¨
Modelnr. PETL20860 Serienr. Serienummer Sticker
WAARSCHUWING: Lees alle voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding zorgvuldig voor gebruik door. Bewaar deze handleiding voor toekomstige referentie. Onderdeel Nr. 133460 R1296A PROFORM is een merk van ICON Health & Fitness, Inc. © 1996
Gedrukt in VS
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Oefening in de Trainingszone ¨
Na het opwarmen is het lichaam in staat intensief te oefenen. Verhoog de intensiteit van uw oefening totdat uw hartslag binnen de grenzen van uw trainingszone ligt. Houdt dit 20 tot 60 minuten lang vol. (Tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma, is het belangrijk uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diepÑ houdt nooit uw adem in. Afkoelen Eindig elke workout met een strektijd van 5 tot 10 mi-
nuten om uw lichaam af te koelen. Deze oefening zorgt ervoor dat uw spieren soepel blijven en zorgt er ook voor dat u geen problemen hebt. Het Aantal Keer Oefenen Om uw conditie te behouden of deze te verbeteren, zorg er dan voor dat u drie keer per week oefent, met een dag rust tussendoor. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt vijf keer per week oefenen. Het succes in oefenen is regelmatigheid en plezierigheid.
INHOUD VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
De juiste manier voor iedere strekoefening vindt u in onderstaande tekening.
1
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGMETER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
1. TEEN-STREKOEFENING
BEDIENING EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Sta met uw knie‘n licht gebogen, buig langzaam vanuit de heupen vooruit. Ontspan uw rug en schouders terwijl u zover mogelijk naar beneden naar uw tenen reikt. Houdt dit 15 tellen vast en rust. Herhaal deze oefening drie maal. Strekken: Hamstrings, knieholte en rug.
HET GEBRUIK VAN DE HANDMATIGE FUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 HET GEBRUIK VAN PROGRAMMAS A, B, C, EN D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 HET GEBRUIK VAN HET FAT BURN PROGRAMMA EN AEROBIC PROGRAMMA . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
2
HET GEBRUIK VAN HET FITNESS TEST PROGRAMMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 HET OPBERGEN VAN DE LOOPBAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 CONDITIE RICHTLIJNEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Aandacht: Een GEDETAILLEERDE TEKENING en een ONDERDELEN LIJST bevinden zich in het midden van deze handleiding. Bewaar de GEDETAILLEERDE TEKENING en de ONDERDELEN LIJST voor referentie.
2. HAMSTRING STREKOEFENING Zit met een been gestrekt. Breng uw andere voet tegen de binnenkant van uw gestrekte been. Reik zover mogelijk voorover naar uw tenen. Houdt dit 15 tellen vast en rust. Herhaal deze oefening drie maal voor elk been. Strekken: Hamstrings, onderrug en kruis.
3
3. KUIT EN ACHILLES STREKOEFENING Met een been voor de ander, reikt u voorover en plaatst u handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw achterste voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun voorover en duw uw heupen naar de muur. Houdt dit 15 tellen vast en rust. Herhaal deze oefening drie maal voor elk been. Om uw achillespees verder te strekken, buigt u ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4
4. QUADRICEPS STREKOEFENINGEN Met een hand tegen de muur voor evenwicht, reikt u achteruit en grijpt u met de andere hand een voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houdt dit 15 tellen vast en rust. Herhaal deze oefening drie maal voor beide benen. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
5
5. BINNENDIJ STREKOEFENING
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw arts voordat u met dit of een enig oefenprogramma begint. Dit is in het bijzonder belangrijk voor personen boven de 35 jaar en/of voor personen die gezondheidsproblemen hebben of die ze gehad hebben. Lees alle instructies voor gebruik. ICON is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of schade aan eigendom door het gebruik van dit produkt.
2
Zit met uw voeten bij elkaar en met uw knie‘n naar buiten. Breng uw voeten zo dicht mogelijk naar uw kruis. Houdt dit 15 tellen vast en rust. Herhaal deze oefening drie maal. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
23
CONDITIE RICHTLIJNEN WAARSCHUWING: Raadpleeg uw arts voordat U begint met dit of ieder andere oefenprogramma. Dit is in het bijzonder belangrijk voor personen boven de 35 jaar en of personen met gezondheidsproblemen. De hartslagmeter is geen medisch instrument. De nauwkeurigheid van de hartslag-meting kan door verschillende factoren, onder andere door uw bewegingen tijdens het oefenen, worden be•nvloed. De meter is alleen maar een hulpmiddel om de algemene hartslag te bepalen.
De volgende richtlijnen helpen uw oefenprogramma te plannen. Denk er aan dat juiste voeding en adequate rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten. Vergeet niet dat dit algemene richtlijnen zijn. Voor meer informatie raadpleegt u dan een goed oefenboek of neem contact op met uw huisarts. OEFEN INTENSITEIT U kunt uw oefening op specifieke doelen richten. U kunt dat doen door vet te verbruiken, uw cardiovasculaire systeem te verbeteren, of uw uithoudingsvermogen te vergroten. Om een specifiek resultaat te bereiken moet u wel intensief oefenen. Vet Verbruik U moet op een vrij laag niveau oefenen om vet te verbruiken maar u moet het wel over een lange periode volhouden. Tijdens de eerste paar minuten verbruikt uw lichaam de gemakkelijke bereikbare koolhydraten voor energie. Na de eerste paar minuten begint uw lichaam de vet calorie‘n te verbruiken voor energie. If your goal is to burn fat, adjust the speed and incline of the treadmill until the FAT BURN indicator is lit. (See TRAINING ZONE MONITOR on pages 12 and 13.) Aerobic Oefening
22
Uw oefening moet ÒaerobicÓ zijn als u uw cardiovasculair systeem wilt verbetteren. Deze oefening heeft een hoge dosis zuurstof nodig gedurende een lange tijd. Dit vereist dat het hart meer bloed in het lichaam pompt en dat de longen meer zuurstof in het bloed toevoegen. U kunt intensief oefenen door uw hartslag als gids te gebruiken. Tijdens het oefenen moet uw harstlag tussen de 70% en 85% van uw maximale hartslag liggen. Dit is bekend als de trainingszone. U kunt uw trainingszone vinden door de tabel op deze pagina te bekijken. Gedurende de eerste paar maanden van uw oefenprogramma houdt u uw hartslag aan de onderkant van uw trainingszone terwijl u oefent. Na een paar maanden re-
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN TRAININGSZONE (SLAGEN p/MIN) LEEF TIJD
ONGETRAIND
GETRAIND
20
138Ð167
133Ð162
25
136Ð166
132Ð160
30
135Ð164
130Ð158
35
134Ð162
129Ð156
40
132Ð161
127Ð155
45
131Ð159
125Ð153
50
129Ð156
124Ð150
55
127Ð155
122Ð149
60
126Ð153
121Ð147
65
125Ð151
119Ð145
70
123Ð150
118Ð144
75
122Ð147
80
120Ð146
117Ð142 115Ð140
85
118Ð144
114Ð139
gelmatig oefenen, kunt u uw hartslag geleidelijk opvoeren tot aan het midden van uw trainingszone. U kunt uw hartslag meten door het gebruik van de hartslagmeter op het bedieningspaneel. Oefen tenminste vier minuten en meet uw hartslag meteen nadien. Als u hartslag te hoog ligt of te laag is, pas dan uw intensiteit aan. It may also be helpful to adjust the speed and incline of the treadmill until the AEROBIC indicator is lit. (See TRAINING ZONE MONITOR on pages 12 and 13.) Uithoudingsvermogen If your goal is high performance athletic conditioning, adjust the speed and incline of the treadmill until the PERFORMANCE indicator is lit. (See TRAINING ZONE MONITOR on pages 12 and 13.) WORKOUT RICHTLIJNEN Draag geschikte kleren wanneer u oefent. Draag altijd sportschoenen om uw voeten te beschermen. Elke workout bestaat uit drie delen: (1) een opwarming, (2) oefenen in de trainingszone, en (3) een tijd om af te bouwen. Opwarmen U dient uw lichaam voor te bereiden op een versnelde bloedsomloop die meer zuurstof aan de spieren levert, en die uw lichaamstemperatuur verhoogt. Begin elke workout met wat strekoefeningen en wat lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten (zie VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN op pagina 23).
WAARSCHUWING:
Om het risico van brand, elektrische schok of verwonding bij personen te voorkomen, dient U de volgende voorzorgsmaatregelen en informatie voor gebruik van de loopband door te lezen. 1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van deze loopband om alle gebruikers ervan te informeren over de voorzorgsmaatregelen. 2. Gebruik de loopband alleen zoals voorgeschreven in deze handleiding. 3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond, met tenminste 2,5 meter ruimte achter de loopband. Plaats de loopband niet op een plaats waar geen ventilatie is. Bedek de vloer onder de loopband met een kleed om die van beschadiging te beschermen. 4. Houdt de loopband binnenshuis, weg van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage of op een terras, of bij water. 5. Gebruik de loopband niet wanneer spuitbussen gebruikt worden of zuurstof wordt toegediend. 6. Houdt kinderen en huisdieren van de loopband vandaan. 7. De loopband kan niet gebruikt worden door personen die meer dan 115 kg wegen. Laat nooit meer dan ŽŽn persoon op de loopband oefenen. 8. Indien het elektriciteitssnoer wordt aangesloten (zie GEBRUIK NEMEN VAN HET ELEKTRICITEITSSNOER op pagina 7), plaats de stekker direct in een geaard stopcontact, geschikt voor 8 amp of meer. Geen ander apparaat mag op hetzelfde circuit worden aangesloten. 9. Houdt de stekker bij warmtebronnen vandaan. 10. Beweeg het loopvlak nooit wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet indien het elektriciteitssnoer of de stekker beschadigd is. (Zie VOORDAT U BEGINT op pagina 4 in deze handleiding wanneer de loopband niet naar behoren werkt.) 11. Start de loopband nooit terwijl U op de band staat. Houdt U aan de handsteunen vast wanneer U op de loopband oefent. 12. Draag geschikte sportkleding bij gebruik van de loopband; draag geen losse kleding die in de loopband bekneld kan raken. Gebruik altijd
sportschoenen; gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of sandalen. Sportkleding wordt aanbevolen voor mannen en vrouwen. 13. De loopband kan op hoge snelheid draaien. Stel de snelheid langzaam in om snelheidsstoten te voorkomen. 14. Ter voorkoming van de mogelijkheid tot oververhitting, dient de loopband niet continue langer dan een uur te worden gebruikt. 15. De hartslagmeter is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals de bewegingen van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen be•nvloeden. Het is alleen voor algemeen gebruik bedoeld, om u wat informatie te geven over uw hartritme. 16. Laat de loopband nooit onbeheerd terwijl het loopt. Verwijder altijd de sleutel wanneer u de loopband niet gebruikt. 17 Laat de loopband nooit uit u zicht wanneer het draait. Om de loopband te verplaatsen, neer te laten, of op te bergen, moet u 20 kg kunnen tillen. Verwijder altijd de sleutel en plaats de on/off (aan/uit) knop in de ÒoffÓ positie wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 4 zodat u de on/off knop kunt vinden.) 18. Om de loopband te verplaatsen, neer te laten, of op te bergen, moet u 20 kg kunnen tillen. 19. Zorg ervoor dat het sluitmechanisme goed gesloten is voordat u de loopband opbergt. 20. Steek nooit iets in de openingen. 21. Inspecteer en draai alle onderdelen van de loopband elke drie maanden goed vast. 22. U dient altijd de elektriciteit uit te schakelen voor uitvoering van onderhouds- en aanpassingsprocedures zoals beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de kap van de motor tenzij dit gebeurd op aanwijzing van een bevoegd service-verlener. Onderhoud, anders dan de procedures vermeld in deze handleiding, dient te worden uitgevoerd door een erkend service-verlener.
3
VOORDAT U BEGINT Fijn dat u de PROFORM¨ 785xt loopband hebt gekozen. Vooruitstrevende technologie en een nieuw ontwerp zijn samengebracht in de 785xt loopband om u te laten genieten van een uitstekende cardiovasculaire oefeningsvorm binnen de sfeer en stilte van uw eigen huis. En wanneer u de loopband niet gebruikt kunt u de 785xt gemakkelijk opbergen zodat het maar de helft van de ruimte vereist als gewone loopbanden.
loopband is PETL20860. Het serienummer staat op een sticker die bevestigd is op de loopband (zie de omslag van deze handleiding voor de plaats). Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de volgende tekening aandachtig om bekend te raken met de verschillende onderdelen.
c. Een ÒE3Ó code kan op de SPEED indicator verschijnen wanneer de loopband sneller dan de gekozen snelheid draait. Verwijder de sleutel en wacht voor tien en steek het weer in het bedieningspaneel. Als de code nog steeds verschijnt, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Gebruik de loopband pas weer na dat het probleem opgelost is. d. Een ÒE4Ó code kan op de SPEED indicator verschijnen wanneer de loopband op lage snelheid draait en de motor is te zwaar belast. Verwijder de sleutel en wacht voor tien en steek het weer in het bedieningspaneel. Als u meer dan 90 kg weegt, verhoog dan de helling van de loopband. Als de code nog steeds verschijnt, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Gebruik de loopband pas weer na dat het probleem opgelost is. e. Een ÒE5Ó code op PULSE indicator geeft een probleem aan met de hartsalgmeter. Zie HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGMETER op pagina 8, en de PULSE DISPLAY op pagina 12.
Lees voor het gebruik van de loopband deze handleiding zorgvuldig door. Het modelnummer van de
5. VERSCHIJNSEL: DE HARTSLAGMETER WERKT NIET GOED a. Zie HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGMETER op pagina 8, en de PULSE DISPLAY op pagina 12.
Bovenlichaamsarmen Fles-houder*
Bedieningspaneel
Sluitmechanisme Hartslagmeter Accessoire Compartiment
Sleutel/Klem * Fles niet inbegrepen
Handleuning Stroom Onderbreker
Loopband Voetbalk
VOORKANT
6.. VERSCHIJNSEL: DE LOOPBAND IS NIET GECENTREERD WANNEER EROP GELOPEN WORDT a. Als de loopband naar links is verschoven, verwijder dan eerst de sleutel en HAAL DE ELEKTRICITEITSSNOER UIT HET STOPCONTACT. Draai met gebruik van een inbussleutel de linkerbijstelbout van de achterroller een kwart slag met de klok mee. Steek het elektriciteitssnoer weer in het stopcontact, en steek de sleutel in het bedieningspaneel. Laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal dit totdat de loopband goed aangedraaid is. b. Als de loopband naar rechts is verschoven, verwijder dan eerst de SAFEKEY en HAAL DE ELEKTRICITEITSSNOER UIT HET STOPCONTACT. Draai met gebruik van een inbussleutel de linkerbijstelbout van de achterroller een kwart slag tegen de klok in. Steek het elektriciteitssnoer weer in het stopcontact, en steek de sleutel in het bedieningspaneel. Laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal dit totdat de loopband goed belt is centered.
a. Om dit probleem de verhelpen zult u wat olie nodig hebben.
Bijstelbouten voor de Achterroller
Been voor de Helling
RECHTERKANT
b
7. VERSCHIJNSEL: DE BOVENLICHAAMSARMEN PIEPEN
ACHTERKANT
Platform met Kussentjes voor maximal confort wanneer u oefent
a
Draai de Weerstandsknop (59) tegen de klok in totdat het volledig los zit. Verwijder het Weerstandskapje (60) en de Bovenlichaamsarmen (12), en ook de 3/8Ó Platte Tussenring (65), Veertussenring (62), Tussenring (63), en Kogel (64). (Aandacht: Als de Weerstandsmouw [61] uit de Weerstandshouder [66] komt, druk deze dan weer in.) Smeer een dunne laag olie op de oppervlakte van het Weerstandskapje (60). Maak alle onderdelen weer goed vast.
66 12
61 60
62
63
59
65 64 65
8. VERSCHIJNSEL: DE LOOPBAND ZIT ONEVEN OP DE VLOER a. Zorg ervoor dat alle zeven kussentjes goed onder de loopband vast zitten (zie montage stap 1 en 6 op pagina 5 en 6).
4
b. Wanneer de loopband op een oneven ondergrond zit, verwijder dan de kussentjes van de basis. Vergeet jiet een maatje on de loopband te legen om schading aan de vloerbedekking te vermijden.
21
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN EN OPBERGEN
MONTAGE
De meeste loopband problemen kunnen worden opgelost door de onderstaande simpele stappen te volgen. Zoek het verschijnsel die van toepassing zijn voor uw loopband en volg de stappen. 1. VERSCHIJNSEL: DE STROOM WORDT NIET INGESCHAKELD a. Zorg ervoor dat het elektriciteitssnoer goed in het stopkontact zit en dat het stopkontact goed geaard is. (Zie HET IN GEBRUIK NEMEN VAN HET ELEKTRICITEITSSNOER op pagina 7.) Als u een verlengsnoer gebruikt, gebruik dan alleen een snoer van 1,5m of korter. b. Nadat het elektriciteitssnoer in het stopcontact zit overtuig u zich ervan dat de sleutel volledig in het bedieningspaneel is geplaatst. Verschillende indicatoren op het bedieningspaneel zullen oplichten. Various indicators on the console should light.(Zie stap 1 op pagina 11.) c. Controleer de stroomonderbreker die bij het elektriciteitssnoer van de loopband zit. Als de knop naar buiten steekt zoals aangegeven is, is de breker doorgeslagen. Wacht vijf minuten voordat u de breker weer aanzet door de knop in te drukken. d. Bekijk de on/off knop die aan de voorkant van de loopband zit en zorg ervoor dat de knop zich in de ÒonÓ positie bevindt.
Twee personen zijn nodig om het apparaat te monteren. Plaats de loopband in een open ruimte en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband hebt opgezet. U hebt het volgende gereedschap nodig: Een inbussleutel , en een phillips schroevendraaier , en twee verstelbare engelse sleutels . 1. Bevestig zes Basis Kussentjes (73) aan de onderkant van de Basis (75) op de aangegeven plaatsen (zie tekening rechts boven). Aandacht: Een extra Kussentje wordt in montage stap 6 gebruikt, en een extra kussentje kan zich in de verpakking bevinden.
73
1
73
75
c
73
Doorgeslagen
Reset Tripped
d
73
ÒOnÓ Positie
Reset
2. Houdt de Staanders (11, 58) goed vast zoals aangegeven is. Til de Staanders op totdat de Basis (75) en de voorste Wielen (74) op de grond rusten.
2
11
OFF
ON
58 2. VERSCHIJNSEL: DE STROOM SCHAKELT UIT TIJDENS GEBRUIK a. Controleer de stroomonderbreker die zich op het onderstel van de loopband bij het elektriciteitssnoer bevindt. Als de knop naar buiten steekt zoals getoond is, is de breker doorgeslagen. Wacht 5 minuten, druk dan de schakelaar weer in (zie 1. c. hierboven).
74 75
b. Overtuig u ervan dat het elektriciteitssnoer in het stopcontact zit. c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel opnieuw terug in het bedieningspaneel. (Zie stap 1 op pagina 11.) d. Zorg ervoor dat de knop zich in de ÒonÓ positie bevindt. (Zie 1. d. hierboven.) 3. VERSCHIJNSEL: DE LOOPBAND VERTRAAGT WANNEER EROP GELOPEN WORDT a. Gebruikt alleen maar een verlengsnoer van 1,5m in lengte of korter. b. Als de loopband nog steeds vertraagt wanneer u erop loopt, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. 4. VERSCHIJNSEL: EEN CODE (ÒE1,Ó ÒE2,Ó ÒE3,Ó ÒE4,Ó OR ÒE5Ó) VERSCHIJNEN OP HET BEDIENINGSPANEEL a. Een code ÒE1Ó dat op de DISTANCE/INCLINE indicator verschijnt, geeft aan dat een probleem bestaat met de helling. Verwijder de sleutel en wacht voor tien en steek het weer in het bedieningspaneel. Als de code nog steeds verschijnt, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Gebruik de loopband pas weer na dat het probleem opgelost is.
20
b. Een ÒE2Ó code kan op de SPEED indicator verschijnen wanneer de SPEED knop of de START/PAUSE knop ingedrukt wordt en de loopband begint niet binnen 7 seconden te draaien. Verwijder de sleutel en wacht voor tien en steek het weer in het bedieningspaneel. Zorg ervoor dat u altijd op de voetbalk staat voordat de loopband begint te draaien. Als de code nog steeds verschijnt, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Gebruik de loopband pas weer na dat het probleem opgelost is.
3. Maak de Bouten van de Dwarsstang (2) aan de zijkanten van de Dwarsstang van het Bedieningspaneel (17) los. Draai het Bedieningspaneel (6) in de aangegeven positie. Bekijk de onderkant van de Linker en Rechter Hoekijzers van de Dwarsstang (4, 51) en zoek voor de twee kleine gaten in de Dwarsstang van het Bedieningspaneel (17). Draai de Schroeven van de Dwarsstang (9) in de vier gaten.
3
6 4
9
2 17
Draai het Bedieningspaneel (6) verder door totdat het niet meer kan. Draai de Bouten van de Dwarsstang (2) goed vast door gebruik van de Inbussleutel (57). 4. Vervolgens moet de loopband in de opberg positie opgevouwen worden. Houdt de loopband in de aangegeven plaatsen op de tekening rechts vast. Om de mogelijkheid tot verwonding te verlagen, buig uw benen en houdt u rug recht. Zorg ervoor dat u met uw benen tilt en niet met uw rug wanneer u de loopband rechtop plaatst. Til de loopband halverwegen in de verticale positie.
2
51
57 9
4
5
5. Plaats uw rechter hand in de getoonde positie in de tekening rechts en houdt de loopband goed vast. Til met uw linker hand het Sluitmechanisme (125). Til de loopband op totdat de sluitpen in de groef van het Sluitmechanisme valt. Het kan zijn dat u de Bovenlichaamsarmen (12) wat moet buigen (zie tekening 5B). Zorg ervoor dat de sluitpen zich in het sluitmechanisme bevindt en dat het sluitmechanisme goed gesloten is.
6. Bekijk tekening 6B. Bevestig een Basis Kussentje (73) aan de onderkant van de Stabilisator Plaat (88) in de aangegeven plek.
HET NEERLATEN VAN DE LOOPBAND
5A 125 5B
Sluitmecha -nisme
12
Sluitmechanisme
Sluitpen
6B
6A
88
4
Zie tekening 6A. Sta achter de loopband. Houdt u vast aan het Linker Hoekijzer van de Dwarsstang (4) en het Rechter Hoekijzer van de Dwarsstang (niet getoond). Plaats uw ene voet op de Basis (75) zoals aangegeven is. Trek de loopband naar u toe. Tijdens deze procedure, moet een tweede persoon de Stabilisator Plaat (88) op de Basis schuiven (zie tekening 6C). Met uw voet nog steeds op de Basis, laat de loopband weer langzaam rechtop komen. Zorg ervoor dat de Stabilisator Plaat (88) zich nog steeds op de Basis bevindt.
2. Houdt de loopband in de aangegeven plaatsen op de tekening rechts van de loopband vast en laat het langzaam naar de vloer zaken. Om de mogelijkheid tot verwonding te verlagen, buig uw benen en houdt uw rug recht.
73
88
75
Zie tekening 6C. Maak de Stabilisator Plaat (88) aan de Basis (75) vast met een Bout van de Stabilisator Plaat (105), twee Platte Stabilizator Tussenringen (97) en de Stabilisator Plaat Moer (95) zoals aangegeven is, two Stabilizer Plate Washers (97), and the Stabilizer Plate Nut (95) as shown.
6C 95
97
105
Voordat u de loopband verplaatst, zie HET VERPLAATSEN VAN DE LOOPBAND oppagina 18. 75 7. Zie tekening van montage stap 5 hierboven. Houdt de bovenkant van de loopband vast met uw rechter hand zoals aangegeven is. Til met uw linker hand het Sluitmechanisme (125). Til de loopband op totdat de sluitpen in de groef van het Sluitmechanisme valt.
1. Plaats uw rechter hand in de getoonde positie in de tekening rechts. Til met uw linker hand het sluitmechanisme op. Draai de loopband wat totdat de sluitpen uit het sluitmechanisme valt.
88
7
Houdt de loopband in de aangegeven plaatsen vast. Laat de loopband naar de vloer zakken. Om de mogelijkheid tot verwonding te voorkomen, buig met uw benen en houdt uw rug recht.
8. Verwijder het papier aan de achterkant van de Sleutelklem (4). Plaats de Sleutelklem op het Onderstel (84) op de aangegeven plaats. Steek de inbussleutel (57) in de Sleutelklem.
8
44
57
6
84
19
9. Bevestig de Hartslagmeter (23) aan een van de Hoofbanden (72 of 120). Zorg ervoor dat het sensorraampje door het aangeven gat in de Hoofdband steekt.
HET OPBERGEN VAN DE LOOPBAND HET OPKLAPPEN VAN DE LOOPBAND
23
Kledingklem Scharnier
Gat
Kledingklem
72 of 120 Draad van de Sensor
1. Houdt de loopband in de aangegeven plaatsen op de tekening rechts van de loopband vast. Om de mogelijkheid tot verwonding te verlagen, buig uw benen en houdt uw rug recht. Zorg ervoor dat u met uw benen tilt en niet met uw rug wanneer u de loopband rechtop plaatst. Til de loopband halverwege in de verticale positie.
Leg een kleed onder de loopband om uw vloer van beschadiging te beschermen. Houdt de loopband uit de zon. Zorg ervoor dat u de loopband niet opgeslagen houdt in een ruimte waar de temperatuur hoger dan 34¡ C is.
Sensorraampje
Open de kledingklemmen en plaats de hartslagmeter in de klemmen. Zorg ervoor dat de draad van de hartslagmeter tegen het scharnier van de kledingklem ligt (zie tekening rechts boven). Zie pagina 8 om meer te lezen over het gebruik van de hartslagmeter.
Neem het elektriciteitssnoer uit het stopcontact voordat u de loopband opklapt Verwijder de hartslagmeter uit het bedieningspaneel om schade eraan te voorkomen. WAARSCHUWING: U moet 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen opbergen.
2. Plaats uw rechter hand in de getoonde positie in de tekening rechts en houdt de loopband goed vast. Til met uw linker hand het sluitmechanisme op. Til de loopband op totdat de sluitpen in de groef van het sluitmechanisme valt. Het kan zijn dat u de bovenlichaamsarmen wat naar buitne moet buigen (zoals in de tekening links boven wordt aangegeven. Zorg ervoor dat de sluitpen zich in de groef van het sluitmechanisme bevindt, en dat het sluitmechanisme goed gesloten is.
9
Controleer of alle onderdelen goed vastgedraaid zijn voordat u de loopband gebruikt. Attentie: Om de vloer te beschermen, raden wij u aan een vloerkleed onder de loopband te leggen.
Bovenlichaamsarmen
Sluitmechanisme
Sluitpen
HET VERPLAATSEN VAN DE LOOPBAND Zorg ervoor dat de loopband zich in de opgeslagen positie bevindt voordat het verplaatst wordt. Zorg ervoor dat de sluitpen zich in de groef van het sluitmechanisme bevindt, en dat het sluitmechanisme goed gesloten is.
Hoekijzer van de Dwarsstang
1. Plaats uw handen op beide hoekijzers van de dwarsstang. Plaats uw voet op het onderstel zoals aangegeven is. 2. Til de loopband naar u toe totdat de wielen vrij rollen. Verplaats de loopband naar de gewenste plek. Verplaats de loopband nooit zonder dat deze met behulp van de wieltjes wordt gebruikt. Als u de loopband schuift kan het zijn dat de kussentjes die onder het onderstel zitten los komen. Wees heel voorzichtig wanneer u de loopband verplaatst om verwondingen te voorkomen. Verplaats de loopband niet wanneer er een oneven oppervlak aanwezig is.
18
3. Plaats een voet op het onderstel en laat de loopband weer voorzichtig neer in een rechtop positie.
Wiel
Onderstel
7
kunt met programma FITNESS TEST beginnen zonder dat u een hartritme meet, maar de programmas stoppen meteen als u dat na na 4 minuten niet doet.
HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGMETER De rubberen hartslagmeter en de hoofband zijn special voor betere nauwkeurigheid, comfort, en duurzaamheid ontworpen. Lees a.u.b de volgende instructies goed door om zo nauwkeurig mogelijk de hoofband te kunnen gebruiken.
1. Wrijf over uw voorhoofd om de bloedsomloop te bevorderen voordat u de hoofdband gebruikt. 2. Zorg ervoor dat de hoofdband goed is bijgesteld. Uw hartslag meting zal niet nauwkeurig zijn als de band te strak of te los zit.
HET BIJSTELLEN VAN DE HOOFDBAND Om het beste resultaat te krijgen moet de hoofdband goed passen. De hoofdband moet nogal strak rond het hoofd zitten, zonder dat het onbehaaglijk aanvoelt. Stel de hoofband bij door Bijstelknop het knopje in een van de gaten van de band te plaatHoofdband sen. Aandacht: Elke keer dat U oefent kan de hoofdband wat uitstreken na een paar minuten gebruik. Zodanig kan het nodig zijn om de hoofdband regelmatig bij te stellen.
3. De hoofdband moet zorgvuldig geplaatst wordenÑ zorg ervoor dat het sensorraampje zich in het midden van uw voorhoofd bevindt, en dat er zich geen haren tussen de sensor en uw voorhoofd bevinden. Make-up kan nauwkeurige metingen belemmeren. Aandacht: Als de hartslagmeter geen meting kan krijgen terwijl het sensroraampje in het midden van uw voorhoofd ligt, plaats de sensor dan wat naar rechts of links. Het kan zijn dat het voor uw hoofd beteer is dat het van een andre plek wordt gemeten. 4. Zorg ervoor dat het snoer van de hoofdband zich goed in het stopcontact van het bedieningspaneel bevindt. 5. Omdat uw pols constant veranderd zal de hartslagmeter uw hartritme elke paar seconden meten. Het mogelijk zijn dat het 10 seconden kan duren voordat de hartlslagmeter een goede meting kan aangeven.
HET DRAGEN VAN DE HARTSLAGMETER 6. Beweeg uw hoofd niet te veel tijdens het oefenen. Wrijf over uw voorhoofd om de bloedsomloop te bevorderen. De hoofdband moet zorgvuldig geplaatst wordenÑzorg ervoor dat het sensorraampje zich in het midden van uw voorhoofd bevindt, en dat er zich geen haren tussen de sensor en uw voorhoofd bevinden. Bevestig de kledingklem aan uw krag. De klem zal dan weinig bewegen en een goede meting weergeven. BELANGRIJK: Draag de hartslagmeter alleen wanneer u de loopband gebruikt om statische elektriciteit te voorkomen.
Hoofband
Sensroraampje
Draad Kleding klem
7. Wanneer u de loopband regelmatig gebruikt, maak het sensorraampje dan een keer per week goed schoon. Gebruik een katoenen lap met een beetje water. HET OPLOSSEN VAN ALGEMENE METINGSPROBLEMEN 1. Lees richtlijnen 2, 3, 4, 5, 6, en 7 hierboven wanneer u de hartslagmeter draagt en het NO PULSE DETECTED licht is aan. 2. Bekijk richtlijn 5 wanneer de hartslagmeting in de PULSE indicator heel hoog is of te laag is. 3. Bekijk richtlijnen 2, 3, 4, 5, 6, en 7 wanneer een ÒE5Ó code in de PULSE indicator verschijnt. 4. Bekijk richtlijnen 2, 3, 4, 5, 6, en 7 wanneer de letters ÒPLSÓ in de PULSE indicator verschijnt. HET SCHOONMAKEN VAN DE HARTSLAGMETER EN DE HOOFDBAND
RICHTLIJNEN VOOR GOEDE HARTSLAGMETINGEN
8
Het gebruik van de PULSE DISPLAY (HARTSLAG INDICATOR) in het bedieningspaneel wordt op pagina 12 van deze handleiding beschreven. Volg de volgende instructies om de beste metingen te krijgen:
Verwijder de hoofdband van de hartslagmeter. Veeg de hartslagmeter met een vochtige doek af; dompel nooit de hartslagmeter in water. U kunt de hoofdband schoonmaken het met een zacht schoonmaakmiddel, hang de band op om die te laten drogen.
6
(FL:0). (Zie RICHTLIJNEN VOOR GOEDE HARTSLAGMETINGEN.) Het FITNESS TEST kan niet worden gestopt en dan weer worden voortgezet. Het programma kan wel worden gestopt door op de STOP knop te drukken.
Druk op de START/PAUSE knop om het programma de beginnen. Nadat u de START/PAUSE knop inMAX.SPD. drukt zal de TIME (TIJD) START / PAUSE indicator beginnen te tellen. De CALORIES indicator geeft dan een ÒL1Ó aan wat het eerste segment van 4 minuten aangeeft. De helling van de loopband wordt automatisch beijgestelt tot een 3% graad en de loopband zal met een snelheid van 1,5 mph (2,5 kph) beginnen te draaien. Houdt u vast aan de handleuningen en begin met uw training. Een ÒL2Ó zal op de CALORIES indicator verschijnen wanneer de TIJD indicator 4 minuten bereikt. De helling verhoogt tot 4% en de snelheid gaat naar 2,5 mph (4,2 kph) toe. De snelheid en de helling zal steeds blijven stijgen totdat uw hartritme tot aan de grens van de 70% van uw maximale hartritme bereikt, en dat het huidige segment van 4 minuten verlopen is. Het FITNESS TEST programma is dan voltooid. Al zijn er nog secties van 4 minuten over. De letter ÒCÓ wordt in de CALORIES indicator aangegeven wanneer het programma voltooid is en de afkoeling begint. De TIME indicator zal dan van 2 minuten terug tellen totdat het nul bereikt. De loopband komt dan tot stilstand en uw conditie pijl wordt dan in de TIME indicator aangegeven.De conditie indicator bestaat uit tien niveaus, niveau tien is het hoogste. Vergeet niet Fitness Level TIME dat het conditie pijl voor informatie bedoeldt is. ance Aandacht: De SPEED en INCLINE knoppen kunnen tijdens dit programma niet worden gebruikt. Als u pols niet gemeten kan CALORIES worden, zal de NO PULSE DETECTED inticator gaan branden en de letters ÒPLSÓ zullen No Pulse Detected op de indicator flikkeren. PULSE De loopband zal to t stilstand komen wanneer uw pols niet tijdens de laatste 30 seconden van ieder segment van 4 minuten ( na 4 minuten, na 8 minuten, enz..) gemeten kan worden. Het programma komt dan tot een eind en de TIME indicator geeft dan een 0 aan
7
Wanner u klaar bent met trainen, stop de loopband en verwijder de sleutel. Stap op de voetbalken, stop de loopband en verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar de sleutel op een veilige plek. Plaats ook de on/off knop in de ÒoffÓ positie. (Zie de tekening onder aan pagina 10.)
HET GEBRUIK VAN DE BOVENLICHAAMSARMEN U kunt tijdens het oefenen de bovenlichaamsarmen gebruiken of u kunt zich vast houden aan de handleuningen. De bovenlichaamsarmen zijn ontworpen om uw armen, schouders te oefenen. Dit zorgt voor een complete workout voor uw lichaa. Neem een bovenlichaamsarm in iedere hand vast en beBovenlichaweeg deze naar amsarmen voren en naar achteren tijdens het lopen op de loopband. Om de intensiteit van uw lopen te veranderen kunt u de weerstand Weerstandsvan de bovenarmen knoppen bijstellen. Om de weerstand te verhogen, draai de weerstandsknoppen met de klok mee. Om de weerstand te verlagen, draai de knoppen tegen te klok in. HET KIEZEN VAN EEN INFORTIE MODE Het bedieningspaneel bevat een informatie mode dat de totale verlopen tijd en afstand van de loopband bijhoudt. Druk op de STOP knop wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt om de informatie mode in te schakkelen. De TIME indicator geeft dan de totale tijd aan dat de loopband heeft gelopen, in uren. De AFSTAND/INCLINE geeft de totale afstand aan in mijlen of mijlen (als de afstand meer dan 999 is wordt het getaal voor de duizend eenhied en de tienduizend eenheid in de PULSE indicator aangegeven). Aandacht: De SPEED indicator geeft ieder een ÒEÓ (voor engelsÑmijlen) of een ÒMÓ (voor metrischÑkilometers) aan (zie SPEED DISPLAY op pagina 12). Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel om de informatie mode te eindige.
17
GEN op pagina 8.) Als uw pols na een periode van 2 minuten (na 2 minuten, na 4 minuten, na 6 miniten, enz.) tijdens het programma niet gemeten kan worden, dan stopt het programma automatisch. Aandacht: U kunt de helling en de snelheid wat bijstellen tijdens het programma door op de SPEED of INCLINE knoppen te drukken. Maar let wel op dat wanneer u de snelheid verhoogt, gaat de helling omlaag; als u de snelheid verlaagt, dan gaat de helling omhoog. Wanneer u de helling verhoogt, de snelheid verlaagt; als u de helling verlaagt, dan gaat de snelheid omhoog. Het bedieningspaneel zorgt ervoor dat uw hartritme rond het goede niveau blijft. Wanneer de helling de hoogste stand heeft bereikt kan de snelheid niet meer afnemen. Wanneer de helling de laagste stand heeft bereikt kan de snelheid niet meer toenemen.
Volg de stappen hieronder om het programma goed te gebruiken:
1
Stap op de voetbalken en steek de sleutel in het bedieningspaneel. Verschillende indicatoren en lichtjes zullen gaan branden. Pak de klem vast die aan de sleutel vast zit en steek de klem in de taille van uw kleding.
2
Volg uw training met de vijf indicatoren van de TRAINING ZONE monitor.
3
Zie TRAINING ZONE MONITOR op paginas 12 en 13.
8
4
5
16
Het FITNESS TEST programma bevat zeven secties die elk 4 minuten lang duren. Nadien volg een afkoleingsfase die 2 minuten lang is. De snelheid en de helling van de loopband worden bij het begin van elke 4 minuten aangepast.
DE PERFORMANT LUBETM LOOPBAND Uw loopband bevat een loopband die met PERFORMANT LUBETM , een hoog-prestatie smeermiddel, ingesmeerd is. BELANGRIJK: Breng geen enkel andere silicon smeermiddel op de loopband of het loopplatform aan. Deze kan de band beschadigen en slijtage veroorzaken. GEBRUIK NEMEN VAN HET ELEKTRICITEITSSNOER Dit produkt is geschikt voor 220Ð240 volt en moet geaard worden. Wanneer het slecht functioneert of stuk gaat, zorgt de aarde voor een pad van minste weerstand voor elektrische schok. Dit produkt is uitgerust met een kabel met aardgeleider en een stekker.
WAARSCHUWING:
Onjuiste verbinding van de aardgeleider kan resulteren in een risico van elektrische schok. Raadpleeg een erkende elektricien of service-verlener wanneer u zich afvraagt of het produkt goed geaard is. Verander de stekker geleverd bij dit produkt niet. Indien het niet in het stopcontact past, dient een juist stopcontact te worden ge•nstalleerd door een erkend installateur.
Steek het aangegeven eind van het elektriciteitsnoer in de loopband. Steek het andere eind van het snoer in een stopcontact dat behoorlijk ge•nstalleerd en geaard is in overeenstemming met alle lokale codes en bepalingen.
Toets in uw leeftijd. Nadat u stap 3 hebt voltooid, zullen de letters ÒAGEÓ zullen op de PULSE (HARSLAG) gaan branden. Om uw leeftijd aan te geven, zie dan stap 4 op pagina 11. Druk op een van de AGE knoppen om de leeftijd de controlleren als u al uw leeftijd al hebt ingetoetst.
HET GEBRUIK VAN HET FITNESS TEST PROGRAMMA
Het FITNES TEST PROGRAMMA is ontworpen om uw conditie pijl te bepalen. Om voor de beste resultaten te zorgen is het belangrijk de test af te legen wanneer u energie hoog is. Neem de test niet wanneer u al gedurende de dag hebt geoefent.
Toets uw gewicht in. Wanneer u het FITNESS TEST programma kiest, zullen de letters ÒLbSÓ op de CALORIES indicator worden aangegeven. Om uw gewicht in te voeren, zie stap 3 op pagina 11. Druk op een van de WEIGHT knoppen om het gewicht de controlleren als u al uw gewicht hebt ingetoetst.
Wanneer u klaar bent met trainen, stop de loopband en verwijder de sleutel. Stap op de voetbalken, stop de loopband en verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar de sleutel op een veilige plek. Plaats ook de on/off knop in de ÒoffÓ positie. (Zie de tekening rechts onder op pagina 10.)
Kies het FITNESS TEST programma. Druk op de FITNESS C TEST knop. Een indicator zal gaan branFITNESS TEST den wanneer u op een van de knoppen D W drukt. Aandacht: Als de loopband draait en u drukt op een van die knoppen, dan komt de loopband tot stilstand.
Aandacht: Om het programma even te stoppen, druk dan op de START/PAUSE knop. De TIME indicator gaat dan flikkeren. Om het programma voort te zetten, druk dan weer op de START/PAUSE knop. De loopband zal dan weer op de goede snelheid draaien. Om het programma volledig te stoppen, druk dan op de STOP knop.
7
Zorg ervoor dat de sleutel volledig in het bedieningspaneel zit.
BEDIENING EN BIJSTELLEN
Draag de hartslagmeter. De hartslagmeter moet gedragen worden wanneer u de FITNESS TEST gebruikt. Zie HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGMETER op pagina 8 om te weten te komen hoe u de hartslagmeter moet dragen. Steek de draad van de hartslagmeter in het contactpunt aan de voorkant van het bedieningspaneel. Aandacht: U
9
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
HET GEBRUIK VAN DE FAT BURN EN AEROBIC PROGRAMMAS
5
De hartslagmeter moet gedragen worden wanneer u de FAT BURN of AEROBIC gebruikt. Zie HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGMETER op pagina 8 om te weten te komen hoe u de hartslagsensor moet dragen. Steek de draad van de hartslagsensor in het contactpunt aan de voorkant van het bedieningspaneel. Aandacht: U kunt met programma FAT BURN of AEROBIC beginnen zonder dat u een hartritme meet, maar de programmas stoppen meteen als u dat na na 2 minuten niet doet.
STEP Warm -up
Cool -down
1
SPEED PROFILES
INSERT KEY
A
TOTAL CAL.
2 B
FAT CAL.
SELECT A PROGRAM
CALORIES
3 C
SET YOUR WEIGHT
Fitness Level
TIME
WEIGHT Performance
4 FITNESS TEST
SET YOUR AGE
D
WEAR PULSE SENSOR
4
FAT BURN
SET MAX. SPEED
PULSE DRIVEN PROFILE: 75 TO 85% MAX. HEART RATE.
AEROBIC
PRESS START
8
PULSE
Maximum Fat Burn
DIST. / INCLINE
6
PULSE DRIVEN PROFILE: 60 TO 70% MAX. HEART RATE.
6
Aerobic
No Pulse Detected
7 mins. 2
AGE
5 MAX.SPD.
START / PAUSE
MPH KPH
Fat Burn Warm-up & Cool-down TRAINING ZONES
10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30
De FAT BURN en AEROBIC programmas stellen zelf de snelheid en de helling van de loopband in zodat uw hartritme op het goede niveau is. Beide programmas zijn 30 minuten lang. De snelheidskaart aan de linkerkant van het bedieningspaneel geeft de verandering in hartritme aan tijdens het programma. Ieder programma begint met een opwarm oefening en eindigt met een afkoeling. Volg de instructies hieronder:
SET SPEED
1 CAUTION ! To prevent electrical shock and damage to electrical components, keep water away from console. Use only closeable water bottles.
Klem
Contactpunt van de Hartslagmeter
WAARSCHUWING:
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen door voordat u het bedieningspaneel gebruikt. ¥ Sta niet op de loopband wanneer u deze in gebruik neemt. ¥ Draag altijd de klem wanneer u de loopband gebruikt. (Zie tekening hierboven.) Wanneer de sleutel uit het bedieningspaneel wordt verwijderd, zal de elektriciteit zich uitschakelen. ¥ Stel de snelheid in kleine stappen. ¥ Laat de loopband nooit onbeheerd terwijl hij loopt. Verwijder altijd de sleutel wanneer u de loopband niet gebruikt. ¥ Gebruik het FAT BURN of AEROBIC programma niet als u hartklachten hebt, of als u 60 bent of ouder en inactief bent. Raadpleeg uw huisarts wanneer u regelkematig medicijnen inneemt om er zeker van te zijn dat deze uw training niet kunnen be•nvloeden. ¥ Om het risico van elektrische schok te verminderen, zorg ervoor dat het bedieningspaneel niet in contact komt met vloeistoffen. Gebruik alleen een waterfles die u kunt sluiten. KENMERKEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
10
Deze loopband bevat merkwaardige kenmerken die u zullen helpen uw training zo compleet mogelijk te
Opgelet: Het bedieningspaneel is bedekt met een plastic vel om het te beschermer. Haal dit weg voor gebruik. maken. Wanneer het bedieningspaneel in de handmatige mode is, kunt de de snelheid and de helling van de loopband veranderen door een druk op een knop. Vijf indicatoren zullen u continue informatie weergeven tijdens het trainen. U kunt ook uit zeven programmas kiezen. Programmas A, B, C, en D controlleren automatisch de snelheid van de loopband tijdens de training. Het speciale FAT BURN programma biedt een intensief vet verbruik training aan. Het AEROBIC programma zorgt voor een maximaal cardiovasculaire oefening, en de unieke FITNESS TEST programma geeft het niveau van uw conditie aan. Volg de instructies op paginas 11 tot en met 13 voor het handmatige (MANUAL) gebruik van het bedieningspaneel. Zie paginas 13 en 14 voor programmas A, B, C, of D. Zie paginas 15 en 16 voor het FAT BURN en AEROBIC programmas. Volg de instructies op pagina 16 en 17 om het FITNESS TEST te voltooien. Aandacht: Het bedieningspaneel kan de snelheid en afstand in mijlen of kilometers aangeven (zie SPEED [SNELHEID] INDICATOR op pagina 12). Voordat u begint, zorg ervoor dat de on/off knop die vlak bij ÒOnÓ OFF het elektriciteitssnoer bevindt Positie ON in de Òon Ò positie is. Steek het elektriciteitssnoer in het stopkontact (zie pagina 9). Aandacht: De letter ÒPOÓ zullen in de SPEED indicator flikkeren wanneer de sleutel al in het bedieningspaneel zit en u steekt het elektriciteitssnoer in het stopkontact. Als dit voorkomt, neem de sleutel uit het bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat de sleutel volledig in het bedieningspaneel zit. Stap op de voetbalken en steek de sleutel in het bedieningspaneel. Verschillende indicatoren en lichtjes zullen gaan branden. Pak de klem vast die aan de sleutel vast zit en steek de klem in de taille van uw kleding.
CAUTION ! TO AVOID INJURY: ¥ Read User's Manual first. ¥ Don't stand on walking belt when starting treadmill. ¥ Moving parts can cause injury; use caution, and keep children away. ¥ Stop if you feel faint, dizzy, or short of breath.
Sleutel
2
Kies het FAT BURN of AEROBIC programma. D W Druk op de FAT BURN of AEROBIC knop. Een FAT BURN indicator zal gaan branden wanneer u op een AEROBIC van de knoppen drukt. Aandacht: Als de loop28 30 band draait en u drukt op een van die knoppen, dan komt de loopband tot stilstand.
3
Toets uw gewicht in. Wanneer u programma FAT BURN of AEROBIC kiest, zullen de letters ÒLbSÓ op de CALORIES indicator worden aangegeven. U moet uw gewicht en leeftijd voor beide programmas aangeven. Om uw gewicht in te voeren, zie stap 3 op pagina 11. Druk op een van de WEIGHT knoppen om het gewicht te controlleren als u uw gewicht al hebt ingetoetst. Toets in uw leeftijd.
4
Nadat u stap 3 hebt voltooid, zullen de letters ÒAGEÓ op de PULSE (HARSLAG) indicator gaan branden. Om uw leeftijd aan te geven, zie dan stap 4 op pagina 11. Druk op een van de AGE knoppen om de leeftijd te controlleren als u al uw leeftijd hebt ingetoetst.
Draag de hartslagmeter.
6
Druk op de START/PAUSE knop om met het programma te beginnen. De TIME indicator begint met het terug START / PAUSE tellen van af 30 minuten wanneer u de START/PAUSE knop indrukt. Na een momentje zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u zich aan de handleuningen vast en begin met uw trainen. R
MAX.SPD.
MPH KPH
De indicatoren PULSE DRIVEN PROFILE: 60 TO 70 onder de snelheidskaart PULSE DRIVEN PROFILE: 75 TO 85 geven aan waar u zich in mins. 2 4 6 8 10 12 14 16 het programma bevindt. Tijdens de eerste twee minuten zal de indicator boven de 2 gaan branden. Na twee minuten, zullen de indicatoren boven de 2 en de 4 gaan branden. Na 4 minuten, zullen de indicatoren boven de 2, 4, en 6 gaan branden. De snelheid en de helling van de loopband zullen tijdens de training veranderen om uw pols op het goede niveau te houden zoals op de kaart wordt aangegeven. Het programma gaat zo verder totdat de TIME indicator nul bereikt. De loopband komt dan tot stilstand en het programma is voorbij. CALORIES
Aandacht: De NO PULSE DETECTED indicator zal gaan branNo Pulse den en de letters ÒPLSÓ Detected PULSE zullen in de PULSE indicator gaan flikkeren als er tijdens het programma geen pols kan worden gemeten. (Zie RICHTLIJNEN VOOR GOEDE HARTSLAGMETIN-
15
gedurende zeven seconden gaan branden. De huidige leeftijd wordtdan aangegeven. Als u uw leeftijd wilt intoetsen, zie dan stap 4 op pagina 11.
5
20 minuten (of 30 START / PAUSE minuten als programma D is gekozen) wanneer u de START/ PAUSE knop indrukt. Na een momentje zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u zich aan de handleuningen vast en begin met uw training. MAX.SPD.
Draag de hartslagmeter als u dat wilt.
De indicaPULSE DRIVEN PROFILE: 60 TO 70 toren onder de snelheidPULSE DRIVEN PROFILE: 75 TO 85 skaart geven aan waar u mins. 2 4 6 8 10 12 14 16 zich in het programma bevindt. Tijdens de eerste twee minuten zal de indicator boven de 2 gaan branden. Na twee minuten, zullen de indicatoren boven de 2 en de 4 gaan branden. Na 4 minuten, zullen de indicatoren boven de 2, 4, en 6 gaan branden. De snelheid van de loopband zal tijdens de training veranderen zoals de kaart aangeeft. Het programma gaat zo verder totdat de TIME indicator nul bereikt. De loopband komt dan tot stilstand en het programma is voorbij.
Stel de maximum snelheid in voor het programma. Nadat stap 4 PULSE volgebracht is, zal een nummer START / PAUSE in de SPEED indicator gedurende zeven seconden verschijnen. Dit nummer geeft de maximum snelheid aan dat de loopband zal draaien tijdens het programma. U kunt de maximum snelheid tussen de 3,0 mph (5,0 kph) en 8,5 mph (14,3 kph) instellen. Druk op een van de MAX. SPD (MAXIMUM SNELHEID) knoppen als u de maximum snelheid wilt aanpassen. Aandacht: De snelheid zal met 0,3 mph (0,5 kph) veranderen met elke druk op de knop totdat het een snelheid van 4,5 mph (7,6 kph) bereikt. Nadien veranderd de snelheid met 0,5 mph (0,8 kph) met elke druk op de knop. Detected
R
MAX.SPD.
MPH KPH
T Z
Als de maximum snelheid tussen de 3,0 mph (5,0 kph) en de 5,0 mph (8,4 kph) ligt, dan zal de loopband met een snelheid van 1,5 mph (2,5 mph) tijdens de eerste en laatste twee minuten van een programma draaien (opwarm en afkoeling oefening). Het verschil in snelheid tijdens de rest van het programma is dan 1,5 mph (2,5 kph). Bijvoorbeeld, als de maximum snelheid 5 mph (8,4 kph) is, dan zal de snelheid tussen de 3,5 mph (5,9 kph) en de 5,0 mph (8,4 kph) liggen. Ligt de maximum snelheid tussen de 5,5 mph (9,3 kph) en de 8,5 mph (14,3 kph), dan zal de loopband met een snelheid van 3,0 mph (5,0 mph) tijdens de eerste en laatste twee minuten van een programma draaien (opwarm en afkoeling oefening). Het verschil in snelheid tijdens de rest van het programma is dan 2 mph (3,3 kph).
7 14
Druk op de START/PAUSE knop om met het programma te beginnen. De TIME indicator begint met het terug tellen van af
de PULSE (HARSLAG) indicator gaan branden. De huidige leeftijd wordt dan aangegeven. Druk weer op de knoppen om uw leeftijd in te voeren. Met elk druk op de knop veranderd de leeftijd met een jaar. De leeftijd zal met 5 jaar veranderen wanneer u de knop ingedrukt houdt. Uw leeftijd instelling zal voor 3 seconden in de PULSE indicator worden aangegeven.
HET GEBRUIK VAN DE HANDMATIGE FUNCTIE
KPH
De hartslagmeter moet gedragen worden als u wilt dat de PULSE (HARTSLAG) indicator werkt. Zie HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE HARTSLAGSENSOR op pagina 8 om te weten te komen hoe u de hartslagsensor moet dragen. Steek de draad van de hartslagsensor in het contactpunt aan de voorkant van het bedieningspaneel.
6
MPH
Aandacht: De SPEED knoppen zullen tijdens programma A, B, C, of D de snelheid niet kunnen be•nvloeden. Wanneer het programma te hoog of te laag is, druk dan op de MAX. SPD. knoppen en stel deze bij. De nieuwe maximum snelheid wordt dan gedurende 3 seconden in de SPEED indicator aangegeven. Om het programma even te stoppen, druk dan op de START/PAUSE knop. De TIME indicator gaat dan flikkeren. Om het programma voort te zetten, druk dan weer op de START/PAUSE knop. De loopband zal dan weer op de goede snelheid draaien. Om het programma volledig te stoppen, druk dan op de STOP knop.
1
Steek de sleutel volledig in het bedieningspaneel. Stap op de voetbalken en steek de sleutel in het bedieningspaneel. Verschillende indicatoren en lichtjes zullen gaan branden. Pak de klem vast die aan de sleutel vast zit en steek de klem in de taille van uw kleding.
2
Kies de MANUAL (HANDMATIG) functie.
3
¥ Druk op een van de aangeCALORIES geven knoppen van de WEIGHT PULSE (GEWICHT) indicator. De letters ÒLbSÓ zullen in de CALORIES indicator gaan branden. Druk weer op een van de WEIGHT knoppen. De huidige gewichtszetting wordt dan aangegeven. Elke keer dat u de WEIGHT knoppen drukt, zal het instelling met 1 pound (1 lbs=0,454 kg) veranderen. Als u de knop ingedrukt houdt, dan zal het aangegeven gewicht met 5 pounds (2.2 kg) veranderen. Nadat u uw gewicht hebt ingetoetst zal deze in de CALORIES indicator gedurende 3 seconden worden aangegeven. TOTAL CAL.
FAT CAL.
M
T
WEIGHT
AGE
No Pulse Detected
Verander de helling van de loopband als u dat wilt.
Volg uw training met de vijf indicatoren van de TRAINING ZONE monitor.
Wanner u klaar bent met trainen, stop de loopband en verwijder de sleutel. Stap op de voetbalken, stop de loopband en verwij-der de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar de sleutel op een veilige plek. Plaats ook de on/off knop in de ÒoffÓ positie. (Zie de tekening onder op pagina 10.)
6
Druk op de verhoog knop van de SPEED (SNELHEID) knop om de loopband te starten. PULSE U kunt de snelheid van START / PAUSE de loopband bepalen door op een van de SPEED knoppen te drukken. De snelheid zal met 0,1 mijl per uur (mph) (0,17 kilometer per uur [kph]) veranderen. Houdt de knop ingedrukt en de snelheid zal sneller veranderen. De laagste snelheid is 0,5 mph (0,8 kph) en de hoogste snelheid is 10 mph (16 kph). R
MAX.SPD.
MPH KPH
T Z
Zie TRAINING ZONE MONITOR op paginas 12 en 13.
10
Draag de hartslagmeter als u dat wilt. De hartslagsensor moet gedragen worden als u wilt dat de PULSE (HARTSLAG) indicator werkt. Zie GEBRUIK VAN DE HARTSLAGSENSOR op pagina 8 om te weten te komen hoe u de hartslagsensor moet dragen. Steek de draad van de hartslagsensor in het contactpunt aan de voorkant van het bedieningspaneel.
Toets uw gewicht in als u dat wenst Al is het niet nodig om uw gewicht en leeftijd in het bedieningspaneel in te toetsen om de handmatige functie te gebruiken, zal de CALORIES (CALORIEèN) indicator bettere gegevens weergeven als u dit wel aanduidt. Om uw gewicht in te voeren:
U kunt tijdens het programma A, B, C, of D de helling van de loopband veranderen door op de INCLINE knoppen te drukken. Zie stap 7 op pagina 12.
9
5
PR AEROBIC De handmatige mode is automatisch gekozen 30 wanneer u de sleutel insteekt. De indicator SET SPEED naast de MANUAL knop zal gaan branden. Aandacht: Druk op de MANUAL knop on de handmatige functie te kiezen als u al eerst een programma hebt gekozen.
OR
8
Aandacht: Uw leeftijd en gewicht wordt in het geheugen van het bedieningspaneel bewaart zodat de gegevens niet verloren gaan ook wanneer u de stekker uit het stopkontact verwijderd.
4
Toets in uw leeftijd als u dat wilt. Om uw leeftijd aan te geven: ¥ Druk op een van de aangegeven AGE (LEEFTIJD) knoppen. De letters ÒAGEÓ zullen op
Druk op de verhoog knop van de SPEED indicator totdat de loopband langzaam begint te draaien. Houdt u zich aan de handleuning vast en begin voorzichtig te lopen. Stel de snelheid van de band bij door op de SPEED knoppen te drukken. Aandacht: U kunt de loopband ook starten door op de START/PAUSE knop te drukken. De loopband zal dan met een snelheid van 0,5 mph (0,8 kph) beginnen te draaien. Stel dan de snelheid bij door op de SPEED knoppen te drukken. Om de loopband tot stilstand te brengen, druk dan op de START/PAUSE knop. Alle indicatoren zullen stoppen en de TIME (TIJD) indicator zal gaan knipperen. Om de loopband weer aan het draaien te krij11 gen, druk dan op de SPEED knoppen of op de
START/PAUSE knop zoals hierboven wordt uitgelegt. Aandacht: De loopband kan ook worden gestopt door op de STOP knop te drukken. Druk op de SPEED knoppen of de START/PAUSE knop zoals hierboven wordt uitgelegt. Aandacht: De SPEED indicator zal gedurende 7 seconden uw snelheid aangeven nadat u de SPEED knoppen hebt ingedrukt. De indicator geeft dan de huidige snelheid van de loopband aan.
7
Het veranderen van de helling van de loopband De helling van de loop& n band wordt door de ING CLINE knoppen be•nvloedt De helling zal met elke druk op de knop met 0,5% veranderen. Houdt de knop ingedrukt en de helling zal dan sneller veranderen. De gekozen helling wordt in de DISTANCE/INCLINE (AFSTAND/HELLING) indicator aangegeven. De laagste hellingsgraad is 0,5% en het steilste is 10%. Aandacht: Nadat u de helling hebt indetoetst, zal het een paar seconden duren voordat de loopband de gewenste helling bereikt.
8
Volg uw oefening met de vijf indicatoren en de TRAINING ZONE monitor. ¥ CALORIES (CALORIEèN) indicator. TOTAL CAL. Deze geeft de totale FAT CAL. verbrande CALOCALORIES RIEèN en het aantal VET CALORIEèN aan. (Zie VET VERBRUIK op pagina 22.) De indicator zal iedere zeven seconden van de ene naar de anderen verwisselen. De kleine lampjes naast de indicator zullen weergeven welk nummer wordt aangegeven. Aandacht: Deze indicator geeft ook het huidige gewicht aan wanneer de loopband stil staat en de WEIGHT knoppen worden ingedrukt. CALORIES ¥ PULSE (HARTSLAG) indicator. U moet de hartNo Pulse slagsensor dragen Detected PULSE wilt u dat deze indicator werkt (zie HET GEBRUIK VAN DE HARTSLAGSENSOR op pagina 8). De draad van de sensor moet zich volledig in het contactpunt vinden. Na een paar seconden zal een lampje in de vorm van een hart gaan flikkeren elke keer dat het een hartritme kan meten. De NO PULSE DE-
12
TECTED (GEEN HARTSLAG) indicator zal dan uitgaan en uw pols zal dan worden aangegeven. Aandacht: De hartslagmeter meet uw pols elke paar seconden omdat deze constant veranderd. Het kan zijn dat het 10 seconden duurt voordat u een goede meting krijgt. Als er geen getaal wordt aangegeven, zie dan RICHTLIJNEN VOOR EEN GOEDE HARTSLAGMETING op pagina 8.
Als de KPH eenheid aan is, dan is de afstand in kilometers aangegeven. ¥ Training Zone Monitor Deze monitor geeft de intensiteit van uw training aan. De monitor bevat vijf indicatoren die hieronder worden uitgelegt:
KPH
T Z
¥ AEROBICÑU moet ÒAEROBISCHÓ oefenen wilt u uw cardiovasculaire systeem verbetteren. (Zie AEROBIC OEFENING op pagina 22.) De AEROBIC indicator zal gaan branden wanneer u op het goede niveau traint.
¥ DISTANCE/INCLINE indicator. Geeft de afstand en de huidige helling DIST. / INCLINE van de loopband aan. De indicator zal iedere zeven seconden van het ene getaal naar het andere getaal gaan. Met iedere druk op de INCLINE knoppen geeft de indicator de gekozen helling aan. Aandacht: Als de MPH eenheid aan is dan is de afstand in mijlen aangegeven.
Volg de instructies hieronder voor programmas A, B, C, of D.
1
9
2
Kies programma A, B, C, of D. Druk op een van de programma knoppen. Een indicator zal gaan branden wanneer u op een van de knoppen drukt. Aandacht: Als de loopband draait en u drukt op een van die knoppen, dan komt de loopband tot stilstand.
Stop de loopband en verwijder de sleutel wanneer u klaar bent met uw oefening. Stap op de voetbalken en breng de band tot stilstand. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar de sleutel op een veilige plek. Plaats ook de on/off knop in de ÒoffÓ positie. (Zie de tekening aan de onderkant van pagina 10.)
Zorg ervoor da de sleutel volledig in het bedieningspaneel zit. Stap op de voetbalken en steek de sleutel in het bedieningspaneel. Verschillende indicatoren en lichtjes zullen gaan branden. Pak de klem vast die aan de sleutel vast zit en steek de klem in de taille van uw kleding.
¥ PERFORMANCEÑWit u op een hoge atletische training uitvoeren, oefen dan op een hoge intensiteitsniveau. De PERFORMANCE indicator zal gaan branden wanneer u op het juiste intensiteit oefent.
TIME
Aandacht: De TIME indicator geeft de overgebleven tijd aan wanneer een van de programmas (FITNESS TEST niet inbegrepen) is gekozen.
Programmas A, B, C, en D be•nvloeden zelf de snelheid van de loopband tijdens het oefenen. Programmas A, B, en C zijn ieder 20 minuten lang. Programma D duurt 30 minuut. De snelheidskaart aan de linker kant van het bedieningspaneel geeft de verandering in snelheid aan tijdens het programma. In programma A bijvoorbeeld zal de snelheid geleidelijk omhoog gaan tijdens de eerste 10 minuten; en dan weer geleidelijk afnemen in de volgende 10 minuten. Ieder programma begint met een opwarm oefening dat 2 minuten lang is, en eindigt met een afkoelen dat ook 2 minuten duurt.
¥ FAT BURN en MAXIMUM FAT BURNÑOm effectief vet te verbruiken moet u voor een bepaalde tijd met een vrij lage intensiteit trainen. (Zie VET VERBRUIK op pagina 22.) De FAT BURN of MAXIMUM FAT BURN indicator zal gaan branden wanneer de goede intensiteit is bereikt.
Aandacht: De snelheid kan in mijlen per uur (mph) of kilometers per uur (kph) worden aangegeven. Het lampje naast de SPEED indicator zal dan de juiste eenheid aangeven. U kunt van eenheid veranderen door op de STOP knop te drukken en de sleutel in het bedieningspaneel te steken. Een ÒEÓ (voor engelsÑmijlen) of een ÒMÓ (voor metrischÑ kilometers) verschijnt op de SPEED indicator. Druk op de SPEED (SNELHEID) verhoog knop om van eenheid te veranderen. Verwijder de sleutel en steek die dan weer terug.
Fitness Level
Maximum Fat Burn
¥ WARM UP & COOL DOWN Warm-up & Cool-down (OPWARMEN EN AFKOETRAINING ZONES LEN)ÑBegin elke training met een opwarm oefening en eindig elke training met een afkoeling oefening. (Zie CONDITIE RICHTLIJNEN op paginas 22 en 23.) De WARM up& COOL DOWN indicator zal gaan branden wanneer u de goede intensiteit voor het opwarmen of het afkoelen hebt bereikt.
MPH
¥ TIME (TIJD) INDICATOR. Geeft de volledige tijd aan dat de loopband heeft gelopen.
Aerobic
Fat Burn
Aandacht: Deze indicator geeft ook de huidige leeftijd aan wanneer de loopband niet draait en de AGE knoppen worden ingedrukt. ¥ SPEED (SNELHEID) indicator. Deze geeft de huidige snelheid van de loopband aan. Nadat u op de SPEED knoppen hebt gedrukt, wordt de nieuwe snelheid gedurende 7 seconden aangegeven.
Performance
HET GEBRUIK VAN PROGRAMMAS A, B, C, EN D
3
ES
A
B
S
C
FITNESS TEST
D
W
Toets uw gewicht in als u dat wenst. Wanneer u programma A, B, C, of D kiest, zullen de letters ÒLbSÓ gedurende zeven seconden op de CALORIES indicator worden aangegeven, en het huidige gewicht wordt dan aangeduidt. Al is het niet nodig om uw gewicht en leeftijd in het bedieningspaneel in te toetsen om de handmatige functie te gebruiken, zal de CALORIES (CALORIEèN) indicator bettere gegevens weergeven als u dit wel aanduidt. Om uw gewicht in te voeren, zie stap 3 op pagina 11.
4
Toets in uw leeftijd als u dat wilt. Nadat u stap 3 hebt voltooid, zullen de letters ÒAGEÓ zullen op de PULSE (HARSLAG) DISPLAY
13
ONDERDELEN LIJSTÑModelnr. PETL20860 1
8
2 3
2 2
4
1
5 6* 7
2 1 5
8
1
9
4
10 11 12
8 1 2
13 14 15 16 17
1 1 1 4 1
18
2
19*
1
20 21 22 23
1 1 1 1
24 25 26 27
1 1 6 7
28 29 30
1 5 1
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
2 1 2 1 1 8 8 1 1 2 2
42 43 44 45 46
2 2 1 19 1
47
1
Schroef van de Houder van de Dwarsstang Bout van de Dwarsstang Tussenring van de Dwarsstang Linker Hoekijzer van de Dwarsstang Schuimrubberen Handvat Bedieningspaneel Schroef van het Bedieningspaneel Rubberen Ring van de Draden Schroef van de Dwarsstang Vierkant Moer Linker Staander Bovenlichaamsarmen en Bescherming Choke Veermouw Kabelbos Tussenstuk van het Wiel Dwarsstang van het Bedieningspaneel Houder van de Dwarsstang Motor/Katrol/ Vliegwiel/Ventilator Motor Katrol/Vliegwiel-/Ventilator Houder van de Waterfles Hartslagmeter/ Kledingklem Plaat voor Electronica Motorriem Moer Motor Tensie Bout/Bout van de Staander Motor Tensie Tussenring Sterring Hoekijzer voor de Electriciteit Platte Tussenring Voorste Kap Kleine Moer Motor Tensie Moer Hoekijzer van de Filter Rubberen Anker Schroef van het Anker Plaat van de Snelheid Motor Schakel Bout Moer van de Motor Moer van het Wiel van het Been Optische Knop Kleine Bout Klem Schroef Motor/Motor van de Controller On/Off Knop
Onderdeel. Aantal Nr. 48 49 50
1 1 4
51
1
52 53 54
1 1 1
55 56
5 1
57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
1 1 2 2 2 2 4 2 10 2 2 2 2 4
71 72 73 74 75 76
1 1 8 4 1 2
77
4
78 79 80 81
2 1 1 30
82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94
1 2 1 1 8 2 1 2 1 1 1 8 1
95 96 97
1 1 2
Beschrijving
Houder van Elektronica Controller Schroef van het Hoekijzer van de Dwaarsstang Rechter Hoekijzer van de Dwaarsstang Filter Stroom Onderbreker Bout van de Voorste Roller Bijsteltussenring Geaarde Draad van de Achter Roller Inbussleutel Rechter Staander Weerstandsknop Weerstandskapje Weerstandsmouw Veertussenring Tussenring Kogel 3/8Ó Platte Tussenring Weerstandshouder Weerstandsbout Geaarde Scroef Staander Schakel Bout Bout van het Voorste Wiel/Schakel Bout Sluitpen Blauwe Hoofdband Basis Kussentje Wiel Basis Schakeltussenring van de Staander Bout van de Weerstandshouder Voetbalk w/Bevestigingen Contactpunt Rubberen Ring Schroef van Veiligheidskap/Scroef van de Kap Veiligheidskap Haarspeld Onderstel Schokbreker van de Basis Isolator Riemgeleider Stabilisator Plaat Beschermer Voorste Roller/Katrol Loopplatform Loopband Platform Schroef Bijstelbout van Linker Achter Roller Stabilisator Plaat Moer Tensieveer Tussenring van de Stabilizator Plaat
Onderdeel. Aantal Nr. 98
Beschrijving
4
Tussenring van Weerstandshouder 99 1 Stang voor de Helling 100 1 Bout van de Bout voor de Helling 101 2 Veerbeschermer 102 1 Rollertensie Moer 103 1 Achterroller Beschermer 104 1 Achterroller 105 1 Bout van de Stabilisator Plaat 106 1 Motor van de Helling 107 2 Pen 108 1 Tussenstuk van de Motor van de Helling 109 8 Plastic Tussenstuk 110 8 Isolator Kap 111 1 Plug van de Staander 112 2 Bout van het wiel van de Helling 113 1 Bijstel Bout van Rechter Achterroller 114 1 Been om Helling te Be•nvloeden 115 2 Kabelbos van de Optische Knop 116 5 8Ó Twistdraad 117 2 Schakelmoer van de Staander 118 1 Twistdraad Houder 119 1 Achterkap 120 1 Rode Hoofband 121 1 Hoekijzer van de Optische Knop 122 1 Moer van de Optische Knop 123 1 Helling Plaat 124 4 Sterring 125 1 Sluitmechanisme 126 1 Sticker van het Sluitmechanisme 127 2 Beschermer van de Motor 128 3 Nylon Tussenring 129 1 Motor Mouw 130 1 Sleutel 131 1 Filter Plaat # 1 4Ó Groen/Geel Ring # 1 14Ó Blauwe Draad, 2 Vrouwelijke # 1 8Ó Blauwe Draad, 2 Vrouwelijke # 1 8Ó Witte Draad, 2 Vrouwelijke # 1 14Ó Witte Draad, 2 Vrouwelijke # 1 4Ó Black Wire, 2 Vrouwelijke # 1 8Ó Green Ground Wire # 1 Gebruikershandleiding * Bevat alle onderdelen in de tekening # Wijst niet ge•llustreerd onderdelen aan.
REMOVE THIS PART LIST/EXPLODED VERWIJDER DEZE GEDETAILLEERDE DRAWING FROM THE MANUAL! TEKENING EN ONDERDELEN LIJST UIT DEZE HANDLEIDING Bewaar deze voor toekomstige referentie.
34
Onderdeel. Nr.Aantal Beschrijving
R1296A
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden veranderd.
GEDETAILLEERDE TEKENINGÑModelnr. PETL20860 EXPLODED DRAWINGÑModel No. PETL20860 2
4*
3 1
71
R1296A R1196A 81
72
81
25
5
125
27
6*
129
22
32 128
50
23
128 5
29
52
128
28 7
34 35 1
45
45 10
7
7
42
20
50
130
11
21
12
17 18 7
124 33
122
67
62
69 111
86
37
65
101
45 12 59
81
60 63
31
14
81 87 84
10
64
77
70
65
45
26
26
81
15 68
70 100
36
45
56
99
26 101
113 112 74
41
73 16 74 10
83 107
81
67
66 29
126
57
63 62
55
44
61
98
82
37
36
118
1 54
55
55 102 89 96 104 55 103 89
94
119
79
78
59
27
45
2
58 64 63
31
3
48
36
76
92
110 63
116
117
91
93
1
37
90
127
60
85
109
80
61
65
45
36
127
51
45
76
66
29
45
93
78
77
37
43
9
46
13
38
19*
10 98
115
109
24
45
124
68 15
121
47
40
30
39
9
53
49
45
131
120
81
45
83
108 107
27
97
81 41
65
16
95 97
73
26
114
8 69 26
124 33
74 112
106 123 43 124 42
105 115 88
75 73
73 16 74 16 70 65 27