Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor BOSS ME-20 Guitar Multiple Effects. Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ zorgvuldig door te lezen. In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Hoofd kenmerken
Eenvoudige bediening – werkt als een compact pedaaleffect Het enige dat u hoeft te doen om het gewenste geluid te verkrijgen, is een effect te selecteren en het vervolgensmet behulp van de knoppen af te stellen. Dit is dezelfde eenvoudige, intuitieve bediening die ook bij compacte pedaaleffecten is terug te vinden.
OD/DS Solo functie
Vervormde geluiden krijgen een een intense boost en helderheid, eenvoudig en gemakkelijk met één druk op de knop. U kunt het effect ook met het pedaal veranderen, een handige optie voor live optredens.
EZ Edit voor snelle geluidscreatie EX EDIT is een aspect, waarmee u snel en gemakkelijk geluiden kunt creëren. Met slechts één enkele knop kunt u een combinatie van effect parameters aanpassen.
Memory functie Wel dertig door u gecreerde geluiden kunnen in het gebruikers geheugen van de ME-20 worden opgeslagen. In de ‘Memory mode’ kunt u de pedalen gebruiken om direct een opgeslagen geluid te selecteren.
AUX IN jack Dankzij deze mogelijkheid kunt u op eenvoudige wijze met CD’s, MP3 spelers en andere apparatuur meespelen.
Werking op batterijen De ME-20 werkt op batterijen (zes AA alkaline), waardoor u deze overal kunt gebruiken. U kunt tevens de optionele stroomadaptor gebruiken, waardoor u over twee manieren beschikt om de ME-20 van stroom te voorzien, zodat u gedurende langere periodes tijdens live optredens kunt spelen.
Copyright © 2007 BOSS CORPORATION Alle rechtern voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder toestemming van BOSS CORPORATION, gereproduceerd worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Het ? wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING 001
001
•
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
......................................................................................................... • Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.
002c
......................................................................................................... • Tracht het apparaat niet te repareren, of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden. ......................................................................................................... 004 • Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die: • aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die • vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben of die • aan regen worden blootgesteld of die • stoffig zijn of die • aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn. ......................................................................................................... 014 • Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!) 003
.........................................................................................................
2
•
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen. ........................................................................................................ 007 • Zorg, dat u het apparaat zodanig plaatst dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken. ........................................................................................................ 008b • Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden. ........................................................................................................ 009 • Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken! ........................................................................................................ 010 • Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren. ........................................................................................................
WAARSCHUWING 011
•
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten. .........................................................................................................
•
Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
......................................................................................................... • Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien: • Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of • Er rook of een ongewone geur optreedt • Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of • Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of • Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien. ......................................................................................................... 016 • Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina. ......................................................................................................... 019 • Batterijen mogen nooit opnieuw opgeladen, verhit, uit elkaar gehaald of in vuur of water gegooid worden. 012c
VOORZICHTIG 101b
•
Het apparaat en de adaptor dienen op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
......................................................................................................... • Wanneer de stekker in het stopcontact, of in dit apparaat word gestoken, of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast. ......................................................................................................... 102d
VOORZICHTIG 104
•
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken. ........................................................................................................ • Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden. ........................................................................................................ 106 • Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op. ........................................................................................................ 107d • Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn. • ........................................................................................................ 108b • Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los. ........................................................................................................ 109b • Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p. 12). ........................................................................................................ 110b • Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact ........................................................................................................ 111: Selection • Lees de installatie instructies van de batterijen zorgvuldig door, en zorg dat u de juiste polariteit in acht neemt. • Gebruik geen nieuwe batterijen samen met gebruikte. Bovendien mogen verschillende types batterijen niet tegelijkertijd gebruikt worden. • Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, verwijderd u de batterijen uit het apparaat. • Indien een batterij gelekt heeft, gebruikt u een zachte doek of keukenrol om de resten van de ontlading uit het batterij compartiment te verwijderen. Plaats dan nieuwe batterijen. Om huidontstekingen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er geen batterij ontlading op uw handen of huid terechtkomt. Wees uitermate voorzichtig en zorg dat er geen ontlading in de buurt van uw ogen komt.Indien er ontlading in de ogen terecht is gekomen, spoelt u het betreffende gedeelte direct onder stromend water. • Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals ballpoint pennen, halskettingen, haarspelden, enz. ........................................................................................................ 112 • Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de voorschriften in uw regio worden afgedankt. ........................................................................................................
3
Belangrijke opmerkingen Naast de onderdelen die bij ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina 2-3 worden genoemd, leest en neemt u het volgende in acht: 301
301
Stroomvoorziening: •
• •
•
• •
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact. De adapter zal na lange uren werking warmte afgeven. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken. Het gebruik van een adaptor word aangeraden, aangezien het stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is. Wanneer u de voorkeur geeft aan batterijen, gebruik dan alkaline batterijen. Batterijen dienen altijd geinstalleerd of vervangen te worden voordat andere apparaten worden aangelsoten. Op die manier kunt u storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen. Batterijen worden bij het aparaat geleverd. De levensduur van deze batterijen kan beperkt zijn, omdat deze aanvankelijk voor testen zijn bedoeld. Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing 351
•
• •
•
4
Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron. Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers. Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten. Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig is verdampt.
•
Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u dit apparaat plaatst, kunnen de rubberen voeten deze verkleuren, of afdrukken achterlaten. U kunt een stuk vilt of doek onder de rubber voeten plaatsen, om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u er op letten dat het apparaat niet per ongeluk glijdt of verplaatst.
Onderhoud •
•
Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek af. Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Reparaties en data 351
•
Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kan gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Belangrijke data dient opgeschreven te worden (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd geprobeerd om dataverlies te voorkomen. In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld als het aan het geheugen gerelateerde circuit zelf niet werkt) kan de data tot onze spijt niet meer hersteld worden. BOSS/Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort verlies van data.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen 351
•
•
•
•
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen als gevolg van een storing of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om belangrijke data van tijd tot tijd op te schrijven. De inhoud van data die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. BOSS/ Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies. Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedieningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden. Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
Belangrijke opmerkingen •
•
•
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.) Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken. Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Drukafspraken en iconen in deze handleiding Tekst of getallen binnen vierkante haakjes [ ]
Geeft knoppen aan. [WRITE] WRITE knop Duidt op informatie waar u zich bewust van moet zijn bij gebruik van de ME-20. Duidt op aanvullende informatie over de bediening. Duidt op informatie over een handige bediening. Geeft een referentiepagina aan.
(p.**)
5
Inhoud Hoofd kenmerken ..............1 Belangrijke opmerkingen...4 Namen en functies .............7 Voorpaneel.....................................7 Achterpaneel ................................10
Batterijen installeren ........11 Aansluitingen...................12 De stroom aanzetten....................13 De stroom uitzetten ......................13
De gitaar stemmen (Bypass/Tuner) ................14 Inleiding op effecten en parameters ......................16 Over de volgorde van de effect aansluitingen ................................16 OD/DS SOLO...............................16 OD/DS (Overdrive/Distortion).......17 MOD (Modulatie)..........................18 DELAY .........................................19 EQ (Equalizer)..............................20 WAH.............................................20 NS (Noise Suppressor) ................21 THRESHOLD ................................... 21
MASTER LEVEL ..........................21
6
Makkelijk geluiden creëren (EZ EDIT).......................... 22 Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)23 Manual mode en Memory mode.. 23 Schakelen tussen Manual en Memory mode.............................. 23 Patches en banken...................... 23 Geluiden opslaan (Write)............. 24 Opgeslagen geluiden oproepen en gebruiken (Patch Change)........... 25 Van nummer veranderen ............... 25 Van bank veranderen...................... 25
Patch instellingen veranderen (Patch Edit Mode)........................ 26
Overige functies .............. 27 Voetschakelaar gebruiken ........... 27 Een voetschakelaar aansluiten....... 27
De ME-20 in de fabrieksinstellingen terugzetten (Factory Reset)......... 29 Het expressiepedaal bijstellen..... 30
Blanco overzicht.............. 32 Probleemoplossing.......... 36 Specificaties .................... 37 Index .............................. 38
Namen en functies Voorpaneel fig.ME-20-front-panel.eps_70
1
3 2
4 5
15
6 7
10 8
12 11
14 13
9
16
1. Parameter knoppen Hiermee worden parameters, die met de effect knoppen en EZ EDIT knop geselecteerd zijn, aangepast. U kunt de huidige waarde van een parameter controleren door zijn effect selectie knop ingedrukt te houden en aan de knop te draaien (dit toont de waarde zonder dat deze wordt bijgesteld).
De manier, waarop de knoppen reageren wanneer eraan gedraaid wordt, kan veranderd worden. 1. 2.
3. 4.
Ga naar de Manual mode (p.23). Houd de [EDIT/EXIT] knop ingedrukt, en druk op Number Pedal 1. Eén van de volgende mededelingen verschijnt in het scherm: N0: De waarde verandert onmiddellijk als u aan de knop draait (fabrieksinstelling). N1: De waarde verandert als de knop voorbij de positie die met de huidig ingestelde waarde correspondeert wordt gedraaid. Druk op [ ][ ] om de waarde van de instelling te veranderen. Druk op [WRITE]. De instelling wordt opgeslagen, en de ME-20 keert naar de Manual mode terug. 7
Namen en functies
1
3 2
4 5
15
6 7
10 8
12 11
14 13
9
16
2. Effect selectie indicators Toont effecten, die u met gebruik van de parameter knoppen kunt instellen.
3. Effect selectie knoppen Druk op deze knoppen om het effect, waarvan u de instellingen wilt veranderen, te selecteren.
4. EZ EDIT indicator Laat zien of EZ EDIT aan of uit is.
5. EZ EDIT knop Druk hierop om EZ EDIT te gebruiken (p.22).
6. Beeldscherm Toont de waarde van parameter instellingen, bank nummers en andere informatie. * Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, wordt ‘bt’ in het scherm aangegeven. Wanneer dit verschijnt, vervangt u de batterijen.
7. EDIT/EXIT knop Druk hierop om patches in Memory mode te bewerken (of verlaat het bewerken).
8. WRITE knop Druk op deze knop om het huidige geluid in het gebruikers geheugen op te slaan.
9.
/
knoppen
Gebruik deze om de parameters in de diverse besturingsmodes bij te stellen. 8
Namen en functies Manual mode: NS THRESHOLD Memory mode: Bank (NS THRESHOLD bij bewerken van patches) TUNER: Referentie toonhoogte
10. WAH indicator Dit laat zien of het Wah effect aan of uit is.
11. OD/DS SOLO indicator Dit laat zien of het solo geluid aan of uit is.
12. OD/DS SOLO knop Druk hier op om naar een geluid dat geschikt is voor solo’s over te schakelen. Als deze knop wordt ingedrukt, wordt overdrive/distortion automatisch ingeschakeld.
13. MASTER LEVEL knop Past het volume van de uitvoer aan.
14. Expressie pedaal Regelt het volumeniveau (volume pedaal). Als de voorkant van het pedaal diep wordt ingedrukt, wordt de WAH ON/OFF stand veranderd. Als het Wah effect ingeschakeld is, functioneert het pedaal als een Wah pedaal. Als WAH aan is: functioneert als Wah pedaal. Als WAH uit is: functioneert als een volume pedaal. Bij het bedienen van het expressie pedaal moet u voorzichtig zijn en zorgen dat uw vingers niet beklemd raken tussen het beweegbare gedeelte en het paneel. In huishoudens net kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden, totdat het kind in staat is om zelf alle regels voor een veilige bediening van het apparaat na te leven.
15. Pedaal indicators Laat zien of het corresponderende effect aan of uit is. In de Memory (geheugen) mode wordt hiermee het huidige patch nummer aangegeven.
16. Effect/nummer pedalen Schakelt de corresponderende effecten in of uit. Als de ME-20 zich in de Memory mode bevindt, schakelen deze overeenkomstig genummerde patches. Als u het OD/DS pedaal twee seconden ingedrukt houdt, wordt het pedaal in zijn OD/DS Solo ON/OFF functie gezet. (Bediening verschilt in de Memory mode (p.23).) 9
Namen en functies
Achterpaneel ME-20-rear-panel.eps_70
2
1
1. Veiligheidsslot (
3
4
5
6
7
)
http://www.kensington.com/
2. INPUT jack
Sluit hier uw gitaar aan. * De ingangsjack functioneert tevens als een aan/uit schakelaar. Als een plug in de INPUT jack wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld. De stroom wordt uitgeschakeld als de plug eruit wordt gehaald. Verwijder de plug uit deze jack als de ME-20 niet wordt gebruikt.
3. AUX IN jack
Sluit hier een CD of MP3 speler aan om met geluiden van deze apparaten te oefenen. * U kunt het volume van de AUX ingang niet bijstellen. Pas het volume op het aangesloten apparaat aan. * Gebruik geen kabel die een weerstand bevat om externe apparaten op de AUX IN aan te sluiten. Door gebruik van dit soort kabels kunnen geluiden van aangesloten apparaten onhoorbaar worden. * Er worden geen effecten op het AUX ingangssignaal toegepast.
4. OUTPUT L/MONO, R jacks
Sluit hier een versterker of mengpaneel aan.
5. PHONES (koptelefoon) jack
Sluit hier een stereo koptelefoon aan. Wanneer een koptelefoon op de PHONES jack is aangesloten, worden klankaanpassingen toegepast, zodat het geluid het meest lijkt op dat wat door de gitaarversterker wordt geproduceerd.
6. FOOT SW (voetschakelaar) jack
Sluit hier een optionele voetschakelaar (zoals de FS-6) aan. De voetschakelaar functioneert anders in Manual mode en Memory mode. In de Manual mode: schakelt de OD/DS Solo in/uit. Schakelt de Bypass/Tuner in/uit. In de Memory mode: Bank Up, Bank Down
7. DC IN (AC adaptor) jack
Sluit hier de optionele adaptor (PSA serie) aan. * Gebruik alleen de gespecificeerde stroomadaptor (PSA serie).
10
Batterijen installeren Plaats de batterijen, zoals in het figuur wordt getoond, en zorg dat de batterijen in de juiste richting worden geplaatst. fig.replace-battery.eps_38
• Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt ‘bt’ in het scherm. Als dit verschijnt, installeert u nieuwe batterijen. • Als u het apparaat omkeert, plaats dan wat kranten, tijdschriften of ander geschikt materiaal onder de vier hoeken aan beide kanten, om te voorkomen dat de knoppen en regelaars beschadigen. Probeer het apparaat tevens zo te plaatsen, dat de knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen. • Als u het apparaat omkeert, behandelt u het voorzichtig. Zorg dat het niet omvalt of dat u het uit uw handen laat vallen. • Zorg dat de ‘+’ en ‘-‘ eindes van de batterijen zich in de juiste richting bevinden. • Gebruik zes AA type batterijen. • Gebruik geen nieuwe en gebruikte batterijen tegelijkertijd of combinaties van verschillende types batterijen. Hierdoor kan vloeistof lekkage ontstaan. • Batterijen worden bij het apparaat geleverd. Omdat deze batterijen in beginsel zijn bedoeld om te testen of het apparaat werkt, kan de levensduur van deze batterijen beperkt zijn. Bij voortdurend gebruik op batterijen kan het apparaat ongeveer 13 uur worden gebruikt met alkaline batterijen en ongeveer 3.5 uur met standaard batterijen. (dit kan variëren, afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt). 11
Aansluitingen fig.ME-20-connect-e.eps_70
Adapter (PSA serie) CD/MP3 speler Stereo koptelefoon
Koptelefoon stekker
Voetschakelaar (FS-6, enz.) Gitaar
Gitaarversterker
* Als een adapter wordt gebruikt, dient u alleen het gespecificeerde type te gebruiken (PSA serie). Door gebruik van een andere adapter kunnen storingen ontstaan. * Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag, en schakelt u alle apparaten uit, voordat u aansluitingen maakt. * De ingangsjack functioneert tevens als een aan/uit schakelaar. Als een plug in de INPUT jack wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld. De stroom wordt uitgeschakeld als de plug eruit wordt gehaald. Verwijder de plug uit deze jack als de ME-20 niet wordt gebruikt. * Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs onhoorbaar worden. Meer over de kabel specificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel opvragen. * Als u één gitaarversterker gebruikt, sluit u deze op de L/MONO jack aan. Meer informatie over het aansluiten van een voetschakelaar op de Footswitch jack vindt u bij ‘Voetschakelaar pedalen gebruiken’ (p.27).
12
Aansluitingen Zet de verscheidene apparaten in de aangegeven volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, kunnen storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten ontstaan.
De stroom aanzetten 1.
Zet het volume van alle apparaten helemaal laag, en sluit de externe apparaten aan. * Steek de plug nog niet in de INPUT jack.
2.
Steek de plug in de INPUT jack. * Als een plug in de INPUT jack wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld.
3.
Zet de CD of MP3 speler of een ander invoer apparaat aan.
4.
Als laatste zet u de gitaarversterker of ander uitvoer apparaat aan.
5.
Hierna stelt u het volume van elk apparaat bij. * Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daardoor duurt het, nadat het apparaat is aangezet, enkele seconden voordat het apparaat correct werkt.
De stroom uitzetten 1.
Zet het volume van alle apparaten helemaal laag.
2.
Zet eerst de gitaarversterker en andere uitvoer apparaten uit.
3.
Zet de CD, MP3 speler of ander invoer apparaat uit.
4.
Verwijder de plug uit de INPUT jack. * Door het verwijderen van de plug uit de INPUT jack wordt de stroom uitgeschakeld.
13
De gitaar stemmen (Bypass/Tuner) De ME-20 beschikt over een ingebouwde chromatische auto-tuner (stemapparaat), waarmee u uw gitaar gemakkelijk kunt stemmen zonder dat aansluitingen veranderd hoeven te worden. Bovendien is de geluidsuitvoer in Tuner mode hetzelfde als het ingangsgeluid, zonder toegepaste effecten (Bypass). U kunt het expressiepedaal gebruiken om het volume lager te maken, zodat het niet nodig is om het volume van uw versterker lager te zetten, elke keer dat u gaat stemmen.
1 1.
7
2
Druk de nummer 1 en 2 pedalen gelijktijdig in, om naar de Tuner mode te gaan. Het stemapparaat verschijnt in het scherm, en een afwijking van de toonhoogte wordt door de ‘Stem leidraad’ aangegeven. fig.7seg-tuner1.eps
Stemming
2.
3.
14
Indien nodig kunt u de referentie toonhoogte veranderen. Druk op [ ] [ ] en de huidige referentie toonhoogte wordt korte tijd in het scherm getoond. Door deze handeling voort te zetten, kunt u de referentie toonhoogte met stappen van één Hertz veranderen, in elke waarde tussen 435 Hz en 445 Hz. De instelling wordt automatisch opgeslagen, dus u hoeft deze instelling niet elke keer dat u stemt te maken. * De referentie toonhoogte is vanuit de fabriek op 440 Hz ingesteld (weergave: 40). Weergave
35-45
Toonhoogte (Hz)
435-445
Speel een enkele noot op de snaar die gestemd wordt. Speel de snaar open. De naam van de noot, die het dichtst bij de toonhoogte van de snaar ligt, verschijnt in het scherm. * Gebruik uw hand of iets anders om de overige snaren stil te maken. De snaar kan mogelijk niet nauwkeurig gestemd worden als andere snaren tijdens het stemmen meetrillen.
De gitaar stemmen (Bypass/Tuner) fig.7seg-tuner3.eps
4.
5.
(C)
(C )
(D)
(D )
(E)
(F)
(F )
(G)
(G )
(A)
(A )
(B)
Voer eerst een globale stemming uit, zodat de naam van de noot van de snaar in het scherm verschijnt. (Algemene stemming) 7e
6e
5e
4e
3e
2e
1ste
B
E
A
D
G
B
E
Stem dan elke snaar nauwkeurig, totdat beide stem leidraden verlicht zijn. * Hoe groter het verschil tussen de toonhoogte van de snaar die u speelt en de correcte toonhoogte van de noot die in het scherm wordt weergegeven, hoe sneller de stem leidraad knippert. Als u dichter bij de juiste toonhoogte komt, zal de stem leidraad langzamer gaan knipperen. fig.7seg-tuner3.eps
Te hoog
Gestemd
Te laag
6.
Herhaal stappen 3-5 om de andere snaren te stemmen. * Als u een gitaar met een vibrato arm stemt, kan het stemmen van een snaar maken dat andere snaren afwijken. In dit geval kunt u het beste de eerste twee snaren globaal stemmen, zodat de juiste noot wordt weergegeven, en dan elke snaar opnieuw stemmen. Een bruikbare techniek, die het stemmen minder verwarrend maakt, is om net iets onder de doel toonhoogte te beginnen, en dan telkens een klein beetje omhoog te stemmen, totdat de snaar de juiste hoogte heeft.
7.
Druk de nummer 1 en 2 pedalen gelijktijdig in om naar de vorige mode terug te keren. U kunt ook naar de vorige mode terugkeren door [EDIT/EXIT] in te drukken. 15
Inleiding op effecten en parameters Over de volgorde van de effect aansluitingen De optimale volgorde voor het verbinden van effecten wordt automatisch bepaald, gebaseerd op de effect instellingen.
WAH
NOISE SUPPRESSOR
OVERDRIVE / BULES / DISTORTION / METAL / FUZZ / COMPRESSOR
TREMOLO
(OD / DS)
(MOD)
FOOT VOLUME
CHORUS / PHASER / FLANGER / ROTARY
DELAY / REVERB
(MOD)
(DELAY)
EQ
OD/DS SOLO Het OD/DS effectgeluid verandert in een geluid dat geschikt is voor solo uitvoeringen. Als het OD/DS SOLO effectgeluid wordt aangezet, zal het OD/DS effect eveneens worden ingeschakeld, zelfs als het daarvoor uitgeschakeld was. Om de hoeveelheid OD/DS SOLO effect bij te stellen, dat wordt toegepast als het effect aan is, houdt u [OD/DS SOLO] ingedrukt, terwijl u op [
16
] or [
] drukt.
Inleiding op effecten en parameters
OD/DS (Overdrive/Distortion) Dit effect gebruikt vervorming om het geluid een unieke eigenschap te geven, en stelt u in staat het geluid te laten doorklinken.
OD/DS type lijst TYPE
Beschrijvingen
1: OVERDRIVE
Een zachte, milde vervorming als die van een buizenversterker.
2: BLUES
Een uniek type overdrive die de nuances van het plukken benadrukt.
3: DISTORTION
Scherpe vervorming die een rijke sustain geeft.
4: METAL
Een krachtig, levendig vervormd geluid.
5: FUZZ
Een unieke vervorming met een ruw, intens geluid.
6: COMPRESSOR
Dit effect produceert lange sustain zonder het geluid te vervormen. U kunt dit ook als ‘limiter’ gebruiken om alleen de geluidspieken te onderdrukken en vervorming te voorkomen.
fig.FX-ODDS.eps_50
fig.FX-ODDS2.eps_90
Beschrijvingen 1: OVERDRIVE
2: BLUES 3: DISTORTION 4: METAL 5: FUZZ 6: COMPRESSOR
Past de hoeveelheid vervorming aan. Draai naar rechts (met de klok mee) om de vervorming omhoog te duwen. Hierdoor kan ook het volume toenemen. Past de sustain aan. Draai naar rechts (met de klok mee) om een langere sustain te produceren, Als de knop naar links wordt gedraaid (tegen de klok in), wordt een effect gelijkend op een limiter gecreëerd.
Past de klank aan. Past het volumeniveau Draai naar links (tegen aan. de klok in) om een warmer geluid te produceren, naar rechts (met de klok mee) om een helderder geluid te produceren.
17
Inleiding op effecten en parameters
MOD (Modulatie) Dit effect verbreedt en voegt een vibrerend effect aan het geluid toe.
MOD type lijst TYPE
Beschrijvingen
1: CHORUS
Dit effect voegt een subtiele zweving aan het geluid toe, en transformeert het in een prachtig geluid met adem en body.
2: PHASER
Dit creëert een geluid met een verschuivende fase, en voegt een draaiend ‘warp’ effect toe.
3: FLANGER
Dit effect voegt een subtiel type beweging toe, dat een geluid gelijkend op de stijgende/dalende geluiden van een vliegtuig creëert.
4: TREMOLO
Dit effect creëert een gevoel van vibratie, door het cyclisch veranderen van het volumeniveau.
5: ROTARY
Dit produceert het effect van een roterende luidspreker.
fig.FX-MOD.eps_50
fig.FX-MOD2.eps_90
Beschrijvingen 1: CHORUS
2: PHASER 3: FLANGER 4: TREMOLO
5: ROTARY
DELAY
18
Stelt de periode van zwevende cyclus bij. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de snelheid toe. Past de periode van de vibratie cyclus aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de snelheid toe. Past de periode van de volume verandering aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de snelheid toe. Past de rotatiesnelheid aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de snelheid toe.
Past de diepte van het zwevende geluid aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de diepte toe. Past de diepte van de golving aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de diepte toe. Past de hoeveelheid volumeverandering aan Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume toe. Stelt de diepte van het effect bij. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt de diepte toe.
Past het volume van het effectgeluid aan.
Past de intensiteit van unieke kenmerken aan.
Past het volume van het effectgeluid aan.
Past het volume van het effectgeluid aan.
Inleiding op effecten en parameters
DELAY Dit zijn ruimtelijke effecten waarmee u dingen kunt doen als het geluid voller maken, of speciale effecten creëren door vertraagd geluid of reverb aan het ingangsgeluid toe te voegen.
Delay type lijst TYPE
Beschrijvingen
1: 0–99 ms DELAY
Delay geluid met een delay tijd van 0 tot 99 ms.
2: 100–700 ms DELAY
Delay geluid met een delay tijd van 100 tot 700 ms.
3: REVERB
Een effect dat weerkaatsing aan het geluid toevoegt.
fig.FX-DELAY.eps_50
fig.FX-DELAY2.eps_90
Beschrijvingen 1: 0–99 ms DELAY
2: 100–700 ms DELAY
3: REVERB
De delay tijd kan in stappen van 1 ms worden ingesteld.
Past het aantal herhalin- Past het volume van gen van het delay het effect geluid aan. geluid aan. Als de knop naar rechts wordt De delay tijd kan in stappen van 10 ms wor- gedraaid, neemt het aantal malen dat de den ingesteld. In het scherm wordt de delay wordt herhaald waarde getoond als het toe. nummer van 10 ms eenheden (10-70). Past de lengte (reverb tijd) van de weerkaatsing aan.
Past de klankkwaliteit van de weerkaatsing aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, wordt een helderder geluid gecreëerd.
19
Inleiding op effecten en parameters
EQ (Equalizer) Dit effect past de klankkwaliteit aan. Als de knop naar rechts wordt gedraaid (met de klok mee), wordt het volume in de corresponderende frequentiereeks omhoog geduwd. Als deze tegen de klok in wordt gedraaid, wordt het volume afgekapt. Wanneer alle parameter knoppen in het midden worden geplaatst, wordt een vlakke respons geproduceerd. fig.FX-EQ.eps_50
fig.FX-EQ2.eps_90
Beschrijvingen Stelt de klankkwaliteit
Stelt de klankkwaliteit Stelt de klankkwaliteit van de lage frequentie- van de laag-midden fre- van de hoog-midden reeks bij. quentiereeks bij. frequentiereeks bij.
Stelt de klankkwaliteit van de hoge frequentiereeks bij.
WAH Dit effect creëert een ‘wah’ effect, met gebruik van de pedaalregelaar. Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een helderder geluid gecreëerd, terwijl het loslaten van het pedaal een gedempt geluid produceert.
20
Inleiding op effecten en parameters
NS (Noise Suppressor) Dit effect onderdrukt herrie en ruis van elementen.
THRESHOLD
Dit stelt het effect bij, in reactie op het ruis niveau. Verhoog de waarde als er een aanzienlijke hoeveelheid ruis aanwezig is. Verlaag de waarde als er niet zoveel ruis aanwezig is. Indien op 0 ingesteld, is de ruisonderdrukking uitgeschakeld. * Als de waarde hoger wordt ingesteld dan noodzakelijk, kunnen geluiden mogelijk niet worden uitgestuurd als het gitaarvolume te laag is. * Pas deze waarde aan totdat het wegsterven van het gitaargeluid op een zo natuurlijk mogelijke manier verloopt.
MASTER LEVEL
Hiermee wordt de uitvoer van de ME-20 bijgesteld. * Als de MASTER LEVEL knop te hoog wordt ingesteld, kan het geluid vervormen. * Als de effecten uit staan, zijn invoer en uitvoer op dezelfde niveaus als in de situatie dat de MASTER LEVEL knop zich in het midden bevindt. * De instelling van de MASTER LEVEL knop wordt voor elke patch in het geheugen opgeslagen (p.23). (p.23).
21
Makkelijk geluiden creëren (EZ EDIT) EZ EDIT is een optie voor het snel en gemakkelijk creëren van geluiden. U kunt een combinatie van effectparameters met slechts één knop bijstellen. fig.ME-20-ezedit1.eps_55
3
1
2
22
1.
Druk op [EZ EDIT].
2.
Druk het effectpedaal in, om het effect op ON of OFF te zetten.
3.
Verander het geluid door aan de knop van het effect, waarvan u de instellingen wilt veranderen, te draaien.
4.
Verander de geluiden door stappen 2 en 3 te herhalen.
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode) Manual mode en Memory mode Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, start de ME-20 in de ‘Manual mode’ op. In deze mode kunt u de pedalen gebruiken om effecten aan of uit te zetten, en kunt u de knoppen manipuleren om het door u gewenste geluid direct te verkrijgen. De ME-20 beschikt ook over een ‘Memory mode’, welke u kunt gebruiken tijdens live optredens en andere situaties waarbij u instellingen direct wilt kunnen veranderen om deze aan de betreffende omstandigheden aan te passen.
Schakelen tussen Manual en Memory mode Vanuit de Manual mode drukt u nummer pedalen 2 en 3 gelijktijdig in, om naar de Memory mode over te schakelen. De MEMORY indicator licht op. fig.ME-20-manual-mode1-e.eps_26
Vanuit de Memory mode drukt u nummer pedalen 2 en 3 gelijktijdig in, om naar de Manual mode over te schakelen. De MEMORY indicator verdwijnt.
Gelijktijdig indrukken
Brandt
Patches en banken Een verzameling geluidsparameters, die samen bediend kunnen worden, wordt een ‘patch’ genoemd. In de Memory mode kunt u patches oproepen om direct van geluid te veranderen. Op de ME-20 kunnen maximaal 30 patches gecreëerd worden. Deze worden samen in eenheden, genaamd ‘banken’, ondergebracht. Eén bank bevat drie patches, die met de respectievelijke nummer pedalen corresponderen. fig.ME-20-patch-e.eps_75
Bank 10 Bank 3 Bank 2
Patch
Bank 1 Patch Patch Patch
Patch
Patch
23
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Geluiden opslaan (Write) De stappen die u dient te volgen om patches, die u met gebruik van de knoppen op het paneel en de pedalen, in het User geheugen op te slaan, wordt de ‘Write procedure’ genoemd. De Write procedure kan zowel in de Manual mode als in de Memory mode worden uitgevoerd. Door het uitvoeren van de Write procedure zullen alle instellingen, die op de betreffende patch locatie (de opslagbestemming) aanwezig zijn, verloren gaan. fig.ME-20-write.eps_55
2 1,3
2 1.
2.
Druk op [WRITE]. De bank wordt in het scherm getoond, en de pedaal indicator knippert om de op dat moment geselecteerde patch bank en het nummer aan te geven. Selecteer de opslagbestemming. • Druk op [ ] [ ] om de bank te selecteren. • Druk op een nummer pedaal (1-3) om het nummer te selecteren. * Om de Write procedure te stoppen, drukt u op [EXIT/EXIT] om naar de voorgaande mode terug te keren.
3.
24
Druk nogmaals op [WRITE]. Het geluid wordt opgeslagen, en de ME-20 keert naar de Memory mode terug. De bank wordt in het scherm getoond, en de pedaal indicators geven de nummers aan.
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Opgeslagen geluiden oproepen en gebruiken (Patch Change) Om van patch te veranderen, gebruikt u [
][
] en de nummer pedalen (1-3).
* Wanneer u aanvankelijk naar de Memory mode overschakelt, nadat de stroom is aangezet, is Bank 1, nummer 1 altijd geselecteerd. fig.ME-20-patch-change.eps_35
Van nummer veranderen
(2)
Als een nummer pedaal (1) wordt ingedrukt, licht de pedaal indicator (2) op, de patch van dat nummer in de op dat moment geselecteerde bank wordt opgeroepen, en het geluid verandert direct.
(1) fig.ME-20-bank-change.eps_35
Van bank veranderen
(1) (2)
De bank verandert elke keer dat [ ] [ ] (1) wordt ingedrukt, en de op dat moment geselecteerde bank knippert in het scherm (2). Op dit moment zijn de geluiden nog niet verandert. * Als de ME-20 zich in deze status bevindt, verandert het geluid in het geluid van de patch, die aan het op dat moment geselecteerde bank/ (3) nummer is toegewezen, als één van de nummer pedalen (3) wordt ingedrukt. Met de nummer pedalen kunt u van bank veranderen. Als u in de Memory mode het nummer pedaal voor de op dat moment geselecteerde patch twee seconden ingedrukt houdt, knippert de pedaal indicator, en de functie van de nummer pedalen verandert zoals hieronder wordt aangegeven. Nummer pedaal 1: Nummer pedaal 2: Nummer pedaal 3:
Bank Bank Herstelt oorspronkelijke pedaalfuncties.
Met een voetpedaal kunt u van bank veranderen. Meer informatie is te vinden bij ‘Voetschakelaars gebruiken’ (p.27). 25
Geluiden opslaan en oproepen (Memory Mode)
Patch instellingen veranderen (Patch Edit Mode) In de Memory mode is het in of uitschakelen van effecten of het aanpassen van NS THRESHOLD niet mogelijk. Om deze veranderingen aan te brengen, zet u het apparaat in de Patch Edit mode. fig.ME-20-patch-edit.eps_55
1 2,4 5
1
26
1.
Roep de patch op, waarvan u de instellingen wilt bewerken (p.25).
2.
Druk op [EDIT/EXIT]. ‘Ed’ verschijnt in het scherm, en de MEMORY indicator begint te knipperen, waarmee wordt aangegeven dat het apparaat zich nu in de Patch Edit mode bevindt. Net als in de Manual mode, als de ME-20 zich in deze status bevindt, schakelen de nummer pedalen de effecten in en uit, terwijl [ ] [ ] NS THRESHOLD regelen, zodat u alle parameters in kunt stellen.
3.
Gebruik de knoppen, pedalen en drukknoppen om instellingen naar wens te veranderen.
4.
Druk op [EDIT/EXIT] om naar de Memory mode terug te keren.
5.
Als u uw nieuwe instellingen wilt opslaan, voert u de Write procedure uit (p.24). Veranderde instellingen worden niet opgeslagen, totdat de Write procedure wordt uitgevoerd. Als u naar een andere patch gaat voordat een patch is opgeslagen, zal de veranderde inhoud verloren gaan, dus de volgende keer dat de patch geselecteerd wordt, zullen zijn vorige instellingen worden opgeroepen.
Overige functies Voetschakelaar gebruiken Met een optionele voetschakelaar (zoals de BOSS PS-5U of FS-6), die op de ME-20 is aangesloten, kunt u de volgende operaties uitvoeren: In de Manual mode: schakelt de OD/DS SOLO in/uit. Schakelt de Bypass/Tuner in/uit. In de Memory mode: Bank up, Bank down.
Een voetschakelaar aansluiten Als een FS-5U wordt aangesloten fig.FS-5U1-e.eps_80/fig.FS-5U2-e.eps_80/fig.FS-6-e.eps_80
Als een FS-5U schakelaar wordt gebruikt, stelt u de polariteit schakelaar in, zoals hieronder wordt getoond.
OD/DS SOLO aan/uit Bank Up
27
Overige functies
Als twee FS-5U’s of een FS-6 worden aangesloten * Met een speciale Roland PCS-31 aansluitkabel (optioneel) kunnen twee FS-5U’s worden aangesloten. fig.FS-5U1-e.eps_80/fig.FS-5U2-e.eps_80/fig.FS-6-e.eps_80
PCS-31
Rood
Bypass/Tuner OD/DS SOLO On/Off On/Off Bank down Bank up
Wit
Bypass/Tuner OD/DS SOLO On/Off On/Off Bank down Bank up Als een FS-5U schakelaar wordt gebruikt, Als een FS-6 schakelaar wordt gebruikt, stelt u de POLARITY schakelaar in, stelt u de MODE en POLARITY schakelaars in, zoals hieronder wordt getoond. zoals hieronder wordt getoond.
B
28
A
Overige functies
De ME-20 in de fabrieksinstellingen terugzetten (Factory Reset) U kunt de instellingen, die in de ME-20 zijn opgeslagen (User geheugen, referentie toonhoogte van het stemapparaat, en knop respons methode) in hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen terugzetten. Dit wordt ‘Factory Reset’ genoemd. Om een Factory Reset uit te voeren, volgt u de volgende stappen. fig.ME-20-factory-reset.eps_55
2
3,4
1.
Schakel naar de Manual mode over (p.23).
2.
Houd [EDIT/EXIT] ingedrukt en druk op nummer pedaal 2. ‘FA’ verschijnt in het scherm. * Om de Factory Reset te annuleren, drukt u nogmaals op [EDIT/EXIT] om naar de oorspronkelijke mode terug te keren.
3.
Druk op [WRITE]. De MEMORY indicator knippert, en het apparaat wordt in de stand-by stand geplaatst.
4.
Druk op [WRITE]. De Factory Reset wordt uitgevoerd. Wanneer de Factory Reset is voltooid, wordt het beeldscherm donker, en keert het apparaat naar de Manual mode terug.
Zet nooit de stroom uit, terwijl een Factory Reset plaatsvindt. 29
Overige functies
Het expressiepedaal bijstellen Hoewel het expressiepedaal van de ME-20 in de fabriek op een optimale werking is ingesteld, kan het pedaal door langdurig gebruik en bepaalde bedieningsomgevingen ontregeld raken. Als u problemen ondervindt, zoals de ON/OFF schakelaar die niet werkt of het volumepedaal dat het geluid niet geheel afkapt, kunt u de volgende procedure gebruiken om het pedaal weer optimaal te laten functioneren. Bij de bediening van het expressie pedaal moet u opletten, dat uw vingers niet tussen het beweegbare deel en het paneel bekneld raken. In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden, totdat het kind in staat is om alle regels, die essentieel zijn voor veilig gebruik van het apparaat, na te leven. fig.ME-20-exp-pedal-adjust.eps_45
6
2
1. 2.
4
5
3
Ga naar de Manual mode (p.23). Houd [EDIT/EXIT] ingedrukt, en druk op nummer pedaal 3. ‘Pd’ verschijnt in het scherm, en verandert dan in ‘UP’. 3. Druk de hak van het expressie pedaal naar de basis, en druk dan op [WRITE]. ‘dn’ verschijnt in het scherm. 4. Druk de teen van het expressiepedaal in, totdat deze helemaal naar beneden staat en druk op [WRITE]. ‘1’ – ‘9’ verschijnt in het scherm. * Vanuit de fabriek wordt dit op ‘5’ ingesteld. 5. Stel de stevigheid van de schakelactie bij. Druk op [ ] [ ] om de waarde (1-9) in te stellen. Hoe lager de waarde, hoe minder kracht nodig is om het pedaal in te drukken om het in en uit te schakelen. 6. Druk op [WRITE]. De instelling wordt in het geheugen opgeslagen, en het apparaat keert naar de Manual mode terug. * Als het scherm bij stappen 2 en 3 knippert, drukt u het pedaal nogmaals in. Druk dan op [WRITE]. 30
MEMO
31
Blanco overzicht OD/DS
BANK NO.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
SOLO
SW
MOD
TYPE DRIVE TONE LEVEL
SW
TYPE RATE DEPTH LEVEL
1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
Type lijst NO. 1 2 3 4 5 6
32
OD/DS OVERDRIVE BLUES DISTORTION METAL FUZZ COMPRESSOR
MOD CHORUS PHASER FLANGER TREMOLO ROTARY -
DELAY 0-99ms DELAY 100-700ms DELAY REVERB -
Blanco overzicht
DELAY SW
TYPE
TIME
FEEDLEVEL BACK
LOW
EQ LOWHIMID MID
WAH HIGH
SW
NS THRESH OLD
MASTER LEVEL
33
Blanco overzicht
OD/DS
BANK NO.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
SOLO
SW
MOD
TYPE DRIVE TONE LEVEL
SW
TYPE RATE DEPTH LEVEL
1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
Type lijst NO. 1 2 3 4 5 6
34
OD/DS OVERDRIVE BLUES DISTORTION METAL FUZZ COMPRESSOR
MOD CHORUS PHASER FLANGER TREMOLO ROTARY -
DELAY 0-99ms DELAY 100-700ms DELAY REVERB -
Blanco overzicht
DELAY SW
TYPE
TIME
FEEDLEVEL BACK
LOW
EQ LOWHIMID MID
WAH HIGH
SW
NS THRESH OLD
MASTER LEVEL
35
Probleemoplossing ‘bt’ verschijnt in het scherm → Batterijen zijn leeg. Vervang deze door nieuwe batterijen te plaatsen (p.11).
Stroom gaat niet aan Is de juiste adapter (PSA serie, apart verkrijgbaar) correct aangesloten? → Controleer nogmaals of de adapter is aangesloten (p.12). Gebruik nooit een andere adapter dan de aanbevolen adapter. Is de batterij leeg? → Vervangen door nieuwe batterijen (p.11). * De bijgeleverde batterijen zijn alleen bedoeld om te controleren of het apparaat werkt. * Dit apparaat verbruikt bijzonder veel stroom, daarom is gebruik van een adapter aanbevolen. Als u batterijen gebruikt, kies dan voor alkaline batterijen. * Om het batterij verbruik te reduceren, haalt u de plug altijd uit de INPUT jack wanneer het apparaat niet in gebruik is. Is de plug op juiste wijze op de INPUT jack aangesloten? → Controleer nogmaals de aansluiting (p.12). * De stroom wordt niet ingeschakeld als er geen plug in de INPUT jack is gestoken.
Geen geluid/volume is laag Zijn de andere apparaten op juiste wijze aangesloten? → Controleer nogmaals de aansluiting (p.12). Als u een koptelefoon heeft aangesloten, hoort u daar wel geluid door? → Als u geluid kunt horen, kan er sluiting zijn in de kabel die gebruikt wordt om een versterker of ander apparaat aan te sluiten, of een fout in de instellingen van een extern apparaat. Controleer de aansluitkabels en de externe apparaten nog een keer. Kan de MASTER LEVEL knop laag zijn gedraaid? → Gebruik de MASTER LEVEL knop om het uitgangsvolume te verhogen. Kunnen de niveaus van OD/DS of EQ te laag zijn? → Gebruik de parameterknoppen om de niveaus te verhogen. Is het volume laag gedraaid? → Controleer de volumeniveaus op een aangesloten versterker of mengpaneel.
36
→
→
→
Controleer ‘LEVEL’ en andere volume parameters om er zeker van te zijn dat geen volume instelling te laag is. Kan het niveau met het expressiepedaal verlaagd zijn? Als het pedaal is ingesteld om als volumepedaal te functioneren, worden geluiden niet uitgestuurd als de voorkant van het pedaal omhoog staat. Staat de ME-20 in de Tuner mode? In de Tuner mode wordt het bypassed geluid uitgestuurd, en functioneert het expressiepedaal als een volumepedaal. In dit geval worden geluiden niet uitgestuurd als de voorkant van het pedaal omhoog staat. Gebruikt u een kabel met een ingebouwde weerstand om een CD of MP3 speler op de AUX IN jack aan te sluiten? Als u een kabel gebruikt die een weerstand bevat, kan het geluid van aangesloten apparaten onhoorbaar zijn.
Patches kunnen niet veranderd worden Staat de ME-20 in de Memory mode? → In de Memory mode wordt de bank in het scherm aangegeven, tonen de pedaal indicators de huidige patch, en lichten de effect selectie indicators op. Andere omstandigheden dan deze kunnen erop duiden dat de ME-20 zich in een andere mode bevindt, dus patches kunnen niet veranderd worden. Zet de ME-20 eerst in de Memory mode, en ga dan verder (p.23).
De expressiepedaal schakelaar kan niet aan of uit worden gezet Het volumepedaal kan het volume niet geheel reduceren Kan het expressiepedaal ontregeld zijn? → Hoewel het expressiepedaal van dit apparaat in de fabriek op een optimale werking is ingesteld, kan het pedaal door langdurig gebruik en bepaalde bedieningsomgevingen ontregeld raken. U kunt het expressiepedaal bijstellen (p.30).
Specificaties ME-20: Guitar Multiple Effects AD conversie 24-bit + AF methode (*) DA conversie 24-bit Sample frequentie 44.1 kHz Patches 30 (user) Nominaal ingangsniveau INPUT : -10 dBu AUX IN : -18 dBu Ingang impedantie INPUT : 1 MΩ AUX IN : 22 kΩ Nominaal uitgangsniveau -10 dBu Uitgang impedantie 2 kΩ Beeldscherm 7 segmenten, 2 tekens LED Regeling OD/DS/1 pedaal MOD/2 pedaal DELAY/3 pedaal Expressie pedaal Jacks INPUT jack (1/4’’ phone type) AUX IN jack (Stereo miniatuur phone type) OUTPUT jacks L/MONO, R (1/4’’ phone type) PHONES jack (Stereo 1/4’’ phone type) FOOT SW jack (1/4’’ TRS phone type) AC adapter jack
Stroomvoorziening DC 9 V: droge batterijen (R6/LR6 (AA) type) x 6, AC adapter (PSA serie: optioneel) Stroomafname 90 mA * Aannemelijke levensduur van batterij bij voortdurend gebruik: Alkaline: 13 uur, Carbon: 3.5 uur Deze schattingen variëren, afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden.
Afmetingen 294 (B) x 179 (D) x 54 (H) mm Maximale hoogte: 294 (B) x 179 (D) x 74 (H) mm Gewicht 1.5 Kg (inclusief batterijen) Accessoires Gebruikershandleiding Batterijen (Alkaline: LR6 (AA) type) x 6 Roland Service (Informatie overzicht) Opties AC adapter: BOSS PSA serie Voetschakelaar : BOSS FS-6, FS-5U Aansluitkabel: PCS-31 (Roland) (Stereo 1/4’’ tulpstekker-1/4’’ jack x 2) * 0 dBu = 0.775 Vrms * In het kader van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen. (*) AF methode (Adaptive Focus methode) Dit is een merkgebonden methode van Roland/BOSS die de signaal-naar-ruis verhouding van de A/D en D/A omzetters enorm verbetert.
37
Index Getallen 0-99 ms DELAY ..................................... 19 100-700 ms DELAY ............................... 19
A AUX IN................................................... 10
B Bank .................................................. 23, 25 Beeldscherm............................................. 8 BLUES..................................................... 17 Bypass ..................................................... 14
C CHORUS ................................................ 18 COMPRESSOR ...................................... 17
D DC IN...................................................... 10 DELAY.................................................... 19 DISTORTION ........................................ 17
E Effect ....................................................... 16 Effect Select .............................................. 8 Effect/nummer pedaal........................... 9 EQ............................................................ 20 Equalizer ................................................ 20 EDIT/EXIT............................................... 8 Expressie pedal.................................. 9, 30 EZ EDIT .............................................. 8, 22
F Factory Reset.......................................... 29 FLANGER .............................................. 18 FOOT SW ............................................... 10 FUZZ....................................................... 17
Memory mode........................ 9-10, 23, 27 METAL ....................................................17 MOD ........................................................18 Modulatie................................................18
N NS.............................................................21
O OD/DS ....................................................17 OD/DS SOLO ....................................9, 16 Opslaan ............................................. 23-24 OUTPUT .................................................10 OVERDRIVE...........................................17
P Parameter ............................................7, 16 Patch ........................................................23 Patch Change..........................................25 Patch Edit Mode.....................................26 Pedaal indicator .......................................9 PHASER ..................................................18 PHONES .................................................10
R REVERB...................................................19 ROTARY .................................................18 Ruisonderdrukker .................................21
S SOLO .......................................................16 Stemapparaat..........................................14 Stemmen..................................................14
T THRESHOLD .........................................21 TREMOLO ..............................................18
I
V
INPUT..................................................... 10
Voetschakelaar .................................10, 27
K
W
Koptelefoon............................................ 10
WAH....................................................9, 21 Write (opslaan)...................................8, 24
M Manual (handmatig) mode... 9-10, 23, 27 MASTER LEVEL ............................... 9, 21 38
Voor EU landen
UK
DE
FR
IT
ES
PT
NL
DK
NO
SE
FI
HU
PL
CZ
SK
EE
LT
LV
SI
GR
Voor EU-Landen Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC. For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: — Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment. This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.