Gebruikershandleiding 201a
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan u de volgende secties zorgvuldig door te lezen: ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pagina 2-3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Over de symbolen en iconen in deze handleiding • •
Tekst tussen vierkante haakjes [ ] verwijst naar toetsen op het paneel van de MICRO BR. [EXIT]: EXIT toets [UTILITY]: UTILITY toets Verwijzingen als (p. **) duiden op pagina’s in deze handleiding, waaraan u kunt refereren. Wijst op informatie, waarvan u op de hoogte dient te zijn bij het gebruik van de MICRO BR. Wijst op een handige bewerking of nuttige muziek productietechniek. Wijst op aanvullende informatie over een bewerking. Wijst op een referentie pagina. Wijst op een toelichting van een term.
202
Copyright © 2006 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION. BOSS Website http://www.bosscorp.co.jp/
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
0
001
08b
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
• Gebruik alleen het geschikte adaptertype (PSA Serie). Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden. .................................................................................................
.................................................................................................. 002c
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter. .................................................................................................. 003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden. .................................................................................................. 004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die: •
• • • •
aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben of die aan regen worden blootgesteld of die stoffig zijn of die aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.................................................................................................. 009
• Buig of draai een stroomsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken! ..................................................................................................
2
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren. ................................................................................................. Add
• Gebruik nooit een koptelefoon of oordopjes, terwijl u een auto of motor bestuurt. Het gebruik ervan kan leiden tot een ongeluk. Indien u dit product gebruikt tijdens het wandelen, blijf u dan bewust van dichtbijzijnd verkeer, en de conditie van de weg om ongelukken te vermijden. Gebruik dit product in het bijzonder niet op plaatsen waar u om gevaar te vermijden, afhankelijk bent van het horen van geluidne om u heen, zoals bij treinovergangen, op perrons, op wegen met voertuigen of rondom bouwterreinen. ................................................................................................. 011
• Zorg, dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. .................................................................................................
WAARSCHUWING
• •
• Bij onjuist gebruik kunnen batterijen exploderen of lekken, en schade of letsel veroorzaken. Neem, in het kader van veiligheid, kennis van de volgende voorzorgsmaatregelen (p. 20). •
De adapter of de stekker is beschadigd, of Er rook of een ongewone geur optreedt Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
• • •
.................................................................................................. 013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen. .................................................................................................. •
VOORZICHTIG 01b
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden. .................................................................................................. 03b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn. .................................................................................................. 03b
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken. ..................................................................................................
1
01b 111: Selection
• Zet direct de stroom uit, ontkoppel de adapter en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien: • • •
VOORZICHTIG
0
12c
1
Volg zorgvuldig de installatie instructies van batterijen, en let erop dat u de juiste polariteit gebruikt. Vermijd het tegelijkertijd gebruiken van nieuwe en oude batterijen. Vermijd ook het gebruik van verschillende soorten batterijen. Verwijder de batterijen, wanneer het apparaat gedurende langere periode niet gebruikt zal worden. Als een batterij gelekt heeft, gebruik dan een zachte doek of papieren zakdoek om het residu van de ontlading geheel uit het batterijvak te verwijderen. Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Om ontsteking van de huid te voorkomen, zorgt u ervoor dat het residu van de ontlading niet met handen of huid in contact komt. Let er bijzonder goed op, dat het residu niet in of bij uw ogen komt. Als er residu in de ogen is gekomen, spoel het betreffende deel dan overvloedig met stromend water. Bewaar batterijen nooit in de buurt van metalen voorwerpen, zoals ballpoint pennen, kettinkjes, haarspelden, etc.
................................................................................................. 112
• Gebruikte batterijen moeten veilig worden verwerkt, in overeenstemming met lokale wetgeving. ................................................................................................. 118b
• Bewaar de bijgeleverde SD-kaart op een veilige plaats, uit de buurt van kinderen om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt ingeslikt. ................................................................................................. 019
• Batterijen dienen nooit te worden herladen, verhit, uit elkaar worden gehaald of in vuur of water worden geworpen. .................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los. .................................................................................................. 109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. ..................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Naast de onderdelen die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina’s 2 en 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening: gebruik van batterijen •
Het gebruik van een adapter is aanbevolen, aangezien het stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is. Als u de voorkeur geeft aan gebruik van batterijen, gebruik dan alkaline.
•
Als u batterijen plaatst of vervangt, zet dan altijd de stroom uit van dit apparaat, en ontkoppel andere eventueel aangesloten apparaten. Zo voorkomt u storingen en/of schade aan speakers of andere apparatuur.
•
Batterijen worden met het apparaat meegeleverd. De levensduur ervan is echter beperkt, aangezien hun voornaamste doel was om testen mogelijk te maken.
•
Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing •
•
•
4
Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten. Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van de ondergrond, kunnen de voetjes van het apparaat het oppervlak doen verkleuren of anderszins ontsieren. Afhankelijk van het materiaal en temperatuur van de ondergrond, kunnen de voetjes van het apparaat het oppervlak doen verkleuren of anderszins ontsieren.
Onderhoud •
Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
•
Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data •
Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het geheugen niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen •
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.
•
De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
•
Behandel de knoppen en andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid;. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
•
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN •
Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Alvorens kaarten te gebruiken Gebruik van DATA kaarten •
Duw de DATA kaart voorzichtig geheel naar binnen - tot deze stevig vast zit. fig.M512-Insert
705 • Raak nooit het uiteinde van de DATA kaart aan. Voorkom ook, dat dit uiteinde vies wordt. •
SD kaarten bestaan uit precisie componenten. Ga er voorzichtig mee om, met speciale aandacht voor het volgende. • Om schade door statische elektriciteit te voorkomen, ontlaadt u alle statische elektriciteit van uw lichaam, voor u de ‘kaarten’ aanraakt. • Voorkom, dat metaal in aanraking komt met het contactgedeelte van de kaarten. • Buig kaarten niet, laat ze niet vallen, en stel ze niet bloot aan sterke schokken of trillingen. • Bewaar kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of op soortgelijke plaatsen (bewaartemperatuur: -25 tot 85( C). • Laat kaarten niet nat worden. • Wijzig de kaarten niet, en haal ze niet uit elkaar.
Auteursrecht •
Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering, enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden.
•
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
5
Inhoud BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................ 4 Introductie van de MICRO BR ............................................................. 10 Hoofdkenmerken.......................................................................................................10 Multifunctioneel, draagbaar opnameapparaat ..............................................10 Eenvoudig in gebruik.........................................................................................10 Compleet muziek productie werkstation .......................................................10 Veelzijdige audio ingangen en effecten...........................................................10 Handige MP3/WAV functionaliteit ................................................................11 Ingebouwde chromatische Tuner.....................................................................11 Tweevoudige stroomvoor-ziening om overal te kunnen gebruiken ..........12 Geheugenkaarten die met de MICRO BR gebruikt kunnen worden.................12 Een geheugenkaart initialiseren (SD memory card)......................................12 Over de opnameduur.........................................................................................12 Regelpaneel.................................................................................................................13 Scherm .........................................................................................................................15 Zijpaneel (links) .........................................................................................................18 Zijpaneel (rechts) .......................................................................................................18 Achterzijde..................................................................................................................19
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR .................................... 20 Batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen........................................................20 Overige apparatuur aansluiten................................................................................22 De stroom inschakelen ..............................................................................................24 De stroom uitschakelen.............................................................................................24
De demo song beluisteren................................................................... 26 De demo song afspelen .............................................................................................26 De huidige positie wijzigen......................................................................................27
Een nieuwe song maken...................................................................... 28 Een nieuwe song maken (Song New) .....................................................................28 De ingang selecteren .................................................................................................29 Effecten gebruiken (Insert Effects) ..........................................................................30 Een effecten Patch selecteren ............................................................................30 Opnemen zonder de invoeg effecten...............................................................30 Ritme gebruiken.........................................................................................................31 Patronen spelen...................................................................................................31 Het tempo van het patroon wijzigen ...............................................................31 Opnemen.....................................................................................................................32 Afspelen ......................................................................................................................33 Een opgenomen Performance afspelen ...........................................................33 Het volume van een spoor regelen ..................................................................33
De MP3 speler gebruiken..................................................................... 34 Het demo MP3 bestand afspelen.............................................................................34 Als oefening meespelen met een MP3/WAV bestand (Phrase Trainer) ...........35 De afspeelsnelheid wijzigen (Time Stretch)....................................................35 Het midden geluid wegdraaien (Center Cancel) ...........................................36
Sectie 1. Opnemen en afspelen........................................................... 38 Opnemen.....................................................................................................................38 Een nieuwe song maken ....................................................................................38
6
Inhoud Een instrument selecteren om op te nemen....................................................39 Het opname niveau regelen ..............................................................................39 V-Tracks wisselen ...............................................................................................40 De op te nemen track selecteren .......................................................................41 De parameters van twee tracks gelijktijdig besturen (Stereo Link).............41 Opnemen..............................................................................................................42 Afspelen ......................................................................................................................43 Herhaaldelijk afspelen (Repeat) .......................................................................43 De links/rechts positie (pan) van het afspeelgeluid aanpassen ..................44 Opnieuw opnemen over een foutje (Punch-in/out).............................................45 Handmatige punch-in/out................................................................................45 Auto punch-in/out.............................................................................................46 Dezelfde regio herhaaldelijk opnemen (Loop Recording) ...........................47 Een handeling annuleren (Undo/Redo) ................................................................49 Naar de vorige status terugkeren (Undo) .......................................................49 De Undo annuleren (Redo) ...............................................................................49 Meerdere tracks samenbrengen (Bounce) ..............................................................50 Het resultaat van de Bounce recording beluisteren ......................................51 Informatie met betrekking tot de song bekijken ...................................................52 Song informatie bekijken...................................................................................52 De resterende opnametijd bekijken .................................................................52
Sectie 2. Bewerking.............................................................................. 53 Bewerkingsuitvoeringen op een track (Track Edit) ..............................................53 Data kopiëren (Track Copy)..............................................................................53 De bewerkingsregio en het aantal kopieën.....................................................54 Moving data (Track Move)................................................................................55 Data wissen (Track Erase) .................................................................................56 Data uitwisselen (Track Exchange)..................................................................57 De songs die u heeft opgenomen beheren .............................................................58 Een song kopiëren (Song Copy) .......................................................................58 Een song wissen (Song Erase)...........................................................................58 Ruimte besparen op de geheugenkaart (Song Optimize).............................59 De song een naam geven (Song Name)...........................................................59 Een song beveiligen (Song Protect)..................................................................60 De huidige instellingen in de song opslaan (Song Save) ..............................60
Sectie 3. Effecten gebruiken................................................................ 61 Insertie effecten gebruiken .......................................................................................61 Effect patches en banken ...................................................................................61 De instellingen van insertie effecten bewerken..............................................62 Insertie effect instellingen opslaan (Write) .....................................................63 De manier waarop insertie effecten worden gebruikt veranderen .............64 Insertie effecten algoritme lijst.................................................................................66 BANK: GUITAR [COSM GTR AMP]...............................................................66 BANK: MIC [VOCAL MULTI] .........................................................................66 BANK: LINE/EXT..............................................................................................66 Parameterlijst..............................................................................................................67 Het reverb effect gebruiken......................................................................................72 Het reverb effect selecteren ...............................................................................72 De reverb diepte voor elke track aanpassen...................................................72 De reverb diepte van de ingangsbron aanpassen ..........................................73 De reverb diepte van het ritme aanpassen......................................................73 Reverb parameters..............................................................................................73 Mastering ....................................................................................................................74
7
Inhoud Mastering procedure ..........................................................................................74 De Mastering Tool Kit instellingen bewerken................................................76 De Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Write)......................................77 Mastering Tool Kit Algoritme lijst ..........................................................................78 BANK: MT ...........................................................................................................78 Parameterlijst..............................................................................................................78
Sectie 4. Ritme gebruiken.................................................................... 80 Over ritme...................................................................................................................80 Over patronen en arrangementen ....................................................................80 Over de Pattern modus en Arrangement modus ..........................................81 De drumgeluiden veranderen (drumkit) ...............................................................82 Een patroon afspelen.................................................................................................82 Het tempo van het patroon veranderen..........................................................82 Een origineel arrangement creëren .........................................................................83 Het patroon voor de eerste maat specificeren ................................................83 Patronen in de gewenste volgorde plaatsen...................................................84 Een stap invoegen...............................................................................................85 Een stap wissen ...................................................................................................86 Een arrangement een naam geven ...................................................................86 Een arrangement spelen ...........................................................................................86 Het tempo van het arrangement veranderen .................................................87 Een arrangement kopiëren/wissen.........................................................................87 Kopiëren...............................................................................................................87 Wissen ..................................................................................................................87
Sectie 5. MP3 speler gebruiken........................................................... 88 Wat is MP3? ................................................................................................................88 Geluidsformaten die door de MICRO BR worden ondersteund.................88 Geluidsformaten die niet door de MICRO BR worden ondersteund.........88 Bestanden die van muziek distributie sites zijn gedownload......................88 Behandeling van geluidsbestanden die van een muziek CD zijn geïmporteerd................................................................................................88 Auteursrecht...............................................................................................................89 Over de licentie overeenkomst ................................................................................89 Over de MP3 modus..................................................................................................89 Naar de MP3 modus overschakelen .......................................................................90 Het MP3/WAV bestand afspelen ....................................................................90 Herhaaldelijk afspelen (Repeat) .......................................................................91 Met een MP3/WAV bestand meespelen om te oefenen (Phrase Trainer) ........92 De afspeelsnelheid veranderen (Time Stretch) ..............................................92 Het middengeluid opheffen (Center Cancel) .................................................93 MP3 of WAV data opnemen ....................................................................................94 Opnametijd ..........................................................................................................94 Een MP3/WAV bestand wissen..............................................................................95 MP3/WAV bestandsinformatie bekijken...............................................................95
Sectie 6. USB gebruiken ...................................................................... 96 Voordat USB wordt gebruikt (Overzicht) ..............................................................96 Hoe USB gebruikt kan worden.........................................................................96 Compatible OS ....................................................................................................96 Aansluiten op uw computer .............................................................................96 Compositie van data en geheugenkaarten......................................................97 De mappen en bestanden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen controleren...........................................................................................................97
8
Inhoud Over de data van een reservekopie..................................................................98 Opmerkingen bij gebruik van USB ..................................................................98 Met Windows .............................................................................................................99 MP3/WAV bestanden overdragen ..................................................................99 MICRO BR songdata opslaan en herstellen..................................................100 De verbinding met uw computer verbreken ................................................101 Met Macintosh..........................................................................................................102 MP3/WAV bestanden overbrengen ..............................................................102 MICRO BR songdata opslaan en herstellen..................................................103 De verbinding met uw computer verbreken ................................................104
Sectie 7. Andere handige functies .................................................... 105 Het contrast van het beeldscherm bijstellen ........................................................105 Een instrument stemmen (Tuner) .........................................................................105 Stemmen.............................................................................................................106 Converteren tussen track data en geluidsbestanden..........................................107 Track data naar een geluidsbestand converteren (Track Export)..............107 Geluidsbestanden naar track data converteren (Track Import) ................108 Een plug-in dynamische microfoon gebruiken...................................................109 De geheugenkaart initialiseren ..............................................................................110 Alle instellingen van de MICRO BR initialiseren ...............................................110 Stroom van de batterijen besparen (Power Save) ...............................................111 Automatisch uitschakelen (Auto Power Off) ......................................................111
Sectie 8. Appendix.............................................................................. 112 Arrangement/patronenlijst....................................................................................112 Preset arrangementen lijst ...............................................................................112 Preset patronenlijst ...........................................................................................113 Parameterlijst............................................................................................................114 Mixer Parameter ...............................................................................................114 Recorder parameter..........................................................................................114 Song parameter .................................................................................................115 Systeem parameter ...........................................................................................115 Ritme parameter ...............................................................................................115 Arrangement Parameter ..................................................................................115 Probleemoplossing ..................................................................................................116 Storingsmeldingen...................................................................................................119 Specificaties...............................................................................................................122 MICRO BR: Digitale recorder .........................................................................122 Track Sheet................................................................................................................124 Index ..........................................................................................................................127
9
Introductie van de MICRO BR Hoofdkenmerken Multifunctioneel, draagbaar opnameapparaat De MICRO BR is een draagbaar Multitrack opnameapparaat, dat ontworpen is met het oog op draagbaarheid.
Eenvoudig in gebruik De MICRO BR is een digitaal Multitrack opnameapparaat, dat ontworpen is om zelfs voor een beginner eenvoudig in gebruik te zijn. Van het opnemen van uw Performance tot aan het afmixen, kunt u genieten van de kracht van digitaal Multitrack opnemen, vanaf het moment dat u de MICRO BR uit de doos haalt.
Compleet muziek productie werkstation De MICRO BR beschikt over werkplek functionaliteit, waardoor u een voltooid muziekstuk kunt maken, zonder dat daar andere apparatuur bij nodig is.
Veelzijdige audio ingangen en effecten De ingang Jacks maken het mogelijk rechtstreeks een elektrische gitaar of basgitaar aan te sluiten of om gebruik te maken van een stereo microfoon of lijn uitgang apparaat. Tevens is er een ingebouwde microfoon aanwezig. Effecten op basis van COSM technologie kunnen aan de audio invoer worden toegekend, waardoor een brede klankvariatie ontstaat.
‘Invoeg effecten gebruiken’ (p. 61) ‘Het Reverb effect gebruiken’ (p. 72)
10
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)? Door Modeling technologie kan het sonische karakter van fysieke objecten of materialen digitaal worden nagebootst. COSM is Roland’s eigen technologie. Het is een evolutionaire ontwikkeling, met verschillende soortgelijke Modeling methoden als voorloper, waarmee een geheel nieuw bereik aan geluiden kan worden gecreëerd.
Multitrack opnemen U kunt uw Performance op verschillende sporen opnemen. Er zijn vier sporen, die tegelijkertijd kunnen worden afgespeeld, en elk spoor heeft acht ‘virtuele sporen’ (V-Tracks). U kunt bijvoorbeeld verschillende ‘takes’ van een gitaarsolo opnemen op verschillende V-Tracks, en later de beste kiezen.
‘Sectie 1. Opnemen en afspelen’ (p. 38)
U kunt ook de vier sporen afspelen en ze afmixen tot een V-Track, zodat u zelfs als u alle sporen heeft gebruikt, niets hoeft te wissen.
‘Meerdere sporen samenvoegen (Bounce)’ (p. 50)
Introductie van de MICRO BR muziekstuk om het meer indruk en een afgepast volume mee te geven. Wat is een V-track? Elk spoor bestaat uit acht ‘virtuele’ sporen, en u kunt een van deze virtuele sporen kiezen voor opnemen en afspelen. Met andere woorden, u kunt uw performances vastleggen door gebruik te maken van een maximum van 4 x 8 = 32 sporen, en vier van deze sporen voor afspelen selecteren. We noemen deze virtuele sporen ‘V-Tracks’.
V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8
Als u V-Tracks in uw opname gebruikt, kan het makkelijk zijn om de ‘Track Sheet’ (p. 124) te kopiëren en te gebruiken.
Ritme functie Er is een makkelijke ‘ritme functie’ aanwezig, die het mogelijk maakt om eenvoudig frasen of muziekstuk ideeën vast te leggen. Selecteer simpelweg een ritme patroon dat in de buurt komt van wat u in gedachten heeft, en stel het tempo in. De MICRO BR beschikt tevens over een Arrange functie, waarmee u ritme patronen tot een volledig muziekstuk kunt combineren .
‘Meerdere sporen samenvoegen (Bounce)’ (p. 50) ‘Mastering’ (p. 74)
Muziek data conversie Voltooide muziekstuk data kan door de MICRO BR worden omgezet naar gebruikelijke formaten als MP3 of WAV en via USB naar een computer worden verzonden.
Converteren tussen track data en geluidsbestanden (p. 107) ‘Sectie 6. USB gebruiken’ (p. 96)
Handige MP3/WAV functionaliteit De MICRO BR kan dienen als een MP3 of WAV speler, waardoor u uw favoriete muziek makkelijk kunt meenemen en beluisteren. Ook is er een Trainer functie, die MP3/WAV muziek op een langzamer tempo kan afspelen of het geluid in het midden van het geluidsveld kan wegdraaien. Ideale kenmerken voor als u met een instrument wilt meespelen. MP3 opname met verlengde opnameduur wordt ook ondersteund, zodat u met de MICRO BR ideaal buitenshuis opnamen kunt maken met een los verkrijgbare stereo microfoon of met de ingebouwde microfoon.
‘Sectie 5. MP3 speler gebruiken’ (p. 88)
Ingebouwde chromatische Tuner
‘Sectie 4. Ritme gebruiken’ (p. 80)
Bounce functie/Mastering functie U kunt al uw sporen – inclusief het ritme afmixen (Bouncen) naar tweesporige stereo data. Tevens kunt u met de Mastering Toolkit een laatste glanslaagje toevoegen aan een voltooid
De ingebouwde chromatische Tuner maakt het mogelijk om af te stemmen, terwijl uw gitaar op de MICRO BR is aangesloten .
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p. 105)
11
Introductie van de MICRO BR
Tweevoudige stroomvoorziening om overal te kunnen gebruiken De MICRO BR is te gebruiken op batterijen (twee AA batterijen; alkaline soort aanbevolen) of met een adapter (los verkrijgbaar). Het apparaat is te gebruiken op twee AA batterijen (alkaline soort aanbevolen), waardoor u het overal mee naar toe kunt nemen en overal te kunnen opnemen.
Geheugenkaarten die met de MICRO BR gebruikt kunnen worden Het apparaat gebruikt SD geheugenkaarten om data op vast te leggen voor opnemen en afspelen. Raadpleeg het bijgeleverde blad ‘Over SD geheugenkaarten’ voor een lijst van SD geheugenkaarten die met de MICRO BR overweg kunnen.
Een geheugenkaart initialiseren (SD memory card) Een SD geheugenkaart, die u in de winkel heeft gekocht of die u heeft gebruikt met uw digitale camera, kan niet zomaar met de MICRO BR worden gebruikt. Voordat u zo’n SD kaart met de MICRO BR kunt gebruiken, dient u de kaart te initialiseren. Raadpleeg (p. 110) voor meer informatie over het initialiseren van een SD geheugenkaart.
Over de opnameduur De volgende tabel geeft de beschikbare opnameduur van elke geheugenkaart aan. ● Opnameduur (conversie in een spoor) Capaciteit geheugenkaart
Data soort HiFi (MT2)
STD (LV1)
LONG (LV2)
32 MB
15 min.
18 min.
23 min.
64 MB
31 min.
38 min.
47 min.
128 MB
64 min.
76 min.
96 min.
256 MB
128 min.
154 min.
192 min.
512 MB
257 min.
309 min.
386 min.
1 GB
502 min.
604 min.
755 min.
* De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk van het aantal gemaakte muziekstukken kan deze iets korter uitvallen. * Het bovenstaande getal is het totaal voor alle gebruikte sporen. Als alle vier de sporen een gelijke hoeveelheid data bevatten, dan zal de lengte van het resulterende muziekstuk ongeveer een kwart van het bovenstaande zijn. * De geheugencapaciteit (opnameduur) neemt af als het geheugen bijvoorbeeld MP3 bestanden bevat.
● Opnameduur (conversie in MP3 modus, Stereo) Capaciteit geheugenkaart
MP3 64 kbps
128 kbps
192 kbps
32 MB
65 min
32 min
21 min
2 min
64 MB
131 min
65 min
43 min
5 min
128 MB
265 min
132 min
88 min
12 min
256 MB
531 min
265 min
177 min
24 min
512 MB
1065 min 532 min
355 min
48 min
1 GB
2081 min 1040 min
693 min
94 min
WAV
* De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk van het aantal gemaakte MP3/WAV muziekstukken kan deze korter uitvallen. * De geheugencapaciteit (opnameduur) neemt af als het geheugen sporen gegevens bevat.
12
Paneelbeschrijvingen Regelpaneel fig.panel-L.eps
1 3
2 4 5
14
6
15 16
8 7 9 10 11 12 13
1.
[POWER] Dit is de stroom toets. Deze schakelt de stroom in/uit.
2.
[EXIT] Laat u terugkeren naar het vorige scherm of annuleert een bewerking.
3.
[UTILITY] Geeft toegang tot een verscheidenheid aan functies, zoals geheugenkaart bewerkingen, en sporen bewerking. • MODUS (Houd [EXIT] ingedrukt, en druk op [UTILITY]) Selecteert de opname modus.
4.
CURSOR [ ][ ] Gebruik deze toetsen om de cursor te verplaatsen of door pagina’s te bladeren.
5.
[EFFECTS] Zet het effect aan/uit, en geeft toegang tot een scherm waar u de instellingen kunt wijzigen.
6.
17
18
[RHYTHM] Geeft toegang tot een scherm met verschillende ritme instellingen. • TUNER
(Houd [EFFECTS] ingedrukt, en druk op [RHYTHM]) Schakelt de ingebouwde Tuner aan/uit. 7.
[MP3/TRAINER] Schakelt om naar een modus, waarin u MP3/WAV gegevens kunt opnemen of afspelen. In deze modus kunt u tevens de Phrase Trainer functie gebruiken.
8.
[TR1]-[TR4] Selecteert het spoor dat u wilt opnemen of geeft toegang tot een scherm waar u het spoor volume kunt wijzigen. In sommige schermen dienen deze als functietoetsen, voor snelle toegang tot verschillende functies. Als in deze handleiding bijvoorbeeld [TR1] (SNG) wordt gebruikt, betekent dit, dat het indrukken van [TR1] ‘SNG’ selecteert, wat op het scherm wordt weergegeven.
9.
(Rewind) Spoelt het muziekstuk terug, wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
13
10.
(Stop) Stopt de opname of het afspelen van een muziekstuk.
11.
(Play) Speelt het muziekstuk. Het scherm geeft dan
aan. 12.
13.
(Fast-Forward) Spoelt het muziekstuk vooruit, wanneer u deze toets ingedrukt houdt. (Recording) Als u op drukt, verschijnt als indicatie op het scherm. De MICRO BR staat dan in de opname standby stand. Opname begint zodra u op drukt. In aanvulling op opname bewerkingen wordt deze toets ook gebruikt voor PunchIn/Out bewerkingen.
14. [A <> B] (AB toets) Geeft toegang tot een scherm, waar u instellingen kunt vastleggen met betrekking tot de Repeat functie (die een gewenst gebied herhaalt) en de Punch-In/Out regio, en waar u de spoor bewerking regio kunt instellen. 15. [INPUT] Geeft toegang tot een scherm, waar u de ingang Jack of ingebouwde microfoon kunt selecteren, en de ingang gevoeligheid kunt wijzigen. 16. VALUE [-][+] Als u onderdelen instelt, wijzigt u met deze toetsen de waarden.
14
• De waarde zal doorlopend wijzigen, wanneer u VALUE [-][+] ingedrukt houdt. • De waarde zal versneld toenemen, wanneer u VALUE [+] ingedrukt houdt, en vervolgens VALUE [-] indrukt en ingedrukt houdt. • De waarde zal versneld afnemen, wanneer u VALUE [-] ingedrukt houdt, en vervolgens VALUE [+] indrukt en ingedrukt houdt. 17. MIC (ingebouwde microfoon) Dit is een mono microfoon, die in de MICRO BR is ingebouwd. Als u met de ingebouwde microfoon wilt opnemen, raadpleeg dan pagina (p. 39). 18. Scherm Toont verschillende informatie, zoals muziekstuk tijd, volume niveau of menuschermen van de functie die u gebruikt. Als u het scherm moeilijk leesbaar vindt, raadpleeg dan pagina (p. 105).
Onderhoud • Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af. • Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Scherm fig.panel-L.eps
2
1
3
4
5
6
14 15 16 17
7 1.
8
9
Mode Geeft de huidige modus aan.
Scherm
2.
Cursor Deze geeft de parameter aan, die geselecteerd is om te worden gewijzigd. Gebruik VALUE [-][+] om de door de cursor aangegeven parameter te wijzigen.
3.
Measure Geeft de huidige locatie in het muziekstuk aan. Van links naar rechts wijzen de nummers op maat-beat-klok.
4.
Tempo Geeft het tempo van het ritme aan.
5.
Time De huidige locatie in het muziekstuk wordt aangegeven als ‘** uren ** minuten ** seconden’. Frame/Sub Frame Dit geeft de huidige locatie in het muziekstuk aan in eenheden van frames, en 1/10e frames.
7.
18
aan zijn. 8.
L/R (Level Meter) Dit geeft in normale modus en in MP3 modus het niveau aan van de uitvoer via PHONES/LINE OUT. In Bounce modus of in Mastering modus geeft dit het betreffende opname niveau aan (Bounce niveau of Mastering niveau).
9.
TR 1 2 3 4 Deze lichten op, wanneer sporen 1-4 opgenomen data bevatten. Het spoor nummer, dat u heeft opgegeven als opname spoor, zal knipperen. In het niveau meter scherm geeft de niveau meter de Rhythm uitvoer aan.
Modus
(niet Als er niets wordt aangegeven, bevindt u oplichtend) zich in Normal modus. Dit betekent dat u zich in Bounce modus bevindt. Dit betekent dat u zich in Mastering modus bevindt. Dit betekent dat u zich in MP3 modus bevindt.
6.
11 12 13
10
10. RHYTHM Licht op, als Rhythm (p. 80) aan is. Het niveau meter scherm geeft de uitvoer van Rhythm aan. 11.
(PLAY indicator) Wordt getoond wanneer het muziekstuk speelt.
12.
(REC indicator) Wordt getoond in opname-standby modus of tijdens het opnemen.
13. IN De niveau meter toont de invoer van GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de ingebouwde microfoon.
EFFECTS Licht op wanneer de invoeg effecten (p. 61)
15
14. Batterij indicatie Geeft de resterende lading van de geplaatste batterijen aan. 401a
Indicatie
Resterende lading van batterij De batterijen zijn in goede conditie. De batterijen zijn ongeveer half vol.
(niet oplichtend)
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang ze voortijdig. De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe batterijen. De adapter levert stroom.
* Wees u ervan bewust, dat de batterij status indicatie slechts een schatting is.
15. Licht op, als het audio invoer apparaat te luid is. Als deze oplicht, druk dan op de INPUT toets, en wijzig de Sns (ingang sensitiviteit). Raadpleeg voor meer informatie ‘Een instrument selecteren om op te nemen’ (p. 39). 16.
(Repeat) Licht op als de Repeat functie actief is.
17. A B (AB) Licht op als u een gebied heeft opgegeven om te herhalen of als Auto Punch-In/Out heeft ingesteld. Deze zal knipperen als u de start locatie (A) opgeeft, en zal oplichten als u de eind locatie opgeeft (B). 18. A.PUNCH Licht op als Auto Punch-In actief is.
16
• In deze handleiding gebruiken we schermafbeeldingen om verschillende functies mee uit te leggen. Wees u er echter van bewust, dat deze schermafbeeldingen voor illustratieve doeleinden zijn bestemd, en de getoonde instellingen mogelijk niet overeenkomen met de fabrieksinstellingen (zoals Patch namen). • Het scherm zal ‘Keep power on!’ weergeven als data wordt verwerkt.
Over het Play scherm
De niveau meter bekijken
Het standaard scherm, dat verschijnt als u de MICRO BR heeft aangezet (zie hieronder), heet het ‘Play’ scherm.
U bekijkt het volume van elk spoor als volgt. 1.
Druk, in het Play scherm, meerdere malen op CURSOR [ ].
fig.Disp-3mode.eps
Normal modus
* Om naar het Play scherm terug te keren, drukt u meerdere malen op CURSOR [
].
fig.Disp-LevelMeter.eps
Bounce modus L/R
Mastering modus TR1–4 RHYTHM
Tenzij anders aangegeven, gaan we er in deze handleiding van uit, dat u naar het Play scherm kijkt.
IN
De niveau meter geeft de uitvoer aan, na VOLUME instelling. Ook toont deze tijdens Bouncing of Mastering het betreffende opname niveau (Mastering niveau of Bounce niveau). De niveau meters geven de uitvoer aan van elk spoor. De niveau meter geeft de uitvoer van Rhythm aan. De niveau meter geeft het geluid aan van GUITAR IN, LINE IN/MIC of van de ingebouwde microfoon.
Over het MP3 scherm Als u de MICRO BR in MP3 modus (p. 89) uitzet, start het apparaat de eerstvolgende keer ook in MP3 modus. Het scherm in MP3 modus heet het MP3 scherm (zie illustratie hieronder). Het scherm toont dan het
icoon.
Als u klaar bent in MP3 modus, druk dan nogmaals op [MP3/TRAINER].
17
Zijpaneel (links)
Zijpaneel (rechts)
fig.panel-L.eps
fig.panel-R.eps
1
2
3
1.
DC IN (adapter) Jack Een adapter (PSA Series, los verkrijgbaar) kan hierop worden aangesloten (p. 22). U kunt een PSA Series aanschaffen bij de muziekwinkel.
2.
VOLUME Wijzigt het volume van de uitvoer van PHONES/LINE OUT.
3.
PHONES/LINE OUT Jack Dit is een uitgang Jack waarop een stereo koptelefoon (los verkrijgbaar) of externe audio apparatuur (zoals een stereo versterker) kan worden aangesloten.
4.
USB Connector (MINI B type) Gebruik deze connector om de MICRO BR via een USB kabel op de computer aan te sluiten. Zo kunnen gegevens worden uitgewisseld tussen de MICRO BR en de computer (p. 22), (p. 96).
• U dient alleen de PSA Series als adapter te gebruiken. Het gebruik van enige andere adapter kan tot storing of schade leiden. • Uw gegevens kunnen verloren gaan, wanneer u tijdens gebruik de adapter loskoppelt.
18
1
4
2
3
4
1.
GUITAR IN Jack (Phone type) Dit is een hoog-impedantie ingang Jack om rechtstreeks een gitaar of basgitaar op aan te sluiten.
2.
LINE IN/MIC Jack (Stereo mini type) Dit is een ingang Jack voor analoge audio signalen. Het uitgaande signaal van uw draagbare audiospeler of een microfoon kan op deze Jack worden aangesloten. Als u een miniatuur condensator microfoon gebruikt die Plug-In stroom ondersteunt, zet dan de ‘PlugInPower’ instelling van de MICRO BR aan.
‘Plug-In stroom microfoon gebruiken’ (p. 109)
Wat is een Plug-In stroom condensator microfoon? Een een condensator microfoon, die Plug-In stroom ondersteunt, is een kleine condensator microfoon, die een stroomvoorziening vereist. Sommige microfoons hebben een interne batterij, maar andere vereisen een externe stroomvoorziening. De MICRO BR is ontworpen om stroom te leveren aan op Plug-In stroom gebaseerde microfoons, die een externe stroomvoorziening nodig hebben.
Achterzijde • Een voltage van ongeveer 2,5V kan door de LINE IN/MIC Jack worden geleverd. In tegenstelling Fantoomvoeding wordt er zo geen 48V geleverd. • Als PlugInPower ingesteld is op ON, dient u uitsluitend een condensatormicrofoon aan te sluiten, die Plug-In stroom ondersteunt. Door enig ander apparaat aan te sluiten, kan dat apparaat beschadigen.
3.
INPUT LEVEL Deze draaischijf wijzigt het ingang niveau. Deze regelt het volume van de ingang bron. Hiermee wordt het niveau bepaald, dat op het spoor wordt vastgelegd.
4.
Koord gat Een koord kan door dit gat worden gestoken.
fig.bottom-panel.eps
1
2
1.
Batterij deksel Hier kunt u batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen. U kunt niet opnemen, als er geen geheugenkaart is geplaatst.
‘Batterijen en een geheugenkaart plaatsen’ (p. 20)
De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd met een geplaatste SD kaart, die een demo muziekstuk bevat. 2.
HOLD schakelaar Als de stroom aan staat, kunt u de HOLD schakelaar op ON zetten om alle toetsen uit te schakelen. Als HOLD is geactiveerd, kunt u echter nog steeds VOLUME en INPUT LEVEL regelen. Als u de HOLD schakelaar op ON zet, terwijl het apparaat uitgeschakeld is, gaat het niet aan als er op de [POWER] knop wordt gedrukt.
19
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR Batterijen en een SD geheugenkaart plaatsen 1.
Zorg ervoor, dat de stroom uit is.
5.
2.
Schuif het batterijdeksel in de richting van de pijl, en verwijder het.
fig.batt-cover3.eps
Plaats twee AA batterijen, en let in het bijzonder op de juiste polariteit (+/-).
+
fig.batt-cover1.eps
-
fig.batt-cover4.eps
3.
Als er al batterijen zijn geplaatst, verwijder ze dan uit het batterijvak.
4.
Duw de geheugenkaart naar binnen.
+
fig.batt-cover2.eps
-
6.
Plaats het batterijdeksel terug.
fig.batt-cover5.eps
De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd met een geplaatste SD kaart, die een demo muziekstuk bevat.
20
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
fig.eject-sd-j.eps
De geheugenkaart verwijderen Duw deze naar binnen, en haal uw vinger terug.
1. Duw
2. Haal uw vinger terug
fig.sd-protect.eps
Over de schrijfbeveiliging functie van de geheugenkaart (Lock)
Schrijven
Beveiligen Door de schrijfbeveiliging schakelaar op de zijkant van de geheugenkaart naar de ‘LOCK’ positie te schuiven, kunt u voorkomen dat er gegevens naar de kaart worden geschreven of ervan worden verwijderd. 931
928 929 930
• We raden het gebruik van alkaline batterijen aan. • Meng nieuwe batterijen niet met deels gebruikte batterijen, en meng geen batterijen van verschillende typen. • Als u oplaadbare batterijen gebruikt, volg dan nauwlettend de instructies die daarmee werden meegeleverd. De MICRO BR is zelf niet in staat om oplaadbare batterijen te herladen. • Als het
icoon verschijnt, vervang de batterijen dan zo spoedig mogelijk.
• De levensduur van de batterijen is afhankelijk van het type, en van de gebruiksomstandigheden. Ook zal deze verschillen aan de hand van het type en de capaciteit van de SD geheugenkaart. • Houd de bijgeleverde SD geheugenkaart uit de buurt van kleine kinderen om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt ingeslikt. • Raadpleeg het bijgeleverde blad ‘Over SD geheugenkaarten’, voor een lijst van SD geheugenkaarten die worden aanbevolen voor gebruik met de MICRO BR. • Plaats geheugenkaarten geheel in de sleuf, met speciale aandacht voor de juiste houding en richting. Wees hierbij voorzichtig! • Raak de contactpunten van een geheugenkaart niet aan, en voorkom dat ze vies worden. • De stroom moet uit zijn, als u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Door een geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen, terwijl de stroom aan staat, riskeert u beschadiging van de data op de kaart of het onbruikbaar worden van de kaart zelf. • Als u het apparaat omdraait, doet u er goed aan om de vier hoeken of de twee zijden, te ondersteunen middels een stapeltje tijdschriften. Dit om schade aan de knoppen en bedieningselementen te voorkomen. Probeer het apparaat ook zo te draaien, dat er geen schade kan optreden aan knoppen en bedieningselementen. • Plaats of verwijder een SD kaart nooit, als de stroom aan is. Door dat toch te doen, kan de data van het apparaat of die van de SD kaart, onbruikbaar worden. • Duw de SD kaart voorzichtig geheel naar binnen - tot deze stevig vast zit.
21
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
Overige apparatuur aansluiten Sluit aan, zoals in het onderstaande diagram wordt getoond.
Uw apparatuur dient tijdens het aansluiten uitgeschakeld te zijn. fig.side-panel-L.eps
Zijpaneel (links)
Adapter (PSA Serie)
Koptelefoon
Computer
fig.side-panel-R.eps
Zijpaneel (rechts)
Elektrische gitaar Elektrische basgitaar
CD/MD speler, etc.
‘Plug-In stroom microfoon’ (p. 18)
22
Plug-In stroom condensator microfoon
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
fig.MEMO
923 • Als het apparaat batterijen bevat, terwijl er een adapter wordt gebruikt, zal het aan blijven als de netstroom wordt onderbroken (stroomstoring of losraken stroomkabel). • Als er aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume niveau van apparatuur die is aangesloten op GUITAR IN of LINE/IN/MIC, laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels zonder weerstanden. • Er kan een fluittoon optreden, afhankelijk van de locatie van de microfoon ten opzichte van de speakers. Dit is te verhelpen door:
1.
De richting van de microfoon(s) te wijzigen.
2.
De microfoon(s) verder van de speakers af te plaatsen.
3.
De volumeniveaus te verlagen.
fig.stereo-plug-j.eps
• De LINE IN/MIC Jack is een stereo-mini type (1/8’). De illustratie Left Right toont de bedrading van de LINE IN/MIC Jack. Controleer voor het aansluiten of de Connector van uw apparatuur op de juiste manier bedraad is. • Als u een microfoon die Plug-In stroom behoeft op de LINE IN/ MIC Jack wilt aansluiten, raadpleeg dan ‘Plug-In stroom microfoon gebruiken’ (p. 109).
23
Voorbereiding op gebruik van de MICRO BR
De stroom inschakelen
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen. • Als het aansluiten klaar is (p. 22), zet u de stroom van de aangesloten apparaten in de aangegeven volgorde aan. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u storingen en/of schade aan speakers en overige apparatuur. • Dit apparaat is uitgerust met een beveiliging circuit. Er is daarom na het aanzetten een korte interval (enkele seconden), voordat het apparaat normaal functioneert. 921 941 942
1.
Controleer de volgende punten, voordat u de stroom aanzet: • Is de MICRO BR correct aangesloten op uw externe apparatuur? • Is het volume niveau van de MICRO BR en van uw aangesloten apparatuur op het minimum ingesteld? • Is er een geheugenkaart geplaatst?
2.
Minimaliseer het volume van de MICRO BR.
3.
Zet de stroom aan, van het appraat dat is aangesloten op de ingang Jack (GUITAR IN, LINE IN/MIC).
4.
Druk op de [POWER] knop op het regelpaneel om de stroom aan te zetten.
5.
Zet de stroom aan van het apparaat, dat is aangesloten op de uitgang Jack (PHONES/LINE OUT).
24
De stroom uitschakelen 1.
Als de MICRO BR via USB met de computer communiceert, verbreek dan de verbinding zoals wordt beschreven in ‘De verbinding met uw computer verbreken’ (p. 104).
2.
Zorg ervoor, dat er geen muziekstuk afspeelt.
3.
Controleer of het scherm vrij is van het bericht ‘Keep power on!’.
4.
Zet de apparaten uit, in de tegenovergestelde volgorde van het aanzetten ervan.
5.
Houd [POWER] ingedrukt tot het scherm ‘Shutting down…’ aangeeft.
• Als u een adapter gebruikt, zorg er dan voor dat de verbinding niet tussentijds wordt onderbroken. Data kan verloren gaan, als dit toch gebeurt. • Minimaliseer het volume, voor u de stroom aanzet. Als u de stroom aanzet, kunt u zelfs ruis horen wanneer het volume weggedraaid is. Dit wijst echter niet op een storing.
Snelle start
Snelle start
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
25
De demo song beluisteren Als u de stroom aanzet, verschijnt het Play scherm.
7.
De demo song afspelen De MICRO BR wordt vanuit de fabriek geleverd met een geplaatste SD kaart, die een demo song bevat. U speelt dat muziekstuk als volgt.
Druk op [PLAY]. Het muziekstuk zal beginnen te spelen. Draai langzaam aan de VOLUME draaischijf om het volume te wijzigen.
fig.QS-SONG-SEL.eps
6 1 4
2 3
7
5
* Zorg ervoor, dat de MICRO BR zich in ‘Normal modus’ (p. 42) bevindt.
1. 2. 3.
Druk op [UTILITY].
Druk op [TR1] (SNG).
Druk op [TR1] (SEL). Het muziekstuk selectie scherm verschijnt.
fig.Disp-Song-sel.eps
4. 5. 6. 26
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
Gebruik VALUE [-][+] om ’01:BigDance’ te selecteren.
Druk op [TR4] (EXE).
Draai aan de VOLUME draaischijf om het volume te verlagen.
• De MICRO BR wordt geleverd met een demo song in MICRO BR formaat, en met een demo song van deze data die gemastered is tot een MP3 bestand.
Als u de stroom voor de eerste keer aanzet, zal de demo song (muziekstuk formaat) automatisch geladen worden. • Het gebruik van de demo song voor enig ander doel dan privé, persoonlijk plezier, is zonder toestemming van de auteursrechthouder bij wet verboden. Daarbij mag de betreffende data zonder toestemming van de auteursrechthouder niet worden gekopieerd of in een secundair auteursrechtdragend werk worden opgenomen. Titel Componist Copyright
The Big Dance Gary Lenaire, Rafik Oganyan © 2006 BOSS Corporation
Als u het volume van elk spoor wilt regelen, raadpleeg dan ‘Het volume van een spoor regelen’ (p. 33).
De demo song beluisteren
Snelle start
De huidige positie wijzigen U kunt de volgende methoden gebruiken om de huidige positie in het muziekstuk te wijzigen. Bewerking
Toelichting
Doorspoelen Het muziekstuk zal doorspoelen, wanneer u
ingedrukt houdt.
Het muziekstuk zal terugspoelen, wanneer u
ingedrukt houdt.
Terugspoelen Naar het begin van het muziekstuk gaan (00:00:00-00.0)
Houd
ingedrukt, en druk op
.
Houd
ingedrukt, en druk op
.
Naar het einde van het muziekstuk gaan Verplaatsen in stappen van uren/minuten/ Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de ‘uren/minuten/ seconden/frames/sub-frames seconden/frames/sub-frames’ indicatie te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de tijd te wijzigen. Verplaatsen in stappen van maten/beats Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de maat/beat indicatie te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de maat/beat te wijzigen.
De tijd (zie hieronder) op de onderste regel van het scherm, geeft de locatie als ‘00 uren 00 minuten 00 seconden 00 frames 0 sub-frames’ aan. fig.Disp-MTC
minuten frames uren seconden sub-frames • Een frame is 1/30ste van een seconde. • Een sub-frame is 1/10e van een frame.
27
Een nieuwe song maken Als de geheugenkaart meer dan een song bevat, zal de meest recent gespeelde song automatisch geladen worden. Ga als volgt te werk, als u een nieuwe song wilt opnemen.
Een nieuwe song maken (Song New) fig.QS-SONG-NEW.eps
1 4
2
3
5 6
* Raadpleeg, voor u een nieuwe song maakt, ‘Overige apparatuur aansluiten’ (p. 22), en sluit uw apparatuur aan voordat u verder gaat. * Zorg ervoor, dat het scherm geen
1. 2. 3.
aangeeft.
Druk op [UTILITY].
Druk op [TR1] (SNG).
Druk op [TR2] (NEW). Het scherm zal ‘Type’ aangeven.
fig.Disp-.eps
4.
Gebruik VALUE [-][+] om ‘HiFi’ te selecteren. Raadpleeg ‘Opnemen’ (p. 38), voor meer informatie over het data soort.
28
5.
Druk op [TR4] (EXE). De nieuwe song zal worden aangemaakt, en u keert terug naar het Play scherm.
Een nieuwe song maken
3.
Hier lichten we toe, hoe u de geluidsbron (ingang) die u wilt opnemen, kunt selecteren. Als voorbeeld lichten we toe, hoe u een elektrische gitaar aansluit, en het geluid invoert.
Wijzig zo de gevoeligheid van de bron die u wilt opnemen. Stel voor een optimaal resultaat de gevoeligheid maximaal in, zonder dat de ‘OVER’ indicatie op het scherm verschijnt als het inkomende signaal de luidste tonen weergeeft. Als de OVER indicator oplicht, verminder dan de Sns waarde.
fig.QS-SONG-SEL.eps
4
5
1 3
3
2 * Raadpleeg, voor u een ingang bron selecteert, ‘Overige apparatuur aansluiten’ (p. 22), en sluit uw apparatuur aan voordat u verder gaat.
1. 2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor te verplaatsen naar Sns (Sensitivity), en wijzig de instelling met behulp van VALUE [-][+].
Bron
Bereik van de Sns parameter
GTR
-12–+8
MIC
-16–+8
LIN
-6–+8
EXT
-15–+9
Druk op [INPUT]. De Sns parameter wordt voor elke ingang bron afzonderlijk onthouden.
Druk meerdere malen op [TR1]. Zorg ervoor, dat de indicatie van de geselecteerde bron van ‘gtr’ in ‘GTR’ is veranderd.
4.
fig.Disp-Input-sens.eps
Gebruik de INPUT LEVEL draaischijf om het ingang niveau te wijzigen. Raadpleeg ‘Het opname niveau regelen’ (p. 39), voor meer informatie over het aanpassen van het niveau.
5. Door op een van de [TR1]-[TR4] toetsen te drukken, wisselt de indicatie van de bijbehorende ingang tussen hoofdletters en kleine letters. Hoofdletters: de ingang is geselecteerd Kleine letters: de ingang is niet geselecteerd
Raadpleeg ‘Een instrument selecteren om op te nemen’ (p. 39) voor meer informatie over het selecteren van andere bronnen.
Gebruik de VOLUME draaischijf om het luistervolume te wijzigen.
• Als u een elektrische, akoestische gitaar wilt opnemen via een afgeschermde verbinding, gebruik dan de GUITAR IN Jack. • Als er aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume niveau van apparatuur, die is aangesloten op GUITAR IN of LINE/IN/MIC, laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels zonder weerstanden, zoals die uit de Roland PCS Series.
29
Snelle start
De ingang selecteren
Een nieuwe song maken
Effecten gebruiken (Insert Effects)
Opnemen zonder de invoeg effecten
De MICRO BR bevat drie effecten processors; Insert Effects, Reverb, en Mastering Toolkit. Hier leggen we uit, hoe u GTR (gitaar) als ingang bron selecteert, en de invoeg effecten gebruikt.
Raadpleeg ‘Sectie 3. Effecten gebruiken’ (p. 61), voor meer informatie over invoeg effecten.
Een effecten Patch selecteren
1
1.
2
Druk op [EFFECTS]. De geselecteerde effecten Patch wordt weergegeven.
2
2
2.
Druk meerdere malen op [TR1].
fig.Disp-FX-GT-P01off.eps
1
1.
Druk op [EFFECTS]. De geselecteerde effecten Patch wordt weergegeven.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het Patch nummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om ’01:JC Clean’ te selecteren. De MICRO BR bevat enkele invoeg effecten, maar voor dit voorbeeld kiezen we ’01:JC Clean’.
fig.Disp-FX-GT-P01.eps
Raadpleeg voor meer informatie ‘Sectie 3. Effecten gebruiken’ (p. 61).
30
Wees er zeker van, dat de TR1 indicatie van ‘ON’ naar ‘OFF’ is veranderd. De MICRO BR is nu ingesteld om geluid zonder invoeg effecten weer te geven, zodat u geluiden zonder de invoeg effecten kunt opnemen.
Een nieuwe song maken
4.
De MICRO BR bevat, naast de audio sporen 1-4, een apart ritme spoor.
5. Raadpleeg voor meer informatie ‘Sectie 4. Ritme gebruiken’ (p. 80).
Patronen spelen
Gebruik VALUE [-][+] om het patroon te selecteren dat u wilt afspelen.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de Rhy Level indicatie te laten verschijnen, en stel het niveau ervan met VALUE [-][+] op ‘100’ in.
fig.Disp-RHY-LEVEL100.eps
U kunt als volgt een patroon selecteren, en dit herhaaldelijk afspelen.
6. 6 5
4 5
1
1.
3
Druk op [RHYTHM].
fig.Disp-pt-001.eps
.
Het tempo van het patroon wijzigen Als het Play scherm wordt weergegeven, kunt u met de volgende stappen tijdelijk het afspeeltempo van het patroon wijzigen.
Druk meerdere malen op [TR2] om de ‘PT:’ indicatie te laten verschijnen. Elke keer dat u op [TR2] drukt, wisselen de ‘PT:’ en ‘AR:’ indicaties. Bij dit voorbeeld selecteren we de ‘PT:’ indicatie.
3.
Druk op
De recorder begint met afspelen, en het patroon speelt mee.
2 7
Het Rhythm scherm verschijnt.
2.
7.
Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
1
1. Druk op [TR1]. Elke keer dat u op [TR1] drukt, wisselt de ‘RHYTHM’ indicatie tussen oplichtend en niet-oplichtend. Druk op [TR1] om de Rhythm indicatie te laten verschijnen.
2
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de tempo indicatie te verplaatsen.
fig.Disp-tempo.eps
31
Snelle start
Ritme gebruiken
Een nieuwe song maken
2.
Gebruik VALUE [-][+] om het tempo te wijzigen.
4.
.
Het opnemen begint.
Het afspeel tempo van het patroon zal wijzigen.
Opnemen
Druk op
Het Play scherm verschijnt, en de indicatie op het scherm wijzigt van knipperend naar oplichtend. fig.Disp-Recording.eps
Laten we eens proberen een Performance op te nemen.
5.
Druk op
.
Het opnemen stopt.
1
3 Raadpleeg ‘Het op te nemen spoor selecteren’ (p. 41), voor meer informatie over opnemen in stereo.
5
1.
4
2
Houd [EXIT] ingedrukt, en druk meerdere malen op [UTILITY] om de reguliere opname modus te selecteren. Zorg ervoor, dat het scherm geen of
2.
Druk op
aangeeft.
.
Het spoor selectie scherm verschijnt. De indicatie knippert op het scherm, en de MICRO BR bevindt zich nu in opname standby stand.
3.
Druk op de [TR1]-[TR4] toets van het spoor, dat u wilt opnemen. De indicatie verandert naar spoor dat u wilt opnemen.
fig.Disp-RecTrack-1.eps
32
, voor het
Een nieuwe song maken
2.
Laten we nu de zojuist opgenomen Performance afspelen.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om het scherm Track Level aan te laten geven.
fig.Disp-TR1-LEVEL.eps
Een opgenomen Performance afspelen
3.
Selecteer het spoor, waarvan u het volume wilt wijzigen, door CURSOR [ ][ ] te gebruiken of door op de overeenkomende [TR1]-[TR4] te drukken. (Van links naar rechts zijn het sporen 1, 2, 3, en 4).
1
1.
Houd
2
4.
ingedrukt, en druk op
.
Gebruik VALUE [-][+] om het volume te regelen.
Verplaats de tijd locatie naar 00:00:00-00.00.
2.
Druk op
Als dit is ingesteld op 0, dan hoort u het geluid van het betreffende spoor niet.
.
Het afspelen begint. Gebruik de VOLUME draaischijf om het afspeel volume te regelen.
Onderhoud
Het volume van een spoor regelen
2 3
1.
1 3
4
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af. • Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Druk, tijdens het afspelen, op een van de [TR1]-[TR4] spoor toetsen.
33
Snelle start
Afspelen
De MP3 speler gebruiken Naast de inzetbaarheid als Multitrack opnameapparaat, kan de MICRO BR in ‘MP3 modus’ worden gezet, en worden gebruikt als MP3 of WAV bestanden speler.
Raadpleeg voor meer informatie ‘Sectie 5. MP3 speler gebruiken’ (p. 88).
Het demo MP3 bestand afspelen U speelt het bijgeleverde demo MP3 bestand als volgt. fig.QS-MP3-play.eps
4. 5.
Draai aan de VOLUME draaischijf om het volume te verlagen.
Druk op
U kunt in MP3 modus de volgende bewerkingen gebruiken. Actie
Bewerking
Doorspoelen
De song zal doorspoelen, wanneer u [fowardteken] ingedrukt houdt. De song zal terugspoelen,
4 Terugspoelen
3
2
1 6
1.
5
Het MP3 speler scherm verschijnt.
3.
34
wanneer u houdt. Naar het begin van het huidige bestand gaan
Houd druk op
Druk op [MP3/TRAINER] om naar MP3 modus over te schakelen.
fig.Disp-mp3-modus.eps
2.
.
Het MP3 demo bestand zal beginnen te spelen. Draai langzaam aan de VOLUME draaischijf om het volume te wijzigen.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen.
Gebruik VALUE [-][+] om ‘001:BigDance’ te selecteren.
Naar het voorgaande bestand gaan Naar het volgende bestand gaan
ingedrukt
ingedrukt, en .
Druk op [+], als de cursor op het bestandsnummer staat. Druk op [-], als de cursor op het bestandsnummer staat.
De MP3 speler gebruiken
3.
MP3 modus bevat een ‘Phrase Trainer’ functie, waarmee u op een effectieve manier een song kunt oefenen.
fig.Disp-mp3-mode2.eps
• Met de ‘Time Stretch’ functie kunt u de afspeelsnelheid van het audio bestand wijzigen. • Met de ‘Center Cancel’ functie kunt u in het midden gepande geluiden elimineren, en de song voor ‘Minus-One’ oefenen gebruiken. • De Time Stretch en Center Cancel functies kunnen tegelijkertijd worden gebruikt.
Bereik: 25-200% De 100% instelling (standaard waarde) zal de song op haar oorspronkelijke snelheid afspelen, de 50% instelling speelt het op halve snelheid, de 25% instelling speelt het op kwart snelheid. De afspeelsnelheid verdubbelt, bij een instelling van 200%.
De afspeelsnelheid wijzigen (Time Stretch) U kunt met de aangesloten gitaar of ander instrument spelen, terwijl u naar het geluid luistert dat de afspeelsnelheid verandert.
Als Time Stretch niet op 100% staat ingesteld, zal de geluidskwaliteit van het afspelen minder zijn. Dit is geen storing. Stel de parameter op 100% in, wanneer u het MP3/WAV bestand op normale snelheid wilt beluisteren.
4 2 3
2 3
1 6
1.
4.
5
5. Druk op [MP3/TRAINER] om naar MP3 modus om te schakelen. Het MP3 speler scherm verschijnt.
6. Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en selecteer met VALUE
Draai aan de VOLUME draaischijf om het volume te verlagen.
Druk op
.
De song zal beginnen te spelen. Draai langzaam aan de VOLUME draaischijf om het volume te wijzigen. De gitaar is aangesloten, en u kunt spelen, terwijl u naar het MP3/WAV bestand luistert.
fig.Disp-mp3-modus.eps
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de afspeelsnelheid indicatie te verplaatsen, en regel met VALUE [-][+] de afspeelsnelheid.
Als u klaar bent in MP3 modus, druk dan nogmaals op [MP3/TRAINER].
35
Snelle start
[-][+] het bestandsnummer dat u wilt spelen.
Als oefening meespelen met een MP3/WAV bestand (Phrase Trainer)
De MP3 speler gebruiken
Het midden geluid wegdraaien (Center Cancel)
5.
4 2 7
1 8 4
5
.
Geluiden in het middengebied (zoals vocalen en gitaar solo’s), worden weggedraaid. Draai langzaam aan de VOLUME draaischijf om het volume te wijzigen. De gitaar is aangesloten, en u kunt spelen, terwijl u naar het MP3/WAV bestand luistert.
Verwijder het midden geluid (bijv. vocalen of gitaar solo’s) van hetgeen wordt afgespeeld. Dit is handig, als u het meespelen met de achtergrondinstrumenten wilt oefenen.
2 3
Druk op
6.
6
Als u een geluid wilt wegdraaien dat zich niet in het midden bevindt, druk dan op [TR4] (EDT). Het CenterAdjst scherm verschijnt.
fig.Disp-CENTER-ADJ.eps
1.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar MP3 modus om te schakelen. Het MP3 speler scherm verschijnt.
fig.Disp-mp3-modus.eps
7. 2.
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en selecteer met VALUE [-][+] het bestandsnummer dat u wilt spelen.
• Afhankelijk van de opgenomen audio, is het wellicht niet mogelijk om het midden geluid geheel weg te draaien. • Als u een geluid wilt wegdraaien, dat zich niet in het midden bevindt, dan kunt u de CenterAdjst parameter bijstellen. • Als u het basgeluid (laagfrequent bereik) wilt oppeppen, dan kunt u de Low Boost parameter (p. 93) bijstellen. • Het afgespeelde geluid is mono als de Center Cancel functie aanstaat.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om het scherm ‘CENTER CANCEL’ te laten aangeven.
fig.Disp-mp3-modus.eps
8. 4.
Druk op [TR1] om de Center Cancel functie aan te zetten. Elke keer dat u op [TR1] drukt, wisselt de instelling tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
36
Gebruik VALUE [-][+] om bij te regelen.
Als u klaar bent in MP3 modus, druk dan nogmaals op [MP3/TRAINER].
Sectie 1
Handleiding
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
37
Sectie 1. Opnemen en afspelen Over de data soorten
Opnemen Zorg ervoor, dat het scherm geen (p. 42) of
,
(p. 90) aangeeft.
Een nieuwe song maken Op de MICRO BR worden uw composities beheerd als ‘songs’. U dient een nieuwe song te maken, voor u een nieuwe compositie gaat opnemen. 1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR1] (SNG). Het SONG EDIT scherm verschijnt.
fig.Disp-SONG-EDIT.eps
3.
Druk op [TR2] (NEW). Het scherm zal ‘Type’ aangeven.
4.
Gebruik VALUE [-][+] om het data soort van uw nieuwe song te selecteren.
fig.Disp-SongDataTyp.eps
5.
U dient de ‘data soort’ te selecteren, als u met de MICRO BR een nieuwe song aanmaakt. Kies één van de volgende data soorten.
Druk op [TR4] (EXE). De nieuwe song zal worden aangemaakt, en u keert terug naar het Play scherm.
Data soort
Toelichting
HiFi (MT2)
Hiermee kunt u hoge kwaliteit audio opnemen. Kies deze soort, als u van plan bent om sporen te Bouncen. Dit is het data soort, dat u normaalgesproken gebruikt. Maakt het mogelijk om tot vier maal langer op te nemen, dan ‘HiFi’. Van de drie soorten, heeft deze de langste opnameduur. Kies deze als u niet veel ruimte op de geheugenkaart heeft.
STD (LV1) LONG (LV2)
Opnameduur De volgende tabel geeft de beschikbare opnameduur van elke capaciteit geheugenkaart aan. (Deze tijden worden berekend, alsof u slechts een enkel spoor opneemt). Capaciteit geheugenkaart
Data soort HiFi (MT2)
STD (LV1)
LONG (LV2)
32 MB
15 min.
18 min.
23 min.
64 MB
31 min.
38 min.
47 min.
128 MB
64 min.
76 min.
96 min.
256 MB
128 min.
154 min.
192 min.
512 MB
257 min.
309 min.
386 min.
1 GB
502 min.
604 min.
755 min.
* Ongeacht het data soort, is de sample frequentie 44.1 kHz. U kunt de sample frequentie niet wijzigen. * U kunt het data soort niet wijzigen, nadat het is aangemaakt.
U kunt maximaal 99 songs op een geheugenkaart vastleggen.
* De opnameduur hierboven is een schatting. Afhankelijk van het aantal gemaakte songs kan deze iets korter uitvallen. * De opnameduur hierboven heeft betrekking op het gebruik van een enkel spoor. Als u bijvoorbeeld alle vier de sporen opneemt, kan elk spoor een kwart zijn van de tijdsduur die hierboven wordt getoond.
38
Sectie 1. Opnemen en afspelen
Een instrument selecteren om op te nemen 1.
Druk op [INPUT].
2.
Druk op [TR1] (GTR)-[TR4] (EXT) om de bron (ingang) te selecteren, die u wilt opnemen.
Het opname niveau regelen Selecteer de geluidsbron, die u wilt opnemen, zoals wordt beschreven bij ‘Een instrument selecteren om op te nemen’ (p. 39).
2.
Wijzig de gevoeligheid van de bron die u wilt opnemen. Stel voor een optimaal resultaat de gevoeligheid maximaal in, zonder dat de ‘OVER’ indicatie op het scherm verschijnt als het inkomende signaal de luidste tonen weergeeft. Als de OVER indicator oplicht, verminder dan de Sns waarde.
fig.Disp-GuitarSens.eps
Bron
Ingang Jack en geluidsbron
GTR
Kies deze, als u een gitaar of basgitaar wilt opnemen, die op de GUITAR IN Jack is aangesloten. Kies deze, als u de ingebouwde mono microfoon wilt gebruiken. Kies deze, als u van een draagbare audio speler etc. wilt opnemen, die is aangesloten op de LINE IN/ MIC Jack. Kies deze, als u van een externe microfoon wilt opnemen, die is aangesloten op de LINE IN/MIC Jack.
MIC LIN
EXT
Door herhaaldelijk op de [TR1]-[TR4] van de geselecteerde bron te drukken, kunt u de ingang status van de betreffende bron wijzigen. Indicatie
Toelichting
Kleine letters
De ingang is niet geselecteerd
Hoofdletters
De ingang is geselecteerd
Als u tegelijkertijd op [TR1] (GTR) en [TR2] (MIC) drukt, wordt het geluid van GUITAR IN, en het geluid van de ingebouwde microfoon in mono gemixt. U kunt dit geluid tevens opnemen. Echter kunt u de invoer van GUITAR IN, en de invoer van de ingebouwde microfoon, niet op verschillende sporen opnemen.
Bron
Bereik van de Sns parameter
GTR
-12–+8
MIC
-16–+8
LIN
-6–+8
EXT
-15–+9
3.
Druk op [EXIT]. U keert terug naar het Play scherm.
4.
Druk meerdere malen op CURSOR [ om toegang te krijgen tot het niveau meter scherm.
]
fig.Disp-LevelMeter.eps
5.
Regel het INPUT LEVEL. Regel de instelling zo, dat het niveau zich bevindt in het bereik dat hieronder wordt getoond, als de luidste tonen worden ingevoerd.
fig.Disp-INPUT-LEVEL2.eps
39
Sectie 1
1.
Sectie 1. Opnemen en afspelen
V-Tracks wisselen • Als u het INPUT LEVEL verlaagt, wordt het geluid op een lager volume opgenomen, waardoor de geluidskwaliteit afneemt. Voor een optimaal resultaat, dient u geluid op te nemen op het hoogst haalbare niveau, zonder dat het geluid verstoort. Als u het beluister volume wilt verlagen tijdens het opnemen, draai dan de VOLUME draaischijf omlaag. • Als u GTR en MIC mixt voor invoer (opname), wijzig dan eerst de ingang gevoeligheid van elke bron.
6.
Alhoewel de MICRO BR een viersporig Multitrack opnameapparaat is, bestaat elk spoor in werkelijkheid uit acht V-Tracks. U kunt een van deze sporen selecteren en gebruiken voor opnemen en afspelen. Dit betekent dat u, door V-Tracks te wisselen, 32 audio sporen tot uw beschikking heeft. U kunt bijvoorbeeld een bestaande take van een gitaarsolo of vocaal behouden, en andere takes op andere V-Tracks vastleggen. Ook kunt u de beste delen van de verschillende takes verdeeld over verschillende V-Tracks samenvoegen en combineren tot een enkel spoor.
Druk op CURSOR. U keert terug naar het Play scherm.
‘Performances op een spoor bewerken (Track Edit) (p. 53)’
1.
Druk op een van de toetsen [TR1]-[TR4].
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om toegang te krijgen tot het V-Track selectie scherm.
fig.Disp-TR1-V1.eps
Het scherm toont het nummer van de VTrack, die voor elk spoor is geselecteerd. : V-Tracks die data bevatten : V-Tracks die geen data bevatten
40
3.
][ ] of druk op Gebruik CURSOR [ een van de [TR1]-[TR4] toetsen om het spoor te selecteren, waarvan u de VTrack wilt wisselen.
4.
Gebruik VALUE [-][+] om de V-Track te wisselen.
5.
Druk op [EXIT]. U keert terug naar het Play scherm.
Sectie 1. Opnemen en afspelen
De op te nemen track selecteren 1.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen.
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het Rec Track scherm te gaan.
fig.Disp-INPUT-LEVEL2.eps
De parameters van twee tracks gelijktijdig besturen (Stereo Link) In sommige gevallen zou het gemakkelijk zijn om de parameters van twee tracks gelijktijdig aan te passen, bijvoorbeeld wanneer u twee tracks gebruikt om op te nemen of een stereobron af te spelen. Dit kunt u doen met de Stereo Link functie.
3.
Druk op de [TR1]-[TR4] knop van de track die u wilt opnemen.
1.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de parameter waarvoor u stereo link wilt inschakelen (of uitschakelen) te selecteren.
3.
Druk [TR1] en [TR2] of [TR3] en [TR4] gelijktijdig in. De indicatie ‘=’ wordt getoond bij parameters die in stereo met elkaar zijn verbonden.
De indicatie verschijnt bij de track die u kiest.
Stereo tracks voor opname selecteren Als INPUT op GTR (gitaar) of MIC (ingebouwde microfoon) is ingesteld Als u in stereo wilt opnemen, zodat de insertieeffecten beter klinken, kunt u gelijktijdig op [TR1] en [TR2] of [TR3] en [TR4] drukken om stereo opname op twee tracks te specificeren. fig.Disp-INPUT-LEVEL2.eps
Stereo Link wordt ingeschakeld (of uitgeschakeld) voor het trackpaar dat u gelijktijdig heeft ingedrukt. Als INPUT op LIN (Lijn) of EXT (externe mic) is ingesteld Aangezien de invoer stereo is, zal dit normaalgesproken stereo opname met gebruik van twee tracks zijn. Als u op de TRACK knop [1] of [2] drukt, vindt de opname plaats in stereo op tracks 1 en 2. Op een vergelijkbare manier vindt de opname plaats in stereo op tracks 3 en 4 wanneer u [3] of [4] indrukt. Als u echter het geluid van het L kanaal en R kanaal van de invoer wilt combineren, en dit op track 1 opnemen, drukt u nogmaals op TRACK [1], vanuit de status waarin tracks 1 en 2 zijn geselecteerd. Track 1 zal als de opname bestemming geselecteerd worden. U kunt dezelfde operatie gebruiken om een andere track als de opnamebestemming te specificeren.
fig.Disp-TR1-V1.eps
Als u VALUE [-][+] gebruikt om de waarde van een track parameter die in stereo is verbonden te wijzigen, zullen de twee waardes samen veranderen.
• Wanneer u stereo link inschakelt, zal de waarde niet onmiddellijk veranderen. De stereo link operatie begint, wanneer u de waarde wijzigt. • Als u een stereo link maakt tussen tracks die elk een andere waarde hebben, zullen beide waardes op de hoogste waarde worden ingesteld als u de parameterwaarde wijzigt. • Het eenvoudigweg selecteren van stereo tracks voor opname, stelt Stereo Link niet in werking. Als u stereo tracks voor opname selecteert (twee REC indicaties worden weergegeven) en dan de opname stopt, zal Stereo Link automatisch voor de betreffende tracks zijn ingeschakeld. • Wanneer Stereo Link is ingeschakeld, verandert de pan parameter, zoals hieronder wordt getoond. VALUE [-]
L50
L50
VALUE [+]
L50
(default)
R50
R50
R50
41
Sectie 1
Stereo Link in/uitschakelen
Sectie 1. Opnemen en afspelen fig.Disp-recording.eps
Opnemen 1.
Druk meerdere malen gelijktijdig op [EXIT] en [UTILITY] om de MICRO BR in de Normal modus te zetten. Elke keer dat u [EXIT] en [UTILITY] gelijktijdig indrukt, wisselt de opname modus af tussen Normal modus➔ Bounce modus ➔ Mastering modus.
fig.Disp-3mode.eps
Normal modus
5.
Om de opname te beëindigen, drukt u op . wordt donker. * Geluid waarvan de opnametijd korter was dan één seconde, kan niet afgespeeld worden * De volgende operaties kunnen niet uitgevoerd worden (of zijn ongeldig), terwijl de recorder in werking is (bijv. tijdens opnemen of afspelen) * Het SONG arrangement bewerken * Een drumkit selecteren
Bounce modus
* Naar het USB scherm overschakelen * Naar het SONG SELECT scherm overschakelen * Naar het SONG NEW scherm overschakelen * Naar het SONG INFORMATION scherm overschakelen
Mastering modus
* Naar het SONG EDIT scherm overschakelen * Trackbewerking operaties • Naar het INITIALIZE scherm overschakelen
Zorg, dat of scherm verschijnt. 2.
niet in het
Druk op Het Rec Track scherm zal verschijnen. Op dit moment zal knipperen, en de MICRO BR bevindt zich in de stand-by voor opname.
3.
Druk op de [TR1]-[TR4] knop van de track die u wilt opnemen. De indicatie verschijnt bij de gekozen track.
4.
Druk op en begint.
42
lichten op, en de opname
Sectie 1. Opnemen en afspelen herhaling (B) [A B] wordt ingedrukt op een punt dat eerder ligt dan het startpunt (A), zal dat punt worden toegewezen als zijnde het startpunt van de herhaling (A).
Afspelen 1.
Houd
ingedrukt en druk op
* Er moet minimaal een seconde zijn tussen het startpunt (A) van de herhaling en het eindpunt (B). U kunt geen eindpunt specificeren, dat minder dan één seconde van het startpunt ligt.
.
De tijdslocatie keert terug naar 00:00:00-00.0 2.
3.
Herhaaldelijk afspelen (Repeat) Met de ‘Repeat’ functie kunt u een gespecificeerde regio herhaaldelijk afspelen. Deze functie is bruikbaar als u de mix balans herhaaldelijk wilt controleren of kan gebruikt worden in samenwerking met punch in/out om Loop Recording uit te voeren (p.47). fig.01-570
Herhaal Herhaal eindpunt (B)
• Als u de herhaling wilt opheffen, drukt u nogmaals op [A B].
De instellingen voor herhaling worden geannuleerd, en de en zijn verlicht. • Als u de herhalingsregio die u heeft
Tijd Herhaal beginpunt (A)
Druk op [TR1] (REP). De door u aangegeven regio wordt als de herhaalde regio toegewezen. en zijn verlicht.
Herhaal eindpunt (B)
1.
Ga naar het punt, waar u met herhalen wilt beginnen (punt A), en druk op [A B]. Registreer het beginpunt (A) van de regio die u wilt herhalen. zal knipperen, en die locatie wordt als het beginpunt (A) van de herhaalde regio geregistreerd.
2.
Ga naar het punt, waar u het herhalen wilt stoppen (punt B), en druk op [A B]. In het scherm zal het Select A B Func bericht verschijnen. Op dit moment licht de ‘AB’ indicatie op, wat aangeeft dat de A-B regio is toegewezen. Die locatie zal als het eindpunt (B) van de herhaalde regio worden geregistreerd.
aangegeven wilt bewaren, houdt u ingedrukt en drukt u op
.
fig.Disp-SET-AB.eps
* Als tijdens het specificeren van het eindpunt van de
43
Sectie 1
Druk op . Het afspelen begint.
Sectie 1. Opnemen en afspelen
De links/rechts positie (pan) van het afspeelgeluid aanpassen 1.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen om de track die u wilt bijstellen te selecteren.
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het Track Pan scherm te gaan.
fig.Disp-TR1-PAN.eps
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] of druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen om de track te selecteren, waarvan u de pan instelling wilt veranderen.
4.
Gebruik VALUE [-] [+] om de pan instelling te wijzigen. Bereik: L50-C00-R50
5.
Druk op [EXIT]. U zult naar het Play scherm terugkeren.
44
Sectie 1. Opnemen en afspelen
Opnieuw opnemen over een foutje (Punch-in/out)
Handmatige punch-in/out Bij deze methode voert u punch-in/out uit door bediening van
In het volgende voorbeeld zullen we handmatige punch—in/out gebruiken om een gedeelte van track 1, dat u eerder opnam, opnieuw op te nemen. 1.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen.
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het Rec Track scherm te gaan.
3.
Druk meerdere malen op [TR1] zodat ‘REC’ bij track 1 verschijnt.
fig.01-170
Playback
Recording
.
* Als u handmatige punch-in/out gebruikt, moet u er zeker van zijn dat er minimaal een interval van 1.0 seconde tussen punch-in en punch-out is.
fig.Disp-RecTrack-1.eps
Playback Time
Start
Punch-In
Punch-Out
Stop
Track 1 is de opname track. Op de MICRO BR kunt u kiezen uit twee manieren om dit te doen: handmatige punch-in/out en auto punch-in/out. * U kunt de Undo functie (p.49) gebruiken om terug te keren naar de status voordat u opnieuw opnam. * De data voorafgaand aan punch-in/out zal op de geheugenkaart bewaard blijven, zonder gewist te worden. Als u deze data niet langer nodig heeft, kunt u Song Optimize (p.59) uitvoeren om de onnodige data van de geheugenkaart te wissen, zodat zijn opslagcapaciteit effectief gebruikt kan worden.
4.
Druk op CURSOR [ ][ ] om naar het Track Level scherm te gaan, en zet het Tr1 Level op 100 (p.33).
fig.Disp-TR1-LEVEL.eps
5.
Druk op [EXIT]. U keert naar het Play scherm terug.
6.
Speel de song af, en gebruik de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van de ingangsbron aan te passen. Luister en vergelijk de ingangsbron met de track die opnieuw opgenomen moet worden, en stel het INPUT LEVEL zo in, dat er geen verschil in volume te horen is.
7.
Ga naar een locatie iets voor het punt waarop u opnieuw wilt gaan opnemen, en druk op
.
45
Sectie 1
Tijdens het opnemen kunt u soms een verkeerde noot spelen of niet tevreden zijn met uw uitvoering. In dat soort gevallen kunt u Punch-in/out gebruiken op alleen een specifieke regio van uw uitvoering opnieuw op te nemen. Punch-in is de actie van het overschakelen van afspelen naar opnemen, terwijl u een track afspeelt. Punch-out is de actie van het overschakelen van opnemen terug naar afspelen, terwijl de track blijft doorspelen. Met andere woorden, u gebruikt punch-in op het punt waarop u opnieuw wilt opnemen, en punch-out daar waar u klaar bent met opnemen.
Sectie 1. Opnemen en afspelen Het afspelen begint. 8.
Op het punt waar u met het opnieuw opnemen wilt beginnen, drukt u op . Punch-in zal beginnen, en u bevindt zich in de opname modus.
9.
Als u gereed bent voor punch-out, drukt u op
(of druk op
).
Iedere keer dat u op drukt, wisselt u af tussen punch-in en punch-out, dus voer dezelfde procedure simpelweg op elke andere locatie uit die u opnieuw wilt opnemen. 10. Als u klaar bent met opnemen, drukt u op
Auto punch-in/out ‘Auto Punch-in/out’ is de methode, waarbij punch-in/out automatisch begint op de tijdslocaties die u van tevoren heeft aangegeven. Dit komt van pas als u punch-in/out op nauwgezette punten wilt uitvoeren of als u punch-in/out automatisch wilt laten uitvoeren, zodat u zich op uw spel kunt concentreren. In het volgende voorbeeld zullen we een gedeelte van track 1, die u eerder heeft opgenomen, opnieuw opnemen. * Indien auto punch in/out wordt gebruikt, moet u de punch in en punch out punten minimaal 1.0 seconde van elkaar verwijderd plaatsen.
1.
Specificeer de punch-in en punch-out punten, zoals bij stappen 1-2 van ‘Herhaaldelijk afspelen (Repeat)’ (p.43) wordt beschreven.
2.
Druk op [TR2] (AUT). De regio die u heeft gespecificeerd, zal de auto punch-in/out regio zijn. en ‘A.PUNCH’ zijn verlicht.
om te stoppen.
fig.Disp-RecTrack-1.eps
3.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen.
4.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het Rec Track scherm te gaan.
5.
Druk meerdere malen op [TR1] zodat ‘REC’ bij track 1 verschijnt.
fig.Disp-RecTrack-1.eps
Track 1 is de Opname track. 6.
46
Druk op CURSOR [ ][ ] om naar het Track Level scherm te gaan, en stel het Tr1 Level op 100 in (p.33).
Sectie 1. Opnemen en afspelen fig.Disp-TR1-LEVEL.eps
Dezelfde regio herhaaldelijk opnemen (Loop Recording) Druk op [EXIT].
8.
Speel de song af, en gebruik de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van de ingangsbron bij te stellen. Luister en vergelijk de ingangsbron met de track die opnieuw wordt opgenomen. Pas het INPUT LEVEL (ingangsniveau) aan, zodat er geen verschil in volume is te horen.
9.
Ga naar een locatie iets voor het punt waarop u opnieuw wilt gaan opnemen.
10. Druk op om naar de stand-by voor opname stand te gaan, en druk dan op . De opname start automatisch op het punt dat u als de punch-in locatie heeft aangegeven. Als u het punch-out punt bereikt, keert u automatisch terug naar het afspelen.
Met de Repeat functie (p.43) kunt u een gespecificeerde regio (de loop regio) herhaaldelijk afspelen. Als u de Repeat functie samen met punch-in/out gebruikt, zal het opgenomen resultaat direct worden afgespeeld. Indien u niet tevreden bent met de opname, kunt u doorgaan met opnieuw opnemen door simpelweg op te drukken. ‘Loop Recording’ verwijst naar een methode waarbij de Repeat functie herhaaldelijk in samenwerking met auto punch-in/out wordt gebruikt. In het volgende voorbeeld zullen we een gedeelte van track 1, die u eerder opnam, opnieuw opnemen. Details over de manier waarop de op te nemen regio wordt gespecificeerd (de Punch-in/out punten), raadpleegt u de voorgaande sectie ‘Auto Punch-in/out’. 1.
Specificeer de punch-in en punch-out punten, zoals bij stappen 1-2 van ‘Herhaaldelijk afspelen (Repeat)’ (p.43) wordt beschreven.
2.
Druk op [TR3] (R&A). De regio die u gespecificeerd heeft, wordt de auto punch-in/out regio. In het scherm zijn , en ‘A.PUNCH’ verlicht. Eén maat voor en na de punch-in/out regio zal automatisch als de herhaal regio worden gespecificeerd.
11. Als u klaar bent met opnemen, drukt u op om te stoppen. 12. Keer terug naar een tijdslocatie waar u begon op te nemen, en speel dan af. Beluister het resultaat van het opnieuw opgenomen gedeelte.
fig.01-240
Herhaal Afspelen 1 maat Punch-In Herhaal beginpunt (A)
3.
Opname
Afspelen 1 maat
Tijd
Punch-Out Herhaal eindpunt (B)
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen.
47
Sectie 1
7.
Sectie 1. Opnemen en afspelen 4.
5.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het Rec Track scherm te gaan. Druk meerdere malen op [TR1], zodat ‘REC’ bij track 1 verschijnt.
fig.Disp-RecTrack-1.eps
Track 1 is de opname track. 6.
Druk op [EXIT].
7.
Druk op CURSOR [ ][ ] om naar het Track Level scherm te gaan, en stel het Tr1 Level op 100 in (p.33).
fig.Disp-TR1-LEVEL.eps
8.
Speel de song af, en gebruik de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van de ingangsbron bij te stellen. Luister en vergelijk de ingangsbron met de track die opnieuw wordt opgenomen. Pas het INPUT LEVEL aan, zodat er geen verschil in volume is te horen.
9.
Ga naar een locatie iets voor het punt waarop u opnieuw wilt gaan opnemen.
10. Druk op en dan op opnemen te beginnen.
om met
Als u op drukt, kunt u de regio tussen punch-in en punch-out opnemen. Neem uw uitvoering opnieuw op. Na de herhaling zal het afspelen beginnen vanaf één maat voor de punch-in locatie. Beluister het resultaat van het opnieuw opgenomen gedeelte. Als u niet tevreden bent, drukt u op en neemt u uw uitvoering nogmaals op.
48
11. Als u klaar bent met opnemen, drukt u op om te stoppen.
Sectie 1. Opnemen en afspelen
Een handeling annuleren (Undo/Redo)
* Nadat Undo is uitgevoerd, kan alleen Redo worden uitgevoerd.
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR3] (UND).
fig.Disp-UNDO.eps
3.
Sectie 1
Het kan gebeuren dat de opname die u maakt niet is geworden zoals u had gehoopt of de instellingen die u voor een bewerkingsoperatie maakte zijn niet correct. In dat soort gevallen wilt u uw werk ongedaan maken, en hiervoor kunt u de ‘Undo functie’ gebruiken. Undo annuleert het resultaat van de handeling en laat de data naar de voorgaande status terugkeren. Indien gewenst kunt u dan ‘Redo’ gebruiken om de Undo ongedaan te maken. Laten we er bijvoorbeeld vanuit gaan dat u Punch-in Recording uitvoert, en twee keer over dezelfde regio heeft opgenomen. U zou dan Undo kunnen uitvoeren om de tweede opname te annuleren en naar de eerste opname terug te keren. Nadat u Undo heeft uitgevoerd, zou u Redo kunnen uitvoeren, indien u de Undo wilt annuleren en naar de status van na uw tweede opname wilt terugkeren.
Naar de vorige status terugkeren (Undo)
Als u Undo wilt uitvoeren, drukt u op [TR4] (TES). Indien u besluit Undo niet uit te voeren, drukt u op [EXIT]. Als u Undo uitvoert, zal ‘Undo…’ in het scherm verschijnen en wordt de meest recentelijk uitgevoerde opname of bewerkingsoperatie ongedaan gemaakt.
De Undo annuleren (Redo) U kunt Redo uitvoeren als u besluit de Undo operatie die u zojuist heeft uitgevoerd, te annuleren. 1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR3] (RDO).
fig.Disp-REDO.eps
* Als u, nadat u Undo heeft uitgevoerd, opneemt of een trackbewerking operatie uitvoert, kunt u Redo niet meer toepassen. * Undo wordt alleen op geluidsdata, die op de tracks is opgenomen, toegepast. * Als u Song Optimize (p.59) uitvoert, zal de bewerkingsgeschiedenis van alle data worden gewist. Dit betekent dat u Undo niet direct na het uitvoeren van Song Optimize kunt toepassen.
3.
Als u Redo wilt uitvoeren, drukt u op [TR4] (YES). Indien u besluit Redo niet uit te voeren, drukt u op [EXIT]. Als u Redo uitvoert, zal ‘Redo…’ in het scherm verschijnen en wordt de zojuist uitgevoerde Undo operatie ongedaan gemaakt.
49
Sectie 1. Opnemen en afspelen 1.
Meerdere tracks samenbrengen (Bounce) Hoewel op de MICRO BR acht tracks gelijktijdig afgespeeld kunnen worden, kunt u met de MICRO BR ook de opnames van meerdere tracks naar één track (V-Track) kopiëren. Dit wordt ‘Bounce’ genoemd (ook bekend als Bounce recording of ping-pong recording). Door meerdere tracks op deze manier samen te brengen, kunt u andere tracks vrijmaken om nog meer uitvoeringen op te nemen.
In de Bounce modus kunt u acht tracks gelijktijdig afspelen en deze allemaal op een enkele, aparte V-Track opnemen. Als ingangsbronnen met INPUT SELECT zijn geselecteerd, kunt u deze geluiden samen opnemen. Bovendien kunnen de ritmegeluiden ook in deze opname worden betrokken.
Stel de pan van tracks 1 en 2 naar wens in, en zet de pan van track 3 op L50 en die van track 4 op R50.
‘De links/rechts positie (pan) van het afspeelgeluid aanpassen (p.44)’.
2.
Speel de song af, en stel de volumebalans van tracks 1-4 bij. Als er tracks zijn die u niet wilt mixen, stelt u hun niveau op 0 in.
‘Het volume van een track bijstellen (p.33)’.
3.
Druk op
4.
Druk [EXIT] en [UTILITY] meerdere malen
.
gelijktijdig in, zodat in het scherm wordt weergegeven. Het Bounce scherm zal verschijnen. fig.Disp-Bounce-mode2.eps
V-Tracks met opgenomen data. V-Tracks zonder data. Opname bestemming
fig.01-280
TRACK 4-V1 TRACK 3-V1 TRACK 2-V1 TRACK 1-V1
INPUT
Tracks 1-4
* De ingangsbron zal automatisch worden uitgeschakeld. Als u de ingangsbron samen met uw Bounce recording wilt mixen, kunt u [INPUT] gebruiken om de ingangsbron te selecteren.
RHYTHM
Ritme
5.
TRACK 4-V2 TRACK 3-V2
Gebruik [CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de opname bestemmingstracks en de V-track te selecteren. In dit voorbeeld gebruiken we ‘34V2’(Vtrack 2 van tracks 3/4).
Aparte V-Track
‘V-tracks veranderen (p.40)’.
In het volgende voorbeeld gaan we ervan uit, dat tracks 1 en 2 mono opnames bevatten en tracks 3 en 4 een stereo opgenomen uitvoering bevat, en u deze allemaal middels Bounce record naar Vtrack 2 van tracks 3/4 wilt opnemen. * Zorg dat de Stereo Link functie niet is ingeschakeld.
50
6.
Als u het ritme ook in uw Bounce recording wilt mixen, drukt u op [RHYTHM], verhoogt u het ‘Rhy Level’en drukt u meerdere malen op [TR1] om het ritme op ‘On’in te stellen.
Sectie 1. Opnemen en afspelen fig.Disp-RHY-LEVEL100.eps
Het resultaat van de Bounce recording beluisteren Indien u het ritmegeluid niet wilt opnemen, drukt u op [TR1] om de RHYTHM indicatie uit te zetten.
* Controleer of de ritme functie is uitgeschakeld.
1.
Druk op [EXIT]. U zult naar het Bounce scherm terugkeren. Houd
ingedrukt en druk op
2.
om
de tijdslocatie op 00:00:00-00.0 terug te zetten, en druk dan de knoppen in deze
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen, en druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het V-track selectiescherm te gaan. In dit voorbeeld selecteren we V-track 2 van track 3 en V-track 2 van track 4).
fig.Disp-TR1-V1.eps
volgorde in ➔ recording te beginnen. 8.
om met Bounce
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op . ‘V-Tracks veranderen (p.40)’.
Als u Bounce recording in mono uitvoert Als u de Track op 1-4 instelt (behalve 12 of 34), kunt u mono Bounce recording uitvoeren.
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ], VALUE [][+] om het Tr1 en Tr2 Level op 0 in te stellen (p.33), en zet het Tr1 en Tr2 Reverb Level ook op 0.
fig.Disp-TR1-V1.eps
fig.Disp-Bounce-mode3.eps
fig.Disp-TR1-V1.eps
Tijdens Bounce recording kunt u reverb (p.72) of insertie effecten (p.61) toepassen. Als u de insertie effecten op een specifieke track wilt gebruiken, kijk dan bij ‘de manier waarop de insertie effecten worden gebruikt veranderen (p.64)’.
4.
Druk op [EXIT]. U keert naar het Play scherm terug.
5.
Druk op om het geluid dat via Bounce recording op tracks 3 en 4 is opgenomen te beluisteren. * De pan van de Bounce bestemmingstracks (3 en 4) wordt respectievelijk op uiterst links en uiterst rechts ingesteld.
51
Sectie 1
Zorg dat , niet in het scherm wordt weergegeven (p.42).
‘Een patroon spelen’(p.82).
7.
Druk [EXIT] en [UTILITY] meerdere malen gelijktijdig in om de MICRO BR in de Normal opnamemode te zetten.
Sectie 1. Opnemen en afspelen 6.
Als u de instellingen van de op dat moment geselecteerde song wilt opslaan, houdt u
De resterende opnametijd bekijken
ingedrukt en drukt u op
.
Informatie met betrekking tot de song bekijken
Als u zich in de stand-by voor opname of opname schermen bevindt, kunt u de resterende opnametijd als volgt laten verschijnen. 1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] zodat Remain Info in het scherm wordt weergegeven.
3.
Druk op VALUE [+] om deze instelling op ON te zetten.
4.
Druk op [EXIT]. U keert naar het Play scherm terug.
5.
Druk op . De resterende opnametijd (uren:minuten:secondes) zal in het stand-by voor opname of opnamescherm worden getoond.
Song informatie bekijken Hier wordt uitgelegd hoe u gedetailleerde informatie over de song kunt bekijken. U kunt ook het data type en de grootte van de song bekijken. 1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR1] (SNG).
3.
Druk op [TR3] (INF). Het Remain scherm zal verschijnen. De naam van de huidige song en de resterende beschikbare opnametijd worden getoond.
fig.Disp-SongInfo1.eps
4.
Druk op CURSOR . De song informatie (data type van de song en gebruikt geheugen) wordt weergegeven.
fig.Disp-SongInfo2.eps
Meer over het Type vindt u bij ‘Over data types (p.38)’.
52
fig.Disp-remain.eps
Sectie 2. Bewerking Bewerkingsuitvoeringen op een track (Track Edit)
• Indien de kopieerbestemming data bevat, zal die data overschreven worden. • De gespecificeerde kopieer regio moet langer zijn dan 1.0 seconde. Als de regio korter is dan 1.0 seconde, is het geluid niet hoorbaar, ook al is de data gekopieerd.
Met deze handelingen kunt u de structuur van een song veranderen, door track data te kopiëren of naar een andere locatie te verplaatsen.
Data kopiëren (Track Copy)
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR2] (TRK). Het TRACK EDIT scherm verschijnt.
fig.Disp-TRACK-EDIT.eps
Sectie 2
Deze handeling kopieert data van een gespecificeerde regio van een track (of de volledige track) naar een andere locatie. U kunt de track data één keer kopiëren of de gespecificeerde regio van data meerdere keren achter elkaar naar de gespecificeerde bestemming kopiëren. Als u een frase wilt gebruiken die reeds op een track is opgenomen of de frase herhaaldelijk wilt gebruiken, kunt u de kopieer handeling gebruiken om een song of efficiënte wijze te construeren.
3.
Druk op [TR1] (CPY). Het track instellingen scherm verschijnt. Specificeer de bron en bestemmingstracks voor de kopieer handeling.
fig.Disp-Copy-TR1-V1.eps
Bestemming (Track – V-track) Bron (Track – V-track)
Voorbeeld 1: Twee keer naar dezelfde track kopiëren fig.02-160
4. Start of Repeat start punt (A)
Naar
Tijd
Eind of Repeat eindpunt (B)
Voorbeeld 2: twee keer naar een andere track kopiëren fig.02-170
Specificeer de bewerkingsregio, zoals beschreven in ‘De bewerkingsregio en het aantal kopieën’ (p.54). Specificeer de regio die u wilt kopiëren (Begin, eind), de tijd of de maat van de kopieerbestemming (To) en het aantal malen (Repeat) dat de data gekopieerd moet worden. In het scherm wordt gevraagd ‘Copy OK?’
fig.Disp-COPY.eps
5. Start of Repeat start punt (A)
Naar
Eind of Repeat eindpunt (B)
Tijd
Als u er zeker van bent dat u de data wilt kopiëren, druk dan op [TR4] (YES). Indien u besluit de handeling te annuleren, drukt u op [EXIT] (of [UTILITY]).
53
Sectie 2. Bewerking
De bewerkingsregio en het aantal kopieën 1.
Indien u tijdens de kopieer of verplaats procedure op [TR3] (ALL) of [TR4] (AB) heeft gedrukt, ga dan verder naar stap 4 van de uitleg.
Specificeer de eenheden van de bewerkingsregio.
fig.Disp-TrEdit-function.eps
2. Tijd Maat
Specificeer de start tijd/maat (Start) van de bewerkingsregio, en druk op de [TR4] (NEXT).
fig.Disp-TrEdit-timeST.eps
Volledige track Tussen de punten A en B
Knop
Bewerkingsregio
[TR1] (TIM)
De bewerkingsregio wordt in tijd aangegeven. Het tijd instellingsscherm verschijnt. De bewerkingsregio wordt in maten aangegeven. Het maat instellingsscherm verschijnt. De bewerkingsregio bestaat uit de volledige door u gespecificeerde track. De bewerkingsregio is de regio tussen de punten A en B, die u heeft gespecificeerd.
[TR2] (MEA)
[TR3] (ALL)
[TR4] (AB)
fig.Disp-TrEdit-time.eps
fig.Disp-TrEdit-measST.eps
3.
Specificeer de eind tijd/maat (End) van de bewerkingsregio, en druk op [TR4] (NEXT).
fig.Disp-TrEdit-timeEn.eps
fig.Disp-TrEdit-measEn.eps
Als u op [TR1] (TIM) drukt (Start) (End) Sub frame (To) (Repeat) Frame
Uur Seconde Minuten
4.
Als u data kopieert of verplaatst, specificeert u de tijd/maat van de kopieer/ verplaats bestemming (To), en druk dan op [TR4] (NEXT).
fig.Disp-TrEdit-timeTo.eps
fig.Disp-TrEdit-meas.eps
Als u op [TR2] (MEA) drukt (Start) (End) (To) Beat (Repeat) Measure
fig.Disp-TrEdit-measTo.eps
5.
54
Gebruik de Repeat parameter om aan te geven hoeveel keer de gespecificeerde regio gekopieerd zal worden.
Sectie 2. Bewerking fig.Disp-TrEdit-repeat.eps
Moving data (Track Move) Deze handeling verplaatst de data van de gespecificeerde regio (of de volledige track) naar een andere locatie.
* Als u data verplaatst, sla dan stap 5 over. * Als u data wist, sla dan stappen 4-5 over.
6.
* Na deze handeling zal de oorspronkelijke locatie van de verplaatste data leeg zijn (bevat geen data).
Druk op [TR4] (EXE).
Voorbeeld 1: Verplaatsen binnen dezelfde track fig.02-340
U kunt de tijd aangeven met gebruik van
of
om te verplaatsen
of door deze in te stellen met
+
Start of Repeat Start punt (A)
Naar
Tijd
Eind of Repeat End punt (B)
+
Sectie 2
(tijd 00:00:00) of
Voorbeeld 2: Naar een andere track verplaatsen
(eind van de song).
fig.02-350
• De parameters die u moet instellen zij afhankelijk van het type track handeling dat u selecteert en van de bewerkingsregio die u aangeeft. (U dient de parameters gemarkeerd met een ✔ in te stellen). CPY:Copy TIM, MEA
Start ✔
End ✔
ALL AB
*
MOV:Move Start TIM, MEA
*
Repeat
✔
✔
✔
✔
✔
✔
End
To
✔
✔
✔
*
*
Start of Repeat Start punt (A)
Naar
Tijd
Eind of Repeat End punt (B)
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR2] (TRK). Het TRACK EDIT scherm verschijnt.
fig.Disp-TRACK-EDIT.eps
✔
ALL AB
To
ERS:Erase Start
✔
End
TIM, MEA
✔
✔
ALL AB
✔ *
✔ *
3.
Druk op [TR2] (MOV). Het Track instellingsscherm verschijnt. Specificeer de bron en bestemmingstracks voor de Move handeling.
* Als u de AB regio wilt kopiëren/verplaatsen/ wissen, moet u punt A en punt B van te voren * De bewerkte inhoud blijft behouden als u van het Track Edit scherm naar het Play scherm teruggaat.
55
Sectie 2. Bewerking fig.Disp-Move-TR1-V1.eps
Bestemming (Track – V-track)
Data wissen (Track Erase)
Bron (Track – V-track)
4.
5.
Specificeer de bewerkingsregio, zoals beschreven in ‘De bewerkingsregio en het aantal kopieën’ (p.54). Specificeer de regio die u wilt verplaatsen (Start, End) en de tijd of maat van de bestemming (To).
Deze handeling wist data uit de aangegeven regio. Als u deze handeling gebruikt om data te wissen, zal alle data die zich na de gewiste data bevindt niet naar voren worden verplaatst. Met andere woorden, deze handeling is vergelijkbaar met het opnemen van een stilte over een ongewenst gedeelte van een bandopname. * Er mogen geen geluiden korter dan 1.0 seconde voor of na het gewiste gedeelte zijn. Elk resterend geluid dat korter is dan 1.0 seconde, kan niet gespeeld worden. fig.02-350
Als u de bewerkingsregio heeft aangegeven, druk dan op TR4 (EXE). In het scherm wordt gevraagd ‘Move OK?’
fig.Disp-MOVE.eps
6.
Om de Move handeling uit te voeren, drukt u op [TR4] 9YES). Indien u besluit niet uit te voeren, drukt u op [EXIT (of [UTILITY]).
START of END of Repeat start punt (A) Repeat eindpunt (B)
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR2] (TRK). Het TRACK EDIT scherm verschijnt.
Tijd
fig.Disp-TRACK-EDIT.eps
3.
Druk op [TR3] (ERS). Het Track instellingsscherm verschijnt. Specificeer de track, die tijdens de Erase handeling gewist wordt.
fig.Disp-Erase-TR1-V1.eps
Erasing track (Track - V-track)
4.
56
Specificeer de bewerkingsregio, zoals beschreven in ‘De bewerkingsregio en het aantal kopieën’ (p.54). Specificeer de regio die u wilt wissen (Start, End).
Sectie 2. Bewerking 5.
Als u de bewerkingsregio heeft ingesteld, drukt u op [TR4] (EXE). In het scherm wordt gevraagd ‘Erase OK?’
Data uitwisselen (Track Exchange)
fig.Disp-Erase-OK.eps
Deze handeling wisselt data tussen twee tracks uit. Voorbeeld 1: de volledige inhoud van tracks 1 en 2 uitwisselen fig.02-590
6.
Om de Erase handeling uit te voeren, drukt u op [TR4] (TES). Indien u besluit te annuleren, druk dan op [EXIT] (of [UTILITY]).
Track 1
Track 2
Track 1
Track 2
Sectie 2
Tijd
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR2] (TRK). Het TRACK EDIT scherm verschijnt.
fig.Disp-TRACK-EDIT.eps
3.
Druk op [TR4] (XCH). Het Track instellingsscherm verschijnt.
fig.Disp-XCG-TR1-V1.eps
Exchanging tracks
4.
Specificeer de tracks die u wilt uitwisselen, en druk op TR4 (EXE). In het scherm wordt gevraagd ‘Exchange OK?’
fig.Disp-EXCHANGE-OK.eps
5.
Om de Exchange handeling uit te voeren, drukt u op [TR4] (YES). Indien u besluit niet uit te voeren, drukt u op [EXIT] (of [UTILITY]).
57
Sectie 2. Bewerking
De songs die u heeft opgenomen beheren Een song kopiëren (Song Copy) Deze handeling kopieert de op dat moment geselecteerde song. 1.
Druk op [UTILITY] en druk dan op [TR1] (SNG).
2.
Druk op CURSOR [
].
fig.Disp-util-song2.eps
Een song wissen (Song Erase) Met deze handeling wordt een song van de geheugenkaart gewist. 1.
Druk op [UTILITY] en druk dan op [TR1] (SNG).
2.
Druk op CURSOR [
].
fig.Disp-util-song2.eps
3.
Druk op [TR3] (ERS). In het scherm wordt gevraagd: ‘ERS?’
fig.Disp-ERS.eps
3.
Druk op [TR2] (CPY). In het scherm wordt gevraagd: ‘Copy to NewSong?’
4.
Gebruik VALUE [-][+] om de song die u wilt wissen te selecteren.
5.
Druk op [TR4] (YES). In het scherm wordt gevraagd: ‘Are you sure?’
6.
Als u zeker weet dat u de song wilt wissen, drukt u op [TR4] (YES). Indien u besluit de song niet te wissen, drukt u op [EXIT] (of [UTILITY]).
7.
Druk op [UTILITY] (of meerdere malen op [EXIT]) om naar het Play scherm terug te keren.
fig.Disp-CPY.eps
4.
Druk op [TR4] (YES). De kopieer handeling wordt uitgevoerd. Als het kopiëren is voltooid, verschijnt ‘Completed’ in het scherm. U keert naar het Play scherm terug.
Als het bericht ‘Card Full’ verschijnt Als dit bericht verschijnt, voordat u data kopieert, is er onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart. Voer de handeling beschreven in ‘Ruimte op de geheugenkaart besparen (Song Optimize)’ (p.59) uit of wis onnodige songs of geluidsbestanden (MP3, enz.) van de geheugenkaart. Meer hierover vindt u bij ‘Een song wissen (Song Erase)’ (p.58) of ‘Een MP3/WAV bestand wissen’ (p.95). Als u de resterende vrije ruimte op de geheugenkaart wilt bekijken, kijkt u bij ‘Song informatie bekijken’ (p.52).
58
* Als u de song die u op dat moment gebruikt wist, zal een andere song van de geheugenkaart automatisch worden geselecteerd. Indien er geen andere song aanwezig is, zal een nieuwe song worden gecreëerd.
Sectie 2. Bewerking
Ruimte besparen op de geheugenkaart (Song Optimize) Als u overdubben of punch-in/out uitvoert, zal de eerdere data op de geheugenkaart behouden blijven, zonder gewist te worden. In sommige gevallen kan deze overbodige data aanzienlijk veel ruimte op de geheugenkaart innemen, waardoor de capaciteit van de kaart onnodig wordt verbruikt. Hierdoor wordt de beschikbare opnametijd gereduceerd. Door het uitvoeren van de ‘Song Optimize’ handeling kunt u onnodige data van de geheugenkaart wissen en de hoeveelheid beschikbare ruimte vergroten. 1.
Druk op CURSOR [
].
Als u een nieuwe song creëert, zal deze automatisch een naam als ‘SONG0001’ krijgen. Als u de song heeft afgemaakt, adviseren wij u om een beschrijvende naam toe te wijzen, zodat u uw songs gemakkelijker kunt beheren. 1.
Druk op [UTILITY] en druk dan op [TR1] (SNG).
2.
Druk op CURSOR [
].
fig.Disp-util-song1.eps
3.
Druk op [TR4] (NAM). De naam van de song wordt getoond.
Sectie 2
2.
Druk op [UTILITY] en druk dan op [TR1] (SNG).
De song een naam geven (Song Name)
fig.Disp-NAME.eps
fig.Disp-util-song2.eps
3.
Druk op [TR4] (OPT). In het scherm wordt gevraagd: ‘Optimize Song?’
fig.Disp-SONG-OPTIMIZE.eps
4.
Druk op [TR4] (YES). De Song Optimize handeling zal worden uitgevoerd. Nadat de optimalisatie is voltooid, zal ‘Complete!’ in het scherm verschijnen, en u keert naar het Play scherm terug. Indien u besluit deze handeling niet uit te voeren, druk dan op [EXIT] )of [UTILITY]). * De Song Optimize handeling wist de ongewenste en niet speelbare data van alle V-tracks. * In sommige gevallen kan het enige tijd duren, voordat het optimaliseren is voltooid. Dit duidt niet op een storing. Zet de stroom niet uit, voordat de optimalisatie is voltooid.
4.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor te verplaatsen naar het teken, dat u wilt veranderen.
5.
Gebruik VALUE [-][+] om het gewenste teken te selecteren. Bij het bewerken van tekst kunt u de volgende functies gebruiken.
Knop
Functie
[TR1] (INS)
Voegt een spatie in, op de plaats van de cursor. [TR2] (DEL) Verwijdert een teken op de plaats van de cursor, en verplaatst de daaropvolgende tekens naar links. [TR3] (A/a) Verandert het teken op de plaats van de cursor in hoofdletters of kleine letters. [TR4] (0!A) Verandert het soort teken (cijfer/symbool/letters) op de plaats van de cursor.
6.
Druk op [UTILITY] (of druk meerdere malen op [EXIT]) om naar het Play scherm terug te keren.
* Als u de optimalisatie handeling heeft uitgevoerd, kunt u Undo niet gebruiken om terug te gaan naar de status van voor de handeling.
59
Sectie 2. Bewerking
Een song beveiligen (Song Protect) Zelfs nadat een song voltooid is, kunt u de song verliezen door er per ongeluk overheen op te nemen of door per ongeluk te wissen. Om dit soort ongelukken te voorkomen, kunt u met de Song Protect instelling een song beveiligen, zodat deze niet gewist of gewijzigd kan worden. * Als een song is beveiligd, kunnen de volgende handelingen niet worden uitgevoerd:
Opnemen • • • • • • •
1. 2.
Trackbewerking De song naam veranderen De song verwijderen Song Optimize Een ritme arrangement opslaan MP3 of WAV importeren Een effect patch opslaan
Druk op [UTILITY] en druk dan op [TR1] (SNG). Druk op CURSOR [
Om de beveiligingsinstelling uit te schakelen, voert u dezelfde procedure nogmaals uit.
De huidige instellingen in de song opslaan (Song Save) Op de MICRO BR wordt de volgende inhoud als song data opgeslagen: • • • • • •
Opname data Mixer status (pan, enz). Insertie effecten song patch Mastering Tool Kit song patch Song arrangement Reverb
Om de huidige staat op te slaan, voert u de volgende stap uit. Houd
ingedrukt en druk op
.
].
fig.Disp-util-song2.eps
3.
Druk op [TR1] (PRT). In het scherm wordt gevraagd: ‘Protect Song?’
fig.Disp-SONG-PROTECT.eps
4.
Druk op [TR4] (EXE). Als een song is beveiligd, wordt de song beveiligingsindicatie in het scherm weergegeven.
fig.Disp-SONG-PROTECT.eps
60
U kunt de Write handeling (p.60) gebruiken om de effectpatch op te slaan zonder de Song save handeling uit te voeren.
Sectie 3. Effecten gebruiken Insertie effecten gebruiken De MICRO BR bevat drie effect processors (insertie effecten, reverb en mastering). U kunt de insertie effecten en de reverb gelijktijdig gebruiken, en voor beiden de gewenste instellingen maken. Hier zullen we uitleggen hoe de verscheidene instellingen (parameters) van elk insertie effect worden aangepast, en hoe u uw instellingen kunt opslaan. ‘Parameterlijst’ (p.67) ‘Reverb parameters’ (p.73)
Loop effecten aan de andere kant, zijn effecten die met de send/return jack van mengpanelen en soortgelijke apparaten zijn verbonden. De MICRO BR wordt geleverd met ingebouwde Reverb effecten (p.72).
U kunt de insertie effecten niet alleen tijdens het opnemen gebruiken, maar deze ook op het geluid toepassen tijdens het mixen van de tracks. Voor details, zie ‘De manier waarop de insertie effecten worden gebruikt veranderen’ (p.64).
U kunt het type effect, dat door de insertie effectprocessor wordt geproduceerd, en de parameters voor het effect veranderen, door een ‘effect patch’ op te roepen. De MICRO BR bevat een grote verscheidenheid aan effect patches, die geschikt zijn voor vocalen en verschillende instrumenten. Deze patches zijn in ‘banken’ ondergebracht, volgens het type ingangsbron waarvoor elke patch bedoeld is. fig.03-010
INPUT GTR
MIC
LIN
EXT
Guitar Bank
Mic Bank
Line Bank
External Mic Bank
Preset Patch
P01 . . P80
P01 . . P20
P01 . . P10
P01 . . P10
User Patch
U01 . . U80
U01 . . U20
U01 . . U10
U01 . . U10
Song Patch
S01 . . S80
S01 . . S20
S01 . . S10
S01 . . S10
Wat is een effect patch? De MICRO BR biedt talloze effecten voor vocalen, gitaar, enz., en twee of meer van deze effecten kunnen gelijktijdig gebruikt worden. Een dergelijke combinatie van effecten (d.w.z. de types effecten die gebruikt worden en de volgorde waarin deze zijn geschakeld), wordt een ‘algoritme’ genoemd. Ieder effect in een algoritme biedt een bepaald aantal parameters, waarmee het geluid gewijzigd kan worden (gelijkend op het tweaken van de knoppen op een Stomp pedaal). Het algoritme en zijn parameterinstellingen zijn in eenheden, genaamd ‘effect patches’ gebundeld. Door een effect patch te veranderen, kunt u de opgeslagen effect combinaties, hun aan/ uit status en de parameter instelling gelijktijdig veranderen, en op die manier het geluid volledig veranderen.
61
Sectie 3
Wat is een insertie effect? Een effect dat rechtstreeks aan een specifiek signaal wordt toegevoegd (bij de MICRO BR verwijst dit naar de instrumentale geluiden van GUITAR IN, enz.), wordt een ‘insertie effect’ genoemd. De effectpedalen die een gitarist tussen zijn gitaar en versterker plaatst, zijn insertie effecten.
Effect patches en banken
Sectie 3. Effecten gebruiken Op de MICRO BR wordt de patch bank automatisch geselecteerd, volgens de ingangsbron die u met de INPUT parameter heeft geselecteerd. Bijvoorbeeld, de patches van de gitaar bank zullen geselecteerd worden als u GTR (gitaar) als de ingangsbron heeft gekozen, en de patches van de Line bank zullen geselecteerd worden als u LIN (Line) kiest. Wanneer u GTR en MIC gelijktijdig als invoer heeft geselecteerd, zal de gitaar bank geselecteerd worden. Het effect wordt echter alleen op de geluidsinvoer via de GUITAR IN toegepast. Binnen deze banken zijn de effect patches als volgt ondergebracht.
Preset patches (P) Preset patches bevatten preset (vooraf ingesteld) data. U kunt de instellingen van een preset patch bewerken, maar de door u aangebrachte veranderingen kunnen niet in de preset patch worden opgeslagen.
• Indien er geen geheugenkaart is geplaatst, kunt u geen song patches (S) selecteren. • Vanuit de fabriek bevatten de MICRO BR’s User patches (U) van elke bank, en de song patches (S), dezelfde patches als de preset patches (P).
De instellingen van insertie effecten bewerken Als u een nieuw effectgeluid wilt creëren, begint u met het selecteren van een bestaande patch, die in de buurt komt van het gewenste geluid. Vervolgens wijzigt (bewerkt) u de instellingen van de patch. Om de door u bewerkte effectinstellingen op te slaan, slaat u de patch als een User patch of song patch op. 1.
Druk op [EFFECTS]. Het effect scherm verschijnt.
fig.Disp-GT-P01.eps
User patches (U) User patches kunnen overschreven worden, en de patch data wordt in de MICRO BR zelf opgeslagen. Als u een patch heeft gecreëerd, die u ook in andere songs wilt gebruiken, moet u de patch als een User patch opslaan.
Song patches (S) Song patches kunnen herschreven worden, en de patch data wordt samen met de songdata opgeslagen. Patches, die u tijdens het opnemen van een uitvoering heeft gebruikt, kunnen op handige wijze voor elke song als song patches worden opgeslagen.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om P (preset), U (User) of S (Song) te selecteren.
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om een effectnummer te selecteren.
4.
Druk op [TR2] (EDT). Het effect bewerkingsscherm verschijnt, en de gebruikte effectblokken worden getoond.
fig.Disp-COSM-GTR-AMP.eps
fig.03-020
MICRO BR
Wanneer er zoveel effectblokken zijn, dat deze niet in één scherm passen, kunt u van scherm veranderen door de CURSOR [ ] [ ] knop in te drukken.
Memory Card Song
Preset Patch
62
User Patch
Song Patch
5.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen van het effectblok dat u wilt bewerken. In het voorbeeldscherm dat hieronder wordt getoond, zijn de knop toewijzingen in deze volgorde: [TR1] (AMP), [TR2] (SP), enz.
Sectie 3. Effecten gebruiken Van de getoonde blokken worden blokken die aangezet zijn met hoofdletters weergegeven, en blokken die uitstaan worden met kleine letters aangegeven. Druk op [TR1]-[TR4] om naar het parameter instellingscherm van elk effectblok te gaan.
Als de GAIN parameter van de patch te hoog is ingesteld, kan een vervormd geluid en rondzingen optreden. Indien dit gebeurt, verlaagt u de GAIN parameter.
fig.Disp-PREAMP-OnOff.eps
6.
7.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar iedere parameter te verplaatsen en gebruik VALUE [-][+] om de waarde te bewerken. Als er andere parameters zijn die u wilt bewerken, verplaatst u de cursor met de CURSOR [ ][ ] naar elke parameter, en gebruikt u VALUE [-][+] om de waarde te bewerken. Als u nog een effectblok wilt bewerken, drukt u op [EXIT] en herhaalt u stappen 5-7.
Insertie effect instellingen opslaan (Write) Hier wordt uitgelegd hoe een naam (patch naam) aan de door u bewerkte effectinstellingen wordt toegewezen, en hoe deze als een nieuwe effect patch worden opgeslagen. * U kunt een effect patch niet opslaan tijdens het opnemen of afspelen van een song. * Als u de patch naam niet hoeft te veranderen, gaat u verder met stap 5.
1.
Druk op [EFFECTS]. Het effect scherm verschijnt.
fig.Disp-GT-P01.eps
Om de huidige effectinstellingen op te slaan, zie ‘De insertie effect instellingen opslaan (Write)’ (p.63).
• Een andere effect patch selecteren. • Een song laden of opslaan. • De stroom uitzetten.
Als u de patch naam wilt bewerken, drukt u op [TR4] (NAM). Het FX NAME scherm verschijnt. Indien u de patch naam niet hoeft te bewerken, gaat u verder met stap 5.
fig.Disp-FX-NAME.eps
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [-][+] om de gewenste patch naam in te voeren. Bij het bewerken van tekst kunt u de volgende functies gebruiken.
Knop [TR1] (INS)
Functie Voegt een spatie in, op de plaats van de cursor. [TR2] (DEL) Verwijdert een teken op de plaats van de cursor, en verplaatst de daaropvolgende tekens naar links.
63
Sectie 3
2. Veranderingen, die u in de effectinstellingen aanbrengt, zijn tijdelijk. Als u het effect bewerkingsscherm verlaat zonder de bewerkte effect patch op te slaan, zal de ‘**’ indicatie in het gebied dat de bank aangeeft verschijnen. Wees ervan bewust, dat uw bewerkingen verloren gaan als u één van de volgende handelingen uitvoert, terwijl deze ‘**’ indicatie wordt weergegeven:
Sectie 3. Effecten gebruiken Knop Functie [TR3] (A/a) Verandert het teken op de plaats van de cursor in hoofdletters of kleine letters. [TR4] (0!A) Verandert het soort teken (cijfer/symbool/letters) op de plaats van de cursor.
4.
Druk op [EXIT]. Keer naar het effect scherm terug.
5.
Druk op [TR3] (WRI). Het Write scherm verschijnt.
fig.Disp-WRITE-U01.eps
6.
Gebruik VALUE [-][+] om het patch nummer, waarin u uw bewerkte patch wilt opslaan, te selecteren.
7.
Druk op [TR4] (YES). In het scherm wordt gevraagd: ‘Are you sure?’
8.
Als u zeker weet dat u in de patch wilt opslaan, drukt u op [TR4] (EXE). Indien u besluit de song niet te wissen, drukt u op [EXIT]. Nadat het opslaan is voltooid, keert u naar het effect scherm terug.
De manier waarop insertie effecten worden gebruikt veranderen Standaard worden de insertie effecten direct na de ingangsbron ingevoegd. Dit betekent dat u het geluid, dat door het effect is bewerkt, kunt horen en opnemen. In sommige gevallen wilt u deze methode van schakeling misschien veranderen. Op de MICRO BR kunt u de locatie waar de insertie effecten worden ingevoegd veranderen, waardoor u het effect op een aantal verschillende manieren kunt gebruiken. Om de manier waarop insertie effecten worden gebruikt te veranderen, gaat u als volgt te werk. 1.
Druk op [EFFECTS], en druk dan op [
2.
Druk op [TR1] (LOC).
fig.Disp-FX-loc-norm.eps
3.
Gebruik VALUE [-][+] om de locatie waar de insertie effecten ingevoegd moeten worden aan te geven.
INPUT
: Hiermee kunt u het geluid dat via de insertie effecten is verwerkt beluisteren en opnemen. Normaalgesproken gebruikt u deze instelling. fig.03-110
TRACK 1 (REC)
64
].
Sectie 3. Effecten gebruiken NPUT : Hiermee kunt u het geluid dat via de insertie effecten is verwerkt beluisteren, maar het geluid voordat het door de insertie effecten is gegaan opnemen (d.w.z. het ‘droge’ geluid opnemen). Gebruik deze instelling als u verscheidene effecten wilt uitproberen, nadat u heeft opgenomen.
MASTER: Gebruik deze instelling als u het effect op het algehele geluid wilt toepassen, bijvoorbeeld wanneer het effect wordt gebruikt om het geluid te wijzigen tijdens Bounce recording of als u het effect wilt gebruiken om een speciaal geluid te verkrijgen.
fig.03-120
fig.03-150
TRACK 1 (REC)
TRACK 1 (PLAY)
TRACK 1-4, 1&2, 3&4: Hiermee kunt u de insertie effecten toepassen op het afspeelgeluid van de track. Gebruik deze instelling als u effecten wilt uitproberen, nadat u het droge signaal heeft opgenomen of als u het effect alleen op een specifieke track wilt toepassen.
TRACK 4 (PLAY) RHYTHM
4.
Druk meerdere malen op [EXIT]. U keert naar het Play scherm terug.
fig.03-130
TRACK 1 (PLAY)
Sectie 3
RHYTHM: Hiermee kunt u de insertie effecten op het ritmegeluid toepassen. fig.03-140
RHYTHM
65
Sectie 3. Effecten gebruiken
Insertie effecten algoritme lijst De algoritmes (de beschikbare effecten en de volgorde van aansluiting) die als de insertie effecten gebruikt kunnen worden, ziet u hieronder. De algoritmes, die geselecteerd kunnen worden, verschillen per bank. Om het algoritme dat u wilt
gebruiken te selecteren, selecteert u eerst de effectbank die het betreffende algoritme bevat. Dan raadpleegt u de ‘Effect patch lijst’ (folder) en selecteert u een patch die het gewenste algoritme gebruikt.
• De lijn of de lijnen die het algoritme verbinden, geven aan of het effect een mono uitvoer (één lijn) of een stereo uitvoer (twee lijnen) heeft.
(Vb.)
Output: Mono
Output: Stereo
–[AMP]–[SP]–
=[LIM]=[OUT]=
BANK: GUITAR [COSM GTR AMP] Dit is een multi-effect, ontworpen voor elektrische gitaar. Dit voorziet in een versterkergeluid dat van een voorversterker en een luidspreker simulator gebruikmaakt. * In geval van ‘Phase’ wordt de uitvoer mono. fig.03-170
–[AMP]–[SP]–[NS]–[FX]–[DLY]=
Preamp Speaker Simulator Noise Suppressor FX - Compressor - Chorus - Flanger - Phaser - Tremolo/Pan Delay
BANK: MIC [VOCAL MULTI] Dit is een multi-effect, ontworpen voor vocalen. Dit voorziet in de basis effecten, die voor vocalen ingezet kunnen worden.
–[CMP]–[ENH]–[EQ]–[NS]
Compressor Enhancer 4Band Equalizer Noise Suppressor Delay
[DLY]=
BANK: LINE/EXT Deze effecten zijn voor stereo lijninvoer of een externe microfoon.
=[IN]=[CMP]=[MIX]=[LIM]=[OUT]=
66
Input Compressor Mixer Limiter Output
Sectie 3. Effecten gebruiken
Parameterlijst De handelsmerken, die in dit document worden genoemd, zijn handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars, hetgeen aparte bedrijven zijn, die niet bij BOSS behoren. Deze bedrijven zijn niet gelieerd aan BOSS en hebben de MICRO BR van BOSS geen licentie gegeven noch deze erkend. Hun merknamen worden slechts gebruikt om apparatuur aan te duiden, waarvan het geluid door de MICRO BR van BOSS wordt gesimuleerd.
Chorus Een geluid met een subtiel verschoven toonhoogte wordt aan het directe geluid toegevoegd, waardoor het uiteindelijke uitvoergeluid dikker en breder wordt. * Dit effect kan gebruikt worden als de FX ‘Type’ parameter op ‘CHORUS’ is ingesteld.
On/Off OFF, ON Deze parameter zet het chorus effect aan/uit. Rate 0-100 Past de snelheid van het chorus effect aan. Depth 0-100 Past de diepte van het Chorus effect aan.
Compressor Dit corrigeert verschillen in uitvoer, zodat een gelijkmatigere, regelmatigere volumebalans wordt gecreëerd. Dit wordt gebruikt voor uitbreiding van de sustain van ingangsgeluiden en, omgekeerd om sustain korter te maken en het attack gedeelte van geluiden te benadrukken. Compressie kan ook als een ‘limiter’ worden gebruikt, welke vervorming voorkomt door alleen volume pieken te onderdrukken. * Dit effect kan gebruikt worden als de COSM GTR AMP FX ‘Type’ parameter op ‘COMPRESSOR’ is ingesteld.
On/Off OFF, ON Deze parameter zet het compressor effect aan/ uit. Sustain 0-100 Hoermee wordt de diepte van het effect aangepast. Hogere waarde instellingen resulteren in langere sustain tijden. Zet dit op een lagere
Attack 0-100 Past de sterkte van de attack aan. Hogere waardes hebben een scherpere attack als resultaat, waardoor een duidelijker gedefinieerd geluid wordt gecreëerd. Level Past het volume aan.
0-100
Delay Dit creëert een bredere klank door een vertraagd geluid aan het directe geluid toe te voegen. On/Off OFF, ON Deze parameter zet het delay effect aan/uit. Sectie 3
Effect Level 0-100 Stel het volume van het effectgeluid bij.
waarde als de compressie voor een limiter effect wordt gebruikt.
Type Deze parameter selecteert het delay type. Parameter SINGLE TAP
Uitleg Dit is een eenvoudige delay. Het vertraagde geluid wordt over de linker en rechterkanalen gepanned. Dit is effectief bij een stereo opname.
Delay Time
SINGLE: 1 – 1000 (ms)
TAP: 1 – 500 (ms) Deze parameter stel de delay tijd bij (d.w.z. het interval waarmee het geluid wordt vertraagd). Feedback 0-100 Deze parameter past de hoeveelheid feedback aan. Door het veranderen van de hoeveelheid feedback wordt het aantal malen dat het vertraagde geluid wordt herhaald ook veranderd. Effect Level 0-120 Past het volume van het delay geluid aan.
67
Sectie 3. Effecten gebruiken
Enhancer Door geluiden toe te voegen die uit fase met het directe geluid zijn, verbetert dit effect de definitie van het geluid, en duwt het naar de voorgrond. On/Off OFF, ON Deze parameter zet het enhancer effect aan/uit. Sens 0-100 Stelt de manier in, waarop de enhancer wordt toegepast, gerelateerd aan de ingangssignalen. Frequency 1.0-10.0 (kHz) Stelt de frequentie, waarop de enhancer toegepast begint te worden, bij. Dit effect wordt duidelijk hoorbaar in de frequenties boven de hier ingestelde frequentie. Mix level 0-100 Past de hoeveelheid in fase verschoven geluid van de bij ‘Frequency’ ingestelde reeks aan, dat met de invoer wordt gemixed.
ring in gain in, van de frequentie die met ‘Lo-M F’ is ingesteld. Een hogere waarde resulteert in een smaller veranderingsbereik. High-Mid Gain -10-+20 (dB) Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de hoog-middenreeks equalizer in. High-Mid Freq 100-10.0k (Hz) Deze parameter stelt de middenfrequentie van de hoog-middenreeks equalizer in. High-Mid Q 0.5-16 Deze parameter stelt het bereik van de verandering in gain in, van de frequentie die met ‘Hi-M F’ is ingesteld. Een hogere waarde resulteert in een smaller veranderingsbereik. Hi Gain -20 - +20 (dB) Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de treble equalizer in. Level -20 - +20 (dB) Deze parameter stelt het volume na de equalizer fase in.
Low Mix Level 0-100 Past de hoeveelheid in fase verschoven geluid van de lage reeks aan, dat met de invoer wordt gemixed. De frequentiereeks waarin dit effect wordt toegepast staat vast.
Dit produceert een flanging effect dat het geluid een enigszins ‘draaiend’ gevoel geeft.
Level 0-100 Past het volume van het enhancer geluid aan.
On/Off OFF, ON Deze parameter zet het flanger effect aan/uit.
4-bands equalizer Een 4-bands equalizer. On/Off 0-100 Deze parameter zet het equalizer effect aan/uit. Low Gain -20 - +20 (dB) Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de bas equalizer in. Low-Mid Gain -20 - +20 (dB) Deze parameter stel de gain (hoeveelheid boost of cut) van de laag-middenreeks equalizer in. Low-Mid Freq 100-10.0k (Hz) Deze parameter stelt de centrale frequentie voor de laag-middenreeks equalizer in. Lo-Mid 0.5-16 Deze parameter stelt het bereik van de verande-
68
Flanger * Dit effect kan gebruikt worden als de FX ‘Type’ parameter op ‘FLANGER’ is ingesteld.
Rate 0-100 Bepaalt de snelheid van het flanger effect. Depth 0-100 Bepaalt de diepte van het flanger effect. Manual 0-100 Stelt de middenfrequentie, waarop het effect wordt toegepast, bij. Resonance 0-100 Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Met een hogere waarde wordt het effect sterker, waardoor een meer opmerkelijk geluid wordt gecreëerd.
Sectie 3. Effecten gebruiken
Input Dit verdeelt het originele geluid in die frequentiereeksen: laag, midden en hoog. Gain -24 - +12 (dB) Stelt het algehele volumeniveau in, voordat het signaal door de compressor gaat. Delay Time 0-10 (ms) Hiermee wordt de tijd waarmee het bron invoergeluid wordt vertraagd ingesteld. Split Freq L 20-800 (Hz) Dit stelt de frequentie (in de lage reeks) in, waarop het brongeluid in drie aparte reeksen wordt verdeeld. Split Freq H 1.6 – 16.0 (kHz) Dit stelt de frequentie (in de hoge reeks) in, waarop het brongeluid in drie aparte reeksen wordt verdeeld.
Limiter Dit onderdrukt signalen op een hoog niveau om vervorming te voorkomen.
Thres -24 – 0 (dB) Stel dit in op de meest geschikte wijze voor het ingangssignaal van de basgitaar.
Hi Level -80 - +6 (dB) Stelt het volumeniveau van de hoge reeks in, nadat het signaal door de compressor is gegaan.
Noise Suppressor (Ruisonderdrukking) Dit effect reduceert ruis en brom. Aangezien dit de ruis onderdrukt in synchronisatie met de Envelope van het geluid (de manier waarop het geluid binnen een bepaalde tijd wegsterft), heeft dit zeer weinig effect op het geluid, en schaadt het natuurlijke karakter van het geluid niet. On/Off OFF, ON Deze parameter zet het ruisonderdrukking effect aan/uit. Threshold 0-100 Stel deze parameter op in, passend bij het volume van de ruis. Als het ruisniveau hoog is, zal een hogere instelling geschikt zijn. Als het ruis niveau laag is, zal een lagere instelling geschikt zijn. Stel dit volume bij totdat het wegsterven van het geluid zo natuurlijk molgelijk verloopt. * Hoge instellingen van de Threshold parameter kunnen resulteren in geen hoorbaar geluid als u speelt, terwijl het volume van het instrument helemaal laag is gedraaid.
Attack 0-100 (ms) Hiermee wordt de tijd ingesteld die benodigd is om de limiter in werking te laten reden op het moment dat het ingangssignaal het drempelniveau overschrijdt.
Release 0-100 Past de tijd vanaf het moment dat de ruisonderdrukking in werking treedt, totdat het volume ‘0’ bereikt aan.
Release 50 – 5000 (ms) Past de tijd aan tot het moment dat de limiter wordt uitgeschakeld, nadat het ingangsniveau tot onder het drempelniveau daalt.
Hiermee worden instellingen gemaakt die op de algehele uitvoer van toepassing zijn.
Mixer Stelt het volume van elke frequentieband bij. Lo Level -80 - +6 (dB) Stelt het volumeniveau van de lage reeks in, nadat het signaal door de compressor is gegaan.
Output Level -80 - +6 (dB) Stelt het volumeniveau van het algehele geluid in, nadat het signaal door de limiter is gegaan.
Phaser Door afwisselende fase porties aan het directe geluid toe te voegen, geeft het Phaser effect het
69
Sectie 3
On/Off OFF, ON Schakelt de limiter in (ON) of uit (OFF).
Mid Level -80 - +6 (dB) Stelt het volumeniveau van de middenreeks in, nadat het signaal door de compressor is gegaan.
Sectie 3. Effecten gebruiken geluid een wervelend, bruisend gevoel. * Dit effect kan gebruikt worden als de FX ‘Type’ parameter op ‘PHASER’ is ingesteld.
On/Off OFF, ON Deze parameter zet het Phaser effect aan/uit. Rate 0-100 Dit stelt de snelheid van het Phaser effect in. Depth 0-100 Bepaalt de diepte van het Phaser effect. Manual 0-100 Stelt de middenfrequentie van het Phaser effect bij. Resonance 0-100 Bepaalt de hoeveelheid resonantie (feedback). Als de waarde toeneemt, wordt het effect benadrukt, waardoor een meer opmerkelijk geluid wordt gecreëerd.
Preamp Past de vervorming en klank van het gitaargeluid aan. * Als alle bas, midden en hoog op ‘0’ is ingesteld, kan er, afhankelijk van de ‘Type’ instelling, geen geluid geproduceerd worden.
On/Off OFF, ON Deze parameter zet het preamp effect aan/uit. Type Dit stelt het type voorversterker in. De vervorming en klankkarakteristieken van elke versterker zijn zoals hieronder getoond: JC-120
CLEAN CRUNCH
MATCH
VO DRV BLUES BG LEAD
70
Het geluid van de Roland ‘JC-120’, een favoriet van professionele musici overal ter wereld. Het geluid van een conventionele ingebouwde buizenversterker. Hiermee kan een crunch effect worden verkregen, dat een natuurlijke vervorming creëert. Een simulatie van de buizenversterker die in verschillende stijlen van blues tot rock veel gebruikt wordt. Hiermee kan het Liverpool geluid van de jaren zestig worden verkregen. Een sologeluid met een rijk midden, ideaal voor blues. Het geluid van een buizenversterker, typerend voor de jaren 70 en 80. Deze heeft een onderscheidende middenreeks.
MS (1, 2, 1+2) Het geluid van een grote buizenversterker stack, onmisbaar tijdens de Britse hardrock van de jaren 70 en tot op vandaag door vele hardrock gitaristen 1 wordt gebruikt. Een stevig geluid, gecreëerd door ge2 bruik van ingang I van de gitaarversterker. Een mild geluid, gecreëerd door gebruik 1+2 van ingang II van de gitaarversterker. Het geluid van parallel geschakelde ingangen I en II van de gitaarversterker, een geluid met een sterker low-end dan dat van I wordt gecreëerd. SLDN Een buizenversterker geluid met veelzijdige vervorming, bruikbaar in een brede reeks stijlen. METAL Het geluid van een grote buizenversterker, geschikt voor heavy metal. METAL D Een high-gain en krachtig metal geluid.
Volume 0-100 Past het volume en de vervorming van de versterker aan. Bass 0-100 Past de klank van de lage frequentiereeks aan. Middle 0-100 Past de klank van de middenfrequentiereeks aan. * Als u ‘MATCH’ of ‘VO DRV’ als het type heeft geselecteerd, zal de middenregeling geen effect hebben.
Treble 0-100 Past de klank van de hoge frequentiereeks aan. Presence 0-100 Past de klank van de ultra hoge frequentiereeks aan. * Als u ‘MATCH’ of ‘VO DRV’ als het type heeft geselecteerd, zal door het verhogen van de presence de hoge reeks worden afgekapt (de waarde verandert van ‘0’ in ‘-100’).
Master 0-100 Past het volume van de gehele voorversterker aan. Bright OFF, ON (met JC-120, CLEAN, CRUNCH, BLUES, BG LEAD) Zet de Brightness (helderheid) instelling aan/uit. Parameter OFF ON
Uitleg Bright wordt niet gebruikt. Bright wordt ingeschakeld om een lichtere en knisperende klank te creëren.
Sectie 3. Effecten gebruiken
Speaker Simulator Dit simuleert de kenmerken van verscheidene types luidsprekers. Wanneer de uitgang van de MICRO BR rechtstreeks op een mengtafel enz. is aangesloten, kan dit gebruikt worden om het geluid van uw favoriete luidsprekersysteem te creëren. On/Off OFF, ON Deze parameter zet het luispreker simulatie effect aan/uit. Type Selecteert het type luidspreker dat gesimuleerd zal worden. (→ zie volgende tabel). ‘On Mic’ simuleert het geluid dat verkregen wordt als een dynamische microfoon is aangesloSP Simulator Type SMALL
Mic set CENTER 1-10 (cm) Dit simuleert de positie van de microfoon. ‘CENTER’ simuleert de opstelling waarbij de microfoon in het midden van de luispreker conus is geplaatst. ‘1-10 cm’ betekent dat de microfoon uit het midden van de luidspreker conus is geplaatst. Mic Level Stelt het volume van de microfoon bij.
Dit level 0-100 Stelt het volume van het directe geluid bij.
Luispreker grootte Kleine kast met open achter- 10 inch kant Kast met open achterkant 12 inch Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Kast met open achterkant 12 inch (2 units) Grote gesloten kast 12 inch (2 units) Grote gesloten kast 12 inch (2 units) Grote gesloten kast 12 inch (2 units) Grote gesloten kast 12 inch (2 units) Grote Dual Stack 12 inch (2 units)
Tremolo/Pan Tremolo is een effect dat een cyclische verandering in volume creëert. De pan verplaatst de stereo positie op cyclische wijze tussen links en rechts (indien stereo uitvoer wordt gebruikt). * Dit effect kan gebruikt worden als de FX ‘Type’ parameter op ‘TREMOLO/PAN’ is ingesteld.
On/Off OFF, ON Deze parameter zet het tremolo/pan effect aan/ uit. Mode Selecteert tremolo of pan. Selecteert tevens op welke manier het effect wordt toegepast.
0-100
Microfoon instelling On Mic On Mic On Mic On Mic Off Mic On Mic Off Mic On Mic Off Mic On Mic Off Mic On Mic Off Mic Off Mic
Parameter TRM-TRI:
TRM-SQR:
PAN-TRI:
PAN-SQR:
Opmerkingen
Roland JC-120 simulatie Een instelling geschikt voor CLEAN Een instelling geschikt voor CLEAN Een instelling geschikt voor MATCH Een instelling geschikt voor MATCH Een instelling geschikt voor VO DRV Een instelling geschikt voor VO DRV Een instelling geschikt voor BG STK Een instelling geschikt voor BG STK Een instelling geschikt voor MS Een instelling geschikt voor MS
Uitleg Het volume zal cyclisch veranderen. Een vloeiende verandering wordt geproduceerd. Het volume zal cyclisch veranderen. Een abrupte verandering wordt geproduceerd. Het geluid wordt cyclisch tussen links en rechts verplaatst. Een vloeiende verandering wordt geproduceerd. Het geluid wordt cyclisch tussen links en rechts verplaatst. Een abrupte verandering wordt geproduceerd.
* ‘PAN-TRI’ en ‘PAN-SQR’ worden met stereo opname (twee tracks) verkregen.
71
Sectie 3
MIDDLE JC-120 TWIN twin MATCH match VO DRV vo drv BG STK bg stk MS STK ms stk METAL
Behuizing
ten, en ‘Off Mic’ simuleert het geluid dat ontstaat als een condensator microfoon is aangesloten.
Sectie 3. Effecten gebruiken Rate 0 – 100 Past de snelheid waarmee het effect zal werken aan. Depth Past de diepte van het effect aan.
0-100 4.
Het reverb effect gebruiken Hier wordt uitgelegd hoe de reverb instellingen (parameters) bewerkt kunnen worden. Meer over de reverb parameters vindt u bij ‘Reverb parameters’ (p.73).
Reverb kan normaalgesproken alleen op het afluistergeluid (het geluid dat u hoort) worden toegepast. Tijdens bouncing of mastering kunt u het geluid waarop reverb is toegepast opnemen. Er zijn geen ‘patches’ voor reverb. De reverb instellingen worden als onderdeel van de songdata opgeslagen. Als u de reverb instellingen in de op dat moment geselecteerde song wilt opslaan, houdt u
[ ] om een parameter te selecteren, en VALUE [-][+] om de waarde van deze parameter te bewerken. Details van elke reverb parameter vindt u bij ‘Reverb parameters’ (p.73). Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u meerdere malen op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
De reverb diepte voor elke track aanpassen U kunt de hoeveelheid reverb van elke track bijstellen, door de hoeveelheid geluidssignaal dat van elke track naar de reverb processor wordt gestuurd (het ‘zendniveau’) te veranderen. 1.
Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ], zorg dat ‘Track Reverb’ in het scherm wordt getoond en gebruik dan de VALUE [-][+] om het zendniveau van die track te bewerken.
fig.Disp-TrackReverb.eps
ingedrukt en drukt u op
.
Het reverb effect selecteren 1.
Druk meerdere malen op [EFFECTS], zodat het REVERB scherm in het scherm wordt getoond.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om ‘Type’ in het scherm te laten verschijnen, en gebruik VALUE [-][+] om ‘HALL’ of ‘ROOM’ te selecteren.
fig.Disp-REVERB-HALL.eps
3.
72
Als u de reverb instellingen wilt bewerken, gebruikt u CURSOR [
]
U kunt [TR1]-[TR4] indrukken om de cursor te verplaatsen naar de track, die correspondeert met de ingedrukte knop.
Sectie 3. Effecten gebruiken
De reverb diepte van de ingangsbron aanpassen 1.
Druk op [INPUT].
2.
Druk op de [TR1]-[TR4] knop van de ingangsbron waarvan u de reverb diepte wilt bijstellen.
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar ‘Rv’ te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de instelling te bewerken.
fig.Disp-Input-rev.eps
Reverb parameters Weerkaatsing (of reverb) is het effect dat wordt veroorzaakt door wegstervende geluidsgolven in een akoestische ruimte of een digitale simulatie hiervan. Dit wegsterven gebeurt doordat geluidsgolven op een gecompliceerde manier tegen vele muren, plafonds, objecten enz. stuiteren. Deze weerkaatsingen, samen met absorptie door verscheidene objecten, verspreiden de akoestische energie binnen een bepaalde tijd (de decay tijd genoemd). Het oor neemt dit fenomeen als een onafgebroken golf van geluid waar. Type Hiermee wordt het Reverb Type geselecteerd.
4.
Als u klaar bent met de bewerking, drukt u meerdere malen op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
De reverb diepte van het ritme aanpassen Druk op [RHYTHM].
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar ‘Rhy Reverb’ te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de instelling te bewerken.
fig.Disp-Rhy-Reverb.eps
3.
HALL:
Uitleg Simuleert de weerkaatsing in een kleine ruimte. Simuleert de weerkaatsing in een concertzaal.
Time 0.1 – 10.0 (s) Deze parameter past de tijdsduur (tijd) van de reverb aan. Tone Stelt de klank bij.
-12 - +12 (dB)
Level 0-100 Hiermee wordt het volume van het reverb geluid bijgesteld.
Als u klaar bent met de bewerking, drukt u meerdere malen op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
73
Sectie 3
1.
Parameter ROOM:
Sectie 3. Effecten gebruiken
Mastering
Mastering procedure
U kunt de ‘Mastering Tool Kit’ op de twee tracks (of stereo) toepassen om het niveau (volume) van uw voltooide song te optimaliseren. Ook kunt u mastering data naar een geluidsbestand (MP3/ WAV formaten) omzetten.
1.
Druk meerdere malen op [EXIT] en [UTILITY], zodat
in het scherm
verschijnt. De MICRO BR bevindt zich nu in de Mastering modus. fig.Disp-mastering-modus.eps
Wat is de Mastering Tool Kit? Als u een audio CD van uw opgenomen songs maakt of op soortgelijke media opneemt, dient het algehele volume aan banden gelegd te worden, zodat zelfs de meest luide gedeeltes van de songs op juiste wijze op de CD worden behandeld. Dit komt echter vaak neer op een algehele verlaging van het volume, hetgeen resulteert in een weinig indrukwekkende of spannende CD. Met de ‘Mastering Tool Kit’ kunt u de verschillende in volume die tijdens de song voorkomen gladstrijkenterwijl terwijl de balans ook gecorrigeerd wordt. Wij adviseren u om mastering met de Mastering Tool Kit in de laatste fase van het song creatieproces toe te passen. De Mastering Tool Kit bevat • 10 voorgeprogrammeerde ‘Preset Patches’ (P01-P10) • 10 herschrijfbare ‘User Patches’ (U01-U10) • 10 ‘Song Patches’ die voor elke song apart zijn opgeslagen (S01-S10).
2.
fig.Disp-master-v-tr.eps
V-tracks zonder data
V-tracks met opgenomen data.
3.
Memory Card
4.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de patch die u wilt gebruiken te selecteren. Selecteer het gewenste patchnummer uit de preset, user of song patches.
5.
Druk op [EXIT] om naar het Mastering scherm terug te keren.
6.
Druk op [UTILITY].
7.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om het MasterLevel aan te passen. Stel het algehele volume bij. Verhoog de MasterLevel parameter, totdat deze zo hoog mogelijk is ingesteld, zonder dat het geluid vervormt.
Song
Preset Patch
User Patch
Song Patch
In de Mastering modus kunt u de locatie van het insertie effect niet specificeren (p.61).
74
Druk op [EFFECTS]. Het Mastering Tool Kit scherm verschijnt.
fig.Disp-FX-MT-P01.eps
fig.03-020
MICRO BR
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de V-track indicator te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de opnamebestemming V-track te selecteren.
Sectie 3. Effecten gebruiken Bij het bewerken van tekst kunnen de volgende functies gebruikt worden.
fig.Disp-mst-standby.eps
Knop [TR1] (INS)
8.
Druk op [EXIT] om naar het Mastering scherm terug te keren.
9.
Houd
ingedrukt en druk op
.
Functie Voegt een liggend streepje (_) in, op de plaats van de cursor. [TR2] (DEL) Verwijdert een teken op de plaats van de cursor, en verplaatst de daaropvolgende tekens naar links. [TR4] (0!A) Verandert het soort teken (cijfer/symbool/letters) op de plaats van de cursor.
Ga naar het begin van de song (00:00:00.00.0). 10. Druk op
.
knippert, en de MICRO BR bevindt zich in de stand-by voor opname positie. fig.Disp-mst-standby.eps
Als u klaar bent met het invoeren van de naam, drukt u op [EXIT]. 15. Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de Type parameter op het gewenste bestandstype in te stellen. Voor het bestandstype kunt u kiezen uit WAV of MP3. Reeks: MP3, WAV Als u MP3 kiest, zal de bit Rate parameter (Rate:) ook worden weergegeven. fig.06-020
11. Druk op
.
zal oplichten, en het masteren begint. 12. Als u klaar bent met masteren, drukt u op
Het ‘MP3/WAV Export?’ bericht verschijnt. 13. Indien u wilt converteren, drukt u op [TR4] (YES). Om deze operatie te annuleren, drukt u op [EXIT]. Druk op [TR4] (YES), het bestandstype instellingsscherm verschijnt. fig.06-020
14. Als u de geëxporteerde bestandsnaam wilt bewerken, drukt u op [TR3] (NAM). Het bestandsnaam bewerkingsscherm verschijnt. Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de gewenste bestandsnaam in te voeren. Als u de patch naam niet hoeft te bewerken, gaat u verder met stap 15.
Reeks:
64, 128, 192 (kbps)
16. Druk op [TR4] (EXE). In het scherm wordt gevraagd: ‘********.*** OK?’ * *‘********.***’ staat voor de bestandsnaam en de bestandsextensie.
17. Indien u wilt converteren, druk dan op [TR4] (YES). Om deze operatie te annuleren, drukt u op [EXIT]. Druk op [TR4] (YES) en de track data wordt naar MP3 of WAV geconverteerd (omgezet). Het geconverteerde geluidsbestand wordt in de MP3 map opgeslagen (p.97). De Mastering data is geconverteerd, en u keert naar het Mastering Tool Kit scherm terug.
U kunt het geconverteerde geluidsbestand in MP3 modus beluisteren. (p.
75
Sectie 3
.
Sectie 3. Effecten gebruiken
De Mastering Tool Kit instellingen bewerken Als u nieuwe instellingen wilt creëren, selecteert u de bestaande patch die het dichtst ligt bij wat u in uw hoofd heeft, en wijzig (bewerk) die instellingen. Wanneer u uw bewerkte instellingen wilt opslaan, kunt u deze als een user patch of song patch opslaan. 1.
van het corresponderende effectblok te gaan. fig.Disp-PREAMP-OnOff.eps
6.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de te bewerken parameter te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om de waardes te bewerken. Als er andere parameters zijn die u wilt bewerken, gebruikt u CURSOR [ ][ ] om de cursor naar elke parameter te verplaatsen. Met VALUE [-][+] bewerkt u de waarde.
7.
Om een ander effectblok te bewerken drukt u op [EXIT] en herhaalt u stappen 5-7.
Druk meerdere malen op [EXIT] en [UTILITY], zodat
in het scherm
wordt weergegeven. 2.
Druk op [EFFECTS]. Het Mastering Tool Kit selectiescherm verschijnt.
fig.Disp-mastering.eps
Als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan, kijkt u bij ‘De Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Write)’ (p.77).
3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om een patch te selecteren. Kies een preset, user of song patchnummer.
4.
Druk op [TR2] (EDT). Het Mastering Tool Kit scherm verschijnt.
fig.Disp-MTK-edit.eps
Wanneer één scherm niet voldoende is vanwege zeer veel effectblokken, kunt u van scherm veranderen door de CURSOR [ ] [ ] knop in te drukken. 5.
76
Druk op de [TR1]-[TR4] knop van het effectblok dat u wilt bewerken. In het hier getoonde scherm zijn de effectblokken als volgt toegewezen: [TR1] (IN), [TR2] (CMP), enzovoort. Van de getoonde blokken worden blokken die aan staan in hoofdletters getoond, en blokken die uit staan in kleine letters. Druk op één van de [TR1]-[TR4] knoppen om naar het parameter bewerkingscherm
Veranderingen, die u in de instellingen van de Mastering Tool Kit aanbrengt, zijn tijdelijk. Als u het effect bewerkingsscherm verlaat zonder een bewerkte effect patch op te slaan, zal de ‘**’ indicatie verschijnen in het gebied dat de bank aangeeft. Wees ervan bewust, dat deze bewerkingen verloren gaan als u één van de volgende handelingen uitvoert, terwijl de ‘**’ indicatie wordt weergegeven. • Een andere effect patch selecteren • Een song laden/opslaan • De stroom uitzetten.
Sectie 3. Effecten gebruiken fig.Disp-WRITE-MT-U01.eps
De Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Write) Hier ziet u hoe u een naam (patch naam) aan de kit instellingen, die u heeft bewerkt, kunt toewijzen, en deze als een nieuwe patch kunt opslaan. * U kunt een patch niet opslaan, terwijl een song wordt afgespeeld of opgenomen. * Als u de patch naam niet wilt veranderen, gaat u verder met stap 4.
1.
Druk op [EFFECTS]. Het Mastering Tool Kit scherm verschijnt.
fig.Disp-FX-MT-P01.eps
2.
6.
Met VALUE [-][+] selecteert u het patch nummer van de opslagbestemming.
7.
Druk op [TR4] (YES). In het scherm wordt gevraagd: ‘Are you sure?’
8.
Als u er zeker van bent dat u de patch wilt opslaan, drukt u op [TR4] (YES). Indien u besluit de patch niet op te slaan, drukt u op [EXIT]. Wanneer de data is opgeslagen, keert u naar het Mastering Tool Kit scherm terug.
Als u de patch naam wilt bewerken, drukt u op [TR4] (NAM). Het FX NAME scherm verschijnt.
fig.Disp-FX-MT-P01.eps
3.
Sectie 3
Als u de patch naam niet wilt veranderen, gaat u verder met stap 4. Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [-][+] om de gewenste patch naam in te voeren. Bij het bewerken van tekst kunnen de volgende functies gebruikt worden.
Knop [TR1] (INS)
Functie Voegt een spatie in, op de plaats van de cursor. [TR2] (DEL) Verwijdert een teken op de plaats van de cursor, en verplaatst de daaropvolgende tekens naar links. [TR3] (A/a) Verandert het teken op de plaats van de cursor in hoofdletters of kleine letters. [TR4] (0!A) Verandert het soort teken (cijfer/symbool/letters) op de plaats van de cursor.
4.
Druk op [EXIT] om naar het Mastering Tool Kit scherm terug te keren.
5.
Druk op [TR3] (WRI). Het Write scherm verschijnt.
77
Sectie 3. Effecten gebruiken
Mastering Tool Kit Algoritme lijst BANK: MT De algoritmes van de Matsering Tool Kit zijn uit de volgende effecten opgebouwd:
=[IN]=[CMP]=[MIX]=[LIM]=[OUT]= Input Compressor Mixer Limiter Output
Parameterlijst Compressor Dit onderdrukt het algehele uitgangssignaal, wanneer het ingangsvolume niveau een ingesteld waarde overschrijdt. On/Off OFF, ON Deze parameter zet het compressor effect aan/ uit. Lo Threshold -24 – 0 dB Hiermee wordt het volumeniveau ingesteld, waarop de lage-reeks compressor in werking treedt. Lo Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF Dit stelt de ratio van onderdrukking voor de lage-reeks compressor in, wanneer het ingangsniveau het Lo Threshold niveau overschrijdt. Lo Attack 0-100 ms Hiermee wordt de tijd ingesteld die de lage-reeks compressor nodig heeft om in werking te treden op het moment dat het ingangsniveau het Lo Threshold niveau overschrijdt. Lo Release 50-5000 ms Dit stelt de tijd in die het lage-reeks compressoreffect nodig heeft om te stoppen, op het moment dat het ingangsniveau tot onder het Lo Threshold niveau daalt. Mid Threshold -24 – 0 dB Dit stelt het volumeniveau in, waarop de middenreeks compressor in werking treedt. Mid Ratio 1:1.00 – 1:16.0, 1:INF Dit stelt de ratio van onderdrukking voor de middenreeks compressor in, wanneer het ingangsniveau het Middle drempelniveau overschrijdt. Mid Attack 0-100 ms Hiermee wordt de tijd ingesteld die de middenreeks compressor nodig heeft om in werking te treden op het moment dat het ingangsniveau het Middle drempelniveau overschrijdt. Mid Release 50-5000 ms Dit stelt de tijd in die het middenreeks compressoreffect nodig heeft om te stoppen, op het moment dat het ingangsniveau tot onder het Middle drempelniveau daalt.
78
Sectie 3. Effecten gebruiken Hi Threshold -24 – 0 dB Dit stelt het volumeniveau waarop de hoge-reeks compressor inwerking treedt in. Hi Ratio1 :1.00 – 1:16.0, 1:INF Dit stelt de ratio van onderdrukking voor de hoge-reeks uitvoer in, wanneer het ingangsniveau het Hi drempelniveau overschrijdt. Hi Attack 0-100 ms Hiermee wordt de tijd ingesteld die de hogereeks compressor nodig heeft om in werking te treden op het moment dat het ingangsniveau het High drempelniveau overschrijdt. Hi Release 50-5000 ms Dit stelt de tijd in die het hoge-reeks compressoreffect nodig heeft om te stoppen, op het moment dat het ingangsniveau tot onder het Hi drempelniveau daalt. * Met de compressor wordt het niveau automatisch bijgesteld tot de optimale instelling, volgens de drempel (Threshold) en ratio (Ratio) instellingen. Bovendien, aangezien het verlengen van de attack (Attack) instelling in vervorming kan resulteren, wordt in een buffer (marge) van –6 dB voorzien. Stel het Mixer niveau bij voor zover nodig.
Gain -24 - +12 dB Stelt het algehele volumeniveau, voordat het signaal door de compressor gaat in. Dly Time 1-10 ms Dit stelt de lengte van de tijd, waarmee het bron invoergeluid wordt vertraagd, in. SplitL. 20-800 Hz Dit stelt de frequentie (in de lage reeks) waarop het brongeluid in drie aparte reeksen wordt verdeeld in.
On/Off OFF, ON Zet de limiter op ON (aan) of OFF (uit). Threshold -24 – 0 dB Stel dit op de meest geschikte waarde in voor het ingangssignaal van uw bas. Attack 0-100 ms Dit stelt de tijd in die het duurt, voordat de limiter in werking treedt op het moment dat het ingangsniveau het drempelniveau overschrijdt. Release 50-5000 ms Stelt de tijd in totdat de limiter wordt uitgeschakeld, nadat het ingangsniveau tot onder het drempelniveau daalt.
Mixer Past het volume van iedere frequentieband aan. Lo Level -80 - +6 dB Stelt het volumeniveau van de lage reeks in, nadat het signaal door de compressor is gegaan. Mid Level -80 – +6 dB Stelt het volumeniveau van de middenreeks in, nadat het signaal door de compressor is gegaan. Hi Level -80 - +6 dB Stelt het volumeniveau van de hoge reeks in, nadat het signaal door de compressor is gegaan.
Output Hiermee worden instellingen gemaakt die op de algehele uitvoer van toepassing zijn. Level -80 - +6 dB Stelt het volumeniveau van het algehele geluid in, nadat het signaal door de limiter is gegaan.
SplitH 1.6 – 16.0 kHz Dit stelt de frequentie (in de hoge reeks) waarop het brongeluid in drie aparte reeksen wordt verdeeld in.
79
Sectie 3
Input Dit verdeelt het originele geluid in die frequentiereeksen: laag, midden en hoog.
Limiter Dit onderdrukt hoog niveau signalen om vervorming te voorkomen.
Sectie 4. Ritme gebruiken Over ritme De MICRO BR voorziet in een speciale ritme track, naast zijn geluidstracks 1-4. U kunt ritmes spelen als leidraad tijdens een opname of interne ritmes in de volgorde van een song structuur plaatsen om uw eigen originele ritme te creëren.
Over patronen en arrangementen
De MICRO BR bevat verscheidene patronen, gecreëerd om in het intro, couplet, refrein, fill en einde te gebruiken. Het patroon type wordt aangegeven met de letters aan het eind van de patroon naam. (Voorbeeld) • • • • • •
ROCK1-IN (Intro) ROCK1-V1 (Couplet 1) ROCK1-F1 (Fill 1) ROCK1-V2 (Couplet 2) ROCK1-F2 (Fill 2) ROCK1-E (Einde)
IN (intro) Globaal gesproken bestaan de ritmes van de MICRO BR uit uitvoeringsdata genaamd ‘patterns’ (patronen) en ‘arrangements’ (arrangementen).
Wat is een patroon? Als u een drummer bent die in een band speelt, zult u normaalgesproken vaststaande patronen van één of twee maten lang herhalen. Dit zijn de basis eenheden van herhaling, en worden op de MICRO BR ‘patterns’ (patronen) genoemd.
Een uitvoeringspatroon dat tijdens een intro gebruikt kan worden. V (verse/couplet) 1, 2 Dit zijn de belangrijkste uitvoeringspatronen. 1 is het basis patroon, en 2 is een meer uitgebreide versie van 1. F (Fill) 1, 2 Dit zijn uitvoeringspatronen die specifiek voor overgangen tussen twee frases worden gebruikt. Kies 1 of 2, afhankelijk van het patroon dat na de fill volgt.
Voorbeeld van een patroon
E (Einde)
Uitgaande van een vierkwarts maat, zal de volgende uitvoering worden herhaald.
Een uitvoeringspatroon dat aan het eind van de song wordt gebruikt.
fig.04-onpu
Snare drum Herhaling Bas drum
Patroon * U kunt een patroon niet wijzigen, noch de data herschrijven.
80
Sectie 4. Ritme gebruiken
Wat is een arrangement? U zou een bepaald patroon eindeloos kunnen herhalen en uw spel daarmee oefenen door mee te spelen, net alsof u met een metronoom speelt. Echter, als slechts één patroon vanaf het begin tot het eind van de song wordt gebruikt, zou het ritme erg saai worden! Om meer muzikale variëteit in een song aan te brengen, zult u patronen wellicht in een bepaalde volgorde willen arrangeren, bijvoorbeeld als intro → chorus → break → einde. Een opeenvolging van patronen die in een uitvoeringsvolgorde als deze zijn geplaatst, wordt een ‘arrangement’ genoemd. fig.04-010
Intro
Couplet
Fill
Tempo: 120
Tempo: 110
Tempo: 130
Preset arrangementen (P01-P50) De MICRO BR beschikt over vijftig ‘preset arrangementen (P01-P50)’. U kunt de preset arrangementen niet wijzigen, noch kan hun data herschreven worden. De preset arrangementen (met uitzondering van Metro 4/4) hebben een BREAK van drie maten (rust) volgend op E (einde), en zullen dan vanaf V1 (couplet 1) verder worden gespeeld.
Over de Pattern modus en Arrangement modus De MICRO BR heeft twee modes waarin u ritmes kunt spelen: ‘Pattern modus’ en ‘Arrangement modus’. Pattern modus In deze modus kunt u patronen spelen. Het geselecteerde patroon wordt herhaaldelijk gespeeld vanaf het begin tot het eind van de song. Tijdens de song kunnen patronen niet automatisch overschakelen. Om een patroon te spelen, drukt u op [TR2] om naar de Pattern modus te gaan. In het scherm zal ‘PT:’ worden aangegeven. Dit staat voor ‘Patroon modus’. Arrangement modus In deze modus kunt u arrangementen spelen. De patronen in een arrangement worden onafgebroken afgespeeld. Om een arrangement te spelen, drukt u op [TR2] om naar de Arrangement modus te gaan. In het scherm zal ‘AR:’ worden aangegeven, wat betekent ‘Arrangement modus’.
‘Preset arrangementen lijst’ (p.112).
Song arrangement (S01-S05) Sectie 4
Voor elke song kunt u maximaal vijf arrangementen opslaan.
Voor details, zie ‘Een arrangement spelen’ (p.87).
81
Sectie 4. Ritme gebruiken
De drumgeluiden veranderen (drumkit) Een drumkit is een verzameling ritme instrument geluiden, die gebruikt worden voor het spelen van patronen en arrangementen. De MICRO BR bevat negen verschillende drumkits.
Een patroon afspelen Hier ziet u, hoe een gewenst patroon wordt geselecteerd en herhaaldelijk afgespeeld. 1.
Druk op [RHYTHM]. Het ritme scherm verschijnt.
2.
Druk op [TR2] om ‘PT:’ (Pattern modus) in het scherm te laten verschijnen. In het scherm wordt ‘PT:’ weergegeven. Elke keer dat u de knop indrukt, zal de indicatie afwisselen tussen ‘PT:’ en ‘AR:’.
fig.04-030
MICRO BR Preset Drum Kit 9 Preset Drum Kit 3 Preset Drum Kit 2 Preset Drum Kit 1
fig.Disp-pt-001.eps
Kick Snare Closed Hi-hat Open Hi-hat
• De selectie van de drumkit wordt als onderdeel van elk arrangement opgeslagen. • Als in de Pattern modus van drumkit wordt veranderd, zullen de kits in de Arrangement modus ook veranderen. • Zelfs als u in een preset arrangement dat in de Arrangement modus is geselecteerd, van drumkit verandert, is deze verandering slechts tijdelijk. Als u de verandering wilt bewaren, moet u het preset arrangement eerst naar een song arrangement kopiëren, en dan naar het song arrangement overschakelen om de kit te veranderen.
Zo selecteert u een drumkit. 1.
Druk op [RHYTHM]. Het ritme scherm verschijnt.
3.
Druk op [TR1] om het ritme aan te zetten. De ‘RHYTHM’ indicatie verschijnt, en het ritme is ingeschakeld. Iedere keer dat u deze knop indrukt, zal de ‘RHYTHM’ indicatie oplichten of donker worden.
4.
Gebruik VALUE [-][+] om het patroon dat u wilt spelen te selecteren.
5.
Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
6.
Druk op . De recorder begint af te spelen, en het patroon klinkt gelijktijdig.
Het tempo van het patroon veranderen In het Play scherm kunt u het tempo van het patroon tijdelijk veranderen.
fig.Disp-pt-001.eps
1.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de tempo indicatie te verplaatsen.
fig.Disp-tempo.eps
2.
Druk op [TR3] (KIT).
fig.Disp-PtModeKit-STD1.eps
2. 3.
82
Gebruik VALUE [-][+] om een drumkit te selecteren.
Gebruik VALUE [-][+] om het tempo bij te stellen. Het afspeeltempo van het patroon zal veranderen.
Sectie 4. Ritme gebruiken
Een origineel arrangement creëren Hier ziet u hoe een arrangement gecreëerd kan worden, door patronen in de gewenste volgorde van intro tot einde te plaatsen. U kunt een arrangement van maximaal 999 maten lang maken. Nadat een arrangement is gecreëerd, kan het als een ‘song arrangement’ worden opgeslagen.
Het patroon voor de eerste maat specificeren 1.
Druk op [RHYTHM]. Het ritme scherm verschijnt.
2.
Druk op [TR2] zodat ‘AR:’ (Arrangement modus) in het scherm wordt weergegeven. In het scherm wordt ‘AR:’ weergegeven. Elke keer dat u op de knop drukt, zal de indicatie afwisselen tussen ‘PT:’ naar ‘AR:’.
fig.Disp-ar-P01.eps
Over stappen In feite wordt het creëren van een song arrangement gedaan door het arrangeren van ‘stappen’. Een stap is de data die een patroon nummer en de maat, waarop dat patroon moet beginnen combineert. (Voorbeeld) Sectie van compositie Intro Melodie A Melodie B Brug Einde
3.
Druk op [TR1] om het ritme aan te zetten. De ‘RHYTHM’ indicatie zal verschijnen, en het ritme is aan. Iedere keer dat u deze knop indrukt, zal de ‘RHYTHM’ indicatie oplichten of donker worden.
4.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het nummer van het song arrangement te verplaatsen.
5.
Gebruik VALUE [-][+] om het nummer van het song arrangement (S01-S05) dat u wilt creëren te selecteren.
Maatlengte Patroon 2 maten ↓ 16 maten ↓ 8 maten ↓ 8 maten ↓ 2 maten
Patroon PT:002 Patroon PT:003 Patroon PT:099 Patroon PT:006
fig.Disp-ar-S01.eps
Wanneer een song is gecomponeerd met gebruik van de hierboven gearrangeerde patronen, zal het arrangement uit de volgende sequens van stappen bestaan:
Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6
Maatnummer 1 ↓ 3 ↓ 19 ↓ 27 ↓ 35 ↓ 37
* Indien u een preset arrangement nummer (P01-P50) heeft geselecteerd, kunt u de volgende stappen niet uitvoeren.
Beginpatroon PT:001 ROCK1-IN PT:002 ROCK1-V1
6.
PT:003 ROCK1-V2
Druk op [TR4] (EDT). U bevindt zich in de Song Arrangement Edit modus.
fig.Disp-ar-S01-edt.eps
PT:028 ROCK5-V2 PT:006 ROCK-1 E PT:327 BREAK
Met andere woorden, aangezien zelfs lange songs segmenten van deze gecomponeerde eenheden of stappen zijn, kunnen deze songs met minder stappen worden voltooid. Met de MICRO BR kunt u segmenten van maximaal 50 stappen arrangeren.
7.
Druk op [TR1] (STP).
83
Sectie 4
Stap nummer Stap 1
Sectie 4. Ritme gebruiken 8.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om een patroonnummer te selecteren. Selecteer het patroon dat u vanaf maat 1 wilt laten spelen.
fig.Disp-ar-S01-step.eps
Stap
Patroonnummer
Beginmaat
Tempo
Maatsoort
Patroonnaam
Patronen in de gewenste volgorde plaatsen Als u een ander patroon wilt specificeren dat vanaf maat 2 of later zal spelen, ga dan verder met de volgende stappen, nadat u ‘Het patroon voor de eerste maat specificeren’ (p.83) heeft uitgevoerd. 1.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het stap nummer te verplaatsen.
2.
Gebruik VALUE [-][+] om de stap te verhogen.
U kunt ook de [REW]/[FF] gebruiken om de huidige stap met één stap tegelijk naar voren of naar achteren te verplaatsen. 3.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het patroonnummer te verplaatsen.
4.
Gebruik VALUE [-][+] om het patroonnummer dat u hierna wilt gebruiken te selecteren.
5.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de beginmaat te verplaatsen.
6.
Gebruik VALUE [-][+] om de maat, waarop u wilt dat het geselecteerde patroon begint te spelen, te selecteren.
84
• De beginmaat van stap 1 staat altijd op ‘001’. Dit kan niet veranderd worden. U kunt geen maat in een stap instellen die ook in de vorige stap of daarvoor is ingesteld. • U kunt geen maten na de beginmaat van de volgende stap instellen. • Als een arrangement vanuit het Play scherm wordt gespeeld, wordt het van begin tot eind afgespeeld, waarna de uitvoering van het patroon dat in de laatste stap is ingesteld wordt herhaald. • Door het preset patroon ‘P327: BREAK’ op de laatste stap te selecteren, kunt u een rust herhaaldelijk laten spelen, waardoor het lijkt of de uitvoering van het arrangement is gestopt. fig.04-540
Stap 1
Stap 2
Stap **
Intro
Couplet
Einde
Stap ** P327 BREAK
Sectie 4. Ritme gebruiken
Een stap invoegen Beginmaat Dit specificeert de maat waarop het patroon, dat voor de huidige stap is geselecteerd, begint te spelen.
Hier ziet u hoe een nieuwe stap op de huidige stap wordt ingevoegd. fig.04-550
Verse
fig.04-520
Stap 1
Stap 2
Intro (4 maten)
Insert
Step 1
Step 2
Step 3
Intro
Verse
Fill
Couplet (4 maten)
Beginmaat 001
005
009
Stel de beginmaat in stap 2 op “007” in Stap 1
Beginmaat 001
Stap 2
Intro (6 maten)
007
Dit specificeert het patroon. Zoals in onderstaande illustratie te zien is, specificeert u een patroon voor elke stap.
Step 3
Step 4
Verse
Verse
Fill
Voer stappen 1 tot 7 van ‘Het patroon voor de eerste maat specificeren’ (p.83) uit om het song arrangement, dat u wilt bewerken, te selecteren.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de positie (stap nummer) waarop u een stap wilt invoegen te selecteren.
009
Patroonnummer
Step 2
Intro
1.
Couplet (2 maten) 005
Step 1
fig.Disp-ar-ins.eps
fig.04-530
Stap 1
Stap 2
Couplet Fill (1 maat) (1 maat) Tempo: 110.0 Tempo: 110.0
Intro (2 maten) Beginmaat 001
Stap 3
Tempo: 120.0 003
004
Beat Dit duidt op de maatsoort van het patroon, dat in de huidige stap is geselecteerd. Tempo
3.
Druk op CURSOR
4.
Druk op [TR1] (INS). In het scherm wordt ‘Insert!’ aangegeven en de geselecteerde stap zal gekopieerd en ingevoegd worden.
.
Sectie 4
Hiermee wordt het tempo geselecteerd waarmee het patroon, dat voor de huidige stap is geselecteerd, uitgevoerd zal worden. Reeks: 25.0 – 250.0
85
Sectie 4. Ritme gebruiken
Een stap wissen Zo wist u de inhoud van de geselecteerde stap. De gewiste stap zal de inhoud van de daaropvolgende stap overnemen.
Een arrangement een naam geven U kunt vrijelijk een naam van maximaal acht tekens aan elk song arrangement toewijzen.
fig.Disp-ar-ins.eps
1.
Voer stappen 1 tot 7 van ‘Het patroon voor de eerste maat specificeren’ (p.83) uit om het song arrangement dat u wilt bewerken te selecteren.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om het stapnummer dat u wilt wissen te selecteren.
1.
Voer stappen 1 tot 7 van ‘Het patroon voor de eerste maat specificeren’ (p.83) uit.
2.
Druk op [TR2] (NAM). Het naam bewerkingsscherm verschijnt.
fig.Disp-AR-s01-NAME.eps
3.
fig.04-570
Step 1
Step 2
Step 3
Step 4
Intro
Verse
Fill
Verse
Erase
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de naam te bewerken. Bij het bewerken van tekst kunt u de volgende functies gebruiken.
Knop
Functie
[TR1] (INS)
Voegt een spatie in, op de plaats van de cursor. Verwijdert een teken op de plaats van de cursor, en verplaatst de daaropvolgende tekens naar links. Verandert het teken op de plaats van de cursor in hoofdletters of kleine letters. Verandert het soort teken (cijfer/ symbool/letter) op de plaats van de cursor.
[TR2] (DEL) Step 1
Step 2
Intro
Verse
Step 3
Verse
3.
Druk op CURSOR
4.
Druk op [TR2] (ERS). In het scherm wordt ‘Erase!’ aangegeven en de geselecteerde stap zal gewist worden.
[TR3] (A/a)
. [TR4] (0!A)
* U kunt de naam van een preset arrangement niet bewerken.
* Indien alleen stap 1 overblijft, kunnen er geen stappen meer gewist worden.
Een arrangement spelen Hier ziet u hoe een gewenst arrangement geselecteerd en afgespeeld wordt.
86
1.
Druk op [RHYTHM]. Het ritme scherm verschijnt.
2.
Druk op [TR2] zodat ‘AR:’ (Arrangement modus) in het scherm wordt weergegeven. In het scherm wordt ‘AR:’ weergegeven. Elke keer dat u op de knop drukt, zal de indicatie afwisselen tussen ‘PT:’ en ‘AR:’.
Sectie 4. Ritme gebruiken fig.Disp-ar-P01.eps
3.
4.
een song arrangement kopiëren, en het vervolgens naar wens bewerken. 1.
Druk op [TR1] om het ritme aan te zetten. Druk op ]TR1] om de ‘RHYTHM’ indicatie te laten verschijnen. Het ritme is aan. Iedere keer dat u deze knop indrukt, zal de ‘RHYTHM’ indicatie oplichten of donker worden.
Voer stappen 1 tot 6 van ‘Het patroon voor de eerste maat specificeren’ (p.83) uit om het song arrangement dat u wilt kopiëren te selecteren.
2.
Druk op [TR3] (CPY).
3.
Gebruik VALUE [-][+] om het nummer van het song arrangement (S01-S05) dat u wilt creëren te selecteren.
Gebruik VALUE [-][+] om het nummer van het kopieerbestemming arrangement te selecteren.
4.
Druk op [TR4] (EXE). Het bericht Copy S** _S** OK? zal verschijnen.
fig.Disp-ar-S01.eps
* ‘**’ staat voor het arrangementnummer van de kopieerbron en kopieerbestemming.
5. 5.
Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
Druk op [TR4] (YES). Het arrangement zal naar de bestemming worden gekopieerd. * U kunt niet naar een preset arrangement kopiëren.
6.
Druk op . De recorder begint met afspelen, en het arrangement begint tevens te spelen. * Vanuit de fabriek bevatten de song arrangementen (S01S05) van de MICRO BR geen data. Dit betekent dat ondanks dat u een song arrangement selecteert, er geen ritme zal spelen.
Wissen Deze operatie zal arrangeerstappen 2 en daarna van het op dat moment geselecteerde song arrangement wissen. Arrangeerstap 1 blijft behouden, en zal op ‘Metro’ (metronoom) worden ingesteld. Voer stappen 1 tot 6 van ‘Het patroon voor de eerste maat specificeren’ (p.83) uit om het song arrangement dat u wilt wissen te selecteren.
2.
Druk op [TR4] (ERS). Het bericht Erase S** OK? zal verschijnen.
Het tempo van het arrangement veranderen U kunt het tempo van het arrangement tijdelijk veranderen, op dezelfde manier als in ‘Het tempo van het patroon veranderen’ (p.82) wordt beschreven.
Een arrangement kopiëren/wissen
* ‘**’ staat voor het arrangementnummer dat gewist wordt.
3.
Druk op [TR4] (YES). Het arrangement zal gewist worden * U kunt een preset arrangement niet wissen.
Kopiëren Als u een preset arrangement enigszins wilt wijzigen of een variatie op een bestaand arrangement wilt creëren, kunt u dat arrangement naar
87
Sectie 4
1.
Sectie 5. MP3 speler gebruiken Wat is MP3? MP3 is een geluidsbestand formaat dat vaak in draagbare geluidsspelers wordt gebruikt, en om muziek op het internet te distribueren. Vergeleken met ongecomprimeerde (lineaire) geluidsformaten zoals WAV, is hiervoor een veel kleinere hoeveelheid data benodigd. Deze bestanden hebben een bestandsnaam extensie ‘MP3’. De MICRO BR kan stereo MP3 bestanden opnemen en afspelen.
Geluidsformaten die door de MICRO BR worden ondersteund De MICRO BR ondersteunt de volgende geluidsformaten. MP3 (bestandsextensie: MP3). • 44,1 kHz • 64 kbps – 320 kbps
WAV (bestandsextensie: .WAV) • • • •
44.1 kHz 8 bit of 16 bit Mono of stereo Lineair
Geluidsformaten die niet door de MICRO BR worden ondersteund • • • • •
AIFF WMA \AAC ATRAC Ogg Vorbis, enz.
De MICRO BR kan geen andere bestanden dan MP3 en WAV bestanden behandelen.
88
Bestanden die van muziek distributie sites zijn gedownload Er zijn vele muziek distributie websites op het Internet, waar songbestanden in talloze formaten gedownload kan worden. MP3 en WAV zijn echter de enige formaten die op de MICRO BR afgespeeld kunnen worden. Muziekbestanden die van iTunes of SonicStage worden gedownload, zijn meestal in MP3 formaat. In het geval van iTunes worden songbestanden normaalgesproken via de iTunes Music Store muziekdistributie website in AAC formaat gedownload. In het geval van SonicStage worden songbestanden normaalgesproken via de Sony CONNECT Music Store distributie website in ATRAC3 formaat of MP3 formaat gedownload. Als u muziekbestanden wilt downloaden, zorg dan dat het formaat MP3 of WAV is.
Behandeling van geluidsbestanden die van een muziek CD zijn geïmporteerd Als u geluidsbestanden op uw computer heeft die van een CD werden geïmporteerd en geconverteerd, en u deze op de MICRO BR wilt beluisteren, moet u zorgen dat de geconverteerde bestanden in MP3 geluidsformaat zijn.
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
Sectie 5. MP3 speler gebruiken
Auteursrecht • Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden. • U kunt de MICRO BR via USB op uw computer aansluiten, en geluidsbestanden (WAV of MP3) importeren om in uw muziekproductie te gebruiken of om het spelen op uw instrument te oefenen. In deze mogelijkheid is voorzien omdat dit apparaat voor muziekproductie is ontworpen, en geen restricties plaatst op het opnemen van werken waarbij het auteursrecht van andere partijen niet wordt overtreden (zoals eigen werken). De reden hiervoor is dat het apparaat uitsluitend voor muziekproductie is bedoeld, en niet is ontworpen op restricties, zolang het wordt gebruikt voor het opnemen van werken (zoals uw eigen composities) waarbij het auteursrecht van anderen niet wordt overtreden. • Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
Over de licentie overeenkomst In deze mogelijkheid is voorzien omdat de MICRO BR is ontworpen opdat u muziekwerken kunt creëren (zoals uw eigen composities) die niet in strijd zijn met het auteursrecht van andere auteursrecht houders. Geluidsmateriaal waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, zoals geluidsbestanden die via het Internet zijn verkregen, mogen niet zonder toestemming van de auteursrecht houder gekopieerd worden, behalve voor privé doeleinden. Voor dit soort overtredingen kunt u bestraft worden, wegens het overtreden van de wet op het auteursrecht. Raadpleeg een auteursrecht specialist of de speciale publicaties voor meer gedetailleerde informatie over het verkrijgen van toestemming van auteursrechthouders.
Over de MP3 modus Naast het functioneren als een multi-track recorder kan de MICRO BR naar ‘MP3 modus’ worden overgeschakeld en als een MP3 of Wav bestand speler worden gebruikt. In de MP3 modus kunt u de volgende operaties uitvoeren.
89
Sectie 5
• Maximaal 999 songs opslaan en afspelen. • De Repeat functie gebruiken om songs herhaaldelijk af te spelen. • De Phrase Trainer functie gebruiken met MP3 formaat bestanden om songs op effectieve wijze te oefenen. • De Time Stretch functie waarmee u de afspeelsnelheid van de song kunt veranderen • De Center Cancel functie waarmee geluiden die zich in het midden van het geluidsveld bevinden geëlimineerd kunnen worden, zodat de song voor ‘minus-one’ oefening gebruikt kan worden. • Geluiden van de geluidsinvoer kunnen in MP3/ WAV formaten worden opgenomen. • Rtime • Reverb
Sectie 5. MP3 speler gebruiken Actie
Operatie Druk op [+] als de cursor zich op het bestandsnummer bevindt.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar de Mp3
Naar het voorgaande bestand gaan Naar het volgende bestand gaan
modus te gaan. In het scherm wordt aangegeven (het MP3 scherm).
4.
Naar de MP3 modus overschakelen
Druk op
Druk op [-] als de cursor zich op het bestandsnummer bevindt.
.
fig.****
Het MP3/WAV bestand afspelen 1.
Druk op op [MP3/TRAINER]. U schakelt naar de MP3 modus over. In het scherm wordt MP3 scherm).
aangegeven (het
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om het nummer van het MP3/WAV bestand dat u wilt afspelen te selecteren.
3.
Druk op . Het bestand wordt afgespeeld. Als het huidige muziekbestand is afgespeeld, zal het volgende beginnen te spelen. Tijdens het afspelen kunt u de volgende operaties gebruiken.
Actie Vooruitspoelen
Operatie Het MP3/WAV bestand spoelt vooruit als u
Terugspoelen
als u Naar het begin van het huidige bestand gaan
ingedrukt houdt.
Houd
ingedrukt en druk op .
90
ingedrukt houdt.
Het MP3/WAV bestand spoelt terug
De bestandsnummers worden in volgorde van bestandsnamen (alfabetisch) weergegeven.
Sectie 5. MP3 speler gebruiken De herhalingsinstelling worden geannuleerd, en en zijn verlicht.
Herhaaldelijk afspelen (Repeat) Met de ‘Repeat’ functie kunt u een gespecificeerde regio herhaaldelijk afspelen. fig.01-570
Herhaal Herhaal eindpunt (B) Tijd Herhaal beginpunt (A)
1.
Herhaal eindpunt (B)
Druk op [MP3/TRAINER]. U schakelt naar de MP3 modus over. In het scherm wordt MP3 scherm).
• Als u tijdens het specificeren van het herhaal eindpunt (B) op [A B] drukt, op een punt dat voor het beginpunt (A) ligt, zal dat punt als het beginpunt (A) worden geregistreerd. • Er dient tenminste één seconde tussen het herhaal beginpunt (A) en eindpunt (B) te zijn. U kunt geen eindpunt aangeven dat minder dan één seconde van het beginpunt ligt.
aangegeven (het
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om het nummer van het MP3/WAV bestand dat u wilt afspelen te selecteren.
3.
Druk op [A B] op het punt waar u de herhaling wilt beginnen (punt A). Registreer het beginpunt (A) van de regio die u wilt herhalen. zal knipperen, en de locatie zal als het beginpunt (A) van de te herhalen regio worden geregistreerd.
4.
Druk op [A B] op het punt waar u de herhaling wilt beëindigen (punt B). Het MP3 scherm zal verschijnen. De betreffende locatie zal als het eindpunt (punt B) van de herhaalde regio worden geregistreerd, en en zullen oplichten.
fig.****
Druk op . Het bestand begint te spelen.
6.
Als u de herhaling wilt opheffen, drukt u nogmaals op [A B].
Sectie 5
5.
91
Sectie 5. MP3 speler gebruiken fig.Disp-mp3-mode2.eps
Met een MP3/WAV bestand meespelen om te oefenen (Phrase Trainer) De MP3 modus bevat een ‘Phrase Trainer’ functie, een effectieve manier om een song te oefenen. U kunt de afspeelsnelheid ook veranderen (Time Stretch) om ingewikkelde frases gemakkelijker te kunnen oefenen of het gitaar sologeluid verwijderen (Center Cancel) om alleen met de begeleidingsinstrumenten mee te spelen.
De afspeelsnelheid veranderen (Time Stretch) Met de Time Stretch functie kunt u de snelheid van het afspeelgeluid veranderen, zonder dat de toonhoogte verandert. 1.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar de MP3 modus te gaan. Het MP3 speler scherm verschijnt.
fig.Disp-mp3-modus.eps
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om het bestandsnummer dat u wilt afspelen te selecteren.
3.
Druk op . Het bestand wordt afgespeeld.
4.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar de afspeelsnelheid indicatie te verplaatsen, en met VALUE [-][+] specificeert u de afspeelsnelheid, De gitaar enz. is aangesloten, en het is mogelijk om mee te spelen, terwijl het MP3/ WAV bestand wordt beluisterd.
92
Reeks: 25-200% Met een instelling van 100% (standaard waarde) wordt de song op zijn oorspronkelijke snelheid afgespeeld, met een instelling van 50% op halve snelheid en met een instelling van 25% wordt de song op een kwart van de snelheid afgespeeld. De afspeelsnelheid verdubbelt als de parameter op 200% wordt ingesteld.
Wanneer de Time Stretch parameter op een andere waarde dan 100% wordt ingesteld, zal de geluidskwaliteit van het afspeelgeluid minder goed zijn. Dit duidt niet op en storing. Wanneer u het MP3/WAV bestand op zijn normale snelheid beluistert, stel de parameter dan op 100% in.
Sectie 5. MP3 speler gebruiken fig.Disp-CENTER-ADJ.eps
Het middengeluid opheffen (Center Cancel) Met de Center Cancel functie kunt u het geluid dat in het midden van het afspeelgeluid is geplaatst (bijvoorbeeld vocalen of gitaar solo’s) verwijderen. Dit komt van pas als u wilt oefenen door met de begeleidingsinstrumenten mee te spelen. 1.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar de Mp3 modus te gaan. Het MP3 speler scherm verschijnt.
fig.Disp-mp3-modus.eps
7.
Gebruik VALUE [-][+] om de waarde van het geluid dat u wilt verwijderen aan te passen om het volume te verlagen. Reeks: L10-C00-R10
8.
Om het basgeluid te benadrukken, drukt u op CURSOR [ ] om ‘Low Boost’ te selecteren. Dan gebruikt u VALUE [-][+] om de waarde aan te passen, zodat de bas gemakkelijker te horen is.
fig.Disp-CENTER-ADJ.eps
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om het bestandsnummer dat u wilt afspelen te selecteren. Druk op . Het bestand wordt afgespeeld.
4.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om ‘CENTER CANCEL’ in het scherm te laten verschijnen.
5.
Druk op [TR1] om de Center Cancel functie in te schakelen. Geluiden die vanuit het midden te horen zijn (zoals vocalen en gitaarsolo’s) zullen geëlimineerd worden. Als de gitaar of een ander instrument is aangesloten, is het mogelijk om mee te spelen, terwijl het MP3/WAV bestand wordt beluisterd. Elke keer dat u op [TR1] drukt, zal de instelling afwisselen tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
6.
Druk op [TR4 (EDT). Het CenterAdjst scherm zal verschijnen.
• Afhankelijk van het opgenomen geluid, kan het soms niet mogelijk zijn om het middengeluid volledig te elimineren. • Als u een geluid wilt elimineren dat zich op een andere positie dan in het midden bevindt, kunt u de CenterAdjst parameter bijstellen. • Indien u het basgeluid omhoog wilt duwen (lage frequentiereeks), past u de Low Boost parameter (p.93) aan. • Het afspeelgeluid is mono.
Sectie 5
3.
Reeks: 0-12
93
Sectie 5. MP3 speler gebruiken
MP3 of WAV data opnemen
Over de bestandsnaam Als het MP3/WAV bestand wordt opgeslagen, zal de bestandsnaam als volgt worden toegewezen. (Voorbeeld) BR_01.MP3 : BR_99.MP3 De bestandsnaam bestaat uit de invoer bronnaam plus een opeenvolgend nummer en de extensie .MP3 (of .WAV). Als u een bestandsnaam wilt specificeren, drukt u bij stap 3 op [TR4] (NAM). Het bestandsnaam instellingsscherm verschijnt.
Hier wordt uitgelegd hoe het geluid van de ingangen rechtstreeks als MP3 of WAV formaat data opgenomen kan worden. 1.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar de Mp3 modus te gaan. Schakel naar de MP3 modus over, zoals in ‘Naar de MP3 modus overschakelen’ (p.90) wordt beschreven.
2.
Druk op
.
De Type parameter zal verschijnen. U bevindt zich nu in de stand-by voor opname modus. fig.Disp-CENTER-ADJ.eps
fig.Disp-CENTER-ADJ.eps
3.
Gebruik VALUE [-][+] om de Type parameter (opname formaat) die u wilt gebruiken te selecteren.
Type
Uitleg
MP3 64 kbps
De geluidskwaliteit is lager, maar in MP3 formaat kunt u een langere tijd opnemen met een kleinere hoeveelheid data. Dit is de normale geluidskwaliteit in MP3 formaat. De hoeveelheid data zal groter zijn, maar er zal een minimaal verlies aan geluidskwaliteit zijn in MP3 formaat. In WAV formaat opnemen.
MP3 128 kbps MP3 192 kbps
WAV
Als een identiek genaamd bestand reeds bestaat, wordt in het scherm gevraagd: ‘Overwrite?’
4.
Druk op . De opname begint.
fig.Disp-CENTER-ADJ.eps
5.
Druk op [STOP]. De opname stopt. De opgenomen data wordt in de MP3 map opgeslagen.
Opnametijd • Als in het WAV formaat wordt opgenomen, worden 44.1 kHz, 16-bit opnames geproduceerd. Deze instellingen kunnen niet veranderd worden. • Voor zowel het MP3 als het WAV formaat wordt het geluid in stereo opgenomen. • Het afspeelvolume staat lager ingesteld dan het monitorvolume, zodat de balans tussen het ingangssignaal en het afspeelsignaal gelijk is.
94
Geheugenkaart capaciteit
MP3 64 kbps
128 kbps 192 kbps
WAV
32 MB
65 min
32 min
21 min
2 min
64 MB
131 min
65 min
43 min
5 min
128 MB
265 min
132 min
88 min
12 min
256 MB
531 min
265 min
177 min
24 min
512 MB
1065 min 532 min
355 min
48 min
1 GB
2081 min 1040 min
693 min
94 min
Sectie 5. MP3 speler gebruiken
Een MP3/WAV bestand wissen
MP3/WAV bestandsinformatie bekijken -
Een MP3 bestand dat in de MP3 map werd opgeslagen, kan gewist worden.
U kunt informatie over het op dat moment geselecteerde MP3/Wav bestand bekijken.
1.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar de Mp3 modus te gaan. Schakel naar de MP3 modus over, zoals in ‘Naar de MP3 modus overschakelen’ (p.90) wordt beschreven.
1.
Druk op [MP3/TRAINER] om naar de Mp3 modus te gaan. Schakel naar de MP3 modus over, zoals in ‘Naar de MP3 modus overschakelen’ (p.90) wordt beschreven.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om het bestandsnummer dat u wilt wissen te selecteren.
2.
Gebruik CURSOR [ ][ ] om de cursor naar het bestandsnummer te verplaatsen, en gebruik VALUE [-][+] om het bestand te selecteren.
3.
Druk op [UTILITY]. Het MP3 UTILITY scherm verschijnt.
3.
Druk op [UTILITY]. Het MP3 UTILITY scherm verschijnt.
fig.Disp-util-song2.eps
fig.Disp-util-song2.eps
4. 4.
Druk op [TR1] (SNG), en druk dan op [TR3] (ERS). In het scherm wordt gevraagd: ‘Ers?’
Druk op [TR1] (SNG), en druk dan op [TR3] (INF). Het MP3/Wav INFO scherm verschijnt.
fig.Disp-ERS.eps
fig.Disp-util-song2.eps
5. 5.
6.
Als u er zeker van bent dat u het MP3/ WAV bestand wilt wissen, drukt u op [TR4] (EXE). Indien u besluit het MP3/ WAV bestand niet te wissen, drukt u op [EXIT] of [UTILITY]. Druk meerdere malen op [EXIT] of [UTILITY] om naar het Play scherm terug te keren.
fig.Disp-ERS.eps
6.
Druk meerdere malen op [EXIT] of [UTILITY] om naar het Play scherm terug te keren.
• Als “unsupported” wordt weergegeven is het MP3/WAV bestand niet herkend. Lees p. 88 en controlleer het format van het MP3/WAV bestand.
95
Sectie 5
7.
Druk op [TR4] (YES). In het scherm wordt gevraagd: ‘Are you sure?’
Druk op CURSOR [ ]. Informatie over het MP3/WAV bestand zal weergegeven worden.
Sectie 6. USB gebruiken Voordat USB wordt gebruikt (Overzicht)
Compatible OS Windows Windows Me / 2000 / XP
Hoe USB gebruikt kan worden De MICRO BR is met een USB poort uitgerust om de MICRO BR rechtsreeks op computers te kunnen aansluiten, waardoor de volgende operaties uitgevoerd kunnen worden. • MP3/WAV bestanden overdragen.
MP3/WAV bestanden die op uw computer of op de MICRO BR zijn gecreëerd, kunnen in beide richtingen worden overgedragen. • Reservekopie maken
MICRO BR songdata kan op de computer worden opgeslagen. • Herstellen
Songdata, die op de computer is opgeslagen, kan naar de MICRO BR worden teruggezonden.
Realtime geluidssignalen en MIDI berichten kunnen niet via de USB aansluiting van de MICRO BR worden behandeld.
Macintosh Mac OS 9.1.x / 9.2.x Mac OS X Driver De MICRO BR gebruikt een standaard driver die in OS is te vinden. De DRIVER zal automatisch geïnstalleerd worden, op het moment dat u via USB op de computer bent aangesloten.
Aansluiten op uw computer Gebruik de USB kabel om de MICRO BR op uw computer aan te sluiten. Het eind van de USB kabel die op de MICRO BR is aangesloten, heeft een ‘mini type B’ USB aansluiting. Als u een kabel in een computerzaak aanschaft, moet u zorgen dat u de juiste vorm en type aansluiting koopt. * USB kabels kunnen in computerzaken of andere winkels worden verkregen. fig.05-040
Wat is USB? USB, een afkorting van ‘Universal Serial Bus’, is een type interface waarmee computers met een verscheidenheid aan perifere apparaten verbonden kunnen worden. Met gebruik van USB kunt u diverse randapparatuur met één USB kabel verbinden, en tevens in een snelle dataoverdracht voorzien. Bovendien kunt u randapparatuur aansluiten en verwijderen, terwijl de stroom aan staat, en de computer kan automatisch herkennen wanneer apparaten zijn aangesloten (bij het aansluiten van sommige apparaten zullen er misschien instellingen worden gemaakt).
96
Naar USB aansluiting van de computer
USB kabel (mini B type)
Sectie 6. USB gebruiken
De gecreëerde mappen en bestanden zijn als volgt. fig.05-010
Root map MP3 map 123MUSIC.MP3 AMAZING.MP3 BIGDANCE.MP3
De mappen en bestanden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen controleren Als u de MICRO BR via USB op uw computer aansluit, verschijnt een MICRO_BR icoon in uw computerscherm. * Bij sommige versies van Windows OS kan het ‘Removable disk(?:)’ icoon worden weergegeven. fig.05-020
(Vb.) Windows XP (Ex.)
HELLO.WAV MP3/WAV bestanden
ROLAND map
MP3 map Dit is de map waarin u de MP3 of WAV bestanden plaatst die in de MP3 modus worden gebruikt. Als u MP3/WAV bestanden van uw computer in deze map plaatst, kunt u deze op de MICRO BR afspelen. MP3/WAV bestanden die op de MICRO BR zijn gecreëerd, kunnen ook vanuit deze map naar uw computer worden overgebracht.
MICRO_BR (F:)
MICRO_BR
(Ex.) Windows 2000 (Vb.) Removable Disk (?:)
(Ex.) (Vb.) Macintosh
ROLAND map In deze map worden de song data en verscheidene instellingen van de MICRO BR opgeslagen. Kopieer deze map als u een reservekopie van songdata wilt maken of een song die op de BR900CD of BR-600 werd gecreëerd wilt gebruiken.
MICRO_BR
Als u dubbelklikt op het MICRO_BR icoon (of het ‘Removable disk(?:)’ icoon), worden de ‘MP3’ map en de ‘ROLAND’ map getoond. MP3 bestanden en WAV bestanden moeten in de MP3 map worden opgeslagen.
Bestanden en mappen binnen de ROLAND map • De bestanden en mappen binnen de ROLAND map bevatten belangrijke data betreft het afspelen van songs en het systeem van de MICRO BR. • Als u de bestanden binnen de ROLAND map verwijdert of wijzigt, kan het systeem mogelijk niet meer goed functioneren. • Als u een reservekopie wilt maken van uw songs of deze herstellen, moet u de gehele ROLAND map kopiëren.
97
Sectie 6
Compositie van data en geheugenkaarten
Sectie 6. USB gebruiken
Opmerkingen bij gebruik van USB • De MICRO BR ondersteunt geen lange bestandsnamen. Dit soort bestandsnamen zullen niet juist worden weergegeven. Wijs bestandsnamen van niet meer dan acht tekens toe, inclusief de bestandsnaam extensie.
(Vb.) 123MUSIC.MP3 (acht tekens) HELLO.WAV (vijf tekens) • De MICRO BR ondersteunt geen bestandsnamen die dubbel-byte tekens bevatten (bijvoorbeeld Japans).
Over de data van een reservekopie De volgende types songdata kunnen opgeslagen worden. • • • • • • •
Opgenomen data Mixer status (niveau, pan, enz.) Insertie effecten song patches Mastering Tool Kit song patches Ritme arrangementen Loop effecten Utility (behalve LCD Contrast, PowerSave en AutPowOff parameters) • Input Sns parameter • MP3 modus
98
De volgende acties mogen nooit worden uitgevoerd wanneer de MICRO BR via USB is verbonden. Deze handelingen kunnen veroorzaken dat uw computer niet op de data reageert. Data op geheugenkaarten kan ook beschadigd raken. • De USB kabel loskoppelen • De geheugenkaart uitwerpen • De computer in de stand-by of slaapstand zetten, opnieuw opstarten of uitschakelen. • De MICRO BR uitzetten
Bij gebruik van Windows XP/ 2000 Als Windows XP/2000 wordt gebruikt, moet u op Windows inloggen als één van de volgende gebruikers: • Administrator of andere gebruiker met privileges van de Administrator groep • Een gebruiker wiens account type Computer Administrator is.
Wees u ervan bewust dat u de USB verbinding niet op correcte wijze kunt afsluiten als de gebruikersnaam niet één van de hierboven beschreven namen is.
Sectie 6. USB gebruiken
MP3/WAV bestanden overdragen
Een MP3/WAV bestand van uw computer naar de MICRO BR kopiëren 1.
Vanaf uw computer sleept u het MP3/ WAV bestand naar de MP3 map van de MICRO BR. Het geluidsbestand wordt vanaf uw computer gekopieerd.
2.
Als het kopiëren is voltooid, verbreekt u de USB verbinding, zoals in ‘De verbinding met uw computer verbreken’ (p.104) wordt beschreven.
* U moet de volgende procedure uitvoeren, terwijl de recorder is gestopt.
1.
Gebruik een USB kabel om de MICRO BR met uw computer te verbinden. Wanneer de communicatie met uw computer begint, zal het scherm van de MICRO BR het bericht ‘USB connecting’ tonen. Wanneer de computer de verbinding heeft gedetecteerd, wordt in het scherm van de MICRO BR het bericht ‘USB Idling…’ getoond.
Bestandsnamen en song volgorde MP3/WAV bestanden op de MICRO BR worden afgespeeld in volgorde van hun bestandsnaam (numerieke of alfabetische volgorde). Als u de afspeelvolgorde wilt veranderen, kunt u de bestandsnamen bewerken, zodat deze in numerieke of alfabetische volgorde zijn. (Vb.)
Het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon wordt in het computerscherm toegevoegd.
Bestandsnaam
Song volgorde
123MUSIC.MP3
1
AMAZING.MP3
2
fig.05-060
(Ex.) MICRO_BR Removable Disk (?:)
2.
3.
n Mijn Computer klikt u op het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon. De basismap (p.97) van de MICRO BR (geheugenkaart) zal weergegeven worden. Met gebruik van de volgende procedure brengt u de geluidsbestanden over.
Een MP3/WAV bestand van de MICRO BR naar uw computer kopiëren 1.
Klik tweemaal op de MP3 map in de MICRO BR. De geluidsbestanden die in de Mp3 map zijn opgeslagen zullen getoond worden.
2.
Uit de MP3 map kopieert u de gewenste geluidsbestanden naar de gewenste map op uw computer.
3.
Als het kopiëren is voltooid, verbreekt u de USB verbinding, zoals in ‘De verbinding met uw computer verbreken’ (p.104) wordt beschreven.
99
Sectie 6
Met Windows
Sectie 6. USB gebruiken
MICRO BR songdata opslaan en herstellen 1.
Gebruik een USB kabel om de MICRO BR op uw computer aan te sluiten. Wanneer de communicatie met uw computer begint, wordt het bericht ‘USB connecting’ op de MICRO BR weergegeven. Wanneer de computer de MICRO BR heeft gedetecteerd, zal het bericht ‘USB Idling…’ verschijnen.
Opslaan (reservekopie maken) Songdata van de MICRO BR kan op uw computer worden opgeslagen. 1.
Sleep de ‘ROLAND’ map naar de map van de computer en plaats deze in de map. Het is een goed idee om een nieuwe map te maken voor de reservekopie.
2.
Nadat u de data heeft opgeslagen, verbreekt u de verbinding met de computer (p.104).
Herstellen Songdata die op de computer is opgeslagen, kan naar de MICRO BR worden teruggestuurd. 1.
Het ‘MICRO_BR’ (of ‘Removable disk (?:) icoon zal in het scherm van de computer worden toegevoegd.
Wis de ‘ROLAND’ map van de MICRO BR.
Als u de ROLAND map van de MICRO BR verwijdert, zal alle songdata die in de MICRO BR is opgeslagen gewist worden.
fig.05-060
(Ex.) MICRO_BR
2.
leep de ‘ROLAND’ map van de computer naar het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon, en plaats het daar.
3.
Als u de data heeft hersteld, verbreekt u de verbinding met de computer (p.104).
Removable Disk (?:)
2.
In Mijn Computer klikt u tweemaal op het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon. De root map (p.97) van de MICRO BR (geheugenkaart) zal weergegeven worden.
3.
Met de volgende procedure brengt u de songdata van de MICRO BR naar de computer over.
100
Bestanden en mappen binnen de ROLAND map. • De bestanden en mappen binnen de ROLAND map bevatten belangrijke data betreft het afspelen van songs en het systeem van de MICRO BR. • Als u de bestanden binnen de ROLAND map verwijdert of wijzigt, kan het systeem mogelijk niet meer goed functioneren. • Als u een reservekopie wilt maken van uw songs of deze herstellen, moet u de gehele ROLAND map kopiëren.
Sectie 6. USB gebruiken
Met Windows 2000/Me 1.
In Mijn Computer klikt u met de rechter muisknop op het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon om de disk uit te werpen (Eject).
2.
Klik op het icoon in de werkbalk, en klik dan op het ‘Stop USB Disk-drive (?:)’ bericht dat hier wordt getoond.
Met Windows XP In Mijn Computer klikt u met de rechter muisknop op het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon om de disk uit te werpen (Eject). * Als met deze procedure de disk niet wordt uitgeworpen, gebruikt u de onderstaande
fig.05-080
procedure. 1.
Sluit alle vensters op uw computer.
2.
Klik op het
icoon in de werkbalk.
fig.05-080
Task Tray Taakbalk
3.
Taakbalk
Werkbalk
3.
Klik op het ‘Stop USB Disk-drive (?:)’ bericht dat hier wordt getoond.
4.
Klik op [OK] in het ‘Hardware kan nu veilig worden verwijderd’ dialoogvenster dat verschijnt. Als u de USB verbinding heeft beëindigd, verschijnt het bericht: ‘Het apparaat kan nu veilig uitgeschakeld worden’.
Klik op [OK] in het ‘Hardware kan nu veilig worden verwijderd’ dialoogvenster dat verschijnt. Als u de USB verbinding heeft beëindigd, verschijnt het bericht: ‘Het apparaat kan nu veilig uitgeschakeld worden’.
In deze status kunt u de USB kabel veilig van de MICRO BR en uw computer loskoppelen. 4.
Ontkoppel de USB kabel tussen de MICRO BR en de computer. Na enige tijd zal het Play scherm opnieuw verschijnen.
In deze status kunt u de USB kabel veilig van de MICRO BR en uw computer loskoppelen. 5.
Ontkoppel de USB kabel tussen de MICRO BR en de computer. Na enige tijd zal het Play scherm opnieuw verschijnen.
101
Sectie 6
De verbinding met uw computer verbreken
Sectie 6. USB gebruiken
Met Macintosh MP3/WAV bestanden overbrengen
Een MP3/WAV bestand van uw computer naar de MICRO BR kopiëren 1.
Op uw computer sleept u het MP3/WAV bestand in de MP3 map van de MICRO BR. Het geluidsbestand zal vanaf uw computer worden gekopieerd.
2.
Als u klaar bent met het kopiëren, verbreekt u de USB verbinding volgens de uitleg van ‘De verbinding met uw computer verbreken’ (p.104)..
* De volgende procedure moet uitgevoerd worden, terwijl de recorder is gestopt.
1.
Gebruik een USB kabel om de MICRO BR op uw computer aan te sluiten. Wanneer de communicatie met uw computer begint, wordt het bericht ‘USB connecting’ op de MICRO BR weergegeven. Wanneer de computer de MICRO BR heeft gedetecteerd, zal het bericht ‘USB Idling…’ verschijnen.
Bestandsnamen en song volgorde MP3/WAV bestanden op de MICRO BR worden afgespeeld in volgorde van hun bestandsnaam (numerieke of alfabetische volgorde). Als u de afspeelvolgorde wilt veranderen, kunt u de bestandsnamen bewerken, zodat deze in numerieke of alfabetische volgorde zijn. (Vb.)
Het ‘MICRO_BR’ icoon zal in het scherm van de computer worden toegevoegd. fig.05-060
(Ex.)
MICRO_BR 2.
3.
Klik tweemaal op het ‘MICRO_BR’ icoon op uw computer. De root map (p.97) van de MICRO BR (geheugenkaart) zal weergegeven worden. Breng geluidsbestanden met gebruik van de volgende procedure over.
102
Bestandsnaam
Song volgorde
123MUSIC.MP3
1
AMAZING.MP3
2
BIGDANCE.MP3
3
HELLO.WAV
4
:
:
Een MP3/WAV bestand van de MICRO BR naar uw computer kopiëren 1.
Klik tweemaal op de MP3 map in de MICRO BR.
2.
De geluidsbestanden die in de Mp3 map zijn opgeslagen zullen getoond worden. Uit de MP3 map kopieert u de gewenste geluidsbestanden naar de gewenste map op uw computer.
3.
Als het kopiëren is voltooid, verbreekt u de USB verbinding, zoals in ‘De
Sectie 6. USB gebruiken
Opslaan (reservekopie maken) Songdata van de MICRO BR kan op uw computer worden opgeslagen.
MICRO BR songdata opslaan en herstellen 1.
Gebruik een USB kabel om de MICRO BR op uw computer aan te sluiten. Wanneer de communicatie met uw computer begint, wordt het bericht ‘USB connecting’ op de MICRO BR weergegeven. Wanneer de computer de MICRO BR heeft gedetecteerd, zal het bericht ‘USB Idling…’ verschijnen.
1.
Sleep de ‘ROLAND’ map naar de map van de computer en plaats deze in de map. Het is een goed idee om een nieuwe map te maken voor de reservekopie.
2.
Nadat u de data heeft opgeslagen, verbreekt u de verbinding met de computer (p.104).
Herstellen Songdata die op de computer is opgeslagen, kan naar de MICRO BR worden teruggestuurd. 1.
Wis de ‘ROLAND’ map van de MICRO BR.
Als u de ROLAND map van de MICRO BR verwijdert, zal alle songdata die in de MICRO BR is opgeslagen gewist worden.
Het ‘MICRO_BR’ icoon zal in het scherm van de computer worden toegevoegd. fig.05-060
(Ex.)
MICRO_BR 2.
3.
Het ‘MICRO_BR’ icoon zal in het scherm van de computer worden toegevoegd. In Mijn Computer klikt u tweemaal op het ‘MICRO_BR’ icoon (of ‘Removable disk (?:) icoon. De root map (p.97) van de MICRO BR (geheugenkaart) zal weergegeven worden. Met de volgende procedure brengt u de songdata van de MICRO BR naar de computer over.
2.
Sleep de ‘ROLAND’ map van de computer naar het ‘MICRO_BR’ icoon, en plaats het daar.
3.
Als u de data heeft hersteld, verbreekt u de verbinding met de computer (p.104). FBestanden en mappen binnen de ROLAND map. • De bestanden en mappen binnen de ROLAND map bevatten belangrijke data betreft het afspelen van songs en het systeem van de MICRO BR. • Als u de bestanden binnen de ROLAND map verwijdert of wijzigt, kan het systeem mogelijk niet meer goed functioneren. • Als u een reservekopie wilt maken van uw songs of deze herstellen, moet u de gehele ROLAND map kopiëren.
103
Sectie 6
verbinding met uw computer verbreken’ (p.104) wordt beschreven.
Sectie 6. USB gebruiken
De verbinding met uw computer verbreken 1.
Sluit alle vensters op de computer.
2.
Sleep het ‘MICRO_BR’ icoon naar de prullenbak. In deze status kunt u de USB kabel veilig van de MICRO BR en de computer loskoppelen.
In deze status kunt u de USB kabel veilig van de MICRO BR en de computer loskoppelen. 3.
Ontkoppel de USB kabel tussen de MICRO BR en de computer. Na enige tijd zal het Play scherm opnieuw verschijnen.
104
Sectie 7. Andere handige functies Het contrast van het beeldscherm bijstellen
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het LCD Contrast scherm te gaan.
fig.06-020
De MICRO BR heeft een ingevouwde ‘chromatische stem functie’, waarmee u uw instrument snel kunt stemmen. Het ingebouwde stemapparaat ondersteunt zowel gitaar als basgitaar. Bij wijze van voorbeeld, leggen we hier uit hoe u uw gitaar kunt stemmen. * Het is nog niet mogelijk om af te spelen of op te nemen, terwijl het stemapparaat wordt gebruikt.
Voordat u begint, controleert ui de volgende punten.
3.
Gebruik de VALUE [-][+] om de waarde aan te passen.
4.
Kies de methode die het beste bij de instellingen van de MICRO BR past.
• Uw gitaar is op de GUITAR IN jack aangesloten. • ‘GTR’ is als de ingangsbron geselecteerd. • De Sns parameter staat op de hoogst mogelijk waarde, zonder dat het OVER icoon oplicht (p.14).
Als u [UTILITY] indrukt en vasthoudt, terwijl u aan de TIME/VALUE knop draait, kunt u het contrast in realtime veranderen. Kies de methode die het beste past bij de instellingen van de MICRO BR.
105
Sectie 7
Afhankelijk van waar de MICRO BR zich bevindt, kan de inhoud van het scherm moeilijk te lezen zijn. Indien dit het geval is, voert u de volgende procedure uit om het contrast bij te stellen (1 tot 20).
Een instrument stemmen (Tuner)
Sectie 7. Andere handige functies 5.
Stemmen
Terwijl u naar de tuning guide kijkt, stelt u de stemming zo in, dat
halverwege de twee kanten bevindt. Als de toonhoogte van de snaar binnen + / 50 cent van de correcte toonhoogte is, zal de tuning guide het verschil tussen de feitelijke en de correcte toonhoogtes aangeven.
Als u de stemgeluiden niet wilt horen, kunt u de volumeknop omlaag draaien. 1.
Houd [EFFECTS] ingedrukt en druk op [UTILITY].
fig.06-020
Uw instrument is hoger dan de weergegeven noot gestemd fig.06-020
Wanneer het ingebouwde stemapparaat van de MICRO BR wordt gebruikt, wordt de referentie toonhoogte boven in het scherm getoond, en de naam van de noot ziet u aan de rechterkant. In het onderste gedeelte wordt een ‘tuning guide’ weergegeven, die het verschil tussen het invoergeluid en de weergegeven noot aangeeft. * U kunt niet van het Tuner scherm naar andere schermen overschakelen (behalve naar het Play scherm).
2.
De referentie toonhoogte instellen U kunt de referentie toonhoogte van het stemapparaat op iedere waarde tussen 435 en 445 Hz instellen.
Uw instrument is gelijk met de weergegeven noot gestemd fig.06-020
Uw instrument is lager dan de weergegeven noot gestemd fig.06-020
6.
* Vanuit de fabriek is dit op 440 Hz ingesteld.
3.
Een noot spleen met gebruik van de snaar die u aan het stemmen bent. In het scherm wordt de nootnaam weergegeven die het dichtst ligt bij de toonhoogte van de snaar die u speelde. Blijf stemmen totdat de naam van de snaar die u stemt in het scherm verschijnt.
Normale stemming Snaar 7e Gitaar B Bas
106
6e E
5e 4e 3e 2e 1e A D G B E B E A D G
Herhaal stappen 3-5 om alle snaren te stemmen.
Als u een gitaar met een vibrato arm stemt, en u stemt één snaar, kunnen de andere snaren gaan zweven. In dit geval kunt u het beste de snaren eerst bij benadering stemmen, zodat de correcte nootnaam wordt weergegeven, en dan elke snaar opnieuw stemmen.
* Speel een noot op de snaar die u wilt stemmen.
4.
zich
7.
Als u klaar bent met stemmen, drukt u op [EXIT].
Sectie 7. Andere handige functies fig.06-020
Converteren tussen track data en geluidsbestanden
6.
U kunt track data in een geluidsbestand converteren (MP3/WAV formaten) of een geluidsbestand als track data gebruiken.
Track data naar een geluidsbestand converteren (Track Export) Hier ziet u hoe track data die op een track is opgenomen naar een geluidsbestand (MP3/WAV formaten) geconverteerd kan worden.
Knop
Functie
[TR1] (INS)
De bestanden die u kunt exporteren zijn de volgende: MP3 formaat
Voegt een liggend streepje (_) in, op de plaats van de cursor. [TR2] (DEL) Verwijdert een teken op de plaats van de cursor, en verplaatst de daaropvolgende tekens naar links. [TR4] (0!A) Verandert het soort teken (cijfer/symbool/letters) op de plaats van de cursor.
• Sample frequentie: 44.1 kHz • 8 bit of 16 bit
WAV format • Sample frequentie: 44.1 kHz • 64, 128 of 192 kbps
1.
Zorg dat u zich in de normale modus bevindt (p.42), en druk op [UTILITY]. Als u zich in de MP3 bevindt, drukt u op [MP3/TRAINER] om naar de normale modus over te schakelen, en druk dan op [UTILITY].
2.
Druk op [TR2] (TRK).
3.
Druk op CURSOR [
4.
Druk op [TR2] (EXP). Het export instellingenscherm verschijnt.
Als u de naam heeft ingevoerd, drukt u op [EXIT]. 7.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de Typ parameter op het gewenste bestandstype in te stellen. U kunt MP3 of WAV als bestandstype kiezen. Reeks: MP3, WAV Als u MP3 kiest, zal de bit rate parameter (Rate:) ook worden weergegeven.
fig.06-020
]. Reeks: 64, 128, 192 (kbps) 8.
fig.06-020
Druk op [TR4] (EXE). In het scherm wordt gevraagd ‘********.*** OK?’ * *‘********.***’ staat voor de bestandsnaam en de bestandsextensie.
5.
Druk op [TR4] (NEXT). Het bestandstype instellingenscherm verschijnt.
9.
Als u wilt converteren, drukt u op [TR4] (YES). Om deze operatie te annuleren drukt u op
107
Sectie 7
Als u de export bestandsnaam wilt bewerken, drukt u op [TR3] (NAM). Het bestandsnaam bewerkingsscherm verschijnt. Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [-][+] om de gewenste patch naam in te voeren. Als u de patch naam niet hoeft te bewerken, gaat u verder met stap 7. Bij het bewerken van tekst kunt u de volgende functies gebruiken.
Sectie 7. Andere handige functies [EXIT]. Druk op [TR4] (YES), en de track data zal naar MP3 of WAV worden geconverteerd. Het geconverteerde geluidsbestand zal in de MP3 map worden opgeslagen (p.97).
Over de bestandsnaam Bestanden die met de Track Export procedure zijn gecreëerd, krijgen de volgende naam toegewezen.
Geluidsbestanden naar track data converteren (Track Import) Hier wordt uitgelegd hoe track data die op een track is opgenomen, naar een geluidsbestand (MP3/WAV formaten) geconverteerd kan worden.
Wave data met de volgende formaten kunnen geïmporteerd worden. Wave data in andere formaten kan niet geïmporteerd worden.
(Vb.) T1_V1_01.MP3 T34V8_99.WAV
WAV formaat
De bestandsnaam bestaat uit de brontrack en het V-track nummer, plus een opvolgende nummer en de extensie .MP3 (of .WAV).
• • • •
Mono of Stereo 8-bit of 16-bit Samplesnelheid: 44,1 kHz Linear format
MP3 formaat
Als een identiek genaamd bestand reeds bestaat, wordt in het scherm gevraagd: ‘Overwrite?’
• Bit rate: 64, 96, 128, 160, 192, 224, 256, 320 kbps of VBR • Samplesnelheid: 44,1 kHz
• Voeg de extensie ‘MP3’ aan geïmporteerde MP3 bestanden toe, en voeg de extensie ‘WAV’ aan geïmporteerde WAV bestanden toe. • Extreem korte golfvorm data (minder dan ongeveer 1 seconde) kan niet geladen worden.
108
1.
Zorg dat u zich in de normale modus bevindt (p.42), en druk op [UTILITY]. Als u zich in de MP3 bevindt, drukt u op [MP3/TRAINER] om naar de normale modus over te schakelen, en druk dan op [UTILITY].
2.
Druk op [TR2] (TRK).
3.
Druk op CURSOR [
4.
Druk op [Tr1] (IMP).
].
Sectie 7. Andere handige functies 5.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om het geluidsbestand dat u naar track data wilt converteren te selecteren.
fig.06-020
6.
Druk op [TR4] (NEXT). Het Import instellingenscherm verschijnt.
fig.06-020
8.
9.
Gebruik CURSOR [ ][ ] en VALUE [][+] om de import-bestemmingstrack te selecteren. Kies de track waarop de geluidsdata opgenomen zal worden. Reeks: TR1-V1-V8, TR2-V1-V8,…, TR34V1-V8 Druk op [TR1] (TIM) of [TR2] (MEA). Specificeer de locatie binnen de gespecificeerde track, waar de data geïmporteerd zal worden. Druk op [TR1] (TIM) als u de locatie in tijd wilt aangeven of op [TR2] (MEA) als u de locatie in maten aan wilt geven. Specificeer de tijd of maat waarop u de data wilt importeren, en druk dan op [TR4] (EXE). In het scherm wordt gevraagd: ‘Import OK?’
10. Als u wilt converteren, drukt u op [TR4] (YES) om te annuleren drukt u op [EXIT]. Wanneer [TR4] (YES) wordt ingedrukt, zal de geluidsdata naar track data worden geconverteerd.
U kunt een plug-in dynamische microfoon op de LINE IN/MIC jack aansluiten. Voer de onderstaande procedure uit om de plugin dynamische microfoon te gebruiken. 1.
Sluit de plug-in dynamische microfoon op de LINE IN/MIC jack aan.
2.
Zet de stroom aan, volgens de aanwijzingen van ‘de stroom aanzetten’ (p.24).
3.
Druk op [INPUT].
4.
Druk op [TR4] (EXT) om de microfoon aan te sluiten. → ‘Een instrument selecteren om op te nemen’ (p. 39)
5.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het PluginPower scherm te gaan.
fig.06-020
6.
Gebruik VALUE [+] om de waarde in te schakelen. Als u de waarde wilt uitschakelen, drukt u op [-].
7.
Druk op [UTILITY] of [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
• Via de LINE IN/MIC jack kan een voltage van ongeveer 2,5 V worden geleverd. In tegenstelling tot fantoomstroom, kan dit geen 48V leveren. • Als PluginPower op ON staat, moet u alleen een condensator microfoon aansluiten die compatibel is met plug-in power. Als een ander apparaat wordt aangesloten, kan dat instrument beschadigen.
109
Sectie 7
7.
Een plug-in dynamische microfoon gebruiken
Sectie 7. Andere handige functies begint de initialisatie. Als dit voltooid is, verschijnt ‘Completed!’ in het scherm. Vervolgens verschijnt ‘Keep power on! Song creating…’ in het scherm, en een nieuwe song (het data type is HiFi (MT2)) wordt automatisch gecreëerd. Nadat de creatie van de song is voltooid, keert het Play scherm terug.
De geheugenkaart initialiseren • Wees ervan bewust dat wanneer u initialiseert, alle bestaande data op de kaart gewist zal worden. • Wanneer u de bij de MICRO BR behorende geheugenkaart initialiseert, zullen de demosongs op de kaart verloren gaan. • Voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert, moet u eerst de MICRO BR uitschakelen. Als een kaart wordt geplaatst, terwijl het apparaat aan staat, kan de data op de geheugenkaart beschadigen of kan de kaart onbruikbaar worden. • Afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart, kan het initialiseren meer dan tien minuten duren. Dit duidt niet op een storing. De voortgang van de initialisatie wordt in het scherm getoond. Zet de MICRO BR niet uit voordat de initialisatie is voltooid. • Verwijder de geheugenkaart niet, en zet de MICRO BR niet uit, terwijl ‘Keep power on?’ in het scherm wordt getoond. Als u dit wel doet, kan de data op de geheugenkaart beschadigen en/of de geheugenkaart zelf onbruikbaar worden.
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk op [TR4] (INI). In het scherm wordt gevraagd: ‘Card Initialize?’
fig.06-020
3.
Als u de geheugenkaart wilt initialiseren, drukt u op [TR4] (YES) om te annuleren drukt u op [EXIT]. In het scherm wordt gevraagd: ‘Are you sure?’
4.
Om de geheugenkaart te initialiseren, drukt u op [TR4] (YES). Om te annuleren drukt u op [EXIT]. Wanneer [TR4] (YES) wordt ingedrukt,
110
Alle instellingen van de MICRO BR initialiseren De volgende instellingen worden tegelijkertijd geïnitialiseerd. • Systeem instellingen • Effecten (User patches)
1.
Zet de stroom uit, volgens de uitleg van ‘de stroom uitzetten’ (p.24).
2.
Houd [UTILITY] ingedrukt en druk op [POWER]. In het scherm wordt gevraagd: ‘Factory Reset?’
3.
Druk op [TR4] (YES). In het scherm wordt gevraagd: ‘Are you sure?’
4.
Om met het initialiseren verder te gaan, drukt u op [TR4] (YES) om te annuleren drukt u op [EXIT]. Wanneer [TR4] (YES) wordt ingedrukt, begint de initialisatie.
Sectie 7. Andere handige functies
Stroom van de batterijen besparen (Power Save)
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het PowerSave scherm te gaan.
De Auto Power Off functie zet de stroom automatisch uit, wanneer de knoppen of de VOLUME draaiknop gedurende een bepaalde tijd niet zijn bediend. 1.
Druk op [UTILITY].
2.
Druk meerdere malen op CURSOR [ ][ ] om naar het AutoPowOff scherm te gaan.
fig.06-020
fig.06-020
3. 3.
Gebruik VALUE [-][+] om de waarde in te stellen. Stel de tijd in waarna de Power Save functie wordt geactiveerd. Reeks: 10 sec, 30 sec, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min, OFF. * Als u dit op OFF instelt, zal de Power Save functie niet in werking treden.
4.
Druk op [UTILITY] of [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
Gebruik VALUE [-][+] om de waarde in te stellen. Stel de tijd in waarna de Auto Power Off functie wordt geactiveerd. Reeks: 5 min, 10 min, 30 min, OFF. * Als u dit op OFF instelt, zal de Auto Power Off functie niet in werking treden.
4.
Druk op [UTILITY] of [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
Als u een adapter gebruikt, zal de Auto Power Off functie niet werken.
Als u een adapter gebruikt, zal de Power Save functie niet werken.
De stroombesparing functie deactiveren Druk op één van de paneelknoppen, en de helderheid van het scherm keert terug naar de oorspronkelijke stand.
111
Sectie 7
Als een bepaalde tijd is verstreken waarbinnen de knoppen niet bediend zijn, zal de MICRO BR de helderheid van het scherm dimmen om het huidige verbruik te reduceren. Voer de hieronder beschreven procedure uit om de stroombesparing functie te activeren.
Automatisch uitschakelen (Auto Power Off)
Sectie 8. Appendix Arrangement/patronenlijst Preset arrangementen lijst Alle preset Arrangementen (uitgezonderd Metro4/4) is zo ingesteld dat een BREAK van drie maten, gevolgd door V1 (couplet) na E (het eind) komt. NR. P01 P02 P03 P04 P05 P06 P07 P08 P09 P10 P11 P12 P13 P14 P15 P16 P17 P18 P19 P20 P21 P22 P23 P24 P25 P26 P27 P28 P29 P30 P31 P32 P33 P34 P35 P36 P37 P38 P39 P40 P41 P42 P43 P44 P45 P46 P47 P48 P49 P50
112
Arrangement naam ROCK1 ROCK2 ROCK3 ROCK4 ROCK5 ROCK6 HdRck1 HdRck2 HdRck3 HdRck4 HdRck5 HEAVY1 HEAVY2 HEAVY3 HEAVY4 HEAVY5 POP1 POP2 POP3 POP4 POP5 POP6 POP7 POP8 BALLAD1 BALLAD2 BLUES1 BLUES2 BLUES3 BLUES4 R&B1 R&B2 R&B3 R&B4 R&B5 JAZZ1 JAZZ2 JAZZ3 FUSION1 FUSION2 HipHop1 HipHop2 FUNK HOUSE Cntry1 Cntry2 Other1 Other2 Other3 Metro4/4
Basistempo 130 130 118 118 104 86 130 98 126 120 118 210 120 120 162 109 118 118 118 118 140 96 66 151 70 89 124 192 124 148 110 154 108 96 94 140 140 140 120 118 93 102 110 114 118 118 96 118 125 120
Maat IN 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
V1 2 3 3 5 5 2 5 3 5 4 2 5 3 3 3 5 3 3 3 3 3 3 4 5 5 2 2 5 3 5 5 3 5 5 5 3 5 5 5 2 2 3 2 3 3 2 2 5 2 -
Beginmaat F1 V2 F2 4 6 8 5 7 9 6 7 10 8 9 12 8 9 12 9 10 17 8 9 12 10 11 18 8 9 12 7 8 11 5 6 9 11 13 19 9 11 17 9 11 17 9 11 17 8 9 12 6 7 10 6 7 10 6 7 10 6 7 10 6 7 10 6 7 10 7 8 11 8 9 16 8 9 12 5 6 9 5 6 9 12 13 20 10 11 18 8 9 12 8 9 12 6 7 10 8 9 12 12 13 20 8 9 12 5 7 9 7 9 11 12 13 20 12 13 20 5 6 9 9 10 17 10 11 18 4 6 8 6 7 10 6 7 10 5 6 9 9 10 17 7 9 11 5 6 9 -
BREAK V2 10 11 11 13 13 18 13 19 13 12 10 21 19 19 19 13 11 11 11 11 11 11 12 17 13 10 10 21 19 13 13 11 13 21 13 11 13 21 21 10 18 19 10 11 11 10 18 13 10 -
END 12 13 15 15 15 22 15 23 15 15 12 25 21 21 21 15 13 13 13 13 13 13 14 21 15 12 13 25 23 15 15 13 15 25 15 13 15 25 25 12 22 23 12 13 13 12 22 15 12 -
16 17 17 19 17 24 18 25 20 18 13 29 23 24 24 16 17 15 15 17 15 15 16 24 18 14 16 29 26 17 18 18 18 26 19 15 17 30 29 15 23 25 13 15 14 14 24 19 14 -
V1 19 20 20 22 20 27 21 28 23 21 16 32 26 27 27 19 20 18 18 20 18 18 19 27 21 17 19 32 29 20 21 21 21 29 22 18 20 33 32 18 26 28 16 18 17 17 27 22 17 -
Drumkit ROOM ROOM ROOM ROOM ROOM STD 2 ROOM HARD ROOM ROOM ROOM HARD HARD HARD ROOM ROOM ROOM STD1 ROOM ROOM ROOM STD 1 STD 2 STD 1 ROOM STD 2 STD 2 STD 1 STD 2 STD 1 STD 1 STD 1 STD 2 STD 1 STD 1 JAZZ JAZZ JAZZ STD2 ROOM HIP-HOP 808 HIP-HOP HOUSE JAZZ JAZZ REGGAE STD 2 ROOM STD 1
Sectie 8. Appendix
Preset patronenlijst Basistempo
Maatsoort
130 130 118 118 104 86 130 98 126 120 118 210 120 120 162 109 118 118 118 118 140 96 66 151 70 89 124 192 124 148 110 154 108 96 94 140 140 140 120 118 93 102 110 114 118 118 96 118 125 -
4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 -
Maat IN 1 2 2 4 4 1 4 2 4 3 1 4 2 2 2 4 2 2 2 2 2 2 3 4 4 1 1 4 2 4 4 2 4 4 4 2 4 4 4 1 1 2 1 2 2 1 1 4 1 -
V1 2 2 2 2 2 4 2 4 2 2 1 4 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 2 2 2 4 4 2 2 2 2 2 4 2 2 2 4 4 2 4 4 2 2 1 2 4 2 2 -
F1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 -
V2 2 2 2 2 2 4 2 4 2 2 1 4 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 4 2 2 4 4 2 2 2 2 2 4 2 2 2 4 4 2 4 4 2 2 1 2 2 2 2 -
F2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 -
E 4 4 2 4 2 2 3 2 5 3 1 4 2 3 3 1 4 2 2 4 2 2 2 3 3 2 3 4 3 2 3 5 3 1 4 2 2 5 4 3 1 2 1 2 1 2 2 4 2 -
Sectie 8
Patroonnaam (Afkorting getoond in het scherm) ROCK1 ROCK2 ROCK3 ROCK4 ROCK5 ROCK6 Hard Rock 1(HdRc1) Hard Rock 1(HdRc2) Hard Rock 1(HdRc3) Hard Rock 1(HdRc4) Hard Rock 1(HdRc5) HEAVY1 (HEVY1) HEAVY2 (HEVY2) HEAVY3 (HEVY3) HEAVY4 (HEVY4) HEAVY5 (HEVY5) POP1 POP2 POP3 POP4 POP5 POP6 POP7 POP8 BALLAD1 (BALD1) BALLAD2 (BALD2) BLUES1 (BLUS1) BLUES2 (BLUS2) BLUES3 (BLUS3) BLUES4 (BLUS4) R&B1 R&B2 R&B3 R&B4 R&B5 JAZZ1 JAZZ2 JAZZ3 FUSION1 (FUSN1) FUSION2 (FUSN2) HipHop1 (H.Hp1) HipHop2 (H.Hp2) FUNK HOUSE Cntry1 (Cnty1) Cntry2 (Cnty2) OTHER1 (Othr1) OTHER2 (Othr1) OTHER3 (Othr1) Metro BREAK
113
Parameter List
Parameterlijst • (*1) Opgeslagen in de song. (Als u de instellingen als de op dat moment geselecteerde song wilt opslaan, houdt u
ingedrukt en drukt u op
.
• (*2) Opgeslagen in de MICRO BR. • (*3) Niet opgeslagen.
Mixer Parameter Parameternaam (*1) Input Select Input Sens
Weergave Sns (GTR) Sns (MIC) Sns (LIN) Sns (EXT) Rv (GTR) Rv (MIC) Rv (LIN) Rv (EXT) Track Level Track Pan Track Reverb MasterLevel
Beginwaarde GTR 0 0 0 0 15 5 0 0 100 C00 0 (Normal) 100
Geldige instellingen GTR, MIC, LIN, EXT -12 – +8 -16 – +8 -6 – +8 -15 – +9 0–100 0–100 0–100 0–100 0–120 L50–C00–R50 0–100 (Normal), BOUNCE, MASTERING (*3) 0–120
Parameternaam (*1)
Weergave
Beginwaarde
Geldige instellingen
Location
Location
INPUT
INPUT, INPUT, TRACK 1–4, 1/2, 3/4, RHYTHM, MASTER
Weergave Type Rev Time Tone Level
Beginwaarde HALL 2.0 s 0 50
Geldige instellingen ROOM, HALL 0.1–10.0 s -12–0–+12 0–100
Beginwaarde Track 1 1 OFF -
Geldige instellingen Track 1–4, 1/2, 3/4 1–8 OFF, ON (A.PUNCH indicator appear) Any time OFF, ON ( indicator appear) Any time
Input Reverb
Track Level Track Pan Track Reverb Recording Mode Master Level
Insertie effecten
Reverb Parameternaam (*1) Reverb Type Reverb Time Tone Level
Recorder parameter Parameternaam (*1) Recording Track V-Track Auto Punch On/Off Auto Punch In/Out Repeat Repeat Start/End
114
Weergave Rec Track V-TRACK -
Song parameter Parameternaam (*1) Song Name Data Type Song Protect
Weergave Type -
Beginwaarde SONG0000 HiFi (MT2) OFF
Geldige instellingen 8 tekens HiFi (MT2), STD (LV1), LONG (LV2) OFF, ON
Weergave CENTER CANCEL CenterAdjst Low Boost
Beginwaarde 100% OFF
Geldige instellingen 25%–200% OFF, ON (*3)
C00 0
L10–L01, C00, R01–R10 0–20
Beginwaarde 12 OFF 30 sec 10 min OFF 440
Geldige instellingen 1–17 OFF, ON 10 sec, 30 sec, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min, OFF 5 min, 10 min, 30 min, OFF OFF, ON 435–445 (Hz)
Beginwaarde OFF PT 001 P01
Geldige instellingen OFF, ON PT, AR 001–327 P01–P50, S01–S05
Beginwaarde 01
Geldige instellingen 01–50
120.0
25.0–250.0
001
001–999
001
001–327
STD1
STD1, STD2, ROOM, HARD, JAZZ, HIP-HOP, HOUSE, REGGAE, 808
Phrase Trainer Parameternaam (*3) Time Stretch Center Cancel Center cancel Adjust Center cancel Low Boost
Systeem parameter Weergave LCD Contrast PlugInPower PowerSave
Auto Power Off AutPowOff Remain Information Remain Info Tuner Reference Pitch TUNER
Sectie 8
Parameternaam (*2) LCD Contrast Plug-in Power Power Save
Ritme parameter Parameternaam (*2) Rhythm On / Off Rhythm Mode Pattern Mode Arrangement Mode
Weergave Pattern Name Arrangement Name
Arrangement Parameter Parameternaam (*1) Step Tempo Starting Measure Pattern Drumkit
Weergave huidige instelling huidige instelling huidige i nstelling huidige instelling Drumkit
115
Troubleshooting
Probleemoplossing Wanneer de MICRO BR niet naar verwachting functioneert, controleert u eerst de volgende punten, voordat u ervan uitgaat dat er een storing is opgetreden. Wanneer hiermee het probleem niet is opgelost, neemt u contact op met een Roland Service Centrum bij u in de buurt of met uw handelaar.
Kan niets weergeven • Is de stroom van de MICRO BR aangezet? Zie ‘De stroom aanzetten’ (p.24). • Zijn de batterijen geplaatst? • Zijn de batterijen bijna leeg of leeg? (als u batterijen gebruikt). • Is de gespecificeerde adapter (PSA serie, apart verkrijgbaar) op juiste wijze aangesloten? • Gebruik nooit een andere adapter dan die voor gebruik met de MICRO BR is gespecificeerd. • Is een ‘Hold’ schakelaar aangezet?
Kan niets bedienen • Is een ‘Hold’ schakelaar aangezet? • Is de MICRO BR via USB op uw computer aangesloten? • Is een song beveiligd? • Is een geheugenkaart geplaatst? • Is een geheugenkaart vastgezet?
Kan niets horen • Is de stroom van de MICRO BR en de aangesloten apparatuur aangezet? • Zijn de geluidskabels op juiste wijze aangesloten? • Zijn er geluidskabels gebroken? • Is het volume van de aangesloten versterker of het mengpaneel verlaagd? • Is de OUTPUT LEVEL draaiknop van de MICRO BR verlaagd? • Is een geheugenkaart geplaatst? • Is de verkeerde kaart geplaatst? U kunt in de winkel verkrijgbare SD
116
geheugenkaarten voor de MICRO BR gebruiken. Zie ‘Over de geheugenkaarten’ (bijgeleverd). • Probeert u een korte frase, korter dan 1.0 seconde af te spelen? Frases van 1.0 seconde of korter kunnen niet afgespeeld worden. • Worden de geluidsformaten door de MICRO BR ondersteund? (p.88). Ondersteunt de MICRO BR de samplefrequentie en bit rate van het MP3/ WAV bestand?
Kan geen MP3/WAV bestand afspelen • Worden de geluidsformaten door de MICRO BR ondersteund? (p.88). Ondersteunt de MICRO BR de samplefrequentie en bit rate van het MP3/ WAV bestand? • Is het MP3/WAV bestand in de MP3 map aanwezig?
Het volumeniveau van het instrument dat op de GUITAR IN jack of LINE IN/MIC jack is aangesloten is te laag • Gebruikt u misschien een kabel met een weerstand? Gebruik een kabel die geen weerstand bevat. • Heeft u de Sns parameters (GTR, MIC, LIN of EXT) bijgesteld? (p.39). Voor het beste resultaat, stelt u de gevoeligheid zo hoog mogelijk in, zonder dat de OVER indicatie in het scherm verschijnt wanneer de ingangsbron zijn luidste volume produceert. Als OVER verschijnt, verlaagt u de Sns instellingen. • Heeft u de INPUT LEVEL draaiknop bijgesteld? (p.39). • Heeft u het volume van de aangesloten apparatuur bijgesteld? • Wanneer de microfoon, die op plug-in
stroom werkt, op de LINE IN/MIC jack is aangesloten, wordt de microfoon dan van stroom voorzien? (p.109).
Een specifieke track is niet hoorbaar • Is de trackniveau parameter verlaagd? (p.33). • Is de V-track instelling voor een andere Vtrack? (p.40).
De ingangsbron is niet hoorbaar
Kan niet opnemen • • • •
Is een song beveiligd? Is een geheugenkaart geplaatst? Is een geheugenkaart op slot? Heeft de geheugenkaart onvoldoende resterende capaciteit? • Is de kaart verkeerd geplaatst? U kunt in de winkel verkrijgbare SD geheugenkaarten voor de MICRO BR gebruiken. Zie ‘Over de geheugenkaarten’ (bijgeleverd). • Is de modus (Normal modus, Bounce modus of Mastering modus) correct geselecteerd? • Is de Phrase Trainer functie aangezet?
• Is de ingangsgevoeligheid correct ingesteld? Als de ingangsgevoeligheid te hoog is, zal het opgenomen geluid vervormd zijn. Indien het te laag is, zal het ingangsgeluid erg veel ruis bevatten. Stel de Sns parameter bij, zodat de niveau meter zoveel mogelijk beweegt, zonder dat de OVER indicatie oplicht. • Is het data type of de MP3 bit rate te laag? Kies dit als er niet veel ruimte op de geheugenkaart is. Het geluid bevat echter geen ruis of vervorming. • Zijn de uitgangsniveaus van de tracks correct? Als u na het bouncen van tracks ruis of vervorming hoort, was het uitgangsniveau van de tracks te hoog ingesteld. • Is een microfoon met een hoge uitgangs impedantie rechtstreeks op de MICRO BR aangesloten? De MICRO BR is ontworpen met een brede marge aan vrije ruimte. Als de invoer bron parameter op EXT staat, kan het opnameniveau, afhankelijk van de respons van sommige microfoons, te laag zijn, aangezien de LINE IN/MIC jack een lage impedantie ingang is. In dit soort gevallen sluit u de microfoon via een mic voorversterker op de LINE IN/MIC jack van de MICRO BR aan, voordat u gaat opnemen.
Problemen met de geheugenkaart ‘Unsupported Card!’ wordt weergegeven • Is de geheugenkaart volledig en stevig ingestoken? • Heeft u een compatibele (SD geheugenkaart) geheugenkaart in de MICRO BR gestoken? U kunt in de winkel verkrijgbare SD geheugenkaarten voor de MICRO BR gebruiken. Zie ‘Over geheugenkaarten’ (bijgeleverd).
117
Sectie 8
• Heeft u de Sns parameters (GTR, MIC, LIN of EXT) bijgesteld? (p.39). Voor het beste resultaat, stelt u de gevoeligheid zo hoog mogelijk in, zonder dat de OVER indicatie in het scherm verschijnt wanneer de ingangsbron zijn luidste volume produceert. Als OVER verschijnt, verlaagt u de Sns instellingen. • Heeft u de INPUT LEVEL draaiknop bijgesteld? (p.39). • Is de invoer bron parameter uitgeschakeld? (de invoer status indicatie wordt in kleine letters weergegeven). • Wanneer de microfoon, die op plug-in stroom werkt, op de LINE IN/MIC jack is aangesloten, wordt de microfoon dan van stroom voorzien?
Het opgenomen geluid bevat ruis of vervorming
Data van de geheugenkaart beschadigd Wanneer de data van de geheugenkaart beschadigd is geraakt, zijn de volgende oorzaken mogelijk. Initialiseer de kaart opnieuw (p.110). • Is de stroom uitgezet, terwijl de recorder in werking was? • Heeft de geheugenkaart een harde fysieke klap gehad? • Heeft u de stroom uitgezet, terwijl de MICRO BR via USB was verbonden? • Heeft u de USB kabel losgekoppeld, terwijl de MICRO BR via USB was aangesloten? • Kan de stroom zijn uitgeschakeld, terwijl er toegang tot de geheugenkaart werd gezocht? • Heeft de MICRO BR aan sterke fysieke schokken blootgestaan, terwijl u de batterijen gebruikte? De stroom kan uit zijn, omdat de contactpunten van de batterijen geen contact meer maken nadat de MICRO BR aan harde schokken onderhevig is geweest. • Is de kaart op een PC of digitale camera geïnitialiseerd?
Problemen met USB Idling scherm wordt niet weergegeven of icoon wordt niet op de PC weergegeven • Is de USB kabel op correcte wijze aangesloten? • Staat uw computer aan? • Is het besturingssysteem van uw computer compatibel met de MICRO BR? - Windows: Windows Me/2000/XP - Macintosh: Mac OS 9.1 x / 9.2 x of OS X
• Is de geheugenkaart volledig en stevig ingestoken? • Heeft u een compatibele (SD geheugenkaart) geheugenkaart in de MICRO BR gestoken? U kunt in de winkel verkrijgbare SD geheugenkaarten voor de MICRO BR gebruiken. Zie ‘Over de geheugenkaarten’ (bijgeleverd).
118
Error Message
Storingsmeldingen Als u een onjuiste operatie probeert uit te voeren of wanneer een operatie niet uitgevoerd kon worden, zal een storingsmelding in het scherm worden weergegeven. Raadpleeg deze lijst en los het probleem op de beschreven wijze op.
Cannot Edit! This is a Preset Oorzaak:
Oplossing:
Preset ritme arrangement is geselecteerd. U kunt deze data niet bewerken. Kopieer naar het song ritmearrangement, en bewerk dat.
Cannot Erase!
Oplossing:
Er kunnen geen stappen meer gewist worden. Als er slechts 1 stap overblijft, kunnen er geen stappen meer gewist worden.
Cannot Insert! Oorzaak: Oplossing:
Er kunnen niet meer stappen worden ingevoegd. U kunt segmenten van maximaal 50 stappen invoegen.
Card Locked! Oorzaak: Oplossing:
Card Read Error! Oorzaak:
Data van de geheugenkaart kan niet correct geladen worden. Oplossing 1: Zet de MICRO BR uit, steek de geheugenkaart op juiste wijze in, en zet dan de MICRO BR weer aan. Oplossing 2: initialiseer de kaart (p.110). * Indien hetzelfde bericht verschijnt nadat u bovenstaande stappen heeft uitgevoerd, is het mogelijk dat de geheugenkaart een storing vertoont.
Card Write Error! Oorzaak:
Cannot Undo! Oorzaak:
Oplossing:
U heeft de Undo functie geprobeerd in te schakelen, hoewel er geen eerdere bewerkingsoperaties bekend zijn. De Undo functie kan niet gebruikt worden.
Cannot Program! Rhythm Off. Oorzaak: Oplossing:
Het ritme is uitgeschakeld, dus u kunt het niet programmeren. Druk op [RHYTHM] om de Arrange modus of Pattern modus te selecteren.
Oplossing:
Een storing is opgetreden, terwijl data op de geheugenkaart werd opgeslagen. de geheugenkaart moet geïnitialiseerd worden (p.110). De songdata die u probeerde op te slaan, zal verloren gaan.
Data Too Short! Oorzaal:
Oplossing:
U heeft geprobeerd een MP3/ WAV bestand dat korter dan 1 seconde is te importeren. Zorg dat het MP3/WAV bestand dat u wilt laden, langer is dan 1 seconde.
Drive Busy!
Card Full! Oorzaak:
U probeert data op te slaan op een geheugenkaart die beveiligd is. Zet de MICRO BR uit, verwijder de geheugenkaart, zet dan de Lock schakelaar op OFF (p.21).
Door te weinig geheugen capaciteit is het niet mogelijk om op te nemen of te kopiëren.
Oorzaak:
Als dit bericht verschijnt nadat u de geheugenkaart op de MICRO BR heeft gebruikt, is de data op de kaart gefragmenteerd geraakt,
119
Sectie 8
Oorzaak:
Oplossing 1: Voer de Song Optimize operatie uit (p.59). Oplossing 2: Maak een kopie van data die u nodig heeft en sla deze op uw computer op (p.110) (p.103), en verwijder onnodige data.
waardoor vertragingen in het lezen en schrijven van data ontstaat. Het kan ook zijn dat u de geheugenkaart met een langzame verwerkingssnelheid gebruikt. * In gevallen van ongunstige disk toegang situaties, zoals tijdens trackbewerking, punch in/out opname enz., wordt gebruikt om muzikale frases (muziekdata) van meerdere seconden te verbinden.
Oplossing1:
reduceer het aantal tracks dat gelijktijdig wordt afgespeeld. Gebruik track bouncing enz. om tracks te combineren of wis data van tracks die u niet hoeft af te spelen, en probeer dan opnieuw af te spelen. Oplossing 2: reduceer het aantal tracks dat gelijktijdig wordt opgenomen. Oplossing 3: reduceer het Data Type (STD (LV1) of LONG (LV2), en probeer de song dan opnieuw te creëren.
No Card! Oorzaak:
Oorzaak:
Oplossing:
No Data! Oorzaak: Oplossing:
Oplossing:
De MICRO BR heeft alle events die in één song passen al opgebruikt. Voer de Song Optimize operatie uit (p.59).
Oorzaak:
Oplossing:
Wat is een event?
Zelfs als er nog capaciteit op de geheugenkaart over is, zal verder opnemen of trackbewerking niet mogelijk zijn als alle events opgebruikt zijn. In dit soort gevallen zal het bericht ‘Event Full’ verschijnen.
120
Het bestand dat u met MP3/WAV probeert te importeren, werd niet aangetroffen. Zorg dat het bestand dat u wilt importeren gereed is in de MP3 map.
No Song! Oorzaak:
De kleinste geheugeneenheid die door de MICRO BR wordt gebruikt om resultaten op een geheugenkaart op te slaan, is het event. Een nieuw gecreëerde song voorziet in ongeveer 2.000 events per song. Voor iedere track worden twee events per opnamegang gebruikt. Operaties als punch in/out of track copy verbruiken ook events. Het aantal events dat gebruikt wordt zal op een ingewikkelde manier fluctueren.
De track data die u probeert te exporteren, werd niet gevonden. selecteer de track waar de track data aanwezig is.
No File!
Event Full! Oorzaak:
U heft de recorder geprobeerd te bedienen of toegang tot het geheugen gezocht, terwijl de geheugenkaart (SD geheugenkaart) niet is geplaatst of niet juist is geplaatst. de geheugenkaart is verwijderd na data selectie op de geheugenkaart. Zet de MICRO BR uit, plaats de geheugenkaart op juiste wijze, en zet dan de MICRO BR weer aan.
Oplossing: Oorzaak:
Oplossing:
Er zijn geen songs op de geheugenkaart. Creëer een nieuwe song (p.38). Onjuiste data in de song map of de benodigde data is niet aanwezig. Herstel de data die op de computer is opgeslagen door deze naar de MICRO BR terug te sturen. In dit geval herstelt u elke ‘ROLAND’ map op de MICRO BR (p.100) (p.103).
Power Down! Oorzaak:
Oplossing:
Het interne stroombron voltage is lager dan het gegarandeerde werkingsbereik. In het geval van gebruik van een PSA adapter: De kabel kan gebroken zijn of de adapter zelf kan een storing vertonen.
Neem contact op met Roland Service of erkende Roland handelaars. In het geval van gebruik van batterijen: Vervang de batterijen door nieuwe (p.20).
Oorzaak 2:
U heeft geprobeerd een niet compatibel MP3 of WAV bestand in de MICRO BR te laden. Oplossing 2: Controleer het formaat van de MP3 of WAV.
Protected! Oorzaak: Oplossing:
U probeert data op te slaan in een song die beveilig is. Om data in de song op te slaan, zet u Protect op OFF (p.60).
Stop Recorder! Oorzaak:
Sectie 8
Oplossing:
De gewenste operatie kan niet worden uitgevoerd, terwijl de recorder in werking is (afspeelt of opneemt). Druk op [STOP] om het afspelen of opnemen te stoppen.
Too Many Songs! Oorzaak: Oplossing:
U probeert meer dan 100 songs te creëren. Wis onnodige songs (p.58).
Unformatted! Oorzaak:
De MICRO BR kan de geplaatste geheugenkaart niet herkennen of het formaat niet gebruiken. Oplossing 1: Zet de MICRO BR uit, steek de geheugenkaart op juiste wijze in, en zet de MICRO BR weer aan. Oplossing 2: Initialiseer de kaart (p.110).
Unsupported Card! Oorzaak:
Oplossing:
De geheugenkaart (SD geheugenkaart) is niet compatibel met de MICRO BR. Gebruik een geheugenkaart die compatibel is met de MICRO BR.
Unsupported format! Oorzaak 1:
De MICRO BR kan de geplaatste geheugenkaart niet herkennen of het formaat niet gebruiken. Oplossing 1: Plaats een geheugenkaart die geïnitialiseerd is voor gebruik op de MICRO BR.
121
Specifications
Specificaties MICRO BR: Digitale recorder ● Tracks Track: 4 V-track: 32 (8 V-tracks voor elke track). * Maximaal twee tracks kunnen gelijktijdig worden opgenomen, en maximaal 4 tracks kunnen gelijktijdig worden afgespeeld.
● Bruikbare capaciteit SD geheugenkaart: 32 M-1 G bytes
● Data type HiFi (MT2) STANDARD (LV1) LONG (LV2)
● Geluidsdata type (MP3 modus) MP3 (192 kbps, 44.1 kHz) MP3 (128 kbps, 44.1 kHz) MP3 (64 kbps, 44.1 kHz) WAV (44.1 kHz, 16 bit) * De MICRO BR kan MP3 binnen een bit rate bereik van 64 kbps-320 kbps afspelen.
● Signaalverwerking AD conversie: 24 bit+AF methode (GUITASR IN, ingebouwde mic) 24 bit (LINE IN/MIC) DA conversie: 24 bit * AF methode (Adaptive Focus methode) Adaptive Focus is een unieke Roland/BOSS technologie, waarmee de signaalruis (S.N) ratio’s van AD en DA converters sterk verbetert.
● Sample snelheid 44.1 kHz
● Frequentie respons 20 Hz tot 20 kHz
122
● Opname tijd (conversie in één track) Geheugenkaart capaciteit
Data type HiFi (MT2)
STD (LV1)
LONG (LV2)
32 MB
15 min.
18 min.
23 min.
64 MB
31 min.
38 min.
47 min.
128 MB
64 min.
76 min.
96 min.
256 MB
128 min.
154 min.
192 min.
512 MB
257 min.
309 min.
386 min.
1 GB
502 min.
604 min.
755 min.
* De hierboven genoemde opnametijden zijn bij benadering. Tijden kunnen iets korter zijn, afhankelijk van het aantal songs dat is gecreëerd. * Het hierboven genoemde aantal is het totaal van alle tracks die worden gebruikt. Als elk van de vier tracks en gelijke hoeveelheid data bevat, zal de lengte van de resulterende song ongeveer 1/4 van het bovengenoemde zijn. * De geheugencapaciteit (opname tijd) neemt af als het MP3 bestand enz. in het geheugen is opgeslagen.
● Opname tijd (conversie in MP3 modus, stereo) GeheuMP3 genkaart 64 kbps capaciteit
128 kbps 192 kbps
WAV
32 MB
65 min
32 min
21 min
2 min
64 MB
131 min
65 min
43 min
5 min
128 MB
265 min
132 min
88 min
12 min
256 MB
531 min
265 min
177 min
24 min
512 MB
1065 min 532 min
355 min
48 min
1 GB
2081 min 1040 min
693 min
94 min
* De hierboven genoemde opnametijden zijn bij benadering. Tijden kunnen iets korter zijn, afhankelijk van het aantal MP3/WAV bestanden die gecreëerd zijn. *
De geheugencapaciteit (opname tijd) neemt af als de track data (Song) in het geheugen is opgeslagen.
● Nominale invoer GUITAR IN jack: -20 dBu LINE IN/MIC jack: -10 dBu (LINE) LINE IN/MIC jack: -40 dBu (EXT MIC)
● Ingangs impedantie GUITAR IN jack: 1 MΩ LINE IN/MIC jack: LINE: 16 kΩ EXT MIC, Plug-in Power=OFF: 18 kΩ EXT MIC, Plug-in Power=ON: 2.2 kΩ
● Nominaal uitgangsniveau PHONES/LINE OUT jack: -10 dBu
● Nominale uitgangs impedantie PHONES/LINE OUT jack: 33Ω
PHONES/LINE OUT jack: 16-100Ω (PHONES) 1Ω of groter (LINE OUT)
● Interface USB Connector (mini B type)
● Beeldscherm 16 tekens x 2 lijnen, 22 iconen (Wit backlit LCD)
● Aansluitingen
9 V/140 mA (Als u de PSA serie gebruikt) 3 V/320 mA (als u de droge batterijen gebruikt) * Kan variëren afhankelijk van gebruiksgedrag, gebruikte batterijen en het type SD geheugenkaart dat wordt gebruikt. • Verwacht levensduur van batterij bij doorlopend gebruik:
Alkaline dry cell batterijen ongeveer 6 uur (met stroombesparing functie)
● Afmetingen 136.0 (L) x 81.5 (D) x 7/8 (H) mm
● Gewicht 130 gram
● Accessoires Draagtasje AA alkaline dry cell batterijen (2) Demo kaart (128 MB SD geheugenkaart: reeds geplaatst vanuit de fabriek) Gebruikershandleiding Folders (Over geheugenkaarten, Informatie/ Effect Patch lijst)
● Opties Adapter: PSA serie.
GUITAR IN jack (1/4 inch phone jack) LINE IN/MIC jack (stereo miniatuur phone type) PHONES/LINE OUT jack (Stereo _ inch phone type, ondersteunt Plug-in Power) USB aansluiting (mini B type)
● Stroomvoorziening Maat AA Dry batterij x 2 (alkaline batterijen aanbevolen) DC 9 V: adapter (PSA serie: apart verkrijgbaar).
fig.MEMO
962a • In het kader van productverbetering kan het uiterlijk en/of de specificaties van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen. * 0 dBu = 0.775 Vrms
123
Sectie 8
● Aanbevolen laad impedantie
● Stroomverbruik
124
EFFECTS
PAN REV Send
PAN REV Send
REV Send
TRACK 2
Song Name
PAN
TRACK 1
Track Sheet
Project
TRACK 3
Artist
REV Send
PAN
COMMENTS
TRACK 4
Client
RHYTHM
REV Send
PATTERN Tempo:
ARRANGE Tempo:
Date
Track Sheet
MEMO
Sectie 8
125
126
Index Numeriek 4-Bands equalizer..................................................... 66, 68
A
B Banken ............................................................................. 61 Bass .................................................................................. 70 Batterij.............................................................................. 20 Batterij deksel ................................................................. 19 Batterij indicatie ............................................................. 16 Beeldscherm.......................................................... 105, 123 Beveiliging ...................................................................... 60 Bewerkingsregio ............................................................ 54 BG LEAD......................................................................... 70 BLUES.............................................................................. 70 Bounce ....................................................................... 11, 50 Bounce Modus................................................................ 50 Bright (helder) ................................................................ 70 Bruikbare capaciteit ..................................................... 122
C Cannot Edit! This is a preset....................................... 119 Cannot Erase!................................................................ 119 Cannot Insert! ............................................................... 119 Cannot Program! Rhythm Off ................................... 119 Cannot Undo! ............................................................... 119 Card Full! ...................................................................... 119 Card Locked! ................................................................ 119 Card Red Error! ............................................................ 119
CURSOR [
][
] ...................................................13
D Data Too Short! .............................................................119 Data Type ......................................................................122 Data types........................................................................38 Data verplaatsen.............................................................55 DC IN ...............................................................................18 Delay .......................................................................... 66-67 Delay tijd....................................................................67, 69 Demo song.......................................................................26 Diepte .............................................................. 67-68, 70-71 Dir Level ..........................................................................71 Dly tijd .............................................................................79 Drive Busy!....................................................................119 Driver ...............................................................................96 Drumkit ...........................................................................82
E Effect niveau....................................................................67 Effect patches ..................................................................61 EFFECTS ....................................................................13, 15 Effecten ............................................................................61 Enhancer ....................................................................66, 68 Equalizer..........................................................................68 Event...............................................................................120 Event Full! .....................................................................120 EXIT/NO 13 Export.............................................................................107
F Fast-Forward...................................................................14 Fast forward (Vooruitspoelen) ...............................27, 34 Feedback ..........................................................................67 Flanger .......................................................................66, 68 Frame................................................................................27 Frequentie........................................................................68
127
Sectie 8
Aanbevolen laad impedantie ..................................... 123 Aansluiten....................................................................... 96 Aansluitingen ............................................................... 123 Aantal kopieën ............................................................... 54 A.PUNCH ....................................................................... 16 AB..................................................................................... 16 AB knop........................................................................... 14 Accessoires.................................................................... 123 Afmetingen ................................................................... 123 Afspelen, een arrangement........................................... 87 Afspelen .................................................................... 33, 43 Algoritme lijst........................................................... 66, 78 Arrangement .................................................................. 81 Arrangement parameter ............................................. 115 Attack................................................................... 67, 69, 79 Audio Data Type.......................................................... 122 Auteursrecht ................................................................... 89 Auto Power Off ............................................................ 111 Auto punch in/out ........................................................ 46
Card Write Error...........................................................119 Center Cancel............................................................36, 93 Chorus........................................................................ 66-67 CLEAN.............................................................................70 Compressor ......................................................... 66-67, 78 Contrast..........................................................................105 Converteren...................................................................107 Converteren geluidsbestanden ..................................108 Converteren track data ................................................107 COSM ...............................................................................10 COSM GTR AMP ...........................................................66 CRUNCH.........................................................................70
Frequentie respons ...................................................... 122
G Gain............................................................................ 69, 79 Geheugenkaart ............................................................... 20 Geluidsformaten ............................................................ 88 Gewicht ......................................................................... 123 GUITAR IN jack ............................................................. 18
H HALL ............................................................................... 73 Handleiding.............................................................. 68, 70 Handmatige punch in/out ........................................... 45 Herstellen .............................................................. 100, 103 Hi Attack ......................................................................... 79 Hi Gain ............................................................................ 68 Hi Level ..................................................................... 69, 79 Hi Ratio ........................................................................... 79 Hi Release........................................................................ 79 Hi Thres........................................................................... 78 High-Mid Freq................................................................ 68 High-Mid Gain ............................................................... 68 High-Mid Q .................................................................... 68 HOLD schakelaar........................................................... 19 Huidige positie............................................................... 27
Links/rechts positie .......................................................44 Level Meter......................................................................15 Limiter........................................................................69, 79 LINE IN/MIC jack .........................................................18 Lo Attack .........................................................................78 Lo Level .....................................................................69, 79 Lo Ratio............................................................................78 Lo Release........................................................................78 Lo Thres ...........................................................................78 Lock ..................................................................................21 Lo-Mid Q .........................................................................68 Loop recording ...............................................................47 Low Gain .........................................................................68 Low Mix Level ................................................................68 Low-Mid Freq .................................................................68 Low-Mid Gain.................................................................68
M
Kopiëren ............................................................ 87, 99, 102 Kopiëren, een song ........................................................ 58 Kopiëren, data ................................................................ 53
Maat..................................................................................15 Macintosh ................................................................96, 102 Master ..............................................................................70 Mastering...................................................................11, 74 Mastering modus............................................................42 Mastering Tool Kit .........................................................76 MATCH ...........................................................................70 METAL.............................................................................70 METAL D ........................................................................70 MIC.............................................................................14, 66 Mic Level .........................................................................71 Mic Set..............................................................................71 Mid Attack.......................................................................78 Mid Level...................................................................69, 79 Mid Ratio .........................................................................78 Mid Release .....................................................................78 Mid Thres ........................................................................78 Midden.............................................................................70 Mix Level .........................................................................68 Mixer ..........................................................................69, 79 Mixer parameter ...........................................................114 MODE ..............................................................................13 Modulatie ........................................................................66 Modus ..............................................................................71 MP3.............................................................................34, 88 MP3 map..........................................................................97 MP3 modus .....................................................................90 MP3 scherm.....................................................................17 MP3/TRAINER ..............................................................13 MP3/WAV bestandsinformatie ...................................95 MS.....................................................................................70 Muziek distributie websites..........................................88
L
N
L / R................................................................................. 15
Naam geven ....................................................................86
I Import ............................................................................ 108 IN...................................................................................... 15 Ingebouwde microfoon................................................. 14 Initialiseren Alle instellingen ................................................... 110 Geheugenkaart ..................................................... 110 Initialiseren ................................................................... 110 INPUT ............................................................................. 14 Input........................................................................... 69, 79 Invoer............................................................................... 29 Ingangs impedantie ..................................................... 123 INPUT LEVEL .......................................................... 19, 39 Insertie effecten .............................................................. 30 Insertie effecten .............................................................. 61 Invoegen.......................................................................... 85 Interface......................................................................... 123
J JC-120............................................................................... 70
K
128
Naam geven, een song .................................................. 59 Nieuwe song............................................................. 28, 38 Niveau ............................................................ 67-69, 73, 79 Niveaumeter ................................................................... 17 No Card!........................................................................ 120 No Data! ........................................................................ 120 No File! .......................................................................... 120 No Song!........................................................................ 120 Nominaal ingangsniveau (variabel).......................... 123 Nominaal uitgangsniveau .......................................... 123 Normal modus ............................................................... 42
O
P Pan.................................................................................... 44 PAN-SQR ........................................................................ 71 PAN-TRI.......................................................................... 71 Parameter lijst................................................... 67, 78, 114 Patroon ............................................................................ 80 Phaser ........................................................................ 66, 69 PHONES/LINE OUT.................................................... 18 Phrase Trainer .......................................................... 35, 92 Ping-pong Opname ....................................................... 50 Play .................................................................................. 13 Play scherm..................................................................... 17 Plug-in powered microfoon ....................................... 109 POWER............................................................................ 13 PowerDown!................................................................. 120 Power Save.................................................................... 111 Preamp ...................................................................... 66, 70 Presence........................................................................... 70 Preset Arrangement..................................................... 112 Preset Arrangement lijst ............................................. 112 Preset patches ................................................................. 62 Preset patroon lijst ....................................................... 113 Protected! ...................................................................... 120 Punch in/out .................................................................. 45
R Rate (snelheid)................................................67-68, 70-71 Recorder parameter ..................................................... 114 Recording Time ...................................................... 12, 122 Redo ................................................................................. 49
S Sample snelheid............................................................122 Save (opslaan) .................................................................60 Selecteren, de track.........................................................41 Sens...................................................................................68 Signaalverwerking .......................................................122 SLDN................................................................................70 Sns parameter .................................................................39 Song Copy .......................................................................58 Song Erase .......................................................................58 Song informatie ..............................................................52 Song naam .......................................................................59 Song New ........................................................................28 Song Optimize ................................................................59 Song parameter.............................................................115 Song patches....................................................................62 Song Protect ....................................................................60 Song Save.........................................................................60 Speaker Simulator ....................................................66, 71 Split Freq H .....................................................................69 Split Freq L ......................................................................69 SplitH ...............................................................................79 Stappen ............................................................................83 Stem apparaat ...............................................................105 Stemmen ................................................................ 105-106 Stereo Link.......................................................................41 Stop...................................................................................13 Stop Recorder!...............................................................120 Stroom uit ........................................................................24 Stroom aan.......................................................................24 Stroomverbruik.............................................................123 Stroomvoorziening.......................................................123 Subframe..........................................................................27 Sustain..............................................................................67 Systeem parameter.......................................................115
129
Sectie 8
Onderhoud................................................................ 14, 33 Opnemen................................................. 14, 32, 38, 42, 94 Opname tijd .............................................................. 38, 94 Opnameniveau aanpassen............................................ 39 Optimize.......................................................................... 59 Opties............................................................................. 123 OS ..................................................................................... 96 Over de licentie overeenkomst .................................... 89 Overdragen (bestanden) ...................................... 99, 102
Referentie toonhoogte..................................................106 Release .......................................................................69, 79 Resterende opnametijd..................................................52 Repeat...................................................................16, 43, 91 Reservekopie maken ............................................100, 103 Reservekopie van data...................................................98 Resonantie .................................................................68, 70 Reverb ..............................................................................72 Reverb parameters .........................................................73 Rewind (terugspoelen) ......................................13, 27, 34 RHYTHM 13, 15 ritme ..........................................................................31, 80 Ritme parameter ...........................................................115 ROLAND map ................................................................97 ROOM ..............................................................................73 Ruisonderdrukker ....................................................66, 69
T Tempo.............................................................................. 15 Tempo........................................................................ 31, 82 Thres .......................................................................... 69, 79 Threshold (drempel)...................................................... 69 Tijd ............................................................................. 15, 73 Time Stretch .............................................................. 35, 92 Tone (klank).................................................................... 73 Too Many Songs!.......................................................... 121 Track Copy...................................................................... 53 Track Edit ........................................................................ 53 Track Erase...................................................................... 56 Track Exchange .............................................................. 57 Track Export ................................................................. 107 Track Import ................................................................. 108 Track Move ..................................................................... 55 Tracks............................................................................. 122 Treble ............................................................................... 70 Tremolo/Pan ............................................................ 66, 71 TRM-SQR ........................................................................ 71 TRM-TRI.......................................................................... 71 TUNER ............................................................................ 13 Type ................................................................ 67, 70-71, 73
U Uitwisselen, data............................................................ 57 Uitvoer....................................................................... 69, 70 Uitgang impedantie..................................................... 123 Undo ................................................................................ 49 Unformatted! ................................................................ 121 Unsupported Card!...................................................... 121 Unsupported Format!.................................................. 121 USB................................................................................... 96 USB aansluiting.............................................................. 18 User (gebruikers) patches ............................................. 62 UTILITY .......................................................................... 13
V VALUE ............................................................................ 14 Veiligheidsslot................................................................ 19 Vensters ..................................................................... 96, 99 Verbinding verbreken ......................................... 101, 104 VO DRV........................................................................... 70 VOCAL MULTI 66 VOLUME 18 Volume ............................................................................ 70 Volume van een track aanpassen ................................ 33 V-track ............................................................................. 11 V-tracks............................................................................ 40
W Wissen................................................................... 86-87, 95
130
Wissen, een song ............................................................58 Wissen, data ....................................................................56 Write...........................................................................63, 77
Voor EU-Landen Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: — Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment. This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
204
*
207
* *
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Apple, Macintosh, iTunes en iTunes Music Store zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. SonicStage, CONNECT en ATRAC3 zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Sony Corporation.
207
*
Het SD logo (
) is een handelsmerk van SD Card Association.
Dit product dient te worden weggegooid via de lokale vuilverwerking. Niet weggooien in een normale vuilnisbak.