Handleiding voor de trimafdeling van de Vughtse Sportclub Prins Hendrik
November 2010 versie 1.1
1
Inhoudsopgave Algemeen ............................................................................................................. 4 Uitgangspunten ..................................................................................................... 4 Organisatie van de trainingen ................................................................................. 6 Functies binnen de Trimcommissie ..........................................................................11 Communicatie ......................................................................................................12 Declaratieprocedure ..............................................................................................13 Veiligheid ............................................................................................................13 Vertrouwenspersoon .............................................................................................14 Bijlage 1 : Declaratieformulier trimtrainers ..............................................................15 Bijlage 2 : Veiligheidsprotocol ...........................................................................16 Hoofdstuk 1 - Inleiding...................................................................................18 1.1
Waarom dit protocol. .............................................................................18
1.2
Risico‟s in het verkeer zijn voor rekening van de individuele loper. ..............18
1.3
Rechten van voetgangers op de openbare weg..........................................18
Hoofdstuk 2 – Onze plaats in het verkeer .............................................................21 2.1
Hardlopers en herkenning door omringend verkeer. ...................................21
2.2
Lopen binnen de bebouwde kom. ............................................................21
2.3
Lopen buiten de bebouwde kom ..............................................................21
2.4
Lopen op het fietspad. ...........................................................................21
Hoofdstuk 3 - Loperuitrusting- en signalering in schemer en donker ........................22 3.1
Reflecterende delen op loperkleding. .......................................................22
3.2
De reflecterende hesjes..........................................................................22
3.3
De armbanden met knipperende leds / lampjes.........................................22
3.4
Verlichting aan voorzijde. .......................................................................23
3.5
Run ID .................................................................................................23
3.6
Gebruikelijke waarschuwingen ................................................................23
Hoofdstuk 4 - Sociale controle en naleving van dit protocol.....................................24 4.1
Sociale controle. ...................................................................................24
4.2
Niet nakomen betekent niet meelopen. ....................................................24
4.3
Een dame/heer in het verkeer.................................................................24
2
Inleiding In juni 2009 is door de Trimcommissie het initiatief genomen om een handleiding op te stellen voor zowel de zittende als de komende trainers van de afdeling Trim van de Vughtse Sportclub Prins Hendrik. Dit initiatief kwam voort uit de behoefte om bij het groeien van de afdeling Trim en de roep om nieuwe trainers nieuw te maken afspraken en reeds in gebruik zijnde afspraken vast te leggen, zodat zowel trainers als trimmers deze handleiding kunnen gebruiken als naslagwerk. Uitgangspunt bij het maken van deze handleiding is de visie zoals geformuleerd op de website van Prins Hendrik onder het kopje Trim>Algemeen: Trimmen is bedoeld voor wie sport, gezonde conditie, buitenlucht en gezelligheid wil combineren en kiest voor het gezamenlijk lopen van afstanden. De trainingen bestaan afwisselend uit duurlopen of "kort werk" (interval, piramide, etc.). Er wordt een gevarieerd programma aangeboden waaraan ieder op haar of zijn niveau kan meedoen. Tijdens de trainingen wordt ook toegewerkt naar eigen trimevenementen en grote evenementen in de omgeving. De handleiding is een dynamisch document d.w.z. dat de inhoud onderhevig kan zijn aan veranderende inzichten en omstandigheden. Schroom niet als gebruiker/lezer eventuele op- en aanmerkingen bij de Trimcommissie van onze vereniging kenbaar te maken.
Loek van der Staak, trimcoördinator
3
Algemeen De afdeling Trim wordt bestuurd door een Trimcommissie. Deze commissie verzorgt het dagelijkse trimgebeuren: de trainingen en de trimevenementen. Zie de website van Prins Hendrik voor gedetailleerde gegevens.
Uitgangspunten Binnen de afdeling Trim gelden een aantal uitgangspunten die voor alle betrokkenen, Trimcommissie, trainers, assistent-trainers en trimmers, gelden. 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7.
8. 9.
De Trimcommissie is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de afdeling Trim. Vanuit de Trimcommissie is de trainerscoördinator overall verantwoordelijk voor het goed verlopen van de trainingen op de diverse tijdstippen. Binnen de trimafdeling kennen we een viertal niveaus waarop getraind wordt. Zie “Organisatie van de trainingen”. In principe leidt ieder niveau op voor doorstroming naar het volgende niveau. Er zijn trimmers die om wat voor reden dan ook liever op een bepaald niveau blijven lopen (b.v. sociale component). Deze trimmers conformeren zich aan de voorwaarden, die voor dit niveau gelden. Een trainer kan een loper verplicht naar een vorig niveau verwijzen, indien de trainer dit voor de gezondheid en veiligheid van de betreffende loper noodzakelijk acht. Er moet niet koste wat kost geprobeerd worden om de loper op het betreffende niveau te krijgen. Worden incidenteel trainingen ingelast dan wordt dit gemeld aan de trainerscoördinator. Deze trainingen mogen niet gedeclareerd worden. Het invoeren van structureel extra trainingen (meer dan 3) op andere dan de afgesproken trainingstijden vindt alleen plaats in overleg met de trainerscoördinator en na goedkeuring van de Trimcommissie. Deze trainingen mogen gedeclareerd worden. Het houden van extra trainingen in het kader van een evenement vindt plaats in overleg met de trainerscoördinator. Assistent-trainers en hoofdtrainers zijn er voor de trimmers: het gaat per slot van rekening om het plezier en het welzijn van de trimmer.
4
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Het inzetten van trainers over de verschillende groepen is de verantwoordelijkheid van de trainerscoördinator en geschiedt in overleg met de desbetreffende trainer. Iedere groep op ieder niveau heeft een trainer, die de opleiding Looptrainer 3 met succes heeft gevolgd, de zogenaamde hoofdtrainer. Iedere groep op ieder niveau moet voorzien zijn van een of meerdere assistent-trainers. Assistent-trainers hebben de opleiding Looptrainer 2 met succes gevolgd. Assistent-trainers worden gestimuleerd de opleiding Looptrainer 3 te volgen. Trainers worden gestimuleerd een trainerslicentie te halen en te actualiseren. Trainers (hoofd- en assistent-) volgen ieder jaar bijscholing die door de vereniging wordt georganiseerd en bekostigd. Trainers (hoofd- en assistent-) hebben de EHBO-opleiding met succes gevolgd. Ook reanimatie en AED-gebruik is onderdeel van het vaardighedenpakket van de trainer. Er gaan geen groepen trainen onder auspiciën van Prins Hendrik zonder begeleiding van een gekwalificeerde trainer van Prins Hendrik.
5
Organisatie van de trainingen De afdeling Trim binnen onze vereniging is opgebouwd uit een aantal niveaus, die opleiden tot het volgende niveau. Deze niveaus zijn structureel aanwezig. Doorstromen is geen wet van Meden en Perzen. Er zijn trimmers die om sociale redenen liever op een bepaald niveau blijven lopen: zij conformeren zich aan de afspraken die gelden op het betreffende niveau. Als het aantal lopers te groot is voor één groep dan kan worden gesplitst. Indien er voldoende assistent-trainers beschikbaar zijn binnen de groep dan wordt dit opgevangen binnen de groep. Kan dit niet opgevangen worden binnen de groep dan neemt de verantwoordelijke trainer contact op met de Trimcommissie i.c. de trainerscoördinator en wordt gezamenlijk naar een oplossing gezocht. De trainers op de verschillende niveaus maken deel uit van het trainercorps van de afdeling Trim van onze vereniging. Iedere groep heeft een eigen trainer en eigen assistent-trainer(s). De Trimcommissie i.c. de trainerscoördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van de trainingen. Op alle niveaus wordt aandacht besteed aan de techniek van het lopen t.w. loopscholing. Trainers moeten streng kunnen zijn: niet te veel, te vaak en te hard trainen. Bij twijfel adviseert de trainer een loper naar de arts of de fysiotherapeut te gaan. De trainer adviseert een loper naar een groep op een lager of hoger niveau als dit van toepassing is. Trimmers zijn tot op zekere hoogte vrij in het kiezen van een groep die bij hen past. Er kunnen praktische beperkingen zijn, zoals groepsgrootte en loopcapaciteit. Trainers hebben de verantwoordelijkheid voor een goede begeleiding. Het initiatief tot overstap kan van de trainer of van de trimmer uitgaan, in ieder geval overleggen zij met elkaar. Vervolgens overleggen zij samen met de trainer van de nieuwe groep. Daarna kan de overstap (tijdelijk, definitief of proberen) plaatsvinden en is de trainer van de nieuwe groep verantwoordelijk voor een goede begeleiding. Wanneer betrokkenen het onderling niet eens worden, kunnen zij terecht bij de Trimcommissie. De trainingen gaan in principe altijd door, op enkele uitzonderingen na. - Bij gevaarlijk weer (noodweer, storm) vervallen alle trainingen. - Op Nieuwjaarsdag, 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, 1e en 2e Kerstdag zijn er geen trainingen. - Op 2e Paasdag, Hemelvaartsdag en 2e Pinksterdag zijn de trainingen als op zondag. 6
Op dagen waarop PH een trimevenement organiseert waar (een deel van) je loopgroep aan deelneemt kan de training vervallen. Iedere trainer draagt zijn persoonlijke gegevens bij zich in een shoe-id, die eenvoudig op de loopschoen te bevestigen is. De trainer heeft een mobiele telefoon bij zich met daarin onder andere het telefoonnummer van het clubhuis van Prins Hendrik -
Potentiële nieuwe leden kunnen zich melden bij de trainerscoördinator, Loek van der Staak, 073-5216040/06-22160905,
[email protected]. In samenspraak met Loek wordt gekeken op welk niveau kan worden ingestroomd. Niveau beginners Op dit niveau stromen beginnende lopers in die nauwelijks of geen ervaring hebben met het fenomeen hardlopen en het voornemen hebben om als lid van onze vereniging loopervaring op te doen en uit te bouwen. Deze lopers worden opgevangen in een groep die ongeveer 15 deelnemers bevat. Lopers op dit niveau zijn uiteindelijk in staat 3 km aan een stuk te lopen. Deze lopers stromen altijd door naar niveau 1. Op dit niveau wordt niet getraind voor een evenement. Trainingstijden: dinsdag en donderdag om 19.00 uur. Niveau 1 Trainen om een afstand van 3 tot 5 km aaneengesloten te kunnen lopen. De maximale afstand is exclusief in- en uitlopen. Op dit niveau wordt niet getraind voor een evenement. Trainingstijden: dinsdag en donderdag om 19.00 uur, woensdag om 09.30 uur, vrijdag om 13.45 uur en zaterdag om 09.30 uur. Niveau 2 Trainen om een afstand van 6 tot 9 km aaneengesloten te kunnen lopen. De maximale afstand is exclusief in- en uitlopen. Op dit niveau wordt niet getraind voor een evenement. Trainingstijden: dinsdag om 09.15 uur en 19.00 uur, donderdag om 19.00 uur en zaterdag om 09.30 uur. Niveau 3 Trainen om een afstand van 10 tot 13 km aaneengesloten te kunnen lopen. De maximale afstand is inclusief in- en uitlopen. Er kan op dit niveau getraind worden voor een evenement. 7
Trainingstijden: dinsdag om 09.30 uur en 19.00 uur, donderdag om 19.00 uur, zaterdag om 08.30 uur en zondag om 09.00 uur.
Niveau 4 Trainen om een afstand van 14 tot 17 km aaneengesloten te kunnen lopen. De maximale afstand is inclusief in- en uitlopen. Er kan getraind worden voor een evenement. Vanaf dit niveau is het mogelijk om te trainen voor een marathon. Trainingstijden: dinsdag om 19.00 uur, woensdag om 19.00 uur, donderdag om 19.00 uur en zaterdag om 09.30 uur. Niveau 5 Trainen om een afstand van 18 tot 21 km aaneengesloten te kunnen lopen. De maximale afstand is inclusief in- en uitlopen. Er kan getraind worden voor een evenement. Vanaf dit niveau is het mogelijk om te trainen voor een marathon. Trainingstijden: dinsdag om 19.00 uur en donderdag om 09.15 uur en om 19.00 uur.
8
Profiel van een trainer Om de in de inleiding genoemde visie adequaat te kunnen waar maken is het noodzakelijk dat de trainers binnen de afdeling Trim voldoen aan een aantal eisen en wensen, waardoor de lopers veilig en zoveel mogelijk blessurevrij kunnen sporten. We maken onderscheid tussen trainers en assistent-trainers. Trainers zijn de eerst aangesprokene en verantwoordelijke voor de aan haar/hem toegewezen groep. Assistent–trainers ondersteunen de trainer en vervangen haar/hem incidenteel. Diploma‟s TLG (Trainer Loop Groepen) of Looptrainer 3, verkregen via de opleiding van de Atletiekunie. Voor de assistent-trainer geldt ATRL (Assistent-trainer Recreatieve Loopgroepen) of Looptrainer 2. EHBO en cursus reanimeren met AED Kennis Beschikt over MBO-werk en denkniveau liefst in relatie tot sporten / hardlopen. Kan uitleggen in hoeverre onze verenigingsleden ook zgn. ” klanten” zijn. In eigen bewoordingen zijn/haar mening onderbouwen over de mens in gezonde leefsituaties, waarbij speciaal het hardlopen een positieve rol wordt toebedeeld. Geeft uitleg over bouw en functioneren van de belangrijkste lichaamsonderdelen specifiek in relatie tot het lopen. Hij/zij kan uitleg geven met betrekking tot het aanleren van verantwoord bewegen. Kan een goede looptechniek aanleren dan wel uitleggen en weet stimulerende zowel als correctieve acties te benoemen. Gaat uit van systematische trainingsopbouw en communiceert dit met zijn/haar groep. Vaardigheden Is in staat iemand een goede looptechniek aan te leren Brengt deze looptechniek helder over op de groep en weet de wezenlijke beslissingsmomenten/sequenties te duiden. Verzorgt complete training volgens het trainingsplan met oog voor: ordelijke organisatie / veiligheid / sociaal engagement van de groep / blessurepreventie. Wekt op tot betrokkenheid en inzet van de groep bij oefeningen en opdrachten. ( Plezier moet centraal staan bij recreatief hardlopen ). Maakt trainingsschema‟s per seizoen of jaardeel voor een heterogene loopgroep. 9
Organiseert (in samenwerking) op basis van draaiboeken loopevenementen en stimuleert deelname aan wedstrijden. Dat hoeft niet in alle trimgroepen, loopevenementen mee organiseren is ook geen vereiste
Sociale en communicatieve vaardigheden Beschikt of ontwikkeld natuurlijk overwicht en leidt de groep recreatielopers met kalmte en beheersing. Houdt zich aan gangbare normen, spelregels en gewoonten binnen de vereniging. Hij/zij staat open voor nieuwe ontwikkelingen die zich voordoen binnen de Atletiekunie en Prins Hendrik, voor zover zij binnen het kader vallen van de trimtrainers. Werkt collegiaal samen met de assistent-trainers van zijn groep en betrekt deze ook in de praktische uitvoering van de training. Werkt collegiaal samen met de trainers van de afdeling Trim. Met name wordt open en transparant gecommuniceerd tussen trainers onderling en met de leden van de Trimcommissie.
10
Functies binnen de Trimcommissie Voorzitter De voorzitter leidt de vergaderingen van de Trimcommissie en vertegenwoordigt de trimafdeling binnen het Atletiekbestuur (ATB). Secretaris De secretaris notuleert de vergaderingen van de Trimcommissie. Trainerscoördinator Profiel en taken van een trainerscoördinator Taken Contacten met trainers onderhouden, individueel en als groep, aanspreekpunt zijn voor de trainers Zorgen dat alle groepen voldoende trainers hebben (een systeem met vaste vervangers zodat de trainers een deel zelf kunnen regelen helpt natuurlijk) Zorgen dat de trainers zich houden aan de afspraken (afstand, tempo, veiligheid) Zorgen dat de trainers voldoende gekwalificeerd zijn, indien nodig opleiding stimuleren Zorgen dat er enige reserve is aan (assistent-)trainers om in te vallen Zorgen dat er trainers worden opgeleid voor de toekomst Als er trainers nodig zijn voor andere activiteiten dan het gewone weekrooster, dan loopt dit via de trainerscoördinator Als er problemen zijn tussen trainers, of tussen trainers en lopers, deze signaleren en eventueel samen met collega‟s uit de Trimcommissie proberen op te lossen Bijwonen vergaderingen Trimcommissie Eigenschappen Goede sociale en communicatieve vaardigheden Enig natuurlijk gezag en overwicht Bij voorkeur niet een van de trainers, of het moet iemand zijn die respect geniet én geen weerstand oproept (is een lastige!) Regelmatig aanwezig zijn Kennis Kennis van opleidingsmogelijkheden en inhoud cursussen is een pre. Als die er niet is, graag z.s.m. in verdiepen. 11
Coördinator trimevenementen Coördinator Nordic Walking en wandelen Medewerker Public Relations Communicatie Indien een trainer niet in staat is om zijn/haar training te geven (b.v. bij vakantie of drukke werkzaamheden) dan neemt hij contact op met een assistent-trainer om de training over te nemen. Dit zal normaliter de assistent-trainer(s) die tot zijn trainingsgroep behoren. Lukt het de trainer niet een assistent-trainer in te schakelen dan neemt hij contact op met de trainerscoördinator om samen naar een oplossing te zoeken. Indien een trainer de training van zijn groep heeft overgegeven aan een assistent-trainer dan meldt hij dit via de e-mail aan de trainerscoördinator. Het inrichten van een tijdelijke of structureel nieuwe groep gaat in overleg met de trainerscoördinator en met toestemming van de Trimcommissie.
12
Declaratieprocedure
Het inleveren van de declaratieformulieren gebeurt bij de trainerscoördinator, Loek van der Staak middels een ingevuld excelsheet (zie bijlage) óf middels een ingevuld papieren formulier. Het ingevulde excel-sheet kan worden gestuurd naar
[email protected] met als onderwerp DECLARATIE. Het ingevulde papieren formulier kan in het vakje TRIMCOMMISSIE in de kleine bestuurskamer worden gedeponeerd. Het declaratieformulier moet binnen 2 weken na 01/01, 01/03, 01/05, 01/07, 01/09, 01/11 over de voorafgaande afgelopen 2 maanden worden ingeleverd. Formulieren die later worden ingeleverd zullen niet meer in behandeling genomen worden. Het declaratieformulier is aangepast (zie de bijlage). Toegevoegd is een kolom „discipline‟ waarin aangeven wordt of het Trim, Nordic Walking of Wandelen betreft. Verder is een apart vak geïntroduceerd voor het totaal aantal te declareren kilometers. Alle verantwoordelijke trainers binnen de afdeling Trim hebben recht op een vergoeding voor het geven van trainingen en voor het aantal kilometers als je met de auto van huis naar Prins Hendrik komt. Maak gebruik van dit recht. De verantwoordelijke trainers zijn die trainers die als de trainer van een groep door de Trimcommissie zijn aangewezen. Alleen trainingen die als verantwoordelijke trainer zijn verzorgd of begeleid kunnen worden gedeclareerd. Een assistenttrainer die een training overneemt van een verantwoordelijke trainer mag deze training dus als verantwoordelijk trainer declareren. Als de verantwoordelijke trainer een assistent-trainer onder zijn aanwezigheid een gehele training laat verzorgen en/of begeleiden, mag de assistent-trainer een training declareren. Als de verantwoordelijke trainer een assistent-trainer onder zijn aanwezigheid een deel van een training laat verzorgen en/of begeleiden, mag de assistent-trainer een training declareren. Als (maximaal) twee assistent-trainers gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen om een training te verzorgen of te begeleiden bij afwezigheid van de verantwoordelijke trainer dan mogen beide assistent-trainers een halve training declareren. Als een training wordt gedeclareerd, dan is de kilometervergoeding van toepassing.
Veiligheid In december 2004 is door de toenmalige technische commissie een veiligheidsprotocol opgesteld voor de recreatieve loopgroepen van onze vereniging. Dit protocol is als bijlage bij deze handleiding gevoegd. Zie bijlage 2. 13
Vertrouwenspersoon De vereniging kent een vertrouwenspersoon, die door de leden van de vereniging geraadpleegd kan worden, indien zij daar behoefte aan hebben. Deze vertrouwenspersoon is Marianne Piso. Zij is te bereiken onder nummer 073-???????.
14
Bijlage 1 : Declaratieformulier trimtrainers Vughtse Sportclub Prins Hendrik Declaratieformulier trainers afdeling Trim Naam: Periode: Dag
Datum
Discipline°
Totaal aantal verzorgde trainingen:
Overgenomen van
Totaal aantal km:
Discipline: T=trimmen (niet ingevuld=trimmen); NW=Nordic Walking; W=wandelen Inleveren binnen 2 weken na 01/01, 01/03, 01/05, 01/07, 01/09, 01/11 over de voorgaande 2 maanden bij de trainerscoördinator via
[email protected] o.v.v. DECLARATIE of in het postvak TRIMCOMMISSIE t.a.v. de trainerscoördinator.
15
Bijlage 2 : Veiligheidsprotocol Naast het veiligheidsplan dat in december 2004 door de technische commissie is opgesteld gelden de volgende veiligheidsvoorschriften.
Dit veiligheidsprotocol dient bij iedere trainer en trimmer bekend te zijn en wordt o.a. via onze website www.ph.nl kenbaar gemaakt. Trainers (hoofd- en assistent-) hebben de EHBO-opleiding met succes gevolgd. Ook reanimatie en AED-gebruik is onderdeel van het vaardighedenpakket van de trainer. De trainer beschikt tijdens de training over een mobiele telefoon, die voldoende capaciteit heeft (beltegoed, opgeladen) en lopen uitsluitend in een gebied waar bereik voor het betreffende toestel. De trimmers geven kennis aan de trainer(s) van eventuele medische beperkingen of ziektes, die tijdens de training een veiligheids- en of gezondheidsrisico kunnen geven. Dit geldt ook bij terugkeer na een ziekte of blessure. Trimmers worden geadviseerd iedere 3 jaar een medische keuring te ondergaan. Dit geldt vooral voor trimmers ouder dan 40 jaar. De trainer van een loopgroep is duidelijk herkenbaar aan de door de vereniging verstrekte kleding: geel met opschrift “trainer Prins Hendrik”. Een groep met één trainer is niet groter dan 20 personen. Indien een groep groter is dan 20 personen wordt gezocht naar mogelijkheden om de groep te splitsen. Voor en na de training worden de koppen geteld. Lopers worden individueel begeleid t.a.v. hun mogelijkheden en conditie. Van lopers is bekend als zij in het bezit zijn van een EHBO/reanimatiediploma dan wel arts of verpleegkundige zijn. Negeren van de veiligheidsregels zal voor de trainer aanleiding zijn de loper deelname te ontzeggen. Trainers zijn tijdens de training constant op de hoogte van hun positie, straat, kruising, etc. waardoor zij in geval van een noodoproep snel hun positie kenbaar kunnen maken. Er wordt zo gelopen dat nooit lopers uit zicht raken. Achterblijvers blijven met z‟n tweeën, na een interval altijd de achtersten ophalen. Deze regel geldt in het bijzonder tijdens een training in het donker. Lopers die structureel niet mee kunnen vormen derhalve een veiligheidsrisico. Stoplichten worden te allen tijde gerespecteerd. Er wordt niet getraind als er sprake is van algemene gladheid, bijv. ijzel en opvriezende sneeuw. Deze regel geldt tevens bij forse hagel. Een en ander is ter beoordeling van de trainer. Bij onweer wordt de training onmiddellijk gestaakt. 16
Bij storm, of kort erna, wordt niet in een bos of park getraind in verband met vallende takken. Bij hoge temperaturen, > 25° C, wordt de training qua intensiteit aangepast en de lopers moeten daarbij zichzelf gelegenheid kunnen geven regelmatig te drinken.
Op het eerste gezicht niet-spoedeisende ongevallen / calamiteiten In voorkomende gevallen wordt eerst nagegaan in hoeverre het ongeval invloed heeft op de, voor zover bekend, algehele gesteldheid van de loper. Hieruit kan blijken dat er sprake is van een niet-spoedeisend ongeval of een calamiteit. Voorbeelden van niet-spoedeisende ongevallen (blessures) zijn: vallen, verzwikking, diverse spierblessures, insectenbeet (check eventuele allergie), hondenbeet, tekenbeet. Te nemen maatregelen: Vaststellen of de training kan worden voortgezet, zo niet dan verlaat de loper onder begeleiding de training. Bij verzwikking en spierblessures wordt zo spoedig mogelijk gezorgd voor koeling. De trainer vult een Arbo-formulier in als er sprake is van een ongeval. In geval van calamiteiten is tijd de belangrijkste factor. Bel zonder aarzelen 112, geeft situatie en locatie door en wacht op instructies. De trainer heeft hierbij een coördinerende rol. Indien de dichtstbijzijnde en afgesproken ontmoetingspunt met auto/helikoptervervoer op afstand van de locatie ligt, wordt een keten met lopers gevormd, die ieder voor elkaar duidelijk in het zicht staan. De betreffende, opgestelde lopers geven hierbij tevens de richting aan naar de locatie van de calamiteit, zodra de betreffende hulpdienst arriveert. Creëer ruimte voor het slachtoffer. Start bij hartstilstand met reanimeren. Bij een ongeluk (het slachtoffer ademt!) het slachtoffer niet verplaatsen in verband met eventuele verwondingen aan nek- en ruggengraat. Iedereen reageert verschillend bij een ongeval of calamiteit. Dit geldt zowel voor het slachtoffer als voor de omstanders. Flauw vallen, in paniek raken zijn voorkomende aspecten. Hou ook dit goed in de gaten.
17
Hoofdstuk 1 - Inleiding Wij, trainers, assistent-trainers, vertegenwoordigers van Prins Hendrik hebben mede tot taak onze leden t.w. de recreatieve lopers, te begeleiden, adviseren, motiveren, coachen en hen een veilige training aan te bieden. Wij zijn ons bewust van de risico‟s welke verbonden zijn aan het (hard)lopen buiten de sportaccommodatie van atletiekvereniging Prins Hendrik. 1.1
Waarom dit protocol
Dit is opgesteld om de veiligheid binnen de recreatieve loopgroepen te bevorderen. Wij rekenen het tot onze taak de leden tijdens de trainingen zo veilig mogelijk te begeleiden, een aantal zaken rond het aspect veiligheid inzichtelijk te maken en waar mogelijk actie te ondernemen. Het doel is voor alle betrokkenen een zo veilig mogelijke sportbeleving te scheppen. 1.2
Risico‟s in het verkeer zijn voor rekening van de individuele loper
Risico‟s zijn en blijven altijd aanwezig tijdens onze sportbeoefening. We kunnen blesseren, misstappen, struikelen, onwel worden, enz. Zaak is om risico‟s te traceren en beschermende actie te nemen waar mogelijk. Leden van Prins Hendrik lopen tijdens de trainingen, te allen tijde voor eigen risico. Alle opdrachten en adviezen gegeven door de trainers, assistent-trainers en verkeersbegeleiders, door hen gedaan naar beste weten en handelen, hebben tot doel de groep een zo veilig mogelijke training te bieden. Desondanks zijn bedreigende verkeerssituaties niet te voorkomen en zullen de leden in voorkomende gevallen naar eigen inzicht behoren te handelen. 1.3
Rechten van voetgangers op de openbare weg
De openbare weg is in vrijwel alle gevallen onze trainingslocatie. Onder openbare weg vallen bos- en fietspaden, speciaal voor voetgangers aangelegde gebieden en ons wegen- en verkeersnet. Vraag is waar wij het eerste recht mogen ontlenen en waar wij totaal geen aanspraak kunnen maken op gebruiksrecht. De (hard)lopers en wandelaars kunnen pas dan gebruiksrechten claimen indien er sprake is van een speciaal voor voetgangers bestemd gebied. Een dergelijk gebied is aan alle ingangen voorzien van borden waarmee aangeduid is dat men zich op een speciaal voor voetgangers bestemd gebied gaat begeven. Een dergelijk gebied is verboden voor ander verkeer. Als voorbeeld kunnen winkelcentra en bepaalde bosgebieden 18
worden genoemd. In deze gebieden heeft de voetganger dan ook het eerste gebruiksrecht. Binnen de bebouwde kom liggen in de meeste gevallen trottoirs waar wij ongestoord kunnen lopen en ook hier hebben wij als (hard)loper het eerste gebruiksrecht. Ook als u zonder vervoersmiddel aan het verkeer deelneemt, u bent dan geen bestuurder, maar een voetganger, gelden er nog altijd regels in het verkeer. Over de plaats van de voetganger in het verkeer zijn dat de volgende:
Voetgangers gebruiken trottoir of voetpad Als trottoir en voetpad ontbreken, gebruiken zij het fietspad Indien ook een fietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt, gebruiken zij de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Het is niet meer bepaald, dat voetgangers buiten de bebouwde kom de uiterst linkerzijde van de rijbaan bewandelen. Dit wordt door de voetganger zelf bepaald. Tijdens de voorlichting door de politie en de verzekeraar, is het verhaal simpel. Je zoekt formeel die kant van de weg, op die (bijv. bij een bocht) nooit tot gevaar kan leiden. Als je tegemoet loopt aan de linkerkant van de weg die leidt naar een scherpe bocht naar rechts, dan moet je ook rechts gaan lopen buiten de bebouwde kom. Immers de bestuurder die jou tegemoet komt, kan je wel rechts zien maar nooit links. Gebeurt er dan iets dan hangt men dit op aan de kapstokregel art. 5 van de Wegenverkeerswet: het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Er wordt zelfs gesteld dat een groep van bijv. 20 lopers buiten de bebouwde kom een colonne is die aan de voor en achterzijde de voorgeschreven verlichting draagt. 1.4
Voorrang verlenen door bestuurders
Bestuurders hebben de verplichting om de volgende personen voor te laten gaan:
Blinden met een geleidestok Overige personen, die zich moeilijk voortbewegen Voetgangers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen, die een voetgangersoversteekplaats oversteken of op het punt staan dit te gaan doen.
19
Van de laatste regel is de militaire colonne uitgezonderd. Ook geldt deze regel niet als de oversteek voor de voetgangers en het gehandicaptenvoertuig met verkeerslichten wordt geregeld. Met een voetgangersoversteekplaats wordt alleen het zebrapad bedoeld. Voor elke andere oversteekplaats geldt de derde regel niet. Bestuurders moeten blinden en gehinderden ook op deze oversteekplaatsen voor laten gaan.
20
Hoofdstuk 2 – Onze plaats in het verkeer We maken gebruik van de openbare weg en moeten ons bewust zijn van de aanwezigheid van ander verkeer. We moeten ons inleven en voorstellen in wat het andere verkeer van ons ziet en ons daaraan aanpassen. Er zijn geen algemeen geldende richtlijnen voor hardloopgroepen op de openbare weg. 2.1
Hardlopers en herkenning door omringend verkeer
Veiligheid wordt bepaald door de mate van zichtbaarheid van elkaar kruisend verkeer. We moeten een plaats in het verkeer innemen waar we door ander verkeer herkend kunnen worden en waar wij goed uitzicht op naderend verkeer hebben. 2.2
Lopen binnen de bebouwde kom
Als we ons binnen de bebouwde kom begeven, dan lopen we op het trottoir. Als geen trottoir aanwezig is maar wel een fietspad dan gaan we op het fietspad lopen. Als geen trottoir of fietspad aanwezig is dan lopen wij aan de linkerzijde van de weg. Wij zien dus tegemoetkomend verkeer naderen. Wij kunnen wegspringen indien het tegemoetkomend verkeer ons onvoldoende ruimte geeft. 2.3
Lopen buiten de bebouwde kom
Het verschil tussen lopen binnen en buiten de bebouwde kom is vaak de afwezigheid van een trottoir. We zijn dus aangewezen op een eventueel aanwezig fietspad en anders moeten we ons op het voor auto‟s bestemde wegdeel begeven. Als geen fietspad aanwezig is dan lopen wij aan de linkerzijde van de weg. 2.4
Lopen op het fietspad
Indien geen trottoir aanwezig is maar wel een fietspad dan lopen wij uiteraard op dat fietspad. Wij lopen hier rechts op onze eigen weghelft, zodat passeren door achteropkomende fietsers geen probleem hoeft te zijn. Op het fietspad lopen wij aan de rechterzijde.
21
Hoofdstuk 3 - Loperuitrusting- en signalering in schemer en donker De meeste (hard)lopers onder ons lopen in speciaal voor het hardlopen ontworpen kleding. Deze kleding is functioneel als het gaat om vochtregulatie met behoud van lichaamstemperatuur. De meeste kleding is van slijtvaste kunststof gemaakt. Het schoeisel is voorzien van speciale dempingeigenschappen om blessures te voorkomen. 3.1
Reflecterende delen op loperkleding
We zien dat op jasjes, loopbroeken en shirts vaak reflecterende strepen zijn aangebracht. Deze reflectiestrepen hebben tot doel de loper in het donker zichtbaar te maken voor naderend verkeer. Omdat de plaats en afmetingen van de reflectiestrepen per kledinglijn verschillen of niet aanwezig zijn is de mate van reflectie niet voldoende om als bruikbaar te worden beschouwd. 3.2
De reflecterende hesjes
Reflecterende hesjes zijn zo ontworpen dat de reflectiestrepen maximaal benut worden. De afmetingen van de reflectiestrepen zijn voldoende en ook de gele of rood-oranje gekleurde achtergrond geeft duidelijke herkenning voor ander verkeer. Om die reden zijn spoor- en wegwerkers voorzien van een reflecterende outfit. De Arbo-diensten stellen het gebruik van reflecterende hesjes voor werknemers verplicht als zij op plaatsen komen waar zij door naderend verkeer in gevaar kunnen komen. Wij vinden ons in een vergelijkbare situatie. Reflecterende materialen werken pas als zij worden aangeschenen door externe lichtbronnen als auto- en fietslampen, lichtmasten en overige buitenverlichtingen. Prins Hendrik verplicht nadrukkelijk elke loper een reflectiehesje te dragen gedurende de training in schemer en donker. De hesjes zijn te koop in het clubhuis. 3.3
De armbanden met knipperende leds / lampjes
Omdat reflecterende hesjes pas dan werken als zij worden aangestraald door een externe lichtbron ontstaat de noodzaak in het volledig donker een zichtbare lichtbron te dragen. Verkrijgbaar zijn armbanden met een rij rode leds te koop. Deze banden kunnen lange tijd op een batterijtje 22
gebruikt worden. Ook voor gebruikers van een drinkband is aangepaste verlichting verkrijgbaar. Een zeer goede en op grote afstand herkenbare verlichting is het knipperende fietsachterlicht waarin drie fel knipperende leds zijn ondergebracht. Deze fietsachterlichten zijn bij groot autolicht nog steeds duidelijk waarneembaar. Lopers aan de voor- en achterzijde van een loopgroep dienen een dergelijke verlichting te dragen. Prins Hendrik verzoekt elke loper verlichting te dragen bij trainingen in schemer en donker. 3.4
Verlichting aan voorzijde
Om tegemoet komend verkeer te waarschuwen dat een groep lopers gebruikt maakt van de openbare weg is het noodzakelijk dit aan hen kenbaar te maken. Middels verlichting vanaf de voorzijde van de loopgroep. Indien de armband met knipperende leds door één loper aan de voorkant van de groep wordt gedragen dan is herkenning door naderend verkeer mogelijk. Beter en veiliger is dat de voorste loper een zaklamp gebruikt als verlichting. Deze lamp wordt in de hand gedragen. De andere verkeersdeelnemers zullen dit als deelnemend verkeer onderkennen. 3.5
Run ID
In het clubhuis worden runID‟s te koop aangeboden. Hiermee wordt in geval van nood snel persoonlijke gegevens van een loper duidelijk. 3.6
Gebruikelijke waarschuwingen
Iedereen in de groep geeft een waarschuwing indien hij of zij naderend gevaar waarneemt. Een goed voorbeeld is: wanneer in een lopend gesprek jouw maatje een waarschuwing geeft voor een paal, hekje, losse tegel, verkeersbord of iets dergelijks. We kennen de bekende kreten zoals “Fietser voor”, “Auto achter”, en “Links houden”. Een nieuwe kreet wordt daaraan toegevoegd: “Berm”. Als deze kreet gegeven wordt is het zaak zo snel mogelijk de weg te verlaten en bescherming in de berm te zoeken omdat direct gevaar dreigt. Bijvoorbeeld: van twee kanten naderend verkeer op een smalle donkere buitenweg.
23
Hoofdstuk 4 - Sociale controle en naleving van dit protocol. 4.1
Sociale controle
We controleren elkaar om ons gezamenlijk veiligheidsbelang. We gunnen een medeloper geen ongeval omdat hij of zij zich niet aan dit veiligheidsprotocol wil conformeren. Wij leven dit volledig na en tolereren geen afwijkend gedrag. Afwijkend gedrag kan dan ook als "niet aangepast" worden uitgelegd. 4.2
Niet nakomen betekent niet meelopen
Als ondanks deze mogelijkheid een loper weigert een hesje te dragen neemt de trainer de beslissing deze loper niet te begeleiden en zal hem verzoeken de groep te verlaten. Niet nakomen van deze veiligheidshandeling betekent niet meelopen! Ook wanneer een loper, ondanks aanwijzingen van de trainer, aan de andere zijde van de weg of fietspad gaat lopen daarmee de groep en ander verkeer in onzekerheid brengend, zal de trainer deze loper hierop aanspreken en verzoeken zich volgens gegeven instructie te gedragen. 4.3
Een dame/heer in het verkeer
Uw en onze veiligheid staat voorop en we maken elkaar attent op onveilige situaties. We kennen de gebruikelijke waarschuwingen en anticiperen op het verkeer. Heb oor voor wat een ander zegt. In het verkeer komen situaties voor dat een ongeval bijna heeft plaatsgevonden. In sommige gevallen lopen de emoties zo hoog op dat er verbaal minder gelukkig gekozen woorden te horen zijn. Dan bieden we onze excuses aan en gaan verder met onze training.
24