HEMELWATERBELEIDSPLAN 2011-2015
2011
Omgaan met hemelwater
november 2011
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.2 1.3
INLEIDING ............................................................................................................................... 3 Aanleiding ........................................................................................................................... 3 Doel van het beleidsplan .................................................................................................... 3 Leeswijzer ........................................................................................................................... 3
2
HEMELWATER ....................................................................................................................... 4 2.1 Hemelwater in het watersysteem en waterketen ................................................................ 4 2.2 Hemelwater nu en in de toekomst ...................................................................................... 4 2.3 Wetgeving ........................................................................................................................... 5 2.4 Waterbeleid andere overheden .......................................................................................... 6 2.4.1 Beleid andere overheden ............................................................................................ 6 2.4.2 Beleid gemeente Barneveld ........................................................................................ 8
3
HEMELWATERAFVOER IN BARNEVELD .......................................................................... 10 3.1 Hemelwaterafvoer ............................................................................................................. 10 3.1.1 Rioolstelsels en hemelwater ..................................................................................... 10 3.1.2 Ontwikkelingen.......................................................................................................... 10 3.2 Aanleg, beheer en onderhoud .......................................................................................... 11 3.3 Klachten wateroverlast ..................................................................................................... 11
4
HEMELWATERBELEID ........................................................................................................ 12 4.1 Doelstellingen van het hemelwaterbeleid ......................................................................... 12 4.1.1 Verdroging van de natuur ......................................................................................... 12 4.1.2 Wateroverlast ............................................................................................................ 12 4.1.3 Volksgezondheid....................................................................................................... 12 4.1.4 Kwaliteit oppervlaktewater ........................................................................................ 12 4.1.5 Rioolwaterzuivering................................................................................................... 13 4.1.6 Voorbeeldfunctie ....................................................................................................... 13 4.1.7 Concrete doelstelling ................................................................................................ 13 4.2 Hemelwaterbeleid ............................................................................................................. 13
5
UITVOERINGSPROGRAMMA.............................................................................................. 15 5.1 Maatregelen bestaande situatie ....................................................................................... 15 5.1.1 Afkoppelen hemelwater ............................................................................................ 15 5.1.2 Afkoppelen hemelwater particulier terrein ................................................................ 16 5.1.3 Ombouw Verbeterd Gescheiden Stelsels ................................................................. 17 5.1.4 Handhaving drukriolering .......................................................................................... 17 5.1.5 Basisrioleringsplan .................................................................................................... 17 5.1.6 Gemeentelijke gebouwen ......................................................................................... 18 5.2 Maatregelen nieuwbouwsituatie ....................................................................................... 18 5.2.1 Niet aankoppelen hemelwater uitbreidingsgebieden ................................................ 18 5.2.2 Niet aankoppelen hemelwater individuele nieuwbouw ............................................. 18 5.2.3 Standaard ontwerp- en uitvoeringseisen .................................................................. 18
Pagina 1
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
5.3 Overige maatregelen ........................................................................................................ 19 5.3.1 Watertoets ................................................................................................................. 19 5.3.2 Monitoren .................................................................................................................. 19 5.3.3 Communicatie ........................................................................................................... 19 5.4 Overzicht uitvoeringsprogramma 2011-2015 ................................................................... 19
BEGRIPPENLIJST ........................................................................................................................ 21 BIJLAGE 1 AFKOPPELBESLISBOMEN WATERSCHAP VALLEI & EEM ............................... 22 BIJLAGE 2 AFKOPPELPROJECTEN GEMEENTE BARNEVELD ........................................... 27
Pagina 2
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
1 1. 1
INLEIDING Aa n l eid ing
De ruimte in stedelijke gebieden wordt steeds intensiever gebruikt. Water is mede-ordenend en maakt deel uit van deze ruimte. De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat water om een integrale aanpak vraagt, met koppelingen naar ruimtelijke ordening, natuur en recreatie. Iedere Barnevelder loost per dag ongeveer 120 liter afvalwater. Toiletten, douches, wasmachines: al het afvalwater verdwijnt via de afvoer naar de riolering. Ook hemelwater (regen, hagel, sneeuw) wordt voor een deel via de riolering afgevoerd. Gemiddeld betreft het zo’n 96 liter hemelwater per persoon per dag! Het afgevoerde hemelwater krijgt daarmee niet de kans om in het gebied te blijven. Bij zware regenbuien kan niet al het rioolwater tegelijk naar de afvalwaterzuivering worden afgevoerd. Via riooloverstorten komt dit water terecht in sloten, beken of vijvers. Het oppervlaktewater wordt hierdoor vervuild. Bij hevige regenval kan het hemelwater soms niet snel genoeg wegstromen via de riolering. Er ontstaat dan water op straat en door de waterdruk in het riool kunnen zelfs de putdeksels omhoog komen. In extreme situaties kan het water zelfs gebouwen instromen. Een algemeen gegeven is dat bovengenoemde watervervuiling en water op straat aanzienlijk gereduceerd worden indien er minder hemelwater in het riool terecht komt. Om invulling te geven aan dit aanknopingspunt is in het Waterplan Barneveld en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2014 vastgelegd dat er een hemelwaterbeleidsplan wordt opgesteld. 1. 2
Doe l v an he t b el e id s pla n
Dit beleidsplan beschrijft hoe de gemeente wil omgaan met het inzamelen en verwerken van hemelwater in bestaande situaties en bij nieuwbouw. Het plan bestaat uit twee delen. Eerst wordt inzicht verschaft in het streven om het hemelwater op een duurzame wijze voor mens en natuur te verwerken. Het beleidskader wordt toegelicht en doelstellingen en uitgangspunten worden geformuleerd. Het tweede deel betreft een uitvoeringsprogramma. Daarin wordt duidelijk gemaakt welke maatregelen nodig zijn om de doelstellingen te realiseren. Het beleidsplan bestrijkt de periode 2011-2015 en zal in het laatste jaar van de planperiode worden geëvalueerd en geactualiseerd. 1. 3
Le esw ijz e r
De nota is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt de plaats van het hemelwater in de waterhuishouding toegelicht en wordt relevante wetgeving en beleid beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van hemelwaterafvoer. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op het hemelwaterbeleid en worden de doelstellingen en uitgangspunten beschreven. Tot slot behandelt hoofdstuk 5 het uitvoeringsprogramma waarmee invulling wordt gegeven aan de geformuleerde doelstellingen.
Pagina 3
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
2
HEMELWATER
Dit hoofdstuk geeft allereerst de plaats aan van het hemelwater in het watersysteem en de waterketen. De hoeveelheid hemelwater nu en in de toekomst wordt beschreven. Vervolgens komt relevante wetgeving aan bod en wordt het water- en aanpalend beleid van de diverse overheden kort beschreven. 2. 1
He me lw at e r in h et w a t e rs ys t e em en w at e rk ete n
Water is essentieel voor het bestaan van de mens en de natuur. Water komt ook in diverse vormen voor: drinkwater, afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater. Om de plaats van hemelwater te bepalen, wordt allereerst het watersysteem en de waterketen beschreven. Het watersysteem is het samenhangend geheel van neerslag, grondwater, oppervlaktewater en oevers inclusief alle bijbehorende biologische, fysische en chemische kenmerken. De waterketen betreft de reeks van waterwinning, drinkwaterproductie en –distributie, gebruik, inzameling, transport en zuivering van afvalwater en lozing van gezuiverd water. Watersysteem Het hemelwater dat op onverhard oppervlak (gras, landbouwgronden, etc.) valt, infiltreert ter plaatse in de bodem en komt in het grondwater terecht. Hemelwater valt ook in het oppervlaktewater (rivieren, beken, sloten, etc.). Het oppervlaktewater wordt mede gevoed door toestromend grondwater. Grond- of oppervlaktewater kan gebruikt worden voor de bereiding van drinkwater. Waterketen Het hemelwater dat op verhard oppervlak (wegen, daken en terreinen) valt, wordt in de meeste gevallen via een gemengd rioolstelsel afgevoerd naar de rioolwaterzuivering en daarna geloosd op het oppervlaktewater. Hemelwater kan via het regenwaterriool ook rechtstreeks naar het oppervlaktewater of naar een infiltratievoorziening (b.v. wadi) worden vervoerd. In Nederland is circa 10% van het totale oppervlak verhard. Riolering zorgt voor de afvoer van afvalwater (huishoudens, bedrijven) en hemelwater. Het belang van riolering is groot. Sinds de komst van riolering is de hygiëne en daarmee de volksgezondheid met sprongen vooruitgegaan. Maar ook het milieu is gebaat bij het bestaan van riolering. Het vieze water wordt immers niet meer rechtstreeks in rivieren, beken en sloten geloosd. Tot op zekere hoogte voorkomt riolering ook dat de straat onder water komt te staan. Dit beleidsplan behandelt de verwerking van het hemelwater dat op verhard oppervlak valt. 2. 2
He me lw at e r nu e n in de t oe ko ms t
De gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag in Nederland bedraagt circa 800 mm. Deze jaarlijkse hoeveelheid valt gemiddeld in circa 100 neerslaggebeurtenissen. Het overgrote deel van de neerslag, meer dan 95%, bestaat uit regen. Een klein gedeelte wordt gevormd door sneeuw en hagel. Het hemelwater dat op onverhard oppervlak valt, infiltreert ter plaatse in de bodem. Bij hevige buien infiltreert alleen het eerste deel van de neerslag totdat de bovenste bodemlaag verzadigd is. Het overige deel van de neerslag stroomt af. Samen met het hemelwater dat op verhard oppervlak valt, komt dit via een verzamelpunt (straatkolk) in de riolering terecht. Overigens gaat als gevolg van verdamping, bevochtiging, infiltratie en plasvorming zo’n 70% van het hemelwater dat op verhard oppervlak valt daadwerkelijk naar het riool.
Pagina 4
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Het hemelwater dat in contact komt met verhard oppervlak wordt vermengd met stoffen op dat oppervlak. Dat kunnen natuurlijke materialen zijn zoals zand en plantenresten, maar ook schadelijke stoffen. Het wegverkeer laat bijvoorbeeld oliën, vetten en rubberdeeltjes achter, bij uitlogend materiaal (zink, koper) komen stoffen vrij en zout van de gladheidbestrijding lost in het water op. Het water wordt in een bepaalde mate verontreinigd door verschillende bronnen. Onderzoek van onder andere het KNMI wijst uit dat het klimaat verandert. Het aantal zomerse regendagen wordt wel minder, maar de hevigheid van extreme buiten neemt toe tot maximaal 27%. De gemiddelde winter wordt natter waarbij de extreme neerslaghoeveelheid met maximaal 12% stijgt. Dit heeft gevolgen voor de riolering en waterhuishouding. De bestaande riolering is hierop niet ontworpen en het grootschalig vergroten van de riolering is praktisch en economisch gezien niet haalbaar. Er komt waarschijnlijk vaker water op straat. Dit hoeft niet tot problemen te leiden, zolang er geen schade optreedt en overstorten niet tot een structurele verslechtering van de kwaliteit van het oppervlaktewater leiden. Er bestaat in Nederland geen uniform toegepaste definitie van schade. Een breed gedragen definitie, verwoord in het Gemeentelijk Rioleringsplan, betreft: Water via de straat gebouwen instroomt; Water hoofdwegen blokkeert; Water langer dan 4 uur hinder oplevert voor het verkeer. 2. 3
W etg ev ing
In 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken ingevoerd. Daarmee is de zorgplicht van de gemeente verbreed en verdiept tot: 1. Afvalwater. De doelmatige inzameling en het transport van het stedelijke afvalwater (huishoudelijk en bedrijfsafvalwater). 2. Hemelwater. De doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. 3. Grondwater. Het in openbaar gebied treffen van doelmatige maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of te beperken. De Waterwet (2009) regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater en verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De wet verplicht gemeenten en waterschappen bestuurlijke afspraken te maken over waterbeheer (afvalwaterakkoorden). Genoemde partijen worden opgedragen om meer met elkaar af te stemmen uit het oogpunt van doelmatig en samenhangend waterbeheer. Door middel van één (digitaal) overheidsloket wordt het voor burgers en bedrijven makkelijker een vergunning aan te vragen. De wet voorziet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. De zorgplicht voor het hemelwater is vastgelegd in de Waterwet. Particulieren die zich ontdoen van hemelwater moeten dat op eigen terrein in de bodem of het oppervlaktewater brengen, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevraagd. In dat geval draagt de gemeente pas zorg voor de inzameling van het hemelwater. Volgens de Wet Milieubeheer dient elke gemeente te beschikken over een gemeentelijk rioleringsplan (GRP), waarin staat beschreven hoe de drie zorgplichten worden ingevuld. Deze wet (artikel 10.32) geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om een verordening op te stellen waarmee regels gesteld kunnen worden aan het brengen van hemelwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het
Pagina 5
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
transport van afvalwater. Tevens kan een termijn gesteld worden waarbinnen die activiteiten moeten worden beëindigd. Van deze regels wordt geen gebruik gemaakt indien redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van dat hemelwater kan worden gevraagd. Bepalingen in de Wet ruimtelijke ordening bieden mogelijkheden om bij nieuwe plannen de ruimtelijke gevolgen voor het watersysteem te toetsen en de belangen van de waterhuishouding veilig te stellen. Het zorgdragen voor een goede waterhuishouding is immers een essentieel onderdeel van de ruimtelijke ordening. De watertoets dient door alle overheden toegepast te worden op wijzigingen in bestemmingsplannen. De Waterschappen zijn altijd betrokken bij overleg over het opstellen van bestemmingsplannen. De waterparagraaf in het bestemmingsplan is de schriftelijke weerslag van het procesinstrument “watertoets”. De wetgeving biedt een kapstok hoe gemeente en waterschap omgaan met hemelwater in ruimtelijke plannen, rioolbeheer en zuiveringsbeheer. 2. 4 2.4.1
W ate rb e le id an de r e o v erh ed en Beleid andere overheden
In deze paragraaf wordt het waterbeleid op landelijk, regionaal en lokaal niveau benoemd, dat relevant is voor dit hemelwaterbeleidsplan. Rijksbeleid e
e
Het landelijke beleid is verwoord door de Commissie Waterbeheer 21 eeuw (WB21) en de 4 nota waterhuishouding (NW4). Dit beleid betreft op hoofdlijnen: Het waterprobleem wordt onvoldoende door burgers herkend en erkend; De aanpak voor veiligheid en wateroverlast is gebaseerd op drie uitgangspunten: Anticiperen in plaats van reageren. Hou nu al rekening met zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatveranderingen. Het niet afwentelen van waterhuishoudkundige problemen door de trits: vasthouden, bergen en afvoeren te volgen. Meer ruimte naast technische oplossingen. De ruimte is schaars; meerdere functies kunnen met waterberging gecombineerd worden. Een watertoets moet voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt. Beleid provincie Gelderland Het Waterplan Gelderland 2010-2015 zet het bestaande beleid van het derde Waterhuishoudingplan (WHP3) voort. In het Waterplan staat hoe de provincie wil zorgen voor voldoende schoon water én droge voeten. Het plan is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. Het plan geeft richtingen aan voor de bescherming, instandhouding en verbetering van de waterhuishouding voor alle maatschappelijke functies zoals landbouw, natuur en stedelijk gebied. De hoofddoelstelling is dat het water in 2027 volledig op orde moet zijn voor de maatschappelijke functies. In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd. Waterschappen De Waterschappen (Vallei en Eem, Veluwe) hebben hun waterbeleid vastgelegd in een Waterbeheersplan 2010-2015. In het plan heeft Waterschap Vallei & Eem zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd. Dit bepaalt in grote lijnen de agenda. De plannen zijn
Pagina 6
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
gebundeld in de drie programma’s Veilige dijken, Voldoende en schoon water en Zuivering afvalwater. Het programma Voldoende en schoon water gaat over de waterhuishouding. Dat wil zeggen: over de manier waarop omgegaan wordt met het zichtbare oppervlaktewater en de nog veel grotere hoeveelheid onzichtbaar grondwater. Het doel is dat het beschikbaar is waar het nodig is, dat het van goede kwaliteit is en dat er geen overlast van ondervonden wordt. Het Waterschap beschouwt de waterketen als een samenhangend geheel en wil het beheer van de verschillende schakels (riolering, transport, zuivering) op elkaar afstemmen. Omdat het Waterschap slechts enkele schakels in de keten beheert, wil het de komende jaren nog intensiever samenwerken met gemeenten. Enerzijds om kosten te besparen, anderzijds om het zuiveringsrendement verder te verhogen. De waterketen bestaat uit de volgende schakels: Rioolstelsels met huisaansluitingen, putten, pompen, riooloverstorten, meet- en regeltechnieken. Transportsystemen met rioolgemalen en persleidingen. Een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) met het lozen van gezuiverd water op oppervlaktewater. De schakels zijn fysiek met elkaar verbonden en vormen met elkaar een zogenoemde zuiveringskring. Het beheersgebied van Waterschap Vallei & Eem bestaat uit acht zuiveringskringen, met evenveel RWZI’s. De gemeente Barneveld ligt in drie zuiveringskringen (Ede, Nijkerk en Harderwijk). Feitelijk houdt dit in dat het afvalwater van de gemeente Barneveld door 3 verschillende RWZI’s verwerkt wordt. In de beleidsnotitie “Normering en uitgangspunten voor stedelijk gebied” geeft het Waterschap Vallei en Eem aan hoe om te gaan met water bij het opstellen van plannen en inrichten van gebieden. Het algemene uitgangspunt is dat bij een (nieuwe) stedelijke ontwikkeling geen afwenteling op de omgeving (en in de tijd) plaatsvindt. Voldoende waterberging is daarbij essentieel. De notitie geeft normen voor diverse aspecten (waterafvoer, ontwatering, onderhoud, etc.). Bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling eist het Waterschap dat het hemelwater niet op de vuilwaterafvoer wordt aangesloten. Deze eis geldt niet voor een bestaand woongebied. Als in een bestaand woongebied het hemelwater wordt afgekoppeld van het gemengd riool is waterberging wenselijk, maar niet altijd verplicht. Dit is afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Bij individuele nieuwbouw (woning, agrarische schuur, etc.) in bestaand gebied, waarbij de toename van het 2 verhard oppervlak (daken en terreinen) groter is dan 2.500 m , is een vergunning van het Waterschap verplicht. In de vergunning worden eisen opgenomen voor waterberging op eigen terrein. Bij een kleinere toename neemt de gemeente het initiatief om, op basis van lokale omstandigheden (aanwezigheid watergangen, riolering, beschikbare ruimte), te bepalen of waterberging nodig is. Vervolgens toetst het Waterschap in het kader van het bestemmingsplan de waterberging en alle overige wateraspecten. Samenvatting De rode draad in het waterbeleid is het creëren van een gezond en veerkrachtig water-systeem en een duurzame waterketen. Belangrijk uitgangspunt is dat vuil- en hemelwater zoveel mogelijk gescheiden worden verwerkt en dat de voorkeursvolgorde voor hemelwater “vasthouden-bergen-afvoeren” wordt toegepast. Deze volgorde houdt in dat in eerste instantie getracht wordt het water zo lang mogelijk – daar waar het valt – vast te houden door bodeminfiltratie. Indien dit niet mogelijk is, wordt het water lokaal geborgen in vijvers en sloten. Pas in laatste instantie wordt het water, zo traag mogelijk, afgevoerd naar de omgeving (beken). Het water wordt in dit concept dus niet meer via het riool naar de rioolwaterzuivering afgevoerd. Doel is het voorkomen van pieken in de waterafvoer met mogelijke wateroverlast en overstorten als gevolg.
Pagina 7
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
2.4.2
Beleid gemeente Barneveld
Waterplan De gemeente Barneveld heeft in 2005 het Waterplan Barneveld vastgesteld. Dit plan is samen met de Waterschappen opgesteld. Het doel is te komen tot een integrale visie en daarop gebaseerde maatregelen om de gebruikswaarde en belevingswaarde van water te verhogen. Door een verantwoord gebruik en duurzame ontwikkeling van het water kan ook in de toekomst gebruik worden gemaakt van een gezond watersysteem. Het plan heeft betrekking op oppervlakte-, drink-, grond- en afvalwater en de samenwerking tussen de betrokken partijen. De riolering maakt er nadrukkelijk onderdeel van uit. Voor riolering zijn onder meer de volgende ambities uitgesproken. 1. Vasthouden en/of vertraagd afvoeren van water. 2. Het scheiden van vuil en schoon water. In uitbreidingen hemelwater van schone oppervlakken niet op de riolering lozen en bij voorkeur lokaal gebruiken, lokaal te infiltreren of lokaal te lozen op oppervlaktewater. In bestaand gebied hemelwater afkoppelen van het gemengd riool indien technisch en financieel haalbaar. Afkoppelen betekent dat het hemelwater niet langer afgevoerd wordt naar de rioolwaterzuivering maar in de bodem (infiltratie) of op het oppervlaktewater wordt geloosd. 3. Rioolwateroverstorten zodanig beperken dat ze geen belemmering vormen voor het bereiken van waterkwaliteitsdoelstellingen. 4. De afvoer van schoon hemelwater naar het infiltratie- of lozingspunt is bij voorkeur bovengronds. In het Waterplan is een concrete doelstelling opgenomen: in 2025 is 10% van het verharde oppervlak binnen de gemeente Barneveld afgekoppeld van de gemengde riolering (referentiejaar 2005). Het betreft 18 ha. afkoppelen. Om deze doelstelling te bereiken, wordt aanbevolen een hemelwaterbeleidsplan op te stellen. Gemeentelijk Rioleringsplan Het Waterplan vormt een van de belangrijkste kaders voor het verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014. In het GRP staat aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Er zijn zeven hoofddoelen geformuleerd, waarvan onderstaande in dit kader relevant zijn: 1. Doelmatige inzameling en verwerking van overtollig hemelwater. 2. Terugdringen van vuiluitworp naar bodem, grond- en oppervlaktewater. De volgende acties zijn opgenomen om de doelen in de planperiode te bereiken. Alle percelen binnen de bebouwde kom zijn voorzien van een hemelwaterafvoer op gemengde riolering of regenwaterriolering. In het buitengebied wordt hemelwater op het perceel benut, geborgen of afgevoerd op het bestaande watersysteem. Bij nieuwbouw worden alle percelen voorzien van een hemelwaterafvoer. Het beleid bij bestaande bebouwing is het afkoppelen van hemelwater van de gemengde riolering als dat op een doelmatige wijze mee kan liften met andere werkzaamheden aan weg en/of riolering. Het beleid bij nieuwbouw is gericht op het gescheiden inzamelen van hemelwater en afvalwater. Het ingezamelde hemelwater wordt zo mogelijk bovengronds afgevoerd richting een bergings- en infiltratievoorziening. In de planperiode 2010-2014 wordt een hemelwaterbeleidsplan opgesteld. Het verbeteren van het inzicht in het functioneren van de riolering en het effect van vuilemissie op oppervlaktewater door de basisrioleringsplannen van de kernen Barneveld, Voorthuizen en Kootwijkerbroek te actualiseren. Uit de actualisatie volgen verbeteringsmaatregelen (zoals afkoppelen) voor een verdere reductie van vuilemissie.
Pagina 8
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Plan van aanpak diffuse bronnen van verontreiniging 2009 Hemelwater dat in contact komt met verhard oppervlak wordt vermengd met stoffen op dat oppervlak. De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt hierdoor negatief beïnvloed. Het betreft algemeen voorkomende, en zeer verspreide lozing van, verontreinigende stoffen: lozing vanuit diffuse bronnen. Het plan van aanpak heeft tot doel om een goede kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater te bereiken. Het geeft voor het bebouwde gebied een overzicht van de aard en omvang van de diffuse bronnen, doelstellingen en een concreet programma met uitvoeringsmaatregelen voor de periode tot en met 2015. Maatregelen hebben onder meer betrekking op onkruidbestrijding, gladheidbestrijding, hondenpoep, straatmeubilair, maatregelen voor de bouw, maatregelen ruimtelijke ordening en communicatie. Het terugdringen van het gebruik en uitloging van zware metalen in bouwwerken en straatmeubilair is een belangrijke maatregel. Milieu(klimaat)beleidsplan 2009-2013 Het Milieu(klimaat)beleidsplan richt zich de komende jaren op de speerpunten duurzaamheid, klimaat en energie. Om te komen tot een duurzaam gebouwde omgeving wordt voor het aspect water rekening gehouden met de waterkwaliteit, onder meer door het terugdringen van het gebruik en uitloging van zware metalen in bouwwerken en straatmeubilair, en de waterkwantiteit, onder andere door waterberging en het hemelwater afkoppelen van het gemengd rioolstelsel. Afkoppelen vormt een duurzame bronmaatregel: het draagt bij aan het zo natuurlijk mogelijk functioneren van het stedelijk watersysteem. Bij uitbreidings- en inrichtingsplannen wordt een waterstructuurplan opgesteld om de gevolgen voor waterkwaliteit en –kwantiteit inzichtelijk te maken. Uitgangspunten zijn het gemeentelijk en extern beleid. De waterpartners (gemeente en Waterschap) zoeken samen naar maatregelen om de wateropgave te bereiken. De gemeente verankert zonodig de ruimtelijke consequenties van de wateropgave in het bestemmingsplan. Bouwverordening Barneveld In de gemeentelijke bouwverordening (artikel 2.7.5) is bepaald dat voorzieningen voor de afvoer van hemelwater aan of in bouwwerken zodanig moeten lozen dat geen verontreiniging van water, bodem en lucht kan optreden. De voorzieningen moeten aangesloten zijn aan een in de grond aangebrachte opvangen bezinkingsvoorziening (infiltratie) van voldoende capaciteit. De gemeente kan in afwijking van het bepaalde toch een omgevingsvergunning verlenen, indien de bodemgesteldheid, de grondwaterafvoer of de omvang van het perceel de infiltratie van hemelwater niet toelaten.
Pagina 9
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
3
HEMELWATERAFVOER IN BARNEVELD
Dit hoofdstuk beschrijft in hoofdlijnen hoe de gemeente Barneveld op dit moment omgaat met het afvoeren van (hemel)water. Het beheer en onderhoud van de rioolsystemen wordt kort beschreven met een weergave van de knelpunten. 3. 1
He me lw at e r af v o er
3.1.1
Rioolstelsels en hemelwater
De gemeente Barneveld heeft circa 625 kilometer riolering in eigendom en beheer. Er wordt onderscheid gemaakt in vrij verval riolering (325 kilometer), waarbij het water onder de zwaartekracht van hoog naar laag stroomt, en drukriolering (300 kilometer). Vrij verval riolering is onder te verdelen in een gemengd riool en gescheiden riool. Bij een gemengd riool wordt het afvalwater en hemelwater in één leidingsysteem gecombineerd en afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. In Barneveld ligt zo’n 150 kilometer gemengd riool, voorzien van 29 rioolgemalen en 19 overstorten op het oppervlaktewater. Bij een gescheiden riool worden afvalwater en hemelwater in twee afzonderlijke leidingsystemen verzameld en afgevoerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering, het hemelwater wordt direct geloosd op het oppervlaktewater. In totaal heeft Barneveld 175 kilometer gescheiden riolering (afvalwaterafvoer en hemelwaterafvoer). Een verbeterd gescheiden stelsel zorgt ervoor dat de eerste golf van hemelwater, dat als gevolg van stoffen op straat licht vervuild is, naar de afvalwaterafvoer wordt geleid. Drukriolering bestaat uit leidingen met een kleine diameter waardoor het afvalwater onder druk wordt afgevoerd. De drukriolering is met name in het buitengebied toegepast, waar percelen op relatief grote afstand van elkaar liggen. Dit systeem is voorzien van 1385 drukrioolgemalen. Drukriolering is niet ontworpen voor het afvoeren van hemelwater. Daarom mag er geen hemelwater op de drukriolering worden aangesloten. Het hemelwater dient op eigen terrein verwerkt te worden. 3.1.2
Ontwikkelingen
In het laatste decennium zijn hemelwatersystemen ontwikkeld, die bijdragen aan het zo natuurlijk mogelijk functioneren van watersystemen in de stad. Het hemelwater wordt eerst vastgehouden, daarna geborgen en tenslotte afgevoerd. Het zorgt voor een geleidelijke afvoer van hemelwater, overeenkomstig de natuurlijke situatie zonder bebouwing, wegen, etc. Bij dit systeem wordt het afstromend hemelwater opgevangen in wadi’s. Daar kan het water infiltreren in de bodem. Bij hevige buien wordt het overtollige water via overstorten en drainage afgevoerd naar het oppervlaktewater. Ook kan het hemelwater direct naar vijvers of groenvoorzieningen worden afgevoerd. In dit systeem wordt het hemelwater dus niet aan de vuilwaterafvoer gekoppeld. Het toepassen van het systeem behoeft altijd een zorgvuldige afweging vanwege risico’s van diffuse verontreiniging van de bodem, het oppervlaktewater en de oppervlaktewaterbodem. Het afstromend hemelwater neemt immers stoffen op de verharde oppervlakken mee. Daarnaast wordt de beheerssituatie complexer en kunnen de kosten van zowel aanleg als onderhoud hoog zijn. Het Waterschap heeft voor daken, wegen en terreinen afkoppelbeslisbomen ontwikkeld. In het algemeen betekent dit dat: Schoon hemelwater zonder enige zuivering wordt geïnfiltreerd in de bodem of geloosd op het oppervlaktewater. Licht vervuild hemelwater wordt middels een zuiverende voorziening (bijvoorbeeld een wadi of een bodempassage) geïnfiltreerd of geloosd.
Pagina 10
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Ernstig vervuild hemelwater wordt via de afvalwaterafvoer naar de rioolwaterzuivering getransporteerd, gezuiverd en geloosd op het oppervlaktewater. Recent is in een deel van de woonwijken De Burgt, Veller en Blankensgoed een bovengrondse afvoer van hemelwater toegepast. Dit betekent dat het hemelwater via de weg (en eventueel goten in de tuin) afstroomt naar infiltratievoorzieningen (wadi’s) en/of oppervlaktewater. 3. 2
Aa n l eg, b eh ee r e n o n de rhou d
De realisatie van waterberging en -afvoer in nieuwbouwwijken, bedrijventerreinen en bij nieuwe wegen wordt door de afdeling Vastgoed en Infrastructuur voorbereid. Hierover vindt reguliere afstemming plaats met de afdeling BOR, die verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de voorzieningen. Bijna alle onderhoudswerkzaamheden worden in eigen dienst uitgevoerd. De gemeente Barneveld is ook eigenaar van de riolering onder provinciale wegen binnen de bebouwde kom, en daarmee verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. Op basis van rioolinspecties worden verouderde of verslechterde riolen tijdig vervangen of gerenoveerd. De gemeente reinigt de riolering in een cyclus van 10 jaar. Dit is voldoende om de afstroming te waarborgen. Jaarlijks worden alle kolken gereinigd. Daarnaast worden de straten twee keer per jaar geveegd, wat mede bijdraagt aan het voorkomen van vervuiling in het riool. 3. 3
Kl ac hte n w at er ov e rl a st
Binnen de kernen is een tiental wateroverlastsituaties bekend. Deze door burgers gemelde of door eigen waarneming geconstateerde situaties treden vooral op tijdens hevige zomerse neerslag. Per geval wordt gezocht naar een duurzame oplossing, welke op korte termijn kan worden gerealiseerd. In sommige gevallen wordt de overlast veroorzaakt door een structureel knelpunt in het rioolsysteem. De oplossingen hiervoor zijn reeds opgenomen in het maatregelenpakket van het huidige GRP en staan voor uitvoering gepland. Het klachtenregistratiesysteem vermeldt nagenoeg geen klachten over wateroverlast. In sommige delen van nieuwbouwwijken wordt na hevige neerslag wateroverlast ervaren in de vorm van plassen in tuinen en drassige plantsoenen. De infiltratiecapaciteit van de bodem is beperkt als gevolg van slecht doorlatende grondlagen. Waarschijnlijk zijn de gronden tijdens de bouwfase aangereden door bouwverkeer en/of zijn de gronden bij de oplevering of het inrichten onvoldoende diep bewerkt.
Pagina 11
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
4
HEMELWATERBELEID
4. 1
Doe l ste ll ing en v an h et he me lw ate rb e le id
De gemeente Barneveld streeft de volgende doelstellingen na met haar hemelwaterbeleid: Het verminderen van de verdroging van de natuur. Het beperken van wateroverlast bij hevige regenval. Het zorgdragen voor een betere volksgezondheid. Het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het bijdragen aan de goede werking van de rioolwaterzuivering. Daarnaast wil de gemeente Barneveld met haar hemelwaterbeleid een voorbeeldfunctie vervullen richting haar burgers en bedrijven. Met het beleid wordt ook het imago van de gemeentelijke organisatie verbeterd. In de volgende paragrafen worden deze doelstellingen toegelicht. 4.1.1
Verdroging van de natuur
Hemelwater dat op onverharde oppervlakken valt, infiltreert in de bodem en vult het grondwater aan. Een juist grondwaterpeil is een voorwaarde voor (de bescherming van) natuurgebieden en landbouw. Onder andere door grondwateronttrekkingen voor de drinkwatervoorziening zijn grote gebieden op de Veluwe aan het verdrogen. Op veel plaatsen is het grondwaterpeil gedaald. Daar is sprake van verdroging. Voor veel planten is dit rampzalig. Het verhogen of het behouden van de grondwaterstand in de natuurgebieden en de omliggende voedende infiltratiegebieden is van belang om verdroging tegen te gaan. Verdroging wordt mede veroorzaakt als het hemelwater dat in stedelijk gebied op verharde oppervlakken valt via de riolering wordt afgevoerd en niet in de bodem wordt vastgehouden. Er vindt een versnelde waterafvoer plaats. 4.1.2
Wateroverlast
Bij hevige regenbuien bestaat de kans dat er water op straat komt te staan. In deze gevallen is de afvoercapaciteit van de riolering onvoldoende. Het water kan de riolering niet meer instromen en blijft op straat staan. De overlast wordt groter wanneer het water ook in de tuinen van aangrenzende percelen komt. In het ernstigste geval stroomt het de aanliggende huizen of gebouwen in. 4.1.3
Volksgezondheid
Als er water op straat komt te staan, betreft dit bij een gemengd rioolstelsel niet alleen hemelwater maar ook vuil water. Het gemengde, licht verontreinigde water bevat stoffen die slecht kunnen zijn voor de volksgezondheid. Daarnaast kan het stankoverlast veroorzaken. Als het water vervolgens via de riolering is afgevoerd, blijft het bezonken vuil nog enige tijd op straat totdat de straat is schoongemaakt of schoongespoeld door nieuwe neerslag. 4.1.4
Kwaliteit oppervlaktewater
Waterplanten en –dieren zijn in hun voortbestaan afhankelijk van een goede kwaliteit van het oppervlaktewater. De oeverzones en onderwaterbodems vormen een wezenlijk onderdeel van het oppervlaktewater. Ze zijn medebepalend voor de groei van waterplanten en daarmee voor de paai- en broedmogelijkheden voor vis en watervogels. De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt mede beïnvloed door het aantal overstorten van het gemengd stelsel, de hoeveelheid vuilwater dat bij deze situaties wordt geloosd en de mate van vervuilende stoffen in het vuilwater.
Pagina 12
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
4.1.5
Rioolwaterzuivering
Op de rioolwaterzuivering ondergaat het afvalwater verschillende behandelingen om grof vuil, zand, zwevend vuil en de meeste opgeloste afvalstoffen eruit te halen. Allereerst worden op mechanische wijze de niet-opgeloste afvalstoffen uit het water gehaald, daarna worden in de biologische zuiveringsfase, door middel van bacteriën, de opgeloste en fijne zwevende deeltjes verwijderd. Ook het overblijvende slib krijgt een grondige behandeling. In de rioolwaterzuivering Ede wordt zelfs energie teruggewonnen uit het slib. De rioolwaterzuivering functioneert het beste bij een gelijkmatige aanvoer van afvalwater en bij een minimale hoeveelheid schoon hemelwater, dat vermengd met afvalwater wordt aangevoerd. Bovendien is er dan minder energie nodig voor de zuivering en zijn de zuiveringskosten lager. 4.1.6
Voorbeeldfunctie
Door als gemeente zelf zorgvuldige afwegingen te maken bij de verwerking van hemelwater, waarbij naast de functionele aspecten ook aspecten als duurzaamheid en milieu worden meegenomen, worden burgers, bedrijven, woningstichting en projectontwikkelaars wellicht geïnspireerd om dit ook te doen. Het is belangrijk dat de gemeente het goede voorbeeld geeft en zelf daadkracht toont. Politiek en maatschappelijk gezien is hemelwater een onderwerp waarmee de gemeente Barneveld zich kan en wil manifesteren als een milieubewuste organisatie. Gerichte communicatie en voorlichting zijn hierbij van groot belang. 4.1.7
Concrete doelstelling
In het Waterplan 2005 is reeds een concrete doelstelling voor een uitvoeringsmaatregel opgenomen: in 2025 is 10% van het verharde oppervlak binnen de gemeente Barneveld afgekoppeld van de gemengde riolering (referentiejaar 2005). Het betreft dan het afkoppelen van 18 ha. 4. 2
He me lw at e rb e le id
Om de doelstellingen te realiseren, wordt nieuw hemelwaterbeleid geformuleerd. Dit beleid wordt mede bepaald door de eerder behandelde wettelijke kaders, waterbeleid van andere overheden en samenhangend gemeentelijk beleid. Ook aspecten van onderhoud en beheer hebben invloed op het beleid. Dit resulteert in de volgende beleidsuitgangspunten bij de aanleg, beheer en onderhoud van riolering. Algemeen In eerste instantie heeft het nuttig gebruik van hemelwater de voorkeur. Vervolgens wordt de trits “vasthouden-bergenafvoeren” gehanteerd. Het hemelwater dat van verharde oppervlakken afstroomt, wordt gescheiden van het afvalwater ingezameld. De gemeente draagt zorg voor de inzameling en verwerking van het hemelwater in het openbare gebied. Particulieren die zich ontdoen van hemelwater moeten dat op eigen terrein in de bodem of het oppervlaktewater brengen, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevraagd. In dat geval draagt de gemeente pas zorg voor de inzameling en verwerking van het aangeboden hemelwater. De afkoppelbeslisbomen voor daken, wegen en terreinen van het Waterschap zijn richtinggevend bij de keuze om licht verontreinigd hemelwater aan te sluiten op een hemelwatersysteem of van het gemengd riool af te koppelen (bijlage 1). De beslisbomen houden rekening met de risico’s van diffuse verontreiniging (bijvoorbeeld uitloging zware metalen). Bij de keuze, vormgeving en onderhoud van hemelwatersystemen wordt rekening gehouden met de klimaatontwikkelingen. In het buitengebied is drukriolering aangelegd. Het hemelwater mag niet op de drukriolering worden aangesloten.
Pagina 13
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Bestaande situaties Het hemelwater van het openbare gebied wordt afgekoppeld van het gemengd rioolstelsel. Er wordt een apart hemelwaterriool aangelegd, waarop straat- of trottoirkolken worden aangesloten. Het hemelwater van eigen terrein kan, indien het niet ter plaatse kan worden verwerkt, eveneens op het hemelwaterriool worden aangesloten. Het hemelwaterriool voert af naar bestaande of te realiseren waterberging binnen het plangebied in de vorm van een wadi of oppervlaktewater. Oppervlakken die rechtstreeks kunnen lozen op de waterberging worden hier direct op aangesloten. De benodigde hemelwaterberging dient wat betreft de inhoud te voldoen aan de eisen van het Waterschap. Deze eisen houden onder meer verband met de maximale afvoernorm van hemelwater uit het plangebied. De overstorten van de wadi voeren het overtollige water af naar het oppervlaktewater. Bij individuele nieuwbouw (woning, agrarische schuur, etc.) in bestaand gebied, waarbij een toename van het verhard oppervlak (daken en terreinen) plaatsvindt, wordt waterberging als voorwaarde gesteld. Nieuwe gebieden Het ingezamelde hemelwater wordt bovengronds, al dan niet via een specifieke zuivering in verband met uitlogend materiaal, afgevoerd naar een waterberging binnen het plangebied in de vorm van een wadi of oppervlaktewater. Als bovengrondse afvoer redelijkerwijs niet kan, wordt het hemelwater via een hemelwaterriool afgevoerd naar de waterberging. Verder gelden enkele beleidsuitgangspunten van Bestaande situaties. Overig Uit oogpunt van eenduidigheid, robuustheid en beheerbaarheid wordt zoveel mogelijk vastgehouden aan bovengenoemde hemelwatersystemen. Bij groot onderhoud van de riolering, bij groot onderhoud van wegen en bij reconstructies wordt de bestaande riolering getoetst aan capaciteit en kwaliteit, en eventueel aangepast. Reguliere communicatie naar burgers en bedrijven over het hemelwaterbeleidsplan en de daaruit voortvloeiende maatregelen. Burgers en bedrijven worden gestimuleerd om het hemelwater op eigen terrein te scheiden van het afvalwater en volgens de trits “vasthouden-bergen-afvoeren” te behandelen. Monitoren van verdroging, wateroverlast, overstorten en afgekoppeld verhard oppervlak om te evalueren of de doelstellingen worden behaald. Zonodig kan het maatregelenpakket worden bijgesteld.
Pagina 14
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
5
UITVOERINGSPROGRAMMA
In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt welke maatregelen uitgevoerd worden om de doelstellingen op het gebied van hemelwater te realiseren. De maatregelen dragen allemaal in een bepaalde mate aan één of meerdere doelstellingen bij. Er wordt onderscheid gemaakt in maatregelen voor bestaande situaties, nieuwbouwsituaties en overige maatregelen. Een overzicht van de maatregelen besluit dit hoofdstuk. 5. 1
M aatr eg el en be st a an de s it u at i e
5.1.1
Afkoppelen hemelwater
Met afkoppelen wordt bedoeld dat het hemelwater niet langer in het gemengd riool, maar via een nieuw systeem in de bodem (infiltratie) of het oppervlaktewater wordt geloosd. De aansluitingen van de hemelwaterafvoer (straat- of trottoirkolken, regenpijpen) op het gemengd riool worden afgesloten en aangesloten op een nieuw hemelwaterriool. Het water wordt opgevangen in wadi’s of buizen die het langzaam in de grond weg laten sijpelen. Ook kan het hemelwater direct naar vijvers of groenvoorzieningen afgevoerd worden. Er is altijd maatwerk van toepassing bij het bepalen van de hemelwatervoorzieningen in de ruimtelijke omgeving. Dit maatwerk betreft ook het rekening houden met de verwachte effecten op de waterhuishouding van klimaatverandering. Het Waterplan heeft de doelstelling: in 2025 is 10% van het verharde oppervlak binnen de gemeente Barneveld afgekoppeld van de gemengde riolering (referentiejaar 2005). Het betreft het afkoppelen van 18 ha. Vanaf 2005 is het verhard oppervlak als gevolg van nieuwbouw en nieuwe wegen weliswaar toegenomen, maar daarbij is strikt het beleid gehanteerd dat het hemelwater niet op het riool wordt aangesloten. In de periode tussen 2005 en nu is reeds 8,2 ha. verhard oppervlak in de openbare ruimte afgekoppeld (zie onderstaande tabel). Periode
Locatie
2005 - heden
Afgekoppelde hoeveelheid (ha)
Barneveld (centrumplan, De Heus, Markthal, Schaffelaartheater)
5,3
Voorthuizen (centrumplan, Wilhelminaschool)
1,2
Garderen (N310 binnen de kom)
1,4
Stroe (Ericaweg, Bremstraat)
0,3
Totaal
8,2
Dit betekent dat er tussen 2011 en 2025 nog een afkoppelopgave resteert van ± 9,8 ha. In de lijst van verbeteringsmaatregelen van het GRP 2010-2014 zijn enkele afkoppelprojecten in diverse kernen (tekening bijlage 2) opgenomen. De financiering is eveneens binnen het GRP geregeld. Afkoppelhoeveelheid (ha)
Uitvoering
Financiën (€)
Kootwijk
1,4
2012
210.000
De Glind
0,3
2013
100.000
Periode
heden - 2017
Locatie
Pagina 15
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Terschuur
0,4
2014
65.000
Zwartebroek
0,5
2014
65.000
Kootwijkerbroek
1,4
2016/2017
220.000
Voorthuizen
1,3
2016/2017
300.000
Totaal
5,3
Met de uitvoering van de maatregelen in het GRP wordt in de periode tot en met 2017 fasegewijs 5,3 ha. verhard oppervlak in de openbare ruimte afgekoppeld. Dit betekent dat er tot 2025 nog een afkoppelopgave resteert van ± 4,5 ha. Het afkoppelen van hemelwater kan tevens meegenomen worden als uitgangspunt bij grootschalige rioleringswerkzaamheden. Dit hemelwaterbeleidsplan bestrijkt een periode van 5 jaar. Op basis van geplande grootschalige rioolvervangingen in deze periode en de afkoppelpotentie volgens de basisrioleringsplannen blijkt dat alleen in wijk De Lors in Barneveld (tekening bijlage 2) afkoppelmogelijkheden zijn. Periode
2011 - 2015
Locatie
Barneveld, De Lors Totaal
Afkoppelhoeveelheid (ha)
Uitvoering
0,5
2012/2013
0,5
De 0,5 ha. betreft het verhard oppervlak in de openbare ruimte. In het GRP 2010-2014 zijn echter geen financiën gereserveerd voor de bijkomende kosten van het afkoppelen van hemelwater bij grootschalige riolerings- en wegwerkzaamheden. De financiering van de rioolvervanging in De Lors moet uitwijzen of het gewenste afkoppelen integraal meegenomen kan worden. Als er zich de komende jaren kansen aandienen om afkoppelen integraal mee te nemen in grootschalige wegwerkzaamheden of inbreidingsplannen dan worden deze genomen. Om de doelstelling van het Waterplan voor 2025 te bereiken, blijft het nodig om in een nieuw GRP een budget voor afkoppelen op te nemen. 5.1.2
Afkoppelen hemelwater particulier terrein
Bij de uitvoering van gemeentelijke rioolprojecten in bestaande situaties is het eveneens wenselijk om de particuliere verhardingen af te koppelen, maar het is niet verplicht voor particulieren om dit te doen. Landelijke ervaringen laten zien dat particulieren, verenigingen van eigenaren en woningbouwverenigingen nauwelijks bereid zijn om volledig voor eigen rekening mee te werken aan het afkoppelen van hemelwater. Particulieren verplicht stellen om voor eigen rekening mee te werken kan op basis van een op te stellen hemelwaterverordening. De noodzaak ontbreekt echter om dit zware instrument voor dit doel in te zetten. Door voor de afzonderlijke Barneveldse rioleringsprojecten in een vroeg stadium na te gaan of afkoppelen van particuliere oppervlakken zinvol en kostenefficiënt is, kan besloten worden om desgewenst een relatief beperkt budget in de kostenraming mee te nemen. Met dit budget kan de gemeente materiaal en deskundigheid beschikbaar stellen aan particulieren. Zij zorgen hierbij zelf voor de uitvoering op eigen terrein.
Pagina 16
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Een bijzonder GRP-project betreft het afkoppelen van hemelwater van de vuilwaterriolering in het recreatiegebied Kieftveen. Het betreft de hemelwateraansluitingen van recreatiebedrijven en particuliere eigenaren. Het afkoppelen is noodzakelijk vanwege de capaciteitsproblemen van de aanwezige rioolgemalen en persleidingen in dit gebied. De capaciteit van deze gemalen is namelijk gebaseerd op de gemiddelde vuilwaterafvoer. Bij een bepaalde neerslag kan wateroverlast op de particuliere terreinen voorkomen. Voor de uitvoering is een budget van € 1.000.000 beschikbaar. 5.1.3
Ombouw Verbeterd Gescheiden Stelsels
Een Verbeterd Gescheiden Stelsel zorgt ervoor dat de eerste golf van hemelwater, dat als gevolg van stoffen op straat licht vervuild is, naar de vuilwaterriolering wordt geleid. Het overige hemelwater gaat naar de hemelwaterafvoer. De afstelling in dit systeem betekent in de praktijk dat al het hemelwater bij kleine buien, en 80% van het hemelwater bij stevige buien, in de vuilwaterriolering terecht komt. Door dit systeem aan te passen met een intelligente pomp ontstaat een Slim Verbeterd Gescheiden Stelsel (SVGS). Dit systeem is in staat om de hoeveelheid hemelwater dat naar de vuilwaterriolering wordt geleid, aan te passen aan de hoeveelheid neerslag. Hierdoor komt substantieel minder hemelwater in de vuilwaterriolering terecht. Bij nieuwbouwwijken wordt, indien van toepassing, een SVGS standaard uitgevoerd. In het kader van de revitalisering van Harselaar-West is een nieuw SVGS gerealiseerd. In het GRP staat de ombouw naar een SVGS gepland voor de wijk Norschoten en het gebied De Burgt/Briellaerd. 5.1.4
Handhaving drukriolering
Drukriolering is met name in het buitengebied toegepast. Perceeleigenaren zijn bij de aanleg schriftelijk geïnformeerd over de gebruiksvoorschriften. Hoewel er geen hemelwater op de drukriolering mag worden aangesloten omdat het systeem daarvoor niet ontworpen is, gebeurt dit in de praktijk op beperkte schaal toch. Een reden is dat de perceeleigenaar geen ruimte op eigen terrein vrij wil maken voor de infiltratie van het hemelwater of een waterberging. Een andere reden is dat men geen kosten wil maken voor voorzieningen om het hemelwater af te voeren. De gemeente heeft enkele handhavingstrajecten uitgevoerd op basis van vrijwillige medewerking. Het merendeel van de perceeleigenaren heeft het hemelwater van de drukriolering afgehaald. Uit controle bleek echter dat sommige perceeleigenaren snel weer het hemelwater op de drukriolering aansloten. Juridische handhaving was lastig omdat de wettelijke basis in een aansluitvergunning of verordening ontbrak. In de Waterwet 2009 is de zorgplicht voor het hemelwater vastgelegd. Particulieren die zich ontdoen van hemelwater moeten dat op eigen terrein in de bodem of het oppervlaktewater brengen, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevraagd. In dat geval draagt de gemeente pas zorg voor de inzameling van het hemelwater. De gemeente heeft in het kader van de Wet Milieubeheer (artikel 10.32a) de bevoegdheid om via een verordening regels te stellen aan het hemelwater dat particulieren aan de gemeente willen overdragen. In de verordening kan bepaald worden dat het inbrengen van hemelwater in een voorziening voor het inzamelen en transport van afvalwater (o.a. drukriolering) binnen een aan te geven termijn wordt beeindigd. Met een op te stellen verordening (met strafbepaling) ontstaat een juridische basis voor handhaving. Een nieuw handhavingstraject wordt opgestart waarbij perceeleigenaren in eerste instantie dringend worden verzocht het hemelwater van de drukriolering af te halen. Als dit onvoldoende effect sorteert, zullen de eigenaren worden gedwongen op basis van een door de raad vast te stellen verordening. In tegenstelling tot de situatie van het afkoppelen van hemelwater op particulier terrein wordt in deze situatie zonodig wel het instrument verordening ingezet. In deze situatie is immers sprake van een situatie die niet is toegestaan. 5.1.5
Basisrioleringsplan
Voor iedere kern in de gemeente Barneveld is een basisrioleringsplan (BRP) opgesteld. In zo’n plan staan de onderzoeksresultaten vermeld met betrekking tot het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van het rioolstelsel. Tevens worden maatregelen voorgesteld om het functioneren te verbeteren en de vuiluitworp te reduceren. Iedere 10 jaar wordt een BRP geactualiseerd.
Pagina 17
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Aan een te actualiseren basisrioleringsplan worden uitgangspunten en randvoorwaarden meegegeven, zoals wetgeving, beleid en richtlijnen. Dit hemelwaterbeleidsplan zal daar onderdeel van uitmaken. Als input voor het BRP worden ook de knelpunten met betrekking tot hemelwater ingebracht. 5.1.6
Gemeentelijke gebouwen
De gemeente Barneveld kan met de wijze waarop bij de realisatie en onderhoud van gemeentelijke gebouwen wordt omgegaan met waterafvoer een voorbeeldfunctie vervullen. Door het afkoppelen van het hemelwater dat op daken valt, geeft de gemeente het goede voorbeeld richting particulieren, bedrijven, woningstichting en projectontwikkelaars. Het is van belang dit voorbeeld ook breed uit te dragen. Bij nieuwbouw wordt de gewenste vorm van hemelwaterafvoer als uitgangspunt meegenomen in de planontwikkeling. Maar ook bij verbouw of groot onderhoud is er de gelegenheid om het hemelwater af te koppelen. Hiertoe lijken kansen aanwezig bij bijvoorbeeld dorpshuis De Koepel in Garderen (infiltreren in bodem) en dorpshuis De Belleman in Zwartebroek (afvoer naar bijgelegen sloot). Op basis van de onderhoudsplanning wordt nader onderzoek verricht naar realistische en kostenefficiënte mogelijkheden. 5. 2 5.2.1
M aatr eg el en ni euw bo uw sit u at i e Niet aankoppelen hemelwater uitbreidingsgebieden
Uitbreidingsgebieden voor woningbouw of bedrijventerreinen worden in de gemeentelijke organisatie, mogelijk samen met een projectontwikkelaar of woningstichting, projectmatig voorbereid. In projectgroepen wordt het hemelwaterbeleid, zoals beschreven in paragraaf 4.2 als uitgangspunt ingebracht. Ieder uitbreidingsgebied is wat betreft grootte, inrichting, aanwezigheid oppervlaktewater, grondwaterstand, grondsamenstelling, etc. uniek. Dit betekent dat altijd maatwerk van toepassing is bij het bepalen van de hemelwatervoorzieningen in de ruimtelijke inrichting. Dit maatwerk betreft ook het rekening houden met de verwachte effecten op de waterhuishouding van klimaatverandering. 5.2.2
Niet aankoppelen hemelwater individuele nieuwbouw
In de wateradvisering bij individuele nieuwbouw wordt als uitgangspunt genomen dat het afstromende hemelwater van daken en verharde terreinen op eigen terrein in de bodem wordt geïnfiltreerd of wordt geborgen in wadi’s of oppervlaktewater. Tevens wordt aandacht besteed aan het nuttig gebruik van hemelwater (b.v. met een regenton het water opvangen en gebruiken voor de planten). Als het bouwplan de voorwaarden biedt, wordt de mogelijkheid van een sedum dakbedekking voorgesteld. Pas wanneer het hemelwater redelijkerwijs niet op eigen terrein kan worden verwerkt, wordt aansluiting op het gemeentelijk riool toegestaan. Het aanwezige type riolering bepaalt de voorgestelde maatregelen: Bij een gemengd riool wordt de aanleg van een apart hemelwaterafvoer naar dit riool verwacht. Bij een toekomstige ombouw naar een gescheiden rioolstelsel kan de afvoer op de hemelwaterafvoer worden aangesloten. Bij een gescheiden rioolstelsel wordt het hemelwater op de hemelwaterafvoer aangesloten. In het buitengebied waar drukriolering is toegepast, zijn altijd wel mogelijkheden voor verwerking op eigen terrein. 5.2.3
Standaard ontwerp- en uitvoeringseisen
De gemeente hanteert het document Standaard ontwerp- en uitvoeringseisen civiel- en cultuurtechnische werken bij de inrichting van de openbare ruimte. Hierin worden eisen en richtlijnen gegeven voor zowel het proces, bouw- en woonrijpmaken en inrichting van de openbare ruimte. Dit betreft verschillende activiteiten en voorzieningen zoals het bewerken van gronden voor een goede waterdoorlatendheid en de realisatie van voorzieningen voor de hemelwaterafvoer en -berging.
Pagina 18
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
5. 3
O v er ig e ma at r ege l en
Naast het treffen van infrastructurele maatregelen worden ook enkele preventieve en communicatieve maatregelen genomen om de doelstellingen te bereiken. 5.3.1
Watertoets
De gemeente Barneveld past bij ieder nieuw of te wijzigen bestemmingsplan het procesinstrument watertoets toe. De gevolgen van de ruimtelijke ontwikkeling op de waterhuishouding worden in beeld gebracht en conform het beschreven beleid worden maatregelen voor onder andere de hemelwaterafvoer voorgesteld. In de waterparagraaf in het bestemmingsplan worden de resultaten beschreven. Voor alle majeure ruimtelijke plannen wordt een waterstructuurplan opgesteld. In zo’n plan wordt de huidige en nieuwe waterhuishouding van het gebied op hoofdlijnen beschreven. Aspecten als hemelwater, waterberging en rioleringssystemen komen aan bod. Dit is ook de input voor de op te stellen waterparagraaf. 5.3.2
Monitoren
In deze beleidsnota zijn doelstellingen geformuleerd voor het verbeteren van de waterkwaliteit van oppervlaktewater door het beperken van overstorten. Vervolgens is het van belang om via monitoring te weten in hoeverre Barneveld op koers ligt om deze doelstellingen te halen. Met de resultaten wordt inzicht verkregen in de stand van zaken en kan zonodig bijgestuurd worden om met gewijzigd beleid en aanvullende maatregelen de doelstellingen te halen. De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt via een meetprogramma door de Waterschappen onderzocht en geregistreerd. De gemeente Barneveld neemt deel aan het Platform Water Vallei en Eem. Achttien gemeenten en het Waterschap in de Gelderse Vallei en Eemvallei zijn hierin vertegenwoordigd. Het platform werkt aan een gezamenlijk meetnet voor riolering en grondwater. Hiermee komt nog meer informatie vrij waardoor het functioneren van de riolering, inclusief overstorten, beter gevolgd kan worden. 5.3.3
Communicatie
Met het beleid voor hemelwater en de uitvoering van de daaruit voortkomende maatregelen gaat Barneveld zich profileren als een milieubewuste organisatie. Intern wordt een communicatieplan opgesteld, dat aangeeft wanneer, welke acties worden ondernomen om de diverse doelgroepen te informeren of te motiveren tot eigen acties. In het GRP is voor 2012 een project opgenomen om burgers te informeren over het goed gebruiken van riolering en het voorkomen van verontreinigd oppervlaktewater door diffuse bronnen. Communicatie rondom het hemelwaterbeleid kan hiervoor als opstap worden gebruikt of een integraal geheel vormen. Van belang is dat het bewustzijn van het omgaan met water en riolering wordt vergroot. 5. 4
O v erz ic ht uit v o er ing sp rog r amm a 2 0 11 - 2 0 15
In het onderstaand overzicht is weergegeven welke maatregelen genomen kunnen worden om de doelstellingen te bereiken. Tevens is aangegeven uit welke bron de maatregel gefinancierd wordt. Nr
Maatregel
Investering
1 2
Afkoppelen hemelwater openbare ruimte Afkoppelen hemelwater particulier terrein
1) 1)
3
Ombouw verbeterd gescheiden stelsels
1)
4 5 6 7
Handhaving drukriolering Hemelwater in basisrioleringsplan Gemeentelijke gebouwen afkoppelen Niet aankoppelen uitbreidingsgebieden
2) 2) 3) 3)
Pagina 19
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
8 9 10 11 1. 2. 3. 4.
Niet aankoppelen individuele nieuwbouw Watertoets Monitoren Communicatie
4) 2) 1) 1)
Financiering uit budgetten van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2014. Activiteit vindt plaats in het kader van reguliere werkzaamheden van de afdelingen V&I en/of BOR. De maatregel wordt uitgevoerd binnen het budget van het betreffende project. Financiering wordt verzorgd door particuliere eigenaar van percelen.
Pagina 20
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
BEGRIPPENLIJST
Afkoppelen Deze term wordt gebruikt wanneer het hemelwater niet langer in het bestaande gemengd riool wordt geloosd, maar via een nieuw systeem in de bodem of het oppervlaktewater wordt geloosd. Dat kan door hemelwater dat op verharde oppervlakten (daken, straten, etc.) valt op te vangen in wadi’s of buizen die het langzaam in de grond weg laten sijpelen. Ook kan dit door hemelwater direct naar vijvers of groenvoorzieningen af te voeren. Hemelwater Hemelwater is een verzamelnaam voor alle verschillende soorten neerslag. In Nederland is dat hoofdzakelijk regen, maar soms ook hagel of sneeuw. Niet aankoppelen Deze term wordt gebruikt wanneer het hemelwater in uitbreidingsplannen of bij individuele nieuwbouw niet wordt aangesloten op het gemengd riool. Overstort Een plek waar bij hevige regen ongezuiverd rioolwater in het oppervlaktewater terecht komt. Dit gebeurt omdat de rioolbuizen op zo’n moment overvol zijn en een soort “uitlaatklep” nodig hebben. Deze lozing is schadelijk voor de waterkwaliteit in het oppervlaktewater. Rioolwaterzuivering Een installatie waar het Waterschap afvalwater van huishoudens en bedrijven zuivert. Door mechanische en biologische zuivering wordt ongeveer 95% van alle afvalstoffen uit het water verwijderd. Wadi Een wadi is een met gras begroeide ondiepe sloot voor infiltratie en afvoer van hemelwater. Tijdens droog weer heeft de wadi bijna het uiterlijk van een grasveld. Bij neerslag stroomt hemelwater in de wadi, waar het in de bodem kan infiltreren. Veelal is de wadi voorzien van een overstort naar een regenwaterriool of watergang om overstroming bij hevige neerslag te voorkomen. Waterketen De waterketen wordt gevormd door de ingrepen van de mens op het watersysteem. Het betreft de reeks van waterwinning, drinkwaterproductie en –distributie, gebruik, inzameling, transport en zuivering van afvalwater en lozing van gezuiverd afvalwater. Waterstructuurplan In een waterstructuurplan wordt het waterbeleid van de gemeente en de Waterschappen vertaald naar een waterhuishoudingplan voor het gebied. Het waterstructuurplan is het document waaraan het plan tijdens de uitwerking en de aanleg getoetst wordt. Het plan wordt opgesteld bij majeure ruimtelijke ontwikkelingen. Watersysteem Het watersysteem is het natuurlijke systeem van water in onze samenleving. Het omvat de oppervlaktewateren (beken, rivieren, meren etc. inclusief oevers en waterbodems) en het grondwater (het ondiepe en diepe grondwater).
Pagina 21
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
BIJLAGE 1 AFKOPPELBESLISBOMEN WATERSCHAP VALLEI & EEM
Pagina 22
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Pagina 23
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Pagina 24
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Pagina 25
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
Pagina 26
Hemelwaterbeleidsplan 2011-2015
BIJLAGE 2 AFKOPPELPROJECTEN GEMEENTE BARNEVELD
Pagina 27