Infusomat® fmS Gebruiksaanwijzing
Software IFME/IFMe
Voor veiligheid van de Patiënt Attentie: Raadpleeg de begeleidende documenten!
Lees voor ingebruikname de gebruiksaanwijzing. Gebruik van dit apparaat alleen onder supervisie van of door opgeleid personeel. Gebruik ➤ Controleer op stabiliteit m.n. bij fixatie aan infuusstandaard of wandsysteem. ➤ Alvorens het apparaat in gebruik te nemen, tijdens de zelftest van het apparaat, akoestische en optische alarmen controleren. ➤ Wanneer men gebruik maakt van een personeelsoproepsysteem eerst het apparaat controleren alvorens men het apparaat aansluit op het personeelsoproepsysteem. ➤ Aansluiten van de patiënt mag alleen met ingeschakeld apparaat plaatsvinden. ➤ Gebruik passende canules/catheters. ➤ Infuuslijn knikvrij aanleggen voor een optimale doorstroming. ➤ Aanbevolen wordt om de infuuslijn na 24 uur te verwisselen. ➤ Controleer of de informatie in het display overeenkomt met hetgeen u heeft ingesteld. Start het infuus alleen wanneer voorgaande overeen komt. ➤ Voor gebruik in medische behandelomgeving wordt uitgegaan van de volgende installatievoorschriften (b.v. VDE 0100, VDE 0107 of IEC-publicaties). ➤ Mogelijk explosie gevaar als apparaat gebruikt wordt in de nabijheid van vlambare gassen. ➤ De luchtdetector kan geen lucht detecteren afkomstig uit: driewegkranen, infusie-tussenstukken en evt. parallel aangesloten infuuslijnen. Waar moet u ook opletten. ➤ Druk variaties (door b.v. het veranderen van de hoogte van de pomp) kan de nauwkeurigheid van het apparaat beïnvloeden. ➤ Bij parallel infusie kan wederzijdse beïnvloeding niet uitgesloten worden wanneer geen gebruik gemaakt wordt van b.v. éénrichtings-ventielen. ➤ Overtuig u zelf ervan dat er geen incompatibiliteits problemen ontstaan tussen de toe te dienen vloeistof en de disposables. ➤ Gebruik alleen de juiste componenten zoals accessoires voor het apparaat en disposables. ➤ Nauwkeurigheid en veiligheid kunnen alleen gegarandeerd worden wanneer een origineel
Infusomat toedieningssysteem van B.Braun gebruikt wordt. ➤ Aangesloten elektrische of elektronische apparaten moeten overeenkomen met de specificaties die genoemd zijn in IEC/EN. (b.v. IEC/EN 60950 for data processing). De gebruiker is verantwoordelijk voor de configuratie wanneer extra apparaten welke niet als accessoires van B.Braun zijn aangegeven, aangesloten worden aan een Infusomat® fmS. Men dient rekening te houden met de Internationale Standaard IEC/EN 60601-1-1. Veiligheid standaard. De Infusomat® fmS voldoet aan alle veiligheid standaards voor medisch elektronische apparaten overeenkomstig IEC/EN 60601-1-1 en de IEC/EN 60601-2-24 ➤ EMC-limiet (electro-mangnetic compatibility) overeenkomstig IEC/EN 60601-1-2 en IEC/EN 60601-2-24. Wanneer het apparaat, tijdens toediening, in de directe omgeving van andere apparaten staat, welke mogelijk voor hoge interferentie zorgt (zoals b.v. HF apparatuur, nucleair Tomografie units, mobiele telefoons enz.) moet u de veilige afstand tot deze apparaten in acht nemen zoals voorgeschreven door de fabrikant van deze apparaten. Onder bepaalde omstandigheden kan een alarm (App. Defect) optreden.(Zie ook “Alarm-meldingen” pagina 13).Interferentie kan optreden b.v. bij een elektromagnetischveld > 10V/m respectievelijk bij elektromagnetische ontlading > 8 KV. Speciale Functies “Zonder druppelcontrole” , zie pagina 10.
Infusomat® fmS
Inhoud Infusomat® fmS / Overzicht
Pagina 4
Bediening
Pagina 6
Aanvullende instellingen
Pagina 7
Speciale Functies
Pagina 8
Alarm-meldingen
Pagina 13
Aanloopgrafiek en Trompetcurven
Pagina 15
Technische specificaties
Pagina 16
Garantie / TVC*) / Service / Reiniging Pagina 18 Artikelnummers
Pagina 19
*) Technische Veiligheidscontrole volgens “STK”
De Infusomat® fmS is conform IEC/EN 60601-1 respectievelijk IEC/EN 60601-2-24 een volumetrische infuuspomp voor het toedienen van kleine en grote volumen met een hoge nauwkeurigheid en is inzetbaar voor intraveneuze en intra-arteriële toediening alsmede voor het toedienen van bloed en enteralevoeding. Een medisch specialist bepaalt of de toediening met dit apparaat moet plaatsvinden. De overweging moet gemaakt worden op basis van de eigenschappen en de technische specificaties van het apparaat. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de tekst en uitleg in deze gebruikshandleiding. 3
Overzicht
Handvat Voor transport
Display Alle belangrijke informatie in klare-tekst. Een groen verlichte achtergrond wanneer het apparaat aan het lichtnet verbonden is of door op een toets te drukken wanneer het apparaat op zijn interne accu functioneert Soft-key toetsen voor instellingen Correctie/clear-toets Reset de weergave op “000.0. Rode lamp geeft aan dat er een alarm-melding is Tevens wordt “AAA.A” afwisselend in het display getoond. Mogelijke alarm-meldingen: “Druppel alarm, Lucht alarm, Occlusie alarm, Pomp deur open, Accu alarm, Standby alarm” Groene lamp wanneer Apparaat aan het toedienen is Tevens een toedienings-indicator in het display Druppelkamerhouder Voorkomt slingeren van druppelkamer
4
Adapter voor druppelsensor Uitwisselbaar, afhankelijk van druppelkamergrootte. Zijkant indrukken en uitnemen.
Statiefklem Bevestiging van bovenaf. U hoort een “klik” wanneer de pomp juist gepositioneerd is. Voor het verwijderen de zwarte knop indrukken.
Geleiding voor het kortstatief
Multi-functioneleconnector (MFC) T.b.v. personeel-oproep, 12 Volt aansluiting en interface voor Fluidmanager.
Net-aansluiting Bij een net-uitval wordt automatisch op accu overgeschakeld. Accu capaciteit > 3,5 uur bij hoogste infuussnelheid. De accu is beveiligd tegen overlading. Zekering voor net-voeding direct boven de aansluiting.
Potentiaalvereffening Moet aangesloten worden voor
Infrarood interface T.b.v. Fluidmanager CF-applicaties
Spanningsverzorging Bij gebruikmaking van het fluidmanagement-systeem Deur ontgrendeling
Free flow klem Bij het openen van de deur wordt het pompsegment automatisch afgeklemd
Aluminium behuizing Licht, spatwaterdicht en bestand tegen desinfectantia
Speciale Functies “SF” Functie toetsen (Soft keys) Hoofdschakelaar AAN/UIT Alarmtoon voor 2 min. onderdrukken START/STOP toediening Peristaltische pomp Voor een exacte en veilige dosering
Functie toetsen VOL te infunderen volume Druk op toets onder VOL. Voer een waarde in (0.1 …..9999,9 ml). Bevestig de instelling door nogmaals op de toets onder VOL te drukken. TIJD te infunderen tijd Druk op toets onder TIJD. Voer een tijdsduur in van b.v. 50 min. (5 en 0) of 2 uur en 30 min. ( 2 – 3 - 0). Bevestig de instelling door nogmaals op de toets onder TIJD te drukken.
SNHD Infuussnelheid Deze afkorting is alleen zichtbaar wanneer de infuussnelheid berekend is na ingave van Volume en Tijd. Met de toets onder SNHD kunt u de berekende infuussnelheid bevestigen. SF Speciale Functies Dosis calculatie / Bolus functie / Standby functie / Medicamentkeuze / Occlusiedruk / Druppel controle / Piggy back / Accu capaciteit / Data lock / Contrast / Datum, tijd. Bovengenoemde functies kunnen afzonderlijk in het service-programma geactiveerd zijn.
5
Bediening
Infuus voorbereiden 1. Apparaat veilig opstellen. Infuusfles niet onder het niveau van de pomp aanbrengen. ➤ Personeels-oproep aansluiten. (wanneer aanwezig) ➤ Plaats de spike vertikaal in de infuusfles met gesloten rollerklem. Vul het onderste deel van de druppelkamer voor 2/3 deel. ➤ Open de rollerklem.
Bovenste clip
Orginele Infusomat® infuuslijn met silicone pompsegment
2. Vullen en ontluchten Het pompsegment ondersteboven vullen. ➤ Sluit de rollerklem. 3. Plaatsen van de infuuslijn Druk op de deur ontgrendeling. ➤ Plaats de infuuslijn. Bovenste-clip van het pompsegment eerst, daarna onderste-clip. ➤ Druk de lijn bij de luchtsensor goed in de uitsparing. ➤ Sluit de deur. De lijn wordt automatisch in de juiste positie gelegd. ➤ Open de rollerklem volledig. In de druppelkamer mogen geen druppels blijven vallen. ➤ Plaats de druppelsensor op de druppelkamer. 4. Apparaat aan zetten met Groen toedieningsindicatielampje en rood alarmindicatielampje lichten op. Alarmtoon en symbolen in LCD zijn even actief. 5. Puncteren 6. Infuussnelheid instellen Binnen een bereik van 0.1 – 999.9 ml/h. Controleer uw instelling. (Instelbaar in stappen van 0.1 ml/h) Correctie: Druk op de C-toets dan juiste waarde ingeven. Indien gewenst extra instellingen selecteren (zie pagina 7).
6
free flow klem Onderste clip Luchtsensor
7. Druk op START. Toedienings-indicator verschijnt in het display en het groene toedienings-indicatielampje licht op. 8. Stop de toediening. ➤ Druk op STOP toets. Groene toedienings indicatielampje gaat uit. ➤ Sluit de rollerklem. ➤ Druk op de deur ontgrendeling. De lijn is afgeklemd tussen de free flow klem wanneer de deur geopend wordt. ➤ Verwijder de infuuslijn van onder naar boven. Plaats evt. een nieuwe infuuslijn zoals eerder beschreven. Druk dan op START. ➤ Als de infuuslijn verwijderd is het apparaat uitschakelen door de aan/uit toets 2 sec. ingedrukt te houden.
Aanvullende instellingen
Infuussnelheid wijzigen ➤ Druk op START/STOP toets. Groene toedienings-indicatie lampje gaat uit. ➤ Druk op C-toets. Display is gereset op “000.0”. ➤ Geef nieuwe infuussnelheid in. (Wijziging niet mogelijk als C-toets niet wordt ingedrukt.) ➤ Druk op de START toets om toediening te starten. (Alarm na 2 min. wanneer het apparaat niet gestart wordt.) Online infuussnelheid wijzigen (Functie kan gedeactiveerd zijn in het service programma.) ➤ Toets nieuwe infuussnelheid in. ➤ Druk op de toets onder SNHD. De nieuwe infuussnelheid is nu zichtbaar in het bovenste deel van de display. ➤ De nieuwe infuussnelheid is nu actief. (Wanneer de nieuwe infuussnelheid niet bevestigd wordt binnen 10 sec. dan blijft voorgaande infuussnelheid actief.) Te infunderen volume (TE INF.VOL.) Het te infunderen volume zal toegediend worden onafhankelijk van het reeds toegediende volume. (TOEGED.VOL.) ➤ Druk op toets onder VOL. ➤ Geef het te infunderen volume in ( 0.1 --- 9999.9) en bevestig dit door op de toets onder VOL te drukken. Na bevestiging toont de display het rest-volume dat nog geinfundeerd moet worden. (REST.VOL.). LET OP: Wanneer het te infunderen volume (TE INF.VOL.) bereikt is, schakelt het apparaat over op KOR bedrijf. Stop de toediening en druk op de toets onder VOL. Druk op de C-toets om het evt. restvolume (REST.VOL.) te resetten. (Het display toont nu TE INF.VOL. ----,- ml) Bevestig deze instelling door op de toets onder VOL te drukken of geef eerst een nieuwe waarde in. Om het apparaat te laten toedienen zonder een volumelimiet moet u geen waarde instellen.
(TE INF.VOL. ----,- ml) Wanneer er wel met een volumelimiet gewerkt wordt dan staat er een waarde. Te infunderen tijd (TE INF.TIJD) ➤ Druk op de toets onder TIJD. Geef een te infunderen tijd in. (50 min. = 5 0 of 2h en 30 min = 2 3 0). ➤ Bevestig instelling door na ingave van de tijd nogmaals op de toets onder TIJD te drukken. Na bevestiging toont het display de nog te infunderen tijd. (REST.TIJD) ➤ Correctie: Druk op C-toets. Display toont -–h—m. Geef een nieuwe waarde in. LET OP: Wanneer de te infunderen tijd verstreken is schakelt het apparaat over op KOR bedrijf. Stop de toediening en druk op de toets onder TIJD. Druk op de C-toets om de evt. resterende tijd (REST. TIJD) te resetten. (Het display toont nu TE INF. TIJD -- h--m.) Bevestig deze instelling door op de toets onder TIJD te drukken of geef eerst een nieuwe waarde in. Om het apparaat te laten toedienen zonder een tijdslimiet moet u geen waarde instellen. (TE INF. TIJD -- h—m.) Wanneer er wel met een tijdslimiet gewerkt wordt staat er een waarde. Infuussnelheid berekenen met volume en tijd (Display infuussnelheid moet 000.o aangeven.) ➤ Geef het te infunderen volume en de te infunderen tijd in. De berekende infuussnelheid wordt in de display getoond. (Afgerond op 1 decimaal) ➤ Bevestig de berekening middels toets onder SNHD. ➤ Start toediening met START/STOP toets. Resetten van volume en/of tijdslimiet ➤ Stop de toediening, druk dan op toets onder VOL of TIJD. ➤ Druk op de C-toets. 1x: TE INF.VOL./TE INF. TIJD.= ---.- ml /--h—m 7
Aanvullende instellingen
2x: TOEGED.VOL./IN BEDRIJF = 0.0 ml / 00h00m KOR-Modus (KVO) Wanneer TE INF. TIJD verstreken is of het TE INF. VOL. toegediend is gaat het apparaat automatisch naar KOR bedrijf. ➤ KOR en infuussnelheid verschijnen afwisselend in het display. KOR schakelt na 30 min. uit en een alarm wordt geactiveerd. ➤ Uitschakelen van KOR middels START/STOP.
Status opvragen Alleen wanneer het apparaat aan het toedienen is. ➤ Druk 1x resp. 2x op de toets onder INFO voor actuele informatie. Deze informatie blijft gedurende 10 sec. zichtbaar. ➤ Druk 3x op de toets onder INFO voor het opvragen van de accu capaciteit. ( --h—min).
Speciale Functies
Historie functie In combinatie met software versie “IFME” is het apparaat uitgerust met een historie functie (geheugen van alarmmeldingen en instellingen). Dit geheugen slaat de laatst 350 alarmmeldingen en instellingen op, gerelateerd aan tijd en datum. - Infuussnelheid - Wijziging van infuussnelheid - In- en uitschakelen van het apparaat - START/STOP van het apparaat - Extern aansturen van het apparaat - Bedrijfsalarmen en apparaat alarmmelding zoals apparaat defect. Op het moment dat een alarm of handeling geregistreerd wordt zal het toegediende volume vanaf het moment van inschakelen ook vastgelegd worden in het geheugen. De historie functie is geactiveerd bij levering af fabriek. Na een software update moet deze functie opnieuw geactiveerd worden in het service programma (menu 560 calibration history card). 8
In het service programma kan deze functie ook gedeactiveerd worden. Voor een optimaal werkende historie moeten datum en tijd juist ingesteld zijn. Uitlezen van historie: De historie kan alleen uitgelezen worden m.b.v. een PC via de interface (MFC) en een terminal programma dat standaard in windows aanwezig is. Bij gebruikmaking van het terminal programma moet rekening gehouden worden met de volgende instellingen: 9600 baud, 1 start – 8 data, 1 stopbit. Om de historie uit te lezen moet het apparaat uitgeschakeld zijn en verbonden zijn aan het lichtnet. Historie kan worden opgevraagd door op de toets onder “##” te drukken en zal aanvangen met de laatste handeling of alarm. Om het uitlezen vroegtijdig te beëindigen op de toets onder EIND drukken. De historie functie is hoofdzakelijk om een foutanalyse te maken door de technicus van een instelling. Data overdracht naar het fluidmanagementsysteem is niet mogelijk.
Speciale Functies
Selecteren van Speciale Functies (SF) Het is mogelijk dat niet alle functies actief zijn. ( Neem evt. contact op met de service afdeling van uw instelling). ➤ Druk 1 of meerdere malen op de toets onder SF om een speciale functie te selecteren. Volg de instructies zoals in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Activeren bolus functie Voor een additionele bolus. ➤ Druk op toets onder AAN om functie te activeren. (Functie blijft actief ook na hernieuwd inschakelen van het apparaat). Om bolussnelheid te wijzigen: ➤ Druk op toets onder SNHD. Geef een nieuwe snelheid in en bevestig deze door nogmaals op de toets onder SNHD te drukken. Voor correctie druk op C-toets en geef nieuwe snelheid in. Bolus functie verlaten: ➤ Druk op toets onder EIND. Bolus geven tijdens toediening: Bolus met een volume begrenzing. ➤ Druk 1x op de toets onder BOL. Display toont: BOLUS TOEDIENEN ? : 00.0 ml ➤ Geeft het bolusvolume in ( 0.1 --- 99.9 ml) deze informatie blijft 10 sec. zichtbaar. ➤ Druk op toets onder JA om bolus toe te dienen. Als bolus toegediend is zal continu-toediening met ingestelde infuussnelheid vervolgd worden. Bolus vroegtijdig stoppen: ➤ Druk op de toets onder STOP. Bolus zonder een volume begrenzing ➤ Druk op toets onder BOL en houdt deze ingedrukt. Een tweede BOL aanduiding wordt zichtbaar in de display. ➤ Druk nu ook de tweede BOL toets in en houd deze ook ingedrukt. (Beide toetsen ingedrukt houden). Bolus wordt toegediend zolang beide toetsen ingedrukt blijven. Per ml zal een piepto-
on hoorbaar zijn. Interval bolus Automatische bolus met tijdsinterval. Wanneer tussentijds een extra bolus toegediend wordt zal geen intervalbolus worden toegediend. ➤ Selecteer bolus functie middels SF toets. ➤ Druk op de toets onder VOL, TIJD of SNHD. Voer de gewenste waarden in en bevestig deze. Als de TIJD bevestigd is, zal de intervaltijd automatisch verstrijken. Verlaat deze functie middels de toets onder EIND, Voer basis infuussnelheid in en start de toediening. De resterende intervaltijd wordt zichtbaar in het display in h:min:sec. Een extra bolus is mogelijk wanneer het apparaat aan het toedienen is met de basis infuussnelheid. Bolus en dosiscalculatie Afhankelijk van de instellingen in ml (volume) hoeveelheid werkzame stof (b.v. mg) of hoeveelheid werkzame stof per kilogram lichaamsgewicht (mg/kg) kan ook een bolus worden toegediend. Gedurende de bolustoediening zullen deze waarden in het display zichtbaar zijn. Stand-by Voor een langdurige onderbreking van de toediening. De instellingen blijven behouden. ➤ Druk op stop toets. ➤ Druk op toets onder SF tot “STANDBY FUNCTIE” in het display verschijnt. ➤ Druk op toets onder AAN. ➤ Voer de standby-tijd in of bevestig direct de tijd die aangegeven is. Correctie: Druk op de C-toets display toont 00h 00m. Voor nieuwe standby-tijd in. ➤ Bevestig door op de toets onder OK te drukken. De resterende stand-by tijd zal in de display zichtbaar zijn. Het apparaat zal alarmeren als de stand-by tijd verstreken is. ➤ Stand-by beëindigen en functie verlaten druk op toets onder EIND. 9
Speciale Functies
Medicamentenkeuze Geheugen voor 9 medicamentnamen. (Invoer allen via service programma) ➤ Selecteer medicamentnaam middels toets onder (+). Geselecteerde naam zal zichtbaar zijn in display tijdens toediening. ➤ Toets onder CLR verwijdert medicamentnaam uit de display. ➤ Functie verlaten door op de toets onder EIND te drukken. Occlusie-druk Door een variabele instelling van de occlusiedruk is een snelle occlusie reactietijd mogelijk. Occlusie-druk is instelbaar op drie niveaus Hoog/midden/laag. Zie technische data voor meer informatie. ➤ Selecteer de gewenste occlusie-druk met de toetsen onder (+) en (-). ➤ Verlaat deze functie met toets onder EIND. Uitschakelen druppelsensor Let op: - Geen alarm wanneer druppelsensor uitge schakeld is en als rollerklem gesloten is. (Er vindt geen toediening plaats) - Geen alarm bij occlusie als druppelsensor defect is en druppelsensor is uitgeschakeld. - Druppelsensor mag in principe alleen uitgeschakeld zijn wanneer permanente bewaking van de patiënt gewaarborgd is. Toediening met een uitgeschakelde druppelsensor alleen met een ingesteld volume: ➤ Voer het te infunderen volume in onder VOL. (Maximaal het volume dat in infuuszak of fles aanwezig is). ➤ Druk verschillende keren op de toets onder SF tot “DRUPPELKONTROLE” verschijnt. ➤ Druk op toets onder “UIT” . De display geeft aan: “DRUPPELKONTROLE UITGESCHAKELD”. ➤ Om druppelsensor te activeren: Druk op toets onder “AAN”. ➤ Functie verlaten: Druk op toets onder “EIND”. 10
Controle accu capaciteit Resterende accu capaciteit wordt getoond in display. (B.v. Accu capaciteit=02 h 30min.) Tevens wordt de totaaltijd aangegeven van het apparaat in accu bedrijf gefunctioneerd. Deze functie verlaten: Druk op toets onder “EIND”. ➤ Wanneer het apparaat uitgeschakeld is en niet aangesloten op het lichtnet: Druk kort op de toets. Het display toont 3 sec. de accu capaciteit. Wanneer het apparaat uitgeschakeld is en aangesloten op het lichtnet: Accu capaciteit wordt permanent getoond in display. Advies: Vervang de accu wanneer na 16 uur laden de accu een accu capaciteit heeft van minder dan 2 uur. Data lock Voorkomt ongewenst veranderen van de instellingen van het apparaat door niet geautoriseerde personen. ➤ Druk op toets onder “AAN”. Toetsen zijn geblokkeerd behalve START/STOP. Functie uitschakelen: Druk op komma toets, vervolgens op toets onder “UIT”. Verlaat functie met “EIND”. Volume van alarmtoon (vanaf software IMFE) Alarmtoon volume is regelbaar in 9 stappen. ➤ Volume hoger: Toets onder (+) Volume lager: Toets onder (-). ➤ Verlaat functie: Druk op toets onder “EIND”. Datum/tijd instellen ➤ Datum: Druk op toets onder “DAT”, voer datum in en bevestig met toets onder “DAT”. ➤ Tijd: Druk op toets onder “TIJD”, voer tijd in en bevestig met toets onder “TIJD”. ➤ Functie verlaten: Druk op toets onder “EIND”.
Dosiscalculatie (overzicht) Dosiscalculatie berekent automatisch de infuussnelheid in ml/h. Instellingen van de parameters: 1. Concentratie - Per ml of - Hoeveelheid per volume in infuuszak of fles Invoer: mcg, mg, IU of mmol, van 0.001 t/m 99999 (5-cijferig, Komma’s tellen als 1 cijfer). 2. Keuze uit gewicht- en tijd of alleen tijdgerelateerde dosering. Invoer lichaamsgewicht: van 0.01 kg tot 200 kg. 3. Dosis invoer met: a)Gewicht en tijd gerelateerd in mcg/kg, mg/kg, IU/kg, mmol/kg, elk per /min, /h of /24 h. b)Alleen tijd gerelateerd in mcgg, mg, IU of mmol, elk per /min, /h of /24 h. Dosiscalculatie (bediening) Druk enkele malen op de toets onder “SF” tot “DOSISCALC. UIT” verschijnt. ➤ Druk op toets onder “AAN”. ➤ Selecteer eenheid. Selecteer met toets onder mcg? Let op: Na cijfer ingaven kan eenheid niet meer gewijzigd worden. (Oplossing: cijfers deleten d.m.v. C-toets). ➤ Voer de concentratie in, evt. de knipperende ster in de benodigde positie brengen met de pijltjes toetsen. Bevestig na ingaven alle cijfers met OK. Invoer van concentratie per 1 ml of per volume van hoeveelheid in infuuszak of fles. ➤ Voor dosiscalculatie met lichaamsgewicht: voer het lichaamsgewicht in en bevestig deze. Wanneer dit niet gewenst is: Bevestig 0 kg. ➤ Selecteer de gewenste eenheid en tijd. ➤ Geef waarden in (zet de knipperende ster in de benodigde positie met de pijltjes toetsen). ➤ Controleer of aangegeven snelheid aannemelijk is, bevestig daarna. (Toets onder “SNHD”). ➤ Berekende waarden worden automatisch
weergegeven. ➤ Start de toediening. Let op: Als de berekende waarden worden afgerond kan de dosiswaarde iets afwijken. Informatie ➤ Druk op de toets onder “INFO”. 1x: Toegediend volume, in bedrijf / Te infunderen volume, Resterend volume, Toegediend volume / Te infunderen tijd, Resterende tijd, In bedrijf. 2x: In bedrijf / Resterende tijd, In bedrijf / Resterend volume, Toegediend volume. 3x: Accu capaciteit, in uren en min. Veranderen van Infuussnelheid / Dosis ➤ Druk op “STOP” toets. ➤ Voer evt. een nieuwe dosiswaarde in en bevestig deze. (Toets onder “SNHD”) ➤ Start de toediening met “START” toets. Infuussnelheid of dosis wijzigen zonder onderbreking van toediening Tijdens toediening knippert een ster in de display. ➤ Voer een nieuwe waarde in en bevestig met de toets onder “SNHD”. Apparaat neemt automatisch de nieuwe snelheid / dosis over. Opmerking: De knipperende ster kan middels de pijltjes toetsen verplaatst worden om de infuussnelheid in ml/h direct te wijzigen. Wijzigen van concentratie wanneer Dosiscalculatie actief is ➤ Druk op de toets onder “SF” tot “DOSISCALC. AAN” verschijnt en bevestig dit met toets onder “OK”. ➤ Druk op “C” toets. Concentratie is gewist. ➤ Voer een nieuwe waarde in en bevestig deze. (“OK”) Dosis instelling veranderen vanuit het basismenu ➤ Druk op de toets onder “SF” tot “DOSISCALC. AAN” verschijnt en bevestig dit met toets onder “OK”. 11
Uitschakelen Dosiscalculatie Dosiscalculatie blijft geactiveerd tot deze uitgeschakeld wordt onder SF. Wanneer het apparaat uitgeschakeld wordt zullen alle waarden binnen de functie dosiscalculatie in het geheugen opgeslagen worden met uitzondering van het lichaamsgewicht. Uitschakelen vanuit het Basis-menu ➤ Druk op toets onder “SF” tot “DOSISCALC.:AAN” verschijnt. ➤ Druk op toets onder “UIT”. Dosiscalculatie is uitgeschakeld. ➤ Verlaat menu door op toets onder “EIND” te drukken. Piggyback Functie De Piggyback functie biedt de mogelijkheid het hoofd-infuus (primaire) tijdelijk te onderbreken voor een toediening vanuit de zogenaamde piggyback (secundaire ook wel zij-infuus genoemd). Boven het apparaat is de piggyback infuuslijn ook wel medicamentenset of zij-lijn genoemd (b.v. 8250740) middels een Y-connector aan het toedieningssysteem (b.v. 8250715), ook wel hoofdlijn genoemd, gekoppeld. Sluit de open/ dichtklem van het primaire infuus. Zowel het primaire als het secundaire infuus moeten geheel ontlucht zijn. ➤ Selecteer de piggyback functie vanuit het “SF” menu. ➤ Activeer deze functie met toets onder “AAN”. (Functie blijft actief ook nadat apparaat uit en weer aan gezet wordt). ➤ Voer de infuussnelheid en het volume voor 12
Primaire infuus b.v. 1000 ml volume inzak of fles met een infuussnelheid van 25 ml/h
1000 ml
➤ Voer nieuwe waarden in ( selecteer met knipperende ster zoals eerder beschreven) en bevestig instellingen middels toets onder “OK”. ➤ Contoleer ingegeven of gecalculeerde waarde op aannemelijkheid en bevestig deze middels toets onder “SNHD”. De infuussnelheid wordt getoond in de display. ➤ Start de toediening.
100 ml
Speciale Functies
Klem
Secundaire infuus b.v. 100 ml volume inzak of fles met een infuussnelheid van 10 ml/h
Klem
Infusomat lijn 8250715
Piggyback lijn 8250740
Y-connector Druppelkamer Rollerklem
Infuuspomp
Naar patiënt
het primaire infuus in en bevestig dit. De toets “PIGY” wordt getoond nadat het volume ingevoerd is. ➤ Druk op toets onder “PIGY”. Voer de infuussnelheid en het volume voor het secundaire infuus in en bevestig dit. ➤ Start de toediening. Het apparaat zal nu het secundaire infuus toedienen. Als het secundaire infuus geïnfundeerd is schakelt het apparaat over op “KOR-BEDRIJF”. Na 30 min. KOR bedrijf stop het apparaat en laat een alarmtoon horen. De gebruiker moet het apparaat overschakelen op het primaire infuus. Sluit de open/dichtklem van het secundaire infuus en open de open/dichtklem van het primaire infuus. Let op: Het ”te infunderen volume” of de “te infunderen tijd” moet ingesteld zijn voor het primaire infuus. Bij het secundaire infuus moet “te infunderen volume ingesteld zijn”. Het is ook mogelijk aan te vangen met het primaire infuus ( na het ingeven van de piggyback of te wel het secundaire infuus dit menu verlaten door op de toets onder “EIND” te drukken). In STOP stand is het altijd mogelijk over te schakelen tussen het primaire en secundaire (Piggyback) infuus.
Alarm-meldingen
Alarm-meldingen die op kunnen treden tijdens het gebruik Oorzaak opheffen en toediening opnieuw starten. Druppelalarm/drukalarm ➤ Infuusfles of zak leeg? ➤ Rollerklem gesloten? ➤ Flow? – Sluit rollerklem STOP de toediening. Er mogen geen druppels meer vallen in de druppelkamer. Evt. Nieuwe infuuslijn plaatsen. ➤ Obstructie? – Is de doorlaatbaarheid van de infuuslijn optimaal (vrij van knikken enz.) ➤ Condens in druppelkamer? – Verwijder condens door schudden of vervang infuuslijn. ➤ Druppelsensor geplaatst en aangesloten? – Vervang druppelsensor wanneer noodzakelijk. Luchtalarm ➤ Lucht in de infuuslijn? – Positioneer infuuslijn correct in de luchtsensor. Ontlucht en evt. het vloeistofniveau in druppelkamer op pijl brengen. Standby-alarm ➤ Alarm na verstrijken van standby tijd. (Herinneringsalarm). Ga naar stand-by functie middels “SF” toets. Beeïndig stand-by functie middels toets onder “UIT” of schakel opnieuw in middels toets onder “AAN”. Accu-alarm ➤ Accu-vooralarm 30 min. voordat de accu geheel ontladen is: - Afwisselend met infuussnelheid wordt AAA.A getoond in display, - Accu symbool in display knippert, - elke 9 sec. een alarmsignaal. Alarmsignaal kan uitgeschakeld worden met toets. Het alarmsignaal is met een korte interval hoorbaar tot accu geheel ontladen is.
➤ Accu-alarm - Afwisselend infuussnelheid en AAA.A in display, - Tekst in display geeft aan: “ Accu leeg, apparaat aansluiten lichtnet” - Accu symbool knippert, - Rode alarmindicatie lamp licht op, - Elke 4 sec. een alarmsignaal, - Groene lamp (apparaat is aan het toedienen) is uit. - Alarm via personeels-oproep. ➤ Apparaat uitschakelen. Aansluiten aan het lichtnet of 12 volt. KOR-Alarm (KVO) Voor-alarm: elke 9sec. een alarmtoon. (Max. 30 min.). Einde van KOR-bedrijf: Permanente interval alarmtoon (ook via personeel-oproep). Alarmtoon vertraging ➤ De alarmtoon van het apparaat kan met 10 min. onderdrukt worden wanneer deze is aangesloten op een personeels-oproepsysteem. (Deze functie kan alleen geactiveerd worden in het service programma.) Andere alarm-meldingen ➤ “POMPDEUR OPEN” ? – Sluit de deur van het apparaat. ➤ “ONGELDIGE SNHD” ? – Voer ander infuussnelheid in.
Apparaat defect Wanneer het display “APPARAAT DEFECT” toont is een permanente alarmtoon hoorbaar. ➤ Aan/Uit toets ingedrukt houden om het apparaat geheel uit te schakelen. In de display verschijnt de tekst “Geen toets bedienen tot het apparaat uitschakelt” Het apparaat schakelt dan na enige sec. uit). 13
Alarm-meldingen
➤ Schakel het apparaat opnieuw Aan. Wanneer het apparaat met dezelfde alarm-melding komt deze uitschakelen en laten controleren door een service-technicus.
Functionerend aan het lichtnet, 12 volt gelijkstroom, of accu ➤ Controleer of lichtnetspanning juist is. (Zie type plaatje achterzijde apparaat.) ➤ Apparaat aansluiten aan het lichtnet of op 12 volt gelijkstoom. ➤ Bij een te laag voltage van het lichtnet of 12 volt voorziening of wanneer geen van beiden aangesloten is, zal het apparaat automatisch functioneren op de accu. Accu opladen ➤ Accu opladen ingeval van: - Eerste ingebruikname - Accu alarm - Apparaat langer dan 2 maanden niet in gebruik Accu wordt opgeladen wanneer apparaat aangesloten is aan het lichtnet of 12 volt. Zelfs tijdens het in bedrijf zijn. Benodigde oplaadtijd ➤ 16 Uur voor eerste ingebruikname. Laden over een langere periode dan 16 uur is niet schadelijk voor de accu. Capaciteit Bij een volledig opgeladen accu: > 3,5 uur met hoogste infuussnelheid. Verouderingsproces Na 2 jaar zal de accu capaciteit afnemen met ongeveer 50 %. ➤ Het verouderingsproces van de accu kan vertraagd worden wanneer deze regelmatig ontladen en opnieuw opgeladen wordt. 14
Interface Externe aansturing Verbinding met interface input via de MFC-plug. Interface beschrijving kan op verzoek geleverd worden. ➤ Voorstel data De infuussnelheid en een medicamentnaam kunnen als “voorstel” doorgegeven worden aan het apparaat via een externe computer. Beide items moeten op het display van het apparaat gecontroleerd worden en worden bevestigd. ➤ Extern aansturen Is mogelijk middels de Fm-controller van B.Braun. Wanneer gebruikgemaakt wordt van een standaard externe computer, moet deze minimaal voldoen aan de veiligheids eisen die gesteld zijn in: IEC/EN 60601-1 en IEC/EN 60513 (single-fault fail-safe conditions). ➤ Voor documentatie Alle handelingen en instellingen van het apparaat kunnen opgevraagd worden door een externe computer.
Aanloop-(start-up) en trompetcurven
Start-up Grafiek 2 (ml/h) Flow
Trompetcurven Afwijking
Infuussnelheid = 1 ml/h
1,5
50
1
0
0,5
50
Infuussnelheid = 1 ml/h
Epmax
Epmin
0
30
50 (ml/h) Flow
60
90
t (min) 120
2
5
10 Afwijking
Infuussnelheid = 25 ml/h
37,5
5
25
0
12,5
-5
11
19
p∆t (min) 31
19
p∆t (min) 31
19
p∆t (min) 31
Infuussnelheid = 25 ml/h
Epmax Epmin
0
30
(ml/h) Flow
60
90
t (min) 120
2
5
10 Afwijking
Infuussnelheid = 100 ml/h
150
5
100
0
50
-5
11
Infuussnelheid = 100 ml/h
Epmax Epmin
0
30
60
90
t (min) 120
De grafiek geeft de nauwkeurigheid resp. de gelijkmatigheid van een flow weer in relatie tot een bepaalde tijd. Nauwkeurigheid en gelijkmatigheid worden mede bepaald door het gebruikte disposable. Bij gebruik van disposables die niet geproduceerd en/of vrijgegeven zijn door B.Braun Melsungen AG kunnen significante verschillen optreden.
2
5
11
Trompetcurven Gemeten waarden van elk tweede en laatste uur. Meetinterval ∅t = 0.5 min Observatie interval p x ∅t min Start-up Grafiek Meetinterval Duur v.d. meting Flow
∅t = 0.5 min T = 120 min Qi ml/h
15
Technische specificaties
Type Classificatie (Conform IEC/EN 60601-1)
Volumetrische infuuspomp defibrillator-proof, CF; Bescherm klasse I; IP 22 (Spatwaterdicht)
Klasse (Conform 93/42 EEC)
II b
Netspanning/-stroom
230 V AC~ (0.06 A), 50/60 Hz Zekering T 0.16 A of 200 V/230 V/240 V AC~ * (0.06 A), 50/60 Hz Zekering T 0.16 A of 100 V/110 V/120 V AC~ * (0.12 A), 50/60 Hz Zekering T 0.315 A * Netspanning kan geselecteerd worden via de net-entree.
Externe laagspanning
12 V DC
Personeelsoproep
Max. 24 V / 1 A / 24 VA Onafhankelijk van polariteit (VDE 0834)
EMV
EN 55011 IEC/EN 60601-1-2 and IEC/EN 60601-2-24
Inschakelduur
100 % (continu bedrijf)
Bedrijfscondities - Relatieve vochtigheid - Temperatuur - Atm. luchtdruk
30 % ... 90 % (zonder condensvorming) + 10 °C ... + 40 °C 700 mbar ... 1060 mbar
Opslag condities - Relatieve vochtigheid - Temperatuur - Atm. luchtdruk
10 % ... 90 % - 25 °C ... + 55 °C 500 mbar ... 1060 mbar
Accu type
NiCd (7.2 V; 1.2 Ah)
Accu capaciteit
> 3.5 h bij hoogste infuussnelheid
Oplaadduur
> 16 h
Gewicht / afmeting (WxHxD)
ca. 3.1 kg / 140 x 240 x 200 mm
16
Luchtdetectie
Gevoeligheid: Luchtbellen > 0.01 ml Alarm wordt ingeschakeld: Bij luchtbellen van 0,3 ml1) (Grenswaarde 0,4 ml of cumulatief 1,5 ml22) per uur); (Luchtbellen van 0.01 ml gedurende 1 uur) 1) 2)
Instelling: 0.01 tot 0.3 ml via service programma Instelling: 0.5 tot 3.5 ml/h via service programma
Nauwkeurigheid ingestelde infuussnelheid
± 5 % 5 % Gemeten waarde in het tweede uur conform IEC/EN 60601-2-24
Infuussnelheid bereik
0.1 ... 999.9 ml/h (in stappen van 0.1 ml/h)
Volume instelling
0.1 ... 9999.9 ml (in stappen van 0.1 ml)
Occlusiealarm Alarmreactietijd
Max. bolusvolume (gemeten bij 22 °C met OIL infuuslijn)
SNHD 1 ml/h 25 ml/h 100 ml/h
laag ca. 0.4 bar 15 min 36 sec 9 sec
midden ca. 0.8 bar 21 min 52 sec 13 sec
Hoog ca. 1.2 bar 30 min 72 sec 18 sec
0,25 ml
0,35 ml
0,5 ml
Mechanische drukbegrenzing In geval van elektronisch defect
max. 1.6 bar (160 kPa) max. bolusvolume 2 ml
Alarm bij foutieve toediening
Pomp schakelt automatisch uit bij een afwijking in toediening van max. 0,6 ml.
KOR-snelheid (KVO)
Infuussnelheid > 10 ml/h = 3 ml/h Infuussnelheid < 10 ml/h = 1 ml/h Infuussnelheid < 1 ml/h = STOP
17
Garantie / TVC*) / Service / Reiniging
Verantwoordelijkheid van de producent.
Technische VeiligheidsControle*) / Service
De producent, assembleur, installateur of importeur zijn alleen verantwoordelijk voor veiligheid, betrouwbaarheid en juiste werking van het apparaat als: • Installatie, afstellingen, modificaties zijn uit gevoerd door B.Braun geautoriseerd personeel. • De elektrische installatie in de directe omgeving van het apparaat voldoet aan: (b.v. VDE 0100, 0107 en/of de IEC-publicaties resp. nationale richtlijnen), , • Het apparaat overeenkomstig de gebruiksaanwijzing wordt gebruikt en dat de TVC* volgens bij behorende checklist binnen de aangegeven interval is uitgevoerd.
Het is aanbevolen om elke 2 jaar een technische veiligheidscontrole uit te voeren en de resultaten te documenteren. Reparatie en/of modificatie mogen alleen uitgevoerd worden door geautoriseerde personen.(Autorisatie na technische opleiding door B.Braun).
Het CE-merk bevestigt dat dit medisc apparaat overeenkomt met “Council Directive on Medical Devices 93/42/EEC” datum 14 Juni 1993. B. Braun Melsungen AG
Garantie Garantieperiode gaat in op het moment van levering en geldt voor elke Infusomat® fmS. Deze garantie omvat reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van design/productie fouten of materiaal fouten. Modificatie of reparaties welke uitgevoerd zijn door niet geautoriseerde personen (autorisatie door B.Braun) doen garantie volledig vervallen. Uitgesloten van garantie: Storingen als gevolg van incorrect handelen of oneigenlijk gebruik alsmede normale slijtage en accu.
18
Controleer regelmatig op CReinheid, compleetheid en beschadigingen. Gebruik het apparaat zoals beschreven in gebruiksaanwijzing. Controleer bij het aanzetten van het apparaat: Zelf-test, alarmtoon, proces- en alarm-indicatielampjes.
Reiniging Gebruik voor reiniging van het apparaat wat zeepwater. Gebruik geen desinfectansspray in de nabijheid van lichtnet-aansluiting. Aanbevolen desinfectans voor oppervlakte reiniging Meliseptol® van B.Braun. Laat het apparaat minimaal 1 min. ventileren alvorens te gebruiken. Spuit niet in de openingen van het apparaat. Volg de instructies (binnen uw instelling of nationale reglementen) betreffende hygiëne en afval voor accu en disposables.
Inspectie na levering Ondanks de goede verpakking, blijft het mogelijk dat beschadiging tijdens transport kan optreden. Controleer of alle toebehoren aanwezig zijn. Gebruik geen beschadigd apparaat, maar neem direct contact op met de service afdeling van B.Braun
Toebehoren Infusomat® fmS: Netsnoer, Druppelsensor, Klem voor infuuspaal en gebruiksaanwijzing.
Bestelgegevens
Infusomat® fmS 230 V Infusomat® fmS 200 - 240 V Infusomat® fmS 100 – 120 V
Art.-Nr. 871 5548 871 5440 871 5416
Aanbevolen toebehoren voor Infusomat® fmS Potentiaal vereffeningskabel
870 1628
MFC-Connector met kabel voor Personeelsoproep
871 1682
MFC- Connector met kabel voor (12 V DC)
871 1674
MFC-RS 232 interface kabel met elektrische isolatie
871 1661
Kortstatief met druppelkamerhouder
870 1644
Originele-Infusomat®-infuuslijn ZVD met meetkolom voor ZVD meting, 340 cm
870 0010
Originele-Infusomat®-infuuslijn 250 cm
870 0036
Originele-Infusomat®-infuuslijn 5 µm met injectie port, 270 cm
870 0052
Originele-Infusomat®-infuuslijn K met injectie port, 270 cm
870 0087
Originele-Infusomat®-infuuslijn S, zwart voor lichtgevoelige medicamenten, 250 cm
870 0125
Originele-Infusomat®-infuuslijn E voor enteralevoeding met flesaansluiting, totale lengte 250 cm
873 1934
Original-Infusomat®-infuuslijn met Y-connector voor Piggyback
825 0715
Piggyback-set of medicamentenlijn
825 0740
19
HOSPITAL CARE B. Braun Medical BV Postbus 659 5340 AR Oss Tel 0412 – 67 24 11 Fax 0412 – 67 24 90 Materialen. 3891 2376, Tekeningnr. M671040000F04 07/01 • Gedrukt op 100 % chloorvrij gebleekt papier