SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN
IDEEENAVOND 26.9.2012 PROGRAMMA Vanaf 19.30 uur
20.00 uur 20.30 – 20.40 uur 20.40 – 21.15 uur 21.15 uur
Onthaal met verwelkoming door Anne-Mie Gheeraert,voorzitter prov. werkgroep sociaal-cultureel werk Verspreiding naar de verschillende lokalen – start 1ste sessie Wisselen van lokalen 2de sessie Verzamelen in De Komedie voor receptie en bezoek infostanden
DE VOORGESTELDE ONDERWERPEN: 1) Lawaaischade bij jongeren 2) ‘SOS Reflux’: reflux bij baby’s 3) Mijn kleinkind woont in 2 huizen … 4) Mogelijkheden van wilsverklaringen aangaande Levenseinde-beslissingen: de voorafgaande zorgplanning 5) ‘Kazen’: info door een kaasmeester 6) Grootouders en kleinkinderen aan de computer 7) Faalangst bij jongeren
Jo Loobuyck Caroline Bouckenaere Sonja Delbeecke Paul Destrooper (vzw Leif) Caroline Zwartjes Voorstelling project door Eric De Wasch Hildegard Van Wonterghem
De inhoud van de voordrachten + brochure ‘Onderwerpen en gespreksleiders’ kan ook worden geraadpleegd op onze website www.gezinsbond-wvl.be. De provinciale werkgroep wenst alle afdelingen veel succes bij de organisatie van hun activiteiten in 2013 !
Deze kaderavond komt tot stand
SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN Ideeënavond 2012
LAWAAISCHADE BIJ JONGEREN 1) De werking van het normale oor: Buitenoor – middenoor – binnenoor (het orgaan van Corti) Omzetting van geluid in lucht naar geluid in vocht Omzetting van geluid in vocht naar elektrische prikkel 2) Het overbelaste oor: Risico op schade De meest schadegevoelige zones Percentages jongeren met schade 3) De drie belangrijkste gevolgen van overbelasting Gehoordaling Tinnitus of oorsuizen Hyperacusis 4) Wetgeving i.v.m. lawaaibescherming De werkvloer versus de dansvloer Reglementering voor arbeiders The who versus Europese normen De nieuwe geluidsnormen van minister Joke Schauvliege De regel van 3 dB 5) Oplossingen ter bescherming van het gehoor Uitwendige universele gehoorbescherming: belangrijke cijfers Inwendige universele gehoorbescherming: belangrijke cijfers Individuele op maat gemaakte gehoorbescherming: Maken van oorafdruk – bepalen type filter en dempingswaarde – afname van een Lektest 6) Tips om beter om te gaan met lawaai: uitgangsleven – mp3-gebruik – provinciale Campagnes
Gespreksleider: Jo LOOBUYCK p/a Cartonstraat, 53 - 8900 IEPER tel. 057/23.95.85
[email protected] –
[email protected]
Vraagprijs: 100 euro + vervoervergoeding Mr. Loobuyck maakt gebruik van een power-pointpresentatie
SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN Ideeënavond 2012
‘SOS REFLUX: over reflux bij baby’s De gevoelens van vreugde om de geboorte van een kind kunnen, door refluxproblemen, een andere wending nemen. Afhankelijk van ondermeer de duur en de intensiteit van de refluxproblemen manifesteren zich bij de ouder misschien de volgende gevoelens: onzekerheid, ontgoocheling, zich niet begrepen voelen, frustratie, zich moe of uitgeput voelen, … . Als men het fenomeen reflux beter begrijpt, heeft men als ouder iets meer begrip en controle over de situatie. Want reflux blijft een term die vele ladingen kan dekken … en blijkt vaak geen zwart-wit verhaal te zijn! Bij reflux vloeit er maaginhoud terug naar de slokdarm. Sommige baby’s hebben weinig last van reflux, andere baby’s net heel veel … met allerhande symptonmen en klachten tot gevolg. Ouders maken zich vaak ongerust over de refluxklachten, maar lang niet altijd is er hierbij sprake van een ziekte. En niet alle baby’s die lastig zijn of veel huilen hebben refluxproblemen! Misschien is er iets anders aan de hand. Veralgemening is hierbij dus uit den boze. Volgende items komen aan bod: 1) Gradaties van reflux: - reflux als normaal natuurlijk fenomeen bij elke baby: - regurgitatie - Braken - Verborgen reflux - reflux als ziekte 2) Oorzaken van reflux: mechanisch / omgangsfactoren / voedingsfactoren, enz… 3) Mogelijke symptonen 4) Factoren die de refluxklachten gevoelig kunnen verminderen 5) Diagnose 6) Behandelplan: klassieke medische behandeling / niet-conventionele en/of complementaire Behandelingen
Gespreksleider: Caroline BOUCKENAERE (kinesiste en auteur van het boek ‘SOS Reflux’) Langeleedstraat, 4 – 8670 Oostduinkerke Tel. 058/31.34.85 – gsm: 0484/992589
[email protected] Vraagrprijs: 180 euro (vervoervergoeding inbegrepen) Mevr. Bouckenaere maakt gebruik van een power-pointpresentatie
SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN Ideeënavond 2012
MIJN KLEINKIND WOONT IN 2 HUIZEN …
Deze voordracht (duur: 2 uur) richt zich tot grootouders waarvan hun kleinkinderen geconfronteerd worden met apart wonende ouders. Volgende punten komen aan bod in de voordracht: -
Wat is de betekenis van de scheiding voor de grootouders en de kleinkinderen? Op welke wijze kunnen grootouders hun kleinkind ondersteunen in deze situatie? Wat zegt de wet omtrent de omgang tussen grootouders en kleinkind?. Waar kan je terecht als er problemen zijn?
Gespreksleider: Sonja DELBEECKE (Maatschappelijk assistente en werkzaam in Centrum Algemeen Welzijnswerk en als zelfstandige relatietherapeute) p/a Diksmuideseweg, 148 - 8900 Ieper tel. 0496/505665
[email protected] of
[email protected] www.dialoog-ieper.be Vraagprijs: 100 euro + kilometervergoeding
SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN Ideeënavond 2012
DE MOGELIJKHEDEN VAN WILSVERKLARINGEN AANGAANDE LEVENSEINDE-BESLISSINGEN. De voorafgaande zorgplanning. Deze voordracht wordt verzorgd door LEIF (LevensEinde Informatie Forum) Wat kan ik nu beslissen voor later indien ik door omstandigheden niet meer bekwaam ben om een beslissing aangaande het levenseinde te nemen? Een voorstelling van 5 wilsverklaringen aangaande het levenseinde die door de wet zijn voorzien: 1. 2. 3. 4. 5.
De wilsverklaring euthanasie De negatieve wilsverklaring inzake patiëntenrechten De wilsverklaring inzake orgaandonatie De wilsverklaring inzake de wijze van teraardebestelling De wilsverklaring aangaande het schenken van het lichaam aan de wetenschap
Een voorstelling van het kader van de mogelijke beslissingen die genomen kunnen worden aan het levenseinde.
Gespreksleider op de kaderavond: Paul DESTROOPER (moderator LEIF) uit Wemmel. Tel. 02/456.82.15 -
[email protected] De gespreksleiders in de afdeling zijn LEIF-artsen, LEIF-nurses of LEIF-consulenten die in het Forum een opleiding hebben gevolgd en met de problematiek bezig zijn in hun professioneel leven. Gespreksleiders zijn aan te vragen via www.leif.be Voor deze voordracht wordt gebruik gemaakt van een power-pointpresentatie. Voor de deelnemers is een LEIF-blad voorzien. Vraagprijs: 75 euro + vervoervergoeding
SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN Ideeënavond 2012
KAZEN
1. Wat is kaas, van waar zijn ontstaan? Kaas is melk in een geconcentreerde vorm met een langere houdbaarheid. De oudste sporen dateren rond 3000 voor Christus.
2. Zonder goede melk is er geen goede kaas ! De aard van de kaas is uiteraard afhankelijk van verschillende factoren: van melksoort tot de rijping … . 3. Bespreken van verschillende kaasfamilies Korte uitleg welke kaasfamilies er bestaan met van elke soort een proeverij. 4. Het kopen van kaas en hoe ze bewaren Waar koopt men kaas het best? Waar en hoe ze bewaren? De samenstelling van een kaasschotel.
Gespreksleider: Caroline ZWARTJES (kaasmeester) Potentestraat, 6 - 8000 Brugge Tel. 050/31.86.74
[email protected]
Vraagprijs: 150 euro (vervoerkosten inbegrepen) In deze prijs zijn ook proevertjes inbegrepen
SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN Ideeënavond 2012
FAALANGST BIJ JONGEREN
Wat is faalangst? Bij wie en hoe vaak komt faalangst voor? Welke typische kenmerken vertoont het denkpatroon van kinderen en jongeren met faalangst? Welke lichamelijke reacties komen vaak voor bij faalangst? Actieve en passieve faalangst: twee uiteenlopende vormen en strategieën om mislukkingen te vermijden. Hoe kan je faalangst herkennen? Wat kan je er aan doen: aanpak gebaseerd op 3 pijlers. Tips voor ouders
Gespreksleider: Hildegard VAN WONTERGHEM Roterijstraat, 52 – 8520 Kuurne Tel. 056/37.32.07 – gsm: 0486/31.26.55
[email protected]
Vraagprijs: 140 euro + vervoervergoeding
“GROOTOUDERS & KLEINKINDEREN AAN DE COMPUTER” Kleinkinderen, leer je opa of oma de eerste kneepjes van de digitale wereld! Grootouders, geen schrik voor de computer! Volg les bij de kleinkinderen! De Gezinsbond zoekt jongeren die hun eigen of andere grootouders 3 maal les willen geven. De Gezinsbond zoekt ook senioren die niet zo goed vertrouwd zijn met de computer en wil grootouders en kleinkinderen bij elkaar brengen! Grootouders krijgen zo met hulp van hun kleinkinderen of andere jongeren de kans om kosteloos kennis te maken met de wereld van de computer en het internet! Er is een voorbereidende sessie alleen voor kleinkinderen de week voor de eerste sessie en die wordt gegeven door een verantwoordelijke van het Europees pilootproject Grandparents & grandchildren. Er zijn 3 gratis trainingssessies van 2 uur waarop kleinkinderen les geven aan grootouders: 1. kennismaking met de computer - werken met muis en toetsenbord 2. informatie bekijken op het internet – zoeken van informatie via Google 3. leren mailen via Gmail. De plaatselijke afdeling van de Gezinsbond zorgt voor een leslokaal met computers en voor een gedrukte handleiding. Na 3 sessies waarbij één kleinkind samen aan de computer zit met één grootouder kunnen de grootouders zelfstandig verder oefenen met de trainingssessies op de website. Nadien kunnen kleinkinderen op vrijwillige basis (hun) grootouders natuurlijk verder blijven helpen. Dit alles kadert in een Europees (Grundtvig) project waarin CVO Waregem en De Gezinsbond samenwerken met partners uit Udine – Italië, Lissabon - Portugal, Kaunas Litouwen en Buje - Kroatië. Aan dit project is een website gekoppeld waar je alle informatie over het project kunt terugvinden: www.geengee.eu. De verantwoordelijken voor het Europees project in Vlaanderen zijn Pol Ostyn, ovz. Gezinsbond gewest Kortrijk en Johan Petitjean, ict-coördinator van CVO Waregem. Met dit project willen we mee de strijd tegen digitaal analfabetisme voeren en de dialoog tussen de generaties stimuleren. Meer informatie bij: - Pol Ostyn, Deerlijkstraat 3, 8570 Vichte, tel. 056 779 319 – 0499 184 352 -
[email protected] - Eric De Wasch, Pluvierlaan 6, 8370 Blankenberge, tel. 050 41 46 36 -
[email protected]
GEZINSBOND vzw SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN
REGLEMENTERING “GEZINSOPVOEDKUNDIGE THEMA’S” Het is een specifieke taak, zelfs een kernopdracht, van de Bond om bijzondere aandacht te geven aan de ondersteuning van ouders bij de opvoeding van hun kinderen. Naast de uitgifte van “Brieven aan Jonge Ouders” en “BOTsing: Brieven aan Ouders met Tieners” door Gezinsbond nationaal is het belangrijk dat de plaatselijke afdelingen opvoedingsondersteunende activiteiten organiseren. Daarom probeert Gezinsbond nationaal én provinciaal om ondersteuning te bieden door: -
een aanbod van thema’s te geven waarvoor bevoegde begeleiders/gespreksleiders beschikbaar zijn.
-
de begeleiders van deze activiteiten rechtstreeks vanuit het Centrum te vergoeden. De afdeling heeft voor deze begeleiders dus zelf geen kosten (behalve wat door sommige gespreksleiders méér wordt gevraagd dan het Bondstarief).
Onderwerpen van SCW nationaal zijn terug te vinden in de brochure “Aanbod activiteiten 2013” en “Educatieve programma’s 2013” die vanaf oktober ter beschikking is via de website voor bestuursleden ( zie D. Aanbod activiteiten 2013 – Educatieve programma’s 2013”) Nieuwe nationale onderwerpen worden steeds voorgesteld in BRAVO, het Infoblad voor Kaderleden. Alle activiteiten worden door de afdelingen bij de dienst sociaal-cultureel werk in Brussel ste aangekondigd vóór de 20 van de maand die de activiteit voorafgaat. De afdeling ontvangt dan een bevestiging en ook de gespreksleider wordt bevestigd. De gespreksleider ontvangt ook het afrekeningsformulier dat hij/zij onmiddellijk na de activiteit ingevuld terugstuurt naar SCW Brussel dat daarna zorgt voor de uitbetaling van het honorarium. Voor al de activiteiten over opvoeding van kinderen en jongeren zijn enkele bijkomende formulieren noodzakelijk (opdat Gezinsbond – SCW nationaal kan gesubsidieerd worden voor deze activiteiten en bijgevolg de gespreksleider verder kan blijven vergoeden): 1. Een deelnemerslijst die door de aanwezigen moet ondertekend worden (er moeten tenminste 12 deelnemers zijn). 2. Een evaluatieformulier dat elke deelnemer moet invullen (voor reeksen geldt één formulier). 3. Een verslag dat door de afdeling moet opgesteld worden. Bij de bevestiging ontvangt de afdeling de deelnemerslijst, één evaluatieformulier – dat door de afdeling wordt gekopieerd volgens het verwachten aantal deelnemers - en het verslagformulier. Deze documenten worden door de afdeling onmiddellijk na de activiteit teruggestuurd naar de dienst sociaal-cultureel werk in Brussel. Voor elke activiteit (of reeks) over opvoeding die voor subsidiëring in aanmerking komt (dwz. tijdig was aangekondigd en de nodige formulieren ingestuurd van tenminste 12 deelnemers) ontvangt de afdeling een bedrag van € 15 extra ondersteuning.
GEZINSBOND vzw SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN VERGOEDING GESPREKSLEIDERS De Gezinsbond betaalt voor educatieve activiteiten aan de gespreksleiders: 1) Eénmalige activiteiten 70 euro (waarvan 55 euro door SCW Brussel + 15 euro kostenvergoeding ter plaatse door de afdeling te betalen aan de lesgever/gespreksleider) + 0,33 euro/km verplaatsingskosten De retributie wordt door SCW Brussel rechtstreeks op het persoonlijk rekeningnummer van de begeleider overgemaakt, tenzij de begeleider voor een instelling/organisatie werkt en er door die organisatie een factuur wordt bezorgd aan SCW Brussel. Op de vormende activiteit moeten tenminste 12 volwassen deelnemers aanwezig zijn en de activiteit moet minstens 2 uur duren (opvoeding, gezinsondersteuning, persoonsvorming* en consumentenwerking*). Er wordt GEEN tussenkomst in de vergoeding voorzien voor volgende activiteiten: - geleide wandelingen, geleide bezoeken (bijv. musea, bedrijven, … enz) - culturele activiteiten (bijv. optreden, voorstelling, poëzie-voordracht, literair aperitief, concert, causerieën over een cultureel thema, lezing, ….) - (*)Voordrachten van het type aromatherapie, bachbloesems, mineralen en edelstenen, massage, relaxatie, voetreflexologie, parfums, make-up, wijnen/ bieren kennen en proeven, enz ….. . - Éenmalige doe-activiteiten (bijv. bloemschikken, crea-atelier, kookles enz… ) 2) Reeksen Voor doe-activiteiten in reeksverband (vb. cursus koken, bloemschikken, …) wordt alleen voor de eerste les een vergoeding voorzien. Men spreekt van een reeks als er 2 of meer gelijkaardige (doe)activiteiten georganiseerd worden binnen hetzelfde kalenderjaar. Er komen per jaar max. 3 cursussen uit verschillende rubrieken in aanmerking. De tussenkomst in de verplaatsingskosten van gespreksleiders/lesgevers die geen door SCW nationaal aangemaakt thema verzorgen, wordt beperkt tot 100 km. heen en terug. Aanvragen voor vergoeding van gespreksleiders gebeuren STEEDS RECHTSTREEKS bij de dienst sociaal-cultureel werk Brussel. Dit kan telefonisch (tel. 02/507.89.41 –Veerle De Brouwer of tel. 02/507.88.91 Claudine De Loor voor alle consumententhema’s) of via mail of
[email protected] of
[email protected] ste De aanvraag moet TIJDIG gebeuren, nl. vóór de 20 van de maand die de activiteit voorafgaat (vb. activiteit van 20 september moet aangevraagd worden vóór 20 augustus). Voor ALLE aanvragen die te laat binnen zijn vervalt de tussenkomst voor de vergoeding van de gespreksleider. Informatie of een gespreksleider voor de oefenscholen: 02/507.89.46 (op maandag en woensdag) of
[email protected] Informatie of een gespreksleider voor de activiteiten over energie: 02/507.88.60 of
[email protected] Informatie of een gespreksleider voor bijtanken: 02/507.88.93 of
[email protected]
GEZINSBOND vzw SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN
FINANCIËLE ONDERSTEUNING VOOR DE AFDELING Naast een tussenkomst in de vergoeding voor de gespreksleider voor een aantal onderwerpen kunnen ALLE AFDELINGEN punten verzamelen als ze: ➜ een jaarprogramma opmaken en dit jaarprogramma vóór 20 januari aan de dienst SCW te Brussel bezorgen (dit jaarprogramma mag nog gewijzigd worden of onvolledig zijn) 1 PUNT ➜ Van elke eigen activiteit met minstens 12 aanwezige VOLWASSENEN die minstens 2 uur duurt: een uitnodiging en een verslag bezorgen *voor activiteiten in samenwerking met andere verenigingen, gewest moeten per afdeling of vereniging min. 8 volwassenen aanwezig zijn *Deelname aan nationale manifestaties: 12 aanwezigen per afdeling 1 PUNT ➜ bij minstens 6 activiteiten gespreid over 3 van de 4 functies (educatief, cultureel, ontmoetingsgericht en sociale actie) 1 PUNT
Op het einde van het werkjaar kan men voor maximxum 7 punten de toelage van 15 euro bekomen (= totaal 105 euro). De waarde van de overige punten wordt elk jaar herzien (deze hangt af van de grootte van de toelagepot en het totaal aantal registraties waaraan punten verbonden zijn). Alleen activiteiten, georganiseerd voor volwassenen en/of ouders en kinderen, komen in aanmerking voor het puntensysteem. Activiteiten uitsluitend voor kinderen en sportactiviteiten komen NIET in aanmerking. Deze onderwerpen worden wel geregistreerd om een zo volledig mogelijk overzicht te bekomen van de afdelingswerking. Ter info: - een reeks/cursus telt voor 1 punt - maximum 3 reeksen/cursussen uit verschillende rubrieken per jaar krijgen een punt Uitzondering: oefenscholen (en andere opvoedingsondersteunende reeksen) - daar telt elke bijeenkomst voor 1 punt - éénmalige 'doe'-activiteiten tellen voor 1 punt - tweedehandsbeurzen: één beurs per jaar telt mee voor 1 punt. - Activiteiten van het cultureel centrum waarvoor de Gezinsbond enkel een korting op de toegangsprijs toekent aan haar leden tellen NIET mee voor een punt. - er is geen verband tussen het toekennen van een punt aan een activiteit en het vergoeden van een gespreksleider/begeleider voor die activiteit. Wat hebben we nodig voor een volledig dossier? - een jaarprogramma - verslag van de bestuursvergaderingen - uitnodiging en beknopt verslag van ALLE activiteiten (ook van Crefi en GSF waarvoor u GEEN punten kunt bekomen) met vermelding van het aantal aanwezigen + duur van de activiteit. (vb. van 19 tot 23 uur). Bij gemengde activiteiten ouders/kinderen steeds het aantal volwassenen en het aantal kinderen vermelden. Bij activiteiten “in samenwerking met” : het totaal aanwezigen + het aantal aanwezigen van de eigen afdeling (ook hier volwassenen en kinderen apart vermelden).
Waarom documenten van alle activiteiten? Alleen op die manier kan een totaalbeeld gevormd worden van de afdelingswerking en dit totaalbeeld zal op zijn beurt invloed hebben op de werking van de Gezinsbond in het algemeen.
Alle documenten (uitgezonderd de aanvraag voor vergoeding gespreksleider) worden naar het provinciaal secretariaat in Roeselare gestuurd/gemaild, waar ze administratief worden bijgehouden, en jaarlijks aan de administratie Cultuur en Vormingswerk van de provincie moeten voorgelegd worden. Alle afdelingen die hun jaarprogramma bezorgen, ontvangen van SCW nationaal: – in juni een eerste overzicht van de ontvangen gegevens (uitnodigingen, bestuursvergaderingen, activiteitenverslagen) en het aantal punten daaraan verbonden. – in december een tweede overzicht met de stand van zaken. – In maart een definitief overzicht met vermelding van het aantal punten (en dus de toelage). Alle ontbrekende documenten van het voorbije werkjaar (volgens het overzicht dat je in december ontvangt) moeten ingediend worden vóór 20 januari (vb. documenten 2012 moeten ten laatste binnen zijn op 20.1.2013)
BEZORG SCW ELK JAAR VOOR 20 JANUARI UW JAARPROGRAMMA ! BEZORG OOK REGELMATIG UW LEDENBLAD, UITNODIGINGEN, VERSLAGEN VAN ACTIVITEITEN EN VAN BESTUURSVERGADERINGEN. WACHT DAARMEE LIEFST NIET TOT OP HET EINDE VAN HET WERKJAAR . HET IS IN UW EN ONS BELANG ! Neem het e-mailadres van SCW West-Vlaanderen op in je mailinglijst. Op die manier vergeet je geen informatie door te geven en wordt de papierwinkel verspreid over het hele werkjaar: m.a.w. minder werk in januari voor u en voor ons!! VOOR IEDERE AFDELING, KLEIN OF GROOT, LOONT HET DE MOEITE OM BOVENGENOEMDE SPELREGELS OP TE VOLGEN. DE ERAAN VERBONDEN TOELAGE IS MOOI MEEGENOMEN !
OPGELET: de nationale spelregels voor de administratie wijken enigszins af van de provinciale (lees WEST-VLAAMSE) spelregels: * Scw Brussel kent geen punten toe voor het toesturen van de bestuursverslagen. In WestVlaanderen moeten er minimum 3 verslagen van bestuursvergaderingen in het dossier aanwezig zijn. En voor een goede opvolging is het raadzaam ALLE verslagen van bestuursvergaderingen aan ons te bezorgen !
Alle formulieren voor de samenstelling van het dossier en de puntenbepaling moeten op het provinciaal secretariaat in Roeselare binnen zijn tegen 20 januari. Documenten die te laat binnenkomen worden niet meer verwerkt. Het kan toch gebeuren dat u daarna nog een vraag krijgt van SCW West-Vlaanderen om ontbrekende documenten op te sturen. Die documenten geven GEEN recht op bijkomende punten, ze dienen enkel om het dossier voor de provinciale subsidie te vervolledigen.
GEZINSBOND vzw SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN
INFORMATIE OVER DE MEDEWERKERS
Openingsuren provinciaal secretariaat: Voor alle informatie i.v.m. het sociaal-cultureel werk kan u steeds contact opnemen met het provinciaal secretariaat. Provinciaal medewerker Hilde Soete is aanwezig op maandag en donderdag van 8.30 tot 17.00 uur - op dinsdag en woensdag van 8.30 tot 12.00 uur.
Provinciaal secretariaat Sociaal-Cultureel Werk Iepersestraat, 70 - 8800 ROESELARE Tel. 051/22.21.27 E-mail:
[email protected]
U kan met uw vragen ook terecht bij de educatieve medewerker :
Voor de gewesten Avelgem, Kortrijk, Menen en Tielt is dit Ansger PERQUY de 11 Julilaan, 47 8500 Kortrijk Tel. + fax. 056/32.48.54 E-mail:
[email protected]
Voor de gewesten Brugge, Oostkust, Middenkust, Gistel en Houtland is dit: Anne-Marie VAN MEULEBROECK K. Serweytensstraat, 3 8000 Brugge Tel. + fax. 050/31.95.77 E-mail:
[email protected]
Voor de gewesten Roeselare, Ieper, Poperinge, Diksmuide en Veurne is dit: Pol GHEYSEN Tulpenlaan, 6 8890 Dadizele Tel. + fax. 056/50.47.33 E-mail:
[email protected]
Bekijk regelmatig onze website
www.gezinsbond-wvl.be voor Bondsnieuws uit West-Vlaanderen.
GEZINSBOND vzw SOCIAAL-CULTUREEL WERK WEST-VLAANDEREN
BROCHURE 'AANBOD ACTIVITEITEN 2013’
Naast onzebrochure "onderwerpen en gespreksleiders" van SCW West-Vlaanderen geeft de dienst sociaal-cultureel werk Brussel een NIEUWE brochure “aanbod activiteiten 2013” uit met, naast opvoedingsondersteunende en consumentgerichte vormingsactiviteiten, ook culturele en andere activiteiten (sport, crefi …) die je in je afdeling kan organiseren. Beide brochures samen vormen een goed werkinstrument voor de opmaak van het jaarprogramma van de afdeling. Deze brochure kan je aanvragen bij de educatieve medewerker of op het provinciaal secretariaat.
Zowel de provinciale brochure als de nationale brochure zijn ook te vinden op onze provinciale website www.gezinsbond-wvl.be (aanmelden als bestuurslid) of via
[email protected]
PROMOTIEMATERIAAL
Voor uw uitnodigingen kan je gratis blanco inlegfolders in de Bondshuisstijl verkrijgen bij de educatieve medewerker van uw gewest of in het Gezinscentrum te Roeselare bij de uitleendienst (Verantwoordelijke: Anila Ahmad – tel. 051/22.21.27 of mail naar
[email protected] (nieuw mailadres!) Bij de uitleendienst zijn ook vlaggen, banners, wimpels, tafellakens, spandoeken, wegwijzers en ander promotiemateriaal te bekomen, alsook materiaal voor een infostand. Neem tijdig contact op met Anila voor het bestellen van het materiaal. Spreek ook vooraf met haar af wanneer het materiaal zal terugbezorgd worden. Bezorg het materiaal steeds ZO KORT MOGELIJK NA DE ACTIVITEIT terug. Enkel op die manier kunnen zo veel mogelijk afdelingen genieten van het promotiemateriaal.
GOSA WEST-VLAANDEREN NODIGT UIT
“Later begint vandaag” Hoe realiseer ik mijn recht op waardig sterven? Een lezing door
Prof. Dr. Manu Keirse
Inschrijven vooraf noodzakelijk!!!
Op 5 december om 14u30 in het Casino in Blankenberge en om 20u in De Spil in Roeselare Het maatschappelijk debat rond palliatieve zorg en euthanasie woedt volop, maar patiënten en hun omgeving blijven nog al te vaak in de kou staan. Veel mensen zitten nog altijd met een pak vragen. Hoe kan je je het best voorbereiden op deze laatste periode van het leven van jezelf of van een dierbaar iemand? Wat zijn de mogelijkheden om menswaardig te sterven? Hoe kan je zelf beslissen over de wijze waarop de gezondheidszorg in die laatste periode verloopt? Hoe stel je een wilsverklaring op? Ben je dan zeker dat je wil zal worden gevolgd door de artsen? Hebben wij voor moeder wel alles gedaan dat kan? Hoe kan je vermijden dat men je moeder blijft doorbehandelen ook al zou ze dat niet gewild hebben? Hoe kan je ervoor zorgen dat je in die laatste periode van je leven volledig tot je recht komt? Meer weten is allereerst belangrijk. Nadenken voor je eraan toe bent en bespreken wat je wel of niet zou willen, is een basisvoorwaarde om tot je recht te komen. Hierover gaat deze uiteenzetting. Een onderwerp dat elke burger aanbelangt, zeker hen die mensen willen helpen en een goede herinnering willen nalaten.
Praktische informatie: Inschrijven vooraf noodzakelijk!!! Leden (en studenten)betalen €5, niet-leden €10 – Drankje inbegrepen. Inschrijven kan via mail naar
[email protected] of door te bellen naar 056/41.33.96 of 0472/45.46.33. De inschrijving is pas definitief na overschrijving van het verschuldigde bedrag op BE66 738005249843 van Gezinsbond West-Vlaanderen met vermelding van lidnummer en plaats waar de lezing wordt gevolgd. Alle info ook op www.gezinsbond-wvl.be.
De Gezinsbond gaat voor
gezinsvriendelijke gemeenten! Basismemorandum voor de hernieuwde gemeentebesturen
Met een bevraging over de gezinsvriendelijke gemeente vroeg de Gezinsbond zijn achterban hoe deze het beleid in zijn gemeente ervaart. Heeft de gemeente oog voor de verzuchtingen en bekommernissen van gezinnen? De situatie van gezinnen is vandaag heel verschillend en ook gemeenten kunnen niet zomaar met elkaar vergeleken worden. Toch zijn er enkele duidelijke conclusies die uit de analyse van de bijna 10.000 antwoorden op de bevraging naar voor komen. Deze vormen als het ware de kern van wat gezinnen verwachten van een “gezinsvriendelijke gemeente”. De Gezinsbond schuift vier accenten naar voren. We beschrijven de gevoeligheden van gezinnen voor deze thema’s en we doen voorstellen hoe gemeenten daar kunnen op inspelen. Plaatselijke afdelingen kunnen hier uithalen wat in de context van hun gemeente passend en prioritair is. Bondsafdelingen kunnen dus best ook nagaan welke specifieke werkpunten in hun gemeente door de gezinnen werden genoemd in de bevraging. De voorstellen van de Gezinsbond gaan steeds uit van het kindper perspectief: spectief: een beleid dat rekening houdt met de behoeften van kinkindper kinderen heeft immers oog voor de noden en de levenskwaliteit levenskwaliteit van het bredere gezin. INVESTEER IN IN MOBILITEIT EN VERKEERSVEILIGHEID! Verkeer(sveiligheid) is kernthema nummer 1 voor gezinnen, zoveel is duidelijk. Of ze nu peuters of pubers hebben, in een landelijke gemeente of een grootstad wonen, een jong gezin zijn of met pensioen: de verkeerssituatie bepaalt in grote mate hoe tevreden of ontevreden een gezin in de gemeente is. De dominantie van het autoverkeer wordt niet langer als evident aanvaard. Een goed onderhouden en veilige wandel- en fietsinfrastructuur en een doordachte verkeerscirculatie zijn basisvoorwaarden om het voor jong en oud mogelijk te maken zich zelfstandig en veilig in de woonomgeving te verplaatsen. Dit verhoogt de kwaliteit van de leefomgeving en zo gaan gezinnen ook meer gebruik maken van die publieke ruimte. Rond het openbaar vervoer leven er verwachtingen naar een beter gespreid en betaalbaar aanbod en daar zien vooral ouders met jonge kinderen nog een aantal drempels. Voor gezinnen staan volgende volgende punten op het verlanglijstje:
De gemeente heeft een mobiliteitsplan dat goed de zones afbakent waar wonen, winkelen of zich ontspannen centraal staan. In deze zones moet het gemotoriseerd vervoer door verschillende maatregelen teruggedrongen worden: snelheidsbeperkingen, verkeersdrempels, asverschuivingen op de rijweg, eenrichtingsverkeer…
Plaatsen en trajecten die vaak door kinderen en andere gezinsleden gebruikt worden, krijgen een aangepaste structuur. De kwaliteit van deze trajecten verhoogt door de uitbouw van kindlinten, aandacht voor verlichting en groen, aangepaste verkeerslichten, rustzones voor wandelaars, zitbanken en speelgroen onderweg…
De gemeente investeert planmatig in het onderhoud van fiets- en voetpaden. Ook in de winterperiode is dit cruciaal. De gemeente moet dan voorzien in steun aan zorgbehoevenden bij het sneeuwvrij houden van de stoepen.
Wijken en deelgemeenten krijgen met het openbaar vervoer voldoende verbindingen naar scholen, het centrum en belangrijke publieke plaatsen. Zeker kinderen, tieners en ouderen zijn hier erg afhankelijk van! De gemeente moet met de vervoersmaatschappijen onderhandelen over trajecten en doorstroming, derdebetalersregeling voor specifieke groepen, goede halteaccommodatie en toegankelijkheid van het openbaar vervoer.
MET VRAGEN OVER ZORG EN OPVOEDING GA IK NAAR… Het lijkt wel een heuse quizvraag waar velen het antwoord niet op weten! In elk geval zeggen nogal wat gezinnen hierover ‘geen mening’ te hebben. Vaak is dat zo omdat zij, gelukkig maar, nog geen beroep hebben moeten doen op deze dienstverlening. Maar het is ook een signaal dat mensen inderdaad niet weten wat er in hun gemeente aan hulp bestaat, bij wie of waar men terechtkan en welke rol de gemeente daar zelf in speelt. Dat is alvast het gevoel dat naar voren komt bij ouders van opgroeiende kinderen. Helemaal problematisch dreigt het te worden wanneer het over armoedebestrijding gaat. Een meerderheid drukte in de bevraging ‘geen mening’ uit en wie zich wel uitsprak, was overwegend ontevreden! Dat een maatschappelijk knelpunt zo in de schaduw verdwijnt, is niet pluis. Gezinnen die het moeilijk hebben, mogen niet onder de radar verdwijnen! Gemeenten kunnen daar een belangrijke en centrale rol in spelen. Sociale Huizen raken stilaan ingeburgerd en nu is het de bedoeling om binnen de nieuwe ‘Huizen van het Kind’ de ondersteunende diensten voor jonge gezinnen maximaal te laten samenwerken. Afstemming en samenwerking, over sector- en leeftijdsgrenzen heen, moeten ondersteuning en vrijetijdsaanbod dichter bij gezinnen brengen. Naar gemeentebesturen toe doen gezinnen volgende aanbevelingen:
Gemeenten moeten een ondersteunende en stimulerende rol spelen om de Huizen van het Kind een centrale en goed gekende plaats te geven in de dienstverlening naar gezinnen. Deze Huizen denken ook aan ondersteuning van ouders met pubers.
Idealiter zijn de Sociale Huizen en Huizen van het Kind sterk met elkaar verbonden, zodat gezinnen, jong en oud, er steeds terechtkunnen voor informatie en ondersteuning. Zowel professionele diensten en organisaties als vrijwilligerswerk spelen hierin een belangrijke en aanvullende rol. Het creëren van ontmoetingskansen is naast formele dienstverlening cruciaal voor het positief imago van deze huizen naar individuen en gezinnen.
Naast de centrale dienstverlening, moet ook wijkgebonden ondersteuning blijven bestaan omdat deze sterk aansluit bij noden van buurtbewoners. Er kan bv. gedacht worden aan een dienstenbus. Het verenigingsleven is ook goed geplaatst om de vinger aan de
pols houden bij gezinnen in diverse buurten of wijken. Dat verdient de nodige aandacht en waardering vanwege gemeentelijke sociale diensten. Ook op het vlak van armoedebeleid kunnen het verenigingsleven, doelgroeporganisaties en gemeentediensten, een sterke rol spelen. Armoedebeleid is immers een gedeelde verantwoordelijkheid.
Lokale gezinsondersteuning heeft aandacht voor ‘transitiemomenten’. Samenwonen, huwen, een geboorte, verhuis, de grote schoolovergangen, volwassen worden, pensionering, overlijden… moeten meer zijn dan administratieve aangelegenheden. Het zijn de momenten bij uitstek om inwoners niet enkel te informeren, maar ook persoonlijk te betrekken bij het lokale gezinsbeleid. Dit verlaagt de drempel voor gezinnen om bij toekomstige vragen of problemen tijdig aan te kloppen.
SAMENLEVEN, EEN KUNST? Gezinnen trappen niet in de val van de verzuring, de bevraging is op dit punt geen klachtenbank geworden. Natuurlijk is er aarzeling merkbaar wanneer het gaat over de aanpak van probleemsituaties in de buurten. De concentratie van bewoners en functies in meer stedelijke gemeenten speelt daar wellicht een rol in. Maar de gezinsvriendelijke sfeer in gemeenten heeft voor gezinnen evenveel te maken met de manier waarop nieuwe inwoners hun plaats in de gemeenschap kunnen vinden, of met de wijze waarop de publieke ruimte aantrekkelijk is voor verschillende groepen. Samenleven is inderdaad een kunst die op een positieve wijze vorm kan krijgen wanneer de gemeente oog heeft voor de eigenheid en behoeften van de verschillende inwoners en daar gericht op inspeelt. Dat kan via een doordacht aanbodbeleid van cultuur en vrije tijd, ondersteuning van buurt- en vrijwilligerswerkingen of het dicht aanwezig zijn van gemeentelijke diensten bij het bestaande sociale weefsel. Gezinnen ervaren dit als positiever en gezinsvriendelijker dan enkel inzetten op toezicht en sancties allerhande. Gemeenten kunnen van samenleven een een kunst maken:
In de ruimtelijke planning voorzien gemeenten altijd de nodige publieke ruimte. Die moet aan de verschillende generaties belevingsmogelijkheden geven: speeltoestellen en avontuurlijke ravotzones, skate- of fitnessparcours, picknicktafels, plaatsen waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten… De aantrekkelijkheid en effectiviteit van deze plaatsen worden bovendien bevorderd door regelmatig onderhoud.
In het formele aanbod aan vrijetijdsactiviteiten mikt de gemeente op grote verscheidenheid qua impulsen, doelgroepen, werkvormen en locaties. Naast eigen initiatieven ondersteunt zij de creativiteit van vrijwilligers en verenigingen, scholen en buurten. Dit brengt betrokkenheid en gezamenlijke inzet van iedereen tot stand. * Een buurt komt pas echt tot leven wanneer ook spontane initiatieven van de bewoners maximaal ondersteund of gestimuleerd worden. We denken hier aan de mogelijkheid tot het inrichten van speelstraten, een straatbarbecue, een buurtfeest. De gemeente kan deze uitdrukkelijk promoten en haar dienstverlening hier voor openstellen.
De gemeente engageert zich om alert te zijn voor wrijvingen die zich hoe dan ook in het samenleven van mensen kunnen voordoen. Dat kan door toegankelijke aanspreekpunten te voorzien en maximaal de dialoog centraal te stellen. Wijkwerkers of initiatieven als buurtbemiddeling dragen daar het best toe bij. Creëer met de GAS geen heksenjacht, maar vertrek van dialoog en gemeenschapsgevoel bij het uitstippelen van een sanctiebeleid voor echte overlast.
INSPRAAK OP EEN NIEUW SPOOR! Inspraak en participatie blijken voor gezinnen niet de belangrijkste graadmeters voor gezinsvriendelijkheid te zijn. Maar toch valt ook de vrij lage tevredenheid op als we peilen naar de betrokkenheid van gezinnen bij het bestuur. We zien het gebrek aan informatie en betrokkenheid als een rode draad terugkeren doorheen onze bevraging. ‘Geen mening’ betekent vaak ‘geen weet hebben van’ en ontevredenheid over concrete punten kan een signaal zijn dat mensen er geen vat op hebben. Gemeenten hebben in de voorbije jaren vaak stevig geïnvesteerd in infobladen, website of brochures en ook een arsenaal aan adviesraden is in werking getreden. Is die informatie op het juiste moment en op de juiste manier toegankelijk voor gezinnen? En voelen gezinnen zich als volwaardige gesprekspartners bij beslissingen over hun omgeving betrokken? Dat is cruciaal: gezinnen zijn de eerste ervaringsdeskundigen in allerlei materies die de gemeente behartigt. Het gaat erover hoe die ervaringen en bekommernissen door de gemeente opgepikt en vertaald worden naar een echt gezinsvriendelijk beleid. Hoog tijd om nieuwe wegen te bewandelen in het contact tussen gemeente en burgers! Gezinnen willen actief mee vorm geven aan de gemeente:
De gemeente moet blijven investeren in basisinformatie. Dat betekent een regelmatig huis-aan-huisblad en een website die actueel en interactief is. Hierbij moet een goed evenwicht gezocht worden tussen de toenemende complexiteit van de informatie en de toegankelijkheid en begrijpbaarheid ervan. Is de informatie ook begrijpbaar voor jongeren en voor minder hoog geschoolden?
Laagdrempelige infopunten bieden mensen een makkelijke instap voor hun specifieke vragen en opmerkingen. Stuur de mensen niet van kastje naar muur. Samenhang tussen de thema’s die behandeld worden en samenwerking met de betrokken diensten vermijden onoverzichtelijkheid voor de burgers.
De formele adviesraden kunnen een goed instrument zijn om input te leveren voor de beleidsvoering wanneer de gemeente werk maakt van een goede ambtelijke ondersteuning en rekening houdt met het advies. De Gezinsbond dient zich aan als gesprekspartner voor de belangrijke thema’s.
De gemeente kondigt tijdig plannen aan die de leefomgeving van gezinnen raken (wijkinrichting, verkeer, industrie…). Zij staat open voor creatieve manieren van direct overleg met bewoners (behoeftepeiling, suggesties verzamelen, bezwaren in kaart brengen). Het overleg mag daar niet stoppen, bevat ook feedback en peilt ook naar de tevredenheid achteraf.
In samenspraak met de belangengroepen en organisaties zoekt de gemeente wegen om specifieke doelgroepen te bereiken (kinderen en jongeren, maatschappelijk kwetsbare groepen…). Op die manier kunnen hun eigen vragen beter opgespoord worden en kan ook de nodige informatie op een aangepaste manier doorstromen.
Vormingscircuit ‘De jeugd is tegenwoordig’ met Pedro De Bruyckere
De nieuwe jongeren zijn anders. Maar zijn ze slimmer of sneller? Of zijn ze liever lui dan moe? Zijn ze traditioneler of net weer niet? Pedro De Bruyckere geeft je een herkenbaar beeld van de jongeren van nu. In een toegankelijke, grappige en spitse stijl onderzoekt hij de meest hardnekkige mythes over jongeren om ze nadien te nuanceren of zelfs radicaal te ontmaskeren. Bovendien geeft Pedro tips over hoe je best omgaat met de jongeren van vandaag. Pedro De Bruyckere, auteur van het boek ‘De jeugd is tegenwoordig’ is pedagoog en (jongeren)onderzoeker aan de Arteveldehogeschool.
Beernem, Oc De Kleine Beer op dinsdag 23 april 2013 Inkom: 3 euro voor leden, 7 euro voor niet-leden
Is het belangrijk ? JA
Vechten / 100 % inzet Evaluatie resultaat : Gelukt : toeval Mislukt : ligt aan mij
Opdracht / taak spanning Kan ik het ?
NEE
Vluchten / 0 % inzet
De angst om te mislukken wordt een overheersende factor en ondermijnt het normale presteren Men gaat mislukkingen voorspellen : “ik ga het niet kunnen “ , focus op wat ze niet kunnen en zien niet meer wat ze wel kunnen. Men schat de gevolgen van die mislukking erg negatief in : Op vlak van zelfwaarde : “ ik ben niets waard , ik maak me belachelijk … “ Op vlak van beantwoorden aan de verwachtingen van de omgeving : “mijn ouders gaan ontgoocheld zijn ….” Op vlak van toekomst beeld : “als ik niet slaag voor dit examen, ga ik nooit een diploma halen …” Faalangst wordt opgebouwd door wat je zelf denkt , niet door de taak zelf ! Men ontwikkelt strategieën om het mislukken te vermijden . Actieve en passieve faalangst Vaak lichamelijke klachten : reactie op angst.
Faalangst aanpakken Realistische verwachtingen stellen Zelf model staan voor omgaan met fouten Efficiënte studiemethode aanleren , efficiënt leren plannen , haalbare doelen formuleren. Neem niet over , doseer je hulp ! Ga niet mee in de angst . Evenwicht zoeken tussen inspanning en ontspanning , aanleren van ontspanningstechnieken Negatieve gedachten uitdagen en realistische , meer positieve gedachten formuleren Realistisch inzicht verwerven in oorzaak van succes of mislukking.