Ministerie van Financiën Postbus 20201 2500 ee Den Haag Telefoon (070) 342 75 42 Internet www.minfin.nl
Geïntegreerd middelenbeheer
Geïntegreerd middelenbeheer
Inhoud
1 2 3 4 5 6
Waarom deze brochure? Wat houdt het geïntegreerd middelenbeheer in? Welke instellingen vallen onder het geïntegreerd middelenbeheer? Hoe werkt het geïntegreerd middelenbeheer? Antwoord op veelgestelde vragen Heeft u nog vragen?
1
3 4 6 7 9 11
Waarom deze brochure?
Het kasbeleid van de overheid is erop gericht zo doelmatig mogelijk om te gaan met liquide middelen. In de comptabiliteitswet is vastgelegd dat de liquide middelen van daartoe aangewezen instellingen met een wettelijke taak worden gebundeld in de schatkist. Dit wordt aangeduid met de term geïntegreerd middelenbeheer. Het geïntegreerd middelenbeheer heeft gevolgen voor het beheer van de liquide middelen van een instelling. In deze brochure leest u meer over het geïntegreerd middelenbeheer. Wat houdt het in? Wie vallen onder deze wet? En hoe werkt het? Deze brochure is bestemd voor geïnteresseerden werkzaam bij een instelling met een wettelijke taak die een globaal beeld willen hebben van de werking en de gevolgen van het geïntegreerd middelenbeheer. Voor geïnteresseerden die werkzaam zijn bij een onderwijsinstelling is een aangepaste brochure gemaakt.
3
2
Wat houdt het geïntegreerd middelenbeheer in? Geïntegreerd middelenbeheer houdt in dat ‘grote’ instellingen die een wettelijke taak uitvoeren en daarvoor geld van het Rijk krijgen of via een wettelijke heffing, het geld dat nog niet is uitgegeven aanhouden op een rekening-courant of uitzetten in een termijndeposito bij het ministerie van Financiën. Over het geld dat wordt aangehouden, krijgen de instellingen rente van het Rijk. Ook kunnen ‘grote’ instellingen onder voorwaarden lenen bij het Rijk. ‘Kleine’ instellingen hoeven de liquide middelen niet aan te houden bij het ministerie van Financiën, voor het liquide middelenbeheer van deze instellingen zijn voorschriften opgesteld. In hoofdstuk 3 kunt u lezen welke instellingen onder het geïntegreerd middelenbeheer vallen en op basis van welke criteria er een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘grote’ en ‘kleine’ instellingen. Het geïntegreerd middelenbeheer geldt al voor alle ministeries en de sociale fondsen. In de comptabiliteitswet is het geïntegreerd middelenbeheer uitgebreid naar instellingen die geen deel uitmaken van het Rijk maar wel een wettelijke publieke taak uitvoeren. Het ministerie van Financiën is belast met de uitvoering van het wetsvoorstel. Let op!
Deze regeling geldt alleen voor publieke middelen van een instelling. Voor het beheer van private middelen worden geen wettelijke regels gesteld. Waarom wordt het geïntegreerd middelenbeheer ingevoerd?
Waarom is het geïntegreerd middelenbeheer zinvol?
Geïntegreerd middelenbeheer zorgt er voor dat publieke gelden niet eerder de schatkist verlaten dan noodzakelijk is voor het uitvoeren van de publieke taak. Ook voor individuele deelnemende instellingen is het geïntegreerd middelenbeheer zinvol omdat zij op deze wijze een risicoloos kasbeheer voeren en omdat het ministerie van Financiën marktconforme rentetarieven zonder afslagen op creditgelden vergoedt en marktconforme rentetarieven zonder opslagen in rekening brengt bij rood staan. Dit komt doordat de Staat als uiterst betrouwbare partij zelfstandig op de geld- en kapitaalmarkt handelt. De condities waartegen de Staat handelt op de geld- en kapitaalmarkt, zijn gemiddeld beter dan bereikbaar is voor een instelling. Dit voordeel wordt volledig doorgegeven aan de deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer. Wat betekent het geïntegreerd middelenbeheer voor een instelling?
Het betalingsverkeer van een instelling wordt net als nu gedaan door een bank. Voor het aanhouden van creditgelden bent u aangewezen op het ministerie van Financiën. Een instelling krijgt geen rentenota meer van een bank omdat bij de bank geen rentedragende saldi worden aangehouden. Als een instelling kasgelden wil beleggen kan dit bij het ministerie van Financiën. Er is keuze uit een breed scala van termijndeposito’s. Ook voor leningen kan een instelling terecht bij het ministerie van Financiën. De door het ministerie van Financiën aangeboden producten zijn betrouwbaar, simpel en transparant.
Het is efficiënter om publieke gelden zo lang mogelijk rentedragend in de schatkist aan te houden. Op deze wijze wordt voldaan aan het principe dat publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Ook de Algemene Rekenkamer heeft in het rapport ‘Vermogensvorming bij instellingen op afstand van het Rijk’ gewezen op de noodzaak van een wettelijke regeling op het gebied van het liquide middelenbeheer. Zij heeft voorgesteld om het lenen en beleggen bij het Rijk voor bepaalde categorieën instellingen open te stellen.
4
5
3
Welke instellingen vallen onder het geïntegreerd middelenbeheer? Diverse publieke taken worden vaak uitgevoerd door instellingen, die deze taken wettelijk opgedragen hebben gekregen. Deze instellingen met een wettelijke taak worden bekostigd uit publieke middelen. Deze bekostiging kan een rijksbijdrage betreffen of een heffing die bij of krachtens de wet is ingesteld. Alle instellingen met een wettelijke taak die bekostigd worden uit publieke middelen vallen in principe onder het geïntegreerd middelenbeheer. Er zijn echter een aantal uitzonderingen. Instellingen met een overwegend marktkarakter, bijvoorbeeld zorgverzekeraars, vallen niet onder de regeling. Een andere uitzondering betreft instellingen met een relatief beperkte publieke neventaak, bijvoorbeeld apk-keuringsstations. Zoals gesteld vallen alle instellingen met een wettelijke taak die niet zijn uitgezonderd, onder het geïntegreerd middelenbeheer. Instellingen die aan tenminste één van de volgende criteria voldoen, worden beschouwd als ‘grote’ instellingen. De criteria zijn: • •
een bedrag aan inkomsten per jaar van minimaal H 14 miljoen; of een bedrag aan liquide middelen of beleggingen van minimaal H 0,9 miljoen.
De overige instellingen worden beschouwd als ‘kleine’ instellingen en vallen onder het regime van de zogenoemde B-lijst. Voor hen gelden nadere voorschriften voor het liquide middelenbeheer. Deze zijn vergelijkbaar met de voorschriften die voor decentrale overheden (wet fido) gelden.
4
Hoe werkt het geïntegreerd middelenbeheer? Bij het geïntegreerd middelenbeheer staat het geld van een instelling op een eigen rekening-courant van die instelling bij het ministerie van Financiën. Deze rekening-courant wordt gekoppeld aan de betaalrekening(en) bij de huisbank(en) van de instelling. Om de publieke taak goed te kunnen uitvoeren heeft een instelling te allen tijde direct toegang tot de liquide middelen die de instelling in de schatkist aanhoudt. Deze gelden worden steeds op eerste verzoek van de instelling op de betaalrekening geplaatst. Dit kan op twee manieren: • automatisch • handmatig Automatisch wil zeggen dat de systemen van de bank die de betaaldiensten levert ervoor zorgen dat steeds het benodigde bedrag voor de betalingen wordt onttrokken aan, en eventuele ontvangsten worden bijgeschreven op, de rekening-courant van de instelling bij het ministerie van Financiën. Dit systeem kan worden aangeboden bij abnamro bank, ing/Postbank, Rabobank, Fortis bank en de bng. Handmatig wil zeggen dat een instelling zelf verantwoordelijk is voor het beheer van het saldo. De instelling moet zelf de overtollige kasmiddelen overmaken naar de schatkistrekening. Op verzoek van de instelling (per fax) maakt het ministerie van Financiën direct geld over naar de betaalrekening van de instelling.
De instellingen zijn aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Voor de wetstekst van het geïntegreerd middelenbeheer en een overzicht van de instellingen op de A-lijsten of de B-lijst kunt u de website van het ministerie van Financiën raadplegen www.minfin.nl/schatkistbankieren.
6
7
5
Welke rente krijgt een deelnemer aan het geïntegreerd middelenbeheer op zijn creditgelden?
Voor liquide middelen die worden aangehouden op de rekening-courant ontvangt een instelling eonia zonder afslag. eonia staat voor Euro Overnight Index Average. Het is de rente die professionele partijen elkaar betalen voor daggeld op de geldmarkt. Voor deposito’s met een looptijd tot en met 12 maanden ontvangt een instelling de corresponderende Euribor-rentetarieven. Euribor staat voor Euro Interbank Offered Rate. Dit is de rente waartegen in de geldmarkt interbancair deposito’s in euro’s worden aangeboden binnen het eurogebied. Voor deposito’s met een looptijd langer dan 12 maanden is de rente gelijk aan het effectief rendement van staatsleningen met een corresponderende looptijd. Tevens ontvangt een instelling over het positieve saldo van het gewogen gemiddelde van deposito’s, met een looptijd langer dan 12 maanden, minus het gewogen gemiddelde van de eventuele leningen een bonusrente.
Antwoord op veelgestelde vragen
In dit hoofdstuk vindt u antwoorden op een aantal veel gestelde vragen. Mocht u een vraag hebben die hier niet beantwoord wordt, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Centraal Kasbeleid van het ministerie van Financiën (zie hoofdstuk 6). Kan een instelling bij het geïntegreerd middelenbeheer nog vrij beschikken over de liquide middelen?
Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer zijn zelfstandige rechtspersonen. De rekening-courantrelatie tussen een instelling en het ministerie van Financiën wordt vastgelegd in een civielrechtelijke overeenkomst. In deze overeenkomst staat dat het ministerie van Financiën de bij hem in bewaring gegeven liquide middelen steeds op eerste verzoek direct en onvoorwaardelijk ter beschikking stelt aan de instelling. In de theoretische situatie dat het ministerie van Financiën zijn contractuele verplichtingen niet nakomt, kan een instelling dit via de rechter afdwingen. Tast het geïntegreerd middelenbeheer de autonomie van een instelling aan?
Ja op een klein deel, namelijk dat het voor een instelling niet meer vrij te kiezen is waar zij haar liquide middelen aanhoudt. Hiervoor is zij aangewezen op het ministerie van Financiën. De relatie die een instelling met het ministerie van Financiën aangaat, is een zuiver bancaire relatie. Het ministerie van Financiën oefent uit dien hoofde dus ook geen toezicht uit op het betalingsverkeer of op de besteding van de liquide middelen. Geldt het geïntegreerd middelenbeheer ook voor private gelden?
Nee. Het geïntegreerd middelenbeheer richt zich op publieke middelen. Sommige instellingen beheren ook private middelen. Aan het beheer van deze private middelen worden geen eisen gesteld. Het adequaat scheiden van beide middelen is een verantwoordelijkheid van de instelling. Dit kan eventueel ook op basis van een vuistregel. Administratief afgescheiden private middelen dienen niet bij het ministerie van Financiën te worden ondergebracht.
8
9
6
Kan een instelling bij het geïntegreerd middelenbeheer onbeperkt lenen bij het ministerie van Financiën?
Dat kan, voor zover dit de bancaire relatie met het ministerie van Financiën betreft en indien aan de voorwaarden is voldaan.. Natuurlijk zijn er wel zekerheden ingebouwd. In de eerste plaats moet het voor een instelling zijn toegestaan om te lenen, los van de vraag of er geleend wordt bij het ministerie van Financiën of bij de bank. Als een instelling bij het ministerie van Financiën wil lenen dan moet het vakdepartement een garantstelling afgeven voor de rente en aflossing van de lening of het rekening-courantkrediet. De toetsing van de aanvraag voor een garantie gebeurt dan ook bij het vakdepartement en niet bij het ministerie van Financiën. Voor alle duidelijkheid: het lenen bij het ministerie van Financiën is vrijwillig. Een instelling die mag lenen, kan ook bij een bank lenen.
Heeft u nog vragen?
Het kan zijn dat u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft. Voor meer informatie over het geïntegreerd middelenbeheer kunt u terecht bij de afdeling Centraal Kasbeleid van het ministerie van Financiën. Afdeling Centraal Kasbeleid Telefoon (070) 342 70 81 e-mail ckb.gmbAminfin.nl
Kan een instelling op de A-lijst ook voor een langere termijn beleggen?
Ja. Instellingen die voor langere tijd liquide middelen niet nodig hebben voor het uitvoeren van hun publieke taak hebben naast een rekening-courant ook behoefte aan andere producten. Daarom heeft het ministerie van Financiën een breed scala aan termijndeposito’s waaruit een instelling de voor haar meest gunstige looptijd kan kiezen. Uiteraard ontvangt een instelling voor haar afgesloten termijndeposito’s een aantrekkelijke rente.
10
11
Colofon Ministerie van Financiën Postbus 20201 2500 ee Den Haag Internet www.minfin.nl gewijzigde herdruk maart 2005 001maa2005br tekst Afdeling Centraal Kasbeleid vormgeving Studio Tint, Den Haag druk Drukkerij van Deventer, ‘s-Gravenzande