Inhoud. Nadere regels Jeugdhulp 2015 Gemeente Heerde

Inhoud 1.

Inleiding ......................................................................................................... 3

2.

Beschikbare vormen van overige en individuele voorzieningen jeugdhulp ................ 4 2.1 Overige voorzieningen ................................................................................ 4 2.1.1 Team Jeugd ............................................................................................ 4 2.2 Individuele voorzieningen ............................................................................ 6 2.2.1 Spoedeisende zorg................................................................................... 6 2.3 Bereikbaarheid voorzieningen ...................................................................... 6

3.

Toegang individuele voorziening ........................................................................ 7 3.1 Toekenning, beoordeling en afwegingsfactoren .............................................. 7 3.2 Uitgangspunten .......................................................................................... 7 3.3 Psychologische interventies ......................................................................... 8 3.4 Stappenplan en toegangscriteria .................................................................. 8

4.

Wijze van formaliseren aanvraag ..................................................................... 10

5.

Informeren jeugdigen en ouders over mogelijkheid en het belang van jeugdhulp ... 11

6.

Voorwaarden PGB tarief .................................................................................. 12 6.1 Hoogte PGB ............................................................................................. 12 6.2 Reiskosten ............................................................................................... 12

7.

Voorwaarden PGB jeugdhulp door persoon uit het eigen sociale netwerk ............... 13

8.

Medezeggenschap cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen ................... 14

9.

Overige nadere regels .................................................................................... 15 9.1 Vervoer jeugdhulp .................................................................................... 15 9.2 Ouderbijdrage .......................................................................................... 15 9.3 Onafhankelijke cliëntondersteuning ............................................................ 16 9.4 Kwaliteit bij PGB ....................................................................................... 17 9.5 Uitsluiten van PGB .................................................................................... 17 9.6 Gegevensverwerking en Privacy bij individuele voorzieningen (ZIN en PGB)..... 17

Bijlage 1: Individuele voorzieningen gemeenten MIJ/OV .............................................. 19 Bijlage 2: Gekwalificeerde professionals in de toegang ................................................ 23 Bijlage 3: Instrumenten voor risicotaxatie en waarborgen van de veiligheid van de kind en gezin 23 Bijlage 4: Beslisboom voor vervoer nieuwe cliënten .................................................... 24 Bijlage 5: Overzicht psychologische interventies Zorginstituut Nederland ....................... 26 Nadere regels Jeugdhulp 2015 Gemeente Heerde

2

1. Inleiding De Regionale Uitvoeringsnota 2015 – 2016, het Beleidsplan Jeugdhulp Heerde 2015 – 2018 en de Verordening Jeugdhulp Heerde 2015 geven richting aan de invulling van de wettelijke gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd vanaf 1 januari 2015. Deze Nadere regels Jeugdhulp 2015 zijn hier een aanvulling op. Via de Verordening jeugdhulp heeft de gemeenteraad de bevoegdheid gegeven aan het college om Nadere regels vast te stellen. De uitvoering van deze bevoegdheden zal in de regel namens het college gedaan worden (in mandaat) door medewerkers uit het team Jeugd. Aangezien het veel nieuwe taken betreft en de uitvoering nog in ontwikkeling is, kan het nodig zijn de nadere regels op basis van opgedane ervaring aan te passen in de loop van de tijd. In ieder geval worden de nadere regels voor 2016 herzien. Voor de leesbaarheid van het document begin iedere paragraaf met de letterlijke tekst uit de Verordening in een kader.

Nadere regels Jeugdhulp 2015 Gemeente Heerde

3

2. Beschikbare vormen van overige en individuele voorzieningen jeugdhulp (artikel 2.3) Artikel 2. Vormen van jeugdhulp 3. Het college bepaalt bij nadere regels welke overige en individuele voorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

2.1 Overige voorzieningen De gemeenteraad of het college bepaalt ieder jaar bij de begrotingscyclus over de inzet van de overige voorzieningen. In 2015 zijn de onderstaande vormen beschikbaar: 1. Preventie/basiszorg 2. Basisdiagnostiek 3. Toegangsfunctie (voor individuele voorzieningen) Via regionale samenwerking met de andere 7 gemeente in de regio Midden IJssel, Oost-Veluwe zijn de volgende voorzieningen beschikbaar: 4. Veilig Thuis: Telefonisch advies- en meldpunt voor inwoners, beroepskrachten en vrijwilligers voor zorgen en vragen over kindermishandeling en huiselijk geweld. 5. Meldpunt Spoedeisende Zorg: Telefonisch meldpunt voor inwoners, beroepskrachten en vrijwilligers wanneer er een acute crisissituatie is met een baby, kind of puber tot 18 jaar. Voor de toegang tot de individuele voorziening die kan volgen na de melding zie ook paragraaf 2.2.1. Spoedeisende zorg. De bereikbaarheid van deze voorzieningen staat op de website www.zorgvraagheerde.nl en in de folder die inwoners krijgen bij de aanvang van begeleiding door het Team Jeugd.

2.1.1 Team Jeugd De medewerkers van het team jeugd bieden - onder de naam Centrum voor Jeugd en Volwassen (CJV) en in nauwe samenwerking met elkaar - de volgende overige voorzieningen: 1. Gespreksvoerder Jeugd: a) De gespreksvoerder jeugd is verantwoordelijk voor de basisdiagnostiek door de vraag inhoudelijk te toetsen en te beslissen over de aanvraag van een individuele voorziening. Daarbij worden diagnostische middelen ingezet welke behulpzaam zijn bij het juist toewijzen van jeugdhulp. b) Daarnaast ondersteunt hij/zij ouders en jeugd bij het opvoeden en opgroeien, helpt hen indien nodig bij het opstellen van een gezinsplan en voert de regie over de afspraken in het gezinsplan door erop toe te zien dat deze worden nagekomen. 2. Basispakket Jeugdgezondheidszorg conform het Besluit publieke gezondheid a. Jeugdarts b. Jeugdverpleegkundige en assistente c. Logopediste


4

3. Maatwerk jeugdgezondheidszorg: Per jaar worden de maatwerkactiviteiten jeugdgezondheidszorg door het college vastgesteld en op de site van Zorgvraag Heerde vermeld. In 2015 zijn dit: a. Opvoedadviesbureau (OAB): opvoedingsondersteuning door een orthopedagoog middels het 5 gesprekken model b. Video hometraining (VHT) / video interactiebegeleiding (VIB) excessief huilen c. CJV groepsvoorlichting d. Lactatiekundige begeleiding 4. Schoolmaatschappelijk werk 5. Jongerenwerk 6. Combinatiefunctionaris sport en cultuur 7. Jeugdcoach: Generalistisch werkende jeugdcoaches met ieder hun eigen specialisme die jeugdigen en ouders coachen en begeleiden. Het team jeugd wordt aangestuurd door een teamleider. De medewerkers voeren samen en zoveel mogelijk in onderlinge uitwisselbaarheid de volgende taken uit: A. B. C. D. E. F. G.

Wegwijzen Informatie en advies geven (vroeg)signaleren van problemen Uitvragen eigen kracht Vraagverheldering Pedagogische hulp bieden Bepalen ondersteuningsbehoefte Als een medewerker het noodzakelijk acht, haalt hij of zij hier specialisten bij op de gebieden: a. opgroeien opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen b. opvoedingssituaties waardoor jeugdigen mogelijk in hun ontwikkeling worden bedreigd c. taal- en leerproblemen d. somatische aandoeningen e. lichamelijke of verstandelijke beperking f. kindermishandeling en huiselijk geweld H. Begeleiden naar jeugdhulp: mensen verwijzen naar het lokale en regionale hulpaanbod I. Regie van jeugdvoorzieningen: de zorg voor jeugdigen en gezinnen coördineren J. Het uitvoeren van drang: a. het omgaan met zorgmeldingen en andere veiligheidsinstrumenten b. het onderhandelen met het gezin over nut en noodzaak van het akkoord gaan met hulp teneinde de veiligheid van de kinderen te waarborgen


5

2.2 Individuele voorzieningen Het college heeft via de regionale raamovereenkomst de voorwaarden voor de inzet van de individuele voorzieningen bepaald. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 2 jaar en eindigt op 31 december 2016. De gecontracteerde individuele voorzieningen bij de aanbieders staan in bijlage 1. De toegang tot de voorzieningen wordt per aanvraag beoordeeld en vastgelegd via een verleningsbeschikking. 2.2.1 Spoedeisende zorg Spoedeisende zorg komt in actie wanneer er een acute crisissituatie is met een baby, kind of puber tot 18 jaar. De melding komt meestal binnen via politie, familie of het consultatiebureau. Als er volgens de professionele beoordeling van de medewerker Spoedeisende zorg inderdaad iets aan de hand is, wordt meteen actie ondernomen. Binnen 4 uur is een medewerker van Spoedeisende Zorg van Jeugdbescherming Gelderland (voorheen BJZ) ter plekke om de crisis te boordelen en te bepalen of een indicatie spoedzorg nodig is. Als een besluit spoedzorg wordt genomen, wordt direct een aanbieder van een individuele voorziening jeugdhulp uit de regio ingeschakeld. De biedt de dag erna hulp in het gezin. Als het enigszins mogelijk is, blijft het kind thuis. Mocht de situatie zo ernstig zijn dat de veiligheid van het kind acuut in gevaar is, dan moet het kind soms uit huis worden geplaatst. Liefst bij familie of vrienden van het gezin, soms op een crisisplek bij een aanbieder. Binnen 4 weken wordt door de Spoedeisende zorg een nadere analyse gemaakt van de thuissituatie en de problemen. Soms is de crisis binnen dit periode opgelost en is er geen verdere hulp nodig. Als er wel verdere hulp nodig is, valt het kind daarna onder de verantwoordelijkheid van de gemeentelijke toegang.

2.3 Bereikbaarheid voorzieningen De overige en individuele voorzieningen zijn op de volgende manieren bereikbaar:  voor vragen van jeugdigen, ouders en verwijzers op het gebied van het sociaal domein is de digitale centrale wegwijzer ingericht via www.zorgvraagheerde.nl  buiten kantoortijden kan in gevallen van spoed gebruik worden gemaakt van de Spoedeisende Zorg van Jeugdbescherming Gelderland  voor telefonisch advies en meldingen van verdenking van kindermishandeling of huiselijk geweld kan gebruik gemaakt worden van Veilig Thuis De bereikbaarheid van deze voorzieningen staat op de website Zorgvraag Heerde en in de folder die inwoners krijgen bij de aanvang van begeleiding door het Team Jeugd.


6

3. Toegang individuele voorziening (artikel 4.1) Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente 1.Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening.

3.1 Toekenning, beoordeling en afwegingsfactoren Bij de bepaling van een individuele voorziening zijn er twee beslismomenten te onderscheiden. Allereerst moet de lokale toegang bepalen óf er een noodzaak is voor het inzetten van een individuele voorziening. Hierbij gaat het om de vraag hóe dat te bepalen en het zichtbaar maken van de daarbij gemaakte afwegingen. Ten tweede moet er, na de beslissing dát er een individuele voorziening moet worden ingezet, nog besloten worden wélke individuele voorziening het beste past bij de ondersteuningsvraag, en wélke zorgvormen (bouwstenen) moeten worden ingezet. Dit hoofdstuk gaat over het eerste beslismoment. Het tweede beslismoment wordt gefaciliteerd door middel van het productenboek met daarin de ingekochte jeugdhulpvormen bij de aanbieders. De lokale toegang is door het college gemandateerd en bestaat uit:  de gespreksvoerders jeugd, die de aanvraag inhoudelijk toetsen en daarover beslissing  de medewerker sociaal domein jeugd, die de aanvraag juridisch en procedureel toetst en daarover adviseert De inhoudelijke eindverantwoordelijkheid ligt bij de teamleider jeugd, de verantwoordelijkheid voor de procedure en tijdigheid bij de teamcoördinator uitvoering sociaal domein. Naast de lokale toegang via de gemeente is toegang mogelijk via de huisarts, medisch specialist, jeugdarts, rechter of gecertificeerde instelling, zoals vermeld in artikel 3 van de Verordening.

3.2 Uitgangspunten Bij het beoordelen van een aanvraag voor een individuele voorziening gelden de volgende uitgangspunten: 1. Methodische werkwijze Er wordt methodisch gewerkt vanuit de visie van het oplossingsgerichte werken, waarbij de medewerkers (uniforme) instrumenten gebruiken bij het beslissen over hulp, zoals een stappenplan en instrumenten voor risico-inschatting en veiligheid in het gezin, vaststellen van draagkracht in het gezin en het sociale netwerk. 2. Geen gedetailleerde protocollen Er wordt niet in gedetailleerde protocollen vastgelegd welk aanbod bij welke cliëntvraag past. De afweging en beslissing door de medewerker komt zoveel mogelijk op uniforme wijze en in samenspraak met de jeugdige en ouders tot stand.


7

Bij de toegang werken gekwalificeerde professionals1 en er is voldoende expertise aanwezig om samen met jeugdige en ouders, een goede inschatting te kunnen maken van de benodigde ondersteuning . Waar nodig wordt extra expertise betrokken om een juiste beoordeling te kunnen maken (Bijvoorbeeld van een kinderarts, kinderen jeugdpsychiater, revalidatiearts of verslavingsspecialist). 3. Zoveel mogelijk uniforme werkwijze in de regio De samenwerkende gemeenten in de regio Midden IJssel, Oost Veluwe hanteren een zoveel mogelijk uniforme werkwijze bij het toekennen van individuele voorzieningen. Dit is van belang om het zorgverbruik van individuele voorzieningen in de regiogemeenten te kunnen benchmarken en een voorwaarde voor het creëren en behouden van draagvlak voor eventuele solidariteitsafspraken tussen gemeenten. 4. Toegangscriteria ook bruikbaar voor niet-gemeentelijke toegangsverleners De werkwijze brengen we onder de aandacht van de overige toegangsverleners, te weten de artsen en partners in het gedwongen kader. 5. Intervisie ter ondersteuning van uniforme werkwijze Naast het werken met hetzelfde stappenplan en afwegingscriteria, voeren de toegangsverleners lokaal en regionaal intervisie. Hierdoor worden werkwijzen gedeeld en ervaringen uitgewisseld om knelpunten te signaleren en voorstellen te doen voor verbetering.

3.3 Psychologische interventies De toegang kent geen individuele GGZ voorzieningen toe die niet voldoen aan de stand der wetenschap en praktijk, zoals opgesteld door het zorginstituut Nederland, conform bijlage 5 Overzicht psychologische interventies Zorginstituut Nederland. Dit is een dynamische lijst, die meegaat met de ontwikkelingen in de wetenschap en praktijk. Deze lijst werd in 2014 gehanteerd als basis voor vergoeding van GGZ uit de basiszorgverzekering. Het gaat dus om voortzetting van het huidige landelijke beleid op dit terrein.

3.4 Stappenplan en toegangscriteria De Verordening en voorgaande uitgangspunten resulteren in het onderstaande stappenplan met toegangscriteria. De stappen hoeven niet allemaal doorlopen te worden en kunnen worden herhaald. De reeds aanwezige informatie over het kind, jongere / gezin, bijvoorbeeld bij de jeugdgezondheidszorg en school, wordt optimaal benut, waarbij de privacy wordt gewaarborgd. Bij de besluitvorming worden de wensen van de jeugdige en ouders zoveel mogelijk als uitgangspunt genomen. Belangrijk wegingscriterium bij het afwijken van deze wens is de veiligheid van de jeugdige.

1

Voor toelichting m.b.t. gekwalificeerde professionals zie bijlage 2


8

Kind, jongere / gezin

STAP 1

Hulpvraag (behoefte van kind, jongere / gezin) Draagkracht en draaglast van het gezin Zelfredzaamheid en lerend vermogen Omgeving (sociale en leefomgeving) Bestaande voorzieningen

Inventarisatie situatie van het kind, de jongere en gezin (foto)

STAP 2

Eigen kracht + hulpverleningsgeschiedenis; wat werkte, wat niet

Mogelijkheden (voor mobiliseren van het) sociale netwerk; bepalen draagkracht-draaglast Veiligheidscheck ; is de veiligheid van het kind in gevaar? (Beschikbare instrumenten, zie bijlage 2) Mogelijkheid inzet voorliggende algemene voorzieningen ? Algemene voorzieningen

Weging ondersteuningsmogelijkheden

STAP 3

Weging nav info inventarisatie. Is draagkracht van kind/jongeren en gezin + sociale netwerk + eventuele inzet algemene voorzieningen voldoende voor beantwoorden/ oplossen van de vraag ? ja  geen individuele voorziening nee  wél individuele voorziening

STAP 4

STAP 5

Vaststelling individuele voorziening en indien van toepassing afstemming met onderwijs (SWV po/vo)

Gezinsplan (1 plan voor 1 kind/gezin en 1 hulpverlener). Bepaling bouwstenen.

Aanvraag individuele voorziening bij gemachtigde toegangsverlener

Besluit op aanvraag Indien positief signaal naar uitvoering (Maken van verleningsbeschikking en DVO)


9

4. Wijze van formaliseren aanvraag (artikel 4.1) Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente 1… Onderdeel van deze voorwaarden is op welke wijze in samenspraak met de jeugdige en/of ouders de vraag om toegang tot een individuele voorziening (juridisch) wordt geformaliseerd. Eén van de belangrijkste instrumenten bij de toegang tot jeugdhulp is het gezinsplan. In het gezinsplan wordt in eerste instantie door het gezin geïnventariseerd wat goed gaat in het gezin, waar verbetering nodig is, welk doel en resultaat het gezin wil bereiken en wat het gezin op eigen kracht kan doen om het doel te bereiken. Het gezinsplan is van het gezin en vormt de basis voor de vraag om een individuele voorziening. De aanvraag voor een individuele voorziening wordt geformaliseerd door het aanvraagformulier ZIN of PGB ondertekend door de ouders en/of jeugdige via het CJV in te dienen bij de gemeente. In dit formulier wordt verwezen naar het gezinsplan. De aanvraag bevat alleen de gegevens die nodig zijn voor het maken van de beschikking, zorgverleningsovereenkomst en facturen. Daarbij hoort ook de motivatie achter de keuze van de voorziening en het beoogde resultaat. Het gezinsplan, gespreksverslag en overige informatie blijven beveiligd opgeslagen in het daartoe ingerichte klantsysteem van het team jeugd.


10

5. Informeren jeugdigen en ouders over mogelijkheid en het belang van jeugdhulp (artikel 4.2) Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente 2.Het college geeft aan op welke wijze zij jeugdigen en ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevallen een beroep op jeugdhulp te doen. Voor de vragen van jeugdigen en ouders op het gebied van het sociaal domein heeft de gemeente Heerde de digitale Centrale Wegwijzer ingericht via www.zorgvraag.heerde.nl. Veel vragen kunnen beantwoord worden via de Centrale Wegwijzer. De Centrale Wegwijzer bestaat uit de volgende onderdelen:  informatie over thema’s en antwoord op vragen, met adviezen in de structuur: “zelf doen, samen doen en laten doen”  een digitale sociale kaart van aanbieders  telefonisch contact


11

6. Voorwaarden PGB tarief (artikel 6.3) Artikel 6. Regels voor PGB 3. Het college bepaalt bij nadere regels onder welke voorwaarden betreffende het tarief een PGB wordt vastgesteld.

6.1 Hoogte PGB De wet schrijft voor dat het PGB toereikend moet zijn om de door de budgethouder gewenste ondersteuning in te kunnen kopen. Het PGB kan gebruikt worden voor de inkoop van formele (professionele) ondersteuning en van informele ondersteuning. Van formele ondersteuning is sprake als de ondersteuning is ingekocht bij een professionele aanbieder, te weten een organisatie of ZZP-er. Een ZZP-er wordt aangemerkt als formele partij als er geen sprake is van een ‘constructie’ om informele zorg formeel te maken. Het is aan de ZZP-er om dit aan te tonen. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een PGB voor formele ondersteuning zal worden beoordeeld of de aanbieder gecontracteerd kan worden voor de Raamovereenkomst Jeugdhulp. De maximale hoogte van het PGB wordt bepaald op het bedrag dat de voorziening in natura zou kosten als deze door het college zou worden ingezet. Is de voorziening duurder dan de door het college gecontracteerde ondersteuning, kan het college het PGB weigeren voor dat gedeelte dat de voorziening duurder is. Voor formele ondersteuning gelden de tarieven uit de raamovereenkomst als maximum. Zie bijlage 1. Voor informele ondersteuning gelden de volgende maximumtarieven:  Individuele begeleiding € 20,- per uur  Groepsbegeleiding € 20,- per dagdeel De maximale hoogte van informeel ingekochte zorg bedraagt het wettelijk minimumloon per informele zorgverlener voor één inwoner ook als er meerdere PGB’s zijn.

6.2 Reiskosten Bij professionele aanbieders maken de kosten van woon-werkverkeer deel uit van de indirecte kosten en wordt hiervoor geen extra budget toegekend. Als een budgethouder gebruik maakt van informele hulp kunnen de kilometers van het huisadres van de informele hulp naar het huisadres van de budgethouder, voor zover ze meer bedragen dan 5 kilometer enkele reis, voor € 0,19 per kilometer tot maximaal € 20,- per dag als PGB verstrekt.


12

7. Voorwaarden PGB jeugdhulp door persoon uit het eigen sociale netwerk (artikel 6.4) Artikel 6. Regels voor PGB 4. Het college bepaalt bij nadere regels onder welke voorwaarden de persoon aan wie een PGB wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. Aan het besteden van het PGB binnen het eigen netwerk worden voorwaarden gesteld. Hulp/ondersteuning vanuit het eigen netwerk is feitelijk een vorm van mantelzorg. In 2011 (“Naar een robuust PGB”) bleek dat in 71% van de gevallen mantelzorgers ook onbetaalde hulp aan de budgethouder verlenen. Dit gaat om mantelzorg die bovenop de gebruikelijke zorg plaats vindt. Wat gebruikelijke zorg is kan per situatie verschillen. Voor een ouder met een inwonend kind is gebruikelijke zorg anders dan voor een zelfstandig wonend kind dat zorg verleend aan een ouder. Daarom gaan wij er van uit dat gemiddeld de eerste 8 uur per week bovenop de gebruikelijke zorg onbetaalde mantelzorg is. De wet omschrijft mantelzorg als: “Hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.” Hoewel mantelzorg (waaronder hulp/ondersteuning vanuit het eigen netwerk) niet afdwingbaar is, wordt bij de budgethouder wel gevraagd om een aantal zaken in het gezinsplan vast te leggen. Het gaat hierbij om de volgende zaken:  De budgethouder moet motiveren waarom de hulp/ondersteuning die de mantelzorger levert niet onbetaald geleverd kan worden.  Vast moet staan dat de mantelzorger behoort tot de beroepsbevolking.  De budgethouder moet verklaren dat de mantelzorger geen enkele druk heeft uitgeoefend bij de keuze voor een PGB.  De mantelzorger moet in staat zijn om de in te kopen ondersteuning/hulp te bieden zonder dat dit leidt tot overbelasting van de mantelzorger.  Er kan geen ondersteuning/hulp worden ingekocht bij een mantelzorger, terwijl diezelfde mantelzorger overbelast is.  De budgethouder moet met de mantelzorger in samenspraak met de gespreksvoerder bespreken in hoeverre de mantelzorger in staat is om structureel kwalitatief goede en kwantitatief voldoende hulp/ondersteuning te regelen. Wanneer aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, kan het college besluiten dat het PGB niet ingekocht kan worden bij de mantelzorger.


13

8. Medezeggenschap cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen (artikel 11.2) Artikel 11. Inspraak en medezeggenschap 2. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 3. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede lid. Hier wordt uitvoering aan gegeven via de Wmo-adviesraad.


14

9. Overige nadere regels (artikel 14) Artikel 14. Nadere regels Voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening, kan het college nadere regels stellen.

9.1 Vervoer jeugdhulp In de Jeugdwet is in artikel 2.3 het volgende over vervoer van en naar de jeugdhulp geregeld: “Voorzieningen op het gebied van jeugdhulp omvatten voor zover naar het oordeel van het college noodzakelijk in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid, het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden.” In het beleidsplan en de verordening zijn hierover nog geen regels vastgesteld. Het college beslist:  De taak om te beslissen over toewijzing van vervoer te mandateren aan de gemeentelijke toegang die hier vervolgens uitvoering aan geeft volgens overeengekomen werkwijze.  Voor het vervoer heeft de gemeente een tijdelijke regeling die gevolgd wordt door een definitieve regeling die ingaat op 1 juli 2015. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op de vervoersvraag van cliënten die een beschikking krijgen voor een zorgproduct dat onder de bouwstenen cure licht, middel, zwaar of de specialistische jeugd-GGZ valt.  Voor bestaande cliënten met een aanspraak op vervoer, wordt het vervoer gecontinueerd voor de duur van de indicatie maar uiterlijk tot 1 januari 2016, vanuit het uitgangspunt dat continuïteit van zorg ook continuïteit van vervoer betekent.  Voor cliënten van wie de indicatie afloopt vóór 1 juli 2015, maar voor wie nog continuering van de zorg nodig is, geldt de tijdelijke vervoersregeling voor nieuwe cliënten tot 1 juli.  Mocht het vervoer tot 1 januari 2015 collectief zijn geregeld, en deze regeling per 1 januari 2015 zijn vervallen, dan wordt voorlopig gewerkt met een tijdelijke regeling. Daarbij is het mogelijk dat cliënten een beschikking krijgen voor collectief (openbaar) of individueel vervoer.  De gemeenten bepaalt per aanvraag de wijze waarop de kosten worden vergoed (via de vervoerder of via de cliënt). Dit geldt zowel voor bestaande als nieuwe cliënten.  In de tijdelijke regeling voor nieuwe cliënten, werkt de gemeentelijke toegang met een beslisboom waarmee men bepaalt of een cliënt in aanmerking komt voor (een vergoeding van) vervoer (zie bijlage 4).

9.2 Ouderbijdrage (artikel 5.4) Als sprake is van een te betalen ouderbijdrage worden de jeugdige of zijn ouders, zo vroeg als dit bekend is en via de beschikking geïnformeerd dat er een ouderbijdrage is verschuldigd en hoe deze wordt geïnd. In de beschikking wordt niet opgenomen wat de hoogte van de ouderbijdrage is. Dat loopt via het door het college daartoe aangewezen bestuursorgaan, evenals de mogelijkheid van bezwaar en beroep daartegen. In artikel 8.2.3 van de wet is bepaald dat de ouderbijdrage door ‘het bestuursorgaan dat (door Onze Ministers) met (de vaststelling en) de inning is belast’ wordt vastgesteld en ten behoeve van de gemeente wordt geïnd. Dit bestuursorgaan is het CAK.


15

De ouderbijdrage geldt op grond van art. 8.2.1 van de wet alleen in situaties van jeugdhulp buiten de thuissituatie. Een ouderbijdrage is verschuldigd voor alle jeugdhulp waarbij sprake is van verblijf buiten het gezin, dat wil zeggen waarbij een jeugdige gedurende een etmaal of een deel daarvan verblijf wordt geboden met een passend pedagogisch klimaat bij een pleegouder of in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Informatie over de ouderbijdrage staat ook op www.hetcak.nl.

9.3 Onafhankelijke cliëntondersteuning (artikel 4.3) Veel inwoners kunnen prima hun eigen belangen behartigen, maar het is essentieel dat de meest kwetsbaren onder ons kunnen rekenen op iemand die naast hen staat. Iemand die hen helpt de hulpvraag te formuleren. Iemand die denkt en handelt vanuit hun belang. Dit kan een mantelzorger, andere vrijwilliger of professionele onafhankelijke cliëntondersteuner zijn. De Wmo-wet beschrijft het bieden van professionele onafhankelijke cliëntondersteuning als specifieke taak van de gemeente. Deze ondersteuning moet kosteloos zijn en met de onafhankelijkheid wordt gedoeld op de professionele onafhankelijkheid. De medewerkers van het Team Jeugd zullen altijd adviseren en stimuleren om voor het opstellen van het gezinsplan één of meerdere mensen uit de eigen omgeving te betrekken en deze ook een actieve rol te laten spelen bij de realisatie van het plan. Bij de start van ondersteuning wordt met het gezin afgestemd welke rol deze(n) zullen vervullen, bijvoorbeeld spreekbuis, belangenbehartiger, contactpersoon, beslisser of regisseur. Jeugdigen en ouders kunnen bij een medewerker van het Team Jeugd vragen om een professionele onafhankelijke cliëntondersteuner in de voorbereiding van en bij het (keukentafel)gesprek en het vervolg daarvan. De gemeente heeft met MEE een contract voor de invulling van professionele onafhankelijke cliëntondersteuning en het opleiden van vrijwilligers. Maar ook andere professionals kunnen door de inwoner worden gevraagd als onafhankelijke cliëntondersteuner. De gemeente kan de inzet van andere professionals bekostigen als voldaan wordt aan de behoefte van de inwoner en de voorwaarden van de gemeente. De professionele onafhankelijke cliëntondersteuners kunnen de volgende activiteiten uitvoeren: Fase

Activiteit

1. Voorfase melding

a) Contact en doorgeleiding b) Vraagverheldering (onder andere steun en toeleiding naar ondersteuning) c) Gezinsplan maken 2. Meldingsfase a) Voor bespreken b) aanwezigheid tijdens gesprek c) nabespreken en begeleiden bij uitvoeren gezinsplan 3. Aanvraagfase a) Begeleiden aanvraag (onder andere advies en verheldering) b) (Ondersteunen bij) PGB plan maken 4. Fase bezwaar a) Besluit gemeente uitleggen en beroep b) Ondersteunen bij maken bezwaarbrief c) Aanwezig bij bezwaarcommissie (samen met cliënt)


16

9.4 Kwaliteit bij PGB (artikel 6.1.c) Het onderwerp kwaliteit krijgt een plek in het gezinsplan. In het Gesprek wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van ondersteuning die de inwoner met het PGB wil inkopen. Tenzij gemotiveerd in het ondersteuningsplan is aangegeven dat de situatie en het type hulpvraag zich er tegen verzet, worden, naast de eisen in de Jeugdwet en de beoordelingscriteria in de Wmo, de kwaliteitseisen, geschiktheidseisen en dienstverleningsvoorwaarden die ook gelden bij ZIN opgelegd. Steekproefsgewijs kan het college de kwaliteit van de ondersteuning in de vorm van een PGB controleren.

9.5 Uitsluiten van PGB In aanvulling op de wettelijke bepalingen wordt ook geen PGB verstrekt:  in spoed/crisissituaties. De zorg in natura kan wel later worden omgezet in een PGB, nadat er voldoende tijd en rust is om een gezinsplan te maken.  wanneer de diagnose die ten grondslag ligt aan de beperkingen onvoldoende duidelijk is.  coördinatie: wanneer een aanvrager of een vertegenwoordiger van de aanvrager niet zelf regie kan voeren en coördinatie op zorg nodig heeft, is PGB niet het juiste instrument. Er wordt geen PGB verstrekt voor de coördinatie.

9.6 Gegevensverwerking en Privacy bij individuele voorzieningen (ZIN en PGB) De decentralisatie van de jeugdzorg raakt jeugdigen en hun ouders in kwetsbare posities. Zij zijn veelal afhankelijk van de hulp, die de gemeente hun biedt. De gegevens die inwoners aan hulpverleners verstrekken gaan over inkomen, schulden, huiselijk geweld of medische zaken. Dat zijn zeer gevoelige persoonsgegevens. De medewerkers van de gemeente en gedetacheerd vanuit organisaties moeten daarom extra zorgvuldig met deze gegevens omgaan. De inwoner moet daarop kunnen vertrouwen. De medewerker betrekt als het om persoonsgegevens gaat zoveel mogelijk de inwoner, bijvoorbeeld door toestemming te vragen in geval van uitwisseling van deze gegevens of aanwezig te zijn bij afstemmingsgesprekken. De medewerker houdt zich aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens, die met betrekking tot uitwisseling van gegevens onder meer stelt dat dit onder voorwaarden mogelijk is, namelijk als:  de jeugdige of zijn gezin zelf expliciet toestemming heeft gegeven, of  de Jeugdwet het toestaat, of  de veiligheid van de jeugdige of zijn of haar omgeving in het geding is De voorwaarden die gelden zijn:  betrokkene heeft recht op inzage in de eigen gegevens, met welke partijen gegevens zijn uitgewisseld en welke (vroeg)signalen zijn gemeld.  als informatie niet direct getoond kan worden (bijvoorbeeld als de veiligheid in het geding is) wordt dit achteraf alsnog inzichtelijk gemaakt.  daarnaast geldt het proportionaliteitsbeginsel. Dit betekent dat alleen de strikt noodzakelijke gegevens worden uitgewisseld. Persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt voor een bepaald doel. Dit doel moet welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn. De gegevensverwerking mag niet onverenigbaar Nadere regels Jeugdhulp 2015 Gemeente Heerde

17

zijn met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld. Er mogen niet meer gegevens worden verzameld dan nodig voor het doel. Het team neemt de voorstellen met betrekking tot privacy over, die met name voorschrijven dat er een privacy convenant/-protocol wordt opgesteld, waarin partijen van tevoren afspreken of er gegevens kunnen worden uitgewisseld en wat het doel of noodzaak is van gegevensuitwisseling. Het team gebruikt daarvoor het voorstel dat opgenomen is in de folder van het ministerie van V&J Stelselwijziging Jeugd Privacy Informatie Folder, waarin uitgebreid is beschreven welke gegevensuitwisseling en –verstrekking met welk doel wettelijk is toegestaan. De privacy scan van de VISD wordt voor het team jeugd uitgevoerd, inclusief de eventueel noodzakelijke corrigerende maatregelen. Het gezinsplan is aanwezig in het Centrum voor Jeugd en Volwassen. Voor plaatsing van het gezinsplan en het monitoren van de professionele ondersteuning wordt door het team Jeugd het ’stand alone’ registratiesysteem van OFFICE 365 gebruikt. Hierin hebben alleen teamleden jeugd met een autorisatie toegang. De wijze waarop de gegevens worden vastgelegd en verwerkt is gemeld bij het CBP en door het CBP gepubliceerd in het openbaar register onder nummer … (nummer volgt na aanmelding). Het team Jeugd zorgt dat de gemeente Heerde alleen die gegevens krijgt die van belang zijn voor het verstrekken van de evt. beschikking en facturatie. Het Team Jeugd legt de nodige gegevens vast die de gemeente dient aan te leveren CBS en de regio. Het betreft hier gegevens op groepsniveau m.b.t de volgende zaken:  BSN  geboortedatum  geslacht  postcode  type ingezette jeugdhulp  startdatum jeugdhulp  einddatum jeugdhulp  verwijzer  wijze van afsluiten jeugdhulp


18

Bijlage 1: Individuele voorzieningen gemeenten MIJ/OV 1.1 AWBZ H150 H300 H330 Behandeling H820 H814 H834 Dagbesteding H854 H874 H997 H126 Persoonlijke verzorging H127 H132 H896 Vervoer V905 Z992 Z993 ZZP Verblijf Z994 Z996 V414 V415 ZZP VG Z414 Z415 V513 V523 ZZP LVG Z513 Z523 Begeleiding

Licht

Begeleiding

Care

Behandeling

Middel

Dagbesteding

ZZP VG

ZZP LVG

Begeleiding Behandeling

Dagbesteding

Zwaar

ZZP VG

ZZP LVG

Begeleiding extra Begeleiding Behandeling paramedisch (p/u) Dagbehandeling VG kind midden P/dgdl. dagactiv. VG kind licht Dagactiviteit LG kind licht Dagactiviteit Zgkind auditief licht Dagactiviteit Zgkind visueel licht Dagactiviteiten GGZ-LZA Persoonlijke verzorging Persoonlijke verzorging extra Nachtverzorging Vervoer dagbest/dagbeh kind extramuraal Prijs VPT verv. dagbest. kind Per dag ZZP GGZ verblijfscomponent Per dag ZZP VG&LG verblijfscomponent Per dag ZZP ZG verblijfscomponent Per dag ZZP V&V verblijf niet-geindiceerd Per dag VPT 1VG excl. DB Per dag VPT 1VG incl. DB Per dag ZZP 1VG excl. DB Per dag ZZP 1VG incl. DB Per dag VPT 1LVG incl. BH incl. DB Per dag VPT 2LVG incl. BH incl. DB Per dag ZZP 1LVG incl.BH incl.DB Per dag ZZP 2LVG incl.BH incl.DB

H152 H153 H303 H325 H328 H329 H334 H815 H835 H875 H855 V424 V425 Z424 Z425 V533 Z533

Begeleiding speciaal 1 (nah) Gespecialiseerde begeleiding (psy) Begeleiding zg auditief Behandeling basis (j)lvg Behandeling basis som, pg, vg, lg Behandeling gedragswetenschapper Behandeling IOG (j)lvg P/dgdl. dagactiv. VG kind midden Dagactiviteit LG kind midden Dagactiviteit Zgkind visueel midden Dagactiviteit Zgkind auditief midden Per dag VPT 2VG excl. DB Per dag VPT 2VG incl. DB Per dag ZZP 2VG excl. DB Per dag ZZG 2VG incl. DB Per dag VPT 3LVG incl.BH incl.DB Per dag ZZP 3LVG incl.BH incl.DB

H301 H304 H331 H816 H836 H856 H876 H891 V430 V431 V432 V433 Z430 Z431 Z432 Z433 V543 V553

Begeleiding zg visueel Begeleiding speciaal 2 (zg) auditief Behandeling Families First (j)lvg P/dgdl. dagactiv. VG kind zwaar Dagactiviteit LG kind zwaar Dagactiviteit ZG kind auditief zwaar Dagactiviteit Zgkind visueel zwaar Dagactiviteit JLVG Per dag VPT 3VG excl. BH excl. DB Per dag VPT 3VG excl. BH incl. DB Per dag VPT 3VG incl. BH excl. DB Per dag VPT 3VG incl. BH incl. DB Per dag ZZP 3VG excl.BH excl.DB Per dag ZZP 3VG excl BH incl DB Per dag ZZP 3VG incl.BH excl.DB Per dag ZZP 3VG incl.BH incl.DB Per dag VPT 4LVG incl.BH incl.DB Per dag VPT 5LVG incl. BH incl. DB


€

45,00

uur

€

65,00

uur dagdeel

€

36,00 dagdeel

€

42,00

uur dagdeel

€

16,00

dag

€

45,00

dag

€

79,00

dag

€ 140,00

dag

€

74,00

uur

€

86,00

uur

€

51,00 dagdeel

€

97,00

dag

€ 195,00

dag

€

82,00

uur

€

98,00

uur

€

89,00 dagdeel

€ 106,00

dag

€ 230,00

dag

19

1.2 ZVW; basis JGGZ Aantal minuten

Care

Licht

Basis GGZ Chronisch

180004

€ 1.138,98

753

1.3 Provinciaal Ambulante specialistische / therapeutische jeugdhulp Licht

Cure

Ambulant

Zwaardere ambulante specialistische jeugdhulp Jeugdhulp crisis

Specialistische jeugdhulp bij de zorgaanbieder Therapeutische jeugdhulp bij de zorgaanbieder Dagbehandeling Specialistische groepsjeugdhulp Middel Therapeutische groepsjeugdhulp Dagbehandeling Deeltijd pleegzorg Pleegzorg 24-uurs pleegzorg Behandelgroep kamertraining centrum / fasehuis Zwaar Residentieel

Behandelgroep gezinshuis Gesloten behandelgroep

JH2-A € 80 JH3-A JH2-A € 140 JH4 € 229 JH2-B JH3-B JH2-C JH2-D VF1 PL1 PL2 VF2 VF5 VF3 VF4* VF9

uur

€ 40

uur

€ 95 € 6 € 37

dag uur dag

€ 175

dag

€ 155

dag

€ 400

dag

1.4 ZVW; Basis JGGZ

Cure

Licht

Basis Basis Basis Basis

GGZ kort GGZ middel GGZ intensief GGZ onvolledig behandeltraject


180001 180002 180003 180005

Aantal minuten € 461,89 249 € 787,00 495 € 1.234,06 750 € 179,10 -

20

1.5 Specialistische jeugd-GGZ

Cure

Diagnostiek

007 008 009 162 307

€ € € € €

180,68 280,72 559,71 1.060,78 1.821,83

Aantal minuten 0 - 99 100 - 199 200 - 399 400 - 799 800 >

Crisis

013 014 015 016 165 213 214

€ € € € € € €

134,35 295,92 552,64 1.032,33 1.745,78 2.607,11 4.100,52

0 - 99 100 - 199 200 - 399 400 - 799 800 - 1199 1.200 - 1.799 1.800 >

Behandeling Kort

215 216 217 264

€ € € €

128,00 306,54 589,42 983,40

Aandachtstekort- en gedragsstoornissen

027 169 030 031 131 170 221 222

€ € € € € € € €

1.137,47 250 - 799 2.437,04 800 - 1.799 4.346,86 1.800 - 2.999 7.114,99 3.000 - 5.999 14.578,36 6.000 - 11.999 22.071,35 12.000 - 17.999 34.068,83 18.000 - 23.999 41.042,84 24.000 >

Pervasieve stoornissen

033 172 223 038 133 173 224 225

€ € € € € € € €

1.088,15 250 - 799 2.164,01 800 - 1.799 3.970,62 1.800 - 2.999 6.891,72 3.000 - 5.999 13.226,96 6.000 - 11.999 25.289,03 12.000 - 17.999 33.850,81 18.000 - 23.999 46.820,45 24.000 >

Overige stoornissen kindertijd

040 041 042 135 175 226 227

€ 1.184,22 250 - 799 € 2.431,86 800 - 1.799 € 4.248,55 1.800 - 2.999 € 6.873,92 3.000 - 5.999 € 15.435,78 6.000 - 11.999 € 26.457,96 12.000 - 17.999 € 38.965,23 18.000 >

Delirium, dementie amnestische en overige cognitieve stoornissen

228 229 048 049 137 177 178

€ 1.143,71 250 - 799 € 2.165,60 800 - 1.799 € 3.905,05 1.800 - 2.999 € 6.724,25 3.000 - 5.999 € 13.132,13 6.000 - 11.999 € 24.454,34 12.000 - 17.999 € 34.668,07 18.000 >

051 052 053 Aan alcohol gebonden stoornissen 054 139 179 180

€ 1.047,72 250 - 799 € 2.102,93 800 - 1.799 € 3.919,46 1.800 - 2.999 € 6.833,56 3.000 - 5.999 € 13.401,50 6.000 - 11.999 € 23.088,48 12.000 - 17.999 € 43.433,84 18.000 >

056 181 059 060 141 182 183

€ 1.063,42 250 - 799 € 2.083,93 800 - 1.799 € 3.851,04 1.800 - 2.999 € 7.053,75 3.000 - 5.999 € 13.218,11 6.000 - 11.999 € 22.617,86 12.000 - 17.999 € 45.555,24 18.000 >

Specialistische GGZ

Aan overige middelen gebonden stoornissen


0 - 99 100 - 199 200 - 399 400 >

21

Cure

Schizofrenie en andere psychotische stoornissen

230 184 066 067 068 143 144 185 186

€ € € € € € € € €

Aantal minuten 1.167,56 250 - 799 2.245,66 800 - 1.799 4.190,33 1.800 - 2.999 7.254,10 3.000 - 5.999 13.453,35 6.000 - 11.999 22.900,54 12.000 - 17.999 32.455,06 18.000 - 23.999 39.287,13 24.000 - 29.999 64.154,81 30.000 >

Depressieve stoornissen

231 232 233 234 235 146 187 188

€ € € € € € € €

1.227,64 250 - 799 2.391,49 800 - 1.799 4.334,18 1.799 - 2.999 7.437,75 3.000 - 5.999 14.530,78 6.000 - 11.999 23.776,54 12.000 - 17.999 35.550,37 18.000 - 23.999 46.182,26 24.000 >

Bipolaire en overige stemmingsstoornissen

189 236 190 087 148 191 192

€ € € € € € €

1.232,77 250 - 799 2.328,36 800 - 1.799 4.155,77 1.800 - 2.999 7.335,70 3.000 - 5.999 13.422,50 6.000 - 11.999 23.532,26 12.000 - 17.999 38.227,44 18.000 >

Angststoornissen

237 238 239 193 194 150 195 196

€ € € € € € € €

1.201,40 250 - 799 2.460,28 800 - 1.799 4.407,20 1.800 - 2.999 7.168,51 3.000 - 5.999 15.094,95 6.000 - 11.999 25.960,60 12.000 - 17.999 35.807,97 18.000 - 23.999 43.271,88 24.000 >

Restgroep diagnoses

242 203 118 119 156 204 205

€ € € € € € €

1.227,89 250 - 799 2.487,58 800 - 1.799 4.443,13 1.800 - 2.999 7.405,53 3.000 - 5.999 14.960,19 6.000 - 11.999 24.813,83 12.000 - 17.999 40.203,25 18.000 >

Persoonlijkheidsstoornissen

121 206 243 207 208 158 209 244 245

€ € € € € € € € €

1.150,45 250 - 799 2.412,71 800 - 1.799 4.304,65 1.800 - 2.999 7.541,84 3.000 - 5.999 13.655,95 6.000 - 11.999 22.593,00 12.000 - 17.999 32.867,10 18.000 - 23.999 46.072,63 24.000 - 29.999 62.447,17 30.000 >

Somatoforme stoornissen

246 247 248 249 250 251

€ € € € € €

1.238,62 2.462,48 4.346,34 6.897,41 13.685,59 23.711,50

Eetstoornissen

252 253 254 255 256 257 258

€ € € € € € €

1.152,45 250 - 799 2.360,57 800 - 1.799 4.231,02 1.800 - 2.999 7.022,28 3.000 - 5.999 14.092,42 6.000 - 11.999 21.266,99 12.000 - 17.999 31.366,20 18.000 >

Specialistische GGZ


250 - 799 800 - 1.799 1.800 - 2.999 3.000 - 5.999 6.000 - 11.999 12.000 >

22

Bijlage 2: Gekwalificeerde professionals in de toegang Kwaliteit Professionals die beslissen over hulp zijn in staat om een ondersteuningsvraag, de geestelijke gezondheid en de veiligheid van de jeugdige of zijn ouders te beoordelen en professioneel advies te geven (jeugdwet MvT). Zij kunnen eenvoudige vragen direct beantwoorden. Bij complexere vragen of problemen schatten zij in welke deskundige de jeugdige of zijn ouders het beste kan helpen. Deze professional maakt de juiste afwegingen wanneer de veiligheid van het kind niet gegarandeerd kan worden, of waar een (strafrechtelijke) maatregel door een rechter voor het kind is uitgesproken. De kwaliteit wordt gewaarborgd door: • de deskundigheidseisen, die de wetgever stelt; • de kwaliteitsstandaarden van de beroepsuitoefening van de professional; • de afwegingen van de professional zelf. Daarnaast zijn hulpmiddelen (instrumenten) nodig om de besluitvorming te objectiveren.

Bijlage 3: Instrumenten voor risicotaxatie en waarborgen van de veiligheid van de kind en gezin 1. Signs of Safety 2. CFRA (California Family Risk Assessment) veiligheidstaxatie-instrument 3. LIRIK (Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid) 4. Invullen en bespreken van formulier ‘Veiligheid in gezinnen’ om de situaties te begrenzen en veiligheid voorop te houden. 5. De-escalatie beloop grafieken. 6. Eerste Hulpkaart. 7. Stoplicht. 8. Thermometer methode


23

Bijlage 4: Beslisboom voor vervoer nieuwe cliënten 1. Gaat het om een vervoersvraag van cliënten die een beschikking krijgen voor een zorgproduct dat onder de bouwstenen cure licht, middel, zwaar of de specialistische jeugd-GGZ valt? a. Nee? Dan is deze regeling niet van toepassing b. Ja? Dan is deze regeling van toepassing en is er onder bepaalde voorwaarden (niet per definitie) een vergoeding voor vervoer mogelijk. 2. Kunnen ouders het zélf regelen ? Visie: ouders zijn zélf verantwoordelijk voor het vervoer van hun kind naar jeugdhulp) a. Ja? Géén (vergoeding voor) vervoer b. Nee / of niet geheel zelf? Reden achterhalen, vaststellen welk deel ouders wél kunnen regelen 3. Als ouders het zelf niet (of niet volledig) kunnen regelen : is er iemand uit het sociale netwerk die wat kan betekenen ? Is er moeite gedaan om dit netwerk in te schakelen? a. Ja, netwerk kan voldoende betekenen. _ géén (vergoeding voor) vervoer b. Nee, netwerk kan niets/ niet voldoende betekenen _: mogelijk vergoeding voor (een deel) van het vervoer (ouders/netwerk doen zelf wat en een deel wordt geregeld via algemene of individuele voorziening) 4. Kan kind gebruik maken van een algemene voorziening (openbaar vervoer) ? Ja/ nee a. Ja _ dan algemene voorziening gebruiken ; géén (vergoeding voor) individueel vervoer Mogelijk een vergoeding voor algemene voorziening; bepaling via wegingsschema ziektekostenverzekering en actuele tarieven openbaar vervoer b. Nee _ Reden achterhalen en beoordelen Hierbij beoordelen of daarvoor een medische reden is, daarvoor onvoldoende zelfredzaamheid is, of dat de veiligheid van het kind daarbij in gevaar komt ? i. Ja _ Dan mogelijk inzet van individuele voorziening vervoer ii. Nee _ Dan inzet van algemene voorziening (openbaar vervoer). Gemeentelijke toegang neemt dit op in de verleningsbeschikking voor de cliënt (of ouders/verzorgers) . Cliënt (of ouders/verzorgers) mag zelf kosten openbaar vervoer declareren conform aangegeven bedrag in verleningsbeschikking. 5. Bepalen of individuele voorziening vervoer wordt gegeven via wegingsschema ziektekostenverzekering. Vorm : Korte termijn: ouders regelen het zelf, eventueel in afstemming met gemeentelijke toegang . Op grond van de verleningsbeschikking vervoer kunnen mensen een vervoerder inschakelen. Maximale vergoeding hiervoor is € 1,50 per kilometer voor individueel vervoer , betaald door gemeente aan de officiële vervoerder via declaratie van de gemaakte kosten. Langere termijn : mogelijk collectieve voorziening van maken in afstemming met WMO en leerlingenvervoer (als dit kostenefficiënter is gezien kwantiteit, aard en volume van de vervoersvraag) Wegingsschema vervoer zoals tot 1/1/15 gehanteerd door de zorgverzekeraars (en overgenomen door gemeenten MIJ/OV)


24

Om te beoordelen of een cliënt in aanmerking komt voor (een vergoeding voor) vervoer, hanteren gemeenten de volgende formule: (aantal maanden) x (aantal keren p/week) x (aantal weken p/maand) x (aantal km enkele reis) x 0,25 (= wegingsfactor). De variabele onderdelen zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie van een cliënt. Is de uitkomst van deze formule gelijk aan of groter dan 250, dan kan een cliënt aanspraak maken op (een vergoeding voor) vervoer. Dit kan zowel een vergoeding zijn voor een collectieve voorziening of voor een individuele voorziening (te bepalen door de gemeentelijke toegang aan de hand van de beslisboom). Een cliënt moet hiervoor vóóraf een verzoek doen voor een vergoeding voor vervoer aan de gemeente (dat kan in het gesprek met de gemeentelijke toegang: CJV of wijkteam). Voorbeelden toepassing hardheidsclausule A Aantal maanden 6 x Aantal keren per week 3 x Aantal weken per maand 4 x Aantal kilometers enkele reis x Wegingsfactor 0,25 = Uitkomst 720

B 4 5 4 40 0,25 300

C 12 1 4 15 0,25 108

9

In de voorbeelden A en B kan iemand aanspraak maken op een vergoeding voor vervoer. In voorbeeld C niet. Eigen bijdrage: Voor de definitieve regeling onderzoeken gemeenten of een eigen bijdrage voor zittend vervoer jeugdhulp kan worden gerealiseerd (zoals voorheen te doen gebruikelijk was in het kader van de zorgverzekeringswet / JGGZ.). Vooralsnog is er geen sprake van een eigen bijdrage in de tijdelijke regeling aangezien de administratieve uitvoeringskosten naar verwachting niet opwegen tegen de vervoerskosten zelf.


25

Bijlage 5: Overzicht psychologische interventies Zorginstituut Nederland A. Dynamisch overzicht van psychologische interventies binnen de GGZ die wel voldoen aan de stand der wetenschap en praktijk (positieve lijst) 1. Algemeen (mogelijk bij meer stoornissen)

           

Cognitieve gedragstherapie (CGT) Problem solving therapie (PST) Interpersoonlijke therapie (IPT) Kortdurende psychodynamische psychotherapie Motiverende gespreksvoering (MGV) Cue-exposure behandeling Gedragstherapeutische relatietherapie Groepspsychotherapie Exposure in vivo Psychologische paniekmanagement Cognitieve herstructurering Systeemtherapie

2. Specifiek (bij een bepaalde stoornis)

          

Community reinforcement approach (CRA): verslaving Deep Brain Stimulation: obsessieve-compulsieve stoornis Hypnotherapie: conversiestoornis Dialectische gedragstherapie: borderline persoonlijkheidsstoornis Systems training for emotionally predictability and problem solving (STEPPS): persoonlijkheidsstoornissen Mentalization based therapy (MBT): borderline persoonlijkheidsstoornis Mindfulness based cognitieve gedragstherapie (MBCT): recidiverende depressie Relaxatietherapie: gegeneraliseerde angststoornis Eye movement desensitization and reprocessing (EMDR): post traumatisch stresssyndroom (PTSS)

B. Dynamisch overzicht van psychologische interventies binnen de GGZ die niet voldoen aan de stand der wetenschap en praktijk (negatieve lijst)

        

Neurofeedback Psychoanalyse Op inzicht gerichte psychotherapeutische interventies: bij alcoholafhankelijkheid Maudsley methode KIDD workshop Tomatis therapie QEEG geïntegreerde therapie: kwantitative Elektro EncefaloGrafie MET (mentaal-Emotieve Training) Cogmed werkgeheugentraining


26

               

Gestalttherapie Haptotherapie i-TOF (Ingratieve therapie op formaat) Speyertherapie Mind-tuning Mindfulnesscursus/-training Psychosynthese Rebirthing Regressietherapie Wat-Sji-Gong Neuro linguïstisch programmeren (NLP) Psycho-energetische psychotherapie Emotional Freedom Technique Existentiële therapie Klankschaaltherapie Reiki

.


27

Inhoud. Nadere regels Jeugdhulp 2015 Gemeente Heerde

Recommend Documents