27-08-2015
Startnotities Inkoop Nieuwe Wmo 2016 Gemeente Ede Inleiding De gemeente Ede start ten behoeve van de inkoop nieuwe Wmo 2016 samen met de aanbieders voor begeleiding en ondersteuning met een bestuurlijke aanbesteding. We zien het als onze opgave om voldoende begeleiding en ondersteuning in te kopen binnen de daarvoor beschikbare middelen. De ingekochte begeleiding en ondersteuning voor de inwoners moet doelmatig en effectief zijn. Daarnaast is er ook de opgave om de gewenste transformatie te stimuleren zodat de inhoud van de ondersteuning beter gaat aansluiten bij de Edese visie op de toekomstige zorg, begeleiding en ondersteuning. Het doel van dit inkooptraject is om met de inkoop van de nieuwe Wmo gezamenlijk met onze partners te komen tot een passend aanbod voor onze inwoners. Het beoogde inkoopproces heeft een korte en een langere termijn horizon. Met deze aanbesteding willen we afspraken maken voor 2016 en verder. Daarnaast zien we een aantal inhoudelijke en financiële opgaven die we gedurende het inkoopproces met elkaar nader gaan uitwerken. Het bestuurlijk aanbesteden is een dynamisch proces, waarin de inhoud, aanpak en werkwijze in de loop van de tijd kunnen verschuiven. Bijvoorbeeld op basis van nieuwe ervaringen, opgedane inzichten of verandering in wet- en regelgeving. In deze aanbesteding werken aanbieders, de kernpartners van de Nuldelijn, de gemeente Ede en andere betrokkenen nauw met elkaar samen om uiteindelijk tot een passend, werkbaar en betaalbaar ondersteuningsaanbod voor onze inwoners te komen. Dit is een gezamenlijke opgave, waarin we elkaars expertise zo goed mogelijk benutten en ieder de verantwoordelijkheid neemt die in zijn rol nodig is. In de startnotities wordt de opgave per overlegtafel en werkgroep weergegeven.
Inkoopdoelstellingen Dit is het tweede jaar waarin wij met aanbieders afspraken maken over de begeleiding en ondersteuning voor onze burgers. De gemeente wil sturen op maatschappelijke doelen: het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking op een zo kosteneffectief mogelijke wijze. Aanbieders moeten vrijheid krijgen bij de wijze waarop zij die doelen willen bereiken, en tegelijkertijd moet de gemeente inzicht hebben in de werkwijze die aanbieders gaan toepassen en de resultaten die daarmee worden behaald. Voor de komende jaren streven wij naar een inkoopkader: -dat het cliëntbelang als uitgangspunt heeft -met maximaal maatwerk voor de cliënt, (informele zorg, collectieve voorzieningen, algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen) -dat bijdraagt aan de ontschotting tussen domeinen en producten -dat een samenhangende aanpak bevordert tussen de (informele en formele) nuldelijn en aanbieders uit de eerste en tweede lijn -dat bijdraagt aan de transformatiedoelstellingen: niet door de transformatie als separate missie of pilot te positioneren, maar als inclusief en integraal onderdeel van de prestatieafspraken -dat de substitutie van zware naar lichte zorg bevordert -dat op een adequate manier subsidies en inkoopbudgetten met elkaar verbindt tot een financieel kader voor het sociaal domein -dat bureaucratische procedures beperkt -waarmee het welbevinden van inwoners wordt vergroot. Deze doelstellingen zijn ambitieus en vragen om creativiteit en inzet van zowel de gemeente als van de aanbieders. Het realiseren van deze doelstellingen vraagt ook om tijd en realisme. Niet alles zal in 2016 al gerealiseerd zijn of al kunnen worden opgepakt.
Overlegtafels en werkgroepen In deze aanbesteding werken we met overlegtafels en werkgroepen. Er zijn twee fysieke overlegtafels namelijk voor extramurale Wmo en voor Beschermd Wonen. Daarnaast wordt gewerkt met een zestal werkgroepen: Beschermd Wonen, Individueel en Groep, Ondersteuningsarrangementen en Partnerschap,
Bedrijfsvoering, Toegang en Sociaal Teams en Technologische Vernieuwing. Waar aan de overlegtafels (zowel fysieke als digitale overlegtafels) concrete voorstellen worden besproken en afspraken worden gemaakt, wordt in de werkgroepen het inhoudelijke voorwerk verricht.
Opdracht fysieke overlegtafels De opdracht van de fysieke overlegtafels is het komen tot concept deelovereenkomsten welke in de vorm van een advies worden aangeboden aan het college van B&W. Er wordt binnen de fysieke overlegtafel gestreefd naar unanieme oordeelsvorming. De fysieke overlegtafels stellen bij de eerste overlegtafel de opdracht voor de werkgroepen vast. Sommige werkgroepen hangen onder één overlegtafel, andere werkgroepen genereren informatie die voor meerdere overlegtafels relevant is. De leden van de overlegtafels bewaken de integraliteit en stellen de opdracht van de werkgroepen vast. Indien gewenst kunnen de twee overlegtafels gezamenlijk de uitkomsten van de werkgroepen die integraal van aard zijn bespreken. In de startnotities wordt soms verwezen naar vastgestelde beleidsnotities, de genoemde notities zijn te vinden op de website van de gemeente Ede (www.ede.nl/inkoopwmo).
Looptijd De fysieke Overlegtafels en werkgroepen komen in de periode september-november 2015 bijeen.
Financieel kader 2016 De financiële opgave voor de overlegtafels ziet er als volgt uit: N.B. Deze cijfers staan onder embargo tot het moment van vaststelling door het College gepland op 1 september aanstaande. Conceptvoorstel invulling WMOtaakstelling 2016
Kader 2015
Bestaande kaderwijziging
Voorstel invulling taakstelling Circulaires
Kader 2016
% tov 2015
MAATWERKVOORZIENINGEN - ZIN: Maatwerkvoorzieningen - stelpost Maatschappelijke ondersteuning - huiskamers Maatwerkvoorzieningen algemeen verzilvering BW
62.000
60.000
122.000
96,8%
120.000
60.000
180.000
50,0%
-423.000
-423.000
0,0%
Begeleiding individueel - ZIN
5.135.000
-34.000
-663.000
4.438.000
-13,6%
Begeleiding groep - ZIN
3.545.000
-15.000
-182.000
3.348.000
-5,6%
-53.000
607.000
-8,0%
8.000
0,0%
-399.000
1.697.000
-19,8%
30.000
-579.000
-4,9%
-1.415.000
13.770.000
Persoonlijke verzorging - ZIN
660.000
Kortdurend verblijf - ZIN
8.000
MAATWERKVOORZIENINGEN - PGB: Maatwerkvoorzieningen - PGB
2.117.000
-21.000
MAATWERKVOORZIENINGEN - Eigen Bijdragen: Maatwerkvoorzieningen - eigen bijdragen
-609.000
Totaal decentralisatie AWBZ -WMO Beschermd Wonen Kader WMO Wijziging in % Wijziging in €
2015
15.218.000
2016
2017
-33.000 2018
2019
2020
16.946
17.035
17.786
18.335
18.753
18.752
6,3%
6,8%
11,6%
15,0%
17,6%
17,6%
1.003
1.092
1.843
2.392
2.810
2.809
De financiële taakstelling voor 2016 moet worden gerealiseerd in de werkgroepen Individueel en Groep en in de werkgroep Beschermd Wonen. De andere vier werkgroepen zijn gericht op de inhoudelijke transformatieopgave voor de lange termijn.
Samenstelling en rolverdeling fysieke Overlegtafels Deelnemers aan de fysieke Overlegtafel extramurale Wmo zijn: Gemeente Ede Gemeente Ede Gemeente Ede Opella Siza Bethanië Stichting Icare ’s Heeren Loo Stichting Verian Stichting Philadelphia RIBW A.V.V. Nuldelijn Coöperatie Boer en Zorg Zorgboerderij de Hooilanden
Mw. Saskia Visser (Voorzitter) Mw. Saskia van Aggelen (Secretaris) Mw. Mertha Guldemond (Notulist) Dhr. Peter Bosselaar Dhr. Philip Backx Mw. Aline Poolen Dhr. Marc de Vries Mw. Anke Visserman Mw. Pam ter Steeg Dhr. Jaap Hagedoorn Dhr. Paul Roeland Mw. Jolien Kohlmann Mw. Anita de Vries Mw. Floor de Kanter
E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected]
Deelnemers aan de fysieke Overlegtafel Beschermd Wonen zijn: Gemeente Ede Gemeente Ede Gemeente Ede Lievegoed Eleos RIBW A.V.V. Stichting Parousie GGZ Centraal Leger des Heils Gelderland Nuldelijn
Dhr. Ted Benschop (Voorzitter) Mw. Helen Snel (Secretaris) Mw. Simone Heij (Notulist) Mw. Liesbeth Zaayer Dhr. Christiaan Kapaan Mw. Hillegonde van den Berg Mw. Fransis Bus Dhr. Jelle van de Kraats Mw. Tiny Vriezen Dhr. Bas Holvast
E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected] E:
[email protected]
Bij de selectie van deze aanbieders is gelet op een evenredige afspiegeling: groot/midden/klein, VG/GGZ/ V&V, zorgboeren, bestaande/ nieuwe aanbieders, wel/niet identiteitsgebonden. Een belangrijke randvoorwaarde is dat deelnemers aan de fysieke Overlegtafels in ieder geval tot en met kwartaal 1 van 2016 betrokken kunnen zijn. Daarnaast is het noodzakelijk dat de deelnemers mandaat en beslissingsbevoegdheid hebben. De andere aanbieders en geinteresseerden kunnen via de digitale overlegtafel meepraten, voorstellen inbrengen etc. (www.ede.nl/inkoopwmo).
Vergaderdata Alle overleggen vinden plaats in het raadhuis van de gemeente Ede. De vergaderingen van de fysieke overlegtafels zijn openbaar. Fysieke overlegtafel Extramurale Wmo 1 september 11.00-13.30 uur A301 29 september 8.30-10.30 uur A403 3 november 9.30-12.00 uur A403 Fysieke overlegtafel Beschermd Wonen 2 september 10.00-12.30 uur A301 30 september 10.00-12.30 uur A301 4 november 13.00-15.30 uur A403
Startnotitie Werkgroep Individueel en Groep
1. Inleiding De gemeente Ede heeft als taak de begeleiding en ondersteuning voor haar inwoners te organiseren, passend bij de transformatieopgave en binnen de verder krimpende financiële kaders. Voor 2016 kiest de gemeente Ede voor het model van Bestuurlijk Aanbesteden. Dat betekent dat er twee afspraken worden gemaakt: (1) een afspraak over het proces van aanbesteden en (2) inhoudelijke afspraken over het leveren van begeleiding en ondersteuning voor de inwoners. Gemeente en aanbieders onderhandelen over de procesafspraken en de inhoudelijke afspraken aan overlegtafels. Uiteindelijk stelt het College - gehoord de dialoog - de definitieve tekst van het contract vast. De taak van de werkgroep Extramurale Wmo is input leveren aan de inhoudelijke overlegtafel ten behoeve van de (concept)deelovereenkomst Extramurale Wmo. Extramurale Wmo bestaat in 2015 uit Individuele Begeleiding, Dagbesteding en Kortverblijf. Deze maatwerkvoorzieningen zijn toegankelijk na een deskundig oordeel. Een gedeelte van Persoonlijke Verzorging is in 2015 onderdeel van de Wmo. Bekeken zal worden hoe hieraan vanaf 2016 invulling te geven, bijvoorbeeld als onderdeel van begeleiding. In deze startnotitie gaan we kort in op de transformatie, de randvoorwaarden, resultaten, samenstelling en planning van de werkgroep Extramurale Wmo.
2. Transformatie van het Sociaal Domein Aan transformatie werken betekent ander gedrag stimuleren bij aanbieders, professionals, inwoners en de gemeente zelf. We zijn samen op zoek naar oplossingsgericht gedrag en werkwijzen waardoor zoveel mogelijk inwoners zelfredzaam zijn en maximaal kunnen deelnemen aan de samenleving. De keuze om de inkoop voor 2016 via Bestuurlijk Aanbesteden te organiseren, vloeit hieruit voort. Dit inkoopmodel maakt het mogelijk dat partijen samen de dialoog voeren en transformatieplannen verder doorontwikkelen. In de themanotitie transitie AWBZ 'Verder bouwen aan het Sociaal Domein: Kanteling vraagt een zet' staat een groot aantal inhoudelijke denkrichtingen over hoe de gemeente vorm wil geven aan de transformatie. Deze denkrichtingen geven basis aan de vervolgstappen die gezet worden in de Extramurale Wmo. Het Inkoopplan nieuwe Wmo 2016 geeft ook concrete handvatten voor de vernieuwingen voor extramurale Wmo. Gedacht wordt aan o.a.: - nieuwe en minder kostbare vormen van (individueel) begeleidingsaanbod, dagbesteding, arbeidsmatige activering - intensivering samenwerking met de nulde lijn - technologische vernieuwing - vermindering van instroom (preventie, alternatieve laagdrempelige ondersteuning) - versnelling van doorstroom en uitstroom - aanpak 16-23 jarigen (ontschotting Jeugdwet en Wmo). Tenslotte kan de werkgroep voor uitwerking van de concrete transformatie denken aan alle innovaties die momenteel door aanbieders en andere gemeenten worden ontwikkeld of in uitvoering gebracht. Ook kunnen experts worden geconsulteerd. Voorbeelden van nieuwe producten zijn: - combinatie van diverse vormen van begeleiding (gezamenlijk, digitaal en individueel) om kosten te verminderen; - combinaties van Huishoudelijke Hulp en Begeleiding Individueel, mede in relatie tot Persoonlijke Verzorging; - huiskamer als laagdrempelige ontmoetingsplekken voor groepsbegeleiding in de buurt.
3. Randvoorwaarden financieel Het College heeft een aantal besluiten genomen over de financiële randvoorwaarden. De inkoop dient plaats te vinden binnen het beschikbare (landelijk toegekende) budget en daar waar nodig en mogelijk wordt een generieke korting per onderdeel aangehouden.
Dit voorjaar bleek dat Ede naast de al eerder landelijk opgelegde bezuinigingen uit vorige jaren (ca 15%), vanaf 2016 een nieuwe korting opgelegd krijgt. Dit is het gevolg van de invoering van een nieuw verdeelmodel tussen gemeentes, gebaseerd op objectieve gegevens (ipv historische gegevens). Dit betekent dat het budget voor maatwerkvoorzieningen (Individuele Begeleiding, Dagbesteding en Kortdurend Verblijf) 8% daalt ten opzichte van 2015, oplopend tot ca 19% in 2020 (tov 2015). De werkgroep dient dus tenminste rekening te houden met een korting van 8% in 2016, én heeft de opdracht te zoeken naar duurzame oplossingen voor de jaren erna. Het meerjarig financieel kader Extramurale Wmo (x € 1.000,-) ziet er na de meicirculaire 2015 als volgt uit: Meerjarig kader WMO-3D
Budget 2015
WMO overig maatwerk - zin maatwerk – pgb eigen bijdrage taakstelling
€ 14.986 € 4.603 € 9.045 € 1.885 € (609) € 62
% -1,5% 0,0% 0,0% -11,0% 0,0%
Budget 2016 € 13.770 € 4.372 € 8.158 € 1.697 € (579) € 122
% -9,5% -5,0% -9,8% -19,8% -4,9%
Basis 2020 € 12.351 € 4.224 € 8.158 € 1.697 € (579) € (1.149)
Naast de Rijksuitkeringen is er bij de Extramurale Wmo sprake van inkomsten uit eigen bijdragen. Verder: - Voor de Extramurale Wmo gelden vanaf 2016 geen omzetplafonds per aanbieder meer. - Er is geen afzonderlijk transformatiebudget: de eerder beschreven transformatieopgave maakt onderdeel uit van de contractafspraken. Concrete invulling van de financiële Wmo-taakstelling 2016 is opgenomen in de bijlage. In deze bijlage zijn ook enkele aannames gedaan over de ontwikkeling van dagbesteding en individuele begeleiding. De werkgroep kan deze aannames en overwegingen bij haar opdracht betrekken. Verder zijn voor de werkgroep de productiecijfers en mate van uitputting 2015 beschikbaar, en een notitie over het speelveld van de gemeente.
4. Opdracht aan de werkgroep Transformatie is - naast de inhoudelijk gewenste overwegingen - door de krimpende financiële kaders een must. Dezelfde dienstverlening blijven bieden voor een veel lager tarief is onmogelijk. Moedige en drastische acties zijn nodig. We vragen dus lef en ondernemerschap van de leden van de werkgroep, en innovatiezin. Daarnaast vragen we ook realiteitszin. In zeer korte tijd (3 bijeenkomsten) vragen wij de werkgroep bruikbare input voor de Inhoudelijke Overlegtafel te leveren ten behoeve van de inkoop van 2016. De werkgroep Extramurale Wmo levert het volgende op: 1. Een aantal nader te bepalen onderdelen van de conceptdeelovereenkomst over hoe kwetsbare inwoners kunnen worden geholpen met maatwerkvoorzieningen. Die ondersteuning krijgt nu vooral vorm via Begeleiding (inclusief Persoonlijke Verzorging), Dagbesteding en Korterblijf. Waar mogelijk neemt de werkgroep ook nieuwe maatwerkvoorzieningen op in haar voorstel, mits passend binnen de totale financiële kaders en transformatie-uitgangspunten. In de conceptovereenkomst staan ook tarieven of een tarievenopbouw voor de diverse maatwerkvoorzieningen. Overigens kan de werkgroep ook met een ander voorstel komen dan de hierboven genoemde p x q systematiek om resultaatafspraken te maken. Dit zou per type maatwerkvoorziening kunnen variëren. Ook hiervoor geldt dat de voorstellen concreet realiseerbaar dienen te zijn voor 2016. Verder beschrijft de werkgroep hoe de afgesproken productie of afgesproken resultaten kunnen worden gemonitord. 2. De werkgroep komt met een plan van aanpak voor thema’s/onderwerpen die vanaf 2016 verdere uitwerking behoeven.
5. Samenstelling werkgroep Extramurale Wmo De deelnemers van de werkgroep zijn medewerkers van aanbieders en de gemeente. Zijn nemen deel op basis van hun inhoudelijke expertise.
Een belangrijke randvoorwaarde voor de voortgang en continuïteit is dat deelnemers aan de werkgroepen in ieder geval tot en met november 2015 betrokken kunnen zijn, en tijd hebben om bij de vergaderingen aanwezig te zijn, de vergadering voor te bereiden en eventueel huiswerktaken uit te voeren. De werkzaamheden van de werkgroep zullen naar verwachting ook nog in 2016 voortgezet worden. We verwachten in principe een positieve bereidheid van de aanbieders in de werkgroep om ook in 2016 hieraan een bijdrage te leveren. Het spreekt voor zich dat met het oog op het eindresultaat (zie onder 4) de samenstelling van de werkgroep per 2016 mogelijk nog kan wijzigen, Leden van de werkgroep: - Coöperatie Boer en Zorg - Harmonie in Hulp en Zorg - Vilente - Bethanië - Opella - ’s Heeren Loo - Stichting IBASS - Johanniter Opvang - RIBW AVV - Nieuwland - GGZ Centraal -
Coby van Ginkel NN Patricia Vermeulen Maaike Bulten Elsbeth van der Hoeven Marian Petersen NN Elize Lam Elsbeth Visser Michael Kleiweg Jelle van de Kraats
Procesbegeleider: Marieke Seip(gemeente Ede) mailadres:
[email protected]. Inhoudelijk secretaris: Jeanet Bouw (gemeente Ede) mailadres:
[email protected]. Overge betrokkenen vanuit de gemeente: Patricia van Stuivenberg, Ina Roelfsema, Helen Snel, Bram Koppenaal.
6. Tijdspad en doel van de overleggen De bedoeling is om in 3 bijeenkomsten teksten te leveren die de overlegtafel kan opnemen in de conceptovereenkomst. Dat betekent dat we werken met een strakke planning, en vraagt ook van de deelnemers commitment om zich daarvoor in te zetten. Vooralsnog gaan we grofweg uit van de volgende driedeling: 1. Verkenning 2. Verdieping 3. Afronding Onderwerpen per vergadering 1. Verkenning • Ter voorbereiding: stukken gelezen. Tijdens de eerste bijeenkomst is er ruimte voor vragen, opmerkingen, toelichtingen. • Uitleg werkwijze, combinatie/samenwerking met andere werkgroepen, planning etc • Waar ziet iedereen de meeste transformatiemogelijkheden (zie overzicht hoofdstuk 2) in combinatie met de 8% generieke korting • Welke andere innovatieve ideeën hebben we nog op het netvlies? • Bepalen criteria prioritering thema’s • Keuze welke thema's we oppakken • Afstemmen hoe gaan we verdiepen? Welk format gebruiken we daarvoor? Bijvoorbeeld: o Kwantificering thema (omvang, aantallen, financiën) o Wat willen we bereiken (beoogd resultaat)? o Wat is daarvoor nodig? o Producten en tarieven o Monitoring en kwaliteitsbewaking. • Kunnen we enkele voorbeelden (bijv. huiskamers, individuele begeleiding digitaal) door laten rekenen op wat het effect is • Welke expertise hebben we buiten de werkgroepleden nog nodig? Welke expertise is binnen de gemeente beschikbaar? Welke expertise zal elders gehaald moeten worden? • Welke afspraken maken we voor de tweede bijeenkomst? 2. Verdieping • Verdieping op de geprioriteerde thema’s volgens het vastgestelde format • Uitvoeren verdieping zoals in eerste vergadering overeen gekomen
• •
Wat betekent deze verdieping voor de overeenkomsten? Plan van aanpak niet-geprioriteerde thema’s voor 2016 e.v. Welke afspraken maken we voor de derde bijeenkomst?
3. Afronding • Vaststellen verdieping per geprioriteerde thema’s • Vastellen teksten inkoopcontract • Plan van aanpak t.b.v. de vanaf 2016 op te pakken thema’s • Welke open eindjes zijn er nog? • Afsluiting, terugblik op het proces Planning (inclusief een reservebijeenkomst) Datum, tijd en plaats bijeenkomst Maandag 14 september, 13.30 - 16.00 uur, A405 Maandag 21 september, 13.00 - 15.30 uur, A405 Maandag 12 oktober, 15.30 - 17.30 uur, A301 Maandag 19 oktober, 12.30 - 15.00 uur, A303
Stukken gereed Maandag 7 september Donderdag 17 september Donderdag 8 oktober Donderdag 15 oktober
7. Communicatie werkgroepleden onderling en met andere werkgroepen Enkele dagen voor de vergaderingen worden stukken digitaal verzonden aan de leden van de werkgroep. Daarbij is het voorstel om via intranet van de gemeente een besloten groep te starten waarin alle leden van de werkgroep Extramurale Wmo gemakkelijk de relevante informatie kunnen vinden, elkaar suggesties kunnen doen en vragen kunnen stellen, teksten tussentijds kunnen becommentariëren etc. Bij het inkooptraject zijn in totaal 6 werkgroepen betrokken die allemaal de overlegtafel voorzien van conceptteksten voor de conceptovereenkomst. De werkgroepen zijn: 1. Extramurale Wmo 2. Beschermd Wonen 3. Toegang en Sociaal Teams 4. Ondersteuningsarrangementen en Partnerschap 5. Technische Innovatie 6. Bedrijfsvoering Er is sprake van raakvlakken tussen de verschillende werkgroepen.. Daar waar nodig vindt hierover tussen de werkgroepen afstemming plaats, met name via de secretarissen van de werkgroepen.
Bijlage 1 conceptvoorstel invulling taakstelling 2016 WMO: Conceptvoorstel invulling WMO-taakstelling 2016
Kader 2015
Bestaande kaderwijziging
Voorstel invulling taakstelling Circulaires
Kader 2016
% tov 2015
MAATWERKVOORZIENINGEN - ZIN: Maatwerkvoorzieningen - stelpost Maatschappelijke ondersteuning - huiskamers Maatwerkvoorzieningen algemeen - verzilvering BW
62.000
60.000
122.000
96,8%
120.000
60.000
180.000
50,0%
-423.000
-423.000
0,0%
Begeleiding individueel - ZIN
5.135.000
-34.000
-663.000
4.438.000
-13,6%
Begeleiding groep - ZIN
3.545.000
-15.000
-182.000
3.348.000
-5,6%
-53.000
607.000
-8,0%
8.000
0,0%
-399.000
1.697.000
-19,8%
30.000
-579.000
-4,9%
-1.415.000
13.770.000
Persoonlijke verzorging - ZIN
660.000
Kortdurend verblijf - ZIN
8.000
MAATWERKVOORZIENINGEN - PGB: Maatwerkvoorzieningen - PGB
2.117.000
-21.000
MAATWERKVOORZIENINGEN - Eigen Bijdragen: Maatwerkvoorzieningen - eigen bijdragen
-609.000
Totaal decentralisatie AWBZ -WMO
15.218.000
-33.000
Toelichting voorstel invulling taakstelling: - Generieke korting: Het budget van het rijk daalt in 2016 met 8% ten opzichte van 2015. - Inkomensondersteuning: Generieke korting van 8%. Aanvullende middelen in 2017 (€ 306.000) mogelijk in te zetten voor de taakstelling verdeelmodel vanaf 2017. - Passende ondersteuning: Structurele deel van beschikbare middelen ad € 40.000 afgeraamd. Resterend budget van € 310.000 is incidenteel van aard en loopt in meerjarig kader naar nul. - Mantelzorg: Geen korting, betreft stimulerend beleid en budgetten sluiten aan met raadsvoorstel. - Doventolk: Geen korting, landelijk bepaald budget. - cliëntondersteuning: Budgetruimte 2015 bedroeg € 54.000. Dit bedrag met aanvullende generiek korting van 8% is toegepast. - Sociale wijkteams: Geen korting. Benodigde middelen momenteel ontoereikend om coördinatoren te financieren. Aanvullende dekking via stelpost sociaal domein. - Uitvoeringskosten: Geen korting. Op basis van evaluatie in 2016 worden de uitvoeringskosten 2017 mogelijk bijgesteld. - Hulp bij het Huishouden: Aanvullend budget conform voorstel Hulp bij Huishouden 2015/2016. Vanaf 2017 is deze aanvulling niet meer noodzakelijk. - Maatwerkvoorzieningen – stelpost: Resterend budget, buffer ten behoeve inkoopplan. - Huiskamers: Budget betreft stimulerend beleid. Budget voor 2016 met 50% verhoogd. - Verzilvering BW: Betreft overheveling van kosten op indicaties Beschermd Wonen, maar extramuraal verzilverd. - Begeleiding individueel: Naast een generieke korting van 8%, wordt hier het budget gekort met 5% als verschuiving naar de groepsbegeleiding. - Begeleiding groep: Ook hier een generieke korting van 8%, maar aangevuld met gedeelte (40%) van de verschuiving vanuit het budget individuele begeleiding. - Persoonlijke verzorging: Generieke korting van 8%. - Persoonsgebonden Budget: Huidig beeld is dat de ramingen te hoog zijn vastgesteld. Bijstelling valt om die reden hoger uit. Ook zien we hier het effect van de uitbetaling via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In dit budget lijkt vooralsnog ook financiële ruimte te zitten voor de taakstellingen na 2017. - Eigen bijdragen: Huidige raming met voorzichtigheid te benaderen. Informatie is nog onvoldoende voorhanden. Wel is aanname gedaan dat de eigen bijdragen door de neerwaartse ontwikkelingen van de budgetten ca. 5% gaat dalen. Het meerjarig kader (x € 1.000) ziet er met invulling van het het voorstel 2016 als volgt uit: Meerjarig kader WMO-3D WMO overig
Budget 2015 € 14.986 € 4.603
% -1,5% 0,0%
Budget 2016 € 13.770 € 4.372
% -9,5% -5,0%
Basis 2017 € 12.987 € 4.274
% -14,7% -7,1%
Basis 2018 € 12.469 € 4.244
% -18,1% -7,8%
Basis 2019 € 12.315 € 4.224
% -19,1% -8,2%
Basis 2020 € 12.351 € 4.224
% 18,8% -8,2%
maatwerk - zin maatwerk – pgb eigen bijdrage taakstelling
€ 9.045 € 1.885 € (609) € 62
0,0% -11,0% 0,0%
€ -9,8% 8.158 € -19,8% 1.697 € -4,9% (579) € 122
€ 8.158 € 1.697 € (579) € (563)
-9,8% -19,8% -4,9%
€ 8.158 € 1.697 € (579) € (1.051)
-9,8% -19,8% -4,9%
€ 8.158 € 1.697 € (579) € (1.185)
-9,8% -19,8% -4,9%
€ 8.158 € 1.697 € (579) € (1.149)
De korting in 2016 op de Maatwerkvoorzieningen – ZIN bedraagt zo’n 10%. Het huidige halfjaarbeeld geeft ook een onderuitputting te zien van ca. 10%. Daarmee lijkt realisatie van deze taakstelling voor de aanbieders een haalbare kaart, waarbij de omzet niet boven huidig halfjaarbeeld moet uitkomen. De korting op Maatwerkvoorzieningen – PGB valt hoger uit, maar is technisch van aard, gezien huidige ramingen niet aansluiten bij het halfjaarbeeld 2015.
Invulling transformatie doelstellingen Uit bovenstaand financieel overzicht blijkt dat we de komende jaren (tot 2020) te maken krijgen met een totale teruggang in budget van bijna 19%. Voor 2016 lijken de effecten van de lagere budgetten mee te vallen, dit door een hogere landelijke bijdrage als gevolg van een herziening van het verdeelmodel en een lagere realisatie van zorg dan waarbij is uitgegaan bij de contractering. Desalniettemin ligt er voor de komende jaren nog altijd een behoorlijke taakstelling. De taakstelling heeft ertoe geleid dat voor 2016 het ‘Inkoopplan nieuwe Wmo 2016’ is opgesteld waarin een aantal transitierichtingen staan genoemd. Deze transitierichtingen zijn: Extramuraal 1. Een nieuwe wijze van toeleiding / toekenning van zorg Hierbij kan gedacht worden aan de versterking van de sociale teams en de persoonlijke gesprekken met cliënten over hun mogelijkheden en hulpvraag de
2. Van professionele ondersteuning naar 0 lijn / vrijwilligers We zetten in op meer gebruik van algemene voorzieningen en vrijwilligers en mantelzorgers waardoor minder sprake is van professionele ondersteuning. 3. Technische vernieuwing / anders organiseren zorgarrangement We gaan kijken naar de mogelijkheden voor een andere wijze van inrichting van de zorg rond de cliënt, waar mogelijk ondersteund door technologische vernieuwingen Langs bovenstaande transformatiedoelstellingen moet een invulling worden gegeven aan de taakstelling op maatwerkvoorzieningen ZIN (m.n. Bgind, BGGroep en PV) en PGB 4. Individueel naar groep (groepsbegeleiding, bij voorkeur arbeidsmatig, waar mogelijk als vervanging van individuele begeleiding) Waar cliënten individueel begeleid worden, zal worden gekeken naar de mogelijkheden van groepsbegeleiding als alternatief. Een besparing op de maatwerkvoorziening ZIN Bg kan leiden tot een (kleinere) toename van de te besteden op Bg-groep. 5. Eigen bijdrage Met de mogelijkheid voor een eigen bijdrage moet voorzichtig worden omgegaan. Een eigen bijdrage kan een drempel opwerpen voor het gebruik van zorg, maar dit kan ook mensen ervan weerhouden zich te wenden tot noodzakelijke zorg. Wel kan het een mogelijkheid zijn als een cliënt bewust kiest voor een duurdere vorm van zorg waar mogelijkheden zijn voor goedkopere alternatieven. Er is gekozen om op het terrein van eigen bijdragen vooralsnog een beperkte taakstelling op te nemen.
-9,8% -19,8% -4,9% -7,6%
Startnotitie Werkgroep Beschermd Wonen
1. Inleiding Beschermd Wonen (BW) is voor mensen vanaf 18 jaar met psychische kwetsbaarheid die (tijdelijk) toezicht of begeleiding, 24 uur per dag in de nabijheid nodig hebben (ZZP GGZ-c). Deze intramurale ondersteuning vindt plaats binnen de centrumgemeente Ede, waarvan de gemeenten Barneveld, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Wageningen en Ede deel uitmaken (Valleiregio). De in te kopen BW-voorzieningen zijn de gezamenlijke capaciteit binnen de Valleiregio. De inkoopverantwoordelijkheid is belegd bij de gemeente Ede. Over beleid en inkoop vindt met de andere gemeenten ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats.
2.
Randvoorwaarden inhoudelijk
Aan transformatie werken betekent ander gedrag bij aanbieders, professionals, inwoners en de gemeenten zelf. Samen op zoek naar oplossingsgericht gedrag en werkwijzen waardoor zoveel mogelijk inwoners zelfredzaam zijn en maximaal kunnen deelnemen aan de samenleving. De keuze om de inkoop voor 2016 via Bestuurlijk Aanbesteden te organiseren, vloeit hieruit voort. Dit inkoopmodel maakt het mogelijk dat partijen samen de dialoog voeren en transformatieplannen verder doorontwikkelen. Het inhoudelijk kader voor de inkoop BW bestaat uit: 1. Het inkoopplan Nieuwe Wmo 2016 (30 juni 2015) Belangrijke opgave voor Beschermd Wonen is: • Het zoveel mogelijk extramuraliseren van deze vorm van begeleiding en ondersteuning. • Het vergroten van de uitstroom uit BW. • Het, al dan niet in partnerschap, aanbieden van nieuwe en minder kostbare vormen van individuele begeleiding en dagbesteding. 2. Het Groeidocument Beschermd Wonen Valleiregio 2015-2017 (V1.0, 25 juni 2015) * Dit document is eind juni jl. vastgesteld door de wethouders van de Valleiregio. De daarin beschreven meerjarige visie/ontwikkelrichting heeft betrekking op de doelgroep voor wie binnen de Wmo het beschermd wonen tijdelijk is (groep herstel en participatie. Deze inwoners willen – net als iedereen – eigen regie op het zelfstandig wonen en leven in de samenleving. In de huidige situatie is dit nog niet helemaal naar wens of mogelijk. Om de eigen regie en zelfredzaamheid op de verschillende levensgebieden zo veel mogelijk te realiseren, zijn in het Groeidocument de volgende richtingen aangegeven: • Het inzetten van de voorziening BW alleen als het niet anders kan. Tijdelijk verblijf bij een instelling is noodzakelijk vanwege de 24 uur per dag toezicht of begeleiding. • Het bevorderen van thuis wonen door het ontwikkelen en op de lokale woningmarkt brengen van zelfstandige woonconcepten met ambulante professionele begeleiding en informele steunstructuur. De doelgroep huurt of koopt zelf en voor de formele ondersteuning kan men aanspraak maken op de Wmo. Thuis (blijven) wonen is dan mogelijk ondanks de problemen die men ondervindt in het dagelijkse leven vanwege de psychische kwetsbaarheid. • Het vergroten van de inclusie en participatiemogelijkheden van de doelgroep. Iedereen doet mee gebaseerd op zijn mogelijkheden. Hierin hebben wij als gemeenten vanuit het sociale domein een belangrijke rol. Ook geven wij de aanbieders van BW een expliciete taak om daaraan bij te dragen door een op maat en op maatschappelijke participatie gerichte begeleiding te bieden. * Op het moment van schrijven is het Groeidocument nog niet openbaar. Het document is/wordt namelijk door de Valleiregiogemeenten ingebracht bij het college en gemeenteraad.
De hiervoor genoemde transformatieopgave is om bedrijfseconomische redenen (BW de duurste Wmovoorziening) van belang. Daarnaast vanuit cliëntperspectief (de doelgroep wil eigen regie op wonen en leven).
3.
Randvoorwaarden financieel
Het meerjarige financiële kader Beschermd Wonen (x € 1.000) ziet er na de meicirculaire 2015 als volgt uit. Beschermd Wonen Kader WMO Wijziging in % Wijziging in €
2015
2016
16.946
2017
2018
2019
2020
17.035
17.786
18.335
18.753
18.752
6,3%
6,8%
11,6%
15,0%
17,6%
17,6%
1.003
1.092
1.843
2.392
2.810
2.809
• Naast de rijksuitkering is er bij BW sprake van inkomsten uit eigen bijdragen. • De middelen voor de inloopfunctie GGZ (€ 308.000) maken geen deel uit van het centrumgemeentelijk budget BW en zijn door het rijk toegevoegd aan de decentralisatie uitkering Maatschappelijke Opvang. Deze middelen worden echter wel betrokken bij het inkoopcontract Beschermd Wonen. • Invloed op het meerjarige kader BW hebben o.m.: - De mogelijke toekomstige openstelling van de Wet langdurige zorg voor de mensen met psychische kwetsbaarheid die BW levenslang nodig hebben. Dit kan leiden tot een herschikking van BWmiddelen. - Het toekomstige verdeelmodel BW op basis van objectieve normen, - Instroom in BW door ontwikkelingen als de bedden-afbouw in de GGZ, forensische instroom en de landelijke toegankelijkheid van BW, waardoor het BW-budget meer aangesproken wordt. - Realisatie van de transformatie zoals bedoeld in paragraaf 2 doet de aanspraak op BW weliswaar afnemen, maar het beroep op Wmo-voorzieningen toenemen. Dit vereist reallocatie van een deel van het BW-budget naar lokaal Wmo (van de gemeenten van de Valleiregio). • Het exacte inkoopkader BW voor 2016 wordt nog bepaald (wat is beschikbaar voor ZIN, Pgb, overgangscliënten e.d.). Deze interne actie vindt plaats < 2-9. 4.
Randvoorwaarden contractueel
Het contractuele kader: • Voor 2016 wordt voor Beschermd Wonen – net zoals in 2015 - een omzetplafond ingesteld. Na doorvoering van de gewenste vernieuwingen op inhoud en verblijfstermijnen kan mogelijk vanaf 2017 het omzetplafond (gedeeltelijk) worden losgelaten. • Gezien het feit dat voor BW-cliënten vanaf 1 januari een overgangsrecht van 5 jaar geldt (of korter als de indicatie eerder afloopt) en in verband met de lage uitstroom vanuit BW, zullen voor 2016 geen nieuwe aanbieders voor ZIN gecontracteerd worden. • Geen afzonderlijk transformatiebudget. De onder paragraaf 2 beschreven transformatieopgave maakt onderdeel uit van de contractafspraken. 5.
Opdracht aan de werkgroep
Transformatie is - naast de inhoudelijk gewenste overwegingen - door de druk op de financiële kaders noodzakelijk. Dezelfde dienstverlening blijven bieden voor een lager tarief is slechts een deel van de oplossing. Moedige en innovatieve acties zijn nodig. We vragen dus lef en ondernemerschap van de leden van de werkgroep. De werkgroep levert als eindresultaat aan de fysieke overlegtafel BW concrete uitwerkingen op als input voor het inkoopcontract 2016. Daarnaast wordt de overlegtafel inzicht gegeven in de financiële implicaties en –haalbaarheid. N.B. Bij voorkeur is het format inkoopcontract voor de werkgroep beschikbaar Gebaseerd op de in de vorige paragrafen beschreven randvoorwaarden werkt de werkgroep in ieder geval de volgende thema’s (TH) uit: 1. (TH1) Een beschrijving en definiëring van de vormen van BW die de basis vormen voor de contractering (productgroepen en tarieven). 2. (TH2) De kwaliteits- en verantwoordingseisen die gesteld worden aan deze in te kopen vormen van BW. 3. (TH3) De capaciteitsontwikkeling van de voorziening BW i.c. de noodzakelijk voor de Valleiregio benodigde aantal BW-plekken (aantallen cliënten, wachtlijsten, aansluiting vraag-aanbod, welke doelgroepen worden door welke aanbieders bediend en spreiding BW-plekken). 4. (TH4) De benodigde arrangementen (w.o. een alternatief voor VPT en capaciteitsontwikkeling van ambulante begeleiding i.r.t. de afbouw van BW-capaciteit (actie samen met de Werkgroep Individueel en Groep, TH4 is input voor deze werkgroep). 5. (TH5) De te maken resultaatafspraken en definitiekader met betrekking tot: a. De omvang en doorlooptijd van wachtlijsten en overbruggingszorg.
b. De doorlooptijd in BW voor de cliënten die BW tijdelijk nodig hebben (groep herstel en participatie). c. De uitstroom uit BW, waarbij onderscheiding naar zelfstandig wonen (eventueel met ambulante begeleiding) en naar de Wlz. d. De door de aanbieders van BW op maatschappelijk participatie te geven gerichte begeleiding. Het aandeel in het ondersteuningsaanbod van de inzet van het eigen netwerk/nulde lijn en het creëren/behouden van (arbeidsmatige) dagactiviteit gebaseerd op de mogelijkheden en wensen van de cliënt. e. De te maken transformatiebeweging in tijd, omvang en budget. 6. (TH6) De benodigde samenwerkingsafspraken tussen BW-instellingen, aanbieders extramurale Wmo en de nulde lijn ten behoeve van het kunnen doen van een integraal aanbod aan de doelgroep (actie samen met in ieder geval de Werkgroepen Individueel/Groep en Ondersteuningsarrangementen en Partnerschap, TH6 is input voor deze werkgroepen). 7. (TH7) De ontwikkelagenda BW voor 2016 ev.(bijvoorbeeld domotica, E-Health). 6.
Samenstelling en rolverdeling werkgroep Beschermd Wonen
Deelnemers aan de werkgroep Beschermd Wonen zijn geselecteerd op basis van inhoudelijke expertise van de deelnemers/deelnemende organisaties. Hierbij is rekening gehouden met aanmeldingen zoals de gemeente Ede deze heeft ontvangen van de zorgaanbieders. De werkzaamheden van de werkgroep eindigen niet per 01-01-2016. De verwachting is dat ook hierna nog het nodige verder uitgewerkt moeten worden. We verwachten in principe daartoe een positieve bereidheid van de aanbieders in de werkgroep. Het spreekt voor zich dat op basis van het eindresultaat (zie onder 5) de samenstelling van de werkgroep mogelijk kan wijzigen. De werkgroep bestaat uit: Bram Koppenaal (voorzitter) Helen Snel (inhoudelijk secretaris) Fransis Bus Martin de Wildt Frank Geerts nnb (vraag uitgezet) Mieke van Beem Gert-jan Fiers Camiel Margy Ellen Maliepaard nnb
Gemeente Ede Gemeente Ede Stichting Parousie Stichting Kwintes Leger des Heils Stichting Eleos Zorggroep Ena Humanitas DMH Stumass Boriz Gemeente Barneveld
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Met deze samenstelling zijn de huidige aanbieders Beschermd Wonen voldoende vertegenwoordigd. 7.
Tijdpad en doel van de overleggen
Fysieke overlegtafel Beschermd Wonen: Nr.
Datum
Tijdstip
1 2 3
Woensdag 2 september 2015 Woensdag 30 september 2015 Woensdag 4 november 2015
10.00 – 12.30 10.00 – 12.30 13.00 – 15.30
Voor de werkgroep Beschermd Wonen gaan we uit van 4 bijeenkomsten: Nr.
Fase
Datum
Tijdstip
1 2 3
Verkenning Verdieping Afrondende verdieping ste (1 concept eindresultaat) Definitief eindresultaat
Woensdag 16 september 2015 Woensdag 23 september 2015 Woensdag 14 oktober 2015
13.00 – 15.30 12.30 – 15.00 10.00 – 12.30
Woensdag 21 oktober 2015
10.30 – 12.30
4
In deze fasen worden de thema’s zoals vermeld in paragraaf 5 uitgewerkt en opgeleverd aan de fysieke overlegtafel ten einde te komen tot een inkoopcontract. De relevante uitkomsten per fase worden bij voorkeur steeds direct in het format van het inkoopcontract verwerkt, zodat we focus houden op het eindproduct.
Door de strakke planning is het nodig dat tussen de werkgroepbijeenkomsten in, acties in subgroepen worden uitgewerkt. De uitkomsten hiervan worden weer ingebracht in de werkgroepbijeenkomst. Ook tegenlezen van uitwerkingen via de e-mail zal aan de orde zijn. De planning ziet er als volgt uit: Fase
Verkenning
Verdieping
Doel
Uitkomst – thema’s (TH) zoals vermeld in par.5
< 16 sep
• Voorbereiden op vergadering 16 sep (stukken stuurt Ede)
16 sep
• Uitleg / toelichting werkwijze, planning, taakverdeling, vragen (op toegezonden stukken) beantwoorden • Inventarisatie van aanvullende thema’s (anders dan genoemd bij paragraaf 5) en afbakening wat voor inkoop 2016 en later • Definities formuleren (BW-vormen, doorlooptijd, wachtlijst, overbruggingszorg e.d.) • Brainstormen over capaciteitsontwikkeling BW • Welke expertise buiten de werkgroep is nog nodig, welke subgroepen samenstellen om de thema’s die op de agenda staan voor 23 sep voor te bereiden
• Commitment werkgroep thema’s uit te werken t.b.v. het inkoopcontract 2016 (TH5 evt. met aanvulling) • (TH7) Thema’s te parkeren voor Ontwikkelagenda 2016 ev • (TH1, TH5) Definitiekader • (TH3) Oriëntatie op capaciteitsontwikkeling BW
Bespreken: • Terugkoppeling reacties en verwerking Uitkomst 16 sep • Voorzet subgroep TH2 (kwaliteits- en verantwoordingseisen BW) • Voorzet subgroep TH3 (capaciteitsontw. BW) en TH4 (benodigde arrangementen en capaciteitsontw. ambulante begeleiding) • Voorzet subgroep TH5 (resultaatsafspraken) en TH6 (samenwerkingsafspraken)
• (TH2) Kwaliteits- en verantwoordingseisen BW • (TH3) Capaciteitsontw. BW • (TH4) Benodigde arrangementen en capaciteitsontw. ambulante begeleiding) • (TH5) Resultaatafspraken BW • (TH6) Samenwerkingsafspraken
23 sep
N.B. Relaties met de andere werkgroepen worden gelegd
De uitwerking van deze thema’s na de bijeenkomst wordt per mail weer voorgelegd aan de werkgroep. Reacties worden verwerkt en teruggekoppeld in de volgende bijeenkomst.
Uitwerking van deze thema’s – samen met die van bijeenkomst 16 sep – leidt tot het Tussenconcept. Deze wordt vóór oplevering aan de overlegtafel eerst nog per mail voorgelegd aan de werkgroep. Tussenconcept V01 (input /concrete uitwerkingen voor inkoopcontract 2016 + financiële implicaties/haalbaarheid) (hierin alle TH’s zo ver uitgewerkt als de werkgroep is gekomen + evt. vragen aan de Overlegtafel)
Mijlpaal 1
Oplev. overlegtafel
Afrondende verdieping
14 okt
• Bijschaven van ruw eindproduct V01 o.b.v. reactie Overlegtafel 30 sep • Bespreken van de TH’s die parallel aan de oplevering van V01 nog verder afgemaakt moesten worden
• Aangevuld Tussenconcept V02
Definitief eindresultaat
21 okt
• Idem 14 okt • Evaluatie & Afsluiting
• Aangevuld Tussenconcept V03* • Lessons learned
30 sep *
* Deze laatste conceptversie V03 wordt per mail uitgezet bij de werkgroep voor finale afhechting.
Mijlpaal 2
Eindconcept: input/concrete uitwerkingen voor inkoopcontract 2016
4 nov
* Verdiepingsbijeenkomst van de werkgroep 23 september zit vrij dicht op de fysieke overlegtafel van 30 september. Denkbaar is het overleg van 30 september een week te verschuiven, bijvoorbeeld naar 7 oktober a.s. Hierdoor kan de werkgroep meer uitkomst aan de fysieke overlegtafel opleveren. In de eerste fysieke overlegtafel (2 september) wordt dit besproken.
Startnotitie Ondersteuningsarrangementen en Partnerschap 1. Inleiding De werkgroep zal vernieuwingen in de wijze van contractering van aanbieders verkennen. Daarbij gaat het gaat om het werken met ondersteuningsarrangementen op basis van partnerschap. Deze vernieuwingen dragen bij aan de transformatiedoelstellingen zoals ontschotting, meer verbinding tussen de nulde-, eerste- en tweedelijn met het oog op de substitutie van zwaardere naar lichtere vormen van zorg, het bieden van maatwerk en sturen op resultaatgerichtheid. Dit thema is beschreven in hoofdstuk 4 van het Inkoopplan 2016. Het streven is om met een beperkt aantal ondersteuningsarrangementen in 2016 ervaring op te doen en daarmee een basis te leggen voor verbreding in 2017 en verder. Bij een ondersteuningsarrangement gaat het om een op de cliënt vraaggericht aanbod van afgestemde en samenhangende hulp en ondersteuning. Er is sprake van een complex of meervoudig vraagstuk waarbij verschillende vormen van hulpverlening worden ingezet en meerdere partijen betrokken zijn. Het onderliggende uitgangspunt is één gezin, één plan. Een ondersteuningsarrangement voorziet in een oplossing van een hulpvraag op individueel of gezinsniveau maar kan ook betrekking hebben op een specifieke doelgroep of bepaald gebied. In die zin gaat het om een maatschappelijke opgave. Het plan van aanpak na de intake van de cliënt vormt de basis voor het op te stellen ondersteuningsarrangement. Op basis van het principe van partnerschap zetten we in op ‘een coalitie’ van aanbieders, die met elkaar samenhangend ondersteuningsarrangement realiseren. Uitgangspunt is samenwerking en een integrale benadering, waarbij expertise op het gebied van jeugd en opvoeding, begeleiding en ondersteuning en participatie in één benadering kunnen samenkomen als de situatie daarom vraagt. Zo’n samenhangende aanpak is van belang in situaties waarin meervoudige of complexe vragen spelen op individueel niveau, maar ook als het gaat om specifieke cliëntgroepen (al dan niet gebiedsgebonden). Bij het denken over oplossingen en interventies is de ondersteuningsvraag, de leefomgeving en het netwerk van de cliënt leidend. Het organisatiebelang is daaraan ondergeschikt. We verwachten een meerwaarde van deze aanpak doordat aanbieders meer van elkaars sterke punten gebruik zullen maken. Vertrouwen is daarbij een belangrijke basis. Het samenbrengen van aanbieders rondom een gezamenlijke opgave leidt tot een gesprek, waarbij gemotiveerde keuzes worden gemaakt over de aard, omvang en de duur van een traject. Het doel van dat overleg is dat er een ontschot en samenhangend voorstel wordt gedaan waaraan partijen vooral vanuit dat waarin zij zich onderscheiden van de anderen aanbieders deelnemen. Het kan gaan om aanbieders uit de eerste- en tweedelijn, maar ook om inzet vanuit de nuldelijn of vanuit informele netwerken en vrijwilligers. De partijen verbinden zich gezamenlijk aan het te behalen resultaat en leggen daarover gezamenlijk verantwoording af. Doelstelling is te komen tot ondersteuningsarrangementen op basis van partnerschap die kunnen worden gecontracteerd met de aanbieders. De arrangementen komen in de plaats van een-op-een-contractering met aanbieders. Resultaten: - de werkgroep levert een overzicht op van inhoudelijke ondersteuningsarrangementen, (de doorontwikkeling van het werken met arrangementen vindt plaats in 2016) - de werkgroep bereidt 2 arrangementen voor waarmee wel per 1 januari 2016 gestart kan worden, (de werkgroep maakt gebruikt van bestaande initiatieven). De beide arrangementen zijn zover voorbereid dat ze onderdeel worden van de deelovereenkomsten met de betreffende partners - bij de gekozen arrangementen is sprake van inhoudelijke samenhang tussen producten - de gekozen arrangementen zijn doordacht en toegerust met organisatorische oplossingen - de beoogde effecten van de gekozen arrangementen worden vooraf concreet aangegeven (ook de op termijn financiële effecten).
2. Kwesties waarover de werkgroep zich zal buigen: Scope: De werkgroep zal zich met name richten op de organisatorische aspecten en afwegingen die spelen bij het werken met ondersteuningsarrangementen vanuit partnerschap. - de werkgroep maakt gebruik van: - de ervaringen met de proeftuin langdurige zorg, de initiatiefgroep en andere eigen ervaringen - ervaring met ketenfinanciering - kennis en ervaring van ontwikkelingen die elders in het land op dit thema plaatsvinden - in te roepen deskundigen/specialisten OTD (Ondersteuningsteam Decentralisaties VNG) Vragen: - hoe kan het bestaande aanbod van zorg en ondersteuning worden omgezet naar (een dekkend?) en samenhangend systeem (ontwerp, concept) van zorgarrangementen? - hoe kan de samenwerking van partners in het kader van een ondersteuningsarrangement formeel worden vormgegeven? Welke contracteringsvorm is passend? - wat heeft de voorkeur: opdrachtverstrekking op basis van hoofdaannemerschap of één op één contractering van aanbieders? - het gaat om meerdere partners. Welke afspraken kunnen worden gemaakt over aansturing en verantwoording? - hoe is de bekostiging van een arrangement te realiseren in de samenhang tussen gecontracteerde en gesubsidieerde partners (relatie inkoop en subsidie)? - hoe formuleer je meetbare afspraken op basis van resultaat èn kwaliteit (in plaats van p x q) en hoe bepaal je in dat verband bij de afrekening het aandeel van de afzonderlijke partners? - hoe bevorder je dat de samenwerkende partners ontschot blijven denken en integratief handelen? (In het e e e eindbeeld is een indeling naar 0 , 1 en 2 lijn niet meer relevant). - welke prikkels zijn denkbaar rondom een zorgarrangement om substitutie te bevorderen? -
zijn er juridische beperkingen of aandachtspunten bij de opdrachtverstrekking/aanbesteding van ondersteuningsarrangementen?
Concrete thema’s waarbij het werken met kan worden opgepakt: 2016 - Arbeidsmatige Dagbesteding en WMO - Ketenzorg Dementie Oppakken in de loop van 2016 (uitvoering 2017): - Huishoudelijke Hulp en Begeleiding de Nulde Lijn Bij ondersteuningsarrangementen gaat het dus niet alleen verbindingsopgaven op het niveau van de WMO maar ook breder naar Jeugd en Participatie. 3. Randvoorwaarden en vragen voor de fysieke Overlegtafel/ werkgroepen Primair uitgangspunt bij het kiezen en richting van de arrangementen zijn de transformatiedoelstellingen (zie inkoopplan) en het financieel kader voor de WMO 2016. 4. Samenstelling en rolverdeling fysieke Overlegtafel / werkgroepen Voorzitter Ted Benschop Ambtelijk inhoudelijk trekker Bram Koppenaal (Ambtelijk betrokkens: Ina Roelfsema, Rogier Vroegindeweij, David Smeets, Patricia Stuivenberg) Deelnemende aanbieders: Opella, Siza, Icare, Coöperatie Boer en Zorg, Vilente, Nieuwland, Lelie Zorggroep, Stichting Breder, Careander, Zorgplus en partner nuldelijn Adviseur Ondersteuningsteam Decentralisaties OTD, VNG De deelnemers van aan de werkgroep nemen deel op basis van hun inhoudelijke expertise.
5. Tijdspad en doel van de overleggen Uitgaande van drie overleggen per werkgroep: 1. verkenning 14 sept 11.00 – 13.30 u 2. verdieping 28 sept 13.00 – 15.30 u 3. afronding 12 okt 11.00 – 12.30 u 4NNNNN 19 okt 10.00 – 12.00 u Acties per overleg: De tussenproducten worden voor advies en commentaar neergelegd bij de fysieke overlegtafels. Verkenning: a. korte kennismaking en gezamenlijke bespreking van de opdracht b. inventarisatie en delen van ervaringen en good practise (vooraf aan de bijeenkomst worden de werkgroepleden gevraagd voorbeelden aan te leveren en zich hierin te verdiepen) c. verkennen van wat de Edese opzet/ontwerp kan worden van het werken met ondersteuningsarrangementen d. inzoomen op de arrangementen die voor 2016 worden uitgewerkt (arbeidsmatige dagbesteding en WMO / ketenaanpak dementie) e. bespreking arrangementen aan de hand van vragenset onder punt 2 van de opdracht Verdieping: a. bouwen aan een (sluitende) set van ondersteuningsarrangementen, daarbij worden integrale verbindingen gelegd naar participatie en jeugd b. bespreken arrangementen arbeidsmatige dagbesteding en WMO / ketenaanpak dementie irt de bevindingen bij de organisatorische aandachtspunten c. komen tot eerste bevindingen en conclusies Afronding: a. notitie en overzicht inzake het werken met ondersteuningsarrangementen met aanbevelingen voor een vervolgaanpak in 2016 b. bespreken vaststellen van de aanpak voor de ondersteuningsarrangementen arbeidsmatige dagbesteding en WMO / ketenaanpak dementie waarin oplossingen zijn geformuleerd mbt de organisatorische aandachtspunten, start 1-1--2016 c. opstellen van aanbevelingen die worden betrokken bij de deelovereenkomsten 2016 Van a b en c wordt een schriftelijk eindproduct gemaakt. Deze worden voor commentaar aangeboden aan de werkgroepleden. Desgewenst komen de werkgroepleden nog eenmaal bij elkaar voor een vierde afsluitend overleg. Van het geheel wordt een rapportage gemaakt voor de fysieke overlegtafels met expliciete bevindingen die worden betrokken bij de deelovereenkomsten WMO 2016. 6. Opdracht om de verbinding met de andere werkgroepen te maken - De werkgroep heeft actief afstemming met de werkgroepen: o individueel / groep o beschermd wonen o sociaal team en toegang o bedrijfsvoering - De werkgroep rapporteert aan de overlegtafels
Startnotitie Werkgroep Toegang en Sociaal Teams Inleiding (Zorg)aanbieders kunnen hun diensten aan cliënten bekostigd krijgen door de gemeente mits gebruik van die dienst noodzakelijk gevonden wordt door een daartoe aangewezen ‘toegang’. Medewerkers in de toegang (kennis/kunde) en de afspraken over de werkwijze bij de toegang spelen dus een cruciale rol t.a.v. gebruik van de verschillende zorgvoorzieningen/diensten en daarmee t.a.v. de inkoop. Toegang is dan ook een van de werkgroep thema’s in het proces van bestuurlijk aanbesteden. De opdrachtformulering voor de werkgroep wordt geaccordeerd door de Fysieke Overlegtafels. De werkgroep Toegang buigt zich over verschillende aan deze toegang gerelateerde aspecten en heeft als opbrengst een concreet advies aan de fysieke overlegtafels inkoop Nieuwe Wmo 2016. De werkgroep beschrijft haar output (advies) zodanig dat dit kan dienen als concrete tekst voor de op te stellen deelovereenkomsten in het aanbestedingsproces. De voorzitter van de werkgroep Toegang zorgt er tijdens de looptijd van de werkgroep voor dat zij op de hoogte is van relevante opbrengsten uit de andere werkgroepen. De Fysieke Overlegtafel op zijn beurt legt een advies voor aan het college van B&W. Toegang in 2015 Het college van Ede heeft er vorig jaar voor gekozen om de toegang tot WMO-voorzieningen te laten lopen via het 1) gemeentelijk WMO loket, 2) het sociaal team en 3) enkele gecontracteerde aanbieders van langdurige zorg voor zover sprake was van een herbeschikking voor bestaande cliënten. In een maatwerkgesprek werd middels een brede intake (over de verschillende leefdomeinen en gezinsbreed) en cf de gekantelde manier van denken beoordeeld of de professionele voorziening noodzakelijk was voor de klant. Bij een deel van de cliënten is sprake geweest van een administratieve verlenging van de beschikking. Resultaten op basis van prioriteiten: In deze opdrachtbeschrijving is groot aantal relevante vragen opgenomen die beantwoord moeten worden om de doorontwikkeling van de toegangsfunctie en in het bijzonder de sociaal teams verder te brengen. Op al deze kwesties moet op enig moment een antwoord zijn. In die zin beschrijft de opdracht in de breedte de context waarin de sociale teams zich bewegen. In de aanloop naar de contractering 2016 kunnen niet al die vragen beantwoord worden, dat is ook nog niet nodig. Wat moet er in ieder geval voor 2016 gereed zijn? 1. Er moet duidelijkheid zijn over wie (welke partijen) een rol spelen bij de toegang, zodat duidelijk is op welke plek daarvoor fte beschikbaar is. 2. Informatie over de aanbieders (producten, kosten, wachtlijsten etc) moet beschikbaar zijn voor de toegang ivm kunnen beheersen van de kosten/ binnen financiële kaders blijven. 3. Er moet duidelijkheid zijn over de omvang in FTE’s van de sociaal teams; dat heeft immers directe relatie met het beschikbare budget voor de zorginkoop (producten). Om de formatieomvang te kunnen bepalen, moet ook duidelijk zijn welke ondersteuning door de Sociaal teams wordt geboden (relevant mbt op- en afschalen) 4. Het soepel verlopen van aanleveren info voor beschikking (vanuit het maatwerkgesprek) tot daadwerkelijke beschikking (geen fouten en binnen de termijnen). Wat kan na 1 januari geregeld worden? 1. Hoewel dit mogelijk afhankelijk is van de ontwikkelingen op het domein jeugd, is de verwachting dat een besluit en een nadere uitwerking van de organisatievorm – zeker als die zou wijzigen tov huidige situatie – plaatsvindt na 1 januari. 2. Implementatie van ‘nieuwe’ werkwijze bij toegang (gekanteld werken; onafhankelijk advies aan cliënt over best passend/goede en goedkoopste aanbod en echt brede/integrale intake kán ook in 2016 gebeuren. Opdracht aan de werkgroep De werkgroep bespreekt en geeft een advies over een aantal thema’s die hieronder in cursief genoemd staan. A: wie spelen een rol bij de toegang 1. Lopende afspraken staan hierboven onder Toegang in 2015). De werkgroep adviseert over het continueren van de toegang/ maatwerkgesprekken/her-indicatie van bestaande cliënten door aanbieders onder de eerder overeengekomen voorwaarden (werkwijze hierboven beschreven). Dit advies wordt onderbouwd met gegevens over:
a) de in het afgelopen jaar opgedane ervaringen met deze opdracht: - lukt het aanbieders om 50% van herindicaties conform nieuwe stijl uit te voeren? - wat levert het kwalitatief op voor de cliënt en de aanbieder? - wat zijn resultaten qua op-af schalen van zorg aan bestaande cliënten? b) de mate waarin het maatwerkgesprek/de herbeschikking door aanbieders heeft geleid tot: terugdringen van professioneel in te zetten zorg/begeleiding (gekanteld werken; gebruik netwerk cliënt) - doorverwijzen naar collega/concurrent als die andere organisatie die zorg beter of net zo goed maar goedkoper kan bieden? - cq daadwerkelijk te kenmerken was als brede intake? (uitgangspunt: systeemgerichte en integrale zorg bieden) Nieuw te maken afspraken met aanbieders die bijdragen aan het opheffen van eventuele risico’s/ongewenste effecten bij het voeren van maatwerkgesprekken/herbeschikkingen door aanbieders kunnen ook onderdeel zijn van het advies. 2. Hoe zorgen we ervoor dat de kwaliteit van de intakers bij de verschillende toegangen (ver)gelijk(baar) is? (O.m. afspraken over teamactiviteiten en scholing.) B: proces van maatwerkgesprek tot verlenen feitelijke beschikking Afwikkeling van de aanvraag (middels in te vullen format gegevensuitwisseling door de toegang) tot beschikking verloopt niet altijd vlekkeloos doordat bijvoorbeeld bij de toegang niet de goede productcodes/termen gebruikt worden. 3. Wat is er aan de kant van de toegang nodig om dit knelpunt op te lossen / Suggesties om de communicatie (gegevensoverdracht) tussen toegang en administratie te verbeteren. (hebben we het te moeilijk gemaakt of heeft de toegang zich te weinig verdiept? Welke alternatieve oplossingen kunnen aanbieders hier op aangeven?) Voorwaarde hierbij: de administratie dient het zo aangeleverd te krijgen dat zij de ‘indicatiestelling’ niet nogmaals over hoeven doen. NB. Dit onderwerp heeft directe samenhang met werkgroep Bedrijfsvoering. C: informatie over aanbieders ten behoeve van toegang De toegang bepaalt welke voorzieningen noodzakelijk is en bespreekt met de cliënt welke zorgaanbieder de ondersteuning/begeleiding gaat leveren. Om een goede match te kunnen maken dient de toegang dus informatie over de verschillende aanbieders te hebben. In het kader van de inkoop kan als voorwaarde opgenomen worden dat de aanbieder bepaalde info verstrekt (mede tbv de sociale kaart; de sociale kaart kan de weg zijn waarlangs de toegang de info opent) 4. Welke informatie is noodzakelijk opdat de toegang haar opdracht goed kan uitvoeren (optimale kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten waarbij keuzevrijheid van de cliënt belangrijk is)? We maken onderscheid tussen: 4.1 Informatie die de professional nodig heeft bij juiste doorverwijzing: - kwaliteitsoordeel: a) zorgkaart: cijfer, aantal reviews; zorgkaart wordt overigens getracht te koppelen aan de sociale kaart en b) klanttevredenheid onderzoeken - specialisaties bij de aanbieders - wachttijden, wachtlijsten, kosten per traject, inrichting van bel teams op specifieke thema’s - N. 4.2 Informatie die de burger nodig heeft bij het maken van een keuze: - sociale kaart met inhoudelijke beschrijvingen, overzicht instellingen, wachttijden, kosten? - 9.. 5. Hoe kunnen de verschillende betrokken partijen er met elkaar voor zorgen dat de monitoring van bezetting capaciteit aanbieders, kosten etcetera real time op orde is, zodat dit de toegang ondersteunt? En de toegang daarin haar rol om de financiële kaders te beheersen kan uitvoeren? (relatie met werkgroep Bedrijfsvoering) D: toegang én lichte hulp/begeleiding/ondersteuning? De ‘toegangspoorten’ verschillen onderling in hun taakafbakening. De gemeentelijke consulenten doen intakes en voeren bij aantal cases regie, maar verlenen geen ondersteuning. De aanbieders maken in een maatwerkgesprek opnieuw de afweging of zij de lopende begeleiding continueren of wijzigen. De medewerkers van de Sociaal teams doen het maatwerkgesprek, verrichten zelf lichte ondersteuning (mits de tijdsduur niet te lang is) en zijn regisseur van het overall plan van aanpak. In combinatie met gerichtheid op eigen kracht en vormen van informele ondersteuning leidt het bieden van hulp/ondersteuning door de sociaal teams ertoe dat er minder een beroep wordt gedaan op producten van zorgaanbieders. Zorg/ondersteuning dichtbij heeft ook zo voor de cliënt voordelen.
Moeten we dit verder uitbreiden en zo ja hoe? Vraag doet zich met name voor tav de medewerkers van de sociaal teams wanneer zij zouden moeten opschalen (verwijzen naar een gecontracteerde aanbieder). Vraag doet zich ook voor wanneer de aanbieder weer afschaalt en waar naar toe dan. Sociaal team, nulde lijn? (NB hier is duidelijke link naar WG ondersteuningsarrangementen) 6. Zit wel de juiste expertise in de teams om de toegang goed uit te voeren? Hoeveel fte zou wenselijk zijn vanuit de WMO hoek in de toegang in de sociaal teams? (Vanuit de WMO – bekostigd met WMO inkoop budget zit er in 2015 in totaal 4 fte in de Sociaal teams samen; daarnaast op subsidiebasis 2 fte vanuit MEE en ongeveer 8 fte maatschappelijk werk) 7. De sociaal team leden bieden vaak ook zelf enige vorm van ondersteuning, begeleiding. Is wenselijk om de formatie in de teams verder uit te breiden tbv die kortdurende ondersteuning thuisnabij? Welke voordelen, mogelijkheden, don’ts? Consequenties voor aanbieders (er is 1 budget waaruit zowel de toegang als het ondersteuningsaanbod (producten) moet worden bekostigd. Toegang is relevant voor alle aanbieders, daarom wordt aan het beschikbare budget eerst geld voor de toegang onttrokken en kan rest worden ingezet tbv inkoop producten). 8. Welke criteria kunnen gehanteerd worden door Sociaal Teams en aanbieders om te bepalen of opgeschaald dan wel afgeschaald kan worden? Hoe kunnen we er in gezamenlijkheid voor zorgen dat dit op- en afschalen zo gebeurt dat de ondersteuning aan de cliënt zo dichtbij en licht als mogelijk plaatsvindt en kostenefficiënt is? E: organisatie van de sociaal teams De leden van de sociaal teams zijn in dienst bij verschillende moederorganisaties. Daar liggen verschillende afwegingen aan ten grondslag, zoals: Ede kiest voor specialisten in het ST die generalistisch kijken; we werken aan een nieuwe werkwijze, deze medewerkers nemen hun ST ervaringen mee naar hun moederorganisatie, dat bevordert het leren; medewerkers van verschillende organisaties leren elkaars organisaties en mogelijkheden zo goed kennen; hulp en ondersteuning bieden is niet de core business van de gemeente; er zijn al zoveel organisaties, nog een stichting erbij maakt het niet overzichtelijker. De gemeente realiseert zich dat we voor komend jaar hoe dan ook een aantal zaken moeten optimaliseren: een goede samenwerkingsovereenkomst met aandacht oa voor verantwoordelijkheidsverdeling en privacy is noodzakelijk. Er zijn echter ook gemeenten waarin de teams zijn ondergebracht in een Stichting of in een andere organisatievorm. 9. Hoe ziet een optimale organisatievorm van de sociaal teams eruit volgens de werkgroep? De werkgroep onderbouwt haar opvatting. Financieel kader De financiële informatie wordt nog aangeleverd. Voor 2016 e.v. is sprake van een fors lager financieel kader. De totale taakstelling WMO voor 2016-2020 is ca 19%. Dit betekent een taakstelling oplopend tot ongeveer 2,9 mln in 2020 tov het budget in 2015 (dat was 15,2 mln). In 2016 moet al rekening gehouden worden met een totale korting WMO-3D breed van € 1,45 mln. Opgave is er gezamenlijk voor te zorgen dat de ‘transformatie’ leidt tot korting op inkoop. Het gaat daarbij om substitutie van zorgvormen, technologische vernieuwingen en het werken met ondersteuningsarrangementen. Thema’s die ook voor het werken in de toegang van groot belang zijn. Tijdpad 1e bijeenkomst 2e bijeenkomst 3e bijeenkomst 4e bijeenkomst
15 september 22 september 13 oktober 20 oktober
Deelnemers werkgroep Gemeente Ede Gemeente Ede Vilente Harmonie in Hulp 's Heeren Loo Stichting Arta IBASS
Iet van Slageren Ineke Legtenberg Patricia Vermeulen Nasrin FN Carmen Schlosser Herman Nugteren Paulien Fopma
Voorzitter Secretaris
RIBW A.V.V. Siza Leger des Heils Gelderland Nieuwland Opella Stimenz
Paul Roeland Karin Klopman Arry Versteeg Ad Punt volgt volgt
Uitwerking van de bijeenkomsten e
1 bijeenkomst dd 15 september Doel: verkenning Resultaten: - geaccordeerde planning/resultaatafspraak WG bijeenkomsten, afspraken over uit te voeren onderzoek/evaluatie, NADER AF TE WEGEN OF EVALUATIE PLAATSVINDT IKV DE WERGROEP OF IN PARALLEL TRAJECT e afspraken over voorbereiding 2 bijeenkomst Agenda - Kennismaken - Bespreken resultaat van de werkgroep: advies aan de fysieke overlegtafel op zodanige wijze dat het advies één-op-één opgenomen kan worden in een deelovereenkomst tbv de inkoopcontracten WMO. - Bespreken financieel kader voor de werkgroep (toegang, bieden van ondersteuning in toegang, inzetten producten door aanbieders zijn communicerende vaten binnen het totaal voor WMO beschikbare budget) - Verwachtingen tav inzet deelnemers werkgroep bespreken. - Doornemen onderwerpen/agenda voor de verschillende bijeenkomsten; accorderen of wijziging nodig? - Bespreken voorstel voor prioritering van de resultaten van de WG toegang (zie bijlage 1): wat móet gereed zijn vóór 2016, wat kan in 2016 (planning). e - Inhoudelijk thema 1 bijeenkomst: Formuleren en accorderen van de evaluatieopdracht tbv kunnen adviseren over thema A. -
‘Huiswerk’: 1) evaluatie uitzetten onder aanbieders (enkele WG leden); NB resultaten retour laten komen uiterlijk 5 oktober naar 9. (Ineke of ander WG lid) 2) alvast nadenken over de gewenste inzet (formatie) ín de sociaal teams (ook tbv verlenen kortdurende hulp). Is vergroten formatie in de sociaal teams gewenst? Wat zijn de kosten per fte, welke differentiatie is van toepassing? In het belang van de cliënten, kostenefficiënt, N? Zit er de gewenste expertise in de teams? 3) concept opzet maken van de verschillende informatie die nodig is tbv de toegang (zie voorzet in notitie, wat is nodig om deze informatie daadwerkelijk te krijgen, nadenken over hoe de professional en burger te betrekken: is dit wel de info die zij nodig hebben). NB dit gewenste informatie lijstje uiterlijk 21 september sturen aan:
[email protected].
-
Vaststellen óf en welke onderwerpen al besproken moet worden met andere werkgroepen. Rondvraag en afsluiting NB Bestaat er behoefte aan het inschakelen van een expert bij bepaald thema?
e
2 bijeenkomst dd 22 september Doel: verdieping Resultaten: - er is een eerste lijst van informatiegegevens en - de eerste reacties van de WG leden tav functie en omvang fte in Sociaal teams zijn in kaart gebracht; - afspraken over betrekken professionals en burgers over hun informatiebehoefte bij de toegang, - afspraken over hoe een bredere groep aanbieders wordt betrokken bij verdere standpunt bepaling thema D, e - afspraken over voorbereiding 3 bijeenkomst Agenda e - Reacties nav 1 bijeenkomst e - Inhoudelijk thema 2 bijeenkomst, thema C: - Bespreken van de samengestelde lijst van informatiegegevens tbv de toegang (professionals en burgers); aanvullingen?
-
- bespreken hoe, aan wie en door wie deze lijst wordt voorgelegd aan professionals en burgers om te toetsen of dit daadwerkelijk ondersteunend zou zijn aan de toegang; (niet meer informatie vragen dan werkelijk noodzakelijk is) - bespreken welke knelpunten er (kunnen) zijn om de gegevens ook daadwerkelijke te verkrijgen en hoe die knelpunten overwonnen kunnen worden - NB bespreken hoe de toegang deze info kan benutten om te zorgen dat de zorg/ondersteunings benutting binnen de financiële kaders blijft e Tweede inhoudelijk thema 2 bijeenkomst, thema D: In kaart brengen eerste reacties van de WG leden op de vragen 6, 7 en 8 van thema D - bespreken hoe we een breder gedragen opvatting over dit thema van aanbieders krijgen? Bijeenkomst met meer aanbieders beleggen? Sociaal teams benaderen over hun ervaringen/opvattingen? Verkenning bij andere gemeenten? Anders? Hoe gaan we dat aanpakken?
-
‘Huiswerk’: - Lijst van benodigde informatie van de aanbieders tbv toegang voorleggen aan professionals in de toegang en burgers (door enkele WG leden) e - uitwerken resultaten evaluatie van de 1 bijeenkomst tussen 5 en 10 oktober door enkele WG leden; uiterlijk 11 oktober aan alle WG leden sturen - nav bespreking over thema D afspreken welke WG leden nadere verkenning onder medewerkers toegang en aanbieders doen over de vragen bij thema D. Resultaten bekend uiterlijk 8 oktober en uiterlijk 11 oktober verstuurd aan alle WG leden.
-
Vaststellen óf en welke onderwerpen al besproken moet worden met andere werkgroepen. Rondvraag en afsluiting
e
3 bijeenkomst dd 13 oktober Doel: verdieping en formulering advies Resultaten: - Voor zowel thema A als C zijn er conceptformuleringen van het advies; - er is een gedragen gezamenlijk beeld over thema D; e - afspraken over voorbereiding 4 bijeenkomst. Agenda: - Reacties nav vorige bijeenkomsten en evt relevante input vanuit andere WG - Adviezen formuleren: - Ahv de resultaten van de evaluatie advies over thema A formuleren - In vervolg op ‘peiling’ bij professionals en burgers over gewenste informatie over aanbieders formuleren aan welke informatieverstrekking aanbieders moeten voldoen wanneer zij een contract sluiten (formuleren als voorwaarden) en ook hoe/waar die info wordt aangeleverd. Dit is dan het ‘advies tav thema C) e - Inhoudelijk thema 3 bijeenkomst: thema D: Discussie over de reacties op de verschillende deelvragen van thema D. Hoofdlijn formuleren. e - Tweede inhoudelijk thema 3 bijeenkomst: thema E (hierbij expert wenselijk??) Delen wederzijdse opvattingen over de gewenste organisatievorm van de sociaal teams. Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende vormen? Wel integraal team van 0-100? Wat moet tav huidige vorm verbeterd worden om het huidig construct te optimaliseren? Biedt deze vorm dan ook voordelen of is het creëren van een rechtspersoon een absolute must? Bespreken hoe we verder gaan met dit thema (nog vóór 2016 of doorloop in 2016) -
Huiswerk: - afronden van de laatste openstaande punten - in concept formuleren adviezen thema D en E - nagaan welke de knelpunten zijn tav thema B (onderlinge verdeling van deze taken)
-
Vaststellen óf en welke onderwerpen al besproken moet worden met andere werkgroepen. Rondvraag en afsluiting
e
4 bijeenkomst dd 20 oktober Doel: Afronding Resultaten: adviezen tav de verschillende thema’s gereed en geaccordeerd door WG; en er is plan en planning voor wat nog te doen laatste maanden en in 2016. Agenda - Reacties nav vorige bijeenkomsten en evt relevante input vanuit andere WG tbv eigen WG opdracht
-
Formuleren advies thema D Formuleren eerste inzichten/advies thema E Formuleren advies thema B Accorderen adviezen op alle thema’s
-
Terugblik op proces Dank voor ieders inzet en afsluiting
Startnotitie Werkgroep Technologische Vernieuwing 1. Inleiding Technologische vernieuwing en innovatie is in deze tijd een opgave voor alle aanbieders van ondersteuning en begeleiding, alsook voor de gemeente. Technologische vernieuwing sluit aan bij de visie van de gemeente Ede. Zo wordt in de nota ‘Het is mensenwerk’ de vraag gesteld hoe we de eigen mogelijkheden van de burger met digitale toepassingen kunnen versterken. In 2015 experimenteren diverse aanbieders en partijen uit het maatschappelijk middenveld met nieuwe vormen van digitale ondersteuning. Daarnaast is vanuit de gemeente het project ‘Het scherm van Ede’ gestart. In het Inkoopplan ‘Nieuwe Wmo 2016’ staan transformatiedoelstellingen genoemd. De belangrijkste zijn het langer zelfstandig blijven wonen (minder beroep op intramurale zorg) en meer beroep doen op informele zorg (en minder professionele zorg). Een aantal vormen van ondersteuning en hulpverlening kan tegenwoordig ook door middel van technologie plaatsvinden. Technologische vernieuwing richt zich bijvoorbeeld op dat deel van de klanten dat met alternatieve vormen van ondersteuning minder face-to-face contact nodig heeft of op het zelfredzaam houden of maken van de cliënt, zodat professionele zorgverlening verminderd kan worden. Maar het richt zich ook op mantelzorgers en vrijwilligers die met deze nieuwe werkwijze sneller en directer ondersteuning kunnen bieden aan cliënten en waar nodig ook zelf ondersteund kunnen worden door de professional. Dit levert op korte en lange termijn kostenbesparingen op, met minimaal behoud van gezondheid en kwaliteit van leven voor ouderen, gehandicapten en mensen met een chronische ziekte of psychische aandoening. Daarnaast zorgt het ervoor dat mensen langer in de thuissituatie kunnen blijven wonen. Hiermee sluiten we als gemeente Ede ook aan op de doelstellingen zoals benoemd in de kamerbrief over Ehealth en zorgverbetering (minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn). In deze brief worden doelstellingen genoemd voor de komende jaren ten aanzien van E-health en inzet van technologie in de zorg. In de werkgroep technologische vernieuwing bespreken we de mogelijkheden van technologische ontwikkelingen en de reeds bekende best practises die kunnen bijdragen aan de transformatiedoelstellingen waarvoor we staan in de Wmo. We verkennen de ontwikkelingen die kansrijk zijn voor implementatie op korte en langere termijn alsmede op welke wijze en onder welke randvoorwaarden deze kunnen worden geïmplementeerd. We willen een plan voor innovatie opstellen en vernieuwingskracht bundelen. Voorop staat het behoud van kwaliteit van zorg binnen de (financiële) kaders van de transformatie. Technologische ontwikkelingen zullen hierin worden gestimuleerd. De focus ligt op profits voor de cliënt, de zorginstellingen en voor de gemeente.
2. Randvoorwaarden Technologische ontwikkelingen moeten aantoonbaar bijdragen aan de bovengenoemde transformatiedoelstellingen en de financiële middelen die voor de komende jaren beschikbaar zijn. Het streven is om dit te realiseren door de zorg anders te organiseren met behoud van kwaliteit. Om de opbrengsten van gebruik van technologische oplossingen te bereiken zal er door aanbieders tijd, moeite en geld geïnvesteerd moeten worden in inzet en implementatie van deze technologie. Als aanbieders aangeven dat zij geremd worden om te transformeren omdat met betrekking tot de bekostiging een nadelig effect kan ontstaan, gaan we met hen in gesprek. Eén van de mogelijkheden is dan het toepassen van het principe van ‘shared savings’. Als we constateren dat de huidige bekostigingsprincipes de transformatie afremt, maken we waar mogelijk aanvullende afspraken.
3. Vragen voor de werkgroep technologische vernieuwing Vragen voor de werkgroep zijn: 1. Welke bestaande technologische ontwikkelingen kunnen worden geïmplementeerd t.b.v. de Nieuwe Wmo? 2. Welke nieuwe technologische methoden kunnen worden geïmplementeerd? 3. Welke technologische voorzieningen zijn geschikt voor welke doelgroepen? 4. Op welke wijze kunnen voor deze specifieke doelgroepen afspraken worden gemaakt over inzet van de technologische voorzieningen. 5. Wat zijn de technische voorzieningen/infrastructuur binnen de organisaties en binnen de gemeente die (versnelde) implementatie en uitrol van innovaties mogelijk maken c.q. belemmeren? 6. Wat zijn de mogelijkheden om kennisopbouw en –uitwisselingen tussen gemeente, zorgaanbieders en organisaties in de nulde-lijn mogelijk te maken? In hoeverre is er een structuur én cultuur die het mogelijk maakt om samen op te trekken in innovatie)?
4. Samenstelling werkgroep en rolverdeling fysieke Overlegtafel / werkgroep Deelnemers aan de werkgroep zijn geselecteerd op basis van inhoudelijke expertise van de deelnemers/deelnemende organisaties. Hierbij is rekening gehouden met aanmeldingen zoals de gemeente Ede deze heeft ontvangen van de zorgaanbieders. Voorts is aan de Fresh Idea Factory gevraagd de discussie inhoudelijk te ondersteunen.
De samenstelling van de werkgroep is als volgt:
[email protected] gemeente Ede (Voorzitter) gemeente Ede (Secretaris)
[email protected] Fresh Idea Factory (expert
[email protected] ondersteuning) Wil Philipsen Fresh Idea Factory (expert
[email protected] ondersteuning) André Groenwegen Lelie Zorggroep
[email protected] 's Heeren Loo Philadelphia Bethanië Pluryn Eleos SWO Opella Stichting Icare De (tussentijdse) uitkomsten van de besprekingen in de werkgroep technologische vernieuwing worden besproken in de betreffende fysieke overlegtafels (extramurale Wmo of Beschermd wonen). Rogier Vroegindeweij Saskia van Aggelen Lars Nieuwenhoff
5. Tijdspad en doel van de overleggen Uitgaande van drie overleggen per werkgroep kan het volgende tijdspad worden geschetst: 1e bijeenkomst op 16 september Doel: Verkenning Hierbij moet gedacht worden aan de verkenning van het onderwerp, welke innovaties bestaat reeds en zijn kansrijk voor een snelle ïmplementatie, wat gaan we verder uitdiepen, welke vragen/kanttekeningen zijn er te maken.Ten aanzien van bestaande initiatieven (ook nadrukkelijk buiten de regio Ede) wordt gekeken naar de mogelijkheden en beperkingen en hoe we met eventuele beperkingen kunnen omgaan. Voor wat betreft nieuwe initiatieven kan gekeken worden naar de kansen en bedreigingen die het initiatief kent. Dit kan leiden tot plannen voor implementatie in de nabije toekomst. Resultaat: 1. Omschrijving van het product dat we gaan opleveren. • Wat willen we nader uitwerken? • Welke best practices zijn kansrijk en op welke termijn? • Voor welke doelgroepen zijn deze toepassingen geschikt? • Opstellen beoordelingssystematiek om bestaande en nieuwe technologische te scoren, in het licht van de doelstellingen verwoord in het inkoopplan 2016 2. Wat dient er te worden uitgewerkt / uitgezocht in voorbereiding op de verdiepingsslag (bijeenkomst 2)? • Welke best practices werken we uit op de korte termijn (implementatie 2016 of 2017) • Voor welke technologische vernieuwingen willen we eventueel een pilot starten met als doel een implementatie van een kansrijke vernieuwing in 2017 of later? • Welke knelpunten zien we, en hoe kunnen we deze oplossen? 2e bijeenkomst op 22 september Doel: Verdieping Keuze maken in technologische vernieuwingen waarop wordt ingezet. Onderzoeken wat haalbaar is voor implementatie op de korte en lange termijn. Voor bestaande initiatieven zal een implementatieplan uitgewerkt moeten zijn. Hierin zal aandacht moeten zijn voor kwaliteit van zorg en de financiële haalbaarheid en verwachte besparingen. Voor nieuwe initiatieven kan een business case ontwikkeld worden. Dit kan (op termijn) leiden tot implementatie van dit initiatief. Komen tot conceptafspraken welke kunnen worden voorgelegd als conceptteksten voor de deelovereenkomsten. Resultaat: 1. Definitieve keuze voor welke technologische voorzieningen kansrijk zijn voor uitwerking op korte termijn 2. Opstellen kaders implementatieplan voor de gekozen technologische voorzieningen. Hierbij kan ook worden gedacht aan input ten behoeve van een andere werkgroep. 3. Basis leggen voor business case voor doorontwikkeling technologische ontwikkelingen die op termijn kunnen worden gerealiseerd. 4. Toetsingskader ontwikkelen aan de hand waarvan waarvan kan worden bepaald of met een technologie het te realiseren effect ook daadwerkelijk is bereikt.
3e bijeenkomst op 14 oktober Doel: Afronding In de derde bijeenkomst zal de laatste hand worden gelegd aan een implementatietraject voor de uitgewerkte technologische ontwikkelingen. Hierin zal ook een voorstel worden opgesteld waar we in de regio de komende jaren willen gaan investeren (in menskracht en middelen). Er worden afspraken uitgewerkt welke worden opgenomen in de deelovereenkomsten voor de inkoop. Resultaat: 1. Uitgewerkt realisatieplan voor stimulering van kansrijke technologische ontwikkelingen. 2. Uitwerking van afspraken over implementatie van technologische ontwikkelingen en concretisering van afspraken ten behoeve van de contractering 2016. 3. Toetsingskader t.b.v. effectbepaling. 4. Uitwerking suggesties voor inkoop in de jaren 2017 en 2018 inclusief shared profit strategie voor kansrijke technologische vernieuwingen. 4e bijeenkomst op 20 oktober Doel: Afronding Indien gewenst kan de werkgroep een vierde keer bijeenkomen om te komen tot een afronding, evaluatie van het proces en afspraken voor vervolg.
6. Opdracht om de verbinding met de andere werkgroepen te maken De tussentijdse resultaten en het eindresultaat zullen worden besproken in de fysieke overlegtafels. Daarnaast ligt de verbinding tussen de werkgroep technologische vernieuwing en de werkgroep ondersteuningsarrangementen / partnerschap, de werkgroep Individueel en Groep en de werkgroep Beschermd Wonen voor de hand. In deze werkgroep ligt het accent op de andere wijze van organiseren en financieren van de zorg. Technologische ontwikkelingen kunnen hierin een belangrijke rol vervullen.
Startnotitie Werkgroep Bedrijfsvoering 1. Inleiding In het Inkoopplan ‘Nieuwe Wmo 2016’ staan transformatiedoelstellingen genoemd. De belangrijkste zijn het langer zelfstandig blijven wonen (minder beroep op intramurale zorg) en meer beroep doen op informele zorg (en minder professionele zorg). Minder expliciet benoemd, maar even zo van belang, is het streven naar een vermindering van de administratieve lasten. Het (her)inrichten van het ketenproces in termen van operational excellence zal op termijn ook een kostenbesparing met zich kunnen brengen. Gelden die weer ten goede kunnen komen aan het verlenen van begeleiding en ondersteuning aan hen die dat behoeven. Dan wel een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de bezuinigingsdoelstellingen. De werkgroep Bedrijfsvoering zal daartoe vernieuwingen, die – waar mogelijk bijdragen - aan het terugdringen van de administratieve lasten en het verbeteren/stroomlijnen van het primair proces en de ondersteunende processen verkennen. Deze vernieuwingen/verbeteringen zullen daar waar nodig worden opgenomen in de nieuw op te stellen deelovereenkomsten voor de inkoop 2016. Tijdens de bijeenkomst d.d. 2 juli 2015 over de inkoop Wmo 2016 is besloten om, mede op verzoek van enkele aanbieders, deze werkgroep Bedrijfsvoering op te starten. N.B.1. Het ondersteunen van een mogelijk in te richten project om in 2016 met een beperkt aantal ondersteuningsarrangementen te werken (resultaat van de werkgroep Ondersteuningsarrangementen en Partnerschap) valt buiten de scope van deze werkgroep. N.B.2 Het ontwikkelen van een visie op de inzet van innovatieve technologische toepassingen binnen het domein van de nieuwe Wmo gericht op het anders organiseren van begeleiding en ondersteuning en de inhoudelijke kennisopbouw en uitwisseling van casusgerelateerde kennis tussen betrokken aanbieders valt eveneens buiten de scope van deze werkgroep. Dit thema wordt opgepakt binnen de werkgroep Technologische vernieuwing. N.B. 3 Ontwikkelde producten van de werkgroep Ondersteuningsarrangementen en partnerschap en de werkgroep Technologische innovaties zullen voor wat betreft de uitvoering op bedrijfsvoering aspecten bezien worden. In afstemming met de werkgroep Bedrijfsvoering zal per product bekeken worden hoe hieraan invulling te geven.
2. Randvoorwaarden Landelijke kaders, b.v I-standaarden, zijn een gegeven en staan niet ter discussie. Een andere randvoorwaarde is dat gewerkt wordt binnen de kaders gesteld door de Veegwet//nieuwe ministeriële regelingen op het gebied van privacy en de VNG-modeloplegger Rechtmatigheidsvereisten Wmo en Jeugdwet.
3. Voorstellen voor thema’s waarover de werkgroep zich zal buigen • • • • • • •
Verbetering van de informatie-uitwisseling met gebruik van bestaande landelijke standaarden (iWmo en GGK/Vecozo) en voorzieningen.(Voorlichting, training, voor wie?, periodiek?) Het facturatie-proces. Inrichting van de communicatiestructuur (Wie praat met wie waarover, bereikbaarheid, etc.) Administratieve spelregels voor toe- en uittreding van (nieuwe) aanbieders tot de overeenkomsten. (diepgang eigen verklaring, kwalitatieve beoordeling, etc.) Inrichting sturing, monitoring en verantwoording. Afspraken omtrent kwaliteit Lessons learned, verbeteringen op basis van ervaringen 2015, zoals bijvoorbeeld de 46/52 wekenregeling Huishoudelijke Hulp en de factuurperiode (1 maand of 4 weken).
Prioritering van thema’s is daarbij van belang. De werkgroep zal bepalen welke thema’s t.b.v. de contractering 2016 verder zijn uitgewerkt. Het ligt voor de hand dat de thema’s informatie-uitwisseling en facturatie (inclusief de ‘geleerde lessen’) hiervan onderdeel zijn. Daarnaast geeft de werkgroep aan welke thema’s verdere aandacht behoeven voor 2016 e.v. Daar waar mogelijk zal voor de nog uit te werken thema’s een timetable worden opgesteld.
4. Samenstelling en rolverdeling fysieke Overlegtafel / werkgroepen Deelnemers aan de werkgroep zijn geselecteerd op basis van inhoudelijke expertise van de deelnemers/deelnemende organisaties. Hierbij is rekening gehouden met aanmeldingen zoals de gemeente Ede deze heeft ontvangen van de zorgaanbieders. De werkzaamheden van de werkgroep eindigen niet per 01-01-2016. De verwachting is dat ook hierna nog het nodige verder uitgewerkt moet worden. We verwachten in principe daartoe een positieve bereidheid van de aanbieders in de werkgroep. Mogelijk dat, gezien de opgave voor 2016 e.v., de samenstelling van de werkgroep dan (iets) zal wijzigen.. De werkgroep bestaat uit: Robin Rijntalder Tom Gerritsen Henk van der Veen Jaap Hagedoorn Jos Peters Ruth Sprey Peter Bruggers Karin Klopman John den Boer
voorzitter
gemeente Ede gemeente Ede De Gelderhorst Stg.Philadephia RIBW Humanitas DMH Stichting Het Maanderzand Siza Arta
5. Tijdspad en doel van de overleggen Uitgaande van drie overleggen per werkgroep: 1. Verkenning (15 september 2015, 08.30 - 10.30 uur) • Bespreking en bepaling van de opdracht. • De in hoofdstuk 3 genoemde thema’s worden besproken. Tevens wordt bij de deelnemers van de werkgroep geïnventariseerd welke andere thema’s nog van belang worden geacht. • Er wordt een prioritering gemaakt van thema’s die in ieder geval voor de contractering 2016 uitgewerkt moeten worden en thema’s die later (vanaf 2016) opgepakt worden. • Eerste uitwerking van de geprioriteerde thema’s (wat willen we per thema bereiken, beoogde resultaten, wat is daarvoor nodig, welke randvoorwaarden?). • Welke expertise buiten de werkgroepleden is eventueel nog nodig? • Afspraken over wie wat gaat doen (voor de volgende bijeenkomst zijn de geprioriteerde thema’s schriftelijk verder uitgewerkt). Gezien de kort tijd tussen de eerste en de tweede bijeenkomst, zal aan de leden van de werkgroep gevraagd worden daar waar mogelijk die periode de agenda’s zoveel mogelijk te schonen. 2. Verdieping (23 september 2015, 09.30 – 12.00 uur) • Per geprioriteerd thema: bespreking van de concept-voorstellen. Daarbij ook de financiële consequenties bezien (moet er in het kader van de inkoop 2016 hiervoor financiële middelen beschikbaar gesteld worden?). • Voor de in 2016 op te pakken thema’s: eerste uitwerking over wat willen we bereiken, wat is daarvoor nodig, planning?). Moet in dit kader met één van de andere werkgroepen al afstemming plaatsvinden? 3. Afronding (13 oktober 2015, 10.00 – 12.30 uur) • Eindproduct concrete oplossingsrichtingen voor thema’s bedrijfsvoering t.b.v. de contractering 2016 • Timetable uit te werken concrete oplossingsrichtingen thema’s bedrijfsvoering voor 2016 e.v. 4. Reserve (21 oktober 2015, 15.00 – 17.30 uur)
6. Opdracht om de verbinding met de andere werkgroepen te maken. De tussentijdse resultaten en het eindresultaat zullen worden besproken in de fysieke overlegtafels. Daarnaast ligt de verbinding met de andere werkgroepen voor de hand. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de resultaten van de werkgroep technologische vernieuwing en de werkgroep Ondersteuningsarrangementen en partnerschap in relatie tot bedrijfsvoeringaspecten.