HDien Ceutuen Cplanbt jfUelanbt p»
^
SetZA/ JAkersCoot-'Berg (1850-1922)
Hitgave van cCe CuCtuur ^istoriscfie yerentging TyCancCt jOeCancCt Tiende jaargang niunmer 2. September 2000 Het blad verschijnt 3x per jaar Lidmaatschap / 25,— per jaar Bankrekening nr.: 36.76.50.029
Correspondentie adres: E-mail:
Havenweg 2. 8899 BB Vlieland
[email protected]
Bestuarssamenstelling Dagelijks bestuur: J.H. Nanninga, Voorzitter J.M. van Grinsven, vice voorzitter S.Bank-Gieles, seca-etaris M. K . de Groot, penningmeester
0562-451606 0562-451959 0562-451640 0562-453345
Overige bestuursleden T. Bijtelaar-te Velde M. van der Pol-Reinders L.H. Sterenberg D. van der Veen
0562-451999 0562-451428 0562-451033 0562-451100
Redactie: J.H Nanninga J.M. van Grinsven
Lay-out M.K. de Groot
Commissies: Gasten schilderen Vlieland / Vlielander Amateurs: T. Bijtelaar-te Velde & M.K. de Groot Vlielander Monumenten: S. Bank-Gieles, & M. van der Pol-Reinders Het auteursrecht/copyright van de inhoud van dit blad berust uitsluitend bij de Cultuurhistorische vereniging 'Eylandt Flielandf te Vlieland. Wanneer artikelen de naam van een auteur dragen, berust het auteursrecht bij de auteur.
InfioucCsopgave Van /iet Sestuur
3.
Inletdirj^
4.
!Een <maf/ianiiefy/ie vrouw
6.
l>e veryacierin^der^elbviffen' Setzy Jl^erslbotSer^ als iiunstenares
n.
Setzy als^efi-uwde vrouw
14.
Jfet leven qp yfieia.Ttd'
16.
De economisc/iej:^osttte
19.
Zie^te en sterven van Setzy Jl^ers^otSer^
zj.
£tteratuurfyst
zj.
Srieven van Setzy JlMers^bot-Ser^
24
1
yan fiet 'Bestuur In dit jaar komt de schilderes Betzy Akersloot-Berg opnieuw onder de aandacht door een uitgave van een boek dat in een eerdere editie van ons verenigingsblad besproken werd. Ook is zij tijdens de heropening van het 'Tromps Huys' nog eens in de belangstelling komen te staan. Onze vereniging heeft gemeend niet achter te kunnen blijven en heeft ons lid Nynke Gerritsma bereid gevonden ons September nummer geheel aan 'Betzy" te wijden. Door haar opleiding als kunsthistorica heeft deze uitgave toch een andere, dan de gebruikelijke, dimensie gekregen. Nynke laat ons een zeer zelfstandige, geemancipeerde en gelovige vrouw uit een arm Noors milieu zien, die door haar huwelijk in staat gesteld wordt financieel onafliankelijk te zijn, om in haar nadagen toch weer met geldzorgen opgescheept te worden. Het ontbreken van contact met de plaatselijke bevolking speelde haar helaas grote parten. De veelal niet eerder gepubliceerde brieven geven hier blijk van, terwijl ook alledaagse zaken als haar tuin enz. uitvoerig besproken worden. Nynke hartelijk dank voor je inzet. W i j hopen nog veel van je te mogen publiceren
J. H . Narminga
3
InCeicCing Betzy Rezora Akersloot-Berg - als je haar naam op Vlieland noemt, roept dat bij de meeste mensen wel herkenning op. Een VHelandse zeeschilderes van rond de wisseling van de 19* naar de 20* eeuw - dat is het beeld dat de meeste VUelanders van haar hebben. En de meesten zullen ook de band met het huidige museum Tromp's Huys leggen. Daar is immers veel van haar te zien - een aantal schilderwerken, maar vooral ook allerlei voorwerpen en meubels uit haar huishouden. Betzy Akersloot-Berg heeft namelijk in het Tromp's Huys gewoond. En een enkeling zal ook nog weten te vertellen dat het mooie hoge huisje achter het Tromp's Huys, tegen de dijk aan, is gebouwd als atelier voor Betzy Akersloot-Berg. Ook is op de begraafjjlaats naast de kerk de grafsteen van Betzy nog terug te vinden. Maar daar houdt de kermis over Betzy Akersloot zo ongeveer op. Dat is ook niet zo gek. Er is niet erg veel over haar bekend, zeker niet buiten Vlieland. En dat heeft te maken met het feit dat ze als kimstenares niet erg is opgevallen. Haar werk is, zoals het werk van veel van haar tijdgenoten, te typeren als naturalistisch-realistisch. Ze raakte beinvloed door het impressionisme, maar is nooit baanbrekend geweest. Ook heeft ze nooit een nieuwe richting aan de kunst gegeven. Het meest interessante aan Betzy Akersloot is haar persoonlijkheid en haar levensverhaal. Doordat haar leven zich voor een groot deel afspeelde op Vlieland, is haar geschiedenis ook belangrijk voor de Vlielandse geschiedenis. Daarom verdient ze aandacht. Een korte levensbeschrijving: Betzy Berg werd op 16 december 1850 geboren op de boerderij Nordre Haugrim in Aurskog, een plaats 60 km ten oosten van Oslo in Noorwegen. Ze groeide op in Noorwegen, deed daar een opleiding tot verpleegster en nam er tekenlessen. In 1881 vertrok ze naar Munchen, waar ze een aantal jaren studeerde bij de kunstenaar Otto Sinding. In 1885 ging ze in Den Haag in de leer bij de Nederlandse schilder H.W. Mesdag. Daama vertrok ze voor een jaar naar Parijs om verder te studeren. In 1893 trouwde Betzy Berg met Gooswinus Akersloot. Het echtpaar vestigde zich in 1896 op Vlieland, in het Tromp's Huys. Daar bleven ze hun verdere leven wonen. Betzy Akersloot-Berg bleef schilderen. Ze reisde veel, en exposeerde in verschillende plaatsen haar werk. Rond 1920 werd ze ziek. Ze stierf op 22 december 1922.
4
De reconstnictie van het leven van Betzy Akersloot-Berg is niet gemakkehjk, omdat schriftehjke bronnen en pubhcaties zeer beperkt zijn. Museum Tromp's Huys heeft enkele tijdschriften en krantenknipsels uit haar tijd in het bezit. Daamaast is er een aantal persoonhjke brieven bewaard gebleven. Onlangs kreeg het museum enkele brieven uit het archief van de famihe Voorhoeve, een famihe waar Betzy Akersloot-Berg innige banden mee had. Deze brieven zijn voor een deel gebruikt voor de studie die vooraf ging aan het boek 'Betzy Akersloot-Berg. 1850-1922, zeeschilderes' van de Noorse kunsthistorica Brit Bell (red. Bert Huiskes). Dit boek is dit jaar verschenen. Het leek de Cultuur-Historische Vereniging Vlieland een goed idee om de brieven apart te pu- bliceren. Hetgaan dan ook door middel van deze uitgave verwezenlijkt is. Ik heb ervoor gekozen om deze publicatie in twee delen uiteen te laten vallen. In het eerste deel worden een aantal opvallende punten uit het leven van Betzy Akersloot-Berg beschreven en geillustreerd met passages uit de brieven van of aan Betzy Akersloot. In het tweede deel zijn de brieven opgenomen, in chronologische volgorde. De brieven die we hier publiceren zijn alien uit de Vlielandse periode van het leven van Betzy Akersloot-Berg. De meeste zijn persoonlijke brieven, en bieden ons een aardige inkijk in het dagelijkse leven van Betzy Akersloot op Vlieland. De brieven publiceer ik zoals ze geschreven zijn. De spelling zoals die rond de vorige eeuwwisseling gewoon was, is gehandhaafd. Omdat Betzy Akersloot van Noorse afkomst was, is haar Nederlands nooit perfect geworden. Dat is ook te merken aan de brieven die ze schreef De stijlfouten of foute zinsopbouw heb ik zo gelaten, maar dat kan hier en daar een beetje een rare indruk wekken. Het hoorde bij haar - dat moet u maar bedenken als u het leest. Tenslotte: de brieven waren handgeschreven en hier en daar was een woord of een naam moeilijk leesbaar. Ook dat is eigen aan het soort historische bronnen zoals handgeschreven brieven zijn. Ik wens u veel leesplezier met dit boekje.
Nynke Gerritsma Vlieland, augustus 2000 handtekening van Betzy Akersloot-Bet-^
5
Ten onaffiankeCyke
vrouw
Als je het levensverhaal van Betzy Akersloot-Berg hoort, en je leest de brieven die bewaard zijn gebleven, dan komt een beeld naar voren van een zeer onafhankelijke vrouw. Ze had duidelijk voor ogen wat ze met haar leven wilde, en slaagde er bovendien ook in om dat voor een groot deel voor elkaar te krijgen. In een artikel over het werk van Betzy Akersloot-Berg in 'Vrije Arbeid', een maandblad voor kunst, wetenschap en handel werd het trefFend verwoord. De schrijver van het artikel, dr. R. de Waard uit Groningen, beschreef het leven van Betzy Akersloot op Vlieland op een idylische wijze en je krijgt de indruk dat Betzy zelf ervoor gezorgd heeft dat ze het zo goed voor elkaar had. Haar huis, de rust, de vrijheid om te kunnen schilderen - in al die dingen leek Betzy Akersloot de regie in handen te hebben. "Zeldzame vrouw!", verzuchtte De Waard bewonderend. Betzy Akersloot-Berg heeft altijd veel gereisd. De reizen stonden vaak in het teken van het schilderen, maar ze bezocht ook familie en vrienden. Voor haar huwelijk reisde ze heel wat af - ze kwam in heel Europa. Maar nog bijzonderder is dat dat reizen na haar huwelijk is gebleven. En dat deed ze vaak zonder haar echtgenoot. Aan het begin van de 20* eeuw was het voor ge- trouwde vrouwen 'not done' om zonder echtgenoot te reizen. Kennelijk was dat voor Betzy Akersloot geen enkele aanleiding om haar manier van leven aan te passen, leder jaar ging ze een aantal maanden op reis, voor het grootste deel zonder echtgenoot. En ook kortere reizen binnen Nederland werden soms alleen ondemomen. In de brief aan Alida Sap uit 1900 komt dit naar voren: "Ook bij mevrouw Visscher (in Workum, ng) waren wij. Akersloot ging naar huis en ik naar Zaandam om te bekijken of er windmoolens genoeg was om te schilderen en ik was ook in Enkhuizen om daar te zien." Dat ze na haar huwelijk ook zelfstandig vrienden bleef bezoeken blijkt uit dezelfde brief aan Alida Sap: "Ik had in het voorjaar een prachtige reis in Parijs zooals U weet - oh wat heb ik daar genoten - onder mijne oude vrienden." Eigenlijk kon je aan het uiterlijk van Betzy Akersloot zien wie ze was. Aan de ene kant was ze de zelfstandige en zelft)ewuste kunstenares - met een stoer voorkomen met zuidwester en hoge laarzen. Aan de andere kant was ze de aristocratische eigenziimige wereldvrouw - een verfijnde verschijning in een mooie lange jurk met sleep. Betzy Akersloot had de sociale vaardigheden om gemakkelijk met veel mensen om te gaan. Ze was hartelijk in de omgang maar tegelijk
6
zelden intiem met iemand. Er zat als het ware een grendel van voorzichtigheid voor de spontane uiting van haar gevoelens. Uit beschrijvingen van logeerpartijen bhjkt dat ze een wat teruggetrokken en stijve manier van doen had, vooral tegenover kinderen. Een laatste karaktertrek betreft haar werkdrift. Ze was een energieke vrouw met een gestructureerd leven. Ze schilderde veel, dat was haar belangrijkste dagbesteding. Maar daamaast deed ze allerlei religieus-sociaal werk, ze organiseerde bijeenkomsten, en ze deed veel in de tuin. Dat blijkt uit verschilBetzy Berg geschilderd lende brieven. In haar brief aan Alida Sap door Sientje Mesdag, 1887 refereerde Betzy aan het tuinwerk, en ook in de brief aan mevrouw Voorhoeve (1919) beschreef ze de tuin: " 0ns kleinen praktischen tuin geven ons vruchten, bessen en groenten - wonderbare gehoorzaamheid van Gods bevel in de natuur!". Daamaast verwerkte Betzy Akersloot zelf de oogst uit de tuin: groente werd ingemaakt, jam gemaakt, en kruidenazijn. In een andere brief aan mevrouw Voorhoeve, ook uit 1919, scheef Betzy: "Ik ben druk bezig met krui- denazijn te maken daar ik weet, dat zij (twee logees die zouden komen, ng) zoo veel van salade houden en zoo moeten zij ons helpen deze ontvangene goede gaven te verorberen." Betzy AkerslootBerg had veel energie en kon veel aan. Ze bezat een enorme werkdrift. Haar levensmotto was: 'Werken is de glans van het leven' (Arbeide er livets glanspunkt).
T>e 'yergacCering der QeCovigen' Betzy Akersloot was een gelovige vrouw. Ze had een sterk religieus bewustzijn en ervaarde in haar leven de aanwezigheid van God. Betzy maakte deel uit van een reveil-beweging die zich verenigde onder de naam 'Vergaderingen van Gelovigen of Breeders', of Darbisten: een groepering van christenen die weinig moest hebben van de geinstitutionaliseerde kerk en het ge'institutionaliseerde leraarsambt, en sterk de nadruk legde op persoonlijke religiositeit en evangelisatie. Zij geloofden in een op handen zijnde wederkomst van Christus. Ze
7
kwamen bijeen in min of meer kleinschalige 'vergaderingen' voor persoonlijke ontmoetingen, bijbellezing, het breken van het brood en het openbaar belijden van zonden. Deze vorm van godsdienstoefening paste overigens in een traditie die zich sinds de Reformatie steeds weer voordeed in het Nederlands protestantisme. De 'Vergadering' was een uiting van een verlangen naar ware godsvrucht, een wandelen met God, het vinden van Gods verborgen omgang. Dit trok Betzy Akersloot aan. Betzy's geloof was diep en innig, ze had een uitgesproken gevoel voor extreme en intense belevenissen en haar verhouding tot de natuur had een duidelijk religieuze dimensie. Dit vond ze terug bij de 'Vergadering'. Ze herkende daar ook haar afkeer van het instituut kerk. Op Vlieland had ze contact met de verschillende predikanten die er werkten, maar ze kwam nooit in de kerk. ]n de brief aan Alida Sap wordt een tip van de sluier gelicht hoe het contact was tussen Betzy Akersloot en de gevestigde clems. Ze schreef over het contact met ds. Wumkes, die in de periode 1894-1898 vanuit Terschelling het predikantschap waamam op Vlieland. Deze ds. Wumkes was de latere echtgenoot van Alida Sap. Betzy schreef: "De opvolger van Uwe aanstaande (= ds Wumkes, ng) is ook een zeer gelovige en aardige man. Hij is bij ons geweest - en wij hebben emstige gesprekken gehad. En - U moet weten, dat toen die eerste keer kwam, ontving mijn man hem voor Wumkes - en ik moet zeggen in ons donkere gang bij de eerste ontmoeting, moeste ik ook onmiddellijk op zijn voorganger denken." Betzy was van huis uit Luthers. Tijdens haar verblijf in Den Haag (de jaren '80 van de 19° eeuw) kwam ze in contact met de familie Voorhoeve. Hermanns Cornells Voorhoeve (1837-1901) was een belangrijke stimulator van en voorganger in de Broederbeweging in Nederland. Hij was zelf een actief evangelist en via zijn uitgeverij verschenen de tijdschriften 'Bode des Heils in Christus' en 'Timotheus', beide bladen van de Broederbeweging. In T i motheus werden regelmatig schilderijen van Betzy Berg afgedrukt en besproken. In het huis van de Voorhoeves aan de Dunne Bierkade in Den Haag bezocht Betzy Akersloot samenkomsten van de 'vergadering'. Later op Vlieland had ze natuurlijk geen kring van medegelovigen meer om zich heen. Dat miste ze, zo schreef ze aan mevrouw Voorhoeve in 1919: "Jullie denken misschien, dat wij ons verveelen hier op ons groote fregat - zee aan alle kanten werkelijk niet - ik bemin de zee en zelfs hier krijg ik niet tijd genoeg om stil voor de Heer te zijn mij af te zonderen - maar de vergadering en de gemeenschap mis ikhart." 8
Betzy raakte bevriend met de zoon van H.C. Voorhoeve, Johannes N . Voorhoeve (1873-1948) en zijn vrouw. Met hen was er een innige correspondentie. Ook de band met de rest van familie Voorhoeve bleef bestaan t i jdens de Vlielandse periode. Na de dood van Betzy schreef haar man Gooswinus Akersloot een brief aan de familie Nicolaas Voorhoeve (18791927). Ook hierin komt de verbondenheid van Betzy met de Voorhoeves en de 'Vergadering' duidelijk naar voren: "Na alles komt tenslotte de bedankjesbrief voor de deelneming in mijn verlies. Ik doe dat nu ook, maar denk veel meer aan den korten interessanten tijd als zij bij U was, alles van U beiden ontving wat U geven kon, aan de band die wel kort, doch sterk was, dat alles trekt aan, al is zij heengegaan, de eenvoudige." Betzy Akersloot had veel contacten in de kringen van de 'vergaderingen'. Ze heeft een schilderij verkocht aan me- vrouw Jacqueline Henriette Willink-van Son (18551929), die tot 1902 in Haarlem woonde en daama in Apeldoora. Waarschijnlijk bracht zij Betzy weer in contact met de evangelist Dirk Rot. Dirk Rot (1852-1924) was via het drukkersvak in contact gekomen met H.C. Voorhoeve en startte in Apeldoom met evangelisatiewerk voor de Broederbeweging. Hij werd daarbij materieel gesteund door j o n k v r o u w Clara Elisabeth Holmberg de Beckfelt, een vurige aanhangster van de Broederbeweging. Dirk Rot kwam Betzy regelmatig op Vlieland opzoeken. Ze hielden er huissamenkomsten en Paulus Potter huis woonhuis van H.C. Dirk Rot evange- liseerde onder de Vlielanders. Ook Betzy deed hier Voorhoeve aan mee, onder andere via het organiseren van een zondagschool voor kinderen, en door het organiseren van een meisjes-naaiclub. De evangelisatiearbeid werd Betzy door de Vlielanders niet
%.
AMmM
9
in dank afgenomen. Zo be- klaagde Betzy zich in de brief aan Alida Sap over de tegenwerking die ze ondervond: "Op de Zondagsschool zijn veele kinderen, maar alleen Mevrouw en Anke Molenaar. Ik heb 33 meisjes. Een handwerkschool wier in het voorjaar opgericht van die twee onderwijzeressen hier maar die is nu opgeheven. Het is mij verteld van zekere bron, dat er nog al sterke pogingen gemaakt moet worden om de meisjes van mij niet bij mij te laten gaan - "zij zullen van de armekas niet bedeeld worden." - Ik kan er over zeer huilen, daar ik werk voor de Heer en niet om een brokkeltje menscheneer, en dan kan de menschen mij ja immers niets deere." Dirk Rot had veel invloed op Betzy en Gooswinus Akersloot. In de nagelaten bijbel van Betzy's echtgenoot staan veel aantekeningen waarvan de herkomst ontegenzeggelijk die van Dirk Rot is. Het laatste schilderij dat Betzy schilderde kreeg de titel: 'Ik ben de blinkende morgenster', dezelfde titel als een tijdschrift dat de evangelist Dirk Rot in Apeldoom liet verschijnen. Dit schilderij zou de belijdenis van haar geloof zijn. Het moest getuigen van Gods aanwezigheid in alles. Het schilderij is een donker landschap in diepgroene schakeringen, fijn geschilderd en vol detail. Een stralende ster aan de hemel is de enige lichtbron in het beeld. Boven een lage horizon welft de hemel zich over de heilige stad op de voorgrond van de afbeelding. Het is een dromerig, poetisch schilderij. Dit schilderij is het enige schilderij met een uitgesproken christelijk motief Het schilderij werd door Voorhoeve als kleurlitho gedrukt en verspreid.
26e JAABOANIJ
•-"J JAMUARI I K l
"'^'•^J:tJ:^.Tr6.^^T'&ZT."TTSX, «„»' « " » * i " " ' " " - ^ . « , . „ . , ;
„
De aanhef van het blad
„..„,^,.
Timotheus
10
•srirv«B"w«i:«>^'
•t^TPW^M^'
"Betzzy AkersCoot-'Berg aCs kunstenares Het kunstenaarsleven van Betzy Berg begon in Oslo. Daar studeerde ze aan de Koninklijke Tekenacademie. Vanaf 1881 studeerde ze bij Otto Sinding in Miinchen. Ze oefende zich in de naturalistisch-realistische schilderkunst. Ze werd een goede vriendin van de schilderes Elisabeth Sinding (familie van de leraar). Ook maakte ze kennis met de schilder Frits Thaulow, die zich van Sinding onderscheidde door een frissere penseelintensiteit en variaties in kleurgebruik. Hij op zijn beurt werd beinvloed door de school van Barbizon. In 1881 maakte Betzy haar debuut bij de Bergense Kunstforening, in 1882 bij de Drammense Kunstforening en de herfstentoonstelling in Oslo. Daar exposeerde ze ook in de jaren 1884 tot 1891. In de jaren '80 maakte Betzy tijdens een verblijf in Wenen kennis met het werk van H.W. Mesdag. Mesdag hoorde bij de groep schilders die zich "de Haagse School' noemde. Zij werden geinspireerd door de school van Barbizon, en het centrale thema in hun werk is de wisselwerking van land en lucht. De vrouw van Mesdag, Sientje, werd voor Betzy een vriendin voor het leven. Betzy Berg ging in de leer bij H.W. Mesdag in de periode 1885-1888. In 1887 en 1889 exposeerde ze bij de Kunstforening in Kristiansand, in 1888 in Rotterdam, Munchen en Kopenhagen, en in 1889 op de Wereldtentoonstelling in Parijs. In 1890 studeerde ze nog een jaar in Parijs, bij Puvis de Chavannes. Dat jaar exposeerde ze in Rotterdam en Dordrecht. In 1893 exposeerde Betzy Berg in Antwerpen en Zandvoort. In 1896 vestigde Betzy Akersloot-Berg zich op Vlieland. Daar kreeg ze een eigen atelier, achter in de tuin met een vrij uitzicht heeft over de Zuiderzee. Veel van haar werk bleef ze exposeren: Amsterdam (1895, 1899, 1901-1905), Amhem en Stockholm (1897), Antwerpen en Oslo (1898), Leeuwarden (1903). Van 19001904 was haar werk te zien in de Salon te Parijs, en ze exposeerde op de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 in Amsterdam. In 1917 was er een speciale tentoonstelling aan haar werk gewijd in Den Haag, bij galerie Biesing, evenals in 1922. Noorwegen bleef trekken. In 1913 exposeerde ze in Drammen, en in 1919 en 1923 (postuum) in Trondheim. Haar werk trok de aandacht en ze verkocht regelmatig. Het Noorse tijdschrift Folkebladet nam regelmatig gravures van haar schilderijen op. De stijl van Betzy Akersloot-Berg is te kenmerken als naturalistisch en realistisch, met invloeden van het impressionisme. Ze is in haar werk nooit baan-
11
De Henning op Vieland gestrand', schilderij van Betzy Akersloot-Berg, 1905 (bezit CHV Vlieland)
schilderij van Betzy Akersloot-Berg,
Aan den Franschen kust', 1907? (bezit CHV Vlieland)
12
brekend geweest en heeft dan ook nimmer een nieuwe richting aan de kunst gegeven. Haar oeuvre was gevarieerd ondanks de vele bijna gelijke onderwerpen. Haar ontwikkeling in techniek en kleurgebruik is duidelijk. Maar het oeuvre van Betzy Akersloot-Berg kan ook gekenschetst worden als technisch en artistiek onevenwichtig. Haar kracht lag duidelijk in uitbeelding van zee en lucht. Er is een brief van Betzy Akersloot aan de Noorse kunsthistoricus Carl Wille Schnitler (1879-1926) bewaard gebleven, uit 1907. Daarin beschreef Betzy haar kunstenaarsloopbaan. Opvallend is haar eigen oordeel over haar werk: "Mijn beste schilderij beschouw ik die dat laatst werd getoond op de salon, genoemd 'Avant I'orage', welke werd gekocht door mevrouw Fontaine Beyma thoe Kingma, uit Harlingen, alsmede 'Sverholtklubben', gekocht door O. Cramer, Petersburg." Er zijn ook aantekeningen van Gooswinus Akersloot gevonden waarin perskritieken op het werk van Betzy zijn overgeschreven. Het zijn alle positieve recensies. Zo schreef de Harlinger Courant in 1917 over het schilderij 'Het Flambouwt': "Meer nog dan het gestrande vaartuig zelf, treft in dit doek de rake weergave van de kokende branding. Wie de zee aan onze stranden heeft gezien, vooral in den storm: erkent vol bewondering: Zoo is ze! Lang hebben we naar dit kunstgewrocht staan kijken en slechts noode konden we van deze plaats scheiden. Daar ligt iets in lijn en kleur, wat alleen de kunstenares er vermag in te leggen, iets w a t ' t tot ware kixnst verheft." Het Noorse tijdschrift Folkebladet had in 1905 een schilderij van Betzy Akersloot ('Marine') als hoofdprijs voor een verloting uitgeroepen. Het schilderij was kennelijk niet zoveel waard, maar werd wel goed gewaardeerd door de redactie van Folkebladet: "Het is getaxeerd op kronen 600 maar des zelfs frischheid en de kunstschoonheid is zoo groot, dat degene die zoo gelukkig is van het te winnen er van zelf zeer groote waarde aan hecht." Tenslotte nog een kunstbeoordeling van Betzy Akersloot uit het tijdschrift De Vrouwen Wereld uit 1905: "Betzy Akersloot-Berg is bijzonder goed thuis in alles wat de zee betreft: iederen golfslag, iedere kleumuance, iedere schuimspatting en iedere spiegeling der zonne heeft zij afgekeken, in zich opgenomen en met wondere juistheid op 't doek gebracht. Ze teekent prachtige kusten en de breede, heftige branding, zwermen van zeevogels en de betoovering der avondzon op de eindelooze watervlakten. In Noorwegen geboren is zij, om zoo te zeggen, te midden der golven groot geworden."
13
Betzy aCs gefiuwcCe vrouw Betzy Berg trouwde in 1893 met Gooswinus Gerardus Akersloot (18431929). Het was haar eerste (en enige) huwelijk, en het tweede huwelijk van Gooswinus. Betzy trouwde toen ze 42 jaar oud was. Dat was een relatief hoge leeftijd om te trouwen, zeker in die tijd. Betzy en Gooswinus hadden ieder een eigen leven vormgegeven voor hun trouwen, en bleven dat ook doen na hun trouwen. Ze kregen geen kinderen. Hun huwelijk werd gekenmerkt door enerzijds een grote kameraadschap onderling en anderzijds grote zelfstandigheid van de beide echtelieden. Waarschijnlijk was Betzy de meest onrustige van de twee, maar Gooswinus gaf haar de ruimte om de dingen te doen die zij belangrijk vond. Gooswinus was voor zijn huwelijk met Betzy Berg burgemeester van Hoevelaken geweest, van 1875 tot 1882. De omstandigheden waardoor een eind kwam aan zijn burgemeeesterschap zijn niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk was het vertrek niet vrijwillig. Akersloot werd namelijk per Koninklijk Besluit op 1 maart 1882 ontslagen. Hij vertrok naar Coevorden, en een half jaar later naar Den Haag. Op 17 oktober van datzelfde jaar trouwde hij met de weduwe van Johan Georg Emst Rauch, eigenaar van een hotel in Scheveningen. Tijdens dit huwelijk werd een nieuw hotel gebouwd. Na de dood van zijn vrouw in 1891 vertrok Akersloot naar Papendrecht zonder dat het hotel ooit zijn eigendom is geweest. Tijdens de Scheveningse jaren leerde Akersloot Betzy Berg kennen. Betzy was in die tijd in de leer bij de schilder H. W. Mesdag, die in hotel Rauch een werkkamer had met uitzicht op de zee. Betzy Berg trouwde met Gooswinus Akersloot op 2 maart 1893 in Papendrecht. Het was een huwelijk in stilte; slechts een aankondiging in de Noorse krant 'Verdens Gang' van 6 maart vermeldde de gebeurtenis: "De schilderes, j f r . Betzy Berg, die, alleen afgebroken door korte bezoeken aan haar vaderland, vele jaren in Nederland woonachtig is, is in Dordrecht in het huwelijk getreden met een ambtenaar. Jfr. Berg is een van onze voomaamste marineschilders en haar Nederlandse leermeesters, waaronder de bekende schilder Mesdag, heeft zich over haar talent zeer vleiend uitgesproken." Na Papendrecht vestigden Akersloot en Berg zich in Zandvoort, vervolgens in Hasselt, en in 1896 verstigden zij zich op Vlieland. Daar werd Akersloot in 1899 honorair vice-consul van Noorwegen en Zweden, een onbetaalde functie. Hier kwam een einde aan in 1906, na de opheffmg van de Zweeds-Noorse Unie. Het is niet duidelijk of hij daama nog honorair vice-consul van ofwel 14
-i-^fTrw
Noorwegen, ofwel Zweden is gebleven. Akersloot stond bekend als een rustigen huiselijk man. Het huwelijk was een grote verandering voor Betzy. Ze kreeg een vaste woonplek en bleef voor de rest van haar leven in Nederland wonen. Het veranderde echter niets aan haar onafhankelijkheid. Ze trok haar eigen plan en maakte even veel reizen als voor haar huwelijk, vaak zonder echtgenoot. Ze bleef bijna ieder jaar naar Noorwegen gaan. Ze vertrok in het voorjaar en volgde de kust. Pas in de herfst keerde ze terug naar Nederland en dan vergezeld van haar man, die vaak in augustus naar Noorwegen kwam om zich bij haar en haar familie te voegen. Uit de brieven die bewaard zijn gebleven blijkt op geen enkele manier dat de onafhankelijkheid van vooral Betzy tot spanningen leidde. Integendeel, waimeer er over de verhouding tussen Betzy en Gooswinus werd gesproken, was dat op een rustige en liefdevolle wijze. Zo schrijft Betzy in 1919 aan mevrouw Voorhoeve: "Maar nu hebben wij het goed hier op ons eiland en een en ander wordt vrij - en genoegen. Ik had een voorspoedige reis t'huis - de zee was kahn - heerlijke groote wolken, die zich spiegelde in het water - ik genoot van het tafereel. Mijn man was gezond en alles goed in huis." In de beginjaren van het huwelijk was het echtbaar waarschijnlijk ruim bij kas. Akersloot stamde uit een rijk geslacht. Daardoor hoefde er ook niet zoveel te veranderen in Betzy's levenswijze. Zij kon reizen en schilderen zoals zij wilde. Zij konden zich een huishoudelijke hulp veroorloven. En doordat haar man nauwelijks meer aan het arbeidsproces meedeed, was er geen andere carriere om rekening mee te houden. Het huwelijk met Gooswinus bood Betzy dus de ideale voorwaarden om haar kunstenaarschap uit te oefenen: een eigen huis met atelier, geld om van te leven, de schoonheid en de rust van het eiland, ruimte om reizen te maken, en de liefdevolle aanwezigheid van haar man.
Hotel Rauch in Scheveningen, waar Betzy Berg en Gooswinus Akersloot elkaar waarschijnlijk ontmoet hebben
15
Met Ceven op yCieCandC Voor de rusteloze Betzy moet de overgang naar Vlieland groot geweest zijn. Vlieland was een klein winderig vlak eiland zonder bossen. Het enige dorp bestond uit een rij huizen langs de 'Grote Straat'. In haar tijd woonden er ongeveer 600 mensen. De overtocht naar het vasteland kostte uren. In de winter of bij stormachtig weer kon het eiland wel eens een week geisoleerd zijn. Maar voor Betzy telde de nabijheid van de zee het meest. En de rust en de ruimte van het eiland. De Akersloots woonden in het oudste nog bestaande pand van Oost-Vlieland, het Tromp's Huys. Lange tijd is het gebruikt als Admiraliteitenhuis. Nadat in 1795 de Admiraliteiten opgeheven werden, werd het Admiraliteitsgebouw in 1830 afgedankt. Het pand werd in 1896 door het echtpaar Akersloot gekocht. Zij hebben veel aan het huis verbeterd. Bovendien lieten ze in de achtertuin, pal tegen de dijk, een atelier bouwen voor Betzy. Uit de brieven komt naar voren dat Betzy van het eiland hield, en het heerlijk vond om in het Tromp's Huys te wonen. In enthousiaste bewoordingen schreef ze in 1900 aan Alida Sap over alle verbeteringen die ze in het huis aanbrachten. "De deur naar het kantoortje is er een raampje ingekomen en ik hoop bij gelegenheid kleine glasschilderijtjes te kopen en af te maken. Daar is ook een oude kast - zoo eene als die wij van "oude Rab" kochte. De lange gang zit nu vol van schetsjes met bruine lijsten - en die eene raam, die geen looden ruit had - daar is er een ook, een bijgekomen alsmede oude tinnen borden op den wand." De tuin was een lustoord: veel vruchtbomen, bessenstruiken en bloemen: rozen, anjelieren. Betzy besteedde er veel tijd aan. Ook hierover schreef ze aan Alida Sap: "In ons tuin staat het goed - volop met groenten en ook veele bessen voor Vlie te zijn. Peeren en appelen zitten er ook veel aan, maar het zal wel gaan met onze peeren als de vroegere jaren - van anderen meegenomen. Uwe klimoppen bij mijn atelier staan prachtig en mooi en doet het mij aangenaam zij zoo weelderijk te zien. Onze anjelieren staan meer dan weelderijk en prachtig." Betzy Akersloot heeft veel op het eiland geschilderd. Ze schilderde voor zichzelf en voor de verkoop, maar ook in opdracht. Zo meldt Betzy in de brief aan mevrouw C. Voet, echtgenote van een technisch ambtenaar bij Rijkswaterstaat op Vlieland van 1918 tot 1921, dat ze "deze week niet meer bij U kom om te schilderen (...) daar ik brief heb gekregen om iets voor Pinksteren klaar te hebben - en zoodoende veel werk t'huis in het atelier." Aan mevrouw
16
Voorhoeve schreef Betzy in 1919 dat ze een opdracht in Terschelling had: "De 23 July moet ik naar Terschelling om te schilderen - logis al i n ' t hotel besteld - " . De schilderijen die Betzy op Vlieland maakte werden hoofdzakelijk daar ook ingelijst. Zij bepaalde zelf hoe de lijsten er uit moesten zien en verzamelde juthout op het strand als materiaal voor de lijsten. Timmerman Sieben of Den Hartog maakten de lijsten af Bovendien hielpen zij bij het verpakken van de schilderijen wanneer ze naar de wal vervoerd moesten worden. Dat was een hele ondememing. De boel moest verzekerd worden, omdat er nogal eens iets verdween onderweg. Op Vlieland behoorde Betzy Akersloot-Berg tot de notabelen. De status van het echtpaar werd nog verhoogd doordat Gooswinus Akersloot consul van het Noors-Zweedse koninkrijk werd. Klein en slank, met een aristocratische air, gekleed in een mooie japon en altijd met een parasol op straat dwong Betzy bewondering en respect af bij de eilandbevolking. Betzy Akersloot verwachtte dat alle prominente personen die Vlieland bezochten hun opwachting kwamen maken. Zo was prins Hendrik meerdere keren te gast. Toen koningin Wilhelmina in 1916 het eiland bezocht had Betzy de rol van 'first lady', naast de burgemeester J.B. Molenaar. ledere eerste zondag van de maand ontvingen de Akersloots 's middags de notabele burgerij. Betzy schonk thee en presenteerde zelfgemaakt gebak. Over deze visites maakte Betzy melding in een brief aan mevrouw Voet: "Ik hoop dan U en Mijnheer met de familie Tiarkelings Pinksterdag voor the te ontvangen." En ook in de brief aan mevrouw Voorhoeve maakte Betzy melding van de thee-visites: "De burgemeester van Terschelling was hier de tweede Pinksterdag en wij hadden een heerlijk gesprek over de Bijbel - hij was blijde, dat hij ons gesproken had." Betzy Akersloot organiseerde op Vlieland meisjesnaaiclubs, waar ook bijbelstudie werd gedaan. Wanneer Dirk Rot naar Vlieland kwam, bracht hij vaak zijn twee dochters mee, die dan een extra evangelische impuls aan de Vlielandse meisjesnaaiclub konden geven. Tegen deze bijeenkomsten was onder de Vlielander bevolking veel verzet, zoals al eerder beschreven werd. Betzy Akersloot had daar last van, al wilde ze zich er niet teveel van aantrekken. Aan Alida Sap schreef ze over de Vlielandse bevolking: "Ach het wordt zoo veel pret gemaakt - en dan schrijft v.d.R. erover en prijst alles zoo - dat ik het grof vind. Eidman met familie, die hier woont - eene 29 jarige dochter, die veel met Juffrouw Visser wandelt, zijn alien aan de kant van ons tegen17
partij." Dat ze ook enig wantrouwen tegen de Vlielanders voelde blijkt uit de eerste zin in de brief aan Alida Sap: "Het brief is met lak en ons zegel dichtgemaakt, U begrijpt well". De Akersloots waren zeer gastvrij. De Noorse familie kwam regelmatig logeren, en vrienden, waaronder Elisabeth Sinding. Zij woonde lange tijd bij de Akersloots in. De familie Voorhoeve kwam vaak's zomers op bezoek. In haar brief aan mevrouw Voorhoeve drong Betzy erop aan dat de dochters Nans en Co naar Vlieland zouden komen: "Als de zusters nu niet zouden komen, zal ik nooit meer in 242 (huis van de Voorhoeves, ng) inwippen." Ondanks het respect dat zij in het dorp genoot, bleef Betzy Akersloot buitenstaander. Aan Alida Sap beschreef Betzy haar positie op het eiland: "Van de menschen hier weet ik weinig te berichten. De loodscommissaris en zijne vrouw zien wij nooit, die zijn het meest intiem met de familie de Lange (of De Lenne, ng). Bij Dekker zijn badgasten en als altijd ook bij de familie Veenhoven deze jaar toch meest (veele) kinderen een paar jonge dames naar schatting I7-jarige. Wij zien elkander nooit." Zij was en bleef een vreemdeling en gedroeg zich bovendien onconventioneel op veel gebieden. Een persoon op het eiland was het echtpaar zeer vertrouwd: Jet Visser. Zij werkte vele jaren mee in het huishouden van de Akersloots en werd beschouwd als een familielid. Na de dood van zijn vrouw verzorgde zij Akersloot - die toen tegen de 80 liep - en erfde bij diens dood in 1929 huis en inboedel.
Betzy en Gooswinus Akersloot-Berg
voor Tormp's Huys (ca. 1915)
18
.K\p^iv!^ifii:
Ve economiscfie j?osUie Betzy Berg was afkomstig uit een boerengezin. In het gezin waren er met enige regelmaat fmanciele problemen. Ondanks dat stimuleerden haar ouders dat Betzy een goede opleiding kreeg. Ze volgde een opleiding voor verpleegster en nam tekenlessen. Maar al snel bleek dat ze in haar eigen fmanciele onderhoud moest voorzien. Deze toestand bleef voortduren tot aan haar huwelijk. Betzy Berg heeft altijd via beurzen en verkoop van schilderijen geld bij elkaar moeten sprokkelen. Na haar huwelijk met Gooswinus Akersloot braken betere tijden aan. Hij had voldoende geld om haar te onderhouden en te laten schilderen en te reizen. Het huis dat op Vlieland werd gekocht was statig en ruim, en werd rijk gemeubileerd. ]n de eerste jaren van hun huwelijk was het niet nodig dat Betzy schilderijen verkocht - het geld dat Gooswinus inbracht was meer dan voldoende. Toch bleef Betzy ook na haar huwelijk veel schilderijen verkopen. In de brief aan C.W. Schnitler in 1907 vermeldde Betzy dat ze zelf bijna geen schilderijen meer had: "Van al mijn schilderijen heb ik er nog maar twee over - de rest is in andere handen, waardoor het voor mij onmogelijk is om ze voor een overzichtstentoonstelling te verzamelen. In de kopieen van de door Hirsch gemaakte beschrijving van mijn schilderijen werd echter aangegeven de naam en de woonplaats van de eigenaar." Hoeveel schilderijen Betzy verkocht blijft onduidelijk. Op de tentoonstelling die zij in 1917 bij kunsthandelaar Biesing in Den Haag hield werden geen schilderijen verkocht. Daarom kocht J.N. Voorhoeve voordat de tentoonstelling gesloten werd het schilderij 'Hr Ms Tromp in voile zee' voor f 500,--, zodat daarmee de kosten in ieder geval gedekt waren. Voor de buitenwereld konden de Akersloots de schijn ophouden van goede welstand, maar toch lijkt het dat de fmanciele positie in de loop van het huwelijk minder rooskleurig werd. De verkoop van schilderijen werd noodzakelijk voor het levensonderhoud. Daarop duidt het gegeven dat schilderijen gebruikt werden als betaalmiddel voor ondermeer de huisarts. Het lijkt vrijwel zeker dat de familie Voorhoeve de Akersloots ook enige tijd fmancieel hebben ondersteund. Dat blijkt uit de brieven aan mevrouw Voorhoeve, beide uit 1919. In de eerste brief bedankte Betzy mevrouw Voorhoeve voor het toesturen van geld en etenswaren. "Mijne verrassing was groot - daar ik een aangeteekend brief ontving van f 50,-- en mij zoo
19
merkwaardig - tegen alle gewoonten in - op Zondag in huis gebracht. De Heer heeft het mij dan willen geven en ik zal het in dank van Hem en die zorgzame familie aanneemen! Wilt U mijn hartelijke dank overbrengen voor de ontvangene gelde alsmeede voor de comestibles die komen zuUen - uit liefde gegeven - in liefde ontvangen." In de tweede brief aan mevrouw Voorhoeve worstelde Betzy met haar trots om zichzelf te willen onderhouden aan de ene kant, en de noodzaak om financiele hulp te krijgen aan de andere kant. "De inhoudrijke kist is vanavond ontvangen en ik dank nogmaals de goede gevers en U voor de goede verpakking en zorg voor het wegbrengen. Maar - er is een maar bij - ik heb het niet verdient - het tikt en het heeft getikt van binnen - gewetenswroegen over dit te ontvangen daar wij, de Heer zij dank - niet onder de behoeftigen kan gerekend worden. De Heer zou boos op mij als ik mij daarvoor uit gaaf - maar misschien is dit geschied om de kleine trotschplant, die nog van binnen huist te breken. Ons is ja niets ontbroken in al deze jaren, de Heer is zoo goed! Als ik eraan denk, wat de Fransche domine in Groningen vertelde dan word je stil - dat zijn vrouw en kind geen melk en boter in 4 jaren hebben gesmaakt - zij waren in Frankrijk. De domine verheugde zich vrouw en kind naar Holland te laten komen en zoo werd die weer verplaats. Dat is nood lijden." De zorgelijke financiele situatie werd voor de Vlielander gemeenschap verborgen gehouden.
wapen van Akersloot
20
Ziekte en sterven van "Betzy JAkersCoot-Berg Aan het eind van haar leven werd Betzy ziek. Waarschijnlijk had ze een een vorm van keelkanker. De brief aan haar zuster Helga dateert uit deze tijd. Betzy schreef haar zuster over haar ziek-zijn, en over het advies dat de arts haar had gegeven om zich in Amsterdam door een specialist te laten behandelen. Betzy voelde daar weinig voor; "Mijn hoofd is nu zo zwaar, dat ik het onmogelijk kan volhouden - wij kunnen het toch niet betalen, noch de rontgen, noch de behandeling met medicijnen. Ik wil het liefst hier blijven en wachten tot dat de Heer mij komt aflialen. Ik heb onze broer geschreven, maar niets gehoord." Toch is Betzy nog wel behandeld aan haar ziekte. Ook hier sprong de familie Voorhoeve bij. Professor Nicolaas Voorhoeve (1879-1927), een neef van de vriend van Betzy, Johaimes Voorhoeve, rontgenoloog in Amsterdam, gaf Betzy een kostenloze behandeling. Jacoba Voorhoeve (18811979), gediplomeerd verpleegster en zus van professor N . Voorhoeve, verpleegde haar de laatste zes weken van haar leven. Er zijn aantekeningen bewaard gebleven die Jacoba maakte tijdens de laatste weken van het leven van Betzy Akersloot-Berg. Het zijn ontroerende en intieme notities, die alleen te plaatsen zijn in de contekst van een doodzieke en bij tijden verwarde vrouw. Op 17 december schreef Jacoba: "Mevr. zeide: 'Ik lig op U te wachten Heere Jezus,.... Ja.... Je moet mij maar verontschuldigen, je moet mij maar vergeven.' Mevr. Had het wel eens moeilijk die dag. Ik zeide: 'Het is ook wel eens heel moeilijk voor U ' . 'Ja. Het is smart.' 'Ja, ik z i e ' t wel dat u veel pijn lijdt, het wordt mij ook wel eens zwaar als i k ' t zie.' 'Ja, j i j jonkie bij ons twee ouen.'" Zij stierf op 18 december 1922. Die dag had Gooswinus nog voor haar gebeden: "Bewaar en wees met alien die in U gelooven en alien die ons lief zijn en onze koningin en haar huis en alles w a t ' t onze en't hare is. En geef ons de rust en de verkwikking van de slaap, en dat de vrouw vannacht niet veel pijn mag hebben. Amen." Naar Noors gebruik werd Betzy Akersloot-Berg in een witte kist begraven, een kist uit de timmermanswerkplaats van Sieben en Den Hartog. Op de kist kwamen de woorden te staan: 'Naar Jezus been'. Deze woorden staan ook op haar eenvoudige grafzerk op het kerkhof van Vlieland. Op 22 december werd Betzy Akersloot begraven, met de tekst uit
21
Hebreeen 3:13: 'Vermaant elkander te alien dage zoo lang als het heden genaamd wordt, opdat niemand uit u verhard worde door de verleiding der zonde'. Jacoba Voorhoeve eindigde haar sterfbednotities met de volgende woorden: "Maar boven de zwarte wolken Blinkt ons een blijde ster; 't Zij donker op de golven, De Helper is niet ver. " Op 29 december schreef Gooswinus Akersloot een brief aan de familie Nicolaas Voorhoeve, als reactie op hun medeleven bij de dood van Betzy. Hij schreef "Zij is niet meer. Zij is heengegaan de beminnehjke. De zwarte brief heeft het U gezegd. Eenen groene was toepasselijker geweest. U had ze moeten zien liggen op haar praalbed. 0 alles sprak van een rustig slapen, het hoofd een weinig naar ons toe, in een prachtig eenvoudig nachtgewaad door haarzelf gemaakt met een geele roos op de borst." Over zichzelf schreef hij: "Er is voor mij nu veel te doen om de brei die't heengaan mij bezorgde, maar er is suiker over en zij is van aangenamen smaak. Rondom mij heb ik kat en hond, beide vol bewijzen van genegenheid en toewijding, zelfs de kachel geeft gezelligheid." Een beeldspraak voor de troost die hij vond in zijn herinneringen? Hij zou nog zeven jaar zonder Betzy op Vlieland leven.
^ U'VUelscd den 16eti D a o ^ b ^ tiar ginrr de 2 m - : •WiHa«r«i, mlJA© Jl«fa troUTf,
A ^ y ^ y * i ^ ^ ^ ^
BITZY AKfiBSLOOTi^Poni,
oab? J«ms heeti» in Zijn KontnlfJijk.Yaa, liefde bliljdsohi)), Tr4de. AKERSLOOT. -*•.
^tUmmmmm overlijdensadvertetUie
van Betzy Akersloot-Berg in de Harlinger Courant, 1922
22
Literatuur Brit Bell, Betzy Akersloot-Berg. 1850-1922. zeeschilderes Franeker, 2000)van Keulen, Wie was de echtgenoot van Betzy Akersloot-Berg? In: Vlieland Magazine. 7° jrg no. 2, p. 14-21 (juni 1989) H.P. Medema, Avondmaal in het huis van een schilderes. H P. Medema, Woest en grommend springt het water. Reformatorische Dagblad. 27 oktober 1995 W.J. Ouweneel, Gij zijt alien breeders. Het Nederiandse reveil en de 'vergaderingen' van 'de breeders' (1980) S.E. Veldhuijzen, Petrus Faassen de Heer Cs Gravenhage, 1969) A.D. Wumkes, Betzv Rezora Akersloot-Berg (1980)
23
Brieven van Betzy JAkersCoot -
Brief van Betzy Akersloot-Berg aan Alida Sap in IJmuiden (vriendin van Betzy, de latere echtgenote van ds. Wumkes) op 20 juli 1900
Het brief is met lak en ons zegel dichtgemaakt,
U begrijpt wel!
Lieve Alida! Ik dank U voor Uwe brief! Het was aardig te horen "het begin van het begin ". Het zal mij een waar genoegen zijn "Tusschen Vlie en Borne" te krijgen, en ik weet vooruit, dat de boek interessant is. Herinnert gij wel, dat ik zeide, dat dominee Wumkes literaire interessen had? Dat merkte ik dadelijk bij hem. De opvolger van Uwe aanstaande is ook een zeer gelovige en aardige man. Hij is bij ons geweest - en wij hebben ernstige gesprekken gehad. En - U moet weten dat - toen die eerste keer kwam, ontving mijn man hem voor Wumkes - en ik moet zeggen in ons donkere gang bij de eerste ontmoeting, moeste ik ook onmiddelijk op zijn voorganger denken. In ons tuin staat het goed - vol op met groenten en ook veele bessen - voor Vlie te zijn. Peeren en appelen zitten er ook veel aan, maar het zal wel gaan met onze peeren als de vroegere jaren - van anderen meegenomen. Uwe klimoppen bij mijn atelier staan prachtig en mooi en doet het mij aangenaam zij zoo weelderijk te zien. Onze anjelieren staan meer dan weelderijk en prachtig. In ons huis is er ook kleine veranderingen gekomen - dat wil zeggen de deur naar het kantoortje is er een raampje ingekomen en hoop ik bij gelegenheid kleine glasschilderijtjes te kopen en af te maken. Daar is ook een oude kast - zoo eene als die wij van "oude Rab " kochte. De lange gang zit nu vol van schetsjes met bruine lijsten - en die eene raam, die geen looden ruiten had - daar is er een ook, een bijgekomen alsmede oude tinnen borden op den wand - een tusschenpag. Anders is alles het oude bij ons. Eenige dagen geleden hebben wij met ons tweeen een alleraardigste tour naar Workum gehad waar ik ook een schilderij maakte. Wij zochten Uwe tantes op en mijn man en Uwe tante - is het Aaltje, die harthoorig is? waren als vroeger de opperbeste vrienden. Ook bij mevrouw Visscher waren wij. Akersloot ging naar huis en ik naar Zaandam om te bekijken of er windmoolens genoeg was om te schilderen en ik was ook in Enkhuizen om daar te zien. Van de menschen hier weet ik weinig te berichten. De loodscommissaris en zijne vrouw zien wij nooit, die zijn het meest intiem met de familie de 25
Lange (of De Lenne, ng). Bij Dekker zijn badgasten en als altijd ook bij de familie Veenhoven deze jaar toch meest (veele) kinderen een paar jonge dames naar schatting 17 jarige. Wij zien elkander nooit. Toen wij nu laatstens op reis ging hadden wij het genoegen met V. zelf te reizen. Ach het wordt zoo veelpret gemaakt - en dan schrijft v.d.R. er over en prijst alles zoo - dat ik het grof vind. - Eidman (mogelijk een verbastering door BAB, ng) met familie, die hier woont - eene 29 jarige dochter, die veel met Juffrouw Visscher wandelt, zijn alien aan de kant van ons tegenpartij. - Het pleegkind bij den burgemeester is Piet v.d. R., die is ook met Mevrouw in Amsterdam geweest. Op de Zondagsschool zijn veele kinderen, maar alleen Mevrouw en Anke Molenaar. Ik heb 33 meisjes. Een handwerkschool wier in het voorjaar opgericht van die twee onderwijzeressen hier - maar die is nu opgeheven. Het is mij verteld van zekere bron, dat er nog al sterke pogingen gemaakt moet worden om de meisjes van mij niet bij mij te laten gaan "zij zullen van de armekas niet bedeeld worden. " Ik kan erover zeer huilen, daar ik werk voor de Heer en niet om een brokkeltje menscheneer, en dan kan de menschen mij ja immers niets deere. Denkelijk zal Annie de Roer - na deze - wegblijven en dan haar vriendin in de Molenglop. Ik had in het voorjaar een prachtige tour in Parijs zooals U weet - oh wat heb ik daar genoten - onder mijne oude vrienden. Nu Alida - wilt U onze vriendelijkste groeten aan dominee Wumkes overbrengen? En ook aan Uwe ouders van ons beiden. Ik weet, dat het U nu in alles goed zal gaan, gij bent in een goede schuit gekomen, Wumkes is een goede stuurman en dan wensch ik U de zegen des Heeren! Betzy Akersloot
26
Brief van Betzy Akersloot-Berg aan C.W. Schnitger, Noors kunsthistoricus, op 16 maart 1907 vanuit Belle-Ile, Frankrijk (uit het Noors vertaald door A.J. van Deijk)
Uw geeerd schrijven van 7 dezer ontving ik enkele dagen geleden in een klein kustplaatsje Ville-es-Marine, een beetje buiten St.Nazaire. Hier verblijf ik om in de vrije natuur te schilderen. In Christiania volgde ik, voor zover ik mij kan herinneren, 2 of 3 cursussen bij de Koninklijke Tekenschool, maar nam daama gedurende een winter tekenles bij architekt Von Hanno. Ik begon te copieren bij Thurman, maar aangezien het mij niet beviel, begon ik op eigen gelegenheid in de vrije natuur te schilderen - en eindelijk lukte het me om leerling te worden van Otto Sinding, dat was voor 1880. Drie weken was ik leerling van Thaulow en ik tekende daama enkele maanden gedurende de winter in Christiania (samen met enkele andere dames) levende modellen. Dit was echter voor mij zo 'n korte en onbetekenende periode dat ik het niet waard vond om te vermelden. Ik begon echter steeds onrustiger te worden, totdat ik aan de kust kwam om daar te werken. Ik heb nimmer maar een ogenblik getwijfeld wat ik zou schilderen: het was de zee, mijn enige grote verlangen. In Miinchen had ik drie winters (samen met een Duitse dame) een atelier. Otto Sinding, die toen in Miinchen woonde, heeft toen ons werk bekeken. Dat waren de jaren 1881-1882-1883, maar iedere zomer was ik aan de kust in Noorwegen om mijn klippen en mij zee te bestuderen. Mijn studiereizen naar Noorwegen duurden van het vroege voorjaar tot ver in de herfst, zolang het mogelijk was om weer en wind te trotseren. Gewoonlijk keerde ik in September terug naar mijn ouderlijk huis in Christiania, om na een kort verblijf naar het zuiden - Miinchen, Holland of Parijs - te vertrekken. Tijdens mijn verblijf in Miinchen ging ik voor een korte periode naar Wenen om daar te studeren en daar zag ik een schilderij van de beroemde zeeschilder Mesdag, en in het bijzonder zijn gedurfde manier van schilderen maakte grote indruk op mij. Een merkwaardige samenloop van omstandigheden bracht mij in 1885 samen met de heer en mevrouw Mesdag. Ik betrok een atelier in Scheveningen en Mesdag kwam regelmatig kijken om mijn werk uit de vrije natuur te bespreken. Dat was in de winters 1885-1886-1887-1888, terwijl ik de zomers aan de Noorse kust verbleef Ik durf niet met zekerheid te zeggen of het in 1887 of1888 was dat ik een 27
schilderij op de salon in Parijs (Champs Elysees) had, en daarna had ik mijn tentoonstelling eerst in Rotterdam en daarna in Dordrecht (in het museum). (Hier kocht de museumdirecteur een schilderij voor Kr. 600 voor zijn prive-verzameling). Mijn reis met een walvisvanger was in 1892. Mijn tentoonstelling in Zandvoort was in 1893. Gedurende twee winters was ik leer ling van Puvis de Chavannes. Mijn beste schilderij beschouw ik die dat laatst werd vertoond op de salon, genoemd "Avant I 'orage ", welke werd gekocht door mevrouw Fontaine Beyma thoe Kingma, uit Harlingen, alsmede "Sverkultklubben " (?) gekocht door O. Cramer, Petersburg. Van al mijn schilderijen heb ik er nog maar twee over - de rest is in andere handen, waardoor het voor mij onmogelijk is om ze voor een overzichtstentoonstelling te verzamelen. In de copieen van de door Hirsch gemaakte beschrijving van mijn schilderijen werd echter aangegeven de naam en de woonplaats van de eigenaar. Ik verzoek u om excuus dat deze inlichtingen niet wat meer compleet zijn, maar ik zit hier te Belle-Ile aan de oceaan om de zee en de klippen hier te schilderen, en ik heb vanzelfsprekend geen enkel oud schetsboek naar hier meegenomen. Met
hoogachting,
Betzy Akersloot-Berg adr. Vlieland, Holland
28
Betzy Akersloot-Berg.
Mijn Atelier datum onbekend ('Het Tromp S Huys' Vlieland.)
Ouwe Kuin Betzy Akersloot-Berg
29
f Het Tromp's Huys'
Vlieland.
Handgeschreven aantekeningen van Gooswinus Akersloot, overgeschreven uit diverse perskritieken op het werk van Betzy Akersloot-Berg, gedurende de periode 1900-1919
Harlinger Courant (24 Jan: 1917) Van Vlieland wordt gemeld: Deze dagen waren wij in de gelegenheid een zeer fraaie collectie schilderijen te bezichtigen, alle geschilderd door de bekwame hand van Mevr. B. Akersloot-Berg alhier. - Deze verzameling groot en klein door elkaar 25 stuks is bestemd t e ' s Grav. tentoongesteld te worden in een der salons van een voomaam kunstkooper. Vele dezer stukken zijn zee-, strand- of duingezichten van Vliel. zelf Een er van 'Gezicht op 't dorp' zou in elke Vliel. huiskamer een zeer gewaardeerde versiering aan den wand zijn, al was 't dan ook een foto ('t doek zelf zal wel meer kosten dan een gemiddelde Vliel. beurs zich mag veroorloven). Van een grooter stuk 'Schemeravond' gaat een zeldzame bekoring uit door de plechtige stemming, die 't ademt. Een prachtig doek van een in nood verkeerend schip 'Het flambouwt' heeft de schilderes het genoemd. Meer nog dan 't gestrande vaartuig zelf, treft in dit doek de rake weergave van de kokende branding. Wie de zee aan onze stranden heeft gezien, vooral in den storm: erkent vol bewondering: Zoo is ze! Lang hebben wij naar dit kunstgewrocht staan kijken en slechts noode konden we van deze plaats scheiden. Daar ligt iets in lijn en kleur, wat alleen de kunstenares er vermag in te leggen, iets w a t ' t tot ware kunst verheft. Wij wenschen de begaafde schilderes met deze ondereneming veel succes.
In Timotheus 7 april 1900 (verder niets bij vermeld, ng)
Folkebladet (15 MrL 1905) (waarschijnlijk is dit stuk vertaald in het Nederlands in Timotheus gepubliceerd, met tussen haakjes toelichtend commentaar van J. Voorhoeve, ng) Kustbewoners en zeelieden beminnen zeeschilderijen, omdat die hem in bijzondere mate voorstellen, wat zij dagelijks zien. Binnenlandsbewoners houden van zeeschilderijen omdat die hunne Haar
30
gedachten leiden naar hetgeen verwijderd is, naar die landen, waar de polsslag is van vemieuwd leven, waar wereldgebeurtenissen plaatsvinden. Om niet te spreken van den rijkdom van zeeschilderijen in levendigheid, kleur en beweging. Aan boord o p ' t schip, in de rustelooze golven en de drijvende wolken, zooals bijvoorbeeld op onze, het geheele blad beslaande beeld (het is het volksblad van Noorw. dat spreekt) 'Marine' van B. Akersl.-Berg (Marine is een schip in een stromachtige zee, J.V.) Het mooie, frissche zorgvuldig uitgevoerde schilderij is door't Folkebladet als hoofdprijs gesteld voor de verloting van dit jaar. Het is getaxeerd op kronen 600 maar des zelfs frischheid en kunstschoonheid is zoo groot, dat degene die zoo gelukkig is van het te wirmen er van zelf zeer hooge waarde aan hecht. - Het schilderij van Mevr. B. Akersl.-B. zal ieder salon versieren en het is van een soort, die men nooit moede wordt.
"De VrouwenWereld" (20 Mrt. 1906) B. Akersl.B. is bijzonder goed thuis in alles wat de zee betreft: iederen golfslag, iedere kleumuance, iedere schuimspatting en iedere spiegeling der zonne heeft zij afgekeken, in zich opgenomen en met wondere juistheid o p ' t doek gebracht. Ze teekent prachtige kusten en breede, heftige branding, zwermen van zeevogels en de betoovering der avondzon op de eindelooze watervlakten. In Noorw. geboren is zij, om zoo te zeggen, te midden der golven groot geworden.
Uit "Vrije arbeid", maandblad voor kunst, wetenschap en handel (Nov:1919) "In het huis van de bekenden vlootvoogd, in eene haar passende omgeving woont Mevr. B.A.B. de bekende schilderes. Haar echtg. de Heer A. Consul van Noorw. stamt uit een zeer oude familie, die indertijd vele diensten aan ons vaderland bewees. De schilderes is in Noorw. geboren. Zij heeft, daar in 't land van de klippen en van de fjorden, de zee leeren kennen en lief gekregen. Zij heeft daar geleerd den storm te trotseeren. Zij heeft alle uitingen van de zee, de woede van de golfslag, de branding van het schuim, de rust van de avond bestudeerd. In een klein huisje vlak aan 't strand vertoefde zij soms langen tijd, slechts nu en dan kwamen een paar schippers haar in hare eenzaamheid bezoeken. De walvisvangst maakte zij mee, gevaren van allerlei aard hielden haar niet terug, om te komen tot steeds dieper en volmaakter
31
inzicht. Op Vheland vond zij een tweede vaderland, daar vond zij gelegenheid hare knnst verder te beoefenen. Haar atelier aan de Zuiderzee geeft haar eene rustige verblijfplaats, ver van de menschen en ver van het gewoel van de wereld geeft zij weer hetgeen hare ziel in verrukking bracht. Wij noemen enkele van haar meest bekende schilderijen: 'De Noordkaap in het licht van de middemachtzon', het 'Forum Romanum', het vergaan van de bark 'Perlens', de 'Zware IJsgang aan de Noorse kust', en 'De uiterste Rots'. Hare schepen, hare driemasters, hare strandgezichten en hare Holl. landschappen, hare drijvende wolken en hare zeevogels zijn de bewijzen van de grootheid van haar kunnen. Mesdag was haar leermeester, te Miinchen en te Parijs oefende zij verder, men leze hare levensgeschiedenis in 'Folkebladet'. Anton Hirsch noemt haar in 'Die Bildem Kunstlerinnen der Neuzeit', met groote eere, haar naam staat vermeld in vele tijdschriften. Zeldzame vrouw! Waarschijnlijk heeft zij het beste deel gekozen! Niet gestoord door menschen, te midden van eene artistieke omgeving, waar, van het oud porselein, het vaatwerk van kostbaar gedreven zilver, het borduurwerk en de veele kunstvoorwerpen uit haar vaderland eene afzonderlijke bespreking waard zijn, vrij in hare bewegingen, een gezonde geest en een gezond lichaam, wijdt zij zich geheel aan hare kunst. Men wordt getroffen door de bijzondere uitdrukking van hare oogen, door den onvermoeiden ijver, door de uitlegging die zij geeft van haar werk, door hare uiterste welwillendheid, door de volkomen hofFelijkheid, waarmede zij den bezoeker ontvangt; men komt van haar terug met ongewone bevrediging en geheel onder den indruk van haar talent. Door de vriendelijke tusschenkomst van de dames Daubaston, die ook reeds vele jaren't eiland bezoeken en het dus ook, net als wij liefliebben gekregen, werden wij in de salon van de schilderes binnen geleid. Uitermate dankbaar zijn wij voor deze introductie. Wij hopen dat wij nog meerdere malen in de gelegenheid mogen zijn om het werk van deze in ons land nog te weinig bekende kunstenares te bewonderen." Dr. R. de Waard (Gron.)
32
Brief van Betzy Akersloot-Berg aan mevrouw Betzy Voorhoeve (echtgenote van Johannes N. Voorhoeve), 25 mei 1919
Lieve Mevrouw, Mijne verrassing was groot - daar ik een aangeteekend brief ontving van f 50, - en mij zoo merkwaardig - tegen alle gewoonten in - op Zondag in huis gebracht. De Heer heeft het mij dan willen geven en ik zal het in dank van Hem en die zorgzame familie aanneemen! Wilt U mijn hartelijken dank overbrengen voor de ontvangene gelde alsmede voor de comestibles die komen zullen - uit liefde gegeven - in liefde ontvangen. De Heer geeft en doet zoo wonderbaar en het is voor mij heel wonderlijk! De verzending van de comestibles is goed met de beurtschipper - via Harlingen en verder met de "Minister Kraus " - Vlieland. Maar het moet verzekerd worden wat geschied op het adresformuleerd 10 cents per f 100,— daar het zoo dikwijls wat verdwijnt uit de kisten en pakketten onderweg, en ongefrankeerd is het beste. En wat hebt U nu veel moeite voor mij!!! dit te bezorgen. En ik dank U ook voor alles. Maar nu hebben wij het goed hier op ons eiland een en ander wordt vrij - en genoegen. Ik had een voorspoedige reis t 'huis - de zee was kalm - heerlijke groote wolken, die zich spiegelde in het water - ik genoot van het tafereel. Mijn man was gezond en alles goed in huis - en nu gaat het leven zijn gewonen gang - Jullie denken misschien, dat wij ons verveelen hier op ons groote fregat - zee aan alle kanten - werkelijk niet - ik bemin de zee en zelfs hier krijg ik niet tijd genoeg om stil voor de Heer te zijn mij af te zonderen - maar de vergadering en de gemeenschap mis ik hart. Het vernieuwde leven in de natuur is zoo heerlijk - ons kleine praktischen tuin geven ons vruchten, bessen en groenten - wonderbare gehoorzaamheid van Gods bevel in de natuur! Nu. Lieve mevrouw, ontvang U en Uwe dochters onze hartelijke groeten, Uwe U liefhebbende en in den Heer verbondene Betzy
33
Akersloot-Berg
Brief van Betzy Akersloot-Berg aan mevrouw C . Voet (echtgenote van de heer Voet, die van 1914 tot 1921 technisch ambtenaar bij Rijkswaterstaat op Vlieland was), datum onbekend
(op het briefpapier stond een afbeelding van het schilderij "Aan de uiterste rots")
Lieve Mevrouw, Ik zal U maar melden, dat ik deze week niet meer bij U kom om te schilderen of het ook "onze stemming" wordt, daar ik brief heb gekregen om iets voor Pinksteren klaar te hebben - en zoodoende veel werk t 'huis in het atelier. Ik hoop dan U en Mijnheer met de familie Tiarkelings (mogelijk een verbastering door BAB, ng) Pinksterdag voor the te ontvangen. Met vriendelijke groeten van ons beiden aan U en Mijnheer. Uw B. Akersloot
^^^-A^
/AL.
ii<^^^
^ ^ ^ ' t ^
fragment uit brief aan mevrouw C. Voet
34
Brief van Betzy Akersloot-Berg aan mevrouw Betzy Voorhoeve (echtgenote van Johannes N. Voorhoeve), 16 juni 1919
Tromps huis, Vlieland 16 juni 1919 Lieve Mevrouw
Voorhoeve
De inhoudrijke kist is vanavond ontvangen en dank ik nogmaals de goede gevers en tevens U voor de goede verpakking en zorg voor het wegbrengen. Maar - er is een maar bij - ik heb het niet verdient - het tikt en het heeft getikt van binnen - gewetenswroegen over dit te ontvangen daar wij, de Heer zij dank - niet onder de behoeftigen kan gerekend worden. De Heer zou boos op mij als ik mij daarvoor uit gaaf - maar misschien is dit geschied om de kleine trotschplant, die nog van binnen huist te breken. Ons is ja niets ontbroken in al deze jaren, de Heer is zoo goed! Als ik er aan denk, wat de Fransche domine te Groningen vertelde - dan word je stil - dat zijn vrouw en kind geen melk en boter in 4 jaren hebben gesmaakt - zij waren in Frankrijk. De domine verheugde zich vrouw en kind naar Holland te laten komen en zoo werd die weer verplaats. Dat is nood lijden. Nu, lieve Mevrouw, groet Nans en Co, dat wij zeer zeker maandag de 14 July de dames met eten verwachten. Ik ben druk bezig met kruidenazijn te maken daar ik weet, dat zij zoo veel van salade houden en zoo moeten zij ons helpen deze ontvangene goede gaven te verorberen. En - als de zusters nu niet zouden komen, zal ik nooit meer in 242 inwippen. De 23 July moet ik naar Terschelling om te schilderen - logis al in 't hotel besteld - zoo Nans en Co moet absoluut komen de 14. De burgemeester van Terschelling was hier de tweede Pinksterdag en wij hadden een heerlijk gesprek over de Bijbel - hij was blijde, dat die ons gesproken had. Onze vriendelijke groeten aan U drieen van Uwe in den Heer lieftiebbende Betzy
35
Akersloot-Berg
Brief van Betzy Akersloot-Berg aan haar zus Helga, datum onbekend (vertaald uit het Noors door Bert Huiskes)
Mijn liefste Helga! Ik ben vandaag bij de doctor geweest en nu wil hij dat ik naar Amsterdam ga om mij door een specialist te laten onderzoeken en behandeld te kunnen worden met medicijnen of rontgen - of later geopereerd te worden. Mijn hoofd is nu zo zwaar, dat ik het onmogelijk kan volhouden - wij kunnen het toch niet betalen, noch de rontgen, noch de behandeling met medicijnen. Het liefst wil ik hier blijven en wachten tot dat de Heer mij komt ajhalen. Ik heb onze broer geschreven, maar niets gehoord. Mijn gedachten zijn bij jullie. De naald was voor jou, Helga, en het lorgnet.
36
Aantekeningen van Jacoba Voorhoeve, verpleegster van Betzy Berg gedurende de laatste weken van haar leven, december 1922
Tegen hr zeide zij een keen "Je bent bang van mij. Ik moet den heelen dag maar op den Heer denken." Na een geldzending van A.B. zei Mevr van Mr.A. "hij is zoo rond", Mr Hep altijd maar weg. Hij is zoo leelijk, 's morgens zoo somber zei ik. Hr. Bidt: "Heer ik dank U dat ik weet dat mijne vrouw spoedig bij U zal zijn en Uwe heerlijkheid zal zien. " Verder niets. "Zal ik Jezus dadelijk zien? " Mevr.: "Ikzal aan den Heer denken nu Uzich aan dat (daar ging het n.l. over. Mevr nog niet naar bed wil gaan, dit zeg ik Co). Ik dacht, dat ik Jezus zag, dat ik in den hemel was. Wat is 't toch wonderbaarlijk op de dood te wachten. Is het werkelijkheid, dat ik spoedig bij Jezus zal zijn? Ja maar, jij moet er bij zijn. Heb ik je uit den slaap gerukt? " Wat moet ik veel lijden, voordat ik op den Vader kan gaan. 't Is een strijd 't leven door te komen. Je gaat niet weg hoorl (dreigende met haar wijsvinger). Voordat ik mijne oogen gesloten heb, hoar! Over Lour ens sprekende: "Ik heb al mijne fouten en zonden den Heer opgedragen en die heeft ze mij alien vergeven. De Heer zegt: 'Die in Mij gelooft hee ft 't eeuwige leven'. Ik heb 't dus reeds nu hier dan kan ik rustig zijn. Niet lang meer terug, dan haalt de Heer mij. 2 Dec. Je hebt zacht gedaan vandaag. Ja Heer, ik weet niet veel v/d Bijbel, maar je moet mij maar nemen, zooals ik ben. Pruts jullie maar toe, ik ga naar den hemel. " Tegen een timmerman Sieben die schild. inpakken kwam. "Weldra zal je voor mij een kist moeten maken. " 5/12 Ik laat alles aan Jezus over. Ik heb aan den Heer gevraagd (zij lag zoo alleen met pijn). In Chr. Jezus is daar alles. Zie ik er vandaag weer doodelijk uit. Later zullen zij daar beneden nog wel eens aan mij denken, denk ik. (In Noorw. zeggen wij "daar beneden in Holl", zo zeg ik b.v. daar in
31
Fr...). De menschen die wij gekend hebben, als ik weg ben. (Ik gaf Mevr. een zoen op de wang en zeide: Wat is dat? Het antwoord bleef even uit en Toen: "Lief ") Wat wou U eigenlijk van mij? Ik wou je best bij mij houden " en zij vatte mijn hand. Later zeide Mevr: "Ga nu maar naar binnen. Ik heb geen pijn nu kan ik best alleen blijven. " Ga maar. 17 Dec. "Ik lig op U te wachten Heere Jeezus, Ja " "Je moet mij maar verontschuldigen, je moet mij maar vergeven. " Mevr. had het wel eens moeilijk dien dag. Ik zeide "het is ook wel eens heel moeilijk voor U (doorgesteept: 'en U hebt veel pijn', ng). "Ja, het is smart. " "Ja, ik zie 't wel dat u veel pijn lijdt, het wordt mij ook wel eens zwaar als ik 't zie. " "Ja, Jij jonkie bij ons twee ouen. " 18 Dec. In den hemel zal ik je pas waarlijk goed kunnen danken voor alles. Ik zal vandaag alles doen, zooals jij wilt en zegt. "Ach Heere Jezus ", en dan keek zij naar boven. Mr. A. bidt: 'Bewaar en wees met alien die in U gelooven en alien die ons lief zijn en onze koningin en haar huis en alles wat't onze en 't hare is. En geef ons de rust en de verkwikking v/d slaap. En dat de vrouw vannacht niet veel pijn mag hebben. Amen. Maand. 18 Dec: sterfdag van Mevr. Akersloot-Berg. De tekst was: 'Vermaant elkander te alien dage zoo long als het heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde door de verleiding der zonde.' (Hebr. 3:13) Vrijdag 22 Dec 1922. Begrafenisdag van Mevr. Akersloot-Berg 'Maar boven zwarte wolken Blinkt ons een blijde ster; 't Zij donker op de golven, De Helper is niet ver.'
38
Brief van Gooswinus Akersloot aan de heer en mevrouw N. Voorhoeve (arts in Amsterdam), 29 december 1922 Geachte dr V. en vrouwe. Zij is niet meer. Zij is heengegaan de beminnelijk. De zwarte brief heeft het U gezegd. Eenen groene was toepasselijker geweest. U had ze moeten zien liggen op haar praalbed. O alles sprak van een rustig slapen, het hoofd een weinig naar ons toe, in een prachtig eenvoudig nachtgewaad door haarzelf gemaakt met een geele roos op de borst. Alles om haar, uiterst praktisch behandeld door de niet moede wordende hand van uwe zuster, die Woensd. vertrokken is. Na alles komt ten slotte de bedankjesbrief voor de deelneming in mijn verlies. Ik doe dat nu ook, maar denk veel meer aan den korten interessanten tijd als zij bij U was, alles van U ontving wat U geven kon, aan de band die wel kort, maar toch sterk was, dat alles trekt aan, al is zij heengegaan, de eenvoudige. Dank hart, dank voor dat alles.Ik zal niet mankeeren U te bezoeken als mijn weg over Amst. ligt. Er is voor mij nu veel te doen om de brei die 't heengaan mij bezorgde, maar er is suiker over en zij is van aangenaamen smaak. Rondom mij heb ik kat en hond, beide vol bewijzen van genegenheid en toewijding, zelfs de kachel geeft gezelligheid. Ik schrijf zoo veel over mijzelf omdat ik zoo weinig andere punten heb, maar dat hoop ik, dat het U beiden goed gaat, ook in het jaar dat op komst is. Met hoogachting en vele groeten, Akersloot
39
40
ContriButte Het contributiebedrag van de C.H.V. is gesteld op f. 25,— per jaar. U ontvangt hiervoor een acceptgiro. Wilt u geen gebruik maken van de acceptgiro, dan kunt u uw contributie overmaken op bankrekening 36.76.50.029 t.n.v. C.H.V. Eylandt Flielandt. Zodra het contributiebedrag bij ons binnen is, ontvangt u bij uw eerstvolgende bezoek aan het museum "Tromp's Huys"uw lidmatschapskaart of, indien u reeds een lidmaatschapskaart heeft, kunt u deze in genoemd museum af laten stempelen.
VoeCsteCCiri^ De Cultuur Historische Vereniging Eylandt Flielandt stelt zich ten doel de bestudering van de cultuurhistorie van Vlieland en de ondersteuning van de activiteiten van het gemeentemuseum Tromp's Huys. Uit de contributies vormt zij een reserve om waardevolle voorwerpen met betrekking tot de Vlielander historic aan te kopen. Daarnaast verricht en stimuleert zij het opsporen van, voor de Vlielander geschiedenis, belangrijke documenten, verslagen en beschrijvingen uit de oude archieven elders in het land. Met het lidmaatschap van slechts f 25,— per jaar per gezin ondersteund u ons werk.
Orgaan van de CuCtuur J-Cistoriscfie Vereniging "XyCandt jCieCancCt" yCieCancC
Tiende jaargang, nr. 2. September 2000