Handleiding Oriëntatie Beroepspraktijk (Stage) Cursuscode MCMV 10012 Master Film- Televisiewetenschap Universiteit Utrecht In het tweede semester van de MA Film- en Televisiewetenschap volgt de student een individueel traject. Een onderdeel van dit traject is een oriëntatie op de beroepspraktijk. Dit verplichte studieonderdeel (15 ECTS) kan onder meer worden ingevuld door een stage van over het algemeen 10 tot 12 weken voltijd.Voordat een student aan de stage begint, heeft deze over het algemeen het cursorisch gedeelte van de MA afgerond. De stage staat niet los van de studie, maar is een belangrijk onderdeel van het MA-programma. De student leert in de praktijk te functioneren en zijn/haar academische kennis, inzichten en vaardigheden in te zetten. Tijdens de stage heeft de student gelegenheid, om op de aard van academisch kennis, inzichten en vaardigheden te reflecteren en de manier waarop deze kunnen worden vertaald naar het werkveld. Daarvan doet de student verslag in het stageverslag. Tegelijkertijd doet de student in het werkveld nieuwe kennis, inzichten en ervaring op die het vertrekpunt voor de MA-scriptie kunnen vormen. Hieronder zijn de belangrijkste punten over de stage en stagebegeleiding op een rijtje gezet. Deze hebben het karakter van aanbevelingen, waarop de student in overleg met zijn/haar begeleider kan afwijken. 1. Kenmerken MA-stage en stageplekken Studenten van de MA Film- en Televisiewetenschappen lopen stage bij instellingen en bedrijven in de cultuurbemiddelende sector, bijvoorkeur bij instellingen en bedrijven die zich nadrukkelijk op film of televisie richten. Typische stageplekken zijn productiebedrijven, omroepen, musea, festivals, archieven of overheidsinstellingen. Kenmerkend voor een stage op MA-niveau is dat de student zijn taken met een hoge mate van zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, reflexiviteit en creativiteit uitvoert en daarbij mede kan bepalen hoe die zijn werk aanpakt en vorm geeft. Het is belangrijk om hierover van tevoren duidelijke afspraken met de stageverlenende organisatie te maken en deze in het stagewerkplan vast te leggen. 2. Stagebegeleidende docent De student van de MA FTV solliciteert in het begin van zijn studie naar een begeleider. Deze docent fungeert ook als begeleider van het individuele traject in het tweede semester van de MA ('Oriëntatie op de beroepspraktijk'; MA-scriptie). Deze docent is dus ook de stagebegeleider. De begeleider is altijd het aanspreekpunt voor de student wanneer het over de voorbereiding, invulling, begeleiding en evaluatie van de stage gaat of wanneer er problemen zijn. 3. Stageplaats zoeken en vinden Geschikte stageplaatsen zijn schaars. De student zoekt in overleg met zijn/haar begeleider de stageplaats zelfstandig. Hij/zij laat zich bij zijn keuze leiden door zowel het werk als onderzoeksinteresse. Open sollicitaties naar stageplekken bij bedrijven, organisaties of instellingen zijn aan te raden. Daarnaast is er de mogelijkheid om via de volgende instellingen/sites een stageplaats te vinden: • • •
via de algemene stagesite van Letteren (zie hiervoor http://www2.let.uu.nl/Solis/stage/Stagevacatures/Communicatie/ciw.htm), via Mediastages (http://www.mediastages.nl) via VillaMedia (http://www.villamedia.nl/n/vacatures.shtm)
Over het algemeen vullen de stageverlenende organisaties stageplekken drie maanden voor begin van de stage in. Studenten die in september, respectievelijk in februari, instromen, lopen dus over in de regel stage in het voorjaar (begin februari/maart), respectievelijk in het najaar (begin september/oktober). Daarom is een goede tijdsplanning belangrijk. De student onderneemt ter voorbereiding de volgende stappen: • •
•
1e maand van de studie (september óf februari): naar begeleider solliciteren. 2e maand van de studie (oktober óf maart): oriënterend gesprek met de begeleider waarbij afspraken worden gemaakt over de invulling van het individuele studieonderdeel 'Oriëntatie op de beroepspraktijk'. 3e maand van de studie (november óf april): zoeken en solliciteren naar een stageplaats.
4. Stagewerkplan Voordat de student op stage gaat, stelt hij/zij een stagewerkplan op en bespreekt deze eerst met zijn/haar begeleider en daarna met zijn/haar praktijkbegeleider bij de stageverlenende organisatie. Het werk op een stageplaats bestaat per definitie uit twee aspecten: praktische werkzaamheden en een onderzoeksgedeelte. De praktische werkzaamheden bestaan uit het werk waar de instelling of het bedrijf de student voor heeft aangenomen: redactioneel werk, adviseren, organiseren, et cetera. Meestal resulteert dit werk in het afleveren van een bepaald product. Ook wanneer de praktische stagewerkzaamheden geen onderzoekstaken bevatten, zal de student zich met onderzoeksvragen bezig houden om een onderzoek voor te bereiden (Masterscriptie FTV) of om over zijn stagewerkzaamheden op academisch niveau te reflecteren. Zo kan een student die bij een festival stage loopt, bijvoorbeeld naar de aard, structuur, selectie- en samenstellingcriteria of de geschiedenis van het festivalprogramma onderzoek doen, terwijl hij/zij betrokken is bij het organiseren en presenteren van dit programma. Of en student die bij een reality-programma stage loopt, zal bijvoorbeeld over de strategieën na kunnen denken, op welke manier de kandidaten van zo’n programma worden geselecteerd en gecoacht om als personages te kunnen functioneren. Of een student die bij het Nederlands Instituut voor Mediakunst stage loopt, zal onderzoek kunnen doen naar metaforen die en medewerkers en publiek gebruiken om videokunst toegankelijk te maken en te begrijpen, terwijl de praktische taak van de student is om de externe communicatie ter verzorgen. Naast de praktische werkzaamheden reflecteert de student over zijn taken in een bredere academisch context en/of bereidt een wetenschappelijk onderzoek voor, dat is ingebed in de specifieke werkomgeving. Zowel de praktische werkzaamheden als de reflectie- of onderzoeksvragen en -methoden worden met de begeleider besproken en worden expliciet omschreven in het stagewerkplan. In het sommige gevallen zullen het werk- en onderzoeksgedeelte elkaar overlappen: dat is wanneer de werkplek de student vraagt om een wetenschappelijk onderzoek voor hen te doen. In de meeste gevallen zijn de twee gedeelten echter enigszins gescheiden, en zal de student in zijn/haar planning en afspraken met de stagegever rekening moeten houden met beide taken. In het stagewerkplan geeft de student feitelijke informatie over de stageverlenende organisatie en geeft hij/zij aan, hoe hij/zij de leerdoelen voor de stage wil verwezenlijken. Een stagewerkplan bevat de volgende punten: Leerdoelen: - Welke capaciteiten wil de student verder ontwikkelen? - Welke bezigheden hebben bijzondere belangstelling van de student? - Wat is de relatie tussen praktische stagewerkzaamheden en van het MA-programma? - Op welke gebieden wil de student zijn/haar eigen vaardigheden verbeteren? - Welke wensen heeft de student ten aanzien van de opzet van de stage en de begeleiding? Stageplaats: - omschrijving van de aard van de stageplaats in de context van het medialandschap
Stagewerkzaamheden: omschrijving van a) de praktische taken en werkzaamheden tijdens de stage met daarbij een tijdsindeling en van b) de onderzoeksbezigheden tijdens de stage (voor zover van toepassing). Onderzoeks- of reflectievragen: - overzicht over vragen en perspectieven om over de praktische werkzaamheden tijdens de stage op academisch niveau te reflecteren en/of onderzoek daarnaar voor te bereiden of uit te voeren. Praktische gegevens: adressen en telefoonnummers waar de student tijdens te stage te bereiken is, zijn/haar e-mailadres en de namen en telefoonnummers van de praktijkbegeleider bij de stageverlenende organisatie 5. Formele en juridische afspraken De inhoud en het doel van de stage moeten voordat de stage begint, worden vastgelegd in een stagewerkplan (zie 4) In ieder geval moeten alle partijen vooraf hun schriftelijke goedkeuring van het stageplan geven, door het Formulier Stagewerkplan te ondertekenen. Het stagewerkplan bestaat uit twee gedeelten: het Formulier Stagewerkplan (het voorblad) met de basisgegevens inclusief de ondertekening en het inhoudelijke deel in het Stagewerkplan. Het inhoudelijke deel (het Stagewerkplan, zie 4) stel je zelf op. Stageovereenkomst Ten behoeve van de stage dient een overeenkomst tussen de Faculteit Geesteswetenschappen, de stagebiedende instelling en de student opgesteld te worden. Daarin wordt een aantal juridische en financiële zaken formeel en schriftelijk geregeld. Het stagewerkplan wordt als bijlage bij de overeenkomst gevoegd om de inhoud nader vast te leggen. Hoewel mondelinge afspraken even rechtsgeldig en bindend zijn als schriftelijke, is het toch van belang dat er een schriftelijke overeenkomst is, omdat zo'n overeenkomst alle partijen dezelfde informatie geeft over de ‘spelregels’ die voor de stage gelden. Dit voorkomt later interpretatie- verschillen over wat nu precies is afgesproken. Door vooraf een overeenkomst te sluiten voorkom je dat je tijdens de stage, als je het onderling niet eens bent, nog moet gaan praten over de regels. De faculteit beschikt over (een model van) een overeenkomst, oftewel de stageovereenkomst. Deze stageovereenkomst kan worden gedownload van de stagesite. Deze stageovereenkomst dient ondertekend te worden door drie partijen: de stagebiedende instelling, de student en, namens de faculteit, het Hoofd Stagebureau. (De stagedocent wordt benoemd in artikel 1; deze hoeft de overeenkomst niet te ondertekenen, wel het werkplan.) Voor het begin van de stage moet de overeenkomst volledig ingevuld en ondertekend zijn. Het Studiepunt moet van jou ontvangen: - de originele stageovereenkomst plus 3(!) kopieën; - het originele formulier stagewerkplan;!- het stagewerkplan. Je kunt dit afgeven bij de balie van het Studiepunt of het opsturen (zie § 16), voorzien van een verzoek om het te ondertekenen. Het Hoofd Stagebureau tekent de overeenkomst als laatste en het Studiepunt zorgt verder voor de verspreiding onder de betrokken partijen en de stagedocent. Niet volledig ingevulde overeenkomsten worden retour gezonden met het verzoek deze alsnog volledig te ondertekenen. Wanneer de stagebiedende instantie met een eigen stageovereenkomst werkt, hoeft je niet (ook) de overeenkomst van de faculteit te gebruiken. Het is van meer belang dát er een overeenkomst getekend wordt dan wélke overeenkomst er getekend wordt. Je kunt de facultaire stageovereenkomst desgewenst gebruiken als een checklist: is alles geregeld wat geregeld moet zijn? Als een stage via bemiddeling van het Kennispunt
Geesteswetenschappen tot stand komt, kan volstaan worden met het tekenen van de overeenkomsten van het Kennispunt; wel krijgt het Stagebureau een kopie, ter informatie. Als de faculteit bij de overeenkomst van de stagebiedende instantie geen partij is c.q. niet hoeft te ondertekenen, dan dient in ieder geval t.b.v. de dekking voor de aansprakelijkheidsverzekering (zie §14) en t.b.v. de registratie wel een kopie van die overeenkomst ingeleverd of opgestuurd te worden naar het Studiepunt. Daar zal worden gezorgd voor registratie en archivering. In geval van een stage via het Kennispunt dient een kopie van de eerste pagina van de overeenkomst tussen onderzoekers en begeleiders bij het Studiepunt ingeleverd te worden. Het komt wel eens voor dat je, op het moment dat er al afspraken (schriftelijk of mondeling) zijn met een organisatie maar de stage nog niet daadwerkelijk begonnen is, een stage bij een andere organisatie aangeboden krijgt, waaraan je de voorkeur geeft. Eigenlijk bent je in zo'n geval moreel verplicht naar jouw eerste stageplaats te gaan: immers, er wordt daar op je gerekend! Toch kunnen er overwegingen zijn waarom iemand van stageplaats wil veranderen. Neem in zo'n geval altijd eerst contact op met het Studiepunt over de te volgen procedure voor het ontbinden van de gemaakte afspraken. Als er al een stageovereenkomst getekend is, moet de procedure zoals die is vastgelegd in de overeenkomst voor het beëindigen van de stage gevolgd worden. Na het inleveren van de stagepapieren wordt je ingeschreven in Osiris door het Studiepunt. Door inschrijving voor een stage weet een opleiding welke studenten er bezig zijn met een stage en kan de faculteit beter zicht krijgen op de duur van stages. 5. Begeleiding en communicatie tijdens de stage De begeleider van de opleiding zal over het algemeen zowel aan het begin als aan het einde van de stage met de student en de praktijkbegeleider bijeenkomen om de opzet (stagewerkplan), respectievelijk de evaluatie van de stage (conceptverslag) te bespreken. De student organiseert deze bijeenkomsten. Vertrekpunt voor het gesprek aan het begin van de stage is het stagewerkplan, voor het evaluatiegesprek aan het einde van de stage het conceptverslag. Punten die aan de orde komen, zijn: • • • • •
nieuwsgierigheid en creativiteit van de stagiair, zelfstandigheid en volhardendheid van de stagiair, vaardigheid om in een teamverband constructief samen te werken, kwaliteit van de producten en werktempo van de student, academische meerwaarde die de stagiair inbrengt (inzicht, diepgang, creativiteit, kritische reflectie)
Student en begeleider van de opleiding houden in de stageperiode contact via de mail. Op initiatief van de student wordt er halverwege de stage een mondelinge tussenevaluatie gehouden, via telefoon óf op een spreekuur. Nota bene: De student mag vooral niet aarzelen om contact met zijn/haar begeleider op te nemen wanneer zich er problemen voordoen. 6. Stageverslag Het stageverslag bestaat uit twee delen; een evaluatie van de eigen werkzaamheden en de uitwerking van het onderzoek, respectievelijk de voorbereiding daarvan. Evaluatieve aandacht voor de praktische werkzaamheden kan ook in het onderzoek worden geïntegreerd, opgeleverde producten kunnen in een bijlage aan het verslag worden toegevoegd (omvang zo'n 3.000 woorden - exclusief bijlage). Een conceptversie van het verslag wordt twee weken voor einde van de stage bij de begeleider van de opleiding en bij de praktijkbegeleider bij de stagegevende organisatie ingeleverd. Deze conceptversie vormt één onderwerp van het eindgesprek met de begeleiders. Na het eindgesprek wordt een definitieve versie van het verslag gemaakt die door de begeleider wordt beoordeeld en gearchiveerd. Opzet van het verslag (richtinggevend, niet uitputtend): 1. Titelpagina met daarop vermeld de namen en adressen (incl. e-mail) van student, stageverlenende
2. 3. 4. 5.
organisatie en begeleiders, periode waarin de stage werd gelopen; Beschrijving van de stageplaats in de context van het Nederlands medialandschap; Beschrijving van de stagewerkzaamheden; Verslag van het uitgevoerde onderzoek, respectievelijk de voorbereiding ervan (raadpleeg hiervoor ook de Handleiding MA-scriptie, paragraaf onderzoeksopzet); Reflectie op de mogelijkheid om uitgaande van de tijdens de stage verzamelde informatie, gegevens en observaties een wetenschappelijk afstudeeronderzoek op te zetten en uit te voeren (daarbij ingaan op motivatie, relevantie, vraagstelling, theoretische vertrekpunten en onderzoeksmethodes in een wetenschappelijk én een maatschappelijk kader).
7. Beoordeling De beoordeling zal gebaseerd zijn op de praktische werkzaamheden en het onderzoeksgedeelte. Hierbij geldt dat beide onderdelen even zwaar meetellen: - 50%: De verrichtte werkzaamheden en de beoordeling hiervan door de stageverlener (op het beoordelingsformulier en in het eindgesprek) en de evaluatie in het stageverslag. - 50%: Uitwerking van het onderzoek, respectievelijk de voorbereiding daarvan.
Cursuscode in te vullen door studieadministratie Faculteit Geesteswetenschappen
Formulier stagewerkplan Toelichting gebruik, lees dit goed door. Dit formulier stagewerkplan hoort bij het stagewerkplan. Met het formulier stagewerkplan word je geregistreerd door het Studiepunt in Osiris; je kunt jezelf niet inschrijven in Osiris. Het stagewerkplan is de inhoudelijke beschrijving van je stage. Het origineel van de stageovereenkomst plus 3 (!) kopieën, het origineel van het formulier stagewerkplan en het stagewerkplan zelf, lever je in bij de balie van het Studiepunt Geesteswetenschappen of je stuurt het op naar het stagebureau: volledig ingevuld en door alle partijen ondertekend (behalve door het hoofd stagebureau). Onvolledig ingevulde formulieren worden teruggestuurd (zorg dat de adressen van jou, de docent en de stagegever goed vermeld staan!!). Nadat het hoofd stagebureau de gegevens heeft gecontroleerd, zet zij haar handtekening en worden deze weer verstuurd naar alle betrokkenen (student, docent en stageorganisatie). Zelf hoef je niets te versturen. Beknopte stagegegevens Studentnummer stagiair(e): Naam en voorletters stagiair(e):
M/V*
Opleiding en specialisatie: Naam stage-organisatie: Startdatum stage:
Einddatum stage:
Aantal ECTS **:
Niveau stage*:
Examendoel*: Bachelor
/
2
/
3 /
MA
Master
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Naam Stagegever
Naam Stagedocent
Naam Stagiair(e)
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Handtekening
Handtekening
Handtekening
Datum: ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Datum: ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Datum: ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙ Opleiding waarbij de stagedocent aangesteld is*** * Omcirkelen wat van toepassing is. ** Één ECTS = 28 uur studiebelasting. *** Indien de stagedocent niet behoort tot de examinatoren van de opleiding van de student, is toestemming nodig van de examencommissie van de opleiding. Voor studenten Taal- en Cultuurstudies is de keuze van de stagedocent, mits afkomstig uit de faculteit, vrij. Zie de stagehandleiding.
Stageovereenkomst Faculteit Geesteswetenschappen
Het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht Ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door prof. dr. W.J. van den Akker, decaan Faculteit Geesteswetenschappen , ten behoeve van het hoofd Onderwijs- en Studentzaken (OSZ), dr. M.L.B. Blom, hierna te noemen Universiteit Utrecht en Naam bedrijf/instelling:
........................................................................................
Adres:
........................................................................................
Postcode en plaats:
........................................................................................
Hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door: ................................................................... hierna te noemen Stagegever en Naam:
.................................................................................. m/v
Studentnummer
Adres:
........................................................................................
Postcode en plaats:
........................................................................................
Opleiding en specialisatie:
........................................................................................
van de stagiair, die gedurende de looptijd van de overeenkomst ingeschreven moet zijn als student bij de Universiteit Utrecht. hierna te noemen de Stagiair, komen onder/zonder* voorbehoud van medische goedkeuring, het volgende overeen:
ARTIKEL 1 Aanwijzing stagebegeleider en stagedocent Stagegever benoemt als stagebegeleider: Naam/adres/telefoon .................................................................................................... .................................................................................................................................. als stagedocent(en) van de faculteit zal optreden: Naam/adres/kamer/telefoon .......................................................................................... .................................................................................................................................. Stagiair overhandigt voor aanvang van de eerste stage dag een kopie van zijn/haar identiteitsbewijs aan stagegever waarbij tevens inzage wordt gegeven in het originele identiteitsbewijs. Indien de stagiair niet de Nederlandse nationaliteit of een nationaliteit uit de Europese Economische ruimte bezit, dan dient uit het identiteitsbewijs te blijken dat het de stagiair is toegestaan om in Nederland arbeid te mogen verrichten. Indien aan bovenstaande niet is voldaan, kan stagiair zijn/haar stage niet starten en eindigt deze overeenkomst van rechtswege zonder dat daarvoor een opzegging vereist is. = = =
Stageovereenkomst Faculteit Geesteswetenschappen
pagina 1 van 4
ARTIKEL 2 Duur van de stage De stageperiode loopt van ....................................................................(dag/maand/jaar) tot .....................................................................................................(dag/maand/jaar) met uitzondering van de dagen of dagdelen dat er in de organisatie van stagegever niet wordt gewerkt. In geval van een parttime stage: de stage betreft .....................................dagen per week.
ARTIKEL 3 Onderwijskundige inhoud van de stage Het stageprogramma zal de stagiair in staat stellen praktische ervaring op te doen op het terrein van: .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. .................................................................................................................................. in de volgende (bedrijfs-)afdelingen................................................................................ ......................................................................als overeengekomen in het stagewerkplan.
ARTIKEL 4 Vergoedingen Terzake van een eventuele tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten zijn de daartoe strekkende regelingen van de stagegever wel/niet* van toepassing. De stagiair ontvangt een/geen* stagevergoeding/reiskostenvergoeding. Deze bedraagt € .... (bruto/netto*) per dag/week/maand; de stagiair heeft wel/geen* aanspraak op een vakantieuitkering. Op de stagevergoeding worden de gebruikelijke premies voor de sociale verzekering ingehouden, uitgezonderd de premie WW, voor zover de vergoeding uitgaat boven een onkostenvergoeding. Universiteit Utrecht vergoedt niet de door de stagiair i.v.m. de stage gemaakte kosten, ook niet in geval de stage in het buitenland plaatsvindt.
ARTIKEL 5 Verzekering/aansprakelijkheid 1 De stagegever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade, welke de stagiair zelf mocht lijden tijdens of in verband met zijn aanwezigheid bij de stagegever danwel bij de uitvoering van zijn werkzaamheden, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de stagegever of diens personeel. 2 De wettelijke aansprakelijkheid van de stagiair jegens de stagegever is meeverzekerd onder de aansprakelijkheidsverzekering van de Universiteit Utrecht.
ARTIKEL 6 Werktijden en gewoon verlof Als uitgangspunt geldt een werkweek van 38 uur per week gemiddeld over het jaar. De dagelijkse leertijd van de stagiair valt samen met de arbeidstijden die gelden voor het personeel van de stagegever, tenzij anders is overeengekomen; derhalve zal de stagiair aanwezig zijn van . . . . . . . . . uur tot . . . . . . . . . uur. De stagiair heeft recht op één dag per maand verlof in verband met de zogeheten terugkomdagen. Stagiair heeft recht op ………………………………………………………………………………………………vakantieverlof. Het stagewerkplan, welk ondertekend dient te zijn door de stagedocent, de stagegever en de stagiair vormt een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst en is als bijlage I toegevoegd.. *
= = =
doorhalen wat niet wordt gewenst.
Stageovereenkomst Faculteit Geesteswetenschappen
pagina 2 van 4
ARTIKEL 7 Status van de stagiair Gedurende de stage blijft de stagiair student van de Universiteit Utrecht.
ARTIKEL 8 Werkterrein van de stagiair De stagiair zal buiten het kader van het stageprogramma zoals in artikel 3 van deze overeenkomst omschreven, geen activiteiten bij de stagegever verrichten.
ARTIKEL 9 Nakoming algemene voorschriften en aanwijzingen van de stagegever De stagiair zal in het belang van orde, veiligheid en gezondheid gegeven gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen, zoals deze voor het personeel van stagegever van toepassing zijn, in acht nemen.
ARTIKEL 10 Ziekte en extra verlof 1. Bij ziekte meldt de stagiair dit bij de stagegever en tevens bij de stagedocent. 2. Verzoeken om extra verlof kunnen slechts worden toegestaan door de stagebegeleider in overleg met de stagedocent.
ARTIKEL 11 Geheimhouding De stagiair is verplicht geheim te houden datgene wat hem/haar in de stage onder geheimhouding wordt toevertrouwd, en ook de informatie die hem/haar ter beschikking komt en waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter behoort te begrijpen. Schriftelijke stageverslagen worden voor indiening bij de stagedocent ter goedkeuring aangeboden aan de stagebegeleider.
ARTIKEL 12 Auteursrecht 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, berust het Intellectuele eigendomsrecht, zoals het auteursrecht, op de resultaten van de stage bij de stagiair. 2. Bij beëindiging van de stageovereenkomst draagt de stagiaire de in het vorige lid bedoelde Intellectuele eigendomsrechten over aan de Universiteit Utrecht.
ARTIKEL 13 Aanwijzingen van de stagebegeleider De stagiair volgt op de stageplaats de aanwijzingen van de stagebegeleider op.
ARTIKEL 14 Geschillen stagiaires 1. Bij problemen tijdens de stage richt de stagiair zich allereerst tot de stagebegeleider. 2. Geschillen tussen de stagiair en de stagebegeleider worden voorgelegd aan de stagedocent. 3. Indien de stagebegeleider, de stagedocent en de stagiair niet tot een oplossing kunnen komen, wordt het geschil voorgelegd aan het facultaire Hoofd Stagebureau en de directie van de stagegever (danwel aan een door laatstgenoemde aan te wijzen functionaris).
ARTIKEL 15 1. Een stage eindigt: a b c d
= = =
Einde en beëindiging van een stage
aan het einde van de in artikel 2 overeengekomen periode; zodra de stagiair niet meer als student ingeschreven staat bij de Universiteit Utrecht; bij onderling goedvinden van partijen; bij overlijden van de stagiair of stagegever. Indien de stagegever rechtspersoonlijkheid bezit bij faillissement of ontbinding.
Stageovereenkomst Faculteit Geesteswetenschappen
pagina 3 van 4
2. De stagegever is gerechtigd, gehoord de stagebegeleider en de betrokken student, deze overeenkomst terstond te beëindigen: a indien de stagiair naar het oordeel van stagegever de voorschriften of aanwijzingen van de stagebegeleider niet opvolgt; b indien de stagiair zijn geheimhoudingsplicht ex artikel 10 jegens de stagegever niet nakomt; c indien de stagiair zich anderszins zodanig gedraagt dat van de stagegever redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat hij zijn medewerking aan de stage blijft verlenen; d indien de stagegever om hem moverende redenen redelijkerwijs niet in staat is te achten nog langer een stageplaats aan te bieden. Van een beslissing als gemeld onder a t/m d geeft de stagegever door tussenkomst van de stagebegeleider onverwijld kennis aan de stagedocent. 3. Het hoofd Stagebureau is gerechtigd, gehoord de stagedocent en de betrokken student, deze overeenkomst terstond te beëindigen en de stagiair terug te trekken, indien naar het oordeel van het hoofd Stagebureau de stage niet verloopt overeenkomstig het stageprogramma danwel van de student redelijkerwijs niet gevraagd kan worden zijn stage bij de stagegever voort te zetten. Van een dergelijke beslissing stelt het hoofd Stagebureau door tussenkomst van de stagedocent onverwijld de stagebegeleider in kennis.
ARTIKEL 16 Stagereglement en opleidingseisen De stagiair heeft zowel het algemene facultaire stagereglement gelezen, als de stage-eisen van zijn opleiding.
ARTIKEL 17 In geval deze stageovereenkomst conflicteert met een ander door de stagiair te ondertekenen overeenkomst met de stagegever, gaat deze (drie partijen) overeenkomst voor.
Aldus overeengekomen en opgemaakt te......................................................................... d.d. ................................ en ondertekend door hoofd Stagebureau, stagegever en stagiair.
..................................
..................................
Universiteit Utrecht (hoofd Stagebureau GW)
Stagegever
= = =
.................................. Stagiair
Stageovereenkomst Faculteit Geesteswetenschappen
pagina 4 van 4
Cursuscode in te vullen door studieadministratie Faculteit Geesteswetenschappen
Formulier stagewerkplan Toelichting gebruik, lees dit goed door. Dit formulier stagewerkplan hoort bij het stagewerkplan. Met het formulier stagewerkplan word je geregistreerd door het Studiepunt in Osiris; je kunt jezelf niet inschrijven in Osiris. Het stagewerkplan is de inhoudelijke beschrijving van je stage. Het origineel van de stageovereenkomst plus 3 (!) kopieën, het origineel van het formulier stagewerkplan en het stagewerkplan zelf, lever je in bij de balie van het Studiepunt Geesteswetenschappen of je stuurt het op naar het stagebureau: volledig ingevuld en door alle partijen ondertekend (behalve door het hoofd stagebureau). Onvolledig ingevulde formulieren worden teruggestuurd (zorg dat de adressen van jou, de docent en de stagegever goed vermeld staan!!). Nadat het hoofd stagebureau de gegevens heeft gecontroleerd, zet zij haar handtekening en worden deze weer verstuurd naar alle betrokkenen (student, docent en stageorganisatie). Zelf hoef je niets te versturen. Beknopte stagegegevens Studentnummer stagiair(e): Naam en voorletters stagiair(e):
M/V*
Opleiding en specialisatie: Naam stage-organisatie: Startdatum stage:
Einddatum stage:
Aantal ECTS **:
Niveau stage*:
Examendoel*: Bachelor
/
2
/
3 /
MA
Master
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Naam Stagegever
Naam Stagedocent
Naam Stagiair(e)
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Handtekening
Handtekening
Handtekening
Datum: ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Datum: ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Datum: ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙ Opleiding waarbij de stagedocent aangesteld is*** * Omcirkelen wat van toepassing is. ** Één ECTS = 28 uur studiebelasting. *** Indien de stagedocent niet behoort tot de examinatoren van de opleiding van de student, is toestemming nodig van de examencommissie van de opleiding. Voor studenten Taal- en Cultuurstudies is de keuze van de stagedocent, mits afkomstig uit de faculteit, vrij. Zie de stagehandleiding.