ifix MONTAGEHANDLEIDING PV-Montagesysteem voor platte daken

iFIX PV-Montagesysteem voor platte daken

MONTAGEHANDLEIDING Editie 18/03/2014 feif019.00

Deze montagehandleiding is een vrije vertaling uit het engelse orgineel . Alleen het engelse dockument is rechtsgeldig!

Montagehand leiding i FIX

Editie 18/03/2014

Pagina | 2

Inhoud Inhoud .................................................................................................................... 2 Bijzondere kenmerken van iFIX .............................................................................. 2 Belangrijke richtlijnen bij de voorbereiding ............................................................ 4 Algemene montage en veiligheidsvoorschriften .................................................... 6 Nodige componenten .......................................................................................... 10 Nodige hulpmiddelen ........................................................................................... 10 Montagestappen .................................................................................................. 11 Onderhoud ........................................................................................................... 15 Garantie ............................................................................................................... 15 Het bedrijf ............................................................................................................ 15 Contact................................................................................................................. 15 Feedbackformulier iFIX ........................................................................................ 16

iFIX-montage-eenheid 4 hefboomklemmen

Fotovoltaïsche module (niet meegeleverd)

Windgeleidingsplaat

Hoofdplaat


Editie 18/03/2014

Pagina | 3

Bijzondere kenmerken van iFIX 6

5

10

13 16

4

7

1 15

13

2

12

9

3

11

14

6 8

1.

Hefboomklemmen om de fotovoltaïsche (PV) module zonder gereedschap te bevestigen.

2.

Gemakkelijk in te haken windgeleidingsplaat.

3.

Tweede set boorgaten om de volgende windgeleidingsplaat in te haken.

4.

Windgeleidingsplaat wordt verankerd door de PV-module.

5.

2 rijen met openingen om de volgende rij PV-modules in te haken (in een plaatsingshoek van 16°/18°).

6.

Middenmarkeringen voor de lengte-uitlijning van de hoofdplaten in een rij.

7.

Tegen de weerselementen beschutte kabelgoot met U-vormige bevestigingshaken voor kabelstrips.

8.

Buighaken voor een verbinding zonder gereedschap van de hoofdplaten in een rij.

9.

Bovenste positiehulp bij het plaatsen van de PV-module.

10. Onderste positiehulp bij het plaatsen van de PV-module. 11. Tegen de weerselementen beschutte kabelgoot voor de elektrische verbinding tussen de rijen en draagvlak voor ballastelementen. 12. Greep en verluchtingsopening aan de achterzijde met bevestigingsflens voor bliksemafleiding. 13. Middenmarkeringen voor de optische uitlijning in de lengterichting van de PV-module. 14. Aan de onderzijde voorgemonteerde matelementen ter bescherming van de dakbedekking (optie). 15. Grote opening voor bevestiging van een korte bliksemafleidingsstang. 16. Montageruimte met zelftrekkende schroeven voor een wisselrichter van de PV-modules.


Editie 18/03/2014

Pagina | 4

Belangrijke richtlijnen bij de voorbereiding § iFIX is bedoeld voor gebruik op gebouwen in een gesloten bebouwing. Voor andere opstellingsplaatsen voert u best een test uit. § iFIX is geschikt voor alle gangbare dakbedekkingen met een drukvaste ondergrond en een hellingsgraad van 0° tot 5°, op voorwaarde dat er een voldoende waterafvoer is (en er dus geen waterplassen op het dak blijven liggen). § Toegelaten ondergrond: bitumen, kunststoffolie, grind (voor plaatstaal en andere materialen moet vooraf een test worden uitgevoerd) § Gebouwhoogte: max. 32 meter § Toepassingsgebied: sneeuwbelasting tot 5,4 kN/m² windbelastingszones 1 tot 3 § Minimale afstand tot de dakrand 0,5 meter. Een attiek is niet nodig. § De rijen fotovoltaïsche cellen op het dak moeten worden gelegd in rijblokken van 9 stuks. Dit betekent dus 3 rijen achter elkaar met telkens 3 fotovoltaïsche modules naast elkaar per rij. Indien er onderbrekingen in de doorlopende dakconstructie aanwezig zijn kunnen ook losstaande modules worden gebruikt met 2 fotovoltaïsche panelen naast elkaar in een rij. § Berekening van het benodigde aantal iFIX-montage-eenheden per rij: aantal fotovoltaïsche modules +1 § Berekening van de rijbreedte (van oost naar west): (buitenlengte fotovoltaïsche module + 10 mm) x aantal fotovoltaïsche modules in de rij + 410 mm § Berekening van de veldlengte (noord-zuid): - bij een schaduwhoek van 16°: (1590 mm x aantal rijen) + 29 mm - bij een schaduwhoek van 18°: (1519 mm x aantal rijen) + 100 mm § Te gebruiken grootte fotovoltaïsche modules: Lengte: 1638 tot 1675 mm Breedte: 982 tot 1000 mm Om de iFIX-hefboomklemmen te kunnen gebruiken is een horizontale flens noodzakelijk aan de onderkant van het aluminiumkaderprofiel. De flensdikte moet 1,4 mm tot 2 mm bedragen. De vrije flenslengte is minstens 16 mm. De afstand tussen de uiteinden van de flensen is min. 911 mm en max. 940 mm.

glas

kader flensdikte flens flenslengte

§ Om de dakbedekking en de iFIX-platen duurzaam te beschermen moet vooraf worden gecontroleerd of de bedekking de platen kan dragen (zie


Editie 18/03/2014

Pagina | 5

montagevoorschriften). In optie kunnen aan de onderkant van de iFIX-plaat beschermmatten worden voorzien die ter plaatse op maat kunnen worden afgekort. § Bij de voorbereiding moet worden nagegaan of de dakisolatie de bijkomende drukbelasting van de fotovoltaïsche installatie inclusief ballast en sneeuwbelasting kan dragen. Per fotovoltaïsche module voorzien van een iFIX-plaat moet worden rekening gehouden met een sneeuwdrukoppervlak van 2,36 m² en een reëel opstandoppervlak van 0,17 m². § Het systeemgewicht bij 5 fotovoltaïsche modules per rij, zonder fotovoltaïsche module en eventuele ballast, inclusief klemmen en beschermmat: - bij een schaduwhoek van 16°: 4,27 kg/m2 - bij een schaduwhoek van 18°: 4,47 kg/m2 § De rijen zelf mogen niet langer zijn dan 40 m. Vervolgens moet een gang van 1 m breed worden vrijgehouden (omwille van mogelijke thermische uitzettingen en voor de doorgang van de brandweer) § Een overbouw is alleen toegelaten wanneer de nok zich net in de zone van de buighaken bevindt en de lengterijopening voor een schaduwhoek van 16° wordt gebruikt. Ook een verloop in de kniklijn is toegelaten in de zone van de greepopening. § Afhankelijk van de ligging van het gebouw, de windbelastingszone en de gebouwhoogte moet het systeem worden verankerd tegen loskomen en verschuiven. Zoals vastgelegd in het installatieplan, dat door de systeemaanbieder per installatie moet worden opgemaakt, moeten hiervoor in de daartoe voorziene ruimtes ballastelementen worden gemonteerd. Bij gewichten onder de 10 kg per ballastruimte kan hiervoor grind worden gebruikt. In andere gevallen moeten betonstenen of soortgelijk materiaal worden gebruikt. § De bouwelementen worden op een pallet geleverd (met of zonder beschermmatten): per 50/100 stuks iFIX-hoofdplaat, 50/10 stuks iFIX-windgeleidingsplaten en 200/400 stuks iFIX-hefboomklemmen uit roestvrij staal (eventueel kunnen als alternatief indien nodig ook standaard eindelementen worden geleverd met schroeven en schroefdraadplaatjes).

Afbeelding 1: voorbeeld van een installatie uit 12 fotovoltaïsche modules in 3 rijen.


Editie 18/03/2014

Pagina | 6

Algemene montage en veiligheidsvoorschriften Statica: Voorafgaand aan de montage moet door de opdrachtgever worden nagegaan of het gebouw en het dak voldoen aan de bijkomende statische vereisten van het iFIXsysteem voor wat betreft de verticale en de horizontale lasten. Voorwaarden volgens Eurocode 3 (DIN EN 1993) zijn hier van toepassing. De aan te brengen balasten zijn vastgelegd in het individuele plaatsingsschema van de systeemaanbieder. Dit plaatsingsschema mag alleen worden opgemaakt door deskundig geschoold personeel. Hiervoor is een calculatieprogramma voor de berekening van de verzwaring beschikbaar. Het programma is gebaseerd op de resultaten uit testreeksen in een grenslaagwindtunnel en de systeemstatica van een door de overheid erkende teststaticus. De statische bewijsvoering van de installatieveiligheid werd door TÜV Rheinland gecertificeerd. Indien de draaglastgeschiktheid door de opdrachtgever zelf wordt uitgevoerd, moet de opbouw en plaatsing en de verankering van de constructie worden uitgevoerd in overeenstemming met: EN 1991-1-3 EN 1991-1-4

sneeuwbelasting (Eurocode 1) windbelasting (Eurocode 1)

De berekeningen moeten worden uitgevoerd volgens de nieuwste richtlijnen van het instituut voor bouwingenieurs. Nationale en lokale bouwvoorschriften, normen en milieunormen moeten absoluut worden nageleefd. Veiligheid: De voorschriften betreffende de arbeidsveiligheid en arbeidsongevallen, de toepasselijke normen en de voorschiften van de beroepsverenigingen moeten absoluut worden nageleefd. Het gaat met name om (voor de Duitse wetgeving): BGV A1

Allgemeine Unfallverhütungsvorschriften (Algemene voorschriften arbeidsongevallen)

BGV A3

Elektrische Anlagen und Betriebsmittel (Elektrische installaties en aandrijvingen)

BGV C22

Unfallverhütungsvorschrift – Bauarbeiten (Voorschriften arbeidsongevallen in de bouwsector)

DIN 18338

Dachdeckungsarbeiten (Dakwerken)

DIN 18451

Gerüstarbeiten (werken op stellingen en steigers)

In het bijzonder moeten de volgende maatregelen worden genomen: § dragen van veiligheidskledij (een veiligheidshelm, veiligheidsschoenen en handschoenen). § bij dakwerken moeten de bijzondere voorschriften voor werken op het dak worden gevolgd (bijvoorbeeld het gebruik van: een leeflijn, veiligheidsharnas, vangnetten vanaf een werkhoogte van 3 m, enz.).


Editie 18/03/2014

Pagina | 7

§ de permanente verplichte aanwezigheid van twee personen voor de volledige duur van de montage zodat bij een eventueel ongeval snel hulp kan worden geboden of de hulpdiensten kunnen worden opgeroepen. § de nodige dakwerken moeten door erkende dakwerkers worden uitgevoerd. § alle elektrische bekabelingswerken voor wisselstroom en gelijkstroom moeten door een elektricien worden uitgevoerd. Hierbij moet DIN VDE 0100 deel 712 – inrichting van laagspanningsinstallaties worden gevolg. Montage: Fotovoltaïsche installaties mogen alleen door personen gemonteerd en in gebruik worden genomen die hiervoor een vakopleiding hebben gevolgd (een beroepsof een vakopleiding) of het bewijs van voldoende ervaring in conforme installaties kunnen voorleggen. Gedurende de volledige montageperiode moet worden veiliggesteld dat ten minste een exemplaar van de montagehandleiding op de werf aanwezig is en wordt gevolgd. iFIX wordt voortdurend verder ontwikkeld. Dit betekent ook dat montagevoorschiften kunnen veranderen. Daarom moet worden nagegaan dat altijd de laatste versie van de montagehandleiding wordt gebruikt. De actuele versies van de documenten vindt u onder www.voestalpine.com/polynorm/nl/produkte/industrial_applications_metal/ifix Voor de opbouw van de fotovoltaïsche installatie moet worden nagegaan of de dakdichting in overeenstemming is met DIN 18531. Om beschadigingen in de tijd te voorkomen moet de draagkracht van het dakoppervlak in combinatie met iFIX worden gecontroleerd. Voor grinddaken zijngeen beschermmatten onder de iFIX-platen worden vereist, op voorwaarde dat de iFIX-platen op het grind worden geplaatst. Bij een bitumineuze dakbedekking moeten iFIX-hoofdplaten worden gebruikt met voorgemonteerde beschermmatten. Als de dakhuid bestaat uit een kunststoffolie moeten iFIX-hoofdplaten worden gebruikt met alkalibestendige beschermmatten om te voorkomen dat de dakhuid broos wordt. De producent van de folie moet bevestigen dat de folie compatibel is met de beschermmat. Tegelmatten mogen nooit als onderlaag worden gebruikt en moeten worden beschouwd als gevaarlijk. Bij plaatselijke inzinkingen van de dakhuid waardoor plassen kunnen ontstaan, moet een egalisatie worden doorgevoerd door onderlagen te plaatsen die geschikt zijn voor de bestaande dakbekleding en om het dakoppervlak gelijk te maken. Bij gebruik van de optionele beschermmatten, die ter plaatse op maat kunnen worden gesneden, wordt aangeraden om aan de zuidzijde een strook beschermmat van minstens 11 cm onder de rand van de iFIX-hoofdplaat te leggen om contact met de dakhuid te voorkomen. Als de iFIX-plaatdelen op de werf zelf worden bijgesneden, moet ervoor worden gezorgd dat de standvastigheid van de plaat niet wordt beïnvloed en moeten de afgesneden randen zo worden behandeld dat niemand er zich kan aan verwonden en dat de dakhuid door de scherpe hoeken en randen niet worden beschadigd. De montagevoorschriften van de producent van de fotovoltaïsche modules moeten worden gevolgd zodat de klemming van de fotovoltaïsche module beslist wordt


Editie 18/03/2014

Pagina | 8

uitgevoerd in een zone die door de producent van de fotovoltaïsche modules is goedgekeurd. In de kabeltracés onder de fotovoltaïsche modules moeten tweelingsnoeren worden vermeden. Buighaakverbindingen tussen de iFIX-hoofdplaten kunnen max. 3 keer worden geopend en vervolgens weer gesloten. Nadien moet de iFIX-hoofdplaat worden vervangen. De materialen die werden gebruikt voor de ballast mogen het oppervlak van de fotovoltaïsche module niet overschaduwen. Bij gebruik van grind als ballastmateriaal moet worden nagegaan dat het grind de verluchtingsopeningen van de fotovoltaïsche module niet bedekt. Als iFIX minder dan 1,5 meter van de dakrand wordt geplaatst, moeten de verzwaringselementen in een bereik van 2 meter bovendien tegen vallen worden beveiligd. Daarnaast moeten de volgende normen worden nageleefd: VDS 2023 Elektrische Anlagen in baulichen Anlagen mit vorwiegend brennbaren Baustoffen – Richtlinie zur Schadenverhütung (Elektrische installaties in gebouwen met overwegend brandbare bouwmaterialen - richtlijnen ter voorkoming van schade) DIN 4102 Brandverhalten von Baustoffen und Bauteilen (brandbaarheid van bouwmaterialen en bouwelementen) DIN 1860

Entwässerungsanlagen für Gebäude und Grundstücke (afwateringsinstallaties voor gebouwen en bouwpercelen)

Bij het niet naleven van onze montagehandleiding en veiligheidsvoorschriften of bij gebruik van in- of opbouwelementen van de concurrentie behoudt voestalpine Polynorm GmbH & Co.KG zich het recht voor om de garantie en waarborg in te trekken. Bij demontage van het systeem moeten de montagerichtlijnen worden gevolgd in omgekeerd volgorde. Aardgeleiding en potentiaal: Alle systeeminterne verbindingen van het iFIX-systeem zijn onderling elektrisch geleidend en voorzien van een normconforme aardgeleiding met een voldoende diameter. Bij gebruik van hefboomklemmen uit roestvast staal is de interne potentiaalverbinding van de fotovoltaïsche installatie door elke doorlopende rij gewaarborgd. Tussen de rijen onderling moet een elektrische geleiding worden voorzien. In tegenstelling tot andere systemen met oorspronkelijke midden- en eindklemmen moeten bij iFIX door het gebruik van de roestvaststalen getande klemmen de kadermodules van de fotovoltaïsche panelen in het onderstel worden doorgeleid. Voor de integratie van het onderstel in de potentiaalgeleiding is het bijgevolg voldoende om een veld op een bepaalde plaats te verbinden met een aardgeleiding van een voldoende diameter en deze aardgeleiding vervolgens te verbinden met de potentiaalstang van het gebouw. Opgelet: Bij gebruik van standaard aardklemmen uit aluminium is de potentiaalcompensatie niet gegarandeerd omdat de aluminiumoxidelaag van de klem en van het kader van de fotovoltaïsche modulen isolerend werken. In dit geval moet een elektrisch geleidende laagohmige verbinding worden gelegd tussen de kaders van de fotovoltaïsche modules.


Editie 18/03/2014

Pagina | 9

Potentiële bliksemafleiding: De bliksemafleiding van een fotovoltaïsche installatie en deze voor het daaronderliggende gebouw moet worden uitgewerkt door een specialist in de materie. Het begrip potentiële bliksemafleiding wordt gebruikt om de verbindingen, klemmen, enz. te benoemen die in het kader van een bliksemafleidingsinstallatie de actieve bliksemstroom moeten afleiden. Elk van deze bouwelementen moeten daarom in het kader van een grondige test worden gecontroleerd en gecertificeerd. De potentiële bliksemafleiding van een onderstelsysteem is voor deze probleemstelling volgens ons niet relevant omdat het draagsysteem niet als afleider of als vangstang wordt gebruikt in het kader van een bliksemafleiding. De bliksemafleidingsinstallatie moet normaal gezien volledig onafhankelijk van de fotovoltaïsche installatie worden gepland. Als algemene regel geldt dat een gedefinieerde scheidingsafstand tussen de fotovoltaïsche installatie en een bliksemafleidingsinstallatie is aangewezen. In specifieke gevallen is het toegelaten dat het onderstelsysteem met de bliksemafleiding wordt verbonden. Dan moet echter worden rekening gehouden met de inkoppeling van de bliksemstromen in de elektrische installatie. In dit geval is het belangrijk dat de interne potentiaalverbindingen van het onderstel op de correcte wijze laagohmig en met een voldoende grote diameter worden verbonden. Dit is het geval bij het iFIX-systeem zoals werd bewezen door een onafhankelijke keuring van de potentiële bliksemafleiding in overeenstemming met DIN EN 50164-1 en DIN EN 62305-3. Raadpleeg hiervoor de afzonderlijke bijlage "iFIX-richtlijn bliksemafleiding". De te volgen richtlijnen voor het plaatsen en inrichten van de bliksemafleiding, aardgeleiding en potentiaal zijn: DIN EN 62305

Blitzschutz (bliksemafleiding)

DIN VDE 0185 Teil 1-4

Blitzschutz (In het bijzonder Teil 3 Beiblatt 5) (bliksemafleiding in het bijzonder deel 3 bijlage 5)

DIN VDE 0100 Teil 410

Erdung (aardgeleiding)

DIN VDE 0105

Betrieb von elektrischen Anlagen (gebruik van elektrische installaties)

DIN VDE 0298

Elektrische Leitungen (elektrische bekabeling)

Voor een veilige en correcte montage van het systeem leest u eerst alle montagestappen door. Het nodige materiaal wordt per montagestap aangegeven. Bij montageproblemen of vragen met betrekking tot het systeem neemt u contact op met onze servicetelefoon: +49 (0) 7171-972-906


Editie 18/03/2014

P a g i n a | 10

Nodige componenten iFIX-hoofdplaat Afmetingen: 1170 x 1620 x 231 mm Gewicht: 7,7 kg Optioneel leverbaar met aan de onderzijde voorgemonteerde beschermmatsegmenten.

iFIX-windgeleidingsplaat Afmetingen: 897 x 296 x 70 mm Gewicht: 1,15 kg

iFIX-hefboomklemmen

alternatief: standaard eindklemmen

4 stuks per iFIX-hoofdplaat

4 stuks per iFIX-hoofdplaat met schroeven en schroefdraadplaatjes in functie van de kaderhoogte van de fotovoltaïsche module. Opgelet: potentiaalcompensatie niet verzekerd!

Fotovoltaïsche module (niet meegeleverd) Mogelijke afmetingen zie "Belangrijke richtlijnen bij de voorbereiding"

Nodige hulpmiddelen Markeerkoord

Veiligheidshandschoenen

(niet meegeleverd)

(niet meegeleverd)

Rolmaat (niet meegeleverd)

Tie-raps UV-bestendig (niet meegeleverd)


Editie 18/03/2014

P a g i n a | 11

Montagestappen Stap

Eerste hoofdplaat in de rij

1

Legrichting vertrekkend in het zuiden rekening houdend met de aangegeven afstand ten overstaan van de dakrand. Materiaal: rolmaat, markeerkoord, hoofdplaat

Stap

Tweede hoofdplaat in de rij

2

plaatsen naast de eerste plaat. Hartafstand: L1 = lengte PV-module - 385 mm

L1

Materiaal: rolmaat, hoofdplaat

585 Stap

Eerste windgeleidingsplaat in de rij

3

van boven af inhangen in de daartoe voorziene rechthoekige openingen van de hoofdplaat.

Materiaal: windgeleidingsplaat Stap

Derde hoofdplaat in de rij

4

derde hoofdplaat plaatsen naast de twee andere L2

Hartafstand: L2 = lengte PV-module + 10 mm

Materiaal: rolmaat, hoofdplaat


Editie 18/03/2014

Stap

P a g i n a | 12

Tweede windgeleidingsplaat in de rij

5

van boven af inhangen Op deze manier bouwt u de rij verder op tot op het einde, waarbij de laatste hoofdplaat in dezelfde verkorte hartafstand wordt geplaatst als bij de tweede hoofdplaat. Materiaal: windgeleidingsplaat Stap

Plaatsen van de kabels

6

Andere nodige kabels kunnen voorafgaande aan de montage van de PV-module in de daartoe voorziene uitsparing worden gelegd en met tie-raps worden vastgemaakt in de daartoe voorziene openingen. Tip: trek de tie-raps goed vast! Materiaal: tie-raps

Stap

PV-module inleggen

7

10

A B C

De PV-module onderaan positioneren op punt A, de kabels verbinden, de kabel in de daartoe voorziene kabelgoot van de plaat leggen en de PV-module helemaal vlak in het kader leggen. B is de positioneerhulp voor de afstand van de PV-module. C is de positioneerhulp voor de lengte van de hoofdplaat aan het einde van de rij. De verdieping moet altijd zichtbaar blijven (voor de waterafloop). Materiaal: PV-module, tie-rap


Editie 18/03/2014

Stap

P a g i n a | 13

Bevestiging van de PV-module

8

de hefboomklemmen inklikken en omhoogtrekken tot u een klikgeluid hoort. Materiaal: 4 stuks hefboomklemmen per hoofdplaat.

1.

2.

3.

4.

5.

Klak!

Stap

Klik!

Opzetten hoofdplaat tweede rij, verbinding en leggen van kabels

9

De hoofdplaat met behulp van de lengtegaten plaatsen op de haken van de vorige rij (lengtegaten kiezen afhankelijk van de gewenste schaduwhoek).

16°

18°

Tip: teneinde opbouwfouten nog te kunnen corrigeren mag u de haken nog niet ombuigen! Kabels leggen (zoals aangegeven in stap 6).

Stap

Inleggen en bevestigen van de PV-module

10

De PV-module onderaan positioneren op punt A, de kabels verbinden, de kabel in de daartoe voorziene kabelgoot van de plaat leggen en helemaal vlak in het kader leggen.

A

Aan de onderste lengterand van de PV-module starten met het insteken van de hefboomklemmen (zoals aangegeven in stap 8: 4 klemmen per hoofdplaat). Volgende rijen verder leggen zoals aangegeven in de stappen 9 en 10.


Stap

Editie 18/03/2014

P a g i n a | 14

Onderlinge verbinding van alle iFIX-hoofdplaten

11

Per hoofdplaat telkens 5x de haken ombuigen in zuidelijke richting. Tip: om opbouwfouten te kunnen herstellen wordt aanbevolen om deze stap (het ombuigen van de haken) pas uit te voeren net voor de ballast wordt aangebracht. Niet toegelaten: Rijen onderling iets verschoven Stap

Ballast plaatsen

12 Ballast

Het gewicht voor elk bodemoppervlak van de hoofdplaat wordt aangegeven op het installatieplan. Er is een specifieke ruimte voorzien voor de ballast. De ballast moet zonder schurende beweging worden gelegd en mag de PV-modulen niet overschaduwen.

Fotovoltaïsche installatie op het iFIX-montagesysteem (zonder ballast)


Editie 18/03/2014

P a g i n a | 15

Onderhoud De fotovoltaïsche installatie moet jaarlijks visueel worden gecontroleerd op mechanische veiligheid. Manueel moet worden gecontroleerd of de fotovoltaïsche module nog goed vast zit. Loszittende fotovoltaïsche modules moeten meteen worden vastgemaakt. Voor een duurzame corrosiebescherming moeten alle vuilophopingen worden verwijderd en moeten ernstige verontreinigingen met water worden schoongemaakt. Voor bijkomend onderhoud aan de fotovoltaïsche modules zelf en de elektrische bekabeling verwijzen we naar de voorschriften van de producent van de fotovoltaïsche modules en de installateur.

Garantie Hiervoor gelden de afzonderlijk verkrijgbare en op het tijdstip van de verkoop geldende "Algemene garantievoorwaarden voor iFIX" en de "Algemene verkoopvoorwaarden” van voestalpine Polynorm GmbH & Co. KG. Alleen het engelse dockument is rechtsgeldig!

Het bedrijf Vakmanschap voestalpine Polynorm staat al jaren voor kwaliteit en service in de omvormtechniek. Als toeleverancier in de automobielindustrie ontwikkelden we technische innovaties die we nu kunnen toepassen in de sector van de zonne-energie.

Samenwerking We bieden meerwaarde door bestaande technologieën op elkaar af te stemmen. Met vier vestigingen in Duitsland en Nederland. Maar vooral door de ervaring van meer dan 1.500 medewerkers. Door samen te werken, ontwikkelen onze designexperten, technici, ontwikkelingsingenieurs en productiemedewerkers toekomstgerichte oplossingen voor onze klanten.

Systeemoplossingen We ontwikkelen systeemoplossingen voor de fotovoltaïsche industrie met een breed productenaanbod dat perfect op elkaar is afgestemd, naadloos kan worden gebruikt en toepasbaar is op verschillende domeinen. Het beste voorbeeld hiervan is onze gepatenteerde systeemoplossing iFIX.

Contact voestalpine Polynorm GmbH & Co. KG Polynormstraße 1 Gewerbepark Gügling 73529 Schwäbisch Gmünd Deutschland T. +49/7171/972-906 F. +49/7171/972-321 E. [email protected] www.voestalpine.com

Handelaar:


Editie 18/03/2014

P a g i n a | 16

Feedbackformulier iFIX Hebt u iets niet begrepen? Hebt u een concrete vraag, of wenst u extra informatie? Hebt u een probleem waarbij u onze hulp nodig hebt? Hebt u een suggestie of een voorstel ter verbetering? Deel het ons mee: ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Hoe kunnen we u bereiken? Uw voornaam

______________________________________________________

Uw familienaam

______________________________________________________

Uw adres

______________________________________________________ ______________________________________________________

Uw telefoonnr.

______________________________________________________

Uw e-mailadres

______________________________________________________

Stuur dit formulier terug als brief of e-mail naar: iFIX-team voestalpine Polynorm GmbH & Co. KG Polynormstraße 1 D-73529 Schwäbisch Gmünd [email protected]

ifix MONTAGEHANDLEIDING PV-Montagesysteem voor platte daken

Recommend Documents