H.5 Beschrijving ontwerpproces In dit hoofdstuk is het gevolgde proces van dit ontwerpproject beschreven. In dit ontwerpproces zijn activiteiten zowel in een groep als individueel uitgevoerd. De groepsactiviteiten bevonden zich in de eerste fases van het ontwerp. De voornaamste groepsactiviteiten waren de analyse van gebouw, locatie en de geschiedenis daarvan.
Het presentabel maken van de analyses is belangrijk om zo aan groepsleden duidelijk te kunnen maken wat er geanalyseerd is en wat daaruit geconcludeerd kan worden. In deze fase is de stedenbouwkundige situatie, het gebouw in zijn huidige staat en de historie van het VOC gebouw geanalyseerd.
Om het ontwerpproces inzichtelijk te maken zijn de volgende fasen onder- 3. Studie scheiden: Dit is de fase waarin het daadwerkelijke ontwerpen van start is gegaan. In de voorgaande fases is een goed beeld over het project gevormd en 1. Informatie verzamelen hierbij zijn al verschillende ontwerpideeën ontstaan. In deze fase is nog 2. Gegevens analyseren geen concreet concept of schetsontwerp bedacht maar de richting waar3. Studie naar het ontwerp heen moet is er al wel. Door middel van studies zijn 4. Ontwerp ontwerpideeën uitgewerkt en getoetst. Deze studies zijn een massastudie, 5. Toetsing vormstudies en een functiestudie geweest. 1. Informatie verzamelen In de startfase van het ontwerpproject is er een grote hoeveelheid informatie in korte tijd verzameld. Hierbij gaat het vooral om kwantiteit. In deze fase is informatie verzameld over algemene projectgegevens, achtergrondinformatie, locatie en het programma van eisen. Hiernaast is ook een bezoek gebracht aan de locatie en is het VOC gebouw gefotografeerd en zijn er aantekeningen gemaakt. De verzamelde gegevens zijn slechts vluchtig bekeken en zijn op een centraal punt opgeslagen, in dit geval het ‘Blackboard’. In deze korte periode van drie a vier dagen informatie verzamelen kregen alle groepsleden een globaal beeld van het project. 2. Gegevens analyseren In de vorige fase is de informatie verzameld en in deze fase is die verzamelde informatie gesorteerd, geanalyseerd en hieruit zijn vervolgens conclusies getrokken. Het zwaartepunt binnen deze fase ligt op het duidelijk analyseren en presentabel maken van de geanalyseerde informatie. De werkgroep is voor deze fase opgesplitst in drie kleinere werkgroepen die elk een deelonderwerp (gebouw, locatie, historie) van de verzamelde informatie hebben geanalyseerd.
4. Ontwerp De ontwerpfase heeft als doel alle bevindingen uit de analyses en studies samen te bundelen en op elkaar af te stemmen zodat het totaal ontwerp één uniform geheel vormt met een duidelijke uitstraling. Hierbij is een uniforme detaillering en materialisering van groot belang. 5. Toetsing Toetsing kan niet als een losse fase gezien worden. Gedurende het gehele ontwerpproces wordt er getoetst. Zelfs in de fase van informatie verzamelen is er in zekere mate getoetst op bruikbaarheid van informatie. Tijdens de studie- en ontwerpfase werd constant getoetst of oplossingen overeenkomen met randvoorwaarden en wensen uit het programma van eisen. fig. 5.1:
Links: schematisering ontwerpproces (R. Pellis, 28-01-2008)
fig. 5.1
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
15
Info verz. Analyse Studie Tussenfase
Start ontwerpproject
Week 1
excursie
Week 2 excursie
Week 3
Week 4
oriëntatie opgave plan van aanpak
analyse gebouw, omgeving, geschiedenis presentatie analyse precedentenanalyse
concept & ontwerpvisie
eisen & randvoorwaarden
opstellen opgave
waardestellingen
Leerplan Week 5
vorm & massastudie
Ontwerp
Week 7
Week 8
functieindeling
Voorlopig Ontwerp (VO) entree + zolder vs kelder + aanbouw
materialisatie
Definitief Ontwerp (DO) technische uitwerking detailering
Week 9
Week 10
Het schema laat het overzicht van activiteiten zien in hun chronologische volgorde.
besluit tot aanbouw + kelder bijstellen opgave
Week 6
fig. 5.2:
Links: schematisering ontwerpproces (R. Pellis, 28-01-2008) Het gevolgde ontwerpproces is uitgebreider weergegeven in het schema links. De fasering info verzamelen, analyse, studie, ontwerp is uitgebreid met een tussenfase. De tussen fase geeft de overgang van analyse naar studie en ontwerp weer. De tussenfase is ontstaan na aanleiding van het documenteren en bundelen van de verzamelde informatie bestaande uit: - projectopgave - precedentenanalyse - eisen & randvoorwaarden - concept & ontwerpvisie - waardestellingen
vakantie
Presentatie
inhoud
vs
presentatie
fig. 5.2
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
16
Hulpmiddelen Gedurende het ontwerpproces maak ik graag gebruik van een veelvoud aan hulpmiddelen. Hulpmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van mijn ontwerpproces. Hoe meer hulpmiddelen er aan te pas komen hoe rijker het ontwerp lijkt te worden. Het combineren van hulpmiddelen is hierbij erg nuttig. De gebruikte hulpmiddelen zijn in groepen ingedeeld. De beschreven hulpmiddelen en hun toepassing zijn beschreven zoals ze in dit ontwerpproces, in voorgaande ontwerpprocessen en waarschijnlijk toekomstige ontwerpprocessen zullen worden toegepast. Groep 1, ontwerpen: - schetsrol - Autocad - studiemaquettes - 3D computermodel Groep 2, feedback: - begeleidend docent - medestudenten Groep 3, presentatie: - Photoshop - Illustrator - In-Design Groep 4, overig: - fotocamera Groep 1: Deze groep is het meest belangrijk voor mijn ontwerpproces. Het uitdenken, schetsen en uittekenen in Autocad worden al in de beginfase van het ontwerpproces gecombineerd met het maken van maquettes en 3D computermodellen. Het gebruik van schetsen, Autocad en het maken van studiemaquettes gebeurt gelijktijdig en door elkaar.
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
Het concept begint vaak in een 2D vlak (het papier of de schetsrol, of zelfs de achterkant van een bierviltje). Door al in de beginfase Autocad als hulpmiddel in te zetten kan ik schetsen toetsen aan de werkelijke afmetingen en dus ook de werkelijke beleving van een ruimte. Wat op een schetsje er vaak leuk uitziet kan in Autocad vele problemen opleveren. Wanneer de eerste tekeningen in Autocad staan en er dus al wat concreets begint te vormen kan de eerste studiemaquette gemaakt worden. Bij een studiemaquette is het belangrijk dat deel te maken dat antwoordt kan geven op de probleemstelling. Vaak is de vraag hoe een ruimte werkt en wordt beleefd. In plaats van een maquette kan soms een 3D model ook nuttig zijn (het softwareprogramma Sketchup levert hierbij snelle resultaten). In een 3D model moet zeker in de beginfase niet te veel tijd zitten. Groep 2: Door middel van feedback kun je relatief snel het ontwerp toetsen. Andere personen aan wie je het ontwerp toont hebben hun eigen visies en kritieken op het ontwerp. Het is vaak vele malen nuttiger om harde en negatieve feedback te ontvangen dan wanneer iemand het met je eens is en maar mee praat. Kritiek betekend niet automatisch dat er een aanpassing gemaakt moet worden maar het levert alleen een suggestie. De suggesties gebruik ik bij het nemen van een ontwerpkeuze. Groep 3: Dit noem ik de presentatiegroep. Presenteren kan als tussen- of eindpresentatie maar ook om tekeningen te verduidelijken zodat ze beter bespreekbaar zijn tijdens begeleidingen. Als presentatiehulpmiddelen gebruik ik een combinatie van photoshop, illustrator en indesign. Alledrie vallen onder het CS2 softwarepakket. Ik gebruik Photoshop om beelden te manipuleren. Illustrator om deze plaatjes om te vormen naar presentatiebeelden en In-Design om de lay-out van een poster of boekje te maken. Ook is illustrator erg handig in combinatie met Autocad bestanden. Illustrator is namelijk ook een vector-based softwareprogramma net als Autocad en herkent dus de lijnen van Autocad. Dit maakt het mogelijk Autocad bestanden in Illustrator te laden en de lijnen aan te passen of gekleurde arceringen toe te voegen.
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
17
Groep 4: De fotocamera is een los hulpmiddel. Het gebruik van een fotocamera wordt normaliter niet vernoemt maar gedurende het ontwerpproces is dit een belangrijk hulpmiddel gebleken. Als fotocamera heb ik de Nikon D70s spiegelreflexcamera ter beschikking. In vergelijking met een simpele fotocamera maak ik scherpere foto’s en kan ik ook onder een grotere hoek fotograferen. Doordat de foto’s een grote resolutie hebben zijn ze geschikt voor op posters. Dit kunnen bijvoorbeeld foto’s van de omgeving, het gebouw of maquette zijn. De grotere hoek levert daarbij ook dat er meer zichtbaar is op een foto. Dit is nuttig bij het documenteren en analyseren van een gebouw.
Groep 1:
Groep 2
ONTWERPEN
IDEE
controle
FEEDBACK
SCHETS
ACAD MAQUETTE SKETCHUP
Groep 3
PRESENTEREN
Groep 4 fig. 5.3
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
FOTOCAMERA SCHOENENDOOS
fig. 5.3:
Links: schematisering ontwerpproces door middel van hulpmiddelen (R. Pellis, 28-01-2008) Groep 1: 1. een idee wordt gevormd 2. idee wordt als schets op papier gezet 3. schets wordt op realisme en werkelijke beleving gecontroleerd 4. na controle word een nieuwe realistische schets gemaakt 5. door nieuwe schets ontstaan nieuwe ideeën waarna stap 1t/m4 herhaald wordt. Groep 2: Gedurende het ontwerpproces worden ideeën en schetsen uit groep 1 voorgelegd aan groep 2. Deze geeft feedback waardoor nieuwe ideeën in groep 1 ontstaan. Groep 3: Uitgekristalliseerde schetsen uit groep 1 worden in groep 3 presentabel gemaakt voor bijvoorbeeld presentaties en verslagen. De presentatietekeningen worden aan groep 2 getoond waarop deze feedback geeft. Groep 4: De fotocamera wordt los ingezet en heeft geen direct gevolg op andere groepen. Maar groep 4 heeft wel een ondersteunende rol ten opzichte van groep 1 en groep 3. Foto’s kunnen verwerkt worden in presentatiemateriaal of als referentiebeeld gebruikt worden voor het maken van een schets.
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
18
H.6 Verantwoording en evaluatie ontwerpproces Het doel van dit hoofdstuk is het verantwoorden van het gevolgde ontwerpproces ten opzichte van de oorspronkelijk geplande aanpak. De geplande aanpak (zie ook bijlage 1) was uitgedacht in de vorm van een werkvolgorde waaraan een planning gekoppeld was. Werkvolgorde: 1. start project, introductie van de opgave 2. analyse opgave 3. plan van aanpak opstellen 4. V.O.C. zeemagazijn en omgeving analyseren 5. precedentenanalyse 6. conceptvorming 7. uitwerking tot voorlopig ontwerp 8. uitwerking tot definitief ontwerp 9. presentatiemateriaal maken 10. presenteren ontwerp 11. evaluatie Planning: Week 1: Week 2: Week 3: Week 4: Week 5: Week 6: Week 7: Week 8&9: Week 10:
Start ontwerpproject MIT restauratie Excursie V.O.C. zeemagazijn, referentiemusea Opzet analyse gebouw, de omgeving en de geschiedenis Opgave analyseren Plan van aanpak maken Analyses V.O.C. zeemagazijn presenteren Waardestellingen opstellen Precedentenanalyse maken Leerplan inleveren Conceptvorming ontwerp Presentatie ontwerpvisie en concept Presentatie voorlopig ontwerp Uitwerking VO - DO Uitwerking tot DO Uitwerking tot DO Kerstvakantie Eindpresentatie
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
Planning De werkvolgorde en planning die vooraf zijn opgesteld komen in grote lijnen overeen met het beschreven ontwerpproces uit het vorige hoofdstuk (zie schematisering ontwerpproces fig. 5.2). Kenmerkend voor het ontwerpproces van dit project is de tijdsverdeling over de verschillende fases. Het verzamelen van informatie heeft in een relatief korte periode plaats gevonden terwijl de analyse van deze informatie ruim twee keer zo veel tijd in beslag heeft genomen. De planning was strak opgesteld en dit moest ook gezien de korte projectduur (8 weken). Maar in een planning moet ook ruimte zijn voor uitloop. Geplande activiteiten verlopen zelden zoals ze worden ingeplant. Een goed voorbeeld is de analyse van het VOC zeemagazijn. Het analyseren van het VOC pand staat op punt vier in de werkvolgorde en staat al ingeplant in week twee van de planning. Om een goede en volledige analyse te kunnen maken is er minimaal een volle werkweek nodig. Bij een nieuwbouwproject is deze analyse niet van toepassing maar in dit project is het een fundamenteel onderdeel. Een renovatieproject kan niet zonder een uitgebreide gebouwanalyse. In de planning wordt wel een week voor gegeven maar week 1 startte op een dinsdag en de dinsdag daarop in week 2 moest er gepresenteerd worden. Naast de gebouwanalyse staan er nog 4 activiteiten op de planning van week 1. Het gevolg was dat pas in week 3 de analyse werd afgerond. Een achterstand van een week in de startfase terwijl het totale project slechts 8 weken duurde is een rampzalige achterstand. Naast de gebouwanalyse is het leerplan ook een kritiek punt geweest. Doordat dit de eerste keer was dat ik een leerplan opstelde was het niveau van het leerplan ook niet hoog genoeg. Dit resulteerde in aanpaswerk waarna ik het leerplan opnieuw heb ingediend. Hiermee is totaal geen rekening gehouden in de planning.
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
19
Ontwerpmethodiek Een ontwerpproces is naar mijn mening goed verlopen wanneer het ontwerpresultaat goed is. Toch is er niet bewust een ontwerpmethode gebruikt. De enige houvast voor het ontwerpproces was de planning en werkvolgorde. Een duidelijke ontwerpmethodiek ontbrak nog in dit project. Veel ontwerpbeslissingen zijn intuïtieve beslissingen geweest. Het probleem hierbij is het kunnen beargumenteren van die beslissing. Een duidelijke ontwerpmethodiek zou het verantwoorden van het ontwerpproduct kunnen verbeteren.
‘Golden’ moment Een ‘Golden’ moment tijdens het ontwerpproces was toch wel de ingeving voor de entree van het gebouw. Het idee ontstond al binnen de eerste 2 uur van het project tijdens de introductielezing voor het project. Het idee voor de locatie van de entree is daarna altijd aanwezig geweest tijdens de voortgang van het project en is uiteindelijk de meest prominente ingreep in het gebouw geworden.
Ontwerptechniek De toegepaste ontwerptechnieken die ik in het ontwerpproces heb toegepast staan onder het kopje hulpmiddelen uit het vorige hoofdstuk. Waanneer ik mijn ontwerptechnieken zou vergelijken met die van medestudenten zal er waarschijnlijk een groot verschil zijn met studenten die vanuit de bachelor in het bachelor 6 semester zijn aangekomen. Overeenkomsten zouden aangetroffen worden wanneer er wordt vergeleken met studenten die vanuit het HBO schakelsemester in het bachelor 6 semester zijn aangekomen. Dit komt door de technische onderlegger die HBO studenten hebben meegekregen vanuit hun vooropleiding. In mijn ontwerptechnieken is het gebruik van hulpmiddelen die een controlerende functie hebben dominant. Een goed voorbeeld is het gebruik van Autocad wat ik al in de beginfase van het ontwerpproces toepas. Bij medestudenten die vanuit de bachelor komen is mij een soort aversie tegen Autocad opgevallen. ‘Bachelor’ studenten in tegenstelling tot ‘HBO’ studenten willen zo lang mogelijk in schetsen werken zonder hun werk te controleren op de werkelijkheid. Het voordeel is dat er een grotere ontwerpvrijheid aanwezig is maar daartegenover staat wel dat sommige ontwerpoplossingen ‘luchtkastelen’ blijven. Ik ben zelf nog steeds een ‘HBO’ student voor een groot deel. Ik zoek naar concrete realistische oplossingen voor ontwerpproblemen. Vanuit het oogpunt van een aannemer zou dit een goede eigenschap zijn. Een gebouw moet tenslotte ook realiseerbaar zijn. Maar vanuit een architectonisch oogpunt leg ik nog teveel beperkingen op tijdens het ontwerpproces. Het concreet uitwerken van een ontwerp zou opgeschoven moeten worden naar verderop in het ontwerpproces ten behoeve van het architectonisch potentieel van een ontwerpopgave.
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
20
H.7 Reflectie ontwerpproces De vraag die ik in dit hoofdstuk behandel is in hoeverre het gevolgde ontwerpproces herhaald kan worden bij soortgelijke ontwerpopgaven. Om hierop antwoordt te kunnen geven heb ik mijn persoonlijk ontwerpproces vergeleken met bronnen uit vakliteratuur. Ik heb als vergelijkingsmateriaal gekozen voor drie bronnen uit twee boeken. Voor mijn eerste bron heb ik het hoofdstuk ‘Ontwerpproces’ uit het boek ‘Instrumenten van de architectuur’ van Evert Kleijer gebruikt. Naast dat ik veel geleerd heb uit zijn boek over het ‘kijken’ naar gebouwen staat er ook een goed hoofdstuk in over het ontwerpproces. Voor mijn tweede bron heb ik een procesbeschrijving van Wiek Röling gebruikt uit het boek ‘Ways to study”. De derde bron die ik gekozen heb is een tekst geschreven door Mick Eekhout. Deze tekst is ook afkomstig uit het boek ‘Ways to Study’. Deze drie bronnen bespreek ik stuk voor stuk, daarna koppel ik deze aan mijn eigen ontwerpproces. Evert Kleijer In de beschrijving van het ontwerpproces zegt Kleijer het volgende: “...je zou ook kunnen denken dat alle ontwerpprocessen in hoge mate overeenkomstig verlopen, dat zelfs de architectonische middelen die kunnen worden ingezet steeds dezelfde zijn, maar steeds verschillend worden gewaardeerd en gecombineerd, waardoor de resultaten sterk uiteenlopen.” (Kleijer 2004, p.213) Ik concludeer hieruit dat volgens Kleijer alle ontwerpprocessen in grote lijn het zelfde zijn. Ze zijn niet helemaal hetzelfde maar het is logisch dat bepaalde fases elkaar opvolgen. Het is logisch dat er eerst informatie verzameld wordt alvorens er een analyse plaatsvindt en dat daarna pas conclusies kunnen worden getrokken daaruit. Een andere volgorde zou niet werken. Verder beschrijft Kleijer een lineair ontwerpproces met daarin een cyclische herhaling. De hoofdfases; opgave, ontwerp 1, ontwerp 2, ontwerp 3 en ontwerp 4 volgen elkaar op. Maar om van de eerste naar de tweede fase te komen wordt een reeks onderdelen gevolgd. “De cyclus verkenning, ontwerp, toetsing wordt herhaald totdat opgave en ontwerp corresponderen.” (Kleijer 2004, p.215) Ter verduidelijking van zijn beschrijving van het ontwerpproces laat hij een schema zien (zie figuur 7.1).
Bachelor 6 - Eindwerkstuk
fig. 7.1 fig. 7.1:
Schematisering ontwerpproces
(Kleijer 2004, p.214)
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
21
Mick Eekhout Een interessant onderwerp dat Eekhout bespreekt is het karakter van de ontwerper. Hij maakt een vergelijking tussen de creatieve kunstenaar en de technische engineer. De architect heeft zowel eigenschappen van de creatieve kunstenaar als van de technische engineer. De kunstenaar, de architect en de engineer hebben elk hun eigen methode waarbij beslissingen intuïtief, routinematig of methodisch zijn. De twee extreme aanpakken zijn volledig intuïtief en aan de andere kant volledig methodisch. Wanneer het proces onbewust methodisch is dan is het routine. Routine ligt tussen intuïtief en methodisch in (zie figuur 7.2). Wiek Röling Het proces dat Röling beschrijft viel mij op vanwege het project. Het ontwerpproces dat Röling toont is een opeenvolging van illustraties met tekstuele toelichtingen. De teksten en illustraties beschrijven het ontwerpproces dat gevolgd is voor het ontwikkelen van een ontwerp voor een centrum voor kunst en cultuur in Velsen. Wat Röling beschrijft is niet echt een beschrijving van zijn persoonlijke ontwerpproces te noemen, maar meer een beschrijving en verantwoording van zijn ontwerpproduct. Ik vindt het gebruik van tekeningen en foto’s erg nuttig en inzichtelijk. De beschrijving laat een soort logboek zien van de meest kritieke ontwerpbeslissingen en transformaties. Op deze manier is het makkelijk om de verschillende ontwerpbeslissingen te verantwoorden. Reflectie Wat ik opvallend vindt is de opmerking van Röling “I do not work methodologically.” (Röling 2005, p. 470). Ik denk dat er wel degelijk een soort van methode is die Röling gebruikt maar dit doet hij niet bewust. Hier kan ik mij wel in vinden. Voordat ik dit eindwerkstuk schreef kon ik bij mijzelf ook geen methodiek of proces herkennen. Maar die bleek er wel degelijk te zijn. Röling en ik zouden dus volgens Eekhout onder het kopje routine geplaatst kunnen worden. Ikzelf heb nog erg weinig ontwerpervaring dus een routine zit er nog niet helemaal in en daarom zijn de beslissingen die ik neem nog vaak intuïtief. In de toekomst wil ik meer methodisch aan het werk gaan om zo mijn ontwerpproduct en ontwerpproces meer inzichtelijk te maken en mijn ontwerpkeuzes beter te kunnen beargumenteren. Het ontwerpproces dat Kleijer laat zien (zie figuur 7.1) wil ik als onderlegger hiervoor gaan gebruiken. Het ontwerpproces dat hij toont is namelijk wel methodisch in opzet maar daarbinnen is ook meer dan voldoende ruimte voor creatieve (intuïtieve) ontwerpbenaderingen. Bachelor 6 - Eindwerkstuk
fig. 7.2
fig. 7.2:
Schematisering ontwerpproces
(Eekhout 2005, p.356)
Toelichting figuur 7.2: ‘Black box’ : Een Black box representeert een ondoorzichtig ontwerpproces. Er is een invoer die de Black box in gaat en vervolgens komt daar een uitvoer uit. Wat er in de periode tussen invoer en uitvoer gebeurt is niet inzichtelijk en onbespreekbaar. Dit ontwerpproces is in vergelijking het meest intuïtief en het minst makkelijk te verantwoorden. ‘Dedicated method’ : Een Dedicated method representeert een semidoorzichtig ontwerpproces. Het gevolgde ontwerpproces is voor buitenstaanders inzichtelijk. Toch zijn er routinematige beslissingen waardoor bepaalde ontwerpproces onderdelen onbespreekbaar blijven. ‘Glass box’ : Een Glass box representeert het tegenovergestelde dan het ontwerpproces van een Black box. Het ontwerpproces is op alle onderdelen transparant en bespreekbaar. Dit ontwerpproces is het meest rationeel en is ook het makkelijkste te verantwoorden.
BK 6100 - Restauratie - Roeland Pellis
22