Gebruikershandleiding
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ (p.4) en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p. 6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er later aan kunt refereren. © 2011 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION gereproduceerd worden. BOSS, COSM en eBand zijn geregistreerde handelsmerken van BOSS Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en/of andere landen.
2
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
USING THE UNIT SAFELY
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
:RUGW JHEUXLNW ELM LQVWUXFWLHV ZDDUELM GH JHEUXLNHU DWWHQW JHPDDNW ZRUGW RS KHWULVLFRYDQRYHUOLMGHQRI]ZDDUOHWVHO ZDQQHHU KHW DSSDUDDW QLHW RS MXLVWH ZLM]HJHEUXLNWZRUGW :RUGW JHEUXLNW ELM LQVWUXFWLHV ZDDUELM GH JHEUXLNHU DWWHQW JHPDDNW ZRUGW RS KHWULVLFRYDQOHWVHORIPDWHULsOHVFKDGH ZDQQHHU KHW DSSDUDDW QLHW RS MXLVWH ZLM]HJHEUXLNWZRUGW 0DWHULsOHVFKDGHYHUZLMVWQDDUVFKDGH RI DQGHUH RQJXQVWLJH HIIHFWHQ GLH WHQ DDQ]LHQ YDQ KHW KXLV HQ DO KHW DDQZH]LJH PHXELODLU HQ WHYHQV DDQ KXLVGLHUHQNXQQHQRSWUHGHQ
Over de symbolen
+HW V\PERRO ZLMVW GH JHEUXLNHU RS EHODQJULMNH LQVWUXFWLHV RI ZDDUVFKXZLQJHQ 'H VSHFLILHNH EHWHNHQLV YDQKHWV\PERROZRUGWEHSDDOGGRRUKHWWHNHQGDW]LFK ELQQHQGHGULHKRHNEHYLQGW+HWV\PERROGDW]LFKLQGLW JHYDO DDQ GH OLQNHUNDQW EHYLQGW EHWHNHQW GDW GLW WHNHQ YRRUDOJHPHQHYRRU]RUJVPDDWUHJHOHQZDDUVFKXZLQJHQ RIDDQGXLGLQJHQYDQJHYDDUZRUGWJHEUXLNW +HW V\PERRO ZLMVW GH JHEUXLNHU RS RQGHUGHOHQ GLH QRRLW YHUSODDWVW PRJHQ ZRUGHQ YHUERGHQ 'H VSHFLILHNH KDQGHOLQJ GLH QLHW XLWJHYRHUG PDJ ZRUGHQ ZRUGW DDQJHJHYHQ GRRU KHW V\PERRO GDW ]LFK ELQQHQ GHFLUNHOEHYLQGW+HWV\PERROGDW]LFKLQGLWJHYDODDQ GHOLQNHUNDQWEHYLQGWEHWHNHQWGDWKHWDSSDUDDWQRRLW XLWHONDDUJHKDDOGPDJZRUGHQ +HW ZLMVWGHJHEUXLNHURSRQGHUGHOHQGLHYHUZLMGHUG PRHWHQZRUGHQ'HVSHFLILHNHKDQGHOLQJGLHXLWJHYRHUG PRHWZRUGHQZRUGWGRRUKHWV\PERROELQQHQGHFLUNHO DDQJHJHYHQ +HW V\PERRO GDW ]LFK LQ GLW JHYDO DDQ GH OLQNHUNDQW EHYLQGW JHHIW DDQ GDW KHW QHWVQRHU XLW GH GDDUYRRUEHVWHPGHDDQVOXLWLQJJHWURNNHQPRHWZRUGHQ
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING Het apparaat en de adapter mogen niet geopend worden (en op geen enkele manier gewijzigd worden). Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden. Het apparaat mag nooit worden geïnstalleerd worden op plaatsen die: • aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur), of die • vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben), of
WAARSCHUWING Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico’s van brand en schok met zich mee! Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen. Plaats niets dat vloeistof bevat op dit apparaat. Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. Dit kan tot kortsluiting, een gebrekkige werking of andere storingen leiden.
• aan stoom of rook worden blootgesteld, of • aan zout blootstaan, of • aan regen blootstaan, of • stoffig of zanderig zijn, of • aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn. Zorg dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken. Gebruik alleen de gespecificeerde adapter (PSA serie), en zorg dat het lijnvoltage met het ingangsvoltage overeenkomt, dat op de behuizing van de adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Het gebruik daarvan kan derhalve tot schade, storingen of elektrische schok leiden.
4
In de volgende situaties zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina: • als de adapter, het netsnoer is beschadigd, of • als er rook of een ongewone geur optreedt • als er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of • als het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of • als het apparaat niet normaal schijnt te functioneren, of een duidelijke verandering in werking laat zien.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN WAARSCHUWING In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten. Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina. Meegeleverde batterijen mogen nooit worden opgeladen, verhit, uit elkaar gehaald of in vuur of water geworpen worden.
VOORZICHTIG U dient de adapter met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en deze schoon te maken met een droge doek om stof en andere opeenhopingen tussen de vorken van de stekker uit te halen. Ook haalt u de stekker uit het stopcontact wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen de twee stekkers kan slechte isolatie veroorzaken, dat tot brand kan leiden. Probeer het in de war raken van snoeren en kabels te voorkomen. Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen te blijven. Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op.
Raak de behuizing van de adapter of zijn stekkers nooit met natte handen aan, als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt. Voordat u het apparaat verplaatst, verwijdert u de adapter en alle snoeren van externe apparaten.
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact (p.41). Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Stel batterijen nooit aan overmatige hitte, zoals zonneschijn, vuur en dergelijke, bloot.
Onjuiste behandeling van batterijen, oplaadbare batterijen of een batterijlader kan lekkage, oververhitting, brand of explosive veroorzaken. Voor gebruik moet u de voorzorgsmaatregelen behorend bij de batterijen, oplaadbare batterijen of batterijlader lezen en in acht nemen. Wanneer oplaadbare batterijen en een oplader worden gebruikt, mag alleen de door de fabrikant van de batterijen gespecificeerde combinatie van oplaadbare batterijen en oplader worden gebruikt.
VOORZICHTIG Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden, dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie niet belemmert. Als u de stekker van de adapter in het apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u deze, of de behuizing van de adapter vast.
Gebruik nieuwe batterijen niet samen met gebruikte batterijen. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet door elkaar worden gebruikt. • Verwijder de batterijen wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden. • Als een batterij heeft gelekt, veegt u de restanten met een zachte doek uit het batterij compartiment. Installeer dan nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te vermijden, zorgt u dat de batterijvloeistof niet met uw handen of huid in aanraking komt. • Wees uitermate voorzichtig en zorg dat er geen batterijvloeistof in uw ogen terechtkomt. Spoel meteen onder stromend water als er vloeistof in de ogen is gekomen. • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten, zoals balpennen, halskettingen, haarspelden, enz. Gebruikte batterijen dienen volgens de regels die in uw woonplaats gelden te worden afgedankt.
Bewaar de meegeleverde SD-kaart op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat er geen kans bestaat dat deze per ongeluk worden ingeslikt.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Stroomvoorziening • Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact. • De adapter zal na lange uren werking warmte afgeven. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken. • Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Stroomvoorziening: gebruik van batterijen • Bij het installeren of vervangen van batterijen zet u dit apparaat altijd uit, en ontkoppelt u andere aangesloten apparaten. Op die manier voorkomt u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten. • Batterijen worden bij het apparaat geleverd. De levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn, omdat deze batterijen hoofdzakelijk voor testen waren bedoeld. • Als u dit apparaat op batterijen gebruikt, gebruik dan alkaline batterijen of oplaadbare Ni-MH batterijen.
Plaatsing • Wanneer het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron. • Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers. • Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze ap-
6
paraten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten. • Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan extreme temperatuur. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren. • Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt. • Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen de rubber voetjes het oppervlak beschadigen. U kunt een stukje vilt of stof onder de rubber voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, zorg dan dat het apparaat niet per ongeluk kan verschuiven. • Plaats niets dat water bevat op dit apparaat. Vermijd tevens het gebruik van insecticide, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. in de buurt van het apparaat. Veeg gemorste vloeistof snel met een zachte, droge doek weg.
Onderhoud • Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek af. • Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Reparaties en data • Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat wordt gerepareerd. Sla een reservekopie van belangrijke data op SD-kaarten, SDHC-kaarten, computer op, of noteer deze (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd getracht om verlies van data te voorkomen. In bepaalde gevallen (wanneer het circuit van het geheugen zelf bijvoorbeeld niet meer werkt) kan de data niet hersteld worden, en Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Aanvullende voorzorgsmaatregelen • Wees ervan bewust dat de inhoud van geheugen onherstelbaar verloren kan gaan door een storing of onjuiste bediening van het apparaat. Om te voorkomen dat belangrijke data verloren gaat, raden wij aan om regelmatig een reservekopie van belangrijke data, die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen, op een SD-kaart, een SDHC-kaart of een computer op te slaan. • Indien de inhoud van data, die in het geheugen van het apparaat, op een SD-kaart of SDHC-kaart is opgeslagen, verloren is gegaan, kan deze soms helaas niet meer hersteld worden. • Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dit soort dataverlies. • Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• SD-kaarten en SDHC-kaarten zijn vervaardigd met gebruik van precisiecomponenten. Behandel de kaarten voorzichtig en let vooral op het volgende. • Om schade aan kaarten door statische elektriciteit te voorkomen, moet u de mogelijk op uw lichaam aanwezige statische elektriciteit ontladen, voordat u de kaarten ter hand neemt. • Zorg dat het contactgedeelte van de kaart niet met metaal in aanraking komt.
• Sla nooit op het beeldscherm en voer er geen hoge druk op uit.
• Buig de kaarten niet, laat ze niet vallen en onderwerp ze niet aan schokken of sterke trillingen.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken. • Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Laat de kaarten niet nat worden. • Haal de kaarten niet uit elkaar en probeer deze niet zelf te wijzigen.
Behandeling van CD’s / DVD’s • Raak de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk niet aan, en zorg dat er geen krassen op komen. Beschadigde of vieze disks kunnen mogelijk niet juist gelezen worden. Houd de disk met een in de handel verkrijgbare diskreiniger schoon.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
SD-kaarten gebruiken • Steek de SD-kaart of SDHC-kaart voorzichtig helemaal in, totdat deze stevig op zijn plaats zit. • Raak de contacten van de SD-kaart of SDHC-kaart nooit aan, en zorg ervoor dat deze niet vies worden.
7
BELANGRIJKE OPMERKINGEN diensten worden geleverd onder licentie van Open Globe, Inc., voor U.S. patent: #6,304,523.
Auteursrecht • Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden. • Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij die door gebruik van dit apparaat worden begaan. • Dit product kan gebruikt worden voor het opnemen of dupliceren van geluid of visueel material, zonder beperking van bepaalde technologische maatregelen voor kopieerbescherming. Dit is te wijten aan het feit dat dit product bedoeld is voor het produceren van originele muziek of videomateriaal, en is daarom zo ontworpen dat materiaal dat geen inbreuk maakt op auteursrecht dat aan anderen behoort (bijvoorbeeld uw eigen, oorspronkelijke werken) vrijelijk opgenomen of gedupliceerd kan worden. • Het auteursrecht van inhoud van dit product (de data van geluidsgolfvormen, stijl data, begeleidingspatronen, Phrase data, audio loops en beelddata) is gereserveerd door Roland Corporation en/of Atelier Vision Corporation. • Kopers van dit product mogen genoemde inhoud gebruiken voor het creëren, uitvoeren, opnemen en verspreiden van originele muziekwerken. • Kopers van dit product mogen genoemde inhoud NIET in oorspronkelijke of gewijzigde vorm extraheren, met het doel om het opgenomen medium van genoemde inhoud te verspreiden of deze op een computernetwerk beschikbaar te maken. • MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezighoudt, die door Technology Properties Limited (TPL) werd ontwikkeld. Roland heeft een licentie voor deze technologie van de TPL groep. • MPEG Layer-3 geluidscompressie technologie onder licentie van Fraunhofer IIS Corporation en THOMSON Multimedia Corporation. • CD en aan muziek gerelateerde data van Gracenote, Inc, copyright © 2000-2010 Gracenote. Gracenote software, copyright © 2000-2010 Gracenote. Dit product en deze dienst kan één of meerdere U.S. patenten uitoefenen: #5,987,525; #6,061,680; #6,154,773, #6,161,132, #6,230,192, #6,230,207, #6,240,459, #6,330,593 en andere patenten die zijn toegewezen of in behandeling zijn. Sommige
8
• Gracenote en CDDB zijn geregistreerde handelsmerken van Gracenote. Het Gracenote logo en logotype, en het ‘Powered by Gracenote’ logo zijn handelsmerken van Gracenote.
• • Gracenote is een geregistreerd handelsmerk van Gracenote, Inc. Het Gracenote logo en logotype, en het ‘Powered by Gracenote’ logo zijn handelsmerken van Gracenote. ) en SDHC logo ( • Het SD logo ( handelsmerken van SD-3C, LLC.
) zijn
• VST is een handelsmerk van Steinberg Media technologies GmbH. • De schermafbeeldingen in dit document worden volgens de richtlijnen van de Microsoft Corporation gebruikt. • Dit product bevat het eCROS geïntegreerd software platform van eSOL Co., Ltd. eCROS is een handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan. • MP3 codec is copyright © 1995-2010, SPIRIT. • Cakewalk is een geregistreerd handelsmerk van Cakewalk, Inc. in de Verenigde Staten van Amerika. • Het SONAR en Cakewalk logo zijn handelsmerken van Cakewalk, Inc. • Bedrijfsnamen en productnamen in dit document zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. • De in dit document genoemde productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. In deze handleiding worden deze namen gebruikt omdat het de meest praktische manier is voor het beschrijven van de klanken die met gebruik van COSM technologie worden gesimuleerd. • De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die laten zien wat er normaalgesproken in het scherm getoond moet worden. Uw apparaat kan echter een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevatten (bijv. met nieuwere klanken), zodat hetgeen u daadwerkelijk in het scherm ziet, niet altijd overeenkomt met dat wat in de handleiding wordt afgebeeld.
9
Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Snelle start
15
Wat u met de BR-80 kunt doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 01 Opname-ideeën voor songs (LIVE REC modus)
............................
18
02 Uw idee in een song veranderen (MTR Modus)
............................
22
03 Oefenen door met voltooide songs mee te spelen (eBand Modus) .
....................
28
04 De BR-80 op de computer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Voorbereidingen
33
Paneelbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Bovenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Zijpaneel (rechts). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Onderpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Voorbereidingen ingebruikname BR-80 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Batterijen insteken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Een SD-kaart insteken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 De externe apparatuur op de BR-80 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 De stroom aan/uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Ideeën voor songs opnemen (LIVE REC Modus)
43
Opnamestroom in de LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Opnemen/afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Naar de LIVE REC modus overgaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Opnemen met de metronoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Herhaaldelijk afspelen (AB Repeat) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 De manier van afspelen specificeren (PLAY MODE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
10
Inhoud Overige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Het opnameniveau aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 De opname modus instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Instellingen voor een song maken (SONG INFO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Een song een naam geven (SONG NAME) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Een song wissen (SONG ERASE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Uw ideeën in een song omzetten (MTR modus)
53
Opnamestroom in de MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Opnemen/Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Naar de MTR modus overschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 De demosong beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Een nieuwe song creëren (SONG NEW) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Een song selecteren (SONG SELECT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 De track(s) voor opname selecteren (REC TRACK) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Herhaaldelijk afspelen (AB Repeat) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Opnieuw over een fout opnemen (AUTO PUNCH IN/OUT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Track-instellingen (het Mixer scherm) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 De niveaus van de tracks bekijken (Level Meter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 De volumebalans aanpassen (TRACK LEVEL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Een stereo track creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 De stereopositie aanpassen (TRACK PAN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Mute en Solo instellingen (TRACK MUTE&SOLO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 De klank aanpassen (TRACK EQ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Gedetailleerde instellingen voor EQ maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 De Reverb aanpassen (REVERB SEND) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Gedetailleerde instellingen voor Reverb maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 V-Tracks selecteren (V-TRACK) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Effecten gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Effectpatches en categorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Een effect selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
11
Inhoud Ritme gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Een ritmeprogressie creëren (EDIT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Een patroon invoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Een patroon verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Een ritmeprogressie initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 De drumklanken veranderen (Kit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Een ritme van een SMF importeren (SMF IMPORT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Trackbewerking (TRACK EDIT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Trackdata kopiëren (TRACK COPY) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Trackdata verplaatsen (TRACK MOVE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Trackdata wissen (TRACK ERASE). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Data uitwisselen (TRACK EXCHANGE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Geluidsdata importeren (TRACK IMPORT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Een operatie annuleren (UNDO/REDO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Naar de vorige status terugkeren (UNDO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 De Undo ongedaan maken (REDO). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Masteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Meerdere tracks samenvoegen (BOUNCE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Mastering (MASTERING) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 De Mastering-effectinstellingen bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 De Mastering-effectinstellingen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Uw songs beheren (SONG) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Instellingen voor een song maken (SONG INFO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Een song een naam geven (SONG NAME) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Een song beveiligen (SONG PROTECT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Een song wissen (SONG ERASE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Een song kopiëren (SONG COPY) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Ruimte op de SD-kaart vrijmaken (SONG OPTIMIZE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Oefenen met een voltooide song (eBand modus)
89
Voortgang procedure in eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Afspelen/opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Naar eBand modus overschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Herhaaldelijk afspelen (AB Repeat) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
12
Inhoud Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Opnemen met de ingebouwde microfoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Songs selecteren (SONG) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 De snelheid of toonhoogte van de song veranderen (SPEED) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Klanken in het midden opheffen (CENTER CANCEL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 De manier van afspelen specificeren (PLAY MODE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Effecten gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Een effect selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Reverb toepassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Overige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Instellingen voor een song maken (SONG INFO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Een song een naam geven (SONG NAME) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Een song wissen (SONG ERASE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 De 30 favoriete songs registreren (BEST 30 EDIT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 Preciese aanpassing van te herhalen segment (AB EDIT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 De metronoom gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101 De song en de effecten gelijktijdig veranderen (PATCH SYNC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Overige handige functies
103
De BR-80 op een computer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Voordat USB wordt gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104 De USB-driver installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104 Instellingen voor USB-functionaliteit maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104 Datastructuur op de SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105 Data met de computer uitwisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106 WAV-bestanden overbrengen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106 eBand Song List Editor gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107 Data op de computer opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107 De BR-80 als een Audio Interface gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .108 Geluid van de BR-80 op de computer opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .109
13
Inhoud Gedetailleerde effectinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 De instellingen van de Insert-effecten bewerken (EDIT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110 Een effect opslaan (WRITE/NAME) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111 Lijst van algoritmes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112 Voor elektrische gitaar/elektrische bas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112 Voor microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113 Voor akoestische gitaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113 Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 De ingangsgevoeligheid aanpassen (INPUT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .114 Systeeminstellingen (SYSTEM) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .114 Het SD-kaartgebruik bekijken (SD CARD INFO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115 Een SD-kaart initialiseren (FORMAT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115 Het apparaat initialiseren (FACTORY RESET) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116 Auto Power Off instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117 Het instrument stemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Appendix
121
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Problemen met de stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122 Problemen met het geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122 Problemen met de SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124 Problemen met USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124 Lijst van storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
14
Snelle start
Voorbereidingen
Snelle start
LIVE REC modus
MTR modus
eBand modus
Handige functies
Appendix
Wat u met de BR-80 kunt doen
Opnemen (LIVE REC modus: p. 18, p. 43) Uw Phrases of ideeën voor songs opnemen U kunt de stereo microfoons, ingebouwd in de BR-80, gebruiken om op eenvoudige wijze meteen met opnemen te beginnen.
LIVE REC U kunt opnames van hoge kwaliteit maken, door simpelweg de ingebouwde microfoons van de BR-80 naar het instrument dat u wilt opnemen te laten wijzen. Zelfs banduitvoeringen op hoge volumes in de oefenruimte kunnen helder worden opgenomen.
De uitvoering van uw band opnemen U kunt de BR-80 naar de oefenruimte meenemen, en de repetities van de band opnemen.
Songs en ideeën die u in ‘LIVE REC modus’ heeft opgenomen, kunnen als ‘eBand modus’ songs worden afgespeeld (p.94).
Spelen (eBand modus: p. 28, p. 89) Met uw favoriete songs meespelen U kunt de eBand Song List Editor gebruiken om een song van een muziek CD of een computer te importeren, en hiermee meespelen.
Met interne ritmes meespelen Er zijn talloze ingebouwde ritmepatronen, zodat u een verscheidenheid aan muziekstijlen kunt spelen.
De BR-80 levert Audio Player functionaliteit en een grote selectie Boss effecten samen in een enkel apparaat. U hoeft alleen een gitaar aan te sluiten, en dan kunt u genieten van krachtige gitaarklanken, terwijl een song op de achtergrond meespeelt.
Met een voltooide song meespelen Aangezien u op de BR-80 de afspeelsnelheid kunt veranderen zonder dat de toonhoogte verandert, kunt u in uw eigen tempo oefenen.
16
Snelle start
Snelle start
Songs en ideeën die u in ‘LIVE RED modus’ heeft opgenomen, kunnen in een track van ‘MTR modus’ worden geïmporteerd (p.78).
Voorbereidingen
Creëren (MTR modus: p. 22, p. 53) Een song creëren met gebruik van ritmes en effecten
De BR-80 biedt u een gemakkelijke manier om te beginnen met digitaal opnemen – vanaf het opnemen van uw spel tot de eindmix.
De voltooide song Masteren
MTR modus
U kunt de Mastering Toolkit gebruiken om de puntjes op de i te zetten. Op die manier verrijkt u de klankkwaliteit van de song, en krijgt deze meer impact.
LIVE REC modus
De BR-80 biedt alles dat u nodig heeft om een song te creëren: acht tracks, een ritme track en een breed spectrum aan effecten.
MTR De BR-80 is een multi-track recorder met een afmeting speciaal voor draagbaarheid.
eBand modus
U kunt uw voltooide song meteen oproepen en in de ‘eBand modus’ afspelen (p.94). Een song die in ‘eBand modus’ is opgenomen, kan in een track van ‘MTR modus’ worden geïmporteerd (p.78).
Handige functies
Een computer aansluiten (p.32, p.104) • U kunt geluidsbestanden van een computer importeren, of een song die op de BR-80 is gecreëerd naar de computer kopiëren. • U kunt een kopie van de opgenomen data van de BR-80 op een computer opslaan, en de reservekopie op ieder gewenst moment opnieuw oproepen.
17
Appendix
• U kunt effecten op het invoergeluid van de BR-80 toepassen, en het resultaat op de computer opnemen, of klanken van de computer via de luidsprekers die op de BR-80 zijn aangesloten afspelen.
01 Opname-ideeën voor songs (LIVE REC modus) Wat is LIVE REC modus? In deze modus kunt u de ingebouwde microfoons gebruiken om op simpele wijze, wanneer dan ook, waar dan ook, op te nemen. Aangezien de BR-80 ingebouwde condensator microfoons bevat, kunt u ook akoestische gitaar of vocalen kristalhelder opnemen. De BR-80 kan lang op batterijen werken, zodat u zelfs op locaties waar geen stopcontact is, zoals in een park of op straat, kunt opnemen. Een handige manier om de natuurgeluiden of stadsgeluiden te verzamelen, zodat u die in een song kunt gebruiken.
Step 1 Voorbereidingen voor opname 1
1.
Kies LIVE REC modus
1.
Houd de [
2.
Druk een aantal malen op de [
] knop enige seconden ingedrukt om de stroom uit te zetten. ] knop, totdat de ‘LIVE REC’ indicator oplicht.
* In LIVE REC modus kunt u alleen via de ingebouwde stereo microfoons van de BR-80 opnemen. * In de LIVE REC modus worden effecten niet toegepast.
18
Snelle start
Snelle start
Een koptelefoon aansluiten De BR-80 bevat geen luidsprekers. Om het geluid te kunnen horen dient u een geluidsapparaat, zoals monitor luidsprekers, een stereosysteem of een koptelefoon aan te sluiten.
Voorbereidingen
Tijdens het opnemen dient u een koptelefoon te gebruiken, om akoestische feedback te vermijden.
1. Sluit een in de handel verkrijgbare stereo koptelefoon op de PHONES/LINE OUT Jack op het zijpaneel (links) aan. Koptelefoon
LIVE REC modus
2. Met de [VOLUME] draaiknop kunt u het volume aanpassen. MTR modus
Opnemen met de metronoom Als u de metronoom gebruikt, kunt u op een stabiel tempo opnemen.
1. Druk op de [RHYTHM] knop. eBand modus
2. Met de cursor knoppen verplaatst u de cursor naar ‘TEMPO’, en gebruik de draaiknop om het tempo te specificeren. Het tempo kan op elke waarde van 25 tot 250 worden ingesteld.
3. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren. Handige functies
Als monitor luidsprekers zijn aangesloten terwijl u met de metronoom opneemt, wordt het geluid van de metronoom ook opgenomen met de uitvoering die u opneemt. Als u het geluid van de metronoom niet wilt opnemen, moet u een koptelefoon gebruiken.
Wat is feedback? Feedback is de oscillatie (jankend of brommend geluid) die optreedt wanneer de microfoon te dicht op de luidspreker staat.
19
Appendix
Dit gebeurt als de uitvoer van de luidspreker opnieuw in de microfoon wordt gevoerd, versterkt wordt, en nogmaals via de luidspreker wordt uitgevoerd.
Opname-ideeën voor songs (LIVE REC modus)
Step 2 Opnemen
1
1.
Pas het opnameniveau aan
1.
Druk op de [ ] (REC) knop. De BR-80 wordt in de standby-voor-opname modus geplaatst.
2.
Terwijl u daadwerkelijk speelt, gebruikt u de [REC LEVEL] draaiknop aan de rechterkant van de BR-80 om het opnameniveau bij te stellen. Terwijl u speelt, maakt u aanpassingen zodat de INPUT niveaumeter binnen de reeks van -12-0 dB beweegt.
PEAK indicator
Als de PEAK indicator oplicht, zal het geluid vervormen.
(REC LEVEL) draaiknop
* Tijdens het aanpassen van het opnameniveau kan een lichte ruis hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
3.
Gebruik de [VOLUME] knop om het volume aan te passen.
2
2.
20
Opnemen
1.
Druk op de [ ] (PLAY) knop. De opname begint.
2.
Druk op de [ ] (STOP) knop om te stoppen met opnemen. Als de opname stopt, wordt een bestandsnaam automatisch toegewezen en de data opgeslagen.
Snelle start
Snelle start
Tips voor het opnemen Positie van de microfoon Voor een akoestische gitaar plaatst u de BR-80 zo, dat deze zich ongeveer 30 cm van de body van de gitaar bevindt, en het klankgat van de gitaar zich tussen de linker en rechter microfoon bevindt.
Voorbereidingen
Op deze manier kunt u een geluid opnemen dat een goede balans van de lage tot hoge frequenties heeft, en ook de body resonanties van het instrument vastlegt.
LIVE REC modus
Ongeveer op 30 cm afstand
Midden
Richting de kop
Body resonanties worden benadrukt
Een goede balans van de lage tot hoge reeksen
Geluid van de snaren wordt benadrukt
MTR modus
Richting eindpinnen
Anders kunt u de body resonanties benadrukken door de brug en de eindpinnen van het instrument tussen de microfoons te plaatsen, of een helderder geluid vast te leggen door de microfoons meer in de richting van de kop van het instrument te richten.
eBand modus
Opnameniveau Als u een uitvoering met een laag volume opneemt, zoals een uitvoering waarin getokkeld wordt, kunt u met minder ruis opnemen door de microfoon dichter op het instrument te plaatsen, in plaats van het opnameniveau te verhogen.
Handige functies
Het opgenomen geluid beluisteren 1. Met de draaiknop selecteert u het bestand dat u wilt afspelen. 2. Druk op de [
] (PLAY) knop.
Het afspelen begint. Om het afspeelvolume bij te stellen, gebruikt u de [VOLUME] draaiknop op het zijpaneel (links).
] (STOP) knop om het afspelen te stoppen.
21
Appendix
3. Druk op de [
02 Uw idee in een song veranderen (MTR Modus) Wat is MTR Modus? In de MTR modus functioneert de BR-80 als een multi-track recorder, waarmee een volledige song gecreëerd kan worden. U kunt meerdere tracks gelijktijdig spelen, en V-tracks gebruiken om meerdere Takes van een gitaarsolo op te nemen, en vervolgens de beste te kiezen.
Step 1 Voorbereidingen voor opnemen 1
1.
Elektrische gitaar
1.
Houd de [ ] knop enkele seconden ingedrukt om de stroom uit te zetten.
2.
Draai de [REC LEVEL] knop en de [VOLUME] knop naar de minimum positie.
3.
Sluit de gitaar of microfoon op de GUITAR/MIC IN Jack aan.
4.
Zet de [GUITAR/MIC] schakelaar op het onderpaneel van de BR-80 op de GUITAR of MIC positie.
2
1.
22
De aansluitingen maken Microfoon
Selecteer de MTR modus
1.
Houd de [
2.
Druk een aantal malen op de [
3.
Terwijl u daadwerkelijk speelt, past u het opnameniveau aan door de [REC LEVEL] draaiknop aan de rechterkant van de BR-80 geleidelijk te verhogen.
4.
Verhoog de [VOLUME] draaiknop geleidelijk om het uitgangsvolume aan te passen.
] knop enkele seconden ingedrukt om de stroom aan te zetten. ] knop, totdat de ‘MTR’ indicator verlicht is.
Snelle start
1
1.
Snelle start
Step 2 Een nieuwe song creëren Een nieuwe song creëren Druk op de [MENU] knop.
2.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3.
Met de cursorknoppen verplaatst u de cursor naar ‘NEW’, en druk op de [ENTER] knop.
4.
Gebruik de draaiknop om het gewenste genre song sjabloon te selecteren, en druk dan op de [ENTER] knop.
Voorbereidingen
1.
LIVE REC modus
Song sjablonen Song sjablonen (Templates) bevatten ritmes en effecten die geschikt zijn voor het genre dat u kiest. Een nieuwe song creëren is gemakkelijk: kies simpelweg een sjabloon.
1.
MTR modus
2
Selecteer een effect
2.
Gebruik de cursorknoppen om ‘CATEGORY’ te selecteren, en gebruik dan de draaiknop om de gewenste categorie te selecteren.
3.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘PATCH’ te verplaatsen, en gebruik dan de draaiknop om een Patch te kiezen. Elke keer dat u op de [COSM] knop drukt, zal het effect aan- en uitgezet worden.
4.
Nadat u een effect heeft gekozen, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het niveaumeter scherm terug te keren. De volgende zeven effecttypes zijn beschikbaar. • Voor E. Gitaar
• A. Guitar Multi
• Gitaar naar Bas
• Voor vocalen
• Akoestische simulator
• Voor de ingebouwde microfoons
Handige functies
Druk op de [COSM] knop. eBand modus
1.
23
Appendix
• Voor E. Bas
Uw idee in een song veranderen (MTR Modus)
Step 3 Opnemen/Multi-track opname 1
1.
Opnemen
1.
Druk op de track knop van de track die u wilt opnemen. Het REC TRACK scherm verschijnt.
2.
Druk een aantal malen op de track knop om de opnametrack te selecteren. De opnametrack verandert elke keer dat u op de track knop drukt.
2
3.
Druk op de [ ] (REC) knop. De BR-80 wordt in de standby-voor-opname modus geplaatst.
4.
Druk op de [
] (PLAY) knop om de opname te starten.
5.
Druk op de [
] (STOP) knop om met opnemen te stoppen.
1.
24
Een uitvoering op een andere track opnemen
1.
Houd de [ ] (STOP) knop ingedrukt en druk op de [ de song terug te keren.
2.
Gebruik de track knoppen om een andere opnametrack te selecteren.
3.
Druk op de [
] (REC) knop.
4.
Druk op de [
] (PLAY) knop om met opnemen te beginnen.
5.
Druk op de [
] (STOP) knop om met opnemen te stoppen.
] knop om naar het begin van
Snelle start
Snelle start
Tips voor het opnemen Het tempo instellen Hier ziet u hoe het tempo van het ritme, dat tijdens opnemen en afspelen te horen is, wordt ingesteld.
Voorbereidingen
1. Druk op de [RHYTHM] knop. 2. Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘TEMPO’
LIVE REC modus
te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om het tempo in te stellen. Het tempo kan tussen 25 en 250 worden ingesteld.
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Mixer scherm terug te keren.
Afspelen ] (STOP) knop ingedrukt en druk op de [ begin van de song terug te keren.
2. Druk op de [
MTR modus
1. Houd de [
] knop om naar het
] (PLAY) knop om af te spelen. eBand modus
Als u op de [ ] [ ] knoppen drukt om naar het TRACK SOLO&MUTE scherm (p.64) te gaan, kunt u solo en mute instellingen voor iedere track maken.
De volumebalans van de tracks aanpassen 1. Druk op de cursor [ 2. Druk op de [
Handige functies
] [ ] knoppen om naar het TRACK LEVEL scherm te gaan. ] (PLAY) knop om af te spelen.
3. Gebruik de cursorknoppen om de track, waarvan u het volume wilt aanpassen, te selecteren, en gebruik de draaiknop om het volume aan te passen. Als u de cursor [ ] [ ] knoppen gebruikt om van scherm te veranderen, kunt u ook PAN (p.64), EQ (p.64) en Reverb Send (p.65) aanpassen.
Appendix
25
Uw idee in een song veranderen (MTR Modus)
Step 4 Mastering Mastering is de uiteindelijke afwerking aan de song, met gebruik van een special effect genaamd de ‘Mastering Toolkit’. Deze verhoogt de waargenomen luidheid en sterkte van de algehele song, en verbetert de klankbalans, zodat de song prettiger is om naar te luisteren.
1
1.
De Mastering modus selecteren
1.
Pas de volumebalans van de tracks aan, voordat u met Masteren begint (p.63).
2.
Druk op de [MENU] knop.
3.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘MASTERING/BOUNCE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
4.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘MASTERING’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Het MASTERING scherm zal verschijnen.
2
2.
26
Mastering
1.
Gebruik de cursorknoppen en de draaiknop om het Mastering effect te selecteren.
2.
Druk op de [ ] (REC) knop en druk dan op de [ knop. Het Masteren zal beginnen.
] (PLAY)
Snelle start
Snelle start
Tips voor het Masteren Het Master niveau aanpassen Om een krachtig klinkende opname te verkrijgen, verhoogt u het volume totdat het zo hoog mogelijk is ingesteld, zonder dat het geluid vervormt.
Voorbereidingen
1. Selecteer de Mastering modus. 2. Druk op de [
] (PLAY) knop om de song af te spelen.
3. In het MASTERING scherm verplaatst u de cursor naar ‘LEVEL’. Gebruik dan de draaiknop om het Master niveau aan te passen. Probeer het volume zo hoog mogelijk in te stellen, zonder dat de PEAK indicator oplicht.
LIVE REC modus
De START tijd aanpassen Voor songs die met een aftelling beginnen, kunt u de Mastering na de aftelling laten beginnen, door de START tijd voor Mastering te veranderen.
De END tijd aanpassen
START Aftelling
MTR modus
Door de END tijd voor Mastering aan te passen en op een punt na het eind van de songdata in te stellen, kunt u voorkomen dat het einde van de song op onnatuurlijke wijze wordt afgebroken. EIND Songdata
Opgenomen data
Decay
eBand modus
Opgenomen data
Mastering data
Deel opgenomen met Mastering
Handige functies
Een WAV-bestand van de song maken De voltooide song die met Mastering is gecreëerd, wordt als een WAV-bestand in de MASTERING map op de SD-kaart opgeslagen. U kunt de ‘eBand’ modus gebruiken om de song af te spelen, of de song naar de computer kopiëren en op een CD branden.
Appendix
27
03 Oefenen door met voltooide songs mee te spelen (eBand Modus) Wat is eBand modus? U kunt op de gitaar met een favoriete song meespelen. Ook kunt u uw gitaarspel samen met de achtergrondsong opnemen. Dit is een handige manier om gitaar te oefenen, aangezien de afspeelsnelheid of toonhoogte van de song aangepast kan worden. U kunt ook de Center Cancel functie gebruiken.
Step 1 Voorbereidingen voordat u gaat spelen 1
1.
2
1.
Houd de [ ] knop enkele seconden ingedrukt om de stroom uit te zetten.
2.
Draai de [REC LEVEL] knop en de [VOLUME] knop op de minimum positie.
3.
Sluit de gitaar of microfoon op de GUITAR/ MIC IN Jack aan.
4.
Stel de [GUITAR\/MIC] schakelaar op het onderpaneel van de BR-80 op de GUITAR of MIC positie in.
1.
28
De aansluitingen maken
Elektrische gitaar Microfoon
Selecteer de eBand modus (p.91)
1.
Houd de [
2.
Druk een aantal malen op de [
3.
Terwijl u daadwerkelijk speelt, past u het opnameniveau aan door de [REC LEVEL] draaiknop aan de rechterkant van de BR-80 geleidelijk te verhogen.
4.
Verhoog de [VOLUME] draaiknop geleidelijk om het uitgangsvolume aan te passen.
] knop enkele seconden ingedrukt om de stroom aan te zetten. ] knop, totdat de ‘eBand’ indicator verlicht is.
Snelle start
1
1.
Selecteer een song
1.
Druk op de [TR1/2] (SONG) knop.
2.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘ALL SONGS’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de draaiknop om een song te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. De BR-80 kan de songweergave beperken, zodat u de gewenste song sneller zult kunnen vinden.
LIVE REC modus
1.
Voorbereidingen
2
Snelle start
Step 2 Een song en een effect selecteren
Selecteer een effect
2.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘CATEGORY’ te verplaatsen, en kies met de draaiknop een categorie.
3.
Gebruik de cursorknoppen om de cursor naar ‘PATCH’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om een Patch te kiezen.
4.
Nadat u een effect heeft gekozen, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren. Geschikte effecten voor gitaar zijn al aan de interne songs van de BR-80 toegewezen, zodat u simpelweg een song kunt selecteren en met spelen kunt beginnen. Als u een ander instrument dan gitaar speelt (bijvoorbeeld bas of microfoon), zet u Patch Sync (p.101) uit.
eBand modus
Druk op de [COSM] knop.
MTR modus
1.
Handige functies Appendix
29
Oefenen door met voltooide songs mee te spelen (eBand Modus)
Step 3 Oefenen op een andere snelheid U kunt de Phrase Trainer functie gebruiken om de afspeelsnelheid van de song langzamer te maken om een snelle frase te oefenen, of de Center Cancel functie gebruiken terwijl u met de song meespeelt.
1
1.
De snelheid veranderen
1.
Druk op de [TR3/4] (SPEED) knop.
2.
Gebruik de cursorknoppen om ‘SPEED’ te selecteren, en gebruik de draaiknop om de snelheid aan te passen. Met de 100% instelling wordt de song op zijn oorspronkelijke snelheid afgespeeld. Als de snelheid wordt veranderd, blijft de toonhoogte hetzelfde.
2
1. Oefenen
30
1.
Druk op de [ ] (PLAY) knop. De song wordt afgespeeld.
2.
Speel met de song mee.
Snelle start
Snelle start
Tips voor de Phrase Trainer SPEED ([TR3/4] knop) * De SPEED en PITCH functies zijn alleen op de song die u afspeelt van toepassing.
Voorbereidingen
SPEED Omdat de snelheid verminderd kan worden zonder dat de toonhoogte verandert, zijn snelle frases gemakkelijker te beheersen. PITCH U kunt de toonsoort van de song veranderen door de toonhoogte te verlagen of verhogen, zonder dat de snelheid verandert. Uitleg
SPEED
Verandert de afspeelsnelheid van de song.
SHIFT
Verhoogt/verlaagt de toonhoogte in stappen van halve tonen.
FINE
Past de toonhoogte in stappen van 1 cent aan. 100 cent = een halve toon.
LIVE REC modus
Parameter
MTR modus
CENTER CANCEL ([TR5/6] knop) Deze functie maakt geluiden die zich in het midden van het stereobeeld bevinden (zoals vocalen of gitaarsolo) minder opvallend, zodat u de song gemakkelijk als ‘minus-one’ song voor karaoke of voor oefenen kunt gebruiken. Uitleg
POSITION
Specificeert de positie van het geluid dat u wilt elimineren. L50: links, C0: midden, R50: rechts
FREQ
Specificeert de frequentiereeks van het geluid dat u wilt elimineren.
DEPTH
Als deze waarde wordt verhoogt, wordt het effect sterker.
eBand modus
Parameter
Handige functies
Uw uitvoering opnemen Hier ziet u hoe het exacte geluid dat u speelt in eBand modus opgenomen kan worden.
1. Druk op de [
] (REC) knop.
De opname begint. Stilte wordt ook opgenomen, totdat u het afspelen start.
2. Druk op de [
] (PLAY) knop om af te spelen.
De song wordt afgespeeld. Speel met de song mee.
] (STOP) knop om met opnemen te stoppen.
31
Appendix
3. Druk op de [
04 De BR-80 op de computer aansluiten Opgenomen data naar/van de computer overbrengen BOSS BR serie Wav Converter • Audio trackdata die in de MTR modus van de BR-80 is opgenomen, kan naar een WAV/AIFF bestand worden geconverteerd. • Een WAV/AIFF bestand van de computer kan naar BR-80 Audio trackdata geconverteerd worden. • Eenmaal geconverteerd, kunnen WAV/AIFF bestanden in SONAR of andere DAW software worden geladen.
eBand Song List Editor • Song van een muziek CD of geluidsbestanden van de computer (WAV/AIFF/MP3 bestanden) kunnen als songdata voor de eBand modus van de BR-80 geïmporteerd worden (eBand songs). • U kunt ook informatie (songtitel/naam van de artiest) van de geïmporteerde eBand song invoeren of bewerken. ‘BOSS BR serie Wav Converter’ en ‘eBand Song List Editor’ bevinden zich op de meegeleverde SDkaart. Voor details over de installatie raadpleegt u ‘ReadmeEN.txt’ op de meegeleverde SD-kaart. Voor details over het gebruik kijkt u in de online help die bij de software hoort.
Data op de computer opslaan (Backup/Recovery) • Als de SD-kaart vol raakt, of als u belangrijke data heeft die u wilt behouden, kunt u de data op de computer opslaan (reservekopie). Voor details, zie ‘Data op de computer opslaan’ (p.107).
De BR-80 als een Audio Interface gebruiken • Voordat u de BR-80 als een Audio Interface gaat gebruiken, moet u de USB-driver op de computer installeren. De USB-driver bevindt zich op de meegeleverde SD-kaart. • U kunt software op de computer gebruiken om de geluidsinvoer via de GUITAR/MIC IN Jack of LINE IN Jack van de BR-80 op te nemen. De geluidsinvoer via de GUITAR/MIC IN Jack kan ook door een effect worden bewerkt, terwijl u opneemt. • U kunt ook luidsprekers of een koptelefoon die op de BR-80 is aangesloten gebruiken om geluiden die u op de computer afspeelt te beluisteren, of u kunt deze geluiden in een BR-80 song opnemen. Voor details, zie ‘De BR-80 als een Audio Interface gebruiken’ (p.108).
32
Snelle start
Voorbereidingen
Voorbereidingen
LIVE REC modus
MTR modus
eBand modus
Handige functies
Appendix
Paneelbeschrijvingen Bovenpaneel 1
6
7
8
2
3
4
5
9 10
17
11
12 13
14
1 [ ] (Power) knop Om de stroom aan/uit te zetten, houdt u deze knop minimaal twee seconden ingedrukt. Als u de [ ] knop blijft indrukken, loopt u op deze manier door de beschikbare modi: MTR modus eBand modus LIVE REC modus MTR modus…
2 [MENU] knop Deze knop geeft toegang tot verscheidene functies, zoals instellingen voor de gehele BR-80.
3 [A
16
17
4 [RHYTHM] knop Deze knop geeft toegang tot een scherm waarin u zijn instellingen kunt bewerken. Om het ingebouwde stemapparaat te gebruiken, houdt u de [RHYTHM] knop ingedrukt en drukt u op de [COSM] knop.
5 [COSM] knop Deze knop geeft toegang tot een scherm waarin u het Insert-effect aan en uit kunt zetten, en zijn instellingen kunt bewerken. Om het ingebouwde stemapparaat te gebruiken, houdt u de [RHYTHM] knop ingedrukt en drukt u op de [COSM] knop.
B] knop
Gebruik deze knop om een sectie, die herhaaldelijk afgespeeld moet worden, te specificeren.
34
15
6 Beeldscherm Dit toont verscheidene types informatie, afhankelijk van de instellingen die u maakt,
Paneelbeschrijvingen 12 [
] knop
Deze knop stopt het opnemen/afspelen. Door de [ ] (STOP) knop ingedrukt te ] knop te drukken, houden en op de [ kunt u naar het begin van de song terugkeren.
7 Cursorknoppen
Snelle start
zoals volumeniveaus en menuschermen. Als u de informatie in het beeldscherm moeilijk kunt lezen, kijkt u bij ‘LCD CONTRAST’ (p.114), ‘LCD BACKLIGHT’ (p.114).
Deze knoppen verplaatsen de cursor.
8 Draaiknop
Voorbereidingen
13 [
] knop
De song blijft vooruitspoelen als u deze knop ingedrukt houdt.
14 [
] (STOP) knop
Deze knop stopt het opnemen/afspelen. Door de [ ] (STOP) knop ingedrukt te knop te drukken, houden en op de [ kunt u naar het begin van de song terugkeren.
9 [ENTER] knop Deze knop bevestigt een selectie of voltooit een invoer.
15 [
10 [EXIT] knop
16 [
[TR5/6] [TR7/8])
] (REC) knop
Handige functies
Gebruik deze knoppen om een track die opgenomen of afgespeeld moet worden te selecteren. In sommige schermen werken deze knoppen als functieknoppen. Hun functies verschillen, afhankelijk van de modus. Waar in deze handleiding bijvoorbeeld de [TR1/2] (SONG) knop verschijnt, betekent dat het door het indrukken van de [TR1/2] knop ‘SONG’ geselecteerd zal worden, dat in het scherm wordt getoond.
Functies van de trackknoppen Modus
[TR1/2] knop
MTR modus
[TR3/4] knop
[TR5/6] knop
[TR7/8] knop
De opgenomen track selecteren SONG
SPEED
CENTER CANCEL
–
–
–
De Play modus schakelen
35
Appendix
eBand modus LIVE REC modus
eBand modus
Dit is de opnameknop. In de standby-vooropname stand knippert deze knop rood, en is voortdurend rood verlicht tijdens de opname.
MTR modus
Deze knop brengt u naar het vorige scherm terug, of annuleert een operatie.
11 Trackknoppen ([TR1/2] [TR3/4]
] (PLAY) knop
Met deze knop wordt de song gespeeld. Als de [ ] (REC) knop knippert, en de [ ] (PLAY) knop wordt ingedrukt, zal de opname beginnen. Deze knop is groen verlicht tijdens opnemen of afspelen.
LIVE REC modus
Gebruik deze om de huidige locatie van de song te verplaatsen (vooruitspoelen of terugspoelen). Wanneer u instellingen voor verscheidene functies maakt, wordt deze draaiknop gebruikt om waardes te bewerken.
Paneelbeschrijvingen 17 MIC L/R (ingebouwde stereo
microfoons L/R) U kunt deze microfoons gebruiken om in stereo op te nemen. Luidsprekers zijn niet ingebouwd. Om het geluid te kunnen horen, dient u een koptelefoon te gebruiken of versterkte luidspekers aan te sluiten (p.40).
Zijpaneel (rechts)
22
23
24 25
22 GUITAR/MIC IN Jack 18
19
20
21
18 DC IN Jack Hier kan een adapter (PSA serie, apart verkrijgbaar) worden aangesloten.
19 USB-aansluiting (Mini B type) Gebruik deze aansluiting om de BR-80 via een USB-kabel op de computer aan te sluiten. Als u op een computer bent aangesloten, kunt u de volgende dingen doen. • De BR-80 als een Audio Interface gebruiken. • Geluidsdata naar en van de computer overbrengen. • Een reservekopie van BR-80 data op de computer opslaan.
20 PHONES/LINE OUT Jack
(Stereo mini type) Dit is een uitgangsjack waar een stereo koptelefoon (apart verkrijgbaar) of externe geluidsapparatuur aangesloten kan worden.
21 [VOLUME] draaiknop Past het volume van de uitvoer van de PHONES/LINE OUT Jack aan.
36
Op deze ingangsjack kunt u een gitaar, bas of microfoon aansluiten. Gebruik de [GUITAR/MIC] selectieschakelaar (op het onderpaneel) om deze ingang tussen hoge impedantie (als een gitaar of bas wordt gebruikt) en lage impedantie (als een microfoon wordt gebruikt) af te wisselen. * Gebruik een mono dynamische microfoon. De BR-80 ondersteunt geen condensator microfoons.
23 LINE IN Jack (Stereo mini type) De uitgang van een digitale geluidsspeler kan op deze Jack worden aangesloten.
24 [REC LEVEL] draaiknop Met deze draaiknop wordt het volume van de ingangsbron aangepast, zoals een gitaar of microfoon. Dit bepaalt het niveau van het materiaal dat op de track is opgenomen.
25 Riem opening De riem kan door deze opening worden gehaald.
Paneelbeschrijvingen Snelle start
Onderpaneel 26
Voorbereidingen
27 LIVE REC modus MTR modus
28 26 Deksel van het batterijvak
27 GUITAR/MIC selectieschakelaar
Appendix
37
Handige functies
Afhankelijk van het apparaat dat op de GUITAR/MIC IN Jack is aangesloten, stelt u dit op de gitaar (hoog impedantie apparaat) of microfoon (laag impedantie apparaat) positie in.
Open het deksel en steek een SD-kaart in. Vanuit de fabriek is de meegeleverde SDkaart al ingestoken. Deze SD-kaart bevat songdata, ritmedata, de USB-driver, eBand Song List Editor en BR serie Wav Converter. * Voordat u de BR-80 gebruikt, zou u een reservekopie van de meegeleverde SDkaart moeten maken. Voor details over het maken van een reservekopie kijkt u bij ‘data op de computer opslaan’ (p.107).
eBand modus
De BR-80 kan op twee in de winkel verkrijgbare AA alkaline batterijen of oplaadbare batterijen werken. * De BR-80 kan geen batterijen opladen.
28 Sleuf voor de geheugenkaart
Voorbereidingen ingebruikname BR-80 Batterijen insteken 1. Zorg dat de stroom uit is. 2. Schuif het batterijdeksel op de onderkant van de BR-80 in de richting die met de pijl wordt aangegeven, en verwijder het.
OPMERKING • Let op dat vreemde objecten (brandbare onderdelen, munten, spelden, enz.) of vloeistoffen (water, vruchtensap, enz.) niet in het apparaat terechtkomen terwijl het batterijdeksel is verwijderd.
3. Installeer twee AA batterijen, en plaats deze in de juiste richting (+/-).
4. Zet het batterijdeksel weer terug. MEMO Als u de batterijen wilt verwijderen, zet u eerst de stroom van de BR-80 uit, en dan verwijdert u de batterijen.
38
• Wanneer op onjuiste wijze gebruikt, kunnen batterijen exploderen of lekken en beschadigingen of verwondingen veroorzaken. In het belang van de veiligheid leest en neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. • Volg de installatie instructies voor batterijen nauwkeurig op, en zorg dat de batterijen met de juiste polariteit worden geïnstalleerd. • Nieuwe batterijen mogen niet samen met gebruikte batterijen worden gebruikt. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet door elkaar worden gebruikt. • Verwijder de batterijen als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden. • Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een zacht stuk stof of keukenpapier om de restanten van batterijvloeistof uit het batterijvak te vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te voorkomen, zorgt u dat er geen batterijvloeistof op uw handen of huid terechtkomt. Wees uitermate voorzichtig om te voorkomen dat batterijvloeistof in de buurt van uw ogen komt. Spoel direct onder stromend water als er batterijvloestof in de ogen is gekomen. • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals balpennen, kettingen, haarspelden, enz. • Als de batterijen leegraken, wordt ‘Battery Low!’ in het scherm weergegeven. Als deze boodschap verschijnt, vervangt u de batterijen zo snel mogelijk. • De levensduur van de batterij is afhankelijk van de manier van gebruik en van het type batterij. Dit wordt ook door het type en de capaciteit van de SD-kaart beïnvloed. • Tijdens het installeren of vervangen van batterijen, zet u het apparaat altijd uit, en koppelt u alle andere aangesloten apparaten los. Op die manier voorkomt u storingen en/ of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten. • Batterijen worden bij het apparaat geleverd. De levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn, omdat deze voornamelijk voor testen zijn bedoeld. • Als dit apparaat op batterijen wilt laten werken, gebruik dan alkaline batterijen of oplaadbare Ni-MH batterijen. • Verwachte levensduur van batterijen bij voortdurend gebruik: Alkaline batterijen: ongeveer 6 uur. Deze tijden varieren, afhankelijk van de manier waarop het apparaat daadwerkelijk wordt gebruikt.
Voorbereidingen ingebruikname BR-80 Snelle start
Een SD-kaart insteken Hier ziet u hoe het kaartdeksel wordt geopend.
• Dit apparaat ondersteunt SD/SDHC-kaarten.
1. Draai de BR-80 om.
• Steek de SD-kaart voorzichtig helemaal in, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
2. Trek het kaartdeksel eruit, in de
• Raak de contacten van de SD-kaart niet aan. Zorg ook dat deze niet vies worden.
richting die met de pijl wordt aangegeven.
Voorbereidingen
• Een SD-kaart mag nooit worden ingestoken of verwijderd worden terwijl dit apparaat aan is. Hierdoor kan de data van het apparaat of de data op de SD-kaart beschadigen.
Het kaartdeksel verwijderen
• Als een andere SD-kaart dan de meegeleverde wordt gebruikt, kijkt u op de Roland website (http://www.roland.com) voor de meest recente informatie over kaarten waarvan bekend is dat deze goed werken met de BR-80.
MTR modus
Een SD-kaart insteken 1. Steek de SD-kaart zo in, dat zijn contacten naar boven wijzen.
LIVE REC modus
• Sommige types geheugenkaarten of geheugenkaarten van sommige fabrikanten kunnen op dit apparaat mogelijk niet correct opnemen of afspelen.
Een SD-kaart verwijderen 1. Druk de SD-kaart voorzichtig naar
eBand modus
binnen, en laat dan uw vinger los.
2. De SD-kaart springt er gedeeltelijk uit, zodat u deze kunt verwijderen.
1. Duwen 2. Laat uw vinger los
Handige functies
De schrijfbeveiliging optie (LOCK) Schrijven toegestaan
Tegen schrijven beveiligd (LOCK)
39
Appendix
De inhoud van de SD-kaart kan beveiligd worden door deze tegen schrijven te beveiligen. Om een kaart tegen schrijven te beveiligen, schuift u de schrijfbeveiliging schakelaar aan de zijkant van de SD-kaart op de ‘LOCK’ positie. Hef de schrijfbeveiliging op, om data op de kaart te verwijderen.
Voorbereidingen ingebruikname BR-80
De externe apparatuur op de BR-80 aansluiten Zijpaneel (links) Koptelefoon
Versterkte luidsprekers
Computer
Als u de BR-80 via USB op de computer aansluit, zal deze op USB busvoeding werken. (U moet de driver installeren). Als u de USB-aansluiting tegelijk met een adapter gebruikt, krijgt de adapter voorrang.
Zijpaneel (rechts) Elektrische gitaar Microfoon
Digitale geluidsspeler
Zet de [GUITAR/MIC] selectieschakelaar op het ionderpaneel op de juiste positie voor het apparaat dat is aangesloten. Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat aansluitingen worden gemaakt. Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de ingangen (LINE IN Jack, GUITAR/MIC IN Jack) is aangesloten laag zijn. Als dit gebeurt, gebruikt u aansluitkabels die geen weerstanden bevatten. Een rondzingend geluid kan geproduceerd worden, afhankelijk van de locatie van de microfoon ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan verholpen worden door: 1. De richting van de microfoon(s) te veranderen. 2. De microfoon verder van de luidsprekers te plaatsen. 3. Volumeniveaus te verlagen.
40
Voorbereidingen ingebruikname BR-80
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.40), zet u de stroom van de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, kunnen storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten optreden.
• Zijn de aansluitingen met de externe apparatuur correct gemaakt? • Zijn de volumeregelingen van de BR-80 en de aangesloten apparatuur op de minimum positie gezet? • Is de SD-kaart ingestoken? (p.39).
Voorbereidingen
1. Controleer het volgende voordat u de stroom aanzet.
Snelle start
De stroom aan/uitzetten
2. Draai de [VOLUME] knop van de BR-80 helemaal naar rechts. IN Jack) is aangesloten aan.
4. Houd de [
] knop op het bovenpaneel minimaal twee seconden ingedrukt, om de stroom aan te zetten.
LIVE REC modus
3. Zet de stroom van de apparatuur die op de ingangsjacks (GUITAR/MIC IN Jack, LINE
5. Zet de apparatuur die op de PHONES/LINE OUT Jack is aangesloten aan. • Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Daarom duurt het na opstarten korte tijd (enkele seconden) voordat het apparaat normaal werkt. • Voordat de stroom aan of uit wordt gezet, moet het volume altijd laag zijn gedraaid. Zelfs als het volume laag is gedraaid, kan er geluid hoorbaar zijn als de stroom wordt aangezet. Dit is echter normaal, en duidt niet op ene storing.
MEMO • Vanuit de fabriek is een SD-kaart in de geheugenkaart sleuf geïnstalleerd.
eBand modus
• Wanneer de BR-80 op USB busvoeding wordt gebruikt, moet u opletten dat de USB-kabel niet wordt verwijderd tijdens gebruik. Als de USB-kabel wordt verwijderd, kan de data verloren gaan.
MTR modus
OPMERKING
Handige functies
De adapter aansluiten (apart verkrijgbaar) Sluit de apart verkrijgbare adapter (PSA serie) op de DC IN Jack op het linker zijpaneel van de BR-80 aan. U moet de PSA serie als de adapter gebruiken. Wanneer een andere adapter wordt gebruikt, kunnen oververhitting en storingen optreden.
41
Appendix
* Wij raden u aan om de batterijen in het apparaat te laten, ook al voedt u het met de adapter. Zo zult u kunnen blijven spelen als het snoer van de adapter per ongeluk uit het apparaat wordt getrokken.
Voorbereidingen ingebruikname BR-80
De stroom uitzetten 1. Zorg dat het afspelen van de song is gestopt. 2. Zet de stroom van elk apparaat dat op de PHONES/LINE OUT Jack is aangesloten uit. 3. Controleer of ‘Keep power on!’ niet in het scherm van de BR-80 wordt weergegeven. 4. Houd de [
] knop op het bovenpaneel minimaal twee seconden ingedrukt. De stroom wordt uitgezet.
Als u niet wilt dat de stroom automatisch wordt uitgezet, zet u de ‘AUTO POWER OFF’ instelling uit. In de fabrieksinstelling wordt de BR-80 automatisch uitgeschakeld als u gedurende 30 minuten niet meer gespeeld heeft of het apparaat heeft bediend. Als u wilt dat de stroom altijd aan blijft, verandert u de ‘AUTO POWER OFF’ instelling in ‘OFF’, zoals op p.117 wordt beschreven. OPMERKING • Als de stroom wordt uitgezet, gaan effectinstellingen die u heeft bewerkt verloren. Voordat u de stroom uitzet, moet u de instellingen die u wilt bewaren opslaan (p.111). Andere instellingen die u bewerkte worden automatisch opgeslagen als u de stroom uitzet. • Auto Power Off is ingeschakeld als de BR-80 op batterijen of de adapter werkt. Deze functie wordt gedeactiveerd als u via USB op de computer aansluit. • Wanneer er meerdere stroombronnen zijn aangesloten, wordt de stroom in de volgende volgorde gebruikt: De adapter, USB busvoeding, en dan batterijen.
42
Snelle start Voorbereidingen
Ideeën voor songs opnemen (LIVE REC modus)
LIVE REC modus
Audio signaalstroom in LIVE REC modus MTR modus
REC LEVEL
Recorder
VOLUME
PHONES/ LINE OUT
• In LIVE REC modus worden effecten niet toegepast.
Handige functies
• In LIVE REC modus kunt u alleen via de ingebouwde stereo microfoons van de BR-80 opnemen.
eBand modus
Ingebouwde microfoons
Appendix
Opnamestroom in de LIVE REC modus In de LIVE REC modus kunt u op gemakkelijke wijze stereo opnames maken met gebruik van de ingebouwde microfoons.
Voorbereidingen voor opname Naar de LIVE REC modus overgaan (p.45) Overige functies (p.49)
Opnemen/afspelen Opnemen (p.46) Afspelen (p.47)
De metronoom bij opname gebruiken Opnemen met de metronoom (p.46)
* Songs die u heeft opgenomen kunnen voor gebruik in de MTR modus of eBand modus worden geladen, of deze kunnen op de computer worden gebruikt.
44
Opnemen/afspelen Snelle start
Naar de LIVE REC modus overgaan 1. Druk een aantal malen op de [ ] knop, totdat de LIVE REC indicator is verlicht.
Voorbereidingen
De BR-80 gaat over naar de LIVE REC modus, en het hoofdscherm zal verschijnen.
Huidige tijd
Bij B opnemen: resterende opnametijd
Bij afspelen:: uitgangsniveau u Bij opnemen: ingangsniveau
PEAK indicator P Play P modus (p.48) Status van de recorder
MTR modus
Status van stroomvoorziening Indicatie
LIVE REC modus
Status van de stroomvoorziening S Bij B afspelen: lengte van het bestand
Bestandsnaam
Uitleg Stroom wordt van de adapter verkregen. Stroom wordt van de computer verkregen. De batterijen zijn vol.
eBand modus
De batterijen raken leeg. De batterijen zijn bijna leeg. Installeer zo snel mogelijk nieuwe batterijen. De batterijen zijn leeg. Installeer nieuwe batterijen.
Handige functies Appendix
45
Opnemen/afspelen
Opnemen Terugspoelen Opnemen/standbyvoor-opname Vooruitspoelen
Druk op de [ ] (STOP) knop om de opname te stoppen. De [
] (REC) knop dooft uit.
Het bestand dat is opgenomen wordt in het scherm getoond. MEMO Een songnaam zoals LIVE0001.WAV wordt automatisch gecreëerd.
Pauze
Afspelen
1. Druk op de [
] (REC) knop om naar de standby-voor-opname modus te gaan. De [
] (REC) knop knippert.
2. Gebruik de [REC LEVEL] draaiknop om het opnameniveau bij te stellen. Pas de luidheid van het geluid dat u gaat opnemen aan (p.49).
3. Druk op de [
] (PLAY) knop om met opnemen te beginnen. De [ ] (REC) knop is verlicht, en de opname begint. OPMERKING • Het opnameniveau zal veranderen als u de [REC LEVEL] draaiknop bedient tijdens het opnemen. Let op dat u de [REC LEVEL] draaiknop niet per ongeluk bedient. • Tijdens de opname kunt u de stroom niet uitzetten. U moet de opname stoppen, voordat de stroom uitgezet kan worden.
Het 0001 gedeelte is het nummer na de bestaande song met het hoogste nummer.
Opnemen met de metronoom Als u de metronoom tijdens het opnemen gebruikt, kunt u gemakkelijker op het juiste tempo opnemen.
1. Druk op de [RHYTHM] knop. De metronoom wordt aangezet.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de gewenste parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de waarde te specificeren. Parameter
Uitleg
BEAT
Specificeert de maatsoort.
TEMPO
Specificeert het tempo.
LEVEL
Specificeert het volume van de metronoom. ON: de metronoom wordt samen met de uitvoering opgenomen.
REC OFF: u hoort de metronoom, maar deze wordt niet opgenomen.
In het metronoom instellingsscherm kunt u op de [ENTER] knop drukken om de metronoom aan en uit te zetten.
46
Opnemen/afspelen
Terugspoelen
Vooruitspoelen
Afspelen
Snelle start
Afspelen Herhaaldelijk afspelen (AB Repeat)
Voorbereidingen
Gebruik deze mogelijkheid voor het oefenen van een gitaarsolo en in andere situaties waarbij u met een individuele sectie wilt meespelen terwijl deze herhaaldelijk wordt afgespeeld. Stop
Tijd
1. Gebruik de draaiknop om het bestand dat u wilt spelen te selecteren.
B (Herhaal Eind)
A (Herhaal Start)
LIVE REC Modus
Sectie die herhaald wordt
MEMO
1. Druk op de [
] knop.
De song wordt afgespeeld.
2. Druk op de [A
B] knop op het punt waar u met herhalen wilt beginnen (punt A).
MTR modus
Als ‘No Song’ in het scherm wordt aangegeven, bevat de huidige map geen bestanden die de BR-80 kan afspelen. Als ‘No Card’ in het scherm wordt getoond, is er geen SD-kaart aangebracht.
2. Druk op de [
OPMERKING
B] knop op het punt waar u wilt stoppen met herhalen (punt B). AB Repeat wordt ingeschakeld, en het af te spelen gedeelte wordt herhaald. MEMO Om de Repeat functie op te heffen, drukt u nogmaals op de [A B] knop.
3. Gebruik de [VOLUME] draaiknop om het volume aan te passen.
Handige functies
Tijdens het afspelen kunt u de [ ] knop ingedrukt houden om terug te spoelen, of de [ ] knop om vooruit te spoelen. Het normale afspelen gaat verder als u de knop loslaat.
3. Druk op de [A
eBand modus
] (PLAY) knop om het bestand af te spelen.
4. Druk op de [
] (STOP) knop om het afspelen te stoppen. Appendix
47
Opnemen/afspelen
De manier van afspelen specificeren (PLAY MODE) Hier kunt u specificeren hoe de song worden afgespeeld. U kunt de basis afspeelmodus kiezen, waarbij de songs opeenvolgend vanaf de eerste song worden afgespeeld, alleen de geselecteerde song afspelen of songs in willekeurige volgorde afspelen (Shuffle Play).
1. Druk op de [TR7/8] (PLAY MODE) knop. De Play modus wordt in het hoofdscherm in de omcirkelde locatie van de illustratie aangegeven.
Iedere keer dat u op de [TR7/8] (PLAY MODE) knop drukt, verandert deze parameter in de volgende volgorde.
48
Play modus
Uitleg
ONE
De huidige song wordt tot het eind gespeeld en stopt dan.
ONE
Het afspelen van de huidige song wordt herhaald.
LIST
Alle songs van de LIVE REC modus worden op volgorde afgespeeld.
LIST
Alle songs van de LIVE REC modus worden op volgorde herhaaldelijk afgespeeld.
SHFLE
Alle songs van de LIVE REC modus worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
SHFLE
Alle songs van de LIVE REC modus worden herhaaldelijk, in willekeurige volgorde afgespeeld.
Play modus
Uitleg
A
Tijdslocatie ‘A’ is geregistreerd voor AB Repeat.
A
B
Het gedeelte tussen tijdslocaties ‘A’ en ‘B’ wordt herhaaldelijk afgespeeld (AB Repeat).
Overige functies gebruikt u de [REC LEVEL] draaiknop om het opnameniveau telkens een beetje aan te passen. PEAK indicator
Voorbereidingen
De BR-80 is zo ontworpen dat u een brede reeks klanken kunt opnemen. Door het opnameniveau (volume) van de bron die u opneemt op passende wijze aan te passen, kunt u met optimale kwaliteit opnemen. Het uitgangspunt bij het aanpassen van het niveau, is het niveau zo hoog mogelijk instellen, zonder dat vervorming optreedt.
1. Richt de ingebouwde microfoons
Als de PEAK indicator oplicht, zal het geluid vervormen.
Hoe hoger het niveau waarop het geluid wordt vastgelegd, hoe verder naar rechts de niveaumeter zal bewegen. Gebruik de [REC LEVEL] draaiknop om het niveau zo aan te passen dat het geluid op het hoogst mogelijke niveau wordt vastgelegd. Zorg echter dat de PEAK indicator niet oplicht, want dat geeft aan dat het ingangsvolume te hoog is.
2. In het hoofdscherm drukt u op de [ ] (REC) knop zodat de [ knop knippert.
] (REC)
De BR-80 bevindt zich in de standby-vooropname modus.
opnemen, speelt u de klanken die u wilt gaan opnemen.
De opname modus die u selecteert bepaalt de geluidskwaliteit, de bestandsgrootte en de opnametijd.
De niveaumeter beweegt volgens de luidheid van de klank die op de BR-80 wordt ingevoerd.
Kies de instelling die geschikt is voor uw doel, afgaand op wat het meest belangrijk is: geluidskwaliteit of opnametijd.
49
Appendix
Als u een muziekuitvoering, zoals een instrument of stem gaat opnemen, dient u de luidste passage van de song te spelen.
Handige functies
3. Op de geluidsbron die u gaat
De opname modus instellen
eBand modus
* Tijdens het aanpassen van het opnameniveau kan er wat ruis te horen zijn. Dit is normaal, en duidt niet op een storing.
MTR modus
Ongeveer 30 cm afstand
Pas het niveau zo aan dat d het niveau zich bevindt tussen de -12 en 0 dB.
LIVE REC modus
van de BR-80 op de bron die u gaat opnemen.
Snelle start
4. Terwijl het geluid wordt gespeeld,
Het opnameniveau aanpassen
Overige functies 1. Druk op de [MENU] knop.
Instellingen voor een song maken (SONG INFO) Hier ziet u hoe informatie over de song bekeken of bewerkt kan worden.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om ‘REC SETUP’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
3. Met de draaiknop specificeert u de opname modus.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
MP3-64kbps
][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
MP3-128kbps
Het SONG INFO scherm verschijnt.
Opname modus WAV-16bit
MP3-192kbps MP3-320kbps
Met WAV-bestanden kan een opname van hogere kwaliteit dan MP3 worden verkregen. Als u MP3 kiest, is de bestandsgrootte kleiner dan WAV, zodat u langer kunt opnemen. Hogere bps waardes leveren een opname van hogere kwaliteit. Dit produceert echter een groter bestand, zodat de beschikbare opnametijd korter zal zijn.
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de instelling te bewerken. Parameter
OPMERKING De volgende frequentie staat vast op 44.1 kHz.
NAME
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren.
50
Uitleg Bewerkt de songnaam. Verplaats de cursor naar de songnaam en druk op de [ENTER] knop. U gaat naar het scherm waar de naam van de song bewerkt kan worden (p.51).
TYPE
Geeft het bestandstype aan.
LENGTH
Geeft de lengte van de song (tijd) aan.
SIZE
Geeft de grootte (bestandsgrootte) van de song aan.
LEVEL
Bepaalt het volume van de song.
PROTECT
Zet de beveiliging van de song aan/uit.
Overige functies
1. Druk op de [MENU] knop.
De boodschap ‘Are you sure?’ verschijnt. Als u besluit om de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
8. Druk op de [ENTER] knop. De naam wordt veranderd. Voorbereidingen
Als u een nieuwe song maakt, krijgt deze automatisch een naam toegewezen, zoals ‘LIVE0001’. Als u een song heeft voltooid, kunt u deze een passende naam geven, zodat de songdata gemakkelijk te beheren is.
7. Druk op de [ENTER] knop.
Snelle start
Een song een naam geven (SONG NAME)
* Terwijl data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het scherm weergegeven. Zet de stroom niet uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
2. Gebruik de cursor [
LIVE REC Modus
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
MTR modus
Het SONG INFO scherm verschijnt.
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar de songnaam te verplaaten, en druk op de [ENTER] knop.
Het SONG NAME scherm verschijnt. eBand modus
5. Gebruik de cursor [
Handige functies
] [ ] knoppen om de cursor naar het teken dat u wilt bewerken te verplaatsen.
6. Draai aan de draaiknop om het gewenste teken te selecteren. Druk op de cursor [ ] knop om één teken op de geselecteerde locatie in te voegen.
51
Appendix
Druk op de cursor [ ] knop om het geselecteerde teken te verwijderen.
Overige functies
Een song wissen (SONG ERASE) Hier ziet u hoe de op dat moment geselecteerde song gewist kan worden.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
4. Druk op de [ENTER] knop. De boodschap ‘Are you sure?’ wordt weergegeven. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
5. Druk op de [ENTER] knop. De song wordt gewist. * Terwijl data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het scherm weergegeven. Zet de stroom niet uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
52
Snelle start Voorbereidingen
Uw ideeën in een song omzetten (MTR modus)
LIVE REC modus
Geluidssignaalstroom in MTR modus
Ingebouwde microfoons
REC LEVEL
Effect Recorder
VOLUME
PHONES/ LINE OUT
USB
Handige functies
• De ingebouwde microfoons worden uitgeschakeld als u een kabel op de GUITAR/MIC IN Jack aansluit.
eBand modus
LINE IN
SENS
MTR modus
GUITAR/ MIC IN
• Als u de ingebouwde microfoons wilt gebruiken, sluit dan niets op de GUITAR/MIC IN Jack aan. Appendix
• Het signaal van LINE IN en USB wordt met de invoer van de GUITAR/MIC IN Jack of de interne microfoons gemengd, en dan op de recorder ingevoerd. Gebruik de regelingen van de aangesloten apparaten om de volumebalans aan te passen.
Opnamestroom in de MTR modus In de MTR modus werkt de BR-80 als een digitale recorder die acht tracks gelijktijdig kan afspelen. Van opnemen tot Masteren, alle functies die u nodig heeft om een song te maken zijn beschikbaar.
Voorbereidingen voor opnemen Aansluitingen maken (p.40) Naar de MTR modus overschakelen (p.55) Een nieuwe song creëren (p.57), Een song selecteren (p.57)
Opnemen/afspelen Opnemen (p.57) Afspelen (p.60)
Opnemen met toegepaste effecten Een effect selecteren (p.68) Gedetailleerde effectinstellingen (p.110)
Opnemen terwijl u naar ritme luistert Ritme gebruiken (p.69)
Uw song bewerken Trackbewerking (p.74)
Uw song Masteren Masteren (p. 81)
* Nadat het Mastering process is voltooid, kunnen de songs in de eBand modus worden afgespeeld of op de computer worden gebruikt.
54
Opnemen/Afspelen Snelle start
Naar de MTR modus overschakelen 1. Druk een aantal malen op de [ ] knop, totdat de MTR indicator verlicht is.
Voorbereidingen
Punch In/Out status Herhaal status
LIVE REC modus
De BR-80 gaat naar de MTR modus over. Het Level Meter scherm verschijnt. C Cursor
Maat at
Huidige tijd
S van de stroomvoorziening Status
PEAK indicatorr
Ritme R tempo
MTR modus
U Uitgangsniveau vvan de uitvoer
Ingangsniveau
U Uitgangsniveau van iedere track
eBand modus
Track status R: opnametrack S: Solo (p.64) M: Mute (p.64)
* Als u instellingen heeft gemaakt zodat het tempo van het ritme tijdens de song verandert, kunt u het tempo niet in het Level Meter scherm veranderen. Status van de stroomvoorziening Uitleg
Handige functies
Indicatie
De adapter levert de stroom. De computer levert de stroom. De batterijen zijn in vol. De batterijen raken leeg.
De batterijen zijn leeg. Installeer nieuwe batterijen.
55
Appendix
De batterijen zijn bijna leeg. Installeer zo snel mogelijk nieuwe batterijen.
Opnemen/Afspelen
De demosong beluisteren De bij de BR-80 geleverde SD-kaart bevat demosongs. Hier ziet u hoe de demosongs worden gespeeld.
1. Druk op de [MENU] knop. Het Menu scherm verschijnt.
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘DEMOSONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het Level Meter scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het Song scherm verschijnt.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het SONG SELECT scherm zal verschijnen.
5. Zet de [VOLUME] draaiknop op de minimum positie.
6. Druk op de [
] (PLAY) knop.
Het afspelen van de demosongs begint.
7. Verhoog de [VOLUME] draaiknop langzaam om het volume aan te passen.
8. Druk op de [
] (STOP) knop om het afspelen te stoppen.
56
Opnemen/Afspelen Snelle start
Opnemen De BR-80 beheert de opnames in eenheden die ‘songs’ worden genoemd. Als u een nieuwe opname wilt creëren, moet u een nieuwe song creëren (SONG NEW). Als u aanvullenE mateSJaal wilt opnemen voor een song die al in de BR-80 is opgeslagen, selecteert u die song (SONG SELECT).
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. ][ ] knoppen om de cursor naar ‘NEW’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
* In het scherm wordt ‘Keep power on!’ aangegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet de stroom nooit uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
Een song selecteren (SONG SELECT) Als u aanvullend mateSJaal in een eerder opgeslagen song wilt opnemen, selecteert u die song als volgt:
1. Druk op de [MENU] knop.
MTR modus
3. Gebruik de cursor [
Een nieuwe song wordt gecreëerd, en u keert naar het Level Meter scherm terug.
LIVE REC modus
Om een nieuwe song te creëren, voert u de onderstaande procedure uit.
6. Druk nogmaals op de [ENTER] knop.
Voorbereidingen
Een nieuwe song creëren (SONG NEW)
Het SONG NEW scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [
3. Gebruik de cursor [ 4. Gebruik de draaiknop om een Song
Het SONG SELECT scherm verschijnt.
Elke Song Template specificeert ritmes en effecten die bij de betreffende categorie passen.
Handige functies
Template uit de gewenste categorie te selecteren.
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SELECT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
eBand modus
Categorie
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Als u geen Song Template wilt selecteren, kiest u ‘NO CATEGORY’.
‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd.
Een ‘*’ wordt naast de op dat moment geselecteerde song weergegeven.
57
Appendix
5. Druk op de [ENTER] knop.
Opnemen/Afspelen 4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een song te selecteren.
5. Druk op de [ENTER] knop. De song wordt geselecteerd, en u keert naar het Level Meter scherm terug. * In het scherm wordt ‘Keep power on!’ aangegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet de stroom nooit uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
Opnemen
• Als u geluid van een apparaat dat op de LINE IN Jack is aangesloten wilt opnemen, sluit u alleen een apparaat op de LINE IN Jack aan. Gebruik de regelaars van het aangesloten apparaat om het opnameniveau aan te passen.
2. Gebruik de trackknoppen om de opnametrack te selecteren (p.59).
3. Druk op de [
] (REC) knop om naar de standby-voor-opname modus te gaan. De [
] (REC) knop knippert.
4. Gebruik de [REC LEVEL] draaiknop om het opnameniveau aan te passen.
Terugspoelen
Opnemen/ Standby-vooropname
Vooruitspoelen
Stop
Afspelen
Pas de luidheid van het geluid dat u gaat opnemen aan.
Als de Peak indicator oplicht, past u ‘INPUT SENS’ aan (p.114).
5. Begin met opnemen. opnemen aan (p.40).
In de standby-voor-opname modus ([ ] (REC) knop knippert), drukt u op de [ ] (PLAY) knop.
Het apparaat dat u aansluit, zal automatisch geselecteerd worden.
De [ ] (REC) knop is verlicht, en de opname begint.
1. Sluit het apparaat dat u wilt
Als u niets aansluit, worden de ingebouwde microfoons geselecteerd. MEMO • Als u een apparaat op de GUITAR/ MIC IN Jack aansluit, krijgt de GUITAR/ MIC IN Jack voorrang, en worden de ingebouwde microfoons uitgeschakeld. • Als u apparaten op de LINE IN Jack of de USB-aansluiting aansluit, worden deze met de invoer van de GUITAR/MIC IN Jack of de ingebouwde microfoons gemengd.
58
OPMERKING • Het opnameniveau zal veranderen als u de [REC LEVEL] draaiknop bedient terwijl er wordt opgenomen. Pas op dat u de [REC LEVEL] draaiknop niet per ongeluk verplaatst. • Tijdens de opname kunt u de stroom niet uitzetten. U moet eerst de opname stoppen, en dan de stroom uitzetten.
6. Druk op de [
] (STOP) knop om te stoppen met opnemen.
Opnemen/Afspelen Snelle start
De track(s) voor opname selecteren (REC TRACK) Selecteer de track(s) waarop u gaat opnemen.
1. Druk op een trackknop om de tracks die u voor opnemen wilt gebruiken te selecteren. Voorbereidingen
Het niveau van de opnametrack wordt in het Level Meter scherm getoond, in de omcirkelde locatie hieronder.
LIVE REC modus
Track 1 (mono)
Track 2 (mono)
MTR modus
Als u op de [TR1/2] knop drukt, en u herhaaldelijk op de knop blijft drukken, kunt u door de beschikbare keuzes lopen. Dit zijn: track 1 (mono) track 2 (mono) track 1/2 (stereo). Track 1/2 (stereo)
eBand modus
MEMO • Als u in mono wilt opnemen, selecteert u ‘TR1’of ‘TR2’. Een signaal dat in stereo op de LINE IN Jack wordt ingevoerd, wordt naar mono gemixed en opgenomen.
• Als u in stereo opneemt, kunt u de parameters van de linker en rechterkanalen van het mengpaneel gelijktijdig aanpassen. Zie ‘Een stereo track creëren’ (p.63).
Appendix
59
Handige functies
• Als u in stereo wilt opnemen, selecteert u ‘TR1/2’. Als een signaal in mono wordt ingevoerd, zal op de linker en rechter tracks hetzelfde signaal worden opgenomen. Het linkerkanaal van signalen die in stereo worden ingevoerd zal op ‘TR1’worden opgenomen, en het rechterkanaal zal op ‘TR2’ worden opgenomen.
Opnemen/Afspelen
Afspelen Terugspoelen oelen
Vooruitspoelen
Herhaaldelijk afspelen (AB Repeat) Met gebruik van de ‘Repeat’ functie kunt u een gespecificeerd gedeelte herhaaldelijk afspelen.
Stop
Afspelen Sectie die herhaald wordt
1. Houd de [
] (STOP) knop ingedrukt en druk op de [ ] knop om naar het begin van de song terug te keren.
Tijd A (Herhaal Start)
B (Repeat Eind)
2. Druk op de [
] (PLAY) knop om de song af te spelen.
3. Gebruik de [VOLUME] draaiknop om het volume aan te passen.
4. Druk op de [
] (STOP) knop om het afspelen te stoppen. MEMO • Om naar het begin van de song terug te keren, houdt u de [ ] (STOP) knop ingedrukt en drukt u op de [ ] knop. Echter, als de huidige tijdslocatie verder is dan de locatie waarop de vorige opname begon, keert u met deze operatie terug naar de locatie waarop de vorige opname begon. Om naar het begin van de song terug te keren, houdt u de [ ] (STOP) knop ingedrukt en drukt u nogmaals op de [ ] knop. • Om naar het eind van de song te gaan, houdt u de [ ] (STOP) knop ingedrukt en drukt u op de [ ] knop.
60
1. Druk op de [
] (PLAY) knop.
De song wordt afgespeeld.
2. Druk op de [A
B] knop op het punt waar u met herhalen wilt beginnen (punt A).
3. Druk op de [A
B] knop op het punt waar u wilt stoppen met herhalen (punt B).
AB Repeat wordt ingeschakeld, en het gespecificeerde gedeelte zal herhaald afgespeeld worden. MEMO Om de repeat functie op te heffen, drukt u nogmaals op de [A B] knop.
Opnemen/Afspelen
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘A.PUNCH’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Punch-In op het punt waar u met opnemen wilt beginnen, en Punch-Out als u met opnemen wilt stoppen. Afspelen
Punch-In
Afspelen
Punch-Out
Tijd
][ ] knoppen om de cursor naar ‘ON/ OFF’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om ‘ON’ te selecteren.
MTR modus
Start
Opnemen
3. Gebruik de cursor [
Stop
‘Auto Punch-In/Out’ is het automatisch gebruiken van Punch In/Out op de locaties die u van te voren specificeert.
MEMO De data van het moment voordat Punch In/Out werd gebruikt blijft op de SD-kaart behouden. Deze wordt niet verwijderd.
][ ] knoppen om de cursor naar ‘DISP’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om de eenheden, waarin u de locaties zult specificeren, te kiezen. Instelling
Uitleg
TIME
Specificeer de locaties in eenheden van tijd.
MEASURE
Specificeer de locaties in eenheden van maten.
Handige functies
Om de beschikbare vrije ruimte op de SD-kaart te maximaliseren, kunt u Song Optimize (p.88) uitvoeren om onnodige data te verwijderen.
4. Gebruik de cursor [
eBand modus
* Wanneer Auto Punch In/Out wordt gebruikt, moet er meer dan 1.0 seconde tussen de Punch-In en Punch-Out punten zijn.
LIVE REC modus
Terwijl de track speelt, kunt u ‘Punch-In’ gebruiken om van afspelen naar opnemen over te schakelen, en dan ‘Punch-Out’ gebruiken om naar afspelen terug te keren, zonder te stoppen.
Voorbereidingen
Tijdens het opnemen kunnen er momenten zijn waarop u een fout heeft gemaakt of niet in staat was te spelen zoals u eigenlijk bedoelde. In dat soort gevallen kunt u Punch In/Out gebruiken om alleen het gedeelte dat u heeft gespecificeerd opnieuw op te nemen.
Snelle start
Opnieuw over een fout opnemen (AUTO PUNCH IN/OUT)
Appendix
61
Opnemen/Afspelen MEMO Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is gespecificeerd, kan een ‘+’ verschijnen om aan te geven dat er een verschil tussen de feitelijke huidige positie en de weergegeven positie is. Als u de locaties door middel van maten specificeert, specificeert u de locaties in elk scherm met gebruik van de draaiknop om het verschil op te heffen.
5. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘IN’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om de Punch-In locatie te specificeren.
U kunt naar de huidige locatie gaan door de [ENTER] knop in te drukken.
6. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen om de cursor naar ‘OUT’ te verplaatsen, en draai aan de draaiknop om de Punch-Out locatie te specificeren.
7. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Level Meter scherm terug te keren. ‘A.PUNCH’ wordt in het scherm getoond, wat aangeeft dat de Punch-In/Out locaties gespecificeerd zijn.
Opnemen In dit voorbeeld zullen we uitleggen hoe de Auto Punch-In/Out locaties van te voren worden gespecificeerd, en hoe vervolgens een gespecificeerd gedeelte van de eerder opgenomen track 1 opnieuw opgenomen kan worden.
1. Speel de song af, en gebruik de [REC LEVEL] knop om het volume van de invoer aan te passen. Vergelijk het volume van de invoer met het volume van de track die u opnieuw wilt opnemen, en stel de [REC LEVEL] knop zo bij, dat er geen verschil in volume is.
2. Ga naar een locatie iets voor het gedeelte dat u opnieuw wilt opnemen.
3. Selecteer track 1, en druk op de [ ] (REC) knop om de BR-80 in de standby-voor-opname modus te plaatsen.
4. Druk op de [
] (PLAY) knop.
Punch-In zal automatisch aan het begin van het gespecificeerde gedeelte optreden. Neem uw uitvoering op. De [ ] (REC) knop is tijdens de opname verlicht. Als u bij de Punch-Out locatie bent, zal de BR-80 automatisch naar de afspeelmodus terugkeren, en de [ ] (REC) knop dooft uit.
62
Track-instellingen (het Mixer scherm) In het Mixer scherm gebruikt u de cursor [ ] [ ] knoppen om in de volgende volgorde door de verscheidene instellingen te lopen:
p. 63
TRACK LEVEL scherm
p. 63
TRACK PAN scherm
p. 64
TRACK MUTE&SOLO scherm
p. 64
TRACK EQ scherm
p. 64
REVERB SEND scherm
p. 65
V-TRACK scherm
p. 66
1. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
2. Gebruik de draaiknop om het volume van de track aan te passen.
Dit is het hoofdscherm van de MTR modus. Om naar dit scherm te gaan, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop.
MEMO U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het Level Meter scherm over te schakelen. U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK PAN scherm over te schakelen.
MEMO
eBand modus
Een stereo track creëren
MTR modus
De niveaus van de tracks bekijken (Level Meter)
LIVE REC modus
Pag.
Level Meter scherm
Hier kunt u het volume van iedere track aanpassen. Voorbereidingen
Scherm
De volumebalans aanpassen (TRACK LEVEL)
Snelle start
In het Mixer scherm kunt u instellingen voor iedere track maken.
In het TRACK LEVEL scherm drukt u op de [ENTER] knop om de aangrenzende oneven- en evengenummerde tracks als een paar te verbinden.
U kunt de instellingen van de twee tracks gelijktijdig bewerken.
63
Appendix
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de stereoverbinding te verbreken.
Handige functies
U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK LEVEL scherm te gaan.
Track-instellingen (het Mixer scherm)
De stereopositie aanpassen (TRACK PAN) Hier kunt u de links/rechts positie van elke track aanpassen.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
3. Gebruik de draaiknop om Solo of Mute aan/uit te zetten. MEMO U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK PAN scherm over te schakelen. U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK EQ scherm over te schakelen.
1. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
2. Gebruik de draaiknop om de pan aan te passen. MEMO U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK LEVEL scherm over te schakelen.
De klank aanpassen (TRACK EQ) Hier kunt u de klank van iedere track aanpassen. Met de EQ (Equalizer) kunt u de hoge, midden en lage reeksen aanpassen.
U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK MUTE&SOLO scherm over te schakelen.
Mute en Solo instellingen (TRACK MUTE&SOLO) Hier kunt u elke track op Mute (stilte) of solo instellen.
1. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om HI, MID of LOW te selecteren.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
3. Gebruik de draaiknop om de klank aan te passen. MEMO
1. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om SOLO of MUTE te selecteren.
64
U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK MUTE&SOLO scherm over te schakelen. U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het REVERB SEND scherm over te schakelen.
Track-instellingen (het Mixer scherm)
1. In het TRACK EQ scherm drukt u op de [ENTER] knop.
De Reverb aanpassen (REVERB SEND)
Snelle start
Gedetailleerde instellingen voor EQ maken
Hier kunt u de diepte van de weerkaatsing (Reverb) voor elke track aanpassen. Voorbereidingen
Een scherm voor gedetailleerde track EQ bewerking zal verschijnen.
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
3. Gebruik de cursor [
OFF, ON
HIGH CUT
700Hz–11kHz, FLAT
HIGH GAIN
-20dB–+20dB
MID FREQ
20Hz–10kHz
MID Q
0.5–16
MID GAIN
-20dB–+20dB
LOW GAIN
-20dB–+20dB
LOW CUT
FLAT, 55Hz–800Hz
LEVEL
-20dB–+20dB
U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het TRACK EQ scherm over te schakelen. U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het V-TRACK scherm over te schakelen.
Gedetailleerde instellingen voor Reverb maken 1. In het REVERB SEND scherm drukt u op de [ENTER] knop. Een scherm voor gedetailleerde bewerking van Reverb verschijnt.
4. Druk op de [EXIT] knop om naar het TRACK EQ scherm terug te keren.
Appendix
65
Handige functies
Waarde
ON/OFF
MEMO
eBand modus
Parameter
hoeveelheid signaal die naar de Reverb wordt gestuurd aan te passen.
MTR modus
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken.
2. Gebruik de draaiknop om de
LIVE REC modus
1. Gebruik de cursor [
Track-instellingen (het Mixer scherm) 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken. Parameter
Waarde
TYPE
ROOM, HALL, PLATE
TIME
0.1 s–10.0 s
E.LEVEL
0–100
Indicatie
Uitleg Huidig geselecteerde V-Track (geen opgenomen data) V-Track die opgenomen data bevat V-Track die geen opgenomen data bevat
Wat zijn V-Tracks? 3. Druk op de [EXIT] knop om naar het REVERB SEND scherm terug te keren.
V-Tracks selecteren (V-TRACK) Alle tracks van de BR-80 bevatten acht ‘V-Tracks’, en u kunt één van deze V-Tracks kiezen voor opnemen of afspelen. Met gebruik van V-Tracks kunt u meerdere takes (opnamegangen) van een gitaarsolo of vocalen opnemen en vergelijken, en dan de take die u het best vindt gebruiken.
Iedere track bestaat uit acht virtuele tracks, en u kunt één van deze tracks kiezen voor opname of afspelen. Dit betekent dat u maximaal 64 tracks kunt opnemen, en dan acht van deze track kunt selecteren om af te spelen. Deze virtuele tracks waaruit de feitelijke tracks bestaan worden ‘V-Tracks’ genoemd.
V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8
1 2 3 4 5 6 7 8
MEMO U kunt op de cursor [ ] knop drukken om naar het REVERB SEND scherm over te schakelen.
1. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een track te selecteren.
2. Gebruik de draaiknop om de V-Track van de betreffende track te veranderen. Indicatie
Uitleg Huidig geselecteerde V-Track (opgenomen data bestaat)
66
Effecten gebruiken
Door ‘effectpatches’ op te roepen, kunt u de effecten die door het Insert effect worden gebruikt en de parameters van elk effect veranderen.
Preset Patches
A. gitaar multi
Voor vocalen MTR modus
Preset Patches bevatten voorgeprogrammeerde Patchdata. U kunt een Preset patch selecteren en bewerken, en uw veranderingen dan als een User Patch of Song Patch opslaan.
Voor bas
LIVE REC modus
De BR-80 biedt een verscheidenheid aan effectpatches die met vocalen en verschillende instrumentengebruikt kunnen worden. Deze effectpatches zijn op type, in zeven ‘categorieën’ ondergebracht.
Akoestische simulator Voorbereidingen
Effectpatches en categorieën
Gitaar naar bas
Snelle start
De BR-80 heeft onafhankelijke processors voor vier verschillende soorten effecten: Insert effecten, Reverb (p.65), track EQ (p.64) en Mastering effecten (p.81).
Voor de ingebouwde microfoon
Voor gitaar
Met User Patches kunt u uw bewerkte Patches in het interne geheugen opslaan. Als u een Patch heeft gecreëerd die u ook in een andere song wilt gebruiken, moet u deze als een User Patch opslaan.
67
Appendix
Met Song Patches kunt u uw bewerkte Patches samen met de songdata op een SDkaart opslaan. Dit is gemakkelijk als u een Patch, die u gebruikte toen de uitvoering werd opgenomen, samen met de song wilt opslaan.
Handige functies
Song Patches
eBand modus
User Patches
Effecten gebruiken
Een effect selecteren Hier ziet u hoe een effect, dat op de invoer van de GUITAR/MIC IN Jack wordt toegepast, gekozen kan worden.
1. Druk op de [COSM] knop. Het Effect Patch selectiescherm verschijnt.
Elke keer dat u op de [COSM] knop drukt, wordt het effect aan of uitgezet.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘CATEGORY’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de gewenste categorie te selecteren.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘PATCH’ te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de gewenste Patch te selecteren.
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Level Meter scherm terug te keren. MEMO Voor details over de effecten kijkt u bij ‘ De Insert effectinstellingen bewerken (EDIT)’ (p.110).
68
Ritme gebruiken
Gewoonlijk speelt een drummer in een band vaststaande sequensen die één of twee maten herhaald worden. Op de BR-80 worden deze basaal herhaalde eenheden ‘patronen’ genoemd.
Het is mogelijk om slechts een enkel patroon als een metronoom te gebruiken, als leidraad bij het oefenen, maar dit zou dan een ritme zijn dat niet verandert, en dus vanaf het begin tot het einde van de song hetzelfde blijft. Om een song met muzikale variatie te creëren, kunt u verschillende patronen in een bepaalde volgorde plaatsen, zoals intro Chorus Break einde.
Uitleg
I (intro)
Deze patronen zijn geschikt voor een intro (introductie).
V (verse)
Dit zijn de hoofdpatronen.
F (fill)
Dit zijn versierde patronen die tussen fraseveranderingen worden ingevoegd.
E (ending)
Deze patronen zijn geschikt voor het eind van een song.
M (metronome)
Dit zijn patronen die een metronoom laten klinken.
B (break)
Deze patronen produceren geen geluid.
Maat 1
5
9
S (song)
Deze patronen worden door SMF Import gecreëerd (p.72).
I V Patroontype
F V
PATROON LENGTE TEMPO
Intro ro 1
PATROON LENGTE TEMPO
Couplet p 5
Fill Filll 8
Couplet p 9
MTR modus
PATROON LENGTE TEMPO
LIVE REC modus
Patroontype
Voorbereidingen
U kunt dit ritme als een leidraad tijdens opnemen gebruiken, of een originele ritmische achtergrond creëren door verschillende interne ritmes zo te arrangeren, dat deze met de structuur van uw song overeenkomen.
Een ritmeprogressie creëren (EDIT)
Snelle start
De BR-80 biedt een speciale ritme generator, die los staat van de geluidstracks 1-8.
PATROON LENGTE TEMPO
17
1. Druk op de [RHYTHM] knop.
eBand modus
13
Het RHYTHM scherm verschijnt. Maat
Handige functies
Geplaatst patroon
Cursor ursor
69
Appendix
Parameterss van het huidige patroon
Ritme gebruiken 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar een patroon dat u heeft geplaatst te verplaatsen.
Parameter
Dit specificeert het tempo waarop het huidige patroon gespeeld zal worden.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren.
U kunt op de [RHYTHM] knop drukken om het op dat moment geselecteerde patroon (het huidige patroon) te beluisteren.
Uitleg
TEMPO
Reeks: 25-250 Als u TEMPO op ‘---’ instelt, zal het patroon op het tempo van het vorige patroon worden gespeeld.
4. Gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken.
5. Als u aanvullende patronen wilt specificeren, herhaalt u stappen 2-4.
Parameter
Uitleg
TYPE
Kies het patroontype.
PATTERN
Kies een patroon binnen het type. Dit specificeert de lengte van het huidige patroon.
LENGTH
Als u de patroonlengte verandert, worden patronen die zich na het huidige patroon bevinden, dienovereenkomstig verplaatst. Als u LENGTH van het laatste patroon op ‘---’ instelt, zal dat patroon doorlopend herhaaldelijk worden afgespeeld.
Intro (6 maten)
Couplet ( 4 maten)
Fill (6 maten)
De patronen die zich na het intro bevinden, worden twee maten verder verplaatst.
70
Nadat u naar het Level Meter scherm bent teruggekeerd, wordt de ritmeprogressie opgeslagen.
Een patroon invoegen Hier ziet u hoe een nieuw patroon wordt ingevoegd.
Het RHYTHM scherm verschijnt.
Fill (4 maten)
Couplet ( 4 maten)
gecreëerd, drukt u een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Level Meter scherm terug te keren.
1. Druk op de [RHYTHM] knop.
Het intro van vier maten naar zes maten veranderen. Intro (4 maten)
6. Als u de ritmeprogressie heeft
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de locatie waarop u een patroon wilt invoegen te selecteren.
Het nieuwe patroon wordt voor het patroon dat u hier selecteert ingevoegd.
3. Druk op de [ENTER] knop. U gaat naar de EDIT modus.
Ritme gebruiken ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘INSERT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Een Break van één maat wordt ingevoegd. Selecteer het couplet en verwijder het patroon. Fill (4 maten)
Couplet (4 maten)
5. Druk op de [ENTER] knop. De data wordt verwijderd. Selecteer de Fill en verwijder het patroon. Intro
Fill
Couplet
Verse
(4 maten)
(2 maten)
(4 maten)
(2 maten)
Fill (4 maten)
Een Brea Break van één maat wordt voor het couplet ingevoegd.
Een patroon verwijderen 1. Druk op de [RHYTHM] knop. Het RHYTHM scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [
3. Druk op de [ENTER] knop. U gaat naar de EDIT modus.
(4 maten)
Couplet Fill (2 maten) (2 maten)
Hieropvolgende patronen zullen naar voren worden verplaatst.
Een ritmeprogressie initialiseren Met deze procedure worden alle patronen die in een ritme zijn geplaatst gewist.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
eBand modus
][ ] knoppen om het patroon dat u wilt verwijderen te selecteren.
Couplet
MTR modus
Zo wordt een geselecteerd patroon verwijderd.’
Intro (4 maten)
LIVE REC modus
Intro (4 maten)
Couplet (4 maten)
Als u besluit om de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
Voorbereidingen
Intro (4 maten)
‘Are you sure?’ wordt in het scherm weergegeven.
Snelle start
4. Gebruik de cursor [
3. Gebruik de cursor [
‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd.
4. Gebruik de cursor [
4. Om met het wissen verder te gaan, selecteert u ‘Yes’ en drukt u op de [ENTER] knop. Om te annuleren selecteert u ‘No’ en drukt u op de [ENTER] knop.
71
Appendix
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘DELETE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Handige functies
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘INIT RHYTHM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Ritme gebruiken
De drumklanken veranderen (Kit)
Instelling
Uitleg
3. ROOM
Een drumkit met een passende hoeveelheid Ambience.
Voor een drumuitvoering wordt een drumset gebruikt die verscheidene percussie-instrumenten bevat, zoals een basdrum en snaredrum, en bij de muziekstijl past.
4. HARD
Een drumkit die geschikt is voor Hardrock.
5. JAZZ
Een drumkit die geschikt is voor Jazz.
De BR-80 heeft negen van dit soort sets, die passen bij verschillende muziekstijlen.
7. HOUSE
6. HIP-HOP
8. REGGAE
Een drumkit die geschikt is voor Reggae.
9. 808
Een drumkit gebaseerd op de klassieke Roland TR-808 drummachine.
Iedere set wordt een ‘drumkit’ genoemd. Een drumkit is een set van meerdere ritmeinstrumentgeluiden. De BR-80 heeft negen ‘Preset drumkits’.
1. Druk op de [RHYTHM] knop. Het RHYTHM scherm verschijnt.
2. Druk op de [ENTER] knop om naar de
Een drumkit die geschikt is voor Dance muziek.
5. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Level Meter scherm terug te keren.
EDIT modus te gaan.
Een ritme van een SMF importeren (SMF IMPORT) 3. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen om de cursor naar ‘KIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
U kunt SMF’s die als ritmepatronen op een computer zijn opgeslagen importeren. U kunt de verzameling ritmepatronen gemakkelijk uitbreiden, door SMF’s op de computer of een ander apparaat te creëren, en deze naar SD-kaarten te kopiëren. Om het SMF te kunnen importeren, moet het aan de volgende voorwaarden voldoen:
Formaat
0 of 1
Bestandsgrootte
240 KB maximaal (Merk op dat dit enigszins kan verschillen, gebaseerd op de inhoud van het SMF).
Aantal maten
Maximaal 999 maten.
Aantal noten
4.999 noten of minder voor alle patronen samen.
MIDI-kanaal
Alleen kanaal 10.
4. Draai aan de draaiknop om een drumkit te selecteren. Instelling
Uitleg
1. STANDARD 1 Standaard drumkits. 2. STANDARD 2
72
Ritme gebruiken
41
TOM 3
45
TOM 2
48
TOM 1
50
COWBELL
56
CROSS STICK
37 (31)
RIDE CYMBAL
51
CRASH CYMBAL
49
OPEN HIHAT
46
CLOSED HIHAT
42
SNARE
38 (40)
KICK
36 (35)
Het icoon dat rechts van de patroonnaam van de importbestemming wordt getoond, geeft aan of dat patroon data bevat. : Geen data : Bevat data
5. Selecteer het bestand dat u wilt importeren.
6. Kies het patroon dat het doel van de 1. Met gebruik van de computer plaatst
2. Druk op de [RHYTHM] knop. 3. Druk op de [ENTER] knop om naar de EDIT modus te gaan.
import operatie is (DEST), en druk dan op de [ENTER] knop.
7. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het Level Meter scherm terug te keren.
MTR modus
u het SMF dat u wilt importeren in de ROLAND/SMF map van de SD-kaart.
LIVE REC modus
Nootnummer
TOM 4
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SMF IMPORT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Voorbereidingen
Drumklank
4. Gebruik de cursor [
Snelle start
De corresponderende nootnummers vindt u in onderstaand overzicht.
OPMERKING
Appendix
73
Handige functies
• Wanneer u cimbalen en andere klanken die lange Decay-tijden hebben gebruikt, en andere klanken van in total vijf stemmen worden ingevoerd voordat de vorige klank volledig is verdwenen, kunnen klanken die eerder werden gestart worden afgekapt, voordat ze geheel gespeeld zijn.
eBand modus
• Maximale polyfonie voor patronen is vijf stemmen. Dit betekent dat u maximaal vijf drumklanken met dezelfde timing kunt spelen.
Trackbewerking (TRACK EDIT) Hier ziet u hoe tracks gekopieerd of gewist worden, of hoe data van de eBand modus of LIVE REC modus geïmporteerd kan worden. MEMO Het resultaat van uw trackbewerking operaties worden in de song opgeslagen, als u naar het Level Meter scherm terugkeert.
1. Druk op de [MENU] knop.
Onderdelen
Pagina
Geluidsdata importeren (IMPORT)
p. 78
Een operatie annuleren (UNDO/REDO)
p. 78
Trackdata kopiëren (TRACK COPY) De gespecificeerde data van de brontrack zal naar de gespecificeerde bestemmingstrack worden gekopieerd. Voorbeeld 1:
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Twee keer naar dezelfde track kopiëren Track 1
(A) TO Start of begin(B) punt voor Einde of eindpunt herhalen voor herhalen
Tijd
Voorbeeld 2:
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de bewerkingsoperatie die u wilt uitvoeren te selecteren, en druk dan op de [ENTER] knop.
Twee keer naar een andere track kopiëren
U kunt de volgende trackbewerkingsoperaties uitvoeren.
Track 2
Onderdelen
74
Pagina
Trackdata kopiëren (COPY)
p. 74
Trackdata verplaatsen (MOVE)
p. 76
Trackdata wissen (ERASE)
p. 76
Data uitwisselen (EXCHANGE)
p. 77
Track 1
(A) TO Start of beginpunt voor (B) herhalen Einde of eindpunt voor herhalen
Tijd
1. Gebruik de cursorknoppen en de draaiknop om de kopieerbron (SOURCE) en kopieerbestemming (DEST) track en V-Track te selecteren.
Trackbewerking (TRACK EDIT) Snelle start
Parameter
Uitleg
START Time or measure
Specificeer de start van de kopieerbron.
END
2. Druk op de [ENTER] knop.
Time or measure
Specificeer het eind van de kopieerbron.
Voorbereidingen
Het scherm voor de tijdsinstelling verschijnt.
TO Time or measure
Specificeer de start van de kopieerbestemming.
REPEAT Specificeer het aantal herhalingen.
3. Gebruik de cursorknoppen en de draaiknop om de tijdslocatie, en het aantal malen dat de data gekopieerd moet worden te specificeren.
Parameter
Uitleg
De boodschap ‘Are you sure?’ wordt weergegeven. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
5. Druk op de [ENTER] knop. De data zal gekopieerd worden.
TYPE
AB (TIME)
de [ENTER] knop.
MTR modus
De parameters die worden weergegeven zijn afhankelijk van het type dat u selecteert.
4. Om de data te kopiëren, drukt u op
* In het scherm wordt ‘Keep power on!’ weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
eBand modus
START en END zijn de tijdslocaties die u voor AB Repeat (p.60) heeft gespecificeerd. TO wordt als een tijdslocatie gespecificeerd.
START en END zijn de tijdslocaties die u voor AB AB (MEASURE) Repeat heeft gespecificeerd (p.60). TO wordt als een maat gespecificeerd.
MEASURE
Specificeer START, END en TO als maten.
ALL (TIME)
De gehele track zal gekopieerd worden. TO wordt als een tijdslocatie gespecificeerd.
ALL(MEASURE)
De gehele track zal gekopieerd worden. TO wordt als een maat gespecificeerd.
75
Appendix
Specificeer START, END en TO als tijdslocaties.
Handige functies
TIME
LIVE REC modus
1–99
Trackbewerking (TRACK EDIT) 2. Druk op de [ENTER] knop.
Trackdata verplaatsen (TRACK MOVE)
Het scherm voor de tijdsinstelling verschijnt.
Met deze operatie wordt de data van de gespecificeerde track verplaatst. Als er opgenomen data op de bestemming aanwezig is, zal deze door de data die wordt verplaatst worden overschreven.
3. Gebruik de cursorknoppen en de draaiknop om de tijdslocatie te specificeren.
Voorbeeld 1: binnen dezelfde track verplaatsen TSack 1
4. Om de data te verplaatsen, drukt u op de [ENTER] knop.
(A) Start of startpunt voor (B) herhalen Eind of eindpunt voor herhalen
TO
Tijd
Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
5. Druk op de [ENTER] knop.
Voorbeeld 2” naar een andere track verplaatsen
De data wordt verplaatst. * In het scherm wordt ‘Keep power on!’ weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
Track 1
Track 2
(A) Start of startpunt voor (B) herhalen Eind of eindpunt voor herhalen
1. Gebruik de cursor [
‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd.
TO
Tijd
] [ ] knoppen en de draaiknop om de brontrack/VTrack die verplaatst moet worden (SOURCE), en de bestemmingstrack/ V-Track waarnaar verplaatst zal worden (DEST) te selecteren.
Trackdata wissen (TRACK ERASE) Met deze operatie wordFOEF data van IFUgespecificeerde deel gewist. Track 1
Track 1
(A) Start of startpunt voor herhalen
76
(B) Tijd Eind of eindpunt voor herhalen
Trackbewerking (TRACK EDIT) ] [ ] knoppen en de draaiknop om de brontrack/ V-Track die gewist moet worden te selecteren.
Data uitwisselen (TRACK EXCHANGE)
Snelle start
1. Gebruik de cursor [
Met deze operatie wordt data tussen twee tracks uitgewisseld. Voorbereidingen
Voorbeeld:
2. Druk op de [ENTER] knop. Het scherm voor de tijdsinstelling verschijnt.
De volledige inhoud van tracks 1 en 2 uitwisselen Track 1: gitaar
LIVE REC modus
Track 2: vocaal
Track 1: vocaal
3. Met de cursorknoppen en de MTR modus
draaiknop specificeert u de tijdslocatie.
Track 2: gitaar
4. Om de data te wissen, drukt u op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd.
] [ ] knoppen en de draaiknop om de tracks en V-Tracks die u wilt uitwisselen te selecteren.
5. Druk op de [ENTER] knop. De data wordt gewist.
Handige functies
* In het scherm wordt ‘Keep power on!’ weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
eBand modus
Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
1. Gebruik de cursor [
2. Om de data uit te wisselen, drukt u op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
Appendix
77
Trackbewerking (TRACK EDIT) 3. Druk op de [ENTER] knop. De data wordt uitgewisseld. * In het scherm wordt ‘Keep power on!’ weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
Geluidsdata importeren (TRACK IMPORT) Met gebruik van deze bewerking kan data die in de LIVE REC modus of eBand modus is opgenomen, in de door u gespecificeerde track worden geïmporteerd. Voordat u deze bewerking uitvoert, moet u de passende song in de andere modus selecteren. LIVE REC modus (p.47) eBand modus (p.94)
1. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen en de draaiknop om de data die u wilt importeren, en de track en V-Track waarin de data geïmporteerd zal worden te selecteren.
3. Gebruik de cursorknoppen en de draaiknop om de tijdslocatie te specificeren.
4. Om de data te importeren, drukt u op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
5. Druk op de [ENTER] knop. De data wordt geïmporteerd. * In het scherm wordt ‘Keep power on!’ weergegeven terwijl data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt weergegeven.
Een operatie annuleren (UNDO/REDO) Als u niet tevreden bent met de opname, of met de verkeerde instellingen heeft bewerkt, kunt u ‘Undo’ gebruiken om de operatie ongedaan te maken. Undo betekent terugkeren naar de status van voor de meest recente operatie. Als u besluit om Undo te annuleren, kunt u ‘Redo’ gebruiken.
2. Druk op de [ENTER] knop. Het scherm voor de tijdsinstelling verschijnt.
Laten we er bijvoorbeeld vanuit gaan dat u Punch-In opname gebruikte, en hetzelfde deel twee keer achter elkaar heeft opgenomen. Als u de meest recente opname zou willen annuleren en naar de status van vlak na de opname zou willen terugkeren, zou u de Undo operatie uitvoeren. Nadat Undo is uitgevoerd, zou u Redo kunnen uitvoeren, om de Undo ongedaan te maken en naar de status van vlak na de tweede opname terug te keren.
78
Trackbewerking (TRACK EDIT) • Nadat Undo is uitgevoerd, kan alleen Redo worden uitgevoerd. • Undo is op geluidsdata die op een track is opgenomen van toepassing.
Als u de meest recente opname of bewerking ongedaan wilt maken, voert u Undo uit.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘UNDO/REDO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘TRACK EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘UNDO/REDO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het UNDO/REDO scherm zal verschijnen.
4. Om Redo uit te voeren, drukt u op de [ENTER] knop. MTR modus
3. Gebruik de cursor [
1. Druk op de [MENU] knop.
LIVE REC modus
1. Druk op de [MENU] knop.
Als u de eerder uitgevoerde Undo operatie ongedaan wilt maken, voert u Redo uit. Voorbereidingen
Naar de vorige status terugkeren (UNDO)
De Undo ongedaan maken (REDO)
Snelle start
OPMERKING
Als u besluit om Redo niet uit te voeren, drukt u op de [EXIT] knop.
Het UNDO/REDO scherm zal verschijnen.
4. Om Undo uit te voeren, drukt u op de eBand modus
[ENTER] knop. Als u besluit om Undo niet uit te voeren, drukt u op de [EXIT] knop.
Handige functies Appendix
79
Masteren Meerdere tracks samenvoegen (BOUNCE) Hoewel op de BR-80 acht tracks gelijktijdig afgespeeld kunnen worden, kunt u de opnames van meerdere tracks naar één track kopiëren (V-Track), als u niet genoeg tracks heeft. Dit wordt ‘Bounce’ genoemd (en staat ook als ‘Bounce Recording’ of ‘PingPong Recording’ bekend). Door meerdere tracks op deze manier te combineren, kunt u andere tracks vrijmaken om aanvullende uitvoeringen op te nemen.
1. In het mixerscherm (p.63-p.66) maakt u de gewenste trackinstellingen voor afspelen. Gebruik de [VOLUME] draaiknop om het algehele volume aan te passen. Stel het volumeniveau zo hoog mogelijk in, zonder dat het geluid vervormt.
2. Druk op de [MENU] knop. Het Menu scherm verschijnt.
In de Bounce modus kunnen acht tracks gelijktijdig worden afgespeeld, en deze alle acht op één aparte V-Track opnemen.
3. Gebruik de cursor [ TRACK 4-V1 TRACK 3-V1
TRACK 7-V1
TRACK 2-V1 TRACK 1-V1
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘MASTERING/ BOUNCE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
TRACK 8-V1 TRACK 6-V1
TRACK 5-V1
RHYTHM
4. Gebruik de cursor [ Track 1–8
Ritme
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘BOUNCE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het BOUNCE scherm verschijnt. : V-Track die geen data bevat TRACK 8-V2 TRACK 7-V2
: V-Track die data bevat
Aparte V-Track
Het icoon dat rechts van de naam van de bestemming V-Track wordt getoond, geeft aan of de betreffende V-Track data bevat.
80
Masteren Gebruik de cursor [ ][ ] knoppen en de draaiknop om het onderdeel dat u wilt bewerken te selecteren en gebruik de draaiknop om de instelling te bewerken. Uitleg
DEST
Specificeert de V-Track die de Bounce bestemming zal zijn.
START
Specificeert de locatie waarop de Bounce zal beginnen.
In dit hoofdstuk wordt uitgeleged hoe het proces van het mixen van de opgenomen tracks naar een WAV-bestand, en het toepassen van een ‘Mastering’ effect in zijn werk gaat, om een voltooide song met een optimaal volumeniveau te creëren. TRACK 4-V1 TRACK 3-V1 TRACK 2-V1 TRACK 1-V1
Specificeert de locatie waarop de Bounce zal eindigen.
LEVEL
Specificeert het volume van de met Bounce opgenomen V-Track.
TRACK 6-V1 TRACK 5-V1
Track 1–8
RHYTHM
Ritme
LIVE REC modus
END
TRACK 8-V1 TRACK 7-V1
Masteringeffect
6. Druk op de [
] (REC) knop.
] (PLAY) knop.
De Bounce operatie begint.
Als u een CD maakt van opgenomen songs, is het belangrijk om het algehele volume te regelen, zodat de luidste sectie van de songs binnen de beschikbare reeks van de CD blijft. Dit zal echter het algehele volume verlagen, waardoor de muziek minder krachtig klinkt. Bovendien kan excessief geluid in de lage frequentiereeks, dat moeilijk door het menselijk oor waargenomen kan worden, zorgen dat de niveaumeter helemaal naar het maximum wordt verplaatst, ondanks dat het feitelijke geluid niet zo luid lijkt te zijn. Dit kan de muziek ook minder krachtig maken. Met gebruik van het Mastering-effect, kunt u het volume van de song stabieler maken, en de balans van de lage frequentiereeks corrigeren.
81
Appendix
We raden u aan om het Mastering-effect te gebruiken om de song helemaal af te maken.
Handige functies
Nadat de Bounce operatie is voltooid, zult u naar het Level Meter scherm terugkeren.
Wat is het Mastering-effect?
eBand modus
Als u besluit Bounce niet uit te voeren, drukt u op de [ ] (STOP) knop of de [EXIT] knop.
WAV-bestand
MTR modus
De BR-80 gaat naar de standby-vooropname modus over.
7. Druk op de [
Voorbereidingen
Parameter
Mastering (MASTERING)
Snelle start
5. Maak Bounce instellingen.
Masteren * Het Mastering effect voorziet in 19 ‘Preset patches’ (P01-P19), 19 herschrijfbare ‘User Patches’ (U01-U19) en 19 ‘Song Patches’ (S01-S19), die voor iedere song worden opgeslagen.
1. In het Mixer scherm (p.63-p.66) maakt u de gewenste trackinstellingen voor afspelen. Gebruik de [VOLUME] draaiknop om het algehele volume aan te passen. Stel het volumeniveau zo hoog mogelijk in, zonder dat het geluid vervormt.
Parameter
Uitleg
FILE
Toont de naam van het WAVbestand dat door Mastering gecreëerd zal worden.
EFFECT
Selecteert het Masteringeffect.
START
Specificeert de locatie waarop Mastering moet beginnen.
END
Specificeert de locatie waarop Mastering moet eindigen.
LEVEL
Specificeert het volume van het WAV-bestand dat door Mastering gecreëerd zal worden.
2. Druk op de [MENU] knop. Het Menu scherm verschijnt.
U kunt op de [ ] (PLAY) knop drukken om het resultaat van Mastering met de huidige instellingen te beluisteren.
6. Druk op de [
] (REC) knop.
De BR-80 gaat naar de standby-vooropname modus over.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘MASTERING/ BOUNCE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
7. Druk op de [
] (PLAY) knop.
Het Masteren begint.
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘MASTERING’ te verplaatsen, en druk op de ‘[ENTER] knop.
De BR-80 gaat naar de Mastering modus over, en het MASTERING scherm verschijnt.
Als u besluit niet te Masteren, drukt u op de [ ] (STOP) knop of de [EXIT] knop. Nadat het Masteren is voltooid, keert u naar het Level Meter scherm terug. MEMO
5. Naar Mastering instellingen. Gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen en de draaiknop om het onderdeel dat u wilt bewerken te selecteren, en gebruik de draaiknop om de instellingen te veranderen.
82
• De geMasterde song wordt als een WAVbestand in de ROLAND/MASTERING map opgeslagen. • Het opgeslagen WAV-bestand kan in de eBand modus worden opgeroepen en afgespeeld.
Masteren
Als u de bewerkte instellingen wilt behouden, slaat u deze als een User Patch of Song Patch op.
1. Selecteer de Mastering modus (p.81). Het MASTERING scherm verschijnt.
5. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar elke parameter te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de waarde van elke effectparameter in te stellen.
Waarde
Uitleg
DYNAMICS
2. Gebruik de cursor [
3. Druk op de [ENTER] knop.
-20–+20
Het Menu scherm verschijnt.
MTR modus
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘EFFECT’ te verplaatsen, en kies een Masteringeffect.
eBand modus
Hiermee wordt de afwisseling in volume tussen luide en zachte passages in de uitvoering aangepast. Als deze instelling wordt verhoogd, neemt de afwisseling in volume af. Hoewel dit een handige manier is om de algehele luidheid van de song te verbeteren, neemt de natuurlijke dynamiek van de muziek af. Als deze instelling wordt verlaagd, neemt de afwisseling in volume toe. Hoewel algehele luidheid voor de song moeilijk te verkrijgen is op deze manier, zal de muziek met de meer natuurlijke dynamische variatie van de oorspronkelijke uitvoering klinken. Als deze instelling op 0 staat, produceert het Mastering-effect het standaard effect.
LIVE REC modus
Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, gaat u verder volgens de aanwijzingen in ‘De Mastering Effectinstellingen opslaan’ (p.84).
Voorbereidingen
Om een nieuwe Patch te creëren, kiest u de bestaande Patch die het meest lijkt op dat wat u in uw hoofd heeft, en bewerkt u de instellingen.
Snelle start
De Masteringeffectinstellingen bewerken
TONE
][ ] knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het MASTER FX scherm zal verschijnen.
-6–+6
Als u deze instelling verhoogt, worden de lage frequentie- en hoge frequentiereeksen versterkt, hetgeen een agressievere klank produceert. Als u deze instelling verlaagt, worden de lage en hoge frequentiereeksen niet versterkt, en is de klank mild. Als deze instelling op 0 staat, produceert het Mastering-effect het standaard effect.
Appendix
83
Handige functies
4. Gebruik de cursor [
Masteren Waarde
Uitleg
NATURAL
-50–+50
Als u deze instelling verhoogt, wordt het Mastering-effect minder sterk toegepast, en wordt een natuurlijker klinkend geheel geproduceerd. Aangezien plotselinge pieken in volume nog steeds zonder verandering geproduceerd zullen worden, maakt dit het moeilijker om de algehele luidheid te versterken. Als u deze instelling verlaagt, wordt het Mastering-effect sneller op plotselinge pieken in volume toegepast, maar neemt het natuurlijke gevoel af. Als deze instelling op 0 staat, produceert het Mastering-effect het standaard effect.
De Masteringeffectinstellingen opslaan Hier ziet u hoe u het effect dat u heeft gecreëerd een naam (Patch naam) kunt geven, en het als een nieuw effect kunt opslaan.
1. In het MASTERING scherm drukt u op de [ENTER] knop. Het Menu scherm verschijnt.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen en de draaiknop om een Patch naam in te voeren.
4. Als u de Patch naam heeft ingevoerd, drukt u op de cursor [ENTER] knop. Het WRITE scherm verschijnt.
5. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen en de draaiknop om het gewenste Mastering-effect van de opslagbestemming te selecteren.
6. Wanneer u de bestemming, waarop het Mastering-effect opgeslagen zal worden, heeft geselecteerd, drukt u op de [ENTER] knop. Een bevestigingsboodschap vraagt ‘Are you sure?’
7. Druk op de [ENTER] knop om de instellingen op te slaan, of druk op de [EXIT] knop als u besluit te annuleren.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘WRITE/NAME’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het Name scherm verschijnt.
84
Nadat de instellingen zijn opgeslagen, keert u naar het Mastering-effect bewerkingsscherm terug. * ‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
Uw songs beheren (SONG) 1. Druk op de [MENU] knop. Het Menu scherm verschijnt.
Instellingen voor een song maken (SONG INFO)
Snelle start
De BR-80 beheert uw opnames als eenheden die ‘songs’ worden genoemd.
Hier ziet u hoe u informatie over de song kunt bekijken of bewerken. Voorbereidingen
2. Gebruik de cursor [
Onderdelen
Uitleg
NAME
Bewerkt de songnaam. Verplaats de cursor naar NAME en druk op de [ENTER] knop. U gaat naar het scherm waarin de naam van de song bewerkt kan worden (p.86).
SIZE
] [ ] knoppen om de gewenste operatie te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. Onderdelen
Geeft de grootte (bestandsgrootte) van de song aan.
PROTECT
Zet de songbeveiliging aan/ uit.
KEY
Specificeert de toonsoort van de song.
MTR modus
3. Gebruik de cursor [
(niet bewerkbaar))
LIVE REC modus
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Pagina
Een nieuwe song creëren (NEW)
p. 57
Song informatie bekijken (INFO)
p. 85
Een song wissen (ERASE)
p. 87
Een song kopiëren (COPY)
p. 87
Ruimte op de SD-kaart vrijmaken (OPTIMIZE)
p. 88
Handige functies
p. 57
eBand modus
Een song selecteren (SONG)
Appendix
85
Uw songs beheren (SONG)
Een song een naam geven (SONG NAME) Als u een nieuwe song creëert, krijgt deze automatisch een naam, zoals ‘SONG0001’. Nadat u een song heeft voltooid, zou u deze een passende naam moeten geven, zodat de songdata gemakkelijker te beheren zal zijn.
1. Ga naar het ‘SONG INFO’ scherm (p.85).
2. Gebruik de cursor [
* ‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
Een song beveiligen (SONG PROTECT) U kunt voorkomen dat de songdata overschreven wordt (Song Protect). Als Song Protect is ingeschakeld, kunnen de volgende operaties niet worden uitgevoerd.
][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
• Opnemen
Het SONG INFO scherm verschijnt.
• Ritmebewerking
• Trackbewerking • De songnaam veranderen • De song wissen • In de song effect Patches opslaan • Optimalisatie van de song
1. Ga naar het ‘SONG INFO’ scherm (p.85).
2. Gebruik de cursor [ 3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar het teken dat u wilt bewerken te verplaatsen.
4. Draai aan de draaiknop om het gewenste teken te selecteren. Druk op de cursor [ ] knop om een teken op de geselecteerde locatie in te voegen. Druk op de cursor [ ] knop om het geselecteerde teken te verwijderen.
5. Druk op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt in het scherm gevraagd. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
6. Druk op de [ENTER] knop. De naam wordt veranderd.
86
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘PROTECT’ te verplaatsen.
3. Gebruik de draaiknop om de ‘ON’ instelling te selecteren.
Uw songs beheren (SONG)
Hier ziet u hoe een song gewist kan worden.
Een song kopiëren (SONG COPY)
Snelle start
Een song wissen (SONG ERASE)
Voorbereidingen
Hier ziet u hoe de op dat moment geselecteerde song gekopieerd kan worden.
Songdata die door middel van de Song Erase operatie wordt gewist, kan niet hersteld worden.
1. Gebruik de draaiknop om de song die u wilt wissen te selecteren. [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt weergegeven. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
De song wordt gewist. * ‘Keep power on!’ wordt in het scherm weergegeven terwijl de data wordt bijgewerkt. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
De ‘Are you sure?’ boodschap wordt weergegeven. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
2. Druk op de [ENTER] knop. De song wordt gekopieerd. * Terwijl de data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het scherm weergegeven. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond. MEMO Als deze boodschap verschijnt voordat u kopieert, is er onvoldoende ruimte op de SD-kaart. Verwijder onnodige data van de SD-kaart.
eBand modus
3. Druk op de [ENTER] knop.
de [ENTER] knop.
MTR modus
2. Om de song te wissen, drukt u op de
1. Om de song te kopiëren, drukt u op
LIVE REC modus
OPMERKING
MEMO Handige functies
Als u de song die u op dat moment gebruikt wist, wordt automatisch een song van de SD-kaart geselecteerd. Als er geen andere song bestaat, zal een nieuwe song gecreëerd worden.
Appendix
87
Uw songs beheren (SONG)
Ruimte op de SD-kaart vrijmaken (SONG OPTIMIZE) Als u trackbewerking of Punch-In/Out uitvoert, blijft de vorige data op de SDkaart aanwezig, zonder gewist te worden. Dit vermindert de beschikbare opnametijd. Door de ‘Song optimize’ operatie uit te voeren, kunt u onnodige data van de geheugenkaart wissen, en de hoeveelheid beschikbare ruimte vergroten.
1. Om de Song Optimize operatie uit te voeren, drukt u op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt weergegeven. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
2. Druk op de [ENTER] knop. De Song Optimize operatie wordt uitgevoerd. De Song Optimize operatie wist de onnodige en niet speelbare geluidsdata van alle V-Tracks. * Terwijl de data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het scherm weergegeven. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond. * In sommige gevallen kan het enige tijd duren voordat de optimalisatie is voltooid. Dit is geen storing. Zet de stroom niet uit voordat de optimalisatie is voltooid.
88
* Nadat u Song optimize heeft uitgevoerd, kunt u geen Undo of Redo meer uitvoeren.
Snelle start Voorbereidingen
Oefenen met een voltooide song (eBand modus)
LIVE REC modus
Geluidssignaalstroom in eBand modus
Ingebouwde microfoons
REC LEVEL
Effect Recorder
VOLUME
PHONES/ LINE OUT
USB
Handige functies
• De ingebouwde microfoons worden uitgezet als u een kabel op de GUITAR/MIC IN Jack aansluit.
eBand modus
LINE IN
SENS
MTR modus
GUITAR/ MIC IN
• Als u de ingebouwde microfoons wilt gebruiken, sluit u niets op de GUITAR/MIC IN Jack aan. Appendix
• Het signaal van LINE IN en USB wordt met de invoer van de GUITAR/MIC IN Jack gemengd, en dan op de recorder ingevoerd. Gebruik de regelaars van de aangesloten apparaten om de volumebalans aan te passen.
Voortgang procedure in eBand modus In de eBand modus kunt u een gitaaruitvoering samen met een achtergrondsong opnemen. In deze modus kunt u op effectieve wijze uw gitaarspel oefenen --- u kunt de afspeelsnelheid van een song veranderen, of de toonhoogte van de uitvoering veranderen, en u kunt van de Center Cancel functie gebruikmaken.
Voorbereidingen om te gaan spelen Aansluitingen maken (p.40) Naar eBand modus overschakelen (p.91) Songs selecteren (p.94)
De song afspelen Afspelen (p.92)
Een effect toepassen terwijl u speelt Effecten gebruiken (p.97) Op eenvoudige wijze een Insert-effect creëren (p.110)
Oefenen De snelheid of toonhoogte van de song veranderen (p.95) Geluiden in het midden opheffen (p.96)
Uw spel opnemen Opnemen (p.93)
* De song die u heeft opgenomen, kan in de eBand modus worden afgespeeld.
90
Afspelen/opnemen Snelle start
Naar eBand modus overschakelen 1. Druk een aantal malen op de [ ] knop, totdat de eBand indicator verlicht is.
Voorbereidingen LIVE REC modus
De BR-80 gaat naar de eBand modus over, en het hoofdscherm verschijnt. Tijdens afspelen: lengte van het bestand Tijdens opnemen: resterende opnametijd Niveaumeter Huidige tijd d Songnaam m
SStatus van sstroomvoorziening
MTR modus
Huidig geselec-teerde effect Patch h
De track knoppen werken als functieknoppen om de functies, die onderin het scherm worden getoond, uit te voeren.
eBand modus
Status van de stroomvoorziening Indicatie
Uitleg Stroom wordt van de adapter verkregen. Stroom wordt van de computer verkregen.
Handige functies
De batterijen zijnvol. De batterijen raken leeg. De batterijen zijn bijna leeg. Installeer zo snel mogelijk nieuwe batterijen. De batterijen zijn leeg. Installeer nieuwe batterijen.
Appendix
91
Afspelen/opnemen
Afspelen Terugspoelen
Vooruitspoelen
Afspelen
Herhaaldelijk afspelen (AB Repeat) Gebruik dit om gitaarsolo’s te oefenen, en in andere situaties waarbij u wilt oefenen door met een individuele sectie, die herhaaldelijk wordt afgespeeld, mee te spelen.
Stop Sectie die wordt herhaald Tijd
1. Sluit het instrument dat u wilt opnemen op de GUITAR/MIC IN Jack aan (p.40).
2. Druk op de [TR1/2] (SONG) knop, en kies een song in het SONG LIST scherm (p.94).
3. Druk op de [
] (PLAY) knop om de song af te spelen.
4. Gebruik de [VOLUME] draaiknop om het volume aan te passen.
5. Druk op de [
] (STOP) knop om het afspelen te stoppen.
A (Herhaal Start)
1. Druk op de [
B (Herhaal Eind)
] knop.
De song wordt afgespeeld.
2. Druk op de [A
B] knop, op het punt waar u met herhalen wilt beginnen (punt A).
3. Druk op de [A
B] knop, op het punt waar het herhalen moet stoppen (punt B).
AB Repeat wordt ingeschakeld, en het betreffende gedeelte wordt herhaald. MEMO • Om AB Repeat op te heffen, drukt u nogmaals op de [A B] knop. • U kunt de AB Repeat start en eindpunten nauwkeuriger aanpassen. Voor details, zie ‘Precieze aanpassing van het herhaalsegment (AB EDIT)’ (p.100).
92
Afspelen/opnemen
Hier ziet u hoe u de klanken die u in de eBand modus speelt als een apart eBand song kunt opnemen.
opnemen op de GUITAR/MIC IN Jack aan (p.40).
2. Gebruik de [REC LEVEL] draaiknop om het opnameniveau bij te stellen. Pas de luidheid van de klank die opgenomen zal worden aan.
Opnemen met de ingebouwde microfoons Als u de ingebouwde microfoons wilt gebruiken, sluit u niets op de GUITAR/MIC IN Jack aan. OPMERKING
1. Druk op de [
] (REC) knop.
LIVE REC modus
Als u het geluid tijdens de opname via monitor luidsprekers gaat beluisteren, moet u opletten waar u de microfoons plaatst, zodat hun positie en afstand ten opzichte van de luidsprekers geen akoestische feedback veroorzaken.
Voorbereidingen
1. Sluit het instrument dat u wilt
Snelle start
Opnemen
De BR-80 gaat naar de standby-vooropname modus over.
] (REC) knop.
De opname begint.
4. Druk op de [
] (PLAY) knop om de song af te spelen.
2. Gebruik de [REC LEVEL] draaiknop om het opnameniveau bij te stellen. Pas de luidheid van de klank die u gaat opnemen aan.
MTR modus
3. Druk op de [
Speel met de song mee.
] (STOP) knop.
eBand modus
5. Druk op de [
De opname stopt. MEMO
• Songs die u heeft opgenomen, zijn gemakkelijk in de BR-80 terug te vinden met gebruik van de ‘USER’ categorie van de SEARCH functie.
3. Druk nog een keer op de [
] (REC)
knop. De opname begint.
4. Druk op de [
] (PLAY) knop om de song af te spelen. Speel met de song mee.
5. Druk op de [
Handige functies
• Een songnaam zoals SONG0001 zal automatisch gecreëerd worden. Het 0001 gedeelte is het nummer dat volgt op het hoogste nummer dat al bestaat.
] (STOP) knop.
De opname stopt. Appendix
93
Afspelen U kunt een gitaar of microfoon aansluiten, en meespelen met een song die wordt afgespeeld.
Songs selecteren (SONG)
Zoektype
Uitleg Alleen korte frases (RHYTHM LOOP) van de kaart die met de BR-80 is meegeleverd worden vermeld.
RHYTHM
Hier ziet u hoe de song of het ritme dat u wilt spelen wordt geselecteerd.
1. Druk op de [TR1/2] (SONG) knop. Het SONG LIST scherm verschijnt.
* Met gebruik van de meegeleverde eBand Song List Editor (p.107), kunt u de computer gebruiken om favoriete geluidsbestanden als ritmes toe te voegen.
MASTERING
Toont bestanden die door middel van Mastering in de MTR modus zijn gecreëerd.
LIVE REC
Toont bestanden die in de LIVE REC modus zijn opgenomen.
PREVIOUS SONG
Keert terug naar de song die voor de opname was geselecteerd.
2. Selecteer het zoektype met de draaiknop, en druk op de [ENTER] knop. Zoektype
Uitleg
ALL SONGS
Songs die met de BR-80 zijn opgenomen, geregistreerde albumtitel of artiest worden vermeld.
USER
Songs die met de BR-80 zijn opgenomen worden vermeld.
BEST 30
Alleen de 30 favoriete songs worden vermeld, als deze songs al gerangschikt zijn (p.100). Songs worden getoond op albumtitel (ALBUM) of artiestnaam (ARTIST).
ALBUM/ARTIST
94
* Deze benamingen zijn beschikbaar als albumtitels en artiestnamen in de song zijn geregistreerd. Met gebruik van de meegeleverde eBand Song List Editor (p.107), kunt u de computer gebruiken om albumnamen en artiestnamen te registreren en bewerken.
3. Gebruik de draaiknop om een song te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. Met gebruik van de eBand Song List Editor, kunt u songs toevoegen en songdata op de computer bewerken. Voor details over de installatie leest u het ‘ReadmeEN.txt’ bestand op de meegeleverde SD-kaart. Voor details over het gebruik raadpleegt u de Online Help die bij de software behoort. MEMO • De BR-80 kan maximaal 4.000 songs verwerken. • U kunt maximaal 2.000 benamingen registreren, waaronder die voor albumtitel en artiestnaam.
Afspelen
1. Druk op de [TR3/4] (SPEED) knop. Het SPEED scherm verschijnt.
Parameter
Uitleg
SHIFT
Verhoogt of verlaagt de toonhoogte in stappen van halve tonen.
FINE
Past de toonhoogte in nauwkeurige stappen van 1 cent aan.
Voorbereidingen
Hier ziet u hoe de afspeelsnelheid (tempo) of de toonhoogte van de song veranderd kan worden.
De toonhoogte veranderen
Snelle start
De snelheid of toonhoogte van de song veranderen (SPEED)
De PITCH parameter verandert de toonsoort van de song. * Een halve toon = 100 cent.
basisscherm terug te keren.
LIVE REC modus
4. Druk op de [EXIT] knop om naar het
2. Druk op de [ENTER] knop om SPEED aan of uit te zetten. MTR modus
Elke keer dat u op de [ENTER] knop drukt, wordt dit aan of uitgezet.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de instelling te bewerken.
eBand modus
De afspeelsnelheid veranderen Uitleg
SPEED
Verandert de afspeelsnelheid. U kunt de afspeelsnelheid veranderen zonder dat de toonhoogte verandert.
Handige functies
Parameter
De SPEED parameter kan binnen een reeks van 50% (de helft van de oorspronkelijke snelheid) tot 150% (1.5 maal de oorspronkelijke snelheid) worden ingesteld.
95
Appendix
Om naar de oorspronkelijke snelheid terug te keren, zet u dit op 100%.
Afspelen
Klanken in het midden opheffen (CENTER CANCEL) Zo kunt u klanken die zich in het midden bevinden minimaliseren.
1. Druk op de [TR5/6] (CENTER CANCEL) knop. Het CENTER CANCEL scherm verschijnt.
De manier van afspelen specificeren (PLAY MODE) Hier kunt u specificeren hoe de song afgespeeld zullen worden. U kunt de basis afspeelmodus kiezen, waarin de songs opeenvolgend vanaf de eerste song worden afgespeeld, alleen de geselecteerde song afspelen of songs in willekeurige volgorde afspelen (Shuffle Play).
1. Druk op de [TR7/8] (PLAY MODE) knop. De Play modus wordt in het omcirkelde gedeelte in het hoofdscherm aangegeven.
2. Druk op de [ENTER] knop om CENTER CANCEL aan/uit te zetten. Elke keer dat u op de [ENTER] knop drukt, wordt dit aan- of uitgezet.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de instelling te bewerken. Parameter
Uitleg
POSITION
Specificeer in het geluidsveld de locatie van de klank die u wilt elimineren. L50: links, C0: midden, R50: rechts.
FREQ
Specificeer de frequentiereeks van de klank die u wilt elimineren.
DEPTH
Als deze waarde toeneemt, wordt het effect sterker.
Iedere keer dat u op de [TR7/8] (PLAY MODE) knop drukt, verandert deze parameter in deze volgorde. Parameter
Uitleg
ONE
De huidige song wordt tot het eind gespeeld en stopt dan.
ONE
De huidige song wordt herhaaldelijk afgespeeld.
LIST
Songs worden in de vermelde volgorde afgespeeld.
LIST
De songs in de lijst worden herhaald afgespeeld.
SHFLE
Songs in de lijst worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
SHFLE
De songs in de lijst worden in willekeurige volgorde herhaald afgespeeld.
A
Tijdslocatie ‘A’ is voor AB Repeat geregistreerd.
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren. MEMO • Soms kunnen bepaalde geluidstypes niet volledig geëlimineerd worden.
96
• Er wordt in mono afgespeeld.
A
B
Het afspelen wordt tussen tijdslocaties ‘A’ en ‘B’ herhaald (AB Repeat).
Effecten gebruiken de GUITAR/MIC IN Jack wordt toegepast, worden gemaakt.
Snelle start
De eBand modus heeft twee effectprocessors (Insert-effect en Reverb).
1. Druk op de [COSM] knop.
Een effect selecteren
2. Druk op de [ENTER] knop.
Voorbereidingen
Hier ziet u hoe u een effect kiest dat op de invoer van de GUITAR/MIC IN Jack wordt toegepast.
Het scherm waar een effect Patch geselecteerd kan worden verschijnt.
Het Menu scherm verschijnt.
1. Druk op de [COSM] knop. Het scherm waar een effect Patch geselecteerd kan worden verschijnt.
] [ ] knoppen verplaatst u de cursor naar ‘REVERB’. Druk dan op de [ENTER] knop.
Iedere keer dat u op de [COSM] knop drukt, wordt het effect aan/uitgezet.
Het scherm waar gedetailleerde Reverbinstellingen gemaakt kunnen worden verschijnt.
2. Gebruik de cursor [
MTR modus
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘CATEGORY’ te verplaatsen, en met de draaiknop selecteert u de gewenste categorie.
LIVE REC modus
3. Met de cursor [
3. Met de cursor [
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren.
Voor details over de effecten raadpleegt u ‘De Insert-effect instellingen bewerken (EDIT)’ (p.110).
Reverb toepassen
Parameter
Waarde
TYPE
ROOM, HALL, PLATE
TIME
0.1 s–10.0 s
E.LEVEL
0–100
5. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren.
97
Appendix
Hier ziet u hoe instellingen voor de weerkaatsing (Reverb), die op de invoer van
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en met de draaiknop bewerkt u de instelling.
Handige functies
MEMO
4. Gebruik de cursor [
eBand modus
] [ ] knoppen verplaatst u de cursor naar ‘PATCH’, en met de draaiknop selecteert u de gewenste Patch.
Overige functies Instellingen voor een song maken (SONG INFO) Hier wordt uitgelegd hoe informatie over de song bekeken of bewerkt kan worden.
Parameter SIZE (niet bewerkbaar)
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het SONG INFO scherm verschijnt.
Geeft de grootte (bestandsgrootte) van de song aan.
LEVEL
Specificeert het volume van de song.
PROTECT
Zet de beveiliging voor de song aan/uit.
PATCH SYNC
Slaat het nummer van de effect Patch in de song op. Als dit op OFF staat, worden de huidige effectinstellingen voor het afspelen gebruikt.
KEY
Specificeert de toonsoort van de song.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
Uitleg
Een song een naam geven (SONG NAME) Als u een song opneemt, krijgt deze automatisch een naam zoals ‘SONG0001’. Als u een song heeft voltooid, dient u die van een passende naam te voorzien, zodat de songdata gemakkelijker te beheren is.
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en met de draaiknop bewerkt u de instelling.
1. Druk op de [MENU] knop.
Parameter
Uitleg
2. Gebruik de cursor [
NAME
Bewerkt de songnaam. Verplaats de cursor naar NAME en druk op de [ENTER] knop. U gaat naar het scherm waar de songnaam bewerkt kan worden (p.98).
3. Gebruik de cursor [
TYPE (niet bewerkbaar) LENGTH (niet bewerkbaar)
98
* De BR-80 kan de naam van een song die in de eBand Song List Editor werd bewerkt niet veranderen.
Geeft het bestandstype aan.
Geeft de lengte van de song aan (tijd).
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. ][ ] knoppen om de cursor naar ‘INFO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Overige functies
Een song wissen (SONG ERASE)
Snelle start
Het SONG NAME scherm verschijnt.
Hier ziet u hoe de op dat moment geselecteerde song wordt gewist.
] [ ] knoppen om de cursor naar het teken dat u wilt bewerken te verplaatsen.
6. Draai aan de draaiknop om het gewenste teken te selecteren.
Druk op de cursor [ ] knop om het geselecteerde teken te verwijderen.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SONG’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘ERASE’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
7. Druk op de [ENTER] knop.
LIVE REC modus
Druk op de cursor [ ] knop om een teken op de geselecteerde locatie in te voegen.
1. Druk op de [MENU] knop.
Voorbereidingen
5. Gebruik de cursor [
‘Are you sure?’ wordt in het scherm getoond.
8. Druk op de [ENTER] knop. De naam wordt veranderd.
4. Druk op de [ENTER] knop. ‘Are you sure?’ wordt in het scherm getoond. Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
eBand modus
* Terwijl de data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het scherm weergegeven. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
MTR modus
Als u besluit de procedure te annuleren, drukt u op de [Exit] knop.
5. Druk op de [ENTER] knop. De song wordt gewist.
Appendix
99
Handige functies
* Terwijl de data wordt bijgewerkt, wordt ‘Keep power on!’ in het scherm weergegeven. Zet nooit de stroom uit terwijl deze boodschap wordt getoond.
Overige functies
De 30 favoriete songs registreren (BEST 30 EDIT) Als u uw favoriete songs toevoegt, zullen de gewenste songs altijd in de songlijst verschijnen.
1. Voordat u begint, selecteert u eerst een gewenste song die u in de BEST 30 wilt onderbrengen (p.94).
2. Druk op de [MENU] knop. 3. Selecteer ‘BEST 30 EDIT’ met de draaiknop en druk op de [ENTER] knop.
Preciese aanpassing van te herhalen segment (AB EDIT) Hier ziet u hoe de starttijd en eindtijd van AB Repeat precies ingesteld kunnen worden.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘AB EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het AB EDIT scherm verschijnt.
Het BEST 30 EDIT scherm verschijnt.
3. Gebruik de cursor [ 4. Bepaal de volgorde (1-30) met gebruik van de draaiknop. MEMO Als u BEST 30 in de songlijst kiest, zullen de song in de volgorde die u hier kiest verschijnen.
5. Druk op de [ENTER] knop.
] [ ] knoppen en de draaiknop om de start (A) en eind (B) tijden aan te passen.
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren. MEMO • In het AB REPEAT EDIT scherm kunt u op [ENTER] drukken om de AB REPEAT functie afwisselend aan en uit te zetten, zonder dat de markeringen worden verwijderd. • Met MP3-data is het soms niet mogelijk om vanaf een specifieke tijd af te spelen (de uitvoering begint in de buurt van de gespecificeerde tijd). * De starttijd (A) en eindtijd (B) kunnen niet minder dan 1 seconde van elkaar worden ingesteld.
100
Overige functies
1. Druk op de [RHYTHM] knop. Het METRONOME scherm verschijnt.
Hier ziet u hoe u de BR-80 kunt instellen zodat de effect Patch, die in een song is opgeslagen, automatisch geladen wordt als u van songs verandert.
1. Druk op de [MENU] knop.
Voorbereidingen
In de eBand modus kunt u de metronoom laten klinken terwijl de song wordt afgespeeld.
De song en de effecten gelijktijdig veranderen (PATCH SYNC)
Snelle start
De metronoom gebruiken
Het Menu scherm verschijnt. LIVE REC modus
2. Druk op de [ENTER] knop om METRONOME aan/uit te zetten.
3. Gebruik de cursor [
Waarde
BEAT
Specificeert de maatsoort.
TEMPO
Specificeert het tempo.
LEVEL
Specificeert het volume. ON: de metronoom wordt samen met de uitvoering opgenomen.
REC OFF: de metronoom is te horen, maar wordt niet opgenomen.
knop om naar het basisscherm terug te keren.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
4. Zet de ‘PATCH SYNC’ instelling op ‘ON’. Vanuit de fabriek is dit op ‘ON’ ingesteld. Als dit op ‘OFF’ is ingesteld, zal de ‘SONG INFO’ Patch Sync instelling (p.98) genegeerd worden, en de op dat moment geselecteerde effect Patch gebruikt worden. Zelfs als u van song verandert, zal de effect Patch niet veranderen.
Appendix
101
Handige functies
4. Druk een aantal malen op de [EXIT]
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
eBand modus
Parameter
2. Gebruik de cursor [
MTR modus
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en bewerk de instelling met de draaiknop.
102
Snelle start Voorbereidingen
Overige handige functies
LIVE REC modus
Stroom van geluidssignalen tijdens Audio Interface
MTR modus
REC LEVEL
Recorder
Effect
VOLUME PHONES/ LINE OUT
LINE IN
• In de LIVE REC modus worden effecten niet toegepast.
Appendix
• In de LIVE REC modus kunt u alleen via de ingebouwde stereo microfoons van de BR-80 opnemen.
Handige functies
Ingebouwde microfoons
SENS
eBand modus
GUITAR/ MIC IN
De BR-80 op een computer aansluiten Voordat USB wordt gebruikt
Instellingen voor USBfunctionaliteit maken In deze sectie wordt uitgelegd hoe instellingen voor de aan USB gerelateerde functionaliteit worden gemaakt.
De BR-80 is uitgerust met een USBaansluiting. Wanneer deze op een computer is aangesloten, kunt u de volgende handelingen uitvoeren • De BR-80 als een Audio Interface gebruiken (p.108). • Geluidsdata tussen de BR-80 en de computer overbrengen (p.106). • Een reservekopie van BR-80 data maken (p.107). • SMF-muziekdata importeren om een patroon te creëren (p.72). MEMO Voor details over USB-besturingsvereisten, raadpleegt u de Roland website (http://www.roland.com/)
Maak instellingen die geschikt zijn voor de manier waarop u de BR-80 gebruikt.
1. Druk op de [MENU] knop. Het Menu scherm verschijnt.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het FUNCTION scherm verschijnt.
3. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen om de cursor naar ‘USB’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het USB-scherm verschijnt.
De USB-driver installeren Voordat u de BR-80 als een Audio Interface gebruikt, moet u de USB-driver op de computer installeren. De USB-driver bevindt zich op de SD-kaart. Voor details over de locatie van de USBdriver leest u de ‘ReadmeEN.txt’ op de meegeleverde SD-kaart. Ook dient u het ‘Readme.htm’ bestand te lezen, dat zich bevindt in de map die de driver voor ieder besturingssysteem bevat.
104
4. Gebruik de draaiknop om de USBmodus te specificeren. USB-modus
Uitleg
AUDIO
Kies deze modus als u de BR-80 als een Audio Interface wilt gebruiken.
STORAGE
Kies deze modus als u eBand Song List Editor of de BR serie Wav Converter gebruikt, of als u data met een computer wilt uitwisselen.
De BR-80 op een computer aansluiten het basisscherm terug te keren.
De mappen en bestanden die op de SD-kaart worden gecreëerd, hebben de volgende structuur.
LIVEREC map WAV/MP3 bestanden die in LIVE REC modus worden gebruikt, worden in deze map opgeslagen. Als u WAV/MP-3 bestanden van een computer in deze map plaatst, kunt u deze op de BR-80 afspelen. WAV/MP-3 bestanden die op de BR-80 zijn gecreëerd, kunnen ook van de LIVEREC map naar de computer worden gekopieerd. Voor details, zie ‘Data met de computer uitwisselen’ (p.106). MASTERING map WAV-bestanden die in de MTR modus zijn geMasterd, worden in deze map opgeslagen.
Root Directory ReadmeEN.txt ReadmeJP.txt
WAV-bestand MASTERING map
WAV-bestanden kunnen ook van de MASTERING map naar de computer worden gekopieerd. Voor details, zie ‘Data met de computer uitwisselen’ (p.106). SMF map SMF (Standaard MIDI Bestanden) die u gebruikt om songpatronen te creëren, moeten in deze map worden geplaatst.
MTR modus
ROLAND map BR0 map MTR Mode songdata JS map eBand songdata LIVEREC map
LIVE REC modus
* Mappen en bestanden die op de SD-kaart zijn gecreëerd mogen niet verwijderd worden en de naam daarvan mag niet worden veranderd.
eBand songdata wordt in deze map opgeslagen.
Voorbereidingen
Datastructuur op de SDkaart
JS map
Snelle start
5. Druk op de [ENTER] knop om naar
WAV-bestand SMF map Win.zip Drivers map x64Drivers map Song List map Wav Converter map Mac.dmg
Win.zip Deze map bevat de USB-driver, eBand Song List Editor en BR serie Wav Converter voor Windows. Voor details raadpleegt u de ‘ReadmeEN.txt’ in de map die gecreëerd wordt wanneer u het bestand uitpakt.
eBand modus
SMF-bestand
Drivers map Wav Converter map
ROLAND map De data van de BR-80 wordt in de volgende mappen opgeslagen. MTR Modus songdata wordt in deze map opgeslagen.
Deze map bevat USB-driver, eBand Song List Editor en BR serie Wav Converter voor Mac OS X. Voor details raadpleegt u de ‘ReadmeEN.txt’ in de map die gecreëerd wordt wanneer u het bestand uitpakt.
105
Appendix
BR0 map
Mac.dmg
Handige functies
Song List map
De BR-80 op een computer aansluiten
Data met de computer uitwisselen Zet de USB-modus op STORAGE voordat u de BR-80 op de computer aansluit (p.104).
Bestanden die in MTR modus zijn geMasterd overbrengen Klik twee maal op de ‘MASTERING’ map om de WAV-bestanden die in deze map zijn opgeslagen te bekijken. Sleep en plaats (Drag & Drop) de geluidsbestanden die u wilt kopiëren.
4. Verbreek de verbinding tussen de
WAV-bestanden overbrengen
BR-80 en de computer.
1. Gebruik een USB-kabel om de BR-80
Klik met de rechter muisknop op het ‘BR-80 eBand’ icoon (of het ‘Verwijderbare disk (*:) icoon), en voer ‘Eject’ uit.
op de computer aan te sluiten. Wanneer de BR-80 correct door de computer is herkend, zal het Idling scherm verschijnen. Een ‘BR-80 eBand’ icoon (of een ‘verwijderbare disk (*:’ icoon) zal op de computer verschijnen. Als het Idling scherm niet verschijnt, controleert u de aansluitingen en USBmodus (p.104).
2. Op de computer klikt u twee keer op het ‘BR-80 eBand’ icoon (of ‘Verwijderbare disk (*:)’ icoon).
3. Klik twee maal op de ‘ROLAND’ map. De map waarin de BR-80 opgenomen data opslaat zal verschijnen. Bestanden die in LIVE REC modus worden gebruikt overbrengen Klik twee maal op de ‘LIVEREC’ map om de geluidsbestanden die in die map zijn opgeslagen te bekijken. Sleep en plaats (Drag & Drop) de geluidsbestanden die u wilt kopiëren.
106
Windows gebruikers Vanuit het Windows Start Menu kiest u ‘Computer’.
Mac OS gebruikers Sleep het ‘BR-80 eBand’ icoon naar jet ‘Eject’ icoon.
BR serie Wav Converter gebruiken Met gebruik van ‘BOSS BR serie Wav Converter’ kunt u BR-80 geluidsdata naar WAV/AIFF-bestanden converteren, of WAV/AIFF-bestanden van de computer naar BR-80 geluidsdata converteren. ‘BR serie Wav Converter’ bevindt zich op de meegeleverde SD-kaart. Meer informatie over de locatie van ‘BOSS BR serie Wav Converter’ vindt u in de ‘ReadmeEN.txt op de meegeleverde SDkaart.
De BR-80 op een computer aansluiten
‘eBand Song List Editor’ bevindt zich op de meegeleverde SD-kaart.
Data op de computer opslaan
De volgende types songdata worden opgeslagen.
* De volgende stappen kunnen niet worden uitgevoerd als het Idling scherm niet wordt weergegeven. Zet de USB-modus van de BR-80 op STORAGE (p.104).
2. Sla de data op of herstel de data. Om op te slaan Klik twee maal op het ‘BR-80 eBand’ icoon (of het ‘Verwijderbare disk (*:)’ icoon). Sleep en plaats de ‘ROLAND’ map in een map op de computer. Wanneer de reservekopie is voltooid, zal het Idling scherm opnieuw verschijnen. Om te herstellen Klik twee maal op het ‘BR-80 eBand’ icoon (of het ‘Verwijderbare disk (*:)’ icoon). Verwijder de ‘ROLAND’ map in de BR-80.
• Mixer status (Pan, Track EQ, enz.)
Sleep en plaats de ‘ROLAND’ map in het ‘BR-80 eBand’ icoon (of het ‘Verwijderbare disk (*:)’ icoon).
• Insert effect song Patches • Mastering-effect song Patches • Ritmes (song)
Wanneer de herstel operatie is voltooid, zal het Idling scherm opnieuw verschijnen.
• Loop effect
Appendix
107
Handige functies
• Opgenomen data
eBand modus
Als de SD-kaart vol raakt of als u belangrijke data op de computer wilt opslaan, kunt u een reservekopie creëren. Het is een goed idee om regelmatig reservekopieën te maken om uw data tegen het onverwacht falen van de SD-kaart te beschermen.
Een ‘BR-80 eBand’ icoon (of een ‘Verwijderbare disk (*:) icoon’ zal op de computer verschijnen.
MTR modus
Zet de USB-modus op STORAGE voordat u de BR-80 op de computer aansluit (p.104).
Het Idling scherm verschijnt.
LIVE REC modus
Meer informatie over de locatie van ‘eBand Song List Editor’ vindt u in de ‘ReadmeEN. txt’ op de meegeleverde SD-kaart.
op de computer aan te sluiten.
Voorbereidingen
Met gebruik van ‘eBand Song List Editor’ kunt u songs van een muziek CD naar BR-80 geluidsdata converteren, WAV/ AIFF-bestanden naar BR-80 geluidsdata converteren en songdata die op de SD-kaart van de BR-80 is opgeslagen bewerken.
1. Gebruik een USB-kabel om de BR-80
Snelle start
eBand Song List Editor gebruiken
De BR-80 op een computer aansluiten OPMERKING • Tijdens het maken van een reservekopie of de herstel operatie, moet u de volledige ‘ROLAND’ map slepen en plaatsen (Drag en Drop). Als u slechts een gedeelte van de mappen kopieert, kan de data mogelijk niet op de BR-80 worden gebruikt. • In sommige gevallen kan de computer tijdens de herstel operatie een boodschap weergeven, waarin u wordt gevraagd het overschrijven te bevestigen. Kies ‘Yes’ voor alle opties. Als u ‘No’ kiest, zal de herstel operatie incompleet zijn, en kunnen er later storingen optreden tijdens het gebruik van de BR-80. • Als u de data herstelt, zal de data op de SD-kaart worden overschreven.
3. Verbreek de verbinding tussen de BR-80 en de computer. Windows gebruikers Vanuit het Windows Start Menu kiest u ‘Computer’. Klik met de rechter muisknop op het ‘BR-80 eBand’ icoon (of het ‘Verwijderbare disk (*:) icoon), en voer ‘Eject’ uit. Mac OS gebruikers Sleep het ‘BR-80 eBand’ icoon naar jet ‘Eject’ icoon.
4. Ontkoppel de USB-kabel. In het scherm wordt ‘Please Restart’ weergegeven.
5. Zet de BR-80 uit, en dan weer aan. OPMERKING De SD-kaart kan beschadigen als u de verbinding tussen de BR-80 en de computer niet volgens de juiste procedure verbreekt.
108
De BR-80 als een Audio Interface gebruiken Als u de BR-80 als een Audio Interface gebruikt, zet u de USB-modus van de BR-80 op AUDIO (p.104). U moet de USB-driver installeren voordat de BR-80 op een computer wordt aangesloten (p.104). OPMERKING • Het in zijn geheel of gedeeltelijk onbevoegd opnemen, dupliceren, verspreiden, verkopen, leasen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, is bij de wet verboden. • Gebruik dit product niet voor doeleinden die het auteursrecht van een derde partij kunnen overtreden. We nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot overtredingen van derde partij auteursrechten, die middels uw gebruik van dit apparaat optreden.
De BR-80 op een computer aansluiten
1. Gebruik een USB-kabel om de BR-80
Hier ziet u hoe geluidsdata die door de computer wordt gespeeld, via USB naar de BR-80 gestuurd kan worden, en op de tracks van de BR-80 opgenomen kunnen worden.
op de computer aan te sluiten.
1. Gebruik een USB-kabel om de BR-80 2. In de software voor geluidsopname
Voor informatie over de manier waarop de ingangsbron wordt veranderd, raadpleegt u de gebruikersgids die bij de software behoort.
2. In de software voor het afspelen van geluid op de computer, stelt u de bestemming voor geluidsuitvoer op de BR-80 in. Details over het veranderen van de geluidsuitvoerbestemming vindt u in de gebruikershandleiding van de software die u gebruikt. Pas het volume binnen de software die u gebruikt aan.
3. Neem op, zoals in ‘Opnemen’ (p.58)
MTR modus
Met de BR-80 door de computer afgespeelde songs beluisteren
op de computer aan te sluiten. LIVE REC modus
van de computer, dient u de bron van de geluidsinvoer te veranderen, zodat de BR-80 is geselecteerd.
Voorbereidingen
Met gebruik van USB kan het geluid dat u op de BR-80 invoert, of het geluid van tracks die worden afgespeeld, met uw persoonlijke computer software worden opgenomen.
Met de BR-80 door de computer afgespeelde songs opnemen
Snelle start
Geluid van de BR-80 op de computer opnemen
wordt beschreven. eBand modus
Hier ziet u hoe data die door de computer wordt afgespeeld kan worden beluisterd vanaf een geluidsapparaat dat via USB op de BR-80 is aangesloten.
1. Gebruik een USB-kabel om de BR-80 op de computer aan te sluiten.
Handige functies
2. In de software voor het afspelen van geluid op de computer, stelt u de bestemming voor geluidsuitvoer op de BR-80 in. Voor details over het veranderen van de uitvoerbestemming, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de software die u gebruikt.
Appendix
109
Gedetailleerde effectinstellingen De instellingen van de Insert-effecten bewerken (EDIT) Om een nieuw effectgeluid te creëren, kiest u een bestaande Patch die lijkt op dat wat u in uw hoofd heeft, en bewerkt u deze. Sla de bewerkte Patch als een User Patch of Song Patch op.
1. Druk op de [COSM] knop. Het Effect Patch selectiescherm verschijnt.
Indicatie
Uitleg Effect aan Effect uit (geselecteerd) Effect uit
6. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar het effect waarvan u de parameters wilt bewerken te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het parameter bewerkingsscherm voor het betreffende effect zal verschijnen. Voor details over de effectparameters raadpleegt u ‘BR-80_Data_List_e.pdf’ op de meegeleverde SD-kaart.
2. Selecteer een effect Patch (p.68).
Voor details over de locatie van ‘BR-80_Data_List_e.pdf’, raadpleegt u de ‘ReadmeEN.txt’ op de meegeleverde SDkaart.
3. Druk op de [ENTER] knop. 4. Gebruik de cursor [
][ ] knoppen om de cursor naar ‘EDIT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het EDIT scherm verschijnt.
5. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar elk effect te verplaatsen, en gebruik de draaiknop om de aan/uit status van ieder effect te specificeren. Indicatie
Uitleg Effect aan (geselecteerd)
110
7. Gebruik de [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om zijn waarde te bewerken. Als u een ander effect wilt bewerken, drukt u op de [EXIT] knop om naar het vorige scherm terug te keren, en herhaalt u stappen 5-6.
8. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het basisscherm terug te keren. OPMERKING Als u naar een andere effect Patch overschakelt voordat u opslaat, zullen de veranderingen die u heeft aangebracht verloren gaan.’
Gedetailleerde effectinstellingen 7. Nadat u de Patchnaam heeft
Snelle start
Een effect opslaan (WRITE/NAME)
ingevoerd, drukt u op de [ENTER] knop. Het WRITE scherm verschijnt.
1. Druk op de [COSM] knop. Het effect Patch selectiescherm verschijnt.
8. Gebruik de cursor [
9. Druk op de [ENTER] knop. 2. Selecteer een effect patch (p.68).
LIVE REC modus
] [ ] knoppen en de draaiknop om de effect Patch die de bestemming voor het opslaan zal worden te selecteren.
Voorbereidingen
Hier ziet u hoe u de door u bewerkte effectinstellingen een naam kunt geven, en deze als een nieuwe effect Patch kunt opslaan.
3. Druk op de [ENTER] knop. MTR modus
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘WRITE/NAME’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Het WRITE/NAME scherm verschijnt.
5. Gebruik de cursor [
6. Draai aan de draaiknop om het gewenste teken te selecteren. Druk op de cursor [ ] knop om een teken op de geselecteerde locatie in te voegen.
111
Appendix
Druk op de [ ] knop om het geselecteerde teken te verwijderen.
Handige functies
] [ ] knoppen om de cursor naar het teken dat u wilt bewerken te verplaatsen.
Composite Object Sound Modeling – afgekort ‘COSM’ – is de innovatieve en krachtige technologie van BOSS/Roland, die gebruikt wordt voor het digitaal opnieuw creëren van de klank van klassieke muziekinstrumenten en effecten. COSM analyseert de vele factoren waaruit de oorspronkelijke klank is opgebouwd – inclusief zijn elektrische en fysieke eigenschappen – en creëert een digitaal model dat het origineel op accurate wijze reproduceert.
eBand modus
Over COSM (Composite Object Sound Modeling)
Gedetailleerde effectinstellingen
Lijst van algoritmes De beschikbare effecten voor de Insert-effecten, en de volgorde waarin deze worden geschakeld (het algoritme), verschillen voor elke categorie en Patch. De BR-80 biedt de volgende algoritmes voor diverse doeleinden. * De lijn of lijnen die het algoritme verbindt, geeft aan of het effect mono (enkele lijn) of stereo (twee lijnen) is. (Voorb.) Uitvoer: Mono
Uitvoer: Stereo
–[COMP/LM]–[WAH]–
–[MOD]=[DLY]=
Voor elektrische gitaar/ elektrische bas
2. ACOUSTIC SIM
1. E. GUITAR MULTI Dit is een multi-effect, ontworpen voor elektrische gitaar. Dit voorziet in een versterkergeluid dat een voorversterker en een luidspreker simulator gebruikt. -[COMP/LM]-[DIST]-[AMP]-[EQ] [NS]-[MOD]=[DLY]= Compressor/Limiter Distortion Amp Equalizer Noise Suppressor Modulation - Octave - Phaser - Flanger - Tremolo - Rotary - Uni-v - Pan - Chorus Delay
112
Dit is een multi-effect, ontworpen voor elektrische gitaar. Dit stelt u in staat een elektrische gitaar te gebruiken om klanken die op die van een akoestische gitaar lijken te produceren. -[ASIM]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS] [CHO]=[DLY]= Acoustic Simulator Compressor/Limiter Equalizer Noise Suppressor Chorus Delay
Gedetailleerde effectinstellingen
Simuleert de klank van een basgitaar. U kunt de klank van een basgitaar verkrijgen, terwijl u een elektrische gitaar bespeelt.
-[G->B]-[COMP/LM]-[DIST]-[AMP] [EQ]-[NS]-[MOD]=[DLY]=
Dit effect is specifiek ontworpen voor de ingebouwde microfoons. Dit algoritme schakelt zes types effecten, allemaal in volledig stereo. =[COMP/LM]=[EQ]=[NS]=[MOD] [CHO]=[DLY]= Compressor/Limiter Equalizer
Guitar to Bass
Noise Suppressor
Compressor/Limiter
Modulation - Phaser
Amp
- Flanger
Equalizer
- Tremolo
Noise Suppressor
- Rotary
LIVE REC modus
Distortion
Modulation
Voorbereidingen
* Wanneer u GUITAR TO BASS gebruikt, moet u geen akkoorden spelen.
5. STEREO MULTI
Snelle start
3. GUITAR TO BASS
- Pan
- Octave
Chorus
- Phaser
Delay
- Flanger - Tremolo - Chorus
MTR modus
- Pan
Voor akoestische gitaar
Delay
6. A.GUITAR MULTI
Voor microfoon Dit is een multi-effect voor vocalen. Dit biedt effecten die voor vocalen geoptimaliseerd zijn.
-[ACP]-[COMP/LM]-[EQ]-[NS] [CHO]=[DLY]=
Handige functies
-[PCR]-[DYN]-[EQ]-[NS] [DB/HR]=[DLY]=
Zelfs als een elektrisch-akoestische gitaar op lijnniveau is aangesloten, biedt dit een warme klank, gelijk aan dat wat door een microfoon wordt verkregen.
Acoustic Processor Compressor/Limiter
Pitch Correct
Equalizer
Dynamics
Noise Suppressor
Equalizer
Chorus
Noise Suppressor
Delay
eBand modus
4. VOCAL MULTI
Dit is een multi-effect, ontworpen voor akoestische gitaar.
Double/Harmony
113
Appendix
Delay
Algemene instellingen De ingangsgevoeligheid aanpassen (INPUT) Hier ziet u hoe de ingangsgevoeligheid van de GUITAR/MIC IN Jack/ingebouwde microfoons aangepast kan worden.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘INPUT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de draaiknop om de waarde
4. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om een parameter te selecteren, en gebruik de draaiknop om de waarde te bewerken. Parameter
Uitleg
LCD CONTRAST
Past het contrast van het LCD-scherm aan.
LCD BACKLIGHT
Past de helderheid van de verlichting van het LCD-scherm aan.
POWER SAVE
Specificeert de tijd waarna de verlichting van het LCDscherm gedempt zal worden.
AUTO POWER OFF
Specificeert de tijd waarna de stroom automatisch uitgezet zal worden (p.42).
REMAIN INFO (alleen MTR modus)
Als u dit op ON zet, wordt de indicatie van de huidige tijd verandert, zodat de resterende beschikbare opnametijd wordt weergegeven. Als u dit op OFF zet, wordt de huidige tijd opnieuw weergegeven.
BATTERY
Specificeert het type batterij dat geïnstalleerd is.
PATCH SYNC
Hier kunt u de PATCH SYNC functie aan/uitzetten (p.98).
aan te passen.
4. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het relevante scherm van de modus waarin u zich bevindt terug te keren.
Systeeminstellingen (SYSTEM) 1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
114
5. Druk een aantal malen op de [EXIT] knop om naar het relevante scherm van de modus waarin u zich bevindt terug te keren.
Algemene instellingen
Hier ziet u hoe u de gebruiksstatus van de SD-kaart kunt bekijken.
2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. ] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SD CARD INFO’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop. Uitleg
TOTAL SIZE
Totale capaciteit van de SD-kaart.
REMAIN SIZE
Resterende vrije ruimte op de SD-kaart.
4. Druk een aantal malen op de [EXIT]
• Zorg dat de BR-80 is uitgeschakeld voordat u een SD-kaart insteekt of verwijdert. Wanneer een SD-kaart wordt ingestoken of verwijdert terwijl de stroom aan is, kan de data op de SDkaart, of de SD-kaart zelf, beschadigen. • Afhankelijk van de capaciteit van de SD-kaart kan het formatteren enkele minuten in beslag nemen. Dit is geen storing. Zet de stroom niet uit voordat het formatteren is voltooid. • De SD-kaart mag nooit worden verwijderd en de stroom mag niet worden uitgezet terwijl de boodschap ‘Keep power on!’ wordt weergeven. Hierdoor kan de data op de SD-kaart, of de SD-kaart zelf, beschadigen.
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
Appendix
115
Handige functies
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
eBand modus
knop om naar het relevante scherm van de modus waarin u zich bevindt terug te keren.
• Voordat u een in de handel verkrijgbare SD-kaart gebruikt, moet u deze op de BR-80 formatteren.
MTR modus
Parameter
• Als u een kaart formatteert, zal de volledige inhoud van die kaart verloren gaan. Sla belangrijke data op, voordat u verder gaat (p.107).
LIVE REC modus
3. Gebruik de cursor [
OPMERKING Voorbereidingen
1. Druk op de [MENU] knop.
Een SD-kaart initialiseren (FORMAT)
Snelle start
Het SD-kaartgebruik bekijken (SD CARD INFO)
Algemene instellingen 3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FORMAT’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
Een boodschap verschijnt, die vraagt ‘Are you sure?’
4. Om de kaart te formatteren kiest u ‘Yes’, en drukt u op de [ENTER] knop. Als u besluit te annuleren, kiest u ‘No’ en drukt u op de [ENTER] knop. Als u ‘Yes’ kiest en op de [ENTER] knop drukt, zal de kaart geformatteerd worden, waarna u naar het relevante scherm voor de modus waarin u zich bevindt terugkeert. Vervolgens wordt ‘Keep power on! Song Creating...’ in het scherm getoond, en een nieuwe song zal gecreëerd worden. Nadat de song gecreëerd is, keert u naar het basisscherm van de modus waarin u zich bevindt terug.
Het apparaat initialiseren (FACTORY RESET) 1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FACTORY RESET’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
De boodschap ‘Are you sure?’ verschijnt.
4. Om de factory Reset uit te voeren, kiest u ‘Yes’ en drukt u op de [ENTER] knop. Als u besluit te annuleren, kiest u ‘No’ en drukt u op de [ENTER] knop. Als u ‘yes’ kiest en op de [ENTER] knop drukt, zal de Factory Reset worden uitgevoerd. OPMERKING Nadat de Factory Reset is uitgevoerd, zet u de BR-80 uit, en dan weer aan.
116
Algemene instellingen Uitleg
3min. 5min. 10min. 15min. 30min. 45min. 60min.
Specificeert de tijd vanaf het moment dat u de BR-80 niet meer bedient, totdat de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
OFF
De stroom wordt niet automatisch uitgeschakeld.
In de fabrieksinstellingen is deze functie op ‘ON’ ingesteld (stroom uitschakelen na 30 minuten). Als u deze functie op ‘OFF’ wilt zetten, verandert u de instelling als volgt.
LIVE REC modus
OPMERKING
Voorbereidingen
De BR-80 kan de stroom automatisch uitschakelen. De stroom wordt automatisch uitgezet nadat er 30 minuten zijn verstreken, sinds u het apparaat heeft bespeeld of bediend.
Waarde
Snelle start
Auto Power Off instellingen
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, zullen effectinstellingen die u bewerkte verloren gaan. Voordat de stroom wordt uitgeschakeld, moet u alle instellingen die u wilt behouden opslaan.
MTR modus
1. Druk op de [MENU] knop. 2. Gebruik de cursor [
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘FUNCTION’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
3. Gebruik de cursor [
eBand modus
] [ ] knoppen om de cursor naar ‘SYSTEM SETUP’ te verplaatsen, en druk op de [ENTER] knop.
4. Gebruik de cursor [
Handige functies
][ ] knoppen om AUTO POWER OFF te selecteren, en gebruik de cursor [ ] [ ] knoppen om de instelling te veranderen.
Appendix
117
Het instrument stemmen De BR-80 heeft een Chromatic Tuner functie, waarmee een instrument gemakkelijk gestemd kan worden. Het ingebouwde stemapparaat ondersteunt gitaar of basgitaar.
2. Om het stemapparaat uit te zetten, drukt u op de [EXIT] knop. MEMO Als u niet wilt dat het geluid tijdens het stemmen hoorbaar is, verlaagt u de [VOLUME] knop.
Hier ziet u hoe de gitaar gestemd kan worden. De ingangen die gestemd kunnen worden, zijn afhankelijk van de modus. LIVE REC modus
Invoer
MTR modus
eBand modus
Stemmen 1. Speel een losse noot op de open snaar die u stemt.
GUITAR/ MIC IN
In het scherm wordt de nootnaam die het dichtst bij de toonhoogte van de gespeelde snaar ligt getoond.
Ingebouwde microfoons LINE IN
* U moet een cleane, losse noot spelen, en alleen op de snaar die u wilt stemmen.
USB
* Terwijl het stemapparaat wordt gebruikt, is afspelen of opnemen niet mogelijk.
Naar het stemapparaat overschakelen
2. Stem het instrument zo, dat de juiste nootnaam van de snaar die u stemt in het scherm verschijnt. Standaard stemming 7e 6e 5e 4e 3e 2e 1ste snaar snaar snaar snaar snaar snaar snaar
1. Houd de [RHYTHM] knop ingedrukt en druk op de [COSM] knop.
Gitaar
B
E
A
D
G
B
E
Bas
-
-
B
E
A
D
G
Het TUNER scherm verschijnt. Stemmingsindicator
3. Terwijl u de stemmingsindicator in de
R Referentie toonhoogte to Nootnaam
De stemmingsindicator geeft het verschil tussen de invoer toonhoogte en de weergegeven nootnaam aan. Als het verschil tussen de invoer en de juiste toonhoogte binnen +/- 50 cent is, toont de stemmingsindicator het verschil.
118
gaten houdt, stemt u het instrument zo, dat de gewenste nootnaam en de beide driehoekjes in het scherm verschijnen. Als het verschil binnen +/- 50 cent van de correct toonhoogte ligt. Toont de stemmingsindicator het verschil tussen het instrument en de weergegeven toonhoogte.
Het instrument stemmen 445 Hz worden aangepast. In het TUNER scherm kunt u de draaiknop gebruiken om de referentie toonhoogte in te stellen.
Snelle start
Als het instrument vals is
Vanuit de fabriek is dit op 440 Hz ingesteld. MEMO De referentie toonhoogte instelling wordt binnen de BR-80 opgeslagen.
Voorbereidingen
Als het instrument met de weergegeven toonhoogte overeenkomt
LIVE REC modus
Als het instrument zuiver is.
MTR modus
4. Herhaal stappen 1-3 om elke snaar van het instrument te stemmen. MEMO
eBand modus
Als u een gitaar met een whammy bar stemt, kunnen andere snaren vals worden wanneer één snaar wordt gestemd. Stem eerst alleen snaren bij benadering, zodat de juiste nootnaam wordt weergegeven, en stem dan iedere snaar, zo vaak als nodig, opnieuw.
Handige functies
De referentie toonhoogte specificeren Als een instrument wordt gestemd, wordt de referentie toonhoogte in het algemeen als de frequentie van de A4 noot (de middelste A op een pianoklavier) aangegeven.
119
Appendix
De referentie toonhoogte van het stemapparaat kan binnen de reeks van 435-
120
Snelle start
Voorbereidingen
Appendix
LIVE REC modus
MTR modus
eBand modus
Handige functies
Appendix
Probleemoplossing Deze sectie bevat tips waarmee problemen opgelost kunnen worden. Als u middels deze informatie het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met een klantenservice zoals die aan het eind van deze handleiding is te vinden.
Problemen met de stroomvoorziening Onderdeel
Uitleg
Pag.
• Is de gespecificeerde adapter (PSA serie, apart verkrijgbaar) op juiste wijze aangesloten? • Gebruik nooit een andere adapter dan die voor de BR-80 is gespecificeerd. Wordt de computer of de USB-hub van voldoende stroom voorzien? De verbinding kan niet gemaakt worden als de BR-80 onvoldoende stroom krijgt. Zorg dat geen van de volgende zaken van toepassing zijn. Stroom wordt niet aangezet
• Als u een notebook computer gebruikt, die op een batterij werkt, kunnen sommige computers een instabiele werking hebben. In dat geval sluit u een adapter op de computer aan. • De instellingen voor stroombeheer op de computer kunnen de USB stroomvoorziening beperken. Controleer de instellingen op de computer. • In sommige gevallen kan de BR-80 niet met hubs die door een bus van stroom worden voorzien (USB-hubs die geen stroomvoorziening bevatten) worden gebruikt. Gebruik een hub met een eigen stroomvoorziening (een hub die een stroomvoorziening bevat).
Problemen met het geluid Onderdeel
Uitleg Is de stroom van de BR-80 en de aangesloten apparatuur aangezet? Zijn de geluidskabels correct aangesloten? Kan een geluidskabel gebroken zijn? Is het volume op de aangesloten versterker of het mengpaneel verlaagd?
Geen geluid
Is de [VOLUME] draaiknop lager gedraaid? Is er een SD-kaart ingestoken? Is een SD-kaart die niet door de BR-80 wordt ondersteund ingestoken? Voordat een andere SD-kaart dan degene die bij het apparaat werd geleverd wordt gebruikt, raadpleegt u de Roland website (http://www.roland.com/). Daar vindt u de meest recente informatie wat betreft compatibiliteit. Probeert u een frase in MTR modus af te spelen, die korter is dan één seconde? Frases korter dan één seconde kunnen niet in MTR modus worden afgespeeld.
122
Pag.
Probleemoplossing Uitleg
Kan geen WAV/MP3 bestand afspelen
Probeert u een bestand af te spelen dat een formaat heeft dat de BR-80 niet ondersteunt?
Snelle start
Onderdeel
Pag.
Voorbereidingen
Het volumeniveau Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat? van apparatuur die Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat. op de LINE IN Jack of GUITAR/MIC IN Jack is Is het volume van het externe apparaat correct aangepast? aangesloten is te laag. Is het volume van de track verlaagd? Geen geluid van een specifieke track in MTR modus.
Is de verkeerde V-Track geselecteerd? Is de track op Mute ingesteld? Is een andere track op Solo ingesteld?
LIVE REC modus
Heeft u de [REC LEVEL] draaiknop aangepast? Kan de ingangsbron niet horen.
Is de INPUT SENS aangepast? Is de GUITAR/MIC selectieschakelaar correct ingesteld? Is de song beveiligd? Is de SD-kaart ingestoken?
Kan niet opnemen. Is er voldoende vrije ruimte op de SD-kaart?
MTR modus
Is de SD-kaart vergrendeld? Controleer de hoeveelheid Reverb en zendniveau voor het Loop effect. U wilt geen Reverb toepassen in de MTR modus.
De BR-80 biedt Reverb als een Loop effect. Reverb wordt standaard toegepast. Als u het Reverb-effect wilt uitzetten, zet u de hoeveelheid zendniveau van elke track op ‘0’. Is er een passende ingangsgevoeligheid ingesteld?
eBand modus
Het opgenomen geluid zal vervormen als de ingangsgevoeligheid te hoog is, en er zal een overmatige ruis te horen zijn als de ingangsgevoeligheid te laag is. Pas de ingangsgevoeligheid zo aan, dat de Peak indicator kort oplicht wanneer de luidste passages optreden.
Handige functies
Zijn de uitgangsniveaus van de track correct? Opgenomen geluid bevat ruis of is Als er ruis of vervorming na de Mastering is, zijn de niveaus van de trackuitvoer te hoog. vervormd. Is er een microfoon met een hoge uitgangsimpedantie rechtstreeks op de BR-80 aangesloten? Aangezien de GUITAR/MIC IN Jack (als MIC is geselecteerd) een laag-impedantie ingang is, kan het opnameniveau bij sommige microfoons te laag zijn. In dit geval leidt u het signaal door een in de winkel verkrijgbare microfoon voorversterker, voordat het wordt opgenomen.
123
Appendix
Er is wat ruis te horen als er in de LIVE REC Hoewel een geringe hoeveelheid ruis hoorbaar kan zijn als er aan de [REC modus aan de [REC LEVEL] knop wordt gedraaid terwijl u zich in de LIVE REC modus bevindt, duidt LEVEL] draaiknop dit niet op een storing. wordt gedraaid.
Probleemoplossing
Problemen met de SD-kaart Onderdeel
Uitleg
Pag.
Data op de SD-kaart kan door de volgende oorzaken zijn beschadigd. Formatteer de SD-kaart. • Is de stroom tijdens opnemen of afspelen uitgezet? Data op de SD-kaart is beschadigd
• Heeft de SD-kaart aan een sterke, fysieke schok blootgestaan? • Heeft u de stroom uitgezet terwijl er toegang tot de SD-kaart werd gezocht? • Gebruikt u een SD-kaart die door een computer of digitale camera is geformatteerd? Is de SD-kaart tegen schrijven beveiligd?
Kan de SD-kaart niet formatteren
Is er een SD-kaart ingestoken die niet door de BR-80 wordt ondersteund? Voordat u een andere SD-kaart dan die bij het apparaat werd geleverd gebruikt, raadpleegt u de Roland website (http://www.roland.com/). Daar vindt u de meest recente informatie betreffende compatibiliteit.
Problemen met USB Onderdeel
Uitleg Is de USB-kabel correct aangesloten? Ondersteunt het besturingssysteem van de computer de BR-80?
Het Idling scherm verschijnt niet.
Voor informatie over de werkingsomgeving die voor het gebruik van USB nodig is, raadpleegt u de Roland website (http://www.roland.com/) Ondersteunt de computer USB 2.0? De BR-80 werkt niet met USB 1.1 of eerdere versies. Gebruik een computer die USB 2.0 ondersteunt.
Geluid dat via USB wordt ingevoerd is niet hoorbaar
124
Is de USB-modus op Storage ingesteld? Is de USB-driver correct geïnstalleerd?
Pag.
Lijst van storingsmeldingen Snelle start
Een storingsmelding verschijnt in het scherm als u een ongeldige handeling probeert uit te voeren of wanneer een handeling niet correct uitgevoerd wordt. Probeer het probleem te verhelpen aan de hand van de hieronder volgende oplossingen. Oorzaak
Oplossing
Already exists!
Er is al een bestand met dezelfde naam.
Creëer een bestand dat een andere naam heeft.
Battery low!
De batterijen zijn bijna leeg.
Vervang de batterijen zo snel mogelijk.
Cannot change file name!
De bestandsnaam bevat tekens die niet door de BR-80 gelezen kunnen worden. Het geselecteerde bestand heeft een naam die uit meer dan acht tekens bestaat.
Pag.
Voorbereidingen
Melding
Verander de bestandsnaam met gebruik van de computer.
U probeerde een patroon te verwijderen van een ritme dat slechts één patroon heeft.
Zorg dat het ritme minimaal twee patronen heeft, en probeer dan te wissen.
Cannot Edit!
In het Level Meter scherm probeerde u het tempo van een ritme, dat halverwege een tempoverandering heeft, te veranderen.
Maak de tempoveranderingen met gebruik van de Rhythm Edit functie.
Cannot insert!
Het ritme heeft 999 maten overschreden.
Een ritme kan niet meer dan 999 maten bevatten.
Card full!
Opnemen of kopiëren is niet mogelijk, omdat er niet voldoende vrije ruimte op de SD-kaart is.
Maak een reservekopie van belangrijke data op de computer, en verwijder onnodige data van de kaart.
Card locked!
Opslaan of wissen kan niet worden uitgevoerd, omdat de Lock functie van de SD-kaart is ingeschakeld.
Zet de stroom uit, verwijder de SD-kaart en zet Lock uit.
eBand modus
Cannot delete!
MTR modus
De songnaam die door Song De songnaam kan niet bewerkt worden. List Editor is bewerkt, kan op de Gebruik Song List Editor om de naam te BR-80 worden bekeken, maar niet bewerken. bewerkt worden.
LIVE REC modus
Cannot edit song name!
Zet de stroom uit, steek de SD-kaart opnieuw in, en zet dan de stroom weer aan.
Data van de SD-kaart kon niet correct gelezen worden.
Handige functies
Card read error!
Als dezelfde boodschap verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft ondernomen, kan de SD-kaart beschadigd zijn. Formatteer de SD-kaart. Als dezelfde boodschap verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft ondernomen, kan de SD-kaart beschadigd zijn.
Appendix
125
Lijst van storingsmeldingen Melding
Oorzaak
Card write error!
Tijdens het opslaan van data op de SD-kaart is een storing opgetreden.
Data too long!
De song is te lang (het bestand is te groot) om gespeeld te kunnen worden.
Maak het bestand kleiner, door het bijvoorbeeld op een computer in kleinere porties te verdelen.
Data too short!
U probeerde een WAV-bestand dat korter is dan één seconde te importeren.
Het WAV-bestand moet langer zijn dan één seconde om geïmporteerd te kunnen worden.
Data kon niet snel genoeg gelezen of opgeslagen worden, omdat de data op fragmentarische wijze op de SD-kaart is opgeslagen.
Reduceer het aantal tracks dat gelijktijdig gespeeld moet worden.
Drive busy!
Het kan ook zijn dat u een SD-kaart die niet snel genoeg is gebruikt.
Oplossing
Pag.
Formatteer de SD-kaart. De songdata die u probeerde op te slaan zal verloren gaan. Als dezelfde boodschap verschijnt nadat u de hierboven beschreven actie heeft ondernomen, kan de SD-kaart beschadigd zijn.
Gebruik de Bounce operatie om tracks te combineren, en verwijder de tracks die niet gespeeld hoeven te worden. Probeer dan nogmaals om af te spelen.
Dit probleem treedt eerder op als u frases (opgenomen data) van slechts enkele secondes lang samenvoegt, bijvoorbeeld wanneer Punch In/Out Recording wordt gebruikt.
Reduceer het aantal onderdelen dat gelijktijdig wordt opgenomen.
Het maximale aantal Events dat de BR-80 in één song kan verwerken is overschreden.
Wis onnodige tracks.
Wat is een Event?
Event full!
Een ‘Event’ is de kleinste eenheid die door de BR-80 wordt gebruikt om de data, die op een SD-kaart is opgenomen, te beheren. Voor elke nieuw gecreëerde song zijn ongeveer 30.000 Events beschikbaar. Voor elke track neemt iedere opname operatie twee Events in beslag. Operaties zoals Punch In/Out en Track Copy nemen ook Events in beslag. Het aantal verbruikte Events verandert op een ingewikkelde manier, afhankelijk van de omstandigheden. Als er bijvoorbeeld feitelijk vrije ruimte op de SD-kaart is, kunnen trackbewerking en opnemen niet meer worden uitgevoerd als alle Events zijn opgebruikt. Als dit gebeurt, verschijnt de storingsmelding ‘Event Full!’.
No card!
U voerde een Recorder of SD-kaart handeling uit terwijl er geen SD-kaart was ingestoken, of de kaart was niet volledig ingestoken. U verwijderde de SD-kaart nadat data op de SD-kaart was geselecteerd.
126
Zet de stroom uit, steek de SD-kaart stevig is, en zet dan de stroom weer aan.
Lijst van storingsmeldingen Oorzaak
Oplossing
No file!
Tijdens het importeren van WAV-data, bleek het bestand dat geïmporteerd moest worden niet te bestaan.
Maak het bestand dat geïmporteerd moet worden gereed.
De SD-kaart bevat geen songs.
Creëer een nieuwe song.
De songmap bevat onjuiste data, of bevat de benodigde data niet.
Pag.
Zet reservekopie van data die in de computer is opgeslagen, opnieuw in de BR-80 terug.
Voorbereidingen
No song!
Snelle start
Melding
Zet de volledige ‘ROLAND’ map in de BR-80 terug.
Not available!
De handeling die u probeerde uit te voeren, kan in de huidige modus niet worden uitgevoerd.
Power down!
Het voltage van de interne stroomvoorziening is tot onder de toegestane reeks voor het bedienen van de Recorder gedaald.
LIVE REC modus
Als u de adapter gebruikt: het kan zijn dat de kabel is gebroken of dat de adapter storingen vertoont. Neem contact op met Roland klantenservice of uw handelaar. Als u batterijen gebruikt: installeer nieuwe batterijen.
U probeerde data op te slaan, in een song waarvan de Song Protect instelling op ‘ON’ staat.
Zet Song Protect op ‘OFF’.
Stop recorder!
De handeling kan niet worden uitgevoerd terwijl de Recorder in werking is (d.w.z: tijdens afspelen of opnemen).
] (STOP) knop om het Druk op de [ afspelen of opnemen te stoppen.
System error!
Opslaan in het geheugen van de BR-80 is mislukt.
Too many files!
U probeerde meer dan 1.000 bestanden in LIVE REC modus te creëren.
Verwijder onnodige bestanden.
Too many songs!
U probeerde meer dan 100 songs in MTR modus te creëren.
Verwijder onnodige songs.
Unformatted card!
Deze SD-kaart kan niet op de BR-80 worden gebruikt.
MTR modus
Protected!
Het kan zijn dat de BR-80 een storing heeft vertoond. Neem contact op met Roland klantenservice of uw handelaar.
eBand modus
Zet de stroom uit, steek de SD-kaart stevig in, en zet dan de stroom weer aan.
U probeerde een WAV-bestand Unsupported format! dat niet door de BR-80 wordt ondersteund te importeren.
Controleer het formaat van het WAVbestand.
Memory full!
Wis onnodige tracks.
De song is groter dan 2 GB.
Handige functies
Formatteer de kaart op de BR-80.
Appendix
127
Specificaties BOSS MICRO BR BR-80 : DIGITAL RECORDER Tracks: MTR modus
8
Gelijktijdig op te nemen tracks:
2
V-Track: 64 (8 V-Tracks voor elke track) Tracks
eBand modus
Tracks:
Tracks: LIVE REC modus
2 (stereo)
Gelijktijdig op te nemen tracks:
2 (stereo)
2 (stereo)
Gelijktijdig op te nemen tracks:
2
* Ofwel het afspelen, ofwel het opnemen. Bruikbare capaciteit
SDHC-kaart:
4 GB–32 GB
SD-kaart:
1 GB–2 GB
MTR modus
Lineair (bit diepte: 16 bit) eBand songs (opnemen/afspelen)
Data type
eBand modus
WAV (bit diepte: 16 bit, alleen afspelen) MP3 (bit dieptes: 64 kbps-320 kbps, alleen afspelen)
LIVE REC modus
WAV (bit diepte: 16 bit, opnemen/afspelen) MP3 (bitdieptes: 64 kbps-320 kbps, opnemen/afspelen)
24 bits AD conversie 24 bits DA conversie
24 bits
Samplesnelheid
44.1 kHz 1GB
MTR modus (berekend als 1 track)
eBand modus Opnametijd (conversie in één track) eBand modus/ LIVE REC modus
eBand Song
3 uur
32GB
100 uur
1GB
4 uur
32GB
130 uur
WAV 16-bit, stereo
1GB
1.5 uur
32GB
50 uur
MP3 128 kbps, stereo
1GB
16 uur
32GB
550 uur
* De hierboven genoemde opnametijden zijn bij benadering. Tijden kunnen iets korter zijn, afhankelijk van het aantal songs dat werd gecreëerd. * Het bovenstaande nummer van de MTR modus is het totaal van alle gebruikte tracks. Als alle acht tracks een gelijke hoeveelheid data bevatten, zal de lengte van de resulterende song ongeveer 1/8 van dat wat hierboven wordt genoemd zijn. GUITAR/MIC IN Jack:
LINE IN Jack:
128
-20 dBu (GUITAR/MIC SW = GUITAR) -40 dBu (GUITAR/MIC SW = MIC)
Nominaal ingangsniveau
-10 dBu
Specificaties Snelle start
GUITAR/MIC IN Jack:
1 M ohm (GUITAR/MIC SW = GUITAR) 6 k ohm (GUITAR/MIC SW = MIC)
Ingangsimpedantie LINE IN Jack: Nominaal uitgangsniveau
PHONES/LINE OUT Jack: -14 dBu
Uitgangsimpedantie
PHONES/LINE OUT Jack: 22 ohm
Beeldscherm
Grafisch LCD 128 x 64 dots
10 k ohm
Voorbereidingen
24-bit/44.1 kHz USB-AUDIO (Hi-Speed USB) USB-functies
USB Mass storage Class (Hi-Speed USB) BUS stroomvoorziening GUITAR/MIC IN Jack LINE IN Jack (stereo plug)
Aansluitingen
PHONES/LINE OUT Jack (stereo plug)
LIVE REC modus
USB-aansluiting (mini-B type) DC IN Jack DC 9V:
adapter (apart verkrijgbaar) Alkaline batterij (AA, LR6) x 2
Stroomvoorziening
Oplaadbare Ni-MH batterij (AA, HR6) x 2 USB stroomvoorziening 130 mA (DC IN) Alkaline batterijen: ongeveer 6 uur (met voortdurend afspelen van 8 tracks, stroombesparingsfunctie) * Deze getallen verschillen, afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden.
Afmetingen
138.0 (B) x 86.0 (D) x 21.7 (H) mm
Gewicht
140 g
MTR modus
Stroomverbruik
SD-kaart
eBand modus
SONAR X1 LE DVD-ROM Accessoires
USB-kabel (mini-B type) Alkaline batterij (AA, LR6) x 2 Gebruikershandleiding
Opties (afzonderlijk verkrijgbaar)
Adapter:
PSA serie
Silicoon rubberen behuizing:
BA-BR80S
Handige functies
* 0 dBu = 0.775 Vrms * In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen.
Appendix
129
Index [ [ [ [ [ [
] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 ] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 ] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 ] (STOP) knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 ] (PLAY) knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 ] (REC) knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
A [A B] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 AB EDIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 AB Repeat EBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 Adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 ACOUSTIC SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Afspelen eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 A.GUITAR MULTI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Algoritme Akoestische gitaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 E.Bass . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 E,Guitar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Audio Interface . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 Auto Power Off . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117 AUTO POWER OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 AUTO PUNCH IN/OUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
B Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Batterijcompartiment deksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 BATTERY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 BEST 30 EDIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 BOUNCE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80 BR serie Wav Converter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
C CENTER CANCEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 96 [COSM] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Cursorknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
D DC IN Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Demosong. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 Draaiknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Drumklank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
130
E eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 91 eBand Song List Editor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 Effect Detail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 Effect categorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67 Effect Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67 E.GUITAR MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 [ENTER] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 [EXIT] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
F FACTORY RESET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 FORMAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
G Geheugenkaart beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 GUITAR/MIC IN Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 GUITAR/MIC selectieschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 GUITAR TO BASS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
I INPUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
K Kit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
L LCD BACKLIGHT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 LCD CONTRAST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Lijst van storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 LINE IN Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 LIVE REC modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 45
M Masteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 MASTERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81 [MENU] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 MIC L/R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 55 Mute . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
N Niveaumeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
O Opnameniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Opnemen eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Index
P
S
UNDO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78 USB-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 USB-driver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 User Patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
V VOCAL MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 [VOLUME] draaiknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 V-TRACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
W WRITE/NAME Effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
eBand modus Handige functies
131
Appendix
SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 SD CARD INFO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 SMF IMPORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 Solo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 SONG. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94 SONG COPY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 SONG ERASE eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 SONG INFO eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85 SONG NAME eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86 SONG NEW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 SONG OPTIMIZE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
U MTR modus
[REC LEVEL] draaiknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Record modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Recover. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 REC TRACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59 REDO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78 REMAIN INFO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Reservekopie maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 Reverb. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65 REVERB SEND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65 [RHYTHM] knop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Riem opening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Ritme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Trackknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 TRACK EDIT COPY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 ERASE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76 EXCHANGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77 IMPORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78 MOVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76 TRACK EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 TRACK LEVEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63 TRACK MUTE & SOLO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 TRACK PAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
LIVE REC modus
R
T
Voorbereidingen
PATCH SYNC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 PHONES/LINE OUT Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Phrase Trainer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 PLAY MODE eBand modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96 LIVE REC modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 POWER SAVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Problemen Stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 Geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Song patch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67 SONG PROTECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86 SONG SELECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 Song Templates . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 SPEED . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 95 Stemapparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 STEREO MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 SYSTEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
Snelle start
MTR modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
MEMO
132
Informatie
Als u een reparatiedienst nodig heeft, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur in uw land. Deze zijn hieronder te vinden.
133
Voor EU-Landen
134
Voor EU-Landen Dit produkt voldoet aan de vereisten van Europese richtlijn 2004/108/EC.
135