Gebruikershandleiding
RISICO VAN ELECTRISCHE SCHOK NIET OPENEN WAARSCHUWING: Om het risico van een electrische schok te verkleinen, verwijder de kap niet. Er zitten geen componenten in die door de gebruiker geserviced kunnen worden. Laat de service over aan gekwalificeerd service personeel. De lichtflits met pijl symbool in een driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van ongeїsoleerde “gevaarlijke voltage” binnen in de behuizing van het product die mogelijk voldoende hoog is voor het risico van een electrische schok. Het uitroepteken in een driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bediening en onderhoud (service) instructies in de literatuur bijgeleverd bij het apparaat.
Naleving mededeling van FCC: Dit product is getest en bevonden te voldoen aan de grenzen voor een klasse A digitaal apparaat, volgens deel 15 van de FCC regels. Deze grenzen zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden tegen gevaarlijke interferentie wanneer het product opereert in een commerciёle omgeving. Dit product genereert, gebruikt en kan radio frequentie energie uitstralen en als het niet geїnstalleerd en gebruikt wordt volgens de instructie handleiding, kan het schadelijke interferentie aan radio communicaties veroorzaken. Het opereren van dit product in een residentiёle omgeving veroorzaakt waarschijnlijk schadelijke interferentie, waardoor gebruikers genoodzaakt zijn om de interferentie te corrigeren ten koste van zichzelf. Waarschuwing: Veranderingen of modificaties die niet uitdrukkelijk goedgekeurd zijn door de verantwoordelijke van de naleving, kan de autoriteit van de gebruiker laten verlopen om het product te bedienen. Dit klasse digitale apparaten voldoen aan alle eisen van de Canadese interferentie-veroorzakende product voorschriften.
De informatie in deze handleiding is accuraat op de dag van publicatie. Wij zijn niet verantwoordelijk voor problemen die ontstaan door het gebruik ervan. De informatie die hier in staat kan aan verandering onderhevig zijn zonder te worden aangekondigd. Revisies of nieuwe edities van deze publicatie kunnen afgegeven worden om zulke veranderingen op te nemen.
2
Belangrijke Veiligheidsvoorschriften 1. Lees de instructies
10. Bliksem
Alle veiligheid en bedieningsinstructies moeten gelezen worden voordat het apparaat bediend wordt.
Voor extra bescherming voor dit apparaat tijdens onweer, of wanneer het voor langere tijd onbewaakt en ongebruikt staat, haal de stekker uit de wandcontactdoos en ontkoppel het antenne- of kabelsysteem. Dit voorkomt schade aan het apparaat door bliksem en stroompieken.
2. Bijhouden van instructies De veiligheid en bedieningsinstructies moeten bijgehouden worden voor toekomstige raadpleging.
3. Schoonmaken Haal de stekker van het apparaat uit de wandcontactdoos voor het schoonmaken. Gebruik geen vloeibare aerosol reinigingsmiddelen. Gebruik een vochtige zachte doek voor het schoonmaken.
4. Toevoegingen Bouw nooit een toevoeging en/of apparatuur aan zonder de goedkeuring van de fabrikant. Zulke aanbouwingen kunnen resulteren in brand, electrische schok of ander persoonlijk letsel.
5. Water en/of vocht Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water of in aanraking met water.
6. Accessoires Plaats dit apparaat niet op een onstabiele ondergrond. Het apparaat kan vallen waardoor ernstig letsel aan een kind of volwassene wordt veroorzaakt, en ernstige schade aan het apparaat. Voor muur of plank montage moeten de instructies van de fabrikant gevolgd worden, en moet een montagekit gebruikt worden dat goedgekeurd is door de fabrikant.
Deze apparatuur en wagen combinatie moet met zorgvoldigheid verplaats worden. Plotselinge stop, extreme kracht en ongelijke oppervlaktes kunnen de apparatuur en wagen combinatie doen kantelen.
7. Ventilatie De gleuven en openingen in de kast en de achter- of onderkant zijn aanwezig voor ventilatie en om te zorgen voor een betrouwbare bediening van het apparaat en om het te beschermen tegen oververhitting. Deze openingen moeten niet geblokkeerd of bedekt worden. Blokkeer deze openingen niet door deze in staat te stellen om geblokkeerd te worden door het apparaat te plaatsen op een bed, sofa, tapijt of boekenkast. Ben er zeker van dat er voldoende ventilatie is en dat de instructies van de fabrikant opgevolgd worden.
8. Voedingen
11. Overbelasting Overbelast de wandcontactdozen en verlengkabels niet, dit kan resulteren in gevaar voor brand of electrische schok.
12. Voorwerpen en vloeistoffen Duw geen voorwerpen van welke aard dan ook door de openingen van dit apparaat. Ze kunnen gevaarlijke voltage punten raken of onderdelen kortsluiten waardoor brand of electrische schok veroorzaakt kunnen worden. Giet geen vloeistof van welke aard dan ook op het apparaat.
13. Onderhoud Probeer dit apparaat niet zelf te onderhouden. Laat alle onderhoud over aan gekwalificeerd service personeel.
14. Schade die service vereist Haal de stekker van het apparaat uit de wandcontactdoos en laat de service over aan gekwalificeerd service personeel onder de volgende condities: A. Wanneer de voedingskabel of connector beschadigd zijn. B. Wanneer vloeistof is gemorst of objecten zijn gevallen in het apparaat. C. Wanneer het apparaat bloot gesteld is aan regen of water. D. Wanneer het apparaat niet normaal werkt volgens de bedieningsinstructie, pas alleen de instellingen aan die in de bedieningsinstructie vermeld staan. Een verkeerde aanpassing van andere instellingen kan resulteren in schade en vraagt vaak om uitgebreide werkzaamheden van gekwalificeerd technici om het apparaat te herstellen zodat het weer normaal werkt. E. Wanneer het apparaat gevallen is, of de kast beschadigd is. F. Wanneer het apparaat een merkbare verandering toont in de werking. Dit geeft aan dat service vereist is.
15. Vervangingsonderdelen Wanneer vervangingsonderdelen nodig zijn, ben er dan zeker van dat de service technicus vervangingsonderdelen gebruikt heeft die door de fabrikant gespecificeerd zijn of die dezelfde karakteristieken hebben als het originele onderdeel. Ongeautoriseerde vervangingen kunnen resulteren in brand, electrische schok of andere gevaren.
16. Veiligheidscontrole Vraag, na het afronden van elke service of reparatie aan dit apparaat, aan de service technicus om een veiligheidscontrole uit te voeren om vast te stellen dat het apparaat in de juiste bedieningsconditie is.
17. Installatie op locatie De installatie moet gedaan worden door een gekwalificeerd persoon en moet voldoen aan alle lokale regels.
Dit apparaat kan alleen aangesloten worden op de soort voeding dat op het label vermeld staat. Als u niet zeker bent van de soort voeding, raadpleeg dan uw dealer of lokale electriciteitsmaatschappij.
18. Telnet communicatie kabel
9. Voedingskabel
19. Gevaar voor explosie wanneer de batterij incorrect vervangen wordt. Vervang alleen met hetzelfde of gelijkwaardige type, aanbevolen door de fabrikant. Werp gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
De bediener of installateur moet de voeding en andere verbindingen verwijderen voor de behandeling van de apparatuur.
Waarschuwing: Gebruik alleen 26 AWG of groter telecommunicatie kabel om het risico op brand te verkleinen.
WEEE (Waste Electrical & Electronic Equipment = afval van electrische en electronische apparatuur (AEEA)) Correct weggooien van dit product (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met aparte verzamelings-systemen). Deze markering getoond op het product of literatuur, geeft aan dat het niet weggegooid moet worden met ander huishoudelijk afval aan het einde van zijn levensduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de volksgezondheid te voorkomen van ongecontroleerde afvalverwijdering. Gaarne dit te scheiden van ander soorten afval en recycle het verantwoord om het duurzaam hergebruik van materiaalbronnen te bevorderen. Huishoudelijke gebruikers kunnen contact opnemen met de verkoper waar ze dit product aangeschaft hebben, of het locale gemeentehuis, voor details over waar en hoe ze dit item voor milieu vriendelijke recycling kunnen laten. Zakelijke gebruikers kunnen contact opnemen met hun leverancier en de voorwaarden van het koopcontract nagaan. Dit product moet niet worden gemixt met ander commercieel afvalverwijdering.
3
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 – Product Informatie ...........................................................................................................6 Kenmerken .................................................................................................................................6 Systeem types ...........................................................................................................................6 Systeem diagram .......................................................................................................................6 Voorpaneel .................................................................................................................................7 Achterpaneel ..............................................................................................................................7 De DVR inschakelen ..................................................................................................................7 De DVR uitschakelen .................................................................................................................7 Hoofdstuk 2 – SmartGuard .....................................................................................................................8 Overzicht ....................................................................................................................................8 Kenmerken .................................................................................................................................8 Hoofd gebruikersinterface ..........................................................................................................8 In- en uitloggen op het systeem ....................................................................................9 Systeem status ............................................................................................................10 PTZ .............................................................................................................................10 Utiliteitsknoppen ..........................................................................................................11 SmartGuard instellingen ..........................................................................................................11 Systeem instellen ........................................................................................................11 Camera’s instellen .......................................................................................................15 Schema’s instellen ......................................................................................................18 Sensoren instellen .......................................................................................................20 Bewegingdetectie instellen ..........................................................................................21 Objectdetectie instellen ...............................................................................................23 Video analytics instellen ..............................................................................................25 Videoverlies instellen ..................................................................................................27 Alarm instellen .............................................................................................................29 Text-In instellen ...........................................................................................................30 Toegang op afstand instellen ......................................................................................32 Autoriteit instellen ........................................................................................................35 Hoofdstuk 3 – SmartSearch ..................................................................................................................37 Overzicht ..................................................................................................................................37 Kenmerken ...............................................................................................................................37 Hoofd gebruikersinterface ........................................................................................................37 Afspeel bedieningsknoppen ........................................................................................38 Bewerkingsknoppen ....................................................................................................38 Beeldbewerking ...........................................................................................................39 Utiliteitsknoppen ..........................................................................................................39 Zoeken en afspelen van opgenomen video .............................................................................40 Conditie zoekactie .......................................................................................................40 Tijdverloop zoekactie ..................................................................................................43 Opslaan van opgenomen video ...............................................................................................44 Huidig beeld opslaan ...................................................................................................44 Opslaan als videobestand ...........................................................................................45 Opslaan als clipbestand ..............................................................................................45 CD/DVD brander .........................................................................................................46 Clip Player ...................................................................................................................47 Huidig beeld afdrukken ............................................................................................................49 Audio afspelen .........................................................................................................................49 Audio opnameconfiguratie controleren .......................................................................49 Audio afspeelconfiguratie controleren .........................................................................49 Opgenomen audio afspelen ........................................................................................50 SmartSearch omgeving instellingen ........................................................................................50 General .......................................................................................................................50 Network .......................................................................................................................51 About ...........................................................................................................................51
4
Hoofdstuk 4 – SmartBackup .................................................................................................................52 Manuele backup .......................................................................................................................53 Instellingen ...............................................................................................................................54 CD/DVD brander .........................................................................................................55 Bestanden selecteren voor branden op CD/DVD .......................................................55 Veiligheidscontrole bij installeren en gebruiken van CD/DVD brandprogramma ........55 Hoofdstuk 5 – Toegang op afstand .......................................................................................................56 Aanbevolen BASE systeemeisen ............................................................................................56 BASE programma installatie ....................................................................................................56 SmartBase ...............................................................................................................................57 Hoofd gebruikersinterface ...........................................................................................57 Toezicht op afstand .....................................................................................................59 SmartBase instellingen ...............................................................................................61 Instellingen op afstand ................................................................................................64 SmartSearch ............................................................................................................................64 Afspelen van opgenomen video op afstand ................................................................65 Lokaal afspelen van opgenomen video .......................................................................65 Afspelen van backup video .........................................................................................65 SmartBackup ...........................................................................................................................65 Bijlage 1 – Toegang tot Windows .........................................................................................................66 Bijlage 2 – SmartShell ..........................................................................................................................67 Bijlage 3 – Netwerk instellingen (LAN) .................................................................................................68 Bijlage 4 – Video analytics ....................................................................................................................69 Bijlage 5 – WebGuard ...........................................................................................................................74 Bijlage 6 – Tijdsynchronisatie ...............................................................................................................79 Bijlage 7 – Text-In zoekactie .................................................................................................................81 Bijlage 8 – Connector pin uitgangen .....................................................................................................83 Bijlage 9 – Gebeurtenislog notificaties ..................................................................................................84 Bijlage 10 – Protocol voor bediening van de DVR op afstand ..............................................................85 Bijlage 11 – Probleem oplossen ...........................................................................................................89 Bijlage 12 – Specificaties ......................................................................................................................90
5
Hoofdstuk 1 – Product informatie Kenmerken • • • • • • • • • • • • • • •
Geschikt voor kleuren camera’s en andere standaard video bronnen H.264 codec Video synchronisatie niet vereist Pentaplex werking voor gelijktijdig opnemen, multi-scherm bekijken, afspelen, toezicht op afstand en archiveren Veelzijdige weergaveformaten voor een gemakkelijke gebruikersinterface Hoofd- en spot monitor uitgangen Grafische weergave op het scherm inclusief camera titel, locatie, opnamestatus en display modus Sequentie modus beschikbaar in alle scherm formaten Hardware watchdog timer functie Programmeerbare bewegingdetectie voor iedere camera ingang met behulp van grafische gebruikersinterface Verschillende beeldverbetering functies Toezicht, afspelen en bedienen op afstand via Ethernet Gebruiksvriendelijke interface Merkgebonden coderingsmethode die voorkomt dat video gewijzigd wordt Max. 16-kanaals alarm ingangen en 16-kanaals alarm uitgangen
Systeem types Er zijn twee systeem types: POST DVR systeem en BASE systeem. De POST is een compleet DVR systeem met camera’s en de BASE is een computer met software om toegang tot de POST DVR te krijgen. De BASE kan live of eerder opgenomen video bekijken van de POST DVR. De POST DVR kan toegang krijgen tot een andere POST DVR wanneer deze in een netwerk zijn opgenomen via LAN, echter kan het alleen eerder opgenomen video bekijken en geen live video van de andere POST DVR.
Systeem diagram
6
Voorpaneel
Achterpaneel
OPMERKING: Het kan zijn dat Windows niet correct werkt wanneer u de USB connectoren op het voorpaneel van de DVR gebruikt, afhankelijk van het model type van het USB apparaat. In dit geval, verbindt het USB apparaat nadat Windows goed opgestart is of gebruik de USB connectoren op het achterpaneel.
De DVR inschakelen Druk op de power knop op het voorpaneel om het systeem in te schakelen. Het systeem gaat naar de SmartGuard modus zodra het klaar is met zijn opstartproces. OPMERKING: Verbind een monitor voordat u het systeem inschakelt. Het kan zijn dat de video niet getoond wordt op de monitor wanneer u een monitor aansluit nadat het systeem ingeschakeld is. LET OP: Het systeem loopt vast wanneer de resolutie van de monitor niet hoog genoeg is. De DVR vereist 1024x768 resolutie.
De DVR uitschakelen Klik op de POWER knop in de SmartGuard modus of druk op de power knop op het voorpaneel om het systeem uit te schakelen. OPMERKING: Wanneer u het systeem uitschakelt, moet u bevestigen dat u de unit wilt uitschakelen. Er wordt ook gevraagd naar een gebruikersnaam en wachtwoord, of het systeem sluit af wanneer de Shut Down optie is geselecteerd bij de gebruikers autorisatie tijdens het instellen van SmartGuard. LET OP: Het systeem kan hardmatig uitgeschakeld worden door de power knop op het voorpaneel voor meer dan 10 seconden in te drukken. Echter, volg de normale afsluit procedures zoals hierboven vermeld wanneer het systeem normaal werkt. Het uitschakelen van de DVR zonder afsluit procedures kan schade veroorzaken aan het systeem.
7
Hoofdstuk 2 – SmartGuard Overzicht SmartGuard is krachtige bewakingssoftware. Het levert multiplexer functies, digitale tijdverloop opname en gebeurtenis gedreven opname. SmartGuard levert ook bewegingdetectie, PTZ bediening en verschillende beeldverbetering functies. OPMERKING: De eerste keer dat u het systeem inschakelt, zal het meteen beginnen met opnemen. Wanneer u minder dan 16 camera’s heeft, dan moet u in het instellingen scherm de ingangen deactiveren waaraan geen camera’s verbonden zijn. Anders kan de opnamesnelheid mogelijk iets verminderd worden.
Kenmerken • • • • • • • •
Max. 16 kanalen Max. 480 beelden/sec opname (400 beelden/sec PAL) (416 model) Gebruikersvriendelijke interface Inroosteren op camera en tijd Tijdverloop of gebeurtenis gedreven opname Bewegingdetectie en objectdetectie functie Audio opname PTZ bediening
OPMERKING: Zie Bijlage 12 – Specificaties voor de maximale opname snelheid van elk model.
Hoofd gebruikersinterface
Toezicht scherm: Toont toezicht video. Er zijn diverse weergaveformaten (enkel scherm, volledig scherm, quad, 3+4, 3x3, 2+8 en 4x4) voor een doelmatig gebruikers interface. De camera groepen voor multi-scherm formaten bestaan op volgorde uit camera’s 1 tot 16. De gebruiker kan selecteren welke camera groep getoond wordt door te klikken op een cameraknop in een groep van cameraknoppen. Informatie inclusief camera titel, opname modus en opname status kan getoond worden op het beeld. Ga naar Systeem instellen (pag. 11) en Camera’s instellen (pag. 15) in de SmartGuard instellingen sectie, en plaats een vinkje in het Show OSD vakje om de OSD informatie weer te geven. Afsluiten: Klik hierop om het systeem uit te schakelen.
8
Login/Logout: Klik hierop om op het systeem in of uit te loggen. Zie de In- en uitloggen op het systeem sectie (pag. 9) voor details. Systeem status: Toont datum en tijd, bedrijfsmodus, de resterende hard disk ruimte en het type hard disk gebruik. Zie de Systeem status sectie (pag. 10) voor details. Cameraknoppen: Klik op de individuele cameraknoppen om de geselecteerde camera te tonen. Klik op de
of
knop om het vorige of volgende cameraknop paneel te tonen.
Schermmodus knoppen: Klik op de gewenste schermmodus. Verplaats de cursor naar een beeld en dubbelklik op de linker muisknop om een specifiek beeld te bekijken in de enkel scherm modus. Klik op de linker muisknop in het scherm om terug te gaan naar de vorige schermmodus vanuit de enkel scherm modus.
PTZ: Klik hierop om de PTZ bedieningsknoppen te tonen. Zie de PTZ sectie (pag. 10) voor details. Beeldbewerking: Klik hierop om de beeldbewerkingknoppen te tonen. U kunt de helderheid, contrast, tint en verzadiging van het live beeld aanpassen door op de desbetreffende knoppen te klikken. Klik op de Default knop om ze te resetten naar de standaard instellingen. Deze bewerkingen moeten niet gebruikt worden om incorrect ingestelde camera’s of monitoren te corrigeren. Het is ook belangrijk dat de beelden naar behoren zijn aangepast. Alarm bediening: Klik hierop om de alarm bedieningsknoppen te tonen. U kunt de alarm status controleren en de alarm uitgang bedienen. Ingedrukte alarmknop is actieve modus en losgelaten knop is inactieve modus. De gebruiker kan de alarm uitgang manueel activeren of deactiveren door op de knop te klikken wanneer het losgelaten of ingedrukt is. Als de gebruiker het alarm uitschakeld tijdens de alarm instellingen op de SmartGuard, dan wordt de alarmknop uitgeschakeld. Klik op de links of rechts pijl knoppen om het vorige of volgende alarmknop paneel te tonen. POS: Klik hierop om de POS bedieningsknoppen te tonen. Het systeem statusscherm toont de POS data. Klik op de rechter muisknop op het scherm om te schakelen tussen twee weergavemodi: POS data weergavemodus en gebeurtenislog inclusief POS data weergavemodus. De POS knop LED licht op wanneer er data komt van de POS. Als u de data van de POS niet wilt weergeven, laat de gewenste POS knop dan los. Als de gebruiker het POS apparaat uitschakeld tijdens de Text-In instellingen op de SmartGuard, dan wordt de POS knop uitgeschakeld. Gebeurtenislog: Toont systeem gebeurtenissen. Om in de lijst omhoog en omlaag te scrollen, houdt de linker muisknop ingedrukt op de lijst en beweeg de cursor omhoog en omlaag, of rol het muiswiel op de lijst. Opgenomen gebeurtenissen zijn onderstreept in de lijst, en het klikken op de onderstreepte gebeurtenis start het SmartSearch programma en gaat naar het tijdtabel waardoor u de gebeurtenis gedetecteerde video kunt afspelen. De weergave informatie van het gebeurtenislog is als volgt: ‘Datum’_‘Tijd’ ‘Soort gebeurtenis’ ‘Camera nr.’ : ‘Camera titel’. Utiliteitsknoppen: Zie de Utiliteitsknoppen sectie (pag. 11) voor details. In- en uitloggen op het systeem •
•
Inloggen: Klik op de Login knop na het uitloggen en het User Login dialoogvenster verschijnt. Voer de User ID (gebruikersnaam) en Password (wachtwoord) in en klik op de OK knop als u wilt inloggen op het systeem. Wanneer het inloggen meer dan drie keer mislukt, dan wordt de zoemer geactiveerd voor drie minuten. Succesvol inloggen kan de trigger van de zoemer stoppen wanneer de zoemer geactiveerd is. Het log voor mislukte inlog als ook de succesvolle inlog, wordt getoond op het systeem status scherm. Uitloggen: Klik op de Logout knop na het inloggen en het Quit diagloogvenster verschijnt. Klik op de Yes knop als u uit het systeem wilt loggen.
OPMERKING: Wanneer No local login is geselecteerd tijdens het Autoriteit instellen instellingen sectie (pag. 35), dan vraagt de DVR niet naar de inlog procedure. OPMERKING: Wanneer u het wachtwoord vergeten bent, neem dan contact op met uw dealer of distributeur.
9
Systeem status Klok modus: Klik op de linker muisknop op het klok gedeelte om de formaten van de datum weergave (DD-MM-JJJJ/...) en de tijd weergave (12uur/24uur) in te stellen. Klik op de rechter muisknop op het klok gedeelte om de datum, tijd en tijdzone in te stellen. LET OP: Wanneer u de tijd verandert, dan worden de beelden die gedateerd zijn na de nieuwe datum/tijd verwijderd. Maak een backup wanneer u de beelden wilt bewaren. Modus status: Er zijn twee bedrijfsmodi – Alleen kijken modus en Opname modus. SmartGuard neemt alleen de beelden op in de opname modus. HDD indicator: Laat de resterende hard disk ruimte zien en het soort hard disk gebruik. Ga naar de SmartGuard instellingen – Systeem instellen sectie (pag. 11), en kies uit Once en Recycle voor HDD gebruik. Door de muis cursor op een plaatje te plaatsen, wordt het totaal aantal opname dagen getoond. OPMERKING: Once (getoond als Disk available: **%) neemt op totdat de hard disk vol is en stopt daarna. Recycle (getoond als Repeat Recording) neemt op over de oudste beelden heen wanneer de hard disk vol is.
PTZ De DVR levert transmissie functies en u kunt populaire PTZ apparaten en dome camera’s bedienen. knop te klikken, verschijnen de PTZ bedieningsknoppen zoals hieronder getoond. U Door op de kunt ook de muis gebruiken om de PTZ functies te bedienen. Klik op de rechter muisknop op het beeld en verplaats dat beeld in de richting die u wilt door de muis te slepen. Rol het muiswiel om in of uit te zoomen.
OPMERKING: Maximaal 128 presets kunnen ingesteld worden, afhankelijk van de specificaties van de geїnstalleerde PTZ apparaten of dome camera’s. Ben zeker van de beschikbare preset nummers om de PTZ preset functie naar behoren te laten werken. OPMERKING: Wanneer u de geavanceerde PTZ bediening wilt instellen, plaats dan de cursor op het PTZ bedieningspaneel en klik op de rechter muisknop. Afhankelijk van de specificaties van de camera, worden sommige functies niet ondersteund.
• Speed: Stel de pan/tilt snelheid in (van 1 tot 16). Hoe hoger het nummer, hoe hoger de snelheid.
• Move to origin: Klik op de knop wanneer u de • • • •
camera naar de originele positie wilt laten gaan. Auto Panning: Schakelt auto panning in of uit. Camera: Schakelt de camera aan of uit. Menu: Schakelt de menu functie in of uit. Pump/Wiper/Light/Aux: Schakelt pomp, wisser, licht en andere beschikbare functies in of uit.
10
Utiliteitsknoppen •
(Volledig scherm): Klik op de knop om in de volledige scherm modus te komen. Alle bedieningsknoppen verdwijnen en het toezichtscherm vult het volledige scherm in de volledige scherm modus. Om terug te keren uit de volledige scherm modus, klikt u op de linker muisknop ergens op het scherm. (Opname): De opname modus is geselecteerd wanneer deze knop ingedrukt • is. SmartGuard gaat automatisch terug naar de alleen kijken modus wanneer het niet kan opnemen (bv. wanneer de hard disk vol is). OPMERKING: De DVR neemt alleen op volgens het opname rooster, deze kan ingesteld worden tijdens het instellen van het systeem. Voordat u de DVR installeert, moet u het opname rooster volledig begrijpen. Het klikken op deze opname modus knop bereid de DVR alleen maar voor op opname. In deze status zal de DVR het opname rooster volgen. •
• • •
(Manueel alarm uitgang): In het algemeen wordt het alarm automatisch geactiveerd wanneer een gerelateerde sensor is geactiveerd. Echter kan de gebruiker alle alarm uitgangen handmatig activeren door op deze knop te klikken wanneer deze uit staat of alle alarm uitgangen deactiveren door op de knop te klikken wanneer deze ingedrukt staat. (Auto sequentie): Klik op de knop om de camera’s opeenvolgend te tonen. Wanneer u op de knop klikt, schakelt u tussen aan en uit. De omschakel interval kan ingesteld worden tijdens het instellen van het systeem. (Instellingen): Klik op de knop om een instellingen dialoogvenster te tonen. Zie de SmartGuard instellingen sectie (pag. 11) voor details. (Toegang naar SmartSearch): Klik op de knop om SmartSearch te starten.
SmartGuard instellingen Systeem instellen
11
• •
• • • •
•
Camera On/Off: Schakelt de camera in of uit. Location: Als u een toetsenbord heeft aangesloten op uw unit, dan kunt u een locatienaam zoals “Hoofdkantoor” invoeren. Als u geen toetsenbord heeft aangesloten op de unit, dan kunt u op het toetsenbord icoon klikken waardoor een virtueel toetsenbord verschijnt waarop u kunt typen door op de letters te klikken. Spot sequence dwell: Stel de sequentie looptijd in voor de spot monitor door de wijzer in te drukken en te slepen. Wanneer u de waarde instelt op 3 seconden, dan schakelt het camerabeeld op de spot monitor iedere 3 seconden om naar de volgende. Sequence dwell: Stel de sequentie looptijd in voor de hoofdmonitor door de wijzer in te drukken en te slepen. Wanneer u de waarde instelt op 3 seconden, dan schakelt het camerabeeld op de hoofdmonitor iedere 3 seconden om naar de volgende. Screen saver dwell: Stel de screensaver looptijd in voor het weergave plaatje. De screensaver wordt geactiveerd wanneer er geen toetsenbord of muis bediening is gedurende de ingestelde looptijd. Auto Deletion: Vink het vakje aan wanneer u wilt dat de video gewist wordt van voor de door de gebruiker bepaalde periode. Als het vakje aangevinkt is, ga dan naar Period en stel de periode in van hoe lang dat u de opgenomen video wilt bewaren. Bv: Als u het Auto Deletion vakje aanvinkt en de Period instelt op 30 dagen, dan zal de DVR de video die ouder is dan 30 dagen vanaf de huidige dag automatisch wissen. Show OSD: Vink het vakje aan wanneer u de OSD informatie wilt weergeven op het beeld. OSD informatie bevat camera titel, opname modus, opname status en gebeurtenis detectie status.
OPMERKING: Een R geeft aan dat de camera in de Time-lapse opname rooster modus is. Een E geeft aan dat het in de Event-driven opname modus is. Een R/E geeft aan dat het in de Time & Event opname modus is. Een R in de hoek rechtsonder geeft aan dat de DVR video aan het opnemen is, en de knippersnelheid van de R is gerelateerd aan de opnamesnelheid. Een icoon in de hoek linksonder geeft aan dat bewegingdetectie of objectdetectie gebeurtenissen plaatsvinden. •
Remote control: Klik op de Set up Remote control... knop wanneer de DVR op afstand bediend wordt met behulp van de seriële communicatie signalen of via netwerk verbindingen.
– Serial (RS232/RS485): Vink het vakje aan en klik op Set up Serial wanneer de DVR op afstand bediend wordt met behulp van de seriële communicatie signalen. Selecteer welke COM poort van de DVR gebruikt wordt van de uitvouwlijst. Klik op de Set up port... knop en stel de Baud rate in van 300 tot 256,000. Kies bij Parity uit None, Even of Odd parity. Kies bij Data bit uit 7 bit of 8 bit formaat. Kies bij Stop bit uit 1 bit of 2 bits in de uitvouwlijst. Ga naar Device ID en stel het apparaat ID nummer in van 0 tot 127 met behulp van de schuifbalk. Zie Bijlage 10 – Protocol voor bediening van de DVR op afstand voor details. OPMERKING: Bij gebruik van de RS232 poort, selecteer dan COM1 in de COM Port uitvouwlijst. Bij gebruik van de RS485 poort, selecteer dan de opgegeven COM poortnummer. Het opgegeven COM poort nummer kunt u controleren bij de geїnstalleerde kaart informatie, getoond op het System Info. dialoogvenster door op de System Info. knop te klikken. – Network: Vink het vakje aan en klik op Set up Network wanneer de DVR op afstand bediend wordt via netwerk verbindingen. Voer het Network Port nummer in. OPMERKING: Wanneer u Network remote control selecteert bij de gebruikers autorisatie, dan kunt u de DVR op afstand bedienen via netwerk verbindingen. Zie de Autoriteit instellen sectie (pag. 35) voor details. •
HDD usage: Selecteer Once of Recycle. Wanneer Once is geselecteerd, stopt de DVR met opnemen wanneer de hard disk drive vol is. Wanneer Recycle is geselecteerd, dan gaat de DVR door met opnemen wanneer de hard disk drive vol is door de oudste video te overschrijven.
12
•
System Info.: Klik op de knop en het System Info. dialoogvenster toont de informatie van de geїnstalleerde kaarten, driver, software, hard disk drive, OS en MAC adres op het systeem.
• •
Event log: Toont het gebeurtenis log lijst van het systeem. Help (F1): Toont het electronische bestand van de gebruikershandleiding. De Help functie kan
•
ook ingeschakeld worden door op de F1 toets op het toetsenbord te drukken. More...: Stel de spot sequentie in in detail.
– Spot: Klik op het spot monitor icoon om te verbinden. Geen, één, vier of acht monitoren kunnen verbonden worden volgens de specificatie van de DVR. – Spot Sequence: Selecteer het cameranummer voor elk nummer van de sequentie of Not Used in een uitvouwlijst. – Hold spot during single-screen mode: Vink het vakje aan wanneer u niet wilt dat de camera’s een sequentie uitvoeren op de spot monitor terwijl de hoofdmonitor ingesteld staat op het enkel scherm weergavemodus. – Include event display: Vink het vakje aan en selecteer het type gebeurtenis die u wilt laten verschijnen tijdens spot sequentie. Meerdere gebeurtenissen kunnen geselecteerd worden. OPMERKING: Gebeurtenis weergave wordt ingeschakeld wanneer u de gebeurtenis toezicht insteld tijdens het geavanceerd instellen van de camera. Zie de Camera’s instellen sectie (pag. 15) voor details. – Show video loss: Vink het vakje aan als u wilt dat het videoverlies beeld getoond wordt tijdens spot sequentie. – Monitoring without login: Vink het vakje aan als u video wilt bekijken op de spot monitor zonder in te loggen. • •
Set up Time Sync...: Stel de tijdsynchronisatie in indien nodig. Zie Bijlage 6 – Tijdsynchronisatie voor details. Change Signal...: Selecteer het video ingangsignaal voor elk cameranummer in een uitvouwlijst.
13
•
•
Note...: Stel de notitie functie in. De gebruiker kan notities toevoegen of wissen. Als u de notitie wilt lezen, selecteer de regel en klik op de View knop. Klik op de Load knop om de opgeslagen notitie te laden, de Save knop om de huidige notitie op te slaan en de Text Save knop om de huidige notitie op te slaan in een tekstbestand. Setup S.M.A.R.T....: Stel de S.M.A.R.T. functie in wanneer de geïnstalleerde hard disk drives het S.M.A.R.T. (Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology) programma ondersteunen (alleen interne hard disk drives). – Use S.M.A.R.T.: Vink het vakje aan wanneer u de S.M.A.R.T. functie wilt gebruiken. – Show an alert dialog if HDD status is unstable: Vink het vakje aan als er een waarschuwing moet verschijnen wanneer de DVR waarneemt dat de status van de hard disk drive slecht is. Zodra de waarschuwing verschijnt, is het aanbevolen om de hard disk drive zo snel mogelijk te vervangen, gebruikelijk binnen 24 uur. – Delay for the first inspection after system starts: Stel de standby tijd in voordat het systeem de eerste inspectie uitvoert nadat het systeem gestart is. – Inspection interval: Stel de inspectie interval in. – Threshold temperature for alert: Stel de drempel temperatuur in van de hard disk drives. De DVR registreert een gebeurtenis wanneer de temperatuur van de hard disk drives hoger is dan de ingestelde drempel.
• •
Set up backup...: Stel de backup informatie in. Zie Hoofdstuk 4 – SmartBackup voor details. Set up Web Server...: Stel een IIS (Internet Information Services) in voor het WebGuard programma.
Klik op de Load... knop wanneer u specifieke instellingen wilt laden. Klik op de Save... knop wanneer u de huidige instellingen wilt opslaan. Klik op de Default knop wanneer u standaard instellingen wilt laden. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Het selecteren van Cancel verlaat het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. OPMERKING: Alleen een gebruiker met administrator rechten kan de Load, Save en Default knoppen gebruiken.
14
Camera’s instellen
LET OP: De opnamesnelheid wordt mogelijk niet gehaald wanneer gemiddeld over alle camera’s. • • •
Select a camera: Selecteer een camera icoon om deze in te stellen. Description: Voer een camera titel in zoals “Voordeur”. U kunt het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord gebruiken. PTZ: Vink het vakje aan om de pan, tilt en zoom functies in te schakelen. Klik op de Set up PTZ... knop om het Set up PTZ dialoogvenster te tonen. Selecteer het model van het geïnstalleerde RX apparaat of dome camera in de Model lijst.
OPMERKING: Om de pan, tilt en zoom van de camera te bedienen, moet u een geschikte RX apparaat of dome camera op de DVR aansluiten. Een lijst met ondersteunde RX apparaten en dome camera modellen kan gevonden worden in het Set up PTZ dialoogvenster. – COM Port: Selecteer de opgegeven COM poortnummer in de uitvouwlijst. Het opgegeven COM poortnummer kunt u controleren bij de geїnstalleerde kaart informatie, getoond op het System Info. dialoogvenster door op de System Info. knop te klikken. – Set up port...: Klik op de knop om het Set up COM port dialoogvenster te tonen. Stel de Baud rate in van 300 tot 256,000, kies bij Parity uit None, Even of Odd parity, kies bij Data bit uit 7 bit of 8 bit formaat, kies bij Stop bit uit 1 bit of 2 bits in de uitvouwlijst. – Device ID: Stel het apparaat ID nummer in van 0 tot 127 met behulp van de schuifbalk. •
Record Audio: Vink het vakje aan om audio op te nemen.
OPMERKING: Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om te bepalen of dat de lokale wetten en regels audio opname toestaan.
15
OPMERKING: Audio wordt opgenomen terwijl de DVR de video opneemt en u kunt video met audio bekijken op het BASE systeem. OPMERKING: De DVR heeft twee types audio ingangen, Microphone en Line-in. Microphone is voor een onversterkte bron terwijl Line-in voor een versterkte bron is. • •
Hide image: Vink het vakje aan om het beeld van de geselecteerde camera te verbergen op de monitor. Wanneer dit vakje aangevinkt is, dan zal de geselecteerde camera niet getoond worden op de monitor, echter, de beelden van de camera worden opgenomen in de opname modus. Text for hidden camera: Voer de tekst in dat getoond wordt op de verborgen camera, met het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. Wanneer u dit venster leeg laat, dan wordt het grijze scherm zonder tekst getoond voor de verborgen camera.
OPMERKING: Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om te bepalen of dat de lokale wetten en regels audio opname toestaan. •
•
Show OSD: Vink het vakje aan wanneer u de OSD informatie wilt tonen op het beeld van de geselecteerde camera. Wanneer u de Show OSD functie wilt inschakelen, dan moet de Show OSD optie geselecteerd worden tijdens het instellen van het systeem. Same configuration for all cameras: Vink het vakje aan om alle camera’s in te stellen met de zelfde configuratie.
•
Time-lapse rec. speed: Stel de opnamesnelheid in voor de tijdverloop modus door de wijzer in te drukken en te slepen. U kunt de snelheid instellen van 30 tot 1/30 seconden. De waarde van de opnamesnelheid is de tijd om één plaatje op te nemen. Daarom hoe lager de waarde, des te meer plaatjes worden opgenomen in de zelfde tijd. Bijvoorbeeld: 30 betekent dat er 1 plaatje per 30 seconden wordt opgenomen, 1 betekent dat er 1 plaatje per seconde wordt opgenomen en 1/30 betekent dat er 30 plaatjes per seconde worden opgenomen.
OPMERKING: Wanneer de opnamesnelheid ingesteld staat op hoger dan 1/2 sec. (minder dan twee plaatjes per seconde), dan wordt de opgenomen audio NIET afgespeeld. •
Rec. image resolution: Stel de opname grootte van het opname plaatje in door de wijzer in te drukken en te slepen.
OPMERKING: Hogere resolutie plaatjes vereisen meer opslagruimte en verminderen de opnamecapaciteit van de hard disk drive. Wanneer ingesteld op 704x480 (704x576 PAL), dan kan video met veel beweging artefacten bevatten. •
Rec. image quality: Stel de kwaliteit van het opname plaatje in door de wijzer in te drukken en te slepen. U kunt de resolutie kiezen uit Low, Medium, High of Very High.
OPMERKING: Hogere kwaliteit plaatjes vereisen meer opslagruimte en verminderen de opnamecapaciteit van de hard disk drive. OPMERKING: De maximale grootte en kwaliteit van het opname plaatje van pre-gebeurtenis opname is beperkt tot 352x240 (352x288 PAL) en Medium, ongeacht de waardes van de instellingen Rec. image resolution en Rec. image quality om de hoeveelheid pre-gebeurtenis video om op te slaan te maximaliseren. •
Work hour: Stel de starttijd (From) en de eindtijd (To) van de werkuren in door de wijzer in te drukken en te slepen.
OPMERKING: De werkuren die in dit menu ingesteld staan, worden toegepast op de normale camera instellingen gevestigd bij de Time-lapse rec. speed, Rec. image resolution en Rec. image quality instellingen. Alle uren behalve de werkuren zijn After hour. •
•
After hour: Vink het vakje aan om andere opname opties in te stellen tijdens de uren buiten de uren die aangegeven staan bij Work hour. Stel daarna de Time-lapse rec. speed, Rec. image resolution en Rec. image quality in door de wijzer in te drukken en te slepen. Zie de Timelapse rec. speed, Rec. image resolution en Rec. image quality instellingen voor de beschikbare waardes van iedere instelling. Set Privacy Area: Stel het privacy gebied in op het beeld. Het geselecteerde gebied ingesteld als privacy gebied wordt NIET getoond in zowel de live modus als de afspeel modus. De DVR zal het geselecteerde gebied in zwart tonen en reageert ook NIET op gebeurtenissen die gedetecteerd zijn in het gebied dat ingesteld staat als privacy gebied. Ga naar Apply, vink het vakje aan en stel het privacy gebied in.
16
Het instellingen scherm bestaat uit een rooster. Klik eerst op het Draw keuzerondje en selecteer een middel in de uitvouwlijst, en stel dan het privacy gebied in op het plaatje. Gebruik de middelen als volgt: – Point: Plaats de cursor op het plaatje en klik op de linker muisknop. Een enkel vakje verschijnt waar de cursor is. – Line: Dit middel kan gebruikt worden om onregelmatige vormen te tekenen. Plaats de cursor waar u de lijn wilt beginnen. Houd de linker muisknop ingedrukt en sleep de cursor naar waar u de lijn wilt eindigen. Laat de muisknop los en een groep vakjes verschijnt langs de lijn die u getekend heeft. U kunt lijnen tekenen rond de vormen door dit proces te herhalen. – Rect (rechthoek): Houd de linker muisknop ingedrukt en sleep de cursor in een richting. Een rechthoek verschijnt. Zodra de rechthoek de gewenste grootte heeft, laat de muisknop los en de rechthoek wordt gevuld met vakjes. – Fill: Wanneer u het vul middel gebruikt, dan wordt het gebied gevuld met vakjes door op de muis te klikken. Als er een vorm getekend is met het Line middel, dan wordt het gebied gevuld met vakjes door daarin te klikken. Door buiten het gebied te klikken, wordt het buitenste gebied gevuld met vakjes. Als er geen vormen getekend zijn, dan wordt het volledige scherm gevuld met vakjes. OPMERKING: Wanneer u het Erase keuzerondje selecteert, dan kunt u de middelen gebruiken zoals hierboven beschreven om vakjes te verwijderen. •
Advanced Setup...: Selecteer de geavanceerde camera instellingen. U kunt de pre-gebeurtenis opname en gebeurtenis opname opties instellen voor elke gebeurtenis.
– Pre-event recording: Vink het vakje aan om de pre-gebeurtenis opname in te schakelen. – Pre-event rec. speed: Stel de opnamesnelheid in voor de pre-gebeurtenis modus door de wijzer in te drukken en te slepen. – Pre-event rec. dwell: Stel de duur van de pre-gebeurtenis opname in door de wijzer in te drukken en te slepen.
17
– Pre-event rec. image resolution: Stel de grootte van het opname plaatje in door de wijzer in te drukken en te slepen. – Pre-event rec. image quality: Stel de kwaliteit van het opname plaatje in door de wijzer in te drukken en te slepen. – Event monitoring dwell / Minimum monitoring dwell / Event rec. speed / Event rec. dwell: Selecteer de gebeurtenis tab om de waardes in te stellen voor de gebeurtenis gedreven modus door de wijzer in te drukken en te slepen. – On Event: Selecteer het gebeurtenis tab om het vakje aan te vinken wanneer u geavanceerde instellingen wilt gebruiken tijdens gebeurtenis activatie. Stel daarna de Rec. image resolution en Rec. image quality in door de wijzer in te drukken en te slepen. – On Priority Event: Selecteer de gebeurtenis tab om het vakje aan te vinken wanneer u geavanceerde instellingen wilt gebruiken tijdens hoge prioriteit gebeurtenis activatie. Stel daarna de Recording speed, Rec. image resolution en Rec. image quality in door de wijzer in te drukken en te slepen. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het Advanced camera setup dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. OPMERKING: Wanneer de opnamesnelheid ingesteld staat op hoger dan 1/2 sec. (minder dan twee plaatjes per seconde), dan wordt de opgenomen audio NIET afgespeeld. OPMERKING: De configuratie van de Advanced camera setup wordt ook ingesteld voor alle camera’s wanneer de Same configuration for all cameras is geselecteerd.
Schema’s instellen
• •
Select a camera: Selecteer een camera icoon om in te stellen. Hour: Stel het opnameschema in voor elke dag (MON t/m SUN) en vrije dagen (HOL). Selecteer de uren om op te nemen door in te drukken op de opname starttijd en te slepen naar de opname eindtijd. De uur selectie kan gemaakt worden bij zowel uren als dagen. De geselecteerde vakken worden blauw gemaakt.
18
•
Rec. mode: Klik op de gewenste opname modus knop. Wanneer u op de Time-lapse knop klikt, verschijnt er een R in de geselecteerde vakken. Er verschijnt niets wanneer u View only selecteert.
OPMERKING: De DVR heeft vier verschillende opname modi. View only mode – Er wordt geen opname gemaakt tijdens de geselecteerde uren. Time-lapse mode – Er worden tijdverloop opnamen gemaakt tijdens de geselecteerde uren. Event mode – Er worden gebeurtenis gedreven opnamen gemaakt tijdens de geselecteerde uren. Time & Event mode – Er worden tijdverloop opnamen gemaakt tijdens de geselecteerde uren en de DVR gaat in de gebeurtenis gedreven opname modus tijdens de geselecteerde uren wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt. •
Event mode (E=smovti): Klik op de gewenste gebeurtenis knop die geassocieerd moet worden met de gebeurtenis opname knop. Klik op de gebeurtenis knop om deze aan en uit te zetten. Verschillende opname modi (bv. R, R/s, s, mo, smov, R/smov, R/E, etc.) kunnen verschijnen in de tijdtabel, afhankelijk van de instellingen van de door de gebruiker bepaalde gebeurtenis modi. Wanneer u alle beschikbare gebeurtenissen selecteert, verschijnt er een E in de geselecteerde vakken.
OPMERKING: Video Loss (v) in de gebeurtenis modus is inclusief videoverlies en video verduistering detectie. •
•
Quick setup: Selecteer de gewenste knop om de huidige instellingen van de geselecteerde camera toe te passen bij een andere camera. Klik op de Copy knop en selecteer een andere camera om ingeroosterd te worden door op het camera icoon in hetzelfde dialoogvenster te klikken, en daarna op de Paste knop te klikken. Klik op de Apply all knop wanneer u de huidige instellingen wilt toepassen op alle camera’s. Set up holiday...: Stel de vrije dagen in. Deze functie compenseert voor verschillende vrije dagen in verschillende landen. Klik op de datum in de kalender die u als vrije dag wilt instellen en klik op de Add knop. De geselecteerde datum wordt getoond in de lijst naast de kalender. Als u een vrije dag wilt wissen, klik dan op de Delete knop nadat u de datum geselecteerd heeft in de lijst. Ga naar andere maanden met behulp van de pijl knoppen gelokaliseerd boven aan de kalender. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het Holiday setup dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan.
•
Stop Rec. Warning...: Klik op de knop om te waarschuwen wanneer de opname stopt. Vink het Warning when rec. stops vakje aan. – Rec. stoppage reason: Vink het Click rec. stop button vakje aan om te waarschuwen wanneer de opname stopt door op de opname modus knop te klikken. Vink het No rec. during specified time vakje aan om te waarschuwen wanneer de DVR niet opneemt tijdens de preset tijd (1 tot 24 uur). – On rec. stop: Selecteer hoe er gewaarschuwd moet worden wanneer de opname stopt.
19
Sensoren instellen
• • • • • •
•
Select a sensor: Selecteer een sensor icoon om in te stellen. Enable: Vink het vakje aan om de geselecteerde sensor in te schakelen. Normally closed: Stel het sensor type in op normaal gesloten (NC) of normaal open (NO). Wanneer dit vakje aangevinkt is, dan staat deze in de normaal gesloten modus. Wanneer deze niet aangevinkt is, dan staat deze in de normaal open modus. Description: Voer een sensortitel in, zoals “Voordeur”. U kunt zowel het werkelijke toetsenbord als het virtuele toetsenbord gebruiken. Sensor type: Voer het type sensor in, zoals “magneet”. U kunt zowel het werkelijke toetsenbord als het virtuele toetsenbord gebruiken. High priority: Vink het vakje aan om een hoge prioriteit te geven aan de geselecteerde sensor, zodat de DVR de geavanceerde camera instellingen volgt wanneer de geselecteerde sensor is geactiveerd. Zie de Camera’s instellen sectie (pag. 15) voor het configureren van de geavanceerde camera instellingen. Save image files: Vink het vakje aan om het plaatje op te slaan als een JPEG bestand wanneer een geselecteerde sensor is geactiveerd. Het vakje wordt geactiveerd wanneer een camera is geassocieerd met de sensor. Het bestand wordt automatisch opgeslagen in elk datum map in de C:/IDR-Series/Temp/RecordExt map. De Save image files functie werkt ongeacht het opnameschema.
OPMERKING: De hard disk drive voor het opslaan van beeldbestanden moet minstens 700 MB beschikbare ruimte hebben. OPMERKING: De opnamesnelheid kan verminderen wanneer de beeldbestanden van meerdere camera’s tegelijkertijd opgeslagen worden. OPMERKING: De beelden worden opgeslagen met de 360x240 resolutie bij het opslaan van beeldbestanden. •
Move to preset: Vink het vakje aan om de geselecteerde camera te verplaatsen naar de preset locatie wanneer een geselecteerde sensor is geactiveerd. Selecteer de camera en preset ID in
20
• •
een uitvouwlijst. Preset waardes kunnen individueel ingesteld worden door de gebruiker die in het systeem inlogt. Camera association: Klik op het camera icoon om het te associëren met een geselecteerde sensor. Maximaal 16 camera’s kunnen geselecteerd worden. De video van de geassocieerde camera(‘s) wordt opgenomen wanneer een gerelateerde sensor is geactiveerd. Alarm association: Klik op het alarm icoon om het te associëren met een geselecteerde sensor. Het alarm gaat af wanneer een gerelateerde sensor is geactiveerd.
Bewegingdetectie instellen
OPMERKING: Wanneer u de video analytics functie gebruikt, dan is de bewegingdetectie functie behalve de H/W detectie niet beschikbaar voor dezelfde camera. • • •
Select a camera: Selecteer een camera icoon om in te stellen. Enable All: Klik op de knop om de bewegingdetectie in te schakelen voor alle camera’s. Enable H/W All: Klik op de knop om de hardware bewegingdetectie in te schakelen voor alle camera’s.
OPMERKING: Het gebruik van de hardware bewegingdetectie zal de systeemprestatie verbeteren door de systeembelasting te verminderen, echter, hardware bewegingdetectie kan iets minder gevoelig zijn dan algemene bewegingdetectie. •
• •
Show results: Vink het vakje aan om de detectie resultaten te tonen op het bewakingsbeeld voor alle camera’s met ingeschakelde bewegingdetectie. Wanneer u Show results wilt gebruiken, dan moet de Show OSD optie geselecteerd zijn tijdens de systeem instellingen. Enable: Vink het vakje aan om bewegingdetectie in te schakelen voor de geselecteerde camera. Enable H/W detection: Vink het vakje aan om hardware bewegingdetectie in te schakelen voor
•
High priority: Vink het vakje aan om een hoge prioriteit te geven aan de geselecteerde camera.
de geselecteerde camera. De DVR volgt de geavanceerde camera instellingen wanneer de geselecteerde camera beweging detecteert. Zie de Camera’s instellen sectie (pag. 15) voor het configureren van de geavanceerde camera instellingen.
21
•
Save image files: Vink het vakje aan om het plaatje op te slaan als een JPEG bestand wanneer een geselecteerde camera beweging detecteert. Het bestand wordt automatisch opgeslagen in elk datum map in de C:/IDR-Series/Temp/RecordExt map. De Save image files functie werkt ongeacht het opnameschema.
OPMERKING: De hard disk drive voor het opslaan van beeldbestanden moet minstens 700 MB beschikbare ruimte hebben. OPMERKING: De opnamesnelheid kan verminderen wanneer de beeldbestanden van meerdere camera’s tegelijkertijd opgeslagen worden. OPMERKING: De beelden worden opgeslagen met de 360x240 resolutie bij het opslaan van beeldbestanden. •
•
Move to preset: Vink het vakje aan om de geselecteerde camera te verplaatsen naar de preset locatie wanneer een geselecteerde camera beweging detecteert. Selecteer de camera en preset ID in een uitvouwlijst. Preset waardes kunnen individueel ingesteld worden door de gebruiker die in het systeem inlogt. Set up zone...: Stel de bewegingdetectie zone in en het bewegingdetectie zone instellingen scherm verschijnt. Het instellingen scherm bestaat uit een rooster. Klik eerst op het Draw keuzerondje en selecteer een middel in de uitvouwlijst, en stel dan de bewegingdetectie zone in op het plaatje. Zie de Camera’s instellen – Set Privacy Area sectie voor het instellen van de detectie zone. – Sensitivity: Stel de gevoeligheid van de bewegingdetectie in van 1 tot 5 (1 tot 10 voor hardware detectie) door de wijzer in te drukken en te slepen. OPMERKING: Hoe hoger het nummer, des te gevoeliger het is. – Min. size: Stel het minimum aantal blokken in van 1 tot 100 (1 tot 60 voor hardware detectie). Wanneer u de Min. size waarde instelt op 10, dan reageert de DVR alleen op de beweging wanneer het beweging (activiteit) detecteert in minimaal 10 aaneengesloten blokken binnen de geselecteerde detectie zone. De Min. size mag niet groter zijn dan het aantal geselecteerde blokken voor detectie. OPMERKING: Wanneer u meerdere detectie groepen selecteert, dan mag het minimum aantal blokken (Min. size) niet groter zijn dan het aantal blokken van het kleinste detectie gebied. – Max. size: Stel het maximum aantal blokken in van de ingestelde Min. size waarde tot 1200. Wanneer u de Max. size waarde instelt op 100, dan negeert de DVR de beweging wanneer het groter is dan de 100 blokken. – View Result: Vink het vakje aan om de detectie resultaten weer te geven. U kunt hiermee controleren dat de gevoeligheid en de minimum grootte correct ingesteld zijn. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. – Camera association: Klik op het camera icoon om het te associëren met de geselecteerde camera bij de Select a camera instelling. Wanneer er beweging wordt gedetecteerd door één camera, dan kunnen andere camera’s hiermee geassocieerd worden zodat ook de video van de geassocieerde camera‘s wordt opgenomen. – Alarm association: Klik op het alarm icoon om het te associëren met een geselecteerde sensor. Het alarm gaat af wanneer een geselecteerde camera beweging detecteert.
22
Objectdetectie instellen
OPMERKING: Wanneer u de video analytics functie gebruikt, dan is de objectdetectie functie niet beschikbaar voor dezelfde camera. • • •
• •
•
Select a camera: Selecteer een camera icoon om in te stellen. Enable All: Klik op de knop om de objectdetectie in te schakelen voor alle camera’s. Show results: Vink het vakje aan om de objectdetectie resultaten te tonen op het bewakingsbeeld voor alle camera’s met ingeschakelde objectdetectie. Wanneer u Show results wilt gebruiken, dan moet de Show OSD optie geselecteerd zijn tijdens de systeem instellingen. Enable: Vink het vakje aan om objectdetectie in te schakelen voor de geselecteerde camera. Wanneer objectdetectie is geselecteerd, dan detecteert de DVR de veranderingen in het beeld vergeleken met het referentiebeeld gedurende de ingestelde looptijd. High priority: Vink het vakje aan om een hoge prioriteit te geven aan de geselecteerde camera. De DVR volgt de geavanceerde camera instellingen wanneer de objectdetectie veranderingen detecteert in het beeld van de geselecteerde camera. Zie de Camera’s instellen sectie (pag. 15) voor het configureren van de geavanceerde camera instellingen. Save image files: Vink het vakje aan om het plaatje op te slaan als een JPEG bestand wanneer de objectdetectie veranderingen detecteert in het beeld van de geselecteerde camera. Het bestand wordt automatisch opgeslagen in elk datum map in de C:/IDR-Series/Temp/RecordExt map. De Save image files functie werkt ongeacht het opnameschema.
OPMERKING: De hard disk drive voor het opslaan van beeldbestanden moet minstens 700 MB beschikbare ruimte hebben. OPMERKING: De opnamesnelheid kan verminderen wanneer de beeldbestanden van meerdere camera’s tegelijkertijd opgeslagen worden. OPMERKING: De beelden worden opgeslagen met de 360x240 resolutie bij het opslaan van beeldbestanden. •
Move to preset: Vink het vakje aan om de geselecteerde camera te verplaatsen naar de preset locatie wanneer de objectdetectie veranderingen detecteert in het beeld van de geselecteerde
23
•
camera. Selecteer de camera en preset ID in een uitvouwlijst. Preset waardes kunnen individueel ingesteld worden door de gebruiker die in het systeem inlogt. Set up zone...: Stel de objectdetectie zone in en het objectdetectie zone instellingen scherm verschijnt. Het instellingen scherm bestaat uit een rooster. Klik eerst op het Draw keuzerondje en selecteer een middel in de uitvouwlijst, en stel dan de detectie zone in op het plaatje. Zie de Camera’s instellen – Set Privacy Area sectie voor het instellen van de detectie zone. – Sensitivity: Stel de gevoeligheid van de objectdetectie in (1 tot 5) door de wijzer in te drukken en te slepen. OPMERKING: Hoe hoger het nummer, des te gevoeliger het is. – Min. size: Stel het minimum aantal blokken in (1 tot 100). Wanneer u de Min. size waarde instelt op 10, dan reageert de DVR alleen op het object wanneer het veranderingen detecteert in minimaal 10 aaneengesloten blokken binnen de geselecteerde detectie zone. De Min. size mag niet groter zijn dan het aantal geselecteerde blokken voor detectie. OPMERKING: Wanneer u meerdere detectie groepen selecteert, dan mag het minimum aantal blokken (Min. size) niet groter zijn dan het aantal blokken van het kleinste detectie gebied. – Max. size: Stel het maximum aantal blokken in (de ingestelde Min. size waarde tot 1200). Wanneer u de Max. size waarde instelt op 100, dan negeert de DVR het object wanneer het groter is dan de 100 blokken. – Activation times: Stel de looptijd in voor het detecteren van veranderingen op het plaatje van 0 tot 30 minutes. De DVR detecteert de verandering alleen wanneer de verandering langer duurt dan de ingestelde looptijd. – Reference Image: Vink het vakje aan om het referentiebeeld te bekijken. – Current Image: Vink het vakje aan om het huidige beeld te bekijken. – Get Reference: Selecteer het vakje om het huidige beeld in te stellen als het referentiebeeld. – View Result: Vink het vakje aan om de objectdetectie resultaten weer te geven. U kunt hiermee controleren dat de gevoeligheid en de minimum grootte correct ingesteld zijn. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan.
•
•
Camera association: Klik op het camera icoon om het te associëren met de geselecteerde camera bij de Select a camera instelling. De video van de geassocieerde camera(‘s) zal worden opgenomen wanneer de objectdetectie veranderingen detecteert in het plaatje van de geselecteerde camera. Alarm association: Klik op het alarm icoon om het te associëren met een geselecteerde sensor. Het alarm gaat af wanneer de objectdetectie een verandering detecteert in het plaatje van de geselecteerde camera.
OPMERKING: Regelmatige veranderingen van de verlichting kunnen een onjuiste werking van de objectdetectie veroorzaken. Constante verlichting wordt aangeraden voor het optimaliseren van de objectdetectie functie.
24
Video analytics instellen
•
Select a camera: Selecteer een camera icoon
om in te stellen.
OPMERKING: De video analytics functie is beschikbaar voor maximaal vier camera’s. LET OP: Om de video analytics correct te laten werken, moeten de camera’s correct zijn geïnstalleerd. Zie Bijlage 4 – Video analytics voor de correcte installatie van camera’s voor de video analytics functie. •
Use video analytics: Vink het vakje aan om de video analytics functie te gebruiken voor de geselecteerde camera.
OPMERKING: Gebruik de PTZ functies (pan, tilt, zoom, preset, etc.) NIET wanneer u de video analytics functie gebruikt. Het bedienen van PTZ functies verstoort het systeem om informatie te verzamelen voor de video analytics en de video analytics werkt mogelijk niet correct. OPMERKING: Wanneer u de video analytics functie gebruikt, dan zal de bewegingdetectie functie (behalve de H/W detectie) en de objectdetectie functie niet beschikbaar zijn voor dezelfde camera. OPMERKING: Wanneer de videoverlies gebeurtenis gedetecteerd is bij een camera, dan werkt de video analytics functie niet voor de desbetreffende camera. •
Graphical results display option: Selecteer een optie om de video analytics detectie resultaten te tonen op het scherm. Wanneer u de resultaten op het scherm wilt tonen, dan moet de Show OSD optie geselecteerd zijn tijdens de systeem instellingen. – All detection objects: Toont detectie resultaten van elk object waar er een verandering was op het toezicht scherm. – Event triggering object only: Toont detectie resultaten van de gebeurtenissen die voortkomen uit de regels van de Rule List hieronder. – None: Toont geen detectie resultaten.
25
•
Rule List: Stel de regels in (max. vier) voor de video analytics detectie. Het systeem detecteert video analytics gebeurtenissen volgens de ingestelde regels. Klik op de Add knop en het Rule Editor instellingen scherm verschijnt.
– Camera: Toont video van de huidige camera. – Event type: Selecteer een gebeurtenis type tussen Single Event, Dual Event en Face Detection en stel de gebeurtenissen in. Wanneer de video analytics detectie voldoet aan de instellingen, dan beschouwt het systeem het als een video analytics detectie gebeurtenis. Zie Bijlage 4 – Video Analytics voor details. – Rule Name: Voer een regelnaam in. Wanneer u geen toetsenbord heeft aangesloten op de unit, dan kunt u op het toetsenbord icoon klikken waardoor er een virtueel toetsenbord verschijnt waarop u kunt typen door op de letters te klikken. – Save image files: Vink het vakje aan om het plaatje op te slaan als een JPEG bestand wanneer de video analytics detectie gebeurtenissen detecteert op het beeld van de geselecteerde camera. Het bestand wordt automatisch opgeslagen in elk datum map in de C:/IDR-Series/Temp/RecordExt map. De Save image files functie werkt ongeacht het opnameschema. OPMERKING: De hard disk drive voor het opslaan van beeldbestanden moet minstens 700 MB beschikbare ruimte hebben. OPMERKING: De opnamesnelheid kan verminderen wanneer de beeldbestanden van meerdere camera’s tegelijkertijd opgeslagen worden. OPMERKING: De beelden worden opgeslagen met de 360x240 resolutie bij het opslaan van beeldbestanden. – Move to preset: Vink het vakje aan om de geselecteerde camera te verplaatsen naar de preset locatie wanneer de video analytics detectie gebeurtenissen detecteert in het beeld van de geselecteerde camera. Selecteer de camera en preset ID in een uitvouwlijst. Preset waardes kunnen individueel ingesteld worden door de gebruiker die in het systeem inlogt. – Event counting: Vink het vakje aan om het aantal video analytics detectie gebeurtenissen weer te geven met de regelnaam in het middenboven van het toezicht scherm. Wanneer u het Counter reset timer vakje aanvinkt, dan reset het systeem het aantal naar 0 op de ingestelde tijd en gaat verder met tellen vanaf 0. Door op de Reset timer knop te klikken wordt het aantal gereset naar 0 wanneer u op de knop klikt. – Camera association: Klik op het camera icoon om het te associëren met de geselecteerde camera bij de Select a camera instelling. De video van de geassocieerde camera’s wordt opgenomen wanneer de video analytics detectie gebeurtenissen detecteert in het beeld van de geselecteerde camera. – Alarm association: Klik op het alarm icoon om het te associëren met een geselecteerde sensor. Het alarm gaat af wanneer de video analytics detectie een gebeurtenis detecteert in het beeld van de geselecteerde camera.
26
Videoverlies instellen
OPMERKING: Wanneer een camera video verliest (Video Loss) of het weer video detecteert na videoverlies (Video On), dan beschouwt de DVR zowel Video Loss als Video On als videoverlies gebeurtenissen. • •
•
•
•
Select a camera: Selecteer een camera icoon om in te stellen. Detect Obscuration: Vink het vakje aan om de video verduistering detectie te gebruiken. Stel daarna het verduisteringsniveau in van 0% tot 50% door de wijzer in te drukken en te slepen. Hoe hoger het percentage, des te gevoeliger het is. Wanneer de verduistering detectie is geselecteerd, dan controleert de DVR de verduistering van de camera, en beschouwt de verduistering op de beelden als videoverlies. Detect Flare: Vink het vakje aan om de flare detectie te gebruiken. Stel daarna het flareniveau in van 0% tot 50% door de wijzer in te drukken en te slepen. Wanneer de flare detectie is geselecteerd, dan controleert de DVR de helderheid van de camera, en beschouwt de flare op het beeld als videoverlies. High priority: Vink het vakje aan om een hoge prioriteit te geven aan de geselecteerde camera. De DVR volgt de geavanceerde camera instellingen wanneer de camera videoverlies detecteert. Zie de Camera’s instellen sectie (pag. 15) voor het configureren van de geavanceerde camera instellingen. Save image files: Vink het vakje aan om het plaatje op te slaan als een JPEG bestand wanneer een geselecteerde camera videoverlies heeft gedetecteerd. Het bestand wordt automatisch opgeslagen in elk datum map in de C:/IDR-Series/Temp/RecordExt map. De Save image files functie werkt ongeacht het opnameschema.
OPMERKING: De hard disk drive voor het opslaan van beeldbestanden moet minstens 700 MB beschikbare ruimte hebben. OPMERKING: De opnamesnelheid kan verminderen wanneer de beeldbestanden van meerdere camera’s tegelijkertijd opgeslagen worden. OPMERKING: De beelden worden opgeslagen met de 360x240 resolutie bij het opslaan van beeldbestanden.
27
•
•
• •
•
Move to preset: Vink het vakje aan om de geselecteerde camera te verplaatsen naar de preset locatie wanneer een geselecteerde camera videoverlies heeft. Selecteer de camera en preset ID in een uitvouwlijst. Preset waardes kunnen individueel ingesteld worden door de gebruiker die in het systeem inlogt. Camera association: Klik op het camera icoon om het te associëren met de geselecteerde camera bij de Select a camera instelling. Wanneer videoverlies is gedetecteerd bij één camera, dan worden andere camera’s hiermee geassocieerd zodat ook de video van de geassocieerde camera’s wordt opgenomen. Alarm association: Klik op het alarm icoon om het te associëren met een geselecteerde sensor. Het alarm gaat af wanneer een geassocieerde sensor geactiveerd is. Show video loss dialog: Vink het vakje aan wanneer u wilt dat het volgende Video Signal Failure dialoogvenster getoond wordt op het scherm wanneer het videoverlies is gedetecteerd. Klik op de Acknowledge of Acknowledge All knop om het dialoogvenster te sluiten.
Audible tone dwell: Stel de looptijd in van de alarm output. De alarm output wordt geactiveerd tijdens de ingestelde looptijd wanneer het videoverlies is gedetecteerd.
OPMERKING: De alarm output kan alleen gereset worden tijdens alarm activatie door op de Acknowledge of Acknowledge All knop in het Video Signal Failure dialoogvenster te klikken.
28
Alarm instellen
• •
•
Select an alarm: Selecteer een alarm icoon om in te stellen. Enable: Vink het vakje aan om het geselecteerde alarm in te schakelen. Wanneer u Use alert sound on event selecteert, dan zal de DVR een alarmgeluid afspelen op de aangesloten speaker tijdens alarm output. U kunt de DVR instellen om verschillende alarmgeluiden af te spelen bij elk type gebeurtenis. Maak geluidsbestanden (.wav) voor elk type gebeurtenis onder de programma installatie map en noem de geluidsbestanden: sensor.wav voor alarm-in, motion.wav voor bewegingsdetectie, terror.wav voor objectdetectie en vloss.wav voor videoverlies. From / To: Stel de start- en eindtijd in (00:00 tot 24:00) van de alarm activatie door de wijzer in te drukken en te slepen.
OPMERKING: In de gevallen waar de From tijd later is dan de To tijd, zal het alarm geactiveerd worden op de From tijd van de huidige datum tot de To tijd op de volgende dag. Wanneer u To op 08:00 en From op 18:00 instelt, dan betekent dit dat het alarm ’s nachts actief is vanaf 6:00 pm tot 8:00 am de volgende dag. •
Dwell time: Stel de duur van de alarm output in (0 seconden tot 30 minuten) door de wijzer in te drukken en te slepen.
29
Text-In instellen
•
Text-In device: Selecteer een text-in apparaat icoon
om in te stellen.
OPMERKING: Er zijn maximaal 16 text-in kanalen beschikbaar met gebruik van de WIBU key. • • •
•
Use Text-In OSD: Vink het vakje aan wanneer u de text-in informatie wilt weergeven op het beeld. Het vakje wordt geactiveerd wanneer een camera is geassocieerd met het text-in apparaat. Enable: Vink het vakje aan om het gebruik van het geselecteerde text-in apparaat in te schakelen. Select Text-In System: Stel het text-in apparaat in. Selecteer het model van het geïnstalleerde text-in systeem in de Text-In Model lijst, en de te gebruiken COM poort in de uitvouwlijst. Klik op de Set up port... knop om het Set up COM Port dialoogvenster weer te geven. Stel de Baud rate in van 300 tot 256.000, kies de Parity uit None, Even of Odd parity, kies de Data bit uit 7 bit of 8 bit formaat, kies de Stop bit uit 1 bit of 2 bits in de uitvouwlijst. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. Device: Selecteer het type text-in apparaat om te gebruiken.
OPMERKING: Elk type text-in apparaat (User Define, Gnomell, enz.) heeft andere instelopties die gedefinieerd kunnen worden door de gebruiker. OPMERKING: Bij gebruik van de RS232 poort, selecteer dan COM1 in de COM Port uitvouwlijst. Bij gebruik van de RS485 poort, selecteer dan de opgegeven COM poort nummer. Het opgegeven COM poort nummer kunt u controleren bij de geїnstalleerde kaart informatie, getoond op het System Info. dialoogvenster door op de System Info. knop te klikken. •
Save image files: Vink het vakje aan om het plaatje op te slaan als een JPEG bestand wanneer een geselecteerde text-in apparaat text-in data ontvangt. Het vakje wordt geactiveerd wanneer een camera is geassocieerd met het text-in apparaat. Het bestand wordt automatisch opgeslagen in elk datum map in de C:/IDR-Series/Temp/RecordExt map. De Save image files functie werkt ongeacht het opnameschema.
30
OPMERKING: De hard disk drive voor het opslaan van beeldbestanden moet minstens 700 MB beschikbare ruimte hebben. OPMERKING: De opnamesnelheid kan verminderen wanneer de beeldbestanden van meerdere camera’s tegelijkertijd opgeslagen worden. OPMERKING: De beelden worden opgeslagen met de 360x240 resolutie bij het opslaan van beeldbestanden. •
Syntax – Case Sensitive: Vink het vakje aan om in de text-in data onderscheid te maken tussen hoofdletters en kleine letters. – Transaction Start: Voer de karakterreeks in dat beschouwt moet worden als transactie start. Wanneer de Any character box is aangevinkt, dan wordt elk karakter beschouwt als transactie start. – Transaction End: Voer de karakterreeks in dat beschouwt moet worden als transactie einde. OPMERKING: Het invoeren van meerdere sleutelwoorden voor Transaction Start/End is ondersteund. Gebruik een punt-komma (;) om de sleutelwoorden af te bakenen. Wanneer de punt-komma in de Transaction Start/End zelf gebruikt wordt, gebruik dan een dubbele puntkomma (;;).
– More Lines: Stel de teller in voor het aantal regels na de ingestelde karakterreeks voor transactie einde. De DVR zal de ingestelde aantal regels bij één transactie rekenen. – Line Delimiter: Voer de karakterreeks in dat iedere text-in regel onderscheidt. – Ignore String: Voer de karakterreeks in. De DVR zal de text-in regel negeren die de ingevoerde reeks in dit veld bevat.
•
Dwell Time – Display Dwell: Stel de looptijd voor het tonen van de text-in informatie in door de wijzer in te drukken en te slepen.
– Transaction Timeout: Stel de tijd in voor het wachten op een nieuwe tekst invoer. De DVR zal •
de transactie als beëindigd beschouwen wanneer er geen tekst invoer is tijdens de wachttijd na de laatste tekst invoer. Camera association: Klik op het camera icoon om het te associëren met een geselecteerd textin apparaat. Meerdere camera’s kunnen geselecteerd worden. De text-in informatie wordt getoond op het scherm wanneer de geassocieerde camera getoond wordt in de enkel scherm modus.
31
Toegang op afstand instellen
•
Transmit speed: Stel de Frame Rate en Max image resolution in door de wijzer in te drukken en te slepen. Vink het Bandwidth Limit box aan wanneer u de netwerk bandbreedte wilt regelen, en voer vervolgens het bandbreedte limiet (kbps) in met behulp van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord.
LET OP: De opnamesnelheid wordt net zo verminderd als de transmissiesnelheid wanneer de DVR de beelden verzendt. OPMERKING: De transmissiesnelheid is het aantal plaatjes dat verzonden kan worden voor iedere camera. Daardoor hoe lager de waarde, des te meer plaatjes worden er overgedragen gedurende dezelfde periode. Bijvoorbeeld, bij gebruik van één camera, betekent de waarde 30 dat er één plaatje per 30 seconden wordt verzonden. 1 betekent één plaatje per seconde en 1/30 betekent 30 plaatjes per seconde. OPMERKING: De beschikbare maximale transmissiesnelheid kan niet meer zijn dan de helft van de beschikbare maximale opnamesnelheid. Bijvoorbeeld, wanneer de beschikbare maximale opnamesnelheid 480 plaatjes per seconde is en u heeft 16 camera’s, dan kan de transmissiesnelheid voor elk van de 16 camera’s maximaal 1/15 (15 plaatjes per seconde) zijn. Zie Bijlage 12 – Specificaties voor de beschikbare maximale opnamesnelheid van elk model. OPMERKING: Wanneer de VGA-kaart van een BASE systeem de overlay functie niet ondersteund, dan kan de transmissiesnelheid wat vertragen. OPMERKING: De DVR converteert de beeldresolutie volgens de ingestelde waardes van Max image resolution wanneer het beeld met een hogere resolutie wordt verzonden dan de ingestelde resolutie. Wanneer u 352x240 (352x288 PAL) instelt voor de Max image resolution, dan wordt het plaatje met 704x480 (704x576 PAL) resolutie geconverteert naar 352x240 (352x288 PAL) voordat het naar de externe locatie wordt verzonden.
32
•
Use DVRNS: Vink het vakje aan om de DVRNS (DVR Name Service) server te gebruiken. Klik op de Set up DVRNS... knop om het IP Notifier – DVRNS (DVR Name Service) dialoogvenster te laten verschijnen om de details voor DVRNS in te stellen.
OPMERKING: Met de DVRNS (DVR Name Service) kunt u verbinding maken met de DVR van externe locaties met behulp van de dynamische IP adressen of de domeinnaam. Om de DVRNS functie correct te laten werken, moet de DVR geregistreerd worden op de DVRNS server, en de DVRNS server instellingen moeten overeenkomen met de geregistreerde instellingen op de DVRNS server. Elke verandering op de DVRNS server kan een incorrecte werking veroorzaken. OPMERKING: De DVRNS registratie is beperkt tot één DVRNS server. De DVR kan niet geregistreerd worden op meerdere DVRNS servers. – DVRNS Server: Voer het IP-adres (of domeinnaam) in en het poortnummer van de DVRNS server. – DVR: Voer de unit naam in om te registreren op de DVRNS server en voer de DVR Description (beschrijving) in. Door op de Check knop te klikken naast het Name venster, kunt u controleren of dat de door u ingevoerde naam gebruikt kan worden. Address toont het IP-adres van de DVR. Wanneer u het NAT (Network Address Translation) apparaat gebruikt, dan vinkt u het Use NAT venster aan. – Help desk: Toont de informatie dat op de DVRNS server geregisteerd is. U kunt uw veranderingen opslaan en de DVR informatie op de DVRNS server registreren door op de Submit knop te klikken. U kunt de IP Notifier – DVRNS (DVR Name Service) dialoogvenster verbergen door op de Hide knop te klikken.
• •
Set up network...: Stel het netwerk in. Zie Bijlage 3 – Netwerk instellingen (LAN) voor details. Set up Callback...: Stel de terugbel functie in. De DVR kan ingesteld worden om de gewenste server met SmartBase te notificeren wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt.
– Use Callback: Vink het vakje aan om de terugbel functie in te schakelen.
– Center: Voer het IP-adres van elke server in. Er kunnen maximaal drie servers ingesteld worden.
– Retry Counts: Voer het aantal keren in dat de DVR de server moet proberen te contacteren wanneer de verbinding mislukt.
– When: Selecteer de gebeurtenis. De DVR zal bellen wanneer de geselecteerde gebeurtenis plaatsvindt. Meerdere selecties zijn beschikbaar. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het Set up Callback dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. OPMERKING: Terugbel berichten worden getoond op het systeem status scherm van de gewenste server. Ze bevatten gebeurtenis type, gebeurtenis detectie tijd en de systeem locatie die ingevoerd is tijdens de System instellingen.
•
Set up Email...: Stel de email notificatie in. Elke gebeurtenis kan individueel ingesteld worden voor email notificatie. Selecteer de gebeurtenis tab om in te stellen.
33
– Use Email: Vink het vakje aan om de email notificatie functie in te schakelen. – Attach the event image file: Vink het vakje aan om het beeldbestand van de gedetecteerde gebeurtenis toe te voegen bij het emailen. – Ignore Same Continuous Events: Vink het vakje aan om een looptijd in te stellen wanneer u een email wilt versturen voor de eerst gedetecteerde gebeurtenis en dezelfde voortdurende gebeurtenissen wilt negeren tijdens de ingestelde looptijd. – Apply All: Stel alle gebeurtenissen in met dezelfde configuratie. – SMTP Server: Voer een SMTP server IP-adres in. Vink het Login vakje aan wanneer u met een SMTP server met login procedure wilt verbinden. En voer het ID en Password in om in te loggen. – Email message: Klik op het tekstvak naast Sender. En voer het emailadres van de verzender in. Klik op het tekstvak naast Recipient en voer het emailadres van de ontvanger in. Klik op het tekstvak onder Message en type het email bericht. – Apply Work-hour: Vink het vakje aan en stel de start- en eindtijd in van de werkuren door de wijzer in te drukken en te slepen. Door Apply Work-hour te selecteren kunt u een email sturen naar verschillende ontvangers in werkuren, na werkuren en tijdens vrije dagen. – Recipient in work-hour / after work-hour / in holiday: Voer het emailadres in van de ontvanger in elk tekstvak. OPMERKING: Wanneer u de email naar meerdere ontvangers wilt versturen, voer een “,” of “;” in tussen de emailadressen in het Recipient venster.
34
Autoriteit instellen
•
Add User: Klik op de knop en het User Information dialoogvenster verschijnt. Stel de gebruiker informatie in om een nieuwe gebruiker te registreren.
OPMERKING: Maximaal 256 gebruikers kunnen geregistreerd worden. – User ID: Voer de gebruikersnaam in met behulp van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. – Authority level: Selecteer het autoriteitsniveau in een uitvouwlijst: User Group (1-3), Manager of Administrator. OPMERKING: Alleen de gebruiker met administrator rechten kan de Remote en Authority instellingen veranderen. OPMERKING: De autoriteit instellingen van de Administrator kunnen niet veranderd worden. – Change...: Klik op de knop en het Change password dialoogvenster verschijnt. Stel het wachtwoord in voor een nieuw geregistreerde gebruiker. Klik op het tekstvak naast New password en Confirm new password, en voer het wachtwoord in met behulp van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. Old password wordt niet gebruikt bij het invoeren van een wachtwoord voor een nieuw geregistreerde gebruiker. Nadat u het wachtwoord ingesteld heeft, kunt u de instellingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. OPMERKING: Maximaal acht karakters kunnen gebruikt worden voor een wachtwoord. OPMERKING: Het wachtwoord wordt niet opgeslagen wanneer New password en Confirm new password niet overeenkomen.
35
Nadat u de gebruiker informatie heeft ingesteld, kunt u uw instellingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. •
Edit User: Klik op de knop om de gemaakte gebruiker informatie aan te passen. Wanneer u de gebruiker wilt wissen, klik dan op de Delete User knop na het selecteren van de gebruiker om te wissen in de lijst.
OPMERKING: Het wachtwoord wordt niet veranderd wanneer Old password niet overeenkomt, of New password en Confirm new password niet overeenkomen. •
Setup Related / Action Related: Selecteer een geregistreerde gebruiker in de lijst en vink de gewenste optie vakjes aan om de autorisatie van de gebruiker in te stellen.
OPMERKING: Alleen de gebruiker met administrator rechten kan de gebruiker informatie en hun autoriteit instellingen veranderen. •
Available Camera: Klik op de knop om de cameranummers individueel aan elke gebruiker toe te wijzen. Vink het vakje naast het cameranummer aan zodat de gebruiker het desbetreffende camerabeeld kan bekijken. Door op de Enable all of Disable all knop te klikken, schakelt u alle camera’s in of uit voor de geselecteerde gebruiker.
• •
• • • • •
Apply all user in same level: Klik op de knop om de huidige autoriteit instellingen toe te passen op alle gebruikers met hetzelfde autoriteitsniveau. No local login: Vink het vakje aan wanneer u geen inlogprocedure wilt. Anders zal het User Login dialoogvenster verschijnen wanneer u op een functieknop klikt en vragen om User ID en Password. Vink het Monitoring without login vakje aan wanneer u het beeld wilt bekijken ondanks dat u uitgelogd bent. Remote Monitoring: Selecteer een geregistreerde gebruiker in de lijst en vink het vakje aan om de gebruiker toegang te geven tot het POST systeem vanuit het BASE systeem. Remote Search: Selecteer een geregistreerde gebruiker in de lijst en vink het vakje aan om de gebruiker opgenomen video op het POST systeem af te laten spelen op het BASE systeem. Network Remote Control: Selecteer een geregistreerde gebruiker in de lijst en vink het vakje aan om de gebruiker de DVR op afstand te laten bedienen via netwerkverbindingen door het netwerk keyboard te gebruiken. Auto Logout: Vink het vakje aan en stel de uitlog looptijd in (van 1 tot 180 minuten) wanneer u de DVR automatisch uit wilt laten loggen wanneer er geen toetsenbord of muis bediening is gedurende de ingestelde looptijd. External Save: Selecteer een geregistreerde gebruiker in de lijst en vink het vakje aan om de gebruiker opgenomen video op te laten slaan als een bitmap, AVI of uitvoerbaar bestand of een CD/DVD te laten branden.
36
Hoofdstuk 3 – SmartSearch Overzicht SmartSearch is een krachtig middel voor SmartGuard. Het bevat afspeel- en zoekfuncties voor opgenomen data en bestaat uit een afspeelscherm, tijdtabel, status scherm en utiliteitsknoppen. Elk deel toont of bedient opgenomen informatie. Klik op de Search knop in de SmartGuard modus om in de SmartSearch modus te komen. Om terug te keren naar de SmartGuard modus, klikt u op de Close knop op de afstandsbediening in de SmartSearch modus. OPMERKING: De afspeelsnelheid kan langzaam zijn wanneer de DVR beelden opneemt op de maximale opnamesnelheid. Voor de normale afspeelsnelheid stopt u de opname door op de Rec knop in de SmartGuard modus te klikken.
Kenmerken • • • • • • • • • •
Zoekt op camera en tijd Heeft een opname status tabel Diverse zoekfuncties Zoom in/uit functie Beeldverbetering functies Print functie Afspelen op afstand functie Bladwijzer functie Slaat op in AVI bestand Audio afspelen
Hoofd gebruikersinterface
Afspeelscherm: Toont het huidige afspeel plaatje. Inlog informatie: Toont wie in het systeem inlogt. Klok: Toont de datum en tijd van het huidige afspeel plaatje. Afspeel bediening: Klik om de afspeel bedieningsknoppen weer te geven. U kunt opgenomen video zoeken en afspelen. Zie de Afspeel bedieningsknoppen sectie (pag. 38) voor details. Thumbnail afspelen: Klik om de thumbnail afspeelknoppen weer te geven. U kunt beelden van één camera beeld voor beeld weergeven. Voor een panoramische weergave, selecteer een
37
cameraknop en de gewenste schermmodus en klik op de PANORAMIC knop. Klik daarna op een afspeel gerelateerde knop. Tool: Klik om de text-in, POS Query, Opslaan, Print en Beeldbewerking knoppen weer te geven. Zie de Bewerkingsknoppen sectie (pag. 38) voor details. Schermmodus knoppen: Klik op de gewenste schermmodus. Selecteer een cameraknop in de tijdtabel en selecteer een gewenste schermmodus voor multi-screen afspelen. Klik daarna op een afspeel gerelateerde knop. 1+32 modus knop is niet beschikbaar.
Beeldbewerking knoppen: Klik om de helderheid van het huidige plaatje te veranderen of om het huidige plaatje te vergroten of te verkleinen. Zie de Beeldbewerking sectie (pag. 39) voor details.
Utiliteitsknoppen: Zie de Utiliteitsknoppen sectie (pag. 39) voor details. Tijdtabel: Het tijdtabel scherm bestaat uit een opname tijdtabel, camera label en een kalender/bladwijzer. U ziet de bank bestand opname informatie. Diverse functies van het tijdtabel scherm zorgen voor snelle zoekacties. Zie de Zoeken en afspelen van opgenomen video – Tijdverloop zoekactie sectie (pag. 43) voor details over het zoeken naar video met behulp van de tijdtabel.
Afspeel bedieningsknoppen Door de getoond.
tab te selecteren worden de afspeel bedieningsknoppen weergegeven zoals hieronder •
Afspeel bedieningsknoppen: Regelt het afspelen van opgenomen video. Terugspoelen Stop Vooruitspoelen Ga naar het vorige plaatje Ga naar het laatste plaatje
•
• •
Achteruit afspelen Afspelen Ga naar het eerste plaatje Ga naar het volgende plaatje
Zoek knop (
): Zoekt naar beelden volgens de door de gebruiker gedefinieerde zoekcondities (alleen in enkel scherm modus). Zie de Conditie zoekactie sectie (pag. 40) voor details. SKIP: Stelt het aantal plaatjes in om over te slaan door de wijzer in te drukken en te slepen terwijl de DVR in de vooruitspoelen of terugspoelen modus is. DELAY: Stelt de vertraagtijd in voor elk plaatje door de wijzer in te drukken en te slepen terwijl de DVR in de vooruitspoelen of terugspoelen modus is.
OPMERKING: In de volledig scherm modus kunt u het afspelen van opgenomen video bedienen met behulp van het Floating Playback Panel scherm dat getoond wordt wanneer u met de rechter muisknop op het scherm klikt. Het scherm kan naar elke plek in het beeld verplaatst worden door de muis te slepen.
Bewerkingsknoppen Door de
tab te selecteren worden de bewerkingsknoppen weergegeven zoals hieronder getoond. • •
•
(Text-In): Geeft de text-in informatie weer. Om de informatie te verwijderen, klikt u nogmaals op het icoon. (POS Query): Toont het POS Report Dialog scherm met de ATQ (Automatic Transaction Query) resultaten. Alle of enkele gemelde transacties kunnen geprint worden. De geselecteerde transactie resultaat beeld van ATQ wordt automatisch getoond. Wanneer u de tekst invoerder van TVS gebruikt, dan wordt het CYA query dialoogvenster getoond wanneer u op de knop klikt. (Extern opslaan): Klik op de knop om opgenomen video op te slaan. Zie de Opslaan van opgenomen video sectie (pag. 44) voor details.
38
• •
(Print): Klik op de knop om het huidige plaatje af te drukken. Zie de Huidig beeld afdrukken sectie (pag. 49) voor details. Beeldbewerking knoppen: Klik op de gewenste knop om afgespeelde beelden te verbeteren. (Blur): Vervaagt het beeld om ruis te reduceren. (Sharp): Verscherpt het beeld. (Undo): Annuleert de laatste beeldbewerking. (Equalize): Egaliseert de helderheid van het beeld om het natuurlijker te maken. (Stretch): Rekt de helderheid van het beeld om meer contrast in het beeld te krijgen. (Revert): Annuleert de beeldbewerking en herlaad het originele beeld.
Beeldbewerking • •
Brightness: Verandert de helderheid van het huidige plaatje. Klik op om het beeld helderder te maken, klik op om het beeld donkerder te maken en klik op om de helderheid op de standaard instelling in te stellen. Zoom: Vergroot of verkleint het huidige beeld. Om het beeld te vergroten, klik op . Om het beeld te verkleinen, klik op . Deze knop werkt alleen in de enkel scherm modus. U kunt het beeld ook vergroten of verkleinen door het muiswiel te rollen op het beeld.
OPMERKING: Ben er zeker van dat de camera’s en monitor goed staan afgesteld voordat u gaat opnemen, want deze bewerkingen moeten niet gebruikt worden om slecht opgenomen video te corrigeren.
Utiliteitsknoppen •
• • •
(Volledig scherm): Klik op de knop om de opgenomen beelden te tonen in volledig scherm modus tijdens afspelen. Om de volledig scherm modus te verlaten, klikt u op de linker muisknop willekeurig op het scherm. (Lokaal): Klik op de knop om opgenomen data te laden van de lokale hard • disk drive. (Backup): Klik op de knop om backup data te laden van het extra backup apparaat (bv. CDRW, DVD RW, USB hard disk drive). (Instellingen): Klik op de knop om SmartSearch in te stellen. Zie de SmartSearch omgeving instellingen sectie (pag. 50). (Extern): Klik op de knop om opgenomen data te laden van de externe DVR via LAN. Het volgende Remote Site dialoogvenster verschijnt, en de externe locaties die u geregistreerd heeft voor extern afspelen verschijnen in het lijst venster. Zie de Network sectie (pag. 51) voor details over het registreren van externe locaties voor extern afspelen. – Verbinding maken met een externe locatie: Klik op de locatie waarmee u verbinding wilt maken in het lijst venster en klik op de Con. knop. U kunt ook snel verbinding maken met een externe locatie door te dubbelklikken op de locatie waarmee u wilt verbinden in het lijst venster of door de locatie adres in het tekstveld in te voeren onder Select a site en te drukken op de enter toets. – Verbinding verbreken met een externe locatie: Klik op de locatie waarvan u de verbinding wilt verbreken in het lijst venster en klik op de Discon. knop. OPMERKING: Wanneer u de locatie lijst in de aflopende volgorde wilt sorteren, klik dan op de Address kop in het lijst venster. OPMERKING: De DVR kan alleen opgenomen en geen live video van een andere DVR bekijken.
•
(Guard): Klik op de knop om SmartSearch af te sluiten en terug te gaan naar SmartGuard.
39
Zoeken en afspelen van opgenomen video Conditie zoekactie Selecteer de afspeel bediening tab in de volledig scherm weergavemodus en klik op de zoek knop. Het volgende instellingen scherm verschijnt. Wijs het zoekgebied toe en stel de zoekcondities in in de Motion Detection, Event Detection of Text-In tab.
•
• • • • •
• •
Find Range: Stel de zoek parameters in. – User Setting: Zoek naar gebeurtenis meldingen tussen de door de gebruiker gedefinieerde periodes. Stel de gewenste zoek begin en eind datum / tijd in in de From en Until vensters. – From the first day of month: Zoek naar gebeurtenis meldingen vanaf de eerste dag van deze maand. – From the first day of week: Zoek naar gebeurtenis meldingen vanaf de eerste dag van deze week. – From one day ago: Zoek naar gebeurtenis meldingen vanaf één dag geleden. – One day: Zoek naar gebeurtenis meldingen van één dag. Motion Detection / Event Detection / Text-In: Stel de zoekconditie in. Zie de Motion Detection, Event Detection en Text-In secties voor details. Save Image: Bewaart het huidige plaatje van de resultaten als een bitmap of JPEG file op de lokale hard disk drive of floppy disk. Find All: Vindt alle gebeurtenis resultaten binnen de gemaakte zoekcondities en toont deze in het Result lijst venster. Find Next: Vindt één gebeurtenis tegelijkertijd. Result: Geeft de zoekresultaten weer. – Videoscherm: Toont de gezochte video linksboven in het instellingen scherm. Het beeld van het resultaat kan getoond worden door de gebeurtenis te dubbelklikken in de resultatenlijst. – Clear All: Verwijdert alle invoeren die in het venster staan. – Clear all before apply find all: Vink het vakje aan wanneer u de resultaten wilt verwijderen voordat Find All toegepast wordt. Save Config: Slaat de huidige text-in gerelateerde instellingen op bij het selecteren van de Text-In tab. Load Config: Laadt de opgeslagen text-in gerelateerde instellingen bij het selecteren van de Text-In tab.
40
Motion Detection: Selecteer de Motion Detection tab om te zoeken naar beweging gedetecteerde video. • Bewegingdetectie zone: Stel de detectiezone in met behulp van de gebied instellingen iconen. Selecteer eerst de Draw modus en selecteer daarna één van de vier middelen door op het icoon te klikken. Verplaats de cursor op het beeld van de geselecteerde camera getoond in een klein scherm, en stel het detectiegebied in met behulp van het geselecteerde middel. Gebruik deze als volgt: – (Punt): Plaats de cursor op het beeld en klik met de linker muisknop. Een enkel vakje verschijnt waar de cursor is. – (Lijn): Dit middel kan gebruikt worden om onregelmatige vormen te tekenen. Plaats de cursor waar u de lijn wilt starten. Houd de linker muisknop ingedrukt en sleep de cursor naar waar u de lijn wilt eindigen. Laat de muisknop los en een groep met vakjes verschijnt langs de lijn die u getekend heeft. U kunt lijnen om vormen heen tekenen door dit proces te herhalen. (Rechthoek): Houd de linker muisknop ingedrukt en sleep de cursor in een richting. Een – rechthoek verschijnt. Wanneer de rechthoek de gewenste grootte heeft, laat dan de muisknop los en de rechthoek wordt gevuld met vakjes. (Vullen): Wanneer u het opvul middel gebruikt, dan wordt dat gebied van het beeld gevuld – met vakjes door op de muis te klikken. Wanneer u een vorm heeft getekend met behulp van de lijn middel, dan wordt het gebied met vakjes gevuld wanneer u daarin klikt. Door buiten dat gebied te klikken wordt het buitenste gebied gevuld met vakjes. Wanneer er geen vormen zijn getekend, dan wordt het hele scherm gevuld met vakjes. OPMERKING: Wanneer u de Erase modus selecteert, dan kunt u de middelen gebruiken zoals hierboven beschreven om vakjes te verwijderen. •
• •
Find Method: Selecteer Change of Object. – Change: Detecteert veranderingen in de door de gebruiker gedefinieerde bewegingsdetectie zone tussen twee opeenvolgende beelden, dat meestal beweging is. Bijvoorbeeld, wanneer u wilt detecteren dat er iemand door een deur gaat, dan kunt u een Change detectie rond de deur tekenen. Het systeem doorzoekt de opgenomen data op elke beweging in de deuropening. – Object: Detecteert veranderingen in de door de gebruiker gedefinieerde bewegingdetectie zone vergeleken met het beeld dat op het moment op het videoscherm getoond wordt wanneer een object verwijderd of verplaatst is in een gebied waar normaal beweging is. Bijvoorbeeld, u kunt een venster tekenen om een schilderij dat in een gang hangt. Mensen die voorbij de schilderij lopen worden niet als een gebeurtenis geregistreerd. Echter, wanneer de schilderij is verwijderd zal dit als een gebeurtenis geregistreerd worden. Sensitivity: Stel de gevoeligheid in van de bewegingdetectie (1 tot 5) door de wijzer in te drukken en te slepen. Min. Blocks: Stel het minimale aantal vakjes in (1 tot 100).
OPMERKING: Het minimale aantal vakjes moet minder zijn dan het aantal vakjes in de bewegingdetectie zone. Wanneer de gebruiker een rechthoek met 25 vakjes tekent en het minimale aantal vakjes op 30 instelt, dan wordt er niets gedetecteerd ook al is er beweging.
41
Event Detection: Selecteer de Event Detection tab om te zoeken naar gebeurtenis gedetecteerde video. •
Target Event: Selecteer een gewenste gebeurtenis.
Text-In: Selecteer de Text-In tab om te zoeken naar text-in gedetecteerde video. OPMERKING: Bij gebruik van de ATQ (Automatic Transaction Query) en het selecteren van User Setting, worden text-in meldingen van 00:00:00 tot 23:59:59 van één dag voor de ATQ activatie tijd gevonden. • • •
Name: Voer de tekst in om te vinden. Comp: Voer de vergelijkingsoperator in. Value: Voer de vergelijkingswaarde in.
OPMERKING: De tab en line kunnen gebruikt worden voor specifieker zoeken naar text-in data. Gebruik het symbool ‘^’ om de locatie van elk individuele categorie aan te geven, en ‘]’ om de regel waar de categorie staat aan te geven. Zie Bijlage 7 – TextIn zoekactie voor details. •
• •
Tab size: Voer de tab grootte in. Maximaal acht tabs kunnen ingesteld worden. All Transaction: Vink dit vakje aan om alle transactie resultaten te vinden binnen de gemaakte zoekcondities. Case Sensitive: Vink dit vakje aan om verschil te maken tussen hoofdletters en kleine letters ingevoerd in het Name venster.
OPMERKING: ATQ (Automatic Transaction Query) zoekt en rapporteert automatisch op de ingestelde activatie tijd. U kunt de resultaten controleren met gebruik van de POS knop in het hoofdscherm van de SmartSearch. •
ATQ Criteria: Klik op de knop en het volgende Transaction Query Criteria dialoogvenster verschijnt. Selecteer het zoekitem in de Saved query list dat eerder opgeslagen is met behulp van de Save Config knop, klik op >> en daarna op de OK knop.
•
ATQ Setup: Klik op de knop en het volgende Automatic Transaction Query Setup dialoogvenster verschijnt. Stel de Activate time (starttijd) in. Vink Use Automatic Transaction Query aan om de ATQ functie te activeren. Wanneer u de informatie over de totale waarde nodig heeft van de text-in data, voer dan de waardes in voor String Name en Position Info. Zie Bijlage 7 – Text-In zoekactie voor instellingen van de zoekcondities.
42
Tijdverloop zoekactie Het tijdtabel scherm bestaat uit een opname tijdtabel, camera label en een kalender / bladwijzer. U ziet de bank bestand opname informatie. Diverse functies van het tijdtabel scherm zorgen voor snelle zoekacties.
Camera Label knoppen: Toont camera informatie. U kunt de huidige afspeelcamera veranderen door op de camera label knop te klikken. De camera label knoppen die geen opgenomen data hebben kunnen niet geselecteerd worden. Er worden maar vier camera labels tegelijkertijd getoond. Gebruik de omhoog en omlaag knoppen om door de lijst met camera’s te scrollen. De nummers aan de linkerkant van het paneel tonen acht cameragroepen. Het selecteren van elk groepnummer toont meteen vier camera’s (camera’s 1 tot 16 op volgorde) aan de rechterkant. Wanneer u het Arrange cameras on the screen manually vakje aangevinkt heeft in de omgeving instellingen, dan kunt u de camera’s handmatig arrangeren op de gewenste locatie van het afspeelscherm. Klik op de camera knop en klik nogmaals op de knop, en de kleur van de camera label verandert naar rood. Klik op de gewenste locatie van het afspeelscherm en het afspeelbeeld of het cameranummer van de geselecteerde camera wordt getoond op het geselecteerde scherm. U kunt camera’s verschillend arrangeren, afhankelijk van de schermmodus. Video van de geselecteerde camera wordt getoond op het scherm in de enkel scherm modus. Opname status balk: Toont opgenomen informatie op de opname status balk. U kunt specifieke video zoeken door met de muis op het gewenste segment te klikken of door met de scroll toets van links naar rechts te scrollen. De kleur van de balk geeft verschillende soorten opname aan: geel voor pre-gebeurtenis, cyaan voor bewegingdetectie, licht-groen voor objectdetectie, zwart voor video analytics, paars voor videoverlies, bruin voor video aan, rood voor sensor, grijs voor text-in en blauw voor tijdverloop. Iedere keer dat u met de rechter muisknop op het tijdtabel klikt, zoomt u in op het opname tijdtabel in drie niveau’s; één keer (uur gebaseerd tijdinterval) in het eerste niveau, vier keer (30 minuten gebaseerd) in het tweede niveau en acht keer (10 minuten gebaseerd) in het derde niveau. Refresh: Laadt de opgenomen data opnieuw van de lokale hard disk drive. Go To: Gaat meteen naar de specifieke datum en tijd. Selecteer een datum in de uitvouwlijst, en stel de tijd in met behulp van de pijl knoppen. Wanneer u op de OK knop klikt na het instellen van de condities, dan wordt het beeld dat aan de gemaakte condities voldoet getoond op het afspeelscherm. Door Cancel te selecteren annuleert u de Go To en verlaat het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. Kalender / Bladwijzer: Gaat naar de specifieke datum en tijd met behulp van de knop. Selecteer opgenomen data in de kalender. De kalender geeft toegang tot opgenomen data van één dag. Klik op de datum die u wilt doorzoeken. Scroll door de maanden door op en te klikken. Door nogmaals op de knop te klikken gaat u naar de bladwijzer. U kunt het specifieke beeld snel en makkelijk opnieuw bekijken door bladwijzers toe te voegen voor opgenomen beelden. Klik op de knop om het huidige weergegeven beeld als bladwijzer op te slaan. Wanneer u de bladwijzer wilt verwijderen, selecteer dan de informatie en klik op de knop. Een bladwijzer geeft het cameranummer, datum en tijd, en bladwijzer beschrijving weer. De bladwijzer beschrijving wordt automatisch getoond wanneer de muis cursor voor een tijdje niet beweegt op een bladwijzer data. Door nogmaals op de knop te klikken gaat u naar de kalender. OPMERKING: Wanneer u bladwijzers toevoegt op een BASE systeem, dan worden de bladwijzers apart opgeslagen voor elke externe locatie.
43
Opslaan van opgenomen video OPMERKING: De gebruiker kan opgenomen video opslaan wanneer de gebruiker autoriteit heeft met External Save. De External Save optie moet geselecteerd worden tijdens de SmartGuard – Authority instellingen. Zie Hoofdstuk 2 – SmartGuard, Autoriteit instellen voor details. Selecteer de (bewerkingsknoppen) tab en klik op de scherm verschijnt.
• • • •
(extern opslaan) knop. Het Save Type
Save Current Image: Slaat het huidige beeld op als een bitmap of JPEG bestand op de lokale hard disk drive of floppy disk. Zie de Huidig beeld opslaan sectie (pag. 44) voor details. Save As Video File: Slaat een video clip op als een AVI bestand. Zie de Opslaan als videobestand sectie (pag. 45) voor details. Save As Clip File: Slaat een video clip op als een “.exe” bestand. Zie de Opslaan als clipbestand sectie (pag. 45) voor details. Run CD/DVD Burner: Slaat de opgenomen data op op een CD of DVD drive met gebruik van het CD/DVD brand programma. Zie de CD/DVD brander sectie (pag. 46) voor details.
OPMERKING: Wanneer u het huidige beeld opslaat als een bitmap bestand (alleen *.bmp bestandsformaat), dan wordt het watermerk toegevoegd aan het beeld zodat u kunt controleren of het opgeslagen plaatje vervalst is met gebruik van SmartWatermark (watermerk programma). OPMERKING: Het branden van een CD/DVD kan de DVR opname onderbreken. OPMERKING: Het plaatje en video clip kunnen alleen opgeslagen worden in de “C:\IDR-Series\temp” directory, op de verwijderbare disk inclusief floppy disk, CD-RW en DVD RW, of op een hard disk drive waarop geen IBank is gecreëerd zoals externe hard disk drives.
Huidig beeld opslaan Klik het Save Current Image keuzerondje aan in het Save Type dialoogvenster en klik op de OK knop. • • •
Save in: Selecteer de locatie om op te slaan in de uitvouwlijst. File name: Voer de bestandsnaam in met gebruik van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. Save as type: Selecteer het bestandsformaat in de uitvouwlijst. De beschikbare formaten zijn bitmap en JPEG bestanden.
Klik op de Save knop om het huidige beeld op te slaan. Door Cancel te selecteren annuleert u het opslaan proces en sluit het dialoogvenster zonder de instellingen op te slaan. OPMERKING: Wanneer u het bestand of map wilt verwijderen, selecteer het gewenste bestand of map en klik op de Delete knop. U kunt alleen het bestand of map in de “C:\IDR-Series\temp” directory verwijderen.
44
Opslaan als videobestand Klik het Save As Video File keuzerondje aan in het Save Type dialoogvenster en klik op de OK knop. •
•
Camera: Selecteer het cameranummer om op te slaan in de uitvouwlijst. • AUDIO: Vink het vakje aan om audio bij de video op te slaan. • Write to CD/DVD: Vink het vakje aan wanneer u de video clip direct op de CD of DVD drive wilt opslaan. • Save Range: Stel het bereik in met gebruik van de pijl knoppen. • Frame: Stel de frame rate in door de wijzer in te drukken en te slepen. U kunt de frame instellen van 1 tot 30. Wanneer het AUDIO vakje aangevinkt is, dan kunt u de frame rate niet instellen. Het wordt ingesteld op 30 frames om de video en audio te kunnen synchroniseren. Compression: Kies uit None of Intel IYUV. Alleen Intel IYUV wordt ondersteund voor compressie. Wanneer None is geselecteerd, dan kan de bestandsgrootte groot zijn maar de beeldkwaliteit is goed.
Klik op de Start knop om het Save As dialoogvenster weer te geven. Wijs een map aan en voer een bestandsnaam in. Door Save te selecteren wordt de video opgeslagen volgens de instellingen. Door Close te selecteren annuleert u het opslaan proces en sluit het dialoogvenster. OPMERKING: Wanneer het write to CD/DVD vakje is aangevinkt, moet u de CD of DVD brander selecteren om te gebruiken en de map naam selecteren om op te slaan op de CD of DVD drive door te klikken op de knop. U kunt de map toewijzen door “/” toe te voegen tussen de directory naam en de bestandsnaam. Bijvoorbeeld, wanneer u “abank/test” invoert, dan wordt er een map genaamd “abank” met een ‘.avi’ bestand genaamd “test.avi” gecreëerd. OPMERKING: Het branden op de DVD is alleen beschikbaar op de Windows XP embedded versie boven 2.0. OPMERKING: De gewenste schijf voor het opslaan van AVI bestanden moet minimaal 150MB (800MB in geval van C:) vrije ruimte hebben. OPMERKING: De totale grootte van het AVI bestand om op te slaan moet minder zijn dan 2GB vanwege Microsoft beperkingen.
Opslaan als clipbestand Klik het Save As Clip File keuzerondje aan in het Save Type dialoogvenster en klik op de OK knop. • •
Camera: Selecteer het cameranummer om op te slaan. AUDIO: Vink het vakje aan om audio bij de video op te
•
Text-In: Vink het vakje aan om text-in data bij de video
slaan. op te slaan. •
•
Write to CD/DVD: Vink het vakje aan wanneer u de
video clip direct op de CD of DVD drive wilt opslaan. De totale grootte van video clips om op te slaan moet minder zijn dan 2GB. • Save Password: Vink het vakje aan en stel een wachtwoord in door op de Password knop te drukken wanneer u om een wachtwoord wilt vragen voor het bekijken van de opgeslagen video clip. • Save Range: Stel het bereik in met gebruik van de pijl knoppen. Calc Size: Berekent en bekijk de grootte van het backup bestand dat u opslaat.
45
Klik op de Start knop om het Save As dialoogvenster weer te geven. Wijs een map aan en voer een bestandsnaam in. Door Save te selecteren wordt de video opgeslagen volgens de instellingen. Door Close te selecteren annuleert u het opslaan proces en sluit het dialoogvenster. OPMERKING: Wanneer het write to CD/DVD vakje is aangevinkt, moet u de CD of DVD brander selecteren om te gebruiken en de map naam selecteren om op te slaan op de CD of DVD drive door knop. U kunt de map toewijzen door “/” toe te voegen tussen de directory naam en te klikken op de de bestandsnaam. Bijvoorbeeld, wanneer u “abank/test” invoert, dan wordt er een map genaamd “abank” met een ‘.exe’ bestand genaamd “test.exe” gecreëerd. OPMERKING: Het branden op de DVD is alleen beschikbaar op de Windows XP embedded versie boven 2.0. OPMERKING: Wanneer de gewenste schijf voor het opslaan van clip bestanden C: is, dan moet het minimaal 800MB vrije ruimte hebben. OPMERKING: Wanneer u de video clips op de hard disk drive opslaat en de totale bestandsgrootte bereikt 2GB, dan wordt u gevraagd om door te gaan door meerdere bestanden van 2GB te maken. Wanneer u op de OK knop klikt, dan gaat het systeem door met opslaan door meerdere bestanden van 2GB te maken. OPMERKING: Zie de Clip Player sectie (pag. 47) voor het bekijken van de opgeslagen video clips.
CD/DVD brander Klik het Run CD/DVD Burner keuzerondje aan om het CD/DVD brandprogramma te starten. OPMERKING: Het CD/DVD brandprogramma wordt geselecteerd tijdens de SmartSearch omgeving instellingen. Zie de SmartSearch omgeving instellingen sectie (pag. 50) voor details.
•
•
•
Drive & Disc Information: Selecteer de CD of DVD brander om te gebruiken. Klik op de Eject knop wanneer u de media uit de drive wilt halen, en klik op de Close knop wanneer u de drive lade wilt sluiten. Door op de Refresh knop te klikken wordt de lijst met verbonden branders ververst. Disc laat de schijf informatie zien en Capacity toont de schijf capaciteit. Burn & Erasing: Selecteer de video bestanden of mappen om op te slaan na het klikken op Add Files of Add Folder. Geselecteerde bestanden of mappen worden getoond in de lijst. Door op de Remove knop te klikken, wordt het geselecteerde bestand of map verwijderd. De capaciteit balk boven de lijst toont de data capaciteit. Na het selecteren van de bestanden of mappen om op te slaan, klikt u op de Burn knop. Klik op de Erase knop om alle data op de schijf te wissen. Options: Selecteer Options om de benodigde opties in te stellen. – General: Vink het vakje naast Show Log Window aan om de log lijst van het programma weer te geven, en vink het vakje naast Show Files in Disc aan om bestanden of mappen opgeslagen op de geselecteerde schijf weer te geven. – Burning: Vink het vakje naast Append Session aan om de nieuwe data opeenvolgend aan de vorige data sessie op te slaan, en vink het vakje naast Close Disc Session aan om het branden te voltooien. Door het vakje naast Clear File List aan te vinken wordt de bestand- of maplijst niet weergegeven. Selecteer de brandsnelheid in de Speed uitvouwlijst. De
46
beschikbare snelheid opties veranderen afhankelijk van het CD/DVD brandprogramma, en het selecteren van Auto in de uitvouwlijst slaat de data automatisch op op de snelste snelheid. – Erasing: Vink het vakje naast Quick Erase aan om de geselecteerde bestanden sneller te wissen, en vink het vakje naast Eject Disc aan om de schijf automatisch er uit te gooien na het voltooien van het branden of wissen. OPMERKING: Het branden is mogelijk niet succesvol wanneer de resterende ruimte van de schijf niet genoeg is bij het opslaan van de nieuwe data opeenvolgend aan de vorige data sessie.
Clip Player U hoeft geen speciale software te installeren op uw computer om de opgeslagen video clip te bekijken. Het bestand bevat een afspeelprogramma. Door te dubbelklikken op het bestand wordt het afspeelprogramma gestart. OPMERKING: Het is aanbevolen dat de computer, gebruikt voor het afspeelprogramma, minimaal een 800MHz Pentium III heeft. Wanneer uw CPU langzamer is dan dit, dan worden clip bestanden die opgenomen zijn op maximale snelheid met zeer hoge beeldkwaliteit langzaam afgespeeld. OPMERKING: U wordt gevraagd om een wachtwoord in te voeren om het Clip Player programma te starten wanneer de Save Password optie is geselecteerd bij het opslaan van de opgenomen video.
OPMERKING: Een juiste beeldweergave is afhankelijk van de weergave instellingen van uw PC. Wanneer u weergave problemen ervaart, klik dan met de rechter muisknop op het achtergrondscherm en selecteer Properties > Settings en stel daarna de Color quality in op “32 bit”. Selecteer daarna Advanced > Troubleshoot, en stel de Hardware Acceleration in op “Full”. Ben er zeker van dat DirectX versie 9.0 of hoger is geïnstalleerd wanneer de weergave problemen aanhouden. Om de versie van DirectX te controleren, klik op Start > Uitvoeren en type “dxdiag” en druk op de enter toets waardoor het Diagnostisch hulpprogramma voor DirectX dialoogvenster verschijnt. Ga dan naar de Beeldscherm tab en ben er zeker van dat DirectDraw-versnelling staat ingesteld op “Ingeschakeld”. Test DirectDraw door de DirectDraw testen knop te selecteren. Controleer de driver versie van de videokaart en update het naar de laatste beschikbare versie. Wanneer u nog steeds weergave problemen heeft na het veranderen van alle weergave instellingen zoals hierboven beschreven, vervang dan de videokaart. Videokaarten met een ATI chipset zijn aanbevolen. Door op •
te klikken verlaat u het Clip Player programma.
Afspeelknoppen: Speelt de huidige video af op het scherm. Gaat naar het begin van de video clip. Gaat één frame terug in de video clip. Gaat één frame vooruit in de video clip. Gaat naar het einde van de video clip.
• •
Speelt de video clip snel achteruit af. Speelt de video clip af. Speelt de video clip snel vooruit af.
: Toont de vorige cameragroep wanneer er opgenomen video is in de vorige cameragroep in de huidige schermmodus. : Bladert door de schermmodes. Het bladert door 2x2, 1+7, 3x3 en 4x4.
47
• •
: Toont de volgende cameragroep wanneer er opgenomen video is in de volgende cameragroep in de huidige schermmodus. : Stel de Clip Player eigenschappen in.
– – – – –
– •
– Print: Print het huidige beeld. – Frame Info: Toont kanaal, titel, tijd, type, grootte en resolutie informatie over het beeld. – Image Processing: Regel helderheid, vervaging en verscherping van afspeelbeelden. (Alleen enkel scherm modus en pauze modus). – Play Speed Control: Verander de afspeelsnelheid (Play) of snel vooruit/terug afspeelsnelheid (FF/RW). – Drawing Mode: Selecteer de draw mode level. Wanneer u niet zeker bent van de beste draw mode level voor uw systeem, probeer elk level totdat het beeld goed weergegeven wordt. Screen Size: Verandert het Clip Player schermformaat. Aspect Ratio: Verandert de beeldverhouding van het beeld getoond op elk camerascherm. OSD Setup...: Selecteer opties om weer te geven op het scherm. Enable Audio: Speel audio af tijdens het afspelen van opgenomen video dat opgenomen audio bevat. (Alleen enkel scherm modus). Anti-Aliasing Screen: Verbetert de weergave kwaliteit van het beeld op het scherm door trapvorming (aliasing) effecten in het vergrootte beeld tegen te gaan. Wanneer de video langzaam afspeelt vanwege de langzame snelheid van uw CPU, dan kan het uitschakelen van de Anti-Aliasing Screen optie de afspeelsnelheid verbeteren. Show Text-In: Toont video met text-in data wanneer de video is opgenomen met text-in data. (Alleen enkel scherm modus). : Slaat clip beelden op.
– Save as Image: Slaat het huidige beeld op als een bitmap of JPEG bestand. – Save as Image (Actual Size): Slaat het huidige video frame op als een bitmap of JPEG bestand in de werkelijke grootte. (Alleen enkel scherm modus). – Save as Clip-Copy: Slaat video van het gewenste tijdbereik op als een uitvoerbaar bestand. – Save as Video: Slaat video van het gewenste tijdbereik op als een AVI bestand. – Clip-Copy Log: Slaat de clip copy log informatie op als een tekstbestand. De gebruikersinformatie van Save As Clip Copy wordt genoteerd als “Internal-Copy”. • •
: Kies uit Normal en Double scherm (alleen enkel scherm modus). U kunt het vergrootte beeld verplaatsen door op de linker muisknop te klikken en te slepen. : Toont het beeld in volledig scherm.
Encryptie iconen verschijnen in de rechter onderhoek. verschijnt wanneer het clip bestand niet is vervalst, en verschijnt en het afspelen stopt wanneer het systeem vervalsing heeft ontdekt. OPMERKING: Wanneer de VGA kaart of monitor de 800x600 video resolutie niet ondersteund, dan kan de Full Screen mogelijk niet goed weergegeven worden. Wanneer dit gebeurt, druk dan op de ESC toets op uw PC toetsenbord om terug te gaan naar de normale schermmodus. Klik op de schuifbalk en verplaats het naar links of rechts om te verplaatsen door de video clip. Door de muiscursor te plaatsen op een beeld en te klikken, wordt dat beeld getoond in het volledige frame.
48
Huidig beeld afdrukken •
Name: Selecteer een geïnstalleerde printer om te gebruiken in
• •
Print range: Verander de instelling niet. Copies: Stel het aantal kopieën in met behulp van de pijl
de uitvouwlijst.
knoppen. •
Print Image Only: Vink het vakje aan wanneer u het beeld wilt afdrukken zonder tekstinformatie.
Klik op de OK knop om het huidige beeld te printen. Door Cancel te selecteren annuleert u het printen en sluit het dialoogvenster zonder de instellingen op te slaan.
Audio afspelen Audio opnameconfiguratie controleren 1. 2. 3. 4. 5.
Klik op de Guard knop om toegang te krijgen tot de SmartGuard modus. Klik op de Setup knop in het hoofdscherm van SmartGuard. Ga naar de Camera tab. Controleer dat Record Audio is geselecteerd. Klik op de Setup Audio... knop en controleer dat de audio ingang type goed ingesteld staat.
Audio afspeelconfiguratie controleren 1. Klik op de Search knop in het hoofdscherm van SmartGuard om terug te gaan naar de SmartSearch modus. 2. Klik op de Setup knop in het hoofdscherm van SmartSearch en het Environment Setup scherm verschijnt.
3. Ga naar de General tab en controleer dat Audio Play is geselecteerd. Klik op het speaker icoon en controleer dat het volume in de Wave kolom goed ingesteld staat.
49
Opgenomen audio afspelen Klik op een afspeelknop in het hoofdscherm van SmartSearch. Een audio-play icoon in de vorm van een speaker verschijnt links boven in het kleine afspeelscherm wanneer de geselecteerde camera opgenomen audio informatie heeft. De opgenomen audio tijdbalk staat geplaatst onder camera 16 en de informatie wordt getoond op de opname statusbalk in het roze.
OPMERKING: Audio wordt alleen afgespeeld in de enkel scherm modus en vooruit afspelen modus. OPMERKING: Audio wordt NIET afgespeeld wanneer de geselecteerde camera is opgenomen met minder dan twee plaatjes per seconde.
SmartSearch omgeving instellingen Klik op de
(Setup) knop bij de utiliteitsknoppen en het Environment Setup scherm verschijnt.
General •
Local Drive: Selecteer de locatie van de lokale drive in de uitvouwlijst. In de meeste gevallen is de lokale drive C:. Zelfs wanneer de software is geïnstalleerd op meer dan één hard disk drive, dan zal de lokale drive C: zijn, aangenomen dat het besturingssysteem (Windows) en het DVR programma zijn geïnstalleerd op de C: drive.
OPMERKING: Het is aanbevolen dat u de C: drive behoudt als standaard, tenzij u de DVR gebruikt voor test doeleinden. • •
•
Backup Drive: Selecteer de map van de backup video om af te spelen in de uitvouwlijst. Automatic Data Loading: Vink het vakje aan om opgenomen data automatisch te laden van de vorige data laden locatie wanneer SmartSearch gestart wordt. Wanneer dit vakje niet aangevinkt is, dan moet u de data laden locatie handmatig selecteren door op de Local, Remote of Backup knop te klikken wanneer SmartSearch gestart wordt. Audio Play: Vink het vakje aan om naar opgenomen audio te luisteren in de afspeelmodus. Klik op het speaker icoon en pas het volume aan in de Wave kolom wanneer u het volume van een geïnstalleerde speaker wilt instellen.
50
• • • •
• •
Overlay text-in data: Vink het vakje aan om de text-in informatie op het beeld weer te geven. Wanneer dit vakje niet aangevinkt is, dan wordt de text-in informatie weergegeven op een ander dialoogvenster. Show Field Image: Vink het vakje aan om opgenomen video weer te geven met de 704x480 (704x576 PAL) resolutie als het field image en niet het frame image. Deze optie kan helpen om misvormde patronen te verminderen die voor kunnen komen op frame beelden. Use Keyframe FF Playback: Vermindert de afspeeltijd en zorgt voor sneller zoeken in de enkel scherm modus. Deze optie kan niet uitgeschakeld worden. Arrange cameras on the screen manually: Vink het vakje aan om camera’s manueel te arrangeren op de gewenste locatie van het afspeelscherm. Zie de Tijdverloop zoekactie – Camera Label knoppen sectie (pag. 43) voor details. OSD: Selecteer de OSD informatie om weer te geven op het afspeelbeeld door het vakjes naast de gewenste opties aan te vinken. CD/DVD Burner: Klik op de knop om de locatie te registreren waar het CD/DVD brandprogramma is. Bij gebruik van het programma geleverd door de fabrikant van de CD/DVD brander, selecteer dan SmartBurnerPlus.exe in de C:\IDR-Series map. Opgenomen data kan opgeslagen worden op de CD of DVD drive met behulp van het SmartBackup programma. Zie Hoofdstuk 4 – SmartBackup voor details over het SmartBackup programma.
OPMERKING: Wanneer de besturingssysteem versie lager is dan Windows XP Embedded 2.0, selecteer dan SmartBurner.exe in plaats van SmartBurnerPlus.exe. Echter, SmartBurner.exe ondersteund niet het opslaan van opgenomen data op de DVD drive. • •
Add Printer...: Stel de printer in. Volg de instructies om te installeren en stel de printer in. Default: Reset het systeem naar standaard waardes. Nadat u alle instellingen veranderd heeft, kunt u uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan.
Network Selecteer de Network tab en stel de netwerk informatie in voor de extern afspelen functie.
• •
Using LAN: Vink het vakje aan bij het zoeken naar opgenomen beelden van andere DVR’s met behulp van een LAN. Host Address: Klik op de pijl knop en selecteer het blanco veld. Voer het IP adres in met behulp van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. U heeft het correcte IP adres van de DVR waarmee u wilt verbinden nodig van uw netwerk beheerder.
About Selecteer de About tab en de software versie informatie wordt getoond.
51
Hoofdstuk 4 – SmartBackup Om het SmartBackup programma te starten, klikt u op de Setup knop in de SmartGuard modus. Ga naar de System tab en klik op de Set up backup... knop. Het volgende SmartBackup dialoogvenster verschijnt.
•
Drive Status – Drive: Toont alle aangesloten opslagapparaten, inclusief hard disk drive(s), CD-RW en DVD RW drive. : Opname, : Backup). Wanneer de drive voor – Type: Toont het gebruik van iedere drive ( zowel opname als backup gebruikt wordt, dan wordt het backup icoon getoond. – Recording Period: Toont de opnameperiode op iedere (bron of doel) drive. – Status: Toont de status van de drive ( : Vol, : Beschikbaar, : Leeg, : Niet geïnitialiseerd). – Recording Period: Toont de opnameperiode op de opname drive. – Latest Backup Time: Toont de laatste backup datum en tijd van de geselecteerde drive.
• • •
• • •
Backup Drive Information – Period: Toont de opnameperiode op de backup drive. – Remain: Berekent en toont de resterende ruimte op de backup drive. Status: Toont de status en een voortgangsbalk van de backup drive voor de auto/manuele backup. Manual: Start de manuele backup modus. Wanneer de DVR ingesteld staat op de auto backup modus, dan is deze knop uitgeschakeld. Schakel de auto backup modus uit tijdens de SmartBackup instellingen wanneer u de manuele backup wilt instellen. Zie de Manuele backup sectie (pag. 53) voor het instellen van de manuele backup. Update: Update de waardes in het SmartBackup dialoogvenster. Recording Period, Latest Backup en Backup Drive Information worden geüpdate zodra deze knop is geselecteerd. Setup: Stel de backup informatie in. Zie de Instellingen sectie (pag. 54) voor details. CD/DVD Burner: Sla de backup data op op de CD of DVD media met behulp van het CD/DVD brandprogramma.
OPMERKING: De gebruiker kan opgenomen video opslaan wanneer de gebruiker een autoriteit heeft met External Save. De External Save optie moet geselecteerd worden tijdens de SmartGuard – Autoriteit instellingen. Zie Hoofdstuk 2 – SmartGuard, Autoriteit instellen voor details.
52
•
Hide: Verbergt het SmartBackup dialoogvenster. Om het dialoogvenster te sluiten en om de rechtsboven in de hoek. SmartBackup te verlaten, klik op
Manuele backup Klik op de Manual... knop in het SmartBackup dialoogvenster om de manuele backup modus te starten. Het volgende Manual Backup dialoogvenster verschijnt. Er zijn twee manieren om manueel een backup te maken van data, backup aan de hand van tijd en backup aan de hand van een lijst. LET OP: Het uitvoeren van een manuele backup kan de opnamesnelheid verminderen of de opname stoppen. •
Manuele backup aan de hand van tijd – Destination: Selecteer een backup drive in de uitvouwlijst. – Begin: Stel de backup begin datum en tijd in. Selecteer de begin datum in de uitvouwlijst en stel de begin tijd in met behulp van de pijl knoppen. – End: Stel de backup eind datum en tijd in. Selecteer de eind datum in de uitvouwlijst en stel de eind tijd in met behulp van de pijl knoppen. – Advanced: Het Manual Backup (Advanced) dialoogvenster verschijnt. Klik op de Start knop om de manuele backup aan de hand van tijd te starten. De DVR maakt een backup van de opgenomen data van de ingestelde begin datum en tijd tot en met de ingestelde eind datum en tijd. Er wordt alleen een backup gemaakt van de tijdverloop modus opname data. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de instellingen op te slaan.
OPMERKING: Backup van audio data, pre-gebeurtenis beelden en text-in data kan alleen gedaan worden met behulp van de manuele backup aan de hand van een lijst. Zie het volgende Manuele backup aan de hand van een lijst sectie. •
Manuele backup aan de hand van een lijst Klik op de Advanced... knop in het Manual Backup dialoogvenster. – ID: Toont het serienummer van de opname banken. – Recording Start Time / Recording End Time: Toont de begin datum/tijd en eind datum/tijd van de opname van elke bank. – Type: Toont het type opname bank. Normal betekent tijdverloop opname en PRExx betekent pre-gebeurtenis opname. – Backup Status: Toont of er al een backup gemaakt is van de geselecteerde bank. – Destination: Selecteer een backup drive in de uitvouwlijst. – Selected Banks: Toon het aantal geselecteerde banken. – Free Backup Banks: Toon het aantal banken dat beschikbaar is voor backup. Selecteer de bank om een backup van te maken door op de gewenste bank te klikken in het lijstvenster. Meerdere banken kunnen geselecteerd worden met behulp van de Ctrl of Shift toets op het werkelijke toetsenbord. Klik elke bank om een backup van te maken aan terwijl u de Ctrl toets ingedrukt houdt. Wanneer u alle banken in een specifiek bereik wilt selecteren, klik dan op de eerste en de laatste bank om een backup van te maken binnen het bereik, terwijl u de Shift toets ingedrukt houdt.
53
Klik op de Update knop om de opname bank informatie te updaten. Nadat u de manuele backup aan de hand van een lijst ingesteld heeft, klikt u op de OK knop. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de instellingen op te slaan. OPMERKING: De BANK is de basis unit voor de database gebruikt door het DVR systeem.
Instellingen Klik op de Setup... knop in het SmartBackup dialoogvenster om de backup informatie in te stellen. Het Setup dialoogvenster verschijnt. •
Auto-backup: Vink het vakje aan om de auto backup in te stellen. Wanneer het vakje aangevinkt is, dan maakt de DVR automatisch een backup volgens de gemaakte auto backup instellingen. Wanneer Auto-backup niet geselecteerd is, dan is de DVR in de manuele backup modus en volgt de gemaakte manuele backup instellingen. Zie de Manuele backup sectie (pag. 53) voor het instellen van de manuele backup.
OPMERKING: Tijdens Auto Backup wordt er geen backup gemaakt van gebeurtenis opname data van camerakanalen die ingesteld zijn in de pre-gebeurtenis opname modus. •
• •
Latest Backup Time: Toont de laatste backup datum en tijd. Wanneer de DVR ingesteld staat op Auto Backup modus, dan wordt er alleen een backup gemaakt van de banken die opgenomen zijn na de laatste backup tijd. Period (time): Stel de backup begin tijd in bij Start en eind tijd bij Finish met behulp van de pijl knoppen. Wanneer u de waarde instelt op 0 voor Start en op 24 voor Finish, dan maakt de DVR automatisch een backup van 0:00 tot 24:00 met periodische controle van de bank. Backup Drive: Wanneer u alle backup drives wilt recyclen, klik dan op het Repeat vakje. Wanneer het Repeat vakje niet aangevinkt is, dan stopt de DVR met de backup wanneer alle backup drives vol zijn. Klik op het Auto Eject vakje om de auto eject functie te gebruiken van de backup drive als deze dat ondersteund. Door op de Initialize... knop te klikken, verschijnt het volgende Format scherm en kunt u de backup ruimte initialiseren. De backup drive moet geïnitialiseerd worden voordat u begint met de backup. – Use: Vink het vakje naast de drive aan om het te selecteren als een backup drive. Meerdere drives kunnen geselecteerd worden. Drive toont de drive locatie, Total Size toont de totale grootte van de geïnstalleerde backup drive en Available Banks toont het aantal beschikbare banken voor backup. – New Banks for Selected Drive: Stel het aantal banken in om te gebruiken voor backup met behulp van de pijl knoppen. – Allocated Banks: Toont het aantal toegewezen banken voor backup na initialiseren. – New Banks: Toont het aantal banken om toe te voegen. – Format: Start het initialiseren van de backup ruimte van de geselecteerde drive en wijst banken toe volgens de instelling.
OPMERKING: Repeat en Auto Eject kunnen niet tegelijkertijd geselecteerd worden. OPMERKING: Actieve menu’s onder Backup Drive kunnen verschillen, afhankelijk van de gebruikte media. OPMERKING: Alle inhoud opgeslagen in elke bank op de drive wordt gewist wanneer u de backup drive initialiseert.
54
•
CD/DVD Burner: Klik op de knop. Registreer de locatie van het brandprogramma om te gebruiken. Bij gebruik van het programma geleverd door de fabrikant van de CD/DVD brander, selecteer dan SmartBurnerPlus.exe in de C:\IDR-Series map.
CD/DVD brander Klik op de CD/DVD Burner knop in het SmartBackup dialoogvenster om het CD/DVD brandprogramma te starten dat geregistreerd is tijdens de SmartBackup instellingen. Zie de CD/DVD brander sectie (pag. 46) voor instructies over CD/DVD branden. OPMERKING: CD/DVD branden is niet beschikbaar tijdens de automatisch backup.
Bestanden selecteren voor branden op CD/DVD • • • • •
Beeldbestanden opgeslagen in SmartSearch modus. Videobestanden opgeslagen in SmartSearch modus. Clip bestanden opgeslagen in SmartSearch modus. Complete ibbank directory op de drive die gebruikt wordt voor backup. Beeldbestanden opgeslagen in de C:\IDR-Series\temp\RecordExt map.
OPMERKING: De grootte van de ibbank directory moet kleiner zijn dat de capaciteit van de CD of DVD drive. Bij gebruik van de 650MB CDR of CDRW media, kunt u niet twee backup banken overschrijden.
Veiligheidscontrole bij installeren en gebruiken van CD/DVD brandprogramma • • •
Installeer niet de DirectCD of HP-DLA programma’s voor de veiligheid van het systeem wanneer u het CD brandprogramma installeert. Selecteer de Buffer vastloop preventie optie bij het initiëren van het CD of DVD brandprogramma. Het selecteren van deze optie kan verschillen, afhankelijk van het installatieprogramma. Zie de handleiding die geleverd is met de CD of DVD drive voor instructies over het branden van de media.
55
Hoofdstuk 5 – Toegang op afstand U kunt video bekijken of de DVR bedienen op afstand via modem of LAN. Voor toegang op afstand leveren wij het SmartBase programma. Het heeft drie belangrijke functies: extern bekijken, extern afspelen en extern bedienen. OPMERKING: Een BASE systeem kan live video bekijken of opgenomen video bekijken op POST systemen. Het POST systeem kan alleen opgenomen video bekijken op andere POST systemen wanneer deze verbonden zijn via LAN.
Aanbevolen BASE systeemeisen • • • •
Besturingssysteem: Microsoft® Windows® XP x86 (32 Bit) (SP2 of hoger), Microsoft® Windows® Vista x86 (32 Bit) CPU: Intel Pentium IV of sneller RAM: 512MB of hoger VGA: Video RAM 16MB of hoger (1024x768, 24bpp of hoger)
BASE programma installatie Minstens één POST DVR en een systeem voor BASE zijn nodig voor gebruik van de toegang op afstand functie. De POST is het systeem waaraan de camerakabels direct worden aangesloten, en de BASE is het systeem dat geïnstalleerd is op een andere locatie voor toegang op afstand. Installeer de BASE software op de externe locatie na het installeren van de DVR.
LET OP: Wanneer er een oudere versie van BASE software is geïnstalleerd op uw computer, dan moet u de oudere versie eerst deïnstalleren. OPMERKING: Het is zeer aanbevolen om de BASE software te installeren met dezelfde of hogere versie dan de POST systeem softwareversie. 1. Plaats de installatie CD. 2. Voer het setup bestand (.exe) uit in de IDR Setup/Base map, en installeer de software volgens de instructies. 3. Wanneer het IBankSetup scherm verschijnt, wijs dan banken toe aan het BASE systeem om beelden op te slaan van het POST systeem. OPMERKING: De BANK is de basis unit voor de database gebruikt door het POST systeem en het BASE systeem.
56
– Storage Table: Selecteer de drive om banken aan toe te wijzen. Drive toont de drive locatie, Total Space toont de totale grootte van de geïnstalleerde opname drive en Available IBank # toont het aantal beschikbare banken voor opname. – New IBank # of the selected HDD: Stel het aantal banken in om te gebruiken voor opname met behulp van de pijl knoppen. – Allocated IBank # : Toont het aantal toegewezen banken voor opname van alle drives in de lijst. – New IBank # : Toont het aantal banken om toe te voegen. – Total IBank # : Toont het totale aantal van toegewezen banken en nieuwe banken van alle drives in de lijst. – Add: Creëert een bank map (IIBank) voor opname in de geselecteerde drive. – Clear: Start het initialiseren van de bank van de geselecteerde drive en wist alle opgenomen data. – Exit: Sluit het IBankSetup scherm. OPMERKING: U kunt de toewijzing van de bank voor opname wijzigen door het IBankSetup programma op te starten na het voltooien van de BASE programma installatie (Ga naar het Start menu van de taakbalk > Alle programma’s > IDR-Series BASE > IBankSetup). 4. Start het SmartBase programma na het voltooien van de installatie (Ga naar het Start menu van de taakbalk > Alle programma’s > IDR-Series BASE > SmartBase).
SmartBase SmartBase is software voor het op afstand bekijken en opnemen. Hierdoor kunt u op afstand live camerabeelden bekijken via het netwerk en op afstand de PTZ camera’s bedienen, inclusief de instellingen op afstand.
Hoofd gebruikersinterface
OPMERKING: Wanneer u de overlay display modus niet gebruikt op het SmartBase systeem, dan kunt u het SmartBase scherm verplaatsen naar elke plaats op de monitor door de muis te slepen.
Toezicht scherm: Toont toezicht video. Er zijn diverse weergaveformaten (enkel scherm, volledig scherm, quad, 3+4, 3x3, 2+8 en 4x4) voor een doelmatig gebruikers interface. De cameragroepen voor multi-scherm formaten bestaan op volgorde uit camera’s 1 tot 16. De gebruiker kan selecteren welke camera groep getoond wordt door te klikken op een cameraknop in een groep van cameraknoppen. Informatie inclusief camera titel, opname modus en opname status kan
57
getoond worden op het beeld. Ga naar het Instellen van het systeem en het Instellen van de camera’s in de SmartBase instellingen sectie, en plaats een vinkje in het Show OSD vakje om de OSD informatie weer te geven.
Afsluiten: Klik hierop om het systeem uit te schakelen. Version: Toont de softwareversie van het POST systeem waar op het moment mee verbonden is. Systeem status: Toont datum en tijd, bedrijfsmodus, de resterende hard disk ruimte en het type hard disk gebruik. Zie de Systeem status sectie hieronder voor details. Cameraknoppen: Klik op de individuele cameraknoppen om de geselecteerde camera te tonen. Klik op de
of
knop om het vorige of volgende cameraknop paneel te tonen.
Schermmodus knoppen: Klik op de gewenste schermmodus. Verplaats de cursor naar een beeld en dubbelklik op de linker muisknop om een specifiek beeld te bekijken in de enkel scherm modus. Klik op de linker muisknop in het scherm om terug te gaan van de enkel scherm modus naar de vorige schermmodus.
PTZ: Toont PTZ bedieningsknoppen. Het bedienen van de PTZ in de SmartBase modus, verandert de PTZ instellingen van de externe DVR. Alleen de administrator en geautoriseerde gebruikers voor PTZ bediening kunnen de PTZ instellingen van een externe locatie veranderen. Beeldbewerking: Klik hierop om de beeldbewerkingknoppen te tonen. U kunt de helderheid, contrast, tint en verzadiging aanpassen van live of opgenomen beelden door op de desbetreffende knoppen te klikken. Klik op de Default knop om te resetten naar de standaard instellingen. Alleen de administrator kan het beeld aanpassen. Deze bewerkingen moeten niet gebruikt worden om incorrect ingestelde camera’s of monitoren te corrigeren. Het is ook belangrijk dat de beelden naar behoren zijn aangepast. Deze bewerkingen kunnen incorrect afgestelde beelden niet goed maken wanneer de beelden opgenomen zijn. Alarm bediening: Klik hierop om de alarm bedieningsknoppen te tonen. U kunt de alarm status controleren en de alarm uitgang op afstand bedienen. Ingedrukte alarmknop is actieve modus en losgelaten knop is inactieve modus. De gebruiker kan de alarm uitgang manueel activeren of deactiveren door op de knop te klikken wanneer het losgelaten of ingedrukt is. Als de gebruiker het alarm uitschakelt tijdens de alarm instellingen op de SmartGuard, dan wordt de alarmknop uitgeschakeld. Alleen de administrator kan de alarm uitgang bedienen vanuit een externe locatie. Klik op de links of rechts pijl knoppen om het vorige of volgende alarmknop paneel te tonen. POS: Klik hierop om de POS bedieningsknoppen te tonen. De gebruiker kan de tekst data op afstand bekijken dat van de POS af komt. Gebeurtenislog: Toont systeem gebeurtenissen en callback berichten van het externe systeem. Om in de lijst omhoog en omlaag te scrollen, houdt de linker muisknop ingedrukt op de lijst en beweeg de cursor omhoog en omlaag, of rol het muiswiel op de lijst. De weergave informatie van het gebeurtenislog en callback bericht is als volgt: Gebeurtenislog – ‘Datum’_‘Tijd’ (Gebruikersnaam) [Camera nr. BASE systeem] ‘Soort gebeurtenis’ ‘Camera nr. POST systeem’ : ‘Camera titel’ Callback bericht – ‘Datum’_’Tijd’ (Callback) ‘Soort gebeurtenis’ ‘Camera nr. POST systeem’ : ‘Camera titel’ (Gebruikersnaam) Utiliteitsknoppen: Zie de Utiliteitsknoppen sectie hieronder voor details.
Systeem status •
Klok modus: Klik op de linker muisknop op het klok gedeelte om de formaten van de datum weergave (DD-MM-JJJJ/...) en de tijd weergave (12uur/24uur) in te stellen. Klik op de rechter muisknop op het klok gedeelte om de datum, tijd en tijdzone in te stellen.
LET OP: Wanneer u de tijd verandert, dan worden de beelden die gedateerd zijn na de nieuwe datum/tijd verwijderd. Maak een backup van de beelden die u wilt bewaren. •
Modus status: Er zijn twee bedrijfsmodi; Alleen kijken modus en Opname modus. SmartBase neemt alleen de beelden op in de opname modus.
58
•
HDD indicator: Laat de resterende hard disk ruimte zien en het soort hard disk gebruik. Klik op de Setup knop en ga naar de System tab in het instellingen dialoogvenster. Kies uit Once en Recycle voor HDD gebruik.
OPMERKING: Once (getoond als Disk available: **%) neemt op totdat de hard disk vol is en stopt daarna. Recycle (getoond als Repeat Recording) neemt op over de oudste beelden heen wanneer de hard disk vol is.
Utiliteitsknoppen •
(Volledig scherm): Klik op de knop om in de volledige scherm modus te komen. Alle bedieningsknoppen verdwijnen en het toezichtscherm vult het volledige scherm in de volledige scherm modus. Om terug te keren uit de volledige scherm modus, klikt u op de linker muisknop ergens op het scherm.
OPMERKING: Volledige scherm weergave kan niet ondersteund worden wanneer de VGA kaart of het systeem de overlay functie niet ondersteund. •
(Opname): Klik hierop om de opname te starten en door nogmaals op de knop te klikken wordt de opname gestopt. SmartBase gaat automatisch terug naar de alleen kijken modus wanneer het niet kan opnemen (bv. wanneer de hard disk vol is).
OPMERKING: Het BASE systeem neemt alleen op volgens het opname rooster, deze kan ingesteld worden tijdens het instellen van het systeem. Voordat u het BASE programma installeert, moet u het opname rooster volledig begrijpen. Het klikken op deze opname modus knop bereid het BASE systeem alleen maar voor op opname. In deze status zal het BASE systeem het opname rooster volgen. •
(Verbinden): Klik hierop om een verbinding te maken met een externe locatie. Zie de Toezicht
op afstand sectie (pag. 59) voor details. • •
•
(Auto sequentie): Klik op de knop om de camera’s opeenvolgend te tonen. Wanneer u op de knop klikt, schakelt u tussen aan en uit. De schakel interval kan ingesteld worden tijdens het instellen van het systeem. (Instellingen): Klik op de knop om verbinding te maken met het externe DVR systeem of BASE systeem en om instellingen te veranderen. Zie de SmartBase instellingen en Instellingen op afstand secties (pag. 61 en 64). (Toegang naar SmartSearch): Klik op de knop om SmartSearch te starten. Wanneer SmartBase is verbonden met de externe locatie, dan logt SmartSearch automatisch in op dezelfde locatie met dezelfde gebruikersnaam en wachtwoord.
Toezicht op afstand OPMERKING: Alleen de gebruiker die een autoriteit heeft met Remote Monitoring, kan live video bekijken van de externe DVR. Controleer of de Remote Monitoring optie is geselecteerd bij de autorisatie van de gebruiker tijdens het instellen van het POST systeem. Zie Hoofdstuk 2 – SmartGuard, Autoriteit instellen voor details. 1. Klik op de
(instellingen) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartBase, en het
Select a system to set up scherm verschijnt. Klik op het Local keuzerondje en klik daarna op de Set up... knop.
2. Selecteer de Remote tab en voeg de gewenste externe locaties toe.
59
•
Set up remote Site – Add: Registreer de externe locatie. Maximaal 256 locaties kunnen geregistreerd worden. – Site ID: Voer de locatie naam in om te registreren met behulp van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. – Network address: Voer het IP adres van de externe DVR in, verkregen van uw netwerkbeheerder. Ga naar Use modem en vink het vakje aan wanneer een modem gebruikt wordt voor toegang op afstand, en selecteer daarna het besturingssysteem op het BASE systeem; Windows 98 of Windows XP. Voor de externe verbinding via een modem, moet het dial-up netwerk geïnstalleerd worden op het BASE systeem en het Phone number en Dial-up callback IP moeten ingevoerd worden. – Set up Port...: Stel de poortnummers in. Klik op het tekstveld naast Remote Watch, Remote Search en Remote NetSound en voer de correcte poortnummers in van elk programma, verkregen van uw netwerkbeheerder om op afstand kijken, op afstand zoeken en twee-weg audiocommunicatie tussen de POST en BASE systemen in te schakelen. Door op de Default knop te klikken, worden alle poortnummers gereset naar de standaard instellingen. – User ID / Password: Voer de gebruikersnaam (maximaal 16 karakters) en het wachtwoord (maximaal acht karakters) in. Klik daarna op het tekstveld naast Confirm Password en voer het gebruikers wachtwoord nogmaals in om het wachtwoord te bevestigen. Ga naar No Password en vink het vakje aan wanneer u een gebruikersnaam zonder wachtwoord gebruikt.
60
Door op de OK knop te klikken worden de veranderingen opgeslagen en gaat u terug naar het Setup dialoogvenster. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. OPMERKING: Bij gebruik van de DVRSN server, vink dan het Use DVRNS vakje aan en voer de locatienaam in om te registreren in het Site ID vakje en de DVR naam van de externe locatie in het Network address vakje. De DVR naam die u invoert moet dezelfde zijn als de DVR naam die ingesteld is tijdens de Toezicht op afstand instellingen op de externe DVR. OPMERKING: Hetzelfde IP adres dat ingevoerd is tijdens de dial-up callback instellingen op het POST systeem moet ingevoerd worden op het BASE systeem. Het onafhankelijke IP adres beginnend vanaf 10.10.10.20 wordt gebruikt om de externe DVR systemen te identificeren. 3. Klik op de
(Verbinden) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartBase, en het
Connecting Window scherm verschijnt. Een lijst met externe locaties die toegevoegd zijn in de Remote tab wordt getoond. Selecteer een externe locatie om mee te verbinden in de lijst. U kunt ook met een externe locatie verbinden door de locatie naam of adres in het tekstveld in te voeren en daarna op de enter toets te drukken. Klik op de Connect knop onder Audio wanneer u twee-weg audiocommunicatie tussen POST en BASE wilt inschakelen. Vink het Auto connect when callback vakje aan wanneer u automatisch verbinding wilt maken met de externe locatie bij het ontvangen van een callback bericht. OPMERKING: Twee-weg audiocommunicatie is alleen beschikbaar voor het audio opname kanaal op het POST systeem. OPMERKING: Wanneer u de locatie lijst in de aflopende volgorde wilt sorteren, klik dan op de Site of Address kop in het lijst venster. OPMERKING: Audio beluisteren wordt ondersteund voor het audio opname kanaal op het POST systeem. Selecteer een gewenst camerakanaal op het toezicht scherm. 4. De live video van de verbonden externe site wordt getoond op het toezicht scherm.
SmartBase instellingen Klik op de
(instellingen) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartBase, en het
Select a system to set up scherm verschijnt. Klik op het Local keuzerondje en klik daarna op de Set up... knop.
61
System instellen
• • •
•
•
Show Vloss Dialog: Vink het vakje aan wanneer u het videoverlies bevestigingsscherm wilt laten weergeven wanneer videoverlies is gedetecteerd. Event log: Toont het gebeurtenis log van het BASE systeem. Show OSD: Vink het vakje aan wanneer u OSD informatie wilt weergeven op het beeld, inclusief camera titel, opname modus, opname status en gebeurtenis detectie resultaten. Vink het gebeurtenis vakje aan wanneer u de detectie resulaten wilt weergeven wanneer de geselecteerde gebeurtenis plaatsvindt. Verify password: Vink de vakjes aan om een wachtwoord te gebruiken Before shutdown (voor afsluiten), Before stop recording (voor stoppen met opname), Before setup (voor instellingen) en/of Before search (voor zoeken). Use alert sound on event: Vink het vakje aan wanneer u wilt dat het systeem alarmeert voor de geselecteerde gebeurtenissen wanneer deze gebeurtenissen plaatsvinden. U kunt het BASE systeem instellen om verschillende alarmgeluiden af te spelen voor elk soort gebeurtenis. Maak geluidsbestanden (.wav) voor elk soort gebeurtenis onder de programma installatie map en noem de geluidsbestanden: sensor.wav voor alarm-in, motion.wav voor beweging detectie, terror.wav voor object detectie, vloss.wav voor videoverlies en textin.wav voor text-in.
OPMERKING: Het BASE systeem speelt verschillende alarmgeluiden af voor elk soort gebeurtenis bij het ontvangen van een callback bericht wanneer u een alarmgeluid toewijst voor elk soort gebeurtenis. •
Change password...: Verander het wachtwoord. Het standaard wachtwoord is 111.
62
Remote instellen
•
• •
• •
Connect with the registered password: Wanneer dit vakje aangevinkt is, dan wordt er automatisch een verbinding gemaakt met de externe DVR met de geregistreerde gebruikersnaam en wachtwoord. Wanneer er geen geregistreerd wachtwoord is, dan zal het login dialoogvenster verschijnen. De verbinding mislukt wanneer een onjuist wachtwoord is ingevoerd. Reconnect when network went down: Vink het vakje aan wanneer u automatisch opnieuw wilt verbinden wanneer u verbroken bent met de externe locatie vanwege netwerk problemen. Auto connect when callback...: Vink het vakje aan wanneer u automatisch met de externe locatie wilt verbinden wanneer het BASE systeem een callback bericht ontvangt. Deze automatische callback verbinding kan automatisch verbroken worden wanneer u het Disconnect after vakje aanvinkt en de gewenste verbreek tijd instelt. Dialup Network: Vink het Use modem vakje aan wanneer u een modem gebruikt voor externe toegang en selecteer de modem om te gebruiken in de uitvouwlijst. Set up group...: Stel de groep management in. Het BASE systeem kan maximaal 32 externe DVR’s gelijktijdig bekijken. Voor effectieve management van de externe DVR’s, kan de gebruiker meerdere externe DVR’s registreren in één groep. Maximaal 64 groepen kunnen geregistreerd worden. – Group: Stel de groep informatie in. Klik op de Add knop om een nieuwe groep te registreren en voer de naam van de groep in om te registreren. – Camera assignment: Selecteer de gewenste externe locatie in de Site ID uitvouwlijst en cameranummer in de Camera uitvouwlijst. OPMERKING: Wanneer u de gemaakte groep informatie wilt aanpassen, klik dan op de Edit knop na het selecteren van een geregistreerde groep in de lijst. Pas daarna de groep informatie aan. Wanneer u een geregistreerde groep wilt verwijderen, klik dan op de Delete knop na het selecteren van een geregistreerde groep in de lijst.
63
•
Set up network...: Stel het netwerk in. Zie Bijlage 3 – Netwerk instellingen (LAN).
Nadat u de instellingen veranderd heeft, kunt u uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. OPMERKING: Zie de Hoofdstuk 2 – SmartGuard sectie voor het instellen van de Camera en Schedule menu’s.
Instellingen op afstand Klik op de
(instellingen) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartBase, en het
Select a system to set up scherm verschijnt. Klik op het Remote keuzerondje en selecteer een externe locatie om mee te verbinden in de lijst.
OPMERKING: Zie de Hoofdstuk 2 – SmartGuard sectie voor het instellen van elk menu.
SmartSearch SmartSearch is externe en lokale afspeel software. Hiermee kan opgenomen of backup video afgespeeld worden op het externe DVR systeem of BASE systeem. De gebruiker kan toegang krijgen tot de SmartSearch modus door op de in het hoofdscherm van SmartBase.
(Search) knop te klikken
Toezicht scherm Login informatie Klok Afspeel bediening Thumbnail afspelen Tool Schermmodus knoppen Beeldbewerking knoppen Utiliteitsknoppen Tijdtabel
OPMERKING: Zie Hoofdstuk 3 – SmartSearch voor details over elke knop en zijn functie.
64
Afspelen van opgenomen video op afstand U kunt video afspelen dat opgenomen is op het externe DVR systeem. OPMERKING: Alleen de gebruiker die een autoriteit heeft met Remote Search, kan opgenomen video afspelen van de externe DVR. Controleer of de Remote Search optie is geselecteerd bij de autorisatie van de gebruiker tijdens het instellen van het POST systeem. Zie Hoofdstuk 2 – SmartGuard, Autoriteit instellen voor details. OPMERKING: Tijdens het extern afspelen op het BASE systeem, wordt de informatie over opgenomen audio getoond in het tijdtabel. 1. Klik op de (instellingen) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartSearch, en het Environment Setup dialoogvenster verschijnt. Stel de netwerk informatie in voor extern afspelen. •
•
2. Klik op de
Using LAN: Vink het vakje aan wanneer er gezocht worden naar opgenomen of backup beelden van andere DVR’s met behulp van een LAN. Host Address: Klik op de pijl knop en selecteer het blanco veld. Voer het IP adres in met behulp van het werkelijke toetsenbord of het virtuele toetsenbord. U heeft het juiste IP adres nodig van de DVR waarmee u wilt verbinden van uw netwerkbeheerder.
(Remote) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartSearch, en het
Remote Site dialoogvenster verschijnt. Selecteer een externe locatie om mee te verbinden in de locatie lijst voor extern toezicht en klik op de Con. knop. Opgenomen video op de verbonden locatie wordt getoond op het afspeelscherm. Zie Hoofdstuk 3 – SmartSearch, Utiliteitsknoppen voor details. Lokaal afspelen van opgenomen video U kunt video afspelen dat opgenomen is op het BASE systeem. Klik op de (lokaal) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartSearch, en video dat opgenomen is op het BASE systeem wordt getoond op het afspeelscherm.
Afspelen van backup video U kunt backup video afspelen van het externe DVR systeem of BASE systeem. Klik op de
(Backup) knop bij de utiliteitsknoppen in het hoofdscherm van SmartSearch, en het
Select a system dialoogvenster verschijnt. • •
Local: Zoekt naar backup video op het BASE systeem. Remote: Zoekt naar backup video op het externe DVR systeem. Een lijst met toegevoegde locaties tijdens de SmartBase – Toezicht op afstand, Set up remote site instellingen wordt getoond in het uitvouwmenu.
OPMERKING: Zie Hoofdstuk 3 – SmartSearch voor het instellen en gebruiken van SmartSearch.
SmartBackup SmartBackup is backup software. Hiermee kunt u een backup maken van video dat opgenomen is in het BASE systeem. Zie Hoofdstuk 4 – SmartBackup voor het instellen en gebruiken van SmartBackup.
65
Bijlage 1 – Toegang tot Windows Omdat de DVR nieuwe technologie is, kan het onbekend zijn voor veel gebruikers. Veel problemen kunnen zich voordoen bij onjuiste Windows instellingen. De DVR vereist specifieke Windows instellingen voor een optimale werking. Daarom wordt de Windows modus geblokkeerd. Deze sectie beschrijft de stappen om in de Windows modus te komen.
De relatie tussen “Toegang tot Windows” en “SmartShell” SmartShell is de enige manier om in de Windows modus te komen. Zie Bijlage 2 – SmartShell. Om toegang tot Windows te krijgen moet u in de SmartShell modus zijn, want de DVR schakelt uit wanneer u op de POWER knop klikt in de SmartGuard modus. Gebruik de volgende instructies om de automatische uitschakel modus te veranderen, zodat u toegang tot Windows kunt krijgen.
Hoe toegang te krijgen tot het verborgen automatisch uitschakelen dialoogvenster 1. Dubbelklik op het logo (of lege ruimte) boven de Rec knop in de SmartGuard modus. Het splash scherm verschijnt. 2. Type idisman en druk op de Enter toets op het toetsenbord. Een klein dialoogvenster verschijnt. 3. Ga naar Automatic Shutdown, en vink het vakje aan om de DVR uit te schakelen wanneer u SmartGuard afsluit. Wanneer dit vakje niet aangevinkt is, dan gaat de DVR naar de Windows modus via SmartShell wanneer u SmartGuard afsluit. 4. U kunt uw veranderingen opslaan door op de OK knop te klikken. Door Cancel te selecteren verlaat u het dialoogvenster zonder de veranderingen op te slaan. LET OP: Verander ander opties NIET en behoudt de fabrieksinstelling. Vraag uw systeembeheerder naar andere opties in het verborgen dialoogvenster.
Hoe toegang te krijgen tot Windows Wanneer u de Automatic Shutdown modus uitschakelt in het verborgen dialoogvenster, dan gaat de DVR naar de SmartShell modus wanneer u op de POWER knop in de SmartGuard modus klikt. Klik op de rechter muisknop in de SmartShell modus. Het volgende menu dialoogvenster verschijnt. Klik op System om opties te openen, en selecteer Close. De DVR komt in de Windows modus. Om terug te gaan naar de DVR programma’s, klik op de Start knop van de taakbalk, verplaats de cursor naar Programs en daarna naar IDRSeries om de programma lijst te openen. Selecteer SmartShell. De DVR gaat naar de SmartGuard modus via SmartShell.
66
Bijlage 2 – SmartShell SmartShell is een gemakkelijke en betrouwbare software voor het onderhouden van uw DVR. De software helpt de DVR te herstellen na onverwachte systeemfouten. SmartShell is ook de enige manier om toegang te krijgen tot Windows.
Hoe toegang te krijgen tot SmartShell Wanneer u de automatisch afsluiten modus uitschakelt in het verborgen dialoogvenster, dan gaat u naar de SmartShell modus wanneer u op de POWER knop klikt in het SmartGuard programma. Klik op de rechter muisknop in de SmartShell modus. Het Menu dialoogvenster verschijnt.
Configuration Menu •
Startup: Configureert de opstart programma’s van de DVR.
• •
Restart All: Herstart de programma’s. SmartSetup: Gaat naar het SmartSetup programma om de IBank in te
Execute Menu
• • • •
stellen, de database van de DVR. Neem contact op met uw systeembeheerder voor details over de IBanks setup. • SmartScan: Dit is onzichtbare software dat de hard disk drive voor opname scant. • SmartGuard: Gaat naar het SmartGuard programma. SmartSearch: Gaat naar het SmartSearch programma. SmartBackup: Gaat naar het SmartBackup programma. SmartServer: Dit is onzichtbare software dat beelden voorbereidt op verzending naar externe locaties via modem of LAN. Explorer: Initieert Explorer zonder toegang te krijgen tot Windows.
View Log Menu •
SmartGuard: Toont het log bestand dat elke bediening van de DVR registreerd.
System Menu • • •
Close: Sluit SmartShell af en geeft toegang tot Windows. Restart: Start de DVR opnieuw op. Shutdown: Sluit de DVR af.
•
About...: Toont de software versie informatie.
About... Menu
67
Bijlage 3 – Netwerk instellingen (LAN) 1. Start het SmartGuard programma op en klik op de
(Setup) knop in het hoofdscherm.
2. Selecteer de Remote tab en het Remote Monitoring instellingenscherm verschijnt. Klik op de Set up network... knop.
3. Door op de Set up network... knop te klikken, verschijnt het Internet Protocol (TCP/IP) Properties scherm. Selecteer Obtain an IP address automatically of Use the following IP address, afhankelijk van uw netwerk omgeving. Wanneer u Obtain an IP address automatically selecteert, dan wordt de DNS server adres automatisch ingesteld. Wanneer u Use the following IP address selecteert, voer dan het IP address, Subnet mask, Default gateway en het DNS server adres in dat u van uw netwerkbeheerder heeft gekregen.
68
Bijlage 4 – Video analytics Om de video analytics detectie goed te laten werken, moeten de camera’s goed geïnstalleerd zijn en video analytics regels ingesteld zijn volgens de instructies.
Camera installatie Locatie •
•
Indoor: Verlichting is het belangrijkste factor. – Weinig licht: Vermindert de werking van de video analytics detectie. – Veel Licht: Zie de Licht sectie hieronder. Outdoor: Het weer is het belangrijkste factor. – Regen/sneeuw: Maakt het moeilijk om objecten te onderscheiden van regen of sneeuw en veroorzaakt valse detectie. Het is aanbevolen om de video analytics functie uit te schakelen wanneer een alarm wordt geassocieerd met de detectie. – Licht: Zwermen insecten en vogels die aangetroken worden door de zwermen insecten veroorzaken valse detectie. Het is aanbevolen om licht zo ver mogelijk af te scheiden van de camera’s en gebruik aparte palen als dit mogelijk is.
Verlichting •
•
Zonlicht: Wanneer de camera direct aan de zon blootgesteld wordt, dan werkt de video analytics functie niet. – Richt camera’s NIET direct op het oosten of westen, hierdoor kan de camera verblind worden bij zonsopgang of zonsondergang. – Verleng indien mogelijk de zonnekap van de camera om de bescherming tegen de zon te vergroten en om de lens veilig te stellen van stof en weereffecten. Kunstmatig licht: Wanneer de camera direct aan het licht blootgesteld wordt, dan werkt de video analytics functie niet. – Er moet geen verlichting voor de camera zijn. Wanneer er verlichting voor de camera is, pas dan de hoek van de camera aan, zodat het directe licht of gereflecteerde licht op de vloer niet rechtstreeks in de camera schijnt.
Camera positie •
•
Hoogte/hoek: Grotere hoogtes met kleinere binnenhoeken (steiler) zorgen voor een duidelijkere visualisatie van beweging in het detectie gebied. De camera moet minstens boven de hoofden van de mensen gemonteerd worden. – Bijvoorbeeld: Het naar beneden kijken op een hek of grens, maakt het gemakkelijker om te zien wanneer een indringer de beschermde zone betreedt en dus om binnendringen te detecteren. Object grootte: Wanneer de grootte van het object te groot of niet groot genoeg is, dan kan dat object niet herkend worden voor video analytics detectie. Zie de afbeeldingen hieronder voor de detecteerbare ratio van de object grootte. – Tripwire, Loitering, Left/Removed Object Detection: Het object moet groot genoeg zijn, maar niet te groot om gedetecteerd te worden (groter dan ¼ en kleiner dan ¾ van het scherm zowel verticaal als horizontaal). Wanneer de grootte van het object te groot is op het scherm, plaats de camera dan verder weg van het object. Gebruik NIET de digitale zoom om de object grootte aan te passen. – Face Detection: Het object moet groot genoeg zijn om ogen, neus en lippen te analyseren (hoe groter het object, des te beter de detectie werking). Wanneer de object grootte te klein is op het scherm, plaats de camera dan dichter bij het object. Gebruik NIET de digitale zoom om de object grootte aan te passen.
OPMERKING: Het detecteerbare object grootte op het scherm kan anders zijn dan de ratio hieronder, afhankelijk van de omgeving waarin de camera geïnstalleerd is. Controleer de juiste beeld grootte voor de detectie op het scherm in de huidige omgeving en pas de camera positie aan.
69
Aanbevolen
Niet detecteerbaar
Tripwire, Loitering, Left/Removed Object Detection
Face Detection
Achtergrond • •
Vloer: Wanneer de vloer gemaakt is van een glanzende of transparante materiaal en licht reflecteert naar de camera, plaats de camera dan zo parallel mogelijk aan de vloer. Ramen: Wanneer de ramen zonlicht of lichten reflecteren naar de camera, plaats de camera dan zo parallel mogelijk aan de ramen.
Camera instellingen •
Focus: De focus op een object voor de nacht kan anders zijn dan dat voor de dag. Controleer en
• •
BLC: Wanneer de camera een automatisch tegenlicht functie heeft, schakel deze dan uit. Shutter Speed Control: Wanneer de camera een langzame shutter functie heeft dat automatisch
pas de focus aan zodat deze optimaal staat ingesteld voor zowel de dag als de nacht.
de shutter snelheid verminderd tijdens de nacht, schakel deze dan uit.
Gebeurtenis instellingen 1. Start het SmartGuard programma en klik op de
(Setup) knop in het hoofdscherm.
2. Selecteer de Video Analytics tab.
70
3. Vink het Use video analytics vakje aan en selecteer een optie om video analytics detectie resultaten te tonen op het scherm. Wanneer u de resultaten wilt tonen op het scherm, dan moet de Show OSD optie geselecteerd zijn tijdens de System instellingen. 4. Klik op de Add knop en stel de regel in voor de video analytics detectie.
Single Event Wanneer een video analytics detectie volgens de instellingen van Event 1 plaatsvindt, dan beschouwt het systeem dat als een video analytics detectie gebeurtenis.
Tripwire: Selecteer Single event in de Event type lijst, en selecteer Tripwire in de Event 1 lijst. Door op de Edit knop te klikken wordt het Tripwire setup scherm getoond.
71
•
Name: Voer de naam van de gebeurtenis in.
•
Draw, Direction: Klik op de knop en teken een
De naam wordt getoond in de regel lijst. lijn op het scherm, stel de richting in door op de direction knop te klikken (één-weg of tweeweg). Wanneer een object de lijn kruist in de ingestelde richting, dan beschouwt het systeem dat als een video analytics detectie gebeurtenis.
Loitering: Selecteer Single event in de Event type lijst, en selecteer Loitering (treuzelen) in de Event 1 lijst. Door op de Edit knop te klikken wordt het Loitering setup scherm getoond. •
Name: Voer de naam van de gebeurtenis in.
•
Draw, Erase: Klik op de knop en selecteer
De naam wordt getoond in de regel lijst.
•
blokken op het scherm om het detectie gebied in te stellen door blokken in of uit te schakelen. U kunt blok voor blok selecteren door elk blok aan te klikken of een gebied met blokken door een muis te slepen op het scherm. Loitering Time (sec): Stel de tijd in voor de duur van de detectie en om herkend te worden als een gebeurtenis.
Wanneer een object met beweging wordt gedetecteerd in het detectie gebied tijdens de loitering (treuzel) tijd, dan beschouwt het systeem dat als een video analytics detectie gebeurtenis.
Left / removed object detection setup: Selecteer Single event in de Event type lijst, en selecteer Left / removed object detection in de Event 1 lijst. Door op de Edit knop te klikken wordt het Left / removed object detection setup scherm getoond.
72
•
Name: Voer de naam van de gebeurtenis in.
•
Draw, Erase: Klik op de knop en selecteer
De naam wordt getoond in de regel lijst.
•
blokken op het scherm om het detectie gebied in te stellen door blokken in of uit te schakelen. U kunt blok voor blok selecteren door elk blok aan te klikken of een gebied met blokken door een muis te slepen op het scherm. Required time for detection (sec): Stel de tijd in voor de duur van de detectie en om herkend te worden als een gebeurtenis.
Wanneer één object wordt gescheiden van het andere object in het detectie gebied en achter gelaten of verwijderd wordt gedurende de ingestelde tijd, dan beschouwt het systeem dat als een video analytics detectie gebeurtenis.
Dual Event Wanneer een video analytics detectie volgens de instellingen van zowel Event 1 als Event 2 plaatsvindt, dan beschouwt het systeem dat als een video analytics detectie gebeurtenis. Zie de Single Event sectie hierboven voor details van elk video analytics detectie instelling. Face Detection Wanneer een gezicht wordt gedetecteerd, dan beschouwt het systeem dat als een video analytics detectie gebeurtenis. OPMERKING: De face detection functie kan niet gelijktijdig werken met andere functies van video analytics. Wanneer u een face detection regel wilt toevoegen, dan moet u andere regels uit de regel lijst verwijderen.
73
Bijlage 5 – WebGuard Met WebGuard kunt u toegang krijgen tot een externe DVR, bekijk live videobeelden en doorzoek opgenomen video met behulp van de Internet Explorer web browser op ieder moment op vrijwel iedere locatie. De computer systeemeisen voor het gebruik van het WebGuard programma zijn:
Besturingssysteem: Microsoft® Windows® 2000, Microsoft® Windows® XP of Microsoft® Windows® Vista CPU: Intel Pentium III (Celeron) 600MHz of sneller RAM: 128MB of hoger VGA: 8MB of hoger (1024x768, 24bpp of hoger) Internet Explorer: Versie 6.0 of later
Start Internet Explorer op uw lokale PC. U kunt het WebGuard programma starten door de volgende informatie in het adresveld in te voeren. – – –
“http://IP adres” (Het IP adres van de DVR) Of, “http://DVRNS server adres/DVR naam” (Het adres van de DVRNS server en de DVR naam dat geregistreerd staat op de DVRNS server) Of, “http://www.dvronline.net” (Het invoeren van het IP adres van de DVR of de DVR naam is vereist om in te loggen)
OPMERKING: U heeft het juiste IP adres van de DVR waarmee u wilt verbinden nodig van uw netwerkbeheerder. OPMERKING: WebGuard werkt alleen met Microsoft Internet Explorer en werkt NIET met Netscape of andere web browsers. Selecteer tussen de WEBWATCH (Web toezicht) en WEBSEARCH (Web zoeken) modus en voer het juiste poortnummer in van het programma. Door ID en PASSWORD in te voeren en het klikken op de [LOGIN] knop, wordt u ingelogd met gebruik van de geselecteerde modus. Door Save ID te selecteren wordt het ingevoerde ID opgeslagen. U moet het IP adres van de DVR invoeren in het DVR ADDRESS veld wanneer u het WebGuard programma heeft gestart via http://www.dvronline.net. Door de Use DVRNS optie te selecteren, kunt u de DVR naam invoeren die geregistreerd staat op de DVRNS server in plaats van het IP adres. Het is vereist om het DVRNS server adres en poortnummer in te voeren tijdens de SETUP instelling wanneer u de Use DVRNS optie selecteert. OPMERKING: U heeft het juiste poortnummer voor elk programma nodig van uw systeembeheerder. OPMERKING: Wanneer u WebGuard voor de eerste keer na een update opstart, dan is het mogelijk dat Internet Explorer de informatie laad van de vorige versie. Verwijder de tijdelijke Internet bestanden in dit geval, door Configuratiescherm > Internetopties > Algemeen tab te selecteren. Start daarna WebGuard opnieuw op. OPMERKING: Er kan mogelijk een probleem zijn met de onderkant van de WebGuard pagina dat bijgesneden wordt vanwege de adres- of statusbalken in Microsoft Internet Explorer 7.0. Het is in dit geval aanbevolen dat websites een scherm openen zonder adres- of statusbalken door de Internet instelling te veranderen. (Ga naar Configuratiescherm en Internetopties, en daarna de Beveiliging tab > Klik op de Aangepast niveau... knop > Selecteer Inschakelen voor de Websites mogen vensters zonder adres- of statusbalk openen optie). OPMERKING: Wanneer WebGuard in het Microsoft Windows Vista besturingssysteem draait, dan is het aanbevolen om Internet Explorer op te starten met verhoogde administrator rechten. Klik met de rechter muisknop op het Internet Explorer icoon en selecteer de Uitvoeren als administrator optie in het contextmenu. Anders kunnen sommige functies van WebGuard beperkt zijn om te gebruiken.
74
OPMERKING: Er kan een probleem zijn met schermweergave of scherm update door een te lage beeld transmissiesnelheid bij gebruik van het Microsoft Windows Vista besturingssysteem. Het is in dit geval aanbevolen om de Auto Tuning optie van uw computer uit te schakelen. Start het Opdrachtprompt met verhoogde administrator rechten (Ga naar het Start menu en Accessoires, en daarna Opdrachtprompt > Klik op de rechter muisknop en selecteer de Uitvoeren als administrator optie). Voer daarna “netsh int tcp set global autotuninglevel=disable” in en druk op de Enter toets. Start uw computer opnieuw op om de veranderingen toe te passen. Wanneer u de Auto Tuning optie weer wilt inschakelen, voer dan “netsh int tcp set global autotuninglevel=normal” in na het opstarten van het opdrachtprompt met verhoogde administrator rechten. Start uw computer opnieuw op om de veranderingen toe te passen.
Web toezicht modus WebWatch is een extern web toezicht programma waarmee u live video kunt bekijken dat in real-time wordt verzonden vanaf de externe DVR.
: Klik om uit het WebGuard programma te loggen. : Klik om toegang te krijgen tot de web zoek modus. Plaats de muispijl op het WebWatch logo om de versie van het WebGuard programma te zien. Het DVR informatiescherm toont de login informatie van WebGuard. Klik op het schermformaat om de gewenste weergave modus te selecteren. Wanneer u het schermformaat wijzigd, dan wordt de geselecteerde camera op het huidige scherm geplaatst in het eerste vakje van de nieuwe layout. Klik op de cameraknop (1 tot 16) om de camera te selecteren om te bekijken. : Klik om de helderheid, contrast, verzadiging en tint van het camerabeeld aan te passen. : Klik om de pan, tilt en zoom te bedienen van de camera op een externe locatie. : Klik om alarm-uit apparaten te bedienen op de externe locatie.
: Klik om de beeld tekenmodus en OSD weergave in te stellen. U kunt de weergave snelheid aanpassen door de beeld tekenmodus te veranderen, en OSD informatie selecteren om weer te geven op het scherm. : Klik om het huidige beeld op te slaan als een bitmap of JPEG bestand formaat. Het gebeurtenis statusscherm onderaan toont een lijst met gebeurtenissen die gedetecteerd zijn op de externe locatie.
75
Selecteer een camera op het scherm en klik op de rechter muisknop om het tekstmenu scherm weer te geven. • •
• •
Change Camera Title: Verandert de naam van de camera. Enable Audio: Schakelt audio communicatie in met de externe locatie.
Wanneer het audio bedieningspaneel wordt weergegeven, klik dan op de knop om audio te verzenden naar de verbonden externe locatie en klik nogmaals op de knop om te stoppen met het verzenden van audio. Klik op de knop om live audio te beluisteren van de verbonden externe locatie via de aangesloten speaker en klik nogmaals op de knop om te stoppen met het beluisteren van de live audio. Door op zowel de knop als de knop te klikken, wordt twee-weg communicatie mogelijk. Door op de knop te klikken, wordt de audio communicatie uitgeschakeld. Aspect Ratio: Verandert de beeldverhouding. Anti-Aliasing Screen: Verbetert de beeldweergave kwaliteit door trapvorming (aliasing) effecten tegen te gaan in het vergrootte beeld.
OPMERKING: Een verandering van een camera naam in de WebWatch modus, heeft geen invloed op de camera naam die ingesteld staat op de externe locatie. Door Camera Title leeg te laten, wordt de camera naam die ingesteld staat op de externe locatie getoond.
Web zoek modus WebSearch is een extern web zoek programma waarmee u opgenomen video kunt doorzoeken op de externe DVR. OPMERKING: De externe locatie verbinding op het WebSearch scherm wordt automatisch verbroken wanneer er geen activiteit is voor 30 minuten.
: Klik om uit het WebGuard programma te loggen. : Klik om toegang te krijgen tot de web toezicht modus. Plaats de muispijl op het WebSearch logo om de versie van het WebGuard programma te zien. Het DVR informatiescherm toont de tijd informatie van de opgenomen data op de externe DVR en de login informatie van WebGuard. : Klik om de afspeelbeelden te vervagen, verscherpen, equaliseren en interpoleren. : Klik om uit of in te zoomen op het opgenomen beeld. : Klik om de helderheid aan te passen van de opgenomen beelden. OPMERKING: Beeldbewerking werkt alleen in de pauze modus.
76
De afspeel functieknoppen bevatten terugspoelen, pauze, afspelen, vooruitspoelen, ga naar het eerste plaatje, ga naar het vorige plaatje, ga naar het volgende plaatje en ga naar het laatste plaatje. Klik op het schermformaat om de gewenste weergave modus te selecteren. : Klik om naar de tijdverloop zoekmodus te gaan waarmee u kunt zoeken naar opgenomen data op tijd en dan de beelden af kunt spelen die binnen de tijdparameters zijn gevonden. Het tijdtabel scherm onderaan toont de tijd informatie voor de beelden van de geselecteerde datum op de kalender. Door op een specifieke tijd te klikken wordt het beeld getoond dat opgenomen is op dat moment op het scherm. Door te selecteren kunt u een beeld weer laten geven van een specifieke tijd. : Klik om naar de gebeurtenis zoekmodus te gaan waarmee u kunt zoeken naar gebeurtenis log registraties met gebruik van specifieke condities en de beelden af kunt spelen die geassocieerd worden met deze gebeurtenis registraties. : Klik om de beeld tekenmodus en OSD weergave in te stellen. U kunt de weergave snelheid aanpassen door de beeld tekenmodus te veranderen, en OSD informatie selecteren om weer te geven op het scherm. : Klik om een video clip van opgenomen data op te slaan als een uitvoerbaar bestand. : Klik om het huidige beeld op te slaan als een bitmap of JPEG bestand formaat. : Klik om het huidige beeld af te drukken op een printer die verbonden is met uw computer. : Klik om de opname data opnieuw te laden. Het tijdtabel toont opgenomen data van de geselecteerde camera op tijd (in uursegmenten). Door een camera te selecteren op het scherm en te klikken op de rechter muisknop, wordt het tekst menu scherm getoond. • • •
Change Camera Title: Verandert de naam van de camera. Aspect Ratio: Verandert de beeldverhouding. Anti-Aliasing Screen: Verbetert de beeldweergave kwaliteit door trapvorming (aliasing) effecten tegen te gaan in het vergrootte beeld.
OPMERKING: Een verandering van een camera naam in de WebSearch modus, heeft geen invloed op de camera naam die ingesteld staat op de externe locatie. Door Camera Title leeg te laten, wordt de camera naam die ingesteld staat op de externe locatie getoond.
77
Web server instellingen De DVR bevat een persoonlijk web server. Wanneer u geen web server wilt laten draaien, zet het dan uit door op de Set up Web Server... knop te klikken in het System tab van het Setup dialoogvenster in de SmartGuard modus en volg de instructies.
78
Bijlage 6 – Tijdsynchronisatie In het algemeen kan elk DVR systeem een andere tijd hebben vanwege de nauwkeurigheid van de interne klok. De tijdsynchronisatie functie synchroniseert de tijd tussen POST systemen en een tijdserver wanneer deze met elkaar verbonden zijn. Elk POST systeem of BASE systeem kan draaien als een tijdserver. U kunt ook een standaard tijdserver gebruiken dat elk land aanbied. OPMERKING: Kijk op http://www.eecis.udel.edu/~mills/ntp/clock1.htm voor het vinden van een standaard tijdserver. OPMERKING: Het BASE systeem kan niet als tijdserver functioneren in het Microsoft Windows Vista besturingssysteem. 1. Start het SmartGuard programma en klik op de
(Setup) knop in het hoofdscherm.
2. Selecteer het System tab.
79
3. Klik op de Set up Time Sync... knop. • •
Server: Voer het IP adres van de tijdserver in. Automatic: Vink het vakje aan wanneer u de tijd tussen het POST systeem en een tijdserver automatisch wilt synchroniseren, en voer de synchronisatie interval in (1 tot 300 minuten).
OPMERKING: Wanneer u Automatic selecteert (automatische tijdsynchronisatie), dan wordt de systeemtijd gesynchroniseerd met de tijdserver op een bepaalde tijd elk uur. Wanneer er meer dan 0,5 seconde verschil is tussen het systeem en de server, dan wordt de systeemtijd veranderd en de gebeurtenis wordt geregistreerd in het systeem log wanneer er meer dan 1,0 seconde verschil is. • •
Sync now...: Klik op de knop om de tijd handmatig te synchroniseren. Run as a server: Vink het vakje aan wanneer u de DVR als tijdserver wilt instellen, en het Time Synchronization dialoogvenster verschijnt. – Get Time: Klik op de knop om de tijd informatie van de server te tonen. – Fix Now: Klik op de knop om de systeemtijd te veranderen naar de servertijd. Wanneer de servertijd vroeger is dan de huidige DVR tijd, dan moeten de beelden verwijderd worden die gedateerd zijn na de servertijd. Wanneer u de beelden niet verwijderd, dan kan de tijd niet gereset worden.
OPMERKING: Wanneer u tijdsynchronisatie voor de eerste keer instelt, stel dan de tijd tussen het systeem en de tijdserver handmatig in, want het systeem en de server kunnen een groot tijdsverschil hebben.
80
Bijlage 7 – Text-In zoekactie
Stel de zoekconditie in voor text-in. • • •
Name: Voer de tekst in om te vinden. Comp: Voer de vergelijkingsoperator in. Value: Voer de vergelijkingswaarde in.
OPMERKING: De tab en line kunnen gebruikt worden voor het specifieker zoeken naar text-in data. Gebruik het symbool ‘^’ om de locatie aan te geven van iedere individuele categorie, en ‘]’ om de lijn aan te geven waar de categorie staat. Zie de volgende voorbeelden voor details. • •
Tab size: Voer de grootte van de tab in. Maximaal acht tabs kunnen ingesteld worden. All Transaction: Vink dit vakje aan om alle transactie resultaten te vinden binnen de gemaakte zoekcondities.
•
Case Sensitive: Vink dit vakje aan om onderscheid te maken tussen hoofdletters en kleine letters die ingevoerd zijn in het Name vakje.
OPMERKING: Zie de Hoofdstuk 3 – SmartSearch, Conditie zoekactie sectie voor het instellen van ATQ (Automatic Transaction Query). Query Example I 1 2 3 4 5 6 123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890
Item Unit price Qty amount ================================================== Coke | $ 2.20 | 1(s) | $ 2.20 Fanta | $ 2.20 | 1(s) | $ 2.20 Hotdog | $ 3.50 | 3(s) | $ 10.50 Pepsi | $ 1.95 | 1(s) | $ 1.95 ================================================== total : $ 16.85 Thank you~~
In de text-in data hierboven kunt u zien dat de vergelijkingswaarde staat op de 17e (Unit price, $ teken wordt automatisch genegeerd), 28e (Qty) en 40e (amount) karakters (inclusief spaties) vanaf links. In dit geval kunt u “17”, “28” en “40” invoeren in ieder Tab size vakje, en voer het tab symbool “^” in in het Value vakje (^ voor Unit price, ^^ voor Qty en ^^^ voor amount).
81
Bijvoorbeeld, wanneer u wilt zoeken naar Coke met een hoeveelheid (Qty) van meer dan 1 en Hotdog met een bedrag (amount) in totaal meer dan $8, dan kan de volgende zoekconditie ingesteld worden.
and
Coke Hotdog
> >
^^1 ^^^8
Query Example II 1 2 3 4 5 6 123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890
Item Unit price Qty amount ================================================== Coke | $ 2.20 | 1(s) $ 2.20 Fanta | $ 2.20 | 1(s) $ 2.20 Hotdog | $ 3.50 | 3(s) $ 10.50 Pepsi | $ 1.95 | 1(s) $ 1.95 ================================================== total : $ 16.85 Thank you~~
In de text-in data hierboven kunt u zien dat de vergelijkingswaarde staat op de 17e (Unit price, $ teken wordt automatisch genegeerd), 28e (Qty) en 40e (amount) karakters (inclusief spaties) vanaf links, maar de waarde van de amount categorie staat op een andere lijn dan Item. In dit geval kunt u “17”, “28” en “40” invoeren in ieder Tab size vakje, en voer het tab symbool “^” en lijn symbool “]” in in het Value vakje (^ voor Unit price, ^^ voor Qty en ^^^ voor amount / ] voor de volgende lijn). Bijvoorbeeld, wanneer u wilt zoeken naar Coke met een hoeveelheid (Qty) van meer dan 1 en Hotdog met een bedrag (amount) in totaal meer dan $8, dan kan de volgende zoekconditie ingesteld worden.
and
Coke Hotdog
> >
^^1 ]^^^8
82
Bijlage 8 – Connector pin uitgangen Sensor Input Nr.
Connector
1 2 3 4 G 5 6 7 8 G
S1 (Sensor 1) S2 (Sensor 2) S3 (Sensor 3) S4 (Sensor 4) GND (Ground) S5 (Sensor 5) S6 (Sensor 6) S7 (Sensor 7) S8 (Sensor 8) GND (Ground)
Nr. 9 10 11 12 G 13 14 15 16 G
Connector S9 (Sensor 9) S10 (Sensor 10) S11 (Sensor 11) S12 (Sensor 12) GND (Ground) S13 (Sensor 13) S14 (Sensor 14) S15 (Sensor 15) S16 (Sensor 16) GND (Ground)
Alarm Output Relais uitgang Nr.
Connector
NC NO C G
NC (Normaal gesloten) NO (Normaal open) COM (Common/Gemeenschappelijk) GND (Ground/Aarde)
TTL uitgang Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Connector
Nr.
AOUT1 (Alarm Out 1) AOUT3 (Alarm Out 3) AOUT4 (Alarm Out 4) AOUT6 (Alarm Out 6) GND (Ground) AOUT8 (Alarm Out 8) GND (Ground) AOUT11 (Alarm Out 11) GND (Ground) AOUT13 (Alarm Out 13) AOUT15 (Alarm Out 15) AOUT16 (Alarm Out 16) GND (Ground)
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Connector AOUT2 (Alarm Out 2) GND (Ground) AOUT5 (Alarm Out 5) GND (Ground) AOUT7 (Alarm Out 7) AOUT9 (Alarm Out 9) AOUT10 (Alarm Out 10) AOUT12 (Alarm Out 12) GND (Ground) AOUT14 (Alarm Out 14) GND (Ground) GND (Ground)
Afstandsbediening apparaat (RS-485) Nr. + –
Connector TRX+ (Verstuur data) TRX- (Ontvang data) GND (Ground / Aarde)
83
Bijlage 9 – Gebeurtenislog notificaties Start Start Rec. Stop Rec. Begin Backup End Backup Sensor Motion Object Detection Video Analytics Video Loss Video On Text-In Set Privacy Area Release Privacy Area User ID : User Login Fail User ID : Login Fail (3 times) User ID login User ID logout [Remote] User ID login [Remote] User ID logout [Remote] User Login Fail Stop saving image files, not enough disk space HDD No. / HDD name HDD No. / °C / Poor HDD No. / °C / Good Configuration file was broken, failed to load. Fail to save image file Warning: Rec. was stopped!!
Start Start opname Stop opname Begin Backup Einde Backup Sensor Beweging Objectdetectie Video Analytics Videoverlies Video aan Text-In Stel privacy gebied in Schakel privacy gebied uit Gebruikersnaam : Gebruiker inloggen mislukt Gebruikersnaam : Inloggen mislukt (3 keer) Gebruikersnaam ingelogd Gebruikersnaam uitgelogd [Extern] Gebruikersnaam ingelogd [Extern] Gebruikersnaam uitgelogd [Extern] Gebruiker inloggen mislukt Gestopt met opslaan van beeld bestanden, niet genoeg schijfruimte HDD nr. / HDD naam HDD nr. / °C / Slecht HDD nr. / °C / Goed Configuratie bestand is onderbroken, laden is mislukt Opslaan van beeld bestand is mislukt Waarschuwing: Opname is gestopt!!
84
Bijlage 10 – Protocol voor bediening van de DVR op afstand Bericht formaat
::[:Operands]:[EOM] Symbool : [EOM]
Waarde : @ < 00~99 DR AA~zz 00~99 * ^J^M
Beschrijving Veld scheidingsteken Begin van bericht (voor commando) Begin van bericht (voor antwoord) Apparaat ID Apparaat klasse (“DR” voor DVR systemen) Op-code (zie hieronder) Optionele operanden gedefinieerd voor iedere bediening Checksum (som van alle ASCII codes voordat checksum overloopt) i Geen checksum Einde van bericht (optioneel: alleen voor gebruikgemak bij gebruik van algemene terminal)
* Alle getallen worden gebruikt in decimaal formaat. * Bijvoorbeeld buffer = “@01:DR:SF:0:”; buffer + = checksum(buffer); * Letters zijn hoofdletter gevoelig. Flow Control • • • •
Iedere transactie bestaat uit één commando en één antwoord. Karakters die verzonden worden voor worden genegeerd. Het formaat van operanden wordt onafhankelijk gedefinieerd voor iedere op-code. De dat ontvangen wordt voor de van het vorige bericht, reset de interpretatie: nl.: weggooien van het vorige bericht. UITZONDERING: in het geval van tekst invoer heeft geen enkel karakter binnen een gespecifieerde lengte een speciale interpretatie.
Algemeen antwoord Antwoord code ok er
Antwoord data 0000~9999
Beschrijving Error: error nummer terugsturen
Algemene functies Functie Power Off Time Setting LogIn LogOut
Code PO TM LI LO
Operanden ii
Antwoord
Antwoord data
Antwoord
Antwoord data
YYYYMMDDHHMMSS iii 01~16:****:01~08:**** iv v
Cursor Control Functie Tab Enter Text Input
Code TB EN TI
Operanden F/B(richting) 01~99(lengte):reeks vi
85
Multiplexer (Weergave/Audio) functies Functie Screen Format Set Screen Format/Group Prev/Next Format Prev/Next Group Full Screen Camera Selection Spot Camera Spot Sequence Sequence Change OSD mode Image Brightness Image Contrast Image Hue Image Saturation Image Default
Code SF FG NF NG FS CS SC SS SQ OS IB IC IH IS ID
Operanden 0~9 vii 01~99viii(formaat):01~99(groep) -/+(vorige/volgende) -/+(vorige/volgende) Y/N/T(aan/uit/schakelen) 00~99(camera) 00~99(spot):00~99(camera) 00~99(spot):Y/N/T(aan/uit/schakelen) Y/N/T(aan/uit/schakelen) 0~9(mode) (0:uit, 1:aan) +/0/-(richting):Y/N(stap) +/0/-(richting):Y/N(stap) +/0/-(richting):Y/N(stap) +/0/-(richting):Y/N(stap)
Antwoord
Antwoord data
Code RO PN PL PS PM PR
Operanden Y/N/T(aan/uit/schakelen) Y/N/T(aan/uit/schakelen) F/B(richting):1~9(snelheid) A/Z/F/B/P/S ix
Antwoord
Antwoord data
Code AU AO AR AI RR
Operanden 00~99/AA(id) xi:Y/N/T (aan/uit/schakelen) 00~99/AA(id) 00~99/AA(id) 00~99/AA(id) 00~99/AA(id) xiv
Antwoord
Antwoord data
Code PT PP PG PZ PF PI PX PA
Operanden +/0/-(Pan richt.):+/0/-(Tilt):Y/N(stap) 00~99(preset nummer) 00~99(preset nummer) +/0/-(richting):Y/N(stap) +/0/-(richting):Y/N(stap) +/0/-(richting):Y/N(stap) 01~16 (snelheid) Y/N (aan/uit)
Antwoord
Antwoord data
Opname (Afspelen) functies Functie Recording On/Off Panic Playback Playback (Still) Screen Mode (Search) Show Search
Alarm functies Functie Alarm Mute x Alarm Out xii Alarm Reset xiii Alarm In Reset Event-Recording
Telemetrie functies Functie Pan & Tilt PTZ Preset PTZ Goto Preset PTZ Zoom PTZ Focus PTZ Iris PTZ Set Speed PTZ AutoPan
86
Uitgebreide telemetrie functies Functie PTZ Select Camera PTZ Pan Speedy Left PTZ Pan Speedy Right PTZ Tilt Speedy Up PTZ Tilt Speedy Down PTZ Zoom Speedy Tele PTZ Zoom Speedy Wide PTZ Focus Speedy Near PTZ Focus Speedy Far PTZ IRIS Speedy Close PTZ IRIS Speedy Open PTZ Power On/Off PTZ Home Position PTZ Auto Pan PTZ Tour PTZ Pattern PTZ Menu On/Off PTZ Alarm Reset PTZ Alarm Out Control PTZ Light On/Off PTZ Pump On/Off PTZ Wiper On/Off PTZ Aux. On/Off
Code PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE PE
Operanden 00:00~99 (camera nummer) 01:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap)xv 02:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 03:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 04:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 05:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 06:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 07:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 08:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 09:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 10:00~16(Snelheid 00 is “Stop”):Y/N(stap) 50:Y/N/T (aan/uit/schakelen) 51 52:00~16 (00 betekent “stop”) 53:00~16 (00 betekent “stop”) 54:00~16 (00 betekent “stop”) 55:Y/N/T (aan/uit/schakelen) 56 57:00~99:Y/N/T(aan/uit/schakelen) 58:Y/N/T(aan/uit/schakelen) 59:Y/N/T(aan/uit/schakelen) 60:Y/N/T(aan/uit/schakelen) 61:Y/N/T(aan/uit/schakelen)xvi
Antwoord
Antwoord data
Informatie verkrijgen van de DVR Functie Read Time Read Alarm In
Code tm ai
Read Alarm Out Read Disk Usage Read Recording Read Panic Recording Read Playback mode Read Screen Format Read Sequence
ao du ro pr pm sf sq
Operanden
Antwoord tm ai
Antwoord data YYYYMMDDHHMMSS 01~99:00…~FF… (alarm data)
ao du ro pr pm sf sq
01~99:00…~FF… (alarm data) 000~100 xvii Y/N Y/N S/P/>/R/F xviii 0~9 Y/N
Foutcode Error / fout Unclassified error / Niet geclassificeerde fout Unsupported command / Niet ondersteund commando
Code 0000 0001
Revisie geschiedenis 5 Mei 2003 (Versie 1.2) – ss commando toegevoegd voor het verkrijgen van de status van het systeem – ao commando toegevoegd voor het verkrijgen van de status van de alarm uit 6 Oktober 2003 (Versie 1.3) – PX toegevoegd om de snelheid te specificeren waarmee de PTZ beweegt – PE toegevoegd om de uitgebreide PTZ functies te specificeren 5 November 2003 (Versie 1.4) – SC en SS commando verandert zodat de spot monitor met een 2 cijferig nummer wordt gespecificeerd. – PA toegevoegd voor Auto Pan, deze is anders dan PE:52. In PE:52 kan het type Auto Pan gespecificeerd worden. 7 November 2003 (Versie 1.5) – LI, LO, PM, PR commando’s toegevoegd. 22 Juli 2008 (Versie 1.6) – FG, NF, NG commando toegevoegd voor 32-kanaals bediening.
87
i
Hier volgt een voorbeeld code voor Checksum voor de DVR. int GetCheckSum(char *msg, int len) { DWORD sum = 0; BYTE *p = (BYTE*)msg; while (len > 0) { sum += DWORD(*p++); len--; } return int(sum%100); }
void AddCheckSum(char* msg) { int len = strlen(msg); int checksum = GetCheckSum(msg, len); sprintf(msg+len, "%02d", checksum); } ii Notatie: – (..): alleen uitleg: is niet inbegrepen in het bericht. – /: een enkele selectie in de lijst van de mogelijke symbolen. – ~: voor interval. – …: de lengte is niet vastgesteld maar wordt vastgesteld door de voorgaande operand. iii Alleen 24uur formaat wordt ondersteund: bv) 20000603135030 iv Alleen ondersteuning voor Lan Control. ID kan maximaal 16 karakters bevatten en wachtwoord maximaal 8 karakters. v Alleen ondersteuning voor Lan Control. vi De tekst kan speciale karakters bevatten. vii Volgende(0), Volledig(1), 2x2(2), 3+4(3), 3x3(4), 2+8(5), 1+12(6), 4x4(7), PIP(8) viii 1(volledig), 2(2x2), 3(3+4), 4(3x3), 5(2+8), 6(1+12), 7(4x4), 8(PIP), 9, 10(Niet gebruikt op IDR), 11(5x5), 12(1+32) ix A/Z/F/B/P/S: eerste, laatste, vooruit, achteruit, pauze, stop. x Alarm Mute : alarm uit staat uit terwijl Alarm Mute aan staat ongeacht de alarm status. xi 00~99/AA(id) : 00~99 voor elk alarm, of AA voor alle alarmen. xii Alarm Out: genereer alarm uit, welke automatisch uitgeschakeld wordt na de geprogrammeerde looptijd. xiii Alarm Reset: reset alarm uit. xiv Reset Event-Recording: reset de gebeurtenis opname die geassocieerd wordt met alarm-in van de opgegeven id. xv 00 betekent stop, 01 is de minimum snelheid en 16 is de maximum snelheid. Alle stop commando’s voor links, rechts, omhoog, omlaag van deze snelheid operand hebben dezelfde interne functie van de DVR – ‘MovingStop’. xvi Zet de aux functie dat de PTZ of Dome ondersteund aan of uit. xvii Percentage. xviii S/P/>/R/F : stop/pauze/achteruit afspelen/vooruit afspelen/terugspoelen/vooruitspoelen.
88
Bijlage 11 – Probleem oplossen Hier volgen een aantal regelmatige problemen en oplossingen gerelateerd met de DVR. Lees deze sectie voordat u contact opneemt met de dealer of installateur. Probleem: Er is geen beeld op het scherm.
Oplossing: Controleer de kabels van de camera. Wanneer de achtergrond van de het DVR systeem blauw is, dan is er iets mis met de kabel of voeding van de camera.
Oplossing: Video wordt mogelijk niet getoond op de monitor wanneer u de monitor verbindt na het inschakelen van het systeem. Herstart de DVR. Probleem: Hoe krijg ik toegang tot Windows?
Oplossing: Om onnodige systeem crashes te verkomen, is Windows geblokkeerd. Zie Bijlage 1 – Toegang tot Windows. Probleem: Ik heb de software geüpgrade. Hoe reïnstalleer ik het?
Oplossing: Er zijn drie stappen om de software te reïnstalleren. 1. Deïnstalleer de oude versie. – Ga naar Start, selecteer Control Panel en Add or Remove programs. Selecteer daarna IDR Series. – De Change/Remove knop verschijnt en klik hierop. 2. Scan de hard disk met System tools onder Programs/Accessoires in Windows. 3. Installeer de nieuwe software. Probleem: Het IDIS logo verschijnt en blijft staan. Soms is het scherm zwart.
Oplossing: Er is een probleem met het moederbord. Herstart de DVR. Wanneer dit vaak gebeurt, neem dan contact op met uw dealer of installateur. Probleem: De Display setup is not correct foutmelding verschijnt en opent de Windows modus wanneer er op OK wordt geklikt.
Oplossing: De DVR vereist de 1024x768 resolutie en ware kleuren. Dit bericht wordt getoond wanneer niet voldaan wordt aan de eisen. Ga naar Display Setup en verander de waardes voor de DVR en herstart het systeem. Probleem: Ik probeer de Display Setup te veranderen, maar ik kan ware kleuren niet selecteren. De resolutie blijft springen naar een lagere waarde.
Oplossing: Sommige VGA kaarten vereisen een aantal stappen. Stel eerst de resolutie in. Maak u niet druk over de kleurpalet. Ga daarna naar Display Setup en selecteer ware kleuren. Wanneer het nogmaals gebeurt, dan ondersteund de VGA kaart de 1024x768 resolutie en ware kleuren niet. Verander de VGA kaart. Probleem: De USB-serieel converter is verbonden met de DVR voor de POS installatie, echter, het dialoogvenster dat naar de driver van het apparaat vraagt verschijnt.
Oplossing: Wanneer u het POS apparaat met de DVR verbindt met gebruik van de USB-serieel converter, verbindt dan de converter terwijl de DVR aan staat. Wanneer u dit niet doet, dan kan de converter driver mogelijk niet goed werken en het dialoogvenster laten verschijnen dat vraagt naar de driver van het apparaat tijdens het opstarten. Het heeft echter geen invloed op de werking van de DVR. Verwijder de converter en herstart de DVR, verbind daarna de converter opnieuw.
89
Bijlage 12 – Specificaties VIDEO Signaal formaat Video ingang Monitor uitgangen Opname resolutie Weergave / Opname snelheid (beelden per seconde)
NTSC of PAL (programmeerbaar) Composiet: 1 Vp-p, 16 doorlussen, auto-terminatie Composiet: 9, 1 Vp-p, 75 Ohms VGA: 1 704x480, 704x240, 352x240 (704x576, 704x288, 352x288 voor PAL) 116 model: (Real-time) 480ips / 120ips @ CIF (400ips / 100ips voor PAL) 216 model: (Real-time) 480ips / 240ips @ CIF (400ips / 200ips voor PAL) 416 model: (Real-time) 480ips / 480ips @ CIF (400ips / 400ips voor PAL)
INGANGEN/UITGANGEN Alarm ingang Alarm uitgang Audio ingang Audio uitgang
16 TTL, NC/NO programmeerbaar 1 relais, 1A@5V 16 TTL, 25mA@5V 16, “line in” 1, “line”
CONNECTOREN Video ingang Audio In Audio Out Alarmen Ethernet poort i RS232 serieel poort RS485 serieel poort USB poort
Composiet: 16 BNC Composiet: 9 BNC VGA: 1 VGA Line in: 16 RCA Line out Klemmenblok RJ-45 DB9 (P) Klemmenblok op de uitbreidingskaart 8 USB connectoren
Primaire opslag Secundaire opslag Backup opslag
SATA hard disk drive (Uit te breiden naar maximaal 3) e-SATA hard disk drives, USB hard disk drives DVD RW
Afmetingen (B x H x D) Unit gewicht Vervoersgewicht Vervoersafmetingen (B x H x D) Gebruikstemperatuur Gebruiks luchtvochtigheid Voeding Goedkeuringen
440mm x 177mm x 462mm (17,3" x 7,0" x 18,2") 15,3kg (33,7 lbs.) 20,0kg (44,1 lbs.)
Monitor uitgang
OPSLAG
ALGEMEEN
590mm x 350mm x 700mm (23,2" x 13,7" x 27,6") 5°C tot 40°C (41°F tot 104°F) 0% to 90% AC 100-240V~, 50/60 Hz, 3,0-1,5A FCC, CE, ULii
i
De netwerk connector is niet gemaakt om rechtstreeks verbonden te worden met kabel of draad dat bedoeld is voor gebruik buitenshuis. ii
LET OP: Explosie gevaar wanneer de batterij vervangen wordt door een incorrect type. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies. Dit apparaat is voor gebruik binnenshuis en alle communicatie draden zijn beperkt tot binnen het gebouw.
Specificaties kunnen veranderen zonder opgave vooraf.
90