®
Gebruikershandleiding
Contact opnemen met ons Ons hoofdkantoor:
WinSoft International 24 rue Louis Gagnière 38950 St Martin le Vinoux FRANKRIJK
Algemeen telefoonnummer:
+33(0)4 38 02 22 00
Klantenservice/ Technische ondersteuning
[email protected]
Algemeen faxnummer:
+33(0)4 38 02 22 11
Online Bezoek ons op het web:
http://www.winsoft-international.com/
Internationaal Gelieve contact op te nemen met uw lokale verdeler/handelaar. Neem op bovengenoemd telefoonnummer contact met ons op voor meer informatie.
Dit, de gebruikershandleiding en de software die erin worden beschreven, zijn onderworpen aan een gebruiksrechtovereenkomst, die bij het product wordt geleverd. In deze overeenkomst wordt aangegeven wat al dan niet is toegestaan.
Handelsmerken
Serif is een gedeponeerd handelsmerk van Serif (Europe) Ltd. WebPlus is een gedeponeerd handelsmerk van Serif (Europe) Ltd. Alle Serif-productnamen zijn handelsmerken van Serif (Europe) Ltd. Microsoft, Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de overeenkomstige rechtmatige eigenaars. Windows Vista en Windows Vista Start-knop zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Auteursrechten
Digitale afbeeldingen ©2008 Hemera Technologies Inc. Alle rechten voorbehouden. Digitale afbeeldingen ©2008 Jupiterimages Corporation. Alle rechten voorbehouden. Digitale afbeeldingen ©2008 Jupiterimages France SAS. Alle rechten voorbehouden. Content ©2008 Jupiterimages Corporation. Alle rechten voorbehouden. Delen van afbeeldingen ©1997-2002 Nova Development Corporation; ©1995 Expressions Computer Software; ©1996-98 CreatiCom, Inc.; ©1996 Cliptoart; ©1997 Multimedia Agency Corporation; ©1997-98 Seattle Support Group. Alle rechten voorbehouden. Delen van de import-/exporttechnologie voor afbeeldingen © AccuSoft Corp. &Eastman Kodak Company& LEAD Technologies, Inc. THE PROXIMITY HYPHENATION SYSTEM © 1989 Proximity Technology Inc. Alle rechten voorbehouden. THE PROXIMITY/COLLINS DATABASE © 1990 William Collins Sons & Co. Ltd.; © 1990 Proximity Technology Inc. Alle rechten voorbehouden. THE PROXIMITY/MERRIAM-WEBSTER DATABASE © 1990 MerriamWebster Inc.; © 1990 Proximity Technology Inc. Alle rechten voorbehouden. Sentry spellingcontrole-engine © 2000 Wintertree Software Inc.
WGrammar grammaticacontrole-engine © 1998 Wintertree Software Inc. Andrei Stcherbatchenko, Ferdinand Prantl eBay © 1995-2008 eBay Inc. Alle rechten voorbehouden. PayPal © 1999-2008 PayPal. Alle rechten voorbehouden. Roman Cart © 2008 Roman Interactive Ltd. Alle rechten voorbehouden. Mal's © 1998-2003 Mal's e-commerce Ltd. Alle rechten voorbehouden. iTunes © 2000-2008 Apple Computer, Inc. Alle rechten voorbehouden. YouTube © 2008 YouTube, LLC. phpBB © 2000, 2002, 2003, 2007 phpBB Group. FontForge © 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 by George Williams. Delen van deze software zijn auteursrechtelijk beschermd. © 2008 The FreeType Project (www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden. ODF Translator © 2006-2008, Clever Age, DIaLOGIKa, Sonata Software Ltd. Alle rechten voorbehouden. Office Binary Translator to OpenXML Copyright © 2008-2009, DIaLOGIKa. Alle rechten voorbehouden. Anti-Grain Geometry - versie 2.4 Copyright © 2002-2005 Maxim Shemanarev (McSeem). SlideShowPro © Dominey Design Inc. Alle rechten voorbehouden. Clipartvoorbeelden van Serif ArtPacks © Serif (Europe) Ltd. & Paul Harris. TrueType-lettertypen van Serif FontPacks © Serif (Europe) Ltd. © 2011 Serif (Europe) Ltd. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit en de gebruikershandleiding mag worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Serif (Europe) Ltd. Serif WebPlus X5 © 2011 Serif (Europe) Ltd. Alle rechten voorbehouden. De namen van bedrijven en personen die in de voorbeelden worden gebruikt, zijn fictief.
Inhoud 1. Welkom .................................................... 1 Welkom! ......................................................................... 3 Belangrijkste programmafuncties ................................... 5 Nieuwe functies............................................................ 17 Installatie ...................................................................... 21
2. Aan de slag ............................................ 23 Wizard Opstarten ......................................................... 25 Een website maken op basis van een designsjabloon . 26 Een volledig nieuwe website maken ............................ 31 Een bestaande site openen ......................................... 33 Met meerdere sites werken .......................................... 34 Uw website opslaan ..................................................... 35
3. Sites en pagina's instellen ...................... 37 De sitestructuur en navigatiehulpmiddelen .................. 39 Site-eigenschappen instellen ....................................... 42 Uw site optimaliseren voor zoekmachines ................... 49 Websitebeheer gebruiken ............................................ 57 Pagina's versus stramienpagina's ................................ 60 Pagina's toevoegen, verwijderen en de volgorde ervan wijzigen ........................................................................ 67 Pagina-eigenschappen instellen .................................. 74 HTML-pagina's maken ................................................. 79 Pagina’s weergeven..................................................... 80
Inhoud
4. Navigatie en hyperlinks ......................... 87 Navigatiebalken toevoegen .......................................... 89 Pop-upmenu's toevoegen .......................................... 102 Knoppen toevoegen ................................................... 104 Hyperlinks en ankers toevoegen ................................ 109
5. Webobjecten toevoegen ...................... 117 Een zoekfunctie voor een site toevoegen .................. 119 De galerie gebruiken .................................................. 121 Google Maps toevoegen ............................................ 126 Advertenties toevoegen ............................................. 130 Lichtbakken gebruiken ............................................... 133 Deelvensters invoegen............................................... 137 Hotspots toevoegen ................................................... 145 Rollovers toevoegen .................................................. 149 Opties voor rollovers .................................................. 149 Pop-uprollovers toevoegen ........................................ 152
6. Dynamische webobjecten toevoegen .. 159 HTML-code toevoegen............................................... 161 Formulieren toevoegen .............................................. 169 RSS-feeds en podcasts ............................................. 185 E-commerce ............................................................... 195 Een e-commerceobject invoegen (PayPal) ................ 198 Databasegegevens samenvoegen ............................. 205 Intelligente objecten gebruiken .................................. 218 Toegangscontrole ...................................................... 232
Inhoud
7. Met tekst werken .................................. 245 Tekstbestanden importeren ....................................... 247 Over tekstkaders ........................................................ 249 Artistieke tekst gebruiken ........................................... 256 Tekst langs een pad plaatsen .................................... 258 Tekst op de pagina bewerken .................................... 261 Zoeken en vervangen gebruiken ............................... 266
8. Tekst opmaken .................................... 269 Teksteigenschappen instellen .................................... 271 Met lettertypen werken ............................................... 271 Tekststijlen gebruiken ................................................ 273 Een lijst met opsommingstekens of een genummerde lijst maken ........................................................................ 277 Persoonlijke gegevens invoegen ............................... 279 Variabelen invoegen .................................................. 282
9. Werken met tabellen ............................ 285 Teksttabellen maken .................................................. 287 Een kalender invoegen .............................................. 289
10. Objecten bewerken .............................. 295 Een object selecteren ................................................ 297 Meerdere objecten selecteren ................................... 300 Objecten kopiëren, plakken en dupliceren ................. 301 Objecten verplaatsen ................................................. 304 Objecten schalen ....................................................... 305 Objecten roteren ........................................................ 307
Inhoud
Objecten bijsnijden en combineren ............................ 308 Contouren van objecten samenvoegen...................... 313 Standaardwaarden bijwerken en opslaan .................. 315
11. Objecten schikken ............................... 319 Volgorde van objecten wijzigen .................................. 321 Objecten uitlijnen en spatiëren ................................... 322 Objecten aan tekst koppelen ...................................... 323 Groepen maken ......................................................... 327
12. Afbeeldingen, animatie en multimedia . 329 Afbeeldingskaders toevoegen .................................... 331 Afbeeldingen importeren ............................................ 333 De mediabalk gebruiken ............................................ 338 Exportopties instellen voor afbeeldingen.................... 343 TWAIN-afbeeldingen importeren ................................ 350 FotoLab-filters toepassen ........................................... 350 Afbeeldingen uitsnijden gebruiken ............................. 358 Animatie toevoegen ................................................... 364 Beeld- en geluidsfragmenten toevoegen.................... 366 Werken met de fotogalerie ......................................... 373 Externe afbeeldingen koppelen .................................. 381
13. Lijnen, vormen en effecten .................. 383 Lijnen tekenen en bewerken ...................................... 385 Lijneigenschappen instellen ....................................... 389 Vormen tekenen en bewerken ................................... 392 2D-filtereffecten gebruiken ......................................... 396
Inhoud
3D-filtereffecten gebruiken ......................................... 401 Objectstijlen gebruiken ............................................... 404 Diepte toevoegen (Instant 3D) ................................... 406
14. Kleuren, verlopen en transparantie ...... 409 Effen kleuren instellen................................................ 411 Kleurenschema's gebruiken ....................................... 414 Werken met kleurverloop- en bitmapvullingen ........... 422 Transparantie instellen ............................................... 427
15. Voorbeelden bekijken en publiceren .... 431 Een voorbeeld bekijken van uw site ........................... 433 Uw site op het web publiceren ................................... 435
16. Index .................................................... 447
Inhoud
1
Welkom
2
Welkom
Welkom
3
Welkom! Welkom bij WebPlus X5 van Serifwaarmee u heel eenvoudig een website kunt bouwen voor uw gezin, bedrijf of vereniging. Om het webontwerpers makkelijk te maken, wordt WebPlus geleverd met een indrukwekkende verzameling designsjablonen, navigatiebalken, creatieve galerie-inhoud en stijlen die vrijelijk kunnen worden gebruikt. Met dit pakket is het publiceren van een professionele website eenvoudiger dan ooit tevoren, zowel voor ervaren als onervaren gebruikers. Het programma biedt zelfs de mogelijkheid tekstbestanden van een tekstverwerker te importeren, zodat bestaande tekst eenvoudig kan worden hergebruikt. Voor het optimaal presenteren van foto's en andere afbeeldingen op een site kunt u de speciale studio voor het uitsnijden van afbeeldingen gebruiken en het FotoLab met zijn krachtige beeldbewerkingsfuncties en combinaties van effecten. Gewapend met deze hulpmiddelen creëert u moeiteloos webafbeeldingen die in de ware zin van het woord een streling zijn voor het oog! Met WebPlus X5 kunt u overigens nog veel meer dan alleen maar 'statische' webpagina's maken. De ware kracht van dit programma ontdekt u bij het toevoegen en beheren van dynamische inhoud, zoals blogs, forums, CMS (Content Management Systems), bezoekerstellers en nog veel meer. U kunt zelfs gebruikmaken van hulpmiddelen voor e-commerce om geld te verdienen aan uw website via de winkelwagenfunctionaliteit. Zodra uw WebPlus-site af is, kunt u deze eenvoudig publiceren op het web om de site met familie, vrienden, klanten en collega's te delen. Voor een gedetailleerder overzicht van wat WebPlus te bieden heeft, raadpleegt u Belangrijke functies (pagina 4).
4
Welkom
Upgraden? Als u een upgrade hebt uitgevoerd vanuit een vorige versie, bevat deze nieuwe versie van WebPlus een hele reeks fantastische nieuwe functies (pagina 16) die zorgen dat WebPlus de concurrentie voorblijft tegen een fractie van de prijs! We hopen dat u ook plezier zult hebben van de extra kracht en de verbeterde prestaties van het programma.
Registratie Vergeet uw exemplaar van Studio Webdesign niet te registreren via de opdracht Registratiewizard in het menu Help. Dan hebt u recht op technische ondersteuning en kunnen we u op de hoogte houden over nieuwe ontwikkelingen en toekomstige upgrades.
Welkom
5
Belangrijkste programmafuncties Voordat u aan de slag gaat met WebPlus, kunt u zich beter eerst vertrouwd maken met de belangrijkste functies die het programma ondersteunt om professionele websites te ontwerpen. Lay-out
•
Designsjablonen met een themalay-out Kies een thema, zoals Noordpool of Naturel, waarop u de site wilt baseren. Elk thema bevat een verzameling veelgebruikte paginatypen, waarbij u kunt kiezen uit de pagina's Over ons, Galerie, Producten, Contact en vele andere. Kies meerdere lay-outs als uw nieuwe pagina's en vul de plaatshouders voor afbeeldingen vervolgens met uw eigen afbeeldingen.
•
Kant-en-klare ontwerpsjablonen Maak in een handomdraai een website 'op maat' op basis van een gekozen uiterlijk en kleurenschema. Alle Proontwerpsjablonen bevatten vele royaltyvrije afbeeldingen die u kunt gebruiken.
•
Professionele lay-outhulpmiddelen Met de verplaatsbare linialen, hulplijnen en het puntraster plaatst u objecten moeiteloos op de gewenste positie en lijnt u ze snel en eenvoudig op elkaar of op het raster uit. Maak gebruik van kleverige hulplijnen om in één handomdraai alle objecten te verplaatsen die u eerder op een hulplijn hebt uitgelijnd. Sleep de hulplijn naar een andere positie en u zult merken dat de objecten gewoon volgen! In plaats daarvan kunt u ook dynamische hulplijnengebruiken om de grootte en/of uitlijning van objecten op de pagina aan te passen, zonder dat u hiervoor hulplijnen hoeft te tekenen of het object nauwkeurig hoeft te transformeren.
6
Welkom
•
Paginabeheer Voeg pagina's toe en verwijder pagina's met een paar muisklikken op het tabblad Site. Sleep pagina's naar een andere positie in de boomstructuur op het tabblad om de volgorde ervan te veranderen, Wijs stramienpagina's toe aan meerdere sitepagina's tegelijk om tijd te besparen en consistente ontwerpen te maken; u kunt zelfs meerdere stramienpagina's aan een specifieke webpagina toewijzen voor meer gevarieerde paginaontwerpen.
Basisfuncties
•
QuickBuilder-balk voor eenvoudige webontwerpen De eenvoudigste manier om aan de slag te gaan met WebPlus! Sleep pagina's, navigatiebalken, tekstframes, afbeeldingen, Flash-objecten, fotogalerieën, knoppen of intelligente objecten rechtstreeks naar de pagina en ontwerp zo in een mum van tijd een volledig nieuwe website zonder dat hiervoor een grondige voorkennis van de gebruikersinterface vereist is.
•
Eenvoudige structurering van uw site Op het tabblad Site ziet u in één oogopslag de algemene lay-out van uw website.
•
Navigatiebalken Gebruik intelligente navigatiebalken om door de pagina's van uw site te navigeren - alle balken worden automatisch bijgewerkt wanneer u nieuwe pagina's toevoegt en kunnen vele verschillende ontwerpstijlen overnemen. U kunt zelfs dynamische navigatiebalken maken door koppelingen naar forum-, blog- en CMS-artikelen op te nemen in een van de submenu's!
•
Zoekvak toevoegen Maak gebruik van het krachtige gereedschap Zoekvak toevoegen, zodat gebruikers eenvoudig op tekst kunnen zoeken binnen de gehele site.
Welkom
7
•
Uw site optimaliseren voor zoekmachines Bepaal hoe zoekmachines uw website indexeren! Voorkom dat bepaalde pagina's worden geïndexeerd door gebruik te maken van een sitemap-bestand of Robots-bestanden, zodat potentiële bezoekers alleen relevante zoekresultaten te zien krijgen met betrekking tot uw site.
•
Krachtige e-commercefuncties Met de ingebouwde ondersteuning voor diverse online betaalservices (zoals PayPal) wordt het verkopen van producten en diensten rechtstreeks via internet voortaan eenvoudiger dan ooit tevoren! Het enige wat u hoeft te doen, is een online betaalservice kiezen en vervolgens de vereiste e-commerceformulieren of e-commerceknoppen aan uw webpagina’s toevoegen, of een link maken vanaf een willekeurig object (tekst, afbeelding of vorm). Nu kopen, Toevoegen aan winkelwagen, Donatie en Formulier voor abonnement zijn stuk voor stuk opties waarmee uw zaken stukken voorspoediger zullen verlopen. Vraag rechtstreeks vanuit het programma een account voor een online betaalservice aan of importeer een bestaande account.
•
Kant-en-klare webformulieren Pas formulieren toe op uw webpagina's - Gebruik de wizard Webformulier om kant-en-klare standaardformulieren om gebruikers naar hun contactgegevens, feedback/opmerkingen of mening te vragen, of om hen in staat te stellen documenten (zoals cv's) of afbeeldingen te uploaden. Gebruik de vooraf gedefinieerde standaardformulier als bouwstenen om in een handomdraai gebruiksvriendelijke formulieren te ontwerpen! Verzend formuliergegevens via webbronnen, de gratis Serif-gateway om formulieren om te zetten in email (gegevens gaan direct na het indienen rechtstreeks naar uw e-mail) of onderwerp gegevens aan lokale/externe scripts. Om beter door een formulier te navigeren kunt u de tabvolgorde bepalen.
•
Intelligente objecten Op Serif-webbronnen, de hostingservice voor intelligente
8
Welkom
objecten van Serif, vindt u talrijke functies om de nodige interactiviteit toe te voegen aan uw website:
•
Huidig aantal bezoekers: geeft aan hoeveel personen momenteel een webpagina bekijken.
•
Blogs: voeg persoonlijke profielen of koppelingen naar sociale netwerken toe en gebruik trackbacks voor kruisverwijzingen tussen blogs. Pas een van de vele vooraf gedefinieerde visuele stijlen toe om de vormgeving van uw blog te wijzigen (of maak zelfs uw eigen stijl). Gebruik auteursgroepen voor het publiceren van artikelen met meerdere auteurs.
•
Content Management-systeem (CMS) stelt inhoudproviders in staat webinhoud van om het even waar toe te voegen en bij te werken, zonder dat ze hiervoor WebPlus hoeven te gebruiken en uw website opnieuw hoeven te publiceren.
•
Forums: breng levendige op threads gebaseerde discussies op gang. door meerdere forums te maken die u onafhankelijk van elkaar kunt beheren en door een moderator kunt laten leiden.
•
Tellers: hiermee voegt u een teller toe die het aantal treffers op de huidige pagina aangeeft.
•
Nieuws: ideaal om belangrijke nieuws zoals websiteupdates of geplande bijeenkomsten aan te kondigen.
•
Opiniepeiling: hiermee voegt u een online opiniepeiling toe om uw bezoekers naar hun mening te vragen over een bepaald onderwerp.
•
Bronbeheer: bied internetgebruikers de mogelijkheid om rechtstreeks via internet hotelkamers, vergaderzalen, squashzalen, enzovoort te reserveren op bepaalde dagen of tijden.
Welkom
•
Shout Box: hiermee voegt u een interactief chatvenster toe aan uw wegpagina.
•
Gebruikerslijsten: beperk de toegang tot uw site of specifieke pagina's door gebruikersgroepen te beheren. Bezoekers kunnen zich registreren via een aanmeldingspagina (met de mogelijkheid gebruikersaccounts te activeren via e-mail).
9
•
Actieve documentframes Met hyperlinks kan een pagina in een documentframe op een andere pagina worden geopend. Stel hierbij een absolute URL in, zodat gebruikers doelgericht van frame naar frame kunnen navigeren.
•
Google Maps Voeg een kaart van Google Maps toe aan webpagina's met een routebeschrijving en duid er met meerdere markeringen de locatie van kantoren, magazijnen, belangrijke bezienswaardigheden, enzovoort op aan.
•
Genereer extra omzet met Google AdSense Voeg Google-gestuurde advertentieruimte toe aan uw website en laat u hiervoor betalen door Google... 24/7!
•
RSS-feeds: voeg feeds van derden toe (of maak uw eigen feeds!) Houd uw bezoekers up-to-date door actuele nieuwsberichten van uw favoriete websites (NRC Handelsblad, Reuters, Het Laatste Nieuws, Nasdaq) in uw webpagina’s te integreren met het gereedschap RSS-lezer invoegen, of maak uw eigen RSS-feeds met het gereedschap RSS-feed invoegen.
•
Gecentraliseerd sitebeheer Beheer vanuit één dialoogvenster alle pagina/stramienpagina-eigenschappen, bronnen, lettertypen, tekst, hyperlinks en bladwijzers. Vanuit het dialoogvenster Sitebeheer kiest u eenvoudig de gewenste instellingen voor specifieke pagina's of de volledige site.
10
Welkom
Maak gebruik van de krachtige functie Site controleren om potentiële problemen met navigatiehulpmiddelen, tekst, formulieren of e-commercegegevens op te sporen en die indien mogelijk automatisch te verhelpen.
•
Bezoekersstatistieken bijhouden Meld u aan bij Google Analytics om toegang te krijgen tot geavanceerde functies die u in staat stellen allerlei statistische gegevens te verzamelen over uw website, die u op elk gewenst moment online kunt raadplegen aan de hand van eenvoudig te analyseren grafieken en diagrammen.
Afbeeldingen
•
Afbeeldingen importeren Importeer veelgebruikte standaardbestandsindelingen, waaronder de RAW-indeling voor digitale camera's, Photoshop-bestanden, HD-foto's en Serif-metabestanden (om afbeeldingen te delen tussen Serif-toepassingen). U kunt zelfs meerdere afbeeldingen tegelijk importeren en die een voor een op de gewenste positie plakken!
•
Afbeeldingen eenvoudig invoegen vanaf de mediabalk Nu hoeft u dezelfde foto's niet steeds opnieuw te importeren! Houd uw foto's binnen handbereik met behulp van de nieuwe mediabalk en sleep ze van hieruit naar een bestaande foto in uw site om deze te vervangen. Zoek naar foto's op basis van hun metagegevens, en beheer moeiteloos de grootte en uitlijning van foto's in frames.
•
Fraaie online fotogalerieën maken! Verbaas uw vrienden, familie en collega's met prachtige op SlideShowPro™ (Flash), Flash en JavaScript gebaseerde fotogalerieën, waardoor gebruikers eenvoudig kunnen navigeren door op een miniatuur of rollover te klikken. Maak gebruik van de ingebouwde ondersteuning om bijschriften toe te voegen (aan de hand van EXIFgegevens) en albums te maken en te beheren om de prachtigste fotogalerieën te maken voor uw website.
Welkom
11
•
Snel en eenvoudig afbeeldingen uitsnijden Met Afbeeldingen uitsnijden kunt u eenvoudig delen uit een afbeelding snijden, rechtstreeks in WebPlus. Maak gebruik van penselen om effen achtergronden (lucht, muren, enzovoort) te verwijderen of de elementen die u wilt behouden (personen, voorwerpen, enzovoort) van de achtergrond te isoleren.
•
Afbeeldingen aanpassen Pas aanpassingen toe op uw afbeeldingen (helderheid, contrast, rode-ogencorrectie, enzovoort) of gebruik Bewerken in PhotoPlus om het bekroonde fotobewerkingspakket van Serif te openen (indien geïnstalleerd).
•
Fotolab voor niet-destructieve aanpassings- en effectenfilters De krachtige Fotolab-studio bevat talrijke bewerkbare aanpassingen en creatieve en artistieke effecten (potlood, aquarel, olieverf, en meer). Gebruik de ingebouwde gereedschappen Rechtzetten, Bijsnijden, Rode ogen verwijderen en Vlekken verwijderen voor eenvoudige retouchering. Pas filters toe op de geselecteerde delen van een foto door gebruik te maken van maskers op basis van penselen. Sla combinaties van aanpassingen en effecten op als favorieten voor later gebruik.
•
Een veelzijdige metabestandsindeling Importeer en exporteer Serif-metabestanden (.SMF), een door Serif ontwikkelde bestandsindeling met verbeteringen in de Windows-metabestandsindeling (.WMF). De ideale indeling om afbeeldingen uit te wisselen tussen Seriftoepassingen, niet in het minst vanwege de betere lijn-, vulkleur- en tekstdefinities.
•
Pop-uprollovers Maak uw eigen eenvoudige fotogalerie bestaande uit een reeks miniaturen waarover gebruikers hun muisaanwijzer kunnen bewegen om een versie op ware grootte weer te geven.
12
Welkom
•
Decoratieve fotokaders Fantastische kant-en-klare fotokaders kunnen rechtstreeks vanaf het tabblad Galerij worden toegepast op afbeeldingen.
Media
•
YouTube®-video's Kies uw favoriete YouTube®-video's en sluit ze in op uw website!
•
Podcasts Maak uw eigen podcast-feeds en publiceer regelmatig en gemakkelijk uw eigen audio- en video-afleveringen, waarop bezoekers zich eenvoudig kunnen abonneren door op een Google Reader®-, My Yahoo!®- of Apple iTunes®-koppeling te klikken vanuit hun webbrowser.
Creatief
•
Tekengereedschappen Ontwerp fraaie vectorafbeeldingen met de lijngereedschappen Pen, Potlood en Rechte lijn, en voeg snel en eenvoudig decoratieve elementen zoals pijlpunten of diamanten toe aan het uiteinde van lijnen. Gebruik een van de talrijke ingebouwde AutoVormen die u naar behoefte kunt aanpassen om de gewenste contouren te creëren voor uw ontwerp, maak moeiteloos de meest uiteenlopende vormen met de functies Naar curven converteren of Bijsnijden tot vorm en de gereedschappen om curven te tekenen, of neem uw toevlucht tot een van de vele vooraf gedefinieerde mesh-transformaties om objecten schuin te trekken en er in een oogwenk perspectief aan toe te voegen.
•
Gebruiksvriendelijke stijlen Maak een keuze uit diverse filter-, gloed- en schaduweffecten, texturen en materialen op het tabblad Stijlen. Pas de vooraf ingestelde stijlen aan of sla uw eigen stijlen op.
Welkom
13
•
Transparantie Pas transparantie toe op uw achtergronden, tekstframes, tabellen, vormen en teksten om ze een professionele uitstraling te geven. Net zoals bij kleurverlopen, kunt u transparantie-effecten op basis van een effen kleur, kleurverloop en bitmap toepassen. Desgewenst kunt u zelfs aangepaste bitmaptransparantie-effecten maken aan de hand van uw eigen afbeeldingen.
•
Intelligente kleurenschema's Gebruik Kleurenschema's beheren om de gebruikte kleuren op uw website te verwisselen met één enkele muisklik! Gebruik een vooraf ingesteld schema of ontwerp uw eigen aangepaste kleurenschema aan de hand van kleurspreidingen die zijn gebaseerd op bestaande kleurentheorieën.
•
Nieuwe 2D-/3D-filtereffecten Voeg verbluffende reflecties toe aan een willekeurig object – ideaal voor afbeeldingen en de titels van webpagina's! Vervaag objecten of teken een uit een effen kleur of kleurverloop bestaande rand rond de randen van objecten. Pas een van de talrijke realistisch ogende 3Deffecten toe op uw objecten, met de mogelijkheid de transparantie van reflecterende/niet-reflecterende oppervlakken in te stellen en meerdere gekleurde lichtbronnen toe te voegen voor originele belichtingseffecten. Alle filtereffecten kunnen in de voorvertoningsmodus of op het object op de pagina worden toegepast. Gebruik het nieuwe schaduwgereedschap om rechtstreeks op de pagina schaduw toe te voegen aan objecten.
•
Direct 3D mettransformaties rechtstreeks op het scherm Stel snel en eenvoudig het gewenste 3D-effect in via de optiebalk boven in het programmavenster. Pas indrukwekkende veelkleurige belichtingseffecten toe (met de mogelijkheid nauwkeurig de richting van de lichtbron in te stellen), samen met aangepaste schuine randen en draaiprofielen om unieke contouren te creëren. Met
14
Welkom
hardwareversnelling voor rendering kunnen de prestaties bij opnieuw tekenen worden bevorderd (afhankelijk van de hardware). Tekst
•
Word en Open Office-tekstdocumenten importeren Importeer zonder veel omhaal tekstbestanden die met een tekstverwerker zijn gemaakt in een willekeurig tekstframe. De gebruikte toepassing hoeft niet eens op uw computer geïnstalleerd te zijn om de tekst te kunnen importeren! Maak een keuze uit verschillende conversieprogramma's om de tekst te optimaliseren bij het importeren.
•
Artistieke tekst en frametekst Aan de hand van de DTP-besturingselementen voor tekst in WebPlus bepaalt u nauwkeurig hoe uw teksten eruitzien. Met artistieke tekst kunt u uw websites eenvoudig een professionele uitstraling geven. Dergelijke tekst leent zich bijvoorbeeld uitstekend voor titels of om tekst langs een vooraf gedefinieerd pad te plaatsen. HTML-tekstframes zorgen ervoor dat uw teksten voldoen aan de geldende HTML-normen met Automatisch aanpassen of handmatige tekstaanpassing. De functies voor het bewerken van de verschillende soorten tekst zijn in ieder geval vergelijkbaar met die van de beste tekstverwerkers!
•
Tekstframes Maak gebruikt van tekstframes om de nodige tekst toe te voegen aan uw webpagina's en stel vervolgens nauwkeurig de grootte en positie van de frames in. Hierbij kunt u nauwkeurig bepalen in welke frames de tekst precies overvloeit en hoe deze wordt weergegeven. Importeer, plak en exporteer tekst in Unicode-indeling. Ontwerp in een vreemde taal of met speciale lettertypen en tekens. Plaats uw tekst langs een vooraf gedefinieerd pad.
•
Lettertypen Vervang ontbrekende lettertypen snel en eenvoudig door lettertypen die het oorspronkelijke lettertype zoveel
Welkom
15
mogelijk benaderen bij het openen van projectbestanden die door iemand anders zijn gemaakt. Via het tabblad Lettertypen kunt u eenvoudig nagaan welke lettertypen momenteel zijn geïnstalleerd op uw systeem, en ook welke lettertypen u tot nu toe al hebt gebruikt in uw site, welke lettertypen uw favoriete lettertypen zijn en welke als 'webveilig' worden beschouwd. Selecteer een of meerdere regels tekst op de pagina en laat de muisaanwijzer vervolgens gewoon enkele seconden boven een lettertype rusten in de lijst om een voorbeeld weer te geven van het desbetreffende lettertype. Als het lettertype u bevalt, hoeft u er alleen maar op te klikken om het op de geselecteerde tekst toe te passen! Vervang alle geselecteerde instanties van een bepaald lettertype in één keer door een ander lettertype.
•
koppelen Bepaal nauwkeurig de positie van vormen en afbeeldingen in HTML-tekstframes of aangepaste tekstframes (of in verhouding tot artistieke tekst).
•
Tabellen en kalenders Maak een keuze uit verschillende vooraf gedefinieerde opmaakprofielen bij het invoegen van tabellen, of ontwerp uw eigen aangepaste tabellen of kalenders. Gebruik vervolgens de werkbalk Tabel om de tabelgegevens te sorteren, cellen op te maken of allerlei spreadsheetfuncties in te stellen (maak hiertoe gebruik van absolute celverwijzingen). Kalenders zijn gebaseerd op tabellen voor verbeterde functionaliteit. Deze ondersteunen jaarlijkse updates, inline persoonlijke gebeurtenissen en officiële feestdagen.
•
Zoeken & vervangen Maak gebruik van de krachtige ingebouwde zoekfuncties om naar specifieke woorden en zinnen of naar tekst met een specifieke opmaak, in een bepaald lettertype, met een specifieke kleur, enzovoort te zoeken in uw site.
•
Databasegegevens samenvoegen Geef gegevens uit Serif-databases (*.sdb), Microsoft
16
Welkom
Access (*.mdb), dBASE en andere bekende databaseprogramma's, ODBC-servergegevens, evenals gegevens uit Microsoft Excel, HTML en tekstbestanden met scheidingstekens weer op uw webpagina's. Productcatalogi, verzendlijsten, inventarissen en noem maar op, voortaan kunt u alle databasegegevens in uw site integreren. Plaats tekst of afbeeldingen in samenvoeggebieden, Nu kopen-gebieden, samenvoegformulieren voor e-commercegegevens, of zelfs HTML-fragmenten. Of maak uw eigen fotodatabase (met EXIF-velden) waaruit u gegevens kunt samenvoegen. Webpublicatie
•
Een voorbeeld bekijken van uw website Gebruik verschillende webbrowsers om een nieuwe webpagina of de volledige website grondig te testen voordat u deze op het web publiceert.
•
Uw website publiceren Publiceer uw website naar een lokale map of upload deze rechtstreeks naar de webserver van uw ISP via FTP en maak gebruik van de ingebouwde functie om incrementele updates uit te voeren bij het uploaden van nieuwe of bewerkte pagina's. Met de functie Snel publiceren kunt u snel een website uploaden en de op dat moment weergegeven pagina, weergeven. Dit is handig als u afzonderlijke pagina's live wilt controleren tijdens het bouwen van uw website.
Welkom
17
Nieuwe functies •
Knopstudio (zie pagina 106) Maak uw eigen aangepaste knoppen voor uw navigatiebalken in Knopstudio, een omgeving die speciaal is ontwikkeld voor het ontwerpen van specifieke knoppen. Alle belangrijke functies van WebPlus tools zijn hier beschikbaar om elke knopstatus te bewerken (zoals Normaal, Ingedrukt, Rollover), evenals intelligente instellingen voor het schalen van knoppen. U kunt knoppen ook gebruiken als zelfstandige objecten, of ze zelfs met één muisklik converteren naar een navigatiebalk!
•
Nieuwe navigatiebalken (zie pagina 86) Neem even de tijd om de interessante nieuwe intelligente navigatiebalken te ontdekken, die variëren van Blok, Grafisch, Spraak en Tab tot Standaard en Traditioneel. U kunt vooraf gedefinieerde knoppen, scheidingslijnen en achtergronden voor balken en pop-upmenu's aanpassen of helemaal zelf maken in de nieuwe Knopstudio en Design Studio, waardoor u uw ontwerpen volledig in eigen hand hebt.
•
Pop-upmenu's (zie pagina p. 101) Met behulp van de sitestructuur (of een aangepaste structuur) kunt u een pop-upnavigatiemenu maken dat wordt weergegeven vanuit elk WebPlus-object (knop, object uit de Galerie, AutoVorm of afbeelding).
•
Deelvensters (zie pagina 135) U kunt deelvensters maken als containers voor het weergeven van extra details, handige tips, sneltoetsen, geconverteerde navigatiebalken, 'Nu kopen'formulieren van PayPal... in feite voor elk gewenst object. Optioneel kunt u deelvensters laten zweven, zodat ze zijn vergrendeld in uw browservenster en permanent worden weergegeven (zelfs wanneer u over een pagina schuift). Met acties kunt u een verborgen deelvenster
18
Welkom
verbinden met elk object, zodat het wordt weergegeven wanneer de aanwijzer op het object wordt geplaatst of er met de muis op wordt geklikt (handig voor knoppen, Galerie-objecten, afbeeldingen). U kunt acties ook gebruiken om waarschuwingsberichten te laten verschijnen of een afdruktaak te starten via knoppen op de pagina.
•
PayPal® Minicarts! (zie pagina 193) Stel een zwevend venster met een winkelwagen voor ecommerce in, dat verschijnt wanneer er items aan worden toegevoegd en vervolgens wordt geminimaliseerd, zodat het altijd 'beschikbaar' is. Dit is fantastisch om aankopen bij te houden!
•
Uitgebreide Google Maps (zie pagina 124) Wijs exacte 'fotolocaties' aan met behulp van Google Street View, rechtstreeks via elke kaartmarkering waarop wordt geklikt. Google Maps biedt nu ondersteuning voor een onbeperkt aantal markeringen!
Gebruiksvriendelijk
•
Selectie aangeven door de muis boven items te plaatsen (zie pagina 292) Dit kunt u gebruiken in compleXEwebpaginaontwerpen met meerdere objecten. Objecten 'lichten op' wanneer u de muis hierboven plaatst om aan te geven dat deze kunnen worden geselecteerd.
•
Selectie via Lasso (zie pagina 292) Met het Lassogereedschap kunt u eenvoudiger specifieke objecten in ingewikkelde ontwerpen selecteren. Sleep met de muis rond het doelobject dat u in de selectie wilt opnemen.
•
Onafhankelijke stramienpaginaobjecten (zie pagina 64) Voor meer vrijheid bij het ontwerpen, kunt u objecten van stramienpagina's opwaarderen naar uw pagina, waardoor u deze loskoppelt en dus afzonderlijk kunt bewerken. Als
Welkom
19
visueel hulpmiddel kunt u stramienpaginaobjecten nu onderscheiden van paginaobjecten door een afwijkende kleur van het begrenzingskader; u kunt ook objecten van verschillende stramienpagina's van elkaar onderscheiden!
•
Zakelijke gebruikersgegevens per site! (zie pagina 277) Maak groeperingen van zakelijke gebruikersgegevens, die zakelijke sets worden genoemd; u kunt op elke site een zakelijke set toepassen. Dit is ideaal voor WebPluswebontwikkelaars die op zoek zijn naar flexibele ontwerpen voor meerdere sites.
•
Door de gebruiker gedefinieerde variabelen (zie pagina 278) Stel uw eigen variabelen in om automatisch algemene termen bij te werken die worden herhaald op de gehele website. Dit is handig voor het tegelijk bijwerken van productnamen, prijzen, productversies en taalvarianten.
•
Overzicht van objecten per pagina (Zie de WebPlus Help voor meer informatie). Het tabblad Objecten is geweldig om een overzicht van objecten op uw pagina/stramienpagina/plakbord weer te geven, en maakt het tevens mogelijk om de locatie van objecten te bepalen, de volgorde te wijzigen en stramienpagina's te koppelen in compleXEpaginaontwerpen.
Creatief
•
Verloop en Bitmapverlopen en Transparantie voor Contouren (zie pagina 380) Wordt nog creatiever met de objectcontouren. Pas lineaire, ovale, conische en bitmap verlopen en transparantie toe rond vormen en tekstframes voor een fraai ontwerp.
•
Opwindende en moderne kleurenschema's (zie pagina 411) Experimenteer met een indrukwekkende selectie sfeerbepalende schema's, waarmee u de uitstraling van uw
20
Welkom
site met één muisklik kunt veranderen. Ideaal als u sites wilt bijwerken op basis van ontwerpsjablonen voor themalay-outs. Nu bevat Kleurenschema's beheren ook een Kleurkiezer waarmee u uw aangepaste schema kunt baseren op elke gekozen kleur in de werkruimte. Afbeeldingen
•
afbeeldingen via Lichtbakken (zie pagina 131) Klik op miniaturen van afbeeldingen om gemaximaliseerde afbeeldingen weer te geven in een pop-uplichtbak, wat ook perfect is om ruimte te besparen voor zwevende aanmeldingsvakken, formulieren en webpagina's. Alle lichtbakken zweven boven uw pagina met een verbluffend effect, met een optionele functie voor een diavoorstelling , bijschrift en opmaak!
•
Importeer SVG's (Scalable Vector Graphics) (zie pagina 330) Voeg logo's, knoppen en andere vectortekeningen toe aan uw pagina met de moderne, browservriendelijke SVGindeling (inclusief gecomprimeerde SVG's).
•
Importeer Microsoft Word 2010-documenten (zie pagina 242) Net zoals Word 2007-documenten kunt u nu Word 2010documenten rechtstreeks in tekstframes importeren.
•
Aangepaste gebruikersinstellingen importeren bij een upgrade Voert u een upgrade uit vanaf WebPlus X4? Behoud nu uw aangepaste Galerij-inhoud, objectstijlen, voorkeuren, gebruikerswoordenboeken, sneltoetsen, PDF-profielen en nog veel meer in WebPlus X5. De Help bij WebPlus bevat aanvullende kleine productverbeteringen ten opzichte van vorige versies. Raadpleeg het onderwerp Nieuwe voorzieningen voor meer informatie.
Welkom
21
Installatie Systeemvereisten Minimum:
•
Windows-pc met dvd-station en muis
•
Besturingssysteem Microsoft Windows® XP (32-bits), Windows® Vista of Windows® 7
•
512 MB RAM
•
336 MB vrije ruimte op de harde schijf
•
Beeldschermresolutie 1024 x 768
•
Internet Explorer 5.5 (6.0 of nieuwer voor het werken met intelligente objecten)
Voor het bewerken van grote en/of compleXEsites is meer schijfruimte en geheugen vereist. Optioneel:
•
Windows-compatibele printer
•
Scanner en/of digitale camera met TWAIN-ondersteuning
•
3D grafische kaart met hardwareversnelling en ondersteuning voor DirectX 9 (of hoger) of OpenGL
22
Welkom
•
.NET 2.0 voor importfilters voor tekst (Word 2007/2010 + OpenOffice) (standaard geïnstalleerd)
•
Internetverbinding om uw site op het web publiceren en toegang te krijgen tot online bronnen
Het programma voor het eerst installeren Als u WebPlus wilt installeren, hoeft u alleen de dvd van WebPlus X5 in het dvd-station te plaatsen. Het installatieproces wordt automatisch opgestart door de functie AutoRun. U hoeft alleen de vragen op het scherm te beantwoorden om het programma te installeren.
Opnieuw installeren Als u de software later opnieuw wilt installeren of de installatie wilt wijzigen, selecteert u Instellingen/Configuratiescherm in het menu Start van Windows en klikt u op het pictogram Software. Controleer of de programma-dvd van WebPlus X5 in het dvd-station is geplaatst, klik op de knop Installeren… en volg de instructies op het scherm.
2
Aan de slag
24
Aan de slag
Aan de slag
25
Wizard Opstarten Als het programma wordt gestart, wordt de Wizard Opstarten weergegeven met verschillende mogelijkheden voor het gebruik van WebPlus:
Hier kunt u aangeven of u een nieuwe website wilt maken of een website wilt maken op basis van een beschikbaar designsjabloon. U kunt eerder opgeslagen sites openen of webpagina's uit andere programma's dan WebPlus importeren in uw site.
•
Nieuwe website maken om uw eigen, volledig nieuwe website te maken.
•
Designsjabloon gebruiken om snel een nieuwe website te maken op basis van een van de meegeleverde sjablonen.
•
Meer ophalen om toegang te krijgen tot een groot aantal gratis bronnen en designsjablonen (niet gratis).
26
Aan de slag
•
Openen om toegang te krijgen tot recent geopende sites. Beweeg de aanwijzer over een vermelding voor een snel voorbeeld.
•
Leren om toegang te krijgen tot gebruikershandleidingen, ondersteuningsinformatie en meer.
Gebruik de vervolgkeuzelijst Werkruimte kiezen rechtsonder om de gewenste werkruimte in te stellen. Hiermee bepaalt u de grootte en positie van de diverse studiotabs, evenals de status van de verschillende tabbladen (zichtbaar of verborgen). De indeling van de werkruimte wordt meteen bijgewerkt wanneer u op een ander profiel in de lijst klikt. Standaard wordt de Wizard Opstarten weergegeven wanneer u WebPlus start. U kunt dit echter voorkomen door het selectievakje Deze wizard niet meer uitvoeren op de startpagina in te schakelen. Als u de startpagina later weer wilt inschakelen, kiest u Extra>Opties... en schakelt u het selectievakje Wizard Opstarten gebruiken in. (gebruik de menuoptie Opties>Algemeen).
Een website maken op basis van een designsjabloon Bij WebPlus worden diverse designsjablonen in verschillende categorieën geleverd waarmee u snel en eenvoudig de meest uiteenlopende websites kunt maken. Elke sjabloon bevat:
•
Een complementair ontwerp: een professionele lay-out met een sterke visuele impact.
•
Schema's: kies een benoemd kleurenschema om een specifiek uiterlijk toe te passen.
Aan de slag
•
27
Paginaselectie: u kunt bepaalde sjabloonpagina's of alle sjabloonpagina's (bijvoorbeeld Home, Producten, Info enzovoort) gebruiken om een nieuwe website te maken.
Er zijn twee soorten designsjablonen: themalay-outs, waarbij u zelf afbeeldingen kiest, en kant-en-klare Pro-sjablonen, die al zijn gevuld met afbeeldingen. Themalay-outs Bij dit type sjablonen kunt u uit verschillende thema's kiezen (bijvoorbeeld Krabbel) en worden er alleen maar plaatsaanduidingen voor afbeeldingen weergegeven in plaats van echte afbeeldingen. U hoeft alleen uw eigen afbeeldingen toe te voegen aan de plaatsaanduidingen, de vooraf gedefinieerde tekst door uw eigen tekst te vervangen en de website vervolgens te publiceren. Kant-en-klare Pro-sjablonen Deze sjablonen zijn overzichtelijk ingedeeld in categorieën en bevatten royaltyvrije afbeeldingen die u vrij kunt gebruiken, zodat u uw website in een handomdraai klaar hebt. U hoeft alleen de vooraf gedefinieerde tekst door uw eigen tekst te vervangen en de website te publiceren.
Zo maakt u een site op basis van een designsjabloon: 1.
Start WebPlus of kies Wizard Opstarten... in het menu Bestand om het wizard Opstarten weer te geven.
28
Aan de slag
2.
Selecteer Designsjabloon gebruiken.
3.
Selecteer in het dialoogvenster een themalay-out of Prosjabloonontwerp in het hoofddeelvenster.
Themalay-outs
Aan de slag
29
Pro-designsjablonen Pro-sjablonen zijn in verschillende categorieën op basis van het onderwerp ingedeeld. Gebruik de schuifbalk of vouw een categorie samen om meer opties te bekijken (klik op de knop naast de naam van de categorie). Het deelvenster aan de rechterkant wordt vernieuwd en er worden miniaturen weergegeven van de beschikbare pagina's van de desbetreffende sjabloon.
30
Aan de slag
4.
Selecteer in het rechterdeelvenster de pagina's die u wilt gebruiken op uw website. Schakel de selectievakjes onder elke pagina in of uit om deze te selecteren of de selectie op te heffen of klik op Alles selecteren om alle pagina's te selecteren (klik op Niets selecteren als u de huidige selectie wilt wissen).
5.
Kies een Kleurenschema in de vervolgkeuzelijst boven in het dialoogvenster (de eerste drie schema's zijn specifiek ontworpen voor de gekozen sjabloon.) De paginaminiaturen worden vernieuwd, zodat u meteen het nieuwe uiterlijk van de pagina kunt bekijken. Gebruik de zoomknoppen of de schuifregelaar onder in het dialoogvenster als u de gekozen sjabloon beter wilt
6.
Klik op Openen. De site wordt geopend met de startpagina. Het tabblad Site in de studio wordt rechts weergegeven met de verschillende pagina's waaruit de site bestaat in de boomstructuur van de site.
Met sjablooncategorieën, afgezien van WebPlus X5 Prosjablonen, kunt u extra sjablonen aanschaffen bij Serif.
Aan de slag
31
Aangezien elke sjabloon op een kleurenschema is gebaseerd, kunt u het onderliggende schema op elk gewenst moment wijzigen om de kleuren van de site te veranderen. U kunt elke WebPlus-site opslaan als een sjabloonbestand (*.wpx) dat u kunt gebruiken als basis voor andere sites. Zie Uw eigen sjablonen opslaan in de Help bij WebPlus.
Een volledig nieuwe website maken Hoewel het gebruik van designsjablonen uw ontwerpkeuzen aanzienlijk kunnen vereenvoudigen, kunt u ook starten met een nieuwe lege site. Zo maakt u een volledig nieuwe site met de Wizard Opstarten:
•
Start WebPlus. - of Klik op
•
Nieuwe site op de werkbalk Standaard.
Selecteer Maken>Nieuwe website maken.
De nieuwe site bestaat aanvankelijk uit één pagina waarvoor de standaardpagina-eigenschappen zijn ingesteld. Als u in de Wizard Opstarten op klikt, krijgt u hetzelfde resultaat. Zo maakt u een nieuwe site in WebPlus:
•
Kies Nieuw in het menu Bestand.
Annuleren
32
Aan de slag
Om u snel een nieuwe website te helpen maken, is in WebPlus de QuickBuilder-balk beschikbaar. Op de tabbladen vindt u een aantal veelgebruikte objecten en voorzieningen die u eenvoudig via slepen-en-neerzetten aan uw webpagina's kunt toevoegen, zodat u meteen aan de slag kunt, zonder dat u zich eerst vertrouwd hoeft te maken met de diverse werkbalken van WebPlus.
Aan de slag
33
Een bestaande site openen U kunt een bestaande WebPlus-site openen vanuit de wizard Opstarten, via de werkbalk Standaard of via het menu Bestand. U kunt ook webpagina's importeren vanuit bestaande HTMLwebsites via het menu Bestand. (Zie de Help van WebPlus voor meer informatie.) Zo opent u een bestaande WebPlus-site (wizard Opstarten): 1.
Bekijk uw sites in de sectie Openen van de wizard Opstarten. De site die u het laatst hebt geopend, wordt bovenaan in de lijst weergegeven. Als u voor het openen het miniatuurvoorbeeld van een site wilt zien, wijst u de naam van de site aan in de lijst.
2.
Klik op de bestandsnaam om de site te openen. Als de site die u wilt weergeven, niet onlangs is geopend, klikt u op site te gaan.
Bladeren... om naar de
Zo opent u bestaande WebPlus-sites (tijdens een WebPlus-sessie): Openen op de werkbalk Standaard.
1.
Klik op
2.
Selecteer in het dialoogvenster Openen de map en de bestandsna(a)m(en). Als u meerdere sites wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt en klikt u op het eerste en laatste bestand van een reeks aangrenzende bestanden of houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u op meerdere afzonderlijke, niet-aangrenzende bestanden.
3.
Klik op Openen.
34
Aan de slag
Zo opent u sites via slepen en neerzetten:
•
Sleep vanuit Windows Verkenner het miniatuurvoorbeeld van de gewenste site naar een willekeurige locatie in de WebPlus-werkruimte.
Zo keert u terug naar de opgeslagen versie van een geopende site:
•
Kies Vorige versie in het menu Bestand.
Ontbrekende lettertypen vervangen WebPlus ondersteunt de automatische vervanging van ontbrekende lettertypen als u een WebPlus-site opent met lettertypen die niet op uw computer zijn opgeslagen. In het dialoogvenster dat wordt weergegeven, kunt u ook indien nodig een ontbrekend lettertype handmatig vervangen. Zie de Help van WebPlus voor meer informatie.
Met meerdere sites werken Als er meerdere websites tegelijk geopend zijn, kunt u heel gemakkelijk van de ene naar de andere site springen met een van de volgende methoden. Klik op een venstertab boven in de werkruimte om het desbetreffende venster (bijvoorbeeld w456.wpp) actief te maken. U kunt ook de naam van de op dat moment geopende site selecteren in het menu Venster. Niet-opgeslagen websites zijn met een sterretje gemarkeerd. De op dat moment actieve site, wordt weergegeven met een vinkje. In het voorbeeld hiernaast is de site w456.wpp de actieve site die nog niet is opgeslagen.
Aan de slag
35
Uw website opslaan Zo slaat u het huidige project op:
•
Klik op
•
Kies Opslaan als... in het menu Bestand als u uw werk onder een andere naam wilt opslaan.
Opslaan op de werkbalk Standaard.
Als u een site nog niet hebt opgeslagen, wordt achter de naam van deze site een sterretje weergegeven op de desbetreffende venstertab of in het menu Venster.
36
Aan de slag
3
Sites en pagina's instellen
38
Sites en pagina's instellen
Sites en pagina's instellen
39
De sitestructuur en navigatiehulpmiddelen In tegenstelling tot een gedrukte publicatie hoeft een website geen lineaire paginavolgorde te hebben. Wanneer u een site ontwerpt, is het logischer om over de site te denken in ruimtelijke termen: een site heeft meer een structuur die vergelijkbaar is met die van een museum waarin mensen rondwandelen om de verschillende ruimten te verkennen. U kunt er doorgaans wel vanuit gaan dat bezoekers door de 'voordeur' (de startpagina)binnenkomen, maar waar ze daarna naartoe gaan, hangt af van de hyperlinks die u de bezoekers aanbiedt. Deze navigatiepaden zijn als gangen die de verschillende ruimten van het museum met elkaar verbinden. Het is aan u als 'architect' om de pagina's en hyperlinks op een logische manier te ordenen, zodat bezoekers gemakkelijk hun weg vinden op uw site zonder te verdwalen. In WebPlus kunt u de boomstructuur van de site gebruiken om de structuur van de site zichtbaar te maken. Vervolgens kunt u navigatiebalken toevoegen, die zich dynamisch aanpassen aan de structuur die u hebt gedefinieerd.
De structuur van de site In tegenstelling tot de structuur van een museum, staat de structuur van een website helemaal los van de fysieke indeling van de website, of de plaats waar de pagina's zijn opgeslagen. De structuur van een website is meer een manier om de inhoud op de site logisch te ordenen, zodat bezoekers van de site gemakkelijker kunnen navigeren op de site. Een van de handigste ordeningsprincipes, die in WebPlus veelvuldig wordt gebruikt, is de 'omgekeerde boomstructuur' die begint met de startpagina die vertakkingen krijgt naar andere pagina's. Voor de bezoeker die rondkijkt op uw website, wordt volgens dit ordeningsprincipe de inhoud gepresenteerd op een vertrouwde, hiërarchische manier, geordend in secties en niveaus.
40
Sites en pagina's instellen
•
Een sectie is een categorie waarin inhoud wordt ondergebracht, zoals 'Galerie', 'Producten' of 'Contact'. De diverse hoofdsecties van een site worden gewoonlijk vermeld in een navigatiebalk op de startpagina van de site. In het ideale geval behoort elke pagina van de site tot een bepaalde sectie. En tenzij er maar één pagina aanwezig is in een sectie, heeft een sectie een eigen hoofdpagina, die gewoonlijk dient als een menu voor de onderliggende pagina's.
•
Het niveau is het aantal stappen (of sprongen) dat een bepaalde pagina is verwijderd van de startpagina. De startpagina bevindt zich altijd op niveau 1, gewoonlijk samen met de hoofdmenupagina's van elke sectie. Zo kunnen navigatiebalken eenvoudig en automatisch functioneren. Pagina's die zich één stap 'onder' de menupagina's van de secties bevinden, worden beschouwd als 'onderliggende' pagina's van de 'bovenliggende' hoofdpagina. De bovenliggende hoofdpagina van de sectie Producten kan bijvoorbeeld twee onderliggende pagina's hebben met de namen Product1 en Product2.
In WebPlus biedt de boomstructuur van de site (op het tabblad Site) een visueel hulpmiddel waarmee u de inhoud van uw site kunt ordenen in secties en niveaus. Hier ziet u hoe dezelfde structuur kan worden weergegeven als boomstructuur van de site in WebPlus:
Sites en pagina's instellen
41
Deze boomstructuur van de site maakt de relaties tussen pagina's zichtbaar en maakt het u gemakkelijker om de inhoud die u wilt weergeven, op een logische manier in te delen. Natuurlijk is een website in werkelijkheid een web van onderling verbonden pagina's en u hoeft zich door de boomstructuur niet te laten weerhouden om hyperlinks aan te brengen tussen elk gewenst paar pagina's. De boomstructuur laat echter wel zien wat de belangrijkste paden zijn op uw site: naar boven en beneden en naar de zijkanten. Als u een logische indeling aanhoudt met secties en niveaus, kunnen bezoekers gemakkelijker hun weg vinden op uw site. Bovendien kunt u in WebPlus heel eenvoudig navigatiebalken maken die de sitestructuur weerspiegelen en die bezoekers van uw site langs de hoofdroutes van uw site leiden. WebPlus ondersteunt overigens ook HTML-pagina's en koppelingen naar externe websites die in de structuur van de site kunnen worden ingevoegd voor elke gewenste pagina. Het ontwerp van paginapictogrammen voor deze twee soorten pagina's verschilt enigszins van die van standaardwebpagina's om aan te geven dat pagina's zijn gebaseerd op HTML-code (Zie de WebPlus Help voor meer informatie) of dat het pictogram verwijst naar een locatie buiten de website.
42
Sites en pagina's instellen
Navigatie In WebPlus kunt u eenvoudig navigatie mogelijk maken met navigatiebalken, die vooraf zo zijn geprogrammeerd dat ze uw sitestructuur weerspiegelen. Hierdoor wordt het heel gemakkelijk om een site te maken waar bezoekers moeiteloos hun weg vinden. U hoeft slechts een navigatiebalk te selecteren op de werkbalk Webobjecten, en WebPlus doet de rest. Hier ziet u bijvoorbeeld u de navigatiebalk die is geselecteerd voor de site die in de hoofdstructuur hiervoor is beschreven. De knoppen zijn koppelingen waarmee bezoekers naar de startpagina en de menupagina's van de secties kunnen gaan (allemaal op niveau 1) en bevatten pop-upmenu's waarmee bezoekers naar de onderliggende pagina's kunnen gaan (niveau 2 in dit geval).
Zie Navigatiebalken toevoegen op pagina 86 voor meer informatie.
Site-eigenschappen instellen Site-eigenschappen zijn globale instellingen die op de gehele website worden toegepast. Doorgaans moet u deze eigenschappen instellen bij het plannen van uw website. Als u eenmaal de gewenste instellingen hebt gekozen, hoeft u ze normaal gesproken niet meer te veranderen (hoewel u deze instellingen achteraf natuurlijk op elk gewenst moment kunt wijzigen).
Sites en pagina's instellen
43
Bepaalde site-eigenschappen, zoals de pagina-instellingen en de instellingen om uw site te optimaliseren voor zoekmachines, zijn ook toegankelijk vanuit het dialoogvenster Eigenschappen van pagina; zie pagina 73. Zo kunt u bepaalde eigenschappen die op de gehele site van toepassing zijn, vervangen voor specifieke pagina's, of aanvullen met lokale instellingen die uitsluitend voor bepaalde pagina's gelden. Zo controleert en/of wijzigt u de site-eigenschappen:
•
Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand. Het dialoogvenster Eigenschappen van site wordt weergegeven met de menuopties voor de verschillende site-eigenschappen.
Menuoptie
Eigenschap
Pagina (standaard)
Standaarduitlijning van pagina Hier kunt u een horizontale standaarduitlijning voor de pagina opgeven (Links of Gecentreerd). Standaardgrootte van pagina De standaardinstellingen die u hier kiest, bepalen de breedte en hoogte van nieuwe standaardpagina's of stramienpagina's. Uiterlijk van pagina Hiermee kunt een kleurenschema voor de gehele site instellen of afzonderlijke kleuren instellen voor hyperlinks, paginakleur en achtergrondkleur.
Bestandsnamen
Standaardextensie voor pagina's De standaardextensie voor webpagina's die u publiceert, is .html. Sommige webservers vereisen mogelijk een andere extensie. Waarschuwen bij hoofdletters in bestandsnamen Wanneer u nieuwe pagina's maakt, wordt de
44
Sites en pagina's instellen
gebruiker gewaarschuwd als er bij het opgeven van een bestandsnaam voor een pagina hoofdletters worden gebruikt.
Namen van bronbestanden Hier kunt u een aantal instellingen kiezen voor de naamgeving van bronbestanden, zodat dergelijke bestanden probleemloos naar de server van uw ISP kunnen worden geüpload. Publiceren
URL van site Hier kunt u het volledige URL-adres opgeven. Dit is bijvoorbeeld nodig voor het optimaliseren voor zoekmachines met sitemap-bestanden of RSS-feeds. FTP-account Hier kunt u de standaard FTP-account instellen die u wilt gebruiken om uw website te publiceren. Instellingen voor FTP-account Hier worden de standaardinstellingen van de FTP-account weergegeven.
Afbeeldingen
Algemene exportopties voor afbeeldingen Hiermee worden de standaardinstellingen voor grootte, herbemonstering, naam, optimalisatie, tekst als curven en maximumbreedte en -hoogte toegepast voor gekoppelde afbeeldingen.
HTML-uitvoer
HTML-uitvoer en Standaardinstellingen voor HTML-id Hier kunt u een coderingsmethode instellen voor het uitvoeren van uw webpagina's en de gewenste standaardinstellingen kiezen voor het genereren van HTML-id's.
Sites en pagina's instellen
45
Koptekst van pagina Hier kunt u gegevens over auteur en copyright opgeven die in de koptekst van uw webpagina's worden opgenomen. Functies
Intelligente objecten Hier vervangt u uw Blog, Forum, of CMS-kleuren door selecteerbare afzonderlijke kleuren of door het huidige kleurenschema van uw site.
Functies
Intelligente objecten Hier past u het huidige kleurenschema van de site toe op intelligente objecten, zoals blogs, forums en CMS.
Lichtbak
Algemene instellingen Hier stelt u de lichtbakinstellingen voor de gehele site in. Er kunnen instellingen voor rand, randkleur, kleur van inhoud/transparantie en afspelen worden geconfigureerd. Instellingen van bijschrift Hier stelt u het lettertype, de positie, de grootte, de kleur/transparantie en de achtergrondkleur van de tekst van het bijschrift in. Achtergrondinstellingen Hier stelt u de achtergrondkleur/transparantie in. Voorbeeld van lichtbak Klik op Voorbeeld van lichtbak... om de lichtbakinstellingen te testen die u hebt geselecteerd.
46
Sites en pagina's instellen
Pictogram Favorieten
Een favorietenpictogram weergeven.. Stel een pictogrambestand (een afbeelding) voor de site in dat wordt weergegeven wanneer een bezoeker van de website uw website aan hun lijst met Favorieten toevoegt.
Zoeken
Beschrijving voor zoekmachines Hier kunt u een beschrijving en trefwoorden voor uw site opgeven.
Zoekmachine
Sitemaps en robots Hier kunt u aangeven of zoekmachines en robots pagina's op uw site mogen analyseren en indexeren. Een sitemap-bestand bevat webpagina's die mogen worden geïndexeerd, terwijl een Robots-metatag of een Robots-bestand (robots.txt) bepaalt welke pagina's niet mogen worden geïndexeerd.
Samenvatting
Projectgegevens en statistieken Hier kunt u de gegevens voor de huidige site weergeven en wijzigen.
De paginagrootte en de uitlijning instellen De standaardinstellingen van de site voor Breedte en Hoogte bepalen de afmetingen van elke nieuwe pagina of stramienpagina. Een standaardeigenschap voor de site voor uitlijning (Links of Gecentreerd) bepaalt hoe pagina-inhoud wordt uitgelijnd in een browser. Een van de eerste dingen die u wellicht moet doen wanneer u een nieuwe site maakt, is de ingestelde standaardafmetingen controleren en die zo nodig aanpassen. U kunt de afmetingen van uw pagina's achteraf op elk gewenst moment aanpassen, maar u kunt beter niet te lang wachten met het aanbrengen van wijzigingen. U kunt beter van meet af aan de juiste afmetingen instellen om te voorkomen dat
Sites en pagina's instellen
47
dergelijke wijzigingen een nadelige invloed hebben op de paginalayout! Doorgaans kunt u het beste een breedte van 750 pixels instellen voor uw pagina's, zodat ze volledig worden weergegeven op een standaardbeeldscherm. Zo voorkomt u dat gebruikers horizontaal moeten schuiven. U kunt de standaardinstellingen voor de afmetingen en uitlijning van pagina's overschrijven voor specifieke pagina's, zoals beschreven in Pagina-eigenschappen instellen op pagina 73. Zo stelt u de standaardafmetingen voor pagina's van een gehele site in:
•
Selecteer op het tabblad Pagina verschillende waarden voor Breedte en/of Hoogte die u op pagina's wilt toepassen.
U kunt de standaardinstelling voor de uitlijning van pagina's ook als een site-eigenschap wijzigen. Zo stelt u de standaarduitlijning voor pagina's van een gehele site in:
•
Selecteer op het tabblad Pagina de optie Links of Gecentreerd in de vervolgkeuzelijst Standaarduitlijning van pagina.
Het uiterlijk van een pagina instellen U kunt de kleuren van hyperlinks, pagina's, achtergrond en achtergrondafbeeldingen globaal beheren via de site-eigenschappen. Dit houdt in dat alle webpagina's die u hebt gemaakt, deze instellingen overnemen. U kunt echter wel de kleuren van pagina's en de achtergrond per pagina wijzigen. Zie Pagina-eigenschappen instellen op pagina 1.) Standaard maken sites die zijn gebaseerd op een sjabloon of volledig nieuwe sites, gebruik van kleurenschema's voor de kleuren van
48
Sites en pagina's instellen
hyperlinks en pagina's. Deze kleuren behoren tot het huidige kleurenschema van de site, maar u kunt op elk gewenst moment een ander schema selecteren of afzonderlijke kleuren wijzigen. Zie Kleurenschema's gebruiken op pagina 411. Zo stelt u een paginakleur en achtergrondkleur in: 1.
Klik op het tabblad Pagina in de sectie Uiterlijk van pagina op de pijl-omlaag voor de kleur die u wilt wijzigen.
2.
Selecteer een andere kleur in de vervolgkeuzelijst met genummerde schemakleuren en andere kleuren. Selecteer Meer kleuren... als u een kleur in de kleurenkiezer wilt kiezen.
3.
Klik op OK.
Zo stelt u een achtergrondafbeelding in: 1.
Klik onder de sectie Uiterlijk van pagina op Achtergrondafbeelding....
2.
Schakel het selectievakje Achtergrondafbeelding gebruiken in, ga in het dialoogvenster Afbeelding invoegen naar de map met de afbeelding en selecteer de afbeelding. Klik op Openen.
•
Gebruik Exportopties... om in te stellen of u de afbeelding naar een andere indeling wilt converteren bij het exporteren van de site of deze in de oorspronkelijke indeling wilt exporteren.
•
Schakel het selectievakje Schuift mee met pagina in als u wilt dat de achtergrondafbeelding automatisch mee schuift met de pagina-inhoud in het browservenster. Als u deze optie uitschakelt, schuift de achtergrond niet mee met de pagina-inhoud.
•
Via de vervolgkeuzelijst Herhalen kunt u instellen hoe u de afbeelding wilt herhalen op de achtergrond
Sites en pagina's instellen
49
(horizontaal, verticaal of als tegelpatroon). Als u Geen selecteert wordt er één enkele afbeelding als achtergrond gebruikt.
•
3.
Via de vervolgkeuzelijst Positie kunt u de positie van de afbeelding (bijvoorbeeld Bovenaan, midden) instellen. De afbeelding wordt vanuit deze positie herhaald als u hiervoor hebt aangegeven dat u deze wilt herhalen op de achtergrond. U kunt de positie van de afbeelding ook instellen ten opzichte van de linkerbovenhoek. Selecteer hiertoe de optie Aangepast....
Klik op OK. Als u een achtergrondafbeelding met transparante gebieden gebruikt, is de achtergrondkleur van de pagina zelf zichtbaar door de transparante gebieden heen. In het andere geval wordt de achtergrondkleur van de pagina aan het zicht onttrokken door de achtergrondafbeelding. Als u de paginakleur transparant maakt, is de achterliggende achtergrondafbeelding zichtbaar, waardoor de grenzen van de pagina onzichtbaar worden (zonder dat de inhoud van de pagina echter de ingestelde pagina-afmetingen overschrijdt).
Raadpleeg de Help van WebPlus voor meer informatie over de instellingen op de overige tabbladen.
Uw site optimaliseren voor zoekmachines Bij het indexeren wordt door zoekmachines zoals Google, Yahoo! en vele andere automatisch allerlei informatie verzameld over uw webpagina's. Door deze informatie bij de zoekmachines te
50
Sites en pagina's instellen
verzamelen, kunnen gebruikers van zoekmachines de informatie gebruiken om snel accurate zoekresultaten over een site te verkrijgen die overeenkomen met de zoekcriteria die ze hebben ingevoerd. Standaard wordt de inhoud van elke gepubliceerde webpagina geïndexeerd (met name kopteksten). In een wereld waarin internet intussen is uitgegroeid tot een reusachtig netwerk bestaande uit miljoenen webpagina's die voortdurend worden geïndexeerd, kunt u dit indexeringsproces echter zo optimaliseren dat de pagina's van uw website hoger in de lijst met zoekresultaten worden weergegeven dan die van een andere website. U kunt uw webpagina's op verschillende manieren optimaliseren voor zoekmachines:
•
Paginatitels: naast paginanamen kunt u ook paginatitels maken. Op deze manier kunnen uw pagina's in zoekresultaten duidelijker met een titel worden weergegeven in plaats van alleen maar met een paginanaam. In de zoekresultaten kan de startpagina van vogels in Nederland en België bijvoorbeeld worden weergegeven als 'Startpagina Vogels in Nederland en België' in plaats van alleen maar 'Start', gevolgd door de beschrijving van de pagina. Zie De paginanaam, titel en bestandsnamen instellen
•
De metatags Beschrijving en Trefwoorden: voor de site en/of afzonderlijke pagina's kan beschrijvende tekst aan de site of pagina worden toegevoegd, die wordt opgenomen in alle overeenkomende zoekresultaten die betrekking hebben op uw site. Met Trefwoorden kunnen betere overeenkomsten worden gevonden tussen tekst die in zoekmachines wordt ingevoerd (zoals in Google) en de trefwoorden die u aan uw site of pagina hebt gekoppeld. Daarnaast kunt u met een Robots-metatag ook aangeven welke pagina's mogen worden geïndexeerd door een zoekmachine en welke niet. Hierbij kunt u ook bepalen of hyperlinks naar andere pagina's mogen worden verkend ('verkend' door spiders).
Sites en pagina's instellen
51
•
ALT-tekst voor afbeeldingen: alternatieve tekst die wordt gebruikt in plaats van een afbeelding die niet kan worden weergegeven, kan door robots van zoekmachines worden gebruikt. Zie Exportopties voor afbeeldingen instellen.
•
Titeltekst van hyperlinks: ondersteunende beschrijvende tekst (bijvoorbeeld 'Zie ons nieuwe produktassortiment') die wordt weergegeven wanneer de muisaanwijzer op een hyperlinkbestemming wordt geplaatst, kan ook door robots van zoekmachines worden gebruikt. Zie Hyperlinks en ankers toevoegen.
•
Robots: pagina's (of mappen) kunnen worden uitgesloten van ïndexering door zoekmachines door gebruik te maken van een Robots-bestand. Dit bestand werkt op dezelfde manier als de bovengenoemde Robots-metatag, alleen wordt in dit geval een tekstbestand (robots.txt) gebruikt om robots of spiders mee te delen welke inhoud ze niet mogen indexeren. Het bestand bevat dus gewoon een lijst met verwijzingen naar pagina's en mappen die van indexering worden uitgesloten.
•
Sitemaps: het tegenovergestelde van het Robots-concept. Pagina's kunnen worden opgenomen in het indexeringsproces, zodat ze optimaal worden geïndexeerd door zoekmachines. Verwijzingen naar pagina's worden opgeslagen in een speciaal daarvoor bestemd sitemapbestand (sitemap.xml).
Of u nu gebruikmaakt van metatags, robots of sitemap-bestanden of van een willekeurige combinatie van deze drie, in WebPlus kunt u uw site snel en eenvoudig configureren. Aangezien u deze instellingen voor de gehele site kunt configureren of wijzigen (Eigenschappen van site; menuoptie Zoekmachine), worden de gekozen instellingen ook toegepast op alle nieuwe pagina's die u aan de site toevoegt. Als u de instellingen voor de site wijzigt, worden de nieuwe instellingen automatisch op alle webpagina's toegepast. U kunt deze instellingen echter op elk gewenst moment voor een specifieke webpagina overschrijven (Eigenschappen van pagina; menuoptie Zoekmachines). Het overschrijven van de pagina-
52
Sites en pagina's instellen
instellingen houdt in dat verdere wijzigingen in de site-instellingen, voor die pagina's altijd worden genegeerd.
Titels, beschrijvingen en tags gebruiken Hoewel dit geen strikte vereiste is, kunt u het beste uw paginatitels optimaliseren en toepasselijke beschrijvingen en tags opgeven als u de kans wilt vergroten dat uw website wordt 'gevonden' door toonaangevende zoekmachines. Zoekservices houden catalogi bij van webpagina’s die vaak worden samengesteld via het gebruik van ‘crawlers’ of andere programma's die het web doorbladeren en hierbij allerlei gegevens van sites en de bijbehorende inhoud verzamelen. Door beschrijvende titels, beschrijvingen en tags op te nemen, helpt u deze machines bij het verwerken van de gegevens van uw site. U kunt titels, beschrijvingen en tags opgeven voor de volledige site en/of voor afzonderlijke pagina’s. Zo kunt u bijvoorbeeld voor een eenvoudige ornithologische website de volgende informatie opgeven over de inhoud van uw site of pagina. Eigenschappen van site
Eigenschappen van pagina
Titel
NVT
Vogels in Nederland en België reigers
Beschrijving
Deze unieke website met een foto's toont de schoonheid en diversiteit van vogels in Nederland en België.
Dit zijn grotere vogelsoorten die u aantreft in zoetwatermoerassen, meren en zelfs langs de kust.
Trefwoorden
Vogels, Reiger, Ardeidae
Blauwe reiger, zilverreiger, withalsreiger, keizerreiger
Sites en pagina's instellen
53
Zo geeft u een beschrijving en trefwoorden op: 1.
(Voor de site) Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand. - of (Voor een pagina) Klik met de rechtermuisknop op de pagina in de werkruimte (of op het tabblad Site) en kies Eigenschappen van pagina... (of kies de menuoptie in het menu Bewerken).
2.
Klik op de menuoptie Zoeken in het dialoogvenster.
3.
Typ in het invoervak bovenaan een korte beschrijving van uw site of de pagina. Hoewel de lengte van deze beschrijving niet begrensd is, dient u voor ogen te houden dat de eerste tien woorden het belangrijkst zijn.
4.
Geef in het volgende venster enkele trefwoorden op (gescheiden door komma's) die de site of de pagina volgens u het beste omschrijven. Probeer uzelf hierbij in de plaats te stellen van een potentiële bezoeker. Welke trefwoorden zouden ze gebruiken als ze precies naar die informatie op zoek zijn die uw site of pagina te bieden heeft?
5.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst onder in het dialoogvenster de taalcode voor de site. Bij de meeste zoekmachines kunt u naar pagina's in een specifieke taal zoeken. Door een taalcode te selecteren, bepaalt u of uw site al dan niet in de lijst met zoekresultaten wordt weergegeven, afhankelijk van de taal die de gebruiker heeft gekozen.
Pagina's uitsluiten van het indexeringsproces (Robots-metatags) U kunt een Robots-metatag gebruiken om te bepalen hoe zoekmachines toegang krijgen tot de site of de pagina. Aan de hand van deze tags kunt u aangeven of de volledige website en afzonderlijke pagina's al dan niet mogen worden geïndexeerd, en/of
54
Sites en pagina's instellen
hyperlinks naar andere pagina's mogen worden gevolgd. Met de opties Pagina's in deze site indexeren en Koppelingen vanaf pagina's volgen kunt u de gewenste zoekmachine-instellingen eenvoudig op de volledige site toepassen, en die vervolgens vervangen voor specifieke pagina's. Zo genereert u Robots-metatags: 1.
(Voor de site) Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand. - of (Voor een pagina) Klik met de rechtermuisknop op de pagina in de werkruimte (of op het tabblad Site) en kies Eigenschappen van pagina... (of kies de menuoptie in het menu Bewerken).
2.
Selecteer de menu-optie Zoekmachine en schakel het selectievakje Robots-metatags genereren in (voor een pagina moet u de zoekmachine-instellingen voor de gehele site vervangen.)
3.
(Voor de site) Gebruik de twee subopties om toe te staan of te voorkomen dat zoekmachines de volledige site indexeren (schakel de optie Pagina's op deze site indexeren in of uit) of om toe te staan of te voorkomen dat alle pagina's worden geïndexeerd die zijn gekoppeld vanaf een geïndexeerde pagina (schakel de optie Koppelingen vanaf pagina's volgen in of uit). - of (Voor de pagina) Zorg ervoor dat het selectievakje Zoekmachine-instellingen van site negeren is ingeschakeld, schakel Robots-metatag genereren in en schakel vervolgens de equivalente subopties voor de specifieke pagina in of uit.
Pagina's van het indexeringsproces uitsluiten (Robots-bestand) Deze methode heeft dezelfde doel als het gebruik van een Robotsmetatag, maar in dit geval wordt er een robots.txt-bestand
Sites en pagina's instellen
55
gegenereerd en wordt er geen Robots-metatag in de webpagina's opgenomen. Het robots.txt-bestand wordt opgeslagen in de hoofdmap van de website en kan in elke teksteditor worden geopend om te controleren welke pagina's en mappen worden uitgesloten. Zo genereert u een robots.txt-bestand: 1.
Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand.
2.
Schakel in de menuoptie Zoekmachine de optie Robotsbestand voor zoekmachine maken in.
3.
(Voor de site) Schakel de optie Pagina's op deze site indexeren in om toe te staan of te voorkomen dat zoekmachines de volledige site indexeren. - of (Voor een pagina) Als u wilt voorkomen dat zoekmachines een bepaalde pagina op uw site indexeren, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Zoekmachineinstellingen van site negeren is ingeschakeld en schakelt u vervolgens de optie Deze pagina indexeren uit.
Pagina's in het indexeringsproces opnemen Tot nu toe zijn er hoofdzakelijk methoden aan de orde geweest waarmee u webpagina's van het indexeringsproces kunt uitsluiten. Als u deze opties niet gebruikt, worden webpagina's geïndexeerd door de hyperlinks op elke pagina te volgen en trefwoorden, beschrijvingen en paginatekst te verzamelen die moet worden geïndexeerd. Mogelijk is dit proces niet efficiënt omdat uw site maar een beperkt aantal interne hyperlinks bevat. Om te waarborgen dat uw site ook in dergelijke gevallen optimaal wordt geïndexeerd, kunt u een sitemap-bestand (sitemap.xml) maken. Het gaat hierbij om een bestand dat door webcrawlers en spiders kan worden gebruikt om uw site te verkennen. In het bestand staan de pagina's op uw site vermeld die ze mogen indexeren. Dit bestand deelt zoekmachines ook mee wanneer pagina's zijn gewijzigd, hoe vaak ze een pagina opnieuw moeten controleren en hoe 'belangrijk' bepaalde pagina's zijn in vergelijking met andere pagina's.
56
Sites en pagina's instellen
Ook hier kunt u instellingen kiezen voor de gehele site en voor afzonderlijke pagina's. Het sitemap-bestand wordt net als een Robots-bestand in de hoofdmap van uw website opgeslagen. Als u sitemap-bestanden voor zoekmachines wilt gebruiken, moet u wel een absolute URL opgeven. Aan de hand van deze URL kunnen zoekmachines het juiste webadres van uw site indexeren (bijvoorbeeld www.easycomputing.com), zodat internetgebruikers vanuit de lijst met zoekresultaten naar uw site kunnen gaan. Zo genereert u een sitemap-bestand voor zoekmachines: 1.
Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand.
2.
Schakel in de menuoptie Zoekmachine de optie Sitemapbestand voor zoekmachine maken in.
3.
(Optioneel) Wanneer u de bovengenoemde optie inschakelt, kunt u de naam van het standaardbestand sidemap.xml wijzigen. Klik hiertoe op de knop Wijzigen... en geef de gewenste naam op.
4.
(Voor de site) Schakel het selectievakje Pagina's op deze site indexeren als u alle pagina's op uw site aan het sitemap-bestand wilt toevoegen (zodat ze gemakkelijker worden gevonden door zoekmachines). Schakel deze optie uit als u een leeg sitemap-bestand wilt maken. - of (Voor een pagina) Als u een specifieke pagina van uw site aan het sitemap-bestand wilt toevoegen, schakelt u de selectievakjes Zoekmachine-instellingen voor site negeren en Deze pagina indexeren in Hierbij wordt aangenomen dat niet de gehele site in het bestand sitemap.xml is opgenomen.
5.
Schakel instellingen voor de sitemap in of uit, waaronder:
Sites en pagina's instellen
57
•
De datum en tijd waarop een pagina voor het laatst is gewijzigd.
•
Hoe vaak een pagina wordt gewijzigd (gebruik de optie elk uur, dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks of nooit in de vervolgkeuzelijst): Hiermee geeft u voor de zoekmachine aan hoe vaak de pagina waarschijnlijk zal worden gewijzigd. Op basis van de instelling die u hier kiest, bepaalt de zoekmachine hoe vaak de pagina opnieuw moet worden geïndexeerd.
•
Prioriteit van pagina's aangeven: 0.0 (laagste) tot 1.0 (hoogste). Hiermee stelt u de prioriteit van een pagina in ten opzichte van andere webpagina's op basis waarvan zoekmachines de pagina hoogstwaarschijnlijk zal indexeren. U kunt voor de gehele site de standaardinstelling opgeven en vervolgens aan specifieke pagina's een hogere of lagere prioriteit toekennen.
Websitebeheer gebruiken Websitebeheer van WebPlus maakt vanuit één dialoogvenster allerlei hulpmiddelen toegankelijk waarmee u de gehele site eenvoudig kunt beheren. Met deze voorziening kunt u bijvoorbeeld pagina-eigenschappen van (stramien)pagina's in uw site weergeven en allerlei beheerhulpmiddelen selecteren voor het weergeven en wijzigen van hyperlinks, bronnen, tekst, lettertypen en meer. Enkele krachtige voorzieningen van Websitebeheer zijn:
•
De mogelijkheid om eigenschappen van een of meer of alle pagina's in uw site te beheren en de instellingen voor bladwijzers, e-commerceobjecten, lettertypen, enzovoort op alle of alleen op specifieke pagina's in uw site toe te passen;
58
Sites en pagina's instellen
•
De mogelijkheid om de weergegeven informatie snel opnieuw te ordenen door kolommen oplopend of aflopend te sorteren;
•
Zoeken en vervangen. Met deze krachtige functie kunt u gelijktijdig op alle pagina's in uw site wijzigingen in de tekst doorvoeren.
Hoewel u de meeste van deze beheerhulpmiddelen tijdens een willekeurige fase van het ontwerpproces kunt gebruiken, zijn deze hulpmiddelen en het gebruik van de functie Site controleren van essentieel belang om uw site op fouten te controleren voordat u uw site op het web publiceert. Zo opent u Websitebeheer:
•
Klik op Websitebeheer op de statusbalk onder in de werkruimte of op de gelijknamige knop op de optiebalk Pagina's.
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de verschillende beheerhulpmiddelen en hun functie:
Type beheer
Functie...
Eigenschappen van pagina's en stramienpagina's
Pagina's opnemen voor navigatie, stramienpagina's koppelen paginauitlijning en -formaat instellen, pagina's hernoemen, een achtergrond instellen, geluiden toevoegen, pagina's optimaliseren voor zoekmachines en omleidingen, overgangen of toegangscontrole instellen.
Eigenschappen van HTMLpagina
HTML-paginanamen, bestandsnamen (en paden) weergeven en bewerken, pagina's in de navigatiestructuur
Sites en pagina's instellen
opnemen (met de mogelijkheid scheidingslijnen toe te voegen), pagina's openen in een frame. Hyperlink
Hyperlinks weergeven en bewerken, naar hyperlinks op een pagina gaan, het doel van hyperlinks zoeken en vervangen.
Anker
Ankernamen en -locaties weergeven en bewerken, pagina's in de navigatiestructuur opnemen (met de mogelijkheid scheidingslijnen toe te voegen), naar ankers gaan.
Bron
Afbeeldingen, mediabestanden, gekoppelde bestanden, HTMLcodebronnen, scripts of applets in uw site weergeven. Naar elke bron op de pagina gaan, de status van ingesloten/gekoppelde afbeeldingen veranderen, afbeeldingen vervangen of herbemonsteren.
E-commerce
De gebruikte e-commerceobjecten in uw site weergeven.
Tekst
Tekst weergeven en bewerken (in WritePlus), tekstframes een naam geven, de tekenopmaak van tekst wijzigen, opmaakprofielen toepassen, aangepaste frames en tabellen naar HTMLcompatibele tekst converteren.
Lettertype
Lettertypen en hun beschikbaarheid weergeven, naar lettertypen op de pagina gaan en lettertypen vervangen.
Bestand
De sitestructuur weergeven met
59
60
Sites en pagina's instellen
bestandsnamen van pagina's in plaats van met paginanamen. Bestanden toevoegen aan uw site. Bestandslocaties een andere naam geven en verplaatsen. Site controleren
Veelvoorkomende lay-outproblemen weergeven die in uw site zijn ontdekt.
Pagina's versus stramienpagina's Het ontwerp van een afzonderlijke WebPlus-pagina kan worden gezien als een combinatie van een 'voorgrondpagina' en een 'achtergrondpagina', die de stramienpagina wordt genoemd.
Stramienpagina's bieden u de mogelijkheid om op een flexibele manier achtergrondelementen op te slaan die u op meer dan een pagina wilt weergeven, zoals een logo, achtergrond, koptekst of voettekst, randontwerp of navigatiebalk. Het belangrijkste aspect van een stramienpagina is dat deze gewoonlijk door meerdere pagina's wordt gedeeld, zoals hierna wordt getoond. Door een specifiek ontwerpelement op een stramienpagina te plaatsen en deze stramienpagina vervolgens aan verschillende pagina’s toe te wijzen,
Sites en pagina's instellen
61
waarborgt u dat dit element op al deze pagina’s wordt weergegeven. Natuurlijk kan elke afzonderlijke pagina zijn eigen elementen hebben.
Het tabblad Site van de studio bevat bovenaan de sectie Stramienpagina's met uw stramienpagina('s) en onderaan de structuur van de site in het venster Pagina's met uw standaardpagina's. Voor elke pagina die in het venster wordt weergegeven, wordt aangegeven welke stramienpagina voor die pagina wordt gebruikt. Voor meer gevarieerde paginaontwerpen op uw site, kunt u meer dan een stramienpagina maken (zie Pagina's toevoegen, verwijderen en de volgorde ervan wijzigen op pagina 65). Als u eenmaal meerdere stramienpagina's hebt gemaakt, kunnen deze worden gekoppeld aan afzonderlijke pagina's of gecombineerd op een en dezelfde pagina.
Verschillende stramienpagina's koppelen Standaard wordt aan pagina's die worden gemaakt op nieuwe sites, automatisch een stramienpagina (Stramien A) gekoppeld. Als u
62
Sites en pagina's instellen
echter een andere stramienpagina wilt gebruiken, kunt u deze aan de pagina koppelen in plaats van de oorspronkelijke stramienpagina. Zo koppelt u een andere stramienpagina aan een pagina: 1.
Klik op het tabblad Site met de rechtermuisknop op de pagina en selecteer Eigenschappen van pagina....
2.
Open het menu Achtergrond in het dialoogvenster en schakel de oorspronkelijke stramienpagina uit. Schakel vervolgens de stramienpagina die u wilt gebruiken, in.
3.
Klik op OK.
Zo koppelt u een stramienpagina los:
•
Schakel de stramienpagina uit in het dialoogvenster Eigenschappen van pagina (menuoptie Achtergrond). Als u alle stramienpagina's uitschakelt, houdt dat in dat voor de pagina het uiterlijk van de site zelf wordt gebruikt (Eigenschappen van site).
Meerdere stramienpagina's koppelen In WebPlus kunt u meerdere stramienpagina's toepassen op de op dat moment geselecteerde webpagina voor complexere paginaspecifieke ontwerpen. U kunt ook de volgorde bepalen van stramienpagina's ten opzichte van elkaar en de pagina-inhoud zelf. Stel dat er twee ontwerpen aanwezig zijn op twee afzonderlijke stramienpagina's: Stramien A en Stramien B. Via Eigenschappen van pagina kunt u Stramien B met de IPSUM-tekst vóór de geselecteerde pagina plaatsen, waarbij Stramien A wordt gebruikt als de achtergrond van de pagina.
Sites en pagina's instellen
63
Zo koppelt u meerdere stramienpagina's aan een webpagina: 1.
Klik op het tabblad Site met de rechtermuisknop op de pagina en selecteer Eigenschappen van pagina....
2.
Schakel via de menuoptie Achtergrond van het dialoogvenster meerdere stramienpagina's in.
3.
Klik op OK. Op de pagina worden nu de paginaelementen van alle stramienpagina's gebruikt.
Als aan een webpagina meerdere stramienpagina's zijn gekoppeld, wordt in de structuur van de site die pagina met een plusteken weergegeven (in plaats van A, B, C, enzovoort).
64
Sites en pagina's instellen
In het bovenstaande dialoogvenster kunt u de volgorde bepalen waarin de verschillende objecten van de pagina en de stramienpagina op de pagina worden weergegeven. Net als bij lagen in een tekenprogramma, worden objecten die bovenaan in de lijst staan, weergegeven vóór de objecten op stramienpagina's verder naar onderen in de lijst. U kunt ook de onderlinge volgorde van de stramienpagina's zelf veranderen. Nieuwe stramienpagina's die worden toegevoegd, worden altijd onderaan op de stapel geplaatst en worden dus achter alle andere inhoud weergegeven. In het voorbeeld hiernaast bevindt Stramien B zich boven alle andere inhoud. Zo verandert u de volgorde van de pagina-inhoud en de stramienpagina's:
•
Selecteer de naam van de pagina in het dialoogvenster Eigenschappen van pagina (menuoptie Achtergrond) en klik op de knop Omhoog of Omlaag. - of -
•
Verplaats een pagina door de naam ervan naar een andere positie in de lijst te slepen. - of -
•
Selecteer op het tabblad Objecten een pagina en wijzig vervolgens de volgorde van stramienpagina's door deze te slepen.
Sites en pagina's instellen
65
Objecten op stramienpagina´s bewerken Als u werkt op pagina's waaraan stramienpagina's zijn gekoppeld, kunt u de objecten van de stramienpagina's opnemen in uw paginaontwerp. Deze objecten kunt u snel en eenvoudig op de pagina bewerken via een besturingsbalk onder het geselecteerde object.
Zo bewerkt u een object op de stramienpagina: 1.
Selecteer op uw webpagina het object van de stramienpagina om de besturingsbalk weer te geven.
2.
Klik op Bewerken op stramienpagina. De stramienpagina wordt weergegeven zodat u deze kunt bewerken.
Het kan gebeuren dat u een object op een stramienpagina onafhankelijk wilt maken van de stramienpagina. Deze objecten kunt u bewerkbaar maken door ze vanuit de stramienpagina op te waarderen naar de webpagina, waarbij het oorspronkelijke object van de stramienpagina wordt vervangen door een bewerkbare kopie. Zo kunt u een object van een stramienpagina opwaarderen: 1.
Selecteer het object van de stramienpagina op de webpagina om de besturingsbalk onder het object weer te geven.
66
Sites en pagina's instellen
2.
Klik op Opwaarderen van stramienpagina. Er wordt een kopie van het oorspronkelijke object gemaakt dat u kunt bewerken zonder dat dit invloed heeft op de stramienpagina. Dit heeft geen effect op alle andere pagina's die gebruikmaken van de stramienpagina.
Als u van gedachten verandert, kunt u het object opnieuw aan de stramienpagina koppelen en wordt de pagina weer zoals deze oorspronkelijk was. Zo koppelt u een object opnieuw: 1.
Selecteer op de standaardpagina het opgewaardeerde object om de besturingsbalk onder het object weer te geven.
2.
Klik op
Stramienpagina herstellen.
Sites en pagina's instellen
67
Pagina's toevoegen, verwijderen en de volgorde ervan wijzigen Op het tabblad Site van de studio kunt u:
•
Standaard- of HTML-pagina's toevoegen.
•
Pagina's verwijderen.
•
Een of meer stramienpagina's toevoegen.
•
Met slepen en neerzetten pagina's herschikken in de sitestructuur.
•
Pagina's toevoegen vanuit geïnstalleerde ontwerpsjablonen.
•
Offsite links toevoegen.
•
Een pagina instellen als startpagina.
In het bovenste venter Stramienpagina's op het tabblad hebt u toegang tot stramienpagina's en in het venster Pagina's (de centrale boomstructuur van uw site op het tabblad) kunt u pagina's openen.
68
Sites en pagina's instellen
Pagina's toevoegen U voegt als volgt een nieuwe lege pagina toe: 1.
Selecteer de pagina waarna u de nieuwe pagina wilt invoegen, in het venster Pagina's (boomstructuur van de site) op het tabblad Site van de studio.
2.
Klik op de pijl-omlaag van de knop Toevoegen vlak boven het venster Pagina's op het tabblad Site. Kies Nieuwe lege pagina in de vervolgkeuzelijst.
3.
Geef in het dialoogvenster Eigenschappen van pagina opties op voor de nieuwe pagina via de menuopties (zie Pagina-eigenschappen instellen op pagina 73).
4.
Klik op OK.
De nieuwe pagina wordt op de opgegeven positie in de boomstructuur van de site weergegeven. Voor de pagina worden Eigenschappen van de site (pagina 41) gebruikt voor de afmetingen. U kunt de pagina altijd naar een andere positie of een ander niveau verplaatsen of overschakelen naar een andere stramienpagina (zie De volgorde van pagina's wijzigen of Stramienpagina's toewijzen op pagina 60 en 60). Voor nieuwe pagina's worden altijd de siteeigenschappen gebruikt die momenteel zijn ingesteld (in het menu Bestand), zoals de standaardgrootte en -uitlijning van de pagina, tenzij u de site-eigenschappen hebt overschreven in het dialoogvenster Eigenschappen van pagina.
Sites en pagina's instellen
69
Deze 'lege' pagina kan ook zijn gebaseerd op een stramienpagina, bijvoorbeeld als de site is gemaakt via een sjabloon, en kan daardoor pagina-inhoud bevatten die is gedefinieerd door de stramienpagina van de lege pagina.
Stramienpagina´s toevoegen U voegt als volgt een nieuwe stramienpagina toe: 1.
Klik op Stramienpagina's op het tabblad Site van de studio om het venster met stramienpagina's uit te vouwen.
2.
Klik op de knop stramienpagina's.
Toevoegen boven het venster met
Er verschijnt een nieuwe stramienpagina in het venster Stramienpagina's op het tabblad Site. Zie Pagina's versus stramienpagina's op pagina 59 voor meer informatie over het toewijzen van pagina's aan specifieke stramienpagina´s.
Pagina's verwijderen U verwijdert als volgt een pagina of stramienpagina: 1.
Selecteer de pagina (of stramienpagina) die u wilt verwijderen op het tabblad Site van de studio door hierop te klikken.
2.
Klik op de knop Verwijderen boven het relevante venster om de pagina te verwijderen. Wanneer u een pagina verwijdert, kunt u hyperlinks die naar deze pagina verwijzen op
70
Sites en pagina's instellen
uw site, verwijderen of omleiden naar een andere pagina op uw site. (Desgewenst kunt u ook alle hyperlinks naar ankers op de verwijderde pagina verwijderen.)
HTML-pagina's toevoegen HTML-pagina's kunnen worden toegevoegd aan elke gewenste boomstructuur van de site op het tabblad Site. Deze pagina's kunt u in de navigatiestructuur van uw site opnemen, net als gewone pagina's. U voegt als volgt een HTML-pagina toe: 1.
Selecteer de pagina waarna u de nieuwe pagina wilt invoegen, in het venster Pagina's (boomstructuur van de site) op het tabblad Site van de studio.
2.
Klik op de pijl-omlaag van de knop Toevoegen direct boven het venster Pagina's. In de vervolgkeuzelijst kiest u Nieuwe HTML-pagina
Er wordt een nieuwe HTML-pagina toegevoegd aan het tabblad Site. Zie HTML-pagina's maken (pagina 78) voor meer informatie.
De volgorde van pagina's wijzigen De boomstructuur van uw site is niet alleen handig om pagina's toe te voegen of te verwijderen, maar ook om de volgorde van uw pagina's te wijzigen. Op basis van deze structuur met bovenliggende en onderliggende elementen kunt u eenvoudig pagina's herschikken, via slepen-en-neerzetten of met handige knoppen. U kunt een pagina verplaatsen:
•
naar een andere positie (omhoog of omlaag) op hetzelfde niveau van de structuur;
•
naar een hoger niveau (bovenliggend);
Sites en pagina's instellen
•
71
naar een lager niveau (onderliggend).
U verplaatst een pagina als volgt: 1.
Geef het tabblad Site van de studio weer.
2.
Klik op de pagina in de boomstructuur van uw site om deze te selecteren.
3.
(Via slepen-en-neerzetten) Sleep de pagina omhoog of omlaag naar een andere positie in de boomstructuur. Let op de cursor, die de nieuwe positie aangeeft ten opzichte van de pagina net onder de cursor: hiermee wordt de pagina geplaatst op hetzelfde niveau als en volgend op de gemarkeerde doelpagina. hiermee wordt de pagina een onderliggende pagina van de pagina onder de gemarkeerde doelpagina.
Sjabloonpagina's toevoegen Door standaardpagina's toe te voegen kunt u een pagina helemaal vanaf het begin ontwerpen, maar u kunt het zich een stuk makkelijker maken door 'kant-en-klare' pagina's uit de geïnstalleerde WebPlus-sjablonen in te voegen. Als u het oorspronkelijke ontwerp van de pagina wilt behouden, worden stramienpagina's die aan de toegevoegde pagina zijn gekoppeld, samen met de pagina 'geïmporteerd'. U voegt als volgt een nieuwe pagina van een sjabloon toe: 1.
Selecteer de pagina waarna u de nieuwe pagina wilt invoegen, in het venster Pagina's (boomstructuur van de site) op het tabblad Site van de studio.
72
Sites en pagina's instellen
2.
Klik op de pijl-omlaag van de knop Toevoegen direct boven het venster Pagina's. Kies Nieuwe sjabloonpagina... in het vervolgmenu.
3.
Selecteer een sjabloon in het linkerdeelvenster van het dialoogvenster Nieuwe pagina toevoegen op basis van sjabloon en selecteer de pagina die u wilt toevoegen door het bijbehorende selectievakje te activeren. (Activeer meerdere selectievakjes als u meerdere sjabloonpagina's wilt invoegen.)
4.
In WebPlus kunt u aangeven of een gekoppelde stramienpagina samen met de pagina wordt gekopieerd. Kies een van de volgende opties in het vervolgkeuzemenu linksboven:
•
Stramienpagina kopiëren. Hiermee wordt de stramienpagina altijd naar uw site gekopieerd.
•
Stramienpagina vergelijken en kopiëren. Hiermee wordt gecontroleerd of de stramienpagina al op uw site bestaat en wordt deze gekopieerd als dit niet het geval is.
Sites en pagina's instellen
•
Geen stramienpagina. De stramienpagina van de pagina wordt nooit naar de site gekopieerd.
5.
Klik op de knop Openen. De pagina's worden aan de boomstructuur van de site toegevoegd.
73
Offsite links toevoegen U kunt ook een offsite link toevoegen aan de sitestructuur. Dit is meestal een pagina of bron die losstaat van uw site, maar die u in de navigatiestructuur van uw site wilt opnemen. Offsite links verschijnen zowel in de boomstructuur van de site als op navigatiebalken, zodat u deze kunt bewerken alsof het pagina's zijn op uw site. U voegt als volgt een offsite link toe: 1.
Selecteer de pagina waarna u de nieuwe pagina wilt invoegen, in het venster Pagina's (boomstructuur van de site) op het tabblad Site van de studio.
2.
Toevoegen Klik op de pijl-omlaag van de knop direct boven het venster Pagina's. Kies Nieuwe externe koppeling... in het vervolgmenu.
3.
Typ in het dialoogvenster een Menunaam om de offsite link aan te duiden in de sitestructuur (het equivalent van de paginanaam).
4.
Klik om het doeltype van de link te selecteren en voer het specifieke doel van de offsite hyperlink in (zie Het doel van een hyperlink instellen op pagina 1) samen met het venster waarin het doel moet worden weergegeven. Laat het selectievakje Toevoegen aan navigatiestructuur ingeschakeld als u de link in de navigatiestructuur van uw site wilt opnemen.
•
Schakel het selectievakje Voor en/of Na in als u horizontale scheidingslijnen wilt weergeven
74
Sites en pagina's instellen
boven/onder de pagina als submenu-item op navigatiebalken.
•
5.
Geef een Beschrijving op om extra paginagerelateerde informatie over het submenu-item van de balk toe te voegen.
Klik op OK.
Uw startpagina instellen U stelt als volgt een webpagina in als startpagina:
•
Klik met de rechtermuisknop op een standaardpagina op het tabblad Site en selecteer Instellen als startpagina.
Pagina-eigenschappen instellen Uw WebPlus-website heeft zijn eigen algemene raamwerk dat bestaat uit de site zelf, een of meer stramienpagina's en een aantal afzonderlijke pagina's. Elk aspect van dit raamwerk heeft meerdere eigenschappen die samen het uiterlijk en het gedrag van uw site bepalen wanneer u de site publiceert. U kunt deze standaardeigenschappen behouden of ze naar behoefte aanpassen, ongeacht of u een WebPlus-sjabloon gebruikt of een volledig nieuwe site ontwerpt. U kunt pagina-eigenschappen van afzonderlijke pagina's weergeven via het tabblad Site door met de rechtermuisknop op de actieve pagina in de werkruimte te klikken of via Websitebeheer. Het voordeel van het dialoogvenster Sitebeheer is dat u in dit venster niet alleen de eigenschappen van meerdere pagina's kunt bekijken, maar ook kunt wijzigen. U hoeft alleen maar de desbetreffende pagina's te selecteren en een of meer pagina-eigenschappen te wijzigen. De nieuwe instellingen worden automatisch op alle geselecteerde pagina's toegepast.
Sites en pagina's instellen
75
Zo geeft u de eigenschappen van een stramienpagina weer:
•
Klik op de knop Stramienpagina's beheren boven het venster Stramienpagina's op het tabblad Site. Het venster Stramienpagina's beheren wordt weergegeven.
Zo geeft u de eigenschappen van gewone pagina's op uw site weer:
•
Klik met de rechtermuisknop op de pagina in de werkruimte en kies Eigenschappen van pagina....
Het dialoogvenster Eigenschappen van pagina verschijnt.
Naam van tabblad
Eigenschap
Navigatie (standaard)
Paginanaam, titel en bestandsnaam Elke pagina heeft een 'zichtbare' paginatitel of bestandsnaam die in de boomstructuur op het tabblad Site wordt weergegeven. Op dit tabblad kunt u de naam van de titel bewerken of voor de titel een andere naam opgeven dan de naam van de pagina. Toevoegen aan navigatiestructuur Standaard worden alle pagina's van uw site in de navigatiestructuur opgenomen. Gebruik deze optie als u de pagina van de navigatiestructuur wilt uitsluiten. Scheidingslijnen en Beschrijving Schakel het selectievakje Voor en/of Na in om scheidingslijnen toe te passen tussen de menuopties van de navigatiebalk en opties van het popupmenu. Geef in het vak Beschrijving een
76
Sites en pagina's instellen
beschrijving op als u extra paginagerelateerde informatie wilt toevoegen onder het submenu-item in de navigatiebalk. Frame van actief document U kunt pagina's in een actief documentframe openen als u eerder een dergelijk frame hebt gemaakt. Plaatsing Met deze optie kunt u uw nieuwe pagina voor, na of als onderliggende pagina plaatsen van de pagina die u in de vervolgkeuzelijst kiest. Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer u een-pagina toevoegt. Uiterlijk
Breedte en hoogte Hiermee stelt u de afmetingen van afzonderlijke pagina's en stramienpagina's in en overschrijft u de Standaardgrootte van pagina (in Bestand>Eigenschappen van site...) die is gebruikt toen de pagina werd gemaakt. U kunt de paginarand rechts of boven ook slepen om de breedte of de hoogte van de pagina aan te passen. Pagina-uitlijning De instelling die u hier kiest, bepaalt hoe de inhoud van een pagina wordt weergegeven in een browser. Gebruik de standaardpagina-uitlijning van de site (Instellingen voor site gebruiken) of kies Links of Gecentreerd als u de instellingen wilt vervangen.
Sites en pagina's instellen
77
Selectie Kies een unieke Kleur om onderscheid te maken tussen objecten op deze pagina en objecten op een gekoppelde stramienpagina. De kleur wordt weergegeven wanneer de aanwijzer op het object wordt geplaatst en op de omtrek van het geselecteerde object. Kopiëren Hiermee dupliceert u ontwerpelementen van een bestaande webpagina naar uw nieuwe pagina. Schakel het selectievakje Objecten kopiëren van pagina en selecteer de pagina in de geactiveerde lijst. Gekoppelde HTML-inhoud kan eventueel ook worden gekopieerd. Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer u een-pagina toevoegt. Achtergrond
Stramienpagina's Hiermee bepaalt u welke stramienpagina's aan uw pagina worden gekoppeld. Selecteer deze optie om een stramienpagina te koppelen, hef de selectie op om de stramienpagina los te koppelen of sleep (of gebruik de knoppen Ophoog/Omlaag) om de volgorde van de stramienpagina's te wijzigen. Achtergrond De vervolgkeuzelijst biedt verschillende manieren om de achtergrond van de pagina weer te geven.
78
Sites en pagina's instellen
• Uiterlijk van site gebruiken: Hiermee wordt de achtergrond van de gehele site gebruikt, zoals is ingesteld in Bestand>Eigenschappen van site>Pagina.
• Achtergrond van stramienpagina gebruiken:
Hiermee worden de instellingen voor de achtergrond van een gekoppelde stramienpagina gebruikt. Deze instellingen hebben de achtergrond van de site vervangen (hierboven).
• Aangepaste achtergrond gebruiken: Hiermee
gebruikt u een Paginakleur, Achtergrondkleur of Achtergrondafbeelding alleen voor de huidige pagina. Als u de optie Aangepaste achtergrond gebruiken selecteert, zijn de opties beschikbaar.
Zoeken
Zoektags Neem optionele tagbeschrijvingen en trefwoorden op afzonderlijke pagina's op die de zoekmachineinstellingen van de site vervangen.
Zoekmachine
Sitemaps en robots Hier kunt u aangeven of zoekmachines en robots de huidige pagina van uw site mogen analyseren en indexeren. Als u gebruikmaakt van een sitemapbestand, wordt de huidige pagina geïndexeerd. Gebruikt u een Robots-metatag (robots.txt), dan wordt in dit bestand aangegeven dat de pagina niet mag worden geïndexeerd. Deze instellingen vervangen overeenkomstige zoekmachineinstellingen van de site.
Paginabeveiliging Paginabeveiliging Hiermee kunt u de toegang tot uw webpagina's beperken door ze aan een specifieke gebruikersgroep toe te wijzen (via het intelligente
Sites en pagina's instellen
79
object Gebruikerslijst van Serif Web Resources). Omleiden
Omleiden naar U kunt gebruikers na enige tijd automatisch naar een specifieke locatie doorsturen vanaf een webpagina (een andere pagina in uw site, een emailadres, afbeelding enzovoort).
Effecten
Paginaovergangen Hier kunt u de overgangseffecten instellen die u wilt gebruiken wanneer internetgebruikers een specifieke pagina op uw site weergeven of deze verlaten. Geluidsbestand gebruiken Hiermee kunt u achtergrondgeluid kiezen dat automatisch wordt geladen en afgespeeld wanneer een bepaalde pagina voor het eerst wordt weergegeven.
HTML-pagina's maken HTML-code is de onderliggende, met tags gemarkeerde, code die door webbrowsers wordt gelezen om webpagina's correct weer te geven. Met de code en tags wordt bepaald hoe een pagina wordt opgemaakt. Daarom is het van essentieel belang dat de code de juiste structuur heeft en voldoet aan de HTML-standaard. WebPlus ondersteunt de ontwikkeling van webpagina’s in HTML. U kunt pagina’s toevoegen op het tabblad Site van het venster Structuur van site. Er wordt een afzonderlijk pictogram voor HTML-pagina's weergegeven.
U kunt HTML-pagina’s op het tabblad Site op dezelfde manier beheren als standaardpagina's. U kunt slepen en neerzetten, de naam
80
Sites en pagina's instellen
wijzigen, een voorbeeld weergeven, offline koppelingen invoegen, de downloadtijd berekenen of de pagina opnemen in de navigatie, enzovoort. Aan HTML-pagina's zijn echter geen stramienpagina's gekoppeld. Wanneer u dubbelklikt op het pictogram van een HTML-pagina, wordt het bronvenster van de HTML-pagina weergegeven die u kunt bewerken (in plaats van de WYSIWYGweergave van een standaardpagina). Als u een ervaren HTMLontwikkelaar bent, komen de basis-HTML-tags die in het bronvenster worden weergegeven, u waarschijnlijk bekend voor.
Wanneer u rechtstreeks met HTML-code werkt, is er geen WYSIWYG-weergave beschikbaar. U moet de sjabloon-HTML-structuur dan verder bewerken. Meestal wordt tekst ingevoegd (door te typen of te plakken) tussen de begintag en de eindtag
Pagina’s weergeven De WebPlus-werkruimte bestaat uit een 'paginagebied' en een 'plakbordgebied' daaromheen.
Sites en pagina's instellen
81
Het paginagebied (A) is de plaats waar u de tekst, afbeeldingen en andere elementen plaatst die op de uiteindelijke webpagina moeten worden weergegeven. Het plakbord (B) is het gebied waar zich gewoonlijk elementen bevinden die worden voorbereid of die daar tijdelijk zijn neergezet voordat ze in het paginagebied worden geplaatst. Wanneer u uw site publiceert vanuit WebPlus, wordt alles dat zich geheel of gedeeltelijk in het paginagebied bevindt, weergegeven, terwijl alles wat zich geheel op het plakbord bevindt, niet op de gepubliceerde webpagina verschijnt. Het plakbord wordt gedeeld door alle pagina's en stramienpagina's en is daarom ook heel handig voor het kopiëren of verplaatsen van objecten van de ene pagina naar de andere. Zo kopieert of verplaatst u een object naar een andere pagina via het plakbord: 1.
Sleep het object vanaf de bronpagina naar het plakbord. (Houd de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u sleept als u een kopie wilt maken van het object.)
2.
Geef de doelpagina weer (zie Van pagina wisselen hierna).
82
Sites en pagina's instellen
3.
Sleep het object vanaf het plakbord naar de doelpagina. (Houd de Ctrl-toets ingedrukt als u een kopie wilt maken.)
In WebPlus kunt u heel gemakkelijk precies dat deel van de site weergeven waaraan u werkt. U kunt bijvoorbeeld een compleet overzicht van een hele pagina weergeven, maar ook een close-up van een klein gebiedje op de pagina. Gebruik de schuifbalken onder en rechts in het hoofdvenster als u de pagina en het plakbord wilt verplaatsen in het hoofdvenster. De weergave wordt automatisch opnieuw gecentreerd als u objecten naar de rand van het scherm sleept. De werkbalk Beeld boven aan het scherm bevat het Pangereedschap waarmee u de weergave op een alternatieve manier kunt aanpassen, plus een aantal knoppen waarmee u kunt inen uitzoomen, zodat u de pagina kunt bekijken en bewerken op verschillende detailniveaus.
Van pagina wisselen U kunt in WebPlus op diverse manieren snel naar dat deel van uw site gaan waaraan u wilt werken. Het tabblad Site van de studio bevat een centraal 'bedieningspaneel' dat de boomstructuur van de site bevat met de hiërarchie van pagina's op de site (zie De sitestructuur en navigatiehulpmiddelen op pagina 36) en dat ook de pictogrammen van de stramienpagina's van de site bevat. Een pagina selecteren versus een pagina weergeven: Met één keer klikken op een pagina of stramienpagina selecteert u de pagina alleen maar. Als u de pagina of stramienpagina daadwerkelijk wilt weergeven, moet u op een item dubbelklikken. Een oranje vermelding (met een paginanaam die vet wordt weergegeven) geeft de geselecteerde pagina aan.
Sites en pagina's instellen
83
Het oogpictogram geeft de pagina aan die op dit moment wordt bekeken en die u kunt bewerken in de werkruimte. In dit voorbeeld ziet u dat de pagina momenteel wordt weergegeven en ook is geselecteerd. Een gemarkeerd pictogram van een stramienpagina in het bovenste venster van het tabblad Site duidt de geselecteerde stramienpagina aan. Een oogpictogram in het pictogram van de stramienpagina geeft aan dat de pagina op dat moment wordt weergegeven. In dit voorbeeld ziet u een stramienpagina die wordt weergegeven en ook is geselecteerd. Zo geeft u een specifieke pagina of stramienpagina weer: U kunt diverse methoden gebruiken op een pagina weer te geven:
•
Gebruik de knoppen voor paginanavigatie op de statusbalk. - of Klik op de vermelding van de pagina of stramienpagina in de paginakiezer.
84
Sites en pagina's instellen
•
Ga naar het tabblad Site van de studio en dubbelklik op de vermelding van de pagina (of stramienpagina) die u wilt weergeven. Het venster met de structuur van de site op dit tabblad bevat een boomstructuur met vermeldingen voor de pagina's van de site, terwijl het venster met stramienpagina's alleen de pictogrammen van de stramienpagina's bevat. Mogelijk moet u op de knop Stramienpagina's klikken om het venster met stramienpagina's weer te geven.
•
Klik op de knop Structuur van site op de statusbalk of in het venster Pagina van het tabblad Site. Selecteer de paginavermelding in de boomstructuur in het dialoogvenster (dubbelklik indien nodig op items in de boomstructuur om een vertakking uit te vouwen). Klik vervolgens op de knop Pagina weergeven.
Voor stramienpagina's:
•
Klik het tabblad Site van de studio op de knop Stramienpagina's> om een stramienpaginavenster weer te geven. Er worden een of meer pictogrammen van stramienpagina's weergegeven.
•
Dubbelklik op het pictogram van de stramienpagina die u wilt weergeven.
Sites en pagina's instellen
85
Zo schakelt u tussen de huidige pagina en de stramienpagina:
•
Klik op de knop statusbalk.
Pagina/stramienpagina op de
Als er meerdere stramienpagina's aan een pagina zijn gekoppeld, wordt alleen overgeschakeld naar de eerste stramienpagina. Zo geeft u de startpagina van de site weer:
•
Klik op de knop
Startpagina op de statusbalk.
86
Sites en pagina's instellen
4
Navigatie en hyperlinks
88
Navigatie en hyperlinks
Navigatie en hyperlinks
89
Navigatiebalken toevoegen In WebPlus zijn navigatiebalken zo geprogrammeerd dat ze zich automatisch aan de structuur van uw site aanpassen, zodat u eenvoudig een website kunt ontwerpen waarop bezoekers vlot kunnen navigeren. Met navigatiebalken kan eenvoudig worden genavigeerd tussen de verschillende secties en niveaus van een site (zie pagina 36), met koppelingen naar uw startpagina en andere sectiepagina's op het hoogste niveau. Daarnaast bevatten pop-upmenu's koppelingen naar onderliggende pagina's in elke sectie. U kunt eenvoudig navigatiebalken invoegen op elk gewenst niveau van de site. Daarnaast kunt u deze koppelen aan een bepaald deel van de site, kunt u het uiterlijk van de navigatiebalk wijzigen en kunt u zo nodig bepaalde pagina's uitsluiten van navigatie.
Niveaus en sitestructuur Neem De sitestructuur en navigatiehulpmiddelen (pagina 36) door om te bekijken hoe de sitestructuur is gebaseerd op secties en niveaus. Wanneer u een navigatiebalk definieert, kunt u het paginaniveau kiezen dat wordt weergegeven op de navigatiebalk. U kunt dit zien als een verwijzing naar delen van de site waarnaar een koppeling moet worden gemaakt ten opzicht van de pagina met de navigatiebalk. U kunt kiezen uit Hoogste niveau, Zelfde niveau, Onderliggend niveau, Vorige/Volgende en meer. Voor een duidelijk inzicht in deze relatie tussen pagina's en deze niveaus waarnaar wordt verwezen, wordt een visuele hint gegeven wanneer u de navigatiebalk maakt (in elk miniatuur voor Navigatietype). Met de donker rechthoeken wordt het paginaniveau aangegeven dat moet worden gebruikt en met de zwarte stip (•) wordt de pagina aangegeven waarop de navigatiebalk is geplaatst.
90
Navigatie en hyperlinks
Hoogste niveau
Zelfde niveau
Onderliggend niveau
Vorige en Volgende
De pictogramontwerpen zijn voorbeelden en geven niet de werkelijke structuur van de site aan. Aangezien navigatiebalken uw sitestructuur 'begrijpen', worden deze dynamisch bijgewerkt als pagina's naar een ander niveau worden verplaatst.
Navigatiebalken maken U kunt navigatiebalken toevoegen aan elke gewenste pagina. Meestal wordt een navigatiebalk echter op de stramienpagina geplaatst, omdat u hetzelfde element dan niet op meerdere pagina's hoeft te plakken. Een navigatiebalk op een stramienpagina gedraagt zich alsof deze zich op elke pagina bevindt. Dit is in overeenstemming met het concept dat de verschillende knoppen en menu's van het element zijn gerelateerd aan de locatie van de pagina's in de algehele sitestructuur. Wanneer u een navigatiebalk toevoegt, kunt u kiezen hoe de navigatie wordt weergegeven de pagina via de volgende opties:
•
Type: het intrinsieke ontwerp van uw navigatiebalk (bijvoorbeeld blok, spraak, traditioneel).
•
Navigatietype: de sitestructuur of aangepaste structuur waarop de navigatiebalk is gebaseerd.
Navigatie en hyperlinks
91
•
Uiterlijk: Het ontwerp van de knop, scheidingslijn en achtergrond van de navigatiebalk. U kunt vooraf ingestelde of aangepaste ontwerpen gebruiken.
•
Pop-upmenu's: Het ontwerp van de knop, scheidingslijn en achtergrond voor pop-upmenu's die worden weergegeven op de navigatiebalk (als u onderliggende pagina's gebruikt in de sitestructuur).
Zo voegt u een navigatiebalk toe: 1.
Selecteer de pagina (of stramienpagina).
2.
Klik op de werkbalk Webobjecten in het vervolgmenu Navigatie op invoegen.
3.
Navigatiebalk
Schakel op het tabblad Type naar de typen navigatiebalken in de vervolgkeuzelijst Type en vouw zo nodig de menuopties uit. U kunt snel bladeren met de pijltoetsen. Plaats de muisaanwijzer in het aangrenzende voorbeeldvenster op de menuopties om het uiterlijk van pop-upmenu's te bekijken.
4.
Selecteer uw gekozen navigatietype, bijvoorbeeld Blok 2.
5.
Kies op het tabblad Navigatietype of u de navigatiebalk rechtstreeks wilt baseren op de Sitestructuur (schakel Op basis van de sitestructuur in). - of Pas de opties van de navigatiebalk aan (schakel Aangepast in; zie Navigatiebalken aanpassen op pagina 93).
92
Navigatie en hyperlinks
Als u Structuur van site kiest, kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
6.
•
Selecteer de knoppen die u op de navigatiebalk wilt opnemen: Hoogste niveau, Bovenliggend niveau, Zelfde niveau enzovoort.
•
Afhankelijk van de hoofdselectie, kunt u ervoor kiezen de onderliggende pagina, ankers, startpagina en/of bovenliggende pagina op te nemen en/of de Huidige pagina verbergen of koppelingen uitschakelen.
•
Schakel de optie Namen van relatieve koppelingen in als u relatieve koppelingen gebruikt, zoals Home, Omhoog, Vorige en Volgende. Als Vaste namen gebruiken is ingeschakeld, worden de relatieve namen weergegeven, bijvoorbeeld Volgende. Met Paginanamen gebruiken worden de werkelijke paginanamen weergegeven die zijn gedefinieerd in de eigenschappen van de pagina. U kunt op Aanpassen klikken als u een relatieve naam van een koppeling wilt bewerken.
•
Stel Doelframe/-venster in als u wilt wijzigen waar de nieuwe pagina wordt geopend. U hebt de keuze uit Zelfde venster (de meest gebruikte instelling), Nieuw venster (handig voor pagina's die geen deel uitmaken van uw site), Boven in huidig venster, Bovenliggend frame, Benoemd venster en Documentframe.
(Optioneel) Op het tabblad Uiterlijk kunt u zo nodig verschillende ontwerpen selecteren voor de knoppen, scheidingslijnen of achtergrond. Deze worden weergegeven op de hoofdnavigatiebalk. U kunt als volgt ontwerpen selecteren:
Navigatie en hyperlinks
•
U kunt een vooraf ingesteld ontwerp kiezen in het vervolgmenu door op de pijl-omlaag van de knopminiatuur te klikken, bijvoorbeeld voor vooraf ingestelde knoppen. - of -
•
U kunt op Bewerken klikken om een aangepast ontwerp te maken op basis van de geselecteerde knop. U kunt het lettertype, de grootte en de kleur van de tekst wijzigen en de achtergronden voor verschillende knopstatussen Zie de Help bij WebPlus voor meer informatie.
7.
(Optioneel) Kies de ontwerpen op het tabblad PopUpmenu's, zoals is beschreven voor het tabblad Uiterlijk, maar die in dit geval gelden voor onderliggende pagina's in de sitestructuur.
8.
Klik op OK. De navigatiebalk wordt op de pagina weergegeven.
Navigatiebalken hebben een kleurenschema, waardoor u het uiterlijk van de balk nog verder kunt aanpassen. Zie Kleurenschema's gebruiken op pagina 411. Zo bewerkt u een navigatiebalk: 1.
Dubbelklik op de navigatiebalk. - of Selecteer - of -
Navigatiebalk bewerken....
klik met de rechtermuisknop op de balk en kies Navigatiebalk bewerken. 2.
93
Wijzig de beschikbare instellingen op elk tabblad .
94
Navigatie en hyperlinks
De structuur van navigatiebalken aanpassen Standaard is de structuur van een navigatiebalk gebaseerd op de sitestructuur. Als u de volgorde of de hiërarchie van de items op de navigatiebalk zo wilt wijzigen, dat deze afwijkt van de sitestructuur, kunt u in WebPlus navigatiebalken aanpassen door een aangepaste navigatiestructuur te maken. U kunt elementen toevoegen, bewerken of verwijderen waarmee diverse typen hyperklinkdoelen worden geopend (zie Hyperlinks en ankers toevoegen op pagina 108), net zoals in de sitestructuur van het tabblad Site. Als u met een aangepaste navigatiestructuur werkt, wordt de navigatiebalk niet meer automatisch bijgewerkt wanneer u nieuwe pagina's toevoegt aan uw site. Als u wilt dat de navigatiebalk automatisch wordt bijgewerkt, moet u deze op de structuur van uw site baseren. Zo past u een geselecteerde navigatiebalk aan: 1.
Dubbelklik op de navigatiebalk.
2.
Schakel de optie Aangepast in op het tabblad Type navigatie.
3.
Wijzig de volgorde van de items op de navigatiebalk via slepen-en-neerzetten (of gebruik hiervoor de knoppen Omhoog, Omlaag, Lager niveau en Hoger niveau).
4.
Klik op Koppeling toevoegen om een nieuwe koppeling toe te voegen aan het einde van de aangepaste navigatiestructuur, meestal om een pagina toe te voegen die u aan de site hebt toegevoegd. Wijs in het dialoogvenster dat wordt weergegeven, het doel van de hyperlink, een doelframe of -venster en een titel toe aan het element. Klik op OK.
Navigatie en hyperlinks
5.
95
Klik opnieuw op OK. Nu wordt de aangepaste navigatiestructuur gebruikt om de verschillende menuopties op de navigatiebalk weer te geven.
Klik op Beginwaarden als u opnieuw de beginwaarden wilt instellen voor de sitestructuur of klik op Alles verwijderen als u alle elementen wilt verwijderen uit de aangepaste structuur. U kunt de aangepaste navigatiestructuur ook opslaan op de site, zodat u deze kunt gebruiken voor andere navigatiebalken. Zo slaat u een aangepaste navigatiebalk op:
•
Klik op Standaardwaarden en kies Opslaan... in het vervolgmenu.
•
Voer een naam in voor de aangepaste navigatiestructuur (bijvoorbeeld aangepnavstructuur-1).
•
Klik op OK. De structuur wordt opgeslagen op de site.
U kunt de opgeslagen structuur later via Standaardwaarden (vervolgmenu Laden) ophalen voor andere navigatiebalken.
Knoppen, scheidingslijnen en achtergronden wijzigen Wanneer u een navigatiebalk maakt of bewerkt, wilt u mogelijk het navigatietype en de structuur van de balk hetzelfde houden en alleen de knoppen, scheidingslijnen en achtergrond wijzigen waaruit de navigatiebalk bestaat. U kunt een bestaande navigatiebalk zelfs als uitgangspunt gebruiken om nieuwe navigatiebalken te maken. Hiervoor hoeft u alleen eerst een navigatiebalk te kiezen. Hierdoor kunt u sneller het gewenste uiterlijk instellen.
96
Navigatie en hyperlinks
Zo geeft u de instellingen voor knoppen, scheidingslijnen en de achtergrond weer:
•
Op het tabblad Uiterlijk kunt u knoppen, scheidingslijnen en de achtergrond aanpassen door het navigatiebalkelement te selecteren in een selectievak. De opties in het dialoogvenster worden vervolgens aangepast aan het geselecteerde navigatiebalkelement.
Zo wijzigt u de knoppen op de navigatiebalk (in een andere vooraf ingestelde knop): 1.
Klik op de vervolgkeuzepijl op het miniatuur Enkel om het vervolgmenu Vooraf gedefinieerd te openen.
2.
Selecteer een knop uit een categorie (deze komen overeen met de categorieën voor het Type navigatiebalk).
3.
(Optioneel) Pas de opties voor Scheiding en Uitlijning aan. De opties voor horizontaal gelden voor knoppen die horizontaal worden weergegeven op de navigatiebalk en vice versa.
4.
Klik op OK. U kunt volledig nieuwe aangepaste knoppen maken in de Knopstudio van WebPlus. (Zie Aangepaste knoppen maken op pagina 106.)
Zo wijzigt u de scheidingslijnen voor de navigatiebalk (in een andere vooraf ingestelde scheidingslijn): 1.
Klik op de vervolgkeuzepijl op het miniatuur Scheidingsteken om het vervolgmenu Vooraf gedefinieerd te openen.
2.
Selecteer een scheidingslijn uit een categorie.
Navigatie en hyperlinks
3.
(Optioneel) Pas de schaalopties aan en maak scheidingslijnen.
4.
Klik op OK.
97
U kunt aangepaste scheidingslijnen maken in de Design Studio van WebPlus. (Zie Aangepaste knoppen maken op pagina 106.) Zo wijzigt u de achtergrond van de navigatiebalk (in een andere vooraf ingestelde achtergrond): 1.
Klik op de vervolgkeuzepijl op het miniatuur Achtergrond om het vervolgmenu Vooraf gedefinieerd te openen.
2.
Selecteer een achtergrond uit een categorie.
3.
(Optioneel) Pas de opvulling en andere opties aan uw ontwerp aan.
4.
Klik op OK.
Pop-upmenu's wijzigen Pop-upmenu's maken deel uit van navigatiebalken die zijn gebaseerd op sitestructuren met onderliggende pagina's. Deze worden alleen weergegeven wanneer de muisaanwijzer op knoppen op de navigatiebalk wordt geplaatst, en ze verdwijnen weer wanneer de muisaanwijzer wordt weggehaald.
98
Navigatie en hyperlinks
Net zoals knoppen, kunt u pop-upmenu's uitgebreid configureren. Een verschil is dat deze kunnen worden geconfigureerd als Tekstpop-upmenu's en Grafische popupmenu's. Voor de verschillende typen navigatiebalken (Blok, Hooglichten, Spraak enzovoort) kunnen beide typen pop-upmenu worden gebruikt, afhankelijk van het ontwerp. Zo geeft u de instellingen van het pop-upmenu weer: 1.
Op het tabblad Pop-upmenu's kunt u het pop-upmenu aanpassen door een menutype te kiezen. Schakel Tekstpop-upmenu's of Grafische pop-upmenu's in. Met de laatstgenoemde optie implementeert u knopobjecten om de menu's op te maken.
2.
Selecteer een menuoptie. De opties in het dialoogvenster worden vervolgens aangepast aan de geselecteerde optie.
3.
Bewerk de invoervakken, vervolgkeuzelijsten, keuzerondjes en selectievakjes die u in het ontwerp van uw pop-upmenu wilt opnemen. De instellingen van het grafische pop-upmenu voor knoppen, scheidingslijnen en de achtergrond zijn vergelijkbaar met die van knoppen.
Navigatie en hyperlinks
99
Scheidingslijnen weergeven Voor alle pagina's, offsite links en ankers die zijn opgenomen in de navigatie en die worden weergegeven op de navigatiebalk (of in de pop-upmenu's), kunt u de weergave van scheidingslijnen tussen de menuopties beheren. Zo stelt u de weergave van scheidingslijnen op de navigatiebalk in: 1.
Klik in het dialoogvenster Instellingen voor navigatiebalk op het tabblad Uiterlijk en selecteer de optie Scheidingstekens.
2.
Schakel de optie Scheidingsteken invoegen als dit is aangegeven in de navigatiestructuur in.
3.
Klik op OK.
4.
Klik met de rechtermuisknop op de pagina/offsite link en kies Eigenschappen van pagina....
5.
Schakel bij de menuoptie Navigatie het selectievakje Voor en/of Na in als u een scheidingslijn wilt weergeven boven/onder het pop-upmenu-item van de pagina.
6.
Klik op OK.
Objectankers hebben vergelijkbare opties voor scheidingslijnen wanneer u met de rechtermuisknop op een object klikt en Anker selecteert. Zo stelt u de weergave van scheidingslijnen in popupmenu's in: 1.
Klik in het dialoogvenster Instellingen voor navigatiebalk op het tabblad Pop-upmenu's.
100 Navigatie en hyperlinks
•
Selecteer Lijnen en randen voor Tekstpopupmenu's (schakel het keuzerondje in) en schakel Scheidingsteken invoegen als dit is aangegeven in de navigatiestructuur in. - of -
•
Selecteer Scheidingslijnen voor Grafische popupmenu's (schakel het keuzerondje in) en schakel de hierboven genoemde optie in.
2.
Klik op OK.
3.
Herhaal stap 4 tot en met 6 hierboven.
Navigatiebalkopties opslaan Als u de knoppen, scheidingslijnen, achtergrond en het popupmenu van een navigatiebalk hebt aangepast, kunt u deze gecombineerde instellingen opslaan op één locatie met de knop Standaardwaarden. Dit is handig wanneer u hetzelfde uiterlijk van de navigatiebalk wilt toepassen op andere navigatiebalken die u op uw site maakt.
Pagina's opnemen in/uitsluiten van de navigatiestructuur Standaard worden alle pagina's in de navigatiestructuur opgenomen. Dit betekent dat u voor deze pagina's koppelingen kunt opnemen op een navigatiebalk. U kunt bepaalde pagina’s (met uitzondering van de startpagina) uitsluiten, zodat deze worden genegeerd op navigatiebalken. Stel dat uw site een sectie met referentiepagina's bevat die u niet in de navigatiestructuur wilt opnemen, zodat gebruikers ze niet van begin tot eind kunnen doorlopen. Door de bovenliggende pagina van deze sectie uit te sluiten, verwijdert u deze uit de navigatiebalk. De pagina wordt hierdoor niet uit de site wordt verwijderd. Deze wordt nog steeds weergegeven in de boomstructuur op het tabblad Site en u kunt nog
Navigatie en hyperlinks 101
altijd hyperlinks toevoegen naar deze pagina. De pagina wordt alleen niet weergegeven op een navigatiebalk. Zo sluit u een pagina uit van de navigatiestructuur:
•
Klik met de rechtermuisknop op de pagina in de boomstructuur op het tabblad Site van de studio en kies Eigenschappen van pagina.... Schakel Toevoegen aan navigatiestructuur uit.
•
Bij opgenomen pagina's wordt een markering weergegeven bij de paginavermelding in de boomstructuur op het tabblad Site. Pagina's die u van de navigatiestructuur hebt uitgesloten, hebben geen markering en worden grijs weergegeven.
Dynamische navigatiebalken gebruiken Tot nu toe zijn we ervan uitgegaan dat navigatiebalken op de structuur van uw site zijn gebaseerd en dat u statische pagina's wilt weergeven als menu-items. U kunt echter ook dynamische navigatiebalken maken door links naar forums,CMS en titels van blogartikelen in de submenu's van uw navigatiebalk op te nemen, zodat gebruikers rechtstreeks naar het relevante artikel kunnen gaan door op een titel te klikken. Hierna gaan we ervan uit dat u al een offsite link gebruikt om bezoekers naar uw forum, CMS of blog te leiden, en dat u deze offsite link in de navigatiestructuur van uw site hebt opgenomen. Zo maakt u een dynamische navigatiebalk:
•
Klik met de rechtermuisknop op de offsite link op het tabblad Site en kies Eigenschappen van offsite link....
•
Wijzig in het dialoogvenster Offsite link de opties in de vervolgkeuzelijst in de sectie Intelligent object om feeditems (bijvoorbeeld titels van gepubliceerde artikelen) toe te voegen als onderliggende elementen aan het
102 Navigatie en hyperlinks submenu van de balk. Nu kan de gebruiker op de titel van een artikel klikken om het desbetreffende artikel in een venster weer te geven. Dit is meestal een afzonderlijk venster.
Converteren naar deelvensters U kunt de navigatiebalk converteren naar een deelvenster (pagina 135), zodat u de knoppen op de navigatiebalk vrijer kunt plaatsen (binnen het gebied van het deelvenster) en u kunt instellen dat navigatiebalken altijd zichtbaar zijn. Zo converteert u een navigatiebalk naar een deelvenster: 1.
Selecteer de navigatiebalk.
2.
Selecteer op de optiebalk de optie deelvenster converteren.
Naar
Voor meer informatie over deelvensters raadpleegt u Deelvensters invoegen op pagina 135 voor meer informatie.
Pop-upmenu's toevoegen Pop-upmenu's vormen een integraal deel van navigatiebalken met meerdere niveaus (pagina 86) en worden alleen weergegeven wanneer iemand een knop aanwijst (zonder erop te klikken). De items in het pop-upmenu verwijzen naar onderliggende pagina's op lagere niveaus van uw site. In WebPlus kunt u ook pop-upmenu's toevoegen aan een object. Dit kan elk gewenst object zijn, zoals een AutoVorm, afbeelding of item in de galerie, maar het zal meestal een knop zijn. Het menu verschilt in wezen niet van menu's die in navigatiebalken zijn geïntegreerd. Net als in menu's van navigatiebalken, kunnen de items in pop-upmenu's worden geconfigureerd, waarbij de
Navigatie en hyperlinks 103
volledige sitestructuur (of een deel daarvan) of uw eigen aangepaste structuur kan worden gebruikt. Pop-upmenu's zijn vooral handig als u een beperkte reeks, wellicht verwante, navigatiekoppelingen wilt weergeven, zoals een reeks producten. U kunt zelf precies bepalen welk niveau van uw site u in het pop-upmenu wilt weergeven. In het voorbeeld hiernaast is het pop-upmenu gebaseerd op onderliggende pagina's die horen bij de bovenliggende pagina Producten (waarop zich waarschijnlijk de knop en het pop-upmenu bevinden). Zo maakt u een pop-upmenu: 1.
Selecteer een object waaraan u het pop-upmenu wilt koppelen.
2.
Selecteer Pop-upmenu... in het menu Invoegen. - of Klik met de rechtermuisknop op een object en selecteer Pop-upmenu....
3.
Ga in het dialoogvenster naar het tabblad Type navigatie en schakel de optie Een pop-upmenu met navigatiekoppelingen weergeven voor dit object in om het mogelijk te maken navigatiekoppelingen aan het object te koppelen.
4.
Schakel de optie Op basis van de sitestructuur of Aangepast in om respectievelijk de
104 Navigatie en hyperlinks navigatiekoppelingen van uw site te gebruiken als deel van het menu of het pop-upmenu te baseren op uw eigen aangepaste structuur (pagina 93). 5.
Ga in het dialoogvenster naar het tabblad Uiterlijk van menu en selecteer Tekstpop-upmenu's of Grafische pop-upmenu's. Met de laatstgenoemde optie implementeert u knopobjecten om de menu's op te maken.
6.
Selecteer een menuoptie in het vak en bewerk vervolgens de invoervakken, vervolgkeuzelijsten, keuzerondjes en selectievakjes, zodat ze passen bij het ontwerp van uw pop-upmenu. De instellingen van het grafische popupmenu voor knoppen, scheidingslijnen en de achtergrond zijn vergelijkbaar met die van knoppen. Alle opties worden uitgebreid beschreven in Popupmenu's wijzigen op pagina 96.
7.
Klik op OK.
Knoppen toevoegen
Navigatie en hyperlinks 105
Knoppen maken deel uit van de navigatiebalken van WebPlus (zie pagina 86), maar kunnen ook als afzonderlijke objecten worden toegevoegd aan de webpagina. Ze zijn dan gekoppeld aan een hyperlinkdoel of er wordt een pop-upmenu mee weergegeven. In WebPlus kunnen knoppen worden gebaseerd op een vooraf ingesteld ontwerp of ze kunnen helemaal nieuw worden gemaakt in de Knopstudio. Vaak wordt een vooraf ingestelde knop gekozen en wordt deze vervolgens aangepast aan de behoeften. Ongeacht de keuze die u maakt, kunt u het tekstlabel eenvoudig en snel aanpassen aan uw knopfunctie.
Zo voegt u een vooraf ingestelde knop toe: 1.
Klik op de werkbalk Webobjecten vervolgmenu Navigatie op
in het
Knop invoegen.
2.
Klik in het dialoogvenster Knop bewerken op het voorbeeldvak voor de knop.
3.
Selecteer een vooraf gedefinieerd type knop in het vervolgmenu. Het voorbeeldvak wordt steeds bijgewerkt wanneer u een ander knopontwerp kiest.
4.
Voer een Knoplabel in om de knop aan de duiden, zoals 'Startpagina', 'Afbeeldingen', 'Help' enzovoort.
5.
Selecteer een Actie die wordt uitgevoerd wanneer op de knop wordt geklikt.
•
Met Hyperlink wordt de gebruiker naar een doel geleid (bijvoorbeeld een internetpagina, sitepagina, bestand) via een hyperlink (zie pagina 108). Klik
106 Navigatie en hyperlinks op Bewerken... om het doeltype, het doel en het doelvenster te kiezen.
•
Met Formulier verzenden wordt een knop Verzenden gemaakt, waarmee formuliergegevens kunnen worden verzonden. Het knoplabel wordt altijd overschreven door Verzenden (u kunt dit wel weer bewerken). De actie voor de knop wordt uitgevoerd wanneer de knop op een formulier wordt geplaatst.
•
Met Beginwaarden voor formulier instellen wordt een knop Beginwaarden gemaakt, waarmee in formulieren de gegevens in de formuliervelden worden gewist. De knoppen Verzenden en Beginwaarden worden meestal naast elkaar geplaatst.
•
Met Aangepast script kunt u uw eigen JavaScriptcode in het invoervak typen (u hoeft de tags niet op te nemen).
6.
(Optioneel) Schakel Uitgeschakeld in om het besturingselement inactief te maken, tenzij dit wordt geactiveerd via een script.
7.
(Optioneel) Schakel Knop in eerste instantie omlaag om de knop eruit te laten zien alsof hier al op is geklikt (in tegenstelling tot de normale status).
8.
Klik op OK.
9.
Plaats de cursor op de positie waarop u de knop wilt plaatsen.
10. Klik met de muis om de knop in te voegen met een standaardgrootte. - of Als u zelf de grootte van de knop wilt instellen, sleept u een gebied tot het de gewenste grootte heeft en laat u de muisknop los.
Navigatie en hyperlinks 107
Zo bewerkt u een knop:
•
Dubbelklik op een knop en bewerk deze, zoals hiervoor is beschreven.
Aangepaste knoppen maken Als u de door u gekozen vooraf gedefinieerde knop verder wilt aanpassen (of als u een geheel nieuwe knop wilt maken), kunt u Knopstudio gebruiken. Dit is een ontwerpomgeving voor knoppen die is geïntegreerd in WebPlus. Hiermee kunt u zich richten op uw knopontwerp zonder te worden afgeleid door andere objecten op de pagina. Het ontwerp wordt geïsoleerd weergegeven.
In de Knopstudio kunt u het aangepaste uiterlijk van de knop bewerken in de verschillende knopstatussen: in de status Normaal, in de status Omlaag wanneer hierop is geklikt en in de status Rollover wanneer de muisaanwijzer hierop wordt geplaatst.
108 Navigatie en hyperlinks De Knopstudio is voorzien van een interactief tabblad Procedure voor hulp bij het maken van de aangepaste knop. Het tabblad bevat meer informatie over het bewerken van de knop in de verschillende statussen en over het gebruik van hulplijnen en opties voor uitrekken waarmee u kunt bepalen welke knopelementen al dan niet worden uitgerekt. Zo maakt u een aangepaste knop: 1.
(Optioneel) Selecteer in het dialoogvenster Knop een vooraf gedefinieerde knop waarop u de nieuwe knop wilt baseren.
2.
Klik in hetzelfde dialoogvenster op de knop Bewerken. Knopstudio wordt gestart met daarin uw knop, passend gemaakt voor uw werkruimte.
3.
Gebruik in de normale status (zie het tabblad Knopstatussen) de standaardfuncties en -tabbladen van WebPlus om het knopontwerp aan te passen aan uw wensen.
4.
Herhaal dit voor elke status (selecteer Omlaag, Rollover, Uitgeschakeld enzovoort) op het tabblad Knopstatussen onder in de werkruimte om de knop te bewerken in elke status. De opties Menu rechts en Menu onder zijn alleen bedoeld voor pop-upmenu's.
5.
Klik op Wijzigingen doorvoeren op de hoofdwerkbalk om Knopstudio af te sluiten. De aangepaste knop wordt bijgewerkt op de oorspronkelijke positie.
Hoe bewerk ik mijn tekst? De Knopstudio is gericht op het knopontwerp, in plaats van de knoplabels. Als u het label wilt bewerken, dubbelklikt u op de knop op de
Navigatie en hyperlinks 109
pagina en bewerkt u deze bij de optie Knoplabel in het dialoogvenster. Wanneer u de knop hebt toegevoegd aan de pagina, kunt u het ontwerp op elk gewenst moment wijzigen in de Knopstudio. Zo bewerkt u een knopontwerp:
•
Selecteer optiebalk.
Knopontwerp bewerken op de
Converteren naar een navigatiebalk U kunt de knop op elk gewenst moment converteren naar een navigatiebalk (pagina 86), zodat deze de eigenschappen van alle navigatiebalken overneemt. Dit houdt in dat hiermee uw sitestructuur (of een aangepaste structuur) wordt aangegeven. Zo converteert u een knop naar een navigatiebalk: 1.
Selecteer de knop.
2.
Selecteer de knop op de optiebalk.
Naar navigatiebalk converteren
Hyperlinks en ankers toevoegen Wanneer u een hyperlink instelt voor een object, zoals een rechthoek, geselecteerde tekst of een afbeelding, kunnen bezoekers van uw website een bepaalde gebeurtenis activeren door op dit object te klikken. Deze gebeurtenis is meestal een sprong naar een van de volgende items:
•
Sitepagina
•
Internetpagina (ergens anders op het web)
110 Navigatie en hyperlinks
•
Venster voor het opstellen van een e-mailbericht
•
Bestand op uw lokale schijf of netwerk
•
Anker (een specifiek doel op een webpagina)
•
Intelligent object (zoals een forum, blog of CMS in Serif Web Resources)
•
RSS-feed of podcast
•
Winkelwagen
•
Navigatie-element
•
Gebruikersgegevens
•
Afbeelding
Zorgvuldig gekozen hyperlinks zijn een belangrijk onderdeel van de sitestructuur. Bezoekers kunnen hiermee makkelijker door uw site navigeren en ze zijn een belangrijk hulpmiddel om uw webpagina's op een logische manier aan elkaar te relateren, zoals in de boomstructuur van de site wordt aangegeven. (Houd echter ook de tijdsbesparende voordelen van het gebruik van navigatiebalken in gedachten.) U kunt alle hyperlinks en ankers op uw site beheren vanuit Websitebeheer, dat toegankelijk is op de standaardoptiebalk of de statusbalk. U voegt als volgt een hyperlink toe: 1.
Gebruik het Selectiegereedschap om het enkele of gegroepeerde object te selecteren of het tekstgebied te markeren waarvoor u een hyperlink wilt instellen.
Navigatie en hyperlinks 111
2.
Selecteer
Hyperlink op de werkbalk
Gereedschappen in het
vervolgmenu Hyperlink.
Het dialoogvenster Hyperlinks wordt weergegeven. 3.
Klik op het type hyperlinkdoel, bijvoorbeeld een websitepagina, internetpagina, intelligent Object enzovoort.
4.
Afhankelijk van het type hyperlink, kunt u typespecifieke opties kiezen in het rechterdeelvenster als hyperlinkdoel.
5.
U kunt een bereik van doelvensters of -frames kiezen, afhankelijk van hoe u het hyperlinkdoel wilt weergeven. De volgende typen zijn beschikbaar (samen met de verwachte resultaten):
•
Hetzelfde venster: het doel van de hyperlink wordt weergegeven in hetzelfde venster als het venster waarin op de hyperlink is geklikt.
•
Nieuw venster: Er wordt een nieuw venster weergegeven om het hyperlinkdoel weer te geven. U kunt de eigenschappen (afmetingen, positie en uiterlijk) definiëren met de knop Instellingen... (schakel eerst JavaScript pop-upcode gebruiken in). Het oorspronkelijke venster blijft geopend.
•
Boven in huidig venster: het hyperlinkdoel wordt in het venster op het bovenste niveau weergegeven. Gebruik deze optie voor hyperlinks die zijn gemaakt in een frame op een pagina (of voor frames in frames).
•
Bovenliggend frame: het hyperlinkdoel wordt weergegeven in het bovenliggende frame of het bovenliggende venster van het frame waarin op de hyperlink is geklikt. Gebruik deze optie voor hyperlinks die zijn gemaakt in een frame op een
112 Navigatie en hyperlinks pagina (of voor frames in frames). (Zie de Help bij WebPlus.)
•
Benoemd venster: u kunt een aangepast venster definiëren door een nieuwe vensternaam in te voeren in de vervolgkeuzelijst aan de rechterkant. U kunt de eigenschappen op dezelfde manier definiëren als voor Nieuw venster hierboven. U kunt ook een bestaand benoemd venster uit dezelfde vervolgkeuzelijst overnemen.
•
Documentframe: het hyperlinkdoel wordt weergegeven in een eerder gemaakt frame (met het gereedschap Frame met gekoppeld document toevoegen). Selecteer vervolgens in de vervolgkeuzelijst aan de rechterkant de HTML-id (bijvoorbeeld ifrm_1) van een bestaand frame. (Zie de Help bij WebPlus.) Als u een hyperlink naar een actief documentframe wilt instellen, selecteert u het desbetreffende frame in de vervolgkeuzelijst Openen in actief documentframe. Als het frame niet voorkomt in de lijst, moet u het als 'actief' instellen door hierop te dubbelklikken en het selectievakje Actief documentframe in te schakelen.
•
6.
Lichtbak: het hyperlinkdoel wordt weergegeven in een pop-uplichtbak die over de webpagina is geplaatst. Klik op Opties voor lichtbak... om desgewenst een bijschrijft op te geven, de afmetingen van de lichtbak te wijzigen of de lichtbak op te nemen als onderdeel van een diavoorstelling. Zie Lichtbakken gebruiken op pagina 131.
Kies andere eigenschappen, zoals de Titel (weergegeven als tekst met een beschrijving van het hyperlinkdoel die wordt weergegeven wanneer de muisaanwijzer hierop wordt geplaatst) en een sneltoets.
Navigatie en hyperlinks 113
7.
Gebruik de vervolgkeuzelijst Stijl om de tekstopmaak van de hyperlink te kiezen (als de hyperlink uit tekst bestaat). De kleuren voor Normaal, Gevolgd, Actief en Rollover worden ingesteld op basis van verschillende opmaakcriteria in de vervolgkeuzelijst.
8.
Klik op OK.
Zo bewerkt of verwijdert u een hyperlink: 1.
Selecteer het object met het Selectiegereedschap of klik voor een invoegpunt in de hyperlinktekst. (U hoeft het gebied met de hyperlinktekst niet volledig te selecteren door hierover te slepen.)
2.
Klik op de knop Hyperlink in het vervolgmenu Hyperlink van de werkbalk Gereedschappen.
Het dialoogvenster Hyperlinks verschijnt, waarin het huidige doel van de hyperlink wordt weergegeven. Als het om een hyperlink voor tekst gaat, wordt de volledige hyperlinktekst gemarkeerd.
•
Als u de hyperlink wilt bewerken, selecteert u een ander type hyperlinkdoel, een ander doel en/of andere opties.
•
Klik op Geen hyperlink als u de hyperlink wilt verwijderen.
U bekijkt of bewerkt als volgt bestaande hyperlinks:
•
Kies Websitebeheer > Hyperlinks beheren... in het menu Extra om hyperlinks te bekijken of te verwijderen of de naam hiervan te wijzigen.
Een anker invoegen Een anker is een specifieke locatie op een pagina die kan fungeren als doel voor een hyperlink. Ankers zijn niet zichtbaar voor bezoekers van webpagina's. Meestal worden ze gebruikt om een
114 Navigatie en hyperlinks bepaald punt in tekst te markeren (bijvoorbeeld het begin van een specifieke sectie) of een afbeelding die zich verder naar beneden op de pagina bevindt. Ankers zijn handig als uw pagina voldoende inhoud bevat om deze in verschillende secties onder te verdelen, maar te weinig inhoud om de pagina op te splitsen in afzonderlijke pagina's. De lezer kan hiermee naar gerelateerde inhoud gaan zonder de huidige pagina te verlaten. Daarnaast wordt de kans kleiner dat bezoekers ‘verdwalen’ terwijl ze de informatie op uw site doornemen. U voegt als volgt een anker in: 1.
Gebruik het Selectiegereedschap om het doelobject te selecteren of klik voor een invoegpunt in de doeltekst.
2.
Klik op de knop
Anker op de werkbalk
Gereedschappen in het vervolgmenu Hyperlink. - of Kies Anker... in het menu Invoegen of in het snelmenu. 3.
Geef in het dialoogvenster een naam op voor het anker.
4.
(Optioneel) Schakel het selectievakje Anker opnemen in navigatie in als u het anker (meestal een geselecteerd object) toegankelijk wilt maken via een navigatiebalk in plaats van via een hyperlink. Hiervoor moet u eerst de optie Ankers opnemen inschakelen op de navigatiebalk. Geef het anker een titel.
5.
•
Schakel het selectievakje Voor en/of Na in als u horizontale scheidingslijnen wilt weergeven boven/onder het anker als submenu-item op navigatiebalken.
•
Geef een Beschrijving op om extra paginagerelateerde informatie over het submenuitem van de balk toe te voegen.
Klik op OK.
Navigatie en hyperlinks 115
U bekijkt of bewerkt als volgt bestaande ankers:
•
Kies Websitebeheer > Ankerbeheer... in het menu Extra om een anker dat aan een bepaald object is gekoppeld, te bekijken of te verwijderen of de naam hiervan te wijzigen. U kunt het anker ook opnemen in paginanavigatie.
116 Navigatie en hyperlinks
5
Webobjecten toevoegen
118 Webobjecten toevoegen
Webobjecten toevoegen 119
Een zoekfunctie voor een site toevoegen In WebPlus wordt gebruikgemaakt van een krachtige zoekfunctie waarmee zoekopdrachten van gebruikers worden vergeleken met tekst die op uw site in artistieke tekst, tekstframes of tabellen voorkomt. Op deze manier kan inhoud eenvoudig uit elke gehoste webpagina worden opgehaald. De zoekfunctie maakt gebruik van het gereedschap Zoekvak toevoegen en het gereedschap Veld voor zoekresultaten toevoegen in het vervolgmenu Zoeken van de werkbalk Webobjecten. Elk gereedschap wordt gebruikt om objecten te maken die samenwerken. Object voor zoekresultaten van website—hiermee maakt u een venster waarin de zoekresultaten worden weergegeven. Dit object wordt doorgaans op een afzonderlijke pagina geplaatst en wordt niet in de navigatiestructuur van de site weergegeven. Normaal gesproken zult u eerst een vak voor de zoekresultaten plaatsen voordat u het zoekvak toevoegt. Zoekvak—het tekstvak waarin gebruikers het woord of de woordgroep kunnen typen dat ze willen zoeken. Dit tekstvak wordt doorgaans aan een stramienpagina toegevoegd en op alle pagina's van de site weergegeven.
120 Webobjecten toevoegen Zo kunt u met de zoekopdracht 'vitae' bijvoorbeeld zoekresultaten ophalen met webpagina's waarin dit woord voorkomt. De gebruiker klikt op de knop Zoeken om een zoekopdracht te starten.
In de zoekresultaten wordt de koptekst van een pagina als hyperlink weergegeven en bijbehorende webpaginatekst als referentie. Klik gewoon op de hyperlink om de webpagina te openen. Zo voegt u een veld voor zoekresultaten aan een website toe: 1.
gereedschap Veld voor Klik op het zoekresultaten toevoegen in het vervolgmenu Zoeken van de werkbalk Webobjecten.
2.
Plaats de aanwijzer op de positie waar u het veld wilt invoegen en klik en sleep vervolgens om het venster voor de zoekresultaten te plaatsen.
Zo voegt u een zoekvak toe: 1.
Klik op het gereedschap Zoekvak toevoegen in het vervolgmenu Zoeken van de werkbalk Webobjecten.
Webobjecten toevoegen 121
2.
Plaats de aanwijzer op de positie waar u het zoekvak wilt invoegen op uw webpagina of stramienpagina en klik om het zoekvak te plaatsen. Het zoekvak verschijnt op uw pagina.
Plaats het zoekvak boven aan de stramienpagina als u de zoekfunctie vanaf alle webpagina's in uw site toegankelijk wilt maken. Een zoekvak is pas nuttig als op de website ook een voorziening is geïmplementeerd om de resultaten van een zoekopdracht weer te geven voor de gebruiker. Hiervoor kunt u het object Veld voor zoekresultaten gebruiken dat, net zo als het object Zoekfunctie, met een aanwijzer op een webpagina kan worden geplaatst. Doorgaans wordt de grootte van dit object aangepast aan de volledige pagina voordat het object wordt geplaatst (er moet voldoende ruimte zijn om meerdere zoekresultaten te kunnen weergeven). Gebruik voor de zoekresultaten een afzonderlijke, misschien nieuwe pagina met een eigen uiterlijk (dubbelklik op het object om het uiterlijk van de pagina te wijzigen).
De galerie gebruiken Het tabblad Galerij bevat veel professioneel ontworpen creatieve inhoud die u kunt slepen en neerzetten om uw website een moderne uitstraling te geven! Er zijn allerlei verschillende categorieën beschikbaar, waaronder:
•
Fotokaders
•
Badges en stickers
•
E-commerceknoppen
122 Webobjecten toevoegen
•
Vlaggen
•
Flash-banners
•
Symbolensets en pictogrammen
•
Notities
•
Symbolen
Het tabblad is ook een soort container waarin u alle ontwerpelementen kunt plaatsen die u later eenvoudig wilt kunnen hergebruiken, hetzij in dezelfde site hetzij in andere sites. Zodra u een ontwerp aan de galerij hebt toegevoegd, is het ook beschikbaar voor alle toekomstige sites die u met dit programma ontwerpt!
De galerij (hierboven) bestaat uit twee delen: een vervolgkeuzelijst met categorieën bovenaan (A) en een venster met ontwerpen onderaan (B) waar miniaturen worden weergegeven van de ontwerpen die beschikbaar zijn in de geselecteerde categorie.
Webobjecten toevoegen 123
Zo geeft u een specifieke categorie elementen weer: 1.
Klik op het tabblad Galerij in de studio.
2.
Open de vervolgkeuzelijst boven aan het tabblad en selecteer de categorie die u wilt weergeven. Standaard worden de items uit de eerste subcategorie van de geselecteerde categorie weergegeven.
Zo gebruikt u een ontwerp uit de galerie:
•
Selecteer het ontwerp dat u wilt gebruiken en sleep het vanuit de galerie naar de pagina. Merk op dat het ontwerp hierbij niet uit de galerie wordt verwijderd.
Sommige galerij-items kunnen worden bewerkt en kunnen daarom worden gebruikt als uitgangspunt voor uw eigen ontwerpen.
Uw eigen ontwerpen opslaan U kunt ook uw eigen aangepaste ontwerpen opslaan in de galerij (onder Persoonlijke ontwerpen of in een door de gebruiker gedefinieerde categorie) als u die later wilt hergebruiken in andere projecten.
124 Webobjecten toevoegen Wanneer u WebPlus pas hebt geïnstalleerd, is de galerie Persoonlijke ontwerpen vanzelfsprekend leeg. U kunt echter naar behoefte items toevoegen aan de galerie. Zo kopieert of verplaatst u een object naar de categorie Persoonlijke ontwerpen: 1.
Selecteer de categorie Persoonlijke ontwerpen in de vervolgkeuzelijst Categorieën.
2.
Sleep het object vanaf de pagina naar het venster Designs.
3.
Voer in het dialoogvenster een naam in voor het ontwerp en selecteer vervolgens OK. Er verschijnt een thumbnail van uw ontwerp in het venster Designs.
Druk de Ctrl-toets in voordat u begint met slepen om uw ontwerp te kopiëren in plaats van te verplaatsen. Zo wijzigt u de naam van een ontwerp of verwijdert u een ontwerp:
•
Plaats de muisaanwijzer boven de miniatuur van het in de rechterbenedenhoek ontwerp, klik op de knop en kies de gewenste optie in het vervolgmenu.
Als u uw ontwerpen verder wilt categoriseren, kunt u optioneel subcategorieën toevoegen aan Persoonlijke ontwerpen, of een nieuwe aangepaste categorie maken in plaats van Persoonlijke ontwerpen. Als u subcategorieën en categorieën eenmaal hebt gemaakt, kunt u ze verwijderen of de naam ervan wijzigen.
Webobjecten toevoegen 125
Zo creëert, verwijdert of hernoemt u aangepaste subcategorieën:
•
Als u een nieuwe subcategorie wilt toevoegen, selecteert u de categorie waaraan u een subcategorie wilt toevoegen, klikt u op de knop om het vervolgmenu voor het tabblad te openen en kiest u Subcategorie toevoegen.
•
Als u een bestaande subcategorie wilt verwijderen of deze een andere naam wilt geven, klikt u op de knop op de titelbalk van die subcategorie en kiest u de overeenkomstige optie in het vervolgmenu.
Als u een subcategorie toevoegt, verschijnt er een dialoogvenster waarin u deze een naam kunt geven. Als u een subcategorie wilt verwijderen of deze een andere naam wilt geven, selecteert u die subcategorie voordat u de overeenkomstige optie kiest in het vervolgmenu. Zo creëert, verwijdert of hernoemt u aangepaste categorieën: 1.
Klik terwijl het tabblad Galerij actief is op de knop om het vervolgmenu voor het tabblad te openen en kies Categorie toevoegen, Categorie verwijderen of Naam van categorie wijzigen.
2.
Gebruik het dialoogvenster om een (nieuwe) naam op te geven voor de categorie en/of om uw keuze te bevestigen. Wanneer u een categorie verwijdert, worden ook alle ontwerpen verwijderd die in die categorie zijn opgeslagen.
126 Webobjecten toevoegen
Google Maps toevoegen Voeg Google Maps aan uw webpagina's toe als u zeker wilt stellen dat klanten uw hoofdkantoor terugvinden of wilt voorkomen dat genodigden urenlang moeten zoeken naar de locatie waar u een speciale bijeenkomst of een of ander belangrijk evenement hebt gepland, of als u mensen gewoon op het bestaan van belangrijke bezienswaardigheden in uw buurt wilt wijzen. Door een webpagina met een routebeschrijving in te sluiten, kunt u mensen snel en eenvoudig de weg tonen, zowel visueel als aan de hand van een gedetailleerde routebeschrijving.
Op elke kaart kunt u tot maximaal tien plaatsen markeren. Desgewenst kunt u elke markering van enige aanvullende informatie voorzien. Elke markering kan zodanig worden ingesteld dat een van de volgende items verschijnt (na erop geklikt te hebben):
•
een pop-upvak met niet-opgemaakte tekst (bijv. een posten/of internetadres).
•
een pop-upvak met tekst in HTML-opmaak.
•
een Street View-venster.
Webobjecten toevoegen 127
Zo voegt u een eenvoudige kaart van Google Maps toe: 1.
Klik op Google-kaart invoegen in het vervolgmenu met mediagereedschappen op de werkbalk Webobjecten.
2.
Typ in het vak Naar een locatie zoeken boven in het dialoogvenster Google Maps uw postcode of adres en klik op Zoeken. Enkele seconden later verschijnt een kaart van het opgegeven gebied.
3.
Gebruik de pan- en zoomgereedschappen om door de kaart te navigeren. Sleep met het handje als u de kaart wilt verplaatsen in het venster. Gebruik de zoomknoppen en de schuifregelaar om in en uit te zoomen. Als u een muis met een wieltje hebt, kunt u het selectievakje Zoomen door muiswiel draaien inschakelen gebruiken om in en uit te zoomen.
4.
(Optioneel) Selecteer in de vervolgkeuzelijst Navigatie de optie Volledig of Compact naargelang u alle navigatiehulpmiddelen of alleen knoppen om in en uit te zoomen wilt weergeven op de kaart.
5.
(Optioneel) Selecteer in de vervolgkeuzelijst Kaarttype de gewenste optie (Balk, Menu of Geen) naargelang u een horizontale werkbalk of een vervolgmenu wilt gebruiken om tussen de verschillende soorten kaarten te wisselen.
6.
Klik op OK.
7.
Let erop dat de muisaanwijzer een andere vorm krijgt, namelijk die van de cursor voor Plakken. De handeling die u nu uitvoert, bepaalt de aanvankelijke grootte en positie van de kaart. Klik met de muis op de positie waar u de kaart wilt invoegen als u de standaardafmetingen wilt gebruiken.
128 Webobjecten toevoegen - of Sleep met de muis een gebied op de pagina als u aangepaste afmetingen wilt instellen voor de kaart.
U kunt het Street View-pictogram op de kaart slepen om de locatie onder de aanwijzer in Street View weer te geven. Klik op om het Street View-venster te sluiten. Als u niet wilt dat deze functie beschikbaar is voor bezoekers van uw website, schakelt u het selectievakje Straatbesturing weergeven uit in het dialoogvenster.
Markeringen toevoegen
U kunt een onbeperkt aantal rode markeringen toevoegen aan uw kaart van Google Maps. Voor elke markering kunt u verdere details weergeven door de muisaanwijzer erop te plaatsen en met de muis te klikken. Zo voegt u een markering toe: 1.
Klik vanuit het dialoogvenster Google Maps op Toevoegen.
2.
Plaats de aanwijzer vervolgens.
3.
Geef in het dialoogvenster Google Maps-markering een Naam op voor de markering. Deze 'scherminfo' wordt weergegeven wanneer u de aanwijzer erop plaatst en kan bijvoorbeeld een bedrijf of de naam van een locatie voorstellen.
op de gekozen locatie en klik
Webobjecten toevoegen 129
4.
Wijs een klikactie toe aan de markering, d.w.z. wat er wordt weergegeven wanneer er op de knop wordt geklikt. Kies een van de volgende opties:
•
Standaardlabel: tekst wordt ingevoerd in het vak Label. Na het publiceren wordt er niet-opgemaakte tekst in een pop-upvak weergegeven na een klikactie.
•
Label als script behandelen: tekst met HTML-tags wordt ingevoerd in het vak Label. Na het publiceren wordt er een pop-upvak met HTML-opmaak weergegeven na een klikactie.
•
Street View: Na het publiceren wordt er een gemaximaliseerd Street View-venster weergegeven vóór uw kaart. Klik op venster te sluiten.
5.
om het Street View-
Klik op OK. De markering wordt groen weergegeven op het kaartvoorbeeld (om aan te geven dat deze momenteel is geselecteerd). Herhaal dit proces voor elke markering die u wilt toevoegen.
Mogelijk wilt u een markering op uw Google Maps-kaart op een bepaald moment bewerken, verplaatsen of verwijderen. Zo bewerkt u Google Maps-markeringen:
•
Dubbelklik op de Google Maps-kaart op de pagina.
•
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Kaartmarkeringen in het dialoogvenster de markering die u wilt bewerken en doe het volgende:
•
Als u het markeringslabel wilt bewerken, klikt u op Bewerken en wijzigt u de tekst in het van Label.
130 Webobjecten toevoegen
•
Als u de markering wilt verplaatsen, klikt u op Verplaatsen, plaatst u de aanwijzer op de nieuwe positie die u wilt markeren op de kaart en klikt u met de linkermuisknop.
•
Als u de markering wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen.
Zo legt u de Street view-instelling vast: 1.
Als Klikactie in ingesteld op Street View, gebruikt u de pan- en zoomgereedschappen van het venster om de weergave in te stellen; zo kunt u de richting (Kop), hoek (Afstand) en vergroting (In-/uitzoomen) bepalen.
2.
Klik op Weergave vastleggen.
Advertenties toevoegen Google AdSense is een gratis service van Google die u de mogelijkheid biedt advertentieruimte aan uw webpagina's toe te voegen. Als u zich voor deze service hebt aangemeld, krijgen internetgebruikers die uw website bezoeken automatisch advertenties te zien die op de inhoud van uw site zijn afgestemd. Het voordeel voor bezoekers is dat ze zo eenvoudig toegang krijgen tot relevante aanbiedingen die zo goed aansluiten bij uw site dat ze die als nuttig zullen ervaren. Het voordeel voor u als webontwikkelaar is dan weer dat u op deze manier mogelijk uw investering in webhosting en dergelijke kunt terugverdienen, of snel rijk kunt worden! Om als webontwikkelaar te kunnen adverteren, hebt u een Google AdSense-account nodig (www.google.com/adsense), waarmee u het type en de indeling kunt kiezen van advertenties (eenheden genoemd) die worden weergegeven. Het enige wat u hoeft te doen, is de gegenereerde code voor elke eenheid vanaf de Google AdSense-website te kopiëren en vervolgens te plakken in het dialoogvenster Google AdSense-advertentie insluiten van WebPlus.
Webobjecten toevoegen 131
De typen advertenties zijn: fundamenteel advertentie-, afbeeldings, koppelings- en video-eenheden. De formaten zijn afhankelijk van het type eenheid, en variëren van Leaderboard (728 x 90 pixels), Banner (468 x 60 pixels), Halve banner (234 x 60 pixels), Knop (125 x 125 pixels) en Skyscraper (120 x 600 pixels) tot en met verschillende vierkante en rechthoekige formaten. Google AdSense biedt ook gedetailleerde gebruiksstatistieken, evenals accountbeheer, een filtermogelijkheid en ondersteunende bronnen. Ga naar www.google.com/adsense voor meer informatie. Zo meldt u zich aan bij Google AdSense:
•
Ga naar www.google.com/adsense om u aan te melden bij Google AdSense of een account aan te maken. Klik op Nu aanmelden als u een nieuwe gebruiker bent. Als u al een account hebt, meldt u zich gewoon aan met uw bestaande gebruikersgegevens. (Als nieuwe gebruiker dient u de basis-URL van uw website op te geven, een taal te kiezen en aan te geven dat u akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Google.) Nadat u zich hebt geregistreerd, dient u te wachten totdat Google heeft gecontroleerd of uw website wel als geschikt wordt beschouwd om advertenties te plaatsen. Normaal gesproken ontvangt u via e-mail een antwoord van Google. Als uw website wordt goedgekeurd, kunt u advertenties beginnen te plaatsen en die beheren. Tijdens het registratieproces wordt uw website geanalyseerd en wordt naar advertenties gezocht die perfect aansluiten bij de inhoud van uw site.
Zo maakt en beheert u advertenties: 1.
Meld u aan bij Google AdSense.
132 Webobjecten toevoegen 2.
Ga naar het tabblad AdSense instellingen, kies AdSense voor inhoud en volg de aanwijzingen van de wizard om een advertentie te selecteren en het formaat, de hoekstijl en een kanaal voor de advertentie te kiezen.
3.
Kopieer de gegenereerde AdSense-code voor de advertentie. U dient deze code in WebPlus te plakken.
Zo voegt u advertenties in op een webpagina: 1.
Selecteer de webpagina (of stramienpagina) waarop u de advertentie wilt plaatsen.
2.
Klik op Google AdSense-advertentie invoegen in het vervolgmenu met e-commercegereedschappen op de werkbalk Webobjecten.
3.
Klik op Plakken vanaf Klembord in het dialoogvenster om de eerder gekopieerde code in te voegen. Het codefragment wordt nu in het dialoogvenster weergegeven en kan niet worden bewerkt.
4.
Klik op OK.
5.
Let erop dat de muisaanwijzer een andere vorm krijgt, namelijk die van de cursor voor Plakken: . Klik op de positie waar u de advertentie wilt invoegen op uw pagina. U kunt de grootte van de advertentie niet wijzigen.
Zo bewerkt u een advertentie: 1.
Wijzig het formaat en de kleur van uw advertentie via het tabblad AdSense instellingen op de Google AdSensewebsite en kopieer het automatisch gegenereerde codefragment.
2.
Dubbelklik op de advertentie op uw pagina.
Webobjecten toevoegen 133
3.
Klik op Plakken vanaf Klembord om de gekopieerde code in het invoervak te plakken.
4.
Klik op OK.
Lichtbakken gebruiken Met lichtbakken kunt u op een eenvoudige manier grotere versies van afbeeldingen als pop-up weergeven via miniaturen die u aan uw webpagina toevoegt. Als u de functie Fotogalerie hebt gebruikt, bent u dit concept al eerder tegengekomen. Een groot voordeel van lichtbakken is dat er op verzoek grotere afbeeldingen kunnen worden weergegeven die met een glijdende beweging over uw webpagina heen worden gelegd.
WebPlus biedt ook een eenvoudige functie voor het weergeven van een diavoorstelling (pagina 133) waarmee u de afbeeldingen die aanwezig zijn op dezelfde webpagina, op een fraaie manier kunt tonen.
134 Webobjecten toevoegen Zo maakt u een lichtbak voor een afbeelding op uw webpagina: 1.
Selecteer de afbeelding (bij voorkeur een miniatuur).
2.
Maak een hyperlink naar de afbeelding (klik in het menu Invoegen op Hyperlink... of klik met de rechtermuisknop. Zie pagina 108).
3.
Selecteer de menuoptie Afbeelding en kies als doelvenster in de vervolgkeuzelijst Type de optie Lichtbak.
4.
(Optioneel) Klik op Opties voor lichtbak... om in het vak Bijschrift een bijschrift toe te voegen aan de afbeelding in de lichtbak.
5.
Klik op OK.
Om de weergavegrootte van deze gekoppelde lichtbakafbeelding te beperken, verkleint WebPlus bovenmaatse afbeeldingen tot een maximale breedte en hoogte (standaard 800 x 660 pixels) waarbij de hoogte-breedteverhouding altijd behouden blijft. Afbeeldingen waarvan de originele afmetingen kleiner zijn dan deze maximale afmetingen, blijven ongewijzigd. De maximale breedte en hoogte kunnen worden gewijzigd. (Zie Site-eigenschappen instellen op pagina 41). Zo maakt u een lichtbak voor een lokale afbeelding:
•
Voer dezelfde bewerkingen uit als hiervoor, maar kies nu de optie Bestand in plaats van Afbeelding.
U kunt kiezen of u de afbeelding wilt insluiten of koppelen. In beide gevallen wordt de afbeelding altijd weergegeven met zijn oorspronkelijke afmetingen.
Webobjecten toevoegen 135
Lichtbakdiavoorstellingen U kunt eenvoudig lichtbakdiavoorstellingen maken op basis van de afbeeldingen die op dezelfde webpagina zijn geplaatst. In de lichtbak zelf worden knoppen weergegeven waarmee bezoekers de diavoorstelling kunnen doorlopen. Zo maakt u een lichtbakdiavoorstelling: 1.
Maak een lichtbak voor een afbeelding op uw webpagina (zoals hiervoor is beschreven).
2.
Klik in het dialoogvenster Hyperlinks op Opties voor lichtbak....
3.
Voer in de vervolgkeuzelijst Diavoorstelling van het dialoogvenster Opties voor lichtbak een naam in voor de diavoorstelling. Deze naam wordt gebruikt voor andere afbeeldingen die aan deze diavoorstelling worden toegevoegd. Klik op OK.
4.
Herhaal deze bewerkingen voor de volgende afbeelding op dezelfde pagina. De naam van de diavoorstelling die u net hebt gemaakt, wordt voor andere afbeeldingen weergegeven. Selecteer de naam van de diavoorstelling die u wilt gebruiken.
5.
(Optioneel) Voer een bijschrift in.
6.
Klik op OK. U kunt alleen een lichtbakdiavoorstelling maken voor afbeeldingen op een en dezelfde pagina. Als er afbeeldingen van andere pagina's aan een diavoorstelling worden toegevoegd, wordt er voor elke pagina een nieuwe diavoorstelling gemaakt.
136 Webobjecten toevoegen
Lichtbakken naar een hyperlinkdoel U kunt in lichtbakken niet alleen afbeeldingen weergeven. Omdat een lichtbak feitelijk een soort venster is, kan daarin elk hyperlinkdoel worden weergegeven. Vaak zal dat een pagina van de site zelf zijn (bijvoorbeeld een formulier of aanmeldingspagina) of een internetpagina, blog, forum of RSS-feed. U kunt in een lichtbak ook een Word-bestand, een PDF of elk ander type bestand weergeven (via de optie Bestand). Zo maakt u een lichtbak voor een hyperlinkdoel: 1.
Selecteer een object (een afbeelding, een knop of elk gewenst ander object).
2.
Maak een hyperlink naar dit object (klik in het menu Invoegen op Hyperlink... of klik met de rechtermuisknop).
3.
Zorg ervoor dat het doelvenster via de vervolgkeuzelijst Type op Lichtbak is ingesteld.
4.
(Optioneel) Klik op Opties voor lichtbak... om in de vakken Breedte en Hoogte de breedte en hoogte van de lichtbak in te stellen.
De algemene eigenschappen van de lichtbak instellen Net als de meeste instellingen in WebPlus, kunt u ook de instellingen van de lichtbak aanpassen voor de huidige site. U kunt algemene instellingen aanpassen voor de lichtbak (waaronder het type rand), het bijschrift (lettertype, tekengrootte, tekstkleur, ondoorzichtigheid) en de achtergrond (kleur en ondoorzichtigheid).
Webobjecten toevoegen 137
Zo wijzigt u de eigenschappen van de lichtbak voor uw site: 1.
Ga naar Bestand>Eigenschappen van site... en selecteer de menuoptie Lichtbak.
2.
Wijzig de instellingen in de secties Algemeen, Bijschrift en Achtergrond.
3.
(Optioneel) Bekijk steeds een voorbeeld van uw site in een browser met de knop Voorbeeld van lichtbak... tijdens het aanpassen van de instellingen.
Fotogalerieën in de vorm van lichtbakken Als u een JavaScript-fotogalerie gebruikt, kunt u fotogalerieën in de 'lichtbakstijl' maken (zie pagina 370). Er is een speciale galeriestijl beschikbaar voor lichtbakken.
Als u deze stijl kiest, kunt u lichtbakinstellingen configureren die de globale instellingen van de site-eigenschappen vervangen.
Deelvensters invoegen Deelvensters zijn rechthoekige informatievakken die als het ware over de webpagina heen worden gelegd. In deze deelvensters wordt tekst of grafische informatie of een combinatie van die twee weergegeven. De mogelijkheid om deelvensters over de webpagina heen te leggen, betekent dat u de hoeveelheid informatie die beschikbaar is voor de bezoeker van uw webpagina, kunt vergroten zonder dat dit van invloed is op de onderliggende inhoud van de pagina.
138 Webobjecten toevoegen U kunt deelvensters zo instellen dat ze alleen worden weergegeven wanneer u klikt op knoppen, objecten uit de galerie of afbeeldingen of wanneer u de muisaanwijzer over deze items beweegt. U kunt ook deelvensters maken die permanent worden weergegeven. Dat is een handige optie als u navigatiebalken wilt maken die nooit verdwijnen wanneer de bezoeker door het venster schuift. Deelvensters zijn veelzijdig en kunnen onder andere worden gebruikt voor het presenteren van de volgende gegevens:
•
Evenementen die u onder de aandacht wilt brengen
•
Verkoopgegevens
•
'Nu kopen'-formulieren van PayPal
•
Handige tips
•
Informatie om snel toegang te krijgen, zoals contactgegevens en sneltoetsen.
•
Permanent beschikbare navigatiehulpmiddelen (Zie de WebPlus Help voor meer informatie).
•
Vergrootglas voor afbeeldingen
Als hulp bij het maken van professionele deelvensters biedt WebPlus u een indrukwekkende verzameling moderne achtergronden, die u als basis voor uw deelvensters kunt gebruiken. U kunt ook een vooraf gedefinieerde achtergrond verder aanpassen of een geheel nieuwe deelvensterachtergrond maken in Design Studio van WebPlus (zie pagina 140).
Webobjecten toevoegen 139
Uw deelvenster invoegen Zo voegt u een deelvenster in: 1.
Klik in het vervolgmenu met navigatiehulpmiddelen van de werkbalk Webobjecten invoegen.
op
Deelvenster
2.
(Optioneel) Geef in het dialoogvenster een HTML-id op voor het deelvenster. U hoeft de bestaande id niet te wijzigen, omdat deze altijd uniek is.
3.
Klik in het dialoogvenster op het voorvertoningsvak waarin u een voorbeeld van het deelvenster kunt bekijken.
4.
Selecteer in het vervolgmenu een vooraf gedefinieerd type deelvenster. Het voorvertoningsvak wordt telkens bijgewerkt wanneer u een ander deelvensterontwerp kiest.
5.
(Optioneel) Sleep de schuifregelaar bij Transparantie om op te geven hoe transparant het deelvenster moet worden weergegeven ten opzichte van de achtergrond. U moet een voorbeeld van uw pagina weergeven om de wijzigingen te kunnen bekijken.
6.
Schakel de optie Deelvenster uitlijnen met browservenster in om ervoor te zorgen dat het deelvenster altijd beschikbaar is op een vaste positie wanneer een bezoeker door de webpagina schuift. Geef waarden op voor Horizontaal uitlijnen en Verticaal uitlijnen om de positie van het deelvenster te bepalen.
7.
(Optioneel) Schakel de optie Deelvenster is in eerste instantie verborgen in om het deelvenster te verbergen bij het afsluiten van het dialoogvenster. U kunt deze optie normaal uitgeschakeld laten, zodat u het deelvenster eerst kunt ontwerpen.
140 Webobjecten toevoegen 8.
Klik op OK.
9.
Plaats de cursor op de positie waar u de linkerbovenhoek van het deelvenster wilt plaatsen.
10. Als u wilt dat het deelvenster een standaardformaat krijgt wanneer het wordt ingevoegd, klikt u eenvoudig met de muisknop. - of Als u zelf het formaat van het deelvenster wilt instellen, sleept u het deelvenster tot het de gewenste grootte heeft en laat u vervolgens de muisknop los. Deelvensters kunnen worden verplaatst en geschaald, net als elk ander object dat u maakt in WebPlus. Zo bewerkt u een deelvenster:
•
Dubbelklik op het deelvenster en bewerk het, zoals hiervoor is beschreven.
Inhoud aan uw deelvenster toevoegen U kunt een deelvenster zien als een bouwsteen die kan worden gevuld en bewerkt met de standaardhulpmiddelen en -functies van WebPlus. Als u objecten maakt binnen een deelvenster, behoren deze objecten tot dat deelvenster. Dit geldt voor objecten, zoals tekstframes, artistieke tekst, tabellen, AutoVormen en afbeeldingen. Als u het deelvenster versleept, worden ook de bijbehorende objecten verplaatst.
Uw deelvenster weergeven of verbergen Waarom zou u een deelvenster verbergen als u het eenmaal hebt ontworpen? De kracht van deelvensters is dat ze verborgen kunnen blijven totdat iemand op een object klikt of een object aanwijst. Dit betekent dat voor knoppen, afbeeldingen en galerieobjecten alleen gedetailleerde informatie wordt weergegeven wanneer dat nodig is.
Webobjecten toevoegen 141
U kunt dit mogelijk maken door het object 'tot leven te brengen', dat wil zeggen door ervoor te zorgen dat er een actie wordt gestart bij een klik of rollover.
U doet dit door een actie toe te wijzen (Zie de WebPlus Help voor meer informatie) en tegelijkertijd een reeds gecreëerd deelvenster toe te wijzen aan het object. Zo wijst u een actie en een deelvenster toe: 1.
Klik met de rechtermuisknop op het object en selecteer Bewerkingen....
2.
Klik in het dialoogvenster dat verschijnt, op Toevoegen... en kies in het vervolgmenu de optie Zichtbaarheid.
3.
Selecteer het deelvenster in de vervolgkeuzelijst Deelvenster-id en selecteer vervolgens een gebeurtenis in de vervolgkeuzelijst Gebeurtenis. De gebeurtenis houdt verband met het gedrag dat plaatsvindt wanneer u een actie uitvoert, bijvoorbeeld wanneer u op een object klikt of met de aanwijzer over een object beweegt (rollover).
4.
(Optioneel) Standaard verschijnt het deelvenster met een fade (langzaam steeds duidelijker wordend), waarbij de snelheid van de fade kan worden geregeld. U kunt dit animatie-effect echter ook uitschakelen door de optie Faden uit te schakelen.
5.
Klik op OK.
Tot slot kan het deelvenster met één klik worden verborgen wanneer u klaar bent met het ontwerp van het venster.
142 Webobjecten toevoegen Zo verbergt u een geselecteerd deelvenster:
•
Selecteer op de optiebalk de optie verbergen.
Deelvenster
Het deelvenster wordt nu vervangen door het pictogram Verborgen deelvenster. Het deelvenster is er nog steeds en kan opnieuw zichtbaar worden gemaakt door de knop Deelvenster verbergen uit te schakelen (door erop te klikken). De optie Deelvenster verbergen is gelijk aan de optie Deelvenster is in eerste instantie verborgen in het dialoogvenster. Als u uw pagina eenmaal hebt gepubliceerd, wordt het deelvenster weergegeven als iemand de aanwijzer over het object op de pagina beweegt.
Aangepaste achtergronden voor deelvensters maken Als u de door u gekozen vooraf gedefinieerde achtergrond verder wilt aanpassen (of als u een geheel nieuwe achtergrond wilt maken), kunt u Design Studio gebruiken. Dit is een ontwerpomgeving voor achtergronden die vergelijkbaar is met Knopstudio. In deze omgeving kunt u zich volledig richten op uw achtergrondontwerp zonder te worden afgeleid door andere objecten op de pagina. Het ontwerp wordt geïsoleerd en gecentreerd op de pagina weergegeven.
Webobjecten toevoegen 143
Zo maakt u een aangepaste achtergrond voor een pagina: 1.
(Optioneel) Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen van deelvenster een vooraf gedefinieerde achtergrond waarop u de nieuwe achtergrond wilt baseren.
2.
Klik in hetzelfde dialoogvenster op de knop Bewerken. Design Studio wordt gestart met uw achtergrond waarop is ingezoomd, zodat deze binnen de werkruimte past.
3.
U kunt nu de achtergrond naar wens aanpassen met de standaardgereedschappen en -tabbladen van WebPlus. Het tabblad Procedure biedt hulp bij het interactief ontwerpen van de achtergrond.
4.
Klik op Wijzigingen doorvoeren op de hoofdwerkbalk om af te sluiten De aangepaste achtergrond wordt bijgewerkt op de oorspronkelijke positie.
144 Webobjecten toevoegen Met Design Studio kunt u voorkomen dat bepaalde deelvensterobjecten worden geschaald of uitgerekt. Met de opties in de vervolgmenu's Horizontaal schalen en Verticaal schalen op de werkbalk van Design Studio bepaalt u precies hoe objecten eruit komen te zien. Zie het tabblad Procedure voor meer informatie.
Scheidingslijnen invoegen U kunt scheidingslijnen ontwerpen terwijl u uw aangepaste navigatiebalk ontwerpt (pagina 94), maar u kunt ook onafhankelijk van navigatiebalken scheidingslijnen ontwerpen. Zelfstandige scheidingslijnen worden voornamelijk gebruikt tussen knoppen in deelvensters die eerder zijn geconverteerd van navigatiebalken naar deelvensters. Zo voegt u een scheidingslijn in: 1.
Klik in het vervolgmenu met navigatiehulpmiddelen van de werkbalk Webobjecten Scheidingsteken invoegen.
op
2.
Klik in het dialoogvenster op het vak met het dambordpatroon om een vervolgmenu met vooraf gedefinieerde scheidingslijnen weer te geven.
3.
Selecteer een vooraf gedefinieerde scheidingslijn.
4.
Klik op OK.
Zo maakt u een aangepaste scheidingslijn: 1.
Klik in het hiervoor genoemde dialoogvenster op Bewerken.
Webobjecten toevoegen 145
2.
Gebruik in Design Studio (zie hiervoor) de standaardgereedschappen en -tabbladen van WebPlus om uw scheidingslijn aan te passen en gebruik het bijbehorende tabblad Procedure om uw scheidingslijn te ontwerpen.
Hotspots toevoegen Een hotspot is een transparant gebied dat als hyperlink fungeert op een webpagina. Hotspots worden gewoonlijk voor afbeeldingen gedefinieerd, die zich dan als 'knoppen' gedragen waarop gebruikers kunnen klikken in een webbrowser. Ze zijn vooral handig als u wilt dat bezoekers op verschillende delen van een afbeelding kunnen klikken. U kunt hotspots handmatig tekenen en bewerken of u kunt ze op een bestaande vorm of een bestaand gebied afstemmen. U tekent als volgt een hotspot: 1.
Klik op Hotspot invoegen op de werkbalk Webobjecten.
2.
Klik en sleep op de pagina om het gebied te definiëren dat als hotspot moet fungeren. Het dialoogvenster Hyperlinks wordt weergegeven.
3.
Klik om het type hyperlinkdoel te selecteren en voer het specifieke hyperlinkdoel in (zie Het doel van een hyperlink instellen op pagina 1).
4.
Klik op OK. Een hotspotgebied wordt weergegeven op de pagina.
146 Webobjecten toevoegen
U stemt als volgt een hotspot af op een bestaande vorm: 1.
Teken de hotspot zoals hiervoor is beschreven en teken vervolgens een vorm, zoals wordt beschreven in Vormen tekenen en bewerken op pagina 389.
2.
Selecteer beide objecten en kies Hotspot aan vorm aanpassen in het menu Extra. Het hotspotgebied wordt aangepast aan de contouren van de vorm. Bij publicatie reageert alleen de vorm wanneer de muisaanwijzer hierop wordt geplaatst.
Webobjecten toevoegen 147
De hotspot en de vorm worden zijn nog steeds afzonderlijk. U kunt de vorm dus verwijderen als u deze niet meer nodig hebt nadat u deze als sjabloon hebt gebruikt om een hotspot van een gewenste vorm te maken. Zo bewerkt u de hyperlink voor een hotspot:
•
Dubbelklik op de hotspot met het selectiegereedschap.
Het dialoogvenster Hyperlinks verschijnt, waarin het huidige hyperlinkdoel voor de hotspot wordt weergegeven.
•
Selecteer een ander type hyperlink en/of stel een ander doel in voor de hyperlink als u deze wilt bewerken.
•
Als u de hyperlink wilt verwijderen, wijzigt u het hyperlinkdoel in Geen hyperlink.
Hotspots bewerken U kunt hotspots naar behoefte verplaatsen en schalen, net als elk ander object in uw site. Rond een geselecteerde hotspot worden een buitenste begrenzingskader en een binnenste contour weergegeven, die elk een andere functie vervullen.
148 Webobjecten toevoegen
U verplaatst of schaalt een hotspot als volgt:
•
Klik op de hotspot om deze te selecteren. Doe daarna het volgende:
•
Klik en sleep vanuit het midden van de hotspot of vanaf een van de randen van het begrenzingskader als u de hotspot wilt verplaatsen. Houd de Shifttoets ingedrukt terwijl u sleept als u de hotspot alleen in horizontale of verticale richting wilt verplaatsen.
•
Klik op een van de buitenste formaatgrepen (begrenzingskader) en sleep deze naar een andere positie als u de hotspot wilt schalen.
Door de binnenste contour te verslepen kunt u rechthoekige hotspots converteren naar aangepaste vormen die perfect zijn afgestemd op de delen van de onderliggende afbeelding die als hotspot moeten fungeren. Als u de contour wilt bewerken, verplaatst u de muisaanwijzer eerst over de binnenste contour van de hotspot totdat de cursor verandert om aan te geven dat u zich op een node of lijn bevindt.
Webobjecten toevoegen 149
U voegt als volgt een extra node toe aan een hotspot:
•
Klik op een positie langs de contour van de hotspot wanneer u de cursor ziet. Sleep de nieuwe node naar de gewenste positie om de contour van de hotspot aan te passen.
U wijzigt als volgt de vorm van de contour van een hotspot:
•
Versleep een node wanneer u de
cursor ziet.
Rollovers toevoegen De term rollover verwijst naar een interactie tussen de muis en een afbeelding. Als u bijvoorbeeld met de muis een afbeelding aanwijst, is het mogelijk dat deze meteen verandert in een andere afbeelding (zie hieronder). Elke afbeelding waarvan het uiterlijk verandert na een muisgebeurtenis, wordt een rollover-afbeelding genoemd. Muisgebeurtenissen kunnen het plaatsen van de aanwijzer op een object of het drukken op een muisknop zijn. De staat van de afbeelding verandert als gevolg van deze muisgebeurtenissen in een andere variant van de oorspronkelijke afbeelding. U kunt rechtstreeks rolloverafbeeldingen importeren die in Serif DrawPlus zijn gemaakt. (Zie de Help bij WebPlus voor meer informatie.)
Opties voor rollovers Als u rollovers wilt toevoegen, hoeft u alleen maar te beslissen welke statussen u wilt definiëren en vervolgens een afbeelding op te geven voor elke status. In WebPlus kunt u kiezen uit het volgende:
150 Webobjecten toevoegen
Standaard
Over
Ingedrukt
is de toestand voordat er een rollover plaatsvindt (wanneer de afbeelding 'in rust' is). Deze toestand is altijd gedefinieerd.
is de toestand die wordt geactiveerd door een mouseover, dat wil zeggen wanneer de muisaanwijzer op de afbeelding is geplaatst.
is de toestand die wordt geactiveerd wanneer u met de muis op de afbeelding klikt en de muisknop ingedrukt houdt.
Een andere toestand, Ingedrukt + over (niet afgebeeld) is de toestand die wordt geactiveerd als er een mouseover plaatsvindt terwijl de muisknop al is ingedrukt, met andere woorden nadat er op is geklikt. U kunt ook een hyperlinkgebeurtenis instellen, bijvoorbeeld de weergave van een specifieke webpagina, die wordt geactiveerd als de gebruiker de ingedrukte muisknop loslaat. U kunt zelfs knoppen op een pagina groeperen, zodat deze één geheel vormen en er maar één knop tegelijkertijd ingedrukt kan zijn.
Webobjecten toevoegen 151
Zo maakt u een rolloverafbeelding: 1.
Maak met behulp van een externe grafische toepassing de verschillende bronafbeeldingen voor elke rolloverstatus die u wilt definiëren. (Zie 'Variantafbeeldingen maken' hierna.)
2.
Klik op Rollover invoegen in het vervolgmenu Afbeelding op de werkbalk Standaardobjecten.
3.
Geef op welke rollovertoestanden (zie hierboven) u voor elke afbeelding wilt activeren door de overeenkomstige selectievakjes in te schakelen in het dialoogvenster Rollover. Klik hierbij telkens op de knop Bladeren om de bijbehorende bronafbeelding te selecteren en stel de gewenste exportopties in voor die afbeelding (zie Exportopties instellen voor afbeeldingen op pagina 340).
4.
Schakelt het selectievakje Bestanden insluiten in site in als u de afbeelding(en) in uw site wilt insluiten.
5.
Schakel Standaard of Ingedrukt in als eerste rollovertoestand van de knop.
6.
(Optioneel) Klik op Instellen... om een hyperlinkdoel voor de knop te definiëren..
7.
Schakel Keuzerondje in als u alle knoppen (op een bepaalde pagina) waarvoor deze optie is ingeschakeld, wilt koppelen zodat er slecht één keuzerondje tegelijk kan worden geselecteerd.
8.
Klik op OK.
In WebPlus wordt alleen de afbeelding weergegeven die is toegewezen aan de standaardtoestand. Als u de rollover wilt testen, moet u een voorbeeld van de pagina weergeven, waarna u in WebPlus zo nodig wijzigingen kunt aanbrengen. Wanneer u een voorbeeld van de site bekijkt of de site publiceert, wordt in
152 Webobjecten toevoegen WebPlus voor elke rollovertoestand die u hebt ingesteld, één afbeelding geëxporteerd. Aan het HTML-bestand voor de gepubliceerde pagina wordt automatisch de JavaScript-code toegevoegd om de gedefinieerde muisgebeurtenissen te onderscheppen. Zo bewerkt u een rolloverafbeelding: 1.
Klik met de rechtermuisknop op de rolloverafbeelding en kies Rollover bewerken... (of dubbelklik op de afbeelding).
2.
Breng de vereiste wijzigingen aan in het dialoogvenster en klik op OK.
Variantafbeeldingen maken Voor elk object waarvoor minstens één rolloverstatus is geactiveerd, moet u een afzonderlijke bronafbeelding maken. Vaak gaat het slechts om subtiele verschillen tussen de afbeelding voor de standaardtoestand en de 'varianten' die de indruk wekken dat het object van de ene in de andere toestand overgaat. Als u bijvoorbeeld de toestand Over hebt ingeschakeld voor een object, moet u een andere afbeelding maken die in de browser kan worden weergeven wanneer de muisaanwijzer zich boven het object bevindt.
Pop-uprollovers toevoegen Pop-uprollovers worden in WebPlus meestal gebruikt om een grotere versie van een miniatuurafbeelding weer te geven. Wanneer de bezoeker de muisaanwijzer over de miniatuurweergave van een afbeelding beweegt, wordt de grotere versie gewoonlijk naast de miniatuur weergegeven. De functie is eenvoudig te gebruiken en werkt op dezelfde manier als de meer geavanceerde fotogalerie. Pop-uprollovers kunnen zich slechts in twee toestanden bevinden: de standaardtoestand en de overtoestand. Als de muisaanwijzer zich op de miniatuurafbeelding bevindt, wordt een grotere versie van dezelfde afbeelding (of
Webobjecten toevoegen 153
desgewenst een andere afbeelding) weergegeven. De WebPlusrollovers kunnen zich daarentegen in wel vier toestanden bevinden waarin steeds verschillende afbeeldingen worden weergegeven die allemaal hetzelfde formaat hebben.
In WebPlus kunt u de positie en grootte bepalen van de popupafbeelding ten opzichte van de miniatuur waar de muisaanwijzer overheen beweegt. Zelfs de miniatuur kan op elk gewenst moment worden gewijzigd of geschaald. Als u een bijschrift wilt weergeven voor pop-uprollovers, kunt u deze naast de over-afbeelding laten verschijnen. U kunt voor het bijschrift allerlei opmaakkenmerken instellen, zoals de kenmerken vet of cursief, het lettertype, de tekengrootte en de tekstkleur. Zo maakt u een pop-uprollover: 1.
Klik op de knop Pop-uprollover in het vervolgmenu Afbeelding van de werkbalk Standaardobjecten.
154 Webobjecten toevoegen 2.
Klik in het dialoogvenster op de knop Bladeren... om naar de afbeelding te gaan die u als standaardafbeelding (miniatuur) wilt weergeven en selecteer de gewenste afbeelding. Klik op Openen....
3.
Voor de over-afbeelding die als pop-up verschijnt, wordt standaard de eerder als miniatuur geselecteerde afbeelding gebruikt (dit is gebruikelijk voor fotominiaturen). U kunt echter ook op Bladeren... klikken als u een geheel andere afbeelding wilt gebruiken.
4.
(Optioneel) Als u wilt dat de standaardafbeelding (miniatuur) als hyperlink fungeert, klikt u op de knop Instellen en voert u een URL in. De gebruiker springt in dat geval naar het hyperlinkdoel door te klikken op de afbeelding.
5.
(Optioneel) U kunt voor beide afbeeldingen exportopties instellen via Exportopties... (zie Exportopties voor afbeeldingen instellen op pagina 340).
6.
(Optioneel) Schakel de optie Afbeeldingsbestanden insluiten in site in als u de afbeelding(en) in de site wilt opnemen.
Pop-uprollovers werken alleen effectief als u de positie van de standaardafbeelding (miniatuur) en de over-afbeelding op de pagina nauwkeurig bepaalt. U kunt de positie van de afbeeldingen bepalen in een speciaal daarvoor bestemd dialoogvenster waarin de beide afbeeldingen kunnen worden verplaatst en geschaald door te slepen (of door absolute pixelwaarden in te stellen). Elke afbeelding krijgt een gekleurde rand: groen voor de standaardafbeelding en blauw voor de over-afbeelding. Zo bepaalt u de positie van rolloverafbeeldingen: 7.
Klik onder in het dialoogvenster Rollover op de knop Rolloverpositie instellen....
Webobjecten toevoegen 155
8.
Selecteer een afbeelding in het dialoogvenster. In de vervolgkeuzelijst wordt de huidige selectiestatus aangegeven:
•
Standaard Selectie: er is een standaardafbeelding (miniatuur) geselecteerd en deze heeft een groene rand.
•
Over Selectie: er is een over-afbeelding geselecteerd en deze heeft een blauwe rand.
•
Bijschrift Selectie: er is een bijschrift geselecteerd en dit heeft een rode rand (wordt alleen weergegeven als bijschriften zijn ingeschakeld).
Als u de selectie van een afbeelding opheft, wordt in de vervolgkeuzelijst Geen selectie weergegeven. 9.
Wijzig de positie van de geselecteerde afbeeldingen door deze te slepen en/of wijzig het formaat ervan door de hoekgrepen te slepen (de hoogte-breedteverhouding blijft altijd behouden tijdens het slepen). U kunt ook exacte waarden invoeren in de invoervakken Links, Boven, Breedte en Hoogte om de positie en grootte van de afbeeldingen nauwkeurig te bepalen. In de vervolgkeuzelijsten van de vakken worden de laatste drie waarden vermeld die zijn gebruikt voor (van boven naar beneden) de afbeelding in de standaardtoestand, de afbeelding in de over-toestand en het bijschrift. Zo kunt u de afbeeldingen exact uitlijnen.
10. (Optioneel) Schakel de optie Relatieve positie ten opzichte van normale afbeelding in om te zorgen dat de bestaande positie van de over-afbeelding ten opzichte van de standaardafbeelding (normale afbeelding) behouden blijft (wanneer de standaardafbeelding wordt geschaald). 11. (Optioneel) Schakel de optie Verhouding behouden uit als u de standaardafbeelding en de over-afbeelding zonder beperkingen wilt schalen. U moet in dat geval de
156 Webobjecten toevoegen invoervakken gebruiken (u kunt niet slepen) om de afbeeldingen zonder beperkingen te kunnen schalen. 12. Klik op OK. De standaardafbeelding (miniatuur) wordt op de pagina weergegeven, maar de over-afbeelding verschijnt alleen op de pagina als u een voorbeeld van uw pagina weergeeft of de pagina publiceert. Door op dezelfde manier meerdere standaardafbeeldingen als popuprollovers aan uw webpagina toe te voegen, kunt u eenvoudig een stijlvolle fotogalerie maken waarin elke standaardafbeelding deel uitmaakt van een reeks 'klikbare' miniaturen. Zo bewerkt u een pop-uprollover:
•
Dubbelklik op de standaardafbeelding op de pagina om het dialoogvenster Rollover te openen. Wijzig de instellingen waar dat nodig is.
Zo voegt u een bijschrift toe aan over-afbeeldingen: 1.
Schakel in het dialoogvenster Rollover de optie Bijschrift weergeven bij rollover van afbeelding in.
2.
Voer in het invoervak Bijschrift de gewenste tekst in.
3.
Stel via de vervolgkeuzelijsten Lettertype en Tekengrootte het lettertype en de tekengrootte van het bijschrift in. Schakel het selectievakje Vet en/of Cursief in als u de tekst vet of cursief wilt maken. Gebruik de vervolgkeuzegalerie Tekstkleur om een tekstkleur toe te passen.
4.
Schakel de optie Achtergrondkleur toepassen in om in de aangrenzende vervolgkeuzegalerie een kleur te kunnen selecteren.
5.
Klik op OK.
Webobjecten toevoegen 157
Het bijschrift wordt alleen weergegeven bij de over-afbeelding, dus als u de precieze positie van het bijschrift naast de over-afbeelding wilt bepalen, moet u dubbelklikken op de standaardpagina (miniatuur) op uw pagina. Klik in het dialoogvenster op de knop Rolloverpositie instellen... en pas de positie van het bijschrift aan (op dezelfde manier waarop u de positie van een standaardafbeelding of over-afbeelding aanpast). Alle geselecteerde bijschriften worden in het voorbeeldvenster met een rode rand weergegeven.
158 Webobjecten toevoegen
6
Dynamische webobjecten toevoegen
160 Dynamische webobjecten toevoegen
Dynamische webobjecten toevoegen 161
HTML-code toevoegen In WebPlus kunt u pagina's maken in HTML (zie HTML-pagina's maken op pagina 78). Met WebPlus kunt u echter ook code toevoegen aan de WebPlus-objecten (bijvoorbeeld in frames of tabelcellen) en pagina's, met name om de mogelijkheden van objecten (of de pagina) uit te breiden door deze intelligenter en interactiever te maken. Met het object of de pagina kan dynamisch inhoud worden gegenereerd of het uiterlijk van het object/de pagina kan worden gewijzigd binnen een bepaald gebied als gevolg van ingesloten scriptinhoud. U kunt niet de HTML-code zelf bewerken (dit zou geen echte voordelen bieden), maar aan specifieke gebieden van de weergegeven code kunt u extra code toevoegen. Hierbij worden duidelijke tijdelijke plaatsaanduidingen (tekst omgeven door een witte markering) weergegeven in het venster van het tabblad Bron.
162 Dynamische webobjecten toevoegen Dit zijn maar een paar van de bewerkbare plaatsaanduidingen in de bron van een HTML-fragment, -object of -pagina (de plaatsaanduidingen hebben verschillende namen, afhankelijk van het type element). De laatste plaatsaanduiding in de bovenstaande lijst is bijvoorbeeld uniek voor de bron van een pagina en wordt niet weergegeven voor een object of HTML-fragment. U kunt elke gewenste code invoegen door deze te kopiëren en te plakken op een van de plaatsaanduidingen. Meestal kunt u echter tokens, HTML-code of specifieke scripts, bijvoorbeeld JavaScript, opnemen. U kunt hiermee het rollovergedrag voor een object wijzigen op een manier die niet mogelijk is zonder scriptondersteuning, bijvoorbeeld een handler voor klikken op een afbeelding.
HTML-code toevoegen In WebPlus kunt u ook de 'bron bekijken' op een pagina, zodat u extra HTML-code kunt toevoegen aan de pagina. Hierdoor kunt u fragmenten toevoegen die u hebt gekopieerd van een andere webpagina of die u zelf hebt geschreven. U kunt ook opgemaakte HTML-tekst uit een browser of emailprogramma importeren via het Klembord. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de opdrachten Alles selecteren en Kopiëren in uw browser, en kies vervolgens Bestand > Plakken speciaal... in WebPlus. Voordat u de HTML-code importeert, kunt u in WebPlus het venster HTML-code op de pagina plaatsen. Aangezien u het effect van de HTML-code pas kunt zien wanneer u een voorbeeld weergeeft van de site, moet u het venster op de juiste positie plaatsen. Controleer uw webpagina in ieder geval in een browser. Als er een probleem is, controleert u de ingevoerde code en de positie hiervan op de WebPlus-pagina nog een keer (en wijzigt u zo nodig de grootte). Als u enige kennis van HTML hebt, bekijkt u de paginabron in een teksteditor zoals Kladblok. U kunt ook de modus ¨Bron weergeven¨ van uw browser gebruiken.
Dynamische webobjecten toevoegen 163
Zo voegt u HTML-code toe aan een pagina: 1.
Kopieer de HTML-code van de oorspronkelijke bron naar het Klembord.
2.
Klik op de knop HTML-code invoegen op de werkbalk Webobjecten.
3.
Klik op de pagina of het plakbord om een nieuw venster HTML-code met standaardgrootte te maken of sleep met de muis als u een venster met een aangepaste grootte wilt maken.
4.
Gebruik in het dialoogvenster de knop Plakken in kop of Plakken in inhoud om de klembordtekst in te voegen in de kop of de hoofdtekst van het bestand. - of Gebruik het codevenster waardoor u kunt schuiven. Voer een of meer HTML-codefragmenten in het desbetreffende veld in.
5.
(Optioneel) Als voor de code externe bestanden nodig zijn, zoekt u hiernaar met de knop Toevoegen.... Klik op de knop Koppelen als u de bestanden los van de site wilt bewaren.
6.
Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. De code wordt weergegeven op de pagina in het venster HTMLcode.
JavaScript toevoegen Voor een grote hoeveelheid JavaScript-code kunt u zoeken naar 'javascript-fragmenten' in uw favoriete zoekmachine. Op deze manier vindt u duizenden sites met gratis beschikbare codefragmenten. Op de meeste sites wordt duidelijk aangegeven waarvoor de JavaScript-code is bedoeld. Daarnaast kunt u normaal gesproken de JavaScript-code selecteren en kopiëren, zodat u deze kunt plakken in het venster Bron van een HTML-fragment, object of pagina, in een HTML-tabelcel of rechtstreeks op de pagina.
164 Dynamische webobjecten toevoegen Hierna wordt beschreven hoe u JavaScript-code (die u hebt gekopieerd of zelf geschreven als u ervaring hebt met het programmeren van JavaScript) kunt toevoegen. Vergelijk ter illustratie de twee afbeeldingen met voorbeeldcode hierna. Er wordt een zeer eenvoudig JavaScript-codefragment toegevoegd aan het venster Bron, zodat de huidige datum wordt weergegeven op de webpagina. In de eerste sectie met code wordt de laatste plaatsaanduiding in de bovenstaande lijst gebruikt () en in de tweede sectie ziet u hoe de code eruitziet nadat de plaatsaanduiding is vervangen door een script.
Code met plaatsaanduiding
Dynamische webobjecten toevoegen 165
Code na toegevoegd JavaScript In dit voorbeeld wordt aangegeven waar eenvoudige code wordt geplaatst in een bronvenster. Zo voegt u code toe aan een HTML-fragment of object: 1.
Selecteer een bestaand HTML-fragment of object.
2.
Selecteer in het menu Indeling de optie HTML-code toevoegen.... - of Klik met de rechtermuisknop op het object en kies dezelfde optie.
3.
Schuif in het dialoogvenster door het bronvenster om te zoeken naar bewerkbare plaatsaanduidingen. De plaatsaanduiding die u kiest, is afhankelijk van het gewenste resultaat.
166 Dynamische webobjecten toevoegen 4.
Selecteer de gehele plaatsaanduiding en plak de HTML, het script of een andere tekenreeks om de tekst van de plaatsaanduiding te overschrijven. - of Selecteer de gehele plaatsaanduiding en typ rechtstreeks op de locatie van de plaatsaanduiding (waarbij de tekst van de plaatsaanduiding weer wordt overschreven).
5.
Klik op OK om terug te gaan naar de normale paginaweergave. U kunt tokens gebruiken om diverse variabelen toe te voegen aan de HTML. Gebruik deze voor breadcrumb-navigatie die dynamisch wordt bijgewerkt als u pagina's toevoegt, verwijdert of wijzigt op de site.
Voor ingewikkeldere scripts, moet u mogelijk ondersteunende bestanden (afbeeldingen, tekstbestanden enzovoort) toevoegen die kunnen worden gebruikt door het ingevoegde script. Deze bestanden kunnen worden ingesloten of gekoppeld. Dit betekent dat de bestanden op de site worden bewaard (ingesloten) of dat hiernaar extern wordt verwezen via een koppeling (op dezelfde manier als een hyperlink). Houd rekening met de uiteindelijke grootte van de site wanneer u meerdere afbeeldingen insluit. Zo voegt u ondersteunende bestanden toe: 1.
Klik op de knop Toevoegen....
2.
Ga in het dialoogvenster Openen naar een of meer bestanden en selecteer deze (gebruik Ctrl-klikken en Shift-klikken voor het selecteren van niet-aangrenzende of aangrenzende bestanden). Klik op Openen.
3.
De bestanden worden weergegeven in de lijst Bestanden en worden standaard ingesloten in de site. Als u bestanden niet wilt Insluiten (waardoor de site kleiner wordt), selecteert u elk bestand en klikt u op de knop Koppelen.
Dynamische webobjecten toevoegen 167
4.
Klik op OK.
U kunt op elk gewenst moment een van de opties Toevoegen, Verwijderen en Exportopties kiezen voor een bestand. Zo voegt u code toe aan een pagina: 1.
Klik op HTML-code toevoegen op de werkbalk Standaard.
2.
Schuif in het dialoogvenster door het venster om te zoeken naar bewerkbare plaatsaanduidingen. De plaatsaanduiding die u kiest, is afhankelijk van het gewenste resultaat.
3.
Selecteer de gehele plaatsaanduiding en plak de HTML, het script of een andere tekenreeks om de tekst van de plaatsaanduiding te overschrijven. - of Selecteer de gehele plaatsaanduiding en typ rechtstreeks op de locatie van de plaatsaanduiding (waarbij de tekst van de plaatsaanduiding weer wordt overschreven).
4.
Als u wilt teruggaan naar de normale paginaweergave, klikt u op de projecttab boven in het bronvenster.
Id's gebruiken Aan objecten, tekstkolommen, tabelrijen en tabelcellen wordt altijd een unieke alfanumerieke HTML-id toegewezen, bijvoorbeeld de id's 'av_1', 'av_2' enzovoort voor nieuwe AutoVormen. Deze id's kunnen worden geschreven bij het exporteren, zodat hiernaar kan worden verwezen door scripttalen op uw gepubliceerde site. Standaard worden er geen id´s geschreven bij het exporteren voor alle objecten (globaal), maar ze kunnen per object worden worden geëxporteerd.
168 Dynamische webobjecten toevoegen Zo schrijft (exporteert) u een id (per object): 1.
Klik met de rechtermuisknop op een object en selecteer Id....
2.
Selecteer Ja in het dialoogvenster in de vervolgkeuzelijst Id voor dit object schrijven. Als u Standaardinstelling site selecteert, betekent dit dat de instelling in Eigenschappen van site wordt gebruikt. Ja of Nee betekent dat de id van het object al dan niet wordt geschreven bij het exporteren, ongeacht de standaardinstelling van de site.
Zo schrijft (exporteert) u id's (globaal):
•
Schakel bij Bestand>Eigenschappen van site (menuoptie HTML-uitvoer) de gewenste selectievakjes in voor object, tekstkolom, tabelrij of cel.
Als het object wordt gekopieerd op dezelfde pagina of naar een andere website, wordt de id vervangen door een nieuwe id. Als u een aangepaste naam wilt maken voor de id, gebruikt u het dialoogvenster Object-id bewerken.
Dynamische webobjecten toevoegen 169
Zo bewerkt u de id-naam van een object: 1.
Klik met de rechtermuisknop op een object en selecteer Id....
2.
Wijzig in het dialoogvenster de id-waarde voor de HTML.
Tokens WebPlus bevat een aantal gegroepeerde HTML-annotatietokens die kunnen worden gekoppeld aan HTML-fragmenten, objecten of pagina's. Deze worden vervangen door de relevante 'echte' waarden wanneer u exporteert naar een bestand of een voorbeeld van de pagina bekijkt. Voor het toevoegen van tokens hoeft u alleen een tokentekenreeks in te voegen door deze te kopiëren en te plakken of rechtstreeks te typen in een van de plaatsaanduidingsposities in de HTML-bron. De Help bij WebPlus bevat een volledige lijst met dergelijke tokens (zoek naar tokens in de Index).
Formulieren toevoegen Met webformulieren kunt u op een moderne en efficiënte manier informatie over de bezoekers van uw website verzamelen. Net zoals informatie kan worden verzameld via traditionele formulieren op papier, kunt u hiervoor ook webformulieren gebruiken, met dezelfde concepten voor het invullen van formulieren. Hierbij kunt u echter gebruikmaken van internet als krachtig hulpmiddel. Veelgebruikte typen formulieren zijn onder andere aanvraagformulieren, feedbackformulieren en gastenboeken. Formuliergegevens kunnen op verschillende manieren worden verzameld: per e-mail, via lokale of externe scriptbestanden of via Serif Web Resources.
170 Dynamische webobjecten toevoegen
Structuur van een formulier De bouwstenen van een formulier bestaan uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en besturingselementen. Besturingselementen van formulieren zijn de 'intelligente' objecten waarmee gegevens over bezoekers van de website worden verzameld. Deze elementen kunnen op dezelfde manier worden toegevoegd, verplaatst en bewerkt als andere objecten in Webplus, zoals afbeeldingen en tabelelementen. Een besturingselement kan onder andere een knop, invoervak, tekstgebied, vervolgkeuzelijst, selectievakje, keuzerondje, CAPTCHA-object of element voor bestandsselectie zijn. De meeste formulieren, bijvoorbeeld een emailfeedbackformulier, bestaan uit een combinatie van een aantal van deze besturingselementen. Vanuit het perspectief van de bezoeker word informatie ingevoerd in tekstvakken of geselecteerd via selectievakjes, keuzerondjes of vervolgkeuzelijsten. De ingevoerde informatie kan bestaan uit getallen of tekst of een combinatie hiervan, afhankelijk van het type veld. U kunt de tabvolgorde waarin velden moeten worden ingevuld, configureren, net zoals de validatie van invoergegevens (zie de Help bij WebPlus voor meer informatie over tabvolgorde en validatie). Elk veld heeft specifieke eigenschappen voor het uiterlijk, de toegestane waarde(n), de validatie of de verwachte actie voor het veld. De functionaliteit van formulieren worden pas actief wanneer u de website hebt gepubliceerd (u kunt echter altijd een voorbeeld van de formulieren bekijken vanuit WebPlus, zie Een voorbeeld bekijken van uw site op pagina 428). Wanneer een bezoeker van uw website gegevens invoert in het formulier of een formulieroptie selecteert, worden de gegevens automatisch naar een opgegeven bestemming gestuurd wanneer het formulier wordt verzonden. U kunt ook interactieve webformulieren ontwerpen door gebruik te maken van JavaScript. Hiermee wordt de opmaak van formulieren vastgelegd en worden gegevens gevalideerd en berekeningen en acties uitgevoerd. Dit zijn allemaal belangrijke functies in de ontwikkeling van webformulieren.
Dynamische webobjecten toevoegen 171
Waarheen worden de gegevens verzonden? Formuliergegevens kunnen worden verzonden naar:
•
een e-mailadres (van de webontwikkelaar).
•
een scriptbestand (lokaal of extern opgeslagen). Hiermee kunnen de gegevens bijvoorbeeld naar een tekstbestand of een serverdatabase worden geschreven.
•
Serif Web Resources, van waaruit de formuliergegevens naar uw e-mailadres worden doorgestuurd (via Serif).
Zoals normaal is bij het beheer van webformulieren, kunt u het coderingstype, het doelvenster of -frame en de overdrachtsmethode (POST of GET) instellen die u wilt gebruiken.
Formulieren maken U kunt formulieren op verschillende manieren maken: u kunt een vooraf gedefinieerd, kant-en-klaar standaardformulier maken (zoals hiernaast), afzonderlijke formulierbesturingselementen selecteren of een volledig nieuw formulier maken. Voor de eerste twee methoden wordt de gebruiksvriendelijke wizard Formulier gebruikt. Er zijn standaardformulieren beschikbaar voor contactgegevens, commentaar van gebruikers, het indienen van een cv, het geven van een mening en het opgeven van adressen. U maakt als volgt een standaardformulier: 1.
Klik op de knop Wizard Formulier in het vervolgmenu Formulier op de werkbalk Webobjecten.
2.
Klik in het dialoogvenster op het pictogram Een standaardformulier gebruiken en aanpassen en klik op Volgende.
172 Dynamische webobjecten toevoegen 3.
Selecteer het gewenste type formulier in de lijst met formulieren. Gebruik het voorbeeldvenster onderaan om een voorbeeld van elk formulier te bekijken.
4.
Klik op Volgende>.
5.
Op het volgende scherm kunt u besturingselementen toevoegen, wijzigen of verwijderen.
•
Als u een besturingselement wilt toevoegen aan het formulier, klikt u op de desbetreffende knop in het vak Toevoegen.
•
Als u een standaardobject wilt bewerken, selecteert u een bestaand besturingselement in het venster en kiest u Besturingselement bewerken.... Zie Besturingselementen voor formulieren bewerken op pagina 175 voor meer informatie.
•
Als u een standaardobject wilt verwijderen, selecteert u een besturingselement in het venster en kiest u Verwijderen (of drukt u op Del).
•
Als u de volgorde van de besturingselementen wilt wijzigen, gebruikt u de knoppen
Omhoog en
Omlaag. 6.
Wanneer u op Volgende hebt geklikt, kiest u een doel voor de formuliergegevens door op een doelknop te klikken. Selecteer Voltooien om de wizard te voltooien.
7.
Als u het formulier wilt invoegen met de standaardafmetingen, plaatst u de cursor voor het invoegen van het formulier en klikt u met de muis.
Als u meer vrijheid wilt bij het ontwerpen van een formulier, voegt u een leeg formulier in met objecten waarmee u een volledig nieuw
Dynamische webobjecten toevoegen 173
formulier kunt ontwerpen. U kunt formulierbesturingselementen, standaardformulierobjecten of beide invoegen. Zie de Help bij WebPlus voor meer informatie. U maakt als volgt een aangepast formulier (met de wizard Formulier): 1.
Wizard Formulier in het Klik op de knop vervolgmenu Formulier op de werkbalk Webobjecten.
2.
Klik in het dialoogvenster op het pictogram Een nieuw formulier maken met de wizard en klik op Volgende.
3.
Op het volgende scherm kunt u de besturingselementen selecteren die u aan het formulier wilt toevoegen. Voer in het vak Toevoegen een van de volgende handelingen uit:
•
Klik voor een kant-en-klaar formulier op de knop Vooraf gedefinieerd en kies het gewenste besturingselement. Dubbelklik vervolgens op dit besturingselement in het venster om het besturingselement een naam te geven. - of -
1.
Klik op een van de overige formulierbesturingselementen om een volledig nieuw formulier te maken. Zie Besturingselementen voor formulieren op pagina 171 voor een beschrijving van de verschillende besturingselementen.
2.
Gebruik in het dialoogvenster de interne naam van het besturingselement (om het uniek te identificeren) of bewerk deze en voer een label in dat u bij dit besturingselement wilt weergeven. (Dit label is zichtbaar op het scherm.) U kunt het besturingselement ook bewerken door op de knop Besturingselement bewerken te klikken. Bij het bewerken van een besturingselement kunt u de gewenste validatieregels, de lengte van het besturingselement en andere eigenschappen instellen. Zie
174 Dynamische webobjecten toevoegen Besturingselementen bewerken op pagina 175 voor meer informatie. Klik op OK als u een waarde hebt bewerkt. 4.
Herhaal de bovenstaande stappen zo nodig voor elk gekozen besturingselement. De besturingselementen worden in het bovenste venster weergegeven (in de volgorde waarin u deze hebt toegevoegd). Voordat u verdergaat, moet u nog het besturingselement Verzenden aan het formulier toevoegen. Dit element is essentieel voor het doorsturen van gegevens naar het doel. Klik op de knop Verzenden om de knop automatisch toe te voegen aan het formulier. Meestal wordt bij deze knop ook een knop Beginwaarden geplaatst, waarmee formuliervelden met gegevens die nog niet zijn verzonden, kunnen worden gewist. Klik op Volgende>.
5.
Kies in het volgende dialoogvenster een doel voor de formuliergegevens door op een doelknop te klikken voor e-mail, scriptbestand (lokaal of extern) of Serif Web Resources en voer een naam in om het hele formulier te definiëren. (Zie Formulieren verzenden op pagina 175.)
6.
Selecteer Voltooien om de wizard te voltooien.
7.
Klik op de pagina op de positie waar u het formulier wilt invoegen als u de standaardafmetingen wilt gebruiken voor het formulier.
Besturingselementen voor formulieren Besturingselementen voor formulieren zijn ‘intelligente’ objecten die afwijken van andere objecten in WebPlus. Ze zijn 'intelligent', omdat hiermee invoer van bezoekers kan worden opgeslagen en kan worden doorgestuurd naar een centrale locatie wanneer het formulier wordt verzonden. U kunt besturingselementen verplaatsen, net zoals andere objecten, maar u kunt geen kleuren of transparantie-effecten instellen, geen randen aanpassen en niet de grootte van de besturingselementen wijzigen.
Dynamische webobjecten toevoegen 175
De besturingselementen zijn beschikbaar vanuit de wizard Formulier of rechtstreeks vanuit het vervolgmenu Formulier op de werkblak Webobjecten. U wijst aan elk besturingselement een unieke interne naam toe en stelt vervolgens de gewenste eigenschappen in voor het element. Elk besturingselement heeft een eigen set eigenschappen die kunnen worden aangepast.
Pictogram formulierbesturings element
Naam formulierbesturin gselement
Gebruik
Knop
Gebruik dit besturingselement als u een actie wilt instellen die kan worden geactiveerd door op een knop te klikken. U kunt uit een hele reeks knoppen kiezen die elk een andere vormgeving hebben en functie vervullen.In de wizard Formulier zijn de knoppen Verzenden en Beginwaarden beschikbaar. Met deze knoppen kunnen gebruikers het formulier verzenden en de ingevoerde gegevens weer wissen.
Invoervak
In een invoervak kan één regel tekst, een numerieke waarde of een combinatie van beide worden ingevoerd. Gebruik dit besturingselement bijvoorbeeld als u gebruikers in staat wilt stellen hun achternaam in te voeren.
Tekstvak
In een tekstvak kunnen meerdere regels tekst, numerieke waarden of een combinatie van beide worden ingevoerd. Dit besturingselement wordt doorgaans gebruikt om gebruikers de mogelijkheid te
176 Dynamische webobjecten toevoegen bieden aanvullende informatie (tekst of numerieke waarden) in te voeren, zoals een vraag, een recept of een lijst met waarden. Vervolgkeuze lijst
Gebruik dit besturingselement als u gebruikers uit verschillende opties wilt laten kiezen in een vervolgmenu, waarbij standaard slechts één optie kan worden geselecteerd (bijvoorbeeld het geslacht van de gebruiker). U kunt gebruikers ook de mogelijkheid bieden door een lijst met beschikbare opties te bladeren en hen desgewenst in staat stellen meerdere opties te selecteren.
Door de Shift-toets ingedrukt te houden, kunt u een aaneengesloten groep opties selecteren. Om meervoudige selecties mogelijk te maken, versleept u de boven- of onderkant van de vervolgkeuzelijst, zodat er standaard meerdere opties tegelijk worden weergegeven. Selectievakje
Dit is handig wanneer u gebruikers de mogelijkheid wilt bieden meerdere opties tegelijk te selecteren die naast elkaar worden weergegeven. Dit besturingselement is een goed alternatief voor een vervolgkeuzelijst als hiervoor voldoende ruimte beschikbaar is. De bezoeker klikt één keer om het selectievakje in of uit te
Dynamische webobjecten toevoegen 177
schakelen, bijvoorbeeld:
Wilt u op de hoogte worden gehouden van nieuwe gebeurtenissen in de toekomst? Keuzerondje
Bestandsselectie
CAPTCHA
Dit besturingselement is handig als u gebruikers een keuze wilt laten maken uit meerdere opties die elkaar wederzijds uitsluiten. De gebruiker kan bij dit type besturingselementen slechts een van de beschikbare opties selecteren. Gebruik dit besturingselement bijvoorbeeld om het geslacht van bezoekers te achterhalen.
Met dit besturingselement kunnen de bezoekers een bestand uploaden vanaf hun computer. De bezoeker hoeft alleen op de knop Bladeren... te klikken en naar een lokaal bestand te navigeren om dit te selecteren. Bezoekers kunnen hiermee bijvoorbeeld afbeeldingen, cv's, tekeningen en instructies uploaden. Gebruik dit besturingselement als tege pam. Als u dit besturingselement gebruikt, moeten bezoekers een willekeurige tekenreeks die ze in de figuur zien, in een tekstvak invoeren. Wanneer de controle is geslaagd, kan het formulier worden verzonden, maar alleen via Serif Web Resources.
178 Dynamische webobjecten toevoegen
Er wordt altijd een CAPTCHAgatewayconrole (Zie de WebPlus Help voor meer informatie) uitgevoerd als u dit besturingselement niet in het formulier hebt geplaatst. Als u dit besturingselent wel gebruikt, wordt de CAPTCHA-gatewytrole niet uitgevoerd.
Besturingselementen voor formulieren bewerken Elk besturingselement (knop, tekstvak enzovoort) heeft specifieke eigenschappen en dus verschillende waarden die u kunt bewerken. U kunt deze waarden wijzigen wanneer u het formulier maakt of nadat u het besturingselement aan het formulier hebt toegevoegd. Als u het besturingselement wilt wijzigen wanneer u het formulier maakt, klikt u op de knop Besturingselement bewerken... in de wizard Formulier. U kunt het besturingselement ook later bewerken door met de rechtermuisknop op het besturingselement op de pagina te klikken en de bewerkingsoptie in het snelmenu te kiezen (bijvoorbeeld Tekstvak bewerken).
Formulieren verzenden Alle formulieren hebben één ding met elkaar gemeen: ze moeten worden verzonden voordat de formuliergegevens kunnen worden verzameld. U kunt hiervoor zelf een knop Verzenden ontwerpen of u kunt de vooraf gedefinieerde knop in de wizard Formulier gebruiken. Het formulier moet een knop Verzenden bevatten. Deze
Dynamische webobjecten toevoegen 179
knop wordt meestal gebruikt samen met een knop Beginwaarden, waarmee alle ingevoerde formuliergegevens kunnen worden gewist. Formuliergegevens kunnen op meerdere manieren worden verzonden.
Geen actie
Een emailadres
Als u deze optie kiest, worden de formuliergegevens niet verzonden. Deze optie is handig als u tijdelijk geen gegevens meer wilt verzamelen of als u nog geen script of Serif Web Resources hebt ingesteld. U kunt het formulier later bewerken (klik met de rechtermuisknop en kies Eigenschappen van formulier bewerken...) en een geldige verzendmethode selecteren. Gebruik deze optie als u de gebruikelijke POST/GET-methode wilt omzeilen. Wanneer de bezoeker op de knop Verzenden klikt, wordt automatisch het standaard emailprogramma van de bezoeker gestart. De formuliergegevens (doorgegeven in één tekenreeks) worden toegevoegd aan de berichttekst, waarna deze kunnen worden verzonden naar het geconfigureerde emaildoel. Deze methode is vooral handig als er geen lokale of externe scripts worden gebruikt. Deze verzendmethode is onveilig, omdat persoonlijke of vertrouwelijke gegevens niet worden gecodeerd. U stelt als volgt e-mail rechtstreeks in: 1.
Voeg een Formuliernaam toe via het pictogram.
180 Dynamische webobjecten toevoegen 2.
Voer het E-mailadres van het doel in (of selecteer een e-mailadres dat al is opgegeven in de vervolgkeuzelijst).
Deze optie is bedoeld voor ervaren webontwikkelaars die vertrouwd zijn met het gebruik van scripts. Een scriptbestand op mijn harde schijf
U stelt als volgt een lokaal scriptbestand in: 1.
Schakel het pictogram Scriptbestand in en voeg een Formuliernaam toe.
2.
Klik op Bladeren... en navigeer naar het lokale scriptbestand. Dit is meestal een PHP-, JS-, CFM-, CGI-, PL-, DLL- of EXE-bestand.
3.
Schakel het selectievakje Bestand insluiten in als u het scriptbestand in de site wilt insluiten. Als u deze optie uitschakelt, is het scriptbestand niet verbonden met de site (updates in het script zijn niet zichtbaar op de site).
4.
U kunt ook op de knop Exportopties... klikken als u een webbestandsnaam en -map wilt definiëren voor het script.
5.
Kies een verzendmethode, coderingstype, doelvenster of frame en tekenset.
Dynamische webobjecten toevoegen 181
Een extern script
Kies voor deze optie als het uitvoeren van eigen scripts niet is toegestaan in de webruimte van uw ISP. In dit geval biedt uw ISP mogelijk een eenvoudig scriptbestand aan waarnaar u een hyperlink kunt invoegen vanaf uw webpagina. Meestal verzenden dergelijke scripts de formuliergegevens automatisch naar uw e-mailadres (al ingesteld bij uw ISP). U stelt als volgt een extern scriptbestand in:
Serif Web Resources
1.
Schakel het pictogram Extern script in en voeg een Formuliernaam toe.
2.
Voer een URL in die rechtstreeks verwijst naar een scriptbestand.
3.
Kies een verzendmethode, coderingstype, doelvenster of frame en tekenset.
Niet iedereen heeft toegang tot een webserver of wil zelfs een eigen webserver opzetten. Als alternatief hiervoor kunt u Serif Web Resources (zie pagina 215) gebruiken. Dit is een gratis gatewayservice van het web naar e-mail, waarmee uw formuliergegevens via Serif naar uw persoonlijke e-mailadres(sen) worden doorgestuurd. Om beveiligingsredenen moet u echter wel eerst een gebruikersaccount voor Serif Web Resources maken voordat u gebruik kunt maken van deze service. U kunt met deze service uw eigen e-maildoelen (ook wel e-maildoelen voor formulieren genoemd) maken, bewerken en verwijderen.
182 Dynamische webobjecten toevoegen U stelt als volgt Serif Web Resources in: 1.
Klik op het pictogram Serif Web Resources en voeg een Formuliernaam toe.
2.
Klik op de knop Selecteren (meld u aan bij Serif Web Resources als u dit nog niet hebt gedaan).
3.
Voer in het dialoogvenster de gegevens van het doeladres in.
•
Voer in het tekstvak Emailadres een doelemailadres in.
•
Voer een Aangepast onderwerp in. Dit is de tekenreeks van de onderwerpregel die u ziet in het e-mailbericht van de bezoeker, bijvoorbeeld Emailverzending van Rainbow_WWW: Contactgegevens.
•
Voeg een Bevestigingsbericht toe dat wordt weergegeven voor de bezoeker wanneer deze op de knop Verzenden heeft geklikt.
•
Stel in het veld Taal de taal in waarin het bevestigingsbericht wordt verzonden.
Dynamische webobjecten toevoegen 183
Als u het besturingselement Invoervak alleen voor emailadressen maakt, kunt u bevestigingsberichten ook rechtstreeks naar de bezoeker verzenden. U moet ervoor zorgen dat SWR: bevestigingsmail verzenden is ingeschakeld in de eigenschappen van het invoervak. Er wordt een antispamcontrole uitgevoerd als u het besturingselement CAPTCHA aan het formulier hebt toegevoegd. Als u dit niet hebt gedaan, wordt een controle uitgevoerd bij de CAPTCHAgateway. Schakel Mij beantwoorden in het bovenstaande dialoogvenster in om het veld Beantwoorden van het bevestigingsbericht in te stellen op het e-mailadres van de webontwikkelaar. Hierdoor kan de bezoeker rechtstreeks via e-mail contact opnemen met de webontwikkelaar. 4.
Klik op Nieuw toevoegen. Het nieuwe e-mailadres wordt gemaakt en toegevoegd aan de lijst met beschikbare e-maildoelen. Het opgegeven e-mailadres wordt als ‘Niet bevestigd’ beschouwd. Voordat u gebruik kunt maken van de service, wordt een bevestigingsbericht naar uw emailadres verzonden. Als u op de
184 Dynamische webobjecten toevoegen koppeling klikt, wordt de service geactiveerd en verandert de status in 'Bevestigd'. 5.
(Optioneel) Herhaal deze procedure om meer e-maildoelen toe te voegen en selecteer een emailadres om dit te activeren.
6.
Klik op OK om af te sluiten.
De bezoeker ontvangt een basisbevestigingspagina die is gegenereerd door Serif Web Resources om de geslaagde ontvangst van formuliergegevens te bevestigen. U kunt in plaats van deze basispagina ook uw eigen bevestigingspagina maken en toewijzen. Uw eigen pagina is een normale webpagina, dus kunt u uw eigen informatie toevoegen en de pagina ontwerpen in dezelfde stijl en met hetzelfde uiterlijk als de rest van uw site. U voegt als volgt uw eigen bevestigingspagina toe: 1.
Klik met de rechtermuisknop op het formulier (gegevens moeten worden verzonden via Serif Web Resources) en kies Eigenschappen van formulier bewerken....
2.
Ga naar het tabblad Verborgen velden, klik op de knop Toevoegen..., voeg het woord 'redirect' toe aan het veld Naam en voer uw doel-URL met http://voorvoegsel (het webadres van uw bevestigingspagina) in het veld Waarde in.
Dynamische webobjecten toevoegen 185
3.
Klik op OK. De nieuwe webpagina wordt weergegeven wanneer het formulier de volgende keer wordt verzonden. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen op de webservers van Serif. Alle formuliergegevens worden in real-time doorgestuurd.
CAPTCHA-gateway Ter beveiliging tegen spamberichten gebruikt Serif Web Resources een CAPTCHAgateway als u niet rechtstreeks een CAPTCHA-besturingselement aan het formulier hebt toegevoegd (zie Besturingselementen voor formulieren op pagina 171). Bij het verzenden van het formulier wordt hiermee een beveiligingscontrole uitgevoerd, waarbij bezoekers een willekeurige tekenreeks moeten invoeren in een tekstvak.
Wanneer de controle is geslaagd, wordt het formulier verzonden.
RSS-feeds en podcasts RSS-feeds (Really Simple Syndication) zijn streams met constant veranderende nieuwsberichten en informatie. RSS-feeds zijn tegenwoordig zeer populair op internet. Als u geregeld online-
186 Dynamische webobjecten toevoegen nieuwsdiensten raadpleegt, hebt u ongetwijfeld gemerkt hoe populair RSS-feeds zijn. U herkent dergelijke feeds aan het symbool op websites. Door op dit symbool te klikken, kunt u zich (handmatig of automatisch) abonneren op de desbetreffende RSSfeed via een RSS-lezer. Podcasts zijn net als RSS-feeds publicaties die beschikbaar worden gesteld op internet. Bij een podcast wordt echter gebruikgemaakt van digitale media, zoals audio- en videobestanden om informatie te verspreiden. Eenvoudig gezegd: een RSS-feed publiceert artikelen, terwijl een podcast informatie uitzendt in de vorm van afleveringen. In WebPlus kunt u snel en eenvoudig uw eigen RSS-feeds of podcasts maken en vervolgens regelmatig nieuwe of bijgewerkte artikelen of afleveringen publiceren. Zo wordt u in wezen zelf uitgever (in plaats van lezer) van een of meer informatiediensten met nieuwsberichten, recensies van websites of artikelen die u zelf hebt geschreven. Podcasts stellen u in staat allerlei mediaclips te verspreiden als afleveringen. In de voorbeelden hierna ziet u een fictieve podcast van een school met koppelingen naar media (zowel audio als video) waarop kan worden geklikt, die voortdurend wordt bijgewerkt. RSS-feeds en podcasts kunnen beide op ongeveer dezelfde manier worden geconfigureerd in WebPlus. Feitelijk kan voor zowel het maken van een RSS-feed als een podcast het gereedschap RSSfeed/podcast toevoegen worden gebruikt in WebPlus. Als u RSS-feeds of podcasts van andere websites aan uw eigen webpagina wilt toevoegen, kunt u een RSS-lezer in uw webpagina integreren met het gereedschap RSS-lezer toevoegen.
Een RSS-feed of podcast maken Met het gereedschap RSS-feed/podcast toevoegen kunt u een of meer RSS-feeds/podcasts maken waarop internetgebruikers zich kunnen abonneren via hun stand-alone RSS-lezer, webbrowser of Apple iTunes®. Tijdens het maken van de feed kunt u allerlei instellingen configureren voor de feed, zoals de titel, een
Dynamische webobjecten toevoegen 187
beschrijving, bijbehorende afbeeldingen, auteursrechtinformatie, categorieën, trefwoorden enzovoort. Zo voegt u een RSS-feed of podcast in: 1.
RSS-feed/podcast toevoegen in het Klik op de knop vervolgmenu RSS van de werkbalk Webobjecten.
2.
Klik op de knop RSS-feed toevoegen of Podcast toevoegen om een nieuwe RSS-feed of podcast te maken. Er wordt in het menu aan de linkerkant een nieuwe feed weergegeven met de naam Nieuwe RSS-feed of Nieuwe podcast. Als u de gewenste feed hebt geselecteerd, ziet u een lijst met instellingen voor deze nieuwe feed die kunnen worden gewijzigd door in de kolom Waarde te klikken. In vervolgkeuzelijsten, dialoogvensters of tekstinvoervakken kunt u waarden voor de feed invoeren, selecteren of wijzigen.:
3.
Klik op OK.
4.
U kunt de feed op de pagina plaatsen door de cursor op de gewenste plaats neer te zetten en met de of verschijnt op de muis te klikken. De knop cursorpositie (voor respectievelijk een RSS-feed of podcast).
Voeg bij podcasts waarop gebruikers zich automatisch met één klik kunnen abonneren, een label toe aan uw podcastsymbool om aan te geven via welke toepassing de podcast toegankelijk zal worden gemaakt. Zo vervangt u een feed door een andere feed:
•
Dubbelklik op een bestaande RSS-feed of podcast op de pagina om de knop te laten verwijzen naar een andere feed. Selecteer eenvoudig een andere vermelding en klik
188 Dynamische webobjecten toevoegen op OK. Voor podcasts kunt u ook opgeven dat ze automatisch moeten worden gedownload met de toepassing van de bezoeker, zoals Google Reader, My Yahoo! of iTunes. Kies de toepassing in de vervolgkeuzelijst Podcast openen met. Als u dat niet doet, wordt bij het handmatig abonneren op RSS-feeds of podcasts, de RSS-standaard gebruikt. Nadat u een RSS-feed of podcast hebt gemaakt, kunt u er respectievelijk artikelen of afleveringen aan toevoegen, waarna u de feed kunt publiceren. Als de webpagina is bijgewerkt, moet u deze opnieuw publiceren (zie Uw site op het web publiceren op pagina 432). Zo kunt u artikelen of afleveringen toevoegen of bijwerken: 1.
RSS-feed/podcast toevoegen op de Klik op de knop werkbalk Webobjecten van WebPlus.
2.
Controleer of de juiste feed is geselecteerd in het dialoogvenster RSS-feed en klik vervolgens op de knop RSS-feeds beheren.
3.
Klik rechts in het dialoogvenster op de knop Artikel toevoegen of Aflevering toevoegen. Hiermee maakt u onder de geselecteerde feed een nieuw item waaraan tijdelijk de naam Nieuw artikel (voor een RSS-feed) of Nieuwe aflevering (voor een podcast) wordt toegekend.
4.
Bewerk uw artikel of aflevering en kies de gewenste instellingen (zie hiervoor). In de vervolgkeuzelijsten, dialoogvensters of tekstinvoervakken kunt u waarden toevoegen, selecteren of wijzigen voor de feed.
5.
Klik op OK, klik vervolgens nogmaals op OK.
Dynamische webobjecten toevoegen 189
Als u in uw feed mediabestanden gebruikt die lokaal zijn opgeslagen, wordt u tijdens het publiceren gevraagd om bij URL van site een URL op te geven (zie pagina 1). Hiermee maakt u lokale bestanden toegankelijk voor bezoekers.
Podcastfeeds indienen Als u uw podcasts toegankelijk wilt maken via iTunes, moet u deze ter goedkeuring indienen bij iTunes. Nadat u uw podcast hebt ingediend, wordt deze door de medewerkers van iTunes op technische problemen gecontroleerd en wordt nagegaan of de podcast een acceptabele aanmeldingsprocedure heeft, geen aanstootgevende taal of aanstootgevend materiaal bevat en of het geldende auteursrecht niet wordt geschonden. Als uw feed wordt goedgekeurd, kunnen iTunes-gebruikers zich via iTunes op uw podcast abonneren. Zo dient u een podcast in bij iTunes: 1.
Start iTunes.
2.
Klik op Podcasts in de sectie BIBLIOTHEEK.
3.
Selecteer Podcastoverzicht onder in de iTuneswerkruimte.
4.
Klik in het vak SNELKOPPELINGEN PODCASTS rechts bovenaan op uw scherm op de snelkoppeling Dien een podcast in.
5.
Plak in het volgende scherm de URL van uw feed in het vak Podcast-feed URL. De URL van feed is een URL met de naam van een XML-bestand aan het einde (bijvoorbeeld rss_1.xml).
6.
Klik op Ga door.
190 Dynamische webobjecten toevoegen
Abonneren Bezoekers de mogelijkheid bieden om zich te abonneren op RSS-feeds en podcasts Bezoekers van uw website kunnen zich op verschillende manieren op uw feed abonneren. Manier van abonneren Handmatig
Methode De bezoeker van uw website klikt eenvoudig op een symbool dat het type feed aangeeft: Voor RSS-feeds Uw gepubliceerde RSS-feed of podcast heeft een knop waarop bezoekers kunnen klikken om zich te abonneren. Hiermee kan de feed aan de favorieten in de browser worden toegevoegd. - of Voor podcasts Klik om uw podcast toe te voegen aan uw iGoogle-startpagina of Google Reader. Voor iTunes geldt dat wanneer de broadcaster de feed heeft ingediend bij iTunes en de feed is goedgekeurd, de bezoeker van de website zich als volgt kan abonneren op de podcast: 1.
Start iTunes.
Dynamische webobjecten toevoegen 191
Automatisch (alleen voor podcasts)
2.
Klik in het menu Geavanceerd op Abonneren op podcast....
3.
Plak de URL van de feed in het invoervak van het dialoogvenster en klik op OK. De podcast verschijnt als een item in het venster. U kunt de URL verkrijgen door op het podcastsymbool te klikken en de URL die dan in het browservenster wordt weergegeven, te kopiëren.
De bezoeker van de website klikt op het pictogram (of de bijbehorende hyperlink). De podcast en lezer worden expliciet gedefinieerd, dus het abonneren gaat automatisch. Dit gebeurt door te dubbelklikken op de podcast op uw pagina en een optie te kiezen in de vervolgkeuzelijst Podcast openen met.
In plaats van een directe knop kan er een hyperlink (zie pagina 1) worden gemaakt vanaf elke gewenste locatie op uw site die de bezoeker rechtstreeks naar uw nieuwe
192 Dynamische webobjecten toevoegen feed leidt. Er wordt een speciaal type hyperlinkdoel gebruikt, dat een RSS-feed wordt genoemd.
Feeds van anderen in uw site opnemen U kunt uw eigen RSS-feed of podcast maken, maar u kunt ook een RSS-feed van een andere website in uw eigen webpagina opnemen. Als u de RSS-feedlezer aan uw pagina toevoegt, abonneert u zich automatisch op de gekozen RSS-feed of podcast. Hoewel er andere manieren zijn om u op een RSS-feed of podcast te abonneren (via iTunes of vanuit uw webbrowser), wordt hier alleen beschreven hoe u de feed in uw webpagina kunt opnemen en hoe u daarmee automatisch artikelen of afleveringen ontvangt. Hier volgt een voorbeeld van een RSS-newsfeed van de nieuwsdienst Reuters die is toegevoegd aan een WebPluswebpagina:
Dynamische webobjecten toevoegen 193
Zo neemt u een RSS-feed of podcast op in uw pagina: 1.
Zoek naar een geschikte RSS-feed op webpagina's of bij populaire nieuws- en informatiediensten. U herkent RSSfeeds bijvoorbeeld aan een van de volgende symbolen:
2.
Kopieer de URL van de feed naar het Klembord door met de rechtermuisknop op het symbool (of de hyperlink) te klikken en de optie Snelkoppeling kopiëren (Internet Explorer), Koppelingslocatie kopiëren (Mozilla Firefox) of Linkadres kopiëren (Google Chrome) te kiezen.
194 Dynamische webobjecten toevoegen 3.
Klik op de knop RSS-lezer toevoegen in het vervolgmenu RSS van de werkbalk Webobjecten.
4.
Plak in het dialoogvenster de gekopieerde URL in het vak URL van RSS-feed.
5.
(Optioneel) Wijzig de kleur, het lettertype, de tekengrootte en/of de tekenopmaak van de titel, kop en samenvatting van de RSS-feed.
6.
(Optioneel) Stel via de vervolgkeuzelijst Tijdzone de juiste tijdzone voor uw site in.
7.
(Optioneel) Kies in de vervolgkeuzelijst Datumnotatie de gewenste datumnotatie (MM/DD of DD/MM) voor de publicatiedatum die in de kop van het artikel wordt weergegeven.
8.
Klik op OK.
9.
Deze cursor wordt weergegeven: . Als u de feed in een venster met een standaardformaat wilt weergeven, klikt u eenvoudig met de muis. - of Als u de grootte van het feedvenster zelf wilt instellen (wat meestal het geval zal zijn), sleept u tot u een venster hebt van het gewenste formaat en laat u vervolgens de muisknop los.
Het feedvenster wordt gevuld met een perzikkleurige achtergrond waarop de URL wordt weergegeven. Als u de huidige nieuwe feed wilt bekijken, moet u de pagina publiceren. Vergeet niet dat de inhoud automatisch wordt bijgewerkt als de feed wordt bijgewerkt op de oorspronkelijke website. Voor podcasts geldt dat wanneer de bezoeker van de website de feed weergeeft, elke aflevering kan worden afgespeeld door te klikken op de audiokoppeling, die gewoonlijk verwijst naar een MP3-bestand. Als het bestand eenmaal is gedownload en opgeslagen, kan het
Dynamische webobjecten toevoegen 195
bestand worden afgespeeld op de op dat moment ingestelde standaardspeler (bijvoorbeeld Windows Media Player).
E-commerce ‘E-commerce’ is een overkoepelende term voor het kopen en verkopen van goederen via internet. Online winkels zijn tegenwoordig niet meer weg te denken van internet. Elk bedrijf dat zichzelf respecteert, probeert zijn producten tegenwoordig ook rechtstreeks via internet aan de man te brengen. Hoogstwaarschijnlijk hebt u zelf ook al eens boeken, cd’s, vliegtuigtickets, enzovoort via internet besteld. Kenmerkend voor dergelijke e-commercesites is dat ze gebruikmaken van winkelwagens en een systeem om betalingen te verwerken. Een winkelwagen is een virtuele mandje (vergelijkbaar met het winkelmandje in een warenhuis) waarin alle artikelen worden geplaatst die u hebt gekozen. Met dit winkelmandje begeeft u zich vervolgens naar de virtuele kassa, waar aan de hand van een systeem om betalingen te verwerken, het financiële gedeelte van uw aankoop wordt afgehandeld. Grote bedrijven ontwikkelen doorgaans een eigen winkelwagensysteem dat specifiek op hun producten is afgestemd (Om betalingen te verwerken, wordt meestal een beroep gedaan op externe bedrijven). Kleinere bedrijven of organisaties nemen vaak hun toevlucht tot kant-en-klare oplossingen van externe leveranciers, omdat het ontwikkelen van een dergelijk winkelwagensysteem veel tijd en geld kost. Op internet vindt u tientallen bedrijven die dergelijke e-commercefuncties aanbieden. Het basisconcept is telkens hetzelfde: om gebruik te kunnen maken van de diensten die ze aanbieden, hebt u een gebruikersaccount nodig. De meeste van deze online betaalservices aanvaarden verschillende soorten creditcards om betalingen te verwerken. Wellicht vraagt u zich nu af wat de rol van WebPlus in dit alles is. Het unieke aan dit programma is dat het u de mogelijkheid biedt een online betaalservice te kiezen en vervolgens door een formulier of link (dat wil zeggen een eenvoudige knop of een hyperlink voor een willekeurig object) op uw pagina te plaatsen verbinding te maken met die service. Als u gebruikmaakt van formulieren, kunt u
196 Dynamische webobjecten toevoegen verschillende aankoopopties instellen (kleur, aantal, enzovoort) en ook automatisch de BTW op de producten, de verzendkosten, eventuele kortingen bij het bestellen van grote hoeveelheden, enzovoort berekenen. Als u links gebruikt, hoeven gebruikers slechts met de muis te klikken om de goederen te bestellen. In dat geval kunnen ze echter niet uit verschillende aankoopopties kiezen. Welke functies precies worden ondersteund, hangt af van de gekozen betaalservice.
Een online betaalservice instellen In WebPlus kunt u snel en eenvoudig de betaalservice instellen die u wilt gebruiken om betalingen te verwerken voor de producten of diensten die u aanbiedt. In het programma zijn de vereiste functies geïmplementeerd voor een van de meest gebruikte online betaalservices: PayPal®. Als u regelmatig producten bestelt op eBay®, bent u wellicht al vertrouwd met het PayPal-systeem. Tijdens het configureren van uw account wordt u automatisch naar de website van deze online betaalservice geleid, waar u zich als geregistreerde gebruiker kunt aanmelden. Raadpleeg de website van uw provider voor meer informatie over de ondersteunde winkelwagenfuncties. Zo stelt u een online betaalservice in: 1.
Klik op de knop Online betaalservice instellen in het vervolgmenu met E-commerce op de werkbalk Webobjecten.
2.
U kunt uit twee opties kiezen in het dialoogvenster Online betaalservice instellen, naargelang u een nieuwe gebruiker bent of al een account hebt:
•
Als u een nieuwe gebruiker bent, kiest u een online betaalservice door het bijbehorende keuzerondje in te schakelen en vervolgens op de knop Nu aanmelden te klikken. Vervolgens wordt automatisch een nieuw
Dynamische webobjecten toevoegen 197
browservenster geopend met de website van de online betaalservice, waar u zich kunt registreren.
•
3.
Als u al een account hebt bij de online betaalservice, klikt u gewoon op Volgende. Met deze optie stelt u de betaalservice als standaardservice in voor uw site (omdat u al klant bent, hoeft u geen nieuwe gebruikersaccount in te stellen).
Het dialoogvenster is specifiek voor de betaalservice; mogelijk worden er dan ook andere opties weergegeven. Bij PayPal kunt u (via een dialoogvenster) bijvoorbeeld het e-mailadres opgeven dat u wilt gebruiken om betalingen te ontvangen of aangeven wat de verwerkingskosten zijn. U kunt ook aangeven of u de 'sandbox' van PayPal wilt gebruiken. Het gaat hierbij om een hulpmiddel waarmee u de e-commercefunctionaliteit van uw website kunt testen voordat u 'live' gaat. Klik op Volgende>. Om te kunnen testen met de sandbox, klikt u op Meer info om een afzonderlijke sandbox-account in te stellen naast uw standaard PayPal-account.
4.
(Optioneel; alleen voor PayPal) In het volgende dialoogvenster schakelt u PayPal Minicart gebruiken in om een pop-upwinkelwagen (als overlay) weer te geven wanneer er producten worden toegevoegd aan de winkelwagen (de winkelwagen wordt vervolgens geminimaliseerd in de linkerbovenhoek van het browservenster terwijl de artikelen in de winkelwagen blijven staan totdat u afrekent).
198 Dynamische webobjecten toevoegen
U kunt via het dialoogvenster ook de positie van het winkelwagentje in het browservenster configureren en de weergegeven standaardtekst bewerken of verwijderen. 5.
Klik op Voltooien om de configuratie van de winkelwagen te voltooien.
Zodra u een online betaalservice hebt ingesteld, kunt u een ecommerceobject toevoegen aan uw site.
Een e-commerceobject invoegen (PayPal) Gebruik de daarvoor bestemde wizard als u in WebPlus ecommerceobjecten wilt maken. U kunt een e-commerceobject aan de webpagina toevoegen als een formulier of koppeling (dus een eenvoudige knop) door een reeks dialoogvensters te doorlopen. Of u liever een formulier of koppeling gebruikt, is afhankelijk van de kenmerken van de producten die u gaat verkopen en hoe u uw producten wilt verkopen.
Als u bijvoorbeeld een handelaar
Dynamische webobjecten toevoegen 199
bent, zou u een e-commerceknop (als een koppeling 'Nu kopen') kunnen maken. Met deze optie wordt een vooronderstelling over de mogelijke transactie gedaan. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid, grootte, stijl en kleur vastliggen.
Dat komt omdat een koppeling slechts een knop is en geen 'interactieve' aankoopopties kan verzorgen (zoals kleur, grootte en aantal) die doorgaans vereist zijn voor compleXEtransacties. Met één klik van de koper kan een standaardproductaanbod worden gekocht – niet meer en niet minder. Dit is in bepaalde gevallen voldoende, maar in andere absoluut ontoereikend. Veelvoorkomende aankopen maken gebruik van e-commerce formulieren die interactieve aankoopopties bieden, zoals hoeveelheid, grootte enzovoort. Voor e-commercescenario's, waarbij veel artikelen te koop worden aangeboden, is het mogelijk om de verkoopartikelen op te slaan in een Serif-database (SDB) die speciaal is ontworpen voor gebruik met e-commerce. Door herhalingsformulieren (of -gebieden) op uw pagina toe te voegen, kunnen de databaseartikelen na het samenvoegen van de database worden vermeld en te koop worden aangeboden. Zie E-commercegegevens samenvoegen in WebPlus Help. Welk dialoogvenster wordt weergegeven wanneer u een ecommerceobject toevoegt, is geheel afhankelijk van de provider van de op dat moment ingeschakelde winkelwagen (zie Een online betaalservice inschakelen op pagina 193). Hierna gaan we ervan uit dat u PayPal als uw online betaalservice hebt geconfigureerd.
200 Dynamische webobjecten toevoegen Zo voegt u een e-commerceobject in: 1.
Klik op de knop Een e-commerceobject invoegen in het vervolgmenu E-commerce van de werkbalk Webobjecten.
2.
Kies in het dialoogvenster PayPal-object toevoegen het e-mailadres dat u wilt gebruiken om betalingsgegevens te ontvangen. In WebPlus wordt standaard het e-mailadres gebruikt dat u bij de configuratie van de online betaalservice hebt opgegeven. Als u een ander emailadres wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje Standaardaccount voor site gebruiken uit en stelt u een ander e-mailadres in om de sitestandaard te overschrijven.
3.
Kies het type object in het vak PayPal-formulier. Selecteer een 'Formulier'-keuzerondje als u een ecommerceformulier met aankoopopties (zoals kleur en hoeveelheid) wilt maken. Als het verkoopartikel geen aankoopopties heeft, kunt u een koppelingsobject gebruiken om een e-commerceknop te maken waarop gebruikers kunnen klikken. Met opties voor herhalingsformulieren en herhalingsgebieden kunt u artikelen uit een database toevoegen in plaats van deze expliciet te definiëren in een dialoogvenster Artikelgegevens (zie E-commercegegevens samenvoegen in WebPlus Help). Klik op Volgende>. (Optioneel) Als u geen formulier of knop wilt gebruiken, selecteert u de laatste optie om code in een volgend dialoogvenster te plakken. Dit is code die wordt gegenereerd op de website van PayPal (kijk nadat u bent aangemeld onder Zakelijke services). Klik op Volgende> om de wizard af te sluiten en plak het HTMLcodefragment op de pagina.
4. Definieer in het volgende dialoogvenster de knop die u wilt gebruiken. Het is mogelijk om een knop in te schakelen met standaardtekst (voer een willekeurige tekenreeks in wanneer de optie is ingeschakeld) of een standaardafbeelding (selecteer een van de
Dynamische webobjecten toevoegen 201
mooie opties in het venster wanneer de optie is ingeschakeld). Sommige afbeeldingen ondersteunen automatische rollovers.
Klik op Volgende>. 5.
In het dialoogvenster Artikelgegevens kunt u informatie opgeven zoals artikelidentificatie, prijs, btw en gewicht. De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Artikelnaam: de naam van het artikel dat u verkoopt. Deze naam wordt weergegeven op het formulier en in de winkelwagen.
•
Klant mag de artikelnaam opgeven: schakel deze optie in als u de bovengenoemde artikelnaam wilt vervangen door een vak waarin de bezoeker zelf een artikelnaam kan invoeren (ook handig voor het opgeven van schenkingsgegevens).
•
Artikel-id: typ hier een gemakkelijk herkenbare tekenreeks om het artikel binnen PayPal te kunnen traceren.
•
Valuta: stel de valuta in waarin de transactie wordt uitgevoerd.
•
Prijs: de prijs voor het artikel. Deze wordt standaard op het scherm weergegeven.
•
Klant mag het bedrag opgeven: schakel deze optie in als u de bovengenoemde prijs wilt vervangen door een vak waarin de bezoeker zelf een prijs kan invoeren. Gebruik deze optie voor
202 Dynamische webobjecten toevoegen donatieformulieren waarin de klant het bedrag kan opgeven.
•
De btw-instellingen ... overschrijven: schakel deze optie in als u de btw-instelling in het profiel van de provider voor het artikel wilt overschrijven. Als deze optie is ingeschakeld, geeft u voor het artikel een vast btw-tarief in, bijvoorbeeld 0% als het om donaties voor een goed doel gaat.
•
Gewicht: geef hier het gewicht van het artikel op als u gebruikmaakt van op gewicht gebaseerde verzendmethoden (alleen ondersteund voor handelaars in de Verenigde Staten) die in uw PayPayprofiel zijn ingesteld. Gewoonlijk wordt de pond (lb) als maateenheid gehanteerd, maar u kunt ook kilogram (kg) als maateenheid gebruiken als u dat wilt.
Kies uit de bovengenoemde instellingen en klik op Volgende>. Als u gebruikmaakt van E-commercedatabase samenvoegen, kunt u in dit dialoogvenster Artikelgegevens in plaats daarvan de e-commercedatabase selecteren die u voor de gekozen provider wilt gebruiken. Vergeet niet de valuta in te stellen die u wilt gebruiken. 6.
Als u met e-commerceformulieren werkt, worden twee extra dialoogvensters weergegeven:
•
In het dialoogvenster Artikelbeschrijving kunt u desgewenst een afbeelding (bijvoorbeeld een afbeelding van het artikel) en een korte en lange beschrijving opnemen die op het formulier worden weergegeven. Klik op Volgende>.
•
In het dialoogvenster Artikelopties kunt u naar behoefte invoervakken, keuzelijsten met invoervak, keuzerondjes en vaste namen maken (bij PayPal kunt u maximaal 10 opties per formulier selecteren en
Dynamische webobjecten toevoegen 203
maar één optie die de prijs beïnvloedt). U kunt een geheel nieuw ontwerp maken of eerder opgeslagen optievelden gebruiken. Klik op Volgende>. Dit wordt niet weergegeven voor herhalingsformulieren. 7.
Geef in het dialoogvenster Artikelgegevens in het invoervak een standaardhoeveelheid op, of schakel het selectievakje in zodat de gebruiker bij het afrekenen een bedrag kan opgeven (wordt niet weergegeven voor herhalingsformulieren). - of Stel de optie Invoervak toevoegen in als u wilt dat de klant zelf de te bestellen hoeveelheid kan bepalen. Voer voor de verzending en afhandeling van de bestelling een vast bedrag in voor de kosten voor Verwerking, Verzending en Extra verzending. Als u deze velden niet invult, wordt het standaardprofiel van PayPal gebruikt. Dit wordt niet weergegeven voor herhalingsformulieren. Klik op Volgende>.
8.
In het dialoogvenster Klantgegevens kunt u aangeven of u de klant al dan niet om een adres wilt vragen of als u de klant wilt verplichten een adres in te voeren. Desgewenst kunt u de klant om aanvullende informatie vragen in het tekstvak. Klik op Volgende>.
9.
Het dialoogvenster Betalingspagina's bevat een aantal betaalopties:
•
Voer de naam in van de stijl van uw afrekenpagina (indien deze vooraf is ingesteld via uw PayPalaanmelding).
•
Selecteer een taal voor de PayPalaanmeldingspagina. Maak een keuze uit de vervolgkeuzelijst.
•
Wijzig de tekst voor de knop Doorgaan op de pagina voor geslaagde betaling.
204 Dynamische webobjecten toevoegen
•
Definieer zo nodig pagina's voor geslaagde betaling en/of pagina's voor geannuleerde betaling. Voer de URL van de pagina in of selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst.
10. Kies in het dialoogvenster Formulierindeling een formulierindeling (alleen beschikbaar voor ecommerceformulieren). Aan de hand van een aantal selectievakjes kunt u bepalen wat in de formulierindeling wordt weergegeven. U kunt de prijsweergave uitschakelen en als formulieren met herhalingsgebieden worden gebruikt, kunt u de artikelafbeelding korte/lange beschrijvingen, vaste opties en een leeg invoervak voor de hoeveelheid weergeven of verbergen. Met het selectievakje Formulier nu opnieuw opmaken kunt u formulieren opnieuw opmaken. 11. Klik op Voltooien.
12.
Plaats de muisaanwijzer op de positie waar u het formulier of de knop wilt invoegen op de pagina en klik met de linkermuisknop.
Zo bewerkt u een e-commerceformulier of -knop: 1.
Dubbelklik op het formulier of de knop.
2.
Doorloop de verschillende dialoogvensters een voor een om e-commerce-instellingen te wijzigen.
Zo converteert u een formulier naar een standaardformulier:
•
Klik met de rechtermuisknop op het bestaande ecommerceformulier en kies Converteren naar webformulier.
Dynamische webobjecten toevoegen 205
Databasegegevens samenvoegen Met Gegevens samenvoegen kunt de gegevens uit een bestaande database (Serif-databases SDB, Microsoft Access, dBASE), HTMLdocument, Excel-bestand, ODBC-gegevensbron of tekstbestand met scheidingstekens ophalen en deze vervolgens weergeven, bijvoorbeeld in een samenvoeggebied of HTML-fragment. De inhoud, ook wel gegevensbron genoemd, kan een mailinglijst, personeelslijst, productlijst, inventaris of verkooplijst zijn, of andere informatie die kan worden opgeslagen.
U kunt naast tekst ook afbeeldingsgegevens (bijvoorbeeld een digitale fotobibliotheek) samenvoegen in enkele velden of zelfs automatisch een rasterlay-out maken met afbeeldingen en tekst die geschikt zijn voor catalogi of fotoalbums. In WebPlus kan zelfs automatisch een fotodatabase worden gemaakt (een eenvoudige database in SDB-indeling) van een set afbeeldingen in een map. U kunt afbeeldingen samenvoegen in enkele velden of zelfs automatisch een samenvoeglay-out genereren met een raster dat geschikt is voor catalogi of fotoalbums.
206 Dynamische webobjecten toevoegen
Overzicht Voor eenvoudige samenvoegbewerkingen kunt u gebruikmaken van de Serif Database-bestandsindeling van WebPlus. Deze SDBbestanden zijn ideaal voor het opslaan van niet-opgemaakte platte tekst, die vaak wordt gebruikt voor productlijsten, maar die ook geschikt zijn voor andere taken. U kunt een lijst maken door een nieuw SDB-bestand te maken en vervolgens de velden te vullen met gegevens. Een groot voordeel van de Serif-database-indeling is dat u rechtstreeks vanuit WebPlus uw gegevens kunt bewerken en zelfs nieuwe velden en gegevens kunt toevoegen. Ingewikkeldere gegevensbronnen hebben natuurlijk ook voordelen. In WebPlus kunt u daarom ook externe gegevens met diverse andere indelingen samenvoegen. U kunt tekstbestanden zonder opmaak (bijvoorbeeld geëxporteerde bestanden uit een e-mailprogramma), tabellen van HTML-webpagina's en databasebestanden uit programma's, zoals Access, Outlook, Excel en zelfs live ODBCservers, importeren. Zodra u een gegevensbron hebt ingesteld in WebPlus, kunt u de samenvoeglijst (de werkelijke lijst met gegevens die worden samengevoegd) bewerken door op te geven welke records u wilt opnemen of uitsluiten en door geavanceerde filter- en sorteercriteria in te stellen om de gegevens verder te verfijnen. Hiervoor moet u velden toevoegen aan een samenvoeggebied dat u op uw webpagina hebt geplaatst. De gegevens worden vervolgens samengevoegd in deze samenvoeggebieden. U kunt nu heel snel de gegevens samenvoegen, zodat elk samenvoeggebied meerdere keren opnieuw
Dynamische webobjecten toevoegen 207
wordt gegenereerd in een nieuwe site, waarbij gegevens van elke record één voor één worden weergegeven. Het programma ondersteunt ook geavanceerde samenvoegfuncties. Zo kunt u bijvoorbeeld gebruikmaken van samenvoegankers om hyperlinks in te stellen tussen overzichtspagina's en hoofdpagina's voor elke record. Daarnaast kunt u samenvoegvelden invoegen in gegenereerde paginatitels, zodat gebruikers kunnen navigeren tussen de overzichtslijsten/hoofdpagina's. Zie Geavanceerde samenvoegfuncties. In e-commercetoepassingen kunt u gebruikmaken van een ecommercedatabase van Serif en de samenvoegformulieren Nu kopen of Toevoegen aan mandje om gegevens samen te voegen. U kunt ook samenvoeggebieden gebruiken, maar met ecommerceformulieren kunnen transacties rechtstreeks met een online betaalservice (bijvoorbeeld PayPal, Mal's) worden uitgevoerd in de vorm van de knoppen Nu kopen of Toevoegen aan mandje. (Zie de WebPlus Help voor meer informatie).
Een gegevensbron maken U kunt eenvoudig een nieuw Serif-databasebestand (*.sdb) maken in WebPlus. Nadat u gegevens hebt toegevoegd aan de database, kunt u deze als gegevensbron gebruiken, die kan worden samengevoegd op uw webpagina. Zo maakt u een nieuwe sdb-bestand: 1.
Selecteer Database maken op de werkbalk Gegevens samenvoegen (geef deze werkbalk indien nodig eerst weer)..
2.
Selecteer 'Serif Databases (*.sdb)' in de lijst Opslaan als type, ga naar een map en voer een bestandsnaam in voor het nieuwe bestand. Klik vervolgens op Opslaan.
3.
Klik in het dialoogvenster Database aanpassen op de knop Invoegen....
208 Dynamische webobjecten toevoegen 4.
Maak in het dialoogvenster elk veld waaruit uw nieuwe database bestaat door een Veldnaam op te geven en voor elk veld op OK te klikken.
5.
De velden worden weergegeven in het dialoogvenster Database aanpassen:
•
Als u een veld wilt verwijderen, selecteert u de veldnaam en klikt u op Verwijderen.
•
Als u de naam van een veld wilt wijzigen, selecteert u de veldnaam en klikt u op Naam wijzigen....
•
Als u de volgorde van velden in de lijst wilt wijzigen, selecteert u de veldnaam en klikt u op Omhoog of Omlaag.
6.
Klik op OK.
7.
Het dialoogvenster Database bewerken verschijnt, waarin de eerste record met zes velden wordt weergegeven. Schuif zo nodig omlaag om meer velden te bekijken. Aangezien het om een nieuwe database gaat, zijn de velden nog leeg. U kunt nu gegevens gaan invoeren (records toevoegen) of u kunt dit later doen. Typ de gegevens die u wilt invoeren gewoon in een veld. Als u een nieuwe record wilt maken, klikt u op Toevoegen. Herhaal dit voor elke record die u wilt toevoegen en klik op OK wanneer u klaar bent.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Lijst met samen te voegen gegevens te sluiten en terug te keren naar de site. U kunt in WebPlus ook uw eigen fotodatabases maken om digitale foto's weer te geven (EXIFgegevens worden ook opgeslagen). Zie de Help bij WebPlus voor meer informatie.
Dynamische webobjecten toevoegen 209
Samenvoeggebieden invoegen voor uw gegevens U kunt de gegevens in een gegevensbron pas samenvoegen nadat u deze in een webpagina hebt opgenomen. Dit is eenvoudig in WebPlus, omdat u snel een samenvoeglay-out kunt maken waarin velden met plaatsaanduidingen zijn geplaatst om een nieuwe site te genereren met net zo veel pagina's als nodig zijn. Daarnaast worden de velden gevuld met tekst of afbeeldingen uit een opgegeven gegevensbron. U kunt een onbeperkt aantal gegevensbronnen maken, maar per samenvoeggebied kan er slechts één gegevensbron zijn geopend. Elk samenvoeggebied heeft een eigen gegevensbron en op elke webpagina kan slechts één samenvoeggebied worden geplaatst. Een samenvoeglay-out begint met een samenvoeggebied, dat wil zeggen één cel waarvan de grootte het aantal databaserecords bepaalt dat horizontaal en verticaal kan worden weergegeven op een pagina. Binnen dit samenvoeggebied kunt u verschillende elementen plaatsen, zoals:
•
Een of meer tekstvelden met gegevens die uit dezelfde record zijn opgehaald;
•
Een of meer velden voor afbeeldingen waarin u samengevoegde afbeeldingen uit een bepaalde gegevensrecord kunt weergeven;
•
Andere objecten, zoals artistieke tekst, AutoVormen, enzovoort.
Wanneer u een samenvoeggebied hebt gemaakt en hieraan de velden (of andere elementen) hebt toegevoegd, worden deze via WebPlus in een herhalende rasterlay-out gerepliceerd en worden tekst of afbeeldingen uit de gegevensbron samengevoegd in een nieuwe site. Elk samenvoeggebied wordt meerdere keren opnieuw gegenereerd
210 Dynamische webobjecten toevoegen op de nieuwe site, waarbij de gegevens uit de verschillende records één voor één worden weergegeven. Een samenvoeggebied maken: 1.
Selecteer een geschikte gegevensbron.
2.
Samenvoeggebied invoegen op de Klik op de knop werkbalk Gegevens samenvoegen (schakel deze eerst in).
3.
Klik in het dialoogvenster Database kiezen op Bladeren..., selecteer een gegevensbron en klik op Openen. Klik vervolgens op OK. U kunt nu ook een nieuwe database maken door op Nieuw... te klikken (zie Een gegevensbron maken hiervoor).
4.
Het dialoogvenster Instellingen voor herhalen van samenvoeggebied wordt weergegeven, waarin een paginalay-out wordt weergegeven die aanvankelijk uit een raster van 1x4 cellen bestaat: één samenvoeggebied horizontaal en vier verticaal. In het voorbeeldvenster aan de linkerkant kunt u het resultaat van de huidige instellingen bekijken.
5.
U kunt ofwel rechtstreeks specifieke eigenschappen voor het samenvoeggebied (de basiseenheid) instellen in het dialoogvenster, of u kunt het dialoogvenster sluiten en via slepen-en-neerzetten de grootte en positie van het gebied instellen. U kunt ook een combinatie van beide methoden gebruiken door het dialoogvenster indien nodig opnieuw te openen.
•
Geef in het dialoogvenster voor het raster Lay-out aan hoeveel keer u het samenvoeggebied horizontaal en verticaal wilt herhalen. Merk op dat u ook de afstand tot de linker- en bovenrand van de pagina, de breedte en hoogte van het samenvoeggebied, en eventueel ook de horizontale of verticale afstand tussen de afzonderlijke samenvoeggebieden kunt instellen. Schakel Alle records op één pagina
Dynamische webobjecten toevoegen 211
weergeven in als u alle records op één pagina wilt weergeven (met name aanbevolen voor overzichtslijsten met één regel). De lay-outoptie Omlaag wordt genegeerd.
•
Klik en sleep op de pagina om de grootte en positie van het samenvoeggebied in te stellen.
In WebPlus wordt de huidige gegevensbron opgeslagen wanneer u de website opslaat. De volgende keer dat u de webpagina opent, wordt de gegevensbron automatisch op de achtergrond geopend. Zolang u dezelfde gegevensbron gebruikt, hoeft u deze dus niet zelf opnieuw te openen. Zo bewerkt u een bestaande samenvoeglay-out: Lay-out
1.
Selecteer een samenvoeggebied en klik op van samenvoeggebied op de optiebalk.
2.
Het dialoogvenster Instellingen voor herhalen van samenvoeggebied wordt weergegeven, waarin u de lay-out van het samenvoeggebied kunt aanpassen.
Een andere gegevensbron openen U kunt niet alleen een Serif-databasebestand maken, in WebPlus kunt u ook een andere, bestaande Serif-database of een externe gegevensbron, zoals een tekstbestand zonder opmaak (door komma's gescheiden of vaste breedte), een andere database, een werkblad en meer, openen. Hierbij kunt u de werkelijke gegevens die u wilt samenvoegen bewerken, selecteren, filteren en/of sorteren. Zo opent u een andere gegevensbron: 1.
Selecteer een samenvoeggebied en klik op bewerken op de optiebalk.
Database
212 Dynamische webobjecten toevoegen 2.
Klik in het dialoogvenster op de knop Bladeren..., selecteer het type gegevensbron dat u wilt openen via de pijl-omlaag van de vervolgkeuzelijst voor bestandsindelingen naast de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en klik op Openen. Volg verdere instructies van WebPlus, afhankelijk van het type gegevensbron. bijvoorbeeld:
•
Als de gegevensbron meerdere tabellen bevat, wordt u gevraagd de tabel te selecteren die u wilt importeren.
•
Als u een tekstbestand (.TXT, .CSV, .TAB, .ASC) hebt geselecteerd dat brongegevens bevat die via lijstscheidingstekens van elkaar zijn gescheiden of die een vaste breedte hebben, verschijnt het dialoogvenster Indeling van gegevens, met een voorbeeld van de gegevens van het geselecteerde bestand.
•
Geef op het eerste scherm Scheidingstekens of Vaste breedte op. Als de eerste gegevensrecord de titels van de verschillende kolommen bevat, schakelt u Eerste regel bevat kolomtitels in. Als in het bronbestand een Tekstindicator wordt gebruikt (bijvoorbeeld een aanhalingsteken rond tekstvelden, zoals "Apt 3, Hoofdstraat 14", die komma's kunnen bevatten of op een andere manier als meerdere velden kunnen worden gelezen), selecteert u het desbetreffende teken in de lijst.
•
Klik op Volgende. De opties op het volgende scherm zijn afhankelijk van of u een bestand met scheidingstekens of vaste breedte hebt opgegeven. U kunt het scheidingsteken opgeven of de eindemarkeringen controleren (en zo nodig corrigeren) waarmee de gegevensvelden worden gescheiden. Controleer nog een keer of het gegevensvoorbeeld klopt en klik op Voltooien.
Dynamische webobjecten toevoegen 213
Opmerking: Als u de gegevens toch opnieuw moet opmaken nadat u de wizard hebt gesloten, opent u het bronbestand opnieuw en doorloopt u het dialoogvenster Indeling van gegevens nog een keer, waarbij u de gewenste instellingen wijzigt. 3.
Nadat u de bovengenoemde stappen hebt voltooid, keert u terug naar het dialoogvenster Database kiezen. Als u op de knop Bewerken... klikt, wordt het dialoogvenster Lijst met samen te voegen gegevens geopend, waarin de gegevens in rij- en kolomindeling worden weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u de samen te voegen gegevens selecteren, filteren en/of sorteren. U kunt nu of later wijzigingen aanbrengen.
4.
Klik op OK om het dialoogvenster Lijst met samen te voegen gegevens te sluiten en terug te keren naar de webpagina. De gegevensbron die u zojuist hebt geopend, blijft de actieve gegevensbron.
Serif-databasebestanden bewerken Elke record in een Serif-databasebestand (sdb-bestand) bevat twintig standaardvelden. Voor gegevens die in SDB-indeling zijn opgeslagen, kunt u het dialoogvenster Database bewerken gebruiken om records te maken of te verwijderen, gegevens in te voeren, naar specifieke tekst te zoeken of de volgorde van de velden te wijzigen. U kunt zelfs nieuwe velden en gegevens toevoegen. Databasebestanden met een andere indeling kunnen niet worden bewerkt. Zo bewerkt u een sdb-database: 1.
Selecteer een samenvoeggebied en klik op bewerken op de optiebalk.
Database
214 Dynamische webobjecten toevoegen 2.
Klik in het dialoogvenster op de knop Bewerken.... (Als deze knop is uitgeschakeld, is de huidige gegevensbron geen sdb-bestand.)
3.
Het dialoogvenster Lijst met samen te voegen gegevens verschijnt, waarin de gegevens worden weergegeven in rij-/kolomindeling. Vanuit dit dialoogvenster kunt u de samen te voegen gegevens bewerken, selecteren, filteren en/of sorteren. U kunt nu of later wijzigingen aanbrengen. Klik op de knop Bewerken....
4.
De eerste record van de huidige database verschijnt, waarbij zes velden worden weergegeven (schuif omlaag om andere velden te bekijken). U kunt de gegevens bewerken in het dialoogvenster Database bewerken.
•
Typ de gegevens die u wilt invoeren gewoon in een veld. Elk veld kan maximaal 255 tekens bevatten.
•
Klik Toevoegen om een nieuwe record te maken.
•
Gebruik de pijlknoppen om tussen records te navigeren of typ een recordnummer en druk op Enter.
•
Klik op Verwijderen als u de huidige record wilt verwijderen. Als u op Verwijderen klikt voor de eerste record, worden de gegevens gewist, maar blijft het recordformulier behouden.
•
Als u naar specifieke records wilt zoeken, klikt u op Zoeken... en selecteert u het Veld waarin u wilt zoeken. In de lijst Record wordt alle tekst weergegeven die in dit veld verschijnt in de gehele database. Dubbelklik op een item (of selecteer dit en klik op OK) om de desbetreffende record weer te geven.
•
Als u de databasevelden wilt aanpassen, klikt u op Aanpassen.... Klik in het dialoogvenster op
Dynamische webobjecten toevoegen 215
Invoegen... als u een nieuw veld wilt maken of selecteer een veld en klik op Verwijderen als u een veld wilt verwijderen. Als u een veld een andere naam wilt geven, selecteert u dit en klikt u op Naam wijzigen.... U kunt ook de volgorde van velden in de lijst wijzigen met de knoppen Omhoog en Omlaag. 5.
Klik op OK om de lijst bij te werken en het dialoogvenster te sluiten. Als u het dialoogvenster Database bewerken sluit, wordt niet het databasebestand gesloten. Dit blijft de actieve gegevensbron voor het samenvoegen van gegevens. De aangebrachte wijzigingen zijn nu echter opgeslagen op de schijf.
Plaatshouders invoegen voor uw gegevens Als u gegevens wilt kunnen samenvoegen vanuit een gestructureerde gegevensbron in een webpagina, moet u velden met plaatsaanduidingen invoegen in het samenvoeggebied dat u eerder hebt gemaakt (zie hiervoor), zodat het duidelijk is welke gegevens moeten worden gebruikt in WebPlus. Er zijn in feite twee soorten plaatshouders. tekstvelden om op tekst gebaseerde informatie, zoals adreslijstgegevens, te verwerken en velden voor afbeeldingen om afbeeldingen op te halen uit uw database. Zo voegt u een plaatsaanduidingsveld voor tekst of afbeeldingen in: 1.
Selecteer een samenvoeggebied en klik op de knop Tekstveld invoegen of invoegen op de optiebalk.
Veld voor afbeeldingen
Er wordt een dialoogvenster geopend waarin een lijst met velden (tekst of afbeelding) in de huidige gegevensbron wordt weergegeven.
216 Dynamische webobjecten toevoegen 2.
Dubbelklik in de lijst in het dialoogvenster op het veld dat u wilt invoegen (of selecteer het veld en klik op Invoegen).
3.
Het veld verschijnt op de webpagina. Het dialoogvenster blijft geopend, zodat u indien nodig nog meer velden kunt invoegen.
4.
Sleep elk veld naar de gewenste positie in het samenvoeggebied. Pas indien nodig de grootte van de velden aan. Bij het verslepen wordt het veld gekoppeld aan het samenvoeggebied (ongeacht of Magnetisch is inof uitgeschakeld). De inhoud van het veld wordt gearceerd weergegeven. Hierna wordt de inhoud ook versleept wanneer u het samenvoeggebiedobject versleept. Voor velden met afbeeldingen kunt u weergaveeigenschappen, zoals de grootte en uitlijning van een afbeelding in het afbeeldingsveld, instellen door met de rechtermuisknop op het veld te klikken en Eigenschappen van frame... te kiezen. Meestal werkt de optie Minimaal schalen het beste voor velden met afbeeldingen. U kunt ook het frame zelf groter/kleiner maken door een van de grepen te verslepen.
5.
Klik op Sluiten om het dialoogvenster te sluiten.
De samenvoeglijst selecteren, filteren en sorteren Welk soort gegevensbron u ook gebruikt, u kunt de gegevens in rijen en kolommen weergeven en de samenvoeglijst (de werkelijke gegevens die u wilt samenvoegen) aanpassen door specifieke records op te nemen of uit te sluiten. U kunt dit 'handmatig' doen of (bij voorkeur) door gebruik te maken van krachtige filter- en sorteeropties waarmee u snel en eenvoudig alleen specifieke records kunt selecteren of de volgorde van de records kunt wijzigen op basis van de inhoud van specifieke velden. Zo kunt u de records in een adreslijst of database met contactpersonen bijvoorbeeld op postcode en vervolgens op achternaam sorteren.
Dynamische webobjecten toevoegen 217
Zo bewerkt u de huidige samenvoeglijst: Database
1.
Selecteer een samenvoeggebied en klik op bewerken op de optiebalk.
2.
Klik op Bewerken... om het dialoogvenster Lijst met samen te voegen gegevens te openen.
3.
Selecteer welke records u wilt opnemen of uitsluiten (door het selectievakje in of uit te schakelen). Pas vervolgens geavanceerde filter-/sorteercriteria toe (via de knop Filter...) als u de gegevens verder wilt verfijnen.
4.
Klik op OK.
De gegevens samenvoegen en publiceren Nadat u de records hebt geselecteerd die u wilt samenvoegen (uw lijst met samen te voegen gegevens) en de vereiste plaatsaanduidingen hebt ingevoegd zoals hiervoor is beschreven, kunt u de databasegegevens samenvoegen met een tijdelijke site en deze vervolgens publiceren. Zo voegt u de gegevens samen met een nieuwe site: Samenvoegen met nieuwe site op de
1.
Klik op optiebalk.
2.
In WebPlus wordt nu een nieuwe site gegenereerd in een apart venster, waarbij het basissamenvoeggebied evenveel keer wordt gerepliceerd als er records zijn in de gegevensbron. Hierbij worden in elke cel gegevens uit één enkele record weergegeven, in de volgorde die in de samenvoeglijst is ingesteld. Er worden nieuwe pagina's toegevoegd om alle records te kunnen weergeven op uw site. Het samenvoeggebied is niet meer beschikbaar.
218 Dynamische webobjecten toevoegen Dit is geconverteerd naar een rasterlay-out met samengevoegde gegevens in plaats van plaatshoudervelden. Als u de weergave-eigenschappen, zoals afbeeldingsgrootte en uitlijning voor een afzonderlijk afbeeldingsframe, wilt aanpassen, klikt u met de rechtermuisknop op het frame en kiest u Eigenschappen van frame.... De oorspronkelijke site blijft geopend in een apart venster. Vergeet de site niet op te slaan voor het geval u het samenvoegproces later wilt herhalen met een andere gegevensset. Als u niet tevreden bent over het eindresultaat, keert u terug naar de oorspronkelijke site, voert u de vereiste wijzigingen door en herhaalt u het samenvoegproces. Zo publiceert u de site: Selecteer, terwijl de samengevoegde site actief is, de optie Website publiceren in het menu Bestand en selecteerNaar web publiceren. Het samenvoegen wordt standaard automatisch uitgevoerd vóór de publicatie. Als u de gegevens niet elke keer wilt samenvoegen, schakelt u Samenvoegen vóór publiceren uit in het dialoogvenster Naar web publiceren.
Intelligente objecten gebruiken Voor moderne interactieve voorzieningen, zoals tellers, forums, blogs, enzovoort, gebruikt WebPlus intelligente objecten van een server die op de pagina worden geplaatst. Intelligente objecten slaan verzamelde gegevens van webbezoekers op de beveiligde server van Serif op. Deze objecten zijn beschikbaar via Serif Web Resources, een beveiligde online service die niet alleen bedoeld is voor het maken en invoegen van intelligente objecten, maar ook voor het
Dynamische webobjecten toevoegen 219
opslaan en beheren van objectgegevens als u uw site eenmaal hebt gepubliceerd. U bekijkt nu welke intelligente objecten er in Web Resources beschikbaar zijn en wat u ermee kunt doen. Naam
Gebruik de retoucheergereedschappen
Huidig aantal bezoekers
Blog
Dit intelligente object toont bezoekers hoeveel andere internetgebruikers op een bepaald moment dezelfde webpagina weergeven. Een blog is een soort persoonlijk dagboek op uw webpagina met uw eigen artikelen in een gebruiksvriendelijke teksteditor. Bezoekers van de webpagina kunnen commentaar geven op uw artikelen. Met blogs kunt u bijvoorbeeld:
•
Uw eigen persoonlijke profiel toevoegen.
•
Koppelingen naar sociale netwerken toevoegen.
•
Trackbacks van artikelen gebruiken voor interne kruisverwijzingen in uw blogs; trackbacks van ontvangsten gebruiken.
•
Tagging gebruiken om artikelen te categoriseren zodat gebruikers eenvoudiger toegang hebben.
220 Dynamische webobjecten toevoegen
Forum
•
Gebruikers de mogelijkheid geven zich te abonneren op artikelen (de meest recente artikelen/opmerkingen) via RSSfeedlezers.
•
CAPTCHA-beveiliging inschakelen om spam te voorkomen.
•
Een visuele stijl (thema) toepassen op uw blog.
•
Auteursgroepen gebruiken voor het publiceren van artikelen die zijn geschreven door meerdere auteurs (zie pagina 240).
Een op threads gebaseerd discussieforum toevoegen aan uw site, optioneel in een volledig venster. Met forums kunt u:
•
Onder verschillende categorieën (bijvoorbeeld Auto's) meerdere subforums (Klassiekers, Cabrio's, Custom cars, enzovoort) toevoegen.
•
Toegangsbeheer instellen voor gebruikers en moderators (zie pagina 229).
•
Forumprivacy instellen als openbaar toegankelijk of privé.
Dynamische webobjecten toevoegen 221
•
Een thema (stijl) toepassen op het volledige forumobject.
•
Gebruikersclassificaties maken, bewerken en toewijzen.
•
Gebruikersmachtigingen instellen.
Gebruikers kunnen nagaan hoeveel onderwerpen er worden behandeld in uw forum, wat voor berichten andere gebruikers hebben achtergelaten en wanneer het laatste bericht is gepost. Vanzelfsprekend kunnen ze ook zelf berichten posten naar het forum.
Aantal hits
Nieuws
Opiniepeiling
Content Management
Met dit object kunt u eenvoudig nagaan hoeveel keren de huidige webpagina al is bekeken. U kunt uit verschillende stijlen kiezen voor de teller en deze indien nodig op elk gewenst moment weer op nul zetten. Met dit intelligente object kunt u een venster met allerlei actuele informatie aan uw webpagina's toevoegen. Het object ondersteunt RTF-bewerking en het gebruik van alineaopmaakprofielen, hyperlinks, ingevoegde mediabestanden en zelfs bewerking van de HTML-bron. Gebruik dit intelligente object om uw bezoekers naar hun mening te vragen over een bepaald onderwerp. Dit intelligente object stelt webontwikkelaars in staat om op afstand inhoud toe te voegen aan webpagina's, zonder dat ze de site hiervoor via WebPlus hoeven te openen en te publiceren. De
222 Dynamische webobjecten toevoegen System (CMS)
inhoud is op artikelen gebaseerd die u naar behoefte kunt aanmaken, bewerken, verwijderen en in categorieën kunt indelen. Bezoekers van de site kunnen op de artikelen reageren en er een beoordeling aan toekennen. Aan uw CMS kunnen eigen kleuren worden toegewezen.
Bronnen reserveren
Chatbox
Gebruikerslijst
Met dit intelligente object stelt u bezoekers in staat om rechtstreeks via uw website hotelkamers, repetitieruimten, tickets, enzovoort te boeken. Hierbij kunt u per uur of per dag boeken als terugkerende boeking en, afhankelijk van de leeftijdscategorie, verschillende tarieven hanteren. Een chatbox is een interactief chatvenster dat op dat van Windows Messenger lijkt. Door een chatbox aan uw pagina's toe te voegen, stelt u bezoekers in staat real-time berichten met elkaar uit te wisselen. Dit intelligente object ondersteunt twee modi die via een pop-upvenster kunnen worden geselecteerd:
• Mailinglijstmodus: in deze modus
kunt u gebruikers de mogelijkheid bieden zich op nieuwsbrieven te abonneren, informatie aan te vragen, enzovoort. U kunt dergelijke mailinglijsten handmatig beheren of u kunt gebruikers in staat stellen zich zelf te registreren.
•
Toegangscontrolemodus: hiermee kunt u de toegang tot pagina's, forums, blogs en CMS
Dynamische webobjecten toevoegen 223
beheren door gebruikersgroepen in te stellen. Zie Toegangscontrole op pagina 229 voor meer informatie.
•
CAPTCHA-beveiliging inschakelen om spam te voorkomen tijdens gebruikersregistratie.
•
Gebruikersgroepen maken (met de mogelijkheid voor gebruikers zich automatisch te registreren, aan te melden en toegang te krijgen tot intelligente objecten).
•
Gebruikers toevoegen, tijdelijk blokkeren of uitsluiten.
Omdat intelligente objecten in Serif Web Resources zijn opgeslagen, kunt u de Help-knop bij elk intelligente object gebruiken (terwijl u de objecten maakt en beheert) voor meer informatie. Om beveiligingsredenen zijn de intelligente objecten alleen beschikbaar via aanmelding bij Serif Web Resources. U kunt zich rechtstreeks vanuit WebPlus aanmelden. Als u niet over een geldige gebruikersnaam en een geldig wachtwoord beschikt, moet u eerst een Serif Web Resources-account aanmaken.
•
Als uw e-mailadres al is geregistreerd bij Serif, hoeft u alleen maar enkele vragen te beantwoorden om een account aan te maken.
•
Als u een nieuwe gebruiker bent, moet u aanvullende informatie opgeven. In de aanmeldingsvenster vindt u alle
224 Dynamische webobjecten toevoegen informatie die u nodig hebt om de vereiste informatie op te geven. Zo maakt u een Serif Web Resources-account aan: 1.
het gereedschap Intelligent object op de Klik op werkbalk Webobjecten.
2.
Klik in het aanmeldingsvenster op Account maken onder de aanmeldingsvakken.
3.
Voer in het volgende dialoogvenster uw e-mailadres, schermnaam en twee keer een wachtwoord in. U moet aangeven dat u akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Serif voordat u verder kunt gaan. Activeer daartoe het overeenkomstige selectievakje.
4.
Klik op de knop Registreren.
5.
Geef in het dialoogvenster dat daarop verschijnt, de vereiste persoonlijke gegevens op. Activeer de overeenkomstige selectievakjes als u de nieuwsbrief van Serif, informatie over speciale aanbiedingen van Serif en/of van derden wenst te ontvangen.
6.
Er wordt een bevestigingsbericht naar uw e-mailadres verzonden. Klik op de koppeling in dit e-mailbericht om u aan te melden bij Serif Web Resources (door opnieuw op het gereedschap Intelligent object te klikken).
Zo wist u uw accountgegevens:
•
Kies Extra>Opties en klik op Accountgegevens wissen onder Opties> Algemeen. Hiermee wist u de opgeslagen aanmeldingsgegevens voor Serif Web Resources, zodat u zich niet meer automatisch kunt aanmelden. De volgende
Dynamische webobjecten toevoegen 225
keer dat u zich aanmeldt, moet u dus opnieuw uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Zo krijgt u toegang tot Web Resources: 1.
het gereedschap Intelligent object op de Klik op werkbalk Webobjecten.
2.
Voer in het aanmeldingsvenster uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Schakel het selectievakje Accountgegevens opslaan in als u voortaan rechtstreeks toegang wilt krijgen tot Web Resources zonder dat u telkens uw gebruikersnaam en wachtwoord hoeft in te voeren.
3.
Klik op de knop Aanmelden. Het dialoogvenster Intelligente objecten verschijnt.
Als u uw account eenmaal hebt gemaakt, kunt u uw accountgegevens op elk gewenst moment controleren door in het dialoogvenster Intelligente objecten op de knop Mijn account te klikken.
Intelligente objecten maken U moet bij het begrip intelligent object denken aan een algemene term voor elementen die u, zoals eerder beschreven, op uw pagina's gebruikt. Intelligente objecten worden niet rechtstreeks vanuit Serif Web Resources aan de pagina toegevoegd, maar worden eerst aan uw eigen lijst met objecten toegevoegd (in deze lijst kunt u elk object beheren en bewerken). Vervolgens kunt u ze naar keuze ofwel onmiddellijk ofwel later aan uw webpagina's toevoegen. Sommige intelligente objecten zijn afhankelijk van een ander intelligente object dat al eerder is gemaakt. Zo kunt u bijvoorbeeld pas het intelligente object Forum toevoegen aan uw site
226 Dynamische webobjecten toevoegen nadat u eerst het intelligente object Gebruikerslijst hebt gemaakt. Intelligente objecten kunnen worden ingedeeld in gecategoriseerde profielen. Dat is bijvoorbeeld handig als u meerdere websites beheert en alle intelligente objecten voor een bepaalde site in hetzelfde profiel wilt onderbrengen. Zo maakt u een nieuw profiel aan voor uw intelligente objecten: 1.
Klik in het hoofdvenster van Intelligente objecten op de knop Profielen beheren onder aan het deelvenster Mijn lijst met intelligente objecten.
2.
Klik op Nieuw profiel en typ vervolgens een nieuwe Naam in het tekstvak.
3.
Klik achtereenvolgens op Opslaan en Afsluiten.
Het profiel wordt boven aan de lijst Mijn lijst met intelligente objecten toegevoegd. U kunt nu bestaande intelligente objecten aan het nieuwe profiel toevoegen met slepen-en-neerzetten. Zo voegt u een intelligent object aan uw persoonlijke lijst toe: 1.
Klik in het hoofdvenster van Intelligente objecten op de knop Nieuw....
2.
Schuif met de schuifbalk in het dialoogvenster Intelligent object maken door de lijst met beschikbare objecten en selecteer een intelligent object.
3.
(Optioneel) Als u het intelligente object in een andere taal dan het Engels wilt gebruiken, selecteert u de desbetreffende taal in de vervolgkeuzelijst Taal.
4.
Klik op OK. Afhankelijk van het type object dat u hebt geselecteerd, verschijnt er een dialoogvenster waarin u
Dynamische webobjecten toevoegen 227
opties kunt instellen die specifiek zijn voor dat type intelligent object. 5.
6.
Ga in het dialoogvenster als volgt te werk:
•
Typ in het invoervak Naam uw eigen naam voor het object.
•
(Optioneel) Selecteer een Profiel in de vervolgkeuzelijst als u eerder een profiel hebt aangemaakt.
•
(Optioneel) Typ de URL van uw domein in het vak Off-site filteren om te voorkomen dat andere gebruikers uw intelligente object op hun eigen website gebruiken. Hiermee beperkt u de toegang tot het object tot uw eigen domein.
•
(Optioneel) Wijzig de overige eigenschappen van het object. Zo kunt u bij sommige intelligente objecten bijvoorbeeld ook de titel, de kleuren (voor tekst en rand) en de randdikte instellen.
Klik op Maken.
Het nieuwe object wordt aan uw persoonlijke lijst met intelligente objecten in het linkerdeelvenster toegevoegd. Hieronder ziet u een voorbeeld van de intelligente objecten. Let erop dat sommige objecten in een aangepast profiel met de naam Objecten Regenboog WWW zijn ondergebracht.
228 Dynamische webobjecten toevoegen
Alle intelligente objecten kunnen aan de pagina worden toegevoegd, maar sommige intelligente objecten (bijvoorbeeld forums of blogs) worden niet aan een webpagina toegevoegd , maar geven rechtstreeks toegang tot Serif Web Resources (via offsite links of hyperlinks (zie pagina 108 of pagina 108). Zo voorkomt u dat internetgebruikers door het venster moeten schuiven wanneer het intelligente object de ingestelde pagina-afmetingen overschrijdt. Zo voegt u een intelligent object aan uw webpagina toe: 1.
Selecteer in het dialoogvenster Intelligente objecten het object dat u wilt toevoegen in het linkerdeelvenster en klik op de knop Invoegen.
2.
Plaats de muisaanwijzer op de positie waar het intelligente object moet verschijnen op de pagina en klik met de linkermuisknop om het object met de standaardafmetingen in te voegen.
Dynamische webobjecten toevoegen 229
Er wordt automatisch een voorbeeld van het intelligente object op de pagina weergegeven, zodat u meteen een idee hebt hoe het object er op uw uiteindelijke website zal uitzien.
Intelligente objecten bewerken Nadat u een object hebt gemaakt, kunt u het object bewerken in Mijn lijst met intelligente objecten of rechtstreeks op de pagina. Zo kunt u bijvoorbeeld het uiterlijk van een intelligent object wijzigen, een andere vraag stellen in een opiniepeiling of een teller weer op nul zetten. Het bewerken van een intelligent object is alleen van invloed op het object zelf en niet op de gegevens die via dit object worden verzameld. De opties voor het bewerken van intelligente objecten zijn dezelfde als de opties voor het maken. Zo bewerkt u een intelligent object in uw persoonlijke lijst:
•
Klik in het dialoogvenster op het object dat u wilt bewerken in uw persoonlijke lijst met intelligente objecten en klik op de knop Bewerken... onder in het deelvenster met uw lijst met intelligente objecten.
Zo bewerkt u een intelligent object rechtstreeks op de pagina:
•
Dubbelklik op het intelligente object om het dialoogvenster weer te geven waarin u het object kunt bewerken. Als u een intelligent object rechtstreeks op de pagina bewerkt, worden de wijzigingen die u aanbrengt ook doorgevoerd in uw persoonlijke lijst met intelligente objecten en omgekeerd.
230 Dynamische webobjecten toevoegen Kleuren op intelligente objecten toepassen U kunt kleuren wijzigen, met name in uw blog, forum of CMS terwijl u ze bewerkt of beheert. Elk type intelligent object heeft zijn eigen kleurinstellingen, bijvoorbeeld Intelligent object
Kleur configureren
Blog
Vervolgkeuzelijst Visuele stijl in het dialoogvenster Bewerken - Nieuwe blog.
Forum
Vervolgkeuzelijst Forumthema's in het dialoogvenster Beheren - Mijn forum.
CMS
De knoppen Titel, Hoofdtekst en Info in het dialoogvenster Bewerken - Nieuw CMS.
Naast deze kleurinstellingen kunt u de kleuren van tekst en hyperlinks van uw intelligente object vervangen, zodat ze overeenkomen met de kleuren voor tekst en hyperlinks in uw site. Als u dat doet, sluiten uw intelligente objecten naadloos aan bij het uiterlijk en de uitstraling van uw site. Standaard worden bij het vervangen de huidige kleuren van schema's, tekst en hyperlinks van uw site gebruikt. Zo overschrijft u kleuren van tekst en hyperlinks in intelligente objecten: 1.
Selecteer Eigenschappen van site... in het menu Bestand.
2.
Selecteer Functies in het dialoogvenster.
3.
Schakel het selectievakje Kleuren in intelligente objecten overschrijven in.
Als u de vervolgkeuzelijst Tekst en hyperlinks niet wijzigt, worden de huidige schemakleuren gebruikt (aangeduid met nummers). U kunt in plaats van de huidige kleuren echter ook andere kleurenschema's of afzonderlijke kleuren selecteren.
Dynamische webobjecten toevoegen 231
Intelligente objecten beheren Met de functie voor het beheer van intelligente objecten kunt u de gegevens beheren die door een intelligent object worden verzameld nadat u uw webpagina hebt gepubliceerd. Sommige intelligente objecten (zoals tellers) hoeven niet te worden beheerd, omdat de waarde automatisch wordt verhoogd telkens als iemand uw website bezoekt. U kunt de teller echter wel weer op nul zetten. Bij andere complexere intelligente objecten, zoals forums, blogs, bronnen reserveren, gebruikerslijsten, opiniepeilingen en chatboxen, worden verzamelde bezoekersgegevens, zoals commentaar op artikelen, emailadressen, resultaten van een opniniepeilingen en chatberichten echter opgeslagen. Het intelligente object CMS kan alleen via een webbrowser worden beheerd met de URL www.serifwebresources.com. Zo beheert u een intelligent object vanuit uw persoonlijke lijst:
•
Selecteer het object dat u wilt beheren in uw persoonlijke lijst en klik op Beheren. Welke beheeropties beschikbaar zijn, hangt af van het type object dat u hebt geselecteerd.
Zie de Help van WebPlus voor meer informatie over beheerfuncties. Zo beheert u intelligente objecten rechtstreeks via internet:
•
Meld u aan bij www.serifwebresources.com om al uw intelligente objecten onafhankelijk van uw WebPlus-site te beheren. Meld u op de gebruikelijke manier aan bij Serif Web Resources.
232 Dynamische webobjecten toevoegen
Intelligente objecten verwijderen Zo verwijdert u een intelligent object uit uw persoonlijke lijst:
•
Selecteer het object dat u wilt verwijderen in het deelvenster Mijn lijst met intelligente objecten en klik op de knop Verwijderen. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
Als u een intelligent object verwijdert, wordt op elke pagina waarop u dit object hebt gebruikt en die u naar de server hebt geüpload een leeg gebied weergegeven, totdat u het object hebt verwijderd uit het overeenkomstige webpagina van WebPlus en de website opnieuw hebt geüpload. Zo verwijdert u een object van de pagina:
•
Selecteer het object en druk op Delete op het toetsenbord.
Toegangscontrole Met toegangscontrole kunt u beveiliging toepassen op uw website om de toegang te beperken tot bepaalde pagina's van uw site of om te bepalen welke gebruikers al dan niet toegang hebben tot forums en andere voorzieningen van Serif Web Resources.
•
Voor paginabeveiliging: aanmelding bij pagina's die met een wachtwoord zijn beveiligd of via een aanmeldingsvak op de pagina's. Deze vorm van toegangscontrole wordt meestal gebruikt voor persoonlijke websites of kleine bedrijfssites. U kunt hierbij vrije toegang verlenen tot het grootste gedeelte van de site, terwijl een beperkt aantal pagina's alleen toegankelijk is voor bevoegde gebruikers. Zo kunt u een pagina met een fotogalerie van uw familie bijvoorbeeld alleen toegankelijk maken voor uw familieleden, maar niet voor andere internetgebruikers door deze met een wachtwoord te beveiligen. De aanmeldingsgegevens zijn opgeslagen in een
Dynamische webobjecten toevoegen 233
gebruikersgroep die aan de desbetreffende pagina is gekoppeld en die een lijst met bevoegde gebruikers bevat. Deze gebruikers kunnen handmatig aan de lijst worden toegevoegd door de beheerder van de website of ze kunnen zichzelf registreren door zich hiervoor aan te melden.
•
Voor de beveiliging van intelligente objecten: toegangscontrole voor forums, blogs en CMS (zie pagina 240).
•
Forums: voor het beheer van gebruikers en groepsmoderators.
•
Blogs: voor het toevoegen en verwijderen van artikelen via een auteursgroep.
•
CMS: voor het beheer van artikelen in uw CMS.
U kunt toegangscontrole implementeren via Serif Web Resources door middel van het intelligente object Gebruikerslijst. U kunt dit object maken om gebruikersgroepen en gebruikers te beheren en te bepalen hoe gebruikers zich moeten aanmelden. Ter herinnering: Serif Web Resources is een beveiligde online service van Serif waar alle intelligente objecten (zie pagina 215) veilig worden opgeslagen, samen met de gegenereerde gegevens. U kunt het intelligente object Gebruikerslijst, net zoals andere intelligente objecten, op elk gewenst moment beheren vanuit WebPlus of via www.serifwebresources.com. Voer de volgende stappen uit om toegangscontrole te implementeren voor uw website:
•
Het intelligente object Gebruikerslijst instellen
•
Gebruikers toevoegen (handmatig of via registratie)
234 Dynamische webobjecten toevoegen
•
Toegangscontrole inschakelen
•
Een aanmeldingsvak toevoegen
•
Geavanceerd gebruikersbeheer
Het intelligente object Gebruikerslijst instellen U moet eerst het intelligente object Gebruikerslijst maken. Zodra u dit hebt gedaan, kunt u een of meer groepen maken en deze aan het intelligente object koppelen. Normaal gesproken hebt u slechts één intelligent object per site nodig. Aan de hand van de afzonderlijke groepen kunt u vervolgens eenvoudig bepalen wie al dan niet toegang heeft tot bepaalde pagina's of bronnen van intelligente objecten. U maakt als volgt het intelligente object Gebruikerslijst: 1.
Klik op de knop Gereedschap Intelligent object op de werkbalk Webobjecten.
2.
Meld u aan bij Serif Web Resources (zie Intelligente objecten gebruiken; pagina 215). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat u geldige aanmeldinggegevens hebt. Als dit niet het geval is, moet u zich eerst registreren.
3.
Klik in het dialoogvenster onder in het deelvenster Mijn lijst met intelligente objecten op Nieuw.
4.
Gebruik de schuifbalk in het dialoogvenster om door de lijst met beschikbare intelligente objecten te bladeren, selecteer Gebruikerslijst en klik op OK.
5.
Selecteer Toegangscontrole in het pop-updialoogvenster.
6.
Geef het intelligente object een naam in het dialoogvenster, sla het object op in een profiel en wijzig
Dynamische webobjecten toevoegen 235
de kleuren en lettertypen voor de titel, tekst/labels, knoppen of rand. 7.
Klik op Maken. Het nieuwe intelligente object wordt nu weergegeven in uw lijst met intelligente objecten.
8.
Klik op Afsluiten om u af te melden bij Serif Web Resources.
Nadat u het intelligente object hebt gemaakt, kunt u gebruikersgroepen maken en deze aan de gebruikerslijst koppelen via de functie Beheren. U kunt als volgt registratie door gebruikers en beveiliging beheren: 1.
Gereedschap Intelligent object op de Klik op werkbalk Webobjecten.
2.
Selecteer het intelligente object Gebruikerslijst en klik in het deelvenster Mijn lijst met intelligente objecten op de knop Beheren.
3.
Schakel Toestaan dat gebruikers zich registreren in als u wilt dat gebruikers zichzelf kunnen registreren voor het intelligente object. Hiermee wordt de koppeling Registreren weergegeven in een geplaatst aanmeldingsvak.
4.
Schakel CAPTCHA-functie inschakelen in voor extra beveiliging bij de registratie van gebruikers. CAPTCHA is een techniek om spam tegen te gaan waarbij willekeurig door de server gegenereerde tekst wordt weergegeven. De bezoeker moet de tekst invoeren ter validatie.
5.
Typ een omleidings-URL in het vak Omleiden na aanmelden als u de gebruiker naar een specifieke webpagina wilt doorsturen wanneer deze zich heeft aangemeld.
236 Dynamische webobjecten toevoegen 6.
Klik op Bijwerken.
U maakt als volgt een gebruikersgroep: 1.
Klik in het bovenste menu op Groepen.
2.
Typ een Groepsnaam in het dialoogvenster Nieuwe groep maken. Deze naam moet duidelijk aangeven waarvoor de groep is bedoeld, bijvoorbeeld 'Toegang fotogalerie'.
3.
Klik op de knop Groep maken, controleer de instellingen in het dialoogvenster en klik op Gereed. De groep wordt toegevoegd aan de vervolgkeuzelijst Groep.
U beheert als volgt een gebruikersgroep:
•
Selecteer de groepsnaam in de vervolgkeuzelijst Groep en klik op Groep beheren.
In het dialoogvenster kunt u de groep een andere naam geven en het aantal gebruikers in de groep controleren. U kunt wijzigingen aanbrengen door op de knop Groep bijwerken te klikken of de groep verwijderen met de knop Groep verwijderen.
Gebruikers toevoegen (handmatig of via registratie) Handmatig gebruikers toevoegen
Dit is meestal handig in beheerde omgevingen, zoals kleine bedrijven, organisaties of verenigingen waar de leden 'bekend' zijn. Aan elke gebruikersgroep die u hebt gemaakt, kunt u een groep gebruikers toevoegen door deze handmatig in te voeren of door de webbeheerder gegevens te laten importeren uit een tekstbestand met door komma's gescheiden
Dynamische webobjecten toevoegen 237
waarden. Hierbij kunt u één gebruikersaanmelding gebruiken (iedereen gebruikt dezelfde aanmeldingsgegevens) of voor iedere gebruiker eigen aanmeldingsgegevens maken voor meer controle (bijvoorbeeld bij ledenlijsten). Gebruikersaanmelding via registratie
Registratie door gebruikers wordt daarentegen gebruikt als uw pagina's toegankelijk zijn voor een groter publiek, waardoor het beheer van gebruiker niet meer praktisch is. In dit geval kan de gebruiker zichzelf registreren en zich vervolgens aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord. De webbeheerder kan echter nog steeds de gebruikers in de groepen beheren via het intelligente object Gebruikerslijst. Voor deze methode moet u een aanmeldingsvak op de pagina plaatsen (meestal op een stramienpagina).
U kunt meerdere gebruikers toevoegen aan een gebruikersgroep. Bovendien kan een bepaalde gebruiker tot meerdere gebruikersgroepen behoren. U voegt als volgt handmatig een gebruiker toe: 1.
Klik op de knop Gereedschap Intelligent object op de werkbalk Webobjecten.
238 Dynamische webobjecten toevoegen 2.
Selecteer het intelligente object Gebruikerslijst in het deelvenster Mijn lijst met intelligente objecten en klik op de knop Beheren van het object om het dialoogvenster Gebruikers weer te geven.
3.
Typ het e-mailadres van de gebruiker in het vak E-mail in de sectie Nieuwe gebruiker toevoegen onder in het dialoogvenster.
Als u het selectievakje Activering vereist inschakelt, ontvangt de gebruiker een e-mailbericht met een activeringskoppeling en een automatisch gegenereerd wachtwoord. Als u deze optie uitschakelt, bevat het emailbericht alleen een automatisch gegenereerd wachtwoord. Als u het selectievakje Gebruiker e-mailbericht sturen inschakelt, wordt er een e-mailbericht naar de gebruiker verzonden. Als u dit selectievakje uitschakelt, wordt de gebruiker wel toegevoegd, maar wordt er geen emailbericht verzonden. In dit geval moet u de gebruiker op een andere manier het wachtwoord meedelen (telefonisch of mondeling). 4.
Klik op de knop Gebruiker toevoegen. De gebruiker wordt aan de lijst in de sectie Gebruikers toegevoegd.
5.
Als u gebruikers aan een groep wilt toewijzen, klikt u op Groepen in het bovenste menu.
Dynamische webobjecten toevoegen 239
6.
Selecteer de gewenste groep in de vervolgkeuzelijst Groep. Voeg vervolgens de geselecteerde gebruiker in het vak Gebruikers toe aan het vak Groep door op de knop Toevoegen te klikken. (Als u alle gebruikers wilt toevoegen, klikt u op Alle toevoegen.) De gebruiker behoort nu tot de gebruikersgroep. Als u de gebruiker wilt verwijderen, gebruikt u de knop Verwijderen (of Alle verwijderen) voor de groep.
U kunt ook instellen dat gebruikers zichzelf kunnen registreren, zodat u deze niet een voor een handmatig hoeft toe te voegen en te beheren zoals hiervoor is beschreven. Dit kunt u doen via Serif Web Resources. U stelt als volgt in dat gebruikers zichzelf kunnen registreren: Voor deze methode moet u een aanmeldingsvak aan de stramienpagina toevoegen. Een nieuwe bezoeker van de site kan zich aanmelden om een geregistreerde gebruiker te worden (door op de koppeling Registreren te klikken in het aanmeldingsvak). 1.
Klik op de knop Gereedschap Intelligent object op de werkbalk Webobjecten.
2.
Selecteer het intelligente object Gebruikerslijst in het deelvenster Mijn lijst met intelligente objecten en klik op de knop Beheren van het object om het dialoogvenster Gebruikers weer te geven.
3.
Klik op Groepen in het bovenste menu.
4.
Selecteer in het dialoogvenster een bestaande groep in de vervolgkeuzelijst Groep en klik op Groep beheren.
5.
Schakel Nieuwe gebruikers toevoegen bij registratie in. De aanmeldingsgegevens van een gebruiker worden dan
240 Dynamische webobjecten toevoegen automatisch aan de gebruikersgroep toegevoegd tijdens het registratieproces. Wanneer u deze optie inschakelt, zijn alle groepen waarvoor is ingesteld dat gebruikers zichzelf kunnen registreren, toegankelijk tijdens het aanmeldingsproces. Groepen waarvoor deze optie niet is ingesteld, zijn niet toegankelijk. 6.
Klik op Groep bijwerken en klik vervolgens op Gereed. Vergeet niet het selectievakje Nieuwe gebruikers toevoegen bij registratie in te schakelen in de sectie Nieuwe groep maken wanneer u een nieuwe groep maakt. Klik met de rechtermuisknop op een aanmeldingsvak op de pagina en kies Intelligent object beheren. Wanneer gebruikers zich via een aanmeldingsvak op de pagina registreren, verschijnen ze automatisch in iedere gebruikersgroep waarvoor gebruikers zichzelf kunnen registreren (Zie de WebPlus Help voor meer informatie).
Toegangscontrole inschakelen U schakelt als volgt de toegangscontrole in op uw webpagina: 1.
Zorg ervoor dat de webpagina wordt weergegeven en klik op
2.
Pagina's beveiligen op de optiebalk.
Schakel het selectievakje Pagina met wachtwoord beveiligen in om de toegangscontrole in te schakelen. U ziet dat de knop Wijzigen/beheren beschikbaar wordt. Klik op deze knop om de lijst met beschikbare gebruikersgroepen (vetgedrukt) weer te geven, samen met
Dynamische webobjecten toevoegen 241
het intelligente object Gebruikerslijst waartoe deze behoren. 3.
Selecteer de gewenste gebruikersgroep (bijvoorbeeld Toegang fotogalerie) in het dialoogvenster Gebruikersgroepen en klik op OK. Op het tabblad
4.
Pagina's beveiligen van de pagina wordt nu aangegeven dat deze pagina met een wachtwoord is beveiligd en dat de gebruikersgroep aan de pagina is toegewezen.
5.
Klik op OK en klik nogmaals op OK om de dialoogvensters te sluiten. U ziet nu dat op de pagina een sleutelsymbool wordt weergegeven op het tabblad Site, waarmee wordt aangegeven dat dit een beveiligde pagina is.
Een aanmeldingsvak toevoegen In WebPlus kunt u aan een pagina op uw website een vak toevoegen waarmee gebruikers zich kunnen aan- en afmelden. Dit houdt in dat geregistreerde
242 Dynamische webobjecten toevoegen bezoekers toegang kunnen krijgen tot beveiligde pagina's door zich aan te melden voor de site. Het aanmeldingsvak is in feite een visuele representatie van het intelligente object Gebruikerslijst. Dit object wordt op de pagina geplaatst en bestaat in Serif Web Resources.
Plaats het aanmeldingsvak op de stramienpagina van de site. Dan kunnen gebruikers zich bij uw website aanmelden vanaf elke webpagina die op deze stramienpagina is gebaseerd. U voegt als volgt een aanmeldingsvak toe: 1.
Volg de procedure onder Toegangscontrole inschakelen (zie pagina 237), maar kies deze keer een pagina waarop u het aanmeldingsvak wilt plaatsen en klik op de knop Invoegen in plaats van dat u het dialoogvenster sluit.
2.
Plaats de aanwijzer Plakken op de pagina op de positie waarop u het aanmeldingsvak wilt invoegen en klik met de linkermuisknop om het object in te voegen met een standaardgrootte.
3.
Schakel registratie door gebruikers in zoals eerder is beschreven (Zie de WebPlus Help voor meer informatie).
Geavanceerd gebruikersbeheer Met een aantal extra voorzieningen kunt u gebruikers importeren of exporteren, hen tijdelijk de toegang weigeren of hen blokkeren of de blokkering opheffen. Een geblokkeerde gebruiker is globaal geblokkeerd (deze heeft geen toegang tot alle gebruikersgroepen).
Dynamische webobjecten toevoegen 243
U kunt een gebruiker verwijderen of tijdelijk de toegang weigeren als deze de regels niet naleeft (bijvoorbeeld omdat hij lasterlijke berichten heeft gepost in een forum dat openbaar toegankelijk is). De volgende keer dat de gebruiker zich wil aanmelden, wordt in een bericht aangegeven dat zijn/haar account tijdelijk is geblokkeerd. Als er drastischere maatregelen nodig zijn, kunt u ook het IP-adres van een gebruiker blokkeren voor toegang tot Serif Web Resourceobjecten (zoals forums enzovoort). Als ook dit niet voldoende is, kunt u als laatste redmiddel zelfs de ISP of organisatie blokkeren waartoe de eigenaar van het e-mailadres behoort. Deze optie wordt niet aanbevolen, maar kan noodzakelijk zijn om grootschalige malafide praktijken, zoals professionele spamming, te voorkomen. Zie de Help van WebPlus voor meer informatie.
De toegang beperken voor forums, blogs of een CMS U stelt als volgt een toegangscontrole in voor forums: 1.
Selecteer het gemaakte intelligente object Gebruikerslijst voor toegangscontrole bij het maken van een forum. In WebPlus wordt automatisch een gebruikersgroep gemaakt, zodat gebruikers zichzelf kunnen registreren en aanmelden. De bezoeker van het forum moet op de koppeling klikken om zich te registreren.
2.
Als u een moderatorgroep wilt instellen voor het forum, moet u een moderatorgroep maken, handmatig moderators toevoegen, het forum beheren en de desbetreffende groep selecteren in de vervolgkeuzelijst Moderator.
U stelt als volgt een toegangscontrole in voor blogs of een CMS:
•
Hiervoor moet u een auteursgroep maken en handmatig auteurs toevoegen. Daarna doet u het volgende:
244 Dynamische webobjecten toevoegen
•
Voor blogs klikt u op Beheren en selecteert u de desbetreffende groep in de vervolgkeuzelijst Auteursgroep. - of Voor een CMS klikt u op Beheren en stelt u de vereiste machtigingen in nadat een verbinding tot stand is gebracht met www.serifwebresources.com. Hetzelfde menu als hierboven wordt weergegeven.
7
Met tekst werken
246 Met tekst werken
Met tekst werken 247
Tekstbestanden importeren Tekstbestanden vanuit een tekstverwerkingsbestand importeren, is een snelle manier om inhoud voor een site samen te stellen. U kunt echter ook een artikel schrijven met WritePlus. Als u de tekstbestanden voor uw site maakt met uw huidige tekstverwerker, bijvoorbeeld Microsoft Word, kunt u een willekeurig aantal bestanden in één site importeren. Behalve de standaardindeling van de ingebouwde tekstverwerker Studio Write (*.stt) ondersteunt Studio Webdesign ook talrijke bestandsindelingen van veelgebruikte tekstverwerkers om tekstbestanden te importeren, zoals: ANSI-tekst
.txt
Microsoft Word 2007/2010
.docx/.dotx
Microsoft Word 2000/2003
.doc/.dot
MS Works
.wps
Open Office-tekst
.odt
RTFindeling
.rtf
WordPerfect
.wpd
Write
.wri
Merk op dat Microsoft Word niet geïnstalleerd hoeft te zijn op uw systeem om Word-bestanden te kunnen importeren. Dat betekent
248 Met tekst werken dat u inhoud van derden in WebPlus kunt hergebruiken zonder over de bijbehorende toepassing te moeten beschikken. WebPlus importeert tekst in een nieuw creatief tekstframe (ondersteunt het verloop van de tekst tussen kaders) of in een geselecteerd HTML- of creatief tekstframe (HTML-frames ondersteunen geen tekstverloop) dat zich al op uw webpagina bevindt. Zie Met tekstframes werken op pagina 249 voor meer informatie. WebPlus behoudt de opmaak van tekst die uit een tekstverwerker is geïmporteerd. Als u echter uw tekstverwerker gebruikt om tekst te maken die specifiek voor WebPlus is bedoeld, kunt u tijd besparen door alleen tekst in te voeren en de opmaak later in WebPlus toe te passen. U kunt geen tabellen importeren. Zo importeert u tekst: 1.
(Facultatief) Als u de tekst in een bestaand leeg tekstframe wilt importeren, selecteert u dit frame op de pagina. Wilt u tekst importeren in een tekstframe dat al tekst bevat, dan klikt u in de bestaande tekst om de invoegpositie in de tekst te plaatsen (of selecteert u de tekst die u wilt vervangen).
2.
Kies Tekstbestand... in het menu Invoegen.
3.
Selecteer in het dialoogvenster Openen de bestandsindeling van het bestand dat u wilt importeren en navigeer naar de map waarin het bestand is opgeslagen.
4.
Activeer het selectievakje Indeling behouden als u de opmaakprofielen die op de oorspronkelijk tekst zijn toegepast wilt behouden. Schakel het selectievakje uit als u deze opmaakprofielen niet wilt behouden. In beide gevallen behoudt WebPlus de basistekenopmaak (zoals
Met tekst werken 249
cursief, vet en onderstrepen) en alineaopmaak (zoals links of rechts uitlijnen of uitvullen). 5.
Klik op Openen.
6.
Als u vooraf een tekstframe hebt geselecteerd, wordt de tekst in het bestaande frame geïmporteerd. Hebt u geen frame geselecteerd, dan wordt de tekst in een nieuw tekstframe geplaatst. In het geval van HTML-frames kan tekstoverloop ontstaan. Zie Overvloeiopties voor tekst in HTML-frames op pagina 250 als u dit probleem wilt oplossen. Als de geïmporteerde tekst in het geval van Creatieve frames niet helemaal in het actieve tekstframe past, wordt een dialoogvenster geopend waarin u wordt gevraagd of u extra frames voor de overlooptekst wilt maken (klik op Ja) of de overlooptekst in een verborgen overloopgebied wilt plaatsen (klik op Nee).
Over tekstkaders Alle tekst die u aan uw website toevoegt, wordt in HTMLtekstframes geplaatst, die kunnen worden gebruikt als containers voor afzonderlijke woorden, op zichzelf staande alinea's en artikelen die meerdere pagina's bestrijken. U kunt artistieke tekst ook gebruiken voor zelfstandige tekst met speciale effecten of tabeltekst (zie Teksttabellen maken op pagina 282) voor de weergave van rijen en kolommen.
Wat is een tekstframe? Een tekstframe is in wezen een a minipagina, die doorgaans frametekst bevat in één of meerdere alinea's die door het frame lopen. De tekst in een frame wordt in WebPlus ook wel de plot genoemd. Onthoud in dit verband het volgende:
•
Wanneer u een tekstframe selecteert, verschijnt er een begrenzingskader rond dit frame. U herkent dit
250 Met tekst werken begrenzingskader aan de rand en aan de grepen in de hoeken en langs de vier randen van het kader. Als u het frame met het selectiegereedschap hebt geselecteerd, verschijnt er bovendien een knipperende cursor in de tekst, de zogeheten invoegpositie. In deze modus kunt u de tekst bewerken met het gereedschap Aanwijzer. (Lees Tekst rechtstreeks op de pagina bewerken op pagina 258 voor meer informatie.)
•
Als u een tekstframe verplaatst, wordt ook de tekst in het frame verplaatst.
•
Als u de grootte van een tekstframe wijzigt, wordt de tekst automatisch aan de nieuwe afmetingen van het frame aangepast.
HTML-frames maken Tekstframes kunnen op dezelfde manier worden toegevoegd als elk ander object. U kunt een frame selecteren, verplaatsen en schalen, maar u kunt de basisvorm van een frame niet wijzigen. (Zie pagina 302, 302 en 302 voor meer informatie.) Zo maakt u een tekstframe: 1.
Klik op de knop HTML-frame toevoegen in het vervolgmenu met tekstframegereedschappen op de werkbalk Standaardobjecten.
2.
Klik op de pagina of het plakbord om een nieuw frame met standaardafmetingen toe te voegen. - of Sleep met de muis als u een aangepaste grootte wilt instellen voor het frame.
Met tekst werken 251
Zo verwijdert u een tekstframe:
•
Selecteer het frame en druk op de Del-toets. (Als de invoegpositie zich in de tekst bevindt, worden de tekens rechts van de cursor gewist wanneer u op Del drukt.)
Tekst invoeren in een frame U kunt op verschillende manieren tekst toevoegen aan een frame. De tekst wordt automatisch naar HTML-compatibele code geconverteerd. Tekst invoeren via Studio Write:
Selecteer een frame en klik in op de optiebalk Frame.
Studio Write
Tekst importeren:
Klik met de rechtermuisknop op een frame en kies Invoegen>Tekstbestand... (of druk op Ctrl+T) als u tekst wilt importeren.
Typen in het frame:
Activeer het selectiegereedschap, klik in het tekstframe om de invoegpositie in het frame te plaatsen en begin uw tekst te typen of bewerk de bestaande tekst. (Zie Tekst op de pagina bewerken op pagina 258.)
Tekst plakken via het Klembord:
Klik met het selectiegereedschap in het tekstframe om de invoegpositie in de tekst te plaatsen en druk op Ctrl+V.
Slepen en neerzetten:
Selecteer de tekst (bijvoorbeeld in een tekstverwerker) en sleep deze naar de pagina in WebPlus. Als u de tekst in een geselecteerd frame neerzet, wordt deze onder de bestaande tekst ingevoegd. In het andere geval wordt een nieuw frame toegevoegd voor de tekst.
252 Met tekst werken
Frame instellen en lay-out Met de framelay-out wordt de indeling van tekst in het frame bepaald. Wanneer het frame is geselecteerd en er waarden voor de marges zijn gedefinieerd, worden de framemarges met grijze stippellijnen aangeduid. Deze hulplijnen bepalen in wezen hoe tekst binnen het frame wordt weergegeven, doordat hiermee een opvulling tussen de tekst en de framerand wordt ingesteld. De tekst wordt niet weergegeven buiten de framemarges.
Zo maakt u framemarges:
•
(1)
Selecteer het frame en versleep vervolgens de margelijnen van de kolom om de grenzen van de kolom aan te passen.
(2)
(3)
Met tekst werken 253
In de bovenstaande figuur ziet u dat de aanwijzer verandert wanneer u deze op het begrenzingskader (1) plaatst. Wanneer u naar binnen sleept, kunt u de framemarges aanpassen (2). Wanneer u omlaag sleept, kunt u de bovenste framemarge verplaatsen (3). Om framemarges te kunnen instellen, moet u ervoor zorgen dat het frame is geselecteerd (en niet de frametekst). Het frame moet worden weergegeven als een effen begrenzingskader. Voor een precieze margeplaatsing kunt u optioneel framemarges maken door via een dialoogvenster de framemarges links, rechts, boven of onder te definiëren. Zo maakt u framemarges via een dialoogvenster: Frame
1.
Selecteer het HTML-frame en klik op instellen op de optiebalk Frame.
2.
Vanuit het dialoogvenster kunt u framemarges definiëren door waarden voor Links, Rechts, Boven en Onder in te stellen.
Overvloeiopties voor tekst in frames Tekst zorgvuldig aan tekstframes aanpassen zodat deze volledig wordt weergegeven, is een essentieel onderdeel van het opmaken van een website. Als de tekst niet in een tekstframe past, wordt deze opgeslagen in een onzichtbaar overloopgebied onder aan het frame (de tekst gaat niet verloren!). Onder het frame dat overloopt, wordt de knop Tekstoverloop weergegeven. om aan te duiden dat er verborgen tekst is. Het is dus belangrijk dat u ervoor zorgt dat de tekst weer wordt weergegeven, anders blijft het artikel afgekapt. U beschikt over diverse opties om dit te doen:
254 Met tekst werken
•
Als u hier ruimte voor hebt, kunt u het formaat van het tekstframe fysiek wijzigen. Zie Objecten schalen op pagina 302 voor meer informatie.
•
Overweeg het artikel te herschrijven om de tekst beknopter te maken!
•
Wijzig het formaat van de tekst, zoals hieronder wordt beschreven.
Als u het formaat van frametekst wilt wijzigen nadat het formaat en de positie ervan eenmaal zijn bepaald, kunt u hiervoor diverse gereedschappen op de optiebalk Frame gebruiken. Het vervolgmenu Tekst schalen bevat drie gereedschappen waarmee u de tekengrootte van tekst automatisch of handmatig aan de grootte van het bijbehorende frame kunt aanpassen, zodat deze volledig wordt weergegeven in het frame. Merk op dat deze gereedschappen voor 'eenmalige' bewerkingen zijn bedoeld (in tegenstelling tot de opties om de grootte van frametekst automatisch aan de grootte van het frame aan te passen die hierna worden beschreven). Tekst aanpassen aan frame Gebruik deze optie als u de tekengrootte van de tekst automatisch aan de grootte van het frame wilt aanpassen, zodat deze volledig in het beschikbare frame past. Wanneer u achteraf meer tekst toevoegt aan het frame, wordt de tekst die niet kan worden weergegeven in het onzichtbare overvloeigebied opgeslagen en dient u deze actie te herhalen (of een van de andere opties te gebruiken om de tekst aan het frame aan te passen). U kunt deze functie gebruiken voordat u alle tekst hebt toegevoegd (om na te gaan hoe deze in de beschikbare frames past), of nadat u de vereiste tekst hebt toegevoegd (als 'finishing touch'). Als u deze functie gebruikt, wordt eerst de tekengrootte aangepast, vervolgens de afstand tussen afzonderlijke regels en tot slot de witruimte onder alinea's – totdat de tekst
Met tekst werken 255
volledig in de beschikbare frames past. Tekst vergroten Klik op deze optie als u de tekengrootte van de tekst stapsgewijs wilt vergroten (telkens als u klikt, wordt de tekst ongeveer 2% groter gemaakt). Tekst verkleinen Gebruik deze optie als u de tekengrootte van de tekst stapsgewijs wilt verkleinen. U kunt de tekengrootte van tekst ook automatisch aan de grootte van het frame laten aanpassen door het programma. Hierbij kunt u voor elk frame de gewenste instelling kiezen: Met de opties in het vervolgmenu Tekst automatisch aanpassen kunt u de grootte van tekst automatisch aan de grootte van het beschikbare frame laten aanpassen, ongeacht of u achteraf al dan niet meer tekst toevoegt aan het frame. Tekst niet automatisch aanpassen Dit is de standaardinstelling. Als deze optie is geselecteerd, wordt de tekst niet automatisch aan de grootte van het geselecteerde frame aangepast. Tekst verkleinen bij overloop Als u deze optie selecteert, wordt de tekengrootte van de frametekst automatisch verkleind om te voorkomen dat een gedeelte van de tekst niet zichtbaar is wanneer u achteraf meer tekst toevoegt aan een frame. Tekst automatisch aanpassen Als u deze optie selecteert, wordt de tekengrootte van de tekst altijd automatisch aangepast, zodat de tekst volledig wordt weergegeven in het frame (in
256 Met tekst werken tegenstelling tot bij de optie Tekst aanpassen aan frame, waarbij de tekst maar één keer wordt aangepast en het toevoegen van nieuwe tekst ertoe leidt dat de tekst opnieuw niet volledig wordt weergegeven in het frame). Voor Aangepaste frames wordt met de knop Koppelen op het laatste frame van de reeks weergegeven. De knop Automatische overloop wordt weergegeven naast de knop Koppelen. U kunt de tekst natuurlijk altijd inkorten, of meer ruimte voorzien voor de tekst door enkele extra frames toe te voegen. Als u op de knop Automatische overloop klikt, worden zo nodig automatisch extra pagina's en frames toegevoegd.
Artistieke tekst gebruiken Artistieke tekst is op zichzelf staande tekst die u rechtstreeks aan een pagina toevoegt. Dergelijke tekst leent zich uitstekend voor koppen, citaten en allerlei andere tekst die een speciale functie vervult in uw site. Artistieke tekst kan eenvoudig worden opgemaakt met de standaardgereedschappen voor het bewerken van tekst.
Zo voegt u artistieke tekst toe: 1.
Kies het gereedschap Artistieke tekst in het vervolgmenu Tekst van de werkbalk Standaardobjecten.
2.
Klik op een willekeurige positie op de pagina om een daar een invoegpositie te plaatsen met een standaardtekengrootte of sleep om een bepaalde grootte op te geven, zoals hier wordt getoond.
Met tekst werken 257
3.
Stel voordat u begint te typen de eigenschappen van de tekst in (lettertype, stijl, enzovoort) via de optiebalk Tekst, het menu Tekst of het snelmenu (klik met de rechtermuisknop en kies Tekstopmaak).
4.
Typ rechtstreeks op de pagina de gewenste tekst.
U kunt artistieke tekst op dezelfde manier selecteren, verplaatsen, schalen, verwijderen en kopiëren als een tekstframe nadat u deze aan een pagina hebt toegevoegd. U kunt effen kleuren, verloop- of bitmapvullingen en transparantie toepassen. Zo schaalt u een artistiek tekstobject:
•
Sleep de hoekgrepen van het object om het object kleiner of groter te maken terwijl de verhoudingen van het object behouden blijven.
•
Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u sleept als u de tekst niet-proportioneel wilt schalen.
Zo bewerkt u artistieke tekst:
•
Sleep met de muis om het fragment te selecteren dat u wilt bewerken.
258 Met tekst werken
U kunt ook dubbelklikken om een woord te selecteren. U kunt nu nieuwe tekst invoeren, de teken- en alineaopmaak wijzigen, de tekst bewerken in Studio Write, enzovoort.
Tekst langs een pad plaatsen 'Gewone' rechtlijnige artistieke tekst is verre van gewoon, zeker niet als u nog een stapje verder gaat en deze langs een gebogen pad laat vloeien.
Het object dat op deze manier ontstaat, heeft dezelfde eigenschappen als artistieke tekst, maar volgt bovendien een pad (Bézier-curve) dat u met behulp van gereedschap Aanwijzer even gemakkelijk kunt bewerken als elke andere lijn. Daar komt nog bij dat padtekst enkele unieke voorzieningen ondersteunt die u tevergeefs zult zoeken bij andere soorten tekst. Daarover leest u verderop meer.
Met tekst werken 259
Zo stelt u een vooraf gedefinieerd gebogen pad in voor tekst: 1.
Voeg enige artistieke tekst toe aan de pagina.
2.
Selecteer de tekst en klik op het vervolgmenu Pad op de optiebalk voor tekst en kies een vooraf gedefinieerd pad.
De tekst loopt nu langs het opgegeven pad, bijvoorbeeld voor Pad Bovenkant cirkel.
Zo voegt u artistieke tekst toe aan een bestaande lijn of vorm: 1.
Teken een lijn uit de vrije hand, een rechte lijn of een gebogen lijn (zie Lijnen tekenen en bewerken op pagina 380) of maak een vorm (zie Vormen tekenen en bewerken op pagina 389).
2.
Kies het gereedschap Artistieke tekst in het vervolgmenu Tekst van de werkbalk Gereedschappen.
3.
Beweeg met de muisaanwijzer over de lijn Als de cursor verandert en er een curve bij komt, klikt u met de muis op de plaats waar de tekst moet beginnen.
260 Met tekst werken 4.
Typ enige tekst op de huidige invoegpositie. Let erop dat de tekst automatisch langs de lijn vloeit, die naar een pad is geconverteerd.
Zo lijnt u bestaande tekst op een bestaande lijn of vorm uit: 1.
Voeg enige artistieke tekst toe aan de pagina.
2.
Teken een lijn uit de vrije hand, een rechte lijn, een gebogen lijn of een vorm.
3.
Selecteer beide objecten en kies Tekst op pad uitlijnen in het menu Extra. De tekst vloeit nu langs het ingestelde pad.
Zo voegt u rechtstreeks padtekst toe aan een pagina: 1.
Kies een van de gereedschappen voor padtekst in het vervolgmenu Tekst: Gebruik het gereedschap Vrije padtekst toevoegen als u het pad van de tekst met de vrije hand wilt definiëren. Met het gereedschap Rechte padtekst toevoegen kunt u tekst langs een rechte lijn plaatsen. Met het gereedschap Gebogen padtekst toevoegen kunt u afzonderlijke lijnsegmenten met elkaar verbinden door herhaaldelijk te klikken. (Deze lijnsegmenten kunnen recht of gebogen zijn.)
2.
Teken een lijn op de pagina. De lijn wordt als een pad weergegeven met de invoegpositie aan het begin (voor een gebogen pad kunt u rechtstreeks op een willekeurig gedeelte van het pad typen of op Esc drukken of dubbelklikken om de invoegpositie naar het begin van het pad te verplaatsen).
Met tekst werken 261
3.
Typ enige tekst op de huidige invoegpositie. De tekst wordt automatisch langs het pad geplaatst.
Zo verwijdert u het pad van padtekst: 1.
Selecteer de padtekst.
2.
Pad - Geen in het vervolgmenu Klik op de knop Pad op de optiebalk voor tekst.
De tekst blijft staan als een artistieke-tekstobject op een rechte lijn. Het pad wordt permanent verwijderd.
Tekst op de pagina bewerken U kunt frametekst, tabeltekst en artistieke tekst rechtstreeks op de pagina bewerken met behulp van het selectiegereedschap. Zo kunt u bijvoorbeeld een tekstfragment selecteren en nieuwe tekst invoeren, de eerste regel van een alinea laten inspringen, tabstops instellen, de teken- en alineaopmaak wijzigen, allerlei tekststijlen toepassen, en tekst zoeken en vervangen (zie verderop in dit hoofdstuk). Als u langere artikelen wilt bewerken en allerlei geavanceerde opties wilt instellen, kunt u beter de ingebouwde tekstverwerker WritePlus gebruiken (toegankelijk via de opdracht Artikel bewerken... in het menu Bewerken).
Tekst selecteren en invoeren De procedure voor het selecteren van frametekst, artistieke tekst en tabeltekst is op de conventies van de nieuwste tekstverwerkers gebaseerd. Het geselecteerde gebied heeft een halftransparante blauwe achtergrondkleur, zodat de tekst die u wilt bewerken, duidelijk zichtbaar is.
262 Met tekst werken Dubbelklik, klik drie keer of klik vier keer als u respectievelijk een volledig woord, een volledige alinea of alle tekst wilt selecteren. U kunt ook de Ctrl-toets ingedrukt houden en klikken of slepen om niet-aaneengesloten woorden te selecteren, en de Shift-toets ingedrukt houden om een tekstfragment te selecteren. Zo bewerkt u tekst rechtstreeks op de pagina: 1.
Selecteer het Gereedschap Aanwijzer en klik (of sleep) in het tekstobject om de invoegpositie in de tekst te plaatsen (zie hieronder). - of Selecteer een afzonderlijk woord, een alinea of een tekstfragment.
2.
Begin met typen om nieuwe tekst in te voeren of de geselecteerde tekst te overschrijven, afhankelijk van de bewerking die u in stap 1 hebt uitgevoerd.
Zo begint u een nieuwe alinea:
•
Druk op Enter.
Zo begint u een nieuwe regel in dezelfde alinea (een 'regeleinde' of 'zachte return' genoemd):
•
Druk op Shift+Enter.
Met tekst werken 263
Zo laat u tekst in de volgende kolom (kolomeinde) of het volgende frame (frame-einde) overvloeien:
•
Alleen voor aangepaste frametekst: Druk respectievelijk op Ctrl+Enter of Alt+Enter of kies de items in het submenu Invoegen>Eindemarkering.
Zo wisselt u tussen de invoegmodus en overschrijfmodus:
•
Druk op Invoegen.
Zo voert u een bewerking opnieuw uit:
•
Kies Bewerken > Herhalen of druk op Ctrl+Y.
Stel dat u zojuist de opmaak van een alinea hebt gewijzigd. Dan kunt u de ingestelde opmaak eenvoudig op een andere alinea toepassen door in die alinea te klikken en Bewerken > Herhalen te kiezen in de menubalk. Zo geeft u speciale tekens weer:
•
In het menu Beeld selecteert u Speciale tekens (voor alineamarkeringen en regeleinden, zie hieronder) of Spaties (voor speciale tekens, tabs, vaste spaties en normale spaties).
264 Met tekst werken
Tekst kopiëren, plakken en verplaatsen U kunt tekst eenvoudig kopiëren en plakken met behulp van de standaardopdrachten. U kunt tekst ook slepen-en-neerzetten op een andere positie. Als u de invoegpositie niet in bestaande tekst plaatst, kunt u de tekst op het Klembord rechtstreeks in een nieuw tekstframe plakken.
Alinea's laten inspringen Wanneer u een tekstobject selecteert, verschijnen er in de horizontale liniaal bovenaan markeringen die aangeven hoe ver de huidige alinea naar links en naar rechts inspringt, en hoe ver de eerste regel van de alinea inspringt. Door deze markeringen naar een andere positie te slepen, kunt u de inspringing van een alinea eenvoudig vergroten of verkleinen. U kunt hiervoor natuurlijk ook het overeenkomstige dialoogvenster gebruiken.
(A) Links inspringen (B) 1e regel inspringen (C) Rechts inspringen.
•
De linkerinspringing wordt ingesteld in verhouding tot de linkermarge van het object.
Met tekst werken 265
•
Hoe ver de eerste regel inspringt, is afhankelijk van de waarde die u hebt ingesteld om de alinea aan de linkerkant te laten inspringen.
•
De rechterinspringing wordt ingesteld in verhouding tot de rechtermarge van het object.
Zie Frames indelen en instellen op pagina 249 voor meer informatie. Zo laat u de huidige alinea inspringen:
•
Versleep de overeenkomstige markering(en) op de horizontale liniaal. - of Klik voor snelle linkerinspringingen op de knop Hoger niveau of Lager niveau om de inspringing aan de linkerkant stapsgewijs te vergroten of te verkleinen. Hoe ver de alinea inspringt, hangt af van de standaardwaarde die is ingesteld voor tabstops. - of Kies Tekst > Alineaopmaak in de menubalk als u de instellingen via een dialoogvenster wilt veranderen. In het vak Inspringing kunt u waarden voor de inspringen Links, Rechts, Eerste regel en Verkeerd-om opgeven.
Met Unicode-tekst werken WebPlus ondersteunt Unicode, zodat u ook tekens uit andere talen of speciale symbolen kunt gebruiken in uw teksten.
•
Als u Unicode-tekst van het Klembord naar de pagina wilt plakken, gebruikt u de opdracht Bewerken>Plakken speciaal... en selecteert u vervolgens Niet-opgemaakte Unicode-tekst.
266 Met tekst werken
•
U kunt ook rechtstreeks Unicode-tekens invoegen in een tekst door de overeenkomstige hexadecimale waarde te typen en op Alt+X te drukken. Met deze sneltoets wisselt u tussen het weergegeven teken (bijvoorbeeld @) en de overeenkomstige hexadecimale waarde (bijvoorbeeld U+0040).
•
Gebruik WritePlus als u tekst in Unicode-indeling wilt exporteren.
Zoeken en vervangen gebruiken U kunt in de tekst van een website zoeken naar een opmerkelijk grote verscheidenheid aan items: niet alleen naar woorden of delen daarvan, maar ook naar allerlei opmaakkenmerken voor tekens en alinea's, zoals lettertypen, stijlen, opsommingstekens en nummering, decoratieve initialen...en zelfs inline-afbeeldingen. In het dialoogvenster Zoeken en vervangen kunt u alle gevonden woorden of zinsdelen tegelijk vervangen of per geval bepalen of vervangen nodig is of niet. Dit dialoogvenster blijft geopend zonder dat u daar tijdens uw werk last van hebt, tot u op de knop Sluiten klikt. Zo gebruikt u de functie Zoeken en vervangen: 1.
Kies Zoeken & vervangen in het menu Bewerken.
2.
Typ in het dialoogvenster de tekst die u zoekt in het vak Zoeken en typ de vervangende tekst (als u die hebt) in het vak Vervangen. Klik op het pijltje aan het rechteruiteinde van beide invoervakken om een lijst met items weer te geven die u onlangs hebt gezocht en/of vervangen. Klik op de knop rechts van beide invoervakken en gebruik de opties in het vervolgmenu als u naar tekst met specifieke opmaakkenmerken of speciale tekens wilt zoeken, of als u een standaardexpressie wilt gebruiken om naar tekst te zoeken.
Met tekst werken 267
3.
Geef in het groepsvak Zoeken in aan of u alleen in de huidige tekst (de tekst die momenteel is geselecteerd) of in alle tekst wilt zoeken. Merk op dat de optie Huidige selectie alleen beschikbaar is voor de functie Alles vervangen. Als u deze optie selecteert, wordt alleen het item dat momenteel is gemarkeerd door de opgegeven tekst vervangen wanneer u op Alles vervangen klikt. (Als deze optie niet is geselecteerd, worden alle gevonden items vervangen wanneer u op de knop klikt.)
4.
Schakel de optie Heel woord in om tekenreeksen te vinden die zich tussen twee witruimtes (spatie, tabteken enzovoort) of interpunctietekens bevinden of die zich aan het begin of einde van een alinea bevinden. Als u een onderscheid wilt maken tussen kleine letters en hoofdletters, activeert u de optie Identieke hoofdletters/kleine letters. Selecteer Standaardexpressies als u de inhoud van het vak Zoeken naar als expressie wilt behandelen, en niet als letterlijke tekenreeks waarnaar moet worden gezocht.
5.
Klik op Volgende zoeken om naar het volgende item te zoeken dat aan de opgegeven zoekcriteria beantwoordt. - of Klik op Alle selecteren als u alle tekstitems op de site die aan uw zoekcriteria beantwoorden, wilt markeren.
6.
Klik op Vervangen als u de gevonden tekst wilt vervangen door de nieuwe tekst. of klik nogmaals op Volgende zoeken als u naar het volgende item wilt zoeken zonder het huidige item te vervangen. Blijf indien nodig zoeken naar te vervangen tekst totdat u het einde van de site hebt bereikt. - of Klik op Alles vervangen om alle exemplaren van de zoektekst tegelijkertijd te vervangen. WebPlus meldt u wanneer de zoekopdracht is voltooid.
7.
Klik op Sluiten om het dialoogvenster Zoeken en vervangen te sluiten.
268 Met tekst werken
8
Tekst opmaken
270 Tekst opmaken
Tekst opmaken 271
Teksteigenschappen instellen In WebPlus kunt u nauwkeurig de gewenste teken- en alineaopmaak instellen voor tekst, ongeacht of u met frametekst, tabeltekst of artistieke tekst werkt. Zo wijzigt u de opmaak van tekst: 1.
Selecteer de tekst.
2.
Gebruik de knoppen op de optiebalk voor tekst om de tekenstijl, het lettertype, de tekengrootte, de kenmerken, de alinea-uitlijning of het niveau te wijzigen.
Zo verwijdert u de lokale opmaak van tekst (stelt u opnieuw de standaardeigenschappen in):
•
Selecteer de tekst.
•
Selecteer Ctrl-spatiebalk op uw toetsenbord.
Met lettertypen werken Het lettertype veranderen dat u hebt gebruikt voor uw artistieke tekst, frametekst of tabeltekst is ongetwijfeld een van de meest ingrijpende wijzigingen die u kunt doorvoeren om uw website een compleet andere uitstraling te geven. Door een ander lettertype in te stellen voor afzonderlijke tekens of volledige alinea's, draagt u vaak een heel andere boodschap over op uw doelgroep.
272 Tekst opmaken
In WebPlus kunt u eenvoudig een ander lettertype instellen voor tekst. U kunt hiertoe naar behoeven het tabblad Lettertypen, de optiebalk voor tekst of het dialoogvenster Teken gebruiken (door met de rechtermuisknop te klikken of vanuit het menu Tekst).
Tekst opmaken 273
Mogelijk is het tabblad Lettertypen samengevouwen aan de linkerkant van de werkomgeving. In dat geval klikt u op de pijlknop om het tabblad uit te vouwen. Mogelijk moet u op het label Lettertypen klikken om het tabblad Lettertypen weer te geven. Let erop dat boven aan het tabblad een lijst met webveilige lettertypen wordt weergegeven. Het gaat hierbij om een zorgvuldig gekozen subset van lettertypen die de beste overeenkomst waarborgen tussen het lettertype dat u tijdens het ontwerpen van uw site gebruikt en het lettertype dat internetgebruikers uiteindelijk te zien krijgen in hun browser. Webveilige lettertypen worden niet gerasterd bij het exporteren van uw site, omdat het programma ervan uitgaat dat ze op elk systeem beschikbaar zijn. Doorgaans kunt u het beste de vooraf gedefinieerde lijst met webveilige lettertypen weergeven op het tabblad Lettertypen, tenzij u zeker weet dat het lettertype dat u gebruikt daadwerkelijk ook beschikbaar is op het systeem van uw doelgroep. U vindt deze lettertypen onder de categorie Webveilig op het tabblad (in de vervolgkeuzelijst Lettertype op de optiebalk voor tekst is dezelfde categorie beschikbaar).
Tekststijlen gebruiken In WebPlus kunt u gebruikmaken van benoemde (vooraf of door de gebruiker gedefinieerde) tekststijlen, die kunnen worden toegepast op frametekst, tabeltekst of artistieke tekst. Een tekststijl bestaat uit een aantal teken- en/of alineakenmerken die zijn opgeslagen als een groep. Wanneer u een tekststijl toepast op tekst, wordt de hele groep kenmerken in één stap toegepast. U kunt bijvoorbeeld benoemde alineastijlen gebruiken voor bepaalde elementen van de lay-out, zoals 'Kop', 'Citaat' of 'Hoofdtekst' en tekenstijlen gebruiken om daarmee iets te zeggen over het belang of de functie van de tekst , zoals 'Nadruk', 'Code' of 'Verwijzing'. U kunt zowel met de optiebalk voor tekst als het tabblad Tekststijlen stijlen toepassen op tekens of alinea´s. U kunt zowel de teken- als alineastijlen beheren vanuit het Tekststijlenpalet.
274 Tekst opmaken Ook via het tabblad Tekststijlen kunt u geheel nieuwe stijlen maken, benoemde stijlen maken op basis van bestaande teksteigenschappen en met één bewerking een stijl vervangen door een andere stijl op de hele website. U kunt direct op de pagina zien wat het effect is van een stijl op elke gewenste geselecteerde alinea. Raadpleeg de Help van WebPlus voor meer informatie over deze functies.
Alineastijlen en tekenstijlen Een alineastijl is een volledige specificatie van het uiterlijk van een alinea, inclusief alle lettertypen en alinea-opmaakkenmerken. Aan elke alinea in WebPlus is een alineastijl gekoppeld. Teksttype
Gebruikte alineastijl
Gebaseerd op
Frame (HTML of aangepast)
Hoofdtekst
Standaard
Artistiek
Artistieke tekst
Standaard
Tabel/kalender
Tabeltekst
Standaard
Een tekenstijl bevat alleen opmaakkenmerken voor het lettertype (zoals de naam, de tekengrootte, vet, cursief, enzovoorts) en u past deze toe op geselecteerde tekens en niet op een volledige alinea.
Werken met benoemde opmaakprofielen De benoemde stijl van de op dat moment geselecteerde tekst wordt weergegeven op het tabblad Tekststijlen of in de vervolgkeuzelijst Stijlen op de optiebalk voor tekst. Het kan hierbij om een tekenstijl gaan (als u een tekenstijl hebt toegepast), of om een alineastijl. Zo past u een benoemde stijl toe: 1.
Klik met het selectiegereedschap in een alinea (als u een alineastijl wilt toepassen) of selecteer tekst (als u een tekenstijl wilt toepassen).
Tekst opmaken 275
2.
Geef het tabblad Tekststijlen weer en selecteer een stijl in de lijst. - of Klik op de optiebalk voor tekst op de pijl om de vervolgkeuzelijst Stijlen uit te vouwen en selecteer de naam van een stijl.
Op het tabblad Tekststijlen wordt de teken- of alineastijl gemarkeerd die is toegepast op de geselecteerde tekst. Omdat u op dezelfde tekst zowel teken- als alineaopmaak kunt toepassen, wordt in het vak Huidige opmaak op het tabblad alle opmaak weergegeven die op de geselecteerde tekst is toegepast. Zo wijzigt u een bestaande stijl: 1.
Op het tabblad Tekststijlen:
•
Klik met de rechtermuisknop op de teken- of alineastijl die u wilt wijzigen en kies vervolgens wijzigen.... - of -
•
Klik terwijl er een stijl is geselecteerd op de knop Stijlen beheren op het tabblad Tekststijlen en klik op de knop Wijzigen....
2.
In het dialoogvenster Tekststijlen kunt u de naam van de stijl, de basisstijl en alle teken- of alineakenmerken, tabs, opsommingstekens en initialen voor de stijl definiëren of wijzigen.
3.
Klik op OK om de stijleigenschappen te accepteren of op Annuleren om de wijzigingen te negeren.
4.
Klik op Toepassen om de tekst bij te werken of klik op Sluiten om de stijl op de site te behouden voor toekomstig gebruik.
276 Tekst opmaken U kunt ook de opdracht Tekststijlenpalet... kiezen in het menu Tekst om stijlen aan te passen en de standaardwaarden van tekst te wijzigen (zie pagina 312). Zo verwijdert u een of meer tekststijlen:
•
Klik met de rechtermuisknop op een tekststijl en selecteer verwijderen....
•
Klik in het dialoogvenster op Verwijderen. Als u meerdere stijlen wilt verwijderen, selecteert u eerst de gewenste stijlnamen. Gebruik de desbetreffende knoppen als u alle stijlen of ongebruikte stijlen wilt verwijderen. Wees voorzichtig bij het verwijderen van stijlen! Als u een stijl verwijdert waarop 'onderliggende' stijlen zijn gebaseerd, worden ook deze onderliggende stijlen verwijderd.
Stijlen vervangen U kunt de teken- of alineastijl die op tekst is toegepast eenvoudig door een andere stijl vervangen. In WebPlus kunt u net zo gemakkelijk de ene stijl door een andere vervangen door meerdere exemplaren van de stijl te kiezen en vervolgens een andere stijl te kiezen. De stijl wordt in alle alinea´s en tekstframes tegelijk vervangen. Zo selecteert (en wijzigt) u een stijl op de hele site: 1.
Klik met de rechtermuisknop op een stijl op het tabblad Tekststijlen.
2.
Als de stijl op uw site wordt gebruikt, wordt het bericht 'Alle n items selecteren' weergegeven (n staat voor het aantal keren dat de stijl wordt gebruikt). Als de stijl niet voorkomt, wordt de optie grijs weergegeven en is deze dus niet beschikbaar.
Tekst opmaken 277
3.
Klik op het berichtlabel. Tekst die met de gekozen stijl is opgemaakt, is gemarkeerd.
4.
Wijs stijlnamen aan in uw lijst met stijlen. Klik op een gekozen stijl om deze toe te passen op de geselecteerde tekst.
Een lijst met opsommingstekens of een genummerde lijst maken U kunt in tekstframes eenvoudig opsommingstekens en nummering toepassen op lijsten en alinea's. Opsommingstekens zijn vooral handig voor lijsten waarin de elementen niet in een specifieke volgorde staan. Genummerde lijsten zijn handig voor stapsgewijze procedures (voorafgegaan door een cijfer of letter). In WebPlus kunt u de lijststijl toepassen op normale tekst (als lokale opmaak) en op tekststijlen. Als u echter met aangepaste tekstframes werkt, kunt u zowel eenvoudige als compleXElijsten met opsommingstekens of genummerde lijsten maken, door een van de vooraf gedefinieerde lijsten te gebruiken (zie hierna) of door uw eigen aangepaste lijststijl te maken (hierbij kunt u zelf een opmaak met symbolen, cijfers of letters maken). U kunt vervolgens desgewenst een van de vooraf gedefinieerde lijsten vervangen door een eigen vooraf gedefinieerde lijst die op uw aangepaste lijstopmaak is gebaseerd.
Lijst met opsommingstekens
Genummerde lijst
278 Tekst opmaken Zo maakt u een eenvoudige lijst met opsommingstekens of een genummerde lijst: 1.
Selecteer een of meer alinea's. - of Klik in de tekst van een alinea.
2.
Selecteer Lijst met opsommingstekens of Genummerde lijst op de optiebalk Tekst.
De lijstopmaak die wordt gebruikt, is de eerste vooraf ingestelde lijst die wordt weergegeven in het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering dat hierna wordt beschreven. Zo maakt u een aangepaste genummerde lijst of lijst met opsommingstekens: 1.
Selecteer een of meer alinea's. - of Klik in de tekst van een alinea.
2.
Selecteer Opsommingstekens en nummering... in het menu Tekst.
3.
Voer in het dialoogvenster Tekststijl een van de volgende handelingen uit:
•
Klik in het dialoogvenster op een pictogram voor een vooraf ingestelde stijl voor tekst in een HTMLtekstframe. - of -
•
Selecteer Opsommingstekens of Nummering in de vervolgkeuzelijst Stijl en selecteer een van de vooraf gedefinieerde stijlen voor tekst in een aangepast tekstframe. - of -
Tekst opmaken 279
•
4.
Selecteer een vooraf gedefinieerde stijl en klik op Details om de opties aan te passen voor een aangepaste lijst.
Klik op OK om de lijstopmaak toe te passen.
Elke keer dat als u op Enter drukt, wordt een nieuwe regel begonnen met het opgegeven symbool of cijfer. Druk twee keer na elkaar op Enter als u voor weer de standaardalineaopmaak wilt gebruiken in plaats van de lijst met opsommingstekens of nummering voort te zetten. Klik nogmaals op de knop of op de optiebalk Tekst als u de lijstopmaak wilt uitschakelen. U kunt in WebPlus ook opsommingstekens en nummers toewijzen aan stijlen. (Zie de Help bij WebPlus.)
Persoonlijke gegevens invoegen In het dialoogvenster Gebruikersgegevens kunt u persoonlijke informatie opslaan die u vaak nodig hebt of regelmatig bijwerkt, zodat u deze gegevens niet voortdurend opnieuw hoeft in te voeren. Bedenk bijvoorbeeld maar eens hoe vaak u niet van mobiel telefoonnummer of e-mailadres verandert! Met dit dialoogvenster kunt u in één oogopslag al uw persoonlijke gegevens bekijken en velden op de website rechtstreeks bijwerken. WebPlus ondersteunt verschillende zakelijke sets (een opgeslagen reeks gebruikersgegevens) die per website kunnen worden toegepast. Deze velden moeten vóór een update op uw sitepagina's aanwezig zijn en moeten mogelijk handmatig worden ingevoegd via Invoegen>Informatie>Gebruikersgegevens. Let wel: veel ontwerpsjablonen beschikken al over deze velden met gebruikersgegevens, bijvoorbeeld op contactpagina's.
280 Tekst opmaken U kunt dit dialoogvenster Gebruikersgegevens ook gebruiken om algemene en sitespecifieke variabelen te definiëren die u wilt gebruiken op respectievelijk alle WebPlus-sites of alleen de huidige site. (Zie Variabelen invoegen op pagina 278.) Zo controleert of wijzigt u uw persoonlijke gegevens: 1.
Klik op Persoonlijke gegevens instellen op de optiebalk Standaard (hef eerst de selectie van objecten op).
2.
Voor zakelijke gebruikersgegevens voert u nieuwe informatie in op het tabblad Zakelijke sets. Controleer of de vervolgkeuzelijst Set selecteren is ingesteld op Standaard als u waarschijnlijk maar één set zakelijke gegevens gaat gebruiken. In de vervolgkeuzelijst kunt u een andere set zakelijke gebruikersgegevens selecteren als er nog meer sets zijn gemaakt. (Zie Zakelijke sets maken op pagina 277.)
3.
Voor privégebruikersgegevens gebruikt u het tabblad Thuis. Deze velden zijn gescheiden van de velden die op het tabblad Zakelijke sets zijn ingesteld. Er wordt een tabblad Kalenders weergegeven als uw site een kalender bevat. Hiermee kunt u het jaar wijzigen en officiële feestdagen en persoonlijke gebeurtenissen weergeven of verbergen.
Gebruikersgegevens invoegen en bijwerken U kunt op elk gewenst moment een of meer velden met gebruikersgegevens in uw site invoegen. Zo voegt u een veld met persoonlijke gegevens in: 1.
Klik met het selectiegereedschap op de positie waar u een symbool wilt invoegen in de tekst.
Tekst opmaken 281
2.
Kies Informatie in het menu Invoegen en selecteer Persoonlijke gegevens... in het submenu.
3.
Selecteer een element in de Gebruikersgegevens en optioneel een tekstvoorvoegsel of -achtervoegsel (Suffix) dat u bij uw gebruikersgegevens wilt opnemen, bijvoorbeeld Naam:.
4.
Klik op OK.
Voor bestaande sites kunnen de velden (wanneer ze zijn bewerkt) met een klik van een knop worden bijgewerkt. Zo werkt u velden met persoonlijke gegevens bij:
•
Voer nieuwe informatie in in het dialoogvenster Persoonlijke gegevens (via Extra>Persoonlijke gegevens instellen...).
•
Klik op de knop Bijwerken als u alle gewijzigde velden in uw site automatisch wilt bijwerken. Merk op dat deze velden aan het dialoogvenster gekoppeld blijven totdat u ze verwijdert.
Zakelijke sets maken Als u meerdere zakelijke sites maakt, kunt u verschillende sets met zakelijke gebruikersgegevens voor elke site opslaan en toewijzen. U kunt een zakelijke set beschouwen als een profiel waarin een unieke set gebruikersgegevens onder een gekozen naam is opgeslagen. Zo maakt u een zakelijke set: 1.
Klik in het dialoogvenster Gebruikersgegevens (tabblad Zakelijke sets) op Nieuw....
2.
Voer een nieuwe naam in voor de zakelijke set en klik op OK. De nieuwe set wordt actief zoals u kunt zien in de vervolgkeuzelijst Set selecteren.
282 Tekst opmaken 3.
Voer informatie in het dialoogvenster Gebruikersgegevens in en klik op Bijwerken.
Wanneer u een zakelijke set hebt gemaakt en op uw site hebt toegepast, worden de instellingen samen met de site opgeslagen. Met zakelijke sets kunt u verschillende gebruikersgegevens opslaan voor elke website die u maakt. Zo schakelt u over naar een andere zakelijke set:
•
Selecteer een andere set in de vervolgkeuzelijst Set selecteren en klik op Bijwerken.
Zo verandert u de naam van een zakelijke set of verwijdert u een zakelijke set: 1.
Kies de zakelijke set in de vervolgkeuzelijst Set selecteren.
2.
Selecteer Naam wijzigen of Verwijderen.
Variabelen invoegen Als u tekst hebt die herhaaldelijk op uw site voorkomt en die u wilt vervangen door andere tekst, kunt u variabelen gebruiken. U kunt deze methode bijvoorbeeld gebruiken voor een productnaam of versie, zodat u de site eenvoudig kunt bijwerken als de productnaam of -versie verandert. Deze variabele velden worden automatisch gewijzigd, doordat ze worden bijgewerkt met de nieuwe waarden. Variabelen worden net zo gebruikt als persoonlijke gegevens (zie pagina 275). Ze kunnen net zoals velden met persoonlijke gegevens worden toegevoegd en ingevoegd, en kunnen worden bijgewerkt vanuit hetzelfde dialoogvenster Persoonlijke gegevens.
Tekst opmaken 283
De variabele kan alleen binnen de site worden opgeslagen of globaal worden gemaakt voor andere sites. De laatste mogelijkheid is een goede keuze voor productnamen, omdat die waarschijnlijk globaal in een bedrijfsomgeving worden gebruikt. Zo kunt u variabelen toevoegen, bewerken of verwijderen: 1.
Klik op Persoonlijke gegevens instellen op de standaardoptiebalk (hef eerst de selectie van objecten op).
2.
Selecteer het tabblad Globaal of Site als u wilt dat de toegevoegde variabele beschikbaar is voor respectievelijk alle sites of slechts één site.
3.
Klik vanuit een van de tabbladen op de knop Toevoegen.
4.
Typ in de lijst met variabelen over de naam van de gemaakte variabele heen en typ een unieke naam waaraan de variabele gemakkelijk te herkennen is.
5.
Klik in de kolom naast de nieuwe variabele en typ de waarde van de variabele (de tekst die op de pagina moet worden weergegeven).
6.
Voeg, als dat nodig is, meer variabelen toe aan het tabblad Site of Globaal.
7.
Klik op Bijwerken.
284 Tekst opmaken Als u hebt bepaald welke variabelen u wilt gebruiken, kunt u variabelen invoegen als velden in plaats van ¨statische¨ tekst. U kunt variabelen alleen gebruiken als ze op uw site zijn ingevoegd. Zo voegt u een variabel veld in: 1.
Klik in de tekst op de positie waar u de kruisverwijzing wilt plaatsen (of selecteer tekst).
2.
Kies Informatie in het menu Invoegen en selecteer Variabele... in het submenu.
3.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst in het dialoogvenster de variabele op de plaats waar u deze hebt opgeslagen in Persoonlijke gegevens (Globaal of Site).
4.
Selecteer een van de variabelen en eventueel tekst voor een Voorvoegsel of Achtervoegsel dat bij uw variabele moet worden opgenomen.
5.
Klik op OK.
Als u de variabele wilt wijzigen, hoeft u alleen de waarde van de variabele te bewerken en bij te werken. De variabelenvelden worden overal op uw site bijgewerkt met de nieuwe waarden. Zo werkt u variabelen bij: 1.
Klik op Persoonlijke gegevens instellen op de standaardoptiebalk (hef eerst de selectie van objecten op).
2.
Bewerk de bestaande variabele met een nieuwe waarde.
3.
Klik op Bijwerken.
9
Werken met tabellen
286 Werken met tabellen
Werken met tabellen 287
Teksttabellen maken Tabellen zijn ideaal als u tekst en gegevens in rijen en kolommen wilt indelen, die u achteraf zo nodig eenvoudig kunt aanpassen. Hierbij kunt u gebruikmaken van talrijke ingebouwde spreadsheetfuncties.
Elke tabelcel gedraagt zich als een soort miniframe. Net zoals met frametekst, kunt u ook verschillende teken- en alineaopmaak instellen, benoemde tekststijlen toepassen, inline afbeeldingen insluiten, effen tekstvulkleuren toepassen en spellingcontrole gebruiken. Tabellen ondersteunen echter ook enkele unieke functies, zoals AutoVullen en AutoWissen. Daarnaast kunt u in tabellen ook formules invoegen en een aangepaste getalnotatie instellen. U kunt twee soorten tabellen toepassen op een WebPlus-pagina: HTML-tabellen en aangepaste tabellen. Het meest gebruikte tabeltype in WebPlus is HTML-tabel, omdat deze compatibel is met HTML en goed wordt gepubliceerd in alle internetbrowsers. U kunt echter aangepaste tabellen gebruiken in plaats van HTMLtabellen voor extra tabelfuncties, zoals tabel draaien, kleur/bitmapverlopen, transparantie van tekst, filtereffecten, directe 3Den vervormingseffecten.
288 Werken met tabellen
Tabellen maken WebPlus bevat verschillende vooraf gedefinieerde tabelindelingen (sjablonen) die u kunt gebruiken. U hoeft een tabel dus niet volledig zelf te ontwerpen. Het enige wat u hoeft te doen, is de gewenste 'sjabloon' kiezen en vervolgens de vereiste gegevens aan de tabel toevoegen. In WebPlus kunt u:
•
de vooraf gedefinieerde tabelopmaak naar behoefte aanpassen voordat u een nieuwe tabel aan de pagina toevoegt;
•
uw eigen aangepaste tabelopmaak definiëren, zonder dat u hiervoor noodzakelijk een tabel hoeft te maken Zie Aangepaste tabelindelingen maken in de Help bij WebPlus.
•
bestaande tabellen op elk gewenst moment een volledig ander uiterlijk geven door er een andere opmaak op toe te passen (een vooraf gedefinieerde of aangepaste opmaak).
Zo voegt u een tabel toe: 1.
Kies op de werkbalk Standaardobjecten ( vervolgmenu Tabel)
HTML Gereedschap Tabel.
2.
Klik op de pagina of het plakbord op de positie waar u de tabel wilt invoegen als u een tabel met standaardafmetingen wilt toevoegen. Sleep met de muis als u aangepaste afmetingen wilt instellen voor de tabel. Het dialoogvenster Tabel invoegen wordt weergegeven met verschillende vooraf gedefinieerde tabelindelingen in het venster Indeling.
3.
Selecteer het gewenste opmaakprofiel in de keuzelijst aan de linkerkant. Selecteer (Standaard) als
Werken met tabellen 289
opmaakprofiel als u een eenvoudige niet-opgemaakte tabel wilt invoegen. 4.
(Optioneel) Klik op Bewerken als u de gekozen indeling verder wilt aanpassen.
5.
Stel in het vak Grootte van tabel het gewenste aantal rijen en kolommen in voor de tabel.
6.
Klik op OK. De nieuwe tabel verschijnt op de pagina.
Zie Tabellen bewerken in de Help bij WebPlus voor informatie over het wijzigen van de structuur en celinhoud van tabellen.
Een kalender invoegen Met de wizard Kalender kunt u overzichtelijke maandkalenders ontwerpen voor uw webpagina's.
De kalenders worden als teksttabellen gegenereerd die u naar behoefte kunt schalen, zodat u de standaard tekstgereedschappen kunt gebruiken om de tekst te bewerken. De eigenschappen van een geselecteerde kalender komen grotendeels overeen met die van een tabel. U kunt deze op dezelfde manier wijzigen (zie Tabellen bewerken).
290 Werken met tabellen Zo voegt u een kalender toe: 1.
Klik op het vervolgmenu
Tabel op de werkbalk
Standaardobjecten en kies
Kalender invoegen.
2.
Klik nogmaals op de pagina of sleep om de gewenste grootte van de kalender aan te geven.
3.
Geef met behulp van de weergegeven wizard Kalender de opties voor uw kalender op. U kunt bijvoorbeeld het jaar en de maand instellen, de kalenderstijl (rechthoekig of een indeling met een of meer kolommen), de eerste dag van de week, weergaveopties, overschakelen naar persoonlijke gebeurtenissen/vakanties en kalenderindeling. Als u officiële feestdagen wilt weergeven op de kalender, schakelt u het selectievakje Officiële feestdagen toevoegen in de wizard in en kiest u een land in de bijbehorende vervolgkeuzelijst. Als u persoonlijke gebeurtenissen wilt toevoegen, schakelt u ook het selectievakje Persoonlijke gebeurtenissen toevoegen in.
4.
Klik in het laatste dialoogvenster van de wizard op Voltooien om de wizard te beëindigen. Als u de kalender volgende jaren ook wilt gebruiken, hoeft u alleen de instelling Jaar bij te werken in Extra>Persoonlijke gegevens instellen.
Zo controleert en/of wijzigt u de eigenschappen van een kalender: 1.
Klik op de knop Kalender bewerken op de optiebalk Kalender.
Werken met tabellen 291
2.
Ga naar het gewenste tabblad (Datum, Stijl, Gebeurtenissen, enzovoort) en breng uw wijziging aan. Druk vervolgens op OK.
Door met de rechtermuisknop (als de optie Kalender is geselecteerd) te klikken, kunt u ook rijen of kolommen selecteren, invoegen, distribueren of verwijderen. U kunt de breedte en hoogte van rijen en kolommen aanpassen of deze automatisch aanpassen aan de inhoud van de cellen. Let er echter op dat u de tabelopmaak niet verstoort.
Officiële feestdagen toevoegen Bij het uitvoeren van de wizard Kalender kunt u aangeven of u ook de officiële feestdagen van uw land aan de kalender wilt toevoegen. Dan worden automatisch alle feestdagen weergegeven op uw kalender (als de optie Officiële feestdagen toevoegen is geactiveerd in het dialoogvenster Eigenschappen van kalender). Zo geeft u officiële feestdagen weer op een kalender: 1.
Selecteer het begrenzingskader van de kalender en klik op
Kalender bewerken op de optiebalk.
2.
Schakel op het tabblad Gebeurtenissen het selectievakje Officiële feestdagen toevoegen in.
3.
(Facultatief) Gebruik de vervolgkeuzelijst Land als u de officiële feestdagen van een ander land wilt weergeven op de kalender.
4.
Klik op OK.
Zo geeft u de lijst met officiële feestdagen weer: 1.
Selecteer het begrenzingskader rond uw kalender.
2.
Klik op Kalendergebeurtenissen op de optiebalk.
292 Werken met tabellen 3.
Activeer de optie Officiële feestdagen tonen.
Persoonlijke gebeurtenissen toevoegen Behalve officiële feestdagen (zoals Pasen) kunt u ook persoonlijke gebeurtenissen (verjaardagen, afspraken, rekeningen, enzovoort) toevoegen. Om dergelijke gebeurtenissen in te stellen, klikt u op de knop Kalendergebeurtenissen op de optiebalk voor een geselecteerde kalender. De ingestelde gebeurtenissen worden automatisch onder de opgegeven kalenderdatum weergegeven nadat u ze hebt toegevoegd. Zo stelt u een persoonlijke gebeurtenis in: 1.
Selecteer het begrenzingskader rond uw kalender.
2.
Klik op
3.
(Optioneel) Schakel het selectievakje Gebeurtenissen volgens datum tonen als u de klassieke kalenderindeling wilt gebruiken om gebeurtenissen toe te voegen, te bewerken of te verwijderen. Schakel het selectievakje uit als u de gebeurtenissen in tabelvorm wilt tonen.
4.
Klik op
5.
Gebruik in het dialoogvenster de pijlknoppen of klik op de knop Bladeren om een datum te selecteren.
6.
Voer de tekst voor de gebeurtenis in het tekstinvoervak in. Deze wordt onder de datum in uw kalender weergegeven.
7.
Activeer het selectievakje Jaarlijks terugkerende gebeurtenis als het om een verjaardag of een andere jaarlijks terugkerende gebeurtenis gaat.
Kalendergebeurtenissen op de optiebalk.
Nieuwe gebeurtenis.
Werken met tabellen 293
8.
Klik op OK. De gebeurtenis wordt weergegeven in de lijst met gebeurtenissen onder de gekozen datum.
9.
Klik op de knop Opslaan wanneer u alle gebeurtenissen hebt toegevoegd. Gebruik de knoppen
Gebeurtenis
bewerken of Gebeurtenis verwijderen als u een bestaande gebeurtenis wilt wijzigen of verwijderen.
294 Werken met tabellen
10
Objecten bewerken
296 Objecten bewerken
Objecten bewerken 297
Een object selecteren Voordat u een object kunt wijzigen, moet u het object eerst selecteren met een van gereedschappen in het vervolgmenu Selectie van de werkbalk Gereedschappen. Selectiegereedschap Klik op dit gereedschap als u het Selectiegereedschap wilt gebruiken om objecten te selecteren, verplaatsen, kopiëren, schalen of roteren. Lassogereedschap Klik op dit gereedschap als u het Lassogereedschap wilt gebruiken om een gebied uit vrije hand te tekenen om objecten te selecteren. Gereedschap Roteren Klik op dit gereedschap als u het gereedschap Roteren wilt gebruiken om een object te roteren rond een specifiek punt (doorgaans is dit het midden). Zie Een object roteren op pagina 304. Voordat u een object selecteert, wordt rond WebPlus-objecten een 'gloeiende' rand weergegeven. In een compleXEgroepering van objecten geeft dit aan welk object wordt geselecteerd.
298 Objecten bewerken Zo selecteert u een object:
•
Klik op het object met een van de bovenstaande gereedschappen om een begrenzingskader rond het object weer te geven.
Als items elkaar overlappen, houdt u de Alt-toets ingedrukt en klikt u vervolgens meerdere keren totdat het gewenste item is geselecteerd. Zo selecteert u een object met het gereedschap Lasso: Lassogereedschap.
1.
Selecteer het
2.
Teken een 'lasso' rond de objecten die u wilt selecteren. Rond het object wordt een gearceerd lassogebied weergegeven.
Objecten bewerken 299
3.
Laat de muisknop los. Alle objecten in het lassogebied worden geselecteerd.
Zo selecteert u een tekstobject met het selectiegereedschap:
• Als u met het selectiegereedschap op een tekstobject (artistieke tekst of tekstframe) klikt, wordt het object geselecteerd en verschijnt er tegelijkertijd een knipperende cursor in de tekst. In deze modus kunt u de tekst bewerken (zie pagina 258).
•
Dubbelklik, klik drie keer of klik vier keer om respectievelijk een woord, een alinea of alle tekst te selecteren.
•
Als u alleen het tekstframe wilt selecteren, klikt u op het selectiekader rond het frame.
•
Als u op een groep klikt, wordt het gegroepeerde object geselecteerd. Houd de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u klikt als u een afzonderlijk object in een groep wilt selecteren.
Objecten selecteren via het tabblad Objecten Zo selecteert u een object: 1.
Selecteer op het tabblad Objecten de pagina waarop de objecten zijn geplaatst.
2.
Vouw de pagina uit door op Uitvouwen te klikken om objecten op de pagina zichtbaar te maken.
300 Objecten bewerken 3.
Selecteer het object. U kunt de toetsen Ctrl en Shift ingedrukt houden en klikken om respectievelijk meerdere afzonderlijke, nietaangrenzende objecten of een reeks aangrenzende objecten te selecteren.
Meerdere objecten selecteren Door meerdere objecten tegelijk te selecteren (een meervoudige selectie te maken), kunt u:
•
Alle objecten tegelijkertijd verplaatsen of schalen.
•
Een groepsobject maken, zodat u de objecten als één object kunt bewerken. U kunt het gegroepeerde object op elk gewenst moment weer in afzonderlijke objecten splitsen. Zie Groepen maken op pagina 324.
Zo selecteert u meerdere objecten:
•
Sleep een selectiekader rond de objecten die u wilt selecteren.
U kunt ook de Shift-toets ingedrukt houden en een voor een de objecten selecteren of het Lassogereedschap (pagina 292) gebruiken om een kader rond objecten te tekenen om ze te selecteren.
Objecten bewerken 301
Het object dat u als laatste selecteert, wordt weergegeven met een begrenzingskader dat donkerder is dan het kader van de andere objecten die u hebt geselecteerd. Zo voegt u objecten toe aan een meervoudige selectie of verwijdert u objecten uit de selectie:
•
Houd de Shift-toets ingedrukt en klik op de objecten die u aan de selectie wilt toevoegen of uit de selectie wilt verwijderen.
Zo heft u de selectie op van objecten in een meervoudige selectie:
•
Klik op een leeg gedeelte van de werkruimte.
Zo selecteert u alle objecten op de pagina (of stramienpagina):
•
Kies Alles selecteren in het menu Bewerken (of druk op Ctrl+A).
Objecten kopiëren, plakken en dupliceren U kunt niet alleen het Windows Klembord gebruiken om objecten te kopiëren en te plakken, maar u kunt ook eenvoudig objecten kopiëren via slepen en neerzetten. Daarnaast kunt u meerdere exemplaren van objecten dupliceren. U kunt ook de opmaak overbrengen van een object naar een ander object. Hierbij kunt u specifieke opmaakkenmerken selecteren die moeten worden opgenomen bij het plakken van de opmaak.
302 Objecten bewerken Zo kopieert u een of meer objecten naar het Klembord van Windows:
•
Klik op
Kopiëren op de werkbalk Standaard.
Als u een andere Windows-toepassing gebruikt, kunt u objecten meestal kopiëren en plakken via het Klembord. Zo plakt u een object vanaf het Klembord:
•
Klik op
Plakken op de werkbalk Standaard.
Standaard wordt een object op de huidige invoegpositie of (bij een afzonderlijk object) in het midden van de pagina ingevoegd als u de opdracht Plakken gebruikt. Als u een afzonderlijk object op dezelfde positie wilt invoegen als het gekopieerde object, gebruikt u de opdracht Op plaats plakken. Zo kiest u een van de indelingen van het Klembord:
•
Kies Plakken speciaal... in het menu Bewerken.
Zo maakt u een kopie van een object: 1.
Selecteer het object en druk op de Ctrl-toets.
2.
Verplaatsen naar een Sleep het object via de knop nieuwe locatie op de pagina en laat de muisknop los.
3.
Houd de Shift-toets ingedrukt tijdens het slepen als u het object alleen in horizontale of verticale richting wilt verplaatsen. Een kopie van het object wordt op de nieuwe locatie geplaatst.
Objecten bewerken 303
Objecten dupliceren Bij het kopiëren van een object wordt er steeds maar één kopie tegelijk gemaakt. Met de opdracht Dupliceren kunt u in één handeling meerdere kopieën maken van een object. Hierbij kunt u nauwkeurig de positie van de afzonderlijke kopieën bepalen (lineair of in de vorm van een raster). Bovendien kunt u een of meer transformaties uitvoeren en zo een matrix van geroteerde en/of geschaalde objecten maken. Dit is handig voor herhalende achtergronden of voor perfect uitgelijnde montages van afbeeldingen of objecten.
Zo dupliceert u een object: 1.
Selecteer het object dat u wilt dupliceren en kies Dupliceren... in het menu Bewerken. Het dialoogvenster Dupliceren verschijnt met rechts een voorbeeldgebied.
2.
Selecteer Lineair als u de kopieën in een rechte lijn wilt ordenen. Selecteer Raster maken als u de kopieën wilt ordenen in een raster met een X-as en een Y-as.
3.
Geef de Lengte van lijn (het aantal objecten, inclusief het origineel) of de rastergrootte op. Met de instelling Lengte van lijn kunt u een oneven aantal objecten in een raster opnemen.
304 Objecten bewerken 4.
Stel de afstand tussen de objecten in als Afstand (gemeten tussen de linkerbovenhoeken van opeenvolgende objecten) of als Tussenruimte (tussen de hoeken rechtsonder en linksboven). U kunt een horizontale en/of verticale afstand en/of een rotatie opgeven. Schakel het selectievakje Absoluut in als u een specifiek horizontaal of verticaal interval wilt instellen. Schakel dit selectievakje uit als u het interval wilt opgeven als percentage van de afmetingen van het oorspronkelijke object.
5.
Klik op OK.
Het resultaat is een meervoudige selectie. Klik op de knop Groeperen als u de afzonderlijke objecten wilt groeperen, zodat u deze als groep verder kunt bewerken.
De opmaak van een object plakken Wanneer u een object hebt gekopieerd naar het Klembord, kunt u Opmaak plakken (menu Bewerken) gebruiken om de opmaakkenmerken toe te passen op een ander geselecteerd object. Als u in het menu Bewerken de opdracht Opmaak plakken speciaal gebruikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin u de opmaakkenmerken kunt in- of uitschakelen die u wilt toepassen bij het plakken van de opmaak. Zie Objectstijlen opslaan op p. 402 voor meer informatie.
Objecten verplaatsen Zo verplaatst u een object (inclusief een meervoudige selectie):
•
Sleep het geselecteerde object met de knop Verplaatsen van dat object. Zodra de aanwijzer voor verplaatsen verschijnt, kunt u beginnen met slepen.
Objecten bewerken 305
Gebruik het tabblad Transformeren als u de exacte horizontale en verticale positie van een object wilt instellen. Zo beperkt u de beweging van een object tot een horizontale of verticale beweging:
•
Selecteer het object en gebruik de pijltoetsen op het toetsenbord (omhoog, omlaag, links, rechts).
Objecten schalen U kunt in WebPlus op verschillende manieren lijnen, vormen, artistieke tekst, tekstframes en tabellen schalen. U kunt deze objecten eenvoudig schalen door te klikken en te slepen, maar kijk ook naar de statusbalk voor contextgevoelige tips en snellere methoden. Zo wijzigt u de grootte van een object (in het algemeen): 1.
Selecteer het desbetreffende object.
2.
Klik op een van de grepen van het object en sleep deze naar een andere positie terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt.
306 Objecten bewerken
Als u de greep op een rand sleept, verplaatst u de rand en wordt het object in één richting geschaald. Als u een greep op een van de hoeken van het object sleept, worden er twee randen verplaatst en wordt het object in twee richtingen geschaald. Zo kunt u een object vrij schalen:
•
Sleep een greep op een hoek (of op het uiteinde van een lijn).
Zo kunt u een vorm, frameobject of tabelobject schalen met beperkingen:
•
Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u een greep op een hoek (of op het uiteinde van een lijn) sleept.
Bij vormen is het effect hiervan dat een vierkant een vierkant blijft, een cirkel een cirkel, enzovoort. Voor afbeeldingen worden de afmetingen beperkt bij het slepen van een hoekgreep. Houd de Shift-toets ingedrukt tijdens het slepen als u een afbeelding zonder beperkingen wilt schalen.
Objecten bewerken 307
Objecten roteren Met de rotatiehandgreep van een object of het gereedschap Roteren kunt u afzonderlijke of meerdere objecten (met inbegrip van afbeeldingen, tekstobjecten en gegroepeerde objecten) roteren. Zo roteert u een geselecteerd object (met de rotatiehandgreep):
•
Klik op de rotatiehandgreep die uit het selectievak steekt en versleep deze (houd tijdens het slepen de Shift-toets ingedrukt om te roteren in stappen van 15°).
Zo roteert u een object (met het gereedschap Roteren): 1.
Selecteer in het vervolgmenu Selectie van de werkbalk Gereedschappen Roteren.
het
gereedschap
2.
Klik op het object om het te selecteren en beweeg de aanwijzer vervolgens over de rand of de hoekgrepen van het object totdat u de rotatiecursor ziet.
3.
Houd de muisknop ingedrukt, sleep de cursor in de richting waarin u het object wilt draaien en laat de muisknop weer los (houd de Shift-toets ingedrukt als u het object wilt roteren in stappen van 15 graden).
308 Objecten bewerken Zo maakt u rotatie ongedaan (en herstelt u de oorspronkelijke oriëntatie):
•
Dubbelklik op het object.
•
Dubbelklik nog een keer om het object weer te roteren.
Zo stelt u het punt in waarrond u een object wilt roteren: Roteren en klik op het
1.
Selecteer het gereedschap object om het te selecteren.
2.
Verplaats de oorsprong voor de rotatie vanuit de oorspronkelijke positie in het midden van het object naar een andere positie op de pagina. Merk op dat u de oorsprong ook buiten het object kunt plaatsen. Dat is bijvoorbeeld handig als u een gegroepeerd object rond een centraal punt wilt roteren.
3.
Sleep de rotatiehandgreep naar een nieuwe rotatiehoek. Het object roteert nu rondom de nieuwe oorsprong.
U kunt de rotatieoorsprong terugzetten naar de beginwaarde door erop te dubbelklikken. Zo roteert u een object negentig graden naar links of naar rechts:
•
Selecteer het object en kies Naar links roteren of Naar rechts roteren in het menu Schikken.
Objecten bijsnijden en combineren Bijsnijden houdt in dat u delen van een object verbergt, bijvoorbeeld om de compositie te verbeteren of een speciaal effect toe te passen. Het onderliggende object blijft intact. U kunt
Objecten bewerken 309
objecten op twee manieren bijsnijden: regelmatig of onregelmatig.
regelmatig bijsnijden
onregelmatig bijsnijden
U kunt meerdere objecten ook combineren om een samengesteld object te maken dat een of meer 'gaten' bevat op de posities waarop de vulkleuren van de afzonderlijke objecten elkaar overlappen. Dit is handig voor het maken van masker- of stencileffecten. Zo snijdt u een object bij zonder dat de oorspronkelijke verhouding verandert: 1.
Selecteer het object en selecteer vervolgens het Regelmatig bijsnijden in het gereedschap vervolgmenu Effecten op de werkbalk Gereedschappen.
2.
Sleep een van de rand- of hoekgrepen naar binnen als u het object niet-proportioneel wilt bijsnijden. Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u sleept als u het object proportioneel wilt bijsnijden (de hoogtebreedteverhouding blijft behouden).
Houd de Ctrl-toets ingedrukt en sleep de muis omhoog of omlaag als u het object wilt schalen binnen het bij te snijden gebied.
310 Objecten bewerken Zo snijdt u een object bij door de contouren ervan aan te passen:
•
Selecteer het object en selecteer vervolgens het gereedschap Onregelmatig bijsnijden in het vervolgmenu Effecten van de werkbalk gereedschappen. De optiebalk Curve verschijnt, waarmee u de weergegeven nodes en segmenten die de contouren van het object definiëren, naar wens kunt aanpassen. Zie Lijnen bewerken op pagina 386.
•
Als u een node (besturingspunt) wilt verplaatsen, versleept u de node op de positie waarop u de cursor ziet.
•
Als u een lijnsegment (tussen twee nodes) wilt verplaatsen, versleept u het segment op de positie waarop u de cursor ziet.
Zo positioneert u een bijgesneden object binnen de gedefinieerde contouren:
•
Plaats de muisaanwijzer in het midden van het geselecteerde object terwijl een van beide gereedschappen actief is (wanneer de cursor de vorm heeft van een handje) en sleep terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt.
Zo doezelt u de randen van het bijgesneden object:
•
Klik op het object terwijl een van beide gereedschappen actief is.
•
Stel via de optie Doezelen op de optiebalk de gewenste waarde in. Het doezelen wordt buiten de randen van het bijgesneden object toegepast op basis van de ingestelde tekengrootte.
Objecten bewerken 311
Zo heft u het bijsnijden op (zodat het object weer volledig zichtbaar is):
•
Klik op de knop Bijsnijden opheffen op de optiebalk Bijsnijden.
Bijsnijden tot een vorm Als u de opdracht Bijsnijden tot vorm wilt gebruiken, moet u exact twee objecten selecteren. Hierbij mag een van beide objecten (of beide objecten) een gegroepeerd object zijn. Het onderliggende object (het object dat zich achter het andere object bevindt) wordt automatisch tot de contouren van het bovenliggende object bijgesneden, waardoor een vorm overblijft die overeenkomt met de vorm van het gebied waar beide objecten elkaar overlappen.
U snijdt als volgt bij tot een vorm: 1.
Plaats het object dat als basisobject fungeert vóór het object dat u wilt bijsnijden. Gebruik hiertoe de opdrachten in het menu Schikken en/of de overeenkomstige knoppen op de werkbalk Schikken. In de bovenstaande afbeelding bevindt een AutoVorm (toelichting) zich vóór een feestdag.
2.
Selecteer beide objecten (of groepeer ze) en kies Bijsnijden tot vorm in het menu Extra.
312 Objecten bewerken
Lijnen en vormen samenvoegen Met de opdracht Curven samenvoegen kunt u eenvoudig een samengesteld object maken van twee of meer lijnen of getekende vormen. Ook hier weer wordt het onderliggende object automatisch tot de contouren van het bovenliggende object bijgesneden (zie de uitleg voor de opdracht Bijsnijden tot vorm). In dit geval ontstaan hierbij echter een of meer 'gaten' op de plaats waar de afzonderlijke objecten elkaar voorheen overlapten. Net als bij het groeperen, kunt u het gecombineerde object opmaken (bijvoorbeeld lijnstijl of vulkleur) en afzonderlijke nodes en segmenten bewerken met het selectiegereedschap. Houd er echter rekening mee dat op het samengevoegde object altijd de lijn- en vuleigenschappen worden toegepast van het object dat zich voorheen op de voorgrond bevond. U kunt een samengevoegd object achteraf overigens weer in afzonderlijke objecten splitsen. In dat geval worden op deze objecten echter de lijn- en vuleigenschappen van het samengevoegde object toegepast. Door objecten samen te voegen, kunt u snel en eenvoudig een masker maken of sjabloon:
AutoVormen
Naar curven converteren
Curven samenvoegen
Slagschadu w toevoegen
Objecten bewerken 313
Zo voegt u twee of meer lijnen of vormen samen: 1.
Teken de lijnen of AutoVormen.
2.
Plaats het knipselobject vóór het object dat u wilt uitsnijden via het menu Schikken en/of de werkbalk Schikken.
3.
Selecteer elk object en kies Extra > Naar curven converteren.
4.
Selecteer beide objecten
5.
Kies Curven samenvoegen in het menu Schikken.
Zo splitst u een samengevoegd object weer in afzonderlijke objecten:
•
Selecteer het gecombineerde object en kies Curven splitsen in het menu Schikken.
Contouren van objecten samenvoegen WebPlus bevat enkele krachtige gereedschappen om nieuwe vormen te maken uit bestaande vormen die elkaar overlappen. Met de opdrachten Toevoegen, Aftrekken, Doorsnede en Uitsluiten kunt u snel en eenvoudig allerlei originele objecten creëren door de contouren van bestaande objecten samen te voegen. Desgewenst kunt u het nieuwe object verder bewerken door afzonderlijke nodes ervan aan te passen. Zo voegt u contouren samen: 1.
Selecteer objecten.
2.
Selecteer een contouroptie in het submenu Contouren samenvoegen van het menu Schikken.
314 Objecten bewerken
Toevoegen
Hiermee maakt u een nieuw object dat de som is van de geselecteerde twee objecten.
De objecten hoeven elkaar niet te overlappen
Aftrekken
Hiermee verwijdert u de overlappende delen van het boven- en onderliggende object. Het onderliggende object wordt ook verwijderd. Dit is een handige manier om vormen en afbeeldingen bij te snijden met een ander object.
Zorg dat de objecten elkaar overlappen.
Doorsnede
Hiermee behoudt u de overlappende delen van beide objecten en verwijdert u de rest.
Objecten bewerken 315
Uitsluiten
Hiermee maakt u een samengesteld object van twee of meer geselecteerde objecten met een transparant 'gat' waar de objecten elkaar voorheen overlapten.
Standaardwaarden bijwerken en opslaan De standaardwaarden voor objecten zijn de opgeslagen instellingen die WebPlus toepast op nieuwe objecten, zoals:
•
lijnen en vormen (lijn- en vulkleur, schakering, patroon, transparantie enz.)
•
frames (marges, aantal kolommen, enzovoort);
•
tekst (lettertype, grootte, kleur, uitlijning enz.). Er worden afzonderlijke standaardwaarden opgeslagen voor artistieke tekst, vormtekst, frametekst en tabeltekst.
U kunt de standaardwaarden voor elk type object gemakkelijk wijzigen via de opdracht Standaardwaarden object bijwerken of het dialoogvenster Lijst met opmaakprofielen.
316 Objecten bewerken Deze standaardinstellingen zijn altijd lokaal. Alle wijzigingen die u in de standaardinstellingen aanbrengt, zijn met andere woorden altijd van toepassing op de huidige site en worden automatisch samen met het projectbestand opgeslagen, zodat ze de volgende keer dat u de site opent opnieuw van toepassing zijn. U kunt de huidige standaardinstellingen echter op elk gewenst moment als globale instellingen opslaan met de opdracht Als standaardwaarden opslaan. Deze instellingen worden dan ook toegepast op alle nieuwe sites die u met dit programma maakt. Zo stelt u lokaal standaardwaarden in voor een specifiek objecttype: 1.
Ontwerp een eenvoudig object dat u als uitgangspunt kunt gebruiken om de gewenste standaardwaarden in te stellen en stel er de gewenste eigenschappen voor in, of gebruik een bestaand object dat al de juiste eigenschappen heeft. (Voor afbeeldingen kunt u een lijn, vorm of rechthoek gebruiken. Al deze vormen hebben dezelfde standaardwaarden.)
2.
Selecteer het object dat de basis vormt voor de nieuwe standaardwaarden en kies Standaardwaarden object bijwerken in het menu Opmaak.
Als u standaard een specifieke lijn-/vulkleur en/of lijnstijl wilt gebruiken wanneer u nieuwe objecten tekent, gaat u als volgt te werk: 1.
Stel, terwijl er geen enkel object is geselecteerd, de gewenste lijn- en/of vulkleuren in op het tabblad Kleur of Stalen (zie Effen kleuren instellen op pagina 406). Gebruik het tabblad Lijn om een standaard lijndikte, lijnstijl en hoekstijl in te stellen.
2.
Teken uw object op de pagina. Merk op dat op dit object automatisch de nieuwe standaardwaarden worden toegepast.
Objecten bewerken 317
Zo controleert of wijzigt u de standaardeigenschappen van tekst: 1.
Kies Tekststijlenpalet... in het menu Tekst.
2.
Klik op het plusteken voor Tekst zonder opmaak in de lijst met beschikbare opmaakprofielen aan de linkerkant om de lijst uit te vouwen en kies het type tekst waarvan u de standaardeigenschappen wilt controleren of wijzigen (bijvoorbeeld Artistieke tekst).
3.
Klik op Bewerken om de huidige instellingen voor het geselecteerde type tekst weer te geven.
4.
Gebruik het dialoogvenster Eigenschappen van opmaakprofiel om de eigenschappen van tekens, alinea's en lijsten te wijzigen.
Zo slaat u de huidige standaardwaarden als globale instellingen op: 1.
Selecteer Als standaardwaarden opslaan in het menu Extra.
2.
Selecteer in het dialoogvenster dat daarop verschijnt de instellingen die u als globale instellingen wilt opslaan:
•
Standaardwaarden voor documenten en objecten: hiermee slaat u de instellingen voor de huidige site (paginagrootte, oriëntatie) en voor objecten (instellingen voor optiebalken) op.
•
Opmaakprofielen voor tekst: hiermee slaat u de huidige opmaakprofielen in het dialoogvenster Lijst met opmaakprofielen als globale instellingen op.
•
Objectstijlen: hiermee slaat u de gebruikergedefinieerde stijlen op het tabblad Objectstijlen als globale instellingen op.
318 Objecten bewerken
•
3.
Opmaak van tabellen en kalenders: hiermee slaat u de aangepaste opmaak die u hebt gedefinieerd voor tabellen en kalenders als globale instellingen op.
Klik op Opslaan om te bevestigen dat u de geselecteerde instellingen wilt gebruiken voor alle nieuwe sites die u met het programma maakt.
11 Objecten schikken
320 Objecten schikken
Objecten schikken 321
Volgorde van objecten wijzigen De objecten die u maakt, worden gestapeld in de volgorde waarin u ze maakt, waarbij elk nieuw object boven op de andere objecten wordt geplaatst. U kunt de volgorde waarin de objecten zijn gestapeld echter op elk gewenst moment wijzigen om te bepalen hoe de objecten worden weergegeven op de pagina. Zo plaatst u een object één niveau naar voren of achteren:
•
Klik op Naar voren of werkbalk Schikken.
Naar achteren op de
Zo plaatst u een object op de voor- of achtergrond:
•
Klik op Naar achtergrond of Naar voorgrond op de werkbalk Schikken.
Als u met compleXEsamenvoegingen van objecten werkt, wilt u mogelijk meer controle hebben over de volgorde waarin de objecten worden gestapeld. In dat geval kunt u het tabblad Objecten gebruiken. Zo wijzigt u de positie van een object in de stapelvolgorde op het tabblad Objecten: 1.
Selecteer op het tabblad Objecten de pagina waarop de objecten zijn geplaatst.
2.
Vouw de pagina uit door te klikken op Uitvouwen om objecten op de pagina zichtbaar te maken.
3.
Selecteer het gewenste object en sleep het naar een andere positie in de lijst met objecten. U kunt de toetsen Ctrl en Shift ingedrukt houden en
322 Objecten schikken klikken om respectievelijk meerdere afzonderlijke, nietaangrenzende objecten of een reeks aangrenzende objecten te selecteren. De objecten die bovenaan in de lijst staan, bevinden zich ook bovenaan in de stapelvolgorde.
Objecten uitlijnen en spatiëren U kunt een groep objecten selecteren en vervolgens in één handeling de boven-, onder-, linker- of rechterranden ervan op elkaar uitlijnen. U kunt objecten ook gelijkmatig spreiden, zodat ze zich op exact dezelfde afstand van elkaar bevinden. Hierbij kunt u nauwkeurig de afstand tussen de afzonderlijke objecten instellen. Objecten kunnen worden uitgelijnd of gespatieerd tussen de objecten aan de uiteinden van de pagina (huidige selectie), paginamarges of de paginarand. Met uitlijning op het meest recent geselecteerde object kunt u een specifiek object in een meervoudige selectie kiezen waarop andere objecten moeten worden uitgelijnd. Zo lijnt u de randen van twee of meer objecten in een selectie uit: 1.
Activeer het selectiegereedschap en klik terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt op de objecten die u wilt uitlijnen, of sleep een selectiekader rond de desbetreffende objecten.
2.
Selecteer het tabblad Uitlijnen.
3.
Geef aan hoe u de objecten horizontaal en/of verticaal wilt uitlijnen. Kies Boven, Onder, Links, Rechts, Horizontaal centreren of Verticaal centreren.
Objecten schikken 323
Zo spreidt u twee of meer objecten over een selectie:
•
Kies Gelijkmatig spreiden of Verticaal spreiden als u de geselecteerde objecten (horizontaal respectievelijk verticaal) gelijkmatig wilt spreiden tussen de uiterste objecten in de huidige selectie. (Activeer het selectievakje Spreiden en stel een waarde in via het bijbehorende kringveld als u een specifieke afstand wilt instellen tussen de afzonderlijke objecten.)
U kunt objecten ook op de paginamarges (indien ingesteld) of op de randen van de pagina uitlijnen in plaats van ze op elkaar uit te lijnen, of ze gelijkmatig spreiden tussen de paginamarges of randen. U kunt als volgt objecten uitlijnen of spatiëren op paginamarges of paginaranden: Voor geavanceerdere uitlijning kunt u meerdere objecten uitlijnen ten opzichte van het meest recent geselecteerde object (selecteer een voor een objecten terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt) via de optie Relatief t.o.v.: meest recent geselecteerde in de vervolgkeuzelijst. Het object dat u als laatste selecteert, wordt weergegeven met een begrenzingskader dat donkerder is dan het kader van de andere objecten die u hebt geselecteerd.
Objecten aan tekst koppelen In WebPlus kunt u vormen, afbeeldingen of galerieobjecten op twee manieren plaatsen ten opzichte van de tekst op de site (artistieke tekst of frametekst):
•
Zwevend boven tekst: deze optie is ideaal voor afbeeldingen, vormen enzovoort.
324 Objecten schikken
Een vorm die aan artistieke tekst zoals een titel is gekoppeld
•
Een afbeelding in een tekstframe
Inline plaatsen als teken: het gekoppelde object wordt als teken in de tekst geplaatst en verticaal uitgelijnd in verhouding tot de tekst die het object omgeeft.
Een galerieobject dat aan een titel van artistieke tekst is gekoppeld
Een 'Origineel' galerieobject dat als inline object in een tekstframe is geplaatst
Het voordeel van beide methoden is dat het object dat aan de tekst is gekoppeld, ook wordt verplaatst wanneer u de tekst verplaatst. Dit is vooral handig bij frametekst, wanneer u nieuwe inhoud toevoegt aan het frame. Het gekoppelde object wordt dan samen met de tekst verplaatst. Zo koppelt u een object aan tekst: 1.
Plaats het object boven of vlakbij de artistieke tekst of het tekstframe waaraan u het wilt koppelen.
Objecten schikken 325
2.
Selecteer Aan tekst koppelen... in het menu Schikken.
3.
Kies een optie voor de positie in het dialoogvenster:
Voor een zwevend object doet u het volgende: 1.
Selecteer Zwevend boven tekst (de standaardinstelling).
2.
Geef bij Positie bij tekst aan waar u het object wilt plaatsen in verhouding tot de artistieke tekst of frametekst. Selecteer de optie Links of Rechts of kies Inspringen met en stel het gewenste aantal pixels in voor inspringen vanaf de linkerkant.
3.
Nadat u de positie van het object hebt bepaald, kunt u Afstand tot tekst instellen: de afstand tussen de contour van het object en de aangrenzende tekst.
4.
Klik op OK. Wanneer het object is gekoppeld, wordt de knop Aan tekst koppelen weergegeven onder het object. Klik hierop om de eigenschappen te bewerken. koppelpunt is een specifieke locatie Het in de artistieke tekst of frametekst die als referentiepunt wordt gebruikt om de positie van het object te bepalen. Sleep dit naar een andere positie in de tekst als u het koppelpunt en het object tegelijk wilt verplaatsen.
Voor een inline object doet u het volgende: 1.
Selecteer Inline plaatsen als teken.
2.
Geef bij Uitlijnen met tekst aan hoe u het object verticaal wilt uitlijnen in verhouding tot de aangrenzende tekst. De tekst vloeit niet rond het gekoppelde object.
326 Objecten schikken 3.
(Optioneel) Stel de waarde voor Afstand in om het percentage te bepalen waarmee u het object verticaal wilt verschuiven ten opzichte van de hoogte.
4.
(Optioneel) Schakel het selectievakje Schalen tot in als u het object een specifiek percentage wilt schalen in verhouding tot de tekengrootte van de aangrenzende tekst. Hiermee zorgt u ervoor dat de grootte van de afbeelding in verhouding blijft met de tekengrootte van de tekst als u de tekengrootte van de tekst later wijzigt. Stel 100% als waarde in als u het object exact even groot wilt maken als de huidige tekengrootte.
5.
Nadat u de positie van het object hebt bepaald, kunt u Afstand tot tekst instellen: de afstand tussen de contour van het object en de aangrenzende tekst.
4.
(Optioneel) Schakel het selectievakje Deze instellingen gebruiken bij plakken van objecten in als u de standaardwaarden voor het invoegen van zwevende en inline objecten wilt bijwerken. De volgende keer dat u een object plakt, worden de instellingen overgenomen die zijn opgeslagen bij het inschakelen van de optie.
5.
Klik op OK. Het object wordt inline met de tekst weergegeven. Daarnaast wordt bij het object het pictogram
Aan tekst koppelen weergegeven.
Zo geeft u de eigenschappen van een gekoppeld object weer: 1.
Selecteer het gekoppelde object.
2.
Klik op
Aan tekst koppelen onder het object.
Het dialoogvenster Eigenschappen van gekoppeld object verschijnt. De beschikbare opties in dit dialoogvenster variëren, afhankelijk van de positie-optie die u hebt geselecteerd.
Objecten schikken 327
Als u de positie van een koppelpunt wilt wijzigen, sleept u dit naar de gewenste positie in het tekstframe. Als u het koppelpunt buiten de artistieke tekst of het tekstframe sleept, wordt het object losgekoppeld van de tekst. U kunt het koppelpunt ook loskoppelen via het dialoogvenster Eigenschappen van gekoppeld object. Zo koppelt u een gekoppeld object los:
•
Schakel de optie Losmaken van tekst in het dialoogvenster Eigenschappen van gekoppeld object in.
Groepen maken U kunt een meervoudige selectie eenvoudig in een groep veranderen. Wanneer objecten zijn gegroepeerd, kunt u de objecten in de groep allemaal tegelijk verplaatsen, schalen of roteren. Zo maakt u een groep van een meervoudige selectie:
• Klik op de knop
Zo splitst u een groep weer in afzonderlijke objecten:
• Klik op de knop
. De groep verandert weer in een meervoudige selectie.
.
328 Objecten schikken Als u op een willekeurig lid van een groep klikt, wordt het hele groepsobject geselecteerd. Over het algemeen heeft elke bewerking die u uitvoert op een geselecteerde groep, invloed op elk lid van die groep. De objecten die samen een groep vormen, blijven intact en u kunt ook afzonderlijke objecten selecteren en bewerken in een groep. Zo selecteert u een afzonderlijk object in een groep:
•
Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op het object.
12
Afbeeldingen, animatie en multimedia
.
330 Afbeeldingen, animatie en multimedia
Afbeeldingen, animatie en multimedia 331
Afbeeldingskaders toevoegen
Een afbeeldingskader is een container waarin uw afbeelding wordt geplaatst, net zoals fotolijsten op de muur thuis. In WebPlus kunt u twee typen afbeeldingskaders gebruiken, namelijk:
•
ingelijste afbeeldingskaders selecteren via het tabblad Galerie. - of -
•
afbeeldingskaders zonder lijst via de werkbalk Gereedschappen.
Met WebPlus kunt u een afbeelding rechtstreeks in het kader importeren of een afbeelding hierin slepen vanaf de Mediabalk. Lege afbeeldingskaders zien er als een envelop uit op de pagina. U kunt de afbeelding in het kader op elk gewenst moment vervangen.
332 Afbeeldingen, animatie en multimedia Wanneer u een afbeeldingskader selecteert dat een afbeelding bevat, verschijnt vlak onder het kader automatisch een werkbalk Afbeeldingskader die diverse knoppen bevat. Via deze werkbalkknoppen kunt u de afbeelding verplaatsen in het kader, deze in stappen van negentig graden tegen de wijzers van de klok in roteren, in- en uitzoomen op de afbeelding, of de afbeelding door een andere afbeelding vervangen. Zo voegt u een ingelijst afbeeldingskader toe: 1.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst op het tabblad Galerie de categorie Fotokaders.
2.
Blader naar de gewenste subcategorie (bijvoorbeeld Metaal, Naturel).
3.
Sleep de miniatuur van het kader naar uw pagina.
Zo voegt u een afbeeldingskader zonder lijst toe: 1.
Kies Afbeelding > Leeg frame... in het menu Invoegen voor een leeg vierkant kader.
2.
De muisaanwijzer verandert in de cursor Afbeelding plakken. De handeling die u nu uitvoert,
Afbeeldingen, animatie en multimedia 333
bepaalt de aanvankelijke grootte en positie van het afbeeldingskader. 3.
Klik met de muis op de positie waar u het afbeeldingskader wilt invoegen als u de standaardafmetingen wilt gebruiken voor het kader. - of Klik en sleep op de pagina als u aangepaste afmetingen wilt instellen voor het afbeeldingskader.
Zo voegt u een afbeelding aan een afbeeldingskader toe:
•
Sleep de gewenste afbeelding naar het kader vanuit het huidige album in de mediabalk. - of Afbeelding vervangen direct onder het Klik op geselecteerde kader, zoek naar een afbeelding en selecteer deze. Klik op Openen.
Let erop dat het programma de afmetingen van de geselecteerde afbeelding automatisch aan die van het afbeeldingskader aanpast, zonder dat de oorspronkelijke breedte-/hoogteverhouding wordt gewijzigd. U kunt de afmetingen, oriëntatie en positie van de afbeelding echter naar behoefte aanpassen. .
Afbeeldingen importeren Er zijn verschillende manieren om een afbeelding in WebPlus in te voegen. U kunt een bestand vanuit een externe Windows-map rechtstreeks naar uw pagina slepen, een miniatuur vanaf de Mediabalk van WebPlus slepen (zie pagina 335), plakken vanuit het plakbord of een afbeelding via een dialoogvenster als een bestand importeren.
•
Stand-alone afbeeldingen zweven vrij op een pagina, terwijl inline afbeeldingen samen met de tekst in een tekstobject zijn geïntegreerd.
334 Afbeeldingen, animatie en multimedia
•
Ingesloten afbeeldingen worden onderdeel van de WebPlus-site, terwijl met een koppeling een referentieexemplaar van de afbeelding op de pagina wordt geplaatst en een verbinding met het oorspronkelijke bestand wordt onderhouden. Elke methode heeft zo zijn voor- en nadelen (zie Insluiten versus koppelen op pagina 335).
Met WebPlus kunt u een afbeelding in de oorspronkelijke afmetingen op de pagina plaatsen. De afbeelding wordt standaard niet bijgesneden. U hebt echter de mogelijkheid om de afbeelding bij te snijden en de eigenschappen van het afbeeldingskader met betrekking tot de plaatsing van de afbeelding en de schaling in het kader aan te passen. Zo voegt u een afbeelding in vanaf de mediabalk:
•
Sleep de miniatuur van een afbeelding naar de pagina vanuit een van de albums die op de mediabalk van WebPlus worden weergegeven (vouw de mediabalk onder in de werkruimte uit). U kunt de miniatuur ook naar een bestaande afbeelding slepen om deze te vervangen.
Zo importeert u een afbeelding uit een bestand: 1.
(Optioneel) Als u de afbeelding inline wilt plaatsen, klikt u in een tekstobject om de invoegpositie te plaatsen. Als u een afbeelding als stand-alone afbeelding wilt invoegen, mag er geen enkel tekstobject zijn geselecteerd.
2.
In het hoofdvenster:
•
3.
Klik op de knop knop Afbeelding invoegen... in het vervolgmenu van de werkbalk Standaardobjecten
Gebruik het dialoogvenster Afbeelding invoegen om het afbeeldingsbestand te selecteren dat u wilt openen.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 335
4.
Selecteer Afbeelding insluiten of Afbeelding koppelen. Zie Insluiten versus koppelen op pagina 335.
5.
Klik op Openen.
•
Als er een invoegpositie in het hoofdvenster knippert, wordt de afbeelding op de plaats van de invoegpositie in de tekst geplaatst.
•
Als u een afbeelding hebt geopend via de QuickBuilderbalk, wordt de afbeelding automatisch op de pagina weergegeven.
•
Anders verandert de muisaanwijzer in Afbeelding plakken. Uw volgende handeling bepaalt de aanvankelijke grootte en positie van de stand-alone afbeelding.
•
Klik gewoon met de muis als u de afbeelding met de oorspronkelijke pixelafmetingen wilt invoegen. - of Als u de grootte van de ingevoegde afbeelding wilt instellen, geeft u de omvang aan door te slepen met de muis en laat u de muisknop vervolgens los. Houd tijdens het slepen de Shift-toets ingedrukt als u de afbeelding niet-proportioneel wilt schalen (normaliter wordt de breedte-/hoogteverhouding van de afbeelding behouden).
Als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt plakken, selecteert u meerdere afbeeldingen in het dialoogvenster Openen en plakt u de afbeeldingen een voor een op de pagina (door telkens opnieuw te klikken).
336 Afbeeldingen, animatie en multimedia
Afbeeldingen vervangen Met de optie om afbeeldingen te vervangen, kunt u een afbeelding op elk moment vervangen. Dit is met name handig als u de positie en afmetingen van de afbeelding op de pagina wilt behouden maar de afbeelding zelf wilt bijwerken. U kunt elke afbeelding (al dan niet bijgesneden) vervangen. Zo vervangt u een afbeelding:
•
Klik op de knop Afbeelding vervangen direct onder de geselecteerde afbeelding, zoek en selecteer een afbeelding. Klik op Openen.
Zo vervangt u een afbeelding via de mediabalk:
•
Sleep de miniatuur van de afbeelding vanuit een van de albums die op de mediabalk van WebPlus worden weergegeven naar een bestaande afbeelding. (Vouw de mediabalk eerst uit onder in de werkruimte.)
Bijgesneden afbeeldingen aanpassen WebPlus biedt extra opties om te werken met bijgesneden afbeeldingen, afbeeldingen die u hebt bijgesneden met de gereedschappen voor bijsnijden (werkbalk Gereedschappen) of bestaande en vervangbare afbeeldingen in designsjablonen. U kunt de afbeelding bijvoorbeeld pannen of zoomen om aan te passen welk gedeelte van de afbeelding in het kader komt te staan, of u kunt de eigenschappen van het frame veranderen om de manier te wijzigen waarop de afbeelding wordt geschaald en uitgelijnd. Wanneer u een bijgesneden afbeelding selecteert met het gereedschap Aanwijzer, verschijnt onder de afbeelding een besturingsbalk met opties om de afbeelding te pannen, te roteren, in en uit te zoomen en te vervangen.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 337
•
Als u een bijgesneden afbeelding in het kader wilt verplaatsen, klikt u op , klikt u op de afbeelding en sleept u deze naar de juiste positie.
•
Als u een afbeelding 90° linksom wilt draaien, klikt u op de knop
•
.
Als u op een afbeelding wilt in- of uitzoomen, klikt u op een van de gereedschappen uitzoomen.
•
voor in- of
Als u een afbeelding wilt vervangen, klikt u op bladert u naar de nieuwe afbeelding en klikt u op Openen.
,
Zo wijzigt u de eigenschappen van het afbeeldingskader: 1.
Klik met de rechtermuisknop op een bijgesneden afbeelding en kies Eigenschappen van frame.... - of Selecteer de afbeelding en klik op Eigenschappen van frame op de optiebalk Afbeelding.
2.
In het dialoogvenster kunt u schalen tot het maximum/minimum, Uitrekken, of de oorspronkelijke grootte van de afbeelding gebruiken (Niet schalen).
3.
Selecteer Boven, Midden of Onder als u de verticale uitlijning van de afbeelding in het kader wilt wijzigen.
4.
Selecteer Links, Midden of Rechts om de horizontale uitlijning in te stellen.
338 Afbeeldingen, animatie en multimedia Als u een afbeelding selecteert die niet is bijgesneden, is alleen de knop Afbeelding vervangen beschikbaar.
Insluiten versus koppelen Insluiten betekent dat de afbeelding in WebPlus nu is gescheiden van het oorspronkelijke bestand. Insluiten resulteert in een groter WebPlus-bestand, en als u een ingesloten afbeelding moet wijzigen, moet u de afbeelding na de bewerking opnieuw importeren. Hoe dan ook, dit is de beste keuze als de bestandsgrootte geen rol speelt en als u zeker weet dat u een afbeelding achteraf niet meer hoeft te bewerken. Door een afbeelding te koppelen, wordt op de WebPlus-site een kopie van het afbeeldingsbestand geplaatst die aan het werkelijke bestand is gekoppeld. Alle wijzigingen die u later vanuit de oorspronkelijke toepassing in de afbeelding aanbrengt, worden automatisch weergegeven in WebPlus. Koppelen is één manier waarop u de grootte van het sitebestand kunt beperken. Het nadeel is echter dat u zorgvuldig moet omgaan met de extern gekoppelde bestanden. U moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat u ze allemaal opneemt voordat u het WebPlus-bestand naar een ander station verplaatst. Geen van beide opties heeft invloed op de gepubliceerde website, alleen op uw WebPlussite.
De mediabalk gebruiken De mediabalk is als het ware een 'mandje' waarin u alle foto's kunt plaatsen die u op uw website wilt gebruiken. Het hoofddoel van deze balk is ervoor zorgen dat uw foto's altijd binnen handbereik zijn, zonder dat u ze een voor een hoeft te importeren. Vooral voor websites (die al dan niet zijn gebaseerd op een ingebouwde designsjabloon)die veel foto's bevatten, is de mediabalk een
Afbeeldingen, animatie en multimedia 339
handig hulpmiddel van waaruit u nieuwe foto's direct naar ongewenste foto's kunt slepen om deze te vervangen.
U kunt de mediabalk als een soort tijdelijke opslagruimte voor uw foto's gebruiken voordat u deze aan uw website toevoegt. U kunt de mediabalk ook gebruiken om meer permanente fotoalbums te maken waaruit u later op elk gewenst moment foto's kunt ophalen. Standaard worden de geselecteerde foto's aan een tijdelijk album toegevoegd. Desgewenst kunt u dit album echter onder een specifieke naam opslaan, zodat u het later opnieuw kunt gebruiken. Klik hiertoe op Nieuw album. U kunt dan telkens wanneer u WebPlus start, eenvoudig dat opgeslagen album (of elk ander opgeslagen album) laden of desgewenst werken met een tijdelijk album. U kunt een onbeperkt aantal foto's importeren in de vorm van bestanden of zelfs hele mappen. Voordat u de foto's op de pagina plaatst, kunt u aangeven of u ze wilt insluiten of koppelen. In grote fotoverzamelingen kunt u albums doorzoeken op bestandsnaam en op EXIF-, IPTC- of XMP-metagegevens. Het is zelfs mogelijk om XMP-metagegevens te bewerken vanuit WebPlus.
340 Afbeeldingen, animatie en multimedia Het album dat u hebt geladen, blijft altijd zichtbaar op de mediabalk, ongeacht de website die u opent. U kunt een miniatuur rechtstreeks van de mediabalk naar een bestaande foto op uw pagina slepen om de bestaande foto te vervangen. U kunt ook een foto als een nieuwe foto toevoegen, waarbij deze in zijn oorspronkelijke formaat op de pagina wordt geplaatst. Zo geeft u de mediabalk weer:
•
Als de mediabalk nog niet wordt weergegeven, klikt u op onder in de werkruimte. de greep
Zo voegt u foto's aan een tijdelijk album toe: 1.
Terwijl de mediabalk zichtbaar is en een tijdelijk album is geladen, klikt u op de werkruimte van de mediabalk om het dialoogvenster Afbeelding importeren weer te geven.
2.
Ga in dit dialoogvenster naar een map en selecteer de foto('s) die u wilt importeren.
3.
Klik op Openen. Uw foto's worden in de mediabalkwerkruimte als miniaturen weergegeven.
Het tijdelijke album en de foto's die het bevat, worden niet opgeslagen wanneer u WebPlus afsluit, tenzij u het tijdelijke album opslaat. U kunt een of meer bestanden uit een Windows-map rechtstreeks naar de mediabalk slepen. Als u met de rechtermuisknop op een foto in de mediabalk klikt en Zoeken in Verkenner kiest, opent u de map van de foto in Windows Verkenner. Dit is heel handig als u bestanden wilt slepen en neerzetten of gewoon voor het algemene beheer van bestanden.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 341
Zo slaat u een tijdelijk album op: 1.
Klik op de pijl-omlaag van de knop Toevoegen aan. Selecteer Nieuw album in het menu.
2.
Typ in het dialoogvenster Nieuw album in het vak Naam van album een naam voor het nieuwe album.
3.
(Optioneel) U kunt voor elke foto de OLE-status (invoegen of koppelen) wijzigen voordat u de foto op de pagina plaatst. Klik daartoe op OLE-instelling en gebruik de vervolgkeuzelijst van de instelling om de status te wijzigen. U kunt deze instellingen ook wijzigen tijdens het slepen en neerzetten van een foto op de pagina.
4.
Klik op OK.
Als u foto's uit een tijdelijk album in een bestaand album wilt opnemen, klikt u op de knop Toevoegen aan en kiest u een album in het menu. Zo maakt u een benoemd album: Nieuw album van de mediabalk.
1.
Klik op de knop
2.
Typ in dit dialoogvenster in het vak Naam van album een naam waaraan u dit album ook in de toekomst goed kunt herkennen.
3.
Klik op de knop Map toevoegen....
4.
Ga in dit dialoogvenster naar een foto of map en klik op Openen.
5.
In het dialoogvenster Nieuw album worden de bestanden weergegeven die u in uw website kunt opnemen. Wijzig desgewenst de optie voor het insluiten
Afbeelding toevoegen... of
342 Afbeeldingen, animatie en multimedia of koppelen door te klikken op de instelling van elke foto en vervolgens de gewenste optie te selecteren. 6.
Als u een foto wilt verwijderen, selecteert u de foto en klikt u op de knop
7.
Afbeelding verwijderen.
Klik op OK.
Zo opent u een opgeslagen album:
•
Selecteer de naam van een opgeslagen album in het vervolgmenu rechtsboven op de balk. De foto's in het album worden in de mediabalkwerkruimte weergegeven.
Een opgeslagen album kan worden geselecteerd, zoals hiervoor is beschreven, en vervolgens worden bewerkt via de knop Beheren (alleen weergegeven voor bestaande opgeslagen albums). U kunt foto's of mappen toevoegen, foto's verwijderen en de OLEstatus (invoegen of koppelen) wijzigen. Zo verwijdert u een album:
•
Selecteer de naam van een bestaand album in de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek en klik op Album verwijderen.
Zo sorteert u foto's in een album:
•
Kies in het zoekvak Sorteren op de optie Bestandsnaam, Classificatie of Datum om de volgorde van de foto's te wijzigen overeenkomstig de gekozen optie.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 343
Foto's toevoegen aan de pagina Zo voegt u een foto toe aan een pagina: 1.
Geef het tijdelijke album van de mediabalk weer of open een opgeslagen album via het vervolgmenu rechtsboven.
2.
Sleep de miniatuur van een foto in het album naar de pagina en laat de muisknop los.
Exportopties instellen voor afbeeldingen Wanneer u uw site publiceert, past WebPlus bepaalde globale instellingen toe om te bepalen hoe elke afbeelding (ongeacht of u deze zelf hebt getekend of in uw site hebt geplakt of geïmporteerd) uiteindelijk moet worden weergegeven op de webpagina. Hier volgt een korte samenvatting van de conversie-instellingen zoals ze in eerste instantie voor webpublicaties zijn gedefinieerd:
•
Elke afbeelding waarnaar wordt verwezen in de publicatie wordt als een afzonderlijk bestand geëxporteerd.
•
Elke afbeelding die u als GIF-, JPEG- of PNG-bestand hebt ingevoegd, wordt als het oorspronkelijke bestand geëxporteerd, waarbij de originele bestandsnaam wordt gebruikt.
•
Ingevoegde metabestanden en alle andere afbeeldingen worden opnieuw gegenereerd als PNG-afbeeldingen.
U kunt deze instellingen wijzigen, maar voordat u dat doet moet u de 'logica' bekijken die WebPlus toepast bij het publiceren van webafbeeldingen. Ten eerste heeft WebPlus één standaardindeling waarnaar alle afbeeldingen worden geconverteerd bij het exporteren. U kunt echter uitzonderingen op
344 Afbeeldingen, animatie en multimedia deze regel maken door op te geven dat bepaalde afbeeldingstypen dezelfde indeling als het oorspronkelijk bestand blijven behouden. PNG is aanvankelijk de standaardindeling, maar u kunt deze indeling ook wijzigen in de GIF- en JPEG-indeling. Dat is de reden waarom met de bovenstaande begininstellingen, PNGafbeeldingen niet worden gewijzigd terwijl alle andere afbeeldingen worden geconverteerd naar PNG's. U kunt deze instellingen controleren en wijzigen in het dialoogvenster Eigenschappen van site (menu Bestand). De instellingen in dit dialoogvenster zijn globaal en gelden voor alle afbeeldingen in de site. U kunt echter wederom uitzonderingen maken, in dit geval voor afzonderlijke afbeeldingen. Ga hiertoe voor de geselecteerde afbeelding als volgt te werk:
•
Gebruik Exportopties... (menu Opmaken) of Exportopties instellen (menu Extra) om de exportindeling van bepaalde afbeeldingen per afbeelding in te stellen. - of Converteer bepaalde afbeeldingen van tevoren naar een specifieke indeling met Extra>Naar afbeelding converteren.
Met deze combinatie van globale en lokale instellingen kunt u vrijwel helemaal bepalen hoe uw afbeeldingen er op webpagina´s uitzien. Eerst gaan we kijken hoe de globale instellingen werken. Zo stelt u globale exportopties in voor webafbeeldingen: 1.
Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand en selecteer de menuoptie Afbeeldingen.
2.
Selecteer in het groepsvak Indeling voor exporteren van afbeeldingen de gewenste exportindeling. Dit is de standaardindeling waarnaar alle afbeeldingen worden geconverteerd bij het exporteren, tenzij u aangeeft een andere indeling te willen gebruiken. Voor JPG's kunt u een waarde voor de compressie instellen. Met de opties PNG-transparantie gebruiken en Compatibiliteitshack gebruiken... voor PNG's kunt u
Afbeeldingen, animatie en multimedia 345
PNG-transparantie gebruiken en PNG-alfatransparantie op de juiste manier renderen (in Internet Explorer 5.5 en 6.0). 3.
Kies in de sectie Herbemonsteren een methode voor het herbemonsteren van afbeeldingen met een willekeurige indeling voor Beste kwaliteit, Goede kwaliteit, Verscherpen of Vloeiender maken. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langzamer het importproces verloopt. Bij Beste kwaliteit wordt supersampling gebruikt om ook de fijnste details in geëxporteerde afbeeldingen weer te geven. Schakel de optie Afbeeldingen niet herbemonsteren... in om te voorkomen dat afbeeldingen opnieuw worden bemonsterd wanneer de geëxporteerde afbeeldingen ongeveer even groot zijn als de oorspronkelijke afbeeldingen.
4.
Schakel in de sectie Naamgeving de optie Oorspronkelijke namen van afbeeldingsbestanden gebruiken in als u de afbeeldingen met hun oorspronkelijke bestandsnamen wilt exporteren. Afbeeldingen worden in de hoofdmap van uw gepubliceerde website opgeslagen.
5.
Laat in de sectie Optimalisatie de optie Overlappende afbeeldingen combineren tot één bestand ingeschakeld, zodat WebPlus de site kan analyseren en (wat een kleiner bestand oplevert) overlappende afbeeldingen als één afbeelding kan weergeven. Of deze optie zin heeft is afhankelijk van de opmaak die u hebt ingesteld. In plaats van deze globale aanpak kunt u ook overwegen in specifieke gevallen Extra>Converteren naar afbeelding te gebruiken.
6.
In de sectie Tekst kunt u de optie Tekst bij het exporteren tekenen als vloeiende curven inschakelen om tekst die als afbeelding wordt geëxporteerd, een vloeiender uiterlijk te geven. Dit is een zeer goede optie voor scherpe artistieke tekst!
346 Afbeeldingen, animatie en multimedia 7.
Stel in de sectie Afbeeldingen met hyperlink een beperkende maximumbreedte of -hoogte in wanneer u afbeeldingen exporteert. U voorkomt hiermee dat afbeeldingen op een onnodig groot eigen formaat worden weergegeven. Dit is een handige optie wanneer u een hyperlink naar een grotere afbeelding maakt.
Exportopties, een titel en alternatieve tekst instellen voor afzonderlijke afbeeldingen Met de wizard Exportopties instellen kunt u de exportbestandsindeling instellen voor afzonderlijke afbeeldingen in de site, of voor objecten zoals geroteerde tekst die bij het exporteren naar afbeeldingen wordt geconverteerd. Deze lokale instellingen per afbeelding overschrijven de globale instellingen (zoals ingesteld in Bestand>Eigenschappen van site) die WebPlus gebruikt om de exportindeling te bepalen. U kunt de wizard uitvoeren om één geselecteerde afbeelding, de huidige pagina of de gehele website te controleren. U kunt elke afbeelding op verschillende manieren opslaan. Ga als volgt te werk:
•
Kies een specifieke indeling (GIF, JPEG of PNG) om de afbeeldingen te exporteren (of gebruik gewoon de standaardinstellingen van de site). Voor JPEG kunt u een compressieniveau instellen. - of -
•
Sla het bestand bij het exporteren onder de gewenste bestandsnaam op de gewenste locatie op. Misschien wilt u afbeeldingen bij het exporteren beschrijvende namen geven die duidelijker zijn (handig voor het onderhouden van uw website) in plaats van de namen te gebruiken die bij het exporteren van afbeeldingen automatisch worden gegenereerd.
U kunt dit zelf beslissen. U kunt om te beginnen het beste de optie Standaardinstellingen voor site gebruiken selecteren voor alle afbeeldingen. Als u de oorspronkelijke globale instellingen gebruikt, houdt dit in dat GIF's, JPEG's en PNG's worden geëxporteerd met de oorspronkelijke indeling, terwijl andere,
Afbeeldingen, animatie en multimedia 347
waaronder ook AutoVormen en gesloten vormen, worden gepubliceerd als PNG-bestanden. Bekijk vervolgens een voorbeeld van uw site en bepaal of u de globale instellingen wilt aanpassen of een andere uitvoerindeling voor specifieke afbeeldingen wilt uitproberen. Zelfs als u geen enkele indelingsinstelling wijzigt, kunt u een titel voor een afbeelding instellen die normaal als knopinfo wordt weergegeven als in een browser de muisaanwijzer op de afbeelding wordt geplaatst. U kunt ook alternatieve tekst invoeren (handmatig of automatisch) voor een betere toegankelijkheid. Zo stelt u een exportindeling, een titel en/of alternatieve tekst in: 1.
Als u slechts één afbeelding wilt controleren, kunt u eerst de afbeelding selecteren en Exportopties... kiezen in het menu Opmaken of in het snelmenu. - of Als u de exportopties van alle afbeeldingen in de hele website wilt bekijken, kiest u Exportopties instellen... in het menu Extra.
2.
(Alleen als u Exportopties instellen gebruikt) Selecteer of u een geselecteerd object, de huidige pagina of de gehele site in de wizard wilt controleren en klik vervolgens op Doorgaan. Met de wizard worden afbeeldingen in het opgegeven bereik doorlopen en wordt elke afbeelding apart met het dialoogvenster Exportopties voor afbeelding weergegeven.
3.
In de sectie Afbeelding opslaan als van het dialoogvenster kunt u een van de volgende opties inschakelen:
•
Opslaan met een indeling en een naam die zijn gekozen door WebPlus. De indeling van de afbeelding is de indeling die in Eigenschappen van site zijn gedefinieerd (Afbeeldingen; Standaardindeling); de naam wordt automatisch gegenereerd, bijvoorbeeld wp479d0ea6.
348 Afbeeldingen, animatie en multimedia
•
Opslaan met deze indeling en een naam die is gekozen door WebPlus. Klik op het keuzerondje voor GIF, JPEG of PNG om de exportindeling voor de huidige afbeelding op te geven. Schakel Standaardinstellingen voor site gebruiken in als de standaardindeling van de site moet blijven behouden, maar namen automatisch door WebPlus moeten worden gegenereerd. Als u JPEG selecteert, kies dan een compressiekwaliteit in de vervolgkeuzelijst Compressie.
•
Opslaan met het pad en de naam die ik kies. Klik op de knop Bestand kiezen.... In het dialoogvenster dat wordt weergegeven, kunt u afbeeldingen exporteren onder de oorspronkelijk bestandsnaam (schakel Standaardnaam gebruiken in) of een nieuwe naam kiezen voor de afbeelding (schakel de knop Naam kiezen in en voer een nieuwe bestandsnaam in). U kunt voor beide methoden naar de map gaan waarin u de geëxporteerde afbeelding wilt opslaan. Als bestandsindeling wordt de indeling gebruikt die in de standaardinstellingen van de site is ingesteld. U kunt de standaardinstelling van de site nog steeds overschrijven door de bestandsextensie te wijzigen in het veld Naam kiezen, bijvoorbeeld om de extensie .gif te wijzigen in .png.
4.
Schakel de optie Deze afbeelding niet optimaliseren.. in als u de afbeelding niet wilt samenvoegen tot één geëxporteerde afbeelding als de afbeelding een andere afbeelding in uw site overlapt.
5.
(Optioneel) Kies een van de methoden voor herbemonsteren. WebPlus kan afbeeldingen indien nodig herbemonsteren. Het bestand wordt altijd herbemonsterd (bijvoorbeeld wanneer het formaat van een JPG wordt gewijzigd) of wordt nooit herbemonsterd (de oorspronkelijke afbeelding wordt gebruikt). Selecteer het desbetreffende keuzerondje. Als u de indeling wijzigt, wordt de afbeelding altijd herbemonsterd. Bij
Afbeeldingen, animatie en multimedia 349
herbemonsteren kan de kwaliteit worden gebruikt die in Eigenschappen van site zijn gedefinieerd (hiervoor) of een kwaliteit (Beste kwaliteit, Goede kwaliteit, Verscherpen of Vloeiender maken) die kenmerkend is voor de afbeelding. 6.
Als u een titel voor een afbeelding wilt opgeven, opent u het tabblad ALT-tekst en TITLE-tekst en voert u de juiste tekst in. De tekst die u hier invoert, wordt als scherminfo weergegeven als de muisaanwijzer op de geëxporteerde afbeelding wordt geplaatst.
7.
Wijs voor een betere toegankelijkheid op hetzelfde tabblad ook een ALT-tekst toe aan de afbeelding. De tekst wordt hardop voorgelezen door schermlezers wanneer de muisaanwijzer op de tekst wordt geplaatst. U kunt tekst toewijzen door tekst in te voeren in het invoervak of het selectievakje Standaard ALT-tekst gebruiken in te schakelen. In het laatstgenoemde geval wordt de afbeelding als volgt geëxporteerd:
8.
•
Als het om een afbeelding gaat die louter een decoratieve functie heeft (een afbeelding die geen tekst bevat), wordt er geen ALT-tekst aan toegewezen. - of -
•
Gaat het om een afbeelding waarop gebruikers kunnen klikken, zoals een knop met een tekstlabel (Vorige, Volgende, enzovoort), dan wordt automatisch de tekst die op de knop wordt afgebeeld als ALT-tekst voor een schermlezer geëxporteerd. Als u een titel hebt opgegeven voor de afbeelding, wordt de titeltekst als ALT-tekst gebruikt.
Klik op OK.
350 Afbeeldingen, animatie en multimedia
TWAIN-afbeeldingen importeren Als uw scanner of digitale camera TWAIN ondersteunt, kunt u afbeeldingen en foto's rechtstreeks met de TWAIN-standaard naar WebPlus scannen of de gescande afbeelding eerst opslaan en deze vervolgens in WebPlus importeren. Zo configureert u het TWAIN-apparaat dat u wilt gebruiken om afbeeldingen te importeren:
•
Raadpleeg de documentatie die bij uw scanner of digitale camera werd geleverd.
Zo importeert u een gescande afbeelding:
•
Kies Afbeelding in het menu Invoegen en selecteer achtereenvolgens TWAIN en Importeren... in de submenu's om een dialoogvenster te openen waarin u een bestand kunt selecteren.
Als u meerdere TWAIN-apparaten hebt geïnstalleerd, moet u wellicht de bron selecteren die u wilt gebruiken om een afbeelding te importeren. Zo selecteert u een andere TWAIN-bron: 1.
Kies Afbeelding in het menu Invoegen en selecteer vervolgens TWAIN en Bron selecteren in het submenu.
2.
Selecteer het apparaat dat u als TWAIN-bron wilt gebruiken om afbeeldingen te importeren.
FotoLab-filters toepassen Filters kunnen worden toegepast en beheerd in FotoLab. Dit is een krachtig programma waarmee u uw foto's afzonderlijk of tegelijk kunt aanpassen en effectenfilters kunt toepassen. De wijzigingen
Afbeeldingen, animatie en multimedia 351
worden direct toegepast, zodat u deze meteen kunt bekijken. Fotolab bevat de volgende belangrijkste functies:
•
Aanpassingsfilters U kunt filters toepassen voor toonbereik, kleur, lens en verscherping.
•
Effectenfilters U kunt effecten voor vervorming, vervaging, ruis, renderen, artistieke en stylistische effecten en diverse andere effecten toepassen.
•
Retoucheringsfilters Gebruik de ingebouwde gereedschappen om rode ogen, vlekken en kleurzwemen te verwijderen, foto's recht te zetten en ze bij te snijden.
•
Niet-destructieve bewerkingen Alle filters kunnen worden toegepast zonder dat dit een invloed heeft op de originele foto, en kunnen achteraf op elk gewenst moment worden bewerkt.
•
Krachtige filtercombinaties Pas specifieke combinaties van filters en effecten toe en sla die op, zodat u ze later eenvoudig kunt hergebruiken.
•
Selectief maskeren Met maskers kunt u filters toepassen op geselecteerde gebieden.
•
Favorieten class=highlight>opslaan en beheren Sla filtercombinaties op het handige tabblad Favorieten op.
•
Krachtige weergaveopties Vergelijk een foto voordat er een filter op is toegepast met diezelfde foto nadat er een filter op is toegepast en gebruik de pan- en zoomgereedschappen om de foto te verplaatsen in het werkvenster en in of uit te zoomen.
352 Afbeeldingen, animatie en multimedia
•
Filters vergrendelen Vergrendel de toegepaste filters om te voorkomen dat u deze per ongeluk wijzigt en pas ze vervolgens eventueel toe op andere afbeeldingen.
Het programmavenster van Fotolab is bijzonder overzichtelijk ingedeeld. Links van de centrale werkomgeving vindt u de filtertabs, van waaruit de diverse filters en effecten toegankelijk zijn die u op uw foto's kunt toepassen. Boven in het venster vindt u de hoofdwerkbalk van het programma, die de nodige gereedschappen bevat om rode ogen, vlekken, enzovoort te verwijderen. Rechts van de werkomgeving vindt u de lijst met toegepaste filters, waar u bepaalde filters doelgericht in of uit kunt schakelen of de instellingen ervoor kunt wijzigen.
(A) - hoofdwerkbalk (B) - hoofdwerkruimte (C) - filterstapel (D) filtertabbladen (E) - tabblad Afbeeldingen
Afbeeldingen, animatie en multimedia 353
Zo start u Fotolab: 1.
Selecteer de foto waarop u een filter wilt toepassen in het hoofdprogramma.
2.
Klik op
FotoLab op de afbeeldingsoptiebalk.
Het tabblad Afbeeldingen gebruiken De beschikbare afbeeldingen in op uw website worden weergegeven op het tabblad Afbeeldingen (boven) als het tabblad is uitgevouwen. Dit tabblad wordt standaard weergegeven, maar kan worden verborgen door op de knop te klikken onder aan de werkruimte. Naar siteafbeeldingen zoeken: 1.
Klik op de knop Filter op het tabblad Afbeeldingen.
2.
Selecteer en definieer zo nodig een minimum- en maximumgrootte voor de afbeelding.
3.
Selecteer RGB, CMYK en Grijswaarden of hef de selectie op om alleen afbeeldingen in deze kleurmodi weer te geven.
4.
Klik op OK.
Op het tabblad Afbeeldingen worden alleen afbeeldingen weergegeven die voldoen aan de criteria die hierboven zijn ingesteld. Als het tabblad Afbeeldingen geopend is, kunt u alle afbeeldingen selecteren en bewerken zonder dat u FotoLab hoeft af te sluiten.
354 Afbeeldingen, animatie en multimedia
Een filter toepassen Links in het programmavenster vindt u de tabbladen Favorieten, Aanpassingen en Effecten, waarop de verschillende soorten filters die u kunt toepassen overzichtelijk zijn ingedeeld in categorieën (zoals de categorie Eenvoudige correcties, die een aantal filters bevat waarmee u snel veelvoorkomende tekortkomingen kunt verhelpen in foto's). Het tabblad Favorieten bevat een aantal veelgebruikte filters (afzonderlijke en gecombineerde filters). U kunt deze aanvullen met uw eigen gebruikergedefinieerde filters. Zo probeert u een filter eerst uit voordat u het toepast: 1.
Klik op de tabbladen aan de linkerkant op de miniatuur van het filter dat u wilt toepassen.
2.
Het geselecteerde filter wordt tijdelijk aan de testzone toegevoegd, waarin u verschillende instellingen voor het filter kunt uitproberen. De afbeelding wordt automatisch vernieuwd met de nieuwe instellingen.
3.
Versleep de schuifregelaars (of typ waarden in de invoervakken) totdat de instellingen voor het filter aan uw verwachtingen beantwoorden. Bij sommige filters kunt u ook selectievakjes in- of uitschakelen, opties selecteren in een keuzelijst of allerlei geavanceerde instellingen kiezen.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 355
Als u een nieuw filter selecteert, wordt het huidige filter altijd door het nieuwe filter vervangen. U kunt een willekeurig filter op elk gewenst moment tijdelijk uitschakelen, opnieuw de beginwaarden ervoor instellen of het filter uit de testzone verwijderen. Een filter uitschakelen:
Klik op en klik vervolgens op om het filter opnieuw in te schakelen.
De standaardwaarden herstellen:
Klik op . Hiermee stelt u opnieuw de standaardwaarden in voor het filter.
Een filter verwijderen:
Klik op
.
Wanneer u het filter daadwerkelijk op de foto wilt toepassen, dient u het aan de lijst met toegepaste filters rechtsboven in het venster toe te voegen. Zo past u een filter toe:
•
Klik op Doorvoeren om uw wijzigingen toe te passen. Hiermee voegt u het filter aan de lijst Filters toe, waaraan u op dezelfde manier eventueel nog meer filters kunt toevoegen.
Het filter dat u het laatst hebt toegevoegd, verschijnt altijd onder aan de lijst met toegepaste filters en wordt altijd het laatst op de foto toegepast (nadat de filters erboven op de foto zijn toegepast). Zo verandert u de volgorde van toegepaste filters:
•
Sleep het filter dat u wilt verplaatsen naar een andere positie in de lijst. De stippellijn geeft aan waar het filter zal worden ingevoegd als u de muisknop loslaat.
356 Afbeeldingen, animatie en multimedia
Foto's bewerken of retoucheren Op de hoofdwerkbalk van Fotolab vindt u enkele handige gereedschappen om foto's te bewerken en te retoucheren. Het gaat hierbij om veelgebruikte gereedschappen om tekortkomingen in foto's te verhelpen voordat u allerlei kleurcorrecties doorvoert en/of effecten op uw foto's toepast.
Met maskers werken U kunt een filter ook alleen op specifieke delen van een foto toepassen in plaats van deze te gebruiken om het uiterlijk van de volledige foto te wijzigen. Fotolab biedt u de mogelijkheid een masker in te stellen door gebieden te selecteren waarop u een filter wilt toepassen of juist niet wilt toepassen.
Zo past u een masker toe: Masker selecteert u
1.
In de vervolgkeuzelijst Nieuw masker.
2.
In het deelvenster Instellingen selecteert u het gereedschap Gebieden toevoegen, zodat u gebieden kunt maskeren per schilderij.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 357
3.
Pas zo nodig de instellingen voor het gereedschap aan. Wijzig bijvoorbeeld de penseelgrootte, naargelang u grotere of kleinere gebieden wilt selecteren met het penseel. Kies Beschermen in plaats van Selecteren in de vervolgkeuzelijst Modus als u gebieden wilt beveiligen waarop het masker niet mag worden toegepast (dat wil zeggen de tegenovergestelde functie van de optie Gebieden toevoegen).
4.
Sleep met het penseel over de foto om de gewenste gebieden te selecteren. Gebieden waarop het masker zal worden toegepast, hebben een groene kleur. Beschermde gebieden herkent u aan de rode kleur. Als u bij het verven te onnauwkeurig bent geweest, kunt u op Gebieden verwijderen klikken en vervolgens over de ongewenste gebieden verven.
5.
Klik op
Accepteren om het masker op te slaan.
De knop Masker wordt geel wanneer een masker wordt toegepast (dat wil zeggen,
).
Zo bewerkt u een masker:
•
Klik op de pijl-omlaag op de knop , kies de naam van het masker en selecteer Masker bewerken.
358 Afbeeldingen, animatie en multimedia
Favorieten opslaan Als u een specifieke filterinstelling (of combinatie van filters) voor toekomstig gebruik wilt bewaren, kunt deze opslaan als favoriet. Fotolab voegt uw favoriete filters automatisch aan het tabblad Favorieten toe. U kunt zelfs uw eigen categorieën maken (bijvoorbeeld Mijn favorieten) als u dat wilt op het tabblad.
Zo voegt u een filter aan uw favorieten toe:
•
Klik op
•
Geef in het dialoogvenster dat daarop verschijnt een naam op voor het filter en selecteer de categorie waarin u
Filter opslaan.
het filter wilt opslaan. (Klik op categorie wilt maken.)
als u een nieuwe
Als u uw favorieten verder wilt beheren in gebruikergedefinieerde categorieën, klikt u op de optie in het vervolgmenu
Tabblad.
Afbeeldingen uitsnijden gebruiken Met de ingebouwde Afbeeldingen uitsnijden kunt u specifieke delen van een afbeelding eenvoudig knippen om ze van de achtergrond te isoleren. Afhankelijk van de samenstelling van uw afbeeldingen kunt u hierbij op twee manieren te werk gaan. Als het gebied dat u wilt uitknippen door een compleXEachtergrond wordt
Afbeeldingen, animatie en multimedia 359
omgeven, of door een achtergrond die uit compleXEkleuren of kleurschakeringen bestaat, kunt u beter dit gebied selecteren en behouden. Wordt het gebied dat u wilt uitknippen door een eenvoudige achtergrond of een achtergrond met een effen kleur omgeven (bijvoorbeeld lucht of een studioachtergrond), dan kunt u beter de achtergrond selecteren en verwijderen. In beide gevallen ontstaat een 'uitgeknipte' afbeelding waarmee u uw site een unieke uitstraling kunt uitgeven.
Afbeeldingen uitsnijden starten: 1.
Selecteer de afbeelding die u wilt bewerken.
2.
Afbeeldingen uitsnijden op de Selecteer weergegeven optiebalk Afbeelding. Afbeeldingen uitsnijden wordt gestart.
Een uitvoerformaat kiezen Kies altijd eerst het gewenste uitvoerformaat voordat u de gebieden begint te selecteren die u wilt behouden of verwijderen. Afhankelijk van wat u precies in gedachten hebt, kunt u naar behoefte voor een bitmap met transparante randen dan wel voor een vectorieel bijgesneden bitmap kiezen. Voor welk
360 Afbeeldingen, animatie en multimedia uitvoerformaat u het beste kiest, hangt af van de afbeelding, met name van hoe goed de randen van de afbeelding zijn gedefinieerd. Zoom voldoende in op de afbeelding, zodat de randen ervan duidelijker zichtbaar zijn. Dit is immers een belangrijke factor bij het kiezen van het juiste uitvoerformaat. Laten we de bovengenoemde twee uitvoerformaten en het verschil tussen beide even van naderbij bekijken.
Uitvoertype
Beschrijving en gebruik
Bitmap met alfaranden
Kies voor dit formaat als u objecten wilt uitknippen waarvan de randen niet of nauwelijks zijn gedefinieerd. Transparantie en pixelovervloeiing worden toegepast op de randen van het uitgeknipte gebied voor een professioneel resultaat, waarbij de invloed van achtergrondkleuren te verwaarlozen is. De term 'alfa' verwijst naar het transparante alfakanaal van 32bits afbeeldingen.
Bijgesneden vectorbitmap
Kies voor dit formaat als u objecten wilt uitknippen waarvan de randen duidelijk zichtbaar zijn. Dan wordt een bijgesneden afbeelding gecreëerd die u achteraf kunt bewerken met de gereedschappen om objecten bij te snijden. Desgewenst kunt u de randen van de uitgeknipte afbeelding doezelen. De achtergrond kleur wordt echter niet verwijderd.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 361
Zo maakt u een bitmap met transparante randen: 1.
Selecteer Bitmap met transp. randen in de vervolgkeuzelijst Uitvoertype.
2.
(Optioneel) Sleep de schuifregelaar Breedte om te bepalen in welke mate u transparantie wilt toepassen aan de binnenkant van de randen van het uitgeknipte gebied.
3.
(Optioneel) Gebruik de schuifregelaar Vervagen om de randen van het uitgeknipte gebied te verzachten.
Zo maakt u een vectorieel bijgesneden bitmap: 1.
Selecteer Vectorieel bijgesneden bitmap in de vervolgkeuzelijst Uitvoertype.
2.
(Optioneel) Sleep de schuifregelaar Doezelaar als u de randen van het uitgeknipte gebied aan de binnenkant wilt verzachten of vervagen.
3.
(Optioneel) Sleep de schuifregelaar Vloeiendheid als u de randen van het uitgeknipte gebied vloeiend wilt maken.
4.
(Optioneel) Met de schuifregelaar Uitbreiden kunt u een positieve of negatieve verschuiving ten opzichte van de randen van het uitgeknipte gebied instellen.
Klik telkens op Voorbeeld om de aangepaste uitvoerinstellingen te controleren.
De gebieden selecteren die u wilt behouden of verwijderen Om de delen van de afbeelding te selecteren die u wilt behouden dan wel wilt verwijderen, dient u gebruik te maken van de gereedschappen Gebied behouden en Gebied verwijderen. U kunt beide gereedschappen onafhankelijk van elkaar gebruiken, of
362 Afbeeldingen, animatie en multimedia u kunt ze (wat wellicht vaker het geval zal zijn) in combinatie met elkaar gebruiken. Met beide gereedschappen sleept u het penseel over een gebied binnen een omtrek dat u wilt verwijderen of behouden (afhankelijk van het type penseel dat u hebt geselecteerd). Hierbij wordt automatisch een specifiek aantal pixels langs de randen van het gedefinieerde gebied mee in de selectie opgenomen. (U kunt deze waarde aanpassen via de optiebalk.) Om u te helpen bij het selecteren van de juiste gebieden, kunt u uit verschillende weergavemodi kiezen. Gebruik de knoppen Origineel tonen, Weergave met kleurschakeringen en Weergave met transparantie in de gereedschapset aan de linkerkant om respectievelijk:
Achtergrondkleur
•
alleen selectiegebieden;
•
diverse gekleurde tinten helpen bij compleXEselectiebewerkinge n;
•
de gebieden die u wilt verwijderen met een dambordpatroon aan te duiden, wat op transparantie wijst.
Voor de modus Weergave met kleurschakeringen kunt u een andere achtergrondkleur instellen (onder in het programmavenster) om onderscheid te maken tussen de gebieden die u wilt behouden of verwijderen.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 363
Zo selecteert u de delen van de afbeelding die u wilt behouden of verwijderen: 1.
Klik links van de werkruimte in Afbeeldingen uitsnijden op Gebied behouden of verwijderen.
Gebied
2.
(Optioneel) Kies een Penseelgrootte die geschikt is voor het gebied waarmee u wilt werken.
3.
(Optioneel) Stel een waarde in voor Tolerantie als u het geselecteerde gebied onder de cursor automatisch wilt uitbreiden (door kleuren te detecteren die een soortgelijke kleurwaarde hebben als de huidige selectie). Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe meer het geselecteerde gebied automatisch wordt uitgebreid. Schakel de optie uit om de functie uit te schakelen.
4.
Sleep met de ronde aanwijzer over het gebied dat u wilt behouden of verwijderen (afhankelijk van de selectie bij Gebied behouden of Gebied verwijderen). U kunt herhaaldelijk klikken en slepen totdat u alle delen van de afbeelding hebt geselecteerd die u wilt behouden of verwijderen. Ongedaan maken maakt u de laatste Met de knop selectie ongedaan.
Als u de selectie wilt verfijnen, kunt u schakelen tussen de penselen voor Gebied behouden en Gebied verwijderen door de toets Alt even ingedrukt te houden. 5.
Als u voor een bitmap met transparante randen hebt gekozen, kunt u in Afbeeldingen uitsnijden het gebied
364 Afbeeldingen, animatie en multimedia verfijnen dat u wilt behouden/verwijderen (alleen nadat u een voorbeeld van de afbeelding hebt weergegeven). Vectorieel bijgesneden bitmaps kunt u buiten het hoofdprogramma bijsnijden met de standaardgereedschappen voor bijsnijden van WebPlus. 6.
Klik op
OK om het uitgeknipt gebied te maken.
Animatie toevoegen In WebPlus kunt u diverse fraaie animatie-effecten toevoegen aan een webpagina: geanimeerde lichtkranten, animated GIF's (zie de Help bij WebPlus) en Flash-bestanden (*.SWF). Hierbij kunt u van elke animatie een voorbeeld weergeven en/of het effect aanpassen. Wanneer de animaties op uw site zijn geplaatst, lijken ze statisch, maar ze worden actief wanneer de site is geëxporteerd en een bezoeker uw pagina bekijkt in een webbrowser.
Geanimeerde lichtkranten Een geanimeerde lichtkrant is een handig hulpmiddel om een koptitel of slagzin horizontaal over het scherm te laten schuiven. Zo maakt u een geanimeerde lichtkrant:
•
Klik op de knop Geanimeerde lichtkrant toevoegen in het vervolgmenu Media op de werkbalk Webobjecten.
Zo bewerkt u een geanimeerde lichtkrant die u al hebt gedefinieerd:
•
Dubbelklik op de lichtkrant. Het dialoogvenster Geanimeerde lichtkrant toevoegen wordt geopend, waarin de huidige instellingen zijn toegepast.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 365
Flash-bestanden Een Flash-bestand (*.swf) is een film die u kunt bekijken in de Flash™ Player-indeling. (Flash is een vectorprogramma waarmee u kleine bestanden op het web kunt maken en weergeven.) Flashbestanden kunnen worden toegevoegd aan de pagina (net zoals een afbeelding) en worden afgespeeld in de paginaweergave, zonder dat u hiervan een voorbeeld moet bekijken in de browser (of het WebPlus-voorbeeldvenster). U kunt deze net zoals andere afbeeldingen knippen, kopiëren, verplaatsen en schalen. Als u een aantal Flash-bestanden wilt bekijken, gaat u naar het tabblad Galerie, dat een fraaie verzameling Flash-banners bevat (elk met vooraf toegewezen Flash-parameters) die u eenvoudig kunt overnemen. Deze banners zijn zo ontworpen dat u het uiterlijk kunt aanpassen (tekst, afbeeldingen en schemakleuren) zonder dat u ervaring hoeft te hebben met Flash-ontwerp. Zo voegt u een Flash-bestand toe: 1.
Klik op de knop Flash-object invoegen in het vervolgmenu Media op de werkbalk Webobjecten.
2.
Selecteer het gewenste Flash-bestand in het dialoogvenster (klik op Bladeren... en selecteer het SWF-bestand). Klik op Exportopties als u een andere bestandsnaam en/of bestandslocatie wilt definiëren. Schakel het selectievakje Bestanden insluiten in site uit als u de animatie van het WebPlus-bestand afzonderlijk wilt houden (met een koppeling naar het bronbestand).
3.
(Optioneel) Klik in het venster Parameters op de knop Toevoegen... (of Bewerken) om parameters als naam/waardeparen toe te voegen (of te bewerken).
4.
(Optioneel) Maak in het venster Extra bestanden een bestandsbibliotheek (bijvoorbeeld afbeeldingen) waarmee de Flash-film wordt gemaakt. U kunt dit zien als een lokale bibliotheek waarin u ondersteunende bestanden snel bij de hand hebt en hiernaar kunt
366 Afbeeldingen, animatie en multimedia verwijzen. Klik op de knop Toevoegen... om de bestanden te selecteren die u wilt toevoegen (gebruik Ctrl-klik of Shift-klik voor de selectie van aaneengesloten of niet-aaneengesloten bestanden). 5.
(Optioneel) In het vak Weergave kunt u bepalen hoe de Flash-film wordt weergegeven op de WebPlus-pagina. Experimenteer met de opties totdat u tevreden bent over de gekozen instellingen.
6.
Klik op OK.
7.
cursor Afbeelding plakken wordt De weergegeven. Klik op de pagina om het bestand in te voegen met de standaardgrootte of sleep om een gebied met een aangepaste grootte in te stellen.
Zo bewerkt u een Flash-banner:
Beeld- en geluidsfragmenten toevoegen In WebPlus kunt u audio- en videobestanden aan uw webpagina's toevoegen. Hierbij kunt u uit verschillende standaardindelingen kiezen, met inbegrip van non-streaming en streaming media. Daarnaast kunt u video's van derden opnemen die al worden gehost op www.youtube.com.
Geluidsfragment •
Er zijn twee opties voor het afspelen van geluid: achtergrondgeluiden, waarbij een geluid wordt geladen en automatisch wordt afgespeeld wanneer een specifieke pagina voor het eerst wordt weergegeven in de webbrowser van de bezoeker, en gekoppelde geluiden, die worden afgespeeld wanneer de gebruiker met de muis klikt (bijvoorbeeld op een pictogram of hyperlinkobject).
Afbeeldingen, animatie en multimedia 367
De ondersteunde audio-indelingen zijn AIFF, AU, MIDI (.mid, .midi), MP3, RealAudio (.ra, .ram) en WAV.
Video •
Gekoppelde videobestanden werken op dezelfde manier als gekoppelde geluidsbestanden. Ondersteunde video-indelingen zijn AVI, QuickTime (mov, qt), MPEG (mpg, mpeg, mpe, mpv) en RealVideo (ram, rv). (Nonstreaming bestanden moeten volledig worden gedownload naar de computer van een gebruiker, voordat ze kunnen worden afgespeeld; voor streaming bestanden is een speciale speler vereist die binnenkomende gegevens in een buffer opslaat en al met afspelen kan beginnen voordat de volledige clip is gedownload.)
•
U kunt in uw webpagina's ook bestaande YouTubevideo's integreren. Op de pagina wordt alleen de unieke id van de YouTube-video ingesloten, niet het eigenlijke videobestand, wanneer u de YouTube-video op de pagina plaatst. Hierbij wordt een koppeling gemaakt van de webpagina naar www.youtube.com. Zo kunt u eenvoudig media-inhoud toevoegen aan uw pagina's zonder dat u grote videobestanden hoeft te uploaden.
Voor achtergrondgeluid en gekoppeld geluid (of video) kunt u het bronbestand insluiten in de site, in plaats van deze afzonderlijk te houden (YouTube-video's kunnen niet worden ingesloten in uw
368 Afbeeldingen, animatie en multimedia site). Hoewel de grootte van de site toeneemt wanneer u bestanden insluit, is dit de standaardoptie, omdat u dan niet met afzonderlijke bestanden hoeft te werken en een van de bestanden niet per ongeluk kunt verwijderd. In WebPlus worden ingesloten en gekoppelde bestanden automatisch geëxporteerd en gekopieerd wanneer u de website publiceert. Zo voegt u achtergrondgeluid toe aan een pagina: 1.
Klik met de rechtermuisknop op de pagina in de werkruimte en kies Eigenschappen van pagina....
2.
Schakel op het tabblad Effecten het selectievakje Geluidsbestand gebruiken in en blader in het dialoogvenster Openen naar het geluidsbestand dat u wilt toevoegen. Selecteer het bestand en klik op OK.
3.
Als u het bestand niet wilt insluiten, schakelt u het selectievakje Geluidsbestand insluiten in site uit.
4.
Schakel de optie Geluid herhalen in als u wilt dat het geluidsbestand voortdurend opnieuw wordt afgespeeld. Als u dit selectievakje uitschakelt, wordt het bestand maar één keer afgespeeld.
5.
(Optioneel) Stel Exportopties... in om een geëxporteerde bestandsnaam en een fysieke locatie te definiëren. (Zie Exportopties instellen voor afbeeldingen op pagina 340.)
6.
Klik op OK.
Het geluidsbestand wordt automatisch gedownload en afgespeeld wanneer internetgebruikers de desbetreffende webpagina bekijken in hun browser. De vraag is echter op welke manier u gebruikers de mogelijkheid wilt bieden een bepaald mediabestand af te spelen. In WebPlus zijn voor beide soorten mediabestanden dezelfde basisopties beschikbaar:
Afbeeldingen, animatie en multimedia 369
•
Via een hyperlinkobject (of hotspot): u begint met een bestaand object op de site en koppelt het object aan het mediabestand of u gebruikt een hotspot op een afbeelding.
•
Via een miniatuurweergave van een video: gebruikers kunnen klikken op een ingesloten videominiatuurweergave om de video af te spelen (alleen beschikbaar voor YouTube-video's).
•
Zo koppelt u een mediabestand aan een pictogram: WebPlus is voorzien van een pictogram dat al aan het mediabestand is gekoppeld. U plaatst vervolgens het pictogram op de pagina.
•
Zo koppelt u een mediabestand aan een afbeelding: u selecteert een extern afbeeldingsbestand dat vervolgens wordt geïmporteerd en gekoppeld aan het mediabestand.
•
Inline: Er wordt een mediaspeler weergegeven op uw gepubliceerde webpagina (een wordt nu geen mediaspeler weergegeven als de gebruiker op een koppeling, pictogram of afbeelding klikt). In WebPlus verschijnt een markering op de pagina waarop de speler wordt weergegeven.
Met de eerste twee opties blijft het mediabestand een extern bestand dat niet op de site kan worden ingesloten. Met de opties 3 tot en met 5 kunt u kiezen of u het mediabestand wilt insluiten of niet. Zo koppelt u een geluids- of videobestand aan een object of hotspot: 1.
Selecteer het object of de hotspot en kies Hyperlink op de werkbalk Gereedschappen.
370 Afbeeldingen, animatie en multimedia 2.
Selecteer Bestand in het dialoogvenster om een hyperlink naar een geluidsbestand op de harde schijf te maken.
3.
Klik op Bladeren, blader naar het mediabestand, selecteer dit en klik op Openen.
4.
Als u het bestand niet wilt insluiten, schakelt u het selectievakje Afbeelding insluiten in site uit.
5.
(Optioneel) Stel Exportopties... in om een geëxporteerde bestandsnaam en een fysieke locatie te definiëren. (Zie Exportopties instellen voor afbeeldingen op pagina 340.)
6.
U kunt een bereik van doelvensters of -frames kiezen, afhankelijk van hoe u het hyperlinkdoel wilt weergeven. (Zie Hyperlinks en ankers toevoegen op pagina 108.)
7.
Klik op OK.
Zo sluit u een YouTube-video in: 1.
Open uw webbrowser, ga naar www.youtube.com en selecteer de YouTube-video waarnaar u een koppeling wilt invoegen.
2.
Kopieer de URL van de video (of sluit de code in). Deze URL bevat een alfanumerieke id, bijvoorbeeld ySnp4YXU6JQ, waarmee de videoclip uniek wordt geïdentificeerd.
3.
Klik op de knop YouTube-video insluiten in het vervolgmenu Media op de werkbalk Webobjecten.
4.
Plak in het dialoogvenster de URL van de video in het invoervak.
5.
(Optioneel) Kies de gewenste instellingen voor de video:
Afbeeldingen, animatie en multimedia 371
•
Automatisch afspelen Hiermee wordt de video automatisch afgespeeld nadat de pagina is geladen.
•
Herhalen Hiermee wordt de video continu afgespeeld.
•
Video-informatie weergeven Hiermee worden de titel en classificatie van de video weergegeven.
•
Volledig scherm toestaan Hiermee wordt een knop toegevoegd aan het videovenster, zodat de gebruiker de video desgewenst in volledig-schermmodus kan bekijken.
•
Verwante video's opnemen (Als Herhalen is ingeschakeld, is de optie Verwante video's opnemen automatisch uitgeschakeld. Als u deze optie wilt inschakelen, schakelt u het selectievakje Herhalen uit.) Aan het einde van de video worden aanbevolen video's weergegeven die qua inhoud aan de huidige video zijn gerelateerd. Daarnaast wordt hiermee een zoekbalk weergegeven, zodat gebruikers vanaf uw site naar andere video's van YouTube kunnen bladeren en deze kunnen afspelen.
•
Afspelen in HD Hiermee wordt de video afgespeeld in highdefinition (alleen mogelijk als de video is gemaakt voor afspelen in high-definitionindeling is gemaakt).
•
Randen weergeven Hiermee voegt u een rand toe rond het videovenster. Klik op beide knoppen om kleurenpaletten weer te geven waarin u maximaal twee kleuren kunt kiezen.
372 Afbeeldingen, animatie en multimedia 6.
Klik op OK. Plaats de aanwijzer Plakken op de positie waarop u de linkerbovenhoek van de video wilt plaatsen.
7.
Klik met de linkermuisknop als u de standaardafmetingen van de video wilt gebruiken. - of Klik en sleep met de muis als u een aangepaste grootte wilt instellen voor de video. U kunt de video naar elke gewenste grootte slepen. Houd echter de Shift-toets ingedrukt terwijl u sleept als u de oorspronkelijke hoogte-/breedteverhouding van de video wilt behouden.
Op sommige websites moeten YouTube-video's regelmatig door een andere video worden vervangen. Op de site kan bijvoorbeeld een top 10 worden bijgehouden die regelmatig verandert of video's die aan de actualiteit zijn gekoppeld. Hoe dan ook, in WebPlus kunt u video's eenvoudig vervangen zonder dat hun oorspronkelijke positie op de pagina wijzigt. Als u een bestaande YouTube-video door een andere video wilt vervangen, dubbelklikt u op een bestaande YouTube-video. Plak in het dialoogvenster een eerder gekopieerde video-URL in het invoervak. Zo koppelt u een video- of geluidsbestand aan een pictogram, afbeelding of inline speler: 1.
Klik op de knop
Geluidsfragment invoegen of
Beeldfragment invoegen in het vervolgmenu Media op de werkbalk Webobjects. 2.
Blader naar de map met het mediabestand.
3.
Als u het bestand niet wilt insluiten, schakelt u het selectievakje Afbeelding insluiten in site uit.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 373
4.
Selecteer een weergaveoptie voor de koppeling (pictogram, inline of afbeelding).
5.
Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten en klik (of klik en sleep) vervolgens op de pagina om het pictogram, de afbeelding of de markering te plaatsen.
Werken met de fotogalerie Omdat het gebruik van digitale camera's en tegelijkertijd het aantal breedbandservices aanzienlijk is toegenomen, zijn er nu fantastische mogelijkheden om hele fotocollecties op internet te publiceren. Er zijn talloze redenen om een fotocollectie te publiceren, maar hier zijn enkele van de meest voor de hand liggende:
•
Wanneer u familiefoto's op een webpagina plaatst, kunnen deze ook door vrienden en familieleden aan de andere kant van de wereld worden bekeken.
•
U kunt foto's publiceren voor speciale gelegenheden (feesten, kerstbijeenkomsten, vergaderingen, groepsvakanties, enzovoort).
•
U kunt uw fotocollectie in categorieën indelen (zoals kinderfoto's, dierenfoto's, vakantiefoto's enzovoort).
In WebPlus kunt u snel en eenvoudig een op Flash™ of JavaScript gebaseerde fotogalerie aan elke gewenste webpagina toevoegen. Als u een Flash-galerie maakt, kunt u uit verschillende fraaie stijlen kiezen, die elk de bezoeker specifieke mogelijkheden bieden om door uw fotogalerie te bladeren. In fotogalerieën kunt u vaak navigeren via een besturingsbalk, die zich aan de boven- of onderzijde bevindt. Maar hiervoor kan, afhankelijk van de galeriestijl, ook gebruik worden gemaakt van de volgende elementen:
374 Afbeeldingen, animatie en multimedia
• Miniaturen die als rollover fungeren (zoals hiernaast)
• Verticale miniaturen • Fotorasters • Gestapelde foto's • lichtbakken
U kunt naar keuze afzonderlijke bestanden of een hele map met foto's importeren. U kunt ook rechtstreeks foto's vanuit een TWAIN-apparaat (digitale camera of scanner) importeren. Grote foto's die u in de galerie importeert, worden automatisch geschaald en geëxporteerd met een maximale resolutie van 720 x 540 pixels. Foto's die kleiner zijn dan 720 x 540 pixels, worden niet gewijzigd. U kunt bij het importeren van foto's de volgende bewerkingen op meerdere geselecteerde foto's tegelijk uitvoeren:
•
De volgorde veranderen waarin de foto's worden weergegeven
•
De foto's allemaal van een bijschrift voorzien of roteren* of de helderheid en het contrast van alle foto's aanpassen
•
Exif-tags toevoegen en aangepaste bijschriften maken
•
Fotoalbums maken en beheren
*Automatische rotatie van foto's die zijn gemaakt met een digitale camera (liggend of staand), is mogelijk (mits dat wordt ondersteund door de camera).
Afbeeldingen, animatie en multimedia 375
Een galerie maken Nadat u de gewenste fotobestanden uit mappen, een fotocamera of een scanner bijeen hebt gebracht, kunt u een fotogalerie op een pagina invoegen, op dezelfde manier waarop u een afzonderlijke foto invoegt. Alle foto's die worden uitgevoerd, hebben de indeling JPG, ongeacht hun oorspronkelijke type en ongeacht de instellingen in Bestand>Eigenschappen van site>Afbeeldingen. Zo voegt u een fotogalerie in: 1.
Klik op de knop Fotogalerie invoegen in het vervolgmenu Afbeelding op de werkbalk Standaardobjecten.
2.
(Optioneel) Klik op Geavanceerd als u de afbeeldingsgrootte en beeldkwaliteit die standaard worden gebruikt, wilt wijzigen. De standaardgrootte van foto's is de maximumresolutie waarmee foto's worden geëxporteerd.
3.
Selecteer het type fotogalerie dat u wilt maken:
•
Professionele Flash-fotogalerie (bezoekers van uw site moeten beschikken over Flash 9 of hoger.)
•
Flash-fotogalerie (bezoekers van uw site moeten beschikken over Flash 8 of hoger.)
•
JavaScript-fotogalerie
376 Afbeeldingen, animatie en multimedia 4.
Klik op Volgende. Kies in dialoogvenster de bewerking die u wilt uitvoeren:
•
Afzonderlijke bestanden toevoegen Klik op de knop Bestanden toevoegen om naar de gewenste foto's te gaan en selecteer vervolgens het fotobestand dat moet worden geopend. U kunt ook meerdere fotobestanden selecteren. Houd bij het klikken Ctrl of Shift ingedrukt om respectievelijk meerdere niet-aangrenzende of een reeks aangrenzende bestanden te selecteren. Gebruik het voorbeeldvenster om de foto's te bekijken die u aan de huidige selectie toevoegt. - of -
•
Alle foto's in een map toevoegen Klik op de knop Map toevoegen om naar een map te gaan. Selecteer de map vervolgens om de inhoud van de map toe te voegen. - of -
•
Foto's uit een digitale camera of scanner toevoegen Klik op de knop TWAIN. Selecteer indien nodig voordat u het importproces start eerst de TWAINbron met de optie Bron selecteren... in het vervolgmenu. U kunt ook een map opgeven waarin de geïmporteerde foto's moeten worden opgeslagen met de optie Exportmap instellen... in het vervolgmenu. Klik op Importeren... om uw foto's op te halen.
•
Als u een of meer miniaturen wilt verwijderen, selecteert u die miniaturen en klikt u op Verwijderen.
De foto's worden als miniaturen in het dialoogvenster Fotogalerie weergegeven.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 377
5.
(Optioneel) Selecteer een of meer miniaturen in de galerie om deze te bewerken.
•
Als u de volgorde van de foto's wilt wijzigen, Omhoog en gebruikt u de knoppen onderaan in het dialoogvenster. - of -
Omlaag
Verplaatsen en voer het getal in van de Klik op gewenste positie van de foto.
•
Als u een foto met de klok mee wilt draaien in stappen van 90 graden, klikt u op de knop Roteren. - of Klik in de kolom Naar rechts roteren en selecteer in het vervolgmenu het aantal graden waarmee de foto moet worden geroteerd.
•
Als u een bijschrift wilt toevoegen, klikt u in de kolom Bijschrift en voegt u tekst, getallen en tekens in.
•
Als u bijschriften wilt maken van Exif-, IPTC- en Bijschriften XMP-fototags, klikt u op opmaken. Selecteer in de vervolgkeuzelijst het type tag dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op Tag toevoegen. In het vak Voorbeeld van bijschrift wordt een voorbeeld van het bijschrift getoond. Geef op waar de bijschriften moeten worden toegevoegd door een van de volgende opties te selecteren: Toevoegen aan begin van bijschrift, Toevoegen aan einde van bijschrift of Bijschrift overschrijven. Klik op OK.
•
Als u bijschriften wilt zoeken en vervangen, klikt u op Bijschrift zoeken. (Zie het onderwerp Zoeken en vervangen gebruiken op pagina 263.)
378 Afbeeldingen, animatie en multimedia
•
Als u de helderheid en het contrast van een foto wilt aanpassen, klikt u in de kolommen Helderheid en Contrast en voert u een waarde in tussen 0 en 100.
•
Als u een foto wilt vervangen, klikt u met de rechtermuisknop op de geselecteerde foto en klikt u vervolgens op Afbeelding vervangen.
•
(Alleen voor de professionele Flash-fotogalerie) Als u foto's wilt ordenen in albums, klikt u op Albums bewerken. Schakel het selectievakje Albums in galerie inschakelen in en selecteer het aantal albums dat u wilt gebruiken (maximaal 24). Geef in de vakken Titel en Beschrijving een titel en beschrijving op voor het album en geef desgewenst bij Achtergrondmuziek de muziek op die moet worden afgespeeld terwijl de foto's in het album worden weergegeven. Klik op OK.
•
(Alleen voor de professionele Flash-fotogalerie) Als u hyperlinks aan foto's wilt toevoegen, klikt u op Hyperlink bewerken. Kies in het dialoogvenster dat verschijnt, een type hyperlink in het vak Type hyperlink: u kunt opgeven dat u geen hyperlinks wilt gebruiken, dat u hyperlinks naar de oorspronkelijke afbeelding wilt toevoegen of hyperlinks naar een ander hyperlinkdoel wilt toevoegen (bijvoorbeeld een pagina van uw site of een internetpagina). Voor de laatste optie moet u dubbelklikken op de tekst Geen koppeling om het hyperlinkdoel te selecteren.
6.
Als u bepaalde foto's in uw site wilt opnemen, schakelt u de optie Afbeeldingen insluiten in. Standaard worden foto's los van het WebPlus-bestand bewaard (er wordt een koppeling gebruikt naar het bronbestand).
7.
Klik op Volgende.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 379
8.
Selecteer in het deelvenster Stijl van galerie boven in het dialoogvenster een stijl voor uw fotogalerie. Elke stijl biedt andere mogelijkheden om door de foto's te navigeren. Probeer de verschillende stijlen uit in het voorbeeldvenster totdat u de gewenste stijl hebt gevonden. U ziet dat er in elke stijl een besturingsbalk aanwezig is waarmee gebruikers de foto's kunnen doorlopen nadat u deze hebt gepubliceerd.
9.
(Optioneel) Gebruik het deelvenster aan de rechterkant om de gewenste opties in te stellen voor de geselecteerde stijl (zoals de achtergrondmuziek, kleur van bijschriften, AutoPlay, enzovoort). Sommige opties kunt u alleen voor een specifieke galeriestijl instellen, zoals in- en uitschakelbare interactieve miniaturen, het aantal weergegeven miniaturen, het aantal foto's per stapel, een hyperlinkdoel enzovoort. Voor sommige stijlen kunt u ook opgeven hoeveel vervaging er moet optreden tussen foto's. Als u AutoPlay inschakelt, wordt de weergave van foto's automatisch gestart waarbij de tijd dat elke foto wordt weergegeven (in seconden) kan worden aangepast. Als u AutoPlay niet inschakelt, kan de weergave van de foto's in de galerie worden gestart via de besturingsbalk, die wordt weergegeven nadat u de pagina hebt gepubliceerd.
10. Klik op Voltooien.
11.
Als u de galerie met standaardafmetingen wilt invoegen, plaatst u de cursor op de positie waar u de galerie wilt neerzetten en klikt u met de muis. - of Als u een aangepaste grootte wilt instellen voor de galerie, sleept u met de muis totdat de fotogalerie de gewenste grootte heeft.
380 Afbeeldingen, animatie en multimedia
De fotogalerie bewerken Als u de fotogalerie aan de webpagina hebt toegevoegd, kan deze worden bewerkt. Er kunnen foto's worden toegevoegd, verwijderd en geroteerd, van een bijschrift worden voorzien of worden aangepast met de instellingen voor helderheid en contrast. U kunt ook de bestaande galeriestijl vervangen door een andere stijl, de hyperlinks naar foto's wijzigen, een andere achtergrondmuziek kiezen, de tekstkleur van bijschriften wijzigen en AutoPlay inschakelen voor de galerie (foto's worden automatisch na elkaar weergegeven). Als er meerdere galerieën aanwezig zijn op uw site, kunt u eerder ingestelde hyperlinks beheren via de optie Hyperlink in Websitebeheer. Kies Galerieafbeelding in de vervolgkeuzelijst Type. Zo bewerkt u een fotogalerie: 1.
Selecteer een fotogalerie die al aanwezig is op uw webpagina.
2.
Dubbelklik op de galerie. Het dialoogvenster Fotogalerie wordt weergegeven. De opties in dit dialoogvenster zijn gelijk aan de opties die beschikbaar zijn tijdens het maken van de galerie.
3.
Als u een kenmerk van alle foto's tegelijk wilt bewerken, selecteert u alle foto's met het selectievakje boven aan de kolom met foto's en brengt u vervolgens de gewenste wijzigingen aan met de opties onder aan de lijst met foto's.
Als een galerie eenmaal op de pagina is geplaatst, is het ook mogelijk om een hoek van het galerieobject te verslepen om de galerie groter of kleiner te maken. Houd de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het slepen als u de hoogte-breedteverhoudingen wilt behouden tijdens het schalen.
Afbeeldingen, animatie en multimedia 381
Externe afbeeldingen koppelen U kunt koppelingen maken naar afbeeldingen die op dat moment beschikbaar zijn op internet. U wordt aangeraden alleen foto's en andere afbeeldingen te gebruiken van een betrouwbare fotoopslagservice om te voorkomen dat u inbreuk maakt op auteursrechten van anderen. U kunt vanzelfsprekend ook 'hotlinks' maken naar foto's of andere afbeeldingen op de website van een vriend of collega, waar dergelijke auteursrechten wellicht niet van toepassing zijn. Het is echter ook in dat geval goed om eerst om toestemming te vragen. Zo voegt u een koppeling naar een externe afbeelding in: 1.
Ga naar Invoegen>Afbeelding>Externe koppeling....
2.
Voer in het dialoogvenster de absolute URL van de afbeelding in.
3.
Klik op OK.
4.
De muisaanwijzer verandert in de cursor voor het plakken van afbeeldingen . Wat u vervolgens doet, bepaalt de aanvankelijke grootte en positie van de afbeelding.
5.
Als u de afbeelding wilt invoegen met de standaardgrootte, klikt u eenvoudig op de muisknop. - of Als u de grootte van de ingevoegde afbeelding wilt instellen, geeft u de omvang aan door te slepen met de muis en laat u de muisknop vervolgens los.
382 Afbeeldingen, animatie en multimedia
13
Lijnen, vormen en effecten
384 Lijnen, vormen en effecten
Lijnen, vormen en effecten 385
Lijnen tekenen en bewerken WebPlus bevat de gereedschappen Potlood, Rechte lijn en Pen voor het tekenen van vrije vormen en rechte en gebogen lijnen. Potlood kunt u Met de knop gebogen lijnen en vormen in een vrije vorm tekenen.
Met de knop Rechte lijn kunt u rechte lijnen tekenen, bijvoorbeeld horizontale balken boven of onder aan de pagina of horizontale lijnen om afzonderlijke secties van elkaar te scheiden of koptitels te benadrukken.
Pen kunt u Met het gereedschap een reeks lijnsegmenten (gebogen of recht) met elkaar verbinden door herhaaldelijk te klikken.
386 Lijnen, vormen en effecten Elke gebogen lijn kan worden gesloten (door de eindpunten met elkaar te verbinden) om een aangepaste vorm te maken (zie Vormen tekenen en bewerken op pagina 389 voor meer informatie).
Lijnen tekenen Zo tekent u een lijn uit de vrije hand (met het gereedschap Potlood): 1.
Klik op de knop Potlood in het vervolgmenu Lijn van de werkbalk Standaardobjecten.
2.
Klik op de positie waar de lijn moet beginnen en sleep met de muis terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt. Er verschijnt een lijn die de beweging van de muisaanwijzer volgt.
3.
Laat de muisknop los zodra de lijn de gewenste lengte heeft. De lijn wordt automatisch vloeiend gemaakt via een beperkt aantal nodes.
4.
Als u de lijn langer wilt maken, plaatst u de muisaanwijzer boven een van de rode eindnodes. Bij de aanwijzer wordt nu een plusteken weergegeven. Klik op de node en sleep met de muis om een nieuw lijnsegment toe te voegen.
Zo tekent u een rechte lijn (met het gereedschap Rechte lijn): 1.
Klik op de knop Rechte lijn in het vervolgmenu Lijn op de werkbalk Standaardobjecten.
2.
Klik op de positie waar de lijn moet beginnen en sleep met de muis. Laat de muisknop los zodra de lijn de gewenste lengte heeft.
Lijnen, vormen en effecten 387
Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u sleept als u de hoek van de lijn in stappen van 15° wilt instellen. (Zo kunt u eenvoudig horizontale of verticale lijnen tekenen.) 3.
Als u de lijn langer wilt maken, plaatst u de muisaanwijzer boven een van de rode eindnodes. Bij de aanwijzer wordt nu een plusteken weergegeven. Klik op de node en sleep met de muis om een nieuw lijnsegment toe te voegen.
Zo tekent u een of meer lijnsegmenten (met het gereedschap Pen): 1.
Klik op de knop Pen in het vervolgmenu Lijn van de werkbalk Standaardobjecten. Let erop dat boven in het programmavenster de optiebalk voor curven verschijnt met drie knoppen waarmee u het type lijnsegment kunt selecteren dat u wilt tekenen: Een recht segment is een rechte lijn die twee nodes met elkaar verbindt. (Snelkoppeling: druk op 1)
Een Bézier-curve is een gebogen lijnsegment met controlegrepen, waarmee u nauwkeurig de buiging van het segment kunt instellen. (Snelkoppeling: druk op 2) Intelligente curven hebben geen zichtbare controlegrepen. Hierbij worden alle nodes automatisch via een
388 Lijnen, vormen en effecten vloeiende gebogen lijn met elkaar verbonden. Deze curven zijn vooral handig als u afbeeldingen of gebogen objecten wilt overtrekken. (Snelkoppeling: druk op 3)
2.
Selecteer een lijntype en klik vervolgens op de positie waarop de lijn moet beginnen.
•
Als u een recht lijnsegment wilt tekenen, klikt u gewoon op de positie waar het lijnsegment moet eindigen (of sleept u de muis naar deze positie). Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u klikt als u het lijnsegment in stappen van 15° wilt in stellen (handig als u snel rechte hoeken wilt tekenen).
•
Als u voor een Bézier-curve hebt gekozen, klikt u nog een keer om een nieuwe node te definiëren en sleept u vervolgens een controlegreep vanuit deze node. Controlegrepen fungeren als 'magneten' die de gebogen lijn in de juiste vorm trekken. De afstand tussen de grepen bepaalt de diepte van de uiteindelijke nieuwe gebogen lijn. Klik tot slot op de positie waar het segment moet eindigen en een gebogen lijnsegment verschijnt. Het voltooide segment kan worden geselecteerd.
•
Als u voor een intelligente curve hebt gekozen, klikt u nog een keer om een nieuwe node te definiëren. De nieuwe node en de vorige worden automatisch via een vloeiende gebogen lijn (zonder zichtbare controlegrepen) met elkaar verbonden. Sleep met de muis voordat u de muisknop loslaat als u de lijn wilt buigen. Als u voor de vorige node hetzelfde lijntype hebt gekozen, wordt automatisch ook het vorige lijnsegment gebogen terwijl u sleept met de muis.
Lijnen, vormen en effecten 389
Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u klikt als u de oriëntatie van de nieuwe node ten opzichte van de vorige node in stappen van 15° wilt instellen. 3.
Om een bestaande lijn uit te breiden, herhaalt u stap 2 voor elk nieuw segment. Desgewenst kunt u voor elk segment een ander lijntype instellen.
4.
Druk op Esc, dubbelklik, of selecteer een ander gereedschap om de lijn te voltooien.
Lijnen bewerken Gebruik het selectiegereedschap en de opties op de optiebalk voor curven als u lijnen wilt aanpassen nadat u ze hebt getekend. De basistechnieken zijn dezelfde, ongeacht of u een afzonderlijke lijn of de contouren van een gesloten vorm wilt bewerken. Wanneer u een van de bovengenoemde lijntypen selecteert, verschijnt automatisch een aantal vierkante nodes waarmee u het verloop van de lijn kunt aanpassen. Zie het Help-bestand van WebPlus voor informatie over het bewerken van lijnen.
Lijneigenschappen instellen Lijnen (met inbegrip van gesloten vormen) hebben diverse eigenschappen, zoals de kleur, de lijndikte, het type hoek, het uiteinde enzovoort. U kunt deze eigenschappen naar behoefte aanpassen. Dat geldt zowel voor vrije vormen, rechte en gebogen lijnen als voor de contouren van een vorm. Tekstframes, afbeeldingen, tabellen en artistieke tekstobjecten hebben ook lijneigenschappen. In WebPlus kunt u de positie van de pennenstreek (dat wil zeggen de lijndikte) in verhouding tot het pad van het object (de lijn die de grenzen van het object definieert) bepalen.
390 Lijnen, vormen en effecten Zo wijzigt u de lijneigenschappen van een geselecteerd object:
•
Gebruik het tabblad Stalen als u de lijnkleur en/of schakering/tint van een kleur wilt wijzigen. U kunt ook het tabblad Kleur gebruiken om een kleur op het geselecteerde object toe te passen van een kleurmenger. De lijn en de vulkleur van een object kan effen zijn of een verloop hebben en kan ook bitmaps en transparantie-effecten bevatten.
•
Gebruik het tabblad Lijn, de optiebalk voor lijnen (beschikbaar wanneer er een lijn is geselecteerd) of het dialoogvenster Lijnen en randen als u de lijndikte, het lijntype of andere eigenschappen van de lijn wilt wijzigen. Gebruik de vervolgkeuzelijsten om de gewenste lijndikte en lijnstijl in te stellen.
Op het tabblad Lijn, op de optiebalk of in het dialoogvenster Lijnen en randen bevat het vervolgkeuzemenu voor stijlen de volgende stijlen: Geen, Enkel, Kalligrafie en verschillende lijnstijlen voor Onderbroken en Dubbel zoals hieronder wordt getoond.
Verschillende lijnstijlen kunnen naar behoefte worden aangepast: Bij stippellijnen en onderbroken lijnen kunt u een van de vijf lijnstijlen selecteren (zie hierboven). - of (alleen tabblad en dialoogvenster) Sleep de schuifregelaar Streepjespatroon om de algemene lengte van het patroon (het aantal vakjes links van de schuifregelaar) in te stellen
Lijnen, vormen en effecten 391
en de lengte van de streepjes (het aantal zwarte vakjes). In de volgende afbeeldingen worden onderbroken lijnen weergegeven met een lengte van (1) 4 en 2 en (2) 5 en 4:
Wat dubbele lijnen betreft, kunt u uit vier Dubbele lijnstijlen selecteren (zie boven).
(Alleen tabblad) Bij kalligrafische lijnen met een variabele breedte selecteert u de kalligrafische lijnstijl in het vervolgkeuzemenu en stelt u vervolgens met het vak Kalligrafische hoek de hoek van de penseelpunt in, zoals u in de onderstaande voorbeelden kunt zien.
U kunt ook het Uiteinde van een lijn en het Snijpunt van lijnen (hoek) waar twee lijnen elkaar snijden variëren. In het dialoogvenster Lijnen en randen zijn alle lijneigenschappen van een object beschikbaar, inclusief opties voor de randselectie, schakering/tint van een kleur, het schalen van het uiteinde van een
392 Lijnen, vormen en effecten lijn en het toevoegen van decoratieve op foto's gebaseerde randen voor het inlijsten van foto's. Zo geeft u alle lijneigenschappen weer:
•
Klik op de knop Lijnen en randen in het vervolgmenu met vulgereedschappen van de werkbalk Gereedschappen. Op het tabblad Lijn van het dialoogvenster kunt u de lijneigenschappen van het object wijzigen (zie hiervoor) en op het tabblad Rand kunt u op foto's gebaseerde randen instellen.
Vormen tekenen en bewerken AutoVormen zijn vooraf ontworpen objecten van de meest uiteenlopende vormen die u direct aan een pagina kunt toevoegen.
Wanneer u een AutoVorm hebt getekend, kunt u de oorspronkelijke vorm aanpassen met de grepen en de eigenschappen van de vorm wijzigen, bijvoorbeeld door effen kleuren/verloopkleuren, bitmaps(inclusief uw eigen bitmapafbeeldingen) en transparantie-effecten toe te passen op de contouren en vulling van het object.
Lijnen, vormen en effecten 393
U kunt ook vormen maken door een lijn (of een reeks lijnsegmenten) te tekenen en vervolgens de begin- en eindpunten ervan te verbinden, zodat er een gesloten vorm ontstaat.
AutoVormen Het vervolgmenu AutoVormen op de werkbalk Standaardobjecten bevat allerlei veelgebruikte vormen, zoals rechthoeken, ovalen, pijlen, veelhoeken, sterren, kubussen en cilinders.
Wanneer u een AutoVorm aan de pagina hebt toegevoegd, kunt u ook de optiebalk voor AutoVormen gebruiken die zich boven de werkruimte bevindt om de lijndikte, kleur, stijl, enzovoort van de AutoVorm aan te passen. Zo maakt u een AutoVorm: 1.
Klik op de knop AutoVorm op de werkbalk Standaardobjecten en selecteer een vorm.
2.
Klik op de pagina om een nieuwe vorm te maken met een standaardgrootte. - of Sleep met de muis over de pagina als u de grootte van de vorm wilt wijzigen. Laat de muisknop los zodra de vorm de gewenste grootte heeft.
394 Lijnen, vormen en effecten Zo beperkt u de verhoudingen van een vorm (bijvoorbeeld om een cirkel te tekenen):
•
Houd de Shift-toets ingedrukt tijdens het slepen.
Alle AutoVormen kunnen worden verplaatst, geschaald, geroteerd en gevuld. Daar komt nog bij dat u ook het uiterlijk van een AutoVorm kunt aanpassen door de aanpasbare schuifregelaars rond de vorm te verslepen met de muis. Elke vorm verandert op een logische manier, zodat u nauwkeurig het uiterlijk ervan kunt bepalen. Zo past u het uiterlijk van een AutoVorm aan: 1.
Klik op de AutoVorm om deze te selecteren. Er verschijnen een of meer schuifregelaars rond de vorm. Verwar deze schuifregelaars niet met de selectiegrepen aan de binnenzijde van de vorm. Elk type AutoVorm heeft andere schuifregelaars die elk een specifieke functie vervullen.
2.
Versleep de schuifregelaars om het uiterlijk van de AutoVorm aan te passen. Plaats het selectiegereedschap boven de greep en lees de uitleg op de statusbalk als u wilt weten wat de functie van elke greep voor een bepaalde vorm is.
Lijnen, vormen en effecten 395
Gesloten vormen Zodra u een lijn tekent of selecteert, verschijnen de nodes van de lijn. Deze nodes geven de eindpunten aan van de afzonderlijke segmenten waaruit de lijn bestaat. Lijnen die u uit de vrije hand hebt getekend, hebben doorgaans een groot aantal nodes. Rechte of gebogen lijnsegmenten hebben daarentegen maar twee nodes. U kunt een vorm maken door de lijn door te trekken naar het beginpunt.
Zo converteert u een geselecteerde lijn naar een vorm:
•
Selecteer de lijn met het Selectiegereedschap en klik op de knop
Curve sluiten op de optiebalk voor curven.
U kunt ook omgekeerd te werk gaan en een gesloten vorm openen om er een of meer lijnsegmenten aan toe te voegen. Zo opent u een lijn of gesloten vorm: 1.
Selecteer met het selectiegereedschap de node waar u de lijn of vorm wilt openen.
2.
Klik op de knop Curve openen op de optiebalk voor curven. Als u een lijn hebt geselecteerd, wordt deze in twee lijnen gesplitst. Hebt u een vorm geselecteerd, dan wordt deze naar een lijn geconverteerd. Hierbij
396 Lijnen, vormen en effecten wordt de geselecteerde node in twee nodes gesplitst (één aan elk uiteinde van de nieuwe lijn). 3.
U kunt de vorm van de lijn nu naar behoefte aanpassen met het selectiegereedschap.
Vormen bewerken •
Gebruik de schuifregelaar Dikte op het tabblad Lijn als u de lijndikte of het type rand van de vorm wilt wijzigen. Klik op de middelste vervolgkeuzelijst als u een andere lijnstijl (stippellijn, onderbroken lijn, enzovoort) wilt toepassen.
•
Gebruik het tabblad Kleur of Stalen als u de lijn- of vulkleur van een vorm (effen kleur, kleurverloop of bitmap) wilt wijzigen. Zie Effen kleuren instellen of Met kleur- en bitmapverlopen werken voor meer informatie.
•
Gebruik het tabblad Transparantie als u een transparantie-effect op basis van een kleur- of bitmapverloop wilt toepassen. Zie Met transparantie werken voor meer informatie.
2D-filtereffecten gebruiken WebPlus biedt een hele reeks filtereffecten waarmee u elk object kunt transformeren. Met de ingebouwde 3D-filtereffecten kunt u zelfs de indruk wekken dat het oppervlak van een object met een textuur is bekleed (zie verderop in dit hoofdstuk)! Hier zullen we dieper ingaan op de tweedimensionale filtereffecten. In de volgende voorbeelden hebben we elk 2D-filtereffect op de letter A toegepast.
Lijnen, vormen en effecten 397
Slagschaduw
Schaduw binnen
Gloed buiten
Gloed binnen
Schuine rand binnen
Schuine rand buiten
Reliëf
Kussenreliëf
Gaussiaans vervagen
Zoomen
Radiaal vervagen
Bewegingsonscherpte
Vulkleur
Doezelen
Contour
Weerspiegeling
398 Lijnen, vormen en effecten Op het tabblad Stijlen in de studio vindt u tientallen kant-en-klare 2Dfiltereffecten die u op objecten kunt toepassen. In de verschillende categorieën van de studio vindt u een galerie met vooraf gedefinieerde effecten, zoals schaduw, schuine randen, weerspiegeling, vervaging en nog veel meer. In elke categorie vindt u verscheidene varianten van het desbetreffende effect. Klik op een miniatuur om het effect toe te passen op het geselecteerde object. Als u de werking van uw 2D-filtereffecten exact wilt bepalen, kunt u gebruikmaken van
Filtereffecten.
Zo past u 2D-filtereffecten toe: 1.
Selecteer een object en klik op de knop Filtereffecten in het vervolgmenu Effecten van de werkbalk Gereedschappen.
2.
Om een specifiek effect toe te passen, schakelt u het overeenkomstige selectievakje in de lijst aan de linkerkant in.
3.
Als u de eigenschappen van een effect wilt aanpassen, selecteert u de naam van het effect en kiest u met de besturingselementen de gewenste instellingen. Versleep de schuifregelaars of typ rechtstreeks waarden om het gewenste effect te verkrijgen. (U kunt ook een
Lijnen, vormen en effecten 399
schuifregelaar selecteren en de pijltoetsen op het toetsenbord gebruiken.) Welke opties u kunt instellen, hangt af van het effect dat u hebt geselecteerd. 4.
Klik op OK om het effect toe te passen op het geselecteerde object of op Annuleren om de wijzigingen te annuleren.
Reflecties maken U kunt een pagina eenvoudig een creatieve uitstraling geven door een verticale weerspiegeling toe te voegen aan een geselecteerd object. Dit effect is vooral mooi als u het op afbeeldingen toepast, maar kan net zo indrukwekkend zijn bij artistieke tekst, zoals paginatitels of tekstbanners. Hierbij kunt u nauwkeurig de hoogte, transparantie, verschuiving en vervaging van de weerspiegeling instellen.
Contouren maken In WebPlus kunt u een gekleurde contour maken rond objecten, voornamelijk tekst en vormen (als een filtereffect). U kunt de breedte, kleur, opvulling, transparantie en overvloeimodus voor de contouren instellen. U kunt op contouren kunnen ook een kleurverloop, een unieke vulkleur voor de contour (de vulkleur loopt van de binnenrand naar de buitenrand van de contour) of een patroon als vulkleur toepassen en de contour kan aan de
400 Lijnen, vormen en effecten binnenrand, de buitenrand of het midden van de objectrand worden geplaatst. Zoals voor alle andere effecten geldt ook hier weer dat u het effect naar behoefte in of uit kunt schakelen. Desgewenst kunt u behalve de contour ook een willekeurige combinatie van 2D- of 3Dfiltereffecten op het object toepassen.
Het gereedschap Schaduw gebruiken Schaduw leent zich uitstekend om uw werk diepte en allure te geven. Dat geldt in het bijzonder voor afbeeldingen, tekstobjecten en vormen. U kunt in WebPlus snel en gemakkelijk schaduw aanbrengen met het gereedschap Schaduw in het vervolgmenu Effecten op de werkbalk Gereedschappen. Met dit gereedschap hebt u de controle over het schaduweffect en kunt aanpasbare basisschaduwen of op schuine randen gebaseerde schaduwen maken voor elk WebPlus-object.
Hier ziet u basisschaduwen (links) en schuingetrokken schaduwen (rechts) die zijn toegepast op een vierkante AutoVorm. Met behulp van de weergegeven nodes kunt u rechtstreeks op de pagina (of met de optiebalk voor schaduwen) de kleur, transparantie, vervaging en breedte/afstand van de schaduw aanpassen. Door nodes naar binnen of naar buiten te slepen vanuit de oorsprong van de schaduw, kunt u de vervaging en transparantie van de schaduw aanpassen. Als u een andere kleur wilt instellen voor de schaduw, selecteert u de kleurnode en kiest u een nieuwe kleur op het tabblad Kleur of Stalen. U kunt de oorsprong van de schaduw in het midden (zoals hierna is weergegeven) of aan de
Lijnen, vormen en effecten 401
rand van het object plaatsen voor respectievelijk een basisschaduw of een schuingetrokken schaduw.
(A) Vervagen, (B) Oorsprong van schaduw, (C) Ondoorzichtigheid, (D) Kleur, (E) Schalen Nadat u een schaduw hebt gemaakt, kunt u ook in het dialoogvenster Filtereffecten de gewenste instellingen kiezen.
3D-filtereffecten gebruiken De 3D-filtereffecten gaan veel verder dan 2D-filtereffecten (zoals schaduw, goed, schuine rand of reliëf) en u kunt hiermee de indruk wekken dat het oppervlak van een object met een textuur is bekleed. In het dialoogvenster Filtereffecten kunt u een of meer effecten toepassen op hetzelfde object. Merk op dat deze 3Deffecten niets kunnen 'doen' met een ongevuld object. Er moet een verloop of vulkleur zijn ingesteld voor het object voordat u het verschil ziet!
402 Lijnen, vormen en effecten Het tabblad Stijlen in de studio is een uitstekende plaats om te beginnen met het experimenteren met de verschillende soorten 3Dfiltereffecten. In elke categorie zult u verscheidene vooraf gedefinieerde effecten aantreffen (zowel 2D- als 3D-effecten), die elk specifieke instellingen hebben. U vindt daar een uitgebreide verzameling opvallende voorinstellingen voor 3Doppervlakken en structuren in verschillende categorieën (Voorinstellingen standaard, Standaardstijlen - origineel, Voorinstellingen materialen en Structuur). De categorie Voorinstellingen materialen biedt realistische effecten, zoals Glas, Metaal, Hout, enzovoort. Klik op de gewenste miniatuur om het effect op het geselecteerde object toe te passen. Als op het object al kleur is aangebracht, ziet u meteen het resultaat. U kunt ook een voorinstelling op het tabblad Stijlen aanpassen of een of meer geheel nieuwe specifieke effecten toepassen via Filtereffecten. Zo past u 3D-filtereffecten toe: 1.
Filtereffecten in het vervolgmenu Effecten Klik op op de werkbalk Gereedschappen.
Lijnen, vormen en effecten 403
2.
Activeer het selectievakje 3D-effecten aan de linkerkant. Het selectievakje 3D-belichting is standaard geactiveerd.
3.
Versleep de schuifregelaars voor deze 'hoofdschakelaar' om de algemene eigenschappen te wijzigen van de afzonderlijke 3D-effecten die u instelt.
4.
•
Met Vervagen geeft u op hoe vloeiend het effect wordt. Hoe hoger de waarde die u instelt, hoe meer u de indruk wekt dat de hoogte geleidelijk wijzigt.
•
Met Diepte bepaalt u hoe steil de wijzigingen in diepte zijn.
•
De knop is standaard ingedrukt, waardoor beide schuifregelaars aan elkaar zijn gekoppeld, zodat grote wijzigingen in diepte glad gestreken door de parameter Vervagen. Klik op de knop als u beide schuifregelaars onafhankelijk van elkaar wilt aanpassen.
(Facultatief) Vouw desgewenst het voorbeeldvenster uit door op de knop Voorbeeld weergeven/verbergen te klikken. Als dit deelvenster is uitgevouwen, worden de effecten die u instelt alleen in het voorbeeldvenster toegepast. Als u dit deelvenster samenvouwt (door nogmaals op de knop te klikken), worden de ingestelde effecten rechtstreeks op het object op de pagina toegepast. Wanneer u voor de eerstgenoemde methode kiest, kunt u nauwkeurig de gewenste instellingen kiezen voor een effect, zonder dat andere objecten op de pagina u daarbij hinderen. Gebruik de zoomknoppen of de bijbehorende vervolgkeuzelijst op de werkbalk bovenaan als u in of uit wilt zoomen op de werkomgeving, zodat u nauwkeuriger kunt werken.
5.
Schakel in de lijst 3D-effecten een 3D-effect in en experimenteer met de beschikbare instellingen.
404 Lijnen, vormen en effecten
Objectstijlen gebruiken Objectstijlen bieden ongeveer dezelfde voordelen als opmaakprofielen en kleurenschema's. Nadat u zorgvuldig de gewenste opmaak hebt ingesteld voor een object (bijvoorbeeld een welbepaalde lijnkleur, vulkleur, rand, enzovoort), kunt u al deze opmaakkenmerken als benoemde stijl opslaan. WebPlus onthoudt welke objecten die stijl gebruiken en de stijl wordt op het tabblad Stijlen weergegeven, zodat de stijl ook op nieuwe objecten kan worden toegepast.
Op het tabblad Objectstijlen vindt u verscheidene galerieën met vooraf gedefinieerde objectstijlen die u kunt toepassen op objecten. Elke stijl kan naar behoefte worden aangepast! De verschillende objectstijlen zijn overzichtelijk ingedeeld in categorieën (zoals Schaduw, Schuine randen, Vervagen, 3D, Transformaties, enzovoort), die op hun beurt weer uit meerdere subcategorieën bestaan. Zo past u een objectstijl toe op een of meer geselecteerde objecten: 1.
Activeer het tabblad Objectstijlen in de studio.
Lijnen, vormen en effecten 405
2.
Vouw de vervolgkeuzelijst uit om een categorie van benoemde stijlen te selecteren (bijvoorbeeld Vervagingen) en kies vervolgens een subcategorie door te schuiven in het onderste venster.
3.
Aan de hand van de miniaturen op het tabblad kunt u eenvoudig een voorbeeld bekijken van de verschillende objectstijlen in elke subcategorie.
4.
Klik op de miniatuur van een objectstijl als u deze stijl op de huidige selectie wilt toepassen.
Zo verwijdert u een objectstijl uit de galerie:
•
Klik met de rechtermuisknop op de staal van het verloop in de galerie en kies Verwijderen in het snelmenu.
Zo verbreekt u de koppeling tussen een object en zijn stijldefinitie:
•
Klik met de rechtermuisknop op het object en kies Opmaak > Objectstijl > Koppeling verbreken.
Objectstijlen opslaan Zo maakt u een nieuwe objectstijl op basis van de kenmerken van een bestaand object:
•
Klik met de rechtermuisknop op het object en kies Opmaak > Objectstijl > Objectstijl maken.
Zo slaat u de objectstijlen van een site globaal op: 1.
Kies Als standaardwaarden opslaan in het menu Extra.
2.
Selecteer in het dialoogvenster de optie Objectstijlen en klik vervolgens op Opslaan.
406 Lijnen, vormen en effecten
Diepte toevoegen (Instant 3D) Met de functie Instant 3D kunt u vlakke vormen en tekst in een oogwenk in driedimensionale objecten omtoveren.
In WebPlus kunt u verschillende 3D-effecten instellen, zoals:
•
Schuine randen: maak een keuze uit verschillende vooraf gedefinieerde afgeronde en uitgehakte schuine randen of maak uw eigen schuine randen met de profieleditor voor aangepaste schuine randen.
•
Belichting: u kunt maximaal acht bewerkbare en afzonderlijk gekleurde lichten plaatsen voor fraaie belichtingseffecten.
•
Draaibankeffecten: maak objecten met contouren (bijvoorbeeld een kurk) met de profieleditor voor aangepaste draaibankeffecten en extrusiebeheer.
•
Structuur: bepaal hoe de structuur wordt geëxtrudeerd van objecten die geen effen vulkleur hebben.
•
Weergaven: roteer uw object in drie dimensies.
•
Materiaal: bepaal in welke mate de belichting een effect heeft op het oppervlak van objecten (ideaal voor driedimensionale artistieke tekst).
Via de optiebalk boven de werkomgeving kunt u eenvoudig de gewenste instellingen configureren. Elke instelling bepaalt mede het 3D-effect dat op het geselecteerde object wordt toegepast. U kunt het object rechtstreeks op de pagina transformeren (in 3D) met behulp van een rode cirkel die als as fungeert van waaruit u het
Lijnen, vormen en effecten 407
object rond de X-, Y- en Z-as kunt draaien in verhouding tot de pagina. Kijk hoe de vorm van de muisaanwijzer verandert wanneer u de aanwijzer over de verschillende controlegrepen van de rode cirkel beweegt.
X-rotatie
Y-rotatie
Z-rotatie
X- en Yrotatie
Roteer uw 3D-objecten rond hun eigen as in plaats van rond de assen van de pagina door de Ctrl-toets ingedrukt te houden tijdens het roteren. U kunt ook rechtstreeks op de pagina de hoek en hoogte van elke 'actieve' lichtbron wijzigen door de lichtaanwijzer naar een andere positie te slepen. U kunt het onderliggende basisobject op elk gewenst moment bewerken, ook nadat u een van de bovengenoemde transformaties hebt uitgevoerd. Zo voegt u diepte toe: 1.
Direct 3D Selecteer een object en klik op de knop in het vervolgmenu Effecten op de werkbalk Gereedschappen. Het geselecteerde object neemt onmiddellijk de driedimensionale kenmerken aan en vóór het object wordt een rode cirkel weergegeven.
408 Lijnen, vormen en effecten 2.
Klik in de eerste vervolgkeuzelijst op de optiebalk op een categorie met 3D-effecten. De opties op de optiebalk worden automatisch bijgewerkt, afhankelijk van de categorie die momenteel is geselecteerd. Zie de Help bij WebPlus voor meer informatie.
Klik op de knop Standaardwaarden op de optiebalk om het object te herstellen naar de oorspronkelijke staat. Zo schakelt u het 3D-effect uit:
•
Klik op 3D-effect verwijderen op de optiebalk. Als u het effect later opnieuw wilt inschakelen, klikt u op de knop Direct 3D op de werkbalk Gereedschappen.
Zo bewerkt u de basiseigenschappen van een 3D-object:
•
Selecteer het 3D-object en klik op de knop Basisobject bewerken in de rechterbenedenhoek van het 3D-object.
De vorm wordt getoond die u als uitgangspunt hebt gebruikt om het 3D-object te maken. Versleep een van de grepen van het selectiekader dat rond de vorm wordt weergegeven, om de vorm naar behoefte te schalen en te roteren.
14
Kleuren, verlopen en transparantie
410 Kleuren, verlopen en transparantie
Kleuren, verlopen en transparantie 411
Effen kleuren instellen U kunt effen kleuren toepassen op een object via het tabblad Kleur, het tabblad Stalen of een dialoogvenster.
Via de staalknoppen op het tabblad kunt u op verschillende manieren effen kleuren instellen voor verscheidene objecttypen:
•
U kunt effen kleuren toepassen op de vulkleur of de lijn van een object. AutoVormen en gesloten vormen (zie Vormen tekenen en bewerken in hoofdstuk 8 op pagina 389) hebben zowel lijn- als vuleigenschappen.
•
Voor vrije vormen en gebogen lijnen kunt u niet alleen lijnkleuren gebruiken, maar ook een vulkleur als u gesloten vormen rechtstreeks van de lijn wilt maken.
•
Voor geselecteerde artistieke tekst en tekstobjecten in aangepaste tekstframes kunt u een achtergrondkleur, lijnkleur en tekstkleur instellen. De tekstkleur is de vulkleur van de tekst; de achtergrondkleur is de kleur die wordt gebruikt voor
412 Kleuren, verlopen en transparantie het gebied dat zich vlak achter de tekst bevindt. Voor tekst in HTML-frames kunt u alleen een achtergrondkleur en tekstkleur instellen.
•
Voor tekstframes (weergegeven) en tabelcellen kunt u een achtergrondkleur instellen die afwijkt van de kleur van de tekens die ze bevatten.
Zo stelt u een effen kleur in via het tabblad Kleur: 1.
Selecteer het object of tekstfragment waarvoor u een kleur wilt instellen.
2.
Klik op het tabblad Kleur en selecteer een kleurmodus (RGB, CMYK, HSL of Grijswaarden) in de vervolgkeuzelijst.
3.
Vulkleur, Lijn of Klik op de knop Tekst boven aan het tabblad om aan te geven waar u de kleur wilt toepassen. De kleur die onder de knoppen wordt weergegeven, is de kleur die momenteel is ingesteld voor het geselecteerde object. Voor geselecteerde frametekst is dat de achtergrondkleur van de tekst (niet de achtergrondkleur van het frame).
4.
Selecteer een kleur in het kleurenspectrum onder aan het tabblad of gebruik (afhankelijk van de geselecteerde kleurruimte) de schuifregelaars om de gewenste kleur in te stellen.
Gebruik de Kleurkiezer om de kleur te definiëren. Klik nadat u dit gereedschap hebt geselecteerd op een willekeurige positie in de werkomgeving om de kleur 'op te nemen’ die zich op dat moment onder de aanwijzer bevindt.
Kleuren, verlopen en transparantie 413
Wanneer de kleurmodus RGB is ingesteld, kunt u hexadecimale waarden gebruiken door deze te selecteren via de knop Kleur.
Tabblad van het tabblad
Zo stelt u een effen kleur in via het tabblad Stalen: 1.
Selecteer het object of tekstfragment waarvoor u een kleur wilt instellen.
2.
Klik op de tab Stalen in de studio.
3.
Klik op de knop Vulkleur, Lijn of Tekst boven aan het tabblad om aan te geven waar u de kleur wilt toepassen.
4.
Selecteer een kleurstaal in het Sitepalet (veelgebruikte kleuren en de kleuren die u al hebt gebruikt in uw site) of standaard Palet (standaard vooraf ingesteld RGB- of themapalet, zoals WebSafe-kleuren).
U kunt ook Opmaak > Vulkleur/verloop kiezen in de menubalk om het gelijknamige dialoogvenster te openen en dit dialoogvenster gebruiken om de gewenste kleur in te stellen voor de huidige selectie. Zo wijzigt u de schakering/tint (helderheid) van een effen kleur: 1.
Selecteer het object en stel via het tabblad Kleur de gewenste lijn-, vul- of tekstkleur in voor het object.
2.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst rechtsboven op het tabblad de optie Tint.
3.
Sleep de schuifregelaar naar links of naar rechts om de huidige kleur respectievelijk donkerder of lichter te
414 Kleuren, verlopen en transparantie maken. U kunt ook rechtstreeks een specifiek percentage instellen via het bijbehorende kringveld (stel 0 als waarde in als u opnieuw de oorspronkelijke kleur wilt instellen). U kunt ook tinten toepassen op een object via het tabblad Stalen. Pas hiervoor directe invoer.
Tint aan via de schuifregelaar of door
In WebPlus worden gebruikte kleuren automatisch toegevoegd aan Sitepalet op het tabblad Stalen.
het
Zo kiest u een ander kleurenpalet:
•
Klik op de knop Palet om kleuren te bekijken en te gebruiken van een palet met standaard-RGB-kleuren, WebSafe-kleuren of een selectie van themapaletten. U kunt kleuren toevoegen, bewerken of verwijderen uit de Sitepalet, maar niet uit de andere paletten.
Kleurenschema's gebruiken WebPlus biedt een indrukwekkende verzameling kleurenschema's, die u kunt selecteren wanneer u een site maakt op basis van een designsjabloon of wanneer u een volledig nieuwe site maakt. Als u kiest voor een site die op een sjabloon is gebaseerd, bepaalt de selectie van een kleurenschema het uiterlijk van uw site wat betreft de kleur omdat alle sjablonen al volgens een schema zijn opgemaakt. U kunt met slechts één muisklik een ander kleurenschema selecteren en daarmee een opvallende wijziging aanbrengen in de kleuren van de pagina-elementen in uw paginalay-out.
Kleuren, verlopen en transparantie 415
Kleurenschema's: (A) Coral, (B) Smoothie en (C) Default. Wanneer u in eerste instantie uw site maakt op basis van een sjabloon, kunt u een van de drie kleurenschema's selecteren die speciaal voor die sjabloon zijn ontworpen, maar u kunt ook een van de algemene kleurenschema's gebruiken. Zie Een website maken op basis van een sjabloon op pagina 26.
Volledig nieuwe schema's maken Voor websites die u helemaal vanuit het niets opbouwt, kunt u gebruikmaken van elk gewenst globaal kleurenschema. U moet echter wel in eerste instantie schemakleuren aan objecten toewijzen (zie pagina 417) tijdens het maken van die objecten omdat u alleen dan andere kleurenschema's kunt toepassen. Als u vervolgens het kleurenschema wijzigt, heeft dat een spectaculaire kleurverandering tot gevolg.
416 Kleuren, verlopen en transparantie
Hoe werkt een kleurenschema?
Kleurenschema's in WebPlus werken eigenlijk net als een systeem waarbij op basis van getallen een schilderij kan worden geschilderd, want er worden aan pagina-elementen in een lay-out specifieke schemakleuren toegewezen op basis van nummers. Deze kleuren worden opgeslagen in stalen ('verfblikken') met de nummers 1 tot en met 12 op het tabblad Stalen.
Het kleurenschema Smoothie Deze stalen vertegenwoordigen het kleurenschema van de site. Van hieruit kunt u schemakleuren aan pagina-elementen toewijzen om er 'schema-elementen' van te maken (dit proces heeft al plaatsgevonden als u sjablonen gebruikt).
Kleuren, verlopen en transparantie 417
Als u nu overstapt op een ander kleurenschema, resulteert dat in een compleet andere 'look' wat betreft de kleur. Probeer verschillende schema's uit met het voorbeeldbestand 'Schema's - voorbeeld', dat in het begin in de wizard Opstarten of het menu Bestand beschikbaar is. Laad het bestand en schakel tussen kleurenschema's via het hulpmiddel Kleurenschema's beheren.
Het kleurenschema Smoothie Deze stalen vertegenwoordigen het kleurenschema van de site. Van hieruit kunt u schemakleuren aan pagina-elementen toewijzen om er 'schema-elementen' van te maken (dit proces heeft al plaatsgevonden als u sjablonen gebruikt). Als u nu overstapt op een ander kleurenschema, resulteert dat in een compleet andere 'look' wat betreft de kleur.
418 Kleuren, verlopen en transparantie
Volgens een schema opgemaakte hyperlinks, paginakleuren en achtergronden U kunt elk van de 12 schemakleuren ook gebruiken voor hyperlinks, de paginakleur en de achtergrond van de site. Voor hyperlinks in het bijzonder geldt dat ze in de toestanden normaal, gevolgd, actief en rollover standaard worden opgemaakt volgens een schema. In al deze toestanden krijgen ze dezelfde schemakleur 10, zoals hiervoor is weergegeven, maar u kunt andere schemakleuren toewijzen via Eigenschappen van site (pagina 46) en zo zorgen dat de hyperlinkkleur verandert bij verschillenden typen activiteiten (als iemand op de hyperlink klikt, de hyperlink aanwijst, enzovoort). De paginakleuren worden niet standaard bepaald door een schema, maar u kunt op elk gewenst moment opgeven dat paginakleuren moeten worden bepaald door een kleurenschema in het dialoogvenster Eigenschappen van site. De achtergronden van sites worden daarentegen wel standaard volgens een kleurenschema opgemaakt met kleurstaal 1, maar de schemakleur kan op elk gewenst moment worden gewijzigd. Zie Het uiterlijk van een pagina instellen op pagina 46 voor meer informatie over het instellen van de paginakleur en de achtergrondkleur van de site.
Andere manieren om schemakleuren te gebruiken Aan tekststijlen kunt u, net als aan andere objecten, schemakleuren toewijzen. Dit is vooral handig als u wilt dat de kopteksten zo worden opgemaakt dat ze passen bij de rest van de site. Uiteraard kunt u het schema dan op elk gewenst moment wijzigen en de kleuren van al uw kopteksten meteen bijwerken. U kunt ook andere schemakleuren toepassen op hyperlinks in tekststijlen op uw hele site. Dit kan handig zijn als u wilt dat hyperlinkkleuren die worden gebruikt in kopteksten (bijvoorbeeld
Kleuren, verlopen en transparantie 419
Kop 1, Kop 2), verschillen van hyperlinkkleuren die worden gebruikt in de hoofdtekst. Zie Teksteigenschappen instellen en Tekststijlen gebruiken op pagina 269 en pagina 269.
Kleurenschema's selecteren Zo selecteert u een vooraf ingesteld kleurenschema: 1.
Klik op Kleurenschema's beheren op de standaardoptiebalk. - of Open het tabblad Stalen om het huidige kleurenschema weer te geven, bijvoorbeeld:
Klik op de knop 2.
.
Ga naar het tabblad Kleurenschema's van het dialoogvenster en dubbelklik op een ander voorbeeld van een kleurenschema in de lijst (of selecteer een kleurenschema en klik op Laden) en klik vervolgens op OK.
420 Kleuren, verlopen en transparantie
Gebieden op de site waaraan een van de twaalf kleurenschemanummers is toegewezen, worden bijgewerkt met de corresponderende kleur uit het nieuwe schema. Op elke site kan slechts één kleurenschema tegelijk actief zijn. Dit schema wordt het kleurenschema van de site genoemd en wordt altijd op het tabblad Stalen weergegeven. Wanneer u een site opslaat, wordt samen met die site ook het huidige kleurenschema opgeslagen. In het dialoogvenster Kleurenschema's beheren kunt u ook schemakleuren wijzigen en zelfs uw eigen aangepaste kleurenschema's maken.
Schemakleuren toepassen op objecten Als u op een site die op een sjabloon is gebaseerd of op een volledig nieuwe site nieuwe objecten maakt, hoe kunt u een kleurenschema dan uitbreiden naar deze nieuwe objecten? Hoewel
Kleuren, verlopen en transparantie 421
u eerst wat tijd moet uittrekken om uit te zoeken welke kleurencombinaties het beste resultaat opleveren, is de procedure erg eenvoudig. Het enige wat u hoeft te doen, is een van de schemakleurnummers aan de omtrek en/of opvulling van een object toe te wijzen. Zo wijst u een schemakleur toe aan een object: 1.
Selecteer het object en kies de knop
Vulkleur,
Lijn of Tekst boven aan het tabblad Stalen, afhankelijk van het gewenste effect. 2.
Klik onder aan het tabblad Stalen op een schemakleur die u als vul-, lijn- of tekstkleur wilt instellen (of sleep de kleur naar het object).
Wanneer een schemakleur als vulkleur is ingesteld voor een object, wordt de overeenkomstige kleurstaal op het tabblad Stalen automatisch gemarkeerd wanneer u dit object selecteert.
Kleurenschema's wijzigen Als u verschillende kleurenschema's hebt uitgeprobeerd, maar geen enkel schema kunt vinden dat echt geschikt is, kunt u de kleuren in een bestaand schema wijzigen. Zo bewerkt u een kleurenschema: 1.
Klik op Kleurenschema's beheren op de standaardoptiebalk.
2.
Selecteer op het tabblad Kleurenschema's het schema dat u wilt wijzigen (dubbelklik op een schema of selecteer het en klik op Laden).
3.
In het dialoogvenster heeft elk van de schemakleurnummers een eigen vervolgkeuzelijst waarin
422 Kleuren, verlopen en transparantie de kleuren worden weergegeven die beschikbaar zijn in het WebPlus-palet. en Klik op de pijl-omlaag van de schemakleur selecteer een kleur in de lijst (of klik op Meer kleuren... voor meer kleuren waaruit u kunt kiezen). Het schema wordt bijgewerkt met de nieuwe kleur. Wijzig desgewenst de overige schemakleuren op dezelfde manier. 4.
Als u het schema op de huidige site wilt toepassen, klikt u op OK. Het kleurenschema van de site wordt nu bijgewerkt. Gewijzigde kleurenschema's worden samen met de site opgeslagen, hoewel u aangepaste kleurenschema's ook globaal kunt opslaan, zodat de volledige set kleurenschema's altijd beschikbaar is voor nieuwe sites. Als u een nieuw benoemd schema wilt maken dat is gebaseerd op deze kleuren, klikt u op Opslaan als. U kunt ook de optie Opslaan gebruiken om het bestaande schema te overschrijven.
Raadpleeg de Help van WebPlus als u een geavanceerder kleurenschema wilt ontwerpen met aanbevolen kleurencombinaties.
Werken met kleurverloop- en bitmapvullingen Kleurverlopen zijn kleurengradaties of kleurenspectra van kleuren tussen twee punten op een object die geleidelijk in elkaar overlopen. Een kleurverloop heeft een bewerkbaar pad met nodes die de oorsprong van elk van deze basiskleuren aangeven. Voor
Kleuren, verlopen en transparantie 423
een bitmapvulling wordt een benoemde bitmap gebruikt om een object te vullen. Vaak is dit een materiaal, patroon of achtergrondafbeelding.
Lineair
Ovaal
Conisch
Bitmap
U kunt een vooraf gedefinieerde vulling in de vorm van een kleurverloop of bitmap via het tabblad Stalen toepassen op de contour van een vorm of een tekstframe. Ook artistieke tekst kan worden opgemaakt met een kleurverloop of een bitmapvulling (voor de tekst, de omtrek daarvan en de achtergrond).
Ook op de tekst in een creatief frame en in een creatieve tabel kan een kleurverloop- of bitmapvulling worden toegepast (op de tekst, omtrek en achtergrond), samen met randen en achtergronden voor afzonderlijke cellen in de creatieve tabel.
424 Kleuren, verlopen en transparantie Als u verschillende transparantie-effecten toepast (via het tabblad Transparantie) heeft dat geen invloed op de vulinstellingen als zodanig, maar kan het de weergave van de vulling wel aanzienlijk veranderen.
Een kleurverloop- of bitmapvulling toepassen U kunt een kleurverloop- of bitmapvulling op verschillende manieren instellen: via het tabblad Stalen, met het vulgereedschap of via een dialoogvenster. De eenvoudigste manier om een kleurverloop of bitmapvulling toe te passen, is door het gebruik van een van de miniaturen van de stalen in het pallet Verloop of Bitmap van het tabblad Stalen. U kunt voor het maken van kleurverloopvullingen echter ook het vulgereedschap of het dialoogvenster voor vulkleurverlopen gebruiken (hierover leest u meer in de Help van WebPlus). Zo stelt u een kleurverloop of bitmapvulling in via het tabblad Stalen: 1.
Klik op het tabblad Stalen en zorg ervoor dat Vulkleur of Lijn is geselecteerd (voor respectievelijk de vulkleur of contour van een object). De kleur van de lijn onder de knop is de kleur van het geselecteerde object.
2.
Selecteer voor kleurverloopvullingen de optie Lineair, Ovaal of Conisch als type verloop in de vervolgkeuzelijst van de knop Verloop. - of Selecteer voor bitmapvullingen een categorie in de vervolgkeuzelijst van de knop Bitmap.
Kleuren, verlopen en transparantie 425
3.
Selecteer het object of de objecten en klik op de juiste staal in de galerie voor de vulling die u wilt toepassen. - of Alleen voor vullingen: sleep de staal vanuit de galerie naar een object en laat de muisknop los.
4.
Pas met de schuifregelaar Tint onder aan het tabblad eventueel de tint van het verloop aan of typ een waarde rechtstreeks in het invoervak.
Zo stelt u een kleurverloop in met het verloopgereedschap: 1.
Selecteer een object.
2.
Klik op de knop Vulgereedschap in het vervolgmenu met vullingen op de werkbalk Gereedschappen.
3.
Klik en sleep over het object om het pad van het verloop in te stellen. Het object krijgt een eenvoudige lineaire vulling waarbij de huidige kleur van het object geleidelijk verloopt naar monochroom wit, bijvoorbeeld
Als het object al wit is (of geen vulling heeft), wordt een kleurverloop van wit naar zwart toegepast.
426 Kleuren, verlopen en transparantie
Het pad van een verloop bewerken Wanneer u een object selecteert dat u kunt vullen, is het vulgereedschap beschikbaar (anders wordt dit gereedschap grijs weergegeven). Als voor het object een kleurverloop wordt gebruikt, wordt het pad voor een vulling weergegeven als een lijn wanneer het vulgereedschap is geselecteerd. De nodes geven aan waar het spectrum tussen elke twee basiskleuren begint en eindigt. Door de nodes te verplaatsen, bepaalt u de werkelijke spreiding van de kleur tussen de nodes. U kunt een kleurverloop ook bewerken door basiskleuren toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen.
Lineaire vulling gebaseerd op basiskleuren (A)
Gevuld object waarvoor het pad naar de vulling wordt weergegeven (B)
Zo past u het pad van het kleurverloop voor een geselecteerd object aan: 1.
Klik op het tabblad Stalen en zorg dat
Vulkleur of
Lijn is geselecteerd (voor respectievelijk de vulkleur of contour van een object).
Kleuren, verlopen en transparantie 427
2.
Klik op de knop Vulgereedschap in het vervolgmenu met vullingen op de werkbalk Gereedschappen. Het pad van het verloop wordt weergegeven op de vulling of contour van het object.
3.
Sleep met het vulgereedschap de nodes aan het begin en einde van het pad of klik op het object om een nieuwe beginnode in te stellen en sleep vanuit dit punt om een nieuw pad voor het verloop te definiëren. Het kleurverloop begint op de positie waar u de beginnode plaatst en eindigt waar u de eindnode plaatst.
Elk type verloop heeft een specifiek pad. Zo hebben lineaire kleurverlopen bijvoorbeeld een pad dat uit één lijn bestaat en radiale kleurverlopen een pad dat uit twee lijnen bestaat. Bij het laatstgenoemde type verlopen kunt u de spreiding van de kleuren dus in twee richtingen aanpassen (weg van het midden). Als voor een object een bitmapverloop is ingesteld, bestaat het pad uit twee lijnen die in het midden met elkaar zijn verbonden. De nodes duiden het middelpunt en de randen van het verloop aan.
Transparantie instellen Transparantie-effecten lenen zich uitstekend om hooglichten, schaduw, schakeringen en ‘gerenderd’ realisme te simuleren. Ze kunnen het verschil uitmaken tussen alledaagse tweedimensionale illustraties en afbeeldingen met diepte en zeggingskracht. WebPlus ondersteunt variabele transparantie en biedt u de mogelijkheid transparantie-effecten op basis van een effen kleur, kleurverloop of bitmapverloop op objecten toe te passen. In de afbeelding hierna hebben de vlinders bijvoorbeeld een effen (100% ondoorzichtig) transparantie, een transparantieverloop (100% tot 0% ondoorzichting) en een effen (50% ondoorzichtig) transparantie van links naar rechts.
428 Kleuren, verlopen en transparantie
Transparantie-effecten lijken sterk op verlopen, alleen maken ze gebruik van ‘toverinkt’ in plaats van kleuren. Hoe transparanter een bepaald gedeelte van een object is, hoe beter het onderliggende object zichtbaar is in dit gebied. Net zoals een kleurverloop van donker naar licht kan variëren, kan een transparantie-effect van meer naar minder doorzichtig variëren, zoals in de volgende illustratie:
A - Lineaire transparantie, B - Pad, C - Effect op object De volgende transparantietypen zijn beschikbaar op het tabblad Transparantie:
•
Met transparantie gebaseerd op Effen kleur wordt de transparantie uniform verdeeld.
Kleuren, verlopen en transparantie 429
•
Transparanties gebaseerd op Kleurverloop bevatten lineaire, ovale en conische effecten die variëren van meer naar minder doorzichtig.
•
Transparanties gebaseerd op Bitmap bevatten gecategoriseerde structuurmaps die zijn gebaseerd op de selectie van bitmaps op het tabblad Stalen.
Transparantie-effecten toepassen U kunt op het tabblad Transparantie transparantieverlopen en bitmaptransparantie toepassen op de vulling of contour van een vorm of tekstframe. U kunt dezelfde transparantie-effecten ook op de tekst, de contour en de achtergrond van artistieke tekst gebruiken. Zo past u een transparantie-effect toe met het tabblad Transparantie: 1.
Open het tabblad Transparantie terwijl het object is geselecteerd en zorg ervoor dat Vulkleur of Lijn is geselecteerd (voor respectievelijk de vulkleur of contour van een object).
2.
Klik voor transparantie gebaseerd op effen kleuren op de knop Effen kleur en selecteer een miniatuur in de galerij met transparanties gebaseerd op effen kleuren. De lichtere miniaturen vertegenwoordigen meer transparantie (uitgedrukt als percentage Transparantie). - of Voor transparantie gebaseerd op kleurverloop klikt u op Kleurverloop en selecteert u uw de knop miniatuur. - of Voor transparantie gebaseerd op bitmaps klikt u op de
430 Kleuren, verlopen en transparantie knop Bitmap en selecteert u een miniatuur in een bereik categorieën. 3.
De transparantie wordt op de vulling of contour van het object toegepast.
U kunt de gewenste miniatuur ook vanuit de galerie naar een object slepen en de muisknop loslaten. Zo past u een transparantieverloop toe met het gereedschap Transparantie: 1.
Selecteer het object en stel de staal Vulkleur/Lijn van het tabblad Transparantie als voorheen in.
2.
Klik op de knop Gereedschap Transparantie in het vervolgmenu met transparantiegereedschappen van de werkbalk Extra. - of Selecteer Opmaken>Transparantie...
3.
Sleep de cursor over het object en laat de muisknop los. Op het object wordt een eenvoudige lineaire transparantie toegepast die geleidelijk van 100% naar 0% ondoorzichtigheid (volledig doorzichtig) overgaat.
Standaardtransparantie instellen Met standaardtransparantie wordt de transparantie bedoeld die wordt toegepast op het volgende nieuwe object dat u maakt. Lokale standaardwaarden zijn alleen van invloed op objecten in de huidige site. Zie Standaardwaarden bijwerken en opslaan op pagina 312 voor meer informatie.
15
Voorbeelden bekijken en publiceren
432 Voorbeelden bekijken en publiceren
Voorbeelden bekijken en publiceren 433
Een voorbeeld bekijken van uw site Het bekijken van een voorbeeld van uw site is een essentiële stap voordat u de site gaat publiceren op het web. Het is de enige manier om na te gaan hoe bezoekers uw site uiteindelijk te zien krijgen. U kunt op elk gewenst moment een voorbeeld bekijken van een pagina of site binnen WebPlus (in een intern venster dat is gebaseerd op de browser Internet Explorer) of apart in een browser die op uw computer is geïnstalleerd. Zo geeft u een voorbeeld weer van uw site: 1.
Klik op de pijl-omlaag van de knop bekijken op de werkbalk Standaard.
2.
Selecteer een optie in het vervolgmenu:
•
Voorbeeld
Met de optie Voorbeeld in venster (sneltoets Alt+P) opent u de site in een nieuw intern WebPlus-venster dat een eigen tab heeft, zodat u handig kunt overschakelen. Als u een voorbeeld van uw site in een venster bekijkt, kunt u de knoppen op de optiebalk gebruiken om door de site te bladeren. Op de werkbalk vindt u de knoppen Vorige en Volgende, Vernieuwen en Voorbeeld sluiten. Ook vindt u er een vervolgkeuzelijst met opties om de pagina opnieuw weer te geven met één van de vele standaardschermresoluties of aangepaste schermresoluties.
•
Kies Pagina in browser bekijken... of Website in browser bekijken... als u een externe browser wilt gebruiken. De namen van de opties zijn afhankelijk van de browsers die op uw systeem zijn geïnstalleerd. Als u bijvoorbeeld Microsoft Internet Explorer hebt geïnstalleerd, wordt hier Pagina in Internet Explorer
434 Voorbeelden bekijken en publiceren bekijken weergegeven. Als u meerdere browsers hebt geïnstalleerd, kunt u via de opdracht Lijst met browsers de browsers selecteren die u wilt gebruiken om een voorbeeld te bekijken van uw site. De pagina of site wordt naar een tijdelijke map geëxporteerd en wordt in de opgegeven browser weergegeven. Zo bewerkt u de lijst met browsers in het vervolgmenu: 1.
Kies Voorbeeld bekijken van site in het menu Bestand (of in het vervolgmenu met voorvertoningsopties op de werkbalk Standaard) en selecteer Lijst met browsers... in het vervolgmenu. In het dialoogvenster dat verschijnt, wordt een lijst weergegeven met browsers die op uw systeem zijn geregistreerd. In het vervolgmenu Voorbeeld van WebPlus wordt een lijst met browsers weergegeven in de volgorde die hier wordt aangegeven.
2.
3.
Gebruik het dialoogvenster om de gewenste wijzigingen aan te brengen:
•
Klik op Auto detect. om de lijst automatisch te vernieuwen. Als u handmatig een browser wilt toevoegen aan de lijst, klikt u op Toevoegen.
•
Als u een browser wilt verwijderen uit de lijst, selecteert u deze en klikt u op Verwijderen.
•
Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag om de volgorde van de browsers in de lijst te wijzigen.
•
Als u het pad naar een browser wilt aanpassen of de naam van deze browser in het vervolgmenu wilt wijzigen, selecteert u de browser en klikt u op Bewerken. U kunt bijvoorbeeld 'Internet Explorer' bijvoorbeeld veranderen in 'IE7'.
Klik op OK om uw wijzigingen te bevestigen.
Voorbeelden bekijken en publiceren 435
Het is verstandig om een aantal veelgebruikte browsers op uw systeem te installeren om te kunnen nagaan hoe uw site er in die browsers uitziet. In WebPlus kunt u de geschatte downloadtijd voor elke pagina van uw site bekijken en ook bijvoorbeeld nagaan hoeveel bestanden elke pagina bevat en wat de totale grootte van die bestanden is. U kunt die informatie weergeven via het vervolgmenu Voorbeeld bekijken van site van de werkbalk Standaard.
Uw site op het web publiceren Als u uw website publiceert, wordt de site geüpload naar uw webhostprovider, waarbij uw site verandert in een livewebsite, die door de hele wereld kan worden bekeken! U kunt opgeven dat u alle webpagina's wilt publiceren of, als u de site bijwerkt, dat u alleen die pagina's wilt publiceren die zijn gewijzigd sinds de laatste keer dat u de site hebt gepubliceerd. Het is verstandig om de site, voordat u deze publiceert naar het web, eerst te controleren op potentiële problemen door de functie Site controleren uit te voeren (Extra>Websitebeheer>Site controleren...). Vergeet niet dat u uw site op elk gewenst moment kunt publiceren naar een lokale map, zodat u de site offline (en lokaal) kunt testen voordat u deze naar het web publiceert. Zie de Help van WebPlus voor meer informatie. Zo publiceert u de website op het web: 1.
Kies Eigenschappen van site... in het menu Bestand en controleer nogmaals de exportinstellingen, met name de instellingen die u kunt weergeven via de menuoptie Afbeeldingen.
436 Voorbeelden bekijken en publiceren 2.
Klik op de knop Website publiceren op de werkbalk Standaard (of kies Website publiceren in het menu Bestand en selecteer in het vervolgmenu de optie Naar web publiceren...).
Als u geen FTP-accountgegevens hebt ingesteld, moet u ten minste één account instellen voor u verder kunt gaan. Het programma onthoudt deze account voor de volgende keer dat u de site naar het web publiceert. 3.
Klik op de knop Accounts... om het dialoogvenster Uploaden naar server weer te geven.
4.
Klik op Toevoegen...
5.
Voer in het dialoogvenster Accountgegevens de volgende gegevens in:
•
De Accountnaam. Dit kan elke gewenste naam zijn. U kunt dan deze account herkennen aan zijn naam in WebPlus (als u meerdere accounts hebt).
•
Het FTP-adres van uw webhost is een specifieke URL die begint met 'ftp://' en wordt verstrekt door uw serviceprovider.
•
Het Poortnummer: Tenzij u andere aanwijzingen krijgt van de provider, kunt u poortnummer 21 ongewijzigd laten.
•
Laat het vak Map leeg, tenzij u andere aanwijzingen krijgt van de provider of als u de site wilt publiceren naar een specifieke submap in de hoofdmap.
•
U moet in de vakken Gebruikersnaam en Wachtwoord de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren die u van uw provider hebt gekregen. Waarschijnlijk corresponderen die gegevens met de aanmeldingsgegevens voor de e-mailserver. Voer het
Voorbeelden bekijken en publiceren 437
wachtwoord precies zo in als u het hebt gekregen, met de precies dezelfde hoofdletters en kleine letters. Als u dat niet doet, herkent de host het wachtwoord mogelijk niet.
•
Schakel het selectievakje Wachtwoord opslaan in om het wachtwoord op uw computer op te slaan. U hoeft het wachtwoord dan niet bij elke uploadbewerking opnieuw in te voeren.
•
Passieve modus: Laat deze optie ingeschakeld, tenzij u problemen hebt met de FTP-verbinding (raadpleeg uw ISP). ISP's kunnen de actieve of passieve modus gebruiken.
•
URL van website: Stel hier de URL van uw website in. Zo hebt u de mogelijkheid om de website rechtstreeks vanuit een dialoogvenster te bekijken na de FTP-uploadbewerking.
•
In het vak Geavanceerd kunt u desgewenst een beveiligde FTP-verbinding inschakelen door bij het uploaden een van de twee coderingsprotocollen te gebruiken: TLS 1.0 of SSL 3.0. Schakel Verbinding coderen in en kies vervolgens de gewenste optie bij Protocol. Vraag na bij uw ISP of impliciete of anderszins toegepaste codering wordt ondersteund en welk protocol kan worden gebruikt. De optie Impliciete SSL zorgt ervoor dat de FTP-server van de ISP de gegevens codeert bij het eerste contact met standaardpoort 990 of een aangepaste poort (waarvoor u het poortnummer moet wijzigen).
•
Klik op OK om het dialoogvenster Accountgegevens te sluiten.
U kunt op dit punt ook het dialoogvenster Uploaden naar server gebruiken om met Toevoegen... een account toe te voegen en om met Kopiëren..., Bewerken of Verwijderen een account die u in de vervolgkeuzelijst hebt geselecteerd, te kopiëren, te bewerken of te
438 Voorbeelden bekijken en publiceren verwijderen. Het is verstandig om een nieuwe of gewijzigde account te testen door op de knop Testen te klikken. Als alles in orde is, wordt er een dialoogvenster weergegeven met de melding dat de verbinding tot stand is gebracht. Als u extra accounts toevoegt, moet u in de vervolgkeuzelijst van het vak FTP-account de account selecteren die u wilt gebruiken. U kunt aangeven of u uw FTP-accountgegevens op de lokale computer of op de huidige website wilt opslaan (accountgegevens worden in WebPlus opgeslagen en gaan niet verloren, zelfs niet als Ctrl-Runup wordt uitgevoerd). 6.
Nadat u ten minste één account hebt ingesteld en op Account bijwerken... hebt geklikt, keert u terug naar het dialoogvenster Naar web publiceren. In de vervolgkeuzelijst van dit dialoogvenster wordt de laatst gebruikte account weergegeven en in de bijbehorende vakken worden de instellingen van die account weergegeven. U kunt in de vervolgkeuzelijst eenvoudig overschakelen naar een andere account. Selecteer de account die u wilt gebruiken (als u over meerdere accounts beschikt).
7.
Als op uw site gebruik wordt gemaakt van een database, is de optie Samenvoegen vóór exporteren ingeschakeld. Schakel deze optie alleen uit als u gewijzigde databasegegevens niet wilt samenvoegen (als er geen database of wijziging wordt aangetroffen, is deze optie niet beschikbaar.) Zie Databasegegevens samenvoegen in de Help van WebPlus voor meer informatie over databases.
8.
Als u zelf zoveel mogelijk controle wilt houden over het publicatieproces, moet u zorgen dat het selectievakje Onbeheerd uploaden is uitgeschakeld. Op deze manier kunt u de wijzigingen die in de gepubliceerde website zullen worden aangebracht, eerst controleren voordat ze daadwerkelijk worden doorgevoerd. Bovendien hebt u zo de mogelijkheid om het uploadproces te annuleren als u
Voorbeelden bekijken en publiceren 439
een probleem ontdekt. (Zie Automatisch uitvoeren op pagina 439 voor meer informatie over deze functie.) 9.
Selecteer de pagina's die u wilt uploaden: schakel in het venster de specifieke pagina('s) in of schakel de optie Alle pagina's publiceren in. Gebruik de knoppen Selectie omkeren, Niveau selecteren en Alles selecteren als hulp bij het selecteren van pagina's.
10. Als u uw WebPlus-site veilig wilt bewaren, schakelt u de optie Back-up van document maken op externe server in. Als u de site tot nu toe niet hebt opgeslagen, wordt u gevraagd de site op te slaan. 11. Klik op OK. WebPlus brengt nu een internetverbinding tot stand en vervolgens kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: 12. Als dit de eerste keer is dat u de website uploadt, worden de geselecteerde pagina’s rechtstreeks naar de server overgedragen. - of Als u pagina's uploadt naar een bestaande site, wordt het dialoogvenster Bestanden uploaden weergegeven waarin wordt aangegeven welk acties op de lokale bestanden worden uitgevoerd (er worden bestanden toegevoegd (Toevoegen), livebestanden worden vervangen (Vervangen) of livebestanden worden niet bijgewerkt (Behouden)). Schakel in het dialoogvenster de optie voor het verwijderen van ongebruikte bestanden op de server in als u wilt dat WebPlus automatisch ongebruikte afbeeldingsen paginabestanden verwijdert. Selecteer de knop Incrementele update of Volledige update. Klik op Incrementele update als u alleen bestanden wilt uploaden die gewijzigd zijn sinds u de site voor het laatst hebt geüpload. Wanneer u voor een
440 Voorbeelden bekijken en publiceren incrementele update kiest, kunt u de optie Op ontbrekende bestanden controleren inschakelen als u wilt dat WebPlus controleert of er bestanden ontbreken. Deze controle kan het uploadproces echter aanzienlijk vertragen en daarom is deze optie standaard uitgeschakeld. Zodra alle bestanden zijn geüpload, wordt u daar via een bericht op attent gemaakt. Klik op Sluiten. 13. Selecteer nu in de vervolgkeuzelijst in het dialoogvenster Website publiceren de browser waarin u uw livewebsite wilt bekijken en klik op Deze URL weergeven. U kunt uw livewebsite nu bekijken. Als u bestanden een andere naam geeft of ze verwijdert en u vervolgens een of meer pagina's van uw site opnieuw naar het web uploadt, worden de oude bestanden niet automatisch verwijderd. U moet deze bestanden handmatig verwijderen via Website publiceren > Website onderhouden in het menu Bestand. Wanneer u de volledige site echter automatisch opnieuw uploadt (via Automatisch uitvoeren), kunt u wel aangeven dat ongebruikte bestanden moeten worden verwijderd. Schakel hiertoe het selectievakje Ongebruikte bestanden verwijderen in.
FTP-accountgegevens verwerken WebPlus biedt u de mogelijkheid uw FTP-accountgegevens op te slaan op uw computer, op de huidige site of op beide locaties. Standaard worden uw accountgegevens op de computer opgeslagen, maar als u deze gegevens ook op uw site opslaat, kunt u de site naar een andere computer overbrengen zonder dat de accountgegevens verloren gaan en kunt u de site vervolgens opnieuw publiceren vanaf die computer. Wachtwoordgegevens worden uit veiligheidsoverwegingen nooit op een site opgeslagen.
Voorbeelden bekijken en publiceren 441
Het programma biedt u ook de mogelijkheid alle accountgegevens (met inbegrip van wachtwoorden) naar een andere computer te exporteren. Zo slaat u FTP-accountgegevens op uw site op: 1.
Klik in het dialoogvenster Naar web publiceren op Accounts....
2.
Ga in het dialoogvenster naar de sectie Accountgegevens opslaan en schakel de optie In huidige website in.
3.
Klik op Account bijwerken.
Wanneer u de site op een andere computer opent, zijn de accountgegevens nog steeds alleen op de site opgeslagen. U kunt desgewenst de optie Op deze computer inschakelen om de accountgegevens zowel op de computer als op de site op te slaan. Zo exporteert u alle FTP-accountgegevens: 1.
Klik in het dialoogvenster Naar web publiceren op Accounts....
2.
Klik in de sectie FTP-account van het dialoogvenster op Exporteren.
3.
Kies een locatie en een bestandsnaam voor het registerbestand (.reg) en klik op Opslaan.
4.
Breng het registerbestand over naar een andere computer en dubbelklik op het bestand. Eventuele bestaande FTP-accounts op de doelcomputer worden overschreven.
442 Voorbeelden bekijken en publiceren
Automatsch uitvoeren Als uw site erg groot is, kunt u mogelijk beter gebruikmaken van de functie Automatisch uitvoeren. Het automatische uploadproces verschilt nauwelijks van het uploadproces met de optie Naar web publiceren, maar u hoeft niet in elk dialoogvenster dat verschijnt, op OK te klikken. Dat is vooral handig bij het bijwerken van een site die een grote database met foto's bevat. 1.
Schakel de optie Onbeheerd uploaden in. Als u deze optie inschakelt, zijn ook de volgende opties beschikbaar:
•
Schakel de optie Incrementeel uploaden in om alleen die bestanden te vervangen die zijn gewijzigd ten opzichte van de vorige uploadbewerking (als u de website al eerder naar dezelfde FTP-map hebt gepubliceerd). Dit is een efficiënte manier van uploaden omdat er minder bestanden hoeven te worden overgebracht. Als deze optie is ingeschakeld, kunt u ook de optie Externe bestanden controleren selecteren waarmee u aangeeft dat elk bestand handmatig moet worden gecontroleerd voordat het wordt vervangen. Hiermee vertraagt u het normale uploadproces, maar houdt u meer controle over het publicatieproces.
•
Schakel de optie Ongebruikte bestanden verwijderen in om bestanden uit de FTP-map te verwijderen die niet nodig zijn voor de website die u publiceert (dit kan bijvoorbeeld relevant zijn als u een heel andere website naar de FTP-map uploadt).
2.
Selecteer de pagina's die u wilt uploaden: schakel in het venster de specifieke pagina('s) in of schakel de optie Alle pagina's publiceren in. Gebruik de knoppen Selectie omkeren, Niveau selecteren en Alles selecteren als hulp bij het selecteren van pagina's.
3.
Schakel de optie Back-up van document maken op externe server in om een reservekopie van de website op
Voorbeelden bekijken en publiceren 443
een veilige plaats te bewaren. Als u de site tot nu toe niet hebt opgeslagen, wordt u gevraagd de site op te slaan. 4.
Klik op OK om het uploadproces te starten. (U kunt nu rustig even een kopje koffie gaan drinken...)
5.
Als alle bestanden zijn geüpload, blijft het dialoogvenster Bestanden uploaden op het scherm aanwezig tot u op Sluiten klikt.
6.
Selecteer nu in de vervolgkeuzelijst in het dialoogvenster Website publiceren de browser waarin u uw livewebsite wilt bekijken en klik op Deze URL weergeven. U kunt uw livewebsite nu bekijken.
De gepubliceerde site bekijken Als uw site eenmaal is gepubliceerd, kunt u de site online weergeven via de optie
Site online bekijken in de
vervolgkeuzelijst Voorbeeld bekijken op de werkbalk Standaard. Hiermee geeft u de meeste recente gepubliceerde versie van de site in de standaardwebbrowser weer. De eerste keer dat u de opdracht Site online bekijken gebruikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin u gevraagd wordt de standaard-URL van de site op te geven. U kunt deze URL later wijzigen via het dialoogvenster Eigenschappen van site.... Vergeet niet dat wijzigingen die worden gemaakt na publicatie, niet zichtbaar zijn als u de site bekijkt. Als u de nog niet gepubliceerde Voorbeeld wijzigingen wilt bekijken, kunt u de knop bekijken gebruiken. (Zie Een voorbeeld bekijken van uw site op pagina 428.)
Snel publiceren Met de functie Snel publiceren kunt u snel een website uploaden en de op dat moment weergegeven pagina, bekijken. Dit is handig als u
444 Voorbeelden bekijken en publiceren afzonderlijke pagina's live wilt controleren tijdens het bouwen van uw website. De functie Snel publiceren werkt alleen als u uw accountgegevens hebt ingesteld in het dialoogvenster Instellingen voor snel publiceren. Zo configureert u de functie Snel publiceren: 1.
Website publiceren op Klik op het vervolgmenu de werkbalk Standaard en klik vervolgens op Instellingen voor snel publiceren. - of Klik op Bestand>Website publiceren>Instellingen voor snel publiceren...
2.
Voer in dit dialoogvenster de volgende bewerkingen uit:
•
Voer de URL in van de site waarnaar u wilt publiceren of kies deze URL in de vervolgkeuzelijst.
•
Selecteer de browser waarin u de pagina wilt bekijken nadat deze is gepubliceerd.
•
Selecteer in de vervolgkeuzelijst de FTP-account die u wilt gebruiken. Klik op Accounts beheren als u de huidige accountinstellingen wilt bijwerken of een nieuwe account wilt maken.
Het is verstandig om een nieuwe of gewijzigde account te testen door op de knop Testen te klikken. Als alles in orde is, wordt er een dialoogvenster weergegeven met de melding dat de verbinding tot stand is gebracht. 3.
Klik op OK.
Voorbeelden bekijken en publiceren 445
Zo publiceert u snel naar het web:
•
Klik op het vervolgmenu Website publiceren op de werkbalk Standaard en klik vervolgens op Snel publiceren naar web. - of Klik op Bestand>Website publiceren>Snel publiceren naar web. Als u Snel publiceren probeert te gebruiken zonder eerst uw accountinstellingen te configureren, wordt automatisch het dialoogvenster Instellingen voor snel publiceren geopend waarin u deze instellingen kunt opgeven.
Het dialoogvenster Bestanden uploaden wordt kort weergegeven voordat uw pagina in de door u gekozen browser verschijnt.
PDF's maken Met WebPlus kunt u een hele site als een PDF publiceren en de sitestructuur exporteren als bladwijzers waarop kan worden geklikt binnen het PDF-document. Publiceren als PDF is bijzonder handig voor studenten die hun site(s) als een document ter beoordeling aan een examencommissie moeten voorleggen. 1.
Klik op het vervolgmenu Website publiceren op de werkbalk Standaard en selecteer Site exporteren als PDF... -of -
446 Voorbeelden bekijken en publiceren Klik op Bestand>Website publiceren>Site exporteren als PDF... 2.
Geef in het dialoogvenster Als PDF publiceren een Bestandsnaam op, blader naar de map waarin u de PDF wilt opslaan en klik op Opslaan.
De PDF wordt gegenereerd en vervolgens (mits er een PDFviewer op uw systeem is geïnstalleerd) automatisch geopend, zodat u de PDF kunt bekijken. Als er zich problemen voordoen tijdens het genereren van de PDF, wordt automatisch een lijst met vastgestelde problemen weergegeven.
16
Index
448 Index
2 2D, 393 filtereffecten, 393 3 3D, 398 Direct 3D, 403 filtereffecten, 398 A aanhalingstekens, 119 aanmelden (toegangscontrole), 236, 238 aanpassing (van afbeeldingen), 347 Fotolab, 347 Aantal hits (intelligent object), 215 absolute URL's, 108 Accountgegevens (FTP), 432 achtergrond, 41, 73 afbeelding, 47 geluidsfragment, 363 kleur, 47 globaal, 47 schema, 415 Adsense, 128 advertenties, 128 Afbeelding vervangen, opdracht, 330 afbeeldingen, 330 als achtergronden, 47
alternatieve tekst, 340 corrigeren, 347 effecten voor, 347 exportopties voor, 340 herbemonsteren, 341 importeren, 330 inkleuren, 408 koppelen van extern, 378 Mediabalk voor, 335 optimaliseren, 340 pop-up, 150 uitsnijden, 355 vervangen, 330 afbeeldingskaders, 119, 328 afmetingen, 41, 73 paginaspecifiek, 73 voor gehele site, 41 agenda´s, 286 gebeurtenissen voor, 289 officiële feestdagen voor, 288 Agendagebeurtenisbeheer, 286 alinea’s, 267 opmaak, 267 tekststijlen voor, 269 uitlijning, 267 alternatieve tekst (afbeeldingen), 340 Animated GIF's, 361 Ankerbeheer, 56 ankers, 108 antispam (CAPTCHA), 175, 228
Index 449
artikeltekst, 246 overvloeien van ene in andere frame, 246 artistieke tekst, 253 converteren naar curven, 340 langs een pad, 255 AutoAanpassen, 250 AutoVormen, 389
Blog (intelligent object), 215 openen, via offsite links, 72 bovenliggende/onderliggend e pagina's, 38, 66, 88 bron bekijken, 158 Bronbeheer, 56 browservoorbeeld, 430
B badges, 119 Beeld, werkbalk, 79 beeldfragment, 363 hyperlink instellen naar bestand, 108 toevoegen, 363 YouTube toevoegen, 363 belangrijke functies, 5 belichting (3D), 403 benoemde stijlen, 269 voor tekst (zie ook tekststijlen), 269 bestaande site openen, 33 bestanden beheren, 56 namen/extensies, 73 Bijsnijden tot vorm, 308 bitmap, 419 transparantie, 424 verlopen, 419 bitmapafbeelding, 330 importeren, 330 bitmaps (zie 'afbeeldingen'), 330
C cache, 432 CAPTCHA (antispam), 175, 228 Chatbox (intelligent object), 215 codering, 73 contoureffect, 396 contouren, 310 samenvoegen, 310 contouren samenvoegen, 310 credits, 4 D deelvensters, 135 maken, aangepast, 140 van navigatiebalken, 101 Design Studio, 140 designsjabloon, 26 diepte (Direct 3D), 403 digitale camera´s, 347 als TWAIN-bron, 347 Direct 3D, 403 Dupliceren, opdracht, 298
450 Index E e-commerce, 192 formulieren en knoppen toevoegen (PayPal), 195 hyperlink naar een winkelwagentje instellen, 108 minicart in, 192 E-commerce, knoppen, 119 effecten, 393, 398 2D-filter, 393 3D-filter, 398 contour, 396 draaibank (Direct 3D), 403 schaduw, 397 schuine rand (Direct 3D), 403 weerspiegeling, 396 effecten (afbeeldingen), 347 Fotolab, 347 effen kleuren, 408 exportopties (afbeeldingen), 340 Exportopties instellen, 340 externe afbeeldingen, koppelen aan, 378 F feestdagen (officiële), 288 filtereffecten, 393, 398 filters, 347 Flash, 361, 370 banners, 119 films, 361
formulieren, 166 besturingselementen voor, 171 formulieren verzenden in, 175 bevestigen, 178 maken, 168 Forums (intelligent object), 215 openen, via offsite links, 72 Fotogalerie, 370 Fotolab, 347 frames (afbeelding), 328 frames (tekst), 246 aanpassen van tekst aan, 250 instellen van, 249 instellen, standaardeigenschappen , 312 maken, 247 marges voor, 250 overloop beheren in, 250 frametekst, 246 FTP, 432 accountgegevens, 432 migreren, 437 functies, 5, 17 belangrijk, 5 nieuw, 17 G Galerie, tabblad (Studio), 119 geanimeerde effecten, 361
Index 451
gebeurtenissen (agenda), 289 Gebogen padtekst toevoegen, 255 gebruikers (toegangscontrole), 233 bannen, 233 blokkeren, 233 gebruikersgroepen (toegangscontrole), 233 aanmelden bij, 236, 238 Gebruikerslijst (intelligent object), 215, 229 gegevens samenvoegen, 202 gegevensbron maken in, 204 samenvoeggebieden voor, 206 geluidsbestanden, 363 geluidsfragment, 363 hyperlink instellen naar bestand, 108 toevoegen aan pagina, 363 genummerde lijsten, 273 Gereedschap Artistieke tekst, 253 Creatieve frame, 246 HTML-tabel, 284 HTML-tekstframe, 246 Intelligent object, 215 Onregelmatig uitsnijden, 305 Pen, 382 Potloodl, 382 Rechte lijn, 382
Regelmatig bijsnijden, 305 Roteren, 304 RSS-feed, 182 RSS-lezer, 189 Schaduw, 397 Transparantie, 424 Veld voor zoekresultaten, 117 Verloop, 419 Zoekfunctie, 117 Gereedschap Aanwijzer, 294 Gereedschap Artistieke tekst, 253, 255 Gereedschap Lasso, 294 Gereedschap Pen, 382 Gereedschap Potlood, 382 Gereedschap Rechte lijn, 382 Gereedschap Roteren, 304 Gereedschap Schaduw, 397 Gereedschap Transparantie, 424 gescande afbeeldingen, 347 importeren, 347 GIF-afbeeldingen, 330 gloedeffect, 393 Google AdSense, 128 Google Maps, 124 groepen, 324 gebruiker (toegangscontrole), 233 maken, 297, 324 grootte, 302 van afbeeldingen, 330
452 Index van objecten, 302 van pagina, 73 H HD-foto, 330 herbemonsteren, 341 Het tabblad Site (Studio), 38, 59, 66, 79, 88 hexadecimale kleurcode, 408 hotspots, 143 HTML, 78 code toevoegen aan webpagina´s, 158 code toevoegen als fragmenten, 158 Id's, 164 pagina's maken in, 78 HTML-frame toevoegen, 246 HTML-koptags, 48 HTML-pagina's toevoegen, 66 HTML-tabel toevoegen, 284 Huidig aantal bezoekers (intelligent object), 215 hyperlinks, 108 kleuren (globaal), 46 op doelvenster/-frame, 108 op lichtbakken, 131 Hyperlinks beheren, 56 I importeren, 330 bitmap- en vectorafbeeldingen, 330
Excel-bestanden, 284 opmaakprofielen, 269 tekst, 244 TWAIN-afbeeldingen, 347 Indeling plakken, 301 Indeling plakken plus, 301 inline afbeeldingen, 330 insluiten versus koppelen van afbeeldingen, 330 inspringingen, 261 Intelligent object toevoegen, 215 Intelligente objecten, 215 account voor, 221 beheren, 228 kleuren toepassen op, 227 maken, 222 profielen voor, 222 Internet Service Provider (ISP), 432 iTunes, 182 abonneren op, 187 verzenden van podcasts naar, 186 J JavaScript, 160 JPEG-afbeeldingen, 330 K Klembord, 298 kopiëren naar en plakken van, 298 kleur, 408 achtergrond, 47
Index 453
globaal, 47 effen kleur, 408 hyperlink, 47 globaal, 47 kleurverloop, 419 op pagina, 47 globaal, 47 schema's, 411 tint, 410 kleurenschema's, 411 toewijzen, 417 vooraf gedefinieerde items, 416 wijzigen, 418 kleurverloop, 419, 424 transparantie, 424 vulkleuren, 419 Knipselstudio, 355 knoppen, 88, 103 converteren naar navigatiebalk, 108 maken, aangepast, 106 knoppen/E-commerce, 119 Knopstudio, 106 koppelen, 320, 378 HTML aan objecten, 158 HTML aan pagina, 158 objecten aan tekst, 320 koppelen versus insluiten (afbeeldingen), 330 L lettertype, 267 lettertypen, 267 instellen, 267 Webveilig, 267
Lettertypen beheren, 56 lichtbakken, 131 hyperlink instellen met, 108 instellingen, 134 lichtkranten, geanimeerd, 361 lijn- en verloopeigenschappen, 386, 389 lijnen, 382, 386 aanpassen van tekst aan, 255 eigenschappen, instellen, 386 schalen, 302 tekenen en bewerken, 382 lijsten, 273 genummerd, 273 met opsommingstekens, 273 lijsten met opsommingstekens, 273 lineaire transparantie, 424 lineaire verlopen, 419 linten, 119 M mailinglijsten, 215 Mal's (winkelwagen), 192 maps (Google), 124 marges (HTMLtekstframes), 250 meerdere objecten selecteren, 297 meerdere vensters, 34
454 Index meervoudige selecties, 297 metabestanden, 330 importeren, 330 Minicart, 192 N Naar achteren, opdracht, 318 Naar achtergrond, opdracht, 318 Naar voorgrond, opdracht, 318 Naar voren, opdracht, 318 navigatie, 38 navigatiebalken, 38, 88 aanpassen, 93 achtergronden voor, 94 als deelvensters, 101 converteren naar deelvensters, 101 dynamisch, 100 en sitestructuur, 38 knoppen voor, 94, 103 knoptekst wijzigen in, 91 maken, 89 opslaan, 99 pagina's uitsluiten van, 99 pop-upmenu's, 96 scheidingslijnen, 98 uiterlijk, 94 Nieuw, 17 nieuwe functies, 17 Nieuws (intelligent object), 215
O object selecteren, 294 objecten, 319 code toevoegen aan, 158 combineren, 309 kopiëren, plakken en dupliceren, 298 roteren, 304 samenvoegen, 310 schalen, 302 selecteren, afzonderlijke objecten, 294 selecteren, meerdere objecten, 297 spatiëren, 319 standaardwaarden voor, 312 uitlijnen, 319 uitsnijden, 305 verplaatsen, 301 volgorde wijzigen, 318 objecten dupliceren, 298 objecten kopiëren en plakken, 298 objecten plakken, 298 objecten roteren, 304 objecten uitlijnen, 319 objectstijlen, 401 offsite links, 72 Onregelmatig bijsnijden, 305 Op plaats plakken, 298 Opiniepeiling (intelligent object), 215 Opmaak wissen, 267
Index 455
opmaakprofielen, 267, 269, 401 lettertype, 267 object, 401 tekst (zie ook tekststijlen), 269 opwaarderen, 3 P padtekst, 255 Paginakiezer, 79 paginakleur, 47 globaal, 47 pagina's, 59 achtergrondgeluid, 363 achtergrondkleur, 47 beveiliging, 229 bovenliggende en onderliggende elementen, 38, 66, 88 code toevoegen aan, 158 eigenschappen, 56, 73 grootte instellen, 73 klonen, 66 optimaliseren, voor zoekmachines, 48 paginakleur, 47 globaal, 47 selecteren en weergeven, 79 toevoegen en verwijderen, 66 uitsluiten van navigatiestructuur, 99 volgorde wijzigen, 66 pagina's/stramienpagina's verwijderen, 66
PayPal, 195 configureren, 193 formulieren en knoppen toevoegen aan, 195 hyperlink naar een winkelwagentje instellen, 108 Minicart, 193 PDF, 442 persoonlijke gegevens, 275 bijwerken, 276 invoegen, 276 zakelijke sets voor, 277 pictogrammen, 119 PNG-afbeeldingen, 330 podcasts, 182 abonneren op, 187 afleveringen toevoegen aan, 185 iTunes, verzenden van, 186 maken, 183 pop-upmenu's, 101 pop-uprollovers, 150 profielen, 25 Intelligent object, 222 werkruimte, 25 publiceren, 432 naar PDF, 442 naar web, 432 Snel publiceren, 440 R radiaal, 419, 424 transparantie, 424 verlopen, 419
456 Index randen, 388 rasterafbeeldingen, 330 Rechte padtekst toevoegen, 255 Regelmatig bijsnijden, 305 reliëf, effect, 393 robots, 48 robots.txt gebruiken, 53 robots-metatag gebruiken, 52 rollovers, 147 pop-up, 150 RomanCart (winkelwagen), 192 RSS-feed/podcast toevoegen, 182 RSS-feeds, 182 abonneren op externe, 187 artikelen toevoegen aan, 185 maken, 183 RSS-feeds beheren, 182 RSS-lezer toevoegen, 189 S samenvoegen (databases), 202 schaduweffect, 393 Schakering/tint, schuifregelaar, 410 scheidingslijnen, 94, 98 schema's (kleur), 411 achtergrond, 47 voor hyperlinks, 415 wijzigen, 418
schuine randen, effect, 393 Serif Webbronnen, 166, 215 aanmelden bij, 221 accountgegevens wissen, 221 webhosting, 25 Shockwave Flash-films, 361 site opslaan, 35 site-eigenschappen, 41 sitemap (navigatie), 88 sitemap (zoekmachine), 48 sites, 31, 33 geheel opnieuw beginnen, 31 openen, bestaand, 33 sitestructuur, 56, 88 en navigatie, 38, 88 offsite links, 72 pagina’s bewerken, 66 sjabloon (design), 26 site maken met, 26 SMF-afbeeldingen, 330 smileys, 119 Snel publiceren, 440 configureren, 441 speciale effecten, 393, 398 spellinggereedschappen Websitebeheer, 56 standaardalinealettertype, 269 standaardwaarden, 312 bijwerken, 312 globaal opslaan, 312 startpagina, 38, 79
Index 457
wijzigen, 73 stickers, 119 stramienpagina's, 59, 73 eigenschappen, 56, 73 koppelen, 60 meerdere, 61 meerdere, 61 objecten, 64 toevoegen, 66 verwijderen, 66 stramienpagina's koppelen, 60 SWF-bestanden, 361 Symbolen, 119 T tabellen, 284 overzicht, 284 Teken, tabblad, 267 tekenafstand, 267 tekengrootte, 267 tekens, 269 opmaakprofielen, 269 tekst, 246, 253, 255, 258, 267 aanpassen aan frames, 250 als curven, 340 artistiek (zelfstandig), 253 bewerken op pagina, 258 frame, 246 HTML, 246 marges, 250 toevoegen aan, 248
importeren uit bestand, 244, 269 instellen, inspringingen, 261 instellen, standaardeigenschappen , 312 kleur- en bitmapverlopen gebruiken, 419 kleur of arcering wijzigen, 408 langs een pad, 255 navigatiebalkknop, 91 objecten koppelen aan, 320 opmaak, 267 opsommingstekens en nummering, 273 overloop (in frames), 250 schalen, 302 speciale effecten, 393, 398 Tekst op pad uitlijnen, 255 tekst opmaken, 267 Indeling plakken voor, 301 Tekstbeheer, 56 tekststijlen, 269 Tekststijlenpalet, 269 tekstverwerkingsbestanden, 244 tellers, 215 hit, 226 Huidig aantal bezoekers, 226 terugkeren naar opgeslagen versie, 33
458 Index thema-opmaken, 26 TIFF-afbeeldingen, 330 tint, 410 toegangscontrole, 215, 229 toegankelijkheid, 340 alternatieve tekst (afbeeldingen) voor, 340 Toevoegen aan navigatiestructuur, 99 tokens, 166 Transformeren, tabblad (Studio), 301, 302 transparantie, 424 Transparantie, tabblad (Studio), 424 TrueType-lettertypen, 267 TWAIN-bron (camera/scanner), 347 U uitlijning, 73, 267 van alinea, 267 van pagina, 73 uitsnijden (afbeeldingen), 355 uitsnijden, objecten, 305 V variabelen, 278 vectorafbeeldingen, 330 importeren, 330 Veld voor zoekresultaten toevoegen, 117 venstertabbladen, 34 verlopen, 408, 419 bitmap, 419
effen, 408 kleurverloop, 419 verzenden (van formulieren), 175 Vlaggen, 119 voorbeelden bekijken van sites, 430 vormen, 389 aanpassen van tekst aan, 255 effen vullingen voor, 408 kleur-/bitmapverlopen voor, 419 schalen, 302 tekenen en bewerken, 389 transparantie voor, 424 Vrije padtekst toevoegen, 255 Vulgereedschap, 419 Vulkleur/verloop aan studio toevoegen, opdracht, 419 W WebArt, 335 webhosting, 25 webpagina's en sites, 33 Websitebeheer, 56 weergaveopties, 79 weerspiegelingseffect, 396 Welkom, 3 werkruimteprofielen, 25 winkelwagen, 192 Wizard Kalender, 286 Wizard Opstarten, 25 WMF-afbeeldingen, 330
Index 459
Y YouTube-video, 363 Z zakelijke sets (gebruikersgegevens), 277 Zoeken en vervangen, 56, 263
zoeken op websites, 117 zoekmachines, 48 robots.txt voor, 53 robots-metatag voor, 52 sitemaps voor, 54 zoekmachines, beschrijvingen, 48 Zoekvak toevoegen, 117 zoompercentage, opties, 79