Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
Tekst 1
Het ‘product’ krant
5
10
15
20
25
30
35
40
(1) De afgelopen tien jaar zijn de kranten in handen gekomen van grote bedrijven of zelfs bikkelharde investeringsmaatschappijen die vooral ‘handelaren in bedrukt papier’ zijn. Dagbladen kampen over de hele wereld met teruglopende lezersaantallen, een vergrijzend publiek, een krimpend advertentieaanbod, stijgende kosten en de concurrentie van nieuwe media zoals internet. De kranten moeten vechten om de aandacht van het lezerspubliek. De vanzelfsprekende achterban is met de ontzuiling verdwenen. Het debat wordt bovenal gevoerd over de penibele financiële situatie waarin de serieuze journalistiek verkeert. (2) Het is een misverstand te denken dat de crisis in de journalistiek alleen veroorzaakt is door de opkomst van het internet en het weglopen van lezers en adverteerders. Behalve van een financiële crisis is er in de media ook sprake van een inhoudelijke crisis. De inhoudelijke crisis is in gang gezet door de grote mediacorporaties die hun winst probeerden te maximaliseren door redacties in ‘winstmachines’ te veranderen, waarbij ze voor lief namen dat de journalistiek trivialiseerde. Dat er een uitholling van het nieuws plaatsvond, werd verhuld door de massieve winsten die werden gemaakt. (3) Als ‘apolitieke accountants’ haalden en halen de mediacorporaties uit winstbejag allemaal hetzelfde trucje uit: ze besparen op de kosten door te snijden in hun redacties, onder het motto dat ze met minder mensen betere kranten gaan
- www.havovwo.nl
-1-
45
50
55
60
65
70
75
80
maken. Die kleinere redacties moeten meer nieuws produceren, want we leven in een 24 uursnieuwseconomie. Redacteuren moeten vaak voor zowel krant als internet schrijven en zich voegen naar een dwingend productieregime. Tegelijkertijd wordt er bezuinigd op het netwerk van zowel lokale als internationale correspondenten die de media altijd van eigen nieuws hebben voorzien. Daarbovenop wordt de nieuwsagenda verbreed met showbizz-nieuws, lifestyle en sport, want de eigentijdse krant moet, zoals dat heet, ‘publieksgericht’ zijn. (4) En zo worden we tegenwoordig geconfronteerd met niet alleen een trivialisering van het nieuws en meutevorming, maar met nog erger: leugens, verdraaiingen en propaganda halen meer dan ooit ongefilterd de media. Dit komt niet doordat journalisten lui, onwetend en cynisch zijn – dat verwijt krijgen ze altijd al te horen en in de meeste gevallen is dat trouwens niet terecht. De oorzaken lijken structureel: doordat kranten ‘kopijfabrieken’ zijn geworden waar lopendebandjournalistiek wordt bedreven, hebben journalisten geen tijd meer om persberichten en kopij van persbureaus te controleren, laat staan de deur uit te gaan en zelf een goed netwerk op te bouwen. Daardoor zijn de meeste media een doorgeefluik van kant-enklare stukjes geworden, herkauwers van pers- en pr-berichten, producenten van verhalen die vooral eenvoudig maakbaar, goedkoop, niet-controversieel en veilig zijn. - www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
85
90
95
100
105
110
115
120
125
130
(5) Toch is het te simpel te denken dat het allemaal de schuld is van de grote mediabedrijven en de toegenomen commercialisering sinds de jaren tachtig. Dan zou de crisis slechts een kwestie zijn van eigendomsverhoudingen. Hoewel eigendomsverhoudingen zeer bepalend zijn, is de crisis fundamenteler en existentiëler. De lezers willen geen context, geen analyse meer, maar een snelle opeenvolging van nieuwe feiten. Het zijn, anders gezegd, passieve consumenten die voortdurend op een nieuwe prikkel wachten. (6) Nieuws is zo beschouwd een consumer good, een consumptieartikel. Niet voor niets hebben we het tegenwoordig over de ‘nieuwsconsument’. Nieuws is een verkoopbaar product. Het verkoopbare product moet wel aan een aantal eisen voldoen, waarvan de belangrijkste is dat het voortdurend moet veranderen. De nieuwsconsument verwacht als hij bij het ontbijt de ochtendkrant openslaat, iets anders te lezen dan wat hij de avond daarvoor op tv heeft gezien. Als hij ’s middags naar het radionieuws luistert, gaat hij ervan uit dat hij wordt bijgepraat over nieuws dat een paar uur eerder nog niet in de krant stond. Die extravagante verwachtingen zijn met de komst van nieuwe media als internet en Twitter alleen maar extravaganter geworden. Het probleem daarmee is dat de onstilbare behoefte aan nieuw, nieuwer, nieuwst groter is dan de natuurlijke capaciteit van de wereld. (7) De permanente stroom van nieuws is een illusie en lokt nieuwe illusies uit. De journalist kan namelijk niet zomaar op nieuws wachten, hij moet naar nieuws op zoek, moet
- www.havovwo.nl
-2-
135
140
145
150
155
160
165
170
175
ernaar graven, moet het misschien zelfs máken. En doordat er altijd mensen, bedrijven, organisaties zijn die graag het nieuws halen, is de grens tussen écht nieuws en gecreëerd nieuws vaag geworden. Voor het gecreëerde nieuws bestaat het begrip ‘pseudo-event’ en het hedendaagse nieuws is ervan vergeven: de kranten staan er bol van, van pseudogebeurtenissen. Onze veranderde attitude tegenover ‘nieuws’ is dan ook niet zomaar een basaal feit in de persgeschiedenis, maar een revolutionaire verandering in onze blik op de wereld. (8) De pseudogebeurtenissen die in het nieuws komen, zijn niet spontaan maar gepland. De relatie ervan tot de werkelijkheid is ambigu. Een verkiezingsdebat berust op een innige samenwerking tussen de politici en de nieuwsmakers, die niet alleen het decor, de belichting en de make-up voor hun rekening nemen, maar ook in onderhandeling met de deelnemers de regels bepalen. Vervolgens geeft het debat weer aanleiding tot nieuw pseudonieuws: politieke commentatoren wijzen de winnaar van het debat aan, in opiniepolls worden de reacties van de kijkers gepeild. En dit hele spektakel voorspelt in feite niet of iemand een goed politicus zal zijn, het laat vooral zien wie zich het meest als een vis in het water voelt bij het gekozen format. (9) Andere voorbeelden van pseudogebeurtenissen zijn de persconferenties, jubilea, fotosessies, opiniepeilingen, het lekken door bijvoorbeeld politici, hun proefballonnetjes en ‘off the record’opmerkingen. In alle gevallen hebben de betrokkenen er baat bij het nieuws naar hun hand te zetten en is de - www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
180
185
190
195
200
205
210
215
220
225
relatie tot de werkelijkheid diffuus. Bij pseudogebeurtenissen maakt het immers niet uit of ze betekenisvol zijn. Ze zijn gecreëerd om mediadeuren te openen. Hoe dan ook zorgen de pseudogebeurtenissen ervoor dat het onduidelijk is wat echt nieuws en wat gemaakt nieuws is. De nieuwsconsument loopt als het ware rond in een spiegelpaleis vol spiegels die de werkelijkheid reflecteren, maar met evenveel lachspiegels die de werkelijkheid vertekenen. Dat kan niet anders dan vervreemdend werken. (10) De journalist Will Irwinn gaf al in 1911 in zijn boek The American Newspaper een kritische analyse van de pers en constateerde dat er in de nieuwe tijd een groeiende publieke behoefte aan nieuws was, ‘als een schreeuwende primaire behoefte van de geest, vergelijkbaar met de honger van het lichaam’. Die vergelijking tussen het verlangen naar nieuws en fysieke honger is vaker gemaakt. Een eeuw later publiceerde nrc.next het essay Avoid News van de Zwitserse schrijver Rolph Dobell, die de behoefte aan nieuws niet zomaar met trek in eten vergelijkt, maar met de zucht naar suiker. Nieuws is voor het brein wat suiker is voor het lichaam: het biedt instantbevrediging, maar is niet voedzaam, je wordt er niet gezond (dat wil zeggen: wijs) van, maar je krijgt er obesitas en suikerziekte door. Nieuws wordt net als snoep in kleine hapjes gepresenteerd, in ‘tidbits’, maar leert de werkelijkheid niet beter begrijpen en zet niet aan tot denken. Juist omdat het niet bevredigt, heb je behoefte aan steeds meer. (11) Dobell eindigt zijn analyse met een oproep om van de nieuwsverslaving af te kicken, gewoon met
- www.havovwo.nl
-3-
230
235
240
245
250
255
260
265
270
cold turkey1). Check niet meer telkens het nieuws via internet of teletekst, schakel de radio en tv uit, doe de krant de deur uit en lees voortaan boeken of lange artikelen die al die losse nieuwsfeitjes verbinden en proberen de complexiteit van de werkelijkheid recht te doen. Kies voor lang en diep, niet voor kort en snel. (12) Nieuws is altijd al een verkoopbaar product geweest met alle problemen van dien, maar die problemen zijn versterkt door de toenemende commercialisering, de toegenomen concurrentie in een markt die onder druk staat en de versnelling door de nieuwe media. De remedie van Rolph Dobell, een volkomen nieuwsarm dieet, is wel heel abrupt en behalve onrealistisch ook onwenselijk. De gedachte dat een democratie gebaat is bij goed geïnformeerde burgers is per slot van rekening niet achterhaald. (13) Onze attitude tegenover nieuws en daarmee onze blik op de wereld is drastisch veranderd. Daarom zullen de kwaliteitsmedia zelf met een remedie moeten komen die verder gaat dan een kwaliteitscode. De remedie zou kunnen liggen in het relativeren van het begrip nieuws en in het nadrukkelijker volgen van een eigen agenda. Want nieuws is per definitie een tautologisch begrip: nieuws is dat wat nieuwswaarde heeft en de nieuwswaarde wordt bepaald door redacties. Waarom zouden de kwaliteitsmedia de versnelling niet kunnen vertragen en nieuws bieden dat completer, diepgravender en beter gedocumenteerd zicht biedt op de grote hedendaagse kwesties? Op alle afzonderlijke redacties van een dagblad zou permanent met collega’s - www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
275
gedebatteerd moeten worden over wat zij onder nieuws verstaan. Dat er als het ware op elke redactie, of het nu redactie Binnenland, Economie of Kunst is, een mannetje rondloopt dat zich niks van dringende deadlines aantrekt, dat alle opwinding gelaten
280
285
van zich af laat glijden en terwijl alle journalisten achter het laatste drama aan rennen steeds weer de irritante vraag stelt: is dit wel wat wij onder nieuws verstaan? En dat dat mannetje uiteindelijk in het hoofd kruipt van elke individuele journalist.
naar: Xandra Schutte uit: De Groene Amsterdammer, 28 september 2011
noot 1 Cold turkey: de term wordt gebruikt om een manier van afkicken te beschrijven. Bij cold turkey wordt in één keer gestopt met het gebruik van het middel waar de patiënt aan verslaafd is. Ook worden er geen middelen gebruikt die ontwenningsverschijnselen kunnen remmen.
- www.havovwo.nl
-4-
- www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
Tekst 1 Het ‘product’ krant
1p 1p 1p
1 2 3
2p
4
1p
5
3p
3p
6
7
2p
8
2p
9
De tekst “Het ‘product’ krant” kan door middel van onderstaande kopjes in achtereenvolgens vijf delen worden onderverdeeld: deel 1: Crisis in de journalistiek deel 2: De rol van de consument deel 3: Nieuws en werkelijkheid deel 4: Nieuwsverslaving deel 5: Nieuws en beroepsethiek Bij welke alinea begint deel 2, ‘De rol van de consument’? Bij welke alinea begint deel 3, ‘Nieuws en werkelijkheid’? Bij welke alinea begint deel 5, ‘Nieuws en beroepsethiek’? In alinea 2 wordt beschreven dat er sprake is van een inhoudelijke crisis in de media. Met welke twee woorden of woordgroepen uit alinea 2 wordt aangegeven wat er met de kwaliteit van het nieuws is gebeurd? Met welke van onderstaande functiewoorden kun je alinea 3 het beste typeren ten opzichte van de voorgaande alinea? A aanleiding B bewijs C opsomming D uitwerking In alinea 7 staat: “De permanente stroom van nieuws is een illusie en lokt nieuwe illusies uit.” (regels 127-129) Leg uit wat er met deze uitspraak bedoeld is. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 25 woorden. In alinea 7 wordt gesproken over “Onze veranderde attitude tegenover ‘nieuws’”. (regels 143-144) Welke verandering is er blijkens alinea 5 en 6 opgetreden in de attitude tegenover nieuws? Benoem in je antwoord zowel de vroegere als de huidige toestand. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 25 woorden. In alinea 9 wordt gesteld: “Dat kan niet anders dan vervreemdend werken.” (regels 191-193) Leg uit hoe pseudogebeurtenissen tot vervreemding bij de lezer leiden. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 30 woorden. Welk (vermeend) voordeel heeft het presenteren van pseudogebeurtenissen als nieuws voor de journalist? voor de dagbladlezers? voor de mensen die daardoor in het nieuws komen?
- www.havovwo.nl
-5-
- www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
In de tekst wordt een oplossing voorgesteld voor de crisis in de journalistiek. Welke van onderstaande omschrijvingen geeft de voorgestelde oplossing het beste weer? A Er moet een redacteur worden aangesteld die controleert of journalisten zich houden aan de afspraken over nieuwswaarde en diepgang van hun artikelen. B Journalisten dienen met hun hoofdredactie in debat te gaan over de kwaliteit en nieuwswaarde van de artikelen voordat ze die ter publicatie aanbieden. C Journalisten moeten door discussie hun eigen normen aanscherpen, zodat ze zelf de nieuwswaarde en diepgang van hun eigen artikelen kunnen bewaken. D Redacties moeten een individuele vorm van kwaliteitsbewaking instellen, zodat pseudogebeurtenissen niet meer als belangrijk nieuws kunnen worden voorgesteld.
1p
10
1p
11
Van wat voor soort redeneringen wordt in deze tekst vooral gebruikgemaakt? De tekst bevat vooral redeneringen op basis van A gezag. B oorzaak en gevolg. C vergelijking of overeenkomst. D voorbeelden.
1p
12
Welke van onderstaande formuleringen geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst “Het ‘product’ krant” weer? A De crisis in de journalistiek wordt veroorzaakt door de mediacorporaties die alleen maar gericht zijn op het maken van winst en door de lezers die een andere kijk op de wereld hebben, zodat ze geen onderscheid meer kunnen maken tussen werkelijkheid en illusie. B De crisis in de journalistiek wordt veroorzaakt door de mediacorporaties die winst willen maken en door de lezer die een groeiende nieuwshonger heeft en ze kan worden bezworen door een voortdurende herbezinning op de vraag wat nieuws is. C De inhoudelijke crisis in de journalistiek kan worden aangepakt door de lezer completer, diepgravender en meer gedocumenteerd nieuws te bieden en door binnen de mediacorporaties een debat te voeren over de vraag wat ervoor zorgt dat iets nieuws is. D De inhoudelijke crisis in de journalistiek wordt mede veroorzaakt door lezers die geen behoefte meer hebben aan achtergronden en diepgang maar snel opeenvolgende nieuwsfeiten eisen, zodat redacties genoodzaakt zijn ook verslag te doen van minder belangrijk nieuws.
- www.havovwo.nl
-6-
- www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
1p
13
Welk van onderstaande omschrijvingen geeft het beste het doel van de tekst “Het ‘product’ krant” weer? Het doel van de tekst is A commentaar te leveren op de oppervlakkige attitude van de hedendaagse lezer en de redacties ervan te overtuigen dat zij hun verantwoordelijkheid naar de lezers niet serieus nemen. B de relatie tussen nieuws en werkelijkheid ter discussie te stellen en redacties ervan te overtuigen dat zij hun opvatting over het begrip nieuws moeten bijstellen. C de wensen die lezers tegenwoordig hebben zichtbaar te maken en de redacties te laten nadenken over manieren waarop zij aan die wensen tegemoet kunnen komen. D kritische vragen te stellen bij de groeiende behoefte aan nieuws bij de lezers en de redacties ervan te overtuigen dat zij hun lezers op andere manieren tegemoet moeten komen.
1p
14
Welke omschrijving geeft – gelet op de inhoud van de tekst – het beste weer wat er met de titel “Het ‘product’ krant” wordt bedoeld? A De verslechterende economische omstandigheden stimuleren krantenredacties ertoe meer voor hun eigen identiteit uit te komen. B De voortschrijdende commercialisering dwingt krantenredacties ertoe toe te geven aan de toegenomen nieuwsverslaving van de lezers. C Door de gesignaleerde commercialisering van de media zullen kranten meer dan ooit moeten concurreren met de andere media. D Doordat kranten meer winst moeten genereren, zullen ze meer commercieel verhandelbare ruimte in de edities moeten reserveren.
- www.havovwo.nl
-7-
- www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
tekstfragment 1 In zijn vorige week verschenen boek De krant was koning betrekt mediaadviseur Leon de Wolff de stelling dat publieksgerichte journalistiek ervoor kan zorgen dat degenen die serieuze journalistiek zeggen te bedrijven “het kwaliteitskenmerk dat zij zichzelf hebben toegekend ook werkelijk verdienen”. Zijn uitgangspunt daarbij lijkt voor de hand liggend: de interesse van de lezers en kijkers. De tijden zijn voorbij dat mensen een krant namen, omdat dat nu eenmaal hoort. De krant moet voorzien in een behoefte van een zelfbewust en heterogeen publiek. Dat vergt wat van journalisten die lange tijd gewoon waren daar niet of nauwelijks over na te denken, soms uit gemakzucht, soms uit vrees daarmee hun onafhankelijkheid te ondermijnen – zij moeten opeens hun nut bewijzen door zich dagelijks af te vragen wat hun publiek wil weten. De Wolff reikt ook instrumenten aan om de journalist te helpen bepalen hoe hij voor zijn lezer van meer nut kan zijn. Zijn aanpak is misschien geen garantie voor succes, al was het maar omdat het onmogelijk is echt in het hoofd van de lezer te kruipen, maar er is al veel gewonnen als redacteuren hem volgen in de gedachte dat het journalistieke werk moet beginnen met de vraag: wat zou de lezer willen weten en hoe kan ik hem dat het beste vertellen? naar: Frits van Exter uit: Trouw, 17 september 2005
3p
15
In zowel de hoofdtekst als tekstfragment 1 wordt er een probleem in de journalistiek aan de orde gesteld. Wat is het belangrijkste verschil tussen de hoofdtekst en tekstfragment 1, gelet op de oplossingen die beide teksten suggereren? Gebruik voor je antwoord niet meer dan 30 woorden.
- www.havovwo.nl
-8-
- www.examen-cd.nl
Eindexamen vwo Nederlands 2013-II -
havovwo.nl
tekstfragment 2 Journalistieke gedragscodes zijn vooral symbolen De werking van gedragscodes voor journalisten is vooral van symbolische aard. Er is weinig bewijs voor de veronderstelling dat professionele codes veel effect hebben op de dagelijkse werkwijze van journalisten. Wel moet onderscheid worden gemaakt tussen algemene journalistieke codes, die van gelding worden geacht voor de journalistieke professie, en specifieke gedragscodes, die per medium of redactie worden gehanteerd. De impact van deze laatste specifieke codes hangt sterk af van de houding van de redactionele leiding en het management ten aanzien van ethische vraagstukken. Dit is het resultaat van onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft verricht naar de werking en de effectiviteit van journalistieke gedragscodes. Als uitgangspunt voor hun onderzoek hebben dr. Van der Wurff en prof. Schönbach zich vooral de vraag gesteld hoe effectief journalistieke gedragscodes nu eigenlijk zijn en of ze een positieve invloed hebben op de dagelijkse nieuwsvoorziening. Onderzoek levert weinig bewijs op voor de veronderstelling dat algemene professionele codes (Code van Bordeaux, de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek, de Genootschapscode) een grote impact hebben op de dagelijkse werkwijze van journalisten. Algemene codes moeten vooral gezien worden als uitdrukking van het debat binnen de professie. naar: Jan van Groesen uit: www.denieuwereporter.nl/onderzoek
4p
16
In zowel de hoofdtekst als tekstfragment 2 komt aan de orde hoe de houding van de journalist kan worden veranderd. Formuleer in dit opzicht één overeenkomst en één verschil in zienswijze tussen beide teksten. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 45 woorden.
- www.havovwo.nl
-9-
- www.examen-cd.nl