Gebruikershandleiding Model 8500 en 8500M draagbare pulsoxymeters
Nederlands
Over deze handleiding Deze handleiding vermeldt vele contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen. Lees ze zorgvuldig: ze zijn belangrijk voor gebruik van het product. De informatie in deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en wordt geacht nauwkeurig te zijn. In haar streven naar voortdurende verbetering van haar producten behoudt NONIN zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in deze handleidingen en de producten die er in worden beschreven, zonder voorafgaande kennisgeving of verplichtingen. LET OP! LET OP!
Dit product mag volgens de Amerikaanse wetgeving alleen door of op voorschrift van een arts verkocht worden. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u model 8500 gebruikt.
Nonin Medical, Inc. 2605 Fernbrook Lane North Plymouth, MN 55447-4755, VS +1 (763) 553 99 68 +1 (800) 356 88 74 (VS en Canada) Fax +1 (763) 553 78 07 E-mail:
[email protected] www.nonin.com
Authorized EC Representative: MPS, Medical Product Service GmbH Borngasse 20 D-35619 Braunfels, Germany
Vermeldingen van “NONIN” in deze handleiding verwijzen naar Nonin Medical, Inc. NONIN, nVISION, Flexi-Form en FlexiWrap zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nonin Medical, Inc. Vermeldingen van “8500” in deze handleiding verwijzen naar model 8500 en model 8500M. © 2002 Nonin Medical, Inc.
i
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen ............................................................1 Uitpakken van model 8500 .....................................................3 Inleiding ..................................................................................4 Indicaties .................................................................................................... 4 Algemene beschrijving ............................................................................. 4
Gebruik....................................................................................5
Installeren van de batterijen .................................................................... 5 Sensoren aansluiten .................................................................................. 7
Onderdelen en functies......................................................... 10
Bedieningsorganen ................................................................................. 10 Schermen ................................................................................................. 15 Printeruitvoer/seriële uitvoer................................................................ 17 Geheugenoptie (alleen 8500M)............................................................. 18
Specificaties ..........................................................................20 Onderhoud ............................................................................ 21 Garantievoorwaarden............................................................22 Accessoires............................................................................23 Probleemoplossing ...............................................................24
Verklaring van symbolen Attentie: Zie gebruiksaanwijzing. Toegepast onderdeel van type BF (isolatie van patiënt tegen elektrische schokken).
Canadian Standards Association
UL
Underwriters Laboratories CE-keurmerk voor overeenstemming met EUrichtlijn nr. 93/42/EEG voor medische hulpmiddelen.
ii
Voorzorgsmaatregelen Contra-indicaties • De 8500 niet gebruiken in de nabijheid van MRI-apparatuur. • De 8500 niet gebruiken in situaties die alarmsignalen vereisen. De 8500 heeft geen hoorbaar alarmsignaal.
Waarschuwingen • Explosiegevaar. De 8500 niet gebruiken in een explosiegevaarlijke omgeving. • De 8500 is uitsluitend bestemd als aanvullend hulpmiddel ter beoordeling van patiënten. Hij moet gebruikt worden in combinatie met andere methoden voor het beoordelen van klinische verschijnselen en symptomen. • Gebruik uitsluitend door NONIN vervaardigde pulsoxymetersensoren. Deze sensoren zijn vervaardigd volgens de nauwkeurigheidsspecificaties voor NONIN pulsoxymeters. Gebruik van sensoren van een ander merk kan leiden tot slechte prestaties van de pulsoxymeter. • Zoals bij alle medische hulpmiddelen moet u de patiëntkabels ook in dit geval zo leggen dat het risico van verstrikt raken of verstikking van de patiënt vermeden wordt. • Controleer de plaats waar het hulpmiddel is aangebracht regelmatig om de plaatsing van de sensor en de circulatie en gevoeligheid van de huid van de patiënt te controleren. De gevoeligheid voor de NONIN-sensoren zal soms verschillen, afhankelijk van de medische toestand en de conditie van de huid. • Staak gebruik van kleefstrips als de patiënt een allergische reactie krijgt op het kleefmateriaal. • Rek het plakband niet uit bij het aanbrengen van de sensor. Dat kan onnauwkeurige meting of blaren op de huid veroorzaken. • De algehele werking van de 8500 kan beïnvloed worden door de aanwezigheid van elektrochirurgische apparatuur. • Geen beschadigde sensoren gebruiken.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen • Dit product mag volgens de Amerikaanse wetgeving alleen door of op voorschrift van een arts verkocht worden. • Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de 8500 gebruikt. • Lees de met de sensor(en) meegeleverde bijsluiter vóór gebruik zorgvuldig door. • De 8500 is bestemd voor eenmalige controles of bewaking door medisch personeel. Omdat de 8500 geen hoorbare alarmsignalen heeft, is hij volgens de vereisten van internationale etikettering voorzien van de aanduiding "Not for continuous monitoring" (Niet voor constante bewaking). • De 8500 pulsoxymeter is geen apneumonitor. • Controleer of alle signaallampjes gaan branden tijdens het opstarten. Als een van de signaallampjes niet brandt, mag u de 8500 niet gebruiken. Neem contact op met de klantenservice van NONIN voor reparatie of vervanging van het instrument. 1
• De 8500 moet de polsfrequentie goed kunnen meten om het SpO2-gehalte nauwkeurig te kunnen bepalen. Overtuig u ervan dat de meting van de hartfrequentie door niets wordt gehinderd voordat u de gemeten SpO2waarden gebruikt. • De 8500 werkt wellicht niet bij alle patiënten. Als u niet in staat bent betrouwbare, stabiele gegevens te verkrijgen, dient u gebruik te staken. • De 8500 kan beweging ten onrechte interpreteren als goede pulskwaliteit. Beperk beweging van de patiënt zo veel mogelijk. • De 8500 is bestemd om het percentage van slagaderlijke zuurstofverzadiging van functionele hemoglobine te bepalen. Een grote hoeveelheid disfunctionele hemoglobine kan de nauwkeurigheid van de meting beïnvloeden. • Cardiogroen en andere intravasculaire kleurstoffen kunnen afhankelijk van de concentratie de nauwkeurigheid van de SpO2-meting beïnvloeden. • De Ear Clip- en Reflectance-sensoren voor pulsoxymeters worden afgeraden voor gebruik bij kinderen en pasgeborenen. De nauwkeurigheid van deze sensoren bij kinderen en pasgeborenen is niet gedocumenteerd. • De 8500 en de NONIN-sensoren niet onderdompelen in vloeistof. • Geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen gebruiken op de 8500 of de sensoren. • De 8500 mag alleen door daartoe opgeleid NONIN-personeel gerepareerd worden. • Geen batterijen van verschillende types of geheel geladen en gedeeltelijk ontladen batterijen gelijktijdig gebruiken; dat kan resulteren in batterijlekkage. • Het enige deksel dat voor het vervangen van de batterijen mag worden verwijderd, is het batterijdeksel. • Volg de plaatselijke regelgeving en voorschriften voor recycling en voor het wegwerpen of recycleren van het apparaat en de onderdelen van het apparaat, waaronder de batterijen. De batterijen kunnen lekken of exploderen als ze op onjuiste wijze worden gebruikt of weggeworpen. • Verwijder de batterijen om het gevaar van lekkage te vermijden als u de 8500 langer dan een maand wegbergt. • Deze apparatuur voldoet aan de internationale norm EN 60601-1-2:1993 voor elektromagnetische compatibiliteit van medische elektrische apparatuur en/of systemen. Deze norm wordt geacht een redelijke mate van bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een typische medische installatie. Vanwege de grote hoeveelheid apparatuur met hoogfrequente stroom en andere storingsbronnen in medische en andere omgevingen (zoals mobiele telefoons, elektrische apparatuur) kan een verhoogd niveau van dit soort storing, als gevolg van de nabijheid of de sterkte van de bron, de werking van dit apparaat storen.
2
Uitpakken van model 8500 Controleer of alle hierboven vermelde items zijn meegeleverd met de model 8500 draagbare pulsoxymeter. De verpakking van de 8500 bevat het volgende: • • • •
draagbare pulsoxymeter 8500 of 8500M gebruikershandleiding voor pulsoxymeter model 8500 en 8500M zes AA-batterijen een sensor
Neem contact op met de leverancier als er iets van de lijst ontbreekt of beschadigd is. Neem onmiddellijk contact op met het transportbedrijf als de verzenddoos beschadigd is.
3
Inleiding Indicaties De NONIN® 8500 draagbare pulsoxymeter dient voor het meten en weergeven van de functionele zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO2) en de hartfrequentie bij volwassenen, kinderen en pasgeborenen in ziekenhuizen, voor ambulant gebruik bij de patiënt thuis en voor ambulancediensten. De 8500 is bestemd voor eenmalige controles of voortdurende bewaking door het verzorgend medisch personeel.
Algemene beschrijving Model 8500 is een digitale draagbare pulsoxymeter die een numerieke waarde weergeeft voor het bloedzuurstofgehalte en de hartfrequentie. Hij werkt doorgaans honderd uur voordat de alkalibatterijen vervangen hoeven te worden en vereist naast het vervangen van de batterijen geen routinematige kalibratie of ander onderhoud. De pulsoxymeter bepaalt de functionele zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO2) door meting van de mate waarin rood en infrarood licht door doorbloed weefsel worden geabsorbeerd. De wijzigingen in de absorptie die worden veroorzaakt door het pulseren van bloed in het vaatbed worden gebruikt voor het bepalen van de zuurstofverzadiging en hartfrequentie. De waarden voor de zuurstofverzadiging en hartfrequentie worden weergegeven op digitale led-schermen. Telkens wanneer er een hartslag wordt waargenomen, knippert het lampje voor de pulskwaliteit. De signalen voor de kwaliteit van de puls van de patiënt worden onderverdeeld in goed, matig en onvoldoende, waarbij het lampje voor de pulskwaliteit respectievelijk groen, geel en rood knippert. Via deze eenvoudige methode kan de gebruiker per hartslag zien of het golfvormsignaal goed is, zonder daarvoor een gecompliceerde golfvormanalyses uit te hoeven voeren. De model 8500 pulsoxymeter kan met diverse NONIN pulsoxymetersensoren gebruikt worden. Omdat er op model 8500 geen alarmfuncties voor de patiënt zijn aangebracht, moeten de schermen voor SpO2 en de hartfrequentie frequent geraadpleegd worden. Als een sensor losraakt of defect is, kunt u dat zien doordat er geen goede pulskwaliteit wordt weergegeven en/of er een streepje staat links van de SpO2-waarde op het led-scherm. Wanneer er geen goed pulssignaal wordt ontvangen, worden de numerieke waarden voor SpO2 en/of de hartfrequentie vervangen door streepjes. Een bijna lege of gevaarlijk lege batterij wordt aangegeven door de led voor de batterijspanning. 4
Gebruik Installeren van de batterijen LET OP!
Geen batterijen van verschillende types of geheel geladen en gedeeltelijk ontladen batterijen gelijktijdig gebruiken. Dat kan resulteren in batterijlekkage. Het enige deksel dat voor het vervangen van de batterijen mag worden verwijderd, is het batterijdeksel. Volg de plaatselijke regelgeving en voorschriften voor het wegwerpen of recycleren van het apparaat en de onderdelen van het apparaat, waaronder de batterijen. De batterijen kunnen lekken of exploderen als ze op onjuiste wijze worden gebruikt of weggeworpen. Verwijder de batterijen om het gevaar van lekkage te vermijden als u model 8500 langer dan een maand wegbergt.
De model 8500 pulsoxymeter wordt gevoed door zes AA alkalibatterijen waarmee hij doorgaans honderd uur continu kan werken. De digitale displays van de 8500 knipperen eenmaal per seconde om de gebruiker te waarschuwen als de batterijen bijna leeg zijn. Als de schermen beginnen te knipperen, moet u de batterijen zo snel mogelijk vervangen. Vervang de batterijen door het batterijdeksel op de onderkant van de 8500 te verwijderen. Let op de aanduiding van de polariteit op het etiket op de achterkant van de pulsoxymeter als u de batterijen installeert. Zie afbeelding I voor een afbeelding van juiste plaatsing van de batterijen. Desgewenst kunnen er ook oplaadbare nikkelcadmiumbatterijen in de 8500 gebruikt worden. Aangezien de lading van nikkelcadmiumbatterijen half zo groot is als die van alkalibatterijen, moeten deze batterijen vaker dan eenmaal per honderd uur opgeladen worden. NB:
Verminderen van de schermhelderheid kan de levensduur van de batterijen tot 100 % verlengen.
NB:
Vervangen van de batterijen wist het geheugen en de klokinstellingen in de 8500.
NB:
De batterijen moeten vervangen worden als de 8500 langer dan dertig dagen niet gebruikt zal worden. De batterijen kunnen lekken als ze langdurig in het apparaat blijven zitten.
5
Afbeelding I: Vervangen van de batterijen in de 8500
6
Sensoren aansluiten Sluit de sensor aan op het negenpens-contact bovenop de 8500 (zie afb. II). Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de model 8500I patiëntkabel aansluiten tussen de sensor en de 8500 pulsoxymeter. Breng de vereiste sensor aan bij de patiënt.
Afbeelding II: Sensoren aansluiten op de 8500
Aanzetten van de pulsoxymeter Zet model 8500 aan door op de knop "" op de voorkant van de pulsoxymeter te drukken. Zie afbeelding III. Nadat de 8500 is aangezet, doorlopen de SpO2- en ♥-schermen de onderstaande cyclus voordat ze geldige gegevenswaarden weergeven: • " " • in geheugen opgeslagen tijd, in uren en minuten • softwareversienummer • "- -"
7
DIGITAAL SCHERM PERCENTAGE ZUURSTOFVERZADIGING
DIGITAAL SCHERM HARTFREQUENTIE
PERFUSIELAMPJE AAN-KNOP HELDERHEID SCHERM EN SET-UPMODUS
UIT-KNOP
Afbeelding III: Vooraanzicht van de 8500
SERIENUMMER
JUISTE BATTERIJPOSITIE
BATTERIJDEKSEL
Afbeelding IV: Achteraanzicht van de 8500
8
Controleren van de werking LET OP!
De 8500 moet de polsfrequentie goed meten om het SpO2gehalte nauwkeurig te kunnen bepalen. Overtuig u ervan dat de meting van de polsfrequentie door niets wordt gehinderd voordat u de gemeten SpO2-waarde gebruikt.
Controleer of de sensor goed is aangebracht en controleer of het systeem voldoende perfusie detecteert (te zien aan het groen knipperende lampje [perfusie], waarbij het knipperen gedurende tien seconden gelijke tred houdt met de polsfrequentie). Als het perfusielampje rood of geel is of onregelmatig knippert, moet u de sensor verplaatsen of een andere sensor proberen.
Reinigen van de pulsoxymeter LET OP!
Dompel de 8500 niet onder in vloeistof en gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen.
De 8500 pulsoxymeter kan gereinigd worden met een zachte doek, bevochtigd met een milde reinigingsoplossing of met een isopropanoldoekje. Wacht totdat de 8500 helemaal is gedroogd voordat u hem weer gebruikt.
9
Onderdelen en functies Bedieningsorganen Alle functies van de 8500 worden geregeld met knoppen op de voorkant van de unit. Zie afbeelding III voor een afbeelding van deze knoppen.
Stroom Drukken op de AAN-knop ("") schakelt de stroom naar alle interne schakelingen in. Drukken op de UIT-knop ("∅") schakelt de stroom naar de schermen uit en zet de pulsoxymeterschakelingen in een standbymodus met lage voedingsspanning. Om de batterijen te sparen gaat de 8500 automatisch uit als hij langer dan tien minuten niet wordt gebruikt. Inactiviteit wordt aangegeven door streepjes op de schermen en kan het gevolg zijn van het volgende: • de sensor is niet aangesloten op de pulsoxymeter • de pols van de patiënt is te zwak • de sensor is niet bij een patiënt aangebracht Telkens als er een waarde wordt weergegeven, wordt er opnieuw gestart met het aftellen van de periode van tien minuten. De knop "" heeft aanvullende functies voor het instellen van de klok en de printer, te gebruiken in combinatie met de knop "×".
Helderheid van de schermen Met de pijlknop ("×") kan de helderheid van de digitale schermen gewijzigd worden. Bij het opstarten wordt de helderheid van het digitale scherm standaard op maximaal ingesteld. Door op "×" te drukken, wordt de helderheid op de laagste stand ingesteld; telkens als u daarna weer op de knop drukt, wordt de helderheid vergroot, in een totaal van acht stappen. De functie is circulair, wat betekent dat hij door het gehele helderheidsbereik loopt en dan weer van voren af aan begint. Verminderde helderheid kan gebruikt worden om de batterijen te sparen; grotere helderheid kan gebruikt worden om de schermen vanaf een afstand te zien. NB:
Verminderen van de schermhelderheid kan de levensduur van de batterijen tot 100 % verlengen.
De knop "×" heeft aanvullende functies voor het instellen van de klok, te gebruiken in combinatie met de knop "".
10
Set-upmodus
De set-upmodus wordt gebruikt om de interne tijdklok en de externe realtimeprinter (afzonderlijk verkrijgbaar) in te stellen. U zet het apparaat in de set-upmodus door de knop "×" ingedrukt te houden wanneer u het apparaat aanzet door op de knop "" te drukken. In de set-upmodus worden de knop "" en de knop "×" gebruikt voor het maken van keuzen.
Ga naar de volgende modus in de reeks door op de knop "" te drukken. Telkens als u op de knop "×" drukt, wordt het getal op het ♥-scherm verhoogd. Het begint met de huidige waarde die in het geheugen is opgeslagen voor de op het SpO2-scherm aangeduide parameter. Als de juiste waarde op het ♥-scherm verschenen is, drukt u op de knop "" om het SpO2-scherm voor de volgende parameter te openen, zoals vermeld in tabel I. Dit wordt herhaald totdat alle parameters ingesteld zijn. U kunt de instellingen gemakkelijk controleren omdat de eerste waarde die voor elke parameter wordt weergegeven, de instelling op dat moment is. Nadat het instellen is voltooid, sluit de 8500 de set-upmodus af en start hij normaal bedrijf. Weergave op SpO2-scherm
Reeks
Waardenbereik Van Tot 00 00 00 01 00 00
Printer Jaar Maand Dag Uren Minuten
15 99 12 31 23 59
Tabel I: Parameters voor de printer-, klok- en kalendermodus
Printerinstellingen NB:
De 8500P print alleen real-timegegevens. Het is niet mogelijk om in de 8500M opgeslagen gegevens naar de 8500P te downloaden.
" " verschijnt op het SpO2-scherm om aan te geven dat het apparaat in de modus Printerset-up staat. Er zijn zestien standen voor de printermodus: 00 t/m 15. De moduswaarden bepalen hoe vaak en in welk formaat er gegevens naar de printer geschreven worden. Zie afbeelding V voor een stroomschema 11
voor het instellen van de printermodus. Nadat het instellen van de printer is voltooid, gaat de 8500 naar het instellen van de kalender. SpO2scherm -scherm Setupmodus
Standaardinstelling Druk op
Druk op Printermodus stapsgewijs wijzigen
Druk op
Druk op
Verder naar set-up kalender
Afbeelding V: Stroomschema voor instelling van de printermodus
Printermodus
Seconden per datapunt
Minimum SpO2 printen?*
Toets printenfunctie?**
00 01 02 03 04 05 15
10 30 120 10 30 120 ---
Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
* Voor modi waarin de minimale hoeveelheid SpO2-gegevens wordt geschreven, worden er twee regels gegevens geschreven voor elke gegevensuitvoer. De eerste regel bevat de minimale waarde voor SpO2 sinds de laatste uitdraai en de tweede regel bevat de huidige gegevenswaarden. ** In de toets printen-functie kan de gebruiker op elk gewenst moment een uitdraai van de gegevens maken. U activeert deze functie door op de knop "" te drukken.
Tabel II: Printermodi van de 8500P
12
Kalenderinstellingen Nadat de printerinstelling is gemaakt in de set-upmodus, verschijnt " " op het SpO2-scherm om de kalenderinstellingsmodus voor het jaar aan te geven. Het jaar kan ingesteld worden van "00" tot en met "99". Na selectie " om de set-upmodus voor de van het jaar verschijnt op het scherm " maand aan te geven. De maand kan ingesteld worden van "00" tot en met "12". Na selectie van de maand verschijnt op het scherm " " om de setupmodus voor de dag van de maand aan te geven. De dag kan ingesteld worden van "01" tot en met "31". Zie afbeelding VI voor een stroomschema voor het instellen van de kalender. Nadat het instellen van de kalender is voltooid, gaat de 8500 naar het instellen van de klok. NB:
Instellen van de maand op "00" schakelt de klokfunctie uit, wat de batterijen spaart.
SpO2-scherm Setupmodus
-scherm Standaardinstelling
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op Jaar stapsgewijs verhogen
Druk op Maand stapsgewijs verhogen
Druk op
Druk op
Druk op Dag stapsgewijs verhogen
Druk op
Druk op
Verder naar set-up klok
Afbeelding VI: Stroomschema voor instelling van de kalender
13
Klokinstellingen Nadat de kalenderinstelling is gemaakt in de set-upmodus, verschijnt " " op het SpO2-scherm om de klokinstellingsmodus voor het uur aan te geven. Het uur kan ingesteld worden van "00" tot en met "23". Na selectie van het uur verschijnt op het scherm " " om de set-upmodus voor de minuten aan te geven. De minuten kunnen ingesteld worden van "00" tot en met "59". Na het selecteren van de minuten hervat het scherm normaal bedrijf. Zie afbeelding VII voor een stroomschema voor het instellen van de klok. SpO2scherm Setupmodus
-scherm Standaardinstelling
Druk op
Druk op
Druk op Uur stapsgewijs verhogen
Druk op
Druk op
Druk op
Druk op Minuten stapsgewijs verhogen
Druk op
Terug naar normaal bedrijf
Afbeelding VII: Stroomschema voor instelling van de klok
De printermodi bepalen hoe vaak en in welk formaat er gegevens naar de printer geschreven worden. Voor modi waarin de minimale hoeveelheid SpO2-gegevens wordt geschreven, worden er twee regels gegevens geschreven voor elke gegevensuitvoer. De eerste regel bevat de minimale waarde voor SpO2 sinds de laatste uitdraai en de tweede regel bevat de huidige gegevenswaarden. In de Toets printen-modus kan de gebruiker op elk gewenst moment een uitdraai van de gegevens maken door op de toets "" te drukken. 14
Schermen SpO2-scherm
Het digitale scherm links is een led-scherm met drie cijfers dat het zuurstofgehaltepercentage weergeeft. Zie afbeelding III.
♥ (Hartfrequentie) scherm Het digitale scherm rechts is een led-scherm met drie cijfers dat de hartfrequentie in slagen per minuut aangeeft. Zie afbeelding III.
(Perfusie) lampje Het perfusielampje (aangeduid door het symbool ) knippert een keer voor elke polsslag tijdens het meten van de zuurstofverzadiging. Het perfusielampje verandert van kleur om veranderingen in het pulsgolfvormsignaal die van invloed kunnen zijn op de SpO2-gegevens aan te geven. Het perfusielampje kan in drie verschillende kleuren knipperen: groen, geel of rood. Deze kleuren zijn identiek aan de kleuren van een stoplicht: Rood geeft aan dat de amplitude van de puls onvoldoende is. Als het lampje rood brandt, worden de waarden voor de SpO2 en de hartfrequentie niet bijgewerkt. Na tien seconden worden de waarden vervangen door streepjes om aan te geven dat SpO2-meting niet mogelijk is. Geel geeft aan dat de amplitude van de pulsgolfvorm nog maar net voldoende is of dat de pulsoxymeter een artefact heeft waargenomen. Hoewel de SpO2-gegevens aanvaardbaar zijn, dient correctief ingrijpen overwogen te worden, zoals verbeteren van de sensorplaatsing, gebruik van een ander sensortype of verminderen van de beweging van de patiënt. Groen geeft aan dat het pulsgolfvormsignaal goed is en de SpO2-gegevens accuraat zijn. LET OP!
De 8500 kan beweging ten onrechte interpreteren als goede perfusie.
15
Knipperend scherm
De numerieke schermen knipperen eenmaal per seconde als de 8500 heeft geconstateerd dat de batterijspanning laag is. Vervang de zes batterijen onmiddellijk. NB:
Gebruik van de 8500 met lage batterijspanning kan resulteren in onjuiste meting van SpO2 en/of hartfrequentie.
Streepjes op het SpO2-scherm
Als de 8500 vaststelt dat er een sensorstoring is (er is een sensor losgeraakt, verplaatst of defect) verschijnt er een streepje (-) op de plaats van het meest linkse cijfer op het SpO2-scherm. De weergegeven waarden blijven ongewijzigd zolang de sensorstoring aanhoudt. Als de sensorstoring niet wordt opgeheven, worden er tien seconden na het verschijnen van het minteken streepjes weergegeven.
16
Printeruitvoer/seriële uitvoer Zowel de 8500 als de 8500M draagbare pulsoxymetersensor kunnen via de negenpens sub-D-stekker gegevens naar een printer sturen. Deze stekker fungeert als sensoringangsstekker en als aansluitingsmethode op de printer. De functies van de connectorpennen van de negenpens sub-Dstekker staan vermeld in tabel III. Nummer pen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Functie Batterijspanning Infrarood-anode, rood-kathode Infrarood-kathode, rood-anode Seriële gegevens, TTL-niveaus Detectoranode Logicaniveau Kabelafscherming Coaxiaalafscherming Detectorkathode, +5 V
Tabel III: Functies van de printer-/sensorstekker
De informatie van de 8500 in de real-timemodus wordt in ASCII serieel formaat verstuurd met 9600 baud met 9 databits, 1 startbit en 1 stopbit. De gegevens worden eenmaal per seconde verzonden. NB:
De negende databit wordt gebruikt voor pariteit in de geheugenafspeelmodus. In de real-timemodus is deze bit altijd ingesteld op de status markeren. Daarom kunnen de real-timegegevens worden gelezen als 8 databits zonder pariteit.
Het formaat van de door printer 8500P afgedrukte gegevens is als volgt: HH:MM:SS SPO2=XXX HR=YYY
waarbij "HH" de uren, "MM" de minuten, "SS" de seconden, "XXX" de SpO2-waarde en "YYY" de hartfrequentie zijn. SpO2 en hartfrequentie worden weergegeven als "---" als er geen gegevens beschikbaar zijn voor verzending.
17
Geheugenoptie (alleen 8500M) De geheugenoptie is herkenbaar aan de "M" in het modelnummer (dus: 8500M in plaats van 8500). Het modelnummer staat boven het serienummer op de achterkant van het apparaat vermeld. De 8500M pulsoxymeter kan achttien uur aan SpO2- en hartfrequentiegegevens verzamelen en opslaan. Het geheugen in de 8500M werkt als een eindeloze lus. Wanneer het geheugen vol raakt, overschrijft de unit de oudste gegevens met nieuwe gegevens. Telkens als u de 8500M aanzet, worden de tijd en datum van dat moment (als de klok goed is ingesteld) in het geheugen opgeslagen zodat u de verschillende registratiesessies makkelijk kunt onderscheiden. De SpO2 en hartfrequentie van de patiënt worden om de vier seconden gemeten en opgeslagen. De zuurstofverzadigingswaarden worden opgeslagen in stappen van 1 % binnen een bereik van 0–100 %. Het bereik voor de opgeslagen hartfrequentie is 18–300 slagen per minuut (BPM). De resolutie van de opgeslagen waarden is 1 BPM in het bereik 18–200 BPM en 2 BPM in het bereik 201–300 BPM. Bij het afdrukken van de gegevens worden de als laatste geregistreerde gegevens als eerste afgedrukt. De tijdens de laatste vier minuten geregistreerde gegevens vormen dus de eerste vier minuten in de uitdraai.
Registratiesessies
Telkens als u de 8500M aanzet (behalve tijdens het instellen van de klok) worden de gegevens automatisch in het geheugen opgeslagen. NB:
Alleen registratiesessies met een lengte van meer dan een minuut worden in het geheugen opgeslagen voor een latere uitdraai.
18
Geheugenuitvoermodus Voor uitvoer van de gegevens die in het geheugen van de 8500M zijn opgeslagen, begint u met het apparaat UIT en doet u het volgende: 1) Houd de knop "×" ingedrukt terwijl u op de knop "" drukt; " wordt 2) Laat de knoppen "×" en "" los wanneer " weergegeven op het SpO2- en het hartfrequentiescherm; 3) U ziet dat " XX" wordt weergegeven op het SpO2-scherm en het ♥-scherm; 4) De gegevens worden automatisch vanuit het geheugen verzonden binnen ongeveer acht tot tien minuten. De gegevens worden verzonden met een snelheid van twintig minuten verzamelde gegevens per seconde. Een registratiesessie van achttien uur (de maximumhoeveelheid die kan worden opgeslagen in het geheugen) wordt zodoende binnen ongeveer een minuut verzonden. Nadat alle gegevens zijn verzonden, moet u de 8500M uitzetten voordat u nieuwe patiëntgegevens kunt registreren. De patiëntgegevens worden in het geheugen bewaard zolang de batterijspanning voldoende is; om het geheugen te wissen moet u daarom het batterijdeksel verwijderen en zestig seconden of langer wachten. Verzenden van de gegevens in het geheugen wist die gegevens niet uit het geheugen. NB:
Telkens als de batterijen vervangen worden, wordt het geheugen gewist.
19
Specificaties 1. Meetbaar zuurstofgehalte (SpO2) 0 tot 100 % 2. Meetbare hartfrequentie 3. Schermen Patiëntindicator Digitale schermen 4. Meetgolflengten Rood Infrarood 5. Nauwkeurigheid SpO2 (± 1 standaard afwijking)♦
Hartfrequentie
18 tot 300 slagen per minuut Signaallampje perfusie Signaallampjes met drie cijfers en zeven segmenten 660 nanometer 910 nanometer • 70–95 % ± 3 cijfers voor pasgeborenen met Infant of Neonatal sensoren • 70–100 % ± 2 cijfers voor volwassenen met vingerclipsensoren • 70–100 % ± 3 cijfers voor volwassenen met Flex- of Reflectance-sensoren • 70–100 % ± 4 cijfers voor volwassenen met Ear Clip-sensoren • Onder 70 % niet gespecificeerd voor alle sensoren ± 3 % ± 1 cijfer
6. Temperatuur Werkend Niet-werkend
–20 °C tot +50 °C –30 °C tot +50 °C
7. Vochtigheidsgraad Werkend Niet-werkend
10 tot 90 %, niet-condenserend 10 tot 95 %, niet-condenserend
8. Stroomvereisten
6 AA alkalibatterijen (doorgaans goed voor 100 uur) (met maximale helderheid van het scherm) (doorgaans goed voor 200 uur) (met minimale helderheid van het scherm)
9. Isolatie van de patiënt
> 12 MΩ
10. Lekstroom
Niet van toepassing
11. Afmetingen
8 cm x 15 cm x 2 cm
12. Gewicht
280 g met batterijen
♦ De standaardafwijking is een statistische waarde: maximaal 32 % van de metingen mag buiten deze
grenzen vallen.
20
Onderhoud LET OP!
De 8500 draagbare pulsoxymeters mogen alleen door daartoe opgeleid NONIN-personeel gerepareerd worden. Tekenen of bewijs van opening van het systeem, van onderhoud ter plaatse door anderen dan NONIN-personeel, van knoeien en van onjuist gebruik of misbruik van het systeem maken de garantie geheel ongeldig.
De elektronische schakelingen in de 8500 hoeven niet gekalibreerd te worden of een onderhoudsbeurt te krijgen: alleen de batterijen moeten af en toe worden vervangen. NONIN raadt reparatie ter plaatse van de 8500 draagbare pulsoxymeter af. De printplaat in de 8500 is een multilayerplaat met traces met een breedte van 0,254 mm (0,01"). Vanwege de kleine trace-afmetingen moet u uitermate voorzichtig zijn als u onderdelen vervangt, om onherstelbare beschadiging van de printplaat te voorkomen. De meeste onderdelen zijn op het oppervlak gemonteerd en vereisen gebruik van speciale hot-air jet apparatuur voor solderen en verwijderen van soldeer. Nadat er reparaties zijn uitgevoerd, moet u de werking van de pulsoxymeter testen. NB:
Alle reparaties aan de 8500 moeten door daartoe opgeleid NONIN-personeel verricht worden. Neem contact op met de klantenservice van NONIN: NONIN Medical, Inc. 2605 Fernbrook Lane North Plymouth, MN 55447- 4755 VS +1 (763) 553 99 68 +1 (800) 356 88 74 (VS en Canada) Fax: +1 (763) 553 78 07
Alle werkzaamheden die buiten de garantie vallen, worden uitgevoerd volgens de standaardtarieven van NONIN zoals die gelden ten tijde van aflevering bij NONIN. Alle reparaties omvatten een complete test van de pulsoxymeter met de testvoorzieningen van de fabrikant.
21
Garantievoorwaarden NONIN MEDICAL, INCORPORATED, (NONIN) biedt garantie aan de koper gedurende een periode van drie jaar vanaf de leveringsdatum voor elk systeem, met uitzondering van de sensoren, kabels en batterijen. NONIN zal elk systeem met tekortkomingen volgens deze garantievoorwaarden waarover de koper NONIN aan de hand van het serienummer heeft geïnformeerd, kosteloos herstellen, op voorwaarde dat deze kennisgeving plaatsvindt binnen de geldende garantieperiode. Deze garantie is het enige en exclusieve verhaal waarop de koper recht kan doen gelden voor aan de koper geleverde systemen of accessoires die op enige wijze defect worden bevonden, ongeacht of dit verhaal gebaseerd is op contractvoorwaarden, onrechtmatige daden of wetgeving. Deze garantie dekt niet de kosten van verzending naar en vanaf NONIN. Alle gerepareerde units dienen door de koper bij NONIN in ontvangst te worden genomen. De koper verklaart zich bij deze bereid een toeslag van US$100 te betalen voor elk systeem en elke accessoire die door de koper ter reparatie onder de garantie aan NONIN wordt toegezonden en waarvan is vastgesteld dat dit/deze binnen de specificaties werkt. Deze systemen zijn kwetsbaar en mogen alleen door daartoe opgeleid NONIN-personeel worden gerepareerd. Daarom maken tekenen of bewijs van opening van het systeem, van onderhoud ter plaatse door anderen dan NONIN-personeel, van knoeien en van onjuist gebruik of misbruik van het systeem de garantie geheel ongeldig. Alle werkzaamheden die buiten de garantie vallen, worden uitgevoerd volgens de standaardtarieven van NONIN zoals die gelden ten tijde van aflevering bij NONIN. VRIJWARING DE UITDRUKKELIJK IN DEZE HANDLEIDING VERMELDE GARANTIE IS EXCLUSIEF; ER GELDT GEEN ENKELE ANDERE GARANTIE, HETZIJ STATUTAIR, SCHRIFTELIJK, MONDELING OF GEÏMPLICEERD, MET INBEGRIP VAN GARANTIES VAN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF VERKOOPBAARHEID.
22
Accessoires De onderstaande NONIN accessoires kunnen worden gebruikt voor de 8500 draagbare pulsoxymeter: Model 8000K2 8000AA-1 8000AA-3 8000AP 8000J 8008J 8001J 8000Q 8000R 7000A 7000P 7000I 7000N 7000D 8000H 8000S 8500CC-B 8500CC-Y 8500I 8500MB 8500MC 8500RTC 8500RB 8500YC NVISION
Omschrijving Herbruikbare pulsoxymetersensoren Adult Finger Clip-sensor (Vingerclipsensor voor volwassenen) Adult Articulated Finger Clip-sensor (Scharniervingerclipsensor voor volwassenen) (1 meter) Adult Articulated Finger Clip-sensor (Scharniervingerclipsensor voor volwassenen) (3 meter) Pediatric Finger Clip-sensor Adult Flex-sensor Infant Flex-sensor Neonatal Flex-sensor Ear Clip-sensor Reflectance-sensor Disposable pulsoxymetersensoren Adult Finger Flexi-Form® II sensor, 10 stuks per doos Pediatric Finger Flexi-Form® II sensor, 10 stuks per doos Infant Toe Flexi-Form® II sensor, 10 stuks per doos Neonatal Foot Flexi-Form® II sensor, 10 stuks per doos Assortiment FlexiForm®-sensoren, 10 stuks per doos Accessoires Houdersysteem voor Reflectance-sensor Patiëntsimulator Draagtas – zwart Draagtas – geel Verlengkabel van 1 meter Montagebeugel (systeem voor wand- of statiefmontage) Geheugentransferkabel (voor gebruik met pc) Real-timetransferkabel (voor gebruik met pc) Rubberen bumper Real-timekabel nVISION-software voor Microsoft Windows 95/98/2000/NT 4.0 besturingssysteem
Voor nadere informatie over de onderdelen en accessoires van NONIN kunt u contact opnemen met de leverancier of met NONIN op nummer +1 (800) 356 88 74 (VS en Canada) of nummer +1 (763) 553 99 68.
23
Probleemoplossing Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
8500 start niet op
Batterijen leeg. Batterijen verkeerd geïnstalleerd. Metalen contact op batterijdeksel ontbreekt Batterijspanning is laag
Vervang alle zes batterijen. Controleer volgorde van batterijen. Vervang batterijdeksel.
Numerieke schermen knipperen een keer per seconde
Batterijen verkeerd geïnstalleerd Min-teken verschijnt op Sensorstoring. Sensor SpO2-scherm losgeraakt van 8500 of patiënt Delen van SpO2scherm of ♥-scherm ontbreken. Weergegeven hartfrequentie niet dezelfde als hartfrequentie op ECG-monitor
Led-schermen defect.
Overmatige beweging op plaats van sensor verhindert waarneming van constant pulssignaal door 8500 Aritmie bij patiënt, waardoor sommige hartslagen geen pulssignaal opleveren bij plaats van sensor
Vervang alle zes batterijen van 8500. Controleer volgorde van batterijen. Controleer of sensor goed is aangesloten op 8500 en patiënt.. Probeer nieuwe sensor als probleem aanhoudt. Weergegeven waarden mogelijk niet betrouwbaar; staak gebruik van 8500. Stop of verminder oorzaak van bewegingsartefact of verplaats sensor naar plaats zonder beweging. Controleer patiënt: als aritmie bij patiënt aanhoudt, zal ook probleem aanhouden, zelfs al werken beide monitors goed.
Andere dan NONINsensor gebruikt. ECG-monitor werkt niet goed
Vervang sensor door NONINsensor. Controleer patiënt: vervang ECGmonitor of raadpleeg gebruikershandleiding ECGmonitor. Elektrochirurgische Controleer patiënt: plaats oxymeter, apparatuur stoort werking kabels en sensor zo ver mogelijk pulsoxymeter van elektrochirurgische apparatuur vandaan of raadpleeg gebruikershandleiding elektrochirurgische apparatuur.
Erratisch ♥-scherm en/of geel perfusielampje tijdens gebruik van elektrochirugische apparatuur (electrosurgical equipment; ESU) Perfusielampje knippert Perfusiesignaal bij sensor geel bij elke puls is nauwelijks voldoende
24
Controleer patiënt: verplaats sensor of kies andere plaats voor sensor.
Probleem Perfusielampje brandt niet groen
Mogelijke oorzaak Pols van patiënt is zwak
Plaats van sensor niet goed doorbloed Sensor verkeerd geplaatst Sensor te strak aangebracht of plakband of andere items storen perfusie op plaats van sensor Bloedsomloop gestoord door overmatige druk tussen sensor en hard oppervlak Te fel omgevingslicht Overmatige beweging van patiënt Sensor aangebracht op nagel met nagellak Storing door: • arteriële katheter • bloeddrukmanchet • elektrochirurgie • infuusslang Perfusielampje knippert Onvoldoende perfusie op rood en SpO2-scherm sensorplaats en ♥-scherm tonen streepjes Overmatige beweging op plaats van sensor verhindert waarneming van constant pulssignaal door 8500 Printer print niet na Printermodus intern niet wijzigen printermodus bijgewerkt
Mogelijke oplossing Verplaats sensor bij patiënt.
Breng sensor opnieuw aan, breng sensor elders aan of verwijder knellend materiaal van sensorplaats. Laat sensor en vinger vrij op oppervlak rusten. Verminder omgevingslicht. Verminder beweging van patiënt. Verwijder nagellak. Verminder storing of hef deze op.
Controleer patiënt: verplaats sensor of kies andere plaats voor sensor. Stop of verminder oorzaak van bewegingsartefact of verplaats sensor naar plaats zonder beweging. Reset pulsoxymeter door uit en weer aan te zetten.
Als deze oplossingen het probleem niet verhelpen, kunt u contact opnemen met de klantenservice van NONIN op nummer +1 (800) 356 88 74 (VS en Canada) of nummer +1 (763) 553 99 68.
25