GASVERWARMINGSKETEL GEBRUIKERSHANDLEIDING (EXPORTMODELLEN)
WAARSCHUWING INDIEN DE INFORMATIE IN DEZE HANDLEIDING NIET NAUWKEURIG WORDT OPGEVOLGD, ONTSTAAT BRAND- OF ONTPLOFFINGSGEVAAR DAT SCHADE AAN EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL OF OVERLIJDEN TOT GEVOLG KAN HEBBEN. • BENZINE OF ANDERE BRANDBARE, VLUCHTIGE STOFFEN EN VLOEISTOFFEN NIET GEBRUIKEN OF OPSLAAN IN DE BUURT VAN DIT OF ENIG ANDER APPARAAT. • WAT TE DOEN ALS U GAS RUIKT: - PROBEER GEEN ENKEL APPARAAT AAN TE STEKEN. - RAAK GEEN ENKELE ELEKTRICITEITSCHAKELAAR AAN; GEBRUIK GEEN ENKELE TELEFOON BINNEN UW GEBOUW. - BEL ONMIDDELLIJK UW GASLEVERANCIER VIA EEN TELEFOON VAN DE BUREN. VOLG DE INSTRUCTIES VAN UW GASLEVERANCIER
- INDIEN UW GASLEVERANCIER NIET BEREIKBAAR IS, BEL DAN DE BRANDWEER. • INSTALLATIE EN ONDERHOUD DIENT TE WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN INSTALLATEUR, ONDERHOUDS OF UW GASLEVERANCIER.
GECERTIFICEERD
Installateur − Hang deze handleiding en Installatieaanwijzingen naast het apparaat op. Eigenaar − Lees alle productinformatie en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
MOCHT ER SPRAKE ZIJN VAN OVERVERHITTING, OF DAT DE TOEVOER VAN GAS NIET KAN WORDEN AFGESLOTEN, SLUIT IN DAT GEVAL DE HANDMATIGE GASTOEVOERKRAAN VOORDAT U DE STROOMTOEVOER AFSLUIT.
OM
SCHADE AAN EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL OF FATALE ONGELUKKEN TE
VOORKOMEN, GEBRUIK DEZE KETEL NIET INDIEN ONDERDELEN VAN DEZE KETEL AAN WATER ZIJN BLOOTGESTELD.
NEEM ONMIDDELLIJK CONTACT OP MET EEN GEKWALIFICEERDE ONDERHOUD-
STECHNICUS OM DE KETEL TE INSPECTEREN EN OM ONDERDELEN VAN HET BESTURINGSYSTEEM OF GASTOEVOERCOMPONENTEN TE VERVANGEN DIE AAN WATER BLOOTGESTELD ZIJN.
WAARSCHUWING PRODUCT
BEVAT GLASVEZELWOL.
ALS
U HET ISOLATIEMATERIAAL IN DIT PRODUCT TIJDENS
DE INSTALLATIE, ONDERHOUD OF REPARATIE VERSTOORT ZULT U BLOOTGESTELD WORDEN AAN GLASVEZELWOL.
INADEMING ERVAN KAN LONGKANKER VEROORZAKEN. GLASVEZELWOL KAN OM BLOOTSTELLING TE VOORKOMEN, RAADPLEEG EERST DE MATERIAALVEILIGHEIDSBLADEN. OOK ADEMHALINGSMOEILIJKHEDEN EN HUID- EN OOGIRRITATIES VEROORZAKEN.
HERKEN DIT SYMBOOL ALS EEN VOORZORGSMAATREGEL VOOR UW EIGEN VEILIGHEID.
Omdat ons beleid erop gericht is onze producten voortdurend te verbeteren, behouden we ons het recht voor om zonder berichtgeving specificaties en ontwerpen te wijzigen.
© 2007 Goodman Manufacturing Company, L.P. ◊ 5151 San Felipe, Suite 500 ◊ Houston, Texas 77056 OM-GMS9-DU
www.goodmanmfg.com
7/07
6. Stel een regelmatig onderhoudsschema samen om er zeker van te zijn dat de ketel efficiënt en veilig werkt. De ketel dient SLEUTELWOORDEN aan het begin van elk verwarmings- en koelseizoen door een Beste huiseigenaar, onthoud de volgende veiligheidsinformatie erkend onderhoudstechnicus te worden gecontroleerd. alstublieft. Deze informatie waarschuwt u voor potentiëel persoonlijk letsel. WAARSCHUWING
VEILIGHEID
WAARSCHUWING — GEEFT
GEVAREN OF ONVEILIGE HANDELINGEN AAN
WELKE IN ZWAAR PERSOONLIJK LETSEL OF DE DOOD KUNNEN RESULTEREN.
WAARSCHUWING OM
SCHADE AAN EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL EN FATALE ONGELUKKEN TE
VOORKOMEN, DIENT U DE VOLGENDE INSTRUCTIES OP TE VOLGEN M.B.T. DE PLAATSING VAN DE EENHEID, VENTILATIE -EISEN EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN.
OM PERSOONLIJK LETSEL OF BRAND TE VOORKOMEN, DIENEN MINIMALE TUSSENRUIMTES TUSSEN HET APPARAAT EN ONTVLAMBARE OPPERVLAKTEN TE WORDEN AANGEHOUDEN.
7. Wees er zeker van dat de vereiste tussenruimtes rondom de ketel steeds in acht worden genomen. Deze tussenruimtes zijn vermeld op het tussenruimteetiket van de ketel. Als er vragen zijn, neem dan contact op met de ketelinstallateur of een ander gecertificeerd onderhoudstechnicus.
INSTALLEREN VAN EENHEID
WAARSCHUWING
Controleer de ketelinstallatie op het volgende: DE
VERWARMINGSEENHEID MAG NIET WORDEN GEBRUIKT ZONDER EEN REDELIJKE ROUTINE -
1. Alle externe afvoerkanalen van de ketel (bijv. schoorsteen, ventilatieaansluiting) dienen schoon te zijn en vrij van obstakels. APPARAAT BEVINDT LEEG STAAT, DIENT ERVOOR GEZORGD TE WORDEN DAT HET APPARAAT ROUTINEMATIG WORDT GEINSPECTEERD, ONDERHOUDEN EN GECONTROLEERD. IN HET GEVAL 2. De verbinding van het afvoerkanaal dient op de juiste wijze HET GEBOUW LEEG STAAT EN BLOOTGESTELD WORDT AAN TEMPERATUREN ONDER HET VRte zijn aangesloten, d. w. z. omhoog hellend, fysiek in orde en IESPUNT, DIENEN ALLE WATERLEIDINGEN EERST GEDRAINEERD TE WORDEN, DIENT HET GEBOUW zonder gaten of overmatige corrosie. REDELIJKERWIJS WINTERKLAAR GEMAAKT TE WORDEN EN DIENT DE TOEVOER VAN WATER TE De verbinding van het retourluchtkanaal dient fysiek in orde te 3. WORDEN AFGESLOTEN. IN HET GEVAL HET GEBOUW BLOOTGESTELD WORDT AAN TEMPERATUREN ONDER HET VRIESPUNT EN LEEG STAAT, MOETEN ALLE HYDRONISCHE WINDINGSEENzijn, verzegeld aan het ketelomhulsel, en eindigend buiten de HEDEN OOK GEDRAINEERD WORDEN EN KAN MEN, INDIEN NODIG, GEBRUIK MAKEN VAN ALTERruimte waar de ketel zich bevindt. NATIEVE WARMTEBRONNEN. 4. De fysieke ondersteuning van de ketel dient in orde te zijn, zonder verzakking, barsten of gaten rondom de basis zodat een BELANGRIJKE OPMERKING VOOR DE EIGENAAR goede afdichting onstaat tussen de ondersteuning en de basis. ALVORENS DEZE HANDLEIDING TE GEBRUIKEN, EERST DE SERIEPLAAT VOOR 5. Er mogen geen duidelijke tekens zijn van verslechtering of HET JUISTE MODEL CONTROLEREN. aantasting van de ketel. De installatie en onderhoud van dit toestel mag uitsluitend wor- 6. Controleer de juiste werking van de brandervlam. De vlam den uitgevoerd door erkende, ervaren onderhoudtechnici. dient direct naar buiten toe gericht te zijn, zonder op te krullen, te drijven of te worden onderbroken. PLAATSING VAN EENHEID MATIGE INSPECTIE, ONDERHOUD EN TOEZICHT. ALS HET GEBOUW WAARIN ZICH EEN DERGELIJK
1. Het gebied rondom de ketel en de nabijheid van andere gasapparaten dient opgeruimd te zijn en vrij te worden gehouden van brandbare materialen, benzine en andere brandbare dampen en vloeistoffen. Bewaar ook geen brandbare voorwerpen zoals verf, vernis of lak in de omgeving van de ketel 2. Bewaar of gebruik geen chloor of fluorhoudende producten (bleekmiddelen, lijmen, afbijtmiddelen, spuitbussen) dichtbij de eenheid. Deze kunnen de warmtewisselaar aantasten. 3. Gebruik de ketelommanteling niet voor de opslag van bezems, dweilen, kwasten en olieachtige vodden of doeken. De omgeving dient schoon en opgeruimd te zijn, en vrij van afvalmaterialen zoals pluizen en afdichtingstape. De ketel moet vrij en opgeruimd zijn van blootgestelde of losse isolatiematerialen in de installatieruimte. Controleer de ketelruimte grondig op rondliggend isolatiemateriaal, omdat sommige isolatiematerialen brandbaar zijn. 4. Wees ervan overtuigd dat de ketel altijd aangesloten is op een goedgekeurde ventilatie die in goede staat verkeert en in staat is om brandbare producten naar buiten te kunnen afvoeren.. 5. Raak vertrouwd met de besturingen die de toevoer van gas en elektriciteit naar de ketel afsluiten. Als de ketel aan het einde van het verwarmingsseizoen uitgeschakeld moet worden, dient men zowel de toevoer van gas als ook de stroomtoevoer af te sluiten. Voor uw eigen veiligheid, dient u de toevoer van gas en stroom af te sluiten voordat er onderhoud aan de ketel wordt gepleegd. 2
LUCHTVOCHTIGHEIDSEISEN WAARSCHUWING OM
SCHADE AAN EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL OF FATALE ONGELUKKEN TE
VOORKOMEN, DIENT ER VOOR DE JUISTE VERBRANDING EN VENTILATIE VAN AFVOERGASSEN VOLDOENDE VERSE LUCHT TE WORDEN AANGEVOERD. DE MEESTE HUIZEN HEBBEN DE AANVOER VAN BUITENLUCHT NODIG VOOR DE KETELRUIMTE.
Door verbeterde contructietechnieken en isolatie is het warmteverlies in huizen tegenwoordig sterk gereduceerd en dat maakt dat sluitingen van deuren en ramen veel strakker zijn waardoor luchtinfiltratie minimaal is. Dit crëeert een probleem voor de levering van lucht die nodig is voor de ventilatie en/of verbranding gasbranders of andere brandstofbehoevende apparaten. Gebruik van apparaten die lucht uit het huis onttrekken (drogers, uitlaatventilatoren, open haarden, boilers, niet direct geventileerde ketels, enz.) verhoogt de kans op dit probleem, waardoor onvoldoende lucht aan deze apparaten wordt toegevoerd. Als brandstofbehoevende apparaten onvoldoende lucht toegevoerd krijgen, worden de afvoergassen die apparaten produceren niet op de juiste wijze naar buiten gevoerd, waardoor deze afgassen binnenshuis blijven. Deze afvoergassen kunnen koolmonoxide bevatten.
www.goodmanmfg.com
IO-GMS9-DU
zijn capaciteit om vocht vast te houden vergroot. Relatieve vochtigheid is belangrijk voor uw gezondheid en uw huis. De juiste bevochtiging helpt ademhalingsmoeilijkheden te reduceren en verbetert de luchtkwaliteit binnenshuis.
GEVAAR PELIGRO
Een goede relatieve luchtvochtigheid is wanneer deze net hoog genoeg is om nauwelijks condensatie langs de onderkanten of onderste hoeken van de ramen te veroorzaken. Meer kan schadelijk zijn. Het frequent beslaan en bevriezen van ramen of bovenmatige condensatie aan de binnenkant van de ramen wijst erop dat het binnenvochtigheidsniveau te hoog is voor de weersomstandigheden buiten. Er kan schade aan het gebouw ontstaan indien deze omstandigheden blijven bestaan. Condensatie aan de binnenkant van de stormramen is een aanwijzing dat de binnenramen lekken. Normaliter zal het monteren van isolatiestrips rondom de binnenzijde van de ramen dit probleem verhelpen.
GEVAAR OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING SPECIALE WAARSCHUWING VOOR INSTALLATIE VAN GASVERWARMINGSKETELS OF KLIMAATREGELINGSAPPARATUUR IN GESLOTEN RUIMTES, ZOALS GARAGES, BIJKEUKENS OF PARKEERRUIMTES.
De volgende tabel toont de aanbevolen maximale binnenvochtigheid ten opzichte van de buitentemperaturen. Buitentemperatuur
APPARATEN DIE KOOLMONOXIDE PRODUCEREN (ZOALS AUTO’S, RUIMTEVERWARMERS, GASBOILERS, ENZ. ) MOGEN NIET IN BEPERKTE RUIMTEN WORDEN GEBRUIKT, ZOALS ONGEVENTILEERDE GARAGES, BIJKAMERS OF PARKEERTER-
Luchtvochtigheid
Celsius
Fahrenheit
Enkelglas
Dubbelglas
-1,11ºC
30ºF
30%
50%
DIRECTE VENTILATIE VAN BUITEN ZIJN.
-6,67ºC
20ºF
20%
40%
DEZE VENTILATIE IS NOODZAKELIJK OM HET GEVAAR VAN CO-VERGIFTIGING TE VOORKOMEN, DIE KAN OPTREDEN ALS EEN KOOLMONOXIDE PRODUCEREND APPARAAT, BLIJFT WERKEN IN DE GESLOTEN RUIMTE. KOOLMONOXIDE UITSTOOT KAN (OPNIEUW) CIRCULEREN DOOR HET SYSTEEM; ONGEACHT IN WELKE MODUS DE GASVERWARMINGSKETEL OF KLIMAATREGELING WERKT.
-12,2ºc
10ºF
20%
35%
-17,7ºC
0ºF
10%
30%
-23,3ºC
-10ºF
5%
25%
-28,8ºC
-20ºF
5%
20%
-34,4ºC
-30ºF
3%
18%
REINEN, VANWEGE HET GEVAAR VAN KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING (CO) ALS GEVOLG VAN AFVOERGASSEN. ALS EEN KETEL OF VENTILATOR IN EEN BEPERKTE RUIMTE GEÏNSTALLEERD IS, ZOALS EEN GARAGE, BIJKAMER OF PARKEERTERREIN, EN HIERIN EEN KOOLMONOXIDE -PRODUCEREND APPARAAT IN WERKING IS GESTELD, DIENT ER ADEQUATE,
KOOLMONOXIDE KAN ERNSTIGE ZIEKTEN VEROORZAKEN, WAARONDER PERMANENTE HERSENBESCHADIGING, OF DE DOOD TOT GEVOLG HEBBEN. B10259-216
Koolmonoxide of “CO” is een kleurloos en reukloos gas dat geproduceerd wordt als brandstof niet volledig verbrandt of als de vlam onvoldoende zuurstof krijgt. Wees bewust van deze tekortkomingssignalen die omstandigheden aangeven die in koolmonoxide kunnen resulteren of waarbij koolmonoxide aanwezig kan zijn: 1. Hoofdpijnen-Misselijkheid-Duizeligheid, Griepachtige symptomen. 2. Bovenmatige luchvochtigheid, zwaar gecondenseerde ramen of een vochtig “klam” gevoel in huis. 3. Rook van een open haard wordt niet door de schoorsteen afgevoerd. 4. Afvoergassen die niet afgevoerd worden door het ventilatiekanaal van het apparaat.
Tabel 1
Alleen LPG-installaties Voor ketels die op propaangas werken, gelieve voor gebruik deze waarschuwingen door te nemen. WAARSCHUWING INSTALLEER EEN GASMELDER OM SCHADE AAN BEZITTINGEN, PERSOONLIJK LETSEL OF FATALE ONGELUKKEN TE VOORKOMEN TEN GEVOLGE VAN EXPLOSIE OF BRAND. OMDAT DE GEURSTOFFEN AANWEZIG IN PROPAANGAS GEREDUCEERD KUNNEN WORDEN DOOR DE AANWEZIGHEID VAN IJZEROXIDE (ROEST), IS EEN GASMELDER DE ENIGE BETROUWBARE METHODE OM
LPG-LEKKEN
TE SIGNALEREN.
VERBRANDINGSLUCHT
WAARSCHUWING
De lucht die nodig is voor verbranding en ventilatie wordt doorgaans aangevoerd vanuit omringende onbeperkte ruimten of een kast met jaloeziedeuren. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht betreffende de beschikbaarheid van voldoende lucht: • Wanneer een ketel in een kast is geïnstalleerd en de kastdeur is van jaloezielatten voorzien, BELEMMER DEZE JALOEZIEDEUREN NIET. Jaloezieën moeten openstaan en vrij zijn om verbrandingslucht aan de ketel toe te kunnen voeren. • Als een ketel in een beperkte ruimte geïnstalleerd is en de lucht voor verbranding en ventilatie van buiten wordt aangevoerd, dient men de in- en uitlaat en de roosteropeningen periodiek te controleren en ervoor te zorgen dat deze te allen tijde opgeruimd en schoon zijn. • Zet geen kleine ruimte af rondom de ketel met gebruik van een ongeventileerde deur. Dit kan de verbrandingslucht belemmeren om de ketel te bereiken.
ALS DE GASKETEL IN EEN KELDER, EEN UITGEGRAVEN RUIMTE OF EEN BEPERKTE RUIMTE GEÏNSTALLEERD IS, RADEN WIJ U AAN OM CONTACT OP TE NEMEN MET DE LPG-LEVERANCIER OM EEN GASMELDER TE INSTALLEREN INDIEN ER EEN GASLEK ONTSTAAT. • OMDAT LPG-GAS ZWAARDER IS DAN LUCHT, KAN LEKKEND GAS ZICH IN ALLE LAAGGELEGEN PLEKKEN VAN BEPERKTE RUIMTES VERZAMELEN. • DE GEUR VAN LPG-GAS KAN LANGZAAM VERDWIJNEN, WAARDOOR HET GAS NIET TE SIGNALEREN IS ZONDER GEBRUIK VAN EEN GASMELDER.
WAARSCHUWING EEN
GASLEK DIE NIET GESIGNALEERD WORDT, KAN EEN GEVAAR VOOR EXPLOSIE OF BRAND
VEROORZAKEN. ALS U VERMOEDT DAT ER VAN EEN GASLEK SPRAKE IS, VOLG DAN DE AANWIJZINGEN OP AAN DE BUITENZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING. ALS U DIT NALAAT TE DOEN, KAN DIT RESULTEREN IN ERNSTIG PERSOONLIJK LETSEL OF DE DOOD.
LUCHTVOCHTIGHEID BINNENSHUIS De relatieve luchtvochtigheid is de hoeveelheid waterdamp of vocht die in de lucht aanwezig is ten opzichte van de hoeveelheid vocht die de lucht bij eenzelfde temperatuur kan vasthouden. Hoe kouder de lucht, hoe minder vocht het kan bevatten. Als lucht wordt verwarmd, wordt IO-GMS9-DU
www.goodmanmfg.com
3
AAN/UIT schakelaar van de ketel naar de AAN-stand 9. Plaats het paneel van het brandercompartiment weer terug. 10. Open de externe, handmatig bediende gaskraan af. 11. Schakel alle stroomvoorzieningen naar de ketel aan 12. Stel de thermostaat af op een instelling boven de kamertemperatuur. 13.Nadat de branders zijn ontstoken, plaatst u de thermostaat op de gewenste temperatuur.
THERMOSTAATFUNCTIES
Er zijn vele typen en stijlen van thermostaten, maar de werking ervan is gewoonlijk min of meer hetzelfde. RAAK VERTROUWD MET DE WERKING VAN UW THERMOSTAAT. Het eenvoudigste type thermostaat regelt alleen het stoppen en starten van de ketel om de gewenste kamertemperatuur te handhaven. De meest gebruikte typen besturen beide functies voor verwarming en koeling en hebben een ventilatorschakelaar met een Auto en een AAN-instellingen. Bij gebruik van de AUTO-functie, zal de luchtventilator samen met de ketel aan en uitschakelen, maar in de AAN-stand zal hij con- KETEL UITSCHAKELEN Om de ketel uit te schakelen, volg de hieronder omschreven aantinu aanstaan, ongeacht of er verwarmd of gekoeld wordt. Daarnaast zijn er thermostaten die automatisch overschakelen van wijzingen:
verwarming naar koeling en met een nachtstand zijn voorzien. Ty- 1. Zet de thermostaat op de laagste stand. pes met een nachtstand, of met meerdere dag- en nachtstanden, 2. De geïntegreerde besturing sluit de gasklep waardoor de vlam dooft. kunnen worden gebruikt om een andere avond- of dagtemperatuur in te stellen als er bijv. niemand thuis is. Programmeerbare 3. De geïnduceerde tochtventilator wordt afgesloten na een vertraging van 15 seconden. De circulatieventilator wordt afSysteem Ventilator gesloten na een vertragingsperiode van 60, 90, 120, of 180 seHandeling schakelaar schakelaar UIT AUTO Geen. conden. Systeem koel alleen, ventilator KOELEN AUTO 1. Verwijder het paneel van het brandercompartiment. schakelt uit en aan. Systeem koel alleen, ventilator KOELEN AAN 2. Zet de AAN/UIT-schakelaar van de ketel naar de UIT posidraait continu. Systeem verwarmt alleen, ventilatie. WARMTE AUTO tor schakelt uit en aan. Systeem verwarmt alleen, ventilaSluit de externe, handmatig bediende gaskraan af. 3. WARMTE AAN tor draait continu. Geen verwarming of koeling, Plaats het paneel van het brandercompartiment weer 4. UIT AAN ventilator draait continu. terug. thermostaten kunnen worden gebruikt om meer controle en een UITSCHAKELING HERSTELLEN betere instelling van de verwarmings en koelfuncties te bewerkDe keteluitschakeling wordt gekenmerkt door een niet-werkende stelligen. Het niveau van deze besturing zal dikwijls afhangen van ketel (circulatieventilator zou continu aan kunnen staan) en geeft het type thermostaat dat men gebruikt. één flits als diagnostische LED code. Uitschakeling resulteert wanneer de ketelbesturing abnormale omstandigheden signaleert. BEDIENEN VAN DE KETEL Als de ketel in de “uitschakelstand” staat, kan het op deze wijze worden hersteld: WAARSCHUWING Kamertemperatuur Thermostaat
Koelen/Verwarmen Temperatuur Besturingsindicators
Ventilatorschakelaar
Koelen/Verwarmen schakelaar
1. Na een uur automatisch herstel. Besturing zal zichzelf automatisch terugschakelen en zal proberen om de normale verrichtingen te hervatten na een één uur uitschakelperiode. 2. Stroomonderbreking. Stroomonderbreking naar de ketel gedurende 0 tot 20 seconden. Houd beide deuren dicht, behalve voor inspectie en onderhoud. Thermostaatschakelcyclus. Onderbreking van een thermos3. Een koppelingsschakelaar voorkomt dat de ketel aanslaat als de taatsignaal naar de ketel gedurende 0 tot 20 seconden. ventilatordeur niet op zijn plaats is. ELEKTRISCHE COMPONENTEN BEVINDEN ZICH IN BEIDE COMPARTIMENTEN. OM PERSOONLIJK LETSEL, ELECTRISCHE SCHOK OF DODELIJKE ONGEVALLEN TE VOORKOMEN, MOGEN DE INTERNE COMPARTIMENTDEKSELS NIET WORDEN VERWIJDERD. NEEM CONTACT OP MET EEN ERKEND ONDERHOUDSTECHNICUS INDIEN EEN ABNORMALE TOESTAND WORDT WAARGENOMEN.
KETEL OPSTARTEN 1. 2. 3. 4. 5.
Sluit de externe, handmatig bediende gaskraan af. Schakel alle stroomvoorzieningen naar de ketel uit. Zet de kamerthermostaat op de laagst mogelijke stand. Verwijder het paneel van het brandercompartiment. Deze ketel is voorzien van een ontstekingsmechanisme dat de brander automatisch ontsteekt. Probeer niet de brander handmatig te ontsteken. 6. Zet de AAN/UIT-schakelaar van de ketel naar de UIT positie. 7. Wacht vijf minuten om eventueel aanwezige gassen te laten ontsnappen. Ruik dan voor gas, ook laag bij de grond omdat sommige gassoorten zwaarder zijn dan lucht. 8. Als u gas ruikt na de wachtperiode van vijf minuten in stap 7, volg onmiddellijk de instructies aan de buitenzijde van dit handboek. Als u na vijf minuten geen gas ruikt, verplaats de
4
Als de omstandigheden die het uitslaan veroorzaakt hebben blijven bestaan, zal de besturing naar de uitslag-stand terugkeren. Als uw brander frequent uitslaat, bestaat er een probleem dat verholpen moet worden. Neem in dat geval contact op met een gecertificeerd onderhoudstechnicus. ROUTINE-ONDERHOUD Onderhoud dient te worden uitgevoerd door een erkend onderhoudstechnicus. Onderhoud door de gebruiker dient beperkt te blijven tot het regelmatig vervangen van luchtfilters en het opvolgen van de aanwijzingen en waarschuwingen in de overige delen van deze handleiding. Wij adviseren een minimaal systeemonderhoudsbeurt te laten uitvoeren door een erkend onderhoudstechnicus voorafgaand aan ieder verwarmingsseizoen, en indien uitgerust met een airconditioning, voorafgaand aan het koele seizoen.
www.goodmanmfg.com
IO-GMS9-DU
FILTERS
WAARSCHUWING INDIEN ONDERHOUD DOOR ONBEVOEGD PERSONEEL WORDT UITGEVOERD EN OP EEN ONJUISTE WIJZE, KAN DIT PERSOONLIJK LETSEL OF EEN DODELIJK ONGEVAL TOT GEVOLG HEBBEN. NEEM CONTACT OP MET UW INSTALLATIEBEDRIJF OF ANDERE ERKENDE ONDERHOUDSBEDRIJVEN OM ONDERHOUDSINSPECTIE TE VERRICHTEN.
WAARSCHUWING OM
SCHADE AAN EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL OF FATALE ONGELUKKEN TE
VOORKOMEN, DIENT MEN EERST DE STROOMTOEVOER UIT TE SCHAKELEN ALVORENS DE FILTERS TE VERWIJDEREN.
STEL DE KETEL NOOIT IN WERKING ZONDER DAT ER EEN FILTER GEÏNSTAL-
LEERD IS OMDAT STOF EN ISOLATIERESTEN ZICH IN INTERNE ONDERDELEN KUNNEN OPHOPEN; DIT KAN RESULTEREN IN RENDEMENTSVERLIES, MATERIAALSCHADE EN MOGELIJK OOK BRAND.
WAARSCHUWING OM
PERSOONLIJK LETSEL OF FATALE ONGELUKKEN TE VOORKOMEN ALS GEVOLG VAN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK, DIENT DE STROOMVOORZIENING TE WORDEN UITGESCHAKELD VOORDAT ONDERHOUD WORDT UITGEVOERD.
JAARLIJKSE INSPECTIE De ketel dient minimaal eenmaal per jaar geïnspecteerd te worden door een erkend installateur of een onderhoudsbedrijf. Deze inspectie zou aan het begin van het verwarmingsseizoen moeten worden uitgevoerd. Dit verzekert de juiste werking van alle ketelcomponenten en zorgt ervoor dat het verwarmingssysteem op de juiste wijze functioneert. De volgende punten verdienen bijzondere aandacht. Indien nodig repareren. • Gasafvoersysteem. Controleer op belemmeringen en/of lekkages. Controleer het eindafvoer buiten en de verbindingen bij en binnenin de ketel. • Het buizenstelsel voor de afvoer van verbrandingslucht (waar toepasselijk). Controleer op belemmeringen en/of lekkages. Controleer het eindpunt van alle buitenaansluitingen van de ketel. • Warmtewisselaar. Controleer op corrosie en/of opbouw in de warmtewisselaarkanalen. • Branders. Controleer op de juiste ontsteking, brandervlam, en vlameigenschappen. De vlam dient direct naar buiten toe gericht te zijn, zonder op te krullen, te drijven of te worden onderbroken. • Bedrading. Controleer elektrische aansluitingen op vastheid en/of corrosie. Controleer bedrading op eventuele schade. Controleer bedrading op eventuele schade. • Filters. Controleer of de filters schoon zijn en correct zijn geplaatst in de ketel of in het aan- en afvoersysteem.
Controleer de brandervlammen op: 1. Goede afstelling 2. Stabiel, zacht en blauw. 3. Niet krullend, drijvend of onderbroken.
Een retourluchtfilter wordt niet met de ketel meegeleverd; er dient een filter te worden geleverd voor het filteren van retourlucht. Uw installateur dient bij het installeren de juiste filters te leveren. Raak vertrouwd met de plaats van de filter en de procedures voor het verwijderen, reinigen en vervangen ervan. Als u hulp nodig heeft, neem dan contact op met de installateur van de ketel of een andere onderhoudstechnicus. Filters dienen iedere twee maanden, of wanneer nodig is, te worden geïnspecteerd, gereinigd of vervangen. Als huiseigenaar bent u zelf verantwoordelijk voor het schoonhouden van de luchtfilters. Houd in gedachte dat vuile filters de meest voorkomende oorzaak zijn van ontoereikende verwarming of koeling. FILTERS VERWIJDEREN De filters kunnen zich bevinden in een centraal retourrooster, in een extern filterrek op een zijpaneel (alleen bij opgaand afvoer), of intern zijn geplaatst. Om filters te verwijderen van een extern filterrek in een installatie met een rechtopgaande luchtafvoer dient u de aanwijzingen op te volgen die bij het externe filterrek worden meegeleverd. Om alle andere filterconfiguraties te verwijderen, volgt u de aanwijzingen vermeld in de installatiehandleiding. Als u gebruik maakt van Media of van Electronic Air Cleaner dient u de aanwijzingen geleverd bij de luchtreiniger voor het verwijderen, reinigen en vervangen op te volgen. FILTER REINIGEN EN/OF VERVANGEN Wegwerpfilters moeten vervangen worden met een filter of filters van dezelfde grootte als die welke verwijderd zijn. Vaste filters dienen door de fabrikant gereinigd, gewassen en gedroogd te worden. Indien het nodig is om een vaste filter te vervangen, dient deze vervangen te worden met een filter of filters van dezelfde grootte en soort als die welke verwijderd is/zijn. Met het opnieuw aanbrengen van filters, dient men erop te letten dat de juiste richting van de luchtstroom in acht wordt genomen.
Brandervlam
IO-GMS9-DU
www.goodmanmfg.com
5
VEILIGHEIDSETIKETTEN OPMERKING: Indien veiligheidsetiketten ontbreken of onleesbaar zijn, neem dan contact op met onze Klantenservice voor bestelinformatie.
VOOR UW EIGEN VEILIGHEID EES ALVORENS TE BEDIENEN
LIRE AVANT DE METTRE EN MARCHELIRE
AVERTISSEMENT: Quiconque ne respecte pas á la lettre les instructions WAARSCHUWING: Indien de informatie in deze aanwijzingen niet exact dans le présent Manuel risque de déclecher un incendie ou une explosion wordt opgevolgd, kan een brand of explosie volgen, hetgeen kan resultentraînant des dammages matériels, des lésions corporelles oula perte de eren in schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of de dood. vies humaines. A. Dit apparaat is niet van een waakvlam voorzien. Deze ketel is voor - zien van een ontstekingsmechanisme dat de brander automatisch ontsteekt. Probeer niet de brander handmatig te ontsteken. B. VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT eerst goed rondom de plek van de ketel ruiken voor eventuele gaslekken. Controleer ook dicht - bij de grond gelegen plekken omdat sommige gassen zwaarder zijn dan lucht en naar de vloer zullen zakken. WAT TE DOEN ALS U GAS RUIKT • Probeer niet een apparaat te ontsteken. • Raak geen elektrische schakelaar aan; gebruik geen telefoon in uw gebouw. • Neem onmiddellijk contact op met uw gasleverancier via de telefoon van de buren. Volg de aanwijzingen op van uw gasleverancier. • Als u uw gasleverancier niet kunt bereiken, bel dan de brandweer. C. Gebruik alleen uw hand om de gastoevoerkraan in te drukken of te draaien. Gebruik nooit gereedschappen. Probeer de kraan niet te repareren maar neem direct contact op met een erkend onderhoudstechnicus. Het forceren of een poging tot repareren kan resulteren in brand of een explosie (vonkgevaar). D. Gebruik dit apparaat niet indien onderdelen aan water zijn blootgesteld. Neem onmiddellijk contact op met een gecertificeerd onderhoudstechnicus om het apparaat te inspecteren en om onderdelen van het besturingssysteem of gastoevoercomponenten die aan water blootgesteld zijn te vervangen.
A. Cet appareil ne comporte pas de veilleuse. Il est muni d’un dispositif d’allumage qui allume automatiquement le brûleur. Ne pas tenter d’allumer le brûleur manuellement. B. AVANT DE LE FAIRE FONCTIONNER, renifler tout autour de l’appariel pour déceler une odeur de gaz. Renifler près du plancher, car certains gaz sont plus lourds que l’air et peuvent s’accumuler au nive au du so.l QUE FAIRE S’IL Y A UNE ODEUR DE GAZ • Ne pas tenter d‘allumer l‘appariel • Ne toucher aucun interrupteur électrique; n’utiliser aucun téléphone dans le bâtiment. • Appeler immédiatement le fournisseur de gaz en employant le téléphone dún voisin. Respecter à la lettre les instructions du fournisseur de gaz. • Si personne ne répond, appelerle service des incendies. C. Ne pousser ou tourner le levier d’admission du gaz qu’à la main; ne jamais emploer d’outil à cet effet. Si la manette reste coincée, nepas tenter de la réparer; appeler un technicienqualifié. Quiconque tente de forcer la manette ou de la reparer peut déclencher une explosion ou un incendie. D. Ne pas se servir de cet appareil s’il a été plongé dans l’eau, complètement ou en partie. Appeler un technicien qualifié pour inspecter l’appareil et remplacer tout partie dusystème de contrôle et toute commande qui ont été plongés dansl’eau.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
MISE EN MARCHE
STOPPEN! Lees eerst de veiligheidsinformatie op dit etiket. Zet de thermostaat op de laagste stand. Sluit de stroomtoevoer naar het toestel af. Dit apparaat is voorzien van een ontstekingsmechanisme dat de brander automatisch ontsteekt. Probeer niet de brander handmatig te ontsteken. 5. Druk de gastoevoerhendel naar de “UIT”-stand. Niet forceren. 6. Wacht vijf (5) minuten om eventueel aanwezige gassen te laten ontsnappen. Ruik dan voor gas, ook laag bij de grond. Indien u gas ruikt, dan STOPPEN! Volg stap “B” in de veiligheidsinformatie boven op het etiket indien u geen gas ruikt en ga naar de volgende stap. 7. Druk gastoevoerhendel naar de “AAN”-stand.
1. ARRETÊR! Lisez les instructions de sécurité sur la portion supérieure decette étiquette. 2. Régler le thermostat à la température la plus basse 3. Couper l‘alimentation électrique de l‘appareil. 4. Cet appareil ménager étant doté d’un système d‘allumage automatique, ne pas essayer à allumer le brûleur manuellement. 5. Pousse le levier ducontrôledu gaz à “OFF/ ARRET” position. 6. Attendre cinq (5) minutes pour laisser echapper tout le gaz. Renifler tout autour de l‘appareil, y compris près du plancher, pour déceler une odeur de gaz. Si c’est le cas, ARRETER! Passer à l’étape B des instructions de
8. Plaats het toegangspaneel terug. 9. Sluit de stroomtoevoer naar het toestel aan. 10. Zet de thermostaat op de laagste stand. 11. Als het apparaat niet werkt, volg dan de instructies “Gastoevoer naar ketel afsluiten” en neem contact op met uw onderhoudsmonteur of gasbedrijf.
sécuritié sur la portion supérieurede cette étiquette. S’il n’y a pas d’odeur de gaz, passer à l’étape suivanté. 7. Pousse le levier ducontrôledu gaz à “ON/MARCHE” position. 8. Remettre en place le panneau d’accés. 9. Mettre l’appareil sous tension. 10. Régler le thermostat à la température desirée. 11. Si l’appareil ne semet pas en marche, suiyre les instructions intitulées. Comment coupler l‘admission de gaz de l’appereil et appeler un technicien qualifié o u le fourrnisseur de gaz.
1. 2. 3. 4.
ROBINET A GAZ MANUEL, EN POS “ON/MARCHE” GAS INLET
ARRIVEE DU GAZ
MANUAL GAS HANDMATIGE GASKRAAN GETOOND IN OPEN-STAND
OM GAS NAAR APPARAAT AF TE SLUITEN
POUR COUPER L’ADMISSION DE GAZ DE L’APPAREIL
1. Zet de thermostaat op de laagste stand. 2. Schakel alle stroom naar de ketel uit indien onderhoud moet worden gepleegd. 3. Druk de gastoevoerhendel naar de “AAN”-stand. Niet forceren. 4. Zet toegangspaneel weer terug.
6
1. Régler le thermostat à la température la plus basse. 2. Couper l’alimentation électrique de l’appareil s’il faut procéder à des opérations d’entretien. 3. Pousse le levier du contrôle dugaz à “OFF / ARRET” position. Ne pas forcer. 4. Remettre en place le panneau d’accès.
www.goodmanmfg.com
IO-GMS9-DU
VEILIGHEIDSETIKETTEN
GEVAAR PELIGRO
GEVAAR OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING SPECIALE WAARSCHUWING VOOR INSTALLATIE VAN GASVERWARMINGSKETELS OF KLIMAATREGELINGSAPPARATUUR IN GESLOTEN RUIMTES, ZOALS GARAGES, BIJKEUKENS OF PARKEERRUIMTES. APPARATEN DIE KOOLMONOXIDE PRODUCEREN (ZOALS AUTO’S, RUIMTEVERWARMERS, GASBOILERS, ENZ. ) MOGEN NIET IN BEPERKTE RUIMTEN WORDEN GEBRUIKT, ZOALS ONGEVENTILEERDE GARAGES, BIJKAMERS OF PARKEERTERREINEN, VANWEGE HET GEVAAR VAN KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING (CO) ALS GEVOLG VAN AFVOERGASSEN. ALS EEN KETEL OF VENTILATOR IN EEN BEPERKTE RUIMTE GEÏNSTALLEERD IS, ZOALS EEN GARAGE, BIJKAMER OF PARKEERTERREIN, EN HIERIN EEN KOOLMONOXIDE -PRODUCEREND APPARAAT IN WERKING IS GESTELD, DIENT ER ADEQUATE, DIRECTE VENTILATIE VAN BUITEN ZIJN.
DEZE VENTILATIE IS NOODZAKELIJK OM HET GEVAAR VAN CO-VERGIFTIGING TE VOORKOMEN, DIE KAN OPTREDEN ALS EEN KOOLMONOXIDE PRODUCEREND APPARAAT, BLIJFT WERKEN IN DE GESLOTEN RUIMTE. KOOLMONOXIDE UITSTOOT KAN (OPNIEUW) CIRCULEREN DOOR HET SYSTEEM; ONGEACHT IN WELKE MODUS DE GASVERWARMINGSKETEL OF KLIMAATREGELING WERKT. KOOLMONOXIDE KAN ERNSTIGE ZIEKTEN VEROORZAKEN, WAARONDER PERMANENTE HERSENBESCHADIGING, OF DE DOOD TOT GEVOLG HEBBEN.
WAARSCHUWING: BRAND, EXPLOSIE EN VERSTIK-
WAARSCHUWING: BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
KINGSGEVAAR
ONJUISTE
INSTALLATIE, AANPASSINGEN, WIJZIGINGEN OF ONDERHOUD KUN-
B10259-216
KAN
TOT ERNSTIGE VERWONDINGEN OF FATALE ONGELUKKEN LEIDEN.
NEN RESULTEREN IN SCHADE AAN EIGENDOMMEN, PERSOONLIJK LETSEL OF DE
OF GEBRUIK GEEN BENZINE OF ANDERE BRANDBARE PRODUCTEN EN VLOEISTOFFEN
DOOD TOT GEVOLG HEBBEN; BLOOTSTELLING AAN SUBSTANTIES IN BRANDSTOF
IN DE NABIJHEID VAN DIT OF ENIG ANDER APPARAAT.
OF DOOR DE VERBRANDING VAN BRANDSTOF KUNNEN DE DOOD OF ERNSTIGE
BENZINE OF ANDERE BRANDBARE PRODUCTEN EN VLOEISTOFFEN IN DE NABIJHEID
AANDOENINGEN VEROORZAKEN, ZOALS KANKER, GEBOORTEAFWIJKINGEN EN ANDERE VOORTPLANTINGSSTOORNISSEN.
LEES
EN VOLG DE INSTRUCTIES EN
VOORZORGSMAATREGELEN IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING DIE MET DEZE KETEL
WAARSCHUWING
BEWAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF DE DOOD. SLUIT ALLE OP AFSTAND BESTUURDE STROOMVOORZIENINGEN
BEWAAR OF GEBRUIK GEEN
VAN DIT OF ENIG ANDER APPARAAT. K AN TOT ERNSTIGE VERWONDINGEN OF FATALE
GEPLEEGD.
WORDT MEEGELEVERD. INSTALLATIE EN ONDERHOUD DIENT TE WORDEN
UITGEVOERD
DOOR EEN ERKEND TECHNICUS, ONDERHOUDSBEDRIJF OF DOOR
DIT
DE GASLEVERANCIER.
AVERTISSEMENT: RISQUE D’INCENDIE, D’EXPLOSION ET ASPHYXIE UN REGLAGE, UNE MODIFICATION, UN RÉPARATION, UN ENRETIEN OU UNE INSTALLATION INCORRECT PUET ENTRAÎNER DES BLESSURES GRAVES OU LA MORT. SUIVRE LES INSTRUCTION ET LES CONSIGNES QUI FIGURENT DANS LA NOTICE D’UTILISATION QUI ACCOMPAGNE CE GÉNÉRATEUR D’AIR CHAUD. L’INSTALLATION ET L’ENTRETIEN DOIVENT ÊTRE EFFECTURÉS PAR UN RÉPARATEUR QUALIFIÉ OU PAR LE FOURNISSEUR DE GAZ.
OF
ANDERE VOORZIENINGEN EERST AF VOORDAT ONDERHOUD WORDT
ONGELUKKEN LEIDEN.
COMPARTIMENT DIENT GESLOTEN TE BLIJVEN, BEHALVE WAN-
NEER ONDERHOUD WORDT GEPLEEGD.
AVERTISSEMENT: RISQUE D’INCENDIE ET D’EXPLOSION
AVERTISSEMENT
RISQUE DE BLESSURES GRAVES OU DE MORT. NE PAS ENTREPOSER NI UTILISER DE L’ESSENCE NI D’AUTRES VAPEURS OU LIQUIDES INFLAMMABLES DANS LE VOISINAGE DE CET APPAREIL, NI DE TOUT AUTRE APPAREIL. LE FAIT D’ENTREPOSER OU D’UTILISER DE L’ESSENCE OU D’AUTRES LIQUIDES OU VAPEURS INFLAMMABLES
DANGER DE CHOC ÉLECTRIQUE OU DE MORT. DÉBRANCHER TOUTE BOITE Á FUSIBLES AVANT L’ENTRETIEN. CE COMPARTMENT DOIT RESTER FERME, SAUF POUR L’ENTRETIEN.
À PROXIMITÉ DE CET APPAREIL OU DE TOUT AUTRE APPAREIL PEUT CAUSER DES BLESSURES GRAVES OU LA MORT.
ZIE BINNENZIJDE VAN KETEL OF BRANDER VOOR INSTRUCTIES VOOR HET BEDIENEN EN INSCHAKELEN.
FILTERS DIENEN, INDIEN NODIG, FREQUENT TE WORDEN GECONTROLEERD EN, GEREINIGD. EN TE WORDEN VERVANGEN WEES ER ZEKER VAN DAT EEN FILTER VAN HETZELFDE TYPE (KLASSE 1 OF 2) EN GROOTTE ALS HET ORIGINELE WORDT GEINSTALLEERD EN DAT HET EEN GECERTIFICEERD TOESTEL IS. *DIT IS EEN
LES INDICATIONS POUR L ‘ECLAIRAGE ET LE SERVICE SE TROUVENT A LA SURFACE INTERIEURE LA PORTE DU COMPARTIMENT DU BRULEUR.
LES FILTRES DOIVENT ETRE FREQUEMMENT INSPECTES ET NETTOYES SI NECESSAIRE. REMPLACES-LES DE FILTRES DU MEME TYPE (CLASSE 1 OU 2) ET FORMAT QUE DANS L’EQUIPEMENT ORIGINAL. CERTIFIES PAR LE U.L.C.
LANDELIJKE EIS
22317001
WAARSCHUWING VERWARMINGSEENHEDEN MOGEN NIET WORDEN GEBRUIKT ZONDER EEN REDELIJKE ROUTINEMATIGE INSPECTIE, ONDERHOUD EN TOEZICHT. INDIEN HET GEBOUW WAARIN ZICH EEN DERGELIJK APPARAAT BEVINDT LEEG STAAT, DIENT ERVOOR GEZORGD TE WORDEN DAT HET APPARAAT ROUTINE MATIG WORDT GEINSPECTEERD, ONDERHOUDEN EN GECONTROLEERD. IN HET GEVAL HET GEBOUW LEEG STAAT EN BLOOTGESTELD WORDT AAN TEMPERATUREN ONDER HET VRIESPUNT, DIENEN ALLE WATERLEIDINGEN EERST GEDRAINEERD TE WORDEN, DIENT HET GEBOUW REDELIJKERWIJS WINTERKLAAR GEMAAKT TE WORDEN EN DIENT DE TOEVOER VAN WATER TE WORDEN AFGESLOTEN. IN HET GEVAL HET GEBOUW BLOOTGESTELD WORDT AAN TEMPERATUREN ONDER HET VRIESPUNT EN LEEG STAAT, MOETEN ALLE HYDRONISCHE WINDINGSEENHEDEN OOK GEDRAINEERD WORDEN EN KAN MEN, INDIEN NODIG, GEBRUIK MAKEN VAN ALTERNATIEVE WARMTEBRONNEN.
B14933-206
IO-GMS9-DU
www.goodmanmfg.com
7
PROBLEMEN OPLOSSEN / VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE ONDERHOUDSTECHNICUS. Als uw ketel niet functioneert of niet goed presteert, neem dan de tijd om de volgende controles uit te voeren alvorens de diensten van een onderhoudstechnicus in te roepen. Een paar eenvoudige controles kunnen een onnodig verzoek om onderhoud voorkomen. Als de volgende stappen het probleem niet verhelpen, neem dan contact op met een erkend onderhoudstechnicus om verdere problemen op te lossen en/of reparaties uit te voeren. Probeer geen problemen op te lossen die verder reiken dan die welke hieronder zijn omschreven. Probeer zelf geen reparaties uit te voeren. • Controleer het doorkijkglas van het brandercompartiment. Als de LED knippert, registreer het aantal flitsen die u achter elkaar waarneemt, zet het apparaat uit zoals omschreven in “Ketel Opstarten” en neem contact op met een erkend technicus om verdere problemen op te lossen en/of reparaties uit te voeren. Raadpleeg eerst de aanwijzingen voor het installeren voor de identificatie van de codes. Als de LED niet knippert, ga dan verder met de controles. • Controleer de thermostaat op de juiste werking. Verifiëer dat de stand van de thermostaat op VERWARMING staat en dat de temperatuur (boven kamertemperatuur) juist is ingesteld. • Controleer de zekering of stroomonderbreker in het elektrische circuit van de ketel. Indien nodig vervangen. • Controleer of de handbediende externe gasafsluitkraan in de AAN-stand staat. Als de klep in de UIT-stand staat, draai het gas naar de AAN-stand volgens de startprocedures omschreven in de paragraaf getiteld “Ketel opstarten”. • Controleer op vuile filter(s). Dit is de meest voorkomende oorzaak van de onjuiste werking van de ketel. Vervang filters indien nodig. • Controleer op verstopte of belemmerde retourkanalen en -roosters door het hele huis. Roosters kunnen door meubilair, kleding en tapijten e.d. worden belemmerd. Verwijder alle belemmeringen. De meeste vragen kunnen door uw dealer worden beantwoord. Voor meer informatie, belt u met: KLANTENINFORMATIELIJN KOSTENVRIJ 1-877-254-4729 (Alleen in de VS) E-mail ons:
[email protected] Fax ons: (731) 856-1821 (niet een technische supportlijn voor dealers) Buiten de VS belt u: 1-713-861-2500. (niet een technische supportlijn voor dealers) Uw telefoonbedrijf zal u hiervoor factureren.
Om de juiste etiketten te verkrijgen, dient u het modelnummer en serienummer op te geven. Deze cijfers zijn terug te vinden op de naamplaat van de brander. Noteer voor uw gemak alle informatie hier:
MODEL NUMMER: _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
8
www.goodmanmfg.com
IO-GMS9-DU