Gebruikershandleiding
LAERDAL M3840A, M3841A HEARTSTART FR2 halfautomatische externe defibrillator (AED)
A
Met de klok mee vanaf rechtsboven. # Batterij. Disposable batterij gebruikt om de HEARTSTART FR2 van energie te voorzien. (Controleer de plaatselijke voroschriften voor de vereisten voor afvoering en recycling.)
P
O
N
B
$ Aan/uit-toets. Zet de FR2 aan en start de schermen gesproken prompts. Als er nogmaals op wordt gedrukt, wordt de FR2 uitgezet.
C D E F G H
%
Statusindicator. Laat u de gereedheidsstatus van de HEARTSTART FR2 zien.
I M
& Scherm. Geeft tekstprompts en voorvalgegevens weer. Het scherm van de HEARTSTART FR2 M3840A geeft ook het ECG van de patiënt weer. '
Optietoetsen. Stellen het contrast van het scherm bij en regelen speciale functies. ( Pieperpoort. Geeft wanneer nodig waarschuwingssignalen. Deze bevindt zich onder de rechter rand van de FR2. )
Infrarood (IR)communicatiepoort. Een speciale lens, of “oog”, die gebruikt wordt om gegevens rechtstreeks van of naar een ander apparaat over te brengen. *
Datakaartpoort. Aansluitpunt voor datakaarthouder. + Datakaart (optioneel). Wordt gebruikt om informatie over het voorval, met inbegrip van ECG en optionele
L
K
J
opname van stem, op te slaan en te bekijken.
/ Luidspreker. Versterkt gesproken prompts tijdens het gebruik van de FR2.
, Datakaarthouder. Speciale huls waarin de datakaart wordt geplaatst en die in de datakaartpoort past om de FR2 tegen vloeistoffen te beschermen. De houder moet in de FR2 geïnstalleerd blijven zelfs wanneer er geen datakaart wordt gebruikt.
0 Diagram voor het plaatsen van elektroden. Illustreert de juiste plaatsing van elektroden. De diagrammen zijn ook afgebeeld op de achterkant van de defibrillatie-elektroden.
- Microfoon. Wordt als optie gebruikt om de omgevende audio tijdens een voorval op te nemen. De microfoon bevindt zich onder de rechter rand van de FR2. . Schoktoets. Regelt de toediening van schokken. De toets knippert wanneer de HEARTSTART FR2 gereed is om een schok toe te dienen.
1 Poort voor de connector van de defibrillatie-elektroden. Aansluitpunt voor de connector van de kabel van de defibrillatie-elektroden. Een LED-lichtje ernaast knippert om de plaats van het contact te laten zien en wordt bedekt wanneer de connector wordt ingebracht. 2 Defibrillatie-elektroden. Zelfklevende elektroden met daaraan bevestigde kabel en connector.
Notice Over deze editie
Copyright
WAARSCHUWING
De informatie in deze gids geldt voor de HEARTSTART FR2 halfautomatische externe defibrillator model M3840A en M3841A van Laerdal Medical. Wijzigingen voorbehouden.
Copyright © 2000 Agilent Technologies, Inc. Heartstream Operation 2401 Fourth Avenue, Suite 500 Seattle, WA 98121, V.S. (206) 664-5000
VOLGENS DE AMERIKAANSE WETGEVING MAG DIT MEDISCHE HULPMIDDEL UITSLUITEND DOOR OF OP VOORSCHRIFT VAN EEN ARTS WORDEN VERKOCHT.
Laerdal Medical is niet aansprakelijk voor fouten in deze documentatie of voor bijkomende schade of gevolgschade in verband met het verschaffen, de werking of het gebruik van dit materiaal.
Dit document mag niet worden gekopieerd, gereproduceerd of in een andere taal worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Laerdal Medical.
De HEARTSTART FR2 dient uitsluitend voor gebruik met door Laerdal Medical goedgekeurd toebehoren. De HEARTSTART FR2 werkt verkeerd indien nietgoedgekeurd toebehoren wordt gebruikt.
Overzicht van edities Editie 1 Datum van publicatie: April 2000 Publicatienummer: M3840-91903 Assemblagenummer: 011136-0001 Gedrukt in de V.S.
Gemachtigd vertegenwoordiger voor de EU: Laerdal Medical A/S P.O. Box 377 N-4001 Stavanger, Norway Tel.: 51 51 17 00
In Houdsopgave 1 Inleiding tot de HEARTSTART FR2 Wat is de HEARTSTART FR2? .........................................................................................................1-1 Wanneer wordt de HEARTSTART FR2 gebruikt? ............................................................................1-2 Hoe werkt de HEARTSTART FR2? ...................................................................................................1-2 Hoe wordt de HEARTSTART FR2 geleverd? ....................................................................................1-3
2 De HEARTSTART gereedmaken voor gebruik Overzicht .............................................................................................................................................2-1 De batterij installeren ..........................................................................................................................2-1 De klok instellen ..................................................................................................................................2-3 De batterijinbrengingszelftest uitvoeren .............................................................................................2-4 De HEARTSTART FR2 plaatsen en vastzetten .................................................................................2-5
3 Gebruik van de HEARTSTART FR2 Overzicht .............................................................................................................................................3-1 Stap 1: Voorbereiding .........................................................................................................................3-2 Stap 2: ECG-analyse en -bewaking .....................................................................................................3-3 Stap 3: Toediening van schokken ........................................................................................................3-4
4 Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2 Overzicht .............................................................................................................................................4-1 Leidraad voor het oplossen van problemen .........................................................................................4-1 Overzicht van statusindicator .......................................................................................................4-2 Bijzonderheden van de statusindicator .........................................................................................4-4 Batterij ..........................................................................................................................................4-6 Defibrillatie-elektroden .................................................................................................................4-7 Ritmeanalyse en defibrillatie ........................................................................................................4-8 Testen ..................................................................................................................................................4-8 Batterijinbrengingszelftest ............................................................................................................4-9 Periodieke zelftests .....................................................................................................................4-13 Historiek van het apparaat ..........................................................................................................4-13 Batterij historiek .........................................................................................................................4-14 Onderhoud .........................................................................................................................................4-14 Onderhoudsschema .....................................................................................................................4-14 Checklist van de gebruiker .........................................................................................................4-17 De HEARTSTART FR2 schoonmaken ......................................................................................4-19
i
In Houdsopgave
5 Klinische en veiligheidsoverwegingen Klinische overwegingen ......................................................................................................................5-1 Indicaties .......................................................................................................................................5-1 Contra-indicaties ...........................................................................................................................5-1 Veiligheidsoverwegingen ....................................................................................................................5-2 Algemene gevaren en waarschuwingen ........................................................................................5-2 Waarschuwingen bij defibrillatie ..................................................................................................5-4 Waarschuwingen bij de bewaking ................................................................................................5-6 Waarschuwingen bij het onderhoud .............................................................................................5-6
6 Instelling en functies van de modus gevorderd Instellingsoverzicht .............................................................................................................................6-1 Parameters die geen verband houden met protocollen .................................................................6-1 Automatische protocolparameters ................................................................................................6-2 Parameters voor handmatig opheffen ...........................................................................................6-5 De instellingsfuncties gebruiken .........................................................................................................6-6 Huidige instelling bekijken ...........................................................................................................6-7 Instelling herzien ..........................................................................................................................6-8 Instelling ontvangen ......................................................................................................................6-9 Instelling lezen ............................................................................................................................6-10 Klokinstellingen zenden en ontvangen .............................................................................................6-10 Functies van de modus gevorderd gebruiken ....................................................................................6-11 De functie Man. analyse gebruiken ............................................................................................6-13 De functie manueel opladen gebruiken (uitsluitend M3840A) ..................................................6-14
7 Gegevensbeheer en -overzicht Overzicht .............................................................................................................................................7-1 Voorvalgegevens opnemen .................................................................................................................7-1 Gegevens in het interne geheugen opnemen ................................................................................7-1 Gegevens op een datakaart opnemen ............................................................................................7-1 Voorvalgegevens bekijken ..................................................................................................................7-3 Gegevens van het interne geheugen bekijken ...............................................................................7-3 Gegevens van een datakaart bekijken ...........................................................................................7-4
ii
In Houdsopgave
A Toebehoren voor de HEARTSTART FR2 HEARTSTART Toebehoren ..............................................................................................................A-1 Aanbevolen aanvullende items ...........................................................................................................A-1
B Technische specificaties Specificaties voor de HEARTSTART FR2 AED .............................................................................. B-1 Fysieke gegevens ......................................................................................................................... B-1 Omgevingsgegevens .................................................................................................................... B-1 Defibrillator ................................................................................................................................. B-2 ECG-analysesysteem ................................................................................................................... B-4 ECG-analyseprestatie .................................................................................................................. B-4 Scherm ......................................................................................................................................... B-5 Bedieningsorganen en signalering ............................................................................................... B-6 Specificaties voor toebehoren ............................................................................................................ B-6 Specificaties voor de M3863A batterij ........................................................................................ B-6 Specificaties voor HEARTSTART defibrillatie-elektroden ........................................................ B-7 (Optioneel) M3854A Specificaties voor datakaarten .................................................................. B-7
C Verschillen tussen de HEARTSTART FR AED en de AED’s in de serie HEARTSTART FR2 D Verklarende lijst met symbolen en bedieningsorganen E Verklarende woordenlijst Index
iii
Opmerkingen
iv
1
Inleiding tot de HEARTSTART FR2
Wat is de HEARTSTART FR2? De HEARTSTART FR2 defibrillator (“FR2”) is een halfautomatische externe defibrillator (AED). Hij is compact, licht van gewicht en draagbaar en werkt op een batterij. Hij is ontworpen voor een eenvoudig, betrouwbaar gebruik door een getrainde hulpverlener. De HEARTSTART FR2 heeft een statusindicator die altijd actief is zodat u onmiddellijk kunt zien of de FR2 klaar voor gebruik is. Het voorpaneel van de FR2 heeft een aan/uit-toets op de bovenkant en een schoktoets op de onderkant. Een scherm in het midden van het paneel geeft tekstprompts en informatie over voorvallen. Gesproken prompts worden gegeven via een luidspreker op het voetstuk van de FR2. (Zie het diagram op het binnenblad voor bijzonderheden.) De HEARTSTART FR2 is verkrijgbaar in twee modellen, de M3840A en de M3841A. Zij hebben een aantal basisfuncties met elkaar gemeen. Daarnaast heeft de M3840A een optionele schermweergave van het elektrocardiogram (ECG) van de patiënt en kan hij geprogrammeerd worden om gebruikt te worden met de functie Man. opladen van de modus gevorderd. NB: De FR2 wordt geleverd met een standaardinstelling die gewijzigd kan worden. (Zie hoofdstuk 6, Instelling en functies van de modus gevorderd, voor een beschrijving van de standaardwaarden en opties van de instelling.)
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
1-1
Wanneer wordt de HEARTSTART FR2 gebruikt?
Wanneer wordt de HEARTSTART FR2 gebruikt? De HEARTSTART FR2 wordt gebruikt met disposable HEARTSTART defibrillatie-elektroden die worden aangebracht op een persoon die de symptomen van een acute circulatiestilstand ervaart: afwezigheid van bewustzijn, afwezigheid van ademhaling en afwezigheid van waarneembare hartslag. Er mag geen defibrillatie worden verricht op iemand die bij bewustzijn is, ademhaalt of een waarneembare hartslag heeft. De HEARTSTART FR2 dient voor gebruik door hulpverleners die speciaal zijn getraind in het gebruik van de HEARTSTART FR2 of die met goed gevolg een opleiding hebben gevolgd in basisreanimatie (Basic Life Support (BLS)), in voortgezette reanimatie (Advanced Life Support (ALS)) of in andere door artsen gemachtigde medische interventies in noodgevallen. De HEARTSTART FR2 dient niet voor de toediening van energie op voor kinderen geschikte energie-instellingen. Overeenkomstig de aanbevelingen van de American Heart Association* mag de HEARTSTART FR2 niet worden gebruikt om circulatiestilstand bij zuigelingen te behandelen, maar moeten standaard bedrijfsprocedures worden gevolgd voor de behandeling van kinderen van ten minste acht jaar oud.
Hoe werkt de HEARTSTART FR2? De HEARTSTART FR2 dient om iemand die circulatiestilstand ervaart, met externe defibrillatietherapie te behandelen. Defibrillatietherapie is de beste manier om diverse mogelijk fatale hartaritmieën te behandelen. De FR2 is uitermate gemakkelijk in het gebruik. Wanneer de HEARTSTART FR2 is aangesloten op defibrillatie-elektroden die naar behoren op de ontblote borst van de patiënt zijn aangebracht, handelt hij als volgt: 1. geeft hij u een prompt om specifieke handelingen te verrichten, 2. analyseert hij automatisch het hartritme van de patiënt en adviseert hij u of het ritme al dan niet schokbaar is en
*
1-2
Textbook of Advanced Cardiac Life Support. Dallas: AHA, 1997-99.
Inleiding tot de HEARTSTART FR2
Hoe wordt de HEARTSTART FR2 geleverd?
3. laadt hij zo nodig de schoktoets en instrueert hij u om daarop te drukken om een dubbelfasige elektrische impuls toe te dienen om het hart te fibrilleren. Uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik zijn opgenomen in hoofdstuk 3.
Hoe wordt de HEARTSTART FR2 geleverd? De HEARTSTART FR2 wordt geleverd met een batterij, defibrillatie-elektroden met een geïntegreerde kabel en stekker en met een datakaarthouder. Ander toebehoren is verkrijgbaar. Zie bijlage A voor een lijst met toebehoren en andere aanbevolen benodigdheden.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
1-3
1
Hoe wordt de HEARTSTART FR2 geleverd?
Opmerkingen
1-4
Inleiding tot de HEARTSTART FR2
2
De HEARTSTART gereedmaken voor gebruik
Overzicht Er zijn een aantal taken die u moet verrichten om uw HEARTSTART FR2 gereed te maken voor gebruik: l Installeer een batterij. l Stel de klok in de FR2 in (optioneel). l Voer de batterijinbrengingszelftest uit. l Zet de FR2 met het aanbevolen toebehoren op een voor de hand liggende plaats. De instructies die hier gegeven worden, vormen een korte beschrijving van de normale volgorde van het gereedmaken. Deze beschrijving gaat ervan uit dat u een nieuwe batterij gebruikt, dat de zelftest slaagt en dat de standaardinstellingen niet worden veranderd. Uitzonderingen op deze volgorde worden elders in deze gebruikershandleiding gegeven.
De batterij installeren De HEARTSTART FR2 wordt geleverd met een M3863A batterij. De batterij zit in een grijze kunststof behuizing. Er is een gele grendel aan het ene uiteinde dat de batterij op zijn plaats houdt wanneer hij op juiste wijze in de FR2 is geïnstalleerd. Zo installeert u de batterij: 1. Houd de batterij aan het uiteinde met de grendel vast en schuif hem in de batterijruimte boven op de HEARTSTART FR2. 2. Schuif de batterij helemaal in de opening totdat de grendel op zijn plaats vastklikt. De grendel klikt alleen dan op zijn plaats vast wanneer de batterij op juiste wijze is ingebracht. LET OP: Volg alle instructies die bij de HEARTSTART M3863A batterij zijn bijgeleverd. Installeer de batterij vóór de uiterste gebruiksdatum die op de batterij is aangegeven.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
2-1
De batterij installeren
Wanneer de batterij is geïnstalleerd, wordt HEARTSTART FR2 automatisch aangezet. De statusindicator geeft een knipperende zwarte zandloper weer. Het lampje van de schoktoets knippert eenmaal en het indicatielampje voor de stekkerpoort van de defibrillatie-elektroden licht op. VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Het scherm geeft het hoofdmenu weer. In dit menu kunt u de batterijinbrengingszelftest van de FR2 starten, informatie bekijken van de vorige keer dat de FR2 is gebruikt of naar het volgende scherm gaan voor andere opties. Ook wordt informatie gegeven over de optionele datakaart en de batterijstatus. (Zie hoofdstuk 7, Gegevensbeheer en -overzicht, voor bijzonderheden over het bekijken van een voorval en het gebruik van een datakaart.) NB: Dit scherm verschijnt niet als de defibrillatie-elektroden op de FR2 zijn aangesloten wanneer de batterij wordt geïnstalleerd en u kunt geen menu-items oproepen. Bovendien kunnen de batterijinbrengingstest en de periodieke automatische zelftests niet worden uitgevoerd wanneer de defibrillatie-elektroden zijn aangesloten. Neem de stekker van de elektroden na elk gebruik uit de FR2. Verwijder de elektroden voordat u de FR2 opbergt. Dit scherm verschijnt niet. NB: Om de weergegeven menu’s door te nemen gebruikt u de optietoetsen als volgt: • Druk op de ONDERSTE optietoets om de markeringsbalk van het ene item naar een ander item in het menu te verplaatsen. • Druk op de BOVENSTE optietoets om het gemarkeerde item te selecteren of om de instellingen voor dat item door te nemen.
APPARAAT HISTORIEK BATTERIJ HISTORIEK INSTELLING KLOK TERUG BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Het menu dat wordt weergegeven als u VOLGEND selecteert, laat u de historiek van de FR2 bekijken, de historiek van de gebruikte batterij bekijken, instellingsgegevens oproepen, de klok instellen of naar het eerste menu terugkeren. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2, voor bijzonderheden over de opties voor het bekijken en zie hoofdstuk 6, Instelling en functies van de modus gevorderd, voor informatie over de instellingsoptie.) NB: Als u 10 seconden lang geen selectie doet, wordt de zelftest automatisch uitgevoerd. Als u iets anders wilt selecteren uit een van deze menu’s, dient u dat te doen voordat de zelftest begint of dient u de batterij te verwijderen en opnieuw te installeren om het hoofdmenu naar voren te brengen. U kunt op elk willekeurig moment op de aan/uit-toets drukken om de FR2 uit te zetten en hem op standby (klaar voor gebruik) te zetten.
2-2
De HEARTSTART gereedmaken voor gebruik
De klok instellen
De klok instellen Het verdient aanbeveling dat u de eerste keer dat u de HEARTSTART FR2 gereedmaakt voor gebruikt, de interne klok van de FR2 controleert om te zorgen dat deze op de juiste datum en plaatselijke tijd is ingesteld. U kunt de klok zo nodig opnieuw instellen. VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Om de klokinstellingen te zien selecteert u binnen 10 seconden na het installeren van de batterij VOLGEND uit het eerste menu en selecteert u daarna KLOK. U handelt als volgt: 1. Druk op de onderste optietoets om de markeringsbalk naar VOLGEND te brengen. 2. Druk op de bovenste optietoets om het scherm VOLGEND naar voren te brengen. 3. Druk op de onderste optietoets om de markeringsbalk naar KLOK te brengen. 4. Druk op de bovenste optietoets om het scherm KLOK naar voren te brengen.
APPARAAT HISTORIEK BATTERIJ HISTORIEK INSTELLING KLOK TERUG BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
KLOK TERUG TIJD ONTVANGEN TIJD ZENDEN 07 / 09 / 00 DD / MM / JJ 14 : 28
Het scherm KLOK geeft de datum en de tijd weer die ingesteld zijn in de interne klok van de HEARTSTART FR2. NB: De datum wordt weergegeven als dag (DD), maand (MM) en jaar (JJ), zoals afgebeeld op het scherm. De tijd wordt weergegeven in het internationale 24-uur formaat.
Als de klokinstellingen niet hoeven te worden veranderd, selecteert u TERUG en gaat u terug naar het eerste menu. Als de datum en de tijd niet juist zijn, zijn er twee manieren om ze in te stellen: l Ontvang de klokinstellingen van een andere HEARTSTART FR2 of van een computer die CODERUNNER® software draait, met behulp van de optie TIJD ONTVANGEN. Deze methode kan worden gebruikt om de klokken van diverse FR2’s te synchroniseren. Ook kunt u de klokinstellingen van de ene FR2 naar een andere zenden, met behulp van de optie TIJD ZENDEN. Zie hoofdstuk 6, Instelling en functies van de modus gevorderd, voor instructies. l Stel de datum en de tijd handmatig in.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
2-3
2
De batterijinbrengingszelftest uitvoeren
KLOK TERUG TIJD ONTVANGEN TIJD ZENDEN
Zo stelt u de klok handmatig in: 1. Gebruik de onderste optietoets om de markeringsbalk naar het deel van de klokinstelling te brengen dat u wilt veranderen.
07 / 09 / 00 DD / MM / JJ 14 : 28
2. Gebruik de bovenste optietoets om de instellingen door te nemen totdat u de gewenste instelling bereikt. Als u te ver gaat, blijf dan instellingen doornemen totdat de gewenste instelling weer verschijnt. 3. Gebruik de onderste optietoets om het volgende deel dat u wilt veranderen, te selecteren en herhaal dit proces totdat alle delen van de datum en de tijd zijn ingesteld. 4. Wanneer u alle veranderingen hebt aangebracht, brengt u de markeringsbalk naar TERUG en drukt u op de bovenste optietoets om terug te gaan naar het scherm met het hoofdmenu. NB: Nieuwe klokinstellingen worden door de FR2 gebruikt zodra u ze instelt. Het scherm met de kloktijd wordt elke minuut bijgewerkt dat dit scherm wordt weergegeven. De seconden van de klok worden niet weergegeven, maar worden op 00 ingesteld wanneer u de markeringsbalk uit de tijdsinstellingen verplaatst. NB: Als de batterij meer dan twee uur lang uit de FR2 wordt verwijderd, gaan de klokinstellingen verloren en moeten zij opnieuw worden ingesteld.
De batterijinbrengingszelftest uitvoeren Behalve tijdens noodgevallen verdient het aanbeveling deze zelftest telkens wanneer u de batterij vervangt uit te voeren. De zelftest bestaat uit twee delen. Het eerste deel test de circuits en het geheugen van de FR2. Het tweede deel is interactief en vereist dat u op prompts reageert om te zorgen dat het scherm, de toetsen, indicatielampjes, luidspreker en pieper van de HEARTSTART FR2 naar behoren werken. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2, voor bijzonderheden over deze zelftest.) Zo voert u de zelftest uit: 1. Zorg dat de FR2 ten minste 5 minuten niet in gebruik is geweest en dat de defibrillatie-elektroden niet op het apparaat zijn aangesloten.
2-4
De HEARTSTART gereedmaken voor gebruik
De HEARTSTART FR2 plaatsen en vastzetten
VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
ZELFTEST GESLAAGD REV: 01EM30 0201 GEEN DATAKAART SN 000000001 BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
2. Breng de batterij in de batterijpoort in. Op het eerste scherm dat verschijnt, is VOER ZELFTEST UIT gemarkeerd. 3. Druk op de bovenste optietoets om de test te activeren. 4. OF, doe 10 seconden lang geen selectie en de zelftest wordt automatisch uitgevoerd. Wanneer het eerste deel van de zelftest met goed gevolg is voltooid, geeft het scherm een bericht weer dat de test is geslaagd en vervolgens wordt het interactieve deel van de zelftest automatisch gestart. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2, voor bijzonderheden over het interactieve deel van de test.) Wanneer de zelftest is voltooid, wordt de HEARTSTART FR2 automatisch uitgezet en gaat hij weer op de standby-modus over. De statusindicator laat een knipperende zwarte zandloper zien. In de standby-modus is de FR2 op elk moment klaar voor gebruik, eenvoudig door op de aan/uit-toets te drukken om hem aan te zetten.
De HEARTSTART FR2 plaatsen en vastzetten Zet de HEARTSTART FR2 op een toegankelijke plaats waar de statusindicator gemakkelijk te zien is. Handig toebehoren voor het plaatsen en vastzetten van de FR2 is o.a. een draagtas, die geschikt voor gebruik met een wandmontagebeugel is. (Zie bijlage A voor een lijst met toebehoren.) Wanneer de batterij is geïnstalleerd en de FR2 onder geschikte omgevingscondities wordt bewaard, verricht de HEARTSTART FR2 uitgebreide periodieke zelftests om te zorgen dat hij gereed voor gebruik blijft. (Zie bijlage B voor de omgevingsspecificaties tijdens opslag.) Wanneer de FR2 in de standby-modus staat, laat de statusindicator de knipperende zwarte uurloper zien tenzij de periodieke zelftests een probleem detecteren. Als er een probleem wordt gedetecteerd, laat de statusindicator een knipperende rode X of een ononderbroken rode X zien en geeft de FR2 een “kwetterend” geluid om u erop te attenderen dat een probleem moet worden opgelost. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2, voor instructies.)
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
2-5
2
De HEARTSTART FR2 plaatsen en vastzetten
Opmerkingen
2-6
De HEARTSTART gereedmaken voor gebruik
3
Gebruik van de HEARTSTART FR2
Overzicht Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de HEARTSTART FR2 in een noodgeval. U dient een paar algemene dingen te onthouden: l Probeer u te ontspannen en kalm te blijven. De HEARTSTART FR2 geeft automatisch de juiste scherm- en gesproken prompts om u te helpen. l De defibrillatie-elektroden moeten goed contact maken met de huid van de patiënt. De elektroden hebben een laag kleverige, geleidende gel onder de beschermlaag. Om goed te werken mag de gel niet uitgedroogd zijn. l Het kan nodig zijn de borst van de patiënt af te drogen of overtollig borsthaar af te knippen of te scheren om voor een goed contact tussen de defibrillatie-elektroden en de huid van de patiënt te zorgen. De volgende pagina’s geven stapsgewijze instructies voor normaal gebruik van de HEARTSTART FR2 in een noodgeval. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2, voor tips voor het oplossen van problemen.) Lees de waarschuwingen op de laatste pagina van dit hoofdstuk. NB: Deze aanwijzingen gelden zowel voor de HEARTSTART FR2 model M3840A als voor model M3841A, tenzij anderszins aangegeven.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
3-1
Stap 1: Voorbereiding
Stap 1: Voorbereiding •O ON FF
Druk op de aan/uit-toets om de HEARTSTART FR2 aan te zetten. Volg de instructies die gegeven worden in de scherm- en gesproken prompts van de FR2 in de aangegeven volgorde. Verwijder de kleding van de borst van de patiënt. Veeg vocht van de borst van de patiënt af en knip of scheer overtollig borsthaar zo nodig af. Open de verpakking met de defibrillatie-elektroden. Controleer of de elektroden en de daaraan bevestigde kabel en stekker onbeschadigd zijn. Trek de beschermlaag van de defibrillatie-elektroden af en controleer of de gel niet is uitgedroogd. Als de elektroden beschadigd zijn of de gel is opgedroogd, moeten er nieuwe elektroden worden gebruikt. Plaats elke elektrode op de patiënt. De elektroden moeten met de klevende kant op de huid van de patiënt worden geplaatst. BELANGRIJK: Zie de tekening op de achterkant van elke elektrode voor de juiste plaatsing. Eén elektrode wordt net onder het rechter sleutelbeen van de patiënt aangebracht en de andere wordt over de ribben van de patiënt in lijn met de oksel en net onder de linker borst aangebracht. Sluit de elektroden op de HEARTSTART FR2 aan. Steek de stekker van de defibrillatie-elektroden stevig in de stekkerbus. Een knipperend lichtje laat u zien waar de stekkerbus zich bevindt, links boven op de HEARTSTART FR2.
3-2
Gebruik van de HEARTSTART FR2
Stap 2: ECG-analyse en -bewaking
Stap 2: ECG-analyse en -bewaking Volg de instructies die gegeven worden in de scherm- en gesproken prompts van de HEARTSTART FR2 in de aangegeven volgorde. Zodra de FR2 detecteert dat de defibrillatie-elektroden naar behoren zijn aangesloten, begint hij automatisch het hartritme van de patiënt te analyseren. De HEARTSTART FR2 model M3840A geeft ook het ECG van de patiënt op het scherm weer. Als er geen schok wordt aanbevolen, geeft de HEARTSTART FR2 schermen gesproken prompts om u dat te vertellen. De FR2 instrueert u zo nodig om CPR te verrichten en bewaakt het ECG van de patiënt op de achtergrond terwijl u de patiënt op de juiste wijze behandelt. Er worden geen verdere gesproken prompts gegeven tenzij en totdat de HEARTSTART FR2: l een verandering detecteert in het hartritme van de patiënt dat een schokbaar ritme kan zijn of l storing in de analyse van het ritme detecteert.
3
Als de HEARTSTART FR2 een mogelijk schokbaar hartritme detecteert, gaat hij automatisch over op het analyseren van het ritme om te zien of er een schok moet worden aanbevolen. Als een schok wordt aanbevolen, wordt de HEARTSTART FR2 opgeladen om gereed te zijn voor het toedienen van een schok. Hij geeft de gesproken waarschuwingen en schermprompts om u te vertellen dat een schok wordt aanbevolen. Zorg dat niemand de patiënt aanraakt. Terwijl de HEARTSTART FR2 wordt opgeladen, blijft hij het hartritme van de patiënt analyseren. Als het ritme verandert en een schok niet meer toepasselijk is, wordt de HEARTSTART FR2 ontladen en dumpt hij de lading. Scherm- en gesproken prompts adviseren u welke handeling u moet verrichten. NB: Wanneer de HEARTSTART FR2 geheel opgeladen is, kunt u hem op elk willekeurig moment ontladen door op de aan/uit-toets te drukken om de FR2 uit te zetten en hem in de standby-modus te zetten. (Zie de bespreking van defibrillatoren in bijlage B, Technische specificaties, voor bijzonderheden over het ontladen van de FR2.)
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
3-3
Stap 3: Toediening van schokken
Stap 3: Toediening van schokken Druk op de schoktoets om de schok toe te dienen. BELANGRIJK: U moet op de toets drukken om een schok toe te dienen. De HEARTSTART FR2 dient niet automatisch een schok toe. Er zijn vier manieren waarop u kunt opmaken dat de HEARTSTART FR2 klaar is om een schok toe te dienen: l u hoort een gesproken prompt die u vertelt om een schok toe te dienen, l u ziet dat de schoktoets knippert, l u hoort een ononderbroken toon of l u ziet een schermprompt die u vertelt dat u op de oranje toets (de schoktoets) moet drukken. Nadat u op de schoktoets hebt gedrukt, vertelt een gesproken prompt u dat de schok is toegediend. Daarna HEARTSTART gaat FR2 weer over op het analyseren van het hartritme van de patiënt om te zien of de schok succes heeft geboekt. De HEARTSTART FR2 blijft tekst- en gesproken prompts geven om u bij eventuele aanvullende schokken te helpen. NB: Als u niet binnen 30 seconden na de prompt op de schoktoets drukt, wordt de FR2 ontladen en geeft de FR2 een pauze voor CPR.
CPR pauze. Nadat het geprogrammeerde aantal schokken in een serie schokken is toegediend, pauzeert de HEARTSTART FR2 een geprogrammeerde tijdsperiode automatisch om u CPR te laten verrichten. Nadat de scherm- en gesproken prompts u hebben verteld dat de FR2 heeft gepauzeerd, worden er gedurende de rest van de pauze geen verdere gesproken prompts gegeven, zodat u ononderbroken bezig kunt zijn de patiënt te behandelen. Tijdens de pauze laat het scherm van de FR2 een balk zien die volloopt naarmate de pauzetijd wordt opgebruikt. Het scherm laat ook zien hoeveel tijd is verstreken sinds de FR2 is aangezet en hoeveel schokken zijn toegediend. De HEARTSTART model M3840A geeft het ECG in deze periode weer.
3-4
Gebruik van de HEARTSTART FR2
Stap 3: Toediening van schokken
WAARSCHUWING: Plaats de defibrillatie-elektroden niet op de borst en rug van de patiënt (anterieur-posterieur), tenzij op aanwijzing van een arts. Het door de HEARTSTART FR2 gebruikte algoritme is niet gevalideerd voor anterieur-posterieure plaatsing van de elektroden.
WAARSCHUWING: Zorg dat de defibrillatie-elektroden elkaar of andere ECG-elektroden, geleidedraden, verband, transdermale patches enz. niet aanraken. Dergelijk contact kan tijdens de defibrillatie elektrische boogvorming en brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken en kan de defibrillatiestroom van het hart vandaan leiden.
WAARSCHUWING: Tijdens de defibrillatie kunnen luchtzakken tussen de huid en de defibrillatie-elektroden brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken. Om luchtzakken te voorkomen controleert u of de defibrillatie-elektroden helemaal aan de huid kleven. Gebruik geen opgedroogde defibrillatie-elektroden.
WAARSCHUWING: Hanteren of transporteren van de patiënt tijdens een analyse van het hartritme kan een onjuiste of vertraagde diagnose tot gevolg hebben. Als de HEARTSTART FR2 een prompt SCHOK AANBEV. geeft, houdt u de patiënt ten minste 15 seconden lang zo stil mogelijk zodat de HEARTSTART FR2 de analyse van het ritme kan bevestigen voordat er een schok wordt toegediend.
WAARSCHUWING: CPR-frequenties die aanzienlijk hoger zijn dan de richtlijnen van de American Heart Association van 100 compressies per minuut kunnen onjuist of vertraagd door de HEARTSTART FR2 veroorzaken.
WAARSCHUWING: De defibrillatiestroom kan letsel van de gebruiker of de omstanders tot gevolg hebben. Raak de patiënt tijdens de defibrillatie niet aan. Zorg dat de defibrillatie-elektroden geen metalen oppervlakken aanraken. Maak de stekker van de elektroden los van de HEARTSTART FR2 alvorens een andere defibrillator te gebruiken.
LET OP: Indien de elektroden tijdens bewaring of vóór gebruik agressief worden behandeld, kunnen zij beschadiging oplopen. Werp de defibrillatie-elektroden weg indien zij beschadigd zijn.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
3-5
3
Stap 3: Toediening van schokken
Opmerkingen
3-6
Gebruik van de HEARTSTART FR2
4
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2
Overzicht Dit hoofdstuk is een leidraad voor het oplossen van problemen en geeft uitgebreide beschrijvingen van de zelftests van de FR2 en informatie over onderhoud.
Leidraad voor het oplossen van problemen De HEARTSTART FR2 heeft diverse manieren om met u te communiceren als hij tijdens het gebruik een probleem detecteert. Afhankelijk van de aard van het probleem gebruikt de FR2 geluidssignalen, gesproken prompts, schermprompts en/of de statusindicator. De volgende tabellen beschrijven de respons van de FR2 op problemen die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen en geven aanbevelingen voor hoe u ze kunt oplossen. Alhoewel er enige overlapping is in de geboden informatie, gaan de tabellen voor uw gemak afzonderlijk in op de volgende soorten kwesties: l Overzicht van de statusindicator — een elementair overzicht van de bruikbaarheid van de FR2 op grond van de condities die door de statusindicor worden aangegeven l Bijzonderheden over de statusindicator — mogelijke oorzaken van diverse signalen van de statusindicator en aanbevolen handelingen l Batterij — mogelijke met de batterij verband houdende problemen en aanbevolen handelingen l Defibrillatie-elektroden — mogelijke problemen met de defibrillatie-elektroden en aanbevolen handelingen l Analyse en defibrillatie — mogelijke problemen met ritmeanalyse en defibrillatie en aanbevolen handelingen
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-1
Leidraad voor het oplossen van problemen
Het is belangrijk dat u deze informatie zorgvuldig leest zodat u in een noodgeval snel kunt handelen. NB: Verricht (zo nodig) CPR wanneer er een vertraging is voordat de HEARTSTART FR2 kan worden gebruikt.
Overzicht van statusindicator STATUSINDICATOR
AANBEVOLEN HANDELING TIJDENS NOODGEVAL
Knipperende zwarte zandloper:
GEBRUIK DE FR2. Volg de scherm- en gesproken prompts.
Knipperende rode X
GEBRUIK DE FR2. Volg de scherm- en gesproken prompts.
De batterijinbrengingszelftest of de laatste periodieke zelftest van de FR2 is geslaagd en de FR2 is klaar voor gebruik.
Als een leeg scherm of een foutbericht wordt weergegeven: 1. Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw (of installeer zo nodig een reservebatterij). 2. Voer de batterijinbrengingszelftest uit totdat de knipperende zwarte zandloper verschijnt. 3. Druk op de aan/uit-toets. 4. Volg de gesproken prompts. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer de batterij leeg is en u geen reservebatterij beschikbaar hebt, kan het niet mogelijk zijn om de knipperende rode X op te heffen en terug te keren naar de knipperende zwarte zandloper. Alhoewel het mogelijk is dat de FR2 niet volgens de specificaties kan presteren wanneer hij een knipperende rode X weergeeft, is hij ontworpen om te blijven werken. Daarom verdient het in een noodgeval wanneer er geen andere defibrillator voorhanden is, aanbeveling dat u de FR2 blijft gebruiken wanneer de statusindicator een knipperende rode X laat zien.
4-2
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Leidraad voor het oplossen van problemen
STATUSINDICATOR
AANBEVOLEN HANDELING TIJDENS NOODGEVAL
Ononderbroken rode X
Het is mogelijk dat de FR2 niet kan worden gebruikt. 1. Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw (of installeer zo nodig een reservebatterij). 2. Voer de batterijinbrengingszelftest uit totdat de knipperende zwarte zandloper verschijnt. 3. Druk op de aan/uit-toets. 4. Volg de gesproken prompts. Als de fout niet kan worden gecorrigeerd, GEBRUIK DE FR2 DAN NIET.
Geen van de bovenstaande
Het is mogelijk dat de FR2 niet kan worden gebruikt. 1. Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw (of installeer zo nodig een reservebatterij). 2. Voer de batterijinbrengingszelftest uit totdat de knipperende zwarte zandloper verschijnt. 3. Druk op de aan/uit-toets. 4. Volg de gesproken prompts. In deze conditie is het mogelijk dat de FR2 niet volgens de specificaties presteert. Als er echter scherm- en gesproken prompts aanwezig zijn, is het waarschijnlijk dat het apparaat gebruikt kan worden ondanks het feit dat de statusindicator geen indicatie geeft. Daarom verdient het in een noodgeval wanneer er geen andere defibrillator voorhanden is, aanbeveling dat u de FR2 blijft gebruiken.
Als u, nadat u de FR2 in een noodgeval hebt gebruikt, het probleem niet kunt opheffen zoals beschreven in dit gedeelte Oplossen van problemen en de statusindicator de knipperende zwarte zandloper niet weergeeft, neemt u voor technisch onderhoud contact op met Laerdal.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-3
3
Leidraad voor het oplossen van problemen
Bijzonderheden van de statusindicator STATUSINDICATOR Knipperende zwarte zandloper:
Knipperende rode X:
ANDER SIGNAAL Geluidssignaal: kwetteren
Geluidssignaal: kwetteren
MOGELIJKE OORZAAK
AANBEVOLEN HANDELINGEN
• De trainings- en toedieningsbatterij wordt gebruikt in de functie TRAINING en er zijn meer dan 30 minuten verstreken zonder dat er op een toets is gedrukt.
• Om de trainings- en toedieningsbatterij te blijven gebruikten drukt u op een willekeurige toets.
• De batterij is bijna leeg.
• Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw en voer de batterijinbrengingszelftest. Een schermprompt vertelt u of de HEARTSTART FR2 buiten het aanbevolen temperatuurbereik opgeslagen is. Zie bijlage B voor het aanbevolen bereik.
• De HEARTSTART FR2 is opgeslagen buiten het aanbevolen temperatuurbereik. • Er is een fout gedetecteerd als deel van de zelftest. • De FR2 is niet in staat geweest de dagelijkse zelftests uit te voeren.
• Om de FR2 weer in de standby-modus te zetten verwijdert u de trainings- en toedieningsbatterij en installeert u een batterij.
• Verwijder de batterij, installeer hem weer en voer de zelftest uit. Als de test mislukt, installeert u een nieuwe batterij en herhaalt u de test. Als de zelftest nogmaals mislukt, mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken. • Controleer of er geen defibrillatie-elektroden op de FR2 zijn aangesloten.
4-4
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Leidraad voor het oplossen van problemen
STATUSINDICATOR
ANDER SIGNAAL
Knipperende of Geluidssignaal: ononderbrokwetteren ken rode X Schermprompt (10 seconden lang weergegeven voordat de FR2 wordt uitgezet): NIET GEBRUIKSKLAAR of ZELFTEST MISLUKT
Ononderbroken rode X
Geen
MOGELIJKE OORZAAK
AANBEVOLEN HANDELINGEN
De HEARTSTART FR2 verricht zelftests telkens wanneer u hem aanzet of een batterij inbrengt en periodiek terwijl hij in de standby-modus staat. Een test heeft een storing of een fout opgespoord.
• Verwijder de stekker van de elektroden van de HEARTSTART FR2, indien hij was aangesloten. • Verwijder de batterij, installeer hem weer en controleer de resultaten van de batterijinbrengingszelftest. Als de test mislukt, installeert u een nieuwe batterij en herhaalt u de test. Als de zelftest nogmaals mislukt, mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken. NB: U kunt de tests stoppen en de HEARTSTART FR2 gebruiken zodra u de verandering van de statusindicator in de knipperende zwarte zandloper ziet. Druk eenvoudig op de aan/uit-toets om de test te stoppen en de FR2 in de standby-modus te zetten. De FR2 is dan klaar voor gebruik.
• De trainings- en toedieningsbatterij wordt gebruikt in de toedieningsfunctie; de ononderbroken rode X is normaal. • De batterij ontbreekt of is helemaal leeg.
• Verwijder de trainings- en toedieningsbatterij en installeer de batterij. • Verwijder de batterij, installeer hem weer en voer de batterijinbrengingszelftest uit. Als de test mislukt, installeert u een nieuwe batterij en herhaalt u de test. Als de zelftest nogmaals mislukt, mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken.
• Een zelftest heeft een storing opgespoord. Ononderbroken rode X
Geluidssignaal: kwetteren
• De trainings- en toedieningsbatterij wordt gebruikt in de functie TOEDIENING en er zijn meer dan 10 minuten verstreken zonder dat er op een toets is gedrukt.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
• Om de trainings- en toedieningsbatterij te blijven gebruiken drukt u op een willekeurige toets. • Om de FR2 weer in de standby-modus te zetten verwijdert u de trainings- en toedieningsbatterij en installeert u een batterij.
4-5
3
Leidraad voor het oplossen van problemen
STATUSINDICATOR Geen
ANDER SIGNAAL Geen
MOGELIJKE OORZAAK
AANBEVOLEN HANDELINGEN
• De HEARTSTART FR2 is fysiek beschadigd.
• Controleer hem op zichtbare beschadiging. Gebruik de FR2 niet als hij beschadigd lijkt. • Verwijder de batterij en installeer hem weer om de batterijinbrengingszelftest uit te voeren. Als de test mislukt, installeert u een nieuwe batterij en herhaalt u de test. Als de zelftest nogmaals mislukt, mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken.
Batterij STATUSINDICATOR
ANDER SIGNAAL
Knipperende rode X:
Knipperende rode X
4-6
MOGELIJKE OORZAAK
AANBEVOLEN HANDELING
Scherm- en gesproken prompts: BATTERIJ BIJNA LEEG
Er resteert vrijwel geen voeding meer in de batterij van de HEARTSTART FR2.
Vervang de batterij zo spoedig mogelijk door een nieuwe HEARTSTART batterij.
Scherm- en gesproken prompts: VERVANG BATTERIJ NU
Er is niet genoeg voeding om de HEARTSTART FR2 te blijven gebruiken. Als u de batterij niet vervangt, wordt de HEARTSTART FR2 uitgezet.
Vervang de batterij onmiddellijk door een nieuwe batterij.
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Leidraad voor het oplossen van problemen
Defibrillatie-elektroden ANDER SIGNAAL
MOGELIJKE OORZAAK
Scherm- en gesproken prompts: BEVESTIG ELEKTRODEN en ELEKTR. AANDRUKKEN of STEKKER INSTEKEN
De defibrillatie-elektroden:
Of gesproken prompt: STEKKER AANDRUKKEN
De stekker van de defibrillatie-elektroden:
Gesproken prompts: ELEKTR. OP BORST VAN PATIËNT AANDRUKKEN of SLECHT CONTACT VAN ELEKTRODEN
• zijn niet goed op de patiënt aangebracht, of • raken elkaar aan of • zijn niet meer te gebruiken.
• is niet stevig in de stekkerpoort ingebracht.
De defibrillatie-elektroden maken geen goed contact met de ontblote borst van de patiënt.
AANBEVOLEN HANDELING • Zorg dat de defibrillatie-elektroden helemaal op de huid van de patiënt blijven kleven. • Als de elektroden niet blijven kleven vanwege vocht of overtollig haar, droogt u de borstkas van de patiënt en scheert of knipt u overtollig borsthaar af. • Zorg dat de stekker van de defibrillatie-elektroden helemaal in de stekkerbus is gestoken. • Als de prompt blijft aanhouden nadat u deze dingen hebt gedaan, vervangt u de defibrillatie-elektroden.
3
• Zorg dat de defibrillatie-elektroden helemaal op de huid van de patiënt blijven kleven. • Als de elektroden niet blijven kleven vanwege vocht of overtollig haar, droogt u de borst van de patiënt en scheert of knipt u overtollig borsthaar af. • Als de prompt blijft aanhouden nadat u deze dingen hebt gedaan, vervangt u de defibrillatie-elektroden.
Scherm- en gesproken prompts: VERVANG ELEKTRODEN
• Het is mogelijk dat de defibrillatie-elektroden, de kabel of de stekker beschadigd zijn.
Vervang de defibrillatie-elektroden door nieuwe HEARTSTART defibrillatie-elektroden.
• De HEARTSTART FR2 heeft een mogelijk defect in de defibrillatie-elektroden of de kabel gedetecteerd.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-7
Testen
Ritmeanalyse en defibrillatie ANDER SIGNAAL Gesproken prompts: ANALYSE ONDERBROKEN of KAN NIET ANALYSEREN of STOP ALLE BEWEGING
MOGELIJKE OORZAAK
AANBEVOLEN HANDELING
• De patiënt wordt bewogen of aangestoot. • Radio- of elektrische bronnen verstoren de ECG-analyse. • De omgeving is droog en beweging rondom de patiënt veroorzaakt statische elektriciteit die de ECG-analyse verstoort.
• Stop CPR; raak de patiënt niet aan. Probeer de bewegingen van de patiënt te minimaliseren. • Als de patiënt wordt vervoerd, stopt u het voertuig zo nodig. • Controleer op mogelijke oorzaken van radio- en elektrische storing en verwijder deze uit het gebied. • Hulpverleners en omstanders moeten bewegingen minimaliseren, vooral in droge omgevingen die statische elektriciteit kunnen voortbrengen.
Scherm- en gesproken prompts: GEEN SCHOK TOEGEDIEND
De impedantaie van de patiënt is niet geschikt voor de HEARTSTART FR2 om een dubbelfasige schok toe te dienen.
• Zorg dat de defibrillatie-elektroden op juiste wijze op de patiënt zijn geplaatst. • Zorg dat de stekker van de defibrillatie-elektroden helemaal in de stekkerbus is gestoken. • Druk de defibrillatie-elektroden stevig op de borst van de patiënt aan. • Vervang de defibrillatie-elektroden zo nodig.
Gesproken prompt: SCHOK TOETS NIET INGEDRUKT
Er is een schok aanbevolen, maar geen schok toegediend binnen 30 seconden. (De FR2 is ontladen.)
• Bij de volgende prompt drukt u op de schoktoets om een schok toe te dienen.
Testen De HEARTSTART FR2 heeft diverse manieren om zichzelf te testen en u te attenderen op eventuele problemen. Afgezien van de zelftest die telkens wanneer een batterij wordt geïnstalleerd, wordt uitgevoerd, voert de HEARTSTART FR2 ook dagelijks automatisch periodieke zelftests uit.
4-8
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Testen
NB: De zelftests van de FR2 dienen om te controleren of de HEARTSTART FR2 klaar voor gebruik is. Indien de FR2 echter gevallen of verkeerd behandeld is, verdient het aanbeveling de batterij te verwijderen en opnieuw te installeren om een zelftest te starten. Als de FR2 zichtbare tekenen van beschadiging vertoont, mag hij niet worden gebruikt.
Batterijinbrengingszelftest Zoals beschreven in hoofdstuk 2, De HEARTSTART FR2 gereedmaken voor gebruik, wordt er, wanneer de batterij in de FR2 wordt ingebracht, een menu weergegeven en een tweedelige zelftest uitgevoerd tenzij u binnen 10 seconden een andere selectie uit het menu doet. NB: Onder bepaalde omstandigheden is het gedrag van de FR2 anders. Zo verschijnt het menuscherm niet wanneer er een batterij wordt ingebracht als: • de defibrillatie-elektroden op een patiënt zijn aangebracht, hetgeen aanduidt dat de HEARTSTART FR2 voortdurend wordt gebruikt of • de batterij helemaal leeg is. Het menuscherm wordt wel weergegeven, maar na 10 seconden gaat de FR2 op de standby-modus over als u geen andere selectie doet en: • er minder dan vijf minuten zijn verstreken sinds de FR2 voor het laatst is gebruikt, hetgeen aanduidt dat de FR2 nog steeds in gebruik is.
VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL KAART VOL IN XX.XU GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Wanneer u de batterij installeert, vertelt het scherm u of er al dan niet een datakaart is geïnstalleerd. Als dat wel het geval is, geeft een bericht op het scherm weer hoeveel opnametijd op de kaart resteert. (Zie hoofdstuk 7, Gegevensbeheer en -overzicht, voor de wijze waarop u de voorvalinformatie bekijkt van het interne geheugen van de HEARTSTART FR2 of van een datakaart, als er een is gebruikt). NB: De datakaart is doorgaans in staat een aantal voorvallen op te slaan. Het verdient echter aanbeveling de datakaart na elk gebruik te vervangen. In het onwaarschijnlijke geval dat de kaart tijdens een voorval vol raakt, kunnen er geen verdere gegevens worden opgenomen, dus is het belangrijk dat u de informatie KAART VOL IN… op dit scherm in de gaten houdt.
Het schermcontrast kan tijdens de batterijinbrengingszelftest met behulp van de optietoetsen worden bijgesteld.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-9
3
Testen
VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART BATTERIJ BIJNA LEEG VOLGEND DE ZELFTEST MOET SLAGEN VOOR GEBRUIK
ZELFTEST MISLUKT REV: 01EM30 0201 NIET GEBRUIKSKLAAR SN 000000001
ZELFTEST GESLAAGD REV: 01E30 0201 GEEN DATAKAART SN 000000001 BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Als de batterij bijna leeg is, vervangt u de batterij. Als er een eerdere zelftest is mislukt, geeft het scherm een bericht weer dat de HEARTSTART FR2 met goed gevolg een zelftest moet verrichten voordat hij kan worden gebruikt. Het verdient aanbeveling dat u altijd een reservebatterij beschikbaar hebt. Als een scherm u echter een prompt geeft om de batterij te vervangen of als de statusindicator een knipperende rode X laat zien, maar u geen reservebatterij hebt, kunt u de HEARTSTART FR2 blijven gebruiken totdat de batterij geheel leeg is. Dit kan in een noodgeval nodig zijn. Tijdens het eerste deel van de zelftest geeft het scherm een balk weer die volloopt naarmate de test vordert. Wanneer dat deel van de test is voltooid, geeft de HEARTSTART FR2 een geluidssignaal. De resultaten van de zelftest worden automatisch op de datakaart opgenomen terwijl de tests worden uitgevoerd, als er een kaart in de FR2 was ingebracht voordat de batterij werd geïnstalleerd. Als het eerste deel van de zelftest mislukt: l geeft het scherm een bericht dat de zelftest is mislukt. Na korte tijd verschijnt er een foutcode. Schrijft de foutcode op en neem voor technisch onderhoud contact op met Laerdal Medical. l geeft de statusindicator een knipperende of ononderbroken X weer. Vervang de batterij door een nieuwe batterij en herhaal de test. Als de zelftest mislukt, mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken. Als het eerste deel van de zelftest slaagt: l geeft het scherm een bericht weer dat de zelftest is geslaagd en begint vervolgens met het interactieve deel van de test. l geeft de statusindicator een knipperende zwarte zandloper weer. Het interactieve deel van de zelftest dwingt u op prompts te reageren om te zorgen dat het scherm, de toetsen, indicatoren, luidspreker en pieper van de HEARTSTART FR2 naar behoren werken. Schermprompts leiden u door een serie stappen in het interactieve deel van de zelftest. Sommige prompts vragen u te controleren of een functie van de HEARTSTART FR2 naar behoren werkt. Andere prompts vragen u een bepaalde handeling te ondernemen, bijv. om op een toets te drukken. Het scherm geeft vervolgens een bericht dat laat zien dat de werking van de toets is gecontroleerd.
4-10
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Testen
Als u niet op de toets drukt, of dat wel doet maar de toets niet werkt, geeft het scherm een bericht dat de werking van de toets niet is geverifieerd.
CONTROLEER SCHOKTOETS EN ELEKTRODENSTEKKER
DRUK OP DE SCHOKTOETS
BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
SCHOKTOETS GECONTROLEERD BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Het is belangrijk dat u de juiste werking van elk getest item verifieert. Als iets niet op juiste wijze werkt — als lampjes bijvoorbeeld niet oplichten of u geen geluidssignalen hoort wanneer u die verwacht — moet u het probleem noteren en contact opnemen met Laerdal Medical, Heartstream Operation. NB: Gebruik de HEARTSTART FR2 pas wanneer de juiste werking van alle onderdelen van de interactieve zelftest geverifieerd is. Noteer en meld alle problemen die u ontdekt.
De volgende tabel beschrijft de onderdelen van de HEARTSTART FR2 die zijn getest in het interactieve onderdeel van de zelftest en de handelingen die u gevraagd wordt te ondernemen. ONDERDEEL Luidspreker/pieper
BESCHRIJVING VAN DE TEST Schermprompt: CONTROLEER LUIDSPREKER GELUID (2 beep-tonen) Luister of u de twee biep-tonen hoort, één uit de pieper en de andere uit de luidspreker.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-11
3
Testen
4-12
ONDERDEEL
BESCHRIJVING VAN DE TEST
Lampjes
Schermprompt: CONTROLEER SCHOKTOETS EN ELEKTRODENSTEKKER Controleer of de lampjes oplichten.
Optietoetsen
Schermprompt: DRUK OP DE OPTIETOETSEN Druk op de bovenste en onderste optietoetsen en luister naar een beep-toon om de indrukking van elke toets te bevestigen. Kijk naar het scherm om zeker te zijn dat de indrukking van de toetsen is geverifieerd.
Scherm
Schermprompt: DISPLAY CONTROLEREN. CONTRAST AANPASSEN INDIEN NODIG Controleer het testpatroon dat op het scherm wordt weergegeven. Stel het contrast desgewenst bij met de optietoetsen. NB: Het schermcontrast kan tijdens de batterijinbrengingszelftest altijd worden ingesteld.
Schoktoets
Schermprompt: DRUK OP DE SCHOKTOETS Druk op de schoktoets en luister naar een geluidssignaal dat bevestigt dat u op de toets hebt gedrukt. Er wordt geen schok toegediend wanneer u tijdens de test op de schoktoets drukt. Kijk naar het scherm om zeker te zijn dat de indrukking van de toets is geverifieerd.
Aan/uit-toets
Schermprompt: DRUK OP DE AAN/UIT-TOETS Druk op de aan/uit-toets en luister naar een geluidssignaal dat bevestigt dat u op de toets hebt gedrukt. Kijk naar het scherm om zeker te zijn dat de indrukking van de toets is geverifieerd. Het scherm geeft vervolgens een bericht weer dat de test is voltooid.
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Testen
Wanneer het interactieve deel van de batterijinbrengingszelftest is voltooid, wordt de HEARTSTART FR2 uitgezet en gaat de FR2 op de standby-modus over om klaar voor gebruik te zijn. Indien de juiste werking van al deze kenmerken in de interactieve zelftest niet is geverifieerd, kan het nodig zijn om de batterijinbrengingszelftest te herhalen. Als een onderdeel van de werking niet kan worden geverifieerd, neem dan voor technische service conact op met Laerdal.
Periodieke zelftests Afgezien van de batterijinbrengingszelftest verricht de FR2 automatisch periodieke zelftests (PZT’s). Deze dagelijkse, wekelijkse en uitgebreide maandelijkse zelftests controleren veel belangrijke functies van de FR2, met inbegrip van de batterijcapaciteit en de interne circuits. Als hij tijdens een van deze periodieke zelftests een probleem detecteert, geeft de FR2 een geluidssignaal en geeft hij een knipperende rode X of een ononderbroken rode X weer op de statusindicator.
Historiek van het apparaat APPARAAT HISTORIEK BATTERIJ HISTORIEK INSTELLING KLOK TERUG BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
APPARAAT HISTORIEK TERUG GEBRUIK: 12 19 SCHOKKEN: 17 TRAINING: 25 456 TESTS: 156 22 5 1095
De HEARTSTART FR2 slaat belangrijke informatie over zijn historiek op in het interne geheugen. Om de historiek van de FR2 te bekijken selecteert u VOLGEND uit het menuscherm dat verschijnt wanneer u de batterij inbrengt en selecteert u vervolgens APPARAAT HISTORIEK uit het volgende menu dat verschijnt. De informatie over de historiek van het apparaat wordt automatisch opgeslagen in het interne geheugen van de HEARTSTART FR2. Deze informatie omvat: l GEBRUIK — het aantal malen dat de HEARTSTART FR2 is gebruikt (afgebeeld in de linker kolom met nummers) en de totale tijd in minuten dat hij is gebruikt (afgebeeld in de rechter kolom met nummers); l SCHOKKEN — het totale aantal schokken dat hij heeft toegediend; l TRAINING — het aantal malen dat hij is gebruikt met de trainings- en toedieningsbatterij voor de training (linker kolom) en de totale tijd in minuten dat hij is gebruikt voor de training (rechter kolom); en
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-13
3
Onderhoud
l
APPARAAT HISTORIEK BATTERIJ HISTORIEK INSTELLING KLOK TERUG BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN BATTERIJ HISTORIEK TERUG GEBRUIK MIN: 519 LADINGEN: 40 GOEDE BATTERIJ STATUS: 00000000
TESTS — het aantal tests dat is uitgevoerd. Er worden vier getallen vermeld: zelftests van de batterij (linksboven) en dagelijkse (rechtsboven), wekelijkse (linksonder) en maandelijkse (rechtsonder) periodieke zelftests.
Batterij historiek Informatie over het gebruik van de batterij die in de HEARTSTART FR2 is geïnstalleerd, is ook beschikbaar. Om de historiek van de batterij te bekijken selecteert u VOLGEND uit het menuscherm dat verschijnt wanneer u de batterij inbrengt en selecteert u vervolgens BATTERIJ HISTORIEK uit het volgende menu dat verschijnt. De informatie over de historiek van de batterij wordt automatisch opgeslagen in het interne geheugen van de batterij. Deze informatie omvat: l GEBRUIK MIN — de totale bedrijfstijd (in minuten), met inbegrip voor de tijd van de zelftest, voor deze batterij; l LADINGEN — het totale aantal volle defibrillatieladingen die door deze batterij is geleverd; l BATTERIJ — een bericht GOEDE BATTERIJ, BATTERIJ BIJNA LEEG of VERVANG BATTERIJ, zoals van toepassing en l STATUS — de huidige status van deze batterij, weergegeven in een binaire code die dient te worden geregistreerd als technisch onderhoud nodig is.
Onderhoud Onderhoudsschema Het onderhoud van de HEARTSTART FR2 is zeer eenvoudig, maar is een uiterst belangrijke factor in de betrouwbaarheid van dit apparaat. De HEARTSTART FR2 verricht zelf veel onderhoudsactiviteiten. Dit zijn ondermeer dagelijkse en wekelijkse zelftests om op gereedheid voor gebruik te controleren en meer uitgebreide maandelijkse zelftests die ook het schokcurvetoedieningssysteem controleren. Bovendien wordt er een uitgebreide zelftest uitgevoerd wanneer er een batterij in de FR2 wordt geïnstalleerd.
4-14
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Onderhoud
De HEARTSTART FR2 heeft geen kalibratie of controle van de energietoediening nodig. De HEARTSTART FR2 heeft geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. LET OP: Onjuist verricht onderhoud kan de HEARTSTART FR2 beschadigen of een verkeerde werking tot gevolg hebben. Onderhoud de HEARTSTART FR2 uitsluitend zoals beschreven in deze gebruikershandleiding of zoals aangegeven door de leidinggevend arts van uw programma.
LET OP: Gevaar voor elektrische schokken. Er is gevaarlijke hoogspanning en stroom aanwezig. Open de HEARTSTART FR2 niet, verwijder de dekplaten niet en probeer niet om FR2 te repareren. Er zijn geen onderdelen in de HEARTSTART FR2 die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. De HEARTSTART FR2 moet voor reparaties naar een gemachtigd servicekantoor worden geretourneerd.
De volgende tabel is een aanbevolen onderhoudsschema voor de HEARTSTART FR2. Dagelijks Maandelijks •
Na elk gebruik •
3
TAAK/RESPONS Controleer de statusindicator. Als u de knipperende zwarte zandloper ziet: •
is de HEARTSTART FR2 klaar voor gebruik. Er is geen handeling nodig.
Als u een knipperende rode X, een ononderbroken rode X of een ononderbroken zwart vierkantje ziet: •
verwijdert u de batterij, installeert u hem weer en voert u de zelftest uit.
•
Als de zelftest slaagt en de statusindicator de knipperende zwarte zandloper laat zien, is de HEARTSTART FR2 klaar voor gebruik.
•
Als de zelftest mislukt, installeert u een nieuwe batterij en voert u de zelftest uit. Als de zelftest slaagt, is de HEARTSTART FR2 klaar voor gebruik. Als de zelftest mislukt, mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-15
Onderhoud
Dagelijks Maandelijks •
Na elk gebruik •
TAAK/RESPONS Controleer de benodigheden, het toebehoren en de reserveonderdelen op beschadiging en het verstrijken van de uiterste gebruiksdatum. Als er een bericht BATTERIJ BIJNA LEEG of VERVANG BATTERIJ verschijnt: •
vervangt u de batterij en voert u de zelftests uit. PROBEER NIET OM DE M3863A BATTERIJ OP TE LADEN. Hij is niet laadbaar.
Als benodigheden, toebehoren of reserveonderdelen beschadigd zijn of hun uiterste gebruiksdatum is verstreken: •
•
mag u beschadigd toebehoren of toebehoren waarvan de uiterste gebruiksdatum is verstreken, niet gebruiken. Vervang ze onmiddellijk.
•
Controleer de werking van de FR2 door de batterij te verwijderen en opnieuw te installeren en de batterijinbrengingszelftest uit te voeren.
•
Controleer de buitenkant van de HEARTSTART FR2 en de stekkerbus op barstjes of andere tekenen van beschadiging. Als u tekenen van beschadiging ziet: •
•
mag u de HEARTSTART FR2 niet gebruiken.
Controleer de datakaart als er een is gebruikt. Als de datakaart is gebruikt om voorvalgegevens op te nemen:
•
•
verwijdert u deze en vervangt u hem door een lege datakaart.
•
geeft u de opgenomen datakaart aan het betreffende personeel volgens de plaatselijke richtlijnen en het medisch protocol.
Controleer de buitenkant van de HEARTSTART FR2 en de stekkerbus op tekenen van vuil of verontreiniging. Als de HEARTSTART FR2 vuil of verontreinigd is: •
4-16
maakt u hem schoon overeenkomstig de in deze gebruikershandleiding gegeven richtlijnen.
•
Controleer de stekkerbus om zeker te zijn dat de defibrillatie-elektroden zijn losgemaakt van de HEARTSTART FR2 wanneer deze niet in gebruik is.
•
Controleer of de datakaarthouder is geïnstalleerd, zelfs als er geen datakaart wordt gebruikt.
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Onderhoud
Checklist van de gebruiker De checklist op de volgende pagina dient ter verwijzing. U kunt hem fotokopiëren of als uitgangspunt gebruiken om uw eigen checklist samen te stellen. Inspecteer de HEARTSTART FR2 zoals aanbevolen in het bovenstaande onderhoudsschema of volgens de aanbevelingen van de leidinggevend arts. Wanneer u de checklist gebruikt, vult u de geplande tussenpozen in die u voor uw onderhoudsinspecties zult gebruiken. Kruis elke vereiste af wanneer u deze voltooit, noteer eventuele problemen die u gevonden hebt of corrigerende maatregelen die u getroffen hebt en onderteken het formulier.
3
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-17
Onderhoud
CHECKLIST VAN DE GEBRUIKER HEARTSTART FR2 modelnr.: _________________ Serienr.: __________________________________ Plaats van HEARTSTART FR2 of ID van voertuig: ___________________________________________ DATUM GEPLANDE TUSSENPOOS HEARTSTART FR2 Schoon, geen vuil of verontreiniging; geen tekenen van beschadiging Benodigdheden beschikbaar • Twee sets defibrillatie-elektroden, verzegeld, onbeschadigd, uiterste gebruiksdatum niet verstreken • Aanvullende benodigdheden (handdoek, schaar, scheermes) • Reservebatterij, waarvan de uiterste installatiedatum niet is verstreken • Datakaarten, onbeschadigd, en reserve datakaarthouder Statusindicator Laat afwisselend zandloper/vierkantje zien; zelftest geslaagd. Geïnspecteerd door Handtekening of paraaf van de gebruiker die de onderhoudsinspectie verricht. Opmerkingen, Problemen, Corrigerende Maatregelen
4-18
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
Onderhoud
De HEARTSTART FR2 schoonmaken De buitenkant van de HEARTSTART FR2, met inbegrip van de stekkerpoort voor de defibrillatie-elektroden, kan worden schoongemaakt met een zachte doek die met een van diverse geschikte reinigingsmiddelen (zie onderstaande lijst) is bevochtigd. De volgende richtlijnen bevatten een aantal belangrijke punten: l Dompel de HEARTSTART FR2 niet in vloeistoffen onder. l Zorg dat er een batterij (of de trainings- en toedieningsbatterij) en een datakaarthouder zijn geïnstalleerd wanneer u de HEARTSTART FR2 SCHOONMAAKT om te voorkomen dat vloeistoffen in het apparaat kunnen binnendringen. l Gebruik geen schurende materialen, reinigingsmiddelen, sterke oplosmiddelen zoals aceton of reinigingsmiddelen op basis van aceton of enzymatische reinigingsmiddelen. l Maak de HEARTSTART FR2 en de stekkerbus schoon met een zachte doek die met een van de hieronder vermelde reinigingsmiddelen is bevochtigd. l isopropylalcohol (70% oplossing) l een sopje l chloorbleekmiddel (30 ml/l water) l schoonmaakmiddelen op basis van ammoniak l schoonmaakmiddelen op basis van glutaaraldehyde l waterstofperoxide LET OP: Dompel geen enkel deel van de HEARTSTART FR2 onder in water of andere vloeistoffen. Zorg dat er geen vloeistoffen in de HEARTSTART FR2 binnendringen. Zorg dat er geen vloeistoffen op de HEARTSTART FR2 of het toebehoren worden gemorst. Indien er vloeistoffen in de HEARTSTART FR2 worden gemorst, kunnen deze het apparaat beschadigen of brandgevaar of gevaar voor elektrische schokken veroorzaken. Steriliseer de HEARTSTART FR2 of het toebehoren niet.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
4-19
3
Onderhoud
Opmerkingen
4-20
Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de
5
Klinische en veiligheidsoverwegingen
Klinische overwegingen Indicaties De HEARTSTART FR2 is bestemd voor gebruik bij personen die acute circulatiestilstand ervaren met de volgende symptomen: l bewusteloosheid l afwezigheid van ademhaling l afwezigheid van waarneembare hartslag De HEARTSTART FR2 is bestemd voor gebruik door personeel dat in het gebruik van de FR2 is opgeleid. De gebruiker moet met goed gevolg een opleiding hebben gevolgd in basisreanimatie of voortgezette reanimatie of andere door de arts gemachtigde noodingreep. De HEARTSTART FR2 is niet bestemd voor de toediening van energie op voor kinderen geschikte energie-instellingen. Overeenkomstig de aanbevelingen van de American Heart Association mag de HEARTSTART FR2 niet worden gebruikt om circulatiestilstand bij zuigelingen te behandelen, maar moeten standaard bedrijfsprocedures worden gevolgd voor de behandeling van kinderen van ten minste acht jaar oud.
Contra-indicaties De HEARTSTART FR2 is gecontra-indiceerd voor gebruik (mag niet worden gebruikt) bij patiënten die de volgende symptomen vertonen: l bewustzijn l aanwezigheid van ademhaling l aanwezigheid van waarneembare hartslag
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
5-1
Veiligheidsoverwegingen
Veiligheidsoverwegingen U dient zich bewust te zijn van de hier vermelde veiligheidsoverwegingen wanneer u de HEARTSTART FR2 gebruikt. Lees ze zorgvuldig. Ook zult u sommige van deze berichten in andere delen van deze gebruikershandleiding zien. De berichten zijn aangeduid als Gevaar, Waarschuwing of Let op. l GEVAAR — onmiddellijke gevaren die lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. l WAARSCHUWING — omstandigheden, gevaren of onveilige praktijken die ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben. l LET OP — omstandigheden, gevaren of onveilige praktijken die minder ernstig lichamelijk letsel, beschadiging van de HEARTSTART FR2 of verlies van gegevens die in het apparaat zijn opgeslagen, tot gevolg kunnen hebben. Deze veiligheidsoverwegingen zijn in vier groepen te onderscheiden: veiligheidsoverwegingen over de HEARTSTART FR2 bij (1) algemeen gebruik, (2) defibrillatie, (3) bewaking en (4) onderhoudswerkzaamheden. De gevaren en waarschuwingen die in de volgende tabellen zijn gegeven, gelden zowel voor de HEARTSTART FR2 model M3840A als model M3841A, tenzij anderszins aangegeven.
Algemene gevaren en waarschuwingen VEILIGHEIDSNIVEAU
MOGELIJK SCHOK-, BRAND- OF EXPLOSIEGEVAAR
GEVAAR
Er bestaat een kans op explosie als de HEARTSTART FR2 in de aanwezigheid van ontvlambare anesthetica of geconcentreerde zuurstof wordt gebruikt.
GEVAAR
De HEARTSTART FR2 is niet beoordeeld of goedgekeurd voor gebruik op gevaarlijke plaatsen zoals gedefinieerd in de Amerikaanse National Electrical Code (artikel 500–503). Overeenkomstig de classificaties van de IEC (sectie 5.5.) mag de HEARTSTART FR2 niet in de aanwezigheid van mengsels van ontvlambare stoffen en lucht worden gebruikt.
GEVAAR
Laad de M3863A niet op.
5-2
Klinische en veiligheidsoverwegingen
Veiligheidsoverwegingen
VEILIGHEIDSNIVEAU
MOGELIJK SCHOK-, BRAND- OF EXPLOSIEGEVAAR
WAARSCHUWING
Gebruik de HEARTSTART FR2 uitsluitend zoals beschreven in deze gebruikershandleiding. Onjuist gebruik van de HEARTSTART FR2 kan letsel of de dood veroorzaken. Druk niet op de schoktoets als de defibrillatie-elektroden elkaar aanraken of open en blootgelegd zijn.
LET OP
Gevaarlijke elektrische uitgang. De HEARTSTART FR2 dient uitsluitend voor gebruik door bevoegd personeel.
LET OP
Dompel geen enkel deel van de HEARTSTART FR2 onder in water of andere vloeistoffen. Zorg dat er geen vloeistoffen in de HEARTSTART FR2 binnendringen. Zorg dat er geen vloeistoffen op de HEARTSTART FR2 of het toebehoren worden gemorst. Indien er vloeistoffen in de HEARTSTART FR2 worden gemorst, kunnen deze het apparaat beschadigen of brandgevaar of gevaar voor elektrische schokken veroorzaken. Steriliseer de HEARTSTART FR2 of het toebehoren niet.
VEILIGHEIDSNIVEAU
MOGELIJKE ONJUISTE WERKING VAN HET APPARAAT
WAARSCHUWING
De HEARTSTART FR2 voert een zelftest uit wanneer er een nieuwe batterij wordt geïnstalleerd en voert automatisch periodieke zelftests uit. Deze tests dienen om te controleren of de HEARTSTART FR2 klaar voor gebruik is. De tests kunnen echter geen goede werking garanderen als de HEARTSTART FR2 verkeerd behandeld of beschadigd is na de laatste zelftest.
WAARSCHUWING
Als er langdurig of agressief CPR bij een patiënt wordt verricht terwijl de defibrillatie-elektroden zijn aangesloten, kan dit de elektroden beschadigen. Vervang de defibrillatie-elektroden als zij tijdens het gebruik of hanteren beschadigd worden.
WAARSCHUWING
Het gebruik van beschadigde apparatuur of beschadigd toebehoren of apparatuur of toebehoren waarvan de uiterste gebruiksdatum is verstreken, kan een verkeerde werking van de HEARTSTART FR2 en/of letsel van de patiënt of de gebruiker tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
CPR-frequenties die aanzienlijk hoger zijn dan de richtlijnen van de American Heart Association van 100 compressies per minuut kunnen een onjuiste of vertraagde analyse door de HEARTSTART FR2 tot gevolg hebben.
LET OP
De HEARTSTART FR2 dient uitsluitend voor gebruik met door Laerdal Medical goedgekeurd toebehoren. De HEARTSTART FR2 werkt verkeerd indien niet-goedgekeurd toebehoren wordt gebruikt.
LET OP
Volg alle instructies die bij de HEARTSTART defibrillatie-elektroden zijn bijgeleverd. Gebruik de defibrillatie-elektroden vóór de uiterste gebruiksdatum die op de verpakking is aangegeven. Gebruik de defibrillatie-elektroden niet opnieuw. Werp ze na gebruik weg.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
5-3
5
Veiligheidsoverwegingen
VEILIGHEIDSNIVEAU
MOGELIJKE ONJUISTE WERKING VAN HET APPARAAT
LET OP
Indien de elektroden tijdens bewaring of vóór gebruik agressief worden behandeld, kunnen zij beschadiging oplopen. Werp de defibrillatie-elektroden weg indien zij beschadigd zijn.
LET OP
Volg alle instructies die bij de HEARTSTART M3863A batterij zijn bijgeleverd. Installeer de batterij vóór de uiterste gebruiksdatum die op de batterij is aangegeven.
LET OP
De HEARTSTART FR2 is ontworpen om duurzaam en betrouwbaar te zijn in vele omstandigheden in de praktijk. Een uitermate ruwe behandeling kan echter beschadiging van de HEARTSTART FR2 of het toebehoren tot gevolg hebben. Inspecteer het apparaat en het toebehoren periodiek overeenkomstig de instructies.
LET OP
Een wijziging van de standaardinstelling van de FR2 kan de werking beïnvloeden en moet met goedkeuring van de leidinggevend arts worden verricht. Tijdens de training van de gebruikers moet speciaal worden ingegaan op wijzigingen in de werking van de FR2 die het gevolg zijn van veranderingen van de standaardinstellingen.
LET OP
Gebruik uitsluitend door Laerdal Medical goedgekeurde datakaarten. De HEARTSTART FR2 werkt verkeerd indien niet-goedgekeurd toebehoren wordt gebruikt.
VEILIGHEIDSNIVEAU WAARSCHUWING
MOGELIJKE ELEKTRISCHE STORING BIJ DE ECG-BEWAKING Door hoogfrequentiestoring (RF-storing) door apparaten zoals mobiele telefoons en zendontvangers kan de HEARTSTART FR2 verkeerd werken. De HEARTSTART FR2 moet op een afstand van ten minste 2 meter van RF-apparatuur worden gebruikt, zoals voorgeschreven door EN 61000-4-3:1996.
Waarschuwingen bij defibrillatie VEILIGHEIDSNIVEAU WAARSCHUWING
5-4
MOGELIJK SCHOKGEVAAR De defibrillatiestroom kan letsel van de gebruiker of de omstanders tot gevolg hebben. Raak de patiënt tijdens de defibrillatie niet aan. Zorg dat de defibrillatie-elektroden geen metalen oppervlakken annraken. Maak de stekker van de elektroden los van de HEARTSTART FR2 alvorens een andere defibrillator te gebruiken.
Klinische en veiligheidsoverwegingen
Veiligheidsoverwegingen
VEILIGHEIDSNIVEAUS
MOGELIJKE VERKEERDE INTERPRETATIE VAN ECG'S
WAARSCHUWING
Plaats de defibrillatie-elektroden niet op de borst en rug van de patiënt (anterieur-posterieur). Deze plaatsing van de elektroden kan de juiste analyse van het ritme verstoren en de beslissing al dan niet een schok aan te bevelen beïnvloeden. Voor de juiste werking van de HEARTSTART FR2 moeten de defibrillatie-elektroden op de borst (anterieur-anterieur) worden geplaatst, zoals afgebeeld op de elektroden.
WAARSCHUWING
Omwille van de veiligheid is het mogelijk dat bepaalde hartritmen met zeer lage amplitude of lage frequentie door de HEARTSTART FR2 niet kunnen worden geïnterpreteerd als schokbare VF-ritmen. Ook is het mogelijk dat bepaalde VT-ritmen niet als schokbare ritmen kunnen worden geïnterpreteerd.
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSNIVEAUS
Hanteren of transporteren van de patiënt tijdens een analyse van het hartritme kan een onjuiste of vertraagde diagnose tot gevolg hebben. Als de HEARTSTART FR2 een prompt SCHOK AANBEV. geeft, houdt u de patiënt ten minste 15 seconden lang zo stil mogelijk zodat de HEARTSTART FR2 de analyse van het ritme kan bevestigen voordat er een schok wordt toegediend.
MOGELIJKE BRANDWONDEN EN ONDOELTREFFENDE ENERGIE
WAARSCHUWING
Zorg dat de defibrillatie-elektroden elkaar of andere ECG-elektroden, geleidedraden, verband, transdermale patches enz. niet aanraken. Dergelijk contact kan elektrische boogvorming en brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken tijdens de defibrillatie en kan de defibrillatiestroom van het hart vandaan leiden.
WAARSCHUWING
Tijdens de defibrillatie kunnen luchtzakken tussen de huid en de defibrillatie-elektroden brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken. Om luchtzakken te voorkomen controleert u of de defibrillatie-elektroden helemaal aan de huid kleven. Gebruik geen opgedroogde defibrillatie-elektroden.
VEILIGHEIDSNIVEAU LET OP
MOGELIJK LETSEL VAN DE PATIËNT De functie MAN. OPLADEN van de modus gevorderd van de HEARTSTART FR2 dient uitsluitend voor gebruik door gemachtigde gebruikers die specifiek zijn opgeleid in het herkennen van hartritmen en in defibrillatietherapie met behulp van het handmatig opladen en toedienen van schokken.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
5-5
5
Veiligheidsoverwegingen
Waarschuwingen bij de bewaking VEILIGHEIDSNIVEAU LET OP
MOGELIJKE VERKEERDE INTERPRETATIE VAN ECG-OPNAMEN Het LCD-scherm op het HEARTSTART FR2 model M3840A dient uitsluitend voor de identificatie van het basis-ECG-ritme. De frequentieresponsie van het scherm van de monitor dient niet om de resolutie te verstrekken die nodig is voor de diagnostiek en interpretatie van ST-segmenten.
Waarschuwingen bij het onderhoud VEILIGHEIDSNIVEAU
MOGELIJK BRAND- OF SCHOKGEVAAR
LET OP
Gevaar voor elektrische schokken. Er is gevaarlijke hoogspanning en stroom aanwezig. Open de HEARTSTART FR2 niet, verwijder de dekplaten niet en probeer niet om de FR2 te repareren. Er zijn geen onderdelen in de HEARTSTART FR2 die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. De HEARTSTART FR2 moet voor reparaties naar een gemachtigd servicekantoor worden geretourneerd.
LET OP
Onjuist verricht onderhoud kan de HEARTSTART FR2 beschadigen of een verkeerde werking tot gevolg hebben. Onderhoud de HEARTSTART FR2 uitsluitend zoals beschreven in deze gebruikershandleiding of zoals aangegeven door de leidinggevend arts van uw programma.
5-6
Klinische en veiligheidsoverwegingen
6
Instelling en functies van de modus gevorderd
Instellingsoverzicht De “instelling” van de HEARTSTART FR2 AED bestaat uit diverse programmeerbare aspecten, of parameters, van de werking van de FR2. Sommige instellingsparameters regelen specifieke functies die geen verband houden met het patiëntbehandelingsprotocol, andere worden gebruikt om het automatische patiëntbehandelingsprotocol dat door de FR2 wordt gebruikt te bepalen en weer andere bieden opties voor het handmatig opheffen van het protocol tijdens gebruik. De FR2 wordt geleverd met een standaardinstelling die dient om aan de behoeften van de meeste gebruikers te voldoen. Desgewenst kan de leidinggevend arts de instelling herzien. Zelfs als er geen veranderingen worden aangebracht, is het een goed idee om inzicht te hebben in de instelling van de FR2 en in de wijze waarop de diverse parameterinstellingen invloed uitoefenen op de wijze waarop het apparaat werkt.
Parameters die geen verband houden met protocollen De in de volgende tabel gegeven parameters activeren functies van de FR2 die geen verband houden met het patiëntbehandelingsprotocol. De tabel beschrijft elk van deze parameters, vermeldt de instellingen die ervoor beschikbaar zijn en identificeert de standaardinstelling. PARAMETER LUIDSPREKERVOLUME
INSTELLINGEN STANDAARD 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
8
BESCHRIJVING Stelt het volume van de luidspreker van de FR2 in. 1 is het laagst, 8 het hoogst. De luidspreker wordt gebruikt voor gesproken prompts en de toon voor opladen voltooid.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-1
Instellingsoverzicht
PARAMETER STEM OPNEMEN
INSTELLINGEN STANDAARD JA, NEE
NEE
BESCHRIJVING Activeert of desactiveert de audio-opname tijdens het gebruik. Voor het opnemen van gesproken tekst is een datakaart nodig.
ECG-WEERGAVE (M3840A uitsluitend)
AAN, UIT
AAN
Activeert (AAN) of desactiveert (UIT) de ECG-weergave op het scherm. Voor een analyse van het ritme van de FR2 hoeft de ECG-weergave niet aan te staan.
PZT AUTOM. ZENDEN
AAN, UIT
UIT
Activeert (AAN) of desactiveert (UIT) de overbrenging van de resultaten van de periodieke zelftests (PZT’s) van de FR2 van de infraroodcommunicatiepoort.
ECG UIT
AAN, UIT
UIT
Activeert (AAN) of desactiveert (UIT) de overbrenging van ECG-gegevens van de infraroodcommunicatiepoort van de FR2. ECG-gegevens kunnen zelfs gezonden worden als de ECG-weergave niet beschikbaar is of gedesactiveerd is.
Automatische protocolparameters De HEARTSTART FR2 is ontworpen om een automatisch protocol te volgen dat u bij de patiëntbehandeling met de AED begeleidt. De standaardinstellingen voor de in het automatische protocol gebruikte programmeerbare parameters kunnen desgewenst door de leidinggevend arts worden gewijzigd. De instellingsparameters in de volgende tabel worden gebruikt om het door de FR2 gebruikte automatische patiëntbehandelingsprotocol te bepalen. Veel van deze parameters werken samen met elkaar, dus is het zeer belangrijk dat u begrijpt hoe elke parameter het protocol beïnvloedt. De beschrijving van elke parameter identificeert met elkaar werkende parameters in vetgedrukte tekst.
6-2
Instelling en functies van de modus gevorderd
Instellingsoverzicht
PARAMETER
INSTELLINGEN
STANDAARD
BESCHRIJVING
SERIE SCHOKKEN
1, 2, 3, 4
3
Stelt het aantal schokken in dat moet worden toegediend om een automatische CPR-pauze te activeren. De duur van de CPR-pauze na beëindiging van een serie schokken wordt bepaald door de instelling van de CPR-timer. Er begint een nieuwe serie schokken wanneer een schok wordt toegediend. • nadat de FR2 is aangezet
6
• na de automatische CPR-pauze of • nadat er op de Pauzetoets is gedrukt (indien deze is geactiveerd) of • als de tijd sinds de vorige schok de instelling van de Protocol timeout overschrijdt. PROTOCOL TIMEOUT (minuten)
0,5, 1,0, 1,5, 2,0, 2,5, 3,0, 3,5, ¥ (oneindig)
1,0
Stelt het tijdsinterval in dat wordt gebruikt om te bepalen of een toegediende schok geteld moet worden als deel van de huidige Serie schokken.
CPR TIMER (minuten)
0,5, 1,0, 1,5, 2,0, 2,5, 3,0
1,0
Stelt de duur van de CPR-pauze in die automatisch start wanneer: • een serie schokken wordt beëindigd; of • er op de Pauzetoets wordt gedrukt (indien deze geactiveerd is); of • er een NSA-beslissing wordt genomen, de CPR-pauze van de NSA geactiveerd is en er wordt voldaan aan de voorwaarden voor het gebruik van de instelling van de CPR-timer (zie NSA handeling); of • er 30 seconden lang niet op de schoktoets wordt gedrukt nadat de FR2 in de modus AED is opgeladen of • er een ononderbroken artefact voorkompt tijdens de analyse van het ritme. Na de CPR-pauze gaat de FR2 automatisch weer over op de automatische analyse van het ritme.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-3
Instellingsoverzicht
PARAMETER
INSTELLINGEN
STANDAARD
BESCHRIJVING
NSA HANDELING (minuten)
BEWAKEN, 0,5, 1,0, 1,5, 2,0, 2,5, 3,0
BEWAKEN
Stelt in hoe de FR2 werkt na een beslissing ADVIES: GEEN SCHOK (NSA). BEWAKEN — instrueert de FR2 om het ECG van de patiënt te bewaken na een NSA-beslissing en om de gebruiker er periodiek op te attenderen CPR toe te dienen. Het interval voor de CPR-prompts wordt ingesteld door het bewakingspromptinterval. TIJDSINSTELLING — instrueert de FR2 om een CPR-pauze te geven na een NSA-beslissing (CPR-pauze voor NSA). Als er schokken zijn toegediend in de huidige serie schokken (bijv. wanneer de NSA-beslissing op een schok volgt), wordt de duur van de CPR-pauze bepaald door de instelling van de CPR-timer. Anders (bijv. wanneer het aanvankelijk bewaakte ritme van de patiënt niet-schokbaar is) wordt de duur van de CPR-pauze bepaald door de tijdsinstelling van de NSA handeling.
CPR PROMPT
LANG, KORT
LANG
Stelt het niveau van de bijzonderheden in die gegeven worden in de gesproken herinneringsprompts voor de CPR die na beëindiging van een Serie schokken worden gegeven. LANG — geeft uitgebreide aanwijzingen voor het controleren van de luchtwegen, ademhaling en hartslag alvorens met CPR te beginnen. KORT — instrueert de gebruiker eenvoudig om zo nodig met CPR te beginnen.
MONITORPROMPT INTERVAL (minuten)
6-4
1,0, 1,5, 2,0, 2,5, 3,0, ¥ (oneindig)
1,0
Stelt het interval in voor de prompts voor de behandeling van de patiënt die gegeven worden tijdens de bewaking door de FR2 van het ECG van de patiënt na een NSA-beslissing. Selectie van ¥ (oneindig) houdt in dat er geen herhaalde prompts worden gegeven tijdens de ECG-bewaking.
Instelling en functies van de modus gevorderd
Instellingsoverzicht
Parameters voor handmatig opheffen De HEARTSTART FR2 biedt diverse manieren om het automatische protocol op te heffen. De parameters in de volgende tabel worden gebruikt om verschillende soorten handmatige opheffing te activeren. PARAMETER GEVORDERD
INSTELLINGEN STANDAARD UIT, ANALYSE, OPLADEN
UIT
BESCHRIJVING Activeert of desactiveert de invoering van de modus gevorderd voor ALS- of gelaagde respons-systemen. UIT — desactiveert de functies van de modus gevorderd. ANALYSE — activeert een door de gebruiker gestarte analyse van het ritme en ontlading en (M3840A uitsluitend) zet de ECG-weergave aan. OPLADEN (M3840A uitsluitend) — afgezien van het activeren van de functie analyse activeert dit het door de gebruiker gestarte opladen en ontladen.
PAUZETOETS
UIT, BEWAKEN, ALTIJD
UIT
Activeert of desactiveert de door de gebruiker gestarte CPR-pauze in het automatische protocol. De duur van de pauze wordt bepaald door de instelling van de CPR-timer. Wanneer een functie van de modus Gevorderd (ANALYSE of OPLADEN) wordt geactiveerd en opgeroepen, wordt de pauzetoets gedesactiveerd. UIT — desactiveert het gebruik van een door de gebruiker gestarte pauze. BEWAKEN — activeert uitsluitend tijdens de bewaking door de FR2 van het ritme van de patiënt een door de gebruiker gestarte pauze. ALTIJD — activeert een door de gebruiker gestarte pauze op elk willekeurig moment behalve wanneer de FR2 al gepauzeerd is. Als hij geactiveerd is, wordt de pauzetoets opgeroepen door op de onderste optietoets te drukken, aangegeven door een pijl op het scherm van de FR2, zoals afgebeeld in het scherm dat in het voorbeeld is gegeven.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
BEWAKEN BEHANDEL PATIËNT
0:43
2
HF XXX CPR PAUZE >
6-5
6
De instellingsfuncties gebruiken
PARAMETER HERVATTOETS
INSTELLINGEN STANDAARD AAN, UIT
UIT
BESCHRIJVING Activeert (AAN) of desactiveert (UIT) een door de gebruiker gestarte onderbreking van de CPR-pauze en gaat weer over op analyseren. Als ofwel de CPR-timer of de instelling van NSA handeling geprogrammeerd is op 1,5 minuut of langer, wordt de instelling van de hervattoets automatisch geactiveerd (AAN). PAUZE BEHANDEL PATIËNT
0:43
GEV. GEBRUIK PROMPT INTERVALLEN (minuten)
0,5, 1,0, 1,5, 2,0, 2,5, 3,0
0,5
2 HF XXX HERVAT ANALYSE >
Als hij geactiveerd is, wordt de hervattoets opgeroepen door op de onderste optietoets te drukken, aangegeven door een pijl op het scherm van de FR2, zoals afgebeeld in het scherm dat in het voorbeeld is gegeven.
Stelt het interval in voor de prompts “Druk op analyse” die gegeven worden tijdens gebruik van de modus gevorderd.
De instellingsfuncties gebruiken NB: Om de weergegeven menu’s door te nemen gebruikt u de optietoetsen als volgt: • Druk op de ONDERSTE optietoets om de markeringsbalk van het ene item naar een ander item in het menu te verplaatsen. • Druk op de BOVENSTE optietoets om het gemarkeerde item te selecteren of om de instellingen voor dat item door te nemen.
De HEARTSTART FR2 wordt geleverd met een standaardinstelling die dient om aan de behoeften van de meeste gebruikers te voldoen. Met de instellingsfunctie van de FR2 kunt u de huidige instelling van de HEARTSTART FR2 bekijken of desgewenst een herziene instelling installeren. Zo gaat u naar het menu INSTELLING: 1. Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw om het eerste menu op het scherm naar voren te brengen.
6-6
Instelling en functies van de modus gevorderd
De instellingsfuncties gebruiken
VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
NB: Dit scherm verschijnt niet als de defibrillatie-elektroden op de FR2 zijn aangesloten wanneer de batterij wordt geïnstalleerd en u kunt geen menu-items oproepen. Bovendien kunnen de batterijinbrengingstest en de periodieke automatische zelftests niet worden uitgevoerd wanneer de defibrillatie-elektroden zijn aangesloten. Neem de stekker van de elektroden na elk gebruik uit de FR2. Verwijder de elektroden voordat u de FR2 opbergt.
2. Binnen 10 seconden nadat u de batterij hebt geïnstalleerd, drukt u op de onderste optietoets om de markeringsbalk naar VOLGEND te brengen. 3. Druk op de bovenste optietoets om VOLGEND te selecteren.
APPARAAT HISTORIEK BATTERIJ HISTORIEK INSTELLING KLOK TERUG BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
INSTELLING TERUG INSTELLING ONTVANGEN INSTELLING LEZEN BEKIJK INSTELLING
4. Druk op de onderste optietoets om de markeringsbalk naar INSTELLING te brengen. 5. Druk op de bovenste optietoets om het scherm INSTELLING naar voren te brengen. Met het menu SETUP kunt u de instelling rechtstreeks van een andere HEARTSTART FR2 of van een computer die CODERUNNER software draait, ontvangen, de instelling van een datakaart lezen of de huidige instelling bekijken.
Huidige instelling bekijken Een goede manier om inzicht te krijgen in de instelling van de FR2 is om de instelling te bekijken die hij op dit moment gebruikt. 1. Selecteer BEKIJK INSTELLING in het menu INSTELLING. Het eerste scherm in een serie met schermen voor BEKIJK INSTELLING wordt weergegeven. 2. Nadat u de inhoud van het scherm hebt bekeken, drukt u op de bovenste optietoets om VOLGEND te selecteren en naar het volgende scherm te gaan. 3. Met het laatste scherm kunt u TERUG selecteren en naar het menu INSTELLING teruggaan.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-7
6
De instellingsfuncties gebruiken
.
BEKIJK INSTELLING VOLGEND LUIDSPREKERVOLUME 8 STEM OPNEMEN NEE ECG WEERGAVE AAN PZT AUTOM. ZENDEN ECG UIT
UIT UIT
BEKIJK INSTELLING VOLGEND SERIE SCHOKKEN 3 PROTOCOL TIMEOUT 1.0 PAUZETOETS BEWAKEN HERVATTOETS UIT CPR TIMER 1.0 NSA HANDELING BEWAKEN
BEKIJK INSTELLING TERUG GEV. UIT CPR PROMPT LANG PROMPTINTERVALLEN BEWAKEN 1.0 GEVORD. GEBRUIK 0.5
Instelling herzien Er zijn diverse manieren om de instelling van de HEARTSTART FR2 te veranderen. Voor al deze manieren is het gebruik van afzonderlijk bij Laerdal Medical verkrijgbare producten of toebehoren nodig. l Gebruik de M3864A trainings- en toedieningsbatterij om software binnen de FR2 te activeren om de instelling te wijzigen. (Instructies zijn bij de batterij bijgeleverd.) l Lees een herziene instelling van een datakaart die de instelling bevat. (Instructies zijn later in dit hoofdstuk gegeven.) l Gebruik de infraroodcommunicatiefunctie van de FR2 om de herziene instelling van een andere FR2 te ontvangen. (Instructies zijn later in dit hoofdstuk gegeven.) l Gebruik de infraroodcommunicatiefunctie van de FR2 om de herziene instelling van een computer die CODERUNNER draait, te ontvangen. (Instructies zijn bij de CODERUNNER software bijgeleverd.) LET OP: Een wijziging van de standaardinstelling van de FR2 kan de werking beïnvloeden en moet met goedkeuring van de leidinggevend arts worden verricht. Tijdens de training van de gebruikers moet speciaal worden ingegaan op wijzigingen in de werking van de FR2 die het gevolg zijn van veranderingen van de standaardinstellingen.
Zie de tabellen die de diverse instellingsparameters beschrijven aan het begin van dit hoofdstuk. Zie ook bijlage E, Verklarende woordenlijst, voor definities van instellingsitems.
6-8
Instelling en functies van de modus gevorderd
De instellingsfuncties gebruiken
Instelling ontvangen
INSTELLING TERUG INSTELLING ONTVANGEN INSTELLING LEZEN BEKIJK INSTELLING
Deze methode gebruikt de infraroodcommunicatiefunctie van de HEARTSTART FR2 om de instelling rechtstreeks van de ene HEARTSTART FR2 bij een andere (waarin de trainings- en toedieningsbatterij moet zijn geïnstalleerd) of van een computer die CODERUNNER software draait, te ontvangen. (Zie de instructies die bij de CODERUNNER zijn bijgeleverd.) Handel als volgt om de instelling van een andere FR2 te ontvangen: 1. Zoek de infraroodcommunicatiepoort op elke HEARTSTART FR2 en lijn ze met elkaar uit, zodat het infrarode “oog” in elke FR2 een ononderbroken zicht op het “oog” in de andere FR2 heeft. (Zie het diagram op het binnenblad.) De twee apparaten mogen niet meer dan 1 meter van elkaar vandaan zijn. 2. Zorg dat de trainings- en toedieningsbatterij in de “zendende” HEARTSTART FR2 is geïnstalleerd en dat de FR2 klaar is om te zenden. (Zie de naslaggids voor de trainings- en toedieningsbatterij van de M3864A HEARTSTART FR2 voor instructies.) 3. Selecteer INSTELLING ONTVANGEN in het menu Instelling.
INSTELLING ONTVANGEN AFSLUITEN KLAAR VOOR ONTVANGEN ZENDER CONTROLEREN
4. Er verschijnt een nieuw scherm. Totdat de twee HEARTSTART FR2 apparaten naar behoren zijn geplaatst, geeft het scherm KLAAR VOOR ONTVANGEN weer en geeft het u een prompt om de zendende FR2 te controleren. 5. Instellingsgegevens worden automatisch overgebracht zodra de infraroodpoorten naar behoren zijn uitgelijnd. 6. Als u AFSLUITEN selecteert voordat de overbrenging is voltooid, wordt de herziene instelling niet ontvangen.Wanneer de overbrenging voltooid is, geeft het scherm op de “ontvangende” FR2 een bericht INSTELLING VOLTOOID weer. De HEARTSTART FR2 gebruikt de nieuwe instelling onmiddellijk. Het ontvangen van de instelling van een computer die CODERUNNER software draait, wordt besproken in de gebruiksaanwijzing van de CODERUNNER.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-9
6
Klokinstellingen zenden en ontvangen
INSTELLING TERUG INSTELLING ONTVANGEN INSTELLING LEZEN BEKIJK INSTELLING
Instelling lezen Deze methode kopieert instellingsgegevens van een datakaart naar de HEARTSTART FR2. Handel als volgt om de instelling te lezen: 1. Steek de datakaart in de datakaarthouder en installeer de geladen houder in de datakaartgleuf in de HEARTSTART FR2. 2. Selecteer INSTELLING LEZEN in het menu Instelling.
INSTELLING LEZEN AFSLUITEN ! GEEN INSTELL. BESTAND
3. Er verschijnt een nieuw scherm. Als de HEARTSTART FR2 de datakaart niet kan lezen of geen geldige instelling op de datakaart kan vinden, geeft het scherm een foutbericht GEEN INSTELL.BESTAND weer. Anders begint de HEARTSTART FR2 de instellingsinformatie van de datakaart onmiddellijk te lezen. 4. Als u AFSLUITEN selecteert voordat de overbrenging is voltooid, wordt de herziene instelling niet gekopieerd. Wanneer de overbrenging is beëindigd, geeft het scherm een bericht INSTELLING VOLTOOID weer. De HEARTSTART FR2 gebruikt de herziene instelling onmiddellijk.
Klokinstellingen zenden en ontvangen VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN KLOK TERUG TIJD ONTVANGEN TIJD ZENDEN 07 / 09 / 00 DD / MM / JJ 14 : 28
6-10
Om de klokinstellingen van de HEARTSTART FR2 met de klok van een andere FR2 of een computer die CODERUNNER software draait, te synchroniseren kunt u de infraroodcommunicatiefunctie gebruiken. Instructies voor het synchroniseren van de klokinstellingen met een computer die CODERUNNER draait zijn bij de CODERUNNER software bijgeleverd. Zo brengt u klokinstellingen van de ene FR2 naar de andere over: 1. Verwijder de batterij van beide FR2 apparaten en installeer deze opnieuw om het eerste menuscherm naar voren te halen. 2. Selecteer VOLGEND om naar het tweede menuscherm te gaan. 3. Selecteer KLOK uit het tweede menuscherm. Vervolgens verschijnt het scherm KLOK. 4. Zoek de infraroodcommunicatiepoort op elke HEARTSTART FR2 en lijn ze met elkaar uit, zodat het infrarode “oog” in elke FR2 een ononderbroken zicht op het “oog” in de andere FR2 heeft. (Zie het
Instelling en functies van de modus gevorderd
Functies van de modus gevorderd gebruiken
diagram op het binnenblad.) De twee apparaten mogen niet meer dan 1 meter van elkaar vandaan zijn.
TIJD ONTVANGEN AFSLUITEN KLAAR VOOR ONTVANGEN ZENDER CONTROLEREN
5. Selecteer TIJD ZENDEN uit het scherm KLOK op de “zendende” HEARTSTART FR2. 6. Selecteer TIJD ONTVANGEN uit het scherm KLOK op de “ontvangende” FR2. 7. Er verschijnt een nieuw scherm. Totdat de twee HEARTSTART FR2 apparaten naar behoren zijn geplaatst, geeft het scherm op de ontvangende FR2 KLAAR VOOR ONTVANGEN weer en geeft het u een prompt om de zendende FR2 te controleren. Het scherm op de zendende FR2 geeft KLAAR VOOR ZENDEN weer en geeft u een prompt om de ontvangende FR2 te controleren. 8. Klokinstellingen worden automatisch overgebracht zodra de infraroodpoorten naar behoren zijn uitgelijnd.
Functies van de modus gevorderd gebruiken De HEARTSTART FR2 heeft een modus gevorderd die hulpverleners die naar behoren zijn opgeleid, in staat stelt om het geprogrammeerde protocol van de FR2 op te heffen en de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor bepaalde aspecten van de door de FR2 gebruikte bedieningsreeks om de patiënt te behandelen. Zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven moet de standaardinstelling van de FR2 worden gewijzigd om toegang tot functies van de modus gevorderd te geven. Dit vereist het gebruik van de toedieningsfunctie van de M3864A trainings- en toedieningsbatterij. Als u een deskundige gebruiker bent die door de leidinggevend arts is gemachtigd om de instelling te wijzigen, houdt u beide optietoetsen ingedrukt terwijl u de trainings- en toedieningsbatterij in de FR2 installeert en selecteert u vervolgens INSTELLING. Selecteer vervolgens INSTELLING WIJZIGEN
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-11
6
Functies van de modus gevorderd gebruiken
in het menu INSTELLING. Selecteer GEVORDERD uit het derde menu van het menu INSTELLING WIJZIGEN. TOEDIENING INSTELLING KLOK VERWIJDER BATTERIJ OM AF TE SLUITEN
INSTELLING TERUG INSTELLING ONTVANGEN INSTELLING LEZEN INSTELLING WIJZIGEN INSTELLING ZENDEN INSTELLING SCHRIJVEN
INSTELLING WIJZIGEN TERUG GEV. UIT CPR PROMPT LANG PROMPTINTERVALLEN BEWAKEN 1.0 GEVORD. GEBRUIK 0.5
Met de bovenste optietoets neemt u de beschikbare instellingen voor GEVORDERD door. De voor de modus gevorderd beschikbare opties hangen af van het gebruikte model FR2. Voor de M3840A kan de gebruiker ANALYSE of OPLADEN selecteren. Voor de M3841A kan de gebruiker uitsluitend ANALYSE selecteren. (Een uitgebreide gebruiksaanwijzing is bij de batterij bijgeleverd.) LET OP: Een wijziging van de standaardinstelling van de FR2 kan de werking beïnvloeden en moet met goedkeuring van de leidinggevend arts worden verricht. Tijdens de training van de gebruikers moet speciaal worden ingegaan op wijzigingen in de werking van de FR2 die het gevolg zijn van veranderingen van de standaardinstellingen. LET OP: De functie MAN. OPLADEN van de modus gevorderd van de HEARTSTART FR2 dient uitsluitend voor gebruik door gemachtigde gebruikers die specifiek zijn opgeleid in het herkennen van hartritmen en in defibrillatietherapie met behulp van het handmatig opladen en toedienen van schokken.
Deze functie is vooral handig voor organisaties met hulpverleners die een opleiding in basisreanimatie (BLS, ofwel Basic Life Support) hebben genoten en met hulpverleners met een meer omvattende opleiding die een certificatie in voortgezette reanimatie (ALS, ofwel Advanced Life Support) kunnen hebben. In dergelijke situaties kan de leidinggevend arts een “gelaagde respons”-systeem instellen. De HEARTSTART FR2 is specifiek ontworpen om verschillende productfuncties te bieden die voor de verschillende typen hulpverlener geschikt zijn. In een scenario waar een BLS-hulpverlener als eerste bij de plaats van het voorval aankomt, is hij of zij opgeleid om de patiënt onmiddellijk te behandelen – bijvoorbeeld om te controleren op ademhaling, ontvankelijkheid
6-12
Instelling en functies van de modus gevorderd
Functies van de modus gevorderd gebruiken
en hartslag; om de defibrillatie-elektroden aan te brengen en ze op de HEARTSTART FR2 aan te sluiten en om de tekst- en gesproken prompts te volgen die door de HEARTSTART FR2 in de AED-modus worden gegeven. Wanneer een in ALS opgeleide hulpverlener arriveert, geeft de BLS-hulpverlener de behandeling van de patiënt aan de hoger opgeleide hulpverlener over. Omdat deze hulpverleners van de tweede laag een gevorderde opleiding hebben genoten en klinische vaardigheden hebben ontwikkeld, is het mogelijk dat zij gemachtigd zijn om de functie van de modus geavanceerd van de HEARTSTART FR2 op te roepen. Dit zijn o.a. door de gebruiker gestarte analyse en handmatige op- en ontlading.
De functie Man. analyse gebruiken 0:43
0:43
2
2
HF XXX ANALYSE >
HF XXX ANALYSE >
DRUK OP ANALYSE
0:43
2
HF XXX ANALYSE >
Deze functie is beschikbaar in zowel model M3840A als model M3841A. Om de modus gevorderd op te roepen drukt u tegelijk op beide optietoetsen. Nu verschijnt een scherm met een gemarkeerde lijn op de onderkant, die aangeduid is als ANALYSE met een pijlpunt die naar de onderste optietoets wijst. In de M3841A HEARTSTART FR2 wordt het ECG van de patiënt niet weergegeven; in de M3840A maakt het ECG van de patiënt wel deel uit van de weergave. Druk op de onderste optietoets (ANALYSE) om de analyse van het ritme door de FR2 te starten. Als er een schok wordt aanbevolen, wordt de FR2 automatisch geladen en geeft deze u een prompt om op de schoktoets te drukken. Na toediening van de schok keert de HEARTSTART FR2 terug naar de weergave van de modus gevorderd en bewaakt hij het hartritme van de patiënt. Als een mogelijk schokbaar ritme wordt gedetecteerd, adviseert het scherm u om op DRUK OP ANALYSE te drukken.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-13
6
Functies van de modus gevorderd gebruiken
NB: Als u niet op de onderste optietoets (aangeduid met ANALYSE) drukt om de analyse van het ritme te starten wanneer u daartoe een prompt krijgt, analyseert de HEARTSTART FR2 niet en geeft het geen prompt als een schok wordt aanbevolen. Het is belangrijk dat u begrijpt dat het gebruik van de modus gevorderd inhoudt dat u verantwoordelijkheid voor deze functies neemt.
Als de ritmeanalyse een beslissing Schok aanbevolen tot gevolg heeft, begint de FR2 met opladen, geeft u een prompt op om de schoktoets te drukken en geeft een optie MANUEEL ONTWAPENEN weer aan de bovenkant van het scherm. Als u om welke reden dan ook de schok wilt annuleren, drukt u op de bovenste optietoest om de FR2 te ontladen. Om terug te keren naar de niet-handmatige werking van de AED-modus zet u de FR2 uit en weer aan door tweemaal op de aan/uit-toets te drukken.
De functie manueel opladen gebruiken (uitsluitend M3840A)
MAN. >
0:43
2
HF XXX ANALYSE >
MAN. OPLADEN>
De functie manueel laden is uitsluitend beschikbaar bij de M3840A en hierbij wordt het ECG van de patiënt automatisch weergegeven. Om de modus gevorderd op te roepen drukt u tegelijk op beide optietoetsen. Nu verschijnt een scherm met een gemarkeerde lijn aan de bovenkant, aangeduid als MANUEEL met een pijlpunt die naar de bovenste optietoets wijst, en een andere aan de onderkant, aangeduid als ANALYSE met een pijlpunt die naar de onderste optietoets wijst. Indien er op de onderste optietoets (ANALYSE) wordt gedrukt, wordt er een door de gebruiker gestarte ritmeanalyse gestart zoals hierboven beschreven. Indien er op de bovenste optietoets (MANUEEL) wordt gedrukt, verschijnt er een nieuw scherm. De gemarkeerde bovenste lijn is aangeduid met MAN. OPLADEN met een pijlpunt die naar de bovenste optietoets wijst. Als de ECG-weergave aangeeft dat volgens uw deskundig oordeel de patiënt een schokbaar ritme heeft, drukt u op de bovenste optietoets (MAN. OPLADEN). De HEARTSTART FR2 wordt onmiddellijk opgeladen om een schok toe te dienen.
6-14
Instelling en functies van de modus gevorderd
Functies van de modus gevorderd gebruiken
MANUEEL ONTWAPENEN > OPLADEN NIET AANRAKEN
Zodra het opladen begint, verandert het bericht op het scherm in OPLADEN, NIET AANRAKEN en verandert het etiket voor de pijlpunt die naar de bovenste optietoets wijst, in MANUEEL ONTWAPENEN. De FR2 geeft een geluidssignaal wanneer hij wordt opgeladen. Wanneer het geluidssignaal in een ononderbroken toon verandert en het lampje van de schoktoets knippert, drukt u op de schoktoets om een schok toe te dienen. Als de ECG-weergave echter aantoont dat het ritme van de patiënt in een niet-schokbaar ritme is veranderd, drukt u op de bovenste optietoets om de HEARTSTART FR2 te ontwapenen. Na toediening van een schok keert de HEARTSTART FR2 naar het initiële scherm van de modus gevorderd terug. Om terug te keren naar de niet-handmatige werking van de AED-modus zet u de FR2 uit en weer aan door tweemaal op de aan/uit-toets te drukken.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
6-15
6
Functies van de modus gevorderd gebruiken
Opmerkingen
6-16
Instelling en functies van de modus gevorderd
7
Gegevensbeheer en -overzicht
Overzicht De HEARTSTART FR2 is ontworpen om het gemakkelijk te maken voorvalgegevens te beheren. Sommige informatie wordt automatisch opgeslagen in het interne geheugen van de HEARTSTART FR2. Meer uitgebreide gegevens kunnen desgewenst op een datakaart worden opgeslagen. De informatie over voorvallen die in het interne geheugen van de HEARTSTART FR2 wordt opgeslagen of een samenvatting van de informatie die op de datakaart is opgenomen, kan vervolgens op het scherm van de HEARTSTART FR2 worden weergegeven om daar bekeken te worden. Daarnaast kan CODERUNNER software op een personal computer worden gebruikt om de uitgebreide opgenomen informatie op een datakaart op te slaan en deze informatie te bekijken.
Voorvalgegevens opnemen De HEARTSTART FR2 heeft twee manieren om informatie over een voorval op te nemen, zodat deze na het voorval kan worden bekeken: in het interne geheugen en op een datakaart.
Gegevens in het interne geheugen opnemen Samenvattingsgegevens voor een voorval worden automatisch door de HEARTSTART FR2 opgenomen terwijl u hem gebruikt.
Gegevens op een datakaart opnemen M3854A datakaarten kunnen worden gebruikt om diverse uren van uitgebreide voorvalgegevens, met inbegrip van voorvallen en ECG’s, op te slaan. BELANGRIJK: Om voorvalgegevens op een datakaart op te nemen moet u de datakaart installeren voordat u de HEARTSTART FR2 aanzet.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
7-1
Voorvalgegevens opnemen
LET OP: De HEARTSTART FR2 dient uitsluitend voor gebruik met door Laerdal Medical goedgekeurd toebehoren. De HEARTSTART FR2 kan verkeerd werken indien niet-goedgekeurd toebehoren wordt gebruikt.
Zo installeert u een datakaart: 1. Zorg dat de datakaart schoon en droog is. 2. Laad de datakaart in zijn kunststof houder en zorg dat de “tong” van de houder over het overeenkomstige gele gedeelte op de datakaart past. Het etiket op de kaart moet omhoog wijzen. Het etiket heeft een pijl die aanduidt welke kant in de poort van de datakaart moet worden gestoken. 3. Zorg dat de FR2 uitstaat (in de standby-modus) of dat de batterij is verwijderd. 4. Houd de geladen houder vast aan de handgreep en steek de houder voorzichtig in de poort van de datakaart op de rechterkant van de HEARTSTART FR2. Duw de houder helemaal in de poort. Breng de houder niet met kracht in de poort in. Als de houder moeilijk in te brengen is, verwijdert u hem en controleert u of het etiket met de pijl omhoog wijst en naar de poort van de datakaart wijst. De datakaart neemt de volgende keer dat de HEARTSTART FR2 wordt aangezet, automatisch voorvalgegevens op. Om te voorkomen dat u tijdens een voorval niet genoeg ruimte op de datakaart hebt verdient het aanbeveling om elke datakaart uitsluitend te gebruiken voor het opnemen van één voorval en hem na elk gebruik van de HEARTSTART FR2 te vervangen. Als u informatie van meer dan één voorval op een datakaart opneemt, is het belangrijk dat u bekijkt hoeveel tijd op de gebruikte datakaart resteert voordat u een nieuw voorval opneemt. Daartoe laadt u de datakaart in de datakaarthouder, brengt u de houder in de FR2 in, verwijdert u de batterij vervolgens en installeert u de batterij opnieuw. Het eerste scherm dat wordt weergegeven, laat zien hoeveel tijd op de kaart resteert. NB: Als u tijdens een voorval om welke reden dan ook de batterij vervangt of de HEARTSTART FR2 minder dan vijf minuten lang uitzet, beschouwt de FR2 dit als een situatie van “voortdurend gebruik” en: • wordt de informatie die over het voorval zijn opgeslagen, bewaard,
7-2
Gegevensbeheer en -overzicht
Voorvalgegevens bekijken
• •
worden aanvullende voorvallen die zijn opgenomen nadat de batterij opnieuw is geïnstalleerd, behandeld als deel van hetzelfde voorval en wordt de zelftest niet automatisch uitgevoerd wanneer de batterij opnieuw wordt geïnstalleerd.
Zo vervangt u een datakaart: BELANGRIJK: U moet de FR2 uitzetten (weer in de standby-modus zetten) voordat u de datakaart verwijdert om te zorgen dat er geen voorvalgegevens verloren gaan.
7
1. Druk op de aan/uit-toets om de FR2 uit te zetten. Vervang de datakaart nooit tenzij de FR2 uitstaat. 2. Verwijder de geladen datakaarthouder door hem aan zijn handgreep vast te grijpen en uit de poort te trekken. 3. Verwijder de datakaart uit de houder. 4. Geef de datakaart aan de juiste persoon in uw organisatie. 5. De datakaarthouder moet altijd weer in de poort van de HEARTSTART FR2 worden ingebracht. Laad een nieuwe datakaart in de houder en breng de houder in of breng de lege datakaarthouder in de poort in.
Voorvalgegevens bekijken Gegevens van het interne geheugen bekijken VOER ZELFTEST UIT BEKIJK VOORVAL GEEN DATAKAART GOEDE BATTERIJ VOLGEND BIJ NOODGEVAL OP UIT DRUKKEN
Een samenvatting van het laatste voorval dat in het interne geheugen van de HEARTSTART FR2 is opgeslagen, kan op het scherm worden weergegeven en daar bekeken worden. Zo bekijkt u deze informatie:
BEKIJK VOORVAL TERUG
2. Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw. (Zorg dat u de gewone grijze batterij gebruikt, niet de trainings- en toedieningsbatterij.)
SAMENVATTING DUUR: 3:18 AANTAL SCHOKKEN: 6
1. Verwijder de datakaart als er een datakaart is geïnstalleerd en verwijder de stekker van de elektroden.
3. Selecteer BEKIJK VOORVAL in het menu. Er verschijnt een nieuw scherm. 4. Let u de samenvatting op het scherm en noteer deze desgewenst:
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
7-3
Voorvalgegevens bekijken
l
l
hoe lang het door de HEARTSTART FR2 geregistreerde voorval heeft geduurd en hoeveel schokken tijdens het voorval zijn toegediend.
Deze informatie blijft in het geheugen van de HEARTSTART FR2 en kan weergegeven worden om bekeken te worden tot de volgende keer dat de HEARTSTART FR2 wordt gebruikt. Dan worden de gegeven van het nieuwe voorval weergegeven.
Gegevens van een datakaart bekijken Als er een datakaart is geïnstalleerd wanneer de HEARTSTART FR2 wordt aangezet voor gebruik tijdens een voorval, neemt de HEARTSTART FR2 automatisch uitgebreide informatie op de datakaart op. Zo bekijkt u deze informatie op het scherm van de HEARTSTART FR2: 1. Zorg dat de trainings- en toedieningsbatterij niet is geïnstalleerd. 2. Zorg dat de datakaart is geïnstalleerd en verwijder de stekker van de elektroden. 3. Verwijder de batterij en installeer hem opnieuw. BEKIJK VOORVAL TERUG BEKIJK VOORVAL BEKIJK ECG DUUR: 3:18 AANTAL SCHOKKEN 6 EERSTE SCHOKKEN: 00:18 01:10 01:49
4. Selecteer BEKIJK VOORVAL in het menu. Er verschijnt een nieuw scherm. Dit scherm geeft het volgende weer: l DUUR — hoe lang het door de HEARTSTART FR2 aanstond tijdens het voorval, l AANTAL SCHOKKEN — hoeveel schokken tijdens het voorval zijn toegediend en l EERSTE SCHOKKEN — de tijd dat de eerste drie schokken werden toegediend. NB: Als de datakaart niet zowel een voorvallenbestand en de ECG-gegevens bevat, wordt alleen de samenvatting van het interne geheugen van de FR2 weergegeven wanneer BEKIJK VOORVAL wordt geselecteerd.
5. Om de gebeurtenissen die zich tijdens het voorval hebben voorgedaan te bekijken selecteert u BEKIJK VOORVAL. Er verschijnt een nieuw scherm. Dit scherm en de volgende schermen die worden opgeroepen door VOLGEND VOORVAL te selecteren, geven de informatie weer
7-4
Gegevensbeheer en -overzicht
Voorvalgegevens bekijken
BEKIJK VOORVAL TERUG VOLGEND VOORVAL TOESTEL AAN 0:00 ELEKTR. BEVEST. 0:04 SCHOK AANBEV. 0:13 OPGELADEN 0:18 SCHOK TOEGED. 0:22
over de duur voor kritieke activiteiten bij gebruik van de HEARTSTART FR2. Dit zijn o.a.: l TOESTEL AAN — wanneer de HEARTSTART FR2 is aangezet, l ELEKT. BEVEST. — wanneer de defibrillatie-elektroden zijn aangesloten en verwijderd, l SCHOK AANBEV. — wanneer een schok al dan niet werd aanbevolen, l OPGELADEN — wanneer de FR2 is opgeladen voor het toedienen van een schok, l SCHOK TOEG. — wanneer een schok is toegediend, l SCHOK ONDERBR. — wanneer een schok is onderbroken, l CPR PAUZE — wanneer zich een pauze heeft voorgedaan, l TOESTEL UIT — wanneer de FR2 is uitgezet. Aanvullende informatie kan worden weergegeven als de HEARTSTART FR2 een herziene instelling gebruikt met de modus gevorderd. (De M3841A geeft geen optie Man. opladen.)
BEKIJK VOORVAL TERUG BEKIJK VOORVAL BEKIJK ECG DUUR: 3:18 AANTAL SCHOKKEN 6 EERSTE SCHOKKEN: 00:18 01:10 01:49 BEKIJK ECG TERUG VOLGEND ECG-SEGMENT
BEKIJK VOORVAL TERUG VOLGEND VOORVAL ADVIES: GEEN SCHOK 00:31 CPR PAUZE 0:40 HERVAT ANALYSE 1:00 MANUELE KEUZE 1:10 MAN. ANALYSE 1:15
BEKIJK VOORVAL TERUG VOLGEND VOORVAL MAN. OPLADEN 1:30 ONTLADEN 1:35 SCHOK ONDERBR. 1:40 GEVORD. GEBRUIK 2:00 ELEKTR. LOS 2:20
BEKIJK VOORVAL TERUG TOESTEL UIT 2:25
6. Om de eerste zes seconden van het opgenomen ECG voor het voorval te bekijken selecteert u BEKIJK ECG. Er verschijnt een nieuw scherm. Dit scherm laat een segment van drie seconden van het ECG van het voorval zien. 7. Selecteer VOLGEND ECG-SEGMENT om het tweede segment van drie seconden van het ECG te bekijken. Datakaarten kunnen desgewenst opnieuw worden gebruikt. Met behulp van een personal computer die CODERUNNER software draait, kunt u de informatie van een datakaart kopiëren en vervolgens de kaart wissen en deze opnieuw in de HEARTSTART FR2 gebruiken.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
7-5
7
Voorvalgegevens bekijken
Opmerkingen
7-6
Gegevensbeheer en -overzicht
A Toebehoren voor de HEARTSTART FR2
HEARTSTART Toebehoren Toebehoren voor de HEARTSTART FR2 dat afzonderlijk bij Laerdal Medical of Laerdal-Agilent Alliance verkrijgbaar is, omvat de volgende items: l Reserve M3863A batterij (aanbevolen) l Reserve defibrillatie-elektroden (aanbevolen) l Reserve M3853A datakaarthouder l M3854A Datakaart, met datakaarthouder l M3868A draagtas l M3857A wandmontagebeugel l M3864A Trainings- en toedieningsbatterij l M3855A batterijlader met elektrisch snoer, uitsluitend voor gebruik met de M3864A trainings- en toedieningsbatterij
Aanbevolen aanvullende items Het kan handig zijn aanvullende items bij de hand te houden bij de HEARTSTART FR2 voor het geval zich een voorval voordoet. Een aantal van deze aanbevolen benodigdheden zijn: l een hulpverlenersschaar l een disposable scheermes voor het verwijderen van borsthaar l een zakmasker of gezichtsscherm l disposable handschoenen l een handdoek of antiseptische doekjes l een zuurstofbron De leidinggevend arts kan andere benodigdheden aanbevelen. HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
A-1
Opmerkingen
A-2
B Technische specificaties
De in dit hoofdstuk gegeven technische specificaties voor de HEARTSTART FR2 gelden zowel voor de M3840A als de M3841A, tenzij anderszins aangegeven.
Specificaties voor de HEARTSTART FR2 AED Fysieke gegevens CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Afmetingen
6,6 cm hoog x 21,8 cm breed x 21,8 cm diep.
Gewicht
Ongeveer 2 kg met batterij geïnstalleerd.
Omgevingsgegevens CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Temperatuur en vochtigheid tijdens bedrijf
0° C tot 50° C. 0% tot 95% relatieve vochtigheid (niet-condenserend).
Temperatuur en vochtigheid tijdens standby
0° C tot 43° C. 0% tot 75% relatieve vochtigheid (niet-condenserend). Geldt voor HEARTSTART FR2 met batterij geïnstalleerd en opgeslagen met defibrillatie-elektroden.
Hoogte
Voldoet aan MIL-810E 500.3, procedure II (–152,4 meter tot 4,572 meter).
Tolerantie voor schokken/vallen
Voldoet aan MIL-STD-810E 516.4, procedure IV (na een val van 1 meter op een rand, hoek of oppervlak, in de standby-modus).
Trilling
Voldoet aan MIL-STD-810E 514.4-17.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
B-1
Specificaties voor de HEARTSTART FR2 AED
CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Verzegeling
Voldoet aan IEC 529 klasse IP54 indien de datakaarthouder en de batterij zijn geïnstalleerd.
ESD
Voldoet aan EN 61000-4-2:1998 ernstigheidsniveau 4.
EMI (gestraald)
Voldoet aan de grenzen van EN 60601-1-2 (1993), methode EN 55011:1998 groep 1 niveau B.
EMI (immuniteit)
Voldoet aan de grenzen van EN 60601-1-2 (1993), methode EN 61000-4-3:1998 niveau 2.
Vliegtuig-methode
Voldoet aan RTCA/DO-160D:1997 Deel 21 (Categorie M – Opladen).
Defibrillator CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES Dubbelfasig afgeknot exponentieel. De curveparameters worden automatisch ingesteld als functie van de defibrillatie-impedantie van de patiënt.
Curve
In het diagram links is A de duur van fase 1 en is B de duur van fase 2 van de curve, is C de vertraging tussen de fasen, is Vp de piekspanning en Vf de eindspanning.
Energie
B-2
De HEARTSTART FR2 dient schokken toe om impedanties van 25 tot 180 ohm te laden. De duur van elke fase van de curve wordt dynamisch ingesteld op grond van de geleverde lading, teneinde de variaties in de impedantie van de patiënt te compenseren, zoals afgebeeld in de volgende voorbeelden: Ladingsweerstand (ohm)
Duur van fase 1 (ms)
Duur van fase 1 (ms)
Geleverde energie (J)
25 50 100 125 150
2,8 4,09 9,0 12,0 12,0
2,8 4,09 6,0 8,0 8,0
140 150 157 161 157
150 J nominaal in een lading van 50 ohm.
Specificaties voor de HEARTSTART FR2 AED
CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Laadregeling
Geregeld door het patiëntanalysesysteem voor halfautomatische bediening. Kan worden geprogrammeerd op handmatig starten met de modus gevorderd van de M3840A.
Oplaadtijd vanaf “Schok aanbevolen”
< doorgaans 10 s, met inbegrip van bevestiging van analyse. De oplaadtijd neemt toe bij het einde van de levensduur van de batterij.
Cyclustijd van schok tot schok
< doorgaans 20 s, met inbegrip van analyse, in de modus AED.
Indicator “Oplading voltooid”
Schoktoets knippert, audiosignaal wordt gegeven.
Ontladen (modus AED)
Wanneer de HEARTSTART FR2 is geladen, dumpt hij de lading indien:
B
• het hartritme van de patiënt in een niet-schokbaar ritme verandert, OF • er niet binnen 30 s na het opladen van de FR2 een schok wordt toegediend, OF • er op de pauzetoets wordt gedrukt, indien deze geactiveerd is, OF • er op de aan/uit-toets wordt gedrukt om de FR2 uit te zetten OF • de defibrillatie-elektroden van de patiënt worden verwijderd of de stekker van de elektroden uit de FR2 wordt losgemaakt. Ontladen (modus gevorderd)
Wanneer de HEARTSTART FR2 is geladen, dumpt hij de lading indien: in de modus gevorderd ANALYSE • er op de toets MANUEEL ONTWAPENEN wordt gedrukt, OF • het hartritme van de patiënt in een niet-schokbaar ritme verandert, OF • er niet binnen 30 s na het opladen van de FR2 een schok wordt toegediend, OF • er op de aan/uit-toets wordt gedrukt om de FR2 uit te zetten OF • de defibrillatie-elektroden van de patiënt worden verwijderd of de stekker van de elektroden uit de FR2 wordt losgemaakt. in de modus gevorderd OPLADEN (uitsluitend M3840A) • er op de toets MANUEEL ONTWAPENEN wordt gedrukt, OF • er niet binnen 30 s na het opladen een schok wordt toegediend, OF • er op de aan/uit-toets wordt gedrukt om de FR2 uit te zetten OF • de defibrillatie-elektroden van de patiënt worden verwijderd of de stekker van de elektroden uit de FR2 wordt losgemaakt.
Schoktoedieningsvector
Via defibrillatie-elektroden die in de positie anterieur-anterieur (afleiding II) zijn geplaatst.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
B-3
Specificaties voor de HEARTSTART FR2 AED
ECG-analysesysteem CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Functie
Beoordeelt de impedantie van de defibrillatie-elektroden voor een juist contact met de huid van de patiënt en beoordeelt het ECG-ritme en de kwaliteit van het signaal om vast te stellen of een schok dient te worden aanbevolen.
Protocollen
Volgt vooraf geprogrammeerde instellingen om te voldoen aan de plaatselijke richtlijnen voor EMS of aan de medische protocollen. De instellingen kunnen worden gewijzigd met de instellingsopties.
Schokbare ritmen
Ventrikelfibrilleren (VF) en bepaalde ventriculaire tachycardieën, met inbegrip van ventrikelflutter en polymorfe VT. De HEARTSTART FR2 gebruikte meerdere parameters om te bepalen of een ritme schokbaar is. NB: Omwille van de veiligheid is het mogelijk dat bepaalde ritmen met zeer lage amplitude of lage frequentie niet kunnen worden geïnterpreteerd als schokbare VF-ritmen. Ook is het mogelijk dat bepaalde VT-ritmen niet als schokbare ritmen kunnen worden geïnterpreteerd.
Asystolie
Bij detectie van asystolie geeft de FR2 een CPR-prompt met geprogrammeerde intervallen.
Detectie van pacemaker
Bij detectie van een pacemaker (uitsluitend in de modus gevorderd) geeft de FR2 een weergave op het scherm van een waarschuwing PACER GEDETECTEERD en de M3840A geeft ook een pacemakerartefact in de ECG-weergave. Bij beide modellen wordt het pacemakerartefact uit het signaal verwijderd voor de analyse van het ritme.
ECG-analyseprestatie
RITMEKLASSE
GROOTTE VOORBEELD SAMPLE*SIZE
NOMINALE SPECIFICATIES
Schokbaar ritme – ventrikelfibrilleren
300
Voldoet aan DF39 vereiste van de AAMI en aanbeveling van de AHA† (gevoeligheid >90%)
Schokbaar ritme – ventriculaire tachycardie
100
Voldoet aan DF39 vereiste van de AAMI en aanbeveling van de AHA† (gevoeligheid >75%)
Niet-schokbaar ritme – Normaal sinusritme
300
Voldoet aan DF39 vereiste van de AAMI (specificiteit >95%) en aanbeveling van de AHA† (specificiteit >99%)
B-4
Specificaties voor de HEARTSTART FR2 AED
RITMEKLASSE
GROOTTE VOORBEELD SAMPLE*SIZE
NOMINALE SPECIFICATIES
Niet-schokbaar ritme – Asystolie
100
Voldoet aan DF39 vereiste van de AAMI en aanbeveling van de AHA† (specificiteit >95%)
Niet-schokbaar ritme – Alle andere niet-schokbare ritmen
450
Voldoet aan DF39 vereiste van de AAMI en aanbeveling van de AHA† (specificiteit >95%)
B
*. Uit ECG-ritmedatabases over werking van Agilent Technologies Heartstream. †. Automatic External Defibrillators for Public Access Use: Recommendations for Specifying and
Reporting Arrhythmia Analysis Algorithm Performance, Incorporation of New Waveforms, and Enhancing Safety. American Heart Association (AHA) AED Task Force, Subcommittee on Safety & Efficacy, draft 3/18/96, Table 2.
Scherm CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Bewaakte ECG-afleiding
De ECG-informatie wordt ontvangen door de defibrillatie-elektroden in de positie anterieur-anterieur (afleiding II). (Uitsluitend weergegeven op de M3840A.)
Weergavebereik (uitsluitend M3840A.)
Differentieel: +/– 2 mV volle schaal, nominaal.
Schermtype
Hogeresolutie LCD met achterverlichting.
Afmetingen van het scherm
70 mm breed x 58 mm hoog.
Zwaaisnelheid (uitsluitend M3840A)
23 mm/s nominaal.
ECG-weergave
Segmenten van 3 seconden weergegeven (uitsluitend M3840A).
Frequentieresponsie (Bandbreedte)
Niet-diagnostische ritmemonitor 1 Hz tot 20 Hz (-3 dB), nominaal.
Gevoeligheid
1,16 cm/mV nominaal.
Weergegeven hartritme (Normaal sinusritme)
30 tot 300 bpm, elke analyseperiode bijgewerkt. Weergegeven tijdens bewaking en modus gevorderd (uitsluitend M3840A).
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
B-5
Specificaties voor toebehoren
Bedieningsorganen en signalering CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
LCD-scherm
Hogeresolutie LCD-scherm met achterverlichting, geeft tekstberichten weer en uitsluitend bij model M3840A ECG.
Bedieningsorganen
Aan/uit-toets Schoktoets Optietoetsen
LED-indicators
LED met stekkerbus, knippert om de plaats van de stekker aan te duiden. De LED wordt bedekt wanneer de stekker van de defibrillatie-elektroden naar behoren is ingestoken. De LED van de schoktoets knippert wanneer de defibrillator is opgeladen.
Luidspreker
Geeft gesproken prompts (het volume is instelbaar via het scherm Instelling).
Pieper
Geeft een kwetterend geluid wanneer een zelftest is mislukt. Geeft diverse waarschuwingsgeluiden tijdens normaal gebruik.
Statusindicator
De LCD van de statusindicator geeft aan dat het apparaat gereed voor gebruik is.
Detectie batterij bijna leeg
Automatisch tijdens dagelijkse periodieke zelftests.
Indicator batterij bijna leeg
Ononderbroken of knipperende rode X statusindicator op het voorpaneel; al naargelang waarschuwing BATTERIJ BIJNA LEEG of VERVANG BATTERIJ op het scherm.
Specificaties voor toebehoren Specificaties voor de M3863A batterij CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Type batterij
12 VDC, 4,2 Ah, lithiummangaandioxide. Disposable, recycleerbare, primaire batterij met lange levensduur.
Capaciteit
Een nieuwe batterij biedt minimaal 300 schokken of 12 uur bedrijfstijd bij een temperatuur van 25° C.
B-6
Specificaties voor toebehoren
CATEGORIE
NOMINALE SPECIFICATIES
Levensduur vóór installatie
Doorgaans 5 jaar vanaf datum van vervaardiging indien bewaard in standby bij omgevingsomstandigheden in de oorspronkelijke verpakking.
Levensduur in standby na installatie
Doorgaans 5 jaar. > 4 jaar indien bewaard in standby bij omgevingsomstandigheden (batterij geïnstalleerd, FR2 niet gebruikt).
Specificaties voor HEARTSTART defibrillatie-elektroden CATEGORIE
B
NOMINALE SPECIFICATIES
Elektroden, kabel en stekker
Disposable en zelfklevend. Defibrillatie-elektroden hebben een nominaal actief oppervlak van 100 cm2 per elektrode en worden geleverd in een verzegelde verpakking met een geïntegreerde kabel en stekker van doorgaans 122 cm.
Defibrillatie-elektrodevereisten
Gebruik uitsluitend HEARTSTART defibrillatie-elektroden met de HEARTSTART FR2. Plaats de elektroden op de patiënt zoals afgebeeld op de achterkant van elke elektrode.
(Optioneel) M3854A Specificaties voor datakaarten CATEGORIE Capaciteit
NOMINALE SPECIFICATIES 4 uur voorval- en ECG-gegevens of 30 minuten met stemopname.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
B-7
Specificaties voor toebehoren
Opmerkingen
B-8
C Verschillen tussen de HEARTSTART FR AED en de AED’s in de serie HEARTSTART FR2
Als uw organisatie de HEARTSTART FR AED gebruikt en onlangs nieuwe AED’s in de serie HEARTSTART FR2 heeft aangeschaft, zult u merken dat de twee apparaten bijzonder veel op elkaar lijken, maar dat de FR2 meer functies heeft. Sommige verbeteringen in de FR2 zullen onmiddellijk duidelijk zijn. In vergelijking met de oorspronkelijke HEARTSTART FR heeft de FR2: l een helderder scherm met hoger contrast, l een grotere batterijcapaciteit en -levensduur en l een optionele trainings- en toedieningsbatterij met een geïntegreerde oplaadbare batterij en een afzonderlijke oplader. Andere verbeterde functies in de FR2 zijn subtieler, zoals: l vereenvoudiging van het overhandigen van de patiënt in een gelaagde respons-systeem, met inbegrip van de mogelijkheid ECG’s die genomen worden te bekijken; l uitgebreider tekst- en gesproken prompts; l meer gegevensbeheeropties, met inbegrip van infraroodcommunicatievermogen voor gegevensoverdracht; en l de werking van de handmatige (gevorderde) modus blijft van kracht totdat het apparaat wordt uitgezet. Sommige van de specifieke verschillen tussen de twee apparaten zijn in de volgende tabel beschreven. NB: In de volgende tabel wordt, wanneer de naam van een functie veranderd is van de naam die in de documentatie van de HEARTSTART FR is gebruikt, de nieuwe naam van de FR2 in aanhalingstekens aangegeven.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
C-1
HEARTSTART FR TWEE MODELLEN
DRIE MODELLEN EM
ECG-weergave met optionele handmatige modus (handmatig laden en ontladen).
E
ECG-weergave, geen handmatige modus.
S
Geen ECG-weergave, geen handmatige modus.
Levensduur in standby
M3840A
ECG-weergave, programmeerbare opties voor modus gevorderd (analyse naar vraag, of zowel analyse en opladen/ontladen naar vraag).
M3841A
Geen ECG-weergave, programmeerbare optie voor modus gevorderd (analyse uitsluitend naar vraag).
BATTERIJ
BATTERIJ Capaciteit
HEARTSTART FR2
Doorgaans 100 schokken of 5 uur bedrijfstijd. Doorgaans 1 jaar.
TRAINING EN TOEDIENING
Capaciteit Levensduur in standby
Doorgaans 300 schokken of 12 uur bedrijfstijd. Doorgaans 5 jaar.
TRAINING EN TOEDIENING
Training
Vereist trainingkaart; gebruikt standaardbatterij; heeft 8 trainingsscripts.
Training
Vereist trainings- en toedieningsbatterij; gebruikt geïntegreerde oplaadbare batterij;* heeft 10 trainingsscripts.
Toediening
Vereist instellingskaart; gebruikt standaardbatterij.
Toediening
Vereist trainings- en toedieningsbatterij; gebruikt geïntegreerde oplaadbare batterij.*
Gegevensoverdracht Geen gegevensoverdracht.
* Batterijlader afzonderlijk verkrijgbaar. Gegevensoverdracht Draadloze (infrarode) gegevensoverdracht.
C-2
HEARTSTART FR INDELING VAN PANEEL EN BEDIENINGSORGANEN OP PANEEL
HEARTSTART FR2 INDELING VAN PANEEL EN BEDIENINGSORGANEN OP PANEEL
Scherm
LCD-scherm met achterverlichting.
Scherm
Helderder LCD-scherm met groter contrast.
Contrasttoetsen
Klein, dicht bij elkaar.
Optietoetsen
Groter, verder uit elkaar.
Invoer in de handmatige modus Afzonderlijke knop voor handmatige opheffing op voorpaneel (uitsluitend EM); gaat weer op de modus AED over na toediening van een schok of handmatige timeout.
Invoer in de modus gevorderd
GEGEVENSOVERZICHT EN -BEHEER
GEGEVENSOVERZICHT EN -BEHEER
PC-kaarten
Drie kaarten met beperkte capaciteit (ER1, doorgaans 15 minuten; EC1, doorgaans 30 minuten; en VC1, doorgaans 26 minuten), die de klok op de kaart gebruiken.
Gegevensweergave ECG niet op het scherm te bekijken.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
”Datakaart”
Gebruikt de optietoetsen voor snelle overhandiging van de patiënt aan ALS-hulpverleners; blijft in de modus gevorderd totdat hij wordt uitgezet.
Eén rendabele kaart, met een aanzienlijke hogere capaciteit (ongeveer 4 uur voorval- en ECG-gegevens of 30 minuten met stem), met behulp van de interne klok van de FR2.
Gegevensweergave ECG op het scherm te bekijken.
C-3
C
Opmerkingen
C-4
D Verklarende lijst met symbolen en bedieningsorganen
Symbolen en bedieningsorganen van de HEARTSTART FR2 SYMBOOL
BESCHRIJVING
Aan/uit-toets
Zet de HEARTSTART FR2 aan of uit; ontwapent de HEARTSTART FR2, stopt de automatische zelftest. Wanneer de functie Training van de trainings- en toedieningsbatterij wordt gebruikt, gebruikt u deze toets om trainingsscripts te selecteren en te beëindigen.
Schoktoets
Dient de patiënt een schok toe wanneer de HEARTSTART FR2 opgeladen is.
Bovenste en onderste optietoetsen
Stellen u in staat zich in een menu te verplaatsen en een item uit een menu te selecteren, maken het mogelijk het schermcontrast in te stellen.
Bescherming tegen defibrillatie
Beschermd tegen defibrillatie, aansluiting op de patiënt, type BF. Hoogspanning.
Zie bedieningsinstructies.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
D-1
Symbolen op het scherm van de HEARTSTART FR2 SYMBOOL
!
!
BESCHRIJVING
HF XX
Hartfrequentie.
XXX
Aantal toegediende schokken.
XX:XX
De hoeveeltijd tijd (minuten:seconden) die is verstreken sinds de HEARTSTART FR2 is aangezet.
TEMPERATUUR
Het aanbevolen temperatuurbereik tijdens de opslag is overschreden sinds de vorige automatische zelftest.
INSTELLING
De instelling is uit het geheugen verloren; de standaardinstelling wordt gebruikt. Neem voor een herziene instelling contact op met de leidinggevend arts.
REV: XXXXXXXXX
De versie van de software en de hardware die in de HEARTSTART FR2 wordt gebruikt.
Symbolen van de statusindicator SYMBOOL
BESCHRIJVING Klaar voor gebruik.
(knipperende zwarte zandloper)
(ononderbroken rode X)
D-2
Niet klaar voor gebruik. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2.)
SYMBOOL
BESCHRIJVING Oplossen van problemen nodig. (Zie hoofdstuk 4, Oplossen van problemen, tests en onderhoud van de HEARTSTART FR2.)
(knipperende rode X)
Symbolen voor M3863A batterij SYMBOOL
BESCHRIJVING Druk de batterij niet ineen.
Stel de batterij niet bloot aan hevige hitte of open vuur. Verbrand de batterij niet. Vermink de batterij niet en open de behuizing van de batterij niet.
Install Before
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
D
Installeer de batterij in de HEARTSTART FR2 vóór de op dit etiket aangegeven datum.
D-3
Opmerkingen
D-4
E Verklarende woordenlijst
De in deze verklarende woordenlijst opgenomen termen worden gedefinieerd in de context van de HEARTSTART FR2 en het gebruik van dit apparaat. Acute circulatiestilstand .......................
Het acuut ophouden van het pompende ritme van het hart, gepaard gaande met verlies van bewustzijn, afwezigheid van ademhaling en afwezigheid van hartslag.
AED .............................
Halfautomatische externe defibrillator.
ALS ..............................
Voortgezette reanimatie, ofwel Advanced Life Support.
Analyse ........................
Zie SMART Analysis.
Aritmie ........................
Een ongezonde, vaak onregelmatige hartslag.
Batterij ........................
De verzegelde lithiummangaandioxide batterij die gebruikt wordt om de FR2 van energie te voorzien. Hij wordt geleverd in een grijze batterij die in een ruimte boven op de FR2 past.
Bewaken ......................
Een modus van analyse op de achtergrond om vast te stellen of het ritme van de patiënt in een schokbaar ritme is veranderd.
BLS ..............................
Basisreanimatie, ofwel Basic Life Support.
CODERUNNER® ...........
Een speciaal gegevensbeheersoftwaresysteem voor gebruik met de HEARTSTART FR2. Het is beschikbaar bij Laerdal Medical op een diskette of op de world wide web op http://www.heartstream.com.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
E-1
CPR-timer ...................
Een programmeerbare periode die door de HEARTSTART FR2 wordt gegeven waarin de hulpverlener CPR kan toedienen.
Curve ...........................
Zie SMART Biphasic Waveform.
Defibrillatie .................
Beëindiging van hartfibrillatie door toepassing van elektrische energie.
Defibrillatieelektroden ...................
De zelfklevende elektroden die op de ontblote borst van de patiënt worden aangebracht en die worden gebruikt om het hartritme van de patiënt te detecteren en de defibrillatieschok over te brengen. Er mogen uitsluitend HEARTSTART defibrillatie-elektroden worden gebruikt met de FR2.
Defibrillatielading ......
Elektrische energie die geladen is in de condensator van de HEARTSTART FR2 wanneer deze wordt opgeladen voor het toedienen van een schok.
Defibrillatieschok .......
Zie SMART Biphasic Waveform.
ECG .............................
Elektrocardiogram, een weergave of uitdraai van het elektrische ritme van het hart zoals gedetecteerd door de defibrillatie-elektroden.
ECG .............................
Het hartritme dat door de HEARTSTART FR2 wordt gezien wanneer hij voor het eerst wordt aangesloten op de patiënt (via de defibrillatie-elektroden) en met ritmeanalyse begint.
Elektroden ..................
Zie defibrillatie-elektroden.
Fibrillatie ....................
Een storing van het normale hartritme dat een chaotische, ongeorganiseerde activiteit tot gevolg heeft die niet op doeltreffende wijze bloed kan pompen. Ventrikelfibrilleren (fibrillatie in de onderste kamers van het hart) gaat gepaard met acute circulatiestilstand.
Gevoeligheid ...............
Een meting van het vermogen van de HEARTSTART FR2 om schokbare hartritmen betrouwbaar te detecteren en identificeren.
E-2
Hartritme Analyse van het hartritme (ECG) ....
Impedantie ..................
Infrarood communicatie .............
Instelling .....................
Lezen (van gegevens) ............
Manueel ontwapenen .................
Manueel opladen ........
Modus AED .................
Een systeem dat door de FR2 wordt gebruikt om vast te stellen of het hartritme van de patiënt schokbaar is – ventrikelfibrilleren (VF) of bepaalde ventriculaire tachycardieën (VT’s). Zie SMART Analysis. Elektrisch gezien is dit de totale tegenstand die door het lichaam wordt geboden tegen de doorstroom van de elektrische schokcurve die door de HEARTSTART FR2 wordt geleverd. De FR2 bewaakt automatisch de elektrische impedantie tussen de defibrillatie-elektroden die op de ontblote borst van de patiënt zijn geplaatst en stelt de schokcurve al naargelang in.
Een methode om informatie te zenden met behulp van een speciaal deel van het lichtspectrum. Wordt gebruikt om informatie over te brengen van de ene HEARTSTART FR2 naar een andere FR2 of naar een computer die CODERUNNER software draait en omgekeerd. De instellingen van alle programmeerbare bedieningsparameters van de HEARTSTART FR2. De standaardinstelling kan worden gewijzigd met behulp van de HEARTSTART M3864A trainings- en toedieningsbatterij.
Een functie van de HEARTSTART FR2 die het apparaat in staat stelt instellingsgegevens van een HEARTSTART M3854A datakaart te lezen.
Een functie van de modus gevorderd die wordt gebruikt door een gemachtigde hulpverlener met ALS-certificaat die de gebruiker in staat stelt om de lading van de HEARTSTART FR2 intern te dumpen. Een functie van de modus gevorderd die wordt gebruikt door een gemachtigde hulpverlener met ALS-certificaat die de gebruiker in staat stelt om de HEARTSTART FR2 op te laden voor het toedienen van een schok. De standaardbehandelingsmodus van de FR2, met scherm- en gesproken prompts die de hulpverlener helpen bij het aansluiten van de defibrillatie-elektroden, het wachten op ritmeanalyse en het zo nodig toedienen van een schok. In deze modus worden de analyse en bewaking van het
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
E-3
E
hartritme, de beslissing al dan niet een schok toe te dienen en het opladen van het apparaat om een schok toe te dienen automatisch verricht door de FR2. Modus gevorderd .......
Niet-schokbaar ritme ............................
NSA .............................
Ontvangen (van gegevens) ............
Een programmeerbare behandelingsmodus die een gemachtigde gebruiker in staat stelt te regelen wanneer de FR2 een ritmeanalyse start en (uitsluitend bij model M3840A) wanneer te beginnen met het opladen van de defibrillator voor het toedienen van een schok.
Een hartritme waarvan de HEARTSTART FR2 vaststelt dat het niet geschikt is voor het toedienen van een schok. Beslissing Geen schok aanbevolen, genomen door de HEARTSTART FR2 op grond van een analyse van het hartritme van de patiënt.
Een functie van de HEARTSTART FR2 die het mogelijk maakt de infrarood (IR)-communicatiepoort te gebruiken om herziene instellings- en klokinstellingen rechtstreeks van een ander apparaat te ontvangen.
Pacemaker ..................
Een externe of geïmplanteerde impulsgenerator die het hart elektronisch stimuleert.
Pauze ...........................
Een bepaalde periode waarin de period during which the HEARTSTART FR2 geen ritmeanalyse verricht.
Periodieke zelftests ......
Dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse tests die automatisch worden uitgevoerd door de FR2 wanneer deze in de standby-modus staat. De tests bewaken veel van de belangrijkste functies en parameters van de FR2, met inbegrip van de batterijcapaciteit en de conditie van de interne circuits.
Prompts .......................
De gesproken opdrachten en schermtekst die gebruikt worden om de hulpverlener te helpen met het gebruik van de HEARTSTART FR2 om de patiënt te behandelen.
Protocol .......................
Een reeks handelingen die door de HEARTSTART FR2 worden verricht om de behandeling van de patiënt in de modus AED te leiden.
E-4
Protocol timeout .........
Een programmeerbaar interval tussen schokken dat door de HEARTSTART FR2 wordt gebruikt om te bepalen of de schokken deel van dezelfde serie schokken uitmaken.
Ritmeanalyse ..............
Zie SMART Analysis.
Schokbaar ritme .........
Ventrikelfibrilleren en bepaalde ventriculaire tachycardieën die met acute circulatiestilstand gepaard gaan.
Schokcurve .................
Zie SMART Biphasic Waveform.
Schrijven (van gegevens) .............
Een functie van de HEARTSTART FR2 die het apparaat in staat stelt instellingsgegevens op een datakaart te schrijven.
Serie schokken ............
Een of meer schokken, waarvan elk door niet meer dan een vooringestelde tijd (geprogrammeerde protocol timeout) wordt gescheiden. Na beëindiging van een serie schokken pauzeert de HEARTSTART FR2 automatisch voor CPR.
SMART Analysis ...........
Het met een octrooi geschermde algoritme dat door de FR2 wordt gebruikt om het hartritme van de patiënt te analyseren en te bepalen of een schok aanbevolen wordt.
SMART Biphasic curve.............................
De met een octrooi beschermde defibrillatieschokcurve met geringe energie die door de FR2 wordt gebruikt. Dit is een impedantiegecompenseerde curve met 150 joule, nominaal, geleverd in een lading van 50 ohm.
Specificiteit .................
Een meting van het vermogen van de HEARTSTART FR2 om niet-schokbare hartritmen betrouwbaar te detecteren en identificeren.
Standby-modus ...........
De bedieningsmodus van de HEARTSTART FR2 wanneer er een batterij is geïnstalleerd en het apparaat is uitgezet en klaar voor gebruik is wanneer dat nodig is. Aangegeven door een knipperende zwarte zandloper op de statusindicator.
Statusindicator ...........
Dit is een speciaal venster in de rechter bovenhoek van het voorpaneel van de HEARTSTART FR2 dat u de status van het apparaat laat weten.
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
E-5
E
Stem opnemen ............
Training- en toedieningsbatterij ......
Voortdurend gebruik ........................
Een optionele functie van de HEARTSTART FR2 die het mogelijk maakt geluid op een datakaart op te nemen bij gebruik van het apparaat tijdens een voorval. Activering van deze functie vereist een herziening van de standaardinstellingen van de HEARTSTART FR2.
Een optioneel toebehoren voor de FR2 dat de trainings- en toedieningsfuncties mogelijk maakt.
Een conditie waarin het gebruik van de HEARTSTART FR2 minder dan vijf minuten wordt onderbroken (bijv. voor het vervangen van de batterij). Wanneer de batterij opnieuw wordt ingebracht of het apparaat opnieuw wordt aangezet, wordt de opgeslagen informatie over het onderbroken voorval opgeslagen, worden aanvullende voorvallen die zijn opgenomen nadat de batterij opnieuw is geïnstalleerd, behandeld als deel van hetzelfde voorval en wordt de zelftest niet automatisch uitgevoerd wanneer de batterij opnieuw wordt geïnstalleerd.
Voorval ........................
De serie gebeurtenissen die komen kijken bij het behandelen van de patiënt met de HEARTSTART FR2.
Voorval ........................
Een handeling die door de HEARTSTART FR2 wordt herkend of verricht als stap in de reeks handelingen van het gebruik van het apparaat. Voorbeelden zijn: het aanbrengen en aansluiten van de elektroden op de HEARTSTART FR2, het analyseren van het hartritme, het toedienen van een schok enz.
Zenden (gegevens) ......
Een functie van de HEARTSTART FR2 die het mogelijk maakt de infrarood (IR)-communicatiepoort te gebruiken om gegevens rechtstreeks naar een andere FR2 of een computer die CODERUNNER software draait, te zenden.
E-6
Index A
C
Aan/uit-toets, beschrijving van gebruik D-1 acute circulatiestilstand, definitie E-1 AED ForeRunner C-1 AED, definitie E-1 AED, modus, definitie E-3 ALS, definitie E-1 aritmie, definitie E-1
CODERUNNER software E-1 contrast, bijstellen 4-12 CPR pauze, beschrijving 3-4 CPR-prompt definitie 6-4 programmeerbare instellingen 6-4 CPR-timer definitie 6-3, E-2 programmeerbare instellingen 6-3 curve zie SMART biphasic waveform
B batterij beschrijving 2-1, E-1 inbrengingszelftest 2-4 vervangen tijdens gebruik 4-9, 7-2 batterij historiek bekijken 4-14 beschrijving van gegevens 4-14 batterij vervangen tijdens gebruik 7-2 batterijinbrengingszelftest beschrijving 2-4 interactief 4-10 mislukken 4-4 testresultaten opnemen 4-10 bedieningsorganen en signalering specificaties B-6 bedieningsorganen en symbolen D-1 bewaken, beschrijving E-1 BLS, definitie E-1
D datakaart aanbevolen gebruik 4-9 beschikbare opnametijd 4-9 installeren 7-2 instelling lezen 6-10 vervangen 7-3 verwijderen 7-3 een datakaart installeren 7-2 datakaart vervangen 7-3 de batterij installeren 2-1 de batterijinbrengingszelftest uitvoeren 2-4 de datakaart installeren 7-2 de datakaart verwijderen 7-3 de FR2 ontladen handmatig B-3 in de modus AED B-3 in de modus gevorderd B-3 de FR2 ontwapenen handmatig 6-15
de modus gevorderd gebruiken 6-11 defibrillatie, definitie E-2 defibrillatie-elektroden aansluiten op de FR2 3-2 beschadiging tijdens CPR 3-5 beschrijving E-2 op de patiënt aanbrengen 3-2 op juiste wijze plaatsen 3-2 specificaties B-7 vóór gebruik controleren 3-2 defibrillatielading E-2 defibrillatietherapie 1-2 defibrillator specificaties B-2 detectie van asystolie B-4
E ECG beschrijving 7-5 definitie E-2 ECG uit definitie 6-2 programmeerbare instellingen 6-2 ECG, definitie E-2 ECG-analyse zie SMART analysis ECG-analysesysteem beschrijving E-3 ECG-weergave definitie 6-2 programmeerbare instellingen 6-2 specificaties B-5
I-1
Index
F fibrillatie, definitie E-2
G gebruik bij kinderen 1-2, 5-1 gebruiker, bevoegdheid en training 1-2 gelaagde respons-functies 6-11 gesproken prompts, niet gegeven tijdens analyse van het ritme 3-3 gevaren en waarschuwingen 5-2 gevoeligheid, definitie E-2
H handmatige modus zie modus gevorderd hartritmen niet-schokbaar B-5 schokbaar B-4 hervattoets definitie 6-6 programmeerbare instellingen 6-6 het ECG bekijken 7-5 historiek van apparaat bekijken 4-13 beschrijving van gegevens 4-13 historiek van apparaat bekijken 4-13 historiek van batterij bekijken 4-14 hoofdmenu 2-2 hulpverlener bevoegdheid en training 1-2
I impedantie
I-2
automatische instelling van schokcurve B-2 oplossen van problemen 4-8 impedantie van patiënt B-2 impedantie, definitie E-3 indicaties en contra-indicaties 1-2, 5-1 infraroodcommunicatie beschrijving E-3 ECG uit 6-2 instelling ontvangen 6-8 instelling definitie E-3 instelling lezen 6-10 instelling ontvangen 6-8
K kalibratie 4-15 klok instellingen ontvangen 2-3, 6-10 instellingen zenden 6-10 onafhankelijk instellen 2-4 synchroniseren 2-3 knipperende rode X zie statusindicator knipperende zwarte zandloper zie statusindicator kwetteren 4-4, 4-5
L lading ontladen B-3 LCD-scherm zie scherm luidsprekervolume definitie 6-1 programmeerbare instellingen 6-1
M M3854A datakaart A-1 M3855A batterijlader A-1 M3857A wandmontagebeugel A-1 M3860A FR2, beschrijving 1-1 M3861A FR2, beschrijving 1-1 M3863A batterij specificaties B-6 M3864A trainings- en toedieningsbatterij A-1 M3868A draagtas A-1 modus gevorderd definitie 6-5, E-4 functies 6-11 gelaagde respons-functies 6-11 handmatig analsyeren 6-13 kwalificaties van de gebruiker 6-11 manueel ontwapenen 6-15, E-3 manueel opladen 6-14, E-3 programmeerbare instellingen 6-5
N niet-schokbare ritmen B-5, E-4 NSA, definitie E-4 NSA-handeling definitie 6-4 programmeerbare instellingen 6-4
O onderhoud aanbevolen schema 4-14 checklist van de gebruiker 4-17 dagelijkse zelftests 4-14 maandelijkse zelftests 4-14 schoonmaken 4-19
Index ononderbroken rode X zie statusindicator oplaadtijd vanaf Schok aanbevolen B-3 oplossen van problemen 4-1 opslagomstandigheden B-1 Optietoetsen beschrijving van gebruik D-1 het schermcontrast instellen 4-12
P pacemaker definitie E-4 detectie B-4 pauze, definitie E-4 pauze, tijdsindicatie 3-4 pauzetoets definitie 6-5 programmeerbare instellingen 6-5 periodieke zelftests beschrijving 4-13 definitie E-4 frequentie 4-14 waarschuwingen van de statusindicator 4-13 promptinterval monitorinstellingen 6-6 promptintervallen definitie 6-6 instellingen voor gevorderd gebruik 6-6 prompts, definitie E-4 protocol timeout definitie 6-3, E-5 programmeerbare instellingen 6-3 protocol, definitie E-4 PZT autom. zenden
definitie 6-2 programmeerbare instellingen 6-2
R ritmeanalyse zie SMART analysis
S scherm contrast bijstellen 4-12 specificaties B-5 schok zie SMART biphasic waveform schokbare ritmen B-4, E-5 schokcurve zie SMART biphasic waveform Schoktoets, beschrijving van gebruik D-1 schoonmaken richtlijnen 4-19 te gebruiken middelen 4-19 serie schokken definitie 6-3, E-5 programmeerbare instellingen 6-3 SMART analysis definitie E-5 specificaties B-4 tijdens CPR 3-5 SMART biphasic waveform definitie E-5 geleverde energie B-2 schokcurve B-2 schoktoedieningsvector B-3 specificatie B-2 specificaties batterij B-6
bedieningsorganen en signalering B-6 defibrillatie-elektroden B-7 defibrillator B-2 ECG-analyseprestatie B-4 ECG-analysesysteem B-4 fysieke gegevens B-1 gevoeligheid van schokbaar ritme B-4 omgevingsgegevens B-1 scherm B-5 specificiteit van niet-schokbaar ritme B-4 specificiteit, definitie E-5 standby-modus, definitie E-5 Statusindicator beschrijving E-5 in standby-modus 2-5 knipperend rode X 4-4, D-3 knipperende of ononderbroken X 4-5 knipperende zwarte zandloper D-2 ononderbroken rode X 4-5, D-2 Statusindicator voor zandloper D-2 stem opnemen definitie 6-2, E-6 programmeerbare instellingen 6-2 sterilisatie 4-19 symbolen op de batterij D-3 op de HEARTSTREAM FR2 D-1 op het scherm D-2 symbolen en bedieningsorganen D-1
T temperatuur tijdens bedrijf B-1
I-3
Index tijdens standby B-1 temperatuur tijdens bedrijf B-1 temperatuur tijdens standby B-1 toebehoren aanvullend, aanbevolen A-1 batterij A-1 batterijlader voor trainings- en toedieningsbatterij A-1 datakaart A-1 datakaarthouder A-1 defibrillatie-elektroden A-1 draagtas A-1 te bestellen A-1 Trainings- en toedieningsbatterij A-1 wandmontagebeugel A-1 Trainings- en toedieningsbatterij batterijlader A-1 beschrijving E-6
I-4
V veiligheidsoverwegingen 5-2 verklarende woordenlijst E-1 verklarende lijst met symbolen en bedieningsorganen D-1 voortdurend gebruik 4-9, 7-2, E-6 voorval, definitie E-6 voorvalgegevens definitie van gegevens op datakaart 7-4 definitie van gegevens van het interne geheugen 7-3 van datakaart bekijken 7-4 van het interne geheugen bekijken 7-3 voorvalgegevens bekijken van datakaart 7-4 van het interne geheugen 7-3
voorvalgegevens opnemen in het interne geheugen 7-1
W waarschuwingen en gevaren 5-2
X X Statusindicator knipperend of ononderbroken 4-5 ononderbroken 4-5 X statusindicator knipperende 4-4
Z zelftests batterijinbrenging 2-4 dagelijks 4-14 maandelijks 4-14 periodiek 2-5, 4-14