GEMEENTEBLAD
Nr. 332 11 juli 2014
Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
Tekst van de regeling
Wijzigingsverordening APV Ede 2012
De raad van de gemeente Ede;
gelet op artikel 2:15, eerste lid, en 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit: vast te stellen de volgende Wijzigingsverordening APV Ede 2012.
Artikel I De APV Ede 2012 wordt als volgt gewijzigd: A. 1. In artikel 2:1, eerste lid, wordt na de woorden «onnodig op te dringen» ingevoegd: , te vechten. 2. In artikel 2.1, vijfde lid, wordt na de woorden «Wet openbare manifestaties» ingevoegd: en situaties waarin wordt voorzien door artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht.
B. Na artikel 2:47a wordt een nieuw artikel toegevoegd, dat luidt:
Artikel 2:47b Metaaldetector e.d. 1. Het is verboden op door de burgemeester aangewezen openbare plaatsen een metaaldetector, een mijndetector of enig ander voorwerp, kennelijk bedoeld voor het opsporen van explosieven, metalen voorwerpen en dergelijke, bij zich te hebben. 2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op een bedrijf dat in het bezit is van een procescertificaat Opsporen van Conventionele Explosieven als bedoeld in artikel 4.10, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
Gemeenteblad 2014 nr. 332
1
GEMEENTEBLAD
Nr. 332 11 juli 2014
Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
C.
In artikel 2:48, tweede lid, wordt een nieuw sub c toegevoegd luidende: c. situaties waarin wordt voorzien door artikel 45 van de Drank- en Horecawet.
D. In artikel 2:59, eerste lid, wordt «het college» vervangen door: de burgemeester. E. In artikel 5.1, sub b, wordt na «RVV 1990» ingevoegd: alsmede het laten stilstaan van een voertuig binnen een straal van 500 meter gerekend vanaf de plaats waar deze laatstelijk tot stilstand is gebracht anders dan voor het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
Gemeenteblad 2014 nr. 332
2
GEMEENTEBLAD
Nr. 332 11 juli 2014
Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
F.
vervallen
G.
Artikel 5:6 wordt als volgt gewijzigd: 1. De titel «artikel 5:6 kampeermiddelen e.d.» komt te luiden: Artikel 5:6 kampeermiddelen, aanhangwagens e.d. 2. In het eerste lid wordt na de woorden «het is» ingevoegd: een aanhangwagen of.
H.
In artikel 6:1, eerste lid, wordt na «2:47a, » ingevoegd: 2:47b, .
I.
Artikel 6:2, eerste lid, komt als volgt te luiden: Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de ambtenaren die werkzaam zijn in het domein Openbare Ruimte en zijn aangesteld in dienst van de afdeling Toezicht van de gemeente Ede en de ambtenaren die zijn belast met de uitvoering van de politietaak binnen de politieregio Oost-Nederland.
J.
De verordening van 9 november 2000, kenmerk VR 2000/78 (“Verordening speelautomaten 2000”) wordt ingetrokken.
Artikel II Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.
Gemeenteblad 2014 nr. 332
3
GEMEENTEBLAD
Nr. 332 11 juli 2014
Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
Vastgesteld in de besluitvormende vergadering van de gemeenteraad van 10 juli 2014, zaaknr. 15376.
De raad,
w.g. VAN BRAKEL
w.g. VAN DER KNAAP
de plv. griffier,
de voorzitter.
Gemeenteblad 2014 nr. 332
4
GEMEENTEBLAD
Nr. 332 11 juli 2014
Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
Artikelgewijze toelichting
Artikel 2:47b Er is gebleken dat er nog altijd veel overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog zijn te vinden in de bodem van de gemeente. Het afgelopen jaar zijn herhaaldelijk stoffelijk overschotten gevonden van Duitse militairen. Het grootste probleem is echter dat er in het gebied ook bombardementen zijn uitgevoerd. Het is mogelijk dat er nog altijd explosieven in de grond zitten, maar de locatie daarvan is niet bekend. Zolang er geen graaf- of detectiewerkzaamheden plaatsvinden vormt de aanwezigheid van deze explosieven geen gevaar. Uit de vondsten die het afgelopen (anoniem) zijn gemeld blijkt dat er nog altijd veel mensen zijn die hobbymatig op zoek gaan naar onder meer munitie die is gebruikt in de Tweede Wereldoorlog. Echter vanwege de mogelijke aanwezigheid van explosieven in de bodem is dat niet zonder gevaar. Er is daarom besloten om een verbod in te voeren op het aanwezig hebben van metaaldetectoren en dergelijke.
Artikel 2:48 Sinds 1 januari 2013 is er in de Drank- en Horecawet een verbod opgenomen voor het aanwezig hebben alcoholische drank voor personen van 16 jaar (sinds 1 januari 2014: 18 jaar). Dit verbod overlapt deels het verbod dat is opgenomen in artikel 2:48 van de APV Ede 2012. Het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie heeft op 13 februari 2014 advies uitgebracht over de verbindendheid van deze bepaling. Het adviseert daarbij om over te gaan tot het schrappen of wijzigen van de bepaling, vanwege de overlap met het verbod in de Dranken Horecawet. Besloten is om situaties die door artikel 45 van de Drank- en Horecawet worden bestreken uit te zonderen van het verbod in de APV. Er is niet gekozen voor het schrappen van het verbod, omdat ook personen boven de 18 jaar overlast kunnen veroorzaken door drankgebruik.
Gemeenteblad 2014 nr. 332
5
GEMEENTEBLAD
Nr. 332 11 juli 2014
Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
Artikel 2:59 In artikel 172 van de Gemeentewet is de burgemeester aangewezen als bevoegd gezag voor de handhaving van de openbare orde. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het gevolg hiervan dat de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op de feitelijke handhaving van de openbare orde moet worden opgedragen aan de burgemeester (zie o.a. HR 11 oktober 2005, GST 2006, 133). Voorbeelden zijn het opleggen van verblijfsontzeggingen, vergunningverlening en sluiting van horeca-inrichtingen.
De achtergrond van artikel 2:59 van de APV Ede 2012 is het voorkomen van bijtincidenten. Bijtincidenten verstoren de openbare orde, doordat zij maatschappelijke onrust veroorzaken. Bovendien is het de burgemeester die ingrijpt (al dan niet met hulp van de politie) op het moment dat een kort aanlijn- en muilkorfgebod onvoldoende helpt om bijtincidenten te voorkomen. Een voorbeeld daarvan is te vinden in een uitspraak van de Raad van State van 18 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2441. Omdat het opleggen van kort aanlijn- en muilkorfgeboden dus een vorm is van feitelijke handhaving van de openbare orde is het juist om de burgemeester daarvoor aan te wijzen als bevoegd gezag.
Artikel 5:1 In de praktijk is gebleken dat er mensen zijn die trachten onder de in de APV opgenomen verboden rondom het parkeren van voertuigen uit te komen door deze een minimale afstand te verplaatsen. Volgens de definitie van parkeren zoals die tot nu toe was opgenomen in de APV was er geen sprake meer van parkeren nadat een voertuig een halve meter was verplaatst. De doelmatigheid van de verboden in de APV zou echter ernstig worden beperkt, indien het mogelijk zou zijn om daar op zo'n eenvoudige wijze onderuit te komen. Het begrip parkeren in de APV wordt daarom uitgebreid tot het 'parkeren' binnen 500 meter vanaf de plaats waar het voertuig voor het laatst is 'geparkeerd'.
Gemeenteblad 2014 nr. 332
6