Gebruikershandleiding Ultivest
1 / 55
Inhoudsopgave Inleiding......................................................................................................................................................... 3 Algemene bediening van het systeem ................................................................................................ 7 Inschakelen/uitschakelen ................................................................................................................... 7 Partities inschakelen/uitschakelen ............................................................................................. 8 Wat te doen bij een alarm ............................................................................................................... 10 Programmering ........................................................................................................................................ 11 Centrale ................................................................................................................................................ 14 Partitie ............................................................................................................................................. 14 Gebruiker ........................................................................................................................................ 17 Verbergen....................................................................................................................................... 23 Zones ......................................................................................................................................... 23 Sabotage ................................................................................................................................... 26 Overzicht......................................................................................................................................... 27 System Information ................................................................................................................ 27 Logboek ..................................................................................................................................... 29 Service-informatie .................................................................................................................. 31 Test .................................................................................................................................................. 32 Functietest ................................................................................................................................ 33 Afstandsbediening .................................................................................................................. 34 Proximity.................................................................................................................................... 34 Noodoproepzender ................................................................................................................ 35 Sirenes ....................................................................................................................................... 35 Volg mij ...................................................................................................................................... 35 Uitgangen .................................................................................................................................. 36 Centrale ..................................................................................................................................... 36 GSM............................................................................................................................................ 36 Systeeminstellingen .................................................................................................................... 37 Tijden.......................................................................................................................................... 38 Inschakelrooster...................................................................................................................... 39 Automatisering ........................................................................................................................ 40 Acitiveringsmonitor ................................................................................................................. 42 Vakantie..................................................................................................................................... 42 Installateurstoegang .............................................................................................................. 44 Tonen ......................................................................................................................................... 45 Volg mij ...................................................................................................................................... 45 Bedieningspaneel ................................................................................................................................... 47 Afstandsbedieningen ............................................................................................................................. 49 Draadloze afstandsbedieningen ................................................................................................... 49 Control Key.......................................................................................................................................... 50 Instellingen ..................................................................................................................................... 51 Logboek .......................................................................................................................................... 53 Toegang op afstand .................................................................................................................... 54
2 / 55
Inleiding Voorwoord Geachte klant, wij bedanken u voor de aankoop van het draadloze alarmsysteem ULTIVEST. Dit apparaat is met de allernieuwste techniek gebouwd. Het voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De conformiteit is aangetoond en de overeenkomstige verklaringen en documenten zijn bij de fabrikant (www.abus-sc.com) gedeponeerd. Om een gebruik zonder gevaren te garanderen, moet u als gebruiker deze gebruikershandleiding in acht nemen! Als u vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met uw speciaalzaak. Er is alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat de inhoud van deze handleiding juist is. Toch kunnen de auteur noch ABUS Security-Center BV aansprakelijk worden gesteld voor verlies of schade die direct of indirect door deze handleiding veroorzaakt is of die men aan deze handleiding meent te kunnen toeschrijven. De inhoud van deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
3 / 55
Inleiding Deze draadloze alarmcentrale dient in combinatie met de melders en signaalgevers voor de beveiliging van uw eigendom. U kunt daarmee uw firma, huis, garage, tuinhuisje, weekendhuisje, etc. beveiligen. De installatie meldt het ongeoorloofd binnendringen door het schakelen van uitgangen waarop u optische en akoestische of stille alarmmelders kunt aansluiten. Het contact van de installatie inclusief aangesloten componenten met vocht, bv. in badkamers e.d. moet beslist worden vermeden. Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan tot beschadiging van deze producten leiden. Bovendien gaat dit gepaard met gevaren, zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schok, etc. De voeding is voor gebruik op het stroomnet met 230 Volt/50 Hz wisselspanning uitgevoerd. Het gehele product mag niet veranderd of omgebouwd worden. De aansluiting op het openbare stroomnet valt onder de voor het land specifieke bepalingen. Stelt u zich hierover a.u.b. van tevoren op de hoogte.
4 / 55
WAARSCHUWING! Neem a.u.b. de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, zodat uw apparaat altijd goed functioneert:
De centrale wordt via de reeds ingebouwde voeding van elektriciteit voorzien. De netvoeding wordt via een apart beveiligde leiding met het 230 V AC huisnet verbonden. De aansluitwerkzaamheden aan het huisnet vallen onder de nationale bepalingen. De noodstroomvoorziening wordt door een interne accu gegarandeerd. Vervang zekeringen altijd door zekeringen van hetzelfde type, in geen geval hoger.
LET OP! Ter voorkoming van branden en verwondingen neemt u a.u.b. de volgende opmerkingen in acht:
Bevestig het apparaat zeker op een droge plaats in het huis. Zorg voor voldoende ventilatie van de installatie. Stel de centrale niet aan temperaturen van onder 0 °C of boven 50 °C bloot. De centrale is uitsluitend voor het gebruik binnenshuis bedoeld. De maximale luchtvochtigheid mag niet meer dan 90% (niet-condenserend) bedragen. Zorg ervoor dat van buiten geen metalen voorwerpen in de installatie gestoken kunnen worden. Voer alle werkzaamheden aan de installatie in spanningsloze toestand uit.
Belangrijke info Algemeen over de inbraakalarminstallatie Door ondeskundige of slordige installatiewerkzaamheden kunnen signalen verkeerd geïnterpreteerd worden en kan er daardoor 5 / 55
ongewenst alarm worden gegeven. De kosten voor het eventueel uitrukken van bijvoorbeeld: brandweer of politie, moet de exploitant van de installatie betalen. Lees daarom deze handleiding aandachtig door en let tijdens de installatie van het systeem op de precieze benaming van de gebruikte leidingen en componenten.
De veiligheidsaanwijzingen in deze gebruikershandleiding zijn gekenmerkt met een gevarensymbool. Het bijbehorende signaalwoord geeft de mate van gevaar aan. Neem de beschreven maatregelen ter voorkoming van gevaren in acht!
VEILIGHEIDSAANWIJZING VAN HET HOOGSTE NIVEAU Het signaalwoord “Waarschuwing” wijst op gevaren die kunnen leiden tot letsel en de dood.
LEVENSGEVAAR DOOR ELEKTRISCHE STROOM Dit symbool wijst op gevaar door een elektrische schok.
VEILIGHEIDSAANWIJZING VAN HET TWEEDE NIVEAU Het signaalwoord “Voorzichtig” wijst op gevaren die kunnen leiden tot materiële schade.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Aanwijzingen voor de gebruiker maken optimaal, rendabel, veilig en milieuvriendelijk gebruik en en overeenkomstige handhaving van de techniek mogelijk.
6 / 55
Algemene bediening van het systeem Overzicht van de installatie en het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van de centrale is bewust zeer eenvoudig gehouden om snelle en foutvrije navigatie en bediening mogelijk te maken. Momenteel niet gebruikte toetsen worden verborgen. Toetsen voor interne en externe inschakeling zijn rood, de toets voor uitschakeling is groen. Daarmee is een intuïtieve bediening gegarandeerd. Binnen het menu wordt zeer eenvoudig genavigeerd met de toetsen Omlaag en Ok eveneens met
. Het desbetreffende menu is toegankelijk met
, Omhoog
. Een bevestiging of selectie wordt
uitgevoerd.
Inschakelen/uitschakelen Inschakelen van de draadloze alarminstallatie De weergave van de Ultivest is in uitgeschakelde toestand eveneens gedeactiveerd. Raak de zilveren lijst met het ABUS teken aan om de centrale in te schakelen. Op de Ultivest worden vervolgens de vingerprintlezer en de Proximity-lezer ingeschakeld.
Van uw installateur heeft u een Proximity Key ontvangen. Houdt deze voor de lezer
om u bij
Ultivest te autoriseren. Als u al een vinger heeft ingelezen, kunt u in plaats hiervan ook deze over de ingeschakelde lezer trekken om u te authenticeren. Zodra u zich bij het systeem heeft aangemeld en geautoriseerd bent, worden het display en de toetsen ingeschakeld.
7 / 55
Om het systeem in te schakelen, drukt u na de aanmelding op de toets
voor een complete
inschakeling of voor een gedeeltelijke inschakeling. Het systeem bevestigt de desbetreffende inschakeling door een melding alsmede een bevestigingstoon.
Tijdens de vertragingstijd Eventueel is voor de inschakeling een zogenaamde vertragingstijd ingesteld. Deze vertragingstijd is individueel programmeerbaar, aangepast aan uw behoeften. Tijdens de vertragingstijd wordt de resterende tijd op het display in seconden afgeteld tot nul. Bovendien wordt deze akoestisch weergegeven. De Ultivest wordt in dit geval pas na afloop van de vooringestelde tijd compleet ingeschakeld.
Mislukte inschakeling De Ultivest kan overeenkomstig de bepalingen niet worden ingeschakeld bij storingen in het systeem of als afzonderlijke melders niet gereed zijn. Melders kunnen bijvoorbeeld niet gereed zijn omdat een magneetcontact zich bij een geopend venster bevindt. In dit geval staat de Ultivest geen inschakeling toe. De Ultivest wijst u vervolgens op het display op fouten of open zones (=melders). Verhelp de oorzaken om het systeem te kunnen activeren.
Bijzonderheden bij de inschakeling van de installatie met melders die geblokkeerd worden Met de Ultivest kunt u melders tijdelijk, dus voor een inschakelingsperiode of langer, uitschakelen. Bovendien kan uw installateur melders instellen die, indien geopend, automatisch worden geblokkeerd wanneer u de Ultivest inschakeld. In dit geval wijst de Ultivest u hier akoestisch op: „Het systeem wordt met geblokkeerde melders ingeschakeld”
Uitschakelen van de draadloze alarmcentrale Om uw alarmcentrale uit te schakelen, moet u zich opnieuw in het systeem authenticeren. Vervolgens kunt u met
de Ultivest uitschakelen.
Partities inschakelen/uitschakelen Uw Ultivest kan tot drie partities onafhankelijk beheren. Het alarmsysteem is overeenkomstig uw wensen geconfigureerd en kan daarom ook over minder partities beschikken. De procedure voor het inschakelen of uitschakelen van een bepaalde partitie is onafhankelijk van het daadwerkelijk voorhanden aantal partities.
8 / 55
Na het aanmelden bij de Ultivest drukt u op de toets Druk op de toets
om te wisselen naar het menu Partities.
tot u de gewenste partitie heeft bereikt en vervolgens
partitie compleet in te schakelen of
voor een gedeeltelijke inschakeling.
9 / 55
om de
Wat te doen bij een alarm Als een alarm werd geactiveerd, wordt dit door de Ultivest op meerdere manieren gesignaleerd.
De centrale zelf activeert de interne signaalgever. De optionele interne en externe signaalgevers werden geactiveerd. De Ultivest informeert optioneel de meldkamer. U wordt via mail, sms of oproep met een melding geïnformeerd over de alarmoorzaak.
Zodra u zich bij de Ultivest heeft aangemeld, verschijnt de volgende weergave.
De Ultivest geeft de desbetreffende partitie rood weer. U kunt door drukken op het systeem onmiddellijk uitschakelen. Zodra het systeem is uitgeschakeld, verschijnen de alarmoorzaken die u met kunt bevestigen. De bevestiging is verplicht. Zonder bevestiging kan de Ultivest niet opnieuw worden ingeschakeld. Druk hiervoor opnieuw op
10 / 55
Programmering Het systeem kan via meerdere toegangen worden geprogrammeerd. ABUS Security-Center raadt aan om de instellingen uit te voeren met een webbrowser. Vanzelfsprekend kunt u algemene instellingen ook direct op de centrale alsmede op het bedieningspaneel uitvoeren. Van uw installateur heeft u een IP-adres in de vorm https://192.xxx.xxx.xxx ontvangen. Open uw browser en voer dit adres in de browser in. Open uw browser en voer het op het display van de Ultivest weergegeven IP-adres in de vorm https://xxx.xxx.xxx.xxx op de adreslijst in. De Ultivest beschikt over een eigen certificaat. Uw browser wijst u erop dat de pagina niet veilig is.
Laad de pagina desondanks. De adreslijst verschijnt rood.
U kunt het certificaat steeds oproepen door klikken op het veld “Certificaatfout”, waarna u het certificaat kunt bekijken. De pagina is veilig. Deze procedure is vereist voor het opbouwen van een veilige verbinding. De Ultivest kan uitsluitend gecodeerd met het internet of een terminal worden verbonden. Indien u een zogenaamd “Trusted” certificaat van een gevalideerde certicaatinstantie wenst, neem dan contact op met uw installateur. Wij wijzen er hier echter op dat een betrouwbare certificering met veel moeite en kosten voor de certificerende instantie gepaard gaat.
11 / 55
12 / 55
U ziet onderstaande website.
Kies uw taal door klikken op de desbetreffende vlag, indien deze niet al is ingesteld. Let op: De taal op het bedieningspaneel en de alarmcentrale kan van de hier weergegeven taal afwijken. Deze taalinstelling is niet van invloed op de taal van het display van alarmcentrale en bedieningspaneel. Voer nu in het veld “Gebruikersnaam” de naam van de hoofdgebruiker in (af fabriek Master). Voer in het veld “Wachtwoord” u wachtwoord in (af fabriek 123456) en klik op “Login”. U bevindt zich nu in het hoofdmenu van de alarmcentrale.
Het hoofdmenu is onderverdeeld in vier hoofddelen Beveiliging - Hier worden alle veiligheidsrelevante instellingen uitgevoerd CCTV - Toegang tot de optionele camera's en de functies ervan Gebouw besturing - Toegang tot de componenten van de huisautomatisering Toegangscontrole - Beheer van de rechten Gebruikershandleiding - Oproepen gebruikershandleiding
13 / 55
Centrale Partitie Door selecteren van “Beveiliging” verschijnt het hoofdoverzicht. Boven vindt u de bij u gemaakte partities (in dit voorbeeld drie partities). Deze partities worden door uw installateur voorzien van duidelijke namen. Rechts ernaast staan de functies voor gedeeltelijk inschakelen, uitschakelen en inschakelen. Klik op de partitie waarin u een actie wilt uitvoeren en vervolgens op de gewenste actie. Voorbeeld: Partitie 2 moet gedeeltelijk worden ingeschakeld (aanwezigheidsherkenning). Klik op partitie twee en vervolgens op “gedeeltelijk inschakelen”. De partitie wordt nu gedeeltelijk ingeschakeld. De alarmcentrale bevestigt dit akoestisch met een melding en een bevestigingstoon. Als een vertraging is ingesteld, wordt deze door een weergave met aftelling weergegeven. Parallel klinkt een akoestisch signaal tijdens de duur van de vertraging.
In de hoofdpartitie ziet u de actuele toestand van het systeem en de partities. Hier worden open zones, storingen en alarmen weergegeven.
14 / 55
De zonestatus – indien een zone alarm of geopend signaleert – kan met de rechtspijl in het veld “Zonestatus” worden opgeroepen. De status van alle zones kan in het overzicht worden bekeken, alsmede open en verborgen zones. De verschillende displays worden via het desbetreffende tabblad opgeroepen.
15 / 55
De navigatiebalk (hier in grootaanzicht) bevindt zich aan de rechterzijde. Van hieruit kunt u direct submenu's oproepen. De afzonderlijke menu's worden hieronder toegelicht.
16 / 55
Gebruiker Bij dit menupunt kunt u gebruikers nieuw aanleggen, bewerken en verwijderen. U kunt aan de gebruiker ook een afstandsbediening toewijzen, zijn vingers voor de vingerlezer registreren en noodoproepknoppen toewijzen of gebruikers veranderen en natuurlijk wissen. De Ultivest werkt met volgende gebruikerstypes: Installer
Uitsluitend toegang tot de programmeerinterface van het systeem
Master
Hoogste gebruiker. Heeft toegang tot alle menuniveaus. Kan nieuwe gebruikers aanleggen, veranderen en verwijderen. Toegang tot centrale log.rechten voor inschakelen/uitschakelen en gedeeltelijke inschakeling van alle partities. Kan elke zone tijdelijk en permanent blokkeren. Kan sabotage herstellen.
Gebruiker
Kan aan hem toegewezen partities inschakelen/uitschakelen en intern inschakelen. Kan eigen gebruikersinstelling veranderen – echter niet partities en tijdroosters. Kan tijdelijke zones blokkeren en statusberichten oproepen. Kan servicemeldingen bekijken.
Reinigings- Kan in de toegewezen partitie inschakelen/uitschakelen. medewerker Alleen inschakelen
Kan de toegewezen partitie alleen inschakelen. Heeft verder geen rechten.
Met “Toevoegen” legt u een nieuwe gebruiker aan. In dit aanzicht verschijnen alleen vrije geheugenplaatsen. Selecteer een van de vrije plaatsen, bijvoorbeeld: Gebruiker 3.
17 / 55
Hieronder veranderen we de gebruiker “Master”. Door selecteren van “Wijzigen” verschijnt onderstaand aanzicht. Klik op de master om deze te veranderen.
Het systeem kan u persoonlijk aanspreken. Hiervoor moet een selectie worden gemaakt. Selecteer een desbetreffende melding in het selectieveld. Als dit niet gewenst is, laat de selectie dan op “Niet vastgelegd”. De weergave is nu neutraal.
Voer een naam in voor “Master”. Omdat de “Master” over alle rechten beschikt, is de selectie van partities niet mogelijk. Aan een andere gebruiker kunnen hier vanzelfsprekend afzonderlijke partities worden toegewezen. De rechten kunnen hier evenmin worden veranderd. De master is de enige gebruiker met onbeperkte rechten.
18 / 55
Let op: De master heeft het hoogste rechtenniveau in het systeem. Hij kan niet worden verwijderd. Er kan slechts een master in het systeem zijn: Voorzover uw installateur een desbetreffend tijdrooster voor u heeft gemaakt, kan dit aan de gebruiker worden toegewezen. Zo kan de toegang tot het systeem door een willekeurige gebruiker middels tijdroosters worden begrensd. De gebruiker heeft zo buiten het tijdrooster geen rechten; hij kan het systeem weder inschakelen noch uitschakelen. Er kunnen maximaal 25 verschillende tijdroosters worden gebruikt. Het tijdrooster geldt vanzelfsprekend niet voor de master! U kunt te allen tijde een code voor de gebruiker aanleggen of zijn code veranderen. De code is een 6-cijferige code. Reeds toegewezen codes worden niet geaccepteerd; u ontvangt een desbetreffende systeemwaarschuwing.
Elke gebruiker kan zich – indien gewenst – op het systeem met zijn vingerprint aanmelden. Hiervoor moet eerst de vingerprint worden opgeslagen. Elke gebruiker kan hierbij een of twee vingers inlezen. De tweede vinger kan nodig zijn indien de eerste door een verwonding of andere reden door het systeem niet kan worden gelezen. Inlezen kan alleen op de centrale worden uitgevoerd; hiervoor moet u het bijbehorende menu op de centrale 19 / 55
oproepen. Om een vinger in te lezen roept u het desbetreffende menu op, en selecteert “Vingerprint 1”. U wordt door het systeem door de gehele procedure geleid. Lees vervolgens de tweede vinger in. Deze procedure moet voor elke gebruiker worden uitgevoerd die zich met zijn vingerprint mag aanmelden. Van uw installateur heeft u een Proximity-chipsleutel ontvangen waarmee u zich kunt aanmelden. Elke gebruiker kan over een van deze chips beschikken. Inleren wordt uitgevoerd door het lezen van de chip. Activeer het veld “Registreren”. U wordt gevraagd om de chip voor de lezer te houden. De lezer wordt ingeschakeld en is verlicht. Trek de chip over de lezer. Er klinkt een bevestigingstoon zodra de chip werd herkend en deze nog niet door een andere gebruiker is geregistreerd. U kunt de chip zowel gebruiken bij de centrale als bij het bedieningspaneel inleren. De dwangmatige uit code is een bijzondere code die wordt gebruikt bij bedreiging. Indien u wordt gedwongen het systeem uit te schakelen, wordt door de invoer van de dwangcode het systeem uitgeschakeld en gelijktijdig een stil alarm geactiveerd. Uw meldkamer handelt de melding verder af.
Een afstandsbediening kan via het bijbehorende menupunt eveneens worden ingeleerd. Klik op de afstandsbediening en bezoek de pagina voor de aanmelding en configuratie van de afstandsbediening. U kunt de afstandsbediening via de ID inleren. Deze is als code afgebeeld op de verpakking. Selecteer hiervoor in het selectieveld “Type toewijzen” de functie “Draadloos ID nummer” en voer de ID in het invoerveld in. Klik op „Registreren”. De afstandsbediening wordt onder de actueel geopende gebruiker aan het systeem toegevoegd. Als u de afstandsbediening met ID inleert, moet deze aan het systeem bekend worden gemaakt. Druk de toetsen “1” en sterretje gelijktijdig in en houdt de toetsen ingedrukt tot een bevestiging van de Ultivest volgt. U kunt de afstandsbediening echter ook draadloos inleren. Selecteer hiervoor “Via draadloos”. Het systeem vraagt u nu om een willekeurige toets van de afstandsbediening in te drukken. De toets moet iets langer ingedrukt worden gehouden. Succesvol inleren wordt door de centrale bevestigd en u kunt de afstandsbediening nu configureren. Uitschake Als hier een 4-cijferige code (bestaande uit Toets lcode getallen 1 ... 4) wordt ingevoerd, moet voor gebeurtenis 1 uitschakeling deze code op de afstandsbediening worden ingevoerd om te kunnen uitschakelen. Voor inschakeling is de code niet vereist.
Uw installateur kan volgens uw behoeften uitgangen beschikbaar maken. U kunt deze uitgangen op de toetsen 1 ... 3 leggen. Door drukken op de toets 1 wordt de toegewezen uitgang geschakeld.
Paniek
Zoals gebeurtenis 1
Activeren, als u de afstandsbediening ook Toets 20 / 55
als noodoproepzender wilt gebruiken.
gebeurtenis 2
Druk de toetsen en gelijktijdig in om de noodoproep te activeren. Direct Als een uitgangstijd is ingesteld, wordt inschakel deze genegeerd bij inschakeling met de en afstandsbediening.
Toets Zoals gebeurtenis 1 gebeurtenis 3
Sla uw invoer op om terug te keren naar gebruikersbeheer.
U kunt aan de gebruiker ook een apart draadloze noodoproeptoets toewijzen. Klik op “Toevoegen”.
21 / 55
U wordt naar deze pagina geleid waar u de registratiewijze kunt selecteren. De registratie wordt gelijk met de registratie van een afstandsbediening uitgevoerd, dus via code of door het indrukken van een toets. Zodra de noodoproepzender werd geregistreerd, kan de operating mode worden geselecteerd. Ook de toets moet aan het systeem bekend worden gemaakt indien deze via ID werd ingeleerd. Houd hiervoor de toets ingedrukt, tot de LED groen wordt. Paniek
Activeert een stil overvalalarm.
Medische noodoproep
De medische noodoproep wordt doorgegeven aan een hulppunt om bijvoorbeeld een arts of een noodarts te informeren.
Zorgmelding
Als zich in het object een hulpbehoevende persoon bevindt, kan deze hulp vragen met de noodoproepzender.
Sla de selectie op. U keert terug naar de vorige pagina met de gebruikersinstellingen. Het laatste instelpunt betreft het vakantierooster. U kunt in de systeeminstellingen onder Vakantie vrije dagen en vakantiedagen invoeren. Als bij de gebruiker de functie “Ouderlijk toezicht” wordt ingeschakeld, worden hier de ingevoerde tijden in acht genomen. Tijdens deze tijden is de gebruiker geblokkeerd. Op de master is deze instelling niet van invloed.
22 / 55
Verbergen Indien gewenst kunnen zones worden verborgen. Dit kan voor een inschakelperiode geldig zijn of permanent. Attentie Gebruik deze functie uiterst voorzichtig! Een verborgen melder kan geen alarm meer geven. Door onvakkundig gebruik kan uw verzekeringsaanspraak vervallen! Gebruik deze functies alleen, als uw installateur u dit vraagt.
Zones Door selecteren van het menu “Tijdelijke zones” verschijnen alle melders die in het systeem voorhanden zijn. De melders verschijnen voor betere herkenning met hun naam. De voor elke melder weergegeven LED staat voor de melderstatus: Groen = OK Geel = Storing Rood = Melder open Grijs = Melder verborgen Bovendien kunt u een filter gebruiken. “Open” toont alleen open melders, “Gesloten” alleen gesloten melders etc.
23 / 55
Als een melder moet worden verborgen, klik dan op de melder. Er verschijnt een schuifschakelaar waarmee u de melder kunt laten weergeven of verbergen.
In tegenstelling tot bovenstaande instelling kunt u melders ook permanent verbergen. Dan zijn melders uitgeschakeld – tot ze weer worden weergegeven. Attentie Permanent verborgen melders worden niet automatisch opnieuw ingeschakeld. Ze blijven niet-actief tot ze binnen dit menu weer in het systeem worden opgenomen. Gebruik deze functie alleen, als uw installateur u 24 / 55
dit vraagt. Blokkeren van melders zoals hierboven beschreven.
25 / 55
Sabotage Het kan nodig zijn om de sabotagebewaking van verschillende componenten tijdelijk uit te schakelen. Dit kunt u hier uitvoeren. Attentie Uitschakeling van de sabotagecontacten van componenten maakt de manipulatiebeveiliging ongedaan! Gebruik deze instellingen, als uw installateur u dit vraagt.
26 / 55
Overzicht Naast het algemene overzicht partities/ingeschakeld/uitgeschakeld en meldertoestand kunt u nog andere systeemoverzichten oproepen. Dit overzicht bestaat uit submenu's Systeem info Gebeurtenisgeheugen Service info
Systeem informatie In dit menu kunt u een gedetailleerd overzicht van de hoofdcomponenten oproepen.
27 / 55
28 / 55
Gebeurtenisgeheugen Het systeem slaat elke relevante actie zoals alarm, inschakeling en uitschakeling alsmede storingen op in een log. Dit log is alleen voor de master toegankelijk en kan niet worden gewist. Dit log kan tot 1000 meldingen bevatten. Na bereiken van de 1000e melding wordt de oudste – dus de eerste – melding gewist enzovoort.
Het bekijken van dit grote aantal meldingen kan worden vereenvoudigd middels een filterfunctie. U kunt een willekeurig datumbereik selecteren. Alleen de meldingen binnen dit bereik verschijnen dan.
29 / 55
Een melding bestaat uit het volgnummer van de gebeurtenis, datum, tijd, gebeurtenis zelf en de ingeschakelde zone of verantwoordelijke gebruiker.
30 / 55
Service informatie Uw installateur heeft voor u in het systeem zijn relevante gegevens achtergelaten. U kunt te allen tijde via deze meldingen de contactgegevens van installateur oproepen alsmede de datum van het laatste onderhoud.
31 / 55
Test In het menu “Test” vindt u de andere submenu’s. Hier kunt u te allen tijde de componenten van uw alarmsysteem alsmede de berichten lezen. Beschikbaar zijn Looptest Test van alle melders Afstandsbedi Test van een of meerdere afstandsbedieningen op functie, toewijzing en accu eningen Proximity Test van een of meerdere Proximity chipsleutels chipsleutel Noodoproepz Test van een of meerdere noodoproepzenders op functie, toewijzing en accu ender Sirene Test van de sirenes binnen en buiten Volg mij Test van de meldingen, taalmeldingen, SMS en e-mail Uitgangen Functie van de uitgangen Centrale Overzicht van de centrale functies GSM Functie, signaalsterkte van de optionele GSM-module
In het menu van de centrale en op het bedieningspaneel is nog een testfunctie beschikbaar: LS looptest Deze test wordt gebruikt om de toestand van de melders naar de meldkamer te communiceren en wordt door uw installateur bij inbedrijfstelling van uw systeem gebruikt De test is ook bedoeld om verdere componenten of alarmmelders aan de meldkamer over te dragen. De test wordt opgeroepen en vervolgens wordt het systeem ingeschakeld. Nu kunnen echte alarmen als test worden overgedragen. Deze test moet eerst aan de meldkamer worden gemeld om interventiemaatregelen te voorkomen! Voor deze test niet zelf uit, maar laat hem uitvoeren door een installateur.
32 / 55
Looptest Om melders op functie te testen kunt u een looptest starten. Roep hiervoor de test op, en selecteer de partities. U kunt natuurlijk ook alle partities selecteren.
Na selectie van een of meerdere gebieden verschijnen de voorhanden melders. U kunt nu achtereenvolgens de melders activeren. Open bijvoorbeeld een beveiligd raam, loop door een bewegingsmelder etc. om de melders te activeren. Bij elke melder verschijnt in het aanzicht een haakje, als de inschakeling succesvol was.
33 / 55
Afstandsbediening U kunt in dit testmenu uw afstandsbedieningen testen. Roep het menu op en start een test via de toets “Test”.
U wordt nu gevraagd om op een willekeurige toets op de afstandsbediening te drukken.
Als de afstandsbediening door de Ultivest wordt herkend, wordt de toewijzing aan de desbetreffende gebruiker alsmede de toestand van de batterij weergegeven. Hiermee kunt u ook controleren of een afstandsbediening al is toegewezen of nog beschikbaar is.
Proximity chipsleutel U kunt in dit testmenu uw chipsleutel testen. Roep het menu op en start een test via de toets “Test”. Houd vervolgens de chipsleutel bij de Proximity-lezer van bedieningspaneel of centrale.
Als deze door de Ultivest wordt herkend, verschijnt de ID van de Proximity-chipsleutel alsmede de 34 / 55
toewijzing aan de desbetreffende gebruiker. Hiermee kunt u ook controleren of een sleutel al is toegewezen of nog beschikbaar is.
Noodoproepzender U kunt in dit testmenu uw noodoproepzender testen. Roep het menu op en start een test via de toets “Test” Deze verloopt als de test “Afstandsbedieningen”. Weergegeven worden de functie van de noodoproepzender, dus paniekfunctie, medische noodoproep of Senior Care en de gebruiker.
Sirene In dit menu kunt u de interne en externe sirenes testen. Selecteer een van de sirenes en start de test.
De geselecteerde sirene wordt kort geactiveerd.
Volg mij De Ultivest kan u op meerdere wijzen alarmberichten doen toekomen. Uw installateur heeft de verschillende varianten volgens uw wensen geactiveerd. Beschikbaar zijn: Gesproken bericht SMS (optioneel) E-mail De functie van elk van deze varianten kan door u worden getest. Selecteer de gewenste overdrachtswijze en start de test. Het bericht wordt verzonden op de geprogrammeerde wijze.
35 / 55
Uitgangen Het systeem beschikt over tot 34 (waarvan optioneel 32) uitgangen die u hier kunt testen. Selecteer de gewenste uitgang in het menu en start de test om de uitgang te schakelen.
De Ultivest bevestigt een succesvolle schakeling met de mededeling: “Uitgang n ingeschakeld”. Opnieuw uitvoeren van de test met deze uitgang schakelt deze weer in. Ook dit wordt door de Ultivest met een melding bevestigd: “Uitgang n uitgeschakeld”.
Centrale De Ultivest beschikt over een geïntegreerde sirene alsmede een geïntegreerde luidspreker voor gesproken berichten. U kunt zowel de sirene als de luidspreker met de hiervoor bedoelde toets testen. De sirene klinkt kort ter bevestiging; de luidspreker bevestigt met “Hallo”.
Verder kunt u de batterij van de alarmcentrale met de test “Batterij centrale” opvragen.
GSM Als een optionele GSM-module is geïntegreerd, kunt u de signaalsterkte van de module afvragen.
Na activeren van de testfunctie wordt de signaalsterkte vastgesteld en weergegeven.
36 / 55
Systeeminstellingen Uw installateur heeft uw alarmsysteem overeenkomstig de veiligheidseisen geprogrammeerd en geconfigureerd. Verdergaande aanpassingen kunt u in dit menu zelf uitvoeren. Dit zijn de submenu's: Datum & Tijd Inschakelrooster Automatisering Acitiviteitsmonitor Vakanties Toegang installateur Geluiden Volg mij
De afzonderlijke instellingen worden hieronder toegelicht.
37 / 55
Datum & Tijd Hier kunnen datum en tijd worden ingesteld. Bovendien kunt het formaat voor datum en tijd selecteren. Zonder invoer wordt het display automatisch gedeactiveerd. U moet zich dan opnieuw bij het systeem aanmelden. De tijdsduur voor de automatische uitschakeling kunt u hier instellen. Selecteer “Display altijd aan”, om bij gedeactiveerd display de tijd digitaal weer te geven.
38 / 55
Inschakelrooster De Ultivest kan tot 25 Roosters beheren. Deze roosters worden door uw installateur gemaakt; u kunt deze in het hele systeem gebruiken. Een variant is de auto inschakel/uitschakel-functie. U kunt willekeurig welk rooster gebruiken. In dit voorbeeld zijn twee roosters voorhanden. Beide zijn momenteel niet actief. U kunt een of meerdere roosters inschakelen, afhankelijk van de toewijzing aan een of meerdere partities. De roosters mogen zich niet onbedoeld overlappen.
De roosters zoals al vermeld door installateur voor u geprogrammeerd. Bijvoorbeeld:
39 / 55
40 / 55
Automatisering Uw installateur heeft een aantal gebeurtenissen gedefinieerd. Welke u wilt gebruiken kunt u hier instellen.
Met de schuifschakelaar schakelt u de gebeurtenissen in of uit. In totaal kunt u 25 gebeurtenissen gebruiken.
41 / 55
Acitiviteitsmonitor Als een acitiviteitsmonitor is geprogrammeerd, kunt u deze hier instellen. Selecteer een gedefinieerd rooster en leg vast of dit permanent moet werken of dat bij vakanties en vrije dagen een uitzondering moet worden gemaakt. U kunt voor elke bereik een eigen rooster selecteren.
Vakanties Het systeem kan automatisch worden ingeschakeld en uitgeschakeld. Vaak zijn de instelling tijdens vrije dagen of vakanties niet van toepassing. U kunt hier vrije dagen en vakanties invoeren. Deze invoerwaarden overbruggen de normale auto inschakel/uitschakel-functie en gelden op de aangegeven dagen. Na afloop van het vakantierooster wordt automatisch het standaardrooster weer gebruikt. U kunt nieuwe vakantieroosters toevoegen en bestaande roosters verwijderen of veranderen.
Selecteer bijvoorbeeld “Veranderen” en klik op een melding in de lijst die moet worden veranderd.
42 / 55
U kunt het vakantierooster nu een eenduidige naam geven en begin en einde instellen. Om datum of datumbereik vast te leggen, klikt u met de linker muisknop op de startdatum, houdt de muisknop ingedrukt en trekt de muis naar de einddatum. Laat nu de muisknop los. Let op: Het vakantierooster laat geen meervoudige invoer toe. Als u meerdere aparte dagen of van elkaar gescheiden datum bereiken wilt invoeren, moet u steeds een nieuw rooster maken.
43 / 55
Toegang installateur De Ultivest kan door uw installateur met het internet worden verbonden. Dit is nodig als u te allen tijde, wereldwijd toegang tot het systeem wilt hebben. Dit is ook nodig, als u de app. voor de Ultivest wilt gebruiken. De internettoegang kan voor uw installateur voor onderhoud of diagnose op afstand beschikbaar staan. Uw installateur kan deze functie voor u steeds vrijgeven of blokkeren. Als u deze functie wilt blokkeren, is toegang op afstand door uw installateur alleen mogelijk na uw toestemming. U kunt de vrijgave voor een nieuwe sessie realiseren door drukken op ”Zenden”.
44 / 55
Geluiden De volgende instellingen zijn alleen bedoeld voor de akoestische weergave van signalen. U kunt de signalen steeds in- en uitschakelen. Bovendien kan het volume van de in de Ultivest geïntegreerde luidspreker hier worden ingesteld. Wij raden aan om deze functie uit te proberen, omdat het moeilijk is algemene aanbevelingen te geven.
Volg mij Uw installateur heeft voor u in overleg met u één of meerdere mogelijkheden voor overdracht van berichten geprogrammeerd. In de kolom “Rapporttype” ziet u de desbetreffende overdrachtswijze. Indien u deze wilt gebruiken, moet u een ontvanger vastleggen.
Selecteer een overdrachtswijze uit de lijst en voer een doel in. Het doel kan – afhankelijk van de overdrachtswijze – een telefoonnummer of een e-mailadres zijn. Sla vervolgens uw invoer op; zo is deze onmiddellijk beschikbaar. 45 / 55
U kunt de overdracht op elk moment in het menu „Test” laten uitvoeren.
46 / 55
Bedieningspaneel Voor de bediening van de Ultivest is optioneel en bedieningspaneel beschikbaar. Het bedieningspaneel beschikt over dezelfde eigenschappen als de centrale zelf. Op het bedieningspaneel kunt u in plaats van de vingerprintlezer echter een code gebruiken. Vanzelfsprekend werkt hier ook uw Proximity-chipsleutel.
U kunt – indien door uw installateur ingeschakeld – op elk bedieningspaneel een noodoproep activeren. Meld u daarvoor aan op het bedieningspanelen en druk voor Paniek – toets 1+2 gelijktijdig Brand – toets 4+5 gelijktijdig Medische noodoproep – toets 7+8 gelijktijdig De procedure op het bedieningspaneel is verder dezelfde op de Ultivest, ook de aanzichten en de menu's.
47 / 55
Het bedieningspaneel is beveiligd tegen sabotage. Hier zijn twee varianten mogelijk die qua alarmering verschillen. Uw installateur kan de desbetreffende variant voor u instellen. U kunt kiezen voor sabotagealarm bij meervoudige onjuiste invoer, of voor storingsalarm met blokkering van het bedieningspaneel. Storing en blokkering: Na drie keer onjuiste invoer wordt het bedieningspaneel gedurende 90 seconden geblokkeerd – geen lokaal alarm, geen rapport aan NSL, geen vermelding in het gebeurtenisgeheugen. Na opnieuw drie keer onjuiste invoer wordt het bedieningspaneel 10 minuten geblokkeerd – geen lokaal alarm, geen rapport aan NSL, vermelding in het gebeurtenisgeheugen. Na nog eens drie keer onjuiste invoer wordt het bedieningspaneel compleet geblokkeerd – lokaal sabotagealarm, rapport aan NSL, vermelding in het gebeurtenisgeheugen. - Alleen het bedieningspaneel waarop de invoer werd uitgevoerd wordt geblokkeerd. - De Ultivest zelf wordt niet geblokkeerd. - De duur van de blokkering kan niet worden veranderd. Sabotagebeveiliging: Het bedieningspaneel wordt niet geblokkeerd. Na drie keer onjuiste invoer wordt het bedieningspaneel niet geblokkeerd – geen lokaal alarm, geen rapport aan NSL, geen vermelding in het gebeurtenisgeheugen. Na opnieuw drie keer onjuiste invoer wordt het bedieningspaneel niet geblokkeerd – lokaal alarm, geen rapport aan NSL, vermelding in het gebeurtenisgeheugen. Het alarm kan door invoeren van een geldige code worden beëindigd.
Opmerking Een compleet geblokkeerd bedieningspaneel kan alleen door uw installateur worden vrijgeschakeld.
48 / 55
Afstandsbedieningen Het systeem kan optioneel via afstandsbediening worden bediend.
Draadloze afstandsbediening U kunt aan elke gebruiker een handzender toewijzen. Met de handzender kunt u – afhankelijk van uw rechten – bereiken gedeeltelijk of geheel inschakelen. Druk op de toets met het slot compleet uit te schakelen.
om het systeem
Druk op de toets om het systeem gedeeltelijk in te schakelen. Druk op de uitschakeltoets systeem uit te schakelen.
om het
Indien u voor het in- of uitschakelen een cijfertoets 1, 2 of 3 indrukt, wordt het bijbehorende bereik gebruikt. Dit is ook toepasbaar voor interne inschakeling/uitschakeling. Uw installateur kan een code voor de afstandsbediening aan u toewijzen. U moet dan voor een actie deze code op de afstandsbediening invoeren om het systeem in- of uit te schakelen. Deze code kan als diefstalbeveiliging voor de afstandsbediening worden gebruikt. De afstandsbediening ontvangt signalen van de centrale. In realtime ontvangt u een terugmelding van uw acties. Hiervoor is in de afstandsbediening een LED-band onder de toetsen geïntegreerd. Bij inschakelen volgt – zodra het systeem is ingeschakeld een terugmelding en de LED-band brandt kort rood. Bovendien klinkt een akoestische bevestiging van de afstandsbediening. De afstandsbediening kan een noodoproep activeren. Deze functie kan door uw installateur worden in- of uitgeschakeld. U kunt een noodoproep activeren door gelijktijdig ingedrukt houden van de toetsen en
.
Bovendien volgen bij uitschakelen en akoestische en optische bevestiging. De LED-band brandt kort groen. Als bij inschakelen een open zone voorhanden is, kan het systeem niet worden ingeschakeld. Ook dit wordt optisch door geel knipperen en akoestisch door meervoudig piepen weergegeven.
49 / 55
Control Key Een verdere variant is de Ultivest Key. U kunt tot 10 Ultivest Keys in het systeem gebruiken. Deze keys kunnen zowel voor de inschakeling/uitschakeling van de Ultivest als voor een toegangscontrole worden gebruikt. U kunt de Ultivest Key samen met een Proximity-chipsleutel gebruiken. Hierbij worden de rechten van de gebruiker door de key herkend en overeenkomstig de functie vrijgegeven of verworpen.
Ultivest Key als deurslot gebruiken De Ultivest Key is aan de deurbuitenzijde met een draaiknop met Proximity-lezer en oled-display uitgerust. Normaliter kan de draaiknop met 360° worden gedraaid waardoor toegang onmogelijk is. Voor toegang houdt u uw chipsleutel vlakbij de knop. De weergave verschijnt, en de key piept 2 seconden. De knop wordt nu gedurende 6 seconden ingeschakeld waardoor u de deur kunt openen. Indien u niet geautoriseerd bent, verschijnt de weergave niet ingeschakeld en kan alleen rond worden gedraaid.
en piept de knop 4 keer kort. De knop wordt
Inschakelen en uitschakelen van het systeem met de Ultivest Key Om in te schakelen houdt u de chipsleutel 3 seconden bij de lezer. Het display toont deur. Na vergrendeling wordt de Ultivest ingeschakeld. Het display toont kort bevestigingstoon van 2 seconden.
. Vergrendel de en er klinkt een
Ga voor uitschakelen hetzelfde te werk. Houd de chipsleutel 3 seconden bij de lezer. De Ultivest wordt uitgeschakeld; het display toont de key vrijgegeven
en bevestigt dit met een pieptoon van 2 seconden. Vervolgens wordt
en kunt u de deur openen.
Als het systeem niet kan worden ingeschakeld, wordt dit aangegeven op het display. Als bij inschakelen de weergave verschijnt en een akoestisch signaal klinkt, kan het systeem niet worden ingeschakeld. Open de deur en bekijk het display van de Ultivest voor de oorzaak van de storing. De Ultivest Key werkt met een lithium-ion-accu met een levensduur van ongeveer twee jaar (afhankelijk van gebruik en montageplaats). Zodra de accu slechts nog 10% van de oorspronkelijke capaciteit heeft, geeft de key dit aan; u moet de accu door uw installateur laten vervangen. Volgende weergave verschijnt: gevolgd door 8 opeenvolgende tonen. Het display van de Ultivest toont bovendien de melding “Lage batterijspanningnn”. Als de capaciteit tot onder 5% daalt, verschijnt met eveneens 8 opeenvolgende tonen. Het display van de Ultivest toont bovendien de melding “Lage batterijspanning nn”. Let op: Als de accucapaciteit tot 10% daalt, wordt de Ultivest Key pas na 5 seconden vrijgegeven. Bij een capaciteit van 5% wordt deze vertraging verlengd tot 10 seconden.
50 / 55
Noodopening Uit veiligheidsredenen wordt de vrijgave van uw Ultivest Key vanuit de Ultivest centrale gestuurd. Indien de draadloze verbinding tussen key en Ultivest wordt onderbroken, kan de Ultivest Key niet meer worden ontgrendeld; toegang tot het object is niet mogelijk. U kunt samen met uw installateur één of meerdere keys als noodkey vastleggen. Als de draadloze verbinding onderbroken is en de key niet wordt vrijgegeven, kunt u met de noodkey een gedwongen opening uitvoeren. Houd uw chipsleutel 10 seconden bij de lezer. De key wordt gedwongen vrijgegeven. Vanzelfsprekend worden bij de noodopening ook de rechten van de gebruiker gecontroleerd. Als de gebruiker niet over de vereiste rechten beschikt, wordt de noodopening niet uitgevoerd. Deze functie kan aan maximaal 5 gebruikers worden toegewezen. Let op: Als de noodopening bij actief systeem wordt uitgevoerd, wordt bij openen van de toegangsdeur een alarm geactiveerd. Informeer uw meldkamer voor het openen over deze procedure om onnodige en kosten veroorzakende interventiemaatregelen te voorkomen.
Instellingen Om de Control Key voor uw behoeften te configureren, opent u het menu Toegangscontrole.
Alle gebruikers worden hier weergegeven. De master beschikt over de rechten voor alle Control Keys. Dit kan natuurlijk worden veranderd. Selecteer nu een gebruiker die één of meerdere keys mag gebruiken. Volgende weergave verschijnt.
51 / 55
U kunt nu aan de geselecteerde gebruiker één of meerdere keys toewijzen, indien voorhanden. Maximaal 5 gebruikers kunnen beschikken over noodopeningsrechten. Als de key de centrale niet draadloos kan bereiken, kan een gebruiker met voldoende rechten de cilinder “gedwongen openen”. Houd een Proximity-sleutel met voldoende rechten ca. 10 seconden voor de lezer. De cilinder wordt nu onafhankelijk van de centrale vrijgegeven. Let op: Omdat geen verbinding met de Ultivest bestaat, wordt bij ingeschakeld systeem een alarm geactiveerd! De functie is alleen actief, als geen verbinding met de Ultivest bestaat. Bovendien kunnen aan de gebruiker rechten voor bediening op afstand worden toegewezen. Dan kan via de Ultivest app. of via een browser elke cilinder waarvoor de gebruiker over de rechten beschikt op afstand worden ingeschakeld.
52 / 55
Na het opslaan van de instellingen wordt de overzichtspagina weer opgeroepen. Hier heeft u een overzicht van de gebruikers en de toegewezen Control Keys.
Logboek
Na oproepen van de pagina Log verschijnt de log-pagina. Beslis of een log moet worden gebruikt, en sla deze beslissing op. Het log kan nu worden geopend en verwijderd. Let op: Het alarmlog kan niet worden verwijderd. Dit is alleen bij de Access-log mogelijk!
53 / 55
In het log worden voor u relevante gegevens weergegeven die te maken hebben met de Access-functie. Naast datum en tijd verschijnt de gebruikte Control Key en de toestand van het systeem op het moment van gebruik. Verder ziet u de gebruiker. Het log kan net als het alarmlog worden gefilterd. Voer hiervoor start- en einddatum in. Door klikken op Lezen wordt het filter toegepast Bovendien kunt u het log als csv-bestand exporteren en in bijvoorbeeld in Excel importeren. Deze functie is alleen beschikbaar bij toegang via een browser.
Toegang op afstand Het laatste punt in dit menu de toegang op afstand. Als dit is geactiveerd (zie Instellingen), kan elke Control Key die hiervoor is vrijgegeven met het schakelvlak worden geopend.
54 / 55
Na bediening van het schakelvlak wordt de weergave groen en toont een teller hoe lang de cilinder is geopend. Na afloop van deze tijd (6 seconden) wordt het symbool rood en is de cilinder geblokkeerd. Als u de functie bij ingeschakeld systeem gebruikt, verschijnt eerst een aanwijzing met de vraag of het systeem vooraf moet worden uitgeschakeld. Indien u toestemt, wordt het systeem uitgeschakeld en vervolgens wordt de functie uitgevoerd.
55 / 55