NACHTSPRAAK Heidegger orer de srhrijfvijze tan Der Arbeiter Peter Vijgeboom Ite serieuze bezinning op heL werk vm eEn auteur moet zich laren leiden door een yermoeden datdcJrin rets aanspÍeekt. Dar brengLdan
auteur
de taal in het gedrng Cerraagd kan qorilen narr haar vermogen een wBrkelijkieid zichLbear re ma-
wordl opgeroepen "Zu venneiden ist dje Umser_
ten. Zo kan heÍ qerk van een srhJr ver aanleidrns ziJn tol een beTrnning op de !lru ijzmde fracnrrrn de taÀlah zodànig.
De amscherying heefl ke0netrjt de bedoetine de belÍokkenierd op het werl,elijle le vcÍandeÍen. De
wil vennijden dàt meÍ het noemen van de appel slechts €en gedachre, een geesLetjjke inhoud, zungdes cegeníandes in
Gekt,
2
Zo neemtde auteurkoíen bondig afslÀnd van een dhcussie over ficlie en werkÈlijkheid in de liL€ra-
tuuÍ De lkÍÀrre trrl drutr zich un in de sctrrtiwrtze. Emst Junger
5
over zijn eigen trrjze
\rn
beschril
De bescluijving drent geen gedachknbeelden uit le druklen. mrar:een weÍtetrikheid zichrh Í re
Íraken
ven duidel.lk genoeg, brjvoorbeeld in her looF Naatdv tn
t:
R L0uet und Stei ne Die SpÍacheisrein Handwerkszeug, dessen CebrÀuch man durch die
Besclreibung des Gegeníardes erlernr,, Als gereedschap rvordr de rral toegepasr om voorwepen te beschrijven JijngeÍ geefr daarbiJ ook een gebtulksaanwijzirgr "Zu erstreben jsr, ddn deÍ Gegensland durch die Feder rvi€ duÍch €inen Rnsel
getrolfen
wiÍd"
Hel voord feffen rs een versteF Ung !Jn aanraken; hcr weÍkelijl,e iling dienl àts
ri!hlpunt van de pen. WJnneeÍ hrt germlÍrn uordl heel hetnchren{..N Jiinger beklemtoonr de noodzaak van rretzekerheid
inhetschrijven,zoals mandieSchÍrzenlunsrsich Scheibe eÍwirbr" De besclnjl'ving dienr
voÍ der zich
terichterop
een zaketijkesch
lde
ng vÀnher
v00r$ery, bijvoorbeeld de cppd, ,,und zwal ites Apfels. der walrrend des Schreibens rufLlemTische
liegt". De brjzin is een merkvaaÍdige loespihing Her suÍplus aan nirdruk kumr na& !oren in de L,tilsain
Jiingers zijdelingse opmerklngen over her ambacht
\àn hel schrU\eo
n
Btluu uht Steine loftn \ooru t op zijn boel, Del,1rópirer Ll9l2l, qdann!e de schrijver her vaste plan heeft om een nieurye werkelijkheid te beschnjven.r Wanneer her voord van een pland€ suggEsrie wekl dÀLde
toch op her renern van hrl denken
!dn Der 4rreícr n er kunne0 vcrhinLleren: rlrr'vrn
MarthHeidegger Heidegger drukr zich
omftor
de pÍesralre van lUn
geÍs Arbeikr op volsrekr eenduidige \\iJze uil, wanneerhrJ sctuijtr: "lht lyed Dpt A,beitet'hat die Bpkhtpibunp d,.s ewnpltst:hpn Nthititnus in letnu ptuse naLi den
noth . dlrin,
134
dan
Jiingers wEerstand tegenoveÍ het acàdemische am bachr vdn hel denten heeft edn htosoÍrsche recenre
hestlnd nd besteht in
vanplaarsentoesrand:deappetdieopdetÀfe igt
bcs;dr
slerhrs vooÍlopiB. weitdeÍ CegmeÍ autàem Fetile seineÍS6rke aulzusuchen isl,,. a
etsto Weltkrie| geteis@
duidrng: lijdens hersLhnjvÈn En door hernoemen
sclujiverzich
dlll
Die Aktian des tqerles ge,.,lfu1etler Funklíon
es den "tatlLen
Arb?itschltak_
1ef' alleslviklichen dus det Certal
des Artgitett
F rci he it bed
inl u n E l
os
gel ó s e t werden,. 1
HeÍdeÍ
toldie de fi Iosoof Dsr,{rreil?r hier toezwÀàiL is in zeker opzicht een unicum Het ts het enig beDe
kende gevaldaL Heidegger in een literar weÍk van deze eeuw een dlrecr belanS vooÍ hEt denken ondeÍken t, en met dàt weÍk ook een ujÍgeveÍkrecon-
frontatie aangaat. JiirgeÍs bldÍage aan de filosofie is votgens HeideggeÍ dat hrj een totatiteii aan werkelrjkheid mer succes heefL blootgelegd Her merkvaaJdlge is echter dat hrj hiermee een ogenschijÍ ijk glasharde tegensprààk verbindt: "lndessen grbt es kerne Beschreibung an sich, die es vermöchre, das Wirkliche rn sich zu zeigen "ó Hoe js her mogelijk een roraliteit Àan werkelijkleid zjchrbaar re maten zonder
her weÍlelijl'e te laren zien ? WdffeeÍ Jdnaers
vreest daL de gesproken wooÍden, in de slÀgschaduw van (ants caregorieënlafel, de bn-
ding met de drnSen zullen veÍtiezen. HieÍbrj \aijsr lujop het gevaar dal Kins afleidrng \an de rbsoluteplichl uit de absolure vdjheid her onderscheid Lussen vrijheid en plicht taar veÍdwijnen Waar dÍ onderscheid verdwijnt kan tueÍ meer geweren worden hoe nu vohtrekt absÍract geworden woorden no8 naar de dingenkunnen verwijzen De dreigende onrbinding van raal en
blijftin
de negentiende en
verkeljkheid
rwrntigsteeeuw de vraag
!erwiizing a1s een schaduw achrervotgen ontlerhing van her bindende wooÍd is inxners
naar de De
ook een onLwaaÍding, herverdwtjnen van
nchte
e
kactu. Ditduisterelenomeenrs
i
niddelsinvelevariaties
nchtcn opde dppel !olgens Herdegger mer de;o gelijkheid heeit deze ook re raken, dan lrcdeo de aanwijzingen yan de auleur en de denler in een
gelh€malrseÈrd.
scherp€ ondeÍlinge tegensrelling
de rede. Dat bracht ook een oud Latijns woord lerug: hel ruhil. Her meesr indnngend rer spÍa_ke gebrachl dooÍ Nretzsche, die zag dÀI. qaarde lede zowelde gaÍintre voor de bindingak de onrbindrng
Een aanwrjzing voor Heideggers legenspraak aàngallnde de Ínogelijkleid vanverwijzing door de raal
kan worden Leruggevonden in de geschiedenis van het denken oler de taal. De tÀal rls lerschiinset krvarn in Kdnts bevrijdende rnrlyse vande m;nselijle rede nog nieÍ in b€eld Zijn beÍoemdsle leer,
ling, J G HeÍder, onrdekle echrer reedj in 1800 de kloof dre Kanr tussen de woorden en het weÍkelijke dinghad geslagen. Ak dÍoom der dromen, ontÍafelt hrj Kants v€rplichLing rot de vÍijheid Kants cate gorieèn zijnheml "'SchottenLdfeln'
selhst bekennen
jeolare Schemen Abie,:tpn uh\ernrne Wotte ouJ
rt'n
i
|i, twn t
seh temehnliLh Worle 'La! w&tler ) denr wat àrch iiber sinnlih.dbsot te pÍicht bedin Eungslos Bebundenytonl, lnnn
met het werlelijle veÍstrell, ir deze wrsselslagde ontwaardirg van alle waarden het laÀLste feir h
vaarÀan de rnens nog Íaken kan Dan komt een nihil aan de macht. Nietzsche noemr dir nihilisme Heidegger gaai aÀn de hand yan liingers wrjze van beschÍijyen op drr dhil in. In een aan Heidegger opgedrÀgen rrkíondeÍ de tirelitu die tinie ptaL
óeirg
ie-Soll'sonmenÍtu
d,rt Etho tönt dds ub\,|ut|
de negenriende eeuw werd een alname van het verwilzend veÍmogen van de Laal in verband gebrachr mer de heerschapplj yan
Junger lwrntrgjcxÍ na her veÍschijoen van Dzi,4r een aantal mogelijkheden na voor een gene,
(loÍ sie ab sind und nicht wissen. vjp tah
die
Al lroeg in
d rch hetsinn tich.\bsaLule
135
zing van heL nihilisme HeideggeÍ spreekl echhr elke mogelijtheid van een rheÍapie iegen In een bnef, die hil bij wrjze van antwoord op Jiingers
leklt heefl opgesteld €n onder de trrel "U&Í ,Die Linie " in 1955 gepubliceerd (tarer Àls ,Zur Seimfrage'), zoekl hij een to€nadering rot JiingeÍs
schri.jfwijze. Daarbij woÍdl, alle tegenspraak ten spijt, ie§ hoorban yan een wededj op elkaar aangewezen deze
zijn vm denker en aureur
IeL§ yan
in de nood van de yerwrjzing geboren nàblj
lreid kan worden afgeluisterd aan het woordje "ge
gen". Jiing€rs houding
wo
L aangeduld Àls een
weerstand, "gegnerisch", HeideggeÍ echler gÀat heL
om de wijze vaÀrop hij de schnilwijze van
,dr
,4ródiler moet benaderen, in het Duils, "begegnen"
zaakis om h€l ubeidskaJakter yan alhetwerkehjke
bloot te leggen Zowel door HeideggeÍ Àls door Jijnger wordr het dentren als een yennogen aangesFoken. Door de schrilver als een krachLveld dar hem uuchtbareweeÍstcnd opteveÍ, doorde denker als een veÍmogen dat zwakter woÍdr, naarmÀle de
oprukkend€ beschfljving succes heeft Door beiden woÍdt het Leruglreden vÀn hel denken ak verÍnogen
aan de orde gesteld. door Jringer beoogd, door Heidegger betoogd.
Heidegger en Jringer rich(en berden de aandacht op
hetzelfd€rdeappslzoahhilwerkelijk"is"
Maarde benaderingswijze van het werkelijke verschilr Waar de schrijver zich gebannen w€etin de wiltot lretfen,laat de denlerzich leiden door dargene wat uiLdeonveÍhulde wil tot tÍefÍen hoorbaarwordi De onLÍoetlngsruimie h de bezinning op het wezen
De schdjfwijze vl]n D€rÀrbeiler test de weersknd yan gedachten d0or ze op hun 1lerkelijkheidskarak
teruit
Le
dagen. De benadenngswijze is ftonLaalen
kan op die maflier de rnetafysisch-werenschappelij
ke naam voor het le eÍvÀÍ€n ding, in een laalsre slag, ten gehore brengen. Het werketrjke ding is
van h€t
nlhlisme Hoe de onlmoeting plaarsvindl, velke rol het nihilisme hrerbij speelt, blillt voorlopig nog open. Dr{rvoor is nu weleen aanwijzing gegeven De onmoeting h: das Gegnerische be-
''Gegensland".
en
Duidelijker rvordt nu waaÍ Jiinger de veersland ]n de besclrrjvrng vindtr het denten wordt door de
segnend".
daagd. De beschrijving wordL aanFjjpend, vcn neer zi.i al]nvalt, Du ils i " angreitr". In JiingeÍs besckilvingen heerst een q,il toÍ het
HeideggeÍ moer in JiingeÍs besckijvingen een li, losoÍisch€ portée gevond€n hebben. We houden de aandachl gerichtop het strijdige in de onhoetlng van denkenen beschri.jven, sprckend rn de formu le
"das Gegnerische begegnend",
b!
schrijver 1n
zijn verkelijkieidskarrkLer
uitge
wil oyeíretlen De beschrrjving heefl aan de voofftelling van de ap pel niet genoeg, het wil aan de appel kunnen raconcrete, die het denken
de bezinningop
hernihilisme liingers vijze van beschrijv€n woÍdt door Heidegger van rneel Àf aan in hel licht ydr het nihilsme geplaatsr. Bij hel opd ngen van het nihitisme,
Dit zou lukken wmneer de rctie van her trclien volledrg sàmenvalt met de wijre waarop de Àppel lerschijnt H€l richten
vlaraan de beschrijvingen van Der Arbeitetmeewerken, neemt volgens Heidegger het veÍmogen van heL denken als heilmiddelvoor de cnltunr at
op de appelwordr succesvot wanneer dit doel tseft Dan is de beschnjying doel
Íeftend De synrhese van heid
klgÍ
gedachle en
WÀnneer het denken heL dourein van het wezen van
verschijnen volledig
het nihilisrÍe rvil benaderen, "dann viÍd es nor wendig vorliiutiger und dadurch anderj' 8
zeggen vanneeÍ elk sponkan
voÍdt
v€rkelijk-
desclrijver zelfin dehand wameeÍdir
als een doen
vàÍ hemzell Àftràngt. Dar wjl r,?rrcrrre, begrepen
yerrclilne,r Jiinger ziet, in
de
schÀduw van NieLzsches onrwerp vÀn de wil rot macht, dut dit reeds sinds Descarres gebeu in de
De auteur daarenlegen treedt her domein van her denten binnen als een kachLveld vanrbin.en her
actvanhel voorstellende denken ln etke afzonder
t36
lilke dentacl wordt een roraat aan l{erketijtóeid vooÍgesLeld waarin een
wezedijk onderscheid tus,
sen vo0rstellen en ver§chijnen niet zonder meer b€-
staal, maarsteeds door een acr vandeonderschei dendeÍede moel worden ingezet, zoah neergelegd in he(credo'togiro sum". De act van deze incisre stelt zich voor maaÍ sluí regelijk een ruimLe afdie volgens Nieosche en Jiingfl de oemotieyen vatr de mekfysica, de onlosmalelijke verbondenheid
vm vrijheid en plrchr, dLristemis
Ieyen en dood, licht en
herhrgr
vooÍ zijn beschrijvingen fenomenaat vÍnchtbaar kunnen malen door de beschrijvinSen lanuit één
enlelpunt0p
re
ving h dan aclie, zoÀls her woordook reken vanen magisch leven is, bevnjd yan altedogrnaLischeb€_
krunenngen. Ddll v oeien wooÍd en dmg, aJàeel, ding en weÍkelijkheid, weLenschap en myrhe, op ster€o-scopische wijze samen In "Sizihscher an den Mann
im Mond'zieL IÍnger deze
Brief
Legenge
stelde afgronden van het leven samenvallen: als een
oeÍgestalle die zich voor zrjn blik mel een ruk opdchl.e
JiingeÍ heeft deze metafysische uiigangssjruatie
sLetlen.
Dafl woÍdther ook oveÍbodig l,e !Íagen waarop de actie vínde beschrilvingen zich ncht. De besctuii-
nemen,nameljk datvanhet voor-
Maar dan zonder Nietzsches kritische
invalshoek op de geschiedenis van de metalysica. Jiinger ÍadicalrseeÍt Nietzsches gedÀchre lan de "Ub€mensch" dooÍ een posiLie Íe tÉzeí€n dre niet hoelt te ,.vorden ingenom€n, mÀar die elte sterveling als onderpand is meegegeven H€trsdepositie van deÈene die rnziet drr hrj \anaf zijn vroegsre
jeugd oogcontacr heeit mer een duirter wezen dfl hem onophoudelijkbetoed en wiens aanqeàgherd
rn nalhrelijke landschappen meÍtbaar woÍdl. Bii op het poilium van het leven. acterenri
Hel
werkehjke" heeft in deze weÍkelijkheld maar
éér enkele verschlningsw{ze:de act van hel srellen.
vo{r-
Jiin$Ís begrip vrn her weÍketijke rs zodínlg dat her de we*elrjkheid yan her voorwerp, samen meÍ de vo oÍs tellende mens diehierÀankanraken, volledig omsluit De wijze waarop her voorweÍp de me raakl is aan re duiden als "een ge§teld-zijn dal tÍefr" 0phet Íietle oveír€fien stellende srurt Iiinger in de voontelling vaí de lorate mobrtrrÍing, zoils hij dre vooÍ heteeÍsrervaaÍrrn de lechnische ruimte van de stellingenoorlog. Het b€gÍip dat aan àiIe eisen voldoel vindr hij in een menstlpe v0oÍ
\yie elk spontian \erschrjnen rÈgelijk efn doen veBchijnen is: "deÍ AÍbeiteÍ". De hoogsle zrjnswijze van de ÍbeideÍ *oÍdt zrchrbaar rn een oog-
heL spelen
opslagl
voor d€ze ene eneenzame Íoeschol]weÍ.is reeds het
"Von de AuBenblick, in nan in Cestoben erlebt, witl dlles Cestatt Die cestott ist . këi. ne neue Gröle, die zu den bereit[ bekonnten hinzu zu efildtcken \|dre, $ndern wn einen netun
ademen een oveÍwinning op her absolute WÀnneer de eigen àdem de ademtocht van
h dat
dit wezen beroen,
teken van hethoogste leven Tegelijk is elke
de
b€weginS voor het oog van deze verstaJde figuur, elke aclie, een overwinning op het ultieme einde Het acleren op dil roneel is Levens de meest con-
Aukchlag der Auger on erscheint die Welt ak
Tussen leyen en be leven bestaat geenonderscheid
IÍnger kan aan de geíalle een werkelilkleid roeschrijven. De presentie van de gesmlle mÀah
meeÍ Inde kleviflgllinkl bij IijngeÍ
ein Scha pLotz der Cest\lzn und ihrer Beziehun-
!en"
steeds de act
ta
zichrbaaÍ, wdnneeÍ gezien is dal een beschnjving
"Augen voÍauselzt, denen die votte
t37
und
ntf,tan-
gene Seh.krafl gegeben
ist".ll Als "vorausgesetzte",
letterlijk: yooruitgeplaalsle ogen, zijn de woorden d€ functionele voorwaaÍde voor het veÍschrjnen
elementarre sluit dÀarcntegen het gevaar nleL uit HetbersLelk mogelijk gevaarjuist in zich. Derede is aÀn dezedmensie ondeÍgeschikr omdal zij de
in'
bÍeuk van het elementare nooiL kan verhinderen.
van de ge$alte
Gelijklijdig leplesentelen zii de
presenLi€ van de
geÍalte: deze is oleral en stetds voolhanden Àls vooÍuÍgeschoven post van de gestalle onLvangthet yoorhànden-zijn van het beschrijvende woord een meeí*aude wordt hel meer NaaÍ. Hetvooruilge_ plaaLst-zijn in de opliek vàn hel woord is vool Jiinger een nooit achlerhaalde en
oot
nieL àchteÍ_
Zijkanzlchzellslechbtotdemaatstaf vanhetw
e
opverpen, door hEt elemenhire gevaar "pseudo" voor te stellen en zo een stempel te geven. ln de vorm van dit Íempel vhdt de Íede een geruslÍel-
lhg
wil zeggen: zijduitdeogenvooÍdatgene in het nihil v|rn het ondeÍscheidverbergl, maar dat àls het gevaarlijke steeds voorhanden Dar
rvar zich
haalbale tijdspÍong van het oÍienomeen vÀn de
blijft
gestalle.
De mode, de yeÍtrouwde
logo\
en elrketten, de
rnedia, ze suggereren allemaal een ondersch€id dat
Hoe bepaalt Jiinger nu veldel de lral
vramee
de
gestalte zichtbaÀr maakt? Wanneer de SesLÀlte Àrnspraak maakt op een iotalileit van zijn, dat alle concrele volhEid vanhetleven in richbeÍgl, dan is
oot
de voorhandeiheid van een dimensle voolon
dersteld w|]àraan een ieder, zij
hij denler,
dichLer,
of inbreker, op gelijke wijze deelneemt Hier schÀmieí JÍngeN besctrijving met hel ont gÍenzende elemenL vÀn de rede, haaÍ nihil. JiingeÍ
be!rijdtvanhelelementalÍeen geven zodewelke ltkheid van hergevÀÀrvolop de kans ]n te breken: "dàs wirklich Neu€ bedarfnichtder BetonunS, dal es sich imAufÍuhrbefindel. und seine höcllste Ge
ldhrlict*eit begrijndet sich ]n deÍTatsache, dal] !orhalrden
ist"
es
ru
soldaat
2iel het domeinvan hel elementaie als een dimen sie waarop de bevrijde rede geen vaLheeit. De rede
h
voor de onond€rscheidbaàrheid van binding en ontbinding blhd, doordatzil dil ondeff cheid steeds quÀsi als loorhanden rooÍslelt. 0p de werkeliike
De orde van de rede, die et op uit
eken coÍnnercie tevertalen. sustde Íoesvrnhd in onderhandelingen DE schnjveÍ moet zich van deze complomissen drst liëren, juist om met de vertingssieer van het elementÀire een
deze elernentaire afschei dingsbe§'eging Àls de bron voor alle zingeving geldl, moel ]n dit domein ook de tààl onlspringen. WaaÍ de rede het elemenLÀile trÀcht uil te sluiten zegt zijn gevoel dat heL zich op zoek nààr het gevaaÍ, zeeí ver "nrch Amcrika, zuÍ FÍemdenlegion, entfemen muB. So $erden EÍscheinungen möslich
de mylhe, dÈ broedel
schap, konom alles dàt door de cultus van de rede melhet etiket van hel iÍralionele wordlalgedaan HeL elementaire kan aanspraal maken op ern
binding le houden
In zovene voor hen
Het elemenlàire benoemt Jiinger ah de werkings
der€ligie demàgie,
de voorhanden
elemenlàiÍe
verschijningswijze verkijkL zij zich
sfeeÍ van
h
hejd vanhet gevaaÍin termen van naatschappijki-
totali-
il
eigene,lberlegene Sprache kaum zu spre
teit dooÍ hetjanuskop achtige beginselvàn zeker_
die
slellen en atgrenzen, binden en ontbinden, kortom de primaire actilileit van de rede, Àls aan hd ele
chen wagen, seies die dcs DichleÍs, der sich selbst
mentaire ondergeschikl le beschouw€n WÀar de
demAlhatÍos vergleichl, dessen màchtige, fÍÍ den Sturm geschÀllene Schwingen in eireÍ fr€md€n und vindstillen Umgebung nur ein Ziel der lasd gen
re'
ontleenl isjuisLdatzellde gevaar dd hel lracht buiten te sluiren De dimensie van het de
haarmotief
e
Àan
NeugieÍ
138
sind 'lll
In Bàudelaires "Alhatros"duiden de machtige vler de magie van de qoorden, de vindíille
ten op
omgevlng op de ruimle vÀn de nieuwsgierige cultuur, vaar woorden nielmeeÍ dÍagen. De sctuijver veÍwijdert zrch van deze nietsachrigheid, heL mhil vÀn het mers dan nieurvsgie ge en
keeí zich in een onbestemde verte
al
De beschÍiJling le8t met deze afvending een g€ íalre bloot. Het momentane gezien,zijn toonteen slempel De atwending laat een negarieldÍuk ach ter, een verled€n dat iegelljkertijd in een onbekende toekomst wijsl. In het moment vitn de oogop§ag, de adempruze van het ogenblik, sternpelt de raal yan de aÍbeider typen Daarbij blijfr de vruag:
daL onze
hlik op de toekomst €€n lege plek s, die
"durch die Sprachenur umrahnt lverden kam und ) vorn Leserdurch eine andeÍeTàti8keir Àls die
(
des
ksens ausgefiillL werden mu0 ls
De taal van de mbeider gebÍulkt de woorden ah noemers, de mbeid is de "noemer" ,,vÀaronder zrj dienst doeÍ. De kal h taal vdn de ÀÍbeid, "eine eberso primitive wie umlassende SFÀche, die be stebr ht, sich in alles zu iiberserzen, was gedachr, gefilhlt, gewollt, §erden kann" l6 De LaÀl heeit de opdÍachLte veÍalen, dat wil zeggenr uitIe wisseleí, tecommuniceren. De verLàlingis nietmeer"!an de uniele gsdachie in de andere",maarde laalvan
ene
de Àrbeid kan zich op evenzovele wijzen zlchrbaar en onzichtbaar nakeí als de wereld van de ver De arbelder schuifi loortdurend een nihitnaur vo, ren, name|jk een "noch mcht als Sub.lekt einer historischen Auf gabe auf gelrcren u0d drheÍ ft ei f iir
Her nihil van Jiinger houdt iers mens kanniet zien
vrij
De huidige
lvatkomt Dere handicap brengt
volgens de schrijver echrer geen reden lol wan hoop, iuist omdar deze duisrere siluÀtie. vaarin de Iezcr dechh splinters yan het werkelijke ziel, dich leÍbrj eenwerkelijkheid brengr: UnserBlick liegr diess€its des hisnlls ) vir schen die Feilspine, aber wir sehen nicht das rnagnetische Feld, dessen Wirklichkeit ihre Ordnung bestimnL" ra
(
schrjnselen
zelf Haàr beweging is tolaal en alle in veÍbinding Het
bewegingen staan rner elkaar
rvoord is noemeÍ, bijvoorb€eld als rvaarnemeÍ vàn "den Felder autdenen gesàLund geernret wird... in
den LaboratoÍien der Wissenschalt _ . im necht, lichen ozean veÍsinkenden Schiife wo man
..
kàrnptt sch jver
Íun
sich vergn0gt" Hiermee wil de met zeggen dal de w0orden prachlige wo
hulpmiddelen zijn, warrmee de bonre veethejd van moderne verschijnselen passend kan woÍden be,
schreven. InlÈg€ndeel, het "passende" vÀn de
woordenalsnoemers,ligthemdaarindatzij,zoals de chip in d€ conpurer en her koren op de velden, aan dezelfde beweging deelnemen Niet dat hun
Her woord van
lunctie t yiaal is, hil is neL zo bijzonder ak "den Rhyllr.nus der kalten und glÍhenden kiinstlichen Gehime, .. der VeÍkelr , die mechanische iiberwindung der Emfemung", korlom'lede Tirigkeir
magnerische \eld tn Der Arbei/3r1aal een uiterst modeme en concrele werkelijkheL
heid zien Bijvoorbeeld die van de moderne scl ijv€r, viens blik door de opflikkerende woordenop
eenbeeldscheÍmwordLbepaald Isherwerkelijkzo dal de veftorgen chips alleen mrur schakelen, ol
schlechthin"
schakelen
re ook in, namelijk de mens die zelfde negutiefdruk van deze geíalte rvordr? ls hetpapier
liingels "tubeirel' h daarin "modem", dat hij de funclie vÀn de laalzonder meer op hetzelfde ptrn
waarop de ÀÍbeidersch jftdemens zeltT Enis hel
brengtmeL alles wÀt LoLde menselijkeeruanngswe
niet" de roekomsr vao de taal ah conmunicaliemiddel? h niet al laÍg aangenomen
reldbehoorr De tÀÀlvan de arbeld heefL hmiddets overal gezicht gekegen, blvoorbeeld. ats compu-
eeurvige "nog
139
tertaal, ak
r'body
languÀge", ah de alhsbe invloe,
dende beeldentÀal van de medla.
Inniddels zjjnde mogelijl,ledÉn en eis(n die aan de u[wisseJing van leken\ verbonden
iijn
wijze waaÍop hel denlen zich aan de macht van hel HeLh de vertingssfeer De metÀfysica
dusdanig gemobitiseeÍd
dar de $ooÍden in deze beuegjng als onopvat ende
hout5plinreÍs rn de ogensch
ririer
meestroÍÍen.
ln
deTe
jnlilke hJndicip vooÍ her aureursberoep
ziel JiingeÍgeen irnlHd ng lor m i arschappijtrirrek nieuve moget jjkheid. In de modeme lrjd komr een oude machtssfeer drchrerbjj, heL d0mein rxaarin het zichlbÀamakeíde wooÍd ooÍrnàar jurst een
spronkelijl moet zijn verschenen: de droom, de nachL van magle en
raakveld tussennatuurentechniek.deinsektenwe, reld. Het woord rcpresen reeí de eNaring MaaÍ het h tegelijk reprcsenrant van iers wat sinds mensenheugenis heeft aangesprcken.
'tordon sanilaire algescheiden vun
waarop herzich "opdsch" op geen andere
wlze
richt
hal bil
h€L
overalen
sreeds vasrstelbarel?
In her domein van de yoor stelling ligt voor de modeme mens al her voor_ algrànde !ast. Descartes'a Dnoo Dut uit een heÈ innering die nog attijd en ;Eeds aan etk besnp voordf gaar. Herdepsers vrasen rs niet voomf. gaand in de zin dal
hij een
a
priori vooruir schuitt.
van meet al aan comnitteeí aan dàtgene waÀÍ naar het yraagt. Een siruatie rs innners een ge, gevenhsid, lerwijl her vragen nu juist weet
dÀt
het duar wel in kan vr.lzen, mÀar
er
nier over
beschikl
Dit betekent voor Jijnger echrer nlet dat hel veÍmogen van het loord dour de lluchtigheid van deze oeleBarrngen woÍdL ii,ngeost. Als reprc\en lant vrn een werkel.lkheid biijtt hel woord door een
Sinds Descarres veÍschjjnrdit zijn ats
mylle
JiingeÍs woorden, de srrjl van zijn beschrii!jnsen, breken de ervaringswerelden open waar hil her rvoord uit put en Naar het woord ook roe behoorr De droom, de strijd, de roes, de pijn, het vreernde
s
de vraÀg naar hel zijn
Heideggers uitdrukketijke vraag naar de zm van zrjn kijkl uiL op her uir re ryerken begÍtp, zonder hel veÍmogen om te zien als een vanzelhFekendheid dJn re nemen.
Zijn vÍadg stuir veÍLluisreringen bij ,,rus 0ier urt: deÍ Hele ites
!e arr(ulaÍÈ eÍvan
datgene
Her woord behoett
re treffen dan door zichrbaar
te naken Zij kan in hatÍe instÀnrie ook njers andeÍs rreflen dan:dc genrlre. De bcsclnilvingen kunne0 en behoeven nrelre Íaken adn het pcr deli
Begriffes.. wird ruszumachen sein. wetcheArren LleÍ Víduntelung nnstLch und norwenilis
.
smd".lx Hei'leg8rrs vraag nral de zin v,ln zrin in Sei, lrd (1927) behelsl de zin van voorhrnd(nlerd.
nrlie 0nr,rnraalbJr(. ZU bhjven',Anndherungen,, Her woord doetslechrs waar her vooÍ sri,u: ziLhr
Z4i
Sinnistdas,worilrsichVersrindlichkeit voneÍwas der Begrif des Sinnes urntalr das toÍmale GeÍiist dessen, wàs norrvendjg ,u dem gehöÍt, was verstehende Auslegung ÀíikulieÍ lq Deze
baar rnakenop de wijze van voorsrellen
hill ..
definirie !dn zin gi,irr uir vrn iet\ omvanscnd\, an deÍs din zoals Jrn8ers Eestulte ecn o;vi ende
In de tekst van Jiinger sruit HeidegSer op her do mein van de voorstelhng De voorste ing is de
is.
t40
Het begnp zin om!àt brl HeideggeÍeen foÍmÀlit€it die de band met datgene ,À,at hlj aíiculeert nieL
afsnijdt, zoals liingers "cordon s nkile" dal wel doet, maar blijfL juist, uit de noodzaak van deze fonnaliteiLzelf, hrj dAtgene Èat het zegt horen Me! het begÍip van zijn ]s, zoah met alle metafy sische gÍondbegrippcn, een zrjn in ziin Seheel aÀn gesproken. Datbrengtvoor de uii elking, die zich inNoorden moet alticuleren, de noodzaal van bij zondere vooÍbereidingen Íree. De bÀn van d€ ujd als vooÍhandenieid verplaatsl immeÍs de helkomsl sreeds in de toekomst. lnde weÍkingssfetr
v an heL
voorhandene is deze Bnrgkeer een steed§ voomil lop€nde repÍesentalie Daarmee is een verplaatst zijnin het geding De Íepresentatie geelt een ruki
een stellingens[ijd, stootsgewijs een
uitricht \lrl
breden, ontlrekt zich volgens HeideSgel aan de mogelijkh€id van e€n omvangende beschrijving,
"rulmte" (?l) van hel"Ceslell" geen plekvoor dnderszljn meer is aangezien eÍ bmnen de
Het stell€n \\'aarbinnen de modeme vooÍstelling zich beneegt is voorlopiger en toekomstigeÍ drn hel me$elijk zeggen nog Àanlan en is daardool yolgens Heidegger niet nader le bepalen. In het voord "Gestell" kan nieLs g€zien, maaÍ wellicht w€l ieLs beluklerd worden In zovene de huidige mens vooral dooÍ het licht van de Íepreserlatie \vord t gebÀnnen, kan het woord "Ge§ lell" mogeliik doorde kunsÍmrtig flonkerende nacht van liingers
"oeslalt" heen hoorbaal worden
brengr als verrukte ook leÍukking. De grondvooÍden ' Gestalt"
De feitelijke heeffchappij vàn deze v€nukking heet tegenwooróg voollichting. Zij Seeft de on' ophoudelijke uitwisseling, die comnunicalie h€el, een aangezicht vanuit datgene wat lussen velleden en toekomst ligL Zij is het 'intelface" vm de ac tualiteit Haar Íoekonsrigheid profileen zij in hel overslraalde beeld !an hnar communicatreve poten tie, welke de w€rkelljke loekomst slÈchh onrlranÍ Deze is op zichzelf niet - \,vant in een Íuk _ plaàts
baar en daarom onzegbaar. Het zijn woldt in de mrcht van deze he€rsende loorstelling Àlle€n nog mMÍ geíeld, een gebeuÍen dat HeideggeÍ mel heL duistere woord "Gestell" heett aangeduid. Dit woord is gebouwd ah hetNoord gebergle,en duidt
en Gestell zijn
geen
beve ngen, mààr wljzen op onderling leÍsch]ll€nde vilze op de lolrlitelt vaneenb€veging: in de ferrelijkleid van alledag vooÍgesteld in de rrijze \laarop de machL van de rede en haàr kilisch
"welles" "nietes" woldt
ing€hÀald dool de
kacht
van bijvoorbeeld haar eleklronische Loepassing, de rnzetvan decomputerschakeling EensuccesYolle
inlaal manoeuvre, wàaraan niemand die
aÀn de
olerlevingskansen van h€t fomeel analytisch d€n ken hecht, kan twijielen Het gesproken woold h aan de overmÀcht van de elekÍonische schakeling
oveígeleverd'WoÍdplocessols"en'rcomPuler-
lall", de stralende t.y. spellelies en pmatshows, daarin ligt een aanspraak zonder veelwoord, omdat
zo op de meesl verzamelende velzÀmeling vm he! alleen nog màar sLellende. WaaI de nens hel een
dez€ verschijnselen aan een drmensie ontstijgen waar de macht vao woorden niet meeÍ Íoereikend
voudigweg voorliggende, in de orerstràalde spiegeling!an deku$unadg tebeleven toekomÍ, niet meer kan ÀÀnzien, onlstaat de tolalilei! van een
is
enlel nog op zlchzelf"stellen" wa uitmet dehh-
verc ook het bezinnende denken zrch vÀn
Jiingers vruchLbare opname Yan Nietzsches
aanvÀl op de rcde meet zich
in de beschnlvrngen Lijd.ln zo
meL d€ verschijnselen van de moderne
"!oo[" nog
de vet_
torlsche mens, ook de openleid van het verdwijnt HeLvoorstellen, dat bij Jijngerahdeblik
schijnselen niel losgemaakt weel, vangt Heideggel in JijnSers schnjfwrjze een toon op, waaraan het
ophet andere van de materie,ln d€ speekuinle lan
denken niet achteloos
141
vooÍbijkàn gaan.
HeideggeÍ wrjsl eÍop dal zijn eigen deDken op JiinpeÍs rhnjf$ijze is aangewezen. Hrj zesl;k dar
ogenblik. Hetbeeldbelichlsnelterdan
zijn overlvegmgen van zonderlinge aard zijlr. Daarmee ligt, ah gezegd, in de tek§t een klemnende
Íil,ÍiseÍing. Daar srett het oor zich oo in_ D; teksr geeíL de
legenstijdrgheid. Dil b rjLt nog scherpeÍ waffeeÍ ,,,Der HeideggeÍ srílr
d
AÍbeirei
JirnEers Werk
Gevicht hal, weil es, auf eine andere
AÍ
taal Ook de
"highlishh".
Zo zijn er veel ralen; mcir weirug re*etrjke
wie
woorden. De spÍakeloze veeltrligherd van de beet den zuigt alles mee Het bezinnende denken on-
SpenSler, dàs leisrel, was bisher Àtle Nielzsche-
Lireratur dchr \(rmolhte, nalntich eine Erl txunp \\ie es rL im I i.hre vn; Nietzsches Ensvurl des Seienden als Wllte zur
dergaar het zog lan dir nil lisme her sterkst, omdat het op het woord het meesl is aangewezen. De wending van de filosofie nar de kunst js seÈn vluchl, naar door een nos verhulde noorjzaai in
des Seienden unLl de\sen.
Machr zu vermitEln. Frcilich rsr damir Nielzsches
N,Íetrphlsrk teirreswegs denleÍrsch beEalÍen; nicht ernnral die We!.e drhin srnd gÈwtesen, im
gegeven. Noch Nietzsche, noch Heideaserziin ooit ''rns Dhhten genten'. maar zii risren ach ilarr
Gegenteil: sÍatt irn echten Sinne tragwirdis, wird diese Meiaphysik setbÍveÍsrindlich und iib;rflLjs
sig"
de
hel oog gaat ddarin mee. Ktanken vezorsen
20
De
kal Jiingers leksi bewerkstelligr, zegL Heidegg€r, een ervll ng van herhoe enhet wal van herzilidein heÍ
De
lichl van een denkend onrwerp. Maar Jijngeff be grip ls vulgens He degger zel niet denlend; hij
trÀhtrijd geworpen weer, moÈt 0p zoek nààr
een
De modeme noodzaketijkheid wordr door
een
nraakl het onrweT vJnzellspÍeIe0d en
bl,.1
Ànders
danin zrjn belichamingen lemidden yan een
ze]fs
schi.lnbaar overbod ig
Celet op de aandrchr die Heidegger voor NieG zsches leeÍ
ltl(
iJn de drI legr hc\reemdr eer derse. her idÍ(s vrn JijnEeÍ WdrH;r-
opmeÍLingiin
degger in Jiiogers Leksren ookmag arnrÍekken, het is kenneljl n el her denten van de schriiver Op wel[e wi]?( rs din HeideggeÍ op Jungers sctïrive; aangewezen?
Heideggers aandachL kan slechts àls een d€nkende worden opgenomen Het denlen zoekt jn de rekst een noodzakelijkleid Waar etke biiding tegeliik
een he!riJdrnB is,
{ordÍ het
Begfp is immeÍ\ i0
spÍeten o!eÍbudiB
roenemendu
mare
7onde.
orn redenen van "etficiency" vaak noodzÀkelrjk zo Dit js niets sprekende woorden mogeltjk,
nkuws Dez$ilgende
aanh
srnds mensenheugen
s
it \an hetbeetdrDreekr
zonrler wocrAcn.
n
onzegbaarheid van het werkelijke, zoÀts het ,,is,,. Zo komtde mens opzijn beurrnier Àan hetdenten
voorbij
De arndrcht vrn een denlen moet uirSarn nair een zrenssrlze en een gezjchtsveld wiraJrn de
een
142
mens ah de betrekling ophet zrjn zelt weer
a1§
een noodzakelijkheld ]n het slfitdperl( verschillrl Jiingers optiek ran de "Cestalt des kbeilcrJ'krn een e.varing van deze noodzakelijkhsid zrchrbaal
eigen aard zichtbaal maakt. Deze weÍkvijze die elke propagàndr-Àclivht, canpagneleider en Íeclameadviseurkent, !alt in her tijdperk van de tolale mobiliseÍing, de ideologisering en p0litisering van alles, van lolaàlÍaat tot wasmiddel.
Voorlopig gaat het eron le vindeo op velk€ wljze voor HeideggeÍ deze noodzakelijkheid ln de tekst spe€lt Hoe kàn worden aangegeven waadn de noodzaak!Àn dezeoptiek rs gelegen?h een optrek niet slechB €en invalshoek, die voorlkomt uit een nooit aanroonbaÍe voor gaande ervaring? Hoe dano0k, deopfek vri
kbei
die Gerrall lers" noet zich uildNkken in de beschrijvingswijze. lleideggeÍ geelt geen verkldng van Jringers bcsch jving, rnaar ivijst op het besctuijven rls zodes
denig
"lctle Bes(hteibung he elt
sich,
jc sthörÍer
sie
Nrlehl, t1n so en|]:hiedcker aLl ihre besa derc Att in ei en besrn Le, GesictrirlriÍ .l.rxeÀe
l
dAeskhLskreis- riesaïcn
dunnen 'hlichot
Altk
ergebensich
Gt nluJuhnnt ge desSeiende inCdnzën Ih ettdn.tbuschan ede hn Metlïhe| ie ersL nachbae Lihtuti( fussen\\xar[,\ie tlos Seiende'kt " 1l Heidesger gÀxt in op de beschrijlineswijze De varsLeilen aLtr
gaat hi€r Echter niet om een willekeurig acd vistische optiek, maar om het zich ber egen in de optiek van de "GestÀlt des kbeite8" D€ze
]Iei
weÍd voor de menseljke voorsteUing Sewonnen uit
Fondervaringen vÀn helzllnde inzun geheel HieF nee wordt niet bedoeld dat deze optiek op de een
of andere $rjze is te reduceren 1ot een bepaalde totÀÀler!rring- De positivistische kriliek op het metafysisch systeemdenken heefL hiermee rÀÀrbehoren algeÍekend, zoals ook Heideggel,À,eet HeL Ninnen lan een ziensNijze en een gezichls kring vordt scheÍpeÍ en besllssender, wanneeleen "0berhöhung" nieÍ ,lleen succes heeft, màar uit drulikelijk als presratie wordt toegelaten. Zijtreedt dan in een onzegbÀre gunsr. Zoals een gezichts
en vunuit ies oÍrhullends. een eÍvaÍing !an het zijnde ah geheel ,ir omgevende l.!en geen contrÀsti in de looÍgang van de beschÍijving con tr$ teert alleen het wegstoten: in de
king onhiaat in
schemering van een eNaring. Deze veÍschljnt dus niet als regentleur ENàring woÍdt alleen actueel
beschijving wordl noodzakelijker wameer deze scherpte zoekt Dit is nogelijk dooÍdat zij op haar eeD beparld gczichtsveld brjzondere i!ijze treedti zij vordr beslissender omdal zij een tegen oler wlnt. Het beslhsende v r de besctuijling
en in dE beweging van een conftontaLie ÍnerkbaÀr.
h
lrargt met deze 'bcsondoÍe
Arl'
Wanneer de conirontÀtie een gezichtsveld openl lclerLzijzicht Alseenuitsnedomoeteen gezichts-
Íaan Ultde Sondervaring "ergibt sich" dan een zicht, dankijeen geheeldat terugblijtr Daarin is een merkwaÀrdig gegevenzrjn aan de e ng ontdekt NieÍ als een gegeven, veld da| in een geheel
sarnen De woor
der "schilrlei en'tfrsch]edenei'wrjzen
op een
r
velslerking, een 'Uberlróhung" De ziensvijze van de beschíjving wint mel de loenemerdc scherple
maar als een"Er geben",
datzichindestoor*ring
€en gezichLskring
van de zichlbare Nereld vàn beelden, sEmmingen
Met deze wooÍdcn duidt HcideggeÍ op de ideo logiserende beschrijvingswijze die op zo'n mmiel
enklank€ndoorgeelt Ditis deweÍkeÍvaÍrng vande besclrijvrng Niet alleen de vinst van haaÍ zhht, maar ook haÀÍ veÍlies iloÍdt dan merkbadrder Ver
te werk gaàt dat
zij conlronleed en drardoor haar
lies en winst zrjn àrbeidskàrakteÍs.
143
"lhnen gehl aber schon ernevom Menschen nieersl machbaJe Lichtung dessen volaul vie da§ Seiende Hoe kan dan nu ran de ervrnng iets vooral gaan?
Heeft het wetenschapsposidllsme, in nalolging yan Kanl, niet glashard aan hellichLgebÍÀchtdatde
verschijnlng van heL zijnde gekelend
ls
àan de
voonvaarde van de mogelijkheld Yan ervaÍin8? Een voor\yÀÀrde dle sieeds door de Íede kÀn voÍden do
maar Ni€lzsches metafysisch ontverp heL licht en de schÀduw Naarin en vanwaaniLzich
heL
zijnde in
zrjn geheel kan tonen. ln dezÉ metafysica yerbergl zich een ervaring van hel zijnde die in de loopgrÀ ven dichteÍbt rs gekomen, maar niel aan de dag treedl. Een dergelijke gedachle heeft verreikende gevolgen De !Íaag onLstaat in wal voor een dag deze eÍvaring $'ordl doorgegeven h Jijngels Sldil gsrrrilern dan wel een dagboek?
orgelich t; een voorw aarde die steeds de ervaring
aÀn dezelfde rede
horiS maakt Brengt Heideggel
zich hiernret in de mee§l extreme legenpositievan de ÀrbeideÍ ah hrj zegl dat een moiL maakbare
ewÀringvooÍaf gaal?h hetnooitmaakbÀÍe nielde hardste tegenspràak van de arbeid? ZekeÍ Jànger koppelL de tegenspraak die de besctrijving b€heersL aÀn één snderssooltige eÍvaring. Een
gÍondervaring die als de ervaring vÀn de "Gestalt des ArbeileÍs" Ààn de wetien vÀn deze "Gestàlt"
Wat dooÍgegeven wordt is de ervaring van een reeds lÀng ingeheden verduistering,
wÀaÍbrj het
zichi in de bewegiog van het sclnijyen als in een bliksemslrg sordt doorgestoten Deze sclrijfwijze h mogelijk door een duistere zich wezenlijk nooiL tonende zijde vÀn de taal, deze brengt de aclie wa
ir
Der Arbeitet zicbmelliefde en instemming
geplaatst
wil veten
liingers bescluijvingcn wijzen niet re.hls$reeks op
zij beverkstelligen ("v€rmrtteln")
verwond€Ílljte h daarbij daLliingers b€schrijving kan llken aaneen eruàring
her zijnde,,naar
van het zijnde ln zrjn geheel
pÀs mogelijk dankzrj een door mensen
àLjlt onderworpen
HeL
een ervaring. Deze ervaring is, zo zegl Heidegget
nooil
l€
malen "Lichtung" Heidegger z€91l
"Dte Ctundeí1htung, die stelleh
tfiEt
nd
ih
Vatstellen und
d Íchzieht, eh)uchs in
den
Dlt
Mate'
HreÍ zou de plaats zijn om op d€ Laal van de arbeidermdeÍinte gaan Jiingerstaalkijgtdeaàndacht
riahchlochten des u slen Wellhteges D1s Seiende im Conzen dber zeigt sich ihnen in Lit:hte und in Schllen rler Metdphtsik des WiLlens z r Macfu , die Nietzsche ok eine lvertlehrc auslefl " En veÍdel:
van de denker orndat hij "die Besclreibung des europàischen Nihilismus in seiner Phase nach dem
hlt oewichl,
liinger heeit cen ervaÍing van het zijnde in zijn geheel vanuit en binnen de àrb€id zichlbÀÀr gemaatt N,laar mel dir zijnde in zijn gehe€I, dàt als "Totale Mobilmachung" in zijn planetrÍe tendens
'Ernst Jil\gen Werk'Der Arbeitef
eil
es dos
leivet,
ànlich eine EtÍahntng
Seienden unll deswh, wie es ist,
rÍ des Seienlen " .17 zu wnittel Mdchl Nieksches Etltw
in
(les
Lichte la
oLs
llille
zur
erslenwel&rieg gelerstet hat..
13
dichlerbij woÍdt gebràch!, woÍdtnrct opeen zrjnde op zichzelf geduid
Jnng€rs
ervaÍngen in
de loopgÍaven hebb€n een
ervaring van hel zrtnde dichLerbij gebÍachl Jiingel
heeft deze eÍvrnng "vermiLt€lt doorgegever Merk aardig genoeg k echler niet deze erlaring,
HieÍ is een aan$rjzing vaarom Heidegger ontlent datmet de onthullingvan het arbeidskaraktervan al zelts Íraar op het weÍkelUke, zoals het 'À,erkelijke
144
het in en op zichzellis, gewezen kan worden. Het
werkelijke yenchijnt nrel ah *erkelijk, mrM rs slechts meÍkb ar in de arb€id: dar vil rggen het verschijnt ni€t, maal rÍefl Daarin meldl he1 zich aan Het werkelijke wordt in zijn weÍkelijkleidskarakter uitgedaa8d maaÍ niet onthuld, kÀn echLer
in zljn b€vegingíendens ah een roralireit ervalen
Dalg€ne waL IiingeÍ indringend als "diecesrrlldes ArbeiLers" besckijfl \,r'ordt in 'Zur SeinslÍÀge" rangeduid als het wezenvan nihilisme: "Datui h,i den Nihilisrj.Lls in det Phare seinet
h
endung etblicken,miissen
n
seine Bewegung
in ihrer Aklian durchphen Die Berchreih ngdie ser Ahion ist dann besande einptii gran,,,tenn ie
een veÍeikende lerantwoordelikleid komt
re
Dit voeÍt nàr het tweede deel vm het citaatr de deelnÀmeaande actie moelzich veÍzamelen in een nniwooÍd (een Legen-woord). Wamelr sprake is
yan deelníme aan een aclie, dan kín van vrÀgen geen sprake zijn. VÍagen is geen actie,juhr omdaL vra8en $ezenlijk her uitstellen van de richtede handleiding rs. Dit uÍstel is volgens HeideggeÍ geen pauzeren, maar een openen, dooÍ zich in een
openieid geplaahL le welen. In de woorden vnn
Sein nt1Z.eit
de
lnry
ontwerpL op een wijze van
seworpen-z'ln
Die Betchrcibuq gctàt darlurch dbet auch in eine
zeggen ln het NedeÍlands: een lrÀag wordr opgeworpen, nafleljk voor een ieder en in hel vrije. Noodzakehjk zo. Daarin lrgr een oneindig
d llenrdehtLiche CeÍdht
veÍschil met de enquaE vmag.
1Ls
Beschreibung lelber an
let
Attion ailninnnt
Md ttor eine weit hina
s-
Ldnlendeveruntwan ng lyer in salthet Weise be teiliEt hleibt, Llesftn Vetlntr,Drtun| nul rich i,
detjeniten Ant bart 1)endnneln, die dus ei en unentw e ïte n F r qen ínnet ha I h der gr ö$h ö gl iche Fr1gwiihligkeit des NihiLisnus entspringl unt ol§ die EnlsprechunE zu diew íiber orhlul nd dut-
Deze tel(st wijst de dimensie aan waartussen en uaaronrleen her gesprek tu§en Heideggeren JiingeÍ zich beweegtt heL vezen yan hel nihilisme
Wrj zeggen nui de wijze waarop het nihit de spraak in de arbeid vÀn de talen bedr€ven
Wij
Deelnane aande acLie - als aclie ennies drn datbrengl yerantwooÍdelijkneid omdÀ1 de beschrij!ing yan de acrie ergens binnendringr, binnen nameljk
in de vereld, de wereld waann mensen loven
en
stelven, I.tdenen genielen HiermeekomtHeideggers positie ter sprake Heideggen vooÍd neemr
niet zondeÍ m€er aan de ÀcLie deel. maar ontleenl zijn "Sfinmlung" aan een vragen zondeÍ omweg. Het woord "unentwegt", betrokken 0p eer vragen,
van
spÍeekt tegen her lvoord "Bewegung", daÍ hrcÍ is y€rbonden nel actie en nihilkme Als regen woord
kan
openL
dit woord àlde vo0rlopige mogelijktreid op in
rrorden. Aangewezen wordr op $elke v,ijzE het sFeken vàn lÍngeÍ en Heidegger zich yerhouden
een antwooÍd, maar veÍbeÍgt en herbergt dir nog
tot dit wezen Het eersLe deel duidl op Jtingers b€schrijyingswijze, die een blik 0p het nihll,sme krn werpen, wanneer, zoals Heideggerze$, de beweging in zijn {cLie wordt doorlopen Deze js indingender, wameer aan de aciie restloos *oÍdL deelgenomen. Waarbrj de beschr{ving van deze
houdt zo zijn woord in het tegenover van de "FragwÍrdigkeit" Datis:inher vrije.
actie ook
in
zich. De vraag houdt her Àntwoord loor zich, e0
De vraag ontwrichr de "Fragwijrdigkeit" van haar wereld niet. Niet yoordar, in heL ogenblik van her
horen, de aankomsl van een woord, haaÍ "Legenwoord" voor een verbhjl gewonnen tan worden. Dit veÍblrl is nieti Ànders dan de onrhulhng yan
een buitengewoon Sevaal en voor
145
in een htdpeÍk vÀn veÍduistering dool het vrÀgen behoedzaa,n moel lyorden uitgesLeld Daarin is het vragen dan !oorlopig
Heidegger, die naar het wezen van nihilisme vrargr, spreekl in "Zur SeinsÍrage" de mogelijkheid van
Beide tegen woorden, "unentwegl' en "Bewe-
ning op heL nilnlhme in een zondeÍlinge positie: belekenL diL dat industsie, atoomenergie en infoF mati€techniek ge€n heil, geen genezing yoor krÀ,a-
€en wereld, een onlhulling die
gxng", hebb€n h€t grondwoord ueg m ,ch Een 'runentwegl' vÍÀgen yerblijfl dooÍ m hel vrag€n de weg een weg le laten zijn, een neg door de "FrÀg ,#urdigkert" vanheLwegverblijfop te meÍken en te
len brengen, dat wil zeggen geen praltisch nur hebben?
Hiertegen spÍeell de ervaring vàn de rnodeme weÍkelijkheid en overigens ook Heidegger zell: "Es iÍdrs Heil lose"
beweging Hetmeegaan in de actie !an €en beweging heett, in tegensLelling
lol het
vrÀgen zonder 0mw€9, van
dat het nooiL
bij een wegverblijf rànkomt Het is
een weggarn
zonderweg, llaaÍhrj zelts deervaÍing
van de alwezigheid !an het
verblijtin
de
hel ,,vijst op een wezen
aan een tijdbeluiÍerd. Hoe spreektdan
d
at , Àn de aallspÍaak op een
heil voorbijgaàt H€tis er los van. Van h€r nihilis me zegt hij dan:genezing is oflrogelUt, nietdoor een lekoÍ lr]rn middelen, maÀr eenvoudigweg om, dat heL vezen van her nihilisme geen zi€kre rs
taalweg,
weg
Andsrzijds spreekl voor de mens in heL heilloze toch een tekoí. À4aar kennelilk nieL aenmiddelen. Hel wezen van het nihil zou dan een lekorL zijn
ÀÀngààt, maar niettemin wordt
gesFoken, heersl Àbsolute yanzelfsprekendheid, aulomatisme, indifferenlie- De taal lersaagl en wordt nielszeggend HieÍkwam hel wooÍd nihilis
oprbij lacobi,
nihil l,ordt door Heldegger nret
hel wooÍd van heLheilloze? Enerzijds zodanig, dal
valr. Uiteindelijk vervalr mer de weg ook de uir
Walr niets meeÍ
Het
geest, maar adnde laal
me€tàf aan het karakter van hel w€g zijn, zodanig
me
wedff heilbar noch unheilbar. Es isl das Heillose" 6 Met zo'n kenschets brellg hij eeD bezin-
Als veg
in de sprÀÀk is deze "Fragwijr digkelt" steeds het regen-woord van het vanzelf spekende, het autornatisme vàn de doorgarnde bewaren.
een therapie tegent "Dàs Wesen des Nihilismus rsr
dar niet weggenonen worden kafl Her he Iloze spreekt van een rlwezigheid, die van een heih-
mogelijkleid af wijst Heideggernoemlhetwoord van heL heilloze een einzigartige VeNeisung i$
Toergenjev, Dostojewski, Nier-
zsche,IiingerenHeideggeÍ HetnihilkomLopver, schillende vijzeo in het spelials de dood van Cod,
Heile".
verlies yan zin, venalvan waard€n, de afvendjng
vmhetzrjn.
Het is nu de vraag Naamaar en hoe het woord vÀn
Hoe kan het wooÍd nihilspreken? Het begÍip nihi-
heLheilloze
lisme
!erwijst Het loze spÍeektvaneen los zrjn vÀn elke binding, mel rvar dan ook. HeL wrjsÍ naar een nihil De vraag rijst dan ol het nihit - ah leegte ofals !acuiim gedacht- nict elke geleidrngs
is
doorgaans als karakteÍistiek vÀn €€n tijd opgenomen: het industrie-, het atoom , bet infor
malietijdperk Het kan woÍden b€schouwd ak een fenomeen binnen de "Zeitgeschichle", in navolging vÀn Nietzsches "Entwertung aller Werle" algeheel
ah
mogelijk heid mrs Í, een mogeli.ikheid waardoorher lichivan een woord in dil bereik zou kuínen vÀUen.
een
v€rval Waarbij men dannaarmiddelen teÍ
Wuarop breekt de lichrsrraal
genezing zoekt.
Verwelsung ins Heile"?
146
ll]n
de "einzigfilige
Moelhet bereik zelfNaÀromtÍent €n vaaloreÍ ge-
lan een 8eter sprake komen? 0p nieh kannrct g€flchtvorden, maaÍde taalkínzhh, sproken wordt nier dooÍ de sp€er?unt concenbeerde bezinnlng
volSens Heidegger, toch aan de actie van de nihi-
lislische beschrijving ontsteken De speerpunt (Duits: "0Í1") concentree( "der 0Ít versammell" Heideggers toenÀdering lot JÍngers Lekst
wll
iets
lateo horen Het denken kan van de voorhaÍdenheid van de gestÀlte nlet ultgarn, omdat deze vÀn zich uit geen plek heeft. Een optiekkan de ligging van de g€stalte benàderen, op zijn "Lage" kan ge' \\'ezen worden. Maar deze geelrnieLdeplek ("0r1') aanvanwaaruit gesproken wordt JÍngers "Làgeb€
urÍeilung" benadeí Heidegger in een "EÍörterung". Mafi, zegt HeideggeÍ, "Lagebeurteilung" en EÍörLerung" horen op de een ol andere Nijze bij el
Hethoeen waaJomvan HeideggeÍs toenadering LoL Iiingers sclrijfwijze heeft in tilosotrscheen weten schappelijke tnngeÍ iauwehjk rol geen toegang gehegen. Bljlt zich in de taal vÀn Heidegger, on danks eenreusachlige vreemdtaligeHeideggerbiblio$aÍle, iels aan de blik van de weÍeld ont' tÍel-ken? Om in een looÍlopig beeld te spreker: de
voor m€nsenogen onzlchtbaÍe binnemee van een
ringÍif, dat niet het schip mÀàr wel de oceaan toe gangveÍleenL?
I
lijngeÍ g€bruikt in /rer,ril het rvooÍd "ioclusum", dat hrj omsckijft als een onderd€€l binnen een gebeurcn, dÀt de histoÍrcus nauweljks ofmet de baas kdn Zoah de Íiddeleeuwse heksenveÍvolgingen voor ons een duist€r zijn, waarbinnen
kaar Hoewel Heidegger de beschouwingen van Jiinger zonder oniràal rÀr zijn eigen dent\,veg
vellicht toch ie§ wordr doorgegev€n HeLnietver'
voorhoudt, laat hij zich toch door Jijngers voorstel-
wezig zijn ervan nler uit EÍ kan nog altijd eer concreet type aan dit gebeuren beantwoorden, waaÍin men alLijd gelooide en alÍijd geloven zal: de heks. Ah rype komt de heks vooÍ, maar loch blijftsreeds een rest àÀn niet tebemiddelen lennis
schijnen van iets sluit iflxners het verborgen aan
lende denken insluiten: "lhre LrgebeuÍteiluog un' ter dem Namen trans lineam und meineEröÍeÍung unieÍ dem Nalnen de linea gehörenzuMmmen. Jene
schlrcllt óese ein Diese bleihl aufjene engewiesen",16
Lud, ig Mrtgenstein brengt in ziin P hílaraphirche UrlerurcÍ n8rn de beheksing met de taal in veF band: "Die Philosophie ist ein Kampl g€gen die veftexrng urseres VersLandes durch die MitÍel un-
Heidegger laat zrjn aanduiding van de plek inslui-
ten door een veÍre die de metÀfysiche werkings sleer van de voorstelling volledi g heelt ingenomen Hetrs de vene vanhei overalen steeds vaststelbaÍe.
sereÍSprache" (pàr109) ook als metafoor geeÍt het voord hekr ieLs door. WÀnneer de filosofie inde strijd er op aÀngewezen is zich van tÀal te bedienen, dan voerr zij eer slag
hetvoorhanden zrjnvmde dingen, àh voonaad, als energie. Het
h
de
lerte die geen orMienkent, om
datzijzichop haar laalstepost, hel zrjnde als willol machL he€ft teruggerokken om nooit andeff dan drnmàr looÍuit te zien. zorls door Nietache be
niet tegen, maar binnenln de laal
noemd en door Heidegger geduid in de sameíhang
van
\lil
ligt dan hier het "inclusum" van de beheksing? Anders gozegd, omvat hel licht van de Íilo-
tot macht en eeuwige terugkeer Het is
deze vene, Naar Jijngers
schijtwijze op
Waar
aangewe-
zen blijfL en waar Heidegser zich door laat "in-
soÍ]e de verduistering van de taalmlddelen?
sluiten"
omgekeerd:
t41
st jdtzij
van binnenuit?
0f
Doorgaans wordt, zegl Jijnger, de nachl voor het
HierÀan moet de werenschappe|jke wereld wel ÀÀnsLool nemen De toehbàre uitspraak is de klin-
"inclusum" vM dedag gehouden. Volgens enlelen is de omkeringechter eveneens mogelrjk, zoÀh bij Fechner en NovalÈ: "zeitlos ist der Nacht HerÍschà|t", 27
ketrde munL waarin zlch de b€middeling van kennis
moel omzetten "WÀlten" duidt op heerser en bevaren HeL "Nalren eines andeÍen Sagem", rs he1 be*aren van een andere wijze van zeggen Dit
Wij
noemen het "indusum" hier ]n verbrnd mel Heidegge$ woord van een "einzigartige VeÍwei sung", een veÍwrjzing die in het wooÍd van heL heilloze zou beruslen. Wannerr het woord van het heiiloze deze lerwljzing in zich zou bers€n, is her
andere zeggen, dat een zeggingskachr voor een rndere rijd zou kunnen h€rb€rgen, zou ook de ver-
wijzing naaÍ
heL
werkellke kunnefl bevaren. Be
waren duidl ook op rrr'aanneÍk€n Het andere zeggen
voorlopig de uaÀg of deze velwijzing niet ingeslolen is b nnen een "inclusum" Hoekanhel loze. dat van elte mogelijkh€id onldaan is, aanilinken, zodÀnig drt het zegbaar woÍdl? Is dil binnenste
verrvijst nàar een huiten Een ruimte
lnj
vÀn
academisme waar, vooíop g onder het waarmeÍk van de liLeratuunnarkten, de arbeidstalen pseudo
In de "Selbigkeit" !Àn de metaÍysiche grondb€-
vooÍ de laalyÀn de wercld velroegan-kelijk?
grippen echteÍ schemert het "inclusum" van de
In het gevàl van literatuur en gedichten rs de ge dachte SeaccepteeÍd dat de overdÍacht van een berekenisinhoud in een andere taal een betekenis verlies mel zich nee breÍgt Menborustcrindatbij elk literair vertaalweÍk een nieurve zin en betekenisÍichlingin het geding is Bij wetenschappelilke tekÍen speelt dit veÍaalprobleem minder, aange' zien de wetenschap haar strengste toets zonder
srondwoordei van h€t denlei. Die etaphtsischen Be\rifÍen sinl in lvesen undem Art, intuÍern dIt, wds [ie begrciÍen, thd dds BegreiÍen seLbÍ in eine urrpriinglichen Sin.
'
i
D1ru es in Bereich der Crundworte de! Denkens noch wetl$er gleichgiil tig,0b nun sie rergilt oder oh nan sie une twegt ungettiiÍt fleitergebro cht " le nen dosselbe bLeiben
meerin de symbolische orde vande Íurthenathche logica heelt veÍlegd. Een leíÀling van de taÀlvan Heidegger moet eÍ echter impliciet vÀnuit ga]rn dat met her woord van het h€illoze expliciete veruif
Jijnger vÍa Àgt zich in Eru erlr,/ af, ofeeninclusum zich ook uitbreidcn kanl Wijkunnennu nog dwln-
zrngen veÍbonden kunnen worden zodanig dal deze
,,yoord inclusum kan
met woorden in andere klen vervlochlen kunnen raken en binnen ander€ dentwijzen werkzaaÍr
nieL veóergt
worden Daarbij sluit men op hÈt probleÈm drt
ganlelijk "universe oldiscouÍse"7 Is het schrjnbare lerraalprobleem "tussen"(?) de tÀlen in verkellk-
gender vràgen:is het omkeerbaar, zodanig dathet de mythe, de magie, het andere zeggen, maar juist in het idee van een alom toe,
Herdeggers begrippen formeel aanwijzend spreken
vànuit een "Selb ges,' Hier ga,rt het niel om weLenschappelijke begrippen maar om "Grund\,/oíe wie Gestalt, Henschafr, RepÍesenlrtion, Màchl, \vrlle, Wert, Sicherheii, um dle PÍaesenz (Anve sen)und das Nichb ( .) In d€n genÀnntcÍ Crund, noíen wàllet ein andercs Sagen als drs wissen schaftliche Aussagen".
lerwijzen naar iers dat zich
n
kin dàn in word! dezeí jd
heid een onveroenbaÍe tÀrlslrijd? Hoe deze stdjd worden bemiddeld?
gevoed vÀnulr de "barre" die de woorden"lÀngueet
parole", "lrnguage and speech", raal en spraàk scheidt, marÍin hel Duise woord "Sprache" blijlt opSeslolen?
28
148
Aan hetinstand houden \,Àn een afgÍe0deling lijkt Heidegger hoe dan ook zelfsterk te hebben bijgedrÀgen door
de
Dat roepl een vràgeffeeks op. Is er dan een an! woordopdevmag op welke wijre de begÍipp€n lan universele uirwisselbaarheid en ei8eDleid in de
spÍeken en op die
spradkelkaarw€derzij kunnenof moerenuirslui-
bij meerdere gelegenheden legen
verlaalbaarherd van zijn weÍk
Le
manier ook aanstoot te geven Het verwondert dan ook niel dat de receptie van zr.jn rverken, nog ster-
is, leidL Íot schoolvormrng en H€ideggelinismen. NieL in de laalste plaats vànvege de onoverbrxgbare beteke
ker dan brj andere denters het gevÀl
nisverschuivingen die b,j vÍtaling vdn zrjn be grippen de weg lerug ]n de oorspronlelijke denlgang bemoejlijken, zo niel onmogelijk maken. Een onbevangen
iníap
denkende spraak
iI
de tendenrie van Heideggers
ten?
h
met her
ultíelyan
ef,n Ànlrvoord, hel spre
kenvanhet wooÍd zelfinhergedrng? En ten koste vàn war vindr de uitsluiling plaats? Is her eigene niet heL histoÍhch inclusum brj uirstek, in zoleÍe dat een hiíorische gebeurtenis pas eel) "Ereignis" is, in zoverÍe daÀrin hetelgene àànvijsbÀar wordtl Een aanwijzing die pas verwijst dooÍalom toegan-
kelijk te zijn tegen de pnjs yan
een oǹisening? Een onteigening die zo nier alleen verbergl, maar
ko$t voortdurend voor her di
lemma dÀt, rvameer deze lukL, een nerkwaardjge ring van onvertàalbaarheid zich sluit
Moet dan her gebeuren dat zich op grond van eigene meL gerveld doonet, nieL heL ren hoogsp aansloorgevende zijn? En welke algrond opent zich wanneer een zicht op het eigene op
dit De vrarg naar Heideggers werking splijt in de pÍaklijk eerder een nieurv ftonr dan cen de , weg open Dal kan voortkornen uit de storende alwezigheidvrneenopenbnre hebÍeen, die alteen ligtin dalgene wat binnen het denten yanHeideg ger als openheid zegbaar
doeml? Kornt hieÍ de nood van een yerberglng in
zhht,
wordl Dalmenbij Heide
wanneer men b€denttdat de werking van bijvoor-
gger een afgÍendelins ervaart, daarvoor zijn aanwijzingen. Vanuit heL legen honr hnceerr men
beeld een boek als de Pr,rcrpia MdthenaticI
\^1
Russell eenbijdràge aan niets minder dan Turings onLvikkeling van de computer heefl geley€rd, springl in hetooghoe anders de taalvan Heidegger verkt Birmen het dorneLn van Heideggers taal
woorden als Heideggerianisme, Heideggeriane0 en
zells het werkwoord Heideggeren is in zwang ge rÀÀkt Daarbij gaat her nier Àlleen om Heideggers
lomt zijn
laal, maar sons ook in een breder lerbrnd om de Duiise lrÀl als zodanig. HeideSgers wooÍd, "als de Fransen zouden Íllosolercn dan z0uden ze Duits §preken', is beruchr Bij de journatrsricke prcfile-
gesprek net EmsL Jiinger een van de me€stduislerc plekken Zoals gezegd: de L€kstvÀn
"Zur Seinslrage'
ring van het elgenzinnige karakter van het Duirs hralt geen filosoof zo frequent de media als Hei
is
nagenoeg ongerecipieeÍd ge-
Het zondeÍlinge van de eigen overwe8r0geÍ sp€elt in Heideggers briefgesprek met Jijnger ook in de gedachtengdng De vÍagea die in de b efgesteld
degger De vraag is echter ol de ontdekking van een inctu, sunin Heideggers taalnierjuisr op ists klemmends
worden, zegr hij, blijyen "absonderliche Liberle, gungen. Sie sollen nienandem aufgedràngr ver
wijÍ,
nametijk:dat het uitgan8spunr van een aton toegantelijke begÍipsuilwisreling enelzijas nier zonder de verwrlzing naareen eigenieid in de taat kan, deze andeÍzijds nietroe kan laten.
Lle0,
14S
zurnrl si( selbeÍ \rch no(h rm Vorldufigen
Hier is nog iets anders te hoÍen dan een lof deí
mee in de gedachtengang. ongezegd
afzondering, een zegsvilze waarmee een zich van
aandringende nachrsprÀàk yande "Gestall', pal jn en vÀnuiL hel"Gelichtet" van hei woord "Cestell"
de publiciLeit disrantièrend denlen lerugtreedL in zijn "inner circle".
blilfr
hoe de
ler sprake komen kan,
ln het b€stek van dir arrltelkon het gesprek tussen Heidegger en J ngerniet uitpurtend vorden !ieeÍgegeven Hier grng het er om een aanwijzing te vindenvooÍde wijze waarop inde taalvan respe., tieyelijk Heidegger en Jiing€r, op onderscheiden
Heidegg€rs "Begegnung" tot de schrijfvijze in de opLiet vnn de "Geslalt" is het filosolisch motief van
wijze, een woord speelt dat niei wordi ultgesloten
ken een werkelijkheid zichtbaar Juisr daarop gaat Heidegger in.
maar
'
als het omvangend,omvangene
blijlt
deze
sclrijfwiJze zelf. Jiingers schrijfwijze nodigt
uil loleen loenadering, màar dan m meer dan een filosofische zlr rlleen. Jijnsers b€schnjvingen ma-
weer
spreken Dir is het woord "dhil" dat als een werkingssfeer en een domein wordL e.varen De wer kingssfeer duidt op de actieradius, welke de wer-
De allesomvangende "G€gnerschafÍ" van de Iiteraire arbeid kan haar íootief zelf nrei aÀn heL lichL
kelijkheid als een totalireit onspant Domeinduidr opditzeltde, maar in dit woord klinttdemogehJk heidvan een woonachiigheid door. Hetnihilis een
Jiing€rs $'ijze van b€sclrijven
woord vailraan niet te ontkomen yalt. maar dÀ1 alleen het gesproken woord Gubj en obj) om vangt Heidegger noemt dir in zi)n Beitrdge zur
presenieert de taal een
PrilrrozriÉ
een
blijft zij aange*ezen is niet één tussen Ànderen, maar vertegenvooÍdigt hel hoogtepunt van de sclrijfdiscipline der modemireit Daarin rebreng€n; daarLoe
veÍkelijkl€id.
Heideggers vragen houden dÀÀr€ntegen een
1oe
komstlgeplekvoor een (ander) denlenopen, darde binding van de laal met het werkelijke in heÍ oor
"Unf ingnis"
houdt. De àdnwijrngvan een "Umfingnis"
h nier
re
veF
klaren door Ie spreken van de belÀ.gstelling van €endenleren een aureur, maaÍkan rlieen begrepen
ln
woÍden dÀÀrin, dat beiden in de sprark een radhale
Jihgpr nieL een, maar "het" gesprek
uildagrngkondenelvaren,diezUtrachtten
zovene aan een gesprek nog iets" beluisrerd kan worden, is het gesprek vrn Heidegger me1
tedooF
staan. Drarbij gaat het eÍ nier om Heideggers of
Jiingers taÀl als een nihilistische te onlmantelen, maaÍ eerder aan te geven hoede taal, inde breuktijn van het gesprek, zich aànher nihilkanonríEken
Hetkillepath0s vM Jijngers schnjtvrijze heefÍ hem een schemerige roem bezor8dials es$etiek van de verschrikking, als de my6e van de modeme rtd bLjven zijn geschrifÍen opmden rn herràndschijn-
IÍngeÍs LrÀnsparante schdjiwijz€ vànuiL de opriek van de geÍalte is voor Heidegger een aanwijzing
sel van de modeme geeíesgeschiedenis, die uit is op ordening. WÀÀr hel de ordenende rede gaat om de beheersing van taalen inzichr in haar srructuur
en heeit, zoals hij in "Zur Seinslrage zegi", ain zijn bezinning op de vràÀg naar de lechniek als "Ge, stell" kunnen bijdragen "Die Cestalt des Arbei,
te
'is
blijfthetspreken, als een gebeuren darzich ren ene male Ààn e€n voorÀfgegeven ordening onltrekl, vmgeo om een mdere aandachr
een beginsel waaraan HeideggeÍ ge€n aan-
stootneemt, maar vindt Daarbrj §peelt het Inelpunt
vin
de
Voor d€ entele lezer, bezorgd om de dood van de spraak ]n de totaalwerkelijkleid van de verlalin-
we*ing, het klenmende verlaalprobleem,
150
geÍ,blijfLErnst JiingeÍ elementÀiÍ In de alledÀags€ taahtnjd mogen de ,JberdstÀlen de nacht vrn de §pÍaak doEn rÀllen, Herdegger echter kan laLen h0
Íen hoe Jiingers zichtbaar makende schnjfwrjze zich rn helschrjnsel der moderniLeitkan handhÀven Àls op een
verloren post: ah nachlspÍÀÀk
NOTIN vor\|ete het bítza dqe kmk@
,e oígdkh
I I
vah
ur
wr d
e hijdtuSe tubbeh
|ennliry wr de Dtitv citozt k ! d
lrnsr liidger, Blrrk. lnd 5lei.s,LeipziB, Ernst Jijn8er, Der §LtrlLgdl. 1982,
l9e,
p6
Àrren.r He khol atd A\tatt,
09
5
Mrrtin Hcidcsscr, w.Rrdrk4,
6
p 381 ldek,p 183
F
nktun àm MÀir,
197ó,
7
Cècileerd dooÍ
O loggEler in: He|el urd die Attarye
/.. N,l,lix,lr-DiitNidr,
Min r0d Wond,
1970
8 WeSh&La p 38E 9 EmslJ0nger,'SizlllscherBÍiefandenMunimMond', io' Blà
.t lnd Sttit,p
t2 ldek,p
101
18
14
l/.,,
lE
MaÍí'HeideggÍ, S.i4 ordzdr, Tíbmgm1976,p
p 84,85
2l
ldek,p 22 ldn, |
6
389 190
X3 |d.n,p
189
24 lden,p 25 ltl ,p
189 189
27 dn.rki/,
StottgarL 1977,
t
26lll.
15i
schnjfwijze DaarbU wordt, Àlle legenspraak len spijt, iets hoorbÀar van een wedeÍzijds op elkaar aangewezen zijn van denler en auLeur Iets van deze in de nood vrn d€ veNijzing geboren ncbij heid krn vorden algeluisLerd aan het wooÍdje "ge gen" Iihgers houdlng wordt aangeduid als een weenland, "gegnerisch", HeideggeÍ echteÍ gaat het om de wijze waaÍop hij de scluijfwlze van D€r Arb€iÍer moer benaderen, in herDuirs, "b€gegnen".
hetarbeidstaÍrktervanal her p*kelrt. bloor Íe leggen. Zowel dooÍ Heidegger ah d§-i Jijnger vordt hel denlen ak een vemogen aar!-. sproken Door de schnjver ah een krachrreld d-i hem vÍuchtbare weersland opl€veí, door de de.Iii zaak is om
als een vermogen daL zwakl(er wordr, naannarè C.
oprukkende b€sctuijving succes heett D0or beid.í vordthet terugtreden van het denken als vennogii aan d€ orde gesield: door Jijnger beoogd dmr Heidegger betoogd
Heidegger en
Jiinger chten beidende aàndàchtop
hetzelfde:deappelzoalshijverkelijk iJ'.MÀarde benaderingsuijz€ van her werkelijk€ verschilt WÀàr de scllr{ver zich gebannen veer in de wil rot reflen,laaÍdeden-kerzichlerdendoordargenevar uitde onverhulde wil tol treflen hoorbaarwordr De ontnoelingsruimte is de bezinning op hel wezen vàn heL nihi[sme. Hoe de ontmoelng plaarsvindr, €n welke rolhernihilisme hieÍbt speelt, blijft vooF lopignogopen Daarvooris nu wel een ÀÀnrvijzing gegeven De onhoeLing is: "dns Gegnedsche begegnend"
De schrijlwuze
vin rdr.4rbeir.r
van gedachlen door zeop hun
leÍuir tedagen.
tesL de weersranJ
werkel{kleidskaIak,
De benaderingswijze rs lrontaalen
kan op die manier de metafysisch,welenschappelU-
ke naam vooÍ het Ie ervmen ding, m een Iaalsre slag, len gehore brengen Her werketijke ding r! "Gegenstand' Duidelijker wordr nu waar Jönger de weerstand iD de bescluijving vrndt: her denken $ordr door de
in zijn werkelijkleidskaratter uirgÈ daagd De beschrijving Bordr aangÍjpend, *anschnjver
"aigr€ift". In liingers beschrijvingen heerst een wil ror het neer zrj aanvÀlt, Duits:
Heidegger moet in JÍngers beschijvingen een Í1losoÍische poíée gevonden h€bben Wehoudende Ààndacht gericht op het stfljdige
yandenkenenbesclxijven,
vil ovenreÍïen & br schrijving heefr alln de voorstellirg van de aÈ pel niel genoeg, het wil aan de àppel kunnen n concrere, die heL denlen
in de onrmoeting
sprekendindetormule
"das CegneÍische begegnend",
bij de bezinning op
hetnlhilisme lijngers wijze van besch jyen wordt door Heid€gger van meet af arn in het licht vlln her nihilisme geplaatst Brj het opdÍingen van het nihilisme, waaÍaan de beschrijvingen van Det Arbeiter Ínèe werken, neemt volgens Heidegger her vennogen van her d€nlen als heilmiddel vooÍ de culruur af
Dit zou lukken rvrnneer de aclie van het treften voUedig samenvàlt met de wijze vaàrop de aptsl veÍschijnt Het richten op de appelwordisuccesvol wanneerdil doeltett. Dan h dc beschnjving doet, trcffend. De synthese van gedachle en weÍteljjk
kijgtde sch jverzellin de hand rvànneer dir yerschijnen volledig van hemzellaÍhangl Dat wil heid
Wanneer heL denken het domein vi]n heL wezen van heL nihrlisme
\vil
benaderen. "dann
wird es nor
wendig vorliiufigerund dadurch anders"
fersdrfren be$epen wordt ,ls een dre, yerr.rr,en Jijnger ziet, in de schaduw van Nierzsches ontwep van de wil lot machl dat ditreeds sinds Descarres gebeurt jn de zeggen Narureer elk sponraan
8
De auLeur daaÍentegen feedt het domein van het denken bimen als een kachtveld waaÍbinnen heL
ÀcLvrnhetlooÍsrclhndedenlen Inetkeafzonder
r36