1
het gaat over DeTijd en HETPALEIS in samenwerking met Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, afdeling Woordkunst voor volwassenen en (hun) (klein)kinderen vanaf 10 jaar het gaat over jongens in matrozenpakjes en een meisje in een winterjasje het gaat over een plek die stil is blijven staan het gaat over een grijze dame in een bruidsjurk het gaat over een jongen die slimmer is dan de slimste man ter wereld het gaat over een man die zijn bed door zijn buik kon zien het gaat over een pulse die nooit stopt het gaat over een jongen die tegen de stroom ingaat het gaat over een klein tentje dat naar voren loopt het gaat over een kramp in de buik van een vrouw met een pruik het gaat over een meneer die er niet is het gaat over regen die even traag valt als sneeuw het gaat over twee spelende meisjes en een lege koffer het gaat over een jongen die te veel haar heeft het gaat over een doodgewoon meisje dat naar school gaat het gaat over een libel die de kamer binnenvliegt en het raam niet meer vindt het gaat over wie hier is en nu is het gaat over mezelf het gaat over iets omdat iets over kan gaan Een man vertelt over hoe alles in beweging is. Altijd. Zelfs als je stilstaat. De stroom van het leven is niet tegen te houden. Of je nu jong bent of oud, man of vrouw. Wanneer de man zwijgt, wordt iets in gang gezet. Precies één uur lang word je meegenomen in een vloedgolf van klanken, muziek en beelden. Je ziet hoop en onrecht, schoonheid en pijn. Mensen die dromen over en spijt hebben van ... Eén vraag duikt steeds weer op: ‘waar gaat het over?’ Een sluitend antwoord is er niet. In het gaat over komen jong en oud samen op een onbestemde plek waar verleden, heden en toekomst elkaar lijken in te halen. Het wordt een poëtische collagevoorstelling waarin drie generaties elkaar ontmoeten en toch ook niet. het gaat over speelt in de Grote zaal van HETPALEIS van 30.04 t/m 31.05.15 Op 13 november 2014 overleed Eric Antonis, voormalig schepen van cultuur in Antwerpen. Antonis was een actief bezieler van de kunsten en drukte een blijvende stempel op het culturele leven. In 1979 was hij nationaal verantwoordelijke voor Het Jaar van het Kind. Bij de start van HETPALEIS bezorgde hij het huis een zak vol brieven uit dat jaar, waarin kinderen hun toekomstdromen formuleerden. Deze brieven vormden de aanleiding voor de voorstelling ‘het gaat over’. Daarom draagt HETPALEIS de voorstelling als eerbetoon aan Eric Antonis op.
2
MEDEWERKERS CONCEPT, REGIE EN SCENOGRAFIE: SPEL1:
TEKSTREGIE: COMPOSITIE/SOUNDSCAPE: BEWEGINGSCOACH: ASSISTENTIE SPELERS:
KOSTUUMONTWERP: LICHTONTWERP EN -UITVOERING: ONTWERP EN UITVOERING MASKERS: DRAMATURGIE: KLANKTECHNISCHE SUPERVISIE: TECHNISCH ADVIES SOUNDSCAPE: GELUIDSUITVOERING: DECORUITVOERING: POLYVALENTE TECHNIEK: 1
Lucas Vandervost Jade Arrindell Mirte Boutos Ignace Dehaes Laime De Paep Iba Diop Olivia Engels Flor Govaert Biba Heylen Noortje Hoet Muzafer Ipeckci Lola Louis Zoë Marien Anna Meyers Mercedes Meyers Oliver Pintens Mathis Schellekens Nele Van Eyken Maya Van Herck Noya Van Overloop Ilyas Zaaf Kristof Braekman Ivo Peeters Lucas Vandervost Luk Verlackt Mieke Florus Lieve Hostens An Melis Hilde Poels Leen Remes Inge Schoups Jacqueline Verlinden Lisette Willems Rosa Vandervost Benjamin Boutreur Olympe Tits Olivia Van de Peer Tijmen Govaerts Corinne Heyrman Maud Mulier Olivia Van de Peer Sabina Kumeling Willy Wtterwulghe Filip Peeters Kerensa Verhoosel Tom Pintens Ben Bonner Ron Van Eycke Tom Van de Oudeweetering Patrick Romain
Er spelen afwisselend 10 kinderen mee in de voorstellingen
3
REKWISIETEN: KOSTUUMUITVOERING/KLEEDSTER: ASSISTENTIE KOSTUUM: TONEELMEESTER: PRODUCTIEASSISTENTIE: PROJECTLEIDING:
Danny Havermans Ron Van Eycke Luk Willekens Hilde Mertens Veerle Segers Hanne Vandersteen Esther Bellefroid (stage) Tom De Roy Lore Missine Erik Moonen
EN ALLE HETPALEISMEDEWERKERS
4
“Een mens gaat heel zijn leven om met de confrontatie van wat hij niet begrijpt.” een gesprek met Lucas Vandervost - 26 maart 2015
Waarover gaat ‘het gaat over’? Lucas: Dat is een vraag die de kinderen me tijdens het repetitieproces al vaak hebben gesteld: ‘Waar gaat het over?’ Ik zeg dan al lachend: ‘Daar gaat het over. Over waar gaat het over.’ We zijn geneigd om altijd alles te willen begrijpen, om te willen weten waar het over gaat zodat we ons daarnaar kunnen gedragen. In onze opvoeding en in het onderwijs leren we vreemd genoeg niet omgaan met wat we niet begrijpen. We voelen ons vaak dom als we niet meekunnen. Een mens gaat heel zijn leven om met de confrontatie van wat hij niet begrijpt. Ik ben al zo lang ik theater maak bezig met het vormgeven van wat niet te begrijpen valt. Ik probeer het onbegrijpelijke te zien als een meerwaarde, een soort achterwand die zichtbaarder maakt wat we wel begrijpen en het meer inhoud geeft. Daarom vind ik ‘verstaan’ ook een veel mooier begrip dan ‘begrijpen’. ‘Verstaan’ zit in de lijn van ‘verbeelden’ of ‘vertalen’. ‘Verstaan’ is ergens anders staan na de ervaring van wat je niet begrijpt, omdat je omgaat met complexiteit. De voorstelling is eigenlijk een opsomming van simpele dingen die toch niet uit te leggen zijn. De voorstelling toont ook onrecht. Is dat hetzelfde als dingen niet kunnen begrijpen? Lucas: Onrecht is ook iets waar een mens mee moet leren omgaan. Je moet er tegen vechten en het leren aanvaarden tegelijkertijd. Ik vind in de ouderwetse opvoeding het ‘waarom- daarom’ een niet te onderschatten les in onrechtvaardigheid. Veel ouders leggen vandaag aan hun kleine kinderen het waarom uit. Dat creëert mondigheid en zorgt ervoor dat er een discussie kan ontstaan, wat heel belangrijk is. Maar toch mis ik de daarom-ervaring een beetje, omdat ze je leert omgaan met een milde vorm van onrechtvaardigheid. In de voorstelling wordt een dood kind opgedragen. De dood op zich is ook zo’n ervaring die we als onrechtvaardig beschouwen, terwijl het de meest natuurlijke zingeving van het leven is. We beheersen de dood niet. Het omgaan met wat we niet in de hand hebben, vind ik erg belangrijk. Je hebt heel duidelijk in je hoofd wat deze voorstelling zal zijn. Alle beelden in de voorstelling zijn er omdat jij ze bedacht hebt. Wat inspireert jou? Lucas: Als je met iets bezig bent, dan zie je constant dingen die daarmee te maken hebben. Dat is iets heel raars. Als ik nu ‘olifant’ zou zeggen en je concentreert je erop, dan zal je er zeker ergens één zien wanneer je naar huis gaat. Daarnaast neem ik ook veel dingen mee uit vorige voorstellingen. Het beeld van het verplaatsen van de stenen bijvoorbeeld, is 20 jaar geleden in de voorstelling Grimm ontstaan. Intussen is er in mijn voorstellingen al een 6-tal keren een hoop stenen verplaatst. Ik heb in 5 voorstellingen kleur gemaakt met appelsienen. Ook nu komt het beeld van de appelsienen terug in de voorstelling. Zo kan ik nog voorbeelden geven. Ik herhaal veel, maar als toeschouwer herken je de herhaling niet altijd omdat de context verandert. De muziek van Benjamin Boutreur heeft ook iets repetitiefs. Je voelt dat het niet gaat stoppen. Ik vind de herhaling mooi. Het heeft iets rustgevends. 5
Is de herhaling ook een manier om met de ongrijpbaarheid om te gaan? Lucas: Ja. Dat is hetzelfde. Ik ben heel lang bang geweest van de naïviteit van de beelden: opkomen met berkenboompjes, opkomen met ganzen, opkomen met boomstammen … Het is altijd opkomen met iets. Op zich is dat niks. Maar de voorstelling in zijn geheel vormt een netwerk, waardoor je je als kijker in die wereld kunt verplaatsen. Ik bied de toeschouwer een kader, een manier om ergens naar te kijken. Een voorstelling is voor mij alleen maar kader en de rest is wat je zelf ziet. Het kader in deze voorstelling is een papieren weg van 30 meter, een soort catwalk waarop constant mensen aan en af lopen die allemaal in het zwart gekleed zijn. Dat zijn extreme dingen. Er zit veel dwang in de voorstelling waar heel vrij mee omgegaan wordt. Iedereen zal iets anders zien. Er zullen 8 in het zwart geklede dames opkomen en er zullen er misschien 1 of 2 de aandacht trekken, omdat we bij hen een associatie maken met onze moeder of oma of zus. Het kader is vrij uniform en toch zullen we iets herkennen. De uniformiteit zorgt voor abstractie en accentueert de vorm waarin de inhoud bloot komt te liggen. Mochten we elk figuur in zijn eigenheid aankleden, dan zou je misschien alleen maar de groep zien. Doordat iedereen in het zwart is, zie je plots aparte handen en gezichten. Ook de kleurervaring die er zal zijn, versterkt dat gevoel. Het is een beetje zoals het meisje met de rode jas in de film Schindler’s list. Doordat je plots rood ervaart, zie je het individu of het enkele en tegelijk ook de totaliteit. Zit de kracht van de beelden ook niet in het feit dat ze door verschillende generaties gebracht worden? Lucas: Oorspronkelijk wou ik de voorstelling met 4- en 80-jarigen maken, omwille van het leeftijdsverschil. Dat was praktisch sowieso niet haalbaar. Uiteindelijk werk ik met kinderen tussen 7 en 10 jaar, en met mannen en vrouwen van ongeveer 60 à 70 jaar. Als ik hen samen op het podium zet, merk ik dat het leeftijdsverschil groot genoeg is en dat het de tijdservaring die ik wil oproepen versterkt. Ook de herhaling van kinderen die opkomen en dan ouderen, en weer kinderen die opkomen en dan ouderen … zorgt daar mee voor. De tijd verdwijnt vreemd genoeg. Een jong meisje kan evengoed dezelfde persoon zijn als een oude vrouw. Toekomst en verleden vallen samen. Ik begin de voorstelling ook met een proloog over het begrip tijd. Over het proberen begrijpen wat tijd eigenlijk is. Over het besef dat als ik niet beweeg in de ruimte, ik me wel in de tijd beweeg en ik dus ouder word door niets te doen. Hoe bepalend is de soundscape van Benjamin Boutreur voor het maakproces? Lucas: De soundscape van Benjamin heeft me vooral mentaal gerustgesteld. Er zijn drie lijnen in de voorstelling: die van de muziek, die van de beelden en die van de tekst. Ze beginnen samen, elk met hun eigen hartslag, en ergens onderweg gaan ze uiteen. Door het toeval van de slagen zullen ze tijdens de voorstelling af en toe samenkomen en weer uit elkaar gaan. Dan eens drie samen, dan eens twee, dan eens geen enkele. Eigenlijk moet elke lijn afzonderlijk een ervaring van een uur zijn. Ik wil niet ensceneren wanneer de lijnen moeten samenkomen. Het is zoals wanneer ik naar buiten kijk en mijn regenjas meeneem, maar dat het dan toch niet regent. Of omgekeerd. Ik kan geen kleren voor alle weerssoorten in mijn rugzak meenemen. Ik vertrek en soms word ik nat. Het zou fantastisch zijn mocht je als toeschouwer de voorstelling in zijn geheel ervaren als iets dat je kent, terwijl je alles wat je apart ziet niet begrijpt, tenzij dan de anekdotiek van het beeld. Als er een meisje één voor één ganzen naar voor brengt 6
en er kruipt een vrouw op handen en knieën achter met dobbelstenen, dan associeer je dat waarschijnlijk onmiddellijk met een ganzenbord. Als je er dieper over nadenkt is zo’n ganzenbord een symbool voor een kansspel waar heel veel onrechtvaardigheid in zit. Je kunt in de put of gevangenis terechtkomen, waar je vast zit. Je kunt dood gaan en weer opnieuw moeten beginnen … Pas als je je bewust wordt van die onrechtvaardigheid wordt het een spel dat te spelen valt. Elk beeld in de voorstelling is op zich heel simpel, maar tegelijkertijd zit in elk beeld ofwel geboorte ofwel dood ofwel verloop. Door de opvolging van de beelden probeer je betekenis te geven aan wat je ziet. De spelers zullen tijdens de voorstelling ook vragen krijgen van vier ‘reporters’ en uitgenodigd worden om zelf te associëren en te durven uitspreken waar het over gaat. Dat niet vastleggen van dingen vraagt veel vertrouwen van de spelers ... Lucas: Dat is zo. En het legt veel druk bij mij. Maar ik kan alleen winnen als ik durf te verliezen. Dat ik de lijnen niet wil samenbrengen, doe ik niet uit arrogantie, maar echt om wat ik zeg over de regenjas. Ik begrijp heel goed het idee om bepaalde beelden op bepaalde stukken muziek te plakken. Maar ik wil vooral energie steken in de openheid, de generositeit van het geheel, in dat wat er allemaal te gebeuren valt. Ik heb het tijdens de repetities uitgetest. Dan zette ik de compositie van Benjamin bijvoorbeeld op tijdens de dans van de vrouwen. Als de mannen dan kwamen kijken vroegen ze: ‘Gebeurt het hierop? Het zou fantastisch zijn mocht het op deze muziek gebeuren.’ Een andere keer kwam Benjamin binnen, terwijl de dames op een ander stuk muziek dansten en dan zei ook hij: ‘Het zou fantastisch zijn mochten ze hierop dansen.’ Ik ben ervan overtuigd dat het fantastisch zou zijn als ze op om het even welk stuk van de soundscape zouden dansen. Die vrijheid moeten we toestaan aan onszelf. Ik vind ‘niet moeten’ erg belangrijk als ik theater maak. De mooiste ervaring op theater is die van de ontmoeting. Op café kan je ook een ontmoeting hebben met iemand die je niet kent en denken: ‘Het lijkt alsof ik die al jaren ken.’ Dat kan enkel omdat op het moment van die ervaring het moeten ontnomen wordt. Het wordt ont-moeten. Ik hoop dat we een voorstelling kunnen maken waarin het niet moet, zonder in de arrogantie van luiheid of vrijblijvendheid terecht te komen. Al is het geen eenvoudige opdracht om niet te moeten. Je maakte ooit de voorstelling ‘Het Offer’ met kinderen en ouderen. Was dat een vergelijkbaar proces? Lucas: Ik maakte ‘Het Offer’ 25 jaar geleden in opdracht van Frie Leysen in de beginjaren van De Singel. Dat was ook een voorstelling voor families en ze ging eigenlijk over hetzelfde. Daar ging het over volwassen worden. Je zag een feest voor een plechtige communie waarop het meisje waar het om gaat in de volwassenenwereld getrokken wordt, terwijl alle kinderen errond dat uitstellen. Ik heb er eigenlijk altijd naar gestreefd om het publiek toe te staan om de voorstelling pas twee weken later goed vinden. Dat is niet simpel. Dat is zelfs heel vervelend in theater. Vooral voor de recensies. Lucas: (lacht) Mijn mooiste recensie kreeg ik ooit bij mijn Pessoa voorstelling van de Nederlander Jac Heijer, één van de beste recensenten die er ooit is geweest. Hij kwam kijken en er verscheen maar geen recensie. Een jaar later kreeg ik een kaartje vanuit Lissabon dat hij nog altijd aan de voorstelling dacht en dat hij toen pas het gevoel had dat hij ze heel goed vond. Daarom had hij ook niks geschreven. Omdat hij voelde dat het 7
niets met goed of slecht te maken had, maar dat het om de ervaring ging. Het moeilijke aan theater is dat het een burgerlijke kunstvorm is, in die zin dat de recuperatie van de ervaring gelijk moet lopen met het moment zelf. Eens ze voorbij is, bestaat de voorstelling niet meer. Een schilderij blijft wel bestaan. Of een muziekstuk, dat kan je terug opzetten. Een voorstelling kan je wel terug spelen, maar dan is dat toch niet helemaal hetzelfde. Je hebt nog maar pas bekend gemaakt dat je je terugtrekt als artistiek leider van DeTijd. Heb je er bewust voor gekozen om met deze voorstelling te stoppen? Lucas: Deze voorstelling is fantastisch om te stoppen. Ons gezelschap heet niet voor niks DeTijd en de laatste voorstelling onder die naam draagt de titel ‘het gaat over’. Dat is heftig, maar fantastisch tegelijkertijd. Ik heb beslist om te stoppen en de fakkel door te geven aan jonge mensen omdat ik door jarenlang les te geven voel dat er veel capaciteit is bij de jonge generatie. De mensen van wie ik hoop dat ze DeTijd mogen overnemen, zijn intelligente, talige jonge mensen die dezelfde bezorgdheid voelen als ik. Belangrijk voor mij is dat er een bepaald gedachtegoed verdergezet wordt. Bovendien is theater een compromiskunst. Zij hebben op dit moment een grotere kracht om compromislozer te zijn of lijken, terwijl ik het compromis incalculeer. En dat heeft niks met kwaliteit te maken. Ik ben trots op wat ik allemaal gedaan heb de laatste jaren, maar het is het moment om de fakkel door te geven. Ook omdat ik nog geen alternatief heb. Ik heb geen antwoord op de vraag wat ik nu gaan doen. Moest ik dat antwoord hebben, dan was dat de reden waarom ik stopte. Nu is het stoppen geen stoppen, het is doorgeven. En dat is zalig om te doen. Op 13 november 2014 overleed Eric Antonis, voormalig schepen van cultuur in Antwerpen. In 1979 was hij nationaal verantwoordelijke voor Het Jaar van het Kind. Bij de start van HETPALEIS bezorgde hij het huis een zak vol brieven uit dat jaar, waarin kinderen hun toekomstdromen formuleerden. Deze brieven vormden de aanleiding voor de voorstelling ‘het gaat over’. HEPALEIS draagt de voorstelling als eerbetoon aan Eric Antonis op. Wat betekende hij voor jou? Lucas: Kort nadat ik afstudeerde, richtte ik met Sam Bogaerts Het gezelschap van De Witte Kraai op, de voorloper van DeTijd. We vroegen vijf jaar lang subsidies aan, maar kregen ze nooit. Eric was in die tijd directeur van het cultureel centrum in Turnhout en hij was één van de eersten die zijn vertrouwen aan ons gaf. Hij nam elke nieuwe productie die we maakten op in zijn programmatie omdat hij niet alleen aandacht had voor ‘het moment’ van de theatermaker, maar vooral geïnteresseerd was in het parcours dat hij aflegde. Dat vertrouwen hebben in een groter geheel vind ik heel belangrijk voor de artistieke ontwikkeling van jonge makers. Dat los je niet op met projectsubsidies. Daarom ook is het voor mij nu de hoogste tijd om DeTijd door te geven aan een nieuwe generatie. Om hen de kans te geven zich in een bad van continuïteit verder te kunnen ontwikkelen. Het is aan mij om projectsubsidie aan te vragen als ik nog iets wil maken.
8
“De voorstelling gaat over de schoonheid van het alledaagse.” een gesprek met Benjamin Boutreur – 25 maart 2015 Hoe ben je bij ‘het gaat over’ betrokken geraakt? Benjamin: Al een tijd terug hadden Lucas en ik het erover dat we graag iets samen wilden maken. Lucas is echt een woordmens en ik ben gefascineerd door hoe je woord en muziek kan samenbrengen, hoe die twee kunnen versmelten met elkaar. Dat vond hij ook interessant. We hadden het idee om samen iets te maken rond dichters en woordkunstenaars. Dat is er echter niet van gekomen. Het ironische is dat hij mij nu gevraagd heeft voor een voorstelling waarin haast niet gesproken wordt. Grappig hoe dat kan lopen. Wat sprak je aan in deze voorstelling? Benjamin: Ik hou van de abstractie van ‘het gaat over’, omdat je daardoor enorm veel vrijheid krijgt voor een eigen interpretatie. Tegelijkertijd laat die abstractie ook veel ruimte voor de muziek. Die krijgt een belangrijke rol. Daarnaast hou ik van het avontuur van de voorstelling. Het is een fijne trip, iets helemaal anders dan hetgeen je gewoon bent. Dat is een uitdaging als maker en spannend als kijker. Ik denk niet dat ik al een voorstelling gezien heb die lijkt op ‘het gaat over’. Het feit alleen al dat het enkel kinderen en ouderen zijn, was voor mij genoeg om toe te happen. Ook de thematiek van de voorstelling overtuigde me. Het gaat over het gewone: er is geen grote dramatiek, maar wel de schoonheid van het alledaagse. De voorstelling toont hoe het leven is, de echtheid ervan. Het leven is er en het gaat over. Meer is er eigenlijk niet. Ik vind het boeiend om de schoonheid van het gewone te laten zien. Welke rol heeft de muziek in ‘het gaat over’? Benjamin: De muziek is het landschap waartegen alles zich afspeelt. Het is de tijd, de achtergrond waartegen alles zich voltrekt. In de compositie is er een constante pulse te horen. Daardoor benadrukt de muziek de tijd en geeft ze die tegelijkertijd weer. Daarnaast suggereert de muziek een betekenis. Door de abstractie is die betekenis echter nooit eenduidig. Je weet nooit precies wat het is of waarover het gaat. Is het iets leuk of is het niet leuk? Het is interessant om die tegenstelling op te zoeken: dat je in beelden heftige dingen ziet terwijl je in de muziek een andere kleur krijgt. Welk soort compositie is het geworden? Welk soort genre is het? Benjamin: Het is een collage geworden van materiaal uit verschillende bronnen. De basis van de muziek is dezelfde als de basis van de spelers: het stappen. Gedurende de hele voorstelling wordt er gestapt. Er wordt van het stappen vertrokken in de muziek er wordt ook telkens naar teruggekeerd. Ik wilde dat je die stappen zou horen, dat die een kleur en karakter zouden krijgen. Daarom ben ik begonnen met het opnemen van stappen op verschillende ondergronden. Dat gebeurde voornamelijk in de Ardennen waar ik op zand, grind, bruggen … ben gaan wandelen, maar ook in mijn eigen keuken of gewoon op straat. Bovendien wilde ik ook het alledaagse binnenbrengen, het hier en nu, het gewone leven. Het geheel moest iets ruws hebben, iets rauw, zodat je niet het gevoel hebt dat je naar een sprookje aan het kijken bent. Je kijkt naar iets heel echts. Het gaat over het hier en nu, over hoe het leven is. Dat wou ik met de muziek 9
binnenbrengen. Een tweede laag bestaat uit een soort compositie van heel diverse en uiteenlopende muziek die ik bewerkt heb. Een derde laag zijn flarden muziek die werden opgenomen tijdens het maakproces. Zo wordt eigenlijk een soort ‘making of’ in de uiteindelijke compositie verwerkt. Daarmee haal je ook een stuk van het verleden naar het hier en nu. Ten slotte is er nog een vierde laag. Dat is de live muziek die door de drie mannen wordt gespeeld. Ik heb gekeken naar wat de mannen allemaal kunnen en wat ze graag doen. Daardoor zitten ze deels in hun comfort zone. Daarnaast wilde ik hen ook in een voor hen ongewone context plaatsen, in meer abstracte dingen. Alles bij elkaar heb je dus een veelgelaagde collage van heel verschillende elementen. De flarden waarover je spreekt zijn opnames van de kinderen of de ouderen die zingen, een instrument spelen ... Hoe heb je die verschillende talenten geselecteerd en gebundeld? Benjamin: Ik was niet op zoek naar kinderen die iets specifieks moesten kunnen omdat dat de essentie niet is. We hebben vooral de tijd genomen om iedereen te leren kennen. De dingen die daaruit voortkwamen en die grappig, leuk of verassend waren heb ik meegenomen, los van het feit of dat muzikaal goed was. Is dit de eerste keer dat je met kinderen en ouderen als spelers werkt? Hoe was dat? Benjamin: Dit was inderdaad de eerste keer dat ik met kinderen en ouderen heb gewerkt. Ik vond het ongelofelijk! Ik zou het in de toekomst graag nog doen. Dat het geen professionelen waren, vond ik een fijne verrassing. We zijn vooral vertrokken vanuit de ontmoeting met de mensen. Hun persoonlijkheden staan centraal en maken de voorstelling mee tot wat ze is.
10
SPEELLIJST In de Grote zaal van HETPALEIS April 2015 wo 29 do 30
19u 20u
avant-première première
Grote zaal Grote zaal
03 202 83 60 03 202 83 60
za 02 zo 03
15u 15u
publieke voorstelling publieke voorstelling
Grote zaal Grote zaal
03 202 83 60 03 202 83 60
do 07 vr 08 za 09 zo 10
20u 20u 15u 15u
publieke voorstelling publieke voorstelling publieke voorstelling publieke voorstelling
Grote zaal Grote zaal Grote zaal Grote zaal
03 202 83 60 03 202 83 60 03 202 83 60 03 202 83 60
za 16 zo 17
15u 15u
publieke voorstelling publieke voorstelling
Grote zaal Grote zaal
03 202 83 60 03 202 83 60
do 21 vr 22 za 23
20u 20u 15u
publieke voorstelling publieke voorstelling publieke voorstelling
Grote zaal Grote zaal Grote zaal
03 202 83 60 03 202 83 60 03 202 83 60
do 28 vr 29 za 30 zo 31
20u 20u 15u 15u
publieke voorstelling publieke voorstelling publieke voorstelling publieke voorstelling
Grote zaal Grote zaal Grote zaal Grote zaal
03 202 83 60 03 202 83 60 03 202 83 60 03 202 83 60
Mei 2015
11
MEDEWERKERS Jade Arrindell (7 jaar) zit in het 2e leerjaar van de Steinerschool Lohrangrin in Wilrijk. Haar hobby’s zijn zingen, dansen en circus. Het is de eerste keer dat ze in een echte toneelvoorstelling meespeelt. Op school speelt ze veel toneel en ze zong vanaf haar 4 jaar in een voorbereidend koorgroepje. Nu zit Jade in koor Sterling. Jade vindt het leukste aan de repetities van ‘het gaat over’ het samen creatieve dingen doen en uitproberen. En ook de samenwerking over de verschillende generaties heen. Mirte Boutos (11 jaar) zit in het 5e leerjaar van basisschool De Bolster in Mortsel. Haar hobby’s zijn voetballen, lopen, lezen, acteren, knutselen en piano spelen. Tijdens schooljaar 2011-2012 en 2013-2014 volgde zij een musicalopleiding aan de Movejeugdacademie. Verder zit ze in haar 2e jaar AMV en woord, en in haar 1e jaar woord aan de Academie voor Muziek en Woord. Mirte vindt het leuk om zich tijdens de repetities van ‘het gaat over’ een sfeer in te beelden. Ze vond de overgang van spelletjes spelen naar echt repeteren erg prettig. Het repeteren vindt ze leuker. Kristof Braekman (64 jaar) is al zijn hele leven gebeten door muziek, zowel als liefhebber als professioneel. Sinds 1979 is Kristof zelfstandig instrumentenbouwer. Het arsenaal aan instrumenten is divers: gamba’s, luiten, harpen, gitaren, bassen en cello’s. Vanaf begin jaren 60 speelt Kristof accordeon. Enkele jaren later begon hij ook gitaar en andere instrumenten te spelen. Zijn eerste podiumervaring had hij bij theatercollectief Het Trojaanse Paard, bij Vuile Mong en zijn Vieze Gasten en John Lundstrom. Hij speelde ook in enkele covergroepen. De afgelopen jaren werkte hij regelmatig voor theater Vonk, speelde hij met Tourist Lemc en was hij ook te horen op een cd van Katastroof. www.kristofinstrumenten.be Ignace Dehaes (8 jaar) zit in het 2e leerjaar van het Sint-Michielscollege in Brasschaat. Zijn hobby’s zijn toneel, ballet, zwemmen en naar de scouts gaan. Hij volgde enkele toneelkampen van de gemeente Brasschaat. In HETPALEIS volgde hij de workshop ‘De wereld op zijn kop’ en hij deed ook de zomervakantieweek in HETSTEEN. Het leukste aan de repetities vindt hij het inoefenen van het dansje: dat hij verschillende passen mag aanleren en op de muziek mag bewegen. Laime De Paep (8 jaar) ze zit in het 3e leerjaar op K’do, een muzische basisschool in Antwerpen. Haar hobby’s zijn dansen, zingen, piano en gitaar spelen, liedjes maken, lezen, films kijken en toneelspelen. Op school speelde ze al eens de hoofdrol in een toneelstuk. Verder volgt ze al jaren dansles. In oktober 2014 figureerde ze in de voorstelling ‘You are my Destiny’ van Angelica Lidell in de Singel. Ze volgde eerder ook twee theaterworkshops in HETPALEIS. Sinds september 2014 speelt Laime piano en ze maakte een eigen compositie voor de componeerwedstrijd voor kinderen ‘Iedereen componist’ (Singel + Conservatorium). Haar compositie werd geselecteerd en samen met twee vriendinnen werkte ze deze verder uit onder begeleiding van studenten van het Conservatorium. Begin maart 2015 mocht ze de compositie opvoeren op de grote presentatie van het project. Ze vindt het heel leuk om mee te spelen in ‘het gaat over’ omdat er heel veel dingen samenkomen die ze graag doet: toneelspelen, zingen, dansen en optreden. Dat ze zelf ook dingen mag bedenken, maakt het helemaal af. Iba Diop (9 jaar) zit in het 4e leerjaar van SB Musica in Antwerpen. Zijn hobby’s zijn voetbal, gitaar en schermen. Iba speelt voor het eerst toneel, al is hij ook even kort te zien in de nieuwe film van Stany Crets. Iba vindt het leukste aan ‘het gaat over’ dat hij veel nieuwe vrienden heeft gemaakt tijdens de repetities.
12
Olivia Engels (8 jaar) zit in het 3e leerjaar van De Sterrenkijker in Antwerpen. Haar hobby’s zijn scouts, klassieke dans, notenleer, viool, omnisport en theater. Eerder volgde ze een theaterweek bij Bronks en in seizoen 2013-2014 speelde ze mee in de hernemingen van de voorstelling ‘The House that built us' van UNM. Olivia vindt het leukste aan ‘het gaat over’ dat ze viool mag spelen en mag dansen. En regisseur Lucas vindt ze ook heel leuk! Flor Govaert (9 jaar) zit in het 4e leerjaar van De Kleine Wereld in Antwerpen. Hij houdt van toneelspelen, scouts, zwemmen, tennissen en hij gaat graag naar de tekenacademie. Hij speelde eerder nog geen toneel maar volgde wel 1 jaar Algemene Verbale Vorming in de Academie van Hoboken. Hij vindt alles leuk aan de repetities van ‘het gaat over.’ Biba Heylen (10 jaar) zit in het 4e leerjaar van Freinetschool De kRing in Berchem. Ze houdt van dansen en tekenen, en danste eerder bij Retina Dance Company in Berchem. Het leukste aan de repetities van ‘het gaat over’ vindt ze de dans. Noortje Hoet (7 jaar) zit in het 2e leerjaar van De Zevensprong in Borgerhout. Haar hobby’s zijn tekenen en knutselen, spelen, zwemmen, scouts en yoga. ‘het gaat over’ is haar eerste ervaring met toneel. Ze vindt alles aan de repetities leuk. Muzafer Ipeckci (11 jaar) zit in het 6e leerjaar van het Xavieriuscollege in Borgerhout. Zijn hobby’s zijn karate, voetbal, grafisch tekenen en acteren. 'het gaat over' is voor Muzafer een speciale ervaring: hij heeft de theaterwereld ontdekt en geniet er erg van. Lola Louis (11 jaar) zit in het 5e leerjaar van de Steinerschool in de Volkstraat in Antwerpen. Haar hobby's zijn toneel, piano en Kung Fu. Ze deed in HETPALEIS eerder een tweetal workshops met De Stal en ook op school maken ze elk jaar een toneelstuk. Ze vindt ‘het gaat over’ leuk omdat ze samen met andere dingen mag maken en omdat ze de werking van theater van binnenuit leert kennen. Zoë Marien (10 jaar) zit in het 4e leerjaar van Maria Middelares in Sint-Job. Haar hobby's zijn paardrijden, turnen en tekenschool. Ze zat ook 2 jaar op de dansschool. Zoë kijkt uit naar elke repetitie van ‘het gaat over’ omdat ze alles leuk vindt. Anna Meyers (9 jaar) zit in het 3e leerjaar van De Linde in Deurne. Haar hobby’s zijn ballet, viool, koor, tekenen en zwemmen. Ze danste eerder mee in voorstellingen van Arabesque en trad op met het Waelrantkoor, onder andere in het tv-programma ‘De Zevende Dag’. Anna vindt de verrassing tijdens de repetities van ‘het gaat over’ leuk, het niet weten wat ze allemaal zullen doen. En ook dat er veel tijd is om dingen uit te proberen. Mercedes Meyers (10 jaar) zit in het 5e leerjaar van De Linde in Deurne. Ze houdt van ballet, viool, koor en heel veel lezen. Ze danste reeds mee in voorstellingen van Arabesque en trad op met het Waelrantkoor, onder andere in het tv-programma ‘De Zevende Dag’. Mercedes vindt de repetities van ‘het gaat over’ leuk omwille van de verschillende dingen die ze mag doen. Oliver Pintens (8 jaar) zit in het 3e leerjaar van De Kleine Wereld in Antwerpen. Zijn hobby’s zijn scouts en piano. Hij vindt de momenten waarop de groep in de klankstudio van HETPALEIS aan de muziek werkt het leukste aan de repetities van ‘het gaat over’.
13
Mathis Schellekens (9 jaar) zit in het 4e leerjaar van het Sint-Lievenscollege in Antwerpen. Hij heeft veel hobby’s: scouts, muziekschool (piano) en koor. Maar het allerliefste werkt hij mee aan een voorstelling, zoals nu aan ‘het gaat over’. Mathis zingt bij het kinderkoor van de Vlaamse Opera. Hij zong reeds enkele keren in opera. In 20132014 speelde hij mee in de voorstelling 'The House That Built Us' van UNM. Eerder dit jaar had hij een rol in het filmproject 'Slumberland' van Zonzo Compagnie. Het allerleukste aan de repetities van ‘het gaat over’ vindt Mathis het echte toneelspelen. Nele Van Eyken (9 jaar) zit in het 4e leerjaar van Sint-Jozefsschool Peutie in Vilvoorde. Nele heeft veel hobby’s: (competitie)zwemmen, tennis, piano en scouts. Ze staat in ‘het gaat over’ voor het eerst op de planken. Ze vindt de improvisatieoefeningen het leukste onderdeel van de repetities van ‘het gaat over’. En daarnaast ook dat ze nieuwe vriendinnen maakt en dat er veel spontaneïteit is tussen jong en oud. Maya Van Herck (7 jaar) en zit in het 2e leerjaar van De Knipoog in Rijmenam. Ze volgt tekenacademie en ballet in Mechelen, ze knutselt en zingt graag, en houdt ervan om in bomen te klimmen. Sinds het 1e leerjaar doet Maya ballet en in HETPALEIS volgde ze in 2013 de workshop ‘De wereld op zijn kop’. Het leukste aan de repetities van ‘het gaat over’ vindt ze dat ze in groep dingen mogen opschrijven. Ze zat ook een keer met haar groep en begeleider in één van de liften van HETPALEIS. Terwijl ze naar boven en beneden gingen, schreven ze vanalles op. Dat vond ze heel tof. Noya Van Overloop (7 jaar) zit in de 2e klas van Steinerschool Sterrendaalders in Lier. Haar hobby's zijn zingen, tekenen, spelen met haar broer, haar mama helpen en toneel spelen. Op school werken de kinderen elk jaar aan een toneelopvoering. Noya's klas speelde dit jaar ‘Hiëronymus en de leeuw’. Het leukste aan de repetities van ‘het gaat over’ vindt Noya het lied inoefenen en dansen. Het minst leuke vindt ze dat er niet nog meer repetities zijn. Ilyas Zaaf (9 jaar) zit in het 3e leerjaar van De Vlinderboom in Antwerpen. Zijn hobby’s zijn atletiek en zwemmen. Hij heeft reeds zangervaring. Het zingen vindt hij dan ook het leukste aan de repetities van ‘het gaat over’. En dat hij een kostuum mag aantrekken. Ivo Peeters (67 jaar) behaalde in 1968 een diploma als onderwijzer. In september 1968 begon hij als onderwijzer te werken in Basisschool De Puzzel in Hoboken. Hij werd er in februari 1976 directeur en bleef dat tot aan zijn pensioen in juli 2004. In zijn jeugd volgde Ivo notenleer en klassieke piano aan de muziekschool. Van zijn 17e tot zijn 24e speelde hij als toetsenist in een rockband. Sinds zijn pensioen heeft hij regelmatig als muzikant in het amateurtoneel gewerkt en begon hij als accordeonist bij de klezmerband Alborea te spelen. Dat doet hij nog steeds. Luk Verlackt (66 jaar) gaf in Turnhout les aan onderwijzers en in Wijnegem aan kleuterleidsters. Nadien was hij cultuurambtenaar bij het Antwerps provinciebestuur. Momenteel doet hij vooral vrijwilligerswerk. Muziek maken is daar de prettigste vorm van. Dat doet hij in vrij uiteenlopende genres en locaties (van kerken tot kroegen). Hij stond 55 jaar geleden al eens eerder op de planken. Mieke Florus (61 jaar) volgde lichamelijke opvoeding en lichamelijke expressie. Ze gaf jarenlang les en vond lesgeven tot de laatste dag een uitdaging en cadeau. Ze houdt haar hele leven al van dansen, speelde toneel als het zich aandiende, naaide en breide dat het een lieve lust was, en schildert sinds vele jaren met olieverf. Ze volgt nog steeds lessen aan de academie om zich nog meer te verdiepen in de wereld van lijnen, kleuren, vormen en borstelstreken. Mieke is ook kookdame bij de sociaal-artistieke werkplaats Tutti Fratelli. 14
Lieve Hostens (65 jaar) studeerde af als kleuterleidster en volgde later nog een extra opleiding tot maatschappelijk assistente aan de Stedelijke Hogeschool Antwerpen. Ze werkte 15 jaar lang bij vzw De Vliering in Boechout, een sociaal steunnetwerk voor mensen met psychiatrische problemen. Lieve volgde dictie, voordracht en toneel aan de academie van Mortsel en speelde toneel bij verschillende (amateur)gezelschappen: Iever en eendracht in Menen, Sansuniek in Waregem, Volkstoneel in Baaigem (o.l.v. Freek Neyrinck), Arca in Gent, Optima in Wommelgem en Kladedder in Sint Job. Ze regisseerde ook zelf enkele voorstellingen bij Optima in Wommelgem. Lieve is lid van Dochters van Eva, een dansgroep voor vrouwelijke 50+’ers. An Melis (64 jaar) studeerde in 1976 af aan het Conservatorium in Antwerpen binnen de opleiding drama van Dora van der Groen. Ze verhuist na haar studies naar NoordLimburg en wordt van 1976 tot 2011 docent Woord aan het Noord-Limburgs Instituut voor Kunstonderwijs. Ze realiseert binnen en buiten deze academie vele theater- en poëzieprojecten, vaak interdisciplinair met muzikanten en beeldend kunstenaars. Regelmatig verzorgt ze ook presentaties, en schrijft ze zelf vertellingen die ze ook uitvoert. An schreef en regisseerde verschillende musicals in samenwerking met componist/dirigent Willy Fransen, onder andere ‘Getekend Koning Tijd’, ‘De sleutelkinderen’ en ‘Hersenspinnen’. Ze was stem- en spelpedagoge bij OpenDoek, spreekt regelmatig commentaarteksten in voor documentaires en zetelt als voorzitster en verslaggeefster in de jury voor GoudenDoek Limburg. Sinds 2009 maakt ze samen met actrice Joke Emmers deel uit van het verteltheatercollectief Jejaaa (http://b12vzw.jimdo.com/jejaaa/). Daarnaast is An freelance actrice en theaterrecensente. Momenteel schrijft ze een theatertekst voor volwassenen met als werktitel ‘De twee laatste vorstinnen’. Hilde Poels (70 jaar) is regentes huishoudkunde. Ze gaf 25 jaar lang kookles in het secundair onderwijs en baatte een restaurantje uit in Lier. Eerst was dat onder de naam ‘Pico Bello’, nadien ‘De gekrulde zinnen’. Ze is gepensioneerd een heeft nog geen theaterervaring, al houdt ze wel erg van theater en film. Ze zong 30 jaar lang mee in het familiekoor van haar man. Leen Remes (58 jaar) is deeltijds secretariaatsmedewerker in Steinerschool De Es in Berchem. Ze danst reeds dertig jaar lang, zowel klassiek als modern. De voorbije tien jaar speelde ze ook in het amateurtheater. In 2011 had ze een figurantenrol in de voorstelling ‘Caligula’ van Simon De Vos in HETPALEIS. Inge Schoups (59 jaar) studeerde geschiedenis in Antwerpen en Gent. Momenteel is ze stadsarchivaris van Antwerpen en werkt ze in het Felixarchief op het Eilandje. Ze is sinds drie jaar lid van Dochters van Eva, een dansgroep voor vrouwelijke 50+’ers. Jacqueline Verlinden (63 jaar) is kleuteronderwijzeres en stond 15 jaar voor de klas (zowel gewoon als buitengewoon onderwijs). Tussendoor werkte ze in een pedagogisch centrum en werd ze gedetacheerd naar een federatie van jeugdateliers. Ze begeleidde scholen voor kinderen van de trekkende beroepsbevolking (bv binnenschippers, kermisexploitanten). Ze ondersteunde ook leden van het minderhedenforum voor begeleiding in lokale overlegplatforms. Momenteel is Jacqueline gids in de Zoo van Antwerpen. Ze zingt al sinds de middelbare school en volgde zang in de muziekacademie. Elk jaar maakten ze een productie in het EWT-theater in Deurne. Jacqueline zong ook een jaar in een meidengroep, waarmee ze singels maakte en optrad. Ze zong ook mee in de opera ‘Nabucco’ in Vorst Nationaal. 15
Lisette Willems (71 jaar) behaalde een diploma Snit en Naad. Ze was huisvrouw en daarnaast ook onthaalmoeder, zowel privé als in samenwerking met Amok. Lisette volgde één jaar dictie en voordracht. Lucas Vandervost (57 jaar) is acteur, regisseur, docent en artistiek leider van theatergezelschap DeTijd, dat hij in de jaren tachtig mee oprichtte. Hij was een van de eerste studenten van Dora van der Groen en studeerde in 1979 af aan het Herman Teirlinck Instituut. Samen met Sam Bogaerts maakte hij nog tijdens zijn opleiding het cabaretprogramma ‘Dabaret Salu of Salu’, waarmee ze het Nederlandse cabaretfestival Cameretten wonnen. Na hun afstuderen richtte hij samen met Sam Bogaerts, Luc Perceval, Warre Borgmans en Johan Van Assche Het Gezelschap Van De Witte Kraai op, dat later overging in DeTijd. Hij maakte er tal van producties waaronder ‘De ondergang van de Titanic’ (1994), ‘Risquons-tout’ (2000), ‘Peter Handke en de wolf’ (2005), ‘Elk wat wils. Iets van Shakespeare’ (2006), ‘Citytrip’ (2007), ‘Ibsen3’ (2009), ‘Of Wittgenstein’ (2009), ‘nRus’ (2011), ‘13½’ (2012), ‘Dracula’ (2014). In 2001 won Lucas de Océ Podium Prijs. In 2015 geeft hij de fakkel als artistiek leider van DeTijd door aan een nieuwe generatie. Rosa Vandervost (30 jaar) is actrice, dramaturge en docent. Sinds ze in 2005 afstudeerde aan de toneelopleiding van het Herman Teirlinck Instituut te Antwerpen maakte en speelde ze in voorstellingen van gezelschappen als DeTijd, Discordia & ’t Barre Land, MartHa!tentatief, Walpurgis, Luxemburg vzw en het Raamtheater. Ze was ook te zien in tv-reeksen als ‘Quiz me Quick’ (2012), ‘Aspe’ (2007) en ‘De Kavijaks’ (2006). Rosa hecht veel belang aan sociaal-artistieke projecten. Ze realiseerde in 2011 de voorstelling ‘Boyz in the hood’ met geïnterneerde jongeren uit de jeugdinstelling GBJ De Kempen te Mol, en maakte in 2009 de voorstelling ‘Blauwe Sterren’ met jongeren met een verstandelijke handicap van de school Krauwelenhof, Antwerpen. Sinds 2010 is ze verbonden als docent ‘podium’ aan de Artesis Hogeschool Antwerpen, opleiding drama/woordkunst. Ze vervulde tijdelijke lesopdrachten aan de Stedelijke Muziekacademie voor Muziek, Woord en Dans te Geel en aan de!Kunsthumaniora, Antwerpen. Ze was dramaturge voor de voorstelling ‘So It Goes’ van Freek Vielen (DeTijd, 2014). Benjamin Boutreur (40 jaar) is als saxofonist, klarinettist en componist hoofdzakelijk autodidact. Hij werkte de afgelopen jaren met de meest uiteenlopende muziekgroepen en theatergezelschappen. Zo was hij in het verleden muzikant, producent en schrijver/arrangeur van tekst en muziek voor onder meer Flowers for Breakfast, Zita Swoon, de Kakkewieten, Think of One, Pieter Embrechts, Koen De Graeve, Tres Tigres Tristes en El Tattoo del Tigre. Als gast-solist speelde hij onder meer met dEUS, Gorki, Bettie Serveert, Jules Deelder, Kapitein Winokio en Morphine. Hij speelde in en schreef muziek voor de theatervoorstellingen ‘Olie op Duke’ (CC De Kern, met Dimitri Leue), ‘Patatboem’ (Laika, met Peter Vermeersch), ‘Beau Geste, De snoek van Sjestov’ (MartHa!tentatief, met Johan Petit) en ‘Sportband, Afgetrainde Klanken’ (Miet Warlop). In HETPALEIS maakte Boutreur – samen met Dimitri Leue – de voorstellingen ‘Lodewijk de Koningspinguïn’, ‘De blinde koning of de Mahabharata door de ogen van een blinde’, NINANINA of de stad zonder kinderen’, ‘Wiejoow’, ‘DODO groot of land zonder ei’ en ‘DODO klein of ei zonder land’. Hij was ook muzikant/componist in de Kakkewietenproducties ‘Universal Irritant’, ‘Mixico Impossible’ en ‘Apocalyps Wauw (The history of the farre future begins now)’ – eveneens in HETPALEIS. De laatste jaren werkt Boutreur vooral voor Flat Earth Society (FES), het ensemble onder leiding van Peter Vermeersch waarmee hij 15 cd's opnam en samenwerkte met onder meer Uri Caine, Jimi Tenor, Ernst Reijsiger, Toots Thielemans, Mauro Pawlowski. Josse De Pauw en Roy Faudrée (Wooster Group). In 2009 componeerde hij muziek voor 16
de documentaire ‘Moscow/Holoceen 4’ van theatergroep Berlin. Hij schreef ook muziek voor de Eén-televisieserie ‘Oud België’ van Stany Crets en Peter Van den Begin. Samen met trombonist Stefaan Blancke leidt hij de Minister-Presidentiële HavenHarmonie en werkte hij samen met De Kift. Hij leidt een eigen semi-klassiek kamerensemble genaamd ‘Eénoogh’. Olympe Tits (22 jaar) is een jonge danseres en autodidact. Olympe volgde een tienjarige klassieke dansopleiding aan de Koninklijke Balletschool Antwerpen. In 2014 studeerde ze af aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen voor de optie hedendaagse dans waar ze samenwerkte met een tal van choreografen en dansers van Sidi Larbi Cherqaoui, Anne Teresa de Keersmaeker, Emanuel Gat, Pina Baush, Marc Vanrunxt en Wim Vandekeybus. Tijdens deze opleiding maakte ze ook eigen projecten die fotografie, muziek, film en dans combineren. Haar stuk ‘there’s more behind your eye’ ging in 2013 in productie bij Champ dAction. Ze won er de prijs voor beste interdisciplinair project op het zesdaags intensief parcours voor hogeschoolstudenten muziek, dans en beeldende kunst, LAbO#4 genaamd. Nadien speelde ze de voorstelling nog op het festival Storm op Komst. Dit jaar studeert Olympe af aan haar lerarenopleiding dans. In 2011 begon Olympe met fotografie. De esthetische aspecten van dans helpen haar om fotografie via een andere visie te benaderen. In november 2013 stond haar werk op de cover van Gonzo magazine en datzelfde jaar verscheen een interview in het online magazine Kaltblut in Berljin. Ze maakte wee jaar na elkaar het campagnebeeld voor het Bouge B dansfestival van deSingel. Ze werd ook genomineerd voor Dansfoto van het Jaar door Cultuurpers Nederland. Haar werk werd tentoongesteld tijdens de rondreizende fototentoonstelling 'Groengrijs' van het Centrum voor Beeldexpressie. Olivia Van de Peer (22 jaar) studeerde in 2010 af aan de!Kunsthumaniora Hedendaagse Dans en ze volgde in 2011 een extra dansopleiding van 1 jaar in Rotterdam. In 2014 studeerde ze af aan de opleiding dans van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Op het conservatorium kwam ze in contact met choreografen en gastdocenten zoals Sidi Larbi Cherkaoui, Anne Teresa de Keersmaeker, Wim Vandekeybus, Emanuel Gat, Julyen Hamilton (onder leiding van Agostina D’Alessandro ) … Momenteel legt ze zich vooral toe op lesgeven en choreograferen. Ze begon in 2015 aan haar specifieke opleiding dans. Tijmen Govaerts (20 jaar) studeert woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Corinne Heyrman (20 jaar) studeert woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Ze volgde eerder ook Welsprekendheid en Toneel aan de Academie. Sinds 2013 is ze leerkracht kunstinitiatie XL aan de Academie van Ekeren. Sinds 2014 is ze woordkunstenaar in het interdisciplinair improvisatieproject Hélène Elst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en ze speelde ook mee in ‘Antigone’ van ElektraTG. In HETPALEIS deed ze eerder al vrijwilligerswerk. Maud Mulier (20 jaar) studeert woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Sabina Kumeling (51 jaar) studeerde af aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda. Ze specialiseerde zich in scenografie aan The Theatre Faculty of the Academy of Performing Arts in Praag. Sabina werkt als freelance kostuumontwerpster voor theater, opera en film. Doorheen de jaren werkte ze vaak samen met regisseur Niek Kortekaas in producties als ‘Ship of Troy’, ‘De Storm’, ‘Trojaanse Vrouwen’ (allen Zeeland Nazomerfestival), ‘A Clockwork Orange’ en ‘Midzomernachtsdroom’ (NTGent). 17
Ook met Koen De Sutter legde ze reeds een parcours af met voorstellingen als ‘De Drumleraar’ en ‘Brittanicus’ (allebei Theater Zuidpool), ‘Leonce en Lena’ (Ensemble Leporello) en ‘Freule Julie’ (Theater Artemis). Ook werkte ze met Joke en Marieke van Leeuwen aan de voorstellingen ‘Iep!’ (Ro Theater) en ‘DAGDAG’ (HETPALEIS). Sabina ontwerpt al vele jaren de kostuums voor producties van Lucas Vandervost (DeTijd): onder meer voor ‘Zomergasten’, ‘Trilogie van het Weerzien’, ‘Elk wat wils. Iets van Shakespeare’, ‘De fantasten’, ‘nRus’, ‘13 ½’ en ‘Dracula’. Willy Wtterwulghe (63 jaar) volgde een opleiding fotografie en werkte in de jaren 70 enkele jaren als belichter bij het Ballet Van Vlaanderen. Daarna deed hij het lichtontwerp voor I Colombaioni, Italiaanse commedia dell’arte clowns en was hij vier jaar lang lichtontwerper in het Grips Theater in Berlijn. Hij deed een tournee in Australië met Magpie company Adelaide en landde in 1988 uiteindelijk bij DeTijd, na enkele omzwervingen via Raamtheater, Bent, Malpertuis en Stekelbees. Filip Peeters (50 jaar) studeerde af aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen (1987), waar hij de richting Beeldende Kunst volgde. Hij werkt ondertussen meer dan 20 jaar als freelance scenograaf-poppenmaker en acteur-poppenspeler. Zijn naam is in de eerste plaats verbonden aan het figurentheater Ultima Thule, waarvan hij reeds van bij het prille begin mee de stijl, de vorm en de uitstraling heeft bepaald. De meest opmerkzame producties zijn ‘Het Paard van Troje’, ‘Tortue’, ‘Negentienhonderd’ (in 2004 genomineerd voor de 1000Watt-prijs), ‘Rostekop’ en ‘de Gomaartrilogie’. In 2010 maakte hij samen met Hans Van Cauwenberghe en Wim De Wulf een bewerking van de roman ‘Zijde’ van Alessandro Baricco voor Ultima Thule. Hij werkte mee als ontwerper/poppenspeler bij de coproducties van Ultima Thule en HETPALEIS: ‘Door de bomen het bos’ en ‘LOOP!’, en hij maakte en manipuleerde het popje Ming Ming in de HETPALEISproductie ‘Wulong of de dansende draak’. Sinds 1997 werkt Filip Peeters op zeer regelmatige basis bij FroeFroe, voornamelijk als acteur-poppenspeler in onder andere de voorstellingen ‘Zippo’, ‘Freaks’, ‘Tchiek’, ‘Servas’, ‘ROM’, ‘Oskar’, ‘Puck’, ‘Kleine Sofie’ (in coproductie met Laika en HETPALEIS), ‘Tropoi’ (verkozen door de kinderjury van het Theaterfestival 2014 als beste kindervoorstelling), ‘Labyrinth’ en ‘Fausto’. Zijn poppen reizen de wereld rond in de dansproducties van Sidi Larbi Cherkaoui zoals onder andere ‘Apocrifu’ (De Munt 2007), ‘Origine’ (Toneelhuis 2008), ‘Southern Bound Comfort’ (Sadler's Wells Londen 2010). Meer recentelijk nam hij naast de poppen en de maskers ook de scenografie van de danscreatie ‘Play’ (deSingel 2010) voor zijn rekening en verzorgde hij de scenografie voor PuZ/Zle (festival van Avignon 2012) waarvoor Sidi Larbi Cherkaoui vorig jaar nog de prestigieuze Oliver Award in ontvangst mocht nemen in Londen. Peeters werkt ook regelmatig als poppenspeler voor film en televisie, onder andere in ‘Bumba’ en ‘de Grote Boze Wolf show’. Hij is ook te zien als het stokstaartje Frits van het duo Frits en Frats in ‘Kaatjes tralalaatjes’ op Ketnet.
18
PRAKTISCH Meer informatie vind je op www.hetpaleis.be of www.detijd.be. TICKETS zijn te koop aan €5 (-18) /€12 (+18). Reserveren aan het onthaal van HETPALEIS via 03 202 83 60 of
[email protected], of via www.hetpaleis.be. NAAMACTIE Iedereen die Willy heet (naar lichtontwerper Willy Wtterwulghe) mag gratis naar ‘het gaat over’ in HETPALEIS. INLEIDING Op donderdag 7.05.15 om 19u geeft dramaturge Kerensa Verhoosel een inleiding bij de voorstelling, gericht op de doelgroep. VZW DE VRIENDEN VAN HETPALEIS Iedereen heeft recht op cultuur, ook kinderen en jongeren die tegen een financiële drempel aankijken. Iedereen die door omstandigheden nog nooit van de bijzondere wereld van het theater heeft geproefd, kan dankzij de Vrienden gratis naar HETPALEIS. Er zijn immers geen excuses om iemand het recht op cultuur te ontzeggen. Jij kan dit recht op theater voor iedereen mee helpen realiseren door lid te worden van de Vrienden van HETPALEIS. Iedereen t/m 18 jaar kan voor €10 een maat worden. Ben je ouder? Dan word je vriend voor €30. Als je voor een duolidmaatschap (twee vrienden) wil gaan, betaal je €50. Maten, vrienden en twee vrienden worden uitgenodigd op alle avant-premières van de Grote zaalvoorstellingen. Met je familie of je bedrijf kan je goede vriend worden voor €150 (4 gratis tickets + uitnodiging voor twee personen op alle avant-premières in de Grote zaal). Voor €300 word je boezemvriend (10 gratis tickets + uitnodiging voor twee personen op alle avant-premières in de Grote zaal). Maar waarom niet kiezen om hartsvriend te worden van De vrienden van HETPALEIS? Voor €1000 krijg je 15 gratis tickets en word je met twee personen uitgenodigd voor alle avant-premières in de Grote zaal. Niet twijfelen, gewoon doen. Als kers op de taart kan je ook nog zielsverwant worden. Voor €2000 krijg je 20 gratis tickets, uitnodigingen voor alle avant-premières en een ereplaats in de foyer van HETPALEIS. Meer informatie via www.devriendenvanhetpaleis.be of
[email protected]
HETPALEIS Meistraat 2 2000 Antwerpen T: 03 202 83 00 F: 03 202 83 53
[email protected] DeTijd vzw Sint-Paulusstraat 23 2000 Antwerpen T: 03 231 62 86 F: 03 226 35 28
[email protected] 19