Interventie
Girls' Choice. Wensen en grenzen in intimiteit.
Samenvatting Doel Algemeen doel van de interventie is het op een leeftijdsadequate en speelse manier meisjes bewustmaken van het belang van veilige, prettige, gewenste en gelijkwaardige seksuele en relationele contacten en daarop te laten reflecteren. Om dit te bereiken zijn diverse doelen op het niveau van determinanten geformuleerd, met name ten aanzien van kennis, attitude, risicoperceptie en eigeneffectiviteit. Doelgroep Meisjes van 10 t/m 15 jaar. Aanpak 'Girls' Choice' is een interactief bordspel. Er zijn twee versies van het spel, het basisspel voor meiden van 10 t/m 12 jaar en het 13+ spel voor meisjes t/m 15 jaar. Het is gericht op de volgende thema's: seksualiteit en relaties, veilig vrijen, zwangerschap en moederschap, jongens en weerbaarheid. Tijdens het spel voeren spelers verschillende soorten opdrachten uit rond deze thema's, namelijk rollenspelen, kennisvragen, persoonlijke vragen, verbale en non-verbale opdrachten. De andere spelers waarderen de uitvoering van de opdracht door middel van het toekennen van "hartjes". De begeleider geeft feedback en corrigeert onjuiste opvattingen. Materiaal Girls' Choice bestaat uit een spelbord met opdrachtkaartjes, een spelregelboekje, een boekje met antwoorden op de kennisvragen en een handleiding voor de begeleider met daarin achtergrondinformatie en adviezen voor de begeleiding. Onderzoek effectiviteit Uit een evaluatieonderzoek onder 91 afnemers en gebruikers blijkt dat begeleiders het spel waarderen en een goed hulpmiddel vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken. Ook over de opdrachten zijn de respondenten positief tot zeer positief: ze stimuleren de interactie tussen de deelnemers, ze wekken de interesse op van de deelnemers en de vragen en situaties sluiten aan bij de belevingswereld van de meiden. Dat laatste vinden afnemers iets minder bij het basisspel. De respondenten denken dat het spel vooral effect heeft op kennis en het kunnen aangeven van grenzen. De meeste respondenten vinden de handleiding duidelijk en hebben daaraan voldoende ondersteuning gehad bij het begeleiden van het spel. Weinig respondenten geven aan behoefte te hebben aan extra ondersteuning. De respondenten misten aandacht voor een aantal thema's zoals homoseksualiteit, loverboys, en seksuele beleving. Daarnaast vinden sommige gebruikers het moeilijk om multiculturele groepen te begeleiden en als er deelnemers zijn die zelf seksueel geweld hebben meegemaakt of getraumatiseerd zijn. Ontwikkeld door Rutgers WPF Postbus 9022 3506 GA Utrecht Email:
[email protected]
030 - 231 34 31 Contactpersoon: Milleke de Neef Email:
[email protected] Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d 25-04-2013 Oordeel: Goed onderbouwd Toelichting: De interventie maakt meisjes op een leeftijdsadequate en speelse manier bewust van het belang van veilige, prettige, gewenste en gelijkwaardige seksuele en relationele contacten. De referentie naar dit document is: M. de Neef (april 2013). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Girls' Choice. Wensen en grenzen in intimiteit.'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies
1. Toelichting naam van de interventie Geen toelichting
2. Risico en/of probleem waar de interventie zich op richt Meiden lopen risico's op het gebied van seksuele gezondheid, vooral het risico op ongeplande zwangerschap en op het meemaken van seksuele grensoverschrijding. Dit blijkt uit het recente onderzoek "Seks onder je 25e" onder een representatieve steekproef van bijna 4000 meiden en 4000 jongens (De Graaf, Kruijer, Van Acker, & Meijer, 2012): 12% van de meisjes/vrouwen in de leeftijd 12 tot 25 jaar geeft aan met hun laatste sekspartner soms niets gedaan te hebben om zwangerschap te voorkomen; 6% heeft helemaal niets gedaan om zwangerschap te voorkomen. Vooral laagopgeleide, Surinaamse en Antilliaanse meisjes geven vaak aan niets gebruikt te heb ben om zwangerschap te voorkomen. 1,7% van de meisjes heeft het afgelopen jaar een ongewenste zwangerschap gehad; 3,3% van de meisjes geeft aan dat ze bij hun eerste keer geslachtsgemeenschap werden gedwongen, 13,5% dat ze werden overgehaald. Verder zegt 17% van de meisjes ooit wel eens gedwongen te zijn om seksuele dingen te doen die ze eigenlijk niet wilden. 13% van de meisjes zegt dat ze met hun laatste sekspartner wel eens dingen doen die ze eigenlijk niet willen. Ook geven meisjes/vrouwen vaker aan dan jongens wel eens achteraf spijt te hebben gehad van seks; vooral jonge meiden zijn kwetsbaar. Jongeren onder de 14 jaar die seksueel actief zijn lopen relatief veel risico m.b.t. zowel beschermingsgedrag (gebruik van anticonceptie en condooms) als het meemaken van grensoverschrijding. 27% van de meiden onder de 14 heeft niets gebruikt om zwangerschap te voorkomen bij de eerste keer geslachtsgemeenschap. Dat is heel wat meer dan bij de hele groep tot 25 jaar (9%). Degenen die voor hun veertiende al geslachtsgemeenschap hadden, geven ook vaker aan dat de eerste keer het gevolg was van dwang of overhalen, namelijk 33% tegen 17% van alle meiden. De gevolgen van onbedoelde zwangerschap en seksueel geweld kunnen aanzienlijk zijn. Mogelijke gevolgen van seksueel geweld zijn depressie, lage zelfwaardering, drugs- en alcoholmisbruik, eetstoornissen en zelfmoordpogingen. Ook op het gebied van relaties en seksualiteit ervaren meiden met misbruikervaringen soms problemen, zoals lage relatietevredenheid, angst voor zwangerschap, seksueel risicogedrag en een hogere kans op revictimisatie (Teten et al., 2009). Onbedoelde zwangerschap op jonge leeftijd is gerelateerd aan medische risico's als vroege geboorte en babysterfte, maar ook aan meer psychosociale gevolgen als depressie en lage zelfwaardering. Bovendien zijn er aanwijzingen dat het ook de kinderen van tienermoeders minder goed af gaat dan andere kinderen (Picavet, Tonnon, & Van Berlo, in press).
3. Doel van de interventie Algemeen doel van de interventie is het op een leeftijdsadequate en speelse manier meisjes bewustmaken van het belang van veilige, prettige, gewenste en gelijkwaardige seksuele en relationele contacten en daarop
te reflecteren. Dit is uitgewerkt in de volgende doelen op het niveau van determinanten: . Meisjes hebben meer kennis over zwangerschap, anticonceptie en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bovendien hebben zij kennis over lichamelijke ontwikkeling, seksueel gedrag en relatievorming. . Zij zijn zich meer bewust van risico's die zij lopen op onbedoelde zwangerschap bij onbeschermde seks/inadequaat anticonceptiegebruik. Zij zijn zich bewust van de mogelijke nadelen van tienermoederschap. Zij zijn zich bewust van de voordelen van condoom- en anticonceptiegebruik. . Zij hebben een grotere eigen-effectiviteitsverwachting m.b.t. het bespreken van anticonceptie met een sekspartner. . Zij zijn zich meer bewust van stereotype genderopvattingen en de gevolgen hiervan voor het gedrag van jongens en meisjes. . Zij vinden het belangrijker om hun eigen grenzen op het gebied van seksualiteit duidelijk aan te geven. . Zij hebben een grotere eigen-effectiviteitsverwachting m.b.t. het aangeven van hun grenzen.
4. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld Girls' Choice kent twee varianten. De standaardversie van Girls' Choice is bedoeld voor meisjes van 13 t/m 15 jaar. Daarnaast is er een eenvoudigere variant die bedoeld is voor meisjes in de leeftijd 10-13 jaar (het "basisspel"). Beide spellen worden samen in één doos geleverd. Er is gekozen voor een jonge doelgroep, omdat de meiden die jong met seks beginnen relatief veel risico lopen. Daarnaast is het zinvol om zoveel mogelijk met voorlichting te beginnen voordat men seksueel actief wordt, omdat bij de eerste keer vaak geen bescherming wordt gebruikt en de eerste keer ook vaak het gevolg is van dwang of overhalen (De Graaf et al., 2012). Tot slot neemt men de opgedane kennis en vaardigheden mee op latere leeftijd (De Wit & Picavet, 2009). De intermediaire doelgroep bestaat uit professionals die werkzaam zijn in het jeugd- en jongerenwerk, welzijnswerk en bovenbouw basisonderwijs en onderbouw VMBO. Zij kunnen meisjes met het spel begeleiden bij hun seksuele ontwikkeling, seksuele gedrag en relatievorming en ingaan op de vragen en problemen van de jongens zelf. De interventie is niet specifiek voor migrantengroepen ontwikkeld. Het spel is echter wel bruikbaar voor meisjes met een niet Nederlandse achtergrond. Voorwaarde is dat zij de Nederlandse taal voldoende beheersen. De begeleider zal zelf alert moeten zijn op cultuurspecifieke aandachtspunten bij de opdrachten. In de handleiding staan aanwijzingen voor hoe men daar vorm aan kan geven. Indicatie- en contra-indicatiecriteria De belangrijkste indicatie is dat men de Nederlandse taal machtig moet zijn om de opdrachten te kunnen begrijpen. Het spel is niet uitgetest met meisjes met een verstandelijke beperking en is voor die groep mogelijk niet geschikt.
5. Aanpak Opzet van de interventie 'Girls' Choice' is een interactief bordspel in twee varianten. Het basisspel is bestemd voor meiden van 10-13 jaar en het 13+ spel is bestemd voor meiden van 13-15 jaar. Zie paragraaf 4.2 voor een uitgebreidere beschrijving van het spel. Het spel kan in een schoolse of buitenschoolse setting gebruikt worden (buurthuis, kamp). Het spel wordt gespeeld onder begeleiding van een groepsleider. Meestal is dit een professional, maar er is ook ervaring met begeleiding door goed op hun taak voorbereide 'peers'. Op minstens één school is het zonder problemen gespeeld zonder begeleiding (in het praktijkonderwijs), maar dit is niet wat Rutgers WPF zou adviseren. De uitvoering van het spel zal afhankelijk van de setting (in schoolse setting is men meestal gebonden aan lesuren) 45 -90 minuten duren. Omdat het over mogelijk gevoelige en persoonlijke onderwerpen gaat, is het wenselijk dat de groepsleden elkaar kennen en vertrouwen. Bij de introductie van het spel zal veiligheid en respect expliciet moeten worden
gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van groepsregels. Dit gaat zowel om veiligheid binnen de groep tijdens het spelen van het spel als veiligheid daarbuiten. Het spel kan eenmalig met een groep worden gespeeld, maar het kan ook vaker worden gespeeld als men dat wil. Hoe vaker men het speelt, hoe meer men kan oefenen met vaardigheden en hoe meer kennis men erdoor opdoet. Het spel is echter zo opgebouwd dat alle thema's en alle werkvormen ook bij eenmalig spelen aan bod komen. Girls' Choice is een kortdurende interventie met een beperkte doelstelling. De interventie biedt de mogelijkheid om een eerste aanzet te maken met het beïnvloeden van deze determinanten in de gewenste richting. Voor het bereiken van gezond seksueel gedrag is het wenselijk Girls' Choice in te bedden in een langduriger en systematisch aanbod van seksuele en relationele vorming. Voor de leeftijdsgroep 10-13 (primair onderwijs) is dit met name de methode "Relaties en seksualiteit"; voor de leeftijdsgroep 13-15 (voortgezet onderwijs) is dit de methode "Lang Leve de Liefde". Het spel is geschikt als een, specifiek op meiden gerichte, verdieping of aanvulling bij deze methoden. Ook kan Girls' Choice worden gebruikt als aanvulling op een vormingsprogramma in het jongerenwerk, zoals Veilig Vrijen & Seks. Bij groepen waarin ook jongens zitten, kan voor de jongens het spel Boys'R'Us worden gebruikt. Inhoud van de interventie Het 13+ spel bestaat uit een spelbord dat d.m.v. kleuren is ingedeeld in "gebieden": seks en relaties, veilig vrijen, zwangerschap en moederschap, weerbaarheid, en jongens. Bij elk gebied hoort een stapel met opdracht-kaarten rond dat thema. Als een speler met haar pion op een vakje van een bepaald gebied komt, neemt zij een opdrachtkaart van de stapel kaarten die bij dat gebied hoort. Op elke kaart staan verschillende soorten opdrachten, nl. rollenspelen, kennisvragen, persoonlijke vragen (waarbij de speler onderbouwd haar mening moet geven), verbale opdrachten (waarbij de speler onderbouwd moet reageren op een stelling) en non-verbale opdrachten (waarbij de speler een weerbare reactie moet uitbeelden zonder woorden te gebruiken). Als een speler een opdracht heeft uitgevoerd, beoordelen de andere spelers de uitvoering van de opdracht of het antwoord op de vraag met behulp van "hartjes"; ze kunnen minimaal 1, maximaal 3 hartjes toekennen. Het is de bedoeling dat ze hun waardering toelichten, bijvoorbeeld waarom ze denken dat een bepaald antwoord niet klopt, of hoe een bepaalde opdracht beter had kunnen worden uitgevoerd. Het aantal hartjes bepaalt hoeveel vakjes de speler die aan de beurt was haar pion vooruit mag zetten. Degene die het eerst het hele bord rond heeft gespeeld is de winnaar. Voorbeelden van opdrachten/vragen: . Rollenspel: Je hebt twee maanden een vriend. Nu wil hij ook neuken. Speel dat je hem vertelt dat je dat nog niet wilt. . Kennisvraag: Is het veilig als de jongen zijn penis zonder condoom een heel klein stukje in de vagina laat glijden en niet klaarkomt? . Persoonlijke vraag: Als jij ongewenst zwanger zou zijn, zou je dan voor abortus of adoptie kiezen? . Verbale opdracht: Als je één keer seks met je vriend hebt gehad, kun je niet meer weigeren. Eens of oneens? . Non-verbale opdracht: Beeld uit: een jongen komt steeds dichtbij jou staan en slaat zijn arm om je heen. Je maakt hem duidelijk dat je dat niet wilt. Het basisspel is zeer vergelijkbaar met het 13+ spel. Alleen zijn hier de vijf inhoudelijke thema's op het bord vervangen door vijf verschillende soorten opdrachten, namelijk (1) Weet jij het? (2) Wat vind jij? (3) Toneelspelen (4) Praten en (5) Uitbeelden. Dat ervoor gekozen is om de soorten opdrachten leidend te maken in plaats van de thema's, is omdat de thema's soms minder bij de belevingswereld van jongere kinderen passen (bijvoorbeeld zwangerschap en grensoverschrijding). De thema's komen wel aan bod, maar dan in de opdrachtkaartjes. Verder zijn de opdrachten aangepast aan de leeftijd, zowel inhoudelijk als wat betreft de moeilijkheidsgraad. Ook ligt de nadruk minder op eigen ervaringen. Voorbeelden van opdrachten/vragen in het basisspel: . Weet jij het?: Waarom kan daten via internet gevaarlijk zijn? . Wat vind jij?: Wat vind jij van tongzoenen? . Toneelspelen: Je werkt voor een radiozender. Speel dat je een tie-nermoeder interviewt. . Praten: Zeg heel duidelijk: 'Wat zit je haar leuk.' . Uitbeelden: Je bent een jongen: Beeld uit: je bent heel verlegen en erg verliefd.
6. Materialen en links Spel: Girls' Choice. Wensen en grenzen in intimiteit (2012). Utrecht. Rutgers WPF. Dit spel bevat: . een dubbelzijdig spelbord met aan de ene zijde het basisspel en aan de andere zijde het 13+ spel . 175 opdrachtkaartjes, waarvan 75 voor het basisspel en 100 voor het 13+ spel . 15 hartjeskaartjes (met daarop 1,2,3 hartjes) . een handleiding voor de spelbegeleider . spelregelboekje voor de spelers . een antwoordenboekje voor de kennisvragen . 1 dobbelsteen . 5 pionnen In de handleiding wordt aan de volgende onderwerpen aandacht besteed: . Achtergrond, doelstelling en doelgroep . Onderwerpen en opdrachten . Adviezen voor de begeleiding van het spel . Praktische uitvoering van het spel . Achtergrondinformatie over anticonceptie, abortus en overtijdbehandeling, loverboys, homoseksualiteit . Nuttige adressen en websites, brochures en folders, materialen en methodieken Girls' Choice kan besteld worden via de webwinkel van Rutgers WPF (http://shop.rutgerswpf.nl/) Daarnaast is een evaluatierapport beschikbaar: Lee, L. van, & Neef, M. de (2009). Evaluatie Girls' Choice. Utrecht: Rutgers Nisso Groep.
7. Verantwoording van de doelen, de doelgroep en de aanpak Doelgroep Meiden lopen risico op het gebeid van seksuele gezondheid, waarbij sommige groepen meer risico lopen dan andere (zie paragraaf 1). Laag opgeleide meiden en meiden met een niet-Nederlandse achtergrond zijn kwetsbaar voor ongeplande zwangerschap tijdens de tienerjaren. Ook zijn meiden die jong beginnen met seks kwetsbaar voor het meemaken van seksueel geweld en onbeschermde seks. Om deze problemen aan te pakken, is het van belang om te beginnen met voorlichten vóórdat deze meiden seksueel actief worden. Veel van de meest kwetsbare meiden hebben al seks vóór hun 15e. Om die reden is Girls' Choice ontwikkeld voor jonge meiden. Daarbij is expliciet rekening gehouden met meiden met een niet-Nederlandse achtergrond. Determinanten Diverse factoren hangen samen met onbedoelde zwangerschap, tienerzwangerschap en het meemaken van seksueel geweld. Soms gaat het om achtergrondfactoren die niet veranderd kunnen worden, zoals leeftijd en etniciteit. Er zijn echter ook veranderbare determinanten gevonden. De volgende determinanten komen uit onderzoek naar voren. Kunnen communiceren over seksuele grenzen Jongeren die zich in staat voelen om de eigen seksuele grenzen aan te geven, lopen minder risico op het meemaken van seksueel grensoverschrijdend gedrag (De Bruijn et al., 2006; Testa, VanZile & Livingston, 2007). Eigeneffectiviteit in het praten over seks met de partner hangt samen met het weigeren van ongewenste seks (Sionéan et al., 2002). Ook non-verbale communicatie is een belangrijk aspect van het weigeren van ongewenste seksuele activiteiten (O'Byrne, Rapley & Hansen, 2006). Als jongeren ambivalente gevoelens hebben over of ze wel of geen seks willen kan dat leiden tot ambigue communicatie ("nee" zeggen als je wel wilt, of "ja" zeggen als je niet wilt) (Muehlenhard & Rodgers, 1998). Ambigue communicatie hangt samen met een grotere kans op het meemaken van grensoverschrijding (Krahé, Scheinberger & Kolpin, 2000; Kuyper, De Wit, Adam, Woertman & Van Berlo, 2010). Kunnen communiceren over anticonceptie Condoomgebruik en pilgebruik hangen samen met openheid en seksuele communicatie in de relatie (Manlove, Ryan & Franzetta, 2003; Stone en Ingham, 2002). Anticonceptie wordt vaker gebruikt wanneer dit vooraf met de partner is besproken (Kirby & Lepore, 2007; Sionéan et al., 2002; Stone & Ingham, 2002). In een Noorse studie bleek een hogere eigeneffectiviteit in het bespreken van anticonceptie met de partner gerelateerd te
zijn aan beter anticonceptiegebruik (Træen & Kvalem-Ingela, 2007). Kennis en risicoperceptie Kennis is een voorwaarde voor het maken van verstandige keuzes. Uit één studie kwam naar voren dat zowel daadwerkelijke kennis van voortplanting als de perceptie van de eigen kennis samenhangen met anticonceptiegebruik met de eerste sekspartner (Ryan, Franzetta & Manlove, 2007). Vooral de discrepantie tussen de perceptie van de eigen kennis en de feitelijke kennis speelt een rol bij ongepland zwanger worden. Meiden die een gebrek aan kennis hebben over anticonceptie en die zich hier niet bewust van zijn, lopen het hoogste risico op een ongeplande zwangerschap (Brückner et al., 2004). Ook risicoperceptie is belangrijk. Het onderschatten, ontkennen en negeren van risico's zijn belangrijke redenen van jongeren om zichzelf niet goed te beschermen tegen soa en zwangerschap (O'Sullivan et al., 2010). Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag is er geen duidelijk verband met kennis of risicoperceptie aangetoond, al lijken vrouwen de kans dat zij zoiets mee zullen maken structureel te onderschatten. Attituden t.a.v. anticonceptiegebruik en zwangerschap Jongeren die positiever denken over anticonceptie en die minder voor- en meer nadelen zien aan een zwangerschap gebruiken vaker anticonceptie (Kirby & Lepore, 2007; Ryan et al., 2007). Attitude ten aanzien van anticonceptie is één van de beste voorspellers van anticonceptiegebruik. Meiden die geen anticonceptie gebruiken hebben de meest negatieve opvattingen over anticonceptie: ze vinden het bijvoorbeeld te veel gedoe, te duur, of moreel verkeerd. Inconsistente gebruiksters hebben minder negatieve attituden en consistente gebruiksters nog minder (Brückner, Martin & Bearman, 2004). Vooral de balans tussen de gepercipieerde voor- en nadelen van anticonceptiegebruik is van belang. Mensen die niet overwegen om anticonceptie te gaan gebruiken of die hier sterk aan twijfelen, ervaren meer nadelen dan voordelen van anticonceptie. Voordat iemand daadwerkelijk anticonceptie gaat gebruiken, keert deze balans om. Om jongeren zo ver te krijgen dat ze gaan overwegen om anticonceptie te gebruiken, moet men vooral de voordelen hiervan benadrukken en duidelijk maken wat de nadelen zijn als je geen anticonceptie gebruikt (Grimley, Prochaska, Velicer & Prochaska,1995). Genderopvattingen Traditionele opvattingen over wat passend gedrag is voor mannen en vrouwen vormen een risicofactor voor zowel het meemaken van seksueel grensoverschrijdend gedrag als het hebben van onbeschermde seks. Meiden die mannelijke dominantie in de relatie vanzelfsprekender vinden en meer traditionele denkbeelden hebben over mannelijkheid en vrouwelijkheid hebben vaker onvrijwillige seks (Sionéan et al. 2002; Tolman, Spencer, Rosen-Reynoso en Porche, 2003). Daarnaast lopen meiden met meer traditionele sekserolopvattingen, die het meer aan de jongen overlaten om te beslissen of men seks heeft, een groter risico op onbeschermde seks (Crosby et al, 2000; Tschann et al., 2002; De Neef & Van Dijk, 2010). Uit kwalitatief onderzoek naar tienermoeders blijkt dat zij vaak traditionele genderopvattingen hebben, waardoor zij de verantwoordelijkheid voor hun seksleven, inclusief het gebruik van condooms, bij de partner leggen (Van Berlo et al., 2005; Wijsen & Van Lee, 2006). Zelfbeeld Als een meisje seksueel grensoverschrijdend gedrag meemaakt, maakt het voor haar reactie uit hoe zij zichzelf ziet. Het seksueel en relationeel zelfbeeld, bijvoorbeeld of men vooral onafhankelijkheid of vooral intimiteit belangrijk vindt, heeft gevolgen voor hoe men reageert op grensoverschrijding en hoe men het beleeft (Norris, Masters & Zawacki, 2004). Er is geen onderzoek bekend dat seksueel zelfbeeld relateert aan anticonceptie en zwangerschap. Toekomstperspectief Meiden die zich verbonden voelen met school en die toekomstplannen hebben, hebben een kleinere kans op tienerzwangerschap (Kirby & Lepore, 1997). Ook in Nederlands kwalitatief onderzoek onder tienermoeders blijkt het ontbreken van richting in het leven een belangrijke factor. Bij een zwangerschap heeft een meisje dan weinig te verliezen en soms zelfs iets te winnen, zoals zelfstandigheid (Van Berlo, Wijsen & Vanwesenbeeck, 2005; Van Lee & Wijsen, 2006). Ook victimisatie hangt samen met minder motivatie op school en het ontbreken van toekomstplannen (De Bruijn et al., 2006; Maxwell et al., 2003). Onderbouwing aanpak Girls' Choice werkt met opdrachtkaarten; op elke kaart staan vijf opdrachten, elk van een ander type (rollenspel, non-verbale opdrachten, kennisvragen, persoonlijke vragen en verbale opdrachten). De verschillende soorten opdrachten richten zich op de hierboven genoemde determinanten:
Kunnen communiceren over seksuele grenzen en over anticonceptie Om eigen-effectiviteitsverwachting en vaardigheden te stimuleren, is het belangrijk om mensen actief het gedrag te laten uitproberen en om anderen het gedrag te zien voordoen (Brug et al., 2010). Geschikte methoden hiervoor zijn guided practice, waarbij iemand het gedrag uitprobeert en daar feedback op krijgt, en modeling, waarbij iemand een ander observeert die het gedrag voordoet (Bartholomew, Parcel, Kok, Gottlieb, & Fernández, 2011). Deze methoden zitten in twee verschillende soorten opdrachten van Girls' Choice: . Rollenspel: Bij de rollenspelopdrachten staat het geven van een weerbare reactie in een specifieke situatie centraal. . Non-verbale opdrachten: Bij non-verbale opdrachten moet de speler een bepaalde weerbare reactie uitbeelden zonder woorden te gebruiken; lichaamstaal staat hierbij dus centraal. Bij beide soorten opdrachten geeft de begeleider tips en feedback, bijvoorbeeld door aan te geven hoe de speler nog assertiever had kunnen reageren. De speler die de opdracht uitvoert, oefent zelf met het gedrag (guided practice). De andere spelers kunnen observeren hoe zij het uitvoert (modeling). Kennis en risicoperceptie Een geschikte methode om kennis bij te brengen is het gebruik van actieve leermethoden met een concrete doelstelling (active learning) (Bartholomew et al., 2011). Een geëigende methode voor het bevorderen van risicoperceptie is het verhogen van bewustzijn door informatie/feedback te geven over de gevolgen van een bepaald gedrag en alternatieven ervoor (consciousness raising) (Bartholomew et al., 2011). Deze methoden komen in Girls' Choice vooral in 1 soort opdracht aan de orde: . Kennisvragen: hierbij moet de speler antwoord geven op een vraag over anticonceptie, zwangerschap, (tiener)moederschap en seksueel grensoverschrijdend gedrag. De begeleider gaat samen met de groep na of het antwoord klopt en, als het niet klopt, welke misvattingen/mythes hierachter zitten. Zo kan de begeleider onjuiste kennis corrigeren en risicoperceptie verhogen. Attituden en genderopvattingen Om attituden te veranderen is het belangrijk om in te gaan op de gepercipieerde voor- en nadelen ten aanzien van een bepaald attitudeobject, bijvoorbeeld door het corrigeren van foute veronderstellingen over voor- en nadelen of het versterken van (juiste) bestaande veronderstellingen over voor- en nadelen (Brug, Van Assema & Lechner, 2010). Ook het aanzetten tot zelfevaluatie, om zo bv. bewust te worden van de eigen ongezonde gewoonten, is een manier om attituden te veranderen (Brug et al., 2010). Ook kunnen ongewenste attituden worden veranderd door het aandragen van overtuigende argumenten (Brug et al., 2010). Uit onderzoek over seksueel risicogedrag is bekend dat dit relevante methodieken van gedragsverandering zijn. Zo is uit onderzoek bekend dat het zien van meer na- dan voordelen t.a.v. zwangerschap, en meer voor- dan nadelen aan het gebruik van anticonceptie of condooms belangrijke voorspellerszijn van effectief anticonceptie- en condoomgebruik (Grimley et al., 1995; Brückner et al., 2004; Kirby & Lepore, 2007; Ryan et al., 2007). In Girls' Choice zijn er twee soorten opdrachten die invloed beogen op attituden: . Persoonlijke vragen: hierbij wordt de speler gevraagd haar mening te geven en deze te onderbouwen. . Verbale opdrachten: ook hierbij moet de speler haar mening geven, bij deze opdrachten gebeurt dat naar aanleiding van een stelling waarmee de speler het eens of oneens kan zijn. Wanneer de andere spelers het antwoord/de mening van de andere speler beoordelen d.m.v. het uitdelen van "hartjes", moeten zij hun eigen meningen en opvattingen toelichten. De begeleider kan onjuiste veronderstellingen corrigeren en argumenten aandragen om ongewenste attituden/opvattingen bij te stellen. Seksueel zelfbeeld en toekomstperspectief Seksueel zelfbeeld is niet expliciet in de doelstellingen opgenomen, omdat daarover nog erg weinig bekend is uit de literatuur. Het is nog niet goed duidelijk in hoeverre zelfbeeld beïnvloed kan worden. Het verbeteren van het toekomstperspectief van meiden is ook geen doel van deze interventie. Het gaat dan om veel meer dan alleen hun seksuele ontwikkeling. Dat overstijgt de doelstellingen van dit spel.
8. Samenvatting van de onderbouwing Meiden lopen een aantal specifieke risico's op het gebied van seksuele gezondheid. Belangrijke determinanten die hiermee samenhangen zijn vaardigheden (zoals het kunnen aangeven van grenzen op het gebied van seksualiteit en het bespreken van anticonceptiegebruik met een partner), kennis en risicoperceptie m.b.t. anticonceptie en zwangerschap, attituden t.a.v. anticonceptie en zwangerschap, en genderopvattingen. Bij het bordspel Girls' Choice wordt door verschillende soorten opdrachten en methoden een aanzet gegeven om deze determinanten in de gewenste richting te beïnvloeden.
9. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Eisen ten aanzien van opleiding Er zijn geen eisen aan vooropleiding voor begeleiders. Rutgers WPF verzorgen workshops over Girls' Choice, eventueel in combinatie met het spel voor jongens, Boys'R'Us. In de workshop wordt ingegaan op de specifieke groepsdynamische processen in het kader van seksuele en relationele vorming, het adequaat begeleiden van dergelijke discussies in multiculturele groepen jongeren, het afronden van discussies en het gebruik van het spel in de praktijk. Het is echter niet absoluut noodzakelijk om daaraan deel te nemen voor het begeleiden van groepen. Het is wel goed als de begeleider ervaring heeft met het begeleiden van activiteiten van jongeren en in staat is om een veilige sfeer te creëren. Verder is het nodig dat hij /zij geen moeite heeft om te praten over seksualiteit en relaties. De begeleider moet tijdens het spelen van het spel enige kennis hebben van (de risico's van) seksualiteit, intimiteit en relaties en van de sociale kaart in de regio op het gebied van seksuele hulpverlening. Het is niet nodig om antwoorden te hebben op alle mogelijke vragen, maar wel om te weten waar die antwoorden eventueel te vinden zijn. Voor de uitvoering van het spel is daartoe een handleiding beschikbaar voor begeleiders. Bij vragen waar de begeleider zelf het antwoord niet op weet wordt verwezen naar een overzicht met relevante organisaties, onderwerpen en informatiebronnen. Verder worden er didactische tips gegeven over hoe om te gaan met weerbaarheid, diversiteit en misbruikervaringen en praktische tips gegeven voor de uitvoering van het spel. Uit de procesevaluatie onder gebruikers blijkt dat begeleiders van groepen zoals jongerenwerkers en docenten, met behulp van de handleiding, de spelregels en het antwoordenboekje het spel zelfstandig kunnen uitvoeren (Van Lee & De Neef, 2009). Protocol / handleiding Het spel is beschikbaar via de website van Rutgers WPF. Ook op de website seksuelevorming.nl kunnen professionals over het spel lezen en het bestellen. Implementatie vindt plaats bij professionals in onder meer het jeugd-/ jongerenwerk, de jeugdzorg en het onderwijs via GGD'en. Verder is aandacht besteed aan het makkelijk vindbaar maken van het spel via Google. Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Het is zoals hierboven gezegd niet verplicht een workshop te volgen voor het begeleiden van Girls' Choice. Voor een interventie met een beperkte duur leek het niet realistisch om een training verplicht te stellen. Bovendien kunnen professionals goed met het spel en de handleiding uit de voeten. Deskundigheidsbevordering van professionals op het gebied van seksuele en relationele vorming is echter wel een punt van aandacht voor Rutgers WPF. Er is soms sprake van handelingsverlegenheid bij het behandelen van bepaalde aspecten van seksuele en relationele vorming (Van de Bongardt, Mouthaan & Bos, 2009; Kedde, Kruijer, Wijsen & Mouthaan, 2009). Rutgers WPF heeft recent (2011) de module "Over seks gesproken" ontwikkeld. Dit is een module seksuele gezondheidsbevordering voor tweedegraads lerarenopleidingen Biologie en Gezondheidszorg & Welzijn. Tevens is een module voor PABO's ontwikkeld, "Juf, heeft u ook seks?" (2012). Zo willen wij bevorderen dat in ieder geval toekomstige docenten een betere basis hebben voor het geven van seksuele en relationele vorming. Kosten . Het complete spel is via www.rutgerswpf.nl te bestellen en kost €35 exclusief verzendkosten. . De training "Met jongeren in gesprek over seks", waarin naast Girls' Choice ook het jongensspel Boys'R'Us aan bod komt, kost €225,- voor drie dagdelen. . Een workshop van twee dagdelen waarin alleen Girls' Choice wordt behandeld kost €160,-. . De tijdinvestering ten aanzien van de voorbereiding varieert en is afhankelijk van de ervaring van de begeleider in het begeleiden van groepen, de mate waarin de begeleider thuis is in het onderwerp seksualiteit en de setting (op school of bij het jeugd- jongerenwerk). In ieder geval zal de begeleider ter voorbereiding op het spel minimaal de spelregels en handleiding bestudeerd moeten hebben. Gemiddeld kost de voorbereiding een dagdeel (4 uur). De uitvoering van het spel zal, afhankelijk van de setting (in schoolse setting is men meestal gebonden aan lesuren) 45-90 minuten duren.
10. Onderzoek naar de uitvoering van de interventies Evaluatie Girls' Choice onder afnemers Medio 2008 zijn de 300 mensen die tot dan toe het spel hadden gekocht en/of een workshop erover hadden gevolgd, benaderd voor het invullen van een digitale vragenlijst. Doel van de evaluatie was o.a. het verkrijgen van inzicht in de toepasbaarheid en bruikbaarheid van 'Girls' Choice' en na te gaan wat de behoefte is ten aanzien van ondersteuning bij het inzetten van het spel. In totaal hebben 91 respondenten de enquête ingevuld, van wie 88 daadwerkelijk het spel gebruikt hebben in de praktijk. Resultaten: Het spel wordt het meest afgenomen in het jongerenwerk (25,9%) en binnen de jeugdzorg (19,4%). Van degenen die het hebben uitgevoerd, heeft 56,3% het basisspel 10-13 ingezet en 67,8% het 13 + spel. Bij beide varianten geldt dat ongeveer een derde van de respondenten het spel heeft ingezet in schoolse setting en twee derde in een andere setting. Slechts 15 van de respondenten (17,0%) hebben deelgenomen aan de workshop. De waardering van de begeleiders van Girls' Choice is goed, voor beide varianten (gemiddeld rapportcijfer was 7,9, meest vaak is het cijfer 8 gegeven). De begeleiders vinden het spel een goed hulpmiddel om seksualiteit bespreekbaar te maken. De begeleiders zijn positief tot zeer positief over de uitwerking van de thema's seksualiteit en relaties, veilig vrijen, zwangerschap en moederschap, jongens en weerbaarheid. Ook over de opdrachten zijn de respondenten positief tot zeer positief: de opdrachten van het 13+ spel stimuleren de interactie tussen de deelnemers (96,0%), ze wekken volgens de begeleiders de interesse op van de deelnemers (86,0%) en sluiten aan bij de belevingswereld van de meiden (86,0%). Bij de opdrachten voor het basisspel zijn er meer twijfels over of de opdrachten aansluiten bij de belevingswereld. 66,6% denkt van wel, slechts 2,3% denkt van niet en de rest (dus ongeveer een derde) kan het niet goed zeggen. De respondenten denken dat zowel het basis- als het 13 + spel het meeste effect hebben op kennis over thema's als anticonceptie, veilig vrijen en moederschap (82,9% bij het basisspel en 87,8% bij het 13+ spel). Ook het besef van eigen grenzen zou naar de inschatting van de meeste respondenten verbeterd worden (68,3% bij het basisspel en 65,3% bij het 13+ spel). Meer gebruikers van het 13+ spel denken dat het spel de weerbaarheid vergroot dan gebruikers van het basisspel (respectievelijk 67,3% en 53,7%). Natuurlijk wil de inschatting van de gebruikers niet zeggen dat het spel ook daadwerkelijk effect heeft gehad op deze punten. De meeste respondenten vinden de handleiding duidelijk en hebben daarvan voldoende ondersteuning gehad bij het begeleiden van het spel. Weinig respondenten (12,3%) geven aan behoefte te hebben aan extra ondersteuning. De respondenten misten aandacht voor een aantal thema's, vooral homoseksualiteit, loverboys, en seksuele beleving. Sommigen ervaren meer moeite om het spel te spelen met meiden met een laag taalniveau en allochtone meiden. Bovendien kan het moeilijk zijn als iemand in de groep zelf seksueel misbruikt of getraumatiseerd is. Ook persoonlijke vragen aan de begeleider kunnen als lastig ervaren worden. Conclusies: Het spel is goed toepasbaar in diverse settings als scholen, jongerenwerk en jeugdzorg. De meeste gebruikers zijn behoorlijk tevreden over het spel. Wellicht zou het basisspel nog wat beter aan kunnen sluiten op de belevingswereld van jonge meiden. Ook voor meiden met een niet-Nederlandse achtergrond, met name moslima's, zouden aanpassingen volgens een paar gebruikers wenselijk zijn. Bij een herziening van het spel in de toekomst zullen de aanbevelingen/aanvullingen van deze procesevaluatie worden meegenomen.
11. Nederlandse effectstudies Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Niet bekend
12. Buitenlandse effectstudies Niet bekend
13. Uitvoering van de interventies
Niet bekend
14. Overeenkomsten met andere interventies Niet bekend
15. Lijst met aangehaalde literatuur Bartholomew, L. K., Parcel, G. S., Kok, G., Gottlieb, N. H., & Fernández, M. E. (2011). Planning health promotion programs: An intervention mapping approach. San Francisco: Jossey-Bass. Berlo, W. van, Wijsen, C., & Vanwesenbeeck, I. (2005). Gebrek aan regie: Een kwalitatief onderzoek naar de achtergronden van tienerzwangerschappen. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Bongardt, D. van de, Mouthaan, I., & Bos, H. (2009). Seksuele en relationele vorming in het voortgezet onderwijs. Pedagogiek, 29, 60-77. Brug, J., Assema, P. van, & Lechner, L. (red.) (2010). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak. Assen: Van Gorcum. Brückner, H., Martin, A., & Bearman, P.S. (2004). Ambivalence and pregnancy: adolescents' attitudes, contraceptive use and pregnancy. Perspectives on Sexual and Reproductive Health, 36, 248- 257. Bruijn, P., de, Burrie, I., & Wel, F. van (2006). A risky boundary: Unwanted sexual behavior among youth. Journal of Sexual Aggression, 12, 81-96. Crosby, R. A., DiClemente, R. J., Wingood, G. M., Sionéan, C., Cobb, B. K., & Harrington, K. (2000). Correlates of unprotected vaginal sex among African American female adolescents. Archives of Pediatrics and Adolescent Medicine, 154, 893-899. Graaf, H. de, Kruijer, H., Acker, J. van, & Meijer, S. (2012). Seks onder je 25e: Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012. Utrecht/Amsterdam: Rutgers WPF/Soa Aids Nederland. Grimley, D., Prochaska, J., Velicer, W., & Prochaska, G. (1995). Contraceptive and condom use adoption and maintenance: A stage paradigm approach. Health Education Quarterly, 22, 20-35. Kedde, H., Kruijer, H., Wijsen, C., & Mouthaan, I. (2009). Een kwestie van persoonlijkheid? Aandacht voor homoseksualiteit in het voortgezet onderwijs. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Kirby, D., & Lepore, G. (2007). Sexual risk and protective factors: Factors affecting teen sexual behavior, pregnancy, childbearing and sexually transmitted disease: Which are important? Which can you change? Washington, D.C.: The National Campaign to Prevent Teen and Unplanned Pregnancy. Krahé, B., Scheinberger, O.R., & Kolpin, S. (2000). Ambiguous communication of sexual intentions as a risk marker of sexual aggression. Sex Roles, 42, 313-337. Kuyper, L., Wit, J. de, Adam, P., Woertman, L., & Berlo, W. van (2010). Laat je nu horen! Een onderzoek naar grensoverschrijdende seksuele ervaringen en gedragingen onder jongeren. Utrecht: Universiteit Utrecht. Lee, L. van, & Neef, M. de (2009). Evaluatie Girls' Choice. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Manlove, J., Ryan, S., & Franzetta, K. (2003). Patterns of contraceptive use within teenagers' first sexual realtionships. Perspectives on sexual and reproductive health, 35, 6, 246-255. Maxwell, C.D., Robinson, A.L., Post, L.A. (2003). The nature and predictors of sexual victimization and offending among adolescents. Journal of Youth and Adolescence, 32, 465-477. Muehlenhard, C.L., & Rodgers, C.S. (1998). Token resistance to sex: New perspectives on old stereotypes. Psychology of Women Quarterly, 22, 443-463. Neef, M. de, & Dijk, L. van (2010). Achtergronden van inadequaat anticonceptiegebruik bij jongeren. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Norris, J., Masters, N.T., & Zawacki, T. (2004). Cognitive mediation of women's sexual decision making: the influence of alcohol, contextual factors, and backgroundvariables. Annual Review of Sex Research, 15, 258296. O'Byrne, R., Rapley, M., & Hansen, S. (2006). 'You couldn't say "no", could you?': young men's understandings of sexual refusal. Feminism & Psychology, 16, 133-154. O'Sullivan, L.F., Udell, W., Montrose, V., Antoniello, P., & Hoffman, S. (2010). A cognitive analysis of college students' explanations for engaging in unprotected sexual intercourse. Archives of Sexual Behavior. Advance online publication. doi:10.1007/s10508-009-9493-7 Picavet, Ch., Tonnon, S., & Van Berlo (in press). Adolescent pregnancy in the Netherlands. In A.L. Cherry, & M.E. Dillon (Eds.), International Handbook of Adolescent Pregnancy: Medical, psychosocial, and public health responses. Washington, DC: Springer Publishers. Ryan, S., Franzetta, K., & Manlove, J. (2007). Knowledge, perceptions, and motivations for contraception: Influence on teens' contraceptive consistency. Youth & Society, 39, 182-208.
Sionéan, C., DiClemente, R.J., Wingood, G.M., Crosby, R., Cobb, B.K., Harrington, K., Davies, S.L., Hook III, E.W., & Oh, M.K. (2002). Psychosocial and behavioral correlates of refusing unwanted sex among AfricanAmerican adolescent females. Journal of Adolescent Health, 30, 55-63. Stone, N., & Ingham, R. (2002). Factors affecting British teenagers' contraceptive use at first intercourse: the importance of partner communication. Perspectives on Sexual and Reproductive Health, 34, 191-197. Testa, M., VanZile-Tamsen, C., & Livingston, J.A. (2007). Prospective prediction of women's sexual victimization by intimate and nonintimate male perpetrators. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 75, 52-60. Teten, A.L., Ball, B., Valle, L.A., Noonan, R., & Rosenbluth, B. (2009). Considerations for the definition, measurement, consequences, and prevention of dating violence victimization among adolescent girls. Journal of Women's Health, 18, 923-927. Tolman, D., Spencer, R., Rosen-Reynoso, M., & Porche, M.(2003). Sowing the seeds of violence in heterosexual relationships: early adolescents narrate compulsory heterosexuality. Journal of Social Issues, 59, 1, 159-178 Træen, B., & Kvalem-Ingela, L. (2007). Investigating the relationship between past contraceptive behaviour, self-efficacy, and anticipated shame and guilt in sexual contexts among Norwegian adolescents. Journal of Community & Applied Social Psychology, 17, 19-34. Tschann, J. M., Adler, N. E., Millstein, S. G., Gurvey, J. E., & Ellen, J. M. (2002). Relative power between sexual partners and condom use among adolescents. Journal of Adolescent Health, 31, 17-25. Wijsen, C. & Lee, L. van (2006). Kind van twee werelden: Een kwalitatief onderzoek naar de achtergronden van zwangerschappen bij allochtone tieners. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Wit, J. de, & Picavet, C. (2009). Preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen en hiv. In L. Gijs, W. Gianotten, I. Vanwesenbeeck, & Ph. Weijenborg (red.), Seksuologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Deze informatie is op 7 augustus 2016 gedownload van www.nji.nl.
Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.