T rend rappo r t Gemeen teSchagen De f in i t ieveve r s iesep tembe r 2015
T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
1
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................. 2 INLEIDING .......................................................................................................................................... 3 TREND #1: DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING ................................................................................ 4 TREND #2: WONEN .......................................................................................................................... 10 TREND#3: VERGRIJZING, ZORGBEHOEFTE EN INDIVIDUALISERING ............................................. 13 TREND #5: DIGITALISERING ............................................................................................................. 17 TREND #6: ECONOMISCHE SAMENSTELLING ................................................................................ 22 TREND #7: ENERGIETRANSITIE ......................................................................................................... 30 TREND #8 POLITIEK LANDSCHAP ................................................................................................... 32 TREND #9: VEILIGHEID ..................................................................................................................... 36 TREND #11: HOE LEERT EN VOLGT MEN ONDERWIJS IN SCHAGEN IN 2040? ............................. 41 TREND #12: HOE IS DE LEEFBAARHEID IN DE KERNEN IN 2040? ................................................... 44 COLOFON ........................................................................................................................................ 50
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
2
Inleiding In januari 2015 is het college gestart met het traject ‘Visie en Strategie Schagen in 2040’. De aanleiding van dit traject is drieledig. Ten eerste is een aanscherping van de bestaande HSZ-visie uit 2011 ‘Een dijk van een gemeente, met een zee aan ruimte’ gewenst, omdat deze visie gericht was op de fusie tussen de gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe. Deze is voorspoedig verlopen en daarmee heeft de visie zijn doel gediend. Om voor de komende periode prioriteiten te kunnen stellen is een blik op de verdere toekomst noodzakelijk. Zo kunnen op korte termijn keuzes worden gemaakt met de lange termijn belangen en continuïteit van Schagen in het vizier. Ten tweede is de toekomst onzeker met name op lange termijn. Dit kan tot veranderende omstandigheden leiden die impact hebben op Schagen. Wij als gemeente willen hier op anticiperen om zodoende op tijd de nodige interventies te kunnen plegen, in plaats van pas te reageren als er zich veranderingen voordoen. Ten derde vragen verschillende partijen uit de regio wat Schagen uniek maakt en waar wij als gemeenschap naar toe willen in de toekomst. Ook deze vraag wordt beantwoord in dit traject. De eerste stap in het Visie- & Strategietraject Schagen 2040 is een omgevingsverkenning. Wat zien we op demografisch, economisch, sociaal-maatschappelijk, technologisch, ecologisch en politiek-bestuurlijk gebied op Schagen afkomen de komende jaren? De resultaten van deze omgevingsverkenning vindt u in dit rapport.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
3
Trend #1: Demografische ontwikkeling De komende decennia kan naar verwachting de demografische ontwikkeling nergens in Nederland worden omschreven als business as usual. Na een halve eeuw van alleen maar groei, is het in grote delen van het land onzeker of de bevolking blijft groeien of gaat krimpen. In een aantal andere, meest landelijke gebieden wordt krimp voorzien. Waar nog bevolkingsgroei wordt voorzien, zijn de veranderingen in de bevolkingssamenstelling minstens zo belangrijk: vergrijzing is overal een belangrijke zekere factor en de aantallen gezinnen en jonge huishoudens zullen vrijwel overal afnemen 1. In welke mate hiervan sprake is in de gemeente Schagen en welke andere demografische ontwikkelingen in de toekomst een rol spelen lichten we hieronder toe. Veel kleinere kernen De gemeente Schagen bestaat uit 26 kernen. Het grootste deel van de inwoners van de gemeente Schagen woont in de kern Schagen (39%, 18.670 inwoners), gevolgd door de kernen Warmenhuizen (13%, 6.282 inwoners) en Tuitjenhorn (8%, 3.759 inwoners). Een groot deel van de kernen (16) is met minder dan 1.000 inwoners klein te noemen. In alle kernen is het aantal huishoudens tussen 2004 en 2011 toegenomen: Tabel 1 Aantal huishoudens kernen gemeente Schagen 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Groei 20042011
Callantsoog
1.130
1.140
1.150
1.160
1.140
1.150
1.145
1.150
1,8%
Petten
650
640
640
650
700
700
715
715
10%
Oudesluis
290
290
300
300
290
290
310
320
10,3%
’t Zand
850
900
900
900
900
900
945
910
7,1%
Schagerbrug
730
760
770
780
780
800
760
795
8,9%
Schagen
7.820
8.8080
8.180
8.350
8.380
8.300
8.255
8.275
5,8%
Warmenhuizen
2.260
2.270
2.300
2.290
2.280
2.290
2.285
2.315
2,4%
Waarland
250
260
250
250
250
260
260
260
4,0%
Dirkshorn
670
690
690
690
700
710
730
740
10,4%
Tuitjenhorn
1.240
1.240
1.230
1.320
1.350
1.340
1.370
1.385
11,7%
Bron: CBS Statline, Huishoudensontwikkeling per wijk2.
Opvallend om te zien is dat de huishoudensgroei in ‘grote kernen’ als Callantsoog en Warmenhuizen zeer beperkt is, terwijl de groei in kernen als Tuitjenhorn, Dirkshorn, Oudesluis en Petten sterk is. Dit komt voort uit de relatief grote impact van bijvoorbeeld enkele bouwplannen of de toename van een aantal huishoudens op het totaal in de kleinere kernen ten opzichte van de grote kernen; 50 extra woningen of huishoudens in Oudesluis
1PBL,
2
Demografische ontwikkelingen 2010-2040
Met wijk wordt bedoeld: de genoemde kern met omliggende kernen Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
4
zo rg tvoo reenvee ls te rke repe rcen tue letoenamedan50e x t ra won ingeno fhu i shouden s 3. in Wa rmenhu i zen
Ve rg r i j z ingenon tg roen ing De lo ka le woonv i s ievanSchagen( ‘Woonwen senen won ingbehoe f te indetoekom s t ; lo ka le woonv i s ie2014 2018 ’ )gee f taanhoedebevo lk ing sopbouwvanSchagene ru i tz ie t . Inde ze woonv i s ie i seenve rge l i jk inggemaak ttu s sende inwone r sto t15 jaa renboven65 jaa r .U i td i tbee ldb leekda tdeg roe ivanhe taan ta l inwone r sto t15 jaa rtu s sen2001en 2011 inSchagen me t1% i sgeg roe idenda the taan ta l65 -p lu s se r s inde ze l fdepe r iode i s ge s tegen me t50% . Indereg io wa sdebevo lk ingto t15 jaa r me t– 5%geg roe iden inhee l Nede r land me t – 2% .Voo rde65 -p lu s se r s wa sdeg roe i indeKopvan Noo rd -Ho l land37% en inhee lNede r land19 % .He taan ta l jonge renbenedende15 i sdu sge s tegen in tegen s te l l ingto tdeKopenNede r land waa rhe taan ta l jonge renbenedende15 i s gedaa ld .D i tbe teken tech te rn ie tda te rgeenon tg roen ing i sopge t reden ;he taandee l jonge rentenop z ich tevanoude rengaa tdu ide l i jkom laag .Deve rg r i j z ing i s indepe r iode 2001-2011s te rke rgeb lekendan indeKopvanNoo rd -Ho l landenNede r land . Deomvangvandebevo lk ing indegemeen teSchagendaa l too kdoo rhe tnega t ieve sa ldovanve s t ig ingenve r t rekvanu i tande regemeen ten . F iguu r1 :Bevo lk ing sg roe i1995 -2013
B ron: Woonwen senen won ingbehoe f te indetoekom s t ; loka le woonv i s ie2014 -2018Schagen
3
Woonwen senen won ingbehoe f te indetoekom s t ; loka le woonv i s ie2014 -2018Schagen T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
5
Oo k i se reena fnamevanhe tgeboo r teove r scho t .He tom s lagpun tnaa reen s te r f teove r scho t we rd ,zoa l sdeg ra f iekh ie ronde r laa tz ien , in2012be re ik t .Dep rogno seop de wa t lange rete rm i jn laa teen l ich teg roe ivandebevo lk ingz iento tongevee r2030 . Zoa l stez ien i s indeg ra f iekt rad in2013een l ich teg roe iop . Ove r igen s i sde ze l ich t op t im i s t i schge z iendeon tw ikke l ingvandea fge lopen ja ren . F iguu r2Bevo lk ing son tw ikke l ingSchagen
B ron :P rov inc ieNoo rd -Ho l land ,
U i tboven s taandeg ra f iekb l i jk tda too kdesamen s te l l ingvandebevo lk ingve rande r t . In dea fge lopen ja ren i she taan ta loude rena ls te rkgeg roe id .Vana f2010 wo rdens teed s mee r men send iegebo renz i jn indepe r iodevandegeboo r tego l f(1945 – 1964 )65 jaa r .De g roe ivanhe taan ta loude rengaa tgepaa rd me teens te rkeda l ingvandepo ten t ië le be roep sbevo lk ing(20to t65 jaa r )eneen( ie t sm inde romvang r i jke )da l ingvanhe taan ta l jonge ren . De zeon tw ikke l ingza ldekomende20 jaa rdoo rgaanenhee f tgevo lgenvoo rdeaa rden desp re id ingvanhe tvoo r z ien ingenpa t roonvoo rdeve r sch i l lendeg roepen . E ind2014 i sdoo rW imKon te rvandep rov inc ieNoo rd -Ho l landonde r s taandschema gemaak t .H ie ru i tb l i jk tda t indeKopvanNoo rd -Ho l landdegemeen tenSchagen ,Ho l land s K roonenTe xe lopd i t momen tnogg roe ienenda tdegemeen teDenHe lde r me t110 inwone r s i sgedaa ld , wa tvoo ra lkwamdoo reennega t ie fb innen land sm ig ra t ie sa ldo .
T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
6
Tabel 2: bevolkingssamenstelling eind december 2014
Bron: onderzoeker strategische verkenningen Provincie Noord-Holland.
Meer oudere huishoudens De demografische veranderingen werken uiteraard ook door in de groei van het aantal huishoudens en daarmee de groei van de woningbehoefte. In de afgelopen 10 jaar is het aantal huishoudens met jaarlijks 130 gestegen, maar het aantal oudere huishoudens is met ruim 200 per jaar gegroeid. Het aantal jonge huishoudens en de middencategorie (de gezinnen) is gedaald. De verwachting is dat in de komende jaren de groei van het aantal huishoudens nog verder zal afnemen. De groei van het aantal oudere huishoudens betekent niet dat er ook een groei van de woningbehoefte is onder oudere huishoudens. Er is eerder sprake is van een forse aanpassingsopgave dan van een nieuwbouwopgave4. Doordat ouderen honkvast zijn zal de nieuwe woningbehoefte zich vooral uiten bij de jonge huishoudens, ondanks het feit dat het aantal jonge huishoudens in de loop der jaren gaat dalen. Dat heeft te maken met het feit dat zich onderop nieuwe, jonge huishoudens blijven vormen die te maken hebben met een stokkend aanbod uit oudbouw vanwege de vergrijzing. Op de langere termijn zal het aanbod uit oudbouw echter fors toenemen omdat de omvangrijke babyboomgeneratie dan de woningmarkt verlaat5. Vergrijzing gaat dus gepaard met een
4 5
PBL, 2013 Eskinasi en De Groot, 2013 Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
7
ge r inges t i jg ingvande won ingbehoe f teonde roude ren maa rvoo ra l me teenfo r sedoch t i jde l i jkes t i jg ingvande won ingbehoe f teonde r jongehu i shouden s . F iguu r3 G roe ic i j fe r saan ta lhu i shouden snaa rlee f t i jd
B ron :P rov inc ieNoo rd -Ho l land
Ve rhu i sbeweg ingeninSchagen S ind she tu i tb rekenvandef inanc ië lec r i s i s wo rd te rove rhe talgemeen m inde rve rhu i sd . Oo k in Schagen i sde zet rend waa rtenemen .Degemeen teken tove rdepe r iode2007 2013eennega t ie fve rhu i s sa ldovanongevee r1 .500 pe r sonen .Da tbe teken tda te rpe r 6. jaa rgem idde ld200pe r sonen mee rz i jnve r t ro kkendanz ichhebbengeve s t igd Hoekan
d i t wo rdenve rk laa rd? Indelo ka le woonv i s ie vanSchagen we rda leencau saa lve rbandbe sch reventu s sende g roe ivande won ingvoo r raadendeg roe ivan inwone r s /hu i shouden s /ve s t ig ing sove r scho t inNoo rd -Ho l land .Eenbe lang r i jkev raagh ie rb i j wa so f inwone r svandegemeen te Schagen in2007z i jnve r t ro kkena l sgevo lgvang ro tebouwp lannen indereg ioeneen geb rekh ie raanb innenSchagen .U i teenp iek indeg roe ivande won ingvoo r raadvoo rde KopvanNoo rd -Ho l land in2007en2008b l i jk t in iede rgeva lda te rtoeneeng roo taan ta l bouwp lannenge reed i sgekomen .He tve r t rekove r scho t in2007en2008 i s indegemeen te Schagenhe ts te rk s t ;d i t maak the taanneme l i jkda tde inwone r svandegemeen tede s t i jd s ve rhu i sdz i jnnaa re lde r s indereg io .Voo ra lnaa rdegemeen ten Am s te rdam ,A lkmaa ren Hee rhugowaa rdz i jnvee l men senve rhu i sd .De lee f t i jd sk la s sed iere la t ie fhe t mee s te ve rhu i sd i s inSchagenz i jnde jonge renvan20to t30 jaa r .De ze jonge renvan20 -30 jaa r i s oo kde lee f t i jd sk la s sed iehe t mee s teve r t rekkenu i tdegemeen te .Inde zeg roepva l len vee la ls ta r te r sens tuden ten .Degemeen teSchagenhee f tzowe lab so luu ta l sre la t ie fve ru i t de mee s teve rhu i s re la t ie s me tdegemeen teHo l land sK roon ,gevo lgddoo rA lkmaa r . Na
6
Rappo r tageve rhu i sbeweg ingenSchagen ,A t r ive2015 T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
8
de leeftijd van 30 jaar neemt de verhuismobiliteit in de gemeente af. Dit betekent dat deze groep relatief minder verhuist. Als we kijken op kernniveau blijkt dat in de periode 2007-2013 bijna de helft van alle verhuisde personen zich in de kern Schagen heeft gevestigd. Ook relatief gezien zijn er veel personen naar de kern Schagen verhuisd. Naar Dirkshorn zijn relatief gezien de meeste personen verhuisd. Naar de kernen Burgerbrug, Schagerbrug, Sint Maarten en Warmenhuizen wordt het minst verhuisd. In absolute zin is er het meeste verhuisd naar de woningen in de koopsector. Zo’n 55% van alle verhuisde personen heeft zich in een koopwoning gevestigd. Echter, 73% van de woningvoorraad in Schagen bestaat uit koopwoningen, dus relatief gezien is er eigenlijk weinig naar de koopsector verhuisd. Zowel in absolute als relatieve zin is er veel verhuisd naar tussen- en hoekwoningen. De vrijstaande woningen zijn minder populair. Relatief gezien is het meest verhuisd naar appartementen. De verhuismobiliteit is daar in het algemeen hoger dan bij eengezinswoningen. Stabiel aantal allochtonen Het aantal allochtonen in Schagen ligt vanaf 2005 tot 2014 rond de 4500 en is daarmee stabiel.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
9
Trend #2: Wonen Woningvoorraad: vooral eengezinswoningen Uit de lokale Woonvisie 2014-2018 blijkt dat de woningvoorraad van de gemeente Schagen op dit moment voor het merendeel uit eengezinswoningen bestaat (95,4%). Zowel het aantal koopwoningen als het aantal kamers per woning scoort relatief hoog. Dit is verklaarbaar uit het feit dat het vooral gaat om eengezinswoningen. De woningvoorraad is relatief jong, bijna 65% van de woningen is gebouwd na 1970. Woningcorporaties zijn eigenaar van 23% van de woningen in Schagen. Het aantal huishoudens groeide sterker dan de woningvoorraad in het afgelopen decennium. Het aantal woningen dat te koop staat is sterk gegroeid, namelijk met 89% sinds september 2008. Daarnaast is het aantal transacties (-25%) en de gemiddelde koopsom van een woning (-8%) sterk afgenomen sinds 2007. Opvallend is het ‘gat’ tussen de gemiddelde koopsom van een woning en de gemiddelde vraagprijs. Ook ligt de gemiddelde koopsom lager dan de gemiddelde WOZ-waarde. Woningvoorraad groeit minder Tussen 2003 en 2012 is het aantal huurwoningen gedaald van 5.913 naar 5.582. Het aantal koopwoningen is gestegen van 11.736 in 2003 naar 13.686 in 2012. De verhouding koophuur was daarmee in 2003 67% koop vs. 33% huur en in 2012 71% vs. 29%. Als we kijken naar de totale woningvoorraad in vergelijking met een gemiddelde gemeente met een grootte van 45.000 tot 60.000 inwoners, dan blijkt dat in Schagen de voorraad vanaf 2000 redelijk gelijk was en van 2002 tot 2011 hoger was dan het gemiddelde. Vanaf 2008 is er echter een stagnatie te zien en vanaf 2011 loopt de grafiek gelijk met die van een gemiddelde gemeentegrootte van 45.000 tot 60.0007. De gemeente Schagen heeft op dit moment heel veel woningbouwplannen, waarbij het voor de toekomst vooral van belang is om hierbij de kijken aan welke woningen behoefte is. Laten we daarom inzoomen naar de woonwensen. Aan welke woningen is behoefte? In de lokale woonvisie (Een nieuwe gemeente, een nieuwe koers: lokale woonvisie 20142018) heeft de gemeente Schagen aangegeven dat zij vooral wil inzetten op flexibele woningbouwplannen om aan de veranderende vraag van de markt te kunnen voldoen. De woningmarktcrisis heeft ons immers laten zien dat de maakbaarheid van de woningmarkt beperkt is. Inwoners van Schagen wonen over het algemeen graag in een woning met een tuin en niet in een appartement. Of die cultuur er in de toekomst nog is valt aan de hand van huidige gegevens niet te voorspellen. De gemeente kan op dit moment daarom wel een stip op de horizon zetten en de exacte invulling af laten hangen van de actuele marktvraag. Toenemende vraag naar huurwoningen: In de huidige markt neemt de vraag naar huur toe. Dit is met name bij starters, senioren, eenpersoonshuishoudens die met urgentie een woning zoeken, het geval. Dit zorgt voor een vraag naar goedkope huurwoningen. Huishoudens met lage (midden)inkomens kunnen als gevolg van de strenge financieringsregels lastig een woning kopen. Een groot
7
AFB research, via ‘Schagen in cijfers’ Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
10
deel van deze huishoudens is zo doende aangewezen op een huurwoning boven de huursubsidiegrens (zie kader). Dit zorgt voor een vraag naar betaalbare vrije sector huur. Toenemende vraag naar goedkope woningen: Het woningbouwprogramma kan een groter aandeel goedkope woningen bevatten en in mindere mate dure woningen gezien de marktvraag. Woningbezitters (doorstromers) verhuizen beperkt op de huidige markt, omdat dit minder aantrekkelijk is als gevolg van de waardedaling van de eigen woning. Hierdoor is de vraag in het dure segment beperkt. Op korte termijn is het dan ook van belang om in te spelen op de marktvraag die er wel is; goedkope (tot € 150.000,7) en middeldure (tussen € 150.000,7 en € 250.000,7) woningen. In het provinciale onderzoek vraaggestuurd bouwen wordt voor de korte termijn ook deze strategie gevolgd. Levensloopbestendige woningen: In de huidige markt zien we op korte termijn een beperkte doorstroming van senioren met een ei gen woning, aangezien het momenteel moeilijk is de eigen woning te verkopen. Er is echter nog wel beweging bij die senioren zichtbaar die de prijsdaling kunnen ‘lijden’ vanwege een forse over waarde op de woning. Deze senioren verhuizen vaak naar de stad Schagen vanwege het voorzieningenniveau. Op dit moment is de vraag naar nultredenwoningen beperkter dan te verwachten zou zijn op basis van de demografische ontwikkelingen. In het huidige aanbod gaat het daarom vooral om het stimuleren dat woningen voldoende flexibel zijn, zodat deze woningen in de toekomst (eenvoudig) geschikt (te maken) zijn voor senioren, denk aan het bouwen op ruime (en goedkope) kavels, ruime beukmaten, woningen die gemakkelijk uit te breiden zijn met een slaapkamer op de begane grond et cetera. WOZ-waarde koopwoningen hoger dan NL gemiddelde De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen in Schagen in 2011 is € 251.000 8. In 2010 was dit nog € 253.333. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde van € 237.000, en ook hoger dan het gemiddelde in de Kop van Noord-Holland (€ 220.000). In de kern Schagen (€ 230.000) en ’t Zand (€ 235.000) was de WOZ-waarde in 2010 het laagst. In Warmenhuizen (€ 273.000), Schagerbrug (€ 270.000), Dirkshorn (€ 270.000), Tuitjenhorn (€ 263.000), Waarland (€ 262.000) en Callantsoog (€ 254.000) ligt de WOZ-waarde hoger in 2010 dan gemiddeld.
8
CBS Statline Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
11
F iguu r4 Bevo lk ing sg roe iinSchagen
Wa t wo rd tde woonbehoe f teindetoekom s t? Degemeen teSchagen i seenzogenaamdean t ic ipee r reg io :eengeb ied waa rop lange re te rm i jndebevo lk ingza la fnemen . Inan t ic ipee r reg io ' sza lvo lgen she tP lanbu reauvoo rde Lee fomgev ingdebevo lk ing sda l ing m inde rg roo tz i jndan ink r impgeb iedenen i sde on zeke rhe idg ro te rtenaan z ienvanonde rande redehu i shouden sg roe iende ve rhu i sbeweg ingen . Me tde woonv i s iehee f tdegemeen teSchagenvoo rdefu s iea leen s ta r tgemaak t me the tv raagge s tuu rdbouwen :opd i t momen ts lu i tde won ingvoo r raad n ie taanb i jde won ingbehoe f teen moe te reenkeu ze wo rdengemaak t inded ive r se won ingbouwp lannen .Aange z iende won ingma rk t inSchagenn ie topz ich ze l fs taa t , moe t d i t inge zamen l i jkhe id me tdeom l iggendegemeen ten wo rdenaangepa k t . Devoo r z iene hu i shouden sk r imp ink r impgeb iedenkanvoo ra l inde m in s taan t rek ke l i jkedo rpen /w i jken re su l te ren ineenv ic ieu zec i rke lvanda lende won ingp r i j zen , leeg s tand ,concen t ra t ievan kan sa rmenen lee fbaa rhe id sp rob lemen . Op langete rm i jn wo rd tdep rob lema t iekve r s te rk t a l sdeg ro tegeboo r tecoho r ten1945 -1970hun won ingenach te r la ten . Waa rdeg ren s tu s seng roe ienk r imp inNoo rd -Ho l land l ig ten inhoeve r rede zeg ren s indekomende decenn iaza lve r schu iven( innoo rde l i jkeo fzu ide l i jker ich t ing ) , i s moe i l i jktevoo r spe l len9.
9
Demog ra f i scheon tw ik ke l ing inNoo rd -Ho l land ;eenve rkenn ingtenbehoevevaneen moge l i j kebe le id sv i s ie T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
12
Trend#3: Vergrijzing, zorgbehoefte en individualisering Het CBS geeft aan dat naar verwachting rond 2035 het aandeel ouderen in Nederland boven de 25% komt. Er bestaan belangrijke regionale verschillen in het tempo van de vergrijzing. Naar verwachting vergrijzen eerst in de randen van Nederland en daarna in de meer centraal gelegen regio’s. Zo zal in Zuid- en Midden Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en het oosten van Groningen rond 2025 al meer dan een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder zijn. Tegen 2030 volgen de rest van Limburg en Zeeland, Drenthe, de Achterhoek, Zuidoost-Friesland en de kop van Noord-Holland. Meer écht ouderen, meer zorgbehoefte Volgens de prognoses neemt het aantal 65-plussers tussen 2010 en 2025 met 54% toe10. Ook het aandeel 80-plussers onder ouderen zal sterk groeien. Juist door de groei van het aantal oudere ouderen, stijgt de zorgbehoefte. Dit noemen we dubbele vergrijzing. Tegelijkertijd zien we een (landelijke en lokale) overheid die meer verwacht dat we voor elkaar zorgen, een grotere focus op gezond leven en meer bewustwording op gebied van voeding en gezondheid. Ook zien we de rol van domotica toenemen. Waar we de (dubbele) vergrijzing en de daarbij verwachte toename van zorg in Schagen bijvoorbeeld in terugzien, is in een verwachte grote stijging van het aantal dementerenden11:
Tabel 3 Aantal dementerenden in de gemeente Schagen
2013
2014
2020
2030
2040
706
733 (+4%)
976 (+ 38%)
1586 (+125%)
1952 (+176%)
Bron: Alzheimer Nederland, prognose 23 januari 2013. Uit landelijke cijfers weten we dat ongeveer 30% van de dementerenden in een verpleegof verzorgingstehuis woont; van de overige patiënten woont 40 tot 50% alleen. We hebben geen reden om te verwachten dat dit in onze gemeente anders is. Daarnaast verwachten we (zoals al eerder in het hoofdstuk over demografie staat beschreven) dat Schagen meegaat in de trend van huishoudenverdunning: er komen meer eenpersoonshuishoudens. In de toekomst zijn dus meer alleenstaande ouderen te verwachten, al dan niet dementerend. Opvallend is dat de groei in de voorspelling van de toename van het aantal dementerenden het grootst is in de kleine kernen buiten de stad Schagen. Extramuralisering12 versterkt de spreiding van de vraag naar zorg voor dementerenden over onze gemeente. Dat maakt het lastiger voor de gemeente Schagen en zorgaanbieders om zorg en ondersteuning efficiënt te organiseren. Ontwikkelingen als domotica en ‘zorgen voor elkaar’ kunnen ertoe bijdragen dat mensen die daar behoefte aan hebben, de juiste ondersteuning krijgen.
Gezondheidsprofiel 2011 HSZ, GGD Hollands Noorden Alzheimer Nederland, prognose 23 januari 2013 12 12 Zorg verplaatsen van instellingen naar thuis 10 11
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
13
Mogelijk huisartsentekort In de periode 2014-2020 neemt het aantal huisartsbezoeken naar verwachting sterk toe. Het aantal cliënten in de thuiszorg (wijkverpleegkundige, Wmo) zal tussen nu en 2040 verdubbelen. Extramuralisering draagt hier voor 16% aan bij. De groeiende vraag komt vooral vanuit de groep 75-plussers, een groep die we in de periode tot 2040 sterk zien toenemen, met een aandeel van 7,8% in 2015 tot 18% in 2040. Nu is ongeveer 22% van onze ouderen als ‘kwetsbaar’ te beschouwen; in 2040 is dit naar verwachting 27%. Kwetsbare ouderen zijn beperkt in hun functioneren door lichamelijke, psychische en/of sociale tekortkomingen waardoor zij meer gebruik maken van zorg. Zorgoptimalisatie Noord-Holland (ZONH) onderzocht in 2014 hoeveel huisartsen er in de Kop van Noord-Holland de komende vijf jaar met pensioen denken te gaan en of huisartsen in opleiding interesse hebben in een praktijk in de Kop. Vraag en aanbod lijken aardig in evenwicht, al kunnen huisartsen die willen stoppen en starters elkaar nog niet voldoende vinden. Financiële en praktisch faciliteren zou de interesse van nieuwe huisartsen om zich in onze regio te vestigen, kunnen vergroten. Huisartsen kijken anders naar hun werk dan voorheen. Daar waar de huisarts eerder een solopraktijk had met lange werkdagen en weinig samenwerking met andere disciplines, zie je nu geïntegreerde huisartsenpraktijken en gezondheidscentra. Men is steeds meer geïnteresseerd in parttime werken, mede door het fors toenemende percentage vrouwelijke huisartsen. Bij de praktijk wonen is niet meer een ‘must’. De huisarts weet zich wel 7x24 uur verantwoordelijk voor alle huisartsgeneeskundige zorg maar organiseert dit anders dan vroeger. De ontwikkeling van het aanbod van huisartsen hangt onder andere af van hoeveel huisartsen opgeleid worden en van hoe aantrekkelijk zij onze regio in de toekomst vinden. Op langere termijn is in ieder geval duidelijk dat de vraag naar zorg bij de huisarts (ook door praktijkondersteuners) toeneemt. Maar of er in de toekomst een tekort aan huisartsen te verwachten valt, is daardoor niet duidelijk. Zorg voor elkaar De landelijke overheid en ook de gemeente Schagen sturen met wet- en regelgeving en communicatie (onder meer via www.metelkaarmeervoorelkaar.nl) op meer zorgen voor elkaar. Dit is deels het gevolg van een verschuiving van het normen- en waardenkader, en deels financieel gemotiveerd. Tegelijkertijd zien we individualisering in de samenleving. Deze ontwikkelingen lijken elkaar te bijten. Onzeker is hoe onze inwoners dit op langere termijn op gaan pakken. Misschien wordt het normaal dat we onze ouders weer in huis nemen of misschien kiezen (meer gefortuneerde) ouderen ervoor om hun eigen vermogen (bijv. opgebouwd in hun huis) in te zetten in geclusterd wonen met zorg. Bij een terugtrekkende overheid zijn mensen genoodzaakt hun eigen zorgoplossingen te zoeken, al blijft het bieden van informele zorg (mantelzorg, vrijwilligerswerk) natuurlijk altijd een persoonlijke keuze.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
14
In het geval van mantelzorg zullen we zien dat het niet (meer) oppakken van bepaalde (zorg-)taken ervoor zorgt dat mantelzorgers zich bijna gedwongen voelen om in te springen. Dit leidt tot grotere druk op mantelzorgers. Werkgevers zien dit nu al terug in hoger ziekteverzuim. Gemeenten hebben de taak om mantelzorgers te ondersteunen. Ook goede mantelzorgondersteuning kan de impact van mantelzorg op iemands leven niet geheel uitwissen. Een deel van de mantelzorgers kan meer doen (en zal dit mogelijk ook willen) maar we hebben ook een verantwoordelijkheid om te zorgen dat we overbelasting van mantelzorgers zoveel mogelijk voorkomen. Tabel 4 Cijfers 2012 mantelzorg en vrijwilligers in de gemeente Schagen
19-65 jarigen
65+-ers
Doet vrijwilligerswerk (%)
31,6
29,6
Geeft mantelzorg (%)
17,3
14,1
Bron: Gezondheidsmonitor 2012 GGD Hollands Noorden
Het aandeel volwassen inwoners dat vrijwilligerswerk doet, lijkt op te lopen: in 2007 was dit in Harenkarspel nog 30,6%, in Schagen 22,5% en in Zijpe 31,4%. In 2012 was dit voor de nieuwe gemeente Schagen dus opgelopen tot rond de 30%, voor beide leeftijdsgroepen (onder en boven 65 jaar). Rond 2006 gaf 17,2% van de inwoners van 19 tot 65 jaar mantelzorg13, rond 2012 was dit 17,3%. Het aandeel volwassenen dat mantelzorg geeft, lijkt dus niet te groeien. Van de 65plussers14 verleende 13,6% mantelzorg in 2009. In 2006 was dit voor 65-plussers rond de 10% (Harenkarspel 8,9%, Schagen 10.8%, Zijpe 11,5%). We zien dus bij ouderen wel dat zij in de loop van de laatste jaren vaker mantelzorg zijn gaan geven. Uit deze cijfers kunnen we concluderen dat het percentage vrijwilligers tussen 19 en 65 jaar de laatste jaren gestegen is, terwijl we bij ouderen juist groei zien in het percentage mantelzorgers. Als we deze cijfers combineren met de te verwachten demografische ontwikkelingen (vergrijzing), zien we twee onwenselijke effecten: 1) Het aandeel volwassenen in onze samenleving neemt af, terwijl zij juist de groeiende groep vrijwilligers vormen. Daardoor zouden er minder vrijwilligers te verwachten zijn. 2) De groep oudere mantelzorgers is nu groeiende. Op termijn verwachten we meer oudere ouderen. Zij zijn juist de groep die gemiddeld meer gezondheidsklachten heeft, dus het is niet waarschijnlijk dat die groei op langere termijn doorzet. Een afname is waarschijnlijker. Door toenemende vraag naar zorg ontstaat een toenemende vraag naar mantelzorg en vrijwilligers. Dit betekent een grotere druk op de omgeving om toch bij te springen (als mantelzorger of als vrijwilliger) en mogelijk een grotere druk op betaalde zorg als een mogelijk tekort aan informele zorg leidt tot een te laag niveau aan beschikbare zorg. Of we moeten accepteren dat het niveau van persoonlijke zorg lager wordt en andere oplossingen vinden, zoals de inzet van domotica.
13 14
Cijfers 2006, 2007 GGD Hollands Noorden Cijfers 2009 GGD Hollands Noorden Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
15
Zelfredzaam met domotica Er komen steeds meer manieren beschikbaar om domotica in te zetten om mensen te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en bij het verminderen van de behoefte aan intensieve zorg. Kleine taken in huis kunnen nu bijvoorbeeld met een tablet worden gedaan (bijv. gordijnen sluiten, boodschappen bestellen die thuisbezorgd worden). Tevens wordt zorg op afstand mogelijk, zoals een gesprek met een arts of verpleegkundige. Dit bevordert de gezondheid van de gebruiker, omdat hij of zij sneller advies krijgt om gedrag of medicijngebruik bij te sturen en meer zelf kan doen. Het bevordert de zelfredzaamheid en zelfstandigheid. En het bespaart de zorgverlener reistijd, zodat deze meer mensen kan bedienen. Dit kan wel eens hoog nodig blijken, want zoals hierboven te lezen valt, is niet zeker of we in de toekomst genoeg huisartsen hebben in onze regio om op de huidige manier zorg te blijven leveren. Conclusie: De bandbreedte van mogelijke ontwikkelingen ten aanzien van de veranderende zorgbehoefte is groot: door de vergrijzing neemt de zorgvraag enorm toe maar domotica ontwikkelt zich steeds verder. Zijn er dan echt zoveel huisartsen en andere zorgverleners nodig? Individualisering In de media hoor je al jaren over individualisering van de maatschappij, het proces waardoor mensen meer als individu in plaats van als groep in de samenleving komen te staan. Individualisering is geen mythe. Het individualisme is een universele trend die spoort met de menselijke geschiedenis; een langzame maar onstuitbare evolutie van minder naar méér individuele vrijheid. In een sterk hedonistisch en materialistisch georiënteerde samenleving kan individualisme omslaan in hyperindividualisme, narcisme en onverschilligheid, verliest men de interesse voor de omgeving en worden zaken als gelijkheid en solidariteit eenvoudig aan de kant geschoven. Onzeker is of en in welke mate individualisme in onze maatschappij zal doorslaan naar onverschilligheid. Hoe geïndividualiseerd leeft men in Schagen in 2040? Gelet op een andere trend voor Schagen die meer eenduidig is, te weten de vergrijzing, zal de individualisering naar verwachting een minder hoge vlucht nemen dan in andere, ‘jongere’ delen van het land. Dit omdat uit onderzoek is gebleken dat de oudere generaties nog meer uitgaan van de traditioneel burgerlijke waarden dan de jongste generatie. Ook zien we hier dat er vanuit de dorpscultuur die we op veel plekken in onze gemeente zien, mensen gewend zijn om veel voor elkaar te doen. Dit zou ook een remmende factor kunnen zijn op deze trend.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
16
Trend #5: Digitalisering Trends op het gebied van informatie delen, digitalisering en de issues digitale veiligheid en privacy spelen wereldwijd, dus ook in Schagen. Informatie delen via Sociale Media Met een wereldwijd bereik door internet verschuift informatievoorziening steeds meer van papier naar online. Iedereen maakt zijn eigen, persoonlijke nieuws via Facebook, blogs en Twitter. Mensen wisselen hun ervaringen als consument uit door middel van forums, referenties en feedbackmogelijkheden. Digitale media worden daarnaast gebruikt voor de opbouw en uitbreiding van sociale contacten; van elkaar fysiek ontmoeten in een café of bij een vereniging naar online ontmoetingen via een datingsite of Facebook. De toekomst van digitaal delen Wat zeker is tot 2040, is dat we niet meer op de fiets of in de auto hoeven te stappen om elkaar te ontmoeten. Sociale contacten onderhouden kan sneller en makkelijker via internet. Het lijkt ook zeker dat we steeds vaker onze ervaringen met producten of diensten online delen. Het is onzeker hoe de sociale media zich de komende decennia ontwikkelen. Welk platform wordt de volgende Facebook? Een andere onzekere factor is in hoeverre mensen hun persoonlijke leven met de ‘hele wereld’ willen blijven delen. Als we kijken naar hoe het de afgelopen 5 tot 10 jaar geleden is gelopen, dan zien we een stijgende lijn in het verzamelen, bekijken en delen van beeldmateriaal en in het gebruik van Facebook, vooral ten koste van Hyves, dat inmiddels niet meer bestaat. Na een sterke groei tot 2012 zien we het gebruik van Twitter in Nederland de afgelopen twee jaar stabiliseren, terwijl de nieuwere platforms Instagram en vooral Google+ flink groeien. Figuur 5 Aantal Nederlandse gebruikers op Social Media vanaf 2005
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
17
Een extreme ontwikkeling voor 2040 kan zijn dat gebruikers het tegen die tijd beu zijn om hun persoonlijke leven wereldwijd digitaal te delen en elkaar juist weer fysiek willen opzoeken. De tegenovergestelde ontwikkeling zou zijn dat we in 2040 elkaar voornamelijk nog virtueel ontmoeten en bijna niet meer fysiek. Groeiend gebruik van internet Het percentage huishoudens met een internetaansluiting in 2012 in Nederland was 96%; aanbieder Ziggo ziet hierin geen afwijkingen voor gemeente Schagen. In 2005 had ruim 80% van de Nederlanders een internetaansluiting, die vooral werd gebruikt om te mailen, chatten en informatie op te zoeken. Ook waren commerciële activiteiten zoals telebankieren en elektronisch winkelen populair. In 2005 had tweederde van de 55- tot 75jarigen nog nooit gebruik gemaakt van internet. In 2013 gaven acht op de tien 65- tot 75jarigen aan weleens gebruik te hebben gemaakt van het internet, ruim twee keer zo veel dus als in 2005. Het internetgebruik in deze leeftijdsgroep is vrijwel nergens in de EU zo hoog als in Nederland. Steeds meer ouderen bellen, winkelen en bankieren via het internet. Ook het aantal mobiele apparaten groeit: 75% van de Nederlanders gebruikt inmiddels een smartphone15 en dat gebruik zal zich zeker nog verder ontwikkelen. Onzeker voor de toekomst zijn de gedragingen van de gebruiker. Worden we het beu en wordt er steeds meer misbruik van gemaakt van wat we delen? Of vinden we het juist handig en is het misbruik nihil? En wat wordt de rol van het bedrijfsleven; hoe spelen zij in op deze ontwikkelingen? Het zou zo kunnen lopen dat de gebruikers zelf gaan bepalen hoe hun internetomgeving eruit ziet. Wie krijgt toegang tot het gebruik en de informatie van de gebruiker en wie niet? Of wordt het de overheid die zich genoodzaakt ziet in te
15
www.usability.nl Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
18
grijpen omdat hackers en commerciële bedrijven teveel misbruik maken van alle open data van de gebruikers? Media: van aanbodgericht naar vraaggericht Vroeger luisterden we naar radioprogramma’s of nestelden we ons voor de televisie als een bepaald populair programma werd uitgezonden. Je stuurde kaartjes naar anderen via de postbode of belde met vrienden op tijden waarvan je wist of hoopte dat zij thuis waren. Of we gingen via de modem ‘het internet’ op, als er tenminste niemand aan het telefoneren was. De trend anno 2015 is het plaats-, tijd- en device-onafhankelijk gebruik maken van internet. En dat internet geeft ons toegang tot alle sociale netwerken en alle media, zowel live of als in de herhaling. Online radio luisteren en tv-kijken is de laatste jaren in opkomst. Dit percentage steeg namelijk van 26 % in 2005 naar 63 % van de internetgebruikers in 2014. Mensen kiezen er steeds vaker voor om programma’s te kijken wanneer het hén uitkomt.16 Deze beweging van aanbod- naar vraaggericht internetgebruik blijft valt niet meer om te draaien. Omdat het internet zich alleen maar verder ontwikkelt en jeugd en jongvolwassenen niet beter weten dan dat ze tijd-, plaats- en device-onafhankelijk hun ding kunnen doen, is het de norm geworden. Anderzijds zien we dat ritme, gewoonten en structuur in het doen en laten van de mens ook blijven bestaan17. Hoe die twee gegevens zich tot elkaar gaan verhouden, is onzeker. Voor de komende decennia zou het zo kunnen zijn dat live radio of televisie langzaamaan verdwijnt. En dat entertainment op afroep te zien of te horen is en er per maand voor betaald wordt, zoals Netflix en Spotify. De televisie en de radio verdwijnen dan in hun huidige vorm en beeld en geluid kunnen in elk genre op elk gewenst scherm of luidspreker worden afgespeeld. Misschien kijken we in 2040 wel helemaal niet meer gezamenlijk naar de tv als gezin, maar doen we alles individueel en heeft ieder zijn of haar eigen scherm ‘24/7’ bij de hand. Groei digitale dienstverlening Ook de overheid gaat steeds meer digitaal. In de visiebrief van minister Plasterk schrijft hij dat alle overheidsinstanties in 2017 digitaal moeten zijn ingericht. Uiteraard met uitzondering van diensten waar een verschijningsplicht voor is. Pijlers binnen die visie zijn:
informatie die voor de inwoners relevant is, moet digitaal beschikbaar zijn;
Inwoners kunnen alle (aan)vragen aan de overheid digitaal versturen en alle berichten van de overheid digitaal ontvangen;
Werken aan het versterken van de zelfredzaamheid en digivaardigheid van inwoners;
Inwoners krijgen via MijnOverheid.nl inzage in de kerngegevens die overheden over hen vastleggen, met de mogelijkheid om online correcties door te geven;
Het elektronisch contact met de overheid moet goed beveiligd zijn;
Overheidsbreed Samen verder bouwen aan een gezamenlijke infrastructuur. Inwoners willen één overheid en dat levert efficiëntie voor individuele organisaties op.
16 17
CBS: Tablet verdringt bord van schoot Boek ‘Ritme’ van Marli Huijer Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
19
Deze visie sluit de andere contactkanalen, zoals balie, post en telefonie, niet uit. Sociale media en applicaties worden momenteel meestal als zendkanaal gebruikt; het gebruik hiervan als dienstverleningskanaal is nog groeiende. Landelijke uitvoeringsagenda overheidsbrede dienstverlening 2020 Er is, met alle relevante overheidspartijen, een landelijke uitvoeringsagenda gemaakt met als doel om samen te werken aan betere en goedkopere dienstverlening. Kernthema’s en ambities binnen deze agenda zijn;
Digitalisering dienstverlening en kanaalsturing; Face-to-face: dienstverlening op maat; Overheidsparticipatie; Eén Overheidspoort; Standaardisatie en deregulering; Ketensamenwerking en informatiedeling.
Groeiend gebruik van open data vs. privacy en digitale veiligheid Bedrijven en organisaties bouwen applicaties (apps) op basis van open data. Journalisten maken nieuwsitems op basis van open data. Ook de inwoners van onze gemeente zoeken hun gewenste informatie zelf op via online zoekmachines. Die vraag naar en daarmee ook het aanbod aan data groeit. Ook de overheid heeft een (landelijke) visie op een ‘Open Overheid’:
De transparante overheid: openbare informatie actief beschikbaar De faciliterende, samenwerkende overheid: zoekt partners op in de samenleving om samen maatschappelijke vraagstukken op te lossen
De toegankelijke overheid: staat open voor iedereen en werkt plaats- en tijdonafhankelijk
Het online zoekgedrag van mensen is ook een vorm van open data. De zogenoemde ‘linked data’ worden steeds beter en krachtiger; het online informatieaanbod wordt steeds beter aangepast op het online gedrag van de mens en wordt individueel maatwerk. De grens van privacygevoelige informatie verschuift steeds verder; mensen willen steeds vaker zelf bepalen welke informatie zij wel en niet willen delen; hoe ver die grens nog verschuift, is onzeker. Zeker lijkt dat de focus de komende jaren heel erg zal liggen op de verscherpte richtlijnen rondom privacy. De EU in Brussel is bezig met een Europese verordening en als deze wordt aangenomen (naar verwachting dit jaar), gaan er binnen 2 jaar een aantal nieuwe regels gelden. De regels zijn ingrijpend en gelden voor geheel Europa gelijk (dat is nu nog niet zo). Het niet invoeren van regels kan ondernemingen boetes opleveren tot in de miljoenen euro´s per niet opgevolgde regel. Een voorbeeld van zo’n regel is het aanstellen van een DataProtection Officer binnen organisaties die de persoonsgegevens verwerkt en beheert. Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
20
Het is onzeker hoe de maatregelen vanuit de (EU-)overheid om privacy en data te beschermen zich zullen ontwikkelen. Neemt de overheid strenge, dwingende maatregelen waar de gebruiker hinder van ondervindt en die het organisaties lastig maken om hun producten of diensten goed online te organiseren? Of speelt de overheid een faciliterende rol, die ervoor zorgt dat mensen zelf in staat zijn om, geheel naar eigen wens, hun online privacy te bewaken?
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
21
Trend #6: Economische samenstelling De afgelopen tijd zijn steeds positievere geluiden te horen over de economie van Nederland: deze trekt weer aan. De demografische ontwikkelingen die in het vorige hoofdstuk zijn beschreven, hebben echter ook invloed op de economie van Schagen en de regio. Wat voor soort bedrijven bevinden zich in de gemeente Schagen en hoe staat het met de economische ontwikkeling? Dit hoofdstuk gaat daarop in.
Wat hebben mensen te besteden in Schagen? Het gemiddeld besteedbare inkomen per persoon in Schagen is al enige jaren vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland. In 2009 en 2010 was het besteedbare inkomen in Schagen 20.300 en het landelijk gemiddelde ook. In 2011 was het besteedbare inkomen in Schagen 20.400 tegenover gemiddeld 20.300 in Nederland. In 2012 was dit 20.400 tegenover 20.600. Groei bedrijven komt van starters Op dit moment telt de gemeente Schagen ongeveer 4.000 bedrijven, inclusief onroerend goed en beheermaatschappijen, die bij de kamer van Koophandel staan ingeschreven. De gemeente telt 2137 fysieke bedrijfslocaties. Er zijn ruim 2.600 ondernemers actief in de gemeente Schagen. Als het gaat om de vestigingen dan hebben de agrarische sector, de zakelijke diensten, de handel en reparatie en bouwnijverheid een groot aandeel in de lokale productiestructuur18. Binnen de totale werkgelegenheid zijn de zakelijke diensten, handel en reparatie, zorg en bouwnijverheid de grootste sectoren. In relatieve zin zijn de agrarische sector, de bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening oververtegenwoordigd. Wanneer gekeken wordt naar de groei van het totale aantal vestigingen in de periode 2007-2011 dan is er sprake van een groei van 10%. Het aantal vestigingen is vooral gegroeid in de sectoren informatie en communicatie, onderwijs, zorg, overige diensten en bouwnijverheid. In de handel en de horeca is sprake geweest van een lichte afname van het aantal bedrijven. Veel van de groei van het aantal bedrijven in de afgelopen jaren zit in de toename van het aantal starters, waaronder veel zzp’ers 19. Tabel 5 Aantal bedrijfsvestigingen in de gemeente Schagen
Vestigingen Schagen 2013 2014* 2015* Bedrijfstakken/branches SBI 2008
18Economisch 19
Idem
aantal
inzicht in de nieuwe gemeente Schagen, Startnota economisch beleid, november 2012 Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
22
B Delfstoffenwinning
5
5
5
15
10
15
F Bouwnijverheid
695
715
720
G Handel
765
775
785
95
95
95
I Horeca
185
190
195
J Informatie en communicatie
135
130
140
N Verhuur en overige zakelijke diensten
160
170
195
S Overige dienstverlening
260
270
285
0
0
0
E Waterbedrijven en afvalbeheer
H Vervoer en opslag
U Extraterritoriale organisaties
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 5-8-2015
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 4-5-2015
Diversiteit in werkgelegenheid vangt economische schokken op In geheel Noord-Holland zijn zakelijke diensten, detailhandel en zorg belangrijke sectoren. Van de in totaal ruim 244.000 banen in Noord-Holland Noord zijn er ongeveer 194.000 (80%)in deze sectoren. Ten opzichte van Nederland valt op dat het aandeel banen in de landbouw, in de detailhandel, in de bouwnijverheid en in het openbaar bestuur hoog is. Dat laatste komt voornamelijk door het grote aantal medewerkers in overheidsdienst bij het Marinebedrijf in Den Helder. Door de diversiteit in werkgelegenheid reageert de regio vaak minder heftig op economische teruggang. Als er sprake is van een (wereldwijde) economische recessie wordt dat in Noord-Holland Noord vaak iets minder gevoeld. Bij een economische opleving is de opleving daar ook minder sterk. Een deel van de banen wordt ingevuld door arbeidsmigranten. In 2013 is dit aantal geschat op 8.000 in de Kop van Noord-Holland; deze zijn met name werkzaam in de agrarische (50%) en logistieke sector. Officiële cijfers geven 4.200 arbeidsmigranten weer. Groei in toeristische bedrijven De toeristische sector in Schagen is de afgelopen jaren met name qua aantal vestigingen gestaag toegenomen. In 2007 waren er nog 360 toeristische bedrijven in het gebied gevestigd, terwijl dit aantal in 2011 is toegenomen tot 400. Het aantal arbeidsplaatsen heeft geen vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt. In 2011 waren er zelfs iets minder banen (1.290) in de T&R-sector dan in 2007 (1.300). Het aantal overnachtingen in de gemeente Schagen is moeilijk te bepalen omdat de fusiegemeenten verschillende methodieken gebruiken voor het innen van toeristenbelasting. Geschat wordt dat er ongeveer 905.000 overnachtingen op jaarbasis zijn in de gemeente Schagen 20. Vijf speerpuntclusters De gemeenten, regio en provincie anticiperen op verschillende manieren op de toekomstige demografische transitie en de gevolgen daarvan voor bijvoorbeeld huisvesting, de economie en het voorzieningenaanbod. In 2013 is de ‘Publieke Ruimtelijkeconomische uitvoeringsagenda’ opgesteld voor de regio Kop van Noord-Holland. In deze uitvoeringsagenda hebben alle gemeenten in de regio Kop van Noord-Holland en
20
Startnota economisch beleid 2012 Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
23
de provincie Noord-Holland zich gebonden aan verschillende acties die dienen te leiden tot een optimaal klimaat voor bedrijven om zich te ontplooien (‘de Kop werkt!’ managementsamenvatting). Er wordt binnen de regionale samenwerking ingezet op 5 speerpuntclusters: agribusiness, energie & duurzaamheid, maritiem & offshore, health en toerisme & recreatie. Deze vijf clusters kunnen naar verwachting voor Noord-Holland een economische groei kunnen realiseren tot 2020 die naar verhouding 2x groter is dan voorspeld voor het Nederlands gemiddeld. Uit de gegevens blijkt dat de economie in Noord-Holland het in vergelijking tot Nederland goed doet. In de Startnota Economische Beleid (november 2012, voor de fusie) blijkt Schagen een hoog percentage arbeidsplaatsen in de agribusiness te hebben. Het aantal arbeidsplaatsen ligt zelfs ruim twee keer zo hoog als het Nederlands gemiddelde. Daarnaast is ook de sector vrijetijdseconomie sterker vertegenwoordigd in Schagen dan in het COROP Kop van Noord-Holland (de bestuurlijke regio’s Kop van Noord-Holland en West-Friesland). Tabel 6 Arbeidsplaatsen in % per sector
% arbeidsplaatsen
Schagen
COROP
Agribusiness
14,3
12,5
Vrijetijdseconomie
6,3
5,9
Medisch
4,5
3,0
Energie
3,6
1,1
Maritiem
0,2
6,8
Bouwnijverheid
11,3
9,5
Buiten cluster
59,8
61,2
Totaal
100
100
Bron: RMO 2011, bewerking I&O research
In 2011 was er nog een opvallende oververtegenwoordiging van het cluster Energie. Dit had te maken met de aanwezigheid van de onderzoeksinstituten in Petten, waarvan inmiddels de onderzoeksubsidie is stopgezet. Uit de cijfers hieronder uit 2013 van het LISA Vestigingenregister blijkt dat het aandeel van de sector energie nu minimaal is. Vanuit de gemeente zelf is in onderstaand overzicht nog het cluster bouwnijverheid toegevoegd, vanwege de relatief grote vertegenwoordiging van deze sector in de gemeente. Ongeveer één op de zes vestigingen in de gemeente valt onder de sector bouwnijverheid. In totaal zijn 1.780 bedrijven en 8.190 banen direct te koppelen aan één van de clusters. Het gaat daarmee om 41% van het totaal aantal vestigingen en 40 % van de werkgelegenheid in Schagen. 60% van de werkgelegenheid wordt gevormd buiten de clusters.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
24
Tabel 7: Sectoren en banen in % in de gemeente Schagen.
Sectoren
Banen in %
Landbouw, bosbouw en visserij
7,9
Winning van delfstoffen
0,0
Industrie
10,7
Energiesector
X
Watermanagement
0,4
Bouwnijverheid
10,4
Groot- en detailhandel
16,6
Vervoer en opslag
2,1
Horeca
5,4
Informatie en communicatie
1,2
Financiële instellingen
2,5
Onroerend goed
0,7
Onderzoek en Advies
10,6
Overige zakelijke dienstverlening
4,9
Openbaar bestuur
1,8
Onderwijs
6,2
Gezondheids- en welzijnszorg
14,6
Cultuur, sport en recreatie
1,9
Overige dienstverlening
2,2
Bron: LISA Vestigingenregister
Schagen COROP Nieuwe reactor stimuleert werkgelegenheid Ten aanzien van de werkgelegenheid in Schagen blijkt uit het vestigingsregister Lisa 21 dat het aantal banen in de afgelopen jaren iets is gestegen. In 2004 waren er 18.795 banen en in 2013 21.187. De verwachting is dat deze trend zich voortzet, ook omdat de teruggang tijdens de afgelopen recessie beperkt is gebleven. Een belangrijke ontwikkeling voor de werkgelegenheid in Noord-Holland is de realisatie van een nieuwe Pallas-reactor. De reactor dient ter vervanging van de huidige Hoge Flux Reactor (HFR) die 50 jaar oud is en daarmee aan het einde van de economische levensduur. De huidige reactor levert 500 directe arbeidsplaatsen en 1000 indirecte arbeidsplaatsen op. De verwachting is dat de komst van een nieuwe reactor een vergelijkbaar aantal hoogwaardige arbeidsplaatsen oplevert. Winkelleegstand Kop en Schagen onder gemiddeld De gemeente Schagen heeft in totaal 337 winkels. Schagen is in de Kop van Noord Holland de eerste aanknoopplaats met een detailhandelsomzet € 127 miljoen euro. Den Helder is de tweede aanknoopplaats met een detailhandelsomzet van € 127 miljoen euro.
21LISA,
Schagen in Cijfers Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
25
Een belangrijk aandachtspunt als wordt gekeken naar het winkelgedrag bij veel gemeenten is de ontwikkeling van de leegstand. Het leegstandpercentage in de Kop van Noord-Holland is onder gemiddeld. Wanneer we specifiek kijken naar de tien winkelgebieden dan valt met name de leegstand in het centrum van Den Helder op, met 16,4 % tegenover 6% in de Kop van Noord-Holland en 7,6% in Nederland. In de gemeente Schagen is er bijna 5% leegstand22. Hoewel de leegstand op dit moment nog mee lijkt te vallen, vormt de opkomst van het internet ook voor de winkelstraten in Schagen een bedreiging. Van alle online bestedingen in Nederland is 42% afkomstig uit de aankopen van fysieke producten. In totaal gaat het op jaarbasis om ca. 6,1 miljard aan detailhandelsgerelateerde bestedingen via het internet. Dit is ca. 7,5 % van alle detailhandelsbestedingen. Er zijn een paar theorieën over de gevolgen van internet voor landelijk en stedelijk gebied. Consumenten in stedelijke gebieden zouden meer neigen naar e-shoppen vanwege de demografie, hoger inkomen en meer computer bezit. Daar tegenover staat dat consumenten in landelijke gebieden meer neiging hebben om te gaan e-shoppen omdat ze fysiek gezien een grotere afstand moeten afleggen om bij bepaalde winkels te komen. Er is nog geen onderzoek bekend dat een goede onderbouwing geeft van deze theorieën. Recent landelijk onderzoek laat zien dat winkelformules die mogelijkheden combineren voor fysiek èn online winkelen de grootste omzetgroei realiseren.
22
Leegstand, WVO detailhandel, juni 2014 Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
26
Trend #6: Veranderende vraag naar arbeid Hoe ziet de vraag naar arbeid er de komende decennia in Schagen en omgeving uit? En hoe sluit de beroepsbevolking in Schagen daarop aan? Vraag naar arbeid straks groter dan aanbod Uit onderzoek is gebleken dat de algemene trend is dat in de de Kop van Noord-Holland in de toekomst naar verwachting een tekort aan werknemers is23. Op basis van de groei van het aantal banen (uitbreidings- en vervangingsvraag) en de vergrijzing heeft de regio Kop van Noord-Holland behoefte aan een instroom van 13.900 werkenden in de periode tot 2020. Een deel van deze behoefte kan worden vervuld door jongeren in de Kop die instromen op de arbeidsmarkt. Ook kan een deel hiervan worden vervuld door mensen die momenteel inactief zijn op de arbeidsmarkt. Desalniettemin zal volgens prognoses de vraag naar arbeid het aanbod in 2020 overstijgen. In de Kop van Noord-Holland wordt economisch samengewerkt onder de noemer ‘De Kop Werkt! Zo willen de gemeenten Den Helder, Holland Kroon, Schagen en Texel de economische vitaliteit verbeteren; Er moet een optimaal klimaat ontstaan voor bedrijven om zich te ontwikkelen. Hoe de economie zich de komende jaren zal ontwikkelen, is moeilijk te voorspellen. Komen er nieuwe sectoren bij? In december 2013 stond in het Noord-Hollands Dagblad het bericht dat Microsoft een ‘gigantisch data center’ gaat bouwen in het NoordHollandse Middenmeer. Het project kost zo'n twee miljard euro en levert vele vaste banen op voor de regio. De toekomst is flex In hoeverre is in de toekomst plaats en tijd nog van belang voor het uitoefenen van je beroep? Welke impact heeft dit op de prognoses die door het regionale samenwerkingsverband zijn gemaakt? In steeds meer berichten over het werken in de toekomst wordt aangegeven dat werkgevers en werknemers afscheid moeten nemen van zekerheden. Werkgevers moeten hun organisatie inrichten op flexibiliteit. Beroepsbevolking: vooral Mbo’ers Uit de startnota voor het economische beleid uit 2012 blijkt dat er in de gemeente Schagen vooral veel MBO’ers zijn. In 2007 had ruim de helft van de beroepsbevolking in Schagen een MBO opleiding, ongeveer een kwart is laagopgeleid en bijna een kwart hoogopgeleid. Daarmee lag het gemiddeld opleidingsniveau van de gemeente iets hoger dan de Kop van Noord-Holland, maar lager dan het landelijke gemiddelde. Nederland als geheel telt in 2007 32% hoog opgeleiden en een krappe 24% laag opgeleiden. Tussen 2007 en 2011 is het gemiddelde opleidingsniveau in het algemeen gestegen. De verschillen tussen Schagen en Nederland als het gaat om het aandeel hoger opgeleiden zijn iets kleiner geworden. In Schagen is in 2011 van de beroepsbevolking minder dan een kwart laagopgeleid, 48% is middelbaar opgeleid en
2323
SEO Economisch Onderzoek jaartal? Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
27
27% is hoog opgeleid. Arbeidsmarkt, pendelbalans en werkloosheid Zoals eerder aangegeven kent Schagen een hoge demografische druk. Zowel de groene druk (jongeren 0-19 jaar t.o.v. 20-64 jaar) als de grijze druk (65-plussers t.o.v. 20-64 jaar) is relatief hoger dan in het COROP-gebied ((Corop gebieden zijn samengesteld door het Centraal Bureau voor de statistiek. Schagen valt binnen het Corop gebied Kop van Noord-Holland samen met de gemeenten: Drechterland Enkhuizen Den Helder Hollands Kroon Hoorn Koggenland Medemblik Opmeer Stede Broec Texel) en landelijk. De verwachting is dat de vergrijzing door zal zetten waardoor de grijze druk toeneemt. De potentiële beroepsbevolking (groep 15-64) was in 2010 31.000 inwoners groot. 73% van deze groep biedt zich actief aan op de arbeidsmarkt voor een baan van 12 uur of meer. De arbeidsparticipatie is daarmee relatief hoog. De beroepsbevolking komt daarmee op ca. 22.700 mensen. Hiervan hebben ongeveer 22.000 een baan of zijn ondernemer en zijn er ongeveer 700 werkloos. De netto arbeidsparticipatie komt uit op 70% en is daarmee bovengemiddeld ten opzichte van de COROP-regio en Nederland. Net als vrijwel alle gemeenten in Noord-Holland Noord heeft de gemeente Schagen een negatieve pendelbalans, dat betekent dat de omvang van de werkgelegenheid in de gemeente lager is dan de beroepsbevolking. Ongeveer 44% van de beroepsbevolking werkt in de gemeente zelf, waarmee 56% buiten de gemeente werkt. De pendelstroom van werknemers blijft voornamelijk in de Kop van Noord-Holland. Daarbij zijn Alkmaar, Den Helder, Heerhugowaard, Amsterdam en Hollands Kroon belangrijke werkgemeenten. Tegelijkertijd wordt meer dan de helft van de banen in Schagen ingevuld door mensen die niet in Schagen wonen. De werkloosheid in Schagen onder jongeren beneden de 27 jaar ligt net boven de 10,5% en daarmee iets lager dan gemiddelde vergelijkbare gemeentes24. Voor de andere leeftijdscategorieën verschilt het percentage werkloosheid ten opzichte van vergelijkbare gemeentes niet veel. Tabel 7 Werkloosheid per leeftijdscategorie in % Gemeente
Gemeentegrootte (1)
Gemeentegrootte
Schagen
45.000-<60.000 inw.
(2) 40.000-<50.000 inw.
<27 jaar
10,5
11,2
11
27-50 jaar
51,9
52,5
50,8
>50 jaar
37,5
36,4
38,3
Bron: Schagen in cijfers, UWV Werkbedrijf
In 2014 was het aantal huishoudens dat in Schagen een bijstandsuitkering ontvangt, vorig jaar is gestegen met 2,5% tot ruim 520. Het jaar daarvoor was het 2,3%. Landelijk is er sprake van een vergelijkbare stijging. De toename van het aantal bijstandsuitkeringen komt voor een belangrijk deel door instroom uit de WW en einde werk. Het aantal
24
Schagen in cijfers, UWV Werkbedrijf Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
28
uittreders is hoog te noemen: 202, waarvan 69 naar regulier betaald werk en 13 naar zelfstandig werk.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
29
Trend #7: Energietransitie Hoe gaan we in 2040 om met energie in Schagen? De afgelopen decennia zijn we steeds milieubewuster gaan leven. We zien momenteel, mede onder invloed van de energielabels, een verduurzamingsslag in de gebouwde omgeving; bestaande woningen worden geïsoleerd, mensen laten zonnepanelen installeren, terwijl nieuwbouw standaard al wordt uitgerust met goede isolatie, dubbel glas en soms zelfs een warmtepomp. Ook zien we een trend in zelfvoorzienend leven; mensen willen weten waar hun energie en voedsel vandaan komen en voorzien daar liever zelf in. Trend richting minder en schoner energieverbruik Het energieverbruik in Nederland stijgt niet meer; zowel bij huishoudens als bij bedrijven is een stabilisatie van het energieverbruik of zelfs een daling ingezet. In dat beeld past ook de sterk gestegen belangstelling voor zonnepanelen. Het vermogen aan zonne-energie in de gemeente Schagen is in 2015 verdubbeld ten opzichte van 2012 en de stijging lijkt voorlopig door te zetten. De gemeente Schagen staat voor wat betreft vermogen zonneenergie per inwoner op nummer 68 op de ranglijst van gemeenten in Nederland. Door de lage rente en fiscale stimulering vindt spaargeld zijn weg naar dit soort investeringen. Mogelijk gaat dat ook gelden voor zeer energiezuinige woningen. Bij elektrische auto’s is een stijgende lijn te zien25. Zuiniger De Nederlandse huishoudens gebruiken steeds minder gas (2012: 1341 m3). Dat komt door beter geïsoleerde woningen en efficiëntere verwarmingsketels. Ook elektrische apparaten worden steeds efficiënter, maar er komen ook nieuwe en grotere elektrische apparaten bij. Het stroomverbruik is over zijn hoogtepunt heen, maar altijd nog iets hoger dan in 2000 (2012: 3495 kWh per huishouden per jaar). Auto’s worden gemiddeld zuiniger. Het brandstofverbruik is lager ondanks dat er meer kilometers werden verreden dan in 2000 26. Duurzame energie In 2012 bedroeg de productie van hernieuwbare (duurzame) energie in Schagen 279 TJ (ca 6% van het gebruik), tegen gemiddeld 197 TJ in de groep gemeenten van vergelijkbare bevolkingsomvang. Dit is de afgelopen jaren toegenomen en lijkt voornamelijk uit zonnepanelen te komen. Het gemiddelde energielabel van de woningen in Schagen is D, hetgeen globaal overeenkomt met het landelijk gemiddelde. Gas en elektra in Schagen In 2012 lag het gemiddeld gasgebruik van alle woningen in Schagen op 1.673 m3 per jaar. In de groep gemeenten van vergelijkbare bevolkingsomvang lag het gebruik hoger, namelijk op gemiddeld 1.701 m3. Het gaat hier om het zogenaamde standaard jaargebruik. Sinds 2004 is het gemiddelde gasverbruik in Schagen afgenomen met 372 m3 (18%). Deze afname ligt in lijn met de gemiddelde afname in Nederland (15%).
25 26
www.energietrends.info, ECN CBS, bewerking ECN Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
30
In 2012 lag het gemiddeld elektriciteitsgebruik van alle woningen in Schagen op 3.406 kWh per jaar. Daarmee is het elektriciteitsgebruik in Schagen lager dan in de groep gemeenten van vergelijkbare bevolkingsomvang (3.462 kWh). Sinds 2004 is het elektriciteitsgebruik in Schagen afgenomen met 166 kWh (5%). Wat brengt de toekomst? De gemeente Schagen heeft een uitvoeringsprogramma opgesteld naar een meer energie- neutrale gemeente Schagen. Zal Schagen in de toekomst zelfvoorzienend zijn in haar energiewinning? Dat is wel een wens zoals verwoord in het coalitieakkoord 2013 en beschreven in raadsvoorstel “Uitvoeringsprogramma (2014-2018) naar een meer energieneutrale gemeente Schagen”. Inzet voor beperking energieverbruik en aanleg duurzame energie zal noodzakelijk zijn. Conclusie We zien dat:
Energieverbruik daalt door slimmer omgaan met energie en betere isolatiemaatregelen Het aandeel duurzaam opgewekte energie stijgt Zelf energie opwekken via bv. zonnepanelen op eigen dak of deelname in windmolenprojecten door particulieren neemt toe Meer energie wordt op meer locaties opgewekt: zonnepanelen, windmolens
Of de trend naar minder en schoner energiegebruik doorzet, is onzeker. Vooralsnog lijkt energiegebruik af te nemen en zelf energie opwekken (zon en wind) neemt toe. Dit is financieel (zonder subsidie) echter nog niet rendabel.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
31
Trend #8 Politiek landschap De politiek in de gefuseerde gemeente Schagen is stabiel te noemen in vergelijking tot de rest van Nederland. Deze laat namelijk juist veel volatiliteit zien; de opkomst van de LPF en de PVV heeft ertoe geleid dat veel andere partijen een stuk kleiner zijn geworden. De verdeling van de Tweede Kamerzetels illustreert dit heel helder. Figuur 6
In
Schagen zien we tussen 2002 en 2010 een percentage voor de drie grote partijen dat schommelt tussen de 64% en 70%. De lokale partijen lijken over hun hoogtepunt van 2002 heen te zijn27. Tabel 8 uitslagen gemeenteraadsverkiezingen Schagen CDA
2002 23,8%
2006 21,9%
2010 20,0%
PVDA
20,5%
26,6%
21,5%
VVD
20,1%
21,5%
24,8%
SP
0,0%
3,7%
3,4%
D66
0,0%
0,0%
4,4%
GroenLinks
2,3%
1,8%
0,0%
ChristenUnie
0,0%
0,0%
0,0%
SGP
0,0%
0,0%
0,0%
33,4%
24,5%
25,9%
0,0%
0,0%
0,0%
Lokale partij(en) Overige landelijke partij(en) Bron:
27
Schagen in Cijfers Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
32
In2012 l ie tdeve rk ie z ing su i t s lagdevo lgendeve rde l ingz ien : Pa r t i j
2012
Pe rcen tage(a fge rondopt ienden )
CDA
9
31
VVD
5
17 ,2
PVDA
5
17 ,2
VSPS(Ve ren ig ingSen io renPa r t i j
3
10 ,3
JESS( JongEnS te rke rSchagen )
3
10 ,3
D66
1
3 ,4
SP
1
3 ,4
Wen s4U
1
3 ,4
DNA(Duu r zaam Na tuu r l i jkA l te rna t ie f )
1
3 ,4
To taa l
29
100
Schagen )
In l i jn me tdet rendvanreg iona l i se r ing , waa rb i je ra l stegen reac t ieopdeg loba l i se r ingeen he rn ieuwdeaandach t i svoo rded i rec te lee fomgev ing ,b l i jk tu i tonde r zoekda t Nede r lande r s mee rve r t rouwenhebben inhe t lo ka lebe s tuu rdan indena t iona lepo l i t iek28. E r i sopd i t momen too kgeenredenomaantenemenda tde lo ka lepo l i t ie kes i tua t ie d ra s t i schza lw i j z igen inSchagen . We l wo rd t inde med iasom sbewee rdda tde lo ka le po l i t iekeenach te rhaa ld ie t s i s29: Loka lepo l i t ieki seenach te rhaa ldc i rcu s ,detoekom s t :Bu rge rp lanX Debu rgemee s te rvanNoo rdw i j khee f teenve r f r i s sendek i jkge leve rdopde lo ka lepo l i t iek .H i jp le i tvoo r he tbe te rbenu t tenenv roeg t i jd ige r in ze t tenvandebu rge rden kk rach t . Inonde r s taanda r t ike lvan Om roep We s t kun jeh ie r mee rove r le zen .De lo ka lepo l i t ie k i seenach te rhaa ldc i rcu sda t inhu id ige vo rmz i jn lang s tet i jdhee f tgehad .DeNoo rdw i j k sebu rgemee s te rJanP ie te rLok ke rw i lv ia gemeen te l i j kein te rne t fo raeeng roep inwone r sse lec te rend ie mee magp ra tenenbe s l i s senove r wa t voo rp lannene r inhungemeen teu i tgevoe rd moe ten wo rden .
h t tp : / /www . t rouw .n l / t r /n l /4500 /Po l i t ie k /a r t ic le /de ta i l /3936738 /2015 /03 /31 / Toekom s t zo rg -baa r t -Nede r lande r zo rgen 28
h t tp : / /www .an twoo rdvoo rove rheden .n l / loka le -po l i t ie k i s -een -ach te rhaa ld -c i rcu s detoekom s t i s -bu rge rp lan x l / , Ge r t janVe r s toep ,2014
29
T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
33
Deregulering Deregulering is het verminderen van officiële regelingen, wetten en bemoeienissen van overheidswege. Een eenvoudig voorbeeld is de deregulering in het Wegenverkeersreglement in Nederland in de jaren ‘90 die tot doel had het volume aan regels te verminderen door een beroep te doen op het gezond verstand van de weggebruiker. Een eenvoudige regel als ‘men mag geen gevaarlijke situatie veroorzaken’ kwam in de plaats van vele detailregels die nooit alles konden omvatten en aan de andere kant onzinnige beperkingen opleverden. Sinds de jaren '80 wordt het concept deregulering echter vooral gebruikt voor het al dan niet ingrijpen van de overheid in de markten. Vanaf het einde van de jaren '70 kwam in Groot-Brittannië tijdens het economisch beleid van Margaret Thatcher en in de Verenigde Staten onder Ronald Reagan een golf van deregulering op gang, die nadien ook vanaf de jaren ‘80 in de overige economisch ontwikkelde landen werd doorgezet. De beweging werd nog versneld vanaf het begin van de 21e eeuw, onder impuls van de Europese Commissie. Van regels naar maatwerk De vraag van individuele inwoners en ondernemers naar meer maatwerk zien we duidelijk in Schagen. Oorspronkelijk is deze vraag naar maatwerk ook de belangrijkste reden voor de decentralisaties vanuit de rijksoverheid die de laatste jaren zijn doorgevoerd (WMO, participatiewet, jeugdwet). De redenering was dat de gemeente beter in staat is maatwerk te leveren aan haar inwoners, omdat ondersteuning dichterbij de inwoner georganiseerd kan worden. Wat brengt de toekomst? Als we een aantal historische rapporten (Van Veen 1971, Mitaco 1978 Vonhoff begin jaren '80, WRR einde '90) bestuderen die het functioneren van politiek en overheid bespreken, dan kun je o.a. de volgende conclusie trekken: De rapporten van de diverse commissies laten zien dat de overheid tot pakweg de jaren '70 redelijk goed in staat was maatschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden. Dit was met name mogelijk door de grote maatschappelijke uniformiteit in het denken van de mensen in de samenleving. Er was respect voor gezag en hiërarchie en wetten werden gerespecteerd. Collectief denken was een onderdeel van het waardenpatroon van de burgers. Dit maakte besturing gemakkelijker. De tegenwoordige individualisering (zie ook trend 3 vergrijzing) staat echter bijna haaks op dat collectieve denken, dat de oudere generatie en diverse etnische groeperingen overigens nog wel hebben, en blijkt de besturing te bemoeilijken. Los hiervan speelt de economische crisis een belangrijke rol. Er is een golf van meer en strengere regels voor de financiële sector en het marktwezen op gang gekomen. We zien dus richting de individuele burger naar de toekomst toe een verdergaande deregulering, gelet op de wens tot maatwerk, voortkomend uit individualisering van de samenleving. Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
34
Voor delen van het bedrijfsleven zien we tegelijkertijd op dit moment juist een aanscherping en toename van de regelgeving. Of dit zich doorzet, is onzeker.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
35
Trend #9: Veiligheid Hoe veilig is het in Schagen en hoe ervaren de inwoners de veiligheid in deze regio? Integrale samenwerking tussen gemeenten, Openbaar Ministerie en politie heeft geleid tot het eerste integrale meerjarenbeleidplan sinds de komst van de Nationale Politie. Voor de komende drie jaar zijn een aantal aandachtsgebieden vastgesteld, namelijk;
Geweld
OGGZ
Cybercrime [en inzet van digitale rechercheurs]
Specifiek voor gemeente Schagen is het afbreken en opnieuw opbouwen van de kerncentrale in Petten een ontwikkeling die de komende dertig jaar de aandacht vraagt. Geweld Over het geheel genomen is het aantal geregistreerde geweldsdelicten (mishandeling, bedreiging en openlijke geweldpleging) in de eenheid Noord-Holland afgenomen sinds 2010. Wel steeg het aantal geregistreerde geweldszaken dat mogelijk gerelateerd is aan de eer van man/vrouw/familie: de 389 zaken die in 2013 werden behandeld tonen een stijging van ruim tien procent ten opzichte van 2010. Ook steeg het aantal aangiften van geweld tegen mensen die werken in de publieke sector, zoals politieagenten, ambulancepersoneel, leraren, bestuurders en gemeenteambtenaren. Vanwege de grote materiële en immateriële schade bij geweld aan slachtoffers en de maatschappij verdient de aanpak ervan ook in de komende jaren prioritering. Geweld in relationele/huiselijke sfeer • Toepassing van de wettelijke meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling door gemeentelijke instanties en zorgverleners, de politie en het Openbaar Ministerie; voor eerder signaleren en optreden door hulpverleners en borging van kennis en expertise op gerelateerd geweld. • Samenvoeging van meldpunten huiselijk geweld en kindermishandeling in Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) door gemeenten. • Preventieve inzet van het huisverbod. • Persoonsgerichte benadering in straffen en resocialisatie van daders door het Openbaar Ministerie, de politie en de reclassering, om te voorkomen dat daders opnieuw de fout ingaan. Geweld tegen medewerkers met een publieke taak • Het doorvoeren van maatregelen uit het programma ‘Veilige Publieke Taak’ (VPT) bij overheidsorganisaties en het lokale bestuur, om mensen te leren omgaan met agressie en geweld in de uitoefening van hun beroep. • Het eisen van zwaardere straffen door het Openbaar Ministerie.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
36
OGGZ-problematiek Uit de lokale en gemeentelijke gebiedsscans, uitgevoerd in de eenheid Noord-Holland, blijkt de laatste jaren een flinke toename van veiligheidsproblemen die te maken hebben met sociaal-psychische problematiek. Het gaat vaak om mensen die onder de zorg vallen van de (Openbare) Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Vaak is er sprake van een combinatie van psychische-, verslavings-, financiële en veiligheidsproblemen. Alleen al in het district Noord-Holland Noord zijn in 2013 ruim 4.600 meldingen bij de politie geregistreerd waarvan er ongeveer 1.200 zijn doorgezet naar het meldpunt van de OGGZ. In de districten Zaanstreek-Waterland en Kennemerland is het beeld vergelijkbaar. Omdat lang niet alle relevante incidenten als OGGZ-incidenten worden geregistreerd, ligt het werkelijke aantal waarschijnlijk veel hoger. Niet alleen het aantal meldingen stijgt, ook de complexiteit neemt toe. Er is sprake van ernstig verwarde en zorg mijdende personen. Hun gedrag leidt vaak tot probleemsituaties in de wijk die niet eenvoudig kunnen worden opgelost, zoals verstoring van de openbare orde door (drank- en/of drugs-) overlast, geweldsincidenten en andere vormen van criminaliteit. Deskundigen zien als oorzaak van de groei van de meldingen onder andere in de opheffing van veel intramurale GGZplekken. De OGGZ-problematiek is een thema dat nog niet eerder door de eenheid is geprioriteerd (in tegenstelling tot de andere vier thema’s, die ook al in 2013-2014 waren geprioriteerd). De eenheid staat aan het begin van een integrale benadering van deze problematiek. De aanpak zal nog vorm moeten krijgen en de ambitie van de eenheid is dan ook voornamelijk procesmatig gericht. Daarnaast zal een aantal wijzigingen in wetgeving en beleid gaan plaatsvinden: zo ligt er een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer om de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen te vervangen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De nieuwe wet wil de gedwongen behandeling van mensen met psychische problemen minder ingrijpend maken. Een belangrijk verschil is dat verplichte zorg straks ook buiten een instelling opgelegd kan worden. Deze wijzigingen zullen gevolg hebben voor de aanpak van de OGGZproblematiek. Aanpak komende jaren • De politie, de gemeenten en het Openbaar Ministerie worden getraind om kennis te verbreden inzake OGGZ. • Een transparant werkproces waar onder andere speciale aandacht wordt gegeven aan: o Communicatieve afstemming; o Sociale calamiteiten en opschaling (maatschappelijke onrust); o Signaleren en in kaart brengen van probleemgevallen/incidenten en rapporteren en adviseren aan ketenpartners; o Eenduidig proces rechterlijke machtiging; o Rol gemeente/burgemeester met betrekking tot inbewaringstelling; o Actieve deelname door de gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie aan casusbesprekingen in het Veiligheidshuis. o Uitwisseling van informatie door de gemeenten, het Openbaar Ministerie en de Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
37
politie aan onder andere de OGGZ, de GGD en Brijder ten behoeve van de hulpverlening Cybercrime [en inzet van digitale rechercheurs] Volgens cijfers van het CBS (2013) wordt één op de acht Nederlanders slachtoffer van Cybercrime. Cybercrime (in enge zin: hacking, DdoS-aanvallen, phishing) groeit ook in Noord-Holland in omvang. Naar verwachting nemen aantal slachtoffers, schadebedrag en de gelegenheden voor het plegen van cybercrime de komende jaren toe. Naast cybercrime ‘in enge zin’ is er in de eenheid ook aandacht voor gedigitaliseerde criminaliteit. OM, politie en Marktplaats hebben samen een Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO) opgericht, dat bijdraagt aan de aanpak van gedigitaliseerde oplichting en fraude.
Trend #10: Mobiliteit We zien in mobiliteit een aantal trends. Ten eerste zien we dat het Nieuwe Werken het mobiliteitsgedrag beïnvloedt. Niet elke dag naar kantoor betekent minder woonwerkverkeer. De opkomst van de zzp’ers, ook in Schagen, past in deze trend omdat veel zzp’ers vanuit huis werken. Daarnaast is door de crisis de vraag naar auto’s in het algemeen en in het bijzonder naar grote, relatief veel brandstof verbruikende auto’s flink afgenomen. Een grote auto is in veel mindere mate een statussymbool. Dat stimuleert de auto-industrie in hun innovatie naar zuinigere, betaalbare auto’s die via andere verdienmodellen in de markt worden gezet (betalen voor gebruik i.p.v. bezit). Na de eerste generatie hybride auto’s zien we nu een opkomst van de elektrische plug-in modellen, fiscaal gefaciliteerd door de rijksoverheid en met optimaal gebruiksgemak door een eigen oplaadpaal voor de voordeur. Ook zakelijk verkeer plukt hier de vruchten van; zo is de Tesla taxi inmiddels een ware hit. De vraag is hoe lang deze fiscale facilitatie doorgaat; de politiek blijft hierin onvoorspelbaar. Ondertussen werkt de industrie aan nog betere modellen met nog schonere alternatieve brandstoffen. Mobiliteitsbehoeften verschillen per generatie Ook bij de verschillende leeftijdscohorten zien we specifieke trends in mobiliteit. Zo blijven senioren langer fit en dus ook langer mobiel; hoogbejaarden achter het stuur zijn geen uitzondering meer. Bij de jongere generatie zien we een verschuiving van het willen bezitten van een auto naar het kunnen gebruiken van een auto; betalen naar gebruik wordt de standaard. In de praktijk betekenen deze ontwikkelingen dat er een verschuiving gaat plaatsvinden naar het delen van vervoermiddelen, flexibel gebruik en leenconcepten. Er komen andere verdienmodellen, andersoortige voertuigen en andere mobiliteitsconcepten. Als door beter gebruik van de communicatiemiddelen zoals de mobiele telefoon het openbaar vervoer praktischer wordt ingericht, kan dit aan populariteit winnen. Slimme mobiliteitsoplossingen Er is een toenemende vraag naar kleine auto’s, in combinatie met een toenemende vraag naar voertuigen op andere energiebronnen dan fossiele brandstof. De manier waarop we ons vervoeren, verandert: door elektrische fietsen verplaatsen we ons meer op de fiets maar ook elektrische scooters hebben we de laatste jaren zien opkomen. Er zullen Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
38
naar verwachting samenwerkingsverbanden ontstaan met energiemaatschappijen en met leveranciers van mobiliteitsdiensten om de consument in de toekomst een compleet pakket te kunnen leveren, waarin fietsen, scooters, OV en deelconcepten 30 zijn opgenomen. Door slimme telecom-, ICT- en automatiseringstoepassingen is het straks mogelijk een sluitende vervoersketen te realiseren. De techniek maakt het mogelijk complexe mobiliteitsvragen simpel te organiseren. Vervoerswijzen worden probleemloos aan elkaar gekoppeld. Aantal motorvoertuigen in Schagen neemt toe Het aantal personenvoertuigen in Schagen is 428 per 1000 inwoners, iets hoger dan het provinciaal gemiddelde en gelijk aan het landelijk gemiddelde. Het aantal overige motorvoertuigen is 38 per 1000 inwoners, gelijk aan landelijk en provinciaal gemiddelde. De laatste 8 jaar is het aantal motorvoertuigen in Schagen met ongeveer 10% toegenomen, wat iets minder is dan in andere gebieden. Of de toename van het aantal voertuigen in Schagen zich doorzet, is onduidelijk. Het nieuwe werken kan een vermindering geven van woon-werkverkeer. Online shoppen kan een vermindering geven van transport naar winkels maar het aantal transportbewegingen in woonwijken vermeerderen. Eén bestelbusje dat voor verschillende adressen een pakketje brengt in plaats van een ieder die er zelf op uit gaat. Openbaar vervoer Het aantal reizigerskilometers in het openbaar vervoer is tussen 2011 en 2013 afgenomen; het aantal uren bus is afgenomen met 10%. Ook het aantal buurtbuslijnen is met ca. 9% afgenomen van 2012 naar 2013. De provincie heeft voor deze regio een bezuinigingsdoelstelling met betrekking tot openbaar vervoer. Elektrische oplaadpunten auto Schagen heeft een twintigtal laadpunten voor elektrische auto’s (exclusief terrein ECN), wat gemiddeld is voor de plattelandsgemeenten van de kop van Noord-Holland. Deze zijn bijna allemaal geplaatst in 2012 en 2013. Lagere parkeerdruk in de toekomst De toename van voertuig delen en meer gebruik maken van gezamenlijk vervoer zal een vermindering van geparkeerde voertuigen geven. Dat staat in schril contrast met de afgelopen 25 jaar, waarbij de parkeerdruk juist steeds groter werd. Voertuig delen past vooral goed in druk bevolkte delen van het land. In de kleine dorpen zal dit verschijnsel waarschijnlijk minder en ook minder snel optreden. Toename van alternatieven voor autogebruik, zoals de E-fiets, scootmobiel en eenpersoonsvoertuigen, zal een grotere vraag geven op langzaam-verkeer routes. Piekbelasting is voor Schagen geen groot probleem. Minder en of meer gespreide mobiliteit zal weinig effect hebben op woonwerkverkeer. Wel voor verkeer dat verband houdt met strandtoerisme.
30
Deelconcept: spullen met elkaar delen bijvoorbeeld via websites, zoals www.airbnb.nl Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
39
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
40
T rend# 11:Hoelee r tenvo lg t menonde rw i j sinSchagenin2040? Ophe tgeb iedvanonde rw i j sen le renz ien weeenaan ta lon tw ikke l ingend iedetoekom s t zu l lenve rande ren .Zozu l lene rm inde r( schoo lgaande )k inde renz i jnen maken innova t ie s ophe tgeb iedvanIC Tn ieuwevo rmenvanonde rw i j s moge l i jk .De zeennogande re re levan teon tw ikke l ingenophe tgeb iedvanonde rw i j sen le ren wo rdenh ie ronde r toege l ich t .
A fnameaan ta l( s choo lgaande )k inde ren Debevo lk ing s samen s te l l ingve rande r t .E rz i jn indetoekom s tm inde r jonge renen mee r oude ren ,oo k inSchagen .( z ieoo kdet rend sove rbevo lk ing s samen s te l l ing inSchagen ) . Scho lenk r i jgenzodoendete maken me tk r imp ,o f ju i s t me t( t i jde l i jke )g roe i ,a fhanke l i jkvan desamen s te l l ingvandebevo lk ing indebuu r t .Indetoekom s tza lhe taan ta l ( schoo lgaande )k inde ren inSchagena fnemen .(p rogno seaan ta l lee r l ingenReg iu s bovenbouwVMBO+HAVO+VWMO :2014=1313 ,2033=1017 )D i t i svoo rhe tee r s t wan t tu s sen2000en2013 wa se rnogsp rakevaneenk le ineg roe i , me tname inde lee f t i jdvan 12-16 jaa r . In te rne tendein fo rma t iemaa t s chapp i j In te rne tneem tg ren zen weg .Fy s ieke loca t ie ,t i jdena f s tand wo rden m inde rre levan tb i j onde r l ingecommun ica t ieendetoegangto tkenn i sen in s t ruc t ie .Daa rnaa s t i sde hoevee lhe idbe sch ikba rein fo rma t iee xp lo s ie ftoegenomenende zeg roe i tnogs teed s ra zend sne l . No rmenen waa rdenve rande renonde r inv loedvann ieuwecon tac tmoge l i jkhedenen eendynam i schesamen s te l l ingvan( in te rna t iona le )g roepen . Wa t men senaan bu rge r schap svaa rd igheden moe tenbehee r sen ,omva t inm idde l soo khoe we inde d ig i ta lesamen lev ing me te lkaa romgaan . Med iaw i j she idve rande r t in21e-eeuw se vaa rd ighedenomtedu iden wa tde in fo rma t iemaa t schapp i jendaa rb innende kenn i seconom iev raag tvanhaa rbu rge r s /we rkneme r s . D ig i ta levaa rd igheden wo rdenvans teed sg ro te rbe lang .Daa rnaa s tz i jnvaa rd ighedena ls c rea t iv i te i t ,commun ice ren ,samenwe rken ,k r i t i schdenkenenp rob leemop lo s send ve rmogennood zake l i jkvoo rac t ievedee lnameaande in fo rma t iemaa t schapp i j . N ieuwevo rmenvanonde rw i j s Me tbehu lpvanhe tve r zame lenvanda taove rhe t lee rp roce svan lee r l ingen ind iv iduee l ena l sg roep ,kande le raa rvo rmgevenaanda taged revenonde rw i j s .H i jo fz i jkan me t T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
41
behulp van de inzichten uit deze data focussen op lesgeven, verbanden leggen, doorvragen, coachen van leerlingen en het stimuleren en begeleiden van (individuele) leerprocessen.
Een andere nieuwe vorm die leraren toepassen is het inrichten van eigen YouTube-kanalen met (vaak zelfgemaakte) filmpjes. Leerlingen kunnen deze thuis bekijken, zodat in de klas meer tijd overblijft voor verdieping en het toegepast bezig zijn de vakinhoud. Tot slot bieden universiteiten en andere kennisinstituten stellen onderwijsmodules gratis beschikbaar in de vorm van MOOC’s (Massive Online Open Courses). ) Via sociale netwerken en community’s ontstaan leergemeenschappen. Ouders en de relatie school, gezin en bedrijfsleven Steeds vaker werken beide ouders. Dit heeft invloed op de schooltijden en op het beroep dat scholen kunnen doen op ouders om bij te springen. Allerlei opvoedende taken komen meer bij de scholen te liggen en ouders willen steeds vaker meedenken over het onderwijs van hun kinderen. Scholen moeten meer dan vroeger samenwerken met de omgeving. Zij vormen een schakel in de keten van gezin naar samenleving en bedrijfsleven. Scholen moeten in verbinding met de omgeving hun positie bepalen met betrekking tot veranderingen in die samenleving en op de arbeidsmarkt Voorbeelden van hoe scholen dit kunnen vormgeven zijn: het aangaan van flexibel samenwerkingsverbanden met andere scholen of gemeente om snel te kunnen inspelen op veranderend leerling aanbod inzet van ouders vanuit hun specifieke inhoudelijke expertise en interesse (gastlessen), steeds meer thuis doen met (aanvullende) digitale leermiddelen, bedrijfsleven levert bijdrage door gastlessen of coproducties. Veranderende opstelling overheid De overheid stimuleert enerzijds de zelfstandigheid van scholen, maar stelt ook steeds meer eisen aan het onderwijs, zoals de verplichte eindtoetsen in het po, rekentoetsen in het vo, anti-pestprogramma’s, sociale-vaardigheidslessen, voorlichting over alcohol en drugs, en over seksualiteit en seksuele diversiteit. Voortdurend veranderende vraag naar arbeid De arbeidsmarkt vraagt andere vaardigheden dan enkele jaren geleden. De ontwikkeling van het werken zit in een stroomversnelling. Bijna niemand werkt zijn hele leven voor één baas; veel beroepen van nu bestonden enkele jaren geleden nog niet en het beroepsperspectief voor huidige leerlingen is nog niet duidelijk. Steeds meer mensen werken als zelfstandig ondernemer en gaan per project flexibel wisselende samenwerkingsverbanden aan; werk is steeds minder gebonden aan tijd en plaats, naaste collega’s werken soms elders in het land of in het buitenland. Van kinderen uit de gemeente Schagen die een MBO-opleiding volgen, volgen er verhoudingsgewijs veel een opleiding economie (administratieve beroepen) en zorg en welzijn (gezondheidszorg). De absolute aantallen leerlingen uit Schagen die economie volgden zijn lager; die bij Zorg en welzijn zijn gestegen. In totaal neemt het aantal leerlingen op MBO-niveau wel af, al zijn de verschillen tussen de verschillende opleidingen sterk wisselend. Opleidingsniveau Schagenaren stijgt licht Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking van Schagen stijgt licht. In 2007 heeft ruim de helft een MBO-opleiding, ongeveer 25% is laag opgeleid en bijna 25% hoog opgeleid. In 2011 is minder dan 25% laag opgeleid, 48% middelbaar en 27% hoog opgeleid. Het aantal MBO-studenten bij het beroeps- en volwassenenonderwijs lijkt licht af te nemen. In 2009 volgden nog 397.892 volwassenen een MBO-opleiding, in 2013 waren dit er 467.100. Wat brengt de toekomst? Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
42
Eenaan ta lzaken l i jk tbehoo r l i jkzeke r .Hoewe ldevo rmvanhe tonde rw i j sve rande r t , b l i jvendeke rn takenhe t ze l fde : v e rw e r v env ankenn i s ,v a a rd i ghedenene enonde r zoe kendehoud in g so c i a l i s a t i e ,o f te we lop voedento tbu r g e r s ch ap t a l en ton tw i k k e l in gentoe le id in gn a a re enp l e k indes am en le v in g . Oo kza ld ig i ta l i se r ingve rde rvoo r t sch r i jdenenza lhe tbe roep spe r spec t ie fvoo r lee r l ingen aanve rande r ingonde rhev igb l i jven.To ts lo tz i too kdea fnamevanhe taan ta l ( schoo lgaande )k inde rena l indep i jp le id ing . Op langete rm i jn i son zeke r o fde ma tchtu s senop le id ing env raagopde( reg iona le ) a rbe id sma rk tvo ldoendeope lkaa raan s lu i t . Oo kon zeke r i so f inde wa tve rde retoekom s tk inde rennognaa reenfy s iekeschoo lgaan voo ronde rw i j so fda tz i j vanu i tande rep laa t sen d ig i taa londe rw i j svo lgen . Gevo lgenvoo rS chagen Degevo lgenvoo rSchagenz i t tenhem me tname inhe taan ta lentypescho len , inc lu s ie f hunhu i sve s t ing , waa r indetoekom s tbehoe f teaanza lz i jn .Deve rwach t ing i sda tk inde ren lange rnaa rschoo lgaanene r mee rbehoe f teza lkomenaanspec iaa londe rw i j s . Daa rnaa s t i she tvoo rdetoekom s t igeon tw ik ke l ingvanSchagenvanbe lango fde op le id ingvandebe roep sbevo lk ingaan s lu i tb i jde( reg iona le )econom i scheon tw ik ke l ing endev raagopde( reg iona le )a rbe id sma rk t .Deve rwach t ing i sda the top le id ing sn iveau vandeSchagena rens t i jg t .
T rend rappo r t Gemeen teSchagen–sep tembe r2015
43
Trend #12: Hoe is de leefbaarheid in de kernen in 2040? Binnen kernen zie je verschillende ontwikkelingen die bepalend zijn voor de leefbaarheid in de kernen, of in ieder geval hoe bewoners van die kernen de leefbaarheid ervaren. Zo zie je in kleine kernen die relatief dicht bij een stad liggen, dat bewoners zich voor de voorzieningen meer op die stad en haar voorzieningen richten. Maar ook dat grotere dorpen redelijk zelfvoorzienend zijn. De voorzieningen in kleine, afgelegen dorpen zie je verdwijnen. Ook groeit voor mensen de afstand naar voorzieningen. Dorpen die leeglopen en waar al minder mensen wonen (waar sprake is van flinke krimp), zie je in onze regio niet. Leefbaarheid hoger dan landelijk gemiddeld De gemeente Schagen is benoemd als anticipeerregio (+ omliggend gebied). De leefbaarheid in anticipeerregio’s ligt op een hoger niveau dan landelijk gemiddeld. Binnen de regio’s is wel sprake van grote verschillen. In kernen waar de bevolkingsaantallen dalen, daalt ook het niveau van de leefbaarheid. Tussen 2008 en 2012 is dit echter gestopt. Wellicht komt dit door de economische recessie waardoor mensen niet meer zo snel verhuizen. Het dalende niveau van de leefbaarheid komt waarschijnlijk doordat er minder werkgelegenheid is en carrièreperspectief, waardoor kansrijke huishoudens vertrekken. Door de lagere druk op de woningmarkt neemt de investeringsbereidheid af in zowel bestaande woningbouw als nieuwbouw. Dit heeft weer negatieve gevolgen voor het voorzieningenniveau. De leefbaarheid volgt overigens wel de landelijke trend. Hoe waarderen inwoners de leefbaarheid in onze gemeente (bron: Lemon) 2006 2008 2010 H’karspel 7,9 7,8 7,5 Schagen 7,7 7,8 7,7 Zijpe 7,8 7,8 7,6 Landelijk 2010: 7,5 Beroepsbevolking die kleiner wordt De kleinere kernen hebben te maken met ontgroening en vergrijzing. Jongeren die vertrekken voor een opleiding, komen veelal niet meer terug in een latere leeftijdsfase. De beroepsbevolking in de kernen wordt daardoor kleiner. Hierdoor kan er krapte op de arbeidsmarkt ontstaan wat weer tot beperking van de economische groei in de regio kan leiden. Een ander effect van de dalende beroepsbevolking is dat het aanbod van voorzieningen op regionaal niveau verder onder druk kan komen te staan. Dorpen in de regio worden daardoor minder aantrekkelijk als woonplek. Echter, de aanwezigheid van voorzieningen heeft iets te maken met de omvang van een dorp. De gevolgen spelen dus niet automatisch in iedere kern. Onderscheid in dorpen met en zonder voorzieningen Grootte dorp Kenmerken? > 7000 inwoners Groot genoeg voor volledig voorzieningenpakket (eigenlijk meer → centrumdorp voorzieningen dan ooit door zowel groei dorp als bedieningsgebied) Dorp groeit steeds verder, mede door aanwezigheid volledig voorzieningenpakket Nieuwe voorzieningen zetten oorspronkelijke voorzieningen onder druk (trend heel NL: alle detailhandel behalve supermarkten, staat onder druk) Grote, naoorlogse groei met vaak weinig onderscheidende woonmilieus; woonkwaliteit hierdoor op zichzelf geen onderscheidende aantrekkingskracht Geen bedreiging van verdwijnen voorzieningen > 3000 inwoners Vrij gevarieerd voorzieningenpakket op dit moment Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
44
→ compleet dorp
< 3000 inwoners → woondorp
Onzekerheid over toekomst aanwezige voorzieningen In veel gevallen geen onderscheidende woonmilieus Onduidelijk of deze dorpen compleet kunnen blijven of dat omslag gaat plaatsvinden naar dorp met minder voorzieningen Geen voorzieningen (meer) voor dagelijkse levensbenodigdheden Bewoners aangewezen voor dagelijkse levensbehoefte op voorzieningen regio Onduidelijk of afwezigheid voorzieningen woningmarkt onder druk zet + demografie zal veranderen
Voorzieningenniveau in dorpen neemt af Het voorzieningenniveau in dorpen is sterk afgenomen doordat de actieradius van dorpsbewoners is toegenomen en de welvaart is toegenomen. De bereikbaarheid of aanwezigheid van voorzieningen is van groot belang voor de kwaliteit van wonen in een dorp. Het voorzieningenniveau komt voor dorpsbewoners echter niet op de eerste plaats; wel willen zij dat er een basisniveau op een bereikbare plek aanwezig is. Bewoners van grote dorpen hebben minder keuze qua voorzieningen dan stedelingen, maar de afstand die ze moeten afleggen naar de dichtstbijzijnde voorziening is niet veel groter. In de kleine dorpen zijn de dichtstbijzijnde voorzieningen beduidend verder weg. Het aantal winkels en horecagelegenheden nam zowel in stedelijke als in plattelandsgemeenten sterk af, maar dit had weinig invloed op de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde voorzieningen. Voor 2% van de bewoners van kleine afgelegen dorpen verdween de laatste bakker, slager of groentewinkel die ze binnen een straal van 1 kilometer hadden. Voor even zovelen verdween het café. Aanbod commerciële voorzieningen (per 100.000 2001 2004 2009 inwoners) Plattelandsgemeenten Levensmiddelen 124 102 94 Uitgaan 196 182 179 Bankfilialen 33 21 21 Persoonlijke verzorging 139 158 197 Stedelijke gemeenten Levensmiddelen 132 114 101 Uitgaan 228 202 198 Bankfilialen 24 14 16 Persoonlijke verzorging 133 144 177
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
45
(bron: Locatus) Basisscholen In heel Nederland daalde het aantal basisscholen van 7759 in het schooljaar 2000/2001 naar 7481 in het schooljaar 2010/2011. Hierdoor liggen de dichtstbijzijnde basisscholen voor grote afgelegen dorpen verder dan eerst. Voor 3% van de bewoners van deze dorpen verdween de laatste basisschool binnen een straal van 1 kilometer. In de kleine dorpen bleven de gevolgen voor de afstand tot de dichtstbijzijnde basisschool tot 2011 beperkt. In de gemeente Schagen hebben wij van de daling van het aantal basisscholen alleen ‘last’ in Oudesluis. Vanaf het schooljaar 2015/2016 is hier geen basisschool meer in het dorp aanwezig. Kinderopvang Wat betreft kinderopvang zie je landelijk dat het aanbod hiervan is toegenomen. De bereikbaarheid van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang is voor plattelandsbewoners verbeterd. Sinds 2007 is de afstand naar de dichtstbijzijnde kinderopvang/bso minder geworden. Huisarts/apotheek In de kleine dorpen is de huisarts en apotheek verder weg dan vroeger. Dit geldt vooral voor kleine, afgelegen dorpen. Dit komt door de schaalvergroting in de zorg (groepspraktijken van huisartsen i.p.v. alleen een praktijk) en doordat inwoners buiten kantooruren zijn aangewezen op een centrale huisartsenpost of een post voor spoedeisende hulp. Stedelingen kunnen in een straal van 3 kilometer 14 huisartsen bereiken, voor bewoners van grote dorpen is dit 3 en voor kleine kernen gemiddeld 1,5 huisarts. Door de vergrijzing is de verwachting dat de zorgvraag gaat toenemen, terwijl tegelijkertijd een grote groep huisartsen met pensioen zal gaan. Het aanbod aan huisartsen stijgt wel, maar de daadwerkelijk geleverde zorg stijgt minder hard doordat veel huisartsen parttime gaan werken. Verwachting is dat in 2020 tekorten zullen optreden. Verzorgingshuizen Als er in een dorp een verzorgingshuis is, is het vaak een van de laatste voorzieningen. Voor ouderen in het dorp heeft het lokale verzorgingshuis een belangrijke functie als ontmoetingsplek. Ook biedt het verzorgingshuis soms het enige winkeltje in het dorp, de mogelijkheid om geld te pinnen, de kapper te bezoeken of een warme maaltijd te nuttigen. Dorpshuizen Dorpshuizen hadden voorheen een verheffende taak; tegenwoordig is de functie in eerste instantie sociaal. Verenigingen hebben er onderdak, er is ruimte voor vergaderingen, feesten, optredens en uitvaarten. Sommige dorpshuizen herbergen daarnaast kleine voorzieningen, zoals een bibliotheekhoek, een café of een winkeltje. In kleine dorpen, waar weinig andere voorzieningen zijn, maken veel bewoners gebruik van het dorpshuis; meer dan bewoners in grote dorpen of steden. Ook in dorpshuizen wordt schaalvergroting toegepast, bijvoorbeeld door sociale functies onder te brengen in multifunctionele centra en brede scholen. Deze voorzieningencentra bevinden zich doorgaans niet in de kleinste dorpen, maar bedienen meerdere kernen. Gebruik dorpshuis 2007 t.o.v. 2003 stad Afname Groot dorp bij stad Lichte toename Klein dorp bij stad Afname Groot afgelegen dorp afname Klein afgelegen dorp Toename
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
46
Verenigingen Het verenigingsleven heeft een grotere rol in het dorpsleven gekregen, naarmate winkels, cafés en de boerenerven als ontmoetingsplekken verdwenen. Van sportverenigingen maken stedelingen ongeveer evenveel gebruik als plattelandsbewoners. De deelname aan zang-, muziek- en toneelverenigingen lijkt iets hoger te liggen op het platteland, al is het verschil heel groot. Wel zijn bewoners van kleine afgelegen dorpen vaker lid van hobbyverenigingen. Dit is toe te schrijven aan de relatief hoge leeftijd van de bewoners in deze dorpen; ouderen zijn vaker lid van dit soort verenigingen. Commerciële sportvoorzieningen, zoals fitnesscentra, bieden in de stad gelegenheid aan 20% van alle sportbeoefening. Op het platteland (vooral in kleine afgelegen dorpen) ligt het gebruik van deze voorzieningen lager, waarschijnlijk omdat deze relatief ver weg zijn. Mobiliteit Het aandeel huishoudens dat beschikt over meerdere auto’s steeg overal. In de kleine dorpen maakt bijna de helft van de volwassenen deel uit van een huishouden met meerdere auto’s. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat huishoudens op het platteland groter zijn, maar ook wanneer de gezinssamenstelling gelijk is, hebben plattelandsbewoners duidelijk meer auto’s. In de kleine afgelegen dorpen heeft 7% van de bewoners (vooral oudere vrouwen) geen auto. De afstand die afgelegd wordt per dag wisselt ook: tweeverdieners in dorpen rond de stad gemiddeld per dag 42 km t.o.v. tweeverdieners in de stad (46 km). In de overige dorpen wordt meer gereden: 55 km per dag of meer. Openbaar vervoer Na 2000 (invoering Wet personenvervoer) is het aanbod van openbaar vervoer over het algemeen toegenomen. Dit geldt vooral voor frequente lijnen. Minder frequente lijnen laten een afname zien. Veel kleine dorpen moeten het vooral van minder frequente lijnen hebben. Hier zie je experimenten met kleinschalige, meer flexibele vervoersvoorzieningen zoals de belbus, de flexbus of de opstapper. Conclusies: De leefbaarheid in krimpregio’s en anticipeerregio’s liggen gemiddeld op een hoger niveau dan het landelijk gemiddelde. De ontwikkeling op het gebied van leefbaarheid volgt de landelijke trend. Binnen de regio’s is wel sprake van grote verschillen. In kernen met een dalende bevolking is de leefbaarheidsontwikkeling wat achtergebleven. Waar kernen zijn gegroeid is een verbetering t.o.v. de landelijke trend zichtbaar. In kernen met een dalende bevolking is de woningvoorraad achtergebleven. Voor het voorzieningenniveau geldt dat de relatieve achteruitgang ook een absolute, maar beperkte, achteruitgang in de kernen met een dalende bevolking was. Oorzaken: minder werkgelegenheid en carrièreperspectief waardoor kansrijke huishoudens vertrekken + afname aanbod banen. Voor woningvoorraad: lagere druk woningmarkt zorgt voor afnemende investeringsbereidheid in zowel bestaande voorraad als in nieuwbouw. Dit heeft negatieve impact op het voorzieningenniveau, dat sowieso te maken heeft met verminderd draagvlak vanwege kleinere bevolkingsomvang. Het aantal woningen binnen de verschillende kernen van de gemeente groeit echter. Dit geldt over het algemeen ook voor het aantal huishoudens binnen de verschillende kernen.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
47
De relatieve daling van leefbaarheid is tussen 2008 en 2012 gestopt en soms weer ingelopen. Dit komt waarschijnlijk door de economische crisis. De ontwikkeling in de Kop blijft achter bij het gemiddelde. Dit komt door ontgroening en vergrijzing. De senioren van straks zijn rijker en mobieler dan de senioren van vandaag, maar armer en minder mobiel dan de dorpsbewoners van vandaag. De vraag is of de dorpen wel het juiste arrangement bieden voor die bewoners. Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
48
In de grotere dorpen blijven (beperkt) voorzieningen aanwezig. De minder mobiele senioren kunnen hier beter terecht dan in de kleinere dorpen waar geen voorzieningen meer zullen zijn. Door dalende druk of zelfs onderdruk op de woningmarkt in dorpen staat het voorzieningenniveau in de dorpen onder druk. Het dorp wordt hierdoor een minder aantrekkelijke woonplek. De trend van verdwijnende voorzieningen geldt niet voor ieder dorp. De aanwezigheid van voorzieningen heeft te maken met de omvang van het dorp. Grosso modo: woondorp (< 3000 inwoners) hebben geen voorzieningen meer voor dagelijkse levensbehoeften; compleet dorp (> 3000, < 7000 inwoners) hebben vrij gevarieerd voorzieningenpakket. De toekomst hiervan is onzeker; centrumdorp (> 7000 inwoners) groot genoeg om een volledig voorzieningenpakket overeind te houden, deze dorpen zijn de afgelopen gegroeid en hebben een groter voorzieningengebied gekregen, nieuwe voorzieningen in deze dorpen zetten wel de bestaande voorzieningen onder druk. Bus- en fietsverbindingen naar scholen zijn belangrijk voor bewoners om in een dorp wel/niet te gaan wonen. Afwezigheid van een school hoeft geen belemmering te zijn, als een school maar bereikbaar is. Basisscholen op het platteland zijn aanzienlijk kleiner dan dan in stedelijk gebied; vooral in kleine dorpen zijn de basisscholen kleiner. De afstand naar een basisschool is voor grote afgelegen dorpen groter dan eerst. In kleine dorpen zijn de gevolgen voor de afstand tot de dichtstbijzijnde basisschool nauwelijks veranderd. Bewoners van dorpen hebben minder keuze qua voorzieningen; de afstand die ze moeten afleggen naar voorzieningen is niet veel groter dan die van stedelingen. Winkels en horeca zijn in zowel steden als plattelandsgemeenten afgenomen. Dit had echter geen invloed op de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde voorzieningen. Doordat er meer aanbod is van kinderopvang is de bereikbaarheid voor plattelandsbewoners verbeterd. Huisarts/apotheek zijn voor kleine dorpen verder weg dan vroeger. Oorzaak: huisartsenposten en schaalvergroting van deze voorzieningen. De functie van dorpshuizen is veranderd: vroeger vooral verheffende taak, tegenwoordig voor sociale functie. Tegenwoordig zitten in een dorpshuis verenigingen, ruimte voor vergaderingen, feesten, optredens en uitvaarten. Sommige dorpshuizen hebben ook kleine voorzieningen zoals bibliotheekhoek, café of winkeltje. In kleinere dorpen maken meer bewoners gebruik van een dorpshuis dan in grotere dorpen. Openbaar vervoer: het aanbod is toegenomen vooral op de frequente lijnen. Minder frequente lijnen nemen af. Bij kleinere dorpen zijn meer van deze lijnen. Hier vinden experimenten plaats zoals buurtbussen, belbus, flexbus of opstappers. Door wetgeving is de toegankelijkheid van het openbaar vervoer toegenomen. Landelijke trend: basale voorzieningen nemen langzaam af. Draagvlak voor voorzieningen neemt af door veranderende leefpatronen. In kleine dorpen bij een stad wordt minder gebruik gemaakt van winkels en dorpshuis. Door bevolkingsafname en bezuinigingen vindt verdergaande samenvoeging en concentratie van voorzieningen plaats. Hierdoor nemen afstanden naar voorzieningen toe.
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
49
Colofon Projectteam omgevingsverkenning Merle Pijlman (projectleider) Linda Rinkel Nancy Peeters Liesbeth Koning Lisa Sjerps Frank Brakenhoff Wini Bos Linda van der Gulik De Ruijter Strategie Renate Kenter Jolanda van Heijningen
Trendrapport Gemeente Schagen – september 2015
50