NEDERLANDS
CANON INC.
30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
CANON (UK) LTD
For technical support, please contact the Canon Help Desk: P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, UK Tel: (08705) 143723 Fax: (08705) 143340 http://www.canon.co.uk/Support/index.asp
CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A. 102 Avenue du Général de Gaulle, 92257 LA GARENNE COLOMBES CEDEX, France Tel: Hotline 08 25 00 29 23 http://www.cci.canon.fr
CANON DEUTSCHLAND GmbH
Postfach 100401, 47704 Krefeld, Germany Customer Hotline: 0180/5006022 (0,12 € / Min.) http://www.canon.de
CANON ITALIA S.P.A.
CANON ESPAÑA S.A.
C/Joaquín Costa, 41 – 28002 Madrid, Spain Tel. Atención al Cliente: 901.301.301 Helpdesk: 906.301.255 http://www.canon.es
CEL-SE5MA280
CANON LUXEMBOURG S.A.
Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxembourg Tel: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232 Helpdesk : 900-74100 http://www.canon.lu
CANON NEDERLAND N.V.
Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, The Netherlands Tel: 023 – 5 670 123 Fax: 023 – 5 670 124 Helpdesk: 023 – 5 681 681 http://www.canon.nl
CANON DANMARK A/S
Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denmark Tel: +45 44 88 26 66 http://www.canon.dk
CANON NORGE AS
Hallagerbakken 110, Postboks 33, Holmlia, 1201 Oslo, Norway Tel: 22 62 93 21 Fax: 22 62 06 15 E-mail:
[email protected] http://www.canon.no
CANON SVENSKA AB
Gustav III:s Boulevard 26, S-169 88 Solna, Sweden Helpdesk: 08-744 8620 Fax 08-744 8527 http://www.canon.se
CANON (SCHWEIZ) AG
Industriestrasse 12, 8305 Dietlikon, Switzerland Consumer Imaging Group Tel. 01-835-61 61 Hotline 0900 57 55 20 (CHF 2.13/min) http://www.canon.ch
Oostenrijk CANON GES.M.B.H.
Zetschegasse 11, A – 1230 Wien, Austria Helpdesk Tel.: 01 66 146 412 Fax: 01 66 146 413 http://www.canon.at
Pr. Alegria, 58 – 2ºC, 1269-149 Lisboa, Portugal Tel: (+351) 21 324 28 30 Fax: (+351) 21 347 27 51 E-mail:
[email protected] http://www.seque.pt
Oost-Europa CANON CEE GMBH
Finland CANON OY
Kuluttajatuotteet Huopalahdentie 24, PL1 00351 Helsinki, Finland Helpdesk: 020 366 466 (pvm) http://www.canon.fi
© 2004 CANON INC.
Gebruikershandleiding
Portugal SEQUE – SOC. NAC. EQUIP., S.A.
Oberlaaerstr 233, A-1100 Wien, Austria Tel: +43 1 680 88-0 Fax: +43 1 680 88-422
CIS CANON NORTH-EAST OY
Huopalahdentie 24, 00350 Helsinki, Finland Tel: +358 10 544 00 Fax: +358 10 544 10 http://www.canon.ru
GEDRUKT IN DE EU
Gebruikershandleiding
Via Milano 8, I-20097 San Donato Milanese (MI), Italy Tel: 02/8248.1 Fax: 02/8248.4604 Pronto Canon: 02/8249.2000 E-mail:
[email protected] http://www.canon.it
Bessenveldstraat 7, B – 1831 Diegem, Belgium Tel: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74 Helpdesk : 0900-10627 http://www.canon.be
DIGITALE CAMERA
Europa, Afrika en Nabije Oosten CANON EUROPA N.V.
CANON BELGIUM N.V. / S.A.
z Lees de paragraaf Lees dit eerst (p. 5). z Raadpleeg ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print.
Stroomschema en naslagmateriaal Deze handleiding
Fotograferen met de camera Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Software installeren Deze handleiding
De camera aansluiten op een computer Deze handleiding Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Beelden downloaden naar een computer
Het gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product functioneert optimaal als u originele Canon-accessoires gebruikt. Canon is niet aansprakelijk voor enigerlei schade aan dit product en/of ongelukken ten gevolge van bijvoorbeeld brand, die worden veroorzaakt door het niet goed functioneren van niet-originele Canon-accessoires (bijvoorbeeld een lekkage en/of explosie van een batterij). Deze garantie geldt niet voor reparaties die nodig zijn vanwege het niet goed functioneren van niet-originele Canon-accessoires, hoewel dergelijke reparaties tegen een vergoeding kunnen worden uitgevoerd.
Referentiepagina’s
Functie Deelmeting Lichtmeet- Gemiddelde systeem centrummeting Spotmeting Witbalans (1) Foto-effect ISO waarde Beeldomkeren
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
–
O
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
O O O O O* O
– U U –(3) U U
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
O
O
O
O
O
O
O
O
– –(2) – –(3) Aan O* Uit O
75
–
O O – – –
77 80 79
De standaardwaarden voor de instellingen die zijn gewijzigd via de menu’s en de knoppen, met uitzondering van de opnamemodus, [Datum/Tijd] en [Taal], kunnen allemaal in één keer worden hersteld (pág. 72). (1) Kan niet worden gewijzigd wanneer het foto-effect is ingesteld op [Sepia] of [Zwart/Wit]. (2) De witbalans is ingesteld op [AUTO]. (3) De camera selecteert automatisch de juiste instelling.
Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding van de printer
De printer gebruiken en afdrukken 145
Temperatuur van de camera Als de camera langdurig wordt gebruikt, kan de camera warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende een langere periode gebruikt. Het LCD-scherm Het LCD-scherm wordt met uiterste precisie gefabriceerd. Meer dan 99,99% van de pixels werkt foutloos. Minder dan 0,01% van de pixels functioneert af en toe onjuist of wordt weergegeven als een rood of zwart puntje. Dit heeft geen invloed op het vastgelegde beeld en het betekent niet dat de camera niet goed werkt. Video-indeling Stel het videosignaal van de camera op uw land in voordat u deze met een televisiebeeldscherm gebruikt (p. 104). Taalinstelling Zie pagina 22 als u de taalinstelling wilt wijzigen.
Verklaring van afstand z Hoewel er alles aan is gedaan om ervoor te zorgen dat de informatie in deze gebruikershandleiding accuraat en volledig is, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of ontbrekende informatie. Canon behoudt zich het recht voor op elk gewenst moment wijzigingen aan te brengen in de hardware of software, zonder aankondiging vooraf. z Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, in een opslagsysteem worden bewaard of in een andere taal worden vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon. z Canon geeft geen garanties op schade die het resultaat is van beschadigde of ontbrekende gegevens als gevolg van een verkeerde bediening of een storing van de camera, de software, de SD-geheugenkaarten (SD-kaarten), computers, randapparatuur of het gebruik van SD-kaarten van andere fabrikanten.
1
Handelsmerken • Canon en PowerShot zijn handelsmerken van Canon, Inc. • Macintosh, PowerBook, Power Macintosh en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc, geregistreerd in de V.S. en andere landen. • Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S en in andere landen. • SD is een handelsmerk. • Eventuele andere bedrijfs- en productnamen die in dit document worden gebruikt zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectieve eigenaars. Copyright © 2004 Canon Inc. Alle rechten voorbehouden.
Symbolen De pictogrammen die zich onder de titelbalk bevinden, geven de modus aan waarin bewerkingen kunnen worden uitgevoerd. In het volgende voorbeeld moet de opnamemodus worden ingesteld op , , of . De toon instellen (witbalans) Opnamemodus Dit symbool vestigt uw aandacht op handelingen die problemen bij het fotograferen kunnen voorkomen.
Onder dit symbool vindt u aanvullende informatie over het basisgebruik van de camera. In deze handleiding worden SD-geheugenkaarten (Secure Digital, een systeem voor auteursrechtbescherming) SD-kaarten genoemd. 2
Inhoud Onderwerpen die zijn gemarkeerd, bevatten een overzicht van camerafuncties of een stappenplan.
Lees dit eerst
5
Belangrijke informatie ......................................................5 Veiligheidsmaatregelen ...................................................6 Defecten voorkomen......................................................11
Overzicht van de onderdelen De camera voorbereiden
12 15
De batterijen en de SD-kaart plaatsen...........................15 Een SD-kaart formatteren..............................................19 De Datum/Tijd instellen..................................................21 De taal instellen .............................................................22
Basisfuncties
23
De camera in- en uitschakelen ......................................23 Modusknop ....................................................................25 Het LCD-scherm gebruiken ...........................................26
Opnamen maken – Basisfuncties
31
Automodus..............................................................31 Opnamen meteen weergeven .......................................34 De opnamemodus selecteren........................................35 De resolutie en de compressie wijzigen ........................37 Snelle beelden ...............................................................38 De flitser gebruiken ...................................................39
De modi Macro en Oneindig ...............................42 Zelfontspanner .........................................................43 Digitale zoom .................................................................44 De modus Continu ...................................................45 Panorama-opnamen maken (Stitch Hulp)......................46 Speciale scènes ....................................................48 Briefkaartmodus.....................................................51 De modus Film ........................................................53
Afspelen – Basisfuncties
55
Beelden een voor een weergeven (Enkelvoudige weergave) ...........................................55 Een beeld vergroten .................................................55 Beelden weergeven in series van negen (Indexweergave) .........................................................56 Schakelen tussen opnamen...........................................57 Films weergeven/bewerken ...........................................57
Wissen
61
Eén beeld wissen.....................................................61 Alle beelden wissen .......................................................61
Opnamen maken – Geavanceerde functies
62
Menu’s en instellingen selecteren..................................62 Menu-instellingen en standaardinstellingen...................65 De standaardwaarden herstellen ...................................72 Lastige onderwerpen fotograferen met autofocus .........73
3
Inhoud
Schakelen tussen de focusinstellingen..........................74 Schakelen tussen lichtmeetmethoden......................75 De belichting instellen....................................................76 De toon instellen (Witbalans).........................................77 De ISO-waarde wijzigen ................................................79 Het foto-effect wijzigen ..................................................80 De functie Beeldomkeren gebruiken..............................81
Afspelen – Geavanceerde functies
83
Opnamen roteren op het beeldscherm ..........................83 Geluidsmemo’s toevoegen aan beelden .......................84 Automatisch afspelen ....................................................85 Beelden beveiligen ........................................................86
Diverse functies
88
Afdrukken.......................................................................88 DPOF-afdrukinstellingen................................................90 Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-overdrachtsvolgorde)......................................94 Beelden downloaden naar een computer ......................95 Vereisten voor het computersysteem .............. 96 Rechtstreeks downloaden vanaf een SD-kaart ...........103
4
Beelden bekijken op een TV ........................................103 Bestandsnummer opnieuw instellen ............................105 De camera-instellingen aanpassen (Mijn camera-instellingen).........................................106 Mijn camera-instellingen opslaan.................................108
Overzicht van meldingen Problemen oplossen Bijlage
112 114 120
De knoopcelbatterij vervangen ....................................120 De voedingsets gebruiken (los verkrijgbaar)................121 Onderhoud van de camera ..........................................125
Specificaties
126
Prestaties van de batterijen .........................................129 Typen SD-kaarten en geschatte capaciteiten (op te nemen beelden)..............................................129
Fototips en informatie Index
132 134
Functies beschikbaar in alle opnamemodi...................143
Lees dit eerst Belangrijke informatie Proefopnames
Voordat u opnamen maakt die voor u belangrijk zijn, is het raadzaam om eerst proefopnamen te maken zodat u zeker weet dat de camera naar behoren functioneert en u de camera correct gebruikt. Canon, haar dochterondernemingen, aangesloten maatschappijen en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van welke fout dan ook in de werking van de camera of een accessoire, waaronder SD-kaarten, die ertoe kan leiden dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt in een indeling die door apparaten kan worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera’s van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. Respecteer internationale en binnenlandse auteursrechten. Soms zijn opnamen die met een camera of een ander apparaat zijn genomen van voorstellingen, tentoonstellingen of commercieel eigendom in strijd met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, zelfs als de opname is gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het meegeleverde boekje Canon European Warranty System (EWS) voor de garantiebepalingen. Achter op deze handleiding en het boekje European Warranty System (EWS) vindt u informatie over hoe u contact kunt opnemen met de klantenondersteuning van Canon.
5
Lees dit eerst
Veiligheidsmaatregelen z Zorg dat u onderstaande veiligheidsmaatregelen hebt gelezen en begrepen voordat u de camera gaat gebruiken. Zorg ervoor dat u de camera altijd op de juiste manier bedient. z De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina’s zijn bedoeld voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires, om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen. z Op de volgende pagina’s heeft de term ‘apparatuur’ voornamelijk betrekking op de camera, de batterijen, de los verkrijgbare batterijopladerset en de compacte voedingsadapter.
Opslag van SD-kaarten Houd SD-kaarten buiten bereik van (kleine) kinderen. Ze kunnen per ongeluk worden ingeslikt. Als dit gebeurt, moet u direct een arts waarschuwen.
WAARSCHUWINGEN z Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. z Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kinderen ten minste één meter afstand als u de flitser gebruikt. z Houd deze apparatuur buiten het bereik van kinderen. Als een kind de camera of batterijen per ongeluk beschadigt, kan dit tot ernstig letsel leiden. Bovendien kan de riem om de hals van een kind verstikking tot gevolg hebben. 6
Lees dit eerst
z Houd vooral de knoopcelbatterij die in de camera wordt gebruikt, buiten het bereik van kinderen. Roep onmiddellijk medische hulp in als een kind een batterij heeft ingeslikt. z Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de handleiding. Demontage of wijziging kan een elektrische schok met hoge spanning tot gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen en reparaties moeten worden uitgevoerd door deskundig en bevoegd onderhoudspersoneel via uw leverancier of de helpdesk voor klantenondersteuning van Canon. z Raak de flitser nooit aan als deze is beschadigd, om een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen. Raak ook nooit interne onderdelen van de apparatuur aan die als gevolg van schade niet meer zijn beschermd. Deze onderdelen kunnen onder hoge spanning staan en een elektrische schok geven. Neem zo spoedig mogelijk contact op met de leverancier of de helpdesk voor klantenondersteuning van Canon. z Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of giftige dampen uit komen. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Zet de camera uit, verwijder de batterijen uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact. Controleer of de uitstoot van rook of dampen ophoudt. Neem contact op met de leverancier van uw camera of de dichtstbijzijnde helpdesk voor klantenondersteuning van Canon. z Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als u de camera hebt laten vallen of als de behuizing is beschadigd. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Zet de camera uit, verwijder de batterijen uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk voor klantenondersteuning van Canon. z Zorg dat de apparatuur niet in aanraking komt met of wordt ondergedompeld in water of andere vloeistoffen. Zorg dat er geen vloeistoffen in de camera komen. De camera is niet waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht, kunt u deze voorzichtig droogwrijven met een zachte, absorberende doek. Komt er water of een andere stof in de camera, zet de camera dan onmiddellijk uit en verwijder de batterijen uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact. Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met de leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk voor klantenondersteuning van Canon. 7
Lees dit eerst
z Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen, verdunners of andere ontvlambare stoffen om de apparatuur te reinigen. Door het gebruik van deze middelen kan er brand ontstaan. z Maak het netsnoer regelmatig los en verwijder het stof en de vuildeeltjes op en rondom de stekker en het aansluitpunt. In stoffige, vochtige of vettige omgevingen kan het stof dat zich rond de stekker ophoopt op den duur vochtig worden en kortsluiting veroorzaken. Hierdoor kan brand ontstaan. z Zorg dat u het snoer van de voedingsadapter niet doorsnijdt, beschadigt of verandert en plaats ook geen zware voorwerpen op het snoer. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan die kan leiden tot brand of een elektrische schok. z Pak het netsnoer niet met natte handen vast. U loopt dan het risico een elektrische schok te krijgen. Let er bij het losmaken van het netsnoer op dat u het stevige deel vasthoudt. Als u aan het flexibele deel van het snoer trekt, bestaat de kans dat u de bedrading of het omhulsel beschadigt of blootlegt, waardoor er brand kan ontstaan of u een elektrische schok kunt krijgen. z Gebruik alleen de aanbevolen voedingsaccessoires. Het gebruik van voedingsbronnen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand, elektrische schokken of andere gevaren. z Plaats de batterijen niet in de buurt van een warmtebron en stel ze niet bloot aan vuur of hitte. Dompel de batterijen niet onder in water. Hitte, vuur en water kunnen de batterijen beschadigen, wat kan leiden tot lekkage van bijtende stoffen, brand, elektrische schokken of een explosie met ernstig letsel als gevolg. z Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of te verhitten. Er bestaat een grote kans op letsel door een explosie. Spoel in geval van een explosie uw hele lichaam af met water, met name de ogen en de mond. Reinig al uw kleren die in contact zijn gekomen met de inhoud van een batterij. z Laat de batterijen niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing. Dit kan lekkage en letsel tot gevolg hebben. z Voorkom kortsluiting van de batterijpolen door contact met metalen voorwerpen, zoals sleutelhangers. Dit kan oververhitting, brandwonden en ander letsel tot gevolg hebben.
8
Lees dit eerst
z Plaats voordat u batterijen weggooit plakband of ander isolatiemateriaal over de polen, om aanraking met andere voorwerpen te voorkomen. Contact met metalen onderdelen van andere materialen in afvalcontainers kan brand of explosies veroorzaken. Breng lege batterijen naar een verzamelpunt bij u in de buurt. z Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires. Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en schade aan de omgeving kunnen veroorzaken. z Als u NiMH-batterijen van AA-formaat gebruikt, kies dan voor de aanbevolen NiMH-batterijen van Canon en de hiervoor bestemde oplader. Gebruik van een andere oplader kan oververhitting, vervorming van de apparatuur, brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. z Koppel de batterijoplader of de compacte voedingsadapter los van de camera en haal de stekker uit het stopcontact na het opladen of wanneer de camera niet in gebruik is, om brand en andere gevaren te voorkomen. Als u de oplader continu gedurende een lange tijd gebruikt, kan deze oververhit raken en vervormen, wat tot brand kan leiden. z Het snoer van de batterijoplader en het snoer van de compacte voedingsadapter zijn specifiek ontworpen voor gebruik met deze camera. Gebruik deze snoeren niet met andere producten of batterijen. Dit kan brand en andere gevaren tot gevolg hebben.
Let op met magnetische velden
Houd voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker van de camera (p. 12). Dergelijke voorwerpen kunnen daardoor gegevens verliezen of defect raken.
9
Lees dit eerst
AANWIJZINGEN z Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op locaties die aan direct zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto. Blootstelling aan veel zonlicht en warmte kunnen lekkage, oververhitting of explosie van de batterijen veroorzaken, wat tot brand kan leiden met brandwonden of ander letsel als gevolg. Door hoge temperaturen kan de behuizing van de camera vervormd raken. Zorg voor een goede ventilatie wanneer u de batterijoplader gebruikt om de batterijen op te laden of de camera van stroom te voorzien. z Bewaar de apparatuur niet in vochtige of stoffige ruimten. Het bewaren van de camera op dergelijke plaatsen kan leiden tot brand, elektrische schokken of andere schade. z Wees voorzichtig als u de camera draagt of aan de riem vasthoudt, en voorkom dat u de camera laat vallen of ergens hard tegen stoot waardoor u of anderen letsel oplopen of het apparaat beschadigd raakt. z Plaats uw vingers of kleding niet voor de flitser tijdens het maken van een opname. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of geluid maken. Raak de flitser bovendien niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. Beide handelingen kunnen brandwonden tot gevolg hebben. z Gebruik de flitser niet als er vuil, stof of ander materiaal op zit. Door de hitte die dan ontstaat, kan de flitser beschadigd raken. z Controleer of de batterijoplader is aangesloten op netvoeding met het opgegeven vermogen en niet meer dan het opgegeven vermogen. De stekker van de batterijoplader verschilt per land. z Gebruik geen batterijoplader of compacte voedingsadapter als de kabel of stekker beschadigd is, of als de stekker niet goed in het stopcontact is gestoken. z Zorg dat metalen voorwerpen (zoals haarspelden of sleutels) of vuil niet in contact komen met de contactpunten of de stekker van de oplader. z Als u de camera gedurende een langere periode gebruikt, kan de behuizing van de camera warm worden. Houd hiermee rekening om een branderig gevoel aan uw handen te voorkomen. 10
Lees dit eerst
Defecten voorkomen Vermijd sterke magnetische velden
Plaats de camera nooit in de nabijheid van elektromotoren of andere apparaten die sterke magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of tot beschadigde beeldgegevens.
Vermijd problemen door condensatie
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de binnen- en buitenkant veroorzaken. Dit kunt u voorkomen door de apparatuur in een luchtdichte, afsluitbare plastic tas te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de zak haalt.
Condensatievorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u condensatievorming ontdekt. Doet u dit niet, dan kan de apparatuur beschadigd raken. Verwijder de SD-kaart, verwijder de batterij uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact en wacht tot het vocht volledig is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
Opslaan voor langere tijd
Wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen uit de camera of de batterijoplader en bergt u de apparatuur op een veilige plaats op. Als u de batterijen in de camera laat zitten wanneer u deze langere tijd niet gebruikt, raken de batterijen leeg en kan de camera beschadigd raken.
11
Overzicht van de onderdelen Knop ON/OFF (p. 23) Sluiterknop (p. 31) Microfoon (p. 84) Zoeker Oogje voor polsriem*
Luidspreker Flitser (p. 39) AF-hulplicht (p. 34) Rode-ogenreductie (p. 41) Lampje van de zelfontspanner (p. 43) Lens/Lenskap
* Zwaai niet met de camera en laat deze niet achter voorwerpen haken als de camera aan de polsriem hangt.
12
Overzicht van de onderdelen
LCD-scherm (p. 26) Zoeker (p. 33) Klepje uitgang DIGITAL-uitgang* (p. 98) DC IN-uitgang (p. 124)
A/V (Audio/Video) Out-uitgang SD-kaartsleuf/Deksel van de batterijhouder (p. 15) Knoopcelbatterijhouder (p. 120) Vergrendeling van het batterijdeksel Statiefaansluiting * Gebruik een van de volgende kabels om de camera op een computer of printer aan te sluiten. • Computer: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera). • Printers die ondersteuning bieden voor rechtstreeks afdrukken (los verkrijgbaar) • CP-printers: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) of de Direct Interfacekabel DIF-100 (meegeleverd bij de CP-100/CP-10) • Bubble Jet Printers: - Printers die Bubble Jet Direct ondersteunen: raadpleeg de handleiding bij de Bubble Jet Printer . - Printers die PictBridge ondersteunen: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera). • Niet-Canon-printers die PictBridge ondersteunen: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera). Raadpleeg het Systeemschema of de Gebruikershandleiding voor Direct Print die is meegeleverd met de camera, voor informatie over printers die rechtstreeks afdrukken. 13
Overzicht van de onderdelen
Modusknop (p. 25)
Knop
Knop
Multifunctionele keuzeknop (p. 39, 42, 43, 45, 75) (Lichtmeting)/ , (Flitser)/
(p. 63)
(Continu) (Macro)/
(Zelfontspanner)/ (Oneindig)/
Zoomknop (p. 31) Opnamen maken: Afspelen:
Knop Knop Knop
(Functie) (p. 62)/ (Eén beeld wissen) (p. 61) (Weergave) (p. 26)
(Index)/
(Groothoek)/
(Telelens) (p. 31)
(Vergroten) (p. 55)
(Knop (Afdrukken/Delen) U kunt de volgende functies gebruiken met één druk op de knop . - Afdrukken: zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print (wordt afzonderlijk geleverd). - Beelden downloaden (alleen Windows): zie pagina 95 van deze handleiding en de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] (wordt afzonderlijk geleverd). Het lampje knippert of licht op tijdens verbinding met een printer of computer. Blauw: klaar om afdrukken te maken/klaar om beelden te verzenden Blauw knipperend: Afdrukken/Verzenden
De lampjes gaan branden of knipperen wanneer u de lenskap opent of de sluiterknop indrukt. Bovenste lampje Oranje knipperend: gereed om een opname te maken (waarschuwing voor Groen: klaar om opname te maken of te communiceren met de computer. schudden van de camera) of de flitser wordt opgeladen (bij LCD-scherm Aan). Groen knipperend: de camera is bezig met opstarten, opnemen op de Onderste lampje SD-kaart, lezen van de SD-kaart, wissen van gegevens op de Geel: modus Macro of Oneindig SD-kaart of het verzenden van gegevens naar de computer. Geel knipperend: probleem met scherpstellen (hoewel u de sluiterknop kunt indrukken, kunt u beter de focus vastzetten (p. 73)) Oranje: gereed om een opname te maken (met de flitser).
14
De camera voorbereiden De batterijen en de SD-kaart plaatsen Beveiligingsschuifje
1 2
De SD-kaart is voorzien van een schuifje dat het tegen overschrijven beveiligt. Als u het schuifje naar beneden duwt, kunnen er geen gegevens op de kaart worden opgenomen; de bestaande gegevens (zoals beelden) worden beveiligd. Als u gegevens op de SD-kaart wilt opnemen of wissen, duwt u het schuifje naar boven.
Druk het schuifje van de batterijhouder in de richting van de pijl en open de batterijruimte.
c d
3
Beveiligingsschuifje
Controleer of de camera uit staat.
Plaats de batterijen zoals op de afbeelding is weergegeven. (-) Minpool
Schrijven/wissen is mogelijk
Schrijven/Wissen is niet mogelijk
(+) Pluspool
Plaats twee alkalinebatterijen van AA-formaat (meegeleverd bij de camera) of twee NiMH-batterijen van AA-formaat (los verkrijgbaar) en de SD-kaart in de camera.
15
De camera voorbereiden
4
Plaats de SD-kaart zoals hier is aangegeven en sluit de SD-kaartsleuf/batterijhouder.
z Plaats de SD-kaart zoals wordt weergegeven aan de binnenkant van de batterijhouder totdat u een klik hoort. z Raak de contactpunten op de achterkant van de SD-kaart niet aan en laat deze ook niet in contact komen met metalen voorwerpen. Achterzijde
Contactpunten
d
c
De SD-kaart verwijderen Duw de SD-kaart naar beneden totdat u een klik hoort en laat de kaart los.
16
z Als het lampje groen knippert, betekent dit dat de camera gegevens schrijft, leest, wist of verzendt naar of van de SD-kaart. Op dat moment mag u het volgende nooit doen. De beelden kunnen daardoor worden aangetast. • De camera laten trillen of schudden. • De camera uitschakelen of de SDkaartsleuf/batterijhouder openen. z Let op: het is mogelijk dat SD-kaarten die zijn geformatteerd op camera’s of een computer van andere fabrikanten of die zijn geformatteerd of bewerkt met toepassingsprogramma’s, gegevens trager op de SD-kaart schrijven of niet goed werken in de camera. z Het is aan te raden gebruik te maken van SD-kaarten die in de camera zijn geformatteerd (p. 19). De kaart die is meegeleverd bij de camera, kan worden gebruikt zonder dat deze verder moet worden geformatteerd. Als u de datum en tijd instelt, betekent dat.
De camera voorbereiden
z U kunt het beste de los verkrijgbare wissel-
z z z
z
stroomadapterset ACK800 gebruiken om de camera bij langdurig gebruik van stroom te voorzien (p. 124). Met de los verkrijgbare batterijopladerset kunt u oplaadbare NiMH-batterijen gebruiken in de camera (p. 121). Zie Prestaties batterijen (p. 129). Zie het Systeemschema (wordt afzonderlijk geleverd) voor informatie over de batterijopladerset, en de oplaadbare NiMH-batterijen van AA-formaat. Zie Typen SD-kaarten en geschatte capaciteiten (op te nemen beelden) (p. 129).
Juiste behandeling van de batterijen z Gebruik alleen AA-formaat alkalinebatterijen of Canon AAformaat NiMH-batterijen (los verkrijgbaar). Zie Voedingsets gebruiken (los verkrijgbaar) (p. 121) voor informatie over de oplaadbare AA-formaat NiMH-batterijen. z De kwaliteit van alkalinebatterijen is afhankelijk van het merk batterij. De gebruiksduur van de batterijen die u koopt is niet altijd even lang als die van de batterijen die bij de camera worden geleverd. z Wanneer u alkalinebatterijen gebruikt, kan de camera bij een lage temperatuur minder lang worden gebruikt. Bovendien is de levensduur van alkalinebatterijen doorgaans korter dan die van NiMH-batterijen.
Als u de camera langdurig of bij koude weersomstandigheden gebruikt, wordt aanbevolen dat u een set van vier Canon AA-formaat NiMH-batterijen installeert (NB4-200, een batterijset van vier stuks). z Het is weliswaar mogelijk om nikkel-cadmiumbatterijen van AA-formaat te gebruiken, maar de prestaties hiervan zijn onbetrouwbaar en deze batterijen worden dan ook afgeraden. z Gebruik nooit nieuwe batterijen in combinatie met halflege. Plaats altijd twee nieuwe (of volledig opgeladen) batterijen. Half opgeladen batterijen kunnen gaan lekken. z Let erop dat de batterijen met de pluspool (+) en de minpool (-) in de juiste richting worden geplaatst. z Gebruik nooit batterijen van verschillende merken of typen door elkaar. Beide batterijen moeten identiek zijn. z Voordat u de batterijen plaatst, kunt u de contactpunten van de batterijen het beste schoonvegen met een droge doek. Bij contactpunten die stoffig zijn of die door contact met de huid vettig zijn geworden, is er vaak sprake van een kortere gebruiksduur of een aanzienlijke vermindering van het aantal beelden dat kan worden opgenomen. z De prestaties van de batterijen gaan achteruit bij lage temperaturen (vooral bij alkalinebatterijen). Als u de camera gebruikt in een koude omgeving en de batterijen sneller leeg raken dan normaal, kunt u de prestaties van de batterijen verbeteren door ze voor gebruik in een warme binnenzak te bewaren. Let echter wel op dat u de batterijen niet in een zak bewaart waarin
17
De camera voorbereiden
een metalen sleutelbos of andere metalen voorwerpen zitten, want deze voorwerpen kunnen kortsluiting in de batterijen veroorzaken. z Als u de camera langere tijd niet denkt te gaan gebruiken, dient u de batterijen eruit te halen en die op een veilige plaats op te bergen. Batterijen kunnen gaan lekken en de camera beschadigen als ze langdurig in het apparaat blijven zitten zonder gebruikt te worden.
WAARSCHUWINGEN Gebruik nooit beschadigde batterijen of batterijen waarvan het buitenste omhulsel geheel of gedeeltelijk los zit, want zulke batterijen kunnen lekken, oververhit raken of barsten. Controleer altijd of batterijen die u in de winkel hebt gekocht niet beschadigd zijn, want er worden soms beschadigde batterijen verkocht. Gebruik deze niet. Gebruik nooit batterijen die er zo uitzien. Batterijen waarvan het omhulsel (elektrische isolatie) geheel of gedeeltelijk loszit. De positieve elektrode (pluspool) is plat. De negatieve pool heeft de juiste vorm (steekt uit van de metalen basis), maar het omhulsel komt niet tot over de rand van de metalen basis.
18
Indicatie van de batterijstatus Het LCD-scherm geeft een pictogram of bericht weer om u te waarschuwen als de batterijen leeg of bijna leeg zijn. De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen of laad ze op. Als de LCD-monitor is uitgeschakeld, verschijnt het volgende pictogram wanneer u op een van deze knoppen drukt: de multifunctionele keuzeknop, DISP. (Weergave) of FUNC. (Functie). De batterijen zijn helemaal leeg en de Vervang de camera kan niet meer worden gebruikt. batterijen U moet de batterijen direct vervangen.
De camera voorbereiden
Een SD-kaart formatteren
3
Wanneer u een nieuwe SD-kaart in gebruik neemt, of niet alleen de beelden op een SD-kaart maar ook andere gegevens wilt wissen, moet u de kaart altijd formatteren. Als u een SD-kaart formatteert, worden alle gegevens die al op de kaart zijn opgeslagen, permanent verwijderd. Als u een kaart wilt formatteren die al is gebruikt, moet u eerst de inhoud van de kaart controleren voordat u deze formatteert.
1 2
Schakel de camera in (p. 23). Druk op de knop MENU en selecteer [ (Instellen)] met
.
4
Selecteer (Formatteren) met of en druk op de knop SET.
Selecteer [OK] met of en druk vervolgens op de knop SET.
z Als u in plaats daarvan het formatteren wilt annuleren, selecteert u [Stop] en drukt u op de knop SET. z De capaciteit van de SD-kaart die wordt weergegeven na het formatteren, is lager dan de geschatte capaciteit van de SD-kaart. Dit duidt niet op een storing in de SD-kaart of de camera.
5
Druk op de knop MENU.
19
De camera voorbereiden
z Als de camera niet correct werkt, kan de SDkaart beschadigd zijn. Het probleem is wellicht op te lossen door de kaart te formatteren. z Als u een SD-kaart van een ander merk gebruikt en de kaart niet goed functioneert, kunt u het probleem mogelijk oplossen door de kaart te formatteren. z SD-kaarten die zijn geformatteerd met een andere camera, een computer of een ander apparaat, werken mogelijk niet goed. Formatteer de kaarten met deze camera. Als formatteren in de camera niet goed werkt, zet u de camera uit en plaatst u de SD-kaart opnieuw in de camera. Zet de camera vervolgens weer aan en formatteer de kaart opnieuw.
Voorzorgsmaatregelen voor SD-kaarten z SD-kaarten zijn zeer nauwkeurige elektronische appara-
ten. Buig ze niet, oefen er geen druk op uit en stel ze niet bloot aan schokken of trillingen. z Probeer SD-kaarten niet te demonteren of te wijzigen. z Laat vuil, water of vreemde voorwerpen niet in contact komen met de contactpunten op de achterzijde van de kaart. Raak de contactpunten niet met uw handen of metalen voorwerpen aan.
20
z Verwijder het originele label niet van de SD-kaart en
bedek dit ook niet met een ander label of een sticker.
z Als u op de SD-kaart wilt schrijven, gebruikt u een pen
met een zachte punt (bijvoorbeeld een viltstift). Als u een pen met een scherpe punt gebruikt (zoals een balpen) kunt u de SD-kaart of de gegevens erop beschadigen. z Gegevens op de SD-kaart kunnen door elektrische ruis, statische elektriciteit of defecten in de kaart worden beschadigd of gewist. Het is dus verstandig een reservekopie van belangrijke gegevens te maken. z Het blootstellen van de SD-kaarten aan snel wisselende temperaturen kan condensatie op de kaart veroorzaken, wat ertoe kan leiden dat de kaart niet goed functioneert. Dit kunt u voorkomen door de SD-kaart in een luchtdichte, afsluitbare plastic tas te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de kaart weer uit de zak haalt. z Als er sprake is van condensatie op een SD-kaart, bewaar de kaart dan bij kamertemperatuur totdat de waterdruppeltjes vanzelf zijn verdampt. z Gebruik of bewaar SD-kaarten niet in de volgende locaties. • Plaatsen met veel stof of zand • Plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad of hoge temperaturen
Voorzorgsmaatregelen voor multimediakaarten Dit product functioneert optimaal als u originele SDkaarten van Canon gebruikt. U kunt multimediakaarten (MMC's) gebruiken met deze camera. Canon stelt zich echter niet garant voor het gebruik van dergelijke kaarten.
De camera voorbereiden
De Datum/Tijd instellen Het menu Datum/Tijd wordt weergegeven wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld en wanneer de knoopcelbatterij bijna leeg is. Voer de bewerkingen uit vanaf stap 4. (Vervang de knoopcelbatterij als deze leeg is (p. 120).)
1 2
3
Schakel de camera in (p. 23). Druk op de knop MENU en selecteer het menu [ (Instellen)] met .
Selecteer (Datum/ Tijd) met of en druk vervolgens op de knop SET.
4
Stel de datum en tijd in.
z Met de knop of kunt u de waarde van het geselecteerde veld wijzigen. z Druk op of om de datum en de tijd in te stellen. z De datum kan worden ingesteld tot het jaar 2030. z De fabrieksinstellingen voor de datum kunnen op sommige plaatsen anders zijn dan hier is aangegeven.
5 6
Druk op de knop SET. Druk op de knop MENU. z Zie pagina 52 als u de datum op het beeld wilt vastleggen. z Als u de datum en tijd instelt, betekent dat niet dat een datum-/tijdmarkering op de beelden wordt weergegeven. Voor het afdrukken van beelden met de datum erop raadpleegt u pagina 92 van de Gebruikershandleiding voor Direct Print of de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]. z Belangrijke informatie vindt u bij De knoopcelbatterij vervangen (p. 120). 21
De camera voorbereiden
De taal instellen U kunt de taal instellen waarin de menu’s en berichten op het LCD-scherm worden weergegeven.
1 2
3
22
4
Zet de camera aan (p. 23). Druk op de knop MENU en selecteer het menu [ (Instellen)] met .
Selecteer (Taal) met of en druk op de knop SET.
Selecteer een taal met , , of en druk vervolgens op de knop SET.
z Als u op de knop MENU drukt in plaats van op de knop SET, verschijnt het instellingenmenu weer zonder dat de taalinstelling wordt gewijzigd.
5
Druk op de knop MENU. Bediening met sneltoetsen Het menu Taal kan in de modus Afspelen ook worden weergegeven door de knop SET ingedrukt te houden en op de knop MENU te drukken. Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer een filmclip wordt afgespeeld of wanneer een los verkrijgbare printer op de camera wordt aangesloten.
Basisfuncties De camera in- en uitschakelen De camera inschakelen
1
Druk op de knop ON/OFF totdat het bovenste lampje naast de zoeker groen wordt.
Opnamemodus z De huidige opname-instellingen worden op het LCDscherm weergegeven. z De huidige opname-instellingen verdwijnen na ongeveer 6 seconden van het scherm als het LCD-scherm is ingesteld op Standaard (Geen informatie) of Geen weergave (p. 26). z Als u de modusknop op instelt, wordt de lens na ongeveer 1 minuut naar binnen getrokken. Modus Afspelen z Op het LCD-scherm wordt een beeld weergegeven.
De camera uitschakelen z Druk nogmaals op de knop ON/OFF om de camera uit te schakelen. z Als het bericht 'Kaart op slot!' direct na het inschakelen van de camera wordt weergegeven, kunnen er geen gegevens op de SD-kaart worden opgenomen (p. 15). z U hoort een opstartgeluid en ziet het opstartbeeld wanneer de camera wordt ingeschakeld. (Zie hieronder en p. 71 en p. 106 als u het opstartgeluid en –beeld wilt wijzigen.) z Het opstartbeeld wordt niet weergegeven als het LCD-scherm in opnamemodus uit staat of als de A/V OUT-uitgang op een TV is aangesloten. De camera inschakelen zonder het opstartgeluid en -beeld Houd de knop SET ingedrukt en schakel vervolgens de camera in.
23
Basisfuncties
Energiebesparingsfunctie Deze camera is voorzien van een energiebesparingsfunctie. Afhankelijk van de energiebesparingsinstelling (p. 69) kan de camera zichzelf uitschakelen of kan het LCD-scherm automatisch uitgaan. zAutomatisch Uit [Aan] Opnamemodus: Schakelt uit ongeveer 3 minuten na de laatste keer dat de camera is bediend. Modus Afspelen: Schakelt uit ongeveer 5 minuten na de laatste keer dat de camera is bediend. Modus Printeraansluiting: Schakelt uit ongeveer 5 minuten na de laatste keer dat de camera is bediend of iets op de printer is afgedrukt. Wanneer de functie Automatisch Uit wordt geactiveerd Druk nogmaals op de knop ON/OFF. [Uit] De energiebesparingsfunctie wordt niet geactiveerd.
24
zScherm uit Het LCD-scherm wordt automatisch uitgeschakeld ongeveer 1 minuut* na de laatste keer dat de camera is bediend. * Deze tijd kan worden gewijzigd (p. 69). Wanneer de functie Scherm uit wordt geactiveerd Het LCD-scherm wordt weer ingeschakeld als u op een andere knop dan ON/OFF drukt. De energiebesparingsfunctie wordt uitgeschakeld tijdens Automatisch afspelen of wanneer de camera is aangesloten op een computer (p. 85, 95).
Basisfuncties
Modusknop
Afspeelmethode
Met de modusknop selecteert u de werkingsmodus van de camera.
Afspeelmethode z Beelden van de SD-kaart weergeven of wissen (p. 55, 61). z Beelden downloaden en op een aangesloten computer weergeven (p. 95). z Beelden direct op een aangesloten printer afdrukken (p. 88).
Opnamemodus (Stilstaande beelden) Hiermee neemt u stilstaande beelden op. U kunt kiezen uit de modi Automatisch (p. 31), Handmatig of Stitch Hulp (p. 46).
Als een printer (los verkrijgbaar) op de juiste manier is aangesloten, wordt , of op het LCD-scherm weergegeven.
(Speciale scènes) Neemt het beeld op met de meest geschikte instellingen voor de scène. (Film) Neemt filmclips op (p. 53).
25
Basisfuncties
Het LCD-scherm gebruiken Gebruik het LCD-scherm voor het maken en bekijken van beelden, voor menubewerkingen en voor het afspelen van opnamen. Als u op de knop DISP. drukt, wordt telkens een andere modus weergegeven op het LCD-scherm. Opnamemodus Knop
Standaard (Geen informatie)
Gedetailleerd (Informatieweergave)
AF-kader Spotmetingkader
Knop
Knop Geen weergave
• • -
Stilstaande beelden: resterende opnamen Films (seconden): Resterende filmtijd Verstreken tijd
Het AF-kader verandert, afhankelijk van de instelling Aan/Uit. (LCD-scherm Aan) AiAF ingesteld op [Aan] (p. 74) z Groen: scherpstelling gereed (scherpgesteld AF-kader) z Wordt niet weergegeven: probleem met scherpstellen 26
AiAF ingesteld op [Uit] (p. 74) z Groen: scherpstelling gereed z Geel: probleem met scherpstellen
Basisfuncties
Opnamemodus
p. 35, 48
Belichtingscompensatie Witbalans Transportmode ISO-waarde Foto-effect Lichtmeetmethode
p. 76 p. 77 p. 43, 45 p. 79 p. 80 p. 75
Compressie
p. 37
Resolutie Briefkaart afdrukken
p. 37 p. 51
Flitser Rode-ogenreductie Modus Macro/Oneindig Snelle beelden Functie Beeldomkeren (Rood) Filmmodus 2,8x 3,5x 4,4x 5,4x 7,0x Instelling voor digitale zoom*1 Waarschuwingsbericht: camera wordt bewogen Batterij bijna leeg
p. 39 p. 39, 41 p. 42 p. 38 p. 83 p. 53 p. 44 p. 27 p. 18
*1 : Zoomstanden zijn de optische en digitale zoomeffecten bij elkaar opgeteld. Deze cijfers verschijnen als de digitale zoom wordt geactiveerd.
zWanneer een instelling voor de opnamemodus wordt gewijzigd, verschijnen de instellingen ongeveer zes seconden op het LCD-scherm, ook als het LCDscherm is ingesteld op Geen informatie of uitstaat. (Afhankelijk van de camera-instelling kunnen de instellingen voor de opnamemodus niet worden weergegeven.) Met deze informatie op het scherm kunt u de instellingen voor de flitser, rode-ogenreductie, modus Macro/Oneindig, zelfontspanner, de modus Continu en de methode voor lichtmeting opgeven. z en de pictogrammen in (het donkergekleurde gedeelte van de tabel) worden ook weergegeven wanneer de informatieweergave is uitgeschakeld. zDaarnaast worden het AF-kader, het spotmetingkader, resterende beelden of resterende filmtijd weergegeven zoals in het voorbeeld links te zien is. zAls u de modus instelt op , of , gaat het LCDscherm aan, ongeacht of het is ingesteld op Aan of Uit. zEr is waarschijnlijk een lage sluitertijd geselecteerd vanwege onvoldoende belichting als het bovenste lampje naast de zoeker oranje knippert nadat de metingen zijn verricht en het waarschuwingspictogram voor schudden van camera ( ) wordt weergegeven op het LCD-scherm. Stel de flitser in op of , of bevestig de camera op een statief. zNadat u een foto hebt genomen door de sluiterknop geheel in te drukken, verschijnt het beeld ongeveer drie seconden op het LCD-scherm (of de weergaveduur die u hebt ingesteld van 3 tot 10 seconden). Als u de knop indrukt terwijl het beeld wordt weergegeven, blijft dit op het scherm staan (p. 34). 27
Basisfuncties
Modus Afspelen
Standaard Bestandsnummer
Knop
Knop
Geen weergave
Opnames maken Datum/Tijd Beeldnummer en Totaal (Beeld weergeven/Totaal)
Knop
Compressie Resolutie (Stilstaand beeld) Geluidsmemo (WAVE-bestand) Film Beveiligingsstatus
28
p. 37 p. 37 p. 84 p. 53 p. 86
Gedetailleerd* Histogram
Filmlengte
* Gedetailleerde weergave is niet beschikbaar bij indexweergave (9 beelden).
Basisfuncties
Opnamemodus
p. 35, 48
Belichtingscompensatie
p. 76
Witbalans
p. 77
ISO-waarde
p. 79
Foto-effect
p. 80
Resolutie (film)
p. 37
Flitser
p. 39
Lichtmeetmethode
p. 75
Macro/Oneindig
p. 42
Behalve de gegevens hierboven worden het histogram en de opgenomen filmtijd weergegeven. Afhankelijk van het beeld, kan de volgende informatie worden weergegeven. Er is een ander audiobestand dan een WAVE-bestand of een bestand met onbekende indeling toegevoegd. Een JPEG-bestand wordt niet ondersteund door standaarden van de 'Ontwerpregel voor bestandssysteem van camera'. Bestand met de indeling RAW Onherkenbare bestandsindelingen
De weergave op het LCD-scherm kan donker worden als het scherm in fel (zon)licht wordt gebruikt. Dit is geen defect. z Als u de camera uitschakelt, wordt in het geheugen vastgelegd of het LCD-scherm op dat moment op Aan of Uit is ingesteld. Als u de camera weer inschakelt, wordt de laatste instelling van het scherm hersteld. Als u de camera echter uitschakelt terwijl het LCDscherm aan is en het bericht 'Vervang de batterijen' wordt weergegeven, gaat het LCDscherm mogelijk niet automatisch opnieuw aan als u de camera weer inschakelt. z Zolang een opgenomen beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u de belichting controleren aan de hand van de grafiek (zie Het histogram). Hierop kunt u de verdeling van de helderheidsgegevens zien. Als de belichting moet worden bijgesteld, stelt u de belichtingscompensatie in en maakt u de opname opnieuw. Druk op de knop als het histogram en de andere gegevens niet worden weergegeven.
29
Basisfuncties
z De beeldinformatie die door deze camera wordt opgenomen, wordt mogelijk onjuist weergegeven op andere camera’s. Beeldinformatie die door andere camera’s is opgenomen, wordt mogelijk onjuist weergegeven op deze camera. Het histogram Het histogram is een grafiek aan de hand waarvan u de helderheid van het opgenomen beeld kunt beoordelen. Hoe groter de vertekening links in de grafiek, hoe donkerder het beeld. Hoe groter de vertekening rechts in de grafiek, hoe lichter het beeld. Als het beeld te donker is, stelt u de belichtingscompensatie in op een positieve waarde. U moet de belichtingscompensatie dus ook instellen op een negatieve waarde als het beeld te helder is (p. 76). Voorbeelden van histogrammen
Donker beeld
30
Evenwichtig beeld
Helder beeld
Opnamen maken – Basisfuncties Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 143) aan het eind van deze handleiding om te zien welke instellingen kunnen worden gewijzigd in welke opnamemodi.
4
: Het onderwerp wordt vergroot (Telelens)
Automodus
: Het onderwerp wordt verkleind (Groothoek)
Opnamemodus
Bij deze modus hoeft u alleen maar op de sluiterknop te drukken. De camera regelt al het overige.
1 2
Stel de modusknop in op Selecteer
in het menu
. .
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). *De huidige instelling wordt weergegeven.
3
Richt de camera op het onderwerp dat u wilt opnemen.
Gebruik de zoomknop om de gewenste compositie te verkrijgen (relatieve grootte van het onderwerp in de zoeker).
z U kunt het perspectief van 45 tot 100 mm instellen (35 mm filmequivalent). z Wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld, kunt u het beeld met de digitale en optische zoom bij elkaar opgeteld tot ongeveer 7x vergroten (Zie Digitale Zoom, p. 44).
5
Druk de sluiterknop half in.
z De sluiterknop heeft twee bedieningsstanden. Half indrukken De belichting en scherpstelling worden automatisch geregeld. 31
Opnamen maken – Basisfuncties
• U hoort twee piepjes als de de belichting heeft gemeten en het lampje wordt groen of oranje. Als het LCD-scherm is ingeschakeld, wordt het AF-kader groen weergegeven. • Als het onderwerp niet goed scherpgesteld kan worden, knippert het lampje geel en hoort u één piepje.
6
Druk de sluiterknop helemaal in. Volledig indrukken Als u de sluiterknop volledig indrukt, wordt de sluiter geactiveerd. • U hoort het sluitergeluid als de opname is gemaakt. Als u dit geluid hoort, moet u de camera niet bewegen. • Het lampje naast de zoeker knippert groen terwijl gegevens op de SD-kaart worden geschreven. • Het beeld wordt drie seconden op het LCDscherm weergegeven, als dit is ingeschakeld.
32
z Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 143). z Met de weergavefunctie kunt u aangeven hoeveel seconden de beelden op het LCD-scherm worden weergegeven nadat u een opname hebt gemaakt. U kunt ook aangeven dat de opnamen niet worden weergegeven (p. 35). z Als het oranje of gele lampje knippert terwijl u de knop half indrukt, kunt u de knop ook nog helemaal indrukken om de opname te maken. z Beelden worden eerst opgeslagen in het interne geheugen van de camera voordat ze worden opgeslagen op de SD-kaart. Hierdoor kunnen volgende beelden meteen hierna worden genomen zolang er voldoende intern geheugen beschikbaar is. z U kunt het piepsignaal en het geluid van de sluiter aan- of uitzetten in het menu Instellen (p. 67). z Ook wanneer het sluitergeluid is ingesteld op [ , , (Aan)] (p. 71), krijgt u geen geluid te horen als [Mute] is ingesteld op [Aan]. z Bij de modus Film maakt de sluiter geen geluid. z Er kunnen geen opnamen worden gemaakt tijdens het opladen van de flitser.
Opnamen maken – Basisfuncties
Opnamen maken met de zoeker U kunt energie besparen door het LCD-scherm uit te schakelen en de zoeker te gebruiken bij het maken van opnamen.
1
Stel het beeld zo samen dat het onderwerp in het midden van de zoeker staat.
De functie Autofocus Deze camera maakt gebruik van AiAF-technologie (artificial intelligence autofocus), die dankzij een breed meetveld de brandpuntsafstand zeer precies kan berekenen. Dat zorgt voor een heldere focus, zelfs als het te fotograferen onderwerp niet helemaal in het midden staat. De camera kan ook automatisch scherpstellen op het midden wanneer AiAF is ingesteld op [Uit].
Het beeld in de zoeker versus de opname
Hier ziet u ongeveer het midden van het beeld
Zoeker
Bij de opname van een beeld wordt gewoonlijk een groter bereik opgenomen dan het bereik dat zichtbaar is in de zoeker. U kunt het werkelijke bereik dat wordt opgenomen, controleren op het LCD-scherm. Bovendien kan, door de specifieke opstelling van de zoeker, het bereik dat zichtbaar is in de zoeker daadwerkelijk verschillen van het werkelijk opgenomen beeld. Hoe dichter het onderwerp zich bij de lens bevindt, hoe opvallender het verschil wordt. In sommige gevallen zijn delen van beelden die van dichtbij zijn opgenomen en die wel zichtbaar zijn in de zoeker, niet zichtbaar in de opname. Bij het fotograferen in de modus Macro is het aan te raden om gebruik te maken van het LCD-scherm (p. 42).
33
Opnamen maken – Basisfuncties
AF-hulplicht - Soms gaat het AF-hulplicht branden als de sluiterknop half wordt ingedrukt om het scherpstellen in bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld wanneer het donker is) te vergemakkelijken. - U kunt het AF-hulplicht uitschakelen (p. 65). Als u dieren in het donker fotografeert, kunt u de lichtbron beter uitschakelen om te voorkomen dat ze schrikken. Denk hierbij echter wel aan het volgende. • Wanneer het AF-hulplicht is uitgeschakeld, kan scherpstellen in het donker lastiger worden. • De rode-ogenreductielamp kan worden geactiveerd als u de sluiterknop half indrukt, zelfs als het AF-hulplicht is uitgeschakeld. Om te voorkomen dat een lamp wordt geactiveerd voordat de flitser wordt gebruikt, zet u in het Opname Menu de functie voor rodeogenreductie en het AF-hulplicht op [Uit].
Opnamen meteen weergeven Opnamemodus
Nadat een foto is genomen, wordt het beeld gedurende drie seconden op het LCD-scherm weergegeven. Bovendien blijft het beeld op het scherm staan, ongeacht de ingestelde weergaveduur, als een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd. z De sluiterknop wordt helemaal ingedrukt gehouden z De knop wordt ingedrukt terwijl het beeld wordt weergegeven* Als u het beeld niet meer wilt weergeven, drukt u de sluiterknop half in. U kunt de volgende handelingen uitvoeren wanneer de beelden worden weergegeven.* • Beelden een voor een wissen (p. 61) • De instellingsgegevens van het beeld weergeven (p. 26). • Een beeld vergroten (p. 55) * Dit is niet mogelijk in de modus Stitch Hulp.
34
Opnamen maken – Basisfuncties
De opnamemodus selecteren
De tijdsduur voor het weergeven van beelden wijzigen De tijdsduur dat beelden direct worden weergegeven kan worden ingesteld van 3 tot 10 seconden. U kunt ook bepalen dat de beelden niet worden weergegeven.
1
Auto
De meeste instellingen worden automatisch door de camera bepaald.
Handmatig
U kunt handmatig de belichting, witbalans en andere instellingen bepalen voordat u een opname maakt.
Stitch Hulp
Voor het maken van opnamen van panoramacomposities
Druk op de knop MENU.
z Het menu [ (Opname)] wordt weergegeven.
2 3
Op deze camera zijn de volgende modi beschikbaar.
Selecteer
(Bekijken) met
of
.
Selecteer de gewenste weergave met of en druk vervolgens op de knop MENU.
z Als u [Uit] kiest, wordt het beeld niet weergegeven. z Als u [3 sec.] tot [10 sec.] kiest, wordt het beeld gedurende de gekozen tijdsduur weergegeven, ook nadat u de sluiterknop hebt losgelaten. z Als u de sluiterknop ingedrukt houdt, blijft het beeld zichtbaar, ongeacht de instelling voor de weergave. z U kunt een nieuwe opname maken terwijl de vorige nog wordt weergegeven.
Maak een keuze uit 8 scènemodi met de meest geschikte instellingen voor die scène. Speciale Portret Strand scène Nacht Scene Vuurwerk Flora Onderwater Sneeuw Binnen Film
Voor het opnemen van films
De geselecteerde instellingen blijven gehandhaafd voor alle modi, ook als de opnamemodus wordt gewijzigd. Wanneer de camera wordt uitgeschakeld, blijven de instellingen voor bepaalde opnamemodi behouden (p. 143). 35
Opnamen maken – Basisfuncties
,
1 2
,
of
selecteren
Zet de modusknop op knop
en druk op de
Selecteer de opnamemodus met of en druk op de knop
SCN selecteren
1 2
36
Zet de modusknop op SCN en druk op de knop Selecteer de opnamemodus met of en druk op de knop
Selecteren
1
Stel de modusknop in op
.
z Hierdoor wordt de filmmodus geactiveerd.
Opnamen maken – Basisfuncties
De resolutie en de compressie wijzigen
× 1200) en de compressie op
(Fijn).
z Zie pagina 51 voor informatie over de briefkaartmodus.
Opnamemodus
De briefkaartmodus is niet beschikbaar in
,
en
.
(210 × 297 mm)
Doel Hoge Beelden opnemen met Superfijn kwaliteit een hogere kwaliteit Beelden opnemen met Fijn een gewone kwaliteit
formaat * (216 × 279 mm)
Normaal
U kunt de resolutie en de compressie naar wens wijzigen. Bij films is dit niet mogelijk. Resolutie L (Groot)
z De resolutie wordt ingesteld op M1 (1600 of
2048 × 1536 pixels
Doel Groot z Afdrukken tot A4-formaat*
z Afdrukken tot Letter-
z Afdrukken op briefkaart-
M1 (Gemiddeld 1)
1600 ×1200 pixels
M2 (Gemiddeld 2)
1024 × 768 pixels
z Afdrukken op briefkaart-
S (Klein)
640 × 480 pixels
z Beelden verzenden als bij-
formaat (148 × 100 mm)
z Afdrukken op etiket-
formaat (119 × 89 mm) formaat (86 × 54 mm)
lagen bij e-mailberichten
Klein
z Meer beelden opnemen
Compressie
Normaal Meer beelden opnemen
Films kunnen worden opgenomen met de volgende resoluties. Resolutie 640 × 480 pixels 320 × 240 pixels 160 × 120 pixels
* Papierformaat kan per land variëren.
37
Opnamen maken – Basisfuncties
1 2
Snelle beelden
Druk op de knop FUNC. Selecteer met of
* of .
Opnamemodus
*
U wilt profiteren van die zeldzame 'fotomomenten' en daarbij geen last hebben van de sluitervertraging.
* De huidige instelling
wordt weergegeven. Voorbeeld (met uitzondering van
3
4
Selecteer de gewenste compressie of resolutie met of .
):
Voorbeeld (met uitzondering van ):
Aantal resterende opnamen* (wordt alleen weergegeven als resolutie of compressie is geselecteerd.) *Bij filmclips wordt de resterende opnametijd (in seconden) weergegeven.
Druk op de knop FUNC. z Grootte van beeldbestanden (geschat) (p. 130) z Typen SD-kaarten en resolutie (p. 129)
38
z U kunt de methode voor snelle beelden niet selecteren voor gebruik met de zoeker (LCDscherm moet aan staan). z Het LCD-scherm staat stil als de camera automatisch scherpstelt.
1 2
Druk op de knop DISP. om het LCDscherm in te schakelen. Selecteer in het menu (Opname).
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
Opnamen maken – Basisfuncties
3
Druk op de knop of om [Aan] te selecteren. Druk daarna op de knop MENU.
z Het opnamescherm wordt weer weergegeven. z Het pictogram verschijnt op het LCD-scherm (gedetailleerde weergave aan) als de optie 'Snel beeld' op Aan staat.
De flitser gebruiken Opnamemodus
* In de modus
(Vuurwerk) is flitsen niet toegestaan.
Gebruik de flitser volgens de onderstaande richtlijnen. Automatisch met rode-ogenreductie Auto
De flitser wordt automatisch gebruikt op basis van het lichtniveau, en het rode-ogenreductielampje wordt geactiveerd elke keer dat de flitser wordt gebruikt. De flitser wordt automatisch gebruikt op basis van het lichtniveau.
Flitser aan met rode- De rode-ogenreductielamp en de flitser worden altijd geactiveerd. ogenreductie Flitser aan De flitser wordt altijd geactiveerd. Flitser Uit De flitser wordt niet gebruikt.
39
Opnamen maken – Basisfuncties
1
Druk op de knop om een andere flitsermodus te kiezen.
z De geselecteerde flitsermodus wordt op het LCDscherm weergegeven. z Druk op de knop als u een andere instelling wilt gebruiken. Als de rode-ogenreductiefunctie is ingeschakeld
Als de rode-ogenreductiefunctie is uitgeschakeld
z Mogelijk werkt dit niet in sommige opnamemodi (p. 143).
2
Maak een opname.
z De flitser wordt geactiveerd als het lampje naast de zoeker oranje is als de sluiterknop half wordt ingedrukt. (Wordt niet geactiveerd in .) z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus Auto (p. 31). 40
z Als de flitser wordt gebruikt in de macromodus, wordt het licht mogelijk niet goed geregeld. Stel in dat geval een hogere ISOwaarde in of gebruik in plaats van de flitser een andere belichtingsbron. z Wanneer u opnamen maakt met een hoge ISO-waarde en daarbij de flitser gebruikt, is de kans op overbelichting groot als het onderwerp zich dichtbij bevindt. z Houd er rekening mee dat een trage sluitertijd wordt geselecteerd in donkere ruimten of als de flitser is uitgeschakeld. Voorkom dat de camera onder dergelijke omstandigheden wordt bewogen. Opnamen maken in de modus Zorg ervoor dat u de camera stilhoudt om onscherpe beelden te voorkomen. Opnamen maken in de modus , , , of Omdat de sluitertijd in de modus langer is, kunt u de camera het beste op een statief plaatsen. Als een beeld donker is in de modus , kunt u de opname opnieuw maken in de modus . Dit zal een helderder beeld opleveren.
Opnamen maken – Basisfuncties
z Het opladen van de flitser duurt ongeveer 10 seconden. Als het LCD-scherm aan is, gaat dit uit wanneer het lampje tijdens het opnieuw opladen oranje knippert. Het LCDscherm gaat weer aan als het lampje oranje brandt zonder te knipperen, wanneer het opnieuw opladen is voltooid. Hoelang het duurt om de flitser opnieuw op te laden, is afhankelijk van de opnameomstandigheden en de staat van de batterijen. z De flitser wordt twee keer gebruikt. Een voorbereidende flits wordt gevolgd door de hoofdflits. De belichtingswaarden van het onderwerp, die worden gemeten tijdens de voorbereidende flits, worden gebruikt om de optimale flitsintensiteit van de hoofdflits in te stellen waarbij de opname wordt gemaakt.
De functie voor rode-ogenreductie instellen De rode-ogenreductielamp wordt geactiveerd als de flitser in het donker wordt gebruikt. Hierdoor wordt de kans dat licht van de ogen terugkaatst verminderd. Deze terugkaatsing veroorzaakt het verschijnsel van de rode ogen.
1
Zet (Rode ogen) op [Aan] in het menu [ (Opname)].
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). z
wordt op het LCDscherm weergegeven. z De functie voor rode-ogenreductie kan niet worden ingesteld als de modus voor speciale scènes (p. 48) is ingesteld op (Vuurwerk). Rode-ogenreductie z Voor een goede werking van deze modus moet de te fotograferen persoon recht in het rode-ogenreductielampje kijken. Vraag het onderwerp recht in het lampje te kijken. U kunt nog betere resultaten behalen door de belichting binnenskamers te versterken of door dichter bij het onderwerp te gaan staan.
41
Opnamen maken – Basisfuncties
De modi
Macro en
Oneindig
Opnamemodus
Gebruik deze modus wanneer de afstand Macro van de lenstip tot het onderwerp 5 tot 47 cm (groothoek) of 30 tot 47 cm (telelens) is. Gebruik deze modus om landschappen te fotograferen. U kunt deze modus ook Oneingebruiken voor composities waarin objecdig ten die dichtbij zijn, worden gecombineerd met verdergelegen objecten.
1
Druk op / ( op de multifunctionele keuzeknop) om of weer te geven.
z Als u drukt op / ( op de multifunctionele keuzeknop), wordt de macromodus geannuleerd.
2
Maak een opname.
z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus Auto (p. 31). z Het lampje naast de zoeker wordt geel als u de sluiterknop half indrukt. 42
Als de flitser wordt gebruikt in de macromodus, wordt het licht mogelijk niet goed geregeld. Stel in dat geval een hogere ISO-waarde in of gebruik in plaats van de flitser een andere belichting. z Gebruik altijd het LCD-scherm als u met de macromodus werkt. U kunt wel met de zoeker opnamen maken, maar het is mogelijk dat een deel van het beeld niet in de uiteindelijke opname terechtkomt (p. 33). z Als de lens in de groothoekstand staat, kunt u op een afstand van ongeveer 47 × 35 mm*1 opnamen maken en met de telelens op een afstand van 115 × 87 mm.*2 Als de lens tussen de tele- en groothoekstand staat, is de afstand tussen de lenstip en het onderwerp dezelfde als voor de telelens. z Als u de flitser in macromodus gebruikt, is de belichting mogelijk niet optimaal. *1 *2
Kortste brandpuntafstand. Maximale instelling van de telelens.
Opnamen maken – Basisfuncties
Zelfontspanner Opnamemodus
Met deze functie worden de opnamen 10 of 2 seconden na het indrukken van de sluiterknop gemaakt. Dit is handig als u zelf ook op de foto wilt staan. De zelfontspanner kan in elke opnamemodus worden gebruikt.
1
Druk op / ( op de multifunctionele keuzeknop) totdat of op het LCD-scherm wordt weergegeven.
z Wanneer is geselecteerd en de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, gaat het lampje van de zelfontspanner knipperen en laat de zelfontspanner piepjes horen. Twee seconden voordat de sluiter wordt geactiveerd, gaat dit lampje sneller knipperen. z Wanneer is geselecteerd en de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, knippert het lampje van de zelfontspanner vanaf het begin snel. De sluiter wordt binnen 2 seconden geactiveerd.
2
De zelfontspanner annuleren Druk op de
/
knop om
weer te geven.
De afteltijd van de zelfontspanner wijzigen
1
Selecteer (Zelfontspanner) in het menu [ (Opname)].
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
Gebruik of voor het selecteren van of en druk op de knop MENU.
z Het opnamescherm wordt weer weergegeven. U kunt het geluid van de zelfontspanner wijzigen met de instelling [Geluidzelftimer] in het menu [ (Mijn camera)] (p. 71).
Maak een opname.
z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus Auto (p. 31). 43
Opnamen maken – Basisfuncties
Digitale zoom
z Druk op zoomen.
op de zoomknop om weer uit te
Opnamemodus
De bij elkaar opgetelde vergrotingsstanden van de optische en digitale zoom worden weergegeven.
U kunt op beelden inzoomen met een combinatie van de optische en digitale zoomfuncties: z 2,8x, 3,5x, 4,4x, 5,4x en 7,0x
1 2
Druk op de knop DISP. om het LCDscherm in te schakelen. Selecteer (Digitale Zoom) in het menu [ (Opname)].
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
3 4
Selecteer [Aan] met of en druk vervolgens op de knop MENU. Druk op
op de zoomknop.
z De lens zoomt naar de maximale instelling voor optische zoom en stopt. Druk nogmaals op om verder digitaal op het beeld in te zoomen. 44
5
Maak een opname.
z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus Auto (p. 31). De digitale zoom kan niet worden gebruikt als het LCD-scherm uit staat. z Het beeld wordt grover weergegeven naarmate de digitale zoom sterker is. z Bij het gebruik van de digitale zoomfunctie kunnen bewegingen van de camera beeldonscherpte veroorzaken. Daarom wordt het gebruik van een statief aangeraden.
Opnamen maken – Basisfuncties
De modus Continu Opnamemodus
Gebruik deze modus als u een serie opnamen wilt maken met één druk op de sluiterknop.
1 2 3
z Als het interne geheugen vol raakt, wordt het interval tussen de opnamen iets langer. z Als u de flitser gebruikt, wordt de opnametijd trager zodat de flitser tijd heeft om op te laden.
Druk op / ( op de multifunctionele keuzeknop) totdat op het LCDscherm wordt weergegeven. Druk de sluiterknop half in om de focus vast te zetten. Druk de sluiterknop helemaal in om opnamen te maken.
z De opnamen stoppen wanneer u de sluiterknop loslaat. z De opnamesnelheid is ongeveer 1,3 frames per seconde (Groot/Fijn, LCD-scherm uit). * Deze cijfers zijn gebaseerd op de standaardtests die door Canon worden uitgevoerd. Werkelijke cijfers kunnen afwijken, afhankelijk van de opnameomstandigheden en de gebruikte instellingen. 45
Opnamen maken – Basisfuncties
Panorama-opnamen maken (Stitch Hulp) Opnamemodus
Stitch Hulp kan worden gebruikt voor het opnemen van overlappende beelden, die later kunnen worden samengevoegd om één panoramabeeld op de computer te maken.
Er zijn twee modi voor hulp bij het samenvoegen (stitch) op basis van de richting waarin u de opname wilt maken, zoals hierna wordt weergegeven. Links Rechts 46
Rechts Links
Horizontale opname van links naar rechts. Horizontale opname van rechts naar links.
U kunt de beelden op een computer samenvoegen met PhotoStitch, een van de meegeleverde programma’s.
Een object omkaderen Het programma PhotoStitch herkent welke delen van aangrenzende beelden elkaar overlappen en voegt deze samen. Probeer tijdens het maken van de opname een herkenbaar object (oriëntatiepunt) in de overlappende delen op te nemen.
Opnamen maken – Basisfuncties
z Maak elk kader zodanig dat er 30 tot 50% van het aangrenzende beeld wordt overlapt. Zorg dat de verticale verschuiving niet groter is dan 10% van de beeldhoogte. z Neem geen bewegende beelden op in het overlappende gedeelte. z Voeg geen beelden samen waarop zowel onderwerpen veraf als dichtbij staan. Deze onderwerpen kunnen dan scheef of dubbel lijken. z Zorg dat de helderheid in elk beeld consistent is. Het uiteindelijke beeld zal onnatuurlijk lijken bij een te groot verschil in helderheid. z Laat de camera meedraaien (pannen) tijdens het maken van de achtereenvolgende opnamen. z Als u close-ups wilt maken, schuift u de camera over het onderwerp. Houd de camera tijdens het bewegen op één lijn met het onderwerp.
Opnamen maken
1 2
Stel de modusknop in op Selecteer
of
.
in het menu
z Zie De opnamemodus selecteren (p. 35).
3
Maak de eerste opname.
z De instellingen voor belichting en witbalans worden bepaald en vastgezet bij de eerste opname.
4
Maak de compositie en de opname van het tweede beeld zodanig dat deze het eerste beeld overlapt.
z Kleine afwijkingen in de Reeks overlapping kunnen worden gecorrigeerd met de software. z Een beeld kan opnieuw worden genomen. Druk op of om terug te keren naar dat frame.
47
Opnamen maken – Basisfuncties
5
Gebruik dezelfde procedures voor het opnemen van de resterende frames.
z Er kunnen maximaal 26 beelden, zowel horizontaal als verticaal, worden opgenomen.
6
Druk op de knop SET na de laatste opname. z U kunt geen eigen witbalans (p. 78) instellen in de modus / . Als u een speciale witbalans wilt gebruiken, moet u deze eerst instellen in een andere opnamemodus. z De instellingen voor het eerste beeld zijn vergrendeld en kunnen niet worden gewijzigd voor de volgende opnamen. z U kunt geen TV gebruiken als monitor voor de opnamen in deze modus. Zie pagina 143 voor instellingen die kunnen worden gewijzigd in deze modus.
Speciale scènes Opnamemodus
U kunt het beeld met de juiste instellingen voor de gewenste scène opnemen door eenvoudig een van de volgende 8 modi te selecteren. Portret Nacht Scene Flora
Sneeuw
Strand
48
Gebruik deze modus als het onderwerp scherp moet zijn en de achtergrond vaag mag blijven. In deze modus kunt u mensen fotograferen tegen de achtergrond van een avond- of nachtscène. U kunt niet alleen de mensen, maar ook de achtergrond met de juiste belichting opnemen. Dit is een geschikte instelling voor opnamen met bloemen, bladeren of bomen (betere kleuren). Geschikt voor het fotograferen van het onderwerp tegen een achtergrond van besneeuwde bergen zonder dat de voorgrond te donker of de achtergrond blauwachtig wordt. Geschikt voor scènes aan zee of op zonovergoten stranden zonder dat de voorgrond te donker wordt.
Opnamen maken – Basisfuncties
voor het duidelijk fotograferen Vuurwerk Geschikt van vuurwerk met optimale belichting.
Onderwater
Binnen
Geschikt voor het fotograferen met de water- en weerbestendige behuizing AW-DC20 (los verkrijgbaar). Hiermee verkrijgt u beeldgegevens met de optimale witbalans voor een natuurlijke uitstraling zonder blauwachtig waas. Voorkomt onscherpte door het bewegen van de camera en behoudt de ware kleuren van het onderwerp onder fluorescentieof gloeilampen. De belichting wordt zo geregeld dat het gebruik van de flitser zo veel mogelijk wordt vermeden.
1 2
Zet de modusknop op scènes). Selecteer
(Speciale
* met de knop
* Het scherm met de huidige modus wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste scène of . met
z Meteen na het selecteren van de instellingen kunt u een opname maken door de sluiterknop in te drukken. Na de opname verschijnt het menu weer, zodat u de instellingen gemakkelijk kunt wijzigen, indien gewenst. z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus Auto (p. 31) met uitzondering van . z Zie de Gebruikershandleiding voor de weer- en waterbestendige behuizing AW-DC20 (los verkrijgbaar) voor meer informatie over de opnameprocedures van .
4 5
Druk op de knop FUNC. Maak een opname.
49
Opnamen maken – Basisfuncties
Portret
Nacht Scene
Flora
Sneeuw
Binnen
Onderwater
Vuurwerk
Strand
z In de modi z In de modi
en en
wordt de sluitersnelheid trager. Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. kan de ISO-snelheid worden verhoogd en beeldruis veroorzaken.
z Zie pagina 143 voor instellingen die kunnen worden gewijzigd in deze modus. z De resultaten kunnen per onderwerp verschillen. z Wanneer u onder water fotografeert, moet u de camera altijd uitschakelen voordat u deze in de water- en weerbestendige behuizing AW-DC20 plaatst (de behuizing is los verkrijgbaar). z In de modi en wordt het gebruik van de water- en weerbestendige behuizing AW-DC20 aangeraden (de behuizing is los verkrijgbaar). 50
Opnamen maken – Basisfuncties
Briefkaartmodus Opnamemodus
U kunt beelden opnemen met instellingen die geschikt zijn voor afdrukken op briefkaartformaat. z Als u standaardbeeldgegevens op briefkaartformaat afdrukt, gebeurt het soms dat boven-, onder- en zijkanten niet worden afgedrukt. z Door de opnamen al in briefkaartmodus te maken, kunt u het afdrukgebied (hoogte/breedteverhouding van 3:2) van tevoren controleren. De resolutie wordt vastgezet op M1 (1600 × 1200) en de compressie op de instelling (Fijn), waardoor de bestanden kleiner worden.
1 2
Druk op de knop FUNC. Selecteer L* met of .
* De huidige instelling wordt weergegeven.
3
Selecteer kaart) met
(Briefof .
z Meteen na het selecteren van de instellingen kunt u een opname maken door de sluiterknop in te drukken. Na de opname verschijnt het menu weer, zodat u de instellingen gemakkelijk kunt wijzigen, indien gewenst.
4 5
Druk op de knop FUNC. Maak een opname.
z Als u de sluiterknop half indrukt, wordt het gebied dat niet wordt afgedrukt grijs weergegeven. z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus
Auto (p. 31).
Als u selecteert, wordt de instelling [Aan] van de digitale zoom geannuleerd. z Sommige instellingen zijn in bepaalde opnamemodi niet beschikbaar. Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 143). z Als [Datum stempel] (p. 52) op [Datum] of [Datum & Tijd] staat, wordt in stap 2 en 3 weergegeven op de beelden. z Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor afdrukinstructies. 51
Opnamen maken – Basisfuncties
De datum op het beeld vastleggen U kunt de datum op het beeld vastleggen als is geselecteerd. De datum wordt op de beelden afgedrukt, ook als dit niet op de computer of printer is ingesteld. z Controleer eerst of de datum en tijd op de camera zijn ingesteld (p. 21). z U kunt de datum niet op het beeld vastleggen als niet is geselecteerd.
1 2
Controleer of op het LCD-scherm wordt weergegeven. Selecteer (Datum stempel) in het menu [ (Opname)].
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
52
3
Selecteer [Uit], [Datum] of [Datum & Tijd] met of .
z Zie De datum en tijd instellen (p. 21).
4 5
Druk op de knop MENU. Maak een opname.
z De opnameprocedures zijn hetzelfde als voor de modus Auto (p. 31). z Als het datumstempel eenmaal is ingesteld, kunt u deze niet uit het beeld wissen. z Wanneer u een CP-printer gebruikt, kan een deel van de datum wegvallen bij het afdrukken als creditcardformaat (54 mm × 86 mm) is geselecteerd.
Opnamen maken – Basisfuncties
De modus Film Opnamemodus
Gebruik deze modus als u films wilt maken. De resolutie kan worden ingesteld op [ (640 ×480)], [ (320 ×240)] of [ (160 × 120)] (p. 37).
1
Stel de modusknop in op
.
z Het LCD-scherm wordt ingeschakeld en geeft de maximale opnametijd weer (in seconden).
2
Druk de sluiterknop helemaal in.
z Het opnemen van de beelden en het geluid wordt gelijktijdig gestart. z Tijdens de opname verschijnt een rode cirkel rechtsboven in het LCD-scherm.
3
Druk de sluiterknop helemaal in om met de filmopname te stoppen.
z De maximale lengte van een film ( : 10 frames/ seconde, : 15 frames/seconde) is 30 seconden met de instelling , 3 minuten met de instelling en (volgens de standaardtests van Canon).
De maximale lengte van een film kan variëren, afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer de maximale lengte is bereikt of wanneer de SD-kaart vol is. z Het is aan te raden gebruik te maken van een SD-kaart die in de camera is geformatteerd voor het opnemen van films (p. 19). De kaart die is meegeleverd bij de camera, kan worden gebruikt zonder dat deze verder moet worden geformatteerd. z De opnametijd wordt wellicht niet correct weergegeven tijdens het opnemen, of het filmen kan onverwacht stoppen bij de volgende typen SD-kaarten. - Kaarten die langzaam opnemen - Kaarten die zijn geformatteerd op een andere camera of een computer - Kaarten waarop beelden herhaaldelijk zijn opgenomen en gewist
* De opnametijd varieert per SD-kaart. Zie SD-kaarten en geschatte capaciteit (p. 129). 53
Opnamen maken – Basisfuncties
Hoewel de opnametijd wellicht niet correct wordt weergegeven tijdens het opnemen, wordt de film wel correct op de SD-kaart opgenomen. De opnametijd wordt correct weergegeven als u de SD-kaart formatteert in deze camera (met uitzondering van SD-kaarten die langzaam opnemen). z Let erop dat u de microfoon niet aanraakt tijdens een opname. z De instellingen voor AE, AF, witbalans en zoom worden gekoppeld aan de instellingen van het eerste frame. z Het bovenste lampje knippert groen na een opname. U kunt een nieuwe opname maken als het lampje stopt met knipperen.
54
z Zie pagina 143 voor instellingen die kunnen worden gewijzigd in deze modus. z Het geluid wordt opgenomen in mono. z Bij de modus Film maakt de sluiter geen geluid. z Voor het afspelen van filmbestanden (AVI/ Motion JPEG) op een computer is QuickTime 3.0 of hoger vereist. QuickTime (voor Windows) bevindt zich op de meegeleverde Canon Digital Camera Solution Disk [Cd met software voor digitale Canoncamera’s]. Op de Macintosh wordt dit programma gewoonlijk meegeleverd bij het besturingssysteem Mac OS 8.5 en hoger.)
Afspelen – Basisfuncties Beelden een voor een weergeven (Enkelvoudige weergave) U kunt de opgenomen beelden bekijken op het LCD-scherm. 1 Stel de modusknop in op . z Het laatst opgenomen beeld wordt weergegeven (Enkelvoudige weergave).
2
Druk op of te geven.
om een ander beeld weer
z Gebruik om naar het vorige beeld te gaan en om naar het volgende beeld te gaan. Door of ingedrukt te houden, kunt u sneller tussen de beelden schakelen, maar de beelden worden dan niet zo duidelijk weergegeven. Het kan zijn dat u geen beelden kunt afspelen die zijn genomen met een andere camera of die zijn bewerkt op een computer met andere softwaretoepassingen. z Druk op de knop DISP. om de gegevens voor het weergegeven beeld te bekijken (p. 28). z Druk op de knop om het weergegeven beeld snel te wissen (p. 61).
Een beeld vergroten Beelden kunnen maximaal ongeveer 10 keer worden vergroot tijdens enkelvoudige weergave.
1 2
Stel de modusknop in op Druk op de knop
.
.
z Als u op de knop drukt terwijl u de knop SET ingedrukt houdt, wordt het beeld achtereenvolgens ongeveer 2,5 keer, 5 keer en 10 keer vergroot.
Geschatte grootte
z Druk op , , of om de positie van het beeld verticaal en horizontaal te wijzigen. z U keert terug naar de normale weergave door een aantal keren op de knop te drukken. Filmframes en indexweergavebeelden kunnen niet worden vergroot. U kunt een beeld vergroten terwijl dit in de opnamemodus wordt weergegeven op het LCDscherm, direct nadat het beeld is genomen (p. 34). 55
Afspelen – Basisfuncties
Beelden weergeven in series van negen (Indexweergave) Er kunnen maximaal negen beelden tegelijk worden weergegeven in de indexweergave.
1 2
Stel de modusknop in op Druk op de knop
.
.
z Negen beelden worden tegelijk weergegeven (Indexweergave).
3
Druk op , , of om het gewenste beeld te selecteren. Als u in deze rij op drukt, wordt de vorige serie van 9 beelden weergegeven. Film Geselecteerd beeld Als u in deze rij op drukt wordt de volgende serie van 9 beelden weergegeven.
56
4
Druk op de knop
.
z De indexweergave wordt geannuleerd en het scherm keert terug naar de enkelvoudige weergave. Druk op de knop DISP. om de gegevens voor het weergegeven beeld te bekijken (p. 28).
Afspelen – Basisfuncties
Schakelen tussen opnamen
Films weergeven/bewerken
In de indexweergave kan de weergave 9 beelden vooruit of achteruit worden gezet.
Films weergeven
1
Druk op de knop weergave.
in de index-
1
z De springbalk verschijnt.
2
3
Druk op de knop
Stel de modusknop in op
,
.
z Films kunnen niet worden weergegeven in de indexweergave.
Wijzig de beeldselectie met of .
z De vorige of volgende 9 beelden worden weergegeven. z Houd de knop SET ingedrukt en druk op of om naar de eerste of de laatste 9 beelden te gaan.
U kunt beelden die zijn genomen in de modus afspelen.
2
Springbalk
.
z De springbalk verdwijnt en de camera keert terug naar de indexweergave. z Als u nogmaals op de knop drukt, keert de camera terug naar de enkelvoudige weergave.
Druk op de knop of om een film te selecteren en druk vervolgens op de knop SET.
z Op de weergegeven film staat het pictogram z Het venster voor filmweergave verschijnt.
3
.
Selecteer (afspelen) met of en druk op de knop SET.
z De film wordt afgespeeld in beeld en geluid. z U kunt het volume aanpassen met of .
Venster voor filmweergave
Volume
57
Afspelen – Basisfuncties
z Wanneer de film is afgespeeld, wordt het laatste frame weergegeven. Als u nu op de knop SET drukt, keert de camera terug naar het venster voor filmweergave. Als u nogmaals op de knop SET drukt, wordt de film opnieuw vanaf het eerste frame weergegeven.
Als u een film afspeelt op een computer met onvoldoende systeembronnen, is het mogelijk dat er problemen optreden met de frames of het geluid. z Het volume waarmee films worden afgespeeld, kan ook worden ingesteld via het menu Instellen (p. 67). z Als [Mute] (p. 67) op [Uit] is gezet in het menu Opname, gaat het volume weer terug naar 0, maar u kunt dit wel aanpassen met of . z Als u films op een TV bekijkt, moet u het geluidsniveau op de TV aanpassen.
Onderbreken en vervolgen z Druk op de knop SET om de film te onderbreken. Druk nogmaals op deze knop om het afspelen te hervatten.
Versneld vooruit-/terugspoelen z Gebruik of om een van de volgende bewerkingen te selecteren en druk op de knop SET. (Uit): Terugkeren naar enkelvoudige weergave (eerste beeld): Het eerste frame weergeven (eerder beeld): Terugkeren naar het vorige frame (spoelt terug als de knop SET ingedrukt wordt gehouden) (volgend beeld): Verdergaan naar het volgende frame (spoelt vooruit als de knop SET ingedrukt wordt gehouden) (laatste beeld): Het laatste frame weergeven 58
Films bewerken U kunt ongewenste delen uit de eerste of tweede helft van een filmclip verwijderen.
1
Selecteer de film die u wilt bewerken en druk op de knop SET.
z Zie Films weergeven (p. 57).
Afspelen – Basisfuncties
2
Selecteer (Bewerken) met of en druk op de knop SET.
z Het scherm voor het bewerken van de film wordt weergegeven, met de werkbalk onderaan.
3
Selecteer de bewerkingsmethode met of .
Venster voor filmbewerking
z z z
4 5
Selecteer de wispositie met of . Selecteer (Afspelen) met druk op de knop SET.
of
en
z De voorlopige bewerking van de film wordt afgespeeld. z Als u tijdens de weergave op de knop SET drukt, wordt de film gestopt.
Filmbewerkingsbalk
(snijden begin): Beelden uit de eerste helft van de film verwijderen (snijden eind): Beelden uit de tweede helft van de film verwijderen (uit): Terug naar het venster voor filmweergave
6
Selecteer (Opslaan) met of en druk op de knop SET.
z Als u selecteert, worden de bewerkingen niet opgeslagen en gaat de camera terug naar het venster voor filmweergave.
59
Afspelen – Basisfuncties
7
Selecteer [Overschrijven] of [Nieuw bestand] met of en druk op de knop SET.
z [Overschrijven]: De bewerkte film wordt met dezelfde bestandsnaam opgeslagen. De oorspronkelijke gegevens gaan verloren. z [Nieuw bestand]: De bewerkte film wordt opgeslagen met een nieuwe bestandsnaam. De oorspronkelijke gegevens worden niet overschreven. z Als er niet voldoende ruimte op de SD-kaart over is, is alleen de optie Overschrijven beschikbaar. U ziet dan op de teller in de bewerkingsbalk.
60
z Beveiligde films kunnen niet worden bewerkt. z Het opslaan van een bewerkte film duurt ongeveer 3 minuten. Als de batterij op dat moment leeg raakt, wordt het opslaan mogelijk niet voltooid. Om dit te voorkomen is het aan te raden om nieuwe, volledig opgeladen alkalinebatterijen (AA-formaat), volledig opgeladen NiMH-batterijen (AAformaat, los verkrijgbaar) of de adapterset ACK 800 (los verkrijgbaar) te gebruiken (p. 124). Films met een oorspronkelijke duur van 1 seconde of langer kunnen worden bewerkt in eenheden van één frame.
Wissen Houd er rekening mee dat gewiste beelden niet meer kunnen worden teruggehaald. Let goed op voordat u tot het wissen van een bestand overgaat.
Alle beelden wissen
1
Eén beeld wissen
1 2
Stel de modusknop in op
.
Druk op of om het beeld te selecteren dat u wilt wissen en druk vervolgens op de knop .
z Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
3
Druk op de knop of om [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op de knop SET.
z Als u in plaats daarvan het wissen wilt annuleren, selecteert u [Stop] en drukt u op de knop SET.
Selecteer (Alles wissen) in het menu [ (Afspelen)] en druk op de knop SET.
z Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
2
Druk op de knop of om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop SET.
z Als u in plaats daarvan het wissen wilt annuleren, selecteert u [Stop] en drukt u op de knop SET. z Alle op de SD-kaart opgenomen beelden worden gewist als u [Alles wissen] selecteert. z Beveiligde beelden kunnen niet worden verwijderd met de functie Wissen (p. 86). z Voor het wissen van de beelden en alle overige op de SD-kaart opgenomen gegevens, raadpleegt u Een SD-kaart formatteren (p. 19).
Beveiligde beelden kunnen niet worden verwijderd met de functie Wissen (p. 86). 61
Opnamen maken – Geavanceerde functies Menu’s en instellingen selecteren Instellingen selecteren met de knop FUNC. (alleen opnamemodus) 1. 2.
FUNC.
3. Selecteer een optie in het menu FUNC. met of . 4. Selecteer de instellingen met of . Opnamemodus (
) (p. 35)
Foto-effect (
Compressie (
Resolutie (
1 2 3 4 5 6 62
Stel de opnamemodus in (p. 35). Druk op de knop FUNC.
Druk op de knop FUNC. Maak een opname.
) (p. 37)
) (p. 37)
Resolutie (film) (
) (p. 37)
Belichtingscompensatie (±0) (p. 76)
Selecteer een optie in het menu FUNC. met of . Selecteer de instellingen met of .
) (p. 80)
Witbalans (
ISO-waarde (
) (p. 77)
) (p. 79)
Opties tussen ( ) zijn standaardinstellingen.
5.
FUNC.
6.
Maak een opname.
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Instellingen selecteren met de knop MENU
1 2
Druk op de knop MENU. Druk op
of
om te schakelen tussen de menu’s.
z U kunt ook schakelen tussen menu’s met behulp van de zoomknop.
Opnamemodus Modus Afspelen Opname
Menu*
3 4 5 6
Druk op
of
om een menuoptie te selecteren.
Druk op
of
om de gewenste instellingen te selecteren.
Druk op de knop MENU. Maak een opname als u in opnamemodus bent.
Keuze Menu
Menu Instellen
of
Menu Mijn camera
of
of z Als er puntjes ([...]) achter een optie staan, drukt u op de knop SET om de gewenste instellingen te gebruiken in het menu dat dan wordt weergegeven. Wanneer de instellingen gereed zijn, drukt u nogmaals op de knop SET om de instellingen te bevestigen. z In de opnamemodus kunt u het menu ook sluiten door de sluiterknop half in te drukken. * Het menu ziet er iets anders uit in de modus SCN en . 63
Opnamen maken – Geavanceerde functies
z Afhankelijk van de opnamemodus zijn sommige menuopties mogelijk niet beschikbaar (p. 143). z U kunt een gewenst beeld en geluid toepassen op en in het menu Mijn camera. Zie het gedeelte Mijn camera-instellingen opslaan (p. 108) of de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] voor meer informatie. z De standaardwaarden voor alle instellingen die kunnen worden gewijzigd via het menu en de knoppen, met uitzondering van Opnamemodus, [Datum/Tijd] , [Taal] en [Video Systeem], kunnen allemaal in één keer worden hersteld (p. 72).
64
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Menu-instellingen en standaardinstellingen Opname Menu *Standaardinstellingen Menuonderdelen Snelle beelden
AiAF
Rode ogen
Zelfontspanner
AF-hulplicht
Digitale zoom
Instellingen Zet de optie Snel beeld aan of uit. • Aan / Uit* Hiermee kunt u de optie AiAf inschakelen (het AF-kader wordt automatisch geselecteerd wanneer u een opname maakt) of uitschakelen (het AF-kader wordt ingesteld op het middelste kader). • Aan* / Uit Hiermee stelt u in of de rode-ogenreductielamp moet worden gebruikt. • Aan* / Uit Hiermee stelt u in hoeveel tijd er moet verstrijken tussen het indrukken van de sluiterknop en het loslaten van de sluiter door de zelfontspanner. (10 seconden)* (2 seconden) Hiermee stelt u de uitvoer van het AF-hulplicht in op basis van de opnameomstandigheden bij het gebruik van de autofocusfunctie. • Aan* / Uit Hiermee stelt u in of de digitale zoom bij de optische zoom moet worden opgeteld om op beelden in te zoomen. • Aan / Uit*
Referentiepagina 38
74
41
43
34
44 65
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Menuonderdelen Weergave
Datum stempel
Instellingen Hiermee geeft u aan hoe lang beelden na de opname worden weergegeven op het LCD-scherm. • Uit / 3* – 10 sec. Hiermee stelt u in dat de datum op het beeld moet worden weergegeven als is geselecteerd. • Uit* / Datum / Datum & Tijd
Referentiepagina 34
52
Menu Keuze Menuonderdelen Beveilig
Instellingen
Hiermee beveiligt u beelden, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. Hiermee roteert u beelden op het scherm van 90 tot 270 graden (met de wijzers Roteren van de klok mee). Geluids memo Hiermee kunt u een geluidsmemo toevoegen aan een beeld. Alles wissen Hiermee wist u alle opnamen op de SD-kaart (met uitzondering van beveiligde beelden). Automatisch Hiermee kunt u opnamen automatisch achter elkaar afspelen. afspelen Hiermee geeft u aan welke beelden u wilt afdrukken en hoeveel exemplaren. U kunt Print Opties hiervoor een printer met de rechtstreekse afdrukfunctie of een fotoservice gebruiken. Volgorde Hiermee stelt u de beelden in die worden gedownload naar een computer.
66
Referentiepagina 86 83 84 61 85 90 94
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Menu Instellen * Standaardinstellingen Menuonderdelen
Mute
Volume
Instellingen Stel deze optie in op [Aan] om het opstartgeluid, het werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner en de sluiter allemaal in één keer te dempen. Zie voor meer informatie De samenhang tussen de instelling Mute in het menu [ (Instellen)] en de geluidsinstellingen in het menu [ (Mijn camera)] (p. 71). • Aan / Uit* Het foutmeldingssignaal klinkt zelfs als de optie voor Mute op [Aan] is ingesteld. Hiermee wijzigt u het volume van het opstartgeluid, het werkingsgeluid, het geluid van de zelfontspanner en de sluiter of het afspeelgeluid. Het volume kan niet worden gewijzigd als [Mute] is ingesteld op [Aan]. • (Uit) / (1) / (2)* / (3) / (4) / (5) Opstart volume Hiermee wijzigt u het volume van het opstartgeluid dat weerklinkt wanneer de camera wordt ingeschakeld. Werk volume Hiermee wijzigt u het volume van het werkingsgeluid dat weerklinkt wanneer een knop wordt bediend, met uitzondering van de sluiterknop.
Referentiepagina
-
-
23
-
67
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Menuonderdelen
Instellingen
Timer volume Hiermee wijzigt u het volume van het geluid dat de zelfontspanner laat horen vanaf 2 seconden vóór de opname tot het maken van de opname. Volume Sluitergeluid Hiermee wijzigt u het volume van het sluitergeluid dat weerklinkt wanneer de sluiterknop geheel wordt ingedrukt. In de filmmodus hoort u geen sluitergeluid. Afspeel vol. Hiermee wijzigt u het volume van geluidsmemo’s en films. Hiermee past u de helderheid van het LCD-scherm aan. • -7 tot 0* tot +7 LCD Helderheid Druk op of om de helderheid aan te passen. Als u op of drukt, gaat u terug naar het menu Instellen. U kunt de helderheid van het LCD-scherm direct bij het aanpassen controleren.
68
Referentiepagina 43
31 57, 84
-
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Menuonderdelen
Spaarstand
Datum/Tijd Formatteren File No. Reset Beeldomkeren
Instellingen U kunt de instellingen voor de functies Automatisch uit en Display uit instellen door op de knop SET te drukken. Automatisch Uit Hiermee bepaalt u of de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u de camera gedurende een bepaalde tijd niet gebruikt. • Aan* / Uit Display uit Hiermee geeft u aan hoe lang het duurt voordat het LCD-scherm wordt uitgeschakeld wanneer de camera niet wordt bediend. • 10 sec. • 1 min.* • 20 sec. • 2 min. • 30 sec. • 3 min. Hiermee kunt u de datum, tijd en de bijhorende notatie instellen. Hiermee formatteert u de SD-kaart. Hiermee geeft u aan hoe bestandsnummers worden toegewezen aan beelden. • Aan / Uit* Hiermee geeft u op of beelden die met de camera in de verticale stand zijn genomen automatisch op het scherm worden omgekeerd. • Aan* / Uit
Referentiepagina -
24
24
21 19 105 83
69
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Menuonderdelen
Instellingen
Referentiepagina
Hiermee stelt u de taal in voor de menu’s en berichten op het LCD-scherm.
Taal
Video Systeem * Standaardinstellingen
70
• English*(Engels) • Deutsch (Duits) • Français (Frans) • Nederlands • Dansk (Deens) • Suomi (Fins) • Italiano (Italiaans)
• Norsk (Noors) • Svenska (Zweeds) • Español (Spaans) • (Chinees) • (Russisch) • Português (Portugees) • (Japans)
U kunt de taal tijdens het afspelen wijzigen door de knop SET ingedrukt te houden en op de knop MENU te drukken. Hiermee wordt het standaard uitgangssignaal van de video ingesteld. • NTSC • PAL
22
103
Opnamen maken – Geavanceerde functies
De camera-instellingen aanpassen (Mijn camera-instellingen) U kunt het thema, het opstartbeeld en -geluid, werkingsgeluid, het geluid van de zelfontspanner en de sluiter op deze camera selecteren. Dit zijn de Mijn camera-instellingen. U kunt de opties en voor elk onderdeel ook aanpassen met beelden vanaf de SD-kaart, en met nieuw opgenomen geluiden of door middel van de meegeleverde software. Zie de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camerasoftware] voor meer informatie. Onderdeel/ Menuscherm
Instellingen
Referentiepagina
Hiermee selecteert u een gemeenschappelijk thema voor opstartbeeld, opstartgeluid, 106 sluitergeluid, werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner.*2 Opstartbeeld Hiermee stelt u het opstartbeeld in dat wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. 106 Opstartgeluid Hiermee stelt u het opstartgeluid in dat weerklinkt wanneer de camera wordt ingeschakeld.*2 106 Hiermee stelt u het geluid in dat weerklinkt wanneer u op een andere knop dan de Werkingsgeluid 106 sluiterknop drukt.*2 Geluid van de Hiermee stelt u het geluid in waarmee wordt aangegeven dat de opname binnen 2 seconden 106 zelfontspanner wordt gemaakt.*2 Hiermee stelt u het geluid in dat weerklinkt wanneer de sluiterknop wordt ingedrukt. In de Sluitergeluid 106 filmmodus hoort u geen sluitergeluid.*2 Instellingen van het (Uit) / *1 / / 106 menu Mijn camera 1 * Standaardinstelling. *2 De samenhang tussen de instelling [Mute] in het menu [ (Instellen)] en de geluidsinstellingen van het menu [ (Mijn camera)] Thema
Als u het opstartgeluid, het sluitergeluid, het werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner allemaal in één keer wilt uitschakelen, stelt u [Mute] in het menu , , (Instellen) in op [Aan]. Deze instelling overschrijft elke instelling voor deze geluiden. Het foutmeldingssignaal weerklinkt echter wel, ook al staat de instelling [Mute] op [Aan].
71
Opnamen maken – Geavanceerde functies
De standaardwaarden herstellen U kunt de standaardwaarden herstellen voor alle menu-instellingen en knophandelingen.
1
Zet de camera aan.
z Kan worden uitgevoerd in de opnamemodus of de modus Afspelen.
2
Houd de knop MENU gedurende 5 seconden ingedrukt.
z Op het LCD-scherm verschijnt de vraag of u de standaardwaarde wilt herstellen.
3
Druk op of op om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop SET.
z Aan de rechterkant verschijnt een scherm. Als de standaardwaarde is hersteld, verschijnt het normale scherm weer. z Als u de standaardwaarden niet wilt herstellen, selecteert u [Stop] in plaats van [OK].
72
z Van de volgende instellingen worden de standaardwaarden niet hersteld. • Opnamemodus, Datum/Tijd, Taal en Video Systeem in het menu [ (Instellen)] (p. 25, 67) • De ingestelde witbalans (p. 78) • Nieuwe instellingen voor Mijn camera (p. 106) z Als u de camera aansluit op een computer of een printer, werkt deze functie niet.
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Lastige onderwerpen fotograferen met autofocus Opnamemodus
De volgende onderwerpen zijn moeilijk te fotograferen met autofocus. Zet in dergelijke situaties de focus vast. z Objecten met bijzonder weinig contrast z Onderwerpen met objecten zowel dichtbij als veraf z Composities met bijzonder heldere objecten in het midden z Objecten die snel bewegen z Als u opnamen maakt door glas, moet u er zo dicht mogelijk bij in de buurt gaan staan om weerspiegeling van het glas te vermijden. z Onderwerpen met horizontale strepen
1
2 3
Houd de sluiterknop half ingedrukt en wacht totdat de camera twee pieptonen laat horen. Richt de camera opnieuw tot u de gewenste compositie ziet en druk de sluiterknop helemaal in. Als u de focus hebt vastgezet, wordt de focus ingesteld op het onderwerp in het middelste AF-kader als u hebt ingesteld op [Uit] in het menu [ (Opname)].
Richt de camera zodanig dat een onderwerp op dezelfde brandpuntafstand als het hoofdonderwerp, zich in het midden van de optische zoeker of het AF-kader op het LCD-scherm bevindt.
73
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Schakelen tussen de focusinstellingen Opnamemodus
U kunt de selectiemethode voor het AF-kader (autofocuskader) zelf instellen. Het AF-kader verschijnt wanneer het LCD-scherm wordt ingeschakeld (p. 26). Aan (Automatische selectie
De camera maakt automatisch een selectie uit 9 AF-kaders om mee scherp te stellen (afhankelijk van de belichtingsomstandigheden).
Uit (Selectie van het middengedeelte
De focus wordt geselecteerd met het middelste AF-kader. Dit is handig om er zeker van te zijn dat de focus precies is waar u deze hebben wilt.
geeft het AF-kader aan dat op het scherm verschijnt.
74
1
Selecteer (Opname)].
(AiAF) in het menu [
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2 3
Druk op of om [Aan] of [Uit] te selecteren. Druk op de knop MENU.
z Druk op de sluiterknop in plaats van op de knop MENU om een opname te maken met het ingestelde AF-kader. Wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, wordt het middelste AF-kader gebruikt.
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Schakelen tussen lichtmeetmethoden
Bij deze methode wordt het gemidGemiddelde delde berekend van de lichtmeting centrumvan het gehele kader, waarbij meer gewicht wordt toegekend aan het meting object in het midden. Hierbij wordt het gebied binnen het spotmetingpunt midden op het Spotmeting- LCD-scherm gemeten. Gebruik punt deze methode bij tegenlicht of wanneer het onderwerp wordt omgeven door fel licht.
Opnamemodus
Deelmeting is de standaardinstelling. U kunt op een andere lichtmeetmethode overschakelen.
Deelmeting
Deze methode is geschikt voor alle standaardsituaties, inclusief situaties met tegenlicht. De camera verdeelt beelden in verschillende zones en meet het licht. Vervolgens wordt het geheel aan belichtingsomstandigheden geëvalueerd, zoals de positie van het onderwerp, de helderheid, de hoeveelheid direct licht en het tegenlicht, waarna de belichting correct wordt ingesteld voor het hoofdobject.
1
Druk op ( op de multifunctionele keuzeknop) totdat , of wordt weergegeven, en maak de opname.
75
Opnamen maken – Geavanceerde functies
De belichting instellen Opnamemodus
Pas de instelling voor belichtingscompensatie aan om te voorkomen dat het onderwerp te donker is bij tegenlichtopnamen.
1
Selecteer * in het menu FUNC.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). * De huidige instelling wordt weergegeven.
2
Druk op of om de compensatie aan te passen.
z De instellingen kunnen met 1/3 stappen worden aangepast in een bereik van -2EV tot +2EV.
76
z Als het LCD-scherm is ingeschakeld, kunt u controleren of de compensatie naar wens is door het beeld op het LCD-scherm te bekijken. z Meteen na het selecteren van de instellingen kunt u een opname maken door de sluiterknop in te drukken. Na de opname verschijnt het menu weer, zodat u de instellingen gemakkelijk kunt wijzigen, indien gewenst.
3
Druk op de knop FUNC.
z U kunt de belichtingscompensatie annuleren door de instelling weer op 0 te zetten met of .
Opnamen maken – Geavanceerde functies
De toon instellen (Witbalans) Opnamemodus
Als de witbalans wordt aangepast aan de lichtbron, kunnen de kleuren beter worden gereproduceerd door de camera. U kunt de volgende instellingen voor de lichtbron combineren. Auto Daglicht Bewolkt Lamplicht TL licht
TL licht H
Custom
Instellingen worden automatisch door de camera opgegeven Voor buitenopnamen op een heldere dag Voor opnamen met bewolkte lucht, veel schaduw of in de schemering Voor opnamen bij het licht van gloeilampen en fluorescentielampen met licht dat bestaat uit 3 golflengten Voor opnamen bij warm-wit, koel-wit of warm-wit TL-licht dat bestaat uit 3 golflengten Voor opnamen bij fluorescentielampen met daglicht of TL-verlichting met daglicht waarbij het TL-licht bestaat uit 3 golflengten Gebruik deze optie om een waarde in te stellen met behulp van bijvoorbeeld een vel wit papier, om de optimale witbalans in de gegeven omstandigheden te verkrijgen
1
Selecteer
* (Auto) in het menu FUNC.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). *De huidige instelling wordt weergegeven.
2
Druk op of om de witbalans te selecteren.
z Zie pagina 78 voor informatie over het aanpassen van de instelling . z Als het LCD-scherm aan is, kunt u de instelling op het scherm weergeven. z U kunt hierna meteen een opname maken door op de sluiterknop te drukken. Het menu komt na de opname weer in beeld, zodat u de instellingen kunt wijzigen.
3
Druk op de knop FUNC. De witbalans kan niet worden gewijzigd wanneer het foto-effect (Sepia) of (Zwart/Wit) is ingesteld (p. 80).
77
Opnamen maken – Geavanceerde functies
Zelf de witbalans instellen In de volgende gevallen is het mogelijk dat de witbalans niet correct wordt aangepast. Druk op (Custom) om de witbalans aan te passen. z Opnamen van dichtbij (macro) z Opnamen van monotone onderwerpen (zoals lucht, zee, bos en dergelijke) z Opnamen bij speciale belichting, zoals kwiklampen
1
Selecteer
* (Auto) in het menu FUNC.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). *De huidige instelling wordt weergegeven.
2
78
Selecteer (Custom) met of .
3
Richt de camera op een stuk wit papier, witte stof of een grijskaart en druk op de knop SET.
z Zorg dat het witte papier of de stof het kader in het midden van het LCD-scherm of de optische zoeker geheel vult voordat u op SET drukt. Wanneer u op SET drukt, worden de gegevens voor de witbalans door de camera gelezen. z Meteen na het instellen van de witbalans kunt u een opname maken. Na de opname verschijnt het menu weer, zodat u de instellingen gemakkelijk kunt wijzigen, indien gewenst.
4
Druk op de knop FUNC. z In de volgende omstandigheden wordt aangeraden de witbalans in te stellen. - De opnamemodus is ingesteld op en de belichtingscompensatie op ±0. Met een verkeerde belichting verkrijgt u mogelijk niet de juiste witbalans en wordt het beeld helemaal zwart of wit. - De zoom staat op de allerhoogste telelens-instelling. Zet de digitale zoom op [Uit].
Opnamen maken – Geavanceerde functies
- Er is een andere modus dan , geselecteerd. In de modus , kunnen geen witbalansgegevens worden gelezen. - De flitser is ingesteld op (Flitser Aan) of (Flitser Uit). Gebruik dezelfde flitseringstellingen als die voor het instellen van de witbalans. Als de omstandigheden voor de witbalans niet overeenkomen met de opnameomstandigheden, is het mogelijk dat de juiste witbalans niet wordt bereikt. Wanneer de flitser is ingesteld op , (Automatisch met rode-ogenreductie) of (Auto), is het mogelijk dat de flitser wordt gebruikt terwijl de witbalansgegevens volgens de aangepaste witbalans worden opgenomen. Als dit gebeurt, moet u ervoor zorgen dat de flitser ook wordt geactiveerd als u de opname maakt. - De ISO-waarde wordt op dezelfde instelling gezet om de opname te maken. z Een witbalans die door de gebruiker is ingesteld, wordt niet geannuleerd, zelfs niet wanneer de standaardinstellingen worden hersteld (p. 72).
De ISO-waarde wijzigen Opnamemodus
Verhoog de ISO-waarde als u het bewegen van de camera wilt verminderen, als u de flitser in donkere ruimten wilt uitschakelen of wanneer een snelle sluitertijd vereist is.
1
Selecteer * (ISO-waarde) in het menu FUNC.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). * De huidige instelling wordt weergegeven.
2
Druk op of om de ISO-waarde te selecteren.
z U kunt hierna meteen een opname maken door op de sluiterknop te drukken. Het menu komt na de opname weer in beeld, zodat u de instellingen kunt wijzigen.
3
Druk op de knop FUNC. 79
Opnamen maken – Geavanceerde functies
z Bij een hogere ISO-waarde wordt het beeld eerder korrelig. Als u een scherpe opnamen wilt maken, moet u de ISO-waarde zo klein mogelijk houden. z Met de instelling AUTO wordt de optimale snelheid geselecteerd. Hiermee wordt de snelheid automatisch verhoogd wanneer het licht van de flitser onvoldoende is om het onderwerp te belichten. U kunt heel eenvoudig binnen fotograferen met de optie (Binnen (p. 48)) van de modus .
80
Het foto-effect wijzigen Opnamemodus
U kunt opnamen maken met verschillende kleureffecten door de instellingen voor verzadiging en contrast aan te passen. Hiermee worden gewone opnamen gemaakt. Hiermee wordt het contrast en de kleurverzadiging benadrukt, zodat Levendig u levendige kleuren krijgt. Hiermee wordt het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, zodat Neutraal u neutrale kleuren krijgt. Hiermee worden de randen van het Onscherpte onderwerp iets vager gemaakt. De opnamen worden in sepiaSepia kleuren genomen. Hiermee krijgt u Zwart/Wit zwartwitopnamen. Effect uit
Opnamen maken – Geavanceerde functies
1
Selecteer * (Effect uit) in het menu FUNC.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). *De huidige instelling wordt weergegeven.
2
Gebruik of om het foto-effect te selecteren.
z Als het LCD-scherm is ingeschakeld, kunt u het resultaat van het fotoeffect controleren aan de hand van het beeld op het scherm. z U kunt hierna meteen een opname maken door op de sluiterknop te drukken. Het menu komt na de opname weer in beeld, zodat u de instellingen kunt wijzigen.
3
Druk op de knop FUNC.
De functie Beeldomkeren gebruiken Opnamemodus
Deze camera is voorzien van een sensor voor intelligente oriëntatie die vaststelt of de camera tijdens de opname verticaal is vastgehouden. Op het scherm wordt het beeld automatisch in de juiste stand weergegeven. U kunt deze functie aan of uit zetten.
1
In het menu [ (Instellen)] selecteert u (Beeldomkeren).
z Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 62).
2
Selecteer [Aan] met of en druk vervolgens op de knop MENU.
81
Opnamen maken – Geavanceerde functies
z Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt een pictogram met de oriëntatie van de camera rechts boven in het LCD-scherm (als informatieweergave is ingeschakeld). Normaal Rechterkant onder Linkerkant onder z Deze functie werkt mogelijk niet correct als de camera recht omhoog of omlaag is gericht. Controleer of de pijl in de goede richting wijst. Als dat niet zo is, moet u de functie Beeldomkeren op [Uit] zetten. z Zelfs als de functie Beeldomkeren [Aan] staat, hangt de weergave van beelden die naar een computer zijn gedownload, af van de software die voor het downloaden wordt gebruikt.
82
z Als de camera verticaal wordt gehouden bij de opname, gaat de sensor ervan uit dat de bovenkant 'omhoog' is en de onderkant 'omlaag'. Vervolgens wordt de optimale witbalans en belichting voor verticaal fotograferen geregeld. Deze functie werkt ook als de functie Beeldomkeren niet is ingeschakeld. z Wanneer u de camera van de horizontale in de verticale stand zet, is een geluid van het detectiemechanisme hoorbaar. Dit is geen storing.
Afspelen – Geavanceerde functies Opnamen roteren op het beeldscherm U kunt een beeld 90° of 270° met de klok mee draaien op het LCD-scherm.
Origineel
1
90°
270°
Selecteer (Roteren) in het menu [ (Keuze)].
z Filmbeelden kunnen niet worden geroteerd. z Als een beeld in de camera is geroteerd voor het wordt geladen in een computer, is het afhankelijk van de gebruikte software of de rotatie-instellingen worden overgenomen. z U kunt geroteerde beelden vergroten (p. 55). z Beelden die verticaal zijn genomen terwijl de functie Beeldomkeren (p. 81) op [Aan] is ingesteld, worden automatisch verticaal weergegeven op het LCD-scherm.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
Druk op of om het gewenste beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop SET.
z Druk op de knop SET om het beeld 90° en vervolgens 270° te roteren. Als u nog een keer op deze knop drukt, ziet u de oorspronkelijke weergave.
3
Druk op de knop MENU.
z Het menu Keuze verschijnt weer. Druk nogmaals op de knop MENU om het menu te sluiten. 83
Afspelen – Geavanceerde functies
Geluidsmemo’s toevoegen aan beelden In de weergavemodus (enkelvoudige weergave, indexweergave en vergrote weergave) kunt u geluidsmemo’s met de maximale duur van 60 seconden aan beelden toevoegen. De geluidsgegevens worden opgeslagen in WAVE-indeling.
1
Selecteer (Geluidsmemo) in het menu [ (Keuze)].
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). z verschijnt.
2
Gebruik of om het beeld te selecteren waaraan u de geluidsmemo wilt toevoegen en druk op de knop SET.
z Het venster Geluidsmemo verschijnt.
Venster voor geluidsmemo
3
Selecteer met of gens op de knop SET.
en druk vervol-
z De opname begint en de verstreken tijd wordt weergegeven. Spreek in de microfoon van de camera. z Als u de opname wilt beëindigen, drukt u op de knop SET. Als u de opname wilt hervatten, drukt u nogmaals op SET. z U kunt net zoveel geluidsmemo’s toevoegen als u wilt, totdat de totale duur van 60 seconden is bereikt.
Een geluidsmemo afspelen z Selecteer in stap 3. Het pictogram wordt weergegeven bij beelden waaraan een geluidsmemo is toegevoegd. z Als u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de knop SET. Als u wilt doorgaan met afspelen, drukt u nogmaals op SET. U kunt het volume aanpassen met of .
Een geluidsmemo verwijderen z Selecteer
in stap 3.
De instellingen voor geluidsmemo’s verlaten z Druk op de knop MENU. 84
Afspelen – Geavanceerde functies
z Geluidsmemo’s kunnen niet worden toegevoegd aan films. z Als de SD-kaart vol is, wordt het bericht 'Geheugenkaart vol' weergegeven en kunt u geen geluidsmemo’s op die kaart opnemen. z Het is niet mogelijk om geluidsmemo’s op te nemen of weer te geven voor beelden waaraan eerder al een incompatibel geluidsbestand is toegevoegd. Als u dergelijke beelden probeert op te nemen of af te spelen, wordt het bericht 'Onjuist WAVE formaat' weergegeven. Incompatibele geluidsbestanden kunnen met deze camera worden verwijderd. z Geluidsmemo’s bij beveiligde beelden kunnen niet worden gewist (p. 86). z U kunt het volume van een geluidsmemo aanpassen in het menu Instellen (p. 67). z Als u [Mute] instelt op [Aan] in het menu Instellen (p. 67), wordt er geen geluid weergegeven. Met of kunt u het geluid weer activeren en het volume aanpassen tijdens het afspelen van de film.
Automatisch afspelen Gebruik deze optie om alle beelden op de SDkaart automatisch achter elkaar weer te geven. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden op het LCD-scherm weergegeven.
1
In het menu [ (Keuze)] selecteert u (Autom. afspelen).
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). z Zodra u de functie hebt geselecteerd, worden de beelden automatisch afgespeeld. z Net als in de enkelvoudige weergave, kunt u de beelden sneller laten wisselen door tijdens de automatische weergave op of te drukken.
Automatisch afspelen onderbreken en vervolgen z U kunt het automatisch afspelen te allen tijde onderbreken door op de knop SET te drukken. U gaat weer verder met afspelen door opnieuw op de knop SET te drukken.
Automatisch afspelen stoppen z Als u het automatisch afspelen wilt stoppen, drukt u op de knop MENU. 85
Afspelen – Geavanceerde functies
z De weergavetijd van de beelden kan variëren. z De weergavetijd van filmbeelden is even lang als de opnametijd. z De energiebesparingsfunctie (p. 24) wordt uitgeschakeld tijdens het automatisch afspelen.
Beelden beveiligen Gebruik de beveiligingsoptie om belangrijke opnamen te beschermen tegen per ongeluk wissen.
1
In het menu [ (Keuze)] selecteert u (Beveilig).
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
Selecteer een beeld dat u wilt beveiligen met of en druk vervolgens op de knop SET.
z Het pictogram wordt weergegeven op beveiBeveiligingspictogram ligde beelden. z Als u de beveiliging wilt opheffen, drukt u nogmaals op de knop SET. z Een beeld kan worden geselecteerd in de enkelvoudige weergave en in de indexweergave (p. 55, 56).
86
Afspelen – Geavanceerde functies
3
Druk op de knop MENU.
z De camera gaat terug naar het menuscherm. Druk nogmaals op de knop MENU om het menuscherm te verlaten. Bij het formatteren van een SD-kaart worden alle gegevens, inclusief beveiligde beelden (p. 19) en andere bestandstypen, gewist. Controleer de inhoud van een SD-kaart voordat u deze formatteert.
87
Diverse functies Afdrukken U kunt de beelden die u met deze camera hebt opgenomen, op twee manieren afdrukken. z U kunt de beelden op de SD-kaart eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op een printer die geschikt is voor rechtstreeks afdrukken *1. U doet dit via een kabel en de knop op de camera. z U kunt opgeven welke beelden op de SD-kaart moeten worden afgedrukt en hoeveel exemplaren (DPOF *2afdrukinstellingen). Vervolgens kunt u de SD-kaart naar een fotoservice brengen die DPOF ondersteunt en de foto's daar laten afdrukken. *1 Deze camera voldoet aan de industriestandaard PictBridge. U kunt de camera dus aansluiten op PictBridge-printers van andere fabrikanten en de beelden afdrukken. *2 Digital Print Order Format In deze handleiding vindt u informatie over de DPOF-afdrukinstellingen. Voor informatie over het afdrukken van beelden raadpleegt u de Gebruikershandleiding voor Direct Print, die is meegeleverd bij de camera. Raadpleeg ook de handleiding bij uw printer.
88
Afdrukinstellingen (DPOF-afdrukinstellingen) (p. 90) Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-overdrachtsvolgorde) (p. 94)
Printers die compatibel zijn met Direct Print
Fotoservice
z CP-printer
z Bubble Jet Printer
z Niet-Canon-printers die PictBridge ondersteunen
Printers die compatibel zijn met Direct Print - Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print. - Raadpleeg ook de handleiding van uw printer. Printers die met deze camera kunnen worden gebruikt CP Direct-compatibele CP-printers - Zie het Systeemschema Direct Print-compatibele Bubble Jet Printers - Vraag een Canon-leverancier bij u in de buurt om meer informatie.
89
Diverse functies
DPOF-afdrukinstellingen
Beelden selecteren om af te drukken
Met de camera kunt u vooraf aangeven welke beelden op een SD-kaart u wilt afdrukken en hoeveel exemplaren. Dit is vooral handig wanneer u de beelden laat afdrukken bij een fotoservice die DPOF ondersteunt, of wanneer u zelf afdrukken maakt op een printer met de functie voor rechtstreeks afdrukken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor instructies over het selecteren van afdrukinstellingen vanaf de printer.
1
z De markering kan verschijnen op beelden waarop overdrachtsmarkeringen zijn aangebracht met een andere camera die de DPOF-standaard ondersteunt. De overdrachtsmarkeringen van de andere camera worden overschreven door de overdrachtsmarkeringen die u aanbrengt met uw eigen camera. z De uitvoer van sommige digitale printers of fotolaboratoria komt mogelijk niet overeen met de opgegeven printinstellingen. z Films kunnen niet worden afgedrukt. 90
Selecteer (Print Opties) in het menu [ (Keuze)] en druk op de knop SET.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
3
Selecteer [Opdracht] met of en druk vervolgens op de knop SET.
Selecteer de beelden die u wilt afdrukken.
Eén beeld z Wanneer het afdruktype (p. 92) is ingesteld op [Standaard] of [Beide], selecteert u een beeld met of . U kunt instellen hoeveel exemplaren (maximaal 99) u wilt afdrukken met of .
Aantal exemplaren
Diverse functies
z Wanneer het afdruktype (p. 92) is ingesteld op [Index], selecteert u een beeld met of . Vervolgens kunt u beelden markeren of de markering van beelden verwijderen met of . Er wordt een vinkje op het gemarkeerde beeld weergegeven. z Druk op om terug te gaan naar de indexweergave. U kunt dezelfde procedures gebruiken voor het selecteren van beelden in de indexweergave (3 beelden). Alle beelden op een SD-kaart z Druk op om naar de indexweergave (3 beelden) te gaan. z U geeft op dat u één exemplaar van elk beeld wilt afdrukken door op de knop SET te drukken, [Markeer alles] te selecteren met of en vervolgens nogmaals op de knop SET te drukken. z Wanneer het afdruktype is ingesteld op [Standaard] of [Beide], kan de instelling voor het aantal afdrukexemplaren voor elk beeld worden gewijzigd.
Wanneer [Index] is geselecteerd, kunnen de afdrukinstellingen worden gewist. Voor de instructies met betrekking tot het wijzigen van de instellingen leest u stap 3 nogmaals vanaf het begin. z U kunt alle instellingen annuleren door [Wis alles] te selecteren.
4
Druk op de knop MENU.
z De instellingen zijn voltooid en het menu Print Opties verschijnt opnieuw. z De beelden worden afgedrukt in de volgorde
van de opnamedatum (vanaf het oudste tot het nieuwste beeld). z Er kunnen maximaal 998 beelden worden ingesteld. z Wanneer [Afdruktype] is ingesteld op [Beide], kunt u het aantal afdrukken instellen. Wanneer [Index] is geselecteerd, kunt u het aantal afdrukken niet instellen (er wordt dan één kopie afgedrukt). z Afdrukinstellingen kunnen ook op de computer worden opgegeven met behulp van de meegeleverde software (ZoomBrowser EX of ImageBrowser). Stel echter niet de datum in de DPOF-afdrukinstellingen in als u beelden afdrukt waarop de datum wordt weergegeven (met de functie [Datum stempel]). Daardoor kan de datum tweemaal worden afgedrukt.
91
Diverse functies
De afdrukmethode instellen U kunt de afdrukmethode als volgt instellen. Standaard Eén beeld per vel afdrukken. Indexprints afdrukken Afdruktype Index (meerdere kleine beelden per pagina). Geselecteerde beelden Beide zowel standaard als in een index afdrukken. De datum opnemen op Datum de afdruk. Het bestandsnummer File No. opnemen op de afdruk.
1
Selecteer (Print Opties) in het menu [ (Keuze)] en druk op de knop SET.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
3 4
Selecteer (Afdruktype), (Datum) of (File No.) met of . Selecteer een instelling met
of
.
Afdruktype Selecteer [Standaard], [Index] of [Beide].
Datum Selecteer [Aan] of [Uit].
Selecteer [Stel in] met of en druk op de knop SET. File No. Selecteer [Aan] of [Uit].
92
Diverse functies
5
Druk op de knop MENU.
z Het menu Instellen wordt gesloten en het menu Print Opties verschijnt weer. z Als u [Index] hebt gekozen als afdrukmethode, kunt u de opties [Datum] en [File No.] niet tegelijkertijd op [Aan] instellen. z Als u op een CP-printer bent aangesloten, kunt u [Datum] en [File No.] op [Aan] zetten, als [Afdruktype] op [Beide] of [Standaard] is ingesteld. Voor de standaardafdruk wordt echter alleen de datum afgedrukt en voor de indexafdruk alleen het bestandsnummer. De datum wordt afgedrukt met de datum- en tijdindeling die is opgegeven in het menu Stel Datum & Tijd in (p. 21).
De afdrukinstellingen herstellen Met de optie Herstel verwijdert u alle printinstellingen en stelt u de afdrukmethode opnieuw in op [Standaard], de datum op [Aan] en de nummering op [Uit].
1
Selecteer (Print Opties) in het menu [ (Keuze)] en druk op de knop SET.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
3
Druk op of om [Herstel] te selecteren en druk op de knop SET. Druk op de knop of om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop SET.
z Selecteer [Stop] en druk op de knop SET om het herstellen van de standaardinstellingen te annuleren.
93
Diverse functies
Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-overdrachtsvolgorde) U kunt op de camera instellingen opgeven voordat u beelden naar een computer overbrengt. Raadpleeg de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camerasoftware] voor instructies voor het overbrengen van beelden naar de computer. U kunt deze functie niet gebruiken om meerdere beelden tegelijk over te brengen naar een Mac OS X-computer. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOF-standaard (Digital Print Order Format). Beelden die door een andere DPOF-camera zijn voorzien van overdrachtsmarkeringen, kunnen worden aangeduid met de markering . De instellingen van de andere camera worden overschreven door de instellingen die u met deze camera opgeeft.
Beelden selecteren voor overdracht
1
Selecteer (Volgorde) in het menu [ (Keuze)] en druk op de knop SET.
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62). 94
2
Druk op of om [Opdracht] te selecteren en druk op de knop SET.
z Als u [Herstel] selecteert, worden alle overdrachtsmarkeringen tegelijkertijd verwijderd.
3
Selecteer de beelden voor overdracht.
De beelden een voor een selecteren z Druk op of om het gewenste beeld te selecteren en plaats of verwijder een vinkje met of . Een vinkje geeft aan dat een beeld is geselecteerd. z De methode die hierboven is beschreven, kan zelfs worden gebruikt wanneer u op drukt om naar de indexweergave (3 beelden) te gaan.
Diverse functies
Alle beelden op de SDkaart tegelijk selecteren z Ga naar de indexweergave (een serie van 3 beelden) door op te drukken.
Beelden downloaden naar een computer
z Druk op de knop SET, selecteer [Markeer alles] met of en druk vervolgens nogmaals op de knop SET om alle beelden te markeren. Als u [Wis alles] selecteert in plaats van [Markeer alles], kunt u de markeringen van alle beelden verwijderen. z U kunt beelden selecteren met of en de instellingen wijzigen met of nadat [Markeer alles] of [Wis alles] is geselecteerd.
z Downloaden via een verbinding tussen
4
Druk op de knop MENU.
z De selectiemodus wordt uitgeschakeld en het menu Volgorde verschijnt weer. z De volgorde waarin de beelden worden verplaatst is gebaseerd op de opnamedatum. De oudste beelden worden het eerst verplaatst. z Er kunnen maximaal 998 beelden worden gemarkeerd.
U kunt de volgende methoden gebruiken om beelden die met de camera zijn gemaakt, te downloaden naar een computer. Sommige methoden zijn niet op alle besturingssystemen beschikbaar.
een camera en een computer
Windows Windows Windows Windows Mac Mac 98 ME 2000 XP OS 9 OS X z Bij deze methode downloadt u beelden met computeropdrachten nadat u de juiste software hebt geïnstalleerd. Zie De camera aansluiten op een computer (p. 96) en de afzonderlijk meegeleverde Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] Windows Windows Windows Windows 98 ME 2000 XP z Bij deze methode downloadt u beelden met de knoppen op de camera nadat u de juiste software hebt geïnstalleerd (u hoeft de computerinstellingen alleen voor de eerste downloadsessie aan te passen). Zie De camera aansluiten op een computer (p. 96) en Beelden downloaden met de opdracht Verplaats (p. 100). 95
Diverse functies
Windows Mac XP OS X z Bij deze methode downloadt u beelden met behulp van computeropdrachten zonder dat u software installeert. Zie De camera aansluiten op een computer (hieronder) (’Installeren van software niet vereist’) en De camera aansluiten op een computer voor het downloaden van beelden zonder software te installeren (p. 102). z Rechtstreeks downloaden van een SD-kaart Bij deze methode kunt u beelden downloaden met behulp van een kaartadapter of kaartlezer. Zie Rechtstreeks downloaden van een SD-kaart (p. 103).
De camera aansluiten op een computer Vereisten voor het computersysteem z Windows Besturingssysteem
Windows 98 (waaronder Tweede editie) Windows ME Windows 2000 Windows XP (Home Edition, Professional)
Computermodel
Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
96
CPU
Windows 98/Windows ME/Windows 2000: Pentium 150 MHz-processor of sneller Windows XP: Pentium 300 MHz-processor of sneller Voor alle bovenstaande besturingssystemen geldt: Pentium 500 MHz processor of sneller aanbevolen (voor het bewerken van films)
RAM
Windows 98/Windows ME/Windows 2000: 64 MB of meer Windows XP: 128 MB of meer Voor alle bovenstaande besturingssystemen geldt: 128 MB of meer wordt aanbevolen (voor het bewerken van films)
Interface
USB
zCanon-hulpprogramma's
Beschikbare ruimte op de vaste schijf
Weergave
- ZoomBrowser EX: 200 MB of meer (inclusief het afdrukprogramma PhotoRecord) - PhotoStitch: 40 MB of meer zCanon Camera TWAIN-driver: 25 MB of meer zCanon Camera WIA-driver: 25 MB of meer 800 × 600 pixels/Hoge kleuren (16 bits) of beter is vereist 1024 × 768 pixels of beter aanbevolen
Diverse functies
z Macintosh Besturings- Mac OS 9.0 – 9.2, systeem Mac OS X (v10.1/v10.2/v10.3) Computermodel
Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
CPU
PowerPC
RAM
Mac OS 9.0 – 9.2: 64 MB of meer toepassingsgeheugen Mac OS X (v10.1/v10.2/v10.3): 128 MB of meer
Interface
USB
Beschikbare zCanon-hulpprogramma’s ruimte op de - ImageBrowser: 120 MB of meer vaste schijf - PhotoStitch: 30 MB of meer Weergave
800 × 600 pixels/32.000 kleuren of beter is vereist 1024 × 768 pixels of beter aanbevolen
BELANGRIJK Installeer op de computer de software en de driver die u vindt op de meegeleverde Canon Digital Camera Solution Disk [Cd met software voor digitale Canon-camera’s], voordat u de camera op een computer aansluit.
De camera functioneert niet naar behoren als u deze op een computer aansluit zonder eerst de driver en de software te installeren. Als deze situatie zich onverhoopt voordoet, raadpleegt u het onderdeel Problemen oplossen in de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]. z U hoeft de computer of de camera niet uit te zetten bij het maken van de USB-verbinding. z Raadpleeg de handleiding van uw computer voor meer informatie over de locatie van de USB-poort. z Als u de camera op een computer aansluit, is het aan te raden om gebruik te maken van nieuwe batterijen (AA-formaat), volledig opgeladen NiMH-batterijen (AA-formaat) of de wisselstroomadapterset ACK800 (los verkrijgbaar) (p. 121, 124). z Gebruik van een met USB 2.0 compatibele aansluiting valt niet onder de garantie.
97
Diverse functies
1
DIGITAL-uitgang 1. Open het klepje van de uitgang met uw duimnagel.
Installeer de driver en de software die zich op de Canon Digital Camera Solution Disk bevinden (alleen de eerste keer).
z Raadpleeg de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] voor de installatieprocedures.
2
2. Plaats de connector met naar boven.
Gebruik de meegeleverde USB-interfacekabel om de USB-poort van de computer aan te sluiten op de DIGITAL-uitgang van de camera. USBpoort
Pak de connector altijd bij de zijkant vast om de interfacekabel uit de DIGITAL -uitgang van de camera te verwijderen.
3 4
Interfacekabel
98
Stel de modusknop van de camera in op . Druk op de knop ON/OFF totdat het bovenste lampje groen wordt.
z Windows J Ga verder met stap 4 en 5 hieronder. z Macintosh J Raadpleeg de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camerasoftware] en download de beelden.
Diverse functies
5
Selecteer [Canon CameraWindow/Canoncameravenster] in het dialoogvenster dat op de computer verschijnt en klik op [OK] (alleen de eerste keer).
6
Klik op [Set/Instellen] in het venster [CameraWindow – Set Auto-Launch/ Cameravenster – Automatisch starten instellen] (alleen de eerste keer).
z Het venster [Download Image/Beeld downloaden] verschijnt.
Als het dialoovenster niet wordt weergegeven, klikt u op het menu [Start] van Windows en vervolgens op [Programs/Programma's] of [All Programs/Alle programma's], [Canon Utilities/ Canon-hulpprogramma's], [CameraWindows/ Cameravensters] en [CameraWindow – Set Auto-Launch/Cameravenster – Automatisch starten instellen]. 99
Diverse functies
z De software en de computer gebruiken voor het downloaden van beelden: J Zie de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]. z De camera gebruiken voor het downloaden van beelden (functie Verplaats): J Zie Beelden downloaden met de opdracht Verplaats (hieronder).
100
Beelden downloaden met de opdracht Verplaats Gebruik deze methode als u beelden wilt downloaden vanaf de camera. Installeer de meegeleverde software en wijzig de computerinstellingen voordat u deze methode voor het eerst gebruikt (p. 98). Alle beelden
Alle beelden overbrengen en opslaan op de computer.
Nieuwe beelden
Alleen beelden overbrengen en opslaan die niet al eerder zijn overgebracht.
Verpl. DPOF beeld
Alleen de beelden overbrengen en opslaan op de computer die de instellingen voor de DPOF-overdrachtsvolgorde ondersteunen (p. 94).
Select & verplaats
Eén beeld overbrengen en opslaan op de computer terwijl u dit bekijkt en selecteert.
Wallpaper
Eén beeld overbrengen en opslaan op de computer terwijl u dit bekijkt en selecteert. De overgebrachte beelden worden op de desktopcomputer weergegeven.
Diverse functies
1
Select & verplaats/Wallpaper
Controleer of het menu Verplaats wordt weergegeven op het LCDscherm van de camera.
z De knop licht blauw op. z Druk op de knop MENU als het menu Verplaats niet wordt weergegeven.
2 Het menu Verplaats
Alle beelden/Nieuwe beelden/ Verpl. DPOF beeld beeld
2
Gebruik of voor het selecteren van , of en druk op de knop .
3
Gebruik of voor het selecteren van of en druk op de knop (of op de knop SET). Gebruik of voor het selecteren van de beelden die u wilt downloaden, en druk vervolgens op de knop (of op de knop SET).
z De beelden worden gedownload. De knop gaat blauw knipperen wanneer het downloaden aan de gang is.
4
Druk op de knop MENU.
z Het menu Verplaats verschijnt weer.
z Als u het overbrengen wilt stoppen, drukt u op de knop SET. z De beelden worden gedownload en het menu Verplaats verschijnt weer.
101
Diverse functies
Alleen beelden met JPEG-indeling kunnen als wallpaper voor de computer worden gebruikt. De optie die is geselecteerd met de knop blijft behouden, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld. De vorige instelling is van kracht als u het menu Verplaats opnieuw opent. Het scherm voor beeldselectie verschijnt meteen wanneer de optie [Select & verplaats] of [Wallpaper] als laatste is geselecteerd.
De camera aansluiten op de computer voor het downloaden van beelden zonder software te installeren Als u met Windows XP of Mac OS X (v10.1/v10.2/v10.3) werkt, kunt u de toepassingen in deze besturingssystemen gebruiken voor het downloaden van beelden zonder de software van de Canon Digital Camera Solution Disk [Cd met software voor digitale Canoncamera’s] te installeren. Dit is handig wanneer u beelden wilt downloaden naar een computer waarop de software van de cd-rom niet is geïnstalleerd. Er gelden bij deze methode echter bepaalde beperkingen voor het downloaden van beelden. Raadpleeg voor meer informatie de brochure Voor gebruikers van Windows® XP en Mac OS X.
1
Gebruik de meegeleverde USB-interfacekabel om de USB-poort van de computer aan te sluiten op de DIGITAL-uitgang van de camera.
z Zie stap 2 en 3 op p. 98.
2 102
Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan met het downloaden.
Diverse functies
Rechtstreeks downloaden vanaf een SD-kaart
1
Haal de SD-kaart uit de camera en plaats de kaart in een SD-kaartlezer die is aangesloten op een computer.
z Raadpleeg de handleiding bij de PC-kaartadapter of PC-kaartlezer voor informatie over de aansluiting van de computer op de kaartadapter of de kaartlezer.
2
Beelden bekijken op een TV U kunt AV-kabel AVC-DC300 gebruiken om beelden te bekijken zodra u ze hebt opgenomen of als u deze afspeelt.
1
Zet de camera uit (p. 23).
z Zet de televisie ook uit.
2
Sluit de AV-kabel op de uitgang op de camera aan.
Dubbelklik op het pictogram van het station met de SD-kaart.
z Afhankelijk van het besturingssysteem wordt automatisch een venster geopend.
3
Kopieer beelden van de kaart naar een map naar keuze op de vaste schijf.
z De beelden worden opgeslagen in de [xxxCANON]mappen in de map [DCIM] (waarbij xxx een getal van 3 cijfers tussen 100 en 998 is) (p. 105).
103
Diverse functies
3
Steek de andere uiteinden van de AVkabel in de Video In- en Audio In-uitgangen op de TV. Gele steker in Video In-uitgang
Zwarte steker in de Audio In-uitgang
4 5 6
Zet de TV aan en schakel over naar het videokanaal. Zet de modusknop op de modus Opname of Afspelen. Zet de camera aan (p. 23).
z Het beeld wordt op de TV weergegeven. U kunt nu zoals gebruikelijk beelden opnemen of afspelen. z Als de beelden tijdens het opnemen niet op de TV verschijnen, drukt u op de knop DISP..
104
z Er wordt geen beeld op het LCD-scherm weergegeven als de camera op een TVscherm is aangesloten. z Als het een stereo-TV is, kunt u de audiosteker in de Audio In-uitgang links of rechts steken. Zie de handleiding van de TV voor meer informatie. z Een TV-toestel kan niet in de modus , worden gebruikt. z Het video-ingangssignaal kan worden omgezet (NTSC of PAL), afhankelijk van de regionale standaard (p. 70). De standaardinstelling varieert per land. - NTSC: Japan, Verenigde Staten, Canada, Taiwan, enzovoort. - PAL: Europa, Azië (met uitzondering van Taiwan), Oceanië, enzovoort. Als het videosysteem niet goed is ingesteld, is het mogelijk dat de beelden van de camera niet goed worden weergegeven.
Diverse functies
Bestandsnummer opnieuw instellen U kunt zelf opgeven hoe bestandsnummers worden toegewezen.
Aan
Uit
1
Als u een nieuwe (ongebruikte) SD-kaart installeert, begint de camera de bestanden opnieuw te nummeren vanaf 100-0001. Als u een kaart plaatst die al opnamen bevat, gaat de nummering verder bij het eerstvolgende vrije nummer. De camera onthoudt het laatste bestandsnummer en nummert verder waar hij gebleven was als u een nieuwe SD-kaart plaatst.
3
Bestandsnummers en mapnummers Beelden krijgen bestandsnummers van 0001 tot 9900, terwijl mappen mapnummers van 100 tot 998 krijgen. Mapnummers kunnen niet eindigen op 99.
Selecteer (File No. Reset) in het menu [ (Instellen)].
z Zie Menu’s en instellingen selecteren (p. 62).
2
z Als u File No. Reset instelt op [Uit,] voorkomt u dat dubbele bestandsnamen worden gebruikt bij het downloaden van beelden naar een computer.
Druk op of selecteren.
Mapnummers kunnen niet eindigen op 99.
om [Aan] of [Uit] te
Druk op de knop MENU. 105
Diverse functies
Maximum aantal bestanden per map Elke map bevat gewoonlijk maximaal 100 beelden. Aangezien beelden die in de modus Continu of Stitch Hulp zijn opgenomen, echter altijd in dezelfde map worden opgeslagen, kunnen er meer dan 100 beelden in een map terechtkomen. Het aantal beelden per map kan 100 ook overschrijden wanneer een map beelden bevat die van een computer zijn gekopieerd of die zijn opgenomen met een andere camera. Houd er wel rekening mee dat beelden in mappen met 2001 of meer beelden niet kunnen worden weergegeven door deze camera.
De camera-instellingen aanpassen (Mijn camera-instellingen) Met het menu Mijn camera kunt u het opstartbeeld, het opstartgeluid, het sluitergeluid, het werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner aanpassen. Bij elke menuoptie hebt u drie keuzemogelijkheden. Voorbeeld: Opstartbeeld
[
]
[
]
[
]
Standaard heeft de instelling Mijn camera een sciencefiction-thema en de instelling Mijn camera een thema uit het dierenrijk.
106
Diverse functies
Mijn camera-instellingen wijzigen
1
Druk op de knop MENU.
z Het menu [ (Opname)] of [ (Keuze)] wordt weergegeven.
2 3
Selecteer [ (Mijn camera)] met en selecteer een menuoptie met of . Selecteer de gewenste inhoud met of .
4
Druk op de knop MENU.
z Als u op de knop drukt, wordt het menu afgesloten en worden de instellingen van kracht. z In de opnamemodus sluit u het menu af door de sluiterknop half in te drukken. z Als u in stap 2 [Thema] kiest, kunt u hetzelfde thema gebruiken voor alle instellingen van Mijn camera. z Als [Mute] in het menu [ (Instellen)] op [Aan] is ingesteld, is alleen het geluid van het waarschuwingssignaal te horen, ongeacht de geselecteerde instellingen voor Mijn camera. Het opstartbeeld wordt weergegeven (p. 67).
107
Diverse functies
Mijn camera-instellingen opslaan Beelden die op de SD-kaart zijn opgeslagen en geluiden die u zelf hebt opgenomen, kunnen als Mijn camera-instellingen worden toegevoegd aan de menuonderdelen en . Met de meegeleverde software kunt u ook beelden en geluiden van de computer uploaden naar de camera. De volgende menuopties kunnen worden opgeslagen op de camera. z Opstartbeeld
z Opstartgeluid
z Werkingsgeluid
z Geluidzelftimer
Beelden en geluiden van de SD-kaart opslaan
1
Stel de modusknop in op
.
z De camera wordt ingeschakeld in de modus Afspelen.
2
Druk op de knop MENU.
z Het menu [
(Keuze)] wordt weergegeven.
z Sluitergeluid Als u de instellingen van Mijn camera weer terug wilt zetten op de beginwaarden, slaat u de standaardinstellingen van de meegeleverde softwareprogramma’s op (ZoomBrowser EX/ ImageBrowser) een computer op.
108
3
Selecteer [ (Mijn camera)] met en selecteer de menuoptie die u wilt opslaan met of .
Diverse functies
4
Selecteer
5
of
met
of
.
7a
Druk op de knop SET.
verschijnt.
z
Druk op de knop DISP.
6a
Selecteer (Opnemen) met en druk op de knop SET.
of
z Een beeld wordt weergegeven.
z Het opnemen begint. z Het opnemen stopt wanneer de tijd is verstreken. Opstartbeeld: ga naar stap 6a, 7a Opstartgeluid, sluitergeluid, werkingsgeluid en geluid zelfontspanner: ga naar stap 6b, 7b
6a
Selecteer het beeld dat u wilt opslaan met of .
Opstartgeluid:
1 seconde
Werkingsgeluid:
0,3 seconden
Geluid zelfontspanner: 2 seconden Sluitergeluid:
7a
Selecteer met of
0,3 seconden
.
(Registreren)
109
Diverse functies
8
Selecteer OK met knop SET.
of
en druk op de
z Geluiden die zijn opgenomen met de functie Geluidsmemo (p. 84), en films (p. 53) kunnen niet worden opgeslagen als Mijn camerainstellingen. z Wanneer u nieuwe Mijn camera-instellingen opslaat, worden de vorige instellingen overschreven.
Bestandsindeling van Mijn camera-instellingen De onderstaande bestandsindelingen zijn geldig voor Mijn camera. Beelden op een SD-kaart die met deze camera zijn opgenomen, kunnen echter als Mijn camera-instellingen worden toegevoegd ongeacht de bestandsindeling (met uitzondering van films en geluidsmemo's (p. 84)). z Opstartbeeld • Opname-indeling
JPEG (baseline JPEG)
• Bemonsteringssnelheid
4:2:0 of 4:2:2
• Beeldgrootte
320 × 240 pixels
• Bestandscapaciteit 20 kB of minder z Opstartgeluid, werkingsgeluid, geluid zelfontspanner en sluitergeluid
110
• Opname-indeling
WAVE (mono)
• Kwantisering
8 bits
• Bemonsteringsfrequentie
11,025 kHz of 8,000 kHz
Diverse functies
• Opnametijd 11,025 kHz 1,0 sec. Opstartgeluid of minder 0,3 sec. Werkingsgeluid of minder Geluid zelfontspanner 2,0 sec. of minder 0,3 sec. Sluitergeluid of minder
8,000 kHz 1,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder 2,0 sec. of minder 0,4 sec. of minder
Bestandsindelingen die hierboven niet worden vermeld, zijn niet geschikt voor deze camera.
U kunt met deze functie bijvoorbeeld 'Lachen naar het vogeltje' opnemen als het geluid voor de zelfontspanner. De camera laat deze tekst horen 2 seconden voordat de opname wordt gemaakt. U kunt ook vrolijke muziek opnemen waardoor uw modellen vanzelf lachend de camera in kijken of een pose aannemen die bij de muziek past. Zo kunt u uw camera geheel naar eigen inzicht aanpassen door nieuwe instellingen toe te voegen aan Mijn camera. Zie de meegeleverde Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] voor meer informatie over het toevoegen van Mijn camerainstellingen.
111
Overzicht van meldingen In de volgende tabel vindt u een overzicht van de meldingen die op het LCD-scherm kunnen verschijnen en de bijhorende uitleg. z Voor meldingen die kunnen verschijnen wanneer een printer is aangesloten, raadpleegt u de Gebruikershandleiding voor Direct Print. Bezig... Geen geheugenkaart Kaart op slot! Kan niet opnemen Geheugenkaart fout. Geheugenkaart vol
Fout in benaming!
Vervang de batterijen Geen beeld Beeld te groot
112
De camera is bezig met het opslaan van beeldgegevens op de SD-kaart. De modus Afspelen is geactiveerd. U wilt een opname maken of een beeld weergeven terwijl de camera geen SD-kaart bevat. De SD-kaart is tegen overschrijven beveiligd. U wilt een opname maken terwijl de camera geen SD-kaart bevat. Er is iets mis met de SD-kaart. De SD-kaart is vol en er kunnen geen beelden meer op de kaart worden opgeslagen of nieuwe afdrukinstellingen worden geaccepteerd. Kies een andere bestandsnaam. Er bestaat al een bestand met dezelfde naam als de map die u op de camera probeert te maken, of het maximum aantal bestanden is bereikt. In het menu Opnemen stelt u de optie File Reset in op [Aan]. Sla alle gewenste beelden op een computer op en formatteer vervolgens de SD-kaart opnieuw. Door het formatteren worden alle bestaande beelden en andere gegevens gewist. De batterijen zijn niet vol genoeg om de camera te laten werken. Vervang beide batterijen tegelijk door nieuwe alkalinebatterijen (AA-formaat) (p. 17) of volledig opgeladen Canon NiMH-batterijen. De SD-kaart bevat geen opnamen. U probeert een beeld weer te geven met meer dan 4064 × 3048 pixels of een te grote bestandsgrootte.
Overzicht van meldingen
Onjuist JPEG-formaat Corrupte data RAW
U probeert een incompatibel JPEG-bestand weer te geven. U probeert een beeld weer te geven dat beschadigde gegevens bevat. U probeert een beeld weer te geven dat is opgenomen in de RAW-indeling. U probeert een beeld weer te geven dat is opgenomen in een speciale indeling (indeling van een camera van een andere fabrikant), of een film die is opgenomen met een andere Onbekend beeld camera. U probeert een beeld te vergroten dat is gefotografeerd met een andere camera, is Kan niet vergroten! opgenomen in een andere indeling, op een computer is bewerkt of een filmclip is. U probeert een beeld te roteren dat is gefotografeerd met een andere camera, is Kan niet roteren! opgenomen in een andere indeling, op een computer is bewerkt of een filmclip is. Onjuiste WAVE-indeling Er kan geen geluidsmemo worden toegevoegd aan dit beeld omdat de indeling van het bestaande geluidsmemo niet correct is. Kan beeld niet U wilt als opstartbeeld een beeld opslaan dat is opgenomen met een andere camera, of registreren! u wilt een filmclip gebruiken. Beveiligd! U probeert een beveiligd beeld of een beveiligde filmclip te wissen. U hebt te veel beelden aangemerkt om af te drukken of te verplaatsen. Er kunnen geen Te veel markeringen! beelden meer worden verwerkt. Kan beeld niet markeren U probeert afdrukopties in te stellen voor een bestand dat geen JPEG-indeling heeft. Er is een storing opgetreden in de camera. Schakel de camera uit en vervolgens weer in en maak de opname opnieuw of geef het beeld opnieuw weer. Als dit bericht vaak wordt herhaald, is de camera mogelijk beschadigd. Noteer het foutnummer [xx] en laat de Exx camera nakijken bij een helpdesk voor klantenondersteuning. Als het bericht verschijnt vlak nadat u een opname hebt gemaakt, is de opname mogelijk mislukt. Ga in dat geval naar de weergavemodus en controleer of de opname is gelukt. 113
Problemen oplossen Probleem De camera werkt niet.
De camera maakt geen opnamen.
114
Oorzaak De camera is uitgeschakeld.
Oplossing z Schakel de camera in. (Zie De camera in- en uitschakelen (p. 23).) De batterijhouder/SD-kaartsleuf is open. z Zorg dat het klepje goed dichtzit. De batterijen zijn verkeerd geplaatst. z Plaats de batterijen in de juiste richting. De batterijen zijn leeg. z Vervang de oude batterijen door twee nieuwe alkalinebatterijen (AA-formaat) of volledig opgeladen Canon NiMH-batterijen (AA-formaat). z Gebruik de netvoeding in uw huis. U gebruikt het verkeerde type batterij. z Gebruik alleen nieuwe alkalinebatterijen (AAformaat) of Canon NiMH-batterijen (AA-formaat). (Informatie over alkalinebatterijen vindt u bij Juiste behandeling van de batterijen (p. 17).) De batterijen maken geen goed contact z Maak de contactpunten van de batterij schoon met een droge doek. met de camera. z Haal de batterijen enkele malen uit de camera en plaats ze weer terug. De camera staat in de weergavemodus. z Schakel de opnamemodus in. De flitser wordt opgeladen. z Wacht tot de flitser is opgeladen. U kunt de sluiterknop indrukken wanneer het bovenste lampje oranje blijft branden.
Problemen oplossen
Probleem De camera maakt geen opnamen.
Oorzaak De SD-kaart is vol.
De SD-kaart is niet goed geformatteerd.
Er kunnen geen beelden worden weergegeven
Lens gaat niet naar binnen.
De SD-kaart is tegen overschrijven beveiligd. U probeert beelden weer te geven die zijn genomen met een andere camera, of beelden die zijn bewerkt op een computer. De bestandsnaam is gewijzigd met een computer, of de bestandslocatie is gewijzigd. SD-kaartsleuf/batterijhouder is geopend terwijl de camera was ingeschakeld. SD-kaartsleuf/batterijhouder is geopend terwijl er gegevens op de SD-kaart werden opgeslagen (waarschuwingssignaal).
Oplossing z Plaats een nieuwe SD-kaart. z Download beelden naar de computer en wis deze beelden vervolgens op de kaart zodat er ruimte vrijkomt. z Formatteer de SD-kaart (p. 19). z Mogelijk is de kaart defect (het logische formaat kan zijn beschadigd). Neem contact op met de helpdesk voor klantenondersteuning van Canon. z Schuif het beveiligingslipje van de SD-kaart naar boven (p. 15). z Computerbeelden die niet kunnen worden afgespeeld, worden wel afgespeeld als u ze met het meegeleverde softwareprogramma ZoomBrowser EX of ImageBrowser op de camera zet. z Stel de bestandsnaam of de locatie in op de bestandsindeling/structuur van de camera (zie Bestandsnummers en mapnummers (p. 105)). z Sluit eerst de SD-kaartsleuf/batterijhouder en zet de camera uit. z Sluit eerst de SD-kaartsleuf/batterijhouder en zet de camera uit.
115
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak De batterijen raken U gebruikt het verkeerde type batterij. snel op.
Oplossing z Gebruik alleen nieuwe alkalinebatterijen (AA-formaat) of Canon NiMH-batterijen (AA-formaat). (Informatie over alkalinebatterijen vindt u in het gedeelte Juiste behandeling van de batterijen (p. 17).) De batterijcapaciteit wordt verminderd z Wanneer u opnamen maakt in een koude omgeving, is het raadzaam om de batterijen warm te houden (bijdoor een lage omgevingstemperatuur. voorbeeld in uw binnenzak) totdat u ze gaat gebruiken. z Maak de contactpunten van de batterij goed schoon De contactpunten van de batterij zijn met een droge doek. niet schoon. z Haal de batterijen enkele malen uit de camera en plaats ze weer terug. z De gebruiksduur wordt weer normaal nadat u de De batterijen zijn een jaar lang niet batterijen een aantal keer hebt opgeladen en gebruikt. vervolgens gebruikt. De levensduur van de batterijen is voorbij. z Vervang beide batterijen door nieuwe. De batterijen worden De batterijen zijn verkeerd in de z Plaats de batterijen op de juiste manier in de niet opgeladen met batterijoplader geplaatst. batterijoplader. een los verkrijgbare Slecht elektrisch contact tussen de z Zorg dat de batterijen goed en stevig in de batterijoplader. batterijoplader liggen. batterijen en de oplader. z Controleer of het netsnoer correct is aangesloten op de batterijoplader en goed in het stopcontact zit.
116
Problemen oplossen
Probleem De batterijen worden niet opgeladen met een los verkrijgbare batterijoplader. De opnamen zijn vaag of onscherp.
Oorzaak De contactpunten van de batterij zijn niet schoon. De levensduur van de batterijen is voorbij. De camera is bewogen tijdens het maken van de opname. De functie Autofocus functioneert niet goed wegens een obstakel voor het AF-hulplicht. Het AF-hulplicht is ingesteld op [Uit]. Het onderwerp bevindt zich buiten het focusbereik van de camera.
Het is lastig om scherp te stellen op het onderwerp.
Oplossing z Maak de contactpunten van de batterij schoon met een droge doek voordat u de batterij oplaadt. z Vervang beide batterijen door nieuwe. z Zorg dat de camera niet wordt bewogen tijdens het fotograferen. z Let erop dat u de lichtbron niet blokkeert met uw vinger of een ander object. z Zet de instelling voor het [AF-hulplicht] op [Aan] (p. 65). z Zorg dat de afstand tussen cameralens en onderwerp ten minste 47 cm bedraagt. z Als u onderwerpen wilt fotograferen die zich binnen een afstand van 5 tot 47 cm (groothoekbereik) of 30 tot 47 cm (telelensbereik) van de lenstip bevinden, moet u de macromodus gebruiken. z Wanneer het onderwerp zich op grote afstand van de camera bevindt, moet u de camera instellen op de modus Oneindig. z Zet de focus vast (zie De focus vastzetten (p. 73)).
117
Problemen oplossen
Probleem Het onderwerp is onderbelicht (te donker).
Oorzaak Oplossing Er is onvoldoende licht om te z Zet de flitser aan. fotograferen. z Stel de belichtingscompensatie in op een positieve Het onderwerp is donkerder dan de waarde of gebruik de functie voor spotmetingpunten. omgeving. Het onderwerp is buiten het bereik van z Wanneer u de flitser gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de afstand tussen lens en onderwerp maximaal de flitser. 2,0 m is (groothoek-/telebereik). z Verhoog de ISO-waarde (zie De ISO-waarde wijzigen (p. 79)). Het onderwerp is Het onderwerp is te dicht bij de flitser. z Wanneer u de flitser gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de afstand tussen lens en onderwerp minimaal overbelicht (te licht). 30 cm is. z Stel de belichtingscompensatie in op een negatieve Het onderwerp is lichter dan de waarde of gebruik de functie voor spotmetingpunten. omgeving. Er schijnt licht in de camera of er wordt z Pas de hoek aan waarmee u de opname maakt. licht gereflecteerd. De flitsermodus is zo ingesteld dat de z Zet de flitser op een andere instelling dan Aan. flitser altijd werkt. z Dit is normaal bij apparatuur met CCD’s en duidt niet Er loopt een Het onderwerp is te fel verlicht. op een defect. (De rode lichtstreep wordt niet opgeverticale lichtstreep nomen bij fotografie maar verschijnt wel in films.) (rood, paars) over het LCD-scherm. 118
Problemen oplossen
Probleem Er zitten witte puntjes of witte sterretjes op het beeld.
Oorzaak Het licht van de flitser reflecteerde in stofdeeltjes of insecten in de lucht. Dit gebeurt vaker onder de volgende omstandigheden: - als u in het groothoekbereik fotografeert. De flitser werkt niet. De flitsermodus is uitgeschakeld. De beelden zijn niet U hebt het verkeerde videosysteem te zien op de TV ingesteld. De opnamemodus staat op , (Stitch Hulp). De zoomfunctie werkt niet. Het lezen van beelden op de SD-kaart gaat langzaam. Het opnemen van beelden op de SDkaart duurt lang.
De zoomknop is verschoven terwijl u in filmmodus aan het opnemen was. De SD-kaart is geformatteerd met een ander apparaat.
Oplossing z Dit verschijnsel doet zich voor bij digitale camera’s
en duidt niet op een defect.
z Zet de flitsermodus op Aan. z Stel het juiste videosysteem in (NTSC of PAL) voor uw TV (p. 70). z De beelden verschijnen niet op een TV-scherm in de modus , (Stitch Hulp). Maak de opnamen in een andere modus. z Bedien de zoomknop voordat u in filmmodus gaat werken. z Gebruik een SD-kaart die met deze camera is geformatteerd. (Zie Een SD-kaart formatteren (p. 19).)
119
Bijlage De knoopcelbatterij vervangen Als het menu Datum/Tijd op het LCD-scherm wordt weergegeven wanneer u de camera aanzet, is de knoopcelbatterij leeg en zijn de datum- en tijdinstellingen verloren gegaan. Zorg voor een vervangende batterij (type CR1220) en plaats deze als volgt in de camera.
1 2
Zorg dat de camera is uitgeschakeld. Open de SD-kaartsleuf/batterijhouder (p. 13, 15) en haal de batterijhouder uit de camera.
In de fabriek is reeds een knoopcelbatterij geplaatst en deze batterij kan eerder leeg zijn dan werd verwacht op het moment dat u de camera aanschafte. Houd vooral de knoopcelbatterijen buiten het bereik van kinderen. Schakel onmiddellijk medische hulp in als een kind een batterij heeft ingeslikt, aangezien de bijtende stoffen in de batterij de maag en het darmkanaal kunnen beschadigen.
3
(-) Minpool
4 120
Trek de batterij eruit in de met een pijl aangegeven richting.
Plaats de nieuwe knoopcelbatterij in de houder, met de negatieve pool (-) naar boven.
Bijlage
5 6
Plaats de batterijhouder in de oorspronkelijke positie. Stel de datum en tijd in zodra het menu Datum/Tijd op het LCD-scherm wordt weergegeven (p. 21). Het menu Datum/Tijd wordt ook op het LCD-scherm weergegeven wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. Dit is normaal en betekent niet dat u de batterij moet vervangen.
De voedingsets gebruiken (los verkrijgbaar) Oplaadbare batterijen gebruiken (Batterijopladerset CBK4-200) Deze batterijopladerset bevat zowel een oplader als vier oplaadbare NiMH-batterijen van AA-formaat (nikkelmetaalhydride). Hieronder ziet u hoe u de batterijen oplaadt. Vier batterijen
Twee batterijen
* Er kunnen ook twee batterijen
worden opgeladen in plaats van vier. Oplaadlampje Het lampje knippert tijdens het opladen en blijft branden zodra de batterijen volledig zijn opgeladen.
Bij de batterijopladerset CBK4-200 worden vier batterijen geleverd. In deze camera worden echter maar twee batterijen gebruikt. 121
Bijlage
z Deze oplader kan alleen worden gebruikt voor het opladen van NiMH NB-2AHbatterijen van AA-formaat van Canon. Gebruik deze NB-2AH-batterijen nooit in een andere oplader. z Gebruik nieuwe batterijen niet samen met batterijen die al in andere apparaten zijn gebruikt. z Laad beide batterijen altijd tegelijkertijd op wanneer het tijd is om de batterijen uit de camera opnieuw op te laden. z Gebruik nooit twee batterijen die u op verschillende tijdstippen hebt aangeschaft of die niet in gelijke mate zijn opgeladen. z Probeer volledig opgeladen batterijen niet verder op te laden, omdat hierdoor de prestatie kan verminderen. Laad batterijen nooit langer op dan 24 uur achtereen. z Laad geen batterijen op in afgesloten ruimten waar hitte wordt vastgehouden. z Als u batterijen regelmatig oplaadt voordat ze werkelijk leeg zijn, kan de capaciteit van de batterijen achteruitgaan. Wacht met het opladen van de batterijen tot het LCDscherm de melding geeft 'Vervang de accu'. 122
z In de volgende situaties kunt u de contactpunten van de batterijen het beste schoonvegen met een droge doek, aangezien de contactpunten stoffig of door contact met de huid vettig kunnen worden: - De gebruiksduur van de batterij is aanzienlijk korter geworden. - Het aantal beelden dat kan worden opgenomen, is sterk verkleind. - Bij het opladen van de batterijen (plaats en verwijder de batterijen twee of drie keer voordat u ze oplaadt) - Als het opladen in een aantal minuten is voltooid (het lampje van de oplader blijft branden) z Als de batterijen net zijn aangeschaft of gedurende een lange periode niet zijn gebruikt, is het niet altijd mogelijk om ze volledig op te laden. In dat geval gebruikt u de batterijen totdat ze leeg zijn en laadt u ze daarna pas opnieuw op. Als u deze procedure een aantal keer hebt uitgevoerd, is de gebruiksduur van de batterijen volledig hersteld.
Bijlage
z Aangezien langdurige opslag (ongeveer een jaar) van volledig opgeladen batterijen de levensduur van de batterijen kan verkorten en de prestaties nadelig kan beïnvloeden, is het aan te raden om de batterijen in de camera te gebruiken totdat deze helemaal leeg zijn en ze vervolgens te bewaren bij een normale temperatuur (23°C of minder). Als u de batterijen langere tijd niet gebruikt, moet u deze ten minste eens per jaar volledig opladen en helemaal opgebruiken in de camera voordat u ze weer bewaart. z Als de batterijen ondanks het schoonvegen van de contactpunten en het branden van het lampje van de oplader snel leeg zijn, hebben ze waarschijnlijk het einde van hun levensduur bereikt. Vervang de batterijen dan door nieuwe. Gebruik NiMH-batterijen van AA-formaat van Canon. z Als u batterijen in de camera of de oplader laat zitten, kunnen deze apparaten beschadigd raken door lekkende batterijen. Haal de batterijen uit de camera of oplader en bewaar ze op een koele, droge plaats als u ze niet gebruikt.
z Het duurt ongeveer 110 minuten wanneer u twee batterijen aan beide kanten van de oplader plaatst, en 250 minuten met vier batterijen voordat de oplader deze volledig heeft opgeladen (volgens tests die zijn uitgevoerd door Canon). Laad de batterijen niet op bij een temperatuur lager dan 0°C of hoger dan 35°C. z De oplaadtijd hangt af van de omgevingstemperatuur en de mate waarin de batterijen nog opgeladen zijn. z De batterijoplader maakt mogelijk geluid bij het opladen. Dit is geen storing. z U kunt ook de set met batterij en oplader CBK100 gebruiken. Voor de batterijopladerset CBK100 gebruikt u AA-formaat NiMHbatterijen NB-1AH van Canon.
123
Bijlage
De wisselstroomadapterset ACK800 gebruiken Het gebruik van de los verkrijgbare wisselstroomadapterset ACK800 is aan te raden wanneer de camera gedurende langere tijd achter elkaar wordt gebruikt en wanneer u deze aansluit op een computer.
2
Open het klepje van de uitgang en sluit de DC-stekker aan op de DC IN-uitgang van de camera.
Let er goed op dat de camera uitstaat voordat u de compacte voedingsadapter aansluit of verwijdert.
1
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan op de compacte voedingsadapter en het andere uiteinde op een stopcontact. Naar het stopcontact
124
z Maak de adapter los van de netvoeding wanneer u de camera niet langer wilt gebruiken. Gebruik bij deze camera geen andere wisselstroomadapterset dan de ACK800. Als u een andere adapter gebruikt, kan de camera of de adapter beschadigd raken.
Bijlage
Onderhoud van de camera Reinig de behuizing van de camera, de lens, de zoeker, het LCD-scherm en overige onderdelen als volgt: Behuizing
Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje.
Lens
Verwijder stof en vuil met een lensblazer en veeg resterend vuil voorzichtig weg met een zachte doek. z Gebruik nooit synthetische schoonmaakmiddelen op de camerabehuizing of de lens. Als u niet al het vuil kunt verwijderen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde helpdesk voor klantenondersteuning van Canon.
LCDscherm, zoeker
Verwijder stof en vuil met een lensblazer. Verwijder hardnekkig vuil door de zoeker en het LCD-scherm voorzichtig af te vegen met een zachte doek of een brillendoekje. z Wrijf of druk nooit hard op het LCDscherm. Dit kan schade of andere problemen veroorzaken.
Gebruik bij het reinigen nooit water, verdunners, benzeen of afwasmiddelen omdat hierdoor de camera beschadigd of vervormd kan raken.
125
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op de standaardtestmethoden die door Canon worden toegepast. De gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Effectief aantal pixels Beeldsensor Lens Digitale zoom Optische zoeker LCD-scherm AF-systeem Opnameafstand (vanaf voorkant van de lens) Sluiter Sluitertijden
Lichtmeetsysteem Belichtingsregelingssysteem
Ongeveer 3,2 miljoen 1/3,2 inch CCD (totale aantal pixels: ongeveer 3,3 miljoen) 5,9 (G) – 13,2 (T) mm (35 mm filmequivalent: 45 (G) – 100 (T) mm), f 3,8 Maximaal ongeveer 3,.2x (maximaal ongeveer 7x in combinatie met de optische zoom) Real-image zoeker met zoomfunctie LCD-kleurenscherm (TFT) van polykristallijnsilicium, lage temperatuur, 3,7 cm, ongeveer 115,000 pixels TTL-autofocus Focusvergrendeling mogelijk Focuskader: 9-punts AiAF/1-punts AF (midden) Normaal: 47 cm – oneindig (G / T) Macro: 5 – 47 cm (G) / 30 – 47 cm (T) Mechanische sluiter + elektronische sluiter 1 -1 / 1500 sec. z Sluitertijden van 1 – 1/8 sec. zijn beschikbaar in de modus Handmatig of Stitch Hulp als de flitser is uitgeschakeld. z Langzame sluitertijden van 1/6 sec. of trager worden met ruisonderdrukking uitgevoerd. Deelmeting, Gemiddelde centrummeting of Spotmetingpunt (midden) Programma AE (G): Groothoek (T): Telelens
126
Specificaties
Belichtingscompensatie Gevoeligheid Witbalans
± 2 stappen (in 1/3 stappen) Auto, ISO 50 / 100 / 200 / 400 TTL-auto, vooraf ingesteld (beschikbare instellingen: Daglicht, Bewolkt, Lamplicht, TL-licht, TL-licht H) of Custom Flitser Auto*, aan*, uit * Rode-ogenreductie aanwezig Flitsbereik Normaal: 47 cm – 2,0 m (G/T) Macro: 30 – 47 cm (G/T) (ISO-waarde staat op Auto) Opnamemodi Auto/Handmatig/Stitch Hulp/Speciale scène (Portret, Nacht Scene, Flora, Sneeuw, Strand, Vuurwerk, Onderwater, Binnen)/Film Serieopnamen Ongeveer 1,3 opnamen/seconde (Groot/Fijn, LCD-scherm uit) Zelfontspanner Activeert de sluiter na ongeveer 10 sec./vertraging van ongeveer 2 sec. Opnamen maken met aangesloten computer Beschikbaar (alleen via USB-verbinding; speciaal programma is bij de camera geleverd). Opnamemedia SD-geheugenkaart Bestandsindeling Ontwerpregel voor het bestandssysteem van de camera, compatibel met DPOF Beeldopname-indeling Stilstaande beelden: JPEG (Exif 2.2)*1, Films: AVI (beeldgegevens: Motion JPEG; audiogegevens: WAVE (mono)) Compressie Superfijn, Fijn, Normaal Aantal opnamepixels Stilstaande Groot: 2048 × 1536 pixels Gemiddeld 1: 1600 × 1200 pixels beelden Gemiddeld 2: 1024 × 768 pixels Klein: 640 × 480 pixels Films 640 × 480 pixels (30 sec.)*2 320 × 240 pixels (3 min.)*2 160 × 120 pixels (3 min.)*2 : 10 frames/sec., : 15 frames/sec. De gegevens tussen haakjes staan voor de maximale filmlengte per opname.
127
Specificaties
Afspeelmodi Direct Print Talen Mijn camera-instellingen
Interface Voedingsbron Omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid Afmetingen Gewicht
Enkelvoudige weergave (histogram kan worden weergegeven), Indexweergave (9 miniaturen), Vergroot (ongeveer 10 × (max.) op LCD-scherm), Automatisch afspelen of Geluidsmemo's (tot maximaal 60 sec.). Compatibel met Canon Direct Print / Bubble Jet Direct / PictBridge 14 talen beschikbaar voor menu's en berichten (Engels, Duits, Frans, Nederlands, Deens, Fins, Italiaans, Noors, Zweeds, Spaans, Chinees, Russisch, Portugees en Japans) Het opstartbeeld, opstartgeluid, sluitergeluid, werkingsgeluid en het geluid van de zelfontspanner kunnen worden aangepast met behulp van de volgende methoden: 1. Beelden en geluiden die met de camera zijn opgenomen. 2. Gegevens die samen met de meegeleverde software van de computer zijn gedownload. USB (mini-B, PTP [Picture Transfer Protocol]) Audio/Video-uitgang (NTSC of PAL instelbaar, mono audio) 1. Twee alkalinebatterijen van AA-formaat (meegeleverd bij de cameraset) 2. Twee oplaadbare NiMH-batterijen (NB-2AH) van AA-formaat (los verkrijgbaar) 3. Wisselstroomadapterset ACK800 (los verkrijgbaar) 0 – 40°C 10 – 90% 107,0 × 53,4 × 36,8 mm (exclusief uitstekende delen) Ongeveer 165 g (alleen camerabehuizing)
*1 Deze digitale camera biedt ondersteuning voor Exif 2.2 (ook wel ‘Exif Print’ genoemd). Exif Print is een standaard voor verbeterde communicatie tussen digitale camera’s en printers. Als u de camera aansluit op een Exif Print-compatibele printer, worden de beeldgegevens van de camera ten tijde van de opname gebruikt en geoptimaliseerd, waardoor de afdruk van een zeer hoge kwaliteit is. 2 * De maximale opnametijd per filmclip bij gebruik van de los verkrijgbare SDC-128M SD-kaart (niet overal verkrijgbaar).
128
Specificaties
Prestaties van de batterijen Aantal opnamen Gebaseerd LCD-scherm op de CIPAuit standaard Alkalinebatterijen van AA-formaat (meegeleverd bij de camera) NiMH-batterij van AA-formaat (NB-2AH (volledig opgeladen))
Typen SD-kaarten en geschatte capaciteiten (op te nemen beelden) SD-kaart meegeleverd bij de camera
Afspeeltijd
SDC-16M
Ongeveer 100 opnamen
Ongeveer 400 opnamen
Ongeveer 180 min.
Ongeveer 300 opnamen
Ongeveer 750 opnamen
Ongeveer 270 min.
•Werkelijke cijfers kunnen afwijken, afhankelijk van de opnameomstandigheden en de gebruikte instellingen.
(2048 × 1536 pixels)
(1600 × 1200 pixels)
Testomstandigheden Fotograferen: Normale temperatuur (23 °C ± 2 °C), normale relatieve luchtvochtigheid (50% ± 20%), elke 30 seconden gewisseld tussen groothoek en telelens, de flitser is gebruikt bij een op de twee opnamen en de camera is in- en uitgeschakeld na elke tiende opname. De camera is lang voldoende uit gelaten* en vervolgens weer aangezet, waarna de testprocedure werd herhaald. • De meegeleverde geheugenkaart is gebruikt. • Het LCD-scherm is ingeschakeld voor de CIPA-standaard. * Totdat de batterij de normale temperatuur weer heeft bereikt. Afspelen: Normale temperatuur (23 °C ± 2 °C), normale relatieve luchtvochtigheid (50% ± 20%), continu afspelen op 3 seconden per beeld.
z Zie voor informatie over de behandeling van de batterijen Juiste behandeling van de batterijen (p. 17).
(1024 × 768 pixels)
(640 × 480 pixels)
Film
SDC-128M
8
76
15
136
30
269
13
121
24
216
46
411
23
211
41
372
73
651
51
460
80
711
126
1117
(640 × 480 pixels)
20 sec.
181 sec.
(320 × 240 pixels)
40 sec.
355 sec.
(160 × 120 pixels)
98 sec.
869 sec.
129
Specificaties
z De maximale duur van een filmclip is 30 sec. (
)* of 3 min. ( , )*. De weergegeven tijden zijn de maximale aaneengesloten opnametijden. * Bij gebruik van de los verkrijgbare SDC-128M SD-kaart (niet verkrijgbaar in sommige landen). z (Superfijn), (Fijn) en (Normaal) geven de compressie aan. z L (Groot), M1 (Gemiddeld 1), M2 (Gemiddeld 2), S (Klein), , en geven de resolutie aan. z Sommige SD-kaarten worden in bepaalde landen niet verkocht. L (Groot) M1 (Gemiddeld 1) M2 (Gemiddeld 2) S (Klein)
130
2048 × 1536 pixels 1600 × 1200 pixels 1024 × 768 pixels 640 × 480 pixels 640 × 480 pixels 320 × 240 pixels 160 × 120 pixels
Omvang van beeldbestanden (geschat) L (2048 × 1536 pixels) M1 (1600 × 1200 pixels) M2 (1024 × 768 pixels) S (640 × 480 pixels) (640 × 480 pixels) Film
(320 × 240 pixels) (160 × 120 pixels)
1602 kB
893 kB
455 kB
1002 kB
558 kB
278 kB
570 kB
320 kB
170 kB
249 kB
150 kB
84 kB
660 kB/sec. 330 kB/sec. 120 kB/sec.
Specificaties
NiMH-batterij NB-2AH Geleverd met de afzonderlijk verkrijgbare NiMH-batterijset NB4-200 en de batterijopladerset CBK4-200. Type Nominale spanning Typische capaciteit Levensduur Omgevingstemperatuur Afmetingen Gewicht
Oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterij 1,2 V gelijkstroom 2300 mAh (minimaal: 2150 mAh) Ongeveer 300 oplaadcycli 0 – 35°C Diameter: 14,5 mm Lengte: 50 mm. Ongeveer 29 g
Batterijoplader CB-4AH/CB-4AHE Geleverd met de optionele batterijopladerset CBK4-200. Geschatte ingang Geschatte uitgang
100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz), 10 W 565 mA*1, 1275 mA*2
Oplaadduur
Ongeveer 250 minuten*1 Ongeveer 110 minuten*2
Omgevingstemperatuur
0 – 35°C
Afmetingen Gewicht
65,0 × 105,0 × 27,5 mm CB-4AH: ongeveer 95 g CB-4AHE: ongeveer 97 g
*1 Voor het opladen van vier NB-2AH NiMH-batterijen *2 Voor het opladen van twee NB-2AH NiMH-batterijen aan weerskanten van de batterijoplader
Compacte voedingsadapter CA-PS800 Geleverd met de afzonderlijk verkrijgbare wisselstroomadapterset ACK800. Geschatte ingang Geschatte uitgang Omgevingstemperatuur Afmetingen Gewicht (behuizing)
100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz), 16 VA (100 V) – 26 VA (240 V) 3,15 V gelijkstroom/2 A 0 – 40°C 42,5 × 104 × 31,4 mm ongeveer 180 g
SD-geheugenkaart Compatibel met de standaard voor SD-geheugenkaarten Afmetingen 32,0 × 24,0 × 2,1 mm Gewicht Ongeveer 2 g Interface
131
Fototips en informatie In deze paragraaf treft u fototips aan. Tip voor het gebruik van de zelfontspanner (p. 43) Gewoonlijk schudt de camera een beetje wanneer u op de sluiterknop drukt. Als u de zelfontspanner instelt op , vertraagt de sluiter twee seconden waardoor de camera niet meer trilt en een vaag beeld wordt voorkomen. U behaalt nog betere resultaten door de camera op een stabiele ondergrond te plaatsen of door een statief te gebruiken bij de opname.
Onderbelichting Het gehele opgenomen beeld is donker, waardoor de witte elementen ervan grijs lijken. Door het fotograferen van heldere onderwerpen of bij tegenlicht kan het beeld onderbelicht worden. Stel de belichtingscompensatie in naar het '+'-einde. Optimale belichting
De belichting aanpassen (p. 76) Deze camera past automatisch de belichting aan om beelden met een optimale helderheid te fotograferen. Opgenomen beelden zijn soms echter helderder of donkerder dan het werkelijke beeld. Dit hangt af van de opnameomstandigheden. Als dit het geval is, stelt u de belichtingscompensatie handmatig in.
132
Overbelichting Het hele opgenomen beeld is helder, waardoor de zwarte elementen ervan grijs lijken. Door het fotograferen van heldere onderwerpen of in donkere ruimten kan het beeld overbelicht worden. Stel de belichtingscompensatie in naar het '–'-einde.
Fototips en informatie
ISO-waarde (p. 79) De ISO-waarde is de numerieke weergave van de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe hoger de ISOwaarde, hoe hoger de gevoeligheid. Met een hoge ISOwaarde kunt u fotograferen bij donkere omstandigheden, zowel binnenshuis als buitenshuis, en zonder flitser. Het voorkomt ook vage beelden als gevolg van het schudden van de camera. Dit is handig bij het fotograferen van beelden op plaatsen waar fotograferen met flitslicht verboden is. De instelling voor de ISO-waarde maakt volledig gebruik van het beschikbare licht, wat resulteert in beelden die de sfeer van de gefotografeerde plaats goed overbrengen.
Komt overeen met ISO 50
Komt overeen met ISO 400
133
Index A A/V (Audio/Video) Out-uitgang . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 103 AF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Afdrukken Afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Afdrukmethode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Beelden selecteren om af te drukken . . . . . . . . . . . . . . 90 De afdrukinstellingen herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 DPOF-printinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 AF-hulplicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 34 Afspelen Automatisch afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Beelden een voor een weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Beelden weergeven in series van negen . . . . . . . . . . . . 56 Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Opnamen roteren op het beeldscherm . . . . . . . . . . . . . 83 AiAF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 74 Automatisch afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
B Batterij Indicatie van de batterijstatus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Juiste behandeling van de batterijen . . . . . . . . . . . . . . . 17 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Prestaties van de batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 Beeld vergroten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Beelden bekijken op een TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 Beelden downloaden naar een computer
134
Downloaden via een verbinding tussen een camera en een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Rechtstreeks downloaden vanaf een SD-kaart . . . . . . . 103 Vereisten voor het computersysteem . . . . . . . . . . . . . . 96 Bestandsnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Briefkaartmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
C Camera in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Camera, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Camera-instellingen AF-hulplicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 AiAF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Datum stempel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 De standaardwaarden herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 File No. Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Spaarstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Compressie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Continu, modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
D Datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 DC IN-uitgang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De belichting instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 De knoopcelbatterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 De taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Index
Digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 DIGITAL-uitgang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 98 DPOF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88, 90, 94
E Energiebesparingsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Enkelvoudige weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
F Films Bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 De modus Film . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Geluidsmemo’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Focus vastzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Foto-effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
G Geluidsmemo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Grootte van beeldbestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
H Half indrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
I Indexweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-overdrachtsvolgorde) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 ISO-waarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
K Keuze Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Klepje van de uitgang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 98 Knop Afdrukken/Delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Knop ON/OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
L Lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 LCD-scherm Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28 Lichtmeetmethoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Luidspreker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
M Macro . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Menu Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Menu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 84 Mijn camera-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71, 106 Modusknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 25
135
Index
O Oneindig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oogje voor polsriem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opname Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opnamen maken - Basisfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
42 12 65 31
P Panorama-opnamen maken Een object omkaderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Opnamen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
R Resolutie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Rode-ogenreductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 39, 41
S SD-kaart Formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Typen SD-kaarten en geschatte capaciteiten (op te nemen beelden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Sluitergeluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67, 71 Sluiterknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
136
Snelle beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Speciale scènes, modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Standaardinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 72 Stitch Hulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
T Tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
V Verplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Voedingsets Oplaadbare batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 Volledig indrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
W Wisselstroomadapterset ACK800 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 Wissen Alle beelden wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Eén beeld wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Z Zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Zoeker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Zoomknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
MEMO
137
MEMO
138
MEMO
139
MEMO
140
MEMO
141
MEMO
142
Functies beschikbaar in alle opnamemodi In de onderstaande tabel ziet u welke functies en instellingen beschikbaar zijn in de diverse opnamemodi. Referentiepagina’s
Functie Groot L Gemiddeld 1 M1 Gemiddeld 2 M2 Klein S ResoluBriefkaart afdrukken tie
O* O O O
O* O O O
U* U U U
O* O O O
O* O O O
O* O O O
O* O O O
O* O O O
O* O O O
O* O O O
O* O O O
– – – –
O
O
–
O
O
O
O
O
O
O
O
–
37
Film – – – – – – – – – – – O Film – – – – – – – – – – – O* Film – – – – – – – – – – – O Superfijn U – O O O O O O O O O O ComFijn U* – 37 O * O* O * O* O* O* O* O* O* O* pressie Normaal U – O O O O O O O O O O Auto O* O – 39 O* O* O O* O* – O* O* – Aan Flitser – U – – O O O O O O O O Uit U* – O O* O O O* O O O O O * : Standaardinstellingen O : Beschikbaar U : Alleen beschikbaar voor het eerste beeld – : Niet beschikbaar : Instelling blijft van kracht, zelfs wanneer de camera wordt uitgeschakeld. 143
Referentiepagina’s
Functie Rode-ogenreductie Snelle beelden AF-hulplicht Enkele opname De modus Continu Opnamemethode Zelfontspanner (10 sec.) Zelfontspanner (2 sec.) AF-systeemselectie De modus Macro De modus Oneindig Digitale zoom Belichtingscompensatie
144
O O O O*
O O O O*
U – U U*
O
O
O
O
O
–
–
–
–
–
O O*
O O*
O O*
O O*
O O*
–
O
–
O
O
O
O
O
O
U
O
O
O
O
O
U
O
O
–
O O O O O* O
– U U – – U
O O O O O* O
O O O O O* O
– – –
O
O
–
–
– –
O*
O O*
O O*
O O*
34 –
O
O
O
O
–
45
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O O O O O* O
O O O O O* O
O O O O O* O
– – –
O O O O O* O
O O O O O* O
43
O – Aan Uit
O O* –
O O* O
–
O O
74 42 42
– –
31
O
76
Stroomschema en naslagmateriaal Deze handleiding
Fotograferen met de camera Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Software installeren Deze handleiding
De camera aansluiten op een computer Deze handleiding Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Beelden downloaden naar een computer
Het gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product functioneert optimaal als u originele Canon-accessoires gebruikt. Canon is niet aansprakelijk voor enigerlei schade aan dit product en/of ongelukken ten gevolge van bijvoorbeeld brand, die worden veroorzaakt door het niet goed functioneren van niet-originele Canon-accessoires (bijvoorbeeld een lekkage en/of explosie van een batterij). Deze garantie geldt niet voor reparaties die nodig zijn vanwege het niet goed functioneren van niet-originele Canon-accessoires, hoewel dergelijke reparaties tegen een vergoeding kunnen worden uitgevoerd.
Referentiepagina’s
Functie Deelmeting Lichtmeet- Gemiddelde systeem centrummeting Spotmeting Witbalans (1) Foto-effect ISO waarde Beeldomkeren
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
–
O
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
O O O O O* O
– U U –(3) U U
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
– – – –(3) O*
O
O
O
O
O
O
O
O
– –(2) – –(3) Aan O* Uit O
75
–
O O – – –
77 80 79
De standaardwaarden voor de instellingen die zijn gewijzigd via de menu’s en de knoppen, met uitzondering van de opnamemodus, [Datum/Tijd] en [Taal], kunnen allemaal in één keer worden hersteld (pág. 72). (1) Kan niet worden gewijzigd wanneer het foto-effect is ingesteld op [Sepia] of [Zwart/Wit]. (2) De witbalans is ingesteld op [AUTO]. (3) De camera selecteert automatisch de juiste instelling.
Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding van de printer
De printer gebruiken en afdrukken 145
NEDERLANDS
CANON INC.
30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
CANON (UK) LTD
For technical support, please contact the Canon Help Desk: P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, UK Tel: (08705) 143723 Fax: (08705) 143340 http://www.canon.co.uk/Support/index.asp
CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A. 102 Avenue du Général de Gaulle, 92257 LA GARENNE COLOMBES CEDEX, France Tel: Hotline 08 25 00 29 23 http://www.cci.canon.fr
CANON DEUTSCHLAND GmbH
Postfach 100401, 47704 Krefeld, Germany Customer Hotline: 0180/5006022 (0,12 € / Min.) http://www.canon.de
CANON ITALIA S.P.A.
CANON ESPAÑA S.A.
C/Joaquín Costa, 41 – 28002 Madrid, Spain Tel. Atención al Cliente: 901.301.301 Helpdesk: 906.301.255 http://www.canon.es
CEL-SE5MA280
CANON LUXEMBOURG S.A.
Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxembourg Tel: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232 Helpdesk : 900-74100 http://www.canon.lu
CANON NEDERLAND N.V.
Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, The Netherlands Tel: 023 – 5 670 123 Fax: 023 – 5 670 124 Helpdesk: 023 – 5 681 681 http://www.canon.nl
CANON DANMARK A/S
Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denmark Tel: +45 44 88 26 66 http://www.canon.dk
CANON NORGE AS
Hallagerbakken 110, Postboks 33, Holmlia, 1201 Oslo, Norway Tel: 22 62 93 21 Fax: 22 62 06 15 E-mail:
[email protected] http://www.canon.no
CANON SVENSKA AB
Gustav III:s Boulevard 26, S-169 88 Solna, Sweden Helpdesk: 08-744 8620 Fax 08-744 8527 http://www.canon.se
CANON (SCHWEIZ) AG
Industriestrasse 12, 8305 Dietlikon, Switzerland Consumer Imaging Group Tel. 01-835-61 61 Hotline 0900 57 55 20 (CHF 2.13/min) http://www.canon.ch
Oostenrijk CANON GES.M.B.H.
Zetschegasse 11, A – 1230 Wien, Austria Helpdesk Tel.: 01 66 146 412 Fax: 01 66 146 413 http://www.canon.at
Pr. Alegria, 58 – 2ºC, 1269-149 Lisboa, Portugal Tel: (+351) 21 324 28 30 Fax: (+351) 21 347 27 51 E-mail:
[email protected] http://www.seque.pt
Oost-Europa CANON CEE GMBH
Finland CANON OY
Kuluttajatuotteet Huopalahdentie 24, PL1 00351 Helsinki, Finland Helpdesk: 020 366 466 (pvm) http://www.canon.fi
© 2004 CANON INC.
Gebruikershandleiding
Portugal SEQUE – SOC. NAC. EQUIP., S.A.
Oberlaaerstr 233, A-1100 Wien, Austria Tel: +43 1 680 88-0 Fax: +43 1 680 88-422
CIS CANON NORTH-EAST OY
Huopalahdentie 24, 00350 Helsinki, Finland Tel: +358 10 544 00 Fax: +358 10 544 10 http://www.canon.ru
GEDRUKT IN DE EU
Gebruikershandleiding
Via Milano 8, I-20097 San Donato Milanese (MI), Italy Tel: 02/8248.1 Fax: 02/8248.4604 Pronto Canon: 02/8249.2000 E-mail:
[email protected] http://www.canon.it
Bessenveldstraat 7, B – 1831 Diegem, Belgium Tel: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74 Helpdesk : 0900-10627 http://www.canon.be
DIGITALE CAMERA
Europa, Afrika en Nabije Oosten CANON EUROPA N.V.
CANON BELGIUM N.V. / S.A.
z Lees de paragraaf Lees dit eerst (p. 5). z Raadpleeg ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print.