MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2007 VAK : BEDRIJFSREKENEN DATUM: DONDERDAG 05 JULI 2007 TIJD : 09.45 – 11.25 UUR (MULO-III KANDIDATEN) 09.45 – 11.45 UUR (MULO-IV KANDIDATEN)
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.
INTREST 3 1 Beschouw de volgende beweringen:
Xiomara leent SRD 1.500,- á 5% ’s jaars. Na enige tijd betaalt zij aan kapitaal en intrest SRD 1.550,- terug.
I Bij het berekenen van de intrest wordt het kapitaal op hele centen afgerond.
Zij heeft het geld geleend voor
II Bij het berekenen van de intrest met behulp van rentenummer en standvastige deler, wordt het rentenummer op gehelen afgerond.
A
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat A B C D
2 3 1 2
maand.
B 1 maand. C 8 maanden. D 18 maanden.
alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn.
VREEMD GELD 4 Beschouw de volgende beweringen:
2 Diana wil een computer kopen. Zij leent 45 deel van het aankoopbedrag á 6% ’s jaars. Na 1 jaar betaalt zij aan kapitaal en intrest SRD 848,- terug. De juiste berekening van het aankoopbedrag van de computer is: A B C D
100 106 106 100 5 4 5 4
x 848 x 848 x 100 x 848 106 x 106 x 848 100
I De koers is de prijs, waartegen vreemd geld verhandeld wordt. II De bank hanteert de laatkoers voor de exporteur bij het omzetten van vreemd geld in eigen geld. Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat A B C D
alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn.
GOEDERENHANDEL
5 Henry wil SRD 1.900,- besteden aan de aankoop van ANG 800,- en GYD… ; bankkosten SRD 5,-. Koersen per stuk: ANG 1,55 – 1,60 GYD 1,35 – 1,40 De juiste berekening van het bedrag, dat hij in GYD ontvangt is: A B C D
(1.900 – 800 x 1,55) : 1,35 (1.900 – 800 x 1,60) : 1,40 {(1.900 – 5) - 800 x 1,55} : 1,35 {(1.900 – 5) - 800 x 1,60} : 1,40 6
Lolita stuurt Real 500,- voor haar studerende zoon in Brazilië. Zij heeft hiervoor SRD 610,- inclusief de bankkosten ad SRD 10,- bij een plaatselijke bank betaald. De koers waartegen zij de Real per stuk gekocht heeft, is A B C D
SRD 0,82 SRD 0,83 SRD 1,20 SRD 1,22
8 Welke bewering is onjuist? A Bij aankoop van goederen worden de eventuele kosten opgeteld. B Bij verkoop van goederen wordt commissie berekend over het bruto-provenu. C Rabat is een korting op de prijs. D Vrachtkosten worden berekend over het nettogewicht. 9 Bruto ... kg Tarra 2% ... kg Netto ... kg á SRD 25,- per kg = SRD ... Rabat 20% = SRD ... Inkoopbedrag = SRD 49.000,De juiste berekening van het tarragewicht is: A ( 100 x 49.000 : 25) x 120 B ( 100 x 49.000 : 25) x 120
2 100 2 98 2 100 2 98
C ( 100 x 49.000 : 25) x 80 D ( 100 x 49.000 : 25) x 80
10 7 G. Houtman exporteert houtsnijwerk naar Trinidad. Hij biedt de prijs aan in twee muntsoorten namelijk USD en TTD. Prijsopgave per stuk is USD 15,- of TTD 95,-. Koersen per stuk: USD 2,70 – 2,80 TTD 0,44 – 0,45 Een koper in Trinidad betaalt in TTD voor 50 stuks houtsnijwerk. Als Houtman zijn ontvangen TTD omwisselt in SRD bij een plaatselijke bank, dan heeft hij ten opzichte van de USD een
Bruto 500 kg Tarra 4% 20 kg Netto 480 kg á SRD 5,- per kg Tijdens het vervoer van de goederen gaat 30 kg verloren. Het resterende deel wordt verkocht voor SRD 3.525,-. Het resultaat per kg op deze partij goederen is een A B C D
verlies van SRD 2,34 winst van SRD 2,34 verlies van SRD 2,50 winst van SRD 2,50 EFFECTEN
A B C D
nadeel van SRD 37,50 voordeel van SRD 37,50 nadeel van SRD 65,voordeel van SRD 65,-
11 Welke bewering met betrekking tot obligaties is juist? A Bij het uitbetalen van de couponrente worden zowel de belastingen als de provisie afgetrokken. B De couponrente wordt over de koerswaarde berekend. C De lopende rente wordt opgeteld bij de koerswaarde. D Voor het berekenen van de lopende rente wordt de maand op het juiste aantal dagen gesteld.
15
12 Gegeven: Dividendbedrag Couponbedrag
SRD ... SRD 300,SRD ...
Dividendbelasting 25% = SRD ... Provisie 1% = SRD 11,SRD ... SRD ... De juiste berekening van de dividendbelasting is: A B C D
25% van 300 25% van (100 x 11) 25% van (100 x 11 – 300) 25% van (100 x 11 + 300)
13
Ferdy koopt twee 8% obligaties NV Air-Sur nominaal SRD 1.000,- per stuk, koers 104; lopende rente SRD 35,-. De aankoopkosten zijn SRD 20,-. De provisie bij het verzilveren van de coupons is 1%. De juiste berekening van het rendement op deze belegging is: A
160 – 1,60 x 1% 1% van ( 2.080 + 35 +20)
B
160 – 1,60 x 1% 1% van ( 2.080 + 20)
C
160 x 1% 1% van ( 2.080 + 35 +20)
D
160 1% van ( 2.080 + 20)
Jan koopt vijf 6% obligaties nominaal SRD 1.000,per stuk, koers 78; lopende rente SRD 40,-; kosten SRD 60,-. Het aankoopbedrag van deze obligaties is A B C D
SRD 3.900,SRD 3.920,SRD 3.940,SRD 4.000,-
16 Marco sluit bij het kopen van een huis een 8% hypothecaire lening af groot SRD 35.000,-. Hij verhuurt het huis voor SRD 5.400,- per jaar. De jaarlijkse kosten zijn onder andere SRD 1.100,-. Het rendement op deze belegging is 5%. Het belegd eigen geld is
RENDEMENT 14
A B C D
Beschouw de volgende beweringen: I
x 1%
SRD 30.000,SRD 51.000,SRD 65.000,SRD 86.000,-
INDEXCIJFERS
Hypotheekopbrengst = Hypotheeksom + Afsluitkosten
17
II Belegd eigen geld = Kostprijs - Hypotheekopbrengst
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
Beschouw de volgende beweringen:
A B C D
II Met behulp van indexcijfers kunnen beschikbare gegevens beter met elkaar vergeleken worden.
alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn.
I
Indexcijfers zijn procentuele verhoudingsgetallen.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat A B C D
alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn.
18 Jaar 2004 2005 2006
Prijs per kg Indexcijfer SRD 1,50 100 SRD ... 110 SRD 1,80 …
De juiste berekening van de stijging van de prijs per kg in 2006 ten opzichte van 2005 is: A 1,80 B 1,80 C 1,80 D 1,80 -
10 100 10 110 110 100 100 110
21 Op een inventaris met een aanschaffingswaarde van SRD 36.000,- is er in 4 jaar in totaal SRD 14.400,afgeschreven. Het vijfde jaar schrijft men echter 10% van de boekwaarde af. De boekwaarde van deze inventaris is na 5 jaar A B C D
x 1,50 x 1,50 x 1,50 x 1,50
SRD 16.560,SRD 18.000,SRD 19.440,SRD 21.600,VERZEKERINGEN 22
AFSCHRIJVINGEN
Beschouw de volgende beweringen: 19 Gegeven: - Aanschaffingswaarde machine SRD 140.000,- Restwaarde na 7 jaar SRD 35.000,- Jaarlijks wordt steeds hetzelfde bedrag afgeschreven. Wat is onjuist? A B C D
De afschrijving per jaar is SRD 15.000,-. De boekwaarde na 3 jaar is SRD 110.000,-. De totale afschrijving bedraagt SRD 105.000,-. Het afschrijvingspercentage is 10,7 % van de aanschaffingswaarde.
I Bij een oververzekering wordt de gehele schade uitgekeerd. II Bij een juiste verzekering is de gezonde waarde gelijk aan het verzekerd bedrag. Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat A B C D
alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn. 23
20 Op 1 januari 2003 heeft Arti een compressor gekocht, waarop hij jaarlijks SRD 2.500,- afschrijft. Op 1 januari 2006 is de restwaarde SRD 1.500,-. De juiste berekening van de aanschaffingswaarde is: A B C D
3 x 2.500 – 1.500 4 x 2.500 – 1.500 3 x 2.500 + 1.500 4 x 2.500 + 1.500
Bij firma “De Goede” brak er brand uit. De goederen van deze firma waren verzekerd voor SRD 180.000,-. De waarde van de goederen vlak voor de brand was SRD 200.000,-. Na de brand blijkt, dat de waarde van de onbeschadigde goederen SRD 80.000,- is. De juiste berekening van de uitkering met behulp van de onderverzekeringsbreuk is A
180.000 x ( 180.000 – 80.000 ) 200.000
B
180.000 x ( 200.000 – 80.000 ) 200.000
C
200.000 x ( 180.000 – 80.000 ) 180.000
D
200.000 x ( 200.000 – 80.000 ) 180.000
27
24 Een auto is W.A. verzekerd. De jaarpremie is SRD 790,-; polis- en zegelkosten SRD 7,50; administratiekosten SRD 1,50. De no-claimkorting is na 1 jaar schadevrij rijden 10%, na 2 jaar 20% en na 3 jaar 30%. De verzekerde heeft 3 jaren schadevrij gereden. Hoeveel moet hij aan het begin van het 4e jaar betalen? A B C D
Gegevens over artikel N: Inkoopprijs SRD 500,Indirecte kosten SRD 150,Kostprijs SRD 650,Nettowinst SRD 300,Netto verkoopprijs SRD 950,Verkoopkosten 5% SRD 50,Bruto verkoopprijs SRD 1.000,De brutowinst op artikel N is
SRD 553,SRD 554,50 SRD 560,50 SRD 562,-
A B C D
SRD 200,SRD 350,SRD 450,SRD 500,-
KOSTPRIJS HANDELAAR KOSTPRIJS FABRIKANT 25 28
Beschouw de volgende formules: De brutowinst =
Welke bewering is onjuist?
I Verkoopprijs – Kostprijs II Indirecte kosten + Verkoopkosten + Nettowinst III Verkoopprijs – Inkoopprijs
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat A B C D
alleen I en II juist zijn. alleen I en III juist zijn. alleen II en III juist zijn. I, II en III alle juist zijn. 26
Gegevens over artikel M: SRD ... Inkoopprijs Indirecte kosten 20% SRD ... Kostprijs SRD ... Nettowinst SRD 150,Netto verkoopprijs SRD ... Verkoopkosten 5% SRD ... Bruto verkoopprijs SRD 600,De juiste berekening van de inkoopprijs is: A B C D
80 100 100 120 100 80 120 100
x {600 - [(5% van 600) + 150]} x {600 - [(5% van 600) + 150]} x {600 - [(5% van 600) + 150]} x {600 - [(5% van 600) + 150]}
A B C D
Directe kosten = Materiaalkosten + Loonkosten Kostprijs = Directe kosten + Indirecte kosten Netto verkoopprijs = Kostprijs + Winstopslag Aanbiedingsprijs = Netto verkoopprijs + Winstopslag + Verkoopkosten
29 Gegevens over de productie van artikel V : Materialen SRD 50,Lonen SRD 8,Directe kosten SRD ... Indirecte kosten 10% van de materialen SRD ... Kostprijs SRD ... De juiste berekening van de kostprijs is: 10 A ( 100 x 50) + 8 B ( 100 x 50) + 8 10
C ( 100 x 50) + 8 110 D ( 110 x 50) + 8 100
MACHINE-UURTARIEF
30 Gegevens over artikel G : - Materialen SRD 40,- Lonen SRD 38,- Sociale lasten 30% - Indirecte kosten 10% van de materialen. De kostprijs van dit artikel bedraagt A B C D
SRD 78,SRD 82,SRD 89,40 SRD 93,40
33 In een bedrijf bedraagt het machine-uurtarief SRD 20,-. De jaarlijkse afschrijving SRD 10.000,Renteverlies per jaar SRD 9.000,Onderhoudskosten per jaar SRD 7.000,Stroomverbruik per uur SRD 7,Het aantal uren, dat de machine per jaar draait, is (afronden op hele uren)
VERVOLG MULO-IV KANDIDATEN
A 950 uren. B 1.300 uren. C 1.462 uren. D 2.000 uren.
PRIJS PER KM
RENTABILITEIT 34
31 De constante machinekosten bestaan onder andere uit: A afschrijvingskosten, oliekosten, verzekeringskosten. B afschrijvingskosten, renteverlies, verzekeringskosten. C afschrijvingskosten, renteverlies, oliekosten. D renteverlies, oliekosten, verzekeringskosten.
Nettowinst SRD 17.000,Gewaardeerd loon per maand SRD 1.000,Eigen Vermogen SRD 55.000,Vreemd Vermogen SRD 25.000,Rentabiliteit van het totaal vermogen is 24%. De juiste berekening van de rente op het vreemd vermogen is: A 24 x 800 – (17.000 – 1.000) B 24 x 800 + (17.000 + 1.000)
MANUURTARIEF
C 24 x 800 – (17.000 – 12.000) D 24 x 800 + (17.000 + 12.000)
32 35 Arbi werkt in een bepaalde week 45 uren, inclusief 5 overuren. Hij ontvangt in totaal SRD 365,25 voor die week. Voor elk overuur heeft hij SRD 11,25 ontvangen. De juiste berekening van het normale uurloon is A (365,25 – 5 x 11,25) : 45 B (365,25 – 5 x 11,25) : 40 C 365,25 : 45 D 365,25 : 40
Gegeven: Eigen Vermogen SRD 40.000,Vreemd Vermogen SRD 20.000,- á 18% ‘s jaars Economisch resultaat is SRD 4.800,De rentabiliteit van het totale vermogen is A 8% B 12% C 14% D 21%
36 Het verloop van de brutowinst van Firma Hens over de jaren 2000 tot en met 2004.
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
In welk jaar is de brutowinst gelijk aan het gemiddelde van de brutowinst van de jaren 2000 tot en met 2004? A 2001 B 2002 C 2003 D 2004