HD WORKFLOWS IN POSTPRODUCTIE © HET SPOOR / FILMDOC 2008
Introductie: Over HD –oftewel High Definition video– is veel te doen. HD is een toverwoord geworden. Je kunt geen navigatiesysteem of wasmiddel meer kopen of er staat wel 'HD' achter. Kortom, alles wat HD is, is goed! Maar er zijn in de video-wereld onderhand wel heel veel soorten HD. Wat is nou precies het verschil tussen al die variaties? Is er eigenlijk wel een verschil? En wat heeft dat voor consequenties tijdens de afwerking van video- en filmproducties? We zullen proberen in dit stuk inzicht te geven in de workflow van HD video in de postproductie. We bepreken ons tot een aantal methoden waarvan het er nu naar uit ziet dat ze het grootste deel van de markt zullen bepalen. We laten daarbij bewust de nieuwste technieken van 2K en 4K buiten beschouwing, omdat ze voor de productie en afwerking van de nieuwe televisie HD-norm eigenlijk een stapje te hoog zijn.
Laten we beginnen met een paar termen te verklaren, namelijk:
resolutie • drager • compressie
1. Resolutie: Sinds de term HD is geboren moest er natuurlijk ook een naam komen voor de huidige norm van video. En helemaal in lijn met de nieuwe technologie is er gekozen voor 'Standard Definition', ook wel SD genoemd. Onze huidige SD video bestaat uit 720 bij 576 beeldpunten, ook wel pixels genoemd. Dat komt dus neer op 720 x 576 = 414.720 punten, laten we zeggen 0,4 miljoen punten. HD video komt grofweg in twee smaken: 1280 bij 720 pixels, en 1920 bij 1080 pixels. Respectievelijk 0,9 miljoen (921.600) en 2 miljoen (2.073.600) beeldpunten.
De resolutie van 1920 bij 1080 pixels wordt in Nederland de nieuwe norm voor uitzending; kortweg 1080i (interlaced). Een heel verschil met de huidige resolutie.
Het volgende voorbeeld laat logischerwijs zien dat 'meer pixels' zorgen voor meer detail in het beeld.
HD
SD
Hetzelfde detail links in resolutie 400 bij 225 pixels, en rechts 200 bij 112 pixels. 2. Drager: Het woord drager staat voor het 'materiaal' waarop de film wordt opgenomen. Door de komst van digitale video is het niet alleen meer mogelijk om te draaien op film of op videobanden, er is een heel scala aan dragers bijgekomen. Eigenlijk kun je tegenwoordig op alles filmen wat digitale informatie kan opslaan; geheugenkaarten, harddisks, DVD recordables, USB sticks, flashkaarten. Voor professioneel gebruik zijn er drie hoofdcategorieën te onderscheiden: TAPES
DISKS
Enkele voorbeelden: Tape – Sony HDCAM, HDV, Panasonic DVCproHD Disk – Sony XDCAM HD (422) Flashgeheugen – Sony XDCAM-EX, Panasonic P2
FLASHGEHEUGEN
3. Compressie Om al die opnames op een tape, disk of flashkaart te krijgen hebben de producenten gezocht naar manieren om de informatie te comprimeren. Compressie komt simpel gezegd neer op een slimme methode om data weg te gooien en toch een zo hoog mogelijke beeldkwaliteit te behouden. De compressiemethode bepaalt hoeveel minuten materiaal op een drager kan staan.
COMPRESSIE IS NIET ZONDER VERLIES! Wanneer video wordt gecomprimeerd wordt de beeldkwaliteit minder!
Enkele voorbeelden van compressiemethode's (ook wel codecs genoemd): Op dragers: HDCAM, DVCproHD, D10/IMX, MPEG2, MPEG4, RedCode En tijdens montage wordt ook gewerkt met: Uncompressed HD, ProRes, DNxHD codecs. De compressiemethode bepaalt de hoeveelheid data die moet worden opgeslagen. Laten we één uur aan video materiaal (HD 1080 – 25 FPS) vergelijken in een paar verschillende formaten:
Uncompressed 10 bit HD
556
DVCproHD
58
XDCAM HD 422
22
XDCAM EX
20
XDCAM HDV
Gigabytes per Uur
13
0
100
200
300
400
500
600
Uit dit voorbeeld komt duidelijk naar voren hoeveel informatie eigenlijk wordt weggegooid bij het comprimeren van het oorspronkelijke beeld. Om de schade van deze compressie te beperken is het zaak om tijdens de montage zo min mogelijk te veranderen aan deze compressie (geen compressie op compressie). Het Uncompressed HD formaat is kwalitatief superieur en zou voor het hele opname- en onlineproces –als het budget het toelaat– de voorkeur hebben. Het vereist door de hoeveelheid data per seconde echter extreem grote opslag die op zeer hoge snelheid moet kunnen werken. In de praktijk is het dan ook veelal een te kostbaar of onhandelbaar formaat. De drager en de codec zijn niet onafscheidelijk met elkaar verbonden! Materiaal van dezelfde codec kan op verschillende dragers staan, zo kan DVCproHD materiaal bijvoorbeeld op tape én op geheugenkaart (zgn. P2 kaarten) worden opgenomen. En omgekeerd; niet elke codec past op elke drager.
In de praktijk: De conventionele manier van monteren ging uit van een offline montage en een online montage. Er werd gedraaid op een hoge kwaliteit drager (bijv. digibeta) die gecomprimeerd (offline) werd ingeladen en gemonteerd en tot slot in hoge kwaliteit (online) werd afgewerkt. Eigenlijk komt het er op neer dat met de nieuwste ontwikkelingen de producenten van camera's de offline fase hebben verschoven naar de opnametechniek. Het materiaal wordt gecomprimeerd opgeslagen op de drager en daarmee vervalt ook de noodzaak van een auto-assembly (herladen) na de offline montage. Je zou kunnen stellen: er is geen online versie van de media. Werken in deze gecomprimeerde vorm betekent uiteraard wel een concessie wat betreft de kwaliteit. Er wordt gedurende het draaien al een grote hoeveelheid informatie 'weggegooid'. Daarom is het belangrijk tijdens de afwerking zo min mogelijk te veranderen aan het gedraaide materiaal en te zorgen dat het door zo min mogelijk 'generaties' heen gaat. Voor deze manier van werken wordt het materiaal native (in de opgenomen codec) verwerkt. Een conventioneel off- en online proces is alleen nog maar van toepassing wanneer gedraaid wordt op dragers zoals HDCAM, waarbij native data-opslag onwenselijk is. NATIVE MONTAGE komt neer op het monteren in de compressiemethode van het gedraaide materiaal. Zodoende kan er volstaan worden met een beperkte hoeveelheid opslagruimte en wordt er niet opnieuw gecomprimeerd. De kwaliteit wordt daarmee niet beter dan die van de opname, maar verder verlies wordt daarmee wel voorkomen.
'Elk nadeel heeft zijn voordeel': Nu is de neiging natuurlijk te zeggen dat HDCAM door zijn minimale compressie de beste manier van werken is, maar in de praktijk kunnen andere factoren dan beeldkwaliteit de doorslag geven voor de manier van werken: bewegelijkheid, prijs/kwaliteit, archivering, hergebruik, enz. Daarom een overzicht van de verschillende workflows en hun 'voors en tegens'.
HD Workflow op tape: HDV / DVCPRO / HDCAM Deze workflow lijkt nog het meest op 'vroeger'. Echter: bij HDV en DVCPRO HD is het mogelijk het materiaal native in te laden in een Avid of FinalCutpro set. (HDCAM laten we verder buiten beschouwing omdat dat systeem zich door de hoge resolutie niet leent voor native verwerking en dus volgens het oude traject loopt.) Workflow: 1. Inladen vanaf tape in Native resolutie (realtime) 2. Offline Avid / FCP montage in native resolutie. 3. Mastering t.b.v. kleurcorrectie of uitzending op 2 manieren mogelijk: • Filebased – de kleurcorrectie krijgt een QuickTime of TIFF/Cineon/DPX sequentie (reeks opeenvolgende stills in hoge resolutie) aangeleverd met daarin de hoogst haalbare HD resolutie. • HDCAM / HDCAM SR tape in de hoogst haalbare resolutie. 4. Na kleurcorrectie zit het materiaal dus niet meer in de native resolutie maar in UNCOMPRESSED HD resolutie. 5. Het materiaal wordt weer ingeladen/geïmporteerd in Avid / FCP voor de afwerking van titels en andere bewerkingen. 6. Mastering van het 'eindproduct' kan op verschillende manieren; • naar tape: HDCAM / HDCAM SR • filebased aanlevering voor de omroepen in MPEG IMXHD422 op schijf, harddisk, of via glasvezelverbinding Voor en nadelen van de HD TAPE workflow: Stap
Voordeel
Nadeel
Opnemen op tape
Kan relatief weinig technisch mis gaan
Neemt veel ruimte/gewicht in, niet makkelijk door het materiaal te 'springen'
Laden t.b.v. offline
Materiaal direct te zien tijdens inladen
Realtime (langzaam), relatief dure machine nodig voor inladen + langer gebruik montageset i.v.m. laadtijd
HDCAM / HDCAM SR verwerking in offline
Hoge kwaliteit
Door hoge resolutie niet native in offline te verwerken. Laden in DNxHD, ProRes of ander gecomprimeerd HD formaat. Opnieuw inladen voor online.
Archivering
Tape is goedkoop opslagmedium
HDV tape is kwetsbaar door klein formaat.
HD Workflow op Disk XDCAM / XDCAM HD 422 XDCAM HD 422 lijkt in Nederland voor veel gedraaide omroepproducties 'de facto' de standaard te worden. De gebruikte codec (MPEG IMX HD422) lijkt ook de standaard uitzendnorm te worden voor HD producties in Nederland. Aanlevering van welke HD-master dan ook (HDCAM, XDCAM HD, HDV) zal voor uitzending worden omgezet naar deze codec en vanuit De Digitale Voorziening worden uitgezonden. Op dit moment is het nog niet duidelijk op welke wijze de omroepen het materiaal het liefst aangeleverd krijgen. Wat betekent de XDCAM workflow voor de afwerking; XDCAM is net als een DVD een zeer toegankelijk medium. Je 'springt' door het materiaal, net als met een DVD of CD. Op een XDCAM schijf wordt het shot niet alleen op hoge resolutie weggeschreven maar ook een zgn. proxy file (hetzelfde shot in lage resolutie). Dit maakt het voor bijv. een regisseur erg eenvoudig om materiaal thuis of onderweg met een normale computer te spotten of een voormontage te maken. Hierdoor is ook geen 'spot DVD' met het materiaal meer nodig. Workflow: 1. Importeren vanaf XDCAM schijf in native resolutie in Avid / FCP (ca. anderhalf keer realtime) 2. Offline Avid / FCP montage in native resolutie 3. Mastering t.b.v. Kleurcorrectie of uitzending op 2 manieren: • filebased – de kleurcorrectie krijgt een QuickTime of TIFF/DPX sequentie aangeleverd met daarin de hoogst haalbare HD resolutie. • XDCAM HD / HDCAM / HDCAM SR in de hoogst haalbare resolutie. 4. Na kleurcorrectie zit het materiaal dus niet meer in de native resolutie maar in UNCOMPRESSED HD resolutie. 5. Het materiaal wordt weer ingeladen/geïmporteerd in Avid / FCP voor de afwerking van titels en andere bewerkingen. 6. Mastering van het 'eindproduct' kan op verschillende manieren; • naar tape: HDCAM / HDCAM SR • filebased aanlevering voor de omroepen in IMX HD422 op schijf, harddisk, glasvezelverbinding. Stap
Voordeel
Nadeel
Draaien op XDCAM disk
Relatief goedkoop, betrouwbaar.
Laden t.b.v. offline in Avid
1,5 x realtime, kortere laadtijd
Laden t.b.v. offline FCP
Idem Avid, maar gaat buiten FCP om dus geen vertraging door inladen, direct per ingeladen clip zichtbaar
Spotten
Geen spotdvd nodig door proxyfiles
Spotdvd toch nodig? Niet mogelijk met elke xdcam hd drive.
Archivering
XDCAM is een goedkoop en goed opslagmedium.
Minder betrouwbaar dan tapes
Materiaal is pas na importeren beschikbaar/ zichtbaar als het importeren op dezelfde set gebeurt.
HD Workflow geheugenkaarten / harddisks XDCAM EX / PANASONIC P2 / RED Het draaien op geheugenkaarten / harddisks neemt een steeds grotere vlucht. Anders dan bij de eerdergenoemde workflows met tapes of XDCAM disks, heb je bij het draaien op geheugenkaarten een belangrijk verschil. De geheugenkaarten zijn nog te duur en te klein om er grote aantallen van mee te nemen dus tijdens het draaien zal het opgenomen materiaal regelmatig moeten worden gekopieërd naar een Harddisk. Je gebruikt de geheugenkaart tijdens een draaiperiode dus steeds weer opnieuw en moet het gedraaide materiaal 100% VEILIG zien te stellen. Ook na de montage zul je een manier moeten vinden om het materiaal te archiveren op een medium dat lange tijd houdbaar is. Workflow: 1. Importeren vanaf harddisk of geheugenkaart in Avid / FCP > eerst wrapper veranderen 2. Offline Avid / FCP montage in native resolutie 3. Mastering t.b.v. kleurcorrectie of uitzending op 2 manieren mogelijk: • filebased: de kleurcorrectie krijgt een QuickTime of TIFF / DPX sequentie aangeleverd met daarin de hoogst haalbare HD resolutie • XDCAM HD/HDCAM/ HDCAM SR disk/tape in de hoogst haalbare resolutie 4. Na kleurcorrectie zit het materiaal dus niet meer in de native resolutie maar in UNCOMPRESSED HD resolutie. 5. Het materiaal wordt weer ingeladen/geimporteerd in Avid / FCP voor de afwerking van titels en andere bewerkingen. 6. Mastering van het 'eindproduct' kan op verschillende manieren; • naar tape: HDCAM/SR • filebased aanlevering voor de omroepen in MPEG IMX GD 422 op schijf, harddisk, glasvezelverbinding 7. Archivering van het opgenomen materiaal op een lang houdbare drager. Stap
Voordeel
Nadeel
Draaien op geheugenkaart
Geen directe tape/diskkosten, vaak handzame camera's zonder bewegende mechanische delen.
Moet tijdens draaiperiode worden gekopieërd naar kwetsbare harddisk; risico op verlies van materiaal door vervoer, klimatologische omstandigheden, techniek, etc.
Laden t.b.v offline in Direct vanaf disk of kaart Avid /FCP P2 materiaal bruikbaar in de Avid, snel. Laden t.b.v. Offline in Avid / FCP van XDCAM EX
Geen dure machine nodig, snel, overnight
Spotten
Proxy files – dus geen spotdvd's meer nodig
Archivering
Eerst wrapper veranderen voor importeren, daarna importeren in Avid / FCP.
Harddisk is geen goed archiveringsmedium voor opnamemateriaal. Veilig stellen materiaal door tapestreamer met foutcorrectie (kosten).
ONLINE afwerking workflow: Wat zijn de consequenties van de bovenstaande offline>online workflows?
Na de offline kan er zonder herladen een file of tape worden uitgespeeld t.b.v. de kleurcorrectie. 'Online' werk bestaat uit het bewerken van effecten, het verwerken/bewerken van archiefmateriaal en de conversie daarvan naar HD. Het is wel gespecialiseerd werk waar niet elke editor in thuis is.
Er wordt een HDCAM / HDCAM SR of DPX / TIFF sequentie aangeboden aan de kleurcorrectie. Houdt rekening met de lange exporteertijd van deze files! Gebruikelijk is dit 'overnight' te doen. Vanaf dit moment stoppen we met werken in de native resolutie waarin het materiaal gedraaid is en is de verdere afwerking in UNCOMPRESSED HD.
Na de kleurcorrectie komt een file of (HDCAM / HDCAM SR) tape retour voor het titelen, ondertitelen en masteren van het programma. Deze tape / files worden ingeladen of geïmporteerd en van titels voorzien.
Eigenlijk zijn we dus bezig om gecomprimeerd HD te verwerken tot de fase van de online. Daar komt een Uncompressed HD bestand / tape uit en die wordt vervolgens voor uitzending weer gecomprimeerd. Op het eerste gezicht lijkt dit een omslachtige methode, maar voor kwaliteit van eindproduct wel noodzakelijk.
De mastering is afhankelijk van het gebruikte DOEL. •
HDCAM mastering is op dit moment wereldwijd het meest gangbare voor zowel distributie tussen omroepen maar ook festivals kunnen er steeds beter mee overweg.
•
HDCAM SR is een hogere standaard die veelal wordt gebruikt als de productie naar film moet worden overgezet.
•
Filebased aanlevering op harddisk o.i.d. Dit gaat in de toekomst steeds meer voorkomen, eventueel door een upload via glasvezel naar de centrale server van de omroepen en bioscopen.
Stap
Voordeel
Nadeel
Offline t.b.v. kleurcorrectie
Filebased of tape zonder herladen origineel materiaal
HD vergt extra 'render' tijd bij effecten en exporteren, grote bestanden.
Online titelen/ afwerken/ VFX
UNCOMPRESSED HD
Veel opslag nodig, veel rendertijd bij bewerkingen, kostbaarder dan SD verwerking
Mastering naar HDCAM
Wereldwijd bruikbaar, goed en veilig opslagmedium,
Mastering naar HDCAM SR
Hoge kwaliteit, geschikt voor filmtransfer
Kostbaar, lang niet overal gemeengoed
Filebased aanlevering
Minder materiaalkosten, snel, direct in de juiste compressie.
Nog weinig duidelijkheid over normen en drager. Onbetrouwbaar voor archivering.
Nota bene: – In de bovenstaande workflows is steeds uitgegaan van 1 type materiaal in een productie. In de praktijk zal dat zeker bij documentaire anders liggen. Veelal wordt daar gebruik gemaakt van archief op diverse (SD) formaten, foto's en andere grafische elementen en zullen er naast de HD masters óók SD masters gemaakt moeten worden voor festivals e.d. – Je moet dan ook rekening houden met conversie van diverse SD formaten naar het HD formaat in de online, scaling van 4:3 naar 16:9 formaat, aanlevering van titels, ondertitels, foto's ,etc. In een veel hogere resolutie dan tot nog toe gebruikelijk. De bewerking daarvan kan op dit moment ook lang niet altijd realtime ( zoals in SD) plaatsvinden. Houdt dus rekening met meer onlinetijd dan gebruikelijk bij dit soort projecten!
Checklist HD –
Bondige checklist die als handleiding kan dienen voor keuzes in het productieproces –
1. Wat is het doel van de productie: uitzending, projectie, buitenlandse verkoop, etc.? 2. Wat moet er in de toekomst met de productie gebeuren: archivering opnamemateriaal en masters? 3. Wat is het beschikbare budget / tijdsplanning? 4. In welke norm dient de productie aangeleverd te worden? 5. Welke creatieve / kwalitatieve eisen worden er gesteld? 6. In welke mate bepaald de locatie de opnamemethode? (kleine camera, gewicht, opslag van gedraaid materiaal) 7. In welk systeem gaat de afwerking plaatsvinden? 8. Wat voor masters zijn er gewenst? 9. Hoe ga ik de productie archiveren? 10. Overleg met de postproductie vóór de opname!
Over ons: Binnen postproductiehuis 'HET SPOOR' wordt met passie gewerkt aan hoogstaande documentaire -en dramaproducties. Naast gerenommeerde offline editors en sounddesign neemt FILMDOC o.a. de afwerking van HD producties voor zijn rekening. Wij zijn daarin steeds op zoek naar de maximale kwaliteit en beste workflow, passend bij het beschikbare budget. Contact: HET SPOOR Oostenburgervoorstraat 152 1018 MR Amsterdam tel 020-4200420
[email protected]
Gebruikte termen in deze reader: Auto-assembly – herladen van materiaal t.b.v. hoge kwaliteit afwerking na offline. Avid / FCP – meest gebruikte montage systemen, respectievelijk Avid en Final Cut Pro. Compressiemethode / codec – manier om opslag van videobeelden te verkleinen. De Digitale Voorziening – de nieuwe digitale 'uitzendstraat'. Digital Intermediate – de digitale variant van het oude film negatief. DPX / TIFF sequentie – videoframes in digitale vorm, bestaat letterlijk uit een massa losse plaatjes. Filebased – een workflow die nooit meer naar een fysieke drager (bijv. tape) terugschrijft. HDCAM – Sony standaard voor hoge kwaliteit HD. HDCAM SR – variant van HDCAM met hogere kleurdiepte. Interlaced – methode waarbij elk beeld bestaat uit twee fields. Native montage – montage met materiaal in dezelfde kwaliteit als de opname. Offline montage – het 'inhoudelijke' deel van de montage, verhaal staat centraal. Online montage – het 'technische afwerking van de montage, beeldkwaliteit staat centraal. Proxy file – lage resolutie clip voor spotten en snel zoeken door disks. Rendertijd – tijd om effecten / beeldcorrecties te laten berekenen door de montageset. Uncompressed – opslag van video zonder compressie.