iiii.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii

College van Burgemeester en Wethouders

Gemeente Vlaardingen Postbus 1002 3130 EB Vlaardingen

Mevrouw V. KaIf-Müller VLAARDINGEN

Bezoekadres: Westnieuwand 6 3131 VX Vlaardingen Telefoon:

iiII.iIIiiIIiiIIIiiIiIiIiiIIiIiI

4000 w-ww.vlaardingen. nl/contact wwwvlaardingen. ni

datum

onderwerp

pagina

6juni2016

Technische vragen

1/5

briefnummer

uw kenmerk

bijlage(n)

1434900

-

1

Geachte mevrouw Kalf, Recent heeft u de portefeuillehouder technische vragen gesteld over het Uitvoeringsplan 2016 voor het Actieplan Wonen. Onderstaand treft u de vragen en onze antwoorden daarop aan. Vraag 1 “Waarom presenteert het college 2 gescheiden jaarplannen (woningbouwprogramma 2016 en het jaarplan 2016 actieplan wonen”) als uitwerking van het uitvoeringsprogramma actieplan wonen? Bent u met ons eens dat het voor de integrale benadering beter is dat deze verschillende jaarplannen in één jaarplan tegelijkertijd worden samengebracht c.q. het format evaluatie APW wordt gebruikt? Zo neen, waarom niet? Antwoord Wij hebben te maken met verschillende cycli. • Het woningbouwprogramma wordt afgestemd op de cyclus van de regio en provincie. Dit houdt in dat wij enkele weken voor het nieuwe jaar het bouwprogramma vaststellen van het komende jaar. • De afgelopen periode is de planningscyclus van APW aangepast aan de nieuwe woningwet waarbij wij rekening moeten houden met de planning van de verplichte cyclus van de corporaties en het rijk. • Het jaarplan APW wordt afgestemd met andere stedelijke programma’s en de gebiedsprogrammas. Wij zijn het met u eens dat een integratie van deze cycli tot een beter jaarplan zou leiden, Wij streven naar een jaarplan waarin alle actuele cijfers integraal getoond kunnen worden. Vraag 2 Waarom wordt het “jaarplan 2016 actieplan wonen” pas eind maart 2016 vastgesteld en aan de raad toegezonden? Er is dan reeds een heel kwartaal van het lopende jaar verstreken en zaken zouden toch al in gang gezet moeten zijn? Antwoord Het jaarplan 2016 actieplan wonen is gelijktijdig met de gebiedsprogramma’s opgesteld. Alle benodigde activiteiten voor 2016 zijn in gang gezet. De activiteiten die benodigd waren in het eerste kwartaal hebben plaatsgevonden. Het eerste kwartaal is o.a. benut voor het tot stand laten komen van de jaarcyclus APW met de huurdersraden, de bouwprojecten, het integrale plan Westwijk, de invoering van de nieuwe woningwet, de aanvraag van de WBMGP (inclusief informele sessies met de raad), het aanpassen van de huisvestingsverordening enz.

brielnummer 1434900

in behandeling bij E. van der Velden

paraaf voor akkoord

pagina

1/5


Gemeente Vlaardingen Gezien de complexiteit die bij antwoord 1 wordt geschetst in het zwaluwstaarten van enkele processen zal het niet mogelijk zijn om de jaarplannen voor 1/1 integraal aan te bieden. Wel streven wij naar behandeling in het eerste kwartaal van het desbetreffende jaar. Vraag 3 In het actieplan wonen is afgesproken spiegelbeeldig bouwen in de verhouding 60% eengezins woningen en 40% appartementen. Uit het “jaarplan 2016 actieplan bouwen” blijkt nu dat over de jaren 2008—2014 die percentages tot nu toe niet gehaald zijn (41% eengezinswoningen en 59% appartementen). Kunt u dit verklaren? En wat gaat u eraan doen om alsnog vanaf nu bij nieuwbouwprojecten deze percentages daadwerkelijk aan te houden en te behalen? Antwoord In de periode 2008 tot en met 2014 zijn er minder eengezinswoningen dan appartementen gebouwd. Na de start van APW in 2008 zijn er in de eerste twee jaar naar verhouding veel appartementen gebouwd, omdat voor deze jaren al langlopende verplichtingen waren aangegaan. Ook moest er in die eerste twee jaren “schuifruimte” worden gegenereerd voor de herhuisvesting van bewoners. In 2008 en 2009 maakte het aandeel eengezinswoningen nog maar respectievelijk 22% en 11% uit van de nieuwbouw. In de periode 2010 tot en met 2014 is dit percentage al veel hoger; gemiddeld 57% van de nieuwbouw. Uit de in het Uitvoeringsprogramma opgenomen tabel blijkt dat het nieuwbouwprogramma voor de daaropvolgende 5-jaarlijkse perioden (van 2015 Um 2019, 2020 Um 2024, 2025 Un, 2029) voor de verhouding eengezinswoningen en appartementen voldoet aan de doelstelling van het Actieplan Wonen. Vraag 4 In uw notitie geeft u aan dat in de totale bestaande voorraad er vanaf 2006 een verschuiving heeft plaats gevonden van 35% naar 39% eengezinswoningen. Dit is over al die jaren slechts een stijging van 4% Bent u met ons eens dat dit tempo echt veel te langzaam is omdat er nû behoefte is aan deze vorm van wonen? Zo neen waarom niet? Antwoord Er is inderdaad veel behoefte aan deze woonvorm binnen de koop- en huursector, Een stijging van 4% op de totale voorraad is wel degelijk substantieel. De taakstelling van 60% eengezinswoningen heeft betrekking op nieuwbouw. Vraag 5 Eén van de doelstellingen van het APW van 2008 is het verkleinen van de bereikbare voorraad met 6800 woningen (bron site gemeente Vlaardingen). In de periode 2008-2014 zijn er 1630 woningen gesloopt. Deelt u onze zorgen dat het bereiken van deze doelstelling (6800 woningen) gezien genoemde cijfers niet snel genoeg gaat? Zo neen waarom niet? En zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit tempo te versnellen? Antwoord De doelstellingen van het Actieplan Wonen zijn in 2008 geformuleerd vôôr de crisis op de woningmarkt. Macro-economische factoren zijn van invloed op het tempo. De mondiale financiële crisis sloeg begin 2009 toe op de Nederlandse woningmarkt. Er is sprake van een stagnerende inkomensontwikkeling. Het vertrouwen bij consumenten en bij aanbieders van woningen is gedaald. Projectontwikkelaars en investeerders zijn onzeker over de (eigen) financiële situatie en de waardevastheid. Uit het landelijke WOON onderzoek van 2016 blijkt dat de inkomens in de crisistijd zijn gedaald, er meer zelfstandigen (ZZP’ers) zijn en minder vaste dienstverbanden. Naast de groei van het aantal ZZP’ers is de Rexibilisering van de arbeidsmarkt van invloed. De hypotheekrente is gedaald. De hypotheeknormen zijn aangescherpt.

briefnummer


paraat voor akkoord

pagina

2/5


Gemeente Vlaardingen Uit de Actualisatie van het Actieplan Wonen (2014) blijkt dat Vlaardingen tegen de trend in woningen heeft gebouwd. In de jaren 2008 tot 2013 heeft Vlaardingen, ondanks de woningmarktcrisis, 60% van de nieuwbouw gerealiseerd en 70% van de sloop die voor deze periode gepland waren. In de vastgestelde Actualisatie (2014) werd, bij gelijke omstandigheden, een realisatie voorzien van circa 70°/o van de oorspronkelijke doelstellingen van sloop en nieuwbouw van het APW tot 2030. En zodra de markt aantrekt, spelen de partners van het Actieplan Wonen er direct op in. Vraag 6 Hoe ziet het college deze tot nu toe beperkte vermindering van de bereikbare woningvoorraad (vraag 5) in relatie tot de recent bekend geworden ambitie van buurgemeente Rotterdam om de komende jaren ruim 20.000 woningen te slopen? Antwoord Er zijn hierover woningmarktafspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in de ‘Samenwerkingsafspraken woningmarkt, subregio Waterweg 2014-2020’. Dit is dus geen nieuw beleid. De woonvisie Rotterdam loopt tot 2030 Rotterdam sloopt overigens geen 20.000 woningen. De aantallen in de Rotterdamse ambitie zijn: -1- 15.000 door sloop + 5.000 door nieuwbouw -1- 10.000 door huurbeleid Vraag 7 Bent u met de VVD van mening dat hierdoor (vraag 6) in de bereikbare voorraad van Vlaardingen de komende jaren een extra grote instroom vanuit Rotterdam van urgente te herhuisvesten gegadigden zullen komen? En hoe gaat u daar mee om in relatie tot de huisvesting van urgente gegadigden uit Vlaardingen, de huisvesting van statushouders en de doelstellingen van het APW? Antwoord De meerderheid van de verhuizingen vindt plaats binnen de eigen gemeente. Uit de monitor-rapportages woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam blijkt dat circa 87% van de voorrangskandidaten (waaronder stedelijke vernieuwingsurgenten) die in Rotterdam wonen binnen Rotterdam verhuizen. De gemeente krijgt van het Ministerie BZK de taakstelling opgelegd om vergunninghouders te huisvesten. In deze woningen kan er geen instroom vanuit Rotterdam plaatsvinden. Rotterdam bevindt zich in dezelfde woningmarkt als Vlaardingen. De sloop vanl5.000 woningen zal in Rotterdam de komende 15 jaar gefaseerd plaats vinden. Daardoor zal het effect hiervan op de instroom van Vlaardingen nog minder groot zijn. Er worden in diezelfde periode ook 5.000 woningen toegevoegd aan de voorraad. Verhoudingsgewijs lopen de ambities van Vlaardingen en van Rotterdam om woningen te slopen niet erg uiteen. Vlaardingen wil voor de periode 2016- 2030 circa 21% en Rotterdam 18,5% van de sociale huurwoningvoorraad slopen. Vraag S Bent u het met de VVD eens dat dit (vraag 7) aanleiding is om de uitvoering van het APW op dit punt met hogere snelheid uit te voeren dan tot nu toe? Zo neen, waarom niet? Antwoord Als gevolg van de verslechterde economische omstandigheden heeft er in de Actualisatie van het Actieplan Wonen bijstelling van de in 2008 gemaakte afspraken plaatsgevonden. Zodra de marktontwikkelingen dat toelaten zal de uitvoering van het Actieplan Wonen in een hoger tempo worden uitgevoerd. Vraag 9 In hoeverre zijn de sloopplannen van Rotterdam afgestemd met de omliggende gemeenten zoals Vlaardingen en welke positie heeft u als college van B en W daarin ingenomen?

brielnummer


paraaf voor akkoord

pagina

3/5


Gemeente Vlaardingen Antwoord Plannen Rotterdam passen in de regionale verstedelijkingsafspraken zoals deze zijn vastgelegd in de publicatie van de Stadsregio Rotterdam Rotterdam 2014-2020”

Dat spreken we af! Woningmarktstrategie en Woonvisie Regio

Vraag 10 In de notitie flaarplan 2016 actieplan wonen” wordt gesteld: ‘Dit jaar zal de focus vooral liggen op de actualisatie van de woonvisie APW, de actualisatie van de prestatieafspraken enz.” Het actieplan wonen is echter recent, begin 2014, geactualiseerd. Is het inderdaad correct dat u het voornemen heeft dat het actieplan wonen dit jaar opnieuw wordt geactualiseerd? Kunt u aangeven wat de reden is van de actualisatie terwijl het uitvoeringsprogramma Actieplan Wonen 2015—2018 nog loopt? Antwoord Het jaar 2014 is een overgangsjaar geweest waarin de prestatieafspraken in tripartiet overleg met de huurdersraden zijn opgesteld. Hierbij is ook afgesproken dat om de drie jaar een actualisatie van het Actieplan Wonen plaatsvindt en jaarlijks de actualisatie van de prestatieafspraken. Het Actieplan Wonen wordt dMejaarlijks herijkt op basis van het WoonOnderzoek. Op basis van de cijfers zal de visie om de drie jaar herijkt worden. In de tussenjaren evalueren en actualiseren we de prestatieafspraken. Zo kijken we om de drie jaar of we “de goede dingen doen” en ieder jaar of we de dingen goed doen”. Het ministerie van BZK/Wonen en Rijksdienst heeft op het wooncongres van 7 april 2016 de resultaten van het landelijke WoonOnderzoek bekendgemaakt. Vlaardingen heeft in 2015 door middel van een ‘oversampling’ meegedaan aan het landelijke woononderzoek. ABF Research stelt in opdracht van de gemeenten Vlaardingen en Maassluis een rapportage op met de resultaten van het WoonOnderzoek voor deze gemeenten, deze cijfers zullen leidend zijn voor de actualisatie/herijking van de woonvisie. Vraag 11 Bent u het met de VVD eens dat het voor een goede herijking onontkoombaar is om een actualisatie APW eerst dân te doen nadat er een geactualiseerde stadsvisie is vastgesteld? Zo neen, waarom niet? Antwoord Het Actieplan wonen is, zoals de andere stedelijke programma’s gebaseerd op het concept ‘stad in balans”. Voor het Actieplan Wonen biedt dit voldoende richtinggevend kader. Als er een nieuwe stadsvisie komt dan zal deze mede gebaseerd zijn op het APW Vraag 12 In uw notitie staat de volgende zin: Woorts wordt er een gezamenlijke ambtelijke inventarisatie van alle gemeentelijke projecten uitgevoerd om te komen tot een politiek advies over de prioritering van fysieke en niet-fysieke projecten. Deze methodiek zal het bestuurlijke en ambtelijke nieuw in te richten Strategisch Projecten Overleg ondersteunen om keuzes te maken op basis van ambities en capaciteit. Kunt u aangeven wat het doel is van deze exercitie? De doelstellingen, urgentie en ambities van het APW zijn naar onze mening immers reeds duidelijk en met grote eensgezindheid eerder vastgesteld en in uitvoering. Antwoord De doelstellingen, urgentie en ambities van het Actieplan Wonen zijn inderdaad vastgesteld. De ambtelijke capaciteit is echter geslonken. Planning en benodigde capaciteit van de fysieke en nietfysieke projecten wordt gemeentebreed geïnventariseerd om mogelijke knelpunten in beeld te brengen en de juiste keuzes te kunnen maken in prioritering. Doel van deze inspanning is het zo efficiënt mogelijk uitvoering te geven aan de programma’s en het college voorzien van de juiste informatie om de politieke keuzes op te baseren,

briefnummer


paraaf voor akkoord

pagina

4/5


Gemeente Vlaardingen Vraag 13 Bent u met de WD van mening dat de bij vraag 12 aangehaalde zin bovendien in tegenstelling is met de eerdere mededeling in uw zelfde notitie dat in 2016 het APW wordt geactualiseerd? Zo neen, waarom niet? Antwoord Nee. Het blijft belangrijk om het Actieplan Wonen te actualiseren op de samenleving en de woningmarktomstandigheden. Wij willen niet alleen jaarlijks meten of we de dingen goed doen, ook willen we driejaarlijks meten of we de goede dingen doen. Hoogacht d, Burgem ste n w thou

s van Vlaardingen,

A

de secr r mw. mr. A.G. Knol— an Leeuwen

briefnummer


/$%4Uj de burgemeester, A.B. Blase

paraaf voor akkoord

pagina

5/5

iiii.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii

Recommend Documents