Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de RP201. 201a
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op veilige wijze gebruiken’ en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p.10, p.13) zorgvuldig door. In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren. 202
Copyright © 2009 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
3
Look what you can do with the RP201
Wat u allemaal met de kunt doen
piano spelen pagina 21
Verschillende geluiden spelen De RP201 bevat meer dan driehonderd geluiden die u kunt spelen.
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen
pagina 21
U kunt de aanslaggevoeligheid aanpassen, zodat deze geschikt is voor de sterkte waarmee u speelt.
De gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen
pagina 22
U kunt de ‘Transpose’ functie gebruiken om de toonhoogte van het toetsenbord te transponeren. U kunt tevens de temperatuur (stemming) veranderen, om Barokmuziek en andere klassieke muziek die van historisch correcte stemmingen gebruikt maakt te spelen
pagina 36
Duetten spelem
U kunt het toetsenbord in een linker- en rechter secties verdelen, en deze bespelen alsof er twee piano’s zijn.
pagina 26
De metronoom gebruiken U kunt spelen terwijl u naar een metronoom luistert.
Het geluid verbeteren Galm aan het geluid toevoegen
pagina 22
U kunt galm (Reverb) toevoegen om de sensatie van het spelen in een concertzaal te simuleren.
4
Songs afspelen
De interne songs afspelen
pagina 27
De RP201 bevat 65 pianosongs. De titels van de interne songs vindt u in de ‘Lijst van interne songs’.
Gedeeltes apart afspelen
pagina 28
U kunt ervoor kiezen om het gedeelte van de rechterhand, linkerhand of de begeleiding af te spelen terwijl u een ander gedeelte oefent.
Opnemen Uw Performances opnemen
pagina 30
Het is gemakkelijk om dat wat u speelt op te nemen. Dit soort opnames geven u de mogelijkheid uw progressie te evalueren.
pagina 32
Uw Performances opslaan
Songs die u opneemt kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen.
Handige functie De paneelknoppen uitschakelen
pagina 45
U kunt Panel Lock inschakelen, zodat de knoppen buiten werking worden gesteld. Dit is een handige manier om onbedoelde veranderingen in instellingen te voorkomen terwijl u speelt.
5
Introductie Kenmerken Pianogeluiden met een rijke resonantie en breed expressief bereik Dit instrument wordt gekenmerkt door een piano geluidsgenerator die van stereo sampling gebruikmaakt,, zodat het geluid van een hoogwaardige concertvleugel op natuurgetrouwe wijze gereproduceerd wordt, waarbij zelfs de kleinste details, waaronder het geluid van de hamers die tegen de snaren slaan, zeer realistisch gereproduceerd worden. Met een maximale polyfonie van 128 noten, heeft dit instrument omvangrijke mogelijkheden, zelfs bij uitvoeringen waarbij pedalen veelvuldig worden gebruikt. Er zijn meer dan driehonderd verschillende geluiden ingebouwd, die behalve uit piano, ook uit een grote reeks andere instrumentgeluiden bestaan. U kunt op het toetsenbord ook drum sets spelen.
Het speelgevoel van een vleugel Het PHA alpha II klavier biedt een zwaarder speelgevoel in het lage register, dat lichter wordt in het hoge register, net als de authentieke aanslag van een akoestische piano. De pedaal positie wordt vloeiend gedetecteerd,, zodat u het effect kunt afwisselen door de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt te veranderen. U kunt gebruikmaken van de manier waarop subtiele veranderingen in pedaalgebruik het geluid beïnvloeden.
De veelzijdige functies die u van een digitale piano verwacht Handige functies die u helpen bij het oefenen, en ingebouwde pianosongs met begeleiding Een metronoom en interne Preset songs met orkestbegeleiding maken deze elektronische piano tot een uitmuntende keuze voor pianolessen.
Uitvoerings-data opslaan De data die u met gebruik van de Recorder heeft opgenomen kunnen in het interne geheugen van de RP201 worden opgeslagen.
Over de handleiding Eerst dient u de ‘Voordat u gaat spelen’ (p.16) sectie van de gebruikershandleiding (dit document) te lezen. Hierin wordt uitgelegd hoe de adapter wordt aangesloten en de stroom wordt aangezet. In deze gebruikershandleiding wordt alles, van basisbedieningen waarbij de afspeelfuncties van de RP201 worden gebruikt tot meer gevorderde operaties, zoals het gebruik van de RP201 om een song op te nemen, uitgelegd.
Drukafspraken in deze handleiding Om de operaties zo duidelijk mogelijk uit te leggen, worden de volgende afspraken in deze handleiding gebruikt. • Tekst die tussen vierkante haakjes is geplaatst [ ] duidt op de naam van een (druk) knop, zoals de [Piano]-knop. • Regels die met
of een asterisk * beginnen zijn waarschuwingen die u zeker moet lezen.
• De nummers van pagina’s waar u aanvullende, gerelateerde informatie kunt vinden worden zo aangegeven: (p.**).
6
Inhoud Wat u allemaal met de RP201 kunt doen......................................................4 Introductie.......................................................................................................6 Kenmerken................................................................................................................................................................................... 6 Over de handleiding................................................................................................................................................................. 6 Drukafspraken in deze handleiding...................................................................................................................... 6
Het appparaat op een veillige manier gebruiken..................................... 10 BELANGRIJKE OPMERKINGEN .................................................................... 13 Benamingen en functies ............................................................................. 14 Voorpaneel.................................................................................................................................................................................14 Achterpaneel.............................................................................................................................................................................15 Onderpaneel (linksvoor) .......................................................................................................................................................15
Voordat u gaat spelen ................................................................................. 16 Voorbereidingen voordat u gaat spelen.........................................................................................................................16 Het pedaalsnoer aansluiten ...................................................................................................................................16 De adapter aansluiten..............................................................................................................................................16 De muzieksteun opzetten ......................................................................................................................................17 Het deksel openen/sluiten .....................................................................................................................................17 De stroom aan/uitzetten.......................................................................................................................................................18 Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen.........................................................................................18 De helderheid van het geluid aanpassen .........................................................................................................18 Over de pedalen.......................................................................................................................................................................19 Luisteren door de koptelefoons.........................................................................................................................................20 De koptelefoonhaak gebruiken............................................................................................................................20
Spelen ........................................................................................................... 21 Spelen met een verscheidenheid aan geluiden...........................................................................................................21 De gevoeligheid van het klavier aanpassen (Key Touch) .........................................................................................21 Galm aan geluiden toevoegen (Reverbeffect)..............................................................................................................22 De diepte van het Reverbeffect veranderen....................................................................................................22 De toonsoort van het klavier veranderen (Transpose) ..............................................................................................22 Spelen met twee opgestapelde klanken (Dual Play)..................................................................................................23 De klankvariaties veranderen................................................................................................................................23 Spelen met verschillende klanken in de linker- en rechtergebieden van het klavier (Split Play) ..............24 Afwisselen tussen klankgroepen en klankvariaties.......................................................................................24 Het splitspunt van het klavier veranderen .......................................................................................................25 Spelen met de metronoom..................................................................................................................................................26 Het tempo veranderen ............................................................................................................................................26 De maatsoort veranderen.......................................................................................................................................26 Het volume van de metronoom veranderen...................................................................................................26 Een aftelling laten klinken om de timing nauwkeurig te houden.........................................................................26
7
Inhoud
Songs afspelen............................................................................................. 27 Songs beluisteren....................................................................................................................................................................27 Alle song opeenvolgende afspelen (All Songs Play) ..................................................................................................28 Elk gedeelte apart beluisteren............................................................................................................................................28 Het volume waarop de song wordt afgespeeld veranderen ..................................................................................29 Het tempo van een song veranderen ..............................................................................................................................29 Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute).......................................................................................29 De toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen (Playback Transpose).....................................29
Opnemen...................................................................................................... 30 Uw spel op het klavier opnemen.......................................................................................................................................30 Opgenomen uitvoeringen wissen.....................................................................................................................................31
Uw uitvoering opslaan ................................................................................ 32 Songs opslaan...........................................................................................................................................................................32 Een song verwijderen ............................................................................................................................................................32 Alle songs verwijderen ..........................................................................................................................................................33
Verscheidene instellingen .......................................................................... 34 Basisbediening in de Function mode ..............................................................................................................................34 Klavierinstellingen...................................................................................................................................................................35 De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance) ...................................................................35 Specificeren waar de Transpose-functie invloed op zal hebben .............................................................35 De toonhoogte in stappen van octaven veranderen (Octave Shift).......................................................35 Het klavier splitsen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano) .........................................36 Pedaalinstellingen...................................................................................................................................................................37 De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast veranderen (Damper Pedal Part)...........37 De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function) ...........................37 Instellingen voor stemming ................................................................................................................................................38 De toonhoogte met andere instrumenten overeen laten komen (Master Tuning)..........................38 De stemming aanpassen (Temperament) ........................................................................................................38 Stretch Tuning ............................................................................................................................................................39 Instellingen voor pianogeluiden........................................................................................................................................40 Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)....40 De resonantie van de snaren produceren wanneer de toetsen worden bespeeld (String Resonance) ....................................................................................................................................................40 Geluiden spelen wanneer de toetsen worden losgelaten (Key Off Resonance) ................................40 MIDI-instellingen .....................................................................................................................................................................41 Overschakelen naar VIMA TUNES aanbevolen klanken (Recommended Tones) ...............................41 Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control) ..........................41 MIDI-zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel) ..............................................................................42 Opgenomen uitvoering data naar een MIDI-apparaat sturen (Composer MIDI Out).......................42 Overige instellingen ...............................................................................................................................................................43 De V-LINK-functie gebruiken (V-LINK)................................................................................................................43 Het zendkanaal voor V-LINK specificeren .........................................................................................................43 De instellingen onthouden(Memory Backup).................................................................................................44 De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten (Factory Reset) ............................................................44 De knoppen uitschakelen (Panel Lock) ...........................................................................................................................45
8
Inhoud
Aansluiten op andere apparaten ............................................................... 46 Aansluiten op geluidsapparatuur......................................................................................................................................46 Versterkte luidsprekers op de RP201 aansluiten............................................................................................46 Geluiden van een geluidsapparaat via de RP201 spelen ............................................................................46 Aansluiten op MIDI-apparaten ...........................................................................................................................................47 Een MIDI-sequencer op de RP201 aansluiten..................................................................................................47 Geluiden van een MIDI-geluidsmodule produceren door de RP201 te bespelen .............................47 Een computer aansluiten......................................................................................................................................................48
Probleemoplossing ..................................................................................... 49 Storingsmeldingen...................................................................................... 51 Klankenlijst .................................................................................................. 52 Lijst van interne songs ................................................................................ 55 Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen ......................... 56 Over de geluidsgenerator van de RP201 ................................................... 56 MIDI Implementatiekaart............................................................................ 57 Specificaties ................................................................................................. 58 Index ............................................................................................................. 60
9
Het appparaat op een veillige manier gebruiken INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT WAARSCHUWING 002c
•
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer geen interne modificaties uit.
.................................................................................................................................. 003
•
WAARSCHUWING 006
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe in deze handleiding specifieke aanwijzingen worden gegeven). Laat al het onderhoud aan uw handelaar, een Roland Service Centrum of erkend Roland distributeur over. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
•
.................................................................................................................................. 008c
•
.................................................................................................................................. 004
•
Het apparaat mag nooit op één van de volgende locaties worden geïnstalleerd. • Locaties die aan temperatuur extremen onderhevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop warmte voortbrengende apparatuur) of die • Vochtig zijn (d.w.z: baden, badkamers, op natte vloeren), of die • Aan stoom of rook onderhevig zijn, of die • Aan zout blootstaan, of die • Aan regen blootstaan, of die • Stoffig of zanderig zijn, of die • aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.................................................................................................................................. 005
•
Dit apparaat dient alleen gebruikt te worden met de speciaal daarvoor bestemde pianostandaard (KSC58), aanbevolen door Roland.
..................................................................................................................................
Plaats de speciale pianostandaard (KSC-58) op een waterpas oppervlak, zodat deze stabiel zal blijven. Plaats het niet op instabiele of hellende locaties.
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook dient het lijn voltage overeen te komen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen van een andere polariteit gebruikmaken of op een ander voltage zijn ontworpen,, zodat deze tot schade, storingen of elektrische schokken kunnen leiden.
.................................................................................................................................. 008e
•
Gebruik alleen het bij het apparaat behorende netsnoer. Het bijbehorende netsnoer mag niet voor een ander apparaat worden gebruikt.
.................................................................................................................................. 009
•
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
.................................................................................................................................. 010
•
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog volumeniveau, of een niveau dat niet comfortabel is. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
..................................................................................................................................
10
Het appparaat op een veillige manier gebruiken
WAARSCHUWING
VOORZICHTING
012b
101b
•
•
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie niet belemmert.
.................................................................................................................................. 101c
•
.................................................................................................................................. 012b
•
Wanneer één van de volgende situaties zich voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, te vinden op de ‘Informatie’ pagina indien: • De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd, of • Er rook of een ongewone geur optreedt • Er vreemde objecten in het apparaat zijn gevallen of vloeistof op het apparaat is gemorst • Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden) • Het apparaat niet normaal lijkt te werken of een duidelijke verandering in werking laat zien.
..................................................................................................................................
.................................................................................................................................. 101f
•
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is alle regels voor het veilig gebruiken van het apparaat op te volgen.
..................................................................................................................................
.................................................................................................................................. •
.................................................................................................................................. •
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!).
.................................................................................................................................. 015
•
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
Pak altijd de stekker van het netsnoer vast, wanneer dit in een stopcontact of in dit apparaat wordt gestoken, of losgekoppeld wordt.
103b
014
•
De waarschuwingsopmerkingen in de instructies die bij dit product behoren dienen gelezen en opgevolgd te worden. Afhankelijk van de manier waarop uitvoeringen op het klavier worden uitgevoerd, kunt u situaties tegenkomen waarin het apparaat van de standaard valt of de standaard omvalt. Dit kan gebeuren ondanks dat u alle instructies en adviezen in de handleiding van het product heeft opgevolgd. Dit is de reden dat u de standaard elke keer op veiligheid dient te controleren, wanneer deze wordt gebruikt.
102c
013
•
Dit apparaat (RP201) mag alleen met de speciaal daarvoor bestemde pianostandaard (KSC-58) worden gebruikt. Als het met andere standaard wordt gebruikt, kan instabiliteit optreden, hetgeen mogelijk tot verwondingen kan leiden.
De adapter dient regelmatig ontkoppeld te worden en met een droge doek schoongemaakt te worden, om stof en andere ophopingen tussen de pinnen te verwijderen. Tevens dient de stekker uit het stopcontact gehaald te worden als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Een opeenhoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot slechte isolatie leiden, hetgeen brand kan veroorzaken.
.................................................................................................................................. 104
•
Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen. Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen te blijven.
.................................................................................................................................. 106
•
..................................................................................................................................
Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op.
016
•
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..................................................................................................................................
.................................................................................................................................. 107c
•
Raak de behuizing van de adapter of zijn stekkers nooit met natte handen aan, als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
..................................................................................................................................
11
Het appparaat op een veillige manier gebruiken
VOORZICHTING 108d: Selection
•
Wanneer u het instrument moet verplaatsen, neemt u notie van de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen. Tenminste twee personen zijn nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te worden, en altijd waterpas gehouden te worden. Zorg dat u het stevig vastpakt, om uzelf tegen verwondingen en het instrument tegen beschadigingen te beschermen. • Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard is bevestigd niet los zijn gekomen. Wanneer dit het geval is, zet u deze direct stevig vast. • Verwijder het netsnoer. • Verwijder alle kabels van externe apparaten. • Breng de regulateurs op de standaard omhoog (p.19). • Sluit het deksel. • Verwijder de muziekstandaard.
.................................................................................................................................. 109b
•
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.16).
.................................................................................................................................. 110b
•
Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact.
.................................................................................................................................. 116
•
Wees voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel,, zodat uw vingers niet beklemd raken (p.17). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, moet een volwassene toezicht houden.
.................................................................................................................................. 118c
•
Bewaar de volgende kleine onderdelen die mogelijk verwijderd worden buiten het bereik van kleine kinderen, om het per ongeluk inslikken van deze onderdelen te voorkomen. Verwijderbare onderdelen • Aardeschroef • Schroeven voor bevestiging van de muzieksteun Meegeleverde onderdelen • Vleugelmoer van koptelefoonhaak
.................................................................................................................................. 119
•
Het gebied tussen de DC In Jack en Output L/Mono Jack op het achterpaneel van dikt apparaat kan een hoge temperatuur bereiken. Pas op dat u zich niet brandt.
..................................................................................................................................
12
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Stroomvoorziening: gebruik van batterijen
Reparaties en data
•
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, magnetronoven of airconditioner), of een apparaat dat een elektrische motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het andere apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
•
•
De adapter zal hitte afgeven als deze gedurende lange tijd in werking is. Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid.
•
Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit moeten alle apparaten worden uitgeschakeld, om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen •
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan door een storing of een onjuiste bediening van het apparaat. Om te voorkomen dat u belangrijke data verliest, adviseren wij u om regelmatig een reservekopie van belangrijke data, die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen, in een ander MIDIapparaat (bijv. een sequencer) op te slaan.
•
Helaas kan de data die in het geheugen van het apparaat of in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) is opgeslagen soms niet meer hersteld worden, nadat deze verloren is gegaan. Roland is niet aansprakelijk voor dit soort data verlies.
•
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
•
Sla nooit op het beeldscherm en voer er geen hoge druk op uit.
•
Tijdens normale werking kan er een geringe hoeveelheid ruis van het scherm te horen zijn.
•
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
•
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
•
Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
•
Behandel de muziekstandaard voorzichtig wanneer deze in gebruik is.
•
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels met een weerstanden. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
•
Voordat het deksel geopend of gesloten wordt, moet u altijd controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren bovenop het instrument zitten (ze moeten in het bijzonder van het toetsenbord en het deksel worden weggehouden). Kleine huisdieren of andere dieren kunnen door het ontwerp van dit instrument binnenin klem komen te zitten. In een dergelijke situatie moet u direct de stroom uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact halen. Dan neemt u contact op met de winkel waar u het instrument heeft gekocht, of met het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum.
Plaatsing •
Wanneer het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
•
Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
•
Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten.
•
•
Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Laat ook geen verlichting, die normaalgesproken dicht op het apparaat wordt gebruikt (zoals een piano lamp) of sterke spots gedurende langere tijd op één plaats op het apparaat schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren. Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
•
Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurende langere tijd op het apparaat achter. Dit soort objecten kunnen de afwerking doen verkleuren of op andere wijze beschadigen.
•
Laat geen objecten bovenop het toetsenbord achter. Dit kan de oorzaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid meer produceren.
•
Plak geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit soort materiaal van het instrument verwijderd moet worden, kan de afwerking beschadigen.
Onderhoud •
Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek, of één die licht vochtig is. Probeer het gehele oppervlak gelijkmatig af te nemen, met de nerf van het hout mee. Als u te hard op één plek wrijft kan de afwerking beschadigen.
•
Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
•
De pedalen van dit apparaat zijn van koper gemaakt. Koper wordt op den duur donkerder, door het natuurlijke oxidatieproces. Als het koper dof wordt, gebruikt u een in de winkel verkrijgbaar poetsmiddel voor metalen.
Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Een reservekopie van belangrijke data moet altijd in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) worden opgeslagen of op papier genoteerd worden (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het circuit van het geheugen zelf niet meer werkt) spijt het ons dat de data niet meer hersteld kan worden, en Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
* Roland en zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Add
* XGlite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Yamaha Corporation. Add
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezighoudt, ontwikkeld door Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft deze technologie onder licentie van de TPL Group.
13
Benamingen en functies Voorpaneel fig.FrontPanrl-01.eps
[Power]-schakelaar
[Song]-knop
Zet de stroom aan/uit (p.18).
Hiermee kunt u de song die u wilt afspelen selecteren (p.27).
[Volume]-knop
U kunt deze ook indrukken om de huidige maatsoort of tempoinstelling te controleren (p.26, p.29).
Past het algehele volume van de RP201 aan (p.18). Als een koptelefoon is aangesloten, wordt hiermee het volume van de koptelefoon aangepast (p.20).
[Reverb]-knop Voegt galm toe, gelijk aan de galm die u hoort als u in een concertzaal speelt (p.22). Door de [Reverb]-knop ingedrukt te houden en op de [Transpose]-knop te drukken, kunt u V-LINK aan/uitzetten (p.43).
[Transpose]-knop Transponeert het klavier en/of de song (p.22). Door deze knop ingedrukt te houden en op de [Split]-knop te drukken kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen (p.21).
[Metronome]-knop Zet de metronoom aan/uit (p.26). Hiermee kunt u ook een aftelling laten klinken die wordt gespeeld voordat de song begint,, zodat u de timing van uw spel met de song overeen kunt laten komen (p.26). Om naar de Function mode te gaan houdt u de [Song]-knop ingedrukt en drukt u op de [Metronome]-knop (p.34).
[–]-knop U kunt de voorgaande song selecteren door deze knop in te drukken terwijl het Song Select scherm wordt weergegeven (p.27). Als u deze knop ingedrukt houdt terwijl een song wordt afgespeeld, zal de song teruggespoeld worden (p.27). Gebruik deze knop om variaties van het geluid dat u op het klavier speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
[Split]-knop
Als [-] en [+] tegelijk worden ingedrukt, zal de fabrieksinstelling voor de geselecteerde parameter worden opgeroepen.
Verdeelt het klavier in secties voor de rechterhand en linkerhand,, zodat u in elke sectie een ander geluid kunt spelen (p.24).
TONE knoppen Hier kunt u het geluid (klankgroep) selecteren, dat u hoort als u op het klavier speelt (p.21). De klankknoppen kunnen ook voor het selecteren van Tracks worden gebruikt,, zodat u uw uitvoering indien gewenst per hand kunt afspelen (p.28). De uitvoering van de rechterhand wordt aan de [Others] (Right) knop toegewezen, de uitvoering van de linkerhand wordt aan de [Strings] (Left) knop toegewezen, en overige uitvoeringen worden aan de [E. Piano] (Accomp) knop toegewezen.
Scherm Hier wordt het geluidsnummer, songnummer, tempo, de maatsoort, de namen van de functies die u selecteert en de waarde van verscheidene instellingen getoond.
14
[+]-knop U kunt de volgende song selecteren door deze knop in te drukken terwijl het Song select scherm wordt weergegeven (p.27). Als u deze knop indrukt terwijl een song wordt afgespeeld, wordt de song vooruitgespoeld (p.27). Gebruik deze knop om variaties van het geluid dat u op het klavier speelt te selecteren (p.21). Deze knop wordt ook voor het bewerken van verscheidene waardes gebruikt.
[
] (Play/Stop) knop
Gebruik deze knop om een interne Preset song of een door u opgenomen song af te spelen of te stoppen (p.27). Deze knop wordt ook gebruikt om de opname van uw uitvoering te starten (p.30).
[
] (Rec) knop
Hiermee kunt u uw eigen uitvoering in de RP201 opnemen (p.30).
Benamingen en functies
De paneelknoppen uitschakelen Met gebruik van de Panel Lock-functie kunt u alle knoppen buiten werking stellen. Op die manier kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen (p.45). Om de Panel Lock-functie te activeren houdt u de [ opnieuw enkele seconden ingedrukt.
]-knop enkele seconden ingedrukt. Om de functie te deactiveren houdt u de [
]-knop
Achterpaneel fig.RearPanel-01.eps
14
15
16 19 17
18
MIDI In/Out-aansluitingen
Aardingsklem
U kunt deze op externe MIDI-apparaten aansluiten om uitvoeringsdata over te brengen.
Voor extra veiligheid kunt u deze schroef met een aardingstaaf of een geaard snoer verbinden (p.16).
Input Jacks (L/Mono, R)
DC In Jack (DC ingang)
Hier kunt u een geluidsspeler of ander elektronisch muziekinstrument aansluiten, en het aangesloten apparaat via de luidsprekers van de RP201 beluisteren (p.46).
Sluit hier de meegeleverde adapter aan (p.16).
Output Jacks (L/Mono, R)
Pedal aansluiting Sluit het pedaalsnoer van de speciale standaard hier aan (p.16).
Hier kunnen externe luidsprekers aangesloten worden, voor reproductie van het geluid van de RP201 (p.46).
Onderpaneel (linksvoor) fig.BottomPanel-01.eps
Koptelefoonjacks Hier kunt u koptelefoons aansluiten. Op de RP201 kunnen twee koptelefoons tegelijk worden aangesloten (p.20).
Koptelefoonhaak Wanneer de koptelefoons niet gebruikt worden, kunt u deze op de koptelefoonhaak hangen (p.20).
20
21
15
Voordat u gaat spelen 3. Steek het netsnoer in een stopcontact.
Voorbereidingen voordat u gaat spelen Het pedaalsnoer aansluiten 1. Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting op het achterpaneel van de RP201 aan. Steek de pedaalkabel helemaal in de Pedal aansluiting. fig.PedalCord.eps
008c
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat is geleverd. Ook moet u controleren of het lijnvoltage overeenkomt met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt getoond. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Daarom kan gebruik daarvan tot beschadigingen, storingen of elektrische schok leiden. Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een hinderlijke sensatie ervaren, of waarnemen dat het oppervlak korrelig aanvoelt als u dit apparaat aanraakt. Dit is te wijten aan een oneindig kleine hoeveelheid elektrische lading, die geheel onschuldig is. Echter, als u zich hierover toch zorgen maakt, verbindt u de aardingsklem met een externe aarde. Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Als u niet zeker bent van de verbindingsmethode neemt u contact op met een Roland Service centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden. Plaatsen die ongeschikt zijn voor aansluiting
De adapter aansluiten 1. Verbind de meegeleverde adapter en het netsnoer. fig.ACAdpt01.eps
Adapter
•
Waterleidingen (kan tot schok of elektrocutie leiden)
•
Gasleidingen (kan in brand of explosie resulteren)
•
Telefoonlijn-aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in het geval van bliksem).
4. Indien nodig gebruikt u de omhulde klem om het pedaalsnoer en adaptersnoer vast te zetten.
Netsnoer Naar stopcontact
Omhulde klem
Indicator 932
Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst en de kant met de tekstinformatie naar beneden wijst. De indicator licht op als de adapter in een stopcontact wordt gestoken. Afhankelijk van uw regio kan het meegeleverde netsnoer er anders uitzien dan het snoer dat hierboven wordt getoond.
2. Sluit de adapter op de DC In Jack op het achterpaneel aan. fig.ACAdpt02.eps
Aardingsklem
Trek niet hard aan het snoer en zorg dat er geen spanning op staat. Hierdoor kan het snoer beschadigen of breken.
16
Zelfs als snoeren zijn vastgezet, kunnen deze beschadigen of breken als er overmatige kracht op toegepast wordt.
Voordat u gaat spelen
De muzieksteun opzetten Bevestig de bijgeleverde muzieksteun als volgt.
1. Steek de meegeleverde schroeven voor bevestiging van
De muziekhouders gebruiken U kunt de muziekhouders gebruiken om pagina’s op hun plaats te houden. Als de muziekhouders niet worden gebruikt, vouwt u deze in. fig.MusicRest03.eps
de muzieksteun in de schroefgaten aan de bovenkant van de RP201, en draai de schroeven lichtjes vast (behoud een ruimte van ongeveer 2-3 mm).
Indrukken
fig.MusicRest01.eps
Het deksel openen/sluiten 2. Plaats de muzieksteun tussen de schroeven en de behuizing van de RP201. fig.MusicRest02.eps
Om het deksel te openen tilt u het met beide handen op, en schuift u het van u af. Om het deksel te sluiten trekt u het voorzichtig naar u toe, en verlaagt u het zachtjes nadat het volledig naar u toe is getrokken. fig.lidopen1.eps
3. Terwijl u de muzieksteun met één hand ondersteunt, zet u deze op zijn plaats vast door de schroeven vast te draaien. Tijdens het bevestigen van de muzieksteun ondersteunt u deze stevig met één hand,, zodat de steun niet kan vallen. Pas op dat u uw vingers niet bezeert.
4. Om de muzieksteun te verwijderen ondersteunt u deze met één hand terwijl u de schroeven losdraait. Nadat de muzieksteun is verwijderd moet u niet vergeten de schroeven opnieuw vast te draaien.
Tijdens het openen en sluiten van het deksel moet u oppassen dat uw vingers niet beklemd raken. Als kleine kinderen de piano gaan gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden. Als u de piano moet verplaatsen moet het deksel eerst gesloten worden om ongelukken te voorkomen.
• Behandel de geïnstalleerde muzieksteun voorzichtig. • Gebruik de daarvoor bestemde schroeven voor het bevestigen van de muzieksteun. • Voordat de piano wordt verplaatst moet de muzieksteun verwijderd worden, om ongelukken te voorkomen. • Let op dat u de schroeven waarmee de muzieksteun wordt vastgezet niet verliest, en zorg dat kleine kinderen deze niet per ongeluk inslikken.
17
Voordat u gaat spelen
De stroom aan/uitzetten
Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten. Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Na het opstarten duurt het daarom enkele seconden voordat het apparaat normaal zal functioneren.
Hier ziet u hoe het volume van uw spel op het klavier of het afspeelvolume van een interne song aangepast wordt. Als koptelefoons zijn aangesloten, gebruikt u de [VOLUME]-knop om het volume van de koptelefoon aan te passen.
1. Draai aan de [VOLUME]-knop om het algehele volume aan te passen. Pas het volume aan terwijl u op het klavier speelt en geluid produceert.
De stroom aanzetten
Als de knop naar rechts wordt gedraaid neemt het volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid neemt het volume af. fig.VolMinMax-j.eps
1. Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het volume te minimaliseren. Min
Max
De helderheid van het geluid aanpassen 2. Druk op de [Power]-schakelaar.
fig.PluMinEpi.eps
Ingedrukt AAN
De stroom wordt aangezet, en de [Piano] en [Reverb]-knoppen lichten op.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop.
Na een kort moment kunt u geluiden produceren door het klavier te bespelen.
3. Gebruik de [Volume]-knop om het volume aan te passen.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode. fig.d-Fnc.eps
De stroom uitzetten 1. Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het volume te minimaliseren.
2. Houd de [E. Piano]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]knoppen om ‘brL’ in het scherm te laten verschijnen. fig.d-brL.eps
De huidige instelling zal verschijnen als u de [E. Piano]-knop loslaat.
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de helderheid van het geluid aan te passen.
2. Druk op de [Power]-schakelaar.
Instelling
Uitleg
-10–0–10
Past het klankkarakter van de RP201 aan. Positieve (+) instellingen maken de klank helderder en negatieve (-) instellingen geven een zachter klankkarakter.
Het scherm wordt zwart en de stroom wordt uitgezet. fig.PowerOff-j.eps
Nie ingedrukt UIT
4. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
18
Voordat u gaat spelen
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
Als u de pedaalkabel van de RP201 loskoppelt terwijl de stroom aan is, zal het pedaaleffect toegepast blijven worden. U moet de pedaalkabel aansluiten of loskoppelen als de stroom van de RP201 is uitgezet.
Over de pedalen
Verlaag de regulateur aan de onderkant van het pedaalboard (door deze rond te draaien),, zodat de regulateur de grond raakt. Als u de piano op tapijt heeft geplaatst, verlaagt u de regulateur totdat deze in het tapijt drukt.
De pedalen voeren de volgende operaties uit. U zult deze hoofdzakelijk gebruiken wanneer u piano speelt. fig.Pedals-j.eps fig.5-1.eps
Soft pedaal
Regulateur
Sostenuto pedaal Demperpedaal
Demperpedaal (rechter pedaal) Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken. Terwijl dit pedaal ingedrukt wordt gehouden, zullen noten langer doorklinken, zelfs als u uw vingers van het klavier neemt. De lengte van de Sustain verandert op subtiel wijze, afhankelijk van hoe diep u het pedaal indrukt. Als het demperpedaal op een akoestische piano ingedrukt wordt gehouden, trillen de snaren van andere noten dan de noten die u daadwerkelijk speelt mee met dat wat u speelt, hetgeen een rijke resonantie produceert. De RP201 simuleert deze sympathische vibratie (demper resonantie). U kunt het geluid van de sympathische vibratie wijzigen. Zie ‘Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)’ (p.40).
Sostenuto pedaal (middelste pedaal) Dit pedaal laat alleen de noten van toetsen die daadwerkelijk werden ingedrukt toen u het pedaal indrukte doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal) Dit pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken. Als u speelt terwijl het Soft pedaal is ingedrukt, wordt een geluid geproduceerd dat niet zo sterk is als het geluid dat normaalgesproken met gelijke sterkte gespeeld wordt. Dit is dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische piano. De zachtheid van de klank kan op subtiele wijze afgewisseld worden, met de diepte waarmee het pedaal wordt ingedrukt. U kunt de functie van de Sostenuto pedaal en het Soft pedaal verwisselen. Zie ‘De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function)’ (p.37).
19
Voordat u gaat spelen
Luisteren door de koptelefoons U kunt koptelefoons gebruiken om van de RP201 te genieten zonder dat u anderen mensen stoort, bijvoorbeeld laat op de avond. Aangezien de RP201 twee koptelefoonjacks heeft, kunnen twee personen ook gelijktijdig een koptelefoon gebruiken. Als u slechts één koptelefoon gebruikt, kunt u deze op één van de twee koptelefoonjacks aansluiten. fig.Headphones.eps
De koptelefoonhaak gebruiken Telkens als u de koptelefoon niet gebruikt, kunt u deze op de koptelefoonhaak van de RP201 hangen.
De koptelefoonhaak bevestigen 1. Druk en draai de koptelefoonhaak in het gat linksonder op de RP201 (raadpleeg onderstaand figuur).
2. Draai aan de vleugelmoer van de koptelefoonhaak om de koptelefoonhaak vast te zetten. fig.Bottom-hook.eps
Koptelefoon
1. Steek de koptelefoon in de koptelefoonjack, links op het onderpaneel van de RP201. Wanneer een koptelefoon is aangesloten zal er geen geluid via de luidsprekers van de RP201 worden uitgestuurd.
2. Gebruik de [VOLUME]-knop van de RP201 (p.18) om het volume van de koptelefoon aan te passen.
Opletten bij gebruik van een koptelefoon • Om beschadigingen aan de interne geleiders te voorkomen, vermijdt u een ruwe behandeling. Wanneer een koptelefoon worden gebruikt, houdt u deze bij de plug of aan de oorschelpen vast. • De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een apparaat al hoog is ingesteld op het moment dat u de koptelefoon aansluit. Minimaliseer het volume voordat u de koptelefoon aansluit. • Een overmatige invoer zal niet alleen uw gehoor beschadigen, maar kan ook de koptelefoon belasten. Geniet alstublieft op een passend volume van muziek. • Gebruik een koptelefoon met een stereo Jack.
20
Vleugelmoer Koptelefoonhaak
Hang niets anders dan koptelefoons op de koptelefoonhaak. Hierdoor kan het instrument of de haak beschadigen.
Spelen Spelen met een verscheidenheid aan geluiden De RP201 beschikt over 300 verschillende interne geluiden,, zodat u kunt spelen met geluiden die voor vele verschillende types muziek geschikt zijn. Deze ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ (klanken) genoemd. De klanken zijn in 4 verschillende groepen verdeeld, en elke groep is aan een andere Tone (klank) knop toegewezen. De klank ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd als het instrument wordt aangezet.
De paneelknoppen uitschakelen Met gebruik van de Panel Lock-functie kunt u alle knoppen buiten werking stellen. Op die manier kunnen onbedoelde veranderingen in de instellingen tijdens een uitvoering worden voorkomen, Voor details kijkt u bij ‘De knoppen uitschakelen (Panel Lock)’ (p.45).
De gevoeligheid van het klavier aanpassen (Key Touch)
fig.SoundSelect.eps
U kunt de aanslaggevoeligheid of respons van de toetsen veranderen. De klavieraanslag kan aan de speelsterkte van de persoon die speelt worden aangepast. fig.KeyTouch.eps
1. Druk op een klankknop om een klankgroep te selecteren. Speel enkele noten op het klavier. U zult de klank die aan klanknummer 1 binnen de geselecteerde klankgroep is toegewezen horen. In het scherm wordt het nummer van de op dat moment geselecteerde klank weergegeven. fig.d-1.eps
1. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en druk op de [Split]-knop. De [Transpose] en [Split]-knoppen knipperen. In het scherm wordt nu de huidige Key Touch-instelling getoond.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om de klavieraanslag te 2. Gebruik de [-] [+]-knoppen om een geluid uit de klankgroep te selecteren.
selecteren. fig.d--M-.eps
De klank die u geselecteerd heeft, is te horen als u het klavier bespeelt. De volgende keer dat u deze klankknop selecteert, zult u de hier geselecteerde klank horen. Boodschap/ Waarde
fig.d-5.eps
Fixed
Als er gedurende enige tijd geen operatie wordt uitgevoerd, verandert de indicatie in het scherm in het volgende.
Deze instelling produceert de lichtste klavieraanslag.
Meer over de klank vindt u in de ‘Lijst van klanken’ (p.52).
Als u een klank heeft geselecteerd waarop het Rotary effect wordt toegepast, zal de snelheid van het Rotary effect veranderen als u de [Others]-knop indrukt.
Het geluid wordt op een vaststaand volume gespeeld, ongeacht de sterkte waarmee de toetsen worden aangeslagen.
Super Light
Light
Bij sommige geluiden zijn er toetsen die geen geluid produceren.
Omschrijving
Medium
Heavy
Super Heavy
U kunt fortissimo (ff) spel bereiken met een minder sterke aanslag dan ‘medium’, dus het klavier voelt lichter aan. Deze instellingen maakt het spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen. Dit stelt de standaard aanslag in. U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit lijkt het meest op de aanslag van een akoestische piano. U moet de toetsen op het klavier sterker aanslaan dan ‘medium’ om fortissimo (ff) te spelen, dus het klavier voelt zwaarder aan. Dynamische vingerzettingen geven dat wat u speelt nog meer ‘gevoel’. Deze instelling produceert de zwaarste klavieraanslag.
3. Druk op de [Transpose] of [Split]-knop. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
21
Spelen
Galm aan geluiden toevoegen (Reverbeffect)
De toonsoort van het klavier veranderen (Transpose)
Een Reverb effect kan toegepast worden op de noten die u op het klavier speelt.
Met de ‘Transpose’ functie kunt u een song in een andere toonsoort spelen.
Met het Reverb effect kan een plezierige galm worden verkregen,, zodat het klinkt alsof u in een concertzaal of soortgelijke ruimte speelt.
Als u een zanger begeleidt, kunt u de Transpose-functie gebruiken om de toonhoogte naar een toonsoort te verschuiven die geriefelijk is voor de zanger, terwijl u in dezelfde bekende toonsoort (vingerzetting) blijft spelen.
fig.Reverb.eps
U kunt deze functie ook gebruiken om de toonsoort van uw spel te transponeren, zonder dat uw vingerzettingen op het klavier veranderen. Bijvoorbeeld, als de song in een moeilijke toonsoort met talloze kruizen ( ) of mollen ( ) staat, kunt u transponeren naar een toonsoort die gemakkelijker te spelen is. fig.Transp.eps
1. Druk op de [Reverb]-knop, zodat deze verlicht is. Speel enkele noten op het klavier. Het Reverbeffect wordt op de volledige klank toegepast. Het Reverbeffect wordt niet toegepast als de Twin Piano is ingeschakeld terwijl de Twin Piano mode ‘2 is geselecteerd.
Het Reverbeffect uitschakelen
Op de RP201 kunt u de toonhoogte van alleen het klavier, de toonhoogte van het klavier en de song of de toonhoogte van alleen de song transponeren (Playback Transpose, p.29) (Transpose mode, p.35).
1. Druk op de [Reverb]-knop, zodat de verlichting uitdooft.
Vanuit de fabriek is de RP201 zo ingesteld dat de toonhoogte van het klavier en de song samen getransponeerd zullen worden.
De diepte van het Reverbeffect veranderen U kunt één van de tien diepteniveaus voor het Reverbeffect selecteren.
1. Houd de [Reverb]-knop ingedrukt en druk op de [-] of [+]knop.
1. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en druk op de toets die met de tonica van de gewenste toonsoort correspondeert. De waarde van de transpositie-instelling blijft in het scherm getoond worden terwijl de [Transpose]-knop ingedrukt wordt gehouden. fig.d-0.eps
De diepte voor de Reverb verschijnt in het scherm. fig.d-4.eps
U kunt deze instelling ook aanpassen door de [Transpose]knop ingedrukt te houden en de [-] [+]-knoppen te gebruiken. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44). U kunt geen aparte Reverb-instellingen voor elke individuele klank maken. Het effect wordt met dezelfde diepte op alle klanken toegepast. Dit verandert de Reverbdiepte van de song die wordt afgespeeld niet.
Effecten Behalve Reverb biedt de RP201 een verscheidenheid aan andere effecten die op het geluid toegepast kunnen worden. Een passend effect wordt voor elke klank geselecteerd. * Bij sommige klanken wordt geen effect toegepast.
22
De beschikbare reeks is –6-0-5 (stappen van halve tonen). Als dit op een andere waarde dan 0 is ingesteld, zal de [Transpose]knop oplichten. Als de transpositiewaarde niet ‘0’ is, kunt u de [Transpose]-knop gebruiken om de Transpose-functie aan of uit te zetten. Als u de [Transpose]-knop loslaat, keert u naar het vorige scherm terug. Door de [Transpose]-knop ingedrukt te houden en de [-] en [+] gelijktijdig in te drukken, kan de instelling op zijn oorspronkelijke waarde (0) worden teruggezet. Als de Tranpose mode (p.35) op het transponeren van alleen het afspeelgeluid van de song (‘SnG’) is ingesteld, worden de noten van het klavier niet getransponeerd. Onthoud dat als het klavier wordt gebruikt om de transpositiewaarde te veranderen, de instelling onjuist kan zijn als u een aantal toetsen heeft ingedrukt. Om te zien of u de correcte transpositiewaarde heeft
Spelen
gespecificeerd, laat u de [Transpose]-knop los en drukt u deze weer in. De transpositiewaarde keert naar ‘0’ terug als u de stroom uitzet of een andere song selecteert.
Voorbeeld: een song in de toonsoort E Majeur spelen na transpositie naar C Majeur Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en druk op de E toets (aangezien E de tonica is). Tellend vanaf C als referentiepunt gaat u vier toetsen omhoog, inclusief de zwarte toetsen, om E te bereiken, en aldus verschijnt ‘4’ in het scherm. fig.Transpose.eps
Als u C E G speelt
#
dan klinkt E G B
Spelen met twee opgestapelde klanken (Dual Play) U kunt met één toets twee verschillende geluiden spelen. Deze uitvoeringmethode wordt ‘Dual Play’ genoemd. Bij wijze van voorbeeld gaan we piano- en strijkersklanken opstapelen. fig.SoundSelect.eps
Dual Play uitschakelen 1. Druk op één van de klankknoppen. Nu hoort u alleen de klank van de knop die u indrukte. U kunt de toonhoogte van klank 2 met een octaaf per keer veranderen. Zie ‘De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)’ (p.35).
1. Houd de [Piano]-knop ingedrukt en druk op de [Strings]knop. De indicators van beide knoppen lichten op. Speel enkele noten op het klavier. De pianoklank en de strijkersklank worden beiden gespeeld. Als twee klankknoppen tegelijkertijd op deze manier worden ingedrukt, wordt Dual Play geactiveerd. Van de twee geselecteerde klanken wordt de klank voor de knop aan de linkerkant ‘klank 1’, en de klank voor de knop aan de rechterkant ‘klank 2’ genoemd. U kunt Dual Play niet selecteren als u Split Play (p.24) of Twin Piano (p.36) heeft ingeschakeld. Kijk op p.35 om te zien hoe de balans tussen de twee door u geselecteerde klanken wordt ingesteld.
Als u het demperpedaal indrukt terwijl u Dual uitvoering gebruikt, wordt het effect op zowel klank 1 als klank 2 toegepast. U kunt deze instelling echter veranderen,, zodat het demperpedaal alleen op één van de klanken wordt toegepast. Kijk bij ‘De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast veranderen (Damper pedal Part)’ (p.37). Afhankelijk van de combinatie van de twee klanken kan het effect mogelijk niet op klank 2 worden toegepast.
De klankvariaties veranderen Klank 1 veranderen 1. Druk op de [-] of [+]-knop.
Klank 2 veranderen 1. Houd de klankknop van klank 2 (de meest rechter van de verlichte klankknoppen) ingedrukt, en druk op de [-] of [+]-knop.
23
Spelen
Spelen met verschillende klanken in de linker- en rechtergebieden van het klavier (Split Play) Het spelen terwijl het klavier op een bepaalde toets in een linker- en rechterkant is verdeeld wordt ‘Split Play’ genoemd. Het punt waarop het klavier is verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd. In Split Play kunt u in de linker- en rechterkanten een verschillende klank spelen. Vanuit de fabriek is het splitspunt op ‘F#3’ ingesteld. Het splitspunt behoort tot de linkerkant. Het geluid dat tijdens Split Play aan de rechterkant wordt gespeeld wordt de ‘rechterhand klank’ genoemd, en het geluid dat aan de linkerkant wordt gespeeld wordt de ‘linkerhand klank’ genoemd. fig.SplitPoint-e.eps
Splitspunt (standaard fabriekswaarde: F#3)
A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2
C3
Linkerhandklank
Bij wijze van voorbeeld ziet u hier hoe de klank van de [Piano]-knop als onderdeel van een Split uitvoering wordt gespeeld. fig.SplitRP201.eps
C4
C5
B7 C8
Rechterhandklank
Afwisselen tussen klankgroepen en klankvariaties De rechterhandklank veranderen 1. Druk op de klankknop om een klankgroep te kiezen.
1. Druk op de [Piano]-knop. Nu is de pianoklank geselecteerd.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om een klankgroep te selecteren.
2. Druk op de [Split]-knop,, zodat zijn indicator oplicht. Het klavier wordt in rechter- en linkerkanten verdeeld. De F#3 toets vormt de scheiding tussen de linker- en rechterkanten van het klavier. De rechterhandsectie van het klavier speelt de pianoklank en de linkerhandsectie speelt de ‘A. Bass+Cymbal’ klank.
De linkerhandklank veranderen 1. Houd de [Split]-knop ingedrukt en druk op de klankknop om een klankgroep te kiezen.
2. Houd de [Split]-knop ingerukt en druk op de [-] of [+]-
Split Play uitschakelen 1. Druk op de [Split]-knop, zodat de verlichting uitdooft. De klank van de rechterhand wordt nu de klank voor het gehele klavier. Als u van Dual Play (p.23) naar Split Play overschakelt, wordt klank 1 die in Dual Play werd gebruikt als de rechterhandklank voor Split Play geselecteerd.
24
knop om een variatieklank te selecteren. U kunt de toonhoogte van de rechterhandklank met één octaaf tegelijk veranderen. Zie ‘De toonhoogte in stappen van een octaaf veranderen (Octave Shift)’ (p.35).
Spelen
Het splitspunt van het klavier veranderen U kunt het splitspunt (de toets waarop het klavier wordt gesplitst) veranderen. Het splitspunt kan op elke waarde van B1 tot B6 ingesteld worden. Vanuit de fabriek is dit op ‘F#3’ ingesteld. fig.SplitPoint-3-e.eps
Splitspunt (standaard fabrieksinstelling: F#3)
A0
C1
B1 C2
C3
C4
C5
C6
B6 C7
C8
Reeks waarin het splitspunt gespecificeerd kan worden (B1-B6)
1. Houd de [Split]-knop ingedrukt en druk op de toets die u als het splitspunt wilt instellen.
Hoe het splitspunt wordt getoond
De toets die u indrukte wordt het splitspunt, en verschijnt in het scherm.
Wanneer de toets die het splitspunt vormt wordt aangeduid, wordt de nootnaam, gevolgd door een nummer dat het octaaf aangeeft, in het scherm getoond.
fig.d-C3.eps
fig.d-F-Sharp3.eps
De toets die als het splitspunt wordt gebruikt behoort tot de linkerhandsectie van het klavier. Het vorige scherm zal opnieuw verschijnen als u de toets loslaat. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
Noot
Weergave
Octaaf
Nootnaam
Weergave
Nootnaam
C
F#
C#
G
D
Ab
Eb
A
E
Bb
F
B
25
Spelen
2. Druk op de [-] of [+] knop om de maatsoort te selecteren.
Spelen met de metronoom
Weergave
Maatsoort
Weergave
Maatsoort
2/2
6/4
De RP201 bevat een veelzijdige metronoomfunctie. U kunt het volume of de maatsoort van de metronoom veranderen.
Alleen zwakke maten zullen klinken.
7/4
Terwijl een song wordt afgespeeld, klinkt de metronoom op het tempo en in de maatsoort van die song.
2/4
3/8
3/4
6/8
4/4
9/8
5/4
12/8
U kunt de metronoom laten klinken terwijl u speelt.
fig.MetroRP201.eps
Als u uw uitvoering opneemt, zal deze in de geselecteerde maatsoort worden opgenomen.
1. Druk op de [Metronome]-knop, zodat deze verlicht is. De metronoom is te horen en de op dat moment geselecteerde tempowaarde wordt kort weergegeven.
Als u een song afspeelt, wordt de maatsoort van de metronoom op de maatsoort van die song ingesteld.
De [Metronome]-knop knippert rood en groen, in de maat van de op dat moment geselecteerde maatsoort. Op de sterke maten licht de indicator rood op, en op de zwakke maten licht deze groen op.
De maatsoort van de metronoom kan niet veranderd worden terwijl een song wordt afgespeeld.
Het volume van de metronoom veranderen
De metronoomfunctie stoppen
Het volume van de metronoom kan aangepast worden. Hiervoor zijn 11 volumeniveaus beschikbaar. Dit wordt op ‘5’ ingesteld als u de stroom aanzet.
1. Druk op de [Metronome]-knop.
fig.PlusMinMetro.eps
Het tempo veranderen 1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop totdat de tempowaarde wordt weergegeven. fig.SongPlusMin.eps
1. Terwijl u de [Metronome]-knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] of [+]-knop. Het metronoomvolume wordt in het scherm getoond. fig.d-5.eps
De [Song]-knop licht op, en in het scherm wordt alleen een nummer getoond. Dit is het tempo. fig.d-108.eps
Als het metronoomvolume op ‘0’ is ingesteld, is het metronoomgeluid niet hoorbaar.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om het tempo aan te passen.
Een aftelling laten klinken om de timing nauwkeurig te houden
Overeenkomsten tussen maatsoort en tempoweergave Maatsoort Tempowaarde
2/2
x/4
3/8
=5–250
=10–500
=20–999
6/8, 9/8, 12/8
=7–333
Een ‘Count-In’ is een aftelling die klinkt voordat de song begint te spelen. Als u met een song meespeelt, kunt u een aftelling laten klinken om uw eigen spel gemakkelijker met de song te synchroniseren.
1. Druk op de [
De maatsoort veranderen 1. Druk de [Song]-knop een aantal malen in, totdat de maatsoortwaarde wordt getoond. De maatsoortwaarde is een numerieke indicatie met een punt (‘.’) in het midden.
26
]-knop terwijl de metronoom te
horen is. Een aftelling van twee maten klinkt voordat de song wordt gespeeld.
Songs afspelen Songs beluisteren Hier ziet u hoe de interne songs beluisterd kunnen worden. De RP201 beschikt over 65 pianosongs als interne Preset songs. fig.PlusMinPlaySong.eps
Als het volgende in het scherm verschijnt Als u een song heeft opgenomen, maar deze nog niet heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend verschijnen als u een song selecteert. fig.d-dEL.eps
U kunt geen andere song afspelen als het geheugen nog een nietopgeslagen song bevat.
Een song selecteren 1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop, totdat de
Als u uw uitvoering wilt verwijderen en de song wilt afspelen, drukt u op de [ ]-knop. Als u de uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ]-knop. Als u de opgenomen uitvoering wilt opslaan kijkt u bij ‘Songs opslaan’ (p.32).
indicatie ‘USr’ (of een nummer voorafgegaan door een ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
2. Druk op de [-] of [+]-knop om de song te selecteren. fig.d-P05.eps
Over het Song Select scherm Het Song select scherm verandert als volgt, elke keer dat u op de [-] of [+]-knop drukt. fig.SongDisplay.eps
De song die u opneemt
Song uit het interne geheugen
Interne Preset song
De song afspelen Druk op de [
]-knop.
De geselecteerde song wordt tot het eind gespeeld, en dan stopt het afspelen. Om het afspelen voor het eind te stoppen drukt u nog een keer op de [ ]-knop. De volgende keer dat u op de [ ]-knop drukt zal het afspelen verdergaan vanaf het punt waarop u bent gestopt.
Vooruitspoelen en terugspoelen • Druk op de [+]-knop om naar het begin van de volgende song te gaan. • Druk op de [-]-knop om naar het begin van de op dat moment geselecteerde song te gaan. Als u zich al aan het begin van de song bevindt, zult u naar het begin van de vorige song gaan.
Songnummers beginnend met ‘P’ zijn interne songs (p.55). Songnummers beginnend met ‘U’ zijn songs die in het interne geheugen van de RP201 zijn opgeslagen.
Indicaties als ‘U.**’ zullen niet verschijnen als er geen songs in het interne geheugen zijn opgeslagen. Zie ‘Lijst van interne songs’ (p.55) voor de namen van de interne songs. Als er gedurende bepaalde tijd geen operatie wordt uitgevoerd, verandert de indicatie in het scherm in het volgende.
• Als u de [+]-knop ingedrukt houdt terwijl een song wordt gespeeld, zal de song vooruitspoelen. Als u de [-]-knop ingedrukt houdt terwijl de song wordt gespeeld, zal de song terugspoelen. Als u op deze knop drukt, zal het maatnummer enkele seconden worden weergegeven.
27
Songs afspelen
]
Alle song opeenvolgende afspelen (All Songs Play)
De uitvoerings-data wordt aan de Track knoppen toegewezen, zoals hieronder wordt getoond. fig.TrackButtonz.eps
Hier ziet u hoe alle songs in herhaaldelijk opeenvolgend afgespeeld kunnen worden. fig.PlusMinPlaySong.eps
RechterhandBegeleidingsgedeelte gedeelte Linkerhandgedeelte
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop, totdat de indicatie ‘USr’ (of een nummer voorafgegaan door de ‘P’ of ‘U’) wordt weergegeven.
De linkerhand uitvoering wordt aan de [Strings] (Left) knop toegewezen, de rechterhand uitvoering wordt aan de [Others] (Right) knop toegewezen en overige uitvoeringen worden aan de [E. Piano] (Accomp) knop toegewezen. ‘Tracks’ zijn gebieden waarin muziekdata wordt bewaard.
2. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de song en het geheugengebied (‘P’ of ‘U’) waar u het afspelen wilt laten beginnen te selecteren.
1. Selecteer de song die u wilt spelen (p. 27). 2. Druk op de [
3. ‘ALL’ wordt in het scherm weergegeven, en de songs worden opeenvolgend afgespeeld, beginnend bij de geselecteerde song. Als de laatste song is afgespeeld keert het afspelen naar de eerste song terug, en gaat verder. fig.d-ALL.eps
]-knop om de song af te spelen.
Terwijl u de [ ]-knop ingedrukt houdt, zullen Track knoppen die uitvoerings-data bevatten oplichten. Sommige songs bevatten geen begeleiding. Als een dergelijke song is geselecteerd, zal de [Accomp (E. Piano)]-knop niet oplichten.
3. Blijf de [
]-knop ingedrukt houden en selecteer het gedeelte dat u niet wilt afspelen.
De songs binnen het geselecteerde geheugengebied worden opeenvolgend afgespeeld.
4. Om het afspelen te stoppen drukt u op de [
]-
knop,, zodat zijn indicator wordt uitgezet. Nadat u de [ ]-knop heeft ingedrukt om het afspelen te stoppen, zal het afspelen verdergaan vanaf de locatie waar u ] nogmaals indrukt, maar de bent gestopt als u de [ volgende song zal niet worden afgespeeld. Als u alle songs opnieuw wilt afspelen, houdt u de [Song]-knop ingedrukt en drukt u op de [ ]-knop. Zie ‘Lijst van interne songs’ (p.55) voor de namen van de interne songs.
Elk gedeelte apart beluisteren Wanneer interne Preset songs of songs uit het interne geheugen worden afgespeeld, kunt u selecteren welke uitvoeringgedeeltes gespeeld zullen worden. U kunt ook elke hand apart oefenen terwijl u met de song meespeelt. fig.TrackSelectz.eps
28
Druk op de [Accomp (E. Piano)], [Left (Strings)] of [Right (Others)]knop. De knop die u indrukte wordt uitgeschakeld, en het toegewezen gedeelte (zie hierboven) is niet langer hoorbaar. Het op deze manier tijdelijk stil maken van een specifiek gedeelte wordt ‘Muting’ genoemd. Als u het rechterhandgedeelte wilt oefenen houdt u de [ ] ingedrukt en drukt u op [Right (Others)] om dit uit te zetten. Als u de song afspeelt, wordt het rechterhandgedeelte niet gespeeld. Als u het begeleidingsgedeelte dempt (Mute) voordat het afspelen wordt geïnitieerd, kunt u de intro overslaan. Druk nog een keer op de knop die u bij stap 3 heeft geselecteerd,, zodat deze verlicht is. Het geluid van deze knop is nu weer hoorbaar. Mute-instellingen worden geannuleerd als u van song verandert.
Songs afspelen
2. Houdt de [Song]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-
.
Het volume waarop de song wordt afgespeeld veranderen
knoppen om de instelling te veranderen. Knop
Weergave
Uitleg
Hier ziet u hoe het volume waarop de song wordt afgespeeld veranderd kan worden.
[+]
Dot
De in de song opgenomen tempowisselingen worden genegeerd, en de song wordt op een vaststaand tempo afgespeeld.
Als u oefent door met een song mee te spelen, kunt u hiermee de volumebalans tussen uw spel op het klavier en het afspeelgeluid van de song aanpassen.
[–]
No dot
De song wordt volgens de tempowisselingen die in de song zijn opgenomen afgespeeld.
fig.d-120.eps
1. Terwijl u de [
]-knop ingedrukt houdt, drukt u op
de [-] [+]-knoppen.
Verlicht als Tempo Mute is ingeschakeld
Het afspeelvolume van de song wordt weergegeven terwijl u de [ ]-knop ingedrukt houdt.
Als u van song verandert keert de Tempo Mute-functie naar de ‘Off’ instelling terug.
Het afspeelvolume kan op elke waarde tussen 0 en 10 worden ingesteld. fig.d-10.eps
Als u de stroom uitzet, keert het afspeelvolume van de song naar ‘10’ terug.
Het tempo van een song veranderen
De toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen (Playback Transpose) Met de ‘Playback Transpose’ functie kunt u de toonsoort van de song die wordt afgespeeld veranderen. fig.Transp.eps
U kunt het tempo waarop de song wordt gespeeld veranderen. Als u één van de interne songs oefent en u het tempo van het afspeelgeluid verlaagt, kunt u gemakkelijker met een moeilijke song meespelen.
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop totdat de tempowaarde wordt weergegeven. De [Song]-knop is verlicht en in het scherm wordt alleen een nummer getoond. Dit is het tempo. fig.d-108.eps
1. Speel de song die u wilt horen of waarmee u mee wilt spelen (p.27).
2. Terwijl u de [Transpose]-knop ingedrukt houdt, gebruikt u de [-] [+]-knoppen om de toonhoogte aan te passen. De toonhoogte van de song verandert in stappen van halve tonen. De Playback Transpose instelling wordt getoond terwijl u de [Transpose]-knop ingedrukt houdt. De reeks is –6-0-5 (stappen van halve tonen). Als dit op een andere waarde dan 0 wordt ingesteld, zal de [Transpose]-knop oplichten.
2. Gebruik de [-] [+]-knoppen om het tempo te veranderen.
Afspelen op een vaststaand tempo (Tempo Mute) Sommige interne Preset songs hebben een tempo dat tijdens de song verandert. Hier ziet u hoe u deze songs op een vaststaand, niet-veranderend tempo kunt afspelen.
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop totdat de
U kunt het transpositie-interval ook selecteren door op de [Transpose]-knop te drukken en deze ingedrukt te houden terwijl u de gewenste toets op het klavier van de RP201 indrukt. Als de transpositiewaarde iets anders dan ‘0’ is, kunt u de [Transpose]-knop gebruiken om de Playback Transpose-functie aan of uit te zetten. Als u de [Transpose]-knop ingedrukt houdt en de [-] en [+]knoppen tegelijk indrukt, keert de instelling naar zijn oorspronkelijke waarde (0) terug. De transpositie-instelling keert naar ‘0’ terug als u een andere song selecteert.
tempowaarde wordt weergegeven. De [Song]-knop is verlicht en in het scherm wordt alleen een nummer getoond. Dit is het tempo.
De Playback Transpose-functie zal niet worden toegepast als de Transpose Mode (p.35) op ‘Kbd’ (Keyboard) is ingesteld.
29
Opnemen U kunt uw uitvoeringen gemakkelijk opnemen. Nadat u een uitvoering heeft opgenomen kunt u deze afspelen om te controleren wat en hoe u heeft gespeeld, en melodieën samen met de vooraf opgenomen begeleiding op het klavier spelen.
Uw spel op het klavier opnemen fig.RecordButtonz-i.eps
Als het volgende in het scherm verschijnt Als u een song heeft opgenomen, maar deze nog niet heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend verschijnen als u een song selecteert. fig.d-dEL.eps
Uitvoeringsinstellingen 1. Selecteer de klank die gespeeld zal worden (p.21). Indien nodig laat u de metronoom spelen.
U kunt geen andere song afspelen als het geheugen nog een niet-opgeslagen song bevat. Als het OK is om de song te verwijderen, drukt u op de [
]-knop.
Als u de song niet wilt verwijderen, drukt u op de [ ]knop en slaat u de song in het interne geheugen op (p.32).
2. Druk op de [Metronome]-knop (p.26). Terwijl u naar de metronoom luistert, past u het songtempo en de maatsoort naar wens aan (p.26).
3. Druk op de [
]-knop.
‘USr’ wordt in het scherm getoond, de [ ]-knop is verlicht, de [ ]-knop knippert en de RP201 wordt in de gereed-vooropname stand geplaatst.
De manier waarop de Track knoppen met de opgenomen uitvoering corresponderen
fig.d-USr.eps
Een uitvoering die met gebruik van de Split Play (p.24) en Twin Piano (p.36) functies is opgenomen, zal als volgt aan de Track knoppen worden toegewezen.
De opname starten Opgenomen uitvoering Track knop Split uitvoering
Twin Piano
[Right (Others)]
Rechterhandklank
Rechtergebied
Na een aftelling van twee maten begint de opname.
[Left (Strings)]
Linkerhandklank
Linkergebied
De opname start als u op het klavier speelt (zonder dat de [ ]-knop wordt ingedrukt). In dit geval wordt een aftelling niet gespeeld.
4. Druk op de [
]-knop of speel op het klavier.
Als de opname begint zullen de [ oplichten.
]-knop en de [
]-knop
Tijdens de aftelling wordt de maat als ‘-2’ en dan ‘1’ in het scherm weergegeven.
De opname stoppen 5. Druk op de [
]-knop.
De opname wordt beëindigd. U kunt ook op de [
]-knop drukken om de opname te stoppen.
De opgenomen uitvoering beluisteren 6. Als de indicatie ‘Usr.’ niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de [Song]-knop totdat deze indicatie verschijnt. fig.d-USrdotExp-e.eps
Verlicht als er een opgenomen song is
30
Opnemen
7. Druk op de [-]-knop. U keert terug naar het begin van de song die u heeft opgenomen.
8. Druk op de [
]-knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Opgenomen uitvoeringen wissen U kunt opgenomen uitvoeringen wissen. fig.RecordButtonz.eps
9. Als u op de [
]-knop drukt terwijl de metronoom klinkt, wordt er een aftelling van twee maten gespeeld (Count-In) voordat het afspelen van de song begint.
Druk nogmaals op de [
]-knop om het afspelen te stoppen.
1. Druk een aantal malen op de [Song]-knop, totdat de De opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom uitzet. Als u de opgenomen uitvoering wilt behouden, moet u deze in het interne geheugen opslaan. Zie ‘Songs opslaan’ (p.32). Als u de uitvoering die u heeft opgenomen niet heeft opgeslagen, kunt u geen andere song afspelen. U moet de uitvoering wissen (p.31) of opslaan (p.32) voordat een andere song afgespeeld kan worden.
indicatie ‘USr’ wordt weergegeven. fig.d-USrdotExp-e.eps
Verlicht als er een opgenomen song is
2. Druk op de [+]-knop. ‘dEL’ zal in het scherm beginnen te knipperen. fig.d-dEL.eps
Als u besluit de song niet te verwijderen, drukt u op de [ knop.
3. Druk op de [
]-
]-knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist. Een uitvoering die u heeft opgenomen wordt verwijderd als u de stroom uitzet.
31
Uw uitvoering opslaan 5. Druk op de [
Songs opslaan
]-knop.
De song zal opgeslagen worden. fig.d-SAv.eps
Een song die u heeft opgenomen kan in het interne geheugen worden opgeslagen. De songs die u opneemt zullen verloren gaan als u de RP201 simpelweg uitschakelt voordat deze zijn opgeslagen. Als u een song wilt bewaren, moet deze eerst opgeslagen worden.
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘SAv’ in het scherm knippert.
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
U kunt maximaal 20 songs opslaan.
mode te verlaten.
fig.SaveButtonz.eps
Een song verwijderen Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen song uit het interne geheugen verwijderd kan worden.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. In het scherm wordt ‘Fnc’ getoond, en u bevindt zich in de Function mode. fig.d-Fnc.eps
Als u alle songs uit het interne geheugen wilt verwijderen, kijkt u bij ‘Songs verwijderen’ (p.33). fig.SaveButtonz.eps
2. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘SAv’ in het scherm te laten verschijnen. Als u uw vinger van de knop neemt, zal de volgende boodschap verschijnen en de [ ]-knop knippert.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop.
fig.d-U01.eps
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode. fig.d-Fnc.eps
Het nummer dat in het scherm verschijnt verwijst altijd naar het eerste lege User-geheugen, en kan verschillen van dat wat in de illustratie wordt getoond.
2. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en gebruik de [-]
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om het nummer van de
[+]-knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten verschijnen.
opslagbestemming te selecteren.
Als u uw vinger van de knop neemt, zal de volgende boodschap ver]-knop knippert. schijnen en de [
Als de stip rechts onder in het scherm verlicht is, is er op dat nummer al een song opgeslagen.
fig.d-U01.eps
Selecteer een nummer waarop nog geen song is opgeslagen. Als u een ongewenste song wilt wissen en deze door de nieuw opgeslagen song wilt vervangen, selecteert u het nummer van de ongewenste song. fig.d-SongExist-e.eps
Verlicht als een song is opgeslagen
4. Druk op de [
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de song die u wilt verwijderen te selecteren.
]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm getoond en de [ knop knipperen.
Het nummer dat in het scherm verschijnt verwijst altijd naar het eerste lege User-geheugen, en kan verschillen van dat wat in de illustratie wordt getoond.
]-knop en [
]-
4. Druk op de [
]-knop.
Het scherm geeft ‘Sur’ aan, en de [ peren.
fig.d-Sur.eps
] en [
]-knoppen knip-
fig.d-Sur.eps
Als u besluit de song niet op te slaan, drukt u op de [
]-knop. Als u besluit de song niet te verwijderen drukt u op de [ knop.
32
]-
Uw uitvoering opslaan
5. Druk op de [
]-knop.
De geselecteerde song zal verwijderd worden.
Alle songs verwijderen
ffig.d-dEL.eps
Hier ziet u hoe alle songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen geheel verwijderd kunnen worden. Met de hier beschreven procedure worden alle songs die in het geheugen zijn opgeslagen verwijderd. De gewiste data kunnen niet hersteld worden, dus wij adviseren u de inhoud van het geheugen te controleren voordat u verdergaat.
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘dEL’ in het scherm knippert. Als u alle songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen verwijdert, wordt ‘non’ in het scherm weergegeven.
fig.SaveButtonz.eps
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode. fig.d-Fnc.eps
2. Houd de [Transpose]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘dEL’ in het scherm te laten verschijnen. Als het interne songgeheugen leeg is, kunnen de volgende stappen niet uitgevoerd worden. Als u uw vinger van de knop neemt, zal een lijst met alle songs die in ]het interne geheugen zijn opgeslagen verschijnen en de [ knop zal knipperen.
3. Druk een aantal malen op de [-]-knop totdat ‘ALL’ in het scherm wordt getoond.
4. Druk op de [
]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ knoppen knipperen.
] en [
]-
fig.d-Sur.eps
Als u besluit om het verwijderen van alle songs te annuleren, drukt u op de [ ]-knop.
5. Druk op de [
]-knop.
fig.d-dEL.eps
De volledige inhoud van het interne geheugen zal gewist worden en in het scherm zal de ‘non’ boodschap worden getoond. Zet nooit de stroom uit terwijl ‘dEL’ in het scherm knippert.
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
33
Verscheidene instellingen In de Function mode kunt u verscheidene instellingen voor spelen en opnemen maken.
Knop
Functie
Pag.
Dual Balance p. 35
Basisbediening in de Function mode
[Split] (& [–] [+])
Octave Shift p. 35 Master Tuning
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
p. 38
[Metronome]-knop. fig.RP201Function.eps
Temperatuur p. 38 [Piano] (& [–] [+])
Temperatuur toonsoort p. 39 Stretch Tuning
De [Song]-knop en [Metronome]-knop lichten op.
p. 39
In het scherm wordt ‘Fnc’ getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
Brilliance
De [Reverb], [Transpose], [Split], [Piano], [E. Piano], [Strings] en [Others]-knoppen knipperen.
p. 18
fig.d-Fnc.eps
Damper resonantie p. 40 [E.Piano] (& [–] [+])
String resonantie p. 40
2. Druk op één van de knipperende knoppen om de Key Off resonantie
instelling die u wilt veranderen te selecteren.
p. 40
In het scherm wordt de naam van de instelling getoond, terwijl u de knop ingedrukt houdt. De waarde van de instelling zal verschijnen als u de knop loslaat.
Demperpedaalgedeelte p. 37
3. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te [Strings] (& [–] [+])
veranderen.
4. Als u een andere instelling wilt veranderen, selecteert u
Middelste pedaalfunctie p. 37 Linkerpedaalfunctie p. 37
de instelling die u wilt veranderen door één van de knoppen die voor stap 2 knipperden in te drukken. Memory Backup
p. 44
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
Local Control
De indicators van de knoppen keren naar hun vorige status terug. De instellingen die u verandert zullen naar hun oorspronkelijke staat terugkeren als u de stroom uitzet. Als u wilt dat de veranderingen behouden worden, ook nadat de stroom is uitgezet, voert u de Memory Backup procedure uit (p.44) om de instellingen op te slaan.
p. 41 MIDI-zendkanaal p. 42
[Overige] (& [–] [+])
Composer MIDI Out p. 42 V-LINK-zendkanaal
Knop
Functie
Pag.
p. 43
Twin Piano mode [Reverb]
p. 36
Aanbevolen klank p. 41
Een song opslaan p. 32
Factory Reset p. 44
[Transpose] (& [–] [+])
Songs verwijderen p. 32 Transpose mode p. 35
34
Druk enkele seconden op [ ]
Panel Lock p. 45
Verscheidene instellingen
3. Laat de [Tranpose]-knop los om de huidige instelling te
Klavierinstellingen
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
De volumebalans voor Dual Play veranderen (Dual Balance)
veranderen. Instelling
U kunt de volumebalans van klank 1 en klank 2 veranderen.
Klaviernoten
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
Afspeelgeluid van de song
[Metronome]-knop. In het scherm wordt ‘Fnc’ aangegeven, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Split]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘dBl’ te selecteren.
3. Laat de [Split]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
Uitleg
Klaviernoten en afspeelgeluid van de song
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
De huidige volumebalans wordt getoond.
De toonhoogte in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)
fig.d-9-3-e.eps
Volume van klank 1
Volume van klank 2
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. De volumebalans zal veranderen. Als u naar de oorspronkelijke volumebalans wilt terugkeren, drukt u de [-] en [+] gelijktijdig in.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
U kunt de toonhoogte van klank 2 in Dual Play (p.23) en de linkerhandklank in Split Play (p.24) met één octaaf tegelijk veranderen. Het op deze manier veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf wordt ‘Octave Shift’ genoemd. U kunt bijvoorbeeld de toonhoogte van de linkerhandklank verhogen naar dezelfde toonhoogte als die van de rechterhandklank in Split Play.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Split]-knop en houd deze ingedrukt. Gebruik dan de [-] of [+]-knop om ‘Oct’ te selecteren.
Specificeren waar de Transpose-functie invloed op zal hebben Deze instelling specificeert wat de Transpose-functie zal beïnvloeden. U kunt de Transpose-functie gebruiken om de toonhoogte van zowel het klavier als de song, de toonhoogte van alleen de song of de toonhoogte van alleen het klavier te veranderen.
3. Laat de [Split]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. Indicatie -2–0–2
→ Transpose (p.29) → Playback Transpose (p.29)
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. In het scherm wordt ‘Fnc’ aangegeven, en u bevindt zich in de Function mode.
De reeks van beschikbare toonhoogteverandering reikt van twee octaven hoger tot twee octaven lager. Elke keer dat de [-]-knop wordt ingedrukt, wordt de toonhoogte een octaaf verlaagd, terwijl elke druk op de [+]-knop de toonhoogte met een octaaf verhoogt. Om naar de oorspronkelijke toonhoogte terug te keren drukt u de [-] en [+]-knoppen tegelijk in.
2. Druk op de [Transpose]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘trS’ te selecteren.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
35
Verscheidene instellingen
Het klavier splitsen voor een uitvoering met twee personen (Twin Piano) U kunt het klavier in linker- en rechtersecties verdelen,, zodat twee mensen binnen dezelfde reeks toonhoogtes kunnen spelen. Dit betekent dat u het klavier kunt gebruiken alsof er twee aparte piano’s zouden zijn. Dit biedt bijvoorbeeld een handige manier om één persoon de uitvoering van de andere persoon te laten volgen, om deze te controleren. Zie de illustratie onderaan deze pagina.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. U kunt één van de volgende manieren waarop het geluid te horen zal zijn kiezen. Instelling
Uitleg Twin Piano mode is uit.
Als u Twin Piano inschakelt, zal het instrument zich in de volgende staat bevinden.
Het geluid is via rechts te horen als u aan de rechterkant van het klavier speelt, en via links als u aan de linkerkant speelt.
• Het klavier is in linker- en rechtersecties verdeeld, waarbij de ‘middelste C’ het midden van elke sectie is.
Noten die in het rechtergebied worden gespeeld zijn via de rechter luidspreker te horen, en noten die in het linkergebied worden gespeeld zijn via de linker luidspreker te horen.
• De linker- en rechtersecties hebben hetzelfde geluid (Grand Piano 1). • Het rechterpedaal is het demperpedaal voor de rechtersectie, en het linkerpedaal is het demperpedaal voor de linkersectie. • Als de Split-functie of Dual-functie was ingeschakeld toen u Twin Piano inschakelde, zullen de Split-functie en Dual-functie worden uitgeschakeld.
Deze instelling wordt niet onthouden als u de RP201 uitzet. De volgende keer dat u de RP201 aanzet, keert deze parameter naar de ‘OFF’ instelling terug.
• Sommige effecten (p.22) zullen uitgezet worden.
Als u deze parameter op ‘2’ instelt, zal Reverb niet langer worden toegepast.
U kunt ook besluiten om de linkersectie alleen aan de linker luidspreker en de rechtersectie alleen aan de rechter luidspreker toe te wijzen, wanneer Twin Piano mode op ‘2’ is ingesteld.
Bij sommige klanken kan het geluid niet gesplitst worden, zelfs niet als de Twin Piano mode op ‘2’ wordt ingesteld.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. Als u ‘1’ of ‘2’ heeft geselecteerd wordt het volgende in het scherm getoond, om duidelijk te maken dat de Twin Piano mode actief is.
2. Druk op de [Reverb]-knop om ‘tPn’ te selecteren. 3. Laat de [Reverb]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
fig.TwinPiano.eps
C1
C3
36
C2
C4
C3
C4
C5
C6
C5
C3
C6
C4
C7
C5
C8
C6
Verscheidene instellingen
Pedaalinstellingen De manier waarop het demperpedaal wordt toegepast veranderen (Damper Pedal Part) Als u het demperpedaal tijdens Dual Play of Split Play indrukt, wordt het demperpedaaleffect normaalgesproken op beide klanken toegepast. U kunt ook de klank waarop het effect toegepast moet worden selecteren.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Strings]-knop en houd deze ingedrukt, en
De manier waarop de pedalen werken veranderen (Center/Left Pedal Function) Als u de stroom aanzet, functioneert het linkerpedaal als het Soft pedaal en het rechterpedaal als het Sostenuto pedaal (p.19). U kunt de functie van het pedaal aan een verscheidenheid aan andere operaties toewijzen.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Houd de [Strings]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]knoppen om het pedaal, waarvan u de functie wilt veranderen, te selecteren. Instelling
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘dPr’ te selecteren.
Middelste pedaal
3. Laat de [Strings]-knop los om de huidige instelling te
Linkerpedaal
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
3. Laat de [Strings]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
veranderen. Instelling
Uitleg
Uitleg
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen.
Allen ingeschakeld. Wordt alleen toegepast op klank 1 (in Dual Play)/ rechterhandklank (in Split Play) Wordt alleen toegepast op klank 2 (in Dual Play)/ linkerhandklank (in Split Play)
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
Instelling
Sostenuto
Soft
Play/Stop
Layer
Octave
Uitleg Stelt de functie op Sostenuto pedaal in. (alleen te selecteren voor het middelste pedaal)
Stelt de functie op Soft pedaal in. (alleen te selecteren voor het linkerpedaal)
Het pedaal heeft dezelfde functie als de [ knop.
]-
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt klank 2 opgestapeld, gebruikt voor Dual Play. * De Layer-functie kan alleen worden toegepast wanneer Dual Play wordt gebruikt. Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een geluid op een octaaf hoger opgestapeld. * De Octave-functie kan niet worden toegepast terwijl Twin Piano, Dual Play of Split Play wordt gebruikt.
‘Layer’ en ‘Octave’ kunnen niet gelijktijdig voor het middelste en linkerpedaal worden gespecificeerd.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
37
Verscheidene instellingen
Instellingen voor stemming De toonhoogte met andere instrumenten overeen laten komen (Master Tuning) Als u samen met andere instrumenten speelt en in soortgelijke gevallen, kunt u de standaard toonhoogte met die van een ander instrument overeen laten komen. De standaard toonhoogte verwijst gewoonlijk naar de toonhoogte van de noot die gespeeld wordt als de middelste A toets wordt ingedrukt. Voor een zuiverder ensemblegeluid, als u samen met één of meer andere instrumenten speelt, zorgt u dat de standaard toonhoogte van elk instrument op die van de andere instrumenten is afgestemd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘tun’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
De stemming aanpassen (Temperament) U kunt klassieke muziek, zoals Barokstukken, met gebruik van hun oorspronkelijke stemming spelen. De meeste moderne songs worden gecomponeerd en gespeeld in de veronderstelling dat de gelijkzwevende temperatuur wordt gebruikt (de meest gebruikte stemming vandaag de dag), maar toen klassieke muziek werd gecomponeerd, was er een grote variëteit aan andere stemmingen in gebruik.Door een compositie met zijn oorspronkelijke stemming te spelen, kunt u genieten van de klanken van akkoorden die de componist oorspronkelijk heeft bedoeld.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘tnP’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. fig.d-Temperament.eps
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. fig.d-400.eps
Temperatuur Temperatuur toonsoort
U kunt uit de acht hieronder beschreven stemmingen kiezen. Instelling
Temperatuur
Kwaliteiten
Gelijkzwevend
In deze stemming is elk octaaf in twaalf gelijke stappen verdeeld. Elk interval produceert ongeveer dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie.
2
Rein (Majeur)
Deze stemming elimineert tweeslachtigheid in kwinten en tertsen. Deze is niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet getransponeerd worden, maar kan prachtige klanken voortbrengen.
3
Rein (Mineur)
De Reine stemmingen verschillen van Majeur en Mineur toonsoorten. U kunt hetzelfde effect verkrijgen met de Majeur ladder en de Mineur ladder.
4
Arabisch
Deze stemming is geschikt voor Arabische muziek.
Kirnberger
Dit is een verbetering van de Middentoon en Reine stemmingen, die een hoge mate van modulatievrijheid biedt. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk (III).
Middentoon
Deze schaal sluit een compromis met de Reine stemming, en maakt dat transpositie naar andere toonsoorten mogelijk is.
De laatste drie cijfers worden in het scherm aangegeven. ‘440.0 Hz’ wordt in bovenstaand figuur aangegeven. 1 Instellingen 15.3 Hz-40.0 Hz-66.2 Hz (415.3 Hz-440.0 Hz-466.2 Hz)
Vanuit de fabriek is dit op ’40.0 (440.0 Hz)’ ingesteld. Druk de [-] en [+]-knoppen tegelijk in om naar de fabrieksinstelling (440Hz) terug te keren.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
5
6
38
Verscheidene instellingen
Instelling
7
8
Temperatuur
Kwaliteiten
Pythagorisch
Deze stemming, uitgedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert dissonantie in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt door tertsintervalakkoorden geproduceerd, maar melodieën zijn harmonieus.
Werckmeister
Deze temperatuur combineert de Middentoon en Pythagorische stemmingen. Uitvoering is mogelijk in alle toonsoorten (eerste techniek, III).
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
De temperatuur toonsoort specificeren Als u met een andere stemming dan de gelijkzwevende temperatuur speelt, moet u de Temperatuur toonsoort van de song die u gaat spelen specificeren. (Dat wil zeggen: de noot die met C correspondeert voor een Majeur toonsoort of met A voor en Mineur toonsoort). Als u een gelijkzwevende temperatuur selecteert, hoeft de Temperament toonsoort niet geselecteerd te worden.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
Als u samen met andere instrumenten speelt, kan er, afhankelijk van de toonsoort, enige verschuiving van de toonhoogte zijn.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
Stretch Tuning Piano’s worden over het algemeen zo gestemd dat de lage reeks lager, en de hoge reeks hoger is dan de gelijkzwevende toonhoogtes. Deze stemmethode is uniek voor de piano, en staat bekend als ‘Stretch Tuning’.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘Str’ te selecteren.
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen.
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘tnE’ te selecteren. Instelling
3. Laat de [Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen.
Uitleg Deze stemmingscurve breidt de bas en het hoog enigszins uit. Deze is niet geschikt voor solo piano-uitvoeringen. Dit is de standaard stemmingscurve. Deze is geschikt om tijdens Dual Play (p.23) te gebruiken of wanneer u samen met andere instrumenten speelt.
fig.d-Temperament.eps
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. Temperatuur Temperatuur toonsoort
Weergave
Toonsoort
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44). Weergave
Toonsoort
C
F#
C#
G
D
Ab
Eb
A
E
Bb
F
B
39
Verscheidene instellingen
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
Instellingen voor pianogeluiden Sympathische resonantie produceren als u het demperpedaal indrukt (Damper Resonance)
veranderen. Instelling
Uitleg
OFF, 1–10
Het resonantieniveau neemt af als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de waarde de hoeveelheid resonantie doet toenemen. De String Resonance-functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
U kunt het volume van de demperpedaal resonantie veranderen. Als het demperpedaal op een akoestische piano wordt ingedrukt, zorgt dit dat de noten die u speelt met andere snaren resoneren, hetgeen het geluid een rijke galm geeft en het vetter maakt. Het demperpedaal op de RP201 ontwikkelt deze resonantie (Damper Pedal Resonance) opnieuw wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
[Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [E. Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en
Geluiden spelen wanneer de toetsen worden losgelaten (Key Off Resonance)
gebruik de [-] of [+]-knop om ‘rES’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
U kunt het ‘Key Off’ geluid spelen (het subtiele geluid dat geproduceerd wordt als de toetsen worden losgelaten), dat verkregen wordt als een akoestische piano wordt bespeeld.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop.
veranderen. Instelling
Uitleg
OFF, 1–10
Het resonantievolume neemt af als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de waarde het volume van de demper resonantie doet toenemen. De Damper Resonance functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [E. Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘rOF’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen.
U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
De resonantie van de snaren produceren wanneer de toetsen worden bespeeld (String Resonance) Als u de toetsen van een akoestische piano bespeelt, resoneren de snaren die al gespeeld zijn ook. De functie die dit effect reproduceert wordt ‘String Resonance’ genoemd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [E. Piano]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] of [+]-knop om ‘rSt’ te selecteren.
3. Laat de [E. Piano]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
40
Instelling
Uitleg
OFF, 1–10
Het volume van het Key Off geluid neemt toe als de waarde wordt verlaagd, terwijl het verhogen van de waarde het volume van het Key Off geluid doet toenemen. De Key Off Resonance-functie is niet actief als de waarde op ‘OFF’ is ingesteld.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten. U kunt de Memory Backup-functie gebruiken om deze instelling in het interne geheugen op te slaan (p.44).
Verscheidene instellingen
MIDI-instellingen Hier kunt u verscheidene aan MIDI gerelateerde instellingen voor de RP201 maken. Meer over MIDI vindt u bij ‘Aansluiten op MIDI-apparaten’ (p.47).
Overschakelen naar VIMA TUNES aanbevolen klanken (Recommended Tones) U kunt de MIDI In-aansluiting van de RP201 met de MIDI OUT-aansluiting op de interface van de computer verbinden, en apart verkrijgbare CD-ROMs afspelen die voor de VIMA (VIMA TUNES) zijn gecreëerd. Hiervoor is de ‘VIMA TUNES PLAYER’ software vereist, die gratis op de Roland website verkregen kan worden:
Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control) Als u een MIDI-sequencer heeft aangesloten, stelt u deze parameter op Local Off in. Omdat de Thru-functie van de sequencer normaalgesproken ingeschakeld is, zullen noten die op het klavier worden gespeeld of door de recorder worden afgespeeld via de twee routes (1) en (2), die in de illustratie worden getoond, naar de geluidsgenerator worden gestuurd. Daardoor kunnen noten twee keer klinken of op onnatuurlijke wijze worden afgekapt. Om dit te voorkomen wordt ‘Local Off’ gebruikt om de route in (1) los te koppelen. fig.LocalControl.eps
(1) Local On Sequencer Geluidsgenerator
MIDI IN
MIDI OUT Geheugen
http://www.roland.com/products/en/ * Bezoek alstublieft de RP201 productpagina vanuit de alfabetische index, en open dan de ‘Download’ pagina.
MIDI OUT
MIDI IN (2) Soft Thru On
Songs op VIMA CD-ROMs (VIMA TUNES) zijn met ‘aanbevolen klanken’ geprogrammeerd, die voor elke song geschikt zijn.
Elke gespeelde noot is twee keer te horen
Als u een song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, worden aanbevolen klanken aan de [E. Piano], [Strings] en [Others]knoppen van de RP201 toegewezen, en deze drie klankknoppen zullen knipperen.
Local On: Het klavier en de Recorder zijn met de interne geluidsgenerator verbonden. fig.LocalOn.eps
Geluid wordt overgebracht
Als u op een knipperende klankknop drukt, wordt de aanbevolen klank geselecteerd,, zodat u de geselecteerde song kunt spelen met een geluid dat bij die song past als deze wordt afgespeeld.
Geluidsgenerator
U kunt de RP201 zo instellen dat de aanbevolen klanken automatisch worden toegewezen, of niet worden toegewezen.
Local On
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Houd de [Others]-knop ingedrukt en gebruik de [-] [+]knoppen om ‘rtn’ in het scherm te laten verschijnen.
Local Off: Het klavier en de Recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Er wordt geen geluid door het klavier geproduceerd wanneer dit wordt bespeeld. fig.LocalOff.eps
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
Er wordt geen geluid geproduceerd
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. Instelling
Geluidsgenerator
Local Off Uitleg Als u een song van een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) selecteert, worden aanbevolen klanken automatisch aan de [E. Piano], [Strings] en [Others] klankknoppen van de RP201 toegewezen. De aanbevolen klanken worden niet gebruikt, en alleen de interne klanken van de RP201 kunnen geselecteerd worden.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
Vanuit de fabriek is dit op ‘On’ ingesteld.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en 5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘L.Ct’ te selecteren.
mode te verlaten.
41
Verscheidene instellingen
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. Instelling
Uitleg Local Control is op ON ingesteld. Het klavier en de Recorder zijn met de interne geluidsgenerator verbonden. Local Control is op OFF ingesteld. Het klavier en de Recorder zijn niet met de interne geluidsgenerator verbonden. Als het klavier wordt bespeeld of een song wordt afgespeeld, zal er geen geluid worden geproduceerd.
Opgenomen uitvoering data naar een MIDIapparaat sturen (Composer MIDI Out) Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u uitvoering data die met de RP201 is opgenomen naar een aangesloten MIDI-apparaat of een computer sturen.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Out’ te selecteren.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
MIDI-zendkanaal instellingen (MIDI Transmit Channel)
veranderen. Instelling
Deze instelling specificeert de MIDI-kanalen via welke de RP201 verzendt. MIDI gebruikt zestien ‘MIDI-kanalen’, genummerd 1 tot 16. Door MIDI-apparaten aan te sluiten en de geschikte MIDI-kanalen voor elk apparaat te specificeren, kunt u geluiden spelen of selecteren vanaf deze apparaten. De RP201 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Ch’ te selecteren.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te veranderen. Instellingen (kanaal) OFF, 1–16
Op ‘Off’ ingesteld zal de data die beschrijft wat u op het klavier speelt niet worden verzonden. Voor details over het aansluiten van MIDI-apparaten vindt u bij ‘Aansluiten op MIDI-apparaten’ (p.47).
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
42
Uitleg Uitvoerings-data wordt verzonden. Uitvoerings-data wordt niet verzonden.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
Verscheidene instellingen
Overige instellingen De V-LINK-functie gebruiken (V-LINK)
Het zendkanaal voor V-LINK specificeren
Als de RP201 op een V-LINK-compatibel beeldapparaat wordt aangesloten, kunt u de afbeeldingen met de RP201 besturen. Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen zet u het volume altijd helemaal laag, en de stroom van alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
Hier ziet u hoe het kanaal waarop boodschappen voor het besturen van video worden verzonden wordt gespecificeerd.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode. fig.d-Fnc.eps
V-LINK V-LINK ( ) is een functie waarmee muziek en afbeeldingen samen uitgevoerd kunnen worden. Met gebruik van MIDI om twee of meer V-LINK-compatibele apparaten te verbinden, kunt u op eenvoudige wijze genieten van een brede reeks visuele effecten die met de expressieve elementen van een muziekuitvoering zijn verbonden.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘vLn’ te selecteren. fig.d-vLn.eps
V-LINK gebruiken 1. Houd de [Reverb]-knop ingedrukt en druk op de
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te bekijken.
[Transpose]-knop. In het scherm wordt ‘_._._.’ aangegeven en V-LINK wordt ingeschakeld. Om V-LINK uit te schakelen houdt u de [Reverb]-knop opnieuw ingedrukt en drukt u op de [Transpose]-knop.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om het gewenste MIDI-kanaal in te stellen. .
Als V-LINK aan is, zijn de balken onder in het scherm verlicht.
Instellingen (V-LINK zendkanaal)
fig.d-VLinkOn.eps
1–16
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function U kunt de beelden besturen met gebruik van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het klavier.
mode te verlaten.
fig.V-LINK-Keyboard.eps
A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A0–G#1
Terwijl V-LINK is ingeschakeld, wordt er geen geluid geproduceerd als u één van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het klavier indrukt.
2. Om V-LINK uit te schakelen houdt u de [Reverb]-knop opnieuw ingedrukt en drukt u op de [Transpose]-knop.
43
Verscheidene instellingen
De instellingen onthouden (Memory Backup)
De instellingen in de fabrieksstatus terugzetten (Factory Reset)
Normaalgesproken keren de instellingen van de verscheidene variaties naar hun standaard waardes terug als de stroom wordt uitgeschakeld. U kunt echter specificeren dat de verscheidene instellingen onthouden worden, ook nadat de stroom is uitgeschakeld. Deze functie wordt ‘Memory Backup’ genoemd.
De instellingen die u in de Function mode heeft veranderd, kunnen opnieuw op de fabrieksinstellingen worden ingesteld. Deze operatie wordt ‘Factory Reset’ genoemd. Voer deze operatie uit als u de instellingen, die met gebruik van Memory Backup zijn opgeslagen, naar hun oorspronkelijke status wilt terugbrengen.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop.
Wanneer ‘Factory Reset’ wordt uitgevoerd, worden alle instellingen die u tot op dat moment heeft opgeslagen gewist, en in de fabrieksstatus teruggezet.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode. fig.d-Fnc.eps
Met het uitvoeren van deze operatie worden de songs in het interne geheugen niet gewist. Als u alle songs uit het interne geheugen van de RP201 wilt wissen, raadpleeg dan ‘Alle songs verwijderen (p.33).
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘buP’ te selecteren. fig.d-buP.eps
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de [Metronome]-knop. ‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en 3. Als u de [Others]-knop loslaat, zal de [
]-knop
knipperen.
4. Druk op de [
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Fct’ te selecteren. fig.d-Fct.eps
]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ [ ]-knop knipperen.
]-knop en
3. Als u de [Others]-knop loslaat, zal de [
fig.d-Sur.eps
]-knop
knipperen.
4. Druk op de [
]-knop.
‘Sur’ wordt in het scherm weergegeven, en de [ [ ]-knop knipperen.
Als u besluit de instellingen niet op te slaan, drukt u op de [ ]-knop.
]-knop en
fig.d-Sur.eps
5. Om de instellingen op te slaan drukt u op de [
]-knop.
De ‘buP’ boodschap knippert in het scherm. Zet nooit de stroom uit terwijl ‘buP’ in het scherm knippert. Nadat de Memory Backup is voltooid, wordt ‘Fnc’ in het scherm getoond. fig.d-Fnc.eps
Als u besluit de Factory Reset niet uit te voeren, drukt u op de ]-knop. [
5. Om de Factory Reset uit te voeren drukt u op de [
]-
knop. De ‘Fct’ boodschap knippert in het scherm. Zet nooit de stroom uit terwijl de ‘Fct’ boodschap in het scherm knippert.
Voor details over de instellingen die met de Memory backup operatie worden opgeslagen, kijkt u bij ‘Parameters die in Memory backup worden opgeslagen’ (p.56).
Nadat de Factory Reset is voltooid, zal de volgende weergave verschijnen. fig.d-End.eps
6. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function mode te verlaten.
6. Draai de [Volume]-knop helemaal naar links om het volume te minimaliseren.
44
7. Zet de stroom uit, en dan weer aan.
Verscheidene instellingen
De knoppen uitschakelen (Panel Lock) Als de Panel Lock-functie geactiveerd wordt, zullen alle knoppen worden vergrendeld en niet meer functioneren. U kunt dit gebruiken om te voorkomen dat een kind de instellingen verandert, door onbedoeld op knoppen te drukken.
1. Houd de [
]-knop enkele seconden ingedrukt.
Panel Lock wordt geactiveerd. Alle knoppen worden uitgeschakeld. Het volgende scherm verschijnt wanneer Panel Lock van kracht is. fig.d----.eps
Als u Panel Lock activeert terwijl een song wordt gespeeld, zal het afspelen van de song stoppen. U kunt Panel Lock niet activeren wanneer u zich in de Function mode bevindt of tijdens het opnemen van een song.
De Panel Lock-functie opheffen Houd de [ ingedrukt.
]-knop opnieuw enkele seconden
Panel Lock wordt opgeheven als u de stroom uitzet.
45
Aansluiten op andere apparaten Aansluiten op geluidsapparatuur Als u de RP201 op actieve luidsprekers of op een geluidssysteem dat lijningangen heeft aansluit, kunt u het geluid van de RP201 via de actieve luidsprekers of het geluidssysteem beluisteren. Als u een digitale geluidsspeler of ander afspeelapparaat op de RP201 aansluit, kunt u zijn geluid via de RP201 beluisteren. Gebruik Jack-geluidskabels (apart verkrijgbaar) om aansluitingen te maken. 926a
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume van apparatuur die op de ingangsjacks is aangesloten laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels die geen weerstanden bevatten. * Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag en schakelt u alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
Versterkte luidsprekers op de RP201 aansluiten fig.RP201Audio1-e.eps
Geluiden van een geluidsapparaat via de RP201 spelen fig.RP201Audio2-e.eps
Uitgangsjacks
Versterkte luidsprekers, geluidssysteem, enz.
Ingangsjacks
Draagbare muziekspeler, enz.
Ingang (Line In)
Uitgang (Line Out)
1. Zet het volume van de RP201 en het apparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de RP201 en de aangesloten actieve luidsprekers uit. 3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de aansluiting te maken.
4. Zet de RP201 aan. 5. Zet de aangesloten actieve luidsprekers aan. 6. Pas het volumeniveau op de RP201 en de aangesloten luidsprekers aan. Als u het klavier van de RP201 bespeelt, wordt het geluid via de aangesloten actieve luidsprekers gespeeld.
De stroom uitzetten 1. Zet het volume van de RP201 en de luidsprekers die u
1. Zet het volume van de RP201 en het geluidsapparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de RP201 en het aangesloten geluidsapparaat uit. 3. Gebruik geluidskabels (apart verkrijgbaar) om de aansluiting te maken.
4. Zet het aangesloten geluidsapparaat aan. 5. Zet de RP201 aan. 6. Pas het volumeniveau op de RP201 en het aangesloten geluidsapparaat aan. De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat worden door de RP201 gespeeld. Het volume kan met gebruik van de regelingen van het geluidsapparaat worden aangepast.
De stroom uitzetten
gaat aansluiten helemaal laag.
2. Zet de aangesloten actieve luisprekers uit.
1. Draai het volume van de RP201 en het aangesloten geluidsapparaat helemaal laag.
3. Zet de RP201 uit.
2. Zet de RP201 uit. 3. Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
46
Aansluiten op andere apparaten
Aansluiten op MIDI-apparaten Door een extern MIDI-apparaat aan te sluiten en uitvoeringsdata uit te wisselen, kunt u het ene apparaat vanaf het andere bedienen. U kunt bijvoorbeeld geluid vanaf het andere instrument uitsturen of op het andere instrument van geluiden veranderen.
Wat is MIDI? MIDI, een afkorting van ‘Musical Instrument Digital Interface’, werd ontwikkeld als een universele standaard voor het uitwisselen van uitvoeringsdata tussen elektronische muziekinstrumenten en computers. De RP201 is uitgerust met MIDI-aansluitingen,, zodat uitvoeringsdata met externe apparaten kan worden uitgewisseld. Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de RP201 op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog grotere veelzijdigheid. * Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag en schakelt u alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt.
Een MIDI-sequencer op de RP201 aansluiten
Geluiden van een MIDI-geluidsmodule produceren door de RP201 te bespelen fig.RP201MIDI2-e.eps
fig.MIDI1-e2.eps
MIDI Outaansluiting
MIDI Out/Inaansluitingen
MIDI-kabel
MIDI-kabel
MIDI-sequencer
De Roland MT serie aansluitend
MIDI IN
MIDI-geluidsmodule
De aansluiting maken
fig.MIDI1-e.eps
1. Draai het volume van de RP201 en het MIDI-apparaat dat u gaat aansluiten helemaal laag. MIDI Outaansluiting
2. Zet de RP201 en het MIDI-apparaat dat u gaat aansluiten uit.
3. Gebruik MIDI-kabels (apart verkrijgbaar) om de MIDIaansluitingen met elkaar te verbinden.
4. Zet de RP201 en het aangesloten apparaat aan. 5. Pas het volumeniveau op de RP201 en het aangesloten
MIDI-kabel
apparaat aan.
6. Zonodig moet het MIDI-zendkanaal ook ingesteld worden (p.42).
MIDI IN
Roland MT serie Wanneer de RP201 op een MIDI-sequencer is aangesloten, stelt u deze op ‘Local Off’ in. Zie ‘Dubbele noten voorkomen wanneer u met een sequencer werkt (Local Control)’ (p.41).
47
Aansluiten op andere apparaten
Een computer aansluiten U kunt een USB MIDI-interface kabel (apart verkrijgbaar) gebruiken om de RP201 op een computer aan te sluiten. Als u een computer aansluit waarop sequencer software is geïnstalleerd, kunt u dit instrument de muziek die door de sequencer wordt verzonden laten spelen, en kunt u songs die op dit instrument zijn opgenomen op de computer opslaan.
Aansluitingsvoorbeelden * Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag, en schakelt u alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt. * Om verbindingen met de computer te maken moet ‘MIDI-Driver’ software op de computer worden geïnstalleerd. Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de MIDI-interface. Gebruik een USB MIDI-interface kabel om de USB-aansluiting van de computer met de MIDI-aansluitingen van de RP201 te verbinden. fig.RP201comp.e.eps
MIDI Out/Inaansluitingen
USB-aansluiting van de computer
USB MIDI-interface Computer
48
Probleemoplossing Wanneer u een probleem vermoedt, lees dit dan eerst. Symptoom
Oorzaak/Actie
Stroom gaat niet aan
Is de adapter op juiste wijze aangesloten?
p. 16
Is het pedaal op juiste wijze aangesloten? Steek de kabel stevig in de pedaal-aansluiting.
p. 16
Als u de pedaalkabel uit de RP201 verwijdert terwijl de stroom aan is, kan het pedaal effect ‘blijven hangen’ in de On positie. U moet de RP201 eerst uitzetten voordat de pedaalkabel wordt aangesloten of losgekoppeld.
Pedaal werkt niet of ‘zit vast’
Pagina
—
Als u de functie van het soft pedaal of sostenuto pedaal heeft veranderd, zullen deze pedalen niet als het soft pedaal of sostenuto pedaal functioneren.
p. 37
Heeft u de manier waarop het pedaaleffect wordt toegepast veranderd? Het pedaal wordt alleen op de rechterklank toegepast als u het rechter pedaal aan de rechterkant heeft toegewezen, of alleen aan de klinkerklank als u het aan de linkerkant heeft toegewezen.
p. 37
Is Twin Piano ingeschakeld? Als Twin Piano is ingeschakeld, wordt het rechter pedaal alleen op de rechterhandsectie van het klavier toegepast, en het linker pedaal alleen op de linkerhandsectie van het klavier toegepast.
p. 36
Een ‘brom’ is vanaf externe apparaten te horen
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten? Als u externe apparaten aansluit, moeten deze op hetzelfde stopcontact worden aangesloten.
—
Het apparaat dat op de ingangsjacks is aangesloten heeft onvoldoende volume
Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat? Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
—
Geen geluid Kan het zijn dat het volume van de RP201 of van de aangesloten apparatuur laag is ingesteld?
Geen geluid
Geen geluid als een song wordt gespeeld Geen geluid van de noten uiterst links op het klavier Geen geluid (als een MIDI-apparaat is aangesloten) Niet alle noten die u speelt zijn hoorbaar
p. 18 p. 46, p. 47
Is er een koptelefoon aangesloten? Is er een plug in de koptelefoonjack gestoken? De luidsprekers produceren geen geluid wanneer een koptelefoon of een plug in de koptelefoonjacks is gestoken.
p. 20
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als een song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
p. 41
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld? Als Local Control op ‘Off’ is ingesteld, wordt er geen geluid geproduceerd als een song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’.
p. 41
Kan het volume van de song op ‘0’ zijn ingesteld?
p. 29
Is V-LINK ingeschakeld? Als V-LINK aan is, worden de laagste twaalf noten van het toetsenbord gebruikt voor besturing van het beeld, en produceren geen geluid.
p. 43
Zijn alle apparaten aangezet?
—
Zijn de MIDI-kabels correct aangesloten?
p. 47
Komen de MIDI-kanalen van de RP201 en die van het aangesloten apparaat overeen?
p. 42
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 noten. Als u Dual Play gebruikt, als u met een song meespeelt of als u het demperpedaal veelvuldig gebruikt, kan de uitvoerings-data de beschikbare polyfonie overschrijden, waardoor sommige noten kunnen uitvallen.
—
Noten klinken niet zoals het hoort
Toonhoogte van het klavier of de song is onjuist
Heeft u Transpose-instellingen gemaakt?
p. 22 p. 29
Is de Master Tune-instelling correct?
p. 38
Is de instelling voor de temperatuur (stemming) correct?
p. 38
Geluiden zijn tweemaal te horen als het klavier wordt bespeeld
Staat de RP201 in de Dual Play mode?
p. 23
Als de RP201 op een externe sequencer is aangesloten, zet de Local Control dan op Off. Anders moet de Soft Thru optie van de sequencer worden uitgeschakeld.
p. 41
Het verkeerde instrument wordt geselecteerd als de [Strings], [Voices] of [Others]-knop wordt ingedrukt
De klankknoppen [E. Piano], [Strings] en [Others] werken ook als knoppen waarmee “aanbevolen geluiden’ worden geselecteerd. Als de RP201 in de fabrieksinstellingen op een computer waarop ‘VIMA TUNES PLAYER’ draait wordt aangesloten, en een song die voor de VIMA (VIMA TUNES) is geproduceerd wordt geselecteerd, zullen de geluiden die geschikt zijn voor de betreffende song automatisch aan de [E. Piano], [Strings], en [Others]-knoppen worden toegewezen. Op die manier kunt u ‘aanbevolen’ geluiden selecteren door één van deze knoppen in te drukken. U kunt ook instellingen maken, zodat ‘aanbevolen’ geluiden niet automatisch worden toegewezen.
p. 41
Het effect wordt niet toegepast
Als de Dual uitvoering of Split uitvoering wordt gebruikt, en verschillende effecten voor de twee geselecteerde klanken zijn gespecificeerd, zal het effect niet op klank 2 worden toegepast (als Dual uitvoering wordt gebruikt) of het linkerhandgeluid (als Split uitvoering wordt gebruikt).
—
49
Probleemoplossing
Symptoom
Oorzaak/Actie
Pagina
Weerkaatsing blijft, zelfs als het Reverbeffect wordt opgeheven
Het pianogeluid van de RP201 simuleert op natuurgetrouwe wijze de diepte en de resonantie van een akoestische piano, waardoor het kan lijken alsof er galm is, zelfs als het Reverb-effect is opgeheven. * Door de Key Off Resonance (p.40) te verlagen kan dit verbeteren.
—
Het geluid van de hoge noten verandert plotseling vanaf een bepaalde toets
Op een akoestische piano blijven ongeveer anderhalf octaaf aan noten aan de rechterkant van het klavier klinken, ongeacht het demperpedaal. Deze noten hebben ook een iets ander klankkarakter. De RP201 simuleert deze eigenschap van akoestische piano’s op getrouwe wijze. Op de RP201 verandert de reeks waarop het demperpedaal niet van invloed is, afhankelijk van de Transposeinstelling.
—
Een hoog klinkend geluid is hoorbaar
Als dit via de koptelefoon te horen is: Pianogeluiden die een helder en knisperend geluid hebben, bevatten aanzienlijk veel hoge frequentiecomponenten die kunnen klinken alsof een toegevoegd metaalachtig gerinkel is toegevoegd. Dit komt doordat de eigenschappen van een echte piano op zeer getrouwe wijze gereproduceerd worden, en duidt niet op een storing. Dit gerinkel is sterker aanwezig als er veel Reverb-effect wordt toegepast, dus dit kan mogelijk geminimaliseerd worden door de hoeveelheid Reverb te verminderen. Als dit niet via de koptelefoon te horen is: Er is mogelijk een andere reden (zoals resonantie binnen het apparaat zelf). Raadpleeg een handelaar of een Roland Service Centrum bij u in de buurt.
—
Als het volume op de maximaal wordt ingesteld kan het geluid vervormen, afhankelijk van de manier waarop u speelt. Als dit gebeurt, verlaag dan het volume.
p. 18
Als u dit Niet via de koptelefoon hoort: Door op een hoog volume te spelen, kunnen de luidsprekers of objecten in de buurt van de RP201 resoneren. Fluorescerende verlichting of glazen deuren kunnen ook meetrillen. Dit komt vaker voor bij lage noten en hoge volumes. U kunt de volgende maatregelen treffen om resonantie tot een minimum te beperken. • Plaats de luidsprekers op 10 tot 15 cm afstand van muren of andere oppervlakken. • Stel het volume laag in. • Neem meer afstand van objecten die resoneren. Als dit via de koptelefoon te horen is: Er kan een andere oorzaak aan ten grondslag liggen. Neem contact op met een handelaar of een Roland Service Centrum bij u in de buurt.
—
Lage noten klinken verkeerd of zijn brommerig
Song wordt niet juist afgespeeld
Song wil niet spelen
Wordt de indicatie ‘dEL’ in het scherm weergegeven? Interne songs kunnen niet gespeeld worden als u een uitvoering heeft opgenomen en die nog niet heeft opgeslagen. Verwijder of sla deze uitvoerings-data op, en dan kunt u de song afspelen.
p. 27
Alleen het geluid van een bepaald instrument in een song wordt niet gespeeld
Is een track gedempt (Mute)? Tracks die op Mute zijn ingesteld worden niet afgespeeld. Houd de [ [Others] (de indicator moet oplichten).
] -knop ingedrukt en druk op [E. Piano], [Strings] en/of
p. 28
De opgenomen uitvoering is verdwenen
Uw opgenomen uitvoering zal verdwijnen als u de stroom van de RP201 uitzet of een song selecteert. De uitvoering die verloren is gegaan, kan op geen enkele manier worden hersteld. Voordat u de stroom uitzet moet u de opgenomen uitvoering in het interne geheugen opslaan.
p. 32
50
Storingsmeldingen Indicatie
Betekenis Er is niet voldoende vrij geheugen in de opslagbestemming. Verwijder onnodige bestanden (p.32) en probeer het opnieuw. Het interne geheugen van de RP201 is vol. De RP201 kan de overmatige hoeveelheid MIDI-data die van het externe MIDI-apparaat wordt verzonden niet verwerken. Reduceer de hoeveelheid MIDI-data die naar de RP201 wordt gezonden. Een MIDI-kabel is ontkoppeld. Sluit deze stevig en zorgvuldig aan. Een storing in MIDI-overdracht is opgetreden. Controleer de MIDI-kabel en het aangesloten MIDI-apparaat. Er kan een probleem zijn met het systeem. Herhaal de procedure vanaf het begin. Als dit probleem niet is verholpen nadat u het enige malen heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland Service Centrum. De Panel Lock-functie is ingeschakeld (p.45).
De Twin Piano-functie is ingeschakeld (p.36).
Als u een uitvoering opneemt, en een song selecteert voordat u de opname heeft opgeslagen, zal ‘dEL’ knipperend in het scherm verschijnen (p.27).
51
Klankenlijst [Piano] knop Nr. Naam 1 Grand Piano1 2 Piano + Str.
[Others] knop
Nr. Naam 37
Piano 3w
Nr. Naam
38
Honky-tonk
Organ
39
Honky-tonk w
ChurchOrgan1
40
E.Piano 1 Detuned EP 1
1
3 Harpsichord
2
ChurchOrgan2
41
4 Grand Piano2
3
Combo Jz.Org
42
Vintage EP
5 Piano+Choir
4
Ballad Organ
43
'60s E.Piano
6 Honky-tonk
5
Nason flt 8'
44
E.Piano 2
6
Mellow Bars
45
Detuned EP 2
7
Light Organ
46
St.FM EP
8
Lower Organ
47
EP Legend
48
EP Phase
49
Harpsichord
[E. Piano] knop Nr. Naam 1 Pop E.Piano
Voice 9 Aerial Choir
2 FM E.Piano
10 Jazz Scat
50
Coupled Hps.
3 Vibraphone
11 Soft Pad
51
Harpsi.w
4 Celesta
12 Female Aahs
52
Harpsi.o
5 '60s E.Piano
13 Male Aahs
53
Clav.
6 Clav.
14 Thum Voice
54
Pulse Clav.
7 Morning Lite
15 Decay Choir (*)
55
Celesta
16 Dcy ChoirPad (*)
56
Glockenspiel
57
Music Box
58
Vibraphone
59
Vibraphone w
60
Marimba
61
Marimba w
62
Xylophone
63
TubularBells
64
Church Bell
65
Carillon
66
Santur
67
Organ 1
68
TremoloOrgan
69
'60s Organ
70
Organ 2
71
Perc.Organ 1
72
Chorus Organ
73
Perc.Organ 2
74
Rock Organ
75
Church Org.1
76
Church Org.2
77
Church Org.3
78
Reed Organ
79
Puff Organ
80
Accordion 1
81
Accordion 2
82
Harmonica
[Strings] knop Nr. Naam 1 Rich Strings 2 OrchestraStr 3 Harp 4 Violin 5 Flute 6 PizzicatoStr 7 DecayStrings (*)
* Klanken die met een (*) worden aangegeven zijn geschikt om samen (gestapeld) met een pianoklank gespeeld te worden.
52
* Klanken die met een (*) worden aangegeven zijn geschikt om samen (gestapeld) met een pianoklank gespeeld te worden. Guitar 17
Nylon-str.Gt
18
Steel-str.Gt
19
AcousticBass
20
A.Bass+Cymbl
21
FingeredBass
GM2 22
STANDARD Set
23
ROOM Set
24
POWER Set
25
ELEC.Set
26
ANALOG Set
27
JAZZ Set
28
BRUSH Set
29
ORCH.Set
30
SFX Set
31
Piano 1
32
Piano 1w
33
Piano 1d
34
Piano 2
35
Piano 2w
36
Piano 3
Klankenlijst
Nr. Naam
Nr. Naam
Nr. Naam
83
Bandoneon
129 Tremolo Str.
175 English Horn
84
Nylon-str.Gt
130 PizzicatoStr
176 Bassoon
85
Ukulele
131 Harp
177 Clarinet
86
Nylon Gt o
132 Yang Qin
178 Piccolo
87
Nylon Gt 2
133 Timpani
179 Flute
88
Steel-str.Gt
134 Strings
180 Recorder
89
12-str.Gt
135 Orchestra
181 Pan Flute
90
Mandolin
136 '60s Strings
182 Bottle Blow
91
Steel+Body
137 Slow Strings
183 Shakuhachi
92
Jazz Guitar
138 Syn.Strings1
184 Whistle
93
Hawaiian Gt
139 Syn.Strings3
185 Ocarina
94
Clean Guitar
140 Syn.Strings2
186 Square Lead1
95
Chorus Gt 1
141 Choir 1
187 Square Lead2
96
Mid Tone Gt
142 Choir 2
188 Sine Lead
97
Muted Guitar
143 Voice
189 Saw Lead 1
98
Funk Guitar1
144 Humming
190 Saw Lead 2
99
Funk Guitar2
145 Synth Voice
191 Doctor Solo
100 Chorus Gt 2
146 Analog Voice
192 Natural Lead
101 Overdrive Gt
147 OrchestraHit
193 SequencedSaw
102 Guitar Pinch
148 Bass Hit
194 Syn.Calliope
103 DistortionGt
149 6th Hit
195 Chiffer Lead
104 Gt Feedback1
150 Euro Hit
196 Charang
105 Dist.Rtm Gt
151 Trumpet
197 Wire Lead
106 Gt Harmonics
152 Dark Trumpet
198 Solo Vox
107 Gt Feedback2
153 Trombone 1
199 5th Saw Lead
108 AcousticBass
154 Trombone 2
200 Bass+Lead
109 FingeredBass
155 Bright Tb
201 Delayed Lead
110 Finger Slap
156 Tuba
202 Fantasia
111 Picked Bass
157 MuteTrumpet1
203 Warm Pad
112 FretlessBass
158 MuteTrumpet2
204 Sine Pad
113 Slap Bass 1
159 French Horn1
205 Polysynth
114 Slap Bass 2
160 French Horn2
206 Space Voice
115 Synth Bass 1
161 Brass 1
207 Itopia
116 WarmSyn.Bass
162 Brass 2
208 Bowed Glass
117 Synth Bass 3
163 Synth Brass1
209 Metallic Pad
118 Clav.Bass
164 Synth Brass3
210 Halo Pad
119 Hammer
165 AnalogBrass1
211 Sweep Pad
120 Synth Bass 2
166 Jump Brass
212 Ice Rain
121 Synth Bass 4
167 Synth Brass2
213 Soundtrack
122 RubberSyn.Bs
168 Synth Brass4
214 Crystal
123 Attack Pulse
169 AnalogBrass2
215 Synth Mallet
124 Violin
170 Soprano Sax
216 Atmosphere
125 Slow Violin
171 Alto Sax
217 Brightness
126 Viola
172 Tenor Sax
218 Goblins
127 Cello
173 Baritone Sax
219 Echo Drops
128 Contrabass
174 Oboe
220 Echo Bell
53
Klankenlijst
Nr. Naam
Nr. Naam
221 Echo Pan
267 Helicopter
222 Star Theme
268 Car Engine
223 Sitar 1
269 Car Stop
224 Sitar 2
270 Car Pass
225 Banjo
271 Car Crash
226 Shamisen
272 Siren
227 Koto
273 Train
228 Taisho Koto
274 Jetplane
229 Kalimba
275 Starship
230 Bagpipe
276 Burst Noise
231 Fiddle
277 Applause
232 Shanai
278 Laughing
233 Tinkle Bell
279 Screaming
234 Agogo
280 Punch
235 Steel Drums
281 Heart Beat
236 Woodblock
282 Footsteps
237 Castanets
283 Gun Shot
238 Taiko
284 Machine Gun
239 Concert BD
285 Laser Gun
240 Melodic Tom1
286 Explosion
241 Melodic Tom2 242 Synth Drum 243 TR-808 Tom 244 Elec.Perc. 245 Reverse Cym. 246 Gt FretNoise 247 Gt Cut Noise 248 BsStringSlap 249 Breath Noise 250 Fl.Key Click 251 Seashore 252 Rain 253 Thunder 254 Wind 255 Stream 256 Bubble 257 Bird 1 258 Dog 259 Horse Gallop 260 Bird 2 261 Telephone 1 262 Telephone 2 263 DoorCreaking 264 Door 265 Scratch 266 Wind Chimes
54
* Als u in de klankgroep ‘Others’ de [-] of [+]knop ingedrukt houdt om doorlopend van klank te veranderen, zullen de klanken niet meer veranderen op nummer 22 en nummer 31. Om het volgende geluid te selecteren moet u de [-] of [+]-knop loslaten, en dan weer indrukken.
Lijst van interne songs Nr.
Song naam
Componist
Song naam
Componist
1
La Fille aux Cheveux de Lin
Claude Achille Debussy
Nr. 47
Farewell to the Piano
Ludwig van Beethoven
2
La Campanella
Franz Liszt
48
Brautchor
Wilhelm Richard Wagner
3
Trio Grande (*)
John Maul
49
Battle of Waterloo
Wilma Anderson-Gilman
4
Scherzo No.2
Fryderyk Franciszek Chopin
50
Wiener Marsch
Carl Czerny
5
Sonate No.15
Wolfgang Amadeus Mozart
51
Le Coucou
Louis Claude Daquin
6
Liebesträume 3
Franz Liszt
52
Menuett G dur
Johann Sebastian Bach
7
Étude, op.10-3
Fryderyk Franciszek Chopin
53
Spinnerlied
Albert Ellmenreich
8
Je te veux
Erik Satie
54
Gavotte
François Joseph Gossec
9
Valse, op.64-1
Fryderyk Franciszek Chopin
55
Heidenröslein
Gustav Lange
10
Golliwog’s Cakewalk
Claude Achille Debussy
56
Zigeuner Tanz
Heinrich Lichner
11
Fantaisie-Impromptu
Fryderyk Franciszek Chopin
57
La Cinquantaine
Gabriel Marie
12
Arabesque 1
Claude Achille Debussy
58
Csikos Post
Hermann Necke
13
An der schönen, blauen Donau
Johann Strauss, Sohn
59
Dolly’s Dreaming Awakening
Theodor Oesten
14
Auf Flügeln des Gesanges
Felix Mendelsshon
60
La Violette
Louis Streabbog
15
Mazurka No.5
Fryderyk Franciszek Chopin
61
Fröhlicher Landmann
Robert Alexander Schumann
16
Gymnopédie 1
Erik Satie
62
Sonatine op.36-1
Muzio Clementi
17
Étude, op.25-1
Fryderyk Franciszek Chopin
63
Sonatine op.20-1
Friedrich Kuhlau
18
Clair de Lune
Claude Achille Debussy
64
Sonatine No.5
Ludwig van Beethoven
19
Étude, op.10-5
Fryderyk Franciszek Chopin
65
Fly Free (*)
John Maul
20
Dr. Gradus ad Parnassum
Claude Achille Debussy
21
Grande Valse Brillante
Fryderyk Franciszek Chopin
22
La prière d’une Vierge
Tekla Badarzewska
23
Course en Troïka
Peter Ilyich Tchaikovsky
24
To The Spring
Edvard Hagerup Grieg
25
Valse, op.64-2
Fryderyk Franciszek Chopin
26
Radetzky Marsch
Johann Baptist Strauss
27
Träumerei
Robert Alexander Schumann
28
Moments Musicaux 3
Franz Peter Schubert
29
Prélude, op.28-15
Fryderyk Franciszek Chopin
30
Harmonious Blacksmith
Georg Friedrich Händel
31
Ungarische Tänze 5
Johannes Brahms
32
Türkischer Marsch
Ludwig van Beethoven
33
Nocturne No.2
Fryderyk Franciszek Chopin
34
Frühlingslied
Felix Mendelsshon
35
Präludium
Johann Sebastian Bach
36
Jägerlied
Felix Mendelsshon
37
Menuet Antique
Maurice Ravel
38
Für Elise
Ludwig van Beethoven
39
Türkischer Marsch
Wolfgang Amadeus Mozart
40
Ständchen
Franz Peter Schubert
41
Humoreske
42
Blumenlied
Gustav Lange
43
Alpenglöckchen
Theodor Oesten
44
Menuett G dur
Ludwig van Beethoven
45
Venezianisches Gondellied
Felix Mendelsshon
46
Alpenabendröte
Theodor Oesten
* Songs met een asterisk (*) zijn originele songs, gecomponeerd voor de Roland Corporation. Het auteursrecht op deze songs is in eigendom van de Roland Corporation. * Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt persoonlijke is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving.
55
Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen Instellingen
Pagina
Key Touch
p. 21
Brilliance
p. 18
Reverb (On/Off, Depth)
p. 22
Dual Balance
p. 35
Split Point
p. 25
Transpose Mode
p. 35
Damper Pedal Part
p. 37
Master Tuning
p. 38
Temperament (Temperament, Temperament Key)
p. 38, p. 39
Stretch Tuning
p. 39
Damper Resonance
p. 40
String Resonance
p. 40
Key Off Resonance
p. 40
Over de geluidsgenerator van de RP201 General MIDI De General MIDI is een serie aanbevelingen die tot doel heeft een manier te bieden om de beperkingen van merkgebonden ontwerpen te ontstijgen, en de MIDI-mogelijkheden van geluidsgenererende apparaten te standaardiseren. Geluidsgenererende apparaten en muziekbestanden die aan de General MIDI-standaard voldoen, dragen het General MIDI- logo. Muziekbestanden met het General MIDI-logo kunnen op elk General MIDI- geluidsgenererend apparaat worden afgespeeld, waarbij op ieder apparaat vrijwel dezelfde muzikale uitvoering wordt geproduceerd.
General MIDI 2 De opwaarts compatibele General MIDI 2-aanbevelingen gaan verder waar de originele General MIDI ophield, en bieden verbeterde expressieve mogelijkheden en een nog grotere compatibiliteit. Zaken die niet door de originele General MIDI-aanbevelingen werden ondervangen, zoals de manier waarop geluiden worden bewerkt, en hoe effecten behandeld dienen te worden, zijn nu nauwkeurig gedefinieerd. Bovendien zijn de beschikbare geluiden uitgebreid. General MIDI 2-geluidsgeneratoren kunnen muziekbestanden die het General MIDI of General MIDI 2-logo dragen op betrouwbare wijze afspelen. In sommige gevallen wordt de conventionele vorm van General MIDI, welke de nieuwe verbeteringen niet bevat, ‘General MIDI 1’ genoemd, ter onderscheiding van General MIDI 2.
GS Format Het GS-formaat is de serie specificaties van Roland voor standaardisering van de uitvoering van geluidsgenererende apparaten. Naast ondersteuning voor alles dat door General MIDI is gedefinieerd, biedt het uitermate compatibele GS-formaat een groter aantal geluiden, de geluiden kunnen bewerkt worden en vele details voor een brede reeks extra mogelijkheden, waaronder effecten als Reverb en Chorus. Ontworpen met de toekomst in gedachten, kan het GS- formaat nieuwe geluiden direct onderbrengen en nieuwe hardware mogelijkheden ondersteunen wanneer deze gereed zijn. Omdat dit opwaarts compatibel is met General MIDI, kan het GS-formaat van Roland GM scores op betrouwbare wijze afspelen, evenals het uitvoeren van GS-muziekbestanden (muziekbestanden die met het GS-formaat in gedachten zijn gecreëerd).
XGlite XG is een geluidsgenerator formaat van YAMAHA Corporation, dat de manieren waarop stemmen worden uitgebreid of bewerkt, en de structuur en het type van effecten definieert, ter aanvulling op de General MIDI 1-specificatie. XGlite is een vereenvoudigde versie van het XG-geluidsgeneratieformaat. U kunt XG- muziekbestanden met gebruik van een XGlite geluidsgenerator afspelen. U moet echter onthouden dat sommige muziekbestanden anders worden afgespeeld in vergelijking met de originele bestanden, door het gereduceerde aantal regelingsparameters en effecten.
56
MIDI Implementatiekaart
MIDI Implementatiekaart
DIGITAL PIANO Model RP201
MIDI Implementatiekaart Verzonden
Functie...
Herkend
Basic Channel
Default Changed
1 1–16
1–16 1–16
Mode
Default Messages Altered
Mode 3 x
Mode 3 Mode 3, 4 (M=1)
**************
Note Number :
True Voice
**************
0–127 0–127
Velocity
Note ON Note OFF
O O
O O
After Touch
Key’s Ch’s
x x
O O
x
O
O x x x x x O O x O O x O x x x
O O O O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) O O
0–127 **************
O 0–127
O
O
Pitch Bend 0, 32 1 5 6, 38 7 10 11 64 65 66 67 84 91 93 98, 99 100, 101
Control Change
Prog Change
: True #
System Exclusive
15–113
System Common
: Song Pos : Song Sel : Tune
x x x
x x x
System Real Time
: Clock : Commands
O O
x x
Aux Message
: All sound off : Reset all controllers : Local Control : All Notes OFF : Active Sense : Reset
x x x x O x
O (120, 126, 127) O O O (123–125) O x
Notes
Versie : 1.00 Opmerkingen
*2
*1 *1
*1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1
*1 *1
Bank select Modulation Portamento time Data entry Volume Panpot Expression Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Portamento control Effect1 depth Effect3 depth NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB Program number 1–128
* 1 O x is selectable by Sys Ex. * 2 Recognized as M=1 even if M≠1.
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
O : Ja
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
X : Nee
57
Specificaties RP201: Digital Piano
Keyboard
88 toetsen PHA αII (Progressieve hameractie αII)
Aanslaggevoeligheid
Aanslaggevoeligheid: 5 niveaus / vaststaande aanslaggevoeligheid
Keyboard Mode
Whole Dual (aanpasbare volumebalans) Split (aanpasbaar splitspunt) Twin Piano
88 toetsen stereo multi-sampled pianogeluid, voldoet aan GM2/GS/XGlite Max. polyfonie
128 stemmen
Klanken
306 klanken (inclusief 8 drumsets, SFX set)
Temperatuur
8 types, selecteerbare temperatuur toonsoort
Stretch Tuning
Aan/uit
Master Tuning
415.3-466.2 Hz (aanpasbaar met toenames van 0.1 Hz)
Transpositie
Transpose: -6-+5 (in halve tonen) Playback Transpose: -6-+5 (in halve tonen)
Effecten
Reverb (Off/1-10) String Resonance (alleen voor pianoklanken, Off, 1-10) Damper Resonance (alleen voor pianoklanken, Off/1-10) Key Off Resonance (alleen voor pianoklanken, Off/1-10)
Tracks
1 track
Songs
Recordersectie: 1 song Intern geheugen: max. 20 songs
Nootopslag
Ongeveer 30.000 noten
Regeling
Song select, Play/Stop, Rec, vorige/terugspoelen, volgende/vooruitspoelen, Track Mute, Tempo, Tempo Mute, All Song Play, Count-In, Song Volume
Tempo
Kwartnoot = 10 tot 500
Resolutie
120 tikken per kwartnoot
Metronoom
Maatsoort: 2/2, 0/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 9/8, 12/8 Volume: 0–10
Songs
Max. 20 songs
Songs opslaan
Standaard MIDI-bestanden (Formaat 0)
Interne songs
65 songs
Nominaal vermogen
12 W x 2
Luidsprekers
12 cm x 2
Scherm
7 segmenten, 3 tekens LED
Regeling
Volume
Pedaal
Demper (in staat tot doorlopende detectie) Soft (in staat tot doorlopende detectie, toewijsbare functie), Sostenuto (toewijsbare functie)
Overige functies
Panel Lock, V-LINK
Aansluitingen
DC In Jack Pedaalaansluiting Input jacks (L/Mono, R) Output jacks (L, Mono, R) MIDI-aansluitingen (In, Out) Phones Jack (stereo x 2)
58
Specificaties
Stroomverbruik
24 W
Afmetingen (inclusief speciale standaard)
1.397 (B) x 424 (D) x 992 (H) mm (met geïnstalleerde muzieksteun) 1.397 (B) x 424 (D) x 834 (H) mm (zonder muzieksteun)
Gewicht (inclusief speciale standaard)
43 kg
Accessoires
Gebruikershandleiding Adapter Netsnoer (voor aansluiting van adapter) Koptelefoonhaak Muzieksteun Bevestigingsschroeven voor muzieksteun
962a
In het kader van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen.
59
Index Symbolen
Onthouden..............................................................44 Stemmen..................................................................38
[+]-knop ........................................................................ 14 [-]-knop ......................................................................... 14
L
Temperatuur................................................................38 Temperatuur toonsoort...........................................39 Tempo............................................................................29 Tempo Mute ................................................................29 TONE knoppen ...........................................................14 Tonica.............................................................................39 Transponeren................................................22, 29, 35 [Transpose]-knop.......................................................14 Transpose mode ........................................................35 Twin Piano....................................................................36
Left Pedal functie .......................................................37 Linkerpedaal ................................................................19 Local Control................................................................41
V
K A Aanbevolen klank ..................................................... 41 Aanslaggevoeligheid van klavier ........................ 21 Aansluiten Adapter .................................................................... 16 Geluidsapparatuur............................................... 46 Computer................................................................ 48 MIDI-apparaat........................................................ 47 Pedaalsnoer............................................................ 16 Adapter ......................................................................... 16 Afspelen........................................................................ 27 All Song Play .......................................................... 28 Elk gedeelte............................................................ 28 Tempo ...................................................................... 29 Volume..................................................................... 29 Arabisch ........................................................................ 38
B Brilliance ....................................................................... 18 BuP.................................................................................. 44
C Center Pedal functie................................................. 37 Center/Left pedaalfunctie...................................... 37 Composer MIDI Out.................................................. 42 Computer .............................................................. 41, 48 Count-In........................................................................ 26
Key Off Resonance.....................................................40 Key Touch .....................................................................21 Kirnberger.....................................................................38 Klavierinstellingen .....................................................35
M Maatsoort......................................................................26 Master Tuning .............................................................38 Memory Backup...................................................44, 56 Metronoom ..................................................................26 [Metronome]-knop....................................................14 Metronoom volume..................................................26 Middelste pedaal........................................................19 Middentoon .................................................................38 MIDI................................................................... 41-42, 47 MIDI In/Out-aansluiting...........................................15 MIDI-zendkanaal ........................................................42
Octave Shift..................................................................35 Omhulde klem ............................................................16 Output Jack ..................................................................15
P Panel Lock.....................................................................45 Pedaal.............................................................................19 Pedal Jack .....................................................................16 Playback Transpose...................................................29 Power On ......................................................................18 [Power]-schakelaar .............................................14, 18 Probleemoplossing ...................................................49 [ ] knop ..........................................................14 Pythagorisch................................................................38
R F Factory Reset............................................................... 44 Function mode........................................................... 34
G Gelijkzwevend ............................................................ 38 GM2 ................................................................................ 56 GS .................................................................................... 56
K Koptelefoonhaak................................................ 15, 20 Koptelefoon................................................................. 20 Koptelefoon Jack....................................................... 20
I Input Jack ..................................................................... 14 Instellingen.................................................................. 34 Klavier....................................................................... 35 MIDI ........................................................................... 41 Pedaal....................................................................... 37
60
W Werckmeister ..............................................................38
X XGlite..............................................................................56
Damper Pedal Part.................................................... 37 Damper/Center/Left Pedal Part ........................... 37 Demperpedaal ............................................. 19, 37, 40 Demper resonantie............................................ 19, 40 DC In Jack ..................................................................... 15 Dual Balance ............................................................... 35
Een song opslaan ...................................................... 32 Een song selecteren ................................................. 27
VIMA TUNES.................................................................41 VIMA TUNES PLAYER ................................................41 V-LINK.............................................................................43 Volume Algeheel ...................................................................18 Koptelefoon............................................................20 Song ..........................................................................29 [Volume]-knop..............................................14, 18, 20
O
D
E
T
Regulateur ....................................................................19 Reine stemming .........................................................38 [ ] knop ...................................................................14 Resonantie....................................................................40 [Reverb]-knop..............................................................14 Rechterpedaal .............................................................19
S SnG ..................................................................................22 Soft pedaal ...................................................................19 [Song]-knop .................................................................14 Songs verwijderen.....................................................32 Sostenuto pedaal.......................................................19 Specificaties .................................................................58 [Split]-knop...................................................................14 Split Play........................................................................24 Splitspunt......................................................................25 Standaard toonhoogte ............................................38 Stemmen.......................................................................38 Stretch Tuning.............................................................39 String Resonance .......................................................40 Systeeminstellingen..................................................34
Z Zendkanaal MIDI ...........................................................................42 V-LINK .......................................................................43
Voor EU-Landen Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMCD 2004/108/EC.
Voor EU-Landen