14/64, Jurispr., 1965, 51 en H. v.J., 18 maart 1975, Actm tegen Commissie, C 44, 46, 49n4, Jurispr., 1975, 383, geciteerdinBREDIMAS,A, o.e., 130 en 131 enH.v.J., 14mei 1974, Noldtegen Commissie, C 4n3, Jurispr., 1974, 491, geciteerd in LENAER.TS, K., o.e., 204.
381
advocaten-generaal zijn die in hun conclusies een rechtsvergelijkend onderzoek domvoeren en in mindere mate het Hof zelf, dat vaak gewoon de resultaten ervan ovemeemt in zijn arrest.
3. Consultatie van het recht van Derde-Staten Hoewel noch het Hof, noch de advocaten-generaal vaak hun toevlucht zoeken tot het recht van Derde-Staten, is dit toch een aantal malen voorgevallen. Het betrof voomamelijk de kartelreglementering die grotendeels teruggaat op de anti-trust wetgeving van de Verenigde Staten. Vandaar dat regelmatig naar deze regeling is verwezen65 •
4. Besluit Terecht besluit KUTSCHER66 : "La reserve que la Cour de Justice manifeste dans les motifs de ses arrets l'egard du droit compare ne saurait masquer le role interne considerable qu'il joue, meme s'il n'apparait pas explicitement dans les arrets. Les memoires des parties, et en particulier ceux de la Commission etudient souvent les problemes litigieux sous l'angle du droit compare et il n'est pas rare que la Cour complete ces analyses par son service · de documentation."
a
Nogmaals dienen ten stelligste de grenzen van het rechtsvergelijkend onderzoek te worden beklemtoond : de communautaire rechtsorde is een autonome rechtsorde en de oplossing die het Hof uiteindelijk weerhoudt is er een die moet beantwoorden aan de eigenheden van het gemeenschapsrecht.
D. DE SYSTEMATJSCHEMETHODE 1. Definitie
"Bij een systematische interpretatie wordt een wettekst gesitueerd binnen een ruimer geheel van wetten of andere rechtsbronnen (gewoonte, rechtspraak, rechtsleer). Uit de onderlinge vergelijking worden dan bepaalde conclusies 67 getrokken m.b.t. de precieze betekenis van de geinterpreteerde wettekst. " Om de teksten onderling te kunnen vergelijken zal de rechter vaak logische redeneerwijzen hanteren : de beperkende interpretatie van uitzonderingen, de a fortiori redenering, de a contrario redenering en de analogische redenering. 65 66
67
BREDlMAS, A, o.c., 133 en 134. KUTSCHER, H., I.e., 128. VANHOECKE, M, o.c., 156.
382
Bij een onderzoek naar het aanwenden door het Hof van Justitie van de systematische methode stuit men vaak op het probleem dat zij in combinatie wordt gebruikt met de teleologische methode, doch op zulke wijze dat beide technieken elkaar in zo hoge mate overlappen dat ze haast niet van elkaar te onderscheiden zijn. Op deze kwestie wordt nader ingegaan in het deel dat handelt over de teleologische interpretatiemethode.
2. Toepassing van de systematische methode in de rechtspraak Van de systematische methode wordt op verscheidene manieren toepassing gemaakt en men zou in functie daarvan een indeling kunnen aanbrengen. Het criterium dat hierbij dienend kan zijn is de context waarin men de uit te leggen norm plaatst om hem vervolgens te kunnen interpreteren. a. lnterpretatie binnen de context van de verdragen en de algemene rechtsbeginselen Deze twee mogelijke contexten worden samen behandeld omdat algemene rechtsbeginselen vaak ofwel rechtsreeks in de Verdragen zijn terug te vinden, ofwel er indirect uit af te leiden zijn. Zowel in de oude als in de recente rechtspraak68 zijn talrijke illustraties te vinden van gevallen waarin het Hof en/of de advocaat-generaal een norm interpreteren i.f.v. verdragsbepalingen of algemene beginselen. Dit is o.m. te wijten aan het feit dat wanneer een norm kan geinterpreteerd worden op verschillende manieren het Hof steeds die uitlegging zal selecteren
68
Voorbee1den uit oude redltspraak. : H.v.J., 1 december 1970, Socialisti.sd:te Mutualiteitm tegm La Marcia, C 32no, Jurispr., 1970,993; H.v.J., 20 februari 1975, Airo1a tegm Commissie, C 21n4,Jurispr., 1975, 229; H. v.J., 8 maart 1975, Deuka tegmEinfuhr-lDl.d Vorrats!telle Getreide, C 78n4, Jurispr., 1975, 433; H.v.J., 25 juni 1975, Deuka tegm Einfuhr-lDl.d Vorrats!telle Getreide, Jurispr., 1975, 771, geciteerd in KUTSCHER, H., I.e., 137 m 138. Voor oudere arrestm zie ook : BREDIMAS, A, o.c., 52 (voetnotm 63, 64, 65, 67). Voorbee1den uit recente redltspraak. : H.v.J., 2 december 1986, Commissie tegm Vermigd Kminkrijk, Jurispr., 1986, 3581; H.v.J., 22 februari 1990,EGKStegmBusseni, C 221/88,Jurispr., 1990,495 (ooosideransm 16, 38, 39); Hv.J., 27 maart 1990, Milk Markd.ing Board of England and Wales tegm Criclcd St. Thomas, C 372/88, Jurispr., 1990, 1345 (ooosiderans 27); cmc1usi.e van advocaat-gmeraal VAN GERVEN van 9 november 1989 bij H. v.J., 8 februari 1990, Staatsseaetariss van Financim tegm Shipping and ForwardingEntoprise Safe, C 320/88,Jurispr., 1990,285 (ooosiderans 18); cmc1usi.e van advocaatgmeraal MISCHO van 28 november 1989, bij H.v.J., 22 februari 1990, EGKS tegm Busseni, C 221/88, Jurispr., 1990, 495; cmclusi.e van advocaat-gmeraal DARMON van 6 maart 1990 bij H.v.J., 28 juni 1990, Etwin Behn VopaclclDl.~edmftegm Hauptrollamt Itzchoe, C 80/89, Jurispr., 1990, 285 (ooosiderans 1 0).
383
waardoor de norm overeenstemt met de Verdragen of de algemene 69 beginselen • In een recent arrest van 5 maart 199170 stelde het Hof: "Consequently, that directive must be interpreted in the light of those provisions (de artikelen 48 en 49 van het EEG-Verdrag), which require the adoption of measures needed to bring about, by progressive stages, freedom of movement for workers." (considerans 22) en "It would therefor be contrary to the principle offreedom of movement for workers if that Member State could make the issue of the residence permit conditional on the production of that same document.". Een speciale toepassing van deze vorm van systematische interpretatie verdient bijzondere aandacht, nl. de interpretatie van de Verdragen "in pari materia". Deze techniek wordt door BREDIMAS gedefinieerd als "a technique resorting to the wider context and making comparisons of identical provisions 71 of the three Treaties in order to construe them by analogy. " 72 Zowel in oudere als in recente rechtspraak: heeft het Hof van Justitie deze techniek aangewend om verschillen die opdoken in de teksten van de drie Verdragen met elkaar te verzoenen of gewoon ter ondersteuning van een bepaalde uitlegging van een artikel van een bepaald Verdrag. 73 Een recent voorbeeld hiervan is te vinden in een arrest van 22 februari 1990 • Het Hof deed bier beroep op de bepalingen van het EEG-Verdrag die het uitgangspunt vormden voor een analogische interpretatie van het EGKSVerdrag. b. Interpretatie binnen de context van normen in dezelfde of een vergelijkbare materie Ook deze vorm van systematische interpretatie vindt frequent toepassing in de rechtspraak:. Bijvoorbeeld, in een recente zaak:74 stelde zich het probleem of bepaalde produkten al dan niet onder de communautaire definitie van geneesmiddel waren onder te brengen. Advocaat-generaal TESAURO en het Hof steunen hun 69
H.v.J., 13 december 1983, Commissie tegm Raad, C 218/82, Jurispr., 1983, 4063 (ocnsidecans 15), geciteerd in SCHERMERS, H. G. m WAELBROECK, D., o.c., 18. 70 H.v.J., 5 maart 1991, GiagounidistegmStadtReutlingm, C 316/89,Jurispr., 1991, 1070. 71
BREDIMAS, A, o.c., 45.
72
Voorbeeldm : H.v.J., 12 januari 1984, Turner tegm Commissie, C 266/82, Jurispr., 1984, 10 m H.v.J., 23 april1986, Les VertstegmEurq>eesParlemmt,Jurispr., 1986, 1365 (ocnsidecans 24). 73 H.v.J., 22 februari 1990, EGKS tegm Bussmi, C 221/88, Jurispr., 1990, 495 (ocnsidecansm 1012, 15m 16, 21, 38m 39). 74 H.v.J., 21 maart 1991, Straf7Bak tegm Delattre, C 369/89, Jurispr., 1991, 1487. Voor em oudec voorbeeld zi.e H.v.J., 18 februari 1975, Ferrauto tegm Bau-Berufsgmossmsdtaft, C 66n4, Jurispr., 1975,157.
384
redenering vnl. op een vergelijking met de definitie van kosmetische produkten en die van levensmiddelen zoals bepaald in andere richtlijnen.
c. lnterpretatie binnen de context van de te interpreteren norm zelf Deze vorm van interpretatie is terug te vinden in zowel oude als meer recente rechtspraak:. In de zaak: Milk Marketing Board of England and Wales tegen Cricket St. Thomas75 gaan zowel advocaat-generaal TESAURO als het Hof van Justitie (o.m.) uit van een systematische interpretatie om de betekenis van de uitdrukking "without processing", zoals vermeld in art. 25, lid 1, sub a, te verklaren (in de conclusie van de advocaat-generaal zie voomamelijk considerans 9, in het arrest consideransen 15, 16 en 20).
d. lnterpretatie binnen de context van andere rechtsbronnen 76
Deze vorm van systematische interpretatie wordt door VAN HOECKE omschreven als rechtssystematische interpretatie : "Van rechtssystematische interpretatie zal sprake zijn wanneer een wettekst gelnterpreteerd wordt tegen de achtergrond van gewoonterecht, rechtspraak, rechtsleer of van andere wetteksten zoals deze in de rechtspraak: (en/of de rechtsleer) geinterpreteerd worden, m.a.w. in de betekenis zoals ze die in de rechtspraak: of rechtsleer gekregen hebben. ". Terecht wijst hij erop "dat met een rechtssystematische interpretatie niet mag worden verward de veel vaker voorkomende verwijzingen naar rechtspraak: en/of rechtsleer als louter gezagsargument ter ondersteuning van een bepaalde interpretatiebenadering of interpretatieargument. "77 . Het gebeurt regelmatig dat de advocaten-generaal of het Hof van Justitie zelf verwijzen naar een arrest waarin het Hof een bepaalde norm een welbepaalde betekenis· toekent. Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in een arrest van 14 december 198978 . Hier verwijst het Hof van Justitie uitdrukkelijk naar een bepaalde interpretatie die het gegeven had aan art. 51 EEG-Verdrag in twee arresten 15
H.v.J., 27 maart 1990, Milk Marketing Board of England and Wales tegen Cricket St. Thomas, C 372/88, Jurispr.,l990, 1348. Voor een ouder voorbeeld zi.e H.v.J., 12 november 1974, Alliance nat.imale des mutualites Chretiennes en Rijksimtituut voor Ziekte en Invaliditeit tegen Thomas Rzepa, *'35n4,Jurispr., 1974, 1241, geciteerdinBREDIMAS,A, o.c., 44. VANHOECKE,M,o.c., 175. 77
Ibid., 176.
78
H.v.J., 14 december 1989, Dammer tegen Securex en Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, C 168/88,Jurispr., 1989,4553.
385
(een van 21 oktober 1975 en een ·van 12 oktober 1980) : "Voor bet in bet onderhavige geval gerezen cumulatieprobleem moet een analoge oplossing gevonden worden, overeenkomstig bet doel van art. 51 EEG-Verdrag en in de geest van 's Hofo eerdere rechtspraak. ".
3. Het gebruik van logische redeneringen door het Hofvan Justitie en de advocaten-generaal a. Algemene bemerkingen Deze redeneermetboden lijken voomamelijk aan bod te komen n.a.v. de systematiscbe interpretatiemetbode, bijna bij uitsluiting van de andere technieken, zodat bet aangewezen leek ze bier te bebandelen. · b. De beperkende interpretatie van uitzonderingen Hoewel bier strikt genomen misschien geen sprake is van een redeneermetbode uit de logica, lijkt de toepassing van deze regel best onder deze titel te kunnen worden ondergebracbe9 , omdat ook deze vorm van redeneren bet meest voorkomt bij toepassing van de systematiscbe metbode80 . In priilcipe zal bet Hof van Justitie een beperkende interpretatie geven aan alle uitzonderingen op algemene beginselen van gemeenscbapsrecht en aile afwijkingen van verdragsverplichtingen81 • Hiervan zijn talrijke voorbeelden ~e vinden in de rechtspraakln . c. Afortiori-redenering "Bij een a fortiori redenering past men een wettekst toe op een situatie die niet uitdrukkelijk in de wettekst is voorzien, waarbij men zicb steunt op de overweging dat de wei voorziene situatie belangrijker is dan de niet voorziene,
79
Zie ook : VAN HOECKE Jurispr., M, o.c., 163, die deze regels ook behandeld mder de titel logisdte regelen binnen hd. redJ.tssy&teem11 • 80 De regel dat uitzcnderingen restrid.ief mod.en worden gei'nterprd.eerd roept ~ zich reeds een interpretat.ieprobleem ~ : de rechter zal nl. vooraf mod.en bepalen wat de regel is en wat de uitzmderin 81 g. . BREDIMAS, A, o.c., 109; 21e ookDUMON, F., I.e., ill-120. 11
lt2 Zie o.m : H.v.J., 4 juli 1963, Duitsland tegen Commissie, C 24/62, Jurispr., 1963, 63; H.v.J., 27
maart 1974, BRT en Societe Beige des Auteurs tegen Sabam en Fmior, C 127n3, Jurispr., 1974, 313; H.v.J., 26 februari 1975, Bmsignoretegen Stadt Koln, Jurispr., 1975, 297; H.v.J., 21 jWJ.i 1974, Re}'D.erstegenBelgie, C 2n4,Jurispr., 1974,631. Zieook arre&tengeciteerdinBREDIMAS,A, o.c., 110 en 111.
386
m.a.w. dat de redenen die aanleidinggeven tot het opstellen van de wettekst in 83 nog grotere mate gelden voor de ~et voorziene situatie. " • Deze redeneerwijze wordt regelmatig aangetroffen in de Europese rechtspraak. BREDIMAS84 citeert een aantal passages uit conclusies van advocaten-generaal, doch geen enkele expliciete toepassing ervan door het Hof. In recente rechtspraak treft men echter regelmatig a fortiori redeneringen aan in de overwegingen van het Hof. Een illustratie hiervan vormt het arrest van 6 december 199085 gewezen in de zaak Witzemann tegen Hauptzollamt Miinchen Mitte (considerans 20).
d. A contrario-redenering "Bij een a contrario redenering weigert men een wettekst toe te passen op een bepaalde situatie op grond van de overweging dat de wetgever een of meer andere situaties uitdrukkelijk heeft voorzien, zodat uit het stilzwijgen van de wetgever m.b.t. de niet voorziene situaties kan afgeleid worden dat de wettekst niet toepasselijk is op de concrete, niet voorziene situatie. "86 • Bij nader onderzoek van recente rechtspraak blijkt dat de a contrario redenering door het Hof en de advocaten-generaal niet autonoom wordt aangewend, doch in combinatie met andere technieken, zonder dat daaruit echter mag worden besloten dat dit de meest subsidiaire techniek zou zijn die het Hof aanwendt. 87 Deze stelling lijkt bevestigd te worden in bet arrest van 27 september 1989 : "It follows from an a contrario interpretation of that provision that article 7 et seq. of the regulation, which are not covered by that derogating provision, apply as from 1 january 1986, the date on which the Act of Accession came into force." Het Hof bevestigt deze interpretatie aan de hand van een teleologische benadering in de tiende considerans.
83 84
VANHOECKE, M, o.c., 166. BREDIMAS, A, o.c., 41 en 42.
85
H.v.J., 6 december 1990, Witzeman tegm Hauptzollamt MOndlm Mitte, C 343/89, Jurispr., 1990, 4477. 86 VANHOECKE, M, o.c., 166. Rv.J., 27 sq>tember 1989, Mario ~es da Veiga tegm Staatssecrdari.s van .Tubiliie, C 9/88, 1989, 2989.
87
387
e. De analogische redenering88 "Bij een analogiscbe redenering wordt een wettekst toegepast op een geval
dat niet uitdrukkelijk in deze wettekst is voorzien, op grond van de overweging dat dit geval op bepaalde essentitHe punten overeenkomt met bet geval of de gevallen die expliciet in de wettekst besloten liggen. Dit is bet argument "a pari"."89 Deze techniek wordt door bet Hof regelmatig toegepast : vermits bet Europees gemeenscbapsrecbt nog erg onvolledig is, is bet Hof vaak verplicbt lacunes op te vullen en de analogiscbe redenering is hiervoor een uitstekend instrument. Zij mag ecbter niet licbtzinnig worden gebruikt : tussen bet geval waarop een regeling naar analogie wordt toegepast en dat voorzien in de tekst zelf moeten essentiele gelijkenissen aanwezig zijn. Om te bepalen of die gelijkenis essentieel is zal de recbter de ratio legis van de 90 tekst als uitgangspunt nemen • Vandaar dat bet gevaarlijk is om terug te vallen op een analogiscbe redenering zonder gebruik te mak:en van andere interpretatietechnieken (bv. de teleologiscbe of de historiscbe methode). Uit een analyse van de Europese recbtspraak blijkt ecbter dat bet Hof van Justitie zicb ter dege bewust is van dit gevaar en er in de regel dan ook rekening mee boudt. De toepassing van de analogiscbe redenering gebeurt steeds in functie van de doelstellingen die de Lid-Staten zicb gesteld bebben in de Europese Verdra91 gen, ook wanneer bet Hof dit niet uitdrukkelijk vermeldt • Bovendien blijft de regel gelden dat een wettekst zijn eigen toepassingsgebied bepaalt, dat in principe niet mag worden uitgebreid tot niet voorziene gevallen. In een arrest van 12 december 198592 beeft bet Hof zeer nauwkeurig de voor-
88
Zie hierover ook : USHER, JA , "Interpretatioo. by analogy - cm.trast.ing cases", in EL.R, 1978,
387-390.
89 90
VANHOECKE,M, o.c., 171.
Ibid.
91
BREDIMAS citeert een aantal arresten waarin het Hof uitdrukkelijk de analogi.sd:le redmering verwierp (BREDIMAS, A, o.c., 45.). 92 Hv.J., 12 december 1985, KrOOn. tegen Balm, C 165/84, Jurispr., 1985, 4015 (cm.si.derans 14). Voor recm.te toepassingen in de redltspraak :lie Hv.J., 22 februari 1990, EGKS tegen Busseni, C 221/88, Jurispr., 1990, 495 (cm.si.deransen 13, 15 en 16)~ H.v.J., 11 december 1973, Lorenz tegen Duitsland, C 120n3, Jurispr., 1973, 1471~ H.v.J., 17 november 1976, JOOn. Mills tegen Eurqlese Investerin&'ibank, C 110n5, Jurispr., 1976, 1613~ H.v.J., 12 januari 1984, Turner tegen Commissie, C 266n2, Jurispr., 1984, 10 (cm.siderans 5)~ Hv.J., 23 april 1986, Les Verts tegen Eurqlees Parlement, C 294/83, Jurispr., 1986, 1365 (cm.si.derans 24)~ :lie ook : SCHERMERS, H.G. en WAELBROECK, D., o.c., 17 en BREDIMAS, A, o.c., 44 en 45.
388
waarden omschreven die dienen vervuld te zijn om in uitzonderlijke gevallen toch toepassing te kunnen mak:en van de analogische redenering. 4. Conclusie
De systematische interpretatiemethode komt veel aan bod in de rechtspraak van het Hof van Justitie, evenals de teleologische zoals later zal blijken. Terecht merkt KUTSCHER93 op : "L'importance que la Cour de Justice leur attribue n'est comprehensible qu'au regard du caractere particulier de la Communaute et de son ordre juridique ainsi que des fonctions particuliers de la Cour de Justice." Deze bemerking zal in een volgend hoofdstuk nader worden toegelicht.
E. DE TELEOLOGISCHE INTERPRETATIEMETHODE 1. Definitie
Bij een teleologische interpretatie zal de rechter een wettekst interpreteren i.f.v. een welbepaalde doelstelling, ook wel genoemd de geest en de strekking van de tekst. Er zal in deze studie een onderscheid gemaakt worden tussen een teleologische interpretatie sensu lato en sensu strictu94 • Bij een teleologische interpretatie in de enge zin zal de rechter als uitgangspunt van zijn interpretatie het doel hanteren dat beoogd werd met de wettekst die ter uitlegging voorligt. Wanneer de rechter echter steun zoekt in de doelstellingen van andere wetteksten, is er sprake van een teleologische interpretatie in de ruime betekenis van het woord. Deze teksten betreffen .een zelfde of verwante materie en/of ze staan in de hierarchie van de rechtsbronnen hoven de uit te leggen tekst. In dit laatste geval zal de teleologische interpretatie sterke gelijkenis vertonen met de systematische: zij zullen a.h.w. vervlochten zijn, zodat het bijna onmogelijk is om beide methoden te scheiden95 .
93
KUTSCHER, R,l.c., 1.39.
94
Deze indeling is louter academisdl. Ze beoogt de overzi.chtelijkheid en de begrijpelijkheid van deze studie te bevorderen. 95 "In this grey area the two methods overlap and one cannot establish with certainty vvhlch one prevails." (BREDIMAS,A, o.c., 73.)
389
2. Een analyse van de rechtspraak96
a. Teleologische interpretatie in de enge zin Heel regelmatig zal het Hof van Justitie argumenten putten uit het doel van de tekst ter ondersteuning van een bepaalde betekenis die het eraan wil geven. Talrijke arresten97 illustreren deze praktijk. Bij wijze van voorbeeld kan een recent arrest van 27 juni 199098 worden aangehaald in de zaak Firma Otto Lingenfelser tegen Duitsland. Het Hof gebruikt op verschillende niveau's de teleologische interpretatiemethode om tot een redelijke oplossing te komen (zie de consideransen 13 en 14).
b. Teleologische interpretatie in de brede zin i. Jnterpretatie van een tekst in functie van het doe! van hierarchisch hogere norm
Deze vorm van teleologische interpretatie komt vrij veel aan bod in de rechtspraak van het Hof van Justitie. Het gebeurt namelijk zeer regelmatig dat een bepaling uit een beslissing van de Commissie of de Raad uitgelegd wordt in functie van de doelstellingen van artikelen die de rechtsgrondslag vormen van die beslissing99 • Het Hof za1 ook de betekenis en de draagwijdte van bepaalde maatregelen ter uitvoering van een beslissing van de Raad verduidelijken tegen de achtergrond van het doel dat de Raad voor ogen hield bij het nemen van de basisbeslissing100 .
96
Vooc em overzi.cbt van ou~erecbtspraak ziehierover ookDUMON, F., I.e., ill.124-ill.128.
97
H.v.J., 21 maart 1991, StrafZBak. tegen Delattre, C 369/89, Jurispr., 1991, 1487; H.v.J., 8 november 1990, Krystyna GmUI'2liilSlca-BsdJ.er tegen Oberfinanzdirektim Koln, C 231/89, Jurispr., 1990, 4003; H.v.J., 13 november 1990, Marleasing tegen La Commercial Jntemacimal de Alimentacim, C 106/88, Jurispr., 1990, 3763; H.v.J., 18 oktober 1990, Drod:zi tegen Belgie, C 297/88 en 197/89, Jurispr., 1990, 3763; H.v.J., 27 maart 1990, Milk Marketing Board of England and Wales tegen Cricka St. Thomas, C 372/88, Jurispr., 1990, 1345; H.v.J., 8 februari 1990, Staatssecretaris van Financien tegen Shipping and FOIWarding Enterprise Safe, C 320/88, Jurispr., 1990, 285; H.v.J., 13 juli 1989, Casa Fleisdiliandel tegen Bundesan.stalt fi1r Landwirtschaft.licbe MarktordnWlg, C 215/88,Jurispr., 1989, 2789; H.v.J., 14 december 1989, Dammertegen Securex en Rijksdien&t vooc kinderbijslagvoorwerknemers, c 168/88,Jurispr., 1989,4553. 98 H.v.J., 25 jun.i 1990, Firma Otto Lingenfelser tegen Duitsland, C 118/89, Jurispr., 1990, 2637 ~deransen 13 en 14).
Zie bijvoorbeeld H.v.J., 14 december 1989, Dammer tegen Securex en Rijksdien&t voor Kinderbijslagvoor Werknemers, C 168/88, Jurispr., 1989, 4553. 100 V~beeld: H.v.J., 25 jWli 1990, Firma Otto Lingenfelser tegen Duitsland, C 118/89, Jurispr.,
1990,2637.
390
ii. Interpretatie van een wettekst in functie van het doe/ van een andere wettekst in een verwante ofin dezelfde materie
Voorafgaandelijk dient voor alle duidelijkheid te worden opgemerkt dat met een andere wettekst niet wordt bedoeld een ander deel van eenzelfde geheel van normen (bijvoorbeeld een wet, een verordening, een richtlijn) maar wel een andere, afzonderlijk uitgevaardigde norm (dus een andere wet, verordening, richtlijn, ... ). Deze vorm van teleologische interpretatie komt minder voor en zal voornamelijk toegepast worden ter ondersteuning van een bepaald standpunt waartoe de rechter gekomen was op basis van andere criteria. In een recente zaak101 werd bet Hof gevraagd om de communautaire definitie van geneesmiddel te verduidelijken (zoals omschreven in de Richtlijn 65/65 van de Raad van 26 januari 1965). Het past hier o.m. de systematische methode toe, door een vergelijking met de Richtlijn 76/768 van de Raad van 27 juli 1976, die een definitie verleent van bet begrip "kosmetisch produkt". In considerans 21 zal het Hof zijn aldus tot stand gekomen interpretatie bijkomend argumenteren d.m.v. de teleologische methode. c. Vervlechting van de systematische en teleologische methode Zoals reeds eerder werd aangehaald is het in bepaalde omstandigheden zeer moeilijk, zoniet onmogelijk, te bepalen of bet nu om een systematische dan wel om een teleologische interpretatiemethode gaat. Dit blijkt o.m. uit het zonet geciteerde arrest waar bet feit dat men twee richtlijnen in een verwante materie vergelijkt kan worden aangemerkt als een systematische interpretatie doch het verwijzen naar het objectief dat deze richtlijnen nastreven duidt eerder op een teleologische benadering102 • 3. Conclusie
De teleologische methode is, samen met de systematische, de meest frequent toegepaste interpretatietechniek in de rechtspraak van bet Hof van Justitie. Zoals reeds werd gesteld bij de bespreking van de systematische methode is deze tendens te wijten aan de specifieke kenmerken van de gemeenschapsrec~tsorde, waarover later in dit werk za1 worden uitgeweid.
101 102
H v.J., 21 maart 1991, Straf:zaak. tegen J.M Delattre, C 369/88, Jurispr., 1991, 1487. Deze verwevmheid wordt ook erkend door KUTSCHER, H., I.e., 1.40 en 141.
391
F. INTERPRETATIE AAN DE HAND VAN HET PRINCIPE VAN EFFECTIVITEIT 1. Definitie
Ret 11principe van effectiviteit11 is een mogelijke Nederlandse benaming voor wat in het Frans 11 le principe de l'effet utile 11 , in het Duits 11Effektivitiitsgrundsatz11 en in het Engels 11 rule of effectiveness .. wordt genoemd. Volgens KUTSCHER103 is dit principe ontleend aan het intemationaal recht en houdt het in dat de bepalingen van een Verdrag dienen gelnterpreteerd te worden op zulkdanige wijze dat ze in de mate van het mogelijke hun objectieven max:imaal zouden verwezenlijken, dat ze een nuttig of noodzakelijk effect zouden hebben en dat dit nuttig of noodzakelijk effect zou kunnen worden verwezenlijkt. Bij gevolg zal die betekenis van de bepalingen moeten prevaleren 11 qui assure le meilleur developpement la norme et son utilite pratique la plus grande 11 . Onvermijdelijk rijst de vraag op basis van welk criterium het Rof een bepaald gevolg als nuttig of noodzakelijk zal kwalificeren. Ret enige verantwoorde criterium lijkt de doelstellingen van de Verdragen te zijn104 • Hieruit blijkt duidelijk de verwevenheid met de teleologische interpretatiemethode.
a
2. Onderscheid "effet utile" en "effet necessaire" Tot het arrest van 31 maart 1971 (het AETR-arrest) gebruikte het Rof enkel de uitdrukking 11 effet utile 11 (of eventueel 11 application utile 11 ). Ret Rof onderlijnde in deze arresten dat juridische normen redelijkerwijze dienden gelnterpreteerd te worden op zodanige wijze dat het vooropgesteld doel kon worden verwezenlijkt105 • Ret arrest van 31 maart 1971 106 wordt in de rechtsleer a.h.w. beschouwd als een kentering in de rechtspraak van het Rof van Justitie omtrent de toepassing van deze interpretatiemethode. In deze zaak overwoog het Rof dat 11 de artikelen 74 en 75 van het EEGVerdrag weliswaar niet uitdrukkelijk ten gunste van de gemeenschap in een bevoegdheid tot het sluiten van internationale overeenkomsten voorzien, maar dat door de vaststelling op 25 maart 1969 van Verordening nr. 543/69 van de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer toch noodzakelijkerwijze aan de gemeenschap de bevoegdheid 103 104 105 106
Ibid., 141. Ibid.. DUMON, F., I.e., III.85. H.v.J., 31 maart 1971, Commissietegen.Raad, C 22no,Jurispr., 1971,263.
392
werd toegekend om met derde Ianden aile overeenkomsten betreffende het door deze verordening geregelde onderwerp te sluiten." (considerans 28). Sommige auteurs 107 herkenden hierin een interpretatiemethode die afwijkt van de methode uitgaande van het "effet utile" en verwezen ernaar d.m.v. het begrip "effet necessaire", "interpretation teleobjective" of nog "effet de consequence". Hoewel nut en noodzaak woorden zijn met een onmiskenbaar verschillende betekenis, is dit geen argument om te besluiten dat het zou gaan om een andere methode. In de twee gevailen zai de rechter proberen om de nonnen een optimaie "effectiveness" te bieden. Bij de leer van "effet utile" wordt dit aangevoeld ais iets nuttigs, terwijl de rechter bij toepassing van de leer van "effet necessaire" deze doelstelling niet aileen beschouwd ais nuttig, maar bovendien ais noodzakelijk. In beide theorieen echter gebeurt dit tegen de achtergrond van de objectieven die de Lid-Staten zich bebben gesteld bij bet opstellen van de Verdragen. De enige, tocb wei relevante, conclusie die hieruit mag getrokken worden situeert zicb op bet niveau van de consequenties die aan beide theorieen zijn verbonden. Het is duidelijk dat wanneer de recbter het verlenen van de grootst mogelijke effectiviteit aanvoelt ais een noodzaak, hij a. b. w. verplicbt is een beslissing te nemen in de richting van een steeds verderschrijdende Europese integratie, zoais beoogd door de Lid-Staten. Wanneer hij deze betracbting enkel nuttig acbt, rest hem nog een zekere beoordelingsmarge en dus ruimte voor nuancering. Tot slot dient nog te worden vermeld dat, boewel bet Hof vanaf de jaren zeventig meer in de richting neigt van de leer van "effet necessaire", er toch nog arresten zijn die de uitdrukking "effet utile" vermelden of er impliciet naar verwijzen108 (soms is bet zelfs moeilijk om uit te maken welke theorie bet Hof precies toepast109 ). In beide gevailen ecbter zai het Hof aan de norm een interpretatie geven die zoveel mogelijk aansluit bij de doelstellingen van de Verdragen en/of de concrete norm. 107
Zie o.m : BREDIMAS, A, o.c., 77 e.v.; CHEVALLJER, R.M,Le contentieux des Communautes et le droit administratiffranfais dans Ia France et les Communautes Europeennes, Paris, 1975, 459 m I.ECOUR.T, R., Le juge devant le Marc he Commun, Geneve, Droz, 1970, 63. 108 Voorbeeld: H.v.J., 21 jt.mi 1974, R.eynerstegm.Belgi.e, C 2n4,Jurispr., 1974,631, geciteerdin DUMON,F., i.c.,III.83. 109 Voorbeeld : Rv.J., 9 juli 1987, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Denemarken m Vermigd Kwinkrijk tegen Commissie, C 281, 283-285/85, Jurispr., 1987, 3245, geciteerd in LENAER.TS, K., o.c., 113.
393
Hierdoor wekt het Hof de indruk dat het zelf weinig belang hecht aan dit onderscheid. Vandaar dat, hoewel een verschil kan worden onderkend, beide theorieen eigenlijk leiden tot hetzelfde resultaat, namelijk het bevorderen van een Europese integratie, de basisdoelstelling die de Lid-Staten voor ogen hebben.
3. Toepassingen in de rechtspraak Een belangrijke toepasing van het principe van effectiviteit is terug te vinden in de rechtspraak van het Hof rond de 11implied powers 11 of impliciete bevoegdheden. Dit zijn a.h.w. uitlopers van de specifieke bevoegdheden die in het Verdrag voorkomen, en vormen aldus een noodzakelijke aanvulling van de expliciete bevoegdheden van de Europese gemeenschap. Zij worden op dezelfde wijze uitgeoefend110 • Een recente zaak waarin impliciete bevoegdheden worden erkend is het migratiearrest van het Hofvan Justitie van 9 juli 1987 111 •
m. BESTAAT ER EEN HIERARCHIE BINNEN DE INTERPRETATIEMETHODEN?
A. TIIEORETISCHE BESCHOUWINGEN Wanneer men een antwoord zoekt op deze vraag in wettelijke bepalingen, blijkt deze zoektocht tevergeefs te zijn. Nergens is er in de Verdragen noch in het afgeleide gemeenschapsrecht een algemene bepaling te bespeuren die bepaalde interpretatietechnieken voorschrijft112 , laat staan een rangorde onder hen bepaalt. Indien er dus van enige rangorde sprake zou zijn, moet die blijken uit de rechtspraak. Vandaar lijkt het interessant om uit te maken door welke factoren een rechter zich laat leiden bij het kiezen van bepaalde methoden om tot een specifieke interpretatie te komen. 110
LENAERTS, K., o.c., 113.
111
H.v.J., 9 juli 1987, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Denemarken en het Verenigd Kminkrijk tegen de Commissie, C 281, 283-285/85, Jurispr., 1987, 3245. Voor een ander voorbeeld zi.e H.v.J., 13 juli 1989, Casa F1eisdlhandel tegen Bundesamtalt fOr LandwirtsdJ.aftlid:te Marktordmmg, C 215/88,Jurispr., 1989,2789. 112 Ben uitzoo.dering hierq> zi.jn de artikelen 215 EEG-verdrag en 188 EGA-verdrag die een red:ttsvergelijkende interpret:atie suggereren. Bovenc:lien werden in sommige gevallen rid:ttlijnen versd:taft in de interpret:atie van welbepaalde normen.
394
Talrijke auteurs hebben hun mening neergeschreven over dit onderwerp en de 113 meest extreme visies werden hierbij verdedigd • De centrale vraag in deze discussie is of interpretatie een Iouter juridische aangelegenheid is dan wel een kunst die afhangt van extra-juridische elementen. 114 BREDIMAS stelt dat de waarheid zich ergens tussenin situeert. Uitgaande van deze informatie, lijkt de vraag of er een strikte hierarchie bestaat eerder negatief te moeten worden beantwoord, vermits wisselende factoren zoals de persoonlijkheid van de rechter en politieke en economische omstandigheden een rol spelen bij het selecteren van de toe te passen interpretatiemethode. · Een analyse van de rechtspraak van het Hof zet echter aan· tot nuancering van dit standpunt.
B. ANALYSE VAN DE RECHTSPRAAK VAN HET HOF VAN JUSTITIE 1. Algemene beschouwingen
Wanneer men de rechtspraak van het Hofvan Justitie op dit punt wil analyseren client men twee benaderingswijzen te onderscheiden. Enerzijds kan deze problematiek beschouwd worden vanuit een chronologisch standpunt : welke interpretatiemethode client in de tijd aan bod te komen voor een andere in de redenering van de rechter? Deze benaderingswijze zou de chronologische kunnen worden genoemd. Anderzijds is het ook mogelijk een kwantitatieve analyse te verrichten (welke methode komt het meest aan bod in de rechtspraak van het Hof) waarbij men a.h.w. een kwantitatieve hierarchie zou kunnen opstellen. Dit is de kwantitatieve benaderingswijze. Vooraf client echter duidelijk te worden gesteld dat het Hof geen waardegerichte hierarchie heeft vastgelegd, dus geen rangorde waarbij de absolute waarde van een van de interpretatiemethoden boger zou liggen dan die van de andere.
113 114
BREDIMAS bespreekt deze problematiek. uitgebreid. BREDIMAS, A, o.c., 3.
395
2. De chronologische benadering Zowel KUTSCHER als MERTENS DE WILMARS zijn de mening toegedaan dat in de redenering die tot interpretatie leidt de aandacht van de rechter op de eerste plaats uitgaat naar een exegetische methode115 • Bij bet opstellen van een chronologische rangorde zou de letterlijke interpretatie dus op de eerste plaats komen. De andere interpretatiemethoden zijn onderling niet gerangschikt. 116 Beide auteurs voegen bier echter onmiddelijk aan toe dat een autonome toepassing van de letterlijke methode slechts zelden een oplossing biedt voor bet interpretatievraagstuk. Hierdoor geven ze duidelijk aan dat ze zeker niet de bedoeling hadden deze interpretatiemethode voor te stellen als waardevoller (in absolute termen). Uit een in bet kader van dit werk uitgevoerde analyse van de rechtspraak van bet Hof van Justitie bleek bovendien dat bet Hof zeer regelmatig een textueel onderzoek van de bepaling in zijn arresten achterwege laat (hoewel bet waarschijnlijk impliciet werd verricht), omdat deze benaderingswijze manifest ongeschikt was om aan de concrete moeilijkheden bet hoofd te bieden117 •
3. De kwantitatieve benadering Bij bet bestuderen van de rechtspraak van bet Hof van Justitie springt onmiddellijk in bet oog dat de systematische en de teleologische interpretatiemethoden, ondersteund door toepassing van bet principe van effectiviteit, bet overwicht hebben, terwijl de letterlijke en historische methode (in de enge zin) een beperktere rol spelen118 • Hieruit kan men atleiden dat bij bet opstellen van een kwantitatieve hierarchie de eerst vernoemde methoden de bovenhand zouden halen terwijl de letterlijke en historische methode (in de enge zin) 119 onderaan de ladder zouden bengelen, met daar tussenin de andere technieken. Deze rangorde is zeer kenmerkend voor de rechtspraak van bet Hof van Justitie en is te verklaren vanuit een aantal bijzondere eigenschappen van de gemeenschapsrechtsorde, zoals in de volgende pagina's zal worden uiteengezet.
115 116 117 118
16. 119
KUTSCHER, H., I.e., 1.15 en MERTENS DE Wll..MARS, J., I.e., 10. MERTENSDE Wll..MARS,J., 11 en 12 enKUTSCHER,H.,I.e.,l.15. Supra, bij de b~reking van de ldterlijke inte~pretatiemdhode. Zie ook: DUMON, F., I.e., ill.78; KUTSCHER, H., I.e., 1.30; MERTENS DE Wll..MARS, J., I.e., Zie b~reking van de hist.orisdte mdhode voor de precieze draagwijdte van dit begrip.
396
4. Conclusie De stelling dat er in de rechtspraak van bet Hof van Justitie geen hierarchie van interpretatiemethoden bestaat client op een aantal punten genuanceerd te worden. Vooreerst werd aangetoond dater (in zekere mate althans) een chronolo120 gische en zeker een kwantitatieve hierarchie is aan te brengen • Daarnaast werd ook als uitgangspunt vooropgesteld dat er geen vaste, waardegerichte hierarchie was uitgewerkt door bet Hof van Justitie. Ook bier is enige nuancering op zijn plaats. Enerzijds is er bet standpunt van advocaat-generaal MAYRAS, zoals bevestigd door advocaat-generaal DARMON121 , tevens onderschreven door SCHERMERS en WAELBROECK, die eerder de letterlijke interpretatie als finale toetssteen schijnen te hanteren. Anderzijds verkondigt PESCATORE122 een stelling die lijnrecht tegenover de visie staat van bovengenoemde auteurs : "... Ia methode teleologique est bien le critere decisif, en fin de compte, de toute interpretation juriclique.". Het standpunt van bet Hof van Justitie ter zake is niet altijd even duidelijk. Als algemene stelregel schuift bet Hof naar voren dat de geest, de algemene structuur en de bewoordingen van de te interpreteren bepaling, evenals bet systeem en de doelstellingen van de Verdragen in de analyse dienen betrokken te worden. Waaraan bet Hof de voorkeur verleent bij tegenstrijdige resultaten lijkt veeleer ingegeven te zijn door de beleidsopties die bet Hof in de gegeven zaak nastreeft. Gezien deze ontwikkelingen lijkt een al te categoriek standpunt inzake bet al dan niet bestaan van een hierarchie niet op zijn plaats. In elk geval bestaat er een zogenaamde kwantitatieve hierarchie die een voorkeur van bet Hof van Justitie tot uititng brengt m.b.t. bepaalde interpretatiemethoden en die, zoals zo dadelijk zal blijken, zeker niet louter toevallig is.
120
KUTSCHER, H., I.e., I.31.
121
Cmclusie advocaat-generaal MAYRAS in de Gwmella zaak wa1s geciteerd in de cm.clusie van advocaat-generaal Dmmm bij hd. arre&t van 14 juni 1990), Weiser tegen Caisse Nat.imale des Barreaux Franyais, C 37/89, Jurispr., 1990, 2396. Zie ook: SCHEMERS, H. G. en WAELBROECK, o.c., 17. 122 PESCATORE, P., Le droit de /'integration in Collection de Droit International, I, Leiden, A W. Sijthof, 1972, 80.
397
C. HET VERBAND TUSSEN DE KWANTITATIEVE HIERARCHIE VAN INTERPRETATIEMETHODEN EN DE KENMERKEN VAN DE GEMEENSCHAPSRECHTSORDE 1. Algemene beschouwingen
Zoals reeds boger werd aangehaald, is een van de factoren die de keuze van interpretatiemethode(n) bepaalt, de rechtsorde zelf waarbinnen dient ge1nter123 preteerd te worden . Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie blijkt overduidelijk dat de systematische en teleologische interpretatiemethoden, aangevuld of ondersteund door het principe van effectiviteit, de voorkeur genieten. De vraag is dus of, en in welke mate, deze methoden te verzoenen zijn met de karakteristieken van de gemeenschapsrechtsorde. Vandaar zullen eerst de specifieke eigenschappen van de teleologische en systematische interpretatiemethoden worden onderzocht om ze nadien te toetsen aan de bijzondere kenmerken van de gemeenschapsrechtsorde.
2. Karakteristieken van de systematische en teleologische interpretatiemethoden Kenmerkend voor beide methoden is dat zij de instrumenten bij uitstek vormen om een tekst op extensieve wijze te interpreteren, d.w.z. een ruimere betekenis en draagwijdte eraan geven dan men prima facie zou doen. De rechter wordt in de mogelijkheid gesteld om rekening te houden met gewijzigde economische, sociale, politieke omstandigheden~ hierbij kan het principe van effectiviteit een belangrijke (bijkomende) richtlijn vormen.
3. Toetsing van deze karakteristieken aan de kenmerken van de gemeenschapsrechtsorde De vraag die hier aan de orde is is of zo'n extensieve interpretatie ten minste te verzoenen en eventueel zelfs aangewezen is gelet op een aantal bijzondere eigenschappen van de gemeenschapsrechtsorde. De rechtsorde van de Europese Gemeenschap wordt gekenmerkt door de 124 volgende eigenschappen die in grote mate van eigenheid ervan illustreren: de autonomie en de primauteit van het gemeenschapsrecht t.a.v. de lidstate123 124
•
MERTENS DE WILMARS, J., I.e.. , 6. Voor een overzi.cht zi.e ook: KUTSCHER, H., I.e., 130- 136; MERTENS DE WILMARS, J., I.e.,
18 en 19 en LENAERTS, K., o.e., 23 e.v..
398
lijke recbtsstelsels, bet evolutief karakter ervan, de uniforme toepassing en interpretatie verzekerd door de recbtspraak van bet Hof van Justitie, bet grondwettelijk karakter van bet BEG-Verdrag en bet gebruik van een groot aantal vage normen en noties. Ten slotte verschilt bet Europees Gemeenscbapsrecbt op belangrijke punten van bet internationaal publiekrecbt : de verregaande overdracbt van nationale soevereiniteit, de verplicbte recbtsmacbt van bet Hof van Justitie, de uitgebreide particuliere recbtsbescberming en de niet-toepasselijkheid van de tecbniek van bet voorbeboud, de exceptio non adimpleti contractus, enz.. Doorbeen a1 deze kenmerken komt bet volgende sterk naar voren: de gemeenschapsrecbtsorde beeft een autonoom karakter en is onathankelijk van de recbtssystemen van de Lid-Staten en van de intemationale recbtsorde, met een eigen grondwet. Maar bet is een jonge recbtsorde, onvoltooid en in wording, niet aileen materieelrecbtelijk, maar tevens institutioneel. Sterker nog, de nadruk wordt gelegd op een evolutie naar steeds nauwere betrokk:enheid van de Lid-Staten op steeds meer domeinen. Voor bet Hof van Justitie als boogste recbtscollege binnen deze recbtsorde is dan ook een bijzonder zware taak weggelegd. Deze werd daarenboven bemoeilijkt door de inertie en in beperkte mate zelfs de disfunctionaliteit van de gemeenschapswetgever in wezenlijke gebieden van bet gemeenscbapsrecbt (bijvoorbeeld i.v.m. de artikelen 57 en 100 EEGVerdrag). V oor de oplossing van dit institutioneel probleem werden de mogelijkheidsvoorwaarden gecreeerd in de Eenheidsakte en bet Unieverdrag, namelijk bet aanpassen van bepaalde wetgevingsprocedures. 125
Tocb lijkt de bemerking van KUTSCHER bij de opdracbt van bet Hofvan Justitie niets van haar actualiteit te bebben verloren. "La structure constitutionele de la Communaute confere la Cour de justice un rang egal celui des autres institutions. Liee par les seuls Traites, elle statue avec effet obligatoire sur !'interpretation du droit communautaire, sur la validite du droit derive et sur la conformite aux dispositions du Traite, du comportement du Conseil, de la Commission et des Etats-Membres ... Elle exerce des fonctions qui combine la fois celle d'une cour constitutionnelle, d'une juridiction administrative et d'une juridiction civile.".
a
a
a
Gelet op deze specifieke omstandigheden waarin bet Hof van Justitie gevraagd wordt interpretatievraagstukk:en op te lossen, za1 bet Hof vaak genoodzaakt zijn zijn toevlucbt te zoeken tot technieken die bet toelaten om in te spelen op bet onvoltooide, op integratie gericbte gemeenschapsrecbt.
125
KUTSCHER, H., I.e., 136.
399
De meest dienende methoden terzake blijken de systematische en de teleologische interpretatiemethoden te zijn, eventueel aangevuld met het principe van "l'effet utile". Een letterlijke of strikt historische interpretatie kunnen hier geen uitkomst bieden omdat zij een eerder statisch karakter vertonen : de mogelijkheid is niet voorhanden om enige evolutie in de draagwijdte van de bepaling te erkennen, want de betekenis die blijkt na consultatie van de voorbereidende werken of na een linguistische analyse blijft dezelfde. Bovendien wordt zij los van externe factoren (zoals economische, sociale of politieke omstandigheden) bepaald, zodat deze methoden in veel mindere mate kunnen voldoen aan de specifieke eisen die een autonome, doch in wording zijnde, evolutieve rechtsorde stelt. "Droit interne mais, d'un systeme inacheve et en voie d'achevement graduel, voila le lien profond entre la nature de la Communaute et les methodes d'interpretation du systeme juridique communautaire 126 • "
IV.BESLmT
Er mag worden aangenomen dat interpretatie de intellectuele activiteit is van de rechter die ertoe strekt de betekenis en de draagwijdte van een regel of een begrip te bepalen, voor zover deze activiteit zich situeert binnen de grenzen van de rechterlijke functie en zich onderscheidt van de toepassing van die regel of dat begrip op een concrete situatie. Bij onderzoek van de rechtspraak van het Hof van Justitie blijkt dat het Hof bij het voltrekken van deze intellectuele bezigheid een aantal technieken toepast (de letterlijke methode, de historische, de rechtsvergelijkende, de systematische, de teleologische) en tevens het principe van de effectiviteit hierbij als maatstaf hanteert. Uit deze analyse is gebleken dat het Hof een (sterke) voorkeur wegdraagt voor de teleologische en de systematische techniek (zonodig aangevuld met het principe van de effectiviteit). Deze preferentie is geen toeval. Zij is nauw verbonden met de specifieke kenmerken van de rechtsorde waarbinnen het Hof functioneert. Deze bieden het Hof met name de mogelijkheid aan om zijn complexe opdracht (zoals KUTSCHER het terecht opmerkte : zowel van een grondwettelijk, administratief en burgerlijk rechtscollege) naar behoren te vervullen en tegemoet te komen aan de eisen van het autonome doch tevens onvoltooide gemeenschapsrecht. 126
MERTENS DE WILMARS, J., I.e., 20.
400
Ondanks deze overduidelijke tendens in de rechtspraak van bet Hof van Justitie, lijkt het aangewezen dit werk te besluiten met een relativerende noot. In de concrete gevallen, zoals ze aan het Hof worden voorgelegd, doet een interpretatievraagstuk zich vaak voor als een complex, onontwarbaar kluwen. In zulke gevallen, en ze zijn talrijk, zal het Hof zich niet beperken tot het aanwenden van een of twee interpretatietechnieken doch zal het de resultaten van verschillende methoden aan elkaar toetsen om aldus een aanvaardbare oplossing te bereiken, in het Iicht van de specifieke noodwendigheden van de gemeenschapsrechtsorde.
Aper~u general
L'article traite de !'interpretation faite par la Cour de justice de la Communaute europeenne, plus precisement de toutes les etapes intellectuelles que la Cour entreprend avant d'appliquer une regie de droit a un cas concret et ceci dans les limites de la fonction jurisdictionelle. Les differentes methodes dont Ia Cour se sert et Ia fa~on dont elle s'en sert pour parvenir a une interpretation "utile" avant d 'appliquer Ia regie de droit sont analysees. La jurisprudence de Ia Cour montre une preference pour certaines methodes. Ceci peur etre explique par les caracteristiques specifiques de 1' ordre communautaire.
401