Lees deze handleiding aandachtig door alvorens u deze printer gaat gebruiken.
Brother Laserprinter
Gebruikershandleiding
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u haar wanneer nodig snel even kunt raadplegen.
Vervoer van de printer Het is raadzaam om de printer zorgvuldig te verpakken voordat u het apparaat vervoert. Dit om schade tijdens het transport te voorkomen. Wij adviseren u om het originele verpakkingsmateriaal te bewaren en dit te gebruiken om uw printer tijdens transport te beschermen. Zorg er bovendien voor dat de printer tijdens vervoer verzekerd is.
Waarschuwing Neem de DRUM UNIT met inbegrip van de TONERCASSETTE uit de printer voordat u deze gaat vervoeren. Bewaar de unit in de plastic zak. Wanneer u nalaat de drum unit uit het apparaat te halen en in de plastic zak te bewaren, kan de printer ernstig worden beschadigd en VERVALT DE GARANTIE. 1 Verwijder de drum unit.
3 Pak de printer weer in. Zie “De printer weer inpakken” in hoofdstuk 5.
2 Stop hem in de plastic zak en sluit de zak goed af.
Handelsmerken Het Brother logo is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Apple, het Apple Logo, AppleTalk en Macintosh zijn handelsmerken die in de Verenigde Staten en in andere landen geregistreerd zijn en TrueType is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. Epson is gedeponeerd handelsmerk en FX-80 en FX-850 zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation. Hewlett Packard is een gedeponeerd handelsmerk en HP LaserJet 6L, 6P, 5L, 5P, 4, 4P en 4L zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company. IBM, IBM PC en Proprinter zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation. Microsoft en MS-DOS zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows is een handelsmerk van Microsoft Corporation dat in de V.S. en in andere landen in geregistreerd is. Alle andere merknamen en produktnamen die in deze gebruikershandleiding gebruikt worden, zijn gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en Publikatie Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste produktgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de produktspecificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor de specificaties te wijzigen zonder voorafgaande mededeling. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, inbegrepen vervolgschade, voortvloeiend uit het vertrouwen op deze handleiding, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, drukfouten en andere fouten gerelateerd aan deze publikatie. ©1998 Brother Industries Ltd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking In deze handleiding zult u onderstaande aanduidingen tegenkomen die uw aandacht op bepaalde punten vestigen:
Waarschuwing Duidt op een waarschuwing waarmee rekening moet worden gehouden teneinde eventuele persoonlijke ongelukken te voorkomen.
!
Let op
Duidt op een waarschuwing waarmee rekening moet worden gehouden teneinde zeker te stellen dat de printer op juiste wijze wordt gebruikt of om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd. ✒ Opmerking Dit zijn opmerkingen of nuttige wenken die u van pas kunnen komen bij het gebruik van de printer.
Veilig gebruik van de printer
Waarschuwing Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de bovenkap van de printer opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Hoge temperatuur Het inwendige van de printer
Waarschuwing Binnenin deze printer bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Voordat u de printer gaat reinigen moet u de stroomschakelaar uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact trekken.
Printer uitzetten en stekker uit stopcontact halen
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING ............................................................................. 11 OVER DE HANDLEIDINGEN ........................................................................................ 11 Hoe gebruikt u de printer ............................................................................................... 11 OVER DE PRINTER ........................................................................................................ 12 Uw printer ...................................................................................................................... 12 Systeemvereisten voor de Brother printoplossing voor Windows.................................. 13 Kenmerken..................................................................................................................... 13 INSTALLATIEVOORWAARDEN.................................................................................... 17 Voeding .......................................................................................................................... 17 Omgeving....................................................................................................................... 17 HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER.................................................................. 21 PAPIERSPECIFICATIES .................................................................................................. 21 MULTIFUNCTIONELE PAPIERLADEN ........................................................................ 24 Papier in de papierlade plaatsen..................................................................................... 25 Tweezijdig afdrukken (handmatig) ................................................................................ 28 HANDINVOER............................................................................................................... . 29 UITVOERLADE EN EXTRA PAPIERSTEUN.............................................................. 211 HOOFDSTUK 3 BEDIENINGSPANEEL ..................................................................... 31 LAMPJES EN TOETS ...................................................................................................... 31 Ready (Paper) lampje..................................................................................................... 31 Data (Toner) lampje ....................................................................................................... 32 Drum lampje .................................................................................................................. 32 Feeder lampje................................................................................................................. 32 Alarm lampje ................................................................................................................. 33 Toets............................................................................................................................... 33 Andere kenmerken ......................................................................................................... 34 Slaapstand .................................................................................................................. 3–4 Testafdrukken............................................................................................................. 3–4 Functies ingesteld via de Brother printer driver............................................................. 3–5 Paginabescherming .................................................................................................... 3–5 APT (Advanced Photoscale Technology) .................................................................. 3–6 HOOFDSTUK 4 EXTRA TOEBEHOREN................................................................... 41 SERIELE INTERFACE-KAART RS100M....................................................................... 41 De RS-422A (Apple) of RS-232C (IBM) seriële interface selecteren ........................... 41 De parameters voor de seriële interface instellen........................................................... 42 De seriële interface-kabel aansluiten.............................................................................. 44 EXTRA GEHEUGEN ....................................................................................................... 46 De SIMM plaatsen ......................................................................................................... 47
GEBRUIKERSHANDLEIDING
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD.................................................................................... 51 DE TONERCASSETTE VERVANGEN ........................................................................... 51 DE DRUM UNIT VERVANGEN...................................................................................... 56 DE AFDRUKDICHTHEID AFSTELLEN...................................................................... 510 DE PRINTER REINIGEN .............................................................................................. 511 De buitenkant van de printer reinigen .......................................................................... 511 Het inwendige van de printer en de drum unit reinigen ............................................... 5 12 De papierdoorvoerrollen reinigen ................................................................................ 515 DE PRINTER WEER INPAKKEN ................................................................................. 516 HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN .............................................................. 61 FOUTMELDINGEN IN EEN OOGOPSLAG .................................................................. 6 1 Meldingen voor de gebruiker ........................................................................................ 6 1 Service meldingen ......................................................................................................... 6 4 PAPIERDOORVOERSTORINGEN ................................................................................. 6 5 Vragen en antwoorden....................................................................................................... 6 9 De printer hardware instellen......................................................................................... 6 9 De printer voor Windows configureren ....................................................................... 6 10 De printer voor DOS configureren ............................................................................. 611 De printer voor Apple Macintosh computers configureren ......................................... 612 Wanneer u de optioneel verkrijgbare RS-100M seriële interface gebruikt .............. 612 Omgaan met papier...................................................................................................... 613 Afdrukken.................................................................................................................... 614 Afdrukkwaliteit............................................................................................................ 615 APPENDICES A ............................................................................................................ A1 PRINTERSPECIFICATIES ............................................................................................. A1 Afdrukken..................................................................................................................... A1 Functies......................................................................................................................... A2 Elektrische en mechanische specificaties ..................................................................... A3 SPECIFICATIES PARALLELLE INTERFACE ............................................................. A4 UNIVERSELE SERIËLE BUS (USB) INTERFACE ...................................................... A6 RESIDENTE LETTERTYPEN ........................................................................................ A7 Schaalbare en bitmapped letertypen.............................................................................. A7 SYMBOOLSETS/TEKENSETS ...................................................................................... A9 OCR symboolsets ...................................................................................................... A9 HP LaserJet 6P werkwijze ......................................................................................... A9 EPSON werkwijze..................................................................................................... A9 IBM werkwijze.......................................................................................................... A9 INDEX ......................................................................................................................Index–1
REGULERINGEN
REGULERINGEN Naleving van de bepalingen van het International Energy Star programma Het doel van het International Energy Star programma is het wereldwijd bevorderen van de ontwikkeling en het gebruik van energiebesparende kantoorapparatuur, zoals computers, monitoren, printers, faxapparaten en fotokopieermachines. Brother Industries, Ltd. is een partner in het International Energy Star programma en verklaart dat dit produkt voldoet aan de richtlijnen van het programma.
Radio-interferentie (alleen voor modellen van 220-240 volt) Deze printer voldoet aan EN55022(CISPR Publikatie 22)/Klasse B. Deze printer mag alleen gebruikt worden met een dubbel afgeschermde interfacekabel met twisted pair conductors, die compatibel is met IEEE 1284. Deze kabel mag niet langer zijn dan 1,8 meter. Conformiteitsverklaring (alleen voor Europa) Wij, Brother International Europe Ltd., Brother House 1 Tame Street, Guide Bridge, Audenshaw, Manchester M34 5JE, V.K., verklaren dat dit produkt voldoet aan onderstaande normgevende documenten: Veiligheid: EMC:
EN 60950, EN 55022 Klasse B,
EN 60825 EN 50082-1
volgens de bepalingen van het directief inzake Lage Spanning 73/23/EEC en het directief inzake Elektromagnetische Compatibiliteit 89/336/EEC (zoals geamendeerd door 91/263/EEC en 92/31/EEC). Uitgegeven door: Brother International Europe Ltd. European Technical Services Division
GEBRUIKERSHANDLEIDING
IEC 825 specificatie (alleen voor modellen van 220–240 volt) Deze printer is een Klasse 1 laser produkt zoals gedefinieerd in de IEC 825 specificaties. Onderstaand label is aangebracht in landen waar dit vereist is.
CLASS 1LASER PRODUCT APPAREIL Å LASER DE CLASSE 1 LASER KLASSE 1 PRODUKT
Deze printer is uitgerust met een Klasse 3B laserdiode die onzichtbare laserstraling afgeeft in de scanner unit. De scanner unit mag onder geen beding worden geopend.
Let op Wanneer de bediening, afstelling of procedures niet nauwkeurig zoals in deze handleiding beschreven uitgevoerd worden, wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaarlijke straling. Onderstaand label is naast de scanner unit aangebracht.
CAUTION ADVARSEL VARNING VARO!
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCK DEFEATED. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. CLASS 3B LASER PRODUCT.
ADVARSEL ATTENTION VORSICHT
USYNLIG LASERSTRÅLING.UNNGÅ DIREKTE KONTAKT MED LASERENHETEN NÅR TOPPDEKSELET ER ÅPENT. KLASSE 3B LASERPRODUKT.
ATENCIÓN
RADIACIÓN LASER INVISIBLE CUANDO SE ABRE LA TAPA Y EL INTERRUPTOR INTERNO ESTÁ ATASCADO. EVITE LA EXPOSICIÓN DIRECTA DE LOS OJOS. PRODUCTO LASER CLASE 3B.
USYNLIG LASER STRÅLING NÅR KABINETLÅGET STÅR ÅBENT. UNGDÅ DIREKTE UDSÆTTELSE FOR STRÅLING. KLASSE 3B LASER. OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD OCH SPÄRRAR ÄR URKOPPLADE. STRÅLEN ÄR FARLIG. KLASS 3B LASER APPARAT. AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA OLET ALTTIINA NÄKYMÄTTÖMÄLLE LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEEN. LUOKAN 3B LASERLAITE.
RADIATIONS LASER INVISIBLES QUANDOUVERT ET VERROUILLAGE ENLEVE. EVITER EXPOSITIONS DIRECTES AU FAISCEAU. PRODUIT LASER CLASSE 3B. UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFENT UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERBRÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN. SICHERHEITSKLASSE 3B.
Voor Finland en Zweden LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASER APPARAT Varoitus! Laitteen käyttäminen muulla kuin tässä käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle. Varning – Om apparaten används på annat sätt än i denna Bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
REGULERINGEN
BELANGRIJK - Voor uw veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Gebruik alleen een daarvoor geschikt verlengsnoer met de juiste bedrading, zodat een goede aarding verzekerd is. Verlengsnoeren met de verkeerde bedrading kunnen persoonlijke ongelukken veroorzaken en de apparatuur beschadigen. Het feit dat de apparatuur naar tevredenheid werkt betekent niet dat de voeding geaard is en dat de installatie veilig is. Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan om in twijfelgevallen altijd een bevoegd elektricien te raadplegen. De netvoeding van de printer afsluiten Deze printer moet in de buurt van een makkelijk toegankelijk stopcontact geïnstalleerd worden. In noodgevallen moet het netsnoer uit het stopcontact getrokken worden, zodat de netvoeding van de printer volledig is afgesloten.
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING OVER DE HANDLEIDINGEN Hoe gebruikt u de printer Met deze printer worden twee handleidingen meegeleverd. Lees elke handleiding in onderstaande volgorde door: 1. Neem de installatiehandleiding door om uw printer te installeren en op uw computer aan te sluiten. Deze handleiding bevat tevens informatie omtrent de installatie van de printer driver, de verschillende lettertypen en het Remote Printer Console programma. 2. Lees de Gebruikershandleiding om informatie te verkrijgen over: Kenmerken en installatievoorwaarden van uw printer – Hoofdstuk 1 Omgaan met papier – Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel – Hoofdstuk 3 Extra toebehoren – Hoofdstuk 4 Onderhoud – Hoofdstuk 5 Problemen oplossen – Hoofdstuk 6 Specificaties – Appendix Index
1–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OVER DE PRINTER Uw printer
Papiersteun Papiersteun Multifunctionele papierlade 2
Multifunctionele papierlade 1
Bovenkap Stopplaatje
Papiergeleider Handinvoer
Extra papiersteun
Bedieningspaneel Uitvoerlade
Afb. 1-1 Vooraanzicht
Schuifschakelaar Optionele interfacepoort (Seriële interface-kaart RS100M)
Minischakelaar
ON
12 3 4 5 6 78
Universele Seriële interface -poort
Stroomschakelaar
Parallelle interface-poort Netsnoer
Afb. 1-2 Achteraanzicht
1–2
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING
Systeemvereisten voor de Brother printoplossing voor Windows Voor de installatie van het Brother printsysteem in Windows en voor een goede werking van de printer moet uw systeem aan onderstaande vereisten voldoen: IBM PC of daarmee compatibel met 80486 SX of krachtigere
microprocessor Parallelle interface (of printer-poort) 4 MB geheugen of meer (8 MB aanbevolen) 10 MB beschikbare ruimte op uw harde schijf voor de printer driver en
alle lettertypen Microsoft Windows 95/98, Windows NT 4.0 of Windows 3.1/3.11
Kenmerken Deze printer beschikt over de volgende kenmerken: ❏ Resolutie van maximaal 1200 (H) x 600 (V) dpi en afdruksnelheid van 10 ppm True 600 dots per inch (dpi) met microfijne toner en een afdruksnelheid van tien pagina’s per minuut (ppm) (A4 of Letter papier). Deze printer ondersteunt bovendien een resolutie van 1200 (H) x 600 (V) dots per inch (dpi) voor Windows DIB (Device Independent Bitmap) afbeeldingen. (Wanneer met een resolutie van 1200 x 600 dpi wordt afgedrukt, is het raadzaam om extra geheugen te plaatsen.) ❏ Kan diverse soorten papier bedrukken Deze printer is uitgerust met twee multifunctionele papierladen en een mechanisme voor rechte papierdoorvoer. In papierlade 1 (de voorste lade) kunt u A4, LETTER, LEGAL, B5, A5, A6 en EXECUTIVE papier plaatsen, alsmede diverse andere soorten papier zoals enveloppen, ansichtkaarten, organizer papier en papier met een afwijkend formaat. In papierlade 2 (de achterste lade) kunt u A4, LETTER, LEGAL, B5, en EXECUTIVE papier plaatsen. Via de voorste lade (papierlade 1) kan papier bovendien met de hand worden ingevoerd, zodat ook etiketten en transparanten gebruikt kunnen worden.
1–3
GEBRUIKERSHANDLEIDING ® ❏ Verbeterde printprestaties en eenvoudige werking voor Windows De toepassingsgerichte printer driver en met TrueType compatibele lettertypen voor Microsoft Windows 95/98 en Windows 3.1 staan op de met uw printer meegeleverde diskette. Met behulp van het installatieprogramma kunt u ze op eenvoudige wijze in uw Windows systeem installeren. De driver ondersteunt onze unieke compressiemodus, wat een optimale afdruksnelheid in Windows garandeert. Bovendien kunt u hiermee diverse printerinstellingen kiezen, zoals toner-spaarstand, afwijkend papierformaat, slaapstand, afstelling van grijswaardenschaal, resolutie, enz. Deze opties zijn beschikbaar via het menu Printerinstellingen op het Configuratiescherm van Windows.
❏ Remote Printer Console programma voor DOS Het hulpprogramma, Remote Printer Console (RPC) staat op de met uw printer meegeleverde diskette. Wanneer u uw computer in DOS (Disk Operating System) gebruikt, kunt u met dit programma de standaardinstellingen voor uw printer, zoals lettertypen, paginainstellingen, emulaties, enz., op eenvoudige wijze wijzigen. In dit programma is tevens een Status Monitor programma opgenomen. Dit is een Terminate-and-Stay Resident (TSR) programma dat op de achtergrond draait, de status van de printer volgt en berichten omtrent de huidige status en eventuele fouten naar uw computerscherm stuurt. ❏ Ondersteunt populaire printeremulaties Deze printer ondersteunt vier populaire printeremulaties, HP LaserJet 6P, BR-Script Level 2, Epson FX-850, en IBM Proprinter XL. Gebruikt u software die onder DOS draait of Windows versie 3.0 of ouder, dan kunt u een van deze emulaties gebruiken. De printer ondersteunt bovendien autom. overschakeling tussen emulaties, en wel tussen HP, de BR-Script 2 en Epson of HP, de BR-Script 2 en IBM. Gebruik het Remote Printer Console programma om de printeremulatie te selecteren.
1–4
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING
❏ Twee interfaces Deze printer is uitgerust met een snelle bi-directionele parallelle interface en een universele seriële bus (USB). Als uw software de bi-directionele parallelle interface ondersteunt, kunt u de printerstatus volgen. Deze interface is volledig compatibel met de industriestandaard bi-directionele parallelle interface. De universele seriële bus is een interface waarmee de printer op meerdere randapparaten kan worden aangesloten. Het Printer Status Monitor programma toont de huidige status van uw printer. Tijdens het afdrukken verschijnt een dialoogvenster op het scherm van uw computer dat het verloop van de huidige afdrukbewerking toont. Wanneer er iets fout gaat, verschijnt een dialoogvenster waarin wordt aangegeven wat u moet doen om de fout te herstellen. Als het papier in uw printer bijvoorbeeld op is, dan verschijnt er een dialoogvenster met de melding “Papier op” en wordt uitgelegd wat u nu moet doen. ❏ High Resolution Control & Advanced Photoscale Technology De High Resolution Control (HRC) technologie zorgt voor duidelijke en heldere afdrukken. Gebruik deze functie voor vlekkeloze tekstafdrukken. Advanced Photoscale Technology stelt de printer in staat grafische afbeeldingen met 256 grijswaarden af te drukken, waardoor uw afdrukken bijna net zo scherp uitkomen als foto’s. Gebruik deze functie als u fotografische afbeeldingen wilt afdrukken. ❏ Verbeterd geheugenbeheer In de hardware en de meegeleverde printer driver software van deze printer is een eigen gegevenscompressietechnologie opgenomen, waarmee grafische gegevens en gegevens omtrent lettertypen automatisch in het geheugen van de printer gecomprimeerd worden. Met het standaardgeheugen van de printer kunt u geheugenfouten voorkomen en de meeste grafische en tekstgegevens die een hele pagina beslaan, zoals onder meer grotere lettertypen, met een resolutie van 600 dpi afdrukken.
1–5
GEBRUIKERSHANDLEIDING
❏ Milieuvriendelijk Economische afdrukstand Hiermee bespaart u kosten door minder toner te gebruiken. Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer u uw werk wilt proeflezen en een ‘kladafdruk’ dus volstaat. Gebruik de met uw printer meegeleverde printer driver voor Windows om te kiezen tussen twee spaarstanden: 25% tonerbesparing of 50% tonerbesparing. Slaapstand (Stroombesparing) Wanneer de printer enige tijd niet wordt gebruikt schakelt hij automatisch over op de slaapstand, waarin minder stroom wordt verbruikt. In de slaapstand gebruikt de printer minder dan 13 watt. Lage verbruikskosten Aangezien de tonercassette een afzonderlijk onderdeel is, los van de drum unit, hoeft u na ongeveer 2,400 pagina’s alleen de tonercassette te vernieuwen, wat niet alleen goedkoper is, maar ook ecologisch verantwoord. Hoeveel pagina’s u daadwerkelijk met elke tonercassette kunt afdrukken is afhankelijk van de gebruikte afdrukbewerkingen.
1–6
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING
INSTALLATIEVOORWAARDEN Lees het onderstaande zorgvuldig door voordat u de printer gaat gebruiken.
Voeding Controleer of de netspanning binnen de volgende grenzen valt. Spanning: ±10% van het nominaal vermogen in uw land Frequentie: 50 Hz (220 V– 240 V) of 50/60 Hz (110–120 V) Het netsnoer, inclusief eventueel verlengsnoer, mag niet langer zijn dan 5 meter. Sluit uw printer niet aan op een stopcontact waar reeds andere apparaten op zijn aangesloten, vooral geen airconditioners, kopieermachines, papiervernietigers enz. Als een gemeenschappelijk stopcontact onvermijdelijk is, gebruik dan een spanningsfilter. Gebruik een spanningstabilisator wanneer de stroomtoevoer niet stabiel is.
Omgeving De printer moet in de buurt van een makkelijk toegankelijk stopcontact geïnstalleerd worden. Vermijd extreme temperaturen en vocht. Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en maximumwaarden. Omgevingstemperatuur: 10°C tot 32,5°C Vochtigheid van omgeving: 20% tot 80% (zonder condensvorming) De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan. Plaats de printer op een vlak en horizontaal oppervlak. Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte. Plaats de printer zo, dat de ventilatie-opening aan de rechterzijde van de printer niet geblokkeerd wordt. De printer mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht. Moet de printer noodgedwongen toch in een zonnige ruimte worden opgesteld, gebruik dan gordijnen of lamellen om het apparaat te beschermen. Plaats de printer niet in de buurt van toestellen die magneten bevatten of een sterk magnetisch veld opwekken.
1–7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Installeer de printer niet in een ruimte waar zware schokken of trillingen worden voortgebracht. Open vuur en zilte of bijtende stoffen kunnen de printer beschadigen. Zet niets bovenop de printer. Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner. Houd de printer tijdens het verplaatsen altijd horizontaal. Zorg ervoor dat de openingen in de bovenkap nooit bedekt zijn.
1–8
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER PAPIERSPECIFICATIES In de multifunctionele papierladen kan papier worden gebruikt dat voldoet aan onderstaande specificaties:
❏ Papierlade 1 (voorste lade) / Handinvoer Papiersoort Losse vellen Enveloppen Ansichtkaarten Organizer Etiketten en Transparanten
Papierformaat A4, Letter, Legal, B5, A5, A6, Executive, Afwijkend formaat (70-216 x 127-356 mm) DL, C5, COM-10, Monarch, 9” x 12”, C4 70-216 x 127-356 mm ® Day-Timer J, K, L, M, 70-216 x 127-356 mm 70-216 x 127-356 mm
❏ Papierlade 2 (achterste lade) Papiersoort Losse vellen
Papierformaat A4, Letter, Legal, B5, Executive
Basisgewicht
Losse vellen 2 60 tot 157 g/m
Dikte Vochtgehalte
0,08 tot 0,2 mm 4% tot 6% per gewicht
Enveloppen 2 75 tot 90 g/m enkele dikte 0,084 tot 0,14 mm enkele dikte 4% tot 6% per gewicht
Papiercapaciteit in papierlade Multifunctionele papierlade: Max. 22 mm hoog (tot aan de markering) Ong. 200 vellen van 80 g/m2 of 30 vellen 2 van 157 g/m A4/Letter papier, of 10 enveloppen Uitvoerlade: Ong. 100 vellen A4/Letter papier van 80 g/m2
Aanbevolen papier Losse vellen: Xerox 4200 (in V.S.) / Xerox 80 Premier papier (in Europa) of soortgelijk Etiketten: Avery laser-etiketten of soortgelijk Transparanten: 3M PP2500 / Avery 5282 (in V.S,) / STABILO 7250 (in Europa) of soortgelijk
2–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Opmerkingen
Wij raden u aan om altijd een aantal testafdrukken te maken voordat u een grote hoeveelheid papier of enveloppen aanschaft, vooral wanneer u speciale soorten en afmetingen gebruikt. Gebruik geen etiketten met een deel van het papier waarop ze geplakt zijn blootliggend (m.a.w. wanneer er een aantal etiketten van het vel verwijderd zijn), daar dit de printer kan beschadigen. Vermijd het gebruik van gecoat papier, zoals met vinyl gecoat papier. Vermijd het gebruik van voorgedrukt of zeer grof papier. Voor een optimaal resultaat raden wij u aan om alleen papier te gebruiken dat speciaal bedoeld is voor laserprinters - vooral als u losse vellen papier en overhead transparanten gebruikt. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie over geschikte papiersoorten. Wij raden u aan om etiketten en transparanten te gebruiken die speciaal voor een laserprinter ontworpen zijn. Voor het beste printresultaat raden wij u aan om langlopend papier te gebruiken. Wil de multifunctionele papierlade het papier niet invoeren, gebruik dan de handinvoer. In deze printer kunt u kringlooppapier gebruiken. Alvorens papier met (perforatie)gaatjes (zoals “Organizer” papier) te gebruiken, dient u de stapel los te schudden. Dit om papierdoorvoerstoringen te voorkomen. Gebruik geen gekruld of gevouwen papier, daar dit tot papierdoorvoerstoringen leidt. Probeer het papier voor gebruik zo vlak mogelijk te maken.
Afb. 2-1 Schud de stapel los Leg de stapel recht
2–2
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER
De volgende soorten enveloppen zijn niet geschikt voor deze printer. Enveloppen die beschadigd, gekreukt of geknikt zijn of een onregelmatige vorm hebben Glanzende of stoffen enveloppen Enveloppen met sluithaken Enveloppen met een zelfklevende sluiting “Zakachtige” enveloppen Enveloppen die geen scherpe vouw hebben Enveloppen met reliëf Enveloppen die reeds door een laserprinter bedrukt zijn Enveloppen die aan de binnenzijde voorbedrukt zijn Enveloppen die niet netjes gestapeld kunnen worden
Afb. 2-2 Enveloppen
Bedrukbaar gedeelte
Onderstaande tekening toont het bedrukbare gedeelte. (behalve 9”x12” enveloppen)
Niet te bedrukken Ongeveer 4 mm (0.16 inch) voor alle papierformaten Afb. 2-3 Bedrukbaar gedeelte
2–3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MULTIFUNCTIONELE PAPIERLADEN Deze printer heeft twee multifunctionele papierladen waarin normaal papier gebruikt kan worden, of enveloppen, transparanten of Organizer papier. Volg onderstaande procedure om de multifunctionele papierladen te gebruiken: 1. Controleer of u de juiste papiertoevoer, papierafmetingen en afdrukstand hebt ingesteld. ✒ Opmerking U kunt de juiste papierbron, papierafmetingen en afdrukstand ook via uw software instellen. Kunt u met uw softwarepakket geen papier van afwijkende afmetingen selecteren, kies dan een papiermaat die net iets groter is dan het te bedrukken papier. Stel het te bedrukken gedeelte vervolgens via uw software in door de linker en rechter kantlijnen aan te passen. 2. Controleer of het juiste papier in de juiste afdrukstand in de multifunctionele papierlade is geplaatst. U kunt nu nog wijzigingen aanbrengen. 3. Stuur het bestand of document naar de printer. Zodra de printer gegevens ontvangt, begint het daadwerkelijke afdrukproces met het laden van papier vanuit de multifunctionele papierlade. Staat de printer in de slaapstand, dan ‘ontwaakt’ hij automatisch.
2–4
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER
Papier in de papierlade plaatsen Om papier in de papierlade te plaatsen volgt u onderstaande stappen. ✒ Opmerking Hier wordt beschreven hoe u papier in de voorste multifunctionele papierlade (lade 1) plaatst. Voor papierlade 2 gaat u op dezelfde wijze te werk. Houd er rekening echter rekening mee dat in lade 2 niet hetzelfde soort papier gebruikt kan worden als in lade 1. Raadpleeg het onderdeel “Papierspecificaties” aan het begin van dit hoofdstuk voor meer informatie hierover. 1. Open de multifunctionele papierlade door de lipjes voorzichtig naar u toe te trekken. ( ➀ ) 2. Schuif de papiergeleiders in horizontale richting zo ver mogelijk uit. (➁)
PULL HERE TO INSERT PAPER
Afb.2-4 De lade openen en de papiergeleiders verschuiven
3. Leg het papier met de te bedrukken zijde naar beneden in de multifunctionele papierlade.
Afb. 2-5 Papier of enveloppen in de papierlade plaatsen
2–5
GEBRUIKERSHANDLEIDING
✒ Opmerking Als u enveloppen in papierlade 1 plaatst, dan dient dat zoals op de vorige pagina afgebeeld te gebeuren.
!
Let op
Wanneer u transparanten wilt afdrukken, moet u deze één voor één invoeren. Doet u dit niet, dan kunt u een papierinvoerstoring veroorzaken.De 2 papierlade kan maximaal 200 vellen (80 g/m ) bevatten. Laadt u te veel papier, dan kunnen er papierdoorvoerstoringen optreden. Controleer of het papier niet boven de ▼ markering uitkomt. Ligt er nog papier in de papierlade, dan moet dit uit de lade worden genomen en samen met het nieuwe papier tot één stapel worden gevormd. 4. Stel de papiergeleider op de juiste breedte af ( ➀ ) en sluit de multifunctionele papierlade. ( ➁ )
!
Let op
Als u de papiergeleiders niet op de juiste breedte instelt, zal het papier scheef worden ingevoerd of kunnen er papierdoorvoerstoringen optreden.
Afb. 2-6 De papiergeleiders verschuiven en de papierlade sluiten
2–6
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER
✒ Opmerking Als u probeert af te drukken wanneer het papier in de papierlade op is, dan knipperen de Alarm en Paper lampjes om u hierop attent te maken. Plaats papier in de papierlade en druk op de toets om het alarm op te heffen en door te gaan met afdrukken. Ook als het papier in de printer vastloopt gaan de Alarm en Paper lampjes knipperen. Raadpleeg bij papierdoorvoerstoringen het onderdeel “Papierdoorvoerstoringen” in hoofdstuk 6 om het probleem te verhelpen. Wanneer het papier in de achterste lade (papierlade 2) op is en er nog papier in de voorste lade (lade 1) ligt, dan moet dit eerst tijdelijk verwijderd worden, pas daarna mag u een nieuwe stapel papier in lade 2 plaatsen.
Afb. 2-7 Papier in lade 2 plaatsen
2–7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Tweezijdig afdrukken (handmatig) Met de meegeleverde printer driver voor Windows 95/98 of Windows 3.1 kunt u zowel vanuit papierlade 1 als vanuit lade 2 handmatig tweezijdig afdrukken. Raadpleeg de helptekst in de printer driver voor meer informatie hierover. De printer drukt eerst alle even pagina’s op één kant van het papier, waarna de oneven pagina’s op de achterzijde van het papier worden afgedrukt. Wanneer de printer alle even pagina’s heeft bedrukt, verschijnen via de printer driver verdere instructies op het beeldscherm van de computer. Volg deze instructies op om het papier op de juiste wijze in de papierlade terug te leggen. ✒ Opmerking Voordat u papier terug in de lade legt, dient u de vellen netjes te stapelen. Dit om papierdoorvoerstoringen te voorkomen. Gebruik nooit erg dun of erg dik papier. Voert de printer herhaaldelijk twee vellen tegelijk in, houd de stapel papier, behalve het bovenste vel, dan in de papierlade vast wanneer de printer papier doorvoert.
Afb. 2-8 Nuttige wenken voor tweezijdig afdrukken
✒ Opmerking De tweezijdige afdrukfunctie kan papierdoorvoerstoringen veroorzaken en de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden.
2–8
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER
HANDINVOER De voorste multifunctionele papierlade (lade 1) is tevens voorzien van een opening voor handinvoer. Het papier moet vel voor vel in de opening voor handinvoer worden geplaatst. Wanneer u de opening voor handmatige invoer gebruikt, hoeft u papier dat in de papierlade ligt niet eerst te verwijderen. ❏ Met de hand één vel papier invoeren: Hiervoor is het niet nodig om in het dialoogvenster Instellingen van de printer driver Handinvoer te selecteren. Houd het papier in de gewenste afdrukstand (Staand of Liggend) en plaats het met de te bedrukken zijde naar benenden in de opening voor handinvoer. Zorg ervoor dat het papier zo diep mogelijk en netjes in het midden van de opening voor handinvoer ligt. ( ➀ ) Stel de papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier. ( ➁ )
Afb. 2-9 De papiergeleider verschuiven
❏ Met de hand meer dan een vel papier invoeren: Open het dialoogvenster Instellen van de meegeleverde Windows printer driver en kies in Papiertoevoer de optie Handinvoer. Volg bovenstaande instructies om de eerste pagina te plaatsen. De printer zal automatisch met afdrukken beginnen. Zodra de eerste pagina is afgedrukt, verschijnt het dialoogvenster en wordt u gevraagd de volgende pagina in te voeren. Plaats het volgende vel en klik op OK om het afdrukken te hervatten. Herhaal dit totdat alle pagina’s zijn afgedrukt.
2–9
GEBRUIKERSHANDLEIDING
!
Let op
Als bi-directionele communicatie tussen de printer en de computer niet werkt, bijvoorbeeld wanneer de printer op een netwerk wordt gebruikt, dan verschijnt er geen dialoogvenster om u te vragen de volgende pagina in te voeren. Gebruik van handinvoer wordt afgeraden als de printer op een netwerk wordt gebruikt.
✒ Opmerking Plaats het papier stevig en diep genoeg in de opening voor handmatige papierinvoer. Wanneer handinvoer wordt gebruikt, moet het papier vel voor vel in de opening voor handinvoer worden geplaatst.
2–10
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET PAPIER
UITVOERLADE EN EXTRA PAPIERSTEUN De printer werpt papier met de bedrukte zijde naar beneden in de uitvoerlade die zich aan de voorzijde van de printer bevindt. Is de uitvoer lade gesloten, dan wordt het papier vel voor vel door de gleuf aan de voorzijde uitgeworpen. Wanneer u de lade opent, zal het papier op de lade worden gestapeld. Om de uitvoerlade te openen gaat u als volgt te werk: 1. Trek de bovenkant van de lade naar beneden. ( ➀ ) 2. Trek de extra papiersteun uit ( ➁ ) en stel het stopplaatje in ( ➂ ).
Afb. 2-10 De uitvoerlade openen en de extra papiersteun uittrekken
Er kunnen 100 vellen op de uitvoerlade worden gestapeld.
!
Let op
Gebruik het stopplaatje uitsluitend wanneer er op A4 of LETTER papier wordt afgedrukt. Als u het stopplaatje niet gebruikt, dan wordt het papier niet netjes opgestapeld. Gebruikt u transparanten, verwijder elke vel dan onmiddellijk nadat het is uitgeworpen. Als transparanten worden opgestapeld kunnen ze omkrullen of een papierdoorvoerstoring veroorzaken. Wanneer u langdurig afdrukt met de uitvoerlade gesloten, kan er in de uitvoerlade condens gevormd worden.
2–11
HOOFDSTUK 3 BEDIENINGSPANEEL
HOOFDSTUK 3 BEDIENINGSPANEEL LAMPJES EN TOETS In dit hoofdstuk wordt de werking beschreven van de lampjes en de toets op het bedieningspaneel van de printer (zie onderstaande afbeelding).
Fee der 1 Dru 2 m
Alar m R
D
Papeady er
Tonata er
Afb. 3-1 Lampjes en toets op bedieningspaneel
✒ Opmerking Wanneer de stroomschakelaar uit staat of de printer in slaapstand staat, zijn alle lampjes uit, ook het Ready lampje.
Ready (Paper) lampje Het Ready lampje geeft de huidige status van de printer aan. Lampje Uit ❍
Knipperend ❍↔● Knipperend ❍↔● Aan
Printerstatus De stroomschakelaar staat uit of de printer staat in slaapstand. Staat hij in slaapstand, dan zal hij zodra hij gegevens ontvangt of er op de toets op het bedieningspaneel wordt gedrukt, automatisch ontwaken. De printer warmt op. (Knippert met tussenpozen van een seconde.) De printer koelt af en stopt met afdrukken totdat het inwendige van de printer voldoende is afgekoeld. (Knippert elke twee seconden.) De printer is klaar voor gebruik.
● Dit lampje werkt in combinatie met het Alarm lampje tevens als het Paper lampje. Beide lampjes knipperen om u op een papierfout te attenderen. Raadpleeg het onderdeel “Meldingen voor de gebruiker” in hoofdstuk 6 voor meer informatie hierover. 3–1
GEBRUIKERSHANDEIDING
Data (Toner) lampje Het Data lampje geeft het verloop van de afdrukbewerking aan. Lampje Uit ❍ Knipperend ❍↔● Aan ●
Printerstatus De printer heeft geen gegevens om af te drukken. De printer ontvangt gegevens van de computer of verwerkt gegevens in zijn geheugen. Er zitten nog gegevens in het geheugen van de printer. Blijft het Data lampje langere tijd branden en wordt er niets afgedrukt, druk dan op de toets om de resterende gegevens af te drukken.
Dit lampje werkt in combinatie met het Alarm lampje tevens als Toner lampje. Beide lampjes knipperen om u op een tonerfout te attenderen. Raadpleeg “De tonercassette vervangen” in hoofdstuk 5 en “Meldingen voor de gebruiker” in hoofdstuk 6.
Drum lampje Het Drum lampje geeft aan dat de drum unit bijna opgebruikt is Lampje Uit
Printerstatus De drum unit kan gebruikt worden.
❍ Aan ●
De drum unit is bijna opgebruikt. Zodra een nieuwe drum unit wordt geplaatst zal het lampje uit gaan. Raadpleeg het onderdeel “De drum unit vervangen” in hoofdstuk 5.
Feeder lampje Het Feeder lampje geeft aan dat u via uw software de achterste papierlade (lade 2) hebt geselecteerd. Is de voorste papierlade (lade 1) geselecteerd, dan zal dit lampje niet branden. Lampje Uit ❍ Aan ●
Printerstatus Papierlade 1 is geselecteerd. Papierlade 2 is geselecteerd.
3–2
HOOFDSTUK 3 BEDIENINGSPANEEL
Alarm lampje Het Alarm lampje knippert om u op een fout in de printerstatus te attenderen, zoals “Kap open” en “Geheugen vol”. Bij andere fouten zal het Alarm lampje samen met een van de andere lampjes gaan knipperen, of wordt een foutenrapport afgedrukt. ✒ Opmerking De lampjes Ready, Data en Drum worden in combinatie met het Alarm lampje gebruikt om u op printerfouten te attenderen. Raadpleeg “Foutmeldingen in een oogopslag” in hoofdstuk 6 om dergelijke fouten te herstellen.
Toets Deze toets kan als volgt gebruikt worden, afhankelijk van de situatie. Afdrukken annuleren Als u tijdens het afdrukken op de toets drukt, zal de printer onmiddellijk stoppen met afdrukken en het papier uitwerpen. Ontwaken Staat de printer in slaapstand, dan zal hij na een druk op de toets automatisch ontwaken. Form Feed Brandt het Data lampje, dan zal de printer na een druk op de toets de gegevens die nog in het geheugen zitten automatisch afdrukken. Dit wordt ook wel “Form Feed” genoemd. Herstellen na fout Treedt er een fout op, dan zal de printer bepaalde foutmeldingen nadat de fout is hersteld automatisch wissen. Blijft hij de foutmelding echter aangeven, druk dan op de toets om deze melding te wissen en de printer terug te stellen. Papierinvoer selecteren Druk op de toets wanneer het Ready lampje brandt. U kunt papierlade 1 of papierlade 2 selecteren. Papierinvoer selecteren Druk op de toets wanneer het Ready lampje brandt. U kunt papierlade 1 of papierlade 2 selecteren.
3–3
GEBRUIKERSHANDEIDING
Andere kenmerken De printer heeft de volgende handige kenmerken: Slaapstand Als de printer een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de printer uit staat. De standaard time-out is 5 minuten. Wanneer de printer in slaapstand staat, zijn alle lampjes uit en lijkt het of hij uit staat, maar kan hij nog steeds gegevens van de computer ontvangen. Zodra hij een bestand of gegevens ontvangt, zal hij automatisch ontwaken en gaan afdrukken. Ook een druk op de toets zal de printer doen ontwaken. ✒ Opmerking Wanneer de printer op slaapstand overschakelt, zal de ventilator pas afslaan nadat de motor voldoende is afgekoeld. In de slaapstand krijgt de printmotor de kans om af te koelen; de temperatuur in uw kamer en de tijd dat de printer in de slaapstand heeft gestaan, beïnvloeden de opwarmtijd (maximaal 30 seconden). Het Ready lampje knippert om aan te geven dat de printer aan het opwarmen is. De time-out voor de slaapstand kan worden gewijzigd met behulp van de meegeleverde printer driver of het Remote Printer Console programma. Raadpleeg het onderdeel Help in de printer driver of het RPC programma voor meer informatie over het instellen van de slaapstand. Testafdrukken De printer kan testafdrukken maken. Hiervoor volgt u onderstaande stappen: 1. De bovenkap moet gesloten zijn. 2. Houd de toets ingedrukt en zet de stroomschakelaar aan. Houd de toets ingedrukt totdat het Drum lampje gaat branden. Het Drum lampje gaat branden om aan te geven dat de printer nu testafdrukken kan maken. 3. Druk nogmaals op de toets om de testafdruk te maken, of houd hem ingedrukt om een andere optie te selecteren en laat hem vervolgens los om de geselecteerde optie uit te voeren. Hoe de functie voor testafdrukken werkt kan van model tot model variëren. Zie onderstaande tabel:
3–4
HOOFDSTUK 3 BEDIENINGSPANEEL
Lampje brandt Drum
Alarm
Ready
Data
Optie
Functie
Testpagina
De printer zal een testpagina afdrukken. Zodra hij hiermee klaar is wordt hij teruggesteld en is hij gereed voor verdere afdrukken. Config. afdrukken De printer drukt een pagina af met de huidige configuratie & Lettertypen I van de printer en met een lijst van de interne lettertypen. afdrukken Zodra hij hiermee klaar is wordt hij teruggesteld en is hij gereed voor verdere afdrukken. Fabrieksinstelling De printer wordt teruggesteld op de fabrieksinstellingen en en terugstellen permanente lettertypen en macro’s worden gewist. Hierna is hij gereed voor verdere afdrukken. De printer kan gegevens als hexadecimale waarden Hex Dump afdrukken afdrukken, zodat u gegevensfouten en problemen kunt controleren. Om deze werkwijze af te sluiten moet u de printer uit zetten.
Functies ingesteld via de Brother printer driver Paginabescherming Als uw afbeeldingen te ingewikkeld zijn om af te drukken, kan het gebeuren dat de printer slechts een gedeelte van de pagina afdrukt. Wanneer dit gebeurt zijn er afdrukgegevens verloren gegaan, geeft hij een “buffer fout” melding en drukt een foutrapport af. Met de functie voor paginabescherming kan de printer het af te drukken beeld voordat papier wordt ingevoerd eerst in zijn geheugen “voor de geest halen”. Met paginabescherming geactiveerd kan de “BUFFER FOUT” fout dus worden vermeden. Voor de instelling “AUTOM.” is geen extra geheugen nodig. Deze instelling zorgt ervoor dat paginabescherming wanneer nodig automatisch wordt gebruikt. Wanneer AUTOM. paginabescherming wordt gebruikt, kan het echter gebeuren dat ingewikkelde afdrukken wat meer tijd in beslag nemen.
3–5
GEBRUIKERSHANDEIDING
✒ Opmerking Om paginabescherming in te stellen op papier van A4, Letter of Legal formaat, zijn onderstaande hoeveelheden geheugen nodig. 300 dpi 600 dpi Letter/A4
2 Mbytes
6 Mbytes
Legal
3 Mbytes
6 Mbytes
Als er niet voldoende geheugen in uw printer is geplaatst om paginabescherming te kunnen gebruiken, dan wordt uw document over het algemeen met een resolutie van 300 dpi afgedrukt. Deze functie kan op verschillende manieren worden ingesteld: Via de meegeleverde printer driver voor Windows 95/98/3.1 Via het meegeleverde RPC programma voor DOS Voor nadere informatie omtrent de instellingen verwijzen wij u naar de betreffende help-tekst. APT (Advanced Photoscale Technology) Met APT kan uw printer fijne grijstinten produceren, zodat documenten met fotografische afbeeldingen er nog beter uit zullen zien. Wanneer u deze functie gebruikt, wordt het beeld met 256 grijstinten afgedrukt, zodat het resultaat de kwaliteit van foto’s evenaart. Deze functie wordt ingesteld via de meegeleverde Windows driver. Op de meegeleverde diskette staat bovendien een demonstratiebestand dat u in Windows Write kunt openen. Probeer dit met de APT functie af te drukken. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar het betreffende helpscherm in het RPC programma of de Windows driver. ✒ Opmerking APT is eenvoudiger dan 1200 x 600 dpi voor Windows DIB afbeeldingen. APT heeft niet zoveel geheugen nodig als de 1200 x 600 dpi resolutie.
3–6
HOOFDSTUK 4 EXTRA TOEBEHOREN
HOOFDSTUK 4 EXTRA TOEBEHOREN SERIELE INTERFACE-KAART RS100M Om de printer op een DOS computer met een seriële interface of een Apple Macintosh computer aan te sluiten, moet de optioneel verkrijgbare seriële interface-kaart geïnstalleerd worden. Wanneer deze kaart geïnstalleerd is, kunt u de printer m.b.v. de parallelle en de seriële interfaces met twee computers tegelijk gebruiken (twee met IBM compatibele computers, of één met IBM compatibele computer en één Apple Macintosh). Automatische interface-selectie is standaard. ✒ Opmerking De seriële interface-kaart voor deze printer is optioneel verkrijgbaar, maar is in sommige landen reeds in de fabriek of door de dealer geplaatst. De seriële interface voor Apple Macintosh (RS-422A) drukt alleen af met een resolutie van 300 dpi. De seriële interface-kaart wordt geïnstalleerd op de hoofdbesturingskaart binnenin de printer. Voor verdere informatie omtrent de installatie verwijzen wij u naar de met de seriële interface-kaart meegeleverde gebruiksaanwijzing.
De RS-422A (Apple) of RS-232C (IBM) seriële interface selecteren ✒ Opmerking Dit onderdeel is alleen bedoeld voor printermodellen waar de seriële interface reeds geïnstalleerd is.
!
Let op
Selecteer het type seriële interface dat bij uw computer past: Voor Apple Macintosh computers is het niet nodig om instellingen te wijzigen, daar de Apple (RS-422A) instelling reeds in de fabriek is geselecteerd (standaard). Voor met IBM compatibele PC’s moet worden overgeschakeld naar de IBM (RS-232C) instelling. Gebruikt u een Apple Macintosh op de RS-422A poort en een met IBM compatibele PC op de parallelle poort, dan hoeft de instelling van de schuifschakelaar niet veranderd te worden.
4–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Indien nodig, kan het type interface als volgt geselecteerd worden: 1. De printer moet off-line zijn. 2. Selecteer de RS-422A(Apple) of RS-232C(IBM) interface door de seriële interface schuifschakelaar naar rechts te schuiven voor IBM(RS-232C) of naar links voor Apple(RS-422A).
Afb. 4-1 De RS-422A (Apple) of de RS-232C (IBM) seriële interface selecteren
De parameters voor de seriële interface instellen ✒ Opmerking Dit onderdeel is alleen bedoeld voor printermodellen waar de seriële interface reeds geïnstalleerd is.
!
Let op
De parameters moeten als volgt worden ingesteld: De RS-422A parameters voor Apple Macintosh computers mogen nooit gewijzigd worden. Aangezien de RS-422A parameters in de fabriek reeds voor Apple Macintosh computers zijn ingesteld, hoeven de instellingen niet gewijzigd te worden. U kunt dit onderdeel overslaan. Wijzigt u parameters voor de RS-232C seriële interface en schakelt u weer over naar RS-422A voor Apple Macintosh computers, dan moet u de in de fabriek ingestelde parameters opnieuw instellen. Stel de RS-232C parameters af op de door u gebruikte computer. Voor seriële instellingen zijn er diverse mogelijkheden: in uw DOS toepassing, via het Printer pictogram in Windows (alleen voor toepassingen onder Windows), of m.b.v. de MODE opdrachten in uw AUTOEXEC.BAT bestand. Raadpleeg de met uw computer of software meegeleverde handleiding voor verdere informatie omtrent seriële interface parameters.
4–2
HOOFDSTUK 4 EXTRA TOEBEHOREN
Indien nodig, kunnen de parameters van de seriële interface als volgt worden ingesteld: 1. De printer moet off-line zijn. 2. Stel de parameters van de seriële interface in door de kiezers van de minischakelaar van het dual in-line pakket naar boven (aan) of naar beneden (uit) te schuiven.
ON
12 3 4 5 6 78
Afb. 4-2 De parameters van de seriële interface instellen
Tabel 1: Instelling van parameters van seriële interface Kiezer 1 2 3 4 5 6 7 8
Parameters Baud Rate Baud Rate Gegevenslengte Stop Bit Pariteit Pariteit Protocol Robuust Xaan
Aan (op) — Zie tabel 2. — Zie tabel 2. 7 bits 2 bits — Zie tabel 3. — Zie tabel 3. Xaan/Xuit+ DTR Aan
Uit (neer) — — 8 bits 1 bit — — alleen DTR Uit
Tabel 2: Instellingen voor baud rate Kiezer 1 Uit Aan Uit Aan
Kiezer 2 Uit Uit Aan Aan
Voor RS-422A 57600 9600 1200 19200
4–3
Voor RS-232C 9600 4800 1200 19200
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Tabel 3: Instellingen voor pariteit Kiezer 1 Aan Aan Uit
Kiezer 2 Aan Uit —
Pariteit Oneven Even Geen
✒ Opmerking De fabrieksinstelling staat in vet gedrukt. Is de robuust Xaan instelling met kiezer 8 geactiveerd, dan stuurt de printer met een tussenpoos van telkens één seconde Xaan signalen naar de computer waarop hij is aangesloten, totdat hij gegevens ontvangt. Deze instelling is alleen effectief wanneer kiezer 7 voor de Xaan/Xuit plus DTR instelling op Aan is ingesteld.
De seriële interface-kabel aansluiten ✒ Opmerking Dit onderdeel is alleen bedoeld voor printermodellen waar de seriële interface reeds geïnstalleerd is. Om uw printer en computer op elkaar aan te sluiten hebt u een seriële interface-kabel nodig met een 8-pin, DIN-type connector. ✒ Opmerking Vraag uw dealer welke seriële interface-kabel u nodig hebt. Gebruikt u een Macintosh, dan kunt u de benodigde kabel gewoon bij uw plaatselijke computerzaak kopen. Vraag om Apple seriële kabels met het opschrift “Macintosh to ImageWriter II of “Macintosh to Personal LaserWriter 300” of de “Apple System Peripheral 8 Cable”. Seriële kabels met het opschrift “Straight-through” of “LocalTalk” zijn niet geschikt. Gebruikt u een PC, dan hebt u een speciale seriële kabel nodig. Heeft uw computer een 9-pin connector, vraag dan om een kabel met het opschrift “IBM AT to ImageWriter II”. Hebt u een 25-pin connector, vraag dan om een kabel met het opschrift “DB25 to ImageWriter II”. Deze kabels vindt u waarschijnlijk op de afdeling waar Apple Macintosh artikelen verkocht worden. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie omtrent de interface-specificatie.
4–4
HOOFDSTUK 4 EXTRA TOEBEHOREN
U kunt tegelijkertijd een parallelle en een seriële interface-kabel aansluiten. Dankzij de automatische interface-selectie kunt u de printer met twee computers gebruiken. Hiertoe sluit u eerst de parallelle interface-kabel aan en vervolgens de seriële interface-kabel. Volg onderstaande stappen. 1. De stroomschakelaar moet UIT staan.
!
Let op
Zorg ervoor dat de stroomschakelaar UIT staat voordat u interface-kabels gaat aan- of afsluiten, daar de printer anders ernstig beschadigd kan worden. 2. Steek de parallelle interface-connector in parallelle interface-poort van uw printer en zet hem vast. 3. Steek de seriële interface-connector in seriële interface-poort van uw printer en zet hem vast 4. Zet de stroomschakelaar AAN.
4–5
GEBRUIKERSHANDLEIDING
EXTRA GEHEUGEN Deze printer is standaard voorzien van 4,0 MByte geheugen en is uitgerust met een sleuf voor extra geheugen. Het geheugen kan worden uitgebreid tot maximaal 36 Mbytes door een in de handel verkrijgbare Single In-line Memory Module (SIMM) te plaatsen. Extra geheugen komt altijd van pas en kan zelfs noodzakelijk zijn wanneer u gebruik maakt van de verkrijgbare BR-Script 2 emulatie of de functie voor paginabescherming, afbeeldingen die een hele pagina beslaan met APT of wanneer de 1200 x 600 dpi resolutie geactiveerd is. (Raadpleeg het onderdeel “Andere kenmerken” in hoofdstuk 3 voor meer informatie over paginabescherming.) Minimaal aanbevolen hoeveelheid geheugen (inclusief resident geheugen) ■ HP LaserJet 6P, EPSON FX-850 en IBM Proprinter XL Paginabescherming = AUTOM. of UIT 300 dpi 600 dpi Letter/A4
2 MB
2 MB
Legal
2 MB
2 MB
Paginabescherming = Letter, A4, of Legal 300 dpi 600 dpi Letter/A4
2 MB
6 MB
Legal
3 MB
6 MB
✒ Opmerking Deze printer kan met de meegeleverde printer driver onder Windows 95/Windows 3.1 ook DIB afbeeldingen ondersteunen met een resolutie van 1200 x 600 dpi. Wij raden u echter aan om dan extra geheugen te plaatsen om geheugenfouten te voorkomen. ■ BR-Script 2 300 dpi
600 dpi
Letter/A4
2 MBytes
6 MBytes
Legal
3 MBytes
6 MBytes
4–6
HOOFDSTUK 4 EXTRA TOEBEHOREN
Onderstaande soorten SIMM kunnen geplaatst worden: • 1 MByte HITACHI HB56D25632B-6A, -7A • 2 MByte HITACHI HB56D51232B-6A, -7A • 4 MByte HITACHI HB56A132BV-7A, 7AL, -7B, -7BL • 8 MByte HITACHI HB56A232BT-7A, -7AL, -7B, -7BL • 16 MByte TOSHIBA THM324000BSG-70 • 32 MByte TOSHIBA THM328020BSG-70 Met deze printer kunnen onderstaande soorten SIMM gebruikt worden; Snelheid Pin-type Hoogte Output
60 nsec - 80 nsec 72 pin 25,4 mm of minder 32 bit of 36 bit
✒ Opmerking De printer heeft slechts één sleuf waar een extra SIMM geplaatst kan worden. Als u het geheugen van de printer wilt uitbreiden, dan moet u eerst de reeds geplaatste SIMM verwijderen. Als u het standaardgeheugen van 4 MB bijvoorbeeld al heeft uitgebreid tot 8 MB door een extra SIMM van 4 MB te plaatsen en u het geheugen nu verder wilt uitbreiden tot 12 MB, dan moet u eerst de SIMM van 4 MB verwijderen en vervolgens een SIMM van 8 MB plaatsen.
De SIMM plaatsen Om de SIMM te plaatsen volgt u onderstaande stappen: 1. Zet de stroomschakelaar uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Koppel de interface-kabel (printer-kabel) los van de printer.
Afb. 4-3 Het netsnoer uit het stopcontact trekken en de interface-kabel loskoppelen
!
Let op
Het is zaak dat de stroomschakelaar wordt UIT gezet en dat de stekker uit het stopcontact wordt getrokken voordat u een SIMM op de hoofdbesturingskaart gaat plaatsen of daarvan gaat verwijderen. 4–7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2. Draai de vier schroefjes los die de achterplaat van de hoofdbesturingskaart vastzetten en trek deze kaart uit het apparaat.
Afb. 4-4 De hoofdbesturingskaart verwijderen
3. Pak de SIMM uit en houd deze voorzichtig bij de randen vast.
!
Let op
Raak de geheugen-chips en het oppervlak van de hoofdbesturingskaart niet aan. Statische elektriciteit kan het geheugen beschadigen. 4. Plaats de SIMM in de daarvoor bestemde sleuf en duw er voorzichtig op totdat hij op zijn plaats klikt.
Afb. 4-5 De SIMM plaatsen
5. Schuif de hoofdbesturingskaart via zijn geleiderails weer in de printer. 6. Zet de hoofdbesturingskaart weer met de vier schroefjes vast. 7. Sluit de interface-kabel (printer-kabel) weer op computer aan en steek de stekker weer in het stopcontact.
4–8
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DE TONERCASSETTE VERVANGEN De printer kan met één tonercassette ongeveer 2,400 pagina’s afdrukken. Wanneer de toner bijna op is, zullen het Alarm lampje en het Data (Toner) lampje om de vijf seconden oplichten om u erop te attenderen dat de toner bijna op is. ✒ Opmerking Hoeveel pagina’s u daadwerkelijk kunt afdrukken, is afhankelijk van het type document dat u over het algemeen afdrukt (m.a.w. standaardbrieven, gedetailleerde grafische afbeelding, enz.) Wij raden u aan om altijd een nieuwe tonercassette bij de hand hebben ingeval u een waarschuwing krijgt dat de toner bijna op is. Gooi een gebruikte tonercassette niet zomaar weg, doe dit volgens de geldende regels en voorschriften. Raadpleeg bij twijfel een bevoegde instantie of uw dealer. Verzegel de tonercassette goed, zodat er geen toner geknoeid kan worden. Gooi tonercassettes nooit met huisvuil weg. Wij raden u aan om telkens wanneer u de tonercassette vervangt ook de printer te reinigen. Raadpleeg “De printer reinigen” verderop in dit hoofdstuk.
Fee der 1 Dru 2 m
Alar
m
Rea
Pap dy er
Dat
Ton a er
Afb. 5-1 Waarschuwing ‘Toner bijna op’ en ‘Toner op’
!
Let op
Na de eerste waarschuwing dat de toner bijna op is, kunt u nog ongeveer 100 pagina’s afdrukken. Wanneer de toner helemaal op is, zullen het Alarm en het Data (Toner) lampje blijven knipperen en kan er niet meer worden afgedrukt totdat de tonercassette is vervangen. 5–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
!
Let op
Voorkom dat er toner geknoeid wordt, houd de drum unit altijd horizontaal wanneer de tonercassette verwijderd wordt. Om de tonercassette te vervangen gaat u als volgt te werk: 1. De stroomschakelaar moet uit staan. 2. Maak de bovenkap open. Houd de drum unit bij de zijkanten vast, til hem voorzichtig naar u toe en haal hem uit de printer. ✒ Opmerking Zorg ervoor dat de bovenkap goed open staat, u moet een klik horen.
Afb. 5-2 De drum unit verwijderen
✒ Opmerking Pas op dat er geen toner geknoeid wordt, plaats de drum unit bij voorkeur op een stuk papier of op een doek.
5–2
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
Waarschuwing Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de bovenkap van de printer opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Hoge temperatuur Afb. 5-3 Het inwendige van de printer
3. Haal de hendel van de tonercassette zo ver mogelijk naar voren. ✒ Opmerking De tonercassette kan pas worden verwijderd nadat de hendel helemaal naar voren is bewogen, zodat hij niet meer verder kan.
Afb. 5-4 Aan de hendel draaien om de sluiter te sluiten
5–3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4. Trek de oude tonercassette voorzichtig uit de drum unit.
Afb. 5-5 De oude tonercassette verwijderen
!
Let op
Ga voorzichtig met de tonercassette om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water. 5. Pak de nieuwe tonercassette uit. Schud hem voorzichtig vijf of zes keer heen en weer en verwijder het beschermende gedeelte.
!
Let op
Pak een nieuwe tonercassette pas uit wanneer u hem in de printer gaat installeren. Wanneer de tonercassette gedurende langere tijd zonder verpakking wordt opgeslagen, gaat de kwaliteit achteruit Draai nooit aan de zwarte ring van de tonercassette. U kunt alleen originele Brother tonercassettes gebruiken, daar deze speciaal ontworpen zijn en optimale prestaties leveren. Bij gebruik van andere merken vervalt de garantie uw printer.
Afb. 5-6 De tonercassette schudden en het beschermende gedeelte verwijderen
5–4
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
6. Plaats de nieuwe tonercassette via de rechterzijde in de drum unit. Zorg ervoor dat de geleider van de tonercassette op één lijn staat met de geleidegleuf in de drum unit en dat de cassette zo diep mogelijk in de drum unit gedrukt is, zodat de tonercassette en de drum unit goed ineen passen.
Afb. 5-7 De tonercassette in de drum unit plaatsen
7. Beweeg de hendel van de tonercassette voorzichtig naar achteren, totdat hij niet meer verder kan.
Afb. 5-8 Aan de hendel draaien om de sluiter te openen
8. Plaats de drum unit weer in de printer en sluit de bovenkap. Zet vervolgens de stroomschakelaar weer aan.
5–5
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DE DRUM UNIT VERVANGEN De printer gebruikt een drum unit om tekst en beelden op papier te zetten. Als het Drum lampje brandt, betekent dit dat de drum unit bijna opgebruikt is en moet hij vervangen worden. Zorg ervoor dat u een nieuwe unit bij de hand hebt. U kunt nu weliswaar nog steeds afdrukken, maar als de kwaliteit beduidend minder wordt, ook voordat het Drum lampje gaat branden, moet de drum unit vervangen worden.
Fee der 1 Dru 2 m
Alar
m
Rea
Pap dy er
Dat
Ton a er
Afb. 5-9 Drum unit is bijna opgebruikt
!
Let op
Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de drum unit, er kan nog toner in zitten. Reinig telkens wanneer u de drum unit vervangt ook de printer. Raadpleeg “De printer reinigen” verderop in dit hoofdstuk. ✒ Opmerking De drum unit is een verbruiksartikel en moet af en toe vervangen worden. De drum unit kan ongeveer 20.000 pagina’s afdrukken. Er zijn vele factoren die invloed hebben op de eigenlijke levensduur van de drum, zoals temperatuur, vochtigheid, gebruikte papiersoort en toner, aantal pagina’s per afdrukbewerking, enz. Bij 20 pagina’s per afdrukbewerking gaat de drum ongeveer 20.000 pagina’s mee en bij 1 pagina per bewerking rond de 8.000 pagina’s. Deze cijfers zijn slechts een benadering en het aantal pagina’s dat uw drum unit werkelijk zal afdrukken, kan beduidend lager liggen. Wij hebben geen invloed op de vele factoren die de levensduur van een drum bepalen en kunnen derhalve geen minimum aantal pagina’s garanderen dat door uw drum zal worden afgedrukt. Voor de beste prestaties raden wij u aan om alleen originele toner te gebruiken. Dit produkt dient in een schone, stofvrije omgeving met voldoende ventilatie gebruikt te worden.
5–6
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
Om de drum unit te vervangen gaat u als volgt te werk: 1. De stroomschakelaar moet uit staan. 2. Maak de bovenkap open en verwijder de oude drum unit.
Afb. 5-10 De drum unit verwijderen
Waarschuwing Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de bovenkap van de printer opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Hoge temperatuur Afb. 5-11 het inwendige van de printer
3. Haal de tonercassette uit de drum unit en zet hem ergens veilig neer. Raadpleeg “De tonercassette vervangen” aan het begin van dit hoofdstuk. ✒ Opmerking Gooi een gebruikte drum unit niet zomaar weg, doe dit volgens de geldende regels en voorschriften. Raadpleeg bij twijfel een bevoegde instantie of uw dealer. Verzegel de drum goed, zodat er geen toner geknoeid kan worden. Gooi drum units nooit met huisvuil weg. Pas op dat er geen toner geknoeid wordt, plaats de drum unit bij voorkeur op een stuk papier of op een doek.
5–7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Afb. 5-12 De tonercassette verwijderen
4. Pak de drum unit uit en schud hem voorzichtig vijf of zes keer heen en weer.
Afb. 5-13 De drum unit schudden
!
Let op Het eerste blad mag niet verwijderd worden. Eerste blad
Afb. 5-14 Het eerste blad niet verwijderen
Pak een nieuwe drum unit pas uit wanneer u hem in de printer gaat installeren. Blootstelling gedurende langere tijd aan fel zonlicht of kunstlicht, kan de drum unit beschadigen. Ga voorzichtig met de tonercassette en de drum unit om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water. 5–8
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5. Plaats de tonercassette in de nieuwe drum unit. Raadpleeg ook “De tonercassette vervangen” aan het begin van dit hoofdstuk. 6. Plaats de nieuwe drum unit in de printer.
Afb. 5-15 De drum unit plaatsen
7. Sluit de bovenkap. 8. Zet de stroomschakelaar aan. De printer zal het eerste blad nu automatisch uitwerpen, waardoor de waarschuwing dat de drum bijna is opgebruikt, wordt gewist.
!
Let op
Maak de bovenkap pas open nadat het eerste blad helemaal is uitgeworpen, daar het anders vast komt te zitten.
Eerste blad
Afb. 5-16 Het eerste blad uitwerpen
5–9
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DE AFDRUKDICHTHEID AFSTELLEN De knop voor de afdrukdichtheid bevindt zich binnenin de printer. Hiermee kunt u afstellen hoeveel toner er bij het afdrukken gebruikt wordt. Wanneer de tonercassette en de drum unit vervangen zijn, of als de omgevingstemperatuur of vochtigheid erg hoog of laag zijn, kunnen afdrukken donkerder of lichter zijn dan normaal. Gebruik een schroevedraaier om de knop voor de afdrukdichtheid voorzichtig met de klok mee te draaien voor donkerdere afdrukken, en tegen de klok in voor lichtere afdrukken. De knop is in de fabriek op de middelste stand gezet.
Lighter
Darker
Afb. 5-17 De afdrukdichtheid afstellen
Waarschuwing Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de bovenkap van de printer opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Hoge temperatuur Afb. 5-18 Het inwendige van de printer
5–10
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
DE PRINTER REINIGEN Maak de binnenkant en de buitenkant van de printer regelmatig schoon. Zodra afgedrukte pagina’s tonervlekken vertonen, is het raadzaam om de binnenkant van de printer en de drum unit te reinigen.
De buitenkant van de printer reinigen Maak de buitenkant van de printer als volgt schoon: 1. Zet de stroomschakelaar uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Waarschuwing Binnenin de printer bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Voordat u de printer gaat reinigen, moet altijd eerst de stroomschakelaar worden uitgezet en het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken.
Afb. 5-19 Stroom uitschakelen en stekker uit stopcontact trekken
2. Neem het papier uit de multifunctionele papierladen. 3. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te maken.
!
Let op
Gebruik water of een neutraal schoonmaakmiddel om de printer te reinigen. Het gebruik van vluchtige vloeistoffen zoals verdunner en benzine kan de printerkast beschadigen. 4. Gebruik een doekje om vlekken en stof van de printerkast en de multifunctionele papierladen te verwijderen. 5. Leg het papier weer in de papierladen en steek de stekker in het stopcontact.
5–11
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Het inwendige van de printer en de drum unit reinigen Maak het inwendige van de printer en de drum unit als volgt schoon: 1. Zet de stroomschakelaar uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Waarschuwing Binnenin de printer bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Voordat u de printer gaat reinigen, moet altijd eerst de stroomschakelaar worden uitgezet en het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken.
Afb. 5-20 Stroom uitschakelen en stekker uit stopcontact trekken
2. Maak de bovenkap van de printer open. 3. Haal de drum unit uit de printer en plaats hem ergens veilig op een stuk papier.
Waarschuwing Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de bovenkap van de printer opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Hoge temperatuur Afb. 5-21 Het inwendige van de printer
5–12
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
4. Veeg het scannervenster met een zachte doek schoon.
Scannervenster Afb. 5-22 Scannervenster reinigen
!
Let op Raak het scannervenster nooit met uw vingers aan. Gebruik geen schoonmaakalcohol (isophorol) om het scannervenster te reinigen.
5. Zet de drum unit voorzichtig ondersteboven.
!
Let op
Ga voorzichtig met de drum unit om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
✒ Opmerking Pas op dat er geen toner geknoeid wordt, plaats de drum unit bij voorkeur op een stuk papier of op een doek.
5–13
GEBRUIKERSHANDLEIDING
6. Reinig de primaire coronadraad binnenin de drum unit door het plaatje enkele malen heen en weer te schuiven. Beginstand (▲)
Afb. 5-23 De primaire coronadraad reinigen
7. Zet het plaatje weer in de beginstand (bij de ▲ markering) voordat u de drum unit weer plaatst.
!
Let op
Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten, daar er anders verticale strepen op de afgedrukte pagina’s komen te staan. 8. Plaats de drum unit weer in de printer. Raadpleeg ook het onderdeel “De drum unit vervangen” in dit hoofdstuk. 9. Sluit de bovenkap. 10. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar aan.
5–14
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
De papierdoorvoerrollen reinigen De papierdoorvoerrollen binnenin de multifunctionele papierladen moeten als volgt met een schone doek gereinigd worden. 1. De papierdoorvoerrollen van papierlade 1 reinigen.
Afb. 5-24 De papierdoorvoerrollen van lade 1 reinigen
2. De papierdoorvoerrollen van papierlade 2 reinigen.
Afb. 5-25 De papierdoorvoerrollen van lade 2 reinigen
5–15
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DE PRINTER WEER INPAKKEN
!
Let op
Gaat u de printer vervoeren, gebruik dan de originele verpakking. Volg onderstaande stappen om de printer goed in te pakken, anders kan deze beschadigd worden en zal de garantie automatisch vervallen. 1. Zet de stroomschakelaar uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Maak de bovenkap open. 3. Verwijder de hele drum unit (raadpleeg de voorgaande onderdelen in dit hoofdstuk). ✒ Opmerking Verwijder de hele drum unit, compleet met tonercassette.
Afb. 5-26 De hele drum unit verwijderen
5–16
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
4. Plaats de drum unit in de plastic zak en sluit deze goed af.
Afb. 5-27 De drum unit in de plastic zak stoppen
5. Sluit de bovenkap, de extra papiersteun en de uitvoerlade. 6. Verpak de printer in de plastic zak en zet hem in de originele tempex verpakking in de doos. 7. Plaats de drum unit en de bijbehorende documenten (handleidingen en eventueel een beschrijving van de reden waarom de printer weer werd ingepakt) zoals hieronder aangegeven in de doos. 8. Sluit de kartonnen doos en plak deze met plakband goed dicht. Handleidingen
Printer Drum unit compleet met tonercassette
Doos Afb. 5-28 De printer weer inpakken
5–17
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN FOUTMELDINGEN IN EEN OOGOPSLAG Meldingen voor de gebruiker Treedt er tijdens het afdrukken een herstelbare fout op, dan geeft de printer een ‘melding voor de gebruiker’: het Alarm lampje gaat samen met een van onderstaande lampjes knipperen. Zoek uit waar de fout is opgetreden en neem de juiste maatregelen. Wanneer de fout is opgelost, wordt het afdrukken meestal automatisch hervat, maar het kan gebeuren dat u op de toets moet drukken om de printer terug te stellen. Zie onderstaande tabel. Knipperend lampje Paper ❍↔● Alarm❍↔●
Toner ❍↔● Alarm❍↔● (elke 5 seconden) Toner ❍↔● Alarm❍↔● (Snel knipperend)
Fout Wat te doen Papierdoorvoer Raadpleeg “Papierdoorvoerstoringen” verderop -storing in dit hoofdstuk om het probleem te verhelpen en druk op de toets als de printer niet automatisch verdergaat met afdrukken. Plaats papier in de printer (raadpleeg hiervoor Papier op hoofdstuk 2) en druk op de toets. Problemen met Plaats het papier opnieuw en druk op de toets. papierinvoer Toner bijna op Geeft aan dat de printer nog ongeveer 100 pagina’s kan afdrukken voordat de tonercassette helemaal leeg is. Zorg ervoor dat u een nieuwe cassette bij de hand hebt. Vervang de tonercassette (raadpleeg hiervoor Toner op hoofdstuk 5).
6–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Bij onderstaande fouten zal de printer een melding voor de gebruiker geven door het Alarm lampje te laten knipperen. Gebruikt u de printer met de meegeleverde Windows driver, dan zal de Status Monitor een bericht op uw scherm doen verschijnen. De printer kan daarnaast ook een foutmelding op papier afdrukken. Fout Kap open
Wat te doen Sluit de bovenkap van de printer. Druk op de toets om de gegevens die nog in het geheugen Buffer fout van de printer zitten, af te drukken. Als u de meegeleverde Windows driver gebruikt, verander dan de volgende instellingen en probeer opnieuw. Welke combinatie het beste werkt is afhankelijk van uw document. Grafische werkwijze TrueType werkwijze Gebruik TrueType lettertypen van printer Paginabescherming Wordt de foutmelding nu nog niet gewist, maak dan uw document minder ingewikkeld of verminder de afdrukresolutie. Breid het geheugen van de printer uit door een in de handel verkrijgbare SIMM te plaatsen en zet de paginabescherming via de meegeleverde Windows driver of het RPC programma AAN. Druk op de toets om de gegevens die nog in het geheugen Geheugen vol van de printer zitten, af te drukken. Als u de meegeleverde Windows driver gebruikt, verander dan de volgende instellingen en probeer opnieuw. Welke combinatie het beste werkt is afhankelijk van uw document. Grafische werkwijze TrueType werkwijze Gebruik TrueType lettertypen van printer Paginabescherming Breid het geheugen van de printer uit door een in de handel verkrijgbare SIMM te plaatsen. Wordt de foutmelding nu nog niet gewist, maak dan uw document minder ingewikkeld of verminder de afdrukresolutie. Parallelle interface lijn Druk op de toets om het afdrukken te hervatten. Controleer of de computer en de printer wel goed op elkaar fout zijn aangesloten en controleer de interface-kabel. Druk op de toets om het afdrukken te hervatten. Fout framing seriële Controleer de communicatieparameters, zoals baud rate en interface stop bit, op zowel de computer als de printer. Druk op de toets om het afdrukken te hervatten. Fout pariteit seriële Controleer de communicatieparameters, zoals bit-lengte en interface pariteit, op zowel de computer als de printer.
6–2
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Fout Gegevensverlies in seriële interface Inputbuffer seriële interface vol
Wat te doen Druk op de toets om het afdrukken te hervatten. De interface hardware is wellicht beschadigd. Raadpleeg uw dealer. Druk op de toets om het afdrukken te hervatten. Controleer de communicatieparameters, zoals protocollen voor aansluitbevestiging, op zowel de computer als de printer. Wordt de foutmelding niet gewist, dan is de interface hardware wellicht beschadigd. Raadpleeg uw dealer.
✒ Opmerking Werkt de printer niet naar behoren, zet de stroomschakelaar dan uit, wacht een paar seconden en zet hem weer aan. Hebt u nog steeds problemen, neem dan contact op met uw dealer of met een erkend servicemonteur.
6–3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Service-meldingen Treedt er tijdens het afdrukken een niet-herstelbare fout op, dan geeft de printer een service melding: alle lampjes gaan branden en onderstaande combinatie van lampjes brandt ombeurten: Service-melding Feeder Drum Alarm Ready Data
Fixing fout ❍ ● ❍ ❍ ❍
Laser BD fout ❍ ❍ ● ❍ ❍
Scanner fout ❍ ● ● ❍ ❍
ROM fout ❍ ❍ ❍ ● ❍
Service-melding
D-RAM fout
Service A
Service B
CPU Runtime fout ❍ ● ● ● ●
❍ ● ❍ ● ❍
Feeder Drum Alarm Ready Data Service-melding Feeder Drum Alarm Ready Data
❍ ❍ ● ● ❍
❍ ● ● ● ❍
NV-RAM fout ❍ ● ❍ ● ● ● AAN
❍ UIT
Verschijnt een van deze service meldingen, zet de stroomschakelaar dan uit, wacht een paar seconden, zet hem weer aan en probeer opnieuw af te drukken. Wordt de melding niet gewist nadat de printer weer is aangezet, neem dan contact op met uw dealer of met een erkend servicemonteur. Raadpleeg bovenstaande tabel om uit teleggen wat er aan de hand is. ✒ Opmerking Zorg ervoor dat de bovenkap goed gesloten en hoofdbesturingskaart op juiste wijze geïnstalleerd is.
6–4
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
PAPIERDOORVOERSTORINGEN Voordat een papierdoorvoerstoring verholpen kan worden, moet u eerst uitvinden waar het papier is vastgelopen. Raadpleeg hiervoor onderstaande afbeelding: Papier Papier
Voorste multifunctionele papierlade (lade 1) kan worden verwijderd om een papierdoorvoerstoring te verhelpen
Bovenkap Achterste multifunctionele papierlade (lade 2)
Drum unit Afb. 6-1 Bepalen waar het papier is vastgelopen
Wanneer u weet waar het papier is vastgelopen, kunt u het vastgelopen papier aan de hand van onderstaande instructies verwijderen. Zodra het vastgelopen papier volledig is verwijderd en de bovenkap gesloten is, zal de printer het afdrukken automatisch hervatten. Doet hij dit niet, druk dan op de toets op het bedieningspaneel.
Waarschuwing Nadat de printer gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer u de bovenkap van de printer opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken.
Hoge temperatuur Afb. 6-2 Het inwendige van de printer
6–5
GEBRUIKERSHANDLEIDING
❏ Papierdoorvoerstoring in de multifunctionele papierlade Als het papier in lade 1 of lade 2 is vastgelopen, dan kunt u dit omhoog en uit de lade trekken. Verwijder bovendien lade 1 om te zien of er misschien een stukje papier in de printer is achtergebleven (raadpleeg de onderdelen verderop in dit hoofdstuk). Papierlade 1
Papierlade 2
Afb. 6-3 Papierdoorvoerstoring in de papierladen
Is het niet mogelijk om het papier uit de lade te trekken, raadpleeg dan de volgende onderdelen “Papierdoorvoerstoring onder lade 1” en “Papierdoorvoerstoring in de buurt van de drum unit” verderop in dit hoofdstuk. ❏ Papierdoorvoerstoring onder lade 1 Is het papier onder de voorste papierlade (lade 1) vastgelopen, dan moet u deze lade verwijderen ( ➀ ) en het papier omhoog uit de printer trekken. ( ➁ ) Plaats deze papierlade weer nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Afb. 6-4 Papierdoorvoerstoring onder lade 1
6–6
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
❏ Papierdoorvoerstoring in de buurt van de drum unit Treedt er een papierdoorvoerstoring op in de buurt van de drum unit, open dan de bovenkap en verwijder de drum unit. ( ➀ ) Trek het vastgelopen papier vervolgens langzaam omhoog en uit de printer, ( ➁ ) plaats de drum unit weer en sluit de bovenkap.
Afb. 6-5 Papierdoorvoerstoring in de buurt van de drum unit
❏ Papierdoorvoerstoring in de fixing unit of bij de uitvoerlade Treedt er een papierdoorvoerstoring op in de buurt van de fixing unit of bij de uitvoerlade, open dan de bovenkap en verwijder de drum unit. ( ➀ ) Trek het vastgelopen papier vervolgens langzaam omhoog en uit de fixing unit, ( ➁ ) plaats de drum unit weer en sluit de bovenkap.
Afb. 6-6 Papierdoorvoerstoring binnenin de printer
6–7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
!
Let op
Vastgelopen papier mag nooit uit de uitvoerlade getrokken worden. Maak altijd de bovenkap open om het vastgelopen papier te verwijderen, anders kan er toner op de fixing unit terechtkomen en zullen de volgende pagina‘s die afgedrukt worden tonervlekken vertonen.
Afb. 6-7 Vastgelopen papier niet uit de uitvoerlade trekken
6–8
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Vragen en antwoorden Dit onderdeel bevat vragen en antwoorden over de werking en de instelling van uw printer. Doen er zich problemen voor met de printer, zoek dan uw vraag hieronder op en volg de aanbevelingen.
De printer hardware instellen Vraag De printer doet het niet. Alle lampjes zijn uit.
De printer drukt niet af.
Antwoord De printer staat misschien in slaapstand. Druk op de toets om hem wakker te maken. Controleer of de stekker wel in het stopcontact zit en of de stroomschakelaar aan staat. Controleer of: De printer aan staat. Alle transportbescherming verwijderd is. De tonercassette en de drum unit op juiste wijze geplaatst zijn. De interface-kabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten. Het Alarm lampje knippert. Is dit het geval, raadpleeg dan het onderdeel “Meldingen voor de gebruiker” in dit hoofdstuk. Het Ready lampje knippert. Knippert dit lampje snel, dan betekent dit dat de printer aan het afkoelen is. Maak de bovenkap van de printer open, zodat het inwendige kan afkoelen.
6–9
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De printer voor Windows configureren Vraag Ik kan niet afdrukken vanuit mijn software.
Ik krijg soms de melding “Buffer fout” wanneer ik bepaalde documenten afdruk vanuit Windows.
Soms krijg ik de melding “Geheugen vol”. Hoe kan ik dit corrigeren?
Antwoord De meegeleverde Windows printer driver moet geïnstalleerd en in uw software geselecteerd zijn. Gebruikt u de seriële interface, dan moet de seriële schuifschakelaar van de seriële interface in de juiste stand staan en moeten ook de juiste interface-instellingen zijn gemaakt m.b.v. de minischakelaars. Wijzig onderstaande instellingen in de driver en probeer opnieuw. Paginabescherming Grafische werkwijze TrueType werkwijze Gebruik TrueType lettertypen van printer Verminder de afdrukresolutie of maak uw document minder ingewikkeld en probeer opnieuw. Breid het geheugen uit door een extra SIMM te installeren en zet de paginabescherming voor A4, Letter of Legal papier via de meegeleverde Windows driver of het RPC programma AAN. Wijzig onderstaande instellingen in de driver en probeer opnieuw. Paginabescherming Grafische werkwijze TrueType werkwijze Gebruik TrueType lettertypen van printer Breid het geheugen uit door een extra SIMM te installeren. Verminder de afdrukresolutie of maak uw document minder ingewikkeld en probeer opnieuw.
6–10
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
De printer voor DOS configureren Vraag Ik kan niet afdrukken vanuit mijn software.
De printer drukt wel af, maar hij drukt de verkeerde informatie af. Soms drukt hij een paar tekens af en werpt het papier dan uit, enz.
De printer drukt niet af wanneer ik op de toets Print scherm druk. (Data lampje brandt) De printer drukt het eerste deel van mijn document af, maar niet de laatste pagina. (Data lampje brandt)
Hoe wijzig ik de gebruikers- of standaardinstellingen van de printer?
Antwoord Controleer of de interface-instellingen van uw DOS software overeenkomen met uw printer: als u bijvoorbeeld een parallelle printerkabel gebruikt, dan is de DOS software printerpoort waarschijnlijk LPT1. Controleer of de printer een alarm aangeeft. Gebruikt u de seriële interface, dan moet met de schuifschakelaar de RS-232C seriële interface geselecteerd zijn. Zorg ervoor dat met de juiste minischakelaars de juiste interface-instellingen gekozen zijn. Controleer of de seriële parameters van baud rate, pariteit en stop bits voor de software en de printer gelijk zijn. Dit betekent dat de emulatie-instelling in uw software en die van uw printer niet overeenkomen. Controleer in uw software of u wel de juiste printer geselecteerd hebt. Deze printer emuleert vier veelgebruikte printerselecties: HP LaserJet 6P, Brother BR-Script Level 2, Epson FX-850, en IBM Proprinter XL. Stel de printer in op de HP emulatie en selecteer de HP LaserJet 6P printer in uw software. Druk op de toets. De gegevens zijn naar de printer gestuurd, maar deze heeft de opdracht om de pagina uit te werpen niet ontvangen: de toets voor Scherm afdrukken geeft deze opdracht namelijk niet door. Dit is een veelvoorkomend probleem wanneer database software en spreadsheet software gebruikt wordt en de instellingen niet juist zijn. De gegevens zijn naar de printer gestuurd, maar deze heeft de opdracht om de pagina uit te werpen niet ontvangen. Druk op de toets om de pagina uit te werpen. Vraag uw software-leverancier hoe u een opdracht om de pagina uit te werpen (Form Feed) aan het einde van de afdrukbewerking kunt toevoegen. Met het Remote Printer Console (RPC) programma.
6–11
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De printer voor Apple Macintosh computers configureren Wanneer u de optioneel verkrijgbare RS-100M seriële interface gebruikt Vraag Ik kan niet afdrukken vanuit mijn software.
Antwoord De meegeleverde Macintosh printer driver moet in de System Folder geïnstalleerd en met de Kiezer geselecteerd zijn. Controleer de POORT selectie binnen de Kiezer: dit moet dezelfde poort zijn als die waarop de printerkabel is aangesloten. De seriële schuifschakelaar van de optioneel verkrijgbare interface-kaart moet in de Apple (RS422A) stand staan. Controleer het type printerkabel: een LocalTalk of Straight-Through kabel is niet geschikt. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor verdere informatie omtrent de verschillende printerkabels.
6–12
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Omgaan met papier Vraag De printer voert geen papier in.
De printer voert geen papier in via de opening voor handinvoer. Hoe moet ik enveloppen plaatsen?
Wat voor papier kan ik gebruiken?
Hoe kan ik papierdoorvoerstoringen verhelpen?
Antwoord Controleer of de melding “Papier op” op uw computerscherm staat, of dat de Alarm en Paper lampjes op het bedieningspaneel van de printer knipperen. Is dit het geval, dan zit er wellicht geen papier in de multifunctionele papierlade, of is hij niet juist geplaatst. Plaats nieuw papier. Zit er nog papier in de multifunctionele papierlade, zorg er dan voor dat het recht ligt, in een nette stapel. Gekruld papier moet voordat u gaat afdrukken altijd worden gladgestreken. Soms helpt het om de stapel papier uit de papierlade te halen, hem om te draaien en weer terug te leggen. Plaats minder papier in de multifunctionele papierlade en probeer opnieuw. Reinig de papierdoorvoerrollen. Zie “De papierdoorvoerrollen reinigen” in hoofdstuk 5. Voer het papier opnieuw en diep genoeg in, één vel tegelijk.
U kunt dit doen via de voorste multifunctionele papierlade (lade 1) en via de opening voor handinvoer. Uw software moet wel op de juiste manier zijn ingesteld om enveloppen te bedrukken. Dit gebeurt over het algemeen in uw software, in het menu voor het instellen van pagina’s of documenten. Raadpleeg de met uw software meegeleverde handleiding. U kunt normaal papier gebruiken, enveloppen, transparanten, etiketten en ‘Organizer’ papier. Raadpleeg hoofdstuk 2 “Omgaan met papier” voor meer informatie hierover. Raadpleeg het onderdeel “Papierdoorvoerstoringen” in dit hoofdstuk.
6–13
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Afdrukken Vraag De printer drukt onverwachts af, of drukt wartaal af.
De printer kan geen hele pagina’s van mijn document afdrukken. De melding “Buffer fout” verschijnt.
De printer drukt de eerste paar pagina’s naar behoren af, maar op sommige pagina’s ontbreekt er een gedeelte van de tekst.
De printer kan geen hele pagina’s van mijn document afdrukken. De melding “Geheugen vol” verschijnt.
De kop- en voettekst van mijn document verschijnt wel op het scherm, maar wordt niet afgedrukt.
Antwoord Zet de printer uit en aan of stel hem terug. Controleer of uw software is ingesteld op het gebruik van deze printer. Controleer hiervoor de printerinstellingen in uw software. Controleer de printeremulatie-instellingen. Gebruikt u het meegeleverde RPC programma, dan kunt u hiermee de benodigde instellingen wijzigen. Ook kunt u via het RPC programma of via het Printer Configuratiescherm een lijst afdrukken met alle huidige printerinstellingen. Controleer of u het juiste type interface en de juiste instellingen voor uw computer gebruikt. Voor Macintosh computers moet de RS-422A seriële interface worden gebruikt, en voor PC’s de RS-232C seriële interface. Raadpleeg hoofdstuk 4 “Seriële interface-kaart RS100M”. De printer heeft een erg ingewikkelde opdracht ontvangen en kon een deel van de pagina niet verwerken. Dit kan op onderstaande wijze verholpen worden: Gebruikt u Windows 3.1 of Windows 95/98 met de meegeleverde printer driver, wijzig dan onderstaande instellingen in de driver en probeer opnieuw: Grafische werkwijze TrueType werkwijze Gebruik TrueType lettertypen van printer Stel paginabescherming voor het betreffende document in op AUTOM Maak uw document minder ingewikkeld of reduceer de afdrukresolutie en probeer opnieuw. Dit probleem heeft gewoonlijk te maken met de instellingen van de seriële interface. Uw computer herkent het signaal “Buffer fout” van de printer niet. Oorzaak kan zijn een onjuiste seriële kabel (onjuiste bedrading of te lang) of onjuiste instelling van de seriële interface van uw computer. Sommige toepassingen downloaden diverse soorten en maten lettertypen. Hierdoor kan het geheugen van uw printer snel vol raken. Stel paginabescherming voor het betreffende document in op AUTOM., gebruik minder verschillende lettertypen, of plaats extra SIMM geheugen in de printer. De meeste laserprinters kunnen een bepaald deel van de pagina (over het algemeen de eerste en laatste twee regels) niet bedrukken (dus 62 bedrukbare regels). Stel de marges in uw document hierop af.
6–14
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Afdrukkwaliteit
!
Let op
Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vaak worden verholpen door een nieuwe drum unit te plaatsen als het Drum lampje brandt. De drum unit is dan namelijk opgebruikt. Vraag De afdrukken zijn te donker of te licht.
Er staan witte strepen op de afdruk. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A
Antwoord Draai de knop waarmee u de afdrukdichtheid kunt instellen tegen de klok in voor lichtere afdrukken of met de klok mee voor donkerdere afdrukken. De standaardinstelling van deze knop is de middenpositie. Zie ook “De afdrukdichtheid afstellen” in hoofdstuk 5. Dit probleem kunt u oplossen door het scannervenster met een zacht doekje te reinigen (zie ook “De binnenkant van de printer en de drum unit reinigen” in hoofdstuk 5).
Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. AA One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,heAA come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Lucy in the sky with Diamonde. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with AAAAA Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come A Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. HereA come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. A Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell A
Blijft het probleem aanwezig en blijft ook het Drum lampje branden, plaats dan een nieuwe drum unit.
you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One A thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
Afb. 6-8 Witte strepen of vage afdruk
Er zitten tonervlekken of verticale strepen op de afdruk. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. AA One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,heAA come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Lucy in the sky with Diamonde. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with AAAAA Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come A Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. HereA come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. A Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell A you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One A thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
Reinig de binnenkant van de printer en de primaire coronadraad van de tonercassette. Zie ook “De binnenkant van de printer en de drum unit reinigen” in hoofdstuk 5. Het plaatje van de coronadraad moet in de beginstand staan.
Blijft het probleem aanwezig en blijft ook het Drum lampje branden, plaats dan een nieuwe drum unit.
Afb. 6-9 Donkere strepen of tonervlekken
6–15
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Vraag Op de afgedrukte pagina’s staan witte vlekken in zwarte letters en grafische afbeeldingen.
Antwoord Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties). Een ruw oppervlak of te dik papier kan de oorzaak zijn van dit probleem. Blijft het probleem aanwezig en blijft ook het Drum lampje branden, plaats dan een nieuwe drum unit.
Afb. 6-10 Witte vlekken
Tonervlekken over het hele vel.
Afb. 6-11 Tonervlekken
De hele pagina wordt zwart afgedrukt.
Stel de afdrukdichtheid af door de knop voor afdrukdichtheid tegen de klok in te draaien. Zie ook ”De afdrukdichtheid afstellen” in hoofdstuk 5. Reinig het inwendige van de printer. Zie ook “De binnenkant van de printer en de drum unit reinigen” in hoofdstuk 5. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties). Blijft het probleem aanwezig en blijft ook het Drum lampje branden, plaats dan een nieuwe drum unit. Reinig de elektrische aansluitpunten (raadpleeg hiervoor “De binnenkant van de printer en de drum unit reinigen” in hoofdstuk 5). Gebruik nooit hittegevoelig papier, daar dit een dergelijk probleem kan veroorzaken. Blijft het probleem aanwezig en blijft ook het Drum lampje branden, plaats dan een nieuwe drum unit.
Afb. 6-12 Zwarte pagina
Er wordt niets op de pagina afgedrukt.
Controleer of de tonercassette misschien leeg is. Reinig de elektrische aansluitpunten (raadpleeg hiervoor “De binnenkant van de printer en de drum unit reinigen” in hoofdstuk 5). Controleer of er geen afgescheurd stukje papier op het scannervenster zit.
Afb. 6-13 Witte pagina
6–16
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Vraag De afgedrukte pagina’s zijn op regelmatige afstand gevlekt. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over
Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over
me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA
over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA
right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A
together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A
Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. AA
Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. AA
One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,heAA
One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,heAA
come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top
come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top
,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Lucy in the
,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Lucy in the
sky with Diamonde. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
sky with Diamonde. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A
together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A
Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA
Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA
to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with AAAAA
to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with AAAAA
Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come A
Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come A
Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. HereA come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. A
Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. HereA come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. A
Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over
Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over
me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you
over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you
go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is
go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is
you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell A
you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell A
you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I
you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I
can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One A
can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One A
thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come.
thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come.
One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top
One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top
,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. Lucy in the sky with Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA
Afb. 6-14 Vlekken op regelmatige afstand
Er staan vlekken midden op de afgedrukte pagina, of op de zijkant ervan. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now,
over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA
over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA
over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together rightA now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come togetherA
right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA
right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA
right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. A Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to beA
free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Diamonde the skyLucy in with . AA One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top
free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Diamonde the skyLucy in with . AA One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top
free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Diamonde the skyLucy in with . AA One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top
,heAA come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me.
,heAA come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me.
,heAA come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me.
in the sky Lucy Diamonde with . Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to
in the sky Lucy Diamonde with . Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to
in the sky Lucy Diamonde with . Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come AAA together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to
be free. A Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. together Comeright now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Lucy in the sky with
be free. A Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. together Comeright now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Lucy in the sky with
be free. A Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. together Comeright now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you goA to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Lucy in the sky with
AAAAA Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me. Here come A Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. HereA come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right
AAAAA Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me. Here come A Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. HereA come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right
AAAAA Diamonde. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me. Here come A Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. HereA come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right
now, over me. A Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come
now, over me. A Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come
now, over me. A Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come
together right now, over me. Here come v ,he come. Lucy Diamonde in the sky with . One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the skyright now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I
together right now, over me. Here come v ,he come. Lucy Diamonde in the sky with . One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the skyright now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I
together right now, over me. Here come v ,he come. Lucy Diamonde in the sky with . One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the skyright now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I
can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell A you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he
can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell A you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he
can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell A you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he
come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One A thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here
come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One A thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here
come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pattop ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. One A thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here
come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now,
come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now,
come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he A come. One thing I can tell you is you go to be free. Come in the sky right now,
over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Lucy in the sky with Amesist. One thing I can tell you is
over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Lucy in the sky with Amesist. One thing I can tell you is
over me. Here come Pat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come together right now, over me. Here come Flat-top ,he come. One thing I can tell you is you go to be free. Come tin the sky right now, over me. Here come Pat-top ,he come. Lucy in the sky with Amesist. One thing I can tell you is
Afb. 6-15 Vlekken op pagina’s
Vage afdruk van vorige pagina op de pagina’s.
Afb. 6-16 Vage afdruk van vorige pagina
Antwoord Dit probleem verdwijnt soms vanzelf. Probeer een aantal pagina’s achter elkaar af te drukken om dit probleem te verhelpen, vooral als de printer langere tijd niet gebruikt is. Als het oppervlak van de drum unit bekrast is, dan moet hij vervangen worden. Is het probleem nu nog niet verholpen, dan is de drum unit wellicht te veel aan licht blootgesteld en hierdoor beschadigd. In dat geval moet hij vervangen worden. Is het probleem hierna nog niet opgelost, raadpleeg dan uw dealer of een erkend servicemonteur. Dit kan worden veroorzaakt door diverse omstandigheden, zoals vochtigheid, hoge temperaturen, enz. De printer moet op een plat, horizontaal oppervlak staan. Verwijder de drum unit compleet met tonercassette en schud hem enige malen heen en weer. Het probleem wordt misschien verholpen door het scannervenster met een zachte doek schoon te wrijven (raadpleeg “De binnenkant van de printer en de drum unit reinigen” in hoofdstuk 5). Blijft het probleem aanwezig en blijft ook het Drum lampje branden, plaats dan een nieuwe drum unit. Draai de knop voor afdrukdichtheid tegen de klok in voor lichtere afdrukken. Raadpleeg ook “De afdrukdichtheid afstellen” in hoofdstuk 5. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties). Een ruw oppervlak of te dik papier kan de oorzaak zijn van dit probleem. Is het probleem hierna nog niet opgelost, raadpleeg dan uw dealer of een erkend servicemonteur.
✒ Opmerking De drum unit is een verbruiksartikel en moet zo af en toe vervangen worden.
6–17
APPENDIX
APPENDIX A PRINTERSPECIFICATIES Afdrukken Afdrukmethode
Elektrofotografisch door halfgeleider laserstraal aftasting
Laser
Golflengte: 780 nm Vermogen: maximaal 5 mW
Resolutie
1200 (H) x 600 (V) dots/inch (voor Windows DIB afbeeldingen) 600 x 600 dots/inch (voor Windows en DOS) 300 x 300 dots/inch (onder Apple Macintosh met de optioneel verkrijgbare RS100M)
Afdrukkwaliteit
Normale werkwijze Spaarstand (max. 25% en 50% minder tonerverbruik)
Afdruksnelheid
Max. 10 pagina's/minuut (bij gebruik van A4 of LETTER papier vanuit een multifunctionele papierlade) OPMERKING: Maximale afdruksnelheid wordt verkregen wanneer van één pagina meerdere kopieën worden afgedrukt. Afdruksnelheid kan variëren, afhankelijk van type interface, emulatie, verwerkingssnelheid van de computer, aan de afdrukbewerking toegewezen geheugen, papierafmetingen en grafische kwaliteit.
Opwarmtijd
Maximaal 30 seconden bij 23° C (De opwarmtijd kan variëren, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de vochtigheid.)
Eerste afdruk
15 seconden (bij gebruik van A4 of LETTER papier vanuit de multifunctionele papierlade 1)
Afdrukmedium
Tonercassette: Verwachte levensduur: 2.400 pagina’s/nieuwe tonercassette (Bij gebruik van A4 of LETTER papier met 5% vlakvulling) OPMERKING: Hoe lang de toner meegaat is afhankelijk van het soort afdrukbewerkingen.
A–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Drum unit: Verwachte levensduur:
20.000 pagina’s bij 20 pagina’s per bewerking 8.000 pagina’s bij 1 pagina per bewerking
OPMERKING: Er zijn vele factoren die bepalen hoe lang de unit meegaat, zoals temperatuur, vochtigheid, gebruikte papiersoort en toner, aantal pagina’s per afdrukbewerking, enz.
Functies Emulatie
Brother Printoplossing voor Windows Automatische emulatieselectie tussen HP LaserJet 6P, Brother BR-Script Level 2, EPSON FX-850 of IBM Proprinter XL
Printer driver
Driver voor Windows 3.1/3.11, Windows 95/98 en Windows NT4.0 ondersteunt Brother Printoplossing voor Windows, Brother Native Compression werkwijze en kan bi-directioneel werken Macintosh driver optioneel verkrijgbaar voor System 6.0.7 of hoger
TrueType lettertypen op diskette
Met TrueType compatibele soft-fonts voor Windows op de meegeleverde diskette
Interface
Bi-directioneel parallel Universele seriële bus (USB) RS-422A/RS-232C seriële interface (RS-100M) is optioneel verkrijgbaar
Geheugen
4.0 MB Kan met een in de handel verkrijgbare SIMM worden uitgebreid tot maximaal 36 MB
Diagnostiek
Zelfdiagnose programma
A–2
APPENDIX
Elektrische en mechanische specificaties Stroomvoorziening
V.S. en Canada: Europa en Australië:
110 - 120 volt wisselstroom, 50/60 Hz 220 - 240 volt wisselstroom, 50 Hz
Stroomverbruik
Afdrukken: Stand-by: Slaapstand:
280 W of minder 60 W of minder 13 W of minder
Geluidsniveau
Afdrukken: Slaapstand:
49 dB A of minder 38 dB A of minder
Temperatuur
Gebruik: Opslag:
10 tot 32,5°C 0 tot 40°C
Vochtigheid
Gebruik: Opslag:
20 tot 80% (zonder condensvorming) 10 tot 85% (zonder condensvorming)
Afmetingen (B x H x D)
402 x 439 x 274 mm (met gesloten uitvoerlade)
Gewicht:
Ongeveer 9,6 kg inclusief drum unit en tonercassette
A–3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
SPECIFICATIES PARALLELLE INTERFACE ✒ Opmerking Voor optimale prestaties wordt aanbevolen een met IEEE 1284 compatibele parallelle kabel te gebruiken tussen de printer en de computer. Alleen met IEEE 1284 compatibele kabels ondersteunen de functies voor geavanceerd afdrukken, zoals bi-directionele communicatie. Op dergelijke kabels staat duidelijk “IEEE-1284” aangegeven. Interface-connector
Printerzijde: Amphenol FCN-685J036-L/X of soortgelijk Gebruik een afgeschermde kabel.
Aansluitingen Pinnr.
Signaal
Richting
Pinnr.
Signaal
Richting
1
DATA STROBE
In
19
0V (S.G.)
–
2 3 4 5 6 7 8 9 10
DATA 1 DATA 2 DATA 3 DATA 4 DATA 5 DATA 6 DATA 7 DATA 8 ACKNLG
In In In In In In In In Uit
20 21 22 23 24 25 26 27 28
0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.) 0V (S.G.)
– – – – – – – – –
11 12 13
BUSY PE SLCT
Uit Uit Uit
29 30 31
0V (S.G.) 0V (S.G.) INPUT PRIME
– – In
14
AUTO FEED
In
32
FAULT
Uit
15 16 17 18
N.C. 0V (S.G.) 0V (S.G.) +5V
– – – –
33 34 35 36
N.C. N.C. N.C.
– – – In
A–4
SLCT IN
APPENDIX
✒ Opmerking Om bi-directionele communicatie te kunnen gebruiken, moet een interface-kabel met bovenstaande pinaansluitingen gebruikt worden.
Pin 1 18 2 19 3
Pin 1 19 2 20 3 21 4 22 5 23 6 24 7 25 8 26 9 27 10 28 11 29 12 17 13 15 14 30 31 33 32 34 36 35 18 16
4 20 5 6 21 7 8 22 9 10 24 11 23 12 13 14 25 16 15 17
Shield
Shield
Afb. A-1 Parallelle interface-kabel
A–5
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Universele seriële bus (USB) interface Interface-connector
2
1
3
4
Pinaansluitingen Pinnr. 1 2 3 4
Signaal Vcc (+5V) - Data + Data Ground
A–6
Seriële gegevens Seriële gegevens +
APPENDIX
RESIDENTE LETTERTYPEN 75 Schaalbare en 12 bitmapped lettertypen Deze printer heeft onderstaande schaalbare en bitmapped lettertypen. Welke lettertypen er gebruikt kunnen worden, is afhankelijk van de huidige emulatiestand. ■ HP LaserJet, EPSON FX-850 en IBM Proprinter XL werkwijze Schaalbare lettertypen: Intellifont compatibele lettertypen: • Alaska, Extravet • Antique Oakland, Schuin, Vet • Brougham, Schuin, Vet, VetSchuin • Cleveland Condensed • Connecticut • Guatemala Antique, Cursief, Vet, VetCursief • Letter Gothic, Schuin, Vet • Maryland • Oklahoma, Schuin, Vet, VetSchuin • PC Brussels Licht, LichtCursief, Demi, DemiCursief • PC Tennessee Roman, Cursief, Vet, VetCursief • Utah, Schuin, Vet, VetSchuin • Utah Condensed, Schuin, Vet, VetSchuin Microsoft® Windows 3.1/95/98 TrueType compatibele lettertypen: • BR Symbol • Helsinki, Schuin, Vet, VetSchuin • Tennessee Roman, Cursief, Vet, VetCursief • W Dingbats Type 1 Font compatibele lettertypen: • Atlanta Book, BookSchuin, Demi, DemiSchuin • Calgary MediumCursief • Copenhagen Roman, Cursief, Vet, VetCursief • Portugal Roman, Cursief, Vet, VetCursief Originele Brother lettertypen: • Bermuda Script • Germany • San Diego • US Roman Bitmapped lettertypen (Staand en Liggend): • LetterGothic16.66 Medium, Cursief, Vet, VetCursief • OCR-A • OCR-B
A–7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
■ BR-Script 2 werkwijze Schaalbare lettertypen: • Atlanta Book, BookSchuin, Demi, DemiSchuin • Alaska, Extravet • Antique Oakland, Schuin, Vet • Bermuda Script • BR Dingbats • BR Symbol • Brougham, Schuin, Vet, VetSchuin • Brussels Licht, LichtCursief, Demi, DemiCursief • Calgary MediumCursief • Cleveland Condensed • Connecticut • Copenhagen Roman, Cursief, Vet, VetCursief • Germany • Guatemala Antique, Cursief, Vet, VetCursief • Helsinki, Schuin, Vet, VetSchuin • Helsinki Narrow, Schuin, Vet, VetSchuin • Letter Gothic, Schuin, Vet • Maryland • Oklahoma, Schuin, Vet, Vet Schuin • Portugal Roman, Cursief, Vet, VetCursief • San Diego • Tennessee Roman, Cursief, Vet, VetCursief • US Roman • Utah, Schuin, Vet, VetSchuin • Utah Condensed, Schuin, Vet, VetSchuin
A–8
APPENDIX
SYMBOOLSETS/TEKENSETS OCR Symboolsets Wanneer het OCR-A of OCR-B lettertype is geselecteerd, wordt altijd de bijbehorende symboolset gebruikt.
OCR-A
OCR-B
Legal (1U) Ventura Math (6M) Ventura Intl (13J) Ventura US (14J) PS Math (5M) PS Text (10J) Math-8 (8M) Pi Font (15U) MS Publishing (6J) Windows 3.0 (9U) Desktop (7J) MC Text (12J) Symbol (19M) Windings (579L) ISO2 IRV ISO4 UK
ISO6 ASCII ISO10 Swedish ISO11 Swedish ISO14 JIS ASCII ISO15 Italian ISO16 Portuguese ISO17 Spanish ISO21 German ISO25 French ISO57 Chinese ISO60 Norwegian1 ISO61 Norwegian2 ISO69 French ISO84 Portuguese ISO85 Spanish HP German HP Spanish
PC-8 Turks Duits UK ASCII I Frans I Deens I Italiaans Spaans Zweeds
Japans Noors Deens II UK ASCII II Frans II Nederlands Zuidafrikaans
PC-852 PC-860 PC-863
PC-865 PC-8 Turks
HP LaserJet 6P werkwijze
Roman 8 (8U) ISO Latin1 (0N) ISO Latin2 (2N) ISO Latin5 (5N) ISO Latin6 (6N) PC-8 (10U) PC-8 D/N (11U) PC-850 (12U) PC-852 (17U) PC-775 (26U) PC-1004 (9J) PC-8 Turkish (9T) Windows Latin1 (19U) Windows Latin2 (9E) Windows Latin5 (5T) Windows Baltic (19L)
EPSON werkwijze
US ASCII PC-8 PC-8 D/N PC-850 PC-852 PC-860 PC-863 PC-865
IBM werkwijze
PC-8 PC-8 D/N PC-850
✒ Opmerking Wilt u weten welke tekens er in elke symbool/tekenset zitten, druk dan het CHARSETS.PRN bestand af uit de optie “Print form” in het menu Rechtstreekse toegang van het Remote Printer Console programma.
A–9
GEBRUIKERSHANDLEIDING
❏ HP LaserJet 6P
Onderstaande tabel toont alleen de tekens die in de betreffende tekenset beschikbaar zijn. De cijfers bovenaan de tabel zijn codes waarmee de tekens in de Roman 8 tekenset vervangen moeten worden. Raadpleeg de tekenset voor Roman 8 voor andere tekens.
A–10
APPENDIX
❏ HP LaserJet 6P, EPSON FX-850, IBM Proprinter XL PC-850
❏ EPSON FX-850
A–11
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Onderstaande tabel toont alleen de tekens die in de betreffende tekenset beschikbaar zijn. De cijfers bovenaan de tabel zijn codes waarmee de tekens in de US ASCII tekenset vervangen moeten worden. Raadpleeg de tekenset voor US ASCII voor andere tekens.
A–12
INDEX
INDEX
A
F
afdruk dichtheid ......................................5–10 methode ........................................ A–1 fout.................................................6–2 kwaliteit ........................................A–1 snelheid.........................................A–1 Alarm lampje .............................3–3, 6–1 ansichtkaarten ....................................2–1 APT.................................................... 3-6 autom. overschakeling tussen emulaties .......................................................1–4
fabrieksinstellingen terugstellen ........3–5 Feeder lampje ....................................3–2 fout herstelbaar......................................6–1 melding ..........................................6–2 niet-herstelbaar ..............................6–4 G gegevenscompressietechnologie........1–5 gegevenslengte ..................................4–3 geheugen........................................... A–2 SIMM ............................................4–6 vol..................................................6–2
B baud rate ............................................4–3 bedieningspaneel .......................1–2, 3–1 bedrukbaar gedeelte...........................2–3 bitmapped lettertype .........................A–7 bovenkap............................................1–2
H handinvoer ................................ 1–2, 2–9 hex dump afdrukken..........................3–5 I
C
interface ............................................ A–2 fout..................................................6-2
Config. afdrukken..............................3–5 D
K
Data lampje........................................3–2 DOS .................................................6–11 dpi ......................................................1–3 Drum lampje ......................................3–2 drum unit ...........................................5–6 levensduur..................................... A–2 DTR ...................................................4–3
kap open ............................................6–2 L Lettertypen I afdrukken .....................3–5 losse vellen ........................................2–1 M
E
Macintosh ........................................6–12 melding voor gebruiker .....................6–1 minischakelaar...........................1–2, 4–3 multifunctionele papierlade .......1–2, 2–4 capaciteit........................................2–1
eerste blad ..........................................5–9 emulatie ....................................1–4, A–2 enveloppen.........................................2–1 etiketten .............................................2–1 extra papiersteun................................1–2
N netsnoer .............................................1–2
Index–1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
slaapstand ..................................1–6, 3–4 spaarstand ..........................................1–6 stop bit ...............................................4–3 stroomschakelaar ...............................1–2 symboolset........................................ A–9
O opwarmtijd........................................A–1 organizer ............................................2–1 P
T
paginabescherming ............................ 3-6 Paper lampje ..............................3–1, 6–1 papier aanbevolen .....................................2–1 capaciteit........................................2–1 doorvoerstoring......................6–1, 6–5 formaat...........................................2–1 op ...................................................6–1 soort ...............................................2–1 papierdoorvoerrollen .......................5–15 papiergeleider ....................................1–2 papiersteun.........................................1–2 parallelle interface aansluitingen .................................A–4 poort...............................................1–2 pariteit................................................4–4 ppm ....................................................1–3 primaire coronadraad.......................5–14 printer driver ..................................... A–2 printer status monitor.........................1–4 problemen met papierinvoer ..............6–1 protocol..............................................4–3
tekenset............................................. A–9 testafdrukken .....................................3–4 testpagina...........................................3–5 time-out .............................................3–4 toets ...................................................3–3 toner bijna op ..........................................6–1 op ...................................................6–1 Toner lampje..............................3–2, 6–1 tonercassette ......................................5–1 levensduur .................................... A–1 transparanten .....................................2–1 tweezijdig afdrukken .........................2–8 U uitvoerlade ...............................1–2, 2–11 capaciteit........................................2–1 universele seriël bus pinaansluitinger...... .......................................................A-6 V vastgelopen papier .............................6–5
R
W
Ready lampje .....................................3–1 Remote Printer Console.....................1–4 resolutie ....................................1–3, A–1 robuust ...............................................4–3 RPC....................................................1–4 RS-232C ............................................4–2 RS-422A ............................................4–2
Windows..........................................6–10 Windows DIB afbeeldingen...... 1–3, A–1 X Xaan/Xuit ..........................................4–3
S scannervenster .................................5–13 schaalbaar lettertype .........................A–7 schuifschakelaar.........................1–2, 4–2 seriële interface..................................4–1 kabel ..............................................4–4 parameter .......................................4–3 RS-422A/RS-232C poort...............1–2 service-melding .................................6–4 SIMM ................................................4–6 Index-2