Beleidsbegroting 2012 - 2015
INHOUDSOPGAVE BELEIDSBEGROTING
A
Algemeen
1. Inleiding
4
2. Leeswijzer
5
3. Raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit
6
4. De financiën van de gemeente Hengelo 4.1. Meerjarenperspectief 2012-2015 4.2. Grondslagen voor de ramingen bestaand beleid 4.3. Financiële positie 4.4. Gemeentefonds
10 10 13 14 14
B Programmabegroting 5. Het programmaplan 5.1. Beleidsprogramma’s nieuwe stijl 5.1.1. Werken met beleidsprogramma’s vernieuwd 5.1.2. Relevante kaders voor de nieuwe programma’s
2
18 19 19 23
5.2. Programma’s 5.2.1. Prog.1 : Werk verbindt 5.2.2. Prog.2 : Zorg voor de mens 5.2.3. Prog.3 : Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid 5.2.4. Prog.4 : Naar een aantrekkelijke binnenstad 5.2.5. Prog.5 : Toekomstbestendige stad met focus op Zuid 5.2.6. agenda : Duurzaamheid 5.2.7. agenda : Participatie
31 39 49 56 64 73 81
5.3. Hoofdfuncties 5.3.1. H0: Algemeen Bestuur 5.3.2. H1: Openbare orde & veiligheid 5.3.3. H2: Verkeer, vervoer en waterstaat 5.3.4. H3: Economische Zaken 5.3.5. H4: Onderwijs 5.3.6. H5: Cultuur en Recreatie 5.3.7. H6: Sociale Voorzieningen & maat-schappelijke Dienstverlening 5.3.8. H7: Volksgezondheid & Milieu 5.3.9. H8: Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting 5.3.10. H9: Financiering & Algemene dekkingsmiddelen
90 96 101 105 108 113 124 132 140 147
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
31
90
versie 09-11-2011
6. Paragrafen 6.1. Lokale heffingen 6.2. Weerstandsvermogen & risico’s 6.3. Onderhoud kapitaalgoederen 6.4. Grondbeleid 6.5. Financiering 6.6. Verbonden partijen 6.7. Bedrijfsvoering 6.7.1. Organisatie 6.7.2. Arbeidsvoorwaarden 6.7.3. Personeel 6.7.4. Huisvesting 6.7.5. Informatievoorziening /-technologie 6.7.6. Control en auditing 6.7.7. Inkoop en aanbesteden 6.8. Investeringen
149 150 151 155 158 162 164 171 171 171 172 173 174 175 176 177
7. Financiële toelichting 7.1. Recapitulatie lasten en baten per hoofdfunctie 7.2. De financiële toelichting per hoofdfunctie 7.3. Overzicht algemene dekkingsmiddelen
180 181 202
179
C Bijlagen 8. Bijlagen en Overzichten 8.1. Reserves & voorzieningen 8.1.1. De mutaties in de reserves 8.1.2. Aard en reden reserves 8.1.3. De mutaties in de voorzieningen 8.1.4. Aard en reden voorzieningen 8.2. Subfuncties per programma 8.3. Overzicht van verbonden partijen (paragraaf 6.6) 8.4. Financiering (EMU-saldo) 8.5. Overzicht van incidentele baten en lasten 8.6. Eindrapportage Herontwerp vernieuwen en bezuinigen 8.7. Moties & amendementen
3
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
203 204 205 208 209 210 213 215 216 217 266
versie 09-11-2011
1:
Inleiding
De actualisering van de begroting 2012-2015, laat een tekort zien van bijna € 3,0 miljoen in 2012 oplopend tot ruim € 4,8 miljoen in 2015. Naast de mutaties in het aanvaard beleid worden we de komende jaren geconfronteerd met rijksbezuinigingen, de gevolgen van de grote transities van Jeugdzorg, AWBZ en Wet Werken naar Vermogen en daarbovenop de gevolgen van de rijksbegroting 2012. Bij de start van het opstellen van de begroting 2011-2014 was de taakstelling om in 2015 per saldo € 15 miljoen te hebben omgebogen. Deze opgave was verdeeld in drie porties namelijk versobering van beleid en bedrijfsvoering plus vernieuwen en bezuinigen; elk voor een bedrag van € 5 miljoen. Deze beleidsbegroting wordt sluitend gemaakt met maatregelen, zoals verwoord in het afzonderlijk voorstel “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en Bezuinigingen”. Hierover vindt apart besluitvorming plaats (1e begrotingswijziging begroting 2012 – 2015). Al sinds dit voorjaar hebben we de raad en burgers nauw betrokken bij het maken van de voorstellen over te nemen maatregelen. De interactie met de raad en de burgerdenktank, heeft tenslotte geleid tot dit voorstel, dat afzonderlijk wordt aangeboden naast deze begroting. Deze begroting bevat ook een geheel nieuwe opzet van onze beleidsprogramma’s. Met deze programma’s beogen wij onze beleidsinspanningen te koppelen aan een essentiële veranderbeweging. Deze zijn bedoeld om duidelijker dan voorheen het maatschappelijk resultaat voorop te krijgen. Het beleid wat onder de functies wordt gepresenteerd is niet enkel ‘going concern’ maar geeft meer de inspanningen per beleidsterrein weer. De voorliggende begroting geeft richting aan de ontwikkeling van de gemeente Hengelo in de komende jaren. In alle opzichten willen we blijven “Investeren in verbinding”, zoals verwoord in ons coalitieakkoord. Gelet op de ontwikkelingen die op ons afkomen menen wij dat verbinden essentieel blijft. Verbinden in beleid, met burgers en instellingen is de weg voor de (daad)kracht en resultaat. Wij vragen het vertrouwen voor de nu voorliggende koers. We doen een beroep op de samenwerking tussen raad, college en ambtelijke organisatie om samen met de partners uit het maatschappelijk veld te werken aan de realisatie van onze koers, waarmee we een essentiële veranderbeweging in gang hebben gezet.
Hengelo, oktober 2011 Burgemeester en wethouders van Hengelo
4
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
2:
Leeswijzer, de opbouw van de begroting
Na de inleiding en deze leeswijzer treft u in hoofdstuk 3 het raadsvoorstel, de overwegingen en het daarbij behorende ontwerp-raadsbesluit aan. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de financiële positie waarin Hengelo verkeert. Centraal hierin staat het meerjarenperspectief. Doel van dit hoofdstuk is dat zichtbaar wordt op welke wijze een sluitend meerjarig perspectief mogelijk is. De feitelijke invulling van bezuinigingen en herontwerp zijn nodig om dit sluitend meerjarig perspectief te verkrijgen en doorlopen een parallel traject aan deze begrotingsbehandeling met het raadsvoorstel “Eindrapportage Herontwerp vernieuwen en bezuinigen”. In hoofdstuk 5 Deel A worden de nieuwe beleidsprogramma’s en de daarbij behorende programmasturing toegelicht. Dit jaar zijn er geen aparte verhalen over de economische crisis en andere omgevingsomstandigheden. Relevante ontwikkelingen uit de actualiteit worden in de onderscheiden programma’s toegelicht. De beleidsprogramma’s worden wel bezien in het licht van de trends op het gebied van de demografie. Daarnaast wordt de doorwerking van de Structuurvisie Hengelo 2030 en de Sociale Visie 2020 op de nieuwe programma’s geschetst. In hoofdstuk 5 Deel B worden de hoofdfuncties toegelicht. Deze toelichting gaat over de doelenboom van de traditionele beleidsterreinen en vormt de brug naar de inhoud van de zogenaamde productbladen. Hoofdstuk 6 bevat de “paragrafen” van de begroting. Hierin wordt o.a. aandacht besteed aan de ontwikkeling van de lokale lasten, aan de risico’s en het weerstandsvermogen, aan het onderhoud van de duurzame kapitaalgoederen, het grondbeleid, de financiering, de verbonden partijen, interne bedrijfsvoering en de ARI-investeringen. Het bouwt voort op de vorige begroting en besluiten uit eerdere kadernota’s. Hoofdstuk 7 betreft de financiële toelichting over ‘uitkomsten’ weergegeven in de samenvatting van baten en lasten.
5
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
3:
Raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G201571 446316 / 446316
M.W.G. Horck
PF
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Beleidsbegroting 2012-2015.
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
10 - Middelen
REDEN VAN AANBIEDING
Begroting/kadernota
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
De Beleidsbegroting 2012-2015 sluit met een negatief saldo van bijna € 3,0 miljoen in 2012 oplopend tot ruim € 4,8 miljoen in 2015. Deze tekorten worden sluitend gemaakt door aanvullende maatregelen, zoals die in het voorstel "Eindrapportage Herontwerp vernieuwen en bezuinigen" aan de raad zijn verwoord. Hierover vindt apart besluitvorming plaats. De mutaties, die hieruit voortvloeien, worden verwerkt in een afzonderlijke begrotingswijziging. Voor een analyse van de noemenswaardige verschillen en de grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de Beleidsbegroting. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Een persbericht voor de Beleidsbegroting 2012-2015 wordt z.s.m. na het collegebesluit opgesteld.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. De Beleidsbegroting 2012-2015 vast te stellen; 2. Het Programmaplan, bestaande uit de politieke programma’s en de hoofdfuncties, als beleidsinhoudelijk kader vast te stellen; 3. Het college van burgemeester en wethouders voor het jaar 2012 te machtigen tot het uitvoeren van het programmaplan als opgenomen in hoofdstuk 5 van de Beleidsbegroting 2012-2015; 4. Voor het jaar 2012 de lasten en baten per hoofdfunctie, inclusief de geraamde mutaties van de reserves binnen de hoofdfuncties, als financieel kader vast te stellen; 5. Het voorstel "Eindrapportage Herontwerp vernieuwen en bezuinigen" afzonderlijk te behandelen in de raad om het begrotingstekort 2012-2015 te dekken.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Beleidsbegroting 2012-2015
6
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G201571
M.W.G. Horck
PF
Mu
ONDERWERP
Beleidsbegroting 2012-2015.
AANLEIDING EN DOEL
Op grond van de artikelen 190 en 191 van de Gemeentewet biedt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks, tijdig voor 15 november voor aanvang van het begrotingsjaar, een ontwerpbegroting en meerjarenraming ter vaststelling aan.
OVERWEGINGEN
De Beleidsbegroting 2012-2015 sluit met de volgende saldi: Begrotingsuitkomst
bedragen ( * € 1.000)
2012: Resultaat na bestemming
- 2.974
2013:
2014:
2015:
- 2.740
- 3.670
- 4.856
Deze tekorten worden sluitend gemaakt door aanvullende maatregelen, zoals die in het voorstel "Eindrapportage Herontwerp vernieuwen en bezuinigen" aan de raad zijn verwoord. Hierover vindt apart besluitvorming plaats. De mutaties, die hieruit voortvloeien, worden verwerkt in een afzonderlijke begrotingswijziging. Voor een analyse van de noemenswaardige verschillen en de grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de Beleidsbegroting.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
De samenvatting van de noemenswaardige financiële mutaties zijn verwoord in hoofdstuk 4 van de Beleidsbegroting 2012-2015.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Een persbericht wordt z.s.m. na het collegebesluit opgesteld.
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
Na vaststelling door de raad zal de Beleidsbegroting 2012-2015, aangevuld met eventuele amendementen en/of moties, worden gedrukt. Deze begroting wordt in het kader van het financieel toezicht aan het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel aangeboden. Dit gebeurt samen met de 1e wijziging van de Beleidsbegroting 2012-2015 in verband met de aanvullende maatregelen tot het sluitend maken van de begroting uit het voorstel “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen".
7
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
4: De financiën van de gemeente Hengelo
4.1 Meerjarenperspectief 2012-2015 Om de toekomstige nadelige begrotingssaldi af te dekken is begin 2010 het traject van “Herontwerp van beleid en uitvoering” met volle overtuiging in gang gezet om te komen tot een totale ombuigingstaakstelling van € 15 miljoen in 2015. Bovenop de reeds ingevulde structurele taakstelling in de begroting 2011-2014 met circa € 5 miljoen aan versoberingsmaatregelen, zal de gemeente vanaf 2012 aanvullende maatregelen moeten treffen om de effecten van de economische -, financiële - en schuldencrisis op te vangen. Deze effecten zijn o.a. ontstaan door de rijksbezuinigingen, die op de gemeente zijn c.q. worden afgewenteld, met name in de sfeer van de sociale voorzieningen en het gemeentefonds. Tevens is het aantal bijstandsuitkeringen de laatste jaren flink toegenomen, zonder dat er (voldoende) compensatie van het rijk tegenover stond. Ook heeft de crisis z’n impact gehad op de grondexploitaties, waardoor er al een aantal maatregelen zijn genomen, zoals de neerwaartse bijstelling van de urentoerekening aan de grondexploitaties en de (aanvullende) stortingen in de reserve GREX ten laste van de algemene middelen. Het bijgesteld financieel perspectief is gebaseerd op het aanvaard beleid uit de begroting 20112014 en de begrotingswijzigingen, zoals die zijn vastgesteld tot en met de raadsvergadering van 19 juli 2011. De aanpassingen leiden, ook rekening houdend met allerlei ontwikkelingen (rijksbeleid, autonome ontwikkelingen e.d.), tot het volgend bijgesteld financieel perspectief voor de komende jaren: -
Meerjarenperspectief 2012-2015:
= nadeel
bedragen (* 1.000): 2012:
2013:
2014:
2015:
Begroting 2011-2014 (vertrekpunt)
-274
72
74
74
Gemeentefonds (o.b.v. meicirculaire 2011)
-876
-2.096
-2.738
-4.162
0
616
609
595
WWB Inkomensdeel
-585
-585
-585
-585
Bijzondere bijstand/minimabeleid
-310
-310
-310
-310
-90
-180
-180
-180
WMO huishoudelijke hulp en – voorzieningen
-418
0
0
0
Minder doorbelaste uren aan GREX
-630
-630
-630
-630
Storting algemene reserve GREX
-365
-705
-678
-357
Areaaluitbreiding (niet ten laste van tarieven)
-161
-161
-161
-161
Peuterspeelzaalwerk/kinderopvang
-195
-195
-195
-195
Gemeentefonds (i.v.m. groei bijstand 8 % ultimo 2012)
Uitbreiding formatie ivm stijging aantal WWB-cliënten
Huur/lease stadskantoor/ARI/voorz. onderhoud
-48
-97
-148
-199
Westermaat Campus
300
300
300
300
0
0
-250
100
91
182
273
364
Lagere toevoeging aan reserve onderwijshuisvesting
399
387
372
363
Stelpost energie
400
400
400
400
0
250
250
0
-212
12
-73
-273
-2.974
-2.740
-3.670
-4.856
Parkeergarage B.P. Hofstedestraat Onroerende zaakbelastingen
Reserve bodemsanering Overige mutaties Budgettair perspectief begroting 2012-2015:
10
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De begroting 2012-2015 wordt sluitend gemaakt door de uitgewerkte bezuinigingen, die in het afzonderlijk voorstel “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen & Bezuinigen” aan uw raad worden aangeboden. In deze rapportage zal naast de zoekrichtingen ook aandacht worden besteed aan de beleidskeuzes en de bedrijfsvoeringstaakstelling. De uiteindelijke verwerking van de eindrapportage zal in een 1e begrotingswijziging plaatsvinden.
Noemenswaardige verschillen Hieronder volgt een korte toelichting op de grote mutaties, die zijn benoemd in de bovenstaande tabel m.b.t. het meerjarenperspectief 2012-2015. Gemeentefonds (o.b.v. meicirculaire 2011) De meerjarige financiële consequenties, die voortvloeien uit de meicirculaire 2011, zijn als afzonderlijke reeks weergegeven. Voor een uitgebreide toelichting in deze begroting wordt verwezen naar paragraaf 4.4. Gemeentefonds (i.v.m. groei bijstand 8 % ultimo 2012) Achteraf is, na de doorrekening van de meicirculaire 2011, in de meerjarenramingen rekening gehouden met de verwachte groei van het aantal bijstandsontvangers met 8 % tot ultimo 2012. Voor het begrotingsjaar t (2013) is de stand van het aantal bijstandsontvangers ultimo van het jaar t-1 (2012) bepalend voor de gemeentefondsuitkering. Vandaar dat er structurele meerinkomsten worden verwacht van ongeveer € 600.000 vanaf 2013. WWB Inkomensdeel Volgens prognose zal het aantal WWB uitkeringen tot en met ultimo 2012 toenemen met 8% ten opzichte van eind 2011. Voor 2012 betekent dit een lastenstijging van € 807.000. De gemeente kan aanspraak maken op een aanvullende uitkering, waardoor de baten toenemen met € 222.000. Per saldo is ten opzichte van de begroting 2011-2014 sprake van een nadelig resultaat van € 585.000. Uiteindelijk is het totaal tekort 2012 op het WWB-inkomensdeel (totale lasten minus totale baten) € 2.262.000. Bijzondere bijstand/minimabeleid Als gevolg van een inzet op het voorkomen van niet gebruik van diverse voorzieningen voor de minima en de verslechterde economische omstandigheden, o.b.v. aanvaard beleid, is sprake van een toename van het aantal gerechtigden. Ook voor de langdurigheidstoeslag zijn meer middelen nodig. Dit zijn de voornaamste oorzaken van de lastenstijging in de afgelopen jaren. In de “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen” en de Armoedenota wordt uitgebreid stilgestaan bij het minimabeleid/bijzondere bijstand. Uitbreiding formatie i.v.m. stijging aantal WWB-cliënten De formatie van de klantmanagers is gekoppeld aan het aantal cliënten. Door de verwachte uitbreiding zal de formatie toenemen. Elke klantmanager heeft circa 70 cliënten in portefeuille. WMO huishoudelijke hulp en - voorzieningen De contracten met de thuiszorgaanbieders voor het hulp bij het huishouden lopen door tot januari 2013. Eind 2011 zal een indexering plaatsvinden van de tarieven die de gemeente Hengelo betaalt voor de hulp bij het huishouden. De uitvoeringen van de PGB-regeling door Menzis zal eind 2011 worden beëindigd. De gemeente Hengelo zal deze regeling zelf uit gaan voeren. Per saldo nemen de lasten voor de Persoons Gebonden Budgetten (PGB) en het uitvoeringsbudget voor de huishoudelijk hulp in de begroting 2012 t.o.v. 2011 naar verwachting met € 900.000 toe. Het meergebruik van de voorzieningen speelt hierbij een belangrijke factor. Daarnaast is de taakstellende stelpost verlaagd (€ 573.000), omdat extra middelen aan het gemeentefonds zijn toegevoegd en de nieuwe contractperiode in 2013 ingaat. Dan zal de resterende taakstelling (€ 418.000) door bijsturingsmaatregelen worden ingevuld. Vanaf 1 januari 2011 worden de werkelijke kosten van het uurtarief door het CAK in rekening gebracht. Dit levert naar verwachting € 500.000 aan extra eigen bijdragen van de cliënten op. De begrote lasten op de WMO-hulpmiddelen zullen ongeveer gelijk blijven aan de verwachte werkelijke uitgaven in 2011. Vergeleken met de begroting 2011 betekent dit echter een voordeel van € 400.000. Als gevolg van de kantelingsmaatregelen van de afdeling WMO zullen de lasten voor de woonvoorzieningen in 2012 t.o.v. 2011 € 500.000 lager zijn. Door de afname van het aantal (her)indiceringen zullen de lasten voor medische indiceringen e.d. in 2012 € 55.000 meevallen. 11
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ten gevolge van de aanbesteding zijn met ingang van oktober 2010 de tarieven voor het Regiotaxivervoer gestegen. Dit leidt voor de vervoersvoorzieningen tot een budgetuitzetting van € 400.000. Op grond van een van de Beleidsrapportages is 2011 de begroting met € 400.000 gecorrigeerd voor de WMO-voorzieningen. Minder doorbelaste uren aan GREX Conform eerder ingezet beleid zijn er in 2012 minder personeelslasten doorbelast aan de grondexploitaties, waardoor er meer uren ten laste van de algemene middelen worden gebracht. Storting algemene reserve GREX De rentetoevoeging aan de reserve grondexploitatie vindt in de (meerjaren) begroting plaats op basis van het saldo van de reserve grondexploitatie en de voorziening voor niet rendabele complexen. De rentetoevoeging in de begroting 2011-2014 was gebaseerd op het saldo van de toen meest actuele jaarrekening, namelijk 2009. In 2010 is het saldo van deze reserve en voorziening met ongeveer € 10 miljoen toegenomen, waardoor de daaraan afgeleide rentecompensatie ook stijgt. Areaaluitbreiding (niet ten laste van tarieven) Deze uitbreiding leidt tot een budgetuitzetting op het onderhoud en schoonhouden van wegen, de openbare verlichting, de gladheidsbestrijding, het openbaar groen en de speeltoestellen. Peuterspeelzaalwerk/kinderopvang De lasten voor de doelgroep sociaal medisch geïndiceerden is in de periode van 2006-2010 gestegen van € 215.000 naar ruim € 400.000. In de eerste helft van 2011 zijn de lasten van deze “open-eind-regeling” niet verder gestegen. Om de raming op het juiste niveau te brengen is in 2012 een extra bedrag van € 80.000 benodigd. De inspectiekosten zullen in 2012 naar verwachting € 15.000 hoger zijn door de frequentie van de controles. In de 1e beleidsrapportage 2011 is al aangegeven dat voor het peuterspeelzaalwerk structureel een te laag bedrag (van € 100.000) is geraamd. Huur/lease stadskantoor/toevoeging aan reserve ARI/voorziening onderhoud Door de verlaagde leaseprijs voor het stadskantoor kunnen extra middelen worden toegevoegd aan de reserve ARI en de voorziening onderhoud stadhuis/stadskantoor om de incidentele lasten af te dekken die gemoeid zijn met het achterstallig groot onderhoud van het stadhuis, de verhuiskosten en de kosten voor projectleiding e.d. Westermaat Campus AM Vastgoed heeft laten weten de PPS constructie Westermaat Campus C.V. te willen verlaten. Gevolg hiervan is dat de boekwaarde van deze gronden weer onderdeel wordt van de gemeentelijke administratie en balans. Het hiervoor nieuw op te richten grondcomplex zal conform de geldende uitgangspunten jaarlijks de omslagrente in rekening worden gebracht, terwijl de C.V. een gereduceerd rentetarief had. Dit betekent met ingang van 2012 een hoger renteresultaat van € 300.000. Parkeergarage B.P. Hofstedestraat In de begroting is de eenmalige afkoop van de overeenkomst met de exploitant van de parkeergarage aan de BP Hofstedestraat (€ 250.000) in 2014 geraamd. Concrete voorstellen zullen te zijner tijd aan de raad worden voorgelegd. Voorzien wordt dat de exploitatie van deze garage vanaf 2015 (structureel) € 100.000 minder nadelig zal zijn. Onroerende zaakbelastingen De hogere opbrengsten worden voornamelijk veroorzaakt door een hogere waarde als gevolg van nieuw- en verbouw. Lagere toevoeging aan reserve onderwijshuisvesting De toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting is ten opzichte van 2011 verlaagd met bijna € 400.000. In 2008 zijn diverse boekwaardes vervroegd afgeschreven uit de algemene middelen. Dit houdt in dat er vanaf 2009 door deze extra afschrijving minder kapitaallasten op de onderwijshuisvesting drukken, waardoor een lager beroep op de reserve onderwijshuisvesting kan worden gedaan. Ter compensatie van het extra beroep destijds op de algemene middelen wordt er minder gestort in de reserve onderwijshuisvesting.
12
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Stelpost energie Op basis van de jaarrekening 2010 blijkt dat de stelpost energie niet benodigd is om op voorhand de tekorten in de begroting af te dekken. Hoewel telkens wel blijkt dat dit qua prijzen een grillige markt is. Reserve bodemsanering Om de bovenmatige effecten van de hogere stortingen in de reserve GREX voor de jaren 2013 en 2014 deels te op te vangen worden de vrijvallende middelen uit de reserve bodemsanering aangewend. Voor de gedetailleerde financiële analyses wordt verwezen naar onderdeel 7.2. De financiële toelichting per hoofdfunctie.
4.2 Grondslagen voor de ramingen bestaand beleid Parameters voor loon, prijs en rente In de begroting 2011-2014 was reeds rekening gehouden met een loonontwikkeling voor 2011 van 1,25 %, opgebouwd uit 1 % loonstijging en 0,25 % aan sociale lasten. De “oude” CAO had een looptijd tot 1 juni 2011. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2012 is er nog geen overeenstemming bereikt omtrent een nieuwe CAO. Vooralsnog is in de begroting 2012 een looncompensatie van 1,25 % verwerkt op een stelpost, in afwachting van het onderhandelingsresultaat. Als gevolg van de negatieve ontwikkeling van het netto-accres van het gemeentefonds in 2012 door de rijksbezuinigingen en de nog steeds aanhoudende onzekere tijden voelden wij ons genoodzaakt om ook in 2012 te koersen op de nullijn voor prijscompensatie. In de meerjarenramingen wordt, zoals gebruikelijk, uitgegaan van constante lonen en prijzen. De gehanteerde (omslag)rente van 5,5 % is ten opzichte van 2011 constant gehouden. Dit voorcalculatorisch percentage wordt toegerekend aan de diverse producten. Tarieven en subsidies In de uitgewerkte zoekrichtingen, genoemd in de Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen, vinden bijstellingen plaats in diverse tarieven en subsidies. Voor de overige subsidies en tarieven, die niet zijn betrokken in deze rapportage, is in de begroting de nullijn gehanteerd. Belastingen en heffingen In het kader van de Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen worden een aantal belastingmaatregelen voorgesteld. Arealen De onderhoudsbudgetten voor wegen, groen en riolering zijn aangepast voor volumemutaties conform de nota “Naar een werkbare vorm voor de areaalnorm”. De uitzetting in rioleringskosten verloopt budgettair neutraal (d.w.z. kostendekkend) voor de begroting. Gemeentefondsuitkering De gemeentefondsuitkering is gebaseerd op de berekening naar aanleiding van de meicirculaire 2011 en de volumegroei van het aantal bijstandsontvangers tot ultimo 2012. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4.4 Gemeentefonds. Onvoorzien/kleine opties nieuw beleid In de begroting is een bedrag van € 236.000 geraamd voor de post onvoorzien. In een van de zoekrichtingen wordt ook een beroep gedaan op een structurele verlaging van deze post. Zoals gebruikelijk is voor het college een post kleine opties nieuw beleid opgenomen (€ 25.000). Investeringen Aan investeringen in de loop van het jaar wordt geen rente en afschrijving toegerekend. Op nieuwe investeringen is sinds 2005 in principe het ”Beleidskader waarderen en afschrijven activa” van toepassing. De vervangingsinvesteringen maken onderdeel uit van het bestaand beleid.
13
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
In de jaarlijkse toevoeging aan de reserve ARI (Algemene Reserve Investeringen) is rekening gehouden met de versoberingsvoorstellen, zoals die zijn vastgesteld door de gemeenteraad in november 2010. Ook zijn de geraamde kapitaallasten van een tweetal investeringen in mindering gebracht op de reservetoevoeging. Deze kapitaallasten zijn in de begroting 2012-2015 al op de betreffende producten verwerkt. Voor deze investeringswerken zijn reeds begrotingswijzigingen vastgesteld. Tevens wordt de boekwinst van het oude stadskantoor en het verschil in leaseprijs voor het pand Hazenweg gestort in de reserve ARI. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de incidentele lasten die gemoeid zijn met de bouw van het nieuwe stadskantoor c.q. verbouwing stadhuis (conform eerdere besluitvorming). Al deze mutaties leiden tot de volgende toevoegingen aan de reserve ARI (in miljoenen): Reserve ARI Toevoeging aan reserve ARI
2012:
2013:
2014:
2015:
1,3
3,5
2,3
2,1
Overigens zijn een aantal zoekrichtingen van invloed op de ARI-investeringen, hetgeen inhoudt dat de dekking van de lasten wordt aangepast c.q. er een lagere toevoeging aan de reserve ARI zal plaatsvinden. De mutaties, die voortvloeien uit de zoekrichtingen, worden in een afzonderlijke begrotingswijziging verwerkt.
4.3 Financiële positie De bezuinigingsplannen van het rijk treffen de gemeente zwaar. Immers verschillende specifieke uitkeringen zijn c.q. zullen worden afgeschaft of afgeroomd. Decentralisaties van taken vinden plaats met efficiencykortingen o.a. in het gemeentefonds. Door vroegtijdig in te spelen op de effecten van de rijksbezuinigingen, crisis, e.d. willen we de financiële positie van onze gemeente niet uit het oog verliezen. Een eerste stap hierin is u een sluitende meerjarenbegroting 2012-2015 aan te bieden door de ”Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen & Bezuinigen”. Een tweede stap is de versterking van de vermogenspositie. Door de actualisatie van de reserves en de voorzieningen, op basis van de nota “Slank, gezond en weerbaar”, zal de algemene reserve worden aangevuld met € 1,7 miljoen. Hierdoor slaan we voor een deel al de goede weg in om het beschikbare weerstandsvermogen te vergroten. Naar verwachting zal de stand van de algemene reserve, na ongewijzigde vaststellingen van de 2e Beleidsrapportage 2011 en de nota “Slank, Gezond en weerbaar”, circa € 6,6 miljoen zijn. De herijking van het risicoprofiel zal bepalend zijn voor het benodigd weerstandsvermogen. Aan de hand daarvan kan een discussie in uw raad plaatsvinden over de beleidskaders die van toepassing zullen zijn op de minimale hoogte van de algemene reserve. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan te nemen maatregelen om deze hoogte ook daadwerkelijk te effectueren.
4.4 Gemeentefonds Op basis van de meicirculaire 2011 is het budgettair effect voor de komende jaren (* € 1.000):
Gemeentefonds Gemeentefondsuitkering Lasten-/batenmutaties Netto-effect
2012:
2013:
2014:
2015:
-838
-2.151
-2.793
-7.002
-38
55
55
2.840
-876
-2.096
-2.738
-4.162
Voor de algemene uitkering sec loopt het tekort op van € 0,8 miljoen in 2012 tot € 7,0 miljoen in 2015. De doorrekening heeft ook consequenties voor een aantal ramingen in de lasten- en batensfeer. Uiteindelijk is het budgettair perspectief ten opzichte van de gewijzigde begroting 2011-2014 verslechterd van € 0,9 miljoen in 2012 oplopend tot ruim € 4,2 miljoen in 2015.
14
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
In bijlage 4 van de Nota Tussenrapportage Herontwerp “Vernieuwen en Bezuinigen” van 28 juni jl. bent u al uitgebreid geïnformeerd over de gevolgen van deze meicirculaire voor de gemeente Hengelo. Hieronder volgt nogmaals een uiteenzetting van de belangrijkste oorzaken voor de afwijkingen. Ontwikkeling uitkeringsbasis/verschillen aantallen verdeelmaatstaven/netto-effect accres De uitkeringsfactor laat meerjarig een dalende trend zien. Vooral de ontwikkeling van de uitkeringsbasis heeft een dalend effect op de uitkeringsfactor. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van het landelijk aantal inwoners, woonruimten, bijstandsgerechtigden e.d. Door de toename van de aantallen wordt de uitkeringsfactor verlaagd, om zodoende macro op hetzelfde bedrag aan algemene uitkering uit te komen, indien er geen andere ontwikkelingen binnen het gemeentefonds plaatsvinden. Noemenswaardige verschillen in (minder) aantallen zijn voor de gemeente Hengelo te constateren op de uitgavenmaatstaven, die met name betrekking hebben op het aantal inwoners, woonruimten en klantenpotentieel. In afwijking tot de landelijke groei van het aantal woonruimten zijn in Hengelo het aantal woonruimten achter gebleven. Per 2012 wordt de normeringssystematiek van het gemeentefonds weer hervat, waarbij de begroting 2011 als startpunt geldt. In het voorjaar van 2009 is in verband met de financiële en economische crisis afgesproken om de normeringssystematiek van het gemeentefonds buiten werking te stellen voor de jaren 2009–2011. Het gemeentefonds ontwikkelt zich sinds 1995 evenredig met de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (NGRU). Nemen de NGRU van jaar op jaar toe, dan neemt ook de algemene uitkering van het fonds toe. Bij een afname van de NGRU geldt het omgekeerde. De groei of krimp van het fonds als gevolg van deze normeringssystematiek wordt accres genoemd. Naast het accres wordt ook nog een algemene compensatie verstrekt wegens onvolkomenheden in het systeem van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven ten aanzien van het onderdeel sociale zekerheid. Daarnaast is het accres gecorrigeerd voor meerjarige loon- en prijscompensaties, want in de meerjarenramingen 2013-2015 wordt uitgegaan van constante lonen en prijzen. De ontwikkeling van de uitkeringsbasis, de verschillen in aantallen voor diverse verdeelmaatstaven en het netto-effect accres behelst een nadeel van € 0,2 miljoen in 2012 oplopend tot bijna € 3,5 miljoen in 2015. Decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg De decentralisaties van de AWBZ dagbesteding en begeleiding en de Jeugdzorg zijn nog niet verwerkt in de meicirculaire 2011. Nationaal uitvoeringsprogramma Dit betreft uitsluitend een voorfinanciering binnen het gemeentefonds waarmee gemeenten in staat zijn investeringen te doen in het kader van de implementatie van de E-overheid. Over de jaren 2011 tot en met 2015 komt deze mutatie budgettair neutraal uit. De algemene uitkering voor de gemeente Hengelo wordt voor de jaren 2011 tot en met 2014 in totaal met circa € 590.000 verhoogd en in het jaar 2015 met € 590.000 verlaagd in verband met het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP). Door de al in gang gezette ontwikkelingen op het gebied van de Edienstverlening binnen de gemeente Hengelo zijn deze bedragen op een stelpost geparkeerd. Ook mede gelet op het feit dat deze voorfinanciering "een sigaar uit eigen doos is", omdat in 2015 het totale bedrag weer in een keer wordt uitgenomen uit het gemeentefonds. Korting schuldhulpverlening en normering lokaal inkomensbeleid De kortingen op de selectieve en gerichte schuldhulpverlening (€ 117.000) en normering lokaal inkomensbeleid (€ 285.000) zijn doorgevoerd in de meicirculaire. In de eerdere voorstellen, voordat de meicirculaire 2011 verscheen, was aanvankelijk gewerkt met een aannamebedrag van € 210.000. Zie voor de verdere toelichting de nota Herontwerp. Nationaal actieplan sport en bewegen In de septembercirculaire 2010 is al aandacht besteed aan de decentralisatie-uitkering Nationaal actieplan sport en bewegen (NASB). Deze tweede tranche is nu ook doorgetrokken naar 2011 en 2012. Deze uitkering in het gemeentefonds is in 2012 € 93.500. Deze middelen worden in deze begroting toegevoegd aan de reserve decentralisatie-uitkeringen, identiek aan de verwerking in de jaarrekening 2010.
15
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Politieke ambtsdragers Het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers leidt tot een besparing op de loonkosten en de kosten van directe ondersteuning. Vanaf 2015 wordt als gevolg hiervan structureel € 526.800 uitgenomen uit het gemeentefonds. Voor alsnog wordt dit bedrag op een stelpost geparkeerd in afwachting van nadere uitvoeringsmaatregelen. Uitvoeringskosten inburgering Uit de algemene uitkering 2012 is een structureel bedrag van € 53.000 uitgenomen in verband met uitvoeringskosten inburgering. In de septembercirculaire 2010 waren de gevolgen van de ombuiging op inburgering voor 2012 nog op p.m. gesteld. Dit bedrag is ook aan de lastenzijde van de begroting gecorrigeerd. Er komt nog een wijziging in het inburgeringstelsel met ingang van 2013. Deze op handen zijnde invoering brengt met zich mee dat de hoogte van de bijdrage voor 2013 nu nog onbekend is. Nadere informatie wordt pas in de meicirculaire 2012 verstrekt. Integratie-uitkering Wet Maatschappelijke ondersteuning Een budgetverhoging is doorgevoerd voor de dure woningaanpassingen. Tevens vinden vanaf 2012 indexaties plaats voor o.a. de groei van het aantal thuiswonende 75-plussers en een nominale compensatie voor de huishoudelijke hulp. Daarnaast is er vanaf 2012 sprake van een neerwaartse bijstelling van het gemeentefonds voor de uitvoeringskosten van het Centraal Administratie Kantoor (CAK). De eigen bijdrageregeling in de WMO is wettelijk opgedragen aan het CAK. Tot 2012 betaalde iedere gemeente zelf de uitvoeringskosten aan het CAK, maar in 2012 wordt landelijk de korting op het gemeentefonds doorgevoerd voor de uitvoering van deze administratie. Per saldo neemt de integratie-uitkering WMO vanaf 2012 structureel toe met circa € 373.000. Met dit bedrag is reeds rekening gehouden bij de totale begrotingsraming van de WMO huishoudelijke hulp en –voorzieningen. Decentralisatie-uitkering Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) Vorig jaar is in de memo “Junicirculaire 2010 gemeentefonds” uitgebreid ingegaan op deze decentralisatie-uitkering. Op basis van de gemaakte afspraken met het betreffende ministerie, is begin 2010 bij beschikking de verplichting voor de periode 2010 tot en met 2014 aangegaan. Toen was al duidelijk dat onze gemeente vanaf 2015 geen ISV-middelen meer zal ontvangen. Aan de lastenzijde zijn met ingang van 2015 geen ISV-middelen meer geraamd. Decentralisatie-uitkering Bodemsanering Het “Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties” wordt in de periode 2010 tot en met 2014 tot uitvoer gebracht. Vanaf 2015 zijn er geen middelen meer beschikbaar uit de decentralisatie-uitkering en zijn er ook geen lasten meer geraamd voor dit betreffend onderdeel. Onderwijsachterstandenbeleid/Stelpost Sociaal Integratie en Veiligheid (SIV) In de primitieve begroting 2011-2014 waren de middelen voor onderwijsachterstanden nog in de algemene uitkering geraamd. In de tweede helft van vorig jaar werd bekend dat deze middelen, met ingang van 2011, via een specifieke uitkering zullen worden verstrekt. De hoogte stond toen nog niet vast. Begin dit jaar is de definitieve beschikking ontvangen. De specifieke uitkering bedraagt € 715.900. In de algemene uitkering was rekening gehouden met € 795.800. In de begroting 2012-2015 is de specifieke uitkering geraamd. Ook is de relevante stelpost SIV afgeraamd met € 79.900, om het restanttekort af te dekken. Structurele looncompensatie Begin oktober 2011 is er nog geen nieuwe CAO voor gemeenten afgesloten. De huidige CAO liep tot 1 juni 2011. In de huidige begroting 2011-2014 is voor loonontwikkeling 2011 nog een structurele stelpost geraamd van 1,25 % (1% voor loonsverhoging en 0,25 % aan sociale lasten). Deze stelpost was gebaseerd op de eventuele structurele verhoging per 1 april 2011 op basis van de huidige CAO, die nog niet is “doorgevoerd”. Gelet op de nog lopende onderhandelingen hebben we toch in de begroting 2012-2015 een structureel bedrag van ongeveer € 670.000 aan loonontwikkeling 2012 voor het eigen personeel geraamd op een stelpost. Het gaat hierbij ook om een percentage van 1,25.
16
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Risico gemeentefonds Herijking clusters gemeentefonds Op dit moment loopt er een onderzoek naar alle clusters van het gemeentefonds om te kijken of er aanpassingen van de verdeling, of het volume van de clusters, noodzakelijk zijn. De effecten zullen vanaf het uitkeringsjaar 2013 merkbaar zijn. Het ministerie streeft er naar om in de meicirculaire 2012 van het gemeentefonds meer duidelijkheid te bieden.
17
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5
18
Programmaplan
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.1: Beleidsprogramma’s nieuwe stijl
5.1.1 Werken met beleidsprogramma’s vernieuwd 5.1.1.1 Nieuwe beleidsprogramma’s De gemeenteraad heeft op 31 mei 2011 besloten tot een nieuwe begrotingsopzet. De essentie van de nieuwe opzet is dat bovenop de functionele indeling een beperkt aantal op verandering gerichte politieke programma’s komen. Deze nieuwe beleidsprogramma’s (met een iets aangepaste benaming) zijn: 1. Werk verbindt; 2. Zorg voor de mens; 3. Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid; 4. Een aantrekkelijke binnenstad; 5. Transformatie naar een toekomstbestendige stad met de focus op Zuid. Daarnaast zijn er twee thema’s, die de andere programma’s doorsnijden. Deze worden facetagenda’s genoemd: Duurzaamheid; Burgerparticipatie. De veranderambities die ten grondslag liggen aan de nieuwe beleidsprogramma’s worden ontleend aan de visiedocumenten: (Evaluatie) Hengelo 2030 (maart 2011); Sociale visie 2020 (december 2010); Coalitieakkoord ‘Investeren in verbinding’ (april 2010).
5.1.1.2. Programmasturing leidend principe Bij de reorganisatie in 2006 SwingH) is herbevestigd dat programmasturing het leidend sturingsprincipe in Hengelo is. Programmasturing is een hulpstructuur waarmee beleid zich richt op de strategische veranderdoelen voor Hengelo: de essentiële veranderbeweging. Programmasturing is een aanvulling op de sturingsvormen die we al hebben in de gemeente, namelijk lijnsturing en projectsturing. Met programmasturing sturen we op de samenhang in onze activiteiten om de strategische doelen te realiseren. Bij politieke programma’s is sprake van een complexe opgave, die portefeuille- en sectoroverstijgend is, met een duidelijke politieke relevantie Dit vraagt om een specifieke vorm aanvullende sturing. Programmasturing beweegt zich op het niveau van de totale organisatie. De invoering van programmasturing is op zich een verbeterbeweging die zich in ons geval op strategie, cultuur en managementstijl laat voelen. Het gaat om meer dan een verzameling van projecten, maatregelen en lijnactiviteiten. De nieuwe beleidsprogramma’s moeten helpen de noodzakelijke focus aan te brengen. De programma’s worden nadrukkelijker dan tot nu toe onderdeel van de politieke dialoog met de raad. Met focus aanbrengen gaat het om het aantal programma’s en de omvang of reikwijdte van de programma’s t.o.v. het overig beleid. De behoefte aan samenhang,focus en consistentie in het gemeentelijk beleid mag ook blijken uit hiernavolgende figuur.
19
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Uitkomsten zoekrichtingen Herontwerp
Omgeving & Actualiteit: Bestuursakkoorden
Sociale Visie &
Beleidsprogramma’s “Nieuwe Stijl”
Bestaande beleid
Structuurvisie 2030
Speerpunten coalitieakkoord
5.1.1.3. Programmasturing vernieuwd. Bij de invoering van het dualisme is ook het programmatisch werken ingevoerd. Dit diende ter versterking van de kaderstelling door de gemeenteraad. De eerste Hengelose begroting die gebaseerd was op het principe van progammasturing was de begroting 2004-2007. Het toenmalige programmaplan bevatte elf programma’s. Centraal bij programmasturing staat de focus op de verandering en de dialoog daarover. Daarbij zijn drie lagen te onderscheiden: 1. De kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad; 2. De besturing van de programma’s door het college; 3. De bestuurlijk-ambtelijke pendel over de programma’s. Uitgangspunt is dat het college als geheel (collegiaal) de programma’s bestuurt. Daarnaast zijn om pragmatische redenen bestuurlijke trekkers aangewezen als eerste gesprekspartner voor raad, ambtelijke dienst en maatschappelijke partners. De rolverdeling is thans als onderstaand. Uitgangspunt is een effectieve en efficiënte pendel om de verbinding te leggen tussen bestuur en ambtelijk programmamanagement. Het vehikel dat hiervoor (in 2006) is opgezet, is het programmaoverleg. Nieuw is het ambtelijke programmamanagement dat in Hengelo gestalte heeft gekregen in de programmaregisseurs.
20
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De programmahouders en -regisseurs Bestuurlijk
Ambtelijk
De programma’s en facetagenda’s
Trekker
Programmahouder
Regisseur
Werk verbindt
Ten Heuw
de Ruiter
(H.) Boerrigter
Zorg voor de mens
Oude Alink
Molenkamp
Kristen
Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
Lievers
Kruese
Folbert
Een aantrekkelijke binnenstad
Mulder
Tromp
Dalenoord
Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
Bron
Locher
Laven
Duurzaamheid
Oude Alink
Licht
Flohr
Burgerparticipatie
Kerckhaert
Coenders
Spek
De vijf politieke programma’s en de twee facetagenda’s bevatten, wat ons college betreft, de essentie van de politieke dialoog met uw raad. Met elkaar moeten wij ook bepalen hoe die dialoog vorm krijgt. Op welke manier, in welk gremium en hoe intensief wilt u met ons in gesprek over de (monitoring van de) programma’s. En dat kan, wat ons betreft, ook nog per programma verschillen. De programmaregisseurs zijn het ‘geweten’ van het programma. Het profiel van de programmaregisseur: schrijver van het programma bewaakt de doelstellingen en resultaten van een programma is het eerste aanspreekpunt voor de portefeuillehouder stuurt op samenhang en integraliteit ten behoeve van het resultaat inspireert en motiveert interne en externe actoren om de doelen te realiseren werkt op basis van gezag (geen machtspositie) creëert meerwaarde door verbinding en innovatie. Ten aanzien van programmasturing wordt ‘al werkende weg’ de passende Hengelose vorm gezocht. Hierbij geldt het principe ‘leren door te doen’. De regisseurs zullen worden ondersteund in hun ontwikkeling en de methode van programmagestuurd werken. Dit betekent ook dat programmasturing langzaam tot volle wasdom komt. Gerekend wordt met een periode een jaar om ieder programma ‘lopend en volledig’ te hebben. Met de beleidsbegroting 2012-2015 wordt het begin van de uitwerking van de programma’s eerst vooral op inhoud gepresenteerd.
Definitie Programma: verzameling tijdelijke samenhangende en dynamische doelen, inspanningen en middelen in een integrale aanpak; teneinde complexiteit aan te kunnen en effectiviteit te vergroten. Programma’s veranderen in de tijd: van ontwikkelen via realiseren naar beheer en dus afbouw. Onder invloed van politiek, management en omgeving groeit een programma -liefst snel- naar volle wasdom. Een programma is nadrukkelijk niet bedoeld om beleid te onderbouwen. Een programma is wel bedoeld om uit te leggen wat we voor elkaar willen krijgen en de weg waarlangs dat mogelijk is (pakken van kansen en opruimen hindernissen). Over het programma wordt verantwoording afgelegd binnen de reguliere planning & control cyclus. Het behalen van eindresultaat en tussenliggende mijlpalen wordt in ook beeld gebracht (overzicht mijlpalen). Dat de inhoud van programma’s bijdraagt aan het globale doel -de veranderbewegingspreekt eigenlijk voor zichzelf. Programmaverantwoording gaat over meer dan de indicatoren; resultaat op de veranderbeweging en maatschappelijk effect staan voorop. De verwachting is dat een beperkt set van indicatoren deze verandering zichtbaar gemaakt kan worden. Per programma zal de monitoring nog nader worden bepaald. Daarvoor is nodig dat het programma zover is uitwerkt, dat de inhoud voldoende SMART is gemaakt.
21
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.1.1.4. Programmeren Programmeren bestaat verder vooral uit het leggen van verbindingen tussen bestaand beleid en de veranderingen in het beleid. Hierin schuilt ook een belangrijk deel van de dynamiek. De programmering wordt ‘aangedreven’ door de globale doelomschrijving. De keuze van wat een programma maakt is dus gelegen in een omschrijving gericht op een in de toekomst te bereiken stand der dingen: een wensbeeld en/of maatschappelijke gewenst effect. Dit laat zich vaak dan ook vangen in de naam van het programma. Programmeren betekent ook dat één project in verschillende programma’s kan voorkomen omdat het tegelijkertijd bijdraagt aan meerdere doelen. Er kan een spraakverwarring ontstaan wanneer er sprake is van een ‘programma’ binnen een programma. Zo’n ingesloten ‘programma’ kan alleen bestaan bij een specifiek doel maar wel één met veel maatregelen (voorbeeld: Thuis in de Buurt). Programma’s doorsnijden beleid in gebiedsontwikkeling, projecten, beleidsmaatregelen en wijkplannen. Het kan zelfs voorkomen dat programma’s elkaar lijken tegen te spreken. Dit kan en mag wanneer dit duidelijk is als bijdrage aan het doel van een programma. Misschien zijn dit soort strijdigheden wellicht de mooiste plekken om innovatief beleid te maken. Programmeren is het benoemen van: o Doelen: wat willen we bereiken? o Inspanningen: wat gaan we daarvoor concreet doen (projecten, maatregelen,acties)? o Resultaten: wat brengen we tot stand (contract, oplevering, voorziening)? o Effecten: welke maatschappelijke verbetering levert dit op?
Figuur: programma doorsnijdt lijn, project en wijken.
5.1.1.5. Indicatoren De gemeente Hengelo kent al jaren indicatoren in de beleidsbegroting. Daarmee monitoren we de beleidsprestaties van de gemeente. De begroting is dit jaar qua opzet gewijzigd. De in vorige begrotingen opgenomen beleidsprogramma’s met bijbehorende beleidslijnen zijn opgeheven. Er zijn nu programma’s en facetagenda’s ontwikkeld die aansluiten bij belangrijkste prioriteiten van dit college. Met deze programma’s en agenda’s wordt gestuurd op een essentiële veranderingbeweging: zaken tot stand brengen en maatschappelijk verschil kunnen maken. Naast de concrete resultaten in de vorm van mijlpalen op onderdelen (‘vinklijst’) zijn er mogelijke indicatoren op drie niveau’s: • Indicatoren op maatschappelijke effecten; • Indicatoren op omvang van het gebruik, waardering en kwaliteit; • Indicatoren op de inspanningen en prestaties i.c.m. mogelijke benchmarks. Voor de vulling van de indicatoren staan verschillende bronnen ter beschikking. In het opbouwen van een programma wordt vanaf het begin rekening gehouden met het beschrijven van de gewenste resultaten. Er zal meer gebruik worden gemaakt van bestaande benchmarks en rapporten met status (Atlas voor gemeenten, Waar staat je gemeente? Twente-index, WWBbenchmark, WMO-benchmark, benchmark Publiekzaken). Zo kan de discussie op lokaal niveau op een hoger niveau komen en aansluiten bij bestaande discussies.
22
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Al eerder is afgesproken om met de raad (onder meer in samenspraak met de vanuit de raad gevormde werkgroep beleidsbegroting) in het najaar 2011 nader in gesprek te gaan over de wijze van verantwoording en monitoring (inclusief indicatoren) van de nieuwe programma’s en agenda’s. In deze beleidsbegroting wordt een voorlopige opgave van indicatoren gepresenteerd. Verder is afgesproken ter wille van de vergelijkbaarheid (waar mogelijk) vast te houden aan de bestaande indicatoren, die gebruikt werden in de Beleidsbegroting 2011-2014. Deze indicatoren komen voor het grootste deel te staan bij de hoofdfuncties in de beleidsbegroting. Enkele zijn duidelijk gerelateerd aan een van de nieuwe programma’s en agenda’s. Die zijn daarbij geplaatst. Bij enkele nieuwe programma’s en een agenda hebben we - heel beperkt - een voorschot genomen en toch alvast een enkele nieuwe kernindicator benoemd. In de tweede plaats hebben we enkele indicatoren, die gemeten werden door ons tweejaarlijkse Omnibusenquête moeten vervangen. Deze grootschalige schriftelijke enquêtes zijn om capaciteitsredenen geschrapt. Meer dan voorheen zal gebruik worden gemaakt van reeds bestaande onderzoeken waarin relevante benchmarks te vinden zijn. Zo zijn er alternatieven beschikbaar via onderzoeken als www.waarstaatjegemeente.nl. Verder hebben we een aantal indicatoren niet meer opgenomen. Deze waren verplicht vanwege de GSB-status van de gemeente om in aanmerking te kunnen komen voor de doeluitkeringen in het kader van het grote steden-beleid. Dat is inmiddels niet meer het geval. Veel cijfers worden in verband daarmee ook niet meer bijgehouden.
5.1.2. Relevante kaders voor de nieuwe programma’s 5.1.2.1. Demografische feiten en verwachtingen Tussen 1950 en nu zijn er ruim 30.000 inwoners bijgekomen in Hengelo, en de gemeente telt nu bijna 81.000 inwoners. Volgens de verschillende prognoses zal de totale bevolking nog wel even doorgroeien, maar zeker niet meer in dezelfde mate als de afgelopen tientallen jaren. Binnen afzienbare tijd voor 2030 zal het inwonertal zelfs kunnen gaan dalen. Het moment, waarop de bevolkingskrimp ook in Hengelo doorwerkt en de krimp van de potentiële beroepsbevolking begint, is niet goed aan te geven. Tot 2030 neemt het aantal huishoudens nog toe, zij het in afnemende mate (primos 2009). De grote lijnen van de demografie blijven vergrijzen, ontgroenen en de pluriformiteit van onze samenleving neemt toe. Dát we te maken krijgen met beide fenomenen, lijkt onomstotelijk. In 2008 spraken we van een omslag omstreeks 2035. De actualiteit van 2011 kan leiden tot een eerdere omslag. De samenstelling van de bevolking zal in de toekomst gaan veranderen, maar dat is geen nieuw verschijnsel. De samenstelling is nu ook anders dan 30 jaar geleden. Het aandeel ouderen zal steeds groter worden, vooral ten koste van de bevolking in de werkzame leeftijd (20-64 jaar). In Nederland als geheel zal het aantal mensen van 80 jaar en ouder zelfs pas na 2050 het hoogste niveau bereiken. Het aantal jongeren onder de 20 heeft landelijk in 1972 het hoogste niveau al gehaald en is sindsdien gedaald. Het aandeel jongeren in de gemeente Hengelo zal de komende 30 jaar ongeveer gelijk blijven. Maar per wijk en per decennium kunnen aanzienlijke fluctuaties optreden (bijv. door bouweffecten). Het aandeel van de beroepsbevolking is de afgelopen 30 jaar gegroeid en zal weer gaan dalen naar het niveau van 1970. Voor de kaderstelling heeft Hengelo gekozen voor de omslag van ‘Groei naar Kwaliteit’. Enkele gevolgen voor het beleid van deze omslag: • het toekomstige inwonertal is een gevolg van deels autonome ontwikkelingen en deels afhankelijk van een succesvolle woningbouwproductie; • de gemeente kiest niet voor specifiek groeidoelen maar wil binnen het demografisch perspectief en afgestemd met buurgementen haar keuzen maken ; • het aantal huishoudens zal vooralsnog blijven toenemen, als gevolg van de vergrijzing en het samenwoningsgedrag; • woningbouwproductie voor de huishoudensgroei zal gestaag afnemen, wat van invloed is op de keuzen m.b.t. uitleggebieden en herstructurering; • de arbeidsmarkt zal te maken krijgen met een krimpende beroepsbevolking; • met passende maatregelen ontstaan hierdoor kansen voor groepen die nu minder toegang hebben tot regulier werk en voltijdbanen; • de nu nog bestaande mismatch op de arbeidsmarkt kan via voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs in combinatie met aandacht voor en een gezamenlijke profilering van de kansrijke bedrijfstakken worden bestreden (een passende startkwalificatie voor iedereen); 23
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
•
de behoefte aan zorg blijft groeien en van karakter veranderen en dit is van invloed op de ontwikkeling van Woonservicegebieden (dreigend tekort zorgpersoneel) en het aanbod zorg- en welzijnsdiensten (AWBZ, WMO e.d.); demografisch bepaald is ook de noodzaak te werken aan integratie van oude en wellicht ook nieuwe allochtonen vanwege het risico dat culturele tegenstellingen sociale tegenstellingen worden; de bevolkingssamenstelling wordt ook betrokken het afstemmen van vraag en aanbod activiteiten en voorzieningen in wijken.
• •
In de actualiteit van de economie is sprake van weinig optimistische verwachtingen. Ook voor de langere termijn is de rendementsverwachting bijgesteld. De vraag is of en hoe snel bedrijven weer op hun oude omzetniveaus komen. Het zal vervolgens enige tijd duren voordat de bouwproductie van nieuwe bedrijven en woningen weer aantrekt. Het kwantitatieve woningbouwprogramma voor de korte termijn is hierop geactualiseerd door de aantallen naar beneden bij te stellen. De groei van inkomens en koopkracht zit anno 2011 rond of onder nul. Hoe lang dat gaat duren, is ongewis. Desondanks blijft volgens deskundigen de koopkracht op de lange termijn met gemiddeld 1,75% groeien(?). Het kabinet-Rutte gaat voor de komende jaren uit van een groei van 1,0%. Deze demografische en economische veranderingen leiden niet tot een wijziging van het perspectief van Structuurvisie Hengelo 2030. Wel bieden deze veranderingen openingen voor een andere manier van denken en de transitie naar een duurzame, cyclische economie, in gang te zetten. Ze hebben wel gevolgen voor de woningmarkt, het draagvlak voor voorzieningen, de zorgvraag en ook voor de arbeidsmarkt. Ze maken duidelijk dat een versterkte stedelijke programmering noodzakelijk is. Wat moet wanneer gebeuren, waarmee hangt het samen, wat is de invloed op andere terreinen? Ook het tempo waarin de veranderingen plaatsvinden, is anders geworden. Prioritaire projecten, die zijn gestart onder een gunstig economisch klimaat, worden over een langere periode uitgesmeerd, programma’s in projecten worden herontwikkeld of projecten worden uiteindelijk niet ontwikkeld omdat de vraag terugloopt. De programmering en beleidsprogramma’s moeten daarmee volop rekening houden. Nog meer dan in het verleden moeten keuzes worden gemaakt In de Sociale Visie 2020 en Structuurvisie Hengelo 2030 is met deze omslag rekening gehouden als een gegeven vertrekpunt. In de uitwerking van de nieuwe programma’s zal nadrukkelijk met het demografisch perspectief rekening worden houden.
5.1.2.2. Structuurvisie Hengelo 2030 De structuurvisie Hengelo 2030 geeft de ruimtelijk economische koers voor Hengelo voor de jaren tot 2030. In 2007 is deze structuurvisie vastgesteld. Sinds de vaststelling is er in onze omgeving het een en ander veranderd. Daarom is de structuurvisie in 2010 geëvalueerd (raad februari 2011). Uit de evaluatie in 2010 blijkt dat de koers van de structuurvisie wordt voortgezet onder het motto: ‘Van groei naar kwaliteit!’. Groei blijft mogelijk maar grootschalige stadsuitbreiding is minder noodzakelijk geworden. Wat de Hengeloër in de toekomst wil, zijn goede stedelijke voorzieningen, een fraaie groene omgeving op loop- en fietsafstand en een gezellige binnenstad. Hengelo is zowel stad als dorp en wil die sterke kwaliteit verder ontwikkelen. Vooral de wijken bevatten de kwaliteit die bij een dorp horen, zoals de sociale binding van bewoners. De sociale visie gaat hier nader op in. Wat nu nodig is, is de vertaling van de koers naar een goede integrale stedelijke programmering. Het noopt tot keuzes in Hengelo en meer regionale afstemming, een verdergaande lokale prioritering en een fasering van projecten. Hierbij past een andere manier van aansturing; het versterken van de regierol van de gemeente en andere ontwikkelingsstrategiëen, het aangaan van slimme allianties met partners en afstemming op uitvoering. De actualiteit heeft is ook van invloed op de nu voorliggende nieuwe beleidsprogramma’s, waarbij tevens rekening wordt gehouden met het herontwerp van beleid. De 1. 2. 3. 4. 5.
Structuurvisie Hengelo 2030 formuleert vijf ambities voor toekomstig Hengelo: De economische structuur versterken Van de Hengelose binnenstad een aantrekkelijke ontmoetingsplaats maken De sociale kwaliteit van de stad behouden en verbeteren Het Twentse landschap rondom Hengelo versterken en met de stad verbinden De kwaliteit van de stad verhogen door gerichte en kleinschalige verbeteringen.
24
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
In vier kernprojecten komen de vijf ambities van Hengelo terug. Deze vier projecten symboliseren het nieuwe elan van de stad. Dit zijn: 1) Het Parelsnoer: het stadscentrum wordt meer dan nu dé ontmoetingsplaats voor mensen van binnen en buiten Hengelo. Centraal daarbij staat de kwaliteit van de belangrijkste pleinen: het Industrieplein ten zuiden van het CST, het Stationsplein, de Markt en het Burgemeester Jansenplein met het stadhuis. Deze pleinen vormen de ‘parels ’in het parelsnoer dat loopt vanaf het station tot het stadhuis. Ze zijn met elkaar verbonden door een zgn. stadsboulevard, gevormd door diverse winkelstraten. 2) Vitale wijken: Hengelo kiest voor duurzame, vitale wijken met een eigen karakter en een compleet aanbod aan voorzieningen en – waar mogelijk – bedrijvigheid. Er ontstaat nieuwe dynamiek doordat functies van wijken veranderen, zoals in HvZ, of door verschillende functies te combineren, bijv. wonen of werken en water. 3) Stadsranden: het landschap de stad in: de landschappelijke kwaliteit is steeds belangrijker in de concurrentiestrijd tussen steden. Behoud van de groene omgeving van Hengelo en het streven om groen en water een duidelijke plaats te geven in de stad zijn dan ook belangrijke aandachtspunten op weg naar 2030. 4) Archipunctuur: de stad injecteren met hoogwaardige plekken en beeldbepalende gebouwen. Dat levert herkenningspunten op en een mooiere stad. Hengelo zet daartoe een strategie op drie fronten in: verbeterplekken, multifunctioneel, efficiënt gebruik. Nieuwe aandachtspunten voor de stedelijk beleid en daar mee voor het beleidsprogramma zijn: • wonen: woonvisie en herijking planning en programmering met aandacht voor “Zuid”; • woonservicegebieden: realisatie van Woonservicegebieden volgens de afspraken met de provincie; • voorzieningen en accommodaties: afstemming tussen vraag en aanbod qua activiteiten en maatschappelijk vastgoed • toegankelijkheid: om de deelname aan de activiteiten te bevorderen (participatie) moeten accommodaties bereikbaar, dichtbij en integraal toegankelijk zijn • wijkeconomie: faciliteren van bedrijvigheid in de wijken ondersteunen. ZZP’ers en starters • binnenstad: recht doen aan centrum van ontmoeting en een goede verstandhouding met burgers en belanghebbenden. Hiermee wordt de kaderstelling voor de programma’s geboden. De actualiteit is ook van invloed op de nu voorliggende nieuwe beleidsprogramma’s, waarbij tevens rekening wordt gehouden met het herontwerp van beleid.
5.1.2.3. Sociale Visie 2020 In december 2010 is de Sociale Visie Hengelo 2020 door de Raad vastgesteld. Hierin zijn uitgangspunten geformuleerd over de rol van overheid, partners en inwoners van de stad, over participatie & ontwikkeling en over de benodigde voorzieningen. Voor de periode 2010-2014 zijn drie prioritaire thema’s benoemd: Participatie, Gezondheid & Zorg en Ontmoeting & Vrije tijd. De Gemeente Hengelo kent meerdere rollen: regisseur, makelaar, facilitator, ondersteuner (en minder de ‘alwetende’ oplosser van maatschappelijke problemen). De uitdaging is om de regierol te versterken. De gemeentelijke rol gaat zich vaker beperken tot een toets op de financiële en beleidskaders. Uitgangspunt: Hengelo kenmerkt zich door een krachtige samenleving, met een gemeente die open, consistent, aanspreekbaar en betrouwbaar is. In onze visie willen wij uitgaan van de kracht van de sociale netwerken en de zelfwerkzaamheid van burgers. We maken krachtige, heldere afspraken over de te bereiken resultaten en over de kwaliteit. Met de verenigingen en instellingen blijven wij werken aan de aantrekkelijkheid van de stad voor leren, wonen, werken en recreëren. We erkennen en waarderen het belang van vrijwilligersorganisaties.
Uitgangspunt: Een actieve regierol houdt in: o een probleem of uitdaging signaleren; o het initiatief nemen om tot een oplossing te komen. Dat betekent: - in overleg nagaan, wie de eerstverantwoordelijke is voor de oplossing; - nagaan, welke partners betrokken moeten worden, deze bijeen brengen en motiveren; - resultaatafspraken maken over de aanpak en gewenste (maatschappelijke) effecten.
25
Uitgangspunt: Hengelo doet een beroep op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van alle partners bij de aanpak van maatschappelijke en sociale uitdagingen. ╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Burgers worden gestimuleerd hun talenten te gebruiken, hun kansen te benutten, zelf hun problemen op te lossen, zelf werkzaamheden in de buurt op zich te nemen. Het gaat om een verschuiving van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Verantwoordelijkheden daar laten waar ze thuishoren en afspraken maken over de uitvoering en de taakverdeling. Als gemeente ‘loslaten’. We accepteren dat burgers met eigen, soms verrassende en onorthodoxe oplossingen komen. We onderscheiden vier vormen van participatie6 (meedoen): 1. participatie als opstap naar (betaald) werk; 2. maatschappelijke participatie in buurten en wijken; 3. (burger)participatie als beleidsbeïnvloeding (inspraak); 4. initiatieven van burgers (burger bedenkt, overheid faciliteert). Uitgangspunt: Hengelo gaat uit van de ambitie van burgers om zich te ontwikkelen. Zij benutten hun talenten. Er is een samenhang tussen werken, leren en ondernemen. Het gaat om kansen bieden en kansen benutten. Dat is een belangrijke manier om aan de samenleving deel te nemen. Het laat onverlet, dat de gemeente actief optreedt als mensen aan de kant komen te staan en niet meer mee (kunnen) doen.
Uitgangspunt: Hengelo biedt ruimte aan de eigen visie en aan de realisatie van ideeën van burgers, bedrijven en instellingen. We vinden particuliere initiatieven in onze samenleving van groot belang. We hebben vertrouwen in het zelforganiserend vermogen van de samenleving. Onze rol is ondersteunend en aanvullend aan particuliere initiatieven. Deze aanvullende rol geldt ook voor gesubsidieerde instellingen. Burgers kunnen een beroep op ons doen om hen bij te staan en partijen bijeen te brengen. Van inspraak naar samenspraak.
Uitgangspunt: Hengelo bevordert het gebruik van collectieve voorzieningen. De activiteiten staan centraal, niet de accommodaties of organisaties. Individuele voorzieningen blijven beschikbaar, waar nodig. We willen institutionalisering voorkomen. Waar nodig moeten we de drukte aan projecten en begeleiding willen beperken. Regie behelst dat we samenhang creëren, afstemming realiseren en zo nodig de overmaat saneren. Ook bij het gebruik van voorzieningen gaan we uit van de eigen mogelijkheden van onze inwoners. Als dat niet lukt, kunnen ze een beroep doen op individuele of collectieve voorzieningen. Om participatie te bevorderen hebben we een voorkeur voor het gebruik van collectieve voorzieningen. We stimuleren een programma voor de stad, wijk of buurt, om sociaal-maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken.
Uitgangspunt: Hengelo streeft naar een evenwichtig, laagdrempelig en toegankelijk netwerk van voorzieningen. Het getuigt van vitale partnerschappen, als we als samenleving optimaal gebruik maken van het aanwezige maastchappelijke vastgoed. Wij willen bij een beperkte financiële ruimte werken aan een optimale benutting van de voorzieningen, met behoud van de kwaliteit van de accommodaties. Enkele voorbeelden: een brede school op wijkniveau; een bibliotheek op stadsniveau; een psychiatrische instelling op regionaal niveau etc. De behoefte aan voorzieningen kan per wijk verschillen; dat is ondermeer afhankelijk van de demografische samenstelling. Via wijkprogramma’s brengen wij dat in kaart. Samen met de inwoners stellen we prioriteiten vast. Toegankelijkheid draagt bij aan gezond opgroeien (0-23 jaar), en ook aan gezond oud worden. We bespreken de mogelijkheden om accommodaties in te zetten voor ‘branchevreemde’ activiteiten.
We hebben aangegeven, dat we voor de periode 2010-2014 focus willen aanbrengen in het sociale domein, omdat we te maken hebben met maatschappelijke trends en demografische ontwikkelingen, we voor het gemeentelijk handelen een aantal uitgangspunten hebben geformuleerd en omdat we bezig zijn met een proces van herontwerp. Op basis daarvan komen wij tot een keuze van drie prioritaire thema’s. 1. Participatie, omdat werk en participatie essentieel zijn voor maatschappelijke deelname. 2. Gezondheid en zorg, omdat op dat vlak grote uitdagingen liggen als gevolg van trends en demografische ontwikkelingen. 3. Ontmoeting en vrije tijd, omdat we daarmee de specifieke kracht van Hengelo aanspreken. Deze thema’s worden nu verder uitgewerkt in de beleidsprogramma’s nieuwe stijl. Voor elk van de prioritaire opgaven is thans ook een programma afgesproken (doorwerking 1 op 1). 26
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.1.2.4
27
Matrix relatie programma’s met subfuncties
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
28
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
29
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Begrippenkader Programma
Definitie: verzameling tijdelijke samenhangende en dynamische doelen, inspanningen en middelen in een integrale aanpak; teneinde complexiteit aan te kunnen en effectiviteit te vergroten. Wat willen we bereiken? Beschrijving van het gewenste maatschappelijk effect, ideaalbeeld of een gewenste toestand in de toekomst in 1 of 2 zinnen. Deze omschrijving werkt als de ‘buitenboordmotor’ van het programma. Tevens een beknopte toelichting op de doelomschrijving in termen van maatschappelijke opgaven en gewenste maatschappelijke effecten in hoofdlijnen. Waarom hiervoor dit programma? Is aanvullend op de doelomschrijving. Toelichting op het raison d’etre van het programma, de bestuurlijke aandacht/prioriteit, maatschappelijke problemen en opgaven, samenhang met grondslagen en uitgangspunten van het fysieke, sociale of economische beleid van Hengelo. Weergave van belangrijke procesafspraken en voornemens die intern of extern nodig zijn om het programma ‘in beweging’ te krijgen. Essentiële veranderbewegingen uit het raadsbesluit van 31 mei 2011 per programma zijn een vertrekpunt in de beschrijving . Wat gaan we in dit programma doen? Programmalijnen: een programma kan uit meerdere programmalijnen bestaan. Een programmalijn beschrijft inspanningen gericht op het bereiken van specifieke doelen voor een resultaatgebied. Een programmalijn bestaat uit een verzameling projecten, maatregelen en acties en hun mijlpalen. Inspanningen: concrete gemeentelijke interventies die vanuit het beleid worden verricht om op een resultaatgebied een verandering te realiseren. Smart-doelen: specifieke meetbare acceptabele realiseerbare tijdgebonden doelomschrijvingen van verandering(effect)/resultaat op een resultaatgebied. Mijlpalen: omschrijving van onderwerp van beleid dat concreet qua plaats en tijd tot stand word gebracht als project, maatregel of actie. Resumerend:mijlpalen ultimo 2013 (ook wel ‘vinklijstje’ genoemd). o Met andere programma’s Per programma wordt in kaart gebracht welke de raakvlakken en overlap van de onderscheiden programma’s. Hoe grijpen projecten en maatregelen in elkaar? Er moet worden vastgesteld waar de resultaten zijn belegd en welke specifieke afhankelijkheid aan de orde is.
Globale doelomschrijving
Context en Achtergrond
Programmalijnen
Relaties
o Met hoofdfuncties In beeld brengen de relatie met de hoofdfuncties is geen begroting maar een indicatie. Indien mogelijk wordt per programmalijn wordt aangegeven welke middelen zijn gekoppeld aan de realisatie van hetgeen concreet qua plaats en tijd tot stand word gebracht als project, maatregel of actie. o Met zoekrichtingen/herontwerp Specificatie uit de lijst van 42 punten o Partnerrelaties Handig is een overzicht van de betrokken organisaties Voortgangsbewaking & Monitoring
30
╗ ║
Weergave van belangrijke afspraken en voornemens over de wijze van verantwoording en monitoring van de resultaten. In het huidige stadium is dit nog zeer beperkt uitgewerkt per programma. Essentieel voor nu: standaard setje indicatoren resultaatgebieden plus mogelijke benchmarks beschikbare waarderingscijfers uit panels en enquêtes etc. resultaat indicatoren (beschikbare output/effectcijfers) mijlpalen ultimo 2013 (ook wel ‘vinklijstje’ genoemd).
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2: De Beleidsprogramma’s
Programma 1
5.2.1:
Werk Verbindt
5.2.1.1. Globale doelomschrijving van het programma Een meer duurzame (toekomstbestendig, passend en flexibel) arbeidsmarkt met een verhoogde participatie via werk (inclusief ondernemerschap). Dit programma speelt zich af rondom een virtuele ontmoetingsplaats: de arbeidsmarkt. De plek waar vraag en aanbod van “werk” samenkomen. De gemeentelijke overheid speelt op die arbeidsmarkt van oudsher een rol. De meest betrokken gemeentelijke beleidsterreinen zijn: • sociale zaken en werk (szw); • economische zaken (ez) en; • onderwijs (o). De arbeidsmarkt in het algemeen en de rol van de gemeente in het bijzonder is altijd al in beweging. Recente trends in de samenleving, gecombineerd met demografische ontwikkelingen, de economische en financiële crisis en het mede daaruit voortvloeiende rijksbeleid, maken dat de arbeidsmarkt de komende jaren een extra turbulente periode tegemoet gaat. De op handen zijnde invoering van de Wet Werken naar Vermogen en de rijksbezuinigingen op het participatiebudget en de Wet Sociale Werkvoorziening zijn daarvan voorbeelden. Ons college heeft de ambitie, neergelegd in sociale visie en coalitieakkoord, om zoveel mogelijk Hengeloërs te laten participeren in de samenleving. En wij zijn er vast van overtuigd dat “werk” daarvoor de beste garantie is. Vanuit die overtuiging rekent ons college het tot één van zijn topprioriteiten om de bijdrage die de gemeente levert aan het duurzaam verbeteren van de Hengelose en Twentse arbeidsmarkt te optimaliseren.
5.2.1.2. Context en achtergrond 5.2.1.2.1. Noodzaak programmasturing Hoe zorgen we er nu voor dat meer mensen in Hengelo participeren via werk? Hoe zorgen we ervoor dat er een duurzaam gezonde arbeidsmarkt in Hengelo ontstaat? Zoals al eerder gesteld heeft de gemeentelijke overheid op die arbeidsmarkt een rol, maar het is hier wel de plek om te benadrukken dat de arbeidsmarkt een virtuele ontmoetingsplaats is van vele spelers, waarvan de gemeente er slechts één is. Wij zijn weliswaar een robuuste partner, maar onze invloed op het geheel van de arbeidsmarkt is relatief beperkt. Dat heeft uiteraard te maken met de veelheid aan spelers op de markt: bedrijven, onderwijsinstellingen, UWV, Rijksoverheid, Brussel enz. Maar meer nog is er sprake van allerlei externe factoren die de mate van evenwicht of frictie op de arbeidsmarkt bepalen. In het bijzonder economische en financiële ontwikkelingen (op Europese of wereldschaal) zoals recessies in de reële economie of problemen op de financiële markten kunnen de arbeidsmarkt grondig verstoren. De gemeentelijke rol ligt, naast de uitvoering van een aantal specifieke taken zoals de uitvoering van WWB, participatie/reïntegratie, WSW, onderwijshuisvesting en ruimtelijk economisch beleid, vooral op het terrein van het op lokaal niveau anticiperen op de genoemde externe factoren en de inzet van de overige spelers. Onze ambitie is het optimaliseren van die gemeentelijke rol en het op die manier beïnvloeden van de werking van de ontmoetingsplaats in z’n geheel. En de sleutel hiervoor ligt volgens ons in de verbinding tussen de drie traditionele lokale beleidsterreinen. Want waar het deze drie pijlers in feite altijd om gaat is “werk”: • voor ‘sociale zaken en werk’ is het einddoel immers altijd beperking van de instroom en maximalisatie van de uitstroom uit de uitkering, het liefst via werk; 31
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
• •
voor ‘economische zaken’ zijn alle voorwaardenscheppende inspanningen t.b.v. het bedrijfsleven uiteindelijk gericht op een gezond economisch klimaat en ‘werkgelegenheid’; en ook voor ‘onderwijs’ geldt in belangrijke mate dat via scholing gekoerst wordt op participatie, het liefst via werk.
Sociale Zaken
Werk Arbeidsmarkt
Economische Zaken
Onderwijs
Zoals hierboven beschreven zien we grote meerwaarde in het sterker verbinden van de bestaande pijlers sociale zaken, economie en onderwijs. Een versterkte inzet op het aanbrengen van samenhang tussen de pijlers kan er in onze ogen voor zorgen dat het gemeenschappelijke, dat wat de beleidsvelden bindt, prominenter op de voorgrond treedt. Dat begrip “werk” wordt in de toekomst meer ‘leading’ in wat we met elkaar doen. Via deze verdergaande integratie in het denken tussen de pijlers ontwikkelen we een gezamenlijke notie over de meest effectieve bewerking van de arbeidsmarkt.
32
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.1.2.2. Context: Wat speelt er op dit moment? De Sociale Visie 2020 en de structuurvisie Hengelo 2030 vormen samen het perspectief voor de lange termijn voor Hengelo. We willen een aantrekkelijke stad zijn voor onze huidige en toekomstige inwoners. We willen een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden, met vitale, gemêleerde wijken, met een rijk cultureel en sportief aanbod, hoogwaardige werkgelegenheid en een actief verenigingsleven. Een stad, waar mensen graag willen wonen en waar ‘werk’ naar de mensen toe komt! We mogen als Hengelo trots zijn dat de bovenstaande ambitie voor een flink deel al overeenkomt met onze identiteit op dit moment. Met andere woorden: We zijn al een aardig eind op weg om te zijn wat we willen. Onze grootste ambitie zit ‘m dan ook vooral in de term: Hengelo blijven! Dat klinkt als een paradox. Iets willen blijven wat je al bent klinkt immers niet erg ambitieus. Maar dat is schijn, want er staan ons grote uitdagingen te wachten. En die uitdagingen maken dat we als Hengelose samenleving veel zaken fundamenteel anders moeten gaan aanpakken om zo onze gewenste identiteit te behouden. Als we het toespitsen op het domein van dit programma, de arbeidsmarkt, dan kunnen we de uitdagingen als volgt vertalen: 1. Uitdagingen die voortvloeien uit trends in de samenleving zoals individualisering en digitalisering/virtualisering. Deze trends leiden bijvoorbeeld tot andere vormen van werk. Flexibilisering van de arbeidsmarkt en toegenomen belangstelling voor ondernemerschap. Niet langer aan één vaste werkplek gebonden. Vanuit huis of elders, op alle tijdstippen van de dag, is werken mogelijk. Ook ontstaan er nieuwe arbeidsorganisaties. (Deels) werken als zelfstandig ondernemer, al of niet in netwerken wordt normaler. Er ontstaan allerlei nieuwe beroepen, met kennis als handelswaar. Zie de nanotechnologie. Traditionele beroepen verdwijnen Dat heeft gevolgen voor het onderwijsaanbod van onze scholen. Beide trends zorgen ook voor andere koopstromen, zoals meer internetverkoop en minder kopen in de winkels in de stadscentra. Ook dit veroorzaakt ondermijning van traditionele werkgelegenheid, maar biedt ook kansen voor nieuwe; 2. Uitdagingen die het gevolg zijn van demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, ontgroening en krimp als gevolg van migratie. De trend naar minder, grijzer, bonter creëert voor de samenleving een aantal uitdagingen: a. Zijn er voldoende mensen (in de werkzame leeftijd) om al het benodigde werk te verrichten? b. De andere kant van de medaille: Is er voldoende en geschikt werk voor de Hengeloërs gedurende hun werkzame leven (18-65 jaar)? c. Kunnen we het aandeel jongeren en hoger opgeleiden in de Hengelose samenleving op peil houden door ze aan de stad binden via het bieden van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat? d. De hogere eisen aan het werk maakt de noodzaak tot (start)kwalificatie voor iedereen groter. Werk wordt ingewikkelder. Het vereiste niveau van een medewerker wordt hoger. Terwijl het aanwezige niveau van schoolverlaters niet automatisch meestijgt. Dit veroorzaakt frictie. 3. Grote uitdagingen door - vaak wereldwijde - problemen als de financiële en economische crisis en de ecologische crisis. Mede door de financiële crisis is ook een – wat je zou kunnen noemen – ethische crisis manifest geworden. Zowel overheid als bedrijfsleven worden aangesproken op hun rol in de samenleving. Deze rollen veranderen, soms intrinsiek vanuit jezelf, soms door de omstandigheden gedwongen. Eigen kracht/verantwoordelijkheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) zijn uitingsvormen /exponenten van deze discussie. 4. Gevolgen van de bij 3. genoemde ontwikkelingen zijn te zien in het huidige Rijksbeleid: Hieraan zit zowel een beleidsinhoudelijke component (decentralisatie, eigen verantwoordelijkheid en kracht) als een financiële (efficiciencykortingen, bezuinigingen, concentratie van rijkstaken). De bovenstaande externe megatrends en -ontwikkelingen laten zich op het gebied van werk/arbeidsmarkt als volgt concreter vertalen: 1. De keuze van het Rijk voor focus/beperking van het economische structuurbeleid tot de regio’s Randstad en Brabant; 2. De krimp (of op z’n minst stop van de groei) van de Twentse en Hengelose bevolking in absolute aantallen inwoners binnen enkele decennia, gecombineerd met de andere demografische trends van vergrijzing en ontgroening die ook in Twente en Hengelo toeslaan; 3. De fundamentele herziening van de regelingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt via de invoering van de Wet Werken naar Vermogen, de rijksbezuiniging op het participatiebudget en de rijksbezuiniging op de Wet Sociale Werkvoorziening; 33
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
4. Het relatief kleine aantal leerlingen in Hengelo en Twente dat kiest voor een opleiding in beroepsvelden die de toekomst hebben, zoals techniek onderwijs en zorg; 5. De flexibilisering van de arbeidsmarkt, de ontwikkeling van (innovatief) ondernemerschap en de groei van het aantal zzp-ers in Hengelo. Juist omdat wij geloven in de kracht van werk, als beste middel voor participatie in de Hengelose samenleving, daagt het bovenstaande ons uit om tijdens deze collegeperiode, zoals ook in het coalitieakkoord vervat, extra inzet te plegen op de gemeentelijke rol bij de Hengelose/Twentse arbeidsmarkt en het ondernemersklimaat.
5.2.1.3. Programmalijnen Hoe komen we nu tot het gewenste maatschappelijke effect van een duurzamere arbeidsmarkt met meer participatie via werk? De heersende opvatting is dat bedrijven toetrekken naar en/of blijven in regio’s en steden waar de potentiële beroepsbevolking woont, de plek waar die bedrijven goed opgeleid en gemotiveerd personeel kunnen vinden. Dat betekent dat Twente en Hengelo versterkt moeten inzetten op onze (regionaal uitgesproken) ambitie voor structuurversterking van onze economie en het creëren van een goed woonklimaat, in het bijzonder voor jongeren. Daarnaast is een goed (op de trends en demografie) afgestemd onderwijsaanbod een belangrijke schakel en voorwaarde. Aangevuld met een innovatieve infrastructuur die ondernemerschap ondersteunt. Daarbovenop betekent de invoering van de Wet Werken naar Vermogen, inclusief de ombuigingsmaatregelen van het Rijk, een extra uitdaging. Een uitdaging die we als gemeente alleen goed kunnen aanpakken als de twee andere grote transities in het sociale domein rond de AWBZ en jeugdzorg erbij worden betrokken.
Alleen een geïntegreerde aanpak maakt naast de inhoudelijke, ook de (fors beknotte) financiële doelen realiseerbaar. Het bovenstaande betekent dat we alles op alles moeten zetten om de potentiële beroepsbevolking in Hengelo en Twente te laten aansluiten op de economie van morgen en op de eisen en wensen van de bedrijven en publieke organisaties van morgen. Daarin zit dus onze essentiële veranderbeweging: Letterlijk alle hens aan dek, we hebben iedereen nodig, iedereen participeert, het liefst via werk, om Hengelo en Twente aantrekkelijk en welvarend te houden.
Uitgangspunt daarbij is dat wij een meersporige benadering van de arbeidsmarkt voorstaan. Dat wil zeggen dat we aan de ene kant inzetten op het creëren van een optimale kwantiteit en kwaliteit van het arbeidspotentieel, via onderwijs en een aantrekkelijk leefklimaat, aan de bovenkant van de markt (HBO/WO), zodat hoogwaardige bedrijven in Twente blijven en uitbreiden en dat daarnaast het liefst nieuwe naar Twente komen. Met de aanwezigheid van deze hoogwaardige bedrijvigheid is de kans groter dat ook werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt blijft bestaan of nieuwe ontstaat. Maar dit is niet genoeg. Aan de andere kant zetten we veel energie in op het klaarstomen voor en plaatsen van zoveel mogelijk mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt bij de bestaande bedrijven en we zetten in op het bewegen van nieuwe en bestaande bedrijven om vooral werkgelegenheid te creëren aan de onderkant van de arbeidsmarkt, via bijvoorbeeld ‘jobcarving’. Gezamenlijke initiatieven van alle partners in het veld (onderwijs, bedrijfsleven, gemeente) voor het creëren van leer/werkplekken, werkscholen enz. horen daar ook bij. Wanneer we de uitdagingen van trends, demografie en rijksbeleid confronteren met onze arbeidsmarktfilosofie zien wij voor het bereiken van het gewenste maatschappelijk effect van meer participatie via werk d.m.v. een meer duurzame arbeidsmarkt drie lijnen binnen dit programma:
Programmalijn 1: Het behouden en uitbreiden van werkgelegenheid. De virtuele marktplaats ‘arbeidsmarkt’ brengt vraag en aanbod van arbeid bij elkaar. Als we het vanuit de vraagkant bekijken gaat het streven naar een duurzame arbeidsmarkt om het behouden van bestaande en creëren van nieuwe werkgelegenheid. De hoeveelheid beschikbaar werk sluit idealiter kwantitatief en kwalitatief aan bij het arbeidspotentieel. Hiervan is in werkelijkheid echter nooit sprake. 34
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Praktijk in Hengelo en Twente is dat zowel kwantitatief (voorlopig) als kwalitatief (bijna permanent) sprake is van een niet passende, vaak tekortschietende, vraag naar arbeid, t.o.v. het aanbod. Bij de doelstelling om die vraag op peil te brengen, zijn vanuit gemeentelijk perspectief alle drie de beleidsvelden essentieel. Economische zaken staat voor het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot duurzaam werk voor alle lagen van de bevolking van Hengelo (en de regio)1. Sociale zaken investeert in innovatieve en creatieve oplossingen op terreinen als gesubsidieerde arbeid, sociale economie en bij de bevordering van ondernemerschap2. En een passend arbeidspotentieel, vooral via onderwijs, is zoals eerder gesteld überhaupt een voorwaarde voor bedrijven om hier te blijven, dan wel zich hier te vestigen. Overigens is binnen deze programmalijn, met de nadruk op het aanbod van werk via bedrijven, de regionale dimensie vrij sterk. Acties en maatregelen die bijdragen aan deze programmalijn zijn: a. Het faciliteren en stimuleren van de krachtige en kansrijke sectoren binnen de Hengelose bedrijfsleven zoals techniek, data, haven; b. Het stimuleren van ondernemerschap (zelfstandigen/zzp-ers) zodat het aantal nieuwe vestigingen en zzp-ers meetbaar toeneemt, zowel aan de bovenkant als aan de onderkant van de arbeidsmarkt; c. Het versterken van de (sociaal)economische structuur van Twente en Hengelo via de investeringsprogramma’s Agenda van Twente, Innovatieroute Twente en lobbyactiviteiten via ondermeer de Internationale agenda van Twente. Essentieel in deze agenda’s en voor Hengelo is daarbij de Innovatiedriehoek, waarvan HvZ/CST/WTC onderdeel uitmaakt (voor de ruimtelijke component zie programma 5); d. Het verder vormgeven van het WTC concept in programmatische zin; e. Maatregelen die voortvloeien uit onze (op te stellen) visie op wijkeconomie f. Vaststellen van een kantorenvisie in Netwerkstadverband en op stedelijk niveau vaststellen van de programmering van kantorenlocaties g. Herstructurering bedrijventerreinen incl. actualisatie economische profielen
Programmalijn 2: Het aansluiten van vraag en aanbod aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In de ideale situatie van de arbeidsmarkt sluiten vraag naar en aanbod van ‘werk’ perfect op elkaar aan. Dit is een streven dat nooit zal worden behaald. Er is altijd frictie geweest en die zal er blijven. Wel is er, als we kijken naar de trends en demografische ontwikkelingen, de komende jaren een fundamentele verandering zichtbaar. Terwijl we kwantitatief te maken krijgen met een daling van de beroepsbevolking, waardoor het in het algemeen moeilijker kan worden voor organisaties om personeel te krijgen, dreigt vooral aan de onderkant kwalitatief een steeds grotere frictie te ontstaan. Werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt steeds ingewikkelder. En het arbeidspotentieel ontwikkelt qua competenties niet vanzelf mee. Over onze bijdrage aan het beperken van die frictie gaat deze programmalijn, waarbij opnieuw alle drie gemeentelijke beleidsvelden betrokken zijn. Acties en maatregelen die bijdragen aan deze programmalijn zijn: a. Implementatie van de Wet werken naar Vermogen: De adequate lokale implementatie van de totstandkoming van één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, waarbij lokale bedrijven ‘verleid’ worden hun opnamecapaciteit te vergroten en waardoor de participatie via werk aantoonbaar toeneemt. Dit alles per 1 januari 2013; b. Het waar mogelijk faciliteren van de uitbouw van de reikwijdte en impact van het Pact Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Pact MvO) van de Hengelose bedrijven. c. Stimuleringsmaatregelen vanuit ‘sociale economie’: bevordering van social return on investment (SROI) en sociale ondernemingen. d. Implementatie gewijzigde Participatiebeleid/nota Sterker werk. e. Doorontwikkelen ROZ in overleg met de partners.
1 2
Zie missie bij hoofdfunctie 3 Economische zaken Zie hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen 35
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programmalijn 3: Het bevorderen van wederzijdse inspanningen voor een optimale aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het tekort aan – in het bijzonder technisch - geschoold personeel remt de economische groei en de innovatie van de industrie. Dit is een landelijk beeld dat ook van toepassing is op onze stad. Jongeren kiezen steeds minder voor een technische opleiding wat tot gevolg zal hebben dat er een groot tekort komt aan vakmensen. Het tekort aan technisch opgeleid personeel zien we in zowel de onderkant als de bovenkant van de arbeidsmarkt. De opgave is dus het verminderen van de frictie in de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Dit is tweezijdig: Het (beroeps)onderwijs levert wat organisaties vragen en bedrijven investeren mee in de kwaliteit van de beroepsbevolking via het onderwijs. Het onderwijs sorteert met het aanbod van opleidingen voor op de demografische ontwikkelingen en trends in de samenleving zoals techniekbevordering. Acties en maatregelen die bijdragen aan deze programmalijn zijn: a. De nieuwbouw van het Hengelose vmbo. Vanuit de onderwijs huisvestingsmiddelen faciliteert de gemeente de bouw van de school. Daarnaast kan de gemeente een rol spelen in het bevorderen van de samenwerking tussen de bedrijven en het onderwijs; een goede samenwerking kan leiden tot een sterke praktijkomgeving in het vmbo die leerlingen uitdaagt te kiezen voor een opleiding gericht op een technisch beroep. b. De komst van TSE naar Hart van Zuid; de gemeente biedt een aantrekkelijke vestigingsplaats onder uitstekende voorwaarden. TSE kan uitgroeien tot een centre of excellence met het accent op bèta en techniek. Om toegang te krijgen tot de technische opleidingen in het hbo en aan de universiteit moeten studenten in het voortgezet onderwijs goede prestaties laten zien in de bèta vakken. Goed geschoolde docenten zijn de sleutel tot dat succes. TSE richt zich op het verhogen van het opleidingsniveau en van de kwaliteit van leraren, met het accent op de bèta vakken. c. Het concept van “Een leven lang leren” uitbouwen; de voortdurende noodzaak voor bedrijven om te innoveren maakt dat ook medewerkers blijvend moeten investeren in onderwijs om de kwalitatieve aansluiting tussen vraag en aanbod van arbeid te verbeteren.
5.2.1.4. Relaties In dit hoofdstuk gaan we in op de omgeving van het programma en de manier waarop we met die omgeving willen verkeren om samen de maatschappelijke effecten binnen het programma te bereiken.
5.2.1.4.1. Relatie met andere programma’s Dit programma is onderdeel van het totale programmaplan van de gemeente Hengelo dat bestaat uit 5 programma’s en twee programmadoorsnijdende facetagenda’s. Net zoals het programma zelf samenhang beoogt tussen verschillende onderdelen, is het ook de bedoeling dat er verbinding wordt gelegd tussen de verschillende programma’s. Hieronder enkele noties over de samenhang tussen dit programma en de overige.
Wat betreft dagbesteding en de werkgelegenheid daaromheen zijn er sterke verbindingen met programma 2. Een centraal begrip in dit programma is ‘participatie’. In dit programma gaat het dan om participatie via werk. Dat betekent dat het begrip ‘loonwaarde’ essentieel is. De andere vormen van participatie (niet via werk/loonwaarde) komen vooral terug in programma 3. De ruimtelijke aspecten van de economische programmering komen terug in programma 4 en 5. De facetagenda duurzaamheid en dit programma binden samen op ondermeer de volgende punten: o Maatschappelijk verantwoord ondernemen (pact MVO); o Duurzame onderwijshuisvesting o Social Return on Investment De facetagenda participatie krijgt op de volgende manier vorm in dit programma: o De doelstelling van dit programma strookt één-op-één met die van de facetagenda, al moeten de verschillende vormen van participatie wel onderscheiden worden. Niettemin draagt een verhoogde participatie in de samenleving via werk, als doelstelling van het programma, ook bij aan het algehele gevoel van een samenleving ‘in verbinding’. 36
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Specifieke (burger)participatietrajecten in dit programma (nog uit te werken) zijn: Het Pact MVO is een goed voorbeeld van een initiatief in de samenleving, dat zeer kansrijk is. Het verkennen van de mogelijkheden van een bredere inzet gebeurt in het kader van dit programma; Het betrekken van het lokale bedrijfsleven bij de invoering van de Wet Werken naar Vermogen; ‘Getrapte’ particaptie vindt binnen de beleidsvelden van dit programma plaast via bv. de WWB-cliëntenraad (sociale zaken) en ondernemersverenigingen (economische zaken). Programma- en agendaoverstijgend kunnen we het volgende zeggen: bij onze analyse van de arbeidsmarkt van de toekomst hebben wij aangegeven dat in onze visie bedrijven en organisaties zich in regio’s zullen vestigen, dan wel daar zullen blijven, waar het geschikte arbeidspotentieel zit (en niet andersom zoals lang is betoogd). Dat betekent dat het gemeentelijk handelen gericht is op het aantrekkelijk houden en maken van ons woon/werk/leefklimaat. Op die manier kunnen wij jongeren en hoger opgeleiden aan onze regio binden. En via hen de bedrijven en organisaties. Voor het beoogde aantrekkelijke leefklimaat zijn eigenlijk alle programma’s en agenda’s essentieel: Zorg, vrije tijd en ontmoeting en een binnenstad op een hoog niveau en een duurzame toekomstbestendige leefstad, die we samen – in verbinding met inwoners en partners – vormgeven. o
5.2.1.4.2. Relatie met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 5.1.2.4.
5.2.1.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen We zien anno 2011 dat lokale overheden in toenemende mate de gevolgen ervaren van de crises die in Nederland vol aan de oppervlakte kwamen in 2008 (in Amerika al vanaf 2006). Meerjarenbegrotingen staan steeds zwaarder onder druk. Ook in Hengelo pogen we via 42 zoekrichtingen van uw raad en 18 aanvullende van de burgerdenktank de financiële en economische malaise het hoofd te bieden. De grootste verbinding van dit programma met de zoekrichtingen zitten in: Zoekrichting 2: Reïntegratie en participatie: evaluatie sterk werk en P-budget; Zoekrichting 2: Reïntegratie en participatie: Wet Werken naar vermogen; Zoekrichting 9: ROZ.
5.2.1.4.4. Partnerrelaties Als je de virtuele ontmoetingsplaats ‘arbeidsmarkt’ in gedachten neemt, komen wij in de eerste plaats tot de constatering dat de programmaomgeving niet alleen een lokale maar ook (en misschien wel vooral) een regionale is. De werking van economische factoren houdt niet op bij de Hengelose gemeentegrens, net zo min als veel onderwijsaspecten en het zelfde geldt ook voor processen in het sociale domein. Kortom: grote delen van de arbeidsmarkt zijn geen lokale markt, maar op z’n minst een regionale. Hieronder volgt een (niet uitputtende) impressie van de (regionale) partners, de regionale visiedocumenten en regionale projecten op het terrein van het programma, de arbeidsmarkt. Partners: Platform Onderwijs Werk Inkomen (POWI) WTC Twentse Taskforce Economie Innovatie Platform Twente (IPT) Bestuurlijk Overleg Ruimte Economie en Grondzaken Netwerkstad Twente (BO REG NT) UWV (organisatie werkpleinen) SWB/Fitis Regio Twente (AvT/IR) Netwerkstad Twente Bedrijfsleven (via ondernemerskringen e.d) UT/Saxion ROC van Twente/Carmel/OSG 37
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
ROZ/H.164 als deze op afstand worden geplaatst, nu is het nog een gemeentelijke afdeling en hoort daarmee niet in het rijtje van partners thuis.
Regionale (visie)documenten: Ruimtelijk Economische Ontwikkelingsagenda Netwerkstad Twente (REO-Agenda NT); Regionaal Economisch Ontwikkelingsplan Regio Twente (REOP); Agenda van Twente, inclusief de Innovatieroute. Regionale projecten: Twente Techniek Agenda Aanpak Jeugdwerkloosheid Leren en werken
5.2.1.5. Monitoring Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de rol van de gemeentelijke overheid op de arbeidsmarkt. Eerder hebben wij die rol geduid en met name de relativiteit van de invloed aangegeven. Andere, veelal externe, factoren bepalen in veel grotere mate de werking van de arbeidsmarkt. De relatieve maakbaarheid is hier evident. Dat maakt ook de kwantificeerbaarheid van de doelstellingen lastig. Met deze notie moeten we rekening houden als wij dit programma monitoren en daarbij indicatoren ontwerpen. Voor dit programma willen we meer gebruik maken van benchmarks, een weergave van de ‘mismatch’, de doorstroming in de keten en de invloed/samenhang met de regio (gebruik van maandelijkse arbeidsmarktmonitor voor Twente).
Voorlopige opgave van indicatoren. Indicatoren programma 1 historisch
Bruto arbeidsparticipatie (= driejaarsgemiddelde)
E/P
Bron
doc.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
E
CBS / EBBhistorisch (h)69,4% (h)70,6% (h)72,9% BB2011 BB2012
73,9%
n.n.b.
n.n.b. 71,0%
Gesubsidieerde arbeid E -aantal personen dat uitstroomt naar reguliere baan
P&S / Fitis
historisch BB2011 BB2012
85
73
63
64
120
n.n.b.
Groeipercentage van het aantal startende E ondernemingen in Hengelo ten opzichte van het voorgaande jaar
KvK
historisch BB2011 BB2012
10%
21%
-4%
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b. 10%
Aantal startende ondernemingen dat na drie jaar nog actief is
BGI
historisch BB2011 BB2012
216
historisch BB2011 BB2012
8,6%
historisch BB2011 BB2012
2.033
historisch BB2011 BB2012
42.621
historisch BB2011 BB2012
4.240
E
Aantal personen dat uit de WWB stroomt naar werk als % van het totale bestand
Aantal cliënten WWB per 1 januari
P
E
aantal arbeidsplaatsen (per 1 april)
aantal niet-werkende werkzoekenden (per 1 januari)
E
E
GWS
ICT
BIRO
CWI
203
8,4%
1.990
43.884
3.561
275
15,1%
1.823
323
16,5%
1.818
344
22,3%
1.728
45.473 45.480 45.560
2.823
2.688
3.289
n.n.b. 300
streefwaarden 2012 2013
2014
2015
71,5% 71,5%
72,0% 72,0%
72,5% 72,5%
73,0%
10% 7,5%
10% 7,5%
10% 7,5%
7,5%
325 345
350 333
400 70%
70%
18,5%
18,5%
18,5%
18,5%
1.900 1.920
1.805 2.350
1.805 2.350
2.350
46.750 45.560
47.000 45.700
47.250 45.700
45.700
2.850
2.800 2.555
2.750 2.555
2.555
n.n.b.
n.n.b. 1.805
n.n.b. 46.500
2.766 2.900
1) Aantal arbeidsplaatsen is vanaf 2010 inclusief landbouw en veeteeltbedrijven. 2) Aantal niet-werkende werkzoekenden is vanaf 2010 exclusief 'Wajongers'. Bron:- Bedrijven- en instellingenregister Overijssel (BIRO), bewerking afdeling BGI. - Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), bewerking afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie.
38
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programma 2
5.2.2:
Zorg voor de Mens
5.2.2.1. Globale doelomschrijving van dit programma. Het realiseren van een duurzame ( zorg) structuur voor kwetsbare groepen, ouderen en jeugdigen waarbij eigen kracht van mensen optimaal wordt benut. De noodzakelijke zorg wordt zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet. De gemeente Hengelo wil samen met haar burgers en (zorg)instellingen bereiken dat: Hengelo beschikt over een kwantitatief en kwalitatief sterk welzijns-, (aangepast) werk- en zorgaanbod voor: jeugdigen chronisch zieken; mensen met een beperking; ouderen. Hengelo beschikt over een toegankelijk en laagdrempelig aanbod op maat (wijk/buurt) dat is ingericht voor optimale benutting van de eigen kracht en zelfredzaamheid van de burger. Hengelo, verspreid over de stad, beschikt over Woonservicegebieden waarin zorgpartijen zelf verantwoordelijkheid nemen voor het aanbod. De noodzaak tot veranderen ligt in het gegeven dat er op het gebied van allerlei zorgvragen een stijgende lijn te bespeuren is. Dit geldt voor de geïndiceerde Jeugdzorg alsook voor AWBZ3- of Wmo4-voorzieningen. Hoe gaan we om met het steeds maar stijgende beroep op allerlei vormen van (gezondheids)zorg? Het antwoord op die vraag hangt deels af van de analyse van de oorzaken. Mogelijke oorzaken: demografische ontwikkelingen (vergrijzing, ontgroening en krimp); systeemfouten binnen het opgezette stelsel van zorg (te weinig aandacht voor preventie, te weinig lichte hulp, te veel fragmentatie); veranderende relatie tussen wonen, zorg en welzijn. Om de zorg betaalbaar te houden is ingrijpen noodzakelijk. Er zal een groter beroep gedaan moeten worden op eigen kracht van de mens (zorgvrager, sociale netwerken, vrijwilligers, mantelzorgers). Daarnaast is aanpassing van het zorgstelsel onvermijdelijk. Om die reden heeft het rijk besloten om een aantal zorgtaken te decentraliseren naar gemeenten. De gemeente Hengelo neemt haar verantwoordelijkheid voor het inbedden van de taken op het gebied van de AWBZ begeleiding en de Jeugdzorg. Als basis voor de implementatie geldt de sociale visie 2020. Daar waar verstandig (effectief en efficiënt) wordt in Twente regionaal samengewerkt.
5.2.2.2. Context en achtergrond
5.2.2.2.1. Noodzaak programmasturing De veranderbeweging heeft betrekking op een breed gebied van zorg, gezondheid, welzijn en onderwijs. Er moeten veel inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd (verandering in takenpakket (voor alle partijen)). Ook zal de eigen werkwijze op punten veranderen. Daarnaast wordt de rol van de hulpverlener anders. Daar waar het kan wordt een beroep gedaan op eigen kracht en optimale benutting van de eigen sociale context. Verder is er een relatie met de stelselwijziging "onderkant arbeidsmarkt" waarvoor de afdeling JZB drie bestuuropdrachten in uitvoering heeft. Omdat hier sprake is van een breed herontwerp, zal snel overeenstemming over de contouren moeten ontstaan. Vanuit complexiteit en samenhang is programmasturing een logische werkwijze.
3
AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
4
Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 39
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.2.2.2. Context: wat speelt er op dit moment Om de veranderbeweging in gang te zetten moet op een andere manier naar welzijn en zorg gekeken worden. Om hier invulling aan te geven moet de gemeente een eigen visie ontwikkelen waarbij gedacht kan worden aan: o versterken van het eigen oplossend vermogen van de burger (eigen kracht); o optimale benuttig eigen (sociale) netwerk van de burger (waar nodig aangevuld met professionele hulp) ; o creëren van een betere balans: meer informele zorg, minder geïndiceerde (formele) zorg; o ontwikkeling van professional ‘nieuwe stijl’: generalisten die zich richten op preventie en presentie en op het gehele systeem rondom de zorgvrager; o ontschotting en verbinden met welzijn, jeugd, werken naar vermogen. Het college legt in haar sociale visie het accent op de Eigen Kracht van mensen en van de Hengelose samenleving, op een goede samenhang tussen ‘cure and care’ en tussen zorg en welzijn. Wij vragen van burgers en instellingen een optimale bijdrage aan de invulling van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van omstandigheden op basis waarvan een ieder (jong, oud, valide. minder valide of beperkt) kan deelname aan de maatschappij. Preventief inzetten op de eigen kracht van mensen (sociale netwerken, vrijwilligers, mantelzorgers), al dan niet in combinatie met welzijnsinspanningen, voorkomt dat later duurdere inzet (zorg) noodzakelijk is. Het preventief inzetten op de eigen kracht van mensen betekent een andere houding en ander gedrag. Een cultuuromslag bij burgers, instellingen en gemeente. De gemeente Hengelo wil daarom een andere manier van werken stimuleren, waarbij minder in individuele voorzieningen wordt gedacht en meer in collectieve voorzieningen in combinatie met de eigen kracht van mensen met hun sociale netwerken. Dit geldt in de gehele linie; op alle (beleids)terreinen. Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt al steeds meer een beroep gedaan op deze verantwoordelijkheid (“de kanteling”). Dat vergt ook een andere kijk van organisaties op wonen, zorg en welzijn. Het aanbod moet op maat zijn, toegankelijk, laagdrempelig en rekening houden met de zelfredzaamheid en de eigen kracht van het individu en zijn/haar omgeving. Voor het gedachtegoed van Eigen Kracht geldt dat deze van toepassing is op meerdere programma’s. Naast ‘Zorg voor de mens’ ligt een belangrijk deel bij de programma’s ‘Alle hens aan dek voor economie, arbeidsmarkt en onderwijs’ (de stelselwijziging "onderkant arbeidsmarkt), ‘Naar een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid’ en de facetagenda Burgerparticipatie. Om deze verwevenheid goed zichtbaar te houden en de integraliteit te bewaken worden de relevante onderdelen van uitvoeringsprogramma Eigen Kracht in ieder programma opgenomen. Deze veranderbeweging heeft grote impact op het gebied van zorg, gezondheid, welzijn en onderwijs. Er moeten veel inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd (verandering in takenpakket (voor alle partijen). Ook zal de eigen werkwijze op punten veranderen.
De veranderbeweging van programma 2 betreft vooral een cultuurverandering. Als rode draad kan de zogenaamde “paradigma shift” worden genoemd: Gezondheid en gedrag
Ziekte en Zorg Hulp bieden, probleem overnemen Van Aanbod gericht (instelling centraal) Zorgplicht, recht op zorg Behandelen
Vraaggericht (vraagverheldering, …………………..participatievraagstuk) Van Naar Compensatieplicht, ouder ………primair verantwoordelijk Opvoeden
Wat kun je niet (bv arbeidsongeschikt)
40
Versterken zelfredzaamheid (eigen kracht)
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Wat kun je wel (werken naar ……….vermogen)
versie 09-11-2011
Relevante kaderstellende nota’s
titel
vastgesteld
Sociale Visie 2020 Lokaal gezondheidsbeleid (2009-2012)
December 2010 Augustus 2009 Voorjaar 2011
Transitie AWBZ begeleiding en jeugdzorg Jeugdprogramma 2011-2014 gemeente Hengelo Visie op de Brede School in Hengelo Jeugdprogramma CJG Hengelo Zelf Doen! Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo. Notitie Thuis in de Buurt (concept) Woonvisie 2011-2016 “Verandering brengt kans” Wmo hoofdnota “mee kunnen doen in Hengelo” Wmo meerjarenbeleid 2008-2011 Visie document “Naar één gezonde lijn, Mantelzorgers doen mee! “Beleidsnota Maatschappelijke opvang 2011-2014
Maart 2010
Juli 2011 Juli 2006 November 2008
5.2.2.3. Programmalijnen Om de hiervoor omschreven veranderingbeweging te stimuleren worden drie programmalijnen/mijlpalen voorgesteld: 1. De (overheveling) decentralisatie van begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de Wmo en daarmee naar de gemeente op een adequate wijze implementeren 2. De decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten op een adequate wijze vorm geven; 3. Het realiseren van Woonservicegebieden in Hengelo, waarbinnen vraag en aanbod op het terrein van wonen, zorg en welzijn in de wijk en buurt op elkaar worden afgestemd.
Programmalijn 1: Decentralisatie van begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de WMO De tweede programmalijn betreft de “overheveling” van begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de Wmo. Daardoor wordt begeleiding en dagbesteding een taak voor gemeente. Het gaat hierbij overigens niet om een echte overheveling van taken: de AWBZ-functie begeleiding verdwijnt, onder gelijktijdig creëren van een nieuwe taak in de WMO, onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarom is het beter is het om te spreken van decentralisatie (in plaats van overheveling, de term die vaak in (landelijke) publicaties, visies e.d. wordt gebruikt). Het is van groot belang dat meer mensen “mee kunnen doen” in de samenleving. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van de burger en zijn of haar omgeving voorop. Tegelijkertijd is het wenselijk dat de burger, daar waar dat noodzakelijk is, adequaat ondersteund wordt om zolang mogelijk zelfstandig te blijven participeren. De begeleiding moet daartoe dicht bij de burger, op het lokale niveau, door maatwerk georganiseerd worden. Op dat niveau kunnen gemeenten ook aanbod met elkaar verbinden. Zo wordt de begeleiding meer doelmatig en meer effectief georganiseerd. Mensen die deze vorm van ondersteuning nodig hebben betreffen kwetsbare mensen. Mensen met lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicaps of met psychogeriatrische of psychiatrische problemen. Het gaat om mensen met matige tot ernstige problemen en die moeite hebben met het behouden van hun zelfredzaamheid of het bewaren van de regie over hun eigen leven. Het betreffen kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen kortom mensen in alle leeftijdscategorieën. Met de decentralisatie verdwijnen individuele rechten en verzekerde zorgplichten en er komt een gemeentelijke compensatieplicht voor in de plaats. Er liggen hier kansen, w.o. : minder landelijke protocollen, meer lokaal en individueel maatwerk; meer ruimte voor algemene voorzieningen, wijkgerichte aanpak; minder loketten, meer samen zoeken naar oplossingen; 41
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
-
meer kijken naar wat iemand kan en wat anderen in de directe omgeving kunnen; meer kostenbewust (welzijn voor zorg daar waar dat kan); meer efficiënt (stimuleren van lokale en regionale samenwerking) ; meer effectief (gericht op de vraag in plaats van op het aanbod); minder verantwoorden, meer presteren.
Om helder te krijgen hoe de gemeenten de taken en verantwoordelijkheden na de decentralisatie het beste kan uitvoeren vinden inventarisaties plaats van de cliëntengroepen, de bijbehorende zorgvraag en het bestaande zorgaanbod. In het najaar van 2011 verschijnt er een visienotitie waarin de volgende aspecten aan de orde komen: - het vergroten van de maatschappelijke participatie - het verminderen van de groei van de vraag naar begeleiding - het verbeteren van de ondersteuning van mantelzorgers - het verhogen van de kwaliteit en duurzaamheid van ondersteuning - het benutten van de bestaande begeleidingstructuur - het behouden van de rol ven de begeleiding als onderdeel van de integrale zorg - het verhogen van de doelmatigheid. Resultaten 2012-2014 o Communicatieplan (actief communiceren met (vertegenwoordigers van) cliënten, (zorg)aanbieders, programmaraden, gemeenteraad en ambtenaren); o Deelnemen aan en rapporteren over de regionale werkgroep “Transitie decentralisatie AWBZ Regio Twente”; o Hengelose visie op begeleiding; o Beeld van cliëntengroepen (definiëring groepen, waaruit bestaat ondersteuningsbehoefte, wat is de inhoud van de begeleiding, omvang, verbinding met andere vormen van ondersteuning (Wmo, WBB)); o Vroeg signalering van depressie en eenzaamheid onder ouderen; o Inventarisatie van het aanbod van (zorg)aanbieders; o Input van (zorg)aanbieders, nieuwe pakketten, vernieuwende samenwerking o Inzicht in de wijze van het verlenen van toegang tot zorg (WMO loket, het gesprek, wel/niet indiceren) o De uitvoering van relevante pilots zoals: Thuis in de Buurt Versterken eigen kracht Bemoeizorg Sleutelteam Achter de voordeur Inzet thuisbegeleiding vanuit afdeling WMO versterken hulpdienst Hengelo Pilot dagbesteding ouderen (SWOH en Carint) Extra ouderenadviseur wijken Welzijn nieuwe stijl o Evaluatie van pilots en indien relevant uitrol hiervan over de gehele gemeente.
Programmalijn 2: Transitie Jeugdzorg De derde mijlpaal betreft het kabinetsvoornemen om de jeugdzorg te decentraliseren naar gemeenten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Doordat de verschillende onderdelen van de jeugdzorg bij elkaar worden gebracht op en rond plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen en onder verantwoordelijkheid van de gemeenten worden gebracht zal integrale ondersteuning en zorg dicht bij huis makkelijker tot stand komen. Het gaat niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheid maar vooral ook om een nieuwe opbouw van een inhoudelijk fundament van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen en/of hun opvoeders binnen hun sociale context met waar nodig een integrale aanpak van de problematiek. Het systeem kan veel simpeler en moet prikkels bevatten om de nadruk te leggen op (collectieve) preventie en ondersteuning in een vroegtijdig stadium. Het is een uitdaging aansluiting te zoeken
42
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
bij de mogelijkheden en de kracht van jeugdigen en hun opvoeders en deze te helpen versterken. Dit betekent dus een andere werkwijze van alle betrokken partijen. Om handen en voeten te geven aan vernieuwingen in de jeugdzorg wordt de mogelijkheid geboden om te experimenteren met nieuwe werkwijzen en ervaringen op te doen. Het wetsvoorstel voor de centra voor jeugd en gezin bevat een voorstel voor een experimenteerartikel. Voorafgaand aan de eerste decentralisatie van taken is er dus sprake van een periode waarin onder voorwaarden geëxperimenteerd kan worden. De Centra voor Jeugd en Gezin die inmiddels gerealiseerd zijn, zullen bij decentralisatie naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor alle jeugdzorg van de gemeenten. Het Hengelose jeugdbeleid is ingericht aan de hand van twee pijlers: Pijler 1: Brede School richt zich op opgroeien en ontwikkelen; Pijler 2: Centrum voor Jeugd en Gezin richt zich op opvoeden en zorg. Pijler 1: Brede school (Wel relatie maar geen onderdeel van het programma Zorg voor de Mens wordt in de lijn uitgewerkt) Pijler 2: Centrum voor Jeugd en Gezin (De doorontwikkeling CJG5 maakt onderdeel uit van het programma Zorg voor de Mens de overige onderdelen worden in de lijn uitgewerkt) In visie van de gemeente Hengelo is het Centrum voor Jeugd en Gezin een goed bereikbare laagdrempelige voorziening van waaruit verschillende organisaties in onderlinge samenhang opvoedondersteuning en zorg aanbieden voor ouders en jeugd in Hengelo. Het Hengelose Centrum voor Jeugd en Gezin werkt volgens het Positief Pedagogisch Programma Triple P. Triple P wil opvoeden gemakkelijker en plezieriger maken. Een positieve opvoeding helpt kinderen vaardigheden te ontwikkelen die ze later nodig hebben. Opvoeden is een belangrijke taak en iedere ouder heeft recht op steun en informatie. Het motto is “Opvoeden is leuk, maar soms lastig”. We willen werken aan de kennis van ouders en mede-opvoeders over het ‘gewone’ opvoeden. Daarvoor willen we ouders laagdrempelig de kansen bieden om (kwalitatief goede) antwoorden te vinden op ‘huis-, tuin- en keukenvragen’. Daarnaast streven we er ook naar om ouders te ondersteunen in de lastige taak, die opvoeden soms is. We willen dat ouders en kinderen daarbij zo veel mogelijk zelf aan het roer blijven en in de eigen vertrouwde omgeving oplossingen kunnen vinden met behulp van het eigen netwerk en ondersteund door de zorgaanbieders. Om deze ambities te realiseren wordt vanuit de pijler Centrum voor Jeugd en Gezin Hengelo gewerkt volgens 4 sporen: Spoor 1. Informatie en Advies Spoor 2. Opvoedondersteuning Spoor 3. Coördinatie van zorg Spoor 4. Doorontwikkeling CJG met het oog op de Transitie Jeugdzorg De sporen 1 t/m 3 maken géén onderdeel uit van het Programma “Zorg voor de mens”. Deze onderdelen worden in de lijn uitgewerkt en onder het reguliere hoofdfunctie(s) in de gemeentelijke begroting gerapporteerd. Spoor 4 is wel onderdeel van het Programma “Zorg voor de mens”. In het kader van spoor 4 worden in 2011 en 2012 verschillende pilots en experimenten uitgevoerd. Zo wordt gestart met een team van gezinscoaches vanuit verschillende zorginstellingen die volgens de methode van “Wrap around care” zullen gaan werken: één gezin, één plan, één coach. Ook wordt geëxperimenteerd met de inzet van trajecten licht ambulante hulp zonder indicatiestelling. Verder wordt gekeken naar de rol van de huisartsen in het hele netwerk van zorg voor de jeugd en vormt de relatie met de ontwikkeling van Passend Onderwijs een belangrijk speerpunt. Sub-doelen zijn: • Nieuwe vormen van zorg ontwikkelen in de eigen omgeving van de jeugd waardoor minder gebruik gemaakt hoeft te worden van de zwaardere zorg. • Ons voor te bereiden op de taken die we vanaf 2014 vanuit de Jeugdzorg gaan krijgen. 5
CJG: Centrum voor jeugd en Gezin 43
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De decentralisatie van de jeugdzorg kent een samenhang met de twee andere decentralisaties (AWBZ en Werken naar Vermogen) en passend onderwijs. Acties en resultaten 2012-2014 1. Het actief en in samenhang met andere mijlpalen, programma’s en partners communiceren naar de samenleving over de gevolgen van de Transitie. 2. Deelnemen aan en rapporteren over de regionale werkgroep “Transitie Jeugdzorg Regio Twente”. 3. Uitvoering geven aan het lokale project “Transities AWBZ-Wmo en Jeugdzorg”. 4. Uitwerking van de rol (front-office voor alle jeugdzorg) van het CJG met het oog op de Transitie Jeugdzorg. 4. Uitvoering en het volgen van de pilot “Wrap aroud Care”. 5. Experimenteren met de inzet van licht ambulante zorg zonder indicatiestelling. 6. Onderzoek naar de rol van de huisarts in het gehele netwerk van zorg voor de jeugd. Sinds het voorjaar van 2010 werken de gemeenten in Overijssel en de provincie Overijssel samen aan het project ‘uitwisseling beleidsinformatie Jeugd’. Doel van het project is te komen tot een gemeenschappelijke data set over jeugd en het jeugd(zorg)beleid en deze data op een eenvoudige manier voor alle gemeenten en de provincie toegankelijk te maken. Onderdelen van deze gegevensset kunnen in de nabij toekomst gebruikt worden voor het monitoren van dit programma.
Programmalijn 3: Woonservicegebieden Hengelo wil actief reageren op de gevolgen van de vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg. De gemeente wil samen met de maatschappelijke partners voldoende voorzieningen en ondersteuning organiseren, waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Uitgangspunt is het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven wonen, deel kunnen nemen aan activiteiten en zorg kunnen ontvangen. Gekozen is voor het opstellen van een programma “Thuis in de buurt” voortbordurend op het in juni 2008 door de partners in de stad ondertekende convenant “Thuis in de buurt”. Het programma verbindt de beleidsterreinen ouderen, gehandicapten, toegankelijkheid en lokaal gezondheidsbeleid met de beleidsterreinen Welzijn, Wonen en Zorg. In de Sociale Visie 2020 is onder het thema Zorg en Gezondheid als kernopgave het realiseren van Woonservicegebieden opgenomen. “Thuis is de buurt” is een uitwerking van deze kernopgave en beschrijft in concrete doelstellingen de ontwikkeling van Woonservicegebieden in Hengelo. De ontwikkeling van vitale wijken en Woonservicegebieden maakt het mogelijk welzijn, wonen en zorg aan elkaar te verbinden. Deze gebieden zijn evenwichtig gespreid over de stad. Dit draagt bij aan de keuzemogelijkheden van zorgbehoevende burgers en vergroot en bevordert hun maatschappelijke participatie. In de toekenning van provinciale subsidie (Investeren met Gemeenten) is als doelstelling opgenomen dat 50 % procent van de Hengelose bevolking in 2015 in een Woonservicegebied woont. Deze indicator is geschikt voor het monitoren van de programmalijn. Thuis in Buurt kent 5 doelstellingen: 1. Informatie en Advies In 2015 zijn alle wijken voorzien van de functie informatie en advies (is niet per definitie fysiek). Deze zijn laagdrempelige toegankelijk en leveren informatie, advies en ondersteuning zowel gericht op professionele hulp en steun als gericht op vrijwilligersorganisaties. 2. Welzijnsprogramma’s In 2020 is er in elke wijk een pakket aan welzijnsactiviteiten en diverse diensten binnen een sociaal evenwichtig programma aanwezig. Het pakket is gericht op ‘ontmoeten en verbinden’. Het beslaat uit een breed scala aan diensten zoals maaltijdgebruik, cursussen, voorlichting, dagbesteding en (ouderen)advies. 3. Diversiteit aan woonvormen In 2020 is er in Hengelo een grote diversiteit aan woonvormen verspreid in de wijken waardoor bewoners zoveel mogelijk een vrije keuze in woning en woonmilieu kunnen maken, rekening houdend met variatie in inkomen. Even belangrijk is het huisvesten van kwetsbare mensen, die afhankelijk zijn van verschillende vormen van zorg- en dienstverlening.
44
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
4. Zorgaanbod op wijkniveau In 2020 is in elke wijk de zorg gewaarborgd. Alle gezamenlijke zorg- en ondersteuningsvragen kunnen bij een geïntegreerde eerstelijns voorziening of zorgsteunpunt worden beantwoord. Daarnaast is ingespeeld op de veranderingen in de gezondheidszorg die zich richten op afstemming tussen preventie en de curatieve zorg. Er wordt een veranderingsslag gemaakt van ziekte en zorg (zz) naar gezondheid en gedrag (gg). 5. Toegankelijkheid In 2020 zijn alle Woonservicegebieden in Hengelo toegankelijk. Toegankelijkheid betekent dat de buiten ruimten, (semi)openbare gebouwen, wooncomplexen en woningen zonder hindernissen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn. NB. Niet alle genoemde doelstellingen maken onderdeel uit van het programma “Zorg voor de mens”. Ad 1: Informatie en advies (integraal onderdeel van het programma Zorg voor de Mens) Met deze doelstelling willen we een locatie/persoon benoemen waar een goede vraagverheldering plaats kan vinden, waar praktische zaken direct geregeld kunnen worden en waar korte lijnen zijn met de professionele zorg- en welzijnsaanbieders. Het is belangrijk dat de visie die de gemeente Hengelo heeft op zorg en participatie en de daarbij behorende veranderbeweging helder en duidelijk door alle partijen wordt uitgedragen en dat er naar gehandeld wordt. Ad 2: Welzijnprogramma (Geen onderdeel programma Zorg voor de mens is onderdeel van het programma 3 “Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid’) Ad 3: Diversiteit aan woonvormen (integraal onderdeel van het programma Zorg voor de Mens) Hengelo streeft naar een diversiteit aan woonvormen verspreid in Hengelo zodat ook kwetsbare mensen een bepaalde mate van keuzevrijheid hebben in hun woning en woonmilieu passend bij hun sociale netwerk en gewenste en benodigde voorzieningen. Bovenstaande wordt vastgelegd in de ‘woonvisie’ en kent een nadere uitwerking dit najaar. Er wordt een prestatiecontract gesloten met Welbions en zorgaanbieders over de realisatie van de projecten die bijdragen aan de realisatie van Woonservicegebieden. Ad 4: Zorgaanbod op wijkniveau (integraal onderdeel van het programma Zorg voor de Mens) In het kader van deze doelstelling worden een aantal thema’s nader uitgewerkt. • Visie eerstelijns zorg • Visie op wijkgerichte zorg • Spreiding en vestiging van eerstelijns zorgvoorzieningen • Ontwikkelingen in de Zorg • Relatiebeheer • Lokaal gezondheidsbeleid Ad 5: Toegankelijkheid (Geen onderdeel programma Zorg voor de mens wordt in de lijn uitgewerkt) Concrete mijlpalen binnen deze programmalijn: Het doel is om in de periode tot 2014: Beckum: woonzorgcomplex op te leveren; Berflo-Es:50 wooneenheden beschermd wonen op te leveren; Veldwijk Noord een MFA/Brede School op te leveren en de openbare ruimte, het winkelcentrum en de MFA toegankelijk te hebben voor alle.burgers (met of zonder beperking). Binnenstad: 50 wooneenheden beschermd wonen voor ouderen op te leveren;een gezondheidscentrum te hebben gerealiseerd; Overige acties en resultaten 2012-2014 1. Bijeenkomst met alle betrokken zorgverleners om samen de visie op eerste lijnszorg in Hengelo te bepalen. 2. Inzet van wijkverpleegkundigen en verdere uitrol van het project “Sleutelteam”. 3. Evaluatie project “Achter de voordeur”. 4. Opstellen van een locatieplan eerstelijns zorg. 5. Het versterken van de relaties in zorg en welzijn. 45
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.2.4. Relaties
5.2.2.4.1. Relatie met andere programma’s Het programma heeft vooral raakvlakken met de nieuwe programma’s: 1 Alle hens aan dek voor economie, arbeidsmarkt en onderwijs 3 Naar een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid” Maar ook met de facetagenda programma Participatie . De onderwerpen die een innige relatie hebben de facetagenda Participatie betreffen in ieder geval: het communicatieplan Transities AWBZ en jeugdzorg belangenbehartiging in Hengelo, nu en in de toekomst (onderdeel programmalijn 1 van programma 2)
5.2.2.4.2. Relatie met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 5.1.2.4. Het programma Zorg voor de mens raakt vooral aan de hoofdfuncties en bijbehorende productbladen: 4 Onderwijs 480.6 Overige gemeenschappelijke uitgaven onderwijs 6 Sociale voorzieningen 620.1 Maatschappelijke Dienstverlening 620.2 WMO Subsidieregelingen 620.3 Ouderenbeleid 630.2 Wijkwelzijnswerk 630.4 Samenlevingsopbouw 7 Volksgezondheid en milieu 714.2 Overige gezondheidszorg 715.1 Jeugdgezondheidszorg Uniforme deel 716.1 Jeugdgezondheidszorg Maatwerk
5.2.2.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen De volgende zoekrichtingen zijn gerelateerd aan in dit programma; 1a en 1b: Implementatie van de transitie AWBZ-WMO en de transitie Jeugdzorg binnen de gemeente Hengelo en binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde financiële kader. En hiermee samenhangend: 13 Vernieuwend welzijnswerk; 14a: Maatschappelijk vastgoed/beheer en exploitatie wijkwelzijnsvoorzieningen; 15: Jeugd en jongerenwerk; 16: Jongerenwerk en accommodaties; 20: Gemeentelijke subsidies kritisch bekijken.
5.2.2.4.4. Partnerrelaties Er wordt regionaal samengewerkt op het gebied van de Transities AWBZ-Wmo en Jeugdzorg. Hiervoor zijn ambtelijke en bestuurlijke overleggen ingesteld. Hengelo is samen met Enschede, Hellendoorn en Twenterand bestuurlijk trekker van deze dossiers. Daarnaast wordt overlegt en samengewerkt met partners en (vertegenwoordigers van) doelgroepen. De cliëntenraad WMO wordt periodiek bijgepraat over de Transities. De adviesrapportage “belangenbehartiging in Hengelo” gaat in op de vraag hoe verschillende adviesorganen van mensen met een beperking functioneren en hoe hun relatie is met de Wmocliëntenraad. Wellicht dat naar aanleiding van dia onderzoek en andere of nieuwe relaties worden gelegd.
46
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Tijdens vergaderingen van de programmaraad Wonen, Welzijn Zorg (WWZ) en programmaraad CJG staan de ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid en in het bijzonder ontwikkelingen rondom de Transities AWBZ-WMO en jeugdzorg op de agenda. Op die manier betrekken we onze partners in het proces. Samen met onze partners bespreken we vraagstukken, werken we oplossingsrichtingen uit ontwikkelen we innovatieve toepassingen en structuren. Deze partners laten een proactieve houding zien.
Segment
Instelling
Zorg
Carint (Reggeland groep) Maatschappelijke dienstverlening - Specifieke diensten Bureau Jeugdzorg Overijssel (BjzO) GGD-JGZ Jarabee, jeugdzorg in Twente Hengelose Huisartsen vereniging Tactus Mediant - GGZ Kadera Avelijn SDT InteraktContour Triviummeulenbelt zorggroep Menzis JP van de Bent Twentse Zorgcentra Zorggroep Manna Bureau SPV Humanitas onderdak Steunpunt Informele Zorg Scala Welzijnswerk MEE
X X
Speciaal Onderwijs Coördinatoren samenwerkingsverbanden PO en VO
X X
Wonen
Dr Schaepman Stichting Woningcorporatie Welbions
X X
Werk
RIWB
Veiligheid
Politie
Welzijn
Onderwijs
6 7
PR CJG: programmaraad Centrum voor Jeugd en Gezin PR WWZ: programmaraad Wonen, Welzijn en Zorg ╗ 47 ║ Beleidsbegroting 2012 – 2015
PR 6 CJG
PR 7 WWZ
X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X
X X
X
versie 09-11-2011
5.2.2.5. Monitoring Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Andere, veelal externe, factoren bepalen in veel grotere mate de werking van de zorg. De relatieve invloed is hier evident. Dat maakt ook de kwantificeerbaarheid van de doelstellingen lastig. Met deze notie moeten we rekening houden als wij dit programma monitoren en daarbij indicatoren ontwerpen. Voor dit programma willen we meer gebruik maken van benchmarks, de doorstroming in de keten en de invloed/samenhang met de regio. Voorlopige opgave van indicatoren. E/P bron
doc
% zelfstandig wonende ouderen (75+) per 01-01
E
historisch BB2011 BB2012
Tevredenheid met WMOhulpmiddelen, rapportcijfer
T
%Ondersteuning/ hulpmiddel draagt bij aan het zelfstandig blijven wonen
E
%Ondersteuning/ hulpmiddel draagt bij aan het kunnen bliven meedoen in de maatschappij
E
% Ontvangt mantelzorg
% Cliënten dat wel eens geheeord heeft van WMO-cliëntenraad
48
╗ ║
2006
2007
2008
2009
2010
2011
91,2%
91,6%
93,5%
93,3%
WMOhistorisch benchmark BB2012
7,0
7.6
7,3
7,1
n.n.b.
WMOhistorisch benchmark BB2012
91%
91%
78%
70%
n.n.b.
63%
E
WMOhistorisch benchmark BB2012
28%
41%
n.n.b.
E
WMOhistorisch benchmark BB2012
22%
27%
n.n.b.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
28%
2013
2014
2015
93,2% 93,4%(v) ≥ 93,3%≥ 93,4%≥ 93,5%≥ 93,6% ≥ 93,4%≥ 93,5%≥ 93,6% ≥ 93,6%
WMOhistorisch benchmark BB2012
34%
2012
72%
7
7
7
7
75%
72%
72%
75%
73%
73%
74%
74%
41%
42%
42%
42%
30%
34%
36%
38%
n.n.b.
versie 09-11-2011
Programma 3
5.2.3:
Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
5.2.3.1. Globale doelomschrijving van het programma
Het behouden van de sterke sociale samenhang binnen de Hengelose samenleving door een vernieuwing van ontmoeting en betrokkenheid in stad en wijk met een beroep op burgers, professionals en verenigingen.
Hengelo kent van oudsher een sterke sociale samenhang. Hengeloërs zijn lid van één of meerdere verenigingen. Hierdoor ontstaat netwerken van personen die elkaar informeel steunen. Echter de vanzelfsprekendheid waarmee dat gebeurt staat onder druk. Oude vormen en instellingen staan onder druk, vrijwilligerswerk wordt vaker overgelaten aan professionals. Er zijn grote verschillen tussen wijken en buurten. Daarom gaan we de vorm en inhoud waar nodig vernieuwen. We gaan organiseren op stedelijk niveau en programmeren op de menselijke maat van de wijk en buurt. Het op peil houden van sport en cultuur en de sociaal-culturele projecten in de wijken is ook één van de opgaven van de Sociale Visie. Ontmoeting wordt gestimuleerd door middel van sport, cultuur en een ontmoetingsplek in een wijk die kan zorgen voor sociale cohesie en sociale integratie . Daarnaast werken we langs de in de Sociale Visie uitgezette lijn van de verschuiving van individuele naar collectieve voorzieningen. Een belangrijk instrument is daarbij het strategisch inzetten en spreiden van het maatschappelijk vastgoed in de stad en de wijken. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar een evenwichtige fysieke verdeling, maar vooral ook naar de afstemming op de maatschappelijke behoefte. De activiteiten staan centraal, niet de accommodaties of organisaties. Hoewel een aantal veranderingen al in gang zijn gezet is de vernieuwingsopgave in een pril stadium. De vernieuwingsopgave kunnen we gebruiken om de relatie met de wijken te verbeteren in termen van participatie en communicatie. Wij hebben immers de sterke wens dat burgers en verenigingen in wijken vooral ook zelf verantwoordelijkheid nemen en meedoen in de vernieuwingsopgave. De gemeente wil een beroep doen op de kracht van de Hengelose samenleving. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht van de sociale netwerken en de zelfwerkzaamheid van burgers.
5.2.3.2. Context en achtergrond
5.2.3.2.1. Noodzaak van programmasturing Er komen een paar veranderingen op wijkniveau samen. Deze veranderingen (zie hoofdstuk 1) betreffen zowel de zorg, welzijn, culturele activiteiten en de sport. Het “beleid” heeft tal van wensen die in de wijk moeten landen. Dit maakt het programmeren op stads- en wijkniveau lastiger (complex!) Om in tijden van serieuze bezuinigingen toch het aanbod op een passend niveau te houden is meer sturing op samenhang nodig. Samenhang van opgaven en samenspel van medewerkers en partners en het bundelen van inspanningen om resultaten te behalen. (vraagbehandeling, collectieve voorzieningen, samenwerking tussen aanbieders). Veranderingen in de Wmo/AWBZ en de jeugdzorg worden telkens verbonden aan een verzwaring van de taken van basisvoorzieningen in de wijken. We zijn niet meer in staat alle zorg op individuele basis te bieden en zijn we genoodzaakt om naar een collectieve aanbod te gaan. Om te kunnen voorzien in het programmeren en accommoderen van al die extra taken, is een kwaliteitsverbetering en efficiënte inzet noodzakelijk.
49
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Het past in deze omslag dat de gemeente kritisch naar de resultaten van de welzijns-, sport, en cultuurvoorzieningen kijkt. We moeten anders denken. Meer vraaggericht meer op maat, wijkgericht en met meer samenhang en samenwerking. De gemeente krijgt hierin een andere rol: meer faciliteren en ondersteunen zodat mensen de regie over hun eigen sociale leven weer kunnen oppakken. Sleutelwoorden hiervoor zijn eigen kracht, samenwerken en voorkomen van overlap van aanbod. De essentiële veranderbeweging zit in het versterken van betrokkenheid en ontmoeting bij burgers op wijkniveau, door het programmeren van sport-, cultuur en welzijnsactiviteiten. Het inzetten op collectieve diensten, om duurdere individuele inzet te voorkomen of uit te stellen. Ontmoeting en betrokkenheid in termen van het organiseren van het aanbod rekening houdend met het gebruik van sport-,cultuur-,en welzijnsvoorzieningen en het koppelen van opgaven. Ontmoeting bevordert sociale binding en zorgt dat mensen over en weer meer begrip voor elkaar krijgen. Hierbij nemen wij de regierol in handen (kan ook betekenen: loslaten). Partners en instellingen hebben daarbij hun eigen verantwoordelijkheid en worden ook aangesproken op hun eigen kracht. We willen de verenigingen bijstaan om hun eigen kracht verder te ontwikkelen. Dat kan door onderlinge samenwerking te vergroten, werkzaamheden gezamenlijk uit te voeren, samen activiteiten te organiseren, of meer armslag te bieden. We zien daarin raakvlakken met de voorzieningen, scholen en verenigingen in de wijken.
5.2.3.2.2. Context: wat speelt er op dit moment? Hengelo is een stad voor en door haar burgers. Wij gaan uit van de kracht van de burgers. Wij willen ervoor zorgen dat Hengelo een stad is waarin burgers samen zaken oppakken, elkaar ontmoeten en waarin het prettig leven is. Wij hechten sterk aan de sociale kwaliteit van Hengelo en zetten ook de komende jaren in op het behoud daarvan. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in cultuur, in sportvoorzieningen en in het verenigingleven. Wij voorzien dat de verenigingen het lastig krijgen door een gebrek aan vrijwilligers, toenemende wet- en regelgeving en een terugloop van bezoekers en leden. Dit heeft te maken met individualisering en/of de economische crisis. We werken zoals in één van de drie prioritaire thema’s “Ontmoeting en vrije tijd “ van de Sociale Visie wordt ingezet, nl. wij blijven onze verenigingen ondersteunen, door de vrijwilligers (organisaties) te ontlasten. En we blijven koersen op verdergaande samenwerking tussen instellingen en het samen benutten van beschikbare voorzieningen. De samenwerking tussen professionele instellingen onderling en met vrijwilligersorganisaties in de resultaatafspraken op te nemen. Ook is noaberschap (idee uit de Burgerdenktank) een belangrijk informeel bindmiddel dat belangrijk is voor Hengelo als stad van ontmoeting, sociale binding en begrip voor elkaar. Uit gesprekken met partners is gebleken dat er meer samengewerkt moet worden tussen verschillende instellingen op het gebied van welzijn, sport, zorg en cultuur. De gemeente zal dan ook meer de marktpartijen erbij moeten betrekken en zorgen dat de partijen bij elkaar komen en gezamenlijk werken aan maatschappelijke vraagstukken zonder zelf al direct als overheid met de oplossing te komen. Momenteel is het onvoldoende inzichtelijk wat de totale omvang van beschikbare welzijnsruimtes is (aanbod), en wat het noodzakelijke volume in tijd en gebruik zou moeten zijn (vraag). Ook is de staat van onderhoud, veiligheid en hygiëne van de ruimtes onvoldoende bekend. Stedelijke coördinatie, zowel op wijk-als buurtniveau van het gebruik van accommodaties is vrijwel niet aanwezig (enkel bij gemeentelijke sportaccommodaties) Begin dit jaar is het plan van aanpak voor beheer en exploitatie van de wijkwelzijnsvoorzieningen door het college vastgesteld. De uitvoering van het plan van aanpak kwam aarzelend op gang, mogelijk mede als gevolg van de moeizame relatie tussen gemeente en Vereniging voor Wijkwelzijnsvoorzieningen. Ook als gevolg van de uitwerking van zoekrichtingen is er aan gemeente zijde een strakkere regie op de uitvoering gezet. Als vervolg op het plan van aanpak is de notitie “Beheer en exploitatie van het wijkwelzijnswerk” opgesteld en ook begin augustus van dit jaar vastgesteld. Deze notitie schetst de contouren van het wijkwelzijnswerk en vormt de basis voor de subsidierelatie in de toekomst. Actueel zijn de bestuursopdrachten uit de Kadernota Herontwerp die er momenteel liggen. Relevant in dit kader is of recht gedaan wordt in wat in “het plan van aanpak voor beheer en exploitatie van de wijkwelzijnsvoorzieningen”genoemd als opdrachten en resultaten. Te denken valt hierbij nadrukkelijk aan de zoekrichting 13 “vernieuwing welzijnswerk”en 14a “maatschappelijk 50
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
vastgoed “ en daarin genoemde samenwerkingsverbanden of zelf fusies van organisaties of onderdelen daar van. Hierbij zal programmaregie aandacht krijgen.
Thuis in de buurt: Thuis in de Buurt is een uitwerking van het thema Zorg en Gezondheid uit de Sociale Visie en beschrijft de ontwikkeling woonservicegebieden in Hengelo. De doelgroep is in eerste instantie senioren en mensen met beperkingen, omdat het hierbij gaat om kwetsbare groepen die optimaal kunnen profiteren van de ontwikkeling van woonservicegebieden. Prioriteit voor de ontwikkeling van woonservicegebieden zit in de wijken Groot Driene, de binnenstad en Berflo Es.
In samenhang met de transitie AWBZ wordt zowel het stedelijk aanbod als die naar wijken gewijzigd. Daarom wordt gewerkt aan een situatie waarbij in 2020 voor elke wijk een pakket aan zorg-/welzijnsactiviteiten aanwezig zijn. Het pakket is gericht op ‘ontmoeten en verbinden’. Het beslaat uit een breed scala aan diensten zoals maaltijdgebruik, cursussen, voorlichting, dagopvang /dagbesteding en (ouderen) advies. Relevante kaderstellende nota’s • Sociale Visie 2020 • Hengelo 2030 • Coalitieakkoord • Kadernota Herontwerp- vernieuwen en bezuinigingen • Nota Vrijetijdseconomie 2011-2021 • Nota integraal wijkgericht werken • Jeugdprogramma Hengelo 2011-2014 (pijler Brede School) • Thuis in de Buurt, ontwikkeling woonservicegebieden, maart 2011 • Visie op brede school • Notitie professioneel jongerenwerk • Onderwijs-Jeugdmonitor • Sportnota • Vrijspel voor verbeelding, kunst en cultuurvisie • Nota integraal vrijwilligersbleid 2008-2011 • WMO meerjarenbeleid 2008-2012
3. Programmalijnen De veranderbeweging willen we bereiken met de volgende programmalijnen:
Programmalijn 1: We gaan de sociale kracht versterken en vernieuwen van vraag- en aanbodstructuren door programmering dicht bij de burgers.
In de wijkaandacht kennen we nu drie producten: de wijkanalyse, wijkperspectief en wijkprogramma. Het wijkperspectief is een visiedocument, waarin keuzes worden gemaakt voor de toekomst. De wijkanalyse is hiervoor het vertrekpunt. De realisering van het wijkperspectief werkt door in het wijkprogramma, die een looptijd heeft van 4 jaar. Het wijkprogramma wordt elk jaar geactualiseerd. In principe zou deze systematiek voor de gehele gemeente gelden. Echter momenteel wordt nagedacht over het concentreren van de wijkaandacht op die delen van de stad waar wij een aanmerkelijke transformatieopgave erkennen. De basis voor programmering in het algemeen blijft gelegen in de wijkanalyses (knelpunten en demografisch perspectief). Met behulp van de wijkanalyse wordt onderscheid gemaakt tussen buurten met een aanmerkelijke veranderingsopgave en buurten met een hoofdzakelijk beheersmatig karakter. Buurten met een aanmerkelijke veranderingsopgave zijn buurten die zowel fysiek als sociaal urgent aan verbetering toe zijn. Nadat hiervoor de prioriteiten zijn vastgesteld (welke buurten komen hiervoor in aanmerking ?) kunnen we de afstemming ter hand nemen. Het doel ervan is achterstanden wegwerken en kwaliteitssprong maken. Dit betekent voor de programmering dat specifieke aanbod in die buurten wordt ontwikkeld voor o.a. de volgende domeinen: 51
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
1. Brede School: Doel: ontwikkelingskansen van kinderen vergroten; doelgroep opgroeiende kinderen (en ouders); activiteiten: kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, welzijn, cultuur en sport. Wij gaan ervoor om in elke wijk een ‘brede school’ te realiseren. Vier lijnen (met als projecten): a. opbrengstgericht onderwijs (VVE, schakelklas); b. breed ontwikkelingsprogramma (harmonisering KOV en PSZW, sportstimulering, cultuureducatie); c. zorg in en om de school (leerplicht, RMC, procesmanagement); d. huisvesting (nieuwbouw brede school/MFA, multifunctioneel gebruik). 2. Wijkwelzijnswerk Doel: ontmoeting, betrokkenheid, actieve deelname; doelgroep wijkbewoners van jong tot oud; activiteiten: kinderwerk, jongerenwerk, ouderenwerk, welzijnswerk (ontmoeting en ontspanning). 3. Thuis in de buurt Doel: Zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving blijven wonen, deelnemen aan activiteiten en zorg kunnen ontvangen. Activiteiten gericht op ouderen, gehandicapten, toegankelijkheid en gezondheid. Waarbij relevant is voor dit programma het gecombineerde aanbod van wonen, zorg en welzijn afgestemd op demografisch perspectief en de mogelijkheden van de woningvoorraad. Het resultaat momenteel is een versnipperd en enigszins verkokerd aanbod niet geconcentreerd op de buurten met de grootste verbeteropgave. Tegelijkertijd wordt door ons college een vorm van “drukte” in sommige buurten ervaren. De opgave van dit programma is deze “drukte” te bestrijden door meer interne samenhang aan te brengen van hetgeen door de lijn is bedacht. We willen als het ware een interne markt van vraag en aanbod organiseren waar zo efficiënt als mogelijk wordt gehandeld. Dit om dubbelingen en overlap in het aanbod te voorkomen. Hiervoor wordt het volgende gedaan. Voor welzijn, sport, zorg en cultuur wordt de afstemming tussen activiteiten en accommodaties geregisseerd door: a. b. c.
het uitvoeren van een inventarisatie over ruimtegebruik van de accommodaties; het uitvoeren van een inventarisatie van alle activiteiten; analyse van de vraag en aanbod situatie afgezet tegen de uitkomsten van de wijkanalyse (sociaal – demografisch perspectief); d. het maken van afspraken met alle relevante partijen. Uitgangspunt hierbij is dat het aanbod van alle relevante instellingen en verenigingen naast hetgeen de gemeente zoal biedt wordt meegenomen. Tweede uitgangspunt is de afstemming tussen de schaalniveaus stad, wijk en buurt, rekening houdend met de behoefte aan het wegwerken van achterstanden of verbeteropgaven over de volle breedte van maatschappelijke ontwikkeling. Derde uitgangspunt is het terugleggen van de uitkomsten bij het werkveld dicht bij de burger en onderzoeken welke afspraken er mogelijk zijn over het wie doet wat en waar. Hierbij wordt gekeken naar maatwerk in aanbod van activiteiten, gezamenlijk gebruik accommodaties en inzet van de aanwezige instellingen en verenigingen.
Programmalijn 2: Het versterken van “hardware” en de “software” van onze voorzieningstructuur. Programmalijn 2a: (hardware) Het stedelijk organiseren door middel van het oprichten van een gemeentelijk vastgoedbedrijf, om te sturen op een efficiënte en effectieve gemeentelijke vastgoedvoorraad. Hiervoor zijn de volgende projecten voorzien: -
52
Het opstellen van businessplan (=inrichtingsplan) opstellen waarin de vormgeving van het gemeentelijk vastgoedbedrijf wordt weergegeven Het beheersen van financiële risico`s op gebouw- en portefeuilleniveau en het zuiver doorberekenen van kosten en risico`s aan eindgebruiker. Centraliseren van het (volledig) vastgoed van de gemeente Hengelo. Een centraal gebouwinformatiesysteem onderbrengen bij de afdeling Grondzaken. ╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programmalijn 2b: (software) Samen met de wijkinstellingen uitvoering geven aan het plan van aanpak “beheer en exploitatie van het wijkwelzijnswerk” De ervaringen van de uitvoering meenemen voor sport, cultuur en zorg. Hiervoor zijn voor welzijn de volgende projecten voorzien: Per 1 januari 2012 zal er een werkgeversinstituut (w.g.i.) ingericht moeten zijn. Dit om de dienstverbanden en werkomstandigheden van de medewerkers in het wijkwelzijnswerk te professionaliseren en de last hiervoor bij vrijwilligers te doen afnemen. SWB/Fitis zal gevraagd worden hier invulling aan te geven. Er is mogelijkheid voor de culturele instellingen om hier op aan te sluiten. Een breed gedragen voorstel voor de organisatie van het beheer en de exploitatie van het wijkwelzijnswerk. Éénduidig en helder geformuleerde subsidievoorwaarden voor het wijkwelzijnswerk. Het opzetten van een stedelijk facilitair wijkwelzijnsoverleg door de gemeente. Om duidelijkheid te scheppen over de terminologie gebruik binnen de zoekrichting 14a/b worden de volgende begrippen uitgelegd, nl.: maatschappelijk vastgoed (zoekrichting 14a) Doorgaans wordt gedoeld op een gebouw of terrein met een publieke functie op het gebied van onderwijs, cultuur, welzijn, sport, maatschappelijke opvang en/of zorgmedisch. Voorbeeld zijn schoolgebouwen, multifunctionele accommodaties, sporthallen, eigen kantoren, culturele gebouwen enz. Een maatschappelijk vastgoed kan in het bezit zijn van de gemeente maar ook bij niet-overheid, bij corporaties, welzijnsinstellingen (b.v. Carint en Scala) en commerciële partijen. Maatschappelijk vastgoed is een jong begrip dat opgekomen is met een toenemende belangstelling voor een beter gebruik van accommodaties. Het is ingegeven door streven naar intensief ruimtegebruik en meer kruisbestuiving in de dienstverlening aan burgers. Nieuwe maatschappelijke voorzieningen in buurten en wijken worden nauwelijks meer solitair gerealiseerd. Er is bijna altijd sprake van een combinatie van functies.
Vastgoedbedrijf (zoekrichting 14b) Vastgoed dat alleen in bezit is van de gemeente. Het gemeentelijke vastgoedbedrijf bezit naast maatschappelijk vastgoed ook commercieel vastgoed (b.v. dienstwoning) .
5.2.3.4. Relaties 5.2.3.4.1. Relatie met andere programma’s Het programma heeft een grote overlap met het nieuwe programma 2 “Zorg voor de mens” vooral op het gebied van het realiseren van de woonservicegebieden, uitgewerkt in het programma “Thuis in de buurt”. Wat betreft de Binnenstad (programma 4) is er een overlap, vooral bij de ontmoetingsplekken in de binnenstad. ( Lange Wemen, winkelcentrum Thiemsbrug, Marktplein, stadskantoor, een horecaplein en het Stationsplein/ Industrieplein). Ook met programma 5 is er een overlap namelijk de wijk Berflo Es, waar burgers zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in de eigen omgeving, kunnen deelnemen aan activiteiten en zorg kunnen ontvangen. De Berflo Es moet een levensloopbestendige wijk worden, waar gemengd gebruik van de openbare ruimte en clusters van voorzieningen als uitgangspunten gelden om mensen op een sociale manier met elkaar te laten samenleven. De herstructurering wordt hierbij ingezet als hulpmiddel voor het vergroten van de sociale kwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid, MFA, Brede school, buurtwinkelcentrum, woonzorgzone, Watertorenpark zijn projecten die de vitaliteit stimuleren. Het voormalige waterwingebied (Watertorenpark) biedt kansen voor een uniek park met educatieve, recreatieve en sociale doeleinden. Het wordt daarmee een trekpleister voor jonge en oudere wijkbewoners en geeft ruimte aan tal van functie voor de wijk. De ontwikkeling van dit park leent zich bovendien bij uitstek voor participatie.
53
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Voor dit programma speelt participatie ook een grote rol. Tegenwoordig wordt er meer gebruik gemaakt van digitale communicatievormen om grotere groepen te laten participeren. Hierbij speelt ook het aspect mee van het tegengaan van sociale uitsluiting en vereenzaming. Burgerparticipatie kan ontmoeting en verbinding in wijken stimuleren en versterken. Voor het uitwerken van programmalijn 1 ( het realiseren van programma’s voor de wijk) zal naar mogelijkheden worden gezocht voor een voorbeeldwijk binnen Hengelo om dit uit te werken voor burgerparticipatie, zoals beschreven in de facetagenda.
5.2.3.4.2. Relatie met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 5.1.2.4. Het nieuwe programma 3 kan worden gezien als ‘opvolger’ van programmalijn 2 ‘Mens in samenleving ‘ van de vorige opzet van de beleidsbegroting en bevat onderdelen van programmalijn 1” Mens in Ontwikkeling” en 3 “Zorg voor de mens”. Toekomstige beleidsrapportage zullen ook gebruik maken van de verantwoording over de meest gerelateerde hoofdfuncties. Dit programma heeft relaties met de hoofdfunctie 4 ‘Onderwijs’, 5 ‘ Cultuur en Recreatie’ en 6 ‘Sociale voorzieningen/ maatschappelijke dienstverlening ‘.
5.2.3.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen De volgende zoekrichtingen zijn gerelateerd aan in dit programma; Wijkgericht werken in Hengelo (11 en 12) Vernieuwing welzijnswerk (13) Maatschappelijk vastgoed (14a) Vastgoedbedrijf (14b) Jeugd- en jongerenwerkprogrammering (15) Toekomst jongerencentra (16) Samenwerking culturele instellingen (17) Bibliotheek (18) Sport (19) Gemeentelijke subsidies kritisch bekijken (20). Het idee (noaberschap) uit de Burgerdenktank kan een ondersteuning zijn voor dit programma.
5.2.3.4.4. Partnerrelaties Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-) private partijen plaats. Een goede relatie met deze partijen is dan ook van groot belang. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur alleen faciliterend. Het college zet in op burgerparticipatie, partnerschap met daarbij duidelijke afspraken. Overzicht partners: • Welbions • Carint • Scala • CJG • Vereniging voor Wijkwelzijnsvoorziening • Stichting Welzijn Ouderen Hengelo (SWOH) • Stichting Informele Zorg en Twente (SIZT) • Informele Zorg • MEE Twente • onderwijsbesturen • cultuurinstellingen • sportverenigingen • burgers
54
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.3.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen. Voorlopige opgave van indicatoren historisch
Indicatoren programma 3 E/P bron
doc
Soc iale kwaliteit woonomgeving (score cohesie), rapportcijfer
E
L&V/ IVM
historisch BB2011 BB2012
6,5
6,2
n.n.b. 6,7
% bevolking dat zich in het afgelopen jaar heeft ingezet voor de buurt
E
L&V/ IVM
historisch BB2011 BB2012
19%
18%
n.n.b. 23%
55
╗ ║
2006
Beleidsbegroting 2012 – 2015
2007
2008
2009
2010
2011
streefwaarden 2012 2013 2014
2015
6,7
6,8
24%
24%
versie 09-11-2011
Programma 4
5.2.4:
Naar een aantrekkelijke binnenstad
5.2.4.1. Globale doelomschrijving van het programma
Het creëren van een economisch en cultureel vitale Binnenstad, waar Hengeloërs zich thuis voelen en waartoe ook de inwoners van de ons omringende gemeenten en toeristische bezoekers zich aangetrokken voelen. De inwoners van Hengelo willen dat het stadscentrum een warme en gezellige huiskamer van de stad is, met veel kleur en activiteit. Dat was de uitkomst van het Binnenstadsdebat en daar streven we naar. Deze ambitie is vastgelegd in de burgervisie We zitten op goud.
Gezien de heersende opvattingen en de financiële situatie van de gemeente is dat een stevige, maar noodzakelijke ambitie. Wij willen de Binnenstad op de kaart zetten voor onze inwoners, maar ook voor de ons omringende gemeenten en de toeristen die de stad aandoen. Een gezamenlijke inspanning van alle partners in de Binnenstad is daarvoor nodig: de winkeliers, de horecaondernemers, de marktkooplui, de politie, de vastgoedondernemers en de gemeente moeten samen dit doel zien te bereiken. Het gaat om een veelheid aan elkaar beïnvloedende activiteiten, functies en belangen voor de Binnenstad.
Om het samen beter te gaan doen, maken wij een gebiedsprogramma. Het programma is een belangrijk hulpmiddel om samen die warme en gezellige huiskamer te maken. Wij denken dat in zo’n Binnenstad weer meer Hengeloërs willen gaan wonen, en dat er meer bezoekers zullen komen, die er bovendien langer verblijven om te winkelen en gebruik te maken van onze horeca en onze voorzieningen. Dat is goed voor de inwoners én de ondernemers. Hengelo is bescheiden, ondanks de veronderstelde en bekende ‘Hengeler weend’. Wij vinden dat de promotie van Hengelo en het bundelen van krachten bij evenementen continue impulsen moeten krijgen. Met de instelling van citymarketing en evenementenbeleid is al een start gemaakt voor een nieuwe aanpak. Dat maakt van ‘Hengeler weend’ ‘Hengeler winst’.
Alle maatregelen die wij gaan nemen, moeten aan deze doelstelling een bijdrage leveren. En als de maatregelen niet voldoen, bedenken we creatieve en wél succesvolle initiatieven. We gaan de Binnenstad anders laten beleven. Dat doen we niet alleen met fysieke ingrepen bijvoorbeeld het aanbrengen van meer groen, maar ook door een aantrekkelijk evenementen- en activiteitenprogramma te maken en de stad goed te verkopen. Dat wordt de Hengeler Winst.
5.2.4.2. Context en achtergrond 5.2.4.2.1. Noodzaak van programmasturing Waarom is een gebiedsprogramma voor de Binnenstad nu nodig? De Binnenstad heeft de afgelopen jaren ingeboet aan positie en waardering. Dat moet verbeteren. De Binnenstad wordt zeker niet vanzelf de warme gezellige huiskamer met een aantrekkelijk programma om van te genieten. De ervaring van de afgelopen jaren leert, dat het moeilijk is om gezamenlijk op te trekken om dit wel voor elkaar te krijgen. Er zijn veel verschillende partijen actief in de Binnenstad, die allemaal eigen behoeften, doelstellingen en belangen hebben. Soms is de combinatie van al die belangen een probleem en kunnen maatregelen en activiteiten elkaar danig in de weg zitten.
56
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Alle partijen, daarover zijn we het eens, hebben wel belang bij een warme en kleurrijke Binnenstad: daar wordt iedereen beter van. Daarom moet voor iedereen duidelijk zijn wat we willen bereiken en wat de samenhang is tussen de maatregelen die we gaan nemen. Dat maakt het ook mogelijk om snel te schakelen als ingrepen niet slagen. Daarom maken we een programma dat voor iedereen een overzicht geeft, maar vooral ook aangeeft wat we met het pakket maatregelen willen bereiken. Om dit tot een succes te maken moeten we slagvaardig zijn en focus hebben op het eindresultaat. Een goede communicatie tussen de partijen is daarvoor nodig. Gezien de verscheidenheid in belangen is het onderhouden van goede relaties een voorwaarde voor effectieve communicatie en samenwerking. Door regie op het programma van de Binnenstad willen wij sturen op prioritering en samenhang in de maatregelen voor een goed eindresultaat, binnen de beschikbare middelen We willen dat de uitkomsten van dit programma leiden tot een hogere waardering, meer bezoekers, hogere uitgaven. Kortom: zichtbare en meetbare effecten.
5.2.4.2.2. Context: wat speelt er op dit moment? In het Binnenstadsdebat bleek, dat de inrichting van het centrumgebied veel beter kan. Daarvoor zijn plannen gemaakt, die al ten dele zijn uitgevoerd. Zo zijn bijvoorbeeld de lichtlindes gesloopt en wordt het marktplein van een kunstwerk met beren en een extra rij bomen voorzien. Met het ‘puienfonds’ worden panden in winkelstraten opgeknapt, enzovoorts. Nadat de raad de bijgestelde ontwikkelvoorstellen voor Lange Wemen heeft goedgekeurd, is met de renovatie van het Stadhuis begonnen. In 2012 wordt begonnen met de sloop van het oude Stadskantoor en de voorbereiding van het Horecaplein (Burg. Jansenplein). Daarvoor zijn met verschillende partijen uit de Binnenstad inmiddels gesprekken gepland om met elkaar uit te vinden hoe we van het Burgemeester Jansenplein een echt gezellig horecaplein kunnen maken. De ondernemers in de Binnenstad hebben moeite met de ontwikkelingen op bedrijventerreinen buiten het centrum, met name Westermaat Plein. De raad heeft dit signaal serieus genomen en met het college voor die terreinen de ontwikkeling begrensd (detailhandelvisie). De uitdaging is, om met de aanwezige eigen kracht van ondernemers en partners een aantrekkelijk tegenwicht te bieden of een aanvullend aanbod te verzorgen in het centrum, zodat Hengelo als geheel er beter van wordt. De Binnenstad mag groener, nee, moet groener. Dat is de overwegende opvatting van de deelnemers aan het Binnenstadsdebat. Daarom is er alvast een hoofdgroenstructuur voor de Binnenstad ontworpen. Deze geeft houvast als er geld of gelegenheid is om weer groen toe te voegen aan het stadscentrum. De eerder geplante bomen zijn inmiddels behoorlijk gegroeid, de lichtlindes zijn gesloopt, zodat ook hier ruimte is om bomen te planten. Voor het nieuwe stationsplein is een ontwerp gemaakt waar ook groen is ingepast. De gezamenlijke ondernemers van de Binnenstad hebben gekozen voor een BIZ als middel om samen power te maken voor een beter stadscentrum. Daarvoor is de Stichting Centrummanagement Hengelo opgericht die ook het beheer heeft over een ondernemersfonds. Met de gemeente wordt gekeken naar gezamenlijke investeringen in een betere Binnenstad. Dit is een belangrijke stap voor de onderlinge samenwerking, maar ook voor het herstel van vertrouwen in de samenwerking met de gemeente. Herstel van vertrouwen en een goede relatie tussen gemeente en partners in de Binnenstad zijn belangrijke voorwaarden voor het slagen van een programma voor de Binnenstad. Het voornemen intensiever samen te werken met de Binnenstadsondernemers is ook vastgelegd in het coalitieakkoord. Er zijn veel mooie plekken om te wonen in de Binnenstad, maar er staan ook veel woningen leeg. De uitdaging is om dit te veranderen. In de Woonvisie in wording staat deze ambitie. Leegstand van woningen in het centrum of de randen daaromheen draagt niet bij tot een levendige Binnenstad. Ooit is de stad met haar inwoners vanuit het centrum naar buiten toe gegroeid. Eigenlijk is het centrum voor veel mensen de beste plek om te wonen. Wij willen een aantal maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat Hengeloërs en mensen van buiten dit ook weer gaan vinden en dat de kern van de stad weer meer bewoners krijgt. Een goede ruimtelijke kwaliteit helpt daarbij en ook een goed voorzieningenniveau.
57
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Om de huiskamer blijvend aantrekkelijk te houden, moet de binnenstad leefbaar en veilig zijn. Door de combinatie van functies, veel bezoekers, mensen die er wonen, werken en recreëren moet er een goede balans worden gevonden. Veiligheid is een belangrijke schakel in dit geheel. Daarom wordt ook met bewoners, ondernemers en gebruikers de binnenstad veilig ontworpen om op je eigen manier met elkaar te kunnen genieten zonder te veel last te hebben van elkaar. Relevante stedelijke beleidskaders De integrale ontwikkelingsvisie Een Binnenstad voor ontmoetingen is als beleidsdocument in het verlengde van de Structuurvisie Hengelo 2030 opgesteld. De raad heeft in januari 2010 de integrale ontwikkelingsvisie als toetsingskader voor verdere plannen en ontwikkelingen vastgesteld. Door middel van ruimtelijke, functionele en projectkaarten zijn de beleidsuitgangspunten zichtbaar gemaakt, op basis waarvan de Hengelose Binnenstad zich ontwikkeld heeft en de komende jaren zich verder ontwikkelt. De Burgervisie Hengelo, we zitten op goud is het resultaat van het in 2008 gevoerde Binnenstadsdebat. De centrale aanbevelingen betreffen concrete maatregelen op het gebied van ‘sfeer, groen en markt(plein)’ en het opstellen van een samenhangende lange termijn visie voor de Binnenstad (gerealiseerd en vastgesteld in de raadsvergadering van januari 2010). Relevante stedelijke beleidskaders Horecavisie Detailhandelvisie Kunst- en cultuurvisie 2010 Burgervisie ‘Hengelo, we zitten op goud’ Autoparkeren 2008-2012 Sociale Visie Hengelo 2020 Evaluatie Structuurvisie Hengelo 2030 Nota vrijetijdseconomie Woonvisie
Jaar 2005 2006 2007 2008 2010 2010 2011 2011 2011
Opmerking Wordt herzien Wordt herzien wordt geactualiseerd
Wordt herzien
5.2.4.3. Programmalijnen Het programma richt zich op de volgende resultaatgebieden: 1. Verhogen van bedrijvigheid en levendigheid (economische impulsen, goed winkel- en horecaaanbod, doelgericht activiteiten- en evenementenpakket en promotie van het centrumgebied) 2. Verhogen van de verblijfskwaliteit (kwaliteit openbare ruimte, wonen in de Binnenstad)
Programmalijn 1: Economie, winkel- en horeca-aanbod, evenementen en activiteiten en promotie. Subdoelen: We vergroten de functionele kwaliteit van de Hengelose Binnenstad en verhogen de bestedingen door een aansprekend aanbod aan voorzieningen. We verlengen de verblijfsduur en verhogen de bezoekersaantallen van de Binnenstad door het organiseren van aansprekende evenementen, omringd met een goede promotie.
’It’s the economy, stupid’(R. Reagan) Ondernemerschap en bedrijvigheid horen in de Binnenstad thuis. De gemeente wil hiervoor de voorwaarden scheppen. Het belang van een goed ondernemersklimaat in de binnenstad staat daarom voorop. Het college werkt hieraan door uitvoering te geven aan zowel de nieuwe detailhandelvisie als ook de horecavisie. Zo zal de komende jaren worden gewerkt aan een compactere winkelstructuur. Het aanbod detailhandel en horeca aanbod gaan met de realisatie van de nieuwe projecten veranderen. Wij zullen die veranderingen actief begeleiden. Bijzondere aandacht is er voor de markt, zowel als plein als voor het houden van de wekelijkse markten op woensdag en zaterdag. De relatie met ondernemende partners in de Binnenstad is dè succesfaalfactor voor het binnenstadsprogramma.
58
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
’Brood en spelen’ (J. Ceasar) ‘Vanaf 1 januari 2012 zullen wij in nauwe samenwerking met de gemeente en overige stakeholders werken aan onze opdracht: het versterken van het profiel van de stad Hengelo. Ons doel is om Hengelo als aantrekkelijke woon-, werk- en verblijfplaats te promoten. Wij gaan een samenhangend programma aanbieden van campagnes, activiteiten en evenementen’(W. Reinders, directeur stichting VVV & Stadspromotie, in de toekomst: Hengelo Marketing). Een goed renderende Binnenstad heeft een aantrekkelijk evenementen- en activiteitenprogramma nodig. Een goede afstemming en spreiding over het jaar bepalen de effectiviteit hiervan. Daar waar wij als gemeente partij zijn in de organisatie van evenementen of activiteiten, willen we dat efficiënt en effectief doen. Scherp op veiligheidsaspecten en ongewenste neveneffecten voor inwoners van de Binnenstad, maar met oog voor de noodzakelijke bijdrage van deze activiteiten voor een bruisend en attractief centrum. Goede afspraken zijn de basis, regels bepalen de kaders. De volgende maatregelen vinden wij cruciaal om mensen zo enthousiast te krijgen dat ze in onze winkels kopen, onze evenementen, theaters en musea bezoeken, in onze parken verblijven en op onze terrassen en in onze horeca wat eten en drinken: 1. In samenwerking met de Binnenstadspartners werken aan het ondernemersklimaat door o.a. o structureel overleg met de partners o waar mogelijk gemeenschappelijke communicatie o gezamenlijke besteding van het geoormerkte Binnenstadsbudget o het faciliteren van de Stichting Centrummanagement o betrokkenheid van de partners bij het beleid voor de Binnenstad (terrassenbeleid, horecavisie, detailhandelsvisie, veiligheid bij uitgaan). 2. Het organiseren van een aansprekend aanbod van evenementen en activiteiten door o.a. o Een goed gespreid, evenwichtig jaarprogramma van evenementen en activiteiten o Invulling geven aan het uitvoeringsplan van de nota Vrijetijdseconomie o Een interne account ‘evenementen’ voor vragen over het programma o Uitvoeren plan citymarketing (door Stichting VVV & Stadspromotie/Hengelo Marketing) Hoewel de meeste Hengeloërs met veel plezier hier wonen, mag de trots op de stad nog wel wat meer uitgedragen worden. Eén van de dingen die we moeten doen, is de Hengeloër beter te laten weten en ervaren wat onze stad te bieden heeft. Het college heeft in 2010 besloten de evenementen binnen de gemeente en extern bij een nieuwe organisatie Citymarketing te bundelen en op afstand te zetten. De VVV&Stadspromotie heeft een plan uitgewerkt dat als kader voor toekomstige ontwikkelingen is aanvaard. Dit betekent dat alle evenementen - die vaak ook door de gemeente worden gesubsidieerd - in één hand komen. En dat de stichting daarnaast het geheel aan marketing- en communicatieactiviteiten gaat organiseren. Op 1 januari 2012 gaat de nieuwe organisatie onder de naam Hengelo Marketing van start, in een nieuw pand in de binnenstad. De subsidievoorwaarden nog nader worden uitgewerkt. Onderstaand kader komt uit het Advies Citymarketing van VVV&Stadspromotie. Dit advies is het plan voor de nieuwe organisatie van Hengelo Marketing. De basis voor de termen in het kader ligt in het onderzoek van SIR (knooppunt, innovatie, leven). Dit is vooralsnog slechts een denkrichting. Het DNA van Hengelo (de corporate story of merkverhaal) ligt in ieder geval vast en wordt hiervoor ook als basis gebruikt.
59
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programmalijn 2: Verhogen van de verblijfskwaliteit, kwaliteit openbare ruimten. Subdoelen: Het verhogen van de publieke waardering door verbetering van de fysieke (ruimtelijke) kwaliteit. Wonen in de Binnenstad; in de Binnenstad gaan meer mensen wonen die zich aangetrokken voelen door de verbeterde kwaliteit, de levendigheid en het voorzieningen aanbod. De openbare ruimte als warme jas: mensen voelen zich plezierig, ontspannen en veilig op de verschillende huiskamerplekken in de binnenstad; mensen komen en verblijven graag in de openbare ruimte Door het uitvoeren van een groot aantal projecten willen we op korte termijn zowel de verblijfskwaliteit als ook de waardering van de Binnenstad verbeteren. Met als resultaat dat inwoners en bezoekers het centrum als gezelliger, levendiger ervaren. Denk hierbij aan Lange Wemen, de pleinen et cetera. Dat was uiteindelijk ook de uitkomst van het Binnenstadsdebat. Voor de lange termijn willen we een Binnenstad met een goede, toekomstbestendige ruimtelijke kwaliteit. Met name programma 5 draagt daaraan ook bij. In het binnenstadsprogramma toetsen wij deze opgave aan die andere opgave: er moet reuring komen in de Binnenstad en inwoners en bezoekers moeten zich er nu ook goed bij voelen. De spanning tussen ruimtelijke kwaliteit en verblijfskwaliteit moet in de Binnenstad worden opgelost. Een leefbare en veilige binnenstad is een tweede lijn van verbetering en waardering. Door de bundeling van functies, wonen, werken en recreëren gebeurt er het nodige op het gebied van overlast en veiligheid. Daarom wordt ingezet op het sociaal veilig ontwerpen van nieuwe gebouwen en openbare ruimte. Samen met bewoners, ondernemers, bezoekers en professionals zoals stadstoezicht, beveiligingsbedrijven en politie, wordt gekoerst op een gebruik van de binnenstad in al haar dynamiek waarbij de veiligheid gewaarborgd is en de overlast beperkt blijft. Dit programma gaat dus vooral sturen op het uiteindelijke resultaat, en dat is dat de bezoeker of bewoner de Binnenstad ook daadwerkelijk ervaart als gezelliger en aangenamer. We houden de ‘vinger aan de pols’ samen met de andere partijen, en sturen bij daar waar we dat nodig vinden.
60
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programmasturing gaat over een samengebundelde interventie op de belangrijkste onderdelen van beleid. Daarom nemen we hier niet alle projecten op die er in de Binnenstad worden uitgevoerd, maar focussen we op die projecten en activiteiten, waarvan we denken dat die van doorslaggevende invloed zijn op het te bereiken eindresultaat. En ja, natuurlijk is er overlap met andere programma’s en zit daar spanning op. Die spanning zoeken we op en lossen we zoveel mogelijk op. Wij gaan de volgende maatregelen treffen: Inzetten op de drie ‘parels’, te weten de 3 pleinen die zijn genoemd in Hengelo 2030 en het Binnenstadsdebat: 1. Het realiseren van een goed functionerend horecaplein als onlosmakelijk onderdeel van het plan Lange Wemen; o Het ophalen van informatie en verwerken van reacties van ondernemers, belangengroepen en inwoners voor de inrichting van het horecaplein en de openbare ruimte (= provinciaal ‘sociaal flankerend beleid’) o Het bevorderen van de concentratie van dag en avondhoreca rond het Burgemeester Jansenplein (Lange Wemen), waar mogelijk door het verplaatsen van horecaondernemers. 2. Het verbeteren van de inrichting van de Markt: o Het verwijderen van de lichtlindes (gerealiseerd) o Aanbrengen van sfeerverlichting (ook in de planning van de BIZ) o Planten van bomen Realiseren van beeldende kunst c.q. ‘de beren’ van Hengelo. 3. Het realiseren van een nieuwe inrichting van het noordelijk Stationsplein o Een nieuw busstation met overkapping o Groen op het plein o Warme uitstraling door nieuwe bestrating. 4. Het markeren van de hoofdentrees van de Binnenstad, Lange Wemen, Het Stationsplein Noord en park Bataafse kamp - Prins Bernhardplantsoen o Bewegwijzering naar het centrum vanaf de snelweg o Een passend ontwerp van de openbare ruimte rondom Lange Wemen, die de entrees via de Wemenstraat en Langestraat, van het centrum van de noord- en westzijde markeert; Duidelijke inrichting en bewegwijzering van en vanaf het Stationsplein naar het Centrum, zodat het Centraal Station Twente een duidelijke relatie met het centrum krijgt; o Het maken van een uitnodigend ontwerp voor beide parken, waarin aandacht voor de groenkwaliteit van de Binnenstad, kleinschalige evenementen en activiteiten en een markante entree van het centrum aan de oostzijde. 5. Het maken van afspraken en regels voor de inrichting van de terrassen voor de horeca en de uitstraling van winkelpuien. o Een nieuw terrassenbeleid opstellen samen met de partners in de Binnenstad met: o Een nieuw bestemmingsplan o Een handhavingsplan o Inzetten van het puienfonds voor markante panden in de Binnenstad. 6. Wonen in de binnenstad o Hiervoor zijn de volgende projecten en maatregelen voorzien: Woningbouw Lange Wemen Project Wonen Boven Winkels o Planning en programmering overige nieuwbouwprojecten (invulling voormalige sloopgebieden o.a. B 3, Drienerstraat etc.)
5.2.4.4. Relaties 5.2.4.4.1. Relatie met ander programma’s Het programma heeft raakvlakken met de nieuwe programma’s 3 Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid en 5 Toekomstbestendige stad met focus op Zuid. Voor het onderdeel participatie en communicatie is het facetprogramma 7 Burgerparticipatie van belang. Het programma heeft relaties met vrijwel alle hoofdfuncties. Toekomstige beleidsrapportages zullen ook gebruik maken van de verantwoording over de meest gerelateerde hoofdfuncties. Hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is een hoofdfunctie die voor dit programma vooral in het oog springt, maar ook de hoofdfuncties 3 Economische zaken. 61
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.4.4.2. Samenhang met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt tevens verwezen naar de overzichtstabel (matrix) in paragraaf 5.1.2.4. Functie
Relevante functies Programma Binnenstad
002 003 120 140 210 211 212 214 215 310 510 511 540 541 560 722 723 822 939
BESTUURSONDERSTEUNING COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BURGERZAKEN BRANDWEER EN RAMPENBESTRIJDING OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID WEGEN, STRATEN EN PLEINEN VERKEERSMAATREGELEN TE LAND OPENBAAR VERVOER PARKEREN BATEN PARKEERBELASTING HANDEL EN AMBACHT OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK KUNST OUDHEIDKUNDE EN MUSEA OPENBAAR GROEN EN OPENLUCHTRECREATIE RIOLERING EN WATERZUIVERING MILIEUBEHEER OVERIGE VOLKSHUISVESTING BATEN PRECARIOBELASTING
5.2.4.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen Voor dit programma zijn de relevante zoekrichtingen: 2. citymarketing (6) 3. warenmarkt (8) 4. fasering en versobering (22b) 5. winterterrassen (39).
5.2.4.4.4. Partnerrelaties De ontwikkeling van afspraken over dit onderwerp was hét eigenlijke speerpunt van de Task Force Binnenstad. Er zijn stappen gezet. Er moet nog veel gebeuren om het relatienetwerk intern en extern goed op orde te krijgen. Zoals al genoemd is het college van mening dat we de transformatie naar een aantrekkelijke Binnenstad niet alleen kunnen realiseren en daarom zoeken we de samenwerking met andere partijen. Hiervan is de Stichting Centrummanagement genoemd. Maar ook stichting Hengelo Marketing is zo’n partner, evenals de marktbond, Horeca Nederland afd. Hengelo, winkeliersverenigingen, Stichting Winters Hengelo, bewoners van de Binnenstad en nog vele andere ‘stakeholders’. De samenwerking met deze partijen moet vorm krijgen in een vaste overleg structuur op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Hiervoor zullen we kritisch kijken naar bestaande overlegvormen en waar mogelijk die samenvoegen en of aanpassen.
5.2.4.5. Monitoring Weergave van belangrijke afspraken en voornemens over de wijze van verantwoording en monitoring van de resultaten. In het huidige stadium is dit nog zeer beperkt uitgewerkt per programma. Het voorstel is met tussenrapportages te werken over de veranderbeweging. Dat kan zijn de tussenstand van fysieke projecten of de uitkomst van samenwerking met partijen in de Binnenstad. Daarnaast stellen wij voor om onze partners jaarlijks om een korte evaluatie te vragen over de samenwerking in de Binnenstad en het succes van de aanpak. Het koopstromenonderzoek, de bezoekersaantallen van de Binnenstad, de ontwikkeling van de markt, de omzetcijfers van de Binnenstadsondernemers krijgen een plaatsje in de monitoring. 5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen. 62
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Voorlopige opgave van indicatoren historisch
Indicatoren programma 4 E/P bron
doc
Aantal weekbezoekers binnenstad
E
Locatus
Waardering sfeer en gezelligheid in het centrum door binnenstadsbezoekers (rapportcijfer)
E
BGI
63
╗ ║
2006
2007
2008
2009
2010
2011
historisch BB2011 BB2012
105.000
100.700
83.600
82.200
83.600
98.100
historisch BB2011 BB2012
6,8
6,7
6,8
6,6
6,3
6,5
Beleidsbegroting 2012 – 2015
streefwaarden 2012 2013 2014
2015
98.000
99.000
100.000
-
6,6
6,7
6,8
-
versie 09-11-2011
Programma 5
5.2.5:
Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
5.2.5.1. Globale doelomschrijving van het programma
Samen met onze partners werken aan de transformatie naar een toekomstbestendige stad door de samenhang tussen de economische, sociale en fysieke maatregelen en kwaliteit verder te vergroten. De focus hierbij ligt op de transitie in Zuid als motor voor de gewenste veranderingsrichting. We willen samen met onze partners ervoor zorgen dat Hengelo voor nu en morgen: o o o o
een krachtige economie heeft, die zorgt dat er voldoende banen zijn voor haar inwoners als ook voor burgers uit Twente (werken in Hengelo); lokaal, regionaal en landelijk goed bereikbaar en verbonden is (komen naar/verplaatsen in Hengelo); een adequaat woonmilieu kent, zodat de werknemers en inwoners passende huisvesting vinden in Hengelo met bijbehorende voorzieningen (wonen en leven in Hengelo); een aantrekkelijk en duurzaam leefmilieu kent (goede ruimtelijke en functionele kwaliteit in Hengelo).
Met onze stadsvisie (Hengelo 2030 en Sociale Visie 2020) hebben wij onze ambitie neergelegd en de kaders geschapen voor een toekomstbestendige stad; focus op de sterke punten van de stad, een omslag van groei naar kwaliteit en het ontwikkelen van de eigen kracht van de Hengelose samenleving. Het geeft aan welke kernopgaven er voor Hengelo liggen om voorbereid te zijn op de toekomst. Herstructurering en revitalisering, met functieverandering, - menging en –versterking zorgen voor deze transitie. Als belangrijkste impuls benoemt de stadsvisie prioritaire gebieden. Drie ervan vallen in dit programma: Hart van Zuid met Centraal Station Twente en WTC Twente, de herstructurering van Berflo Es en het Twentekanaal. Programma 4 stuurt het andere prioritaire gebied, de Binnenstad, aan. De transitie van stadsdeel Hengelo Zuid is dan ook bij dit programma bepalend. Het vormt de motor voor de gewenste veranderingsrichting. Samen met de ondernemers, woningcorporatie, bewoners en partners op het gebied van zorg, onderwijs, welzijn, cultuur en sport wordt aan deze transitie gewerkt. Door de focus op Zuid lijkt dit programma een gebiedsprogramma, maar is dat niet uitsluitend. De activiteiten binnen dit programma zijn van betekenis en belang voor heel Hengelo. Het gaat om een complexe herstructuringsopgave met een combinatie van sociale met fysieke maatregelen, alle met een maatschappelijke betekenis. En is het een programma met dwarsverbanden met alle andere programma’s.
5.2.5.2. Context en achtergrond 5.2.5.2.1. Noodzaak van programmasturing We werken al hard aan een Hengelo van de toekomst. Hart van Zuid, Berflo Es, woonvisie zijn voorbeelden van projecten en beleid die lopen en van belang zijn voor morgen. Mooie resultaten zijn hier al geboekt. Uitgangspunt hiervoor is onze stadsvisie, waarin we onze ambitie voor de toekomst hebben neergelegd. Een grote ambitie, die ondanks wat er al gerealiseerd is, groter is dan op dit moment gerealiseerd kan worden. Hierin ligt de noodzaak tot veranderen. Complexer wordende ruimtelijke opgaven, de economische en financiële crisis, het mede daaruit voortvloeiende rijksbeleid, het vernieuwde provinciale beleid met de omgevingsvisie en de grote bezuinigingen die voor de deur staan, maken dat verdergaande planning en programmering nodig is èn tegelijk een meer samenhangende aanpak vereist. 64
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Om dit te bereiken gaan we scherper prioriteren (wat is wanneer nodig), dwarsverbanden meer stimuleren, activiteiten slimmer aan elkaar verbinden en zichtbaarder maken en sturen op interne en externe samenwerking. Temporiseren, “knippen” van projecten, aandacht voor tijdelijk gebruik, zijn maatregelen die daarbij overwogen kunnen worden. Kansen, bijvoorbeeld op gebied van (co)financiering, die er zijn of juist daardoor ontstaan, worden meer zichtbaar. Het programma gaat op deze kansen sturen. Obstakels kunnen mogelijk door koppeling met andere activiteiten worden weggenomen. Of juist groter worden, waardoor evident wordt dat een andere aanpak wenselijk is. Het programma richt zich op de kaders voor de projecten, bewaakt deze en stuurt op samenhang en samenwerking.
Relevante kaderstellende nota’s o Structuurvisie Hengelo 2030 “Van groei naar kwaliteit” (incl. actualisatie) o Sociale visie 2020 o Masterplan Hart van Zuid o Berflo Mooi o De sociale verbouwing: visie op de sociale infrastructuur Berflo Es 2015 o Omgevingsvisie provincie Overijssel o Gebiedsagenda Oost-Nederland o Regionale economisch ontwikkelplan Regio Twente o Ruimtelijk economische ontwikkelingsagenda Netwerkstad o Twentse wegenvisie o Bedrijventerreinennota Regio Twente o Kantorenvisie Regio Twente (concept) o Woonvisie Hengelo o Cultuurvisie ‘Vrij spel voor verbeelding’ o Visie Brede School
5.2.5.2.2. Context: wat speelt er op dit moment? Er zijn diverse ontwikkelingen die dit programma raken. Zo zorgt de noodzaak tot bezuinigingen voor extra druk op projecten vallend in dit programma. Lopende projecten moeten met de huidige of beperktere middelen worden afgerond, nieuwe projecten alleen wanneer ze zorgen voor een win-win-situatie zonder dat het ons geld kost. Meer dan ooit is het nodig om zoveel mogelijk maatschappelijk rendement uit een investering te halen.
Daarnaast liggen er kansen voor medefinanciering vanuit het investeringsbeleid van de provincie Overijssel, voornamelijk gericht op innovatie, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Er zijn reële kansen voor Hengelo op medefinanciering van investeringen uit het programma. Op het gebied van innovatie liggen deze er voor Hengelo, als onderdeel van de Innovatiedriehoek. Vanuit ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid is kansrijk de verbetering van de omgeving van het FBK-stadion in combinatie met de ontsluiting van Veldwijk Noord.
Het project HvZ/CST verkeert op een tweesprong. De eerste fase is volop in uitvoering, de tweede fase is in voorbereiding. Hiervoor hebben Regio Twente, de provincie Overijssel en het Rijk forse bijdragen beschikbaar gesteld, op voorwaarde dat ook gemeentelijke middelen ingezet worden en dat de projecten in 2014 daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Ondanks deze aanzienlijke bijdragen, is dit onvoldoende om voor het totale plangebied een sluitende grondexploitatie op te stellen. Daarom heeft de gemeente keuzes gemaakt: verdere ontwikkeling van de stationsomgeving, verbetering bereikbaarheid door doortrekking van de Laan Hart van Zuid en ontwikkeling van het Verenigingsgebouw. Zaak is het nu de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk aan te wenden om successen te realiseren. Deze kunnen op zich weer kansen stimuleren voor toekomstige bijdragen.
65
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Vooral debet aan de crisis, zijn de ontwikkelingen op de woningmarkt zorgwekkend. Er is meer aanbod dan vraag. En het aanbod sluit niet altijd aan op de (kwalitatieve) wensen. Gegeven het grote aantal bouwlocaties moeten er prioriteiten worden gesteld. De nieuwe woonvisie gaat hierop in en geeft bijgestelde kaders, het op te stellen uitvoeringsprogramma de concrete maatregelen. Woningbouwprogrammering moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de totale stad op orde blijft.
De ontwikkelingen op de woningmarkt raken Berflo Es. Samen met de transformatie van Hart van Zuid vormt dit grote herstructureringsproject de motor voor de verdere ontwikkeling naar een toekomstbestendig Hengelo. De projecten versterken elkaar en gezamelijk de vitaliteit van de stad. Berflo Es-zuid en Veldwijk-zuid zijn volop in ontwikkeling en gezorgd moet worden voor een goede afronding. In Veldwijk-Noord staat de komende jaren veel te gebeuren. Hier ligt de opgave, om samen met Welbions (nieuwe) concepten te ontwikkelen die leiden tot een betere aansluiting tussen vraag en aanbod. Daarbij kijken we breder dan de woning alleen. De herstructurering van de wooncomplexen van Welbions en het Achmeacomplex gaan een cruciale fase in met de start van het centrumgebied plus de MFA. De aanbesteding van de te realiseren MFA-Brede School is gestart. Het aantal leslokalen en m2 vloeroppervlakte MFA is recent door het college naar beneden bijgesteld. Met het Watertorenpark gaan we de ontwerpfase in. Daarvoor wordt ook gestart met de onteigeningsprocedure voor verwerving van de nodige gronden.
De gesprekken voor het investeringsprogramma van het ministerie I&M, MIRT, worden concreter. Via de provincie Overijssel en Regio Twente zijn wij hierbij gesprekspartner. Zaak is het om onze bereikbaarheidsproblematiek (ook internationaal) door het rijk erkend te krijgen om voor de toekomst een bijdrage daarin te kunnen verwachten. Hoewel voor deze kabinetsperiode de financiële verwachtingen zeer laag gespannen zijn, is de beïnvloeding naar de toekomst toe belangrijk. Hiervoor loopt een onderzoek naar de bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek. Voor Hengelo is het van belang hierbij haar nationale bereikbaarheid te borgen.
Inspelen op deze ontwikkelingen en kansen vraagt om duidelijke afspraken over de programmering (wat gaan we doen) en de dekking vanuit de gemeentelijke middelen (waaruit bestaan onze bijdrage in de kosten).
5.2.5.3. Programmalijnen De transitie door herstructurering en revitalisering willen we bereiken met de volgende programmalijnen, die onderling verbonden zijn:
Programmalijn 1: Versterking van de (eu)regionale en lokale economie door aantrekkelijke vestigingsplekken te creëren voor innovatieve, internationale en duurzame bedrijvigheid ondersteund door praktijkgericht onderwijs.
Een Hengelo voor de toekomst is een levende stad; een stad waar mensen plezierig werken, wonen en verblijven. Duurzame werkgelegenheid neemt hierbij een sleutelrol in: mensen die hier (komen) wonen moeten hier een baan kunnen vinden. Bedrijven zijn de aanjagers van onze banenmarkt, onze woningmarkt en daarmee van belang voor de draagkracht van onze voorzieningen. Innovatie is daarbij cruciaal. Door te innoveren kunnen de bedrijven zich steeds weer aanpassen aan de nieuwe ontwikkelingen en daardoor blijven bestaan. Ook in de regionale en provinciale visies wordt de kern van de economische toekomst bepaald door de innovatiekracht van Twente. De regio Twente ziet de Innovatiedriehoek als een “sleutelinvestering met groot belang voor de toekomstbestendigheid van ons land”.8 De innovatiedriehoek is als prioritair project van Twente dan ook onderdeel van de Gebiedsagenda Oost en opgenomen in het MIRT-programma A1-zone.
8
Innovatiedriehoek: regionale versnellingsmotor voor Nederlandse economie in 2020. (oktober 2010) ╗ 66 ║ Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De opgave voor Hengelo is om haar kansen te benutten in deze regionale economische structuur. Door inzet op innovatie in de bedrijven, tussen bedrijven en tussen onderwijs en bedrijfsleven, én door in te zetten op haar specialisaties op ”plaatsgebonden economische complexen” zoals HvZ/WTC en bedrijventerrein Twentekanaal met onder andere de haven en de Thales-campus. Door Hengelo met Hart van Zuid met CST en WTC Businessdistrict te positioneren als essentieel deel van de Innovatiedriehoek. Door gezamenlijk met Regio Twente en provincie Overijssel ons in te zetten om afspraken met het Rijk hierover te maken. Een duurzame invulling hiervan is daarbij de insteek. De programmatische mogelijkheden hiertoe worden onderzocht binnen het facetprogramma duurzaamheid met het project duurzaam bedrijventerrein Twentekanaal.
Om onze economie te versterken gaan we de juiste vestigingsplekken creëren voor innovatieve, internationale en duurzame bedrijven. Het WTC Businessdistrict biedt voor deze ontwikkeling volop kansen en stimuleert de internationale handel. Door de combinatie van fysieke maatregelen (hardware) met het juiste economisch programma (software) en beleving ervan met evenementen/ontmoetingskansen (smartware), kan hier dé ontmoetingsplek ontstaan voor bedrijvig Twente. Hart van Zuid als ‘etalage’ voor heel bedrijvig Hengelo. Ook gaan we aan de opleidings- en onderzoekskant sturen op innovatie en techniek en promotie ervan. Aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt is van belang om in de komende jaren te kunnen voldoen aan de grote behoefte aan goed opgeleid (technisch) personeel in de bedrijven. Hier ligt dan ook een belangrijke relatie met programma 1. Waar bij programma 1 de nadruk ligt op het stimuleren van de verdere samenwerking tussen de opleidingsinstituten onderling en met bedrijven, komt in dit programma meer de fysieke weerslag ervan tot uitdrukking in vestiging van het WTC en TSE. Ook voor de profilering in de Innovatiedriehoek levert programma 1 voor dit element de input, voor het overige valt het in deze lijn. Daarnaast onderzoeken we of wijkeconomie in Hart van Zuid kansrijk is om de bedrijvigheid en de aantrekkelijkheid van de wijk te bevorderen. Initiatief hiervoor komt vanuit programma 1.
Hierbij werken we samen met de ontwikkelaars, onderwijs en het zittende bedrijfsleven, internationaal georiënteerd en sterk in hightech. Maar ook met de Netwerkstad, Regio Twente en provincie Overijssel.
Acties en maatregelen, die bijdragen aan deze programmalijn zijn: positioneren van Hart van Zuid als essentieel deel van de Innovatiedriehoek ontwikkeling WTC Businessdistrict met profilering • huisvesting WTC Twente (onderzoek mogelijke vestiging in MTS-locatie) • nieuwbouw Siemens • beleefbaar en zichtbaar maken van het profiel (met promotie, evenementen, of bijvoorbeeld met ‘etalage-elementen’ etc.) − stimuleren van vestiging TSE in HvZ − Positioneren van bedrijvig Hengelo (met WTC Businessdistrict als ‘visitekaartje’) − Duurzame bedrijventerreinen stimuleren • Revitalisering bedrijventerrein Twentekanaal afronden met verdere uitbouw van de regionale havenfunctie • Start maken met ontwikkeling Kanaalzone • Stimuleren van ontwikkeling Thales-campus
Programmalijn 2: Verbeteren en versterken van de bereikbaarheid van Hengelo. Voor een duurzame ontwikkeling van de stad is de huidige goede bereikbaarheid van grote waarde. Behoud en versterking ervan is essentiële randvoorwaarde voor de economische en sociale ontwikkeling van Hengelo, van belang voor alle programma’s. Het maakt het wonen, werken, leren en ontspannen toegankelijk. Op deze versterking moet gestuurd worden.
67
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De bereikbaarheid van het WTC Businessdistrict, als essentieel deel van de Innovatiedriehoek, moet verder geborgd worden. Het Centraal Station Twente (CST) heeft hierbij een sleutelpositie: het moet uitgroeien tot een multimodaal vervoersknooppunt, waar spoor, openbaar vervoer, weg en langzaam verkeer samenkomen. Daarvoor is nodig: directe ontsluiting via Laan Hart van Zuid, geactualiseerd busstation, HOV-assen, fietssnelweg, parkeerfaciliteiten voor auto en fiets. Daarbij heeft het CST met beide pleinen aan weerszijden ook een andere belangrijke functie; het is een belangrijke ontmoetingsplek. Samen met het Marktplein en Burgemeester Jansenplein vormen deze pleinen de ‘parels van Hengelo’. De ontwikkeling en verbinding van deze parels gaan we via programma 4 stimuleren. Bijzondere aandacht bij het CST gaat uit naar de gevolgen van het landelijke Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) en het Basisnet Spoor voor gevaarlijke goederen. Beide zijn van invloed op de ontwikkelmogelijkheden van het CST, de Berlijn-lijn, het agglonet en ook de spoorzones. De gesprekken voor het MIRT komen op een cruciaal punt. Via de provincie Overijssel en Regio Twente zijn wij hierbij gesprekspartner. Zaak is het om onze bereikbaarheidsproblematiek op de rijkstafel te krijgen om erkend te worden en mogelijk voor deze kabinetsperiode of voor de verdere toekomst bijdrage te kunnen krijgen. Hiervoor loopt via Regio Twente een onderzoek naar de bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek (I3H). Voor Hengelo is het van belang hierbij te borgen: de verbinding met en doorstroming op de A1 en een goede aansluiting via de Laan Hart van Zuid (stadsas) op de A35 en verbetering van stadsas Enschedesestraat met onder andere een duurzame oplossing voor het kruispunt Kuipersdijk/Enschedesestraat, en de aanleg van de fietssnelweg F35. Verplaatsing van de aansluiting Hengelo-Noord past daarbij niet. De voorgenomen verbeteringen in de A1-zone en de problematiek van het goederenspoor hebben ook een internationale dimensie. De stedendriehoek MONT is een lobby gestart om de A1/A30 erkend te krijgen als een onderdeel van het kernnetwerk (TENT-programma). Ook de bereikbaarheid per water biedt kansen voor Hengelo: de trimodale ontsluiting van de Kanaalzone op Twentekanaal is van bovenregionale betekenis. Acties en maatregelen, die bijdragen aan deze veranderbeweging zijn: doortrekken Laan Hart van Zuid verdere ontwikkeling van het Centraal Station van Twente tot centraal hoogwaardig openbaar vervoersknooppunt van Twente (met HOV, P&R-garage, fietsvoorzieningen) − verbetering stadsassen (met o.a. Enschedesestraat, aansluiting A35) verbetering van de vaarwegcapaciteit en uitbreiding van de havenfaciliteiten − aanleg verbindingsweg FBK – Veldwijk Noord − aanleg gedeelte Fietssnelweg, F35
Programmalijn 3: Versterken van woon/leefmilieu door realisatie van gedifferentieerd woningaanbod en een hoogwaardig voorzieningenaanbod. Mensen die hier werken, moeten hier kunnen en willen wonen. Werknemers, die door de innovatieve bedrijven worden aangetrokken, vinden passende huisvesting in Hengelo. Een gedifferentieerd woningaanbod gecombineerd met hoogwaardige voorzieningenaanbod moet hiervoor zorgen. Naast aandacht voor de fysieke aspecten, neemt de sociaal-maatschappelijke agenda hier een prominente plaats in. Gebouwen faciliteren het sociale programma. Belangrijke dwarsverbanden in deze lijn zijn er dan ook met de programma’s 2 en 3 en beide facetprogramma’s. De nieuwe woonvisie geeft kaders om te komen tot gedifferentieerde woonaanbod, de woningbouwregie stuurt hierop. De woningbouwregie gaan we versterken; het moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de woningmarkt binnen Hengelo op orde blijft en dat aanbod en vraag dichterbij elkaar komen door prioritaire gebieden aan te wijzen. Samen met Welbions willen we aansprekende resultaten neerzetten in onze stad. We actualiseren het convenant gemeente – Welbions en maken nieuwe prestatieafspraken. In overleg met Welbions en andere partners gaan we na hoe het aanbod beter afgestemd kan worden op de vraag. Is temporiseren een mogelijkheid of is huur een oplossing voor koopwoningen? Welke verleidingsstrategie is kansrijk? Welke creatieve instrumenten zijn er om de woningbouwmarkt te stimuleren? Inzicht in verhuisstromen moet aanknopingspunten hiervoor geven, als ook naar onze woonmarkt in verhouding tot buurgemeenten. 68
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Een groot deel van onze woningbouwontwikkeling zit in het zuidelijk stadsdeel met de herstructurering Berflo Es, het Brouwerijterrein en de woningbouwopgave in Hart van Zuid. Programmering en samenhang binnen dit gebied is essentieel, als ook met de rest van Hengelo. Hier gaan we samen met onze partners op sturen en we maken deze samenhang meer zichtbaar en beleefbaar. Daarbij geeft het college prioriteit aan de realisatie van vervangende nieuwbouw op al braakliggende terreinen. Het afmaken van de herstructurering in de Berflo Es is een speerpunt in de komende jaren. Dit betekent niet dat woningbouwprojecten in andere delen van Hengelo op slot worden gezet, wel dat stimuleringsmaatregelen zich concentreren op Zuid. Evaluatie van de aanpak in Berflo Es moet leerelementen geven voor nieuwe herstructureringsprojecten. Innovatie, als centraal thema in Hart van Zuid als onderdeel van de Innovatiedriehoek, zien we juist ook hier terug, door bijvoorbeeld initiatieven vanuit het project Pioneering, energielabel en innovatieve woningbouwconcepten, zoals het concept CPO. Dit laatste is een onderwerp dat kan dienen als project voor burgerparticipatie, evenals het project Watertorenpark.
Mensen kunnen in Hengelo hun wooncarrière doorlopen, sociale stijging wordt daarmee mogelijk. Naast de woning zelf is van belang de kwaliteit van de woonomgeving, de beschikbaarheid en bereikbaarheid van voorzieningen, de sociale en fysieke infrastructuur. Burgers van Hengelo moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in de eigen omgeving, kunnen deelnemen aan activiteiten, zorg kunnen ontvangen en elkaar kunnen ontmoeten. Berflo Es is hiervoor een voorbeeldwijk. De herstructurering wordt hierbij ingezet als hulpmiddel voor het vergroten van de sociale kwaliteit, leefbaarheid en duurzaamheid. MFA, Brede school, buurtwinkelcentrum, woonzorgzone, verdere uitrol Warmtenet en het Watertorenpark zijn projecten die de vitaliteit stimuleren. Onderwerpen, met een nauwe relatie met de programma’s 2 en 3 en de facetprogramma’s. Onderhavig programma stuurt met name op de fysieke weerslag ervan, maar is daarbij afhankelijk van de (sociale en duurzame) invulling. De juiste timing is hierbij van belang. Om MFA – Brede school te kunnen laten slagen, moeten er voldoende leerlingen, daarmee bewoners in de directe omgeving zijn. We blijven inzetten op het betrekken van de bewoners bij de herstructurering en blijven met het preventieprogramma sturen op sociale stijging binnen de wijk. Een ruim en gevarieerd aanbod aan activiteiten in de buurt stimuleert de brede talentontwikkeling van kinderen. De samenwerking tussen FC Twente en het onderwijs kan een extra impuls geven aan de gewenste sociale stijging in deze wijk. De ervaringen in de Berflo Es om deze wijk vitaal en daarmee toekomstbestendig te maken, moeten worden uitgerold over de andere wijken.
Acties en maatregelen, die bijdragen aan deze veranderbeweging zijn: -
met woningbouwregie sturen op gedifferentieerd woningaanbod opstellen uitvoeringsplan woonvisie (incl. onderzoek verhuisstromen, verleidingsstrategie) actualiseren convenant gemeente - Welbions acties die de samenhang woningbouwopgave Zuid, onderling en met Hengelo meer zichtbaar en beleefbaar maken evaluatie aanpak Berflo Es start realisatie MFA - Brede school in Veldwijk Noord start realisatie buurtwinkelcentrum Veldwijk Noord start realisatie woonzorgzone Veldwijk Noord voortzetting en afronding herstructurering Berflo Es Zuid en Veldwijk Zuid voortzetting herstructurering Veldwijk Noord start realisatie van Watertorenpark Veldwijk Noord
Programmalijn 4: Verbeteren van de ruimtelijke en functionele kwaliteit. Mensen die hier wonen en werken moeten daar trots op zijn. Hengelo moet mooi en aantrekkelijk zijn en wil dat ook. We sturen op kansen om de ruimtelijke en functionele kwaliteit te verbeteren.
69
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Onze stadsvisie, het Masterplan Hart van Zuid, Berflo Es en andere beleidsnota’s geven een duidelijke visie op de ruimtelijke kwaliteit. Daarmee gaan we aan de slag. We gaan de onderlinge samenhang van maatregelen op dit gebied meer zichtbaar maken en beleefbaar maken. Hulpmiddel hierbij is een concreet marketingplan. Goede verbindingen tussen panden met bijzondere architectuur, gebieden ‘met gevoel’ zoals Creatieve Fabriek, Hart van Zuid, en tuindorp ‘t Lansink, bieden kansen voor het beleefbaar maken van ruimtelijke kwaliteit. Ook de cultuurelips biedt goede kansen hiervoor. Deze kansen brengen we in beeld.
Hengelo kent veel goede voorbeelden van bijzondere architectuur en stedenbouw, zoals het ROC, de brandweerkazerne, het Metropool, ’t Heim en het Tuindorp ‘t Lansink. Ook de grote herstructureringsprojecten Hart van Zuid, Berflo Es verbeteren de ruimtelijke kwaliteit enorm. Desondanks heeft Hengelo (te) weinig uitstraling als het gaat om stedenbouw en architectuur. Er liggen kansen om op allerlei plekken de ruimtelijke kwaliteit gericht te versterken en plekken van ‘verrommeling’ aan te pakken en daarmee de uitstraling te verbeteren. Braakliggende woningbouwlocaties in de Berflo Es worden ingevuld door te sturen op realisatie van vervangende nieuwbouw op deze terreinen. Bij nieuwbouw zoeken we ruimte voor bijzondere architectuur en innovatieve bouw. Mooi voorbeeld hiervan is de nieuwbouw Siemens. We gaan door met hergebruik van industrieel erfgoed, door onder andere hergebruik van het Hijsch-gebouw. Bij het realiseren van nieuwe wegen liggen er kansen om de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte eromheen aan te pakken. Daarbij kunnen innovatieve groenconcepten worden toegepast. Voor de kwaliteitsbeleving in de wijk is het Watertorenpark een belangrijk voorbeeldproject; een groene ontmoetingsplek in de wijk, van en door bewoners. We gaan een start met de uitvoering hiervan maken.
Een nauwe relatie is hierbij met het facetprogramma duurzaamheid. Deze relatie is ook zichtbaar in de ruimtelijke kwaliteit in de stadsranden, waarbij het facetprogramma duurzaamheid sturend is met het groenplan. Een belangrijk speerpunt hieruit is de openbare ruimte tussengebied Hengelo – Enschede. Deze gaan we duurzaam inrichten. Dit gebied ligt centraal in de Innovatiedriehoek en is van groot belang voor de groen blauwe kwaliteiten in dit economisch centrum, en ook voor sporten leisurevoorzieningen. Vanuit Veldwijk-Zuid met het FBK-sportgebied wordt via de overgangsstrook en de Ecozone Kristalbad de verbinding gelegd met de sportvoorzieningen van de universiteit, voetbalstadion en IJsbaan Twente. Door verbetering van de kwaliteit in dit gebied wordt voorkomen dat de Hengelo en Eschede aan elkaar groeien en het zorgt voor een goede overgang van stedelijk gebied naar de stadsrand met Kristalbad. Dat draagt bij aan een aantrekkelijke woonomgeving. Actiepunten hierbij zijn de afronding van de inrichting van de ecozone/Kristalbad en de verbetering van entree en openbare gebied rondom FBK-stadion.
Belangrijke katalysator voor de binnenstad is het project Lange Wemen. Deze herontwikkeling stimuleert naast de ruimtelijke kwaliteit onder andere de woonfunctie in de binnenstad, de modernisering van het winkelcentrum Thiemsbrug, versterkt de ontmoetingsfunctie met een nieuw stadskantoor en een horecaplein. Dit plein vormt samen met het Marktplein en het Stationsplein/Industrieplein de parels van Hengelo, dé ontmoetingsplekken. We gaan via programma 4 de verdere ontwikkeling en verbinding van deze ‘parels’ stimuleren.
Acties en maatregelen, die bijdragen aan deze veranderbeweging zijn: − Inrichting openbare ruimte rondom FBK-gebied als onderdeel van de verbindingszone met Enschede − Met de aanpak van de verkeersproblematiek Kuipersdijk-Enschedesestraat de ruimtelijke kwaliteit opwaarderen - Met de realisatie van Laan Hart van Zuid de ruimtelijke kwaliteit verbeteren - Voortzetten van hergebruik industrieel erfgoed, door o.a. hergebruik Hijschgebouw - Start inrichting Watertorenpark - Opstellen marketingplan
70
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.5.4. Relaties
5.2.5.4.1. Relatie met andere programma’s Het programma Toekomstbestendige stad heeft een bijzondere verhouding met alle andere programma’s. Dit programma is ‘dienstbaar’ aan de andere omdat het ruimte en kwaliteit wil bieden voor de vele functies in de stad. Transformatie en innovatie kunnen zo hand in hand gaan. Er is ook een overlap bij een aantal genoemde acties en maatregelen. Daarvan ligt de actie niet primair bij dit programma, maar bij één van de andere programma’s. Bij die acties en maatregelen willen we wel invloed uit oefenen om samen dezelfde kant op te blijven sturen. Hierover wordt er tussen de programma’s onderling afstemming georganiseerd.
Vooral raakvlakken zijn zichtbaar met de nieuwe programma’s 1 ‘Werk verbindt’ en 3 ‘Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid’ en 4 ‘een aantrekkelijke binnenstad’ maar er zijn ook duidelijke relaties met de andere programma’s. • • • • • •
Programma 1: TSE, aansluiting beroepsonderwijs met bedrijven, Innovatiedriehoek Programma 2: Multifunctionele accommodatie (MFA), woonzorgzone Programma 3: ontmoeten in Berflo Es met MFA, Brede School, Watertorenpark, culturele voorzieningen Programma 4: verbinding parels, Lange Wemen, bereikbaarheid en ontmoeting rondom CST Programma duurzaamheid; duurzame stad/economie, herstructurering, hergebruik industrieel erfgoed, duurzame bedrijventerreinen, tussengebied Hengelo – Enschede, Innovatiedriehoek. Programma burgerparticipatie: participatie in Berflo Es, Hart van Zuid.
5.2.5.4.2. Relatie met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 5.1.2.4. Dit programma kan worden gezien als ‘opvolger’ van programmalijn 9 ‘Stad in ontwikkeling’ van de vorige opzet van de beleidsbegroting. Belangrijk verschil is dat dit programma integraal van opzet is en stuurt op de interne en externe samenwerking. Er is een nauwe relatie met de hoofdfunctie 8 ‘Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting’. Maar ook met andere hoofdfuncties, zoals 3 ‘Economische zaken’ , 4 ‘Onderwijs’ en 5 ‘Volkshuisvesting’, is er nauwe verwantschap.
5.2.5.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen Aan dit programma zijn de volgende zoekrichtingen verbonden: • • • • • •
bedrijventerreinen (7) maatschappelijk vastgoed (14a, 14b) stedelijke ontwikkeling (22a) fasering projecten (22b) duurzaamheid (26) kaveluitgifte (42)
71
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.5.4.4. Partnerrelaties Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-) private partijen plaats. Een goede relatie met deze partijen is dan ook van groot belang. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur alleen faciliterend. Het college zet in op burgerparticipatie, partnerschap met daarbij duidelijke afspraken. Daarnaast gaat het college voor daadkracht in de samenwerking met de buurgemeenten, Netwerkstadpartners, Regio Twente en de provincie. Overzicht partners: • Participatiemaatschappij Hart van Zuid • Van Wijnen • Welbions • Stork • Prorail • NS Poort • Connexxion • MAB • Stichting WTC • WTC Businessclub • ROC • Stodt • Smeot • IPC • TSE • Metropool • Heim • Crea • Bedrijven • Partijen BS/MFA • ROZ • KvK • Provincie Overijssel • Waterschap Regge en Dinkel • Regio Twente • Netwerkstad • Programma Innovatiedriehoek
5.2.5.5. Monitoring Bij het monitoren van programma’s kunnen indicatoren een goed hulpmiddel zijn. Maar hoe meet je of het doel – toekomstbestendige stad – dichterbij is gekomen en mogelijk bereikt is als dat al kan? Is het toekomstbestendig maken van de stad niet een permanent opgave? Indicatoren hiervoor zijn (nog) niet aanwezig; de oude beleidslijn 9 ‘Grote Projecten’ kende er geen. Daarom is het voorstel om de voortgang van het programma te monitoren aan de hand van de concrete resultaten binnen het programma; wat is er gerealiseerd cq. wat is er gedaan? Dit kan zijn de stand van zaken van de fysieke projecten of de voortgang in de samenwerking tussen partijen. Rapportage hierover is vooral ook daarom interessant omdat het binnen dit programma vooral gaat om katalysatoren, die stimulerend werken voor de toekomst.
72
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Facetagenda
5.2.6: 5.2.6.1.
Duurzaamheid Globale doelomschrijving van de facetagenda
Deze agenda concentreert zich op het creëren van een duurzame en toekomstbestendige stad, die aansluit op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien of hun eigen welbevinden in gevaar te brengen. Ook lokale overheden, bedrijven en burgers hebben in het bereiken van een duurzame samenleving een belangrijke rol. De invulling van deze agenda moet leiden tot een essentiële veranderbeweging voor de komende jaren, waarbij het onze gezamenlijke opgave is te zoeken naar maatregelen die ervoor zorgen dat het systeem van de stad vitaal (profit) blijft en nadelige gevolgen voor het grote systeem van lucht, water en grond(stoffen) (planet) worden beperkt. Het document Hengelo 2030 “Ruimte voor nieuw elan” is al gericht op een toekomstbestendig Hengelo. Wat betekent een toekomstbestendige stad in relatie tot duurzaamheid? Geredeneerd vanuit het uitgangspunt dat een duurzame en toekomstbestendige stad a. het vermogen heeft om ook toekomstige generaties in hun eigen behoeften te laten voorzien, b. een leefomgeving biedt die het welbevinden van de toekomstige generaties borgt. Om dit te bereiken is het essentieel dat de samenleving eigen initiatief en verantwoordelijkheid neemt. Naast onze eigen verantwoordelijkheid worden wij als overheid steeds meer een partij die stimuleert en faciliteert. De uitdaging zit in het leggen van verbindingen. En als we dit op een slimme manier doen, zijn er geen grenzen, maar biedt een duurzame leefstijl met mogelijkheden tot groei en ontwikkeling. We moeten durven om op lange termijn te denken. Ook als dat betekent investeren op de korte termijn. Wat doen we om dit te bereiken? Leren & inspireren
Investeren in kennis en inspiratie om zo een bijdrage te leveren aan een gedragsverandering van alle inwoners van Hengelo, bedrijven en de medewerkers in de eigen organisatie. Daarbij hoort ook de voorbeeldfunctie van de gemeente.
Verleiden & stimuleren
Mensen verleiden en stimuleren om duurzamer te zijn door successen zichtbaar te maken, ook op economisch vlak en door te belonen.
Communiceren & faciliteren
We gaan in gesprek met onze partners over duurzaamheid. Daarvoor willen wij bestaande netwerken gebruiken en uitbouwen, en nieuwe netwerken creëren als dat nodig is, ook via sociale media.
Bovenstaande strategie laten zich moeilijk monitoren, maar heeft indirect effect op de onderstaande agenda.
5.2.6.2. Context en achtergrond. 5.2.6.2.1. Noodzaak voor agenda regie Waarom een facetagenda voor duurzaamheid? De oppervlakte van de aarde is eindig, grondstoffen raken op, en de opnamecapaciteit van de atmosfeer en onze natuurlijke omgeving kent haar grenzen. Zo raken voorraden van grondstoffen raken uitgeput, lijkt energie een eindig product en verandert het klimaat als gevolg van vervuiling. Dat heeft uiteindelijk ook invloed op de kwaliteit van de Hengelose leefomgeving, bijvoorbeeld door verlies van extremere weersomstandigheden, biodiversiteit, lucht- en bodemkwaliteit. Het behoud van onze aarde is daarom een universele verantwoordelijkheid. 73
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.6.2.2 context: wat speelt er op dit moment? Wereldleiders hebben verschillende afspraken met elkaar gemaakt over duurzaamheid, verwoord in documenten als Millennium Declaration, Earth Charter, Our Common Future, Kyotoprotocol, het klimaatakkoord Kopenhagen, etc. Bij het maken van de mondiale klimaatdoelstellingen in Kyoto en Kopenhagen was het uitgangspunt dan ook dat de mondiale uitstoot van CO2 in 2100 wereldwijd 50-75% lager moet liggen dan in 1990. Om dit te bereiken moeten rond 2050 de mondiale emissies reeds 15-20% lager liggen dan in 1990 en dat geplaatst naast de grote opkomende economieën, vraagt om grote inzet in alle delen van de wereld en op alle niveaus. Dat staat in schril contrast met cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat we in 2010 voor een record aan energie hebben verbruikt in Nederland. Er is een andere urgentie en veel energie, inzet en geld nodig als we echt verschil willen maken. Ook lokale overheden, bedrijven en burgers hebben in het bereiken van een duurzame, klimaat- en toekomstbestendige samenleving een belangrijke rol. Een essentiële veranderbeweging vraagt om een nieuwe visie op duurzaamheid. Een nieuwe manier van denken die uitgaat van kansen en mogelijkheden. Maar ook een nieuwe manier van organiseren en uitvoeren. De samenleving neemt steeds meer eigen initiatief en wil steeds meer verantwoordelijkheid, zelfbestuur, flexibiliteit en keuzevrijheid. Hiermee verandert ook de rol van de lokale overheid. We kunnen niet langer beleid aan burgers opleggen, Maar we moeten juist samen, in dialoog met de maatschappij, een gezamenlijke agenda opstellen. In het voorjaar van 2011 is de concept duurzaamheidsagenda “Hengelo verleiden tot duurzaamheid”opgesteld als basis voor de dialoog met de samenleving. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat deze duurzaamheidsagenda op basis van actuele kansen, mogelijkheden en initiatieven continue kan worden aangevuld en ruimte biedt voor fundamentele innovatie. In het
coalitieakkoord is daarom in ieder geval ingezet op: Klimaatvriendelijke nieuwbouw en verduurzaming van de bestaande gebouwde omgeving, Klimaatbestendige inrichting van de openbare ruimte en duurzaam ruimtegebruik, Een brede dialoog over duurzaamheid in Hengelo, Vergroting van bewustzijn, kennis en vaardigheden die bij een duurzame economie horen (maatschappelijk verantwoord ondernemen), Reductie van CO2 uitstoot in Hengelo en vergroting van het gebruik van duurzame energie.
5.2.6.3. Programmalijnen De korte termijn strategie, de agenda voor de periode 2011 – 2014 is gericht op concrete projecten en gebaseerd op afspraken in onze organisatie en met partners in de stad, burgers en bedrijven. Wat doen we om dit te bereiken? Projecten uitvoeren en afspraken maken in het licht van de het globale doel: Programmalijn
Doel
1.
Voorkomen van schaarste en schade
Reduceren van de uitstoot van schadelijke stoffen, verantwoord omgaan met energie, water, grondstoffen en hulpbronnen
2.
Duurzaam produceren en consumeren
Werken aan een duurzame lokale economie met oog voor ecologische en sociale waarden en verhoudingen
3.
Inzetten op kwaliteit van de leefomgeving
Streven naar gezonde ecosystemen, borgen van de waarden van groen in samenhang met klimaat en water, behouden en bevorderen van biodiversiteit
Projecten per programmalijn De invulling van de korte termijnagenda is dynamisch en wordt bijgesteld naarmate tussenstappen zijn gezet of inzichten voortschrijden. De horizon bestaat uit de geformuleerde doelen voor de lange termijn, de basisagenda. De concrete projecten die op dit moment zijn geformuleerd in de korte termijnagenda zijn te vinden in onderstaand overzicht.
74
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programmalijn 1: Voorkomen van schaarste en schade. Project
Omschrijving
Uitbouw Warmtenet
aanleg deel primair leidingnet tussen AkzoNobel door Hart van Zuid naar Stork/Siemens verdere uitrol warmtenet in Hart van Zuid, Gezondheidspark en andere gebieden verkenning haalbaarheid aansluiting Westermaat en Kanaalzone Zuid. realisering decentrale duurzame energievoorzieningen, waaronder houtketel bij Twentebad WKK in Hart van Zuid en een pyrolyse WKK op een nog nader te bepalen lokatie. verzelfstandiging tot BV onderzoeken van mogelijkheden meer participanten
Van afval naar grondstof Doel van dit project is om zoveel mogelijk gestalte te geven aan gesloten kringlopen, passend bij het gedachtegoed van cradle to cradle. De invoering van Diftar is hierin een belangrijke ontwikkeling. Openbare verlichting
Opstellen en implementeren beleidsplan Openbare Verlichting met duurzame uitgangspunten (o.a. energiebeleid, lichthinderbeleid).
Toekomstbestendigde woningvoorraad corporatie
Veel bestaande woningen zijn van de woningbouwcorporatie Welbions. Ook voor nieuwe (huur)woningvoorraad is Welbions een belangrijke partner. Dit project is gericht op het maken van een gezamenlijk en integraal uitvoeringsprogramma voor een toekomstbestendige woningvoorraad. Daarin zijn opgenomen: afspraken met betrekking tot energiebesparing en toepassing van duurzame energiebronnen in de bestaande voorraad afspraken m.b.t. innovatie in de nieuwbouw afspraken over levensloopbestendig bouwen, renoveren en wonen Deze afspraken houden tevens rekening met de woningbouwafspraken, gemaakt met de provincie over o.a. de verduurzaming van bestaande woningen.
Daarnaast wordt de haalbaarheid voor een bussinescase met verschillende partners verkend die moet leiden tot een versnelling van de verduurzaming van de woningbouwvoorraad. Toekomstbestendigde woningvoorraad Particulier woningbezit
Om de verduurzaming van de particuliere woningvoorraad te stimuleren is ingezet op een subsidieregeling, die de komende jaren zal leiden tot een lager energieverbruik.
Programmalijn 2: Duurzaam produceren en consumeren. Consumeren algemeen Mobiliteit: alternatieve brandstoffen Mobiliteitsplan: verkeersregulatie
75
╗ ║
Naast de traditionele brandstoffen, zijn er ook duurzame alternatieven op de markt. Dit project is gericht op stimulering van daarvan. Verkeersstromen zodanig leiden en reguleren dat de bewegingen efficiënt zijn en het aantal bewegingen afneemt. Deze logistieke opgave zorgen voor optimale afstemming tussen openbare en particuliere verkeersstromen. Daarnaast wordt ingezet op stimulering van gebruik van fiets- en mobiliteitsbeleid
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Energieloket particulieren
Het energieloket (digitaal en fysiek) adviseert, informeert en verstrekt (voor bepaalde maatregelen) subsidie.
Duurzaam produceren Duurzaam bedrijventerrein Twentekanaal
Belangenvereniging Bedrijvenpark Twentekanaal (BIT) gaat samen met de gemeente de mogelijkheden onderzoeken om het bedrijventerrein (fysiek) te verduurzamen. Hierbij komen meerdere thema’s aan bod, zoals openbare verlichting, groenstructuren, mobiliteit etc.
Energiebesparing bij supermarkten
Dit project komt voort uit landelijke afspraken, geregeld via een convenant. Tot 2015 hebben bedrijven tijd om aanpassingen te doen.
Energieloket particulieren
Het energieloket (digitaal en fysiek) adviseert, informeert en verstrekt (voor bepaalde maatregelen) subsidie.
Duurzaamheid bij FBK games
Het FBK wil inzetten op MVO en verduurzaming van de FBK games. Concretisering van doelstellingen Plan van aanpak staan centraal.
MVO
Doel: inspireren, kennisuitwisseling en elkaar aanspreken op doelstellingen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Fairtrade Werkgroep Hengelo
Een initiatief vanuit de samenleving dat aandacht en ondersteuning verdient.
Duurzaam produceren - Eigen organisatie - voorbeeldfunctie Duurzame renovatie Stadhuis
Het stadhuis wordt gerenoveerd. Dit gebeurt in stappen. De renovatie van het dak is afgerond. De zonnecellen die geplaatst worden en de (deel-)bedekking met sedum (= groen dak) combineren onze uitgangspunten op het gebied van duurzaamheid met de eisen die gesteld worden aan een monumentaal pand.
Duurzame nieuwbouw / Lange Wemen
In 2012 starten de (sloop-)werkzaamheden voor Lange Wemen in het centrum van Hengelo. Een nieuw stadhuis, waar alle medewerkers worden gehuisvest, maakt onderdeel uit van dit bouwproject. In het bijbehorende programma van eisen is vastgelegd dat dit pand volgens de C2C-principes gaat worden gebouwd.
Bedrijfsvervoersplan (BVP)
Wil je burgers en bedrijven hierin stimuleren, dan moet je als gemeente in ieder geval het goede voorbeeld geven. Met de maatregelen uit het BVP willen we onze eigen medewerkers stimuleren en faciliteren om minder vaak de auto te pakken voor woon-werk en zakelijk verkeer.
Inkoopbeleid
Als ‘groot-inkoper’ kan de gemeente Hengelo invloed uitoefenen op de markt. In het nieuwe inkoopbeleid zijn de minimale eisen voor Duurzaamheid en Social Return On Investment vastgelegd. D.m.v. (pilot-)projecten willen we een duurzaam inkoopbeleid verstevigen.
Algemeen personeelsbeleid
Zorgen voor een gezonde werkomgeving. Projecten en activiteiten opzetten om werknemers gezond en fit te houden. Inzetten op ‘Het nieuwe werken’.
Duurzame onderwijshuisvesting
76
╗ ║
Realisatie duurzaam gebouwde MFA Berflo Es Concretisering duurzaamheidsdoelstellingen in relatie tot onderhoud, renovatie en nieuwbouw. Project frisse scholen: heeft tot doel om scholen te stimuleren minder energie te verbruiken en het binnenmilieu te verbeteren: isoleren én ventileren
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Programmalijn 3: Kwaliteit van de leefomgeving. Uitvoering Groenplan
Het groenplan vormt de integrale benadering van het groen in relatie tot water, ecologie en duurzaamheid. In het groenplan worden strategische overwegingen gemaakt op basis van visie, initiatieven en inventarisatie van het groen die uitmonden in een meerjarige programmaring. Dit groenplan is eind 2011 gereed. Het groenplan is (en wordt) besproken binnen een groennetwerk; een netwerk van interne en externe spelers die betrokken en verbonden zijn met het thema groen. Het ‘groenplan’ steekt primair in op de onderstaande speerpunten, nader uit te werken in projecten: Inzicht in groenkapitaal & duurzaam groenbeleid Versterking van verbindingen met de omgeving o.a. via de stadsranden inzet van groen-blauwe diensten als belangrijk instrument voor particulieren in het buitengebied. In de Berflo Es wordt het Waterpark gerealiseerd dat samen met het Kristalbad een ecologische verbinding vormt tussen Enschede en het FBK-stadiongebied van Hengelo. Verdere gefaseerde ontwikkeling van het stadspark Weusthagpark. Stimuleren van het toepassen van groen in de eigen tuin en groene daken en – gevels Versterking biodiversiteit
Uitvoering Water- en rioleringsplannen
Voorkomen van wateroverlast Beperking van de milieubelasting, o.a. door afkoppelen van verhard oppervlak (conform GRP), inrichten van stuwgebieden en zichtbaar maken en herinrichten van beken conform het waterplan.
Gezonde omgeving industrieterrein Twentekanaal
Als vervolg op “Last in Zuid” wordt in samenwerking met de provincie een pilot uitgevoerd gericht op verbetering van de omgeving rond het industrieterrein.
Programmalijn 4: Investeren in bewustwording. Leren & inspireren Intern
Intern gaan we de Hengelo Academie inzetten voor inspiratie en kennisverbreding voor medewerkers en politici. Om collega’s te ondersteunen in de verduurzaming van hun eigen werk, willen we binnen de Hengelo Academie de C2C-werkwijze aanbieden.
Leren & inspireren Extern
Verleiden & stimuleren
77
╗ ║
Ook via het Centrum voor Natuur en milieu wordt een basis voor duurzaam handelen, door ervaren, herkennen en leren gelegd. Een belangrijke en opvallend project in dit verband is: Uitvoering WET! (Water Energie Twente) WET! is het programma op het gebied van Natuur en Milieu Educatie dat is opgezet vanuit het samenwerkingsverband van de gemeenten Hengelo, Enschede, Almelo en het Waterschap Regge en Dinkel. Het programma WET! zal in 2011-2012 in deze netwerkstad gemeenten ingezet worden ter bevordering van draagvlak voor gemeentelijk en waterschapsbeleid en het creëren van maatschappelijke bewustwording ten aanzien van energie en water. Organisatie van een (zo mogelijk) jaarlijkse conferentie, samen met onze partners, gericht op het thema duurzaamheid. Diverse subsidies ter beschikking stellen om mensen te verleiden tot duurzame maatregelen, o.a. met betrekking tot
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Communiceren & faciliteren
Samen met onze partners opzetten van brede vormen van communicatie en informatie over duurzaamheid. Daarbij gaan wij signalen en ideeën uit de samenleving ophalen. We willen partijen met elkaar in contact brengen via bestaande of op te zetten netwerken en samenwerkingsverbanden. Waar mogelijk zullen we faciliteren met geld, kennis en capaciteit. Introductie van de Hengelose duurzaamheidsbalans
Scholen voor Duurzaamheid
Scholen voor Duurzaamheid is bedoeld voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en staat voor educatie met een hoge kwaliteit en samenhang tussen vakken. Activerende didactische werkvormen roepen bij de leerlingen grote betrokkenheid op en dagen hen uit tot het leveren van eigen inbreng. Vanuit authentieke bronnen en contacten met echte experts ontstaat bij jongeren een onderzoekende houding ten aanzien van Duurzaamheid.
Bewustwording en duurzame acties Wijkprogramma’s
Pilot Hasseler Es: in deze pilot wordt de haalbaarheid onderzocht van een project duurzaamheid en energiebesparing samen met Welbions, Gemeente, en bewoners (huur en koop). Bewoners maken tevens gebruik van het Energieloket
5.2.6.4. Relaties 5.2.6.4.1. Relatie met andere programma’s De duurzaamheidsagenda heeft raakvlakken door de hele organisatie en door verschillende programma’s en hoofdfuncties heen. De verdere invulling van de duurzaamheidsagenda zal ook in samenwerking met bewoners, organisaties en bedrijven tot stand komen en heeft daardoor nauwe relaties met de facetagenda Participatie. Belangrijke onderwerpen in relatie tot het thema duurzaamheid in andere programma’s zijn: Programma 1: Werk verbindt
Programma 2: Programma 3: ontmoeting en Programma 4: binnenstad
Zorg voor de mens Een nieuwe vorm van betrokkenheid Een aantrekkelijke
Programma 5: Transformatie naar een toekomstbestendige stad met focus op zuid
78
╗ ║
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Duurzame onderwijshuisvesting Social Return on Investment
Sportaccommodaties Openbare ruimte (Duurzaam) terrassenbeleid Kwaliteit openbare ruimte (groen en afval) Energiebesparing detailhandel Toekomstbestendige en duurzame woningvoorraad Duurzame stedenbouw Kwaliteit van de leefomgeving Duurzaam bedrijventerrein Twentekanaal Mobiliteit
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Agenda Burgerparticipatie
Doel participatie binnen duurzaamheid: Signalen en ideeën vanuit de samenleving ophalen rondom duurzaamheid. De gemeente wil partijen met elkaar in contact brengen via bestaande en op te zetten netwerken en samenwerkingsverbanden. Bewoners en bedrijven worden medeverantwoordelijk voor duurzaamheid. w.o. participatietrajecten: 1. Opstellen groenagenda met bewoners: coproductie. Bewoners worden vooraf in het proces betrokken. 2. Pilot duurzaamheid wijkprogramma Hasseler Es 3. Ondersteunen Fairtrade groep: burgerinitiatief vanuit de samenleving. 4. Samen met Belangenvereniging Bedrijvenpark Twentekanaal de mogelijkheden onderzoeken om het bedrijventerrein te verduurzamen.
5.2.6.4.3. Relatie met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 5.1.2.4.
5.2.6.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen De volgende doelstellingen hebben een relatie met de duurzaamheidsagenda: • • • •
Maatschappelijk vastgoed (14a, 14b, voorzover in relatie tot burgerdenktank idee 10 Energiebesparing) Stadsboerderij Schalmeden d.m.v. Participatiebedrijf (10) Kinderboerderij (25) Duurzaamheid (26)
5.2.6.4.4. Partnerrelaties De transitie naar een duurzame en toekomstgerichte stad, vraagt er om breed maatschappelijke draagvlak en evenzo brede inzet. De rol van de gemeente varieert van opdrachtgever tot partner, regisseur of facilitator. De dialoog met de maatschappij is een wezenlijk onderdeel van deze transitie. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat deze duurzaamheidsagenda op basis van actuele kansen, mogelijkheden en initiatieven continue kan worden aangevuld en ruimte biedt voor fundamentele innovatie. Overzicht partners: Welbions Waterschap BIT Pact MVO Wijk en beursorganisaties Scholen Binnenstad IKT/Kvk Regio Twente Provincie Milieuraad Wereldwinkel/ Artikel 1 St Pioneering
79
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.6.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen. Voorlopige opgave van indicatoren Indicatoren facetagenda Duurzaamheid historisch indicator
E/P bron
% nuttige toepassing huishoudelijk afval 2)
P beleid & advies
doc
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2011 BB2012
47%
48%
48%
50%
51%
0,6 0,6
afkoppelen verhard oppervlak (in ha.) idem, cumulatief 1)
P
WGW
historisch historisch BB2012
Aansluitingen op Warmtenet woningen, aantallen
p
WN
Aansluitingen op Warmtenet overige in m2
p
WN
1) 2)
5,8 6,4
3,8 17,8
3,6 21,4
4,0 25,4
historisch BB2012
0
92
269
historisch BB2012
54000
56000
56000
2011
streefwaarden 2012 2013
2014
2015
54% 57%
60%
51% 51%
52% 53%
53% 55%
52,5
60,0
60,0
283
347
755
1097
1515
95000 103000
129000
148000
83000
GRP 2009-2013 Lap2
80
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Facetagenda
5.2.7:
Participatie
5.2.7.1. Globale doelomschrijving van de facetagenda Het vergroten van de mogelijkheden van burgers, bedrijven en organisaties om deel te nemen aan het realiseren van publieke opgaven en door middel van samenwerking tot ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van beleid te komen. Via participatie willen we samen met de inwoners zorgen voor een prettige en leefbare stad. Participatie is hier een middel voor en versterking hiervan kan verschillende doelen dienen: 1) Verhogen kwaliteit beleid: het beleid is gericht op vraagverkenning, waardoor een beter passend productaanbod ontstaat. Door samenwerking ontstaat een completer beleid: burgers9 hebben vaak meer praktische kennis van de problematiek en kunnen oplossingen aandragen die mogelijk niet zijn overwogen. 2) Ruimte geven aan en gebruikmaken en versterken van de eigen kracht van burgers. 3) Verbeteren van de relatie tussen burgers en bestuur. 4) Afhankelijk van de mate en methode van participatie kan participatie bijdragen aan het gevoel van eigenaarschap. Bij een gedeeld gevoel bij eigenaarschap door burgers kan dit leiden tot een vermindering van hindermacht en tot meer betrokkenheid en draagvlak. In dit geval kunnen publieke opgaven slagvaardiger en efficiënter worden gerealiseerd. 5) Bevorderen van het gevoel van het democratisch gehalte van de besluitvorming. Burgerparticipatie kan ertoe leiden dat burgers meer bevoegdheden krijgen en zich meer verantwoordelijk voelen voor publieke opgaven. In dit geval is burgerparticipatie een democratisch element in een lokale samenleving. Hengelo neemt zich voor beter met haar inwoners te communiceren en meer mogelijkheden voor participatie te bieden in ontwikkelingen in de stad. Daarbij heeft een opgavegerichte aanpak de voorkeur. Op wijk- en buurtniveau moeten ontwikkelingen worden afgestemd op de wensen en noden van bewoners, zodat alle groepen maximale mogelijkheden hebben om sociaal en economisch actief te participeren in de buurt. Belangrijk daarbij is om rekening te houden met de mondiger geworden burger: vooral op wijk en buurtniveau moet er nog veel meer werk van gemaakt worden om al in een vroeg stadium bewoners te betrekken bij het maken van plannen. Daarmee kan in een wijk een buurtidentiteit ontstaan waardoor bewoners zich thuis voelen.
5.2.7.2. Context en achtergrond 5.2.7.2.1 Noodzaak van programmasturing Er wordt ingezet op het verankeren en versterken van de kwaliteit van burgerparticipatie binnen de gemeente Hengelo: een gedragsverandering bij alle gemeentelijke medewerkers en bij alle inwoners, door te investeren in verbinding, bewustwording, kennis en motivatie bij alle partijen. Omdat participatie gaat over processen en relaties, heeft het de status gekregen van een facetagenda. Participatie gaat over alle programma’s heen. Binnen de gemeentelijke organisatie komt de burger centraal te staan. Er wordt meer gekeken naar de bijdrage van de gemeente aan het algemeen belang en de solidariteit. Er wordt ingezet op de eigen kracht van bewoners. De ambitie is om de verantwoordelijkheid echt uit handen te geven en de burgers deelgenoot te maken van overheidsdoelen via interactieve beleidsvorming. Het geven van ruimte aan het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners en instellingen wordt gestimuleerd. We omarmen proactieve burgerparticipatie. De gemeente krijgt hierbij steeds meer een faciliterende, stimulerende en kaderstellende rol en werkt toe naar meer partnerschap. Dit vraagt om een cultuuromslag: er zijn andere samenwerkingsverbanden nodig, flexibele processen en meer vertrouwen in de kennis en ervaring van bewoners. Meer denken in mogelijkheden in plaats van belemmeringen. Zorgen voor een betere samenhang en afstemming op de uitvoering, o.a. door de samenwerking van professionals en vrijwilligers te stimuleren en 9
Waar burgers staat, worden ook bedrijven en andere (maatschappelijke) organisaties bedoeld. 81
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
door samenhang te creëren bij projecten en begeleiding. Invloed en beslissingsmacht (terug)geven aan burgers en instellingen. Per geval wordt bekeken of en op welk niveau participatie effectief is om de nagestreefde doelen te realiseren. Er moet meer maatwerk en focus zijn binnen participatie: trajecten afstemmen op de bewoners en de doelen en van tevoren de kaders en randvoorwaarden bepalen. Participatie is namelijk geen doel op zich. Wanneer niet aan de basiscondities wordt voldaan, is er een grote kans dat de resultaten van participatie tegenvallen. Bevindingen zijn bijvoorbeeld niet bruikbaar of betrokkenen zijn ontevreden over het proces of de inhoud. Met alle gevolgen van dien. Participatie gaat immers ook om het opbouwen van een duurzame, lange termijn, relatie. Daarom geldt: Beter geen/beperkte participatie dan slechte participatie! Vooraf moet gekeken worden naar praktische beperkingen van participatietrajecten. Daarnaast wordt er een andere rol van de politiek gevraagd. De meningen en initiatieven van bewoners moeten weloverwogen worden meegenomen binnen de politieke discussies en besluitvorming. De raad en het college accepteren dat burgers met eigen, soms verassende en onorthodoxe oplossingen komen. Bij interactieve beleidsvorming worden bewoners vooraf in het proces betrokken: beleid wordt niet van tevoren dichtgetimmerd. De zelfregulering en zelforganisatie van bewoners wordt gestimuleerd. Daarnaast wordt ingezet op probleem gestuurd werken: ambtenaren werken aan zaken die burgers belangrijk vinden. Het algemeen belang wordt steeds minder gedefinieerd in ‘wittenboordenlogica’. Er wordt meer gebruik gemaakt van nieuwe (digitale) communicatievormen om grotere en verschillende groepen bewoners te laten participeren; niet alleen de geijkte bedrijven en bewoners die nu al betrokken zijn, maar ook gemiste groepen zoals jongeren, allochtonen, kleine ondernemers enz. Dit vraagt om een andere en gerichte communicatiestrategie die toegespitst wordt op de verschillende doelgroepen. Van de bewoners wordt ook een andere rol gevraagd: zij moeten zich medeverantwoordelijk gaan voelen voor hun omgeving, meer verantwoordelijkheid dragen en meer samenwerken. In theorie kan en wil iedere burger participeren, maar in de praktijk zal maar een (beperkt) deel dit doen. Er zijn ook verschillende type burgers waarmee men rekening moet houden: de ene burger is meer zelfstandig dan de ander. Sommige burgers zijn in sterkere mate afhankelijk van de overheid. Kortom: Het streven van de facetagenda participatie is over een aantal jaar (burger)participatie als een natuurlijke houding te krijgen bij ambtenaren, de gemeenteraad, het college van B&W en bij burgers. Bij een participatietraject weten alle partijen hoe ze ermee om moeten gaan: burgers weten waar ze moeten zijn en hoe een traject gestart kan worden. De gemeenteraad en het college van B&W zijn in hun rol gegroeid en het ambtelijk apparaat weet hoe zij hun rol als facilitator, kadersteller en/of stimulator kunnen invullen.
5.2.7.2.2. Context: wat speelt er op dit moment? Binnen de gemeente Hengelo gebeurt er al veel op het gebied van participatie. Van alle gemeenten die meededen op het gebied van buurtbonnen, werden de meeste ideeën van het hele land ingediend bij de gemeente Hengelo. Samen met bewoners zijn er speelplekken ontwikkeld en is er een burgervisie op de binnenstad gemaakt. Er zijn veel actieve wijkschouwers, klankbordgroepen, wijkraden en mantelzorgers. Hengelo is een heel leefbare stad waar de bewoners veel initiatiefkracht en talenten bezitten waarvan gebruik kan worden gemaakt. Participatie vraagt steeds om aanpassing door de veranderende samenleving. Bovenstaande voorbeelden geven inspiratie voor de richting die we als gemeente op willen gaan met participatie: meer loslaten en lef tonen. De komende tijd hebben gemeenten bijvoorbeeld te maken met verschillende ontwikkelingen en uitdagingen. Inkomensstromen gaan substantieel dalen en de financiële risico’s van de gemeente gaan stijgen. De gemeente heeft te maken met het opvangen van de terugslag als gevolg van de financiële crisis, de effecten van de vergrijzing, de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat en het versterken van de sociaaleconomische positie van de steden. Gemeenten moeten meer doen met minder geld en minder mensen. Daarnaast is de relatie russen de overheid en de burger aan het veranderen. Burgers zijn meer individualistisch geworden en het media aanbod is enorm toegenomen. De samenleving bepaalt steeds meer haar eigen agenda; men wil af van een betuttelende overheid en zelf meer meedenken en bepalen.
82
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Kortom: de ontwikkelingen rondom participatie vragen om innovatie en een andere rol van de gemeente. Er is meer nodig dan alleen forse bezuinigingen om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen. Daarnaast zal de gemeente zich moet herbezinnen op haar relatie met burgers en partners in de stad: interactie, participatie en meer beïnvloedingsruimte voor burgers en partners zijn daarbij sleutelwoorden. We gaan meer toe naar een participatiesamenleving waarin inwoners worden betrokken bij maatschappelijke problemen en opgaven. We kunnen niet langer beleid aan burgers opleggen, maar we moeten juist samen, in dialoog met de maatschappij, een gezamenlijke agenda opstellen en uitvoeren. De gemeente moet steeds meer toe naar een proactieve vorm van participatie in plaats van de huidige reactieve vorm, waarbij de gemeente initieert en bewoners vraagt om een reactie. Deze nieuwere zogenaamde derde generatie participatie kenmerkt zich door initiatieven vanuit bewoners zelf om bij te dragen aan maatschappelijke vraagstukken. De gemeente wordt meer ondersteunend en faciliterend. Verschillende soorten participatie Binnen gemeenten worden verschillende vormen en termen rondom participatie nog regelmatig door elkaar gebruikt. Bij participatie kan bijvoorbeeld gedacht worden aan maatschappelijke participatie: participatie in de meeste brede term. Maatschappelijke participatie is de invulling van actief burgerschap: de verscheidenheid aan manieren om maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid op zich te nemen met de bedoeling actief bij te dragen aan de democratische uitbouw van de samenleving. Deze participatie wordt vaak onderverdeeld in economische participatie, politieke participatie en sociaal-culturele participatie. Het gaat veelal om de zelfredzaamheid en de eigen kracht van de burger: in welke mate neemt hij bijvoorbeeld deel aan de arbeidsmarkt, vrijwilligerswerk of politiek? Deze vormen van participatie worden echter in de programma’s 1,2 en 3 behandeld. Binnen de facetagenda participatie gaat het daarentegen om processen: welke mogelijkheden geeft de gemeente om mee te doen aan publieke opgaven? Hieronder volgt kort een overzicht om de kaders te verhelderen. 1.
2.
3.
Inspraak o Inspraak is het proces waarbij individuele burgers of groepen uit de bevolking hun mening kenbaar maken omtrent voorgenomen of voorgesteld beleid, langs de weg van door de overheid geregelde procedures. Het beleid is dus al geformuleerd en de kaders zijn gesteld. Bewoners kunnen hun mening geven binnen deze kaders over het voorgenomen beleid, maar het bestuursorgaan kan na overweging deze mening naast zich neerleggen. Burgers zijn geen samenwerkingspartners van de gemeente. Informeren en raadplegen, de eerste twee treden van de participatieladder (zie tabel hieronder), komen overeen met inspraak als participatiesoort. Deze vorm van participatie is de oudste vorm. Participatie o Participatie betekent actieve deelname en gaat over deelname aan publieke besluitvorming. Participatie is de opvolger van ‘inspraak’ uit de jaren 70 en 80 en staat in het verlengde hiervan. Participatie kan namelijk plaatsvinden voor de wettelijke inspraak. Bewoners geven samen met gemeente vorm en inhoud aan plannen en/of beleid (ontwikkeling, uitvoering en evaluatie). Het initiatief voor participatie komt vanuit de gemeente. Een manier waarop participatie tot stand kan komen is via interactieve beleidsvorming. Participatie gaat over trede 3, 4 en 5 van de participatieladder (zie tabel hieronder). Burgerparticipatie o Burgerparticipatie is de nieuwste vorm van participatie in de 21e eeuw en heeft betrekking op initiatieven die door burgers, bedrijven of instellingen zelf worden ingediend (en eventueel uitgevoerd). Burgers nemen het initiatief en de verantwoordelijkheid. Er is sprake van gelijkwaardigheid en machtsgelijkheid van alle deelnemende partijen en er is een open dialoog. Bewoners hebben beinvloedingsmogelijkheden en worden in een vroegtijdig stadium betrokken. Voorbeelden binnen de gemeente Hengelo zijn de buurtbonnen en het burgerinitiatief. Burgerparticipatie is de achterkant van de participatieladder. De nadruk ligt op zelfredzaamheid, zelfbestuur en zelforganisatie van burgers. De overheid is hierbij faciliterend, stimulerend en kaderstellend.
Interactieladder
1 2 3
4 83
5
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Relevante beleidskaders. In het coalitieakkoord wordt ingezet op: Verbinding: in de sterke sociale verbanden in de stad, de sociale cohesie en de manier waarop de inwoners van Hengelo samen leven om de (daad)kracht en de kwaliteit van de stad te behouden. Inzet op (volwaardige) deelname aan de maatschappij, met als doel het tegengaan van sociale uitsluiting en vereenzaming. De kracht van bewoners. Meer mee laten adviseren, coproduceren en meebeslissen. Investeren in interactieve beleidsvorming. Bewoners, instellingen en organisaties vooraf betrekken bij het te maken beleid. De keuzes in de uitvoering van het participatiebeleid worden gemaakt vanuit de problematiek van de burger. Inzetten op experimenten met burgerparticipatie. Goede communicatie vooraf, tijdens en na het participatietraject om verwachtingen goed te managen. Het college wil zich laten inspireren door nieuwe (digitale) communicatievormen, zoals burgerpanels, burgerfora, burgervisitatie en burgerjury. Hiermee wil het college specifieke doelgroepen bereiken die normaal niet worden bereikt. Raad eerder betrekken in de besluitvorming. De raad is de vertegenwoordiging van de inwoners in Hengelo. Daarnaast moet de rol van de gemeenteraad in de communicatie met de samenleving versterkt worden. Een actieve invulling van het wijkwethouderschap. Een duurzame stad: hierin voelen alle burgers en bedrijven zicht betrokken bij hun omgeving en vervullen een belangrijke rol in het bereiken van een duurzame samenleving.
5.2.7.3. Programmalijnen De ervaringen die al binnen de gemeente Hengelo zijn opgedaan met participatie zijn zeer bruikbaar voor onze inzet op het gebied van burgerparticipatie de komende jaren. We willen deze aanpak versterkt doorzetten. Binnen de agenda participatie is het streven om participatie zo concreet en helder mogelijk in te vullen. Programmalijn 1: Interne opgave De twee grote programmalijnen onderscheiden zich door een interne opgave rondom participatie binnen de gemeentelijke organisatie zelf, en een externe opgave. De investering in de interne opgave is een belangrijke voorwaarde om externe participatie trajecten goed te laten verlopen. Programmalijn 2: Externe opgave Bij de externe opgave wordt participatie concreet gemaakt bij het maken, evalueren en/of uitvoeren van beleid. Er zijn een aantal aandachtspunten van belang bij het verkennen van mogelijke participatietrajecten: Bestaande bestuurlijke, beleidsmatige, financiële en procedurele kaders Stabiliteit van het politiek/bestuurlijke proces Mogelijkheid om flexibel maatwerk te leveren Realistische planning en begroting Heldere doelen en verwachtingen van alle betrokkenen Houding, competenties en kennis van het uitvoerende team Duidelijke rolverdeling tussen ambtenaren en bestuurders Heldere, betrouwbare en eigentijdse communicatie Hieronder volgt een voorlopige invulling van de programmalijnen. De verdere invulling en verkenning zal in samenspraak gaan met interne en externe partners. Programmalijn 1: Invulling en versterking van burgergericht werken binnen de gemeente. Investeren in bewustwording en kennis. Programmalijn 1
Interne opgave
1. Ontwikkeling
Ontwikkelen van de inhoudelijke kant van participatie. Dit heeft een directe link met onderdeel 2 (leren en inspireren). a) Herijken van alle stukken rondom participatie. De bestaande stukken omvormen tot een praktisch geheel (kort en concreet), waarin kennis en ervaring al lerende worden toegevoegd. Dit moet gaan leven onder alle werknemers, de visie uitdragen en enthousiasmeren. Participatie wordt onderdeel van ieder beleid. Hierin kunnen de volgende dingen worden opgenomen:
84
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
o
Visie: waar willen we heen met participatie? Invullen van voorwaarden, kaders en rollen gemeente. Protocol: Vastleggen participatie werkwijze. Toolkit: Welke (hedendaagse) middelen kunnen we gebruiken? Praktische handleiding.
Investeren in kennis en ervaring van ambtenaren, het college en de gemeenteraad op het gebied van participatie door middel van de volgende acties en/of projecten:
2. Leren
a) Centraliseren kennis: Alle participatietrajecten in kaart brengen. Samen met alle stukken rondom participatie centraliseren op het intranet. Dit kan een hulpmiddel zijn om verbindingen te leggen tussen verschillende trajecten en om van elkaar te leren. b) Burgerparticipatie als vast onderdeel van de cursussen in de Hengelo Academie. Belangrijk is dat het cursusaanbod rondom participatie wel praktijkgericht is. c) Toewerken naar het invullen van een participatie protocol voor de relevante functies. Het protocol is maatwerk; per functie wordt deze door middel van bijvoorbeeld een workshop ingevuld, samen met collega’s. Langs dit protocol moet de ambtenaar dan gaan werken en hierop worden ze in de toekomst beoordeeld. Hiermee wordt participatie minder vrijblijvend en concreter. d) Aantal participatie ambtenaren aanwijzen en/of opleiden. Deze ambtenaren kunnen ondersteunen bij participatietrajecten, meedenken en inspireren. e) Ambtenaren die te maken hebben met participatie, ervaring op laten doen in de praktijk. Meelopen/meewerken met een participatietraject. f) Ontwikkelen indicatoren participatie. Wanneer doen we het goed? Wat is het streven? Dit monitoren en hier op sturen. 3. Houding & gedrag ambtelijke organisatie
Denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen. Investeren in commitment en verbinding in de organisatie: participatie wordt een speerpunt in de uitvoering van beleid en wordt een verbindende factor. Meer klantgericht werken vanuit de burger. a) Meer optreden als 1 gemeente. Collega’s steunen. Duidelijk aanspreekpunt hebben naar buiten. De verantwoordelijke voor een participatietraject moet de ruimte en het commitment vanuit bestuur en organisatie hebben. b) Burgerparticipatie als verplicht onderdeel van projectmelding. Bij ieder project een omgevingsanalyse maken – wat is de omgeving, wie zijn de actoren, welke belangen en factoren spelen mee? Integreren met het protocol participatie. c) Rol gemeente als ambassadeur van participatie gericht werken verder invullen. Hiermee participatiegericht werken stimuleren bij maatschappelijke en professionele partners.
4. Houding & gedrag College en gemeenteraad
85
╗ ║
a) Discussie starten over wat het politieke effect van de versterking van participatie? Welke invloed heeft dit op de rol van de raad en de politieke besluitvorming? Hoe neemt de raad zijn kaderstellende en inspirerende rol op zich? Hoe krijgt de bewoner daadwerkelijk invloed op de politiek? Is het versterken van burgerparticipatie een aanvulling of juist een afbreuk van de representatieve functie van de raad? b) Raad en college meer positioneren in hun rol en laten groeien in deze rol.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Invullen van ambassadeursrol van de gemeente. a) Intern: Voorbeeldgedrag door ambassadeurs binnen de gemeente als inspirators (naast de burgemeester) Participatie meer zichtbaar maken. Bijvoorbeeld door: o Positieve voorbeeldtrajecten in de schijnwerpers zetten en de meerwaarde hiervan laten zien. o Uitleggen welke trajecten niet hebben gewerkt o Blog burgemeester en collegeleden o Participatie kalender b) Extern: Invullen rol van de gemeente als ambassadeur van participatiegericht werken. Hiermee deze manier van werken stimuleren bij maatschappelijke en professionele partners.
5. Inspireren
Programmalijn 2: Het bieden van participatiemogelijkheden voor alle bewoners, bedrijven en organisaties van de gemeente Hengelo door binnen ieder programma tijdens deze collegeperiode tenminste 1 participatietraject te starten op een zo hoog mogelijk trede van de participatieladder.
Programmalijn 2
Externe opgave
Programma 1: werk verbindt
Doel participatie: Een verhoogde participatie in de samenleving via werk. Voorlopige participatietrajecten zijn: 1. Pact MVO is een goed voorbeeld van een burgerinitiatief. Mogelijkheden verkennen voor een bredere inzet en meer stimulatie van het pact MVO. 2. Het betrekken van het lokale bedrijfsleven bij de invoering van de Wet Werken naar Vermogen. 3. ‘Getrapte’ participatie vindt binnen de beleidsvelden van dit programma plaats via bv. de WWB-cliëntenraad (sociale zaken) en ondernemersverenigingen (economische zaken).
Programma 2: Zorg voor de mens
Doel participatie: Invloed en beslissingsmacht teruggeven aan burgers en instellingen. Hiermee ook de eigen kracht van bewoners versterken. Voorlopige participatietrajecten zijn: 1. Het communicatieplan Transities AWBZ en jeugdzorg. 2. Belangenbehartiging in Hengelo, nu en in de toekomst. 3. Daarnaast wordt overlegt en samengewerkt met partners en (vertegenwoordigers van) doelgroepen. De cliëntenraad WMO wordt periodiek bijgepraat over de Transities. De adviesrapportage “belangenbehartiging in Hengelo” gaat in op de vraag hoe verschillende adviesorganen van mensen met een beperking functioneren en hoe hun relatie is met de Wmo-cliëntenraad. Wellicht dat naar aanleiding van dit onderzoek, andere of nieuwe relaties worden gelegd.
Programma 3: Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
Doel participatie: Het behouden van een sterke sociale samenhang binnen de Hengelose samenleving (Hengelo blijven). Hierbij vooral de eigen kracht en verantwoordelijkheid stimuleren en de relatie met de wijken verbeteren. Voorlopige participatietrajecten zijn: 1. Participatie bewoners bij Watertorenpark. Kans voor een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid. Relatie programma 5. 2. Bewoners en partners betrekken bij de wijkprogrammering op sociaal en fysiek vlak. Voorbeeldwijk in Hengelo zoeken.
86
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doel participatie: Naar een levendige binnenstad. Dit kan niet alleen door de gemeente worden ontwikkeld, maar dit moet met samenwerkende partijen zoals ondernemers, gebruikers, bewoners en stakeholders. Voorlopige participatietrajecten zijn:
Programma 4: Een aantrekkelijke binnenstad
1. Invulling skatevoorziening met jongeren in de binnenstad. 2. Terrassenbeleid samen met partners (ondernemers) opstellen. Hierbij duurzaamheid meenemen als onderdeel van het beleid. Zie facetagenda duurzaamheid. 3. Invulling afvalbeheer in de binnenstad samen met partners. 4. Energieverbruik detailhandelvisie verminderen met partners. 5. Lange Wemen: in samenwerking met partners invullen hoe deze ontwikkeling een impuls kan geven aan de binnenstad. Programma 5: Transformatie naar een toekomstbestendige stad met focus op zuid
Doel participatie: Samen met partners werken aan de transformatie naar een toekomstbestendige stad. Bewoners en gebruikers betrekken en invloed geven op hun leefomgeving. Mogelijke participatietraject: 1. Watertorenpark. Participatie bij de invulling van het park en schoolplein. Bewoners bepalen eigen omgeving. Relatie met programma 3. 2. CPO als middel om de keuzevrijheid te bevorderen voor woonconsumenten. I.s.m. partners het concept uitwerken (coproductie) met aansluitend een voorbeeldproject in Zuid (participatie).
Agenda Duurzaamheid
Doel participatie binnen duurzaamheid: Signalen en ideeën vanuit de samenleving ophalen rondom duurzaamheid. De gemeente wil partijen met elkaar in contact brengen via bestaande en op te zetten netwerken en samenwerkingsverbanden. Waar mogelijk faciliteren met geld, kennis en capaciteit. Bewoners en bedrijven worden medeverantwoordelijk voor duurzaamheid. Voorlopige participatietrajecten: 1. Opstellen groenagenda met bewoners: coproductie. Bewoners worden vooraf in het proces betrokken. 2. Ondersteunen Fairtrade groep: burgerinitiatief vanuit de samenleving. 3. Betrekken Belangenvereniging Bedrijvenpark Twentekanaal betrekken om de mogelijkheden te onderzoeken om het bedrijventerrein te verduurzamen.
Overige gebieden: 1. Communicatie
De acties binnen communicatie kunnen binnen de verschillende participatietrajecten worden opgestart, maar kunnen ook op zichzelf staan en los van een traject worden opgestart. a) Numerieke uitbreiding van het internetpanel. Daarnaast de toepassing ervan verbreden door o.a. afspraken te maken over het gebruik en/of status van het panel binnen de (politieke) besluitvorming. b) Inzetten op het betrekken van moeilijk bereikbare doelgroepen. Kan bijvoorbeeld door de actie hieronder. c) Gebruikmaken van nieuwe (digitale) communicatievormen, zoals burgerpanels, burgerfora, burgervisitatie,sociale media en burgerjury. d) Meer inzetten op interactieve communicatie door middel van bijvoorbeeld social media. Niet alleen zenden, maar ook ontvangen en reageren. e) Meer maatwerk binnen communicatie: middelen en boodschap aanpassen aan de doelgroep. Ook inspelen op burgerschapstijlen.
87
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
2. Wijkgericht werken
Wijkgericht werken is een manier van werken om participatie vorm te geven en in te richten. Wijkgericht werken is dicht bij de leefwereld van de bewoners, maakt vraagstukken behapbaar, werkt vanuit de praktijk en zorgt voor meer maatwerk. a) Nieuwe inzet buurtbonnen: bewoners dienen zelf ideeën in en hebben zelf de beslissingsbevoegdheid over welke initiatieven worden uitgevoerd. Buurtbonnen zijn goede voorbeelden van proactieve burgerparticipatie. b) Bereiken van moeilijk bereikbare groepen. Er wordt een traject gestart om jongeren te betrekken bij de buurtbonnen. c) Programma’s maken met en door bewoners. Hierbij ook partners en diverse afdelingen binnen de gemeente betrekken om integrale samenwerking te bevorderen. d) Invulling veranderende rol van bewoners en bewonersorganisaties. Experiment in Slangenbeek: De wijkraad van Slangenbeek krijgt meer de rol van een partner van de gemeente en als vindplaats van ideeën. Dit dient als voorbeeldtraject. e) Bredere invulling van schouwers. Zelf oplossingen laten aandragen voor de problemen die zij constateren. En digitale meldingenkaart gebruiken. f) Invulling van speelvoorzieningen met bewoners. Herinrichten hofjes in Teijertshoek. Hierbij ook kinderen aan actieve rol geven.
5.2.7.4. Relaties 5.2.7.4.1 Raakvlakken met andere programma’s Het programma heeft raakvlakken met alle andere vijf programma’s en de facetagenda duurzaamheid. De invulling van het verdere (definitieve) programmaplan burgerparticipatie zal ook in samenspraak met bewoners tot stand komen. Er wordt geïnvesteerd in verbinding. Het nieuwe programma kan worden gezien als vervolg op het oude programma 8, beleidslijn 1 “De Hengeloër staat centraal” en op programma 2, beleidslijn 3: “Sociale kwaliteit in wijken en wijkwelzijnsvoorzieningen”.
5.2.7.4.2. Samenhang met hoofdfuncties Voor de kruisverbanden met de subfuncties en de overige programma’s wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 5.1.2.4. De agenda participatie raakt de volgende hoofdfuncties en productbladen binnen de beleidsbegroting 2011-2014: Programma 8: Inwoners en bestuur o De Hengeloër staat centraal
5.2.7.4.3. Relatie met zoekrichtingen bezuinigingen De volgende zoekrichtingen zijn o.a. gerelateerd aan dit programma: Wijkgericht werken in Hengelo (11 en 12)
5.2.7.4.4. Partnerrelaties Participatie gaat alle bewoners en gebruikers van de gemeente Hengelo aan. Het college zet in op participatie en partnerschap met duidelijke afspraken. De rol en mate van samenwerking verschilt Betrokken burgers, bedrijven en instellingen Participatieafspraken Co-productieafspraken. 88
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
5.2.7.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen. Voorlopige opgave van indicatoren Indicatoren facetagenda Participatie historisch indicator
E/P bron
Oordeel betrekken burger bij totstandkoming plannen, rapportcijfer
E WSJG
Oordeel interesse gemeente in mening burgers, rapportc ijfer
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2012
5,6
E WSJG
historisch BB2012
6,1
Oordeel voldoende inspraakmogelijkheden plannen, rapportcijfer
E WSJG
historisch BB2012
5,8
Oordeel betrekken burger bij uitvoering plannen, rapportcijfer
E WSJG
historisch BB2012
5,5
Oordeel burgers hebben voldoende invloed op wat gemeente doet, rapportcijfer
E WSJG
historisch BB2012
5,6
2011
streefwaarden 2012 2013 2014
5,7
5,8
6,2
6,3
5,9
6,0
5,6
5,7
5,7
5,8
WSJG: Waarstaatjegemeente.nl
89
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
2015
5.3: Hoofdfuncties
Hoofdfunctie 0 Algemeen bestuur Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Bestuur, Sociaal, Fysiek Kerckhaert, Mulder, Lievers, Bron Beleid en Projecten, Personeel en Financiën, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Informatie en Faciliteiten, Veiligheid en Leefomgeving, Stedelijk Beheer, Wijkzaken, Staf en Griffie.
Missie De gemeente Hengelo wil dat inwoners, bedrijven, organisaties en overige partners de gemeente ervaren als: betrouwbaar, transparant en helder; makkelijk te benaderen en responsief; relatief veilig; uitnodigend en op participatie gericht; dienstverlenend en burgergericht. PARTICIPATIE Participatie is een belangrijk speerpunt van ons coalitieakkoord. Wij vinden het belangrijk om burgers en instellingen zo vroeg mogelijk te betrekken bij zowel beleidsvorming als beleidsuitvoering. In de gemaakte afweging rond nieuw te vormen programma’s en agenda’s heeft uw raad inmiddels bepaald dat participatie als facetagenda wordt ingevuld. COMMUNICATIE Gemeenteraad en college hebben het goed communiceren met en het goed betrekken van de inwoners van Hengelo bij het gemeentelijk beleid hoge prioriteit gegeven. Gemeentelijke communicatie heeft zich ontwikkeld tot een beleidsinstrument om houding en gedrag te beïnvloeden en tot een instrument dat bestuurders en ambtenaren inzetten om samen met partijen te werken aan de toekomst van de stad Hengelo. De moderne samenleving met haar mondige en kritische burgers vraagt om een communicatieve opstelling van bestuur en ambtenaren. Communicatie komt daarmee in het hart van het beleidsproces. Het is onze ambitie om partijen en inwoners in de stad eerder te betrekken in het beleidsproces. Randvoorwaarde hierbij is een goed communicatiebewustzijn in onze organisatie. Onze organisatie communiceert op tal van manieren met haar doelgroepen. Elementen als betrouwbaarheid, duidelijkheid, daadkracht, aandacht voor wat de mensen vinden en zeggen bepalen mede het beeld van en over onze organisatie. PROFILERING HENGELO We willen Hengelo eenduidig, herkenbaar en onderscheidend profiel op de kaart zetten richting bewoners, bedrijven en bezoekers. Doel is een economisch krachtige stad te blijven met voldoende voorzieningen voor onze bewoners. De kernwaarden van Hengelo zijn daarvoor de basis: trots maar ook nuchter, innovatief, verbindend. 'Hengelo beter op de kaart zetten', dat is het doel van het college. Niet zozeer bij toeristen en bezoekers, maar vooral bij onze eigen inwoners. Want hoewel de meeste Hengeloërs met veel plezier hier wonen, mag de trots op de stad nog wel wat meer uitgedragen worden. Eén van de dingen die we moeten doen, is de Hengeloër beter te laten weten en ervaren wat onze stade te bieden heeft. DEREGULERING Ons onderzoek naar overbodige of tegenstrijdige regels krijgt in 2012 een vervolg. Zo gaan wij onder andere een VNG project uitvoeren om overbodige indieningvereisten af te schaffen. Daarnaast zal de digitalisering van de dienstverlening worden doorgezet met als beoogd doel snellere en efficiëntere afhandeling van aanvragen tegen lagere kosten en meer transparantie voor aanvragers. DIENSTVERLENING Ook in 2012 ligt de nadruk op het verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening. Daarom werken wij gestaag door aan de invoering van het concept Antwoord@. De vragen (en achterliggende behoeften) van burgers, bedrijven en instellingen staan daarbij voorop. Zij moeten via elk kanaal (balie, telefoon, website, post e.d.) een begrijpelijk, betrouwbaar en eenvoudig antwoord vinden op hun vraag.
90
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Elk van de door ons gebruikte kanalen heeft zijn eigen specifieke eigenschappen. In 2012 zetten we verder in op een goed en samenhangend multichannelbeleid. Waar mogelijk willen we het gebruik van de website www.hengelo.nl promoten. Internet is voor onze klanten altijd bereikbaar en werkt voor ons het meest efficiënt. Een voorwaarde om gebruik van het digitale kanaal blijvend te stimuleren is dat de informatie op de website actueel, beschikbaar, begrijpelijk en vindbaar is. Met behulp van klant-vraag-analyse willen we in 2012 de kwaliteit van onze informatievoorziening en dienstverlening verder verbeteren en de effectiviteit en efficiency van onze dienstverleningskanalen verhogen. BESTUUR Hengelo houdt als ambitie een gemeente te zijn met een grote bestuurskracht. Daarvoor is het ondermeer zaak de verschillende rollen van de bestuursorganen (gemeenteraad, college van b&w en burgemeester) in samenhang vorm te geven. Ook vraagt een goed functioneren als gemeente om interactie met de omgeving (burgers, bedrijven, instellingen, Netwerkstad/Regio Twente, provincie, Rijk, Euregio, EU, etc.). Daarom is het van belang om te blijven investeren in interactie en netwerken. We zetten onverkort in op de samenwerking in (eu)regionaal en internationaal verband en een gecoördineerde lobby (ondermeer voor externe subsidieverwerving). Speerpunten 2012 • Deregulering: uitvoering actieprogramma deregulering
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • •
Verordening op de ambtelijke bijstand (2006); Notitie actieve (en passieve) informatieplicht (2005); Nota "Geboeid door verbonden partijen" (2007); Coalitieakkoord “investeren in verbinding’ Politiek testament raad (2010); Burgerjaarverslag 2010
91
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ? Bestuursorganen (P-001) Het versterken van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad
Een bestuurskrachtige gemeente
Burgers en bestuur dichter bij elkaar brengen
Samen met uw raad hebben we een traject doorlopen om te komen tot een programma/beleidsbegroting die meer recht doet aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. Een belangrijke notie daarbij is het onderscheid tussen ontwikkeldoelen aan de ene kant, geduid in échte politieke beleidsprogramma’s en aan de andere kant de meer op uitvoering en beheer gerichte ‘going-concern’-taken. Deze taken komen tot uitdrukking in de functionele beleidsbegroting. De begroting 2012 is opgezet volgens de door uw raad in 2011 vastgestelde opzet, met een reguliere begroting opgebouwd uit hoofdfuncties en daarnaast vijf politieke programma’s en de facetagenda’s participatie en duurzaamheid. In 2012 vindt de nadere invulling van de programma’s/ agenda’s plaats. Ook wordt in samenspraak met uw raad vorm gegeven aan aspecten van programmasturing zoals: dialoog met de raad over programma’s, monitoring programma’s/hoofdfuncties en opzet verantwoording/controle. Het jaarverslag 2011 en de Berap’s 2012 worden volgens de nieuwe opzet ingericht. Op de rijksagenda staat de bestuurlijke organisatie van Nederland voortdurend ter discussie. In 2012 staat, ter uitvoering van het regeerakkoord, in ieder geval de opheffing van de WGR-plus op de agenda. De Twentse gemeenten binnen de Regio Twente en de daaronder ressorterende bestuurs-commissie Netwerkstad Twente anticiperen op deze discussie. Argument dat bij deze discussie ook vaak wordt gebruikt is het vergroten van de bestuurskracht van gemeenten. Wij willen, samen met uw raad de discussie over de gewenste bestuurlijke organisatie proactief aan. Voor ons blijven bestuurskracht, democratische legitimatie, maatwerk, draagvlak en oog voor sociale en lokale samenhang belangrijke toetsstenen. Het organiseren van bijvoorbeeld werkbezoeken van het college en het ondersteunen van trefpuntbijeenkomsten.
Ontwikkelingen BESTUUR De bestuurlijke organisatie van Nederland; meer specifiek het bestaansrecht van de WGR (+) staat in 2012 ter discussie, mede als uitvloeisel van gedachten die daarover op rijksniveau worden ontwikkeld. Welke kant deze discussie opgaat, valt nog niet te zeggen. Voor ons blijven bestuurskracht, democratische legitimatie, maatwerk, draagvlak en oog voor sociale en lokale samenhang belangrijke toetsstenen.
92
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Bestuursondersteuning (P-002) Gemeente weet wat burger vindt van informatie en participatie
Invulling via facetagenda participatie
Burger en ondernemer voelen zich betrokken bij beleid
Invulling via facetagenda participatie
Kernwaarden Hengelo staan lokaal en regionaal op de kaart.
Invulling d.m.v. citymarketingplan (zie programma 5)
Gemeentelijke beleidsdoelen realiseren met externe subsidies
Het actief verwerven van externe subsidies d.m.v. het uitvoeren van subsidiescans met het doel financiële middelen te verwerven, waardoor de uitvoering van projecten mogelijk wordt.
Ontwikkelingen In juli 2011 heeft het college besloten om de stichting VVV & Stadspromotie het geheel aan citymarketingactiviteiten te laten coördineren. Dit betekent dat alle evenementen - die vaak ook door de gemeente worden gesubsidieerd - in één hand komen. En dat de stichting daarnaast het geheel aan marketingen communicatieactiviteiten gaat organiseren. Op 1 januari 2012 gaat de nieuwe organisatie onder de naam Hengelo Marketing van start, in een nieuw pand in de binnenstad. Vanuit de gemeente is een communicatieadviseur anderhalve dag per week gedetacheerd om de communicatiecomponent goed te kunnen invullen. Ook fungeert zij als liaison naar de rest van de organisatie.
Doen ?
Bereiken ? Burgerzaken (P-003) Deregulering
Uitvoering geven aan het actieprogramma deregulering.
Vermindering van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven
Het doorlichten en saneren van gemeentelijke regelgeving. Kritisch beoordelen van processen, procedures en nieuw op te stellen regelgeving op administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Uitvoering van de nota ‘Te veel gevraagd?’van het VNG project Minder regels, meer service. Digitalisering dienstverlening. Digitalisering dienstverlening. Naleving actieplan normenkader.
Inspectie planningen op elkaar afstemmen. Uitvoeren van multidisciplinaire projecten. Daar waar mogelijk taken van elkaar overnemen. Oog –en oorfunctie voor elkaar. Digitalisering toezicht. Verbeteren afstemming tussen organisatieonderdelen. Uitvoeren klant-vraag-analyse. Promoten digitale kanaal. Invoering tweede avondopenstelling Burgerzaken.
Verbeteren dienstverlening bij vergunningverlening Uitvoeren van gecoördineerd toezicht en handhaving
Gemeente als dienstverlener
93
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ontwikkelingen DEREGULERING Deregulering is bedoeld om het werken met de gemeente voor burgers en bedrijven gemakkelijker te maken. Veelal ligt bij deregulering de nadruk op bedrijven; wij kiezen ervoor ook richting burger zwaar in te zetten op deregulering. Uw raad nam hierover medio 2010 een motie aan om te bekijken waar Hengelo zich nog kan verbeteren. Dit paste uitstekend bij onze inzet om via een actieprogramma hierop gericht resultaten te halen, hoewel Hengelo overigens in het algemeen op dit punt niet slecht scoort. Over dit actieprogramma hebben wij u in oktober 2010 geïnformeerd. Daarbij richten we ons op kortere doorlooptijden en lagere kosten voor burger of bedrijf. Deregulering maakt deel uit van het programma om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren. Deregulering is ook gericht op de (externe) wet- en regelgeving. Ook in 2011 is onderzocht in hoeverre er nog overbodige of tegenstrijdige regels zijn die kunnen worden afgeschaft of kunnen worden vervangen waardoor onze interne processen nog efficiënter gemaakt kunnen worden. Dit zal een vervolg krijgen in 2012 met onder andere de uitvoering van een VNG project om overbodige indieningvereisten af te schaffen. Daarnaast zal de digitalisering van de dienstverlening worden doorgezet met als beoogd doel snellere en efficiëntere afhandeling van aanvragen tegen lagere kosten en meer transparantie voor de aanvragers. Ondertussen werkt het rijk aan een nieuwe Omgevingswet waarin verschillende wetten op het gebied van het gebruik van de openbare ruimte worden geïntegreerd. Een actualisatie van de bestemmingsplannen wordt gestart. Ook hierbij wordt onderzocht in hoeverre regels kunnen worden verruimd of versoepeld zonder afbreuk te doen aan de stedenbouwkundige kwaliteit van de openbare ruimte. DIENSTVERLENING Goede dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen is een speerpunt van het college. De behoeften van onze klanten staan daarbij centraal. Wij werken mensgericht: persoonlijke benadering staat voorop, we helpen mensen snel, vriendelijk en goed en we heffen onnodige indieningvereisten op. Ook werken we hard aan het verbeteren van de afstemming tussen de verschillende onderdelen van de organisatie. De overstap naar het nieuwe zaaksysteem in 2012 speelt daarbij een belangrijke rol. Dit systeem maakt het gemakkelijker om informatie met elkaar te delen. Medewerkers van het klantcontactcentrum (KCC) hebben informatie in één oogopslag beschikbaar aan de balie of de telefoon en kunnen de klant van de juiste informatie voorzien. Waar nodig kunnen vragen eenvoudig worden doorgezet naar de backoffice. In 2012 gaan we meer aan kanaalsturing doen. Dat houdt in dat we onze klanten actief stimuleren of verleiden om gebruik te maken van een voorkeurskanaal. Waar mogelijk willen we het digitale kanaal promoten. Om een goed multichannelbeleid te voeren, moeten we over de nodige klantinformatie beschikken. Daarom starten we met een onderzoek naar klantvragen: welke doelgroepen stellen welke vragen via welk kanaal? Door klantvraag-analyse kunnen we inzichtelijk maken aan welke knoppen we moeten draaien om onze dienstverlening slimmer, efficiënter en goedkoper te maken. De publieksbalies van Burgerzaken voeren met ingang van 2012 een tweede avondopenstelling in. Zowel op dinsdag- als donderdagavond zijn deze balies dan tot 20.00 uur toegankelijk. Met de verandering in openingstijden wil Burgerzaken zorgen voor een betere match tussen werktijden van burgers en dienstverlening. Uit onderzoek van TNS NIPO blijkt dat met name mensen met jonge kinderen en mensen die meer dan 30 uur per week werken, moeite hebben met de reguliere openingstijden van publieksbalies. Veel klanten van Burgerzaken behoren tot de genoemde groepen. Weliswaar zijn steeds meer burgerzakenproducten en –diensten digitaal verkrijgbaar (zoals uittreksels uit de GBA of Burgerlijke Stand), maar voor een aanzienlijk deel van de producten (paspoorten, ID-kaarten en rijbewijzen) is dat wettelijk (nog) niet mogelijk. Met de nieuwe openingstijden denken wij dus in een duidelijke behoefte te voorzien. De samenhang tussen de verschillende projecten die bijdragen aan een betere dienstverlening door de gemeente Hengelo (deregulering, e-dienstverlening, digitaal werken, kanaalsturing e.d.) wordt bewaakt binnen het ambtelijke domeinoverleg dienstverlening. VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING Binnen vergunningen en handhaving spelen een aantal ontwikkelingen die erop gericht zijn de dienstverlening te verbeteren. De belangrijkste zijn: De Wabo en de omgevingsvergunning De Wabo is in Hengelo succesvol ingevoerd. Het jaar 2012 zal in het teken staan van doorontwikkeling, digitalisering van de niet- Wabo vergunningen, digitalisering van toezicht en handhaving en verbetering van de afstemming tussen vergunningverlening en handhaving. Om in deze lastige economische tijd bouwprojecten niet onnodig te vertragen zal actief worden deelgenomen in projecten al vanaf de initiatieffase. Daarnaast neemt Hengelo actief deel aan het oprichten van de Netwerk RUD (Regionale Uitvoering Dienst). De RUD moet bijdragen aan een betere kwaliteit van vergunningverlening toezicht en handhaving en daarbij leiden tot een uniforme, betere en efficiëntere dienstverlening voor heel Twente. 94
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Gecoördineerd toezicht en handhaving Mede als gevolg van de invoering van de WABO worden toezicht en handhaving sterk gecoördineerd uitgevoerd. Planningen van inspecties worden op elkaar afgestemd, en de verschillende disciplines werken meer samen. Daar waar mogelijk worden taken van elkaar overgenomen en de inspecteurs vervullen voor elkaar een oog- en oorfunctie. Het aantal afzonderlijke bezoeken/controles wordt op deze manier zo veel mogelijk beperkt.
Doen ?
Bereiken ?
Bestuurlijke samenwerking (P-004) Hengelo/Netwerkstad Twente internationaal positioneren als toonaangevende kennisregio .
1. 2. 3. 4.
5.
Vooral via Regio Twente en Netwerkstad Twente werken we aan de uitvoering van de Internationale Agenda van Twente. Projectplan west-oostcorridor in uitvoering nemen, incl. subsidieverwerving. Bijdrage leveren aan project(en) met Yozgat, voor zover de Yozgatse gemeenschap in Hengelo daartoe initiatieven ontplooit Invulling geven aan het Hengelose voorzitterschap van de werkgroep International Accessibility van het Eurocities Mobility Forum. Uitwerking geven aan de resultaten van de Euregionale Verkeersconferentie (najaar 2011), voor zover er sprake is van een intensieve Hengelose betrokkenheid
Ontwikkelingen Hengelo als lid van de Netwerkstad Twente werkt aan de toekomst. De horizon reikt daarbij verder dan de regio. We oriënteren ons in gezamenlijkheid op de het nieuwe beleid van de Europese Unie (vanaf 2013). Er is een werkdocument ‘Europe 2020: Powered by Twente’ waarin de agenda van de Regio en Netwerkstad is gekoppeld aan de nieuwe Europese doelen. De samenwerking van de Netwerkstad Twente met Münster en Osnabrück gaat een nieuwe fase in. Nadruk hierbij komt te liggen op de internationale positie van de stedendriehoek als ‘multimodale kenniscorridor’. Het gaat om internationale bereikbaarheid en innovatievalorisatie als speerpunten,die meer focus moeten brengen en ook meer externe betekenis hebben. Samenwerken waar reeds kansen liggen en waar de energie zit bepaalt ons handelen. Waar mogelijk moeten we de samenwerking helpen bouwen en EU-subsidies trachten te verwerven. Dit zijn zaken van lange adem waarmee men vroeg moet beginnen.
Doen ?
Bereiken ?
Bestuursondersteuning Raad en Rekenkamer (P-006) Functioneren raad
95
╗ ║
Effectuering aanbevelingen politiek testament raad
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Hoofdfunctie 1 Openbare orde en veiligheid Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Bestuur, Sociaal, Fysiek Kerckhaert, Mulder, Oude Alink Brandweer, Wijkzaken, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Veiligheid en Leefomgeving, Personeel en Financiën
Missie INTEGRALE VEILIGHEID De centrale doelstelling is het bevorderen van de samenwerking met interne en externe partners m.b.t. de uitvoering van het veiligheidsbeleid in de gemeente Hengelo. Door het verankeren van bestaande processen en nieuwe ontwikkelingen zoals het veiligheidshuis wordt gepoogd om Hengelo als een van de veiligste en meest leefbare grotere steden van Nederland te behouden waarin burgers het prettig vinden te wonen, werken en recreëren en waar ondernemers zich graag willen vestigen en gevestigd willen blijven vanwege het veilige ondernemersklimaat. BRANDWEERZORG (On)veilligheid heeft niet alleen betrekking op wat er werkelijk mis gaat, maar evenzeer op wat er mis kan gaan (risico’s) en op wat mensen als veilig of onveilig ervaren. Hoewel de brandweer een partner is voor bijna alle aspecten en dimensies van ‘veiligheid’, richt de brandweer zich vooral op fysieke veiligheid en hulpverlening. De bijdrage vanuit de brandweer aan de ‘veiligheid’ is dan ook: Zorg dragen voor de fysieke veiligheid van de Hengelose samenleving en zorg dragen voor toereikende en tijdige hulpverlening aan deze samenleving.
Speerpunten 2012 • Actieve gemeentelijke betrokkenheid bij de Veiligheidsregio Twente en bij het proces om per 1 januari 2013 te komen tot één brandweer Twente.
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • •
Herijking Integraal veiligheidsbeleid 2008 tot medio 2010 (september 2008); Integraal veiligheidsbeleid Hengelo 2011-2014 (september 2011); Raadsbesluit “Veiligheidsregio Twente, onderdeel brandweer” (december 2009); Collegebesluit “Voortgang regionalisering in het kader van de veiligheidsregio Twente” (februari 2010); Meerjarenplan Cluster Midden (september 2010); Ter kennisname aangeboden aan college en raad (in juni en juli 2011): o Procesnotitie om te komen tot één regionale brandweer Twente (april 2011); o Projectplan ‘Eén brandweer Twente’ (mei 2011).
96
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Bereiken ?
Doen ?
Brandweer en Rampenbestrijding (P-120) Sterke gemeentelijke kolom binnen veiligheidsregio
Uitvoering geven aan de wet op de veiligheidsregio Uitvoering geven aan nieuwe inrichting gemeentelijke kolom
Risicobeheersing:
Controle gebruiksvergunningen Controle gebruiksmeldingen Controle brandpreparatieve voorzieningen Opstellen aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten Advies bij evenementen Advies op verkeersmaatregelen In goede staat houden van de bluswatervoorziening
Zorg dragen voor gegevensbeheer ten behoeve van de uitrukdienst en de gemeentelijke rampenstaf Opleiden en oefenen van het brandweerpersoneel door het opstellen van een jaarlijks oefen- en opleidingsplan Onderhoud en beheer materiaal, materiaal en huisvesting
Adviseren over het voorkomen, beperken en het bestrijden van de effecten van brand (en ongevallen) om de fysieke veiligheid in Twente te borgen. Verhogen van het veiligheidsbewustzijn bij brandweer, burgers, instellingen en bedrijven Operationele voorbereiding: Zorgen dat er voldoende voorbereidingen zijn getroffen voor het daadwerkelijk optreden van de brandweer
Brandweerzorg:
Hulp verlenen in noodsituaties en daadwerkelijk bestrijden van onveiligheid
Bedrijfsvoering en ondersteuning
In minimaal 80% binnen de vastgestelde norm ter plaatse zijn. (deze norm zal veranderen n.a.v. de wet en het besluit op de veiligheidsregio) Redden van mens en dier, blussen van branden en het voorkomen En/of beperken van schade en slachtoffers bij incidenten Zorgen voor opvang van slachtoffers en eigen personeel Evalueren en leren van eigen optreden Sturing op personeelsbezetting Monitoring ziekteverzuim Houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken Monitoring Periodiek Preventief Medisch Onderzoek Ongevallenregistratie Budgetbewaking
Ontwikkelingen BRANDWEER Veiligheidsregio Twente In het najaar van 2010 is de Wet op de Veiligheidsregio’s in werking getreden en deze wet heeft geresulteerd in 25 veiligheidsregio’s binnen Nederland. Vanaf 1 januari 2011 vormen de 14 Twentse gemeenten daarom samen de Veiligheidsregio Twente. Dit is een eigenstandig openbaar lichaam waarvan het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de Twentse gemeenten. Naast de brandweerzorg en rampenbestrijding wordt in de veiligheidsregio Twente ook de samenwerking met ketenpartners zoals de Politie en de GHOR vormgegeven. Binnen de Veiligheidsregio Twente wordt voor wat betreft de brandweertaken en taken crisisbeheersing en rampenbestrijding intensief samen gewerkt in clusters. De gemeente Hof van Twente vormt een cluster met Hengelo en Borne. Hoewel de veiligheidsregio formeel sinds 1 januari 2011 een feit is, wordt in de jaren erna daadwerkelijk verder invulling en uitwerking gegeven aan de gezamenlijke aanpak van veiligheid. Naar één regionale brandweer Twente Eind 2010 heeft de minister van Veiligheid en Justitie, naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer, aangegeven de regionalisering van de brandweer bij wet verplicht te stellen. Deze ontwikkeling was voor het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsegio Twente in februari 2011 aanleiding om te starten met een proces met als doel om uiterlijk 1 januari 2013 te komen tot één brandweer in Twente. Hierop volgend is in het voorjaar van 2011 een start gemaakt met het project ‘Eén Brandweer Twente’. Dit project heeft een doorlooptijd van circa 18 maanden. Het zwaartepunt van deze operatie wordt voorzien in het jaar 2012. In dat jaar vindt namelijk het feitelijke traject van ontvlechting plaats en wordt de nieuwe organisatie gevormd. ╗ 97 ║ Beleidsbegroting 2012 – 2015 versie 09-11-2011
De ontvlechting van 14 lokale brandweren brandweer en de vorming één brandweer Twente is een ingewikkelde operatie, waarbij op het moment van opstellen van de begroting 2012 nog niet alle consequenties duidelijk zijn. Vast staat dat aan dit traject financiële consequenties (besparingen, incidentele kosten en risico’s) zijn verbonden, waarvan de precieze omvang in dit stadium nog niet duidelijk zijn: • Incidentele kosten: o desintegratiekosten: doorlopende overhead waarvoor geen dekking meer is als gevolg van de afsplitsing van de brandweer. o frictiekosten: kosten die ontstaan doordat ‘de bestaande situatie’ en de ‘nieuwe situatie’ zich niet tot elkaar verhouden (bijvoorbeeld de kosten van een sociaal plan). o opstartkosten: kosten van ‘kinderziektes’ (bijvoorbeeld de inwerkperiode van het nieuw gevormde ondersteunende apparaat). • Structurele risico’s: o Begrotingseffecten die volgen uit het normalisatietraject. Het normalisatietraject is bedoeld om voor de gemeenten een gelijkwaardig budgettaire uitgangssituatie te scheppen. Aan bod komen onder meer de volgende onderwerpen: harmoniseren van waarderingsgrondslagen, afschrijvingstermijnen en rentepercentage harmoniseren van arbeidsvoorwaarden, budgetbepaling PIOFAH-kosten,doorrekenen consequenties van de “1-meting kwaliteit”, doorrekenen consequenties Functioneel Leeftijd Ontslag / 2e loopbaanbeleid; o Fiscale consequenties aanpassing wet Veiligheidsregio’s: Het ziet ernaar uit dat de BTW op de brandweertaak niet meer kan worden gecompenseerd. Voor deze lastenverzwaring is nog geen oplossing voor handen. Vermoedelijk wordt gepleit voor overheveling van middelen vanuit het Compensatiefonds naar de BDUR. Hoe een dergelijke herschikking van middelen uitpakt voor Twente of de Twentse gemeenten, is op dit moment niet in te schatten. Het is van belang om voor finale besluitvorming over de regionalisering een goed beeld te hebben van de financiele (maar ook andere) consequenties die hiermee verbonden zijn. Het is van groot belang om de gemeenteraden goed en tijdig te informeren over de implicaties die dit project voor zowel regio als gemeenten heeft. Binnen het project is hierin voorzien. De Brandweer Over Morgen: strategische reis als basis voor vernieuwing Door de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) is een visie ontwikkeld op de toekomstige brandweer. Deze visie gaat uit van meer aandacht voor het voorkomen dan het bestrijden van brand, een intensievere samenwerking tussen brandweer en maatschappelijke partners en een hoger veiligheidsbewustzijn en zelfredzaamheid van burgers en bedrijven. Deze visie moet resulteren in hoger rendement (meer brandveiligheid) tegen betaalbare kosten. In 2010 en 2011 is het gedachtengoed van de strategische reis gedeeld met het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Twente en met de gemeentenraden. De ontwikkelrichting van de brandweer is hier goed ontvangen en wordt ondersteund. Bij de uitwerking van één brandweer Twente is het gedachtengoed van de strategische reis een belangrijke pijler.
98
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Openbare orde en Veiligheid (P-140) Hengelo top 3 veiligste stad in 2014
Uitvoering geven aan het nieuwe veiligheidsbeleid
Doorontwikkeling veiligheidshuis
Intensieve samenwerking binnen veiligheidshuis Aanpak veelplegers/ nazorg ex-gedetineerden Inzetten verplaatsbaar cameratoezicht Inzetten op tegengaan geweld waaronder veilig uitgaan Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit met Bibob en ontwikkeling Riec Integrale handhaving en toezicht openbare ruimte
Ontwikkelingen: Integrale veiligheid Voor de periode 2011-2014 is een nieuw integraal veiligheidsbeleid opgesteld. Hierbij is aandacht voor bestaande speerpunten en nieuwe ontwikkelingen. Op basis van nieuwe gegevens zoals de veiligheidsmonitor en wijkscans van politie worden nieuwe prioriteiten gesteld. Actuele ontwikkelingen waar aandacht voor is, zijn de veiligheidsregio, inclusief de versterking van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie, de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis Hengelo waar nauw wordt samengewerkt met de gemeenten Borne, Hof van Twente, Tubbergen, Losser, Oldenzaal en Dinkelland. Het veiligheidshuis Hengelo is een van de vier Koploper veiligheidshuizen in Nederland en doet als zodanig mee aan een landelijke pilot voor het meetbaar maken van de toegevoegde waarde. De vorming van de nationale politie en het veranderen van de gerechtelijke kaart, alsmede het aanpassen van de gemeentewet, geven de gemeenteraad en de burgemeester met de driehoek een belangrijkere rol in het opstellen en uitvoeren van lokaal veiligheidsbeleid. Voor de
komende beleidsperiode zijn onderstaande thema’s als speerpunt aangemerkt: Intensieve samenwerking binnen veiligheidshuis Aanpak veelplegers/ nazorg ex-gedetineerden Inzetten verplaatsbaar cameratoezicht Inzetten op tegengaan geweld waaronder veilig uitgaan Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit met BIBOB en ontwikkeling RIEC Integrale handhaving en toezicht openbare ruimte
Gemeentelijke crisisbeheersing De ontwikkeling van de veiligheidsregio heeft gevolgen voor zowel de gemeentelijke kolom als ook voor de brandweer en de relatie tussen de brandweer en de gemeente. De ontvlechting van de brandweer en het organiseren van een goede samenwerking is een belangrijk onderdeel van het veiligheidsbeleid
Doen ?
Bereiken ?
Opsporing en ruiming conventionele explosieven (P-160)
Ontwikkeling De vergoedingsregeling omtrent het opsporen van niet gesprongen explosieven (NGE) is onlangs gewijzigd. Dat houdt in dat de gemeente Hengelo jaarlijks een bedrag via het gemeentefonds ontvangt die in principe bedoeld zijn om te gebruiken voor activiteiten rondom het opsporen van NGE’s.
99
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Indicatoren hoofdfunctie 1 1)
historisch
Percentage inwoners dat slachtoffer is geweest van een geweldsdelict
E/P Bron
doc.
E
L&V/IVM
2006
2007
2008
2009
2010
2011
historisch BB2011 BB2012
-
5%
-
4%
-
n.n.b. <5%
historisch BB2011 BB2012
-
historisch BB2011 BB2012
274
historisch BB2011 BB2012
-
E Kengetal vermogensdelicten Binnenstad (wijk 0) (0=komt bijna niet voor, 10=komt veel voor)
L&V/IVM
Aantal meldingen met een relatie tot uitgaansoverlast in de nachtelijke uren in de binnenstad 2)
E
BPS/BVH
Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt
E
Aantal diefstallen uit woning
E
BPS/BVH
historisch BB2011 BB2012
232
220 (h) 249 (h)
331
298
n.n.b.
Diefstallen van, uit/vanaf motorvoertuigen
E
BPS/BVH
historisch BB2011 BB2012
517 (h)
392 (h) 234 (h)
286
371
n.n.b.
Diefstal van (brom)fietsen/snorfietsen
E
BPS/BVH
historisch BB2011 BB2012
934 (h) 1.154 (h)
1.046
1.063
864
n.n.b.
Percentage binnen norm opkomsttijd
P
BHV
historisch BB2011 BB2012
86%
84%
80%
n.n.b. >90%
L&V/IVM
93%
4,5
293
23%
91%
-
302
-
3,7
n.n.b.
-
n.n.b.
24%
-
n.n.b. <5 n.n.b. <300 n.n.b. 21%
streefwaarden 2012 2013 2014 <5% <5%
<5% <5%
<5% <5%
<5 <5
<5 <5
<5 <5
<300 -
<300 -
<300 -
20% 20%
20% 20%
20% 20%
300
n.n.b.
n.n.b.
300
n.n.b.
n.n.b.
850
n.n.b.
n.n.b.
>90% >90%
>90% >90%
>90% >90%
1) Bij de nieuwe veiligheidsnota worden voorstellen gedaan voor nieuwe streefcijfers 2) Deze gegevens worden door de politie niet meer op deze wijze geregistreerd. Naar een alternatief wordt gezocht.
100
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Hoofdfunctie 2 Verkeer, vervoer en waterstaat Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Fysiek Oude Alink, Bron, Ten Heuw Stedelijk Beheer, Wijkzaken, Beleid en Projecten
Missie Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van Hengelo, alsmede de verkeersituatie voor fiets, auto en openbaar vervoer en daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Speerpunten 2012 • Verdere inzet op toename fietsgebruik en gebruik openbaar vervoer • Verbeteren toegankelijkheid Westermaat Plein • Verbetering en verfijning van het fietsnetwerk met als belangrijk project de F35 Hengelo Borne. • Kritisch volgen en inspelen op ontwikkelingen PHS • Regionale bereikbaarheid van Hengelo in relatie tot Innovatiedriehoek • Herinrichting Boekeloseweg/Boortorenweg
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • •
101
Structuurvisie Hengelo 2030 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP, 2003) Waterplan (2006) Actualisatie Nota autoparkeren binnenstad Hengelo 2008 Uitvoeringsnota Fietsen 2003-2006 (2003) Nota Duurzaam Veilig (2001- verkeersveilige infra en educatie en voorlichting)
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Wegen straten en pleinen (P-210)
Heel en veilig houden van infrastructuur, straatmeubilair en verlichting.
Opstellen van het Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2013-2016. Uitvoeren van het Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2012-2015, en onderliggende onderhoudsprogramma’s.
Doen ?
Bereiken ?
Verkeersmaatregelen (P-211) Door het opstellen van beleid en ontwerpen zorg dragen voor een verkeerssituatie waarin de verschillende verkeersmodaliteiten voldoende kunnen doorstromen, het parkeren van de auto’s en fietsen ruimtelijk is ingepast en voldoende is gereguleerd, en de verkeersveiligheid voldoende gewaarborgd is.
Aandacht blijft ook in 2012 noodzakelijk voor de bereikbaarheid van Hengelo. Er worden maatregelen uitgevoerd om de toegankelijkheid van Westermaat Plein te verbeteren en de bereikbaarheid van Hengelo Centrum via afrit 30 A1 te verbeteren. Intern moet er aandacht zijn voor de bereikbaarheid van de centrumring met grote projecten als Lange Wemen, stationsomgeving en Hart van Zuid. In de regionale bereikbaarheid heeft Hengelo een multimodale positie met een strategische ligging aan de rijkswegen A1 en A35, een belangrijke binnenhaven (één van de grootste van Nederland) en een spoorwegknooppunt. Strategische projecten ter verbetering en versterking van onze positie zijn Hart van Zuid, Innovatiedriehoek, verbreding en verdieping Twentekanaal, 2e Boekelosebrug en het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Voor de fiets verder inzetten op aanpak van knelpunten en verbetering en verfijning van het fietsnetwerk. Belangrijk project hierin is de F35 Hengelo - Borne. Punt van aandacht is de investering in educatieve verkeersveiligheid.
Ontwikkelingen In de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zijn de de beleidsterreinen mobiliteit en ruimtelijke ordening samengevoegd. Op het gebied van mobiliteit geeft de visie de hoofdlijnen van het nationale verkeersen vervoersbeleid voor de komende decennia aan. Centraal staan: mobiliteit, een noodzakelijke voorwaarde voor economische en sociale ontwikkeling en een goed functionerend systeem voor personen- en goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid om de economie en de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Het Kabinetsbesluit Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) heeft tot doel het frequenter laten rijden van personentreinen op drukbereden routes in de Randstad en naar Eindhoven en Arnhem. Om hiervoor capaciteit vrij te maken moet goederenvervoer worden omgeleid naar minder drukbereden routes. Voor het transport naar Noordoost Europa is dat de route Elst - Oldenzaal. Verwacht wordt een sterke groei van het goederenvervoer: tot ca. 80 goederentreinen per etmaal in 2020. De capaciteit die wordt gereserveerd is nog groter (6 goederentreinen per uur). Onduidelijk is in hoeverre deze ontwikkeling verdere groei van het personenvervoer en daarmee de functie van het Centraal Station Twente in Hengelo zal belemmeren en of er gevolgen zijn voor de leefbaarheid. Mede naar aanleiding van de Kamerbehandeling wordt in opdracht van de minister nader onderzoek verricht naar het voorkeurstraject (via Deventer of via Goor) en de milieugevolgen (o.a. geluid en trillingen) en andere consequenties (o.a. voor het personenvervoer) van de verschillende varianten. Ook wordt onderzoek verricht naar mogelijkheden om meer goederenvervoer via de Betuweroute te leiden, naar de mogelijkheden van de binnenvaart en naar de verwachte vervoersontwikkelingen na 2020. Samen met de regiogemeenten en de provincie participeert Hengelo in deze onderzoeken en en wordt invloed uitgeoefend op de besluitvorming. De resultaten van de onderzoeken worden medio 2012 verwacht 102
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Het PHS heeft ook consequenties voor de leefbaarheid (geluid/trillingen) en de aanvragen voor de MIRT (zie hoofdfunctie 7) Het Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) fungeert als beleidskader voor het totale verkeers- en vervoersbeleid binnen de gemeente Hengelo. De nota is als beleidskader nog goed bruikbaar maar is wel toe aan een actualisatie. Met name de ontwikkelingen in de regio (zoals de bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek) nopen tot een actualisatie van het GVVP. Een optimale interne en externe ontsluiting van de Netwerkstad is een essentiële randvoorwaarde voor de economische structuurversterking van de regio. Niet alleen de A1 en A35 maar ook de bereikbaarheid per spoor en water zijn van groot belang. In Hengelo is de bereikbaarheid van het gebied Hart van Zuid, zijnde de Hengelose deelname aan het Innovatiedriehoek, van groot belang. In het project de Logistieke Draaischijf worden de verschillende verkeersmodaliteiten vanuit het economische belang met elkaar verbonden. Een duurzame oplossing voor het kruispunt Kuipersdijk/Enschedesestraat en de aanleg van het tracé EnschedeHengelo van de fietssnelweg F35 verbeteren de verbinding tussen het Kennispark en Hart van Zuid/CST. Het F35-trace is aangelegd tot de Kuipersdijk. Het deel tot het CST moet nog worden aangelegd. De Enschedesestraat tot het kruispunt Kuipersdijk is heringericht maar het deel vanaf de Kuipersdijk tot het CST wacht nog op herinrichting. Richting het noorden is de verbinding met Borne een aandachtspunt. Met de verdere ontwikkeling van Westermaat (Plein, Expo) zal de afrit A1 zwaarder belast worden. Daar zullen in 2012 op 5 punten verbeteringen worden aangebracht. Ten behoeve van de fietsverbinding tussen Borne en Hengelo zal dit tracé van de F35 versneld worden aangelegd, indien nodig gefaseerd. In regionaal verband is het project Twente Mobiel opgestart. Hoofddoel is een betere benutting van het beschikbare (hoofd-)wegennet in Twente. Hengelo doet mee met zes projecten om met name de doorstroming op onze hoofdwegen en op de aansluitingen met de rijksweg A1 en A35 te verbeteren. Het betreft onder meer: " De vervanging van VRI op de Kuipersdijk / Enschedesestraat " De coördinatie van VRI's rondom de aansluiting A1 en de dubbele "linksaffer" richting Plein " Rerouten DRIP op de A1 / A35 " Rerouten vanaf beide zijden via Europalaan Na het voorbereidend overleg in 2011 staat uitvoering voor de meeste ingrepen gepland in 2012. Om een betere benutting van het wegennet niet alleen van de fysieke kant te benaderen en te stimuleren, is er door de Regio Twente samen met de Kamer van Koophandel en ANWB aansluiting gezocht bij het landelijke Taskforce Mobiliteit Management (TFMM). Gelijktijdig met het TFMM heeft de gemeente Hengelo in 2009, samen met Regio Twente en het lokale bedrijfsleven op Westermaat, een uitvoeringsconvenant ondertekend. Welke bijdrage de partijen (gemeente en bedrijven) gaan leveren om het gebied bereikbaar te houden zal in het op te stellen mobiliteitsplan worden opgenomen.
Doen ?
Bereiken ? Openbaar Vervoer (P-212) Beperking van de groei van de automobiliteit door verhoging van het gebruik van openbaar vervoer.
Verbeteren toegankelijkheid resterende haltes waaronder zo veel mogelijk haltes van blindengeleidelijnen voorzien. Realisatie nieuw, toegankelijk busstation en realisatie voorstadhalte "Gezondheidspark". Versterken station Hengelo als "centraal station van Twente".
Ontwikkelingen: Op grond van artikel 20 van de Wet Personenvervoer 2000 is de Regio Twente als vervoersautoriteit bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor het openbaar vervoer per regionale bus of trein. Dit houdt in dat binnen Twente de Regio Twente de opdrachtgever en aanbestedende overheid is voor het openbaar vervoer. Vanuit die verantwoordelijkheid ontwikkelt de Regio Twente het beleid ten aanzien van het openbaar vervoer. Een en ander natuurlijk wel in overleg met de gemeente Hengelo. Gemeente Hengelo is wegbeheerder en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de OV-infrastructuur waaronder de halteplaatsen. Tot december 2013 wordt het project Gratis Openbaar Vervoer voortgezet.
103
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ? Parkeren (P-214) Een gezonde verhouding tussen parkeer vraag en aanbod. Parkeeroverlast in de binnenstad en schilgebieden beperken.
Voorstel doen naar het college om onderzoek te verrichten naar benodigde parkeercapaciteit nu en in de toekomst. Handhaving op fout parkeren en illegaal parkeren in het gereguleerde gebied.
Ontwikkelingen De Nota Autoparkeren is geëvalueerd en is vastgesteld door de raad. Dit heeft geleid tot de volgende aanpassingen in het parkeerbeleid. Het betaald avondparkeren is afgeschaft, met uitzondering van de koopavond. De gemeente stopt met verdere invoering van betaald parkeren in de wijken rondom het centrum, de zogenoemde schilwijken. Op initiatief van de bewoners zelf kan hier een blauwe zone worden ingevoerd. De meerderheid van de bewoners moet dan voorstander zijn.
Doen ?
Bereiken ?
Binnenhavens en waterwegen (P-221) Vergroten van de binnenvaart en inzetten op goedfunctionerende binnenhavens
104
╗ ║
Momenteel vindt er op verzoek van de regio Twente een onderzoek plaats om infrastructurele knelpunten weg te werken en regionale faciliteiten voor op- en overslag van goederen in de Twentse havens te ontwikkelen. Bedrijfsleven en overheden hebben gezamenlijk een binnenhavenvisie opgesteld waarin uitvoeringsprojecten zijn genoemd die moeten leiden te optimaliseren van het gebruik van het vervoer over water. Onder regie van de regio Twente en in samenwerking met Buck Consultants International wordt de mogelijkheid tot professionalisering van het havenwater verkend.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Hoofdfunctie 3 Economische zaken Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Fysiek, Sociaal Ten Heuw, Oude Alink Wijkzaken, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Beleid en Projecten, Stedelijk Beheer
Missie Het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot duurzaam werk voor alle lagen van de bevolking van Hengelo (en de regio);
Speerpunten 2012 • Vaststellen van een kantorenvisie in Netwerkstadverband en op stedelijk niveau vaststellen van de programmering van kantorenlocaties • Herstructurering bedrijventerreinen incl. actualisatie economische profielen • Versterken van de kracht van de binnenstad als economisch gebied, ondermeer door stimulering en facilitering van het instrument BIZ • Actualiseren horecavisie
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • • • • •
105
Structuurvisie Hengelo 2030 Nota Economisch beleid (2004) Actualisatie masterplan ‘Verbetering Bedrijventerrein Twentekanaal’ (2010) Convenant ‘Verbetering dienstverlening en vermindering regeldruk voor ondernemers (2009) ondertekend met het ministerie van Economische Zaken en MKB Nederland. Horecavisie (2005) Detailhandelsvisie (2011) Wijkeconomie (2012) in voorbereiding Bedrijventerreinenvisie 2010 Kantorenvisie (2012) in voorbereiding
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Handel en Ambacht (P-310) Het vernieuwen en versterken van de stedelijke economie
Het versterken van de voorwaarden voor bedrijvigheid
Programmering van kantoren- en bedrijvenlocaties; Herontwikkelen bedrijventerreinen Twentekanaal en Westermaat Expo; Profilering binnenhaven Twentekanaal; Wijkeconomie i.s.m. ROZ; Verbeteren dienstverlening aan ondernemers; Verlaging regeldruk
Opstellen actieprogramma detailhandel; Actualiseren horecavisie; Faciliteren BIZ Binnenstad
De versterking van de Binnenstad
Ontwikkelingen: Positief is dat de economische structuur van de stad zich de afgelopen decennia gunstig heeft ontwikkeld. Het hoge aandeel van industrie met stuwende werkgelegenheidseffecten naar de andere sectoren is een sterk punt. Ook de strategische ligging aan de A1, de doorgaande internationale spoorlijn en de aansluiting via het Twentekanaal op het landelijke vaarwegennet, het relatief hoge opleidingsniveau, de uitgebreide kennisinfrastructuur in Twente en de begeleiding van potentiële starters zijn sterke punten voor het ondernemingsklimaat in Hengelo. De laatste jaren zijn de bedrijventerreinen in het reguliere segment zowel kwantitatief als kwalitatief op peil gebracht. Kansen doen zich vooral voor op het vlak van verbreding en vernieuwing van de kennisintensieve industrie. Verschillende kennisintensieve bedrijven zijn gevestigd in de stad. Een bijzonder speerpunt daarin vormen de bedrijven die toeleveren aan de internationale milieu- en energietechnologie. Een aantal kennisintensieve bedrijven is gevestigd in het gebied Hart van Zuid alwaar ook het WTC Twente gehuisvest is. De internationalisering van het Hengelose bedrijfsleven gaat onverminderd door. De komst van steeds meer expats naar de stad is van grote meerwaarde voor Hengelo. De herontwikkeling van dit binnenstedelijke, voormalige Stork-terrein (Hart van Zuid) tot een multifunctioneel stadsdeel met ruimte voor wonen, werken en (onderwijs)voorzieningen biedt prima kansen voor versterking en diversificatie van de stedelijke economie. Daarmee is dit een sterke pijler in de Innovatiedriehoek. In Netwerkstadverband is een werkgroep Acquisitie & Accountmanagement gevormd met als doel om te komen tot een gezamenlijk team dat verantwoordelijk is voor de acquisitie en accountmanagement voor alle gemeenten uit de Netwerkstad. Ook de versterking van speerpuntsectoren als zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme biedt kansen voor de economische ontwikkeling van Hengelo.
Doen ?
Bereiken ? Industrie (P-320) Het bevorderen van het economisch vestigingsklimaat van Hengelo, resulterend in de vestiging van nieuwe bedrijven (acquisitie, starters), alsmede het behoud en verdere ontwikkeling van het reeds gevestigde bedrijfsleven.
106
╗ ║
• • • •
Intensiveren relatiemanagement (organiseren bedrijfsbezoeken/bijeenkomsten rondom thema's) en acquisitie (in samenwerking met netwerkstadpartners); Herontwikkeling: uitvoering herstructurering Timmersveld; Ontwikkeling en uitvoering deelplannen op bedrijventerrein Twentekanaal (Kanaalzone, Thales-locatie, Topaasstraat/Parelstraat e.o); Focus op kantoorontwikkeling concentratiegebieden Hart van Zuid en Westermaat.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ontwikkelingen: Na jaren van voorbereiding zal in 2012 zichtbaar zijn dat er een grote slag gemaakt is in de herontwikkeling van bedrijventerreinen. Op Twentekanaal Zuid worden ontwikkelingen gerealiseerd op het terrein van Thales, op de voormalige Holec-locatie (ook wel Kartingbaan genoemd) en op de voormalige Akzo-locatie. Op Timmersveld wordt een kwaliteitsverbetering in de openbare ruimte aangebracht. Het Expo-terrein zal met de invulling door een datacenter een nieuwe invulling krijgen. De nieuwe terreinen hebben daar geen nadelig gevolg van. Hoewel de economische crisis hieraan niet voorbij gaat is er toch belangstelling voor vestiging op de terreinen Veldkamp, Oosterveld en Campus.
Doen ?
Bereiken ? Nutsbedrijven (P-330) Het aanleggen van een warmtenet in Hengelo en daarbuiten, gevoed vanuit duurzame energiebronnen, voor de levering van warmte en koude aan woningen en niet-woningen, bestemd voor de verwarming of koeling van ruimtes en de verwarming van tapwater
• • • • •
•
107
╗ ║
Aanleg deel primair leidingnet tussen AkzoNobel door Hart van Zuid naar Stork/Siemens Verdere uitrol warmtenet in Hart van Zuid, Gezondheidspark en andere gebieden Verkenning haalbaarheid aansluiting Westermaat en Kanaalzone Zuid. Realisering decentrale duurzame energievoorzieningen, waaronder houtketel bij Twentebad, een WKK in Hart van Zuid en een pyrolyse WKK op een nog nader te bepalen lokatie. Opschaling van warmtenet tot een duurzaam energiebedrijf en verzelfstandiging tot BV Meer participanten vinden.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Hoofdfunctie 4 Onderwijs Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal Lievers Beleid en Projecten
Missie Het stimuleren en steunen van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen van 0 tot 23 jaar in de thuissituatie, in de opvang-, onderwijs-, en arbeidssituatie en in de vrije tijd. Een situatie creëren waarbij volwassenen in staat worden gesteld zich te verbeteren in hun sociaal economische situatie (SES).
Speerpunten 2012 Bewaken afspraken met Primato en uitvoeren convenant In 2012 zal uitvoering worden gegeven aan het besluit om een gezamenlijk vmbo te realiseren, waaronder het opstellen van het bestemmingsplan voor de nieuwbouwlocatie Uitvoering geven aan het stedelijke Brede school programma
Kaderstellende beleidsnota’s:
108
Verordening onderwijshuisvesting, Integraal huisvestingplan primair onderwijs Programma Brede School, Zelf Doen! Jeugdprogramma Hengelo 2011-2014 Onderwijsmonitor
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Openbaar Basisonderwijs (P-420) Uitvoering geven aan de wettelijke taak, zoals omschreven in de Wet op het Primair Onderwijs en Wet op het Voortgezet Onderwijs. Aanbieden van begroting en jaarrekening aan de Raad.
Het jaarlijks aanbieden van jaarrekening en begroting aan de Raad van de OSG en Primato
Uitvoering geven aan het convenant zoals dat is afgesproken met Primato
Bewaken afspraken met Primato en uitvoeren convenant
Bereiken ?
Doen ?
Onderwijshuisvesting (P-421) Voorzien in adequate huisvesting voor alle onderwijsinstellingen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs.
109
╗ ║
In 2012 zal de samenwerking met andere onderwijspartners nader vorm gegeven worden. Een belangrijk onderdeel van dit traject is een heroriëntatie op het aantal (noodzakelijke) onderwijslocaties. In 2012 zal de vervangende (gedeeltelijke) nieuwbouw van 't Iemenschoer (so) en het Korhoen (vso) worden opgeleverd. Met deze vervangende nieuwbouw kunnen de noodvoorzieningen worden opgeheven en beschikken beide scholen over permanente huisvesting op de hoofdlocatie. Daarnaast wordt in 2012 structurele huisvesting van de scholen van stichting Attendiz onderzocht. In 2012 zal uitwerking worden gegeven aan het besluit om een gezamenlijk vmbo te realiseren, waaronder het opstellen van het bestemmingsplan voor de nieuwbouwlocatie. Daarnaast wordt bezien hoe de overige huisvestingambities van de Stichting OSG, te weten de verhuizing van het Bataafs Lyceum naar de Bataafse Kamp en de uitbreiding van het Genseler kunnen worden gefactureerd.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs (P-480) Een bijdrage leveren aan verandering/verbetering van voorschoolse voorzieningen het basisonderwijs/voortgezet onderwijs in al haar aspecten, zowel gericht op leerkrachten als kinderen/leerlingen. De bekostiging van het leerlingenvervoer.
Schoolbesturen zijn de eerst verantwoordelijken voor het bieden van kwalitatief goed onderwijs aan leerlingen. De gemeente heeft een aantal faciliterende taken ten aanzien van onderwijs: de agenda die we samen voeren met onderwijs (PO, VO, ROC en SO) en aanverwante partners ons stedelijke Brede school programma De doelstellingen , die in het jeugdprogramma 'Zelf Doen!, positief opvoeden en opgroeien' onderscheiden worden uiterlijk 2014 gerealiseerd hebben.
Begeleiding wordt ingezet binnen de programmalijn de Brede School. Daarnaast zal de onderwijsmonitor bepalend zijn voor de specifieke inzet op de gebieden van taal en rekenen in het kader van opbrengst gericht werken. Verder professionalisering van de voorschoolse voorzieningen, na invoering van VVE programma's, verder inzetten op kindvolgsystemen. De minister van onderwijs wil het leerlingenvervoer voor het voortgezet speciaal onderwijs per 1 augustus 2012 gelijkstellen aan het regulier voortgezet onderwijs. Dat wil zeggen dat gemeenten het vervoer alleen hoeven te bekostigen als leerlingen door hun beperking niet zelfstandig kunnen reizen met het openbaar vervoer. De maatregel is een onderdeel van de stelselwijziging Passend Onderwijs. Binnen het onderwijs wordt naar verwachting in 2013 de stelselwijziging Passend Onderwijs ingevoerd. Het onderwijs moet alle leerlingen passende onderwijszorgarrangementen kunnen bieden. De rol van het regulier onderwijs hierin zal groter moeten worden. Vanuit de overheid wordt de komende jaren op de zorgmiddelen voor het onderwijs bezuinigd. Daarnaast heeft het onderwijs te maken met een afname in haar eigen budgetten. Ook is er sprake van dalende leerlingaantallen, wat nieuwe vraagstukken over financiering en huisvesting op tafel legt. Voor behoud van de kwaliteit van het onderwijs is het raadzaam in de facilterende zin en vanuit het maatschappelijk belang van het onderwijs als gemeente het onderwijs te blijven ondersteunen. In 2012 zijn een aantal grote nieuwbouwprojecten in voorbereiding: VMBO en Brede School Berflo Es
Zie ook 650: Kinderopvang, 630 Sociaal cultureel werk (jeugd- en jongerenwerk) en 530 sport.
Ontwikkelingen De positie van de gemeente en de uitvoerende organisaties in het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid is veranderd en zal de komende jaren nog verder veranderen. Terecht vragen onderwijs- en zorginstellingen aan de gemeente een regisserende en faciliterende rol. Voor een deel wordt dit beantwoord door het Integraal Huisvestings Plan (IHP) voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs, waarin een actieve rol van de partners gevraagd wordt. Belangrijk onderdeel binnen het Onderwijshuisvestingsbeleid is de nieuwbouw VMBO. Die regisserende rol wordt ook gevraagd als het gaat om de Buitenschoolse Opvang en dagarrangementen. Van de gemeente wordt een initiërende en regisserende rol verwacht bij de ontwikkeling van concepten die naar dagindeling kijken, andere tijden. In 2012 wordt uitvoering gegeven aan het in 2011 vastgestelde jeugdprogramma. Dit doet de gemeente samen met partners, die daartoe een intentieverklaring hebben ondertekend. Er is een Jeugdprogramma Hengelo 2011-2014 Zelf doen! Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo” vastgesteld. Het Hengelose Jeugdbeleid is gebaseerd op 2 belangrijke pijlers: de Brede School en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De Brede school richt zich op het opgroeien en de ontwikkeling van onze jeugd. Het Centrum voor Jeugd en Gezin richt zich op het opvoeden en de zorg voor onze jeugd. Voor beide pijlers wordt een programma ontwikkeld. Om op een goede manier uitvoering te geven aan beide programma’s, is er en nieuwe overlegstructuur, die bestaat uit een Jeugdberaad en twee programmaraden: Programmaraad CJG en Programmaraad Brede School. Het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt toegelicht in hoofdfunctie 7. De in 2010 vastgestelde visie op de Brede School wordt in de komende periode nader vorm gegeven. Het accent ligt op de concrete invulling in de wijken met daadwerkelijk doorgaande lijnen tussen kinderopvang, peuterwerk en onderwijs. De samenwerking tussen kinderopvang en peuterwerk krijgt verder vorm in het kader van de Harmonisatie. Verbindingen tussen school, sport, cultuur en welzijn worden verder geïntensiveerd. De combinatiefuncties zijn daarbij een belangrijk middel. Daarnaast wordt verkend hoe de Brede School voor 12+ kan worden ingevuld. Passend onderwijs is een aandachtspunt in de relatie tussen CJG en Brede School. De talentontwikkeling van de gehele jeugd in Hengelo staat voorop. De verdere ontwikkeling van de Brede School speelt hierbij een belangrijke rol. Talentontwikkeling voor alle kinderen ongeacht de leeftijd zal een steeds grote rol gaan spelen. Dit begint al in de leeftijd van 0-4 jaar. Samenwerking tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen is hierbij 110
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
van belang. Dit is ook opgenomen in de wet OKE. Onderdeel van het preventiebudget Berflo Es is de Lerende Wijk. Inzet is dat alle kinderen en hun ouders een goede start en optimale ontwikkelingskansen krijgen. Streven is een samenhangend aanbod van activiteiten. Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten heeft veel aandacht van het Rijk. Twee wetswijzigingen noemen we in dit verband. Een wijziging is de vervanging van de kwalificatieplicht in de partiële leerplicht. Iedere jongere die niet minstens een mbo2, havo of vwo-diploma heeft op zijn zestiende, blijft onderwijsplichtig tot 18 jaar of tot het moment van het halen van een startkwalificatie. De leerplichtambtenaren hebben door deze wetswijziging een uitbreiding van hun taakstelling gekregen. Daarnaast is de nieuwe leerwerkplicht tot 27 jaar ingevoerd. Voor gemeenten betekent dit dat aan jongeren die zich melden voor een uitkering een scholingstraject dan wel werk moet worden aangeboden. Een ander punt van aandacht is het feit dat onze samenleving, die zich moet gaan ontwikkelen tot een kenniseconomie nog steeds laaggeletterden telt. In Hengelo gaat het naar schatting om 7000 mensen vanaf 15 jaar. De rijksoverheid en ook de provincie vinden het belangrijk dat gemeenten actie ondernemen om laaggeletterdheid terug te dringen.
Doen ?
Bereiken ?
Volwasseneneducatie (P-482) Volwasseneneducatie richt zich op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing van het maatschappelijk functioneren van volwassenen door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen op een manier die aansluit bij hun behoeften, mogelijkheden en ervaringen en bij maatschappelijke behoeften
Volwasseneneducatie richt zich op burgers in een maatschappelijke achterstandpositie. Voor wat betreft het cursusaanbod van het ROC geldt dat veel deelnemers een achtergrond in het voortgezet speciaal onderwijs hebben. Het reguliere cursus- en onderwijsaanbod is voor deze doelgroep niet of minder goed toegankelijk. Het niveau of het tempo liggen te hoog of de deelnemers hebben behoefte aan een veilige, meer beschermde leeromgeving dan in het reguliere cursusaanbod geboden kan worden.
Ontwikkelingen Sinds 2011 maken de educatiemiddelen die de gemeente van het Rijk ontvangt deel uit van het Participatiebudget, samen met de onderdelen Inburgering en Wet Werk en Bijstand (WWB). Wel geldt voor de educatiemiddelen nog een verplichte inkoop bij het ROC. Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 4 Onderwijs De volgende onderdelen worden binnen deze hoofdfunctie gesubsidieerd. Leerlingenvervoer: is gebaseerd op wettelijk kader vervat in art. 4 van de Wet op de expertisecentra, artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs en art. 127 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor dit onderdeel is een bedrag van € 860.730 opgenomen in de begroting 2012. Overigens betreft het een open einde regeling. Onderwijsbegeleiding: gebaseerd op convenant tussen schoolbesturen en gemeente, voorheen wettelijk kader vervat in artikelen 113 van de Wet op het basisonderwijs en 108a van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet regeling schoolbegeleiding. Plafond 2012 € 350.000. Subsidie Voorschool en school (VVE vanaf 2012 een geoormerkte uitkering). Doelstelling is: voorkomen dat kinderen achterstanden in hun ontwikkeling oplopen. Middelen vloeien voort uit de wet OKE € 716.000. Subsidieprogramma Brede School Netwerk. Doelstelling is: het stimuleren van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen van 0 tot 23 jaar in de thuissituatie, opvang-, onderwijs en in de vrije tijd. Plafond 2012 € 261.180. Subsidieprogramma Jongerenwerk. Ambitie voor het jongerenwerk is het verbeteren van de ontwikkelingskansen voor jongeren in de vrije tijd. Plafond 2012 € 1.316.680. Educatie: is gebaseerd op het wettelijk kader vervat in de Wet educatie en Beroepsonderwijs. Plafond 2012 € 650.000. Onderwijshuisvesting: is gebaseerd op het wettelijk kader vervat in art. 102 van de Wet op het primair onderwijs, art. 100 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 76m en 217 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor dit onderdeel is een bedrag van ± € 7.200.000 opgenomen in de begroting 2012.
111
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Indicatoren hoofdfunctie 4 historisch E/P bron
doc.
2006/2007 2007/2008
% peuters dat deelneemt aan VVE programma's 1)
E
onderwijs historisch & jeugd BB2011 BB2012
47%
Aantal leerlingen dat deelneemt aan schakelklassen
E
onderwijs historisch & jeugd BB2011 BB2012
45
% herplaatste nieuwe voortijdige schoolverlaters (RMC-regio Hengelo)
E
onderwijs historisch & jeugd BB2011 BB2012
91%
2008/2009
streefwaarden 2009/2010
2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/215
47% 56%(140) 72%(150) 93%(185) 100% 100%
100%
100%
45 60
45 60
45 60
60
75%
75%
75%
75%
streefwaarden 2012 2013
2014
2015
250 269
269
(200)100%
53
68
75 45
81%
79%
85% 80%
historisch E/P bron Deelnemers aan trajecten, gestart: - VAVO - Basiseducatie - Nederlands als tweede taal (NT2) - Staatsexamen NT2-opleidingen
E E E E
MO MO MO MO
doc.
2007
2008
2009
2010
2011
55 239 29 0 323
49 409 75 0 533
74 300 48 13 435
41 244 32 5 322
40 192 32 5 269 250
historisch historisch historisch historisch totaal BB2011 BB2012
250 269
250 269
1) Vanaf 2011/2012 spreken we niet meer van bereik, maar van aanbod.
112
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal, Fysiek Mulder, Lievers, Oude Alink, Ten Heuw Beleid en Projecten, Stedelijk Beheer, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Wijkzaken
Missie Hengelo streeft naar een sociaal-maatschappelijke structuur die voldoende waarborgen kent voor een volwaardige deelname van alle burgers aan de Hengelose samenleving. Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte. Speerpunten 2012
De subsidierelaties met de culturele instellingen opnieuw invullen als gevolg van de bezuinigingstaakstelling. Dit betekent dat de prestaties worden aangepast. Actualisatie cultuurnota Extra aandacht gaat uit naar het stimuleren van sporten en bewegen onder de jeugd. Ontvlechting van de gemeentelijke organisatie met de Muziekschool Actualisatie sportnota / sportvisie Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang sport, cultuur en onderwijs (zie ook hoofdfunctie 4) Herontwikkeling tussengebied Enschede – Hengelo in samenhang met de sportvisie Sport: de mogelijkheden tot het opstellen van het integraal gebiedsprogramma voor het tussengebied worden onderzocht Handhaven kwaliteit bomen in de openbare ruimte Opstellen van een Meerjaren Onderhoudsplan 2013 -2016 Uitvoeren Groenplan volgens programmering Realisatie Stadsfietsroute Driene
Kaderstellende beleidsnota’s:
113
Kunst- en cultuurvisie 2007-2010 Vrij spel voor de verbeelding Visie op de Brede School in Hengelo Sociale Visie 2020 Nota Vrijetijdseconomie Hengelo 2011 - 2021 Erfgoednotitie Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo Plan van aanpak Eigen Kracht Hengelo (nog te ontwikkelen in sept. en okt. 2011) Nota ruimte voor beweging en sport 2004-2010; Notitie Stedelijk Niveau IBOR; Uitvoeringsregeling Sport en Bewegen 2010 – 2014; Nota lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 'Gezond leven in Hengelo'
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Openbare bibliotheek (P-510) Voor de Bibliotheek gelden de volgende specifieke doelen: • het samenstellen van en zorg dragen voor een kwalitatief goede, actuele en brede mediacollectie ten behoeve van de uitleen
Subsidiëring van de bibliotheek is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen. De subsidierelatie met de bibliotheek moet opnieuw worden ingevuld als gevolg van de bezuinigingstaakstelling in het kader van de bedrijfsvoering. In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd.
• het bereikbaar en toegankelijk maken van de mediacollectie voor de Hengelose bevolking • het - zowel fysiek als digitaal - beschikbaar stellen van informatie op het gebied van cultuur, welzijn, educatie en recreatie • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent op literatuur en leesbevordering
Doen ?
Bereiken ?
Vormings- en Ontwikkelingswerk (P-511) Voor de Muziekschool gelden de volgende specifieke doelen: • programmering en marketing van cursusaanbod op het gebied van algemene muzikale vorming • het bevorderen van samenspel door de vorming van leerlingenensembles
Subsidiëring van de Muziekschool is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen. De subsidierelatie met de Muziekschool moet opnieuw worden ingevuld als gevolg van de ontvlechting van de gemeentelijke organisatiede bezuinigingstaakstelling in het kader van de bedrijfsvoering.
In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd.
• het aanbieden van cursussen tegen gereduceerd tarief in het kader van de HaFa-regeling • het ondersteunen van Hengelose amateurkunstinitiatieven op het gebied van vocale en instrumentale muziek • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent op klassieke en lichte muziek 114
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Voor CREA gelden de volgende specifieke doelen: • programmering en marketing van cursusaanbod op het gebied van algemene kunstzinnige vorming, waaronder beeldende kunst en vormgeving, dans en toneel
Subsidiëring van CREA is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen.
De subsidierelatie met CREA moet opnieuw worden ingevuld als gevolg van de bezuinigingstaakstelling in het kader van de bedrijfsvoering.
In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerdakstelling
• het onderhouden van contacten met Hengelose amateurkunstinitiatieven op het gebied van beeldende kunst, dans en toneel • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent beeldende kunst en vormgeving, dans en toneel • een kunsteducatieprogramma dat zich richt op ‘leren doen’ Waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren.
In 2011 heeft de gemeente Hengelo met het ministerie van OCW een intentieverklaring ondertekend met daarin de ambitie om in de periode 2012 - 2014 minimaal 450 laagopgeleide Hengelose vrouwen zonder uitkering en werk (nuggers) te laten deelnemen aan het programma Eigen Kracht. Voor minimaal 20% van deze groep vrouwen moeten deze activiteiten na een jaar leiden tot betaald werk of een opleiding. Hierin werken MO (Vrouwencentrum ROZA) nauw samen met SZ.
Ontwikkelingen Aan gemeenten de taak te waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren. Eigen kracht van de burgers speelt hierbij een belangrijke rol. Tegen deze achtergrond krijgt onder meer het diversiteitbeleid van de gemeenten gestalte, met als ambitie dat meer Hengeloërs mee doen in de samenleving, zich er thuis voelen en zich gehoord weten. Participatie staat voor (meer) deelname aan de maatschappij met als doel het tegengaan van sociale uitsluiting en vereenzaming. Wij willen meer samenhang in het participatiebeleid en de uitvoering daarvan. Vanuit het diversiteitsbeleid hebben we ook een aantal ambities geformuleerd voor tijdbeleid.
Doen ?
Bereiken ? Sport (P-530) Het realiseren van een kwalitatief goed sportbeleid. Gezondheid en vrije tijd worden steeds belangrijker. Een goede sportinfrastructuur is essentieel om burgers aan te zetten tot een gezonde leefstijl. Om dit te bereiken ondersteunen we verenigingen en bieden we voldoende laagdrempelige voorzieningen en activiteiten. Extra aandacht gaat uit naar het stimuleren van sporten en bewegen onder de jeugd.
115
╗ ║
Inzet combinatiefuncties op het gebied van sport. Het organiseren van themabijeenkomsten voor sportverenigingen in het kader van verenigingsondersteuning. Het inzetten van het FBK-stadion in het kader vaan de breedtesport. Het realiseren van besparingen en/of extra inkomsten op de FBKgames/ het FBK stadion. Vanaf 2012 wordt Hengelo Sport ondergebracht bij het Twentebad.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Kwalitatief en kwantitatief hoogwaardige (multifunctionele) sportaccommodaties
Het onderhouden van vijf sporthallen Beheren, onderhouden en exploiteren van het Twentebad voor nu en in de toekomst. Innovatief, duurzaam en klantgericht.
Ontwikkelingen Gezondheid en vrije tijd worden steeds belangrijker. Een goede sportinfrastructuur is essentieel om burgers aan te zetten tot een gezonde leefstijl. Om dit te bereiken ondersteunen we verenigingen en bieden we voldoende laagdrempelige voorzieningen en activiteiten. Extra aandacht gaat uit naar het stimuleren van sporten en bewegen onder de jeugd.
Doen ?
Bereiken ?
Groene sportvelden en terreinen (P-531) Extra laagdrempelige mogelijkheden om sporten en bewegen te stimuleren
Plaatsen 3 interactieve voetbalmuren verspreid over Hengelo. Twee zijn er inmiddels geplaatst (sportpark Veldwijk en sportpark De Noork).
De Berflo Es een sportieve wijk waar bewoners bewegen, recreëren en waar aandacht is voor een gezonde leefstijl
Kwalitatief en kwantitatief
hoogwaardige (multifunctionele) sportaccommodaties
Sportpark Veldwijk aantrekkelijker maken voor de wijk. Uitvoering preventieaanvraag Berflo Es Kansen scheppen, stappen maken (verkrijgen provinciale middelen); Verbeteren entree en verkeerssituatie Behoud van topsportaccommodaties, o.a. FBK stadion en trainingsaccommodatie FC Twente. Mede in samenhang met herontwikkelingsplannen sportpark Veldwijk en omgeving. Onderhouden alle velden (kunstgras en natuurgras) van FC Twente op het trainingscomplex in Hengelo Het onderhouden en beheren van negen sportparken. Hierbinnen worden de minimale grenzen van de ISA normen opgezocht i.v.m. versoberen i.h.k.v. de bezuinigingen Renoveren van natuurgrasvelden volgens ISA normering. Vervanging beregeningsinstallaties en pompen op de sportparken
Doen ?
Bereiken ? Kunst (P-540) Voor het Rabotheater gelden de volgende specifieke doelen:
• programmering en marketing van aanbod op het gebied van professionele podiumkunsten, waaronder toneel
(klassiek en modern), dans (klassiek en modern), jeugdtheater, cabaret, musical, opera en klassieke muziek
Subsidiëring van het Rabotheater is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen. De subsidierelatie met het Rabotheater moet opnieuw worden ingevuld als gevolg van de bezuinigingstaakstelling in het kader van de bedrijfsvoering. In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd.
• programmering van schoolvoorstellingen • planning van amateurkunstvoorstellingen en verhuring tegen gereduceerde tarieven van zalen en bijbehorende faciliteiten aan Hengelose amateurkunstorganisaties en scholen
116
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
• samenwerking met de Filmliga ten behoeve van de programmering en marketing van filmvoorstellingen en het beschikbaar stellen van de filmzaal ten behoeve van de Filmliga • samenwerking met derden ten behoeve van de programmering en marketing van kamermuziek- en jazzconcerten • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent op theater Voor Metropool gelden de volgende specifieke doelen:
• programmering en marketing van aanbod op het gebied van hedendaagse muziek(vormen), waaronder pop,
rock, dance, niet-westerse muziek en cross-overs
Subsidiëring van Metropool is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen. De subsidierelatie met Metropool moet opnieuw worden ingevuld als gevolg van de de bezuinigingstaakstelling in het kader van de bedrijfsvoering. In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd
• het verhuren van oefenruimten en het bieden van een podium aan amateurmusici, in samenwerking met de Vereniging Popbelang Hengelo • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan kunst en cultuur, met het accent op hedendaagse muziek(vormen) Voor de aanvullende culturele voorzieningen (muziekprogrammering) gelden de volgende specifieke doelen:
Subsidiëring van de aanvullende culturele voorzieningen op het gebied van muziekprogrammering is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen.
• Programmering en marketing van aanbod op het gebied van verschillende muziekstijlen
Ontwikkelingen Kunst en cultuur dragen bij aan de individuele vorming en ontwikkeling van mensen, aan maatschappelijke deelname, aan de economie in de stad en aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Onze ambitie is om de culturele identiteit van Hengelo verder vorm te geven. We willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur die past bij de aard en omvang van onze stad. Ook willen wij het cultureel bewustzijn van de inwoners stimuleren, zodat zij weten wat Hengelo aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan deel kunnen nemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren. Om dat te bereiken investeren wij enerzijds in de culturele basisinfrastructuur (in voorzieningen als de schouwburg, Metropool, de bibliotheek) en anderzijds in de deelname aan kunst en cultuur (in amateurkunstverenigingen, binnen- en buitenschoolse kunsteducatie en cultuur in de wijken). Daarnaast investeren we in de productie en presentatie van kunst.
117
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Oudheidkunde & musea (P-541) Voor het HEIM gelden de volgende specifieke doelen:
• het conserveren en onderzoeken van de industriële cultuurhistorische geschiedenis van Hengelo
• programmering en publiciteit van permanente, wisselende en tijdelijke exposities op het gebied van het industrieel cultureel erfgoed van Hengelo
Subsidiëring van Techniekmuseum HEIM en diverse musea is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen. De subsidierelatie met het Techniekmuseum moet opnieuw worden ingevuld als gevolg van de bezuinigingstaakstelling in het kader van de bedrijfsvoering. In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd
• het bij een breed publiek bewustmaken van de industriële en cultuurhistorische ontwikkeling van Hengelo, via daarop gerichte educatieve projecten - voor de aanvullende erfgoedvoorzieningen gelden de volgende specifieke doelen: • beheren, collectioneren, conserveren en onderzoeken van materiële en immateriële getuigenissen uit het verleden van Hengelo
Doen ?
Bereiken ?
Natuurbescherming (P-550) Duurzame ontwikkeling als algemeen gedachtegoed in de gemeentelijke organisatie verspreiden
Nakomen van de afspraken voortvloeiend uit subsidie voor klimaatbeleid.
Ambities van de raad op gebied van duurzaamheid en millennium integreren.
118
╗ ║
Gedachtegoed Cradle tot Cradle (C2C) via interne scholing implementeren in de organisatie. Gestart wordt met een workshop C2C aanbesteden. Interne communicatie activiteiten opzetten en uitvoeren Uitvoeren projecten binnen de Sloksubsidie. Verduurzaming van eigen bedrijfsvoering en dan met name Duurzame Inkoop hebben hierbij prioriteit. Uitvoeren projecten Energiepact Provincie Overijssel. Voorbeeld: ondersteunen oprichting Energieloket Twentekanaal In het nieuwe collegeprogramma wordt een sterke ambitie neergezet op het gebied van duurzame ontwikkeling. Niet alleen op gebied van CO2 reductie maar over de hele breedte van de gemeentelijke organisatie. Al in het laatste kwartaal van 2010 is een inventarisatie gemaakt van alle bestaande initiatieven en mogelijkheden. Er wordt een algemene visie op het onderwerp ontwikkeld en hieruit voortvloeiend wordt een gemeentebreed uitvoeringsprogramma ontwikkeld. Met dit programma maken we in 2012 een flinke slag met de integratie van de ambities voor duurzaamheid en millennium.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Een basis leggen voor duurzaam handelen, door ervaren, herkennen en leren, of wel ecologische basisvorming.
Stimuleren en informeren van de Hengelose burger op het gebied van duurzame ontwikkeling
Voortzetten en verder ontwikkelen van (educatieve) activiteiten voor jongeren. In Netwerkstadverband is subsidie toegekend om twee programma’s te ontwikkelen op gebied van water en energie met als uitgangspunt het gemeentelijke beleid. Dit moet voor 2011 leiden tot twee uitvoeringsprojecten. Aanhaken bij een landelijk te ontwikkelen bijv. C2C; frisse scholen ect. Uitvoeren millennium projecten voor het onderwijs i.s.m. het COS Voortzetten en verder ontwikkelen van (educatieve) activiteiten voor de (volwassen) inwoners van Hengelo. Voorbeeld: Nacht van de Nacht. Voortzetting uitvoering van communicatie waterplan. Bijzonderheden 2011 Watereducatie Groot Driene bij de herstructurering van de beek. Een gemeentelijke waterdag; één of meerder gezamenlijke acties met het Waterschap (link met Millennium) Aanpassing van het bezoekerscentrum aan de Van Alphenstraat, zodat het beter geschikt is om informatie aan de burger beschikbaar te stellen op het gebied van het gemeentelijk Duurzaamheidsbeleid. Ontwikkelen van een boek over water/ ecologie in Hengelo i.s.m. het Waterschap
Doen ?
Bereiken ?
Openbaar groen en openluchtrecreatie (P-560) Duurzaam beheerde openbare groenvoorzieningen in de gemeente Hengelo
Schone straten, plantsoenen en waterlopen in de gemeente Hengelo
Een gezond leefklimaat voor inwoners, bedrijven en bezoekers van de gemeente Hengelo
119
╗ ║
Uitvoeren beheer openbare ruimte volgens de IBOR systematiek (Instrument Beheer Openbare Ruimte). Uitvoeren wijkbestekken volgens IBOR systematiek Uitvoeren Bomenbeheerplan. Afronden project verkoop snippergroen Hasseler Es Uitvoeren project Groene structuren in de Hasseler Es (fase 3) in overleg met klankbordgroep Uitvoeren Groenplan volgens programmering (waaronder Weusthag). Op niveau brengen en houden van speelvoorzieningen. Nader uitwerken locatie en inrichting stedelijke skatevoorziening. Opstellen MeerJarenOnderhoudsProgramma (MJOP) 2013-2016. Het schoonhouden van de stad door te vegen en ledigen prullenbakken. Terugdringen zwerfafval en illegale dumpingen Uitvoeren bladcampagne Uitvoeren en ondersteunen diverse netheids- en opschoonacties, vaak geïnitieerd door bewoners en bedrijven zoals de zakgeldprojecten in Groot Driene, Hengelose Es en Hasseler Es, en BIT Twentekanaal. Deelname landelijke campagne Week van Nederland Schoon Evaluatie hondenvoorzieningen en toezicht houden op de regels. Extra handhaven op afvaldump (zie hoofdfunctie 7/diftar) Opstellen MeerJarenOnderhoudsProgramma (MJOP) 2013-2016. Versterking van voorlichting, regulering, toezicht houden op en handhaven van de juiste naleving van de regels op zaken als hondenpoep, parkeeroverlast, zwerfvuil en afvaldump, veilige evenementen, terrassen en uitstallingen Er wordt zoveel mogelijk projectmatig gehandhaafd. Stadstoezicht doet dit in samenwerking met interne en externe partners. Een positieve leefbaarheid zorgt voor een veilige Stad. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de burgers zelf, bijv. door eerst in gesprek te gaan met de buren of degene die de overlast veroorzaakt. Daarmee wordt de capaciteit van Stadstoezicht beter ingezet voor de zwaardere meldingen als illegale dumpingen, handhaven tijdens evenementen, en het innen van precario, haven en marktgelden.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
60% van de Hengelose bevolking is tevreden over de speelmogelijkheden in Hengelo
De professionalisering van de afdeling stadstoezicht en de mogelijkheid om BOA’s breder in te zetten (andere domeinindeling), moet leiden tot meer kwaliteit bij de handhaving in de openbare ruimte en een meer flexibele inzet van medewerkers. De nadruk zal in 2012 o.a. liggen op het bestrijden van afvaldump bij de ondergrondse containers die zijn geplaatst in het kader van diftar. Uitvoering van activiteiten uit het programma spelen 2008-2012 Er wordt onderzoek gedaan naar een skateplaza
Ontwikkelingen Deze functie richt zich op de directe leefomgeving van de Hengelose inwoner. Hierbij streven we naar gezonde, veilige en leefbare wijken. Het is de taak van de gemeente om een wijk leefbaar te maken én te houden, maar daarbij kan ze niet zonder de (ideeën van) wijkbewoners. Interactieve beleidsvorming - tussen de gemeente en de Hengelose inwoner - staat hoog op de agenda. Vaak gaat het hierbij om informeren, maar ook meedenken en meebeslissen (bijvoorbeeld over de inzet van wijkbeheerbudgetten en de buurtbonnen (zie ook hoofdfunctie 6)) behoort tot de mogelijkheden. Om de betrokkenheid van de inwoners bij hun dagelijkse leefomgeving te vergroten en de afstand tussen inwoners en bestuur te verkleinen is in Hengelo wijkgericht werken ingevoerd. Wijkgericht werken richt zich op het verbinden van ‘sociaal’ en ‘fysiek’. Bij de verbinding naar ‘fysiek’ is het leidende principe de systematiek IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte). IBOR wordt gehanteerd als de resultaatgerichte onderlegger voor wijkbestekken en de uitvoering daarvan. Het onderhoudsbeeld is bepalend en geeft het uiteindelijke resultaat dat behaald moet worden. Daarop wordt gestuurd. Als communicatiemiddel wordt IBOR gebruikt om bewoners aan de hand van beelden duidelijk te maken wat het beoogde onderhoudsniveau is. De bewoners kunnen zo beoordelen of het beeld in de praktijk voldoet aan de afgesproken norm (schouwen). En met de inzet van wijkbeheerbudgetten en buurtbonnen beslissen inwoners mee met wat er in hun wijk, straat of buurt beter kan. Bewoners zijn opgeleid om te schouwen in de eigen wijk en geven hun signalen door. De schouwers zijn nog steeds even betrokken bij hun leefomgeving. Zij geven hun signalen door. Om hieraan blijvend aandacht te geven worden in 2012 initiatieven genomen om de verbinding tussen schouwer, bewoner en gemeente blijvend in stand te houden. Te denken valt aan het vroegtijdig laten deelnemen van schouwers in klankbordgroepen en andere expertgroepen. In 2012 zal het MeerJarenOnderhoudsProgramma 2013-2016 (MJOP) ter besluitvorming worden aangeboden. Het MJOP integreert de planning van afzonderlijke onderhoudsprogramma’s in zogenaamde clusters. Denk aan programma’s voor riool, openbare verlichting, wegen en kunstwerken. Ook derden kunnen aansluiten op het MJOP en hun onderhoudsprogramma’s mee laten draaien bij de clustervorming. Denk aan kabels en leidingen en de projecten van woningbouwverenigingen. Een dergelijke clustering leidt niet alleen tot efficiencyvoordelen, maar is tevens een belangrijk instrument voor de communicatie van onderhoudswerkzaamheden naar wijk- en buurtbewoners. Het MJOP wordt ook gebruikt als input bij het opstellen van wijkprogramma’s. Het MJOP is een voortschrijdend meerjarenplan met een looptijd van vier jaren, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. In het Groenplan is de visie op het stedelijk groen geformuleerd. Het Groenplan verbindt en is de integrale benadering van het groen in Hengelo in relatie tot water, duurzaamheid en ecologie. Met strategische afwegingen is invulling gegeven aan de betekenis op het gebied van beheerbaarheid en investeringen. Voortvloeiend uit het Groenplan is een programmering opgesteld. In 2012 wordt invulling gegeven aan deze programmering. Ook de binnenstedelijke – groene – functie van Weusthaggebied (c.q. stadspark Weusthag) en de stadsranden zijn hierin meegenomen. Om de aandacht voor groen in de stad te bundelen, zal een Stedelijke Groenagenda worden opgesteld. Mede naar aanleiding van de stormschade in 2010 is er behoefte aan een meer integrale benadering van het groen in de stad, waarbij strategische afwegingen over de noodzakelijke investeringen en de relatie met duurzaamheid een belangrijke rol spelen. De Kadernota Spelen is in 2008 vastgesteld. Om voldoende speel- en ontmoetingsruimte te creëren, streeft de gemeente ernaar dat 3% van het grondgebied met een woonfunctie moet worden ingericht als speelruimte, óf geschikt moet zijn als informele speelruimte, conform de landelijke richtlijn. De visie en plannen voor aanleg en beheer van speelvoorzieningen zijn verwoord in het Speelprogramma 2008-2012. Hondeneigenaren zijn verplicht de hondenpoep op te ruimen en in hondenpoepbakken te deponeren. Bij de terreinen worden bordjes geplaatst, waarop bondig de regels worden vermeld. Stadstoezicht handhaaft projectmatig op basis van het aantal meldingen. Er wordt elke twee weken in een andere wijk/buurt actief gehandhaafd.
120
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Overige recreatieve voorzieningen (P-580) Voor de stichting Lokale Omroep Hengelo geldende de volgende specifieke doelen: • het zorgdragen voor lokale radio en televisie
Het verstrekken van subsidie. In het kader van de subsidievoorwaarden zal de instelling de gemeente gedurende 2012 op de hoogte houden in welke mate de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd.
• het samenstellen en uitzenden van een omroepprogramma voor radio en televisie, dat bestemd is voor de gemeente Hengelo en dat representatief is voor de gehele Hengelose gemeenschap
Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie Eén van de instrumenten die de gemeente ter beschikking staat ter uitvoering van het voorgenomen beleid is het subsidie-instrument. In deze paragraaf staan de Uitvoeringsregeling benoemd die de gemeente hanteert. De beschreven doelstelling per Uitvoeringsregeling of onderdeel ervan (subsidieregeling) geeft de juridische grondslag voor de verstrekking van subsidie door het college. In een bijlage bij de algemene subsidieverordening staat een limitatieve opsomming van de doelstellingen/ juridische grondslagen van subsidieverlening Uitvoeringsregeling Sport en bewegen 2010-2014 Hierin zijn opgenomen de volgende regelingen: jeugdsportsubsidie en mindervalide sport; velden in eigen beheer; investeringssubsidie; promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie; onbebouwde terreinen; uitwisselingsactiviteiten Emsdetten; opleiding technisch kader. Jeugdsportsubsidie: doel is de sportbeoefening door jongeren te stimuleren door de toegankelijkheid van sportverenigingen en door het organiseren van nevenactiviteiten voor jongeren te bevorderen. Het aan een sportvereniging jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend naar het aantal contributie betalende jeugdleden. Minder validen: doel is de toegankelijkheid te bevorderen voor minder validen van invalidensportverenigingen en afdelingen voor mindervaliden binnen sportverenigingen. Het aan een sportvereniging jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend naar het aantal actief sportende minder valide leden, woonachtig in de gemeente Hengelo. Subsidieplafond voor subsidie jeugdsport en mindervalide samen: € 63.710. Velden in eigen beheer: doel is de sportverenigingen met basissportvoorzieningen in eigen beheer in een ongeveer gelijke situatie te brengen met sportverenigingen die een soortgelijke gemeentelijke accommodatie huren. Het moet daarbij gaan om accommodaties die een functie vervullen passend in het gemeentelijk sportbeleid; subsidieplafond € 44.010. Investeringssubsidie: doel is het voor sportverenigingen mogelijk maken om investeringen te doen ten behoeve van de stichting of verwerving, uitbreiding, inrichting en verbetering van sportvoorzieningen of onderdelen ervan. Het gaat hier om sportvoorzieningen primair gericht op de directe sportbeoefening. Nieuwe verlichting, aanleg/ombouw van een veld of baan, aanpassing sportaccommodatie, kleed en wasruimte en materiaalberging; subsidieplafond €64.740. Promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie: doel is het bevorderen van het organiseren van promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie. Het evenement moet een extra dimensie toevoegen aan het activiteitenpakket binnen de gemeente; subsidieplafond € 5.000. Onbebouwde terreinen: doel is de sportverenigingen te compenseren voor de met ingang van 1997 opgelegde verhoogde aanslagen onroerende zaakbelastingen in verband met het mee taxeren van de ongebouwde sportterreinen, sportverenigingen of -instellingen die eigenaar of gebruiker zijn van accommodaties, welke een functie vervullen passend in het gemeentelijk sportbeleid. Subsidieplafond € 26.600.
121
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Uitwisseling Partnerstad Emsdetten: onderhouden en verstevigen van de onderlinge contacten tussen de gemeente Hengelo en partnerstad Emsdetten op het gebied van sport, onderwijs en cultuur. Subsidieplafond € 9.744. Opleiding technisch kader: stimuleren dat de kwaliteit van het technisch kader (trainers, hulptrainers, instructeurs) van de Hengelose sportverenigingen wordt verhoogd zodat op een zinvolle en meer verantwoorde wijze opleiding en begeleiding van de (jeugdige) sporters plaatsvindt. Subsidieplafond € 6.420. CULTUURLOKAAL 2012 Daaronder vallen de volgende uitvoeringsregelingen: culturele initiatieven podiumbudget productiebudget volkscultuur wijkcultuur cultuureducatie PO cultuureducatie VO Het doel van subsidiëring is: het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om kennis te nemen van, deel te kunnen nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond 2012: € 266.700. UITVOERINGSREGELINGEN CULTURELE INSTELLINGEN 2012 Hierin wordt een overzicht gegeven van de structurele subsidies die worden verstrekt aan de culturele instellingen. Grondslag voor subsidiëring van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunsten, cultureel erfgoed, lokale omroep, buitenschoolse kunst- en cultuureducatie en overige is: • het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om kennis te nemen van, deel te nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond 2012: € 4.756.490. In aanvulling daarop geldt als grondslag voor het bibliotheekwerk: • zorg dragen voor een vindplaats voor Hengelose burgers van algemeen toegankelijke informatie in de meest brede zin. Plafond 2012: € 2.591.020. en voor het gemeentelijk musea: • het conserveren, exposeren en onderzoeken van de (industriële) cultuurhistorische geschiedenis van Hengelo. Plafond 2012: € 277.380. en voor de lokale omroep: • zorg dragen voor lokale radio en televisie. Plafond 2012: € 40.050.
UITVOERINGSREGELINGEN AMATEURKUNST EN INSTRUMENTENFONDS 2012 Grondslag voor subsidiëring van culturele amateurverenigingen is: het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om deel te nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines; Plafond 2012 € 139.000.
UITVOERINGSREGELING DIVERSITEIT De Uitvoeringsregeling Diversiteit (voorheen subsidie programma allochtonenorganisaties) heeft een plafond van € 240.580,--. Voor deze Uitvoeringsregeling geldt de volgende doelstelling: bevorderen dat toegang tot volwaardige deelname aan de samenleving voor alle burgers van Hengelo in gelijke mate aanwezig is. Buiten de Uitvoeringsregeling Diversiteit verlenen wij ook subsidie aan Art. 1 Overijssel (Anti Discriminatie Bureau) en het SVH (Servicepunt Vrijwilligers Hengelo). Ook wordt subsidie gegeven aan mondiaal beleid (geen apart Uitvoeringsregeling). De doelstelling daarvan is: ondersteuning van particuliere initiatieven op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.
122
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Indicatoren hoofdfunctie 5 historische waarden indicator
E/P bron
doc.
% (zeer) tevreden over groenvoorzieningen in de eigen buurt 1)
E
L&V
historisch BB2011 BB2012
Omnibus
historisch BB2011 BB2012
37%
historisch BB2011 BB2012
73%
historisch BB2011 BB2012
39%
% Hengeloërs dat minimaal één keer per week sport 2)
E
% Hengeloërs dat in voorgaande 12 maanden een culturele voorstelling e.d. heeft bezocht 2)
E
% Hengeloërs dat in voorgaande 12 maanden kunstzinnige activiteiten heeft gedaan 2)
E
Omnibus Omnibus
2006
2007
2008
68%
2009
2010
60%
2011
2012
streefwaarden 2013 2014
2015
n.n.b. 60%
36%
60%
n.n.b. 38%
39% -
76%
40% -
40% -
-
n.n.b. 75%
75% -
40%
75% -
75% -
-
n.n.b. 40%
40% -
40% -
40% -
-
historisch streefwaarden % (zeer) tevreden over speelmogelijkheden in de eigen buurt 3)
E/P bron
doc.
E
historisch BB2011 BB2012
L&V
2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015
54%
50%
n.n.b. 55%
55% 55%
55% 55%
55% 55%
1) Sinds 2009: % (helemaal) eens met de stelling 'In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden'. 2) Deze cijfers worden niet meer verzameld. De omnibusenquête is afgeschaft in Hengelo 3) Sinds 2009: % (helemaal) eens met de stelling 'In de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen'.
123
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
55%
Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal Ten Heuw, Mulder, Oude Alink, Lievers Publieksdiensten en Sociale Zaken, Beleid en Projecten, Wijkzaken,
Missie Hoofddoelstelling van deze hoofdfunctie is zoveel mogelijk burgers werkgelegenheid te bieden door enerzijds het scheppen van voorwaarden voor de vestiging van bedrijven, anderzijds individuele begeleiding te bieden voor mensen bij de toeleiding naar werk en/of participatie.
Speerpunten 2012 • Implementatie wijzigingen WWB per 1 januari 2012 • Implementatie gewijzigde armoedebeleid • Implementatie gewijzigde Participatiebeleid/nota Sterker werk • Voorbereiden invoeren Wet werken naar Vermogen d.d. 1 januari 2013 • Verder stroomlijnen van de dienstverlening naar ondernemers • Doorontwikkelen ROZ in overleg met Almelo en Enschede • Implementeren van de nieuwe wet Schuldhulpverlening Uitvoering participatiebevorderende maatregelen • • Innovatie in de combinatie WMO-WWB • Samenwerking Sociale Zaken met Borne, Hof van Twente en Oldenzaal uitwerken • Extra aandacht jeugdwerkloosheid, in regionaal verband via jongerenloket • Opvangen gevolgen afbouw aanwezigheid UWV op Werkplein • Opvangen gevolgen krimp Participatiebudget door beperking instroom, bevordering uitstroom, externe financiële middelen • Beperking toename aantal WWB-klanten door o.m. inzet sociale ondernemingen Samenwerking peuterspeelzalen kinderdagverblijven (harmonisatie) Uitwerken wijkpersprectieven; met name Hengelose Es; Borging lokale preventieve aanpak eergerelateerd geweld en scholenaanpak preventie eergerelateerd geweld Investeren in de zelfredzaamheid en eigen kracht van burgers Voorbereiden op de transitie AWBZ-WMO Kanteling en het nieuwe welzijn krijgen vorm Handhaven van het preventiebeleid (en zo mogelijk versterken) en afspraken maken met partners in de zorg.
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • • • • • • • • • • • 124
Sterk Werk. Notitie over de intensivering van de re-integratieaanpak en de besteding van het werkdeel WWB (2007) Evaluatie nota Sterker Werk (2011) Nota startersbeleid (2007) Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten (2007) Notitie ontwikkelingen schuldhulpverlening (2006) Nota Koers op kansen. Armoedebeleid 2008-2011 (2008); herijking in 2011. Evaluatienota Blijven koersen op kansen 2011-2015 Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid (2009) Beleidsnota 'Sterk Profiel, een goede start II' Actieplan voorkomen voortijdig schoolverlaten 2010-2014 KPMG-rapport; Adviesnota Beheer en Exploitatie van Wijkwelzijnswerk (2011); Nota Vrijwilligersbeleid (2009). Kadernota Herontwerp (2011); Sociale Visie 2020 (2010). Jeugdprogramma Hengelo 2011 – 2014; Notitie professioneel jongerenwerk; Er zit muziek in het Hengelose jeugdbeleid; Kadernota spelen 2008-2012 ╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ? Bijstandsverlening (P-610) In het kader van inkomensondersteuning een nieuw dienstverleningsconcept verder uitbouwen d.m.v. verdere ontbureaucratisering en verbeterde klantgerichtheid.
Evaluatie toetsing achteraf. Vanuit klantgericht dienstverleningsconcept waar mogelijk blijven uitgaan van een zo beperkt mogelijke uitvraag. Uitgangspunt blijft vertrouwen. Verder terugbrengen doorlooptijden aanvraag uitkering WWB en uitkering bijzondere bijstand; Pilot gericht op integrale klantbenadering.
Ontwikkelingen (heeft betrekking op meerdere onderdelen in hoofdfunctie 6) In 2012 blijven we onverminderd inzetten op het terugdringen van de werkloosheid. Het aantal WWB-klanten is daarentegen opnieuw gestegen, wel zien we een afvlakking in 2011 van de stijging. De ontwikkeling van dit bestand loopt altijd wat achter bij de economische ontwikkeling. Dit vraagt in 2012 om goede sturing, op een moment dat kortingen op de sociale zekerheid in het verschiet lijken te liggen. Dit vraagt om creatieve en innovatieve oplossingen in samenwerking met alle betrokken partners in de stad. Daarnaast gaan wij de mogelijkheden naar het combineren van vraag en aanbod vanuit WMO en WWB onderzoeken. Wij richten ons in het bijzonder op: 1. behoud van werk en voorkomen dat mensen werkloos worden (o.a. via overheidsinvesteringen) 2. investeren in mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt 3. stimulering van ondernemerschap Wij blijven inzetten op het voorkomen van schooluitval en Sociale activering, waarbij mensen die verstoken zijn van (betaalde) werkrelaties en andere maatschappelijke verbanden in sociaal opzicht niet tussen wal en schip vallen. Daarbij vragen de teruglopende budgetten om andere oplossingen. Het aanbod in het kader van Sociale activering verschuift dan ook van een individueel aanbod naar een meer collectief gericht aanbod. Positief is dat de economische structuur van de stad zich de afgelopen decennia gunstig heeft ontwikkeld. Het hoge aandeel van industrie met stuwende werkgelegenheidseffecten naar de andere sectoren is een sterk punt. Ook de strategische ligging aan de A1, de doorgaande internationale spoorlijn en de aansluiting via het Twentekanaal op het landelijke vaarwegennet, het relatief hoge opleidingsniveau, de uitgebreide kennisinfrastructuur in Twente en de begeleiding van potentiële starters zijn sterke punten voor het ondernemingsklimaat in Hengelo. De laatste jaren zijn de bedrijventerreinen in het reguliere segment zowel kwantitatief als kwalitatief op peil gebracht. Kansen doen zich vooral voor op het vlak van verbreding en vernieuwing van de kennisintensieve industrie. Ook de versterking van speerpuntsectoren als zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme biedt kansen. De herontwikkeling van het binnenstedelijke voormalige Stork-terrein (Hart van Zuid) tot een multifunctioneel stadsdeel met ruimte voor wonen, werken en (onderwijs)voorzieningen biedt prima kansen voor versterking en diversificatie van de stedelijke economie. Hengelo profileert zich als sociale stad sterk door innovatieve werkwijzen voor specifieke doelgroepen, zoals sociale ondernemingen, aandacht voor inburgeraars en vluchtelingen en een fullservice-organisatie voor ondernemers (ROZ Twente). Bovendien is de wisselwerking tussen het maatschappelijk middenveld, werkgevers en de overheid goed. Hier kan een verdere kwalitatieve uitbouw (bij en door de partners) van het Pact MVO een belangrijke rol spelen. Wij zien het als een uitdaging de sterke economische punten te koppelen aan de profilering van Hengelo als sociale stad. Daarvoor zien wij mogelijkheden in het intensiveren van regionale samenwerking met bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. De toenemende vergrijzing biedt mogelijkheden voor onze werkzoekenden. Vooral in de sectoren detailhandel, toerisme en zorg zien wij kansen voor lageropgeleiden en mensen die in deeltijd willen werken. Toch zien we nog te weinig uitstroomkansen voor laaggeschoolden. Vacatures komen vooral vrij voor hoger opgeleiden in de technische sector.
125
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Vandaar dat wij onze regierol in het Werkplein versterken. In het zgn. ketenjaarplan zullen wij sterk inzetten op bijv. deelname aan instroomprojecten techniek, servicepunt techniek, leren en werken en re-integratie richting direct werk. Daarnaast richten wij ons op beperking van de instroom door speciale aandacht te geven aan de doelgroep WW-ers van wie de uitkeringstermijn afloopt en dreigen in de WWB te komen. In beide gevallen stimuleren wij mogelijkheden voor de groep 45-plussers. Werk staat daarbij voorop. Bedreigingen vormen zoals vermeld de afnemende budgetten voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Zowel het inkomensdeel als het werkdeel als onderdeel van het participatiebudget staan onder druk. Door strakke monitoring per kwartaal, beperking instroom en bevordering uitstroom willen wij het tekort op het Ideel beperken. Wij nemen actief deel in VNG- en G32-verband in het pleidooi om de noodzakelijke middelen vanuit het Rijk overeind te houden. Voor wat betreft het W-deel in het Participatiebudget zien wij ons geconfronteerd met een dalende bijdrage van het Rijk. Dat betekent dat wij nog meer gaan inzetten op uitstroom en doorstroom en in sommige gevallen een verschuiving van individuele trajecten richting collectieve aanpak. Daarnaast doen wij een beroep op externe subsidiestromen, om zo de noodzakelijke participatie- en re-integratie-inspanningen binnen het (rijks)budget uit te voeren. Positief is dat wij zelf grotendeels invulling kunnen geven aan het beleid rond werk en inkomen. Dat vraagt om innovatieve en creatieve oplossingen op terreinen als gesubsidieerde arbeid, sociale economie, modernisering Wet Sociale Werkvoorziening en bij de bevordering van ondernemerschap. Zeker in het licht van de komende, deels onbekende, veranderingen die vanuit het Rijk aangekondigd of te verwachten zijn. Wij spelen tijdig in op de plannen om te komen tot één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt (o.a. WWB, Wajong, WSW). In dat kader versterken we onze rol in het Werkplein. Wij stimuleren de tendens van intensievere samenwerking tussen Twentse gemeenten op het gebied van Werk en Inkomen door een actieve rol te spelen in o.m. Platform Werk en Inkomen Regio Twente. We onderzoeken de mogelijkheden voor verdere samenwerking met de nabuurgemeenten.
Doen ?
Bereiken ? Werkgelegenheid (P-611) Het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot behoud van bestaande en creatie van nieuwe werkgelegenheid in Hengelo (en de regio).
relatie onderwijs-arbeidsmarkt (promotie van techniek), startersadvisering in samenwerking met het ROZ, faciliteren van ZZP-ers, stimuleren en faciliteren van wijkeconomie, bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen
Ontwikkelingen Hengelo is van oudsher een stad met veel industriële/technische bedrijven. Uit verschillende bedrijfsbezoeken en publicaties blijkt dat deze bedrijven voor de komende jaren een personeelstekort voorzien. Als gevolg van de vergrijzing verlaten veel medewerkers het bedrijf en de instroom door jongere medewerkers is onvoldoende om dat vertrek te compenseren. Er wordt door jongeren te weinig gekozen voor een technische opleiding. De economische ontwikkeling van het technische bedrijfsleven wordt daardoor geschaad. Door middel van verschillende initiatieven wordt een bijdrage geleverd aan de oplossing daarvan. Voor de economische ontwikkeling van de stad en daarmee voor de werkgelegenheid is een goed startersbeleid van groot belang. De economie van de stad groeit meer door toename van het aantal bedrijven van binnenuit dan door acquisitie van buiten. In samenwerking met het ROZ is daarom een project Wijkeconomie opgestart. Vanuit het ROZ worden de ondernemerskwaliteiten gestimuleerd terwijl REO de vestiging en ontwikkeling vanuit de ruimtelijke randvoorwaarden begeleidt. ZZP-ers vormen daarin een specifieke doelgroep. Veelal in de combinatie wonen/werken vormt deze groep een specifiek aspect van wijkeconomie. Goed voor de ontwikkeling van economie en werkgelegenheid maar zeker ook stimulerend voor de een gemengd stedelijk weefsel.
126
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ? Minimabeleid (P-614)
Collectieve ziektekostenverzekering: vergroting deelname Bestrijding niet-gebruik: optimaliseren Geldzoeker, opsporen doelgroep d.m.v. bestandsvergelijkingen, uitbreiding ambtshalve toekenning van voorzieningen; BudgetAlert de wijk in Jeugdsportfonds: bevorderen gebruik Wijkgericht werken; wijkinitiatieven ondersteunen en deelnemen aan opzet en uitvoering wijkperspectieven; Specifieke actie gericht op kleine ondernemers en werkende armen via o.a. deelname aan Stedenestafette.
Armoedebeleid heeft een drieledige doelstelling: Het verbeteren van de financiële positie van mensen met een laag inkomen; Het bestrijden en voorkomen van maatschappelijk isolement; Het bestrijden van nietgebruik van voorzieningen.
Bereiken ?
Doen ?
Maatschappelijke begeleiding en advies (P-620) Hengelo wil een aantrekkelijke stad zijn voor de huidige en toekomstige inwoners. Hengelo wil een aantrekkelijk klimaat bieden, met vitale, gemeleerde wijken, een rijk cultureel en sportief aanbod, hoogwaardige werkgelegenheid en een actief verenigingsleven! (uit sociale visie). We doen een beroep op de kracht van de Hengelose samenleving. We willen een duurzaam leefbare stad, waar bewoners zich thuis voelen. De voorzieningen zijn afgestemd op de behoefte van de bewoners
We richten ons op drie thema's: participatie; zorg en gezondheid; ontmoeting en vrije tijd. Voor dit product zijn de thema's zorg en gezondheid en ontmoeting en vrije tijd vooral van toepassing. In de sociale visie benoemen we de woonservicegebieden, kwetsbare groepen, jeugdzorg, preventie en daginvulling. De thema's hebben ook onderling een relatie. In 2012 zal het accent vooral liggen op de voorbereiding op de transities in de jeugdzorg en de AWBZbegeleiding en de daarmee gepaard gaande taakuitbreiding voor de gemeente. Andere ontwikkelingen die een rol spelen in het beleid zijn de Kanteling en het "Eigen Kracht"principe, alsmede de doorontwikkeling van de programmalijnen Thuis in de Buurt. Met extra aandacht voor de wijken Groot Driene, Berflo Es en de Binnenstad
Ontwikkelingen De notitie “Thuis in de buurt” is in 2011 vastgesteld. Deze notitie omvat een aantal programma’s die gezamenlijk leiden tot de vorming van woonservicegebieden. Deze nota vervangt onder andere de huidige nota’s voor het ouderen- en het gehandicaptenbeleid. De zorgstructuur 23+ zal verder ontwikkeld en ingebed worden om zo ook voor deze groep een goede aansluitende zorg en hulpverlening bij multiproblem situaties te kunnen bieden. Daarbij is het van belang hierin een koppeling te leggen met huiselijk geweld en de ontwikkelingen rond het Veiligheidshuis. We kunnen stellen dat hoofdfunctie 6, onder meer door de WMO, sterk samen hangt met de hoofdfuncties 5, cultuur en recreatie en 7, volksgezondheid en milieu. Maar dit geldt even zo goed voor hoofdfunctie 6, werk en inkomen, en levert de sociale bouwstenen voor hoofdfunctie 8, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. In de sociale structuurvisie komt deze samenhang ook nadrukkelijk tot uiting.
127
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ? Vreemdelingen (P-621) Waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren.
Een nieuwe visie op lokale minderheden ontwikkelen met daarbij een concreet uitvoeringsprogramma voor de periode 2012 tot 2015. Zie tevens Participatiebudget (P-623)
Ontwikkelingen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) gaat uit van een zekere eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en keuzevrijheid van burgers. De basisgedachte is: iedereen moet kunnen meedoen. Bij de huishoudelijke verzorging zijn we geconfronteerd met een rijksbezuiniging van € 737.000. Deze bezuiniging is later deels gecorrigeerd tot € 573.000. De uitvoering van de huishoudlijke verzorging ligt voornamelijk bij marktpartijen waarmee contracten lopen tot eind 2012. Daarom hebben we deze ombuiging in de begroting verwerkt. Volgend jaar starten we een nieuwe aanbesteding voor 2013 e.v. waarin prijsreductie een belangrijke rol gaat spelen. Daarmee kunnen we dan, afgezien van mogelijke andere effecten, een reductie op het budget realiseren.
Het participatiebudget bestaat uit de onderdelen WWB trajecten, Inburgering en Educatie
Doen ?
Bereiken ? Participatiebudget (P-623) Eind 2011 is een nieuwe groep nieuw- en oudkomers in Hengelo voldoende zelfredzaam zijn om zorg te dragen voor hun eigen ontwikkeling. Deze inwoners nemen op hun eigen niveau op economisch, sociaal en cultureel terrein deel aan de Hengelose samenleving
Educatie is gericht op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijk funtioneren van volwassenen door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen op een manier die aansluit bij hun behoeften, mogelijkheden en ervaringen, alsmede bij maatschappelijke behoeften.
128
╗ ║
Het Promoteam van inburgeraars inzetten voor de werving van nieuwe kandidaten voor inburgering Inzetten en aanbieden van inburgeringtrajecten De deelnemers aan de voortrajecten inburgering doorleiden naar inburgeringtrajecten Taalcoaches inzetten voor de doelgroep ter ondersteuning van het leerproces in de praktijk Taalaanbod nog meer afstemmen op de behoefte vanuit de doelgroep Project taal op de werkvloer evalueren en afhankelijk van uitkomsten al dan niet voortzetten Educatie richt zich in 2012 specifiek op drie aandachtsvelden: VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs), NT2 (Nederlands als 2e Taal)) en Basiseducatie. Met de VAVO wordt actief bijgedragen aan het terugdringen van het aantal Hengelose schoolverlaters dat zonder startkwalificatie het voortgezet onderwijs verlaat. Met NT2 trajecten wordt de basis gelegd voor een goede integratie in de Hengelose samenleving. Basiseducatie richt zich met diverse programma's op laaggeletterden. In 2012 wordt verder gewerkt aan integraal beleid rond de inzet van het Participatiebudget, waar dit rijksbudget voor Educatie deel van uitmaakt.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ontwikkelingen Met betrekking tot het Inburgeringsbeleid komen er ingrijpende wijzigingen in het rijksbeleid die na 2012 vooral hun beslag zullen krijgen. Herbezinning over onze gemeentelijke inzet is dan noodzakelijk. In dat kader komen wij in de loop van volgend jaar komen wij onze beleidsvisie.
Doen ?
Bereiken ?
Sociaal-cultureel werk (P-630) Het bevorderen van de zelfredzaamheid en de zelfwerkzaamheid van vrijwilligers en wijkbewoners. Naast door en voor buurt- en wijkbewoners georganiseerde activiteiten wordt er een aanbod door professionele organisaties in de zorg en welzijn mogelijk gemaakt.
Er zal een werkgeversinstituut voor de werknemers (vooral de beheerders en zakelijk leiders) in het wijkwelzijnswerk worden opgericht. De organisatie en de uitvoering van het beheer van de organisaties wordt geprofessionaliseerd. Er wordt een stedelijke organisatie voor de uitvoering van het beheer opgericht (Facilitair Overleg). Met de overige maatschappelijke organisaties zal een stedelijke coördinatie in het gebruik van alle welzijnsruimtes in de stad worden opgezet. Doel is het efficient gebruik maken van ruimtes en overlap van activiteiten voorkomen. De op de buurt gericht, kleinere wijkwelzijnsinstellingen zullen een grote verantwoordelijkheid gaan krijgen voor het openen en dichtdoen van hun instelling. Op termijn zullen de gesubsidieerde activiteiten die nu nog plaatsvinden in de kleinere instellingen naar de grotere instellingen, de wijkcentra, verhuizen. Dit om de relatieve leegstand in de wijkcentra te voorkomen. Er worden met het moedercentrum Donna prestatie afspraken gemaakt; Het activiteitenaanbod gericht op jongeren wordt in het kader van zoekrichting nr 15 jeugd en jongerenwerk programmering aan een kritische blik onderworpen; In het kader van zoekrichting nr 16 Toekomst stedelijk jongeren centra, wordt de samenwerking tussen Radar, Cerberus en Innocent bevorderd en het aantal centra teruggebracht. Ook wordt gekeken naar samenwerking met Metropool.
De jeugd in Hengelo groeit positief op. Het opvoeden van jeugdigen doen ouders op eigen kracht in een omgeving waar zij samen met professioneel opvoeders optrekken. Jaarlijks biedt het jeugd- en jongerenwerk een breed activiteitenaanbod aan kinderen en jongeren in de leeftijd van 6-23 jaar
Vrijwilligerswerk/Servicepunt Vrijwilligers: het werven en bemiddelen van vrijwilligers voor de uitvoering van vrijwilligerswerk; het ondersteunen van vrijwilligers en door vrijwilligers bestuurde organisaties bij de uitvoering van hun werkzaamheden; het verzorgen van cursorische activiteiten t.b.v. het vrijwilligerswerk
De ondersteuning van het vrijwilligerswerk heeft nadrukkelijk een plaats in de Kadernota Herontwerp waar het de Eigen Kracht van de burger betreft. In zoekrichting 13 wordt aangegeven dat een aantal welzijnsorganisaties nauwer moeten gaan samenwerken. Het Servicepunt Vrijwilligers wordt hierbij nadrukkelijk genoemd. Ook zal aan het Servicepunt worden gevraagd de ondersteuning van de vrijwilligers in het wijkwelzijnswerk te gaan uitvoeren. Tot op heden wordt dit uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de Vereniging voor Wijkwelijnsvoorzieningen.
Het opbouwwerk verbindt de maatschappelijke wensen en vragen uit de wijk aan het zelfoplossend vermogen van de burger. Het opbouwwerk maakt deel uit van de wijkteams van Scala welzijn
Met de realisatie van de wijkteams heeft Scala welzijn teams samengesteld die gevormd zijn uit voorheen min of meer zelfstandig opererende functionarissen en functies. Het jongerenwerk, het algemene werk en het opbouwwerk zullen nu op basis van de combinatie van welzijnsvraag (van de burger) en competentie van de werker als team optreden. In 2012 zal de werkwijze haar waarde moeten aantonen.
129
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ontwikkelingen De tendens in de huidige maatschappij is er een van zelfredzaamheid en zelfverantwoordelijkheid. Steeds meer verantwoordelijkheid wordt neergelegd bij individuen zelf, jong en oud, man en vrouw, autochtoon en allochtoon. Vanuit die optiek zijn we content met de nieuwe nota “Integraal vrijwilligersbeleid”, waarin de ambities worden uitgesproken dat de gemeente gaat voor: het versterken en uitbreiden van vrijwilligerswerk door het ontwikkelen van nieuwe vormen en door het enthousiasmeren van nieuwe doelgroepen; het realiseren/ versterken van één herkenbaar, centraal punt voor het vrijwilligerswerk en het centraal coördineren van vrijwilligerswerk van gemeentezijde en van het veld; het creëren van een goed kader en ondersteuningsaanbod en daarmee het stimuleren en behouden van vrijwilligers. In deze hoofdfunctie wordt ook invulling gegeven aan prestatieveld 1 uit de WMO, namelijk het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Wijkgericht werken is een subtiel samenspel met stedelijk beleid en is door alle hoofdfuncties verweven. Het is een manier van werken voor alle medewerkers en betekent vooral dat er oog is voor de rol van bewoners en zichtbaar is hoe we met participatie van bewoners wordt omgegaan. Het wijkgericht werken speelt hierbij een centrale positie met als vertrekpunt bewonersparticipatie, samenlevingsopbouw en wijkwelzijn. Het WRR rapport Vertrouwen in de buurt benadrukt de rol van de gemeente om de samenwerking en kansen in wijken en buurten concreet op te pakken. De recentelijk verschenen rapporten “Stad en wijk verweven” van de VROM-raad en “de wijk nemen” van RMO en de VROM-raad bieden interessante aanknopingspunten, daar waar het gaat om het verbinden van wijkgericht en stedelijk beleid. Deze verbinding is een noodzakelijke voorwaarde om de potentie van het wijkgericht werken optimaal te benutten. Een belangrijke rol hierbij hebben onze wijkwelzijnsvoorzieningen. De uitwerking van het Plan van Aanpak Beheer en exploitatie wijkwelzijnsvoorzieningen is daarvoor een middel.
Doen ?
Bereiken ? Kinderopvang (P-650) Het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar door het aanbieden van veelzijdige en passende speelmogelijkheden.
Dit door te werken aan ontwikkelingsstimulering, volgen en signaleren en vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn.
In 2012 wordt ingezet op het kindvolgsysteem en het verder invullen van een doorgaande ontwikkelingslijn. Verder zullen er 200 VVE plaatsen gerealiseerd worden en deze plaatsen kunnen ingevuld worden op elke peuterspeelzaal. Ook dit jaar zal er verder vorm gegeven worden aan de doorgaande lijn naar het basisonderwijs door overdrachtsformulieren. In de stuurgroep kinderopvang zijn alle partners in de voorschoolse periode vertegenwoordigd, dus alle 16 instellingen voor kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Samenwerking wordt op zoveel mogelijk terreinen nagestreefd.
Ontwikkelingen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) gaat uit van een zekere eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en keuzevrijheid van burgers. De basisgedachte is: iedereen moet kunnen meedoen. De gemeente voelt zich verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning en wil burgers, van welke leeftijd dan ook, gehandicapt en niet gehandicapt, met en zonder problemen, volwaardig aan de samenleving laten deelnemen. Aandachtspunt blijft ook de komende jaren nog de opvang van de effecten van de bezuinigingen in de AWBZ zorg. Er wordt een toenemend beroep op de gemeentelijke voorzieningen gedaan. Kansen zijn er wanneer de gemeente daadwerkelijk de spil kan worden in de extramurale zorg en er ingezet kan worden op preventie. In het collegeakkoord geven we ook aan dat we het preventiebeleid willen handhaven (en zo mogelijk versterken) en dat we vanuit onze regierol in willen zetten op het maken van afspraken met het veld.
130
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Subsidieparagraaf Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Eén van de instrumenten die de gemeente ter beschikking staat ter uitvoering van het voorgenomen beleid, zoals beschreven in de bovenstaande beleidslijnen, is het subsidie-instrument. In deze paragraaf staan de subsidies benoemd binnen hoofdfunctie 6. De beschreven doelstelling per subsidieprogramma of onderdeel ervan (uitvoeringsregeling) geeft de juridische grondslag voor de verstrekking van subsidie door het college. In een bijlage bij de algemene subsidieverordening staat een limitatieve opsomming van de doelstellingen/ juridische grondslagen van subsidieverlening.
Maatschappelijke begeleiding en advies In het Programma Subsidiëring WMO is voorzien dat er activiteiten plaatsvinden in het kader van de prestatievelden van de WMO. Binnen dit programma vallen onder meer de subsidies die worden verleend aan Mediant voor collectieve GGZ-preventie/collectieve GGZ-voorlichting en Stichting Informele Zorg Twente. Het subsidieplafond 2012 voor de WO subsidieregeling bedraagt € 473.380 en voor de WO AWBZ pakketmaatregel en psychosociaal € 397.861. In het Programma Subsidiëring Maatschappelijke Dienstverlening, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg is een overzicht te vinden van de enkelvoudige subsidierelaties op dit beleidsterrein. Binnen dit programma vallen onder meer de subsidies die worden verleend aan Carint-MD voor algemeen maatschappelijk werk, aan TACTUS voor verslavingszorg en aan Stichting Humanitas Onder Dak Twente voor het sociaal pension en het activiteitencentrum Bij de Toren. Het subsidieplafond bedraagt € 1.178.100. Het Programma Subsidies Volksgezondheid, Ouderen en Gehandicapten geeft een overzicht van de enkelvoudige subsidierelaties én van de subsidieregelingen op deze terreinen. Hieronder vallen de subsidiëring van de SWOH, MEE Twente, Seniorenplatform, Gehandicaptenraad en Stichting Welzijn Doven. Het subsidieprogramma Ouderenbeleid is bestemd voor het subsidiëren van eenmalige activiteiten en kortlopende projecten. Structurele subsidies kunnen niet uit deze post worden betaald. De activiteiten of projecten worden beoordeeld op de bijdrage aan ‘ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven functioneren’. Lopende het begrotingsjaar kunnen aanvragen worden ingediend. Het subsidieplafond voor dit subsidieprogramma bedraagt in 2012 € 29.690. Het subsidieplafond voor dit programma Volksgezondheid, Ouderen en Gehandicapten bedraagt € 859.079. WIJKWELZIJN uitvoeringsregeling wijkwelzijnsvoorzieningen. Plafond 2012 € 2.094.570 Hiervoor geldt de volgende doelstelling: stimuleren en bevorderen dat bewoners verantwoordelijkheid nemen voor leefbaarheid en veiligheid, integratie en sociale cohesie in hun eigen leefomgeving
historisch
Indicatoren hoofdfunctie 6 E/P bron Aantal inburgeringsvoorzieningen inburgeringsplichtigen vrijwillige inburgeraars totaal
131
╗ ║
doc
2006
BB2011 BB2012
Beleidsbegroting 2012 – 2015
2007
2008
2009
2010
36 1 37
103 13 116
255 79 334
112 82 194
2011
150
streefwaarden 2012 2013
2014
100
versie 09-11-2011
2015
Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal, Fysiek Oude Alink, Lievers Beleid en Projecten, Veiligheid en Leefomgeving, Stedelijk Beheer, Wijkzaken
Missie Hengelo streeft naar volwaardig burgerschap voor al haar inwoners. Hengelo heeft daarbij oog voor de verscheidenheid van de samenleving. Hengelo brengt de sociaal economische gezondheidsverschillen terug door specifieke inzet bij groepen die in een achterstandssituatie verkeren. De stad versterkt de toegankelijkheid van het zorgaanbod om een volwaardige maatschappelijke participatie te waarborgen. Bij het onderdeel milieu gaat het om het realiseren van een duurzaam evenwicht tussen milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies, zoals wonen, flora en fauna.
Speerpunten 2012 Handhaven van het preventiebeleid (en zo mogelijk versterken) en afspraken maken met partners in de zorg Doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), zowel lokaal als regionaal in relatie tot verwachte veranderingen in de organisatie van de jeugdzorg (mogelijke decentralisatie naar gemeenten) Invulling geven aan het Jeugdcluster Gezondheidspark De sociale visie van Hengelo is vertaald naar sociale programma’s Adequate oplossingen zoeken binnen de WMO als gevolg van de wijzigingen in de AWBZ; het is nog steeds niet duidelijk wat de gevolgen van de wijzigingen zijn en wie buiten de boot valt of dreigt te vallen • Ontwikkeling van het zorgconcept van het gezondheidspark start bij het jeugdcluster: zorgaanbieders op het park bieden samen een breed spectrum aan activiteiten op het vlak van preventie, laagdrempelige ondersteuning, onderwijs maar ook intensieve vormen van zorg en ondersteuning • Alcoholmatiging, antirook maatregelen, bestrijding overgewicht blijven speerpunten van gezondheidsbeleid • Invoering Diftar per 2012 • Uitvoering WABO • Beleidsontwikkeling en -uitvoering gebiedsgericht grondwaterbeheer • Geluidsbelastingkaart Hengelo • Uitvoeringsprogramma duurzaamheid • Gevolgen Programma Hoogfrequent Spoor • Professionalisering Stadstoezicht
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Startnotitie Centrum voor Jeugd en Gezin Hengelo (2008) Voortgangsnotitie CJG (2009) Visiedocument Naar één gezonde lijn in Hengelo Nota Gezond leven in Hengelo, lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 Landelijk Afvalbeheerplan 2 (2009 - 2021) Beleidsnotitie invoering diftar Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (2009) Gemeentelijk Waterplan (2006) Grondwaterkwaliteitsplan (2007) Gecoordineerd handhavingbeleid 2010/2011 Handhavingsplan Bodem 2005 – 2008 (2005) Bodembeleidsplan (2003) Nota bodembeheer gemeente Hengelo ‘Twents beleid veur oale groond’ (2011) Bodemkwaliteitskaart gemeente Hengelo (2011) Visie op de grondwaterkwaliteit (2006) Bodemsaneringsprogramma 2010 t/m 2014 (2010) Verdeelbesluit bodemsaneringsmiddelen 2010 t/m 2014 (2010) Verdeling ISV-bodem-middelen jaarschijf 2009 Beleidsplan Duurzame Ontwikkeling 2006-2010 (2006) Beleid Externe Veiligheid gemeente Hengelo (2006) Plan Uitvoeringsbeleid Bouwregelgeving (PUB) (integraal beleidsplan bouw, brandweer en handhaving) Nota geluid (2009) Nota Duurzaam Bouwen 132
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
In voorbereiding zijnde beleidsnota’s: • Beleidsplan ondergrond (Gebiedsgericht grondwaterbeheer) • Geactualiseerd Beleid Externe Veiligheid gemeente Hengelo Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Openbare gezondheidszorg (P-714) Werk is één van de belangrijkste bouwstenen voor een succesvolle behandeling van verslavingsproblematiek. Daarvoor is een aanpak nodig met professionele begeleiding, activering, motivering en toeleiding van mensen naar een gesubsidieerde of reguliere baan. Reactivering van rehabilitatie in werk van mensen met verslavings- en/of psychiatrische problemen.
Het handhaven en/of bevorderen van een optimale gezondheid voor de inwoners van Hengelo. Binnen het gezondheidsbeleid wordt specifiek aandacht gegeven aan (groepen) mensen die zich in een sociaal zwakke positie bevinden.
De kern van de activiteiten wordt nog altijd vormgegeven door een fietsenwerkplaats. Naast de activiteiten gericht op rijwielen en rijwielherstel is een samenwerking aangegaan met een woningbouwcorporatie. De kern van deze activiteit is ondersteuning bij activiteiten die de leefbaarheid in een aantal wijken van Hengelo moeten verbeteren. Doorontwikkelpunt voor 2012 is mogelijke verandering van de positie van de gemeente Hengelo: van subsidieverlener naar opdrachtgever/afnemer van klussen/trajecten voor drugsverslaafden.
De GGD geeft uitvoering aan de, in regionaal verband, overgedragen taken zoals epidemiologie, gezondheidsbevordering, medische milieukunde, technische hygiënezorg, infectieziektebestrijding, forensische geneeskunde en JGZ. Daarnaast worden de regionale en lokale activiteiten, welke genoemd worden in de beleidsnota "Gezond leven in Hengelo" uitgevoerd. Deze activiteiten richten zich op tabakspreventie (Rookvrije School en Actie Tegengif), het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren (Happy Fris), het verminderen van overgewicht (Smaaklessen, de Gezonde Schoolkantine, Control XL e.d.), en het vroeg signaleren van depressie en eenzaamheid onder ouderen (De kracht van je leven).
Ontwikkelingen Gezondheid Op het terrein van Zorg en Gezondheid zijn er vele ontwikkelingen. We zien een verschuiving van zorg naar preventie. Er wordt meer en meer beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid. De gemeente wil graag de burgers zelf stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen woon- en leefsituatie In 2009 is de nota “Gezond leven in Hengelo, lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012” vastgesteld waarin de ambitie is uitgesproken dat de gemeente streeft naar een betere handhaving en/of bevordering van een optimale gezondheid van de bewoners van de gemeente Hengelo, waarbij extra aandacht aan specifieke doelgroepen wordt gegeven. Bij de ontwikkelingen op het brede terrein van Zorg en gezondheid willen wij aandacht blijven houden voor de meest kwetsbaren in de samenleving. Hiervoor zullen wij een vangnet blijven bieden. Twee belangrijke ontwikkelingen vormen de transities van AWBZ naar WMO en Jeugdzorg. In 2012 zal aan de voorbereiding hierop verder vorm worden gegeven.
133
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Jeugdgezondheidszorg (Uniform deel) (P-715) De Jeugdgezondheidszorg (Jgz) draagt zorg voor het volgen en signaleren van en het adviseren over de fysieke, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van alle kinderen en jeugdigen van -9 maanden naar 23 jaar in Twente, gericht op een gezonde en veilige ontwikkeling van deze kinderen en jeugdigen. Dit gebeurt door uitvoering van het basistakenpakket 0-19 door de GGD-JGZ. Vanuit het startdocument zorgconcept gezondheidspark worden inhoudelijke ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden gestimuleerd.
In de vergadering van de Regioraad van 18 november 2009 is besloten tot een ombuigingsopgave van € 2,5 mln. Het aandeel van de GGD in de ombuigingsoperatie bedraagt € 1.233.000,-. Circa 50 % hiervan wordt gerealiseerd via efficiency, financieel technische maatregelen en instrumenten voor kostenbeheersing (begrotingsjaar 2011 en gedeeltelijk in de periode 2012-2014). Dit is besloten in de Regioraad op 30 juni 2010. De overige 50% wordt via de ambitie-/takenschouw gerealiseerd (begrotingsjaar 2012). Het grootste deel hiervan betreft taken die door de Jeugdgezondheidszorg worden uitgevoerd. Verdere aandachtspunten zijn: doorontwikkeling integrale Jgz 0-19 en de rol van de Jgz met het oog op de Transitie Jeugdzorg.
Ontwikkeling van het zorgconcept start bij het jeugdcluster (zorgaanbieders op het park die samen een breed spectrum aan activiteiten op het vlak van preventie, laagdrempelige ondersteuning, onderwijs maar ook intensieve vormen van zorg en ondersteuning bieden). Deze partijen hebben aangegeven dat zij hun samenwerking willen verbeteren c.q. uitbreiden. Zij gaan dit doen middels een drietal projecten, die in 2011 van start gaan. Hiervoor is een plan van aanpak ontwikkeld. De lijnen die nu worden gelegd voor samenwerking rondom jeugdzorg, kunnen als vliegwiel fungeren voor samenwerking op andere onderdelen.
Ontwikkelingen In 2012 zal de voorbereiding op de transitie jeugdzorg van provincie naar gemeentel verder worden opgepakt. Hengelo vervult in dat kader een trekkersrol binnen de G32 en binnen de Regio Twente.
Doen ?
Bereiken ?
Jeugdgezondheidszorg (WMO-deel) (P-716) In onze visie is het Centrum voor Jeugd en Gezin een goed bereikbare laagdrempelige voorziening van waaruit verschillende organisaties in onderlinge samenhang opvoedondersteuning en zorg aanbieden voor ouders en jeugd in Hengelo. O.b.v. het jeugdprogramma 'Zelf Doen!, positief opvoeden en opgroeien' zullen de daarin geformuleerde doelstellingen voor 2014 worden nagestreefd.
134
╗ ║
Voor de realisatie van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben gemeenten van 2008 tot en met 2011 financiële middelen van het Rijk ontvangen via de brede doeluitkering CJG (BDU CJG). Vanaf 2012 worden de financiële middelen via een nieuwe decentralisatie-uitkering binnen het gemeentefonds verstrekt; de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin (DU CJG). Tevens staat in het regeerakkoord dat het Centrum voor Jeugd en Gezin bij de decentralisatie van de Jeugdzorg zal dienen als front-Office voor alle jeugdzorg. Dit betekent dat we de komende jaren blijven investeren in het CJG.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Afvalverwijdering en -verwerking (P-721) Realiseren LAP-2 taakstelling voor nuttige toepassing (60% in 2015).
Verkeerd aanbieden en dumpen van afval terugdringen.
Verlagen gemiddelde kosten per aansluiting.
In gebruik nemen nieuw milieupark met pasjessysteem (planning: planning opleveren november 2011) Invoeren diftar in 2012. In gebruik nemen milieueilandjes. Handhaving op orde houden. Projectmatig handhaven op illegale dump en verkeerd aanbiedgedrag.
Monitoren aanbiedgedrag a.g.v. invoering diftar
De afval-inzamelstructuur functioneert als een stelsel van communicerende vaten. Er is sprake van meerdimensionale en samenhangende doelstellingen. Dit houdt in dat de uit te voeren projecten in onderlinge samenhang leiden tot het realiseren van de doelstellingen.
Ontwikkelingen Afvalinzameling Volgens de doelstellingen van LAP2 (Landelijk Afvalbeheerplan 2, periode 2009 -2021) dient in 2015 60% van al het vrijgekomen huishoudelijk afval nuttig te worden toegepast. De voorkeursvolgorde voor nuttige toepassing in afvalbeheer is: 1) producthergebruik; 2) materiaalhergebruik; 3) hoofdgebruik als brandstof of voor een andere wijze van energieopwekking. Met de besluitvorming over de invoering van Diftar per 1 januari 2012, alsmede door de ingebruikname van het nieuwe milieupark, de milieueilandjes en de gescheiden inzameling van plastic verpakkingen en oud papier, wordt deze taakstelling mogelijk al in 2012/2013 gehaald. Professionalisering Stadstoezicht Zie ook hoofdfunctie 5. De professionalisering en de mogelijkheid om BOA’s breder in te zetten (andere domeinindeling), moet leiden tot meer kwaliteit bij de handhaving in de openbare ruimte en een meer flexibele inzet van medewerkers. De nadruk zal in 2012 o.a. liggen op het bestrijden van afvaldump bij de ondergrondse containers die zijn geplaatst in het kader van diftar.
135
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Riolering en Waterzuivering (P-722) Voorkomen van wateroverlast
Beperking van de milieubelasting
Effectief beheren van het rioolstelsel
Zichtbaar maken en herinrichten van de beken
afkoppelen van verhard oppervlak (cf. GRP) oplossen van structurele grondwateroverlast vergroten van de afvoercapaciteit van het rioolstelsel afkoppelen van verhard oppervlak (conform GRP) vervanging van lekke rioolbuizen inrichten van stuwgebieden opheffen van foutieve rioolaansluitingen reinigen en inspecteren van het rioolstelsel reinigen van trottoirs- en straatkolken reinigen en inspecteren van rioolgemalen en bergbezinkbassins up to date houden van het geautomatiseerd rioolbeheersysteem uitvoeren van diverse beekherstelprojecten zoals benoemd in Het gemeentelijk waterplan
Ontwikkelingen Riolering De Wet Gemeentelijke Watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is geworden stelt gemeenten in staat een betere bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. Voor de invoering van de wet had de gemeente uitsluitend de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater. De gemeente krijgt nu via twee nieuwe zorgplichten het instrumentarium in handen om stedelijke grondwaterproblemen en de afvoer van (afgekoppeld) hemelwater te regelen. Maatregelen die uit deze zorgplichten volgen kunnen worden bekostigd met de nieuwe verbrede rioolheffing. Het gemeentelijk beleid hiervoor is verwoord in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2009 – 2013. Dit GRP is in oktober 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Het KNMI heeft recentelijk het klimaat in Nederland geëvalueerd en in de nota “Klimaat in de 21-ste eeuw, vier klimaatscenario’s voor Nederland” gepubliceerd. Voor alle vier de scenario’s is vastgesteld dat de gemiddelde neerslaghoeveelheid op dagen met veel regen toeneemt door intensievere regenbuien. Voor gemeenten is het dus belangrijk te weten wat er gebeurt wanneer rioolstelsels zwaarder worden belast dan de zogenaamde ontwerpbui. In het kader van het GRP is een eerste indicatieve klimaatberekening uitgevoerd en zijn aanvullende maatregelen benoemd teneinde wateroverlast te voorkomen of te beperken. Op basis hiervan zijn in het GRP drie doelstellingen geformuleerd: - het voorkomen van wateroverlast, - het beperken van de milieubelasting en – het effectief beheren van het rioolstelsel. Waterhuishouding Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben woensdag 25 juni 2008 het Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel (NBW) ondertekend. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden. Een ander doel is te anticiperen op veranderende omstandigheden. Het gaat daarbij om de verwachte zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatverandering. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. In het Gemeentelijk Waterplan (2006) is beschreven hoe de gemeente de komende 25 jaar samen met het waterschap haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en richting geeft aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen: 1. Het herstel van de Hengelose beken; 2. Het gescheiden houden van vuile en schone waterstromen (afkoppelen); 3. Het oplossen van grondwateroverlast.
136
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ? Milieubeheer (P-723) Vergunningverlening
Naleving milieuregelgeving door bedrijven.
Toezicht en handhaving Waarborgen van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid in de leefomgeving.
V.w.b. geluidhinder een zo goed mogelijk evenwicht tussen enerzijds woon- en leefklimaat en anderzijds nodige (geluid)ruimte voor sociale, culturele en economische activiteiten
Ter plaatse van gevoelige bestemmingen geen overschrijdingen van wettelijke luchtkwaliteitsnormen. Het mogelijk maken van het gebiedsgericht grondwaterbeheer
Afhandeling vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen. Kwalitatief goede vergunningen (conform landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria). Invoeren vooroverleg en vergunningmanagement om bedrijven goed over regelgeving te informeren. Voorbereidingen treffen met het oog op de totstandkoming van een netwerk regionale uitvoeringsdienst (RUD) per 1 januari 2013. Uitvoeren van toezicht en handhaving middels inspecties. Uitvoeren van multidisciplinaire projecten gericht op beperking van risico’s en knelpunten in de leefomgeving. Geven van voorlichting en informatie aan burgers en bedrijven over het doel van regelgeving, wijzigende regelgeving en het belang van handhaving en toezicht. Tijdige en burgergerichte afhandeling van milieuklachten en handhavingverzoeken. Jaarlijks vaststellen van een gecoördineerd handhavingprogramma en handhavingverslag Vaststellen van geluidsbelastingskaart (uiterlijk 30 juni 2012) Op grond van geluidbelastingskaart opstellen van een actieplan geluid (actieplan moet voor juli 2013 zijn vastgesteld). Actieplan wordt geïntegreerd in Nota Geluid Actualiseren verkeersmilieukaart Saneren woningen A-lijst Afronden realisatie geluidscherm langs spoortraject naar Oldenzaal Volgen ontwikkelingen hoogfrequent spoor Aanleveren data voor rapportage luchtkwaliteit in 2011. Motiveren van effecten van en/of gevolgen voor de luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen.
Het afkoopinstrumentarium toepassen zodat probleemeigenaren hun verantwoordelijkheid voor (diepe) grondwaterverontreiniging tegen betaling van een afkoopsom overdragen aan de gemeente. Uitvoering geven aan het gebiedsbeheerplan om de afgekochte (diepe) grondwaterverontreinigingen aan te pakken.
Het in beeld brengen van verspreidingsrisico’s en ecologische risico’s.
Het uitvoeren van bodemonderzoeken op spoedlocaties tot aan het niveau dat beschikking ernst en spoedeisendheid verleend kan worden. Dit zal volgens het bodemconvenant voor 31-122015 moeten gebeuren.
Nieuw gemeentelijk bodembeleid
Ontwikkelen gemeentelijk beleid voor de aanpak van voormalige stortplaatsen.
Het externe veiligheidsrisico (het groepsrisico) in woongebieden in Hengelo zo beperkt mogelijk houden
Uitvoeren uitvoeringsplan externe veiligheid 2012 Ruimtelijke plannen toetsen aan het externe veiligheidsbeleid
137
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ontwikkelingen Regionale Uitvoering Diensten (RUD) Gemeenten krijgen tot 1 januari 2013 de kans om via een ‘bottom up’ proces de samenwerking te organiseren voor de uitvoering van de VROM-taken (handhaving milieu). Dat is de uitkomst van de besluitvorming in de Eerste en Tweede Kamer (motie Boelhouwer) in het voorjaar van 2010. )- Op 1 januari 2013 moet in iedere provincie de RUD vorming een feit zijn. In Overijssel zijn gemeenten in 2011 gestart met een pilot om te toetsen of een RUD in netwerkverband haalbaar is. Deze pilot is succesvol verlopen en in juli 2011 hebben alle colleges besloten om de netwerk RUD te gaan ontwikkelen. Deze moet uiterlijk 1 januari 2013 van start gaan. Medio 2011 is de projectorganisatie opgetuigd. Het projectplan zal in de tweede helft van 2011 gereed zijn. Bodem In 2011 zijn een beleidsplan ondergrond en een gebiedsbeheerplan opgesteld. Hiermee wordt de basis gelegd voor de uitvoering van de gebiedsgerichte aanpak van (diepe) grondwaterverontreinigingen onder het centrumgebied van Hengelo. In 2012 wordt de gebiedsgerichte aanpak in uitvoering gebracht. Daarnaast worden er met behulp van de in 2010 vastgestelde afkoopstrategie onderhandelingen gevoerd met mogelijke deelnemers. Probleemeigenaren kunnen hun verantwoordelijkheid voor een (diepe) grondwaterverontreiniging tegen betaling van een afkoopsom overdragen aan de gemeente. De gemeente zorgt voor de gebiedsgerichte aanpak van deze verontreinigingen volgens het opgestelde gebiedsbeheerplan. Zoals is afgesproken in het bodemconvenant worden in de periode 2011-2015 de locaties waar bodemverontreiniging een verspreidingsrisico of ecologisch risico oplevert inzichtelijk gemaakt. Hiervoor wordt in 2012, voor zover dat nodig is, verder bodemonderzoek uitgevoerd. Eigenaren van bedrijfsterreinen zijn zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van onderzoek naar bodemverontreiniging op hun terrein. Op grond van de onderzoeksresultaten wordt overwogen of een locatie kan deelnemen in de gebiedsgerichte aanpak. Voor sommige locaties is de gemeente verantwoordelijk. Voor zover er op zulke locaties sprake is van een verspreidingsrisico wordt sowieso aansluiting bij de gebiedsgerichte aanpak gezocht. In 2011 is geen nieuw bodembeleidsplan opgesteld. Wel is er een start gemaakt met de inventarisatie van verontreiniging op en nabij voormalige stortplaatsen. Een gedeelte van de locaties is in het verleden onderzocht op de aanwezigheid van HCH. Sommige voormalige stortplaatsen zijn bedekt met een afdeklaag. Deze afdeklagen zijn vaak niet voldoende dik om contact met het (verontreinigde) stortmateriaal te voorkomen. De afgelopen jaren is een aantal keren gebleken dat het een probleem is dat er voor de aanpak van zulke locaties geen landelijk beleid bestaat. De wet- en regelgeving over bodemverontreiniging is niet van toepassing en dit wettelijk kader biedt zodoende geen mogelijke aanpak. In 2012 zal verder worden onderzocht of het mogelijk is om hiervoor gemeentelijk beleid op te stellen. Externe veiligheid Externe veiligheid omvat het beheersen van de risico's voor de omgeving door de productie, de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen (binnen bedrijven) en door het transport van gevaarlijke stoffen (via wegen, waterwegen, spoorwegen en buisleidingen). In 2006 heeft de Raad het Externe veiligheidsbeleid vastgesteld; in 2011 wordt dit geactualiseerd. Jaarlijks stelt het college een uitvoeringsplan externe veiligheid vast. Hengelo heeft zich verbonden aan het Meerjaren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Overijssel 2011-2014 van de provincie Overijssel. Op grond van dit uitvoeringsprogramma en het gemeentelijk uitvoeringsprogramma wordt subsidie beschikbaar gesteld ter ter bevordering en ondersteuning van de gemeentelijke externe veiligheidstaken. Gevolgen Programma Hoogfrequent Spoor Het Kabinetsbesluit Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) heeft tot doel het frequenter laten rijden van personentreinen op drukbereden routes in de Randstad en naar Eindhoven en Arnhem. Om hiervoor capaciteit vrij te maken, moet goederenvervoer worden omgeleid naar minder drukbereden routes. Voor het transport naar Noordoost Europa is dat de route Elst - Oldenzaal. Verwacht wordt een sterke groei van het goederenvervoer; tot ca. 80 goederentreinen per etmaal in 2020. De capaciteit die wordt gereserveerd is nog groter (6 goederentreinen per uur). Onduidelijk is inhoeverre deze ontwikkeling verdere groei van het personenvervoer en daarmee de functie van het Centraal Station Twente in Hengelo zal belemmeren en of er gevolgen zijn voor de leefbaarheid. Mede naar aanleiding van de Kamerbehandeling wordt in opdracht van de minister nader onderzoek verricht naar het voorkeurstraject (via Deventer of via Goor) en de milieugevolgen (o.a. geluid en trillingen) en andere consequenties (o.a. voor het personenvervoer) van de verschillende varianten. Ook wordt onderzoek verricht naar mogelijkheden om meer goederenvervoer via de Betuweroute te leiden, naar de mogelijkheden van de binnenvaart en naar de verwachte vervoersontwikkelingen na 2020. Samen met de regiogemeenten en de provincie participeert Hengelo in deze onderzoekenen en wordt invloed uitgeoefend op de besluitvorming. De resultaten van de onderzoeken worden medio 2012 verwacht.
Geluid In 2010 is Hengelo, als onderdeel van de agglomeratie Enschede, Hengelo, Almelo met meer dan 100.000 inwoners, aangewezen als gemeente die een geluidsbelastingkaart moet opstellen (een verplichting die voortvloeit uit EU-regelgeving). Een geluidsbelastingkaart moet de geluidbelasting weergeven door wegen, spoorwegen, luchthavens, bedrijven en bedrijfsterreinen. Het opstellen van de geluidsbelastingkaart gebeurt in 138
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
overleg met Enschede en Almelo. De vaststelling moet geschieden voor 30 juni 2012 en daarna elke vijf jaar. Het ministerie stelt financiën beschikbaar voor de eerste vaststelling; de vaststellingen daarna zijn voor rekening van de gemeente. Op grond van de geluidsbelastingkaart moet de gemeente een actieplan opstellen vóór 18 juli 2013.
Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu Binnen dit hoofdfunctie worden de volgende onderdelen gesubsidieerd. Subsidieprogramma CJG. Doelstelling is: voorkomen dat kinderen en jongeren uitvallen en stimuleren dat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Plafond 2012 Jeugdgezondheidszorg € 2.619.700. Subsidieprogramma Voorzieningen specifieke doelgroepen. Doelstelling is: het bieden van ondersteuning aan jonge moeders en thuisloze jongeren. Plafond 2012 jonge moeders € 256.400 / thuisloze jongeren € 39.640.
Indicatoren hoofdfunctie 7 historisch E/P bron Aantal gesaneerde woningen A-lijst idem, cumulatief
139
╗ ║
P DGM
doc historisch historisch BB2011 BB2012
2006
2007
2008
2009
2010
0 34
0 34
0 40
112 152
9 161
Beleidsbegroting 2012 – 2015
2011
171
streefwaarden 2012 2013
183 175
189
2014
195
versie 09-11-2011
2015
Hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Fysiek Bron, Mulder Beleid en Projecten, Personeel en Financiën, Veiligheid en Leefomgeving
Missie Het realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad en het buitengebied binnen de Netwerkstad Twente gezien vanuit (inter)nationaal perspectief. Binnen die opgave zorgen voor complete wijken met voldoende kwalitatief goede woningen in een ruime keuze voor de (toekomstige) bewoners van Hengelo. Speerpunten 2012 • Actualisatie bestemmingsplan Centrum • Vaststellen woonvisie 2011-2016 • Een nieuw convenant met Welbions • Het bevorderen van bovenlokale samenwerking en afstemming (Netwerkstad/Regio Twente) • Kwetsbare groepen met wonen faciliteren • Wonen met zorg • De transformatie van de wijk Berflo Es in combinatie met Hart van Zuid • Realiseren grondverkopen van de vastgestelde herzieningen voor 2012; • Een vrij besteedbaar deel van de algemene reserve grondexploitatie van minimaal € 3 miljoen realiseren; • Realiseer de reeds in gang gezette projecten. Voeg geen nieuw programma, nieuwe projecten toe; • De gemeentelijke boekwaarde van het grondbedrijf maximaal € 100 miljoen laten bedragen.
Kaderstellende beleidsnota’s: • Omgevingsvisie Overijssel (2009) • Welstandnota • Nota duurzaam bouwen • Ontheffingenbeleid artikel 3.23 WRO • Structuurvisie Hengelo 2030 (2010) • Woonvisie 2011-2016 (2011) • Nota thuis in de buurt • Notitie behorende bij de prioriteitenlijst voor woningbouwlocaties 2011-2012 • Herziening grondexploitaties per 1 januari 2011 (zoals vastgesteld per 1 juni 2011); • Gedragslijn BBV en grondbedrijf (zoals vastgesteld per 20 maart 2007); • Toe te passen grondslagen bij de herzieningen van de grondexploitaties per 1 januari 2011 (zoals vastgesteld per 25 januari 2011); • Nota weerstandsvermogen (zoals vastgesteld in de Nota zicht op risico’s per 16 december 2008); • Grondprijsnotitie 2011 (zoals vastgesteld op 29 maart 2011).
140
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Ruimtelijke ordening (P-810) Beïnvloeden, vormgeven en adviseren over alle ruimtelijke gevolgen van het grondgebruik via structuurplannen Het juridisch vastleggen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo in actuele bestemmingsplannen.
Monitoren Structuurvisie Hengelo 2030. Samen met de netwerksteden invulling geven aan de gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek. Verbindingszone Enschede - Hengelo. Interne en externe ontsluiting innovatiedriehoek. Actualisatie van de bestemmingsplannen Centrumgebied, Hengelo ZuidOost, Weusthag en Twentekanaal.
Ontwikkelingen Op bovenlokaal niveau zijn rijk, provincie en regio belangrijke spelers voor de ruimtelijk fysieke ontwikkeling van de stad. Het beleid van deze medeoverheden werkt door op lokaal niveau. Daarnaast maakt Hengelo deel uit van de Netwerkstad Twente. Op het niveau van de Netwerkstad zijn afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in de Ruimtelijk economische ontwikkelingsagenda van de Netwerkstad Twente. Het is de ambitie van Netwerkstad Twente om de positie van hoogwaardige internationale kennisregio verder uit te bouwen door de ontwikkeling van de Innovatiedriehoek. Deze bestaat uit de gebiedsontwikkeling Kennispark, Hart van Zuid/CST en de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente. Van belang hierbij is de onderlinge complementariteit en synergie in de Innovatiedriehoek. In het kader van het verkenningrapport A1 zone is het belang van de Innovatiedriehoek voor de regio beschreven. Het verkenningrapport A1 zone is inzet voor het bestuurlijk MIRT overleg met de ministeries VROM en V&W. De gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting voor de stad Hengelo is vastgelegd in de structuurvisie Hengelo 2030. De structuurvisie is in 2007 vastgesteld en in 2010 geactualiseerd en is het kader voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo. In de structuurvisie Hengelo 2030 is een samenhangende en integrale uitwerking van de koers naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. In Hengelo 2030 zijn 4 prioritaire ontwikkelingsgebieden benoemd: Hart van Zuid/Centraal Station Twente, de herstructurering in de Berflo Es, het Twentekanaal en de Binnenstad. De aanpak van deze gebieden dienen als belangrijkste impuls voor de ontwikkeling van Hengelo. De komende jaren zullen onze inspanningen vooral in deze gebieden plaatsvinden waarbij naast de fysieke ingrepen de sociale en maatschappelijke programma’s een belangrijke rol spelen. Naast de projecten binnen het bestaand stedelijk gebied wordt geïnvesteerd in de stadsranden om het omringende landschap te versterken en voor de toekomst te behouden. De projecten worden integraal, gebiedsgericht en in overleg met belanghebbenden aangepakt. Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-) private partijen plaats. Het is van belang voorafgaand aan een project met deze partijen te komen tot goede afspraken over o.a. toedeling van kosten, programma, realisatietempo. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur of alleen faciliterend. Uit de Wet ruimtelijke ordening volgt de verplichting dat de gemeente voor haar gehele grondgebied bestemmingsplannen heeft. Deze moeten bovendien periodiek te worden geactualiseerd. Vanuit deze wet volgt ook de verplichting tot het opstellen van één of meerdere structuurvisies. Net als voor bestemmingsplannen geldt dat deze digitaal dienen te worden opgesteld.
Doen ?
Bereiken ?
Woningexploitatie en -bouw (P-820) Het stimuleren van woningbouw en exploitatie d.m.v. subsidies in huur –en koopwoningen; meestal betreft dit sociale huurwoningen van corporaties. 141
╗ ║
De regeling Woninggebonden subsidies wordt afgebouwd. Noodzaak voor het handhaven van deze regeling nader bezien.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Het stimuleren van particuliere initiatieven in de woningvoorraad of nieuwbouw die bijdragen aan kwaliteitsverbetering voor woonconsumenten en het wonen in Hengelo in brede zin.
De stimuleringsregeling VvE's van SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten) is momenteel in uitvoering er kunnen geen nieuwe aanvragen meer worden toegekend want het subsidieplafond is bereikt. In feite is daarmee de regeling afgelopen. De startersregeling van SVn is in uitvoering voor lopende aanvragen, ook hiervoor geldt dat er geen nieuwe aanvragen meer kunnen worden toegekend omdat het subsidieplafond is bereikt. Stimuleringsbeleid voor de particuliere woningvoorraad zal ook de komende jaren beleidsmatig gezien gewenst blijven. Bezien moet worden of er wederom middelen vrijgemaakt kunnen worden om SVn stimuleringsregelingen opnieuw in te stellen.
Ontwikkelingen: In de afgelopen 2 jaren zijn vanuit de Rijksoverheid en de Provinciale overheid veel middelen beschikbaar geweest voor de stimulering van de woningbouw. Deze inzet heeft bijgedragen aan een goede woningbouwproductie en ook de verkoop van de bestaande woningvoorraad is gestimuleerd. Inmiddels zijn de middelen vrijwel uitgeput. De beschikbare middelen voor de Starterslening en de middelen voor de Verenigingen van Eigenaren zijn toegewezen. De stimuleringsmiddelen van het Rijk zijn nog niet allemaal toegewezen. Van de ontvangen rijksstimuleringsmiddelen uit de Tsw regeling derde tranche is nog € 175.000 beschikbaar voor het stimuleren van particuliere kavels in Hart van Zuid. Hiervoor moet nog wel een uitwerkingsvoorstel gemaakt worden voor het college Er zullen voorlopig stimuleringsinstrumenten nodig blijven om de woningmarkt in beweging te krijgen. Uiteraard kan dit niet allemaal op het bordje liggen van de gemeente. We zullen meer met andere partijen creatief moeten samenwerken om een stimuleringsprogramma te financieren.
Doen ?
Bereiken ?
Stads- en dorpsvernieuwing (P-821) Het waarborgen van een goed woon, werk en leefmilieu in de stad, onder meer door verbetering en behoud, alsmede, indien nodig, herindeling en sanering van de stad of delen van de stad.
Voortgang Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) monitoren. Uitvoering wordt gegeven aan de gemeentelijke Subsidieregeling cultuurhistorisch erfgoed, waaronder het zogenaamde "Gevelfonds". De middelen in dit fonds t.a.v. gevelverbetering zijn eindig en momenteel uitgeput. De mogelijkheid van continuering van dit onderdeel wordt bezien.
Ontwikkelingen: Het ISV-budget is toebedeeld aan verschillende bestemmingen. De besteding wordt gevolgd, zowel t.a.v. het tempo van besteding om onderuitputting te voorkomen als het doel van de besteding om er voor te zorgen dat ook de doelen worden behaald. Onderdeel van de Subsidieregeling cultuurhistorisch erfgoed is de zogenaamde Puienregeling of Gevelfonds. Dat is in 2011 gevoed met een bijdrage uit het ISV-budget van € 150.000. Dat budget is in 2011 helemaal toegezegd. Er is spraken van een goede kwaliteitsimpuls in de ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad door de combinatie van private investeringen, daarin gestimuleerd door een gemeentelijke bijdrage. Er is ook voor 2012 veel belangstelling van pandeigenaren voor een bijdrage uit deze regeling. Er wordt een inspanning gedaan ook voor 2012 nieuw budget te vinden.
142
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Overige volkshuisvesting (P-822) Zorg dragen voor een eerlijke verdeling van schaarse sociale huurwoningen en het realiseren van een evenwichtige woningvoorraad.
In 2012 worden de verbetervoorstellen ten aanzien van woonruimteverdeling uit de evaluatie betrokken bij een nieuwe, nog op te stellen overeenkomst woonruimteverdeling met Welbions en Carint.
Zorgen voor complete wijken met voldoende kwalitatief goede woningen en een ruime keuze voor iedereen die met betrokkenheid in Hengelo wil wonen.
Een actueel woningbouwprogramma/prioriteitenlijst wordt vastgesteld. De visie vormt de basis voor een nieuwe ronde van prestatieafspraken met Welbions over de thema's: nieuwbouw, herstructurering, bevorderen van doorstroming, duurzaamheid, toegankelijkheid en woonruimteverdeling. De visie vormt verder de basis samen met het beleidsdocument Thuis in de Buurt voor het maken van prestatieafspraken met zorginstellingen en Welbions voor de realisatie van woonservicegebieden. Tenslotte zullen met buurgemeenten afspraken worden gemaakt resp. voortgezet over het monitoren van de woningmarkt en verhuisgedrag om te komen tot een goede afstemming in de woningbouwprogrammering.
Ontwikkelingen In de Structuurvisie Hengelo 2030 is gevarieerd wonen als een kernkwaliteit van Hengelo benoemd. Als gevolg daarvan wordt ingezet op een verdere intensivering van woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied, rekening houdend met de omvorming van naoorlogse wijken naar moderne groenstedelijke woonmilieus, maar ook het wonen in de binnenstad. Taak en rol van de gemeente in het woonbeleid bestaat uit stimuleren, faciliteren en committeren. Sturen kan de gemeente enkel op een paar min of meer repressieve taken (bouwregelgeving, huisvestingswet). In het woonbeleid ligt het accent op realiseren van nieuwe woningen. Met de beperking van de gevolgen van de kredietcrisis is de versnelling van de woningbouw een complexe opgave. Daartoe zijn een aantal belangrijke stappen gezet door de invoering van de woningbouwregie in combinatie met jaarlijks een prioriteitenlijst voor woningbouwlocaties. De gemeente zet met deze lijst in op het realiseren van woningen in verschillende soorten woonmilieus. Er blijft aandacht nodig voor de ontwikkeling en realisatie van deze locaties. In de nieuwe werkwijze zijn met de betreffende marktpartijen afspraken gemaakt over de planning, voortgang en oplevering van de projecten. De gemeente betrekt het marktplatform bij het ontwikkelen van stimuleringsmaatregelen voor de woningbouw. De geactualiseerde woonvisie 2011 - 2016 zal eind 2011 ter vaststelling worden aangeboden aan de raad. Met de woningbouwcorporatie Welbions is in 2008 de basis gelegd voor een nieuw lokaal elan in het oppakken van het woonbeleid als gelijkwaardige partners volgens het klaverbladmodel, d.w.z. dat ook zorg, leren en werken deel uitmaken van geslaagd wonen in wijken. Vanuit het Convenant 2008-2013 zijn vele uitwerkingslijnen uitgezet die in een bestuurlijk overleg tussen beide partijen door middel van een uitvoeringsschema nauwkeurig worden gevolgd. Op basis van de Woonvisie zal met Welbions een nieuw convenant worden opgesteld. De gemeente spant zich in voor een eerlijke en rechtszekere verdeling van de beschikbare voorraad (sociale) huurwoningen en voor voldoende kavels voor de uitgifte aan particulieren.
143
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Doen ?
Bereiken ?
Bouwgrondexploitatie (P-830) Het beheersen van financiële risico’s op gebouw- en portefeuilleniveau en het doorberekenen van kosten aan de eindgebruiker
Het beheren van accommodaties, landbouwgronden en volkstuinen.
Gronden verwerven om projecten te kunnen realiseren
Verwerven van gronden in de grondexploitaties ( x 1.000): Lange Wemen 2.300 Veldwijk Noord 2.874 Hart van Zuid 2.068 Oosterveld 618 Kristenbos 2.006 Overig 111 Totaal 9.977
Het bouw- en woonrijp maken van percelen om projecten te kunnen realiseren
Het maken van plan- en beheerskosten om bestemmingsplannen, verkopen e.d. te realiseren
Het maken van rentekosten om projecten te kunnen realiseren
144
╗ ║
Lange Wemen t Rot Broek Noord Veldwijk Noord Dalmeden Medaillon Hart van Zuid Gezondheidspark Overig Totaal
373 789 292 6.797 303 321 3.644 963 51 13.534
Aan de volgende projecten wordt naar verwachting in 2012 gewerkt ( 1.000): Lange Wemen 281 Broek Noord 60 Veldwijk Noord 141 Dalmeden 178 Medaillon 122 Hart van Zuid 1.188 Gezondheidspark 140 t Oosterveld 51 Twentekanaal Zuid 126 Gem Campus 67 Kristenbos 116 Overig 60 Totaal 2.528 Voor de volgende projecten worden de volgende rentelasten verwacht (x1.000): Lange Wemen 360 t Rot 245 Broek Noord 570 Broek Oost 217 Dalmeden 2.262 Hart van Zuid 1.166 Gezondheidspark 785 t Oosterveld 749 Overig 1.000 Totaal 7.353
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Voor de volgende projecten worden afdrachten aan de reserve bovenwijks ed gerealiseerd (x1.000): Veldwijk Noord 292 Dalmeden 36 Medaillon 85 Hart van Zuid 727 Gezondheidspark 539 Overig 255 Totaal 1.935
Het maken van overige kosten om projecten te kunnen realiseren
Het binnenhalen van subsidies om projecten te realiseren
Bij de volgende grondexploitaties worden naar verwachting in 2012 subsidies binnen gehaald ( x1.000): Hart van Zuid 1.500 Gezondheidspark 872 Totaal 2.372
Het verkopen van bouwrijpe kavels voor woningbouw
Verkopen van kavels in de grondexploitaties (x 1.000): Broek Noord 1.041 Broek Oost 644 Dalmeden 2.095 Medaillon 2.647 Hart van Zuid Gezondheidspark Overig Totaal
333 388 10.789
Het verkopen van bouwrijpe kavels voor bedrijventerreinen
Verkopen van kavels in de grondexploitaties (x 1.000): Hart van Zuid 408 Gezondheidspark 1.029 ‘t Oosterveld 1.405 Twentekanaal Zuid 2.849 GEM Campus 1.622 Totaal 7.313
Het verkopen van bouwrijpe kavels voor overige verkopen
Verkopen van kavels in de grondexploitaties (x 1.000): Doorber. Boekwaarde 5.500 Kristenbos 1.536 Broek Noord 225 Hart van Zuid 8.588 Totaal 15.850
Overwegingen: Er wordt verwezen naar de paragraaf 8.4 Grondbeleid waar de doelstelling van het grondbedrijf uitgewerkt is, waar de relatie met andere hoofdfuncties gelegd wordt en waar de doelen geformuleerd worden om een financieel gezond grondbedrijf te waarborgen. De wijzigingen in grondexploitaties van het grondbedrijf zorgen voor een wijziging in de boekwaarde van het grondbedrijf op de balans (bij de verkopen daarom de verrekening van de boekwaarde). Daarmee gaan bedragen van grondexploitaties zonder saldo door een begroting. Het saldo (715) wordt veroorzaakt door het reguliere werk van de afdeling grondzaken. Daarbij handelt het zich met name om het beheer van accommodaties, landbouwgronden en volkstuinen. De cijfers in de voorgaande tabel gaan over projecten die verantwoord zijn in de gemeentelijke administratie. De projecten die buiten de gemeentelijke administratie worden gevoerd (zoals Bedrijvenpark XL, de Veldkamp, Hemmelhorst) zijn niet in deze cijfers meegenomen. Bij het complex Hart van Zuid is uitgegaan van de fasering van het actieplan (zie hiervoor pagina 48 van deel 1a van de vastgestelde herzieningen).
145
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De herzieningen van de grondexploitaties worden elk jaar vastgesteld door de Raad. De herzieningen van 2011 zijn vastgesteld op 1 juni 2011 (prijspeil 1 januari 2011). Deze herziening wordt als input gebruikt voor de begroting van 2012.
De actuele ontwikkelingen zijn niet verwerkt in deze cijfers. De actuele ontwikkelingen die niet in de bovenstaande cijfers verwerkt zijn, maar die mogelijk wel gevolgen heeft voor de grondexploitaties zijn:
Zuidelijke Havengebied: de verkopen worden eerder gerealiseerd, waardoor de verkopen in 2012 lager kunnen uitvallen; In de raming van de kosten bouwrijp maken Hart van Zuid is in de jaarschijf 2012 rekening gehouden met een afdracht van € 9,95 mln. aan het deelplan hoofdinfrastructuur vanuit de andere deelplannen. De geraamde kosten voor het feitelijk bouw- en woonrijp maken zijn dan conform de grondexploitatie € 3,65 mln. Momenteel wordt verwacht dat circa € 0,9 mln. lager zal zijn; In de raming van de verkopen voor woningbouw in Hart van Zuid is gerekend op € 3,6 mln. uit de verkoop van grond in het zuidelijk deel van EMGA Zuid. Op het zuidelijk deel van EMGA Zuid is een woningbouwontwikkeling van zorginstellingen zoals Manna voorzien. Deze instellingen hebben momenteel te maken met onzekerheid ten aanzien van de financiering van persoons gebonden budgetten. Hierdoor is de verkoop in 2012 ook onzeker geworden. Kristenbos: er wordt vanuit gegaan dat er in 2012 nog niet gestart wordt met dit project.
Indicatoren hoofdfunctie 8 historisch indicator
E/P bron
Aantal gereedgekomen woningen
Aantal ontrokken woningen (sloop)
Percentage gerealiseerde sociale huurwoningen
E BGI
E Rijk/CBS
E BGI/REO
Aantal goedkope / bereikbare huurwoningen 1)
E Welbions
Aantal toegewezen huurwoningen door corporaties 3)
E Corp.
Aantal gehuisveste statushouders idem, cumulatief sinds 1995 Wettelijk opgelegde taakstelling
doc.
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2011 BB2012
357
280
229
236
91
historisch BB2011 BB2012
109
historisch BB2011 BB2012
19%
106
21%
P afd. REO
historisch
29%
197
45%
12.351
1.671
1.473
1.364
12.352
962
BB2011 BB2012
48 616 599
20 636 623
5 641 664
2015
360
360
360
n.n.b.
80
80 80
80 80
80 80
n.n.b.
25% 25%
25% 25%
25% 25%
n.n.b.
568
34%
12.24511.938(v) >8.500
>8.500 >8.500 >8.500 >8.500 >8.500 >8.500
n.n.b.
>1.500 >1.500 >1.500 >1.500 >1.500 >1.500
n.n.b.
800 800
n.n.b.
1.050 >1.500
12 568 574
streefwaarden 2012 2013 2014
360
25%
historisch BB2011 BB2012 historisch BB2011 BB2012
148
2011
43 684 713 725
750 750
775 775
1) Let op: geen streefwaarde, maar ondergrens.
146
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Bestuur , Fysiek Mulder Personeel en Financiën, Wijkzaken
Algemeen In de beleidsbegroting neemt hoofdfunctie 9 een bijzondere plaats in. Enerzijds vanwege de overlap met een aantal paragrafen (belastingen met paragraaf 1 lokale heffingen; rente met paragraaf 5 financiering) en gemeentefonds met hoofdstuk 4 “De financiën van de gemeente Hengelo”, anderzijds omdat er nauwelijks in termen van prestatie-indicatoren kan worden gewerkt.
Productcombinaties:
Ontwikkelingen De financiering van het grote stedenbeleid door middel van decentralisatie-uitkeringen in het gemeentefonds zal gezien de rijksbezuinigingen onder druk komen te staan. Door de bezuinigingen zullen uitkeringen worden verlaagd dan wel stopgezet. Dit heeft er toe geleid dat keuzes worden gemaakt met betrekking tot de inzet van de dan nog beschikbare middelen of dat een beroep moet worden gedaan op eigen gemeentelijke middelen.
147
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Ontwikkelingen Als gevolg van efficiencyvoordelen door de uitbreiding van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT) mag rekening worden gehouden met lagere lasten voor taxatie van onroerende zaken. De bijdrage per taxatie zal worden verlaagd.
Ontwikkelingen Als gevolg van efficiencyvoordelen door de uitbreiding van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT) mag rekening worden gehouden met lagere lasten voor heffing van belastingen. De bijdrage per ‘aansluiting’ zal worden verlaagd. Het GBT zet in op een geleidelijke uitbreiding van het werkgebied met één gemeente per jaar.
148
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6
149
Paragrafen
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.1: Lokale heffingen
Voor deze paragraaf “Lokale heffingen” wordt doorverwezen naar de “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen”.
150
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.2: Weerstandsvermogen & risico’s INLEIDING De gemeente Hengelo hecht aan het bewust omgaan met risico’s. Dat is ook een wettelijke verplichting die voortkomt uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Die wettelijke verplichting heeft als achtergrond dat de financiële positie van de gemeente voor het gemeentebestuur (en burgerij) inzichtelijk dient te zijn. De begroting en de jaarrekening dienen een paragraaf Weerstandsvermogen te bevatten met daarin een overzicht van de aard en omvang van risico’s die de gemeente loopt. Daarnaast dient er een kwantitatief inzicht te zijn in de weerstandscapaciteit waarmee de risico’s opgevangen kunnen worden. Tenslotte dient de gemeente een risicobeleid te formuleren. Dit risicobeleid strekt zich ook uit tot de maatschappelijke partners. Het uitgangspunt is om nader te bepalen kwaliteitseisen te verbinden aan de rapportage over de risicoparagraaf bij de verbonden partijen. BELEIDSNOTITIES Titel De Raad heeft het risicobeleid van de gemeente Hengelo in de Nota “Zicht op Risico’s” met registratienummer 260277 formeel vastgesteld in de raadsvergadering van december 2008. Nog dit najaar zal een geactualiseerde versie van deze nota aan de Raad worden voorgelegd, die met ingang van het jaar 2012 van kracht wordt. De raad heeft ingestemd met: 1. De vaststelling van de streefnorm voor voldoende weerstandsvermogen op de ratiowaarden tussen 1,0 en 1,4 met ratiowaarde 0,8 als ondergrens 2. Het voorstel om in de Beraps de Raad te informeren over de belangrijkste wijzigingen in het risicoprofiel, inclusief de grote projecten, door middel van een risicosimulatie. 3. Het voorstel van de verantwoordelijkheid verdeling in het kader van de actieve informatieplicht waarin de Raad tijdig geïnformeerd wordt over alle risicoscores van 16 of hoger door middel van collegeverslagen of een bestuurlijk initiatiefstuk. In overeenstemming met de Financiële Beheersverordening is in december 2008 de geactualiseerde nota “Vet op de botten” over reserves en voorzieningen aan de Raad aangeboden. De uitgangspunten van deze nota zijn in de paragraaf weerstandsvermogen verwerkt. De uitgangspunten van de opvolger van deze nota, getiteld: “Slank, gezond en weerbaar”, zijn nog niet verwerkt. DOELEN Bereiken?
Doen?
Inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente
•
In beleidsrapportages wordt het risicoprofiel geactualiseerd en wordt verslag gedaan van de uitgevoerde maatregelen voor risicobeheersing en -reductie.
Stand van zaken In het jaar 2012 wordt de organisatie, evenals in het jaar 2011, actief bij het proces van risicomanagement betrokken. Alle afdelinghoofden en projectleiders worden twee keer per jaar geïnterviewd, met als doel dat de risicoprofielen naar de meest recente inzichten geactualiseerd worden. Daarbij zal ook aandacht besteed worden aan nieuwe ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het project Lange Wemen in de herziene exploitaties van het grondbedrijf. Risicomanagement is tevens bedoeld om managers, voorafgaand aan bestuurlijke besluitvorming inzicht te geven in de mogelijke financiële impact van belangrijke voorgenomen activiteiten en projecten. De laatste interviews ten behoeve van de procedure 2011 hebben in vergelijking met het jaarverslag 2010 geen aanzienlijke wijzigingen in de risicoprofielen aan het licht gebracht. Op een enkele uitzondering na is door geen van de sectoren melding gemaakt van majeure nieuwe risico’s. De interne beheersing van risico’s is de afgelopen jaren stelselmatig verbeterd, waardoor de benodigde weerstandscapaciteit kon dalen. Deze trend heeft zich ook in 2011 voortgezet. De raad beslist over het gewenste niveau van het weerstandsvermogen en de raad moet dan ook tijdig worden ingelicht (de actieve informatieplicht), als er zich zaken voordoen waardoor het niveau van het weerstandsvermogen verandert. Dat is het geval bij alle bestuurlijke voorstellen en optredende nieuwe risico’s waarbij in een noodscenario de eigen begrotingsruimte van de afdeling niet meer toereikend is. Het weerstandsvermogen van de gemeente moet dan worden aangesproken en de raad moet dat weten om bij de besluitvorming een eigen afweging te kunnen maken.
151
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Overzicht houden op de bekende risico’s
•
Actueel houden van de database met onderkende risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen uit het NARIS pakket. Uitvoeren van simulaties om te bepalen welk buffervermogen nodig is bij de beleidsmatig bepaalde grens van 90%-zekerheid.
Stand van zaken De Monte Carlo risicosimulatie, op basis van de beleidsmatig bepaalde grens van 90% zekerheid, berekent een benodigde gemeentelijke weerstandscapaciteit van € 33,6 miljoen voor het netto risicoprofiel. Conform het in de vorige beleidsbegroting vastgestelde beleid dienen risico’s met een laag risicoprofiel (score van 7 of lager op een schaal van 25 en een geldgevolg kleiner dan € 1,0 miljoen) binnen de huidige eigen budgetten van de afdelingen te worden opgevangen. De benodigde weerstandscapaciteit welke dient te worden gedekt door de algemene reserve en de bestemmingsreserves bedraagt vervolgens: Totale benodigde weerstandscapaciteit: € 33,6 miljoen Ten laste van afdelingsbudgetten: € 3,0 miljoen Herrekende benodigde weerstandscapaciteit: € 30,6 miljoen
Inzichtelijk maken van risico’s bij grote investeringen en grondexploitaties
Dit is vergeleken met de € 33,0 miljoen opgenomen in de beleidsbegroting 2011 – 2014 een daling van € 2,4 miljoen. De financiële gevolgen van de kredietcrisis zijn goed in beeld en de drie keer € 5 miljoen ombuigingsoperatie ligt op schema. • Nieuwe investeringen en grondexploitaties gaan vergezeld van een risicoanalyse en worden getoetst aan het weerstandsvermogen. Stand van zaken Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf kan als volgt worden weergegeven: Totale benodigde weerstandcapaciteit: € 9,9 miljoen (totaal grex risico’s) Totale beschikbare weerstandscapaciteit: € 0,9 miljoen (alg. reserve grex) Tekort: € 9,0 miljoen Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf is dus ontoereikend, zodat dit gecompenseerd dient te worden door de overige beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente. Hierbij dient te worden opgemerkt dat door het grondbedrijf wel voorzieningen zijn gevormd voor tekortexploitaties van € 29,3 miljoen en van € 11,2 miljoen voor “nog niet in exploitatie genomen gronden”. In overeenstemming met de BBV systematiek, is bij het grondbedrijf eveneens geen rekening is gehouden met nog niet gerealiseerde toekomstige exploitatiewinsten, stille reserves en met specifieke eigen bijdragen en stortingen. Bij de interne beoordeling van de financiële positie van het grondbedrijf wordt met deze aspecten wel rekening gehouden, en is op basis van deze interne (niet BBV) maatstaven de weerstandscapaciteit op 31 december 2010 bepaald op € 10,6 miljoen. (was in 2009 € 12,5 miljoen). Deze verlaging reflecteert de gevolgen van de kredietcrisis. Voor (externe) jaarverslag doeleinden is dit laatste cijfer echter niet relevant: bij de bepaling van het weerstandsvermogen voor de gehele gemeente wordt er gerekend met een weerstandscapaciteit grondbedrijf van € 0,9 miljoen. In de herzieningen grondexploitaties 2011 zijn onder invloed van de kredietcrisis zowel de opbrengsten als de kosten in de tijd naar achteren geschoven. Daarmee hebben enerzijds de verkoopdoelstellingen aan realiteitszin gewonnen, maar is anderzijds het draagvlak afgenomen voor kosten doorbelastingen vanuit de algemene dienst.
INDICATOREN Indicator
Waarde
Begrotingssaldo
Tenminste een sluitende begroting. Stand van zaken De beleidsbegroting 2012 – 2015 toont een negatief begrotingsaldo van bijna € 3,0 miljoen in 2012, oplopend tot ruim € 4,8 miljoen in 2015. De begroting 20122015 wordt sluitend gemaakt door de uitgewerkte bezuinigingen, die in het afzonderlijk voorstel “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen & Bezuinigen” aan uw raad worden aangeboden.
152
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Vrij aanwendbare begrotingsruimte
Post onvoorzien is ongeveer € 3,- per inwoner. Post kleine opties nieuw beleid tenminste € 25.000 per jaar, met een maximum van € 5.000 per voorstel. Stand van zaken Uitgaande van een bevolking van ongeveer 80.000 is de omvang van de post onvoorzien bepaald op afgerond € 236.000. Jaarlijks wordt nieuwe structurele ruimte aangeboden tot een bedrag van € 25.000 voor kleine opties nieuw beleid, tot een maximum per voorstel van € 5.000
Beschikbare belastingcapaciteit
Kostendekkendheid tarieven Stand van zaken Voor alle retributies en bestemmingsheffingen geldt het beleidsuitgangspunt van volledige kostendekkendheid, op basis van het principe dat de veroorzaker betaald Voor de overige belastingen, waaronder de OZB, geldt geen limiet. Deze kunnen dus in principe (mits er geen onredelijke / willekeurige belastingheffing plaatsvindt) onbeperkt worden verhoogd. Een artikel 213a onderzoek naar de kostendekkendheid van de tarieven heeft geresulteerd in de mogelijkheid om onder voorwaarden een deel van de kosten van straatreiniging onder het riooltarief te brengen.
Stille reserves
P.M. Stand van zaken Eind 2010 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de stille reserve binnen de verspreide gronden van het grondbedrijf. Deze bedraagt ca. € 0,7 miljoen. De overige stille reserves van de gemeente zijn conform het beleid niet in beeld gebracht. Het huidige beleid is om de stille reserves niet bij de weerstandscapaciteit te betrekken, omdat: deze reserves meestal niet op korte termijn liquide kunnen worden gemaakt; dit vanuit beleidsmatig oogpunt vaak ook niet gewenst is; de weerstandscapaciteit is gedefinieerd als de middelen die op korte termijn kunnen worden ingezet om tegenvallers in de exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van andere taken.
Weerstandscapaciteit (de beschikbare weerstandscapaciteit in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit
Streefcijfer is 1,0 (= voldoende). Het bureau NAR hanteert de volgende classificatie. Klasse A B C D E F
Ratio > 2,0 1,4 – 2,0 1,0 – 1,4 0,8 – 1,0 0,6 – 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Stand van zaken De beschikbare weerstandcapaciteit op basis van de gegevens van de jaarrekening 2010 kan als volgt worden bepaald. Algemene reserve : € 6,1 (na verwerking jaarresultaat) Bestemming reserves : € 37,7 Totaal reserves : € 43,8 miljoen In mindering komen de volgende niet vrij aanwendbare reserves: Onderwijshuisvesting : € 8,5 Grote investeringen : € 1,5 Volkshuisvestingfonds : € 0,3 Totaal niet vrij aanwendbaar : € 10,3 miljoen Minus 1 jaar rentelasten Netto weerstandscapaciteit
: € 1,8 (tegen 5.5% omslagrente) : € 31,7 miljoen
De benodigde netto weerstandscapaciteit is € 30,6 miljoen en de beschikbare weerstandscapaciteit is € 31,7 miljoen. Dit levert vervolgens een ratio op van afgerond 1,0 (= voldoende). Het weerstandsvermogen voor 2011 valt daarmee binnen de streefwaarden van de nota “Zicht op risico’s”. Zonder interne maatregelen zou de score 0.7 bedragen. Dit onderstreept het belang van een goede interne beheersing.
153
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
•
Overzicht van de belangrijkste risico’s
Nr.
Risicogebeurtenis
Gevolgen
Invloed (%)
R379
Klimaatverandering waardoor rioolstelsel overbelast raakt
Zwaardere buien, waardoor wateroverlast kan ontstaan
10.1%
R79
Exploitatie van multifunctionele ruimten en culturele kernvoorzieningen valt tegen door afnemende bezoekers en dalende sponsorbijdragen
Tegenvallende opbrengsten
7.4%
R175
Vervuilde grond in eigendom van gemeente
Hoge saneringskosten
7.2%
R238
Schalmeden: Het gebied blijft in zijn geheel agrarisch gebied
Het verder afwaarderen van de gronden.
3.9%
R104
De verslechterde economische situatie.
Extra instroom van uitkering gerechtigden
3.7%
R136
Extreme klimaatverschijnselen, zoals hevige stormen
Extra kosten het beheer openbare ruimte.
2.2%
R62
Trajecten van uitkeringsgerechtigden leiden niet tot uitstroom uit de uitkering,
Hogere uitkeringslast dan voorzien.
2.1%
R205
Warmtenet: Rendementsrisico's over de totale looptijd Warmtenet project
Structureel onrendabel project
2.1%
R209
Put en Call optie HVZ wordt door de belastingdienst gezien als een economische levering Meerkosten Prorail bij oplevering stationstunnel
Gemeentelijk deel 6% overdrachtsbelasting moet worden voldaan
1.9%
Extra kosten gemeente
1.7%
R5
Brandweer wordt aansprakelijk gesteld voor het niet halen van de zorgnormering
Financieel nadeel
1.5%
R442
Herontwikkelingswinst Ichtus college bij nieuwbouw VMBO lager dan begroot
Noodzakelijke voorziening ten laste van het resultaat
1.5%
R455
Afwijken van Nota van Uitgangspunten bij project Lange Wemen
Schadeclaims van gedupeerden
1.4%
R426
Declaratiesystematiek Rijk leidt tot verhoogd eigen risico ROZ
Overschrijden begroting
1.4%
R282
Beoordeling constructieve veiligheid bouwwerken staat onder druk
Letselschade / claims
1.4%
R405
Kosten bouw en woonrijpmaken Lange Wemen vallen hoger uit
Financieel niet sluitende grex
1.3%
R411
Niet tot ontwikkeling komen van bedrijventerrein de Kluft
Gemiste opbrengsten
1.3%
R358
Verwervingen Veldwijk Noord en watertorenpark vallen duurder uit
Meerkosten grex
1.3%
R254
Vandalisme
Extra kosten beheer openbare ruimte
1.2%
R256
Invoering wet bijzondere flora en fauna
Extra beheerkosten
1.1%
R376
Bezuinigingen onderhoud openbare ruimte leiden tot aansprakelijkheidstelling gemeente
Extra kosten/claims
1.0%
R227
154
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.3: Onderhoud kapitaalgoederen
INLEIDING; KAPITAALGOEDEREN IN DE BELEIDSPROGRAMMA’S De wet en de financiële beheersverordening schrijven voor dat in deze paragraaf wordt ingegaan op: • de gestelde kaders ten aanzien van het onderhoud aan de kapitaalgoederen; • de financiële gevolgen die uit deze kaders voortkomen; • de vertaling van de financiële gevolgen in de beleidsbegroting Onderstaand overzicht geeft voor de voornaamste kapitaalgoederen aan waaruit het beleidskader bestaat ten aanzien van het onderhoud, alsmede wat de financiële consequenties zijn die uit genoemd beleidskader voortkomen. Na het overzicht volgt per kapitaalgoederencategorie de vertaling van het beleidskader in de begroting, en nadere toelichting.
KapitaalBeleidskader Goederen:
Wegen
Gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan 2003 Instrument beheer openbare Ruimte (IBOR) en Meerjarig onderhoudsprgramma (MJOP)
karakteristiek
Totaal 495 kilometer straten, doorgaande wegen, etc.
Consequenties volgend uit het beleidskader
In het raadsbesluit Stedelijk Niveau IBOR is voor alle weg - en straatverhardingen het beheerniveau vastgelegd. Het MJOP geeft de financiële gevolgen weer
Riolering
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2009-2013 Verordening Rioolheffing (jaarlijks)
Water
Gemeentelijk Waterplan 2006
Groen
Bomenverordening en nota van uitvoering IBOR en MJOP
Gebouwen
155
33.000 woningen; totale lengte riool 540 km
╗ ║
-inkomsten (rioolheffing) -investeringen -verloop voorziening riolering
Beperkte kosten van het onderhoud
34.600 bomen; 3,5 miljoen m2 gras en gazon 815.000 m2 plantsoen /houtwal
170 gebouwen (incl. Grondexploitaties) Herbouwwaarde € 229 miljoen.
Geen
Langjarige prognoses van
Beleidsbegroting 2012 – 2015
In het raadsbesluit Stedelijk Niveau IBOR is voor alle gemeentelijk groen het beheerniveau vastgelegd. Het MJOP geeft de financiële gevolgen weer
Geen eenduidig beheer; Efficiency door vastgoedbedrijf
versie 09-11-2011
Wegen Meest betrokken sector: sector Stedelijk Beheer Het beheerniveau van de wegen en straten is door de raad vastgesteld in de notitie Stedelijk Niveau. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Instrument Beheer Openbare Ruimte (IBOR), waarin drie verschillende beheerniveaus (laag, basis en hoog) met behulp van beelden en beschrijvingen zijn gedefinieerd. Het beleidskader bestaat verder uit het Meerjaren Onderhoudsprogramma (MJOP) voor de openbare ruimte. Aan de hand van het MJOP worden ingrepen in de openbare ruimte gepland. Ook zorgt het voor coördinatie en communicatie bijvoorbeeld wanneer zowel werkzaamheden aan de weg als aan de riolering noodzakelijk zijn. Tot slot vindt met dit MJOP financiële afstemming plaats met de beleidsbegroting plaats. Hierdoor komt, in financiële termen, de jaarschijf 2012 van het MJOP overeen met die de voorliggende beleidsbegroting. De verwachte uitgaven voor 2012 om het onderhoud in overeenstemming met het ambitieniveau te realiseren bedragen € 6,5 miljoen.
Riolering Meest betrokken sector: sector Stedelijk Beheer De voornemens ten aanzien van het onderhoud aan het Hengeloos rioleringsstelsel zijn vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is in het najaar van 2009 vastgesteld en ‘werkt door’ t/m 2013. Belangrijk onderdeel van dit GRP is het ambitieniveau van het Hengelose rioleringsstelsel. Dit ambitieniveau bevat meer aspecten dan het voor de hand liggende ‘voorkomen van overlast’ en ‘voldoen aan de basisinspanning’. Toekomstbestendigheid is eveneens een vereiste; bijvoorbeeld door rekening te houden met hogere piekbelastingen van het riool als gevolg van veranderende klimatologische omstandigheden. Het gaat bij deze grote projecten overigens vaak om meer dan alleen onderhoud, dus ook om aanpassingen en investeringen. Uitgangspunt is dat de kapitaallasten van de investeringen en de onderhoudskosten worden gedekt door een aan de gebruikers op te leggen belasting: de gemeentelijke rioolheffing. Voor 2012 is in deze begroting circa € 1,5 miljoen opgenomen aan kosten voor dagelijks onderhoud en voor circa € 3 miljoen aan kosten in verband met gedane investeringen.
Water Meest betrokken sector: sector Stedelijk Beheer Voor een deel vindt het beheer van de waterlopen in Hengelo plaats door het waterschap. Daardoor beperkt het gemeentelijk onderhoud zich tot het incidenteel uitbaggeren van een vijver en het bijhouden van sloten en slootkanten zoals verwijderen van riet. Het onderhoud vindt plaats binnen de al genoemde kaders van IBOR en MJOP. De uitgaven voor 2012 om het onderhoud in overeenstemming met het ambitieniveau te realiseren bedragen ongeveer € 480.000,-.
Groen Meest betrokken sector: sector Wijkzaken Het onderhoud vindt plaats binnen de al genoemde kaders van IBOR en MJOP. Met dit MJOP vindt financiële afstemming plaats met de beleidsbegroting. In financiële termen komt de jaarschijf 2012 van het MJOP daardoor overeen met de bedragen in de voorliggende beleidsbegroting. Het ambitieniveau van het openbaar groen is onderdeel van de IBOR systematiek die bovenstaand is uiteengezet. De verwachte uitgaven voor 2012 bedragen rond € 5,5 miljoen.
156
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Gebouwen Meest betrokken sector: sector Stedelijk Beheer Het gemeentelijk bezit aan gebouwen bestaat onder andere uit scholen, sporthallen, buurthuizen en aankopen in het kader van grondverwerving. Als gevolg van deze diversiteit zijn de gemeentelijke gebouwen onderdeel van verschillende beleidsprogramma’s en sectoren. Het ligt voor de hand dat de eisen die gesteld worden aan de (onderhouds-)kwaliteit van een gebouw met de status van monument, afwijken dan die welke gelden voor bijvoorbeeld scholen. Richtlijnen hiervoor in de vorm van ambitieniveaus voor de kwaliteit van de verschillende gemeentelijke gebouwen zijn echter niet door de raad vastgesteld. De bedragen die verband houden met onderhoud aan vastgoed zijn verspreid over veel plaatsen in de begroting opgenomen. In het najaar van 2010 is onderzoek gedaan naar de Hengelose wijze van vastgoedbeheer. Ook in het kader van één van de zoekrichtingen naar bezuiniging heeft oriëntatie op efficiënter vastgoedbeheer plaatsgehad. Inmiddels is besloten dat een vastgoedbedrijf in het leven zal worden geroepen. De voornaamste gevolgen zullen zijn dat alle vastgoed vanuit één plaats op eenduidige wijze zal worden beheerd.
Bezuinigingen In de zoekrichtingen die verkend worden om op termijn een financieel sluitend perspectief te verkrijgen zullen hoogstwaarschijnlijk ook gevolgen hebben voor de openbare ruimte c.q. voor de kapitaalgoederen. Gezocht wordt in innovatiemogelijkheden. En als het noodzakelijk is, waarbij concessies aan het beheerniveau wordt gedaan, zal dit vanzelfsprekend nooit zover gaan dat de veiligheid in gevaar komt.
157
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.4: Grondbeleid
DOELSTELLING GRONDBEDRIJF
De centrale doelstelling van het grondbeleid zoals dat door de Gemeente Hengelo wordt gevoerd is: het tijdig realiseren van gewenste veranderingen in het grondgebruik, zodanig dat dit past in de doelstellingen die de gemeente geformuleerd heeft in het kader van de ruimtelijke ordening. Grondbeleid is een voorwaarde voor het te voeren ruimtelijk beleid. Het geeft aan op welke wijze de instrumenten worden ingezet om doelstellingen met betrekking tot de ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting en het economische beleid te realiseren. Het is hierbij een absolute noodzaak dat gewaarborgd wordt dat het totale grondbedrijf als financieel gezond kan worden aangemerkt. Om uitvoering te geven aan het grondbeleid wordt de grondexploitatie als instrumentarium gebruikt. Onder het begrip grondexploitatie wordt verstaan de financiële vertaling van het productieproces dat (ruwe) grond omzet in grond voor een (andere) gewenste bestemming. Iedere exploitatieopzet wordt jaarlijks herzien en door de gemeenteraad vastgesteld. Dit gebeurt bij de Herzieningen van de grondexploitaties. De herziening van een grondexploitatie houdt in dat het voorgecalculeerde resultaat van iedere exploitatieberekening – na verwerking van de meest recente rekeningcijfers en de herziening van de nog te realiseren kosten, bijdragen en opbrengsten – geactualiseerd wordt.
RELATIE MET DOELSTELLINGEN BINNEN ANDERE PROGRAMMA’S
Primair zijn de activiteiten inzake het grondbeleid ondergebracht in hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Echter ook andere hoofdfuncties kennen doelstellingen, die een relatie hebben met het grondbeleid, zoals: Hoofdfunctie 2 verkeer, vervoer en waterstaat Realisatie nieuw, toegankelijk busstation en realisatie voorstadhalte "Gezondheidspark".. Hoofdfunctie 3 economische zaken: Aanbod kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen: de uitvoering van de bedrijventerreinen Campus, 't Oosterveld en De Veldkamp. In stand houden en vernieuwen van bestaande bedrijventerreinen: revitalisering Twentekanaal Zuid. Hoofdfunctie 5 cultuur & recreatie: Een stad in het groen: Stadspark Weusthag met als belangrijkste elementen bos en natuur, een nieuw landgoed en schoner water. Hoofdfunctie 7 volksgezondheid & milieu: Milieubeheer: de opname van ramingen voor bodemsaneringen in diverse grondexploitaties.
158
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
UITVOERING VAN HET GRONDBELEID
De uitvoering van het grondbeleid komt het beste tot uitdrukking in de voortgang van de te onderscheiden projecten, zoals verantwoord in de grondexploitaties. De meest actuele herzieningen van de grondexploitaties zijn opgesteld op prijspeil 1 januari 2011 en zijn op 1 juni 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. Op basis van de herziene grondexploitaties is eveneens een actuele stand van zaken weergegeven van de daarmee samenhangende meerjarenraming van de reserve van het grondbedrijf, alsmede de meerjarenramingen van de bestemmingsreserves en de voorzieningen. Teneinde te voldoen aan de begrotingsvoorschriften heeft een splitsing van de reserve plaatsgevonden in een reserve grondexploitatie en een voorziening grondexploitatie. Deze laatste vermogenscomponent is bedoeld voor afdekking van voorzienbare verliezen, terwijl de reserve beschouwd dient te worden als weerstandsvermogen voor de risico’s van de grondexploitatie. Relatie reserves en risico’s voor grondzaken. Voor de risico's van het grondbedrijf wordt verwezen naar paragraaf 6.2.
159
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
DOELEN De volgende doelen kunnen worden geformuleerd om een financieel gezond grondbedrijf te waarborgen.
Het waarborgen van een financieel gezond grondbedrijf Bereiken?
Doen?
Het treffen van een voorziening voor door de raad vastgestelde tekortexploitaties. Conform Besluit Begroting en Verantwoording en “gedragslijn BBV en grondbedrijf”, raadsbesluit d.d. 20.03.2007.
Zie pagina 50 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2011. Verwachte stand ultimo: 2012: € 31,6 miljoen 2013: € 30,6 miljoen 2014: € 29,6 miljoen 2015: € 26,6 miljoen
Het treffen van een voorziening voor nog niet in exploitatie genomen gronden waarvan de boekwaarde hoger is dan de verkeerswaarde. Conform Besluit Begroting en Verantwoording, artikel 65.
Zie pagina 50 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2011. Verwachte stand ultimo: 2012: € 12,5 miljoen 2013: € 13,2 miljoen 2014: € 13,9 miljoen 2015: € 14,7 miljoen
Het vrij besteedbare deel van de reserve grondbedrijf dient minimaal € 3,0 miljoen te bedragen. Conform raadsbesluit bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2009.
Zie pagina 50 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2011. (na aanpassing) Verwachte stand ultimo: 2012: € 1,7 miljoen 2013: € 2,7 miljoen 2014: € 0,5 miljoen 2015: € 0,6 miljoen Hieruit blijkt dat verwacht wordt dat deze doelstelling niet voor 2016 gerealiseerd wordt. Het is de verwachting dat de doelstelling in 2018 gerealiseerd wordt.
De aanwezige weerstandscapaciteit binnen het grondbedrijf – inclusief de nog te realiseren winsten – dient voldoende te zijn om 90% van de risico’s m.b.t. het grondbedrijf af te dekken. Conform deel Ia, hoofdstuk 6 van de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2010 en bijlage VIII van de nota “zicht op risico’s”, raadsbesluit d.d. 16.12.2008
Op pagina 15 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2011 staat een inventarisatie van de risico’s op basis van de vastgestelde grondexploitaties. Hieruit blijkt dat het weerstandscapaciteit thans € 9,9 miljoen dient te zijn om 90% van de risico’s af te dekken. Aanwezige weerstandscapaciteit: Inclusief toekomstige Exclusief toekomstige winsten: winsten 2012: € 9,7 miljoen € 4,4 miljoen 2013: € 11,6 miljoen € 6,0 miljoen 2014: € 10,1 miljoen € 4,1 miljoen 2015: € 10,6 miljoen € 4,3 miljoen Gemeentebreed is vastgesteld dat 90% van de risico’s afgedekt kan worden. Daarnaast wil het gemeentelijk grondbedrijf zelf ook 90% van haar risico’s afdekken. Daarbij hanteert het grondbedrijf (zoals door de Raad vastgesteld) dat toekomstige winsten ingezet mogen worden. Uit bovenstaande kan worden afgeleid dat de aanwezige weerstandscapaciteit binnen het grondbedrijf – inclusief de nog te realiseren winsten – vanaf 2013 voldoende is om 90% van de risico’s m.b.t. het grondbedrijf af te dekken. In 2012 is er een minimaal tekort op het aanwezige weerstandsvermogen. Er wordt vanuit gegaan dat dit op te lossen is.
160
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De totale gemeentelijke boekwaarde van het grondbedrijf mag maximaal € 100 miljoen bedragen. Conform raadsbesluit bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2008.
Zie pagina 27 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2011. Exclusief reserve Inclusief reserve 2012: € 134,1 miljoen € 102,5 miljoen 2013: € 144,9 miljoen € 114,3 miljoen 2014: € 132,0 miljoen € 102,4 miljoen 2015: € 126,2 miljoen € 96,6 miljoen Hieruit blijkt dat verwacht wordt dat deze doelstelling - inclusief de reserve- in 2014 gehaald wordt.
Beleidsnotitie’s
Titel
Vastgesteld / streefdatum vaststelling
Nota grondbeleid
In nauwe samenwerking met de netwerkstadsgemeenten wordt een nieuwe nota grondbeleid voorbereid.
Gedragslijn BBV en grondbedrijf
20-03-2007.
Toe te passen grondslagen bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011.
25-01-2011.
Herziening exploitatieopzetten
Jaarlijks; 03-07-2007 24-06-2008 01-07-2009 01-06-2010 01-06-2011
Nota weerstandsvermogen grondbedrijf
161
╗ ║
vastgesteld vastgesteld vastgesteld vastgesteld vastgesteld
per per per per per
01-01-2007; 01-01-2008; 01-01-2009; 01-01-2010; 01-01-2011.
Op 16-12-2008 is de Nota Zicht op Risico’s vastgesteld. De nota weerstandsvermogen grondbedrijf maakt hier onderdeel van uit.
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.5: Financiering
Inleiding De paragraaf financiering beschrijft de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Meer dan voor de andere paragrafen is op dit gebied het nodige wettelijk verankerd, met name in de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de uitvoeringsregeling van de (aangescherpte) Wet Fido, laatstelijk aangepast in 2009. Wat willen we bereiken De doelstellingen van het treasurybeleid zijn vastgelegd in de verordening financieel beheer (Verordening ex artikel 213 Gemeentewet, artikel 11) en in het treasurybesluit, dat door de raad opnieuw is vastgesteld in november 2008. Gemeentefinanciering: Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt de gemeente als één geheel beschouwd. Dat houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden. Er wordt ook in 2012 gerekend met een omslagrente van 5,5%. Uitzondering is het Hart van Zuid. Daarvoor geldt een aangepast regime, namelijk een rekenrente van 4,5% die recht doet aan de bijzondere status van dit project. Deze rekenrente kan worden gehanteerd omdat specifiek voor dit project laagrentende leningen zijn afgesloten. Door deze "totaalfinanciering" worden de rentekosten geminimaliseerd. Leningen worden op de meest optimale momenten aangetrokken, rekening houdend met de door het college vastgestelde, gemeentelijke rentevisie en de Wet Fido, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Twee keer per jaar wordt een rentevisie opgesteld en door het college vastgesteld, als regel in december en in juni. Deze rentevisie is samengesteld op basis van rentevisies van de toonaangevende banken en financiële media in Nederland. De laatste rentevisie gaat uit van een stabiele tot licht stijgende korte rente en lange rente. Recente ontwikkelingen, zoals de vrees voor een ‘double dip’ en een nieuwe financiële crisis lijkt weer te zorgen voor een bijstelling van de renteverwachtingen. Het verschil tussen korte en lange rente is nog relatief groot, maar zal langzaam verminderen. In de afgelopen jaren is in sterke mate geprofiteerd van de daling van zowel de korte als de lange rente. In 2011 is echter begonnen met de consolidatie (omzetten van ‘kort’ geld in langlopende geldleningen). Er is geld aangetrokken met een langere looptijd, op momenten dat de rente voor deze looptijden relatief laag lag. Daarnaast is actief gezocht naar leningvormen die wel een langere looptijd bieden, maar niet de daarbij behorende hoge rente. Wij hebben deze gevonden in de vorm van Duitse Schuldscheine. In 2011 is voor 15 miljoen euro aan Schuldscheine aangetrokken met een looptijd van 30 jaar en een rente van 4,4%. Het effectief rendement bedroeg iets meer dan 4,7%, minstens 0,5% goedkoper dan een soortgelijke lening bij een Nederlandse instelling. Een nadeel van deze leningvorm is de beperkte verkrijgbaarheid. Omwille van de huidige financiële situatie wordt voorgesteld de omslagrente vooralsnog te handhaven op 5,5%. De gemeentebegroting biedt, ook al vanwege forse ‘weglekeffecten’, geen ruimte om de omslagrente te verlagen. Door de onzekerheden op de kapitaalmarkt, de stagnerende grondverkopen en door grote terughoudendheid bij de financiering door de grote banken, gecombineerde met forse renteopslagen is de boekwaarde van de grondcomplexen in de afgelopen jaren zeer fors. Stagnatie van verkopen, maar ook het weer aantrekken daarvan heeft een zeer grote invloed op het renteresultaat van de gemeente. Het maakt het inschatten van de financieringsbehoefte in de komende jaren bijzonder moeilijk.
162
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Kasgeldlimiet en renterisiconorm:
Ook in 2012 zal ernaar worden gestreefd de kasgeldlimiet binnen het kader van de (herziene) Wet Fido te houden. Daarbij moet worden opgemerkt dat overschrijding van de kasgeldlimiet gedurende een kortere tijd in afwachting van inkomsten en in het vooruitzicht van een lagere rente niet in strijd is met de wet Fido en het vigerende treasurybesluit. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, ofwel ongeveer 21 miljoen euro. In 2010 is bewust ervoor gekozen om op de grens van de kasgeldlimiet te zitten vanwege de nog steeds lage korte rente. De renterisiconorm bedraagt ongeveer € 50 miljoen (20% van het begrotingstotaal). Hij zal niet worden overschreden. De financieringsbehoefte in 2012 bedraagt ongeveer (* miljoen): Rente aangetrokken geldleningen: Aflossing aangetrokken geldleningen: Rente verstrekte geldleningen: Aflossing verstrekte geldleningen: Toename boekwaarde grondexploitatie Investeringen
+ + + +
10,9 9,1 1,1 0,5 5 12,0
Financieringsbehoefte:
35,4
Reeds aangetrokken voor 2012:
23
Daarnaast zal, afhankelijk van de renteontwikkelingen, eventueel een deel van het aangetrokken korte geld geconsolideerd moeten worden.
Wat gaan we doen Bij het aantrekken van geldleningen zal rekening worden gehouden met de liquiditeitenprognose, gekoppeld aan de rentestand en met name de rentevisie. Het Treasurycomité, bestaande uit het sectorhoofd Personeel & Financiën, het afdelingshoofd Financieel Beleid en het afdelingshoofd Grondzaken, zal gedurende het jaar toezicht blijven houden op de uitvoering van het treasurybeleid. In 2012 wordt opnieuw aangescherpte regelgeving verwacht met betrekking tot de verstrekking van geldleningen aan derden. Daarnaast zal worden geadviseerd over de voortgang van verstrekking van geldleningen aan Hengelose woningstichting. Daarbij wordt een scherp oog gehouden op de risico’s die met leningverstrekking gepaard gaan. Daarnaast moet het treasurybeleid geëvalueerd worden omdat de regelgeving vanuit de centrale overheid (de Wet Fido en de Ruddo steeds strenger wordt. Gesproken wordt over een nauwere samenwerking van de treasuryfunctie in Netwerkstadverband. Dit zal naar verwachting niet betekenen dat de treasuryfunctie uit Hengelo zal verdwijnen, maar wel dat er altijd achtervang zal zijn bij het (tijdelijk) wegvallen van een treasurer. De bedoeling is dat kennis zal worden gebundeld en verder verspreid. Het komende jaar: Het jaar 2012 wordt, net als 2011, bijzonder onzeker. Van groot belang is hoe de economie en de inflatie zich zullen ontwikkelen. Het treasurycomité zal, net als in 2011, nadrukkelijk de vinger aan de pols houden.
163
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.6: Verbonden partijen
INLEIDING
Voor de uitvoering van een aantal taken heeft de gemeente zich verbonden met andere partijen. Tot de verbonden partijen worden volgens het Besluit Begroting en Verantwoording die partijen gerekend, waarmee de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake wanneer de gemeente in de derde partij een zetel in het bestuur heeft, dan wel stemrecht in besluitvormende vergaderingen kan uitoefenen. Van financieel belang is sprake wanneer de gemeente financieel risico loopt bij faillissement of liquidatie van de derde partij. De beleidskaders rondom verbonden partijen liggen vast in de nota “Geboeid door verbonden partijen”, door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 2 oktober 2007. In 2012 zal een nieuwe nota verbonden partijen aan de raad worden voorgelegd, die het beleidskader nader aanscherpt. WAT WILLEN WE BEREIKEN
Er zijn uiteenlopende redenen waarom een gemeentelijke taak niet door de gemeente zelf maar door een derde rechtspersoon wordt uitgevoerd. Veelal gaat het daarbij om schaalvoordelen, soms gaat het om de noodzaak slagvaardig te handelen. Ook de vorm waarin de samenwerking wordt gegoten – gemeenschappelijke regeling of publiekprivate samenwerking – is afhankelijk van de aard van de uitbestede taak. Het op afstand plaatsen van de uitvoering van deze taken brengt het risico met zich mee dat de democratische controle niet optimaal is. Wij willen daarvoor een verbeterde standaardopzet hanteren, die meer dynamisch is en meer (stuur)informatie bevat zodat de raad beter op de hoogte kan blijven van de actuele ontwikkelingen bij een verbonden partij, waarbij het accent meer komt te liggen op informatie over de prestaties, kansen en risico’s en voortgang van verbonden partijen. Het ontwikkelen van een dergelijke meer systematische informatievoorziening is een dynamisch proces waarbij de gemeente wel afhankelijk is van de kwaliteit van de planning- en controlproducten van de verbonden partij. Wij willen vanaf nu uitgaan van de navolgende standaardopzet:
Verbonden partij
Informatie
1. Rechtsvorm 2. Doel
Gemeenschappelijke regeling, privaatrechtelijke rechtspersoon of anderszins Doel van de samenwerking, statutaire doelstelling, bij welk onderdeel uit de gemeentebegroting Wie zijn de deelnemende gemeenten, publieke of private partijen binnen de verbonden partij? Op welke wijze wordt deelgenomen (en wordt er zeggenschap uitgeoefend) in Algemeen bestuur, in Dagelijks bestuur, in Raad van Toezicht, in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, in directie, in Raad van Commissarissen? Wat is de bijdrage van de gemeente in de begroting van de verbonden partij, wat is de bijdrage aan het eigen vermogen/aandelenkapitaal, wat is het EV en VV, welke financiële afspraken gelden er? Aanduiding prestaties. Inzicht in prestaties en effecten voor zover het nieuwe beleidsontwikkelingen betreft (domein raad, gemeentebegroting) Realiseert de verbonden partij haar aandeel in het onderdeel uit de gemeentebegroting (voor zover dit van toepassing is)?. Doet zij dit binnen de financiële kaders? Welke risico’s en kansen kunnen zich voordoen? Welke majeure ontwikkelingen doen zich voor (nationaal, regionaal of lokaal)?
3. Partijen 4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
164
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Gemeenschappelijke Regelingen:
1a Regio Twente De Regio Twente is een gemeenschappelijke regeling van de 14 Twentse gemeenten, die onder meer tot doel heeft beleid uit te voeren met betrekking tot gezondheidszorg, milieu, brandweerzorg, recreatie en toerisme, veiligheid en mobiliteit. Burgemeester Kerckhaert maakt deel uit van het Dagelijks Bestuur van de Regio. Raadslid Winter maakt deel uit van het Algemeen Bestuur, met de heer Horsthuis als zijn plaatsvervanger. De Regio Twente heeft van de deelnemende gemeenten een taakstelling opgelegd gekregen voor het verminderen van de gemeentelijke bijdrage, aangezien de gemeenten ook aanzienlijk moeten bezuinigen. De invulling van de bezuinigingen verloopt volgens plan en is nu vrijwel gerealiseerd. Het Dagelijks Bestuur heeft op 9 mei 2011 besloten om de prijscompensatie op 0 te ramen in plaats van de voorgestelde 2,25% (ramin Centraal Plan Bureau). Daarnaast moet rekening worden gehouden met een looncompensatie van 1,5% in plaats van de voorgestelde 3%. De geraamde bijdrage 2012 aan de Regio Twente is ruim € 3,5 miljoen. 1b Bestuurscommissie Netwerkstad Twente Deze commissie binnen de Regio Twente behartigt de belangen van de netwerksteden binnen de Regio Twente. Burgemeester Kerckhaert is voorzitter. Er is geen apart budget. Er vindt wel bestuurlijke afstemming plaats op de beleidsgebieden Sociaal (cultuur, sport, onderwijs, werk en inkomen en jeugd), Economie en Ruimtelijk-Fysiek. 2. Euregio Dit is een grensoverschrijdend orgaan, dat zich bezig houdt met de behartiging van de belangen van de gemeenten zowel aan de Duitse als aan de Nederlandse kant van het Euregiogebied. Het hoofdkantoor is gevestigd in Glanerbrug, pal aan de grens. De bijdrage van de gemeente Hengelo bedraagt 35 cent per inwoner. Hiermee kan de Euregio ruimschoots aan de verplichtingen voldoen. De gemeenschappelijke regeling beschikt over een ruime reservepositie. Burgemeester Kerckhaert heeft zitting in het Dagelijks Bestuur. De raadsleden Fens (plaatsvervangend voorzitter) en Jager hebben zitting in de Euregioraad. De Euregioraad is overigens een afspiegeling van alle gemeentes en politieke gezindten. 3. Sociaal Werkleerbedrijf Midden Twente Goedkeuring van de jaarstukken en de begroting vindt plaats door het Algemeen Bestuur. De wethouders Mulder en Ten Heuw hebben zitting in het algemeen bestuur, de laatste vertegenwoordigt Hengelo in het dagelijks bestuur 4. Stadsbank Oost Nederland De Stadsbank Oost Nederland steunt de aangesloten gemeenten in Twente en in de Achterhoek bij haar gemeentelijk armoede- en minimabeleid. Dit door middel van het aanbieden van leningen aan de doelgroepen, budgetbeheer, schuldhulpverlening en bewindvoering en preventie- en voorlichtingsactiviteiten. De SON heeft een vestiging in Hengelo. Wethouder Ten Heuw heeft zowel zitting in het dagelijks bestuur als in het algemeen bestuur. De Stadsbank kan bogen op een goede reservepositie (€ 2,8 miljoen per 31.12.10). 5. Openbaar Lichaam Crematoria Twente Deze gemeenschappelijke regeling is opgericht met als doel het exploiteren van de beide crematoria in Almelo en in Usselo. Wethouder Mulder heeft zitting in het Algemeen Bestuur, met wethouder Oude Alink als plaatsvervanger. Het financieel belang is gering. Het OLCT verzamelt slechts de ontvangen dividenden van de crematoria Twente om ze vervolgens naar rato van het aantal crematies door te verdelen naar de gemeenten. Een nieuw crematorium in Oldenzaal gaat in 2012 in aanbouw. Dit kan een drukkend effect hebben op de resultaten in de komende jaren. Hiermee wordt in de meerjarenbegroting rekening gehouden. 6. Openbaar lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente Het openbaar lichaam is opgericht met als doel het exploiteren van het XL Businesspark in Bornerbroek. Het XL Businesspark wordt geleid door een projectdirecteur die, binnen de kaders als gesteld door het Openbaar Lichaam, het grondcomplex ontwikkelt en exploiteert.
165
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
De wethouders Mulder en Ten Heuw hebben zitting in het Algemeen Bestuur, de laatste ook in het dagelijks bestuur. De gemeente Hengelo participeert voor 23%, net als de gemeenten Almelo en Enschede en de Provincie Overijssel. De gemeente Borne participeert voor 8% Uit de begroting 2012, die onlangs aan de raad ter informatie is voorgelegd, blijkt dat de economische crisis gevolgen heeft voor de exploitatie. Wel blijven de risico’s onverminderd groot. 7. Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente Deze gemeenschappelijke regeling houdt zich bezig met de exploitatie van een gemeenschappelijk belastingkantoor, waarbij voorlopig de gemeenten Enschede, Hengelo en Borne zijn aangesloten. In 2011 is Losser toegetreden, terwijl de gemeente Haaksbergen naar verwachting in 2012 zal toetreden. Op de iets langere termijn wordt de toetreding van Almelo en Oldenzaal verwacht. De wethouders Mulder en Ten Heuw hebben zitting in het Algemeen Bestuur, de laatste ook in het dagelijks bestuur. Na een overgangsjaar lijkt het GBT nu overtuigend van start te zijn gegaan. De aandacht was de afgelopen jaren vooral gericht op het terugverdienen van de implementatiekosten, die door de gemeente Hengelo waren voorgefinancierd. Dat heeft nu plaatsgevonden. Nu kan het GBT zich concentreren op kostenvermindering voor de deelnemende gemeenten. In de begroting 2012 zijn hiervoor significante aanzetten gedaan. Het GBT is gevestigd bij de gemeente Hengelo, die daarnaast ook de administratie verzorgt. Dat contract loopt nog enkele jaren door. De gemeente Enschede verzorgt ondersteuning op het gebied van ICT en personeelszaken. 8. Bestuursovereenkomst Samenwerking handhaving Overijssel Het Servicepunt Handhaving (Seph) is ontstaan uit de Bestuursovereenkomst samenwerking milieuhandhaving Overijssel 2006-2010. Deze overeenkomst werd voor het eerst afgesloten in 1998 en is in 2006 aangepast. Eind 2009 is de Bestuursovereenkomst Samenwerking Handhaving Overijssel 2010-2011 vastgesteld. Deze overeenkomst richt zich op de handhaving van de gehele fysieke leefomgeving. Met de ondertekening hebben alle partners die in Overijssel werkzaam zijn in de handhaving op het gebied van milieu, water, ruimtelijke ordening en natuurbescherming afgesproken om samen te werken. Het Seph faciliteert voor deze partners op provinciaal en regionaal niveau een overlegplatform. Wethouder Lievers vertegenwoordigt de gemeente Hengelo. Verenigingen: 1.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
Jaarlijks betaalt de gemeente Hengelo contributie aan deze belangenvereniging van gemeenten. De jaarlijkse Algemene Leden Vergadering wordt door diverse collegeleden bezocht. Recentelijk heeft de VNG zich gevoelig getoond voor de bezuinigingsroep van de gemeenten en ombuigingen aangekondigd in de bedrijfsvoering. Hengelo participeert in het College van Arbeidszaken, de Kamer Gesubsidieerde Arbeid, de Commissie Milieu en Mobiliteit en de Commissie Rechtspositie Raadsleden en Wethouders 2.
Vereniging Bestuursacademie
Er wordt een zeer beperkte jaarlijkse contributie betaald. Geen bestuursvertegenwoordiging. 3.
Vegann (Vereniging Essent Gemeentelijke Aandeelhouders Noord Nederland)
Dit is uitsluitend een vereniging die de belangen behartigt van de gemeentelijke aandeelhouders in Noord Nederland (w.o. Overijssel) van de diverse NV’s en BV’s die voort zijn gekomen uit het aan RWE verkochte Essent. Namens de VNG-Overijssel heeft wethouder Mulder zitting in het bestuur (als secretaris/penningmeester). Er wordt geen contributie geheven. Er zijn wel linken met de deelnemingen genoemd onder de vennootschappen, zoals Enexis NV, Atterro NV, etc. 4.
Vereniging ’t Oversticht
Kennis – en adviesorganisatie op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijk erfgoed. Het Oversticht zet zich op actieve en betrokken wijze in voor een kwalitatief hoogwaardige fysieke leefomgeving.
166
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Het Oversticht werkt aan een duurzame en goed functionerende omgeving met belevingswaarde (ruimtelijke kwaliteit) en aan behoud en ontwikkeling van landschappen en monumentale bouwwerken (ruimtelijk erfgoed). De activiteiten (adviezen en projecten) zijn gericht op gemeenten, provincies, organisaties en particulieren. Wethouder Bron is bestuurlijk contactpersoon voor deze vereniging, waarmee de gemeente Hengelo verder geen financiële verplichtingen heeft. 5.
WTC association
De gemeente Hengelo betaalt de jaarlijkse contributie voor het lidmaatschap van de World Trade Center Associatie. Verantwoordelijk bestuurder is wethouder ten Heuw. Stichtingen: 1.
De Overijsselse Ombudsman
Wethouder Mulder is bestuurlijk contactpersoon voor deze instelling, die klachten van burgers over (de dienstverlening van) de gemeente Hengelo onderzoekt. Per onderzochte klacht worden kosten betaald. Publiek/private samenwerking: 1.
Samenwerkingsovereenkomst Hart van Zuid
De gemeente Hengelo heeft voor de ontwikkeling van het Hart van Zuid een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met projectontwikkelaar Van Wijnen BV. Jan Bron is verantwoordelijk wethouder. Tot op heden heeft Van Wijnen voor zijn gedeelte van de kosten meegefinancierd. Deelnemingen in vennootschappen: 1.
NV Bank Nederlandse Gemeenten
De gemeente Hengelo bezit 174.486 aandelen in de NV BNG. In 2011 is een dividend ontvangen van € 402.000. Verwacht wordt dat van dit dividend in de komende jaren structureel kan worden ingeboekt. Wel zal de bank moeten voldoen aan de Basel III richtlijnen, die onder meer inhouden dat het eigen vermogen van de bank verder zal moeten worden versterkt. Er wordt hard gewerkt aan een modus die zowel het dividend beschermt als de bank op de toekomst voorbereidt. Wethouder Mulder is bestuurlijk verantwoordelijk. Hij wordt in het algemeen ambtelijk vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA’s). 2a
Enexis NV
Hengelo bezit 323.314 aandelen in deze NV (ongeveer 0,216%). Wethouder Mulder is bestuurlijk verantwoordelijk. Hij wordt in het algemeen ambtelijk vertegenwoordigd in de AVA’s. Enexis NV heeft voor de komende jaren door de AVA een Strategisch plan 2010-2014 laten vaststellen. Enexis wil zich ontwikkelen tot de leidende netwerkbeheerder van Nederland. Kenmerken hierbij zijn een hoge betrouwbaarheid en veiligheid, een relatief laag kostenniveau t.o.v. andere netwerkbeheerders, een beheerste tariefsontwikkeling (in lijn met inflatie) en een behoorlijk rendement voor de aandeelhouders. Daarbij staat het behoud van de huidige creditrating (single A) centraal. Enexis lanceerde het plan om te komen tot een verdergaande samenwerking van de 4 netwerkbeheerders, waarin het land in vier stukken wordt verdeeld. Enexis zou dan Drenthe, Groningen, Overijssel, Brabant en Limburg moeten beheren. Dit zou leiden tot aanmerkelijke kostenbesparingen en een mogelijke winststijging van 36 miljoen in 2015. Voor de komende jaren wordt een stabiele tot licht stijgende winst verwacht. Hiermee is in de begroting rekening gehouden.
167
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
2b
Attero NV
Hengelo bezit 323.314 aandelen in deze NV (ongeveer 0,216%). Wethouder Mulder is bestuurlijk verantwoordelijk. Hij wordt in het algemeen ambtelijk vertegenwoordigd in de AVA’s. Attero heeft door de AVA een nieuwe strategie laten vaststellen. Er is een duidelijke verschuiving merkbaar van winstmaximalisatie naar een focus op nieuwe, milieuvriendelijke activiteiten. Oorzaak is de geweldige overcapaciteit op de verbrandingsmarkt. Daardoor is de overname van Essent Milieu (de voorganger van Attero) destijds niet doorgegaan. De vraagprijs was te hoog en de verkoopwaarde van de bezittingen is meer dan gehalveerd (naar ongeveer 400 miljoen). Het ziet ernaar uit dat de aandeelhouders voorlopig nog blijven zitten met Attero en dat de winstdoelstellingen moeten worden bijgesteld. Intussen moet het bedrijf wel worden klaargestoomd voor de toekomst (en zal op termijn alsnog shareholder-value moeten worden bijgekweekt). Dit zorgt voor de volgende wijzigingen in de strategie: • • • • •
Marktprijzen voor afvalverbranding blijven onder druk staan; Focus op nieuwe activiteiten in recycling en duurzame energie Relatie opbouwen met klanten en maatwerk oplossingen aandragen; Primaire focus op bediening van overheden; Expertise kopen op het gebied van recycling en duurzame energie;
Dit heeft de nodige gevolgen voor de winstgevendheid. Er zal geïnvesteerd moeten worden om Attero klaar te stomen voor de toekomst en dat betekent dat gekozen wordt voor een laag, maar stabiel dividend. De nieuwe beleidslijn gaat uit van een dividend van minimaal 7,5 miljoen (€ 15.000 voor Hengelo) en versterking van de solvabiliteit naar minimaal 35% (nu: 25%). Dat betekent dat het uitgekeerde dividend laag is: in feite minder dan 5% van de intrinsieke waarde van het bedrijf. 2c Publiek belang Electriciteitsproductie NV De oprichting van Publiek Belang Electriciteitsproductie BV (PBE BV) is nauw verbonden met de overname van Essent door RWE en de daaraan verbonden juridische procedures tussen Essent en Delta. Delta maakt bezwaar tegen toetreding van RWE als aandeelhouder van EPZ, het gezamenlijke bedrijf van Essent en Delta dat een kerncentrale in Borssele wil bouwen. Vervolgens is door de aandeelhouders besloten om het EPZ-belang buiten de transactie te houden en in een aparte onderneming, PBE, onder te brengen. De voormalige Essent aandeelhouders houden het volledige belang in PBE. PBE heeft via een juridische constructie 50% van de aandelen in EPZ. Deze NV kent een positief operationeel resultaat. Hieruit werd een beperkt dividend uitbetaald aan de aandeelhouders. Het is altijd de bedoeling geweest om alsnog PBE over te dragen aan RWE. Juridische procedures hebben dit proces steeds opgehouden, maar in juni 2011 is een compromis bereikt tussen de betrokken partijen (RWE, Delta en PBE BV). De aandeelhouders hebben met dit compromis ingestemd. De gemeente Hengelo kreeg in 2011 éénmalig als houder van 0,216% van de aandelen ongeveer 1,8 miljoen euro uitbetaald. Met ingang van de begroting 2012 wordt voor deze BV geen dividend meer geraamd. 2d CBL vennootschap BV (afwikkeling Cross Border Leases) Dit verloopt voorspoedig. Er was een fonds beschikbaar van € 800 miljoen. Daarvan is inmiddels de helft uitgekeerd, een deel (ongeveer € 80 miljoen) is gebruikt voor afwikkeling van claims. Per ultimo 2011 wordt eveneens een (kleinere) uitkering verwacht. De verwachting is dat alle claims in 2015 zijn afgewikkeld. 2e Vordering op Enexis BV Dit betreft de rente op de bruglening, die inmiddels is afgelost (en vervangen door andere leningen door de aandeelhouders verstrekt). Deze is in 2010 aan de aandeelhouders uitgekeerd. 3. Vitens NV Hengelo bezit 46.329 aandelen in deze NV. Wethouder Mulder is bestuurlijk verantwoordelijk. Hij wordt in het algemeen ambtelijk vertegenwoordigd in de AVA’s. Het dividend is gemaximeerd op het rendement op een 10-jarige staatslening plus 1%, met een maximum van 75% van de nettowinst. Dat is een nieuwe beleidslijn die met ingang van 2011 is ingevoerd. 168
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Afgesproken is dat de tarieven voor drinkwater tot en met 2013 gelijk worden gehouden. Dit zou gevolgen moeten hebben voor de nettowinst, maar dankzij kostenbesparingen is deze toch ongeveer gelijk gebleven. 4. Twente Milieu NV Wethouder Oude Alink behartigt de gemeentelijke belangen met betrekking tot Twente Milieu NV. Hengelo bezit 21,4% van de aandelen. Twente Milieu bestaat uit drie belangrijke onderdelen: afvalinzameling, beheer openbare ruimte en materiaalbeheer. Gestreefd wordt naar acquisitie van nieuwe klanten en activiteiten en het verhogen van de efficiency. Twente Milieu wil zich profileren in duurzaam beleid. De laatste jaren is geen dividend uitbetaald, als gevolg van de noodzaak om het eigen vermogen op peil te brengen. Doelstelling was om in 2011 een solvabiliteit van 25% te bereiken. In 2007 was deze nog 5,6%. In 2010 is inmiddels een solvabiliteit bereikt van 27,7%. Het moet nu mogelijk zijn om in de toekomst dividend uit te keren, dan wel de verhoging van de tarieven te dempen. Hiermee is echter in de begroting vooralsnog geen rekening gehouden. 5. Twence BV De Regio Twente is eigenaar van 100% van de aandelen van Twence Beheer BV. Twence Beheer BV bezit 81,9% van de aandelen in Twence BV. De overige aandelen zijn in handen van Attero BV (het vroegere Essent Milieu BV, 15% cumulatief preferente aandelen met een uitkeringspercentage van 4,5%) en Vuilverwerkingsbedrijf Noord Groningen (3,1%). Onder Twence BV vallen een zestal andere BV’s die specifiek zijn belast met de uitvoering van met name CO2 vriendelijke investeringen. Het AB heeft eind 2009 besloten de aandelen in Twence Beheer BV over te dragen aan de regiogemeenten. De voorbereidingen hiervoor lopen nog. Inmiddels heeft de regioraad ingestemd met de daarvoor noodzakelijke overeenkomsten en documenten. De aandelen ‘geven recht’ op het reguliere dividend van ongeveer 2,5 mln euro per jaar. Voor Hengelo komt dat neer op ongeveer 3 ton. Dit is in de begroting 2012 opgenomen. Daarnaast is het de bedoeling dat een dividend van ongeveer 8 miljoen per jaar wordt uitgekeerd aan de Regio Twente voor uitvoering van de Agenda van Twente. Indien de winst (nog) niet hoog genoeg is schiet de Regio Twente dit voor. Voordat tot uitkering wordt overgegaan moet de solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal vermogen) tenminste 28% bedragen. Dat betekent dat er een grote druk staat op Twence BV om een goed resultaat te behalen in de bedrijfsvoering. Voor dit doel is men samen met de gemeenten bezig met planvorming, waarbij Twence zich meer en meer richt op het (her)gebruik van afval als energiebron. Zodoende kan een grote CO2 reductie worden gerealiseerd. 6.
NV Kiwa
Beperkt belang. Geen dividend, geen bestuurlijke bemoeienis. 7.
GEM Westermaat Campus BV
Bestuurlijk betrokken zijn de wethouders Bron en Mulder. Het gaat hier om een CV/BV constructie waarbij de gemeente Hengelo en AM Beheer BV (dochter van de BAM-groep) ieder voor 50% participeren. Financiering van het complex heeft plaatsgevonden door de gemeente tegen een marktconform tarief, verhoogd met een risico-opslag van 1,5%. Daarnaast zijn de nodige zekerheden verschaft. Afzet van industriegrond op dit complex gaat niet gemakkelijk. De boekwaarde van de lening is nog steeds zeer hoog en de verwachting is niet gerechtvaardigd dat aan het einde van de looptijd de gehele lening zal zijn afgelost. Inmiddels heeft AM te kennen gegeven zich terug te willen trekken uit de CV-BV. Het bedrijf is bereid gebleken de overblijvende partner een aanmerkelijke afkoopsom te betalen ter dekking van de geraamde verliezen. Westermaat Campus zal in de gemeentelijke grondexploitatie worden opgenomen.
8. 9.
Hengelo Torenlaan BV Hengelo Deelnemingen BV
Deze gemeentelijke BV’s zijn belast met het beheer van de CV-BV constructies. De bestuurlijke en financiële inbreng is minimaal.
169
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
10. Crematoria Oost Nederland BV Crematoria Oost Nederland BV wordt aangestuurd door een gemeenschappelijke regeling, het Openbaar Lichaam Crematoria Twente, waarin alle deelnemende gemeenten participeren . Elke gemeente levert een AB-lid (wethouder Mulder). De gemeente Hengelo is echter niet vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur. De conceptbegroting 2012 sluit met een positief saldo, waaruit de gemeente Hengelo mag rekenen op een dividend van € 125.000. Het dividend is gebaseerd op het aantal crematies, afkomstig per gemeente. Het resultaat zal de komende jaren aanmerkelijk worden gedrukt door de realisatie van een crematorium in Oldenzaal. Oldenzaal wordt een soort CV-BV constructie samen met Dela, dit gebaseerd op een advies van Deloitte. Grond wordt in erfpacht verkregen van de gemeente Oldenzaal. Inmiddels is de benodigde wijziging van het bestemmingsplan afgerond en kan de schop de grond in. Oldenzaal zal zorgen voor een kannibalisatie voor de vestigingen in Usselo en Almelo. Het is voornamelijk bedoeld om de markt in Noord Oost Twente beter te kunnen bedienen. Plannen voor een vestiging in Gronau hebben een flinke tijd stil gelegen. Het is de vraag of die er ook komt. Met wat gerichte promotie zouden Duitse cliënten uitstekend in Usselo bediend kunnen worden. Nu al zijn er steeds meer crematies van Duitse overledenen. Het dividend als hierboven aangegeven is verwerkt in de meerjarenbegroting 2012-2015.
11. Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) De gemeente Hengelo heeft per 1 juni 2007 een gemeenterekening VROM starterslening van € 420.000 geopend bij het SVN. Per 15 januari 2009 heeft de gemeente Hengelo een gemeenterekening Stimuleringsfonds VVE’s geopend met een inzet van € 850.000 bij hetzelfde SVN. Uit beide fondsen zijn bedragen onttrokken voor het verstrekken van leningen. Het is de bedoeling dat rente en aflossing van deze leningen weer terugvloeien in het fonds, dat vervolgens kan worden ingezet voor nieuwe verstrekkingen (een zogenaamd revolving fund)
Overige verbonden partijen: 1. Warmtenet BV i.o Het wil nog steeds niet lukken met de definitieve oprichting van deze BV. Nadat beoogd participant Twence BV zich heeft teruggetrokken is de directeur met de ambtelijk betrokkenen binnen gemeente en provincie op zoek gegaan naar een andere mogelijke partner die ook risicodragend wil participeren. Er zijn goede contacten met mogelijke participanten, de besprekingen verlopen voorspoedig, maar er zijn nog geen concrete resultaten te melden. De Europese Commissie moet nog een besluit nemen over het al dan niet sprake zijn van staatssteun bij de participatie van gemeente en provincie in het Warmtenet. Na een indringend gesprek met vertegenwoordigers van de Europese Commissie in Brussel is besloten de aanvraag in te trekken en een nieuwe aanvraag in te dienen, aangezien de plannen ingrijpend zijn gewijzigd omdat de oorspronkelijke plannen niet rendabel bleken. Verwacht wordt dat een herziene aanvraag veel meer kans maakt op een welwillende behandeling door “Brussel”. Door de vertraagde bouw van huizen en utiliteiten wordt het moeilijker om het Warmtenet winstgevend te exploiteren. Door een uitgekiende opbouw van de investeringen (tijdelijke voorzieningen worden pas permanent gemaakt als de afzet verzekerd is), gecombineerd met een strakke kostenbewaking blijft exploitatie nog steeds verantwoord. Uitbreiding over de rest van Twente blijft een optie, maar uitgangspunt daarbij is dat de financieel aantrekkelijke krenten uit de pap worden gevist. 2 NV Wonen Boven Winkels Deze NV is na een raadsbesluit van 11 maart 2008 opgericht door Woningstichting Welbions en de gemeente Hengelo en heeft tot doel het wonen boven winkels te stimuleren om daarmee een verbetering van de kwalitatieve uitstraling en de leefbaarheid van de binnenstad te bewerkstelligen. Er is een startkapitaal van € 1.300.000,-, waarvan de helft van de gemeente Hengelo, met een gemeentelijke bijdrage van € 650.000,- uit de GSB-middelen. Wethouder Bron vervult vanaf april 2010 de rol van aandeelhouder (artikel 2 Aandeelhoudersovereenkomst 2008).
170
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.7: Bedrijfsvoering
6.7.1
Organisatie
In 2012 zit de organisatie midden in de opdracht bezuinigen & vernieuwen met grote gevolgen voor onze organisatie, onze manier van werken én onze medewerkers. We moeten met minder mensen onze dienstverlening op peil houden. Dat legt een grote druk op de organisatie. In 2012 wordt opnieuw een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd. Het is denkbaar dat de druk op de medewerkers zichtbaar wordt in de resultaten van dit MTO. We willen tijdens het bezuinigings- en vernieuwingsproces vasthouden aan de Hengelose stijl van werken, dus: met passie en creativiteit op een positieve manier samenwerken in vertrouwen op een goed resultaat. Onderstaande doelen op het gebied van organisatie, arbeidsvoorwaarden en personeel staan in het teken van deze opgave. Thema’s als resultaatgerichtheid, in control zijn, en samenhangende sturing blijven in 2012 voor onze organisatie belangrijke onderwerpen. DOELEN
Te bereiken
Te doen
Een resultaatgerichte, effectieve en efficiënte organisatie
Optimaliseren van de bedrijfsvoering en realiseren van samenhangende sturing m.b.v. strategische personeelsplanning en resultaatgerichte afspraken, rekening houdend met een krimpende organisatie. Het vergroten van de inzetbaarheid en mobiliteit van medewerkers en het stimuleren van een lerend klimaat. Het Hengelo’s Ontwikkelplein wordt verder ontwikkeld. De Hengelo Academie, als onderdeel van het Hengelo’s Ontwikkelplein, stimuleert actief en gericht opleiding en ontwikkeling. Salarisadministratie onderbrengen bij de Regio Twente. Overige onderwerpen: uitvoering in werkgroepen.
Een lerende, flexibele organisatie
Benutten van samenwerkingsmogelijkheden in Netwerkstad Twente op het terrein van personeel en organisatie, verzekeringen, inkoop en specialistische functies Kwaliteitsverbetering Periodiek inzicht in medewerkertevredenheid Brede bekendheid van de in de eind 2011 herijkte organisatievisie
6.7.2
Aansluiten op verbeterbehoefte en –mogelijkheden binnen de sectoren/afdelingen In 2012 wordt er opnieuw een MTO uitgevoerd. Operationaliseren en uitdragen van de visie op onderdelen
Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsvoorwaardenbeleid is dienend aan de doelstellingen van de organisatie. O.a. de uitgangspunten van de CAO geven daarbij de richting aan. In de huidige CAO ligt het accent op mobiliteit, scholing, inzetbaarheid en flexibilisering. Deze uitgangspunten zijn terug te vinden in onder andere de Hengelo Academie en het Hengelo’s Ontwikkelplein. De bezuinigingen hebben gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden. In 2011 is begonnen met een inventarisatie van mogelijke versoberingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden. In 2012 wordt, in overleg met het GO en de OR, bekeken op welke arbeidsvoorwaarden bezuinigd wordt. In 2011 is het Sociaal Statuut 2011 vastgesteld. Dit statuut geldt voor medewerkers die vanaf 1 september 2011 als gevolg van een reorganisatie herplaatsingskandidaat zijn geworden. Enkele uitgangspunten zijn een zorgvuldige procedure bij het voorbereiden van organisatiewijzigingen, een gestructureerde manier van toewerken naar een andere functie en toetsing van de gemeentelijke re-integratieverplichtingen door een onafhankelijke commissie.
Doelen
Te bereiken
Te doen
Passend arbeidsvoorwaardenbeleid
In overleg met de medezeggenschap een pakket aan maatregelen samenstellen waarmee de bezuiniging op de arbeidsvoorwaarden wordt gerealiseerd. HAR aanpassen aan nieuw beleid.
171
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.7.3
Personeel
Veranderingen in de organisatie en de wijze waarop het personeelsbeleid wordt vormgegeven en uitgevoerd moeten goed op elkaar aansluiten. Een modern personeelsbeleid dat aansluit bij de wensen van werknemers en de organisatiedoelstellingen is een voorwaarde voor een goed presterende organisatie. Goed werkgeverschap houdt ook in dat het personeelsbeleid een cultuur van leren en vernieuwen ondersteunt. Het gaat hierbij om meer dan het optimaal benutten en inzetten van de aanwezige competenties en kwaliteiten van medewerkers. Het moet uitnodigen tot ontwikkelen en leren, tot veranderen en verbreden van de inzetbaarheid. Dat laatste is juist in tijden van bezuinigingen, waarin ook ontgroening en vergrijzing optreden, van groot belang.
DOELEN
Te bereiken
Te doen
Vergroten leervermogen en verbreden inzetbaarheid
Diverse activiteiten en programma’s binnen de Hengelo Academie
Bevorderen van participatieve beleidsontwikkeling door goed toegeruste (beleids)medewerkers
Gerichte inzet van personeelsinstrumenten om specifieke kwaliteiten van (beleids)medewerkers verder te ontwikkelen. De Hengelo Academie biedt in 2012 de cursus Werken in een politiek-bestuurlijke omgeving aan. Opzetten van een traject gericht op leiderschapsontwikkeling binnen de Hengelo Academie
Competente leidinggevenden
Goede arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid en welzijn)
Een verlaging van het ziekteverzuim naar maximaal 5%
Levensfasebewust personeelsbeleid: optimale inzetbaarheid van medewerkers binnen de organisatie, rekening houdend met hun actuele levensfase en de daarbij behorende kenmerken en behoeften. Tijdig inspelen op het vertrek van sleutelfiguren als gevolg van pensionering
172
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Onderhouden van maatregelen gericht op fysiek en mentaal gezonde medewerkers. Eén maatregel daarbij is het uitvoeren van een periodiek arbeids gezondheidskundig onderzoek (PAGO) onder de medewerkers. Een deel van de PAGO vindt nog plaats in 2011 en een deel in 2012. Het trainen en adviseren van leidinggevenden in het aanspreken van medewerkers. Aandacht voor de rol van leidinggevenden bij langdurig verzuim. (Wat kan de medewerker nog wel i.p.v. wat kan hij niet) Aandacht voor en geven van cursussen in de balans tussen werk en privé. Levensfasebewust personeelsbeleid waarvan één van de onderdelen is de inzetbaarheid van ouderen. Bewustwording van leidinggevenden en medewerkers bevorderen door middel van goede communicatie over de mogelijkheden van levensfasebewust personeelsbeleid en de behoeften van medewerkers in verschillende levensfasen Aanwezige capaciteit en competenties in beeld brengen als onderdeel van strategische personeelsplanning; Zorg dragen voor overdracht van knowhow om kwaliteit van personeel op peil te houden, medewerkers intern opleiden, begeleiden en coachen; afspraken hierover vastleggen in POP’s.
versie 09-11-2011
6.7.4 Huisvesting
INLEIDING In 2011 is besloten dat de bouw van het nieuwe stadskantoor en de verbouwing van het stadhuis in het kader van de gebiedsontwikkeling Lange Wemen doorgang vinden in eigen beheer. Dat betekent dat de huisvestingsplannen waartoe de gemeenteraad in december 2008 resp. november 2009 besloten heeft in principe kunnen worden gerealiseerd. De ruimtelijke uitgangspunten voor het plangebied zijn echter wel gewijzigd, waardoor een aantal nieuwe keuzes moet worden gemaakt ten aanzien van de vormgeving. In januari 2012 dient een voorlopig ontwerp gereed te zijn ter besluitvorming in de gemeenteraad. Dit zal vervolgens worden uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Eind 2012 wordt begonnen met de voorbereiding van de uitvoering. Tijdens het ontwerpproces worden op enig moment ook uitvoerende partijen betrokken bij het maken van het ontwerp, waardoor een bouwteam ontstaat. Het juiste moment wordt gekozen op basis van zo gunstig mogelijke marktomstandigheden (zowel in financieel opzicht als ten aanzien van de mogelijke inhoudelijke bijdrage). Bij het aanbesteden van de uitvoering van de nieuwbouw en verbouwing zullen ook de onderhoudslasten van de gebouwen en installaties worden betrokken in de beoordeling. In de huisvesting van de gemeentelijke organisatie wordt de invoering van een flexibel kantoorconcept nagestreefd. In 2012 zal worden gedefinieerd hoe de Hengelose visie hierop er uit gaat zien. Tevens zal een invoeringsplan worden opgesteld, waarmee waar mogelijk al in de huidige huisvestingssituatie zal worden gestart.
DOELEN
Te bereiken
Te doen
Start invoering flexibel kantoorconcept
-
Afronding ontwerpfase nieuw stadskantoor en verbouwing Stadhuis (incl. groot onderhoud etc.)
173
╗ ║
Definitie Hengelo visie op een flexibel kantoorconcept Onderzoek kritische succesfactoren Invoeringsplan Voorlopig ontwerp vaststellen Uitvoerende partijen betrekken bij ontwerp Definitief ontwerp en bestek opstellen Vergunningen aanvragen Aanbestedingsdocumenten opstellen
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.7.5. Informatievoorziening /-technologie Inleiding. In het licht van de bezuinigingen kan de vraag gesteld worden of er òp of mèt ICT bezuinigd kan worden. De gemeente Hengelo kiest voor mèt. Efficiënte bedrijfsvoering leunt volgens ons op gedigitaliseerde informatievoorziening en elektronische dienstverlening. Daarnaast willen we onze burgers nog beter van dienst zijn. Betere kwaliteit tegen lagere kosten dus. Met behulp van zaakgericht werken is dat mogelijk. Een moderne en robuuste ICT-infrastructuur is daarvoor noodzakelijk. Dat zijn de belangrijkste speerpunten van 2012 Digitaal werken. Het programma Digitaal Werken is eind 2009 gestart. In het programmaplan worden de volgende vier gezichtspunten onderscheiden: 1. Digitalisering als maatschappelijke ontwikkeling 2. Verbeteren van de bedrijfsvoering door digitaal werken 3. Verbetering van de (elektronische) dienstverlening 4. Ondersteuning van een flexibel kantoorconcept Inmiddels is de doelstelling van dit programma steeds meer komen te liggen op zaakgericht werken. Zaakgericht werken is een procesgerichte manier van werken waarbij informatie is geordend op basis van de werkprocessen van de organisatie. Door informatie te koppelen aan een zaak wordt deze informatie in samenhang weergegeven. Anders gezegd: elk (digitaal) document maakt onderdeel uit van een zaak. Zaakgericht werken kenmerkt zich door digitale informatiestromen en centrale digitale archivering. In 2012 worden de volgende deelprojecten afgerond: * Gemeentebrede uitrol zaakgericht werken (voor een deel van de processen); * Doorontwikkeling extranet naar een volwaardig raadsinformatiesysteem; * Ontsluiting van zaakgerelateerde informatie via website Hengelo. Basisinfrastructuur. De basisinfrastructuur van de gemeente Hengelo bestaat uit het netwerk, werkstations, servers en kantoorsoftware. Voor de vernieuwing hiervan is in 2010 het programma Roadmap ICT gestart. Dit programma heeft als doel om een moderne en efficiënte manieren van (samen)werken te faciliteren. Dit programma loopt tot 2014. In 2012 zal gewerkt worden aan het invoeren van een nieuwe technologie voor de werkplek. Daarnaast wordt er gewerkt aan de vervanging van de standaard werkpleksoftware. Verder wordt er in 2012 een robuust draadloos netwerk aangelegd. Samenwerken. Het afgelopen jaar is intensief samengewerkt met de gemeente Oldenzaal om vernieuwingen door te voeren binnen de infrastructuur van de gemeente Oldenzaal. Dit heeft er toe geleid dat beide gemeenten de intentie hebben de samenwerking op het gebied van ICT te intensiveren. Naast de samenwerking met Oldenzaal zal ook met de andere gemeenten in Twente nauwer worden samengewerkt. Onder andere wordt nu een gezamenlijke aanbesteding voor een Personeelsinformatie- en salarissysteem uitgevoerd. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan een betrouwbare informatievoorziening ter ondersteuning van een efficiënte bedrijfsvoering. Dit is het uitgangspunt in het in 2009 vastgestelde Hengeloos Informatieplan (HIP). De hierin aangeven kaders blijven actueel.
174
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.7.6. Control en auditing DOELSTELLING Concerncontrol en auditing dienen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de besturing en de beheersing van de gemeentelijke organisatie. Daarvoor is nodig dat: - Beleidsvoornemens, planningen en normen voldoende toetsbaar zijn - Besluiten in overeenstemming met geldende wet en regelgeving worden genomen - Planning en control instrumenten er voor zorgen dat producten en diensten op norm en conform verwachtingen worden geleverd - Tussentijdse rapportages zo zijn ingericht dat zelfsturend en lerend vermogen van de ambtelijke organisatie wordt gestimuleerd - Het bestuur verantwoording af kan leggen over gekozen doelen, gemaakte keuzes, getroffen maatregelen, wijze van uitvoering en gerealiseerde prestaties in de jaarverslagen. Een organisatie die aan deze voorwaarden voldoet is “In Control” DOELEN
Te bereiken
Te doen
Toetsbare beleidsvoornemens
-
Rechtmatigheid (compliance)
-
Stuurbare sectorjaarplannen
-
-
Betrouwbare management informatie
-
Transparante verslaggeving
-
Versterking van het leervermogen
-
Organisatie In Control
-
175
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Evaluatie door multidisciplinaire leesteams van account functionarissen Vaststellen dat de verbeterpunten in de plannen en beleidsvoornemens zichtbaar zijn. Opstellen, uitvoeren en verbeteren van het Jaarlijks Intern Controle Plan. Inzicht in de uitvoering van de begroting door tussentijdse voortgang rapportages. Toezien op Smart geformuleerde beleidsvoornemens, logica, interne consistentie, betrouwbaarheid en relevantie. Toezien op betrouwbaarheid van niet financiële indicatoren als bijvoorbeeld de dienstverlening prestaties. Beheersafspraken vastleggen van alle centrale informatiesystemen. Ontsluiten van de centrale informatiesystemen via Cognos8 in overleg met het management Opstellen van standaard rapporten in Cognos8 Toetsing van de Maraps door account functionarissen Kennis bevorderen in samenwerking met Hengelo Academy Aandacht voor risico identificatie Kennis bevorderen via de opleidingsplannen van de sectoren. Doorontwikkelen van risicomanagement bij verbonden partijen Uitvoeren van proces-audits Vaststellen dat bij kritische processen de interne beheersmaatregelen aantoonbaar effectief zijn
versie 09-11-2011
6.7.7 Inkoop en aanbesteden Het beïnvloedbare inkoopvolume bestrijkt een groot deel van de begroting. Het nieuwe inkoopbeleid geeft de inkopers maximale vrijheid bij de inzet daarvan voor de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. De inkoopdiagnose die jaarlijks wordt opgesteld biedt inzicht in de wijze waarop het beschikbare inkoopvolume is aangewend. Via het beschikbare dashboard krijgt elke manager de benodigde informatie. Met behulp daarvan kan het management gericht zoeken naar besparingsmogelijkheden. De partners in de Netwerkstad maken op grond van dezelfde kenmerken hun inkoopdiagnose. Voor de Netwerkstad wordt in 2012 op basis daarvan gezocht naar de uitbreiding gezamenlijke inkooptrajecten. Binnen de diensten wordt bekeken hoe de inkoopprocessen kunnen worden gestroomlijnd. In specifieke projecten wordt bekeken waar besparingen kunnen worden gerealiseerd. Terugdringen van het aantal leveranciers en het aantal facturen draagt bij aan de beperking van de kosten. Automatisering is bij inkoop een belangrijk hulpmiddel. In Netwerkstad verband wordt in 2012 een pilot gestart voor de automatisering van een gedeelte van het inkoopproces. De inhuur van derden maakt hiervan onderdeel uit. Aan de verdere professionalisering van de inkoop wordt in 2012 met behulp van de Hengelo Academie invulling gegeven.
Te bereiken:
Te doen:
Optimale besteding beschikbare middelen
-
-
Management ondersteunen met inkoopdiagnoses via het dashboard Inkoopprocessen doorlichten op efficiency Realiseren leveranciersmanagement Voortzetting sessies Hengelo Academie
Nauwere samenwerking Netwerkstad
-
Realisatie gezamenlijk inkoop jaarplan Behalen voordelen uit de samenwerking
Inkoopprocessen stroomlijnen
-
Door middel van pilot inzicht verschaffen in de mogelijkheden van ICT Werken aan de verdere professionalisering van de inkoop. Contractmanagement optimaliseren Vinden besparingsmogelijkheden
-
-
176
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
6.8: Investeringen
Algemene Reserve Investeringen (ARI) Met de vaststelling van de begroting 2009 is de Algemene Reserve Investeringen (ARI) ingesteld. ARI is meer dan een reserve, het is tevens een toetsingskader voor de haalbaarheid van nieuwe investeringen. In de Kadernota 2009-2012 is de eerste inventarisatie gemaakt van investeringen, die worden gedekt uit ARI. De inventarisatie is voor deze begroting als volgt geactualiseerd:
Netttoinvesteringsbedrag
Omschrijving
gewijzigd gereed
looptijd
Centraal Station Twente
3.000.000
2015
30
Uitvoering n.a.v. Binnenstadsdebat
1.001.200
2010 e.v.
divers
2015
divers
2013 e.v.
30
60.000
2011
n.v.t.
Weusthagpark 7 km fietspad
595.000
2012
30
Weusthagpark 5 km wandelpad
125.000
2012
30
HOV Kruispunt Kuipersdijk
3.880.000
2011
30
HOV Enschede centrum – Hengelo Centrum overig deel
6.000.000
2016
30
2011 e.v.
n.v.t.
Stadskantoor/Stadhuis fase 1 (t.l.v. algemene middelen)
24.700.900
Winkelcentrum Esrein-Hart van Zuid, Inrichting openbare ruimte
1.450.000
Evaluatie 30 km/uur gebieden (kleine aanpassingen)
Toegankelijkheid bushaltes
100.000
Totaal
40.912.100
De afschrijvingstabel behorend bij de Nota afschrijvingsbeleid 2008 is bij deze actualisatie van ARIinvesteringen als leidraad gehanteerd, waardoor de looptijden en bedragen van de diverse investeringen zijn aangepast. In de oorspronkelijke opzet van ARI was uitgegaan van een gemiddelde looptijd van 25 jaar. Deze termijn is toentertijd gekozen als een gemiddelde looptijd van alle investeringen. In de begroting 2012-2015 is, conform eerdere besluitvorming, rekening gehouden met de volgende toevoegingen aan de reserve ARI:
2012:
2013:
€ 1.333.190
177
€ 3.471.420
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
2014: € 2.292.650
2015: € 2.085.481
versie 09-11-2011
Overigens zijn een aantal zoekrichtingen van invloed op de ARI-investeringen, hetgeen inhoudt dat de dekking van de lasten wordt aangepast c.q. er een lagere toevoeging aan de reserve ARI zal plaatsvinden. De mutaties, die voortvloeien uit de zoekrichtingen, worden in een afzonderlijke begrotingswijziging verwerkt. In de jaarlijkse toevoeging aan de reserve ARI is rekening gehouden met de versoberingsvoorstellen, zoals die zijn vastgesteld door de gemeenteraad in november 2010. Ook zijn de geraamde kapitaallasten van een tweetal investeringen in mindering gebracht op de reservetoevoeging. Deze kapitaallasten zijn in de begroting 2012-2015 al op de betreffende producten verwerkt. Voor deze investeringswerken zijn reeds begrotingswijzigingen vastgesteld. Tevens wordt de boekwinst van het oude stadskantoor en het verschil in leaseprijs voor het pand Hazenweg gestort in de reserve ARI. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de incidentele lasten die gemoeid zijn met de bouw van het nieuwe stadskantoor c.q. verbouwing stadhuis (conform eerdere besluitvorming). Al deze mutaties leiden uiteindelijk tot de bovengenoemde jaarlijkse toevoeging aan de reserve ARI.
178
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
7
179
Financiële toelichting
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
7.1 Recapitulatie baten en lasten per hoofdfunctie
180
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
7.2 De financiële toelichting per hoofdfunctie
Inleiding De nieuwe opzet van het programmaplan ten aanzien van het onderdeel hoofdfuncties leidt ook tot een aanpassing van de financiële analyses. Deze analyses worden dan ook op productcombinatieniveau toegelicht. Tussen haakjes staat de afwijking van de begroting 2012 t.o.v. 2011 (+ = voordeel; - = nadeel). Bij de financiële analyses worden zoals gebruikelijk de verschillen boven de € 50.000 dan wel een afwijking die groter is dan 10 % van het budget toegelicht. Dit betekent dat, urenverschuivingen op basis van de gewijzigde personeelsmatrix 2012 t.o.v. 2011, gevolgen heeft voor diverse productcombinaties. Om de leesbaarheid te bevorderen worden deze verschuivingen niet in alle gevallen benoemd. Het gaat dan m.n. om budgetneutrale verschuivingen. Het kan dus zijn dat de totale afwijking (tussen haakjes), genoemd achter de productcombinatie, niet overeenkomt met alle toelichtende bedragen per productcombinatie.
181
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 0 – Algemeen bestuur
P002 – Bestuursondersteuning (- 207.000) Bij het vaststellen van de begroting 2011 zijn er een aantal versoberingsmaatregelen genomen. Het eerste jaar 2011 levert het pakket aan maatregelen echter nog niet het volledig benodigde bedrag van € 5,1 miljoen op. Enkele versoberingsmaatregelen zijn/worden stapsgewijs ingevoerd. Om de begroting 2011 toen toch volledig sluitend te krijgen, is het restant van de bestemmingsreserve loonkosten FUWA (functiewaardering) ad € 250.000 eenmalig ingezet. De nieuwe systematiek van functiewaardering was reeds volledig ingevoerd. In de begroting 2009 is een budget van € 50.000 opgenomen voor vervanging van de reguliere functies, die de voorzitter en de secretaris van de Ondernemingsraad bekleden. Dit budget is nooit als zodanig gebruikt, omdat er ook middelen binnen de sector zijn geraamd. Het budget op het product Personele aangelegenheden kan daardoor vrijvallen. P003 Burgerzaken (- 39.000) Door de inmiddels gerealiseerde bezuiniging op de formatie dalen de toegerekende personeelslasten met € 96.000. Er worden in 2012 geen verkiezingen verwacht, waardoor er sprake is van een voordeel van € 99.000. Daartegenover stijgen de kapitaallasten met € 30.000 vanwege geraamde vervangingsinvesteringen in 2011 (herinrichting trouwzaal en stemmachines). Als gevolg van een verlenging van de geldigheidsduur (van 5 naar 10 jaar) van rijbewijzen in het verleden worden er in 2012 minder legesinkomsten verwacht. Vroeger werden rijbewijzen voor een periode van 5 jaar afgegeven. Elk jaar had de gemeente ongeveer een gelijk aantal aanvragen. Toen de termijn werd verlengd tot 10 jaar, kreeg de gemeente alleen aanvragen van degenen, die voor de eerste keer een rijbewijs kregen, en van ouderen, die een rijbewijs krijgen voor maximaal 5 jaar. Deze maatregel heeft nog steeds effect op de begroting, maar het aantal af te geven rijbewijzen komt de komende jaren steeds dichter bij elkaar te liggen. P005 Bestuurlijke samenwerking (+ 139.000) In 2011 was er nog sprake van een incidentele bijdrage uit “oude GSB middelen”. De gefaseerde taakstelling aan Regio Twente leidt ook in 2012 tot een voordeel (versoberingsmaatregel 2011).
182
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 1 – Openbare orde en veiligheid
P120 Brandweer en rampenbestrijding (+ 258.000) De bijdrage aan de Regio Twente daalt in 2012 t.o.v. 2011 met € 40.000 als gevolg van de gefaseerde taakstelling. Ook vallen kapitaallasten vrij (€ 24.000). De uren voor de taak “handhaving brandpreventie” werden tot en met 2011 toegerekend aan “Brandweer en rampenbestrijding”, maar worden met ingang van 2012 op P723 Milieubeheer doorbelast. In 2011 zijn ten onrechte uren geraamd op het product regionale brandweer. Dit is in de begroting van 2012 gecorrigeerd. P140 Openbare orde en veiligheid (+ 327.000) In de begroting 2011 zijn aan dit product extra middelen toegevoegd (€ 287.000) vanuit de decentralisatie-uitkering Leefbaarheid en veiligheid (als onderdeel van het gemeentefonds (P921). Met ingang van 2012 vervalt de decentralisatie-uitkering Leefbaarheid en Veiligheid. De personeelslasten o.b.v. de gewijzigde personeelsmatrix 2012 leiden tot een voordeel.
183
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 2 – Verkeer, vervoer en waterstaat
P210 Wegen, straten en pleinen (+ 295.000) Door areaaluitbreiding is het onderhoudsbudget in 2012 met € 73.000 verhoogd. Naast dit nadeel is er ook een voordeel in 2012. Door de bezuiniging in het kader van herontwerp zal namelijk een kostenpost van € 50.000 worden doorgeschoven naar de riolering (P722). Dit betreft o.a. de kosten van de boven de te vervangen huisaansluitingen liggende bestrating. Tot en met 2014 wordt dit bedrag jaarlijks met hetzelfde bedrag verhoogd. In 2010 zijn de boekwaardes van de investeringen in de sfeer van openbare verlichting extra afgeschreven en ten laste van de Essent-gelden gebracht. Het voordeel op de kapitaallasten (€ 130.000), dat door deze mutatie ontstaan is, kon nog niet worden verwerkt in de primitieve begroting van 2011, maar wel in de beleidsbegroting 2012-2015. Inmiddels is hiervoor in 2011 een begrotingswijziging doorgevoerd (2e Beleidsrapportage 2011). De overige –per saldo- lagere lasten bestaan uit een andere voorziene inzet van uren 2012 t.o.v. 2011. P211 Verkeersmaatregelen (+ 238.000) Een bedrag van circa € 195.000 werd in 2011 incidenteel geraamd voor de rotonde Mozartlaan en diverse fietsgerelateerde projecten met als dekking een onttrekking uit de Reserve fietspadenplan (Duurzaam Veilig). Door extra afschrijvingen ten laste van de Essent-gelden is er sprake van lagere kapitaallasten (€ 95.000). Daarentegen zijn de personeelslasten hoger als gevolg van de gewijzigde personeelsmatrix per 2012. P212 Openbaar vervoer (- 331.000) De kapitaallasten van het krediet voor het HOV (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) tussen Hengelo en Enschede zijn met ingang van 2012 geraamd. Navenant is er sprake van een structureel lagere dotatie aan de reserve ARI (Algemene reserve investeringen; zie ook P980). Daarnaast werd in de begroting 2011 een budget van € 50.000 opgenomen voor de pilot m.b.t. de Spoorlijn Hengelo-Bad Bentheim. De pilot duurt 3 jaar (periode 2010-2012) en de jaarlijkse lasten zijn € 50.000. Dekking vindt plaats uit de reserve Mobiliteit. Het budget voor de pilot zal in 2012 via een begrotingswijziging worden geraamd.
184
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
P214 Parkeren (- 122.000) De kapitaallasten zijn in de begroting 2012 € 30.000 hoger. Dit houdt verband met investeringen die voortkomen uit de Parkeernota. Inmiddels is door de raad besloten tot heroverweging van deze Parkeernota; tot het moment dat deze heroverweging en aanpassing van het parkeerbeleid concreet gestalte krijgt, blijft de begroting gebaseerd op de huidige parkeernota. De overige hogere lasten bestaan voor € 90.000 uit een andere voorziene inzet van uren. Meerjarig zijn in de begroting voor parkeren opgenomen: Eénmalige afkoop van de overeenkomst met de exploitant van de parkeergarage aan de B.P. Hofstedestraat (€ 250.000) in 2014. Concrete voorstellen zullen te zijner tijd aan de raad worden voorgelegd. Verder wordt voorzien dat de exploitatie van deze garage vanaf 2015 € 100.000 minder nadelig zal zijn. P221 Binnenhavens en waterwegen (-131.000) De hogere lasten bestaan voornamelijk uit een andere inzet van uren.
185
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 3 – Economische zaken
P310 Handel en ambacht (- 33.000) De Stadsbank heeft de opdracht gekregen om een taakstellende begroting te presenteren die in overeenstemming is met het gemeentelijk budget. De gewijzigde P-matrix leidt tot hogere personeelslasten op het product economische aangelegenheden (- € 76.000) en op het product schuldbemiddeling (- € 35.000) en lagere personeelslasten op het product markten (+ 75.000). P330 Nutsbedrijven (0) Tot en met het begrotingsjaar 2011 werden de lasten en baten ten behoeve van het Warmtenet bewust budgettair neutraal geraamd in afwachting van de oprichting van het Warmtebedrijf. Nu blijkt dat de oprichting van dit bedrijf mogelijk nog wel enige tijd kan duren is op basis van ervaringscijfers van afgelopen jaren een inschatting gemaakt van de lasten en baten voor dit bedrijf voor 2012. Voor 2012 leidt dit tot een negatief resultaat van bijna € 353.000, terwijl volgens een meerjarige doorkijk de eerstkomende jaren zelfs grotere negatieve resultaten zullen ontstaan. Vooralsnog wordt hiervoor een beroep gedaan op de Reserve Warmtenet. Op grond van het Businessplan van het bedrijf in oprichting zal bekeken moeten worden in hoeverre er een bijstelling van deze reserve moet plaatsvinden of dat er mogelijk een afzonderlijke voorziening in het leven geroepen moet worden. Ten behoeve van de dekking van het verwachte negatieve resultaat 2012 wordt een onttrekking van € 353.000 geraamd uit de reserve Warmtenet
186
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 4 - Onderwijs
P420 Openbaar basisonderwijs (+91.000) In 2008 is het openbaar onderwijs verzelfstandigd. Aan de stichting Primato is een jaarlijks aflopende bruidschat toegekend. Deze bruidschat eindigt in 2012. P421 Onderwijshuisvesting (396.000) Onderwijshuisvesting (+ 942.000) Via het programma onderwijshuisvesting 2011 is er incidenteel een bedrag van € 1.179.000 begroot voor onderhoud. Het onderhoud voor 2012 wordt via het programma onderwijshuisvesting in december aangeboden aan de gemeenteraad. Door de vrijval van kapitaallasten en het aangaan van nieuwe investeringen stijgen de kapitaallasten. Dit veroorzaakt een nadeel van € 259.000. Een aantal gehuurde onderwijslocaties worden afgestoten, waardoor het totale huurbedrag in 2012 met € 46.000 wordt verlaagd. De structurele bijdrage vanuit onderwijshuisvesting aan de overkapping van het zwembad ad € 15.000 is vanaf 2012 opgenomen in de begroting. Voor schade herstel is er € 1.000 minder geraamd. Mutaties reserves onderwijshuisvesting (- 546.000) De toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting is ten opzichte van 2011 verlaagd met bijna € 400.000. In 2008 zijn diverse boekwaardes vervroegd afgeschreven uit de algemene middelen. Dit houdt in dat er vanaf 2009 door deze extra afschrijving minder kapitaallasten op de onderwijshuisvesting drukken, waardoor een lager beroep op de reserve onderwijshuisvesting kan worden gedaan. Ter compensatie van het extra beroep destijds op de algemene middelen wordt er minder gestort in de reserve onderwijshuisvesting. De verwachte onttrekking uit de reserve onderwijshuisvesting is in 2012 € 945.000 lager dan het geraamde bedrag in 2011. Zoals gebruikelijk worden de lasten voor schadeherstel en een aantal toegerekende uren niet verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. Dit verklaart het verschil tussen de lasten, genoemd bij Onderwijshuisvesting en de hiervoor genoemde onttrekking uit de reserve onderwijshuisvesting.
187
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
P480 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs (+ 157.000) De specifieke uitkering voor onderwijsachterstandenbeleid is conform de beschikking van het Rijk en onder aftrek van de ingezette uren geraamd. Dit leidt ten opzichte van de begroting 2011 tot een nadeel van € 58.000. De (rijks)middelen voor de maatschappelijke stages zijn verlaagd (€ 54.000) als gevolg van een lagere gemeentefondsuitkering (o.b.v. decembercirculaire 2010). De vrijval van kapitaallasten levert een voordeel op van € 12.000. De middelen vanuit de kadernota zijn in de begroting van 2011 incidenteel ingezet ter dekking van de kapitaallasten van het voorbereidingskrediet van de MFA Brede School Berflo Es. In de begroting 2012 zijn de middelen uit de kadernota weer als structureel budget geraamd. Er worden minder uren (€ 142.000) toegerekend. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het verlagen van de formatie bij het bureau Leerlingzaken.
188
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 5 – Cultuur en recreatie
P511 Vormings- en ontwikkelingswerk (+ 18.000) Met ingang van 2012 wordt de rijksbijdrage voor de Koploperovereenkomst allochtone vrouwen beëindigd, waardoor de lastenraming ook neerwaarts is bijgesteld (€ 21.000). Een jaarlijkse subsidie aan Scala voor “Activiteitenprogramma vrouwen in kwetsbare posities” werd gedeeltelijk gedekt uit de begrotingsposten P620 (€ 67.000) en P621 (€ 28.000). Met ingang van 2012 zijn deze bedragen opgenomen onder P511 Vormings- en ontwikkelingswerk. Dit leidt tot een nadeel van € 95.000 op dit onderdeel. Echter verloopt deze verschuiving budgettair neutraal voor de begroting. De doorberekende uren zijn in 2012 lager begroot dan in 2011. P530 Sport (+180.000) Met name lagere personeelslasten veroorzaken het voordeel op dit onderdeel. P531 Sportparken (- 116.000) Het nadelig saldo in 2012 wordt door de volgende onderdelen veroorzaakt: Verhoging van diverse lasten (- € 42.000) De ramingen voor de belastingen, verzekeringen en de bijdrage voor de Vereniging van Eigenaren van het FBK stadion zijn in 2012 bijgesteld. De begrotingsbedragen waren niet meer conform de werkelijke lasten van de afgelopen jaren. Areaaluitbreiding (- € 20.000) Als gevolg van de uitbreiding van de te onderhouden sportvelden van de voetbalvereniging Tubantia is het onderhoudsbudget voor deze sportvelden verhoogd. Andere inzet uren (- € 40.000) Het nadelig saldo is ook veroorzaakt door een andere inzet van uren. Er is namelijk realistischer geraamd, waardoor er sprake is van een urenverschuiving van P530 Sport naar P531 Sportparken. Groot onderhoud gebouwen sportparken (- € 14.000) Dit nadeel betreft voornamelijk het groot onderhoud (uit de voorziening) van de gebouwen en de daarmee gemoeide uren.
189
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
P540 Kunst (+ 224.000) Het investeringsbedrag voor de kunstopdracht “Huys Hengelo”, waarvoor een bedrag van € 193.000 is begroot in 2011, zal in een keer worden afgeschreven ten laste van de bestemmingsreserve Bovenwijkse voorzieningen. De onttrekking aan deze reserve is in de nieuwe begrotingsopzet geraamd onder hoofdfunctie 9 (P980), zodat op P540 Kunst sprake is van een voordeel van € 193.000 ten opzichte van 2011. In de begroting 2011 was de afschrijving in één keer voor het kunstwerk op de markt opgenomen. Deze afschrijving werd gedekt uit de reserve ontwikkeling kunstwerk binnenstad. De versoberingsvoorstellen uit 2011 leiden in 2012 tot lagere subsidiebedragen aan het Rabotheater en Metropool (€ 49.000) P560 Openbaar groen en openluchtrecreatie (+ 49.000) Met ingang van 2012 is € 80.000 afgeraamd als bijdrage aan het Twents Bureau voor Toerisme. Deze bijdrage was op basis van de Kadernota 2007 voor een bepaalde periode bedoeld. Door extra afschrijvingen, ten laste van Essent-gelden, op de boekwaardes van speeltoestellen zijn de kapitaallasten € 80.000 lager. Het voordeel op de kapitaallasten, dat door deze mutatie was ontstaan, was nog niet verwerkt in de primitieve begroting van 2011, maar wel in de begroting 2012-2015. Inmiddels is dit voordeel ook verwerkt in de 2e Beleidsrapportage 2011. Anderzijds is er sprake van hogere kapitaallasten (€ 19.000.) Dit betreft de lasten van drietal tracties die in 2010 voor vervanging stonden, maar zijn uitgesteld. Daarnaast is sprake van hogere lasten voor speeltoestellen (€ 10.000) als gevolg van areaaluitbreiding. De hogere doorbelasting aan personeelslasten op het product “Hoofdinfra groen stedelijk niveau” betreft enerzijds de verschuiving van uren van het product lijkbezorging naar dit product en anderzijds door de stijging van het uurtarief, waardoor in totaliteit het budget met circa € 95.000 toeneemt. Daarnaast zijn er nog verschuivingen in uren voor de VVV en het team duurzaamheid. P580 Overige recreatieve voorzieningen (+ 51.000) In 2010 is een bedrag van € 51.000 m.b.t Good Governance overgeheveld naar 2011. In de begroting 2012 is dit bedrag uiteraard niet meer opgenomen.
190
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 6 – Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
P610 Bijstandsverlening (- 1.130.000) WWB Inkomensdeel (- 585.000) Volgens prognose zal het aantal WWB uitkeringen tot en met ultimo 2012 toenemen met 8% ten opzichte van eind 2011. Voor 2012 betekent dit een lastenstijging van € 807.000. De gemeente kan aanspraak maken op een aanvullende uitkering, waardoor de baten toenemen met € 222.000. Per saldo is ten opzichte van de begroting 2011-2014 sprake van een nadelig resultaat van € 585.000. Uiteindelijk is het totaal tekort 2012 op het WWB-inkomensdeel (totale lasten minus totale baten) € 2.262.000. WWB beheer (- 491.000) Een stijging van het uurtarief met bijna 3% leidt op dit product tot een kostenstijging van ongeveer € 200.000. In de loop van 2011 is 1,8 fte formatie overgeheveld tussen 2 sectoren. Een deel van die personeelslasten is doorberekend aan WWB algemeen beheer. In 2012 is de formatie voor klantmanagement, incasso en uitkeringen-administratie (deels tijdelijk) opgehoogd. Hier staat o.a. een verlaging van de formatie voor toetsing tegenover. Per saldo is sprake van een toename van de formatie (deels tijdelijk) van 1,26 fte t.o.v. 2011. Daarnaast worden meer productieve uren van twee afdelingshoofden doorberekend. Tevens is er sprake van een verschuiving van uren vanuit minimabeleid en bijzondere bijstand naar WWB beheer. De structurele inkomsten zijn met € 30.000 verlaagd. De leasekosten van de auto’s ten behoeve van de handhavingstaak zijn al enkele jaren te laag. Het budget is in 2012 verhoogd met € 20.000. De Fitis banen en de personeelslasten, die voorheen deel uitmaken van het P-budget, zijn als aparte beleidskeuze opgenomen in de “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen”. Echter de reguliere personeelsformatie en de daaruit voorvloeiende personeelslasten zijn wel ten laste van de algemene middelen in de begroting 2012-2015 (€ 250.000 in 2012 oplopend tot € 1,0 miljoen in 2015) gebracht. Voor de personeelslasten is een corrigerende stelpost opgenomen. P611 Werkgelegenheid (- 577.000) Het aantal te realiseren arbeidsplaatsen (SE) van de SWB zal in 2012 naar verwachting met ongeveer 10,5 dalen ten opzichte van 2011. Het bedrag per arbeidsplaats zal vermoedelijk in 2012 hetzelfde zijn als in 2011. De gevolgen hiervan hebben netto gezien geen nadelig effect voor de gemeentelijke begroting 2012, omdat de totale daling van baten (bijna € 1,2 miljoen) gepaard zal gaan met een totale lagere inkomensoverdracht aan de SWB. De SWB gaat namelijk deze korting op het aantal arbeidsplaatsen voor 2012 zelf oplossen binnen haar eigen begroting. Meerjarig wordt echter verwacht dat het nadelig saldo op dit product gaat toenemen, indien de rijksbezuinigingen niet binnen enkele jaren volledig kunnen worden doorvertaald in een kostenverlaging bij de SW-bedrijven. In de “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen” zal deze materie verder worden toegelicht. 191
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Arbeidsmarktreserve In 2011 is op begrotingsniveau een bedrag van € 600.000 onttrokken uit de arbeidsmarktreserve ter dekking van de extra bijstandsuitgaven c.q. daling van de rijksbijdragen voor het WWBinkomensdeel. P614 Minimabeleid (- 372.000) Bijzondere bijstand/minimabeleid Als gevolg van een inzet op het voorkomen van niet gebruik van diverse voorzieningen voor de minima en de verslechterde economische omstandigheden, o.b.v. aanvaard beleid, is sprake van een toename van het aantal gerechtigden. Ook voor de langdurigheidstoeslag zijn meer middelen nodig. Dit zijn de voornaamste oorzaken van de lastenstijging in de afgelopen jaren. In de “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen” en de Armoedenota wordt uitgebreid stilgestaan bij het minimabeleid/bijzondere bijstand P620 Maatschappelijke begeleiding en advies (+ 186.000) Een jaarlijkse subsidie aan Scala voor “Activiteitenprogramma vrouwen in kwetsbare posities” werd voorheen gedeeltelijk gedekt uit de budgetten op P 620 en P621 (respectievelijk € 67.000 en € 28.000). Met ingang van 2012 zijn deze bedragen opgenomen onder P 511 Vormings- en ontwikkelingswerk. Voor het project “Sociale Voorhoede” is in 2011 incidenteel € 110.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag is in de begroting 2011 onttrokken uit de bestemmingsreserve Preventiepakket Berflo Es (P980). P621 Vreemdelingen (+ 77.000) Een jaarlijkse subsidie aan Scala voor “Activiteitenprogramma vrouwen in kwetsbare posities” werd voorheen gedeeltelijk gedekt uit de budgetten op P 620 en P621. Met ingang van 2012 zijn deze bedragen opgenomen onder P 511. P622 Huishoudelijke verzorging/ P652 WMO-voorzieningen (- 477.000) Op de uitvoering van de WMO is met ingang van 2011 een forse rijkskorting opgelegd, waardoor de gemeente op zoek gaat naar opties waarbij de lasten reduceren. Er zal bijvoorbeeld nog kritischer moeten worden gekeken naar aanbestedingen. Dit beleid heeft de afgelopen jaren al ingrijpende gevolgen gehad voor cliënten en thuiszorgmedewerkers bij de inzet van hulp bij het huishouden. De maatregelen van het kabinet leiden tot een merkbare verschraling van de huishoudelijke hulp en andere maatschappelijke ondersteuning. Deze bezuinigingen kunnen rechtstreeks afgewenteld worden op de burger in de vorm van het invoeren of verhogen van een eigen bijdrage, maar daar wordt in eerste instantie niet voor gekozen. Om bij te sturen is ingrijpen in het bestaande beleid noodzakelijk. Dit is een proces dat al in gang is gezet en de effecten worden geleidelijk aan zichtbaar (bijvoorbeeld bij de woonvoorzieningen). Het aanvraagformulier is aangepast. Er kunnen geen voorzieningen meer worden aangevraagd, maar er kunnen beperkingen op een leefgebied aangegeven worden. Er wordt uitgegaan van een probleem en samen met de cliënt wordt gezocht naar een oplossing. Dit zal moeten leiden tot een daling van de hoeveelheid verstrekte voorzieningen. Ingrijpend bijsturen in de loop van 2011 is moeilijk, zo niet onmogelijk. De contracten met de thuiszorgaanbieders, de hulpmiddelenleveranciers en de vervoerder lopen door tot januari 2013. De voorbereidingen voor de aanbestedingen zijn inmiddels gestart. Er wordt kritisch gekeken naar de hulp bij het huishouden of een bepaalde functie bij bijvoorbeeld een Stadswerkbedrijf ondergebracht kan worden in plaats van bij een “dure” thuiszorgorganisatie. Daarnaast wordt overwogen om een groot deel van de hulp bij het huishouden onder te brengen in de schoonmaakbranche. Ook zal aandacht worden besteed aan andere vormen van vervoer.
192
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Eind 2011 zal een indexering plaatsvinden van de tarieven die de gemeente Hengelo betaalt voor de hulp bij het huishouden. De uitvoeringen van de PGB-regeling door Menzis zal eind 2011 worden beëindigd. De gemeente Hengelo zal deze regeling zelf uit gaan voeren. Per saldo nemen de lasten voor de Persoons Gebonden Budgetten (PGB) en het uitvoeringsbudget voor de huishoudelijk hulp in de begroting 2012 t.o.v. 2011 naar verwachting met € 900.000 toe. Het meergebruik van de voorzieningen speelt hierbij een belangrijke factor. Daarnaast is de taakstellende stelpost verlaagd (€ 573.000), omdat extra middelen aan het gemeentefonds zijn toegevoegd en de nieuwe contractperiode in 2013 ingaat. Dan zal de resterende taakstelling (€ 418.000) door bijsturingsmaatregelen worden ingevuld. Vanaf 1 januari 2011 worden de werkelijke kosten van het uurtarief door het CAK in rekening gebracht. Dit levert naar verwachting € 500.000 aan extra eigen bijdragen van de cliënten op. De begrote lasten op de WMO-hulpmiddelen zullen ongeveer gelijk blijven aan de verwachte werkelijke uitgaven in 2011. Vergeleken met de begroting 2011 betekent dit echter een voordeel van € 400.000. Als gevolg van de kantelingsmaatregelen van de afdeling WMO zullen de lasten voor de woonvoorzieningen in 2012 t.o.v. 2011 € 500.000 lager zijn. Door de afname van het aantal (her)indiceringen zullen de lasten voor medische indiceringen e.d. in 2012 € 55.000 meevallen. Ten gevolge van de aanbesteding zijn met ingang van oktober 2010 de tarieven voor het Regiotaxivervoer gestegen. Dit leidt voor de vervoersvoorzieningen tot een budgetuitzetting van € 400.000. Op grond van een van de Beleidsrapportages is 2011 de begroting met € 400.000 gecorrigeerd voor de WMO-voorzieningen. Voor het overige gaat het om de stijging van de personeelslasten met € 59.000. P623 Participatiebudget Jaarlijks was in de begroting voor de vaste Fitis banen een structureel bedrag geraamd van € 1,5 miljoen. In de jaren 2012 en 2013 worden deze banen voor respectievelijk € 1,0 en € 0,5 miljoen (gedeeltelijk) gedekt uit het Participatiebudget. Het aandeel ten laste van de algemene middelen is voor de komende jaren 2012-2015 als beleidskeuze opgenomen in de “Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen”. P630 Sociaal cultureel werk (+ 119.000) In het kader van de versoberingsmaatregelen 2011-2014 is de subsidie voor Scala en Jarabee verlaagd met € 42.000. De verlaging van de subsidie aan Scala voor combinatiefuncties en de overheveling van 0,89 fte naar het Twentebad levert een voordeel op. In het kader van Hengelo sport, dat voorheen door subsidiering door Scala uitgevoerd werd, worden de combinatiefuncties vanaf 2012 structureel bij het Twentebad ondergebracht. De uitbreiding bij het Twentebad voor de combinatiefuncties en de uitvoering van het “Nationaal Actieplan Sport en Bewegen” (NASB) leidt tot een nadeel. De personeelslasten voor het NASB worden gedekt uit de reserve decentralisatie-uitkeringen (geraamd op P980). De middelen voor dit project zijn ook gestort in deze reserve. P650 Kinderopvang (-188.000) De kosten voor de doelgroep sociaal medisch geïndiceerden is in de periode van 2006-2010 gestegen van € 215.000 naar ruim € 400.000. In de eerste helft van 2011 zijn de lasten van deze “open-eind-regeling” niet verder gestegen. Om de raming op het juiste niveau te brengen is in 2012 een extra bedrag van € 80.000 benodigd. De inspectiekosten zullen in 2012 naar verwachting € 15.000 hoger zijn door de frequentie van de controles. In de 1e beleidsrapportage 2011 is al aangegeven dat voor het peuterspeelzaalwerk structureel een te laag bedrag (van € 100.000) is geraamd. In het kader van het herontwerp is de subsidie voor Spring! verlaagd met € 16.000.
193
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 7 –Volksgezondheid en milieu
P715 Jeugdgezondheidszorg (- 71.000) De gefaseerde taakstelling aan de Regio Twente leidt tot een voordeel van € 31.000 t.o.v. 2011. P721 Afvalverwijdering en –verwerking Afvalverwerking en –verwijdering (- 27.000) De afvalbegroting 2012 is op diverse onderdelen aangepast vanwege de effecten van de ondergrondse containers, de invoering van Diftar en de ombouw van het afvalbrengpunt. De kostenuitzetting houdt vooral verband met de gratis mogelijkheid van omruil van minicontainers bij het invoeren van Diftar. Deze extra kosten worden gedekt door een onttrekking aan de reserve Afvalverwerking. Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing (- 186.000) De incidentele lasten, met name door de invoering van de ondergrondse containers, Diftar en het afvalbrengpunt, worden gedekt uit de reserve afvalverwerking. De resterende lasten zijn verdisconteerd in het kostendekkend tarief voor de afvalstoffenheffing. Reserve Afvalverwerking (+ 136.000) De hogere onttrekking aan deze reserve in 2012 houdt met name verband met de extra lasten voor de minicontainers. Bij de invoering van Diftar bestaat de mogelijkheid tot omruil van deze containers. P722 Riolering Kwijtscheldingen (+ € 50.000) In 2011 wordt er voor het eerst gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau. Door de koppeling van diverse bestanden komen een aantal personen nu niet meer voor kwijtschelding in aanmerking. Bezuinigingen (- 50.000) Als gevolg van de bezuinigingsopdrachten worden de lasten vanuit het product Onderhoud wegen doorgeschoven naar dit product. Dit betreft o.a. de kosten van de boven de te vervangen huisaansluiting liggende bestrating. Dit nadeel is een onderdeel van de versoberingsmaatregelen F27 en F33.
194
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Correctie op kapitaallasten (+ € 185.000) In de begroting 2011 is een deel van de bezuiniging van herontwerp (nr. F33) ten laste van de voorziening riolering gebracht. Dit bedrag zou/zal opgevangen worden door verlenging van de afschrijvingstermijnen van de rioleringsinvesteringen van 30 naar 50 jaar. De indirect rioolgerelateerde lasten op het product Onderhoud wegen zijn doorbelast aan het product riolering. Deze doorbelasting zal o.a. worden opgevangen door een verlaging van kapitaallasten als gevolg van een de verlenging van de afschrijvingstermijnen. Lagere rioolheffingen (- 143.000) In de begroting 2011 zijn abusievelijk ook leegstaande woningen in de berekening meegenomen. Dat is in deze begroting gecorrigeerd. Hogere dotatie voorziening riolering (- 36.000): De hogere dotatie komt hoofdzakelijk door de correcties die genoemd zijn onder de kapitaallasten en de heffingen. Overige kosten ca.(- € 14.000): Het overige deel van het nadeel betreft voornamelijk verhoging van het onderhoudsbudget voor o.a. gemengd riool en kolken, als gevolg van de uitbreidingen, zijn de onderhoudsbudgetten hiervoor verhoogd. Ook de toerekening van de BTW in het kader van het BTW compensatiefonds kan jaarlijks fluctueren. P723 Milieubeheer (+ 321.000) In 2011 is eenmalig € 100.000 geraamd voor geluidsaneringskosten aan de Weideweg ten laste van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. In 2012 is de geraamde ontvangen subsidie voor externe veiligheid € 14.000 hoger dan in 2011. In de begroting 2012 is het versoberingsvoorstel B09 "controles brandpreventie" ad € 26.000 doorgevoerd. Een nadelig verschil op Handhaving Bodem (- 506.000) is ontstaan doordat op basis van het bodemsaneringsprogramma 2010 t/m 2014 de beschikbare middelen in 2011 op dit product zijn afgeraamd en aan de reserve bodemsanering zijn gedoteerd. Pas in de loop van 2011 is een realistische inschatting van de kosten in 2011 te maken en zal een begrotingswijziging worden gemaakt. Ultimo 2011 worden vervolgens de werkelijke bodemsaneringskosten onttrokken aan de reserve. In 2012 dient de begroting nog op een vergelijkbare wijze te worden aangepast. Op basis van het bodemsaneringsprogramma (+ 500.000) zijn voor 2012 de verwachte kosten derden geraamd. Voor zover het resterende bodemsaneringskosten uit de GSB-perioden 1 en 2 betreft, worden de kosten in 2012 gedekt door de eerder ontvangen rijksbijdragen. Wat betreft het jaar 2011 dient de begroting nog voor de ingeschatte saneringskosten te worden aangepast. De uren voor de taak “handhaving brandpreventie”(€ 349.000) werden tot en met 2011 aan P 120 Brandweer en rampenbestrijding toegerekend. Vanaf 2012 worden deze op P723 Milieubeheer verantwoord. De geraamde uren voor de overige taken in het kader van Milieubeheer zijn neerwaarts bijgesteld. Reserve Bodemsanering (+ 474.000) De middelen voor bodemsanering zijn in 2011 via begrotingswijziging in de reserve gestort. De inschatting van de bodemsaneringskosten welke onttrokken dienen te worden in 2011 en de bijbehorende aanpassing van de begroting dienen nog plaats te vinden, zodat in begroting 2012 het voordelig verschil ontstaat.
P724 Lijkbezorging (+ 58.000) Het voordeel op dit product betreft een andere inzet van de uren op basis van de gewijzigde personeelsmatrix 2012. Er zijn namelijk meer uren op P 560 Openbaar groen geraamd in plaats van op het product Lijkbezorging.
195
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 8 –Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
P810 Ruimtelijke ordening (- 435.000) Hogere personeelslasten als gevolg van de gewijzigde personeelsmatrix per 2012. Deze matrix is aangepast naar aanleiding van de werkelijke urenbestedingen van de afgelopen jaren. P820 Woningbouwexploitatie/-bouw (- 388.000) In de begroting 2011 zijn de geraamde lasten en baten m.b.t. de stimuleringsmaatregelen Woningbouw en de Startersleningen incidenteel verwerkt. T.o.v. 2011 gaat het in 2012 om circa € 1,2 miljoen aan lagere lasten en ongeveer € 1,6 miljoen aan lagere baten. In de begroting 2012 worden deze mutaties niet primitief geraamd i.v.m. het incidentele karakter. Deze maatregelen worden later in het jaar d.m.v. een begrotingswijziging verwerkt. P821 Stads- en dorpsvernieuwing (- 66.000) De geraamde incidentele onttrekking in 2011 uit de reserve stadsvernieuwing (- 45.000) en de hogere doorbelaste uren leiden tot genoemd nadeel.
P822 Overige volkshuisvesting (+ 343.000) De leges WABO stijgen met € 275.000 als gevolg van het doorvoeren van versoberingsvoorstel B21, waarmee de leges WABO kostendekkend in de begroting worden opgenomen. Per 2012 is de personeelsmatrix aangepast en dit leidt tot lagere personeelslasten.
P830 Bouwgrondexploitatie (+ 404.000) Een deel van de opbrengst van de Essentgelden is gebruikt om activa versneld af te schrijven. Als gevolg hiervan zijn de kapitaallasten met ruim € 400.000 afgenomen. Bij de eerste screening van de concept-begroting 2012 bleek dat de personele inzet welke geraamd is in de grondexploitatie ruim € 160.000 lager was dan het niveau van de jaarrekening 2010. Echter de verwachting is dat de inzet in 2012 minstens gelijk zal zijn aan de werkelijkheid van 2010. Dit is alsnog aangepast in de begroting 2012-2015. De ramingen van zowel het dagelijks als bijzonder onderhoud van de gebouwen in het accommodatiebeleid en de personele lasten daaromtrent zijn toegenomen.
196
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
In 2012 zijn de totale kosten van de grondexploitatie ongeveer € 3,4 miljoen hoger dan in 2011. Oorzaak hiervan is dat met de uitvoering van een aantal complexen zal worden gestart, zoals Lange Wemen en ’t Rot. Tegenover de hogere lasten staan echter in 2012 ook hogere verkoopopbrengsten voor de grondcomplexen geraamd. Samenvattend ziet het er als volgt uit: Grondcomplexen (x 1 miljoen):
2011:
2012:
+/-
Kosten
32,3
35,7
3,4
Verkopen
-23,2
-30,5
-7,3
9,1
5,2
Toename boekwaarde
De herzieningen per 1 januari 2011, die het uitgangspunt zijn geweest voor de begroting 20122015, tonen in de volgende jaren hogere opbrengsten dan kosten, waardoor er sprake zal zijn van een afname van de boekwaarden. Zie voor het verdere verloop van de boekwaarden paragraaf 6.4 Grondbeleid.
197
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Analyse hoofdfunctie 9 – Financiering en algemene dekkingsmiddelen
P913 Overige financiële middelen (+158.000) Verwacht wordt dat € 158.000 meer dividend zal worden ontvangen dan geraamd in 2011. De raming van de dividenduitkering van de Bank Nederlandse Gemeenten is structureel verhoogd met € 100.000 tot € 400.000. De directie van de bank verwacht dat de gunstige jaarcijfers een structureel karakter hebben. Daarnaast wordt een hoger dividend verwacht voor Enexis. Volgens met de aandeelhouders gemaakte afspraken wordt het dividend verhoogd van 30% naar 50% van de nettowinst. Daarentegen valt het geraamde dividend van Publiek Belang Electriciteitsbedrijven (€ 25.000) weg, omdat als gevolg van een alsnog bereikte overeenkomst met Delta NV de aandelen mogen worden verkocht aan het Duitse RWE. P914 Geldleningen en uitzettingen (+ 745.000) Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt de gemeente als één geheel beschouwd. Dat houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven worden betrokken. Er wordt ook in 2012 gerekend met een omslagrente van 5,5%. Uitzondering is het Hart van Zuid. Daarvoor geldt een aangepast regime, namelijk een rekenrente van 4,5%, dat recht doet aan de bijzondere status van dit project. Deze rekenrente kan worden gehanteerd, omdat voor dit project laagrentende leningen zijn afgesloten. Door deze "totaalfinanciering" worden de rentekosten geminimaliseerd. Leningen worden op de meest optimale momenten aangetrokken, rekening houdend met de door het college vastgestelde, gemeentelijke rentevisie en de Wet Fido, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In de afgelopen jaren is in sterke mate geprofiteerd van de daling van zowel de korte als de lange rente. In 2011 is echter begonnen met de consolidatie (omzetten van ‘kort’ geld in langlopende geldleningen). Er is geld aangetrokken met een langere looptijd, op momenten dat de rente voor deze looptijden relatief laag lag. AM Vastgoed heeft laten weten de PPS constructie Westermaat Campus C.V. te willen verlaten. Gevolg hiervan is dat de boekwaarde van deze gronden weer onderdeel wordt van de gemeentelijke administratie en balans. Het hiervoor nieuw op te richten grondcomplex zal conform de geldende uitgangspunten jaarlijks de omslagrente in rekening worden gebracht, terwijl de C.V. een gereduceerd rentetarief had. Dit betekent met ingang van 2012 een hogere opbrengst van € 300.000. P921 Algemene uitkering gemeentefonds (- 994.000) De raming van de algemene uitkering 2012 uit het gemeentefonds “sec” op basis van de meicirculaire 2011 laat ten opzichte van de gewijzigde begrotingsraming 2011 een nadeel zien van ruim € 2,2 miljoen. In de gewijzigde begroting 2011-2014 was ook al sprake van een nadelig verschil van ruim € 1,3 miljoen tussen de uitkeringsjaren 2011 en 2012.
198
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Op basis van de decembercirculaire 2010 zijn minder middelen uit het gemeentefonds ontvangen voor maatschappelijke stages. Het daarmee gemoeide bedrag van € 54.000 is reeds structureel verwerkt in de 1e Beleidsrapportage 2011. Verwacht wordt dat de gemeente Hengelo, na doorrekening van de meicirculaire 2011, daar bovenop circa € 840.000 minder aan algemene uitkering 2012 zal ontvangen. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4.4. Door landelijke regelgeving worden de gemeentefonds relevante stelposten niet meer op dit product geraamd (effect: 1,2 miljoen), maar op P 922 Algemene baten en lasten. P922 Algemene baten en lasten (+ 2.514.000) Stelpost ARI (+ 494.000) In de begroting 2011 werden hier de ARI-gelden (Algemene reserve investeringen) geraamd oplopend van € 0,7 miljoen in 2011 tot ruim € 2,3 miljoen in 2014. In het kader van het herontwerp fase 1: versoberingsvoorstellen is de begroting 2011 voor wat betreft de ARI-gelden met € 206.000 verlaagd, zodat er € 494.000 aan budget overbleef. In de begroting 2012 is er voor gekozen om de ARI-gelden afzonderlijk zichtbaar te maken en worden deze nu middels een storting aan de reserve binnen P 980 geraamd. Het verschil wordt dus volledig verklaard door een verplaatsing van het budget binnen de begroting. Nog in te vullen ombuigingen bedrijfsvoering (+ 848.000) De vermindering van de uren t.l.v. de grondexploitatie is inmiddels gerealiseerd. De daadwerkelijke aanpassing van de formatie zal op korte termijn plaatsvinden. Dit geldt ook voor de besparing op de projectorganisatie, waar tevens de inhuur van personeel beperkt wordt. Begrotingstechnische correcties (+ 1.158.000) In de begroting 2011 was een stelpost van ruim € 1,73 miljoen geraamd ten behoeve van het preventieprogramma Berflo Es. Hiertegenover stond een onttrekking uit de hiervoor gevormde reserve. In de begroting 2011 was een negatieve stelpost van € 840.000 opgenomen voor de financiële gevolgen van de verkoop van de aandelen Essent. Een deel van de verkoopopbrengst is gebruikt om activa met een maatschappelijk nut versneld af te schrijven. De verlaging van de hiermee samenhangende kapitaallasten is verwerkt op de diverse producten in de begroting 2012, waardoor en de betreffende stelpost m.i.v. 2012 kan vervallen. Uit de analyse van de in 2010 en 1e helft van 2011 de gemeentebrede begrote en betaalde energielasten blijkt dat er op dit moment geen noodzaak is om deze stelpost van € 400.000 te handhaven. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat als gevolg van allerlei externe ontwikkelingen deze prijzen danig fluctueren. De CAO-onderhandelingen 2011 e.v. zijn, ten tijde van de afronding van de begroting 2012, nog steeds niet zijn afgerond. In de begroting is er een stelpost looncompensatie voor 2012 opgenomen van 1,25% (1% voor loonstijging en 0,25 % voor sociale lasten). In 2011 was er voor 2011 ook een stelpost geraamd van ongeveer € 670.000. De formatie van de klantmanagers is gekoppeld aan het aantal cliënten. Door de verwachte uitbreiding zal de formatie in 2012 toenemen (€ 90.000). Elke klantmanager heeft circa 70 cliënten in portefeuille. Ten opzichte van de begroting 2011 zijn er drie nieuwe stelposten m.b.t. het gemeentefonds , namelijk voor het Nationaal uitvoeringsprogramma, normering lokaal inkomensbeleid en selectieve en gerichte schuldhulpverlening. In verband met “Informatie voor derden” (IV3) dient er onderscheid te worden gemaakt in de baten van de gemeentefondsuitkering en de daaraan gerelateerde lasten op stelpostniveau. Met ingang van 2012 staan alle stelpost- gerelateerde lasten op product P 922 en de baten op P 921. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar P 921.
199
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
P930 Uitvoering Wet WOZ (+ 58.000) Nu het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente de fusiegevolgen en de oprichtingskosten achter de rug heeft en de nieuwe gemeenten toetreden worden nu de schaalvoordelen zichtbaar. Dit leidt in 2012 tot een lagere bijdrage van de gemeente Hengelo aan het GBT. Dit voordeel was al verwerkt in de meerjarenraming 2012 bij de begroting 2011-2014. P931 Onroerende zaakbelastingen (+ 91.000) De hogere opbrengsten worden voornamelijk veroorzaakt door een hogere waarde als gevolg van nieuw- en verbouw. P940 Lasten heffing en invoering belastingen (+152.000) Nu het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente de fusiegevolgen en de oprichtingskosten achter de rug heeft en de nieuwe gemeenten toetreden worden nu de schaalvoordelen zichtbaar. Dit leidt in 2012 tot een lagere bijdrage van de gemeente Hengelo aan het GBT. Dit voordeel was al verwerkt in de meerjarenraming 2012 bij de begroting 2011-2014. Daar bovenop komt nog het voordeel, door de toetreding van nieuwe gemeenten, zoals genoemd als een van de zoekrichtingen in de “Eindrapportage Herontwerp Vernieuwen & Bezuinigen”. P960 Saldo kostenplaatsen (+ 991.000) Betreft het begrote saldo van kostenplaatsen in de begroting 2011. In de primitieve begroting 2012 is het saldo nihil. P980 Mutaties in reserves (- 5.577.000), Dit betreffen de mutaties in de reserves, die geen betrekking hebben op de hoofdfuncties 0 tot en met 8. Netto leiden de mutaties in de reserves op deze hoofdfunctie tot een nadeel van bijna € 5,6 miljoen. Zie de onderstaande tabel. Algemene reserve Reserve decentralisatie-uitkeringen Reserve ARI Reserve preventiepakket Berflo Es Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve WMO maatschappelijke dienstverlening Reserve fietspadenplan Reserve mobiliteit Reserve communicatiebeleid Reserve vervanging diverse systemen Algemene reserve GREX
-154.000 -25.000 -1.599.000 -1.914.000 -193.000 -100.000 -195.000 -157.000 -504.000 -204.000 -532.000 -5.577.000
Veelal houden deze mutaties verband met incidenteel geraamde lasten op diverse producten in 2011, zoals het preventiepakket Berflo Es. De toevoeging aan de reserve ARI is in 2012 ruim € 1,3 miljoen. Echter in 2011 is er een onttrekking uit deze reserve geweest voor ICT-lasten (- € 266.000). In de begroting 2011 waren de ARI-middelen nog op een stelpost geraamd. Zie ook de toelichting bij P922. De reserve bovenwijkse voorzieningen zal volgens de begroting 2011 worden ingezet voor het “Huys Hengelo”. Een bedrag van € 195.000 werd in 2011 incidenteel geraamd t.b.v. de rotonde Mozartlaan en diverse fietsgerelateerde projecten met als dekking een onttrekking uit de Reserve fietspadenplan. De reserve Mobiliteit is in 2011 aangewend voor de pilot Spoorlijn HengeloBentheim en deels voor het sluitend maken van de begroting 2011. De reserve communicatiebeleid is in 2011 grotendeels ingezet om in het eerste jaar incidenteel de gefaseerde invoering van de versoberingsmaatregelen op te kunnen vangen. In 2011 zijn diverse ICT systemen vervangen, waarvoor deze reserve is aangewend. De rentetoevoeging aan de reserve grondexploitatie vindt in de (meerjaren) begroting plaats op basis van het saldo van de reserve grondexploitatie en de voorziening voor niet rendabele complexen. De rentetoevoeging in de begroting 2011-2014 was gebaseerd op het saldo van de toen meest actuele jaarrekening, namelijk 2009. In 2010 is het saldo van deze reserve en voorziening met ongeveer € 10 miljoen toegenomen, waardoor de daaraan afgeleide rentecompensatie ook stijgt. 200
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
P990 Saldo baten en lasten na bestemming (- 3.141.000) Het begrotingssaldo 2011 na wijziging is € 167.000 (positief). Het negatieve saldo in 2012 is € 2.974.000.
201
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
7.3 Algemene dekkingsmiddelen
Het overzich t van algemene dekkingsmi ddelen ; Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemen e u itkeringen Dividend Saldo van de financiering sfu nctie Overige al g. dekkin gsmiddelen Totaal
202
╗ ║
Raming 2012
Bedragen x € 1.0 00 Raming 2013
Raming 2014 Raming 2015
17.2 86 86.1 95 1.1 56 -6.6 02 11.0 05
17. 377 85. 430 1. 156 -6. 439 11. 151
17.4 68 84.4 78 1.1 56 -6.2 72 11.1 81
17.5 60 79.9 91 1.1 56 -6.0 42 11.2 28
1 09.0 40
108. 675
1 08.0 12
1 03.8 92
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
8
203
Bijlagen
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
204
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Bijlage 8.1.2
Aard en reden reserves
Algemene reserve Gevormd vanuit resultaten van algemene middelen zonder directe bestemming, nodig t.b.v. het weerstandsvermogen van de gemeente (o.a. voor calamiteiten). Tijdens het opstellen van de Beleidsbegroting 2012-2015 zijn de volgende voorstellen nog niet verwerkt in de stand per 1-1-2012: • 2e Beleidsrapportage 2011 (voorstel: dotatie € 1.386.000); • Nota Reserves en voorzieningen “Slank, gezond en weerbaar” (voorstel: dotatie € 1.728.553). Er heeft immers nog geen besluitvorming in de raad plaatsgevonden. Algemene reserve grondexploitatie Buffer ter afdekking van de risico’s grondexploitatie. In deze bijlage zijn in principe de bedragen uit de begrotingen 2011 en 2012 verwerkt. Door de herzieningen per 1-1-2011 kunnen verschuivingen plaatsvinden tussen de jaren. Reserve vervanging diverse systemen Bestemd voor opleidings- en implementatiekosten bij de aanschaf van harden software. Reserve secundaire arbeidsvoorwaarden Bestemd voor uitvoering lokale arbeidsvoorwaarden. Reserve Grote Investeringen Bestemd voor realisering diverse grote investeringen, waarbij vanaf 2007 Hart van Zuid is afgezonderd. Na gedane investeringen is saldo van deze reserve nihil en kan deze reserve worden opgeheven. Reserve Centraal Opleidingsbudget Niet bestede middelen van het centraal opleidingsbudget worden hierin gedoteerd als buffer voor tegenvallers in reguliere opleidingsbudgetten. Reserve communicatiebeleid Reservering bij verkoop van St. Kabeltevee Hengelo met doel deze te besteden ter dekking van kapitaallasten van investeringen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie. Besteding dient plaats te vinden t.b.v. de burgers van de gemeente Hengelo conform de oorspronkelijke doelstellingen van de stichting.
205
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Reserve risico Campus Westermaat Reservering van opslag van 1,5% op bedrag van uitstaande lening aan GEM Campus ter afdekking van risico’s gedurende de looptijd van de lening. Reserve arbeidsvoorwaarden Afgezonderde middelen ter dekking van niet direct voorzienbare kosten van arbeidsvoorwaarden in overleg met G.O. Reserve Warmtenet Bestemd om aanloopverliezen van het Warmtenet i.o. te dekken. Reserve functiewaardering Bestemd voor achterstallig onderhoud functiewaardering na SWINGH. Reserve Preventiepakket Berflo Es Bestemd voor Programma Berflo Es kansen scheppen, stappen maken Reserve stadsvernieuwing Bestemd voor de realisatie van stadsvernieuwingsprojecten. Reserve egalisatie accommodaties Ter dekking van (groot) onderhoud van gebouwen, welke niet direct meer in gemeentelijk gebruik zijn, maar nog wel eigendom van de gemeente. Reserve duurzaamheid Bestemd voor dekking van interne duurzaamheid. Reserve fietspadenplan Als correctie op de negatieve boekwaarde van cpl. 42 Fietspadenplan is deze vermogenstoename ondergebracht in deze reserve. Reserve bovenwijkse voorzieningen Middelen bestemd voor de realisatie van bovenwijkse infrastructurele voorzieningen. Betreft een continu proces zonder gebonden en duidelijk bestedingsplan en is niet tijdgebonden. Reserve Twentehaven Bestemd voor toekomstig incidenteel groot onderhoud van de haven. Reserve bodemsanering Middelen ter dekking van lasten bodemsaneringen, waarvoor binnen de beschikbare ISV-gelden geen ruimte is.
versie 09-11-2011
Reserve Volkshuisvesting Ingesteld met doel jaarlijks vast bedrag beschikbaar te hebben voor sociale woningbouw.
Reserve arbeidsmarktreserve Samenvoeging van de reserves werkloosheidsprojecten en gesubsidieerde arbeid.
Reserve verfraaiing woonomgeving Reserve vanuit grondexploitatie (1% civiele werken) ter dekking van investeringen, die een verbetering en verfraaiing van de woon/werkomgeving betreffen.
Reserve onderwijshuisvesting Vanuit de algemene uitkering afgezonderde middelen ter dekking van uitgaven binnen het meerjaren- investeringsprogramma onderwijshuisvesting.
Reserve Mobiliteit Afgezonderde middelen, primair bestemd voor de financiering van parkeervoorzieningen en voor het treffen van flankerende maatregelen voor het parkeerbeleid (vooral gericht op het verhogen van het gebruik van de fiets en openbaar vervoer ten koste van de automobiliteit).
Reserve 5-jaarlijkse afrekening bijz. onderwijs Afgezonderde middelen t.b.v. de doorbetalingsverplichting aan het bijzonder onderwijs i.v.m. de 5-jaarlijkse afrekening.
Reserve overheveling budget Overheveling budgetbestanddelen naar een volgend begrotingsjaar. Het betreft hier uitsluitend de aanpassing van de Enschedesestraat. Reserve afvalverwerking Reserve vanuit toevallige meevallers product afvalverwerking/-verwijdering ten behoeve van egalisatie mogelijk toekomstige tegenvallers. Geen gebonden besteding. Reserve ouderenbeleid Middelen voor ondersteuning en ontwikkeling ouderenbeleid Reserve gehandicaptenbeleid Middelen voor ondersteuning en ontwikkeling van gehandicaptenbeleid. Reserve WMO-verstrekkingen Egaliseren kosten WMO-verstrekkingen (plafond € 1.000.000) Reserve WMO-Woonvoorzieningen Egaliseren kosten WMO-woonvoorzieningen (plafond € 500.000) Reserve herwaardering debiteuren WWB In kader van de invoering van de WWB dienden de debiteuren opnieuw gewaardeerd te worden. De debiteuren zijn gewaardeerd op 30% van de nominale waarde. Plafond: € 1.000.000. Reserve WMO maatschappelijke dienstverlening Ten behoeve van het flankerend beleid en overeengekomen terugbetaling aan het rijk.
206
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Reserve lening schouwburg Reservering als tegenhanger van de aan de schouwburg verstrekte lening, welke na 40 jaar aan elkaar gelijk zijn. Vast staat dat de lening niet zal worden terugbetaald. De lening is aan te merken als een bijdrage aan een actief in eigendom van derden. De jaarlijkse afschrijving van het actief is feitelijk de jaarlijkse dotatie aan de reserve. Reserve opvang nieuwkomers Dekking kosten opvang en inburgering van nieuwkomers. Reserve Kinderopvang Gemeentelijke middelen en van derden verkregen gelden voor kinderopvang, bedoeld ter egalisatie van de functionele verantwoording en niet voor de egalisatie van tarieven. Reserve kunstwerk binnenstad Reservering voor kunstwerk in binnenstad in vorm van fontein. Reserve Nog te betalen kosten Bestaat uit verplichtingen jegens derden op grond van collegebesluiten, waarvoor nog geen beschikkingen zijn verstuurd. Veelal zullen in het volgende begrotingsjaar deze projecten starten en worden afgewerkt. Reserve onderhoud buurtcentra Doel: meerjarig onderhoud van buurtcentra. Met amendement 147062 heeft de raad besloten dat € 108.609,- beschikbaar moet blijven. Reserve ARI Bestemd ter dekking van toekomstige lasten die voortvloeien uit de ARI-investeringen.
versie 09-11-2011
207
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
208
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Bijlage 8.1.4
Aard en reden voorzieningen
Voorziening pensioen wethouders Te verwachten verplichtingen jegens de pensioenen wethouders, waarvan de omvang redelijkerwijs in te schatten is. Voorziening FPU-59+ Vermogensafzondering ter dekking van voorzienbare financiële verplichtingen jegens ABP t.b.v. arrangementskosten van vetrokken medewerkers in kader van 59-jarigen maatregel.
Voorziening onderhoud gebouwen Ter dekking van groot onderhoud van gebouwen bij de sectoren wijkbeheer en stedelijk beheer in gebruik zijn. Aan de voorziening ligt een meerjarig onderhoudsplan ten grondslag. Voorziening Waterstaatskerk Ter dekking van toekomstig onderhoud van in 2005 overgenomen Waterstaatskerk.
Voorziening rioolrenovatie Bestemd voor het in stand en op peil houden van het rioolstelsel alsmede egalisatie van de tarieven rioolrecht.
Voorziening renovatie sportvelden T.b.v. het toekomstig groot onderhoud van sportvelden afgezonderde middelen. Aan de voorziening ligt een onderhoudsplan ten grondslag.
Voorziening spaarverlof Betreft correctie op de balanspost Nog te betalen, waarbij deze post aangemerkt dient te worden als een verplichting jegens derden en als zodanig geordend dient te worden onder de voorzieningen.
Voorziening gebouwen en installaties sport T.b.v. het toekomstig groot onderhoud voor gebouwen en installaties op de sportparken afgezonderde middelen. Aan de voorziening ligt een onderhoudsplan ten grondslag.
Voorziening groot onderhoud stadhuis T.b.v. groot onderhoud stadhuis en stadskantoor op basis meerjarige onderhoudsplanning.
Voorziening onderhoud buurt-wijkcentra Ter dekking van het onderhoud van buurtwijkcentra.
Voorziening onderhoudsfonds gebouwen brandweer T.b.v. (groot) onderhoud brandweerkazernes, waarvoor meerjarige onderhoudsplanning bestaat.
209
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Voorziening grondexploitatie Bestemd ter dekking van voorziene verliezen binnen de grondexploitatie. In deze bijlage zijn in principe de bedragen uit de begrotingen 2011 en 2012 verwerkt. Door de herzieningen per 1-1-2011 kunnen verschuivingen plaatsvinden tussen de jaren.
versie 09-11-2011
╗ ║ Beleidsbegroting 2012 – 2015
Openb are orde & veili gheid
Verkeer vervoer waterstaat
Economische zaken
Onderwijs
Cultuur en recreatie
Soc. voorzieningen & maatschap. Dienstverleni ng
Volksgezondheid & milieu
versie 09-11-2011
Ruimt. ordening & volkshuisvesting
Financiering & alg. dekking
8.2 (Sub-)functie per hoofdfunctie
210 Algemeen bestuur
211 ╗ ║ ProdProg
P1
Openb are orde & veiligheid
P2
Verkeer vervoer waterstaat
P3
Economische zaken
P4
Onderwijs
P5
Cultuur en recreatie
P6
Soc. voorzieningen & maatschap. Dienstverlening
P7
Volksgezon dheid & milieu
P8
Ruimt. ordening & volkshuisvesting
P9 Eindtotaal
versie 09-11-2011
P0
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Algemeen bestuu r
Financiering & alg. dekking
212 ╗ ║ ProdProg
P1
Openb are orde & veiligheid
P2
Verkeer vervoer waterstaat
P3
Economische zaken
P4
Onderwijs
P5
Cultuur en recreatie
P6
Soc. voorzieningen & maatschap. Dienstverlening
P7
Volksgezon dheid & milieu
P8
Ruimt. ordening & volkshuisvesting
P9 Eindtotaal
versie 09-11-2011
P0
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Algemeen bestuu r
Financiering & alg. dekking
8.3 Overzicht van verbonden partijen.
1b a b
Naam Gemeenschappelijke regelingen: Regio Twente Regioraad (Algemeen Bestuur) Dagelijks Bestuur Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg (OGZ) OGZ, subcommissie Jeugdgezondheidszorg Bestuurscommissie Veiligheid (Veiligheidsberaad) Regionaal college Politie Twente Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Portefeuillehoudersoverleg RO & Volkshuisvesting Portefeuillehoudersoverleg Economische zaken Portefeuillehoudersoverleg Sociale Zaken Portefeuillehoudersoverleg Financiën Portefeuillehoudersoverleg Afval Portefeuilleh. overleg Informatie Service Punt (ISP) Milieu Portefeuillehoudersoverleg Sport Bestuurscommissie Recreatie/ Toerisme Commissie grens Twente Platform onderwijs, werk en inkomen Bestuurscommissie Netwerkstad Twente Bestuurscommissie Netwerkstad Bestuurlijk afstemmingsberaad (BAB) Sociaal
c e f g h
Bestuurlijk Afstemmingsberaad (BAB) R-E-G Portefeuillehouders overleg grondzaken Portefeuillehouders overleg financiën Eurocities; Social Affairs Forum Agendacommissie radencommissie Netwerkstad
A 1a
a aa b c d e f g h i j k l
2 Euregio Dagelijks bestuur Euregioraad Euregioraad; werkgroep onderwijs 3 Sociaal werkleerbedrijf Midden Twente Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur 4 Stadsbank Oost Nederland Algemeen Bestuur Dagelijks bestuur 5 Openbaar lichaam Crematoria Twente Algemeen bestuur 6 Openbaar lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (Businesspark XL, ) Algemeen bestuur Dagelijks bestuur 7 Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente Algemeen bestuur Dagelijks bestuur Bestuursovereenkomst Samenwerking handhaving 8 Overijssel
213
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Vertegenwoordiging
Burgemeester Kerckhaert en dhr. W.A. Winter Burgemeester Kerckhaert (vice- voorzitter) Wethouder Oude Alink Wethouder Oude Alink Burgemeester Kerckhaert Burgemeester Kerckhaert Wethouder Bron Wethouder Bron Wethouder Ten Heuw Wethouder Ten Heuw Wethouder Mulder Wethouder Oude Alink Wethouder Oude Alink Wethouder Lievers Wethouder Lievers Burgemeester Kerckhaert Wethouder Ten Heuw F. Kerckhaert (voorzitter)/ wethouder Bron Weth. Ten Heuw en Lievers (afhankelijk van de agenda) Weth. Bron, Ten Heuw, Mulder Wethouder Mulder Wethouder Mulder Burgemeester Kerckhaert
Burgemeester Kerckhaert Hr. Fens, hr. W. Jager Hr. Fens (voorzitter) Weth. Ten Heuw en Mulder Wethouder Ten Heuw Wethouder Ten Heuw Wethouder Ten Heuw Wethouder Mulder (plv. weth. Oude Alink)
Wethouders Mulder en Ten Heuw Wethouder Mulder Wethouders Mulder en Ten Heuw Wethouder Ten Heuw Wethouder Lievers
versie 09-11-2011
B
Verenigingen 1 Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) College van Arbeidszaken Gezondheid en Welzijn Werk en Inkomen 2 Vereniging Bestuursacademie 3 Vereniging v. Gemeenten Aandeelhouders N-Ned. VEGANN 4 Vereniging "Het Oversticht" 5 WTC Association
C
Geen vertegenwoordiger Wethouder Mulder (uit VNG- Ov.) , tevens lid DB VEGANN Wethouder Bron Wethouder ten Heuw
Stichtingen De "Overijsselse Ombudsman"
D
Wethouder Lievers Wethouder Oude Alink Wethouder Ten Heuw
Publiek/ Private samenwerking 1 Samenwerkingsovereenkomst Hart van Zuid
E
Wethouder Mulder
Wethouder Bron
Deelnemingen in vennootschappen
1 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten 2 Essent N.V. a. Enexis NV b. Attero NV c. Publiek belang Electriciteitsproductie BV (belang Borssele) d. CBL vennootschap BV e. Vordering op Enexis BV 3 Vitens N.V. 4 Twente Milieu N.V. 5 Twence BV 6 N.V. Kiwa 7 GEM Westermaat Campus Beheer B.V. 8 Hengelo Torenlaan B.V. 9 Hengelo Deelnemeningen B.V. GEM C.V. GEM BV 10 Crematoria Twente/ Oost-Nederland BV Algemene vergadering van aandeelhouders Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland 11 (SVN) F
Wethouder Mulder\ambtelijk met volmacht Wethouder Mulder\ambtelijk met Wethouder Mulder\ambtelijk met verkocht in 2011 aan RWE Wethouder Mulder\ambtelijk met Wethouder Mulder\ambtelijk met Wethouder Mulder\ambtelijk met Wethouder Mulder / Oude Alink Wethouder Mulder Wethouder Mulder
volmacht volmacht volmacht volmacht volmacht
Ambtelijk (Hr. F. Locher) Ambtelijk Ambtelijk Ambtelijk(Hr. F. Locher) Wethouder Mulder
Overige verbonden partijen 1 Toekomstig: Warmtenet B.V. 2 NV Wonen Boven Winkels 50% gemeenten Hengelo, 50% Welbions, AVA
214
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
Weth. Oude Alink, Mulder Wethouder Bron
versie 09-11-2011
8.4
215
Financiering (EMU-saldo)
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
216
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
8.6
Eindrapportage Herontwerp vernieuwen en bezuinigen
217
╗ ║
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Herontwerp – Vernieuwen en bezuinigen Eindrapportage 4 oktober 2011
1
2
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleiding ............................................................................................................................ 7 Hoofdstuk 2 Financieel Perspectief 2012-2015..................................................................................... 9 Hoofdstuk 3 Innoveren, prioriteren, participeren en investeren,....................................................... 15 Hoofdstuk 4 Bestemmingsreserve organisatieontwikkeling............................................................... 28 Hoofdstuk 5 Burgerdenktank .............................................................................................................. 31
BIJLAGEN : 1. Paragraaf Lokale heffingen beleidsbegroting 2012 2. Eindrapportages zoekrichtingen
3
4
Voorwoord
De omvang van onze begroting loopt terug. Dat heeft u ook kunnen zien aan het negatieve saldo waarop de begroting vooralsnog eindigt. Dat vraagt, in combinatie met de onlangs gepresenteerde Miljoenennota, een forse ingreep in onze gemeentelijke financiële huishouding. Wij hebben de consequenties daarvan en de maatregelen om daarin bij te sturen goed afgewogen. De afwegingen vinden hun neerslag in voorliggende eindrapportage. Dit onderstreept het belang van Vernieuwen & Bezuinigen, het belang van het maken van keuzes. Keuzes waar wij niet voor weg willen lopen. Wij kiezen voor een duurzaam, toekomstbestendig en sociaal Hengelo. Daarom kiezen wij ervoor om te blijven investeren in onze stad, immers alleen door te investeren kunnen wij onze stad toekomstbestendig maken. Om onze ambities uit ons coalitieakkoord, de Sociale Visie 2020 en Hengelo 2030, waar we niet op willen inleveren, waar te kunnen maken is in deze fase van Herontwerp, ‘Vernieuwen & Bezuinigen’, nadrukkelijk gezocht naar innovatie en participatie: een herbezinning van de rol van de gemeente en het zoeken naar een nieuwe vorm van solidariteit. Daarbij willen we inzetten op participatie, vertrouwen geven aan de burgers, de maatschappelijke instellingen en andere partners in de stad. Waarbij wij vertrouwen op de kracht van Hengelose samenleving en wij de maatschappelijke betrokkenheid van onze inwoners willen aanspreken, waardoor we bewegen van een overheid die ‘zorgt voor…’ naar een overheid die ‘zorgt dat…’. Dat kunt u ook lezen in deze Eindrapportage Herontwerp – Vernieuwen & Bezuinigen. Zo kiezen wij ervoor om een gedeelte van de stadsbanen te behouden om instellingen te ondersteunen in hun werk. Kiezen wij voor een nieuwe aanpak binnen wijkwelzijnsvoorzieningen en het maatschappelijk vastgoed. En kiezen wij voor een andere organisatie van Citymarketing. Tegelijkertijd hebben wij ervoor gekozen om te blijven investeren in de ontwikkelingsmogelijkheden van onze inwoners. Wij kiezen ervoor om te investeren in de onderwijshuisvesting en voorzieningen zoals bijvoorbeeld de Muziekschool, de bibliotheek, de sportaccommodaties etc. Kiezen heeft niet altijd even plezierige gevolgen. Wij zijn ons ervan bewust dat een aantal keuzes die wij maken door betrokken partijen niet als gewenst worden beschouwd. Wij zijn echter van mening dat wij onze keuzes weloverwogen hebben gemaakt. Waarbij we de zwakkere groepen in onze samenleving ontzien en tegelijkertijd koersen op een duurzaam, toekomstbestendig en sociaal Hengelo.
Het college van Burgemeester en wethouders
5
6
Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt de eindrapportage Herontwerp Vernieuwen & Bezuinigen, het resultaat van een intensief traject en onderdeel van een omvangrijke bezuinigingsoperatie. Met deze operatie zijn we gestart aan het begin van deze raads- en collegeperiode. In de discussienota Herontwerp van beleid en uitvoering (juni 2010) hebben we aangegeven dat het antwoord op ons financiële vraagstuk te vinden is binnen drie thema’s: versobering, innovatie en participatie. De bezuinigingsoperatie hebben we onderverdeeld in drie fasen: Versoberen, Vernieuwen en Bedrijfsvoering. Voor elk van deze fase staat een bedrag van €5 miljoen aan opbrengsten. De versoberingfase is afgerond met uw raadsdiscussie in november 2010, waar de versoberingsvoorstellen zijn vastgesteld. De bezuinigingen op bedrijfsvoering in de organisatie staan voor de jaren 2013 en verder en volgen direct op de eerder ingeboekte taakstellingen op de bedrijfsvoering. Voor deze bezuiniging is de ambtelijke organisatie zich op dit moment aan het voorbereiden, u heeft hierover kunnen lezen in de Tussenrapportage Herontwerp. Deze Eindrapportage gaat over de tweede fase: ‘Vernieuwen’, hier staat een andere manier van werken, een rolverandering van onze gemeente centraal. Terugblik: interactief proces De zoektocht naar de €5 miljoen binnen de Herontwerpfase Vernieuwen & Bezuinigen is begonnen met de Procesnotitie Kerntaken en herontwerp van 18 januari 2011. In deze notitie is gekozen voor de wijze waarop we gezamenlijk, als college en raad van Hengelo, willen komen tot een verantwoorde invulling van deze opdracht. In de procesnotitie schreven we ‘ten behoeve van de takenanalyse en kaderstelling voor de zoekrichtingen en innovaties, die eind maart zou moeten leiden tot een kaderstellende nota herontwerp, zal in januari en februari een viertal informele sessies met uw raad worden georganiseerd (…), waarin aan de hand van de huidige begroting, zgn. productbladen, de sectoren inzicht geven in budgetten en taken. Daarbij zal ook worden ingegaan op welke budgetten aan welke wettelijke taken zijn gerelateerd en in welke mate zij beïnvloedbaar zijn.’ (Procesnotitie Kerntaken en herontwerp). Naast deze sessies is er in maart, op verzoek van uw raad, ook een extra werksessie geweest. Daarnaast is door middel van het Internetpanel het gevoelen van de Hengelose samenleving gepeild. In een gezamenlijke commissievergadering op 20 april heeft u met het benoemen van 42 zoekrichtingen bepaalt welke beleidsterreinen voor Vernieuwen & Bezuinigen in aanmerking kwamen, en welke niet. Na vaststelling van deze 42 zoekrichtingen in de Kadernota Herontwerp in uw raadsvergadering van 26 april jl. (waarbij 1 zoekrichting werd geamendeerd), is gewerkt aan de uitwerking en invulling van deze zoekrichtingen. Hierbij is aansluiting gezocht met onze partners uit de stad en de maatschappelijke instellingen, daar waar de zoekrichtingen hen raken. Vlak voor de zomer van 2011 bent u middels de Tussenrapportage bijgepraat over de invulling en uitwerking van de zoekrichtingen. In deze eindrapportage vindt u de bezuinigingsvoorstellen waar deze zoekrichtingen toe geleid hebben. Gelijktijdig aan dit proces is er, als gevolg van een motie van uw raad, een Burgerdenktank actief geweest. Deze denktank heeft geleid tot 18 aanvullende denkrichtingen op de 42 reeds bestaande zoekrichtingen. De Burgerdenktank heeft haar ideeën aan u gepresenteerd tijdens de Trefpuntbijeenkomst van 23 juni jl. In uw raadsvergadering van 19 juli jl. heeft u aangegeven dat u voor het merendeel van deze denkrichtingen aanknopingspunten ziet bij de 42 bestaande zoekrichtingen. Een aantal van deze denkrichtingen zijn als afzonderlijke zoekrichting meegenomen in het verdere proces. In deze eindrapportage wordt weergegeven wat er met de ideeën van de denktank is gebeurd en hoe deze in de bestaande zoekrichtingen zijn meegenomen danwel afzonderlijk zijn uitgewerkt. Overigens wordt ook, conform uw wens, separaat en specifiek op de ideeën van de Burgerdenktank gerapporteerd aan de leden van de denktank. Bestuursafspraken 2011-2015 Zowel in de Kadernota van april jl. als in de Tussenrapportage van afgelopen juni is het Bestuursakkoord ter sprake gebracht, aangezien deze invloed heeft op het financieel perspectief. Op 8 juni 2011 hebben de VNGleden het Bestuursakkoord aangenomen, met uitzondering van het onderdeel Wet Werken naar Vermogen. Het Rijk sprak destijds over een ‘package-deal’ waardoor lange tijd onduidelijk was in hoeverre er een
7
Bestuursakkoord was afgesloten. Daarom waren wij in het financiële perspectief van juni uitgegaan van de contouren van het Bestuursakkoord die in de meicirculaire waren verwerkt. Inmiddels is er overeenstemming tussen het Rijk, de gemeenten, provincies en waterschappen over de status van het Bestuursakkoord. Omdat de VNG-leden niet ingestemd hebben met het gehele akkoord, wordt nu gesproken over de ‘Bestuursafspraken 2011-2015’. Deze Bestuursafspraken zijn de afspraken uit het bestuurakkoord met uitzondering van de Wet Werken naar Vermogen en de efficiencykorting bij de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). Voor de Wet Werken naar Vermogen zal de minister het gangbare wetgevingsproces inzetten, waarbij de VNG zal inzetten op een sterke lobby. Voor wat betreft de efficiencykorting op de RUD is de lijn van het Rijk nu om deze wel door te voeren en wellicht in te zetten als compensatie bij de Wet Werken naar Vermogen. Uitwerking zoekrichtingen Zoals gezegd bevat deze nota de eindrapportages van de zoekrichtingen. Dit zijn de bezuinigingsvoorstellen die een antwoord geven op de financiële opgave die voor ons ligt in de begroting. In de bijlage vindt u per zoekrichting een uitgebreide rapportage. Bij de uitwerking van de zoekrichtingen zijn suggesties van verschillende raadsfracties uit de Versoberingsfase meegenomen. Zo zijn bij de uitwerking van zoekrichting 3 in de Nota Armoedebeleid verschillende suggesties van de VVD meegenomen en is er opnieuw gekeken naar de functie spelen en het groenonderhoud in zoekrichting 23/24. De ideeën van de burgerdenktank zijn ook in deze rapportage verwerkt. U vindt deze in hoofdstuk 5 Burgerdenktank. Organisatie ontwikkeling In de Tussenrapportage heeft u kunnen lezen over de bezuinigingsopdracht in de bedrijfsvoering van onze organisatie. Geconcludeerd is dat om deze opdracht te vervullen op diverse fronten extra inzet nodig is en het nodige van onze medewerkers gevraagd wordt op het gebied van mobiliteit en flexibiliteit. Om de bedrijfsvoeringsopgave tot een goed resultaat te laten komen, hebben wij in de Tussenrapportage voorgesteld om een ‘reserve organisatievernieuwing’ in te stellen. U heeft aangegeven een nadere beschrijving te willen ontvangen over het doel, de inzetbaarheid en de vulling van deze reserve. Deze treft u aan in hoofdstuk 4 van deze Eindrapportage.
8
Hoofdstuk 2 Financieel Perspectief 2012-2015 Wat er vooraf ging In deze laatste aflevering van de trilogie “Herontwerp – Vernieuwen en bezuinigen” is het goed om even terug te kijken op wat er in financiële zin aan vooraf ging. In de eerste aflevering, de Kadernota van 12 april 2011 werd een problematiek geschilderd van bijna 13 miljoen euro. Belangrijkste oorzaken: de kortingen op het gemeentefonds en het P-budget en de verwachte ontwikkelingen bij de WSW. Voor een deel moeten deze problemen worden opgelost binnen het domein waar ze veroorzaakt (dreigen te) worden, de zgn. beleidskeuzes m.b.t. de decentralisatiedossiers AWBZ-WMO en jeugdzorg, een deel van het P-budget, het armoedebeleid en de korting op de rijksmiddelen ISV (samen ruim € 5,6 miljoen). Een ander deel vindt uiteindelijk een oplossing na de invulling van de taakstelling voor de bedrijfsvoering (€ 5 miljoen). De taakstelling “Vernieuwen en bezuinigen” lost het overige deel van de problematiek op. Deze taakstelling was in een eerder budgettair perspectief op € 5 miljoen gesteld. Na een eerste verkenning werden zoekrichtingen geformuleerd tot een bedrag van € 3.335.000.-. Uitgaande van het realiseren van de taakstellingen leek de problematiek ruim onder schot (zie blz. 14 en 15 Kadernota 12 april 2011 en blz. 10 uit Tussenrapportage Herontwerp van 28 juni 2011 onder A). In de tweede aflevering van de trilogie Herontwerp (Tussenrapportage Herontwerp van 28 juni 2011) werd dit perspectief geactualiseerd. De sombere voorspelling voor de gemeentefondsuitkering kon door de meicirculaire licht worden gecorrigeerd. De WSW verwachtingen bleken in april echter te laag ingeschat. Samen met andere risico’s - zoals de betrouwbaarheid van de meicirculaire in het licht van het Bestuursakkoord, grondexploitatie, structurele afwijkingen volgens de beleidsrappotages en een al meer gedetailleerd zicht op de begroting 2012-2015 – werd een risico van € 3 miljoen in het financieel perspectief verwerkt. Conclusie daaruit was dat de oorspronkelijke taakstelling voor “Vernieuwen en bezuinigen” ook voor de resterende € 1,7 miljoen zou moeten worden ingevuld (Tussenrapportage Herontwerp van 28 juni 2011 onder B en C).
Hoe staat het nu
Waar de financiële prognoses voor de eerste afleveringen vooral zijn gebaseerd op aannames en minder concrete ontwikkelingen is inmiddels sprake van een normale begrotingsvoorbereiding, waarbij de uitkomsten voor de planperiode zijn gebaseerd op een goede analyse van de lopende begroting, geldende uitgangspunten en autonome ontwikkelingen. Deze beleidsbegroting 2012-2015 bevat uitsluitend bestaand beleid en is het vertrekpunt voor het financieel perspectief 2012-2015. De aangeboden begroting laat een nadelig saldo zien dat van € 3 miljoen in 2012 oploopt tot ruim € 4,8 miljoen in 2015. De ontwikkelingen rond het gemeentefonds en het aantal bijstandontvangers zijn de belangrijkste verklaringen voor de afwijking t.o.v. de vergelijkbare jaarschijven in de vorige beleidsbegroting. Een globale analyse van de afwijkingen staat in Hoofdstuk 4 van de Beleidsbegroting 2012-2015. Dit tekort wordt gedekt met bezuinigingen zoals deze zijn uitgewerkt op basis van de zoekrichtingen zoals deze in de Nota Herontwerp van april zijn geïnventariseerd en waarover in een juni tussentijds is gerapporteerd. In de eerdere nota’s Herontwerp is steeds aangetoond dat de tranche “Vernieuwen en Bezuinigen tot een totaal bedrag van € 5 miljoen aan bezuinigingen zou moeten opleveren. Onze gezamenlijke zoektocht heeft dit bedrag tot en met de uitwerking in de tussenrapportage slechts tot tweederde ingevuld (€ 3,3 miljoen). Inmiddels zijn de totale financiële effecten van de voorstellen opgelopen tot een bedrag van ca. € 5,2 miljoen in 2015. Dat is voldoende om het financieel meerjarenperspectief zoals hierna geschetst het hoofd te kunnen bieden. Het financieel perspectief zou echter aanzienlijk slechter zijn geweest zonder de gemaakte beleidskeuzes, zoals die (in financiële zin) zijn gemaakt in de kadernota Herontwerp van april jl. Deze waren kort samengevat:
9
1
Wij gaan uit van implementatie van de transitie AWBZ-WMO binnen de gemeente Hengelo en binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde financieel kader (zoekrichting 1a Transitie AWBZ begeleiding – jeugdzorg)
2
Wij gaan er van uit dat de implementatie cq transitie van de nieuwe taken op het vlak van jeugdzorg binnen de gemeente Hengelo en binnen de hiervoor door derden (Rijk, Provincie, AWBZ) beschikbaar gestelde financieel kaders plaatsvindt (zoekrichting 1b Transitie jeugdzorg naar gemeenten)
3
Wij gaan er vanuit dat de korting vanuit rijk op het P-budget en de WSW middelen moeten worden opgevangen door bij te sturen in de uitgaven voor dit beleid. De structurele lasten ter hoogte van ca. 2,5 mln euro brengen brengen wij (als autonoom beleid) weer ten laste van de algemene dienst. (zoekrichting 2 Herijking re-integratie en participatiebeleid)
4
Wij gaan er vanuit dat bij de actualisatie van het armoedebeleid rekening wordt gehouden met de korting van 210.000 euro van rijkswege in het gemeentefonds (dit is geen korting op een specifieke uitkering) en dat deze korting in het eigen beleidsdomein wordt opgevangen. (zoekrichting 3 Bijstand en minimabeleid)
5
Wij gaan er van uit dat de stedelijke vernieuwing moet worden uitgevoerd, rekening houdend met de korting van rijkswege op de ISV-middelen. We zijn bereid tot compensatie daarvan met een bedrag van € 350.000,- om wijzigingen in de bevolkingssamenstelling en als gevolg daarvan veranderende vraag in woningbouw en voorzieningen op te kunnen vangen (zoekrichting 4 ISV) Uit: Kadernota Herontwerp Vernieuwen en bezuinigen , 12 april 2011
Volledigheidshalve merken wij op dat wij op beleidskeuzes 3 tot en met 5 als gevolg van het intussen verslechterde financieel perspectief enige gewijzigde inzichten hebben. Wij komen hierop verderop in dit hoofdstuk en in hoofdstuk 3 terug. Gemeentefonds septembercirculaire 2011 In de beleidsbegroting 2012-2015 is de meicirculaire 2011 verwerkt. Ten tijde van het afsluiten van dit document is op de valreep nog de septembercirculaire op de deurmat gevallen. Gelet op de (grote) financiële consequenties, vonden we het zuiverder om ook deze circulaire alsnog te betrekken in de begrotingscijfers. Samengevat is er voor de gemeente Hengelo sprake van het volgend netto-effect:
- = nadeel 2012
2013
2014
2015
1.602.500
1.997.500
2.755.000
3.151.900
152.000
152.000
152.000
-589.500
-203.500
-134.500
Bijzondere bijstand voor kwetsbare groepen
-84.600
-134.600
-134.600
-134.600
Eigen kracht (DU)
-50.000
-50.000
Verhoging algemene uitkering 2012-2015:
Lasten-batenmutaties: Stelpost nationaal uitvoeringsprogramma laten vervallen Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de WMO
Centra voor jeugd en gezin (DU)
-1.820.600 -1.820.600 -1.820.600 -1.820.600
Nationale gebiedsontwikkelingen (DU)
-160.000
Totaal Lasten-batenmutaties Netto effect septembercirculaire 2011:
-160.000
-160.000
-160.000
-2.166.700 -2.147.700 -1.963.200 -2.704.700 -564.200
DU =decentralisatie-uitkering
10
-150.200
791.800
447.200
Toelichting effect septembercirculaire De verhoging van de algemene uitkering wordt grotendeels veroorzaakt door de bovenstaande taakmutaties. Verder is er met name sprake van een neerwaartse bijstelling van het accres 2012-2015 t.o.v. de meicirculaire 2011. Het accres is in het kader van de zgn. ‘samen trap op-trap af’ systematiek gerelateerd aan de verwachte ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Daarnaast leidt de neerwaartse bijstelling van de prijscompensatie, voor de omrekening van lopende - naar de meerjarige constante prijzen, tot een positief effect. Er is meerjarig sprake van een lagere aftrek. In het regeerakkoord is een ombuiging opgenomen, die is gekoppeld aan het opzetten van regionale omgevingsdiensten en waarover in het kader van de bestuursafspraken 2011-2015 afspraken zijn gemaakt. In afwijking van de meicirculaire 2011 wordt deze ombuiging alsnog doorgevoerd. De verlaging van de algemene uitkering bedraagt voor het uitkeringsjaar 2012 macro € 50 miljoen, voor 2013 € 80 miljoen en voor 2014 en verder € 100 miljoen. In onze begroting is deze korting verwerkt in de taakstelling op de bedrijfsvoering. Deze middelen worden door het rijk ingezet, om macro gezien € 100 miljioen extra beschikbaar te hebben als aanvulling op het eerder ingestelde “potje” van € 400 miljoen voor de WSW problematiek. Een deel van de gelden voor het nationaal uitvoeringsprogramma zal door het rijk rechtstreeks aan de VNG beschikbaar worden gesteld in verband met de gedeeltelijke uitvoering van dit programma. Tevens hebben we om pragmatische reden (namelijk “de sigaar uit eigen doos”) de stelpost voor het totale uitvoeringsprogramma, op basis van de meicirculaire 2011, laten vervallen. Het kabinet stelt in 2012 een macrobedrag van € 47,6 miljoen en in 2013 een bedrag van € 32,0 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering voor de (transitie)kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ. Deze middelen zullen voorlopig worden geparkeerd op een stelpost in afwachting van nadere invulling. Om de cumulatie van inkomenseffecten te verzachten voor kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld chronische zieken, gehandicapten en ouderen wordt de bijzondere bijstand geïntensiveerd met macro € 90 miljoen structureel. De verwachting is dat voor de begroting een bedrag van bijna € 84.600 in 2012 en vanaf 2013 structureel € 134.600 benodigd is van de jaarlijkse middelen die in het gemeentefonds zijn gestort, zijnde € 534.600. Op de uitnodiging van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om ten behoeve van de uitvoering van het programma Eigen Kracht vrouwen zonder startkwalificatie te begeleiden naar werk hebben 22 gemeenten, waaronder Hengelo, positief gereageerd. Via de decentralisatie-uitkering ontvangen we in 2011, 2012 en 2013 € 50.000,- per jaar. Deze middelen zullen voorlopig worden geparkeerd op een stelpost. Met ingang van 2012 wordt de specifieke uitkering voor het Centrum voor Jeugd en Gezin omgezet in een decentralisatie-uitkering. De middelen zullen beschikbaar blijven voor het Centrum voor Jeugd en Gezin. De Ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu decentraliseren specifieke uitkeringen in het kader van o.a. de Nota Ruimte naar het gemeentefonds. Voor Hengelo gaat het om een jaarlijkse rijksbijdrage van € 160.000,- in Hart van Zuid voor de periode 2011-2015. Deze middelen zullen ook voor dit gebied worden ingezet. Voor het meerjarenperspectief betekent dat het volgende: Meerjarenperspectief Saldo beleidsbegroting 2012-2015 Netto-effect septembercirculaire 2011 gemeentefonds
2012 -2.974
2013 -2.740
2014 -3.670
- = nadeel 2015 -4.856
-564
-150
792
447
Totaal financiële opgave: Bedragen x 1000
-3.538
-2.890
-2.878
-4.409
11
Beleidskeuzes en risico’s In de beleidsbegroting 2012-2015 zijn de beleidskeuzes en risico’s zoals deze zijn verwoord in de 1 Tussenrapportage van juni niet financieel vertaald. Om duidelijk te maken hoe deze keuzes en risico’s naar verwachting meerjarig doorwerken, gaan wij hier expliciet nader op in. AWBZ/WMO en Jeugdzorg Voor de Transitieopgaven “Jeugdzorg” en “Dagbesteding en Begeleiding (AWBZ/WMO)” geldt daarbij de overweging dat u in principe hebt besloten dat deze toekomstige gemeentelijke taken moeten worden uitgevoerd binnen de financiële kaders horend bij deze decentralisaties. Naar huidig inzicht zijn deze opgaven daarmee voor de meerjarenbegroting 2012-2015 budgettair neutraal meegenomen. In de eindrapportage op zoekrichting 1 ‘Transitie AWBZ en Jeugdzorg’ wordt inhoudelijk op de stand van zaken ingegaan. P-budget Voor de afbouw van het P-budget geldt eveneens dat deze binnen het taakveld moeten worden opgevangen. Uitzondering is daarbij gemaakt voor de Fitis banen(de zogenaamde stadsbanen) en een deel van de uitvoeringskosten zoals deze tot nu toe aan het P-budget werden toegerekend (Beleidskeuze 3 Kadernota Herontwerp Vernieuwen en Bezuinigen, 12 april 2011) . Zoals aangegeven in de Tussenrapportage ging het daarbij om structurele lasten oplopend tot € 2.500.000,- die met een geleidelijke inbouw weer ten laste van de algemene middelen komen. Door natuurlijk verloop en samenhang met zoekrichting 14 Maatschappelijk Vastgoed zal het aantal stadsbanen geleidelijk teruglopen van 65 fte in 2011 tot ongeveer 40 fte’s in 2015. Om de terugloop van het aantal stadsbanen met flexibile en gerichte inzet op te vangen zullen deze stadsbanen worden ondergebracht in een werkgeversinstituut. De beleidskeuze met betrekking tot zoekrichting 2 Pbudget, Wet werken naar Vermogen hebben wij daarom bijgesteld. Als gevolg daarvan is uiteindelijk een bedrag van € 2.000.000,- miljoen euro nodig ter compensatie van de korting op het P-budget. Armoedebeleid Binnen het Armoedebeleid gingen wij in de Tussenrapportage uit van een uitname uit het gemeentefonds ter hoogte van € 210.000,-. In de Tussenrapportage heeft u er vooralsnog voor gekozen om bij de actualisatie van het armoedebeleid deze korting op te vangen in het eigen domein. Gedurende de zomer bleek echter dat deze uitname werd verhoogd tot een bedrag van € 285.000.-. De geactualiseerde Nota Armoedebeleid ligt gelijktijdig met deze Eindrapportage Herontwerp ter besluitvorming voor. Daaruit blijkt dat deze korting op verantwoorde wijze kan worden opgevangen. Verder moet worden vermeld dat in de Miljoenennota 2012 de volgende passage is opgenomen: “De koopkracht van minima wordt ondersteund door 100 miljoen extra uitgaven ten behoeve van de bijzondere bijstand. Deze uitgaven lopen via het gemeentefonds.” In de septembercirculaire is sprake van een bedrag van 90 miljoen. Deze passage betekent voor de gemeente Hengelo een toename van de post bijzondere bijstand van plm. € 534.600,- structureel. Het kabinet verwacht kennelijk dat door de door te voeren maatregelen op koopkrachtgebied het beroep op bijzondere bijstand zal toenemen. Wij gaan er van uit dat wij onze uitgaven in het armoedebeleid zo goed mogelijk begroot hebben aan de hand van ons huidige ruime beleid. Daarom verwachten wij, zij het met enige slag om de arm, dat een bedrag van ca. € 450.000,- (2012) en 400.000 structureel niet nodig zal zijn voor extra uitgaven in het domein bijzondere bijstand. Daarom kiezen wij ervoor om voor 2012 € 450.000,- en vanaf 2013.€ 400.000,- aan de algemene middelen te laten vervallen. De mate waarin de algemene economische situatie van dit moment en een cumulatie van aangekondigde rijksmaatregelen zal leiden tot een vergroting van het aantal mensen met een laag inkomen en daarmee een extra beroep op ondersteuning van de gemeente blijft zeer lastig te begroten. ISV middelen In juni gaven wij nog aan dat wij ter compensatie van het wegvallen van de ISV middelen een ruimte van € 350.000,- wenselijk vonden (beleidskeuze 5 in de Kadernota). We onderschrijven nog steeds de noodzaak van stedelijke vernieuwing. Deze blijft bestaan gezien de veranderingen in de bevolkingssamenstelling en de daaruit volgende veranderende vraag naar woningbouw en voorzieningen. We zijn echter tot de conclusie gekomen, dat we door een andere fasering en via externe subsidies de voorgenomen storting van € 350.000,in het fonds stadsvernieuwing achterwege kunnen laten.
1
Tussenrapportage blz 6 en 7
12
WSW risico In de tussenrapportage hebben we u eveneens uitvoerig geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de Wet Sociale Werkvoorziening en de financiële gevolgen daarvan (p. 8-9 en bijlage 5 Tussenrapportage). Aangegeven is dat het tekort op zou lopen tot ruim € 1,5 miljoen in 2015. In het financieel perspectief was dit meegenomen in het totaalbedrag van € 3 miljoen onder de risico’s. Verwacht wordt dat de problematiek tot en met het jaar 2012 kan worden opgevangen binnen de begroting van de gemeenschappelijke regeling (GR). Wij gaan ervan uit dat ook voor de jaren daarna tenminste één derde van de problematiek binnen de GR van het SWB kan worden opgevangen. Daarbij gaan wij er van uit dat een succevol beroep op het zgn. Transitiefonds gedaan kan worden, zoals bedoeld in de Bestuursafspraken 2012-2015, hoewel dit fonds volgens diezelfde afspraken nadrukelijk niet bedoeld is om exploitatieverliezen te dekken. Dit geven wij als een taakstellende opdracht mee aan de GR. Grondexploitatie – Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) De zorg over de ontwikkeling van de boekwaarde van de “Niet in exploitatie genomen gronden” hebben wij uitvoerig met u gedeeld. Om te voorkomen dat de boekwaarde substantieel gaat afwijken van de verkeerswaarde van deze gronden zijn wij voornemens de bijschrijving van rente op deze boekwaarde gefaseerd af te bouwen. Zoals u kunt lezen in ons financieel perspectief doen wij dit voor 1 miljoen euro in 2014, oplopend tot 1,5 miljoen in 2015. Daarmee dringen wij het uiteenlopen van de boekwaarde en de verkeerswaarde van de niet in exploitatie genomen gronden terug. Dit achtten wij nodig omdat, gezien de moeizame afzet van kavels en de aanbeveling van grondzaken om geen nieuwe projecten toe te voegen aan de huidige programma’s, de verwachting is dat de genoemde gronden nog langere tijd onderdeel zijn van de gemeentelijke grondvoorraad. Deze beslissing houdt echter niet in dat wij verdere verkoop van kavels en een andere exploitatie van de gronden buiten beschouwing laten. Hierover kunt u lezen in de eindrapportages van zoekrichting 42 Grondbedrijf. Versterking vermogenspositie (algemene reserve) Naast een sluitende begroting is ook de breed gedragen wens uitgesproken om de vermogenspositie van de gemeente Hengelo te verstevigen. Om financiële tegenvallers op te vangen en risico’s te kunnen dragen of aan te gaan, is de hoogte van het weerstandsvermogen van belang. Deze weerstandscapaciteit wordt bepaald door de hoogte van de (algemene) reserves. Hierover heeft u ter behandeling in uw raadsvergadering van 11 oktober 2011 de Nota Reserves en Voorzieningen ontvangen en is over dit onderwerp een Informele Bijeenkomst van de Raad (IBR) gehouden op 4 oktober 2011. Daarnaast heeft onze accountant een ‘financiële stresstest’ uitgevoerd, de uitkomst daarvan is in hetzelfde IBR aan de orde geweest. Onder voorbehoud van e besluitvorming rondom de 2 Berap en de nota Reserves en Voorzieningen verwachten wij dat de Algemene Reserve groeit naar ca. € 6,6 miljoen. Daarbovenop zijn wij voornemens om de algemene reserve aan te vullen met de beschikbare middelen die nu nog op de stelpost Bommenregeling staan. Sinds 2010 zijn er in het gemeentefonds middelen gestort voor het opsporen van conventionele explosieven op basis van het veelgebruik van de oude Bijdrageregeling. Veelal worden deze kosten ten laste van de diverse projecten gebracht. Wel is het van belang dat het betreffende aandeel ten laste van de bommenregeling komen, zodat het rijk bij monitoring inzicht heeft op de uitgaven in dit kader. Indien zich dan onvoorziene omstandigheden voordoen kan als sluitstuk een beroep op de algemene reserve worden gedaan. Door de toevoeging van de middelen wordt de algemene reserve verhoogd met ruim € 1,3 miljoen, zodat de reserve uitkomt op een bedrag van ruim € 7,9 miljoen. Het herijkt risicoprofiel, zoals beschreven in de paragraaf 6.2 Weerstandsvermogen & risico’s van de Beleidsbegroting 2012-2015, zal bepalend zijn voor het benodigd weerstandsvermogen. Aan de hand daarvan zal begin 2012 een discussiestuk voor de raad worden opgesteld over de beleidskaders die van toepassing zullen zijn op de minimale hoogte van de algemene reserve. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de te nemen maatregelen om deze hoogte ook daadwerkelijk te effectueren. Risico Parkeerinkomsten e In de 2 berap 2011 is gesproken over een verwacht tekort op parkeren in de resultaten voor 2011. Wij hebben daarbij aangegeven bijsturingsmogeljkheden te onderzoeken. Vooruitlopend op de uitkomsten daarvan gaan we er van uit dat bijsturingsmogelijkheden worden gevonden. Of en in welke mate bijsturing noodzakelijk is in het kader van een meerjarig financieel perspectief is in deze fase nog niet helder.
13
Financieel perspectief Verwerking van de voorstellen voor vernieuwing en bezuiniging, de beleidskeuzes en de voorstellen voor en afgedekte risico’s leidt tot het volgende perspectief voor 2012 – 2015: FINANCIEEL PERSPECTIEF A
Financiële opgave (zie voorgaande tabel)
2012
2013
2014
2015
-3.538
-2.890
-2.878
-4.409
-750
-1.500
-2.025
-2.000
-502
-868
-1.011
-1.000
-1.500
-750
-2.002
-3.893
-4.511
-4.288
-4.892
-6.771
-8.920
4.146
4.229
5.017
5.273
1.000
3.000
5.000
337
1.246
1.353
Beleidskeuzes en afgedekte risico's: Korting P-budget t.l.v. algemene middelen uitvoeringskosten)
(FITIS en
WSW inclusief taakstelling Boekwaarde NIEGG B
Totaal beleidskeuzes en afgedekte risico's:
C
Totale financiële opgave (A+B)
D
Dekkingsvoorstel Eindrapportage Herontwerp
E
Maatregelen bedrijfsvoering
C+D+E
Totaal financieel perspectief 2012-2015
-142
Bedragen x 1000 Sluitende begroting Voor het eerste jaar (2012) zijn aanvullende incidentele middelen noodzakelijk. Dit heeft te maken met de gefaseerde invoering van een aantal zoekrichtingen, zoals af te leiden uit de recapitulatie op pagina 27. In de begroting 2012 was het nog niet mogelijk om de reeds bestaande taakstelling op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning volledig in te vullen. Die mogelijkheid doet zich pas voor bij de nieuwe aanbestedingsrondes, die in 2013 tot effect zullen resulteren. De WMO huishoudelijke hulp en de voorzieningen worden in de begroting als een geheel benaderd, zodat een beroep op de reserve WMO woonvoorzieningen (nr. 1344) voor de hand ligt. Wij stellen daarom voor het incidentele begrotingstekort van € 142.000,- in2012 af te dekken met de bestemmingsreserve WMO woonvoorzieningen (nr. 1344).
14
Hoofdstuk 3
Innoveren, prioriteren, participeren en investeren Overwegingen
De omvang van onze begroting loopt terug en daarom is het van belang om keuzes te maken. Wij kiezen voor een duurzaam, toekomstbestendig en sociaal Hengelo. Onze ambities en keuzes uit de Sociale Visie 2020 en Hengelo 2030 zijn het fundament daarvoor. Ondanks de noodzaak tot bezuinigen om onze financiën duurzaam op orde te houden, leveren wij daar niet op in. ‘We willen een aantrekkelijke stad zijn voor onze huidige en toekomstige inwoners. We willen een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden, met vitale gemêleerde wijken, met een rijk cultureel en sportief aanbod, hoogwaardige werkgelegenheid en een actief verenigingsleven. Een stad, waar mensen graag willen wonen en waar ‘werk’ naar de mensen toe komt!’ (Sociale Visie 2020, p. 3). Daarom kiezen wij ervoor om te blijven investeren in onze stad, te blijven investeren in de economische structuur van onze stad door te investeren in de binnenstad als een economische factor van betekenis, in onze wijken, in onderwijshuisvesting, in het concept van de brede school, te investeren in de jeugd, maar ook in Hart van Zuid. We blijven investeren in het toekomstbestendig maken van de Hengelose woningvoorraad met o.a de herstructurering in Hengelo Zuid, Klein Driene en Hengelose Es. We hebben gekozen om de effecten van de rijksbezuinigingen op de sociale arbeidsplaatsen te dempen, door te kiezen voor compensatie van het teruglopende P-budget. Wij werken aan de huiskamer van Hengelo en hebben citymarketing een nieuwe impuls gegeven. Wij blijven investeren en vernieuwen in het sociale gezicht, van onze stad. Dat komt ook tot uiting in de ambities die we hebben benoemd in de programma’s en facetagenda’s in de begroting: 1. Werk verbindt; 2. Zorg voor de mens; 3. Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid; 4. Een aantrekkelijke binnenstad; 5. Transformatie naar een toekomstbestendige stad met de focus op Zuid. 6. Agenda Duurzaamheid 7. Agenda Burgerparticipatie Om onze ambities waar te kunnen maken is in deze fase van Herontwerp, ‘Vernieuwen & Bezuinigen’, in lijn met de Sociale Visie, nadrukkelijk gezocht naar innovatie en participatie: een herbezinning van de rol van de gemeente en het zoeken naar een nieuwe vorm van solidariteit. Een zoektocht waarin we samen optrekken met onze partners in de stad. Daarbij willen we inzetten op participatie, vertrouwen geven aan de burgers, de maatschappelijke instellingen en andere partners in de stad. Waarbij we de kracht van de Hengelose samenleving willen benutten en de maatschappelijke betrokkenheid van onze inwoners willen aanspreken, waardoor we bewegen van een overheid die ‘zorgt voor…’ naar een overheid die ‘zorgt dat…’. Deze Eindrapportage hebben we dan ook met opzet de titel Herontwerp – Vernieuwen en bezuinigen gegeven, met bezuinigen aan het eind en Herontwerp voorop. We zijn ervan overtuigd, dat vernieuwen en investeren ondanks de noodzaak om in financieel opzicht een stap terug te doen noodzakelijk blijft om onze stad toekomstbestendig te maken. Onzekere tijden Wij gaan er van uit dat we met de voorstellen die wij u doen in deze eindrapportage naar de huidige inzichten belangrijke stappen nemen. De Miljoenennota en de Troonrede van 20 september jl. schetsen een somber(der) klimaat voor ons land. Uit de Macro Economische Verkenningen 2012 blijkt dat de Nederlandse economie een lichte groei kent en wordt de huidige situatie op de arbeidsmarkt redelijk evenwichtig genoemd (MEV 2012, hs 3). Toch is dit geen reden voor een voorzichtig optimisme. Juist nu een voorzichtig herstel intreedt na de economische crisis lijkt zich de volgende financiële crisis al aan te dienen binnen de Eurozone. De financieel onzekere situatie van ondermeer Griekenland en de mogelijke gevolgen voor de andere lidstaten van de Europese Unie, klinken door in de Miljoenennota van het Rijk. Duidelijk is dat we ‘er nog lang niet zijn’ en de Rijksoverheid haar bezuinigingsplannen verder doorzet, zoals die in het Regeerakkoord zijn opgenomen. Dit zorgt ervoor dat wij er rekening mee houden volgend jaar opnieuw met aanvullende bezuinigingsplannen te moeten komen om onze begroting sluitend te houden.
15
Dat is ook waarom wij de afgelopen maanden hebben ingezet op versterking van de Algemene reserve, liever dan af te zien van keuzes die wij liever niet zouden maken, maar helaas wel noodzakelijk zijn. Het is daarom dat wij als uitwerking van de zoekrichting 37 Reserves evalueren in de nota Slank, gezond en weerbaar hebben voorgesteld de Algemene reserve aan te vullen met een bedrag van € 1,7 miljoen euro, zodat een Algemene Reserve van ca. € 6,6 miljoen ontstaat. Dat is tevens waarom wij, met het oog op een gezonde en toekomstbestendige financiële huishouding een pakket aan maatregelen voorstellen dat voor de jaren 2013 en verder leidt tot een duidelijk positief financieel perspectief. In deze eindrapportage hebben we in totaal € 5,2 miljoen aan voorstellen (exclusief beleidskeuzes) opgenomen. Met het nu voorliggende pakket aan maatregelen geven wij, rekening houdend met de gevoelens van de raad, structureel invulling aan de opgave van 5 miljoen voor deze fase. Aangezien het financieel perspectief tijdens het proces van totstandkoming van deze voorstellen stapsgewijs is verslechterd, stellen wij voor om geen keuzes te maken uit deze voorstellen, maar in te zetten op het complete pakket van maatregelen zoals dat nu voorligt. We geven dat in overweging mede rekening houdend met het gegeven dat financiële effecten kunnen optreden als gevolg van de algehele herijking van alle uitgaven- en inkomstenclusters in het gemeentefonds die plaatsvindt op advies van de raad voor financiële verhoudingen.
Economie, Werk en inkomen Naast de hiervoor al genoemde investeringen in de economische structuur, de Binnenstad, brede school, onderwijshuisvesting etc die voornamelijk gericht zijn op werk en inkomen in de (nabije) toekomst, blijven bijzondere bijstand en minimabeleid belangrijke hedendaagse speerpunten voor ons college ongeacht de grillige bewegingen van het rijk op het vlak van participatie- en re-integratie, armoedebeleid en zorgtoeslagen. De gemeente Hengelo voert al jaren een aansprekend minimabeleid, gericht op participatie van mensen met een minimuminkomen. Eén van de beleidsintensiveringen vanuit de nota “Koers op kansen” (2008) was o.m. het tegengaan van niet-gebruik. Vanaf 2008 hebben dan ook niet alleen ontvangers van een gemeentelijke uitkering, maar alle inwoners van Hengelo met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum gebruik kunnen maken van de individuele bijzondere bijstand dan wel categoriale regelingen uit het minimabeleid, waaronder de collectieve ziektekostenverzekering en het sport- en cultuurfonds Door de toegenomen bekendheid van de regelingen juist onder niet-bijstandsontvangers zijn het gebruik en daarmee de uitgaven voor bijzondere bijstand en minimabeleid in de afgelopen jaren gestegen. De economische situatie die sinds 2009 substantieel veranderde was daar ook debet aan. Dat heeft ertoe geleid dat in de begroting 2012 op grond van bestaand beleid rekening is gehouden met een kostenuitzetting van € 310.000,-. In ons collegeprogramma steken wij in op participatie. Een adequaat minimabeleid maakt daar onderdeel van uit. De herijking van de nota “Koers Op kansen” kreeg als opdracht mee het beleid uit 2008 te evalueren en te komen tot uitgangspunten van een adequaat minimabeleid anno 2011. Op 15 september 2011 hebben wij de nota “Armoedebeleid” voor inspraak vrijgegeven. Inmiddels ligt deze, tegelijkertijd met deze eindrapportage Herontwerp – Vernieuwen en bezuinigen, voor uw raad van 9 november 2011 ter bespreking voor. Eén van de maatregelen, aangekondigd in het regeer- en gedoogakkoord, is de zgn. normering van het inkomensbeleid en de schuldhulpverlening. Voor wat betreft de eerste maatregel werd hiermee bedoeld het normeren van het minimabeleid tot 110% van het sociaal minimum. In de decembercirculaire 2010 werd dit reeds vertaald in een lager bedrag in het gemeentefonds vanaf 2012 , wat voor de gemeente Hengelo een bedrag van € 210.000,structureel betekende. Inmiddels is dit bedrag opgelopen en bedraagt het voor Hengelo omgerekend € 285.000,- structureel. De wettelijke maatregel om deze korting te effectueren moet nog vastgesteld worden in het wetsvoorstel wijziging WWB-maatregelen dat waarschijnlijk in week 40 in de Tweede Kamer behandeld wordt. In de Miljoenennota 2012 is tenslotte de volgende passage opgenomen: “De koopkracht van minima wordt ondersteund door 100 miljoen extra uitgaven ten behoeve van de bijzondere bijstand. Deze uitgaven lopen via het gemeentefonds.” In de septembercirculaire is sprake van een bedrag van 90 miljoen. Deze passage betekent voor de gemeente Hengelo een toename van de bijdrage uit het gemeentefonds van plm. € 534.600,structureel. Deze is bedoeld om de koopkracht van de minima te ondersteunen. Het kabinet verwacht kennelijk dat door de door te voeren maatregelen op koopkrachtgebied het beroep op bijzondere bijstand zal toenemen. Hierboven hebben wij reeds aangegeven dat wij de uitgaven zo goed mogelijk begroot hebben aan de hand van ons huidige ruime beleid. Daarom verwachten wij niet het gehele bedrag nodig te hebben en kiezen wij ervoor
16
om voor 2012 € 450.000,- (zie hoofdstuk 2) en vanaf 2013.€ 400.000,- daarvan aan de algemene middelen te laten vervallen. De mate waarin de algemene economische situatie van dit moment en een cumulatie van aangekondigde rijksmaatregelen leiden tot een vergroting van het aantal mensen met een laag inkomen en daarmee een extra beroep op ondersteuning van de gemeente blijft zeer lastig te begroten. Wij volgen de volumeontwikkelingen maandelijks op de voet en zullen u in ieder geval bij de Berap informeren over de ontwikkelingen. Re-integratie en participatie/ wet werken naar vermogen / i-deel Zoals bij de bespreking van het bestuursakkoord en de Tussenrapportage in de raad van 19 juli j.l. al duidelijk werd zijn er grote zorgen over de aangekondigde rijksmaatregelen op het gebied van participatie en reintegratie naar werk. We voorzien een opgave die we vele malen groter inschatten dan de afgelopen jaren. Aan de ene kant gaan we op korte termijn nog steeds uit van een extra instroom in de WWB, vanwege de economische situatie. Aan de andere kant zijn, vanwege onze inzet op participatie in de afgelopen jaren, al veel mensen in een participatietraject danwel een re-integratietraject hun weg gevonden. Juist de categorie die lastig te bewegen is naar werk, om welke reden dan ook, zal nu geholpen moeten worden. Dit betekent in onze ogen juist dat een extra inzet op zijn plaats zou zijn. Uit de financiële paragraaf van deze tussenrapportage kunnen we opmaken dat sprake is van de nodige financiële zorgen en risico’s. Ten aanzien van ons voornemen m.b.t. het P-budget handhaven wij ons standpunt dat de korting vanuit rijk op het P- budget moet worden opgevangen door bij te sturen in de uitgaven voor dit beleid. (Beleidskeuze 1 uit de Kadernota Herontwerp) Uitzondering is daarbij gemaakt voor de Fitis banen(de zogenaamde stadsbanen) en een deel van de uitvoeringskosten zoals deze tot nu toe aan het P-budget werden toegerekend. Zoals aangegeven in de Tussenrapportage ging het daarbij om structurele lasten oplopend tot € 2.500.000,- die met een geleidelijke inbouw weer ten laste van de algemene middelen komen. Door natuurlijk verloop en samenhang met zoekrichting 14 Maatschappelijk Vastgoed zal het aantal stadsbanen geleidelijk teruglopen tot ongeveer 40 fte’s in 2015. Om de terugloop van het aantal stadsbanen met flexibile en gerichte inzet op te vangen zullen deze stadsbanen worden ondergebracht in een werkgeversinstituut. De beleidskeuze met betrekking tot zoekrichting 2 P-budget, Wet werken naar Vermogen hebben wij daarom bijgesteld. Als gevolg daarvan is uiteindelijk een bedrag van € 2.000.000,- miljoen euro nodig ter compensatie van de korting op het P-budget. Gezien de sterk veranderde omstandigheden hebben wij ons beleid geactualiseerd in de nota Sterker aan het werk, hoofdlijnen re-integratiebeleid 2012 e.v., dat tegelijkertijd met dit voorstel aan uw raad is aangeboden. T.a.v. de tekorten binnen de WSW-middelen gaan wij ervan uit dat het tekort in 2012 opgevangen kan worden door de GR. Gezien de snel oplopende tekorten in de jaren daarna is het niet meer waarschijnlijk dat dit mogelijk is in de jaren daarna, ondanks alle efficiency en versoberingsvoorstellen die reeds binnen de GR zijn of nog worden doorgevoerd. Op het vlak van Economie, werk en inkomen ondersteunen wij ondernemers bij het starten van een eigen bedrijf, faciliteren wij ondernemers en bedrijven bij (her)vestiging, ondersteunen wij bij het opzetten van samenwerkingsverbanden (bijv. BIZ) en verkopen wij grond aan bedrijven. Met het economische beleid en intensieve bedrijfscontacten wordt een aantrekkelijk ondernemersklimaat bevorderd. Binnen de vier in de kadernota Herontwerp benoemde zoekrichtingen waarin, te weten: Zoekrichting 6, Citymarketing en evenementen, Zoekrichting 7 bedrijventerreinen: gebruik en uitgifte Zoekrichting 8 Warenmarkt Zoekrichting 9 ROZ Hebben wij gezocht naar vernieuwing. Zo hebben wij in zoekrichting 6: Citymarketing en evenementen ingezet op vernieuwing in de stadspromotie en is de bestuurlijke opdracht m.b.t. citymarketing inmiddels afgerond. Als gevolg daarvan is in augustus jl. besloten citymarketing in z’n geheel over te dragen aan de Stichting VVV/Stadspromotie, onder gelijktijdige korting van de subsidie met een bedrag van € 50.000.-. Verder is het met betrekking tot zoekrichting 7, Bedrijventerreinen het inmiddels staande praktijk om bedrijven maatwerk te leveren bij de uitgifte van bedrijventerreinen. Ook erfpachtconstructies komen daarbij voor. Het ROZ is voor onze gemeente een belangrijke organisatie die dienstverlening op het terrein van de bevordering van ondernemerschap ten behoeve van ( inwoners/ondernemers van) 22 gemeenten in Twente en de Achterhoek verzorgt. Ondersteuning van ondernemers die in moeilijkheden verkeren, de begeleiding van startende ondernemers en het verzorgen van schuldhulpverlening voor ondernemers zijn daarin belangrijk. In de uitwerking van de zoekrichting 9, ROZ zijn de maatschappelijke opbrengsten van de werkzaamheden in ogenschouw genomen, evenals de kosten van de maatschappelijke schade die optreedt bij het eventueel
17
wegvallen van activiteiten van het ROZ. Hieruit leiden wij af dat minder dienstverlening contraproductief werkt, waardoor mensen die uit een uitkeringssituatie worden begeleid, opnieuw raken aangewezen op de bijstand. Dit leidt tot het standpunt dat deze zoekrichting slechts tot een kleine bijdrage aan de algemene middelen kan bijdragen, met name uit het budget voor startersbegeleiding en wijkeconomie. Vooral wijkeconomie is vanaf 2008 een ontwikkelproces geweest. De werkzaamheden en methodieken komen nu in een going-concern (consolidatie fase). Daarom is een een korting van 50.000,- op de startersadvisering van het ROZ verantwoord. Tot slot de Zoekrichting 8, Warenmarkt. In deze zoekrichting is voorgesteld de exploitatie van de warenmarkt uit te besteden aan de marktbond. Ten behoeve van deze zoekrichting is in kaart gebracht, wat exact de kosten zijn die aan de markt zouden moeten worden toegeschreven. Daaruit blijkt, dat de kosten jaarlijks hoger zijn dan de opbrengsten uit de marktgelden. Hierdoor is sprake van een structureel tekort van ca. € 60.000,- op de exploitatie van de markt. Met de marktbond zijn conform de zoekrichting gesprekken gaande om het beheer en onderhoud van de markt aan hen over te dragen. Gezien de nieuwe inzichten houden wij in deze fase nog geen rekening met een bijdrage voor de algemene middelen. Zodra meer informatie beschikbaar is, willen we met uw raad een fundamentele discussie voeren over de uitbesteding van de markttaken. Stedelijke ontwikkeling en –beheer Zoals eerder aangegeven zijn investeringen in de economische structuur, onderwijs van groot belang. De fysieke infrastructuur en huisvesting van de factor arbeid zijn niet minder belangrijk. Het is juist daarom dat we hechten aan een duurzame stad en toekomstbestendige woningvoorraad met een kwalitatief goede en plezierige leefomgeving. Hart van Zuid, Berlfo Es, Veldwijk, de Binnenstad zijn voorbeelden van deze investeringen. Het is daarom ook dat we de beleidsbegroting hebben ingericht met een programma Toekomstbestendige stad en een agenda voor duurzaamheid. Wij zijn daarom, mede gehoord uw reacties in de gezamenlijke raadscommissie van 12 juli jl. dan ook van mening dat de zoekrichting 25 Kinderboerderij en zoekrichting 26 Duurzaamheid niet passen in deze intentie. Dat, naast de conclusie dat markttechnisch de haalbaarheid van de zoekrichting in de richting van een zorgboerderij niet groot wordt geacht op dit moment. Ondanks dat we veel waarde hechten aan het investeren in een toekomstbestendige stad achten wij het niet meer dan wenselijk en logisch dat ook in het veld van stedelijke ontwikkeling naar een verlichting van de algemene middelen wordt gezocht. Om een acceptabele balans te vinden tussen de krimpende middelen voor stedelijke vernieuwing en de noodzaak om te kunnen blijven investeren in de stad en de wijken, moet de planvorming worden geoptimaliseerd. Met betrekking tot beleidskeuze 5 ISV zijn wij tot de conclusie gekomen, dat we door een andere fasering en via externe subsidies de voorgenomen storting van € 350.000,- in het fonds stadsvernieuwing achterwege kunnen laten. Deze storting was vanaf 2014 voorzien, omdat de ISV-middelen van het rijk komen te vervallen. De komende jaren bekijken we aan de hand van de actuele financiële situatie, of compensatie mogelijk is. Ook dankzij subsidies kunnen we projecten realiseren, zonder een (extra) beroep te hoeven doen op de algemene middelen. Ook door projecten later te realiseren, hoeven de algemene middelen de komende jaren niet belast te worden. Toevoeging aan reserve ARI ARI is meer dan een reserve, het is tevens Bovendien achten we het mogelijk de dotatie in ARI, algemene reserve een toetsingskader voor de haalbaarheid investeringen, te verlagen door in te grijpen in een aantal omvangrijke van nieuwe investeringen. In de Kadernota projecten zoals het nieuwe stadskantoor, de Industriestraat en de 2009-2012 is de eerste inventarisatie van tunnel bij de Kuipersdijk. Daarmee geven wij invulling aan zoekrichting investeringen, die worden gedekt uit ARI, gemaakt. In paragraaf 6.8 van de 22b Stedelijke ontwikkeling, fasering, versobering en keuzes. In deze Beleidsbegroting 2012-2015 zijn de voorstellen is het totaalbedrag dat wordt bespaard in de periode tot lopende en de (mogelijke) toekomstige en met 2015 ruim drie miljoen euro. Ook na de planperiode 2012(ARI-)investeringen benoemd. Zoals 2015 zijn besparingen in te boeken. afgesproken, kan pas dekking voor deze Een actualisatie van de “gereeddata” van de projecten op basis van een geactualiseerde projectplanning geeft te zien dat de projecten op grond van die bijstellingen enkele jaren naar achteren zijn geschoven of de kredietraming naar beneden is bijgesteld. Hierdoor ontstaat ruimte in ARI ten gunste van het financieel perspectief voor de komende jaren. Dit behelst een bedrag van € 370.000,- in 2012 oplopend tot € 545.000,- in 2015. Voor het nieuwe stadskantoor en de verbouwing van het stadhuis zal het totale investeringskrediet van €
18
projecten worden gevonden nadat door de Raad expliciet een krediet daarvoor is gevoteerd. Een aantal maatregelen, genoemd in zoekrichting 22b Stedelijke ontwikkeling – fasering, versobering en keuzes , zijn van invloed op de ARIinvesteringen. Dit houdt in dat de dekking van de lasten wordt aangepast c.q. er een lagere toevoeging aan de reserve ARI zal plaatsvinden.
42 miljoen (naast de eenmalige kosten) met € 3 miljoen worden verlaagd. Dit leidt tot de bijstelling van het bouw- en verbouwplan. Er zal ( 1.000) m2 minder netto-vloeroppervlakte worden gerealiseerd. Tevens is het Atrium niet meer opgenomen in het plan. Daarnaast zullen naar verwachting de renovatiekosten meevallen. De verlaging van het investeringsbedrag werkt voor ongeveer 2/3 deel door in de ARI-systematiek. De kapitaallasten van de overige investeringslasten zullen pas met ingang van 2016 in de begroting tot effect resulteren. Deze kapitaallasten worden immers afgedekt door met name het vrijvallend leasebedrag van het huidige Stadskantoor aan de Hazenweg. Ook de investering in de openbare ruimte aan de Industriestraat wordt uitgesteld vanwege samenloop met winkelcentrum Esrein. Daarnaast is de “HOV Enschede centrum-Hengelo centrum overig deel” als p.m. post geraamd (was € 6 miljoen en betrof de tunnel Kuipersdijk). Een deel van de investering kan worden opgevangen binnen de rioleringswerkzaamheden in verband met de vervanging van het riool onder de betreffende route. Daarnaast zal voor het realiseren van de tunnel eerst zicht moeten komen op grote aanvullende subsidiebedragen. De ARI-middelen, die gemoeid waren met de toegankelijkheid bushaltes, kan vrijvallen. Er is immers een hoger subsidiebedrag ontvangen waardoor aanspraak op ARI niet meer nodig is. Daarnaast hebben wij in het kader van zoekrichting 22a Stedelijke ontwikkeling - plannen maken onderzocht hoe bespaard kan worden op de kosten voor ruimtelijke plannen. De focus van deze zoekrichting ligt bij sturing op visieontwikkeling, beperkte plankosten en versnelling in de planvorming. De maatregelen, voorgesteld in de eindrapportage leiden voor de korte termijn tot een besparing van € 73.350,-. Wij handhaven de taakstelling van € 150.000.- vanaf 2013. “Wie een hogekwaliteit van woon- en leefomgeving heeft, heeft de arbeidsmarkt” (NICIS). De kwaliteitsbeleving van de leef- en woonomgeving, en daarmee de aantrekkelijkheid van de stad als vestigingsfactor, wordt voor een niet onbelangrijke deel bepaald door de aanwezigheid van groen en de staat van het onderhoud in de openbare ruimte (netheid en groen). Zoals bij de bespreking van de versoberingsvoorstellen in november 2010 al aan de orde, zijn wij gezien de omvang van de budgetten die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de taken op het vlak van netheid, groenonderhoud, spelen en begraafplaatsenvan mening dat een zoekrichting in de openbare ruimte verdedigbaar is. Weer, liever eerst in vernieuwing en in laatste instantie bezuiniging. Zo zijn zoekrichting 23, Stedelijk beheer – openbare ruimte en Zoekrichting 24, Areaalverkleining ook uitgewerkt. Zo zijn oplossingen gezocht o.a. vanuit de notie van ecologisch grasbeheer, waarmee een impuls wordt gegeven aan biodiversiteit, wordt uitvoering gegeven aan het speelbeleid waarbij het accent verschuift van kwanititeit naar kwaliteit en duurzame vervanging van speeltoestellen die leidt tot een andere concentratie en minder versnippering van de speelvoorzieningen, leggen wij in de openbare ruimte een beleidsmatig accent naar “verantwoordelijk voor mijn eigen afval”, met daarin een component van voorlichting en communicatie, en willen wij naar een kwalitatief bomenstand waarbij binnen circa 8 jaar één boomploeg de bomen verzorgt, het bomenbestand circa 25.000 bomen omvat en bomen structureel worden geïnspecteerd. In de Kadernota werd indicatief rekening gehouden met een financieel effect van € 550.000.-. Inmiddels ligt een resultaat voor dat oploopt tot 600.000,- in 2016. Maatregelen 2012 2013 Groenonderhoud € 150.000 € 165.000 Spelen - € 50.000 - € 17.500 Netheid € 100.000 € 100.000 Extra versobering* € 100.000 € 100.000 Inspecties € 20.000 € 20.000 Hondenbelasting € 30.000 € 30.000 Totaal € 350.000 € 397.500 * incl. minder gebruik van rood asfalt bij vrijliggende fietspaden
2014 € 180.000 € 17.500 € 125.000 € 100.000 € 20.000 € 30.000 € 472.500
2015 € 200.000 € 50.000 € 150.000 € 100.000 € 20.000 € 30.000 € 550.000
2016 ev € 200.000 € 100.000 € 150.000 € 100.000 € 20.000 € 30.000 € 600.000
In dit voorstel wordt ook een verhoging van de hondenbelasting met € 5 voorgesteld. We zullen de besluitvorming daarover betrekken bij de tarievenvaststelling, dat gelijk met deze eindrapportage wordt aangeboden.
19
Maatschappelijke ontwikkeling We zijn ervan overtuigd, dat vernieuwen noodzakelijk is om onze stad toekomstbestendig te maken. Met een andere rol van de lokale overheid, zoals we die in de Sociale Visie hebben omschreven. Vertrouwen op de kracht van onze samenleving en hulp aan degenen die daartoe uiteindelijk niet toe in staat zijn. Het is daarom ook, dat wij sociale, culturele, welzijns- en sportactiviteiten van groot belang achten. We zoeken het met name in een efficiënter gebruik van de accommodaties en in toenemende samenwerking van instellingen. In laatste instantie gaat het echter wel om keuzes maken. In zoekrichting 14: Maatschappelijk Vastgoed hebben we globaal onderzocht, op welke wijze tot een fysieke concentratie van activiteiten kan worden gekomen. We willen in dit veranderingsproces samen optrekken met de gebruikers, vrijwilligers en eigenaren. Daarom is sprake van een meerjarige benadering. De uitgangspunten zoals wij die met uw raad hebben geformuleerd in onze Sociale visie 2020 zijn hierin leidend: niet de accommodaties, maar de activiteiten staan centraal. We willen deze transitie faciliteren door de instelling van een gemeentelijk vastgoedbedrijf (GVB) dat in 2012 van start kan gaan. Eerst met de welzijns- en sportaccommodaties. Het GVB c.a. verwacht in eerste instantie op beheer en onderhoud te kunnen besparen, oplopend van 105.000,- in 2012 tot 140.000,- in 2015. Uit de verdere ontwikkeling van de sociale programma’s komt naar voren, welke accommodaties in beeld blijven voor activiteiten en welke aan anderen verhuurd of verkocht kunnen worden. We houden daarom taakstellend vast aan de structurele bezuiniging van € 500.000,- per 2015. De besparing van € 140.000,- die al onder schot is, maakt daar deel van uit. In het verlengde van het uitgangspunt “niet de accommodaties, maar de activiteiten staan centraal” moeten ook de resultaten van zoekrichting 15: jeugd en jongerenwerk: programmering en zoekrichting 16 Jongerenwerk en accommodaties worden gezien. Met de bedoeling om eigen mogelijkheden te benutten en centraal te stellen wat instellingen zelf kunnen doen vanuit hun rol en verantwoordelijkheid stellen we voor : - per 1/1/2012 een wijziging van de subsidiëring activiteitencoördinatie Brede School / WijkNetwerk 012 jaar aan te brengen, - een ‘portal’ te gebruiken waarmee jeugdigen/ouders en Brede School partners in kunnen schrijven op activiteitenaanbod (sport/cultuur/ontmoeting) of vanuit Brede School samenwerking op vraag activiteiten geboden kunnen krijgen, - sportconsulenten (en via hen verenigingen), culturele instellingen, welzijn en wijkwelzijn een grotere verantwoordelijkheid te geven om toegankelijke activiteiten te ontwikkelen en op verzoek aan te bieden. Wij gaan er daarbij vanuit dat deze voorstellen een financieel effect hebben die leiden tot een besparing van € 25.000,- per 2012 en vanaf 2013 € 50.000,- . Daarnaast willen we in het kader van zoekrichting 16: Jongerenwerk & accommodaties toe naar vernieuwing via één stedelijk programma voor de doelgroep 16-23 jaar dat recht doet aan de uitgangspunten van het jeugdbeleid en aan de behoeften van de doelgroep. We voeren met de drie jongerencentra Cerberus, Radar en Innocent overleg, hoe dat gerealiseerd gaat worden. Hiervoor willen we toe naar maximaal één stedelijk jongerencentrum. Daarbij willen we bezuinigen op huisvesting en een deel van die bezuiniging laten terugvloeien t.b.v. een kwaliteitsslag in activiteiten. In 2012 besparen we € 17.000,- op de jongerencentra, oplopend naar € 35.000,- vanaf 2013. Ten aanzien van cultuur moeten we vaststellen dat de afgelopen twintig jaar het ambitieniveau hoog is geweest. In de kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding (2007) hebben we geconstateerd dat Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het ‘gemiddelde pakket’ aan voorzieningen dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Daarnaast hebben we in de kunst- en cultuurvisie vastgesteld dat het erfgoedbeleid verder moest worden ingevuld, vanwege een aantal nijpende problemen. Herontwerp van cultuurbeleid Wij willen in het kader van zoekrichting 17: Samenwerking culturele instellingen naar minder inzet op instellingsniveau, maar ons fundamenteel richten op cultuurprogrammering, cultuureducatie en cultuuruitleen, waarbij de programma’s leidend zijn en niet de wijze waarop onze cultuursector is georganiseerd. Vanwege het verslechterde financiële perspectief willen wij, mede met het oog op de directe relatie van inkomsten bij culterele instellingen en de economische situatie, komen tot een toekomstbestendige cultuursector. Daarbij
20
willen wij via een herschikking van taken komen tot een kleiner aantal kernvoorzieningen en organisaties. Ook de huisvesting wordt daarbij onder de loep genomen. Onder een strakke gemeentelijke regie willen we dit samen met de culturele instellingen nader uitwerken, om in 2012 de nodige maatregelen te kunnen treffen. De programma’s zijn daarbij leidend, niet de wijze waarop onze cultuursector is georganiseerd. Indachtig dit aan de Sociale Visie ontleende uitgangspunt achten wij het mogelijk, dat er een besparing wordt gerealiseerd van € 450.000,- in 2015. Vooruitlopend daarop stellen we voor om met ingang van 2012 de subsidie aan AkkuH te korten met € 50.000,-. We achten een korting op AkkuH mogelijk en verantwoord. Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg met de culturele kernvoorzieningen dat in juli jl. plaatsvond, stellen we voor om deze lijn gezamenlijk verder uit te werken in de actualisatie van de kunst- en cultuurvisie. Daarbij gaan we uit van minimaal een adviserende rol, maar bij voorkeur komen wij tot een voorstel dat als gevolg van co-productie tot stand is gekomen. Mede gebaseerd op de notie dat wij ons fundamenteel moeten richten op cultuurprogrammering, cultuureducatie en cultuuruitleen, en niet a priori op het instandhouden van de huidige hengelose culturele stelsel, stellen wij een Taskforce in die zich richt op het samenbrengen van een integrale cultuurprogrammering en bundeling van de elemeneten daarin, ook waar het huisvesting betreft. Vooral de snelle digitalisering van de samenleving geeft de bibliotheken stof tot nadenken. Landelijke verwachting is dat in de toekomst volwaardige filialen worden vervangen door veel kleinere en goedkopere servicepunten met een beperkter bibliotheekaanbod en gekoppeld aan andere voorzieningen in de wijk. De bibliotheek heeft in samenspraak met ons drie scenario’s uitgewerkt ter realisatie van de bezuiniging: 1. sluiting filiaal Kulturhus Hasselo 2. kosten reduceren door reorganisatie 3. uitbreiding van het verzorgingsgebied van Bibliotheek Hengelo in de regio. In het kader van herontwerp, gebaseerd op hier voorgeschetste trends in het bibliotheekwerk zou scenario 1 in het kader van zoekrichting 18, Bibliotheek een mogelijk gevolg geweest kunnen zijn. Gelet op het draagvlak in de samenleving en de gevoelens van uw raad focussen wij op scenario 2 en kiezen wij er voor de bibliotheek nu niet te belasten met de opdracht om scenario 3 (uitbreiding van het verzorgingsgebied in de regio) uit te werken. De bibliotheek participeert al in het sterke provinciale netwerk van bibliotheken en aansluiting op landelijke en provinciale dienstverlening is een onderdeel van scenario 2. We stellen daarom voor om met ingang van 2012 de subsidie aan Bibliotheek Hengelo te korten met € 150.000,- op de totale gemeentelijke subsidie van 2,6 mln. De subsidie aan de bibliotheek blijft daarmee boven het instapniveau komt dat de VNG hanteert als richtlijn. De bezuiniging wordt gerealiseerd met behoud van het huidige niveau van dienstverlening van de bibliotheek. Sport : Bewegen en sporten is gezond en kan beoefend worden in verenigingsverband maar ook daarbuiten. Fietsen, wandelen en joggen zijn ook sporten maar vragen in verhouding tot veld- en zaalsporten veel minder investeringen van de gemeente en van de sporters zelf. Wij zijn van mening dat sportbonden, verenigingen en onderwijsinstellingen meer verantwoordelijkheid moeten nemen in het stimuleren van deelname aan ”hun” sport en in het beheer en onderhoud van “hun” accommodaties. Ook effecten van krimp en veranderende bevolkingssamenstelling zijn van invloed. Wij willen toe naar nieuwe oplossingsrichtingen waarbij het acceptabel is dat ook veldsporters, net als anderen, wat verder zullen moeten fietsen of rijden om hun favoriete sport te kunnen beoefenen en waartoe in de toekomst wellicht herschikking van sportaccommodaties nodig zal zijn. Sport is belangrijk voor de lichamelijke en geestelijke vorming van jeugdigen. We willen de jeugdsport dan ook zoveel mogelijk buiten de bezuinigingen houden. Zodoende kunnen we sportdeelname door de jeugd blijven stimuleren. In zoekrichting 19, Sportaccommodaties, -complexen en -evenementen is onderzocht welke ruimte er voor vernieuwing en bezuiniging kan worden gevonden in het onderhoud en het beheer van sportaccommodaties en -complexen. Uiteindelijk zijn we tot de keuze van een serie maatregelen gekomen: • vanaf 2012 gaan we de investeringssubsidie afschaffen, • vanaf 2012 komt er een tariefsverhoging van 5% voor de gebruikers van de sporthallen en gymzalen. • vanaf 2012 wordt de vaste dotatie voorzieningen sportaccommodaties en installaties teruggebracht • verhoging van de opbrengsten uit de exploitatie van het FBK-stadion en verlaging van de gemeentelijke kosten voor de FBK-Games. Met de maatregelen realiseren we vanaf 2013 de taakstellende bezuiniging van € 200.000,-. In 2012 bedraagt de besparing € 114.000,-.
21
Tot slot willen wij kort ingaan op zoekrichting 20: Gemeentelijke subsidies kritisch bekijken en zoekrichting 21, Beloningen bestuurders professionele gesubsidieerde instellingen. Drie ideeën van de Burgerdenktank hebben hierin raakvakken: 1.) Subsidievolgsysteem, 2.) Geen subsidie onder de € 1.000,-, en 3.) Invoering van een (tussentijdse) effectmeting bij te verstrekken subsidies. Zoals in de kadernota al is aangegeven is bij deze zoekrichtingen overlap met andere inhoudelijke zoekrichtingen (welzijnswerk, wijkgericht werken, sport cultuur etc.). We hebben bezien, of bij subsidies sprake is van een kerntaak . Daarnaast is onderzocht hoe onze subsidiebedragen zich verhouden tot andere, vergelijkbare gemeenten. Wij hebben daarbij met u afgesproken dat kernvoorzieningen daarbij in stand worden gehouden en zijn er van ons bewust dat op de professionele instellingen in het kader van de versoberingsvoorstellen reeds efficiencykortingen zijn ingeboekt, in lijn met de efficiencykortingen in onze eigen organisatie. Desondanks zien wij ruimte om te bezuinigen op enkele subsidies, ook vanuit het uitgangspunt van zelfredzaamheid van de samenleving. In betere tijden konden we ruimhartiger subsidies verstrekken, uitstijgend boven een basisniveau. Verenigingen en instellingen zijn daardoor wellicht ‘subsidieafhankelijk’ geworden. Zij – en wij – moeten nu een stap terug doen. Voor wat betreft de schoolbegeleidingsmiddelen geldt ook dat op basis van de uitkomsten van de onderwijsmonitor tot een herprioritering van de schoolbegeleidingsmiddelen zal worden overgegaan waardoor ook een korting zal kunnen worden toegepast. We stellen daarom de volgende kortingen voor: • Amateurkunst – instrumentenfonds € 25.396 (vanaf 2012) • Diversiteit € 51.190 (vanaf 2012) • Belangenorganisaties in de Zorg € 10.830 (vanaf 2013) • Schoolbegeleiding € 85.000 (vanaf 2012) TOTAAL € 172.416 Daarnaast is er voor de jaren 2012-2014 sprake van een vrijval van middelen ad € 50.000,- voor emancipatie t.b.v. het internationaal vrouwencentrum. Deze kunnen worden ingezet voor een tijdelijke ontlasting van de algemene middelen. Omdat niet alle subsidieverlagingen per 2012 kunnen worden ingevoerd, houden wij rekening met een resultaat van deze zoekrichting van in totaal € 217.000.- in 2012. Een toets aan de zogenoemde Kerckhaert-norm zoals voorgesteld in zoekrichting 21: Beloningen bestuurders professionele gesubsidieerde instellingen heeft niet geleid tot een financieel effect. Aanpak in de wijken We zijn ervan overtuigd, dat vernieuwen noodzakelijk is om onze stad toekomstbestendig te maken. Met een andere rol van de lokale overheid, zoals we die in de Sociale Visie hebben omschreven. Vertrouwen op de kracht van onze samenleving en hulp aan degenen die daartoe uiteindelijk niet toe in staat zijn. Het is daarom ook, dat wij sociale, culturele, welzijns- en sportactiviteiten van groot belang achten. Daarop willen wij in eerste aanleg niet korten, we zoeken het in een efficiënter gebruik van de accommodaties en in toenemende samenwerking van instellingen. Bij het welzijnswerk is sprake van een vernieuwing, die tot uiting komt in onze sociale wijkprogramma’s. Steeds meer welzijnsactiviteiten hebben een ‘zorg’component in zich, met een preventieve werking. Dat willen we faciliteren, zoals door de realisatie van woonzorgvoorzieningen en multifunctionele accommodaties (MFA), waarin de ‘brede school’-aanpak tot z’n recht komt. We steunen dan ook de totstandkoming van de MFA Berflo Es. Toekomstbestendig maken betekent blijven investeren in onze jeugd. We ontzien de jeugdsport, we pakken de jeugdzorgtransitie energiek op, we investeren in onderwijshuisvesting, we versterken sociale en culturele programma’s voor jeugdigen, etc. De keuzes die we u met de zoekrichtingen voorleggen, staan in het teken van bovenstaande visie op de sociale en fysieke kwaliteit van onze stad. Een uitgebreide rapportage ‘Wijkgericht werken in Hengelo. Het verschil maken door verbinding!’ vormt de basis voor een pakket maatregelen dat een structurele besparing oplevert van € 380.000,- in zoekrichting 11/12, Drukte in de wijk: keuzes maken, Communicatie (uitvoering) i.c.m. wijkaanpak Uitgangspunt is een succesvolle, maar andere invulling van het wijkgericht werken dan tot nog toe, door meer verantwoordelijkheden in de samenleving terug te leggen. Het motto is: doorgaan met minder middelen. Wij willen hierop versterkt inzetten, indachtig ons Coalitieakkoord en de Sociale Visie 2020. Dat schept ruimte schept om de wijkaanpak fundamenteel anders te organiseren door: - de focus te leggen op wijkanalyses - alleen wijkprogramma’s op te stellen als daar uit de analyse of vanuit het bestuur aanleiding toe is - overlegstructuren te beperken en wijkregie alleen in te zetten daar, waar het echt nodig is
22
-
via digitale informatieverstrekking burgers de gelegenheid te bieden zelf actie te ondernemen. het budget voor buurtbonnen te verminderen; gezien de financiële positie van onze gemeente achten we dat reëel. De implementatie daarvan laat zich vertalen in een financieel effect van € 185.000,- in 2012, oplopend tot 380.000,- in 2014 en verder. Ook zoekrichting 13, Vernieuwing en bezuiniging welzijnswerk heeft effect op de aanpak in wijken. De gemeente streeft naar een toegankelijke maatschappelijke structuur die mensen in staat stelt zich optimaal te ontwikkelen en deel te nemen aan de maatschappij. Het welzijnsbeleid richt zich op het ondersteunen van doelgroepen en individuen en het aanbieden van activiteiten die hieraan bijdragen. Hierdoor laat vernieuwing cq. verandering zich vooral vinden in de uitgangspunten zoals die zijn verwoord in de Sociale Visie 2020: • eigen kracht • collectieve (voorliggende) voorzieningen eerst, individueel als het niet anders kan • verschuiving van zorg naar preventie/welzijn Bij de invulling van deze zoekrichting zijn wij uitgegaan van een vernieuwing van het welzijnsbeleid waarbij de focus moet liggen op effectiviteit en vraagsturing. De gemeente en de instellingen willen nieuwe, heldere en haalbare doelen formuleren. De sleutel ligt in het slim programmeren en integreren van diverse thema’s binnen het sociale domein, zoals CJG, Brede School, Thuis in de buurt, etc. Ook op het gebied van accommodaties kunnen slimmere combinaties gemaakt worden door activiteiten en voorzieningen meer in elkaar te schuiven (zie ook zoekrichting 14 Maatschappelijk vastgoed). Het welzijnsbeleid wordt daarom vernieuwd met het doel om te komen tot een optimale welzijnsprogrammering per wijk in Hengelo, met daarin intensieve samenwerking en mogelijk aanpassingen in de organisatorische structuur We besparen met deze hiermee per 2015 € 175.000.-.
Bestuur & Middelen De regionale samenwerking is in verschillende zoekrichtingen, maar ook in de bedrijfsvoeringsopgave, een belangrijke focus geweest en zal dit ook blijven in het proces van vernieuwen en bezuinigen. Het moge duidelijk zijn dat eenzijdig keuzes maken in een samenwerkingsverband niet of beperkt tot de mogelijkheden behoort en niet tot zogenaamde quick wins leidt. Dat heeft ons er niet van weerhouden serieus naar deze zoekrichtingen te kijken. We mogen daarbij echter niet uit het oog verliezen dat over een aantal onderwerpen al fundamenteel discussie is gevoerd. Daarbij doelen wij op de zoekrichting 29 Regionalisering brandweerzorg en zoekrichting 30 Regio Twente. In het kader van zoekrichting 29, Regionalisering brandweerzorg is in regionaal verband onderzocht hoe op korte termijn de efficiency- en schaalvoordelen die kunnen worden bereikt kunnen worden vertaald naar een objectieve verrekeningsnorm bij een volledig geregionaliseerde brandweer. Een besparing op de brandweerkosten is in deze fase van regionale besluitvorming nog niet hard te maken. Desondanks handhaven wij – nu taakstellend – de beoogde besparing van € 350.000,- euro, te realiseren vanaf 2014. In de tussenrapportage op zoekrichting 30 Regio Twente gaven wij aan dit jaar een taken- en ambitieschouw plus een efficiencyoperatie van Regio Twente is afgerond. Deze heeft tot een taakstellende besparing van € 2,5 miljoen geleid. Naar verwachting is deze in 2012 volledig geëffectueerd. T.a.v. de specifiek in de zoekrichting genoemde taak reizigersadvisering en –vaccinatie hebben wij in de uitwerking van deze zoekrichting in de tussenrapportage reeds aangegeven dat in 2012 nadere besluitvorming plaatsvindt. Daarnaast kan wellicht een wijziging van de bekostingssystematiek van Regio Twente mogelijkheden bieden om in de vorm van een cafetariamodel te kiezen uit een productenaanbod van Regio Twente. Daarbij moet wel worden bedacht dat het niet langer afnemen van producten van Regio Twente op het eerste oog leidt tot kostenreductie, maar als deze producten of diensten vervolgens lokaal moeten worden geleverd, dit per saldo kan leiden tot kostenverhoging. Uit de eindrapportage op zoekrichting 30 Regio Twente maken wij op dat, naast de 2,5 miljoen structurele besparing op dit moment geen perspectief is voor verdergaande bezuinigingen door taken van Regio Twente te beperken. Wij zien jujst meer heil in een zoekrichting die uitgaat van intensivering van de regionale samenwerking. Voor bedrijfsmatige samenwerking is in Regio Twente-verband al een traject uitgezet, dat (in het kader van de bedrijfsvoeringsopgave) kan leiden tot besparingen. Ook de RUD-vorming en internationale activiteiten van Twente zijn regionaal georganiseerd. We haken daarmee ook in op een van de ideeën van de Burgerdenktank, nr. 7 Intergemeentelijke samenwerking.
23
Voor wat betreft Zoekrichting 31: GBT Goedkoper a.g.v. Samenwerking is de verwachting dat de komende jaren meer Twentse gemeenten zich zullen aansluiten bij het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. Per 2012 treedt Haaksbergen toe (zie raadsagenda oktober 2011). Een verdere daling van de kostprijs en van de Hengelose bijdrage aan deze gemeenschappelijke regeling is te verwachten. Deze zoekrichting is uitgewerkt gecombineerd met zoekrichting 38, doorberekenen perceptiekosten GBT. (Onder perceptiekosten worden de kosten verstaan die zijn gemoeid met de heffing en invordering van belastingen). De kosten van aanslagoplegging en invordering van heffingen en belastingen worden tot nu toe gedekt uit de algemene middelen. Een zuivere toerekening van de kosten aan de afzonderlijke heffingen ligt meer voor de hand. De consequenties van beide zoekrichtingen in financiële zin horen thuis bij de integrale discussie over de woonlasten. In zoekrichting 33, Onvoorzien & representatie is gezocht naar een verdere versobering. Zoals aangekondigd in de Tussenrapportage streven wij naar een budgetverlaging van samen 100.000,- euro op de beide budgetten. De overige zoekrichtingen binnen het domein Bestuur en Middelen hebben niet tot een financieel resultaat geleid. Met uitzondering van zoekrichting 37, Reserves, deze heeft zoals gezegd afzonderlijk in uw raadsvergadering van oktober 2011 voorgelegen. Tot slot zijn er nog zoekrichting 42, Grondbedrijf en idee 14 van de burgerdenktank, waarvan gesteld kan worden dat geen sprake is van een direct effect op de begroting. In deze zoekrichting is onderzocht op welke wijze optimalisatie van de opbrengst van gronden kan plaatsvinden. 1. Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) De boekwaarde van de NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden voor het doel waarvoor het is aangekocht) wordt jaarlijks verhoogd met de rente (€ 1.413.490) die wordt toegerekend en de gemeentelijke belastingen, waterschapslasten, etc. Ideaal beeld zou zijn dat de opbrengst van de huur, pacht, teelt van gewassen gelijk op zou gaan met de kosten. Dit is een utopie. Wel kunnen hogere opbrengsten worden gegenereerd door enkele andere maatregelen. Financieel gezien levert dat een structurele opbrengst van € 25.000,- op, toe te rekenen aan idee 14 van de Burgerdenktank “Braakliggend terrein en andere gronden in bezit van de gemeente”. 2.
Kaveluitgifte Die kandidaten die vooraf al zeker weten dat ze tot koop willen overgaan, willen we als gemeente maximaal bedienen. Het gaat hierbij veelal om kopers die risico durven te nemen of hun bestaande woning hebben verkocht. Bij nieuwe uitgiftes zal dit uitgangspunt worden meegenomen in het uitgifteplan. Bij de kaveluitgifte Dalmeden is het college inmiddels geadviseerd om bij de eerstvolgende nieuwe uitgifte (deelgebied Bos) bij de uitgiftesystematiek meer recht te doen aan snelle beslissers. Deze zoekrichting moet worden gezien als een extra middel om de taakstellingen in de grondexploitaties te realiseren.
3.
Veilen Bij nieuwe uitgiftes zal per project worden bepaald hoe uitvoering wordt gegeven aan de uitgifte. De uitgiftevorm is afhankelijk van het aantal kavels, de ligging en de grootte van de kavels. Is het een zeer gewilde exclusieve kavel, dan kan gedacht worden aan een veiling of per opbod. Is de kavel juist zeer moeilijk te verkopen dan moet eerder gedacht worden aan het inschakelen van een makelaar. In het merendeel van de situaties zal loting een voor de hand liggende uitgifte zijn. Er is besloten dat per project een uitgifteplan wordt opgesteld. De keuze voor de uitgiftevorm maakt hier onderdeel van uit.
24
Woonlastenstijging lager dan inflatiecorrectie Discussienota Zoals wij in de discussienota al hebben aangegeven gaan wij, rekening houdend met een verslechterend financieel perspectief, er van uit dat de totale gemeentelijke woonlasten maximaal in lijn met de inflatiecijfers worden aangepast en zien we verzwaring van de woonlasten uitdrukkelijk als een sluitstuk in de bezuinigingsopgave. Daarbij uitgaand van o.a. de mogelijkheid om voor een beperkt aantal jaren de lasten (tijdelijk) extra te verhogen om de begroting sluitend te maken. Overweging en voorstel Wij zijn van mening dat in deze tijd een duidelijke lastenverzwaring, we spreken dan over de totale woonlasten van onroerendzaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing, voor de burger moet worden vermeden. Onze financiële positie laat het echter niet toe om, zoals in voorgaande jaren gebruikelijk, van een indexering af te zien. Voor de lokale woonlasten wordt in het coalitieakkoord uitgegaan van een opbrengstontwikkeling die gelijk is aan de inflatie. Op basis van CPB-cijfers moet worden uitgegaan van een inflatie van 2,25% voor 2012. De totale woonlasten (ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing) bedroegen in 2011 € 668.28. Rekeninghoudend met een inflatiecorrectie van 2,25% zouden de totale woonlasten maximaal € 683,32 mogen zijn. Terugkijkend op de kaders uit de kadernota concluderen wij dat over de woonlasten uw raad tijdens de gezamenlijke raadscommissie van 24 maart j.l. , die bedoeld was ter voorbereiding van de kaders voor vernieuwen en bezuinigen geen standpunt heeft ingenomen. Wel is in de kadernota zoekrichting 38, Doorberekenen perceptiekosten GBT opgenomen (onder perceptiekosten worden de kosten verstaan die zijn gemoeid met de heffing en invordering van belastingen). Vertrekpunt voor deze zoekrichting was dat de kosten van aanslagoplegging en invordering van heffingen en belastingen tot nu toe gedekt worden uit de algemene middelen. De redenering daarachter was dat de kosten niet noemenswaardig hoger zijn door andere heffingen, zoals riool- en reinigingsheffing, mee te laten liften op de aanslagen OZB, waar voor de afschaffing van het gebruikersdeel woningen in de OZB ieder huishouden mee werd geconfronteerd. Een zuivere toerekening van de kosten aan de afzonderlijke heffingen ligt nu meer voor de hand. Uit de rapportage op deze zoekrichting maken wij op dat een realistische toerekening van de perceptiekosten aan de desbetreffende heffingen en belastingen een besparing voor de algemene middelen oplevert van € 490.000,-. Dat leidt wel tot een verhoging van enkele tarieven (afvalstoffenheffing (excl. Diftar), rioolrecht ) als die niet tegelijkertijd worden gecompenseerd door sturing op uitgavenkant. Bedoelde sturing in de rioolbegroting leidt tot een geactualiseerd Gemeentelijk Rioleringsplan dat in 2012 zal worden aangeboden. Daarin zijn versobering, fasering en prioriteitstelling, evenals de resultaten van de zoekrichting ten aanzien van dit onderwerp verwerkt. Tijdens de behandeling van het voorstel Invoering Diftar dat onlangs in uw raad is besproken, is ook gesproken over de mogelijkheid om in 2012 geconstateerd “goed gedrag” gericht op afvalreductie, scheiding en hergebruik. Daarbij is een inschatting gemaakt in de richting van ± € 10,- per huishouden. Wij hebben er voor gekozen om dit effect al in 2012 in de berekening van de tarieven voor de afvalstoffenheffing mee te nemen. Effect voor de burger Zoals aangegeven nemen wij het totaal van de woonlasten van 2011 als uitgangspunt. Onderstaande tabel laat de tarieven van 2011 en de effecten van het voorgestelde maatregelen zien bij een gemiddelde woz-waarde en uitgaande van een afvalstoffenheffing zonder correcties als gevolg van daadwerkelijk aanbiedingsgedrag in het kader van diftar.
25
Woonlasten
Woonlasten 2011 Woningeigenaar € 207,48 -
Collegevoorstel 2012 Woningeigenaar € 207,48 4,67 3,63 215,78
Afvalstoffenheffing; Perceptiekosten Verlaging afvalstoffenheffing (-/- € 10 per won)
273,60 -
278,00 6,65 -10,00 274,65
Rioolheffing; Perceptiekosten Verlaging rioolheffing
187,20 -
187,20 6,31 -6,31 187,20
Totale woonlasten
668,28
677,63
OZB OZB index 2,25 % OZB extra verhoging (1,75%) OZB verhoging (4%)
Tariefstijging totale woonlasten :
1,4%
Effect begroting en meerjarenperspectief Bovenstaand tarievenvoorstel heeft tot gevolg dat naast het financieel effect van zoekrichting 38, doorberekenen perceptiekosten GBT (€ 490.000,-) de inkomsten uit de onroerend zaakbelasting met € 650.000,- zullen toenemen. Conclusie Rekening houdend met een verhoging van de tarieven als gevolg van zoekrichting 38, doorberekenen perceptiekosten GBT, gecompenseerd door een gelijktijdige verlaging van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht, komen de totale woonlasten, bij een gemiddelde ozb waarde en gemiddeld aanbiedingsgedrag van afval, € 9,35 hoger uit dan in 2011. Dat is een tariefstijging van 1,4% ten opzichte van de totale woonlasten in 2011. De totale woonlasten stijgen met 1,4%. Dat is een woonlastenstijging ruim onder de inflatiecorrectie van 2,25% die het Centraal PlanBureau hanteert. Van een maximale inflatiecorrectie, zoals door ons college in het coalitieakkoord geformuleerd, hoeft daardoor geen gebruik te worden gemaakt. Overigens zijn wij van mening dat als gevolg van kostenstijgingen en indexeringen een nul-lijn in de tarieven vanuit een verstandig financieel beleid op langere termijn niet houdbaar is.
26
Recaputilatie opbrengst Herontwerp Vernieuwen & Bezuinigen Zoekrichting 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 en 12 13 14a
Omschrijving AWBZ en Jeugdzorg P-budget, Wet Werken naar Vermogen Armoedebeleid ( NB 210 wordt 285) ISV budget GSB taken City Marketing Bedrijventerreinen + Erfpachtcanons Warenmarkt ROZ Stadsboerderij Wijkgericht werken 11 en 12 Vernieuwing welzijnswerk Maatschappelijk vastgoed 14a
2012
14b Idee 2+3+10 15 16 17 en Idee 4 18 19 20 en Idee 1+5+17 21 22a 22b 23 en 24 25 26 27 28 29 30 Idee 7 31 32 33 34 35 36 Idee 15 37 38 39 40 41 42 Aanvullend Idee 14 Idee 8+16 Idee 18 Idee 9 + 12 Idee 11 Idee 13
Maatschappelijk vastgoed 14b Burgerdenktank Ideeën over vastgoedbeheer Jeugd en Jongerenwerk programmering Toekomst jongerencentra en accommodaties Samenwerking culturele instellingen + Akkuh Burgerdenktank idee over culturele subsidies Bibliotheek Sport Gemeentelijke Subsidies Burgerdenktank Ideeën over subsidiëring Beloning bestuurders Sted. Ontwikkeling plannen 22A Sted. Ontwikkeling fasering 22B Beheer openbare ruimte 23 + areaalverkleining 24 Kinderboerderij Duurzaamheid Adoptie verkeersvoorzieningen + reclame Vergunningverlening en handhaving Regionalisering Brandweerzorg Regio Twente Burgerdenktankidee over intergem. Samenwerking GBT (100) + Perceptiekosten (zoekrichting 38) (490) Fractiebudgetten en vergoedingen Onvoorzien en representatie Meer inzet op digitalisering Water in de raadsvergadering Financieel beleid Burgerdenktank idee over belasten van de gebruiker Reserves en voorzieningen Perceptiekosten GBT (samengevoegd met 31) Winterterrassen (precario) Lagere dekkingsgraad rioolvoorziening Risicoopslagen leningen verhogen Grondbedrijf Woonlasten - ozb Burgerdenkidee over gebruik braakliggende grond Burgerdenktankideeën over kwaliteitsindicatoren Burgerdenktankidee over Cradle to Cradle lifecyle Burgerdenktank Ideeën over Communicatie Burgerdenktank Ideeën over Expertgroepen Bugerdenktank Ideeën Raadsinformatie systeem
Totaal zoekrichtingen en burgerdenktank
2013
2014
2015
Het effect van deze beleidskeuzes is verwerkt in het financieel perspectief (zie ook hoofdstuk 2)
Bedragen x 1000
27
50 0 0 50 0 185 150 30
50 0 0 50 0 315 175 65
50 0 0 50 0 380 175 65
50 0 0 50 0 380 175 65
75
185
285
435
25 17 50
50 35 250
50 35 350
50 35 450
150 114 217
150 200 222
150 200 222
150 200 172
0 73 1.315 350 0 0 0 0 0 0 0 490 0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 650 25 0 0 10 0 20
0 150 614 398 0 0 0 0 0 0 0 515 0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 650 25 0 0 10 0 20
0 150 587 473 0 0 100 0 350 0 0 540 0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 650 25 0 0 10 0 20
0 150 541 550 0 0 100 0 350 0 0 565 0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 650 25 0 0 10 0 20
4.146
4.229
5.017
5.273
Hoofdstuk 4
Bestemmingsreserve organisatieontwikkeling
De organisatieopgave De Hengelose organisatie is in ontwikkeling. Complexe vraagstukken als: vertrouwen op de kracht van de samenleving, burgerparticipatie en burgerinitiatieven, een terugtredende overheid, samenwerking, transparantie van overheidshandelen, toenemende digitalisering en flexibel werken zijn actueel en verstrekkend. Hoe richten we onze organisatie hierop in en hoe bereiden we onze medewerkers hierop voor? De antwoorden hierop moeten we realiseren in een periode waarin we ook flink bezuinigen. De transitie die we moeten maken vormt een forse organisatieopgave voor de komende jaren. Om hierin een goede koers te volgen, moet een aantal vragen beantwoord worden. - Wat is de belangrijkste opgave voor de gemeentelijke overheid in de toekomst? - Welke organisatievorm hoort daarbij? - Welke medewerkers met welke competenties en welke (vak)kennis horen daarbij? - Hoe ontwikkelt de huidige organisatie zich naar de gewenste? De belangrijkste opgave voor de gemeentelijke organisatie dwz de core business voor onze organisatie is: - zorg voor de veiligheid en leefbaarheid van de openbare ruimte; - betrouwbare leverancier van informatie en diensten; - ondersteuner voor de sociaal zwakkeren; - toekomstvisie op de stad en schepper van voorwaarden voor inwoners en bedrijven om die toekomstvisie waar te maken. Dit is het bestaansrecht van de gemeente, omdat daar de vraag van de burge De organisatievorm De Hengelose organisatie voert vanuit een historische context veel taken zelf uit. Dat beeld zie je terug in de cijfers van de personele benchmark. Wij hebben veel vakkennis in huis en een eigen uitvoeringsorganisatie op nagenoeg alle taken. Daardoor zijn we relatief omvangrijk maar hebben we ook een lage inhuur. Voor de opgave van ‘Vernieuwen en bezuinigen’ die nu vereist is, wordt een andere manier van werken van onze organisatie gevraagd. Onze organisatie moet transformeren. De koers van die verandering is niet eendimensionaal. Er wordt van ons gevraagd om een flexibele organisatie te zijn: soms gebaseerd op zakelijke inzichten, soms vanuit maatschappelijke zorg of het betrekken van andere maatschappelijke partners. Daar past geen keuze voor één organisatieprincipe bij. We kiezen de juiste manier van werken bij de verschillende werkterreinen. Onze opgave is: van een ‘organisatie in eigen beheer’ naar een ‘flexibele organisatie op maat’. De medewerkers Het antwoord op de vraag wat wij van onze medewerkers verwachten is afhankelijk van de taak en de manier van werken die daarbij hoort. Om een goed functionerende flexibele organisatie te zijn hebben we zakelijke mensen nodig, netwerkers, ondernemers, bureaucraten en (in een tijd van verandering) creatievelingen, afhankelijk van de taak die we onder handen hebben en de vorm waarin we die taak uitvoeren. Het betekent in ieder geval dat we een grotere vorm van diversiteit in eigenschappen nodig hebben: • We hebben breed inzetbare medewerkers nodig met binding aan de publieke zaak; • We hebben medewerkers nodig die zich binden aan ons als werkgever en die breed inzetbaar zijn; • We hebben beperkt specifieke vakkennis nodig. Meestal hebben we die vakkennis samen met onze regiogemeenten of maatschappelijke partners; soms huren we die in.
Afbouw formatieomvang De bezuinigingsopgave van 15 miljoen leidt, naar schatting, tot een vermindering in onze formatieomvang van ongeveer 100 fte. Dit is gebaseerd op de gemiddelde loonkosten van 60.000 euro per formatieplaats.
28
Onze organisatie kent naar verwachting een natuurlijke uitstroom als gevolg van pensionering in de jaren tot en met 2015 van eveneens ongeveer 100 fte. De omvang van deze pensioenuitstroom zou het mogelijk maken om de beoogde formatievermindering te realiseren, door simpelweg de uitstromende medewerkers niet te vervangen. Desondanks is de opgave complex. Het vertrek van medewerkers loopt vaak niet synchroon met functies waarvan taken wegvallen, terwijl op andere plekken nieuwe kwaliteiten nodig zijn. We moeten door het stimuleren van interne mobiliteit proberen om de juiste medewerkers op de juiste plek te krijgen. De opgave daarbij is: komen tot een flexibele organisatie met de juiste match tussen medewerker en opdracht, zonder veel nieuwe instroom en met zo min mogelijk geforceerde uitstroom. Hierop is de afgelopen periode al geanticipeerd door het creëren van zoveel mogelijk zogenaamde ‘schuifruimte’ in de organisatie. Om de afbouw in de formatieomvang te realiseren en de transitie naar een flexibele organisatie zorgvuldig en integraal aan te pakken is het van belang om op de verschillende beleidsterreinen manoeuvreerruimte te creëren door het niet invullen van ontstane vacatureruimte. De sectormanagers sturen hier al enige tijd op. Duidelijk is dat wij in onze organisatie en in onze medewerkers zullen moeten (blijven) investeren om het doel van ‘een flexibele organisatie op maat’ te bereiken. Hoe gaan we dat doen? Aanpak - De organisatie gaat aan de slag met een management development programma: onze leidinggevenden hebben een belangrijke taak in het omvormen van onze organisatie; - We richten een Hengelo’s Ontwikkelplein (HOP) op waarin de bestaande en succesvolle Hengelo Academie is geïncorporeerd en die wordt uitgebreid met een Loopbaancentrum dat ondersteunt bij loopbaanvragen en mobiliteitswensen en een Banenmarkt om vraag en aanbod van werk en medewerkers bij elkaar te brengen. Hier bieden we ook de medewerkers waarvan de functie vervalt individuele opleidings- of outplacementtrajecten aan; - We investeren in technische en digitale ontwikkelingen die Het Nieuwe Werken ondersteunen zodat onze medewerkers flexibeler qua plaats en tijd, zelfstandiger en transparant kunnen werken; - We stellen tijdelijk medewerkers aan om essentiële functies te vervullen waarvoor (nog) geen eigen medewerkers opgeleid zijn; - We besteden extra aandacht aan de overdracht van kennis op die plekken waar essentiële kennis onze organisatie verlaat als gevolg van uitstroom (bijvoorbeeld door pensionering); - We krijgen in dit traject te maken met desintegratieschade door taken die we nu zelf doen uit onze organisatie te ontvlechten; - We doen eenmalig extra investeringen die leiden tot een structureel meer efficiënte bedrijfsvoering; - We huren waar nodig tijdelijk externe hulp in om ons scherp en op koers te houden. Gezien de veranderopgave waar onze organisatie voor staat, moeten we nu investeren in medewerkers, leidinggevenden, omstandigheden en techniek. We achten die investering een noodzakelijke voorwaarde om de transitie naar een flexibele organisatie te maken met de juiste medewerker op de juiste plek. Zonder deze investering kunnen we de afbouw van de formatie niet vergezeld laten gaan van de noodzakelijke omvorming naar een flexibele organisatie op maat.
Bestemmingsreserve organisatievernieuwing Om deze aanpak te financieren stellen wij voor om de besparingen die we eerder realiseren dan in de taakstelling is afgesproken, óf de extra besparingen die we realiseren, tijdelijk toe te voegen aan een in te stellen bestemmingsreserve Organisatievernieuwing. Ons voorstel is de voeding van deze bestemmingsreserve jaarlijks te laten plaatsvinden bij het vaststellen van de jaarrekening. Onze organisatie zal tussentijds via de bestuursrapportages en jaarlijks achteraf via het jaarverslag verantwoording afleggen over de bestede middelen. We hebben een inschatting gemaakt van de hoogte van het benodigde reserve. Voor een reële slagingskans van de gewenste transformatie hopen we circa 1 miljoen euro te kunnen vrijmaken in de komende jaren.
29
Bestedingsplan bestemmingsreserve A - Vertrek uit functie (outplacement en vertrekpremie) • Outplacement: personeel dat elders in de organisatie niet ondergebracht kan worden en waarvoor extern een oplossing gezocht moet worden. (uitstroombegeleiding). B - Mobiliteit, (HOP en bijscholing) • Mobiliteit- en loopbaancentrum: aanloopkosten en versnelde operationalisering van een mobiliteit- en loopbaancentrum om personeelsleden die vrij komen elders in de organisatie in te zetten. (doorstroombegeleiding); • Opleiding en training: toerusten van personeelsleden op nieuwe taken, Management Development. C - Overbruggingskosten (salarisgarantie en dakpanconstructie) • Tijdelijke meerkosten wegens herplaatsing; • Overbrugging met tijdelijke overlap personele inzet t.b.v. kennisoverdracht a.s. gepensioneerden. D - Tijdelijke versterking (Fin./P&O/ICT en inhuur) • Versterking P&F: inzet specialisten op de P en de F (ondersteuning bezuinigingsproces); • Versterkte inzet m.b.t. automatisering/ICT; • Versterking op transitie- en veranderingsprocessen (bijv. sociale sector, vastgoed); • Tijdelijke inhuur om ondanks krimp specifieke processen goed te borgen. E - Desintegratieschade en eenmalige investeringen • Desintegratieschade: regionalisering en shared service m.a.g. frictiekosten; • Eenmalige investeringen t.b.v. structureel hogere efficiency.
Benodigde Financiën Naar verwachting is in totaal is ca. 1.000.000 euro nodig met de volgende verdeelsleutel: A – € 200.000 (10 vertrekkende medewerkers, outplacement en vertrekpremie); B - € 200.000 (100.000 HOP en 100.000 scholing/training); C - € 200.000 (100.000 dakpanconstructies en 100.000 salarisgaranties); D - € 200.000 (100.000 PFI en 100.000 tijdelijke inhuur); E - € 200.000 (100.000 desintegratie en 100.000 eenmalig t.b.v. verhoging efficiency).
Onttrekking De raad besluit via vaststelling berap dan wel de jaarrekening over de mutaties in de Reserve Organisatievernieuwing. De verdere beschikking over deze budgetten ligt bij de directie.
30
Hoofdstuk 5 Burgerdenktank Bij de raadsbespreking op 19 juli jl. van de Burgerdenktank-ideeën is afgesproken, dat deze afzonderlijk worden besproken in deze Eindrapportage Herontwerp – Vernieuwen en bezuinigen. Onderstaand geven we u eerst een overzicht van alle ideeën, voorzien van een raadsvoorstel per idee. Vervolgens bespreken we de ideeën inhoudelijk. Onze reacties zijn iets uitgebreider dan bij de zoekrichtingen, omdat de meeste ideeën zijn betrokken bij de uitwerkingen van de zoekrichtingen. Voor een aantal ideeën zijn afzonderlijke uitwerkingen gemaakt (Communicatie, Huis-aan-huis blad, Efficiencyslag wethouders en gemeenteraad). Overzicht adviezen op Burgerdenktank-ideeën Idee 1. Subsidievolgsysteem 2. Samenwerking organisaties en hun gebouwen stimuleren
3. Sociale bedrijven inzetten bij klein onderhoud
Advies aan raad
Verwerkt in zoekrichting 20. Subsidies 14. Maatschappelijk vastgoed; uiteindelijk wordt daar € 500.000 bespaard. 14. Maatschappelijk vastgoed
4. Culturele subsidies
17. Culturele instellingen (besparing op termijn € 450.000)
5. Geen subsidie onder € 1000
20. Subsidies
6. Noaberschap
--
7. Intergemeentelijke samenwerking
Bedrijfsvoering
8. Kwaliteitsindicatoren
Bedrijfsvoering
9. Manier van communiceren
Afzonderlijk uitgewerkt; levert een besparing van € 10.000 per jaar op. 14. Maatschappelijk vastgoed
10. Energiebesparing met eenvoudige maatregelen 11. Bezuinigen in de gemeente door gebruik te maken van de bij senioren aanwezige kennis
11/12 Wijkgericht werken, waar uiteindelijk € 380.000 wordt bespaard (incl.
31
Bestaande volgsysteem optimaliseren. Subsidieoverzicht op hengelo.nl plaatsen Als opdracht meegeven aan het op te richten gemeentelijk vastgoed(beheer)bedrijf
Als opdracht meegeven aan het op te richten gemeentelijk vastgoed(beheer)bedrijf en aan de relevante gemeentelijke sectoren De Burgerdenktank berichten, dat met de grotere instellingen prestatieafspraken worden opgenomen in de subsidiebepalingen en dat daarover jaarlijks wordt gerapporteerd. De kleinere organisaties hebben minder verantwoordingsverplichtingen (deregulering) De Burgerdenktank berichten, dat onze uitvoeringsregelingen nauwelijks verantwoording vragen voor subsidies beneden de 5000 euro. Geen subsidies beneden de 1000 euro in behandeling nemen heeft waarschijnlijk een opdrijvend effect. De Burgerdenktank berichten, dat we dit idee een ondersteuning vinden van ons beleid zoals dat o.a. in de Sociale Visie is verwoord. De regionale samenwerking is onderwerp van continue overleg. We streven naar intensivering van o.a. shared services. Wordt betrokken bij de maatregelen over de Bedrijfsvoering Akkoord met het verminderen van het aantal informatiebijeenkomsten. Inwoners worden meer via digitale media geïnformeerd. Als opdracht meegeven aan de gemeentelijke afdelingen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de gemeentelijke gebouwen. We willen ons niet beperken tot een expertgroep van senioren. Per thema of onderwerp formeren we een expertgroep van deskundige inwoners.
Idee
12. Een eigen gemeentelijk huisaan-huis blad
13. Efficiencyslag wethouders en gemeenteraad
Verwerkt in zoekrichting 30.000 minder voor buurtbonnen) Afzonderlijk uitgewerkt; levert o.i. geen besparing noch een kwaliteitsverbetering op. Afzonderlijk uitgewerkt; levert een besparing van € 20.000 per jaar op.
14. Braakliggend terrein en andere gronden in bezit van de gemeente 15. De gebruiker betaalt
42. Grondbedrijf
16. Hengelo’s Q-systeem voor de gemeentelijke organisatie 17. Invoering tussentijdse effectmeting bij de te verstrekken subsidies
Bedrijfsvoering
18. Life cycle als centrale eis bij projectontwikkeling en beheer & onderhoud
22. Stedelijke ontwikkeling en Bedrijfsvoering
36. Financieel beleid
20. Subsidies
Advies aan raad
We zetten steeds meer in op digitale media, met gerichte informatie aan inwoners. Op termijn biedt hengelo.nl de mogelijkheid geattendeerd te worden op specifieke informatie. Het raadsinformatiesysteem wordt geoptimaliseerd, wat ook voor inwoners de mogelijkheid biedt gerichte informatie te verkrijgen. De overige ideeën over vermindering van het aantal wethouders en verlaging van vergoedingen komen aan de orde bij de kabinetsvoorstellen en wettelijke regelingen dienaangaande, waarschijnlijk in 2015. We gaan dit uitvoeren en verwachten daardoor jaarlijks € 25.000 euro extra inkomsten te verkrijgen. Dit uitgangspunt is leidend in ons beleid; zie als voorbeeld diftar voor de afvalstoffeninzameling. Wordt betrokken bij de maatregelen over de Bedrijfsvoering Effectmeting is opgenomen in de subsidiebepalingen voor grotere instellingen. Kleinere organisaties willen we niet belasten met extra verantwoordingsverplichtingen. We onderschrijven het idee, maar kunnen er geen extra geldmiddelen voor inzetten. Dit idee wordt opgenomen in het programma Duurzaamheid, in het wijkbeheer en in het projectmatig werken.
Subsidies De ideeën 1, 4, 5 en 17 hebben allen betrekking op de subsidies die de gemeente verstrekt. De gemeente heeft een subsidievolgsysteem, dat verder wordt ontwikkeld om het subsidieproces transparanter te maken. Het systeem maakt het mogelijk om periodiek te rapporteren, o.a. via internet, over de verleende subsidies. We hebben het subsidieproces gestroomlijnd. Via de nieuwe Algemene subsidieverordening (Asv) en de uitvoeringsregelingen weten subsidieaanvragers aan welke criteria ze moeten voldoen en hoe ze de aanvraag moeten indienen. De Asv bepaalt dat subsidies onder de € 5.000,- een eenvoudige procedure doorlopen dan hogere aanvragen. Ook is de verantwoordingsplicht geringer. “Geen subsidies onder de € 1000,-”: daarvan verwachten we een opdrijvend effect. Bij omvangrijke subsidies worden prestatieafspraken gemaakt en de verantwoording vastgelegd. Grote instellingen leggen via hun jaarverslag verantwoording af. Inkomensafhankelijke bijdragen is alleen al vanwege de administratieve rompslomp niet aan te raden. Bovendien mag de gemeente geen inkomenspolitiek bedrijven. Alleen via het Sport- en cultuurfonds kunnen minima een tegemoetkoming krijgen. 2. Samenwerking organisaties en hun gebouwen stimuleren Kern van het idee is dat door het verminderen/geleidelijk afbouwen van subsidies meer samenwerking zal ontstaan tussen organisaties, minder versnippering qua organisaties en een betere bezetting en multifunctioneel gebruik van gebouwen zijn het gevolg. Met het oprichten van een gemeentelijk vastgoedbedrijf beogen we onder meer om het gebruik van de accommodaties te optimaliseren; zie zoekrichting 14a/b. Efficiënter gebruik kan ertoe leiden dat we panden kunnen afstoten. Dat willen we bereiken door organisaties aan te moedigen tot samenwerking.
32
3. Sociale bedrijven inzetten bij klein onderhoud Idee: De ‘sociale’ bedrijven (meest brede zin van het woord) betrekken bij klein onderhoud gemeentelijke en aanverwante gebouwen. In het geval van gemeentelijk vastgoed geldt dit als een verplichting, bij aanverwante gebouwen stimuleren door beschikbaar stellen van subsidie, materialen en kennis. Bij groenvoorziening, schilderwerk, houtbewerking, elektrotechniek, etc. kunnen bedrijven met veel mensen uit de arbeidsactivering worden ingeschakeld. Het behouden van werk, dagbesteding voor een groot deel van de Hengeloërs is dan het doel. Overweging: Hengelo is een van de grondleggers van het MVO, maatschappelijk verantwoord ondernemen. Via het pact MVO stimuleren we bedrijven om ruimte te creëren voor re-integratie naar werk. Als opdrachtgever nemen we dat op in onze bestekken. ‘Sociale bedrijven’ hebben dus onze aandacht. 6. Noaberschap Voor idee 6 Noaberschap, waarin Hengeloërs samen en voor elkaar werken is een cultuuromslag nodig We beschouwen dit idee als een ondersteuning van ons beleid zoals verwoord in de Sociale Visie 2020. 7. Intergemeentelijke samenwerking Idee: bepaalde taken van de gemeente waar mogelijk op eenzelfde wijze uitvoeren. Gemeenten houden wel allemaal hun eigen diensten, maar werken op dezelfde manier. Samenwerken kan per discipline (bv. inkoop, opleiding, ICT) en per beleidsterrein (bv. uitvoering sociale verzekeringswetten, milieu). Overwegingen: De laatste jaren hebben we in regionaal verband de samenwerking gezocht. Het gemeenschappelijk belastingkantoor is daar een voorbeeld van. Inkoop gebeurt vaak samen met andere Twentse gemeenten. Er lopen diverse trajecten om tot intensivering van ‘shared services’ te komen. 8. Kwaliteitsindicatoren Idee: Invoeren van kwaliteitsindicatoren voor de werkprocessen van de gemeente. Zowel bij de operationele taken als bij beleidszaken. De verantwoordelijkheid voor processen duidelijk beleggen (proceseigenaar). Doelmatig, doeltreffend en rechtmatig werken; voldoen aan kwaliteitseisen. Overwegingen: De laatste jaren zijn er diverse vorderingen gemaakt in het verbeteren van de kwaliteit van onze processen. Regelmatig vinden er interne en externe audits plaats. De bezuiniging van 5 miljoen op de bedrijfsvoering van onze organisatie geeft aanleiding om daar aandacht aan te blijven besteden. 9. Manier van communiceren Idee: de wijze waarop de gemeente communiceert richting de burger kritisch onder de loep nemen. Aanleiding: aantal, maar vooral versnippering van inloopavonden (voorlichting/inspraak) en de luxe folders. Dit idee beoogt een effectievere, goedkopere, meer op de behoefte toegesneden communicatie op te leveren. Overwegingen: Dit idee is uitgewerkt door onze afd. Communicatie. Aangetoond is, dat we al terughoudend zijn met (luxe) folders en dat we per situatie bekijken welke communicatiemiddelen geschikt zijn. We zien mogelijkheden het aantal inloopbijeenkomsten, waar alleen informatie wordt verstrekt, te verminderen door deze te vervangen door bewonersbrieven. Dat levert een besparing op van € 10.000,- per jaar. 10. Energiebesparing met eenvoudige maatregelen Idee: door isolatie, plaatsing van dubbele tariefmeters, schakelklokken, en diverse andere ideeën kan er een aanzienlijke energiebesparing worden bereikt en dus ook een kostenbesparing. Overwegingen: Energiebesparing heeft onze voortdurende aandacht. Bij het onderhoud en het beheer is dat een uitgangspunt. Zo zijn we in gesprek met de gebruikers over de toepassing van ‘slimme meters’, zoals de Burgerdenktank voorstelt. Ons warmtenet is een voorbeeld, hoe we ook op grote schaal energie willen besparen. Het te bouwen nieuwe stadskantoor willen we zelfs helemaal energieneutraal realiseren, mede door toepassing van het ‘cradle to cradle’-principe. 11. Bezuinigen in de gemeente door gebruik te maken van de bij senioren aanwezige kennis Idee: een expertgroep van senioren op te richten. Deze groep kan bij de planvorming geraadpleegd worden voor een second opinion. Senioren kunnen op deze manier ook wat terug doen voor de maatschappij. In het idee worden verschillende (technische) voorbeelden uit het verleden genoemd, waarbij een second opinion misschien tot andere besluitvorming had kunnen leiden.
33
Overwegingen: We willen ons niet beperken tot een expertgroep van senioren, maar alle deskundigheid in onze stad aanspreken. We geven daarmee invulling aan het beleidsprogramma Burgerparticipatie. De komende jaren gaan we inzetten op een andere rolverdeling tussen overheid, partners en burgers. Er is in de Hengelose samenleving veel kracht en betrokkenheid aanwezig. Dit blijkt onder meer uit het succes van de buurtbonnensystematiek en de actieve betrokkenheid van bewoners in de Burgerdenktank. Uit de Burgerdenktank zijn nuttige aanbevelingen gekomen met betrekking tot het oprichten van een expertgroep en noaberschap. De afgelopen tijd hebben wij geëxperimenteerd met het gebruik maken van aanwezige kennis in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de klankbordgroep groen in de Hasseler Es, de rol van sleutelfiguren bij de totstandkoming van de wijkperspectieven en –programma’s Hengelose en Hasseler Es en de inzet van schouwers. Het is onze ambitie hier de komende jaren versterkt mee verder te gaan. Dit past binnen onze visie op een loslatende overheid, die verantwoordelijkheid durft te delen met de samenleving. 12. Een eigen gemeentelijk huis-aan-huis blad Idee: De externe communicatie van de gemeente Hengelo, bestemd voor de eigen burgers loopt momenteel via de gemeentelijke pagina’s in het Hengelo’s Weekblad. Daarnaast vallen er van tijd tot tijd van de verschillende gemeentelijke diensten afzonderlijke folders of brochures in de bus. Deze vormen van communicatie in één medium, een eigen huis-aan-huisblad, op te nemen. Voor de burger biedt dit meer herkenbaarheid. Hij hoeft zich maar op één medium te concentreren. Ook kan via een eigen medium de betrokkenheid van de burger bij de gemeente beter tot uitdrukking worden gebracht. Het gaat immers niet om het Hengelose publiek, maar om de Hengelose burger. Dit betekent een essentieel andere relatie en dus ook een andere communicatiestijl. Kortom de relatie overheidburger kan via één eigen medium beter verduidelijkt en verbeterd worden. Overwegingen: Ook voor dit idee is een afzonderlijke uitwerking beschikbaar. Daaruit blijkt, dat een gemeentelijk h-a-h blad naar onze mening onvoldoende toegevoegde waarde heeft. Uit de Omnibusenquête 2008 is naar voren gekomen, dat onze inwoners de voorkeur geven aan rechtstreekse, liefst geadresseerde informatieverstrekking. Dat kan per brief, maar meer en meer wordt www.hengelo.nl geraadpleegd. We overwegen meer gebruik te gaan maken van de “sociale media”. Inwoners kunnen dan een digitaal abonnement nemen, dat hen erop wijst dat er informatie voorhanden is. 13. Efficiencyslag wethouders en gemeenteraad Idee: Het verminderen van het aantal wethouders met 1 (20%). In de coalitievorming is gekozen voor de maximale variant wat betreft het aantal wethouders. Verschillende, met Hengelo vergelijkbare gemeenten, zijn toegerust met een wethouder minder. Zeker nadat de nieuwe wethouders ingewerkt zijn en het reilen en zeilen hebben leren kennen moet het mogelijk zijn met 1 wethouder minder uit te komen en 1 assistent minder. De gemeenteraad 20% minder vragen laten stellen. Waarbij hun gevraagd wordt pragmatisch naar de eigen vragen te kijken en te bepalen welke vragen in dienst staan van de gemeente Hengelo en welke vragen voor eigen politiek gewin worden gesteld. Politiek opportunistische vragen moeten teruggedrongen worden omdat deze niet op het budget van de gemeente mogen drukken, zeker niet in tijden van bezuinigingen. Om bovenstaand voorstel interessant te maken voor de leden van de gemeenteraad, en interessant en inzichtelijk voor de burgerij, is het van belang dat de gestelde vragen en moties, (zowel schriftelijk als mondeling) inzichtelijk worden gemaakt door middel van een Raadsinformatiesysteem (RIS) dat via internet toegankelijk is voor alle burgers van Hengelo. Daardoor kunnen ook de burgers de vragen beoordelen op zinnigheid. Overwegingen: Bij de coalitievorming is bewust gekozen voor het huidige aantal wethouders. Om gaande deze raadsperiode de samenstelling van het college te veranderen, lijkt niet raadzaam. Dit idee komt opnieuw aan de orde , als het kabinet zijn voornemen realiseert via wettelijke regelingen om de bestuurskosten en het aantal bestuurders, w.o. raadsleden, te verminderen. Het onderdeel vragen van de gemeenteraad is sympathiek, maar het is aan de raad zelf in hoeverre men gebruik maakt van dit democratisch instrument. We zijn op weg om het raadswerk verder te digitaliseren, ook om de papierberg te verkleinen. Het Raadsinformatiesysteem is in ontwikkeling en is niet alleen een belangrijk instrument voor de raad, maar we gaan het ook gebruiken om de raadsstukken via internet beschikbaar te stellen. 14. Braakliggend terrein en andere gronden in bezit van de gemeente Idee: Het doel van dit idee is om inkomsten te verwerven/te verhogen op de braakliggende en andere terreinen die in het bezit zijn van de gemeente. Daarvoor worden een aantal manieren aangedragen.
34
Overwegingen: Deze handreiking van de Burgerdenktank heeft ons Grondbedrijf aan het denken gezet, wat tot concrete voorstellen heeft geleid (zie zoekrichting 42 Grondbedrijf). Naar verwachting leidt dit idee ertoe, dat de gemeente jaarlijks € 25.000,- extra-inkomsten krijgt. Deze komen ten goede aan de algemene middelen. 15. De gebruiker betaalt Idee: Het idee zet in op het laten betalen van de gebruiker voor diensten die normaal of tot nu toe kosteloos worden aangeboden. Bij het idee worden een aantal voorbeelden genoemd. Effect van dit idee is naast het verhogen van de inkomsten voor de gemeente ook een verandering in gedrag- en denkpatroon van de burgers. Overwegingen: Daar waar wettelijk mogelijk hanteren we dit uitgangspunt. Zie bijvoorbeeld de uitwerking van idee 14, waar de gebruiker van niet in exploitatie genomen grond e.d. (meer) gaat betalen. Ook diftar, de gedifferentieerde tarieven voor de afvalstoffenheffing, is een vorm waarbij de gebruiker/veroorzaker gaat betalen, naar rato van de hoeveelheid aangeboden afval. 16. Hengelo’s Q-systeem voor de gemeentelijke organisatie Idee: Door het opzetten van een kwaliteitssysteem à la ISO 9001 worden de gemeentelijke processen zichtbaar en transparant. Daarmee weet de gemeente wat de processen kosten en kunnen kostprijsberekeningen worden gemaakt van de geleverde producten. Het maakt inzichtelijk en zichtbaar hoe processen lopen. De medewerkers worden bewust van hun processen. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk wat een bepaald product kost. Vergelijkingen met de markt zijn dan ook makkelijk te maken. Er wordt meer bedrijfsmatiger gewerkt. Het wordt ook duidelijk waar en hoe processen veranderd kunnen worden. Overwegingen: Zoals bij idee 8 aangegeven, is aandacht voor kwaliteit voor ons vanzelfsprekend. We zetten sterk in op digitalisering van onze werkprocessen en ook bij de voortdurende organisatieontwikkeling zijn kwaliteit en dienstbaarheid aan de samenleving leidende principes. Een Q-systeem is onderdeel van onze bedrijfsvoering. 17. Invoering tussentijdse effectmeting bij de te verstrekken subsidies Zie de bespreking subsidies hiervoor. 18. Life cycle als centrale eis bij projectontwikkeling en beheer & onderhoud Idee: Het idee zet in op de life-cycle als centrale eis bij projectontwikkeling en beheer en onderhoud. Verdienen kan hierbij op de tijdsfactor door een goede en meest voordelige balans te krijgen in de totale kosten van investering én beheer en onderhoud. Dit door bewustwording van de totale kosten van een project: laagste totale kosten voor het beste resultaat. Overwegingen: Sinds enkele jaren werkt Hengelo volgens de principes van projectmatig werken. Daarin staat de balans tussen tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie centraal. Een project beperkt zich niet tot de fasen van initiatief tot realisatie, maar brengt ook de gevolgen voor onderhoud en beheer in kaart. De levenscyclus komt ook tot uiting in ons duurzaamheidsbeleid. Meer en meer willen we gaan het ‘cradle-tocradle’ principe hanteren. Daarbij brengen we alle maatschappelijke kosten en baten in beeld “van de wieg tot het graf” (bouw tot en met sloop) van onze projecten. We willen zodoende de milieubelasting minimaliseren.
35
BIJLAGE
36
Bijlage 1
PARAGRAAF 6.1 LOKALE HEFFINGEN (bij de beleidsbegroting 2012) Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in het najaar van 2011. Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en precariobelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijke (hoofd)fdunctie zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op de betreffende hoofdfunctie en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Hengelo en is als volgt opgebouwd: • • • • •
Ontwikkelingen Tariefsaanpassingen Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten Woonlasten (lokale lastendruk), uitgangspunten en een vergelijking met de regio. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
1. Ontwikkelingen Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen benoemd voor de belastingdruk voor 2012 en volgende jaren. 1.1 Macronorm Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. De macronorm is voor het begrotingsjaar 2012 in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) vastgesteld op 3,75% over € 3,063 miljard (de OZB-opbrengst op basis van de gemeentelijke begrotingen 2011). Het percentage van de macronorm OZB voor het jaar 2012 ad 3,75% is als volgt berekend: 2,5% inflatie volgens het Centraal Economisch Plan 2011 en daarbij opgeteld de geraamde reële trendmatige groei van 1,25% (bijvoorbeeld de areaalgroei) over de periode 2012-2016. Dit blijkt uit de meicirculaire gemeentefonds 2011. Rekentarieven Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit tussen gemeenten uiteen. In het gemeentefonds wordt hiermee rekening gehouden door middel van zogenaamde rekentarieven. Voor 2012 bedragen deze: 0,0963% voor eigenaren van woningen 0,1043% voor gebruikers van niet-woningen 0,1294% voor eigenaren van niet-woningen. 1.2 Wetsvoorstel verruiming lokale kwijtschelding Het wetsvoorstel tot verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden is op 10 mei 2011 door de 1e Kamer aangenomen. De wetswijziging voorziet in een verruiming van de vermogensnorm tot maximaal de normen zoals deze gelden op grond van artikel 34 Wet werk en bijstand (WWB). De normen van de WWB zijn ruimer dan de landelijke kwijtscheldingsnormen zoals vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen is vastgelegd dat met betrekking tot de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor de berekening van de betalingscapaciteit mag worden uitgegaan van kosten van bestaan die maximaal 100% van de bijstandsnorm bedragen, in plaats van de voor de kwijtschelding van rijksbelastingen op grond van de Uitvoeringsregeling geldende 90%. De wetswijziging biedt een grondslag om op decentraal niveau, met inachtneming van door de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Verkeer en Waterstaat en Financiën, ook eigen regels te kunnen vaststellen met betrekking tot de wijze waarop het vermogen in aanmerking wordt genomen bij de verlening van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van
37
decentrale belastingen. De invulling van deze mogelijkheid is uiteraard afhankelijk van de politieke wensen van de gemeenteraad. (Kamerstuk 2009-2010, 32315, nr. 1). De wetswijziging moet nog in de nadere regels worden uitgewerkt en treedt op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip in werking. Los van de wetswijziging tot verruiming van de kwijtscheldingsnormen is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 zodanig aangepast dat gemeenteraden kunnen besluiten kwijtschelding mogelijk te maken voor privébelastingschulden van ondernemers die op bijstandsniveau leven. Het betreft dus een facultatieve regeling. 1.3 Afvalstoffenheffing bij kamerbewoning Het wetsvoorstel ‘Afvalstoffenheffing bij kamerbewoning’ is goedgekeurd door de Eerste Kamer en maakt de heffing van afvalstoffenheffing doelmatiger door de aanslag bij kamerbewoning bij de verhuurder neer te leggen. Momenteel kan volgens de jurisprudentie de heffing alleen aan de verhuurder worden opgelegd als hij zelf ook een deel in gebruik heeft. De regeling is vergelijkbaar met de bepalingen die in het verleden voor de OZB-gebruikersbelasting golden. De inwerkingtredingdatum is 1 januari 2012. In het wetsvoorstel wordt een nadere omschrijving gegeven van het begrip gebruik. In drie gevallen wordt een specifieke gebruiker aangewezen als belastingplichtige: * bij gebruik door meer leden van een huishouden: een lid van een huishouden; * bij gebruik van delen van een perceel: degene die de delen van het perceel in gebruik heeft gegeven; * bij ter beschikking stellen voor volgtijdig gebruik: degene die het perceel voor volgtijdig gebruik ter beschikking heeft gesteld. In de laatste twee gevallen kan degene die als gebruiker is aangewezen de belasting verhalen. Alleen het tweede geval is echt nieuw. De verhuurder kan in de heffing worden betrokken indien hij een perceel aan verschillende gebruikers in gebruik geeft. Voorheen kon de verhuurder alleen in de heffing worden betrokken indien hij zelf ook een deel in gebruik had. Na inwerkingtreding is het zelfgebruik door de verhuurder geen vereiste meer. 1.4 Leges Wetsvoorstel elektronische dienstverlening burgerlijke stand De elektronische dienstverlening leidt tot administratieve besparingen voor burger en bedrijfsleven. Het wetsvoorstel heeft tot doel om een aanzienlijke lastenvermindering voor de burger te realiseren door het wettelijke kader te scheppen voor de elektronische aangifte van geboorte, voorgenomen huwelijk en geregistreerd partnerschap alsmede voor de elektronische verkrijging van uittreksels en afschriften van de daarop betrekking hebbende akten. Dat biedt de burger in die gemeenten die voor elektronische dienstverlening kiezen, een plaats- en tijdonafhankelijke toegang tot de burgerlijke stand en levert hem een tijd- en kostenbesparing op. Tevens wordt een lastenverlichting voor het bedrijfsleven bewerkstelligd door de elektronische aangifte van overlijden door uitvaartondernemers mogelijk te maken. De papieren dienstverlening blijft echter wel bestaan, waardoor het volgens VNG en NvVb onzeker is of de totale kosten van de dienstverlening en daarmee de leges omlaag gaan. Wetsvoorstel elektronische aanvraag VOG Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel ingediend waarbij het onder andere mogelijk wordt gemaakt om in bepaalde gevallen een verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor natuurlijke personen rechtstreeks elektronisch bij de minister van Veiligheid en Justitie in te dienen, in plaats van bij de gemeente. De elektronische aanvraag van een VOG wordt geïntroduceerd als optie naast de bestaande regeling. Het legesbedrag voor een bij de minister aangevraagde VOG zal € 24,55 gaan bedragen, tegenover € 30,05 voor een bij een gemeente ingediende VOG-aanvraag. Bij een elektronisch ingediende aanvraag valt de tussenkomst van de gemeente weg, als gevolg waarvan de uitvoeringslasten voor de gemeente dalen. Daartegenover staat een daling van de legesinkomsten voor de gemeenten omdat een elektronische aanvraag tot gevolg heeft dat die aanvraag niet meer bij de gemeente wordt ingediend. Maximering leges rijbewijzen Vanaf 1 juli 2012 gaat waarschijnlijk een maximumtarief gelden voor een standaardaanvraag voor een rijbewijs. Het maximumtarief voor rijbewijzen wordt geregeld in de wegenverkeerswetgeving. In artikel 111, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 komt te staan dat bij algemene maatregel van bestuur een maximumtarief kan worden vastgesteld en dat dit tarief jaarlijks kan worden geïndexeerd. Deze wijziging is nu nog in behandeling bij de Tweede Kamer (Kamerstukken
38
32766). Het maximumtarief zelf wordt vervolgens geregeld in een nieuw artikel 49a van het Reglement rijbewijzen. Naar prijspeil juli 2011 gaat het ministerie van Infrastructuur en Milieu uit van € 37,05. Volgens de COELO Atlas van de lokale lasten 2011 bedraagt het landelijk gemiddelde rijbewijstarief € 41,26 en hanteert meer dan 60% van de gemeenten een tarief hoger dan € 40,00. Dit betekent dat wij het rijbewijstarief medio volgend jaar moeten verlagen. Op verzoek van de VNG beperkt het maximumtarief zich tot de standaardaanvragen. Voor extra service mag de gemeente extra leges heffen. Extra service doet zich bijvoorbeeld voor bij een spoedaanvraag of een aanvraag op afspraak of buiten de reguliere openingstijden. De verwachting is dat dit wetgevingstraject in het voorjaar van 2012 wordt afgerond. Pas dan vindt dus officiële publicatie van het maximumtarief plaats en moet de Legesverordening op dit onderdeel worden gewijzigd. Identiteitskaart De Hoge Raad bepaalde vrijdag 9 september jl. dat gemeenten geen kosten in rekening mogen brengen voor de) een identiteitskaart (ID-kaart). In de beroepsprocedure oordeelde de Hoge Raad dat een gemeente alleen leges mag heffen voor diensten die in overheersende mate een belang van een individuele burger dient. Dit geldt voor een rijbewijs (waarmee een motorvoertuig kan worden bestuurd) of een paspoort (waarmee kan worden gereisd). De ID- kaart dient vooral een overheidsbelang, omdat daarmee kan worden voldaan aan de overheid afgekondigde identificatieplicht. Inmiddels is een wetsontwerp ingediend, waardoor vanaf 22 september 2011 weer leges verschuldigd zijn. Iedereen die vanaf 7 oktober 2010 (datum uitspraak Hof Den Bosch) bezwaar heeft gemaakt tegen de legesheffing voor het verstrekken van een ID kaart heeft de betaalde leges terug gekregen, c.q. krijgt de leges terugbetaald. Van 12 tot en met 21 september is de ID-kaart gratis verstrekt. 2. Tariefsaanpassingen Woonlasten Eindrapportage Vernieuwen en bezuinigen Zoals wij in deze Eindrapportage al hebben aangegeven gaan wij, rekening houdend met een verslechterend financieel perspectief, er van uit dat de totale gemeentelijke woonlasten maximaal in lijn met de inflatiecijfers worden aangepast en zien we verzwaring van de woonlasten uitdrukkelijk als een sluitstuk in de bezuinigingsopgave. Daarbij uitgaand van o.a. de mogelijkheid om voor een beperkt aantal jaren de lasten (tijdelijk) extra te verhogen om de begroting sluitend te maken. Overweging en voorstel Wij zijn van mening dat in deze tijd een duidelijke lastenverzwaring, we spreken dan over de totale woonlasten van onroerendzaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing, voor de burger moet worden vermeden. Wij nemen daarom voor 2012 als vertrekpunt dat het totaal van deze woonlasten niet hoger mag worden dan in 2011. Onze financiële positie laat het echter niet toe om, zoals in voorgaande jaren gebruikelijk, van een indexering af te zien. Voor de lokale woonlasten wordt conform het coalitieakkoord uitgegaan van een opbrengstontwikkeling gelijk aan de inflatie. Op basis van CPB-cijfers wordt uitgegaan van een inflatie van 2,25% voor 2012. De totale woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) bedroegen in 2011 € 668,28. Rekeninghoudend met een inflatiecorrectie van 2,25% zouden de totale woonlasten maximaal € 683,32 mogen zijn. Terugkijkend op de kaders uit de kadernota concluderen wij dat over de woonlasten uw raad tijdens de gezamenlijke raadscommissie van 24 maart j.l. , die bedoeld was ter voorbereiding van de kaders voor vernieuwen en bezuinigen geen standpunt heeft ingenomen. Wel is in de kadernota zoekrichting 38, Doorberekenen perceptiekosten GBT opgenomen. Vertrekpunt voor deze zoekrichting was dat de kosten van aanslagoplegging en invordering van heffingen en belastingen tot nu toe gedekt worden uit de algemene middelen. De redenering daarachter was dat de kosten niet noemenswaardig hoger zijn door andere heffingen, zoals riool- en reinigingsheffing, mee te laten liften op de aanslagen OZB, waar voor de afschaffing van het gebruikersdeel woningen in de OZB ieder huishouden mee werd geconfronteerd. Een zuivere toerekening van de kosten aan de afzonderlijke heffingen ligt nu meer voor de hand. Uit de rapportage op deze zoekrichting maken wij op dat een realistische toerekening van de perceptiekosten aan de desbetreffende heffingen en belastingen een besparing voor de algemene middelen oplevert van € 490.000,-. Dat leidt wel tot een verhoging van enkele tarieven (afvalstoffenheffing (excl. Diftar), rioolheffing ) als die niet
39
tegelijkertijd worden gecompenseerd door sturing op uitgavenkant in de afvalstoffen- en rioolbegroting. Compensatie effecten perceptiekosten In voorgaande is aangegeven dat een verhoging van deze tarieven leidt tot een verhoging van de woonlasten, die verder gaat dan een indexering als die niet tegelijkertijd worden gecompenseerd door sturing op uitgavenkant in de afvalstoffen- en rioolbegroting. Hiervoor bedoelde sturing in de rioolbegroting leidt tot een geactualiseerd Gemeentelijk Rioleringsplan in 2012, waarin versobering, fasering en prioriteitstelling, evenals de resultaten van de zoekrichting ten aanzien van dit onderwerp zijn verwerkt. Tijdens de behandeling van het voorstel Invoering Diftar dat onlangs in uw raad is besproken, is ook gesproken over de mogelijkheid om in 2012 geconstateerd “goed gedrag” gericht op afvalreductie, scheiding en hergebruik. Daarbij is een inschatting gemaakt in de richting van ± € 10,- per huishouden. Wij hebben er voor gekozen om dit effect al in 2012 in de berekening van de tarieven voor de afvalstoffenheffing mee te nemen. Effect voor de burger Zoals aangegeven nemen wij het totaal van de woonlasten van 2011 als uitgangspunt. Onderstaande tabel laat de tarieven van 2011 en de effecten van het voorgestelde zien bij een gemiddelde WOZ-waarde en uitgaande van een afvalstoffenheffing zonder correcties als gevolg van daadwerkelijk aanbiedingsgedrag in het kader van Diftar. Woonlasten
Woonlasten 2011 Woningeigenaar € 207,48 -
Collegevoorstel 2012 Woningeigenaar € 207,48 4,67 3,63 215,78
Afvalstoffenheffing; Perceptiekosten Verlaging afvalstoffenheffing (-/- € 10 per won)
273,60 -
278,00 6,65 -10,00 274,65
Rioolheffing; Perceptiekosten Verlaging rioolheffing
187,20 -
187,20 6,31 -6,31 187,20
Totale woonlasten
668,28
677,63
OZB OZB index 2,25 % OZB extra verhoging (1,75%) OZB verhoging (4%)
Tariefstijging totale woonlasten :
1,4%
Effect begroting en meerjarenperspectief Bovenstaand tarievenvoorstel heeft tot gevolg dat naast het financieel effect van zoekrichting 38, doorberekenen perceptiekosten GBT (€ 490.000,-) de inkomsten uit de onroerend zaakbelasting met € 650.000,- zullen toenemen. Conclusie Rekening houdend met een verhoging van de tarieven als gevolg van zoekrichting 38, doorberekenen perceptiekosten GBT, gecompenseerd door een gelijktijdige verlaging van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en het rioolheffing, komen de totale woonlasten - bij een gemiddelde ozb waarde en gemiddeld aanbiedingsgedrag van afval - € 9,35 hoger uit dan in 2011. Dat is een tariefstijging van 1,4% ten opzichte van de totale woonlasten in 2011. De lastenstijging voor een huurder van een woning blijft beperkt tot 0,23%, omdat deze geen OZB betaalt. Van een maximale inflatiecorrectie, zoals door ons college in het coalitieakkoord geformuleerd, hoeft daardoor geen gebruik te worden gemaakt. Overigens zijn wij van mening dat als gevolg van kostenstijgingen en indexeringen een nullijn in de tarieven vanuit een verstandig financieel beleid op langere termijn niet houdbaar is.
40
Geconstateerd wordt dat, door de gemeentelijke bijstelling in de OZB-tarieven (2,25 % inflatie, 1,75 % extra verhoging en 0,56% voor areaaluitbreiding), de door het rijk bepaalde macro-norm van 3,75% licht wordt overschrijden. Uitkomsten 2011 vergelijkingen Hengelo op landelijk gemiddelde Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden liggen de gemiddelde woonlasten landelijk op € 671 en in Hengelo op € 668. Hengelo zit zo nagenoeg op het landelijke gemiddelde aan woonlasten. Als rekening gehouden wordt met de compensatie van het Rijk voor een lagere belastingcapaciteit, bedragen de gemiddelde woonlasten landelijk € 660 en in Hengelo op € 699. Hengelo zit op deze manier bijna 6% boven het landelijke gemiddelde aan woonlasten. Het COELO heeft een rangorde gemaakt voor alle 444 gemeenten en deelgemeenten. Nummer 1 heeft de laagste woonlasten en nummer 444 de hoogste. Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden heeft de gemeente Hengelo rangordecijfer 190. Als rekening gehouden wordt met de compensatie van het Rijk voor een lagere belastingcapaciteit is het rangordecijfer hoger: 256. Rangorde van 10 gemeenten naar hoogte van de gemeentelijke woonlasten, uitgaande van gemiddelde waarden van woningen *) Niet rekening houdend met compensatie voor lage belastingcapaciteit Zwolle Haaksbergen Almelo Deventer Hengelo Oldenzaal Enschede Borne Hof van Twente Dinkelland
72 93 181 189 190 229 281 289 321 361
Wel rekening houdend met compensatie voor lage belastingcapaciteit Zwolle Haaksbergen Deventer Hengelo Oldenzaal Almelo Borne Hof van Twente Enschede Dinkelland
114 138 234 256 260 280 312 326 349 365
*) 1 = laagste woonlasten, 444 = hoogste woonlasten. Bron: COELO, Atlas van lokale lasten 2011, zie ook: www.coelo.nl Vergelijkingen op basis van standaard huishoudtypen In een eerdere publicaties van de gemeente Hengelo werden woonlastenvergelijkingen getoond aan de hand van standaard huishoudens. Daarom worden in onderstaande tabel de gemeentelijke woonlasten weergegeven voor de Twentse gemeenten voor de volgende zes standaard huishoudtypen: 1. meerpersoonshuishouden met een eigen woning van € 125.000 2. meerpersoonshuishouden met een eigen woning van € 250.000 3. eenpersoonshuishouden met een eigen woning € 125.000 4. eenpersoonshuishouden met een eigen woning € 250.000 5. meerpersoonshuishouden met een huurwoning 6. eenpersoonshuishouden met een huurwoning Bij de typen 5 en 6 zijn de woonlasten niet afhankelijk van de waarde van de woning, omdat deze huishoudens geen onroerendezaakbelasting betalen.
41
Tabel 1 Gemeentelijke woonlasten van 14 Twentse gemeenten voor zes huishoudenstypen, op basis van standaardwaarden. huishoudtype 3. 4. ephh/ew ephh/ew 125.000 250.000 € 607 € 745
1. mphh/ew 125.000 € 607
2. mphh/ew 250.000 € 745
5. mphh/hw 125.000 € 470
6. ephh/hw 250.000 € 470
Borne Dinkelland
€ 581 € 595
€ 731 € 737
€ 581 € 535
€ 731 € 677
€ 432 € 452
€ 432 € 392
Enschede Haaksbergen
€ 643 € 515
€ 820 € 634
€ 609 € 466
€ 786 € 585
€ 467 € 395
€ 433 € 346
Hellendoorn Hengelo
€ 577 € 598
€ 699 € 736
€ 541 € 598
€ 663 € 736
€ 455 € 461
€ 419 € 461
Hof van Twente Losser
€ 617 € 576
€ 727 € 731
€ 565 € 576
€ 675 € 731
€ 507 € 219
€ 455 € 219
Oldenzaal Rijssen-Holten
€ 592 € 527
€ 714 € 629
€ 491 € 472
€ 612 € 574
€ 470 € 424
€ 369 € 369
Tubbergen Twenterand
€ 524 € 581
€ 645 € 702
€ 481 € 476
€ 602 € 597
€ 404 € 459
€ 361 € 354
Wierden 2 Gemiddeld
€ 607 € 581
€ 709 € 711
€ 553 € 539
€ 655 € 669
€ 504 € 437
€ 450 € 395
€ 565
€ 689
€ 496
€ 620
€ 441
€ 372
5. mphh/hw 125.000
6. ephh/hw 250.000
Almelo
Landelijk
3
Ter vergelijking de uitkomsten van 6 andere Overijsselse gemeenten: huishoudtype 3. 4. ehh/ew ephh/ew 125.000 250.000
1. mhh/ew 125.000
2. mhh/ew 250.000
Dalfsen Deventer
€ 453 € 572
€ 550 € 714
€ 356 € 572
€ 453 € 714
€ 357 € 430
€ 260 € 430
Hardenberg Raalte
€ 572 € 477
€ 673 € 592
€ 467 € 385
€ 568 € 500
€ 471 € 362
€ 366 € 270
Zwartewaterland Zwolle
€ 588 € 514
€ 706 € 654
€ 448 € 462
€ 566 € 602
€ 470 € 373
€ 330 € 321
Conclusies: Hengelo heeft geen aparte, lagere tarieven voor eenpersoonshuishoudens. Daarom is Hengelo (€ 598, € 736) voor eenpersoonshuishoudens flink duurder dan het landelijk gemiddelde (€ 496, € 620). Voor een eenpersoonshuishouden met een goedkope koopwoning scheelt dat € 102 resp. € 116 per jaar. De woonlasten van deze groep zijn in Enschede en Almelo zijn echter ook veel hoger. Overigens wordt door de invoering van Diftar met ingang van 2012 wel een gedifferentieerd tarief bewerkstelligd, waardoor eenpersooonshuishoudens hun eigen aanslag kunnen beïnvloeden.. 5. Kwijtscheldingsmogelijkheden Voor de riool- en voor de afvalstoffenheffing is volledige kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen. Tevens wordt in voorkomende gevallen kwijtschelding verleend voor de 1e hond en onderhoudsrechten begraven. Voor 2012 worden per heffing de volgende bedragen geraamd: afvalstoffenheffing 800.000 onderhoudgrafrechten 3.130 hondenbelasting 20.850 rioolheffing 550.000
2
Dit is het gemiddelde (ongewogen) aanslagbedrag van de 14 Twentse gemeenten Het belastingbedrag per huishoudtype is berekend op basis van de gemiddelde tarieven volgens de Coelo-atlas. Er heeft geen correctie plaatsgevonden in verband met het feit dat veel gemeenten geen differentiatie kennen naar grootte van het huishouden voor de riool- en afvalstoffenheffing
3
42
8.7
266
╗ ║
Moties & amendementen
Beleidsbegroting 2012 – 2015
versie 09-11-2011
Stadhuis Burg. Jansenplein 1
Postadres : Postbus 18, 7550 AA Hengelo
Internet: www.hengelo.nl
Stadskantoor Hengelo Hazenweg 121
Telefoon: (074) 245 98 76
Email:
[email protected]