Jaargang 37 nr. 5 december 2011
HISTORISCHE VERENIGING SCHIEDAM
Scyedam is een uitgave van de Historische Vereniging Schiedam. Het wordt toegezonden aan leden en begunstigers. Scyedam verschijnt 5 maal per jaar. Redactie: Antoine Lagrouw, Wim Snikkers, Vera van der Vlerk, Dirk-Jan List, Jef Jansen, Ger Lems U Computerverwerking Ger Lems U en Antoine Lagrouw Druk: BGS Schiedam Eindredactie: Wim Schelberg Redactieadres: Broersvest 70 C2, 3112 DG Schiedam. Telefoon 010-2736823 E-mail:
[email protected] Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de redactie worden overgenomen. De redactie aanvaardt op geen enkele wijze aansprakelijkheid voor feitelijke mededelingen van auteurs. Waar sprake is van historische beeld- of meningvorming, is dit altijd de mening van de auteur en niet automatisch de mening van de redactie. Kopij en beeldmateriaal Artikelen kunnen aan de redactie per reguliere post worden toegezonden, vergezeld van het originele beeldmateriaal. Na digitale verwerking worden de stukken per post geretourneerd. Voor vragen over de aanlevering kunt u contact opnemen met de redactie. De redactie ontvangt artikelen bij voorkeur digitaal op diskette of cd-rom in Microsoft Word. Het beeldmateriaal bij artikelen ontvangt de re-
dactie bij voorkeur digitaal en in kleur, in een resolutie van 600dpi. Fotobijschriften en bronvermelding voor de foto’s kunnen in het artikel worden vermeld. De redactie behoudt zich het recht voor, foto’s en artikel(gedeelt)en voor hergebruik te bewaren. De redactie is niet aansprakelijk voor eventuele rechten die derden kunnen ontlenen aan door auteurs aangeleverd beeldmateriaal. De auteur verklaart door het aanleveren van beeldmateriaal ter publicatie impliciet dat dit beeldmateriaal vrij is van rechten, danwel dat de auteur daarover met rechthebbenden afspraken heeft gemaakt die publicatie niet in de weg staan. Historische Vereniging Schiedam Secretariaat: de heer W.N. Heupink Stadhouderslaan 29 3116 HK Schiedam E-mail:
[email protected] Website: www.scyedam.nl Ledenadministratie Lidmaatschap, adreswijzigingen en opzeggingen: De heer J.H.C. Huiskens Hooiland 10, 3121 XD SCHIEDAM E-mail:
[email protected] Telefoon 010-4706401. Individueel lidmaatschap Lidmaatschap per echtpaar Lidmaatschap 65+
€ 15,00 € 17,50 € 10,00
INHOUD Geschiedenis plek en pand Oude Kerkhof 5
Tim Louisse
144
Restauratie Oude Kerkhof 5
Isja Finaly
155
Fabels en Feiten - 200 jaar burgerlijke stand
Jef Jansen
166
Historie Actueel
Ruud Poels
169
Omslagillustraties Voorpagina en hiernaast: Voorgevel van het pand aan het Oude Kerkhof 5, dat door Vereniging Hendrik de Keyser werd gerestaureerd en in 2011 een schildje ontving. (foto: Gemeentearchief Schiedam, beeldnummer 07557). Achterpagina: eerste pagina van de Burgerlijke Stand (1811, Gemeentearchief)
Van de redactie Gerrit Abraham Lems (17 mei 1950 - 22 november 2011) Op 22 november 2011 overleed Ger Lems, na een strijd van vijf jaar tegen de ziekte van Kahler. De laatste weken voor het verschijnen van dit blad ging het al bergafwaarts, maar toch: de onverwoestbare levensdrang die Ger overal waar hij kwam ten toon spreidde, deed de andere leden van de redactie hopen dat ook nu het donkere dal werd doorkruist. Die hoop bleek ijdel. Ger ging zijn eigen, andere weg. Al vele jaren werkte Ger met hart en ziel niet alleen aan de opmaak van Scyedam, maar was hij ook een serieus betrokken en enthousiast lid van de redactie. Positief als hij was, zag Ger nooit problemen. Er waren uitdagingen. En daarvoor werden oplossing bedacht en gevonden. Vooral was Ger een warme en vriendelijke man, goedlachs en genietend van het leven met een vanzelfsprekendheid die in eerste instantie niet deed vermoeden hoe broos dat leven in hem was. Ger sprak daarover openhartig - deelde zijn ups en downs met de mensen om hem heen. Vanaf deze plek wenst de redactie van Scyedam de nabestaanden heel veel sterkte toe bij de verwerking van dit verdriet. Ger, we zullen je missen!
Wim Schelberg Antoine Lagrouw Wim Snikkers Vera van der Vlerk Dirk-Jan List Jef Jansen
Geschiedenis van de plek en het pand Oude Kerkhof 5 Isja Finaly en Tim Louisse1 Het pand aan het Oude Kerkhof 5 heeft qua locatie een zeer rijke historie: nog vóór 1300 werd er een Bagijnhof gesticht aan de zuidoostzijde van het kerkhof.2 Ongeveer op de plek van het huidige adres Oude Kerkhof 53 werd de bijbehorende Bagijnenkapel gebouwd. Na een verwoestende brand in 1428 werd de kapel opnieuw opgebouwd. Deze is op de stadskaart van Jacob van Deventer uit circa 1560 duidelijk herkenbaar (zie afbeeldingen 1a en 1b). Na de Reformatie (1572) werd de kapel verbouwd tot ‘4 huysjes zijnde een oude bagine Capel’, een situatie die tot in de 2e helft van de 18de eeuw zou blijven bestaan.4 De kaart van Jacq van Gheijn uit 1598 toont die situ-
atie al, zoals in afbeelding 2 te zien is. 1756-1879: Bank van Lening De bebouwing met een nieuw huis op de plek van Oude Kerkhof 5 gaat terug tot 1755 toen het stadsbestuur van Schiedam besloot om de Bank van Lening (pandhuis) te vestigen in een nieuw gebouw dat vervolgens aan de bankier, Wolphert de Merre, zou worden verhuurd. Stadsarchitect Ary van Bol’Es kreeg de opdracht een ontwerp te maken. 5 En wel voor een ‘Puyblyc Huys voor de exercitie van de Tafel off Bank van Leeninge te doen bouwen…’ .6 Op de kaart van stadsarchitect Rutger van Bol’Es, zoon en opvolger van Ary, gedateerd 1770 zijn de contouren van Huis te Riviere
Grote Kerk / St. Janskerk Kerkhof
Bagijnenkapel
Afb. 1a en 1b: Kaart van Van Deventer, c.a. 1560 (vóór de Reformatie) in de inzet. De detailkaart toont ingezoomd op kaart van Van Deventer de Begijnenkapel, de Grote Kerk met kerkhof en het ‘Huis te Riviere’. De plaats van het Bagijnhof zelf is niet duidelijk getekend. (Afbeelding: Gemeentearchief Schiedam)
144
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afb. 2, ingezoomd op kaart van Van Geijn. Duidelijk herkenbaar zijn de ‘oude bagine Capel’, het ommuurde voormalige bagijnhof met huisjes en een waterput. (Afbeelding: Gemeentearchief Schiedam)
Afb. 3, ingezoomd op kaart van Rutger van Bol’Es van 1770: de contouren van de kavel zijn zichtbaar en de rooilijnen lopen gelijk aan de huidige situatie (2011). Het achterhuis lijkt nog niet aanwezig. (Gemeentearchief Schiedam)
kluis in de nis onder de trap ondergebracht kon worden. Dat het beroep van bankier winstgevend was, blijkt uit het feit dat De Merre in 1771 ook het belendende buurpand op nummer 3 kocht. De bankier was niet alleen tafelhouder in het pand maar woonde er ook, hoewel niet erg ruim. Veel ruimte werd gebruikt voor opslag van de aan hem in onderpand geleende goederen.7 In 1775 wilde De Merre het pand uitbreiden met een extra vertrek, hetgeen werd toegestaan. Waar dit vertrek zou moeten gesitueerd, wordt niet beschreven. Tot het jaar 1863 bleef het pand in gebruik als Bank van Lening. Daarna kwam het beheer van de bank voor korte tijd in handen van de stad en in 1874 werd de bank geliquideerd. Vervolgens stond het gebouw vijf jaar leeg tot de gemeente in 1879 besloot in het gebouw het Gymnasium onder te brengen.8
de toenmalige kavel van Oude Kerkhof 5 zichtbaar (zie afbeelding 3). Tot op heden zijn dezelfde rooilijnen in gebruik. Over de indeling van het pand is weinig bekend. Mogelijk was het kantoor gevestigd in het kamertje links van de voordeur, waarbij de
1879-1897: Gymnasium In 1876 werd door het rijk de Wet op het Hoger Onderwijs herzien, waarin werd bepaald dat elke gemeente met meer dan 20.000 inwoners een Gymnasium moest hebben. Als gevolg besloot het stadsbestuur van Schie-
Scyedam jrg. 37 nr. 5
145
146
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afbeelding 4a (pagina links) en 4b (deze pagina), Oude Kerkhof 5 als Gymnasium, plattegrond begane grond (4a), en eerste verdieping (4b), inmetingstekening 1898. Het voorhuis wordt via een entree aan het Oude Kerkhof, met middengang, ontsloten. Aan de linkerzijde hiervan bevinden zich achtereenvolgens de rectorkamer (onderaan links op de tekening), de trap en de lerarenkamer. Aan de rechterzijde van de gang bevinden zich twee leslokalen. Via de middengang wordt het achterhuis, de conciërgewoning, ontsloten. Deze woning bevat een woonkamer, keuken en ‘Alcoof’. Ter plaatse van de doorgang tussen voor- en achterhuis bevindt zich een privaat. In de achtertuin (‘Opslagplaats’) staat eveneens een privaat. Op afbeelding 4b: de 1ste verdieping van het voorhuis ontsluit via de trap een viertal leslokalen. De 1ste verdieping van het achterhuis is zolder.
Scyedam jrg. 37 nr. 5
147
dam op 13 februari 1879 tot de oprichting van een Gymnasium. De Latijnse school van Schiedam (welke teruggaat tot 1589!) werd het nieuwe stedelijke Gymnasium dat onderdak vond in het bestaande pand aan de Oude Kerkhof 5. Het leegstaande gebouw werd zodanig verbouwd dat het Gymnasium na oplevering zes leslokalen, een lerarenkamer en een rectorkamer bevatte. Deze waren alle ondergebracht in het voorhuis; het achterhuis ging functioneren als conciërgewoning. Op inmetingstekeningen, gemaakt in 1898 als gevolg van een toenmalige functiewisseling van het pand, is de indeling van het pand af
te lezen (zie afbeeldingen 4a en 4b). De entree bevond zich aan het Oude Kerkhof. Via een middengang waren aan de linkerzijde achtereenvolgens ontsloten: de rectorkamer, de trap en de lerarenkamer. Aan de rechterzijde bevonden zich twee leslokalen. De trap voerde naar de 1e verdieping met vier leslokalen en naar de zolder. Op de begane grond werd via de middengang tevens - via een tussenlid - het achterhuis, oftewel de conciërgewoning, ontsloten. Het interieur van het voorhuis was weinig uitbundig, getuige de rector van het Gymnasium in 1896: ’Eenvoudig toch en bescheiden
Afbeelding 5, omstreeks 1895, voorgevel Gymnasium. De gordijntjes zitten voor de onderste helft van de ramen, zodat de leerlingen wél licht kregen, maar niet naar buiten konden kijken. Het vertrek links van de entree was geen leslokaal (gewoon gordijn), maar was de rectorskamer. In 1896 was deze kamer opgeofferd voor meer lesruimte, dus waarschijnlijk dateert deze foto daarom van vóór 1896. De gevelroostertjes onder de ramen van de begane grond verdieping duiden op houten vloeren in de vertrekken (leslokalen). De gietijzeren ventilatieroosters ter hoogte van de bovendorpel van de ramen zijn wél aanwezig, maar vallen op deze foto nauwelijks op. (Foto: Gemeentearchief Schiedam, beeldnr 07557)
148
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afbeelding 7: Oude Kerkhof 5 ingericht als gemeentearchief. Duidelijk zichtbaar zijn de schouw en het vlakke stucplafond met lijstwerk. De getoonde archiefkamer moet zich op de eerste verdieping bevinden, gezien de roedenverdeling van het raam. De zware belasting met archiefkasten vergde verzwaring van de balklagen. (Foto: Gemeentearchief Schiedam, Beeldbank nr. 07604).
stond onze school in een afgelegen hoekje […] en toch was deze eenvoud ons niet onaangenaam. Onze kleine lokalen hadden iets huiselijks en gezelligs….’.9 (afbeelding 5). Vanaf 1893 kampte men met ruimtegebrek omdat vanaf toen ook meisjes werden toegelaten. Tot 1893 had men gemiddeld 28 leerlingen, in 1896 waren dat er al 65. De leraren- en rectorkamer waren al opgeofferd voor meer leslokalen. Het ruimtetekort werd in 1895 in de gemeenteraad besproken. Zij stelden voor het Gymnasium te verplaatsen naar het gebouw van het toenmalige postkantoor aan de Lange Nieuwstraat, genaamd het ‘Blauwhuis’, dat ook eigendom van de gemeente was.10 In 1897 verhuisde het GymScyedam jrg. 37 nr. 5
nasium uit het pand aan de Oude Kerkhof 5 naar die nieuwe locatie. 1897-1975: Gemeentearchief Nog datzelfde jaar kreeg het pand een nieuwe bestemming als Gemeentearchief van Schiedam. Hieraan lagen twee samenhangende ontwikkelingen ten grondslag. In 1897 stelde de gemeente voor het eerst een (deeltijd) archivaris aan. Daarnaast ging men nadenken over een centrale plaats waar alle archieven konden worden ondergebracht. ‘Het oudarchief der gemeente mist nog steeds een geschikte bewaarplaats. Het ligt thans verspreid op verschillende plaatsen, waardoor orde en regelmaat en een goed overzicht over het geheel ontbreekt’. In hetzelfde 149
150
Scyedam jrg. 37 nr. 5
document werd de oplossing aangedragen: ‘Nu de besprekingen met de directeur der gemeentewerken ons de overtuiging schenken, dat het oude Gymnasiumgebouw zeer geschikt is.’11 Het vrijgekomen pand aan de Oude Kerkhof 5 bood voldoende ruimte en werd voor de nieuwe functie verbouwd. De verbouwing betrof ondermeer ‘versterking van de bintlagen[ …]’ om de archiefkasten te kunnen dragen, het vervangen en herstellen van daken en het oplossen van lekkages.12 (zie afbeelding 6). Qua indeling veranderde er weinig (zie afbeelding 7 op pagina 149). Op de eerste verdieping van het voorhuis werd de wand tussen de twee voormalige leslokalen weggehaald om een grote archief- annex leeszaal te creëren. Om het gewicht van de zolderbalken op te vangen die voorheen werd afgedragen via de verwijderde tussenwand, werd ter plaatse van het dak een zogenaamd hangspant geconstrueerd. Omdat de verdiepingsvloer desondanks ging doorbuigen, werd in 1948 een stalen onderslagbalk aangebracht. Op de kleine binnenplaats werd een verwarmingskeldertje gerealiseerd voor de centrale verwarming. In de voormalige conciërgewoning werden op de begane grond alle binnenwanden verwijderd zodat ook deze als archiefruimte kon dienen. De zolders van zowel voor- als achterhuis bleven leeg staan. Het exterieur van het gebouw bleef grotendeels ongewijzigd, met uitzondering van twee ramen in de rechterzijgevel op de begane grond (afbeelding 8). Deze werden van stalen platen voorzien voor de archieffunctie evenals een raam van het achterhuis grenzend aan het Bagijnhof dat werd dicht-
gemetseld. De inhoud van het archief nam snel toe. Het gebouw werd opengesteld voor publiek en de taak van archivaris werd in 1938 een officiële voltijd functie. De nieuwe archivaris beschreef het pand als volgt; ‘… ik kwam in een 18de-eeuws vervallen pand, oorspronkelijk gebouwd als bank van lening […]-en allerminst een ideale archiefbewaarplaats. Soms had ik het gevoel of dat de geest van de lommerd nog om mij heen zweefde en of ik vertoefde in een rommelige winkel van 2de handsboeken.’13 Het pand was dus verre van ideaal en daarnaast begon het gebouw in de jaren 1950 te klein te worden. Een deel van het archief verhuisde tijdelijk naar een andere locatie, in afwachting van een nieuw stadskantoor waarin het archief moest worden ondergebracht. Hoewel er al vanaf 1954 werd gesproken over de bouw van een nieuw stadskantoor, werd dat pas in 1975 voltooid. Maar daarin was geen plaats voor het Gemeentearchief. Het archief verhuisde naar het door de dienst Gemeentewerken verlaten pand aan de Korte Haven. Het pand aan de Oude Kerkhof kwam leeg te staan. 1975-1984: leegstand Het pand, dat nog steeds in beheer van de gemeente was, werd overgedragen aan de Dienst Gemeentelijk Woningbeheer. 1984-2008: HAT – eenheden (woningwetwoningen) Na een besluit in de Gemeenteraad heeft de Dienst Gemeentelijk Woningbeheer in 1984 het pand opgedeeld in een aantal kleine verhuureenheden, zogenaamde HAT-eenheden (Huisvesting voor Alleenstaanden en Twee-
Afbeelding 6 op pagina 150 toont inmetingstekeningen uit 1948. Plattegronden, gevels en doorsneden. De voormalige leslokalen (1 en 2), lerarenkamer (4) en rectorkamer (5) van het voorhuis en de verblijfsruimte in het achterhuis (3) zijn alle archief / opslagruimte geworden. De binnenwanden in het achterhuis zijn verwijderd. Voor de vergrote vloerbelasting met vele archiefkasten moesten de balklagen worden verzwaard; op de begane grond werd in 1948 een lange onderslagbalk aangebracht (loodrecht op de voorgevel) om de vloerbalken van de 1e verdieping te ondersteunen die te veel gingen doorbuigen onder het gewicht van de archiefkasten op de 1e verdieping. (Afbeelding: gemeentearchief Schiedam).
Scyedam jrg. 37 nr. 5
151
Afbeelding 8: Oude kerkhof 5, exterieur ten tijde van Gemeentearchief, omstreeks 1955; voor de archieffunctie zijn de ramen in de rechterzijgevel (Begijnhof-zijde) dichtgezet. (Foto: Gemeentearchief Schiedam, Beeldbank, nr. 07555).
persoons-Huishoudens). Het voorhuis werd opgedeeld in zes HAT-eenheden (twee per verdieping), het achterhuisje werd een separate HAT-eenheid. Na de hiervoor benodigde ingrijpende verbouwing was de oorspronkelijke structuur van het pand grotendeels onherkenbaar geworden (zie afbeeldingen 9a tot en met 9c). In de gevel aan de Bagijnhofzijde werd een voordeur gemaakt met een dwarsgang die rechtstreeks aansloot op het trappenhuis. De HAT-eenheden lagen ten noorden en ten zuiden van deze dwarsgang. 152
De oorspronkelijke voordeur aan het Oude Kerkhof werd hiermee gedegradeerd tot voordeur voor één enkele HAT-eenheid. De koppeling met het achterhuis ging verloren door het dichtzetten van de oorspronkelijke noord-zuidgerichte gang. De verhuureenheden waren dus noordgericht (Oude Kerkhof) of zuidgericht (Afbeeldingen 10a en 10b). Voor extra lichtinval werden ramen open gemaakt die voorheen dichtgezet waren. Daarnaast besloot men in de westgevel (Bagijnhof) nieuwe ramen te plaatsen, ter plekke van Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afbeeldingen 9a (linksboven), 9b en 9c (rechtsonder): tekeningen Oude Kerkhof 5, verbouwingstekeningen uit 1984 tot HAT-eenheden. De tekeningen stammen van het Gemeentelijk Woningbeheer Schiedam, 1984 (gemeente Schiedam, vm archiefnr 2.07.351, thans in bezit van Ver HdK). Afb. 9a: plattegrond begane grond, afbeelding 9b is de eerste verdieping en afbeelding 9c is de zolder. De indeling is totaal veranderd, waarbij 2 eenheden per verdieping werden gerealiseerd en een nieuwe hoofdentree in de zijgevel werd gemaakt. Het achterhuis krijgt eigen een eigen entree. Er worden extra ramen in zijgevel toegevoegd. Elke HAT-eenheid bevat een halletje, een woonkamer/keuken, een slaapkamer, een berging en een badkamer.
Scyedam jrg. 37 nr. 5
153
154
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Op pagina 154 de afbeeldingen 10a en 10b: het interieur van een HAT-eenheid begane grond (situatie 2007). (Foto’s: Vereniging HdK, 2007). Afbeelding 10a (boven): keukenhoek HAT-eenheid begane grond, achterzijde. Oriëntatie is lastig doordat alles afgetimmerd is met tussenwanden. Afbeelding 10b: woonkamer HAT-eenheid begane grond, achterzijde. Bij de ramen is te zien hoe de verlaagde plafonds middels koofjes aansluiten op de buitengevels.
de schouwen en rookkanalen. De woningen werden voorzien van geïsoleerde verlaagde gipsplaten plafonds en voorzetwanden. Veel constructieve delen verdwenen visueel ach-
ter deze gipsplaten. Ook het achterhuis werd heringedeeld tot een HAT-eenheid met eigen entree aan het Bagijnhof.
Restauratie van Oude Kerkhof 5 2009-heden: appartementen Vereniging Hendrick de Keyser In 2005 werd het pand overgedragen aan Vereniging Hendrick de Keyser. Het is een twee bouwlagen tellend bakstenen 18de-eeuws pand met 19de-eeuwse lijstgevel. Daarboven bevindt zich een zadeldak met Hollandse pannen met nok evenwijdig aan de voorge-
Isja Finaly1
vel en twee dwarskappen met zwarte Hollandse pannen en zakgoot op het achterste gedeelte (afbeelding 11a en 11b). Het casco bevat naast een 18de-eeuwse balkaag ook nog metselwerk aan de achter- en zijgevel dat waarschijnlijk uit de 17de eeuw dateert (net als het achterhuis overigens). Mogelijk gaat het hier om delen metselwerk of hergebruik van bakstenen van de vroegere Bagijnenkapel. De voorgevel heeft een breedte van vier vensterassen, waarbij de voordeur - met paneeldeur en bovenlicht met levensboom - zich links van de middenas bevindt. In de 19de eeuw werd de 18de-eeuwse voorgevel voorzien van een eenvoudige lijstgevel en zesruits-schuiframen op de begane grond en negenruits-schuiframen op de verdieping. De achtergevel had vergelijkbare vensters. In de rechterzijgevel zaten ooit twee vensters voor het leslokaal rechtsachter op de begane grond. Het lokaal erboven, op de eerste verdieping, had twee vensters in de achtergevel. De overige vensters in de rechterzijgevel (Bagijnhof) zijn pas in 1984 ingezaagd (ter plaatse van schouwen en rookkanaal die hiervoor verwijderd werden!) en kregen raAfbeelding 11a en 11b hiernaast tonen het exterieur van het pand in de toestand na de restauratie van het pand. (Foto’s: Hendrik de Keyser, 2009)
Scyedam jrg. 37 nr. 5
155
Afbeelding 12a, tekening rechterzijgevel, situatie 1898-1984. Herkomst: Gemeentelijk Woningbeheer Schiedam, tekening bestaande situatie 1984 (vm archiefnr 2.07.351), thans in bezit van Vereniging HdK. Dichtgezette ramen Bagijnhofzijde voor de archieffunctie; geen deur Bagijnhofzijde voor achterhuisje.
Afbeelding 12b, tekening rechterzijgevel, situatie 1984-2009. Herkomst: Gemeentelijke Woningbeheer Schiedam, tekening nieuwe situatie 1984 (vm archiefnr 2.07.351), thans in bezit van Vereniging HdK. In de zijgevel werden 4 nieuwe ramen aangebracht, één raam (voorhuis begane grond, rechts) werd weer opengemaakt en een ander raam werd vervangen door een nieuwe voordeur; ook een nieuwe dakkapel werd geplaatst; in het achterhuis werd een voordeur en een raam gemaakt.
156
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afbeelding 12c. Rechterzijgevel, situatie 2009. Herkomst tekening: Vereniging HdK, bouwaanvraag, 2008. De zijdeur die in 1984 werd aangebracht is weer vervangen door een raam op de plek waar in de 19de eeuw ook een raam van het leslokaal zat; de vormgeving is gelijk aan de overige ramen van de begane grond. Voor de rest heeft de gevel weinig veranderingen ondergaan, afgezien van het herstel en gedeeltelijke vervanging van voeg- en metselwerk.
men met een vergelijkbare roedenverdeling als de voorgevel (vergelijk afbeelding 8 met afbeeldingen 12a t/m c); rondom de ramen en deuren is, voor wie het pand ter plaatse bekijkt, duidelijk het nieuwe metselwerk zichtbaar. De 18de-eeuwse balklaag was opmerkelijk (afbeeldingen 13a en b). De balklaag van de begane grond lag deels evenwijdig aan de voorgevel (westzijde) en deels haaks op de voorgevel (oostelijke deel). Op de eerste verdieping was de balklaag van het voorhuis dwars op de voorgevel geplaatst, maar in het achterste gedeelte evenwijdig daaraan. Deze dubbele balkrichting is voor een hoekpand echter niet vreemd, omdat het de stabiliteit ten goede komt. De vloer van de gang was van natuursteen14. Voorts duidden de ventilatieroosters net boven het maaiveld (zie ook afbeelding 5) op houten vloeren in de overige kamers van de begane Scyedam jrg. 37 nr. 5
grond. Het trappenhuis heeft een 19de-eeuwse houten trap met gietijzeren spijlen en houten leuning (afbeeldingen 14a en b), die in 1984 tot de zolderverdieping in vergelijkbare stijl is doorgetrokken. Op de eerste verdieping werden tijdens de ontmantelingsfase laat-negentiende-eeuwse stucplafonds met lijstwerk aangetroffen. Na planvorming en vergunningtraject werd het voorhuis in 2008-2009 gerestaureerd en verbouwd. Het achterhuis kon nog niet worden aangepakt, omdat dit voorlopig niet vrij zou komen. De uitgangspunten van HdK voor het voorhuis waren: 1. extensivering van het gebruik, met behoud van de woonfunctie, 2. herstel van de interne structuur en 3. bouwkundig herstel van het casco en behoud en herstel van overige historische 157
Afbeelding 13a en b: Balklaag begane grond (boven) en 1ste verdieping (onder). Herkomst afbeeldingen: Vereniging HdK 2008 (Bouwaanvraag 2008). De balklaag begane grond loopt gedeeltelijk parallel aan de voorgevel (de hele westzijde inclusief trappenhuis), terwijl de balklaag van het voorhuis op de 1ste verdieping (tekening onder) haaks op de voorgevel staat. Dat is niet vreemd voor hoekpanden omdat daarmee de stabiliteit (het constructieve verband tussen voor- en zijgevel) vergroot wordt.
158
Scyedam jrg. 37 nr. 5
onderdelen. Qua architectuur wordt altijd getracht de ‘best herkenbare eenheid’ naar voren te brengen, hetgeen dus niet automatisch de oudste situatie hoeft te zijn. De historische gelaagdheid wordt gerespecteerd voor zover de toevoegingen een meerwaarde voor het pand hebben betekend. Onbeduidende of storende ingrepen worden verwijderd. Ad 1. Behoud van de woonfunctie was ingegeven door de meest recente en de aller oudste functie, zij het dat het pand in de 18de eeuw zowel bank van lening als woning was. Ad 2. In de nieuwe woonsituatie zouden er echter slechts drie appartementen in het pand worden gerealiseerd, één per verdieping, om de interne structuur weer als logisch en samenhangend te kunnen ervaren. Hiervoor was het nodig om te ‘ontkameren’ en te ‘ontrommelen’: alle recente scheidingswandjes, voorzetwanden en verlaagde plafonds moesten worden verwijderd. De voordeur aan de Bagijnhofzijde met de dwarsgang moest ook verwijderd worden. De oorspronkelijke voordeur aan het Oude Kerkhof met de noordzuidgerichte gang werd gerehabiliteerd tot hoofdentree evenals de hieraan gekoppelde hoofdverkeersroute voor het hele gebouw. De appartementen werden per verdieping vanuit het trappenhuis ontsloten. Ad 3. Uitgangspunt bij de restauratie was: handhaving zo veel mogelijk 18de-eeuwse casco-onderdelen en handhaving 19de-eeuwse raampartijen, trappenhuis en eventuele overige vondsten. Tijdens het werk bleek hoeveel we uiteindelijk van deze intenties konden waarmaken.
Afbeeldingen 14a (boven) en 14b (beneden) tonen de gangvloer en trapbaluster op de begane grondverdieping. Boven vóór restauratie nog met marmoleum afgewerkt (1984-2008); onder na restauratie met houten treden en marmeren vloer (2009). (Foto’s: HdK).
Balkkoppen Het grootste probleem kwam aan het licht toen de uit 1984 daterende voorzetwandjes voor de buitenmuren werden verwijderd en alle acht balkkoppen van de verdieping ernstig verrot bleken. Door het plaatsen Scyedam jrg. 37 nr. 5
159
Afbeelding 15a (boven): balkkoppen op de 1e verdieping. Na het verwijderen van de voorzetwanden en verlaagde plafonds kwamen sterk verrotte balkkoppen in het zicht (balklaag haaks op de voorgevel). Afbeelding 15b (beneden): de aangeheelde balkkoppen. Om en om werden de balkkoppen aangepakt, om de stabiliteit tijdens de werkzaamheden nog enigszins te handhaven. De nieuwe grenen balkeinden werden met een dubbele liplas aan de oude balken bevestigd. De rode verf op de koppen is menie. Onder de balkkop rechts is één van de weer opengemaakte ventilatieroosters zichtbaar (Foto’s: Vereniging Hendrik de Keyser, 2009)
160
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afbeelding 16: in de achterkamer van de begane grondverdieping (Bagijnhofzijde), werd nabij de gang de raveling van de 18de eeuwse spiltrap teruggevonden. Deze is herkenbaar aan de ronding in de balk. (Foto: Vereniging Hendrik de Keyser, 2009)
van voorzetwanden werd de buitenmuur relatief kouder en de binnenwand warmer. Het dauwpunt verplaatste daardoor meer naar binnen toe. Het vochttransport van binnen naar buiten veranderde, waarbij het vocht niet meer condenseerde in het buitenste gedeelte van de buitenmuur (waarna het naar buiten uitdampte), maar meer naar binnen condenseerde en dat is ook de plek waar juist de balklaag in de muur opligt (afbeelding 15a). De houten balkkoppen zijn materiaaltechnisch in combinatie met vocht het zwakste onderdeel. Als het hout het vocht niet snel kan afstaan, krijgen houtaantastende schimmels een kans om te groeien (bv bruinrot) en rotten de balken in, te beginnen bij de balkkoppen. Deze balkkoppen moesten natuurlijk worden hersteld. Dat deden we in twee groepen van vier stuks, om en om, zodat de constructie tijdens het werk niet te zeer verzwakte. De nieuwe grenen balkeinden, die twee maal in de menie waren gezet, werden met een dubbele liplas aan de ingekorte oude balken bevestigd (afbeelding 15b). Hoewel we rekening hadden gehouden met enkele ingerotte balkkoppen, was de omvang van de problematiek vele malen groter dan Scyedam jrg. 37 nr. 5
verwacht. Als positieve verrassing is te melden dat in de achterkamer op de begane grond de raveling van de 18de- eeuwse spiltrap werd teruggevonden (afbeelding 16). De balklagen in de vertrekken werden op basis van kleuronderzoek in de historische kleurstelling geschilderd: okergeel, crème-bruin, zeegroen, grijsblauw en ossenbloedrood. Op zolder bleef het hout van de kapconstructie ongeschilderd. Vloeren De houten vloeren zijn gehandhaafd. Op de begane grond bleven de brede vloerdelen in het zicht (afbeelding 19), maar op de verdieping moesten ze van brandwering en isolatie worden voorzien. Daardoor bestaat de dekvloer van de appartementen op de eerste verdieping en de zolder uit plaatmateriaal (zie afbeelding 17). Alleen de gang op de begane grond is, conform de historische situatie, voorzien van een marmeren vloer. Plafonds De verlaagde vlakke plafonds met zachtboardplaten (uit 1984) werden verwijderd. 161
Afbeelding 17: de kapverdieping na restauratie in 2009. De dakisolatie is aan de buitenzijde aangebracht waardoor het dakbeschot in het zicht kan blijven en het zolderkarakter benadrukt wordt. (Foto: Vereniging Hendrik de Keyser, 2009).
Op de eerste verdieping kwam, in het linker vertrek, een eenvoudig laat 19de-eeuws stucplafond met lijstwerk tevoorschijn. Helaas kon het plafond niet gehandhaafd worden wegens de problematiek met de ingerotte balkeinden. Dak Het dak was in 1984 geheel voorzien van asbestbeplating. Dit is uiteraard verwijderd en vervolgens is meteen de kans aangegrepen om het dak vanaf de buitenzijde te isoleren. Hierdoor kon de oorspronkelijke kapconstructie met dakbeschot in het zicht blijven (afbeelding 17). Het zolderappartement heeft daardoor fundamenteel een andere uitstraling dan bijvoorbeeld het appartement op de verdieping. Gevels en ventilatieroosters Aanzienlijke delen van de gevels, met name 162
in de toppen van de achtergevel en grote delen van de zijgevel aan het Bagijnhof, moesten worden hersteld. Scheuren werden ingeboet en het kalkvoegwerk, dat was uitgespoeld, werd vervangen door een nieuwe voegmortel op kalkbasis. In de rechterzijgevel is de voordeur uit 1984 verwijderd; vlak ernaast werd een raam teruggeplaatst op de plek waar in de 19de eeuw een raam van een klaslokaal had gezeten. Een ander euvel in de gevels betrof de ventilatieroostertjes: die waren van binnenuit met kranten dichtgestopt en verstopt achter de voorzetwanden (afbeelding 18). Deze zitten er echter niet voor niks; bedenk dat wat wij tegenwoordig als ‘tocht’ aanmerken door de architect ooit als ‘ventilatie’ is bedacht. De openingen zijn weer open gemaakt (afbeelding 19 en afbeelding 5b), de roosters zijn ontroest en geschilderd en Scyedam jrg. 37 nr. 5
Afbeelding 18 (inzet) en 19: een ventilatierooster in de voorgevel. De roosters waren met kranten en steenwol dichtgezet (in 1984). Door het afsluiten van deze openingen werd de ventilatie gestopt en kregen schimmels de kans om balkkoppen en pleisterwerk aan te tasten. Tijdens de restauratie was de gevolgschade in volle omvang te zien: geel-bruine draden op muren en plafonds van huiszwam. Het pleisterwerk moest daarom geheel verwijderd worden, de 19de eeuwse stucplafonds helaas ook. Inzet afbeelding 18: het rooster weer open gehaald (situatie 2008). Afbeelding 19 toont de woonkamer van het begane-grondappartement (hoek Bagijnhof) na restauratie (2009); de ventilatieroosters kunnen hun werk weer doen. (Foto: Vereniging Hendrik de Keyser, 2009).
Scyedam jrg. 37 nr. 5
163
vervolgens weer teruggeplaatst. Ze kunnen nu hun oorspronkelijke taak, het ventileren van het vertrek, weer uitoefenen. Tot slot In 2009 werd de restauratie afgerond. Het casco is bouwkundig weer in goede staat, de structuur is duidelijk herkenbaar geworden en er zijn drie goede appartementen gerealiseerd. Elk appartement heeft een ruime woonkamer, een eetkeuken, twee slaapkamers en een badkamer. Vanuit de woonkamers heeft
men een prachtig zicht op de Oude Kerk en de hoge bomen op het vroegere kerkhof. Toch blijft er nog wat te wensen over! Zo willen we ooit de rookkanalen met schouwen aan de oost- en westgevel weer terugbrengen (Afbeelding 20, zie ook afbeelding 7). Daarvoor was thans onvoldoende budget, maar nu het pand klaar is merk je eens te meer hoezeer een schouw met rookkanaal de structuur van een kamer versterkt en als oriëntatiepunt werkt. Daarnaast willen we het achterhuisje aan het Bagijnhof-hoek Sint Janshof graag aanpakken (Afbeelding 21). Ook daar is de constructie deels weg getimmerd en we weten inmiddels welke ellende daar achter schuil kan gaan. EINDNOTEN 1 Mw drs I. Finaly is hoofd van de Afdeling Instandhouding van Vereniging Hendrick de Keyser. Dhr.
2 3
4 5
Afbeelding 20: restant (aftekening) van de schouwpartij tegen de oostgevel van het zijkamertje links van de voordeur op de begane grond, aangetroffen ná ontmanteling (Foto: Vereniging Hendrik de Keyser, 2008)
164
6 7 8 9
ir. T. Louisse is stagiair geweest bij de vereniging en heeft een (Bouw-)Historische Verkenning naar het pand uitgevoerd in 2010. Een eerdere Bouwhistorische Verkenning die door HdK is ingediend bij de bouwaanvraag in 2008 en waar informatie uit geput is, was van de hand van restauratie-architect mw ir M. Veldkamp. De tekst over de historie van het pand tot 1984 is grotendeels het werk van Tim Louisse (2010), de tekst over de restauratie is van Isja Finaly. H. Kiela, Schiedams oude binnenstad, Vlaardingen [1990], p.14. In dit verslag wordt het pand aan de Oude Kerkhof 5 besproken. Tegenwoordig herbergt dit pand echter ook de nummers Oude Kerkhof 7 en 9 (het ‘voorhuis’) en Bagijnhof 7 (het ‘achterhuis’). G. van der Feijst, Geschiedenis van Schiedam, Schiedam [1975], p. 50. M. Kloosterman, G van der Poel en G. van der Feijst, 400 jaar Stadstimmerwerf, Schiedam [1981], pp. 17-27, p. 99. Resolutie van Vroedschap, 23 oktober 1755. Resolutie van Vroedschap, 20 maart 1775. G. van der Feijst, zie noot 4 [1975], pp. 174-177. Redactie stedelijk gymnasium Schiedam, 100 jaar Stedelijk Gymnasium Schiedam
Scyedam jrg. 37 nr. 5
1879-1979, Schiedam [1979], pp. 17-23 10 Het Blauwhuis is ontworpen door stadsarchitect Rutger van Bol’Es , zoon van Ary, in 1764/1765. 11 Correspondentie Burgemeesters en Wethouders aan gemeenteraad Schiedam, Inrichting voormalig Gymnasium tot Archiefgebouw, d.d. 15 maart 1897. 12 Correspondentie directeur Gemeentewerken
aan gemeenteraad Schiedam, Verbouwing voormalig Gymnasium, d.d. 11 januari 1898. 13 A. v.d Poest Clement, Stedelijke Archiefzorg en Stadsgeschiedschrijving, Schiedam [1954], pp. 33-34. 14 Dit blijkt uit de beschrijving en tekeningen ‘bestaande situatie’ uit 1984.
Afbeelding 21: het achterhuisje (hoek Bagijnhof-Sint Janshof), situatie 2009, moet qua interieur nog worden gerestaureerd (Foto: Vereniging Hendrik de Keyser, 2009).
Scyedam jrg. 37 nr. 5
165
fabels en feiten - tweehonderd jaar burgerlijke stand Jef Jansen In 2011 bestaat de burgerlijke stand 200 jaar in Nederland. Ter gelegenheid daarvan houdt het Gemeentearchief aan het Stadserf een kleine tentoonstelling Burgerlijke Stand 18112011, die op 9 december geopend is en nog tot eind februari daar is te zien.
Napoleon verbleef in dat jaar nog als jong officier op Corsica. Hiermee kan ook een tweede fabel uit de weg geruimd worden, namelijk dat de invoering vooral nodig was voor de dienstplicht, de zogenaamde conscriptie ten behoeve van de Grande Armée, het keizerlijke leger. Dat bestond in 1792 nog niet.
Nederland ging in 1810 deel ging uitmaken van het Franse Keizerrijk; zoals artikel 1 van het Keizerlijk Decreet van 9 juli van dat jaar het formuleerde: La Hollande est réunie à l’Empire. Dit maakte een einde aan het door Napoleons broer Lodewijk geregeerde Koninkrijk Holland. Naar Frans voorbeeld werden er zeven departementen (provincies) gecreëerd, met aan het hoofd daarvan een prefect. Het overkoepelend bestuur in deze gewesten werd, namens de keizer, gevoerd door een gouverneur-generaal. Op 6 januari 1811 decreteerde de keizer dat met ingang van 1 maart 1811 de Franse wetten, reglementen en decreten ook hier van kracht werden. Dit gold voor ondermeer de Code Napoléon of het Burgerlijk Wetboek, de Code Pénal of het Wetboek van Strafrecht, de conscriptie of dienstplicht, de belastingwetgeving en het kadaster. Veel van deze wetten zouden pas decennia, zo niet eeuwen later, worden vervangen. De laatste, nog in het Frans gestelde wet, de Mijnwet, werd pas vervangen in 2003.
Een derde fabel is dat Napoleon familienamen heeft ingevoerd. Familienamen waren in Schiedam allang gebruikelijk, hoewel er geen officiële registratie van was. In Schiedam zijn de oudst bekende namen patroniemen (of vadersnamen) en beroepsnamen. Zo waren van de zeven schepenen in 1286 er één visser van beroep, één herbergier en één lakenman (textielhandelaar). Zij werden met hun beroepsnaam aangeduid. De andere schepenen met hun patroniemen zoals Arnoutsone en Hugensone. In de zestiende eeuw gaat het gebruik ontstaan van familienamen naast patroniemen. Dit had oorspronkelijk een praktische reden, namelijk om de ene persoon te onderscheiden van een andere met dezelfde voornaam en patroniem. Zo waren er rond het midden van die eeuw in Schiedam drie personen met de naam Jan Heinrickszoon. Om hen te onderscheiden werden de beroepsnamen toegevoegd: de ene was stierman (gezagvoerder op een schip), de tweede zeilmaker en de derde taander (tanen is het verduurzamen van haringnetten en touwwerk, denk aan de Taansteeg). Aan het eind van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw werd het gebruikelijk, eerst vooral in de bovenlaag van de samenleving, vaste familienamen te voeren. Hier werd toen overigens nog flexibel mee omgegaan. Zo gebeurde het wel eens dat twee broers dezelfde voornaam hadden omdat
Zo ook werd de burgerlijke stand per 1 maart 1811 van kracht. Om een eerste fabel uit de weg te ruimen: het was niet Napoleon die de burgerlijke stand had bedacht. In Frankrijk was dit instituut al bij wet van 20 september 1792 ingevoerd en die was een gevolg van de geproclameerde scheiding van kerk en staat. 166
Scyedam jrg. 37 nr. 5
ze vernoemd waren naar beide grootvaders die allebei dezelfde naam hadden. De beide broers Adriaen moesten zich op een andere manier onderscheiden en dus nam een van de twee een andere achternaam aan. En zo is het te verklaren dat Adriaen Maen de broer is van Adriaen Banck. Ook kwam het voor dat een alias of bijnaam de plaats ging innemen van het patroniem of de familienaam. Zo kreeg in 1626 Neeltje Jacobsdr het alias De Schoone en Pieter Pietersz de Voor het alias Lieffkint. Over Joris Jacobss was men minder te spreken, hij kreeg het alias Ruyge. En dan is er nog de categorie toponiemen of herkomstnamen, zoals de in Kethel veel voorkomende naam Lankester. Op het moment van de invoering van de burgerlijke stand hadden alle Schiedammers dus al een familienaam. Er is echter één uitzondering. De mode van een familienaam was niet overgenomen door een aantal Joodse Schiedammers. Zij bleven patroniemen gebruiken en moesten in 1811 een vaste familienaam aannemen. Het register van naamsaanneming van Schiedam is bewaard gebleven en hieruit blijkt dat van de negen families er vijf al een achternaam gebruikten, die nu officieel als geslachtsnaam werd vastgelegd. Hierbij waren hele gewone namen als Van Dam en Wolf. Vier andere families gebruikten nog geen familienaam. Die werd nu alsnog toegekend: twee families gingen zich De Vries noemen, één Slot en één Snitzler. Een vierde fabel is dat men uit protest tegen de invoering schertsnamen opgaf zoals Naaktgeboren en Poepjes (een naam die vooral in Friesland voorkomt en die een patroniem is van Poppe). Nu komen deze namen in Schiedam niet voor, maar zij werden al ver vóór de invoering van de burgerlijke stand gebruikt, zoals genealogische websites laten zien. Om de invoering van de burgerlijke stand mogelijk te maken moest men terug kunnen Scyedam jrg. 37 nr. 5
vallen op oudere persoonsregistraties. Die waren bij de overheid echter niet voorhanden maar wel bij de kerken. Daarom werden de doop- trouw- en begraafboeken van de kerkelijke gemeenten door de overheid in beslag genomen. De Schiedamse maire (burgemeester) schreef 31 december 1811 de kerkbesturen aan om de registers in te leveren. Anders dan in een aantal omliggende gemeenten, waar de kerkelijke instanties dit weigerden, werden ze in Schiedam sans le moindre difficulté ingeleverd, zoals de maire kon melden aan de onder-prefect van Rotterdam. Hoewel de burgerlijke stand dus per 1 maart 1811 zou moeten beginnen, is in Schiedam de eerste huwelijksakte pas op 23 juni van dat jaar opgemaakt. De eerste geboorteakte is pas van 23 juli, toen de brandersknecht Pieter Sluiter zijn zoon Nicolaas aangaf. Ook de eerste overlijdensakte is ver na de invoeringsdatum opgemaakt, namelijk op 21 juli. In het dorp Kethel was men nog later; daar begon de burgerlijke stand pas in 1812. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de burgemeesters formeel pas per 1 januari 1812 tot officier van den civielen staat benoemd werden. De akten werden opgemaakt door deze officier ofwel de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het bijzondere aan zijn functie is dat hij, hoewel vroeger benoemd door de gemeenteraad en nu door burgemeester en wethouders, een zelfstandig ambt bekleedt. Hij is alleen verantwoording schuldig aan de officier van justitie. Oorspronkelijk fungeerde de maire of diens adjunct als ambtenaar van de burgerlijke stand, na het vertrek van de Fransen in 1813 was dit de voorzitter van het uit drie personen bestaande college van burgemeesteren. In 1824 werd dit college vervangen door dat van burgemeester en wethouders en de burgemeester werd toen ook ambtenaar van de burgerlijke stand. 167
In 1838 werd de Code Napoléon vervangen door het Burgerlijk Wetboek. Dit bepaalde dat een of meer ambtenaren uit en door de plaatselijke besturen werden benoemd. De burgemeester hield hiermee op als ambtenaar van de burgerlijke stand te fungeren. Dit werd pas weer mogelijk met ingang van de Gemeentewet 1851. Volgens deze wet zou de raad één of meer personen uit zijn midden benoemen, terwijl daarnaast de burgemeester, als enig niet-raadslid, tot ambtenaar benoembaar was. Ook na wijziging van het Burgerlijk Wetboek in 1879, waarin voorgeschreven werd dat het gemeentebestuur één of meer ambtenaren van de burgerlijke stand benoemt, zonder onderscheid te maken of dit nu personen zijn van binnen of van buiten dat gemeentebestuur, bleef de burgemeester formeel benoembaar, aangezien de Gemeentewet op dit punt pas in 1904 werd aangepast. Tevens werd nu bepaald dat tenminste twee ambtenaren van de burgerlijke stand moesten worden benoemd. Schiedam kende er in dat jaar reeds vier, rond het midden van de eeuw waren het er zestien en tegenwoordig zijn er 23, waarvan acht bijzondere ambtenaren. Bijzondere ambtenaren zijn belast met het verrichten van bepaalde taken zoals het sluiten van een huwelijk.
ingeschreven. Het betrof hier een geval van hermafroditisme. Geraadpleegde bronnen en literatuur Archief Stadsbestuur 1808-1815, arch. nr. 294 inv. nrs. 3352 (3 februari 1812 nr. 79), 3450 (Brief Prefect Monden van de Maas 15 december 1811 nr. 1316/44), 3471d (Register van Naamsaanneming). Archief Stads- resp. Gemeentebestuur 18151954, arch. nr 346, Archief van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Archief Gerechten van Schiedam, arch. nr. 454 inv. nr. 338. C.J. Fortuijn, Verzameling van wetten, besluiten en andere regtsbronnen van Franschen oorsprong, Amsterdam 1839-1841. J.M.M. Jansen, Zevenhonderd jaar Sint Jacobsgasthuis, Schiedam 1982. J.M.M. Jansen, Inventaris van het archief van het stads- resp. gemeentebestuur van Schiedam, Schiedam 2005. G. Velders, De elektronische overlijdensakte; een nieuwe ontwikkeling na 200 jaar burgerlijke stand, in Archievenblad vol. 115 nr. 8 pag. 27. R. Vulsma, Burgerlijke stand en bevolkingsregisters, ’s-Gravenhage 1988.
Vermeldenswaard is verder dat in 1998 het geregistreerd partnerschap mogelijk werd en in 2001 ook het huwelijk van personen van het zelfde geslacht. De laatste ontwikkeling is de digitale aangifte, waarmee op dit ogenblik in de gemeente ’s-Hertogenbosch wordt geëxperimenteerd. Nog een laatste fabel: de mogelijkheid tot het maken van een aantekening tot wijziging van de geslachtsvermelding bestond pas aan het eind van de twintigste eeuw. Niet dus! Al in 1880 werd een andere geslachtsvermelding in de geboorteakte vastgelegd. Ene Marinus werd enkele maanden later als Margaretha 168
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Historie Actueel Ruud Poels Historische paaltjes Fabristraat onthuld In februari 2007 kon door toedoen van de Historische Vereniging Schiedam een tweetal gietijzeren paaltjes met het wapen van Schiedam, en met een ouderdom van meer dan 100 jaar, van vernietiging worden gered. Stichting Woonplus wilde zich er gelukkig over ontfermen. In overleg hebben deze paaltjes een passende bestemming gevonden in de Fabristraat, binnen het door hekken afgeschermde gedeelte. Op 22 juni van dit jaar zijn ze gezamenlijk onthuld door de heer B. Venhuizen, directeur van Woonplus, wethouder A. Hekman en R.W. Poels bestuurslid
Op 22 juni 2011 onthullen wethouder A. Hekman, R.W. Poels (Historische Vereniging) en B. Venhuizen (Woonplus) twee historische paaltjes in de Fabristraat. (Foto: S.J. Rosman)
Scyedam jrg. 37 nr. 5
van de Historisch Vereniging. Poels, die indertijd de reddingsoperatie ondernam, memoreerde de historie van de paaltjes en maakte de toehoorders er op attent dat elders in de stad nog slechts 8 van deze paaltjes in de openbare ruimte staan. Vier stuks in de Plantage, drie aan de Stadhouderslaan en één in de Lombardsteeg. (Zie ook: Scyedam mei 2007, p. 27) Broersveld 140 Medio 2011 kwam de restauratie van het winkel/woonhuis Broersveld 140 gereed. Op 8 augustus werd in de benedenruimte, waar van 2001 tot 2009 de Historische Vereniging Schiedam haar bezoekerscentrum en werkruimte had, een winkel in honden- en kattenartikelen geopend. Boven is een koopappartement, bereikbaar via een eigen nieuw aangebrachte trap rechts, ter plaatse van de ingang van de begane grond. De winkeldeur is weer, zoals oorspronkelijk de situatie was aan de linker zijde. Het oorspronkelijke interieur van de winkelruimte was nog deels aanwezig, waarbij de korte trap naar de opkamer achter beplating werd teruggevonden. Aan de hand van een oude interieuropname kon de achterzijde van de winkelwand met de drie ronde toegangen volledig gecompleteerd worden. Het stucplafond met het middenrozet en omlijsting is na de renovatie weer aangebracht met gebruikmaling van het eerder verwijderde nu weer geplaatste middenrozet. Hoogstraat 153 gesloopt 2 of 3 FOTO’s In de week van 17 augustus 2011 werd een pand met een eeuwenoude casco geheel gesloopt: Hoogstraat 153 op de hoek met de Overmaassesteeg. Al tientallen jaren geleden was de kap gesloopt. De muren waren zon169
De volledig herstelde achterwand van de winkel van 170 Broersveld 140. (Foto: R.W. Poels, 17 juni 2011)
Scyedam jrg. 37 nr. 5
der goed onderhoud steeds slechter geworden en uiteindelijk zat er weinig anders op het pand te slopen. De winkelpui dateerde van eind 19e eeuw of het eerste kwart van de 20e eeuw. Tijdens de sloop gaf het pand een geheim prijs. De balklagen van de eerste verdieping en van de zolder bevatten moerbinten en kinderbinten. Terwijl minstens één balkconsole nog aanwezig was. Waaruit blijkt dat het woonhuis uit de 17e eeuw of eerder stamt. Het is de bedoeling het pand in de oude proporties en met kap weer op te bouwen. Brand Zusterhuis Wat bij leegstaande panden altijd moet worden gevreesd, het uitbreken van brand, werd op 21 juli 2011 bewaarheid. Toen brak in de nacht brand uit in het centrale deel van het zusterhuis op het oude ziekenhuisterrein aan de Nassau Dillenburgstraat / Charlotte de Bourbonstraat. Een deel van de kap werd
Het centrale deel van het zusterhuis aan de Nassau Dillenburgstraat na de brand van 21 juli 2011. (Foto: R.W. Poels)
Scyedam jrg. 37 nr. 5
Hoogstraat 153 in 2007. (Foto: R.W. Poels)
daarbij verwoest, maar het casco als zodanig bleef intact. Thans is het grote gat in het dak met zeilen afgedekt in afwachting van toekomstige beslissingen.De Historische Vereniging heeft na de brand een brief aan het college aan B&W gezonden, waarin naar voren is gebracht, dat de vereniging blijft aandringen op handhaving van dit voor de wijk karakteristieke gebouw. Ook blijft de vereniging vasthouden aan de aanvraag voor de aanwijzing tot gemeentelijk monument. Sluisdeuren Maasboulevard Sinds de zomer van 1979 staan aan de Maasboulevard vier sluisdeuren ingegraven in het grasveld. Op 28 juli 2011 zijn de 2 hoge exemplaren weggehaald. Het hout van deze uit 1967 daterende sluisdeuren was in slechte staat en de deuren konden gevaar voor de spelende jeugd gaan opleveren. En dat bleek duidelijk bij de sloop. De helft van het houtwerk verpulverde in de grijpers van machine. Twee ijzeren kaapstanders die op de deuren waren aangebracht zijn door de gemeente op171
Een sluisdeur aan de verpulvert tijdens het verwijderen op 28 juli 2011. (Foto: R.W. Poels). Inzet: De in slechte staat verkerende hoge sluisdeuren (1967), ingegraven aan de Maasboulevard, kort voor de sloop. (Foto: R.W. Poels, 22 juli 2011).
geslagen. De deuren zijn afkomstig van de in 1976/77 gesloopte oude Buitensluis, de twee hoge met het jaartal 1967, de beide lage met het jaartal 1972. Indertijd vroeg de Historische Vereniging Schiedam aan de gemeente om diverse historische onderdelen voor het nageslacht te bewaren. Dit resulteerde o.a. in een plan de deuren in het gras langs de Maasboulevard in te graven.De lage deuren in het grasveld zijn voorlopig gebleven, evenals de twee gietijzeren kaapstanders die ooit op de kade naast de sluis hebben gestaan. Pakhuizen Makkersstraat Na het op 12 maart 2008 door de Raad van State op formele gronden afwijzen van de 172
rijksmonumentenstatus van de voormalige branderij en mouterij achter de Makkersstraat is het lang stil geweest. Tot in op 2 maart 2011 er wederom een sloopaanvrage werd ingediend. Na het besluit van B&W van Schiedam, gedateerd 7 juli 2011 om de sloopvergunning te verlenen, heeft de Historische Vereniging Schiedam een beargumenteerd bezwaarschrift ingediend tegen het verlenen van de vergunning. Tot de argumenten behoren het feit dat de monumentwaardigheid in 2008 niet werd bestreden, de ligging van de panden binnen het beschermd Stadsgezicht, er nog geen bouwplan bestaat voor de plek en dat de bouwvalligheid van de panden niet van dien aard is dat de panden Scyedam jrg. 37 nr. 5
of de omgeving ontruimd dienden te worden. Tevens heeft de vereniging een verzoek ingediend de beide panden aan te wijzen als gemeentelijk monument. Start restauratie middendeel Hoogstraat Op 31 augustus 2011 werd het lang verwachte startsein gegeven voor de restauratie van een belangrijk middendeel van de Hoogstraat. Men is inmiddels in volle gang. De gemeente Schiedam heeft in de voorbije jaren hier een aantal panden verworven met het doel deze te restaureren en mede daardoor een nieuwe functie te geven. Daarbij hielp vooral de bemoeienis van en het stimuleren door de Stichting Beschermd Stadsgezicht. Het bleek het verstandigste om daarbij een nieuwe (dochter-) stichting in het leven te roepen: Stichting Restauratie Hoogstraat Schiedam (SRHS). Daarin zijn de panden Hoogstraat 78, 94, 96-98, 100, 104 en 106 ondergebracht. Op deze rij zijn overigens reeds eerder enkele andere panden fraai aangepakt. Cascorestauratie Monopole Sinds 2010 werd in opdracht van de gemeente Schiedam gewerkt aan de restauratie van het casco van het voormalige bioscooptheater Monopole aan de Hoogstraat, op de hoek met de Appelmarkt. De fundering werd aangepakt, de muren met verankeringen gestabiliseerd, metselwerk hersteld, balklagen gerestaureerd. Medio 2011 zat het werk er op. De aankleding van het interieur zal pas gebeuren indien de definitieve bestemming van het pand bekend zal zijn. Het gebouw bleek op de Open Monumentendagen van 10 en 11 september overigens een trekker van betekenis. De voormalige bioscoop kon van onder tot boven worden bezichtigd. Vanaf de bovenste etage en vanaf het terras had men een wel zeer aantrekkelijk uitzicht over de oude stad. Binnen, in de onttakelde oude filmzaal werden vooroorlogse films vertoond, waaronder van Charley Chaplin. Scyedam jrg. 37 nr. 5
De officiële start van de restauratie van de panden Hoogstraat 78 - 106 op 31 augustus 2011 met nummer 78 als middelpunt. (Foto: R.W. Poels)
Havenkerk start restauratie Vorig jaar december werd het officiële startsein gegeven voor de restauratie van de Havenkerk aan de Lange Haven 72. Voorbereidingen vergden wat extra tijd. Dat gaf wel de mogelijkheid de kerk met het weldadige interieur nog enkele keren voor het publiek open te stellen, op 25 juni en op 10 en 11 september. Op beide laatste dagen werd tevens het belangrijke Maalschalkerweerdorgel uit 1875 bespeeld. Ondanks het feit dat het lang niet was onderhouden, bleek de werking en de klank onverwacht goed. De week erna werden de steigers opgebouwd en begon de daadwerkelijke restauratie van het casco. Plantagepodium gesloopt Eerder dit jaar is bericht dat de gemeente Schiedam het Plantagepodium niet op de lijst van gemeentelijke monumenten heeft willen plaatsen en had besloten het uit 1952 ??? 173
daterende podium te slopen. Dat laatste is daadwerkelijk eind september gebeurd. Het zij zo. Maar wat Schiedam er uiteindelijk voor terugkrijgt, dat moet gezegd, zal zeker is zeker van allure. Nu de dwarsstraat met parkeerstroken tussen Tuinlaan en Lange Nieuwstraat en het podium zijn verdwenen, kan worden geconstateerd, dat het park De Plantage een fraai begin krijgt. En dat nodigt straks bijna automatisch uit het eeuwenoude stadpark in te lopen.
De voormalige bioscoop Monopole, Hoogstraat 99, na de cascorestauratie. (Foto: R.W. Poels, 4 augustus 2011)
De Havenkerk aan de Lange Haven 72 in de steigers voor de restauratie. (Foto: R.W. Poels, 2 november 2011)
174
Herbouw Broersveld 174 In de eerste helft van september 2011 werd de werkplaats Broersveld 174 gesloopt. Het was sinds 1934 in gebruik bij J. Schrauwers. Deze heeft er meer dan 60 jaren fietsen hersteld. Het wrakke, zeer oude gebouwtje wordt weer opgebouwd. Weliswaar van nieuwe materialen, maar met de oude proportie en met het vertrouwde uiterlijk. Onthulling beeld Proosje De voor het 700-jarig bestaan van Schiedam in 1975 ontworpen jenever drinkende mannetje Proosje is op 24 september 2011 een letterlijk tastbaar onderdeel van de stad geworden. Al langer leefde het plan om de creatie van Harr Wiegman in brons te gieten. Op het Land van belofte zit Proosje sinds de onthulling met het glas in de hand te wachten tot voorbijgangers met hem op de foto willen. Echt samen met hem het jeneverglas heffen kon alleen op de middag van de onthulling, maar zal normaal gesproken niet worden toegestaan. Scyedam jrg. 37 nr. 5
Kantoor van Hoek-Loos gesloopt Aan de Havenstraat 19 stond vanaf de vestiging van N.V. W.A. Hoek’s Machine- en Zuurstoffabriek aldaar temidden van de fabrieksloodsen ook het monumentale kantoorgebouw. Boven de ingangsportiek was met een karakteristieke belettering de naam van het bedrijf aangebracht. In augustus/ september 2011 werd het kantoorgebouw gesloopt. De oude fabriekshallen waren al in 2010 verdwenen. Het bedrijf zelf is niet verdwenen. Onder een nieuwe naam is dit op dezelfde plek nog steeds gevestigd.
Proosje op het Land van Belofte, onthuld op 24 september 2011. (Foto: R.W. Poels, 2 oktober 2011)
Sloop aan Oude en Nieuwe Maasstraat Het plan om vóór het eind van 2010 enkele blokken beneden- en bovenwoningen te slopen tussen Nieuwe Maasstraat en Oude Maasstraat is pas in oktober 2011 uitgevoerd. De woningen werden ontworpen door de Schiedamse architect Piet Sanders. Het betreft drie woonblokken met de adressen: Oude Maasstraat 2-20, Poortugaalsestraat 26 en Nieuwe Maasstraat 70-85. Eind oktober was de sloop voltooid. Niet alle woonblokken met dit uiterlijk zijn verdwenen. Identieke blokken zijn nog te zien aan de overzijde van de Oude Maasstraat. Vooralsnog bestaan daarvoor geen sloopplannen. Havenstraat 19, het kantoorpand van N.V. W.A. Hoek’s Machine- en Zuurstofabriek, gebouwd in 19.., gesloopt augustus/september 2011. (Foto: R.W. Poels, 9 december 2010)
Scyedam jrg. 37 nr. 5
(Zie ook: Scyedam 2010 nr.5, p.183)
175
Losse nummers € 2,75 ISSN: 0166-5472