GEO-INFO 5 Vakblad van Geo-Informatie Nederland
2012 - jaargang 9
pagina 4
Schilder Van Gogh en landmeter Furnée pagina 7
Wereld aan de wand weer in de prijzen pagina 16
Old Shatterhand - landmeter! pagina 22
Het Kadaster in de Tweede Wereldoorlog
Nationale GI Minor gaat van start
Competentieprofiel geo-ICT in de maak
Op 4 september dit jaar start een bijzondere landelijke minor op het gebied van geo-informatie. Zes universiteiten bundelen hun kennis en ervaring rond geo-informatie in één gezamenlijke Nationale Geo Informatie Minor. De minor richt zich op studenten aan het wo of hbo met basiskennis van geo-informatie, en professionals die met geo-informatie te maken hebben of krijgen. De Nationale GI Minor is een nauwe samenwerking tussen Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen, Vrije Universiteit Amsterdam, Wageningen University, Universiteit Twente en TU Delft. Werkgevers van diverse bedrijven en overheden zijn nauw betrokken bij de Nationale GI Minor. Zo verzorgen zij gastlessen, stageplaatsen en praktijkcases. Bij de totstandkoming fungeerde SAGEO als aanjager. De inschrijving staat open tot 1 juni. www.nationaleGIminor.nl
Kenniscentrum ECABO werkt aan een beroepscompetentieprofiel voor de nieuwe mbo-opleiding Geo-ICT. Hierin staat wat een ervaren geo-ICT’er moet kunnen. Omdat het profiel voor hen herkenbaar moet zijn, zijn verschillende werkgevers bij het opstellen ervan betrokken. Het beroepscompetentieprofiel wordt doorvertaald naar een kwalificatiedossier, op basis waarvan de minister van OCW goedkeuring aan een nieuwe opleiding verleent. ECABO ontwikkelt het beroepscompetentieprofiel in opdracht van SAGEO, namens een mbo-werkgroep die een jaar geleden het voortouw nam voor de nieuwe opleiding. Het initiatief wordt medegefinancierd door CA-ICT en de gemeenten Den Haag en Rotterdam.
Stichting Arbeidsmarkt Geo (SAGEO) levert een bijdrage aan een gezonde geosector door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken. Onze aanpak is gebaseerd op drie pijlers: vernieuwing van het onderwijs, werving van jongeren voor het geovak, en bevorderen van samenwerking tussen onderwijs en werkgevers. Kijk voor meer informatie op
www.arbeidsmarktgeo.nl.
de kracht van locatie Steeds meer bedrijven, instellingen en overheden ontdekken de waarde van locatie. Geodan combineert al meer dan 25 jaar de kracht van locatie met solide dienstverlening en kennis van innovatieve technologieën.
Geodan bestaat uit 130 creatieve geo-ICT professionals. Samen leveren we oplossingen die bijdragen aan uw succes. Steeds meer bedrijven ontdekken de waarde van locatie voor hun activiteiten en ontdekken Geodan.
In onze ogen is geo-ICT nooit een doel op zich, maar altijd een middel dat bijdraagt aan de bedrijfsvoering. Het bewijs? Een breed portfolio van producten en diensten waarmee wij onze klanten helpen met beter inzicht, meer controle en kostenvermindering.
Benieuwd naar de waarde van locatie voor uw organisatie? E
[email protected] T 020-5711 311
www.geodan.nl
Inhoudsopgave
Schilder Van Gogh en landmeter Furnée 4
Verslag - Graafschade en planologische inpassing 10 Het Kadaster in de Tweede Wereldoorlog 22
Veelzijdige landmeter Pieter van Kampen 28
Colofon2 Redactioneel - Geo fortificatie met Geo ID 3 Schilder Van Gogh en landmeter Furnée 4 Verslag - Wereld aan de wand weer in de prijzen 6 GeoBusiness Marktmonitor 2012 7 Column - Geo-sector 3.0 - Wat zijn de kansen en bedreigingen bij het huidige kabinetsbeleid?’ 9 Verslag - Graafschade en planologische inpassing 10 Reactie - GeoBusiness Marktmonitor 2012 13 De Reünie - Wat doen mijn klasgenoten? 14 Old Shatterhand - landmeter! 16 Reactie - “Rotterdamse kaartbijhouding …” 17
Old Shatterhand - landmeter! 16
Digitale bijzondere collecties Universiteitsbibliotheek Utrecht in een nieuw jasje 18 Column - Het nieuwe Nederlandse geo-imago 19 Geo-ICT Opleidingen - Werken in de Geo-ICT? Kom bij ons leren! 20 Het Kadaster in de Tweede Wereldoorlog 22 In memoriam - ir. M.E.E. Haagmans 26 Open Kaart - Boek op de Kaart 27 Veelzijdige landmeter Pieter van Kampen 28 Personalia29 Bedrijven en diensten 30 Informatie31
Geo-Info 2012-5 1
Partners Geo-Informatie Nederland
Agenda GIN Algemene Ledenvergadering GIN
Gebruikersdag dg DIALOG Topografie
Themamiddag Geo-sector 3.0
Datum: 31 mei
Datum: 6 juni
Datum: 26 juni
Locatie: Grontmij, locatie Waddinxveen
Tijd: 09.30-17.00 uur
Halfjaarlijkse themabijeenkomst GeoBusiness
Meer informatie: www.geo-info.nl
Locatie: Beatrixgebouw in Utrecht
Nederland
Meer informatie: www.software.grontmij.nl
Locatie: KPN in Den Haag
Bijeenkomst GIN leden
Meer informatie:
Datum: 31 mei (rondom ALV)
Open Source GIS-conferentie
Tijd: 15.45 uur
Datum: 25 t/m 28 juni
Locatie: Grontmij, Grontmij Nederland B.V.,
Locatie: Hogeschool Larenstein in Velp
GIN - Symposium 2012
Coenecoop 55, 2741 PH Waddinxveen.
Meer informatie:
Datum: 15 november
Onderwerp: Einde terrestrische inwinning
www.mapwindow.org/conference/2012
Locatie: Theater Orpheus in Apeldoorn
http://www.geobusiness.nl/agenda
Informatie: Call for papers gestart. Nadere informatie bij Herman ter Veen www.geo-info.nl
Tel: 06-53297741
[email protected]
[email protected]
Foto omslag:
Colofon Uitgever Geo-Informatie Nederland www.geo-info.nl Redactieadres Redactie Geo-Info Postbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415 Fax: (033) 246 0470 E-mail:
[email protected] Redactie Geo-Info Hoofdredacteur: Roelof Keppel Plv. hoofdredacteur: vacant Redacteuren Adri den Boer Klaas van der Hoek Bart Huijbers Milo van der Linden Edward Mac Gillavry Ad van der Meer Ferjan Ormeling Frans Rip Eindredactie Motivation Office Support bv, Nijkerk 2 Geo-Info 2012-5
Inzenden kopij Indienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie. Zie ook www.geo-info.nl onder ‘Geo-Info’. Advertentie-exploitatie Murre Management Leen Murre Telefoon: 06 22697261 E-mail:
[email protected] Algemene e-mail:
[email protected] Advertentietarieven op aanvraag Vormgeving en druk VdR druk & print, Nijkerk www.vdr.nl Abonnementen / inlichtingen Postbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415 Fax: (033) 246 0470 E-mail:
[email protected] Het doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail. Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap
wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal drie maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd. Abonnementsprijzen per jaar voor 2012 Persoonlijk lidmaatschap: € 57 incl. 6% btw Abonnement op Geo-Info: € 103 incl. 6% btw Organisatielidmaatschap: € 232 incl. 6% btw Leden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 32 (excl. 19% btw) en buiten Europa € 59 per jaar (excl. 19% btw). Kijk voor meer informatie op de website www.geo-info.nl Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2 per jaar. © 2012. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van redactie en auteur. ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online)
Redactioneel
Roelof Keppel
Geo fortificatie met Geo ID Op een mooie vrijdag in april hebben we met een aantal enthousiaste GIN-leden eens gekeken naar de toekomst van ons verenigingsblad Geo-Info. Wat gaat er goed, wat kunnen we verbeteren? Helemaal uit de lucht vallen kwam deze sessie niet: in Geo-Info 2012-2 kon u al lezen dat deze werkgroep op verzoek van het GIN-bestuur was ingericht voor het begrijpen, ontdekken en inzetten van allerlei nieuwe mogelijkheden. Zie ook de Vormen Inhoud-discussie op de GIN-pagina op LinkedIn, waaraan u overigens nog steeds kunt meedoen. Betere omstandigheden voor de eerste bijeenkomst van deze werkgroep kunt u zich nauwelijks voorstellen. De directiekeet midden in de bouwput op een van de mooiste plekjes van Nederland: het GeoFort bij Herwijnen. Op de achtergrond het drukverhogende geluid van compressoren, af en aan lopende bouwvakkers, kabel- en leidingenexperts, schilders en stukadoors. Zelfs gezeten in deze bouwkeet ontkom je niet aan de aanstekelijke werklust van de werklieden. Een beetje haast kan ook voor hen geen kwaad. Zo te zien is er nog heel wat te doen. Zeker nu bekend is dat het GeoFort op 23 juni aanstaande de toegangspoort opent voor publiek. We zagen aardig wat overeenkomsten tussen de herstelwerkzaamheden aan dit fort en onze doelen op deze ochtend. Respect voor de historie en daarnaast ook oog voor vernieuwing. De blik gericht op communicatie en educatie. Verbanden leggen, verbindingen maken. Voor wie doe je dat allemaal? Waar het GeoFort zich straks zal onderscheiden in een mooie mix van inhoud en entertainment, zal het bezoekend publiek die diversiteit als heel natuurlijk en plezierig gaan beleven. En dat voor een ruime doelgroep: een grote leeftijdsbandbreedte en aantrekkelijk voor zowel de incrowd als hen die belangstelling hebben voor de geboden informatie of beleving. Dat is een aantrekkelijke formule waarmee we ook voor Geo-Info wel iets kunnen. Dat we moeten vernieuwen is geen vraag meer. Wel het tempo waarin we die veranderingen gaan doorvoeren. We hebben daar uitvoerig bij stilgestaan. Een tussenuitslag van de poll op GIN LinkedIn geeft aan dat er stemmen opgaan om in 2013 volledig digitaal te gaan. Dat sluit overigens niet uit dat er nog steeds als optie een aantrekkelijke editie van Geo-Info in de brievenbus gevonden kan worden. Dat zal uw keus worden.
Wanneer u wilt kunnen kiezen, zullen we nog beter willen weten wie u bent en wat u bezighoudt. Een simpele oproep om MIJNGIN bij te houden –hierbij maar weer eens gedaan- is dan niet meer voldoende. We willen in de nabije toekomst veel meer gaan werken vanuit de community-gedachte. Daarmee streven we naar een heel andere dynamiek: de rol van de redactie zal daarmee ook een revisie ondergaan. Meer faciliterend en kanaliserend dan amechtig achter het nieuws aanhollend. Wijzelf –met zijn allen, de verenigingsleden van GIN- vormen het nieuws, zijn het nieuws en delen dat nieuws met elkaar. En met de buitenwereld. We zitten niet in een cocon maar zijn in resonantie met de wereld rondom ons. Al jaren weten wij dat alles om geo draait en toch zonderen we onszelf af. Dat moet maar eens voorbij zijn. Geo in de keten? Geo uit te ketens! Uiteindelijk zal de voorgestelde vernieuwing gaan leiden tot een betere afstemming tussen en betrokkenheid van de verenigingsleden. Daarbij hoort dat informatie op maat zal worden aangeboden. Daarbij gebruikmakend van de kracht van verschillende media-vormen. Om dat te realiseren zullen we moeten weten wie u bent, wat u bezig houdt, welk type informatie voor u van belang is, welke thema’s uw interesse hebben, welke bijeenkomsten u wilt bijwonen. Kortom: wat u qua geo boeit en wat u bindt aan GIN. Daarvoor is een goed klantenbestand onontbeerlijk. Eenmalige opslag, meervoudig gebruik en zo. Daarmee zal het ook eenvoudiger worden u op tijd te benaderen voor die activiteiten waarin u geïnteresseerd bent. Op tijd, to the point. Zodat u weet op welke zaterdagochtend u de door GIN gesponsorde meidoornhaag op het GeoFort kunt komen knippen. (En dan gelijk even kunt bijpraten met collega Janssen. Kan uw partner met de kinderen even onthaasten in het geo-doolhof ). En u een persoonlijk bericht krijgt wanneer er een GIN-event bij u in de buurt is, of juist voor die themabijeenkomst in regio west, helemaal passend bij uw profiel. Uw eigen Geo-ID. Of Geo-tag. Altijd achter een opt-in: u bepaalt zelf wie u bent en wat u wilt. Wij verwachten er veel van: u krijgt de informatie waarom u gevraagd heeft. Op tijd. Op maat. Op het door u gewenste medium. Het maken van verbindingen en het leggen van verbanden. Versteviging van geo in alle richtingen. Geo fortificatie als het ware. Roelof Keppel
MIJNGIN Via MIJNGIN wordt de GIN-ledendatabase up-to-date gehouden. Zodoende kunnen we leden beter informeren en gerichte uitnodigingen voor activiteiten sturen. In juli 2011 is aan alle persoonlijke leden per brief gevraagd in te loggen op MIJNGIN en het persoonlijk profiel aan te vullen. Ben je er nog niet aan toegekomen? Ga naar de website, log in met je lidnummer en je postcode. Nadat je bent ingelogd leidt elke volgende muisklik naar je profiel. Dit profiel moet je aanvullen voor je verder kunt in de site. Meer informatie over MIJNGIN en inloggen vind je op www.geo-info.nl. Geo-Info 2012-5 3
Schilder Van Gogh en landmeter Furnée Adri den Boer, redacteur
Inleiding Negenhonderdtwee brieven van en aan Vincent van Gogh zijn sinds oktober 2009 voor iedereen in facsimile, maar ook uitgetypt in het Nederlands en het Engels, te bestuderen op de webstek vangoghletters. org. Deze werd samen met een boekuitgave gelanceerd bij de opening van een tentoonstelling over die brieven in het Van Goghmuseum in Amsterdam. Zoeken geeft zeven treffers met landmeter en een met landkaart. Landmeter Cornelis de Jonge (1837-na 1881), gehuwd met Trijntje Poldermans (1838-?) van Moleneind B 38 in Hoeven komt alleen maar voor in brief 145 uit 1878. In brief 290 van 1882 schreef Vincent aan Theo van Gogh over die landkaart-treffer: ‘Bij V.d. Weele zag ik een uitmuntende schets van Breitner, een teekening die niet af was – misschien ook niet af te maken – het stelde voor officieren die over een landkaart of plan de bataille zitten te delibereeren voor een open raam.’ Het moet gaan om George Hendrik Breitner, Krijgsraad ten tijde van de Bataafse Republiek, een aquarel uit 1882. De meeste landmetersinformatie gaat over Antoine Philippe Furnée, door Van der Schans betiteld als Ph.A. Furnée toen hij diens relatie met Van Gogh kort beschreef, ver voordat de webstek er was (Van der Schans, 1990).
Afb.1. G.H. Breitner, Krijgsraad…, ca. 1880 met volgens Van Gogh officieren, delibererend over een landkaart (www.geheugenvannederland.nl).
een tweede nog bijgekomen sedert), namelijk woordig waarachtig alleraardigste schetsen een zeer echt Scheveningsch buis met staanuit weiland en bosch en duin meebrengt. Hij moet echter nog een examen doen in October den kraag, pittoresk verkleurd en gelapt.’ In en zijn vader wil niet hij er zoo druk aan doet. weer een Haagse brief van Vincent aan Maar juist met zijn landmetersvak kan hij het Theo van 24 juli 1883 is alleen sprake van tekenhulp aan de jonge landmeter (brief teekenen heel best vereenigen m.i.’ 366). Dat leverde de arme schilder korting Volgens een noot was deze jonge landmeter Antoine Philippe Furnée (1861-1897). op tubes verf op, althans eind juli 1883 schreef hij weer vanuit Den Haag aan Theo Hij volgde in 1880-1882 landmeten en (brief 369): ‘Ge weet ik geef les aan een landwaterpassen, geodesie en situatietekenen meter. Nu, diens vader aan de PolytechniLandmeter Antoine Philippe sche School te Delft Furnée (1861-1897) Landmeten en tekenen is drogist en handelt in verfwaren, is depoten deed dus in 1883 Op 20 mei 1883 schreef Vincent vanuit verenigbaar houder van Paillard terzake examen. Den Haag aan Theo van Gogh (brief 383): en levert o.a. aan Mauve. Voor dat les geven ‘Dezer dagen of liever weken heb ik heel pret- Zijn vader Hendrik Jan Furnée (1833-1894), aan den zoon heb ik nooit iets gehad maar drogist op Korte Poten 8, handelde ook in tig gezelschap gehad buiten aan een jong wel veel betuigingen van dienstwilligheid materialen voor kunstenaars. landmeter die zoo wat scharrelde met teekvan den vader. En daarop heb ik maar eens Op 13 juli 1883 kwam Furnée weer, maar enen. Hij liet mij eens teekeningen zien die ik doorgegaan en ’t volgende tot hem gezegd. slecht vond en hem zeide waarom ik ze slecht nu met een collega, aan de orde in een vond. Ik had gedacht natuurlijk daarna nooit schrijven van Vincent aan Theo vanuit weer Dat ik niet twijfelde of hij had onder zijn voormeer van hem iets te zullen hooren – doch op Den Haag (brief 362). De tweede landmeter raad een tamelijk aantal niet courante tubes. Dat deze door mij evenwel konden worden is anoniem, maar was net als Furnée een een goeden dag spreekt hij me er weer over gebruikt en ik die van hem zoude overnemen aan, hij had tijd nu en mogt hij eens mee naar examenkandidaat: ‘Gisteren avond heb ik tegen netto prijs Paillard, op voorwaarde hij een cadeau gekregen dat mij enorm pleizier buiten gaan. Wel Theo, die kerel heeft het mij ook de courante tubes in vervolg van tijd deed (van die twee landmeters – want er is landschapteekenen zòò gevat dat hij tegen4 Geo-Info 2012-5
wachts vertrek van landmeter Furnée naar Nederlands-Indië schrijft Vincent hemzelf vanuit Nuenen rond 10 januari 1884:‘Het doet mij zoo veel genoegen dat ge warm blijft voor het schilderen en ik geloof dat op conditie van volhouden gij het een heel eind kunt brengen. Juist ook omdat gij in Uw vak toch altijd veel buiten moet zijn.’ Bosoeki in Oost-Java werd zijn standplaats. Terug in Den Haag overleed hij al op 12 juni 1897, aldus het Nederlands Patriciaat van 1992. Afb.2. In zijn brieven tekende Van Gogh geen landmeters, wel aardappeleters (www.news.bbc.co.uk).
Afb.3. Een van de vele zelfportretten van Van Gogh, deze uit 1889 met verbonden oor.
op dezelfde condities zou leveren. Eerst had hij bezwaar, maar toen heeft hij zijn voorraad eens nagegaan en heb ik een schikking
gemaakt met hem als bovenstaand.’ De relatie bleef bestaan. Vanuit Hoogeveen schreef Vincent op 11 of 12 september 1883 aan Theo (brief 385): ‘Te s’Hage is alles goed afgeloopen. Aan ’t station kwam die landmeter mij nog opzoeken.’ In een volgende brief aan zijn broer van 28 september (brief 391) komt de landmeter weer voor, zij het indirect: ‘Zoo is het met Furnee (dat is de vader van dien landmeter) ook, ik heb zijn verzekering dat hij mij vertrouwde maar ik zit er mee dat ik hem meestal contant betaalde als antecedent – en zie geen reden dat te veranderen daar ik anders schijn te veranderen van handelwijs en het misschien de vriendschap influenceert…’ Op 26 november 1883 pent Vincent vanuit Nieuw-Amsterdam aan Theo (brief 407): ‘Gisteren berigt dat Furnee door zijn laatste examen is en nu weer zijn handen vrij heeft om door te gaan met zijn begonnen schilderen.’ Vanwege een onver-
Slot Furnée komt niet voor in de databank met kunstenaars van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. ‘Maar juist met zijn landmetersvak kan hij het teekenen heel best vereenigen m.i.’ blijft een mooie zin van Vincent van Gogh… Een heel mooie zin óver Van Gogh is die van Bertus Aafjes: ‘Vincent behandelde zijn onderwerpen bijna met de kinderlijke natuurgetrouwheid waarmee een topograaf zijn onderwerpen in kaart brengt.’
Literatuur • ‘Brieven Van Gogh compleet digitaal’, in: e-data &research (kwartaalblad DANS), december 2009 • Van der Schans, R. Een kleine reis in het land van het betere inzicht: Van Gogh, Klee en de landmeter, in: NGT Geodesia 1990-12, p. 549-552. • Aafjes, B. De wereld is een wonder, Amsterdam 1959 (hoofdstuk Arles).
Grafometer als ’pijlkompas’ in Tussen Kunst en Kitsch ‘Dit is een pijlkompas uit 1790, dat door landmeters werd gebruikt. Het kompas is niet alleen gedateerd, maar zelfs gesigneerd door Goudien, een bekende Franse instrumentenmaker, die ook wel klok-
ken maakte. Het is een mooi authentiek instrument, met de originele eikenhouten doos. De grootvader van de eigenaresse was architect, maar de familie had geen idee waar dit instrument toe diende.’ Dat staat op www.cultuurgids.avro.nl over de uitzending van Tussen Kunst en Kitsch van 4 april 2012 vanuit de Markiezenhof in Bergen op Zoom. Fred Kats legde de werking van het instrument goed uit, maar corrigeerde de hem toegespeelde benaming niet in grafometer of halve cirkel. (’Je kunt er peilingen mee doen’, zo betitelde hij hoekmeten maar.) De Rotterdamse expert in klokken en instrumenten taxeerde de waarde op
wel € 4500, vast vanwege het feit dat het pijlkompas door Goudien is gesigneerd en gedateerd. (Adri den Boer) Geo-Info 2012-5 5
Verslag
Wereld aan de wand weer in de prijzen
Uitreiking van de oorkonde aan Lowie Brink (rechts), vóór een wandkaart van Perthes die, met een terreinafbeelding, de reliëfweergave op de kaart verklaart.
Op 3 april 2012 ging ondergetekende namens de Geo-Info redactie op bezoek bij dr. Lowie Brink en zijn partner drs. Lucy Holl, van het kartografisch antiquariaat De wereld aan de wand, Staringstraat 5 in Nijmegen. Hier konden we de heer Brink verrassen met een oorkonde, uitgereikt voor het beste artikel in de Geo-Info van 2011. De redactie had zijn bijdrage (Van kaart aan de wand naar wandkaart, Geo-Info 2011 nr 7/8) uit de 10 voor 2011 genomineerde artikelen uitgekozen omdat het vernieuwend was, zowel goed als leuk geïllustreerd en uiterst leesbaar geschreven. Innovatief omdat voor het eerst in een artikel over wandkaarten ook naar de kwaliteit van die kaarten gekeken wordt, en daardoor ook naar de leesbaarheid en dus ook naar de geschiktheid van het materiaal voor het onderwijs. Brink heeft voor het artikel diep in de theoretische beschouwingen moeten duiken, hanteert begrippen als numerieke kaartbelasting en ooghoeken, maar weet dat allemaal duidelijk en overzichtelijk voor 6 Geo-Info 2012-5
het voetlicht te krijgen. En dat werd dus zeer Dankzij hun werk is er nu heel veel over gewaardeerd door de Geo-Info redactie. de Nederlandse wandkaartenproductie bekend en vastgelegd; Nederland is het Het was niet voor het eerst dat er een enige land in Europa met een dergelijke Geo-Info redacteur bij De wereld aan de documentatie. Dat materiaal kan nu wand op de stoep stond. Op 10 maart 2007 gebruikt worden om ook meer inhoudelijk leverden redacteuren Ad van der Meer en op het materiaal in te gaan, bijvoorbeeld Ronald Bokhove hier al de prijs voor het door verschillende kaarten van hetzelfde beste artikel van 2006 af, voor een artikel gebied – van verschillende auteurs of uit over een vergelijkbaar thema: Nederlandse verschillende jaren – met elkaar te vergewandkaarten in het 19e-eeuwse aardrijkslijken (een studie over de wandkaarten van Suriname zal binnenkort verschijnen), kundeonderwijs. of door vergelijkingen met buitenlands In de tussentijd is er een hele serie artikelen materiaal. Maar er blijken ook nog steeds over Nederlandse wandkaarten geschreven nieuwe ontdekkingen gedaan te worden, door Lowie Brink en Lucy Holl. Hiermee heb- getuige de pas door het antiquariaat ben ze praktisch de hele 19e- en 20e-eeuwse verworven manuscriptwandkaart van Nederlandse (school)wandkaartenproductie Pompeii (op bijgaande foto ziet u daar linksonder nog net een hoekje van). gedocumenteerd. Die documentatie is ook We feliciteren de heer Brink van harte met terug te vinden in hun boekpublicaties en deze unieke tweede uitverkiezing! op de website van antiquariaat De Wereld aan de Wand. Daarop is zowel per uitgever als per afgebeeld gebied na te gaan wat er Ferjan Ormeling allemaal geproduceerd is.
GeoBusiness Marktmonitor 2012
Algemeen Begin 2012 is GeoBusiness Nederland gestart met de Marktmonitor 2012. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Heliview Research. Dit is de derde Geo-sector in kaart. In afwijking van beide vorige edities maakt GeoBusiness Nederland nu gebruik van een benchmarkmethode via een online internetplatform. Deze methode heeft een meer dynamisch karakter waarmee het mogelijk is vaker en sneller informatie in te winnen en continu impactanalyses uit te voeren. De Marktmonitor 2012 beperkt zich vooralsnog tot het bedrijfsleven. In dit factsheet worden de resultaten van de eerste analyseronde besproken. Hierin zijn de resultaten verwerkt die tot medio maart 2012 zijn verzameld onder bedrijven die lid zijn van GeoBusiness Nederland en bedrijven die geen lid zijn van de vereniging. De respons is 43% onder de leden en 11% onder de niet-leden. De bedrijven hebben de kengetallen ingevuld voor de jaren 2010 en 2011 en een verwachting gegeven voor 2012. In de analyse worden deze kengetallen ook vergeleken met de uitkomsten van de marktmonitor van 2009. De eerste analyse laat zien dat de omzet van de bedrijven onder druk staat en dat deze omzet met minder personeel wordt gerealiseerd. Er is een toenemende afhankelijkheid van de overheid. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling nemen af door een dalende omzet. Omzet De omzet uit geo-producten en diensten kent een dalende lijn sinds 2009. De ontwikkeling van de omzet heeft een grillig karakter, waarbij de omzet behoorlijk daalt tussen 2009 en 2010 (19%) en vervolgens weer stijgt in 2011 ten opzichte van 2010 met 12%. De verwachting voor 2012 is minder optimistisch en wordt geschat op een afname met 8% tot 811 miljoen euro. Omzetontwikkeling geo-producten en -diensten 2009-2012
2009
€ 968.202.386
2011
€ 877.139.541
2010 2012
€ 784.983.336 € 811.125.864
Bron: Heliview Research
Over GeoBusiness Nederland GeoBusiness Nederland verenigt ruim honderd bedrijven die actief zijn op het gebied van geo-informatie. Als branchevereniging voor bedrijven in de geo-informatiesector staat GeoBusiness Nederland voor het vergroten van het marktvolume en het verbeteren van de marktwerking in de geo-informatiesector.
Afzetmarkten In 2009 werd de omzet uit geo-producten en diensten gerealiseerd voor 39% bij het bedrijfsleven, 57% bij de overheid en 4% in het consumentensegment. In 2012 zien we een kleine daling in de afzetmarkt bij het bedrijfsleven (nu 38%), een stijging bij de overheid (nu 62%), en daling tot 1% in het consumentensegment. Het geo-bedrijfsleven lijkt dus meer afhankelijk te worden van de overheid in het realiseren van haar omzet. De daling van de afzet in het consumentensegment is aanzienlijk. De belangrijkste branches in het bedrijfsleven, waarin de meeste omzet wordt gegenereerd, zijn respectievelijk: bouw en infrastructuur (26%), telecom en IT (13%) en chemie en industrie (8%). Binnen de overheid zijn de gemeenten (33%), ministeries (21%) en waterschappen (17%) de belangrijkste afzetmarkten. Afzetmarkt geo-producten en diensten Samenstelling en ontwikkeling 2009-2012
l
Bron: Heliview Research Werknemers Er is een daling te zien van ruim 9.600 geo-informatie medewerkers in 2009, naar 9.400 in 2010, naar ruim 9.200 in 2011. Voor 2012 is de verwachting dat de krimp doorzet met 3% naar ruim negenduizend. Bij de bedrijven die hebben deelgenomen aan de marktmonitor vormt in veel gevallen het aantal geo-informatie medewerkers een deel van de totale personeelsomvang. Als er wordt gekeken naar deze totale personeelsomvang dan is de afname in het aantal geo-informatie medewerkers tussen 2009 en 2011 groter dan bij het aantal geo-informatie medewerkers alleen, namelijk 10% versus 5%. HR ontwikkelingen Bijna de helft van de onderzochte bedrijven had in 2011 geen vacatures openstaan (47%) en verwacht ook voor 2012 geen vacatures te krijgen (46%). Bedrijven die wel vacatures hebben gaat het in 2011 om gemiddeld 1 tot 2 vacatures. Hier is ook een dalende lijn te zien vanaf 2009. De gemiddelde tijd dat vacatures openstaan daalt ook sinds 2009: van ruim veertien weken naar bijna negen weken in 2012. Uitgaven aan Research & Development Door de bedrijven wordt gemiddeld 3% van de totale omzet uitgegeven aan R&D. Als er alleen naar het geo-aandeel wordt gekeken dan valt op dat hier de R&D-uitgaven hoger liggen, namelijk rond de 7% van de omzet gegenereerd uit geo-producten en diensten. Dit percentage is jaarlijks stabiel, maar omdat de omzet daalt tussen 2009 en 2012 met een opleving tussen 2010 en 2011, dalen ook de totale uitgaven aan R&D. In 2009 werd 76 miljoen euro uitgegeven aan geo-informatie R&D tegen € 55.5 miljoen in 2011. Financiering van R&D is voor 95% uit eigen middelen, 5% is afkomstig uit subsidies. Groei In het bedrijfsleven wordt voor 2012 een groei verwacht binnen de afzetmarkten water, energie, chemie, industrie en mobiliteit. Er wordt in 2012 een afname verwacht binnen de afzetmarkten milieu; bodem en natuur; openbare orde en veiligheid; ruimtelijke ordening en landbouw en visserij. Geo-producten en -diensten waar men de meeste groei verwacht zijn respectievelijk: • Ontwikkelen geo-services – 22% • Webservices – 21% • Geo-data beheer – 18% • GIS-applicatie software: productie en/of distributie – 17% • Data inwinning: terrestrisch en fotogrammetrisch/ remote sensing - beiden 15%
Column
Frank de Miranda
Geo-sector 3.0! Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de geo-sector? In zijn column in Geo-Info 2010, nummer 11/12 stelde mijn voorganger Jos Anneveld namens GeoBusiness Nederland de vraag wat het toen nog kersverse kabinet Rutte zou gaan betekenen voor de geo-informatiesector. Hij gaf daarbij een toelichting op enkele voor de sector belangrijke thema’s zoals veiligheid, energie en infrastructuur. Ik schrijf deze column bijna anderhalf jaar later, nadat de onderhandelingen in het Catshuis zojuist zijn mislukt en er zeer waarschijnlijk verkiezingen worden uitgeschreven. Een actueel moment om te kijken hoe kabinet Rutte in de praktijk heeft uitwerkt voor de geo-sector. En wat de uitdagingen zijn waar we nu voor staan. Bood deze kleinere overheid inderdaad kansen op samenwerking tussen de gouden geo-driehoek overheid, bedrijfsleven en wetenschap en onderwijs? Er zijn inderdaad, zoals verwacht, door het kabinet Rutte op het gebied van infrastructuur besluiten genomen die kansen op samenwerking kunnen bieden voor onze sector. Minister Schultz van Haegen van I&M wees bijvoorbeeld in juli 2011 projecten aan waar Publiek-Private Samenwerking (PPS) aan de basis staat. De lijst van Schultz bestaat uit projecten met betrekking tot het hoofdwegennet, de hoofdvaarwegen, de hoofdwatersystemen en Spoorprojecten. Publiek-private samenwerking wordt concreet ondersteund en gestimuleerd door de overheid. Logischerwijs heeft dit een positieve uitstraling op de geo-sector. Sinds 1 januari 2012 is bijvoorbeeld het PPS-support volledig operationeel. Dit is het landelijke steunpunt op het gebied van Publiek-private samenwerking dat inmiddels meerdere PPS-projecten bij provincies, gemeenten en een waterschap behandelt en ondersteunt. Deze stimulans voor PPS levert ook al concrete resultaten op. De minister van I&M is tevreden over de afname van de files en de flinke economische besparing dankzij de spoedaanpak met DBFMcontracten (Design, Build, Finance & Maintain). Zoals iedereen kan volgen in de media, wordt er binnen de publieke sector flink bezuinigd. Dit heeft ook gevolgen voor de geo-informatiesector, met name voor het geo-bedrijfsleven. Enerzijds zal een compacte overheid meer overlaten aan het geo-bedrijfsleven, anderzijds zijn hiervoor minder financiële middelen beschikbaar. Om dit soort vragen te beantwoorden heb je eigenlijk veel meer informatie uit de sector nodig. Juist om die reden zet GeoBusiness Nederland zwaar in op het doorontwikkelen van de marktmonitor.
De overheid speelt inderdaad een minder belangrijke rol als aanjager voor innovatie en doet vaker een beroep op het bedrijfsleven vanuit het principe: “de markt tenzij… ” Wel heeft de overheid Topsectoren gedefinieerd waardoor het beperktere innovatiebudget meer focus krijgt. Innovatie in de geo-informatiesector kan volgens GeoBusiness Nederland ook gestimuleerd worden door het vrijgeven van overheidsdata voor hergebruik door het bedrijfsleven en onderzoek- en wetenschapsinstellingen. Het openstellen van data verlaagt de investeringsdrempel voor nieuwe innovatieve producten en diensten. Bij het vrijgeven van overheidsdata speelt de overheid een belangrijke rol maar zij kan dit niet alleen. De overheid als bronhouder heeft hulp nodig in het beschikbaar maken van data. De geo-informatiesector kan hierbij een essentiële rol spelen. Vandaar dat GeoBusiness zich committeert aan het Open Data initiatief. Met een nieuw regeerakkoord op tafel moesten alle partijen binnen de geo-driehoek elkaar beter gaan vinden om de maatschappelijke uitdagingen voor de toekomst aan te gaan en doelstellingen te bereiken. We weten elkaar steeds beter te vinden maar het is nog geen uniform beeld. Met name is betere aansluiting nodig met onderwijs- en wetenschapsinstellingen. Dit zal onder een ander kabinet niet veranderen. GeoBusiness Nederland bevordert daarom waar mogelijk samenwerkingsinitiatieven. Een belangrijk voorbeeld is IIPGeo en het organiseren van bijeenkomsten waar verschillende partijen binnen de driehoek elkaar vinden. Op 26 juni aanstaande is de halfjaarlijkse themabijeenkomst van GeoBusiness Nederland. Het thema is de Geo-sector 3.0! Ik nodig u graag hiervoor uit om te discussiëren over hoe we samen de nieuwe geo-sector vorm kunnen geven. Vicevoorzitter GeoBusiness Nederland Frank de Miranda
De verwachte afname van steun van de overheid voor innovatie of infrastructurele geo-projecten die nodig zijn om de toppositie van Nederland te handhaven is gedeeltelijk uitgekomen.
Geo-Info 2012-5 9
Verslag
Graafschade en planologische inpassing Op 20 februari 2012 organiseerde de regio Noord van GIN in samenwerking met het NVDO (Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud), afdeling Noord een bijeenkomst bij de Gasunie in Groningen. Thema’s waren het voorkomen van graafschades, de gevolgen van de aanleg van infrastructurele werken en wat bij deze thema’s komt kijken. Ruim 160 deelnemers hadden zich aangemeld.
De bijeenkomst werd na een introductiefilm over de Gasunie geopend door Scholte Strikwerda, voorzitter van het NVDO Noord en werkzaam bij de Gasunie. Na de opening gaf Strikwerda het woord aan Albert Hensema die vanuit GIN Noord het dagvoorzitterschap voor zijn rekening nam. Hensema gaf in zijn voorwoord aan dat Patrick Bakhuizen afscheid heeft genomen van GIN Noord en dat Bert Gerlofs zijn plaats heeft ingenomen.
Gasunie De eerste spreker was Jaco van der Quast, manager (Geo)graphic Datacenter bij de Gasunie. Van der Quast ging in zijn presentatie in op geografisch databeheer bij de Gasunie
Afb.1. Dank aan ‘aardgasbaten’.
10 Geo-Info 2012-5
en SAP. De geografische data worden en dan speciaal de kwaliteitsborging overal in de processen van de Gasunie van de registratie van de Gasunie assets. gebruikt. Bij tracémanagement worden de De gasramp in 2004 bij Ghislenghien in België heeft destijds geleid tot vragen over tracés van de leidingen bewaakt en wordt bijgehouden waar gegraven gaat worden. de veiligheid van de gasleidingen in het Nederlandse parlement. De Gasunie moest Uiteraard worden de geografische data gebruikt bij ontwerp en constructie van aangeven en aantonen hoe zij hun zaken nieuwe leidingen, bij beheer en onderop orde hebben en houden. De afdeling houd, bij de afdeling die het gastransport Geografisch Databeheer van de Gasunie verzorgt, bij risicovoorziet in de beheersing, condigeografische inforPiggen is een prop tiebeheersing van matiebehoefte van door een leiding duwen de leidingen zelf activiteiten voor en voor grondzahet gastransportsysteem van de Gasunie en op commerci- ken en communicatie. Van der Quast ging ële basis ook voor kabels en leidingen van in op de volledigheid, actualiteit, betrouwderden. Om dit te kunnen realiseren werkt baarheid, toegankelijkheid, integriteit men onder andere met de systemen Eagle en juistheid van de gegevens. Duidelijk
inzicht gegeven in wie, wat, waar, wanneer en waarmee. Van de 100 bedrijven met de meeste schades waren 63 uit aanleg infra, 29 GWW, 4 de bouw en 4 netbeheerders. Gemiddeld waren er 60 schades per bedrijf. Opvallend is dat er 9.784 schades betrekking hadden op datatransport en slechts 4 op drainage. De kosten waren bij het datatransport bijna € 8.4 mln. en bij de drainage € 570,-. De totale kosten verbonden aan alle schades bedroegen in 2010 ruim € 22,5 mln. De meeste graafschades bij de top 20 gemeenten lagen in Amsterdam (1593) en de minste bij Houten (219). Ten aanzien van de meldingen valt op dat deze het gehele jaar door plaatsvinden met pieken in de maanden maart, Afb.2. Dank aan sprekers. april, september, oktober en november. Via deze presentatie kregen de aanwezide leidingen lopen de bescherming van werd dat een goede kwaliteitsborging gen een goed beeld van de omvang van de leidingen kunnen verstoren, omdat onontbeerlijk is. Sinds 2005 voldoet de de schades en het belang van een goede er potentiaalverschillen tussen leidingen monitoring van de leidingen (zowel x-, ywerking van het als z-coördinaat) aan de eisen van de WION kunnen ontstaan. kabels en leidinMen maakt deze (WION = Wet Informatie-uitwisseling Trage ontwikkeling BGT gen informatie zaken zichtbaar Ondergrondse Netten). Van der Quast zorgpunt centrum (KLIC). via Google Maps, eindigde met de wijze waarop gemeten Tenslotte gaf luchtfoto’s, Streetwordt bij horizontale boringen en hoe Zorge een beeld van de ambitie van het view en/of Cyclorama’s. Het gebruik van men rekenmodellen gebruikt om een KLIC een proactieve en leidende rol in de GIS is met name gericht op het bepalen veilige graafafstand tot het aanwezige waar een schade is ontstaan. Hierna kan de graafketen door: leidingtracé te bepalen. Marcel Houwing, • goede informatieverstrekking leiding ter plekke opgegraven worden en manager TOSI, Operationele staf - Integri• dienstverlening, professioneel, reparatie uitgevoerd worden. teit bij de Gasunie, sprak vervolgens over betrouwbaar, transparant en kostenintegriteit en GIS. Houwing gaf eerst een dekkend beeld van het leidingennet in Nederland WION met een lengte van 15.000 km. De Gasunie Na de broodmaaltijd kreeg Brigitta Zorge- • inzicht in incidenten in de informatievoorziening verzorgt de hoofdtransportleidingen Kremer, accountmanager Netbeheerders en locale netbeheerders verzorgen de en Nutssector van het Kadaster het woord. • nauwe samenwerking met partners in de graafketen leidingen die het gas onder andere naar de Zij gaf een overzicht van de stand van • goed stakeholder-management. afnemers transporteren. Onder integriteit zaken bij de WION en een beeld van de van leidingen verstaat men het handhaven graafschades, zoals deze zich in 2010 had- Informatie over leidingen gaat sneller van de kwaliteit van de gasleidingen. den voorgedaan. Bij de aanwezigen werd en beter beschikbaar komen voor de Duidelijk werd dat, naast graafschades, de kennis van de WION en de partijen die grondroerders. Sneller door informatie op de graaflocatie en detailinformatie ook andere bedreigingen de kwaliteit van daarbij betrokken zijn (ministerie van ELI, op de exacte locatie. Beter door meer de leidingen kunnen aantasten. Corrosie Kadaster, grondroerders, netbeheerders meldingen, nauwkeuriger registratie van wordt bijvoorbeeld tegengegaan door een en het agentschap Telecom) en hun goede kwaliteit van het leidingenmateriaal respectievelijke rollen opgefrist. Inmiddels netwerken en meer informatie over de omgeving. De toekomstige ontwikkete kiezen, door zijn nagenoeg lingen worden in samenwerking met de een goed ontwerp alle netbeheerMeeste graafschades stakeholders opgesteld. en verder voorders aangein Amsterdam komen coating sloten en zijn en kathodische ca. 13.000 grondVeilig graven is veilig transport bescherming aantasting. Nadat de roerders geregistreerd. Zorge gaf inzicht in Fokke de Jong, manager tracé en databeleidingen gelegd zijn worden periodiek een groot aantal statistische kengetallen. heer bij de Gasunie, gaf een presentatie controles uitgevoerd. Dit gebeurt zowel Het aantal meldingen neemt bijvoorbeeld met als titel ‘Veilig graven is veilig aardaan de buitenkant van de leidingen als met de jaren gestaag toe. In 2004 waren gastransport’. De Gasunie gaat over het aan de binnenkant (het zgn. piggen). er ruim 110.000 meldingen en in 2011 ruim hoge druk (16 bar) gastracé in Nederland. Het blijkt dat spoorlijnen, tramlijnen en 470.000. Op basis van de geregistreerde De Jong gaf aan waar veilig gastransport hoogspanningsleidingen die parallel aan schades uit 2010 (34.179 schades) werd aan moet voldoen: Geo-Info 2012-5 11
Afb.3. Dankbaar applaus.
• een transportnet beter dan de geldende zienlijk teruggelopen zijn. Welke schakel GIS in dit proces speelt liet De Jong aan de normen; hand van een aantal sheets duidelijk zien. • leidingen met corrosiebescherming; Ten aanzien van GIS heeft De Jong een • diepteligging meer dan 80 cm; • belemmerde strook van 2x4 of 2x5 meter; aantal zorgpunten: • nauwkeurigheid leidingdata; er is een • periodiek inwendige inspecties; slechte discipline melding bij afwij• zonering (veiligheidsafstand tot kende ligging; bebouwing); • de trage ontwikkeling van de BGT; • in de ontwerpfase vooroverleg met • Europese regelgeving: Inspire; derden; • nauwkeurigheid van Google Earth. • bewaken van planologische veran deringen. Voor de toekomst ziet de Gasunie als ontwikkeling het nog meer gebruikmaken van In de praktijk blijkt dat leidingschade centrale data zoals BGT, AHN en fotokaarten praktisch alleen door grondroeractiviteiten ontstaat. Per jaar heeft de Gasunie 5 à met een hoge nauwkeurigheid, volledig10 schades, weinig, maar met grote risico’s. heid en actualiteit. Echter ook inspecties op basis van gesignaleerde veranderingen en De Gasunie is actief bezig om graafschades te voorkomen. Hier moet dan gedacht afwijkingen ter plaatse kunnen herstellen. worden aan begeleiding van werkzaamheden op basis van KLIC-meldingen, com- Ring Zuid Groningen municatie, 30 toezichthouders landelijk, Als laatste spreker kwam Jan van de 20 medewerkers tracébeheer, het bovenBospoort, landschapsarchitect AvB van gronds markeren van de leidingen, het het ontwerpteam aanpak Ring Zuid uitvoeren van inspecties in een helikopter rondom Groningen, aan het woord. Van de iedere drie weken, Bospoort nam ons in de auto daar eerst mee terug Nauwkeurigheid waar niet gevlogen in de tijd. Waarom Google Earth zorgpunt alweer dit project? kan worden en eens per twee jaar De aanleiding alle tracés aflopen. Dat deze acties hun was het oplossen van verkeerskundige rendement hebben liet De Jong zien aan problemen, het versterken van de de hand van een grafiek waaruit bleek dat economie en de bereikbaarheid van het de schades vanaf 2004 (25) in 2011 (6) aan- Noorden van het land en de samenhang 12 Geo-Info 2012-5
met andere bereikbaarheidsprojecten in de regio Groningen-Assen. De stand van zaken van het planproces werd weergegeven. De verkenning is in 2008 gestart en de afronding zal ergens in 2020 zijn. Er is gekozen voor een verdiept tracé en de aanleg en bouw is momenteel in volle gang. Complicerende factor is dat de verkeersdoorstroming tijdens de bouw moet doorgaan. Via diverse animaties werd aangegeven hoe de nieuwe situatie er uit komt te zien. Ook de diverse scenario’s die tijdens de verkenning en het definitieve ontwerp aan de orde zijn geweest werden door Van de Bospoort professioneel en met een grote dosis humor behandeld. Wat tijdens de presentatie duidelijk wordt is hoe kaartmateriaal en luchtfoto’s de processen op een positieve wijze kunnen ondersteunen. Ook in de communicatie naar bewoners van panden en wijken in de buurt van de ringweg werken deze presentaties erg goed. Dank volop Na afloop van de presentaties bedankte de dagvoorzitter de sprekers en uiteraard werd de Gasunie (nogmaals) bedankt voor het mede mogelijk maken van de bijeenkomst. De presentaties zijn op de site van GIN beschikbaar. Sieb Dijkstra, GIN Noord
Dure originele landmetersfoto
Bij landmetersproducten als kadastrale hulpkaarten speelt in Nederland nu de discussie van ‘vervangend digitaliseren’. Bij bewaard blijven van de inhoud zou de vorm van resultaat van landmeterswerk er niet toe doen. Elders ter wereld geldt dat zelfs niet voor foto’s van landmeters. Etsy.com is in de USA meer dan een
marktplaats. “We’re a community of artists, creators, collectors, thinkers and doers”, zo heet het. Voor een studiofoto van rond 1875 van Root uit Monmouth in de staat Illinois wordt ondanks beschadigde hoekjes $ 650 gevraagd. Hoewel de mannen dus nog niet eens aan het werk zijn is de voorstelling is dan ook niet mis! ”A wonderful
studio portrait of the entire surveying crew, complete with Transit, Target and a Gunters Chain. An important part of the expansion of America was the Survey Crew, plotting townships, homesteads and mapping the country!” Dat verklaart alles. Adri den Boer
Reactie
GeoBusiness Marktmonitor 2012 (Zie pagina 7 en 8, als factsheet verstrekt op Overheid & ICT) Bij de vorige Marktmonitor stelde ik in dit blad ”Vragen aan Ed Nijpels” als voorzitter van GeoBusiness Nederland. (Zie Geo-Info 2011, 7/8, p. 31.) Ik was benieuwd hoeveel promille van de omzet aan advertenties zou zijn besteed en hoe zich dat zou verhouden tot zulke investeringen in andere sectoren. Ik deed de suggestie om de marktmonitor te vervolmaken met informatie over dit aspect en dat niet
over te laten aan de Marktmonitor van de reclamesector. Afgaande op de factsheet en de presentatie op Overheid & ICT is de suggestie nog niet overgenomen. Dat is jammer. De minstens op het oog sterke terugloop is dat ook. Naast de vraag hoe zich die verhoudt met de omzetontwikkeling brak die terugloop ook een vakmedia-infrastructuur deels af. Er verdween een goed blad en er verdwenen bij Geo-Info num-
mers en (veel) pagina’s per jaar. Voor de sector is natuurlijk de genoemde relatie met de omzet het meest belangrijk, maar zou enig belang ook niet gelden voor subvragen over de wisselende verhoudingen tussen bijvoorbeeld advertenties, eigen PR-uitgaven en internetreclame? Voor de volgende keer herhaal ik graag mijn suggestie weer! Adri den Boer, redacteur
Geo-Info 2012-5 13
De Reünie
Katinka Roebert
Wat doen mijn klasgenoten? In de zomermaanden van 2011 heb ik veel teruggekeken om te ontdekken hoe de toekomst er uit moet komen te zien. Dat deed ik alleen, maar de meest effectieve momenten heb ik samen met iemand beleefd. Het gesprek, de reflectie, de feedback, de humor gaven mij veel belangrijke informatie. In die periode vroeg ik mij ook af wat mijn studiegenoten zijn gaan doen. Hebben zij hun plek gevonden in het vakgebied? Doen zij heel wat anders? Of staan zij op een kruispunt en is de keuze van de weg nog niet gemaakt? Met het programma De Reünie – met steeds een klas in de hoofdrol, leerlingen van toen die elkaar na jaren weer ontmoeten en onder leiding van Rob Kamphues terug gaan in de tijd – in mijn achterhoofd ontstond het idee van deze serie. In serie 3 zijn Joost Assendelft en Paul Bruinsma aan het woord. Joost en Paul ontmoet ik in het ‘oude’ Provinciehuis te Utrecht, de werkomgeving van Paul. Oud, omdat op 16 april jl. 880 provinciemedewerkers verhuisden naar het voormalige Fortis-gebouw. De witte toren, goed zichtbaar vanaf de A12. De rol van vaders in de studiekeuze van hun zonen, viel mij al op bij eerdere gesprekken in deze serie. Ook bij de studiekeuze van Joost en Paul spelen hun vaders een rol. De vader van Paul Joost Assendelft. was landmeter bij Rijkswaterstaat. Als klein jongetje mocht Paul met regelmaat mee naar de Waddeneilanden. Toch wilde hij niet HBO-opleiding Geodesie in Utrecht. Toch hetzelfde als mijn hetzelfde vak als zijn vader. Het werd Civiele Techniek op de MTS vader.” Joost is geboren in Venlo. Toen hij 14 was, verhuisde het in Leeuwarden. “Toen bleek dat ik uitblonk gezin Assendelft naar Velserbroek in Noordin het vak landmeetkunde”, vertelt Paul, Holland. Na de middelbare school wilde hij Elke dag lachen! “volgde ik een jaar de kopstudie Landmeetnaar de Vervoersacademie in Venlo. Joost kunde in Groningen en haalde direct mijn HAVO-certificaten vroeg zich toen oprecht af of het een bewuste studiekeuze was voor wis- en natuurkunde. Een logische vervolgstap was de of dat hij graag terug wilde naar Venlo. Dat laatste was het geval. “Geen goede reden voor het kiezen van een studie”, vervolgt Joost. “In gesprekken vertelde mijn vader wel eens dat hij – als hij opnieuw mocht kiezen – graag landmeter wilde worden. Toen uit een beroepskeuzetest de voorkeur voor binnen- en buitenwerk naar voren kwam, was de keuze voor Geodesie in Utrecht snel gemaakt.” Joost heeft na de studie Geodesie een jaar bedrijfskunde gestudeerd in Amsterdam. “Dit is een zeer goede beslissing geweest. In Utrecht lag de focus op inhoud en theorie. In Amsterdam kreeg ik les van docenten uit de praktijk en kreeg ik inzicht in organisaties en toepassingen”. Paul knikt en vertelt dat hij positief terug kijkt op de opleiding, maar dat hij onderwijs op het gebied van bedrijfskunde, organisatiekunde en leidinggeven zeker heeft gemist. Paul heeft bij verschillende organisaties gewerkt. “Ik ben begonnen bij NS, daarna Grontmij en via de gemeentes Woerden en Huizen ben ik bij de provincie Utrecht terecht gekomen.” De eerste acties als teamleider bij de provincie herinnert Paul zich nog goed. “Allereerst richtte ik mij op het samenvoegen van Paul Bruinsma met op de achtergrond het nieuwe provinciehuis.
14 Geo-Info 2012-5
Werkweek in Kootwijk.
de afdeling Kartografie en Landmeten. Vervolgens ben ik begon- de deur om eindelijk het beheer van de openbare ruimte goed op poten te zetten.” Joost vraagt zich daarentegen hardop af nen met het beschrijven van de werkprocessen met als doel hoe het mogelijk is dat 415 gemeenten gaan samenwerken en de specialisten breder en vervangbaar te maken. Specialisten hebben het of heel druk of ze hebben niets te doen!” Het contact de BGT tot een goed eindresultaat weten te brengen. “Het lukt ons niet eens om gezamenlijk op te trekken binnen een groot en de intervisie met collega teamleiders binnen de organisatie heeft hem geholpen een eigen managementstijl te ontwikkelen. project. Laat staan dat het alle gemeenten en andere bronhouders wel gaat lukken!” Paul kijkt bedenkelijk en kent geen uitstel. Goed samenwerken, maar geen vrienden hoeven te zijn en “Wij gaan van start met de vervaardiging van de BGT. Al was het aansturing vanuit de inhoud kenmerkt Pauls strategie. Joost is ruim 16 jaar trouw aan Advin, een zusje van familiebedrijf alleen maar om ons eigen werkproces te verbeteren.” Tot slot een blik in de toekomst. Paul hoopt op een grote Dura Vermeer. “Een studiegenoot werkte bij Advin, maar kreeg ontwikkeling op het gebied van transparantie en communieen andere baan en tipte mij voor de vrijgekomen functie”, catie binnen de overheid. “Wat doet de Provincie en hoe doen vertelt Joost. “Tot op de dag van vandaag een goede keuze. wij het? Burgers willen het Naast interessant en uitdaweten. Ook zal er meer gend inhoudelijk werk wordt Goed samenwerken, geen vrienden werk en diensten worden er ook elke dag gelachen.” ingekocht via contracten met externe partijen.” Ook vraagt Paul Via projectcoördinator wordt Joost al snel afdelingshoofd in zich af wie hem straks gaat adviseren als zijn oudere collega’s Hoofddorp. “Op zich een grote stap, maar mijn frisse en onbevangen blik werd gewaardeerd door mijn collega afdelingshoof- weg zijn. “Huur mij maar in”, zegt Joost met een vrolijke lach op zijn gezicht. Joost heeft de concurrentie de afgelopen jaren den. Daardoor kreeg ik zelfvertrouwen en plezier in de functie.” zien groeien. “En dat zal de komende jaren niet minder worden. Inmiddels is Joost Teammanager Geo-informatie. Geen afdeHet gaat straks niet alleen om het leveren van een goed prolingen verspreid over het land. Alle projecten worden centraal duct. De relatie met de klant en het onderscheidend vermogen vanuit Hoofddorp aangestuurd. Ook Joost is – net als Paul – bij zijn afdeling begonnen met het uniformeren van werkprocessen gaan de doorslag geven. Daarnaast moet je als bedrijf op de hoogte blijven van en werken met de nieuwste ontwikkelingen. en apparatuur. Als de BGT ter sprake komt kijken Paul en Joost elkaar aan. Paul is Bij ons is dat momenteel Geo-ICT en het mobiel laserscannen, wat we hebben ondergebracht in een nieuwe BV, namelijk blij met de komst. “Ik zie de komst van de BGT als stok achter M3DM BV; dit staat voor Mobile 3D Mapping. Geweldig! Maar”, vult Joost aan, “De mensen zijn het kapitaal van Advin. De sfeer is bepalend voor het succes.” Bent u ook benieuwd naar een oud-studiegenoot? Wilt u graag weer in gesprek komen? Neem contact op via
[email protected] en ik organiseer een ontmoeting. Katinka Roebert GIN vrijwilliger en werkzaam bij Geo-ICT Opleidingen
Geo-Info 2012-5 15
Karl May honderd jaar geleden overleden
Old Shatterhand - landmeter! Henk Holsbrink
In de Leeuwarder Courant van 19 maart jl. schreef Asing Walthuis een column met de titel ‘Winnetou’. Het schrijven van de column was ingegeven door het feit dat Karl May honderd jaar geleden overleed op 30 maart 2012. Zijn schrijven had ook met landmeten te maken. Zeker het Verband Deutscher Vermessungsingenieure e.V. wist dat al langer. De Duitser Karl May (1842-1912) was in de vorige eeuw een zeer bekend schrijver van jongensboeken die over het Wilde Westen schreef zonder daar ooit een voet te hebben gezet. Kort voor zijn dood kwam hij voor het eerst in de VS. Het laatst verschenen nummer van het tijdschrift Geodesia (2003-12), ook digitaal beschikbaar in de tijdschriftendatabank van De Hollandse Cirkel (dehollandsecircel.courant.nu), signaleerde in een paar zinnen dat Winnetou zijn vriend Old Shatterhand toestemming gaf zijn meetwerk af te maken ’voor de westerse variant van de NS’. (Het betrof alleen een zomerkampherinnering van Jan Ebbinge.)
Hard werkende landmeter In de column wordt beschreven hoe Winnetou op 2 september 1874 stierf en wel aldus: “Stervend ligt hij met het hoofd in de schoot van zijn bloedbroeder Old Shatterhand (de verteller, een Duits landmeter in Amerika). Rondom staan spoorwegbouwers en pioniersgezinnen”. Uit het boek Winnetou met het verhaal ‘Greenhorn’ lezen we dat Old Shatterhand al (land)metingen in zowel lengte als hoogte kon doen en dus met een groep echte landmeters (landmeters worden ook wel woudlopers genoemd), op pad ging door onontgonnen gebied in de richting van Santa Fé. En wel om een treintraject
Karl May in 1875 (http://karl-may-haus.de)
Old Shatterhand met zijn jalons, theodoliet, meettas en meetportefeuille met op de achtergrond zijn meet-huifkar. Tekening Helmut Nickel.
16 Geo-Info 2012-5
uit te zetten in een gebied in de richting van Nieuw Mexico. Old Shatterhand werd door Karl May getypeerd als een hardwerkende landmeter. Ook uit Winnetou-1 blijkt dat Old Shatterhand “arbeitet als Surveyor, d.h. Feldmesser, für die Eisenbahngesellschaft Atlantic and Pacific Company bei der Vermessung einer der großen Transkontinentalbahnen nach dem Westen der Vereinigten Staaten von Amerika. Die Bahnlinie soll von St. Louis aus durch das Indianerterritorium, Neu-Mexiko, Arizona und Kalifornien zur Pazifikküste verlaufen. Die Sektion (Abschnitt), die ihm und den drei anderen Surveyors Riggs, Marcy und Wheeler unter der Leitung des
Der Ich-Erzähler wird ca. 1863 Surveyor, Feldmesser, für eine der geplanten transkontinentalen Eisenbahnen durch die USA bei der Atlantic and Pacific Company. Zuvor hat er im Surveying Office ein Examen bestanden, indem er „den Gebrauch der verschiedenen Instrumente zu erklären und das Zeichnen von Karten und Plänen zu beschreiben hatte“ und sich „über das Wesen und die Unterschiede der Aufnahme durch Koordinaten, der Polar- und Diagonalmethode, der Perimetermessung, des Repetitionsverfahrens, der trigonometrischen Triangulation ausgesprochen hatte.“ (Zitiert nach Winnetou 1. Band).Tatsächliche Quelle von Karl May‘s Kenntnissen war sein Brockhaus’ Conversations-Lexikon. Dort finden sich unter dem Stichwort Feldmeßkunst alle von ihm genannten Fachausdrücke. Für die Nutzung dieser Quelle gibt es sogar einen Beweis, denn Mays 2500 Bände umfassende Bibliothek ist im Karl-May-Museum Radebeul in der Villa „Shatterhand.“ erhalten geblieben. Und darin finden sich von ihm manche Randnotizen. Bei der Feldmeßkunst sind es winzig kleine waagerechte Striche. Seine Fundstellen für den Surveyor. (Veröffentlichungen von Vermessungsingenieur Rolf J.G. Stadelmayer in den Mitt. der Karl-May-Gesellschaft.)
Oberingenieurs Bancroft zur Erforschung und Ausmessung zugefallen ist, liegt zwischen dem Quellgebiet des Rio Pecos und des südlichen Canadian. Da seine Kollegen sehr träge und trunksüchtig sind und es mit ihren Fachkenntnissen nicht weit her ist, muss er alles alleine machen.” (Sascha-
Schneider-Ausgabe (1904) von Winnetou-1). Dat stemt overeen met de tekst van Karl May dat de groep landmeters teveel aan de brandewijn was, maar de schrijver liet evenwel hier wat in het midden of Old Shatterhand ook aan dit drinkgebeuren deelnam.
Slot Op basis van de reisvertelling van Karl May verschenen bij Karl-May-Verlag Bamberg Radebeul - en opnieuw uitgegeven door Eckart Sackmann met medewerking van Horst-Joachim Kalbe und Detlef Lorenz - de stripverhalen Winnetou. Daar is de bijgaande afbeelding in vertaalde edities uit afkomstig. Naast de ‘meet-huifkar’ is op de afbeelding van een stripboek te zien dat onze Old Shatterhand dezelfde meetattributen had als de landmeters uit de vorige eeuw. Hoe een en ander ook in het verleden wel of niet waar geweest moge zijn; het zou toch kunnen dat de harten van sommige lezers van dit tijdschrift nu wel wat sneller gaan kloppen en zij nu ook met trots zouden kunnen zijn vervuld, nu zij ‘old-fellows’ blijken te zijn van de fameuze Old Shatterhand.
Literatuur May, Karl. Winnetou-verhaal: “Greenhorn” Uitgeverij Arboris BV Zelhem
Reactie
“Rotterdamse kaartbijhouding …” (Geo-Info 2012-3, pagina 6) Adri den Boer schreef over een ‘merkwaardige Rotterdamse kaartbijhouding’. Dit naar aanleiding van een foutieve straatnaam in Nieuwerkerk a/d IJssel (gemeente Zuidplas) op de RET-lijnenkaart. Graag wijzen wij op het feit dat de betreffende kaart niet gemaakt wordt door de gemeente Rotterdam, maar door een kartografisch bureau uit een andere grote stad..… Overigens maakt de RET geen deel meer uit van de gemeente Rotterdam en is RET niet verplicht onze kaartinformatie te gebruiken. Op ónze Rotterdamse kaart staat het gebied buiten de gemeentegrens van Rotterdam in grijs afgebeeld, zonder straatnamen en is de informatie afkomstig van het Kadaster. Nico Goverde (GW Rotterdam) Kaartfragment GW Rotterdam met de onbenoemde Nieuwerkerkse Vrijheidslaan, voorheen Burg. Jasstraat.
Geo-Info 2012-5 17
Digitale bijzondere collecties Universiteits bibliotheek Utrecht in een nieuw jasje Sinds begin 2012 zijn de gedigitaliseerde stukken van de bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) via een nieuwe, attractief vormgegeven website te bezichtigen. De vele duizenden handschriften, oude drukken en kaarten komen nu nog beter tot hun recht. In de oude opzet hanteerde de UBU nog een onderscheid tussen de handschriften en oude drukken enerzijds en de kaarten anderzijds. Dit belemmerde de gebruiksvriendelijkheid en maakte ook de thematische dwarsverbanden weinig inzichtelijk. Daar komt bij dat de oude website, daterend van begin 2000, dringend aan vernieuwing en modernisering toe was. De viewer bood bijvoorbeeld onvoldoende detail bij het inzoomen op de kaarten. Voorts ontbrak een goede etalagemogelijkheid voor het presenteren van de topstukken en nieuw gedigitaliseerde items. En ‘achter de schermen’ verrichtte men vaak dubbel werk bij het ontsluiten van de documenten.
Showroom Alle reden dus voor een grondige opknapbeurt. Ruim een jaar lang is er gewerkt aan het vernieuwen van de website voor de digitale bijzondere collecties. Het resultaat mag er zeker zijn. Zo is er een echte ‘showroom’ gerealiseerd, waarin de belangrijkste en meest recent gescande stukken van de UBU voor het voetlicht komen (zie afbeelding
1). Wetenschappelijke achtergrondverhalen plaatsen deze stukken in hun geschiedkundige context en brengen ze tot leven. Elke maand staan op die manier twee bijzondere documenten in de schijnwerpers. Daarnaast maakt de UBU de zwaartepunten binnen de bijzondere collecties op een visueel aantrekkelijke manier duidelijk middels vijftien thema’s en vier kernthema’s. Een van die kernthema’s is ‘Hemel en aarde’ en vanzelfsprekend neemt kartografie hierbinnen een belangrijke plaats in. De rubriek ‘Digitale tentoonstellingen’ toont gedigitaliseerde documenten in hun onderlinge samenhang, terwijl de rubriek ‘Projecten en activiteiten’ fysieke tentoonstellingen en andere evenementen belicht.
Grote rijkdom Afgezien van een etalage met daarin de achtergrondverhalen rond de meest belangwekkende documenten is er een nieuwe webomgeving voor ál het gedigitaliseerde materiaal gekomen. Die omgeving maakt het mogelijk om de stukken in detail te bekijken en boeken en atlassen door te bladeren (zie afbeel-
Afb.1. Homepage van de nieuwe website voor de bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht.
18 Geo-Info 2012-5
ding 2). Hier kan men tevens terecht voor een toelichting op een bepaald item. Alle gedigitaliseerde handschriften, oude drukken en kaarten zijn gratis als PDF te downloaden. De viewer is verder platformonafhankelijk en dus te benaderen vanaf bijvoorbeeld een iPad of Windowscomputer, maar ook vanaf alle mobiele internettelefoons. Tot slot is de productiestraat – zeg maar het totale proces van het scannen van een document tot het publiceren ervan op internet – onder handen genomen. Handschriften, oude drukken en kaarten kunnen nu eenvoudiger en sneller op het wereldwijde web beschikbaar worden gesteld. De komende tijd kan een ieder dus steeds meer genieten van de grote rijkdom van de Utrechtse bijzondere collecties!
URL’s www.uu.nl/bibliotheek/bijzonderecollecties en www.uu.nl/library/specialcollections (Engels)
Marco van Egmond, conservator kaarten, atlassen en gedrukte werken, Universiteits bibliotheek Utrecht
Afb.2. Viewer voor het bezichtigen van al het gedigitaliseerde materiaal. Hier wordt een Boeginese zeekaart getoond (Utrecht UB, Kaart: VIII.C.a.2).
Column
Kees de Zeeuw
Het nieuwe Nederlandse geo-imago Korea: ook zo’n mooi voorbeeld. Een gigantische drive en (productie)power op het gebied van nieuwe ontwikkelingen, ook in onze sector. Door daar de Nederlandse creativiteit en kennis aan toe te voegen, zouden er zomaar eens hele mooie nieuwe combinaties kunnen ontstaan. Kadaster, TU Delft en ITC Twente hebben een eerste voorzichtige stap gezet in de Wat mij meer bezig houdt – of misschien wel dwars zit – is hoe richting van samenwerking met Korea (o.a. op gebied van wij Nederlanders ons op deze toernooien gaan manifesteren. 3D kadaster). Dit in de vorm van een Memorandum of UnderEn dan heb ik het niet over de sporters, maar over het publiek. standing tijdens het Geospatial World Forum in Amsterdam. Wij zijn dat volk met een oranje klomp of Goudse kaas op hun En wat dacht u van India? Het land heeft een immens potentihoofd, dat de hele dag olé olé olé olé zingt. Niks mis mee (ik hou ook wel van een feestje), maar of de wereld nou op al dat eel aan goed gekwalificeerde geo-specialisten die ook voor de Nederlandse sector bijzonder interessant zijn. Veel bedrijven oranje zit te wachten? Waar zijn de tijden gebleven dat we zijn bovendien het niveau van goedkoop, grootschalig digitabekend stonden als dat tolerante gidslandje met een hoog liseren van geo-informatie allang ontstegen en ontwikkelen innovatief en ondernemend karakter? Ons imago brokkelt zich tot kennisintensieve ondernemingen. De bedrijvigheid langzaam af. Ons supportersgedrag en onze huidige buitendie ik tussen Canada en India zie ontstaan, zou ook Nederland landse politiek dragen hier niet erg positief aan bij. goed passen. Ik merk aan den lijve dat er in het buitenland veel onbegrip is En als laatste voorbeeld Qatar. Een land dat de komende voor de ontwikkelingen in Nederland. We zijn daar niet altijd jaren ‘van olie naar kennis’ wil. Tijdens een presentatie op het even positief in het nieuws, zal ik maar zeggen. In rap tempo worden zorgvuldig opgebouwde internationale Middle East Geospatial Forum werd het mooi geformuleerd: relaties afgebouwd. Of het nu om diplomatieke betrekkingen, ‘To come from carbon to creativity requires an adequate geospatial infrastructure in our country’. Wie helpt? Financiering wetenschappelijke netwerken of ontwikkelingshulp gaat; er lijkt het probleem niet in Qatar. sneuvelt nogal wat. En ook onze kenniseconomie, innovatiedrang en handelsgeest stokt. We worden snel ingehaald door Ik hoop dat deze voorbeelden u enthousiast hebben gemaakt met name de Scandinavische landen en nieuwe opkomende economieën. Een volk dat altijd kansen zag, lijkt even door de om de boer op te gaan. En dat u er weer in gelooft. Zo levert u als geo-specialist dan een mooie bijdrage aan een vernieuwd angst bevangen en alleen maar met zichzelf bezig te zijn. positief imago van Nederland. En mocht u toch ook nog met een oranje brul-shirt door de Oekraïne trekken deze zomer, Is er dan geen enkele hoop? Natuurlijk wel. Want gelukkig dan kunt u in ieder geval zeggen: “maar ik werk ook in de hebben we de Nederlandse geo-sector nog. In de afgeloNederlandse Geo-sector hoor”. En dan zal men u hopelijk pen jaren uitgegroeid tot een volwassen sector die op een begripvol aankijken en vervolgens weer met u meezingen: verfrissende manier een bijdrage kan leveren aan duurzame ontwikkeling in binnen – en buitenland. In 10 – 15 jaar tijd zijn olé olé olé olé.... er systemen, kennis en virtuele werelden ontwikkeld die ook elders in de wereld van grote waarde kunnen zijn. Maar is de Kees de Zeeuw vraag er ook? Ik denk het wel. Ik wil u eens wat voorbeelden Directeur Kadaster International geven van kansen die ik de afgelopen periode denk te zijn
[email protected] tegen gekomen. Er staat weer een mooie sportzomer voor de deur. Naast alle jaarlijkse evenementen ook een EK voetbal en de Olympische spelen in Londen. Bij de organisatie van al die grote sportevenementen komt vast een hoop geo kijken, maar daar wil ik het nu niet met u over hebben.
Ik begin in Rwanda. Een land dat na de genocide begin jaren negentig met een bewonderenswaardige en misschien ook soms wel wat merkwaardige ontwikkeling begonnen is. Eén van de nationale doelstellingen van Rwanda is om de IT-hub van Afrika te worden. Dat vergt eerst nog een flinke investering in de hardware en infrastructuur, maar aansluitend ontstaat er vraag naar kennis van content management, e-government en onderwijs. Geo kan daarin een belangrijke rol spelen en de samenwerking met Nederlandse organisaties kan daarbij helpen. Zowel commercieel, politiek als sociaal.
Geo-Info 2012-5 19
Geo-ICT Opleidingen
Werken in de Geo-ICT? Kom bij ons leren! Geo-ICT is ICT, waarbij wordt gewerkt met data met een ruimtelijke component. De objecten, die in de Geo-ICT worden gemodelleerd hebben ruimtelijke attributen zoals X,Y en Z-coördinaten en bijvoorbeeld attributen als precisie, idealisatie en betrouwbaarheid.
De trainingen en cursussen worden gegeIn 2009 is Geo-ICT Opleidingen (GIO) gestart. GIO werkt samen met diverse free- ven door docenten uit het werkveld met veel kennis en praktijkervaring. Geo-ICT lance, met CAD- en GIS-leveranciers. Opleidingen wordt kritisch gevolgd door de Adviescommissie Geo-ICT Opleidingen. Geo-ICT Opleidingen heeft goede In deze commissie zitten vertegenwoorcontacten met – de tevens in Apeldoorn digers vanuit gemeenten, ingenieurs- en gevestigde Stichting Arbeidsmarkt Geo consultancybureaus, softwareleveranciers – en via deze stichting met de gemeente en Hogeschool NOVI. Apeldoorn. De gemeente Apeldoorn die zich steeds meer profileert als de stad van de particuliere HBO’s is enthousiast over de opleidingsinitiatieven. Bart Kusse Lid van Adviescommissie Geo-ICT Opleidingen en werkzaam als Wat is Geo-ICT Opleidingen Manager en Thoughtleader Geo-ICT Geo-ICT Opleidingen BV (GIO) is een combij GapGemini en Lector bij UniGIS - VU) mercieel opleidingsbedrijf in Apeldoorn en biedt een breed scala aan opleidingsmogelijkheden. ‘Het belang van de opleiding Geo-ICT is de Onze doelgroep is mensen, die kennis behoefte aan mensen die kennis en kunde willen opdoen, verbreden of verdiepen kunnen combineren op het vlak van op het gebied van CAD, GIS en Geo-ICT. Geo(-informatica) en ICT. Daarbij komt dat GIO staat voor samenwerken, netwerken locatie een niet te onderschatten rol speelt en elkaar laten doen waar men goed in is. bij management en bedrijfsprocessen. Mijn reden voor deelname aan de Adviescommissie is enerzijds het borgen van de kwaliteit die benodigd is om de studenten Robert Janssen een goed referentiekader te geven bij de Freelance docent en werkzaam opleiding en tevens het laten aansluiten bij gemeente Almere van het niveau van de opleiding bij de behoefte die ik in mijn dagelijkse werk‘Mark Stals en ik geven voor Geo-ICT zaamheden in de markt zie’. Opleidingen alle Bentley Opleidingen. Samen met Anton hebben wij kennis van bijna de gehele productenlijn van Bentley. Wij waren blij verrast dat Anton Werken en leren in de Geo-ICT het bij onze voormalige werkgever De medewerkers van GIO, de (freevoor elkaar kreeg een Bentley institute lance) Geo-ICT docenten, de leden van Partnerschip aan te gaan. Mark en ik genoemde adviescommissie en de Geohebben al diverse opleidingen gegeven ICT cursisten zijn ‘connected’ met elkaar voor Geo-ICT Opleidingen en samen via LinkedIn. Het kan zijn dat een student met anderen zorgen wij ervoor dat daar een MBO of HBO Geo-ICT traject volgt een kwalitatief hoogwaardige invulling en daarna gaat werken bij de werkgever aangegeven wordt.’ van een van de docenten, van medestudenten, of bij die van een lid van de 20 Geo-Info 2012-5
Nicole Bartelds HBO-docent en werkzaam als Geo-ICT consultant bij Ordina ‘Recente ontwikkelingen met smartphones met een GPS-ontvanger geven het vakgebied een enorme boost. In eerste instantie wordt dan vaak gekeken naar de consumentenmarkt, waarin allerlei leuke apps ontwikkeld worden op basis van de locatie waar je je bevindt. Maar ook voor de professionele markt ontstaan hiermee veel mogelijkheden om je informatiebehoefte af te stemmen op jouw locatie. Mobiele toepassingen zijn aansprekend, maar zeker niet het enige. Werkelijke integratie van locatie-gegevens in de reguliere informatiesystemen is soms nog ver te zoeken. Hier ligt een uitdaging voor de ICT-ers, die de geo-wereld willen leren kennen en zich willen verdiepen in het geo-denken. Aan de andere kant ligt er een uitdaging voor de traditionele GIS-ers, die steeds meer te maken krijgen met hun ICT-collega’s, die hun mooie geo-informatie kunnen aanbieden op andere wijzen en andere apparaten. Aan kennis van die integratie is behoefte. Als docent geef ik het vak Beheer en exploitatie van GIS-systemen. Mijn doelstelling is om de studenten kritisch te laten kijken naar de geo-informatievoorziening in een organisatie. Door scherp te kijken naar hoe ver men al gekomen is, en waar de knelpunten zitten, probeer ik de studenten bewust te maken van de volwassenheid van de geo-informatievoorziening en van de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden geïntegreerd.’
adviescommissie. In die zin leidt GIO niet alleen op vóór de arbeidsmarkt maar ook dóór en ín de arbeidsmarkt.
Geo-ICT Opleiding op MBO en HBO niveau Sinds maart 2012 komt een groep van 10 studenten wekelijks, op maandagmiddag en –avond naar Apeldoorn om een Geo-ICT Opleiding te volgen. Deze opleiding duurt een jaar. Studenten kunnen dan afstuderen met een MBO Geo-ICT 4 diploma en als ze dat willen kunnen ze doorstuderen om uiteindelijk het HBO diploma bij Hogeschool NOVI te halen.
Jan Duijzer Student en werkzaam als Databeheerder bij de gemeente HardinxveldGiessendam
Ron Bloksma HBO-docent en werkzaam als BGTiconsultant bij Grontmij ‘Als de cijfers kloppen, is er een tekort aan mensen met kennis van geo-informatie. Op dit moment ervaren we dat misschien niet zo. Maar bij opleiden moet je altijd in de toekomst kijken. Daarnaast heeft ICT een droog en saai imago en dat trekt weinig jonge studenten. Ik denk dat Geo-ICT daar veel minder last van heeft, omdat kaarten nu eenmaal meer tot de verbeelding spreken. Ik vind het belangrijk om feeling te houden met alle facetten van het geoinformatiedomein. Doceren past daar ook in. Daarbij is het leuk om informatie/ kennis te delen op een interactieve manier. Dat houd je zelf scherp.’
komende jaren meer dan 1000 extra Geo-ICT-ers nodig zijn. Hieraan draagt GIO graag een steentje bij. De start is gemaakt met een groep van 10 studenten. We onderhouden contacten met Hogeschool Utrecht (HU) en met de HAS in Den Bosch. Ons doel is samen met deze Hogescholen een stevige basisdriehoek Den-Bosch-Utrecht-Apeldoorn vormen voor Geo-gerelateerde opleidingen op HBO niveau. Ieder met zijn eigen accent.
Open dag In september 2012 start GIO met een tweede groep eerste jaars en eerste groep tweede jaars Geo-ICT-studenten. Om mensen te informeren en te interesseren organiseert GIO een Open Dag op vrijdag 15 juni 2012. Anton Schutte en Katinka Roebert
‘In maart 2012 ben ik gestart met de opleiding Geo-ICT om meer kennis op te doen van het inrichten en het beheren van databases en applicaties specifiek gericht op het beheer en ontsluiten van geo-informatie. Gezien mijn eerste ervaringen kijk ik met belangstelling uit naar het vervolg van de opleiding.’
De groep is heel divers wat betreft achtergrond, werkgever en reden van deelname. Landmeters die willen doorgroeien binnen de gemeentelijke afdeling, databeheerders en zelfstandigen die hun kennis willen verbreden en anderen die een switch willen maken en hun hart volgen richting de Geo-ICT. Voor GIO en voor de docenten is het een hele uitdaging om de materie aan iedereen – op het gewenste niveau – aan te bieden. De diversiteit
levert daarentegen veel interessante gesprekken op tijdens de colleges en men leert daarbij veel van elkaar. Volgens Hogeschool NOVI hoort dit onder ‘Action Learning’ en onze HBO docenten hebben een opleiding daarin gevolgd. Met het Radius college werken we samen voor de MBO Geo-ICT. Zij hebben nu een groep van 10 MBO leerlingen die in het volgend schooljaar zullen afstuderen. Deze leerlingen kunnen al of niet naast een baan doorstuderen in het HBO. Onze opleiding sluit er naadloos op aan.
Toekomst Geo-ICT Opleidingen GIO wil continu goed geschoolde GeoICT-ers aan de arbeidsmarkt toevoegen. Uit een onderzoek van de Stichting Arbeidsmarkt Geo blijkt dat er de Geo-Info 2012-5 21
Het Kadaster in de Tweede Wereldoorlog De oorlog, de bezetting en de bevrijding (1940-1945) hebben ook voor het Kadaster en zijn medewerkers grote gevolgen gehad. Wel of niet een niet-Joodverklaring tekenen, wel of niet een lijst maken met namen van medewerkers die in Duitsland te werk gesteld kunnen worden. Vreselijke dilemma’s. Kadastrale kaarten Kort na de Duitse inval in 1940 werd een groot deel van de netteplans (de kadastrale kaart) vernietigd. De bedoeling was dat de Duitsers via deze kaarten niet de weg werd gewezen. Wellicht had het Duitse leger betere kaarten voor dat doel! Al in augustus 1940 werden de netteplans opnieuw vervaardigd.
Kadastrale registratie
Het Kadaster in Middelburg werd in mei 1940 vernietigd door Duitse bommen.
Afb.1.Schaderapport Kadaster Middelburg, 1940
22 Geo-Info 2012-5
Men maakte een rapport op: “het gebouw is geheel met den grond gelijk gemaakt. Het is één puinhoop”. De kadastrale leggers (dus de kadastrale registratie) waren alle verbrand. Dat werd opgelost door de duplicaten daarvan, die bij de belastingdienst (de zgn. registratieleggers) en de gemeenten (de zgn. gemeenteleggers) berustten, later over te schrijven, hoewel die exemplaren een tot twee jaar achterliepen. Het Kadaster, zonder archief, hield tijdelijk kantoor bij de Rijksgebouwendienst. Alle hypotheken moesten in 1942 en 1943
opnieuw worden ingeschreven, want ook de hypothecaire registratie was verbrand.
Amersfoort
Het Kadaster in Amersfoort kwam er beter af: alles bleef onbeschadigd. Alleen het personeel kon acht dagen niet werken. De kas, met f. 34,34 erin, werd zolang door de bewaarder mee naar zijn huis genomen.
Nijmegen
Het Kadaster in Nijmegen werd in september 1944 verwoest. Ook hier moest de
kadastrale registratie worden overgeschreven vanuit de duplicaten bij gemeenten of belastingdienst. De vernieuwing van de hypotheken vond plaats in 1948.
Tiel
Alle kadastrale kaarten van het Kadaster te Tiel moesten op last van de burgemeester worden opgezonden. Het was blijkbaar niet duidelijk waar de kaarten heen moesten. Ze bleken naar het Ministerie van Defensie te zijn verzonden, maar niet duidelijk is of ze daar ooit zijn aangekomen. Een maand later arriveerden ze weer bij het Kadaster, ondanks opdracht om ze te vernietigen.
Vorst
De meting van akteposten werd moeilijk omdat de Duitsers de nodige dienstauto’s vorderden. Voor de auto’s die het Kadaster mocht houden, was er doorgaans geen benzine. De meetarbeiders troffen het heel slecht: ze werden per werkdag betaald, maar er werd weinig gewerkt. Besloten werd om de oorlog maar als vorstperiode te beschouwen. Daar was in ieder geval een regeling voor.
Afb.2.Blanco Niet-Joodverklaring
Personele ellende
In augustus 1941 krijgt tekenaar Snel duizend gulden van het Kadaster omdat zijn huis door bommen is verwoest. Er ontstaat een ware run op fietsbanden; die zijn op de bon en de correspondentie uit die tijd bestaat voor een groot deel uit aanvragen om fietsbanden, werkschoenen, zelfs ondergoed voor landmeters en meetarbeiZutphen ders. De kolenschaarste wordt zo nijpend In maart 1943 wordt het Kadaster in Zutphen geconfronteerd met een omgeval- dat vanaf de winter van 1941 de kantoren op zaterdag dicht zijn om kolen te bespalen rijksgrenspaal. Het Katasteramt Ahaus ren. Later worden boomstobben door in Duitsland wordt gemaand tot herstel. Antwoord uit Duitsland: “We wachten tot de het Ministerie van Financiën verstrekt om de kachel te laten branden. Verder staat oorlog voorbij is!” de correspondentie vol met verboden om verjaardagen van het Koninklijk Huis Goes Het Kadaster in Goes is in mei 1940 ernstig te vieren, allerlei verboden voor Joden, zuinigheidsvoorschriften en het volgen ontriefd: zij missen 1 pond potloodgum, van cursussen in Berlijn om een betere kijk 48 potloden, radeermes, 15 kaarten en 1 op de politiek te krijgen! Een landmeter instrument. in Goes meldt dat hij een granaatscherf in zijn voet heeft gekregen en daardoor Niet-Joodverklaring minder akteposten kan meten. De Duitse bezetting wilde de Joden stapsgewijs isoleren van de samenleving. In oktober 1940 kreeg het hele overheids- Na de bevrijding apparaat, dus ook het Kadaster, een ‘nietEr circuleren lijsten met minder goede jood verklaring’ toegestuurd. Bijna alle vaderlanders, met de bedoeling om deze ambtenaren vulden het formulier (hierbij niet in dienst te nemen. Op 3 oktober afgedrukt) in. Daarna werden alle joodse 1946 krijgt een bladschrijver in Goes een ambtenaren ontslagen. Het ging daarbij berisping, met salariskorting, omdat niet zozeer om mensen die tot de joodse hij ‘gedurende de bezetting te kort is geloofsgemeenschap behoorden, maar geschoten in het betrachten van de juiste om degenen die ‘een of meer VOLjoodhouding in verband met deze bezetsche grootouders’ hadden. Velen zullen de ting’. Meetarbeider A.E. de Jonge krijgt verklaring met afschuw ingevuld hebben. f 460,36 betaald van het Kadaster omdat
hij ondergedoken was geweest en in die tijd geen salaris had gekregen. In Zwolle had het Militair Gezag na de bevrijding gemak van een schriftje dat de bewaarder mr. K.J. Bes stiekem had bijgehouden van alle akten waarbij NSB’ers huizen en grond zogenaamd hadden gekocht van Joden. Dit soort frauduleuze akten kon bestaan door de medewerking van minder goede notarissen.
Geen bedrijfsmonumenten
Bij de Belastingdienst, waarvan het Kadaster tot ver na de oorlog een onderdeel was, werden geen volledige en uniforme serie bedrijfsmonumenten voor gevallenen geplaatst. (Bijvoorbeeld wel een gedenksteen in het Rijksbelastingkantoor Maastricht, die betreft geen Kadasterambtenaren.) Bijvoorbeeld bij de NS (in stations), bij de Rijkswaterstaat en dus ook bij de toenmalige Meetkundige Dienst daarvan gebeurde dat wel (Den Boer, 1995). Het zal mede daardoor zijn dat er ook een naamlijst van eventueel gevallen Kadasterambtenaren mankeert.
Literatuur Den Boer, A.M. ‘Niet met de stroom mee…’. Een bedrijfsmonument voor de jaren 1940-1945, in: NGT Geodesia 1995, p. 211/212. Object staat ook op wiki.delft.nl.
Zacharias Klaasse, conservator bedrijfsmuseum Kadaster Geo-Info 2012-5 23
Eigendomsbepaling bij de kadastrering van Zevenhuizen (ZH)
Wat nog resteert van de in 1963 afgebroken Oude Mannenhuizen…
’Bij de invoering van het kadaster omstreeks 1828 kreeg elk perceel een nummer en werden de eigenaars geregistreerd. Van de Oude Mannenhuizen was geen eigenaar bekend en de toenmalige burgemeester Pieter Keijzer liet deze huisjes, geheel ten onrechte, toen maar op zijn naam zetten.’ (…) Na zijn overlijden werden zijn vele onroerende goederen op 6 november
1874 door notaris Molenaar in Waddinxveen geveild. Onder deze bezittingen vinden wij ook de Oude Mannenhuizen. Hiervan konden de erfgenamen geen bewijs van eigendom tonen en daarom verklaarden zij: ”Dat voor zooverre titels van aankomst mogten ontbreken, hunne erflaters veel meer dan dertig jaren in het rustig ongestoord en ondubbelzinnig bezit en genot van die goederen zijn geweest
en mitsdien in elk geval door middel van verjaring hun de eigendom behoort.” De Oude Mannenhuizen werden gekocht door Adriaan den Broekert, geneesheer en landbouwer te Zevenhuizen voor f 2650,--. (W. Paul, De Oude Mannenhuizen in Zevenhuizen, in: Verleden Tijdschrift 108, uitgave van de stichting Oud ZevenhuizenMoerkapelle, maart 2012)
Geodeet én kartograaf vernoemd In Berlin-Spandau werd op 30 september 2010 een straatnaambord voor de daar geboren ‘Geodät und Kartograph’ Daniel Friedrich Sotzmann (1754-1840) onthuld. De geodetenclub DVW was er tien jaar mee bezig geweest om zoiets voor elkaar te krijgen, aldus de website www.dvw-lv1.de. De onthulling was met
24 Geo-Info 2012-5
mensen van niet alleen de DVW, maar ook van de separate Duitse kartografenvereniging. In het Duitse taalgebied is er overigens net zoals in het Engelse eenstemmigheid over de spelling van in dit geval de Kartograph… Adri den Boer, foto van wikimedia.org.
Winst met geo-informatie GIN symposium 15 november 2012, Orpheus, Apeldoorn
In de huidige tijdsgeest met grote bezuinigingen is het belangrijk om de winst van geo-informatie helder en meetbaar en niet als een pure kostenpost en hoge investering te zien. Kan voor diverse sectoren, doelgroepen en toepassingen de opbrengsten in geld, duurzaamheid, effectiviteit en efficiency van geo-informatie aangegeven worden?
Vele soorten winst! • Wij streven naar presentaties op het GIN-symposium over: • Winst van geo-informatie voor burgers, consumenten, overheden, bedrijven etc. • Winst van geo-ontwikkelingen zoals BGT, beheer van registraties, open geo-data, portals etc. • Winst van geo-informatie voor de financiële en economische sector: banken, verzekeraars etc. • Winst van geo-informatie voor de kenniseconomie, innovatie in het onderwijs etc. • Winst van geo-informatie in diverse sectoren zoals veiligheid, ruimte, milieu, zorg etc. • Winst van geo-informatie voor ……….?
Geeft u een presentatie? Bent u geïnspireerd door het thema? Ziet u de winstmogelijkheden van Geo-informatie? Vanuit uw onderzoek, projecten, ervaringen en kennis? Wij zien graag uw voorstel voor het geven van een mondelinge presentatie van circa 15 minuten, gevolgd door een discussie. Tot 5 juni kunt u een voorstel indienen. Stuur een mail aan de organisatie (zie informatie) en u krijgt een formulier toegezonden om een voorstel in te dienen. Ook vragen we specifiek aan PhD-studenten om de ontwikkelingen in de wetenschap te laten zien.
Geo-beurs De geo-beurs is onmiskenbaar van groot belang voor het symposium. Op deze beurs kunnen de deelnemers kennis maken van producten en de dienstverlening van bedrijven, kennisinstituten, leveranciers van geo-informatie en anderen. Daarnaast is de beurs een ontmoetingsplaats. Er is veel contacttijd ingepland voor beursbezoek en ontmoeting Informatie over standplaatsen kunt u ook aanvragen door een mail aan de organisatie te sturen.
Informatie Voor meer informatie over het GIN-symposium kunt u contact opnemen met de contactpersoon van het GIN-symposium, Herman ter Veen, T: 06-53297741,
[email protected].
Geo-Info 2012-5 25
In memoriam
ir. M.E.E. Haagmans
(1960-2012)
Onze collega Eric Haagmans overleed op dinsdag 1 mei. Hij was thuis bij zijn familie. Eric is 51 jaar geworden. De uitvaart vond plaats op 7 mei vanuit de Heilige Antoniuskerk in Den Haag. Eric was al geruime tijd ernstig ziek en zou de strijd met zijn ziekte niet meer kunnen winnen. Maar ook met die wetenschap komt het bericht van zijn overlijden hard aan. Eric heeft een lange loopbaan gehad binnen Rijkswaterstaat; aanvankelijk bij de Meetkundige Dienst en later de Adviesdienst Geo-informatie en ICT en de Data-ICT-Dienst. Eric was van oorsprong geodetisch ingenieur (studiejaren 1979-1986) en is in de hoedanigheid van projectleider in 1991 voor de toenmalige Meetkundige Dienst gaan werken. Daarvoor had hij al een viertal jaren bij de Dienst der Hydrografie van het Ministerie van Defensie gewerkt.
Binnen de Meetkundige Dienst werd hij in 1996 afdelingshoofd, eerst van de afdeling Mariene Geodesie en later de afdeling Advies en Onderzoek Remote Sensing en als laatste de afdeling Terrestrische Productie. In 2005 is Eric aan de slag gegaan als teamleider van het cluster Marktbenutting bij de AGI. In die hoedanigheid heeft hij voor verschillende afdelingen gewerkt en heeft de overgang van AGI naar DID meegemaakt. Eric hield zich vooral bezig met het inkopen van datadiensten, een beweging van veel kleine naar grote raamcontracten begeleidend. Daarmee heeft hij bijgedragen aan een efficiëntere en effectievere overheid. We hebben veel respect voor zijn inzet voor Rijkswaterstaat en de enorme gedrevenheid waarmee hij zijn werk heeft gedaan. In 2007 werd kanker bij hem geconstateerd en er volgde een lange periode van goed en slecht nieuws. In november 2011 heeft hij besloten niet meer aan een nieuwe experimentele therapie deel te nemen. Eric heeft tot februari 2012 gewerkt en was tot het laatst betrokken. We konden tot het laatst op zijn deskundigheid rekenen. Hij kon op grond van zijn enorme staat van dienst goed relativeren en wist ook met veel humor zijn collega’s en de organisatie scherp te houden. We zullen onze collega erg missen. Onze gedachten gaan uit naar Erics familie. We wensen hen veel sterkte toe. Arie Versluis en Angelien van Boxtel
26 Geo-Info 2012-5
Open Kaart
Boek op de Kaart In een tijd waarin boekhandels uitstel van betaling aanvragen en SoLoMo (Sociaal, Lokaal, Mobiel) het laatste marketingbuzzword is, kan Open Kaart niet om de website “Boek op de kaart” (http://boekopdekaart.nl/) heen. Edward Mac Gillavry (adviseur kartografie en geo-ICT): Wat bepaalt de locatie van een boek? Het onderwerp van een non-fictie boek, de algemene plaats van handeling, de plek van een specifieke scene, de woonplaats van de auteur: kortom ieder boek kan wel op de kaart lijkt het wel! Het zou leuk zijn om dit terug te zien komen in de symbolen op de kaart. Anders is de kaart niet meer dan een onverwachtse manier om een lijst boeken te presenteren. Daarnaast valt me op, dat het zoekscherm bovenop de kaartnavigatie is geplaatst, maar dat ontdek je pas als je probeert om het zoekscherm te verplaatsen. Er is voldoende ruimte in de interface buiten de kaart om het invoerveld voor het zoekscherm te plaatsen, dus deze keuze is me een raadsel. Erg leuk zijn de knopjes “Zoom”, “Gebied” en “Default” op het informatieballonnetje nadat je op een boekje hebt geklikt. Zo kan je snel de kaartuitsnede aanpassen om de geografische context te bepalen. Het copyrightsymbool geeft “2009” aan. Kortom: de hoogste tijd om weer eens een beetje liefde in de website te stoppen. Tjeerd Nijeholt (adviseur geo-informatie en auteur ‘Handboek Geo-visualisatie’): Enkele jaren terug zou ik hier warm van worden: vrijwillige bijdragen van Jan en alleman op een Google Maps mash-up. Er zijn echter al zoveel van deze voorbeelden te vinden. Om nu nog onderscheidend te zijn moet je een specifieke doelgroep hebben, of een bijzondere visualisatie, of bijzondere inhoud. Aan dat laatste – misschien wel het belangrijkste – ontbreekt het. Voor een boekenwurm, een bibliothecaris of een website-bezoeker die zijn eigen woon- of geboorteplaats eens wil bekijken, lijkt mij de spoeling veel te dun. Met zo weinig boeken (locaties) denk ik,
dat de bezoeker snel afhaakt. De inhoud moet in die gevallen niet alleen van de crowd komen, sterker, voornamelijk van een instituut. Misschien krijg je die bijdragen vandaag de dag alleen als de inhoud gelardeerd wordt door reclame van (ik noem maar eens iets actueels) Selexyz aangevuld met gegeocodeerde locaties uit boeken uit de database van Google. Zou dat nog iets zijn? Maarten Boddaert (uitgever aardrijkskunde en kartograaf): Als boekenuitgever zou deze website me moeten aanspreken, maar het valt me allemaal wat tegen. Wat betreft functionaliteit verwacht je toch op zijn minst dat je met het wieltje van je muis kunt in- en uitzoomen, maar dat is helaas niet mogelijk. Bovendien werkt de website niet goed. Tot twee maal toe is het toevoegen van een boek mij niet gelukt, simpelweg omdat de website niet in staat was een boek te vinden. Welke titel of ISBN ik ook probeerde, iedere keer verscheen de melding: ‘Geen resultaten!’. De hoeveelheid boeken op de website is nog erg beperkt. Wellicht dat het anderen ook niet gelukt is om een boek toe te voegen?
de kaart nog interessanter maken als je er ook bepaalde filters op zou kunnen loslaten. Zo zou je selecties kunnen maken op basis categorieën, zoals “fictie” of “biografie” en op die manier aflezen waar de meeste romans zich afspelen. Ook zou het handig zijn als de bezoeker kan selecteren op basis van het verschijningsjaar (in welk gebied is er nauwelijks over de oorlog geschreven?). Aangezien een uitgebreid invoerveld ontbreekt, zou deze rubricering herleid moeten worden via het ISBN-nummer. Blijft alleen nog de nauwkeurigheid van de positionering een probleem. Het is toch jammer, dat het boek ‘Een Jongen uit Stavenisse’ (over Leen Potappel, verdronken tijdens de watersnoodramp van ’53) mijlenver van het dorp staat gemarkeerd. Dat blijft dan toch maar weer mensenwerk!
Frédérik Ruys (information designer voor onder andere VPRO’s ‘Nederland van Boven’): Het aantal vermeldingen ten spijt, is het project een erg leuk initiatief. Het zou
Geo-Info 2012-5 27
Veelzijdige landmeter Pieter van Kampen Over Pieter van Kampen, geboren in 1750 te Leiden, is in boeken en op internet veel te vinden. Hij werd ook volgens het befaamde boek van Muller en Zandvliet (1987) geadmitteerd landmeter op 18 januari 1779. Verder was hij wijnroeier, leermeester in de wis-, bouw-, werktuig-, aardrijks-, zeevaarten sterrenkunde en tenslotte boekhouder. Hij en zijn broer Jacob behoorden in 1785 tot de oprichters van het Leidse Genootschap ‘Mathesis Scientiarum Genetrix’ (zie hierna). Hij veranderde van woning na de Kruitramp van 1807 en maakte toen, na vele andere kaarten van zijn hand, een kaart van de ingestorte en onherstelbare gebouwen door het springen van het met buskruit geladen schip. Van Kampen vertrok in 1809 met een van zijn dochters naar Rotterdam en werd daarvan boekhouder. Hij overleed
Genootschap MSG
Afb. 1. Een van de vaandels van het mede door landmeter Van Kampen opgerichte MSG.
Afb. 2. Titelcartouche van de plattegrond van Leiden van 1850 van zoon Willem Jacob van Kampen (www.vankampenentree.com).
te Spaarndam bij zijn zoon ds. Willem Cornelis, 69 jaar oud op 7 februari 1820. Zijn zoon Willem Jacob (Leiden 1792-1855) bracht het zelfs tot landmeter der 1e klasse van het Kadaster. Echt bekend werd deze echter door bijklussen: in 1850 maakte hij een stadsplattegrond van Leiden. Daar zette hij kennelijk als aanbeveling zijn kadastrale functie van Landmeter der 1e Klasse ook op! Adri den Boer
Afb. 3. Titelcartouche van de kaart van Pieter van Kampen van de Leidse buskruitramp van 1807 (www.leidenarchief.nl).
28 Geo-Info 2012-5
Op de webstek www.oudleiden.nl staat het sinds 2010 prima: ‘’Onlangs is aan de muur van het pand Pieterskerkgracht 11 een bijzondere bronzen gedenkplaat bevestigd. Deze gedenkplaat dateert uit 1935 en getuigt van de gevoelens van dankbaarheid die in dat jaar werden gekoesterd jegens degenen die 150 jaar eerder, dus in 1785, het Genootschap der Beschouwende en Werkdaadige Wiskunde onder de spreuk: Mathesis Scientiarum Genitrix - wat betekent: wiskunde is de moeder der wetenschappen - hadden opgericht. Dat genootschap begon kort na de oprichting onder voorzitterschap van Geadmitteerd Landmeter Wijnroeijer en Leermeester in de Wiskunde Pieter van Campen een school die gaandeweg dezelfde naam kreeg. Mathesis was waarschijnlijk de eerste van dat soort scholen in Nederland. Degenen die in 1935 met de gedenkplaat hun dankbaarheid toonden, waren de oudleerlingen. Nu, 225 jaar na de oprichting van wat later (ook) MSG ging heten, is de gedenkplaat teruggekeerd op de Pieterskerkgracht, waar hij de eerste eenendertig jaar heeft gehangen. MSG was namelijk tussen 1867 en 1966 gevestigd op Pieterskerkgracht 13, dus op de plaats waar nu het Hannes van Leeuwenplein ligt. De laatste drieënveertig jaar hing de gedenkplaat op de eerste verdieping van het pand Dieper poellaan 2, waar MSG naar was verhuisd. Via tal van fusies is MSG in 1996 opgegaan in het huidige ROC Leiden. MSG heeft met de eigen ‘rekenboeken’ aan het begin van de 19de eeuw bijgedragen aan het wiskundeonderwijs in Nederland en is een belangrijke factor geweest in de (niet alleen) industriële ontwikkeling in en om Leiden.’ Een nog betere bron weet dat het genootschap al in 1985 werd opgeheven en tot 1996 doorging als alleen een stichting die een school voor middelbaar technisch en ander onderwijs exploiteerde.
Files als wegenkaart Wanneer het erg druk is op de Nederlandse wegen en je zo rond de avondspits de gemelde files raadpleegt op je beeldscherm, kan het gebeuren dat er als het ware vanzelf een wegenkaart ontstaat door de bij meldkamer binnenstromende geodata. Een hyperdynamisch moment op de snelwegen. Of zou er nog iemand met een digitale accentueerstift en dito pictogrammen in de weer zijn? Wie het werkelijke verhaal kent is bij deze uitgenodigd.
Personalia Rinus Langerak Rinus Langerak bereikte afgelopen maand zijn pensioengerechtigde leeftijd. Rinus heeft een leven lang in de geo-informatie gewerkt, zowel aan de overheidskant als ook aan de private kant van het vakgebied. De laatste acht jaar heeft Rinus, in de rol van Adjunct Directeur van GeoCensus, een zeer waardevolle bijdrage geleverd aan de realisatie van de groei van GeoCensus. Naast de realisatie van groei was Rinus de afgelopen jaren ook mede verantwoordelijk voor de technische invulling van de vele uitdagende projecten. Met zijn slimme oplossingen en zijn waardevolle contacten zal hij door ons worden gemist. Het doet ons dan ook genoegen dat we kunnen hierbij melden dat we met Rinus overeen zijn gekomen dat hij GeoCensus op parttime basis blijft versterken in de rol van adviseur. Van Teeffelen nieuwe directeur DataLand De heer dr. P.B.M. (Pieter) van Teeffelen is per 1 april 2012 Michiel Jellema opgevolgd. Van Teeffelen (53) is op dit moment werkzaam bij Research voor Beleid, waar hij verantwoordelijk is voor beleidsonderzoek op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, informatisering en geografische informatie. Eerder was hij onder meer landelijk coördinator DURP namens de VNG, hoofd van de afdeling Informatisering bij de Ontwikkelingsdienst van de gemeente Breda en universitair docent aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Van Teeffelen studeerde cum laude af in de Sociale Geografie en is gepromoveerd op het thema dienstenaanbod en -gebruik.
Van Teeffelen is actief betrokken bij de recente discussie over de decentralisatie van overheidstaken, de (regie)rol van gemeenten, de herinrichting van het omgevingsrecht en de standaardisering en uitwisseling van gegevensbestanden. DataLand is voor hem geen onbekende, zo heeft hij op het jubileumcongres in juni 2011 zijn visie op de ontwikkeling van de overheidsinformatievoorziening en publieke dienstverlening verwoord. Het bestuur van DataLand zal binnenkort met Van Teeffelen de te volgen koers voor de komende jaren bepalen. Sinds juni vorig jaar bundelt Eddie Poppe zijn enthousiasme en ruim tien jaar cartografische kennis en ervaring in CartoMagie Cartografisch Ontwerp en Advies. Daarnaast blijft Poppe bij de Provincie Utrecht actief als coördinator cartografie.
Margot Quist nieuwe voorzitter TPG Tijdens de plenaire vergadering van de Topografie Producerende Gemeenten op 15 maart jl. heeft Margot Quist de voorzittershamer overgenomen van Albert Tieken. Margot Quist is projectmanager geo-ict van de gemeente Gouda en maakt al meerdere jaren deel uit van de kerngroep van de TPG. Met de invoering van de BGT komt er een nieuwe fase voor de TPG. De transitie en de invoering van IMGEO in relatie tot het beheer van de openbare ruimte zijn weer nieuwe uitdagingen voor de al jaren samenwerkende gemeenten. Albert Tieken legt deze functie na vijf jaar neer. Hij is momenteel actief als lid van het bouwteam van het SVB-BGT.
Geo-Info 2012-5 29
Bedrijven en diensten Google ontwikkelt bril voor augmented reality (Google’s Goggles) Google werkt aan de ontwikkeling van ‘augmented reality’-bril, die er voldoende redelijk uitziet om je mee in het openbaar te vertonen. Brillen waarin zicht en scherminformatie worden samengevoegd zijn al eerder vertoond, maar Google claimt er in te zijn geslaagd de schermfunctie onder te brengen in een zodanig klein component dat deze in het dagelijks sociaal verkeer nauwelijks nog als storend kan worden ervaren. De technologiegigant droomt zich dan ook al af over
praktische functies in de sfeer van augemented reality: de bril zou zijn drager in tal van situaties de weg kunnen wijzen door visuele informatie toe te voegen aan het normale beeld van de werkelijkheid. Variërend van route-informatie - in winkels, op vliegvelden en op straat - tot aanwijzingen bij bezigheden in de keuken of op het werk. Op z’n ‘plus’-site geeft Google een beeld van hoe het zich de toekomst voorstelt. In het begeleidende You-Tubeflimpje wordt de bril min of meer neergezet als een extra interface voor de smartphone, met behalve geo-informatie ook weerberichten, agenda- en contactgegevens. De digitale informatie wordt via een displaymodule,
op enige centimeters afstand schuin boven het rechter brillenglas, in het zicht van de gebruiker geprojecteerd. Behalve dat de bril informatie aanbiedt, zou deze ook in staat zijn aanwijzingen van de drager op te pikken, onder meer via een ingebouwde microfoon. Google hoopt met de bekendmaking van ‘Project Glass’ reacties uit te lokken die van nut zijn voor de verdere ontwikkeling van de bril. Over de termijn waarop de Googlebril commercieel beschikbaar zou kunnen komen of over de verwachte kostprijs meldt Google nog niet. (bron: automatiseringsgids)
Kadaster(hulp)kaarten te koop Kl. folio. Map met 59 originele kadaster kaarten 1900 - 1912. Kaarten en hulpkaarten, tekeningen van percelen in de gemeente; Abcoude Proostdij (1), Alkemade (6), Barwaardswoude (4), Diemen (6), Diemerbruggen (4), Hof van Delft (1), Meerssen (1), Muiden (2), Mijdrecht (11), Naaldwijk (3), Rotterdam (3), Rijnvaartsche Polder (1), Rijswijk (1), Scheveningen (2),
Schipluiden (2), Slenaken (1), Wassenaar (1), Wateringen (2) en Zwammerdam (2) en 5 kaarten zonder plaatsnaam, maar met kadasternummers. Enkele kaarten gesigneerd ‘De Landmeter’ C.J. Trouw Jzn (?). *Originele handgetekende kadaster(hulp)kaarten in kleur. EUR 600.00. (www.antiqbook.com)
Man vindt na 25 jaar familie terug via Google Earth Een man uit India, die 25 jaar geleden gescheiden was geraakt van zijn familie, heeft deze op een heel bijzondere manier teruggevonden. De man, Saroo, vertelde aan de BBC dat hij als vijfjarige met zijn broer treinen schoonmaakte. Op een avond was hij zo moe dat hij op het station in slaap viel. Toen hij wakker werd, zag hij zijn broer niet meer, en hij stapte in paniek de eerste trein in die hij zag. De trein kwam 14 uur later aan in de miljoenenstad Calcutta. Saroo wist niet hoe het dorp heette waar hij vandaan kwam, en werd veroordeeld tot een leven als bedelaar. Uiteindelijk kwam hij in een weeshuis terecht en werd hij geadopteerd door een stel uit Tasmanië. 30 Geo-Info 2012-5
Calcutta. Op Google Earth bekeek hij vervolgens de plaatsen langs de cirkel. Tot zijn grote verbazing vond hij al snel zijn dorp, Khandwa. Hij herkende het aan de dam en de waterval even verderop, waar hij vaak speelde.
Moeder leeft nog Zoeken via Google Earth Saroo was gelukkig met zijn nieuwe leven, maar toch bleef het aan hem knagen hoe het met zijn familie zou zijn. Uiteindelijk kreeg hij een lumineus idee: hij rekende uit hoe ver een trein in India in 14 uur kan reizen (1200 kilometer) en trok op een landkaart een cirkel met die afstand rond
Saroo is naar zijn dorp teruggegaan. Zijn oude huis was vervallen en verlaten. Maar een buurtbewoner wist te achterhalen waar zijn moeder nu leefde en zo werden de twee na 25 jaar weer herenigd. Er was ook slecht nieuws: kort nadat Saroo verdween, verongelukte zijn broer. (BBC News)
Informatie Tijdreizen met annodrenthe.nu Het Drents Archief heeft de site en mobiele app annodrenthe.nu ontwikkeld. Informatie uit het Drentse verleden is zo op locatie in heel Drenthe beschikbaar. De basis voor de site wordt gevormd door zes kaartlagen van Drenthe: • een hedendaagse Google Earth kaart • de Topografische Kaart rond 1940 (Bonnebladen 1926-1948) • de Topografische Kaart rond 1900 (Bonnebladen 1898-1928) • de Topografisch Militaire Kaart (Veld minuten 1850 met latere aanvullingen) • rond 1800 de Franse Kaarten 1811-1812 en Hottinger Kaarten van Zuid-Oost Drenthe 1788-1792 (deze kaarten worden binnenkort toegevoegd) • rond 1640 de kaart van Cornelis Pijn acker uit 1638. Met een tijdbalk kun je door deze tijdlagen heen navigeren. Op tal van plekken plaatsen op de kaart is informatie uit het Drents Archief te vinden: foto’s, films en documenten die betrekking hebben op die locatie. Thuis achter de computer kun je zo van alles ontdekken over het Drentse verleden. Nog mooier is het om dat met een smartphone op elke willekeurige plek in Drenthe te doen. Terwijl je een boswandeling maakt, kun je op je mobiele telefoon zien hoe het landschap er vroeger op die plek uitzag. En zittend op een terrasje bekijk je een filmpje van het dorp in de jaren zestig van de vorige eeuw. (www.drentsarchief.nl)
Landmeten weer op NOS dankzij Paasvuur In Espelo in Overijssel is het wereldrecord vuurstapelbouwen gebroken. De bouwers maakten een paasvuur van 45,98 meter hoog. Het oude record van ruim 43 meter stamt uit 2005 en werd gevestigd in Slovenië. Landmeters hadden een uur nodig om de houtstapel in Espelo te meten.
Kadaster in Italië In Italië staan ruim een miljoen gebouwen meer dan gedacht. De huizen en bedrijven waren gebouwd, maar nooit doorgegeven aan het kadaster. Daardoor loopt de staat per jaar ongeveer een half miljard euro aan belastingen mis. (ad.nl, 6 maart 2012)
LH Wageningen en PBNA in Gelders Archief Het Gelders Archief publiceert sinds begin 2012 als nieuwe toegangen op internet de archiefinventarissen van de Landbouwhogeschool te Wageningen en van de Koninklijke PBNA BV te Arnhem. Beide inventarissen hebben ook interessante inleidingen. De archieven zelf zijn in de studiezaal vrij toegankelijk. Bij 0740 LH Wageningen 1876-1958 zitten onder andere deze inventarisnummers: 483 Stukken betreffende oefeningen in het landmeten en waterpassen, 1901-1907, 1 omslag 1129 Landmeten en waterpassen en Landmeterscursus, 1926-1937, 1 pak 1299 Afdelingen Landmeten-M, 1957/1958, 1 omslag 1469 Landmeten en waterpassen, 1945-1953, 1 omslag met tekeningen 1516 Landmeten en waterpassen, 1948-1954, 1 omslag - Landmeten en waterpassen, prof. A. Kruidhof, 1945-1953: zie archief na 1958 2182 Stukken betreffende prof ir. J.W. Dieperink, hoogleraar in het landmeten, waterpassen en geodesie, 1934, 1 omslag 2490 Landmeten en waterpassen; J.M. Tienstra, lector aan de Landmeterscursus, 1934-1935, 1 omslag Bij 0793 Koninklijke PBNA BV te Arnhem 1914-1989 staat naast bijvoorbeeld dozen met cursistenbestanden ook: 358 Landmeter (m.z. Landmeten, AdB) en Waterpassen, 1933, 1 deel
(Bron: www.nos.nl, 6 april 2012) (www.geldersarchief.nl)
Proefschrift met patent? Is er niet één model te maken waarvan op elke willekeurige kaartschaal alle bijbehorende informatie af te leiden is? Volgens Martijn Meijers wel. Hij promoveerde in december 2011 op het verwerken van geoinformatie op variabele kaartschaal. Voor de aanpak die Meijers ontwikkelde heeft het OTB patent aangevraagd. Het proefschrift Variable-scale geo-information is beschikbaar in pdf via http://repository.tudelft.nl. (OTB & Omgeving, maart 2012)
Houtsnedekaarten te koop via internet
‘’Frame a composition around any special spot in the world, just as if you were taking a photo. We offer a wide selection of exotic hardwoods, previewable through our online design tool. Each map has a totally unique pattern of wood grain. Two weeks later, a hand-crafted wood-inlay map of your own design arrives at your home for hanging or framing.’’ (http://woodcutmaps.com o.b.v. Google Maps)
Geo Informatics Magazine Wilt u een internationale verdieping in uw geo-nieuwsberichten? Als GIN-lid kunt u nu –door tussenkomst van CLGE- een gratis digitaal abonnement krijgen op Geo Informatics Magazine. U kunt u hiervoor aanmelden bij: Jos Anneveld:
[email protected] of Mark Wijngaarde:
[email protected] Geo-Info 2012-5 31
Mijnmeters op winnende webstek
De Geschiedenis Online Prijs 2011 van De Ree Archiefsystemen ging dit jaar in de categorie ‘verenigingen en particulieren’ naar www.domanialemijn.nl, een webstek waarop liefhebber Paul Geilenkirchen de geschiedenis van een steenkolenmijn in Kerkrade vertelt. Onder de knop ’werkers in de mijn’ zit een prima bijdrage ’bij de mijnmeters’ van Martin Schlösser (inclusief een fotoserie). Een fragment: ’De invoering van de Mijnwet had
tot gevolg dat alle ondergrondse en bovengrondse werken zorgvuldig in kaart moesten worden gebracht. Tot het begin van de twintigste eeuw had niet elke mijn haar eigen mijnmeterij, meestal had één mijnmeter (‘de markscheider’) meerdere mijnen onder zijn hoede. Aspirant-mijnmeters konden bij hem examen doen en bij gebleken geschiktheid volgde dan de aanstelling tot mijnmeter. Met het toenemen van de complexiteit in de moderne mijnbouw ontstond zo’n uitgebreid scala aan taken, dat het niet meer door één man te behappen was. Binnen de mijnbedrijven werden afdelingen mijnmeten opgericht met daarin specialisten op diverse terreinen. Zo onderscheidde men bijvoorbeeld mijnmeters, helpers bij de opmetingen, materiaalhulpen en tekenaars. De opleiding vond veelal plaats binnen het eigen bedrijf. In 1915 startte op de Mijnschool in Heerlen de opleiding voor ‘hulpmijnmeter’, in eerste instantie alleen voor personeel van de Staatsmijnen. Pas in 1937 werd de opleiding ‘opzichter bij de opmetingen’ in het leven geroepen. Het was geen reguliere opleiding, de cursus werd alleen gegeven als de mijnen daar behoefte aan hadden. In totaal leverde de Mijnschool in de loop der jaren 151 mijnmeters af. (www.domanialemijn.nl)
Betere registratie kabels en leiding Steeds meer gemeenten klagen over waterleidingen, gasbuizen of elektriciteitskabels die dwars door hun rioolbuizen worden aangelegd. De stichting RIONED heeft een meldpunt ingericht. Na een meer algemene oproep over het weglekken van gas via het riool kreeg RIONED, koepelorganisatie voor rioolbeheerders, de afgelopen tijd onverwacht veel klachten over schade aan het riool door kruisende nutsleidingen en -kabels. ‘We kenden de incidentele verhalen natuurlijk wel, maar de meldingen kwamen uit zoveel gemeenten dat er duidelijk sprake is van een groter probleem dan wij ooit hadden gedacht’, aldus woordvoerder Hugo Gastkemper van RIONED.
Probleem in kaart
Geconfronteerd met het hoge aantal meldingen besloot RIONED deze week een meldpunt in te stellen. De stichting roept via haar website gemeenten op om doorboringen te melden. ‘Als we het Ongestuurde raketboring probleem in kaart hebben, kunnen we bijvoorbeeld aandringen Veel leidingen worden de laatste jaren met zogenoemde raketboringen aangelegd: daarbij wordt niet gegraven, maar worden dat de diepte van de leidingen op de ondergrondse kaarten wordt aangegeven. Nu is alleen de ligging in het verticale vlak de buizen pneumatisch horizontaal door de ondergrond gehabekend.’ Bij verstopping of inspecmerd. De voordelen zijn groot, maar er is één nadeel, zegt de woordOnverwacht veel raketboringen tie wordt een rioolbuis eerst met camera’s bekeken. Daarop is dan voerder. ‘We kunnen de leidingen vernielen riool vaak te zien of het om een kruisende tijdens het aanleggen niet bijsturen. Eenmaal op koers gaat de boring dwars door elke rioolbuis heen, nutsbuis gaat. De schoonmaakactie wordt daar op aangepast. ‘Gelukkig wel’, stelt Gastkemper. ‘Stel je voor dat we met een met alle gevolgen van dien’. Die gevolgen zijn volgens RIONED wortelfrees een gasleiding te lijf zouden gaan’. aanzienlijk. Niet alleen raakt het riool snel verstopt als er een buis dwars door heen is geslagen. Naast deze schade ontstaat er gevaar voor gasexplosie, kortsluiting en drinkwaterbesmetting. Bron: Binnenlands Bestuur 17 april 2012 32 Geo-Info 2012-5
GeoFort van start! Op 24 juni aanstaande gaat GeoFort: dé educatieve attractie op het gebied van cartografie en navigatie open voor het publiek. Na vele updates in Geo-Info over alle plannen en activiteiten bieden we jullie als leden en lezers van Geo-Info graag iets speciaals aan. Door middel van onderstaande bon, krijg je een leuke attentie als je GeoFort bezoekt. Wat is er te doen op GeoFort? Intelligent Doolhof Vind elke keer een andere weg van A naar B. Oriënteer en navigeer op basis van
moderne navigatietechnieken, bijvoorbeeld met geurtechnieken en hubs waar je dankzij sensoren, geluid of geur nieuwe opdrachten krijgt. De weg vinden was nog nooit zo leuk en leerzaam. Vleermuizen Speurtuin Kruip in de huid van een vleermuis in de Vleermuizen Speurtuin van Staatsbosbeheer en GeoFort. Volg de route dat het verhaal van de vleermuis vertelt: waar ze slapen, hoe ze paren, hoe ze navigeren en hoe ze jagen. Vlieg mee! GeoExperience De GeoExperience is momenteel nog volop in ontwikkeling. Maar neem alvast een kijkje hoe mensen al jarenlang liegen en bedriegen met kaarten. De gemeenschappelijke deler van de GeoExperience: het doen en beleven van X,Y,Z.
150 personen, uiteraard voorzien van alle moderne vergaderfaciliteiten en een passende catering. Buiten nodigt het fortterrein uit tot GeoActiviteiten, workshops en innovatieve sessies. Meer informatie: www.geofort.nl
3D Café Geniet in het 3D Café van een drankje met lekkere zelfgemaakte fortencake of van een echte streeklunch. Ontspan in de zon op het ruime en comfortabele terras, met direct uitzicht op de speurtuin. GeoZalen Dé inspirerende locatie voor klantendagen, teambuildingsessies of vergaderingen Binnen biedt GeoFort meerdere comfortabele vergaderzalen in het monumentale fortgebouw en een auditorium tot
Geo-Info lezersactie: Ontvang een leuke attentie bij inlevering van deze bon! Geldig van 24 juni tot en met 31 augustus 2012 Volg GeoFort op: Facebook: facebook.com/geofort Twitter: twitter.com/geofort
The University of Twente. We stand for life sciences and technology. High tech and human touch. Education and research that matter. New technology which drives change, innovation and progress in society. The University of Twente is the only campus university in the Netherlands; divided over six faculties we provide more than fifty educational programmes. The University of Twente has a strong focus on personal development and talented researchers are given scope for carrying out pioneering research.
DOCENT (LECTurEr)
‘SurvEyiNg aND PhOTOgrammETry’ this position supports our education in geo-informatics. topics to be taught include sensor characteristics and operational aspects of image acquisition, geo-referencing and mapping. in the department earth Observation science (eOs) of the faculty itc you teach and support modules in photogrammetry and remote sensing at technician, master, and master of science level. You contribute to the development of educational modules and new educational products. You keep your theoretical and practical expertise up to date, following the development of technology. the focus is on GPs and geometric processing of images from aerial and satellite camera systems; in particular, geodetic and detail surveys with GPs including processing and quality control, reference systems, aerial triangulation and integrated camera calibration, DtM generation, ortho-image production, topographic feature extraction and texture mapping. Further details are available at http://www.utwente.nl/vacatures/en. Make sure that your application reaches us before 1 July 2012. Please use the application link ‘apply now’ on the above-mentioned website. You are also invited to visit our homepage www.itc.nl.
www.utwente.nl/vacancies
UITNODIGING - 7 JUNI 2012
Onze ú gericht! Onzefocus focus isisopop ú gericht! Op 7 juni a.s. organiseert Geometius de 12de editie van de Trimble Gebruikersdag. Door de jaren heen is het evenement uitgegroeid tot een belangrijke en zeer informatieve bijeenkomst voor landmeters, aannemers, Geo-ICT specialisten, veldwerkers, GWW- en Hydrografische bedrijven. Dit jaar vindt de Gebruikersdag plaats in en rond het prachtige Fort Wierickerschans in Bodegraven.
Op de Trimble gebruikersdag kunt u: • Deelnemen aan informatieve sessies en workshops • “Hands on” demonstraties bijwonen • Ervaringen uitwisselen met andere gebruikers • Gebruikerspresentaties bijwonen
MEER INFO EN AANMELDEN
GEOMETIUS.NL/TGD2012
geometius.nl